ROTTERDAMSE SCHOUWBURG
2013
2014
SER
MANRAISICOGEME
NT
|
MVO Jaarverslag 2014
Inhoudsopgave
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 2
Voorwoord 3 Korte samenvatting E.ON Benelux als onderneming
5 7
Over dit verslag
9
1. E.ON Benelux in het kort 1.1 1.2 1.3 1.4
De rollen van E.ON Benelux in de Nederlandse energiemarkt De wereld om ons heen Relevante onderwerpen en materiele aspecten Onze missie & Strategie
11 13 13 16 18
2. E.ON Benelux als leverancier
21
2.1 De wereld om ons heen 2.2 Strategie en doelen van E.ON Benelux als leverancier 2.3 Klant centraal 2.4 Producten en diensten 2.5 Service
24
3. E.ON Benelux als producent
39
3.1 De wereld om ons heen 3.2 Strategie en doelen van E.ON Benelux als producent 3.3 Veiligheid (MA) 3.4 Emissies en reststoffen
43
26 26 29 35
47 48 51
3.5 De Maasvlakte 3 centrale (MPP3) 3.6 Afvangst van CO2: het ROAD CCS project 3.7 De herkomst van kolen (MA) 3.8 Gebruik van biomassa (MA) 3.9 Onvoorziene onbeschikbaarheid (MA) 3.10 Veranderingen in de warmtemarkt 3.11 Co-siting: Industriële samenwerking / symbiose op Maasvlakte
54 57 57 59 62 62 64
4. E.ON Benelux als onderneming 66 4.1 De wereld om ons heen 68 4.2 Strategie en doelen van E.ON Benelux als onderneming 69 4.3 Gezondheid 70 4.4 Diversiteit 70 4.5 Opleiding en ontwikkeling 71 4.6 Aandacht voor techniek in het onderwijs 71 4.7 Beloning van onze medewerkers 71 4.8 Verantwoord inkopen 72 4.9 Feedback van onze medewerkers: Interne NPS 74 4.10 Social Involvement 74 4.11 Risico management 75
Bijlagen 78 1. Begrippenlijst 2. Gebruikte afkortingen 3. Gehanteerde meetmethode
79 84 86
4. Global Reporting Initiative (GRI) index (“Core”) 87 5. Onze juridische structuur 97 6. De E.ON Groep structuur 98 7. Organogram Regional Unit E.ON Benelux 99 8. Organogram Generation E.ON Benelux 100 9. Bestuur, management, Raad van Commissarissen en OR 101 10. Samenwerkingsverbanden en lidmaatschappen 108 11. Onze centrales en locaties 110 12. Grafische weergave medewerkers E.ON Benelux 111 13. Onze manier van werken 115 14. Belastingafdracht E.ON Benelux 2014 118 15. Milieucijfers 119 16. Beleidsverklaring Veiligheid, Gezondheid en Milieu 121 17. ISO 26000 122 18. UN Global Compact 123 19. Fira 124 20. Materiële aspecten en inhoud verslag 125 21. OHSAS 18001 127
Voetnoten 128
2 | E.ON Benelux als leverancier Voorwoord
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 3
De energie-industrie gaat door een periode van ingrijpende veranderingen. Strengere regelgeving, scherpere concurrentie en beleid om de groei van hernieuwbare energie* in Europa te bevorderen geven ons aanzienlijke uitdagingen. Duurzame bronnen, al dan niet ondersteund met subsidies, spelen een steeds grotere rol en energie-efficiënte technieken beïnvloeden de energievraag. Eindverbruikers zijn niet alleen afnemer, maar ook producent van kleinschalige, decentraal opgewekte energie: ze worden prosument. Er ontstaat een nieuwe, interactieve relatie tussen energiebedrijf en klant. Op hetzelfde moment verandert de manier van prestatiemeting door onze investeerders en het publiek. Er ligt grote nadruk op de milieu- en sociale aspecten.
Wereldwijde trends voor de toekomst De veranderingen in de samenleving en energievoorziening brengen kansen en risico’s met zich mee. Door de dialoog met onze stakeholders aan te gaan kunnen wij trends, kansen, risico’s, dilemma’s, maar ook onze omgeving in kaart brengen.
* Meer informatie over schuingedrukte woorden vindt u in de begrippenlijst
Dit draagt bij aan het formuleren het realiseren van onze missie, strategie en doelstellingen.
duurzame toekomst te realiseren. De transitie naar een volledig duurzame energievoorziening is een langdurig proces. In de komende decennia zal centraal opgewekte, fossiele energie nog een belangrijke rol spelen. Zolang dat het geval is, kunnen wij door fossiele brandstoffen zo efficiënt mogelijk om te zetten in bruikbare energie een bijdrage leveren aan een duurzame energievoorziening.
Verduurzaming. De bescherming van het milieu en de verbetering van de ecologische omstandigheden zijn de laatste jaren toenemend in het blikveld van de publieke opinie gekomen. Wij kunnen als energieconcern een actieve bijdrage leveren aan de verbetering van de bescherming van het milieu. Voor ons betekent dat concreet: onze activiteiten op het gebied van duurzaamheid nog nadrukkelijker beschouwen als onderdeel van onze strategie. Als wereldwijd energieconcern hebben we de maatschappelijke verplichting de omschakeling naar duurzame energie te realiseren. Daaronder valt ook het duurzame economische succes van onze onderneming, aangezien wij anders niet in staat zijn de noodzakelijke veranderingen voor een
Veranderende rol eindgebruikers. Behoeften van klanten worden steeds complexer. Verbeterde toegang tot informatie en sociale netwerken zijn de belangrijkste drijfveren voor deze trend. Klanten willen dat hun energievoorziening klimaatvriendelijk is, maar ook betaalbaar en betrouwbaar, zelfs op bewolkte, koude en windstille dagen. Veel klanten zijn op zoek naar manieren om energie te besparen. Anderen willen zelf energie produceren en hebben daar ondersteuning bij nodig. Wij hebben uitgebreide expertise en ervaring op al deze gebieden. De toenemende complexiteit van de behoeften van onze klanten creëert mogelijkheden voor ons om op maat gesneden producten aan te bieden die ons in staat
Voorwoord
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 4
zullen stellen om voorkeurspartner voor energieoplossingen te worden. Digitalisering en Innovatie. De toenemende digitalisering van onze maatschappij ligt aan de basis van innovatieve en winstgevende bedrijfsmodellen. Steeds meer aspecten van dienstverlening worden gedigitaliseerd, zoals opname en verwerking van meterstanden en communicatie met klanten, maar ook de besturing van centrales. Met deze digitalisering groeit ook de hoeveelheid data die wordt gegenereerd. Wij hebben toegang tot grote hoeveelheden gegevens die we kunnen gebruiken om onze klanten betere producten en diensten te leveren en onze service te verbeteren. Het is belangrijk om deze data op een intelligente manier te gebruiken terwijl de privacy van onze klanten geborgd blijft.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) bij E.ON Benelux De energievoorziening is volop in beweging. Klanten willen een energiedienstverlener in plaats van een energieleverancier. Duurzaamheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid zijn hierbij centrale thema’s.
Gelet op haar centrale rol in de maatschappij laat E.ON Benelux zich in haar dagelijks handelen en strategie niet alleen leiden door een streven naar een winstgevende exploitatie maar eveneens door het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Dat betekent dat wij de belangen en verwachtingen van onze stakeholders en de samenleving meewegen, bij grote besluiten en in ons dagelijks werk. Daarnaast zijn wij ook transparant over de manier waarop wij balanceren tussen ons streven naar een winstgevende exploitatie en het nemen van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid. Concreet betekent dit dat wij: • De zeven MVO-principes van de ISO 26000 richtlijn onderschrijven en naleven, zie bijlage 17. • Ons committeren aan de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de tien principes van het UN Global Compact, de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). • Verantwoordelijk zijn voor het veilig produceren en leveren van energie, met respect voor milieu en klimaat. Wij zullen: - Een open dialoog aangaan met onze stakeholders over onze activiteiten, ontwikkelingen en uitdagingen voor ons bedrijf en onze industrie. - Onze MVO-aspecten in kaart brengen, voor de
materiele aspecten hiervan doelen formuleren en een programma ontwikkelen om deze doelen te realiseren. Dit zullen wij jaarlijks evalueren. - Het E.ON MVO groepsprogramma1 uitvoeren. - Onze prestaties op het gebied van MVO presenteren op een transparante, betrouwbare en zelfkritische manier. - De G4 richtlijnen van het GRI hanteren voor de verslaglegging over ons MVO-beleid. - Voldoende middelen beschikbaar stellen om de MVO-principes na te leven. • Ons management en onze medewerkers stimuleren om actief bij te dragen aan ons MVO-beleid. Dit alles komt samen in onze centrale onderliggende waarden, te weten: onze klanten komen op de eerste plaats, we werken samen, we streven naar verbeteren en innovatie, we willen samen succesvol zijn, we handelen verantwoordelijk en we zijn open.
Frits Bruijn CEO E.ON Benelux Holding B.V.
Korte samenvatting
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 5
E.ON is een van de grootste private energiebedrijven ter wereld. E.ON telt meer dan 26 miljoen klanten in 30 landen en heeft meer dan 58.000 medewerkers. Over 2014 rapporteerde E.ON een omzet van ruim € 111 miljard. Resultaten van de E.ON groep over 2014 vindt u hier. E.ON Benelux is onderdeel van het internationale E.ON concern en produceert elektriciteit, stoom en warmte en levert elektriciteit, gas en stoom aan zowel zakelijke gebruikers als consumenten. Daarnaast leveren wij producten en diensten die onze klanten in staat stellen efficiënter met energie om te gaan, om kosten te besparen of om zelf energie te produceren.
Korte samenvatting
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 6 2014: 2014:
2014:
NL NL
1,6 0,7
GW Electrisch GW Thermisch
Capaciteit van onze centrales
NL
33
NL
%
Aandeel gas centrales 2013: NL 44%
67
2014:
-17,8
miljoen
Bruto operationeel bedrijfsresultaat E.ON Benelux 2013: -13,9 miljoen bruto bedrijfsresultaat
miljoen ton CO2
%
Aandeel Kolen centrales (excl. MPP3)* 2013: NL 56%
12,72 7,41 1,4 2,1
669
TWh Elektriciteit
Medewerkers in de Benelux
TWh Gas TWh Warmte TWh Stoom
Sales NL + BE 2013: 12,01 TWh Elektriciteit 4,89 TWh Gas
ton SO2 ton NOx
ton Fijnstof
2014: 2014:
2013: NL 1,9 GW Electrisch NL 0,957 GW Thermisch
7,33 2.033 2.636 45,2
2014:
Milieu NL FTE
2013: 8,43 miljoen ton CO2 2.496 ton SO2 3.547 ton NOx 50,6 ton Fijnstof 2014:
2013: 686 FTE 2014:
2,25 Veiligheid 2013: TRIF score 1,53
TRIF score
1,6
miljard
Omzet E.ON Benelux 2013: 1,9 miljard *Zie over dit verslag
4 | E.ON Benelux als onderneming Onze visie op MVO
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 7
De door ons aangewezen materiële aspecten zijn:
Onze missie laat zich vatten in de woorden
’ Improvings People’s Lives’ Hierbij hebben wij ons als doel gesteld om voorkeurspartner voor energieoplossingen te zijn. MVO maakt deel uit van deze missie. We nemen onze verantwoordelijkheid voor onze activiteiten en beslissingen. MVO gaat bij E.ON Benelux om het vinden van een balans tussen de sociale (people), ecologische (planet) en economische (profit) dimensies van ondernemen en het minimaliseren van negatieve duurzaamheidseffecten van onze activiteiten op de samenleving. In dialoog met onze stakeholders krijgen wij feedback op ons dagelijks handelen maar eveneens een beter beeld over de toekomst. De verkregen inzichten implementeren wij in onze missie, strategie en doelstellingen.
- Biodiversiteit/omgeving van MPP3. - Emissies. - Herkomst kolen. - Herkomst biomassa. - Beschikbaarheid van centrales. - Veiligheid.
Doelstellingen 2014 Deze doelstellingen worden in de hoofdstukken E.ON Benelux als leverancier, E.ON Benelux als producent en E.ON Benelux als onderneming verder toegelicht. Sociaal • Onze klanten staan centraal. • Met onze producten en diensten geven wij hen Regie over Energie. • Wij verbeteren onze service tot het niveau “Best in Class”. • Wij streven ernaar een werkgever te zijn die prestaties beloont, potentieel herkent en luistert naar medewerkers. • Wij zoeken actief de dialoog op met al onze stakeholders over onze activiteiten en uitdagingen.
Milieu Voor de E.ON Groep gelden met betrekking tot de productie van elektriciteit de volgende doelen: • De CO2-uitstoot van onze elektriciteitsproductie als E.ON Groep per kilowattuur in Europa tot 2025 te halveren ten opzichte van 1990. • Te streven naar een toename van het aantal bedrijven binnen de E.ON Groep dat gecertificeerd is voor OHSAS 18001. • Veiligheid staat voorop: we werken veilig of we werken niet. In de E.ON Groep zal de TRIF in 2015 zijn teruggebracht naar 3.0. Daarnaast hanteert E.ON Benelux de volgende doelen: • E.ON neemt deel in het ontwikkelen van offshore windparken in Nederland. • Wij dragen maximaal bij aan het voeren van de dialoog en de ontwikkeling van criteria voor de productie van energie uit biomassa. • Het realiseren van het ROAD CCS project voor afvangst en opslag van CO2. • Wij zijn een leidende speler in het zo efficiënt, schoon en flexibel mogelijk produceren van betaalbare (fossiele) energie.
4 | E.ON Benelux als onderneming Economisch • Het behalen van een EBITDA van € 19 miljoen in 2014. • Wij vinden het van belang om een innovatiecultuur te scheppen en te stimuleren.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 8
over de omstandigheden in en rondom kolenmijnen. Punten van zorg zijn emissies, vervuiling van grondwater en mensenrechten. Wij zetten ons in internationaal verband in voor verbetering van omstandigheden en transparantie door middel van de organisatie Bettercoal die mede op ons initiatief is opgericht.
Belangrijkste kwesties uit 2014 Issues als veiligheid, betrouwbaarheid en milieu staan op ieders netvlies en beïnvloeden onze reputatie. Wij waarderen de kritische blik van onze stakeholders. Hieronder geven we de belangrijkste kwesties weer die voor ons in 2014 speelden. Dossier: De Maasvlakte 3 centrale Voor de bouw van de nieuwe Maasvlakte 3 centrale zijn meerdere vergunningen vereist. Alle benodigde vergunningen zijn geruime tijd geleden verleend. Eén vergunning, benodigd voor de natuurbeschermingswet, is nog niet onherroepelijk. Tegen deze vergunning, die in april 2008 is verleend, is beroep aangetekend door een drietal organisaties. Dossier: Mensenrechten en milieunormen in de kolenmijnbouw Steenkolen maken deel uit van onze brandstofmix. In een aantal landen is er aanleiding tot zorg
Dossier: Gebruik biomassa Landgebruik in kwetsbare gebieden en concurrentie met voedsel zijn belangrijke thema’s die centraal staan als het om het gebruik van biomassa gaat. Begin 2015 is, na maanden intensief onderhandelen, op hoofdlijnen overeenstemming bereikt met de milieubeweging over een samenhangend pakket inhoudelijke eisen voor de inzet van biomassa voor bij- en meestook in kolencentrales. Dit is uitgewerkt in criteria voor duurzaam bosbeheer, koolstofschuld, indirect landgebruik en nettoCO2-reductie. E.ON Benelux heeft een actieve rol gespeeld, mede door constructief de dialoog aan te gaan. Dossier: Overheidsbeleid kolencentrales In het SER energieakkoord was een verstrekkende afspraak over kolencentrales opgenomen: een aantal energiebedrijven zouden hun oudere kolencentrales vervroegd sluiten. Daarnaast is afgesproken dat de kolenbelasting, welke was
ingevoerd in 2012, ongedaan gemaakt zou worden vanaf 2016. De ACM maakte bezwaar tegen de voortijdige sluiting, waarna de minister van Economische Zaken heeft besloten deze sluiting te bewerkstelligen door strikte rendementseisen te stellen aan kolencentrales. Daarvoor zal het Activiteitenbesluit aangepast moeten worden. Een voorstel van de minister van Economische Zaken moet nog door het parlement behandeld worden. Als dit activiteitenbesluit wordt goedgekeurd zullen wij onze Maasvlakte centrales 1 en 2 (per 1 juli 2017) moeten sluiten, waar die zonder deze maatregel nog jaren rendabel hadden kunnen draaien. Ondanks het feit dat deze afspraak onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van het gehele Energieakkoord en is ondertekend door alle relevante partijen – waaronder natuur- en milieuorganisaties – blijft er een sterke roep om de kolenbelasting opnieuw in het leven te roepen.
1 | E.ON Over dit Benelux verslag in het kort In dit verslag rapporteren wij over de belangrijkste maatschappelijke aspecten van onze activiteiten in Nederland. Wij leggen uit welke maatschappelijke aspecten relevant zijn, waarom zij relevant zijn en wat ons beleid voor deze aspecten is. Daarnaast rapporteren we over de resultaten van ons beleid, in woorden en in cijfers. Met dit verslag streven wij naar een toegankelijke weergave van onze invulling van maatschappelijke verantwoordelijk ondernemen, voor een brede groep geïnteresseerden. We richten ons hierbij in elk geval tot onze klanten, niet-gouvernementele organisaties (NGO’s), de overheid en onze eigen medewerkers. In de bijlage is een begrippenlijst opgenomen. Termen die in deze lijst zijn opgenomen worden de eerste keer dat ze gebruikt worden cursief gedrukt om aan te geven dat zij in de begrippenlijst zijn opgenomen. E.ON Benelux of E.ON Wanneer we in dit verslag spreken over ‘wij’ dan doelen wij op E.ON Benelux. Wanneer we praten over E.ON of de E.ON Groep, dan doelen wij op het moederbedrijf. Afbakening, consolidatie en Opname gegevens Reikwijdte: Er is gekozen om, net als in het verslag over 2013, te rapporteren over de activiteiten van
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 9
E.ON op Nederlands grondgebied, over bedrijfsonderdelen die in 2014 onderdeel uitmaakten van E.ON en waarvoor de directie van E.ON Benelux operationele verantwoordelijkheid draagt. Zie hiervoor de bijlage juridische structuur. De verslagperiode is het kalenderjaar 2014, maar in een beperkt aantal gevallen is extra informatie uit het eerste kwartaal van 2015 opgenomen. In deze gevallen is dat duidelijk aangegeven. De constructie van de Maasvlakte 3 centrale valt onder de verantwoordelijkheid van E.ON New Build & Technology. E.ON Benelux is de toekomstige eigenaar / gebruiker van de centrale. Om deze reden maakt het project bouw Maasvlakte 3 geen onderdeel uit van deze rapportage. In 2014 is onze vestiging aan de Galileïstraat 15 te Rotterdam omgebouwd tot warmtestation. Er is een nieuwe ketel geplaatst ten behoeve van de stadsverwarming en per 1 april 2014 is de warmtekracht centrale FG1 gesloten waardoor de elektriciteitsproductie op deze locatie is gestopt. Het opgestelde elektrische vermogen is hierdoor afgenomen met 209 MW.De productie tot aan datum van sluiting is opgenomen in de cijfers over 2014. Afbakening en diepgang van het verslag is vastgesteld op basis van de relevante (materiele)
aspecten, hierbij is gekeken naar de impact, onze invloed en het belang voor onze stakeholders. Zie voor meer informatie bijlage 20. Herkomst gegevens De door ons in dit jaarlijkse verslag opgenomen gegevens zijn onttrokken aan diverse bronnen. Hierbij is gebruik gemaakt van reguliere rapportagesystemen en managementinformatie, aangevuld met specifiek voor het MVO verslag 2014 gehouden interviews (in- en extern) en opgestelde rapportages. Vanzelfsprekend zijn de geschreven teksten voor dit verslag intern getoetst op juistheid. Met de directie en hoger management van E.ON Benelux en stakeholders zijn gesprekken gevoerd over de opzet van het verslag. Verder is informatie afkomstig uit de diverse in 2014 gevoerde stakeholderdialogen. Hierbij is E.ON Benelux zowel initiator van stakeholderdialogen geweest als ook deelnemer bij door derden georganiseerde dialogen. Uitgangspunt voor initiatie van en deelname aan dialogen vormt de ISO 26000 richtlijn (zie bijlage 17). Bepalen van stakeholders Wij gebruiken de uitgangspunten van de ISO 26000 richtlijn2 voor de bepaling van stakeholders; dit gebeurt aan de hand van de rechtstreekse betrokkenheid van stakeholders, de relatie die deze
1 | E.ON Over dit Benelux verslag in het kort stakeholders hebben tot een specifiek onderwerp en de relatie die zij hebben tot E.ON Benelux. Hierbij wordt gekozen voor zowel stakeholders die een belang hebben bij specifieke onderwerpen of een specifiek belang behartigen als ook voor stakeholders die meer brede belangen behartigen. Externe assurance De in het verslag opgenomen kwantitatieve data, zoals energieproductie en bijbehorende emissies, zijn tevens onderdeel van andere rapportages zoals het financiële jaarverslag en het elektronisch milieujaarverslag en het verslag voor de audit van Fira. Bij een aantal van deze rapportages is een Assurance rapport opgenomen. Daarom hebben we bij het onderhavige verslag geen zelfstandig Assurance rapport opgenomen. Zie bijlage 19 voor de Assurance verklaring van Fira. Global Reporting Initiative (GRI) E.ON Benelux gebruikt de Global Reporting Initiative (GRI) G4-rapportagerichtlijnen als richtsnoer voor de jaarlijkse maatschappelijke verslaglegging. Voor de bepaling van de op te nemen gegevens en de afbakening van dit verslag, zijn het GRI boundary protocol en de uitgangspunten van de ISO 26000 richtlijn het vertrekpunt geweest. Hierbij is uitgegaan van rapportage over de voor een energiebedrijf belangrijkste waarden. GRI
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 10
hanteert twee weergaven opties: ‘In accordance’ – Core en ‘In accordance’ – Comprehensive. E.ON Benelux heeft er voor gekozen een weergave te geven van: ‘In accordance’ – Core, maar waar mogelijk ook de indicatoren van de Comprehensive versie te beschrijven. Een overzicht van de GRI indicatoren en positie van bijbehorende informatie in het verslag, is gepubliceerd als onderdeel van dit verslag in bijlage 4. Publicatievorm Dit verslag is digitaal gepubliceerd en is te downloaden op onze website: www.eon.nl Leeswijzer Om de leesbaarheid en relevantie voor stakeholders te vergroten is dit verslag, anders dan vorig jaar, verdeeld in vier hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk geeft een beknopt totaaloverzicht van E.ON Benelux en de missie die de basis vormt voor ons dagelijks werk. Ook geven we in dit hoofdstuk aan welke onderwerpen relevant zijn voor ons bedrijf en elke hiervan materieel3 zijn en waarom, in de rest van het verslag duiden we deze onderwerpen aan met het symbool (MA). In het tweede hoofdstuk behandelen we alle thema’s rondom E.ON Benelux als energieleverancier. Hoe
MA
gaan wij om met onze klanten, welke producten en diensten leveren wij, waar komt onze geleverde energie vandaan, etc. In het derde hoofdstuk gaan we in op alle thema’s rondom E.ON Benelux als producent (emissies (MA), veiligheid (MA) en herkomst van kolen/biomassa (MA)). In het vierde en laatste hoofdstuk gaan we in op zaken rondom E.ON Benelux als als onderneming, zoals werkgeverschap, organisatiestructuur en toezicht. Na deze hoofdstukken volgen een lijst met begrippen en afkortingen, de GRI index en overige bijlagen. Voor informatie die in het hoofdverslag of één van de bijlagen is opgenomen, staat in de GRI index een verwijzing naar het betreffende onderdeel van het verslag. Overige informatie is direct opgenomen in deze index. Tot slot Lezers van dit verslag nodigen we uit om hun vragen of opmerkingen over het door E.ON Benelux gevoerde MVO-beleid te stellen of te maken. Wij ontvangen graag uw reactie op dit verslag op het volgende adres: E.ON Benelux, Capelseweg 400, 3068 AX in Rotterdam, of per mail
[email protected]. Meer informatie over ons bedrijf vindt u op onze website www.eon.nl of www.eon.com.
1 | E.ON Benelux in het kort E.ON Benelux in het kort
1|
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 11
E.ON Benelux is onderdeel van de E.ON Groep, één van de grootste private energiebedrijven ter wereld. De E.ON Groep telt meer dan 26 miljoen klanten in 30 landen en heeft meer dan 58.000 medewerkers. In 2014 had E.ON een wereldwijde omzet van ruim € 111 miljard.
1 | E.ON Benelux in het kort
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 12
Traditionele waardeketen van energie Traditionele waardeketen van energie
100%
0% 100%
0%
winning brandstoffen
internationale brandstoffenhandel
internationaal transport
productie elektriciteit en warmte
groothandel
transport en distributie
activiteiten E.ON SE
levering
gebruik
activiteiten E.ON Benelux
1 | E.ON Benelux in het kort 1.1 | De rollen van E.ON Benelux in de Nederlandse energiemarkt In bovenstaande figuur is de traditionele waardeketen van de energiemarkt weergegeven. Deze begint links met de winning van fossiele en biobrandstoffen en eindigt rechts met het gebruik van energie in huishoudens en bedrijven. De E.ON Groep opereert wereldwijd en heeft activiteiten in alle onderdelen van deze keten. Dit betekent echter niet dat E.ON overal alles doet. In Nederland is E.ON alleen actief in productie van elektriciteit en warmte, in groothandel (in zeer kleine mate), in warmtetransport en tot slot in levering van elektriciteit en gas4. Om efficiënt en slagvaardig te kunnen opereren op de internationale energiemarkten en om de marktrisico’s beter te kunnen beheersen, zijn binnen de E.ON Groep, alle groothandelsactiviteiten gebundeld in één bedrijf, E.ON Global Commodities SE (EGC). EGC is verantwoordelijk voor de inkoop van brandstoffen5 voor de E.ON centrales en voor het verkopen van de elektriciteit uit deze centrales op de groothandelsmarkt. Hiermee heeft E.ON Benelux dus twee belangrijke activiteiten in Nederland: Het leveren van energie (elektriciteit, gas en stoom) en het produceren van energie
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 13
(elektriciteit, stoom en warmte). Het E.ON Benelux verslag zal zich dan ook beperken tot deze twee onderdelen van de waardenketen. E.ON Benelux is naast Nederland ook actief in België. De Belgische activiteiten vallen buiten de scope van dit verslag. Wij leveren elektriciteit en gas aan zowel zakelijke gebruikers als consumenten en leveren warmte en stoom aan andere energiebedrijven en de industrie. Daarnaast leveren wij producten en diensten die onze klanten kunnen helpen om energie efficiënt te gebruiken, om kosten te besparen of om zelf energie te produceren. In hoofdstuk twee en drie van dit verslag wordt verder ingegaan op de omgevingsanalyse met onder andere de kansen en daaruit voortkomende doelstellingen voor E.ON Benelux als leverancier en producent. Voor het produceren van elektriciteit en warmte heeft E.ON Benelux zes centrales in Nederland: twee kolencentrales en vier gascentrales. Drie gascentrales zijn stadscentrales: warmtekrachtcentrales die elektriciteit voor het landelijke net en warmte ten behoeve van stadsverwarming produceren (in Rotterdam, Den Haag en Leiden). Naast de gascentrales gebruiken wij in deze steden ook enkele hulpketels om warmte te produceren. Aan het begin van 2014 was er nog een
vierde stadscentrale, maar die is in de loop van 2014 gesloten. De kolencentrales staan op de Maasvlakte. Zij produceren voornamelijk elektriciteit en een deel van de vrijkomende warmte wordt door bedrijven uit de buurt gebruikt. Daarnaast hebben wij op de Maasvlakte een gasgestookte elektriciteits- en stoomcentrale ten behoeve van de nabij gelegen industrie. Een nieuwe kolencentrale, op de Maasvlakte, is in aanbouw. De brandstoffen voor de centrales worden door ons ingekocht bij EGC. Alle geproduceerde elektriciteit wordt verkocht aan EGC. De warmte wordt verkocht aan Eneco (Rotterdam en Den Haag) en Nuon (Leiden) die in voornoemde steden de warmtedistributienetten exploiteren (stadsverwarming).
1.2 | De wereld om ons heen De energievoorziening in heel Europa bevindt zich in een transitiefase. Een aantal – direct aan energie gerelateerde – factoren ligt hieraan ten grondslag, zoals de bescherming van klimaat en milieu, duurzaamheid en afhankelijkheid van brandstof uit instabiele regio’s. Ook buiten de
1 | E.ON Benelux in het kort energiesector vinden er grote veranderingen plaats. Zo wordt nieuwe technologie niet alleen steeds sneller ontwikkeld, maar is deze ook steeds sneller overal ter wereld en voor steeds bredere groepen verkrijgbaar. Producten en diensten op basis van data en internet komen op, soms aanvullend op hun klassieke voorgangers, soms als vervanging. Terwijl in veel globaliserende markten schaalgrootte en anonimiteit toenemen is er ook een tegenovergestelde beweging zichtbaar, waarin juist kleinschaligheid, nabijheid en lokale collectiviteit gewaardeerd worden. Een betrouwbare, betaalbare en duurzame energievoorziening is essentieel voor een goed functionerende samenleving. Het is cruciaal dat onze energievoorziening ook tijdens de transitie naar een duurzame energievoorziening betrouwbaar en betaalbaar is. Deze transitie is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd maar kan tientallen jaren duren. Wij ondersteunen de energietransitie en willen deze graag mede gestalte geven. Het is niet aan ons om te bepalen hoe duurzaam of hoe betrouwbaar de energievoorziening moet zijn, of welke prijs die energievoorziening mag hebben, dat is aan de samenleving om te bepalen. Onze rol is om het maken van die keuzes mogelijk te maken en vervolgens uit te voeren. Door alle ontwikkelingen is er enige onzekerheid
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 14
over hoe de energievoorziening er in de toekomst uit zal zien en welke rol wij daarin zullen spelen. Desondanks zien wij een aantal belangrijke trends om onze koers op te baseren. Verduurzaming. De energievoorziening wordt in toenemende mate duurzaam. Voor de periode tot 2023 heeft de Nederlandse overheid duidelijk vastgelegd met welke middelen deze verduurzaming gerealiseerd zal worden. Dit is relevant voor onze rol van producent en leverancier. Voor productie zijn er kansen in de groeiende productie van duurzame energie in onze bestaande centrales door de inzet van biomassa. Daarnaast zijn er kansen voor de ontwikkeling van offshore windparken. Een risico, vooral van belang voor productie, is dat de marktprijzen van elektriciteit dalen door het groeiende aanbod van (veelal gesubsidieerde) duurzame energie terwijl de conventionele centrales nog wel nodig zijn om de maatschappij te voorzien van energie als duurzame energie niet of te weinig geproduceerd wordt. Voor onze activiteiten als leverancier biedt de verduurzaming kansen voor de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten zoals collectieve PV installaties.
Investeren in plaats van consumeren. Er zal een verdere verschuiving plaatsvinden van variabele kosten (zoals voor brandstof of kilowatturen elektriciteit) naar investeringskosten (zoals in efficiëntere apparaten, isolatie, batterijen, zonnepanelen of windparken). Onze klanten zullen meer investeren in producten. Voor ons is dat een kans om deze producten te verkopen en bijbehorende diensten te leveren. Veranderende rol eindgebruikers. Met alle technologische ontwikkelingen komen er voor consumenten en bedrijven steeds meer mogelijkheden om hun energieverbruik en/of -productie te optimaliseren. Door de ontwikkelingen van energieprijzen zal dit ook vanuit het oogpunt van betaalbaarheid belangrijker voor hen worden. Dit biedt kansen voor de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten. Warmte in transitie. In de gebouwde omgeving wordt nu vooral gas gebruikt voor verwarming. Dit zal veranderen. Nieuwbouw zal in toenemende mate energie-neutraal zijn. Voor bestaande bouw zal warmte uit industriële processen en andere Lage-temperatuur warmte zoals aardwarmte een grotere rol krijgen, terwijl het gebruik van aardgas in CV-ketels zal afnemen. Voor onze productie- en leveringactiviteiten betekent dit
1 | E.ON Benelux in het kort een verandering. Voor onze stadscentrales neemt de hoeveelheid geproduceerde warmte af, terwijl er voor de nieuwe Maasvlakte centrale juist een kans ligt in het benutten van warmte. Voor onze leveringsactiviteiten houdt dit een (beperkt) nadeel in: de verkoop van aardgas zal dalen.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 15
lagen door slim met energie om te gaan.
Overheidsbeleid zal een grote invloed blijven houden op de prijs van energie, via toezicht op gehanteerde tarieven, subsidies, heffingen maar ook indirecte effecten van energiebeleid. De rekening van de klant bestaat hierdoor voor een steeds groter deel uit kosten die niet door ons als producent en/of leverancier kunnen worden beïnvloed. Bovendien heeft ook het overheidsbeleid in de landen om ons heen effect op de markt in Nederland. Zo is de elektriciteitsprijs in Nederland regelmatig erg laag door een toevloed van gesubsidieerde zonne- en windstroom uit Duitsland.
De toenemende digitalisering van onze maatschappij ligt aan de basis van innovatieve en winstgevende bedrijfsmodellen. Steeds meer aspecten van onze bedrijfsvoering worden gedigitaliseerd. Met deze digitalisering groeit ook de hoeveelheid data die wordt gegenereerd. Intelligente analyses van de beschikbare data maken nieuwe energie-efficiëntieoplossingen, handelsstrategieën of innovatieve dienstverlening mogelijk. Deze ontwikkeling wordt versneld door grotere internationale concurrentie, steeds hogere klantbehoeften en snelle verspreiding van nieuwe technologieën. Wij hebben toegang tot grote hoeveelheden gegevens die we kunnen gebruiken om onze klanten betere producten en diensten te leveren en onze service te verbeteren. Het is belangrijk dat op een intelligente manier te doen.
Fluctuerende prijzen op (internationale) energiemarkten. Onder andere door het toenemende aandeel duurzaam zal de marktprijs voor elektriciteit veranderlijker worden, met snellere fluctuaties en grotere verschillen tussen hoogste en laagste prijzen. Voor onze productie zorgt dit voor sterker variërende marges. Dit is een risico voor de winstgevendheid van onze productie. Voor onze klanten ligt hier een kans om kosten te ver-
Sociale media zullen een grote rol blijven spelen in serviceverlening, informatievoorziening en oordeelsvorming, niet alleen door consumenten en bedrijven, maar ook door beleidsmakers. Sociale media bieden ons de kans te werken aan de verbetering van ons serviceniveau en onze reputatie. Daarnaast is het gebruik van sociale media een manier om met stakeholders in dialoog te gaan. Sociale media werken snel en zijn toegankelijk.
Naast de voordelen kleven hier ook risico’s aan. Zo kunnen reputaties in zeer korte tijd ernstig verslechteren en is de scheiding tussen meningen en feiten vaak onduidelijk. Hoe wij met deze ontwikkelingen omgaan, wordt verder uitgewerkt in de hoofdstukken 3, 4 en 5.
1 | E.ON Benelux in het kort
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 16
• Marktaandeel
• Klimaat • Transparantie verbruiksgegevens
• Emissies • Omgeving MPP3 • Herkomst kolen • Herkomst biomassa • Veiligheid • Beschikbaarheid centrales
• Werkgelegenheid • Privacy • Verantwoord Inkopen • Watergebruik • Diversiteit, gelijke beloning, non-discriminatie
• Compliance (milieu) • Innovatie • Relatie met OR • Ontwikkeling medewerkers • Efficiënt gebruik van brandstoffen • Rampenbestrijding • Winstgevendheid
• Anti-corruptie • Betaalbaarheid energie • Compliance (levering) • Lobby praktijk • Reststoffen
Belang voor succes van het bedrijf
hoog
hoog
midden
In de matrix zijn de belangrijkste onderwerpen weergegeven, waarbij de positie is bepaald op basis van belang voor het bedrijf op de horizontale as en belang voor stakeholders op de verticale as. De onderwerpen in het vak uiterst rechtsboven zijn de onderwerpen die voor zowel het bedrijf als stakeholders zeer relevant zijn. Dit zijn de Materiele onderwerpen.
Belang voor beoordeling door stakeholders
Lokaal en wereldwijd hebben onze activiteiten invloed op mens en milieu in zowel positieve als negatieve zin. We spelen een belangrijke rol in het vormgeven van de transformatie van de energie-industrie en de ontwikkeling van nieuwe technologieën en bedrijfsmodellen. Tegelijkertijd is het van groot belang voor de samenleving dat de energievoorziening te allen tijde betrouwbaar is, omdat energie een primaire (levens)behoefte is voor mens en economie.
midden
laag
laag
1.3 | Relevante onderwerpen en materiele aspecten
1 | E.ON Benelux in het kort
Social Supplier Human Rights Assessment2 Supplier Assessment for Labor Practices2 Occupational Health and Safety
I
03
beschikbaarheid centrales
I
herkomst biomassa
omgeving MPP3
I
A, B, C A A
03,4 I
03 03
A A A, B, C
I
Economic Availability and Reliability
Tabel 1. Relatie tussen de in dit verslag besproken materiele maatschappelijke onderwerpen en GRI aspecten. Toelichting: I betekent dat dit aspect materieel is binnen de organisatie, O betekent dat dit aspect materieel is buiten de organisatie (conform GRI G4-20 en G4-21).
herkomst kolen
Environmental Emissions Supplier Environmental Assessment2 Biodiversity
emissies
GRI-Aspect
klimaat
Details over de totstandkoming en selectie van de onderwerpen en aspecten zijn opgenomen in bijlage 20.
Entiteiten1
Materieel onderwerp
veiligheid
Voor de materiele onderwerpen zijn de daaraan gerelateerde aspecten zoals gehanteerd in het GRI raamwerk de materiele aspecten waarover in dit verslag wordt gerapporteerd. Deze zijn vermeld in tabel 1, samen met een indicatie of de verantwoordelijkheid voor het aspect binnen (I) of buiten (O) het bedrijf ligt.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 17
1) Entiteiten waarvoor het betreffende aspecten materieel is. A: E.ON Benelux N.V.; B: Utilities Center Maasvlakte Leftbank B.V.; C: E.ON Benelux CCS Project B.V. 2) Dit aspect betreft leveranciers van biomassa en/of kolen. E.ON Benelux betrekt beide brandstoffen van E.ON Global Commodities (EGC). EGC betrekt deze op haar beurt van (inter)nationale leveranciers.
I
A, B, C
3) Deze aspecten zijn mede gerelateerd aan de winning van steenkolen en daarmee materieel voor de eigenaars en/ of exploitanten van kolenmijnen. Relevante regio’s in deze zijn Colombia en Rusland. 4) Dit aspect is mede gerelateerd aan de productie van biomassa en daarmee materieel voor de eigenaars en/of exploitanten van bos- en/of landbouwpercelen. Relevante regio’s in deze zijn Noord Amerika en Europa.
1 | E.ON Benelux in het kort 1.4 | Onze missie & strategie Door transparant de dialoog met onze stakeholders aan te gaan kunnen wij externe signalen in kaart brengen. Op die manier weten we wat stakeholders drijft en welke belangen zij hebben. Door dilemma’s tijdens de dialogen inzichtelijk te maken aan onze stakeholders kunnen we gezamenlijk oplossingen bedenken. Dit alles geeft ons input om na te denken over de toekomst en het draagt bij aan de totstandkoming van onze missie, strategie en doelstellingen. Het cluster Corporate Affairs draagt, samen met het bestuur van E.ON Benelux, zorg voor de invulling van ons stakeholdermanagement binnen de daarvoor door het moederbedrijf gestelde kaders. Met al deze input hebben wij onze ideeën kunnen bevestigen, namelijk: energie ligt aan de basis van de samenleving en is van groot belang voor ieder individu. Om die reden hebben wij ervoor gekozen om Improving People’s Lives te kiezen als onze missie. Hierbij hebben wij ons als doel gesteld om Voorkeurspartner voor energieoplossingen te zijn.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 18
Onze rol
Improving People’s Lives
Ons doel
Your Partner of Choice for Energy Solutions Je Voorkeurspartner voor Energieoplossingen
Putting Our Customers First Onze klanten komen op de eerste plaats
Onze waarden
Working Together Samenwerken
Improving & Innovating Verbeteren & Innoveren
Acting Responsibly We handelen verantwoordelijk
Winning Together Samen succesvol zijn
1 | E.ON Benelux in het kort Waarom Improving People’s Lives? Wat ons motiveert is wat energie mensen in staat stelt om te doen. Ons werk bestaat onder andere uit het produceren en leveren van elektriciteit en warmte, maar dat is niet ons doel. Ons doel is om de kwaliteit van leven van mensen te verbeteren, we willen daarom voorkeurspartner voor energieoplossingen zijn. Hoe kunnen we het leven van mensen verbeteren? Door het continu verbeteren van hoe energie wordt opgewekt en gebruikt. • Wij bieden onze klanten meer keuze, betere technologie en meer gemak tegen betaalbare prijzen. • Wij helpen om de energie-efficiëntie van onze klanten te verbeteren. • We krimpen onze ecologische voetafdruk in door het bevorderen van hernieuwbare energiebronnen en koolstofarme technologieën en door het genereren onderhouden van energie-bewustzijn bij onze klanten. Ons doel moet ons inspireren en helpt ons om verder te denken dan onze huidige producten, diensten en markten.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 19
Door vijf, onderling nauw verbonden, kernwaarden wordt richting gegeven aan onze business en ons handelen: • Alles wat we doen begint en eindigt bij onze klanten. Onze klanten komen op de eerste plaats. • We hebben veel waardering voor onze werkrelaties met klanten, collega’s en de samenleving. Samenwerken staat daarom op de voorgrond. • We dagen onszelf steeds uit om de waardepropositie voor onze klanten te verbeteren. We willen continu verbeteren en innoveren. • Als onze klanten succesvol zijn, zijn wij dat ook. We creëren waarde voor onze klanten en aandeelhouders en leren van elkaar. We zijn samen succesvol. • We handelen verantwoordelijk en staan open voor andere perspectieven en nieuwe kansen. Onze waarden geven een duidelijk beeld van waar we naar toe willen. De waarden vormen een bron van inspiratie: ze gidsen ons bij alles wat we doen. Nieuwe strategie voor de E.ON Groep In 2013 hebben we uitgebreid dialoog met onze medewerkers en externe stakeholders gevoerd om de kansen en risico’s, gecreëerd door de fundamentele veranderingen in het energieland-
schap, te analyseren (zie megatrends voor informatie over deze ontwikkelingen (Engels). Op basis van de uitkomsten van deze dialoog hebben wij een nieuwe bedrijfsstrategie ontwikkeld. Eind 2014 maakte E.ON haar nieuwe strategie bekent: Empowering customers, shaping markets. In de toekomst zal E.ON zich concentreren op duurzame energie, energienetten en energieoplossingen voor klanten. Empowering Customers: E.ON streeft ernaar om voorkeurspartner voor energieoplossingen te worden voor gemeentelijke, publieke, industriële, commerciële en particuliere klanten. E.ON zal zich ook richten op moderne, intelligente netwerken voor de distributie van energie als basis voor innovatieve energieproducten die het leven van de klanten van E.ON makkelijker maken.
1 | E.ON Benelux in het kort E.ON zal haar activiteiten op het gebied van conventionele productie, wereldwijde energiehandel en exploratie & productie onder brengen in een nieuw, beursgenoteerd bedrijf, genaamd Uniper, waarvan E.ON een meerderheid van de aandelen zal afstoten. Shaping Markets: Met een portfolio van conventionele elektriciteitsproductie, wereldwijde energiehandel en exploratie & productie, zal het nieuw op te richten bedrijf Uniper, zich richten op het waarborgen van de voorzieningszekerheid van energie en het verschaffen van toegang tot wereldwijde handelsmarkten ten behoeve van energieproducten, aspecten die ook op lange termijn nodig zijn. Dit betekent dat Uniper goed voorbereid is om de benodigde structuur voor de Europese elektriciteitsproductie te ontwikkelen en aantrekkelijke services te bieden die het energiesysteem in de toekomst nodig heeft. MVO groepswerkprogramma: Voor ons is het vanzelfsprekend dat de duurzaamheidsprincipes die bij ons worden gehandhaafd ook door het toekomstige E.ON en door Uniper volledig zullen worden overgenomen. Beide firma’s zullen daarnaast ook gebonden blijven aan Global Compact van de Verenigde Naties. Onze concrete doelstellingen op het gebied van duurzaamheid hebben
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 20
wij samengevat in ons werkplan, waarvan wij de doeltreffendheid tijdens de inwerkingtreding van onze nieuwe strategie zullen nagaan. In 2015 wordt een herziene versie van kracht, die als doel heeft de structurele veranderingen op één lijn te brengen met de accenten van onze duurzaamheidsstrategie. In de loop van 2015 zal duidelijk worden wat deze nieuwe strategie betekent voor E.ON Benelux.
21°
2013
2014
mijn
kWh
2|
E.ON Benelux als leverancier
19° + -
2 | E.ON Benelux als leverancier
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 22
Gas:
E.ON Benelux levert in Nederland elektriciteit, warmte en gas aan zakelijke klanten en is tevens energieleverancier voor de particuliere markt.
186.786
Elektriciteit:
173.840
Aantal klanten particulier Nederland
Gas:
5.893
Elektriciteit:
11.005
Aantal klanten zakelijk Nederland
2 | E.ON Benelux als leverancier
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 23
Het business model voor E.ON Benelux als leverancier
Staatskas
Belastingdienst Belasting en heffingen
Stimulering duurzame energieproductie
Net beheerders
Netkosten Energietransport en meting
Inkoop Energie
Energieproducenten en handelaren
Klanten
Groothandels markt
Levering Energie en diensten Bedrijfsondersteunende diensten
Leveranciers
Partners
2 | E.ON Benelux als leverancier 2.1 | De wereld om ons heen De ontwikkelingen die voor E.ON Benelux als leverancier van belang zijn en invloed hebben op de manier waarop wij in die rol toegevoegde waarde kunnen creëren worden in deze paragraaf verder toegelicht. De belangrijkste ontwikkelingen en thema’s De verduurzaming van de energievoorziening is voor energieleveranciers van belang. Er is een steeds hogere verwachting met betrekking tot energie-efficiëntie en duurzaamheid. Men verwacht slimme oplossingen van ons. Wij zien het als onze taak om onze klanten te helpen met het verantwoord omgaan met energie. Daarnaast is een belangrijke ontwikkeling dat steeds meer gebruikers van energie zelf een rol willen spelen in de verduurzaming van het energiesysteem. Ze willen zelf energie produceren, alleen of collectief. Om in deze behoefte te voorzien ontwikkelen wij steeds nieuwe producten en diensten, zoals een product waarmee klanten kunnen participeren in een collectieve zonnestroom installatie. Ook de herkomst van energie is een belangrijk thema. Hoeveel van de door ons geleverde pro-
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 24
ducten is groen? Hoeveel procent wordt geproduceerd met kolen? Wij achten het van het grootste belang onze klanten en de samenleving te voorzien van begrijpelijke antwoorden op deze cruciale vragen. In paragraaf 2.4.3 staan wij stil bij herkomst van de door ons geleverde energie, in hoofdstuk 3 gaan wij vervolgens in op de herkomst van energie van de door ons geproduceerde energie. Een andere ontwikkeling is het investeren in plaats van consumeren. Deze hangt sterk samen met de genoemde verduurzaming. Energie is kostbaar, de technologie ontwikkelt zich snel en daardoor is investeren in besparing van energie of het zelf produceren van energie al snel lonend. Wij verwachten dat dit zorgt voor een toename van het aantal (eenmalige) investeringen aan de kant van eindgebruikers. Met alleen het verkopen van energie kan een leverancier niet meer in alle behoeften van zijn klanten voorzien. Voor ons is dat een kans om passende producten te ontwikkelen die in deze veranderende behoeften voorzien. Door alle ontwikkelingen wordt een actieve rol voor eindgebruikers steeds belangrijker. Allereerst om de eigen energiekosten te beheersen, in reactie op fluctuerende prijzen. Maar in de
Innovatie Bij E.ON Benelux vinden wij het belangrijk innovatieve producten en diensten te ontwikkelen. Dialoog met onze klant is belangrijk om onze diensten, producten en service zo goed mogelijk af te stemmen op de wensen en verwachtingen van onze klanten, vanuit die gedachten is gestart met onze Customer Immersion: Dialoogmomenten met een aantal klanten waarin we diverse thema’s bespreken. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat onze klanten de regie hebben over hun eigen energie. De ontwikkeling van Mijn E.ON, een online platform waar klanten al hun gegevens kunnen inzien draagt hieraan bij. De EnergieAssistent draagt eveneens bij aan een beter inzicht van het eigen verbruik en geeft klanten daarmee de mogelijkheid te besparen.
2 | E.ON Benelux als leverancier toekomst zal het ook om de kosten van het collectieve energiesysteem te beheersen nodig zijn dat alle gebruikers van dit systeem hun handelen aanpassen aan de omstandigheden, zoals de actuele – mogelijk ook lokale – balans tussen vraag en aanbod. Dit biedt ons de kans om onze klanten van dienst te zijn met onze kennis van de energiemarkt en energiesysteem. Bijvoorbeeld met diensten voor het optimaliseren van eigen productie of het slim laden van elektrische auto’s. In paragraaf 2.4 leggen wij uit hoe bovengenoemde ontwikkelingen hun weerslag vinden in onze (toekomstige) dienstverlening. Wij willen samen met klanten deze producten en diensten ontwikkelen. Denk hierbij aan de EnergieAssistent, die consumenten proactief helpt om energie te besparen.
21°
Het economisch klimaat is niet onverdeeld gunstig. Voor de meeste huishoudelijke klanten maakt de energierekening een flink deel uit van de huishoudkosten. Ook voor veel zakelijke klanten is energie een substantiële kostenpost. We proberen op diverse manieren aandacht aan dit
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 25
thema te besteden, niet alleen door het ontwikkelen van producten en diensten die bijdragen aan de besparing van energie, maar ook in onze wijze van dienstverlening. In paragraaf 2.5.6 lichten wij toe hoe wij hiermee omgaan, bijvoorbeeld als klanten problemen hebben met het betalen van hun energierekening. Tot slot zijn er de steeds verder toenemende digitalisering en de groeiende rol van sociale media. Dienstverlening wordt steeds verder gedigitaliseerd, zo ook de opname en verwerking van meterstanden en communicatie met klanten. Met deze digitalisering groeit ook de hoeveelheid data die wordt gegenereerd. Wij hebben toegang tot grote hoeveelheden gegevens die we kunnen gebruiken om onze klanten betere producten en diensten te leveren en onze service te verbeteren. Het is belangrijk dat op een intelligente manier te doen terwijl de privacy van onze klanten gewaarborgd blijft. Sociale media zijn ook onderdeel van digitale dienstverlening. Wie zijn onze belangrijkste stakeholders? Als leverancier kennen wij diverse stakeholders. Wie zijn deze stakeholders? • Onze klanten: De klant is uiteraard een zeer belangrijke stakeholder. De dialoog met onze
klanten is erop gericht te weten wat de klant drijft en wat zij werkelijk belangrijk vinden en of de klant tevreden is met de dienstverlening die we leveren. Naast onze Customer Immersion Sessies (5 in 2014), vragen wij onze klanten een NPS score te geven. De meting over de algemene tevredenheid vindt voor huishoudelijke kleinverbruikers vier keer per jaar plaats, voor zakelijke klein- en grootverbruikers 2 keer per jaar. De meting op een specifiek moment in de klantreis, bijvoorbeeld de jaarafrekening, verhuizen, ontvangen van de welkomstbrief, worden doorlopend voor zowel huishoudelijke kleinverbruikers als zakelijke klein- en grootverbruikers gehouden. Naast direct contact met onze klanten hebben we ook te maken met: • Belangenverenigingen komen op voor de belangen van consumenten. O.a. “Kassa”, de Consumentenbond, etc. De Consumentenbond voert bijvoorbeeld vergelijkende warenonderzoeken uit, waarover zij publiceert in de Consumentengids en op hun website. Net als de Belangenvereniging Eigen Huis is de Consumentenbond zelf ook actief op de energiemarkt door het organiseren van energieveilingen.
2 | E.ON Benelux als leverancier • Autoriteit Consument & Markt (ACM): De Autoriteit Consument & Markt houdt toezicht op het handelen van partijen op de energiemarkten en waarborgt het goed functioneren van deze markten waarbij bijzondere aandacht uitgaat naar onafhankelijk netbeheer en de positie van de consument.
2.2 | Strategie en doelen van E.ON Benelux als leverancier De strategie van E.ON Benelux als leverancier bestaat uit drie pijlers: 1) onze klanten staan centraal, 2) met onze producten en diensten geven wij hen Regie over Energie en 3) wij verbeteren onze service tot het niveau “Best in Class”. Directe input van onze stakeholders, onder andere via ons NPS Programma en Customer Immersion Sessies, is van essentieel belang voor de totstandkoming van onze strategie en doelen. Daarnaast draagt ook de input van de Consumentenbond, Kassa, etc. via een agenderende rol bij aan de totstandkoming. De ACM heeft middels regelgeving, vergunningen en controle ook invloed op het bepalen van onze manier van werken.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 26
Wat houdt deze strategie in? Wij helpen onze klanten de juiste keuzes te maken. We bieden collectieve energieoplossingen aan, maar bovenal bieden we onze klanten inzicht zodat zij de juiste keuzes kunnen maken (“U de regie, wij de energie”). Dit doen we door middel van het proactief geven van (bespaar)tips, het aanbieden van diensten zoals het her berekenen van het voorschotbedrag (ligt mijn verbruik nog in lijn met waar ik voor betaal?) en het aanbieden van producten die zijn gebaseerd op de verschillende ‘energieprofielen’ van mensen. Wij voelen ons verantwoordelijk voor het stimuleren van duurzame energie. Wij bieden diensten en producten aan waarmee klanten hun ener-
De E.ON klantendag 2014 Zaterdag 22 november vond in de Winter Efteling de eerste E.ON Benelux Klantendag plaats. Ruim 3000 E.ON Benelux klanten bezochten samen met vrienden of familie de Winter Efteling. Aan de reacties van onze klanten te merken was het een geslaagde dag.
gieverbruik enerzijds verminderen, en anderzijds energie zelf opwekken. Daarnaast verwijzen wij klanten naar leveranciers die hen hier tevens bij helpen, denk aan een Huis-APK, Isolatie, zuinigere cv-ketels en zonnepanelen. In de hoofdstukken 2.3 t/m 2.5 geven wij een toelichting op de invulling van deze doelstellingen.
2.3 | Klant centraal We zien een trend waarin samenwerken met klanten steeds belangrijk wordt. Luisteren naar wat onze klanten drijft en wat belangrijk voor hen is helpt ons betere diensten te verlenen. Wij vragen onze klanten structureel om feedback via NPS-onderzoek. Met de Net Promoter Score (NPS) meten wij de tevredenheid van onze klanten op het gebied van onze dienstverlening. De uitkomsten hiervan zijn richtinggevend voor verbetering van onze producten, diensten en service. Daarnaast organiseren we klantensessies (Customer Immersion sessies) waarin we een bepaald onderwerp samen met klanten uitdiepen en samen op zoek gaan naar verbeterslagen. Tenslotte belonen we onze klanten met acties en kortingen, en organiseerden we in 2014 een klantendag.
2 | E.ON Benelux als leverancier 2.3.1 | Customer Experience Program Sinds 2010 geeft E.ON aandacht aan het Customer Experience Program, waarin klantervaringen met E.ON centraal staan. We onderzoeken op structurele basis hoe onze klant het contact met E.ON ervaart. Momenten waarop wij contact met onze klanten hebben zijn: 1 Het Basisproces. Het basisproces omvat alle standaardcommunicatie die de klant ontvangt vanwege het aangaan van een contract met E.ON. Denk hierbij aan contractbevestigingen, verbruikskostenoverzichten en de jaarafrekening. 2 Het informatief proces. Het informatieve proces geeft inzicht in E.ON als bedrijf en waar wij voor staan. Dit gebeurt via onze website, het E.ON magazine, seizoensmailings en het online magazine. 3 Het commercieel proces. Als laatste is er een commercieel proces waarbij klanten (persoonlijk) worden benaderd om het contract te optimaliseren of in te gaan op aanbiedingen die voor hen interessant kunnen zijn.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 27
2.3.2 | Customer Immersion sessie De ‘Immersion sessies’ worden georganiseerd met als doel onze klanten beter te begrijpen, centraal te zetten in onze activiteiten en directe terugkoppeling op onze activiteiten van hen te “Als nieuwe klant van E.ON krijg je korting en horen. In september 2014 vond bij E.ON in Benemensen als ik die al tig jaar bij E.ON zitten lux de vierde sessie plaats met als hoofdvraag: krijgen niks. Ik zou ook wel een korting of Voel je je gewaardeerd als klant van E.ON? Voor zoiets willen omdat ik al lang bij E.ON zit.” deze sessie was een diverse groep particuliere klanten uitgenodigd. De deelnemers gaven feedback over hun relatie met E.ON Bene“Ik vind het niet erg om een nummer lux, hun verwachtingen en de waardering te zijn, maar als er contact is, wil ik dat als klant. jullie weten wie ik ben. Niet dat ik vijf Voorbeelden van ontvangen feedback van onze klanten tijdens deze sessie:
keer moet uitleggen wie ik ben.”
“Ik hoor nu een aantal dingen waar ik niet van op de hoogte was. Als ik had geweten van een huis-APK, dan had ik het al gedaan.” “In huis komen kijken wat zuiniger kan lijkt me wel goed - maar wat gaat dat kosten? Als dat dan 100 euro kost, laat het dan maar zitten.”
“Ik wist niet dat ik mijn voorschot online kan aanpassen. Ik krijg ieder jaar een beetje terug en dan zetten jullie mijn voorschot naar beneden. Dat laat ik dan weer verhogen want ik wil niet bijbetalen.”
2 | E.ON Benelux als leverancier Uitkomsten Ondanks dat we het idee hebben al veel over onze service te communiceren, is uit diverse sessies gebleken dat we hierin nog kunnen verbeteren. Dit is dus zeker een punt van aandacht. Ook in 2015 gaan we actief aan de slag met nieuwe Customer Immersion sessies.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 28
Een van de projecten binnen CustomerFirst is Operational Excellence. Als onderdeel hiervan zijn we gestart met het inrichten van teamprestatieborden bij de back- en frontoffice. Hierop hebben de teams samengevat wat zij als team willen bereiken met als uitgangspunt “wat wil de klant?”. Eén van de punten die hierbij naar voren kwam, was dat er veel telefoontjes met vragen over aanmaningen bij Service business-to-business binnenkwamen. Op basis van die constatering is het proces onder de loep genomen en zijn er aanpassingen gemaakt in het versturen van de aanmaningen met als resultaat dat vragen en telefoontjes over aanmaningen nu sterk zijn afgenomen.
2.3.3 | Customerfirst Betere service leveren en meer klanten aan ons binden zijn de ambitieuze speerpunten van ons internationale CustomerFirst programma. We zijn van mening dat er naast kostenbesparingen flink wat mogelijkheden zijn om ons bedrijfsresultaat te verbeteren door dat wat wij doen beter te doen.
Een ander succes komt vanuit de frontoffice business-to-consumer. Daar doen medewerkers aanbevelingen om aan de verwachtingen van de klant te voldoen. Zij kijken hoe klantvragen voorkomen kunnen worden en dragen meteen zelf oplossingen aan. Deze worden onderzocht en waar nodig afgestemd met andere afdelingen binnen de organisatie, om ze vervolgens te implementeren. 2.3.4 | Net Promoter Score De NPS geeft aan in hoeverre bedrijven en werknemers positief omgaan met hun klanten en is gebaseerd op de grondgedachte dat elk bedrijf
haar klanten kan onderverdelen in drie categorieën: Promoters, Passives, en Detractors. Door het stellen van één eenvoudige vraag (Hoe waarschijnlijk is het dat je E.ON zal aanbevelen aan een vriend of collega?) worden deze groepen in kaart gebracht en ontstaat een duidelijke indicatie van de prestaties van E.ON vanuit het perspectief van de klant. Klanten reageren op een 0-tot10 waarderingsschaal en zijn als volgt ingedeeld: • Promoters (score 9-10) zijn loyale klanten die zullen aanbevelen aan anderen. • Passives (score 7-8) zijn tevreden maar niet enthousiaste klanten. • Detractors (score 0-6) zijn ongelukkige klanten. De Net Promoter Score (NPS) is het percentage Promoters minus het percentage Detractors. In 2014 heeft onze NPS een stijgende lijn laat zien.
2 | E.ON Benelux als leverancier 2.4 | Producten en Diensten Wij streven naar een volledig pakket zodat onze klanten de regie hebben over hun eigen huishouden. Daarnaast ontwikkelen en introduceren wij, in samenwerking met diverse leveranciers, en klanten, innovatie producten en diensten op het gebied van gebruiksmonitoring en het zelf opwekken van energie. 2.4.1 | Contractvormen Nieuwe klanten kunnen direct klant worden van E.ON Benelux, maar kunnen zich ook via consultants / tussenpartijen als nieuwe klant aanmelden. Huishoudelijke kleinverbruikers Onze particuliere klanten kunnen voor de levering van gas en/of elektriciteit kiezen uit een contract voor bepaalde tijd (1-3 jaar) of onbepaalde tijd. Na de totstandkoming van een overeenkomst ontvangt de klant binnen enkele dagen een contractbevestiging. Hierin staat nogmaals welke producten en contract vorm de klant heeft gekozen. Een klant kan tot,14 dagen na het sluiten van de overeenkomst wijzigingen doorgeven of het contract ontbinden. Na het verstrijken van deze termijn zetten wij de overstap in gang. Als de huidige energieleverancier van de klant een op-
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 29
zegvergoeding in rekening brengt, dan vergoeden wij deze tot een maximum van € 350,- (mits deze volgens de geldende regels in rekening is gebracht en daadwerkelijk door de klant is betaald). Zakelijke Klein- en Grootverbruikers Onze zakelijke klanten kunnen eveneens kiezen uit contracten voor bepaalde tijd of onbepaalde tijd zoals: • MKB 1 en 3 jaar vast, met vaste tarieven. • Zakelijk flexibel, met tarieven die halfjaarlijks wijzigen met een korte opzegtermijn. Zakelijke klanten kunnen online of telefonisch een offerte aanvragen. Wij nemen binnen drie werkdagen contact op en komen met een contractvoorstel dat aansluit op de door de klant geuite wensen. Als de klant ingaat op het aanbod van E.ON Benelux tekent deze daartoe een contract. Als men zich aanmeldt via een tussenpartij, neemt de tussenpartij, afhankelijk van de gemaakte afspraken, één of meerdere stappen van ons reguliere aanmeldingsproces over. De klant
gaat aan het einde van dit aanmeldingsproces echter uiteindelijk zijn contract aan met E.ON Benelux. 2.4.2 | De prijs van energie Onze klanten betalen voor hun energiegebruik, maar in een aantal gevallen ook voor diensten die worden geleverd door de netbeheerder (aansluit- en transportdiensten). Maar hoe wordt bepaald wat de klant moet betalen en waar bestaan deze kosten eigenlijk uit? Huishoudelijk en zakelijk kleinverbruikers De prijs van elektriciteit wordt meestal uitgedrukt in euro’s per kilowattuur (€/kWh)6. Voor gas zijn dat euro’s per kubieke meter. (€/m³). De meterstanden die het verbruik bijhouden bepalen uiteindelijk wat men moet gaan betalen of terugkrijgt bij de jaarafrekening. De daadwerkelijke energieprijs die onze klanten betalen, wordt slechts voor een beperkt deel door ons als energieleverancier bepaald. Dit deel betreft de zogenaamde leveringskosten. De leveringskosten van de energie worden door ons als energieleverancier bepaald, maar staan, voor zover het tarieven voor kleinverbruikers betreft, onder toezicht van de ACM. De door ons in rekening gebrachte prijs wordt verhoogd met gereguleerde heffingen en accijnzen.
2 | E.ON Benelux als leverancier Naast de prijs voor de geleverde energie (vermeerderd met voornoemde heffingen) dient de klant te betalen voor aansluiting, transport en het beschikbaar stellen van de meters. De energieleverancier brengt deze kosten in rekening en betaald de rekening hiervoor aan de netbeheerder. De maximale transporttarieven in de energieprijs zijn gereguleerd en worden jaarlijks berekend door de ACM.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 30
De energierekening uitgelegd Wij horen regelmatig van consumenten dat ze de opbouw van de energierekening lastig vinden of niet weten wat al die verschillende begrippen betekenen. Daarom hebben wij alle kosten op de energierekening op een rij gezet.
Leveringskosten stroom De energiebelasting wordt jaarlijks door de overheid vastgesteld. Het doel van energiebelasting is het bevorderen van efficiënt gebruik van energie. Een deel van het elektriciteitsverbruik is echter onbelast; de hoogte van dit onbelaste deel wordt per jaar vastgesteld. Over alle door de klant verschuldigde bedragen wordt 21% btw geheven. Zakelijke grootverbruikers betalen ook aan meetbedrijven. Grootverbruikers hebben geen tarievenregulatie voor het leveringsdeel. Ook zijn er allerlei fiscale uitzonderingen voor zakelijke klanten voor wat betreft de heffingen. Klik hier voor meer informatie over de opbouw van het energietarief
vaste kosten vaste kosten
€ 35,88 € 35,88
+ +
3.500 kWh × € 0,1491 =
verbruik verbruik 3.500 kWh × € 0,0862 = 3.500 kWh × € 0,0862 =
€ 301,70 € 301,70
3.500 kWh ×
+ +
€€521,85 0,1491 = €overheids521,85 heffingen overheidsheffingen
– –
vermindering energiebelasting vermindering energiebelasting
€ 377,33 € 377,33
vaste Leveringskosten gas kosten vaste kosten
€ 35,88 € 35,88
+ +
verbruik
1.800 m3 × € 0,2402 =
1.800 m3 × verbruik € 0,0862 =
1.800 m ×
1.800 m3 × € 0,0862 =
€ 301,70
incl. regiotoeslag
€ 301,70
incl. regiotoeslag
+ +
3
€€432,36 0,2402 = €overheids432,36 heffingen overheidsheffingen
transport capaciteitstarief transport
€ 52,52
€ 20,48
aansluitvergoeding
= € 482,10 = € 482,10
-
= € 1.257,72 = € 1.257,72
-
=
€ 159,76
+ 2 | E.ON Benelux als + leverancier+ + verbruik
kosten
€ 35,88 € 35,88
verbruik 1.800 m3 × € 0,0862 = 1.800 m3 × € 0,0862 =
€ 301,70 € 301,70
incl. regiotoeslag incl. regiotoeslag
1.800 m × € 0,2402 = 1.800 m3 × € 0,2402 =
€ 432,36 € 432,36 overheidsheffingen overheidsheffingen
= = € 1.257,72 € 1.257,72
-
Netbeheerkosten stroom transport transport
€ 52,52 € 52,52
+ +
capaciteitstarief capaciteitstarief
€ 70,63 € 70,63
+ +
€ 20,48 € 20,48 meterkosten meterkosten
+ +
aansluitvergoeding aansluitvergoeding
€ 16,13 € 16,13
Netbeheerkosten gas transport transport
€ 30,35 € 30,35
+ +
capaciteitstarief capaciteitstarief
€ 168,52 € 168,52
+ +
€ 19,60 € 19,60 meterkosten meterkosten
+ +
aansluitvergoeding aansluitvergoeding
€ 26,94 € 26,94
Totale kosten
€ 482,10
+ +
€ 482,10
+ +
€ 245,41
+ +
€ 245,41
€ 1257,72
€ 159,76
€ 1257,72
€ 159,76
+ +
==
€ 159,76 € 159,76
-
==
€ 245,41 € 245,41
-
BTW 21% BTW
Totale kosten Totale kosten
€ 450,45
€ 2.595,44 € 2.595,44
21% € 450,45
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 31
-
Meer informatie vindt u hier.
2 | E.ON Benelux als leverancier
2013
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 32
100% groene elektriciteit E.ON levert aan particulieren en klein zakelijke klanten uitsluitend groene elektriciteit. Hiervoor betalen onze klanten geen meerkosten. Kijk voor meer informatie op: Het stroometiket over 2014.
2014
Vragen rondom aardgas Wat doet E.ON met Schaliegas? (Schaliegas is aardgas uit een bepaald type gesteente: schalie). E.ON is niet betrokken bij enige onconventionele gasproductieactiviteiten – noch in Europa, noch daarbuiten – en er zijn geen plannen hier verandering in te brengen.
2.4.3 | De herkomst en duurzaamheid van geleverde energie Wij informeren onze klanten ieder jaar over de samenstelling van de elektriciteit die wij het jaar ervoor hebben geleverd. Dit gebeurt met het stroometiket. Particulieren en klein zakelijke klanten van E.ON ontvangen het etiket bij de jaarafrekening. Het etiket laat zien hoe de elektriciteit die klanten van E.ON afnemen is opgewekt, welke energiebronnen worden gebruikt voor de productie van deze elektriciteit en welke gevolgen dit heeft voor het milieu.
Vragen rondom vloeibaar gas, oftewel Liquefied Natural Gas (LNG)? Hoe minder handelsbronnen en -routes voorhanden zijn, hoe groter het risico op afhankelijkheid en een verkeerde prijsvorming. Daarom hanteren wij een gediversifieerde benadering bij onze brandstofinkoop. Zo komt ons gas uit geografisch verspreide bronnen en vervoeren we het over verschillende transportroutes. Daarbij wordt steeds meer aandacht besteed aan LNG, dat, naar verwachting, tot een relevante energiebron zal uitgroeien. Het vloeibaar maken van aardgas heeft als voordeel dat gas wereldwijd vervoerd kan worden zonder pijp-
leidingen. LNG-levering en handel is een van onze strategische groepspijlers. De LNG-markt groeit snel en wereldwijd. E.ON, met haar Europese gasen elektriciteitspositie op de markt, heeft een goede positie voor het leveren en verhandelen van LNG voor de Europese markt en wereldwijd. E.ON verhandelt LNG op korte en lange termijn, maar ontwikkelt tevens aanvullende lange termijn posities en samenwerkingsverbanden met andere LNG-spelers wereldwijd. LNG is bestemmings-flexibel, waardoor E.ON goed kan reageren op veranderende vraag en aanbod en flexibel kan inspelen op veranderingen in de markt. E.ON heeft ontvangstcapaciteit voor LNG in het Verenigd Koninkrijk en Nederland, alsmede een belang in terminals in Italië en Spanje. Update 2014 In het kader van de uitbreiding van ons LNG-portfolio sloten we in mei 2014 een leveringscontract af met de tweede grootste LNG-producent ter wereld: het Qatarese RasGas Company Limited. Daarnaast gingen we in februari 2015 een langdurige samenwerking aan met de Japanse rederij MOL voor het transport van LNG uit de VS. E.ON krijgt vanaf 2018 twee tankers ter beschikking, die jaarlijks tot 800.000 t LNG vanuit de Amerikaanse golfregio naar Europa kunnen transporteren.
2 | E.ON Benelux als leverancier
2.4.4 Zelf energie produceren Zonnepanelen Zowel particulieren als zakelijke klanten kunnen via de website van E.ON Benelux een offerte opvragen bij Sungevity of Solar Premium voor het plaatsen van zonnepanelen. Onze partner voor huishoudelijke klanten, Sungevity verzorgt adviesgesprekken, installatie en service voor zonnepanelen. Voor de zakelijke klanten is dit Solar Premium. Na een intake- en adviesafspraak ontvangt de klant een offerte welke, na acceptatie van de klant, resulteert in het plaatsen van de zonnepanelen.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 33
Een klant die investeert in zonnepanelen wil verzekerd zijn van gegarandeerde en maximale opbrengst. Daarom krijgen klanten van Sungevity een kWh-vergoeding: SunSure. Dit houdt in dat het systeem van de klant ook werkelijk zal produceren wat vooraf is berekend, onder het motto ‘belofte maakt schuld’. SunSure garandeert een minimale opbrengst van 95% op de voorspelde elektriciteitsproductie van het zonnesysteem voor 20 jaar. Voor de zakelijke klanten kent de leverancier Solar Premium een vermogensgarantie (Wp) van 90% ten aanzien van de zonnepanelen van 12 jaar en 80% vermogensgarantie (Wp) ten aanzien van de zonnepanelen van 25 jaar. Op zonnige dagen zal een zonne-elektriciteit installatie een aanzienlijke hoeveelheid energie opwekken. Klanten kunnen dan elektriciteit terug leveren aan het net. Elk jaar wordt er een afrekening gemaakt van het totale verbruik. Daarbij wordt alle elektriciteit die aan het net is terug geleverd, in mindering gebracht met alle elektriciteit die van het net afgenomen is. Dit heet salderen. Het is mogelijk dat er op jaarbasis meer is terug geleverd dan is afgenomen van het net. In dat geval ontvangt onze klant een vaste vergoeding voor de meer teruggeleverde elektriciteit. Wij salderen tegen hetzelfde tarief als het tarief dat de klant betaalt voor de levering van elektriciteit. Dat is dus inclusief energiebelasting en btw.
Collectieve zonnepanelen In de gemeente Tynaarlo gaan wij naast de A28 snelweg een zonnepanelenveld realiseren. Tynaarlo ligt in het noorden van de provincie Drenthe en bestaat uit de voormalige gemeenten Eelde, Vries en Zuidlaren. Er wordt binnenkort gestart met de verkoop van de ongeveer 180 zonnepanelen waarbij alle aangrenzende postcodes in aanmerking komen. Een uitkomst voor mensen die geen mogelijkheid hebben om zelf zonnepanelen op hun huis te leggen. Gijs van der Velde, Business Development & Innovation bij E.ON Benelux, legt uit hoe het werkt: “De grond voor het veld wordt door de gemeente aan ons verhuurd. Wij richten een coöperatie op waarvan inwoners met aangrenzende postcodes, lid kunnen worden. Dit zijn ongeveer 6.000 huishoudens die hierdoor de kans krijgen om te kunnen investeren in één of meerdere zonnepanelen en daarmee duurzame energie. Als het succesvol is en er voldoende mensen meedoen in de eerste helft van dit jaar, willen we het project graag verder uitbreiden.”
2 | E.ON Benelux als leverancier Theun Wijbenga, wethouder op het gebied van duurzaamheid, zegt: “Het is fantastisch dat E.ON onze inwoners deze kans biedt. We geven ze daarom dan ook graag de ruimte voor dit initiatief”. Roel Meijerink, Senior Manager Sales bij E.ON Benelux beaamt dit: “Door gezamenlijk op te trekken met de gemeente maken we het mogelijk voor nabij wonende inwoners die niet in de mogelijkheid zijn om zonnepanelen op hun dak te leggen, dit elders wel te doen. Zo geven we iedereen de kans om duurzame energie op te wekken.” 2.4.5 Verantwoord gebruik Naast investeren in duurzame productiecapaciteit streven wij ernaar, samen met onze klanten, besparingen op energieverbruik in huis of op kantoor te realiseren. Dat doen wij onder andere met de volgende initiatieven en samenwerkingen: Bespaar met isolatie: Klanten met een koopwoning kunnen via onze website een advies aanvragen waarbij een vrijblijvende afspraak wordt gemaakt voor een inspectie door Pluimers. Een adviseur van Pluimers bezoekt de woning en maakt een isolatie-offerte. Als de klant tevreden is en akkoord gaat met de offerte, maken zij een afspraak voor het toepassen van de isolatie. Een goede isolatie draagt bij aan het besparen van energie in huis.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 34
De EnergieAssistent: De E.ON EnergieAssistent is ons meest recente technologische product dat consumenten zal helpen controle op het energieverbruik te krijgen en daarmee zicht te hebben op besparingsmogelijkheden. Real time inzicht in persoonlijk energieverbruik is al langer mogelijk, maar met de introductie van de EnergieAssistent gaan we nóg een stap verder. Met de EnergieAssistent krijgt de klant proactieve berichten, op elk moment van de dag. In vele huishoudens wordt iedere dag ongemerkt veel energie verspild. Inzicht in verbruik en het voorkomen van onverwachte verrassingen op de energierekening is daarom essentieel voor onze klanten. E.ON’s EnergieAssistent signaleert wanneer er iets loos lijkt te zijn met een van de huishoudelijke apparaten en stuurt dan een persoonlijk bericht naar de smartphone. Via de app of de computer zijn vervolgens (op afstand) desgewenst maatregelen te nemen en is direct het resultaat in te zien van de genomen acties. Uw E.ON Huismeester: Ongemakken komen altijd onverwacht en op een onhandig moment, denk aan een verstopte riolering, lekkend dak of kapotte cv-ketel. Met een abonnement op de E.ON Huismeester beschikken onze klanten over specialisten die elke klus in en om het huis kunnen uitvoeren. Er is de keuze uit
drie verschillende serviceabonnementen. Uitgebreide informatie over de inhoud van de abonnementen, is te vinden op onze website. De Bespaarwijzer: De vernieuwde bespaarwijzer geeft klanten snel inzicht in maatregelen die zij eenvoudig zelf kunnen nemen om energie te besparen en mochten ze behoefte hebben aan meer informatie, biedt het Bespaarplein op www.eon.nl/besparen veel mogelijkheden.
2 | E.ON Benelux als leverancier Naast bovenstaande mogelijkheden bieden we voor de zakelijke markt ook nog adviezen, diensten en verwijzingen naar samenwerkingspartners op het gebied van verlichting, laadpalen en Monitoring (de E.ON EnergieManager).
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 35
Kijk hier voor de criteria In 2014 behoorde de E.ON Klantenservice, volgens Consumentenbond, tot de top 3. Bekijk het artikel
2.5 | Service Bij E.ON vinden we het belangrijk dat wij onze klanten te allen tijde kunnen helpen met vragen of problemen en snel en gemakkelijk inzicht kunnen geven in gegevens. Klanten weten graag waar zij aan toe zijn. Om te zorgen voor een goede service hebben wij kwaliteitscriteria opgesteld. Hierin staan criteria op het gebied van bereikbaarheid, klachten, voorschotbedrag, jaarafrekening, verhuizing en beëindiging van de overeenkomst. Zo streven wij ernaar om vragen zoveel mogelijk in het eerste contact te beantwoorden. We streven naar optimale bereikbaarheid door inkomende telefonische contacten binnen zestig seconden te beantwoorden en mensen toegang tot onze gepersonaliseerde internet serviceomgeving Mijn E.ON te geven. Inkomende berichten via e-mail, post en internet beantwoorden we binnen vijf werkdagen en verzoeken via Facebook, Twitter en LinkedIn binnen één werkdag.
2.5.1 | Tevredenheid van onze klant over onze dienstregeling - resultaten service NPS 2014 NPS Particulier Veranderingen ten opzichte van 2013: • NPS score is ten opzichte van de score in Q4 2013 met 4 punten gestegen. • Het percentage detractors neemt af. Minder klanten zijn ontevreden over onze dienstverlening. Deze verbetering is voornamelijk toe te schrijven aan de verbeterde bereikbaarheid van service. • Het verschil met onze concurrenten is kleiner geworden. NPS zakelijk Veranderingen ten opzichte van 2013: • NPS zakelijke klanten is ten opzichte van de score in Q4 2013 met 9 punten gestegen. • Klanten spreken een sterk verbeterde waardering uit voor de producten en diensten van E.ON
Benelux. Daarnaast is de beleving rondom het prijsniveau sterk verbeterd. Speerpunten 2015 Uiteraard willen wij de klantervaringen van onze klanten doorlopend verbeteren. Het actieplan voor volgend jaar bestaat uit zes pijlers waarmee we het doel nastreven om in 2018 “Best-inClass” te zijn. Een van deze pijlers is Customer immersion.
Pricewise Energie Award. Brons voor ons! Op 11 maart 2015 hebben wij de bronzen Pricewise Energie Award in ontvangst mogen nemen. Deze jaarlijkse prijs, een initiatief van vergelijkingssite Pricewise en onderzoekbureau Motivaction, is gebaseerd op één miljoen prijsvergelijkingen door klanten en 3.000 beoordelingen. Die leverden ons gemiddeld een 7,9 op. Freek Gasseling (manager Mass Retail & Marketing bij E.ON Benelux): ‘We zijn absoluut blij met deze consumentenprijs. Dit betekent toch dat al onze inspanningen om kwaliteit en prijzen in orde te krijgen niet onopgemerkt blijven in de markt. Deze waardering motiveert ons enorm om op dezelfde weg door te gaan.’
2.5.2 | Mijn E.ON Mijn E.ON is een persoonlijke internetpagina. Veel van de energiezaken kunnen hier direct door onze klanten bekeken worden. Ook kunnen klanten hier zelf online zaken regelen, zoals: • Persoonlijke gegevens wijzigen of een verhuizing doorgeven.
• Meterstanden voor de jaarafrekening doorgeven. • Zien wat de einddatum van het contract is. • Voorschotbetalingen bekijken, herberekenen, wijzingen en de betaalwijze aanpassen. • De jaarafrekeningen en een toelichting hierop bekijken. 2014 Sinds de introductie van Mijn E.ON in juni 2014 hebben meer dan 42.000 klanten zich geregistreerd. De tweede ronde met vernieuwingen helpt om onze klanten steeds beter van dienst te zijn. Op basis van de ervaringen hebben we ingezet op verbeteringen die de transparantie en efficiëntie vergroten en de bruikbaarheid voor klanten versterkt. Wat is er veranderd? • Klanten kunnen abonnementen op onze e-mailnieuwsbrieven zelf beheren. • Klanten kunnen een postbus opgeven als correspondentieadres. • Klanten kunnen hun contracttype zien (vast/variabel tarief) en de einddatum van het contract. • Klanten kunnen lezen waarom ze geen voorschotplan hebben. • Bij wijzigen van het rekeningnummer kunnen klanten gemakkelijk opzoeken wat hun IBAN is.
Klantenbalie gaat digitaal In de afgelopen jaren kwam nog slechts een handjevol mensen bij de balie langs, terwijl er iedere dag twee medewerkers paraat stonden. De balie bood enkel voordeel aan klanten uit de omgeving, terwijl E.ON Benelux in het hele land actief is. Door het succes van Mijn E.ON en met de opkomst van steeds uitgebreidere onlinediensten, kunnen onze klanten hun energiezaken nu gemakkelijk zelf regelen. De fysieke balie is hiermee overbodig geworden en zal per mei 2015 worden opgeheven. Mijn E.ON nu ook voor onze zakelijke klanten Begin tweede kwartaal 2015, gaat de eerste fase van Mijn E.ON voor mid corporate-bedrijven live: het zogenoemde facturatieportaal. Dit betekent dat zakelijke klanten zelf kunnen bepalen op welke manier zij gefactureerd worden. Naast het ontvangen van facturen per post of email kunnen klanten straks ook kiezen voor e-invoicing. De factuur wordt digitaal gestuurd en kan mijn door de IT-systemen van de klant zonder verdere handmatige handelingen direct worden ingelezen. Ook kan de klant in kWh
2 | E.ON Benelux als leverancier
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 36
2 | E.ON Benelux als leverancier het portaal al zijn facturen terugzien. Als deze eerste Mijn E.ON-stap voor mid corporates is doorgevoerd, richten we ons in de volgende fasen op inzicht voor de klant in contracten en aansluitingen, self service en diverse aanvullende diensten. De eerste opleveringen voor die volgende fasen staan eind tweede kwartaal 2015 gepland. 2.5.3 | Opzeggen en verlengen Uiteraard kunnen klanten hun contract opzeggen of verlengen. Via onze website, Mijn E.ON en via onze klantenservice kunnen klanten in dit kader relevante informatie verkrijgen zoals contractcheck , de einddatum van een contract, informatie omtrent opzeggen, verlengen, opzegvergoeding en annulering. 2.5.4 | Privacy We hechten veel waarde aan het beschermen van de persoonlijke gegevens van onze klanten. We gaan zorgvuldig om met klantgegevens en handelen uiteraard in overeenstemming met de relevante wet- en regelgeving zoals de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Zo is de verwerking van persoonsgegevens aangemeld bij de toezichthouder, het College bescherming persoonsgegevens.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 37
2.5.5 | Het voorschotbedrag Onze particuliere klant betaalt iedere maand een vast bedrag als voorschot aan ons. De hoogte van het voorschotbedrag wordt berekend op basis van twee factoren: • Het jaarverbruik van de klant. • Het voor de klant geldende tarief. (Zie ook “De energierekening uitgelegd”)
voorkomen dat klanten, aan het einde van het jaar, onverwacht, hoeven bij te betalen. Voor zakelijke kleinverbruikers geldt hetzelfde. Voor grootverbruikers brengen we maandelijks de werkelijke leveringskosten in rekening en voor gasgrootverbruikers een deel van de transportkosten. De overige transportkosten handelen grootverbruikers zelf af met de netbeheerders.
Door het zo zorgvuldig mogelijk vaststellen van het voorschotbedragen tracht E.ON Benelux te
2.5.6 | Betalingsproblemen Bij E.ON Benelux snappen we dat het betalen van een boetefactuur, jaar- of eindafrekening soms lastig kan zijn. Niet betaald Als de klant niet betaalt en nalaat contact met ons op te nemen, starten wij, nadat wij de klant meerdere malen hebben herinnerd, een incassotraject. In het uiterste geval stoppen wij met de levering van gas en elektriciteit op het betreffende adres, echter niet voordat de hiervoor geldende procedure is doorlopen. Wij informeren de klant hierover via post of e-mail, en ook telefonisch of via sms. Via deze link is het huidige stappenplan te raadplegen.
2 | E.ON Benelux als leverancier E.ON Benelux mag niet stoppen met leveren: • er sprake is van zeer ernstige gezondheidsrisico’s door ziekte. Hier is een doktersverklaring voor nodig. • er schuldhulpverlening is aangevraagd. Dit kan als er sprake is van problematische schulden. Daarnaast bepalen de hiervoor geldende regels dat in de winterperiode zeer beperkt wordt afgesloten door de netwerkbeheerder. Alleen als dit wordt gevraagd (bijvoorbeeld bij verhuizing), als er fraude is gepleegd of als de klant elke vorm van schuldsanering weigert en openstaande facturen niet wil betalen. Op al onze communicatie met klanten rondom betalingen worden de mogelijkheden om betalingsproblemen op te lossen expliciet benoemd. Convenant schuldhulpverlening In 2012 is een convenant tussen schuldhulpverleningsinstanties (aangesloten bij de NVVK) en energiebedrijven (aangesloten via EnergieNederland) gesloten met als doel om in een zo vroeg mogelijk stadium samen te werken met schuldhulpverleners ten einde het aantal contracten met betalingsproblemen terug te dringen en verder oplopende schulden te voorkomen. Vanaf
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 38
2012 zijn we als E.ON Benelux actief betrokken geweest in de werkgroep die is voortgekomen uit dit convenant. Deze werkgroep komt twee maal per jaar bij elkaar en is er met name op gericht om de communicatie tussen de schuldhulpverlening en energiebedrijven te optimaliseren. Betaalgemak Vanaf eind 2014 werken we aan de verbetering van het betaalgemak van onze klanten. Klanten kunnen vanaf het tweede kwartaal van 2015 gebruik maken van accept email. Dit houdt in dat wanneer klanten bellen of mailen met vragen over hun openstaande facturen wij deze facturen niet meer per post verzenden, maar klanten direct een mail toesturen met daarin het openstaande bedrag en een directe link waarmee de klant via ideaal direct dit openstaande bedrag kan voldoen. Deze verbetering past goed binnen onze strategie om een meer digitale energieleverancier te worden. Waarborg voor particuliere klanten bij E.ON Benelux Klanten kunnen zich bij iedere energieleverancier als klant aanmelden. In sommige gevallen wordt een waarborg gevraagd, zodat er enige zekerheid is voor betaling van een aantal vorderingen. De energieleverancier mag in beginsel zelf bepalen
hoe hoog het waarborgbedrag is. De beslissing of een waarborg wordt gevraagd, hangt veelal af van een kredietwaardigheidstoets die een energiebedrijf voor die specifieke consument laat uitvoeren. Deze toets wordt met behulp van een externe partij door E.ON Benelux uitgevoerd.
3|
E.ON Benelux als producent
SER
Bettercoal
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 40
Voor het produceren van elektriciteit en warmte heeft E.ON Benelux zeven centrales in Nederland: drie kolencentrales (waarvan één in aanbouw) en vier gascentrales.
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 41
Drie van onze gascentrales zijn stadscentrales: warmtekrachtcentrales die elektriciteit voor het landelijke net en warmte ten behoeve van stadsverwarming produceren (in Rotterdam, Den Haag en Leiden). Naast de gascentrales gebruiken wij in deze steden ook enkele hulpketels om warmte te produceren. Aan het begin van 2014 was er nog een vierde stadscentrale aan de Galileïstraat te Rotterdam, maar die is in de loop van 2014 gesloten.
Het business model voor E.ON Benelux als producent
Waterdamp Emissies
Elektriciteit Warmte
Groothandelsmarkt
Brandstof centrale Restproducten Koelwater
Bouw Transport
De kolencentrales staan op de Maasvlakte. Zij produceren voornamelijk elektriciteit, maar een deel van de vrijkomende warmte wordt door bedrijven uit de buurt gebruikt. Daarnaast hebben wij op de Maasvlakte (middels de vennootschap Utilities Center Maasvlakte Leftbank B.V.) de vierde gasgestookte elektriciteits- en stoomcentrale ten behoeve van de nabij gelegen industrie. De brandstoffen voor de centrales worden door ons ingekocht bij EGC. Alle geproduceerde elektriciteit wordt verkocht aan EGC. De warmte wordt verkocht aan Eneco (Rotterdam en Den Haag) en Nuon (Leiden) die in voornoemde steden de warmtedistributie netten exploiteren.
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 42
Opwekking E.ON Benelux NL GWh geproduceerd 2013
2014
Elektriciteit
13,000
11,076
Warmte
4,400
4,050
33%
67%
Leiden Den Haag UCML
83 MW 112 MW 70 MW
1.6 GW Maasvlakte RoCa
Gas
Maasvlakte (merendeel kolen)
Stad (merendeel gas)
Productie • Waarvan uit biomassa Levering
7682 GWh • 372 GWh 7010 GWh
1658 GWh 1631 GWh
Eigen verbruik
562 GWh
50 GWh
Aan derden doorgeleverde elektriciteit Ingekocht
204 GWh
-
94 GWh
23 GWh
Productie
7401 TJ
6376 TJ
Levering
9019TJ
6382 TJ
Eigen verbruik
0
32 TJ
Ingekocht
1618 TJ
37 TJ
Warmte productie 2014
1,063 MW 269 MW
Steenkool In aanbouw Maasvlakte
Elektriciteit productie 2014
1,100 MW (2014) Opwekking Steenkool centrales Gas centrales
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 43
SER
3.1 | De wereld om ons heen De ontwikkelingen die voor E.ON Benelux als producent van energie van belang zijn en invloed hebben op de manier waarop wij in die rol toegevoegde waarde kunnen creëren, worden in deze paragraaf verder toegelicht. De belangrijkste van deze thema’s worden later in dit hoofdstuk verder uitgediept. De belangrijkste ontwikkelingen en thema’s Voor producenten van energie is de verduurzaming van de energievoorziening een ontwikkeling met grote gevolgen. Deze is nauw verbonden met de bescherming van het klimaat. Hierin speelt overheidsbeleid een grote rol, onder andere via subsidies, heffingen en indirecte effecten van energiebeleid. Een belangrijk doel voor Nederland is om in 2023 minimaal 16% van alle gebruikte energie op te wekken met hernieuwbare bronnen. Een groot deel van deze doelstelling zal gerealiseerd worden door productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen. Dit biedt kansen voor ons bedrijf, omdat wij door het gebruik van biomassa als brandstof hernieuwbare elektriciteit kunnen produceren en CO2 uitstoot kunnen reduceren. Ook de bouw van nieuwe windparken op zee biedt
SER akkoord In september 2013 sloten ruim veertig organisaties, waaronder de overheid, werkgevers, vakbeweging, natuur- en milieuorganisaties, andere maatschappelijke organisaties en financiële instellingen, het Energieakkoord voor duurzame groei. Kern van het akkoord zijn breed gedragen afspraken over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Uitvoering van de afspraken moet resulteren in een betaalbare en schone energievoorziening, werkgelegenheid en kansen voor Nederland in de schone technologiemarkten. Klik hier voor meer info.
kansen om onze expertise op dat gebied te benutten door mee te dingen in de aanbesteding van deze projecten.
Naast kansen zijn er ook risico’s verbonden aan de verduurzaming. Onverwachte heffingen of andere ingrepen in de markt, bedoeld om verduurzaming te stimuleren, kunnen grote gevolgen voor ons bedrijf hebben. Klik hier voor informatie over kolenbelasting. Tot nu toe heeft de groei van het aandeel duurzame elektriciteit in veel Europese landen gezorgd voor verlaagde marges en/of minder draaiuren voor veel conventionele centrales. Hierdoor komt de rentabiliteit van bestaande investeringen onder druk te staan. Als gevolg hiervan zijn er recentelijk centrales gesloten of voor langere tijd uit bedrijf genomen (‘in de mottenballen’). Bovendien zal er in toenemende mate sprake zijn van fluctuerende prijzen, vooral voor elektriciteit, maar mogelijk ook voor gas en andere brandstoffen. Ook de hoge mate van afhankelijkheid van subsidie is een financieel risico. De betrouwbaarheid van de energievoorziening is cruciaal voor onze samenleving. Het is een uitdaging om deze betrouwbaarheid te waarborgen terwijl het aandeel hernieuwbare elektriciteit groeit. Hoewel conventionele centrales steeds minder elektriciteit hoeven te produceren kunnen ze niet zomaar weggehaald worden. Een groot deel blijft nodig voor dagen dat er weinig zon
3 | E.ON Benelux als producent en wind is. Ook als in 2050 circa 80% van de Europese energie uit hernieuwbare bronnen komt, zoals wind, zon en biomassa, is er nog behoefte aan conventionele productie. In een aantal landen om ons heen nemen overheden al maatregelen om de betrouwbaarheid te garanderen. Door goed voorbereid te zijn op deze ontwikkelingen – bijvoorbeeld door onze centrales nog flexibeler te maken – kunnen wij een waardevolle bijdrage leveren aan de Nederlandse samenleving door met een toenemend aandeel elektriciteit uit wind en zon de betrouwbaarheid te waarborgen.
Warmte in transitie. In de gebouwde omgeving wordt nu vooral gas gebruikt voor verwarming. Dit zal veranderen. Nieuwbouw zal in toenemende mate “energie-neutraal” zijn. Voor bestaande bouw zal warmte uit industriële processen en andere lage temperatuur warmte zoals aardwarmte een grotere rol krijgen, terwijl het gebruik van aardgas in CV-ketels zal afnemen. Voor onze productieactiviteiten betekent dit een verandering. Voor onze stadscentrales neemt de hoeveelheid geproduceerde warmte af, terwijl er voor de Maasvlakte centrale juist een kans ligt in het benutten van warmte. Nog meer dan nu al het geval is kan de warmte die vrijkomt bij de elektriciteitsproductie in onze centrales gebruikt worden voor
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 44
Innovatie: Biobased industry Wij zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van de biobased industry in de haven van Rotterdam. In dit gebied vestigen steeds meer bedrijven die zich specialiseren in de productie van duurzame biobrandstoffen en hergebruik van grondstoffen. De nabijheid van onze centrale, die energie levert en biomassa afneemt, is hierbij van groot belang. Hier liggen duurzaamheid en economische ontwikkeling in elkaars verlengde. E.ON is dan ook voorstander van een proactief biomassabeleid vanuit de overheid,
waarmee Nederland zich internationaal verder kan profileren en de eigen verduurzamingsambities op een betaalbare manier kan verwezenlijken. Samenwerking op dit gebied: Plug and Play + Biobased consortium Met het Havenbedrijf, VOPAK, Evides en Stedin spreken we over het vestigingsklimaat, basisinfrastructuur en verduurzaming van de industrie.
3 | E.ON Benelux als producent de verwarming van woningen, gebouwen en kassen in de regio. Veiligheid. Of het nu gaat om de dagelijkse praktijk, het gedrag of de omstandigheden, we nemen onze verantwoordelijkheid. We vinden het van wezenlijk belang dat we binnen ons bedrijf op dezelfde manier denken over hoe we samen veilig werken. We streven naar nul letselgevallen en zo min mogelijk verzuim. Belasting van het milieu. Onze elektriciteitscentrales hebben directe invloed om het milieu. Zij stoten stoffen uit en warmen zeewater op. Milieubescherming is een bepalende factor voor de energiemarkt en ook voor onze activiteiten. Zo hebben wij uit milieuoogpunt onze gascentrale aan de Galileïstraat uit bedrijf genomen. Maar zelfs bij onze gloednieuwe Maasvlakte 3 centrale die aan de strengste normen voldoet speelt het milieu een cruciale rol. Mensenrechten en milieunormen in de kolenmijnbouw. Steenkolen maken deel uit van onze brandstofmix. In een aantal regio’s is er aanleiding tot zorg over de omstandigheden in en rondom kolenmijnen. Punten van zorg zijn emissies, vervuiling van grondwater, mensen- en werknemersrechten.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 45
Gebruik van biomassa. Biomassa als energiebron voor bijstook in centrales neemt een groeiende plek in binnen onze energiemix. Het gebruik van biomassa moet echter wel duurzaam geschieden. Hierbij is onder andere aandacht voor thema’s als landgebruik in kwetsbare gebieden en concurrentie met de voedselmarkt en certificering van het duurzame karakter van de brandstof. Wie zijn onze belangrijkste stakeholders? De samenwerking met stakeholders is een vanzelfsprekendheid. Wij zoeken actief de dialoog met hen om een goed beeld te krijgen van de – uiteenlopende en vaak niet gelijkluidende – belangen en standpunten waar wij rekening mee moeten houden bij onze bedrijfsactiviteiten. Wij voeren deze dialoog op uiteenlopende manieren, afgestemd op de voorkeuren van de betreffende stakeholder en onze eigen mogelijkheden. Dit zijn: • Omwonenden van onze centrales: We hechten een bijzonder belang aan de contacten met omwonenden van onze centrales. Door de dialoog met omwonenden brengen wij de vragen van omwonenden in kaart en kunnen we verhelderende antwoorden geven en/of werken aan
constructieve oplossingen. De dialoog wordt op diverse manieren vormgegeven, o.a. door openavonden op onze locaties.
E.ON doet mee aan open dag EMO Zaterdag 13 september vond op de Maasvlakte de opendag van EMO plaats. Zo’n 2500 bezoekers maakten van de gelegenheid gebruik om de kolenterminal te bezoeken. Ook E.ON leverde een bijdrage aan het programma. Er was een paviljoen waar mensen in gesprek konden gaan met E.ON medewerkers over de inzet van kolen voor elektriciteitsopwekking. Heel wat bezoekers maakten van de gelegenheid gebruik om even binnen te kijken. Daarnaast was er de mogelijkheid om per bus E.ON’s nieuwe MPP3 centrale te bezoeken. Verspreid over de dag bezochten zes bussen het E.ON terrein. De reacties op de onze bijdragen waren heel positief.
3 | E.ON Benelux als producent • Overheid en politiek: In de vorm van werkbezoeken en bilaterale contacten met verschillende politici, ministeries, provincies en gemeenten spraken wij in 2014 over diverse thema’s als biomassa, het Energieakkoord, de Kolendialoog, ontwikkeling van warmte etc. Doel van deze gesprekken is informatie-uitwisseling, kennisoverdracht en het vergrote van de betrokkenheid. Het bestuur is direct betrokken geweest bij deze regelmatige contacten. • Toezichthouders. (DCMR, ACM): Onze contacten met landelijke of regionale toezichthouders als de DCMR of het ACM gaan onder andere over bescherming van het milieu en waarborgen van eerlijke concurrentie. DCMR en ACM zijn toezichthouders: zij zien erop toe dat wij (maar ook onze concurrenten) ons aan de geldende weten regelgeving houden. • Havenbedrijf Rotterdam (HbR): Het havenbedrijf is eigenaar van de grond waarop onze Maasvlakte centrales staan en van de haven waar onze kolen van overzee worden aangevoerd. Daarnaast levert E.ON Benelux energie en daaraan gerelateerde diensten aan bedrijven in het havengebied, die tevens klant van het Havenbedrijf zijn. De activiteiten van E.ON Benelux hebben impact op belangen en doelen van het
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 46
Havenbedrijf en andersom. Twee keer per jaar vindt bilateraal overleg plaats tussen de directies van beide bedrijven. • NGO’s: Onze contacten met niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) als milieu-, mensenrechten-, en ontwikkelingsorganisaties, hadden in 2014 voornamelijk raakvlakken met de vergunningen voor de Maasvlakte 3 centrale, de transparantie van de kolenketen, het Energieakkoord, duurzaamheidscriteria voor biomassa bij- en meestook en luchtkwaliteit. In deze gesprekken krijgen wij inzicht in de zorgen van deze organisaties en geven wij inzicht in onze manier van werken. Vanuit het bestuur is er indirecte en directe betrokkenheid geweest in de contacten met de NGO’s. • Wetenschappers: Contacten met onderzoeksinstituten en universiteiten geven ons de mogelijkheid nieuwe en onafhankelijke inzichten te verkrijgen die voor ons bedrijf van belang zijn. Deze contacten helpen ons om aansluiting te behouden bij ontwikkelingen voor Resource & Development, bijvoorbeeld voor verbetering van efficiency en milieuprestaties van onze centrales, maar ook over nieuwe en duurzamere methoden van energieopwekking en benutting.
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 47
• Energieproducenten en –leveranciers: Door met andere energieproducenten en -leveranciers in gesprek te gaan over thema’s zoals reservecapaciteit (CRM: Capacity Reserve Mechanism), biomassa, kolen, belastingen op fossiel, proberen we oplossingen te vinden waar zoveel mogelijk betrokkenen van profiteren. Ook kunnen wij op deze manier kennis en ervaring delen.
danks alle investeringen in duurzame productie is het aandeel elektriciteit uit conventionele centrales (met gebruik van fossiele brandstoffen en biomassa) nu nog hoog: ca. 83% in 2014. Een volledig duurzame en tegelijkertijd betrouwbare elektriciteitsvoorziening kan op dit moment niet gerealiseerd worden tegen kosten die de samenleving kan dragen.
Veel ontwikkelingen en vraagstukken komen samen in het SER Energieakkoord voor duurzame groei dat in 2013 is gesloten door ruim veertig organisaties, waaronder de overheid, werkgevers, vakbeweging, natuur- en milieuorganisaties, andere maatschappelijke organisaties en financiële instellingen. In dit akkoord zijn belangrijke doelstellingen en de manier waarop deze zullen worden behaald, vastgelegd. Het SER Energieakkoord is bepalend voor onze strategie en daarmee hebben stakeholders een richtinggevende rol gespeeld voor ons beleid.
De doelen in het SER Energieakkoord zijn ambitieus. Volgens sommigen onvoldoende, maar volgens de partijen van wie verwacht wordt dat zij de windparken gaan bouwen een grote uitdaging. Zelfs als deze doelen gerealiseerd worden, is naar onze verwachting het aandeel van conventionele centrales in de elektriciteitsproductie in 2023 nog steeds 30 – 40%. Daarnaast spelen conventionele, fossiele, centrales een grote rol in de waarborg van leveringszekerheid.
3.2 | Strategie en doelen van E.ON Benelux als producent De verduurzaming van de energievoorziening is een grote opgave. Het is niet zo dat (bestaande) fossiele centrales die opgave bemoeilijken. On-
Vanuit boven beschreven perspectief concluderen wij dat er behoefte is aan energie uit conventionele centrales en dat dit de komende decennia zo zal blijven. Het aandeel in productie zal afnemen, de rol in het energiesysteem zal veranderen en de eisen die aan de centrales gesteld worden zullen hoog zijn, maar de centrales blijven nog lang relevant.
Wij kunnen met onze centrales een essentiële rol in de energievoorziening spelen. Een strategisch speerpunt is daarom om een leidende speler in te zijn het zo efficiënt, schoon en flexibel mogelijk produceren van betaalbare fossiele energie. De belangrijkste bijbehorende aspecten komen in de navolgende paragrafen aan bod. Belangrijk onderdeel hiervan is dat wij invulling geven aan de afspraken in het SER Energieakkoord en door de verdere ontwikkeling van co-siting bijdragen aan maximale benutting van alle energie. Samen met andere grote Europese bedrijven dragen wij bij aan continue verbetering van omstandigheden in de steenkolenketen door het Bettercoal initiatief verder te ontwikkelen, waarbij in 2015 een standaard voor audits in kolenmijnen vastgesteld moet worden en vier audits conform deze standaard uitgevoerd moeten worden. Ook in de bouw van nieuwe hernieuwbare elektriciteit kunnen wij een rol spelen. E.ON behoort wereldwijd tot de meest actieve investeerders in windparken op zee. Voor E.ON Benelux is de doelstelling dat E.ON ook in Nederland actief wordt in het ontwikkelen en bouwen van offshore windparken, om daarmee ook een rol te spelen in de groei van het aandeel duurzame energie. Daarnaast hebben wij als doel gesteld om maximaal
3 | E.ON Benelux als producent bij te dragen aan de productie van energie uit biomassa. Warmte is een belangrijk deel van onze activiteiten, nu en in de toekomst. Onze belangrijkste doelstelling op het gebied van warmte is dat de Maasvlakte centrale warmte kan leveren aan Zuid-Holland. Hiervoor is het noodzakelijk dat er een regionale transportinfrastructuur komt en dat de toegang tot de warmtemarkt goed geregeld is. Belangrijke voorwaarde is dat er geen sprake zal zijn van ‘must run’: dat de centrale moet draaien enkel omdat deze warmte moet produceren. Dat betekent dat er ook andere bronnen van warmte moeten zijn. Geen enkele vorm van energieopwekking kan nu aan alle eisen van de samenleving voldoen, maar de behoefte aan schone, betaalbare, klimaatvriendelijke en betrouwbare energie blijft bestaan. Hiervoor is veel innovatie nodig. Daarom stimuleert de E.ON Groep de ontwikkeling van nieuwe technologie, die de bezwaren van bestaande opwekkingsmethoden wegneemt. E.ON Benelux streeft ernaar dit ook in Nederland tastbaar en zichtbaar te maken en als eerste deze nieuwe technologieën te kunnen gebruiken. Een goed voorbeeld hiervan is de Maasvlakte 3 centrale, waarin zeer innovatieve technologie is toe-
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 48
gepast. Maar ook het ROAD CCS project. E.ON Benelux heeft als doel om het ROAD CCS project te realiseren, samen met partner ENGIE. Vele overheden, waaronder de Nederlandse, ondersteunen ons hierbij.
In de paragrafen 3.3 t/m 3.11 geven wij een toelichting op de invulling van onze strategie aan de hand van de belangrijkste thema’s.
3.3 | Veiligheid Voor de E.ON Groep als geheel gelden met betrekking tot de productie van elektriciteit de volgende doelen: • De CO2-uitstoot van onze elektriciteitsproductie als E.ON Groep per kilowattuur in Europa tot 2025 te halveren ten opzichte van 1990. Onze specifieke CO2-uitstoot binnen de E.ON Groep ten opzichte van 1990 hebben we tot nu toe met 30% verminderd. • Te streven naar een toename van het aantal E.ON bedrijven binnen de groep die voldoen aan de OHSAS 18001. E.ON Benelux voldoet hieraan en heeft als doel er alles aan te doen dit te behouden. • Veiligheid staat voorop, we werken veilig of we werken niet. De E.ON Groep zal de TRIF in 2015 hebben teruggebracht naar 3.0. • Het mede ontwikkelen van het Bettercoal initiatief met als doel de verbetering van de kolenketen door het opstellen van een standaard zelf assessment en een audit. Bettercoal verwacht vier audits uit te voeren en 20 self-assessment te ontvangen tot 2017.
MA
Niets van wat we doen, is zo belangrijk of urgent dat onze mensen ooit zouden moeten werken in onveilige omstandigheden. We sluiten geen compromissen over veiligheid. Iedereen bij E.ON Benelux is verplicht zijn of haar steentje bij te dragen en we maken onze managers bewust van hun verantwoordelijkheid hierin. Ons Groepsbeleid op Health and Safety managementgebied verbindt ons aan het behoud van een hoog veiligheidsniveau en de bevordering van de gezondheid van onze medewerkers. Mede hierom tekenden we als E.ON Groep in 2009 de: - Luxembourg Declaration on Workplace Health Promotion in the European Union - Düsseldorf Statement in support of the Seoul Declaration on Safety and Health at Work We doen alles om een veilige en gezonde werkomgeving te creëren, ook voor onze omgeving. We geven bij het ontwerp, de bouw, de bediening en het onderhoud van onze installaties de hoogste prioriteit aan veiligheid en gezondheid. Onze
3 | E.ON Benelux als producent veiligheidscultuur is gebaseerd op de nultolerantie voor ongevallen. We hebben bindende normen en veiligheidsvoorschriften die voor ons hele bedrijf gelden. Dit alles is tevens samen gevat in de beleidsverklaring van E.ON Benelux over veiligheid, gezondheid en milieu welke terug te vinden is in de bijlage. 3.3.1 | Doelstellingen Binnen de E.ON Groep streven wij naar een continue verbetering van onze H&S prestaties. Er zijn daarom meetbare doelstellingen voor de periode 2012-15 opgesteld. Onder andere het verminderen van onze TRIF binnen de E.ON Groep tot 3 in 2015. In 2014 rapporteerde de E.ON Groep een TRIF van 2.3. Bij het herzien van ons sustainability groepswerkprogramma vanaf 2016 zullen we deze doelstellingen heroverwegen. 3.3.2 | Beleid Veiligheidsvoorschriften Alle medewerkers, maar ook alle aannemers en hun werknemers, werkzaam of verblijvende op terreinen, in gebouwen en installaties van E.ON Benelux, zijn verplicht de voor arbeidsomstandigheden en veilig-
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 49
heid geldende wetgeving en normen na te leven. Daarnaast zijn door E.ON Benelux specifiek vastgestelde veiligheidsvoorschriften van kracht. Kwaliteitssysteem Binnen E.ON streven we er naar zoveel mogelijk locaties gecertificeerd te krijgen aan internationaal erkende normen, zoals OHSAS 18001. De productielocaties van E.ON Benelux zijn OHSAS 18001 gecertificeerd.
teem wordt vervolgens bij het optreden van een calamiteit ingezet om de gevolgen te bestrijden en te beperken. Hierbij valt te denken aan onze Bedrijfsnoodplannen (BNP’s) en het Crisismanagementplan (CMP). Nieuw in 2014 Life saving rules Geen (0‰) alcohol of drugs of het bezit daarvan
Bewust veilig Aandacht voor veiligheid is meer dan het opleggen van strenge regels. Door bijvoorbeeld bij iedere installatie borden te plaatsen waarop het aantal dagen vermeld staan zonder ongevallen, creëert E.ON Benelux bewustzijn voor veilig werken bij haar medewerkers, aannemers en bezoekers. Samenwerking Niet alleen intern werken we aan veiligheid. Zo participeert E.ON Benelux Maasvlakte bijvoorbeeld in DeltaLinqs voor het bevorderen van veiligheid in de Rotterdamse haven en industrie. Omgaan met calamiteiten Binnen E.ON Benelux zorgen we voor een goed werkend, door overheid verplicht, systeem waarin de mogelijke crises worden voorbereid. Dit sys-
Werk met een geldige werkvergunning en houd je aan veiligheidsmaatregelen Wees je bewust van risico’s van besloten ruimtes en neem de juiste voorzorgsmaatregelen Controleer de veiligstelling voordat je met het werk begint Bescherm jezelf en anderen tegen vallen en vallende voorwerkpen als je op hoogte werkt Loop niet onder een gehesen last door Voer geen modificaties uit aan stellingen Draag je persoonlijke beschermingsmiddelen Rapporteer incidenten, bijna incidenten en onveilige situatie zodat we ervan kunnen leren Rijd verantwoord; houd je aan verkeersregels en heb aandacht voor het verkeer
3 | E.ON Benelux als producent In 2014 is op onze centrales gestart met het Safety Hour. Twee keer per jaar wordt tijdens dit Safety Hour expliciet stilgestaan bij het thema veiligheid en worden medewerkers extra gestimuleerd vragen rondom dit thema te stellen. Dit Safety Hour wordt afhankelijk van de locatie als aparte bijeenkomst of als onderdeel van het teamoverleg vormgegeven. Zaken waar we in 2014 extra aandacht aan besteed hebben zijn contractormanagement, veiligheidscultuur, recente incidenten en de introductie van de Life Saving Rules ter versterking van het veiligheidsbewustzijn.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 50
ning vereisen. Om die reden hebben wij in 2014 de STOP & GO kaart opnieuw geïntroduceerd. 3.3.3 | Resultaten Alle incidenten die hebben plaatsgevonden in 2014 komen voort uit het ontbreken van bewustzijn van “overige risico’s”. Dit zijn risico’s die buiten de technische werkzaamheden vallen. Daarom hebben we ook in 2014 aandacht besteed aan dit onderwerp en is het Stop & Denk kaartje ingevoerd.
Grafiek 3.1 TRIF scores 2014 – E.ON
Maasvlakte TRIF
TRI 3
E.ON Aannemers
E.ON Aannemers Target
15
2
10
1
5
0
0 Dec
Nov
Oct
Sep
Aug
Jul
Jun
May
Apr
Mar
Feb
Jan
Dec
Nov
TRI = Total Recordable Incidents
Oct
Sep
Aug
Jul
Jun
May
Apr
Mar
Feb
Jan
Daarnaast is het “Stop & Denk” kaartje geïntroduceerd als hulpmiddel om al het werk veilig uit te voeren. Dit is een ‘Last Minute Risk Analyses‘ ofwel een LMRA. Het is een geformaliseerd moment waarop medewerkers vóórdat ze aan het werk gaan nog even nadenken ‘Wat zou mij kunnen overkomen als ik deze werkzaamheden uitvoer en wat voor voorzorgsmaatregelen moet ik nemen‘. Voor technische werkzaamheden hebben we een LMRA achterop de werkvergunning staan die mensen nodig hebben om aan de slag te mogen. Er zijn echter genoeg momenten die door deze LMRA niet gedekt worden, denk bijvoorbeeld aan werkzaamheden die helemaal niet technisch van aard zijn en geen werkvergun-
TRI = Total Recordable Incident Frequency
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 51
3.4 | Emissies en reststoffen Stadscentrales TRIF
TRI 3
E.ON Aannemers
E.ON Aannemers Target
2
15
10
1
5
0
0 Dec
Nov
Oct
Sep
Aug
Jul
Jun
May
Apr
Mar
Feb
Jan
Dec
Nov
Oct
Sep
Aug
Jul
Jun
May
Apr
Mar
Feb
Jan
TRI = Total Recordable Incidents
TRI = Total Recordable Incident Frequency
Grafiek 3.2 TRIF scores 2014 – E.ON Benelux (Nederland + België)
MA
Bij het produceren van energie in onze centrales worden onschadelijke maar ook schadelijke stoffen geëmitteerd. Het is van groot belang om schadelijke emissies te beperken. Hierbij is het wettelijk kader bepalend voor ons beleid. Het aan dit onderwerp gerelateerde GRI aspect is Emissions. Dit is een Materieel Aspect. 3.4.1 | Emissies naar lucht – CO2 MA Voor het overgrote deel bestaan de afgassen van onze centrales uit stikstof en water, onschadelijke stoffen. Na stikstof en water is CO2 de belangrijkste component. De uitstoot van CO2 is direct gekoppeld aan de hoeveelheid en soort brandstof en indirect aan het rendement van de installatie. De mogelijkheden om de CO2 uitstoot van een bestaande centrale te verlagen zijn beperkt. Door de wijze van bedrijfsvoering kan het rendement gemaximaliseerd worden, waardoor de CO2 uitstoot daalt, samen met de brandstofkosten. Daarnaast is er bij kolencentrales de mogelijkheid om een deel van de kolen te vervangen door biomassa (zie paragraaf 3.8). Tot slot is het mogelijk om CO2 af te vangen en deze op te slaan (CCS, zie paragraaf 3.6).
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 52
Als belangrijkste indicator van onze inspanningen om het milieu te beschermen gebruikt de E.ON Groep de CO2-intensiteit. Die geeft aan hoeveel CO2-emissies vrijkomen bij de productie van één MWh stroom. Ons doel in Europa is om in 2025 0,32 t CO2 per MWh uit te stoten, wat half zoveel zou zijn als in het jaar 1990. Tot nu toe zijn we er al in geslaagd de uitstoot in Europa met 0,22 t te verminderen tot 0,41 t CO2 per MWh en hebben daarmee al ongeveer 70% van ons doel bereikt.
CO2-intensiteit NL 2014 De CO2 intensiteit van onze stadscentrales is 0,436 CO2 / MWh. Voor de centrales Maasvlakte 1 en 2 (alleen fossiele CO2; biogene CO2 niet meegerekend) is dit 0,91 t CO2 /MWh. Zie voor de meetmethode bijlage3 gehanteerde meetmethode. De absolute hoeveelheden uitgestoten CO2 zijn opgenomen in de bijlage Milieucijfers.
CO2-intensiteit7 E.ON Groep
in t CO2/MWh
2014
2013
2012
1990
Duitsland Groot-Brittannië Spanje Frankrijk Italië Andere EU-landen (Gemiddeld incl. NL) Nederland E.ON-concern (enkel Europa)8 Rusland E.ON-concern9
0,38 0,53 0,62 0,71 0,47 0,28 0,76 0,41 0,55 0,43
0,40 0,58 0,57 0,83 0,45 0,29 0,44 0,55 0,45
0,38 0,68 0,64 0,82 0,48 0,27 0,44 0,56 0,46
0,63 0,62 0,63
3.4.2 | Emissies naar lucht – MA overige stoffen Naast CO2 bestaan de belangrijkste overige emissies naar lucht uit stikstofoxiden (NOx), zwaveldioxide (SO2) en fijnstof. Het is van belang om hierbij onderscheid te maken tussen kolengestookte en gasgestookte centrales. Gasgestookte centrales stoten vrijwel geen SO2 en fijnstof uit. SO2 ontstaat bij het verbranden van de zwavel in de kolen. Fijnstof is afkomstig van de in steenkolen aanwezige mineralen. Voor de emissies gelden wettelijke normen, die mede worden bepaald op basis van wat technisch mogelijk is om deze te beperken. Op basis van deze normen en de lokale omstandigheden is voor ieder van onze centrales in de omgevingsvergunning vastgelegd hoe hoog de emissies mogen zijn. Deze vergunning wordt afgegeven door het bevoegd gezag, in ons geval met name de provincie Zuid-Holland, ofwel de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) en de Omgevingsdienst West-Holland. Voor SO2 uitstoot bestaat er naast het wettelijk kader een landelijk convenant in de energiesector. In vrijwel alle gevallen is een milieueffectrapportage (MER) onderdeel van het traject van vergunningverlening. In het MER worden eventuele risi-
3 | E.ON Benelux als producent co’s en effecten voor mens en milieu nauwkeurig in kaart gebracht. Het gaat daarbij onder andere om mogelijke risico’s en effecten voor leefomgeving, oppervlaktewater, natuurlijke habitat, flora en fauna en externe veiligheid. Ook onderzoeken we de mogelijke risico’s en effecten van eventuele calamiteiten. Het bewaken van de emissies is een essentieel onderdeel van de dagelijkse bedrijfsvoering voor iedere centrale. De emissies worden regelmatig gerapporteerd aan het bevoegd gezag en jaarlijks vastgelegd in emissie- en milieujaarverslagen. De uitstoot van NOx, SO2 en fijnstof uit onze centrales wordt voor een zeer groot deel teruggedrongen door het ontwerp van de installatie en het toepassen van rookgasreiniging. De resterende uitstoot is afhankelijk van de gebruikte brandstof en van de bedrijfsvoering. Rookgasreiniging bij de centrales op Maasvlakte Al in de ketels van de kolencentrales op de Maasvlakte worden de zware asdeeltjes opgevangen en afgevoerd. Dit wordt bodem-as of ‘slag’ genoemd en wordt gebruikt voor wegverharding en als grondstof in de bouw. Daarnaast zijn de centrales uitgerust met drie reinigingsstappen: een DeNOx-installatie, een E-filter en een ontzwavelingseenheid.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 53
In de DeNOx-installatie wordt een ammoniakoplossing in het rookgas gesproeid waarna het rookgas door een katalysator wordt geleid. Door deze katalysator reageren de stikstofoxiden met de ammonia, waarbij stikstof en waterdamp ontstaan, beide onschadelijke stoffen. Op deze manier worden tot 75 tot 80% van alle stikstofoxiden uit de rookgassen gehaald. Om fijnstof af te vangen wordt een elektrostatisch filter (E-filter) gebruikt. In het E-filter worden draden onder hoge spanning gebracht. Aan weerszijden van deze draden bevinden zich vangplaten. Kleine vliegasdeeltjes uit de rookgassen krijgen door de draden een statische lading en bewegen daardoor naar de vangplaten waaraan zij blijven plakken. Zo wordt tot circa 99,98% van de vliegas uit de rookgassen gehaald. De afgevangen vliegas wordt over de weg of per schip afgevoerd (zie ook “Hergebruik” in paragraaf 3.4.4). Tot slot passeren de rookgassen de ontzwavelingseenheid, waarin meer dan 90% van alle SO2 wordt verwijderd. In 52 meter hoge wastorens reageert zwaveldioxide (SO2) met kalkwater waarbij gips wordt gevormd. Ook dit gips wordt over de weg of per schip afgevoerd en toegepast als grondstof (zie onder hergebruik, paragraaf 3.4.4).
Stadscentrales De stadscentrales zijn gasgestookte centrales. Gasgestookte centrales stoten vrijwel geen SO2 en fijnstof uit, maar bij de verbranding van aardgas met lucht ontstaat wel NOx. De hoeveelheid NOx die ontstaat, is onder andere afhankelijk van het type centrale en de leeftijd. Vanaf november 2013 wordt waterinjectie toegepast bij gasturbine 1 en 2 op de centrale in Rotterdam-Capelle, waardoor de NOx uitstoot wordt teruggedrongen. Daarmee voldoen we aan de nieuwe emissienormen in de omgevingsvergunning voor milieu. Een keerzijde hiervan is dat het waterverbruik van deze centrales aanzienlijk stijgt. Enkele hulpketels die warmte voor het stadsverwarmingssysteem in Rotterdam produceren kunnen in noodgevallen op olie worden gestookt, bijvoorbeeld tijdens extreem koude winters of in geval van problemen met de gastoevoer. In de praktijk worden deze olie gestookte ketels nagenoeg uitsluitend aangezet om te controleren of ze nog naar behoren functioneren. De emissies als gevolg van oliestook kunnen daarom als verwaarloosbaar klein worden beschouwd.
3 | E.ON Benelux als producent In 2015 en 2016 wordt een aantal gasgestookte hulpketels die warmte voor het stadsverwarmingssysteem in Rotterdam produceren voorzien van low NOx branders en rookgasrecirculatie. Daarmee wordt de emissie van NOx van deze ketels aanzienlijk verlaagd en kan per 2016 en 2017 aan de nieuwe emissienormen in het Activiteitenbesluit te worden voldaan. De cijfers over de uitstoot van onze centrales zijn te vinden in de bijlage milieucijfers. 3.4.3 | Geluid/stank Een inzicht in de klachten op het gebied van geluid en stankoverlast uit het Rijnmondgebied is af te leiden uit de publicatie van de Meldkamer DCMR. Hierin is terug te vinden dat er in 2014 geen klachten met betrekking tot stank of geluid zijn geweest die betrekking hadden op de activiteiten van E.ON Benelux in het Rijnmondgebied. Ook bij ons direct zijn in 2014 geen klachten ontvangen over stank- of geluidsoverlast. Vooraf voorziene hinder Als intern voorzien wordt dat productie van lawaai onvermijdelijk is, informeren we de DCMR enkele dagen van tevoren en ter herinnering ook vlak voor het moment zelf. Dit doen we zodat de Meldkamer op de hoogte is en iemand, met een
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 54
onverhoopte klacht, juist te woord kan staan. Dit is in het verleden wel eens aan de orde geweest maar niet in 2014. 3.4.4 | Hergebruik van reststoffen Alle afgevangen vliegas uit de kolencentrales wordt nuttig hergebruikt, bijvoorbeeld voor het maken van kunstgrind en in de cement- en betonindustrie. Het gips, een bijproduct van de rookgasreiniging met hoge kwaliteit, wordt afgenomen door de gips verwerkende industrie voor de productie van stuucgips, gipskartonplaten en gips voor gietvloeren.
3.5 | De Maasvlakte 3 centrale (MPP3) De keuze voor kolen Nederland heeft ten tijde van de investeringsbeslissing voor MPP3 het nationale energiebeleid opgesteld met als doelstelling te voorzien in goedkope, stabiele elektriciteitsopwekking (‘ba-
sislast’) die bijdraagt aan het vestigingsklimaat voor industrieën. Destijds was het aandeel gas in de Nederlandse elektriciteitsproductie nog hoger dan het nu is en er was een uitgesproken behoefte aan nieuwe kolencentrales. De Maasvlakte was één van de hiervoor aangemerkte locaties. Kolen en gas worden verhandeld op wereldmarkten en de prijzen van deze brandstoffen schommelen. Ook kunnen geopolitieke spanningen invloed hebben op de beschikbaarheid. De prijsbepalende factoren voor kolen zijn anders dan die voor gas. Zo zijn kolen en gas afkomstig uit verschillende regio’s en is de wereldvoorraad van kolen groter dan die van gas. Als eigenaar van een groot aantal centrales is E.ON met een mix van zowel kolen- als gascentrales minder kwetsbaar voor prijsfluctuaties dan met een portfolio van alleen kolencentrales of alleen gascentrales. Hetzelfde geldt overigens voor de energievoorziening van Nederland. Om ook in de toekomst een robuuste mix van kolen en gas in het portfolio te hebben had E.ON destijds behoefte aan nieuwe kolencentrales. De Maasvlakte, waar al twee centrales van E.ON stonden, is één van de meest geschikte locaties voor een kolencentrale in Europa. Voor de aanvoer van kolen is geen extra binnenlands trans-
3 | E.ON Benelux als producent port nodig en dat scheelt niet alleen kosten, maar ook energie en bijbehorende uitstoot. Bovenstaande overwegend heeft E.ON destijds besloten een moderne kolencentrale te bouwen op de Maasvlakte, MPP3. Deze centrale is voorbereid op het leveren van warmte aan de omgeving (zie ook 3.10) en het afvangen van CO2 (zie ook 3.6) en het meestoken van biomassa om zo (deels) duurzame energie te produceren (Zie ook 3.8). 3.5.1 | Lage emissies door state-of-the-art technologie MPP3 is een ultramoderne met poederkool gestookte centrale waar stoom met zeer hoge (zogenaamde “ultra-supercritical”) stoomdruk (285 bar) en -temperatuur (620 °C) wordt geproduceerd. Dit is mogelijk door het gebruik van nieuwe materialen in ketel en turbine. De stoom drijft een aantal turbines aan, die een generator aandrijven voor de productie van elektriciteit. Dankzij de toegepaste technologie wordt een rendement van ruim 46% bereikt en daalt de CO2-uitstoot per kilowattuur met ongeveer 20% t.o.v. conventionele kolencentrales.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 55
Functional diagram Maasvlakte Power Plant 3 (MPP3)
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 56
MPP3 heeft een netto capaciteit van 1.100 MWe en behoort daarmee tot de grootste kolengestookte eenheden in de wereld. De installatie kan voorzien in circa 7% van het binnenlandse elektriciteitsverbruik. Bij de door ons zélf ontworpen installatie is verder gebruik gemaakt van een doorpompketel volgens het Benson principe. Voordeel is een hoge flexibiliteit, veel beter dan bij conventionele ketels. Hierdoor kan de installatie zeer snel reageren op veranderende vraag naar elektriciteit: een belangrijk voordeel bij het reageren op het aanbod van elektriciteit uit zon en wind. Ook de rookgasreiniging van MPP3 is zeer vooruitstrevend. In hoofdlijnen lijkt deze veel op de rookgasreiniging van eenheden 1 en 2, maar de resulterende uitstoot is beduidend lager. In de tabel staan de emissies van MPP3 weergegeven, naast de Europese (IPPC/BREF) normen en de door DCMR gestelde eisen. Duidelijk is dat MPP3 aan alle door de DCMR gestelde eisen voldoet en bovendien een veel lagere uitstoot heeft dan in de Europese normen is gesteld. 3.5.2 | De omgeving van Maasvlakte 3 Dit onderwerp is gerelateerd aan het Materiele GRI Aspect Biodiversity.
MA
Component
IPPC /BREF
DCMR
MPP 3
SO2 [mg/nm³]
20-150
20-40
max. 40
NOx [mg/nm³]
90-150
30-75
max. 65
Fijnstof(pm10) [mg/nm³]
5-20
1-3
max. 3
Voor het bouwen en bedrijven van de MPP3 centrale zijn meerdere vergunningen benodigd. Alle benodigde vergunningen zijn al geruime tijd verleend. Eén vergunning, benodigd op basis van de Natuurbeschermingswet, is nog niet onherroepelijk. Tegen deze vergunning, die in april 2008 is verleend, is beroep aangetekend door een drietal organisaties. In de omgeving van de Maasvlakte 3 centrale liggen enkele duinlandschappen die zijn aangemerkt als Natura 2000-gebied. Voor deze gebieden gelden bepaalde doelstellingen op het gebied van behoud van habitattypen en soorten (zogenaamde “instandhoudingsdoelstellingen”). Waar nodig worden maatregelen ingezet om deze doelstellingen te behalen (“instandhoudingsmaatregelen”).
Het beroep tegen de natuurbeschermingswet vergunning is gericht op de stikstofdepositie door de Maasvlakte 3 centrale. De bijdrage aan de depositie van stikstof door de Maasvlakte 3 centrale vormt echter in geen enkel gebied een belemmering voor de realisatie van de instandhoudingsdoelen van de betreffende Natura 2000-gebieden. Er wordt geen afbreuk gedaan aan de effectiviteit van de instandhoudingsmaatregelen die nodig zijn voor de beschermde habitattypen en soorten en er zijn in deze gebieden geen extra maatregelen nodig.
3 | E.ON Benelux als producent 3.6 | Afvangst van CO2: Het Road CCS project E.ON Benelux en ENGIE zijn de initiatiefnemers van en partners in het Rotterdam Opslag en Afvang Demonstratieproject (ROAD). Het is een van de grootste demonstratieprojecten ter wereld die op stapel staan voor de afvang en offshore opslag van CO2. ENGIE, E&P en TAQA Offshore zijn de voorkeurspartners voor het transport, de CO2injectie en de permanente opslag van CO2. Het doel van ROAD is een bijdrage leveren aan de innovatie van CCS. In de eerste plaats door de schaal te vergroten en grote hoeveelheden CO2op te slaan. In de tweede plaats door de keten van afvang, transport en opslag in één project uit te voeren. Dit kan waardevolle technische, economische en organisatorische kennis opleveren die CCS verder kan helpen. De definitieve investeringsbeslissing staat gepland voor 2015.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 57
deels bij mijnbouwbedrijven en deels op de wereldmarkt. E.ON heeft maar in zeer beperkte mate controle over de gang van zaken in de mijnen, maar dat betekent niet wij geen deel hebben in het wegnemen van de zorgen en het rechtzetten van eventuele misstanden. Wij zetten ons in internationaal verband in voor verbetering door middel van de organisatie Bettercoal die mede op ons initiatief is opgericht. De GRI aspecten die in dit onderwerp naar voren komen zijn Supplier Human Rights Assessment, Supplier Assessment for Labor Practices en Supplier Environmental Assessment. Deze MA zijn alle Materieel.
3.7 | De herkomst van kolen
3.7.1 | Bettercoal Om als sector invulling te geven aan onze verantwoordelijkheid met betrekking tot de omstandigheden in en rondom de kolenmijnen is Bettercoal opgericht. De Europese organisatie Bettercoal richt zich op het continu verbeteren van ethisch, sociaal en milieuverantwoordelijk gedrag van mijnbouwbedrijven.
E.ON is al meerdere jaren in gesprek met nietgouvernementele organisaties (NGO’s) over de omstandigheden in en rondom kolenmijnen wereldwijd. E.ON bezit zelf geen kolenmijnen. De kolen die wij gebruiken worden door EGC ingekocht,
De Bettercoal Code is na een intensief internationaal consultatieproces met kolenproducenten, vakbonden, sociale en milieuorganisaties, overheden en energiebedrijven tot stand gekomen. Deze code omvat ethische, sociale en milieuprincipes
die van belang zijn voor kolenmijnen, zoals de arbeids- en leefomstandigheden van werknemers en de vrijheid van vakbonden. Aan de hand van een vragenlijst kunnen mijnbedrijven beoordelen of ze voldoen aan de Bettercoal Code. Een aantal mijnen worden door een onafhankelijke derde partij onderzocht. Zie ook www.bettercoal.org voor meer informatie over Bettercoal. Update 2014 Bettercoal heeft halverwege 2014 een eerste siteassessment bij Drummond Ltd’s Colombian operations afgerond. Een onafhankelijke derde partij heeft een uitgebreid onderzoek uitgevoerd aan de hand van de Bettercoal code. Het verslag van de onafhankelijke beoordelaar geeft aan dat de activiteiten van Drummond Ltd’s Colombian Bettercoal operations in goede afstemming zijn met de Bettercoal Code. Eventuele mogelijkheden voor verbetering zijn opgenomen in een tijdgebonden Actieplan waarvan Drummond Ltd’s Colombian operations heeft
3 | E.ON Benelux als producent toegezegd het te implementeren. 3.7.2 | Nederlandse kolendialoog Begin november 2014 tekenden de ministers Ploumen en Kamp namens de Nederlandse regering een convenant met Essent, NUON, ENGIE, EPZ en E.ON Benelux. Het convenant geeft aan hoe de Nederlandse energiebedrijven hun verantwoordelijkheid voor de steenkolenketen gaan vormgeven. Een actievere dialoog met stakeholders en overheid is daarbij van groot belang. Namens E.ON Benelux tekende Frans Geers, Director Generation E.ON Benelux, het convenant. Zoals in het convenant afgesproken, geven de energiebedrijven binnen de strenge mededingingsrechtelijke kaders in Nederland en de EU vanaf nu openheid over de herkomst van steenkolen voor de Nederlandse markt. Prijzen, voorwaarden en volumes worden niet genoemd, maar wel de mijnbouwgebieden of havens waar de steenkolen vandaan komen. Ook zal de informatie ‘historisch’ (dat wil zeggen niet actueel) en geaggregeerd worden weergegeven. DNV GL zal de informatie als onafhankelijke derde partij publiceren. Corné Boot, Manager Public & Regulatory Affairs bij E.ON Benelux:
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 58
“Alleen onder deze strikte voorwaarden kon de ACM akkoord gaan met het convenant. Een wettelijke verplichting - waar de Motie Vos op aanstuurde - is niet toegestaan door de ACM. We verwachten met dit convenant een nieuwe fase in te gaan. De afgelopen jaren hebben NGO’s, media en Kamerleden ongelooflijk veel druk gelegd op transparantie. Met het recente ACM advies in de hand weten we nu precies welke informatie we wel en niet mogen verstrekken. Ook is het goed te zien dat Bettercoal door de Nederlandse overheid gezien wordt als partij die een wezenlijke rol kan spelen bij het verbeteren van de keten.” 3.7.3 | Werkbezoek aan Colombia Nederland is een belangrijke handelspartner voor Colombiaanse steenkolenproducenten: circa 50% van de kolenexport bereikt via de Rotterdamse haven zijn eindbestemming. In de laatste week van november is E.ON Benelux samen met minister Ploumen (Buitenlandse handel), andere energiebedrijven, EMO en Havenbedrijf Rotterdam op werkbezoek geweest in Colombia. Het motto van de reis was ‘MVO in de steenkoolketen’. Tijdens de reis maakte vooral het bezoek aan de kolenmijn Cerrejon op 26 november veel indruk. Corné Boot, Manager Public & Regulatory Affairs bij E.ON Benelux: “Hoe Cerrejon zijn verantwoordelijkheid neemt op het gebied van watermanage-
ment, natuurbeheer (men vult bijvoorbeeld de uitgeputte mijn op met grond en herplant bomen) en veiligheid was echt indrukwekkend. We bezochten resettled communities die vanwege fijnstof-
problemen een andere locatie hebben gekregen. We kregen al met al een open en eerlijk beeld. Cerrejon maakt echt werk van stakeholderengagement. Vertegenwoordigers van het mijnbedrijf komen volgend jaar naar Nederland om in dialoog te gaan met partijen hier. De problematiek rond mijnen is groot. We zijn blij te constateren dat wij als energiebedrijven een bijdrage hebben kunnen leveren aan het tot stand komen van een constructieve dialoog tussen de partijen en bijvoorbeeld gesprekken tussen mijn-
3 | E.ON Benelux als producent bouwbedrijven en slachtoffers van mensenrechtenschending dichterbij hebben kunnen brengen.” 3.7.4 | Rapportage over de herkomst van kolen Voor een overzicht van herkomst van de door alle energiebedrijven in Nederland gebruikte kolen verwijzen we naar de hiervoor door DNV-GL opgestelde rapportage over Kolenherkomst in Nederlandse Elektriciteitscentrales.10
3.8 | Gebruik van biomassa Biomassa als energiebron voor bijstook in centrales neemt een groeiende plek in binnen onze energiemix. In het SER Energieakkoord is afgesproken dat tot 2023 jaarlijks maximaal tot 25 PJ aan biomassa wordt ingezet in kolencentrales. Henk Bak (Manager Corporate Development en projectontwikkelaar voor het COCOM project): “We staan te popelen om weer op grote schaal duurzaam te gaan produceren. Deze optie staat weer duidelijk op de kaart en de goede omstandigheden om dit op te pakken lijken weer terug. Het past in een wereldwijde trend, en bovendien is de overheid tot de conclusie gekomen dat deze vorm van duurzaam ten opzichte van zon en Wind-op-Zee een relatief betaalbare optie is, die bovendien niet het nadeel heeft dat de produc-
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 59
MA tie wegvalt als de wind gaat liggen of als er een wolk voor de zon schuift. Niettemin gaat het om een redelijk ingewikkelde afweging en om grote bedragen. En de gerechtvaardigde zorgen over duurzaamheid van de biomassa zullen we moeten wegnemen. Ik ben er van overtuigd dat ons dat zal lukken. Biomassa: “De biologisch afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en residuen van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw en aanverwante bedrijfstakken, evenals de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval.11“ Bij de verbranding van biomassa komt net als bij de verbranding van fossiele brandstoffen CO2 vrij. Het verschil is dat de CO2 die uit biomassa vrijkomt, deel uitmaakt van de huidige koolstofcyclus, terwijl bij de verbranding van fossiele brandstoffen CO2 uit koolstofcycli van miljoenen jaren geleden weer terug in de atmosfeer komt. Het gebruik van biomassa wordt daarom als CO2-neutraal beschouwd. De ingezette biomassa zorgt dus voor een vermindering van CO2-uitstoot ten opzichte van steenkool en draagt bij aan de productie van hernieuwbare energie. Het gebruik van biomassa als energiebron biedt de volgende voordelen:
• Minder kostbaar: biomassa is in vergelijking met andere hernieuwbare energiebronnen als zonneenergie en windenergie relatiefminder kostbaar. • CO2-neutraal: de CO2 die vrijkomt bij de verbranding van biomassa is onderdeel van de huidige koolstofcyclus. Dit in tegenstelling tot fossiele brandstoffen waarvan de koolstof al miljoenen jaren in de bodem zit opgeslagen. Het is hierbij wel zaak dat er nieuwe bomen worden aangeplant ter vervanging van wat weggenomen is. • Betrouwbare hernieuwbare energie: Een centrale die wordt gestookt met biomassa is net zo betrouwbaar als een conventionele centrale. Dit is vergeleken met andere hernieuwbare bronnen als wind en zon een voordeel.
3 | E.ON Benelux als producent Het gebruik van Biomassa moet echter wel duurzaam geschieden. Daarom wordt in het kader van de Green Deal Duurzaamheid vaste biomassa en het SER Energieakkoord gewerkt aan criteria voor duurzaam gebruik van biomassa. Hierbij is onder andere aandacht voor thema’s als duurzaam bosbeheer, verandering van landgebruik in kwetsbare gebieden en concurrentie met de voedselmarkt en certificering van het duurzame karakter van de brandstof. De Maasvlakte-centrale is bijzonder geschikt voor het bijstoken van diverse gasvormige, vloeibare en vaste biobrandstoffen. Er is in onze centrales circa 4% biomassa bijgestookt in 2014. Dit percentage is lager dan in voorgaande jaren. Dit heeft te maken met het wegvallen van financiële ondersteuning voor het gebruik van biomassa in kolencentrales. Omdat biomassa duurder is dan kolen en de waarde van hernieuwbare elektriciteit op de Nederlandse markt nauwelijks hoger ligt dan die van grijze elektriciteit is het meestoken daardoor dusdanig verliesgevend dat het bedrijfseconomisch niet verantwoord was om door te zetten. In het SER akkoord is afgesproken dat het gebruik van biomassa in kolencentrales weer ondersteund zal worden. Wij willen ook in MPP3 biomassa, vooral houtpellets, als brandstof meestoken voor duurzame
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 60
energie opwekking. Naar verwachting is meestoken van 20% biomassa als vervanging van kolen realistisch. Dit zijn grote volumehoeveelheden die per zeeschip in bulk uitstekend op locatie Maasvlakte kunnen worden aangevoerd. Voorwaarde voor ons is wel dat de hele logistieke keten duurzaam blijft. 3.8.1 | Duurzaamheidseisen biomassa Begin 2015 is, na maanden intensief onderhandelen, op hoofdlijnen overeenstemming bereikt met de milieubeweging over een samenhangend pakket inhoudelijke eisen voor de inzet van biomassa voor bij- en meestook in kolencentrales. Dit is uitgewerkt in criteria voor duurzaam bosbeheer, koolstofschuld, indirect landgebruik en netto-CO2reductie. Bovengenoemd akkoord zorgt naar ons oordeel voor een zeer gedegen waarborg van alle relevante maatschappelijke onderwerpen betreffende de inzet van biomassa. De hoofdlijnen: • De energiebedrijven richten een fonds op dat boseigenaren in Noord-Amerika zal aansporen bossen te certificeren. Het fonds krijgt een budget van zeker 3 miljoen euro voor een stimuleringsprogramma.
• De energiebedrijven hebben de doelstelling om alleen voldoende gecertifieerd hout te kopen. Voor Noord-Amerika, waar nu slechts een beperkt deel is voorzien van certificaten, is een ingroeipad van toepassing en krijgen de kleinere boseigenaren (500ha en kleiner) tot 2023 een uitzonderingspositie. • Een onafhankelijke deskundige zal jaarlijks nagaan of de certificering op schema ligt en rapporteren aan de SER Borgingscommissie. Indien er meer gecertificeerd hout op de markt komt dan was voorzien, zullen de energiebedrijven dit waar mogelijk gebruiken. Frits Bruijn, CEO E.ON Benelux: “Het akkoord dat er nu ligt, is voor alle partijen goed. Goed voor Greenpeace en Natuur & Milieu omdat zij hiermee certificering van biomassa op de kaart hebben gezet, goed voor Economische Zaken, omdat biomassa bij- en meestook cruciaal is voor het halen van de Nederlandse duurzaamheidsdoelen en goed voor ons omdat we nu zekerheid hebben over de criteria.” 3.8.2 | Rapportage Green Deal Duurzaamheid Vaste Biomassa In 2012 sloten de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de minister van Economische Zaken samen met partijen uit de energie- en
3 | E.ON Benelux als producent biomassasector de Green Deal Rapportage Vaste Biomassa voor Energie af. In 2014 publiceerde Agentschap NL (momenteel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) het tweede rapport Duurzaamheid Vaste Biomassa over het jaar 2013. Doel van deze Green Deal is meer transparantie te bieden over de duurzaamheid van vaste houtachtige biomassa voor energietoepassingen in Nederland. Als deelnemende partij hebben we afgesproken om jaarlijks te rapporteren over de kenmerken van de vaste biomassa die wij gebruiken voor energie. De rapportage biedt inzicht in onder meer de aard en herkomst van de biomassa, gehanteerde certificeringssystemen om de duurzaamheid aan te tonen en de reductie in broeikasgasemissie.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 61
3.8.3 | E.ON Benelux gastheer voor netwerkbijeenkomst Biomassa Begin 2015 waren wij voor de tweede keer gastheer voor een van de regelmatige netwerkbijeen-
komsten van het Rotterdam Biomass Commodities Network. Het RBCN, dat in januari 2011 van start ging als initiatief vanuit het bedrijfsleven, wil de Nederlandse bio-energiesector en bioba-
Door de ogen van een expert Dr. Martin Junginger werkt als Associate Professor bij het Copernicus Instituut voor Duurzame Ontwikkeling, Universiteit Utrecht aan onderwerpen omtrent een duurzame biobased economy.
criteria voor vaste biomassa is hiervoor een mijlpaal, waarmee Nederland ook internationaal voorop loopt. Het is een belangrijk signaal naar de EU, de VS en andere delen van de wereld, en zal - met certificeringssystemen als FSC of equivalent - in deze gebieden naar verwachting bijdragen aan een duurzame(re) bosbouw en productie van hout voor energie- en materiaaldoeleinden. Voor nu is het zaak om op korte termijn de benodigde volumes houtpellets ook daadwerkelijk te mobiliseren, waar nog de nodige uitdagingen wachten. Tegelijkertijd moet als strategie voor de langere termijn het gebruik van houtpellets voor elektriciteitsproductie in de komende jaren ook een belangrijke drijfveer zijn om de productievolumes van duurzaam hout te verhogen, zodat dit op termijn ook voor de productie van biobased materialen en tweede generatie biobrandstoffen beschikbaar komt.
“Bio-energie is een cruciale optie om de Nederlandse doelstelling van 14% duurzame energie tot 2020 te behalen, en het gebruik van houtpellets voor de productie van elektriciteit (en eventueel warmte) zal daarbij een grote rol spelen. Het gebruik van pellets uit duurzaam geproduceerd hout en de te behalen broeikasgasemissiereductie van 70% (door bijvoorbeeld oude kolencentrales te sluiten en biomassa in nieuwe centrales met hoog rendement bij te stoken) zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Het recent gesloten SER-akkoord tussen milieubeweging en industrie met betrekking tot duurzaamheids
3 | E.ON Benelux als producent sed economy stimuleren via duurzame energievoorziening en de inzet van bioproducten. In de stichting verenigen zich producenten, handelaren, logistieke dienstverleners, consumenten en andere commerciële partijen, allen actief in de keten van groene grondstoffen.
3.9 | Beschikbaarheid van centrales Beschikbaarheid van energie is van essentieel belang voor onze samenleving. Conventionele centrales kunnen er momenteel voor zorgen dat de betrouwbaarheid gewaarborgd blijft, ze kunnen namelijk de momenten opvangen waarop er bijvoorbeeld weinig zon en wind is. MA De beschikbaarheid van onze centrales is, na veiligheid, één van de belangrijkste prestatieindicatoren voor de organisatie en de medewerkers in het productiebedrijf. Hoge beschikbaarheid is voor E.ON Benelux van financieel belang. In het contract tussen E.ON Benelux en E.ON Global Commodities is vastgelegd dat hoge beschikbaarheid beloond wordt. Dit geldt ook voor onze medewerkers; de hoogte van de bonus is deels afhankelijk van de beschikbaarheid.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 62
E.ON publiceert de data voor onbeschikbaarheid van haar elektriciteitscentrales rechtstreeks op de website van het EEX-transparantieplatform. Het betreft hier de Nederlandse productie-eenheden vanaf 100 MW. Naast bestaande data over onbeschikbaarheid van eenheden zullen ook de data over het type elektriciteitscentrale en de daadwerkelijke productie in Nederland (worden gepubliceerd op hetzelfde platform. De EEX-transparantie website is bereikbaar met deze link.
3.10 | Veranderingen in de warmtemarkt Begin 2015 presenteerde minister Kamp de langverwachte warmtevisie voor de toekomst, een thema dat van groot belang is voor ons. Ook voor warmte geldt het motto “de meest duurzame energie is bespaarde energie”: bespaar op het gebruik door het isoleren van woningen (bijvoorbeeld als ze worden gerenoveerd) en energieneutraal bouwen voor nieuwe woningen. Maar isoleren kent zijn grenzen en er zullen nog lange tijd huizen van vóór 2015 staan, dus er blijft behoefte aan warmte. De minister van economische zaken heeft een duidelijke koers gekozen om de warmtevoorziening minder afhankelijk van aardgas te maken en
andere bronnen van warmte te gebruiken. Deze andere bronnen zijn hernieuwbare warmte (bijvoorbeeld geothermie) en restwarmte: warmte die vrijkomt bij een productieproces en niet gebruikt wordt. Als deze warmte wel gebruikt wordt, ten koste van warmte uit gas, wordt er energie bespaard. Op deze manier draagt het gebruiken van restwarmte bij aan het verminderen van het gebruik van fossiele energie in Nederland, zelfs als de restwarmte afkomstig is uit fossiele bronnen. Het levert een aanzienlijke besparing op van energieverbruik, kosten en CO2 uitstoot. Warmte uit de industrie moet bij huishoudens en bedrijven terechtkomen, vindt minister Kamp. Dit is het goede moment om dat aan te pakken, zegt hij, omdat in veel steden het gasnet aan renovatie of vervanging toe is. Het kabinet komt daarom met nieuwe mogelijkheden om het gebruik van restwarmte aantrekkelijker te maken.
3 | E.ON Benelux als producent CEO Frits Bruijn: “E.ON Benelux is bijzonder blij met deze concrete warmtevisie. Nu gas als brandstof steeds kostbaarder wordt, is het noodzakelijk naar alternatieven te kijken. De minister erkent hiermee de potentie die restwarmte heeft voor het verwarmen en verduurzamen van onze steden. We moeten nu versnellen en concrete actie ondernemen door te investeren in nieuwe infrastructuur. Dan krijgen we een actieve en open warmtemarkt waarin klanten kunnen kiezen en ze altijd kunnen rekenen op betaalbare en schone warmte. “ Er zijn vergaande plannen voor de ontwikkeling van een warmterotonde in Zuid-Holland: een netwerk waarmee warmte van de bron naar de gebruikers gebracht kan worden. Het potentieel voor energiebesparing, terugdringen van CO2 uitstoot en verbetering van het lokale leefmilieu is enorm. In totaal kan 50 – 75% van de totale Zuid Hollandse toekomstige warmtevraag worden ingevuld met geothermie en industriële warmte. Alleen al door warmte uit het westelijk havengebied te gebruiken in het Westland en den Haag kan bijna 500.000 ton CO2 uitstoot per jaar worden voorkomen. Een spil in deze ontwikkeling is het Programmabureau Warmte Koude Zuid-Holland. Dit is een publiek-private samenwerking van 24 partijen die met zijn allen werk willen maken
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 63
van de verduurzaming van warmte in Zuid-Holland: 14% van de verwarming van gebouwen en kassen in Zuid-Holland op basis van duurzame en hernieuwbare warmte. E.ON Benelux is een actief lid van het programmabureau. Wij zijn lid van de stuurgroep en de programmaraad van de organisatie en hebben daardoor ook regelmatig en structureel contact met vrijwel alle stakeholders in de warmtemarkt. E.ON is een groot voorstander van een open warmtemarkt. In een open warmtemarkt kunnen meerdere aanbieders uit verschillende bronnen hun warmte leveren, met name tuinders, industrie, elektriciteitscentrales en andere bedrijven. Hiervoor is het nodig dat de eigenaar van het warmtenet volledig onafhankelijk is en geen willekeur toepast in het aansluitbeleid. Voor consumenten is het belangrijk dat zij hun warmteleverancier kunnen kiezen. Uiteindelijk zal deze koerswijziging leiden tot duurzamere warmte, minder CO2-uitstoot, lagere maatschappelijke kosten en een lagere warmterekening voor consument en bedrijf. Sytse Jelles, Mgr Strategie en MVO bij E.ON Benelux: “Er zijn mensen die vrezen dat we langer afhankelijk blijven van kolencentrales als we de warmte uit deze centrales gebruiken voor ver-
warming van huizen en kassen. De vrees voor dit ‘lock-in effect’ is begrijpelijk maar niet nodig. Een kolencentrale draait alleen zolang er behoefte is aan kolenstroom en zolang dat het geval is moeten we ook de warmte uit die centrale gebruiken. Maar de omgekeerde situatie – waarin een kolencentrale alleen draait omdat er behoefte is aan warmte – is vrijwel ondenkbaar en bovendien bedrijfseconomisch zeer onaantrekkelijk voor E.ON. Wij pleiten daarom voor een warmterotonde waar zoveel mogelijk verschillende bronnen van warmte op kunnen worden aangesloten en een transparante warmtemarkt waar vraag en aanbod bij elkaar worden gebracht.” Ombouw Elektriciteitsfabriek Galileïstraat naar Warmte Station Galileïstraat. Onze centrale aan de Rotterdamse Galileïstraat, de EfG, is begin 2014 gesloten omdat deze niet meer aan de emissie-eisen kon voldoen. De aankondiging stamt al uit 2010. Vanaf 1 april 2014 is de centrale stilgezet en is met de ombouw naar Warmte Station Galileïstraat (WSG) begonnen. Een belangrijke eerste stap in de ontwikkeling van de warmterotonde. Yolande Verbeek, City Plant Manager bij E.ON Benelux. Hoe ziet de nieuwe situatie er uit? ‘Rotterdam krijgt sinds de sluiting warmte van
3 | E.ON Benelux als producent de afvalverbrandingscentrale Rozenburg (AVR). Hiervoor heeft Eneco een nieuwe leiding aangelegd, de ‘Leiding over Noord’. Die transporteert de warmte naar de Galileïstraat. Vanaf onze locatie wordt de warmte doorgepompt naar het centrum van de stad via een nieuw boosterstation. Op onze locatie komt ook een hulpketel en de warmtebuffers blijven in gebruik. Deze combinatie van ketel, boosterstation en de buffers noemen we Warmte Station Galileïstraat’ De bediening van het totale
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 64
net blijven wij vanaf onze locatie in Capelle aan den IJssel verzorgen.
3.11 | Co-siting: Industiële samenwerking / symbiose op Maasvlakte
Wat gebeurt er met de installatie? ‘De centrale was na april niet meer geschikt om te draaien, omdat de NOx-emissies te hoog waren. We hebben installatiedelen hergebruikt, waardoor de centrale in zijn huidige vorm onbruikbaar is geworden. Eventuele overige bruikbare delen zijn of worden verkocht.
Maasvlakte is een unieke locatie voor restwarmtegebruik en co-siting-activiteiten in de omgeving. Onze centrale levert elektriciteit, koelwater en warmte aan aanpalende bedrijven. Wij maken gebruik van reststromen uit die industrie. Zo heeft een van onze buren de grootste biobrandstoffencentrale ter wereld op de Maasvlakte staan. Deze centrale levert biobrandstof voor bijvoorbeeld auto’s en vrachtwagens. Onze energiecentrales op de Maasvlakte leveren elektriciteit en stoom aan deze fabriek, en ontvangen een afvalproduct dat weer gebruikt wordt als biobrandstof voor onze energieopwekking. Er ligt nog een enorm potentieel op het gebied van co-siting. Denk aan warmtelevering aan kassen in het Westland en woningen in Den Haag vanuit de Maasvlakte. Waterbedrijf Evides, netbeheerder Stedin, E.ON Benelux en Vopak acteren als utilitiesgroep om aanbod te genereren aan investeerders in de Rotterdamse haven. Wij dragen zorg voor utility-verbindingen en levering. Met name niet-Europese investeerders zijn hierin geïnteresseerd. Het geeft een boost aan de energieefficiëntie in de Rotterdamse haven. En een boost aan de grondstoffen efficiency. Het warmtenet-
3 | E.ON Benelux als producent
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 65
Gate LNG
Lyondell Bayer Neste
Omnivoor Biomass
werk in Rotterdam is nu al heel groot. We kijken nu naar nieuwe marktmogelijkheden op basis van restwarmte, daarin bouwen we veel expertise op en op dat gebied zullen we een belangrijke rol in de verduurzaming van Nederland gaan spelen. 3.11.1 | Plug and Play E.ON Benelux neemt deel aan een unieke samenwerking met diverse partijen. Deze partijen sloten een overeenkomst met als doel het creëren van een 80 hectare groot ‘Plug & Play terrein’ op Maasvlakte 2. Dit terrein (van ongeveer 120 voetbalvelden) is gereserveerd voor innovatieve chemische industrie op basis van hernieuwbare grondstoffen.
Het terrein wordt ingezet om biobased industrie aan te trekken en te accommoderen. Dankzij dit initiatief hoeven bedrijven die zich op de tweede Maasvlakte vestigen niet langer eigen investeringen te doen in zaken als energieproductie, opslag, afval en drinkwater. Het doel is om een aantal diensten aan te bieden die de verschillende biobased bedrijven kunnen gebruiken. Integratie met bestaande bedrijven op Maasvlakte is eveneens mogelijk. Biobased Cluster Biobrandstoffen, bio-energie en de biochemische industrie staan in de hele wereld in de schijnwer-
pers. Veel bedrijven zien grote voordelen in duurzame energieopwekking en de verwerking van ‘groene’ grondstoffen. De haven van Rotterdam biedt ruimte voor de uitbreiding van de industrie op basis van hernieuwbare grondstoffen, met name op Maasvlakte 2. Naast de schaalvoordelen, kunnen bedrijven maximaal profiteren van elkaars aanwezigheid in onze Biobased Cluster. Het restproduct van het ene bedrijf is de grondstof voor de ander. Dit Plug & Play concept is een goed voorbeeld van de integratie van kennis, infrastructuur, producten en diensten in de Rotterdam Bio Port.
4|
E.ON Benelux als onderneming
ROTTERDAMSE SCHOUWBURG
Electriciteitsfabriek Goed Voldoende Matig Slecht
WATT?
MANRAISICOGEME
NT
4 | E.ON Benelux als onderneming
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 67
In dit hoofdstuk gaan we dieper in op zaken rondom E.ON Benelux als onderneming, zoals werkgeverschap, inkoopbeleid, risicomanagement en betrokkenheid bij de samenleving. Ook gaan we hier dieper in op de manier waarop wij de dialoog met onze stakeholders organiseren.
4 | E.ON Benelux als onderneming Een aantal cijfers over E.ON Benelux als onderneming (kalenderjaar 2014):
1,6
691 Aantal medwerkers (per 31 december 2014)
-17,8
miljoen
Bruto bedrijfsresultaat
-217,3
4.1 | De wereld om ons heen Uiteraard komen alle belangrijke thema’s van E.ON Benelux als leverancier en producent samen voor E.ON Benelux als onderneming. Sommige hebben een extra dimensie door bijvoorbeeld gevolgen voor werkgelegenheid. Daarnaast zijn er nog enkele andere ontwikkelingen die voor E.ON Benelux als onderneming van belang zijn.
miljard
Omzet
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 68
miljoen
Netto bedrijfsresultaat
De splitsing en werkgelegenheid 2016 wordt voor E.ON een erg belangrijk jaar, we zullen onze zakelijke activiteiten splitsen in twee bedrijven. De werknemers van E.ON zullen over deze bedrijven worden verdeeld. Dit zal, zoals na te lezen valt in de “Gemeenschappelijke verklaring en basisovereenkomst” van de directie en ondernemingsraad , geen afvloeiing van personeel tot gevolg hebben. Daarnaast blijven ook zowel de collectieve arbeidsovereenkomsten als de ondernemings- en pensioen overeenkomsten onveranderd. Ook de lopende personeelsontwikkelings- en trainingsprogramma’s worden voortgezet. Verduurzaming. Als wereldwijd energieconcern hebben we de maatschappelijke verplichting de omschakeling naar duurzame energie te realise-
Innovatie :Agile is een intern programma gericht op het ontplooien van nieuwe bedrijfsideeën. Het programma dient als internationaal platform om innovatief talent en verborgen potentieel van de hele groep aan te boren. Dit heeft als één van de vele voordelen dat E.ON de ideeën snel kan testen in een reële marktomgeving. Medewerkers die een bedrijfsidee indienen, hebben de mogelijkheid om directeur te worden van hun eigen start-up binnen E.ON. Ook hebben deze medewerkers de mogelijkheid om zelf te investeren in hun eigen idee. Met deze maatregelen bevorderen wij ‘intrapreneurship’ bij E.ON. Met :Agile brengen we nieuwe en innovatieve bedrijfsideeën binnen E.ON in kaart. We geven geselecteerde ideeën een mogelijkheid om onderdeel te worden van ons toekomstige succes. Het project functioneert als instrument om start-ups te voorzien van de benodigde financiële en organisatorische hulp.
4 | E.ON Benelux als onderneming ren. Daaronder valt ook het duurzame economische succes van onze onderneming, want anders zijn we niet in staat zijn de noodzakelijke veranderingen voor een duurzame toekomst te realiseren. In dit licht is bijvoorbeeld duurzaam inkopen relevant. Een ander effect van de verduurzaming is de daling van inkomsten uit de productie van elektriciteit door het groeiende aandeel – veelal gesubsidieerde – duurzame energie. Dit heeft directe nadelige gevolgen voor de winstgevendheid van ons bedrijf. Sluiting. In 2014 is onze centrale op de locatie Galileïstraat gesloten en omgebouwd tot warmtestation. Dit is een gevolg van de transitie van warmte. De effecten voor de individuele medewerkers zijn groot. In totaal hebben we van 33 collega’s afscheid moeten nemen. Wie zijn onze belangrijkste stakeholders? Bij de hoofdstukken E.ON Benelux als leverancier en – producent hebben we al veel van onze stakeholders benoemd. Naast deze stakeholders kennen we als onderneming nog een aantal andere stakeholders. Wie zijn deze stakeholders? • Onze medewerkers: Onder meer via ons intranet en de interne informatiekrant (E.ON EBXcourant die 4 keer per jaar verschijnt) houden
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 69
we onze medewerkers op de hoogte van de activiteiten van ons bedrijf. In 2014 is hard gewerkt aan de verspreiding van informatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo is de MVO pagina op ons intranet vernieuwd en zijn er diverse presentaties geweest tijdens afdeling overleggen over de nut en noodzaak en activiteiten van MVO bij E.ON Benelux. Naast informeren vinden wij ook betrokkenheid van onze medewerkers erg belangrijk. Daarom hebben we een aantal keer per jaar interne dialoog sessies met directie en medewerkers. • Branchevereniging Energie Nederland: We nemen deel aan werkgroepen binnen de branchevereniging van energiebedrijven en spreken onder andere over marktregulering, consultaties, kennisverwerving, het creëren van draagvlak en het beschikbaar stellen van informatie. Onze CEO maakt, namens E.ON, deel uit van het bestuur. Deze branchevereniging kent 12 werkgroepen, waarin we vertegenwoordigd zijn. • Onze ondernemingsraad: In bijlage 9, bestuur, management, raad van commissarissen en OR, wordt uitgebreid beschreven hoe de dialoog gevoerd wordt. • Onze aandeelhouders: Eens per jaar heeft E.ON een aandeelhoudersvergadering.
• Newton aan tafel: Voor specifieke thema’s organiseren wij sessies onder de noemer Newton aan tafel. Dit zijn gespreksbijeenkomsten waarbij wordt gediscussieerd door een uiteenlopende groep stakeholders en experts die past bij het onderwerp. Deze vorm van dialoog hebben wij in het verleden toegepast en recentelijk nieuw leven ingeblazen. In november 2014 vond de eerste sessie van Newton aan Tafel plaats met als thema de biobased industry.
4.2 | Strategie en doelen van E.ON Benelux als onderneming De strategieën van E.ON als leverancier en producent komen samen voor E.ON als onderneming. Naast de doelstellingen op het gebied van dienstverlening en productie kennen we een aantal ondernemingsdoelstellingen, te weten: Onderneming Voornaamste financiële doelstelling van E.ON Benelux voor 2014 was het behalen van een EBITDA van € 19 miljoen. De negatieve afwijking van de resultaten zijn voornamelijk te wijten aan onvoorziene omstandigheden tijdens de testfase van onze nieuwe centrale MPP3.
4 | E.ON Benelux als onderneming
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 70
Werkgever Wij hebben oog voor onze medewerkers. Wij streven ernaar een werkgever te zijn die prestaties beloont, potentieel herkent en luistert naar medewerkers, dat doen wij onder andere door het bevorderen van een veilige en gezonde werkplek, het bevorderen van diversiteit binnen onze organisatie, het aanbieden van ontwikkelingsmogelijkheden voor onze medewerkers en het collectief onder de aandacht brengen van de technieksector.
muleerd om het aandeel vrouwen in leidinggevende functies te verhogen: tot 2015 moet binnen het gehele concern 16% van de leidinggevende functies door vrouwen bezet zijn. Tot 2020 moet dit aandeel tot 25% stijgen. Momenteel is het percentage vrouwen in leidende functies binnen ons gehele bedrijf 15,8%. Binnen E.ON Benelux geven we invulling aan deze doelstelling onder andere door bij aannamen en selectie van onze trainees, Early Talents en Potentials waar mogelijk te zorgen voor een goede verdeling tussen mannen en vrouwen.
Dialoog Wij zoeken actief de dialoog op met onze stakeholders over onze activiteiten en uitdagingen, dat doen wij onder andere door het houden van; surveys, dalioog momenten voor omwonenden van onze centrales, dicerse newton aan tafels en één Customer Immersion Session in het teken van MVO.
dacht aan thema’s als een gezonde werkplek en gezonde voeding in onze bedrijfsrestaurants. In 2015 zullen wij ons verder inzetten voor het ontwikkelen van passend ouderenbeleid.
4.3 | Gezondheid
Ons ziekteverzuim over 2014 was 4,0%, de monetaire waarde hiervan is € 1,44 miljoen.
Wij vinden als organisatie het bewustzijn rondom de gezondheid van onze medewerkers erg belangrijk. Wij bieden onze medewerkers op structurele basis een PMO (Periodiek Medisch Onderzoek) aan, waar men op vrijwillige basis aan deel kan nemen. Daarnaast besteden wij veel aan-
4.4 | Diversiteit Wij geloven dat diversiteit helpt bij het bouwen van een meer winstgevend, efficiënt en aantrekkelijk bedrijf. E.ON heeft een doelstelling gefor-
4 | E.ON Benelux als onderneming 4.5 | Opleiding en ontwikkeling Studenten bieden we de mogelijkheid een stage te lopen. In 2014 hebben circa 10 BOL-studenten van het Scheepvaart en Transport College (STC) in Brielle stage gelopen bij E.ON Benelux. Eenmaal afgestudeerd talent bieden we de mogelijkheid ervaring op te doen binnen de energiesector met het E.ON Graduate Programme (EGP). Het programma heeft een doorlooptijd van 24 maanden, bestaande uit gemiddeld vier projecten van zes maanden, waarvan één van deze projecten is binnen een van E.ON’s buitenlandse bedrijven. In 2014 is er binnen E.ON Benelux 1 trainee gestart met het programma.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 71
ker. Er zijn vier initiatieven waarvan medewerkers vrijwillig en gratis gebruik kunnen maken. Namelijk Talentenplatform, CareerCheck, Events met workshops en een Individueel voorbereidingspakket.
doen wij onder andere door bij te dragen aan de Watt Campagne en het samenwerkingsverband Process en Maintenance College. In 2014 bedroeg de financiële bijdrage van E.ON Benelux aan het Proces en Maintenance College € 30.000,-.
4.7 | Beloning van onze medewerkers
WATT?
Daarnaast kent de E.ON Groep een internationaal programma genaamd Early Talent program. Deelnemers aan het Early Talent programma volgen vier modules in internationale groepen. In 2014 zijn er 4 medewerkers van E.ON Benelux gestart met dit programma.
4.6 | Aandacht voor techniek in het onderwijs
Tot slot bieden we collectief ontwikkelingsmogelijkheden voor iedere medewerker. In 2014 is het O&O fonds Productie- en Leveringsbedrijven (PLb) gestart met het project ‘Investeren in je eigen talent’. Het doel: medewerkers zich bewust laten worden van hun wensen en waarde als medewer-
Wij vinden het belangrijk om vanuit een maatschappelijk oogpunt bijdragen te leveren aan activiteiten die die bijdragen aan imagoverbetering van de energiesector, voorlichting en werving. Dit om op zowel korte als lange termijn te zorgen voor voldoende opgeleid personeel. Dit
We motiveren onze medewerkers om hun persoonlijk potentieel volledig te benutten door consequent gelijkheid van kansen bij hun persoonlijke en beroepsontwikkeling na te streven en hun individuele prestaties objectief te belonen. Dit doen wij op twee manieren.
4 | E.ON Benelux als onderneming
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 72
Om onze werknemers te stimuleren is het koppelen van de beloning (salarisverhoging) aan de beoordeling van de werknemer. Zie de ingevoegde tabel voor de percentages die hierop van toepassing zijn. De directie van E.ON wordt beloond volgens de geldende procedures voor regionale bestuurders van E.ON. Een overzicht van de remuneratie van de directie van E.ON is terug te vinden in het E.ON Annual report 2014. De ratio tussen de hoogst betaalde beloning en de gemiddelde beloning binnen E.ON Benelux is 212%. Een andere manier is onze prestatie toeslag (bonus). Deze bonus is voor medewerkers vallend onder de CAO vastgesteld op maximaal 4% van het basis jaarsalaris. Van deze bonus is 70% te be
RSP
halen door vooraf gestelde individuele en teamdoelstellingen. De overige 30% wordt bepaald door bedrijfsdoelstellingen. In 2014 bepaalde de NPS 10 %van de bonus vallende onder deze 30% voor Sales en Regional unit, voor Generation bepaalde de TRIF 15% van de bonus vallende onder deze 30%. Verder was er geen koppeling met maatschappelijke resultaten. Binnen E.ON Benelux is het gemiddeld gerealiseerd totaal percentage over 2014 71,5%. Voor directie bedraagt de on target bonus maximaal 30% van het Total Target Cash, voor hoger management is dit maximaal 20%. Afhankelijk van persoonlijke prestaties en resultaat van de E.ON Groep kan maximaal 2 keer dit bedrag uitgekeerd worden als bonus. De bonus is pensioen gevend.
Beoordeling Onvoldoende
Voldoende
Goed
Zeer goed
< 80%
0%
3 - 5%
5 - 7%
7 - 9%
80 - 90%
0%
1 - 3%
3 - 5%
5 - 7%
90 - 100%
0%
0,5 - 1%
1 - 3%
3 - 5%
Relatieve salarispositie (RSP)/Beoordelingsmatrix
4.8 | Verantwoord inkopen De inkoopdoelstellingen van E.ON Benelux zijn in lijn met het totale organisatiebeleid. We kennen acht primaire verantwoordelijkheden van inkoop: • Het waarborgen van de integriteit rondom aanbestedingen • Het bijdragen aan de veiligheid-, milieu- en gezondheidsdoelstellingen van de onderneming • Het leveren van een belangrijke bijdrage aan de continuïteit van het totale bedrijfsproces • Een bijdrage aan het ondernemingsresultaat en kostenreductie • Het verminderen van de strategische kwetsbaarheid van de onderneming met betrekking tot toeleveringen • Het verhogen van de concurrentiepositie op de energiemarkt • Het respecteren van de onderneming naar buiten toe, in het bijzonder naar onze leveranciers • Het richten op maatschappelijk verantwoord inkopen (MVI) en daarbij rekening houden met de maatschappelijke gevolgen op sociaal, milieu en economisch gebied
4 | E.ON Benelux als onderneming Kwaliteit, veiligheid en maatschappij zijn van belang Tijdens iedere stap binnen het inkoopproces worden verschillende criteria in acht genomen. Onze eerste gedachten gaan daarbij uit naar veiligheid, gezondheid en milieu. Omdat Health, Safety en Environment (HSE) en duurzaamheid één van de hoogste prioriteiten heeft binnen E.ON is er een proces ontwikkeld om de risico’s van potentiële toeleveranciers en hun geplande werkzaamheden te identificeren. Bij het analyseren van risico’s wordt een matrix gebruikt, waarbij twee aspecten in beschouwing worden genomen: de mogelijkheid om incidenten of verwondingen te veroorzaken en de omvang en complexiteit van de goederen en/of diensten. De risicoanalyse identificeert hoge, medium en lage risico’s van deze twee aspecten. Het hoogste risicoprofiel geldt wanneer de in te kopen activiteit hoge risico-componenten heeft in meerdere secties. Uiteraard moeten alle goederen en diensten beoordeeld worden op hun gevolgen voor de gezondheid en de veiligheid van mens en milieu. Voor elke kwalificatie (hoog, medium en laag) zijn er aparte vereisten opgesteld voor de leverancier. Daarbij zijn er ook aparte, interne proces-stappen opgesteld zodat de juiste verantwoordelijke betrokken wordt in het proces.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 73
Hoog
Medium
Laag
Hoog
Hoog risico
Hoog risico
Hoog risico
Medium
Hoog risico
Medium risico
Medium risico
Laag
Medium risico
Laag risico
Laag risico
Risico op incidenten (gezondheid en milieu) of verwondingen
Complexiteit van de goederen en/of diensten Wij vragen onze (potentiële) leveranciers naar hun beleid en activiteiten. Leveranciers die voldoen aan internationale richtlijnen betreffende gezondheid, veiligheid en kwaliteit (bijvoorbeeld: SCC, OHSAS en ISO) en onze eigen interne normen genieten een voorkeur. Hierop screenen wij tijdens een preselectie, zelfs wanneer het betekent dat hier hogere kosten aan verbonden zijn. Offertes van ge-prekwalificeerde leveranciers tijdens aanbestedingen worden getoetst op vaste elementen: veiligheid, gezondheid en milieu, kwaliteit en integrale kosten. E.ON heeft een waarderingssysteem om zo de beste leverancier en bijbehorende aanbieding te selecteren. Wij vragen onze (potentiële) leveranciers ook naar hun maatschappelijk beleid en activiteiten. Een voorbeeld van een inkoopproces waarbij
verantwoordelijkheden in de gehele keten in acht zijn genomen zijn de regisseursstoelen die in de campagne rond het wereldkampioenschap voetbal 2014 worden gebruikt. Bij het inkopen van deze stoelen is niet alleen gelet op prijs en kwaliteit, maar ook op andere aspecten die staan beschreven in de UN Global Compact. Zo is er gelet op de duurzaamheid van het hout (FSC-hout) en of er sprake is geweest van kinderarbeid in het productieproces. Evaluatie van leveranciers Onze grootste leveranciers worden minimaal één keer per jaar geëvalueerd. Tijdens deze leveranciersevaluatiemomenten kijken we terug op de samenwerking en of de leverancier inbreuk maakt op de door ons gestelde normen en regels (onder andere de gedragscode). Ook hierbij ligt de nadruk op gezondheid en veiligheid.
4 | E.ON Benelux als onderneming Indien leveranciers niet voldoen aan de door ons gestelde normen en regels ontvangen ze een waarschuwing. Als de leverancier na een waarschuwing nog niet voldoet of nog steeds inbreuk maakt op onze richtlijnen worden zij per direct van onze leverancierslijst verwijderd en niet meer benaderd. Lopende contracten kunnen zelfs voortijdig beëindigd worden. Daarnaast zullen wij dit melden aan de afdeling Key Supplier Management van Corporate Procurement in Essen, zodat er een algeheel verbod op de zakelijke relatie cq. samenwerking komt te staan. Deze actie kan ook vanuit Corporate Procurement opgelegd worden naar de Regional Units. Dit laatste heeft in 2014 een keer plaats gevonden. Er loopt een fraude onderzoek naar de handelswijze van een leverancier. Dit heeft geresulteerd in een algeheel verbod vanuit Corporate Procurement om, tot nadere berichtgeving, zaken met hen te onderhouden. Door het delen van informatie ontstaat een wisselwerking, wordt de inkoopkracht gebundeld en leveranciers gevolgd en gehouden aan de richtlijnen binnen de totale E.ON Benelux organisatie.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 74
4.9 | Feedback van onze medewerkers: Interne NPS De interne Net Promoter Score geldt voor diverse ondersteunende diensten van E.ON in de Benelux. De totale NPS score van onze supportfuncties is sinds eind vorig jaar met 11 punten gestegen. Dat blijkt uit de resultaten van de tweede uitvraagronde uit 2014. Het gaat om Finance, HR (Business Partner-rol), Procurement, IT en Facilities (inclusief bedrijfsrestaurants). De totale score van de supportfuncties is gestegen van -7 eind 2013 naar +4 eind 2014.
4.10 | Social involvement Naast dat wij actief de dialoog zoeken met onze stakeholders, zoeken we ook de actieve participatie op. De ‘dialoog’ blijft de rode draad in onze banden met elkaar en met de samenleving. Maar we willen niet alleen die dialoog voeren, we leveren ook een actieve bijdrage aan de maatschappij. Lespakketten en colleges op scholen. Sinds 2012 besteden wij veel aandacht aan educatie over energie aan kinderen. In 2014 zijn we actief een samenwerking aangegaan met het Milieu Educatie Centrum (MEC) in Eindhoven en stichting
Goed Voldoende Matig Slecht
Duurzaam Eindhoven. Via het MEC hebben wij het lespakket ‘Ontdek de wereld van energie’ gratis verspreid onder basisscholen die de tentoonstelling ‘Spelen met duurzaamheid’ bezochten. Design Academy Eindhoven. Sinds 2012 zijn wij ‘friend’ van de Design Academy Eindhoven (DAE). Ieder jaar gaan studenten van de DAE aan de slag met een opdracht die gerelateerd is aan energie en energieoplossingen. In 2014 is een onder andere een opdracht uitgevoerd, door een aantal studenten, dat in het teken stond van de klantbeleving, ook wel customer journey. Er is gevraagd en oplossing te bedenken voor een zeer praktisch probleem, namelijk het aantal telefoontjes van klanten aan de klantenservice.
4 | E.ON Benelux als onderneming De Rotterdamse Schouwburg. Sinds 2010 zijn wij partner van de Rotterdamse Schouwburg. De Rotterdamse Schouwburg wil zich graag ontwikkelen tot de groenste schouwburg van Nederland. Wij ondersteunen de schouwburg bij haar ambitie zowel financieel als met gericht advies. Verder is de Schouwburg een goede locatie om in contact te komen met onze Rotterdamse Stakeholders.
ROTTERDAMSE SCHOUWBURG
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 75
Electriciteitsfabriek
Electriciteitsfabriek voor het organiseren van kunstproducties. Jaarlijks biedt de stichting ruimte aan twee of drie producties. In de perioden van 14 maart t/m 3 mei 2014 bezochten meer dan 10.000 bezoekers de tentoonstelling Generator Strandbeest van Theo Jansen in de Electriciteitsfabriek.
Het doel van het risico mangement systeem en de interne controle structuur van EBX is een balans te creëren tussen effectieve en professionele bedrijfsvoering en een adequaat risico management systeem. Ons risico management systeem en interne controle systeem maken een significante bijdrage tot: • Vroege identificatie van risico’s • Adequate mitigatie van risico’s Hiermee dient risico management zowel de financiële en operationele doelstellingen als ook compliance met wet en regelgeving. Verschillende type risico’s en de mitigerende maatregelen die EBX onderneemt, staan hieronder vermeld: Marge, volume en markt risico’s. Door de toetreding van nieuwe aanbieders in de markt en veranderende regelgeving is een scherpere concurrerende omgeving gecreëerd. Hierdoor staan de marges sterk onder druk.
4.11 | Risico management Stichting Electriciteitsfabriek. Sinds een aantal jaar maakt Stichting Electriciteitsfabriek gebruik van een deel van de elektriciteitscentrale in Den Haag. Dit deel, de voormalige turbinehal, is niet meer in gebruik voor energieproductie. Wij stellen deze hal tijdelijk beschikbaar aan de stichting
E.ON Benelux is onderhevig aan een aantal risico’s die onlosmakelijk zijn verbonden met de activiteiten van een energiebedrijf. We bevinden ons in een internationale marktomgeving die wordt gekenmerkt door algemene risico’s in verband met een bedrijfscyclus.
De vraag naar elektriciteit en aardgas is seizoensgebonden. De vraag uit de markt is in het algemeen hoger tijdens de koude maanden oktober tot maart en lager tijdens de warme maanden april tot en met september. Omzet en resultaten van de energie-activiteiten kunnen negatief worden beïnvloed door perioden van warmer
4 | E.ON Benelux als onderneming weer dan gebruikelijk tijdens de herfst- en wintermaanden. Onze resultaten zijn afhankelijk van commodity marktprijzen. • We maken gebruik van financiële instrumenten om de prijsschommelingen op commodities zoals elektriciteit, gas, steenkool en olie te beperken. Financieringsrisico’s. De financiering van E.ON Benelux verloopt via de E.ON-groep. Langetermijnfinanciering is in het algemeen gebaseerd op vaste rentetarieven. Kortetermijnfinanciering is in het algemeen gebaseerd op variabele rentetarieven. • Wij hanteren een cash management systeem en -proces om de cashflowrisico’s te beheren. Operationele risico’s. In onze productie operatie gebruiken wij technisch complexe installaties. Hiernaast heeft EBX een nieuwe productielocatie in aanbouw en inbedrijfstelling. Er zijn een aantal zaken die EBX onderneemt om deze technische operationele risico’s te mitigeren: • Training en kwalifacties van personeel • Verdere verfijning van onze procedures en technologie • Regulier onderhoud
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 76
• Standaarden voor technisch project management en ontwerp • Hoogste standaard voor technologisch en ecologisch management.
MANRAISICOGEME
NT
In het kader van bouw en inbedrijfsstelling van grotere productielocaties (> 50 mio) maakt E.ON gebruik van E.ON Global Technologies voor technische en projectmanagement expertise. Onze commerciele operationele risico’s zijn onder meer afhankelijk van complexe informatietechnologie (IT) systemen. Onze IT-systemen worden onderhouden en geoptimaliseerd door gekwalificeerde E.ON-deskundigen, externe deskundigen en meerdere technologische beveiligingsmaatregelen. Wij hebben onze IT-activiteiten uitbesteed aan E.ON Business Services Benelux B.V. Externe risico’s. De politieke, juridische en regelgevende omgeving waarin wij opereren, zorgt voor externe risico’s. Wijzigingen in de politieke, juridische en regelgevende omgeving kunnen leiden tot onzekerheid met betrekking tot de planning. • Wij voeren een intensieve en constructieve dialoog met de overheid en beleidsmakers om regulatory, milieu en juridische risico’s te beheersen.
Strategische risico’s. De nieuwe visie van E.ON voorziet in het verbeteren van het leven van mensen door de voorkeurspartner van energieoplossingen van de klant te zijn. • E.ON Benelux zal zich ontwikkelen van een gewone energieleverancier naar een partner van keuze voor de klant, om daarmee de complexe en gediversifieerde behoeften van de klant te vervullen. Onze focus blijft daarbij gericht op het realiseren van de vermindering van de ecologische voetafdruk door het bevorderen van hernieuwbare energie en koolstofarme technologieën om de uitstoot te verminderen, en door zeer efficiënte primaire energieconversie. Kredietrisico’s. • Wij hebben een credit risk management systeem en -proces om de kredietrisico’s op business partners te beperken.
4 | E.ON Benelux als onderneming Compliance risico’s. Compliance wordt als uiterst belangrijk gezien en heeft betrekking op gedrag richtlijnen en wet en regelgeving. Risico’s die spelen op het gebied van compliance zijn juridische procedures en reputatieschade als gevolg van non-compliance. • We besteden veel aandacht aan compliance, denk hierbij aan Q&A’s over do en don’ts, workshops, e-learnings, etc. Risico beheer E.ON implementeert talrijke maatregelen om de risico’s te beperken. Bijvoorbeeld door uitgebreide sales controleactiviteiten. Binnen de E.ON Groep wordt gebruik gemaakt van een risk tolerantie om te bepalen in welke mate de onderneming bereid is om risico te nemen. De maximale risk tolerantie is onder meer gebaseerd op verwachtingen van aandeelhouders en de financieringsmogelijkheden.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 77
De E.ON Groep heeft kwantitatieve risico-indicatoren geformuleerd. Het totale risico van de E.ON Groep wordt tevens berekend met behulp van Monte Carlo simulatietechnieken, hierin worden afhankelijkheden tussen individuele risico’s meegenomen. Het financiële jaarverslag van de E.ON Groep biedt meer inzicht in hoe deze kwantitatieve risico-indicatoren tot stand komen.
Risicocategorie
Omschrijving risico
Marktrisico’s
Commodity prijsrisico, interest, valutarisico’s
Operationele risico’s
Processen/HR/IT-risico’s
Externe risico’s
Regulatory/polieke risico’s
Strategische risico’s
Strategie, investeringsrisico’s
Technologische risico’s Technische risico’s installaties Kredietrisico’s
Creditrisico’s op businesspartners
5|
Bijlagen
5 | Bijlagen Bijlage 1 | Begrippenlijst :Agile Advisory Group for Innovation and Learning at E.ON. In het Engels staat dat voor vingervlug, flexibel, wendbaar, pienter, scherp van geest). Biobased industrie De productie van duurzame biobrandstoffen en hergebruik van grondstoffen in (in dit geval) het haven gebied. De nabijheid van onze centrale, die energie levert en biomassa afneemt, is hierbij van groot belang. Biodiversiteit Met biodiversiteit wordt de variatie onder alle levende organismen bedoeld. Het gaat hierbij om de diversiteit aan ecosystemen, met daarin verschillende soorten organismen, en de verschillen tussen organismen van hetzelfde soort. Biogas Biogas, ook wel groengas genoemd, wordt geproduceerd door vergisting van organisch materiaal, zoals mest, rioolslib of gestort huisvuil. De hoofdbestanddelen zijn methaan en koolstofdioxide. Vanwege de biologische oorsprong is biogas een duurzame energiebron.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 79
Biomassa Energie uit biomassa wekt men op door het verbranden, vergassen of vergisten van organisch materiaal zoals hout en gft-afval, maar ook plantaardige olie, mest en speciaal geteelde gewassen. Autobrandstof en elektriciteit die zijn gemaakt uit biomassa, verminderen het gebruik van fossiele brandstoffen en daarmee de uitstoot van broeikasgassen zoals CO2. Een ander voordeel is dat biomassa, in tegenstelling tot kolen en aardgas, niet opraakt. CCS De afkorting CCS staat voor Carbon Capture and Storage. Dit is een verzamelnaam voor een aantal technieken om CO2op te vangen en op te slaan. CO2 dat uit de verbranding van koolwaterstoffen kan opgevangen worden en in ondergrondse reservoirs opgeslagen worden. Dit voorkomt dat CO2 in de atmosfeer terecht komt. CO2 Koolstofdioxide (CO2) komt voornamelijk vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals aardgas en steenkool. Koolstofdioxide draagt bij aan de versterking van het broeikaseffect. CO2 intensiteit De hoeveelheid uitgestoten koolstofdioxide (CO2)
afzetten tegen het Bruto Nederlands Product (BNP) - de waarde van alle goederen en diensten geproduceerd in een jaar tijd. Collectieve PV Een coöperatie van mensen uit een bepaalde regio lid kunnen worden en kunnen investeren in één of meerdere zonnepanelen. Bijvoorbeeld omdat zij zelf geen daken bezitten waarop dit zou kunnen. Conventioneel Energieproductie zoals we dat al heel lang gewend zijn. Corporate governance Corporate governance is de Engelse term voor bestuur (governance) van een onderneming. Binnen de bedrijfskunde wordt de term gebruikt om aan te duiden hoe een onderneming goed, efficiënt en verantwoord geleid moet worden, inclusief verantwoording hierover richting stakeholders. Corporate Social Responsibility (CSR/MVO) CSR staat voor Corporate Social Responsibility. Het is de Engelse term voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Bij MVO neemt een onderneming de verantwoordelijkheid voor de effecten van haar bedrijfsactiviteiten op mens
5 | Bijlagen en milieu. Het bedrijf ziet in ‘people en planet’vraagstukken kansen voor nieuwe producten, diensten of processen die zowel de samenleving als de onderneming ten goede komen (profit). Co-siting Gebruik van reststromen van omliggende bedrijven. Dialoog Wanneer een onderneming met zijn stakeholders in gesprek gaat is er sprake van een stakeholderdialoog. Het voeren van een stakeholderdialoog is een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Duurzaam bosbeheer Bij Duurzaam Bosbeheer is er een balans tussen de ecologische, economische en sociale functies van het bos. Duurzaamheid Duurzaam betekent bestendig of lang meegaand. Een duurzame ontwikkeling is een strategie of productiemethode die de natuurlijke hulpbronnen of grondstoffen niet uitput om zo de behoeften van toekomstige generaties niet in gevaar te brengen. Bij duurzame ontwikkeling is dus sprake van een ideaal evenwicht tussen sociale (people),
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 80
ecologische (planet) en economische (profit) belangen. EBITDA Is de winst voor aftrek van rente, belasting en afschrijvingen. Ecologische omstandigheden en voetafdruk Ecologie: De leer die zich bezig houdt met het natuurlijk evenwicht en dynamiek van planten en dieren in hun macro- of micro-omgeving. De term `ecologisch` heeft vaak de betekenis: ‘met respect voor het natuurlijk evenwicht’ Voetafdruk: De ecologische voetafdruk is een getal dat weergeeft hoeveel biologisch productieve grond- en wateroppervlakte een bepaalde bevolkingsgroep of bedrijf in dat jaar gebruikt om zijn consumptieniveau te kunnen handhaven en zijn afvalproductie te kunnen verwerken. Het gaat om een hypothetisch getal, gemeten in mondiale hectares. Energietransitie Energietransitie is het omschakelen van de ene energiebron naar de andere.
Fte (fulltime-equivalent) Een (1.00) fte is gelijk aan een voltijdsmedewerker zoals bepaald is in de cao van de betreffende onderneming. Fossiele brandstoffen Aardolie, steenkool, aardgas en bruinkool zijn zogenaamde fossiele brandstoffen. Dit zijn brandstoffen die ontstaan zijn in het geologische verleden van de aarde. Het zijn resten van planten en dieren uit voornamelijk afkomstig uit het Carboon (tijdperk). Naast aardolie, steenkool, aardgas en bruinkool behoort ook turf gewonnen uit hoogen laagveen tot de fossiele brandstoffen. Fossiele brandstoffen zijn een belangrijke grondstof bij het opwekken van energie. Global Reporting Initiative (GRI) Het Global Reporting Initiative is een internationale organisatie die richtlijnen voor duurzaamheidsverslaggeving opstelt. In een duurzaamheidsverslag communiceert een organisatie publiekelijk over haar economische, milieu- en sociale prestaties. Green deal Green Deals zijn afspraken met de overheid die obstakels voor groene groei wegnemen voor bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties.
5 | Bijlagen Dat kan bijvoorbeeld door eenvoudiger vergunningen te verlenen, afzetmarkten voor nieuwe technologieën te ondersteunen en de toegang tot de kapitaalmarkt te verbeteren. In 2011 en 2012 zijn 135 Green Deals gesloten tussen bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden. Hernieuwbare energie Duurzame energie is energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld. Indirect landgebruik Landgebruik voor biobrandstofproductie in plaats van gebruik voor bijvoorbeeld voedsel- of veevoederproductie. ISO 26000 ISO 26000 is een internationale richtlijn voor MVO Ketenverantwoordelijkheid Maatschappelijk verantwoord inkopen wordt ook wel ketenverantwoordelijkheid genoemd. Neemt een inkoper ketenverantwoordelijkheid, dan let hij niet alleen op de prijs, kwaliteit en levertijd van een product, maar ook op sociale en milieuaspecten. Zo beïnvloedt hij het gedrag van zijn
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 81
toeleveranciers, bijvoorbeeld op het gebied van arbeidsomstandigheden, rechten van werknemers en milieu. Koolstofschuld Dit is de opgeslagen koolstof van een gekapte boom die in één keer als CO2 in de atmosfeer terecht komt als deze boom wordt gebruikt voor de productie van energie. Pas na herplanting en volgroeien van een nieuwe boom is deze schuld ingelost. Kredietwaardigheidstoetsing Toetsing van de financiële kredietwaardigheid van mensen. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) Bij MVO neemt een onderneming de verantwoordelijkheid voor de effecten van haar bedrijfsactiviteiten op mens en milieu. Het bedrijf ziet in ‘people en planet’-vraagstukken kansen voor nieuwe producten, diensten of processen die zowel de samenleving als de onderneming ten goede komen (profit). Materiële onderwerpen/aspecten Materiële aspecten zijn aspecten die vanuit de onderneming de belangrijkste milieu, sociale en
economische impact hebben, of die substantieel van invloed op stakeholders en diens afwegingen. Micrometer Een micrometer is een lengtemaat. Een micrometer is gelijk aan 0,000 001 meter, een miljoenste deel van een meter, of een duizendste deel van een millimeter. Mid corporate-bedrijven Middelgrote bedrijven. Natuurbeschermingswet De Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet) is een Nederlandse wet. In deze wet is nu de natuurbescherming van specifieke gebieden geregeld. Internationale verplichtingen zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. NOx /stikstof Stikstofoxiden (soms afgekort tot NOx) is een verzamelnaam voor de binaire verbindingen van zuurstof en stikstof. NPS (Net Promoter Score) De NPS meet de klantloyaliteit door aan klanten te vragen hoe waarschijnlijk het is dat zij een merk of organisatie zouden aanbevelen bij anderen.
5 | Bijlagen OHSAS 18001 OHSAS 18001 is de wereldwijd geaccepteerde norm met eisen voor een arbomanagementsysteem. Omgevingsvergunning Een omgevingsvergunning is een vergunning voor verschillende aspecten (bouwvergunning, milieuvergunning etc.), waarbij slechts één procedure vereist is voor het verkrijgen ervan. Deze vergunning kan bij één loket bij de gemeente worden aangevraagd. Hiervoor gaat één procedure gelden waarop één besluit volgt. Prosument Eindverbruikers die zijn niet alleen afnemer zijn, maar ook producent zijn van kleinschalige, decentraal opgewekte energie. Bijvoorbeeld door het hebben van zonnepanelen. Resettled Hierbij gaat het om mensen die worden geherhuisvest door een overheid of organisatie, of als mensen hervestigen, ze verplaatsen naar een andere plek om te wonen, omdat ze niet meer kunnen of mogen blijven in het gebied waar ze vroeger woonden.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 82
SDE+ subsidie De subsidieregeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) stimuleert de productie van duurzame energie (elektriciteit, gas of warmte) die relatief goedkoop is op te wekken. Een ondernemer die energie produceert, en daarbij het milieu niet of nauwelijks belast, kan in aanmerking komen voor de subsidie. Stadsverwarming Warmtedistributie is een verwarmingssysteem, waarbij de woningen worden verwarmd via een ondergronds netwerk van warmwaterleidingen. Warmtedistributie voor (een groot deel van) een stad wordt stadsverwarming genoemd. In veel gevallen maakt warmtedistributie gebruik van restwarmte van elektriciteitscentrales, maar ook geothermie en de warmte van afvalverbrandingsinstallaties (AVI’s) wordt gebruikt. Nieuwe ontwikkelingen zijn gebruik van biomassa, warmtepompen en zonnecollectoren. Door het schaalvoordeel (een grote warmtebron in plaats van vele cv-ketels) is warmtedistributie energiebesparend. Stakeholder Een stakeholder is een persoon of een groep personen die belang heeft bij beslissingen of activiteiten van een organisatie. Denk aan klanten, werknemers, overheden, NGO’s, investeerders en
leveranciers, maar ook omwonenden en de media. SER Akkoord Ruim veertig organisaties, waaronder de overheid, werkgevers, vakbeweging, natuur- en milieuorganisaties, andere maatschappelijke organisaties en financiële instellingen, verbinden zich aan het Energieakkoord voor duurzame groei. Kern van het akkoord zijn breed gedragen afspraken over energiebesparing, schone technologie en klimaatbeleid. Uitvoering van de afspraken moet resulteren in een betaalbare en schone energievoorziening, werkgelegenheid en kansen voor Nederland in de schone technologiemarkten. SO2 Zwaveldioxide (SO2) is het belangrijkste verbrandingsproduct van zwavel in lucht. Het komt met name vrij bij het verbranden van zwavelhoudende fossiele brandstoffen, zoals sommige soorten aardolie, bruinkool of steenkool en is een van de belangrijkste componenten van luchtvervuiling en smog. Transparantie Transparantie is de mate van openheid, zichtbaarheid en toegankelijkheid van een organisatie naar haar stakeholders. Zowel voor, tijdens, als na afloop van bedrijfsactiviteiten. Hoe meer partijen
5 | Bijlagen de problemen en keuzes van een bedrijf snappen, hoe beter het bedrijf aanspreekbaar is. Het nodigt uit tot meedenken over oplossingen en verbeteringen. Transparantie is een belangrijke voorwaarde voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. TRIF Total Recordable Incident Frequency (Incidenten per 1.000.000 gewerkte uren) United Nations Global Compact Het United Nations Global Compact is een strategisch beleidsinitiatief voor ondernemingen die zich inzetten om hun activiteiten en strategie in lijn te brengen met de tien Millennium Development Goals (tien algemeen aanvaarde principes op het gebied van mensenrechten, arbeid, milieu en corruptiebestrijding). Universele Verklaring van de Rechten van de Mens De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens van de Verenigde Naties omschrijft de basisrechten van alle mensen en vormt vaak een belangrijk element in gedragscodes van organisaties in het kader van ketenverantwoordelijkheid.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 83
5 | Bijlagen Bijlage 2 | Gebruikte afkortingen Afkorting Betekenis ACM Autoriteit Consument & Markt ADV Arbeidsduurverkorting CAO Collectieve arbeidsovereenkomst CCO Chief Commercial Officer CCS Carbon Capture and Storage CEO Chief Executive Officer CFO Chief Financial Officer CO2 Koolstofdioxide CRA Compliance risk-assessment DAE Design Academy Eindhoven DDN Dutch Design Week E.ON Dit is onze bedrijfsnaam. Zie de uitleg over onze naam het tekstkader in onderdeel Ons verhaal, hoofdstuk Dit zijn wij EBX E.ON Benelux EEPR European Energy Programme for Recovery EGC E.ON Global Commodities EGP E.ON Graduate Programme EMIR European Market Infrastructure Regulation EZH Electriciteitsbedrijf Zuid-Holland FD Het Financieele Dagblad
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 84
FSC Forest Stewardship Council FTE Fulltime-equivalent GRI Global Reporting Initiative GW Gigawatt HBO Hoger Beroepsonderwijs HR Human Resource HSE Health Safety Environment HSEQ Health Safety Environment Quality ILUC Indirect Land Use Change ISO Internationale Organisatie voor Standaardisatie IT Informatietechnologie KEMA N.V. tot Keuring van Elektrotechnische Materialen te Arnhem – Tegenwoordig onderdeel van DNV-GL Vierkante kilometer km2 kWh Kilowatt uur LNG Liquefied Natural Gas LTI Lost Time Incident LTIFR Lost Time Incident Frequency Rate M³ Kubieke meter MA Material Aspect MBO Middelbaar Beroepsonderwijs MER Milieueffectenrapport MiFiD Markets in Financial Instruments Directive MPP3 Maasvlakte Power Plant 3 MVI Maatschappelijk verantwoord inkopen MVO Maatschappelijk verantwoord
ondernemen MW(h) Megawatt (uur) NGO Niet-gouvernementele organisaties NOx Stikstofoxiden NPS Net Promoter Score NTA Nederlands Technische Afspraak OR Ondernemingsraad OSHAS Occupational Health and Safety Assessment Series PAS Publicly Available Standard PBE Platform Bio-Energie PLB Productieleveringsbedrijf REMIT Regulation on Wholesale Energy Markets Integrity and Transparency ROACE Return on average capital employed RvC Raad van Commissarissen SDE Stimulering Duurzame Energieproductie SE Societas Europaea/Europese Vennootschap SER Sociaal Economische Raad SGC Sustainable governance council SO2 Zwaveldioxide STC Scheepvaart en Transport College TNO Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek TRI Total Recordable Incident TRIF Total Recordable Incident Frequency
5 | Bijlagen TU Technische Universiteit TWh Terrawattuur UN United Nations VGM Veiligheid Gezondheid en Milieu WBP Wet Bescherming Persoonsgegevens WOR Wet op de ondernemingsraden
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 85
5 | Bijlagen Bijlage 3 | Gehanteerde rekenmethoden 1. GWh uit biomassa berekening. Elektriciteit opwekking uit biomassa Maasvlakte [GWh] = biomassa brandstof energie [GJ] / totale brandstof energie [G]) * totale E opwekking [GWh]
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 86
4. TRIF. Incidenten per 1.000.000 gewerkte uren Total Recordable Incident Frequency (TRIF) The sum of LTI, RWC and MTC per one million hours worked.
TRIF
=
(Fatalities + LTI + RWC + MTC) x 1.000.000 hours (working hours)
2. CO2 per MWh. Voor het berekenen van de CO2 per MWh is de netto productie van de STEGS + de elektriciteit derving die optreedt door warmte levering als basis genomen. Vervolgens is alle gasverbruik van de stegs genomen en daaruit is de CO2emissie berekend.
Dit alles wijkt niet af van de eerdere meetmethoden van vorige verslagen.
3. Medewerkers aantallen en de daarop gebaseerde grafieken. Zijn gebaseerd op de gegevens per 31 december 2014.
5. Afronden van onze emissie cijfers. Om de leesbaarheid te vergroten is er dit jaar voor gekozen om, in tegenstelling tot vorig jaar, onze emissie cijfers af te ronden. Toelichting op de inherente beperkingen die verband houden met deze gehanteerde methode. 1 + 2: Bovenstaande gegevens zijn op algemeen geaccepteerde wijze tot stand gekomen en zijn veelal ook gebruikt in het milieujaarverslag 3: De gegevens en grafieken zijn dus geen gemiddelde over het jaar 2014.
The time basis for calculation of TRIF should be stated, e.g. for a particular month, year, as an average over the period, etc.
5 | Bijlagen Bijlage 4 | Global reporting initiative (GRI) index (“CORE”) E.ON Benelux gebruikt ook dit jaar de Global Reporting Initiative (GRI) G4-rapportagerichtlijnen als richtlijn voor de jaarlijkse maatschappelijke verslaglegging. Voor de bepaling van de op te nemen gegevens en de afbakening van dit verslag, is het GRI boundary protocol het vertrekpunt geweest. Hierbij is uitgegaan van rapportage over de voor een energiebedrijf belangrijkste waarden.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 87
General Standard Disclosures (G4), including the Electric Utility Sector Additions, and General Standard Disclosures for the Electric Utility Sector (EU) Strategy and analysis ü G4-1 A statement from the most senior decisi- Zie Voorwoord on-maker of the organization about the relevance of sustainability to the organization and the organization’s strategy for addressing sustainability. Organizational profile ü G4-3 Report the name of the organization ü G4-4 Report the primary brands, products, and services ü G4-5 Report the location of the organization’s headquarters ü G4-6 Report the number of countries where the organization operates. ü G4-7 Report the nature of ownership and legal form ü G4-8 Report the markets served ü G4-9 Report the scale of the organization ü G4-10 a. Report the total number of employees by employment contract and gender. b. Report the total number of permanent employees by employment type and gender.
E.ON Benelux Zie hoofdstuk 1. E.ON Benelux in het kort Capelseweg 400, 3068 AX, Rotterdam E.ON Benelux is actief in twee landen: Nederland en België Zie Bijlage 5 Onze juridische structuur Zie hoofdstuk 1. E.ON Benelux in het kort Zie hoofdstuk 1. E.ON Benelux in het kort Zie bijlage 12 Grafische weergaven medewerkers E.ON Benelux
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 88
ü G4-10
EU
ü G4-11
EU
ü G4-12 ü G4-13
c. Report the total workforce by employees and supervised workers and by gender. d. Report the total workforce by region and gender. e. Report whether a substantial portion of the organization’s work is Er is geen substantieel deel als bedoeld performed by workers who are legally recognized as selfemployed or by individuals other than employees or supervised workers, including employees and supervised employees of contractors. f. Report any significant variations in employment numbers (such as Er zijn geen variaties zoals bedoeld seasonal variations in employment in the tourism or agricultural industries). Report on total contractor workforce (contractor, subcontractor, in- Soort dienstverband (tijdelijk of vast) is onbekend. dependent contractor) by employment type, employment contract and regulatory regime. Report the percentage of total employees covered by collective bar- 86% van de medewerkers heeft een CAO contract. 13% van de megaining agreements. dewerkers heeft een CAO contract met individuele regelingen.
Report on percentage of contractor employees (contractor, sub-con- Niet bekend tractor and independent contractor) working for the reporting organization covered by collective bargaining agreements by country or regulatory regime. Describe the organization’s supply chain. Zie hoofdstuk 1. E.ON Benelux in het kort paragraaf 1. de rollen van E.ON Benelux in de Nederlandse energiemarkt a. Report any significant changes during the reporting period regar- De enige significante wijziging betreft de sluiting van de centrale ding the organization’s size, structure, ownership, or its supply chain. aan de Galileïstraat. Zie ook Over dit verslag en E.ON Benelux als producent.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 89
ü G4-14
ü G4-15
ü G4-16 ü EU1 ü EU2 ü EU3
ü EU4 ü EU5
a. Report whether and how the precautionary approach or principle Het Nederlandse wettelijk kader, inclusief toezicht en handhaving, is addressed by the organization. biedt in onze ogen voldoende waarborg voor de toepassing van het voorzorgprincipe. a. List externally developed economic, environmental and social Zie het voorwoord en bijlagen 14,15 en16. charters, principles, or other initiatives to which the organization subscribes or which it endorses. a. List memberships of associations (such as industry associations) Zie bijlage 10 lidmaatschappen and national or international advocacy organizations. Installed Capacity broken down by primary energy source and by Zie hoofdstuk 3. E.ON Benelux als producent regulatory regime. Net energy output broken down by primary energy source and by Zie hoofdstuk 3. E.ON Benelux als producent regulatory regime. Number of residential, industrial, institutional and commercial cus- Zie hoofdstuk 2. E.ON Benelux als Leverancier tomers accounts. NB: de in dit verslag gehanteerde opdeling is huishoudelijk/particulier en zakelijk. Eventuele industriële en institutionele klanten vallen in de categorie zakelijk. Length of above and underground transmission and distribution E.ON Benelux heeft geen transportlijnen lines by regulatory regime. Allocation of CO2 emissions allowances or equivalent, broken down E.ON Benelux valt onder het ETS regime by carbon trading network. Sinds 2013 moet E.ON Benelux alle emissierechten kopen. Voor alle CO2 uitstoot die onder het ETS regime valt hebben wij ETS certificaten overhandigd. Zie voor de uitstootgegevens E.ON Benelux als producent
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 90
Identified Material Aspects and Boundaries ü G4-17 List all entities included in the organization’s consolidated financial Zie bijlage 5 Onze juridische structuur statements or equivalent documents.
ü G4-18 ü G4-19 ü G4-20 ü G4-21 ü G4-22 ü G4-23
Report whether any entity included in the organization’s consolidated financial statements or equivalent documents is not covered by the report. Explain the process for defining the report content and the Aspect Boundaries. List all the material Aspects identified in the process for defining report content. For each material Aspect, report the Aspect Boundary within the organization. For each material Aspect, report the Aspect Boundary outside the organization. Report the effect of any restatements of information provided in previous reports, and the reasons for such restatements. Report significant changes from previous reporting periods in the Scope and Aspect Boundaries.
In deze verslaglegging doen wij verslag over de entiteiten waar wij 100% eigenaar van zijn. Overige entiteiten vallen hierbuiten. Zie bijlage 20 Materiële aspecten en inhoud verslag Zie hoofdstuk 1. E.ON Benelux in het kort, tabel 2 Zie hoofdstuk 1. E.ON Benelux in het kort, tabel 2 Zie hoofdstuk 1. E.ON Benelux in het kort, tabel 2 n.v.t. n.v.t.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 91
Stakeholder Engagement ü G4-24 Provide a list of stakeholder groups engaged by the organization. ü G4-25 ü G4-26
ü G4-27
Report the basis for identification and selection of stakeholders with whom to engage. Report the organization’s approach to stakeholder engagement, in- Zie Voorwoord en verder de hoofdstukken 2, 3 en 4 onder Wie zijn cluding frequency of engagement by type and by stakeholder group, onze belangrijkste stakeholders? and an indication of whether any of the engagement was undertaken specifically as part of the report preparation process. Twee survey’s (gehouden onder klanten en medewerkers, begin 2015) zijn deels gericht op verslaglegging, t.w. behoefte aan en bekendheid van informatie met betrekking tot MVO. Geen enkel contact met stakeholders is gelegd met als doel het te kunnen rapporteren. Report key topics and concerns that have been raised through sta- Zie de hoofdstukken 2, 3 en 4 onder Wie zijn onze belangrijkste keholder engagement, and how the organization has responded to stakeholders? en in de specifieke dossiers als herkomst kolen parathose key topics and concerns, including through its reporting. Re- graaf 3.7 en herkomst biomassa paragraaf 3.8. port the stakeholder groups that raised each of the key topics and concerns
Report Profile ü G4-28 Reporting period (such as fiscal or calendar year) for information provided. ü G4-29 ü G4-30 ü G4-31 ü G4-32 ü G4-33
Zie hoofdstukken 2, 3 en 4 onder Wie zijn onze belangrijkste stakeholders? Zie Over dit verslag
De verslagperiode is kalenderjaar 2014. In enkele gevallen waar informatie over 2015 is opgenomen wordt dit duidelijk vermeld. 27 juni 2014 Jaarlijks Per mail
[email protected].
Date of most recent previous report (if any). Reporting cycle (such as annual, biennial). Provide the contact point for questions regarding the report or its contents. Report the ‘in accordance’ option the organization has chosen ‘In accordance’ – Core Report the organization’s policy and current practice with regard to Zie het hoofdstuk over dit verslag seeking external assurance for the report.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 92
Governance ü G4-34
Report the governance structure of E.ON Benelux
Ethics and Integrity ü G4-56 Describe the organization’s values, principles, standards and norms of behavior such as codes of conduct and codes of ethics.
Bijlage 9 Bestuur, management, Raad van Commissarissen & OR
Bijlage 13 Onze manier van werken
Specific Standard Disclosures for Material Aspects including the Electric Utility Sector Additions Material Aspects - Economic Availability and Reliability ü G4-DMA Management approach to ensure short and long term electricity Zie hoofdstuk 3. E.ON Benelux als producent availability and reliability ü EU-10 Planned capacity against projected electricity demand over the long Voor de langere termijn heeft E.ON Benelux in Nederland naar verterm, broken down by energy source and regulatory regime. wachting circa 530 MW aan gasgestookte capaciteit en 1,100 MW aan kolengestookte capaciteit, overeenkomend met respectievelijk 2% en 5% van de Piekvraag in Nederland.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 93
Material Aspects - Environmental Biodiversity ü G4-DMA
Describe the organization’s strategy for achieving its policy on biodiversity management.
Zie paragraaf 3.5 in hoofdstuk 3. E.ON Benelux als producent
EU
Report approaches for pest and vegetation management along transmission and distribution corridors (e.g., use of Integrated Pest Management and Integrated Vegetation Management).
Niet van toepassing. E.ON Benelux heeft geen transportlijnen.
EU
Report the approaches to assess impacts (including fragmentation and isolation), develop mitigation measures and monitor residual effects at new and existing sites on the following: forested areas; landscape; and marine, freshwater and wetland ecosystems.
ü G4-EN11
ü G4-EN12
EU
Het Nederlandse vergunningenstelsel omvat onder andere een beoordeling van invloed op ecosystemen in water. Indien nodig worden in de betreffende vergunningen maatregelen voorgeschreven. Invloed op bosgebieden en bijzondere landschappen is bij onze locaties niet aan de orde. Onze locatie aan de Coloradoweg 10 te Rotterdam (Maasvlakte) Operational sites owned, leased, managed in, or adjacent to, protected areas and areas of high biodiversity value outside protected heeft een oppervlakte van 1 km2. De grond is eigendom van het Havenbedrijf Rotterdam. De locatie ligt op 7 tot 30 km afstand van een areas. viertal duingebieden die onder de Natura 2000 richtlijn vallen. Description of significant impacts of activities on biodiversity in pro- Zie paragraaf 3.5 in hoofdstuk 3. E.ON als producent tected areas and areas of high biodiversity value outside protected areas. Onderhoud van transmissielijnen en fragmentatie zijn niet relevant. De impact van onze koelwaterlozing is minimaal. Report the nature of significant direct and indirect impacts on biodiversity with reference to one or more of the following: Maintenance of transmission line corridors; Fragmentation and isolation (islandization); Impacts of thermal discharge
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 94
G4-EN13 G4-EN14
ü EU-13
Emissions ü G4-DMA
ü G4-EN15 G4-EN16 G4-EN17 ü G4-EN18 G4-EN19 G4-EN20 ü G4-EN21 G4-EN23
Habitats protected or restored. Total number of IUCN red list species and national conservation list species with habitats in areas affected by operations, by level of extinction risk Biodiversity of offset habitats compared to the biodiversity of the n.v.t. (geen ‘offset areas’) affected areas.
Explain whether the organization is subject to any country, regional, or industry regulations and policies for emissions. Provide examples of such regulations and policies. Direct Greenhouse Gas (GHG) emissions (Scope 1) Energy indirect Greenhouse Gas (GHG) emissions (Scope 2) Other indirect greenhouse gas (GHG) emissions (Scope 3) Greenhouse gas (GHG) emissions intensity Reduction of greenhouse gas (GHG) emissions Emissions of ozone-depleting substances (ODS) NOx, SOx, and other significant air emissions Total weight of waste by type and disposal method
Supplier Environmental Assessment ü G4-DMA Describe the systems used to screen new suppliers using environmental criteria. ü G4-EN32 Percentage of new suppliers that were screened using environmental criteria ü G4-EN33 Significant actual and potential negative environmental impacts in the supply chain and actions taken
Zie hoofdstuk 3. E.ON Benelux als producent paragraaf 3.4
Zie 15 Bijlage Milieucijfers
Zie hoofdstuk 3. E.ON Benelux als producent paragraaf 3.4
Zie15 Bijlage Milieucijfers
Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen en paragraaf 3.8, Inzet biomassa Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen en paragraaf 3.8, Inzet biomassa
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 95
Material Aspects - Social Supplier Human Rights Assessment ü G4-DMA Describe the systems used to screen new suppliers using human rights criteria. ü G4-HR10 Percentage of new suppliers that were screened using human rights criteria ü G4-HR11 Significant actual and potential negative human rights impacts in the supply chain and actions taken Occupational Health and Safety ü G4-DMA Describe programs related to assisting workforce members, their families, or community members regarding serious diseases (…) G4-LA5
ü G4-LA6
EU
G4-LA7
Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen
Arbeidsziekten zijn niet aan de orde. Ons veiligheidsbeleid wordt beschreven in hoofdstuk 3. E.ON Benelux als producent paragraaf 3.3.
Percentage of total workforce represented in formal joint management–worker health and safety committees that help monitor and advise on occupational health and safety programs Type of injury and rates of injury, occupational diseases, lost days, Zie hoofdstuk 3. E.ON Benelux als producent paragraaf 3.3.Deze cijand absenteeism, and total number of work related fatalities, by fers zijn inclusief medewerkers van (onder)aannemers. region and by gender. Report on health and safety performance of contractors and subcontractors working on site or on behalf of the reporting organization off site. Workers with high incidence or high risk of diseases related to their occupation
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 96
ü G4-LA8
Health and safety topics covered in formal agreements with trade unions
Naast de cao PLB (Productie Levering Bedrijven) kent E.ON Benelux een BER (bedrijfs eigen regeling), hierin zijn hoofdstukken opgenomen over variabele werktijden, kosten bij beroepsongeval en –ziekte, vergoeding voor bedrijfshulpver-lening, EHBO en persluchtmaskerdrager, inconveniëntenregeling, collectieve ziektekostenverzekering, collectieve verzekering ongevallen en zakelijke reis, wet Arbeid en zorg en alcohol- en drugsreglement.
Supplier Assessment for Labor Practices ü G4-DMA Describe the systems used to screen new suppliers using labor prac- Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen tices criteria. ü G4-LA14 Percentage of new suppliers that were screened using labor practi- Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen ces criteria ü G4-LA15 Significant actual and potential negative impacts for labor practices Zie paragraaf 3.7, Herkomst kolen in the supply chain and actions taken
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 97
Bijlage 5 | Onze juridische structuur E.ON SE 100%
E.ON Beteiligungen GmbH 100%
E.ON Benelux Holding B.V. 100%
E.ON Benelux N.V.
100%
E.ON Benelux CCS Project B.V.
E.ON Benelux Levering B.V.
Utilities Center Maasvlakte Leftvank B.V.
E.ON Power Plant Belgium bvba 50%
30%
30%
30%
E.ON Belgium N.V.
Langerlo N.V.
E.ON Generation Belgium N.V.
70%
70%
70%
Maasvlakte CCS Project B.V.
Maasvlakte CCS Project C.V.
Other subsidiaries/participations: • OHA B.V. .......................................................................................................................................................................................... 53,35% • Carbigas B.V. ...................................................................................................................................................................... 33,33% • B.V. NEA.......................................................................................................................................................................................................... 25% • Electrorisk Verzekeringsmaatschappij ...................................................... 18,9% • Warmtebedrijf Exploitatie N.V. ................................................................................................. 50% • E.ON Benelux Geothemie B.V. (bankrupt)
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 98
Bijlage 6 | De E.ON Groep structuur
Group Management
Generation
Renewables
Global Communities
Nuclear
Hydro
Coal, Oil, Freight & LNG
Exploration & Production
Germany
Other EU Countries
Non EU Countries
Distribution Network
UK
Russia
Sweden Fossil
Wind/Solar/ Others
Power and Gas
Non-regulatet/ Other
France
Other Non EU countries: Brazil Turkey
Netherlands Other
Infrastructure & Other
Hungary Slovakia Romania Czechia
Distribution, Sales, Distributed energies
Support functions
Technologies
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 99
Bijlage 7 | Organogram RU E.ON Benelux
CEO/CCO
CFO Corporate Affairs
Mid Office
Sales
Heat & Business Development
HR & Facilities
Finance & Procurement
Local Demand Management
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 100
Bijlage 8 | Organogram Generation E.ON Benelux
Director
Plant Maasvlakte
Plant Stad
Plant Langerlo (BE)
Plant Vilvoorde (BE)
FMC Benelux
HSEQ
Generation Controlling
5 | Bijlagen Bijlage 9 | Bestuur, Management, Raad van Commissarissen en OR Het bestuur van E.ON Benelux bestaat uit: • De heer Frits Bruijn12 - Chief Executive Officer (CEO) en Chief Commercial Officer (CCO) E.ON Benelux Holding B.V. • Frank Reiners is Chief Financial Officer (CFO) van E.ON Benelux Holding B.V. Het bestuur wordt ondersteund door Frans Geers – Director Generation Het bestuur rapporteert rechtstreeks aan de Raad van Bestuur van E.ON Benelux en legt verantwoording af aan de Raad van Commissarissen van E.ON Benelux. Het bestuur heeft een aanstelling voor onbepaalde tijd. Korte CV van onze CEO en CCO De heer Frits Bruijn is vanaf november 2014 Chief Executive Officer (CEO) en Chief Commercial Officer (CCO) van E.ON Benelux Holding B.V. Geboortedatum: 20 augustus 1960 Opleiding Bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 101
Professionele ervaring 2013 Chief Commercial Office E.ON Benelux, Rotterdam 2009 - 2013 Sales Directeur E.ON Benelux, Eindhoven 2007 - 2008 Directeur McDonalds, Amsterdam 2004 - 2007 Lid Raad van Bestuur Leaf, Oosterhout 1986 - 2004 Meerdere marketing, verkoop en algemeen management posities in vijf verschillende landen bij Procter & Gamble, Rotterdam Korte CV van onze CFO De heer Frank Reiners is Chief Financial Officer (CFO) van E.ON Benelux Holding B.V. Geboortedatum: 24 december 1968 Opleiding en training: PhD and diploma FriedrichAlexander Universität Erlangen-Nürnberg Professionele ervaring 2014 CFO E.ON Benelux Holding B.V., Rotterdam 2012-2014 Vice president Controlling E.ON, Düsseldorf 2006 - 2012 Senior Manager Finance & Controlling E.ON Benelux Holding B.V., Rotterdam 2003 - 2006 Vice president Controlling, E.ON
Mitte AG (today: EAM), Kassel 1999 - 2003 Vice president Cost Management, Deutsche Telekom AG, Bonn 1995 - 1999 Assistant at chair of Accounting & Controlling, Friedrich-Alexander- Universität Erlangen-Nürnberg Management E.ON Benelux E.ON Benelux heeft een multidimensionaal sturingsmodel, zowel regionaal (Benelux) als functioneel (bijvoorbeeld Generation). Als gevolg hiervan is er een verschil tussen het (juridische) eigenaarschap van de centrales en de organisatorische structuur. Regional Unit Voor de regionale activiteiten is een platformbedrijf ingericht, de Regional Unit Benelux. De Regional Unit geeft invulling aan onder meer stakeholdermanagement, support (ondersteunende processen) en business development. Ook is de Regional Unit verantwoordelijkheid voor de downstreamactiviteiten in de regio (business-tobusiness en business-to-consumer in Nederland en business-to-business in België). De directeuren van de regional unit dragen verantwoordelijkheid voor een aantal functionele organisatieclusters. Elk cluster wordt geleid door
5 | Bijlagen een senior manager. De senior managers vormen samen het Groot managementteam. Dit eerstelijnsmanagement wordt ondersteund door managers uit het tweedelijnsmanagement. Een organogram waaruit de verantwoordelijkheden blijken van de afzonderlijke directieleden is opgenomen in de bijlagen. Generation Voor de Generation-activiteiten is een Fleet-structuur ingericht voor de operatie en het onderhoud van de centrales. De Director Generation (Frans Geers) vormt samen met het Plant management, de HSEQ manager en de Manager Fleet management center het Managementteam Benelux. Aansturing MVO binnen E.ON In 2013 heeft E.ON de Sustainable Governance Council (SGC) ingericht voor verbetering van het vermogen om duurzaamheidsvraagstukken te beheren binnen de E.ON Groep. De voorzitter van de SGC is de heer Jørgen Kihldal, die ook deel uitmaakt van de raad van bestuur van E.ON. De SGC definieert duurzaamheid in de organisatie, maatregelen, beleidsvoering en initiatieven en brengt de implementatie hiervan binnen de groep in kaart, dus ook voor E.ON Benelux.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 102
In 2014 heeft drie maal een vergadering plaatsgevonden tussen de SGC en de Raad van Bestuur. Tijdens deze vergaderingen is grondig besproken hoe onze duurzaamheidsstrategie alsmede de uitvoering van deze strategie verder te verbeteren. Op basis van deze gesprekken zijn de vervolg stappen voor het volgende sustainability werkprogramma voor de jaren 2016-2019 besproken. In 2015 zal dit werkprogramma verder worden aangepast om te passen bij onze nieuwe strategie. Andere onderwerpen van gesprek in 2014 waren onder meer het Bettercoal initiatief, duurzaam inkopen en actualisering van onze bedrijf beleidsdocumenten op duurzaamheidsvraagstukken. E.ON Benelux is vertegenwoordigd in deze SGC. Aansturing MVO binnen E.ON Benelux Omdat wij onderdeel zijn van de E.ON Groep is onze strategie afhankelijk van de strategische keuzes in de E.ON Groep. Een keer per jaar vindt er het proces van strategiebepaling plaats. Hierbij brengen wij onze visie op de te voeren strategie in, waarna strategiebepaling door de groep plaatsvindt. Maatschappelijke Verantwoordelijkheid binnen E.ON Benelux valt onder de afdeling strategie, welke onder het cluster Corporate Affairs valt.
Op deze wijze kunnen wij onze maatschappelijke activiteiten laten aansluiten op de strategie van onze onderneming. De verantwoordelijkheden met betrekking tot maatschappelijk verantwoord ondernemen liggen bij de manager Corporate strategy & responsibility, die op zijn beurt aangestuurd wordt door het senior management van Corporate Affairs. De manager Corporate strategy & responsibility wijst, in overleg met het senior management, eindverantwoordelijkheden toe met betrekking tot materiële onderwerpen. Verantwoordelijkheden binnen de organisatie Aangewezen verantwoordelijke medewerkers hebben als taak het indienen van suggesties om (beleid)maatregelen aan te passen of nieuwe maatregelen te ontwikkelen en het in overleg en in samenwerking uitvoering van deze maatregelen. Biodiversiteit/omgeving van MPP3 Eindverantwoordelijke functionaris: senior manager Corporate Affairs. Tijd en middelen: 1 Permitting & HSE Compliance Manager die parttime beschikbaar is voor dit onderwerp.
5 | Bijlagen Veiligheid Eindverantwoordelijke functionaris: CEO E.ON Benelux Tijd en middelen: Circa 11 HSE fte die zich o.a. bezighouden met veiligheid.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 103
De manager Corporate strategy & responsibility is verantwoordelijk voor de implementatie van maatschappelijke onderwerpen in onze strategie.
Herkomst biomassa Verantwoordelijkheid is belegd bij E.ON Global Commodities Tijd en middelen E.ON Benelux: Public & Regulatory Affairs
Onze Raad van Commissarissen Bij de bedrijfsstructuur van E.ON Benelux hoort een aparte Raad van Commissarissen (RvC) die toezicht houdt op het beleid, de strategie bepaling, resultaten en de verantwoording hierover. Daarnaast geeft de RvC raad aan de directie. Bij het uitvoeren van haar taken houdt de RvC de belangen van het bedrijf als geheel en haar stakeholders op een gebalanceerde manier in het oog. De RvC benoemt haar eigen leden, na consultatie met de Ondernemingsraad, daarbij het profiel van de samenstelling van het bestuur in het achterhoofd houdend. De RvC voert haar taken uit voor alle bedrijfsonderdelen waar het bestuur bewind over voert, en heeft derhalve indirect de supervisie over de groep van bedrijven die tot E.ON Benelux behoren. De directie maakt elk kwartaal de financiële en operationele resultaten op van de bedrijven die tot E.ON Benelux behoren.
Onvoorziene onbeschikbaarheid van centrales Eindverantwoordelijke functionaris: Director Generation E.ON Benelux Tijd en middelen: ca. 3 fte. verspreid over meerder afdelingen en medewerkers.
Cv’s van onze Raad van Commissarissen 1. De heer Dr. Bernhard Reutersberg (1954). Werkzaam als lid van de Board of Management van E. ON en heeft daarvoor diverse posities bekleed binnen de E.ON Groep, Joh. Vaillant GmbH
Emissies Eindverantwoordelijke functionaris: Director Generation E.ON Benelux Tijd en middelen: Operations, onderhoud, quality performance & HSE, circa 10 fte Herkomst kolen Verantwoordelijkheid is belegd bij E.ON Global Commodities Tijd en middelen E.ON Benelux: Public & Regulatory Affairs, 0,3 fte.
und Co., Remscheid (Germany) en Henkel KGaA. De heer Dr. Bernhard Reutersberg is voorzitter van onze raad van Commissarissen. Aanstellingsdatum: 20 december 2010. Achtergrond: Business Management gestudeerd aan de University of Münster te Duitsland. Nevenfuncties/other mandates: * E.ON Czech Holding AG 1) (Chairman) + E.ON Benelux Holding B.V. 2) (Chairman) + E.ON España S.L. 2) + E.ON France S.A.S. 2) (Chairman) + E.ON Hungária Zrt. 2) (Chairman) + E.ON Italia S.p.A. 2) + E.ON Sverige AB 2) (Chairman) + Nord Stream AG + OAO E.ON Russia 2) * Directorships/supervisory board memberships within the meaning of Section 100, Paragraph 2, of the German Stock Corporation Act. + Directorships/memberships in comparable domestic and foreign supervisory bodies of commercial enterprises. 1) Exempted E.ON Group directorship. 2) Other E.ON Group directorship.
5 | Bijlagen 2. De heer Luc Poyer (1967). Sinds 2009 werkzaam als directeur van´E.ON France. Heeft daarvoor diverse functies bekleed binnen onder andere Poweo, Total, Elf Aquitaine, Cour Des Comptes. Aanstellingsdatum: 07 december 2011. Achtergrond: Gestudeerd aan ESSEC business school te Frankrijk. Nevenfuncties/other mandates: • Président Directeur Général de Snet 3. De heer ir. Joost van Dijk (1968). Voormalig COO EON Generation GmbH te Hannover. Heeft functies bekleed binnen onder andere EON Benelux NV, Shell Chemicals, DGTA, VME en Energie Nederland. Aanstellingsdatum: 01-12-2012 Achtergrond: Chemical Engineering en Electrical Engineering gestudeerd aan de universiteit van Twente, MBA aan de Erasmus Universiteit Rotterdam 4. De heer Henricus (Hein) Martinus Cornelius Maria van Oorschot (1952). Voormalig president van de Tilburg University. Heeft daarvoor diverse functies bekleed onder andere als burgemeester van Delft , Stadsmanager van Tilburg, crisis Manager, diverse functies bij het ministerie voor volkshuisvesting en ruimtelijke ordening.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 104
Aanstellingsdatum: 01 januari 2008. Achtergrond: Masters Degree in Law (LL.M.), Erasmus Universiteit Rotterdam. Nevenfuncties: • Lid van het National Audit Committee for Public Private Partnership • Lid van de supervisory board van het Royal National Army Museum • Lid van het National Memorial Comitee World War II • Lid van de supervisory board of Energie Beheer Nederland • Voorzitter van de supervisory board of the Housing Association Vitalis • Lid van de board of the Foudation Willem II 5. De heer ir. J.C. Huis in ’t Veld (1947). Voormalig voorzitter van de Raad van Bestuur van TNO en van het ingenieursbureau DHV Groep. Daarvoor diverse functies bij Rijkswaterstaat. Aanstellingsdatum: 01 januari 2008. Achtergrond: Civil Engineering, TU Delft Universiteit, Nevenfuncties: • Lid van de Supervisory board van Ballast Nedam N.V. en Deltares. • Commissaris bij de Westerscheldetunnel en Science Park Holland (voorzitter). • Lid van de Advisory Board van Allseas BV.
• Lid van de adviesraad van de Stichting Kennis voor Klimaat. • Westerscheldetunnel en Science Park Holland (voorzitter). • Voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting Ruimte voor Geo-Informatie en van het Bouwcuratorium TSM Business School • Adviseur voor de minister van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Rotterdam met betrekking tot Rotterdam en Haven: Duurzaam Bereikbaar. Secretaris van de Raad van Commissarissen - Hans Schoenmakers Aftreding vindt plaats op basis van een afstreed schema, waarbij een aanstellingstermijn van 4 jaar geldt. De ondernemingsraad in 2014 Onze ondernemingsraad (OR) is een onafhankelijk orgaan dat deze medezeggenschap behartigt. De leden van de raad vervullen - op basis van wederzijds vertrouwen - een belangrijke spilfunctie tussen directie en personeel. Alle activiteiten van de ondernemingsraad (OR) van E.ON Benelux zijn gericht op de belangen van de medewerkers en het bedrijf als onderdeel van een internationaal concern. Zij zetten hun
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 105
netwerk, kennis en bevoegdheden in om de stem van hun collega‘s een podium te geven. Essentiële onderdelen van het OR-werk zijn: toetsing van het beleid en van de correcte uitvoer van overeenkomsten. Verder oefent de raad invloed uit door advisering over voorgenomen besluiten
van de directie, en beslissen de leden van de OR mee over (de aanpassing van) regelingen. Tot slot brengt de raad initiatiefvoorstellen in, wanneer de belangen van personeel of bedrijf daar naar het oordeel van de raad om vragen.
Vergaderingen en overlegvormen
Gespreksonderwerpen
Formele vergadering
Bespreking van actuele zaken aangaande de financiële toestand van EBX, de arbeidsomstandigheden, arbeidsverhoudingen, veiligheid, beloningen en beoordelingen, advies- en instemmingsaanvragen
12
Overlegvergadering
Hierin zijn voor een deel dezelfde zaken aan de orde geweest als in de formele vergaderingen. Daarnaast is in deze overlegvergaderingen aandacht geweest voor de financiële resultaten en vooruitzichten en de lange-termijnontwikkelingen en lange-termijnstrategie.
5
Uitwisseling van informatie
3
Overleg met Belgische medezeggenschapsraad
Aantal in 2014
Buiten deze formele vergaderingen heeft er geregeld overleg plaatsgevonden tussen de senior manager HR en het dagelijks bestuur. Ook heeft het dagelijks bestuur met dezelfde regelmaat formeel overleg met het fleet-management (E.ON Benelux centrales) gevoerd. Als lid van de Europese ondernemingsraad van E.ON Benelux en het dagelijks bestuur van dit lichaam heeft de voorzitter van de OR de vergaderingen van de internationale medezeggenschap bijgewoond. MVO op de OR-agenda Op diverse manieren is de OR betrokken bij maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Dit varieert van kleine activiteiten tot het advies uitbrengen aan het bestuur over MVO-gerelateerde onderwerpen. Een aantal voorbeelden: Diversiteit binnen de OR. Er is hard gewerkt aan meer diversiteit binnen de OR. Deze aanpak heeft geloond, er hebben zich twee vrouwen aangemeld als kandidaat-ORleden. Alcohol- en drugsbeleid van EBX. Op initiatief van de OR is het alcohol- en drugsbeleid van EBX aangepast en is er in 2014 tevens een begin gemaakt met een procedure om dit te kunnen handhaven.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 106
Flexibiliteit. De OR het initiatief genomen om een regeling omtrent thuiswerken in het leven te roepen.
keld door de ondernemingsraad om de vele advies- en instemmingsaanvragen te kunnen behandelen.
Processtappen advies- en instemmingstraject van de OR De OR van E.ON Benelux gebruikt een advies- en instemmingstraject voor onderwerpen waarbij veel discussie ontstaat tussen het bestuur van E.ON Benelux en de OR. Deze processtappen zijn niet vanuit de wet voorgeschreven, maar ontwik
Toetsing voorgenomen besluit (wet) - Is het een voorgenomen of reeds genomen besluit? - Is de juiste bevoegdheid toegepast (WOR = Wet op de Ondernemingsraden)? - Zijn aanleiding, inhoud, gevolgen en maatregelen benoemd?
Processtappen advies- en instemmingstraject Bestuurders besluit OR advies Processtappen
Consultatieproces Standpunt bepalen Analyse fase Informatieproces
Toetsing Direvoorgenomen besluitctor (wet) Tijdlijn
Wel / niet beroepsprocedure
Informatieproces - Is de verkregen informatie compleet? - Is de informatie tijdig verkregen? - Eventuele toelichting op informatie. - Eventuele ontbrekende informatie opvragen. Analysefase - Wat wil de bestuurder en waarom? - Wat zijn de gevolgen en de te nemen maatregelen voor de medewerkers? - Wat zijn de gevolgen voor de organisatie, werkprocessen, financiën en IT? - SWOT maken ten behoeve van standpuntbepaling. Standpunt bepalen - Waarde toekennen aan doelstelling. - Benoemen wat niet/wel acceptabel is. - Eventuele aanbevelingen benoemen. - Wat is onderhandelbaar en wat niet? - Minimumresultaat bepalen. Consultatieproces - Onderhandelaars; gehele OR of delegatie van OR? - Visie OR met management bespreken. - Onderhandelen over geschillen.
5 | Bijlagen OR advies - Resultaat consultatieproces analyseren. - Eventuele voorwaarden bepalen. - Eventueel advies van externe deskundige. - Opstellen definitief advies OR aan bestuurder.
Bestuurdersbesluit - Besluit wijkt af van OR-advies (zie WOR, art. 25 en art. 27 vanaf lid 2) - Besluit wijkt niet af van OR-advies. De bestuurder kan uitvoer geven aan het voorgenomen besluit. Wel/niet beroepsprocedure - Bestuurdersbesluit wijkt af van OR-advies. - Wel/niet toetsing door externe jurist? - OR besluit wel/niet beroepsprocedure in werking te zetten.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 107
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 108
Bijlage 10 | Samenwerkingsverbanden en lidmaatschappen Samenwerkingen op het gebied van warmte Green Deal Warmte Overeenkomst tussen het Rijk en de Zuid-Holland provincie Zuid-Holland betreffende de warmtevoorziening. Koude Zuid-Holland Publiek-private samenwerking van 24 partijen. Het programmabureau heeft als doel om 14% van de verwarming van gebouwen en kassen in ZuidHolland te laten plaatsvinden op basis van duurzame warmte.
Samenwerkingen op het gebied van de herkomst van kolen Dutch Coal Dialogue en Met NGO’s, rijksoverheid en andere Bettercoal initiative energiebedrijven overleggen we over de herkomst van kolen en de arbeidsomstandigheden van mijnbouwers.
Deelgenomen aan overleg leidend tot totstandkoming van de Green Deal. E.ON Benelux is ondertekenaar van de samenwerkingsovereenkomst, lid van de programmaraad en lid van de stuurgroep.
De Dutch Coal Dialogue is in de zomer van 2014 tot afronding gekomen. Opvolging hiervan geschied via het kolenconvenant en reguliere gesprekken met onder andere het miniserie van Economische Zaken en NGO’s. Zie voor meer informatie het hoofdstuk herkomst kolen.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 109
Samenwerkingen op het gebied van de herkomst van biomassa Green Deal duurzaam- Regulier overleg over vaste biomassa. Deelgenomen aan regulier overleg en heid vaste biomassa Zie ook het hoofdstuk over de herhebben waar nodig gewenste data voor energie komst van biomassa in dit verslag. aan geleverd Rijksdienst voor ondernemend NL. Platform Bio-Energie
Houtketens
Werkgroep duurzaamheidseisen SER-Energieakkoord
E.ON is donateur van Platform BioEnergie (PBE), een platform voor bedrijven die betrokken zijn bij de productie van energie uit biomassa. PBE behartigt de belangen van haar leden in politiek Den Haag en Brussel en organiseert regelmatig business meetings, waar presentaties worden gegeven vanuit het bedrijfsleven en overheid. Deelname aan het project waarin energiemaatschappijen, NGO’s en wetenschap de risico’s in kaart brengen van het gebruik van biomassa op ILUC (indirect Land Use Change) en koolstofschuld (‘carbon debt’). Deelname aan werkgroep waarin energiebedrijven, NGO’s, overheid, Staatbosbeheer en Platform Bio-Energie duurzaamheidscriteria Biomassa voor subsidie (SDE+) opstellen.
Deelgenomen aan regulier overleg.
Deelgenomen aan regulier overleg.
Deelgenomen aan regulier overleg. Bezoek aan FSC plant (Westervelt) in USA. Actief gesproken met deze stakeholder over NL/EU wensen.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 110
Bijlage 11 | Onze centrale en locaties Overzicht locaties E.ON Benelux NL 2014 EFM Centrale Maasvlakte RoCa
Centrale Rotterdam-Capelle
EDH
Centrale Den Haag
ELD
Centrale Leiden
WSG
Warmte Station Galileïstraat
HKZ
HWC Kop van Zuid
HWK
HWC Stevenshof
HDV HBW HBS ADH
HWC Delftsevaart HWC Schenkkade HWC Blekerstraat Aardwarmte Centrale Den Haag
Hoofdkantoor RoCa (Staf) kantoor Eindhoven (Sales)
Coloradoweg 10 3199LA Maasvlakte Rotterdam Capelseweg 400 3068 AX Rotterdam De Constant Rebecqueplein 20 2518RA 's-Gravenhage Maresingel 21E 2316 HB Leiden Benjamin Franklinstraat 21 3029 AC Rotterdam Spoorweghaven 1 3071ZE Rotterdam Hadewijchlaan 2331BC Leiden Grote Kerkplein 11 3011GC Rotterdam Schenkkade 1 a 2595AP 's-Gravenhage Tweede Blekerhof 9 3011CK Rotterdam Zuidwoldestraat 1k 2545CA Den Haag Capelseweg 400 3068AX Rotterdam Dr. Holtroplaan 2 - 28 5652 XR Eindhoven
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 111
Bijlage 12 | Grafische weergave medewerkers E.ON Benelux E.ON Benelux 31 december 2014 Aantal medewerkers 691 FTE 668.93
Locatie
Verdeling Fulltime/Parttime
250 200
600
256
Fulltime Partime
551
500
206
400
157
150
300
100
200 48
50
21
100
19
4
(C
CS
FG
am
(E Sc
hi
ed
at ei st ra
lil Ga
* In de bijlage locaties en centrales is te vinden welke activiteiten binnen deze locaties plaatsvinden.
0
63
)
)
n ve ho nd
(E e kt la
sv aa M
Ei
FM
)
en Le id
ag Ha De
n
Ro c
a
0
62 15
Man
Vrouw
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 112
Leeftijdsopbouw
Diensttijdopbouw
120
man vrouw
114
144
140
100
60
120
85
80
80
77
76
80 60
39 25
21
0
98
100
53
52
40 20
160
man vrouw
15
9
15 6
56
54
40 17
37
20
14
3
30 t/m 35 t/m 40 t/m 45 t/m 50 t/m 55 t/m 60+ jaar 34 jaar 39 jaar 44 jaar 49 jaar 54 jaar 59 jaar
48
44 23 3
0 t/m 25 t/m 24 jaar 29 jaar
79
74
0 t/m 5 jaar
6 t/m 10 jaar
6
7
2
11 t/m 16 t/m 21 t/m 26 t/m 31 t/m 35+ jaar 15 jaar 20 jaar 25 jaar 30 jaar 35 jaar
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 113
Verdeling naar type contract
Verdeling naar soort contract
600
500
man vrouw
539
600
man vrouw
478
500 400
400 300 300 200 200
111 116
100
100 85
22 9
0
CAO
Functiecontract
3
Niet CAO / Ext.
* Functiecontracten vallen met eigen regelingen onder de CAO PLB
0
Onbepaalde tijd
14
Bepaalde tijd
3 Leerlingwerknemer
2 Input
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 114
Inhuur: Aantal 31 december 2014 326 (incl. 7 inhuur medewerkers MPP3 project)
Salarisschaal
man vrouw
120 99
100
250
96
90
87
200
80
206
150
60
52
40
100
36 26 28
20 0
Fulltime Partime
2 1
1
32 24
10
8
16 8
13
10
4
0
2
3
4
5
50
25
22
6
7
8
9
10
0 1
11
89
1
11
Man
20
Vrouw
Overig
Tijdelijk / vast dienstverband (bij contractor): Onbekend Percentage dat onder een CAO valt: Onbekend
5 | Bijlagen Bijlage 13 | Onze manier van werken Wij zijn ons bewust van onze sociale en ethische verantwoordelijkheden en streven ernaar dat onze hele onderneming werkt volgens de interne normen en waarden en de geldende wet- en regelgeving. We willen dat onze medewerkers integer zijn. Dat houdt in dat medewerkers op elk niveau binnen onze organisatie hun eigen verantwoordelijkheid nemen en handelen in lijn met de ethische standaarden van ons bedrijf. Ongewenst gedrag Wij vinden een respectvolle omgang tussen medewerkers onderling en in het zakelijk verkeer met anderen belangrijk. Wij beschouwen ongewenst gedrag van een medewerker als een probleem van de organisatie, waarvoor een structurele aanpak nodig is, gericht op preventie, adequate opvang en nazorg. Deze aanpak is verwoord in het ‘Beleid Ongewenst gedrag en Bevorderen van verscheidenheid’. Dit beleidsstuk is voor medewerkers van E.ON Benelux beschikbaar via het intranet.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 115
Gedragscode Geregeld lezen we berichten in de media dat mensen onjuiste afwegingen maken die de onderneming, en uiteindelijk ook zichzelf, grote schade toebrengt. Om te voorkomen dat medewerkers een onjuiste afweging maken van persoonlijke en zakelijke belangen, hebben wij een gedragscode (Code of Conduct) opgesteld die uitlegt wat er van hen verwacht wordt in het naleven van onze waarden13, daarnaast bevat deze gedragscode zaken als antitrust, belangenverstrengeling, corruptie en omkoping. De gedragscode is niet vrijblijvend. Alle medewerkers worden geacht de gedragscode te lezen en na te leven, managers moeten de gedragscode daarnaast ook ondertekenen. E.ON Benelux neemt deze gedragscode dermate serieus, dat bij overschrijding van de gedragscode disciplinaire maatregelen genomen kunnen worden. E.ON Benelux heeft een ‘Compliance Officer’. Hij/ zij zal vragen of klachten met betrekking tot de code vertrouwelijk en onafhankelijk in behandeling nemen. Onze gedragscode is terug te vinden op onze website. De gedragscode bevat ook een ‘klokkenluidersregeling’. Medewerkers kunnen daarmee anoniem vermeende onregelmatigheden aan de kaak stellen.
Mensenrechten We houden bij al onze activiteiten rekening met mensenrechten. We erkennen de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens en handelen daarnaar. Ook onze leveranciers verzekeren zich van het feit dat kinderarbeid, dwangarbeid of discriminatie niet in hun ketens voorkomt. Corruptie E.ON Benelux is onderdeel van de E.ON Groep. Het beleid van ons moederbedrijf stelt dat alle deelnemingen het goede voorbeeld moeten geven met betrekking tot anti-corruptie en bedrijfsethiek. Dit doen wij door de internationale richtlijnen voor corruptiebestrijding en ethisch zakendoen na te leven. Betrokkenheid bij politieke partijen E.ON Benelux heeft geen betrokkenheid bij politieke partijen. Medewerkers die zich verbinden aan een politieke partij doen dit altijd op persoonlijke titel. Naleving van regelgeving vanuit toezichthouders We hebben te maken met meerdere toezichthouders en regelgevers, zoals de Nederlandse Mededingingsautoriteit, waaronder de Energiekamer, het College Bescherming Persoonsgegevens, de Autoriteit Financiële Markten of de Europese
5 | Bijlagen Commissie. Zij beoordelen de toegankelijkheid van de markt, of er sprake is van eerlijke concurrentie, houden toezicht op energiebeurzen of beoordelen hoe klachten van consumenten worden afgehandeld. Wij zijn proactief betrokken bij ontwikkelingen in wet- en regelgeving. We zien dat de bevoegdheden en de sanctioneringmogelijkheden van de toezichthouders toenemen en dat handhaving actiever wordt ingezet. Onze medewerkers weten dat het uitoefenen van de (gereguleerde) werkzaamheden van E.ON Benelux professionaliteit en zorgvuldigheid vereist. Uitgangspunt is dat alle medewerkers op de hoogte zijn van de voor hun werk relevante weten regelgeving. Eerlijk concurreren Concurrentie bedrijven we alleen op een eerlijke manier. E.ON Benelux neemt niet alleen de mededingingsregels in acht, maar handelt ook volgens de hoge normen die de markt stelt. Niet alleen vanwege compliance, maar ook om dat het een kwestie is van eerlijk ondernemerschap. Leveranciers Met onze leveranciers willen we graag goede be-
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 116
trekkingen onderhouden. Zij dragen in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van de service aan onze klanten. Medewerkers van E.ON Benelux moeten extra zorgvuldig en duidelijk binnen de grenzen van het recht handelen bij het omgaan met gunsten van en aan zakelijke contacten en in relaties met overheidsfunctionarissen. Bij het zakendoen met E.ON Benelux, verwachten we van onze leveranciers en zakelijke partners dat zij de geldende regels om omkoping te voorkomen naleven in de landen waar zij bedrijfsmatige activiteiten uitvoeren. In onze inkoopvoorwaarden is vastgelegd dat inleenpersoneel net als het eigen personeel moet voldoen aan de gedragsregels van E.ON Benelux. Interne compliance structuur
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 117
Interne compliance structuur Taken en verantwoordelijkheden Bestuur • Benoemen van één senior manager die verantwoording draagt voor het uitrollen (ondersteund van een specifieke beleidsmaatregel. door de com- • Berispen van het senior management wanneer er sprake is van non-compliance. pliance officer) Het onderzoek naar non-compliance wordt uitgevoerd door de compliance officer. • Goedkeuren van wijzigingen in beleidsmaatregelen of nieuwe beleidsmaatregelen. Senior management
• Committeren aan de uitvoering van beleidsmaatregelen. • Berispen van werknemers wanneer er sprake is van non-compliance. Het onderzoek naar non-compliance wordt uitgevoerd door de compliance officer. • Informeren van de compliance officer wanneer beleidsmaatregelen niet nageleefd (kunnen) worden. • Indienen van suggesties om beleidsmaatregelen aan te passen of nieuwe beleidsmaatregelen te ontwikkelen.
Compliance officer
• Rapporteren aan het bestuur en aan de Chief Compliance Officer bij E.ON Benelux. • Het faciliteren van o.a. do’s en don’ts, e-learnings, workshops, etc. om nakoming te bevorderen. • Monitoren van en adviseren over het implementatie-proces van deze vernieuwde compliance structuur. • Functioneren als tussenpersoon tussen E.ON Benelux en E.ON met betrekking tot het implementeren van beleidsmaatregelen.
Compliance risk-assessment Binnen E.ON kennen we het compliance riskassessment (CRA). Dit instrument wordt gebruikt om de compliance risico’s van E.ON in te schatten. Het dient als pijler in een valide compliance management systeem. Het uitvoeren van een CRA is vanuit E.ON verplicht. Het CRA bestaat uit vier stappen: 1 De CRA wordt vanuit E.ON aan E.ON Benelux opgelegd. Er vindt een vertaling plaats naar de Nederlandse situatie. 2 Het verzamelen van informatie aan de hand van vragenlijsten voor managers 3 Compliance gerelateerde risico’s zijn geïdentificeerd en geëvalueerd door de compliance officer en E.ON. 4 Er is een overzicht gemaakt van alle compliance gerelateerde risico’s. Aan de hand van deze bevindingen zal verdere implementatie plaatsvinden.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 118
Bijlage 14 | Belastingafdracht E.ON Benelux 2014
Betaalde belastingen 2014 in Nederland Loonheffing btw EB+ODE (Energiebelasting en Opslag voor Duurzame Energie) Kolenbelasting Lokale heffingen Totaal
Betaalde belastingen 2014 in België Loonheffing btw Lokale heffingen Totaal
€ 23.970.129,00 € 146.459.732,00 € 191.852.030,00 € 35.743.855,00 € 4.156.519,57 € 402.182.265,57
€ 4.926.442,17 € 27.075.150,61 € 1.621.201,25 € 33.622.794,03
Opmerkingen: De betaalde belastingen van de in aanbouw zijnde centrale op de Maasvlakte (MPP3) zijn niet meegenomen in dit overzicht. In 2014 is geen vennootschapsbelasting betaald. Wel zijn twee teruggaven ontvangen met betrekking tot de jaren 2010 en 2011. In totaal betreft dit een bedrag ad € 33.799.720.
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 119
Bijlage 15 | Milieucijfers Milieucijfers E.ON Benelux 2014 in Nederland. Afgeronde getallen
Stadscentrales (grotendeels gas)
Emissies
Waterinname (m3) Waterafvoer (m3) Elektriciteit (MWh)
Warmte (TJ)
Fossiele CO2 Biogene CO2 NOx SO2 Fijnstof (PM10) Waterinname oppervlaktewater Waterinname leidingwater Totaal waterinname Lozing op oppervlaktewater (rijkswater) Lozing op oppervlaktewater (binnenwater) Lozing op riool Water in (bij) producenten (demiwater) Totaal waterafvoer Productie Levering aan net Eigen gebruik Door geleverde elektriciteit aan derden Ingekocht Productie Doorgeleverde warmte Eigen gebruik Ingekocht
867 kt 600 t 116.000.000 259.000 117.000.000 8.000.000 108.000.000 86.000 453.000 117.000.000 1.658.100 1.631.000 49.778 22.503 6.376 6.382 32 37
Maasvlakte (grotendeels kolen) Inclusief MPP3 6.463 kt 235 kt 2.036 t 2.033 t 45 t 1.695.000.000 3.218.000 1.699.000.000 1.696.000.000 21.500 1696.000.000 7.682.000 7.010.000 562.000 204.000 94.000 9.019 1.618 -
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 120
Stadscentrales (grotendeels gas)
Brandstof
Reststromen (ton/jaar)
Aardgas (Nm3) Gas-/dieselolie (ton) Overige bitumineuze steenkool (kt) Totaal biomassa (vast + gasvormig) (kt) Overige meestookstoffen Recycling Energieterugwinning Afvalscheidingsinstallatie Storten extern
485.247.608 213 0 0 400 49 444
Maasvlakte (grotendeels kolen) Inclusief MPP3 264.000.000 2.133 2.457 119 42 kt 403.000 108 261 2.924
5 | Bijlagen Bijlage 16 | Beleidsverklaring veiligheid, gezondheid en milieu In de beleidsverklaring Veiligheid, Gezondheid en Milieu (VGM) van de E.ON Generation Fleet staat: De productievestigingen van E.ON Generation Fleet Benelux produceren en/of leveren elektriciteit, warmte, koelwater en perslucht via openbare netten of rechtstreeks aan klanten. E.ON Benelux wil deze producten concurrerend leveren binnen de kaders voor veiligheid, gezondheid en milieu, zoals de wet, de vergunning en de interne E.ON normen die stellen. Onze medewerkers bieden we een veilige werkomgeving. De medewerkers nemen hun verantwoordelijkheid door te handelen conform overeengekomen veilige standaarden en procedures en door afwijkingen hiervan, onveilige situaties en incidenten te melden. Wij verbeteren continu onze werkwijze teneinde bovenstaande doelstellingen te realiseren. Om dit te bereiken verbindt E.ON Generation Fleet Benelux zich aan; • alle wettelijke regels en normen en de richtlijnen van het moederbedrijf na te leven; te streven naar nul veiligheids-, gezondheids-en milieuincidenten, waarbij de betrokkenheid en kennis
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 121
van iedereen werkzaam bij ons bedrijf essentieel zijn; • een geïntegreerd VGM en assetmanagement beheerprogramma te voeren, gebaseerd op de internationaal erkende ISO 14001, OSHAS 18001 en PAS 55 normen; • een continu verbeteringsprogramma ten aanzien van VGM en assetmanagement te voeren en te bewaken door risicobeoordeling en optimalisatie van bestaande en nieuwe processen en werkmethoden; • periodiek VGM alsmede performance doel- en taakstellingen vast te stellen, de voortgang te beoordelen en zonodig bij te sturen; • te streven naar een maximaal bewustzijn en verantwoordelijk gedrag op het gebied van VGM en assetmanagement, door training en actieve betrokkenheid van iedereen werkzaam op ons bedrijf; • constructief en open overleg te voeren met alle stakeholders, waaronder onze medewerkers, contractors en leveranciers, de overheid en het publiek; • het beleid periodiek te evalueren en waar nodig bij te stellen.
5 | Bijlagen Bijlage 17 | ISO 26000 ISO 26000 is een internationale richtlijn voor MVO. De richtlijn heet officieel ‘Guidance on Social Responsibility’. ISO 26000 helpt organisaties hun maatschappelijke verantwoordelijkheden te bepalen en geeft adviezen over de verankering van MVO binnen organisaties. Wij werken onder meer volgens deze richtlijn op onderstaande punten: 1. Naast onze doelstelling om de continuïteit van de organisatie te waarborgen, hebben wij aandacht voor sociale vraagstukken, milieuvraagstukken en maatschappelijke vraagstukken. 2. Wij streven bewust naar het realiseren van bedrijfseconomische meerwaarde voor onze organisatie door aandacht te besteden aan sociale vraagstukken, milieuvraagstukken en maatschappelijke vraagstukken. 3. Wij hebben onze maatschappelijke verantwoordelijkheden bepaald door in kaart te brengen op welke onderwerpen de duurzaamheidsimpact van onze organisatie ligt (met welke onderwerpen wij het grootste duurzaamheidseffect bereiken) en handelen daar ook naar. 4. Wij hebben een aantal duidelijke MVO-prioriteiten gesteld voor onze organisatie en heb-
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 122
ben daar ook concrete doelstellingen op geformuleerd. 5. Duurzaamheidsoverwegingen zijn een vast onderdeel van de besluitvormingsprocessen en de planning van activiteiten binnen onze organisatie. 6. Wij hebben duurzaamheidscriteria (milieu en sociale criteria) opgesteld voor het inkopen van producten/diensten en maken zodoende gebruik van onze invloedssfeer om ook anderen te stimuleren duurzaam te ondernemen. 7. Wij hebben in kaart gebracht wie onze belangrijkste stakeholders zijn, wat hun verwachtingen en belangen zijn èn zorgen ervoor dat wij hier in ons handelen oog voor hebben. 8. Wij werken voortdurend aan het betrekken van stakeholders bij het reilen en zeilen van ons bedrijf, ook op het gebied van MVO. 9. Als wij niet op een eerlijke, integere manier zaken kunnen doen, dan doen wij helemaal geen zaken. 10. Wij investeren in concrete activiteiten op het gebied van maatschappelijke betrokken ondernemen, zoals sponsoring van culturele evenementen, ontwikkeling van lokale gemeenschappen waar wij werkzaam zijn en stimulering van vrijwilligerswerk door medewerkers. 11. Wij werken voortdurend aan het creëren van
bewustwording en draagvlak onder management en medewerkers voor onze inspanningen op het gebied van MVO en proberen hen hier ook daadwerkelijk bij te betrekken. 12. Onze MVO-inspanningen sluiten aan bij reeds bestaande systemen, procedures en structuren binnen onze organisatie. 13. Wij monitoren in hoeverre wij onze MVO-doelstellingen realiseren en verbeteren ieder jaar onze MVO-prestaties. 14. Wij bieden een evenwichtig inzicht in onze MVO-prestaties door deze te communiceren richting onze stakeholders.
5 | Bijlagen Bijlage 18 | Un Global Compact We zijn ons ervan bewust dat onze activiteiten impact hebben op mens en milieu. Om daarin de juiste keuzes te maken, heeft E.ON zich aangesloten bij de UN Global Compact. De UN Global Compact is een initiatief van de Verenigde Naties waarin overheden, het bedrijfsleven en uiteenlopende instellingen samenwerken om universele principes rondom mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en corruptiebestrijding te ontwikkelen en toe te passen. Bij de ontwikkeling van ons MVO-beleid volgen we net als ons moederbedrijf de principes van de UN Global Compact en in ons handelen houden we ons aan onze gedragscode (Code of Conduct), die zijn oorsprong vindt in de uitgangspunten van de UN Global Compact. De UN Global Compact vraagt bedrijven om binnen hun invloedssfeer een aantal kernwaarden op het gebied van mensenrechten, arbeidsnormen, het milieu en corruptiebestrijding te aanvaarden, te ondersteunen en toe te passen:
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 123
Mensenrechten 1. Bedrijven dienen de internationaal uitgevaardigde mensenrechten te ondersteunen en te respecteren, en 2. zich er steeds van zeker te stellen dat zij niet medeplichtig worden aan schending van de mensenrechten. Arbeid 3. Bedrijven dienen de vrijheid van vakvereniging en de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingen te handhaven; 4. de uitbanning van iedere vorm van verplichte en gedwongen arbeid te ondersteunen; 5. de effectieve afschaffing van kinderarbeid te bevorderen, en 6. de bestrijding van discriminatie in arbeid en beroep te ondersteunen. Milieu 7. Bedrijven dienen voorzorgsmaatregelen te bevorderen ter beperking van de belasting van het milieu; 8. initiatieven te ondernemen om een groter milieubewustzijn te bevorderen, en 9. de ontwikkeling en de verspreiding van milieuvriendelijke technologieën te stimuleren.
Corruptiebestrijding 10. Bedrijven dienen elke vorm van corruptie tegen te gaan, inclusief afpersing en omkoping.
5 | Bijlagen Bijlage 19 | Fira Met dit verslag streven we naar een getrouwe weergave van het gevoerde maatschappelijke beleid en belangrijkste ontwikkelingen in het kalenderjaar 2014. De in het verslag opgenomen kwantitatieve data, zoals energieproductie en bijbehorende emissies, zijn tevens onderdeel van andere rapportages zoals het financiële jaarverslag en het elektronisch milieu jaarverslag. Bij deze rapportages is een assurance rapport opgenomen. Daarnaast is de in dit verslag opgenomen informatie in overlap met de informatie die voor onze Fira certificering is gebruikt. Onderstaande verklaring geeft een assurance statement af over die informatie.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 124
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 125
Bijlage 20 | Materiële aspecten en inhoud verslag In deze bijlage wordt toegelicht hoe de materiele aspecten zijn vastgesteld en hoe de inhoud van dit verslag is bepaald. 1. Identificatie van onderwerpen, thema’s en aspecten a. Een lijst van onderwerpen is door de Manager Corporate Strategy & Responsibility opgesteld op basis van: - actuele maatschappelijke thema’s, zoals het SER energieakkoord, lopende procedures inzake vergunningen, terugkerende aandacht in media, zorgen bij stakeholders of maatschappelijke organisaties - (verslagen van) gesprekken met klanten, maatschappelijke organisaties, politici, bestuurders, experts en wetenschappers - de GRI aspecten (algemeen en specifiek voor de elektriciteitsproductie). - de KPMG MVO risico analyse voor de energiesector - eerdere verslagen b. Voor alle onderwerpen op de lijst is bepaald welk(e) GRI aspect(en) relevant zijn voor het betreffende onderwerp.
Het onderwerp “Herkomst kolen” heeft raakvlakken met een aantal GRI aspecten. Er zijn zorgen over mensenrechten, arbeidsomstandigheden en het milieu bij de productie van steenkolen. Omdat hier sprake is van impact buiten het bedrijf en omdat het aanspreken en auditen van leveranciers het instrument is waarmee wij dit onderwerp adresseren zijn voor dit onderwerp drie aspecten benoemd: Supplier Human Rights Assessment, Supplier Assessment for Labor Practices en Supplier Environmental Assessment. De door GRI geboden richtlijnen zijn gericht op assessment van nieuwe leveranciers. Wij passen dit toe op bestaande en nieuwe leveranciers. c. Voor alle GRI aspecten met relevantie voor één of meer onderwerpen is de “Boundary” bepaald, mede op basis van de handreiking in de FAQ (versie 17 December 2014): What does “where the impacts occur” mean? 2. Vaststellen van materialiteit a. De materialiteit voor stakeholders is bepaald op basis van: - surveys onder medewerkers en klanten, waarin gezamenlijk alle onderwerpen zijn benoemd en bevraagd - (verslagen van) gesprekken met klanten,
maatschappelijke organisaties, politici, bestuurders, experts en wetenschappers - terugkerende aandacht van e/o zorgen bij specifieke stakeholders b. De materialiteit voor het bedrijf is bepaald op basis van de (geschatte) kans op voorkomen en impact van de aspecten op het voortbestaan van het bedrijf en/of de mate waarin wij onze strategie kunnen uitvoeren c. Met de gegevens uit a en b is de materialiteitsmatrix gemaakt voor de onderwerpen 3. Selectie van Materiele Aspecten Door de Manager Corporate Strategy & Responsibility is op basis van de materialiteitsmatrix een selectie gemaakt uit de meest relevante onderwerpen. De bij deze onderwerpen behorende GRI-aspecten zijn Materiele Aspecten. In een directievergadering is deze selectie bekrachtigd. 4. Vaststelling van de in het verslag op te nemen informatie. Wij willen bij onze verslaglegging compleetheid en relevantie in evenwicht houden. In dit verslag is opgenomen: a. informatie die gerapporteerd hoort te worden volgens de GRI richtlijnen voor “In accordance – Core”, en
5 | Bijlagen
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 126
b. informatie waarvan wij aannemen dat stakeholders en andere lezers deze relevant vinden en verwachten in het verslag aan te treffen (zie ook 5), en c. informatie waarvan wij vinden dat deze bijdraagt aan evenwichtige beoordeling van onze activiteiten door stakeholders en andere lezers. 5. Voor het bepalen welke informatie stakeholders en andere lezers verwachten aan te treffen hebben wij ons mede laten leiden door de criteria voor de Transparantiebenchmark 2015. Belanghebbende lezers die willen reageren op dit verslag en / of betrokken willen zijn bij de totstandkoming van toekomstige verslaglegging wordt gevraagd dit kenbaar te maken per e-mail: cr@eon benelux.com (Acquisitie wordt niet op prijs gesteld).
5 | Bijlagen Bijlage 21 | OHSAS 18001
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 127
5 | Bijlagen Voetnoten 1 Sinds 2005 kennen wij het E.ON Sustainability groepsprogramma. Dit werkprogramma biedt een duidelijk overzicht van onze duurzaamheidsdoelstellingen en de stappen die we nemen om deze te bereiken en is verplicht voor de gehele E.ON Groep. Dialoog met onze medewerkers en onze andere stakeholders geven ons input voor het verbeteren van deze werkprogramma’s. 2 Zie bijlage 17 3 Hiermee bedoelen wij “Material Aspects” zoals gedefinieerd door het GRI 4 Zie voor onze bedrijfsmodellen voor E.ON Benelux als leverancier en producent de hoofdstukken twee en drie.
E.ON Benelux | Maatschappelijk verantwoord ondernemen | Verslag over 2014 | 128
7 Specifieke CO2-uitstoot: uitgestoten ton CO2 per MWh geproduceerde stroom 8 Inclusief productie uit duurzame energiebronnen in Europa 9 Inclusief productie uit duurzame energiebronnen buiten Europa (windenergie in de VS) 10 Herkomsttransparantie op individueel niveau met vermelding van de naam van de mijn is een overtreding (zie het betreffende rapport). Daarom is gekozen om jaarlijks een overzicht te laten publiceren waarin aangegeven wordt in welke mijnen of mijngebieden alle deelnemende bedrijven inkopen. Er wordt jaarlijks door DNV GL een geaggregeerde alfabetische lijst van mijnen of regio’s, van waaruit kolen, gebruikt in Nederlandse energiecentrales, afkomstig zijn gepubliceerd, zonder kolenvolumes.
5 Herkomst kolen en herkomst gas 11 http://nl.wikipedia.org/wiki/Biomassa 6 Een kilowattuur is de hoeveelheid energie die een apparaat met een vermogen van 1 kilowatt verbruikt in één uur continue operatie.
12 Markus Bokelmann was CEO en CFO tot 1 november 2014 en is opgevolgd door de heer Frits Bruijn die reedst CCO was.
13 Mensen die E.ON vertegenwoordigen worden geacht hun gedrag en ethiek te baseren op de vijf kernwaarden van E.ON: integriteit, openheid, wederzijds respect, moed en maatschappelijke verantwoordelijkheid.