RISICO-INVENTARISATIE & -EVALUATIE Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
OBS Tuindorp Utrecht
Opdrachtgever:
Projectleider: Opdrachtnemer:
Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht Postbus 9315 3506 GH Utrecht Mw. M. Hartog, Adviseur Personeelszaken
Projectleider:
Human-Invest BV Franciscusweg 20 D 1216 SK Hilversum Dhr. M. Smakman, Organisatieadviseur & Veiligheidskundige
Datum RI&E:
7 februari 2012
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
1
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ....................................................................................................................................... 3 1
SAMENVATTING ............................................................................................................................. 4 1.1 1.2
2
ORGANISATIEBESCHRIJVING ..................................................................................................... 7 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
ARBEIDSOMSTANDIGHEDENBELEID ............................................................................................... 9 VERZUIMBELEID ........................................................................................................................ 12 RE-INTEGRATIEBELEID .............................................................................................................. 13 FACILITAIR BELEID ..................................................................................................................... 14
RI&E PSYCHOSOCIALE ARBEIDSBELASTING ........................................................................ 16 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
5
KERNPROCESSEN ....................................................................................................................... 7 FUNCTIEGERELATEERDE RISICO’S ................................................................................................ 7 BIJZONDERE GROEPEN ................................................................................................................ 8 MEDEZEGGENSCHAP SPO UTRECHT ........................................................................................... 8 NIEUW- EN/OF VERBOUWPLANNEN ............................................................................................... 8
RI&E BELEID OP STICHTINGSNIVEAU ....................................................................................... 9 3.1 3.2 3.3 3.4
4
PLAN VAN AANPAK VOOR SPO UTRECHT...................................................................................... 5 PLAN VAN AANPAK VOOR OBS TUINDORP .................................................................................... 6
W ERKHOEVEELHEID .................................................................................................................. 16 TAAKINHOUD............................................................................................................................. 17 RELATIE MET COLLEGA'S ........................................................................................................... 17 LEIDING .................................................................................................................................... 17 INFORMATIE .............................................................................................................................. 18 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN ....................................................................................................... 18 GEVOLGEN VAN HET WERK ........................................................................................................ 18
RI&E UITVOERING OP SCHOOLNIVEAU................................................................................... 19 5.1 BEDRIJFSHULPVERLENING ......................................................................................................... 19 5.1.1 Kerngegevens BHV ......................................................................................................... 20 5.2 VEILIGHEID EN GEZONDHEID SCHOOLGEBOUW ............................................................................ 21 5.3 VEILIGHEID EN GEZONDHEID GYMNASTIEKLOKAAL ....................................................................... 26
6
LITERATUURLIJST ...................................................................................................................... 27
BIJLAGEN ............................................................................................................................................ 28 BIJLAGE 1 BIJLAGE 2
VERANTWOORDING VAN HET ONDERZOEK ........................................................................ 29 TOETSINGSRESULTATEN GECERTIFICEERDE KERNDESKUNDIGE ........................................ 32
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
2
Voorwoord Vraagstelling De risico-inventarisatie & -evaluatie heeft voor OBS Tuindorp, als onderdeel van Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht (verder te noemen SPO Utrecht), een tweeledig karakter. Enerzijds wordt de risico inventarisatie & -evaluatie gebruikt als basis voor het opstellen van een plan van aanpak, waarin de voornemens staan vermeld om de arbeidsomstandigheden te optimaliseren. Daarnaast wordt met het uitvoeren van de risico-inventarisatie & -evaluatie voldaan aan de wettelijke verplichting tot het uitvoeren van een dergelijk onderzoek (artikel 5 arbeidsomstandighedenwet). Uitvoerder RI&E De RI&E is uitgevoerd door Human-Invest, vertegenwoordigd door Mark Smakman (Arbeids- & Organisatieadviseur/Veiligheidskundige). Human-Invest is een zelfstandig organisatieadviesbureau, dat zich gespecialiseerd heeft in de onderwerpen arbeidsomstandigheden en verzuim. Human-Invest is een betrouwbare partner die staat voor resultaat gericht werken, transparante dienstverlening en innovatie. Wijze uitvoering RI&E Dit rapport is tot stand gekomen op basis van de informatie die op het moment van het onderzoek beschikbaar was bij Human-Invest. De risico-inventarisatie is als volgt uitgevoerd: • Een gesprek met de Adviseur Personeelszaken (in verband met de bovenschoolse beleidsinventarisatie arbo, verzuim en re-integratie); • Een gesprek met de Adviseur Huisvestingszaken (in verband met de bovenschoolse beleidsinventarisatie facilitair); • Het beoordelen van de aanwezige (beleids-)documenten en procedures; • Een onderzoek naar de psychosociale arbeidsbelasting van de medewerkers door middel van een welzijnsenquête; • Een gesprek met de schooldirecteur; • Een rondgang langs alle werkplekken waarbij de risico’s en knelpunten geïnventariseerd zijn; • Evaluatie van de risico’s en knelpunten en rapportage; • Nabespreken van het rapport; • Toetsing van het rapport door een gecertificeerde kerndeskundige (zie bijlage 2). Opzet van dit rapport Naast de algemene hoofdstukken: voorwoord en samenvatting bestaat deze rapportage uit twee delen. Het eerste deel betreft beleidsmatige (bovenschoolse) onderwerpen, het tweede deel betreft onderwerpen op school- en werkplekniveau. Voor deze tweedeling is gekozen omdat op deze wijze alle aspecten met een organisatiebreed en beleidsmatig karakter samengevoegd kunnen worden en díe elementen die een meer praktische uitwerking behoeven per school/werkplek aangegeven kunnen worden. De aandachtspunten binnen de organisatie zijn weergegeven in het plan van aanpak (1.1). Achter in het rapport is een literatuurverantwoording, de verantwoording van het onderzoek en de toetsingsresultaten opgenomen. In de gebruikte tabellen wordt met vinkje (√ √) aangeven welke onderwerpen voldoende aanwezig of geïmplementeerd zijn, met een kruisje (Χ Χ) wordt aangeven welke onderwerpen nog niet voldoende aanwezig of geïmplementeerd zijn. Indien het onderwerp niet van toepassing is maar wel inventarisatieplichtig, dan wordt dit aangeduid met een 0(n.v.t.). In de kolom categorie wordt aangeven wat de risicoschatting is door de adviseur (zie ook bijlage 1). Leestips: Hoofdzaken + weinig tijd
Lees dan:
Hoofdzaken
Lees dan:
1 Samenvatting 1.1 + 1.2 Plan van aanpak 1 Samenvatting 1.1 + 1.2 Plan van aanpak 3 RI&E Beleid 4 RI&E PSA 5 RI&E Uitvoering
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
3
1
Samenvatting
Onderstaand wordt aangegeven hoe SPO Utrecht in het algemeen en OBS Tuindorp “scoren” op de onderstaande gebieden: Verzuimbeleid en re-integratiebeleid: Het verzuim- en re-integratiebeleid is goed uitgewerkt. De afspraken over hoe te handelen bij optredend verzuim zijn beschreven in “Samen werken aan een beter werkklimaat (beleid ter voorkoming en aanpak van ziekteverzuim)”. Hierin staat ook de mogelijkheid tot het bezoeken van het arbeidsomstandighedenspreekuur beschreven. Een Preventief Medisch Onderzoek wordt gefaseerd aangeboden. Personeelsbeleid: Op het gebied van HRM zijn verschillende (beleids-)documenten en procedures aanwezig. De onderwerpen “arbeidsomstandigheden, verzuim en re-integratie” zijn voldoende geïntegreerd in deze documenten en procedures. Psychosociale arbeidsbelasting: De welzijnsenquête kan niet als representatief worden beschouwd (respons ruim 38%). Aandachtspunten zijn werkhoeveelheid, relatie met collega’s, leiding en informatie. Onderwerp Werkhoeveelheid Taakinhoud Relatie met collega's Leiding Informatie Arbeidsomstandigheden Gevolgen van het werk
Conclusie Aandachtspunt Geen aandachtspunt Aandachtspunt Aandachtspunt Aandachtspunt Geen aandachtspunt Geen aandachtspunt
Preventief arbobeleid: De fysieke arbeidsomstandigheden zijn uitstekend op orde. Door de maatregelen uit het plan van aanpak (zie 1.2) uit te voeren worden de arbeidsomstandigheden nog verder verbeterd. De maatregelen hebben vooral betrekking op: − Veiligheid en gezondheid schoolgebouw (1).
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
4
1.1
Plan van aanpak voor SPO Utrecht Onderwerp
Arbeidsomstandighedenbeleid 1. Schoolveiligheidsplan
Maatregelen
Stel een format op voor het schoolveiligheidsplan en verspreid dit onder de scholen
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
Risicoklasse
Startdatum
Einddatum
Verantwoordelijke
III
April 2012
April 2013
Adviseur Personeelszaken
Afgerond
5
1.2
Plan van aanpak voor OBS Tuindorp Onderwerp
Arbeidsomstandighedenbeleid 1. Schoolveiligheidsplan 2.
Jaarlijkse evaluatie
3.
Periodieke veiligheidsinspecties
Psychosociale arbeidsbelasting 4. Algemeen 5.
Responsanalyse
Veiligheid en gezondheid schoolgebouw 6. Deuren
Maatregelen
Risicoklasse
Startdatum
Einddatum
Verantwoordelijke
Maak het format van het schoolveiligheidsplan schoolspecifiek Evalueer jaarlijks het arbeidsomstandighedenbeleid en de RI&E met de MR Opstellen checklist “Veiligheidsinspectie schoolgebouwen” en 1 x per kwartaal uitvoeren
III
Juli 2012 Juli 2012 Juli 2012
Juli 2013 Juli 2013 Juli 2013
Schooldirecteur
Bespreek de resultaten van de welzijnsenquête in een teamvergadering Groepsinterview houden om de reacties te onderzoeken en om na te gaan waarom een deel van de medewerkers al dan niet heeft gereageerd
III
Juli 2012 Juli 2012
Juli 2013 Juli 2013
Juli 2012
Juli 2013
Voorzie de deur van de TSO-ruimte en het speellokaal van een draaicilinder of regulier handvat
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
III III
III
III
Afgerond
Schooldirecteur + MR Schooldirecteur + conciërge Schooldirecteur Schooldirecteur
Schooldirecteur
6
2
Organisatiebeschrijving
2.1
Kernprocessen
Gegevens organisatie
Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht Kaap Hoorndreef 36 3563 AT Utrecht Postadres Postbus 9315 3506 GH Utrecht
College van Bestuur Adviseur Personeelszaken Adviseur Huisvestingszaken Gegevens school
Directeur Arbocontactpersoon Aantal medewerkers Aantal leerlingen
2.2
Tel.: 030-2652640 Mw. T. Meijer en Dhr. E. van Dorp Mw. M. Hartog Dhr. S. Schoone OBS Tuindorp Professor van Bemmelenlaan 34 3571 EN Utrecht Tel.: 030-2730233 Dhr. P. Bossenbroek Dhr. P. Bossenbroek ± 26 ± 360
Functiegerelateerde risico’s
Lichamelijke belasting (staan) Lichamelijke belasting (tillen) Beeldschermwerk ≥ 2 uur/dag Agressie Werkdruk
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√
√ √ √
Conciërge
Leerkracht
Omstandigheid ↓
Directeur
Functies
√
Administratief medewerk(st)er
Op basis van deze risico-inventarisatie & -evaluatie zijn de volgende functiegerelateerde risico’s geïnventariseerd. In onderstaande tabel zijn deze overzichtelijk weergegeven, de grootte van het risico is hierbij niet aangegeven.
√ √
7
2.3
Bijzondere groepen
Aanwezige risico’s ↓ Lichamelijke belasting: − Bukken, hurken en knielen; − Het in één handeling te tillen gewicht dient kleiner te zijn dan tien kilo; − Vanaf de twintigste week mag niet vaker dan tien keer per dag maximaal vijf kilo getild worden; − Vanaf de dertigste week mag niet vaker dan vijf keer per dag maximaal vijf kilo getild worden. Tijdens de RI&E zijn geen specifieke risico’s geïnventariseerd voor de bijzondere groepen
Ouderen
Bijzondere groep
Zwangere n (bijv. gymlerares)
Binnen SPO Utrecht zijn de volgende bijzondere groepen (in het kader van de Arbo-wet) werkzaam:
√
√
Advies: Geen.
2.4
Medezeggenschap SPO Utrecht
Elke school heeft een medezeggenschapsraad (MR), waarin personeel en ouders vertegenwoordigd zijn. Het aantal vertegenwoordigers hangt af van de schoolgrootte. De MR heeft inspraak op specifieke aangelegenheden van de school. Het reglement voor de medezeggenschapsraad van SPO Utrecht regelt taken en bevoegdheden van de MR. De directie van de school treedt op als vertegenwoordiger vanuit het bevoegd gezag (dit is het bestuur) en is dus zelf geen lid van de MR. Elke medezeggenschapsraad is vertegenwoordigd in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) door een ouder of een personeelslid. De GMR heeft inspraak op het algemene SPO beleid dat voor alle scholen geldt. Advies: Geen.
2.5
Nieuw- en/of verbouwplannen
OBS Tuindorp heeft geen nieuw- en/of verbouwplannen die verregaande consequenties hebben voor de arbeidsomstandigheden. Advies: Geen.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
8
3
RI&E Beleid op stichtingsniveau
3.1
Arbeidsomstandighedenbeleid
Onderwerp
Structuur arbo, verzuim en reintegratiebeleid
Arbobeleidsverklaring / Visie AVR
SPO-niveau en schoolniveau: Schoolveiligheidsplan Interne deskundigheid
Interne organisatie
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TVB) t.a.v. arbeidsomstandigheden Werving & selectie
Inventariseren Huidige situatie
Binnen SPO Utrecht wordt gewerkt met een kwaliteitszorgsysteem. Onderdelen van dit systeem zijn: identiteit en missie, besturing, personeelsbeleid, onderwijsbeleid, middelenbeleid, processen, waardering door personeel, leerlingen en ouders en derden en resultaten. In de (beleids-)documenten is het arbo-, verzuim- en re-integratiebeleid voldoende geïntegreerd Binnen SPO Utrecht is de visie ten aanzien van de onderwerpen arbo, verzuim en re-integratie beschreven in het document “Samen werken aan een beter werkklimaat (beleidsplan ter voorkoming en aanpak van ziekteverzuim)” Binnen de scholen van SPO Utrecht is geen schoolveiligheidsplan opgesteld. In het schoolveiligheidsplan moet aandacht worden besteedt aan de fysieke en sociale veiligheid Binnen SPO Utrecht zijn op bovenschoolniveau 2 preventiemedewerkers aangesteld. De preventiemedewerkers beschikken over voldoende deskundigheid. Op schoolniveau zijn de schooldirecteuren eindverantwoordelijk voor het arbeidsomstandighedenbeleid. De schooldirecteuren beschikken over voldoende deskundigheid Binnen SPO Utrecht is voldoende gestructureerd overleg aanwezig ten aanzien van het arbeidsomstandighedenbeleid. Er worden jaarlijks een aantal thema-avonden, workshops en GMR-bijeenkomsten georganiseerd om de medewerkers te betrekken bij en te informeren over het arbeidsomstandighedenbeleid Binnen SPO Utrecht zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden ten aanzien van het arbeidsomstandighedenbeleid vastgelegd
Evalueren Risico
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √
√
Onvoldoende samenhang tussen de verschillende documenten
Binnen SPO Utrecht is een “Beleid werving en selectie” opgesteld welke voldoet aan de sollicitatiecode uit de CAO PO. De school heeft schoolcompetenties en/of bekwaamheidseisen vastgesteld. Bij de werving en selectie van nieuwe medewerkers worden sollicitanten geselecteerd op deze competenties en/of bekwaamheidseisen. De werving van nieuwe medewerkers wordt bovenschools uitgevoerd. De selectie is een schoolaangelegenheid
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
Χ
III
√
√
√
√
9
Onderwerp
Inwerkprocedure nieuwe werknemers
Gesprekkencyclus
Levensfasebewust personeelsbeleid
Exitgesprekken
Incidenten - registratie, - melding en - analyse Ongewenste omgangsvormen − − − −
Agressie en geweld Discriminatie Pesten Seksuele intimidatie
Inventariseren Huidige situatie
Binnen SPO krijgen nieuwe medewerkers de “Personeelgids” uitgereikt. Hier is arbo, verzuim en re-integratie voldoende in opgenomen. Daarnaast worden zij begeleidt door zgn. opleidingsleerkrachten. Dit staat beschreven in het “Integraal Personeelsbeleidsplan (IPB)” Binnen SPO Utrecht worden functioneringsgesprekken gehouden met de medewerkers. In deze gesprekken is arbo, verzuim en re-integratie voldoende opgenomen Binnen SPO Utrecht is levensfasebewust personeelsbeleid opgesteld. Dit vormt een onderdeel van de functioneringsgesprekken en is opgenomen in de “Personeelsgids”. Regelingen als BAPO en FPU worden toegepast Binnen SPO Utrecht worden exitgesprekken gehouden met vertrekkende medewerkers. In deze gesprekken is arbo, verzuim en re-integratie voldoende opgenomen In het “ABC voor Directeuren” zijn schriftelijke afspraken gemaakt over het melden, analyseren en registreren van incidenten en ongevallen
Binnen OBS Tuindorp wordt niet jaarlijks het arbeidsomstandighedenbeleid en de RI&E geëvalueerd
Schoolniveau: Periodieke veiligheidsinspecties Genotsmiddelen
Binnen OBS Tuindorp worden geen periodieke veiligheidsinspecties uitgevoerd
Alcohol Drugs Medicijnen
Roken
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √
√
√
√
√
√
Binnen SPO zijn afspraken over ongewenste omgangsvormen beschreven in de “Personeelsgids” (gedragscode en klachtenregeling). Voor de medewerkers is er een vertrouwenspersoon aangesteld bij SPO Utrecht en voor de leerlingen een intern contactpersoon
Schoolniveau: Jaarlijkse evaluatie
− − −
Evalueren Risico
Geen managementinfo en moeizame communicatie over de voortgang van maatregelen Risico’s blijven onopgemerkt
Χ
III
Χ
III
Binnen SPO Utrecht zijn afspraken gemaakt over alcohol, drugs en medicijnen tijdens het werk
√
Binnen de scholen van SPO Utrecht geldt een wettelijk rookverbod
√
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
10
Adviezen: Schoolveiligheidsplan (SPO-niveau en schoolniveau): In de CAO van het primair onderwijs is opgenomen dat scholen verplicht zijn om een veiligheidsplan te maken (artikel 11.5 en 11.7 CAO PO). Het schoolveiligheidsplan heeft vooral betrekking op de thema´s agressie & geweld, pesten, seksuele intimidatie en discriminatie en wordt samen met de (G)MR opgesteld. In een schoolveiligheidsplan kunnen bijvoorbeeld afspraken worden opgenomen over: − Preventieve maatregelen, schoolregels en sancties bij overtreding; − Procedures bij incidenten en registratie van incidenten; − Opvang van slachtoffers en aangifte bij misdrijven; − Aanstelling van een functionaris en scholing van personeel. De informatie over het opstellen van een veiligheidsplan kunt u vinden in de Aob brochure ‘Je staat er niet alleen voor’ en op de site van het Centrum School en Veiligheid. Het Centrum School en Veiligheid heeft een informatieblad Veiligheidsplan verplicht! gemaakt. Hierin wordt puntsgewijs uiteengezet waaraan een schoolveiligheidsplan moet voldoen. Jaarlijkse evaluatie (schoolniveau): Het verdient aanbeveling om het arbeidsomstandighedenbeleid jaarlijks te evalueren. In de jaarlijkse evaluatie dient te worden nagegaan: − Of de uitgevoerde risico-inventarisatie en –evaluatie nog actueel is (zijn er verbouwingen geweest, enzovoort); − Of het opgestelde plan van aanpak is uitgevoerd; − Of er een trend waarneembaar is uit de exitgesprekken; − Of er nieuwe wetgeving is, waaraan de school dient te voldoen; − Of er nog voldoende BHV’ers opgeleid zijn; − Of de jaarlijkse ontruimingsoefening gehouden is; − Of er een trend waarneembaar is uit de voorgevallen ongevallen en incidenten; − Of er trends waarneembaar zijn in de verzuimstatistieken. Periodieke veiligheidsinspectie (schoolniveau): Om een hoog niveau van veiligheid, gezondheid en welzijn binnen het schoolgebouw te handhaven, is het essentieel dat de werkplekken regelmatig geïnspecteerd worden. De inspecties dienen uitgevoerd te worden met behulp van een geschikte checklist. Op basis van de resultaten van de inspecties worden verbeteringen doorgevoerd. De inspecties dienen eenmaal per kwartaal of indien noodzakelijk vaker uitgevoerd te worden.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
11
3.2
Verzuimbeleid
Onderwerp
Doelstellingen
Inventariseren Huidige situatie
In het Meerjarenbeleidsplan Koersplan 20082012 zijn doelstellingen opgenomen ten aanzien van verzuim. Op bestuursniveau: het verzuim daalt op bestuursniveau jaarlijks met 1% tot tenminste het landelijk gemiddelde voor de sector. Op schoolniveau: elke SPO-school dringt het werkgerelateerde ziekteverzuim terug tot tenminste het landelijk gemiddelde van de sector Verzuimvisie De visie op het onderwerp verzuim is beschreven in “Samen werken aan een beter werkklimaat (beleid ter voorkoming en aanpak van ziekteverzuim)” Verzuimreglement De afspraken over hoe te handelen bij optredend verzuim zijn beschreven in “Samen werken aan een beter werkklimaat (beleid ter voorkoming en aanpak van ziekteverzuim)” Poortwachter De poortwachterstappen worden nageleefd. De stappen zijn geborgd in “Samen werken aan een beter werkklimaat (beleid ter voorkoming en aanpak van ziekteverzuim)” Verzuimregistratie Het verzuim wordt individueel geregistreerd Verzuimanalyse Er worden periodiek een verzuimanalyses gemaakt Deskundige SPO Utrecht heeft in het kader van de Arbo-wet ondersteuning gekozen voor de ‘vangnetregeling’: een (arbodienst) contract met een gecertificeerde arbodienst Casemanager Uiterlijk in de achtste week wordt een casemanager aangesteld Overleg Er is voldoende overleg tussen de schoolleiding en de arbeidsdeskundige over het verzuim binnen de school VerzuimMedewerkers worden aangesproken op hun gesprekken verzuimgedrag. Er worden verzuimgesprekken gevoerd met frequent verzuimende medewerkers. De schooldirecteuren hebben een training verzuimgesprekken gehad Arbeidsomstandig- De mogelijkheid tot het bezoeken van het hedenspreekuur arbeidsomstandighedenspreekuur is voldoende beschreven in “Samen werken aan een beter werkklimaat (beleid ter voorkoming en aanpak van ziekteverzuim)”. De arbeidsdeskundige van Tredin is voor iedere medewerker eenvoudig te consulteren Preventief Medisch Een PMO is aangeboden aan de onderstaande onderzoek (PMO) groepen medewerkers: Medewerkers >45 jaar (PO-Actief); Vakleerkrachten gymnastiek.
Evalueren Risico
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √
√
√
√
√ √ √ √ √ √
√
√
Advies: Geen.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
12
3.3
Re-integratiebeleid
Onderwerp
Werkhervattingsgesprekken
Inventariseren Huidige situatie
Door de leidinggevenden worden terugkeergesprekken gehouden met verzuimende medewerkers Persoonlijke De medewerkers worden geïnformeerd over de gevolgen persoonlijke gevolgen van (langdurig) ziekteverzuim ziekteverzuim middels een brief welke verstuurd wordt vanuit de afdeling P&O Passende arbeid Voor medewerkers wordt zo nodig passende arbeid gezocht (zowel intern als extern). Indien er werkzaamheden zijn wordt eerst geïnformeerd naar de inzet van te re-integreren medewerkers. Ook hebben re-integrerende medewerkers voorgang bij het vervullen van interne vacatures ReIndien nodig wordt in overleg met de integratiefaciliteiten leidinggevende en de verzuimbegeleiders reintegratiefaciliteiten ingezet zoals bijv. werkplekaanpassing of trainingen Budget De leidinggevenden hebben budget voor reintegratieactiviteiten
Evalueren Bedreiging
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √ √
√
√
√
Advies: Geen.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
13
3.4
Facilitair beleid
Onderwerp
Algemeen Gebruiksvergunning Inkoop
Onderhoud
Schoolniveau: Schoonmaak
Inventariseren Huidige situatie
Evalueren Risico
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie
Volgens opgave voldoen de scholen van SPO Utrecht aan de eisen zoals die zijn opgenomen in de Gebruiksvergunning Binnen SPO Utrecht zijn afspraken gemaakt over de inkoop van hulpmiddelen, machines en meubilair conform de veiligheids- en ergonomieeisen (bijv. CE en NEN) Voor de scholen van SPO Utrecht geldt dat het onderhoud van de binnenkant van de schoolgebouwen de verantwoordelijkheid is van het bestuurskantoor. Het onderhoud van de buitenkant van de schoolgebouwen is de verantwoordelijkheid van de Gemeente. De scholen zijn zelf verantwoordelijk voor kleine reparaties en binnenschilderwerk. Jaarlijks wordt een meerjarenonderhoudsplan (MOP) voor de scholen opgesteld OBS Tuindorp heeft een contract met een extern schoonmaakbedrijf. De schooldirecteur is tevreden over de kwaliteit van de werkzaamheden
Arbeidsmiddelen CV-installaties De CV-installaties in de scholen van SPO Utrecht worden periodiek gekeurd en onderhouden door een gespecialiseerd bedrijf Elektrische De elektrische installaties en elektrische installatie en arbeidsmiddelen in de scholen van SPO Utrecht elektrische worden gekeurd en onderhouden conform NEN arbeidsmiddelen 3140 door een gespecialiseerd bedrijf Gymtoestellen in De gymtoestellen en materialen in de het gymnastiekgymnastieklokalen worden (via de Dienst lokaal van DMO Maatschappelijke Ontwikkeling) periodiek gekeurd en onderhouden door een gespecialiseerd bedrijf Speeltoestellen De speeltoestellen in de speellokalen worden in het speellokaal periodiek gekeurd en onderhouden door een gespecialiseerd bedrijf Speeltoestellen De speeltoestellen op de schoolpleinen worden op het periodiek gekeurd en onderhouden door een schoolplein gespecialiseerd bedrijf Bedrijfshulpverlening Periodieke De brandblusmiddelen in de scholen van SPO controle Utrecht worden periodiek gekeurd en onderhouden brandblusdoor een gespecialiseerd bedrijf middelen Noodverlichting De noodverlichting in de scholen van SPO Utrecht wordt periodiek gekeurd en onderhouden door een gespecialiseerd bedrijf BrandmeldDe brandmeldinstallatie en/of ontruimingsinstallatie installatie/ in de scholen van SPO Utrecht worden periodiek ontruimingsgekeurd en onderhouden door een gespecialiseerd installatie bedrijf
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√ √
√
√
√ √
√
√ √
√
√ √
14
Gevaarlijke stoffen Schoolniveau: Binnen OBS Tuindorp zijn de volgende LegionellaLegionellabronnen aanwezig: preventie - Brandslanghaspels → worden periodiek gekeurd, onderhouden en verzegeld door een gespecialiseerd bedrijf.
√
Er zijn voldoende maatregelen genomen om Legionella-besmetting te voorkomen
Advies: Geen.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
15
4
RI&E Psychosociale arbeidsbelasting
De welzijnsenquête is verspreid onder 26 medewerkers van OBS Tuindorp. Hiervan zijn uiteindelijk 10 exemplaren geretourneerd en verwerkt door Human-Invest. Op één emailadres kon de welzijnsenquête helaas niet bezorgd worden. De respons komt hiermee op ruim 38% en is slecht te noemen. Dit betekent dat de resultaten niet als representatief kunnen worden beschouwd voor de totale populatie medewerkers. Normering In onderstaande tabel wordt aangegeven hoe de normering tot stand is gekomen. Tabel A laat de verhouding zien tussen percentage respondenten dat het onderwerp een aandachtspunt vindt en de beoordeelde zwaarte van het aandachtspunt. Tabel A Verhouding tussen percentage respondenten en zwaarte aandachtspunt 0-20% van de respondenten Geen aandachtspunt 21-60% van de respondenten Aandachtspunt 61-80% van de respondenten Groot aandachtspunt 81-100% van de respondenten Zeer groot aandachtspunt
In tabel B wordt de relatie weergegeven tussen zwaarte van het aandachtspunt en de snelheid waarmee actie wordt geadviseerd. Tabel B Verhouding tussen aandachtspunten en vervolgaanpak Geen aandachtspunt Aandachtspunt Midden Groot aandachtspunt Hoog Zeer groot aandachtspunt Hoog
Bevindingen De resultaten worden op 1 niveau weergegeven: de groep waar de enquête is uitgezet als geheel (totaal N=10). De tabellen waarin de resultaten worden genoemd dienen op de volgende wijze gelezen te worden. In de eerste kolom wordt het thema genoemd. In kolom twee worden de resultaten genoemd van alle respondenten van OBS Tuindorp. Hierbij worden de percentages van de gescoorde antwoordopties vermeld. In kolom 3 staat de conclusie en wordt de zwaarte van het aandachtspunt vermeld (zie ook 'normering').
4.1
Werkhoeveelheid
Nr. 1.
Aspect Ik werk maandelijks over
2. 3.
Ik heb de laatste drie maanden teveel werk te doen voor de uren in mijn arbeidscontract Mijn werk stapelt zich de laatste drie maanden op
4.
Ik vind de werkdruk structureel te hoog
5.
Ik heb wel eens te weinig te doen in mijn functie
6.
Ik ervaar voldoende balans tussen werk en privé
7.
In de onderstaande lijst staan de factoren die veelal genoemd worden als veroorzaker van een (te) hoge werkdruk. Geef aan welke factor voor u op nummer 1 staat:
Totaal 80% ja 20% nee 50% ja 50% nee 10% ja 90% nee 40% ja 60% nee
Conclusie
100% nee 90% ja 10% nee 40% Te veel overbodige administratieve werkzaamheden 20% Gebrekkige (interne) communicatie 10% Er is te veel werk 10% Gebrekkige stijl van leidinggeven 10% Het steeds moeten veranderen door organisatorische keuzes 10% Ziekte verzuim collega’s
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
16
8.
In de onderstaande lijst staan de factoren die veelal genoemd worden als veroorzaker van een (te) hoge werkdruk. Geef aan welke factor voor u op nummer 2 staat:
9.
In de onderstaande lijst staan de factoren die veelal genoemd worden als veroorzaker van een (te) hoge werkdruk. Geef aan welke factor voor u op nummer 3 staat:
4.2
30% Gebrekkige (interne) communicatie 20% Er is te veel werk 20% Te veel overbodige administratieve werkzaamheden 20% Ziekte verzuim collega’s 10% Slechte collegiale verhoudingen 30% Slechte collegiale verhoudingen 10% Er is te veel werk 10% Gebrekkige stijl van leidinggeven 10% Gering toekomstperspectief 10% Het steeds moeten veranderen door organisatorische keuzes 10% Ik ervaar geen werkdruk 10% Onduidelijkheid over taken en bevoegdheden 10% Planning is niet optimaal
Taakinhoud
Nr. 10.
Aspect Ik kan in voldoende mate zelf beslissen hoe ik het werk uitvoer
11.
Ik beleef voldoende vrijheid in de planning van mijn werkzaamheden
12.
Ik ben tevreden over het pauzeregime op onze school
13.
Deze school biedt mij voldoende werkzekerheid voor de toekomst
14.
Ik heb voldoende mogelijkheden om mijn kennis en ervaring te vergroten door bijvoorbeeld scholing
4.3
Totaal 90% ja 10% nee 70% ja 30% nee 100% ja 90% ja 10% nee 70% ja 30% nee
Relatie met collega's
Nr. 15.
Aspect Ik vind de onderlinge sfeer op onze school goed
16.
Ik erger me de laatste drie maanden vaak aan mijn collega’s
17.
Er zijn de laatste drie maanden regelmatig conflicten in mijn team
18.
Ik kan, als dat nodig is, mijn collega's om hulp vragen
Totaal 40% ja 60% nee 50% ja 50% nee 60% ja 40% nee 100% ja
19.
Ik voel mij voldoende gewaardeerd door mijn collega's
100% ja
20.
100% nee
21.
Op onze school worden wel eens seksueel getinte opmerkingen gemaakt of gedragingen verricht Op onze school worden wel eens medewerkers gediscrimineerd
22.
Op onze school worden collega’s gepest
100% nee 30% ja 70% nee
4.4
Conclusie
Conclusie
Leiding
Nr. 23.
Aspect Ik ervaar voldoende ondersteuning van mijn direct leidinggevende
24. 25.
Ik krijg voldoende feedback over mijn werkzaamheden en resultaten van mijn direct leidinggevende Ik voel mij voldoende gewaardeerd door mijn direct leidinggevende
26.
Wat de leidinggevende van ons wil, zie ik terug in zijn/haar gedrag
27.
Ik vind het werk goed georganiseerd op onze school
Totaal 60% ja 40% nee 60% ja 40% nee 90% ja 10% nee 50% ja 50% nee 40% ja 60% nee
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
Conclusie
17
4.5
Informatie
Nr. 28.
Aspect Ik word goed op de hoogte gehouden van het reilen en zeilen van de school
29.
Ik heb voldoende werkoverleg
30.
Ik vind het werkoverleg voldoende effectief
31.
Ik heb voldoende informatie om mijn werk goed uit te kunnen voeren
4.6
Conclusie
50% ja 50% nee 90% ja 10% nee
Arbeidsomstandigheden
Nr. 32.
Aspect Over het algemeen is het binnenklimaat op mijn werkplek comfortabel
33.
Mijn zitgelegenheid is voldoende instelbaar
34.
Ik heb last van agressie door kinderen
35.
Ik heb last van agressie door ouders of verzorgers
36.
Voelt u zich voldoende veilig op de school
4.7
Totaal 50% ja 50% nee 100% ja
Totaal 90% ja 10% nee 80% ja 10% nee 10% n.v.t. 10% ja 90% nee
Conclusie
100% nee 90% ja 10% nee
Gevolgen van het werk
Nr. 37.
Aspect Ik vind mijn werk boeiend
38.
Ik heb plezier in mijn werk
39.
Ervaart u de laatste drie maanden een opgejaagd gevoel
40.
Piekert u de laatste drie maanden meer dan vroeger
41.
Voelt u zich de afgelopen drie maanden gezond
42.
Hebt u gezondheidsklachten die naar uw mening gerelateerd zijn aan het werk
43.
Voelt u zich na het werk mentaal uitgeput, opgebrand en niet meer vrolijk
44.
Ervaart u uw werk als een te zware belasting
45.
Bent u nog enthousiast over uw werk
Totaal 90% ja 10% nee 100% ja
Conclusie
30% ja 70% nee 30% ja 70% nee 100% ja
100% nee 10% ja 90% nee 100% nee 90% ja 10% nee
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
18
5
RI&E Uitvoering op schoolniveau
In dit deel van de rapportage worden per lokaal en/of ruimte de risico’s geïnventariseerd en geëvalueerd.
5.1
Bedrijfshulpverlening
Onderwerp
Organisatie bedrijfshulpverlening Ontruimingsoefening BHV-coördinator Bedrijfshulpverleners
Inhoud opleiding bedrijfshulpverleners
Periodieke herhalingslessen Communicatie Herkenning Calamiteiteninstructies EHBO-middelen
Brandblusmiddelen
Noodverlichting Uitvoering nooduitgangen en vluchtwegen
Aanduiding nooduitgangen en vluchtwegen
Inventariseren Huidige situatie
De organisatie van de bedrijfshulpverlening is vastgelegd conform NEN 8112-2010 Leidraad voor ontruimingsplannen voor gebouwen Er wordt minimaal 1 x per jaar een ontruimingsoefening gehouden Er is een BHV-coördinator aanwezig Er zijn 12 opgeleide BHV-ers. Dit is voldoende. In de RI&E is vastgesteld dat er dagelijks (op basis van 1 BHV-er op 50 aanwezigen) tenminste 7 BHV-ers tegelijk aanwezig dienen te zijn.
Evalueren Risico
√ aanwezig / geïmplementeerd Χ nog niet voldoende ingevoerd of aanwezig 0 n.v.t. Categorie √
LET OP: Er moeten voldoende BHV-ers zijn opgeleid om deze bezetting te kunnen garanderen (als gevolg van bijvoorbeeld ziekteverzuim) De inhoud van de BHV-training die gevolgd wordt is voldoende afgestemd op de risico’s: Brandbestrijding Communicatie Levensreddende handelingen Ontruimen De bedrijfshulpverleners van OBS Tuindorp volgen periodiek herhalingslessen Er wordt mondeling gecommuniceerd door de BHV-ers De BHV-ers zijn tijdens een calamiteit herkenbaar aan een reflecterend vestje Op strategische plaatsen (bijv. in de klaslokalen) zijn ontruimingsplattegronden opgehangen Er zijn voldoende (op de risico’s afgestemde) EHBO-middelen aanwezig De aanwezige EHBO-middelen zijn duidelijk zichtbaar en goed bereikbaar opgehangen De EHBO-middelen worden periodiek gecontroleerd en aangevuld Er zijn voldoende (op de risico’s afgestemde) brandblusmiddelen aanwezig De aanwezige brandblusmiddelen zijn duidelijk zichtbaar en goed bereikbaar opgehangen OBS Tuindorp is voorzien van voldoende toereikende noodverlichting De nooduitgangen en vluchtwegen zijn goed uitgevoerd De loopafstand tot de nooduitgangen of het trappenhuis bedraagt minder dan 30 meter De nooduitgangen en vluchtwegen zijn vrij van obstakels De nooduitgangen en vluchtwegen worden aangeduid met internationale pictogrammen
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√ √ √
√
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √
19
5.1.1 Kerngegevens BHV Kerngegevens bedrijfshulpverlening Bedrijfshulpverleners Inhoud BHV-opleiding
Tijdsschema herhalingslessen EHBO Brandbestrijding Ontruimingsoefeningen Periodieke keuringen Brandblusmiddelen Brandmeldcentrale EHBO-middelen
Gedurende de openingstijden: minimaal 7 Brandbestrijding Communicatie Levensreddende handelingen Ontruimen 1 x per jaar, tenminste 1 dagdeel 1 x per jaar, tenminste 1 dagdeel 1 x per jaar 1 x per jaar 1 x per jaar 4 x per jaar
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
20
5.2
Veiligheid en gezondheid schoolgebouw √ in orde Χ niet in orde
Toegang/Schoolplein 1 Schoolterrein en schoolgebouw zijn voor iedereen goed en veilig toegankelijk. Eventuele hoogteverschillen zijn ook voor lichamelijk gehandicapten te overbruggen. 2 Het schoolterrein heeft een deugdelijke afrastering die geen scherpe randen of uitsteeksels heeft en overklimbaar is. 3 Uitgangen van het schoolterrein naar de openbare weg zijn overzichtelijk in verband met het verkeer. 4 Fietsers komen zonder gevaar vanaf het schoolterrein in het verkeer en omgekeerd. 5 De bestrating van het schoolplein bevat geen gebreken (zoals losliggende tegels, kuilen, slechte afwatering enz.). 6 Indien het terrein grenst aan beglazing, dan is gezorgd dat kinderen er niet doorheen kunnen vallen (bijvoorbeeld door een stootplank ongeveer op schouderhoogte van een kind). 7 Nieuwe speeltoestellen (zoals schommels, klimtoestellen, glijbanen) zijn voorzien van een CEmarkering en worden jaarlijks geïnspecteerd door een bevoegd controleur. 8 De speeltoestellen zijn in ieder geval: − Stevig in de grond verankerd; − Geschikt voor de doelgroep; − Afgeschermd tegen spontaan inlopen (denk bv. aan schommels); − Zijn goed onderhouden, stevig en niet doorgeroest of verrot. 9 Er is een logboek bij ieder speeltoestel. 10 De ondergrond is van een zacht materiaal (zoals zand, gras, houtschaafsel of rubber tegels) zodat bij een val geen ernstig letsel kan ontstaan. 11 Zandbakken: − Worden na gebruik afgedekt met een zandbaknet tegen bevuiling door dieren; − Hebben een waterdoorlatende ondergrond; − Worden tenminste eenmaal per jaar verschoond. 12 Vóór en ná schooltijd en tijdens de pauzes is er voldoende overzicht en toezicht. 13 Het schoolplein is groot genoeg in verhouding tot het aantal leerlingen. 14 De jongste groepen hebben een passende speelgelegenheid. 15 Als er afvalbakken op het schoolplein staan, zijn deze onbrandbaar en zijn ze opgesteld op afstand van het schoolgebouw. 16 De centrale afvalberging is afgesloten en bij voorkeur op enige afstand van de school gelegen. 17 Met betrekking tot fietsers geldt het volgende: − Er is voldoende gelegenheid voor het veilig stallen van fietsen; − Op het schoolplein mag niet gefietst worden; − Indien de school beschikt over een inpandige fietsenstalling, dan mogen leerlingen daar alleen met de fiets aan de hand naar binnengaan. 18 De beplanting op en rondom het schoolplein is ongevaarlijk (bijvoorbeeld geen doornen), is niet giftig en is laag gesnoeid. 19 Bij het risico op contact met zwerfafval (kapotte bierflesjes, spuiten drugsgebruikers, e.d.) ná weekenden en/of vakanties, heeft de school adequate preventieve en curatieve maatregelen getroffen. Gangen en trappen 1 De in- en uitgangen zijn veilig toegankelijk: geen val- of struikelgevaar of scherpe voorwerpen. 2 De gangen en trappen zijn goed verlicht. 3 Gangen, trappen, wanden, leuningen en uitgangen zijn vrij van uitstekende, puntige of scherpe delen. De wandafwerking is niet ruw. 4 Vloeren en traptreden zijn voldoende stroef. Er zijn geen losse vloerdelen en oneffenheden die struikelgevaar kunnen veroorzaken. 5 Kledinghaken, deurknoppen, radiatorknoppen of andere scherpe objecten zijn glad afgewerkt of goed afgeschermd, zodat ze niet gemakkelijk aanleiding kunnen geven tot verwondingen. 6 De trappen zijn van leuningen voorzien: − Breedte < 1,20 m: tenminste aan één zijde; − Breedte > 1,20 m: aan beide zijden; − Breedte > 2,20 m: tevens een tussenleuning. 7 Situaties waar gevaar voor vallen van hoogte bestaat, zoals vloeropeningen en bordessen zijn deugdelijk afgeschermd.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√ √ √ √ √ √ √ √
√ √ √
√ √ √ √ √ √
√ √
√ √ √ √ √ √
√
21
8
Niveauverschillen zijn goed visueel gemarkeerd, bijvoorbeeld door kleurverschil, materiaalverschil of pictogrammen. 9 Gangen, trappen en (nood)uitgangen zijn vrij van obstakels of opslag en niet geblokkeerd. 10 De in de school aanwezige rookwerende (tocht)deuren zijn zelfsluitend en worden gesloten gehouden (of de kleefmagneten, dranger of vloerveren worden ontkoppeld door middel van rookdetectie). 11 In de gangen, hallen en gemeenschapsruimten zijn de (nood)uitgangen met pictogrammen aangegeven. 12 De breedte van nooduitgangen en vluchtwegen is: − Voor 1 t/m 25 personen: 0,60 m; − Voor 26 t/m 100 personen: 0,75 m; − Voor meer dan 100 personen: 1,20 m (of 2 x 0,75). 13 Op de plaatsen waar gedrang mogelijk is, zijn glazen en transparante deuren en vlakken beveiligd tegen doorvallen van leerlingen (bijvoorbeeld door gebruik van veiligheidsglas of stootbalk). 14 Glazen of transparante deuren en vlakken zijn voorzien van een markering op ooghoogte (1.40 meter). 15 Het gevaar dat vingers bekneld raken bij toegangsdeuren en zware tussen-/klapdeuren is adequaat bestreden. Sanitaire voorzieningen 1 Er zijn voldoende goede toiletten voor personeel aanwezig. 2 Er zijn afzonderlijke toiletten voor jongens en meisjes. 3 Er is een goede ventilatie/afzuiging bij de toiletten zodat er geen stankoverlast is. 4 Op of nabij de toiletten is gelegenheid voor handen wassen door middel van wasbakken. 5 Bij de toiletten zijn voorzieningen met betrekking tot: − De afvoer van maandverband; − De verkrijgbaarheid van maandverband. 6 De wand- en vloerafwerking in de sanitaire ruimten is stroef en vlak. Het materiaal op wanden en vloer is niet poreus. 7 Er is tenminste één toilet aanwezig dat bereikbaar en geschikt is voor lichamelijk gehandicapten. 8 Op de voorruimte van de toiletten die bestemd zijn voor de jongste leerlingen is zicht vanuit een groepsruimte mogelijk. 9 De toiletten zijn voldoende verlicht (door kunst- of daglicht). 10 De eventueel aanwezige warmwaterkranen t.b.v. kinderen zijn voorzien van een thermostaat die is ingesteld op maximaal 38 graden en alleen door het personeel is in te stellen. Lunch- en andere voorzieningen 1 Er is een aparte ruimte voor het personeel aanwezig, waar men de pauzes kan doorbrengen. 2 De personeelsruimte is voldoende bemeten voor het aantal personeelsleden en heeft voldoende stoelen en tafels. 3 De overblijfvoorzieningen voor de leerlingen leveren geen veiligheidsproblemen op. 4 Borstvoedinggevende vrouwen beschikken over een (af te sluiten) ruimte waar ze borstvoeding kunnen geven of kunnen kolven. Onderhoud, orde en netheid 1 Alle delen van de school worden schoongehouden volgens een op schrift gesteld programma, afgestemd op het gebruik en de functie van de ruimte. 2 Er zijn voorzieningen om onderhouds- en schoonmaakmiddelen, hulpmaterialen, gereedschappen e.d. op te bergen in een af te sluiten ruimte. 3 De afsluitbare voorzieningen om onderhouds- en schoonmaakmiddelen, hulpmaterialen, gereedschappen e.d. op te bergen worden goed gebruikt. 4 Schoonmaakmiddelen die gevaarlijk zijn bij consumptie worden achter slot en grendel bewaard. 5 De afvalbakken in de lokalen worden het liefst dagelijks na het einde van de lestijd geleegd in de grote afvalcontainer. Les- en werkruimtes algemeen 1 Wandcontactdozen, stekkers, verdeeldozen en snoeren zijn onbeschadigd en voldoende afgeschermd 2 Er liggen geen losse snoeren op de grond.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√ √ √ √ √
√ √ √ √ √ √ √ -
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √
22
3
De vloerafwerking is: − Antistatisch; − Geluiddempend; − Voetwarm (niet koud); − Doelmatig te reinigen. 4 De vloer in het handvaardigheids- en/of technieklokaal wordt niet glad tijdens het gebruik (bijvoorbeeld door water of zaagsel). 5 Bij de aanschaf van planten en dieren wordt gelet op giftigheid, veiligheid, hygiëne en mogelijke allergische reacties. 6 In de lesruimtes zijn geen dieren aanwezig die allergische reacties kunnen veroorzaken. 7 Er wordt in de school niet gerookt. Er kan een specifieke ruimte worden aangewezen waar wel gerookt mag worden. Afmetingen van les- en werkruimtes 1 De les- en werkruimtes zijn voldoende groot voor het aantal mensen dat aanwezig is. 2 De looppaden zijn minstens 60 cm breed. 3 De vrije strook tussen de bordwand en de voorste tafelrij bedraagt minstens twee meter. 4 Het schoolbord is in hoogte verstelbaar en geeft geen lichtreflecties of schitteringen. Geluid en lawaai in les- en werkruimtes 1 De akoestiek en verstaanbaarheid worden als goed ervaren. 2 Er wordt geen hinder ondervonden van: − Verkeerslawaai; − Aangrenzende ruimten; − Ventilatiesystemen (lawaai). Verlichting in les- en werkruimtes 1 In werk- en lesruimtes kan daglicht binnenkomen. 2 Er is uitzicht naar buiten mogelijk. 3 Er is voldoende daglicht en kunstlicht voor de aard van het werk. 4 Men heeft geen last van: − Flikkerend licht; − Glans; − Scherpe contrasten; − Hinderlijke lichtval. door de toepassing van kunstlicht. Klimaat en temperatuur in les- en werkruimtes 1 De temperatuur wordt zowel in de zomer als in de winter als behaaglijk ervaren. 2 De temperatuur is per ruimte regelbaar. 3 De vochtigheidsgraad is in de zomer en in de winter aanvaardbaar. 4 Verschijnselen die kunnen wijzen op onvoldoende ventilatie doen zich niet voor. 5 Hinderlijke tocht door luchtverversingsinstallaties komt niet voor. 6 Werk- en verblijfsruimtes aan de zonzijde zijn voorzien van zonwering, bij voorkeur aan de buitenzijde. Meubilair in les- en werkruimtes 1 De tafels en stoelen zijn: − Stabiel; − Verkeren in goede staat van onderhoud; − Zijn vrij van splinters en andere beschadigingen. 2 Het meubilair is voldoende aangepast aan de lengteverschillen van de leerlingen . Minimaal éénmaal per jaar (liefst aan het begin van het schooljaar) wordt er gecontroleerd of de leerlingen op/aan het juiste meubilair zitten. 3 Kasten en stellingen zijn deugdelijk, voldoende stabiel en verankerd, en planken worden niet overbelast. 4 Het meubilair (stoel en tafel) voor de medewerkers is ergonomisch verantwoord. Werkhoudingen/afwisseling (denk aan OOP) 1 Er is voldoende afwisseling tussen de verschillende werkhoudingen (zitten/staan). 2 Degenen die regelmatig zware lasten tillen, passen de juiste tiltechniek toe en worden hierover met enige regelmaat voorgelicht. Beeldschermwerk 1 De school weet welke medewerkers langdurig beeldschermwerk verrichten en weet welke voorzieningen/hulpmiddelen worden geboden. 2 Bij beeldschermwerk is de werkplekinrichting goed afgestemd op het werk en de lichaamsafmetingen van de medewerkers en de leerlingen. Gereedschappen/middelen
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √
√ √ √ √
√ √ √ √ √ √ √
√ √ √ √ √ √ √
23
1
Kopieerapparatuur en printers zijn veilig en geven geen hinder: − De apparatuur heeft een veilige elektrische aansluiting; − Bij veelvuldig gebruik van deze apparatuur wordt er voldoende geventileerd. 2 Elektrisch solderen kan veilig worden uitgevoerd. 3 Handgereedschappen zoals hamers, vijlen en zagen zijn in goede staat. 4 Elektrisch handgereedschap: − Is in goede staat; − Snoeren zijn onbeschadigd; − Is dubbel geïsoleerd of werkt onder veilige spanning. 5 Ladders, trappen en ander klimmateriaal zijn in goede staat en worden goed onderhouden en gekeurd. 6 Werknemers zijn voorgelicht over het veilig gebruik van ladders, trappen en ander klimmateriaal. 7 Handgereedschappen en werkmaterialen zijn veilig en overzichtelijk opgeborgen, bij voorkeur in een speciaal daarvoor bestemde kast. Gevaarlijke stoffen 1 In de RI&E is een overzicht opgenomen van die gevaarlijke stoffen die op de school worden gebruikt. 2 De verpakking van gevaarlijke stoffen is: − Deugdelijk en onbeschadigd; − Van geschikt materiaal. 3 De gevaarlijke stoffen hebben de volgende etikettering: − Naam product; − Gevaarssymbolen; − Gevaaraanduiding; − Veiligheidsaanbevelingen. 4 De gebruikers van de gevaarlijke stoffen kennen de betekenis van de symbolen en aanduidingen op de etiketten. 5 Het is bekend welke maatregelen genomen moeten worden wanneer er iets mis gaat. 6 Alle gevaarlijke stoffen zijn op veilige wijze opgeslagen: − Voldoende lekopvang (plaatsing in lekbak); − Voldoende brandwerend; − Voldoende ventilatie. 7 Alle gevaarlijke stoffen worden buiten bereik van leerlingen bewaard. 8 De school (vloer- en dakbedekking, CV-installatie, isolatiemateriaal) is gecontroleerd op de aanwezigheid van asbest. Voor zover asbesthoudende materialen aanwezig zijn, leveren deze geen gevaar voor de gezondheid op. 9 Afwerkingmaterialen van wanden, vloeren en plafonds bevatten geen voor de gezondheid schadelijke gassen en dampen. Elektriciteit en gas 1 Verlichtingsarmaturen en apparatuur zijn in goede staat en veilig aangesloten. 2 Aansluitingen ('stekkers'), schakelaars, contactdozen ('stopcontacten') en snoeren zijn onbeschadigd. 3 Apparatuur met aarding en voorzien van verlengsnoeren is op aarding aangesloten. 4 Snoeren voor permanente aansluiting van apparatuur worden geleid in kunststof pijpen of kokers. 5 De elektrische voorziening aan aquaria is geaard. 6 Bij natte activiteiten is de contactdoos voorzien van een spatwaterklep. 7 De hoofdschakelaar voor elektriciteit is goed bereikbaar. 8 Voor de schakel-/zekeringkast geldt: − Deze is in goede staat en gesloten; − Er is een begrijpelijk schema aanwezig; − Indien nog aanwezig zijn de patroonhouders opgevuld. 9 Schakelruimtes en de CV-ruimte worden niet voor opslag gebruikt. 10 De centrale hoofdafsluiter van het gas is goed bereikbaar. 11 Alle gastoestellen verkeren in goede staat en worden jaarlijks door een deskundige gecontroleerd.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√
√ -
√ √ √ √ √
√ √ -
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √
√ √ √
24
Speellokaal kleuters 1 Jaarlijks vindt er een veiligheidheidscontrole plaats van het speellokaal en de speel- of gymnastiektoestellen. 2 Het onderste gedeelte van de wanden is glad of is afgeschermd. 3 De vloerafwerking is: − Veerkrachtig; − Naadloos; − Stroef. 4 Scherpe, uitstekende delen (bijvoorbeeld van radiatoren of vastzetinrichtingen) zijn goed afgeschermd. 5 De beglazing bestaat uit veiligheidsglas. 6 Er is een aangrenzende berging aanwezig, waarin alle toestellen opgeborgen kunnen worden. 7 De sporten van het wandrek: − Zitten goed vast; − Kunnen niet meedraaien; − Vertonen geen beschadiging; − Zijn vrij van splinters. 8 De spankabels, kettingen en lieren van het wandrek zijn in goede staat. 9 Het klimtoestel: − Is in goede staat; − Is vrij van splinters; − Kan stabiel worden opgesteld. 10 De glijplank/glijgoot en wipplank zijn onbeschadigd. 11 De houten onderdelen van de springkast: − Passen stevig in elkaar; − Zijn onbeschadigd. 12 De matten: − Hebben voldoende schokdemping; − Zijn onbeschadigd. 13 In of nabij het lokaal is een EHBO-trommel met eenvoudige inhoud aanwezig.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√ √ √
√ √ √ √
√ √
√ √ √ √
25
5.3
Veiligheid en gezondheid gymnastieklokaal
De Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van de gemeente Utrecht is actief op het terrein van sociale zaken, onderwijs, cultuur, sport, welzijn en jeugd. De gemeente Utrecht exploiteert, beheert en onderhoudt veel sport- en gymzalen. Een sportzaal is qua afmetingen 2x zo groot als een gymzaal. Onderwijsinstellingen zijn vaak de hoofdgebruikers van de sport- en gymzalen. Om de bezoekers en gebruikers een veilig, hygiënisch en prettig verblijf te bieden wordt een gedetailleerd onderhoudsprogramma uitgevoerd. Beheer Voor alle zalen is een goed onderhoudsprogramma. Zo biedt DMO huurders en bezoekers een veilig, hygiënisch en prettig verblijf. In iedere sporthal is een beheerder of toezichthouder aanwezig die verantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken. √ in orde Χ niet in orde Algemeen 1 Als de gemeente of een externe instantie eigenaar van het gymnastieklokaal is, dan is er sprake van: − Een gebruikersovereenkomst tussen de gemeente/externe instantie en de school; − Een aanspreekpunt (beheerder of beheerscommissie); − Mogelijkheden om defecten en tekortkomingen door te geven; − De aangegeven defecten of tekortkomingen worden adequaat opgeheven. 2 Alle leerkrachten die gymles geven zijn daarvoor bevoegd. 3 De leerkrachten zijn geïnstrueerd over maatregelen bij brand. 4 Er is een telefoon aanwezig (bij niet-inpandige gymnastieklokalen), waarmee de 112 alarmcentrale gebeld kan worden. 5 Indien de gymzaal niet op het schoolterrein is: vindt het vervoer van de leerlingen van en naar de gymzaal veilig plaats. Inrichting 1 Jaarlijks vindt er een veiligheidscontrole plaats van het gymnastieklokaal en de gymnastiektoestellen. 2 Het onderste gedeelte van de wanden is glad of is afgeschermd. Korven en roosters staan op minimaal 3 cm van glas. 3 De beglazing bestaat uit veiligheidsglas. 4 Er is een EHBO-trommel met eenvoudige inhoud aanwezig. 5 De leerlingen zijn geïnstrueerd over maatregelen bij brand. 6 Verlichtingsarmaturen, klok en dergelijke zijn beschermd tegen beschadigingen. 7 Alle verplaatsbare toestellen kunnen in de toestellenberging. 8 De vloer van de wasruimte is stroef en onbeschadigd. 9 De doucheruimte kan geventileerd worden. 10 Het warme water is door de beheerder ingesteld op maximaal 38 graden. 11 Kleedlokalen, doucheruimten, toiletten en wastafels: − Zijn voldoende aanwezig; − Worden regelmatig schoongemaakt; − De vloerafwerking is stroef en bestendig tegen mechanische beschadigingen. 12 De risico's van legionella-besmetting door (warm)waterinstallaties zijn afwezig.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
√
√ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √ √
√
26
6
Literatuurlijst
1.
Handboek Arbeidsomstandigheden Wetgeving, Uitgeverij Samson
2.
Arbo-informatieblad nummer 1 Arbo- en verzuimbeleid, Sdu Uitgeverij
3.
Arbo-informatieblad nummer 2 Werken met beeldschermen, Sdu Uitgeverij
4.
Arbo-informatieblad nummer 7 Kantoren, Sdu Uitgeverij
5.
Arbo-informatieblad nummer 8 Zittend en staand werk, Sdu Uitgeverij
6.
Arbo-informatieblad nummer 9 Biologische agentia, Sdu Uitgeverij
7.
Praktijkgids Arbeidsveiligheid, A.W. Zwaard e.a. Samson Bedrijfsinformatie
8.
Arbomeester, Vervangingsfonds
9.
De meeste gestelde vragen over taakbeleid, Vervangingsfonds
10. Leeftijdsbewust personeelsbeleid, Vervangingsfonds 11. Handboek beleid Agressie en geweld op scholen, Vervangingsfonds 12. Bedrijfshulpverlening in het Onderwijs, TNO Arbeid 13. Schoolgezondheidmeter, Vervangingsfonds 14. Naar een betere atmosfeer ... ‘Hoe verbeteren we de kwaliteit van de binnenlucht in onze school’, Vervangingsfonds
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
27
Bijlagen
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
28
Bijlage 1
Verantwoording van het onderzoek
Methode van inventariseren De methodiek die voor het uitvoeren van de risico-inventarisatie en –evaluatie is gebruikt is gebaseerd op de Inspectiemethode Arbeidsomstandigheden. Daarbij is rekening gehouden met de meest recente inzichten en met branche specifieke knelpunten, arbo-convenanten en de CAO. Methode van evalueren In dit rapport wordt aan de geconstateerde knelpunten een klassering gegeven in de vorm van een prioriteitsstelling. Deze is gebaseerd op wettelijke, veiligheids, gezondheids- en welzijnsaspecten. Aan het klasseren van knelpunten (het evalueren van risico’s) dient bij voorkeur een methode ten grondslag te liggen om een reproduceerbaar resultaat te krijgen. In dit rapport genoemde knelpunten zijn volgens de volgende systematiek geëvalueerd. Evalueren van veiligheids-, gezondheids- en welzijnsrisico’s Onder een risico verstaat men het product van kans en effect. De kans is hierbij opgesplitst in de waarschijnlijkheid (W) en de duur van de blootstelling (B). Het effect is beschreven als de grootte van het mogelijk letsel (E). Hierbij ontstaat de volgende formule: B x E x W = Risico. Blootstelling 0,5 Zeer zelden (minder dan 1 maal per jaar 1 Zelden (jaarlijks 2 Soms (maandelijks) 3 Af en toe (wekelijks) 6 Regelmatig (dagelijks) 10 Voortdurend Effect 1 Gering Gering letsel of hinder 3 Belangrijk Belangrijk, maar reversibel letsel 7 Ernstig Invaliditeit, onomkeerbaar letsel 15 Zeer ernstig 1 dode (acuut of op termijn) 40 Ramp Meerdere doden (acuut of op termijn) Waarschijnlijkheid 0,1 Bijna niet denkbaar 0,2 Praktisch onmogelijk 0,5 Denkbaar, maar onwaarschijnlijk 1 Mogelijk, maar onwaarschijnlijk 3 Waarschijnlijk 6 Zeer goed mogelijk 10 Zo goed als zeker Risico R ≤ 20 20 < R ≤ 70 70 < R ≤ 200 200 < R ≤ 400 R > 400
Risicoklasse V IV III II I
Omschrijving van het risico Zeer beperkt risico – aanvaardbaar Aandacht nodig Maatregelen vereist Direct verbetering vereist Werkzaamheden stoppen !
Plan van aanpak De aanbevelingen op basis van de risico-inventarisatie en –evaluatie staan vermeld in het plan van aanpak onder punt 1.1. In het plan van aanpak staan de maatregelen vermeld om de aanwezige risico's te voorkomen of te beperken. Het plan van aanpak is een belangrijke voorwaarde voor een gestructureerde aanpak van arbeidsomstandigheden. De startdatum is afhankelijk van de categorie die door de deskundige is aangebracht. U kunt afwijken van de geadviseerde termijn in het plan van aanpak, indien u daar goede onderbouwde redenen voor aan kunt geven. Indien ertussen u als opdrachtgever en de deskundige van de arbodienst geen consensus bestaat over de termijn, vermeld de adviseur dit in de status (bijlage 3) van het rapport.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
29
Jaarlijks dient u (schriftelijk) te rapporteren over de uitvoering van het plan van aanpak. Voor deze jaarlijkse rapportage dient er overleg gepleegd te zijn met de medewerkers(vertegenwoordiging). Een goede evaluatie geeft ten minste antwoord op de volgende vragen: − Zijn de voornemens uit het plan van aanpak volgens de afspraken uitgevoerd? − Hebben de genomen maatregelen de gewenste effecten gehad? − Zo nee, wat is daarvan de oorzaak geweest? (onduidelijke toedeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, onvoldoende middelen, onduidelijke werkvoorschriften, onvoldoende controle en toezicht) − Bestaat er aanleiding (gewijzigde omstandigheden, nieuwe productieprocessen, nieuwe inzichten, nieuwe regelgeving) om een nieuwe RI&E op te (laten) stellen? − Is er deskundigheid ingeroepen bij de aanwezige risico’s? Dit zijn vragen die u uzelf periodiek moet stellen. Het zijn vragen die aan de orde komen in het overleg tussen de werkgever en de medewerkers(vertegenwoordiging) en in het werkoverleg. Met name de medewerkers kunnen een belangrijk aandeel leveren in dit ‘waakproces’. Zij ondervinden immers aan den lijve of er daadwerkelijk iets ten goede is veranderd. Adviseren De adviezen in het rapport zijn altijd volgens de arbeidshygiënische strategie tot stand gekomen. Dit houdt in dat bij het zoeken van beheersmaatregelen ter preventie van blootstelling aan risico's, een hiërarchische volgorde is aangebracht. Deze volgorde is: 1. Elimineren van de bron of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 2. Maatregelen aan de bron of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 3. Maatregelen direct om de bron of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 4. Maatregelen in de omgeving of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 5. Organisatorische maatregelen (zoals de duur van de blootstelling en/of het aantal blootgestelde personen beperken) of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, 6. Verstrekken van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het kan noodzakelijk zijn om een maatregel van een lagere orde eerst toe te passen alvorens andere beheersmaatregelen worden toegepast.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
30
Nadere voorschriften voor risico-inventarisatie & -evaluatie Het Arbobesluit bevat nadere voorschriften voor risico-inventarisatie en -evaluatie (beoordelen en aanvullende registratie) voor de onderstaande onderwerpen: Onderwerp Jeugdigen Zwangeren Voorkoming en beperking van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen (ARIE) Gevaren in verband met explosieve atmosferen en hiermee verband houdende risico (explosieveiligheidsdocument) Gevaarlijke stoffen in het algemeen Thuiswerk met gevaarlijke stoffen Voor de voorplanting giftige stoffen Kankerverwekkende of mutagene stoffen of kankerverwekkende processen Asbest Biologische agentia Fysieke belasting Beeldschermen Geluid Mechanische trillingen Persoonlijke bescherming Ioniserende straling uit bijvoorbeeld een toestel, dan wel radioactieve stof
√ Ja 0Nee √ √ 0 0 √ 0 0 0 0 0 √ √ 0 0 0 0
Deze nadere voorschriften zijn niet voor iedere organisatie relevant. De voorschriften zijn op een organisatie van toepassing bij de aanwezigheid van bepaalde gevaren.
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
31
Bijlage 2
Toetsingsresultaten gecertificeerde kerndeskundige
Opdrachtgever Organisatie: Bezoekadres: Postcode + vestigingsplaats: Telefoonnummer: Directeur: De RI&E is uitgevoerd door:
Datum:
OBS Tuindorp Professor van Bemmelenlaan 34 3571 EN Utrecht 030-2730233 Dhr. P. Bossenbroek Human-Invest BV Dhr. M. (Mark) Smakman, Organisatieadviseur/Veiligheidskundige 06-52643756
[email protected] 7 februari 2012
Toetsing inhoud Beoordelingskader: Actueel: Volledig: Werkvorm: Diepgang: Draagvlak:
Beoordeling Het inventarisatie-instrument is voldoende branche specifiek De RI&E is voldoende actueel De RI&E is voldoende volledig De inventarisatie heeft plaats gevonden door het houden van inspecties en interviews Nadere inventarisaties zijn conform bijlage 1 zijn niet noodzakelijk Medewerkers zijn voldoende betrokken
√ √ √ √ √ √
Advies over het plan van aanpak Haalbaarheid:
De termijnen in het plan van aanpak zijn voldoende concreet, praktisch en uitvoerbaar. Maatregelen: De maatregelen zijn tot stand gekomen volgens de arbeidshygiëne strategie (bronaanpak) Termijnen: De planning van de maatregelen is een overeenstemming met de ernst van de geconstateerde risico’s Uitvoerder/Verantwoordelijke: De uitvoerder c.q. verantwoordelijke heeft voldoende niveau binnen de organisatie om de maatregel tot uitvoer te brengen
√ √ √ √
Deze RI&E is getoetst door een gecertificeerde kerndeskundige Datum:
26 maart 2012
26 maart 2012
Naam arbodienst:
Tredin B.V.
Human-Invest B.V.
Naam verantwoordelijke:
Dhr. T. Albertsma (Bedrijfsarts)
Dhr. M. Smakman (Veiligheidskundige)
Handtekening:
© 2012 RI&E OBS Tuindorp, onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Utrecht
32