RKBS DRIE KONINGEN SCHOOLGIDS

RKBS DRIE KONINGEN

SCHOOLGIDS 2015-2016

1 SCHOOLGIDS RKBS DRIE KONINGEN 03LX 2015-2016

Inhoud Inleiding: ....................................................................................................................................3 DE SCHOOL .....................................................................................................................................4 2.1 Richting ............................................................................................................................4 2.2 Directie .............................................................................................................................5 2.3 Situering van de school ....................................................................................................5 2.4. Schoolgrootte..................................................................................................................6 III WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT ...........................................................................................6 3.1 Missie en visie: ‘Drie Koningen, een school in beweging’. ..............................................6 VISIE: ..........................................................................................................................................6 De zorg voor kinderen die op één of andere manier uitvallen: .................................................7 Verrassend passend: ..............................................................................................................9 3.2 Het klimaat van de school Gedragscode ..........................................................................9 IV DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS ................................................................................11 4.1

De organisatie van de school ...................................................................................11

Stappenplan van de herindeling van groepen. ....................................................................11 4.2

De samenstelling van het team...............................................................................12

4.3 De organisatie van ons onderwijs ..................................................................................13 4.3.1 De inhoud van ons onderwijs......................................................................................13 4.4 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw ...............................................................17 Over de Citoscores ...............................................................................................................18 Resultaten Cito eindtoets en uitstroom..............................................................................18 V DE ZORG VOOR DE KINDEREN ..................................................................................................20 VI DE LERAREN ..........................................................................................................................25 6.1 De vervanging bij ziekte, studieverlof en scholing/ouderenverlof ................................26 6.2 De begeleiding van stagiaires van ’PABO’S en andere instituten: .................................26 6.3 Scholing van leraren .......................................................................................................26 6.4 Rol van de leerkracht in de klas .....................................................................................26 6.5 Verantwoordelijkheid voor het onderwijs .....................................................................27 6.6 De arbeidstijdenwet .......................................................................................................27 VII RELATIE OUDERS/SCHOOL ..............................................................................................27 7.1 Oudervereniging ............................................................................................................27 7.2 Overblijven .....................................................................................................................28


7.3. Ouderactiviteiten met betrekking tot het dagelijks onderwijs en buitenschoolse activiteiten: ..........................................................................................................................30 7.4 Medezeggenschapsraad MR ..........................................................................................30 VIII DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS OP SCHOOL ...............................................31 8.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs op school ............................................31 Schoolverbetering. ...............................................................................................................31 Kwaliteitsverbetering dankzij bekwaam personeel .............................................................32 Kwaliteitsverbetering met behulp van moderne methodes en effectieve werkvormen ....32 Kwaliteitsverbetering met behulp van het leerlingvolgsysteem .........................................32 Kwaliteitsverbetering met behulp van ICT-middelen ..........................................................33 Kwaliteitsverbetering door planmatig werken ....................................................................33 8.2 Zorg voor de relatie school en omgeving. .....................................................................33 IX KLACHTENPROCEDURE ........................................................................................................34 X VEILIGHEIDSBELEID ...................................................................................................................36 XI REGELING SCHOOL - EN VAKANTIETIJDEN ........................................................................39 11.1 De schooltijden. ..........................................................................................................39 11.2 Vakantietijden ..............................................................................................................41 XII Nieuwe leerlingen en de aanmelding ..................................................................................42 zie over ook het algemeen gedeelte over aannamebeleid .........................................................44 XIII Gegevens administratie en wet op de privacy. .................................................................44 13.1 Administratie................................................................................................................44 13.2 Wet op de privacy ........................................................................................................44


Inleiding: Voor u ligt de schoolgids van de r.-k. basisschool Drie Koningen. Elke school is verplicht een schoolgids te laten verschijnen. De schoolgids bestaat uit twee delen: een algemeen gedeelte dat iedere school van de stichting heeft en een schoolgedeelte waarin algemene informatie over onze school is opgenomen. Het betreft hierbij geen informatie die direct betrekking heeft op een schooljaar, zoals vakanties, schooltijden, namen van leerkrachten, enz. Deze informatie is opgenomen in de jaarkalender en in de jaarlijkse nieuwsbrief voor het nieuwe schooljaar. De schoolgids en de jaarkalender bevatten samen alle informatie die we wettelijk aan ouders moeten geven. De schoolgids wordt verstrekt aan alle ouders van de school. De gids wordt verstuurd via de emailservice Digiduif en aan ouders die informatie willen voor inschrijving van hun kind(eren). Ook is de schoolgids te downloaden vanaf de website (www.driekoningenschool.nl) De jaarkalender wordt bij aanvang van het schooljaar aan alle ouders verstrekt en is ook te downloaden van de website. Bewaar deze daarom goed. De schoolgids is samengesteld door directieleden van de vijf katholieke scholen in Vleuten, De Meern en Haarzuilens. Verder hebben tal van mensen medewerking verleend aan de inhoud van deze gids. De schoolgids is voorgelegd aan de medezeggenschapsraad van de school. Deze heeft ingestemd met de inhoud hiervan.

Met ingang van het afgelopen schooljaar betrekken wij met de groepen 1 t/m 4 de (nieuwbouw)locatie aan de Mereveldlaan 1 . In dit gebouw bieden we met onze partner Kind&Co buitenschoolse opvang aan in het gebouw. Met de realisatie van de nieuwbouw in 2014 zijn de beide locaties op nauwelijks 100 meter van elkaar gelegen. Al eerder, in juni 2012 werd de totale renovatie van de locatie Boelenslaan gerealiseerd. Beide gebouwen voldoen aan de meest moderne eisen van o.a. frisse scholen. Zo zijn we ook op deze wijze op de toekomst voorbereid.

Marja Gruters Joan Hodselmans Jos Becking

adjunct-directeur onderbouw adjunct-directeur bovenbouw directeur


DE SCHOOL 2.1 Richting De naam van de Drie Koningen is niet zomaar gekozen: ze waren op zoek naar het kind. Net zoals de Drie Koningen zijn wij, blijvend, op zoek naar het kind. Ze volgden een ster vanuit hun eigen cultuur en achtergrond, allemaal verschillend. Wij willen zeggen dat iedereen welkom is, ongeacht uiterlijk, intelligentie, cultuur of huidskleur. Maar…wij zijn wél een katholieke school en dragen dat ook uit.(zie "visie en missie") Elk jaar zijn er vieringen in de kerk. We werken met een cathechesemethode en werken op een prettige manier samen met de parochie. Een kindvriendelijke sfeer gecombineerd met een goede organisatie, inhoudelijk goed onderwijs en echte aandacht voor elkaar en normen en waarden, vormt de basis van waaruit wij school willen zijn.

Adressen: R.-K. basisschool Drie Koningen. Postadres: Postbus 112, 3454 ZJ De Meern (Gemeente Utrecht) Centraal telefoonnummer: Tel.: 030-6662489 • •

Mereveldlaan 1: groepen 1 en 2 (kleuters) en groepen 3 en 4. Tel 6662680 Past. Boelenslaan 10: groepen 5 t/m 8 tel. 6662489

•

E-mail: [email protected]

•

Website: www.driekoningenschool.nl

Onze school is een katholieke school. We zijn ook duidelijk in die identiteit. Kenmerkend is onze open houding die vooral tot uiting komt in respect voor elkaar en elkaars mening, geloof en opvattingen. Er wordt niets opgedrongen. Wel vragen wij ouders bij de aanmelding te tekenen voor het feit dat het een katholieke school is en de consequenties die dat met zich meebrengt.


Er is aandacht voor normen en waarden en de manier waarop je met elkaar omgaat. Dit komt tot uiting in de eerder genoemde catecheselessen, waarbij we gebruik maken van de methode “Hemel en Aarde”. Daarnaast zijn er vieringen die plaatsvinden in de kerk, waarbij wij als school (soms) ook inhoudelijk ondersteunen. Het betreft de Eerste Communie en het Vormsel. Ook verlenen wij onze medewerking bij het verspreiden van de folders van de werkgroep Kindernevendienst. Pastoor: Pastor Martin Los tel. 030-6661269 e-mail:[email protected] Pastoraal werker catechese: tel. 030-6774571: Yuri Saris email: [email protected] 2.2 Directie Telefoonnummer : 030-6662489 Directeur: J.M. Becking ,Past. Boelenslaan 10 Voor afspraken kunt u op dinsdag t/m vrijdag terecht, ook onder schooltijd. Adjunct-directeur: locatie Mereveldlaan 1: M.W.J. Gruters tel.: 6662680 maandag t/m donderdag locatie past. Boelenslaan 10: J.H. Hodselmans tel.: 6662489 dinsdag t/m vrijdag Raad van Toezicht: Stichting R.-K. basisscholen Vleuten, de Meern, Haarzuilens Postbus 87, 3454 ZH De Meern website bestuur: www.rkscholenvdmh.nl

De communicatie verloopt voornamelijk via een emailsysteem, het zgn. Digiduif. Ouders krijgen een account . Dit systeem heeft als voordeel dat er een snelle berichtgeving is. Daarnaast levert het een enorme besparing op voor het milieu, omdat er veel minder papier verbruikt wordt.

2.3 Situering van de school De school ligt in de kern De Meern en is gesitueerd op twee locaties: Mereveldlaan 1 en Pastoor Boelenslaan 10 De ruimte in en om de school wordt positief ervaren. De beide locaties liggen op minder dan 100 meter van elkaar en zijn gesitueerd in een woonwijk en goed bereikbaar. De locatie Pastoor Boelenslaan, waar de oudere kinderen zitten, is in 2011-2012 geheel gerenoveerd volgens de laatste eisen. Op deze locatie zitten de oudere kinderen (bovenbouw) Op de locatie Mereveldlaan 1, is een geheel nieuw gebouw gerealiseerd voor onze onder- en middenbouw met daarin speelzalen voor de kleuters en ruimten voor de BSO Kind& Co(buitenschoolse opvang)


2.4. Schoolgrootte Aantal leerlingen per 1 oktober 2015 :665 Aantal groepen:27 Aantal groepsleerkrachten : 40 Directieleden 3 Interne begeleiders :2 onderwijsleerspecialisten:2 financieel-administratief medewerker :1 Coördinator overblijven :1 Conciërges: 2 Er zijn leerkrachten met specifieke taken, o.a. een onderwijsleerspecialist (voorheen remedial teacher genoemd). Door de instroom van kleuters gedurende het schooljaar neemt de groepsgrootte natuurlijk toe. Er wordt niet met wachtlijsten gewerkt. Kinderen die wonen in wijk 10 en ’t Zand mogen op onze school worden aangemeld. Wijk 10= Vleuten, De Meern, Haarzuilens. (dus ook Vleuterweide en Veldhuizen). De rijksoverheid kent voor de leerlingen een zgn. gewichtenregeling. Die bestaat eruit, dat de school onder bepaalde voorwaarden meer leerkrachten kan inzetten. Een leerling ‘weegt’ zwaarder indien de vooropleiding van ouders daar aanleiding toe geeft. Voor onze school heeft dit tot op heden geen effect.

III WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 3.1 Missie en visie: ‘Drie Koningen, een school in beweging’. Daarmee geven we aan dat we steeds op zoek zijn naar manieren om het onderwijs te verbeteren. We willen de kinderen genoeg bagage meegeven om verder te kunnen. Buiten de ontwikkeling van ieder kind op het gebied van kennis, zien wij het ook als een uitdaging de sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren en te begeleiden. Een kind is immers meer dan een optelsom van kennis. VISIE: De Driekoningenschool geeft en neemt verantwoordelijkheid voor ontwikkeling en leren. Als je hier goed over nadenkt, slaat dit niet alleen op de kinderen, maar ook op het gehele team. De basis: We richten ons onderwijs zo in dat elk kind zich zoveel mogelijk op eigen niveau en in eigen tempo, op een zelfstandige manier kan ontwikkelen met als basis een goed sociaal en emotioneel, pedagogisch klimaat. Daarbij hoort dat we: kinderen enthousiast houden om te willen leren differentiëren als leerkrachten scholing volgen en creatief lesgeven goed organiseren elkaars kwaliteiten benutten, adaptief werken. De uitgangspunten: Kind en ontwikkeling zijn volgens ons niet los van elkaar te zien. Ontwikkeling is een groei door


ervaringen. Om deze ontwikkeling zo gunstig mogelijk te laten verlopen, zijn er bepaalde voorwaarden nodig. In onze school staan de volgende punten centraal: De kinderen horen zich thuis te voelen op school. Het pedagogisch klimaat, de sfeer is een basisvoorwaarde. Een positieve benadering van het kind is voor ons vanzelfsprekend. Door positief gedrag te stimuleren proberen we ongewenst gedrag te voorkomen of te verminderen. Het is belangrijk dat bij kinderen een positief zelfbeeld ontwikkeld wordt, zodat het zelfvertrouwen van de kinderen wordt gestimuleerd. De zorg voor kinderen die op één of andere manier uitvallen: 

Het onderwijs is op zo’n manier georganiseerd dat er aandacht is voor het individuele kind. Er moet tegemoet gekomen worden aan de eigenheid van de kinderen, we houden rekening met de verschillen in tempo, milieu en aanleg. Het onderwijs wordt zo ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces doorlopen. Op school is er een goed leerlingvolgsysteem, dat wil zeggen dat van ieder kind systematisch de vorderingen bijgehouden worden. Wanneer blijkt dat een kind uitvalt, wordt er snel bekeken wat er aan gedaan kan worden. Er is veel aandacht voor het zelfstandig werken. We proberen in de klassen een zodanige werkstructuur te laten groeien, dat de kinderen zelfstandig bezig kunnen zijn en de vrijheid krijgen om zelf met elkaar hun problemen op te lossen, zonder voortdurende begeleiding van de leerkracht. Daarnaast krijgen de kinderen ook de kans om zich te ontwikkelen door zelf ontdekkend bezig te zijn.



De organisatie: wanneer je open met elkaar om wil gaan, betekent dat er veel overleg is. Als de dingen goed geregeld zijn, zorgt dat voor duidelijkheid.



De Drie Koningenschool is een basisschool op katholieke grondslag. Aan dit eigen karakter proberen we niet alleen gestalte te geven tijdens catecheselessen, maar vooral in de wijze waarop kinderen, leerkrachten en ouders met elkaar omgaan. De catechese is gebaseerd op de katholieke beginselen waarbij we de ruimte geven aan pluriforme opvattingen zoals die binnen de kerk leven. Wij willen ook respect opbrengen voor hen die anders of niet geloven. Wij blijven echter wel een katholieke school. Van ouders vragen we bij de aanmelding te tekenen voor het feit dat het consequenties heeft dat zij hun kinderen inschrijven op een katholieke basisschool. Kinderen nemen verplicht deel aan de vieringen en catecheseprojecten en–lessen.


Prioriteiten Op onze school kiezen we voor: Een uitgebreide zorg voor elk kind dat extra aandacht behoeft. Dat geldt voor kinderen die op een bepaald gebied uitvallen en ook voor meer begaafde kinderen. Wij hebben aandacht voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben en wij werken tevens vanaf groep 4 met een Plusklas (u kunt hier meer over lezen in het hoofdstuk De zorg voor de kinderen). 

Normen en waarden. Er is aantoonbaar aandacht voor bovenstaande. Willen wij in de Maatschappij een verandering in positieve zin, dan hebben wij daar als school een eigen verantwoordelijkheid in (zie hoofdstuk 2.2 van het algemeen gedeelte).



Ontwikkeling, verbetering/aanpassing van het onderwijs. Dit wordt ook wel het onderwijskundig concept genoemd. Ook de komende jaren zullen wij volgens een stappenplan het concept aanpakken. Wij werken met adaptief onderwijs, verrassend passend en opbrengst gericht werken, Handelingsgericht werken(HGW) en Handelingsgericht Arrangeren (HGA).

Adaptief onderwijs. Elk kind moet zich zoveel mogelijk op eigen niveau en tempo, op een zelfstandige manier, kunnen ontwikkelen met als basis een goed sociaal-emotioneel klimaat. Het basisprincipe bij adaptief onderwijs is dat je je onderwijs zo inricht, dat ieder kind dat op school begint, die school op een verantwoorde wijze kan afmaken binnen de mogelijkheden en grenzen van het kind en de school. Kern in het model van adaptief onderwijs zijn de drie basisbehoeften van een mens: relatie, competentie en autonomie. Ervaren van relaties: merken dat het anderen wat kan schelen wie en hoe je bent en wat je doet. Omgekeerd vind jij het belangrijk hoe die ander(en) gaat (gaan). Competentie: geloof en plezier hebben in eigen kunnen. Zelfvertrouwen en goede zelfkennis zijn voorwaarden om de geboden vrijheid te ontdekken. Als je zelf denkt dat je iets niet kunt, kom je er niet. Wij willen de kinderen ook het gevoel geven dat zij competent zijn. Autonomie: het gevoel dat je iets kunt ondernemen zonder dat anderen je daarbij moeten helpen; onafhankelijk kunnen zijn van het oordeel en het toezicht van opvoeders, door zelf activiteiten uit te voeren, doelen te stellen en na te streven en door te beoordelen in hoeverre je daarmee succes hebt. Autonomie van het kind moet door de school zoveel mogelijk bevorderd worden.


De concretisering Bij de vormgeving van ons adaptief onderwijs zijn (werk)afspraken gemaakt rondom 5 thema’s: 

organisatie (inrichting lokaal, uitgestelde aandacht)



zelfstandigheid (werkhouding en hanteren van regels)



instructie (directe instructie, instructietafel, verlengde instructie)



emotioneel (zelfvertrouwen, zelfwaardering)



sociaal (omgaan met elkaar, samenwerken, coöperatieve vormen)



inhoud (materiaal, methodische leerstof).

Verrassend passend: Wij hebben handvatten om een optimaal leer-en ontwikkelingsklimaat voor kinderen te creëren. Kern van de aanpak is dat er lesgegeven gaat worden op basis van drie arrangementen: top, basis en intensief. Tijdens een rekenles werkt een groepje kinderen bijvoorbeeld de stof verkort door en krijgt daarna verdiepende opdrachten. Een ander groepje krijgt juist verlengde instructie over de basisstof. Het werken in verschillende niveaugroepen is voor de kinderen heel gewoon. Wij creëren een omgeving waarin kinderen zich veilig en geaccepteerd voelen. Opbrengst gericht werken: Dit houdt in dat wij systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de leerprestaties van de kinderen en de effectiviteit van ons onderwijs. Wij stellen doelen ten aanzien van de leerprestaties, wij volgen de leerlingen in hun vorderingen, wij richten ons onderwijsprogramma en – proces daarop in, meten de opbrengsten, analyseren en interpreteren de gegevens en stellen afhankelijk van het resultaat het onderwijsprogramma bij. In het tweewekelijks overleg tussen de parallelgroepen staat dit item verplicht regelmatig op de agenda. De schoolleiding en/of intern begeleider houdt actief de vinger aan de pols door aanwezig te zijn wanneer dit besproken wordt. Dit geldt voor alle groepen dus 1 t/m 8. Tevens biedt Parnassys (leerlingen onderwijsvolgsysteem) de schoolleiding de mogelijkheid de opbrengsten te analyseren, zowel op groepsniveau als op het niveau van de leerling.

3.2 Het klimaat van de school Gedragscode De Stichting heeft een gedragscode ontwikkeld voor kinderen, leerkrachten en ouders. Bij ons op school zorgen we ervoor dat iedereen zich fijn en veilig voelt. • wij respecteren mensen uit alle landen • wij zijn allemaal de moeite waard


• wij zijn verantwoordelijk voor elkaars veiligheid. • op school gedragen we ons professioneel. • werk en privé blijven gescheiden. • praten over = praten met • je hebt een basis van vertrouwen nodig • op school ben je je bewust van je positie als leerkracht en die mag je nooit misbruiken, ook niet op lichamelijk gebied.

Karakteristiek voor onze school is: • een kindvriendelijke sfeer • een positieve benadering • aandacht en respect voor elkaar • zowel aandacht voor de verschillende leergebieden en het resultaat van de kinderen • aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling • enthousiaste uitstraling van het team • dat we veel verschillende activiteiten organiseren waar we met de leerkrachten, ouders en leerlingen veel plezier aan beleven. Van elke leerkracht (stagiaires en overig personeel) mag verwacht worden, dat zij de school vertegenwoordigen op een representatieve manier zowel in hun gedrag als in hun kleding.

De volgende relaties krijgen aandacht: • leerkracht – individuele leerling • leerkracht – groep • leerling - leerling • school – ouders • relatie tussen leerkrachten • schoolorganisatie


Het bovenstaande wordt nog eens extra gestimuleerd door lessen uit de methode Kinderen en hun sociale talenten. Dit is een methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling. In groep 6 volgen de kinderen kanjertraining. In de jaren erna wordt er nog aandacht aan besteed in de vorm van losse lessen.

IV DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 4.1 De organisatie van de school De school werkt volgens het leerstofjaarklassensysteem. De school is verdeeld in een kleuterbouw (groepen 1 en 2), een onderbouw (groepen 3, 4 en 5) en een bovenbouw (groepen 6, 7 en 8). In de kleuterbouw werken we met combinatiegroepen. Elders kunnen er ook combinatiegroepen zijn. Per jaar bekijken we hoe de aantallen leerlingen het best over de groepen verdeeld kunnen worden. De indeling van de groepen 3 wordt bepaald door een werkgroep uit het team. De oudste kleuters worden in principe over de groepen verdeeld. Bij een herindeling volgen we het stappenplan.

Stappenplan van de herindeling van groepen. De school meldt of er wél of geen herindeling voor groepen 1 komt.

maart

2

De school meldt in welke maand de herindeling bekend wordt gemaakt.

maart

3

Ouders wordt, met verwijzing naar het startgesprek, nogmaals gevraagd of er omstandigheden buiten school, in gezin of elders zijn, waarvan u vindt dat de school op de hoogte moet zijn.

vóór mei

4

In geval van herindeling wordt de ouders gevraagd om 4 vriendinnetjes/vrienden op te geven, waarvan er één minimaal gehonoreerd wordt.

vóór mei

5

De indeling wordt door de groepsleerkrachten gemaakt in overleg met de intern begeleider en de directie. Eindverantwoordelijk voor de groepsindeling is de directeur.

6

In de afweging voor de indeling wordt meegenomen:


Het cognitieve aspect De sociaal-emotionele ontwikkeling De groepssamenstelling (o.a. j/m) Het aantal zorgleerlingen in een groep Vriendjes en vriendinnetjes (zie punt 4, daarbij rekening houdend met uitkomsten van het sociogram en de SCOL.) 7.

De indeling wordt bekend gemaakt, afhankelijk van de vakantiespreiding, aan het begin van een week en gaat vergezeld van een uitgebreide toelichting.

8.

Er wordt naar een moment gezocht waarop alle kinderen de nieuwe indeling horen. De ouders wordt gevraagd dit aan hun kinderen te vertellen.

9.

De dag na de bekendmaking door de ouders, besteedt de groepsleerkracht in de groep aandacht aan de indeling.

in mei/juni

10. Er worden wenmomenten ingepland, zodat de kinderen kennis met elkaar kunnen maken.

mei/juni

11. Zo nodig volgen er nog gesprekken om de herindeling toe te lichten

mei/juni

12. In de eerste maanden van het nieuwe schooljaar worden groepsbindende activiteiten uitgevoerd.

augustus/september

13. In de eerste maanden van het nieuwe schooljaar worden er door school momenten georganiseerd waarop ouders van de nieuwe groep(en) kennis met elkaar kunnen maken. 14. Voor de kerstvakantie is er een evaluatie door kinderen, ouders en leerkrachten.

december

4.2 De samenstelling van het team Op onze school werken wij met een directeur en twee adjuncten. De directeur heeft de algehele eindverantwoordelijkheid. De adjunct directeuren, ook wel locatieleider genoemd, hebben de dagelijkse leiding per locatie. Wij werken verder met bouwcoördinatoren. Dit zijn leerkrachten, die zowel de organisatorische als onderwijsinhoudelijke zaken van de betreffende bouwgroep coördineren. Samen met de directie en de intern begeleider / zorgcoördinator vormen zij het managementteam (MT).


De Intern Begeleider (IB-er) coördineert de organisatie en uitvoering van de zorg voor leerlingen met specifieke behoeften. Wij hebben op onze school een IB-er voor de kleuters en de groepen 3 en 4 en een IB-er voor groep 5t/m 8. De onderwijsleerspecialist(OLS) voorheen de remedial teacher (RT-er) helpt kinderen met leermoeilijkheden, individueel of in kleine groepen, in of buiten de klas. Er is ook een onderwijsleerspecialist, die de zorgleerlingen begeleidt, de groepsleerkrachten zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken m.b.t. hun groep. De coördinatie m.b.t. de ICT (informatie Communicatie Technologie), dus de computers en de software in school, rust bij één van de leerkrachten ( ICT coördinator). Tevens hebben wij een interne stagebegeleider (ISB), een leerkracht die de studenten van de Pabo’s (de pedagogische academies) begeleidt en de stage coördineert. Voor ondersteunende activiteiten mogen wij rekenen op de hulp van een financiële administratieve kracht en conciërges. Daarnaast hebben wij een overblijfcoördinator, die de tussen schoolse opvang coördineert. Voor vertrouwelijke zaken betreffende leerlingen, collegae en ouders hebben wij op beide locaties een contactpersoon aangesteld (zie het hoofdstuk over klachtenprocedure).

4.3 De organisatie van ons onderwijs

Wij hebben op onze school heterogene kleutergroepen, dus 4-, 5- en 6-jarigen bij elkaar in een groep. Op deze manier kunnen kinderen veel van elkaar leren. Wij werken over het algemeen rondom thema’s (projecten ) en besteden uiteraard aandacht aan de jaarlijks terugkerende feesten. Wij werken in de kleuterbouw met de methode Kleuterplein waarin alle ontwikkelingsgebieden met de daarbij behorende doelen aan bod komen. Wij hanteren van deze methode ook het registratiesysteem. 4.3.1 De inhoud van ons onderwijs

Leermiddelen/ methodes

Zintuiglijke en lichamelijke ontwikkeling

Basislessen bewegingsonderwijs

Bijzondere afspraken/opmerkingen


Nederlandse taal

Kleuterplein, fonemisch bewustzijn, beginnende geletterdheid Veilig leren lezen, Taal actief Estafette, Goed gelezen

Op dit moment is een commissie bezig met het uitzoeken van een nieuwe methode voor begrijpend lezen. Ook voor schrijven wordt een nieuwe methode ingevoerd.

Schrijven: Novoscript Rekenen en wiskunde

Kleuterplein, beginnende gecijferdheid Wereld in Getallen

Engelse taal

Take it easy

Aardrijkskunde,

De Blauwe Planeet

De methode voor geschiedenis wordt dit jaar ingevoerd. De implementatie is opgenomen in het meerjarenplan.

Geschiedenis

De natuur. waaronder biologie

Maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting

Engels staat op het lesprogramma van de groepen 6, 7 en 8

Kleuterplein

De methode voor natuur en techniek wordt dit jaar ingevoerd. De implementatie is opgenomen in het meerjarenplan. Geen specifieke methode die wordt toegepast. De leerstof hiervan komt terug in de verkeersmethode, geschiedenismethode en de


methode Kinderen en hun sociale talenten. Geestelijke stromingen

Hemel en Aarde

Voor de Katholieke vieringen wordt ook het lesmateriaal uit Hemel en Aarde gebruikt.

Expressie-activiteiten

Moet je doen (drama, muziek, handvaardigheid en tekenen)

Een commissie bewaakt de doorgaande lijn.

Laat Maar Zien (handvaardigheid)

Ook wordt gebruik gemaakt van de ondersteuning van het UCK( Utrechts centrum voor de kunsten) bij de realisering van het Kunstmenu.

Bevordering sociale redzaamheid, waaronder gedrag in het verkeer

Klaarover

In groep 7 doen de kinderen het theoretisch verkeersexamen. In groep 8 het praktisch examen.

Bevordering van gezond gedrag

Leefwereld

Op dit moment wordt een nieuwe methode uitgezocht voor natuur en techniek.

Schoolveiligheid/ welbevinden van de leerlingen

Kinderen en hun sociale talenten, Kanjertraining vanaf groepen 6

Bevordering actief burgerschap en sociale integratie, overdragen kennis over/ kennismaking met de diversiteit van de samenleving

Kleuterplein

Er is een schoolveiligheidsraad vanaf groepen 5

Ook t.a.v. dit vakgebied zit de leerstof in de methoden: Geschiedenis, verkeer, godsdienst en de methode Kinderen en hun sociale talenten. Daarnaast maken we gebruik van de schoolveiligheidsraad die deze thema’s ook aankaart.

Door deze leerstof aan te bieden middels het gebruik van genoemde leermiddelen, de wijze waarop deze leermiddelen worden ingezet en de leertijd die wordt gereserveerd voor deze


inhouden voldoet onze school aan de kerndoelen en de wettelijke eisen zoals verwoord in artikel 9 van de Wet Primair Onderwijs


4.4 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw Onze school kent twee locaties; de Mereveldlaan en de locatie Boelenslaan (BL). In beide schoolgebouwen zijn aanwezig:  Groepslokalen. Het schooljaar 2015-1016 starten we met de onderbouw( de groepen 1, 2 en de groepen 3 en 4) in het gebouw aan de Mereveldlaan 1. Op de Locatie Mereveldlaan zijn er 17 leslokalen en op de locatie pastoor Boelenslaan 12. Van de 30 lokalen in totaal, gebruiken we er dan 27  Ook wordt door de buitenschoolse opvang mede gebruik gemaakt van de speelzalen en dubbelgebruik van 2 kleuterlokalen. De BSO heeft ook 1 lokaal exclusief in gebruik. Wanneer dit lokaal voor onderwijs noodzakelijk is, vanwege groei, vervalt het terug aan de school.  Multifunctionele gemeenschapsruimten, zoals de zaal op de Boelenslaan en de open ruimte op de begane grond van de Mereveldlaan. Deze laatste is te koppelen met de beide speellokalen, waardoor er een enorme ruimte ontstaat. Dat is handig bij ouderavonden voor ouders van meerdere groepen.  Gemeenschappelijke ruimten: Er zijn twee speellokalen voor bewegingsonderwijs aanwezig voor de kleuters aan de Mereveldlaan. De overige groepen lopen naar de gymzaal aan de Mereveldlaan of naar de sporthal Marehal aan de Mereveldlaan.  De computerfaciliteiten bij ons op school: De ICT op de Drie Koningenschool is volop in beweging. Op beide locaties is er één netwerk waardoor alle computers in de lokalen met elkaar verbonden zijn en een gezamenlijke harde schijf. Ook is er middels een glasvezelkabel een verbinding met beide locaties waardoor er optimaal gebruik gemaakt kan worden van de server en ICT mogelijkheden als netwerken en wifi-points, maar ook een gezamenlijk telefoonnetwerk. ICT op school: Onderwijskundig gebruik van de computer vindt plaats door de gehele school, van groep 1 t/m groep 8. De doelstellingen zijn: • de leerlingen kennis laten maken met de computer en de toepassingen in de voor het onderwijs van belang zijnde gebieden. • de leerlingen leren omgaan met informatie en informatiesystemen. • de leerlingen extra mogelijkheden geven tot het inoefenen, herhalen en remediëren van de leerstof.


Het inzetten van computers en laptops creëert een mogelijkheid tot vergaande vormen van differentiatie en individualisering. Er zijn programma’s die onderwerpen kunnen ontdekken en uitdiepen. We hebben dus situaties dat elk kind in een klas een laptop of computer ter beschikking heeft vanaf de kleutergroep. Via dit medium worden de kinderen in hun lessen ondersteund door gerichte zoekopdrachten of extra oefenmateriaal. In iedere groep werken we ook met vaste computers. Dit zijn er 2 per groep. Op beide locaties van onze school is het internet aangesloten op een glasvezelkabel. Daardoor hebben we genoeg bandbreedte om onze computers, laptops en tablets te voorzien van stabiel internet. Touchscreens of digitaal schoolbord. Elk lokaal heeft de beschikking over een touchscreen ( kleutergroepen) of een digitaal schoolbord(groep 3 t/m 8) Het touchscreen of het digitaal schoolbord is een screen of interactief whiteboard dat samen met een computer verandert in een krachtig presentatiemiddel voor zeer veel toepassingen in de klas. Het touchscreen is een veredeld tv scherm en het digitale schoolbord een groot computerscherm. Er zijn pennen om op het beeld te schrijven, tekst te omcirkelen of in kleur te accentueren. Op deze manier wordt het lesgeven van de leerkracht effectief ondersteund door deze nieuwe technische toepassingen. Software. We maken gebruik van de software op onze school die bij de methoden horen. Dit is software die de lessen voor leerkrachten ondersteunen, de kinderen extra oefenmateriaal geven en toetsen die gebruikt worden, om de voortgang van de kinderen te kunnen bijhouden.

Over de Citoscores Als school vinden we het vanzelfsprekend de scores met u als ouder te delen. Toch behoeven de scores soms enige nuancering. Zo is de score van de Cito eindtoets niet meer het tweede gegeven bij de schoolkeuze en steeds minder belangrijk. Het advies van de school is bindend. De scores door de jaren heen (LOVS) en het advies van de leerkracht in groep 8 zijn belangrijker. Ook treft u de ‘uitstroom voortgezet onderwijs’ aan. Dit is naar schoolsoort in percentages uitgedrukt. Resultaten Cito eindtoets en uitstroom Beoordeling school

2015 2014 2013 2012

Ruwe score:

landel ijk 534,8

eigen score 533,9 532,2 533,8 536,8


Tabel 5. Uitstroomgegevens vo schooltype VO

2015

2014

2013

2012

VWO*

20,7%

18%

16,2%

HAVO

29,3%

24%

24,2%

VMBO-TL VMBO K VMBO B VMBO K LWOO VMBO B LWOO Beroepsgr.leerweg vmbo

23,2% 14,6% 4,9% 1,2% 6,1%

30%

35,4%

25% 34% 22%

28%

24,2%

16%

74 ll’n

99 ll’n

73 ll’n

82 lln.


V DE ZORG VOOR DE KINDEREN Wij onderscheiden drie niveaus van zorg: • groepsniveau / leerkracht; • schoolniveau / intern begeleider; • bovenschools niveau / zorgplatformsamenwerkingsverband

Binnen de interne zorgstructuur van de Drie Koningenschool zijn deze stappen verwerkt op de eerste twee niveaus, namelijk het groeps- en schoolniveau voor leerkracht en intern begeleider. De volgende stappen worden ingezet: Stap 1:Cyclus handelingsgericht werken door de leraar Stap 2: Groepsbespreking Stap 3: Individuele leerlingbespreking Stap 4: Individueel handelingsplan Stap 5: Extern handelen: consultatie en of begeleiding Stap 6: Externe zorg Stap 1: Cyclus handelingsgericht werken door de leraar. Groepsplan De leerkracht maakt eerst een groepsoverzicht. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften worden gesignaleerd. De onderwijsbehoeften van deze leerlingen worden benoemd. Is er voldoende informatie om deze onderwijsbehoeften te benoemen? -Zo ja, wat zijn de pedagogische-didactische behoeften van de leerling -Zo nee, welke informatie is nodig om deze behoeften vast te kunnen stellen? Op basis van een duidelijke vraag verzamelt de leerkracht, eventueel met hulp van ib of rt deze informatie. Groeperen van leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften in een sub-groep. -Welke leerlingen hebben vergelijkbare onderwijsbehoeften? -Hoe kunnen we hen groeperen op een manier die enerzijds tegemoet komt aan hun onderwijsbehoeften en anderzijds organisatorisch haalbaar is? De vervolgstap is het opstellen van een groepsplan voor de hele groep en één of meer subgroepen. Op basis van de doelen die de leraar wil bereiken en de onderwijsbehoeften van de leerlingen ontwerpt hij samen met de ib/bc -er een onderwijsaanbod voor de hele groep en één of meer subgroepen. Het groepsplan beschrijft hoe de leraar de komende periode met de verschillen in de groep zal omgaan. Uitvoeren en plannen. De leraar voert de plannen uit en op basis van zijn dagelijkse observaties en reflecties past hij de plannen zo nodig aan, eventueel na overleg met de ib/bcer. Elke cyclus wordt afgerond met een bespreking waarin de groepsleerkracht en de ib/ bc-er de afgelopen periode evalueren en aandachtspunten voor de komende periode bespreken.


Stap 2: Groepsbespreking (2 x per jaar) Welke leerlingen zijn op basis van de gegevens in het groepsoverzicht gesignaleerd en wat zijn hun pedagogisch-didactische behoeften? Als we onvoldoende weten om deze onderwijsbehoeften te kunnen formuleren, dan verzamelt de leraar of de IB-er op basis van een duidelijke vraag doelgericht informatie. Welke leerlingen hebben vergelijkbare onderwijsbehoeften en hoe zijn zij te groeperen in een subgroepsplan? Heeft de leraar begeleiding van de IB-er nodig bij het opstellen en/of uitvoeren van het plan? Zo ja, dan formuleert men samen een duidelijke begeleidingsvraag. Als de onderwijsbehoeften van een leerling(en) onduidelijk blijven ( in een complexe situatie bijvoorbeeld) of als een leerling onvoldoende profiteert van het plan, dan kan men besluiten deze leerling nader te bespreken en de onderwijsbehoeften nog beter in kaart te brengen. Ook kan een aanmelding voor RT tot de mogelijkheden behoren. Kinderen komen in aanmerking voor remedial teaching (RT) wanneer ze meer hulp nodig hebben dan de groepsleerkracht kan geven in de eigen groep. Wij streven naar kortdurende hulp. Het streven is de hulp zoveel mogelijk binnen de groep te geven. De kinderen krijgen dan gedurende een bepaalde periode, meestal 6 weken, extra ondersteuning in of buiten de groep. De meeste kinderen hebben problemen op het gebied van spelling en rekenen. Als ouders wordt u altijd op de hoogte gebracht wanneer uw kind remedial teaching krijgt (RT). In de groepsbespreking bespreken de leraar en de IB de volgende vragen: -Hebben de leerlingen geprofiteerd van de aanpak in de groeps-en subgroepsplannen? -Zo ja, zullen we deze aanpassingen voortzetten? -Zo nee, welke aanpassingen zijn nodig? Als een leerling herhaald onvoldoende profiteert van een (sub)groepsplan, dan kan men besluiten de leerling aan te melden voor de individuele leerlingbespreking (stap 3 van de zorgroute) Stap 3 Individuele leerlingbespreking De individuele leerlingbespreking staat onder regie van de IB. Zij zorgt ervoor dat deze gestructureerd verloopt. Bij deze bespreking kunnen ook anderen aanwezig zijn, zoals OLS, CED, (preventief) ambulante begeleiders en ouders. Het doel van de bespreking is om de geformuleerde vragen te beantwoorden, de onderwijsbehoeften van de leerling te verhelderen en te bekijken hoe aan deze behoeften tegemoetgekomen kan worden. -Als de onderwijsbehoeften niet binnen het subgroepsplan te realiseren zijn, dan kan men een individueel handelingsplan opstellen. -Als de onderwijsbehoeften onduidelijk blijven, ook na intern onderzoek door de leraar, IB of OLS, dan kan men externe hulp aanvragen. bij het samenwerkingsverband. Er wordt dan gevraagd naar Advies en Ondersteuning. -Als de onderwijsbehoeften duidelijk zijn, maar de IB onvoldoende in staat is om de leraar te begeleiden bij het tegemoetkomen aan deze behoeften, dan kan zij/hij extern( ambulante) begeleiding aan vragen. Bijvoorbeeld bij de schoolbegeleider van het CED. Gezamenlijk formuleert men één of meer duidelijke consultatie- of begeleidingsvragen. -Als herhaalde inspanningen ontoereikend zijn, dan kan men verwijzing naar een andere basisschool of een school voor speciaal(basis)onderwijs overwegen.


Stap 4: Individueel handelingsplan Als de onderwijsbehoeften van de leerling niet binnen het groeps- of subgroepsplan te realiseren zijn, dan kan men besluiten een individueel (IHP) op te stellen. Daarin wordt het doel en de onderwijsbehoeften centraal gesteld: wat heeft deze leerling pedagogisch en didactisch nodig om het gestelde doel te behalen? Doelen worden zo SMARTI mogelijk opgesteld. Dit houdt in: • Specifiek; concreet, duidelijk, overzichtelijk • Meetbaar: voldoende objectief vast te stellen • Acceptabel: aanvaardbaar voor de betrokkenen • Realistisch: haalbaar, niet te hoog gegrepen • Tijdgebonden: wanneer en voor hoelang • Inspirerend: de betrokkenen zien het zitten; ze zien het nut ervan in. Het IHP is er in principe op gericht dat de leerling weer gaat profiteren van het groeps- of subgroepsplan. Het bestrijkt dezelfde periode als de andere plannen en wordt in de groepsbespreking geëvalueerd : zijn de doelen bereikt? Een IHP wordt zoveel mogelijk een onderdeel van – of bijlage bij- het groepsplan. Bij onvoldoende resultaat van een IHP gaat men na of er een nieuw handelingsplan opgesteld zal worden of dat er ‘externe stappen’ gezet moeten worden.

Stap 5: Extern handelen: externe hulp, consultatie en/of begeleiding Onze schoolbegeleidingsdienst (CED) verzorgt cursussen voor het gehele team, maar onderzoekt ook kinderen die door de school zijn aangemeld. Op grond van een gesignaleerd probleem waar eerst al in de klas aan gewerkt is, bestaat er de mogelijkheid om de leerlingbegeleider te consulteren. Hierdoor kan de groepsleerkracht een nieuw handvat krijgen om het probleem aan te pakken. Ook kan er een verzoek gedaan worden voor een onderzoek naar het speel/werkgedrag van kinderen. Vaak vindt er dan een observatie in de klas plaats. Een intelligentieonderzoek kan ook tot de mogelijkheden behoren. Dit gebeurt altijd in overleg met en na toestemming van de ouders. Per jaar mogen wij ongeveer 2% van het aantal leerlingen aanmelden voor onderzoek.

Stap 6 Externe Zorg: Als de school niet in staat blijkt, tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van de leerling, dan wordt na overleg en met toestemming van de ouders een traject van verwijzing in gang gezet, waarbij in het kader van Passend onderwijs ondersteuning wordt aangevraagd. Deze ondersteuning wordt door school aangevraagd bij het Samenwerkingsverband. Er zijn 3 mogelijkheden: 1. Advies en Ondersteuning 2. Arrangement 3. Toelaatbaarheidsverklaring S(B)O bij het SWV Met ingang van 1 september 2014 treedt de wet in werking. In 2014 is de school gestart met een zogenaamd School ondersteuningsprofiel op te stellen (SOP). In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school


welke expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van) leraren. Leerlingvolgsysteem Op de Drie Koningenschool gebruiken we het CITO leerlingvolgsysteem als een concreet hulpmiddel voor het signaleren van de vorderingen van de leerlingen t.o.v. zichzelf en t.o.v. door de school nagestreefde doelen en tussendoelen en voor het registreren van die vorderingen. Het stelt de leerkrachten, de intern begeleider en het managementteam in staat om systematisch en van alle leerlingen in de school de vorderingen over kortere (kortetermijn-evaluatie) en langere (lange-termijn-evaluatie) periodes te peilen en daar consequenties aan te verbinden. Vanaf januari 2012 vindt deze registratie plaats in Parnassys en maken we gebruik van de analyses en signaleringen die dit programma ons biedt Informatievoorziening Op beide locaties is er een orthotheek. Daarin bevinden zich boeken, methoden en materialen ten behoeve van de remediëring op pedagogisch en didactisch gebied. De orthotheek is deels ‘meegegroeid’ met de school; dit houdt in dat alleen datgene aangeschaft werd en wordt, waaraan in de praktijk ook behoefte is. Het beheer van de orthotheek is in handen van het zorgteam. Zij stellen zich op de hoogte van literatuur, screenings-en onderzoeksmiddelen en materialen ten behoeve van de leerlingenzorg. Indien nodig breiden zij de orthotheek hiermee uit. Ook houden zij het team op de hoogte van de ontwikkeling van de orthotheek. In de kenniskast, ook op beide locaties, bevinden zich naslagwerken ten behoeve van deskundigheidsbevordering op het gebied van leerlingenzorg voor team, intern begeleider en onderwijsleerspecialist. Ook deze wordt beheerd door het zorgteam. Zorgteam Het zorgteam bestaat uit 2 onderwijsleerspecialisten en 2 intern begeleiders. De onderwijsleerspecialist is opgeleid om kinderen die op een bepaald gebied hulp nodig hebben, te begeleiden. Op onze school is één van hen dyslexie-specialist en de ander hoogbegaafdheidsspecialist. en rugzakbegeleider. Zij zijn beide gedragsspecialist. De beide intern begeleiders nemen om de 3 á 4 weken deel aan het zgn. zorgoverleg met de beide adjunct-directeuren. Hier worden zorgleerlingen besproken en ontwikkelingen in groepen. De intern begeleider coördineert alle zorg binnen de school, is bij alle vormen van overleg aanwezig, coördineert de rt en houdt ook het leerlingvolgsysteem bij. Ook onderhoudt de interne begeleider alle kontakten met de zorginstanties buiten de school zoals . (Altrecht, schoolbegeleidings dienst, maatschappelijk werk buurtteam, schoolarts, ambulante begeleiders, etc) medewerker Advies en Ondersteuning van het Samenwerkingsverband, logopedist, fysiotherapeut, gedragsspecialist, dyslexiespecialist. Dat is een professioneel systeem die alle meldingen registreert van verschillende organisaties zodat in één oogopslag gezien kan worden welke hulp er op dat moment al is bij dat kind. Daarnaast is er een zogenaamd zorgoverleg met de directie waarin de intern begeleiders en de directie elkaar informeren. De intern begeleiders van het samenwerkingsverband hebben regelmatig onderling overleg en studiemomenten in een zgn. lerend netwerk.. Overgaan en zittenblijven De basisschool staat een onbelemmerde gang door de leerjaren van leerlingen voor. Ieder nieuw schooljaar moet de leerling in principe in het volgende leerjaar beginnen. Zittenblijven


wordt zoveel mogelijk vermeden. Het gebeurt doorgaans alleen wanneer de leerresultaten en de ontwikkeling van een kind opvallend achterblijven bij die van de meeste klasgenoten. Alleen als een kind gebaat is bij een doublure zal het nog een jaar in dezelfde groep blijven. Herfstkinderen en de overgang naar groep 3. Kinderen die in het najaar (okt/nov/dec) geboren zijn hebben extra aandacht nodig, vooral als ze nog heel jong en speels zijn. Het kan zijn dat de school dan aangeeft dat een extra kleuterjaar nodig is. Herfstkinderen die op alle gebieden wel voldoende sterk zijn gaan na een relatief korte kleuterperiode wel naar groep 3. Deze beslissing moet door de leerkracht onderbouwd zijn en met de IB-er doorgesproken worden. Wij hebben een protocol waarin staat wat de procedure is. Wanneer ouders en school het oneens zijn over al dan niet overgaan, neemt de school de uiteindelijke beslissing.

Meer- en hoogbegaafde leerlingen Op onze school besteden wij structureel aandacht aan onze meer- en hoogbegaafde begaafde leerlingen. We werken o.a. met een zgn. plusklas. De leerkrachten brengen door jaarlijkse observaties al hun leerlingen in kaart door hen te observeren op de gebieden :leeraspecten, zelfbeeldaspecten, omgangsaspecten en werkhoudingaspecten. Na deze eerste grove screening scoort een aantal van de kinderen zo hoog dat deze gegevens verder verzameld worden in een computerprogramma dat heet: Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid.(DHH) Gegevens uit allerlei bronnen worden hierin verzameld, zoals toetsgegevens uit het leerlingvolgsysteem, observaties van leerkrachten, een fijnmaziger signaleringslijst van leerkrachten en een fijnmaziger signaleringslijst van ouders. Als het kind bij deze groep hoort worden de ouders uitgenodigd een signaleringslijst in te vullen, waarna een gesprek volgt tussen leerkracht en ouders. Deze gesprekken hebben tot doel om een completer beeld te krijgen van het kind. Kinderen kunnen thuis anders zijn dan op school en zo kan de leerkracht meer handvatten krijgen om te ontdekken welke onderwijsbehoefte het kind heeft. Een van onze doelen is ook onderpresteerders te signaleren. Wanneer alle gegevens zijn verzameld in het DHH zal het programma een advies geven over de onderwijsbehoeften van deze leerling. Soms kan daaruit komen dat het kind in aanmerking komt voor de plusklas die wij gestart zijn met hoogbegaafde kinderen (waarvan dit is vastgesteld door een onderzoek). Hoewel het programma geen I.Q. gegevens geeft of uitspraken doet over wel of niet hoogbegaafd zijn, geeft het wel duidelijk aan dat sommige kinderen een andere onderwijsbehoefte hebben dan wat er gemiddeld in de klassen wordt geboden. Er wordt gesproken over het vermoeden van meer- of hoogbegaafdheid. Het kan voorkomen, dat na dit signaleringstraject de plusklassen worden uitgebreid. Ook het onderwijsaanbod voor de meerbegaafden die niet in aanmerking komen voor de plusklas, is uitgebreid en aangepast. Er is extra materiaal aangeschaft om in de klassen in te zetten voor deze leerlingen. Het wordt gebruikt om een tweede leerlijn op te zetten. De leerlingen die hiervoor in aanmerking komen krijgen compacten van de reguliere stof op één of meer gebieden, krijgen plustaken en een extra verdiepende tweede leerlijn. Op deze manier ervaren onze meer- en hoogbegaafden weer meer plezier in het leren , waardoor de motivatie stijgt. Vroeger dacht men dat deze meer begaafde kinderen zich wel redden en richtte de extra aandacht van de leerkrachten en onderwijsleerspecialisten zich meer op de minder goed


lerende kinderen of kinderen met een specifieke problematiek. Deze gedachtegang is onterecht, ook de meer begaafde leerlingen hebben extra aandacht nodig om gemotiveerd te blijven, om werkhouding te ontwikkelen, om uitgedaagd te worden. Hun emotionele welzijn is ermee gemoeid. De Hoogbegaafdheidscoördinator heeft een beleidsplan opgezet voor de hele school. Het Digitaal Handelingsprotocol is aangeschaft en vormt hiervoor mede een leidraad. De school neemt deel aan het netwerk plusklas van ons samenwerkingsverband.

Wij geven geen onderwijs in de tweede taal, maar wij ondersteunen leerlingen die tweetalig zijn en een achterstand in taal hebben in de klas of in de rt met het Nederlands.

VI DE LERAREN Het team hecht er waarde aan de zaken goed te regelen. Niet alleen op onderwijskundig, maar ook op organisatorisch gebied. Een vraag die regelmatig gesteld wordt: wat gebeurt er met de kinderen/klassen als er ziekte is van leerkrachten of wanneer de groepsleerkracht compensatieverlof heeft. En hoe gaat het wanneer de leerkracht van mijn kind een studiedag heeft? • Bij ziekte: leerkrachten die ziek worden dienen dit de avond ervoor aan het betreffende directielid. Het zoeken van een invaller is een probleem op alle scholen. Wij maken gebruik van de invalpool PIO. In ca. 90 % van de gevallen is er een invaller beschikbaar. Mocht het niet lukken om vervanging te regelen, dan worden de betrokken kinderen verdeeld over de overige groepen. Als het om langere vervanging gaat, dan kan het in uiterste nood ook voorkomen dat de groep naar huis wordt gestuurd, de betrokken ouders krijgen hierover minimaal de dag ervoor bericht. • Scholing en studieverlof: elk jaar zijn leraren verplicht zich na te scholen. [Zie hieronder meer]. Dat gebeurt soms in de vrije tijd en soms onder werktijd. Wettelijk zijn daar mogelijkheden voor. Aangezien deze dagen zijn ruim van tevoren bekend zijn, is het vinden van vervanging meestal geen probleem. Bij een studiedag voor het gehele team zijn alle kinderen vrij. Per jaar zijn er altijd een paar studie(mid)dagen. U vindt ze terug op de schooljaarkalender. Identiteit van leerkrachten: Alle leerkrachten en stagiaires, en overig personeel dienen de identiteit van onze school te onderschrijven en uit te dragen. Overduidelijke uitingen van een ander geloof vinden wij niet acceptabel. Ieder respecteert andere geloofsovertuigingen die niet de zijne/hare zijn. Wij willen als r.-k. school vasthouden aan onze identiteit met alle consequenties van dien voor de medewerkers (ook stagiaires/invallers enz.) bij ons op school. Wij verwachten dat leerkrachten de catecheselessen geven en diensten en vieringen mee uitvoeren. Aantal leerkrachten Het aantal leerkrachten per schooljaar, hangt steeds af van het aantal leerlingen op een bepaalde vaste datum: de teldatum. Die is op 1 oktober van het schooljaar ervoor. Wanneer


blijkt dat in het lopende schooljaar het aantal leerlingen flink groeit, dan kunnen we voor dat lopende schooljaar meer leerkrachten inzetten. Met het managementteam bekijken we steeds waar de eventuele knelpunten liggen. 6.1 De vervanging bij ziekte, studieverlof en scholing/ouderenverlof .Kinderen in groep 1 t/m 4 hoeven minder uren naar school dan kinderen in groep 5 t/m 8. Door het vrij roosteren van de groepen 1 t/m 4 zijn er leerkrachten zonder groep. Zij worden al naar gelang hun aanstelling ingezet voor andere werkzaamheden of werken die dagen niet. De roostervrije ochtenden worden in de jaarkalender vermeld. Leerkrachten kunnen vanaf 57 jaar gebruik maken van ouderenverlof (BAPO). Ook zij worden vervangen zo mogelijk door een vaste vervanger. 6.2 De begeleiding van stagiaires van ’PABO’S en andere instituten: De Pabo [pedagogische academie basisonderwijs] dient elk jaar het verzoek in om studenten te mogen leveren die bij ons op school stage lopen. Dit is van groot belang voor de ontwikkeling van de student en heeft als prettige bijkomstigheid dat we ook van die kant met nieuwe inzichten te maken krijgen en wellicht een toekomstige collega/leerkracht ontdekken. Vanwege de grootte van onze school werken wij met twee stagecoördinatoren. Aangezien wij de praktijkervaring van de studenten op een stageschool van groot belang achten, hebben we regelmatig flink wat studenten. De belangrijkste persoon voor studenten blijft uiteraard de mentor. Dit is de leerkracht bij wie de student in de groep staat. Van elke stagiaire verwachten wij dat zij achter onze identiteit staan en die ook uitvoeren (zie stage contract). Snuffelstage vanuit voortgezet onderwijs: Tevens hebben wij op school stagiaires die niet van de Pabo afkomstig zijn. Zij doen een snuffelstage. Zij helpen een handje mee in de klas. Oud-leerlingen krijgen hierin voorrang. 6.3 Scholing van leraren Elk jaar wordt er een nascholingsplan gemaakt. Daarin staat vermeld welke leerkrachten welke na- of bijscholing volgen. Ook zijn er cursussen voor het gehele team. We vinden het een vanzelfsprekendheid dat de leraren op onze school zich voortdurend bij- en/of nascholen. Zoveel mogelijk deskundigheid bij de man of vrouw voor de klas, degene die het uiteindelijk moet doen. 6.4 Rol van de leerkracht in de klas Adaptief betekent: aanpassen aan de omstandigheden en daarbij is de rol van de leerkracht erg belangrijk:  

Interactie tijdens de les, maar ook voor en na de lessen. Het laten merken dat je het kind als persoon waardeert en serieus neemt, dat je belangstelling hebt voor zijn omstandigheden; De klassenorganisatie is zodanig dat de kinderen de kans krijgen zelfstandig te leren en met elkaar samen te werken. Het autonomiegevoel van de kinderen wordt er




geweldig door versterkt en de leerkracht geeft het de kans om ondersteuning te bieden aan leerlingen die er behoefte aan hebben; De wijze van instructie geven is van belang. Het gaat daarbij om de differentiatie die wordt aangebracht in de manier waarop iets uitgelegd wordt.

6.5 Verantwoordelijkheid voor het onderwijs Op de Drie Koningen willen we samen verantwoordelijk zijn voor de tijd dat het kind bij ons is. Dat noemen we ook wel: horizontale verantwoordelijkheid. Samen voor alles verantwoordelijk en niet ieder voor zich in de klas (zie onze visie). De bevoegdheden van de directie worden middels een mandaat geregeld, de directeur is integraal schoolleider voor alle zaken de school betreffende. Het bevoegd gezag, het College van Bestuur is uiteraard eindverantwoordelijk. 6.6 De arbeidstijdenwet Bij ons op school zijn leerkrachten maandag, dinsdag en donderdag van 8.00-16.30 aanwezig. Woensdag van 8.00 -14.30 en vrijdag de onderbouw 1 t/m 4 van 8.00 -13.30 en de bovenbouw 5 t/m 8 van 8.00-16.30.Voor de duidelijkheid: er is een verschil tussen de uren die een leerkracht lesgeeft en de overige, niet-lesgebonden uren. (Nee, we zijn niet om 15.15u klaar met werken…) Ons taakbeleid is daar op aangepast, in die zin dat de te verrichten taken verdeeld worden in verhouding tot het aantal uren dat een leerkracht werkt en het aantal kinderen in de klas. De arbeidstijden voldoen aan de nieuwe cao.

VII RELATIE OUDERS/SCHOOL Ouders zoeken een school uit voor hun kinderen op basis van vroegere huidige opvattingen over wat zij goed vinden voor hun kinderen. De maatschappij verandert, dus een school ook. Het is van belang dat de ouders goed op de hoogte blijven van de veranderingen en dat daarbij in een aantal gevallen ook een vorm van inspraak mogelijk is. Maar het allerbelangrijkste is dat de school ook toegankelijk is voor ouders. Zowel in informatieve zin als in de zin van meehelpen in de breedste zin des woords. Er wordt dus van beide partijen verwacht dat zij openhartig met elkaar omgaan. Er zijn ouderavonden en rapportbesprekingen, zoals die elders in de gids worden genoemd. Ouderhulp wordt gevraagd middels klassenouders en digiduif . 7.1 Oudervereniging Samenstelling: De oudervereniging bestaat uit ouders. Regelmatig vinden verkiezingen plaats volgens een bepaald rooster. Deze vereniging is zeer actief betrokken bij diverse activiteiten binnen de school. De vereniging werkt projectgewijs, dat wil zeggen dat er verschillende commissies worden samengesteld voor bepaalde activiteiten. De ouderbijdrage wordt jaarlijks tijdens de jaarvergadering vastgesteld. Deze bijdrage is niet verplicht, maar wel noodzakelijk om zo veel mogelijk projecten/ activiteiten voor de kinderen te kunnen organiseren. Het verzoek tot betaling hiervan wordt schriftelijk gedaan door de penningmeester. Wat merken ouders van de oudervereniging? De oudervereniging organiseert samen met het team vieringen (zoals Kerstmis, Driekoningen, Pasen) en feesten (zoals carnaval, Sinterklaas,


schoolfeesten, lustrumfeesten, schoolreisjes). Daarnaast noemen wij het opknappen van de speelplaats, de verkeerscommissie en het organiseren van de avondvierdaagse. Wie kan er zitting nemen in de oudervereniging? Alle ouders van school, maar vooral zij die het leuk vinden om zich met dit soort projecten bezig te houden. Het is meer dan limonade inschenken tijdens een feestje. Als ouders op een verdergaande manier bij de school betrokken willen worden, dan is dit een manier om dat te realiseren. Leden van de oudervereniging: u zult jaarlijks op de hoogte gehouden worden wie er in de oudervereniging zitten, middels de jaarkalender. De vrijwillige ouderbijdrage is € 40.00 per jaar. 7.2 Overblijven Op school is een overblijfregeling. Er is een coördinator aangesteld die in dienst is van het bestuur. Zij regelt alles dat betrekking heeft op het overblijven onder eindverantwoording van de directeur. Formulieren voor inschrijving zijn per locatie te verkrijgen. Het overblijven gebeurt op de Pastoor Boelenslaan en op de Mereveldlaan. Wanneer een ouder zijn/ haar kind inschrijft voor het overblijven, ontvangt men een overblijfreglement. Aanmelden: Bij regelmatig overblijven (d.w.z. ten minste een vaste dag per week) geschiedt een aanmelding d.m.v. een ingevuld aanmeldingsformulier. Bij af en toe overblijven moet het kind indien mogelijk een dag van tevoren aangemeld worden bij een overblijfkracht. Kosten en betaling: De kosten worden zo nodig jaarlijks aangepast. Bij tussentijdse aanmelding, hanteren wij twee termijnen, te weten: augustus/september t/m december of januari t/m juni/ juli. Bij af en toe overblijven geldt het dagtarief. Op de dag van het overblijven dient u contant te betalen aan de overblijfkracht. Mocht het kind niet langer meer overblijven om welke reden dan ook, dan kan er geen restitutie verleend worden. Als het kind op een andere dag dan zijn vaste dag overblijft, geldt de regel van het af en toe overblijven. Verandert de vaste dag door omstandigheden (b.v. werk) dan dient de ouder dit tijdig door te geven.

De kosten per schooljaar voor overblijven zijn: tarief per 1-8-2015 Jaar halfjaar 1 kind 1 kind 1 dag € 55,-= € 27,50 2 dagen € 110 € 50,= 3 dagen € 165,= € 82,50 4 dagen € 220,= € 110,= Voor elk kind wordt dus een gelijk bedrag berekend. Deze is berekend voor de vaste overblijvers. Blijft uw kind een enkele keer over, dan zijn de kosten € 3.00 per keer.


Verantwoordelijkheid/ aansprakelijkheid: De aansprakelijkheid voor eventuele schade/ ongevallen, veroorzaakt door overblijvende kinderen ligt bij de ouders. Het schoolbestuur heeft een W.A. verzekering en tevens zijn de overblijfkrachten mee verzekerd. De eindverantwoording ligt bij de directeur. Organisatie van het overblijven: De organisatie van het overblijven berust bij een commissie die bestaat uit één coördinator, de directeur en enkele teamleden. De coördinator en financieel adm. kracht beheren samen met de directeur de financiën en leggen verantwoording af bij de directeur. Begeleiding: Toezicht wordt gehouden door vaste overblijfkrachten, tegen een vrijwilligersvergoeding. Tijdens de overblijftijd van 12.00 tot 13.00 u blijven de kinderen in het gebouw of op de speelplaats onder toezicht van de overblijfkrachten. Het schooljaar 2015-2016 beschouwen we als een overgangsjaar. Globaal gaat de gang van zaken dan als volgt:  

De leerkracht eet met de kinderen het brood op. Alle leerkrachten hebben zich bereid verklaard dit in dit jaar te doen. De overblijfkracht neemt het daarna over voor de pleinwacht.

Vanwege het tekort aan overblijfkrachten, mede veroorzaakt door de belastingdienst, zorgt er voor dat we naar een andere oplossing voor de tussenschoolse opvang moeten zoeken. Er komt een werkgroep die zich bezig houdt met het onderzoeken van de mogelijkheden. Te denken valt aan 5 gelijke schooldagen, continurooster, het uitbesteden van de tussenschoolse opvang aan een commerciële partij e.d. De MR zal hierin vertegenwoordigd zijn.

Afwezigheid kinderen: Indien een kind om welke reden dan ook niet kan overblijven, wordt de ouder vriendelijk verzocht dit schriftelijk of mondeling aan de overblijfkracht of de leerkracht te melden. Op beide locaties mogen de kinderen zonder briefje niet weg. De overblijfcommissie stelt eisen aan het gebruik van materiaal, ruimte en omgang met elkaar. Bij wangebruik kan de commissie maatregelen nemen d.m.v. waarschuwing, eventueel (tijdelijke) verwijdering. De groepsleerkracht neemt contact op met de ouders. Bij het overblijven moet het meegeven van snoep worden afgeraden. Bij wangedrag van de overblijvers zijn wij genoodzaakt ordemaatregelen te nemen. Bij twee maal een officiële waarschuwing wordt de ouder geïnformeerd over de te nemen stappen o.a. in de vorm van tijdelijke of algehele schorsing. Tevens worden de directie en de groepsleerkracht geïnformeerd. Het overblijfgeld dient betaald te worden vooraf binnen de aangegeven periode. Bij nalatigheid hiervan kan als maatregel de toegang tot het overblijven geweigerd worden.


Door een goede organisatie en véél inzet is het overblijven voor de meeste kinderen prettig. De kinderen eten in niet al te grote groepen. Er zijn speciale koelers voor de overblijfspullen. Er is extra speelgoed voor de overblijvers zowel voor binnen als buiten. Elk jaar wordt er extra geld geïnvesteerd voor materiaal. De tarieven worden elk jaar vermeld in het overblijfboekje. In het boekje staat ook het reglement. 7.3. Ouderactiviteiten met betrekking tot het dagelijks onderwijs en buitenschoolse activiteiten: Ouders kunnen daadwerkelijk worden betrokken bij schoolse activiteiten. We hebben het nu zo geregeld dat per klas er een klassenouder wordt gevraagd die de leerkracht assisteert bij deze schoolse activiteiten. Ouders kunnen helpen bij bepaalde projecten, vieringen en feesten. Middels de klassenouder worden ouders uitgenodigd de helpende hand te bieden bij diverse activiteiten naar eigen keuze. Aan het begin van een schooljaar vraagt een leerkracht een ouder om klassenouder te worden. Wij hebben een profiel gemaakt waaraan een klassenouder moet voldoen. De leerkracht bespreekt dit met de klassenouder. Tevens kunnen ouders hulp bieden in de mediatheek. Ook dit gaat in een aantal gevallen in samenwerking met de oudervereniging. Op school hebben wij een hoofdluis-en krentenbaardprotocol. Deze kunt u als ouder te allen tijde inzien. Om deze protocollen goed uit te kunnen voeren, is de hulp van ouders die de kinderen op hoofdluis contoleren of een klas schoonmaken om besmetting van krentenbaard te voorkomen, onontbeerlijk. 7.4 Medezeggenschapsraad MR De Drie Koningenschool heeft een medezeggenschapsraad, die bestaat uit 8 gekozen leden: 4 leden uit de personeelsgeleding en 4 leden uit de oudergeleding. De leden hebben gedurende 3 jaar zitting in deze raad en kunnen nogmaals herkozen worden. De medezeggenschapsraad baseert zijn handelen op de in de wet genoemde rechten en verplichtingen alsmede op het door het bestuur vastgestelde MR-reglement en op een binnen de raad geformuleerde visie op het beleid van de school. De medezeggenschapsraad heeft inspraak (namens ouders en leerkrachten) op de voorgenomen besluiten van het schoolbestuur met betrekking tot het te voeren beleid op school. Onderwerpen voor inspraak zijn onder andere: Schoolplan, schoolorganisatie, toelating van leerlingen, taakverdeling teamleden alsmede verandering van de grondslag c.q. doelstelling van de school, fusie of splitsing van de school, ingrijpende verbouwingen of verplaatsingen, etc. Op dit soort onderwerpen wordt aan de medezeggenschapsraad respectievelijk adviesrecht en instemmingsrecht verleend. Als er geen overeenstemming tussen de medezeggenschapsraad en bestuur bereikt wordt, kan het bestuur of de MR de betreffende aangelegenheid aan de geschillencommissie voorleggen. Indien de bemiddeling van deze commissie geen resultaat oplevert, doet deze een voor beide partijen bindend voorstel. Tweemaal per jaar is het bestuur verplicht de MR te informeren over de algemene gang van zaken. De MR wordt o.a. betrokken in de sollicitatieprocedure van nieuwe teamleden. Maar ook onderwerpen als de klachtenregeling, personeelsbeleid e.d. zijn


onderwerp van gesprek. Bij een aantal andere onderwerpen, zoals o.a. deze schoolgids, wordt de MR direct betrokken. Op deze wijze wordt de inspraak zichtbaar gemaakt. contact: [email protected]

VIII DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS OP SCHOOL 8.1 Activiteiten ter verbetering van het onderwijs op school Er wordt op onze school voortdurend aandacht besteed aan de vraag hoe het onderwijs te verbeteren. Dat gebeurt op de eerste plaats vanuit de wens van het team zelf en daarnaast vanuit de overheid. Passend onderwijs. We gaan werken met een nieuw samenwerkingsverband voor de stad Utrecht. De scholen binnen onze stichting hebben zich geconformeerd aan de Utrechtse Standaard. Dit is een format waarin de basisondersteuning is vastgelegd. In het zgn SOP (schoolontwikkelingsprofiel) staat aangegeven waar de school goed in is en waar de school zich nog moet ontwikkelen. De afgelopen 2 jaren zijn wij als school zeer intensief bezig geweest met passend onderwijs. Dit houdt in dat er een zorgplicht is voor kinderen. De kinderen die op school zitten krijgen een passend onderwijsaanbod. De middelen voor deze zorg worden geconcentreerd in het samenwerkingsverband (SWV) Deze samenwerkingsverbanden zijn nog in bespreking hoe het zorgaanbod concreet vorm gegeven gaat worden. Hierbij wordt uitgegaan van de basisondersteuning van iedere basisschool en de zorgprofielen die iedere school verder uitspint. We werken op school met een uitgebreid leerlingvolgsysteem(het CITO leerlingvolgsysteem=LOVS).Dit houdt in dat op vaste tijden, onafhankelijk van methoden die wij gebruiken, de kinderen getoetst worden. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd. De uitslagen van die toetsen op reken- taal- en leesgebied worden doorgesproken met de coördinator op het gebied van de leerlingenzorg: de intern begeleider. Daarnaast blijven afschriften van rapporten en verslagen van gesprekken in het persoonlijk dossier PARNASSYS) van ieder kind bewaard. Zodoende weten wij op elk moment hoe het met uw kind gaat.

Schoolverbetering. Als school zijn en blijven we zelf verantwoordelijk voor onze opbrengsten. Dit vereist dat we inzicht hebben in onze bijdrage aan de ontwikkeling van de leerlingen en verantwoording moeten afleggen over de opbrengsten. We hebben, om inzicht en effectiviteit te vergroten bij leerkrachten de groepsplannen ingevoerd. Deze groepsplannen geven de onderwijsbehoeften van leerlingen weer. Dit houdt dus in dat we meer aan afstemming doen van zowel de leerinhoud als de leervraag van de leerling. Dit vereist een andere rol van de leerkracht, die nu een meer centrale positie inneemt in het groepsplan qua uitwerking.


Van belang hierbij zijn de startgesprekken die iedere leerkracht met de ouders voert aan het begin van het schooljaar, om een helder beeld te verkrijgen in de onderwijsbehoefte van de leerling. Eigenlijk een betere afstemming.

We werken voortdurend aan kwaliteitsverbetering. Dit wordt door de landelijke onderwijsinspectie onderschreven. De kwaliteitszorg en de samenwerkingsdriehoek leerling, school en ouder, staan zowel bij ons als bij hen hoog op de agenda.

Kwaliteitsverbetering dankzij bekwaam personeel He team van de Drie Koningenschool bestaat uit een team van deskundige leerkrachten. Elk teamlid maakt een professioneel ontwikkelingsplan, in het verlengde van het schoolplan. Tijdens functionerings-, voortgangs- en beoordelingsgesprekken worden de doelen besproken en geëvalueerd. Tijdens studiedagen en teambijeenkomsten wordt de collectieve kwaliteitsontwikkeling planmatig bevorderd en geborgd. Leerkrachten hebben zich bekwaamd als Interne Begeleiders, leesspecialist, rekenspecialist, ICTcoördinator, gedragsspecialist, bedrijfs¬hulpverleners, bouwcoördinator, en specialist speciale leerlingzorg, waaronder hoogbegaafdheid.

Kwaliteitsverbetering met behulp van moderne methodes en effectieve werkvormen We maken gebruik van moderne leer- en hulpmiddelen. De gebruikte lesmethodes zijn: 

up-to-date



uitdagend en gestructureerd



voorzien van veel differentiatiemogelijkheden



conform referentieniveaus en kerndoelen



zorgvuldig gekozen en passend bij onze visie op leren en ontwikkelen van kinderen in de 21e eeuw.

Kwaliteitsverbetering met behulp van het leerlingvolgsysteem Van elk kind registreren we observaties en toetsresultaten. Na elke toets volgt een analyse door de leerkracht. Het vervolgaanbod wordt hierop afgestemd om de ontwikkeling van alle leerlingen te waarborgen. We vergelijken leerlingen met zichzelf, dat wil zeggen dat we volgen of ze zich goed blijven ontwikkelen, en we vergelijken hun prestaties met die van andere leerlingen in Nederland. De toetsen van Cito worden namelijk op vrijwel alle scholen in Nederland afgenomen, waardoor een breed referentiekader ontstaat. Daarnaast volgen en analyseren we de ontwikkeling van de hele groep en maken de Interne Begeleiders trendanalyses voor de hele school.


Kwaliteitsverbetering met behulp van ICT-middelen Iedere groep heeft een digitaal schoolbord of touchscreen, dat de leerkracht onder meer gebruikt bij het geven van instructie. Daarnaast zijn er computers met oefenprogramma's bij de verschillende vakken, die de leerlingen gebruiken om leerstof te oefenen. Ook leren ze om presentaties te maken en te geven en worden stap voor stap wegwijs gemaakt in het digitale snelverkeer. Verder houdt iedere leerkracht op de website van school de groepspagina actueel, om ouders en verzorgers te informeren over het onderwijs in de groep. Via Facebook worden ouders en belangstellenden die de school "liken" op de hoogte gehouden van korte, actuele berichten. Het laatste nieuwsbericht, verschijnt automatisch op de website.

Kwaliteitsverbetering door planmatig werken Onze school staat al jaren bekend als een goede school. Deze hoge standaard houden we vast door zaken planmatig en gestructureerd aan te pakken en met alle betrokkenen steeds onze schouders eronder te zetten. Het schoolplan geeft richting aan de professionele ontwikkelingsplannen van leerkrachten en verbetering in de groepen. Periodieke overleggen met de medezeggenschapsraad, oudervereniging, werkgroepen en leerlingen in de schoolveiligheidsraad leiden tot input en meedenken over gewenste ontwikkelingen.

8.2 Zorg voor de relatie school en omgeving. Het onderwijs op onze school staat niet op zichzelf. Ook de diverse instanties en organisaties vullen door hun relatie met onze school, ons onderwijs aan, voegen toe of geven zelf een uitdaging aan onze school. Er wordt samengewerkt met: CED CED is een schoolbegeleidingsdienst die de scholen adviseert over de aanschaf van materialen en het invoeren van nieuwe werkwijzen. Ook verzorgt men de nascholing van leerkrachten. Een andere taak is het geven van adviezen over individuele kinderen. Buro Spring. Spring, scholen in de praktijk is een begeleidings- en adviesbureau voor het onderwijs, opgericht in 2000. Spring verzorgt o.a. coaching van leraren en leidinggevenden, begeleiding voor schoolteams, studiedagen en trainingen.

Stichting Utrechts Centrum voor de Kunsten. (UCK) De naam zegt het al: zij verzorgen allerlei culturele activiteiten en ondersteunen de leerkrachten om voorstellingen en tentoonstellingen voor de kinderen goed te kunnen begeleiden. Hierbij krijgen zij ondersteuning van de culturele commissie, bestaande uit een afvaardiging van leerkrachten van alle scholen die eraan deelnemen.


Hogeschool Utrecht. (PABO) Van de Hogeschool Utrecht komen er stagiaires, die gedurende bepaalde perioden op onze school de praktijk observeren en lessen uit kunnen voeren. Zij worden begeleid door hun mentoren (de groepsleerkrachten) en de interne stage coördinator van onze eigen school.

Andere instanties waarmee we samenwerken als school zijn:

                 

de speciale school voor basisonderwijs De Binnentuin. KOKO (kinderopvang) Kind en Co (Kinderopvang) en partner in het gebouw Mereveldlaan Aktie voor Aktie (instantie die hulpverlening organiseert voor noodlijdende groepen of Derd Wereldlanden) Bibliotheek Utrecht, afdeling De Meern De Muziekschool GG&GD Leidsche Rijn Parochie Licht van Christus en de pastores Cultureel Centrum De Schalm Logopedisten De Gemeente: Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Het wijkservicecentrum het buurtteam Sportverenigingen Politie (wijkagent) NME ( Natuur en milieu Educatie) Stichting Voorkom (voorlichting over drugs en alcohol) VVE = voor en vroegschoolse educatie. Programma om kleuters die o.a. taalachterstanden hebben al voor de instroom op school te

begeleiden.  Pedagogische bureaus  Fysiotherapeuten  De voedselbank  Instituten voor dyslexieonderzoek



Samenwerkingsverband Utrecht ( voor advies, ondersteuning en arrangementen.)

IX KLACHTENPROCEDURE Elke schoolbestuur dient een klachtenregeling te hebben. Doel van deze procedure is ervoor te zorgen dat de klacht van ouders en leerlingen op een zorgvuldige manier wordt behandeld. Voor alle duidelijkheid: de klachtenregeling geldt alleen voor situaties die zich op school voordoen met leerlingen, ouders en/of leerkrachten. Normaal te doen gebruikelijk is, dat eerst de betrokken leerkracht en / of de adjunct directeur of directeur hierop wordt aangesproken. Meestal komt men in zo’n gesprek al tot een bevredigende oplossing. Het geeft de partijen ook de kans zaken toe te lichten. In het algemeen gedeelte van de schoolgids treft u meer


informatie aan over de regeling. Ook is de klachtenregeling op school in te zien. Daarnaast is hij te vinden op de website van de school en die van de Stichting,.

Contactpersoon: Voor de locatie Pastoor Boelenslaan: Loes Bus 6662489 [email protected]

Voor de locatie Mereveldlaan 1: Petra Okhuijsen 6662680 [email protected]

College van Bestuur (vacature) vertrouwenspersoon stichting: Dhr. R. Booij: 6661765 [email protected]

De contactpersoon heeft de volgende taken: a. fungeren als aanspreekpunt bij klachten; b. bekendheid geven aan zijn taken en functie als contactpersoon binnen de school; c. verstrekken van informatie over klachtenregeling in het algemeen en over de mogelijkheden tot het oplossen van een klacht binnen de school door middel van de afgesproken klachtroute.


De klachtenregeling voorziet ook in het neerleggen van een klacht bij de Landelijke klachtencommissie Katholiek Onderwijs.(zie algemeen gedeelte schoolgids) het adres luidt: Bezoekadres: Raamweg 2 Den Haag Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00-12.00 uur 070-3925508 Postadres: Postbus 82324 2508 EH Den Haag E-mail: [email protected]

X VEILIGHEIDSBELEID Alle scholen voor primair en voortgezet onderwijs zijn wettelijk verplicht om over een veiligheidsplan te beschikken. De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht Daarbij hanteert de Inspectie het criterium dat scholen veilig zijn "indien de psychische en fysieke veiligheid van leerlingen en personeel niet door handelingen van andere mensen wordt aangetast". De veilige school is een school zonder angst. De school moet leerlingen, ouders en onderwijspersoneel een plek bieden waar ze veilig zijn en waar ze zich veilig voelen. Veiligheid is meer dan de afwezigheid van geweld. Het is ook meer dan veilige speeltoestellen en een brandalarm - de fysieke veiligheid. In een veilig schoolklimaat worden veiligheidsrisico’s geminimaliseerd en incidenten zoveel mogelijk voorkomen. Omringende voorzieningen als maatschappelijk werk, jeugdzorg en justitie worden indien nodig bij de afstemming betrokken. De school is een plek waar de kinderen zich veilig voelen. Dat moet ook zo zijn, want een kind kan zich pas volledig concentreren op het leren, wanneer het zich veilig voelt. De leerkracht is de persoon die in de eerste plaats zorgt voor dat gevoel van veiligheid. Belangrijk is dat een kind zich geaccepteerd weet zoals het is en zich gewaardeerd voelt om wat het kan. Buiten de leerkracht zijn er echter meer factoren die in de veiligheidsbeleving van een kind een directe rol spelen: de omgang met medeleerlingen in de eigen klas en in de andere klassen, de andere personeelsleden, de organisatie in de school, het schoolplein en de verdere omgeving van de school. Onderweg van huis naar school en van school naar huis soms zich omstandigheden voor, waarop de school weinig of geen invloed heeft. De verkeerssituatie, rondhangende groepen jongeren, vandalisme in de wijk kunnen factoren zijn, die het gevoel van veiligheid kunnen beïnvloeden. Mogelijk verkeert het kind zelfs thuis in omstandigheden, waardoor het zich onveilig voelt. Uiteraard is het ook van belang dat ouders en leerlingen weten wat de school aan veiligheid doet. Scholen zijn daarom verplicht hen te informeren over het veiligheidsbeleid van de school. Het moet voor ouders en leerlingen ook duidelijk zijn op welke wijze zij klachten kunnen indienen. Elke onderwijsinstelling moet daarom beschikken over een vertrouwenspersoon en een klachtenregeling.


Er zijn nieuwe maatregelen gestart om het reeds bestaande veiligheidsbeleid te versterken. De drie belangrijkste zijn: de verplichte registratie van incidenten, de `preventiemedewerker’ en het toegankelijker maken van de informatievoorziening. Wat doet de school om het voor de leerlingen zo veilig mogelijk te maken? Onze school heeft hier een scala van sociale maatregelen op gezet: lessen sociale vaardigheden, zie de methode Kinderen en hun sociale talenten, het antipestprotocol, dat ook op onze school aanwezig is en er zijn gedragsregels opgesteld voor direct contact en online verkeer. Zo is er ook de Kanjertraining gestart voor kinderen vanaf groep 6. Deze training is erop gericht om kinderen over vaardigheden te laten beschikken om sociaal met elkaar om te gaan, dan voorkom je het gevoel van angst en een beter gevoel van veiligheid. Sinds enkele jaren beschikt de Drie Koningenschool ook over een schoolveiligheidsraad. In deze raad zitten kinderen die namens hun groep (groep 5-8) gekozen zijn om ze te vertegenwoordigen bij het bespreken , met de schoolleiding, van een veilige school. Niet alleen of de kinderen zich fysiek veilig voelen, maar ook mentaal. Welke maatregelen kunnen we nemen? Met betrekking tot de brandpreventie hebben wij als school ook een ontruimingsplan voor beide locaties. Dit plan is op school in te zien. Zeker twee maal per jaar wordt er een ontruimingsoefening gehouden. Een veilige omgeving voor kinderen en onderwijspersoneel houdt in dat er een prettige sfeer op school is. En het voorkomen van incidenten zoals ongepast gedrag, intimidatie, diefstal, agressie en geweld. Dat kan door op tijd te signaleren en hier gericht tegen op te treden. Dit geldt ook voor het bestrijden van pestgedrag. Onderwijsinstellingen zijn zelf verantwoordelijk voor hun veiligheid.

Onderwijsinstellingen moeten een veiligheidsplan hebben. Hieronder kan ook een pestprotocol vallen. In een veiligheidsplan staat bijvoorbeeld dat wapenbezit en drugsbezit op school verboden is. Ook staat erin hoe scholen dit controleren. In een pestprotocol staat wat de school onder pesten verstaat. En hoe zij pesten probeert te voorkomen en hiertegen optreedt. Meten is weten, ook als het om veiligheid gaat. De school moet daarom inzicht krijgen in de veiligheidssituatie op school. De veiligheidsthermometer is daar een uitstekend instrument voor, maar ook incidentenregistratie is belangrijk. Om de ontwikkeling op het gebied van veiligheid te kunnen blijven volgen, wordt op onze school de veiligheidsthermometer afgenomen. Deze veiligheidsthermometer is een korte vragenlijst, die om het andere jaar in oktober aan de leerlingen van de groepen 2-8 en aan de leerkrachten worden voorgelegd. Hiermee brengt de school de beleving van veiligheid in kaart. Deze gegevens worden verwerkt en de resultaten worden doorgegeven aan de scholen. De schoolanalyses worden gebundeld tot een beeld op wijkniveau. Tevens worden de resultaten


van de verschillende wijken samengevoegd tot een stedelijke analyse en vergeleken met de resultaten van de voorgaande schooljaren. In het kader van het project school en veiligheid Primair Onderwijs heeft onze school voor het volgende actieprogramma opgesteld. Voor de leerlingen:    

Afname van de veiligheidsthermometer in de maand oktober voor de groepen 2-8. Verwerking van de resultaten en bundeling per groep. Gesprekken met leerlingen die onveiligheid aangeven. Gerichte aandacht voor klassen- en schoolregels.

Voor het personeel:   

Afname van de veiligheidsthermometer in de maand oktober. Verwerking en bundeling van de resultaten. Gesprekken met de leerkrachten die onveiligheid aangeven.  gerichte aanpak voor het onderdeel personeel over leerlingen. gerichte aanpak voor het onderdeel eigen ervaringen personeel.  gerichte aanpak t.a.v. het oordeel van het personeel over omgangsregels. Leerlingen en personeel voelen zich over het algemeen veilig op school.

Voor de ouders:   

Informatieverstrekking over de uitkomsten van de veiligheidsthermometers in de nieuwsbrief. Informatieverstrekking aan de MR en oudervereniging Waar nodig individuele gesprekken met ouders van leerlingen die onveiligheid aangeven.

Algemeen:     

Bespreken van de uitkomsten van de analyse van de veiligheidsthermometer in het team. Concretisering van de teambespreking in afspraken over omgangsregels in de verschillende groepen, de school en het schoolplein. Het samenstellen van een schoolveiligheidsraad, waarin gekozen kinderen van de groepen 5 t/m 8 deelnemen. Het doel is om samen met de kinderen de veiligheid op school in al zijn facetten in ogenschouw te nemen. Deelname aan wijknetwerken van School en Veiligheid en de daarin afgesproken wijkactiviteiten. De activiteiten binnen de school worden gecoördineerd door de werkgroep Pedagogisch Klimaat. Deze komt een aantal maal per jaar bijeen.


XI REGELING SCHOOL - EN VAKANTIETIJDEN 11.1 De schooltijden. Alle groepen hebben dezelfde schooltijden, behalve op vrijdag. Vrijdagmiddag zijn de groepen 1 tot en met 4 vrij. 5 minuten voor aanvang van de lessen gaat er een bel. De kinderen gaan dan naar binnen zodat de lessen om 8.30 u kunnen beginnen. Dat geldt ook voor de middagschooltijd. Uitzondering hierop vormen de kleuters. De schooltijden zijn: Maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagmorgen: 8.30-12.00 u Maandag-, dinsdag-, donderdag- en vrijdagmiddag: 13.15-15.15u woensdag: 8.30-12.15u Regels voor aanvang en einde schooltijd Locatie Mereveldlaan 1: zodra de hekken open gaan, wordt aan de ouders die met de fiets zijn, gevraagd hun fiets binnen de hekken op de daartoe bestemde plek te zetten. Zie daarvoor de borden. Dit doen we om de grote drukte op straat te vermijden en zo de veiligheid voor , met name de kinderen, te vergroten. Vanaf 8.15u is er surveillance op het plein en zijn de leerkrachten van de groepen 1/2 in de klas aanwezig.

Kleutergroepen: Ouders kunnen de kinderen tot aan het lokaal brengen. De ouders van de jongste kleuters mogen, i.v.m. gewenning, de eerste 3 maanden hun kind in het lokaal brengen. Locatie Boelenslaan Groepen 5 t/m 8: Om 08.15 uur gaan de hekken open en wordt er volgens rooster door 4 leerkrachten gesurveilleerd. Om 08.25 uur gaat de eerste bel en gaan alle leerkrachten naar buiten. De kinderen verzamelen zich bij de groepsleerkracht. Gezamenlijk gaan de kinderen per groep volgens een bepaalde volgorde, afhankelijk van de plaats waar de groep zit in het gebouw, naar binnen. Om 8.30 u gaat de tweede bel, zodat de lessen kunnen beginnen. Vanaf 13.00 en tot 13.15 komen de kinderen direct naar binnen. Dit doen wij omdat anders de speelplaats overbevolkt raakt. Wij maken u er wel op attent dat het nog wel eens voorkomt


dat sommige kinderen in de buurt blijven hangen. Einde schooltijd: elk kind gaat zelf naar buiten. Soms signaleren wij kinderen die zeer vroeg bij de hekken staan, ruim voordat de hekken opengaan. Daarvoor nemen wij geen verantwoording.

Schoolverzuim Zie algemeen gedeelte.


11.2 Vakantietijden Zie de aparte jaarkalender, die elk schooljaar opnieuw wordt uitgebracht. De vakanties kunt u ook op onze website terugvinden onder downloads. Daarnaast krijgt iedere ouder voor het einde schooljaar al de vakanties en urenregeling. Roostervrije dagen. In de jaarkalender die ieder schooljaar verschijnt, is ook een urenberekening van het aantal uren dat de kinderen verplicht naar school moeten. Voor de kinderen van de eerste vier leerjaren is het urenaantal minder dan voor de andere leerjaren. Om het teveel aan uren te compenseren, zijn er ieder jaar roostervrije dagen in het schooljaar gepland. Voor de groepen 3 en 4 geldt dat er buiten de ‘feestdagen’ nog maar 7 roostervrije dagen mogen worden gepland. Dat geldt niet voor groep 1 en 2 . Daardoor verschilt het aantal roostervrije dagen van de groepen 1, 2 en 3, 4. In de jaarkalender staat welke dagen het betreft. Over 8 jaar gerekend dienen de kinderen 7520 uur les te krijgen. Over de verdeling van het aantal uren is instemming verleend door de oudergeleding van de MR. Rapportage In het begin van het schooljaar worden de ouders middels een groepsinformatie document digitaal op de hoogte gebracht over datgene wat in de loop van het schooljaar gaat afspelen in de groep van hun kind. Daarnaast wordt er een kennismakingsavond gehouden per klas. Uitzondering daarop vormt een ouderavond in groep 7 en in groep 8 over de (voorlopige) advisering en schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs. In de eerste weken van het schooljaar worden in alle groepen met de ouders startgesprekken gehouden. Verwachtingen over en weer worden uitgesproken aan de hand van een formulier met vragen. In groep 7 en 8 mogen de kinderen meekomen, o.a. i.v.m. het schooladvies en schoolkeuze.

De kinderen van de groepen 3 t/m 8 krijgen in november en aan het eind van het schooljaar een rapport mee naar huis. Van de rapporten worden afschriften bewaard in het leerlingdossier. U wordt uitgenodigd om het rapport met de leerkracht te bespreken in een kwartiergesprek. De eerste keer worden ouders op verzoek uitgenodigd voor een gesprek, dit in verband met de startgesprekken in het begin van het schooljaar, waarop alle ouders komen. De tweede keer worden alle ouders uitgenodigd door de leerkracht. In april wordt er aan de kleuters van de groepen 1 en 2 een rapport meegegeven. De ouder(s) word(en) dan uitgenodigd om dit rapport met de leerkracht te bespreken in een kwartiergesprek..


Is er behoefte aan tussentijds een gesprek, dan kan men uiteraard altijd een afspraak maken. Is er van onze kant aanleiding voor een gesprek, dan neemt de school contact met de ouder(s) op.

XII Nieuwe leerlingen en de aanmelding Algemeen: Indien ouders overwegen hun kind op onze school te plaatsen, dan nemen zij contact op met een van de adjunct-directeuren om een afspraak te maken. Tijdens dit oriënterende gesprek krijgen de ouders uitleg over onze identiteit en werkwijze en kunnen zij eventuele vragen stellen. Ook kunnen zij tijdens de lesuren de school van binnen bekijken om de sfeer te proeven. Wij hechten er waarde aan om persoonlijk kennis te maken. Mocht U besluiten uw kind op de Drie Koningen aan te melden , dan kan dat via het aanmeldingsformulier. Na ontvangst van het aanmeldingsformulier krijgt u een voorlopige bevestiging van aanmelding ,ook wel vooraanmelding genoemd. Met het ondertekenen van het aanmeldingsformulier onderschrijft u de onderwijskundige visie van de school. Tevens geeft u daarmee aan op de hoogte te zijn van de consequenties die de katholieke identiteit met zich meebrengt. In het navolgende willen we de aanmeldingsprocedure uitleggen en werken we de verschillende situaties die zich bij aanmelding kunnen voordoen, verder uit. Het begrip ouders omvat ook de ouder en de verzorger(ers).

Voedingsgebied: aannamebeleid bestuur Zie het algemeen gedeelte. Kleuter: Enkele maanden voordat uw kind 4 jaar wordt, krijgt u een uitnodiging voor een schriftelijke intake. Dit formulier krijgt u per post en vult u thuis in. Wij vinden het belangrijk om van tevoren informatie over uw kind te krijgen. De informatie kan ons inzicht geven over de aanpak van uw kind en de plaatsing in één van onze groepen. Het kan zo zijn dat bijzonderheden een belemmering kunnen vormen of kunnen gaan vormen voor de ontwikkeling van het kind op school. Als dit zo is dan volgt er na de intake een gesprek met eventueel de intern begeleider erbij. Er zal dan worden bekeken of de school zal kunnen voldoen aan de vraag naar onderwijs en zorg van het kind. Er wordt overgegaan tot plaatsing. Als de school niet kan voldoen aan de vraag naar onderwijs en zorg van het kind, zal de aanmelding ongedaan gemaakt worden. Vandaar de term hierboven voorlopige bevestiging van aanmelding, vooraanmelding. U kunt zelf ook contact met de school opnemen als het een en ander in de ontwikkeling van uw kind niet zo verloopt zoals gewenst zou zijn.


Zijn er geen bijzonderheden die de aanmelding in de weg staan, dan ontvangt u na deze schriftelijke intake een definitieve inschrijving. Ook hiervan krijgt u een bevestiging. U wordt verzocht enige tijd voor de datum dat het kind op school komt, contact op te nemen met desbetreffende groepsleerkracht voor twee zgn. wenochtenden: Eén van die ochtenden is met ouder[s],en één zonder. -Een kind van 4 jaar mag naar de basisschool op zijn/haar vierde verjaardag.

- Kleuters die 3 jaar en 10 maanden zijn én in augustus t/m december 4 jaar worden, mogen in overleg met de ouders op school komen. - Deze kleuters kunnen niet ingeschreven worden en tellen voor de bekostiging van de school niet mee. - Zij zijn wel verzekerd. - Het vergt een extra inspanning van het team om deze kinderen op te vangen, maar we denken dat dit goed is voor de ontwikkeling van het kind. - Het kan voorkomen dat er juist in die periode bepaalde activiteiten zijn die extra kosten met zich mee brengen. Mogelijk worden deze kosten verhaald op de betreffende ouders. - Het geldt niet voor de kinderen die 4 jaar worden tussen januari en juli. Hierop kunnen geen uitzonderingen worden gemaakt. - Voor zover wij weten zijn we de enige school die deze mogelijkheid biedt.

Leerlingen van andere scholen(zij-instromers) Zij-instromers noemen wij kinderen die met eerdere (basis)schoolervaring worden aangemeld. Bij zij-instromers die al een kortere of langere schoolervaring elders hebben, vragen wij de ouders toestemming te geven om contact te hebben met de huidige school. Tevens werken de kinderen twee dagen mee in de eventueel nieuwe groep zodat wij een beeld krijgen over het functioneren van het kind. Daarna vraagt de directie om de bevindingen van de leerkracht en nemen zij de beslissing tot toelating. Er wordt bij meerdere kinderen uit één gezin per kind gekeken naar de toelaatbaarheid (met inachtneming van de wet op het Passend Onderwijs). Tevens moet de ‘afleverende” school een onderwijskundig rapport verzorgen voor de ontvangende school . Dit is een handvat om de juiste beginsituatie voor het kind te bepalen. Zie verder het algemene deel van deze schoolgids.


Procedure: Nadat het aanmeldingsformulier is ontvangen, wordt er een oriënterend gesprek gehouden tussen de ouders en de IB-er/directie. In het gesprek wordt toestemming gevraagd om contact op te mogen nemen met instanties die bij de zorg van dit kind betrokken zijn. Daarna wordt het toelatingsonderzoek gestart. Het onderzoek verloopt aan de hand van een stappenplan en houdt o.a. in het opvragen van informatie bij hulpverleningsinstanties, de inventarisatie van de (on)mogelijkheden van kind en school, etc. Het kind wordt uitgenodigd om twee dagen ter oriëntatie op school op bezoek te komen. Het kind wordt dan geobserveerd. De IB-er/directie bewaakt dit proces en is aanspreekpunt voor de ouders. De directie beslist over de toelating/niet toelaten en laat dit de ouders weten.

zie over ook het algemeen gedeelte over aannamebeleid XIII Gegevens administratie en wet op de privacy. 13.1 Administratie Indien er zich veranderingen voordoen in de gegevens van uw kind, bijvoorbeeld door verhuizing of een ander telefoonnummer van uw werk, verzoeken wij u dit zo spoedig mogelijk door te geven. Dit doorgeven bestaat uit het schriftelijk melden bij de leerkracht en bij de schooladministratie. Ook wanneer uw kind medicijnen gaat gebruiken willen wij dat graag weten. U kunt begrijpen dat we in bepaalde situaties snel willen handelen. 13.2 Wet op de privacy De persoonlijke gegevens van leerlingen, ouders en leerkrachten zijn opgeslagen in Parnassys, een zgn. webbased applicatie en in het persoonlijk dossier op de locatie waar de leerling zit. Deze gegevens en de wijze waarop daarmee wordt omgegaan voldoen aan de wettelijke eisen zoals die in de wet zijn vastgelegd. Alleen de directie en een daartoe aangewezen persoon (administratieve kracht) kunnen daarover beschikken. U heeft o.a. recht op inzage in de voor u relevante gegevens. U kunt ervan verzekerd zijn dat er zorgvuldig met alle genoemde gegevens wordt omgegaan. Nadat een leerling van school af is moeten de dossiers 5 jaar bewaard blijven, daarna worden ze vernietigd. Op school worden soms foto’s gemaakt en videoopnamen voor plaatsing op onze website. Uiteraard gaan we daar ook zorgvuldig mee om. In principe vragen wij u hiervoor toestemming. Indien u geen toestemming geeft vragen wij u dit kenbaar te maken.


Tenslotte…. We hopen dat u na het lezen van deze schoolgids een indruk hebt gekregen van de Drie Koningenschool. Enkele gegevens, zoals wie voor welke groep staat en de vakantieregeling treft u in deze gids niet aan. Die worden in een aparte kalender per schooljaar aangeleverd. Wanneer u uw kind toevertrouwt aan een school, gaat u in feite een samenwerking aan die geldt voor 8 jaar. Ieder draagt in die samenwerking zijn/haar steentje bij. Dan pas kunnen we echt zeggen: “Het is onze school!” Met deze schoolgids en de jaarlijkse kalender hebben we een zo compleet mogelijk beeld willen schetsen. Toch kan het zijn dat we bij de samenstelling iets over het hoofd hebben gezien, of dat u uitgebreider over zaken geïnformeerd wilt worden. In dat geval vragen wij u dit via de e-mail aan ons mede te delen. : [email protected]

RKBS DRIE KONINGEN SCHOOLGIDS

Recommend Documents