Resultatenbox Leeuwenborgh Opleidingen Jaarverslag 2008

Resu ltate n b ox

Leeuwenborgh Opleidingen Jaarverslag 2008

2

Jaarverslag 2008 Leeuwenborgh Opleidingen

Inhoudsopgave 05 Inleiding 06 Resultatenbox 06 1. Verklaring van het bevoegd gezag 09 12 14 18

Verslag Raad van Toezicht Verslag van de Centrale Medezeggenschapsraad Paspoort Leeuwenborgh in één oogopslag

20

2. Onderwijsopbrengsten

23

3. Examinering

25

4. Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten VOA

26

5. Tevredenheid deelnemers

28

6. Personeel

36

7. Financiën

44 8. Specifieke regelingen 44 45 47 48 49 51

52

Innovatiearrangement Samen leren arrangeren Innovatiebox Stageboxregeling Erkenning Verworven Competenties (EVC) Laaggeletterdheid Leerling Gebonden Financiering (LGF)

Klachtenprocedure

53

Arbeidsmarkt

54

Extern rendement

57

Lijst met afkortingen

58 Colofon


3

4


Inleiding In de jaarverslaglegging over 2008 kiest Leeuwenborgh Opleidingen voor een heldere splitsing tussen het verhalende verslag over concrete activiteiten, ervaringen en ontwikkelingen in het ene boekje en de feiten en cijfers in een aparte uitgave. Door samenvoeging van de twee elementen in één band, hopen we te bereiken dat we recht doen aan de vereisten die aan het geïntegreerd jaardocument worden gesteld en dat we de kwantitatieve resultaten snel inzichtelijk maken.

In dit gedeelte van het geïntegreerd jaarverslag rapporteren we over de indicatoren die samen de zogeheten resultatenbox vormen.1 In de opzet van dit verslag volgen we de nummering van de resultatenbox in de hoofdstuknummering. Aan de eerste indicator, de verklaring van het bevoegd gezag, voegen we het beknopte verslag over de werkzaamheden van de Raad van Toezicht in het verslagjaar en het verslag van de Centrale Medezeggenschapsraad. Met de paragraaf ‘Leeuwenborgh in één oogopslag’ geven we direct inzicht in de kerngegevens van onze instelling. De specifieke onderwerpen waarover de Staatsecretaris in het verslag over 2008 geïnformeerd wil worden - Klachtenbehandeling en Extern rendement - zijn op het eind als aparte paragrafen toegevoegd.

Brief van 17 maart 2009 van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreffend de invoering van het geïntegreerd jaardocument in de bve-sector

1


5

Resultatenbox 1. Verklaring van het bevoegd gezag Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verplicht het bevoegd gezag tot een verklaring dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. De wettelijke vereisten definieert Leeuwenborgh Opleidingen als: het voldoen aan de zorgplicht informatievoorziening, het verstrekken van een onderwijsovereenkomst ofwel praktijkovereenkomst, het melden van voortijdige schooluitval, het in werking hebben van klachtenregelingen met betrekking tot examens en vertrouwenszaken, het voldoen aan de wet BIO, alle opleidingen voldoen aan de minimumurennorm, de vrijwillige bijdrage van deelnemers voldoet aan de normen zoals door JOB gesteld en tenslotte de toegankelijkheid van de opleidingen voor alle potentiële deelnemers en het daarmee bedienen van deelnemers uit een aantal specifieke doelgroepen. In het onderwijs- en examenreglement van alle opleidingen is de informatieplicht vanuit de school naar deelnemers (en ouders) verankerd. Elke deelnemer heeft een onderwijsovereenkomst, respectievelijk een praktijkleerovereenkomst. Aan het voorkomen van voortijdige schooluitval wordt samen met de RMC’s van de kerngemeenten Maastricht en Sittard gewerkt door het Loopbaanportaal, waar deze verantwoordelijkheid voor geheel Leeuwenborgh is neergelegd. Deelnemers die niet aanwezig zijn worden gemeld en door de mentor in samenwerking met het Zorgadviesteam begeleid bij hun terugkeer naar school. Ook neemt Leeuwenborgh deel in een

6

aantal specifieke projecten, gericht op vermindering van schooluitval in beide gemeenten. Alle opleidingen kennen een minimum van 850 uur (voltijdopleiding BOL), respectievelijk 300 (BBL en deeltijdopleidingen) door docenten begeleide studie-uren. Er zijn klachtenregelingen in werking voor vertrouwenszaken en ongewenst gedrag. Leeuwenborgh hecht aan persoonlijke opvang van deelnemers (en medewerkers) met vertrouwenszaken of klachten over ongewenst gedrag. Per sector is daarom een vertrouwenspersoon aangewezen waarbij deelnemers terecht kunnen. Ten aanzien van klachten over examinering bestaat naast de klachtenregeling ook een regeling voor beroepszaken. Deze regeling is overigens ook een wettelijke verplichting. Leeuwenborgh spant zich in om ten aanzien van alle docenten te voldoen aan de wet Beroepen in het Onderwijs (wet BIO). Voor alle medewerkers staat voldoende budget voor na- en bijscholing ter beschikking. Voor een aantal opleidingen geldt een vrijwillige bijdrage van deelnemers. De hoogte van deze bijdrage is in overeenstemming met de regels die de jongerenorganisatie in het beroepsonderwijs (JOB) daarvoor heeft geformuleerd. Er is dus altijd sprake van echte vrijwilligheid; deelnemers kunnen kiezen of ze wel of niet deelnemen aan de activiteiten die betaald worden uit de bijdrage. De bijdrage wordt niet gevraagd voor de financiering van onderdelen uit het reguliere studieprogramma of voor secundaire activiteiten, zoals beveiliging of schoonmaak.


Leeuwenborgh Opleidingen heeft als ROC de verplichting om deelnemers op te leiden tot een dusdanig niveau dat zij voldoen aan de kwalificatieplicht. Aan alle (potentiële) deelnemers tot 18 jaar wordt een passend aanbod dat kan leiden tot diplomering op niveau 2 aangeboden. De - fysieke toegankelijkheid van de opleidingen en gebouwen voor (potentiële) deelnemers uit alle bevolkingsgroepen staat bij Leeuwenborgh Opleidingen hoog in het vaandel.

citaat

De betrokkenheid en de passie waarmee onze medewerkers het primaire proces gestalte geven, verdient optimale ondersteuning.

In 2008 heeft het reguliere onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs geleid tot versterkt toezicht bij een aantal opleidingen van de sector Economie. Alle opleidingen van Leeuwenborgh Opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. In het verslagjaar was de Raad van Toezicht het formele bevoegd gezag van de Stichting Beroeps- en Volwasseneneducatie Westelijk Zuid Limburg, dat onder de naam ROC Leeuwenborgh Opleidingen werkt. Formeel was de Raad van Toezicht tot eind 2008 het stichtingsbestuur en als zodanig eindverantwoordelijk. In 2009 is het College van Bestuur de bestuurder van de stichting.

Dat het ROC verantwoording af moet leggen is goed en staat niet ter discussie. Het is onze taak om binnen de geldende kaders en spelregels te komen tot meer eenvoud in de bureaucratie, zodat iedere euro die wij daarmee winnen ten goede kan komen aan het primaire proces.

Ferno Schneiders Lid College van Bestuur


7

De jaarrekening 2008 is door de Raad van Toezicht in aanwezigheid van de accountant besproken. De jaarrekening vormt volgens de verklaring van de accountant een getrouwe weergave van de in 2008 gerealiseerde processen.

De Jaarrekening en het verslag over 2008 zijn in de vergadering van de Raad van Toezicht op 20 mei 2009 goedgekeurd en vervolgens in de vergadering van het College van Bestuur van 26 mei 2009 vastgesteld.

Aldus getekend, Maastricht 3 juni,

C.H.W. Langen Voorzitter College van Bestuur

8

F.L.P.M. Schneiders Lid College van Bestuur


Verslag Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2008 zes keer regulier vergaderd en hield één themabijeenkomst over de herinrichting van het onderwijsproces en de implicaties op de organisatie. De beide Auditcommissies: Financiën en Personeel, en Organisatie en Onderwijs, hebben ter voorbereiding van alle Raad van Toezicht vergaderingen een bijeenkomst belegd. De primaire focus van de Raad van Toezicht is gericht op het vermijden en beheersen van (on)verwachte risico’s binnen de organisatie en in de ruime omgeving. De risico’s zijn te clusteren in risico’s die betrekking hebben op financieel beleid en bedrijfsvoering in brede zin en in onderwijskundige en personele risico’s. De Raad van Toezicht werkt met twee vaste auditcommissies: de Auditcommissie Financiën en Bedrijfsvoering en de Auditcommissie Personeel, Onderwijs en Opleiding. In het verslagjaar is de tijdelijke adviescommissie benoeming en remuneratie actief geweest in de werving van een nieuw lid College van Bestuur. Hoewel de stichting al sinds 2006 volgens een Raad van Toezichtmodel werkte, heeft in 2008 het onderwerp Governance prominent op de agenda van het overleg tussen Raad van Toezicht en het College van Bestuur gestaan. Nadat het concept een aantal keren is besproken, is eind december het concept van de nieuwe statuten goedgekeurd. De nieuwe statuten regelen dat Leeuwenborgh Opleidingen voortaan in een Raad van Toezichtmodel, conform de branchecode werkt. Hiermee liep Leeuwenborgh Opleidingen enigszins vooruit op de te


verwachten wetswijziging, die per april 2009 daadwerkelijk is goedgekeurd door de Eerste Kamer. Tegelijk met de nieuwe statuten, zijn ook de overige onderdelen van de Governancestructuur - het Bestuursreglement en de Mandateringsregeling - een aantal malen in concept aan de orde geweest in de Raad van Toezicht. Ook voor de gelieerde stichtingen Sité, waarin het tijdelijke personeel wordt aangesteld, alsmede van de stichting Scholenbeheer, die een van de panden van de stichting exploiteert, is de bestuursstructuur aangepast aan het Raad van Toezichtmodel. In maart 2008 heeft de Raad van Toezicht het toenmalige lid van het College van Bestuur, de heer J.A. Dassen, ontslag gegeven. De Raad van Toezicht heeft per mei 2008 de heer B.R.A. Gijzel als interim lid College van Bestuur benoemd. In de vergadering van 10 december 2008 heeft de Raad van Toezicht op voordracht van de benoemingscommissie unaniem besloten de heer F.L.P.M. Schneiders per 1 februari 2009 als lid van het College van Bestuur te benoemen. De Inspectie van het Onderwijs heeft de Raad van Toezicht in april 2008 een specifieke rol gegeven in het toezicht houden op de invoering van een aantal noodzakelijke verbeteringen binnen de sector Economie. Hiertoe is een verbeterplan opgesteld, dat de Raad van Toezicht, via de Auditcommissie Personeel, Onderwijs en Opleiding, nadrukkelijk volgt.

9

De Raad van Toezicht is voorts op afstand betrokken geweest bij het afronden van het faillissement van de Stichting Studentenhuisvesting Sittard en de stichting die de studentenhuisvesting op de CIOS-campus in Sittard exploiteerde. Het (her)huisvestingsplan van de opleidingen Sport en Bewegen, alsmede van een aantal andere opleidingen in Sittard, is een ontwikkeling die hieruit voortvloeit. Het onderwerp strategische huisvesting is een aantal maal aan de orde geweest en vormt nadrukkelijk één van de focuspunten van het toezicht. De Raad van Toezicht heeft zich over dit onderwerp laten informeren door de projectleider strategische huisvesting en door externe adviseurs. In de meivergadering van het jaar 2008 is de geconsolideerde jaarrekening over 2007, voorzien van het verslag van de accountant, goedgekeurd door de Raad van Toezicht. In het eerste halfjaar van 2008 heeft een ingrijpende herinrichting van de onderwijsorganisatie plaatsgevonden. De kern van de verandering vormde de nadruk die op het onderwijsproces is gelegd door de docenten te organiseren in kernteams van 15 tot 18 voltijds docenten onder leiding van een opleidingsmanager. Voor de medewerkers die benoemd zijn in de functie opleidingsmanager, is een uitgebreid management development traject ontwikkeld. Aan dat traject nemen ook de managers en projectleiders van de diensten deel. De opleidingen zijn deels opnieuw geclusterd in een vijftal onderwijssectoren (Zorg & Welzijn, Economie, Techniek, Educatie en CIOS/

10

Handel/Toerisme/Uiterlijke Verzorging/ Veiligheid), een Loopbaanportaal dat de begeleiding en examinering van alle deelnemers verzorgt en een Marktportaal dat gericht is op het verwerven van contractonderwijs. Ook de ondersteunende diensten zijn getransformeerd tot een drietal strategische adviesdiensten op de terreinen: Human Resources, ICT en Financieel Beleid & Control. De onderwijsdienstverlening, facilitaire dienstverlening en alle administratieve processen zijn ondergebracht in een nieuw gevormde Bedrijfsdienst. Voor alle organisatie-eenheden zijn (nieuwe) directeuren benoemd. De bedrijfseconomische kern van het herinrichtingsproces bestaat uit een zogeheten business case, waarin een samenhangende set van maatregelen moet leiden tot het vergroten van opbrengsten en tegelijk tot besparingen op secundaire processsen. De Raad van Toezicht is steeds betrokken geweest bij de herinrichting van de organisatie en heeft op 14 juli 2008 de herinrichting formeel goedgekeurd. In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht, conform de Governance code een keer een gesprek gehad met de Centrale Medezeggenschapsraad. De rollen en taken van beide gremia worden conform de nieuwe governancestructuur van Leeuwenborgh beter op elkaar afgestemd.


De Raad van Toezicht heeft goedkeuring verleend aan het per 31 december 2008 opheffen van alle besloten vennootschappen waarvan de stichting aandeelhouder was. Het betreft de bv’s: Leeuwenborgh Contracting holding, Leeuwenborgh Contracting, Leeuwenborgh Business, Centrum Vakopleiding. In de genoemde bv’s werden geen activiteiten meer ontplooid. De begroting voor het jaar 2009 is op 10 december door de Raad van Toezicht goedgekeurd.

Het rooster van aftreden heeft ertoe geleid dat van de heer H.M.J.A. Houben per 31 december afscheid heeft genomen als lid van de Raad van Toezicht. Omdat het rooster van aftreden voorziet in nog twee wisselingen in het komende jaar, is stilgestaan bij het gewenste profiel van de nieuwe leden van de Raad van Toezicht en de wervingsprocedure. Eén nieuw lid wordt op voordracht van de Centrale Medezeggenschapsraad benoemd. De Raad van Toezicht heeft in het verslagjaar het eigen functioneren, alsmede het functioneren van het College van Bestuur geëvalueerd.

Aldus getekend, Maastricht, 29 mei,

H.J. Meijers, Voorzitter Raad van Toezicht


11

Verslag van de CMR Ook in kalenderjaar 2008 heeft de CMR gewerkt aan veel zaken. Hieronder volgt een korte toelichting op de zaken die het meest in het oog sprongen. Reorganisatie en mobiliteit De CMR heeft ingestemd met een reorganisatie van Leeuwenborgh Opleidingen. Informatie van het College van Bestuur gaf aan dat Leeuwenborgh op een structureel tekort afstevende van € 6 miljoen op jaarbasis. Daarom moest Leeuwenborgh Opleidingen veranderen. Tot 2012 moet er voor 100 fte’s bezuinigd worden. De CMR heeft geen carte blanche aan het College van Bestuur gegeven. Concrete (nieuwe) wijzigingsvoorstellen moeten weer ter instemming of advisering aan de CMR worden voorgelegd. Capgemini werd in huis gehaald om deze klus te klaren. Het nieuwe Leeuwenborgh Opleidingen is in drie maanden tijd - op papier - vormgegeven. Er kwamen een Loopbaanportaal en een Marktportaal, een dienst IT, BIK, een dienst HR en een dienst FB&C. Units werden veranderd in domeinen en werden later sectoren genoemd. Ook kwam er een Bedrijfsdienst. Unitmanagers werden sectordirecteuren, en coördinatoren heten nu opleidingsmanagers.

12

Veel medewerkers werden ‘mobiel’. Ze gingen een onzekere tijd tegemoet. De medezeggenschapsraad heeft het College van Bestuur herhaaldelijk gewezen op het belang van een zorgvuldige werkwijze bij plaatsing van medewerkers in de zogenaamde mobiliteitspool. Criteria voor plaatsing in de mobiliteitspool waren niet altijd duidelijk. Ook vroeg de raad geregeld om een gedetailleerde mobiliteitslijst. Het heeft lang geduurd voor die lijst er kwam.

Werkverdelingsbeleid In de CAO BVE 2007-2008 was de verplichting opgenomen om te komen tot een werkverdelingsbeleid, ook wel de organisatie van het werk genoemd. In de maanden april en mei heeft de CMR hard gewerkt aan de vormgeving van een dergelijk werkverdelingsbeleid. Na samenwerking met een aantal mensen uit de organisatie, lag er ruim voor de zomervakantie een gedetailleerde notitie.


Helaas is het een aantal organisatieonderdelen niet gelukt om tot invoering van werkverdelingsbeleid te komen. Voor die onderdelen geldt de terugvaloptie. Hiervoor heeft de CMR met het College van Bestuur het oude jaartaakbeleid (2000) afgesproken.

Toekomst Natuurlijk zal de CMR in 2009 het proces van reorganisatie kritisch blijven volgen en zullen ook de beide andere dossiers de nodige aandacht krijgen. Een lerende organisatie kijkt naar het verleden en leert van gemaakte fouten…

Het blijft moeilijk voor delen van onze organisatie om de afspraken uit het oude jaartaakbeleid in concrete jaartaakbrieven te verwoorden. Feitelijke onjuistheden in jaartaakbrieven zijn herhaaldelijk bij het College van Bestuur gemeld.

Functie Trainer De CMR is het niet altijd met het College van Bestuur eens. Een zaak die nu al geruime tijd speelt is het verschil van mening over invoering van de functie ‘Trainer nieuw’. Het College van Bestuur wil in deze functie onderwijsactiviteiten laten uitvoeren die in de ogen van de CMR door een OP’er moeten worden uitgevoerd. De CMR heeft een jurist van de AOB in de arm genomen en een officieel geschil aanhangig gemaakt.


13

Paspoort

Algemene instellingsgegevens Kernactiviteiten Leeuwenborgh Opleidingen is een Regionaal Opleidingencentrum (ROC) in Maastricht / Sittard voor het reguliere Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie en biedt een breed pakket aan opleidingen in voltijd en deeltijd aan. Daarnaast wordt een breed aanbod aan nascholingscursussen verzorgd en is de instelling actief op het gebied van volwasseneneducatie en andere cursussen en opleidingen, zowel individueel als op bedrijfsniveau. Juridische structuur De rechtspersoon Leeuwenborgh Opleidingen is de Stichting Beroepsen volwasseneneducatie Westelijk Zuid Limburg (vestigingsplaats Sittard). De stichting is ontstaan door het samengaan van meerdere opleidingsen onderwijsinstellingen in de regio en is opgericht in 1998. Daarnaast kent de stichting twee substichtingen: de stichting Sité, waarin het tijdelijke personeel is ondergebracht en de Stichting Scholenbeheer die het beheer en e exploitatie van één van de gebouwen uitvoert. Na 31 december 2008 is Leeuwenborgh Opleidingen enig aandeelhouder in één besloten vennootschap: Leeuwenborgh Trainingen Opleidingscentrum Sittard B.V. te Sittard (LTOC).

14

Organisatiestructuur Leeuwenborgh Opleidingen wordt bestuurd door een tweehoofdig College van Bestuur. De onderwijsactiviteiten vinden plaats in een vijftal onderwijssectoren. Ten behoeve van de gehele onderwijsorganisatie is een Loopbaanportaal en een Marktportaal ingericht. Strategische ondersteuning vindt plaats vanuit drie strategische adviesdiensten en een centrale staf. Onderwijsondersteuning, facilitaire dienstverlening en administratieve ondersteuning zijn onderdeel van een Bedrijfsdienst. De sectoren, portalen en diensten worden geleid door directeuren die samen het directieteam vormen. Het directieteam adviseert aan het College van Bestuur. De Raad van Toezicht voert de toezichthoudende taken uit volgens de Governancecode voor de BVE-sector. Leeuwenborgh Opleidingen kent een model van ongedeelde medezeggenschap op twee niveaus in de organisatie. Op centraal niveau is een Centrale Medezeggenschapsraad die overlegt met het College van Bestuur. Op het niveau van sectoren, portalen en diensten bestaan deelraden.


Organigram

Leeuwenborgh Opleidingen Raad van Toezicht

College van Bestuur

CMR BIK

Mobiliteitspool

Bestuurssecretaris

Project strategische uitvoering

BD ICT Loopbaanportaal

HRM Sectoren

Marktportaal

Cios, Handel, Toerisme, Uiterlijke verzorging, Veiligheid

Financiën

Economie


Educatie

Techniek

Zorg en Welzijn

15

College van Bestuur mevrouw C.H.W. Langen, voorzitter de heer F.L.P.M. Schneiders MPA, lid (vanaf februari 2009) de heer J.A. Dassen, lid (tot maart 2008) de heer drs. B.R.A. Gijzel, lid ad interim (mei 2008 – januari 2009) mevrouw drs. A. van der Horst, secretaris (vanaf april 2008)

Directeuren mevrouw J.P.G.M. Huynen-Becks, directeur sector CIOS, Handel, Toerisme, Uiterlijke Verzorging en Veiligheid de heer P.J.M. Joskin, directeur sector Economie de heer R.W.H.M. Kok, directeur sector Zorg en Welzijn de heer R.J.J. Palmen MME, directeur sector Techniek de heer C.L.J. van Prooijen, directeur sector Educatie de heer ir. E.T. Boskamp, directeur Marktportaal Mw. H.A.L.M. Wijshoff, directeur Loopbaanportaal de heer L.H.F. Cuijpers MIM, directeur dienst ICT de heer L. T.A. Kleijnen, directeur Bedrijfsdienst de heer T.G.J. Leblanc, directeur dienst Financieel Beleid en Control mevrouw G.M. Meijer MBA, directeur dienst HRM

16


Raad van Toezicht de heer H.J. Meijers, voorzitter de heer drs. H.M.J.A. Houben, vicevoorzitter de heer J.M.A. Janssen, penningmeester de heer W.J.M. Magermans, secretaris mevrouw drs. M.J.A.P. Grégoire, lid mevrouw M.J. Keuzenkamp, lid mevrouw H.J.M. Rieken, lid de heer prof. dr. drs J.M.J.C. Scheres, lid


17

Leeuwenborgh in één oogopslag Opleidingen en diploma’s ROC Leeuwenborgh Opleidingen verzorgde in 2008 157 beroepsopleidingen in drie leerwegen voor beroepen variërend van kapper tot vliegtuigonderhoudsmonteur. In dit kalenderjaar hebben 2.501 deelnemers een diploma behaald. Zij stroomden door naar het hbo of betraden gekwalificeerd de (regionale) arbeidsmarkt. Aan het traject Basiseducatie telden we in Sittard 347 deelnemers en in Maastricht 917. Zij volgden de deeltrajecten Informatica, Engels, Alfabetisering, Nederlands, Rekenen, Samen leren met je kind en Voorbereiding ondernemersvaardigheden. Verder volgden in Sittard 155 deelnemers en in Maastricht 279 deelnemers een VAVO-opleiding. Binnen het NT2-traject telden we 35 laag opgeleiden in Sittard en 117 in Maastricht. Het aantal hoog opgeleiden in deze trajecten bedroeg in Sittard 111 en in Maastricht 2. Onderwijsrendement Zowel op onze locatie in Maastricht als die in Sittard streven we naar steeds meer competentiegericht onderwijs: deelnemers hebben een stevige basis van kennis en vaardigheden nodig in hun (studie)loopbaan. Volgens de mbo benchmark bedraagt het onderwijsrendement ruim 60%; van de deelnemers onder 23 jaar behaalt 62,3% het ROC-diploma.

18

Onderwijskwaliteit Een belangrijk speerpunt is het voorkomen van voortijdige schooluitval. Leeuwenborgh Opleidingen participeert met redelijk succes in een aantal lokale en regionale projecten. De waardering van de deelnemers stijgt en bevindt zich rondom het landelijk gemiddelde. De deelnemers geven ons het rapportcijfer 6,4; dit ligt iets hoger dan het landelijk gemiddelde. De inspectie van het Onderwijs stelde in 2008 een algemene ontwikkeling in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs vast in vier van de vijf onderwijssectoren. Samenwerking Leeuwenborgh Opleidingen opereert niet alléén. Dat zou ook niet kunnen. We onderhouden op het niveau van de diverse opleidingen én op strategisch niveau vruchtbare contacten en samenwerkingsverbanden met bedrijfsleven, overheid en andere onderwijsinstellingen, zoals ROC’s, Euregionale opleidingscentra en zorginstellingen. Medewerkers Leeuwenborgh Opleidingen telt 510 docenten, van wie meer dan de helft kaderdocent is. Ter ondersteuning van het primaire proces werken 348 medewerkers in functies variërend van beleidsmedewerker tot conciërge. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 50,6 jaar. De medewerkers komen samen tot een gemiddeld ziekteverzuimpercentage van 6,6.


Budget Het budget waarmee Leeuwenborgh Opleidingen deze resultaten heeft neergezet is ruim 62 miljoen euro, waarvan ongeveer 52 miljoen euro een Rijks- en Overheidsbijdrage is. De grootste post betreft de personele lasten. Deze bedroegen in 2008 ruim 45 miljoen euro. 2009 In 2009 willen we de opgaande lijn in de organisatieontwikkeling graag voortzetten. Uiteraard blijft de belangrijkste focus liggen op de onderwijsloopbaan van al onze deelnemers. We willen hen inspirerende

tijd en een modern curriculum met inzet van aansprekende onderwijsvormen, praktijkstages en materialen bieden. En bovenal hen begeleiden naar het voor hen meest passende en hoogst kwalificerende examenresultaat. Met als uiteindelijk doel hen op de juiste plaats in de arbeidsmarkt terecht te laten komen of een goede basis te bieden voor een vervolgstudie in het Hoger Beroepsonderwijs (HBO). Om onze ambities waar te maken werken we aan een nieuwe verhouding tussen overheidsbijdrage en andere baten.

Deelnemersaantallen per sector

Sector

Leerweg

Intensiteit

Aantal deelnemers

CHTUvV

BB

Deeltijd

133

CHTUvV

BO

Deeltijd

262

CHTUvV

BO

Voltijd

1849

Economie

BB

Deeltijd

57

Economie

BO

Deeltijd

173

Economie

BO

Voltijd

1473

Educatie

BB

Deeltijd

63

Educatie

BO

Voltijd

150

Techniek

BB

Deeltijd

1253

Techniek

BO

Voltijd

1055

Zorg&Welzijn

BB

Deeltijd

513

Zorg&Welzijn

BO

Deeltijd

1

Zorg&Welzijn

BO

Voltijd

1738


8720

19

2. Onderwijsopbrengsten Bij de berekening van onze onderwijsopbrengsten baseren wij ons op de berekeningswijze zoals die door de inspectie in overleg met de mbo-raad in het najaar van 2008 is vastgelegd. Deze berekeningswijze wijkt af van die van de jaren daarvoor. Om deze reden en vanwege het gegeven dat in 2008 een herinrichting heeft plaatsgevonden zijn historische cijfers alleen beschikbaar voor zover die door CFI zijn aangeleverd. Uiteraard is het thema ‘onderwijsopbrengsten’ een zeer prominent thema binnen het onderwijsbeleid van Leeuwenborgh Opleidingen. Het is de kern van ons bestaan. Het belang wordt gereflecteerd in bijvoorbeeld de managementcontracten van de sectordirecteuren. Het verhogen van zowel diploma- als jaarresultaat is expliciet opgenomen als resultaatgebied. Een andere wijze waarop Leeuwenborgh Opleidingen laat zien dat het ernst is met de onderwijsopbrengsten is het eigen project ‘aanval op de uitval’. Dat verenigt een waaier aan maatregelen en acties die allemaal gericht zijn op het binnenshuis houden van de deelnemers en het ondersteunen van hen bij het behalen van een diploma op een voor hen zo hoog mogelijk onderwijsniveau.

20

De eerstverantwoordelijken voor de begeleiding van deelnemers zijn de mentoren in de onderwijssectoren. De mentoren hebben allemaal een specifieke training gekregen om de mentorrol optimaal in te vullen. Het volgende niveau van begeleiding, wanneer er meer nodig is dan de mentor kan bieden, gebeurt door trajectbegeleiders. De trajectbegeleiders zijn professionals die binnen het Loopbaanportaal gepositioneerd zijn. Het Loopbaanportaal is de Leeuwenborgh brede voorziening waarin alle begeleiding, advies en kwalificerende examinering ten behoeve van de studieloopbaan van alle deelnemers is samengebracht. Leeuwenborgh beschikt daarmee over een expertisecentrum dat specifiek gericht is op het optimaliseren van de studiekeuze, het tijdig onderkennen van studie(voortgangs)problemen en het sectoroverstijgend oplossen van die problematiek. Alle activiteiten van het loopbaanportaal zijn gericht op het verbeteren van de onderwijsopbrengsten. Zo worden er voor vmbo-ers en andere potentiële deelnemers meeloopdagen georganiseerd. Tijdens deze dagen kunnen zij zich oriënteren op de studie van hun keuze en vaststellen of de opleiding is wat zij zich er van voorstellen. Als dat niet zo is, kunnen zij tijdig een andere keuze maken voor een beroepsopleiding die beter aansluit.


De opleiding tot arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (AKA) is een volgend element dat erop gericht is een voor ieder passend onderwijsaanbod te doen. Hoewel de AKA opleiding zelf geen startkwalificatie is, zien we dat een relatief groot aantal deelnemers dat de AKA opleiding afrondt de motivatie en capaciteiten heeft om zich verder te ontwikkelen.

Door vroegtijdig met deze deelnemers in gesprek te gaan, lukt het vaak om een voor hen passend onderwijsaanbod aan te bieden. Soms is dat een leerwerkplaats. Voor de deelnemers die alleen de AKA opleiding afmaken, geldt dat bemiddeling naar werk essentieel is. Leeuwenborgh werkt hierin samen met de arbeidsbemiddelende instanties.

Diplomaresultaat Landelijk Leeuwenborgh sector CHTUvV sector Economie sector Educatie (alleen mbo-deel) sector Techniek sector Zorg en Welzijn Bij Diplomaresultaat worden de onderwijsopbrengsten bezien vanuit het perspectief van de onderwijsdeelnemer: “Wat is het hoogste diploma waarmee hij/zij Leeuwenborgh Opleidingen heeft verlaten? Geteld worden alle deelnemers die het beroepsonderwijs van Leeuwenborgh in het betreffende schooljaar hebben verlaten. Voor zover


2005- 2006I 62% 58% - - - - -

2006- 2007I 63% 61% - - - - -

20072008II nog onbekend

62,27% 64,07% 51,33% 47,89% 72,27% 75,52%

zij bij Leeuwenborgh minimaal één diploma hebben behaald, in dit jaar of eerder, worden ze geteld als instellingsverlater-met-diploma. De instellingsverlater-zonderdiploma heeft nooit een diploma beroepsonderwijs bij Leeuwenborgh behaald.

21

Jaarresultaat Landelijk Leeuwenborgh sector CHTUvV sector Economie sector Educatie (alleen mbo-deel) sector Techniek sector Zorg en Welzijn Bij Jaarresultaat wordt het rendement bezien vanuit het perspectief van ons ROC. Het geeft aan wat Leeuwenborgh in een bepaald schooljaar heeft ‘gepresteerd’. Hierbij worden de gediplomeerden in een

2005- 2006I 58% 62% - - - - -

2006- 2007I 61% 63% - - - - -

20072008II nog onbekend

68,66% 70,41% 59,33% 69,05% 72,68% 73,30

jaar afgezet tegen de gediplomeerden vermeerderd met de uitstromers uit Leeuwenborgh die dat jaar geen diploma hebben gehaald.

Aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters (vsv’ers) Landelijk Leeuwenborgh Het aantal nieuwe vroegtijdig schoolverlaters daalt licht. Vroegtijdig schoolverlaters zijn deelnemers, jonger dan 22 jaar, die vanuit Leeuwenborgh Opleidingen het onderwijs helemaal

2005- 2006I 11% 10%

2006- 2007I 10% 9%

20072008II 10% 9%

hebben verlaten en niet beschikken over een startkwalificatie. Deelnemers die door Leeuwenborgh begeleid worden naar een opleiding elders, zijn geen nieuwe vsv’ers.

Bronnen: I Bron: “Indicatoren mbo” CFI II Bron: Leeuwenborgh Opleidingen

22


3. Examinering De kwaliteit van de examinering wordt door de examencommissies van de onderwijssectoren (voorheen de units) jaarlijks getoetst middels een zelfevaluatie. Op basis van de bevindingen van de zelfevaluatie stellen de examencommissie hun verbeterplanning bij. Daarnaast is er jaarlijks onderzoek naar de kwaliteit van examinering door de inspectie van onderwijs middels een steekproef van opleidingen. In april 2008 heeft het onderzoek door de inspectie plaatsgevonden. De steekproef betrof 4 units/sectoren, met daarbinnen 11 opleidingen, waarvan 4 competentiegerichte opleidingen volgens de nieuwe kwalificatiestructuur.

Van 6 van de onderzochte opleidingen in 2 sectoren (Economie en Techniek) heeft de inspectie vastgesteld dat de examinering van voldoende kwaliteit is. Het betreft de volgende opleidingen: Economie: Beveiliger (10876) BOL n Sector Techniek: Monteur elektrotechnische panelen (MEP) (10258) BBL, Monteur sterkstroominstallaties (MSI) (10261) BBL, Procesoperator C (10419) BBL, Assistent mobiliteitsbranche (10888) BBL en Operator (90310) BBL n

Sector

De examinering van 5 opleidingen was nog niet van voldoende kwaliteit: n Sector CHTUvV: Verkoper (90390) BOL en Aankomend verkoopmedewerker (90910) BOL n Sector Economie: Commercieel medewerker binnendienst, versneld traject (10044) BOL n Sector Techniek: Autotechnicus (10223) BBL n Sector Educatie: Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent (90440) BOL Voor nagenoeg alle kwalificaties geldt dat het met name het exameninstrumentarium nog niet voldoet. Dit geldt in het bijzonder voor de definiëring van uitstroomeisen en toetstechnische aspecten bij de cgo-opleidingen. Leeuwenborgh is voor deze opleidingen, net als andere ROC’s, nog volop in het selectieproces van een reeds


23

ontwikkeld exameninstrumentarium. In voorkomende gevallen worden geschikte instrumenten door Leeuwenborgh zelf ontwikkeld. Om de deskundigheid van betrokkenen te bevorderen, zijn assessorenopleidingen aangeboden. Inmiddels zijn de eerste medewerkers gecertificeerd door een onafhankelijke instantie.

citaat

De kwaliteit van examinering blijft ons punt van aandacht. De Leeuwenborgh brede examencommissie helpt ons de kwaliteitsslag te maken.

Binnen Leeuwenborgh functioneert een Leeuwenborgh-brede examencommissie (LEC). Dit is één van de instrumenten die zijn ingezet om een kwaliteitsslag te leveren in het verbeteren van het proces van examinering. In 2008 is, parallel aan de herinrichting van de organisatie, het loopbaanportaal het uitvoeringsorgaan van de LEC aangemerkt. Hiermee wordt ingezet op het verder ontwikkelen van examenprocessen die onafhankelijk zijn van de onderwijssectoren. Uiteraard zijn deze ontwikkelingen gericht op een verdergaande versterking van de kwaliteit. In 2009 zal de inspectie van onderwijs de kwaliteitsverbetering van de examinering bij de bovengenoemde opleidingen onderzoeken. Over de uitvoering zullen te zijner tijd nadere afspraken worden gemaakt.

Elfie Dols Manager Kwaliteitszorg

24


4. Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA) De drempelloze instroom maakt dat ook deelnemers hun leerloopbaan binnen Leeuwenborgh aanvangen zonder vo-diploma of een diploma lager dan vmbo-gemengde leerweg. Zij worden geïdentificeerd als risicodeelnemers. De ROC’s ontvangen een budget voor Voorbereidende en Ondersteunende Activiteiten (VOA) om de extra ondersteuning te geven die deze deelnemers nodig hebben om hun opleiding succesvol af te ronden.


De omvang van deze groep deelnemers stijgt gestaag, hoewel de omvang altijd nog lager is dan het landelijk gemiddelde. In het schooljaar 20062007 betrof het 17% van alle deelnemers binnen Leeuwenborgh Opleidingen. In het schooljaar 2007-2008 behoorde 19% van de instroom tot deze categorie en in het schooljaar 2008-2009 is er sprake van 21% deelnemers met een VOA indicatie. Landelijk ligt het percentage tussen de 25 en 30% in deze schooljaren.

25

5. Tevredenheid deelnemers Een belangrijke indicator voor onderwijskwaliteit is de tevredenheid van de deelnemers. Om deze te meten, participeert Leeuwenborgh al een aantal jaren in het ODIN-onderzoek van JOB. Leeuwenborgh Opleidingen werd als school door de eigen deelnemers beoordeeld met het rapportcijfer 6,4. Dat is net iets hoger dan het landelijk gemiddelde van 6,3. De beoordeling van de eigen opleiding viel met 6,8 juist één tiende lager uit dan het landelijk gemiddelde van 6,9. Meer dan gemiddeld tevreden waren de deelnemers over de het onderwijsprogramma, de docenten, de studiebegeleiding, de stage en de werkplek. Ook de informatievoorziening, de organisatie, de veiligheid scoorden ruim boven de 3, op een vijfpuntsschaal. Positieve uitschieters zijn: de stage (BOL) en de werkplek (BBL). Ook veiligheid scoorde hoog met 3,7. Alleen het oordeel over de onderwijsfaciliteiten bleef met 2,9 beneden de 3.

Enkele voorbeelden van verbeteracties die het gevolg zijn van deze werkwijze zijn: n verbeteren van de studiegids van een opleiding n verbeteren

van de informatie via de digitale aankondigingsborden n aanpassen van het vakkenaanbod n aanpassen stageopdrachten n a a n b e s t e d i n g s e i s e n leerlingenkantine. In de grafiek staan de landelijke en Leeuwenborgh resultaten van ODIN5 uit 2008. Uitsplitsing naar sectoren vindt hierbij niet plaats. Belangrijkste reden daarvoor is, dat in deze versie van het ODIN-onderzoek teveel verschillen in respons en omstandigheden zijn geconstateerd. Daardoor ontstaat mogelijk een vertekend beeld wanneer men op sectorniveau gaat analyseren.

De score van de sector op de tevredenheidmeting maakt onderdeel uit van de prestatieafspraken die sectordirecteuren met het College van Bestuur maken. De sectoren gebruiken de uitkomsten van het ODIN-onderzoek om samen in panelgesprekken met deelnemers, verbetervoorstellen te ontwikkelen en uit te voeren. Deze verbetervoorstellen krijgen hun plaats in de plannen van sectoren en teams.

26


De gemiddelde scores van 2008 van Leeuwenborgh afgezet tegen die van alle ROC’s: 0%

25%

50%

75%

100%

1 Lessen/programma 2 Docenten 3 Lesmateriaal 4 Toetsing 5 Studiebegeleiding 6 Competenties 7 Opbrengst 8 Stage (bol) 9 Werkplek (bbl) 10 Informatie 11 Organisatie 12 Keuze- en loopbaanbegeleiding 13 Veiligheid 14 Sfeer 15 Sociale contacten en ondersteuning 16 Onderwijsfaciliteiten 17 Kantine 18 Beperkingen 19 Opnieuw kiezen voor opleiding en studie negatief

positief

(bovenste regel is telkens Leeuwenborgh Opleidingen, onderste regel is telkens totaal ODIN5)


27

6. Personeel De eerste maanden van 2008 stonden in het teken van de doorontwikkeling van de nieuw gekozen strategie voor Leeuwenborgh Opleidingen. De nieuwe strategische visie heeft geleid tot een verandering in de structuur van de organisatie, die vooral voor personeel veel veranderingen betekende. De nieuwe strategie is een antwoord op de vraag hoe we als Leeuwenborgh Opleidingen het hoofd willen bieden aan de dalende deelnemersaantallen, maar ook hoe we kansen die de markt biedt - denk aan internationalisering en de ontwikkeling van contractactiviteiten - kunnen benutten. Het strategisch plan van Leeuwenborgh Opleidingen leidt op personeel gebied tot een teruggang van de formatie. Er is meer behoefte aan flexibiliteit om op veranderingen in de markt te kunnen reageren. Om op deze ontwikkelingen vanuit personeelsgebied een antwoord te geven, hebben we ons in 2008 op een aantal zaken geconcentreerd. n De

nieuwe strategische visie van Leeuwenborgh Opleidingen houdt onder andere in dat wij het Loopbaancentrum van de Euregio willen zijn, de deelnemer staat bij alles wat we doen centraal en we willen mensen een leven lang laten leren. Om aan deze visie invulling te geven, hebben we ook in 2008 veel geïnvesteerd in de kwaliteit en professionaliteit van onze medewerkers. Door te investeren in nieuwe kennis over de beroepspraktijk anno 2008, zijn onze docenten beter in staat een goede aansluiting te maken tussen het

28

onderwijsveld en het bedrijfsleven. demografische ontwikkelingen in Zuid-Limburg leiden tot een voorspelling dat het aantal deelnemers voor het beroepsonderwijs de komende jaren gaat dalen. De herinrichting van Leeuwenborgh Opleidingen is ook een antwoord op deze voorspelling en betekent dat we op een aantal plekken in de organisatie teveel medewerkers hebben. In 2008 is gestart met mobiliteitstrajecten om deze medewerkers te begeleiden naar ander werk. Met de vakbonden en de CMR is Leeuwenborgh Opleidingen een meerjaren Sociaal Plan overeengekomen dat alle gevolgen voor medewerkers regelt.

n De

n Door

regelmatig gesprekken te voeren met medewerkers over hun welbevinden en resultaten in het werk, werken we aan gemotiveerde en goed gekwalificeerde medewerkers. De gesprekscyclus die in 2007 is opgestart, wordt gebruikt om deze gesprekken te voeren en om op een professionele manier te werken aan de ontwikkeling van mensen. n Onderdeel van de nieuwe organisatiestructuur van Leeuwenborgh Opleidingen is het werken in kleine teams. Dat creëert meer betrokkenheid bij de deelnemer en er is meer overleg mogelijk om deelnemers goed te begeleiden. Ook heeft een leidinggevende meer contact met medewerkers en kan er beter invulling worden gegeven aan het begeleiden en ondersteunen van medewerkers.


n In 2008 zijn alle opleidingsmanagers,

bedrijfsdienstmanagers en een aantal projectleiders van de diensten en portalen begonnen aan een opleidingsprogramma om leiding te kunnen geven aan teamvorming en de verandering in teams. Het opleidingsprogramma loopt door tot de zomer van 2009 en wordt maandelijks gevolgd door zo’n 35 mensen. n De

nieuwe organisatiestructuur leidt ook tot een nieuw functiegebouw, waarin gekozen is voor bredere functies die op meer plekken in de organisatie toepasbaar zijn. Leeuwenborgh Opleidingen creëert hiermee loopbaanmogelijkheden voor medewerkers en anticipeert op een flexibele inzet van medewerkers in de organisatie.

De volgende aspecten van het HRMbeleid hebben in 2008 specifieke aandacht gehad. Mobiliteitsbeleid Voor medewerkers die geen perspectief meer hebben op een vaste baan binnen Leeuwenborgh Opleidingen, zijn we samen met een aantal mobiliteitsbureaus een mobiliteitstraject gestart. Het mobiliteitstraject voorziet in professionele ondersteuning aan medewerkers om een andere baan buiten de organisatie te vinden. Ze worden begeleid in het leren omgaan met het verlies van hun baan, maar ook in het leren kijken naar de eigen kwaliteiten, om een zo breed mogelijk profiel te maken voor een nieuwe baan. Sollicitatieondersteuning is ook een


belangrijk onderdeel van het traject. In 2008 zijn 12 mensen gestart met een mobiliteitstraject dat gemiddeld 6 tot 9 maanden duurt. Loopbaanbeleid De ontwikkeling van een nieuw functiegebouw leidt tot meer horizontale loopbaanmogelijkheden binnen de ondersteunende diensten van de organisatie. De nieuwe organisatiestructuur biedt ook meer mogelijkheden voor mensen om hetzelfde werk op andere plekken in de organisatie uit te kunnen voeren, waardoor de afwisseling in het werk er blijft. Voor het onderwijzend personeel is er een loopbaanbeleid om door te kunnen groeien van trainer naar docent en van docent naar kaderdocent. Scholingsbeleid In 2008 is nieuw beleid geformuleerd om managers en medewerkers te ondersteunen bij het identificeren en vorm geven van ontwikkelingsvragen. Opleidingsteams moeten hun eigen scholingsplan maken, waarbij de beschikbare uren voor scholing onder elkaar verdeeld kunnen worden om aan de scholingsvragen tegemoet te komen. In 2008 is de nieuwe scholing voor assessoren gestart; een scholing voor vormen van examinering die thuishoren bij CGO. De training voor trajectbegeleiders die ook in 2007 werd gegeven, is voortgezet en 25 medewerkers hebben deze met succes afgerond.

29

De scholing van het middenmanagement en de medewerkers uit de diensten is in september 2008 gestart. Het centrale thema van deze opleiding is het vormgeven van veranderingen in teams. 35 medewerkers nemen deel aan deze opleiding die 9 maanden duurt. Het is een intensief programma met een maandelijkse bijeenkomst van één dag per groep en een avondlezing met een spreker over een thema dat past bij het vormgeven van veranderingen. Verzuimmanagement Het ziekteverzuim is gedaald van 7,77% in 2007 naar 6,6 % in 2008. Uit benchmark gegevens blijkt dat het ziekteverzuim binnen Leeuwenborgh Opleidingen iets hoger ligt dan het gemiddelde in de mbobranche. Het verzuim wordt voor een belangrijk deel bepaald door langdurig zieke medewerkers. In 2008 heeft Loyalis, naar aanleiding van hun analyse van het ziekteverzuim, het management van Leeuwenborgh Opleidingen ondersteund bij verzuimmanagement.

30

schil vergroot Leeuwenborgh Opleidingen de ‘interne’ mobiliteit, zodat beter kan worden ingespeeld op voorgaande ontwikkelingen. De invoering van het nieuwe concept is gepaard gegaan met de verschuiving van rollen en taken, en met een efficiencyslag. Naar de toekomst blijft de doelstelling gehandhaafd: werken met een flexibele schil van minimaal 6% van de formatie. Het verslagjaar 2008 is afgesloten met een flexibele schil van 10,5%. Hierbinnen zit echter een substantieel deel, dat weliswaar een tijdelijke aanstelling heeft, maar niet als flexibel beschouwd zou mogen worden. Het gaat daarbij enerzijds om de mensen die zijn aangenomen vanwege het feit dat ze een voor Leeuwenborgh Opleidingen noodzakelijke deskundigheid hebben, die binnen de organisatie niet aanwezig is. Anderzijds gaat het om nieuwe functies waarop externen benoemd zijn met een gebruikelijke tijdelijke aanstelling gedurende het eerste jaar.

In 2008 is gestart met een aanpak om mensen die langdurig ziek zijn alvast weer gedeeltelijk aan het werk te laten gaan. Om mensen te ondersteunen bij hun re-integratie, wordt onder andere het team medewerkerbegeleiding van Leeuwenborgh Opleidingen ingezet. Dit team ondersteunt ook medewerkers die dreigen vast te lopen in hun werk; vroegtijdige interventie voorkomt verzuim.

De flexibele schil is noodzakelijk om diverse redenen. Enerzijds biedt het de mogelijkheid in te spelen op de consequenties van de verwachte daling van deelnemersaantallen als gevolg van demografische ontwikkelingen in de regio. Anderzijds vergemakkelijkt die het omgaan met de pieken en dalen in formatiebeslag als gevolg van het binnenhalen van additionele opdrachten van korte of langere duur en/of intensiteit.

De ontwikkeling naar het Loopbaancentrum vergt een flexibilisering van de formatie. Middels een flexibele

De vraag die door maatschappij en arbeidsmarkt aan het onderwijs wordt gesteld, is permanent aan verandering


onderhevig. Eén van de antwoorden, die het onderwijs hierop heeft, is de invoering van Competentiegericht Onderwijs (CGO), met als doel zowel de kwaliteit als het rendement van het onderwijs (verder)

te laten stijgen. Dit vraagt echter ook om een permanente investering in de competentieontwikkeling van het huidige en toekomstige personeel.

citaat

Een van onze speerpunten voor 2009 is het werkverdelingsbeleid. Onderwijsteams hebben de positie om gezamenlijk tot een evenwichtige werkverdeling komen. Ghislaine Meijer Directeur HR


31

Ziekteverzuimcijfers 2008

Unit/Dienst

2008

2007

Cios

5,73

6,2

Maatsch. D&W

9,07

7,43

Zorg

4,68

6

Toerisme

12,19

12,18

Handel en UV

5,37

6,42

Economie

5,04

7,53

Techniek

5,24

5,99

PML Techniek

4,78

5,78

Vliegt.techniek

2,86

3,7

Educatie Mstr.

10,37

7,97

Educatie Sttrd.

7,16

IT-bedrijf

10,93

8,26

Onderw.serv.

9,21

12,48

Centrale Org.

3,98

1,28

P & O

6,72

3,27

FEZ

4,71

9,62

Totaal

6,56

7,7

In 2008 is de organisatie opnieuw ingericht in sectoren, portalen en diensten. In bovenstaande tabel is nog de ‘oude’ indeling in units, opleidingen en diensten gevolgd.

32


Het verloop van het ziekteverzuim door het jaar heen en verdeeld naar sekse

2008

man

vrouw

januari

8,62

9,05

februari

9,03

8,70

maart

8,32

8,71

april

7,13

8,05

mei

6,97

7,36

juni

6,36

7,42

juli

5,00

5,60

augustus

5,23

5,83

september

6,06

7,60

oktober

6,02

8,18

november

6,59

8,59

december

5,93

8,34


33

Personeel kwantitatief Verdeling naar geslacht Peildatum 31 december 2008 man vrouw Totaal (856)

= Stichting Sité = Stichting B.V.E. Westelijk Zuid-Limburg

45 391 81 339 126 730

Deeltijdfactor opbouw personeel Peildatum 31 december 2008 0,00 < 0,25

33

0,25 < 0,50

26 64

0,50 < 0,75

137

34

= Stichting B.V.E. Westelijk Zuid-Limburg

17

27

0,75 < 1,00

99

= 1,00

412

Totaal (856)

= Stichting Sité

15

26

127 729


Leeftijdsopbouw personeel Peildatum 31 december 2008 15-24 jaar

10

25-34 jaar

26

35-44 jaar

31

45-54 jaar 55-64 jaar Totaal (856)

= Stichting Sité = Stichting B.V.E. Westelijk Zuid-Limburg

0

37

77 46 320 13 296 126 730

Verdeling naar salarisschaal Peildatum 31 december 2008 nominaal

0

1 t/m 4

8 49

5 t/m 9

157

= Stichting B.V.E. Westelijk Zuid-Limburg

1

59

10 t/m 12

502

13 t/m 17

20

Totaal (856)

= Stichting Sité

59

1

127 729


35

7. Financiën In 2008 is een start gemaakt met de uitrol van de uitgangspunten van het Herontwerptraject binnen Leeuwenborgh Opleidingen. Om de door ons geformuleerde visie te verwezenlijken - ‘Leeuwenborgh Opleidingen is hét loopbaancentrum voor de regio ZuidLimburg en de grensgebieden’ - is gekozen voor een organisatiestructuur van resultaatverantwoordelijke organisatieonderdelen, waarbij sprake is van sterke interdependentie. Dit om onze missie - ‘Leeuwenborgh Opleidingen is een organisatie waarbij het loopbaanperspectief van de klant (deelnemer) centraal staat’daadwerkelijk te realiseren. Centraal hierbij staan de volgende strategische doelstellingen: n Leeuwenborgh

Opleidingen leidt mensen op tot verantwoordelijke burgers die hun vak verstaan en een arbeidsmarktperspectief hebben, met behulp van competentiegericht onderwijs. n Leeuwenborgh Opleidingen heeft haar marktaandeel (in een krimpende markt) naar verhouding vergroot met aandacht voor internationalisering. n Leeuwenborgh Opleidingen is een aantrekkelijke werkgever voor medewerkers, en heeft haar interne organisatie efficiënt georganiseerd.

36

Het beleid van Leeuwenborgh is erop gericht met sluitende begrotingen te werken. Dit moet plaatsvinden terwijl de verwachting is dat de deelnemersaantallen als gevolg van de demografische ontwikkelingen (ontgroening en vergrijzing) de komende jaren sterk zullen teruglopen. Belangrijke uitgangspunten op het gebied van bedrijfsvoering zijn: n het in overeenstemming brengen van het personeel met de aanwezige deelnemersaantallen en de bekostiging die hiervoor wordt ontvangen n het geven van een impuls aan innovatie De capaciteitsplanning wordt op basis van relatieve deelnemers bepaald. Hierbij wordt de formatie gekoppeld aan het aantal relatieve deelnemers en het onderwijsproces. Tevens wordt de doelmatigheid (direct/indirect) bepaald. De eerste resultaten van deze werkwijze zijn waarneembaar, de beoogde taakstelling is echter nog niet volledig gehaald. Het in 2007 ingezette traject waarbij de financiering van Leeuwenborgh volledig is ondergebracht bij het Ministerie van Financiën in het kader van ‘schatkist bankieren’, is eind 2008 afgerond. Alle ‘oude’ en relatief dure leningen zijn ondergebracht in dit concept, waarin transparantie en het mijden van financieringsrisico’s gecombineerd met zo laag mogelijke rentelast, centraal staan.


Ondanks de sombere vooruitzichten voor 2008, die ten tijde van het opstellen van de begroting reeds duidelijk waren, heeft Leeuwenborgh Opleidingen het jaar minder negatief kunnen afsluiten dan begroot. Uitzonderlijkheden die zich ten opzichte van de begroting hebben voorgedaan zijn onder andere: n hogere

bijdragen uit de educatiegelden n hogere bijdragen uit additionele activiteiten n positieve bijstelling van de wachtgeldvergoeding n realisatie niet begrote geoormerkte OC&W subsidies n gematigd en strikt investeringsbeleid n lagere financieringslasten Daarnaast zijn onder meer de volgende uitzonderlijkheden ten laste van het resultaat gebracht: n toevoeging aan de onderhoudsvoorziening, inzake achterstallig onderhoud, was niet toereikend voor de voor 2009 en 2010 op de rol staande ontwikkelingen n eenmalige kosten inzake het Herontwerptraject

Als gevolg van de aanpassingen inzake de financiële verslaglegging (RJ660) was Leeuwenborgh Opleidingen genoodzaakt een tweetal wijzigingen door te voeren ten opzichte van vorig jaar: n Het treffen van een voorziening voor toekomstige vergoedingen (o.a. Bapo). Hiervoor is een bedrag van € 8.300 ten laste van het eigen vermogen en ten gunste van voorzieningen gebracht. Dit verklaart de opmerkelijke mutatie op beide posten in het overzicht. n Het op een ander aggregatieniveau presenteren van de gegevens. Mede als gevolg van de mutatie van de voorziening is gekozen om de solvabiliteit uit te drukken in een percentage, zowel met als zonder voorziening. De rentabiliteit neemt sterk af. Dit komt enerzijds omdat het resultaat 2008 negatief is (- € 1387), daar waar dit in 2007 nog positief was (€ 897). Anderzijds wordt het percentage beïnvloed door onttrekking van bovengenoemde voorziening aan het eigen vermogen.

p/ 31-12-2007

p/ 31-12-2008

Solvabiliteit

46%

27%

48%

45%

1%

9%

3,5%

-8,8%

Solvabiliteit excl. voorzieningen

Liquiditeit

Rentabiliteit EV


37

Geconsolideerde staat van baten en lasten per 31 december 2008

e

Exploitatie 2008 e

Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies College-, cursus-, les-, en examengelden

52.313 4.301 41

Baten werk in opdracht van derden

3.252

Overige baten

2.163

Totaal baten

62.070

Lasten Personeelslasten Afschrijvingen

45.837 3.112

Huisvestingslasten

4.339

Overige lasten

9.388

Totaal lasten

62.676

Saldo baten en lasten

-606

Financiële baten en lasten

38

Financiële baten en lasten

781

Resultaat

-1.387

Aandeel van derden in resultaat

0

Nettoresultaat

-1.387


Exploitatie 2007

e

e

e

50.986

47.885

5.036

4.080

257

30

3.077

1.712

2.702

1.711

62.058

43.231

44.263

3.151

3.145

4.588

3.779

8.097

7.136

Begroting 2008 e

55.418

59.067

58.323

2.991

-2.905

2.094

980

897

-3.885

0

0

897

-3.885


39

Algemene Grondslagen

voor de opstelling van de geconsolideerde jaarrekening Voor zover niet anders vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Grondslagen voor de waardering van Activa en Passiva en voor de bepaling van het resultaat. Materiële vaste activa De terreinen worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs. Op de terreinen wordt niet afgeschreven. De nieuwbouw wordt gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, onder aftrek van de lineaire afschrijving, gebaseerd op de economische levensduur. De overige gebouwen zijn gewaardeerd tegen de normatieve restwaarde, zoals deze is bepaald bij de uitvoering van de OKF-wetgeving. De inventaris en de overige materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van lineaire afschrijvingen, gebaseerd op de economische levensduur. De lease hardware is opgenomen voor de nettocontante waarde. Activering vindt plaats indien deze een bedrag van € 445 inclusief btw te boven gaan.

40

Vorderingen en overlopende activa De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde onder aftrek van de noodzakelijk geachte voorzieningen. Egalisatierekening subsidies Subsidies die worden verkregen ten behoeve van de aanschaf van roerende en onroerende zaken, worden opgenomen in de egalisatierekening subsidies. Een deel van de subsidies wordt ten gunste van de exploitatierekening gebracht, naar rato van de afschrijvingen over de met deze gelden aangeschafte materiële vaste activa. Betreffende de bijdrage van de Gemeente Maastricht voor de bouw van de unielocatie in Maastricht, zal vrijval ten gunste van de exploitatie plaatsvinden gedurende een periode van 10 jaar. Voorzieningen De onderhoudsvoorziening is gebaseerd op de nominale waarde van de in de toekomst te verwachten groot onderhoudsuitgaven aan de gebouwen in eigendom.


citaat

Het doel van FB&C is het leveren van een belangrijke bijdrage aan het in balans brengen van het deelnemersbelang en de continuïteit van bedrijfsvoering. FB&C stelt daarbij de deelnemer centraal. Indirect, door anderen binnen Leeuwenborgh te faciliteren. En direct, door bij elke activiteit van de dienst het belang van de deelnemer mee te wegen. Voor de bedrijfsvoering van Leeuwenborgh betekent dit dat we op korte termijn met sluitende begrotingen werken. Op lange termijn stellen we alles in het werk om tot een gedegen financiële huishouding van Leeuwenborgh te komen.

Langlopende schulden De leningen zijn opgenomen naar de stand per ultimo boekjaar onder aftrek van het aflossingsdeel van het komende boekjaar, welke is opgenomen onder de kortlopende schulden. Onderhanden werken/projecten Gedurende de looptijd vindt geen resultaatneming plaats. Bij het afsluiten van de projecten worden de resultaten gerealiseerd. Resultaatbepaling Het exploitatieresultaat wordt bepaald door de opbrengsten en kosten toe te rekenen aan de periode waarop deze betrekking hebben op basis van historische prijzen. Baten, lasten en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen voor zover deze voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Verliezen worden genomen op het moment dat deze voorzienbaar zijn.

Thom Leblanc Directeur FB&C


41

Accountantsverklaring

42



43

8. Specifieke Regelingen niet financiële informatie zoals gespecificeerd in de regelingen De resultatenbox vraagt een niet-financiële verantwoording en monitoring van de resultaten die bereikt zijn, door de inzet van geoormerkte middelen die in het kader van een aantal bestaande (subsidie)regelingen binnen het Middelbaar Beroepsonderwijs bestaan. Hieronder gaan we kort in op de resultaten en effecten van de genoemde regelingen.

8a. Innovatiearrangement Samen leren arrangeren Ook in 2008 was Leeuwenborgh nauw betrokken bij het door HPBO toegekende innovatiearrangement ‘Samen leren arrangeren’. Dit arrangement past in de dieptestrategie van onderwijsvernieuwing. De uitvoering wordt door Leeuwenborgh en werkvelden in samenwerking met de beroepskolom uitgevoerd. Het Bonnefantencollege (school voor voortgezet onderwijs in Maastricht) is initiatiefnemer en penvoerder van dit arrangement. Inhoudelijk wordt samengewerkt aan de ontwikkeling van onderstaande leerarrangementen met bijbehorende doelen en resultaten: 1. Leerloopbaan centraal; interessant, motiverend en classificerend onderwijs aanbieden 2. Brede competentieontwikkeling: loopbaancompetenties, beroepscompetenties en burgerschapscompetenties 3. Versterking aansluiting vmbo en mbo (en hbo) 4. Versterking samenhang tussen binnen- en buitenschools leren 5. Kwaliteits -en imagoverbetering beroepsonderwijs 6. Bijdrage aan gemeenschapsvorming: integratie binnen buurt/stad

44

Naast onderwijsinstellingen uit vmbo (Bonnefantencollege), mbo (Leeuwenborgh)en hbo (Hogeschool Zuyd), is ook een aantal instellingen en bedrijven betrokken bij dit project. Dit zijn onder andere: de woningcorporaties Servatius en Woonpunt, welzijnsinstelling Traject, thuiszorgorganisatie Groene Kruis/Domicura, Kumulus gemeentelijk centrum voor de kunsten, alsmede een aantal particuliere bedrijven. Voor de onderscheiden onderdelen (Zorg en Welzijn, Bouw, Kunst en Cultuur, Talent) is door Leeuwenborgh een bijdrage geleverd voor door de inzet van docenten in de ontwikkelgroepen. De docenten zijn afkomstig uit de sectoren Zorg en Welzijn (Gezondheidszorg en Welzijn), Techniek (Bouw), CIOS (Dans) en uit het Loopbaanportaal (Talent). Daarnaast heeft Leeuwenborgh geparticipeerd in de Coördinatiegroep. Dit project zal in het schooljaar 20092010 worden afgerond.


Innovatiebox De regeling Innovatiebox Beroepsonderwijs 2006-2009 is een doorlopende aanvullende vergoeding voor ROC’s, gericht op een aantal thema’s die richtinggevend zijn voor de innovatie van het beroepsonderwijs. Samen met relevante partijen uit de regio wordt getracht deze innovatiedoelstellingen te bereiken. Leeuwenborgh heeft reeds in voorgaande jaren een koppeling gemaakt tussen de thema’s van de innovatiebox en de gekozen speerpunten: het ontwikkelen van Competentiegericht Onderwijs (CGO) en Reductie van Ongediplomeerde Uitstroom (ROU). In het kalenderjaar 2008 heeft tevens een herinrichtingstraject plaatsgevonden, waardoor de thema’s gekoppeld aan CGO en ROU bij andere organisatieonderdelen terecht zijn gekomen. Het betreft hier 5 sectoren (Techniek, Economie, Zorg en Welzijn, CHTUV en Educatie), het Loopbaanportaal, het Marktportaal, HRM, ICT-bedrijf en de Bedrijfdienst. In de sectoren zijn opleidingsteams samengesteld die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van CGO en het terugdringen van ROU.


Thema’s Innovatiebox De thema’s in de innovatiebox hebben betrekking op: A. het bevorderen van c o m p e t e n t i e g e r i c h t beroepsonderwijs, met als subthema’s: 1. het versterken van de beroepspraktijkvorming 2. het optimaliseren en flexibiliseren van de schoolorganisatie 3. het verbeteren van de begeleiding van de deelnemers tijdens binnen- en buitenschoolse leertrajecten B. Het verbeteren van de programmatische aansluiting tussen vmbo, mbo en hbo en de doorstroom van de leerlingen in de beroepskolom. C. Het optimaliseren van vernieuwing in het beroepsonderwijs met hulp(vernieuwing in) het bedrijfsleven. D. Het bevorderen van ondernemerschap.

45

Resultaten Er is reeds aangegeven dat in 2008 het reeds ingeslagen beleid verder is gecontinueerd, met een accentverschuiving bij de uitvoering van de verschillende organisatieonderdelen. A1, A2 en A3 (het bevorderen van competentiegericht onderwijs) worden voorbereid en uitgevoerd binnen de opleidingsteams van de sectoren. Er is zowel aandacht voor het kwalificatiedossier van de opleiding als voor LLB (Leren, Loopbaan en Burgerschap). Hierbij is zowel aandacht voor CGO als ROU. CGO richt zich op het ontwikkelen en uitvoeren van onderwijsinhoudelijke vraagstukken van de experimenten als voorbereiding voor de integrale invoering in 2010. De onderwijsinhoudelijke vraagstukken hebben betrekking op de volgende onderdelen van CGO: opleidingstraject, leersituaties, begeleidingsrollen, deelnemersbegeleiding en beoordeling. Bij de realisatie van deze vraagstukken spelen ook HRM (deskundigheidsbevordering van docenten, mentoren en assessoren), ICT (invoeren Fronter, gebruik laptop en digitale content), Marktportaal (Handboek BPV), Loopbaanportaal (overdracht en intake, doorstroom portfolio, sectorwerkstuk) en de Facilitaire dienst (OLC, ALC, examen- en roosterbureau) een rol.

46

B (het verbeteren aansluiting beroepskolom) heeft betrekking op: • de doorstoom van vmbo naar mbo in de regio Maastricht en de regio Sittard-Geleen. In deze regionale samenwerkingsverbanden worden afspraken gemaakt om de aansluiting tussen de leerwegen in het vmbo en de kwalificatieniveaus in het mbo te optimaliseren. Een goede beroepskeuzevoorbereiding, overdracht en intake, gebruik doorstroom portfolio en decanen inlichtingen formulier (DIF) moeten voortijdige uitval terugdringen. Hierbij speelt het loopbaanportaal met de trajectbegeleiders en de opleidingsteams met de mentoren een bepalende rol in ROU. • de doorstroom van mbo naar hbo voor deelnemers van niveau 4. Zowel met Hogeschool Zuyd als met Fontys Hogescholen is een afsprakenkader ondertekend om een succesvolle doorstroom naar het HBO te bevorderen. De FCW (FontysCompetentieWijzer) met de 9 voorbereidende fasen (7 voor mbo en 2 voor hbo) speelt hierbij een belangrijke rol. Daarnaast wordt aandacht besteed aan afstroom uit het hbo om binnen het mbo een maatwerktraject aan te bieden.


8b. Stageboxregeling C en D (Bedrijfsleven en Ondernemerschap) besteden binnen de uitvoering van de kwalificatiedossiers aandacht aan ondernemerschap in de vrije ruimte of aan de deelname aan student-companies. Daarnaast bereidt Leeuwenborgh samen met Hogeschool Zuyd een gezamenlijke module ondernemerschap mbo-hbo voor. In het Centrum voor nieuw ondernemerschap werken de gemeente Maastricht, Hogeschool Zuyd en Leeuwenborgh samen, om te komen tot creatief ondernemerschap. Tevens is in 2008 het Convenant Vaeshartelt over ondernemerschap in Limburg afgesloten. Vooruitkijkend in de Innovatiebox Bij het realiseren van de 4 genoemde thema’s van de Innovatiebox is het zaak om naast een goede interne afstemming binnen de organisatieonderdelen van het ROC tevens het vizier te richten op externe samenwerkingsmogelijkheden. Dit geldt nadrukkelijk voor het vmbo en het hbo in de beroepskolom waarbij de loopbaan van de deelnemer centraal staat. Ook het regionale bedrijfsleven met bedrijven en instellingen vormen voor de BPV een noodzakelijke schakel tussen binnen- en buitenschools leren om de beroepskwalificaties te verwerven. Daarnaast spelen vele externe partners een rol. Hierbij kan gedacht worden aan CWI, RMC, Leerwerkloket, Gemeenten, Provincie, KvK, MKB, Kenniscentra, VNO/ NCW, LWV.


De regeling heeft tot doel om voldoende stagemogelijkheden te creëren voor moeilijk plaatsbare studenten in de BBL en BOL leerweg. Daarnaast is de regeling gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de begeleiding van deze groep studenten. Binnen alle sectoren van onze instelling zijn, of worden, projecten opgezet voor deze doelgroep. Zo wordt binnen de afdeling Handel een samenwerkingsproject met Albert Heijn opgezet, binnen de afdeling Techniek wordt intensief samengewerkt met Bouwopleidingen Zuid ( BOZ ) om simulatieplaatsen te creëren en heeft de sector Educatie een programma opgesteld voor deze doelgroep in samenwerking met Orbis, Thermae 2000 en Landal Greenparks. Tevens wordt binnen alle sectoren gewerkt aan het opzetten van een bureau Werk&Stage. Deze bureaus hebben tot doel de BPV te professionaliseren en de contacten met het bedrijfsleven te intensiveren. We vertrouwen erop dat hierdoor meer en betere plaatsingsmogelijkheden ontstaan voor deze doelgroep en dat de begeleiding van hen wordt geoptimaliseerd. In de jaarrekening 2008 zijn nog geen gelden t.l.v. deze regeling verantwoord. Dit zal gebeuren in de jaarrekening 2009.

47

8c. Erkenning Verworven Competenties ofwel: Ervaringscertificaat Leeuwenborgh Opleidingen heeft in 2008 erkenning aangevraagd en staat voorlopig geregistreerd als Erkend EVCaanbieder voor de opleidingen in de Zorg en Verpleging. Erkenning houdt in dat de kwaliteit van EVC-procedures voldoet aan de kwaliteitscode van het Landelijk Kenniscentrum EVC. De EVC-procedures in andere sectoren biedt Leeuwenborgh Opleidingen aan, in samenwerking met andere erkende aanbieders, zoals Kenteq, Vapro-Ovp en Fundeon voor de

48

technische opleidingen en Ecabo voor de economische en ICT-opleidingen. In de Zuid Limburgse regio werkt Leeuwenborgh Opleidingen samen met collega-instellingen, zoals Arcus College, Hogeschool Zuyd en Open Universiteit Nederland, aan een uitgebalanceerd EVC-aanbod in het kader van ‘Leven Lang Leren’. Daartoe is in 2008 een project in voorbereiding genomen dat in 2009 en 2010 zal worden uitgevoerd.


8d. Laaggeletterdheid In 2006 vond de aftrap van het ‘Aanvalsplan laaggeletterdheid’ plaats. Dat is bedoeld om enerzijds het probleem van laaggeletterdheid onder de aandacht te brengen, maar anderzijds ook om mensen die grote moeite hebben met lezen, schrijven en/of rekenen, over de drempel te helpen om bij ROC’s een opleiding te volgen. In de regio Maastricht-Mergelland is net als in de voorgaande jaren ook in 2008 het Aanvalsplan laaggeletterdheid onder de aandacht gebracht door: n documentatiemateriaal

te verspreiden aan instellingen, bedrijven en organisaties. Aan de verspreiding is ook een toelichtend gesprek met een vertegenwoordiger van de instellingen, bedrijven en organisaties gekoppeld; n contact te leggen met basisscholen om ouders te kunnen informeren over de producten ‘Samen leren met je kind’ en ‘Schakelen in de wijk’. Het is vaak gekoppeld aan de uitleg over het aanbod volwasseneneducatie; n samen te werken met instanties die in aanraking komen met potentiële deelnemers (buurtinformatiecentra, welzijnsinstellingen, bibliotheken).


Bij deze activiteiten worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: n zoveel mogelijk aansluiten bij landelijke initiatieven (bijvoorbeeld: affiches, landelijk telefoonnummer, etc.) en die vertalen naar de regionale situatie; n verwijzers zoveel mogelijk persoonlijk benaderen en hen betrokken maken bij het probleem van laaggeletterdheid; n een actieve houding van Leeuwenborgh Opleidingen door gebruik te maken van ver¬schillende manieren van benaderen en regelmatig activiteiten te herhalen; n krachten bundelen: samen met andere partners het probleem van laaggeletterdheid aanpakken.

49

Een nieuw initiatief dat Leeuwenborgh Opleidingen in 2008 in het leven heeft geroepen is de ‘Aanmoedigingsprijs laaggeletterdheid’. Deze wordt uitgereikt aan één van de deelnemers alfabetisering autochtonen of alfabetisering allochtonen, die én een grote inzet heeft getoond gedurende het traject én op een bijzondere manier laaggeletterdheid naar buiten heeft gebracht. Tijdens de ‘Week van het leren’ in september 2008 is deze prijs (een kunstwerk) uitgereikt aan één van

50

de door de docenten van Leeuwenborgh Opleidingen genomineerde autochtone deelnemers uit Sittard-Geleen. Ook in 2009 wordt deze prijs weer uitgereikt. Eveneens tijdens de ‘Week van het leren’ heeft Leeuwenborgh Opleidingen een boekje gepresenteerd, dat geschreven is voor en door deelnemers aan alfabetiseringstrajecten. Dit boekje, met als titel ‘Nooit te laat!’ is uitgereikt aan alle deelnemers alfabetisering en wordt verder gebruikt om laaggeletterdheid in de regio onder de aandacht te brengen.


8e. Leerling Gebonden Financiering (LGF) Leerling Gebonden Financiering is uitsluitend beschikbaar voor studenten die geïndiceerd zijn door de commissie van indicatiestelling. Meestal loopt de indicatietermijn 3 jaar waarna herindicatie kan volgen. De LGF bestaat altijd uit twee geldstromen, één ten behoeve van de ambulante begeleiding. Dat zijn specialisten die de student bij ons in huis extra begeleiding geven, maar ook de mentor(en) kan instrueren. Mentoren worden bijvoorbeeld getraind om autistische studenten te helpen met het leren structuur aanbrengen in hun leerproces.

Van de geldstroom die direct naar het ROC gaat, wordt 25% besteed aan de coördinatie van de zorg binnen het Loopbaanportaal. Deze coördinatie houdt onder meer in dat de dossiers worden bijgehouden en dat de financiering van hieruit wordt aangevraagd. Driekwart van de middelen gaat naar de sector. Hoofdzakelijk wordt hiervan de extra begeleiding door mentoren bekostigd. Er zijn ook mogelijkheden om deze middelen te besteden aan technische aanpassingen, bijvoorbeeld een speciale laptop, voorzieningen op het invalidentoilet en andere fysieke aanpassingen. De inzet van de ambulante begeleiding en de mentor, en de verantwoording van het budget, worden in een handelingsplan opgenomen. Alle handelingsplannen en resultaten worden periodiek geëvalueerd. In 2008 ontving Leeuwenborgh Opleidingen in totaal ruim €150.000 aan Leerling Gebonden Financiering. Hiermee realiseerden we voorzieningen en de extra begeleiding van 74 leerlingen, verdeeld over alle sectoren.


51

Klachtenprocedure De insteek van alle beleid met betrekking tot klachten is het primair voorkomen van (formele) klachten. Leeuwenborgh wil, bij monde van de direct betrokken docent of leidinggevende, te allen tijde het gesprek met deelnemers, ouders of andere stakeholders aangaan. Het gesprek is erop gericht om tot een oplossing van het geconstateerde probleem te komen die voor beide partijen aanvaardbaar is.

verzoek om behandeling/bemiddeling. De kwaliteitsmanager ziet toe dat dit gebeurt. Registratie van melding en van genomen acties vindt plaats. Vervolgens is het nog maar incidenteel aan de orde dat een melding daadwerkelijk leidt tot een klacht, die ook behandeld wordt door de klachtencommissie. In 2008 zijn er 22 meldingen geweest, daarvan is het twee keer tot een formele klacht gekomen.

Uiteraard zijn er ook situaties waarin dit beleid niet tot het gewenste resultaat leidt en er daadwerkelijk sprake is van een formele klacht. Daarvoor bestaat een klachtenprocedure.

Het ingezette beleid om opmerkingen en klachten eerst ter plekke met de direct betrokkenen te bespreken voordat de formele klachtenprocedure wordt ingezet, blijkt succesvol. Het aantal meldingen is ten opzichte van het jaar 2007 gedaald van 90 (2007) naar 22 (2008). Vervolgens heeft dit uiteindelijk slechts geleid tot 2 daadwerkelijke klachten. Deze zijn door de klachtencommissie behandeld. Het betrof hierbij 1 klacht van een medewerker en 1 klacht van ouder van een onderwijsdeelnemer. In beide gevallen heeft de klachtencommissie geoordeeld dat de klacht ongegrond is. Ook deze beide - in principe ongegronde - klachten zijn uiteindelijk toch door gesprekken tot oplossing gebracht.

Alle deelnemers worden bij het begin van het schooljaar geïnformeerd over de klachtenregeling. Ieder ontvangt in het inschrijvingspakket de flyer ‘rechten en plichten’. De uitgebreide tekst van de klachtenprocedure is voor ieder altijd vindbaar op de website en het intranet (Fronter). De eerste actie in de procedure is de verificatie of de klacht besproken is met de betrokken docent of leidinggevende. Indien dat niet het geval is wordt de melding aan de betrokken sectordirecteur doorgegeven met

52


Arbeidsmarkt Het onderwijs binnen de diverse opleidingen van Leeuwenborgh Opleidingen is erop gericht dat de deelnemers feitelijk toewerken naar de arbeidsmarkt. Omdat stages en beroepspraktijkvorming een belangrijk

citaat

Het is belangrijk dat medewerkers beschikken over de competenties die een bedrijf nodig heeft. We zetten in op een langetermijn samenwerking met het bedrijfsleven.

deel van de opleiding vormen, is de aansluiting met de beroepspraktijk gewaarborgd. Onze deelnemers die gaan werken (40%) komen bijna allemaal terecht binnen het gekozen beroepenveld en in reële vacatures. Een groot gedeelte studeert door, al dan niet gecombineerd met een baan (zie grafiek). De werkloosheidspercentages zijn laag, alleen in de sector Handel en Uiterlijke Verzorging en de uitstroom uit de AKA opleiding is iets meer werkloosheid onder de afgestudeerden. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de beloning van onze afgestudeerden. Leeuwenborgh participeert reeds enige jaren in het landelijk onderzoek ‘mbo-kaart’ dat uitgezet wordt onder gediplomeerde schoolverlaters. De resultaten van dit onderzoek zijn in 2008 voor de eerste keer per team samengevat in een flyer die zowel met het betrokken team als met de participerende werkvelden is besproken. Hiermee is op opleidingsteam niveau een aanzet gemaakt in de discussie over werkveldrelevantie en daaraan gekoppelde noodzakelijke acties.

Erik Boskamp Directeur Marktportaal (per 1-3-2009)


53

Extern rendement a. Werkloosheid %

Bestemming uitstroom schoolverlaters Economie Techniek / PMLT Handel & Uiterlijke Verzorging Toerisme en Luchtvaart Vliegtuigonderhoudtechniek Sport & Bewegen / Cios Gezondheidszorg MDW Educatie (AKA) Leeuwenborgh Opleidingen Landelijk 0%

10%

werken

20%

30%

werken en leren

Gediplomeerden 2007 - Leeuwenborgh Opleidingen

54

40%

50% 60% leren

70%

80% 90% 100%

werkloos

anders

September 2008


b. Werk op niveau

Aansluiting beroepsveld op opleidingsrichting Economie Techniek / PMLT Handel & Uiterlijke Verzorging Toerisme en Luchtvaart Vliegtuigonderhoudtechniek Sport & Bewegen / Cios Gezondheidszorg MDW Educatie (AKA) Leeuwenborgh Opleidingen Landelijk 0%

10%

20%

30%

binnen domein KBB Gediplomeerden 2007 - Leeuwenborgh Opleidingen


40%

50% 60%

70%

80% 90% 100%

binnen domein sector September 2008

55

c. Beloning Op dit moment zijn nog geen gegevens bekend over de beloning van de (eerste) baan van de alumni in het mbo. Pas in het najaar van 2009 zijn deze gegevens beschikbaar als gevolg van een samenwerking tussen BRON en CFI.

56


Lijst met afkortingen AKA AOC BBL BOL BPV CAO CGO CMR CvB HBD HBO HRM KBB KCE MBO MKB MOS MTB NOC/NSF NT2 OCW OER OKF P&O PMLT ROC RvT VAVO-opleiding VDL-test VMBO VWL VWS WML

Arbeidsmarkt geKwalificeerd Assistent Agrarisch Opleidingscentrum Beroepsbegeleidende leerweg Beroepsopleidende leerweg Beroepspraktijkvorming Collectieve Arbeidsovereenkomst Competentiegericht Opleiden Centrale Medezeggenschapsraad College van Bestuur Hoofdbedrijfschap Detailhandel Hoger Beroepsonderwijs Human Resource Management Kenniscentrum Beroepsonderwijs-Bedrijfsleven KwaliteitsCentrum Examinering Middelbaar Beroepsonderwijs Midden en Kleinbedrijf Mens OntwikkelStructuur Maastrichtse ToeleveringsBedrijven Nederlands Olympisch Comité / Nederlandse Sport Federatie Nederlands als Tweede Taal Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderwijs- en ExamenRegeling Omkering kapitaalfinanciering Personeel en Organisatie Proces, Milieu en Laboratoriumtechniek Regionaal opleidingscentrum Raad van Toezicht Voortgezet Algemeen VolwassenenOnderwijs Capaciteitentest Van der Linden Voortgezet Middelbaar Beroepsonderwijs Onderwijs Samenwerkend Limburg Volksgezondheid, Welzijn en Sport Watermaatschappij Limburg


57

Colofon Tekst Eindredactie Vormgeving Druk Oplage

Leeuwenborgh Opleidingen, afdeling Markt en Communicatie Facet’n, Maastricht Meesters Media bv, Maastricht Meesters Media bv, Maastricht 1.000 stuks

© juni 2009 Leeuwenborgh Opleidingen Postbus 1825 6201 BV Maastricht

www.leeuwenborgh.nl

58



59

Voor meer informatie: Locatie Maastricht

Locatie Sittard

Sibemaweg 20

Arendstraat 12

6224 DC Maastricht

6135 KT Sittard

Tel. 088 00 15 000

Tel. 088 00 15 000

www.leeuwenborgh.nl

Resultatenbox Leeuwenborgh Opleidingen Jaarverslag 2008

Recommend Documents