RENOVATIEPACT Werkgroep Werkgroep BENBEN-definitie renovatie - verslag vergadering 18 maart 2015
1.
Inleiding Het VEA gaf een korte inleiding over de werkzaamheden van de voorbije werkgroepen en lichtte het doel van de vergadering toe. Hierbij werd ook de nodige aandacht geschonken aan wat met het eindresultaat en de beslissing over de BEN-definitie zal gebeuren (zie presentatie).
2.
Besluiten Het VEA lichtte de 6 besluiten van de werkgroep toe. Na de toelichting, werd aan de deelnemers gevraagd om per principe aan te aan te duiden of men hiermee akkoord gaat, niet akkoord gaat of er neutraal tegenover staat. Besluit 1: Het is noodzakelijk dat er op langere termijn minimale energetische prestaties worden geëist voor de bestaande bouw omwille van de uitdagingen op vlak van energie en klimaat, het aandeel van de bouwsector in het totale energieverbruik en de globaal zeer slechte prestaties van het bestaand gebouwenpark
Besluit 2: . Eenvoudige communicatie is belangrijk naar burgers toe, daarom wordt het BEN-niveau bestaande bouw onder andere uitgedrukt in een maatregelenpakket maar … Besluit 3: … het BEN-niveau bestaande bouw wordt ook uitgedrukt in een energieprestatie-indicator die een prestatiebenadering mogelijk maakt. Aangezien elke woning specifiek is, zal een maatregelenpakket alleen niet voor elke situatie passen. Via de prestatiebenadering kunnen per specifieke woning equivalente maatregelen worden bepaald die wel haalbaar zijn en leiden tot een equivalent resultaat.
Besluit 2
Besluit 3
2
Besluit 4: De renovatie tot BEN-niveau heeft positieve effecten voor andere maatschappelijke beleidsthema’s zoals woonkwaliteit (stabiliteit, vocht, veiligheid, comfort, binnenklimaat), gezondheid, ….
Besluit 5: In tegenstelling met nieuwbouw, waar de startsituatie voor ieder vergelijkbaar is (‘men wenst een nieuw gebouw op te richten’), is de situatie in de bestaande bouw sterk verschillend. Een gedifferentieerde aanpak lijkt cruciaal om de ambitieuze doelstellingen voor het Vlaamse gebouwenpark te combineren met maatschappelijk haalbare doelstellingen op het niveau van een individuele woning. Dit kan de vorm aannemen van een BEN-niveau (minimum voor iedereen) en BEN+-niveau (voor wie een stap verder wil/kan gaan).
Besluit 6: Een wijziging van de BEN-definitie wordt gekoppeld aan investeringszekerheid. Wie al het BEN-niveau bereikte vóór de wijziging/aanscherping van de BEN-definitie, moet geen verdere maatregelen meer nemen. De nieuwe definitie is enkel van toepassing op wie volgens de vorige definitie het niveau nog niet had behaald.
.
3
3.
BEN definitie bestaande bouw: 3 openstaande vragen Op basis van de vier groepsvoorstellen heeft het VEA een eerste ontwerp van BEN-definitie opgesteld. Volgende definitie werd voorgesteld: “Globale energieprestatie-indicator in combinatie met: 1. ? minimale deeleisen voor de gebouwschil (U-waarden, R-waarden, gebouwschilindicator….)? 2. ? minimum aandeel hernieuwbare energie/geen hernieuwbare energie? 3. ? deeleisen voor ventilatie, oververhitting en kwaliteit? Dit voorstel van definitie bevatte nog drie grote vragen, waarover in de vier groepsvoorstellen geen consensus bestond. De ideeën van de groep over de drie twijfelpunten, werden verder in kaart gebracht. Er werd vooral gepeild naar het waarom van een standpunt en de pro’s & contra’s. Vraag 1: minimale deeleisen voor de gebouwschil (U-waarden, R-waarden, gebouwschilindicator….)? PRO = eis NB communicatie duidelijk
CONTRA Haalbaarheid
Trias Energetica! Energievraag en energiebehoefte dalen Geen nadelen & energiesysteem “no regret” Stimulans bouwsector Meerwaarde (blijvend)
Stimulans voor ‘repeat business’ stadsvernieuwing Duurzame investering / lange termijn Logische volgorde
&
|technisch | financieel (betaalbaarheid) (afhankelijk van niveau) (verplichting <--> indicatie) Professionaliteit/vakbekwaamheid nodig Cultureel erfgoed Optimaal niveau op individuele basis moeilijk haalbaar Grenzen RO Onnodig (voor zover in globale energieprestatie indicator) Indien =/= nieuwbouw Complex U-waarde als belangrijkste (ten nadele van andere aspecten) Haalbaarheid per |woning te checken | geval Missen van bepaalde toekomstige innovaties
Vergemakkelijkt stappenplan, Voorzienbaarheid (bij gefaseerde aanpak) Nadenken over eis Invloed op gebruikersgedrag Stimulans voor innovatie van energiezuinige Risico op bouwschade: nood aan professional technieken Eenvoudig Ontwerpvrijheid bij grootschalige deeleisen Duurzaamheid Invloed op comfort en gezondheid Schil = basis Kans om woning op te fleuren <--> esthetiek kan uit het oog verloren worden Minimum moet ambitieus zijn Aandachtspunten: Ruimtelijke haalbaarheid (regels RO) *belang link met ventilatie *plan van aanpak nodig: aansluitingen, details, * Koppeling met |woonkwaliteit |binnenklimaat
4
Vraag 2: minimum aandeel hernieuwbare energie/geen hernieuwbare energie? PRO Bijdrage tot doelstelling hernieuwbare energie Aandeel hernieuwbare energie stijgt Milieubewust Tekortkomingen gebouwschil compenseren Mogelijkheid om groene elektriciteit en warmte te stimuleren Vergelijkbaarheid met BEN-definitie nieuwbouw Potentieel in de energiemix
Brengt dynamiek teweeg Niet-gebouwgebonden hernieuwbare energie ook toelaten Hernieuwbaar vervangen door duurzaam
CONTRA Fout signaal Eerder collectief te realiseren/ individueel of collectief Complex Betaalbaarheid Haalbaarheid
spanning
Technologiestimulans Kan niet zonder eis gebouwschil Niet om te compenseren gebouwschil (trias energetica) Wel stimuleren Aanvullend/variabel Gemakkelijk te plaatsen achteraf Niet doordacht
Aandachtspunt: smart grids Vraag 3: deeleisen voor ventilatie, oververhitting en kwaliteit? PRO Creëert vertrouwen in wetgeving Zicht op woningkwaliteit zorgt voor correcte beslissing Nodig voor gezonde woning Stabiliteits- en anderen problemen moeten eerst worden aangepakt zorgt voor juiste volgorde van renovatiewerken Ene kan niet zonder ander: indien je aan bouwschil werkt, bestaat het risico om problemen te introduceren als je geen aandacht schenkt aan binnenklimaat/ventilatie Om te vermijden dat individuele “slechte” oplossingen worden toegepast bijv. individuele airco Middel = energie. Doel = comfort bij inzetten op middel, doel niet vergeten Als onderdeel definitie omwille van communicatie naar burger. Om onzinnige investeringen te vermijden <--> Middel om mensen over de streep te halen: BEN incl. comfort. : Energieverbruik daalt , Comfort stijgt Waarde woning stijgt als comfort ok is Vooraf beoordelen of deze woning waard is om te renoveren tot BEN =LT denken, geen lock-in dak wordt niet geïsoleerd als het niet stabiel is Link naar binnenklimaat=logisch Woning die niet aan woonkwaliteit voldoet,
CONTRA Complexiteit stijgt Link tussen comfort-woonkwaliteit & Energie niet gemakkelijk te maken Goede begeleiding nodig Geen taak voor doe-het-zelver (te weinig plan)
Moeilijker sensibiliseren
Prof. advies nodig/zal iets meer kosten Indien verkeerd advies. Kost voor renovatie Hogere kost als er enkel hightech wordt toegelaten, zowel qua investering als qua onderhoud
meerkost om te bouwkwaliteit te checken
Onduidelijk wat wel of niet er in? Bijv. akoestiek Moeilijker meetbaar/controleerbaar Energie hieraan hangen is risico extra kosten tegenkanting Complexiteit , meer risico op problemen
5
kan je die wel @BEN maken? Verhoogd wooncomfort Focus op gezondheid: ventilatie = noodzaak Gezondheid>belang energie Waarde van het gebouw is hoger Verkoop / verhuur sneller Heel veel zaken wel meetbaar op vlak van binnenklimaat Voor men aan BEN renovatie begint, eert problemen oplossen: bijvoorbeeld muur met opstijgend vocht niet isoleren Vermijdt fundamamentele problemen/ BEN woningen met structurele problemen Natuurlijke verlichting
discussies, juridische roblemen Kostprijsverhogend + onderhoud Wat heeft stabiliteit / vocht met BEN te maken? Gezinnen op straat want geen investeringen meer in groep slechte woningen Complexer advies Betaalbaarheid
Niet altijd technische haalbaar om ventilatie 100% ok Oververhitting zit al in indicator Niet dubbel tellen
Akoestiek Comfort = deel vd EPBD. Gebouw > energie Directe link met E verbruik (droog, LD) Juiste beslissing over afbraak mogelijk Geen BEN label voor woning die voor rest niet ok is/onbewoonbaar Vermijdt foute beslissingen Zoniet zware investeringen verkeerd Gezondheid bewoners en woning Slimme keuzes voorgoed resultaat bijv. oververhitting Geen eis op zomercomfort airco’s Synergie beleid Meer isoleren = ventilatie-eis nodig Comfort bewoner De resultaten van de drie groepen werden plenair toegelicht Na de plenaire toelichting, worden de drie vraagpunten geformuleerd onder de vorm van een stelling, waarover werd gestemd (akkoord, neutraal, niet akkoord). De BEN-definitie bestaande bouw bevat: 1. minimale deeleisen voor de gebouwschil
2.
minimum aandeel hernieuwbare energie
6
3.
4.
deeleisen voor ventilatie, oververhitting en kwaliteit
BEN definitie bestaande bouw: vork – ambitieniveau ambitieniveau
Tijdens de tweede werkgroepvergadering bleek dat het ambitieniveau sterk uiteen lag. Als inleiding voor de bepaling van het ambitieniveau werden de resultaten van de studie naar kostenoptimale niveaus van de minimumeisen inzake de energieprestaties van gerenoveerde bestaande residentiële gebouwen van 2013 voorgesteld. Daarna werd aan de aanwezige deelnemers gevraagd om met de huidige kennis en zonder verdere verbintenissen een keuze te maken tussen vier ambitieniveaus: kleiner dan E30, E50-60, E70-80, E90-100. Uit de peiling bleek nogmaals dat de meningen sterk verdeeld zijn.
5. Besluit Het VEA bedankte de deelnemers voor de constructieve en actieve samenwerking gedurende de voorbije drie werkgroepen. Op basis van de resultaten van de werkgroep, zal het VEA een ontwerpdefinitie voorstellen op de stuurgroep van 30 maart 2015.
www.energiesparen.be