Klaar Voor Onderwater 93
na 1 J a a r g a n g 2 8 Pn ar .g i93
Onderzeedienst
September 2005
Reünistenvereniging Klaar Voor Onderwater In dit nummer:
Einde van een zelfstandige Onderzeedienst
Einde van een zelfstandige OZD
2
In Memoriam
2
Correctie
2
Toespraak Vaandeloverdracht
3
Bemanning Hr.Ms. "Tonijn"
6
Gesprek met Piet van Oosterum
8
Theater op een Onderzeeër
12
Bijzondere voorziening voor oud Marineman
14
Feddema strijd door voor collega's
15
Delftse Onderzeeën breekt wereldrecor
15
Kort geding RDM om onderzeeërs
16
Nederlandse Veteranendag
17
K-19: een drama voor de veteranen
23
Overzicht ontvangen donatie
24
14 juli 2005 Vice-Admiraal J.W.Kelder neemt het vaandel over van Kolonel P. de Harder
Pagina 2
Klaar Voor Onderwater 93
Colofon Verschijnt 4 maal per jaar in een oplage van 1190 exemplaren. Voorzitter D. Heij Bremlaan 14 6866 DP Heelsum 0317-3170 63
[email protected] Secretaris W.R. Segaar Laan van Oud Poelgeest 30 2341 NL Oegstgeest 071-5726472
[email protected]
In Memoriam
Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden; 11 mei 2005 28 mei 2005 21 juni 2005
J. Hartsuiker S.J.C. den Oudsten A. Schenkels
69 jaar 68 jaar 76 jaar
Voorburg Utrecht Julianadorp
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken.
Redactie KVO W.P.P. Falkmann Wierbalg 2531 1788 VK Den Helder 0223-642668
[email protected] Redactie KVO W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265 Penningmeester A. Prins Heiligharn 166 1785 SP Den Helder 0223-635455 2 e Penningmeester A. Schouten Langevliet 7 1759 LE Callantsoog 0223-643848
[email protected] 100 Jaar OZD Jhr. R.A. Snouck Hurgronje Molenweg 9 1766 HL Wieringerwaard 0224-221884
[email protected] Vert. COZD LTZ2oc J. Wijnands Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-653444
Contactpersoon voor bestuursaangelegenheden, waaronder aanmelding nieuwe leden, adreswijzigingen en overlijden is de penningmeester A. Prins Contactpersoon voor contributie betaling is de 2e penningmeester A. Schouten De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Tevens is zij niet verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden kopij.
Erelid van de vereniging zijn:
J.H. van Rede M. van Dwingelen
B EZOEK O N Z E WEBSITE
Op 14 juli jongstleden is de Onderzeedienst formeel geïncorporeerd in het Commando Zeestrijdkrachten. Een logische stap in een zich vernieuwende Marine. Toch ook een stap die je weemoedig maakt. Na 93 jaar is er een eind gekomen aan een "zelfstandige Onderzeedienst" en dan pink je toch een traantje weg. Maar de wereld is nu eenmaal behoorlijk veranderd sedert het einde van de "Koude oorlog" en laten we gelukkig zijn met het feit dat de vier Walrusklasse onderzeeboten een zeer sterke component zijn en blijven van onze moderne Koninklijke Marine. Driekus Heij
Correctie: In KVO-92 blz. 3 staat een schrijffout. In de een na laatste zin staat beetje he ftig. Dit moet zijn beetje heiig.
Contributie De minimale contributie bedraagt € 5 per jaar, buitenland leden € 10 per jaar i.v.m. de hoge porto kosten. Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Gironummer vereniging : 39.28.464. t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Heiligharn 166 1785 SP Den Helder
Klaar Voor Onderwater 93
Pagina 3
Toespraak vaandeloverdracht op 14 juli 2005 Meneer Werner, wilt u de compagnie de wapens doen afzetten en op de plaats rust zetten. Allereerst wil ik hartelijk welkom heten de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten Vice-Admiraal Klaver, de Commandant van het Commando Zeestrijdkrachten Vice-Admiraal Kelder, Vice-admiraal bd v/d Aa, overige actieve en b.d. vlagofficieren, oud commandanten Onderzeedienst, oud Chefs d'Equipage van de Onderzeedienst, oud onderzeebootcommandanten, overige genodigden en vooral de ge hele bemanning van de gehele Onderzeedienst, dat is mogelijk want alle boten en het schip zijn binnen. Het is nog geen 1½ jaar geleden dat ik het commando van de Onderzeedienst heb mogen aanvaarden. Een functie waar ik naar uitkeek, ik verwachtte veel uitdagingen, genoeg verantwoordelijkheden, zeer veel interessante aspecten, een functie die je de mogelijkheid gaf aan boord va n de boten en het schip te kijken en mee te varen, en die verwachtingen zijn ook uitgekomen, maar ik verwachtte niet een functie die binnen 1½ jaar zou worden opgeheven. Toen na mijn aantreden ik al snel de eerste geruchten daarover hoorde, kwam mij dat zeer onwaarschijnlijk voor. Maar u weet wat er binnen Defensie de afgelopen jaren gebeurd is, veranderd is en gaat verdwijnen. Wat dat betreft moge het een logisch gevolg zijn van de vele veranderingen, maar ik wil toch wel stellen dat ik het neerleggen van het bevel over de Onderzeedienst als laatste Commandant Onderzeedienst natuurlijk met zeer gemengde gevoelens doe. Maar wat in feite verdwijnt, als onderdeel van de reorganisatie die de grote veranderingen te weeg brengt, is de zelfstandige groep Onderzeedienst. Vandaag 14 juli, een datum die reeds vaker voorkomt in de geschiedenisboeken, staan we dan ook stil bij deze opheffing van de zelfstandige Groep Onderzeedienst, dit in het kader van de omvorming naar het Commando Zeestrijdkrachten. Daarbij moeten we ons in feite realiseren dat wij met zijn allen een weg in slaan naar een andere toekomst. Maar realiseer wel dat de onderzeeboten blijven varen en hun waardevolle product blijven leveren, echter de wijze van ondersteuning op het gebied van personeel, materieel, logistiek, training en opwerken en de wijze van operationele aansturing, zal volledig veranderen, maar let wel niet perse slechter hoeven te worden. Sterker nog, in deze tijd dat onderzeeboten meer en meer onderdeel gaan uitmaken van een totaal maritiem product en meer in combinatie met de andere krijgsmachtdelen zal worden opgetreden, is aanpassing van de structuur die we hadden wel een noodzaak. Daarbij de verandering binnen Defensie met o.a. een geheel eigen Defensie Materieel Organisatie, een geheel gewijzigd personeel systeem en een op grote afstand, en ik bedoel niet alleen geografisch, beleidsbepalend orgaan, noodzaakt ook de oude structuur aan te passen. U weet, deze bijzondere stap betreft niet alleen de Onderzeedienst, maar ook de Mijne ndienst, waar vanmiddag een soortgelijk ceremonieel zal plaatsvinden. Nog een reden die deze dag bijzonder maakt. In goed overleg hebben we het op 1 dag kunnen organiseren zodat betrokkenen dat in een moeite, in een
Pagina 4
Klaar Voor Onderwater 93
vloeiende beweging kunnen bijwonen. Nog even een zeer korte terugblik naar de Onderzeedienst. De eerste Nederlandse Onderzeeboot de O-1 " de luctor et emergo" waarvan het sail voor de ingang van de Onderzeedienst kazerne staat, is op 21 december 1906 in dienst gesteld bij de Marine De eerste jaren viel de onderzeedienst onder de commandant van de Torpedo dienst, dus een dubbel functie. Deze situatie duurde een aantal jaren voort waarbij dus de torpedoboten en de onderzeeboten onder dat commando vielen. Maar langzamerhand werd toch wel duidelijk dat deze taak te veel omvattend en het niet doenlijk was zich voldoende te wijden aan de onderzeeboten. Uiteindelijk leidde dat tot de Oprichting van een zelfstandige Onderzeedienst op 15 november 1912, met als eerste Chef Onderzeedienst de toenmalige kltz Oudemans. Vervolgens zijn iets meer dan 40 chefs en commandanten Onderzeedienst mij voor gegaan. Bij de Onderzeedienst is er sindsdien zeer veel gebeurd waarover het nodige is geschreven, met dieptepunten maar ook veel hoogte punten. Daarvan wil ik nog even noemen, de uitreiking van de Militaire Willemsorde aan de Onderzeedienst in juni 1947, voor haar moedige gedrag en grote offers gebracht op de wereldzeeën, en de uitreiking van het vaandel aan de Onderzeediens t door Koningin Juliana in juli 1964. De groep Onderzeedienst wordt opgeheven, maar de onderzeeboten blijven varen, oefenen, opwerken, bezoeken afleggen maar ook actief deelnemen aan operaties voor de uitvoering van de hoofdtaken van Defensie, waaronder ook deelname aan vredesmissies en aan de strijd tegen terrorisme. Een ene keer met meer publiciteit dan een andere, afhankelijk van de classificatie van de missie. Met dit soort operaties wordt wel het grote nut en de toegevoegde waarde van de onderzeeboot onderstreept. De onderzeeboten zijn van belang voor het CZSK en voor Defensie, ze hebben een unieke capaciteit en middels het uitvoeren van de opgedragen taken zoals dat tot op heden wordt gedaan zal dat telkens duidelijk zijn. De ondersteuning die aan de boten in de oude situatie werd gegeven zal goed en zorgvuldig binnen de juist gevormde CZSK moeten worden opgehangen en verankerd, om verzekerd te zijn van een goed, veilig, en volwaardig product zoals we dat reeds jaren hebben. Met veel zorgvuldigheid zijn de Onderzeedienst zaken opnieuw belegd, maar niet voor alles zal dat optimaal gebeurd zijn, laten we dan niet schromen om na enige praktijk ervaring zaken aan te passen waar nodig. Bij het opnieuw verdelen van het takenpakket zie je dat het niet altijd duidelijk is wie verantwoordelijk is voor een bepaald item, wie heeft hem nu, wie is probleemeigenaar. We zullen zeker leren de komende tijd, en moeten dan waarmaken dat we ook een lerende organisatie zijn. Onderzeedienst personeel is een relatief kleine groep, we zijn herkenbaar. De identiteit die we als Onderzeedienst hebben is bekend, het werkt mee aan en versterkt de motivatie, inzet, kennis en saamhorigheid, zaken die we goed kunnen gebruiken en ook hard nodig hebben om de boten weer tijdig en verant woord naar zee te kunnen sturen. Identiteit die willen we niet kwijt. We leveren een specifiek product af. Een product waaraan hoge eisen wordt gesteld. Het is aan ons allen in de nieuwe organisatie het gewenste product te blijven leveren, ervoor te zorgen dat onze eenheden op een veilige en professionele wijze de opgedragen taken kunnen uitvoeren. Dat goed opgeleid personeel heeft in Nederland ertoe bijgedragen dat, tot op heden geen ongelukken bij de NL onderzeedienst hebben plaatsgevonden. Voor u Admiraal, Generaal, Commandeurs, staan aangetreden de bemanning van de Onderzeedienst. Zij allen zullen vanaf heden in uw directie of voor uw directie werkzaam zijn, om u te ondersteunen bij het nu ook dagelijks runnen van de Groep Onderzeedienst. Als gezegd een bijzondere en in mijn ogen een selecte groep, Het is van belang dat u de eigenschappen die onze Groep zo bijzonder maken te willen koesteren. Daarnaast is het misschien de mogelijkheid om nu de kans te pakken een aantal goede eigenschappen van de Groep vlootbreed te introduceren, ik denk maar aan het afoefen systeem dat we aan boord van de onderzeeboten hanteren om de kwaliteit va n het personeel te borgen.
Klaar Voor Onderwater 93
Pagina 5
Uiteraard liggen er nog wel wat punten van aandacht. Zo zal iedereen zijn weg moeten vinden in de nieuwe organisatie. Van groot belang met name voor de boten met de kleine bemanningen, waar bijna iedereen meerder nevenfuncties en extra taken heeft en waarvoor een goede directe ondersteuning vanuit de wal onontbeerlijk is. Nu helemaal van belang omdat de integrale product benadering en ondersteuning die vanaf een punt werd gegeven, nu wordt opgedeeld over verschillende Directies, afdelingen en locaties. Bemanning van de Onderzeedienst ik heb een goede tijd gehad, mede dankzij uw inzet, vastberadenheid en kennis. Inhoudelijk was het werk soms toch wel anders dan ik me had voorgesteld, grotendeels veroorzaakt door de reorganisatie perikelen, hetgeen het werk niet altijd leuker maakte, maar wel afwisselend en hopelijk leidt tot een goede en solide inbedding van de Onderzeedienst in het CZSK. De afgelopen tijd hebben we de Onderzeeboten weer goed laten presteren, vele reizen zijn uitgevoerd, met succes is deelgenomen aan een aantal grote oefeningen, we hebben de nodige publiciteit gehad, en een zeer vermeldenswaardig punt is de primeur va n "life" ontsnappingen uit een eigen onderzeeboot door eigen bemanningsleden. In het najaar staan weer de nodige reizen en operaties gepland waarbij de nodige uitdagingen aangepakt moeten worden, maar dan nu wel met de volledige ondersteuning van de CZSK organisatie. Daarbij moeten we ook niet vergeten dat de boten al enige jaren weer in de vaart zijn, en ik hoop dan ook dat de noodzakelijke aanpassingen en gewenste vernieuwingen aan de Walrusklasse onderzeeboten snel komen om hun uitdagende missies succesvol voort te kunnen zetten. Ik zal dadelijk met het overhandigen van het vaandel aan Admiraal Kelder het bevel over de Onderzeedienst neerleggen. Ik dank u voor uw aandacht. KTZ P. de Harder
Meneer Werner, wilt u het vaandel laten voorkomen.
Pagina 6
Klaar Voor Onderwater 93
Bemanning Hr.Ms. "Tonijn"
In de periode 19 mei 1982 - 9 januari 1984 hebben onder het commando van G.H. van Beek gediend: Officieren: LTZ 2OC LTZ 2OC LTZ 2OC LTZT 2OC LTZ 2OC LTZ 2OC LTZ 2OC LTZ 2OC LTZ 2OC LTZ 2 LTZT 2 LTZE 2 LTZT 3 LTZ 2 LTZ 3 LTZ 3
K.A.C. Hermsen * S. van der Sluijs Jhr. M.J.H. van Asch van Wijck K. Visser * G.J. van der Zee J.A. Wijbrands P. de Harder J.K. Blok * E.C. Holman G.F.T. van der Put ten * T.M.T.A. van Pamelen H.C.W. Slot B.M. Krijgsman H.P.P. van Rede A. Akkerman H.J. Kuin
Onderofficieren: Tdl SMJRODND SGTOBD SGTOBD Tdl SMJRTPMKR SMJRGSMKR SMJRGSMKR SGTTPMKR SGTTLG Tdl SMJRTDW SGTTDW SGTTDW SGTTDW SGTTDW SGTTDW Tdl SMJRTDE Tdl SMJRTDE SGTTDE SGTTDE SGTTDE MJRWEMNT SGTWEMNT SGTRRMNT MJRBDSTA
R. van den Broek * A.E. Hoffman D. Bos * J.T.M. van Leeuwen R.M.J. Koman * R.L.A.Smit J. Duizer * Th.M.A. Freens * P.A.W.A. Koopman * L. van den Berg M. Versteeg * M.J. Hage H.M. Geurts * H.L. Arends * J.E. Maas W. Kropf * J.G.J. Muller G.H. van de Pol * J.W.M. Verheijen W.A. de Zeeuw R.G. Klomp C.F. van Mierlo * D.W. Hendriks
Klaar Voor Onderwater 93
Korporaals: KPLTLG KPLSNRT KPLWDW KPLWDW KPLWDW KPLKOK KPLKOK KPLKOK KPLLDGD KPLODOPS KPLODOPS KPLODOPS KPLODOPS KPLODOPS KPLODOPS KPLODOPS KPLODND KPLODND KPLWDE KPLWDE KPLLDV KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDW KPLTDE KPLTDE
J.P.M. Boots A.H. Kooiman * R. Flohil * G.H. Sirag J.G.J. Cijntje * R. Mendrik P.C. Harmans * P. Brondsema J. Steenvoorden * A.P.W. Traets W.J.A. van der Voort H.O.X. Schreuders J. Scheffer F.P. Kreuger * J.J. Kragten P.M. Penders F.W.A.M. Spijkers A.A.G. Diekman * E.J.M. Baak * R.A. Passchier H. Vrijhof J.C. van Eijkelenburg J. Riemens J.P.C. Bleijs P. Mechelse E. Lammers J.D. van Zelst T.H.J. Verheiden A.J.A. Fransman J. de Jonge H. van der Plas C.D. Veldhuisen T.G. Berends A.J. Peters R.A.J. Bos
Manschappen: MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS
R. Bos A.L.J. van Loenen N.H. van Beelen * E.F. de Kruijf * E. Wijngaard * W.N. Kaandorp F.L. Bellel M.G.E. Treffers
Pagina 7
MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS MATRODOPS HOFM HOFM MATRLDV MATRLDV MATRLDV MATRLDV MATRLDV MATRLDV MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRTDW MATRWDW MATRWDW MATRWDW MATRWDW MATRWDW MATRWDE MATRWDE MATRODVB MATRODVB MATRODVB MATRTDE MATRTDE MATRTDE MATRTDE MATRTDE
R.G. Abell M.H.J. Brussel * M.P. Manheims * W.A.H. Frost * E.C. Jacobs * R.P. Klunder F. Loman E.C.H. Wilke L. Kapitein H.J. van Ruler J.E. van Zanten J. Kuiper J.G.M. Duteweerd L. Pruim H. Dronkers F.A. Wassenberg P.A. Kroes C.H. Mulder A.T.W. van der Looij J. de Leeuw R.E. de Groot G.W. Visscher O.I. Quastenit * J. van Vulpen F. Degenaars C.G. van Ewijk A. den Eerzamen A.J.B. Vermeulen P.A. van Werkhoven B.T. van Ballegooij * B.A. Boering L. Warbout A.L. Bolland V.L. Nitzschke M.J. Noordeloos S. Velema E. Slot A.L.F. Marien P.R.M. Kessler J. Jonkman J. Dammer J.G. Dekker A.J. Hooijmans R. Doelen * M. Versteeg J.J. Groen
De met * gemerkte personen staan op de bijgevoegde foto.
Pagina 8
Klaar Voor Onderwater 93
Ik ben goedgekeurd en kreeg Fl. 1,00 per dag waarvan er 20 cent af ging voor de aardappelschilster. Na veel twijfels heeft de redactie het wederom aangedurfd een interview te houden met een van onze leden namelijk Piet van Oosterum. Ik had Piet reeds eerder ontmoet in de L.O.S. Studio in Den Helder waar hij over zijn schilderwerken geïnterviewd werd. Piet is geboren op 31 januari 1914 en is gelukkig gezegend met een goede gezondheid, helder van geest en zicht. Hij rijdt in zijn auto alleen als de afstand te groot is, normaal doet hij alles lopend. Dat is heel kras voor iemand van 91 jaar, daarom wilde ik wat meer weten van deze bijzondere man. Op woensdag 18 mei was het dan zover. Mijn auto stond beschut tegen de zon onder de bomen op de Vismarkt geparkeerd. Om mij heen zocht ik naar nummer 3 wat Piet mij had doorgegeven. Er stonden wel wat winkeltjes maar die hadden een even nummer dus ik moest aan de overkant van het plein zijn. Daar stond een groot gebouw met nummer 3 erop Het was precies 1 uur, wat door de kerkklok bevestigd werd, en Piet stond reeds achter grote deuren mij op te wachten. “Meneer Falkmann ik zag u aankomen, welkom”. Hij geleidde mij de trap op en vertelde mij op weg naar de eerste verdieping dat dit de oude MULO geweest was en nu door diverse kunstenaars gebruikt werd om hun werkzaamheden uit te kunnen voeren. “Vroeger kon ik dit huren voor een prikkie maar nu krijg ik een klap in mijn nek”. Bij het binnengaan van zijn atelier werd ik overmand door de zang van Dean Martin en kreeg gelijk een aanbod om aan de drank te gaan. Het was vroeg in de middag dus nam ik een cola. Bij het tweede nummer “In Napoli” begon Piet op een voortreffelijke manier mee te zingen. Op mijn verzoek werd Dean Martin de nek omgedraaid zodat ik Piet beter kon verstaan. Ik zat in een lekkere bank en genoot van de verflucht. Dat is nog eens wat anders dan achter de PC en de lucht van de Laser Printers. Langs de muren stonden doeken met/en zonder lijst. Iets uit het midden van zijn 8 bij 8 en 4 meter hoge ruimte had Piet een decortje gemaakt waar hij de mensen liet zitten in een gemakkelijke stoel zodat hij
ze rustig en ontspannen kon schilderen. Als er geen personen waren werd de stoel vervangen door een tafeltje en kon er een vaas met bloemen aan het doek toevertrouwd worden. Ook heeft hij plaats gemaakt voor koffie zetten en een koelkast ruim opgetopt zodat iedereen die bij hem op bezoek komt kan genieten van een drankje. Piet is een gezelligheidsmens, de gastvrijheid die hij uitstraalt is groot zodat ik mij lekker op mijn gemak voel en de vragen kan stellen waarvoor ik uiteindelijk gekomen ben. Voor mij is het de eerste keer dat ik bij een kunstenaar op bezoek ben en van schilderen heb ik geen verstand dus dat belooft wat. Bij het bedenken van mijn eerste vraag toont Piet mij diverse knipsels uit tijdschriften en kranten waarin zijn werk en hijzelf getoond wordt. Vol trots verteld hij dat Commandant Zeemacht van der Aa met zijn vouw nog bij hem op bezoek geweest zijn en hem een prachtig cadeau gegeven hebben. Het was een Fregat Het was een 3 dimensionaal Fregat wat door middel van een laserstraal in een stuk glas van 10x10x10 zichtbaar gemaakt was. “Mijn grootste afnemer is admiraal Kroon, hij moet inmiddels wel een stuk of dertig doeken hebben. Er zijn zelfs doeken waarvan de afbeelding gebruikt wordt om nieuwjaarskaarten te laten drukken. Je kunt mij niet op internet vinden. Ik heb geen computer dus is dit knipselboek mijn archief en mijn geheugen. Natuurlijk staat mijn naam wel in de lexicon onder Beeldend kunstenaar, Rotterdam, 1914 materiaal techniek aquarel pastel en olieverf, onderwerpen bloemen, landschappen, portretten en schepen, opleiding autodidact. In 1942 ben ik op de oude Dolfijn gekomen. Hij heeft maar 4 jaar bestaan, ik heb er in de oorlog
Klaar Voor Onderwater 93
opgezeten samen met C. van Toor, heb hem niet op de reünie gezien, ik hoop maar dat hij nog leeft. (Noot redactie: Ja hij leeft nog.) Ik ga in december mijn rijbewijs verlengen. 10 Jaar geleden is mijn meissie overleden we hebben 2 kinderen en 1 daarvan is verleden maand 61 geworden. Mijn vader had samen met zijn 2 broers een loodgieters bedrijf en speelde voortreffelijk amateurtoneel. Mijn moeder had een hoedenwinkeltje en 4 meisjes in dienst. Een week na het passen was je hoed versierd met veren en gereed om gedragen te worden. Mijn moeder is op haar 51e jaar overleden aan TB ik was toen een jaar of 11.Mijn vader is nooit hertrouwd geweest en ik ben dus gedeeltelijk door mijn oudere zus opgevoed die later opera zangeres geworden is en later met een Griekse Kapitein van een koopvaardijschip getrouwd. Mijn andere zus is net voor haar eindexamen op haar 18e jaar ook aan TB overleden. Al mijn broers en zussen zijn inmiddels overleden, dus ben ik nu de laatste der mohikanen. Mijn vader was na de 1e wereld oorlog bij de burgerwacht. Wij hadden 3 geweren in huis, 1 gewoon en 2 karabijnen waarmee elke week schietoefeningen gedaan werden. Misschien heb ik mijn creativiteit wel van hen meegekregen. Na de lagere school ben ik naar de MULO gegaan het was in de dertiger jaren. Ik had geen zin om in het bedrijf van mijn vader te stappen. In die tijd mocht je niet naar de marine want dat was slecht. Mijn vader was streng maar rechtvaardig. Eigenlijk wilde ik missionaris worden, moet je nu eens kijken wat er van mij geworden is. Toen ik een jaar of 16 was wilde ik als vrijwilliger toch naar de marine. Maar om bij de marine te komen moest je een aanbeveling van het schoolhoofd of meneer pastoor hebben. En als je dan eenmaal gekeurd werd op de Plantage in Rotterdam dan gingen
Pagina 9
er 38 man op en werden er maar 3 goedgekeurd. De kans om er bij te horen was dus erg klein. Gelukkig werd ik in dezelfde tijd voor mijn diens tplicht opgeroepen want mijn 2 broers waren alle twee vrijgeloot. Ik ben goedgekeurd en kreeg een plaatsing bij de Marine voor Fl. 1,00 per dag waarvan 20 cent per dag af gingen voor de aardappelschilster. Gelukkig had ik wat burgerwacht ervaring zodat ik vaak als voorbeeld voor mijn medekameraden moest optreden. Na de eerste opleiding werd ik overgeplaatst naar de van Gent kazerne en vervulde daar de taak van schrijver. Ik mocht ’s avonds naar huis maar in het weekend verplicht naar de kerk. Na 3 maanden heb ik een verzoek ingediend om vrijwilliger te mogen worden. Inmiddels was het verzet van mijn vader duidelijk minder geworden. Ik werd goedgekeurd en als stoker tweedeklas aangenomen voor Fl. 10,- in de week. Na de opleiding ben ik op de Hertog Hendrik geplaatst. Daarna op de jagers voor 3 jaar naar Nederlands Indië. In 1939 ben ik getrouwd en woonde in Den Helder. Een week of zes voor het uitbreken van de tweede wereld oorlog werd ik zomaar bij de Onderzeedienst in Rotterdam op de bijna afgebouwde O-23 geplaatst. Daarna zijn we op proefvaart naar Den Helder gevaren. In dezelfde tijd is mijn zoon geboren. Op zondagavond in het laatste weekend voor het uitbreken van de oorlog heb ik mijn vrouw nog geadviseerd de hond weg te doen want dat was geen lieverdje. Men voelde de spanning van een naderende oorlog. Ik nam afscheid van mijn vrouw en kind en zei dat ik heel lang wegging maar ik kom terug. De O-23 ging met ons van Den Helder naar Rotterdam. In Rotterdam sliep ik bij mijn vader en werd woensdagnacht om een uur of drie van mijn bed getild om naar de Waalhaven te gaan. Met een man of 15 en Officier Vaals hebben we de
Pagina 10
O-23 naar de overkant (Gaushaven) gesleept waar we nog 4 dagen gelegen hebben. Niemand had iets bij zich om een lange reis te maken we kwamen allemaal zo van huis af. Omdat we geen proviand aan boord hadden werd ik als Rotterdammer weggestuurd met het wachtwoord “Scheve schoenen” om het een en ander te regelen. De Duitsers waren inmiddels al op de Waalhaven aanwezig. Langs een brandend Stadhuis en Postkantoor moesten wij helemaal naar de Veemarkt alwaar ik in een bunker 19 karabijnen kon krijgen. Even verderop langs de Marinierskazerne Oostzeedijk kon ik in een bewaarschool twee kisten munitie krijgen. Alles werd in de auto geladen en we gingen terug naar boord. Bij de Middellandstraat stond een schildwacht waar wij langs moesten. Het wachtwoord “Scheve schoenen” werd gezegd, maar dat klopte niet volgens de schildwacht. Ik zei toen “Wat is dat voor een gelazer, dat zei de vorige schildwacht ook al” en daar lijmde ik hem mee. Hij zei: “Nee dat was gisteren het is nu Schardijk”. Ik had alleen de chauffeur bij me, we zijn allebei erg bang geweest. Pernis stond in de brand, het leek net daglicht. Er liepen ook Engelse soldaten, waar ze vandaan kwamen ik weet het niet. De schepen naast ons lieten ze zinken want er lagen elektrische mijnen in de haven en zij durfden niet naar buiten te gaan. Dit alles speelde zich voor de capitulatie af. Na een dag of vier hadden we alles aan boord wat we nodig hadden. ’s Avonds moest alles van dek en iedereen moest plat op het dek gaan liggen. Zo zijn we elektrisch de Gaushaven uitgevaren. Alleen de majoor elektromonteur was benedendeks om de bediening te doen. We voeren een meter
Klaar Voor Onderwater 93
of tien langs de maaskade. Eenmaal de haven uit zijn we op ongeveer 10 mijl uit de kust op de bodem gaan liggen tot het opkomend licht van de vo lgende dag. We hadden ondertussen veel last van lenswater. De boot was eigenlijk nog met zijn proefvaart bezig. Commandant G. Koudijs had het bevel gekregen om de boot naar Portmouth te varen en daar op verdere orders te wachten. Het ging allemaal wel een beetje snel. Voor je het wist zat je in een oorlog. Je had geen TV en een enkeling had een radio thuis. De kranten gaven ook alleen weer dat we neutraal waren en dat duurde al een maand of negen. Achteraf hoorden we dat onze vrouwen in Den Helder ingelicht waren over dit onverwachte lange reisje. Ook ben ik nog ingevallen op de Dolfijn. We lagen met 19 boten in Algiers 5 Nederlandse en de rest Franse en Engelse. Hiervan zijn er maar 3 overgebleven, waarvan wij er 1 waren. Dit heeft mij zeer aangegrepen en zal het nooit meer vergeten Voor elk uur onderwater kregen we een gulden extra boven ons soldij van Fl. 106,- per maand. Een dokwerker in Engeland had twee pond in de week Mijn vrouw kreeg samen met mijn zoon Fl. 80,- in de maand. Ik kreeg 7 pond per maand. De marine had besloten de helft van de duiktoelage te laten vervallen. Van de overgebleven helft spaarden we weer de helft om de oplopende schuld later te kun-
Klaar Voor Onderwater 93
nen inlossen. Er bestond toen nog geen oorlogstoelage. Wel zouden we ook een vergoeding krijgen voor elke ton de we getorpedeerd hadden. Ook zouden we twee shilling per dag krijge n van de Engelse koning. Niets van deze toezeggingen zijn uitgevoerd. Na de oorlog hadden wij nog steeds hetzelfde salaris Fl. 106,- en een toelage van Fl. 200,- per maand. Van mijn duiktoelage werden mijn schulden betaald. Inmiddels was ik sergeant geworden. Na een jaar of twee/ drie werd de toelage salaris. In Engeland had die dokwerker inmiddels een vijfvoud van zijn salaris gekregen. Men had raar met ons geld omgesprongen.
De oorlog was een week voorbij en wij lagen nog in Schotland (Abberdeen). Ik kreeg toen een maagbloeding en ben daar een maand gebleven. Gelukkig was ik net op tijd ontslagen uit het ziekenhuis en kon ik met mijn eigen boot terug naar Nederland. Ik heb in de hele oorlog maar drie Rode kruis brieven van mijn vrouw gehad, meer contact was er niet. We hebben elkaar bijna vijf jaar niet gezien. Mijn kind zou mij, volgens m’n schoonouders, he rkennen aan mijn rode haar. Bij thuiskomst hoorde ik dat ik naar de West overgeplaatst zou worden. Samen met van de Mast moesten wij dus naar de West. Gelukkig kreeg ik een brief van de dokter dat ik met mijn pas genezen maagbloeding niet uitgezonden kon worden. Van de Mast kreeg in de West een longontsteking en is daar gestorven. Ik ben nog vijf jaar bij de marine transportdienst gebleven met een plaatsing bij de Atjee garage en ben op 1 januari 1950 naar de marine magazijndienst in de Leisterstraat overgestapt i.v.m mijn gezondheid. Ik ben daar Hoofd opzichter gewo rden. Ik moest nu wel werken tot mijn 65 jaar maar
Pagina 11
heb daar toch maar even 53 pensioenjaren aan overgehouden.” Na het verhaal over de oorlogsjaren begint Piet over diverse schilderijen en zijn gevoel voor muziek te vertellen. Hij laat een portret van zijn kleindochter zien die op 36 jarige leeftijd overleden is aan Cystic vibroses. Diverse doeken worden getoond. Door het schilderen van Kistkalveren en Dikbillen is Piet gestopt met het eten van vlees. Het bevalt hem goed. Ik geniet van het enthousiasme waarmee hij over zijn kunstwerken praat. Ook zijn houtskoolwerken zijn een lust voor het oog. Wat Piet zelf mooi vindt zijn de portretten die hij binnen een uur gemaakt heeft. We zitten nog door diverse fotoalbums te bladeren en zien daarin veel gemeenschappelijke kennissen. Piet wordt door de Marine op handen gedragen. Dit blijkt uit de vele uitnodigingen die hij in zijn plakboek bewaard heeft. Vele dankbetuigingen nemen een grote plaats in. Een van zijn eerste opdrachten voor de marine was het schilderen van onze koningin (vanaf een foto). Inmiddels zijn we 3 uur verder en heb ik een gastvrije man ontmoet die vol passie over zijn werk verteld en daarbij een aardig stukje accordeon speelt. Hij geniet elke dag weer van het leven en wil dat nog jaren volhouden. Met zijn kunstwerken heeft hij menigeen weten te ontroeren en zal dat blijven doen. Ik neem afscheid van Piet en wens hem nog veel plezier met het maken van zijn kunstwerken. Piet bedankt
Pagina 12
Klaar Voor Onderwater 93
is een zwerftocht vanuit duistere diepte naar het genadeloze daglicht, waarbij het publiek niet stil op een stoel zit, maar zelf de hoofdpersoon wordt. Het dwaalt door de onderzeeër en ontmoet acteurs maar ook musici, zangers en zo'n twintig figuranten.
Het verhaal van een deelnemer:
Kursk IJ festival 12-07-05 Theater op een onderzeëer Over het IJ presenteerd Merlijn Twaalfhoven :
“Was nooit de kleren van je geliefde als hij nog niet thuis is”
'Als er geen woorden meer zijn, ben je nog slechts omgeven door vluchtige beelden uit een lang vergeten jeugd en verandert de duistere, stalen omgeving in een lichte, heldere en gewichtloze sfeer.'
Zelf ben ik niet zo'n liefhebber van festivals, maar door toeval kwam ik in aanraking met een acteur die een van de rollen speelde op de Kursk, een voor het Over het IJ- festival omgedoopte Russische Foxtrot onderzeeboot. De Foxtrot lag in de IJ haven aan het NDSM terrein in Amsterdam. Het was dezelfde boot die jaren tegen de kade van de oude rijkswerf in Den Helder gelegen heeft. Via internet had ik een reservering gemaakt om de voorstelling mee te mogen maken die door Merlijn Twaalfhoven geregisseerd was. Hij heeft zijn inspiratie uit de "Koerskmonologen" en "De Vrouwen van Moermansk" gehaald. Omdat mijn interesse nooit in dit soort festivals gezeten heeft wist ik niet waarin ik mij gestort had. Ook was mij ter ore gekomen dat laatkomers niet meer mochten deelnemen aan de voorstelling. Dus extra vroeg uit Den Helder vertrokken zodat mij dat niet gebeuren kon. De voorstelling begon om 18.00 uur en ik was 16.45 op het terrein aanwezig. Na het aanmelden bij de kassa kreeg ik een bruine enveloppe die niet eerder geopend mocht worden dan 17.45 en om 18.00 ingevuld en ingeleverd moest worden aan boord van de Blommendaal. Onder het genot van een biertje en de warme zon ging het wachten snel voorbij.
De ruimtes van de onderzeeër vormen het decor voor de opgesloten bemanning van de gezonken Russische kernonderzeeër Kursk. De bezoeker bele eft hun laatste uren. Geuren, geluiden en subtiele visuele elementen leiden hen door het schip, terwijl ze geholpen worden door zwijgende medestanders. Kursk is een multi- zintuigelijke ontdekkingstocht op een echt schip, met geluid, muziek en gerucht. Het
Precies om 18.00 uur veranderde de steiger met de daaraan liggende Blommendaal in een sfeer van bezorgdheid en verdriet. Er liepen Russische vrouwen en op het schip was iedereen druk doende. Bij het betreden van de Blommendaal werd ik op strenge toon gecommandeerd om in een nog te vormen rij te gaan staan. Even dacht ik: "Je kan nog terug". Snel liet ik deze gedachte varen en overwon mijn nieuwsgierigheid het. Het rollenspel
La Vie sur Terre met Kursk Van 6 t/m 17 juli 2005 vond op de NDSM werf in Amsterdam-Noord het dertiende Over het IJ Festival plaats. Een van de bijzondere producties die speciaal voor het festival geproduceerd werd, was "Kursk" van Merlijn Twaalfhoven en zijn gezelschap La Vie sur Terre. Deze voorstelling was te zien op de onderzeeër die al enkele jaren in het haventje van de NDSM werf ligt. Daar werden de bezoekers meegenomen in een ervaring die geïnspireerd is op de laatste uren van de bemanning van de Russische atoomonderzeeër Koersk, die in augustus 2000 voor de kust van Moermansk zonk. Aan dit project werkte ongeveer vijftien acteurs en musici en twintig figuranten mee. Kursk was alleen op het “Over het IJ Festival” te zien en er werd op alle dagen gespeeld. De capaciteit van de voorstelling was, vanwege de uitzonderlijke vorm en locatie, beperkt.
Klaar Voor Onderwater 93
was begonnen. In de middengang van de Blommendaal werd iedereen ingeschreven. Even dacht ik nog leuk te zijn door naar de vrouwelijke officier te knipogen, maar dat werd snel afgestraft met: "U zit toch niet naar mij te knipogen hè!!". Ik zei dat ik last van mijn lens had en ze ging door met haar inschrijfwerk. Samen met de persoon die achter mij stond werden we door een vrouwelijke arts aan een medische keuring onderworpen. Na de keuring gaf ze ons een mandje mee met een overall erin. Omkleden naar maat 54 was voor mij een groot probleem zodat ik voor een gedeeltelijke verkleedpartij kiezen moest. Na gedesinfecteerd te zijn werden we de wasplaats ingestuurd. In de ongemakkelijk zittende overall moesten we plaatsnemen op een bankje. Een wasvouw begon haar verhaal. "Ik ben vergeten hoe hij ruikt. Ik heb zijn geur in mijn hoofd zo vaak geroken dat het weg is. Op. Josja's ongewassen haar; weg. De geur van zijn lippen; weg. De geur van zijn lendenen; weg. Mag ik even iets zeggen? Was nooit de kleren van je ge liefde voordat hij veilig thuis is! Soms zie ik hem vanuit mijn ooghoek, hoor ik hem op straat. Maar het is stil, doodstil." Ze vervolgde haar monoloog die zo'n indruk op mij maakte dat ik bij het verlaten van de wasplaats haar een zoen op de wang gaf en haar de hoop gaf met de woorden: "Misschien leeft hij nog en kan je hem
Pagina 13
toch nog in je armen sluiten." Wachtend op de steiger op de roeiboot die ons naar de Kurks ging brengen werden we aangesproken door een jonge vrouw die haar man miste. Haar laatste woorden waren: "Het was niet de beste papa van de wereld, maar wel de enige die ik had." Tijdens het roeien naar de Kursk zongen twee matrozen Russische liederen. Op de boeg van de Kursk stond een Brassquintet zeewaardige klanken voort te brengen. Aan boord gekomen werden we opgevangen door een bootsman die ons naar het achterluik van de Kursk begeleidde. De steile trap naar beneden bracht ons in de achter torpedoruimte. Voor mensen die nog nooit een onderzeeër van binnen gezien hebben moet deze afdaling, en belanden in een donker ruimte, een angstige ervaring geweest zijn. In deze ruimte lagen mannen op bed die nog met man en macht hun vaderland wilden dienen. In de generatorkamer werden we verrast door een man die aan zijn linker arm verlamd was. In de machinekamer probeerde een machinist zijn benauwde gevoelens over te brengen op ons. In een donkere ruimte vol met elektrische kabels lag een oudere man die onder het beschijnen van zijn gezicht ons zijn verhaal vertelde. De kok in het kombuis liet mij een slok nemen uit zijn Vodka fles en droeg zelf een kort gedicht voor. Dan werden we naar de Radiohut getrokken waar de boordtelefoon overging en wij aan een vraaggesprek onderworpen werden. Uit de radio kwamen nog wat storende geluiden. Hierna belande ik in de voedselopslagplaats waar de bottelier zijn boeken bijhield. Hij wees mij op oude foto's van zijn vader en opa die aan de wand geplakt zaten. Met zijn verhaal over de stilte, leegte en gedempte geluiden onderwater heeft hij diepe indruk op mij gemaakt . Buiten zijn hut lagen twee matrozen zachtjes te zingen en zichzelf moed in te spreken dat het (Vervolg op pagina 14)
Pagina 14
Klaar Voor Onderwater 93
kloppen in hun hoofd misschien wel een werkelijk kloppen is en hoop op redding mogelijk is. Ik probeerde hun moed in te praten en zei dat we zuinig met de beschikbare lucht moesten zijn. In een stikdonkere centrale met als enige houvast de (barleuning Foxtrot) was het niet moeilijk je fantasie te laten gaan over het gevoel wat opvarenden van de Kursk hebben moeten voelen en meemaken in een kompleet donkere ruimte. Het verhaal wat hier door de aanwezige acteurs verteld werd versterkte dit gevoel nog meer. In de boegbuiskamer werden we aan een denkbeeldige tafel gezet en wachtten wij op de matroosacteur die tussen de buizen stond. Zijn laatste wens was nog eenmaal een heerlijk diner mee te mogen maken. De wens werd vervuld want uit de smerige stinkende Kursk kwam plotseling uit het donker een beeldschone tafeldame en een in de puntjes aangeklede butler die een zilveren dienblad droeg met daarop zilveren schalen en een glas Vodka. Zijn wens was vervuld. Hierna werden we via het sail, waar sirenen ons toezongen, naar het dek geleid. Op het dek aangekomen stond de bootsman op ons te wachten en met de klanken van het Brassquintet vervolgden wij in een roeiboot onze weg terug naar de kade met achterlatend de tot wanhoop gedreven mensen van de Kursk. Will Falkmann
Bijzondere voorziening voor oud-marineman
19-5-2005 Defensie heeft besloten voormalig marineonde rofficier W.T. Feddema een bijzondere voorziening toe te kennen van 25.000 euro. De heer Feddema was in 1980 betrokken bij de brand aan boord van de Hr. Ms. Drenthe. In de loop der tijd is bij hem en anderen ten onrechte de indruk ontstaan dat de marineleiding hem daarvoor als de schuldige heeft aangewezen. Een brief van de Commandant der Zeemacht uit 1981, waarin de zaak in het kader van bedrijfsveiligheid aangehaald wordt, kwam op Feddema over als een verwijt van de marineleiding. Onderzoek van de Marineraad wees destijds echter uit dat hij niét verantwoordelijk was voor de brand en de gevolgen daarvan. Donderdag (10 mei) ontving Feddema een brief namens de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten waarin nog eens duidelijk wordt gemaakt dat hij niet de schuldige is voor het ongeval op de Drenthe en dat de marineleiding hem ook nooit als zodanig heeft beschouwd. De marine erkent wel dat de gebeurtenis en de nasleep ervan de afgelopen jaren diepe sporen hebben nagelaten bij hem en zijn familie. De bijzondere voorziening die wordt toegekend, is bedoeld voor activiteiten ter verwerking hiervan, waardoor de familie in haar privé- leven een nieuwe start kan maken. De Hoofddirecteur Personeel van Defensie heeft het bedrag aan de heer Feddema overhandigd in aanwezigheid van de Directeur Personeel KM, de Inspecteur-Generaal voor de Krijgsmacht en de Krijgsmachtadjudant. (Uit Defensie Nieuwsberichten)
Klaar Voor Onderwater 93
Feddema strijd door voor collega's Een financiële genoegdoening van € 25.000 kreeg Wout Feddema uit Anna Paulowna van de marine. Na een jarenlange strijd over de schuldvraag voor brand aan boord van de Hr.Ms. "Drenthe" in 1980. Daarbij vielen twee doden en vier mensen raakten gewond. Toch gaat zijn strijd door. "Voor de anderen". Feddema is zwaar getekend door het ongeval. Temeer daar hij als schuldige van het ongeval werd aangemerkt. Feddema streed jarenlang om dat recht te zetten. De marine erkende na jaren dat hij niet schuldig was aan het ongeval en kende hem begin deze maand het geldbedrag toe. Feddema ziet het als een erkenning. "In zekere zin wel. Ze geven nu toe dat ze fout zaten." Maar het blijft hem dwarszitten dat het zo lang heeft moeten duren. "Ik heb een hele hoop rechtszaken moeten voeren en het is uiteindelijk aan inspecteur- generaal Van Baal te danken dat dit nu gebeurt. Hij heeft een grote hand in het geheel gehad." Geen eindpunt De uitspraak en de financiële genoegdoening geven een zekere rust, na al die jaren strijd, zegt Feddema. Maar het is voor hem niet het eindpunt. Met de stichting slachtofferhulp Hare Majesteit Drenthe blijft hij strijden voor oud-collega's. "Want naast de twee dodelijke slachtoffers zijn er vier mensen die in de kreukels liggen. En de rest die er misschien nog bij komt. Want zolang je werkt heb je afleiding, maar als je met pensioen gaat, krijg je tijd om het te verwerken." (Uit Het Noordhollands Dagblad 27-05-05)
Pagina 15
Delftse onderzeeër breekt wereldrecord De Delftse mensaangedreven onderzeeër Wasub heeft dinsdag in het Amerikaanse Maryland he t wereldrecord op de honderd meter verbroken.
De studenten Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek aan de TU Delft die de onderwaterfiets hebben gebouwd, doen mee aan de International Submarine Race op een marinebasis in Maryland. Op de tweede racedag lieten de Delftenaren hun 24 concurrenten uit onder meer Amerika en Canada ver achter zich. In de één kilometer lange sleeptank voor schepen, waarin de race gevaren wordt, haalden de studenten een gemiddelde snelheid van 6,398 knopen; dik twaalf kilometer per uur. Geen enkel ander team kwam daar zelfs maar bij in de buurt. De tweede snelheid in de categorie onderzeeërs, die door één persoon worden aangedreven, was 5,155 knopen. Wasub-teamlid Joost Sterenborg kan dat gat tussen zijn onderzeeër en de concurrentie wel verklaren. "Dat ligt aan het design", verzekert hij. De Wasub is torpedovormig, net als de andere deelnemende onderzeeërs. Het verschil is dat de Wasub niet volmaakt rond is, maar ellipsvormig, zoals Duitse zeppelins. De bestuurder ligt op zijn buik in de onderzeefiets, gekleed in een duikerspak met zuurstoffles. Verder hebben de piloten die de Wasub om beurten besturen volgens Sterenborg erg goed getraind. "Eén van hen is wielrenner en de anderen hebben ook heel veel op de fiets gezeten." De teams die meedoen aan de één week durende wedstrijd hebben nog tot en met vrijdag de kans snellere tijden neer te zetten. De Delftenaren mochten dinsdag zes keer een poging wagen. Het lukte ze toen niet het topsnelheid-wereldrecord
Pagina 16
Klaar Voor Onderwater 93
te breken. Dat staat op 7,1092 knopen en stamt uit 2001. Sterenborg heeft er echter op woensdagmorgen, vlak voor de deadline van deze krant, alle vertrouwen in dat de Wasub ook die snelheid voorbij kan streven. "Als ik zie hoe wij het doen en hoe de concurrentie het doet, dan moet dat lukken. Iedereen hier is onder de indruk van ons, zowel de andere teams als de wedstrijdleiding."
Tijdens de wedstrijd zijn er ook andere prijzen te winnen: die voor 'best use of composite materials' en die voor het meest behulpzame team. Maar er valt nog meer eer te behalen. De International Submarine Race heeft zich dit jaar namelijk aangemeld bij het Guinness Book of Records. Woensdagmorgen zou dat de Delftenaren twee vermeldingen opleveren: één voor de snelste tijd op de honderd meter en één voor de hoogste topsnelheid, zelfs zonder wereldrecord. "Dat komt omdat dit de eerste keer is dat de wedstrijd geldigheid heeft voor Guinness World Records", weet Sterenborg. "Alle snelste tijden komen in het boek." De studenten haalden een gemiddelde snelheid van 6,398 knopen; dik twaalf kilometer per uur. Saskia Bonger (Foto's: Joost Sterenborg)
Kort geding RDM om onderzeeërs DEN HAAG -Het ministerie van Defensie schakelt maandag de rechter in om RDM, een bedrijf van ondernemer Joep van den Nieuwenhuyzen, te dwingen twee Nederlandse onderzeeboten te slopen. De twee onderzeeërs van de Zwaardvisklasse werden in 1995 door RDM gekocht in de hoop ze te kunnen exporteren. De schepen liggen inmiddels al vijf jaar in een haven in Maleisië zonder concreet uitzicht op, verkoop. Defensie is bang dat beslag op deTijgerhaai en de Zwaardvis wordt gelegd omdat Van den Nie uwenhuyzen zijn rekeningen aan de werf niet heeft betaald. NHD 07-08-05
Zwaardvisklasse met in het midden de Walrusklasse Foto R. Hemelop
Klaar Voor Onderwater 93
Pagina 17
Nederlandse Veteranendag 29 juni 2005 Op 29 juni j.l. is de eerste Nederlandse Veteranendag gehouden. De Nederlandse Veteranendag zal jaarlijks plaatsvinden op de geboortedag van Zijne Koninklijke Hoogheid wijlen Prins Bernhard. Nederland telt ruim 150.000 oude en jonge veteranen. De Nederlandse Veteranendag heeft als doel erkenning en waardering voor alle veteranen te bewerkstelligen en dient het onderling begrip tussen de Nederlandse samenleving en de veteranen te vergroten. Omdat onder u veel Veteranen zijn en niet iedereen voor het bijwonen van deze dag was uitgenodigd, drukken we hier de tekst van de op deze dag gehouden toespraken van de voorzitter Tweede Kamer, de Vice-Premier, de Minister van Defensie en de Voorzitter van het Comité Nederlandse Veteranendag af.
Toespraak Voorzitter Tweede Kamer Drs. F.W. Weisglas tijdens de Nederlandse Veteranendag Den Haag, 29-6-2005 Koninklijke Hoogheid, geachte veteranen, dames en heren, Als Voorzitter van de Tweede Kamer beschouw ik het als een grote eer u toe te mogen spreken op deze eerste Nederlandse Veteranendag. Het initiatief tot de instelling van een jaarlijkse Veteranendag vloeit onder meer voort uit een motie van de leden Van den Doel en De Koning, die in november 1996 door de Tweede Kamer is aangenomen. De invoering van deze jaarlijkse Nederlandse Veteranendag geniet brede steun in de Kamer. De keuze voor de datum, 29 juni, geeft terecht blijk van het grote respect voor de wijze waarop Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard zich altijd heeft ingezet voor de veteranen. Tijdens de defilé's in Wageningen op 5 mei, waar ik de afgelopen jaren bij aanwezig mocht zijn, kon ik van zeer nabij getuige zijn van de sterke band die er bestond tussen Prins Bernhard en de voorbij marcherende veteranen. Deze veteranendag levert een belangrijke bijdrage aan de maatschappelijke en politieke erkenning voor de bijdrage die u, geachte veteranen, als militair, heeft geleverd (en ik citeer nu uit de Grondwet): "ten behoeve van de verdediging en bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde." In de Tweede Kamer bestaat grote waardering voor het vaak risicovolle en moeilijke werk van de Nederlandse militairen in het buitenland. De Tweede Kamer is in de jaren negentig van de vorige eeuw een grotere rol gaan spelen in de besluiten om Nederlandse militairen uit te zenden ten behoeve van 'vredesoperaties', zoals dat toen nog werd genoemd. Nu spreken we van 'crisisbeheersingsoperaties'. Uit die verandering van terminologie blijkt al dat het bij de uitzending van militairen niet alleen gaat om klassieke vredesoperaties, waarbij militairen toezien op de naleving van een wapenstilstand of een vredesovereenkomst. In toenemende mate werden, en worden Nederlandse militairen uitgezonden ten behoeve van operaties waarbij de vrede nog moet worden afgedwongen. Omdat vredesafdwingende operaties meer risico's kunnen opleveren voor de uitgezonden militairen, velen van u zullen dat uit eigen ervaring kunnen bevestigen, dienen regering en parlement bij de besluitvorming hierover uiteraard de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht te nemen. De formele basis voor de eigen verantwoordelijkheid van het parlement bij het uitzenden van Nederlandse militairen ligt in het nieuwe Grondwetsartikel 100, dat sinds juli 2000 van kracht is. Op grond van dit
Pagina 18
Klaar Voor Onderwater 93
artikel dient de regering het parlement "vooraf inlichtingen te verschaffen over de inzet of het ter beschikking stellen van de krijgsmacht ter handhaving of bevordering van de internationale rechtsorde". Deze wijziging van de Grondwet is niet zonder slag of stoot tot stand gekomen. Vanuit de Tweede Kamer nam vanaf de Golfoorlog in 1991 de druk op de regering toe om de betrokkenheid van de Kamer bij de besluitvorming over uitzendingen in een meer formele regeling vast te leggen, zeker ook omdat het aantal uitzendingen in het begin van de jaren negentig sterk toenam. Naast de inzet tijdens en na de Golfoorlog gingen Nederlandse eenheden toen deelnemen aan de VN-operaties in Cambodja en Bosnië-Herzegovina. Zonder andere Kamerleden tekort te willen doen, noem ik in het bijzonder de Kamerleden Van Traa en Van Middelkoop. Zij beiden zijn te beschouwen als 'aanjagers' van een meer nadrukkelijke en formele betrokkenheid van de Tweede Kamer bij besluiten tot uitzending van Nederlandse militairen. Er is tussen Kamer en regering ook gesproken over de criteria op basis waarvan een besluit wordt genomen over het uitzenden van Nederlandse militairen. Mede op basis van de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie 'besluitvorming uitzendingen' onder voorzitterschap van het Kamerlid Bert Bakker, heeft de regering in 2001 een nieuw Toetsingskader vastgesteld. In dit toetsingskader zijn aandachtspunten opgenomen voor de beantwoording van de vraag of het verantwoord is dat Nederland aan een bepaalde internationale operatie deelneemt. Een belangrijk aandachtspunt is de veiligheid van de uit te zenden militairen. Sindsdien wordt het Toetsingskader consequent gebruikt, zowel bij de besluitvorming door de regering als bij de informatie die de regering aan de Kamer geeft over voorgenomen uitzendingen van militairen. Vanzelfsprekend blijft de Kamer ook tijdens de uitzendingen aandacht houden voor het wel en wee van de uitgezonden militairen. Regelmatig brengt de commissie voor Defensie met dit doel een werkbezoek aan eenheden in het buitenland, waarbij individuele gesprekken met uitgezonden militairen een zeer belangrijk onderdeel van het programma zijn. De Enquêtecommissie Srebrenica heeft in haar in januari 2003 verschenen rapport onder meer gekeken naar de nazorg die is verleend aan de militairen die in Srebrenica waren gelegerd, met name de leden van Dutchbat 3. De enquêtecommissie kwam tot de conclusie "dat de nazorg van Dutchbat op een aantal punten tekort is geschoten" en pleitte voor blijvende aandacht bij het Ministerie van Defensie voor zowel de nazorg als voor een adequate voorbereiding van de militairen op uitzendingen. Het grote belang hiervan is nog eens gebleken uit de recente publicatie "Herinneringen aan Srebrenica", waarin 171 militairen hun verhaal doen. Uit deze publicatie blijkt dat vele Nederlandse militairen die tien jaar geleden in Srebrenica waren, psychologische hulp nodig hebben gehad. Het onderwerp nazorg is de afgelopen jaren overigens herhaaldelijk aan de orde geweest in de Tweede Kamer. Ditzelfde geldt voor het veteranenbeleid in meer brede zin. De Tweede Kamer heeft zich de afgelopen jaren ingezet om de positie van de veteranen te verbeteren. Als voorbeeld wil ik de motie noemen die in 2001 is ingediend door de toenmalige Kamerleden Van den Doel en Zijlstra. Deze Kamerbreed gesteunde motie heeft geleid tot het instellen van een 'draaginsigne' voor alle veteranen, een symbolisch maar daarom niet minder belangrijke blijk van maatschappelijke erkenning van de veteranen. Nog onlangs, op 20 juni van dit jaar, heeft de vaste commissie voor Defensie uitvoerig gedebatteerd met de staatssecretaris van Defensie over diens Nota Veteranenbeleid. Tijdens dit debat zijn zes moties ingediend, waarin de regering wordt verzocht de nazorg voor militairen te verbeteren en de positie van veteranen te verbeteren. Gisteren heeft de Tweede Kamer deze moties met een zeer ruime meerderheid van stemmen aangenomen. Geachte aanwezigen, Ik heb geprobeerd duidelijk te maken dat de Tweede Kamer de afgelopen jaren in ruime mate aandacht heeft gehad voor de deelname van Nederlandse militairen aan operaties in het buitenland en voor de positie van Nederlandse veteranen. Ik spreek de hoop en verwachting uit dat deze Veteranendag het begin vormt van een voor Nederland nieuwe traditie en dat deze veteranendag zal bijdragen aan het - volstrekt terecht vergroten van de waardering en de erkenning va n de grote bijdrage van de veteranen aan vrede en veiligheid in Nederland en in de wereld.
Klaar Voor Onderwater 93
Pagina 19
Toespraak Minister van Financiën en Vice-Premier Drs. G. Zalm tijdens Nederlandse Veteranendag Den Haag, 29-6-2005 "INGEZET IN DIENST VAN DE VREDE" Koninklijke Hoogheid, Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Veteranen, dames en heren Vandaag is een bijzondere dag. Met de invoering van de Veteranendag voegt Nederland een stukje toe aan zijn geschiedenis. De Veteranendag onderstreept de rol die Nederland én onze krijgsmacht vandaag de dag op internationaal gebied innemen. De Veterane ndag, elk jaar op 29 juni, is óók een eerbetoon aan Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Bernhard die zoveel heeft betekend voor de Veteranen in ons land. De instelling van de Veteranendag had zijn warme instemming en het stemt weemoedig dat hij deze dag niet kan beleven. U weet als geen ander welke bijzondere band er bestond tussen hem en onze krijgsmacht, in het bijzonder de Nederlandse veteranen. Het militaire beroep is geen gewoon beroep. Militairen worden ver van huis, vaak onder primitieve omstandigheden, ingezet in risicovolle situaties. Die militairen doen dat ook nog eens ver buiten het dagelijkse blikveld van de samenleving. Dat maakt waardering voor militairen en veteranen minder vanzelfsprekend. Misschien begrijpelijk, maar zeker niet terecht. De militair is zonodig bereid om zijn leven op te offeren voor de uitvoering van zijn taak en daarmee voor het Nederlands belang. Militairen worden vaak geconfronteerd met ingrijpende gebeurtenissen, waarbij gebruik van extreem geweld kan voorkomen. Velen komen van dergelijke missies beschadigd terug. De aandacht van de overheid, met name voor de psychische schade bij militairen als gevolg van de deelname aan vredesmissies, is laat op gang gekomen. Het zijn met name de Indië-veteranen, voor wie het aan tijdige nazorg heeft ontbroken. Zij deden hun plicht, maar vonden bij terugkeer geen erkenning, respect en waardering voor de taken die zij in opdracht van de toenmalige regering uitvoerden. Dat is betreurenswaardig. De regering acht het uit respect voor deze groep Veteranen van belang dit juist op deze dag nog eens te onderstrepen. Deze Veteranendag is daarom ook een postume blijk van waardering en respect voor al die Veteranen die ons de laatste jaren zijn ontvallen. Hun succesvolle strijd voor erkenning en nazorg komt nu de jongere veteranen ten goede. Sinds eind jaren tachtig is er pas sprake van structurele aandacht voor de problematiek van de veteranen. De eerste Nota Veteranenzorg verscheen in 1990. In deze nota werd met concrete maatregelen een fundament gelegd voor de verdere ontwikkeling van het veteranenbeleid. Zo werd de Stichting Dienstverlening Veteranen opgericht, werd een speciale Veteranenpas ingevoerd en werd het 'draaginsigne gewonden' ingesteld. Ook vond de aanstelling plaats van de Inspecteur der Veteranen en werd een galerij met herdenkingszuilen toegevoegd aan het monument ter nagedachtenis aan de militairen die gesneuveld zijn in het voormalig Nederlands-Indië en Nieuw Guinea. Sinds begin jaren negentig zijn meer dan 50.000 Nederlandse militairen ingezet tijdens vredesoperaties. In Cambodja, Bosnië, Haïti, Angola, Eritrea, Cyprus, op de Golanhoogte, in de Sinai-woestijn, Macedonië, Afghanistan, Irak, Liberia en de aangrenzende wereldzeeën. Niet alleen in eenheidsverband, maar ook op individuele basis hebben duizenden militairen hun bijdrage geleverd aan de vredesmissies van de
Pagina 20
Klaar Voor Onderwater 93
verschillende internationale organisaties. Elk jaar komen er weer zo'n vijfduizend, veelal jonge veteranen bij. Militaire inzet gaat vaak gepaard met slachtoffers, zowel tijdens de missie maar soms ook daarna. Gelukkig gebeurt dat niet meer op de schaal zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Politionele Acties in het voormalige Nederlands-Indië of in Korea. De gevolgen zijn er voor de slachtoffers en hun naasten echter niet minder om. De lege stoel in deze zaal is een symbool van deze slachtoffers. Essentieel voor elke veteraan, ongeacht of hij wel of geen lichamelijk of psychisch letsel oploopt, is de politiek- en maatschappelijke erkenning: de waardering en het respect voor zijn inzet. De jaarlijks terugkerende landelijke Veteranendag kan hieraan een bijdrage leveren. Ik hoop dat we vandaag het begin van een nieuwe traditie meemaken. Immers, het overgrote deel van Nederland heeft respect voor de inzet en offers van zijn militairen en veteranen. We tonen dat echter nooit zo uitbundig. Wat mij betreft verandert dat vandaag. Dan kan namelijk deze eerste Nederlandse Veteranendag het begin zijn van een traditie. ..... een traditie waarin onze samenleving wél openlijk en expliciet respect betuigt aan al die mannen en vrouwen die zich namens Nederland hebben inge zet voor vrede en veiligheid. Zij verdienen waardering ......... en wij zijn hen respect verschuldigd. Ik dank u voor uw aandacht.
Toespraak van de Minister van Defensie Henk Kamp bij de uitreiking van dapperheids- en herinneringsmedailles tijdens de landelijke Veteranendag op het Binnenhof 29-6-2005 We zijn hier vandaag bijeen in deze historische omgeving om onze militairen te eren. Mannen en vrouwen die zich ver van huis hebben ingezet voor de belangen van ons koninkrijk. We doen dat juist vandaag, op deze landelijke veteranendag, omdat de militair van vandaag de veteraan van morgen is. De samenleving moet nog wenne n aan deze gedachte. Bij veteranen denkt men vaak aan oudere ex- militairen. Echter, ook jonge militairen die uitgezonden zijn geweest en straks de dienst verlaten worden veteranen. Sommigen vragen zich af waaròm we op een dag als vandaag stil moeten staan bij het beroep van militair en bij het begrip veteraan. Bakkers of brandweerlieden doen toch ook belangrijk werk? Toch bestaat er een belangrijk verschil. Een militair wordt namelijk ingezet vanuit het "landsbelang". Een militair wordt ingezet omdat wij het als samenleving belangrijk vinden dat Nederland in de wereld werkt aan vrede en veiligheid. In het hart van de democratie, waar wij ons nu bevinden, wordt besloten om militairen uit te zenden namens de Nederlandse bevolking. We zenden hen uit terwijl we weten dat er geen zekerheid is dat ze ook allemaal terugkomen. Terwijl we weten dat sommigen lichamelijk of geestelijk beschadigd kunnen terug keren. En toch vragen wij als samenleving aan militairen om hun werk in dienst van het vaderland uit te oefenen. Zij zijn bereid dit te doen en dat verdient ons aller dank en waardering. Dames en heren,
Klaar Voor Onderwater 93
Pagina 21
"Oorlog is mensenwerk, maar gelukkig is vrede dat ook." Hier op het Binnenhof staan 282 militairen van alle krijgsmachtdelen aangetreden, die het afgelopen jaar tijdens vier verschillende missies een belangrijke bijdrage aan vrede en veiligheid hebben gele verd. Militairen van de SFIR- en NTMI-missie uit Irak, militairen van de ISAF-missie uit Afghanistan en militairen van de SFOR/EUFOR- missie uit Bosnië. Militairen van vandaag, veteranen van morgen. Namens het Nederlandse parlement en namens de Nederlandse bevolking wil ik u van harte danken voor uw inzet. De Prins van Oranje en ik hebben de eer om acht van hen de herinneringsmedaille op te spelden. Acht militairen van verschillende rang, verschillende leeftijd en van verschillende missies. Om de relatie tussen de actieve militair en de veteraan duidelijk te maken zijn hier 80 veteranen die helpen met het decoreren van de overige militairen. Zo wordt de ervaring doorgegeven en de waardering gedeeld. Dan gaan we nu over naar de uitreiking van de he rinneringsmedailles. Een medaille die symbool staat voor het respect en de waardering die de Nederlandse samenleving heeft voor u als militair, u als veteraan én u als thuisfront! Majoor Loos, ik verzoek u de beschikking voor te lezen. Draaginsigne Gewonden Dames en heren, Militairen zetten zich vanuit het landsbelang in voor vrede en veiligheid. Dat gaat soms met grote risico´s gepaard. Zo groot zelfs, dat sommigen bij het uitoefenen van hun dienst het leven laten of gewond terugkeren. Vroeger dacht me n hierbij alleen aan fysieke verwondingen. Wat oorlog psychisch met militairen kon doen, werd lange tijd onder het vloerkleed ge veegd. Voor militairen met een psychisch probleem als gevolg van hun uitzending, bestond lange tijd dan ook geen waardering. Gelukkig is er veel veranderd. Enerzijds is er nu wel de waardering, anderzijds levert defensie thans de noodzakelijke hulp en nazorg. Meneer Laarhoven, u heeft aan uw uitzending naar Libanon in december 1981 een psychisch trauma overgehouden. De gruwelijkheden van hetgeen dat u heeft meegemaakt, staan nog steeds in uw geheugen gegrift. Uw pijnlijke ervaringen hebben geleid tot een posttraumatische stress stoornis (PTSS), waardoor u arbeidsongeschikt bent geraakt. U ontvangt daarom een militair invaliditeitspensioen. Gelukkig wist u de weg naar Defensie te vinden voor hulp en psychische zorg. En ik heb begrepen dat u uiteindelijk een positieve draai heeft weten te geven aan uw Libanon-ervaring. Zo werkt u mee aan het scholenproject, waarbij veteranen voor de klas over hun ervaringen vertellen. Tevens organiseert u terugkeerreizen voor UNIFIL- veteranen naar Libanon. Ik heb respect over de wijze waarop u met deze tegenslag in uw leven heeft weten om te gaan. Mede om dat respect te onderstrepen reik ik u het Draaginsigne Gewonden uit. Ik wil daarmee tevens aangeven dat Defensie het probleem van PTSS serieus onderkend en duidelijk maken dat Nederlandse veteranen, die leiden aan een trauma als gevolg van een uitzending, voor hulp en zorg bij Defensie terechtkunnen. Majoor Loos wilt u de beschikking uitspreken? Dapperheidsonderscheidingen Dames en heren, Als het er echt op aankomt, blijkt wat iemand waard is. Prins Willem- Alexander gaat zo dadelijk twee dapperheidsonderscheidingen uitreiken aan twee militairen die hebben getoond wat moed is en laten zien wat doorzettingsvermogen betekent. Majoor Loos, ik verzoek u het besluit voor te lezen. Soldaat Kloek en soldaat Jongbloed,
Pagina 22
Klaar Voor Onderwater 93
Napoleon heeft eens gezegd dat soldaten veldslagen winnen, maar dat generaals de eer opstrijken. Gelukkig is er veel veranderd in de loop der tijd. Dat blijkt wel uit het feit dat wij u een onderscheiding mogen uitreiken voor uw moedige optreden in Irak, tijdens de SFIR3-operatie. Op 17 mei 2004 werd uw eenheid bij het inrichten van een Vehicle Checkpoint op de route Jackson, onverwachts massaal onder vuur genomen. Zoals militairen soms cynisch zeggen, was het loodgehalte in de lucht aanzienlijk. Soldaat Kloek en soldaat Jongbloed, van het regiment Limburgse Jagers, zijn beiden mitrailleur-schutters en wisten onder zeer moeilijke omstandigheden en met gevaar voor eigen leven het vijandelijk vuur te beantwoorden. Doordat u uw eigen leven niet voorop stelde door eerst dekking te zoeken, maar de vijand meteen onder vuur nam, konden de andere militairen van uw groep op tijd hun vuurposities innemen en terugschieten. De vijandelijke aanval werd hiermee succesvol afgeslagen en de tegenstander trok zich terug. Door uw moedige optreden waren er aan Nederlandse zijde geen doden of gewonden te betreuren. Het is daarom dat het Hare Majesteit de Koningin heeft behaagd u beiden het Kruis van Verdienste toe te kennen. Een bijzondere onderscheiding die slechts zelden wordt uitgereikt. Toespraak Voorzitter van het Comité Nederlanse Veteranendag mr. A. Loudon Den Haag, 29-6-2005 Koninklijke Hoogheid, Excellenties, Dames en Heren, Het is een groot genoegen U namens het Comité Nederlandse Veteranendag welkom te mogen heten op deze eerste Nederlandse Veteranendag. Ook een speciaal welkom aan jullie kinderen, die de afgelopen maanden deel hebben genomen aan het speciale lesprogramma over de veteranen, zijn/haar rol, indrukken en ervaringen. Deze dag komt voort uit een unaniem door de Tweede Kamer uitgesproken wens om een moment te vinden waar de Nederlandse samenleving de gelegenheid krijgt om zijn respect en waardering te betuigen aan de Nederlandse veteranen, voor wat zij onder vaak gevaarlijke en moeilijke omstandigheden hebben gedaan voor het vaderland. Het gaat dus om alle veteranen, die als beroeps, dienstplichtige of vrijwilliger zijn uitgezonden in de Tweede Wereldoorlog, naar Nederlands Indië, Korea, Nieuw Guinea en meer recent, op vredesmissies naar de Libanon tot Irak en Afghanistan. Het Comité is de Prins van Oranje zeer erkentelijk dat hij door zijn aanwezigheid het belang van deze Veteranendag onderstreept en wij stellen het zeer op prijs dat Vice-Premier, de heer Zalm, en de Voorzitter van de Tweede Kamer, de heer Weisglas, bereid zijn om namens de Nederlandse samenleving het woord te richten tot de veteranen. Het programma vandaag bestaat naast deze bijeenkomst uit een aansluitende ceremonie op het Binnenhof, waar u straks getuige van kunt zijn, en vana vond een evenement in de Ahoy Hal in Rotterdam. Met een traditie beginnen is altijd een hachelijke onderneming, maar wij zijn er van overtuigd, dat er in onze samenleving, ondanks de ongelukkige timing van de acties van de vakverenigingen, voldoende besef aanwezig is dat een jaarlijks, officieel eerbetoon aan onze veteranen op zijn plaats is. Wij zullen niet het eerste land zijn dat dit doet.
De hoogste Nederlandse dapperheidsonderscheiding, de Militaire Willems Orde, werd in 1815 ingesteld door Koning Willem I. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had de Nederlandse regering in ballingschap behoefte aan het instellen van dapperheidsonderscheidingen waarvoor de Militaire Willems Orde in wezen niet verleend kon worden. In 1940 werd het Bronzen Kruis ingesteld. De Bronzen Leeuw werd in 1944 ingesteld als vervanger van het Bronzen Kruis. Als zodanig werd de Bronzen Leeuw na de Militaire Willems Orde de hoogste dapperheidsonderscheiding, gevolgd door het Bronzen Kruis. Ook de instelling van het Kruis van Verdienste gaat terug naar de oorlogsjaren en komt in rangorde in zekere zin na het Bronzen Kruis.
Klaar Voor Onderwater 93
Pagina 23
K-19: Een drama voor de Veteranen In de VS ging op 20 juli 2002 de film K-19, the Widowmaker in première. Een Amerikaanse blockbuster over de bijna-ramp op de Sovjetkernonderzeeër K-19 in 1961. De verfilming van 'hun' drama liet de veteranen niet onberoerd. Commandant Joeri Moechin vecht tegen de tranen. "Waarom moeten de Amerikanen ons martelen? Hoe kan ik nou mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen in de oge n kijken?" Voor Toeging had het een feestelijke week moeten zijn, de week waarin de film met Harrison Ford en Liam Neeson in première ging. "Jullie zijn de helden in deze film", stelt regisseur Kathryn Bigelow de Russische veteranen deze week gerust. En de kritieken zijn overwegend positief. Maar Moechin is er niet gerust op. Zal Hollywood hem en zijn vrienden niet neerzetten als vloekende en zuipende sloddervossen? Geen van de overlevenden van de K-19 is uitgenodigd voor de première, daarvoor is de ruzie met de Amerikanen te hoog opgelopen, door wederzijds onbegrip, vooroordelen en Holywoodintriges. Moechin is er nog confuus over. Soms barst hij in een huilbui uit, dan weer stamelt hij excuses. Een kleinzoon heeft een trailer van de film gedownload. Moechin wordt er niet veel wijzer van. "De uniformen kloppen aardig, en ook dat we bij het diner 100 gram witte wijn kregen. Maar niet dat we onze petjes ophielden onder het eten." Moechin ging in 1961 over de kernraketten van de K-19. Dertig jaar lang dwong zijn regering hem tot zwijgen, tot in 1991 werd toegegeven dat op 4 juni 1961 op de Atlantische Oceaan 22 zeelieden gestorven waren bij een heroïsche poging te voorkomen dat de kernreactor van de K-19 ontplofte. "Was het fout gelopen, dan hadden we vijf Tsjernobyls vlak voor de Amerikaanse kust gehad", zegt Moechin. Pas na 1991 mocht hij vertellen hoe hij zijn medailles had verdiend en zijn huisarts inlichten dat hij aan zware straling had blootgestaan. De K-19 was de eerste kernonderzeeër van de Hotel1 klasse, die in het kader van de wapenwedloop al te haastig werd gebouwd. Het was een kwestie van 'stormen', dat sovjetjargon voor koortsachtige patriottische arbeid die vaak resulteert in constructiefouten en dode arbeiders. Bij de bouw van de K-19 stierven acht arbeiders. Iemand lekte per ongeluk soldeer op een koelingsbuis van de
kernreactor, waardoor haarscheurtjes ontstonden. Maar dat bleek pas op 4 juni 1961. Op die dag sloeg tijdens manoeuvres op de Atlantische Oceaan het koelsysteem lek. Noodkoeling was niet voorhanden. Om een meltdown te voorkomen, improviseerde de bemanning uit een reservetank en torpedobuizen een koelsysteem. In ploegen van drie werkten ze vijf tot tien minuten met regenjassen en gasmaskers in de hete reactorruimte. 22 matrozen stierven door stralingsziekte. Kapitein Nikolaj Zatajev van de K19 in 1994: "De huid werd rood, gezicht en handen zwollen op. Druppels bloed verschenen op voorhoofd en haar. Binnen twee uur herkenden we ze niet meer." Zelf lag Zatajev anderhalf jaar in het ziekenhuis voor een beenmergtransplantatie. Later, in november 1969, raakte de K-19 zwaar beschadigd bij een botsing met een Amerikaanse duikboot. Op 24 februari 1970 brak op 120 meter diepte brand uit. 28 bemanningsleden stikten, de K19 werd pas na veertig dagen gered. De boot rust nu op een scheepskerkhof. In K-19, the Widowmaker speelt Harrison Ford kapitein Aleksej Vostrikov (Zatajev), een keiharde militair wiens eerste loyaliteit bij de staat ligt. Liam Neeson is zijn rechterhand Polenin die vooral aan de bemanning denkt. Het conflict en de verzoening tussen deze nobele karakters vormt het zwaartepunt van de film. Regisseur Kathryn Bigelow zegt al sinds 1997 met plannen voor de film rondgelopen te hebben. De ramp met de Koersk bracht het project in een stroomversnelling. In december 2000 ontmoetten Bigelow, Ford en Neeson de veteranen van de K-19 in Moskou. Commandant Joeri Moechin was erbij. "We dronken een borrel en noemden Ford voor de grap “kameraad commandant”. Maar we wilden wel het scenario lezen." Dat verzoek werd ingewilligd. En toen, zegt Moechin, "stortte onze wereld in". In het scenario vloekten en sloegen bemanningsleden erop los, dronken ze stiekem wodka of stalen sinaasappels. In werkelijkheid was de bemanning supergedisciplineerd. Moechin: "K 19 was een onderzeeër met kernraketten, wij waren scherp geselecteerd en zeer goed opgeleid, konden elk apparaat repareren. En wat lazen we in het scenario? Water dat langs de leidingen naar binnen sijpelt, bossen loshangende draden. En wij als
Pagina 24
sukkels in instructieboekjes bladeren wanneer het misloopt." Een golf van verontwaardiging ging door de Russische marine. Een latere commandant van de K19 sprak van een "hoogtepunt van banaliteit" met als doel Sovjet-officieren te besmeuren en de Koude Oorlog te doen herleven. De Russische vloot weigerde elke medewerking aan de film, die in Canada werd opgenomen. Dat er toch nog een scène werd opgenomen in Moskou, was te danken aan de bemiddeling van de invloedrijke regisseur Nikita Michalkov. Wat hem op kritiek kwam te staan. `We dachten dat u een patriot was", schreef Komsomolskaja Pravda. Harrison Ford zegt zich veel van de kritiek te hebben aangetrokken. Hij herschreef het scenario. Naast hoofdrolspeler is Ford ook producent. Hij zei: "Sommige culturele observaties zijn uit het script gehaald. Commentaar op het Sovjet-systeem of karakter zou geheel misplaatst zijn. We waren vastbesloten het verhaal te vertellen van hun plichtsbesef, hun heroïek, hun zelfopoffering. De film toont dat moed geen vlag of ideologie kent." Wel benadrukt hij dat K-19 een drama is, geen documentaire. Een deel van de veteranenwoede valt te verklaren uit het gestook van Inna Gotman. Deze RussischAmerikaanse producente beweerde al in 1994 de rechten op het verhaal te hebben gekocht. Ze opende vorig jaar een proces tegen Intermedia, de maker van K-19. Daarbij wilde ze de bemanning aan haar kant hebben. De veteranen werd een miljoen dollar beloofd, ze kregen elk honderd dollar voor de kerst en werden met celstraf bedreigd als ze met de Amerikanen meewerkten. Gotmans kansen slonken toen bleek dat de handtekeningen onder de contracten buiten haar medeweten vervalst waren: een medewerker had ze getekend en was er met het geld vandoor gegaan. Gotman en Intermedia kwamen tot een schikking. Maar tussen de Amerikanen en de veteranen kwam het niet meer goed. Sommige Russische kranten hebben de veteranen inmiddels verzocht op te houden met morren. De Russische woede in 1998 over de film Armageddon, waarin een dronken en ongeschoren kosmonaut een met touwtjes en kauwgom bijeengehouden ruimtestation Mir bemant, was veel terechter. Iets positiever dan K-19 valt uit Hollywood niet te verwachten, schrijft Kommersant. "Natuurlijk is er een strijd tussen twee echte mannen. En laten we eerlijk zijn: het Amerikaanse 'fuck' benadert het
Klaar Voor Onderwater 93
jargon waarop Russische mannen in extreme omstandigheden overschakelen." Anderen vinden het überhaupt opmerkelijk dat de Amerikanen een film maken met niet-Amerikanen in de hoofdrol. Harrison Ford benadrukt dat zelfs door wijdbeens bevelen te bulderen in een vet Russisch accent: precies wat de Amerikaan zich bij een Sovjetcommandant voorstelt. Zoiets geldt als riskant. Nog in 2000 liet Hollywood in de onderzeebootfilm U-571 het Duitse codeerapparaat Enigma door Amerikanen in plaats van Britten stelen. Anders zou het Amerikaanse publiek het laten afweten, zo dacht men. Maar de ban lijkt gebroken door de Franse regisseur Annaud, die een duel van een Russische en een Duitse scherpschutter tussen de ruïnes van Stalingrad verfilmde. Enemy at the Gates werd in 2001 een bescheiden kassucces. Overigens waren Russische Stalingrad-veteranen ook over die film niet te spreken. En Harrison Ford? Die geeft de Russen binnenkort iets om zich echt over op te winden. Hij maakt een film over Fred Cuny, een Amerikaanse reddingswerker die in 1995 in Tsjetsjenië verdween bij een poging een bestand te bewerkstelligen. NHD, Coen van Zwol 20-07-02
Overzicht totaal ontvangen donatie t.b.v viering 100 jaar Onderzeedienst 3 nov. 2004 16 feb. 2005 5 mei 2005 25 juli 2005
€ 550,00 € 1322,00 € 1502,00 € 1607,00
Wij danken de gulle gevers voor hun donatie. Ons gironummer is 39.28.464 onder vermelding van: “Cadeau 100 jaar OZD”. Namens het bestuur bedankt