Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
SAMENVATTING 106290 - Klacht over het niet aanmelden van dochter bij volwassenenonderwijs, het niet bieden van afgesproken onderwijsprogramma, onvoldoende begeleiding en onvoldoende communicatie hierover. Klager klaagt erover dat de school van zijn dochter, leerlinge van een internationale schakelklas (ISK), een te lage prognose over haar uitstroomniveau heeft gegeven. De Commissie past terughoudendheid bij de beoordeling van het niveau van leerlingen en bevorderingsbeslissingen. Alleen wanneer een beslissing evident onjuist is of indien procedures niet zijn nageleefd zal een klacht over een beoordeling of een bevorderingsbeslissing gegrond kunnen worden geacht. De Commissie kan dan ook niet bepalen welk uitstroomniveau de leerlinge heeft. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond. De werkwijze en beoordeling/normering in een schakelklas is anders dan die van een reguliere klas waarin de leerlingen al jarenlang les hebben gevolgd in het Nederlandse onderwijssysteem en hun cijfers naast de geldende bevorderingsnormen (kunnen) worden gelegd. Ook kan het niveau van het lesstofaanbod per vak verschillen omdat er wordt gekeken waar hiaten in kennis moet worden opgevuld. Vanwege deze verschillen met het reguliere onderwijssysteem wordt van de school verwacht duidelijk te communiceren over de werkwijze in de ISK, het aanbod van de lesstof en het niveau van de toetsresultaten. Dit geldt temeer omdat met het afgeven van prognoses over het uitstroomniveau vaak onbedoeld verwachtingen worden gewekt. Nu de school klagers onvoldoende heeft geïnformeerd over het les- en toetsprogramma is de klacht op dit onderdeel gegrond. Het vaststellen op welk niveau aan de leerlinge de lesstof zou moeten worden aangeboden, valt onder de beoordelingsvrijheid van de school. Hierover kan de Commissie geen oordeel geven. Nu niet is gebleken dat de school tekort is geschoten in het aanbod van de lesstof aan de leerlinge, is de klacht op dit onderdeel ongegrond. Klager heeft er ook over geklaagd dat de school, ondanks toezeggingen hierover, heeft nagelaten zijn dochter aan te melden bij een school voor volwassenenonderwijs. Niet kan worden vastgesteld wat klager met de school heeft afgesproken over het contact opnemen met en/of het aanmelden van zijn dochter bij de school voor volwassenenonderwijs. Wel is duidelijk dat de leerlinge vanwege haar leeftijd in beginsel niet in aanmerking komt om tot het volwassenenonderwijs te worden toegelaten. De school wordt verondersteld bekend te zijn met deze criteria nu zij vaker leerlingen naar die school verwijst. De verwijzing als zodanig is onjuist en daarmee onzorgvuldig. Klacht deels gegrond.
ADVIES inzake de klacht van: de heer A te B, vader van C, leerlinge van het D te B, klager tegen de heer drs. E, rector van het D, te B, verweerder gemachtigde: de heer mr. F
106290 /uitspraak d.d. 4 september 2014 Pagina 1 van 5
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
1.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij klaagschrift met bijlagen van 29 mei 2014, ingekomen op 30 mei 2014, heeft klager op grond van de geldende klachtenregeling een klacht tegen verweerder ingediend. Vanuit het secretariaat van de Commissie is telefonisch met partijen overlegd over de gewenste wijze van klachtafhandeling: mediation of formele klachtbehandeling. Naar aanleiding van de uitkomst van deze gesprekken is de klacht ter beoordeling voorgelegd aan de Commissie die de klacht als volgt heeft samengevat: Klager klaagt erover dat de school nalatig heeft gehandeld door klaagsters dochter, C, in oktober 2013 niet aan te melden bij het vavo en door haar vervolgens niet het afgesproken 4vwo onderwijsprogramma te bieden en haar onvoldoende te begeleiden waardoor zij niet doorstroomt naar 5 vwo. De school heeft hiervoor geen passende oplossing geboden en voorts heeft de school hierover gebrekkig gecommuniceerd en geen uitleg gegeven. Vanwege de aard en inhoud van de klacht heeft de Commissie besloten de klacht versneld in behandeling te nemen. Op 6 juni 2014 heeft de Commissie verweerder uitgenodigd een verweerschrift in te dienen. Bij brief van 25 juni 2014 heeft verweerder een verweerschrift met bijlagen ingediend. Bij e-mail van 4 juli 2014 heeft klager gereageerd op het verweerschrift. Alle stukken zijn over en weer in afschrift aan partijen gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht vond plaats op 9 juli 2014 te Utrecht. Klager was ter zitting aanwezig, en werd vergezeld door C, zijn dochter, mevrouw G, zijn echtgenote, en mevrouw H, vertrouwd persoon. Verweerder was ter zitting niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door de heer I, coördinator/projectleider internationale afdeling en tot mei 2014 rector, die werd vergezeld door de heer J, docent en tevens coach van C, daartoe bijgestaan door de gemachtigde. Onder handhaving van hun standpunten hebben partijen een nadere toelichting gegeven. Hetgeen in de stukken en op de zitting naar voren is gebracht is, voor zover relevant, zakelijk in dit advies weergegeven. Klager heeft van de mogelijkheid gebruik gemaakt om op 14 juli 2014 het dictum te vernemen.
2.
DE FEITEN
C, is in oktober 2013 begonnen in de Internationale Schakelklas (ISK) van het D. Daarvoor woonde zij met haar familie in K. Zij had in K het vwo tot en met klas 5 doorlopen. De ISK is een voorziening voor leerlingen die net in Nederland woonachtig zijn. In deze klas worden leerlingen voorbereid om in te stromen in het reguliere voortgezet onderwijs. Elk jaar volgen gemiddeld 130 leerlingen onderwijs in de ISK. In een e-mail van 18 oktober 2013 heeft de coördinator ISK in reactie op een eerdere e-mail van klager aan klager meegedeeld: “1) Er is geen snelle route van schakelklas naar L regulier voor nieuwkomers die de taal nog niet beheersen. 2) In de regel blijven leerlingen in de schakelklas tot zij a) voldoende het Nederlands beheersen en b) e e e e toe kunnen treden tot de 2 fase (3 klas mavo, 4 klas havo of 4 klas vwo). 3) Bevordering vanuit de schakelklas naar 5 havo en 5 of 6 vwo is uitgesloten, want het e examenprogramma begint in het 4 leerjaar. 4) Leerlingen van 16 jaar en ouder worden begeleid naar een mbo of naar het volwassenen onderwijs (niet naar L). (…) 106290 /uitspraak d.d. 4 september 2014 Pagina 2 van 5
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
Gezien de vier uitgangspunten aan het begin, ga ik er van uit dat wij voor C kijken op welk niveau zij volgend jaar naar het volwassenen onderwijs.” Bij e-mail van 19 november 2013 heeft de mentor gereageerd op de samenvatting die klager had gemaakt van het gesprek dat op 14 november 2013 tussen klager en de mentor had plaatsgevonden. Hierin geeft de mentor aan dat de bedoeling van de ISK is dat leerlingen instromen in de bovenbouw van de havo en het vwo. “Leerlingen van 16 jaar en ouder zijn dit punt al voorbij en missen de basiskennis van de onderbouw en het eerste jaar van de bovenbouw. Voor hen blijft een paar opties over: - Klaarstomen voor toelatingstoetsen mbo - Klaarstomen toelatingstoetsen M De derde optie: overstap naar 5 vwo regulier bestaat eigenlijk niet maar gaat de school wel proberen te verwezenlijken.” Op 28 november 2013 heeft klager in een gesprek met de rector zijn zorgen geuit over het niveau van de lesstof die C kreeg. Tevens is gesproken over drie mogelijke vervolgroutes. Dit heeft de rector dezelfde dag per e-mail bevestigd. In deze e-mail is onder meer opgenomen: “Voor C wordt de komende weken een speciaal programma uitgevoerd. (…) Direct na de kerstvakantie gaan wij evalueren en kunnen wij het hebben over drie mogelijke routes: 1. Schooljaar afmaken en instromen in 5V op het M 2. Schooljaar afmaken en instromen in 5V op het D 3. Overstappen per periode 3 in 4V op het D. Ik heb daarbij aangegeven dat optie 1 de meeste waarschijnlijke is en optie 3 de minst waarschijnlijke.” De coördinator ISK heeft in een e-mail van 5 december 2013 aan klager bevestigd welk onderwijsprogramma C zou gaan krijgen, te weten: “- lesinhoud/stof 4 vwo/begin 5 vwo, profiel Natuur en Gezondheid - Individuele begeleiding door een persoonlijke coach in studieplanning & zelfstandig leren. - C werkt alleen aan haar persoonlijke programma en zal dus niet meedraaien in het programma van klas S1. Alle docenten voorzien C van de bovengenoemde lesinhoud/stof voor hun vakken.” De heer J is in december 2013 coach geworden van C. De school geeft op een aantal momenten in het jaar prognoses over het uitstroomniveau van de leerling. Op 16 januari 2014 heeft de school aan C 5 vwo als eerste prognose gegeven. In de brief is aangegeven dat het een eerste zeer voorlopige prognose betreft. In een gesprek op 27 januari 2014 heeft de school deze prognose toegelicht. Bij brief van 16 mei 2014 heeft de school 4 vwo als tweede prognose aan C gegeven. In deze brief is aangegeven: ‘De eerste prognose – van januari 2014 – was een voorzichtige inschatting. De prognose van april is gesteld op basis van veel meer resultaten en is dus nauwkeuriger.’ Bij brief van 16 mei 2014 heeft klager tegen de tweede prognose bezwaar gemaakt. De rector heeft bij e-mail van 22 mei 2014 op het bezwaar gereageerd en aangegeven dat het bezwaar geen aanleiding heeft gegeven om een andere prognose af te geven. In de week van 30 juni 2014 heeft de docentenvergadering besloten dat het uitstroomniveau van C 4 vwo is. Ten tijde van de zitting was nog niet duidelijk waar en op welk niveau C in september 2014 onderwijs zal volgen. In de schoolgids is over bevordering van de ISK naar het regulier onderwijs het volgende opgenomen: “Toetsing in de schakelklassen vindt plaats op basis van individuele ontwikkeling van de leerling. Cijfermateriaal is dus niet direct te vertalen naar overgangsnormen zoals hierboven.(...) Het is mogelijk om een externe toets voor Nederlands te laten meewegen in de beoordeling. Voor bevordering naar de Tweede Fase is dit verplicht. De docentenvergadering neemt op basis van alle beschikbare informatie (cijfers, 106290 /uitspraak d.d. 4 september 2014 Pagina 3 van 5
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
externe toetsen en LVS) een beslissing over de toelaatbaarheid van de leerling.”
3.
OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE
De eerste klacht gaat over de prognoses en het bepaalde uitstroomniveau. Beslissingen over de waardering van geleverd werk of over bevordering behoren bij uitstek tot het domein van docenten. De Commissie is daarom terughoudend bij de beoordeling van beslissingen over dergelijke aangelegenheden. Alleen wanneer overduidelijk is dat een beslissing onjuist is of indien procedures niet zijn nageleefd zal de Commissie dan ook een klacht over een beoordeling of bevorderingsbeslissing gegrond kunnen achten. Klager heeft aangegeven het niet eens te zijn met de prognoses en het uiteindelijke bevorderingsbesluit. Klager meent dat zijn dochter een hoger uitstroomniveau zou moeten hebben. De Commissie kan echter niet beoordelen of de school op basis van de leerresultaten een juiste prognose heeft afgegeven. Zij heeft geen werk van C gezien en als zij dat al zou hebben gezien, dan is het de Commissie niet mogelijk te beoordelen aan welk niveau dit werk voldoet. De Commissie kan dan ook niet bepalen welk uitstroomniveau C heeft. Dit behoort – zoals de Commissie reeds hierboven heeft overwogen – tot de beoordelingsvrijheid van de school. Dit klachtonderdeel is dan ook ongegrond. De tweede klacht heeft betrekking op de duidelijkheid of onduidelijkheid van de onderbouwing van de prognoses, het niveau waarop de lesstof is aangeboden en de begeleiding die C heeft ontvangen. De Commissie stelt bij de beoordeling van dit klachtonderdeel voorop dat uit de behandeling ter zitting is gebleken dat de school zich ervan bewust is dat de leerlingen in de ISK en hun ouders veelal niet bekend zijn met het Nederlandse onderwijssysteem. Voorts is de werkwijze en beoordeling in een ISK anders dan die in een reguliere klas waarin leerlingen al jarenlang les hebben gevolgd in het Nederlandse onderwijssysteem en hun cijfers naast de geldende bevorderingsnormen (kunnen) worden gelegd. Ook is duidelijk geworden dat hiaten in kennis en het niveau van het lesstofaanbod per vak kunnen verschillen. Matige kennis van het Nederlands kan ook het kennisniveau en lesaanbod van vakken die in het buitenland al diepgaand zijn behandeld, naar beneden halen. Tenslotte is van belang dat de school niet alleen een goede prognose moet stellen, maar ook de leerlingen moet stimuleren in de lange weg die zij soms moeten gaan om het gewenste niveau in het Nederlands te halen. Dit alles brengt mee dat van de school wordt verwacht duidelijk te communiceren over de werkwijze in de ISK, het aanbod van de lesstof en het niveau van de toetsresultaten. Dit geldt temeer nu met prognoses bij leerlingen en hun ouders vaak onbedoeld verwachtingen kunnen worden gewekt over het uitstroomniveau. In het geval van C is noch uit de prognoses zelf noch uit de contacten tussen klager en zijn dochter en de school gebleken dat de school voldoende duidelijk heeft gemaakt waarom en wanneer welke leerstof wordt aangeboden en op welke niveaus de toetsen worden afgenomen en derhalve op welk niveau de cijfers moeten worden gewaardeerd. De school had duidelijker kunnen en dus moeten zijn over het niveau van de toetsen, de resultaten en de verwachtingen over en weer. De klacht is op dit onderdeel dan ook gegrond. Over het klachtonderdeel dat de school C niet de vereiste lesstof op 4 vwo niveau heeft aangeboden, overweegt de Commissie als volgt. Zoals de Commissie hierboven reeds heeft vastgesteld, varieert het niveau van het lesstofaanbod per vak. Het vaststellen op welk niveau C de lesstof zou moeten worden aangeboden, valt onder de beoordelingsvrijheid die toekomt aan de school en de daarbinnen werkzame docenten. Het is niet aan de Commissie om per vak te beoordelen op welk niveau C de lesstof had moeten worden aangeboden. Daarnaast kan de Commissie op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting niet vaststellen dat de school tekort is geschoten in het aanbod van de lesstof aan C. In zoverre is de klacht ongegrond.
106290 /uitspraak d.d. 4 september 2014 Pagina 4 van 5
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs
De derde klacht betreft het feit dat de school ondanks een toezegging heeft nagelaten C aan te melden bij het M. Partijen spreken elkaar echter tegen over welke afspraken zijn gemaakt over het contact opnemen met en/of aanmelden van C bij het M. Ook uit de schriftelijke stukken kan niet worden opgemaakt wat tussen klager en de mentor is besproken. De Commissie kan derhalve niet vaststellen of op dit klachtonderdeel sprake is van onzorgvuldig handelen van de zijde van de school. De Commissie heeft wel geconstateerd dat in beginsel alleen leerlingen die op 1 oktober 18 jaar zijn, kunnen worden ingeschreven bij het volwassenenonderwijs (M). Leerlingen die 17 jaar zijn, kunnen alleen via de uitbesteding volgens de Wet Rutte worden toegelaten. De leerling blijft dan ingeschreven bij de school van verwijzing. Leerlingen die 16 jaar zijn, kunnen alleen bij uitzondering worden ingeschreven. Op grond van deze toelatingscriteria kwam C vanwege haar leeftijd (toen zestien jaar) in beginsel niet in aanmerking voor het volwassenenonderwijs op het M. Verweerder wordt verondersteld hiermee bekend te zijn, temeer nu de school vaker leerlingen naar het M doorverwijst. De verwijzing als zodanig is derhalve onjuist en acht de Commissie daarmee onzorgvuldig. De klacht is in zoverre gegrond.
4.
OORDEEL VAN DE COMMISSIE
De Commissie komt op grond van bovenstaande overwegingen tot het oordeel dat de klacht: - over de prognoses en het uitstroomniveau ongegrond is; - wat betreft de communicatie over het lesstofaanbod, het toetsniveau en de totstandkoming van de prognoses gegrond is; - wat betreft het aanbod van het niveau van de lesstof ongegrond is; - met betrekking tot de verwijzing naar het M gegrond is.
5.
AANBEVELINGEN VAN DE COMMISSIE
De Commissie heeft geen aanbevelingen voor het bevoegd gezag van het D te B anders dan die uit het advies reeds voortvloeien. Aldus gedaan te Utrecht op 4 september 2014 door prof.mr. A.G. Castermans, voorzitter, W. Happee en drs. M.H.W.C. Voeten, leden, in aanwezigheid van mr. O.A.B. Luiken, secretaris.
prof.mr. A.G. Castermans voorzitter
106290 /uitspraak d.d. 4 september 2014 Pagina 5 van 5
mr. O.A.B. Luiken secretaris