ONDERZEEDIENST REÜNISTENVERENIGING
KLAAR VOOR ONDERWATER
NUMMER 109
JAARGANG 32
SEPTEMBER 2009
Geachte Redactie, Hierbij zend ik jullie een foto van een prent die sinds kort bij mij een plekje aan de muur heeft gekregen. De prent is (volgens de verkoper) afkomstig uit een Frans tijdschrift “Le petit Parisien” van 1905. Als deze dramatische gebeurtenis werkelijk heeft plaatsgevonden, heeft dit zich 100 jaar geleden in
Engeland afgespeeld. Om hierover zekerheid te krijgen, doe ik een oproep onder de lezers hoe e.e.a. plaatsgevonden heeft. In de hoop dat Uw nieuwsgierigheid gewekt is, kijk ik naar reacties uit. Dik Bouwmeester Griegplein 186 122 VN Schiedam - Tel. 010 4718926
In Memoriam Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden; 26 maart 2009 21 mei 2009 26 mei 2009 28 mei 2009 1 juni 2009 19 juni 2009 1 juli 2009 9 augustus 2009
Willem Voigt H. v.d. Ende Roel Broers Gerrit Tausent v. Heukelom Carel Heskes John Faber L.P.M. v.d. Staay Jan Bos
78 jaar 92 jaar 59 jaar 76 jaar 74 jaar 72 jaar
Anna paulowna Den Helder Wijchen Schagen Surrey BC Canada Rotterdam Poeldijk 64 jaar Den Helder
Wij zullen hen in eerbiedige herinnering blijven gedenken Geachte redactie Kopje Onder Oproep voor deelname aan internationaal Cruise naar Exotische oorden Hitlers wanhoopsdaad Reünie 2010 Caps O-1 Dolfijn 10 jaar geleden Odina
PAGINA 1
blz. 1 blz. 3 blz. 10 blz. 11 blz. 13 blz. 16 blz. 17 blz. 17 blz. 18 blz. 19
De Drang Driekus Heij Bokaal
blz. 21 blz. 22
Foto voorzijde: S-803 Zeeleeuw met de Ark-Royal te Portmouth 2002 Foto’s: Dick Bouwmeester, Sander Koenen, Katja Boonstra, Jeroen van Zaalen, Jan van Pelt en Will Falkmann
BESTUURSAANGELEGENHEDEN Voorzitter D. Heij Bremlaan 14 6866 DP Heelsum 0317-317063
[email protected]
2e Penningmeester A. Schouten Langevliet 7 1759 LE Callantsoog 0223-643848
[email protected]
Secretaris W.R. Segaar Laan van Oud Poelgeest 30 2341 NL Oegstgeest 071-5726472
[email protected]
Vertegenwoordiger OZD AOOODVB Ed van Kesteren Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-658195
Redactie - Vormgeving KVO W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
[email protected]
Contactpersoon bestuursaangelegenheden, nieuwe leden adreswijzigingen en overlijden is de 1e penningmeester W.P. van der Veeken.
[email protected] Contactpersoon voor contributie betaling is de 2e penningmeester A. Schouten.
Redactie KVO Jhr. R.A. Snouck Hurgronje Molenweg 9 1766 HL Wieringerwaard 0224-221884
[email protected] 1e Penningmeester W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265
[email protected]
De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Tevens is zij niet verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden kopij. KVO verschijnt 4 maal per jaar in: Maart, juni, september en december met een oplage van1220 exemplaren. Erelid van de vereniging zijn: J.H. van Rede A. Prins M. van Dwingelen
Contributie De minimale contributie bedraagt € 5 per jaar, buitenland leden € 10 per jaar i.v.m. de hoge porto kosten. IBAN: NL09 PSTB 0003928464 / BIC: PSTBNL21 Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Gironummer vereniging: 39.28.464 t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Jolstraat 74 1784 NL Den Helder
PAGINA2
Technologie / Psychologie
Dertig uur aan boord van een onderzeeër
Kopje Onder Tekst en foto’s: Sander Koenen
PAGINA 3
De Nederlandse onderzeedienst is net zo onzichtbaar als zijn boten. Zodat bijna niemand weet hoe het er op een onderzeeër aan toegaat. Quest stapte aan boord voor een oefenpotje vechten. Met z’n allen in een ijzeren pijp en slapen in een torpedobed.
Op de commandopost van Hr. Ms. Dolfijn zijn spanning en sensatie soms ver te zoeken.
e commandant brult zijn bevelen tegen de bemanning. De onderzeeboot ligt van twee kanten onder vuur. De torpedo’s vliegen links en rechts door het water. Razendsnel manoeuvreert de roerganger de diepte in. Net op tijd. Een paar leidingen barsten, het water gutst naar binnen. Toch gaan de mannen verder. Want er liggen orders van Washington. Zo ziet het leven er aan boord van een onderzeeboot volgens Hollywood uit. Op het puntje van je stoel, altijd spanning en sensatie. Maar de realiteit? Die kent bijna niemand. Erg vreemd is dat niet. Want onderzeese missies zijn topgeheim. De Tweede Kamer wordt vooraf vertrouwelijk ingelicht. De buitenwacht mag er pas lucht van krijgen als de jongens weer veilig thuis zijn. Maar dan is het geen
nieuws meer en komt het niet in de krant. Zo doet de dienst dus ook boven water waar ze onder water zo goed in is: onzichtbaar blijven. Er is maar een manier om te ontdekken hoe het leven aan boord is... ‘Onder water, drie claxons’, roept de commandant. De roerganger duwt het roer van zich af. Langzaam kantelt Hare Majesteit Dolfijn voorover. De komende dertig uur geen frisse lucht. Geen sigaretje op de brug. Geen internet of mobiele telefoon. Want onder water ben je afgesneden van alles en iedereen. Boot opwerken De Dolfijn is een van de vier Nederlandse onderzeeboten van de Walrusklasse. Maar van die vier varen er maar twee. Nummer drie krijgt nu een grote beurt. En voor de vierde heeft de marine geen
Wat voor boot Een onderzeeboot is een onderzeeboot,en zeker geen duikboot. De onderzeedienst is allergisch voor de term ‘duikboot’. Want een duikboot is een bovenwaterschip dat heel even onder het oppervlak verdwijnt. Bijvoorbeeld als camouflage tijdens een aanval. Duikboten werden veel gebruikt in WO II. De maximale duiktijd hing af van de batterijcapaciteit, die nogal te wensen overliet. Tegenwoordig bestaat een onderzeeër zo’n beetje voor de helft uit batterijen. Daarom kan de boot dagen onafgebroken onder water blijven, tot zelfs 8 weken. En dan is het niet de techniek die uitgeput raakt, maar de voedselvoorraad.
Duitse U-boten waren de schrik van de geallieerden in WO II. Ze stonden bekent als ‘de Wolvenhorde’.
PAGINA 4
Een commandant bij de onderzeedienst houdt het gemiddeld drie tot vier jaar vol complete bemanning. Om die reden is de Dolfijn overvol. In plaats van de vijftig mannen die normaal aan boord gaan, zijn er nu ruim zestig ingestapt. Bijna de helft daarvan is nog in opleiding. De bemanning gaat van heel jong (zeventien jaar) tot iets minder jong (begin veertig). Van matroos tot commandant en alles wat daar tussenin zit. De komende dagen doen ze mee aan de Flag Officer Sea Training (FOST), voor de kust van het Engelse Plymouth. Oppervlakteschepen en onderzeeboten uit diverse NAVOlanden komen hier bijeen om gevechtsklaar te worden gemaakt. ‘Opgewerkt’ heet dat in marinejargon. Maar omdat de Dolfijn eerder al opgewerkt is, speelt zij dit keer de rol van prooi. De missie: ongezien blijven en andere oorlogsschepen aanvallen. Natuurlijk gesimuleerd, maar wel zo echt mogelijk. ‘Train as you fight’, is het motto. Nadat we uit de haven zijn vertrokken, gaat de helft van de bemanning meteen naar bed. De andere helft bemant zijn post. Oudste officier Bastiaan Ruizeveld de Winter: ‘Nu moeten we iedereen zo snel mogelijk in zijn rol duwen. Vanuit de vrije, blije havensfeer naar een oorlogssituatie.’ Het regime aan boord valt onder ‘streng maar duidlidelijk’. Je werkt zes uur. Daarna ben je zes uur vrij. In de vrije uren studeer, eet en slaap je. Douchen mag eens per week. En film kijken alleen als je al je diploma’s al gehaald hebt. Zonder uitzonderingen. De enige met een afwijkend schema is de commandant. 24 uur per dag, zeven dagen per week is hij stand-by. Voor elke belangrijke beslissing wordt hij uit z’n bed gehaald. Gezond is anders. En daarom gaat een commandant bij de onderzeedienst gemiddeld maar zo’n drie tot vier jaar mee. Rangen zijn belangrijk De boot duikt, stuurt naar bakboord en beweegt ondertussen mee met de deiPAGINA 5
Gefilmde boten Op het witte doek is het leven in een onderzeeboot altijd spannend, vol actie en stoer. Neem nu de blockbuster Crimson Tide. Aan boord van de USS Alabama vliegen de commandant en de Oudste Officier elkaar in de haren over de lancering van nucleaire raketten. De uitkomst van hun ruzie bepaalt het lot van de hele wereld. In de klassieker The Hunt for the Red October ligt het tempo iets lager. Sean Connery speelt de eigenzinnige Russische commandant Marko Ramius. Hij vaart zijn eigen koers. Leidt die tot een nucleaire aanval op Amerika? ning. Het had een vliegtuig kunnen zijn, maar de turbulentie ontbreekt. Raampjes zijn er niet. Er is geen enkele visuele referentie met de buitenwereld. Alleen de meters aan de wand vertellen hoe we varen. Koers 270 (west), snelheid 15 knopen (27 kilometer per uur). En we blijken al veertig meter onder water! Slik. Daar zit je dan, met z’n zestigen op elkaar gepakt in een ijzeren pijp. Leefruimte: minimaal. Privacy: bestaat niet. Matrozen slapen in stapelbedden van vier hoog. Of in de beruchte ‘torpedobedjes’: kokers tussen de voorraad torpedo’s. Officieren en onderofficieren delen een verblijf met
Vrouwen aan boord
V
Voorin de onderzeeër slaapt de bemanning tussen de torpedo’s.
Dan zijn er nog de matige actie films U-571 en K19: The Widowmaker. Leuk voor de effecten en sfeerbeelden. Maar voor het verhaal geen aanraders. De mannen van de onderzeedienst herkennen zich in geen van deze films. Volgens hen komt er maar één in de buurt van het echte onderzeese leven. Daarin zijn de diensten lang en is het leven zwaar. Eten is elke dag een hoogtepunt. En de mannen zijn op elkaar aangewezen. Van de kijker wordt hetzelfde doorzettingsvermogen gevraagd. Want de directors cut van Das Boot is 3,5 uur aan filmische hoogte-, maar zeker ook dieptepunten twee of vier. De commandant heeft, uiter -aard, zijn eigen hut. In de omgang worden de rangen gerespecteerd. Maar dan wel op z’n Nederlands, geeft commandant Chris Kruisbrink toe: ‘Onze bemanningen praten terug. In Singapore, Israël of Brazilië laten ze dat wel uit hun hoofd. Want daar telt alleen de hiërarchie. In een Nederlands team is de assertiviteit veel hoger. Als je dat goed weet in te richten, stijgt daarmee ook het collectief bewustzijn van gevaar. Doe je dat niet goed, dan wordt het een ouwewijvenclub die alleen maar loopt te soebatten.’ Wachten op spanning
rouwen in onderzeeboten? Niet doen! Dat concludeerden de Werkgroep Gender Onderzeeboten van de marine en de Erasmus Universiteit Rotterdam in 2006. PvdA-kamerlid Angelien Eijsink kwam een jaar eerder tot dezelfde conclusie, nadat ze 5 dagen had meegevaren. Het is niet onmogelijk om vrouwen mee te laten varen. Want de Duitsers,Noren en Canadezen doen het ook. Het is wel onwenselijk. Onderzoeksleider en organisatiepsycholoog Daan van Knippenberg: ‘Feitelijk ontbreekt privacy aan boord. De enige manier om vrouwen privacy te gunnen, is ze het officierenverblijf te geven. Daar is een eigen douche en toilet. In dat geval zou je vrouwen zomaar iets geven wat mannen alleen kunnen verdienen door te stijgen in rang. Maar dan doorkruis je de formele en informele hiërarchie en dat leidt tot grote spanningen aan boord.’ Naast de praktische bezwaren, speelt ook de ‘negatieve attitude van mannen over varen met vrouwen’ een rol. De mannen van de onderzeedienst varen niet graag met mensen die ‘anders’ zijn. Vooral in extreme situaties als oorlog zouden die de effectiviteit van de bemanning ernstig kunnen verstoren.
In het matrozenverblijf schuiven de jongens aan voor een stevige maaltijd. Onderling wordt flink waarop het spannend wordt. De missies, de gevechtsoefeningen.’Dat zijn ook precies de situaties waarin een bijzondere dynamiek ontstaat, zegt Daan van Knippenberg. Hij is organisatiepsycholoog, verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘De bemanning heeft op zo’n moment een groot zelfcorrigerend vermogen. Niemand doet zijn best om feedback mooi te verpakken. Het is recht voor z’n raap. Zeggen waar het op staat. En de ontvanger van een boodschap stribbelt PAGINA 6
Het licht in de commandopost volgt precies het dagen nachtritme buiten ook niet tegen. Dat je iets moet leren, is prima bij de onderzeedienst. Maar eigenwijsheid wordt absoluut niet getolereerd.’ Joy geven In de commandopost neemt de spanning toe. ‘Stijgen naar periscoopdiepte’, beveelt de commandant. Als de boot zich op bijna achttien meter onder zee bevindt, komt de aanvalsperiscoop uit de bodem tevoorschijn. Kruisbrink zit gehurkt. Hij beweegt met de kijker mee omhoog en draait hem in het rond. ‘Vijf, tien, vijftien.’ Een matroos houdt de tijd bij. Als de periscoop te lang boven water is, zou een vijandelijke radar hem kunnen oppikken. ‘Twintig, vijfentwintig... Neer!’ De periscoop verdwijnt met een sis weer in de bodem van de boot. Kruisbrink maakt een aanvalsplan: ‘Twee warships. Vijftien knopen, geruisloze vaart en naderen’. Aan de stuurboordzijde (rechts) zitten twee jongens met een koptelefoon op het hoofd en een stopwatch in de hand. Ze luisteren naar schroefomwentelingen van vijandelijke
Drugspatrouilles De kans dat een Nederlandse onderzeeboot bij gevechtshandelingen betrokken raakt, is niet groot. De laatste keer dat een onderzeeboot een torpedo afvuurde, was tijdens de Falklandoorlog in de jaren 80. En de laatste keer dat een Nederlandse onderzeeër gevechtsklaar lag, was 13 jaar geleden bij Joegoslavië. Wat doen de onderzeeboten dan wel? Voornamelijk inlichtingentaken. Ze gaan als eerste een gebied in om kennis op te doen over de vijand. Missies kunnen variëren van drugspatrouilles in de Caraïben tot VN activiteiten in Libanon. Op de heenen terugweg van een missie wordt altijd getraind. En soms vaart een boot een stukje om voor een manifestatie of politieke bijeenkomst. Alleen om daar zijn gezicht te laten zien. ‘Vlagvertoon’ heet dat in defensietaal PAGINA 7
Voor de veiligheid is de boot opgebouwd uit verschillende, afzonderlijk afsluitbare compartimenten.
fregatten. Want daar kunnen ze uit opmaken hoeveel schroeven het schip heeft en hoe veel bladen elke schroef. En dus wat voor schip het is. Iets verderop zitten de jongens van de radarpost. Op periscoopdiepte maken zij een plaatje van de omgeving. En aan bakboord houden vier jongens de staat van het schip in de gaten. Hoe is het met de accu’s? Is de boot nog waterdicht? ‘We geven ze even wat joy’, zegt de commandant. Als alle pro-
GPS werkt niet onder water. Een kompas wel.
“Op voor en rondkijken”. cedures doorlopen zijn, simuleert de onderzeeboot het afvuren van twee torpedo’s. Het fregat krijgt een seintje dat ze er is geweest. Ineens vaart het van links naar rechts over de radar. Een tweegevecht volgt. En nog een aanval. De Dolfijn komt als winnaar uit de strijd.
wit. Het licht in de commandopost volgt het dag- en nachtritme buiten. Dat is vooral belangrijk voor degene die via de periscoop naar buiten kijkt. Zodat zijn ogen dan al zijn gewend aan de omstandigheden. Dat moet. Want als het binnen donker is maar buiten licht, zal zijn oog bij de eerste blik door de periscoop even worden verblind. Op de brug stuurt schipper Tinus Hoekstra (41) de Dolfijn terug naar de haven van Plymouth. Hij is de hoogste onderofficier en vaart al 25 jaar bij de onderzeedienst. Hij luisterde Russische schepen af in de Koude Oorlog en hielp bij de blokkade van Joegoslavië. Hij liep drie keer aan de grond en was getuige van vier branduitbraken aan boord. Nooit heeft hij getwijfeld aan de veiligheid van de onderzeeboot. Of aan de kwaliteit van de bemanning: ‘Ik ga ervanuit dat we altijd in staat zijn om problemen onder controle te krijgen. Het tegendeel is nog niet bewezen.’ Diepte isgeheim
25 jaar varen De rust keert in de commandopost terug. Van helemaal donker wordt het rood in de ruimte. Een uur later gaat het licht op
Boven water vaart de onderzeeboot op een dieselmoter.
Periscoopdiepte? Dan doe je een GPS -meting. PAGINA 8
male duikdiepte van de Nederlandse onderzeeërs? Zeker enkele honderden meters. Hoe diep precies, wil de marine niet prijsgeven. Zelfs aan boord weet alleen de commandant hoe diep zijn schip veilig kan duiken. Komt het schip onder deze grens, dan wordt de romp samengedrukt en implodeert het schip. Van de Russische onderzeeboot Komsomolets is bekend dat zijn diepterecord op 1000 meter lag. De onderzoeksboot Trieste van Jacques Piccard bereikte in 1960 een recorddiepte van 10.916 meter op de bodem van de Marianentrog. Dit 2500 kilometer lange zeebodemdal bevindt zich in de buurt van de Fillipijnen en is het diepste punt van de aarde.
Radar werkt alleen als je op periscoopdiepte vaart. Onder water ‘kijk’ je met sonar. Om onder water te duiken moet een onderzeeboot zwaarder worden. Hoe je dat doet? Door de tanks vol te laten lopen met water. Om weer aan de oppervlakte te komen, wordt onder hoge druk lucht in en water uit de tanks geperst. De maxi-
WaSub Onderzeeboten kun je aandrijven met kernenergie, dieselmotoren, elektromotoren of... Met menskracht. Een team studenten van de TU Delft bouwde in 2005 een eenpersoons ‘traponderzeeër’. Die voer met een snelheid van 12,14 kilometer per uur een wereldrecord op de 100 meter. In 2006 verging het de studenten minder goed. WaSub II crashte tegen de wand van het wedstrijdzwembad en ging verloren. Deze zomerstaat revanche op het programma met WaSub III tijdens de 10de International Submarine Races in de VS.
Artikel uit “Quest Braintainment febr. 2009” beschikbaar gesteld door: Sander Koenen
http://www.sanderkoenen.nl
PAGINA 9
Eten is een dagelijks hoogtepunt als je verder alleen kunt werken, studeren en slapen.
OPROEP VOOR DEELNAME AAN 'INTERNATIONAL SUBMARINERS CONVENTIONS’
7-12 september 2009 San Diego, Californie 23 - 27 mei 2010 Haifa (Israel) Mei 2011 Turkije Dit samenwerkingsverband van nationale Onderzeedienst (reünisten-)verenigingen houdt sinds 1962 bijeenkomsten in een van de landen van de aangesloten verenigingen. Aan deze bijeenkomsten kunnen OZDmensen - zowel actief als reünist - en andere betrokkenen (waaronder natuurlijk partners), deelnemen. De eerste bijeenkomst vond plaats in Parijs op initiatief van een Franse en een Duitse oud-onderzeeboot commandant. Doelstelling was verbroedering te bewerkstelligen tussen (ex-)OZD-personeel van landen die elkaar in WO II hadden bevochten. Deelnemers kwamen uit Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en de VSA. In 1966 is als uitgangspunt van de International Community of Submariners Associations gesteld: "We don't want to create an international umbrella organization. Reasons: we don't want to separate submariner organizations of one nation into a national and an international branche. We want that our meetings are characterized by friendship and not by organizational duties". (Zie: http://www.submariners.org ) De Amerikanen noemen deze community echter de 'International Submariners Association (ISA)', waarvan zij, als 'ISA-USA', lid zijn. (Zie: http://www.isausa.org/ ). Statutaire doelstelling van ISA-USA is: 'To perpetuate the memory of those who have lost their lives in submarines and to further promote and keep alive the spirit
and unity that exists among all submarine crewmen, to foster friendship and goodwill internationally, remembering always our belief in the freedom of thoughts, words and deeds. Every member shall remain loyal to his country at all times' (Zie: http:// isausa.org/pdf/ISA-USA_constitution.pdf ). Bij de ISA zijn 32 (!) leden aangesloten. Sinds 1962 zijn er bijeenkomsten georganiseerd in Frankrijk (12), Duitsland (10), Italië (8), Oostenrijk (5), Engeland (4), Rusland (2), Oekraïne (1), Argentinië (1) en Polen (1). In 1968 en 1996 vonden er, om politieke redenen, geen bijeenkomsten plaats. In 2010 wordt de samenkomst (van 23 - 27 mei) georganiseerd in Haifa (Israël); in 2011 neemt Turkije de organisatie op zich (Istanboel). Over het congres in 2008 in Gdynia (Polen) is een verslag gepubliceerd in KVO van juni 2008 (zie http:// www.klaarvooronderwater.nl/kvo/Kvo104.pdf ) Het zou goed zijn als ook van Nederlandse zijde wordt deelgenomen aan de jaarlijkse ISA-congressen. Voor informatie over het congres in San Diego zie: http://www.isa-usa-2009.com (voorlopige deelnemerslijst te vinden onder registration) Jan Willem van Waning
Deelnemers aan Congres in 2008 in Gdynia (Polen)
PAGINA 10
+
Cruise naar Exotische oorden ( W alrus 1962 ) Boze tongen beweren dat deze reiservaring bezijden de waarheid zou zijn. Echter, ik als opvarende weet wel beter. April 1962 keerden we met ons jacht terug van een cruise naar de Middellandse zee alwaar we ons prima hadden vermaakt. De Ned. regering bood ons ter compensatie een cruise aan, naar het verre oosten. Zonder partner maar met behoud van salaris en een riante toelage om het voor ons aantrekkelijk te maken in het dure buitenland. De kapitein kreeg de handen op elkaar toen hij e. e.a. bekendmaakte en vroeg of we dit wel allemaal wilde meemaken. Unaniem “ja, natuurlijk!!!” Omdat het een tropische verassing was, werd nog veel geheim gehouden. Hoewel Curaçao , Tahiti , Fiji Eilanden en Ned. Nieuw-Guinea vast stonden. Intussen mochten we wel een leuke tropengarderobe uitzoeken, zoals ‘n goed Nederlandse vakantieganger betaamd, namen we ook zoveel mogelijk eten, drinken en andere spullen mee. Bezuiden de Kreeftskeerkringen werd onze cruise pas echt leuk , in warmere streken konden we genieten van zon en zee. En af en toe werd er, door het gehele schip, een frisse duik genomen. Onze eerste haven Willemstad op Curaçao was prima gepland. We moesten toch nodig even benen strekken, de tropische sfeer opsnuiven en natuurlijk acclimatiseren. Na enkele dagen vertrokken we naar de volgende bezienswaardigheid het Panamakanaal (voor ondergetekende niets nieuws in 1957 met hetzelfde jacht al gedaan). Het moest niet saai worden. Tahiti werd ook al niet aangedaan omdat daar teveel mooie meisjes bijna bloot rondliepen. Het zou de gemoedsrust van PAGINA 11
de opvarenden niet ten goede komen. Toch zou het nog spannend worden. Suva op de Fiji Eilanden was een welkome afwisseling, na een kalme oversteek van de Stille Oceaan, een te gekke bestemming. Intussen hadden we genoten van zee en zon, deden spelletjes zoals Neptunesje op de evenaar en af en toe dolfijntje. Zoals overal ter wereld waren bij aankomst in Suva ook Nederlanders om ons uit te nodigen voor een bezoek bij hun thuis. Heineken’s moest dan wel mee, dus gezellig. Biertje rechts , hapje links. Aan je voeten een ukule’le spelende jonge dame ,het was helemaal te gek. Ons bezoek kon niet meer stuk. We logeerden in het centrum, in een van de mooiste hotels. Jammer voor een paar hobbyisten, ze wisten niet wat ze misten. Zij, bleven liever aan boord om van die relatiegeschenken te maken, in de vorm van plofsigaren. Die zouden dan worden aangeboden aan Indonesische jachten als die ons toevallig wilden bezoeken. Na vertrek uit Suva waren er soms verrassingen in de vorm van een kort bezoekje aan een tropisch eilandje. Inboorlingen brachten met kleine prauwtjes vruchten etc. aan boord zodat we de nodige mitavientjes binnen kregen. Later toen we op Ned. Nw. Guinea, Hollandia aandeden, hadden we geluk, meteen werden we uitgenodigd voor een leuke excursie. Tijdens excursies mochten we gratis de hele dag van de sauna genieten en maakten we ruim gebruik van onze nieuwe waterbedden. Dat laatste zelfs 2 keer per etmaal. Diegene die dan wakker waren moesten wel muisstil zijn, dit om de slaapenden niet te storen. Zij, mochten zich intussen wel vermaken in de technische ruimtes en het stuurhuis.
In het kader van de “Surprise reis” vond onze reisleiding het spannend om ons niet te vertellen, waar we de wekenlange excursies ons heen voerden. Door 2 stoere stewards werden de ingangen van het reisbureau afgeschermd. De zeekaarten etc. kwamen dan ter tafel en onze excursie uitgebreid besproken door de gidsen. Het werd dus echt een puzzeltocht voor de excursiedeelnemers. Onze reisleiding had echter verzuimd de z.g.n. Zeemansgidsen etc. uit het stuurhuis te verwijderen. Aangezien het kattebelletje waarop onze zonsondergangpositie stond, in de vuilnisbak van het stuurhuis werd gedeponeerd, was het voor de simpele puzzelaar met oog voor details, gemakkelijk om in het kaartje achter in de zeemansgids onze plaats te bepalen. Boeroe, Ceram en meer van die prachtige eilanden in de Gordel van Smaragd die we bezochten. Aan land gaan of zelfs maar een blik werpen was niet toegestaan. Laat staan foto s maken. Dat was wel jammer. Na een van deze fantastische excursies kwamen bij het eiland Biak ten anker. Aan de steiger lag een Ned. passagierschip “De Keerkring”. Toen we ’s avonds met een sloep dit schip bezochten, vonden we aan dek pakketten met overheerlijke delicatessen. Denk je “Verrassing, leuk, neem wat mee om cadeau te doen aan het hoofd culinaire dienst, dat zal de heer Schraalhans zeker op prijs stellen”. Vonden die toeristen van de Keerkring het niet goed. Ze beschouwden deze weldoeners zelfs als dieven. Nota bene, daags erna kwamen ze bij ons aan boord om de eerlijke vinders aan te wijzen. Dat lukte dus niet, op de nu onbesnorde, eerlijke gezichten stond niets af te lezen. Manokwari was ook zo ‘n tropisch para-
Biak kamp Sorido dijsje waar we enige tijd verbleven in luxe drijvende hotels. Er waren wat leuke diertjes met kraaloogjes aan boord. Ze waren vooral ’s nachts actief om over ons te waken. Ook pasten ze op het brood dat in een soort grote wasmand werd bewaard en in de lounge stond. Overdag werden we met een plezierbootje opgehaald om naar de de witte stranden van Pasir Puti te gaan en heerlijk te zwemmen en te zonnen. O,ja we kregen ook een leuk snel motorbootje ter beschikking. Maar een of andere kunstenaar maakte van de schroef een mooie tulp dus het waterskien kon jammer genoeg niet doorgaan. Ja, U begrijpt het al, er kwam een einde aan dit luxe leventje, het moest er eens van komen. De riante premie die Ned. Overheid ons toekende moest in Nederland worden besteed. Na al dat plezier, werd met de grootst mogelijke tegenzin de thuisreis aanvaard. Gelukkig leefde de reisleiding erg met ons mee en zocht nog een paar fantastische bestemmingen uit. Palmenstranden van Honolulu en de toeristische gezellige badplaats Manzanilo in Mexico (ook hier logeerden we in een 5* hotel), zorgden ervoor dat de sfeer onder de opvarenden, van ons luxe jacht prima bleef. Het exclusieve Curaçao deden we weer aan om af te kicken. Hierna staken we met gemengde gevoelens de Atlantische Oceaan over om thuis in Nederland te vertellen, hoe moeilijk we het hadden. Chrit Souren PAGINA 12
Door Robert Giebels Vol bewondering keken de matrozen naar hun jonge kapitein. Hij was razendsnel aan het rekenen. De 25-jarige Jimmy Saunders had een besluit genomen, die 9de februari 1945. De commandant van de onderzeeër HMS Venturer ging proberen de drie uur zigzaggende duikboot van de Duitse vijand voor hem tot zinken brengen. Nooit eerder in de krijgsgeschiedenis en nooit meer daarna was er onder water slag geleverd tussen onderzeeërs. De bijna 90 meter lange U-boot was op een missie - ‘Streng Geheim’ stond op de lading. Maar in Londen wisten de Britse codekrakers precies wat de U-864 van plan was en de Venturer kreeg opdracht de Duitse duikboot ten koste van alles te stoppen. Een lawaaiige defecte dieselmotor verraadde voor de Britten de positie van de U-864, voor de Noorse kust bij Bergen. Elke 17,5 seconde gaan we een torpedo lanceren, zei Saunders. Hij had een patroon in het zigzaggen van de U-864 ontdekt. Tijdens het vuren verlegde de Venturer zijn koers iets en de torpedo’s schoten naar in hoogte en breedte verschillende punten. ‘Wij hadden allemaal een blind vertrouwen in deze kapitein’, zei torpedoman Harry Plummer in een BBCPAGINA 13
documentaire over de unieke zeeslag. ‘Duiken, duiken!’, heeft kapitein RalfReimar Wolfram vermoedelijk geschreeuwd. ‘Duiken, zo snel als je kunt!’ Met dat commando bracht de onervaren 32-jarige Wolfram zijn U-864 met 73 man aan boord recht in het pad van de laatste torpedo. Een voltreffer. Kort juichten de 37 mannen in de Venturer. Toen beseften ze dat ze tientallen submariners hadden gedood, collega’s eigenlijk. ‘Poor bastards’, zeiden ze en namen hun petten af voor een minuut stilte. De arme drommels van nu zijn de Noren. De U-864 ligt in twee stukken 150 meter diep voor de Noorse kust bij het eiland Fedje. In 2003 vond een visser een motoronderdeel met een hakenkruis erop in zijn net. Na vijf jaar zoeken was het wrak van de U-864 gevonden. De stand van het vastgeroeste roer liet er geen twijfel over bestaan: deze onderzeeër heeft in nood de koers strak naar beneden gezet. Sinds de vondst mag bij Fedje niet meer worden gevist, want de Noren ervaren nu wat de Britten wisten voordat ze de U864 tot zinken brachten: de duikboot had 65 ton kwikzilver aan boord, in bijna tweeduizend flacons. Twee jaar geleden haalden wetenschappers een zo’n 5 millimeter dikke, ijzeren fles naar boven. De flacon was bijna
‘door’; het zal niet lang duren of het kwik gaat in grote hoeveelheden lekken. ‘Een milieutijdbom’, zegt Kurt Oddekalv van de Groene Strijders milieuorganisatie. De 51-jarige oud-marinier is in Noorwegen de meest geprofileerde milieuactivist. Niemand in Noorwegen betwist Oddekalvs pleidooi dat er zo snel mogelijk wat moet worden gedaan aan de kwikzilveren dreiging in de wrakstukken van de U-864. En niet alleen uit milieu- en volksgezondheidoverwegingen. ‘Zalmexport is groot hier. Als ze in Azië denken dat er kwik zit in Noorse zalm, stort dat deel van onze economie in.’ Wat Noorwegen splijt, is op welke manier de dodelijke lading van de U-864 onschadelijk moet worden gemaakt. Er zijn evenveel kampen als methoden: twee. De eerste methode is de goedkoopste en kost ongeveer 10 miljoen euro. Een vierkant van 200 bij 200 meter rondom het wrak wordt bedekt met een tapijt van zand en een twaalf meter hoge laag stenen. Dan kan het kwik geen kant meer op. Hoewel het niet zeker is of het door de zeebodem onder het vloerkleed door kan. De regering is officieel unaniem voorstander van dit tapijt, maar zou feitelijk verdeeld zijn in een milieukamp en een kostenkamp. De laatste groep heeft door de kredietcrisis de wind in de zeilen. Dit jaar nog hakt het parlement de knoop door. Politici moeten rekening houden met aanstaande parlementsverkiezingen en weten dat de electoraal meest interessante kustregio’s van Bergen en Stavanger tegen bedekken zijn. Zij worden aangevoerd door Oddekalv, die fel campagne voert voor de tweede methode: het wrak van de U-864 omhoog halen en de zeebodem schoon zuigen. ‘Iets anders accepteert Noorwegen
Voor de Noorse kust ligt een tijd bom: het wrak van een Duitse onderzeeër. Noorwegen twijfelt: de restanten begraven of uit het zeewater halen. niet’, zegt Oddekalv. Kiest het parlement hiervoor, dan krijgt het Nederlandse Mammoet Salvage de opdracht (zie kader). Vorige week tekende het jonge bedrijf het contract. ‘Liften is de enige manier om er .helemaal zeker van te zijn dat het milieu nooit meer geschaad kan worden’, zegt Oddekalv. Hij gelooft dat er nog andere schadelijke stoffen in het wrak kunnen zitten. Veel Duitse duikboten gebruikten smeermiddelen en olie met ruime hoeveelheden pcb’s, een zeer kankerverwekkend, moeilijk afbreekbaar gif. ‘Bedekking is uitstel van executie, want de U-864 kan nog steeds exploderen. Heb je een fraaie clusterbom van kwik en misschien pcb’s gemaakt.’ Als de Noren het wrak met een dikke laag stenen bedekken, leggen ze ook een deken over de geschiedenis. Want de U864 was meer dan een nummer, het was PAGINA 14
De berging van de U-864, zoals bergingsbedrijf Mammoet Salvage die in een animatie laat zien. Door een grijper met lucht-kussens worden de delen omhoog getakeld, vervolgens in een bak gelegd en via een drijvend dok op de kant gereden. Hitlers laatste hoop de oorlog in Europa te winnen. Wat nu een metalen doodskist is op de zeebodem voor de Noorse kust, vervoerde een geheimzinnige lading van mensen, spullen en plannen. De normale bemanning was vijftig man, deze missie kwamen er achttien Duitse en twee Japanse topwetenschappers en -ingenieurs bij. Ze hadden voorzichtig houten kisten ingeladen met Messerschmittstraalmotoren, V2-onderdelen en blauwdrukken van geavanceerde straaljagers, raketten, radarsystemen en duikboten. Het kwik was vermoedelijk bedoeld om de productie van explosieven flink op te voeren. De U-864 was op weg naar Japan. Hitler, die op alle mogelijke manieren de oorlog aan het verliezen was, had Operatie Caesar bedacht. Hij wilde Japan met technologie helpende oorlog tegen de Verenigde Staten in de Pacific te winnen. Op zijn minst, dacht Hitler, kan ik de Japanners helpen de Amerikanen flink bezig te houden. In het radeloze brein van de Führer zou in Europa de druk van de VS op Duitsland afnemen, waardoor hij de oorlog zou winnen en zijn Duizendjarige Rijk zou redden. Operatie Caesar was eigenlijk operatie U -864 en die mislukte totaal. De Britten luisterden al jaren mee met al het topgeheime berichtenverkeer van de Duitsers. Ze wisten wat er in elke kist zat aan boord van de U-864, waar die heen ging en ze wisten zelfs de namen van alle PAGINA 15
meevarende wetenschappers. Zoals Tadao Yamato en Toshio Nakai, in 1945 ‘s wereld belangrijkste aerodynamicaexperts. Zij zouden hun vaderland nooit bereiken. De fatale torpedo van de Britse onderzeeër Venturer blies het midden weg van de U-864. De Duitse duikboot dwarrelde in twee stukken van elk veertig meter naar de Noorse zeebodem, 150 meter diep. Het wrak en vooral de inhoud ervan moeten nu snel weg, want er lekt steeds meer kwik uit. De complete mondiale bergingselite dong naar de ‘U-864 lift’, waaronder liefst drie Nederlandse bergers. ‘Wij staan van oudsher bekend als goede bergers’, zegt directeur Fokko Ringersma van winnaar Mammoet Salvage. ‘Want Nederlanders zijn veel meer dan anderen bereid grote financiële risico’s te lopen als we nieuwe, maar risicovolle technieken gaan toepassen.’ De Noren vonden het plan van Mammoet het creatiefst en milieuveiligst. Bij een normale berging zouden kabels onder het wrak getrokken worden, om het daarna te lichten - het nautische equivalent voor takelen. Maar die kabels zouden de met kwik verontreinigde zeebodem omwoelen. Daarom tilt een reuzenhand, aan de binnenkant bekleed met enorme airbags, elk wrakstuk op en legt het behoedzaam in een bak naast het wrak op de zeebodem. Die bak moet alle schadelijke stoffen opvangen die uit het wrak kunnen komen. Bovendien blijven daardoor de torpedo’s nat. De techniek heeft Mammoet van zichzelf afgekeken. In 2001 plukte het bedrijf samen met Smit - nu een concurrent - de onderzeeër Koersk onder helse omstandigheden, maar op een vergelijkbare manier, van de bodem van de Barentsz zee. Het achterstuk van de U-864 staat schuin in de zeebodem. Het voorstuk ligt daar plat vlakbij. Maar het 10 meter lange
middenstuk, met de brug, is zoek. ‘Ik denk dat het middenstuk compleet is weggeblazen’, zegt Ringersma. ‘Maar het kan zijn dat het onder het achterstuk ligt. Dat weten we zodra we dat optillen.’ De lekbak met een stuk wrak wordt op een zelfvarend drijvend dok geschoven en dat schip vaart ermee naar de dichtstbijzijnde haven van Hanøytangen. Daar halen de karakteristieke, rode Mammoettrailers, de lange rijen wielen waarmee complete huizen en booreilanden worden vervoerd, het U-864-deel met bak en al van het drijvende dok. Eenmaal aan de vaste wal worden de stoffelijke resten van de 73 opvarenden geborgen. Ook moeten alle 24 torpedo’s snel worden verwijderd. Daarna duurt het nog een jaar voordat alle schadelijke stoffen zijn verwijderd. Noorwegen betaalt 94 miljoen euro voor de klus. Het uit het water tillen van het wrak kost 30 miljoen en de rest van het geld gaat op aan het afvoeren van alles wat schadelijk is: 60 ton kwikzilver, de torpedo’s en de gevaarlijke oliën die onderzeeërs vroeger gebruikten. Robert Giebels Volkskrant 2 dec 2008
Algemene ledenvergadering & Reünie 2010 De eerstvolgende ALV & Reünie zal gehouden worden in het Evenementen Centrum Amsterdam (ECA) (Marine kazerne Amsterdam) op
woensdag 21 april 2010
PAGINA 16
O-1
Cap’s
D
e medewerkers van de Traditiekamer willen u het volgende voorleggen. Al geruime tijd bestond het idee om voor het onderzeedienst personeel, reünisten en belangstellenden cap’s te laten vervaardigen. Ook tijdens de reünie van j.l. was er bij navraag een ruime interesse voor dit idee. Daar de huidige Onderzeedienst geen belangstelling en de vereniging geen middelen en mankracht heeft, hebben wij, (medewerkers traditiekamer) in overleg besloten dit ter hand te nemen. Het is dus de bedoeling om bij voldoende belangstelling, cap’s te ontwerpen voor alle boten vanaf WOII. Deze cap’s kunnen worden ontworpen met naam, penantnummer, wapenschild, met of zonder flipper, een normale opdruk of een geborduurde, de mogelijkheden zijn legio. Wat de kosten zullen zijn weten we nog niet, maar het zal wel meevallen. Een unieke kans dus. First things first. We willen dus eerst weten wie belangstelling heeft. Dit kunt u aangeven door mij zo spoedig mogelijk een E-mail of brief te sturen met de volgende gegevens: Naam, voornaam. Adres en postcode. Telefoonnummer. E-mail. Naam boot of penantnummer. Evt. hoofdmaat (small, medium, Large). Evt. uw voorkeur voor het ontwerp. Deze gegevens kunt u sturen naar: Kragten, J.J. Leeuwerikstraat 39 1781 ZL Den Helder E-mail
[email protected] Wij houden u middels de KVO van de vordering op de hoogte. (D.B.F.).Diesel Boot Forever PAGINA 17
D
e redactie heeft een foto gevonden met de toren van de O-1, op ‘n vlonder in een klein basin met daarvoor een gedenkplaat met de namen van de bemanningsleden. Wij vermoeden dat dit de locatie op de oude Mijnendienst geweest is. Het bijschrift, bij de foto, gaf aan dat het een locatie op Willemsoord was. Wij twijfelen hieraan. Wie kan ons vertellen wat de juiste locatie op deze foto is. We zien U reactie gaarne tegemoet. Redactie KVO
Dolfijn 10 jaar geleden Over de deelname van Hr.Ms. “Dolfijn” aan de bescherming van de NAVO-schepen in de Adriatische Zee tegen aanvallen door Joegoslavische onderzeeboten is in vele kranten en tijdschriften in binnen en buitenland geschreven. Ook Jane’s Defense Weekly schreef in het nummer van 28 juli 1999 over de operatie van de Dolfijn. De bijdrage van de Noord-Hollandse dagbladen opgetekend te Malaga door verslaggever Ronald de Boer willen we u niet onthouden. Jagende spion is ook blij zonder buit De spion is uitgejaagd en blij dat hij geen buit heeft gemaakt. Na twee patrouilles van in totaal zo’n zes weken voor de kust van Joegoslavië duikt de onderzeeboot Dolfijn weer op in het Zuid-Spaanse Malaga. Het was een missie met meer dan ooit het gevaar voor escalatie. Voor het eerst in tientallen jaren had een Nederlandse marinecommandant een glasheldere geweldsinstructie: elke Joegoslavische onderzeeboot die zee koos, moest zonder pardon worden vernietigd. Als een zwarte sigaar ligt de Dolfijn in een hoek van de Spaanse haven. De meesten van de 53 bemanningsleden liggen bij hotelzwembaden of op het strand in de zon te bakken. Alle spanning is weggeëbd, morgen vertrekt de boot naar Den Helder, waar ze 10 juli aankomt. In de commandocentrale, diep in de buik van de Dolfijn, vertelt luitenant ter zee Gert Jan Siepel hoe die spanning er aan boord ontegenzeglijk is geweest. Of liever gezegd, hij vertelt er weinig van. Zijn gezichtsuitdrukking spreekt boekdelen. “We hebben wel een paar keer dreigende situaties gehad.” Waaruit bestonden die dan? Glimlach. “Dat mag ik dus niet zeggen.” Ook het patrouillegebied blijft geheim. “We zaten”, zegt commandant Henk Jan Kuin, “dicht onder de kust. Hoe dicht? Dat moet u zelf invullen.” De Dolfijn had opdracht de NAVOschepen in de Adriatische Zee te beschermen tegen aanvallen door Joegoslavische onderzeeboten. Kuin: “Het beste wapen tegen een onderzeeboot is een andere onderzeeboot.” Daarbij is het de kunst van de vijand
te horen, voordat hij jou hoort. Met uiterst gevoelige apparatuur zochten de sonarspecialisten kilometers zee af op verdacht geruis. Onder meer maakte de Dolfijn gebruik van de zogeheten towed array, een ‘tuinslang’ boordevol microfoons die zo’n 400 meter achter de onderzeeboot wordt gesleept. Daarnaast werd het radioverkeer bij de belangrijkste havens in Montenegro afgeluisterd. Om de NAVO-vloot tijdig te kunnen waarschuwen tegen mogelijke raketaanvallen vanaf kustbatterijen tastte de onderzeeboot radarfrequenties af naar signalen die duidden op gereedgemaakte lanceerinrichtingen. Op scherp. Kuin: “Al die tijd voeren we op periscoopdiepte, met de luiken van de vier lanceerbuizen geopend en de wapens op scherp, zodat we bij een naderende onderzeeboot onmiddellijk onze torpedo’s konden afvuren.” Een kwestie van hij of zij, maakt Kuin duidelijk. “Als je later pas de luiken opent, verraadt het lawaai je positie. Het gaat om kostbare minuten.” Kuin is een ervaren onderzeebootcommandant, die ook ten tijde van de oorlog in Bosnië voor de Joegoslavische kust patrouilleerde. Niet eerder gebeurde dat evenwel ‘langs het randje’ van een totale oorlog. “Daar bereid je je wel op voor, ja. Hoewel de bemanning zich prima heeft gehouden, spelen er toch allerlei scenario’s door je hoofd.” In tegenstelling tot de Golfoorlog, toen marinecommandanten niet mochten aanvallen zonder voorafgaande toestemming van minister van defensie Ter Beek, lag de beslissing nu geheel bij Kuin. De Joegoslavische marine hield zich koest. Siepel en zijn collega’s zijn blij toe. “Ik ben een onderzeebootman. In die andere boot zitten ook onderzeebootmannen. En net als zij weet ik wat een verschrikkelijk wapen we tegen elkaar in stelling zouden hebben gebracht.” NHD augustus 1999
PAGINA 18
Odina
De zeeslag om de olietanker Ondina WOII. Wie de naam Willem Horsman hoort, denkt hooguit aan de voormalige reddingsboot van Schier. Een zeeheld, kapitein en MWOer waar deze reddingsboot naar is vernoemd.
SCHIERMONNIKOOG - We hebben het vroeger allemaal op school geleerd. Zeeheld Jan van Speijk die in 1831 tijdens de Belgische opstand, geconfronteerd met een overmacht riep: “Dan Liever de lucht in!” Als het aan Willem Geluk uit Steenwijk ligt, leren de kinderen vanaf nu ook de kreet: “Natuurlijk, doorgaan!” Want dat riep zijn oom Willem Horsman toen medeopvarenden hem vroegen of het niet beter was op te geven. Hun schip de Ondina was door de Japanners zo gehavend dat er geen redden meer aan was. Maar Horsman vocht door. Het werd zijn dood. De Ondina was een tanker van de Bataafsche Petroleum Maatschappij, de voorloper van Shell. De boot was onderweg met een lading ruwe olie van het Arabisch schiereiland naar Australië toen het werd aangevallen door twee Japanse kruisers. De Britse mijnenjager die de Ondina moest beschermen maakte zich uit de voeten. Daarmee was het lot van de tanker bezegeld. De boot beschikte slechts over één stuk geschut. Maar kapitein Horsman voelde er niets voor om zich als mak schaap naar de slachtbank te laten leiden. Eén van PAGINA 19
de Japanse kruisers kreeg een voltreffer van de Ondina en zonk. En ook de andere Japanse kruiser werd door de Nederlanders geraakt. Maar zelf kreeg de Ondina ook diverse voltreffers. Eén daarvan blies kapitein Horsman van de brug. Na de dood van de kapitein gaven de overige bemanningsleden zich over aan de Japanners en verlieten de tanker die bezig was water te maken. De Japanners konden het echter niet verkroppen dat één van hun kruisers naar de kelder was gejaagd en vuurden op de reddingsboten. Vele opvarenden van Ondina lieten daarbij het leven. Nadat de Japanner uit het zicht waren verdwenen, keerde een klein aantal overlevenden terug naar de Ondina. Ze wisten zowel de lekkage als de brand onder controle te krijgen en loodsten het zwaar gehavende schip naar veilige haven. Eén van deze mannen was Boele Bakker uit Workum. Zijn dochter opent morgen 3 juli ’09 in het gemeentehuis van Schiermonnikoog een expositie die aan de vergeten zeeheld is gewijd. Schiermonnikoog is niet de eerste keus van initiatiefnemer oomzegger de heer Geluk. Hij benaderde in eerste instantie het Zeevaartmuseum in Rotterdam. Maar dat zag er niets in. Ook een poging om in Amsterdam - de plaats waar kapitein Horsman honderd jaar geleden werd geboren - de expositie van de grond te krijgen, mislukte. Uiteindelijk kwam de heer Geluk op Schiermonnikoog terecht. Daar leeft de naam van kapitein Willem Horsman voort in de reddingsboot die jarenlang dienst deed. Eilanders Clive Hellinga en Hildebrand Abma haalden de reddingsboot terug naar het eiland en steunen de heer
Geluk in zijn streven de heldendaad van zijn oom aan de vergetelheid te ontrukken. Tot diep in de jaren vijftig kenden veel Nederlanders het verhaal van de Ondina. Zo kreeg kapitein Horsman postuum de Militaire Willems - Orde. In Zwijndrecht werd een flat naar hem vernoemd, maar veel meer is er niet tot zijn nagedachtenis. Geen monument, geen standbeeld. Ook werd tot teleurstelling van de heer Geluk de suggestie om de slag om de Ondina op te nemen in het canon van de Nederlandse Zeevaart, afgewezen. Het wordt tijd dat het blazoen van kapitein Horsman wordt opgepoetst. Vier jaar geleden verscheen in Engeland een serie postzegels gewijd aan deze zeeslag. Daarop wordt het nota bene voorgesteld dat de Britse mijnenjager de Ondina redde. “En daar klopt dus helemaal niets van,” zegt de heer Geluk. “Die Engelsen gingen er als hazen van door.” Wat hem ook niet zint, is dat de beide commandanten van de Japanse kruisers na de oorlog in hun vaderland tot admiraal werden bevorderd. “Het waren ordinaire oorlogsmisdadigers die voor het schieten op reddingsboten met een bemanning die zich had overgegeven, vervolgd hadden moeten worden.” Leeuwarder Courant, dd. 2 juli ’09 Herbert van der Meulen
Ondina in volle zee - foto’s boven. Granaatinslag - foto midden Schilderij van zeeslag Ondina - foto onder PAGINA 20
DE DRANG
Marsdiep, texel en veerboot aar mate je ouder wordt heeft is het of ik een orkest hoor, de ene vogel het lichaam minder slaap nodig, probeert nog mooier te zingen dan de zegt men. En nu ik zelf over de ander en dat samen met de geur van denhelft ben merk ik dat het klopt, vooral in nenbomen en zeelucht maakt mij blij en het voorjaar of in de vroege zomer heb ik vrij van binnen. daar last van. Dan word ik vaak vroeg Even later sta ik boven op een duin en wakker meestal zo rond vier uur en dan daar zie ik hem, de reden van mijn onlig ik te luisteren naar het ontwaken van rust, mijn vriend en praatpaal in moeilijde vogels en vaak krijg ik er last van, last ke tijden. Die alle sores van het leven van ‘de drang’. altijd van mij aan hoort en immer gerusIk weet er zo snel geen ander woord voor tellend daar is. Ik loop naar hem toe, bemaar ik word dan onrustig zeker wanneer groet hem als een oude vriend en terwijl ik dan door mijn gordijnen gluur en zie ik naast hem loop bedenk ik mij dat ik dat het weer een mooie dag wordt. Ik een bevoorrecht mens ben. Duizenden zo ruik vaag de zilte lucht van de zee en niet tienduizenden mensen komen het duinen en het jaagt me mijn bed uit, ik gehele jaar hier naar deze plek aan het moet… Marsdiep, rijden er vaak honderden kiloZachtjes verlaat ik de slaapkamer om meters voor en ik… ik kan wanneer ik mijn partner niet te storen en trek de buiwil binnen een paar minuten zijn waar ik tendeur zachtjes achter mij dicht in mijn nu ben. Hier bij mijn vriend… de zee, achterhoofd wetende dat ze toch wel natuurlijk heeft hij zijn kuren en is hij weet waar ik naar toe ga en zich nu glimsoms ruw en onbarmhartig. Maar hij is er lachend omdraait. Ik pak de fiets en geef wel voor mij… altijd. Ik geef graag toe wederom toe aan mijn ‘drang’, iedereen aan die ‘drang’… ach er zijn wel ergere heeft wel een afwijking bedenk ik mij afwijkingen en genietend van de nieuwe dan en okay dit is dan de mijne. De tien dag vervolg ik mijn weg. minuten die ik onderweg ben geniet ik met volle teugen, het is heerlijk fris buiDick de Jong ten en de zon staat op het punt om zich te laten zien. Wanneer ik door de duinen rij
N
PAGINA 21
De Driekus Heij Trophy Golf, zon en wind , de drie ingrediënten die onderzeebootmannen nodig hebben om op een gezellige manier bij elkaar te komen. Op 15 Juli j.l. was het weer zover. Voor de 3e keer werd er gestreden om de fel begeerde Driekus Heij Trophy. Ruim 23 actief dienende en oude flipperdragers en 7 echtgenotes waren naar de mooie baan van de marine Golfclub gekomen om de strijd tegen de wind en zichzelf aan te gaan. Na een gezellige ontvangst met koffie en cake klonk om 12.00 uur het startschot. Net zo als bij de 2 voorgaande toernooien was de wind een belangrijke factor, maar dat is nu eenmaal bepalend voor het karakter van de Marine Golfbaan. De strijdlust was er niet minder door. Aan het eind van de middag was dat duidelijk te zien: rood verbrande hoofden en moe gestreden blik in de ogen. Het wel verdiende drankje, na afloop, deed echter wonderen en met een blije lach wachtte iedereen in spanning op de uitslag, die de moeite van het wachten dubbel waard was: vol verassingen!! Driekus Heij zelf kon de beker meenemen naar huis, maar met slechts 1 punt verschil op de verassende nummer 2: Bob Wierenga. Nummer 3 werd Henk Jan Kuin. Ook dit jaar dus weer groot succes voor de post-atieven. Hierdoor moeten de jonge flipperdragers toch wel op scherp worden gezet. De “longest drive” was dit keer voor Gideon van Beek en de “neary” was voor Teun Flameling. Ook bij de dames was er een verassende uitslag te noteren. Hier werd Aline Flameling de trotse winnares van de Anna Marie Heij Beker. Op de voet gevolgd door Pieterdien van Leeuwen. Anna Marie Heij kwam keurig op de 3e plaats. Tot ieders verassing, ook voor haar zelf, sloeg Henny Segaar de ‘longest drive” bij de dames. Al met al een zeer geslaagde dag, die volgend jaar zeker weer word georganiseerd. Alle flipperdragende golfspelers opgelet: 14 juli 2010 wordt er weer gespeeld om de Driekus Heij Trophy. Noteer het vast in de agenda. De post-actieven moeten gewoon Driekus Heij bellen. Tenslotte wil ik nog graag Wouter Smit hartelijk bedanken, die deze dag had georganiseerd. TOT VOLGEND JAAR!!!!
PAGINA 22
ONDERZEEDIENST 1e Penningmeester W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265
[email protected]
B EZOEK
REÜNISTENVERENIGING Redactie - Vormgeving W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Den Helder 0223-642668
[email protected]
ONZE WEBSITE
WWW. KLAARVOORONDERWATER. NL