ONDERZEEDIENST REÜNISTENVERENIGING
KLAAR VOOR ONDERWATER
NUMMER 113 JAARGANG 33 SEPTEMBER 2010
Dagje uit
Het is de redactie weer gelukt om deze KVO weer vol te krijgen. Op deze plek moest nog een kort stukje tekst staan, vandaar dat ik er een column van gemaakt heb. Is Uw vakantie ook zo goed verlopen als vorig jaar? Dit jaar kwam ik in de bezochte sprookjesbossen en andere uit de grond gestampte dierenparkjes een hoop mede opa‟s en oma‟s tegen die hun best deden een mooie relatie met hun kleinkinderen te houden. Wat moesten al die oudere mensen doen zonder hun klein/achterkleinkinderen. De ouderen bus was leeg en de gratis Boot/Bus koopreisjes waren allemaal volgeboekt. Als je dan toch ‟n dagje weg wil en dat met de NS wil doen kan je van de navolgende mogelijkheden gebruik maken:
Enkele reis, Dagretour, Dagkaart, Railrunner, NS SamenUitkorting, NS zomertoer, of Lowlands retour via een e-ticket kopen. Het is wel een beetje veel van het goede. O, ja let op dat de treinaanbiedingen uit het Spoordeelboekje niet geldig zijn in combinatie met de Albert Heijn Dagkaart. Voor hen die met de Fyra reizen moet rekening gehouden worden met een toeslag die niet als eticket te koop is maar wel bij de NS kaartautomaat aan de balie of via NSHispeed.nl. Waar is de tijd gebleven dat er een dagretour, enkele reis en een week/ abonnement te koop was. Gelukkig stond de auto voor de deur en waren we met onze TomTom snel op onze bestemming. Het parkeerterrein stond er vol met auto‟s en bussen. Weinig hadden een e-ticket maar velen ‘n parkeerticket.
In Memoriam Met leedwezen geeft het bestuur kennis van het overlijden van onze leden; 6 juni 2010
W. Verbaan
88 jaar
Scheveningen
Wij zullen hem in eerbiedige herinnering blijven gedenken Dagje uit Als je mensen leert schieten , moet je ze ook ….. Reunie 2011, 105 jaar Nederlandse Onderzeeboten De zwarte parel 20 jaar in dienst Internationale conferentie onderzeeboten Onderwater opleiden Het „verraad‟ van Hr.Ms. Combia1) Hulp Cap‟s War Time Ondina De Driekus Heij Trophy
PAGINA 1
1 3 9 9 9 9 11 19 20 21 22
Foto voorzijde– De Nederlandse onderzeeboten Hare Majesteit Zeeleeuw, Dolfijn en Walrus zijn vrijdag 2 juli 2010 elkaar tegengekomen op de rede van Den Helder. Sinds het voorjaar van 2009 vaart de marine weer met 3 onderzeeboten en deze ontmoeting op zee was een unieke gelegenheid om dit op foto vast te leggen.
BESTUURSAANGELEGENHEDEN Voorzitter D. Heij Bremlaan 14 6866 DP Heelsum 0317-317063
[email protected]
2e Penningmeester A. Schouten Langevliet 7 1759 LE Callantsoog 0223-643848
[email protected]
Secretaris W.R. Segaar Laan van Oud Poelgeest 30 2341 NL Oegstgeest 071-5726472
[email protected]
Vertegenwoordiger OZD AOOODVB Ed van Kesteren Onderzeedienst/BUOPS Postbus 10000 1780 CA Den Helder 0223-658195
Redactie - Vormgeving KVO W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Julianadorp 0223-642668
[email protected]
Contactpersoon bestuursaangelegenheden, nieuwe leden adreswijzigingen en overlijden is de 1e penningmeester W.P. van der Veeken.
[email protected] Contactpersoon voor contributie betaling is de 2e penningmeester A. Schouten.
Redactie KVO Jhr. R.A. Snouck Hurgronje Molenweg 9 1766 HL Wieringerwaard 0224-221884
[email protected] 1e Penningmeester W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265
[email protected]
De redactie behoudt zich het recht voor om artikelen in te korten, te weigeren of te verplaatsen naar een andere editie. Tevens is zij niet verantwoordelijk voor de inhoud van ingezonden kopij. KVO verschijnt 4 maal per jaar in: Maart, juni, september en december met een oplage van1220 exemplaren. Erelid van de vereniging zijn: J.H. van Rede A. Prins M. van Dwingelen
Contributie De minimale contributie bedraagt € 5 per jaar, buitenland leden € 10 per jaar i.v.m. de hoge porto kosten. IBAN: NL57INGB0003928464 BIC: INGBNL2A Betaling moet voor 1 maart overgeschreven zijn, wil men als lid ingeschreven blijven. Zij die reeds lid zijn, krijgen in de december KVO een acceptgiro bijgesloten. Gironummer vereniging: 39.28.464 t.n.v. Onderzeedienst Reünistenvereniging Jolstraat 74 1784 NL Den Helder
PAGINA2
“Als je de mensen leert schieten, Bij toeval kreeg de redactie te horen dat Dominee Klaas Henk Ubels tijdelijk bij de Onderzeedienst terug geplaatst was. Omdat hij jarenlang de eindredactie van het blad “Periscopy” gedaan had, leek het ons een mooi moment om Klaas Henk, op zijn oude stekkie, wat vragen te stellen wat hij na zijn Onderzeediensttijd gedaan heeft. Ik ben bij de Onderzeedienst gekomen in 1998 en ben er vier jaar gebleven. Als onderdeel van mijn pastorale werk vond ik het leuk om een bijdrage te leveren aan de oprichting van het personeelsblad “Periscopy” en samen met een enthousiast redactieteam, hebben we het blad populair gemaakt. In 2002 ben ik naar Beukbergen gegaan, eerst als vormingswerker en de laatste vijf jaar als predikant-directeur om leiding te geven aan een aantal collega‟s die o.a. militairen voorbereiden op een uitzending naar b.v. Uruzgan. Bij terugkeer van zo‟n missie kunnen ze, als er behoefte bestaat, ook een terugkeerconferentie krijgen. Hoe is Beukbergen onstaan? “ B e u k b er ge n st a a t v o or e e n indrukwekkende historie die het karakter draagt van timmeren aan de weg. Het landgoed stamt uit de 171 eeuw toen er nog slechts een karrenspoor liep tussen Utrecht en Amersfoort door een grotendeels woest en onontgonnen natuurgebied. om hier enige cultuur in aan te brengen en vooral om de weg meer begaanbaar te maken werden vierkante percelen natuur langs de weg geschonken aan particulieren die het zich konden veroorloven om de grond te PAGINA 3
ontginnen, een villa te bouwen, een zichtas aan te leggen en het perceeldeel van de weg te bestraten met klinkers. Dit was het begin van het landgoed Beukbergen, ontstaan in de Gouden Eeuw van Holland. over de oorsprongen rijke historie van het landgoed, die teruggaat tot de laatste ijstijd en uitmondt in de aansluiting bij de ecologische hoofdstructuur met de recente opening van het ecoduct Beukbergen. De huidige villa van Beukbergen is in 1910 op de fundamenten van twee oudere huizen gebouwd in opdracht van de baron Sloet van Oldruitenborgh en zijn vrouw, de baronesse D'Ablaing Giessenburg. Zij hebben er dertig jaar zeer gelukkig gewoond, onder andere vanwege de geboorte van hun twee kinderen aldaar. Eerst was Beukbergen het buitenhuis van deze adellijke familie die in Vollenhove resideerde, maar later toen de kinderen schoolgaand waren is de familie Sloet permanent verhuisd naar Beukbergen vanwege het kwalitatief goede onderwijsklimaat in de omgeving van Zeist. De oorspronkelijke bewoners van de villa hadden educatie hoog in het vaandel staan en daarbij hechtten ze grote waarde aan de ontwikkeling van eigen kracht en ook aan duurzaamheid. Deze waarden kwamen nadrukkelijk naar voren in het beheer van het landgoed zelf, dat bovendien gekenmerkt werd door een optimale samenhang in de wisselwerking tussen natuur en cultuur. Maar de Tweede Wereldoorlog brak uit, een ingrijpende gebeurtenis voor Nederland en zeker ook voor Beukbergen. De familie Sloet kreeg opdracht van de bezetters om hun dierbare landhuis binnen 24 uur te verlaten, waarna de Duitse militairen er zelf hun intrek in namen en de begrippen eigen kracht en duurzaamheid in het huis
moet je ze ook leren praten”
een heel andere betekenis kregen, om over kwalitatief hoogstaande educatie nog maar te zwijgen. Na de oorlog hebben de Canadezen het landhuis een tijdje bewoond en vervolgens kwam het leeg te staan en was het volledig uitgewoond. De familie Sloet wilde er niet in terugkeren en zette Beukbergen te koop. Het te koop staande landgoed trok in 1948 de aandacht van de legerpredikant ds. Steenhuis die er een uitstekende locatie in zag voor het faciliteren van vormingswerk en vooral door zijn toedoen werd, onder beheer van de Stichting tot Steun aan de Protestantse Geestelijke Verzorging bij het Nederlandse Leger, Beukbergen in
februari 1950 als eerste vormingscentrum bij de krijgsmacht geopend. Een nieuw hoofdstuk van Beukbergen was daarmee geopend, het hoofdstuk vormingswerk waarin de begrippen educatie, eigen kracht en duurzaamheid opnieuw een geheel eigen plek kregen op het landgoed. In het jubileaboek*) is het hoofdstuk vormingswerk verdeeld over paragrafen, waarin de zes verschillende diensten Geestelijke Verzorging (GV) elk huneigen historische verhaal doen. Uit deze bonte verzameling van verhalen blijkt onder andere dat Beukbergen weliswaar als eerste vormingscentrum bij de krijgsmacht werd geopend, maar dat PAGINA 4
het vormingswerk ouder is dan zestig jaar en een zeer bewogen geschiedenis kent. Aan de paragrafen van de verschillende diensten GV is een exotische paragraaf toegevoegd over het vormingswerk in de West, waar al sinds februari 1965 in het prachtige landhuis Ascencion te Curagao op oecumenische basis vormingswerk wordt verricht op initiatief van de toenmalige vlootaalmoezenier E.A.J. Kamerbeek O.F.M. Ook Aruba heeft jarenlang een vormingscentrum gehad, namelijk landhuis Providentia. Het landgoed is met het ecoduct Beukbergen en de aansluiting op de ecologische hoofdstructuur qua natuur nog meer maatschappelijk relevant geworden. En de samenwerking tussen de zes diensten GV bij de krijgsmacht, op Beukbergen gesymboliseerd door de kring van leilinden, mag zeker ook in maatschappelijk opzicht interessant genoemd worden. Niet voor niets adverteert defensie met de tekst “Ook in eigen huis zorgen we dat religies vreedzaam naast elkaar leven.”1) Voor PAGINA 5
de diensten GV zelf heet dit 'eigen huis' Beukbergen, want dat is eigenlijk de enige plek waar militairen expliciet bij de GV te gast zijn en daarom verschijnen ze op dit civiele landgoed in burgerkleding en worden ze los van rang of stand op natuurlijke wijze bij hun voornaam genoemd. Met uiteindelijk als doel een optimale bijdrage te leveren aan het geestelijk welzijn van de mensen die bij de krijgsmacht werkzaam zijn en daarmee aan het geestelijk welzijn van heel de militaire organisatie. Beukbergen is, in meerdere opzichten, maatschappelijk relevant te noemen en dat wordt zeker ook militair en politiek gewaardeerd gezien de werkbezoeken van de afgelopen jaren aan het vormingscentrum door de InspecteurGeneraal der Krijgsmacht (IGK), door Kamerleden en door de Staatssecretaris van Defensie. De, ambitie van de Nederlandse politiek om als rijk land verantwoordelijkheid te nemen voor een wezenlijke bijdrage aan de internationale vrede en veiligheid door, indien nodig, ook hoog in de geweldsspiraal actief te zijn heeft een
flinke impact op de mensen die bij defensie werken en die een grote kans hebben om uitgezonden te worden naar een missiegebied. Deze impact kent nadrukkelijk een geestelijk aspect, zoals uit het recente promotieonderzoek van Michaela Schok blijkt en waarin zij aangeeft dat de meeste militairen in geestelijk opzicht rijker van een uitzending terugkeren.2) Daarmee biedt defensie geweldige mogelijkheden om, door alle risico's en uitdagingen heen die het werk met zich meebrengt en die ook forse geestelijke beschadigingen kunnen opleveren, als mens te groeien en het vormingswerk levert hieraan een geheel eigen en uiterst relevante bijdrage. Beukbergen faciliteert de mogelijkheid om in het bijzonder bij scharniermomenten in de militaire loopbaan door middel van persoonlijke verdieping tijdens groepsgesprekken werkte maken van je persoonlijke ontwikkeling, werk te maken van het timmeren aan je levensweg. En die 'wegwerkzaamheden 'zitten in de grond van Beukbergen.” Ik hoor de uitgezonden militairen vaak zeggen “We zijn hier gekomen om dingen op te bouwen en het land beter achter te laten dan toen we hier kwamen”. Dit zijn de mensen die beschadigd kunnen raken in die zin dat er van het idealisme weinig overblijft, ze weten dat. Er gaat een grote groep enthousiast heen, het lijkt wel diskettewerk, hier ben ik voor opgeleid en het gaat gebeuren. Laatst heb ik een terugkeergesprek gehouden met mariniers die terugkwamen uit Uruzgan. Het is wat het gesprek betreft nu allemaal beter geregeld dan vroeger. Op een vraag van mij “Wat heeft het de afgelopen vier maanden allemaal voor jullie betekend?”, kreeg ik het antwoord. “Ja dit is mijn bestemming, dit wilde ik
allemaal meemaken. De kameraadschap, de verantwoordelijkheid het is een totaal andere wereld waar je in staat. Maar de machteloosheid speelde ons parten. Je mag pas schieten als je zelf beschoten wordt.” Gaan jullie bij het vormingswerk in op de politiek, en wat zijn de motieven? Sommige militairen gaan uit idealisme, een beetje ideaal is wat anders dan leven bij de dag. Maar de politiek is geen issue voor ons. Onderwater met honderden meters water boven je en duizenden kilometers uit de kust ben je een nietig voorwerp en kan er best een God-gevoel ontstaan. Hebben onze jongens en meiden dat ook in die onmetelijke woestijn? Het is lastig om daarover in Beukbergen te praten, we hebben b.v. 5 dominees, 5 aalmoezeniers en 4 humanisten. Het toeval bepaalt wie er bij welke nieuwe groep komt. Als er over God gepraat wordt is dat mooi meegenomen. Een humanist praat over God op een andere manier dan een aalmoezenier. Maar als je nu vraagt “Waar heb je nu steun aan”, is dat voor de één een Christoffelbeeldje of trouwring en voor de ander, een foto van thuis. Zo zijn er ook jongens die zeggen “Ik geloof in God en heb daar veel steun aan.” Als de groep zelf over God begint kan ik er over vertellen anders blijft dit onderwerp achterwege. Ik begin nooit met “Je kunt daar wel doodgaan en het kan geen kwaad als je in God gelooft”. Dit doen wij dus NIET. Als ik mijn collega‟s uit Uruzgan spreek zeggen ze wel dat de kerk daar relatief voller zit dan in Nederland. Men heeft daar een moment van bezinning nodig. Een kaarsje opsteken voor het thuisfront is daar heel belangrijk. PAGINA 6
Is er van de missie ook een evaluatie achteraf? Ja, er is een nazorgtraject en daarin is het aanbod van een terugkeerconferentie opgenomen. We hebben dit in een projectplan voorgesteld, waarin wij, op verzoek van de IGK, adviseren terugkeer conferenties na 6 maanden standaard te maken. Dit om te kijken hoe zo‟n bizarre ervaring in je normale leven weer een plek krijgt. Twee tot drie procent van de teruggekeerde mensen heeft PTDS (Post Traumatische Distress Stoornis) en die mensen blijven voor hun leven beschadigd. Deze mensen verdwijnen de psychiatrie in. Merken jullie bij een uitzendconferentie van een groep dat er personen bijzitten die misschien bang zijn en rare dingen willen gaan doen? Het is natuurlijk wel een vak apart de psychiatrie, wij zijn er voor de geestelijke verzorging en zien alleen waar ze thuis over praten en waar ze zich zorgen over maken. Wat wij kunnen doen is eventueel de collega die meegaat naar Uruzgan in vertrouwen nemen en deze onze waarnemingen meegeven om deze vent een beetje in de gaten te houden. Andersom zien we dat 80% van de mensen volwassener terugkeren en er overwegend een positieve ervaring aan overhouden. De andere 18% is overwegend negatief en 2% heeft dan jammer genoeg de PTDS. Kijk onze jongens in Srebrenica hadden het probleem met de onmacht, zij zijn uiteindelijk meer beschadigd dan de jongens in Uruzgan. Zij mochten niets doen. Voor wat betreft blijvende beschadiging is dat een hoger risico dan wanneer je terug mag schieten. Als je een kind helpt dan kies je al partij. Ook PAGINA 7
bij verkrachtingen mochten ze niets doen want dan kies je partij. Het is verschrikkelijk wat dat met je doet. Kijk in Uruzgan kunnen ze gelukkig wel wat doen.Er zijn natuurlijk ook andere verhalen waarbij de bemanning van een getorpedeerd schip uit zee wordt gevist en er een bijna vriendschappelijke sfeer ontstaat. Hun boot was uitgeschakeld maar een groot deel van de bemanning had het overleefd. Wat doet de GV (Geestelijke Verzorging) bij of na het overlijden van een gesneuvelde militair voor de nabestaanden? E.e.a. is geheel afhankelijk van de behoefte, wij bieden het aan om de uitvaart te begeleiden, vervolgens ontstaat er dan natuurlijk een contact. Wij werken niet volgens een protocol. We maken zelf een inschatting hoeveel tijd we kunnen investeren en hebben daar voldoende gelegenheid voor. Zelfs als militairen de dienst al verlaten hebben, kan ik mijn agenda vrijmaken om begeleiding te geven. Defensie geeft ons daar volledige ruimte in. Wij hebben de inhoudelijke vrijheid om onze taak uit te voeren. Wij zien in de militair ook de mens en die staat centraal voor ons. Beukbergen is belangrijk in de defensie organisatie voor o.a. de vorming van de mens. Mijn aflosser in Beukbergen is toevallig een vlootpredikant maar had ook van een andere denominatie kunnen zijn. Ik word 1 september 2010 in Den Helder “Staf Vlootpredikant”. Bij huidige observatie van de maatschappij is er misschien wel teveel aandacht aan begeleiding voor de mens, er hoeft maar iets te gebeuren en men spreekt over begeleidingteams. Deel je die mening of is dat bij defensie anders geregeld?
Enerzijds is het bij defensie zo geregeld dat mensen zelf het initiatief nemen om naar de GV te gaan, mede afhankelijk van hoe vertrouwd ben je met die GV‟er. Of als er een privéprobleem is waar hij alleen met een GV‟er over wil praten. Anderzijds is de “Terugkeerconferentie” bij toeval ontstaan. Het leek ons een goed plan. De MGGZ (Militair Geestelijke Gezondheidszorg) heeft ook zijn eigen zorgconcept. Wij willen natuurlijk niet elkaars concurrent worden. Hun werkwijze wijkt compleet van onze werkwijze af. Voor sommige eenheden kan het hele nazorgtraject gewoon teveel zijn. Er zijn groepen diverse keren uitgestuurd geweest en hebben te kennen gegeven van: “Nee zeg, alsjeblieft niet weer he! We weten het nu wel”. De mariniers zijn regelmatige bezoekers in Beukbergen, vroeger kwam er een Sgt. of Mjr. mee en zei tegen zijn jongens, “Wat die dominee nu vraagt dat zit wel goed reageer maar even.” Nu moet je de mensen bijna temperen met “Je hoeft niet alles over jezelf te vertellen”. Je moet wel praten met elkaar. Ik heb eens een keer een motto gelanceerd. “Als je de mensen leert schieten moet je ze ook leren praten”. In Beukbergen kan je over alles praten. De Onderzeedienstmensen zijn ook welkom, het initiatief ligt bij hun. Door de saamhorigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel voor elkaar bestaat er bij de onderzeedienst misschien minder behoefte om aan zo’n conferentie deel te nemen. Je komt nooit oog in oog met de vijand te staan.
veel meer erkenning en respect gekregen dan vroeger. Neem nu de oorlog in Nieuw-Guinea, dat was volgens velen een foute missie maar dat wil niet zeggen dat de militair daar fout was. Hoe fouter de missie hoe meer respect je opbrengt voor zo‟n man. Hij heeft A gezegd en zich ondergeschikt gemaakt aan de politiek dus gaat hij het ook uitvoeren. En wat de GV betreft: het gaat ons altijd om zorg voor mensen! Dank voor de tijd die je vrijgemaakt hebt voor onze lezers en veel plezier met de nieuwe baan. *) Jubileaboek is een uitgave van: Het Ministerie van Defensie | Commando Diensten Centra | van der Burchlaan 31| 12597 PC | Den Haag en is tot stand gekomen door de Diensten Geestelijke Verzorging in samenwerking met de Stichting tot Steun van de Protestantse Geestelijk Verzorging bij de krijgsmacht als eigenaar van het landgoed Beukbergen. Druk: februari 2010 Vormgeving: Grafische Dienst 1 Audiovisuele Dienst Defensie 1 Den Haag
Beukbergen Vormingscentrum van de Diensten Geestelijke Verzorging bij de Krijgsmacht Amersfoortseweg 59 3712 BB Huis ter Heide (Utr.) Telefoon: 0346 332111 Internet: www.beukbergen.nl 1) Metro, woensdag 4 november 2009 2) Meaning as a mission: make sens of war peacekeeping door Michaele Schok, Eburon 2009
Als militair moet je jezelf niet hoeven te schamen om in een oorlog gevochten te hebben. Kijk maar eens naar de veteranen, zij hebben de laatste jaren PAGINA 8
Reünie 2011, 105 jaar Nederlandse Onderzeeboten In verband met de viering van het lustrumjaar 105 jaar Nederlandse Onderzeeboten zal de reünie van onze vereniging worden gehouden op de woensdag voorafgaand aan de Marinedagen te Den Helder. Dat zal zijn op 29 juni 2011. Zoals gebruikelijk zullen bij de reünie ook de partners van de leden welkom zijn. Het actief dienende Onderzeedienstpersoneel wordt uitgenodigd. De algemene ledenvergadering 2011 zal op een nader te bepalen datum in het voorjaar in Den Helder plaatsvinden.
De zwarte parel 20 jaar in dienst In 1990 werd Hr.Ms. Zeeleeuw, alias De Zwarte Parel, als eerste boot van de Walrusklasse bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij te Rotterdam in dienst gesteld. Op 25 april voer zij twintig jaar voor de Koninklijke Marine. Door een brand aan
boord van hullnummer 348 (Hr.Ms. Walrus) werd hullnummer 349 (Hr.Ms. Zeeleeuw) de eerste van haar klasse en moest vervolgens eind jaren tachtig de proefvaart uitvoeren. Dit ging zeker niet zonder slag of stoot maar heeft wel het opereren met Nederlandse onderzeeboten van de Walrusklasse op een hoger niveau gezet. Tijdens haar verjaardag Op 25 april was Hr.Ms. Zeeleeuw bezig met het operationele opwerktraject (SARC 5) in Schotse wateren. Ondanks dit drukke programma heeft de bemanning kort stilgestaan bij deze mijlpaal. Traditioneel heeft de commandant, LTZ1 Erwin Ruijsink tijdens een alle hens de doopbrief voorgelezen die destijds door onder andere de doopster mevrouw Brainich von Brainichveld aan de eerste commandant Ruurd van Rooijen is aangeboden. In Den Helder is op 1 juni de verjaardag nogmaals gevierd. Deze keer waren alle oudcommandanten en -chefs der equipage van Hr.Ms. Zeeleeuw uitgenodigd voor een diner aan boord van hun oude boot. De Zwarte Parel zal een aantal moderniseringen ondergaan waardoor zij ook de komende tien tot vijftien jaar nog goed mee kan blijven doen. Alle Hens jul/aug 2010
PAGINA 9
Internationale conferentie onderzeeboten Dertien NAVO-landen in het bezit van onderzeeboten hebben een week lang in Amsterdam hun strategische, operationele en communicatieaspecten op het gebied van onderzeeboten besproken tijdens de Submarine Staff Officers Conference (SSOC). De SSOC wordt jaarlijks georga-niseerd door een NATO-land, en dit jaar had Nederland de eer en het genoegen deze conferentie te organiseren. Aan de conferentie in Amsterdam deden Canada, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Italië, Nederland, Polen, Turkije, Noorwegen Verenigd Koninkrijk, Portugal, Spanje en de Verenigde Staten mee. Naast de formele werkzaamheden is deze
Onderwater opleiden
conferentie waardevol om onderlinge contacten te leggen of te versterken. Ondank de soms moeizame voortgang op sommige onderwerpen vanwege specifieke nationale standpunten is de SSOC een belang rijke samenkomst van alle operationele en communicatie experts op het gebied van onderzeeboten binnen de NAVO. Alle Hens jul/aug 2010
Na een intensieve vaarperiode van vier jaar, staat Hr.Ms. Walrus gepland om in het najaar door het Marinebedrijf groot onderhoud te krijgen. Tot die tijd vaart de onderzeeboot voor het opleiden van personeel. Aan boord van de Walrus krijgen de nieuwe opvarenden van de onderzeedienst hun onderwaterintroductie en instructie. Ook vinden aan boord vervolgopleidingen plaats voor het andere personeel. De Walrus voert deze tochten uit met een gereduceerde bemanning, zodat een effectieve bijdrage kan worden geleverd aan het opleiden van het onderzeedienstpersoneel. Alle Hens jul/aug 2010
PAGINA 10
+
I
Hr.Ms. COLOMBIA met langszij Hr.Ms. O 19 en O 24 (aankomend) te East London, 9 september 1942
n de vroege ochtend (09h38) van 27 februari 1943 kreeg Korvettekapitan zur See Gerhard Wiebe commandant van de U 516 2), het Nederlandse onderzeebootmoederschip Hr.Ms. COLOMBIA (cdt. J.L.K. Hoeke)in het vizier, varende 10 mijl uit de kust ter hoogte van Algoa Baai. Zij was om 07h00 uit de haven van East London vertrokken onder bescherming van H.M.S. GENISTA, een Engelse korvet van de Flower klasse en met luchtdekking van de R.A.F. De bestemming was Simonstown. Van te voren had de NLO East London zich in verbinding gesteld met de R.A.F. teneinde verzekerd te zijn van een "air escort" voor de duur van de reis. Om 08h07 na het verlaten van de haven van East London werd oorlogswacht bepaald, hetgeen neerkwam op het bezetten van de oorlogsposten door de halve bemanning. Na het passeren van de "searched channel" werd om 08h32 koers 214° r.w. bepaald, welke om 09h22 PAGINA 11
gewijzigd werd in 233° r.w. Volgens het vooraf besproken schema werd gezigzagd waarbij H.M.S. GENISTA zich 1000 yards voor Hr.Ms. COLOMBIA bevond. Om 09h15 werd het volgende sein ontvangen van NLO East London: N.O.I.C. East London from N.L.O. P/E. "Aircraft sighted submarine on surface five miles seaward of Korega River at 0740 C/27. Submarine crash dived on being sighted. Is Norwich City ready to leave immediately for this position? Please make this signal immediate". 0857 0/27 (Passed to Colombia and Genista) In t e gen w oo rdi gh ei d va n de navigatieofficier en de stafofficier werd door de commandant van Hr.Ms. COLOMBIA de positie van de vijandelijke onderzeeboot op de kaart uitgezet. Aan de hand van getrokken gevaarcirkels uitgaande van een onderwatervaart van de onderzeeboot van gemiddeld 4 zeemijl kon worden
Het „verraad‟ van Hr.Ms. Combia1) aangenomen dat Hr.Ms. COLOMBIA om ongeveer 13h00 een aanvalsmogelijkheid voor deze onderzeeboot kon bieden. Hoewel de commandant op dit bericht en de door hem gemaakte conclusies naar de haven van East London had kunnen terugkeren, besloot hij echter zijn koers naar Port Elizabeth te vervolgen. Immers voelde hij zich voldoende beschermd door H.M.S. GENISTA en door de aanwezige vliegtui-gen van het airescort, terwijl aan boord scherpe uitkijk werd gehouden door posten op ver-scheidene plaatsen aan dek en door vier officieren op de brug. Een grote koerswijziging werd dan ook niet toegepast. In de eerste plaats wenste de commandant de hem gegeven order te volgen en voor donker worden te Port Elizabeth te zijn. Hij wist dat de CinC op de hoogte was van het sein over de aanwezigheid van de onderzeeboot en dat deze, indien hij het gewenst achtte, zeker opdracht zou geven om van zijn koers af te wijken. 3) Bovendien achtte de commandant de aanwezigheid van meerdere vijandelijke onderzeeboten waarschijnlijk, in welk geval koerswijziging weinig zin had. Om 11h42 maakte een torpedotreffer in ruim II aan stuurboord, een einde aan het kortstondige, maar indrukwekkende bestaan van Hr.Ms. COLOMBIA. Een hoge waterzuil werd waargenomen terwijl grote stukken hout door de lucht vlogen en op dekken en brug neerkwamen. Noch de bellenbaan van de torpedo, noch de torpedo zelf, werd gezien. Het schip maakte snel water 4) en kreeg onmiddellijk zware slagzij over stuurboord. De commandant liet direct de beide machines stoppen en toen het schip in zinkende toestand niet meer te redden was, gaf hij aan de bemanning order het schip te verlaten. Het verlaten van het schip geschiedde in negen boten
en verliep vlot en ordelijk, van paniek was geen sprake. De laatste die het schip verliet was de commandant, die toen om 11h53 de brug gelijk met het water stond, over boord sprong en door één van de sloepen werd opgepikt. Om 11h54 stond het schip verticaal in het water, met het achterschip in de lucht; roer en schroeven ongeveer 25 m. uit het water en om 11h55 verdween het schip onder de zeespiegel, op de gegiste plaats 33°36'S en 27°-29'E. H.M.S. GENISTA, die gedurende ongeveer 2 uur rond de plaats van het zinken van Hr.Ms. COLOMBIA bleef rondvaren om uit te luisteren naar onderzeeboten, pikte om ongeveer 14h30 al het personeel van de sloepen op, uitgezonderd 56 man die door een ter plaatse aangekomen crashboot (R 6) van de R.A.F. werden overgenomen. Van de 320 opvarenden, bestaande uit 310 man Nederlandse en 10 man Brits personeel, werden 8 man vermist 5), de overigen werden te East London aan de wal gebracht. Het verlies van Hr.Ms. COLOMBIA betekende een ernstige slag voor de Koninklijke Marine 7), hetgeen later vooral tot uiting kwam, toen Fremantle de basis werd voor de Nederlandse onderzeeboten. Er waren aldaar ook Britse onderzeeboten gebaseerd en het spreekt vanzelf dat de Amerikanen en de Engelsen in de eerste plaats hun eigen boten verzorgden, zodat de Nederlandse in onderhoud en reparatie achterop kwamen. Admiraal Helfrich schreef (Memoires II, pag. 72): “Wij wisten dat dit fraaie schip niet veel waterdichte compartimenten had en dus zeer gevoelig was voor treffers onder water. De commandant had mij reeds daarop dadelijk gewezen. Vandaar dat ik dit schip niet veel verplaatsen wilde en mij had verzet tegen het gebruik op de PAGINA 12
De bovenstaande afbeelding is een aquarel van Fred Boom 6) welke zich bevindt in de collectie van het Marinemuseum te Den Helder. Het geeft de situatie aan vlak na de torpedering van Hr.Ms. COLOMBIA. H.M.S. GENISTA vaart in vol vermogen langszij Hr.Ms. COLOMBIA om de vijandelijke onderzeeboot op te sporen.
Afrikaanse kust. Ceylon of Bombay moest haar basis blijven, terwijl het later Fremantle (1944-1945) en daarna onschatbare diensten had kunnen bewijzen”. Het onderzoek wat na aanleiding van de torpedering door de “Board of Enquiry” in Kaapstad op 31 maart 1943 werd ingesteld, bracht het volgende naar voren: 1) That H.N.M.S. COLOMBIA was torpedoed at 1140 on the 27th februari 1943 and that more than one torpedo (probably electric) was fired. 8) 2) We consider it improbable that the submarine reported off Korega River at 0740 on the 27th February 1943, was the submarine that carried out the attack. Had it been the same submarine, she would have had to make a large proportion of the distance (38 miles) on the surface at high speed and would almost certainly PAGINA 13
have been sighted either by the air escort or strike aircraft sent out to cover the area round the river mouth, bearing in mind that the visibility conditions were exceptional and that the conditions for sighting submarines from the air were ideal. 3) The arrangements made at East London for sailing the ship were satisfactory and all proper precautions to maintain secrecy were observed. We note that the Commander in Chief, South Atlantic, was not informed of the track which H.N.M.S. COLOMBIA intended to follow and we consider that he should have been so informed by the Naval authorities at East London. 4) Having regard to all the circumstances, we consider that the commanding officer of H.N.M.S. COLOMBIA would have been better advised to have made a large alteration of course to seaward to avoid the re-
ported position of the enemy submarine. 5) Having regard to the construction of the ship as shown in the diagram drawn by the commanding officer of H.N.M.S. COLOMBIA, we consider that damage control in the circumstances was quite impracticable and that no steps were possible to prevent the loss of the ship after the damage sustained. All proper precautions to ensure the water tightness of the ship had been taken prior to the attack. De Britse „Board of Enquiry‟ kwam tot de slotsom dat de commandant van de COLOMBIA er beter aan had gedaan na ontvangst van de onderzeebootmelding „a large alteration of course to seaward‟ uit te voeren. De „Commander-in-Chief, South-Atlantic‟ gaf als zijn mening te kennen dat de onderzeebootmelding op een misverstand beruste. 9) Zijns inziens had de commandant van de COLOMBIA een beoordelingsfout gemaakt door een route te nemen die zover uit de kust lag. 10) Tot zover de officielë geschiedschrijving. Na het sluiten van het Suez kanaal voor het scheepvaartverkeer bleef alleen de route om Kaap de Goede Hoop open voor de geallieerden 11). Begin 1942 werd het oorlogsgebied voor de U-boten uitgebreid rond Zuid-Afrika. De oorlog was toen nog ver weg voor de ZuidAfrikanen. Het verwonderde sommige U -boot commandanten (o.a. Metzler van de U 69 en Emmermann van de U 172) dat ‟s avonds en ‟s nachts de lichten van havens nog branden, zelfs de vuurtorens. Van verduistering was nog weinig te merken. Dat er oorlog was, zowel in Europa als in Zuid-Oost Azië, was uiteraard bekend, maar dat was ver van hun huis en haard. Verschillende
nationaliteiten leefde in „harmonie‟ naast elkaar. Naast de oorspronkelijke bewoners (Kaffers, Bosjesmensen, Zulu‟s etc) waren daar de Boeren, oorspronkelijk van Nederlandse komaf, en de Engelsen, waar de Boeren een groot hekel aan hadden (n.a.v. de Boerenoorlogen). Maar ook veel Duitsers (met Engelse paspoorten; deze waren niet geinterneerd) leefde in Zuid-Afrika (door de bezetting en inbeslagname door de Engelsen van de Duitse kolonies Zuid -West en Oost-Afrika tijdens de Eerste Wereldoorlog). Het was dan ook niet te verwonderen dat er een (groot) aantal Duitsgezinde in Zuid-Afrika woonden. De meeste woonde langs de kusten. Een aantal hiervan waren verenigd in z.g. „weerstandsbewegingen‟(verzetsgroepen). Nadat de geallieerden scheepsverliezen rondom Zuid-Afrika begonnen toe te nemen (eind 1942) raakte de kustbevolking betrokken bij enerzijds het getuigen zijn van brandende en gezonken schepen en de drenkelingen, maar anderzijds ook de problemen/storingen en gebrek aan vers voedsel en water ed. aan boord van de U-boten. Deze waren 10.000 mijlen van hun basis en bevoorrading kon niet altijd plaatst v i n d e n d a a r m e e s t e bevoorradi ngsschepen door de geallieerden waren vernietigd. Er zijn verhal en bekend van U -boot bemanningen die illegaal vers fruit en water van de Zuid-Afrikaanse kust betrokken. In het U-boot Archiev te Cuxhaven-Altenbruch komen deze handelingen echter niet voor. Dit wil echter niet zeggen dat ze niet hebben plaats gevonden, niet alle U-boten kwamen heelhuids terug. En of alle commandanten deze toch gevaarlijke, verboden uitstapjes naar de kust hebben opgeschreven in hun logboeken is ook niet zo vanzelfsprekend. PAGINA 14
Hr.Ms. COLOMBIA in konvooi, januari 1942
De bewoners zagen achter iedere struik of op elke kerktoren overal spionnen en saboteurs en fantaseerde dat (nachtelijke) communicatie met behulp van zenders en seinlampen tussen de kust en U-boot bemanningen plaats vonden. Bovendien verspreidde de politiek verdeelde pers geruchten om angst en tweedracht te zaaien om voor/tegen de vijand of de geallieerden te zijn en dit gevoegd bij de plaatselijke „weerstandsbewegingen‟, was dit alles een grote bron van onzekerheden en angst. In cafés, bij naaikransjes en tijdens kerkbijeenkomsten werden er wilde en sensationele verhalen verspreid en langzamerhand ontstond er een heel scala van (sterke) verhalen en anekdotes.
Jochen Mancke (1926), een voormalige Wehrmacht soldaat en sinds 1958 wonend in Kaapstad (Sommerset-West) heeft in 2007 in eigen beheer al deze verhalen en anekdotes verzameld en uitgeven. 12) Blz. 61 t/m 63 heeft betrekking over het vergaan van de COLOMBIA. Op blz. 62 staat het volgende geschreven: ……..A Dutch Mothership had been sheltering in East London docks and decided to leave, she got opposite Hamburg when she was torpedoed. I was there and we all heard the explosion. Goodbye ship. Just shows the extent of the communication from shore. At the time Major Alister Miller was in Hamburg, gathering information for Security Forces. I knew him well. Late one afternoon, bordering on darkness, I was out fishing from my boat in the river mouth, when I saw signalling from submarine to shore. I pinpointed the position and rowed my boat ashore, not using my motor, because of alerting the inshore signallers……. (No name no pack drill) Uit bovenstaande kunnen we wel stellen dat het vertrek van Hr.Ms. COLOMBIA voor de vijand niet onopgemerkt is
Hr.Ms. COLOMBIA van de K.N.S.M voor het uitbreken van de oorlog PAGINA 15
1) Over de aanschaf en verbouwing (voormalig K.N.S.M. schip) en levensloop van Hr.Ms. COLOMBIA in de Koninklijke Marine zie: J. Metz in Veertig jaar Onderzeedienst, blz. 185 t/m 194 en De Nederlandse onderzeedienst in WO II, deel I, blz. 227 t/m 239, samengesteld door G.Horneman. 2) De U 516 was een IX C type onderzeeboot. Gebouwd op de Deutsche Werft, Hamburg. Kiel gelegd 12-05-1941, te water gelaten op 16-12-1941 en in dienst gesteld 10-03-1942. Waterverplaatsing 1120/1232 brt. Lengte 76,76; breedte 6,76. Snelheid 18,3/7,3 en max.radius 13450/10‟ boven water en 63/4‟ onder water. Bewapening 22 torpedo‟s en een kanon van 10,5 cm/45. 3) Bij het gehouden onderzoek door een "Board of Enquiry" bleek dat de koersen van "oorlogsschepen" op de plot op het bureau van de NLO East London niet werden bijgehouden en dat de CinC South Atlantic dientengevolge ook hiervan niet op de hoogte was. 4) Het schip had niet veel waterdichte compartimenten en hoewel alle w.d. deuren gesloten waren, verklaart dit het snelle zinken van het schip. 5) De vermisten waren: 8075 matroos 2e kl.(bed.)(KNSM) 20544 stoker 1e kl. 100323 stoker 1e kl. 1579 inl. bediende 1607 inl. bediende 20323 matroos 1 e kl. 3923 matroos 1e kl. 12610 D matroos 1e kl.
A. Arents R. Arnoldi N.F. Limbat Soekarman Soekadi W. J. v. Hoboken A. Srinardi A.E.S. Klaarmondt.
6) Fred Boom, maritiem kunstenaar, geboren te Koog aan de Zaan, 1938. 7) Met de COLOMBIA verdwenen ook de gehele uitrusting en lading (w.o. 38 torpedo’s; hierbij waren 18 Nederlandse 45 cm. torpedo‟s en 3 Duitse 53 cm. G7AD. 8) Er waren drie torpedo’s op een afstand van 1500 meter afgevuurd 9) ‘I concider it improbable that there was a submarine [op de in het ’s ochtends door de COLOMBIA ontvangen sein genoemde plaats] at all. There is a rock awash in approximately that position which had on previous occasions been reported by ships as a submarine and has since been reported as such from the air.‟ 10) ‘Indepent ships and convoys between East London and Port Elisabeth had always been routed thus and kept inside the 40 fathom line. No such routed ship had yet been attacked, nor has been since.‟ 11) De strijd in de Middellandse zee was op haar hoogte punt en de vaart tussen het Verre Oosten en Europa was nagenoeg stilgelegd. 12) U-Boats… & Spies in Southern Africa (a collection of anecdotes, tales and stories from World War II), Jochen Mahncke, Cape Town, 2007 (134 blz.).
PAGINA 16
Bijlage 1 16-04-1929 - 24-05-1930 20-10-1930 08-11-1940
08-11-1940 21-11-1940 -11-1940 -12-1940 -01-1941 12-03-1941 20-05-1941
18-09-1941 26-09-1941 -12-1941┐ 27-02-1943┘ 05-01-1942 07-01-1942┐ 10-01-1942┘ 11-01-1942 12-01-1942
15-01-1942 PAGINA 17
Motorschip Colombia moeder- en depotschip voor onderzeeboten bouwopdracht van de KNSM kiel P.Smit Jr. te Rotterdam te water overdracht aan de KNSM gevorderd door de Koninklijke Marine werfnummer: 454 tonnage: 10.782 BRT; afmetingen: lengte 139.92 m oa breedte 18.75 m diepgang 8.10 m voortstuwing: 2 4-tact 8-cil. Werkspoormotoren vermogen: 8.000 apk schroeven: 2 snelheid: 15.5 kn bewapening: 2 kanons van 7.6 cm s-autm. 8 mitrailleurs van 20 mm (Oerlikons) 3 dubbel mitrailleurs van 12.7 mm 4 mitrailleurs van 7.9 mm bemanning: 273 (320) In West-Indië gevorderd door de Koninklijke Marine om in Nederlands-Indië te dienen als onderzeebootmoederschip. Vertrek van Willemstad. Aankomst te New-York. Vertrek van New-York. Aankomst te Glasgow. Aankomst te Dundee. Bij de Caledon Shipbuilding & Engineering Cy wordt het schip verbouwd tot moeder- en depotschip voor onderzeeboten. * cdt Hellingman C. IN 20-05-1941 tot 18-08-1941 De COLOMBIA wordt door cdt. Hellingman in tegenwoordigheid van de Bevelhebber van de Zeestrijdkrachten, de vice-admiraal J.Th. Furstner, in dienst gesteld. * cdt Hoeke J.L.K. 18-08-1941 tot 27-02-1943 UIT De verbouwing is gereed. Het schip wordt van de werf overgedragen aan de Koninklijke Marine. Luitenant ter zee 1e klasse G.B.M.v.Erkel is eerste officier van de COLOMBIA. Vertrek van Dundee. Er wordt geankerd op de Clyde nabij Greenoch. Er wordt een lading munitie en tevens komen aan boord een detachement van de brigade 'Prinses Irene'. Vertrek van Greenoch. In het Noorder Kanaal wordt het konvooi W.S. 15 geformeerd. Vertrek van het konvooi, beschermd door de JACOB VAN HEEMSKERCK, 7 torpedobootjagers en 2 Britse hulpkruisers (H.M.S. CHESHIRE en ASCANIA). Er vindt een aanval op het konvooi plaats van de Duitse onderzeeboot U 402 (Von Forstner). s.s. Llangibby Castle wordt getroffen, maar blijft behouden.
25-01-1942 26-01-1942 29-01-1942 10-02-1942 14-02-1942 22-02-1942 04-03-1942
06-03-1942 31-03-1942
05-04-1942 08-04-1942 13-05-1942 16-05-1942 20-07-1942 24-07-1942 31-07-1942 08-08-1942 18-08-1942 24-08-1942 19-09-1942 27-02-1943
Aankomst te Freetown (West-Afrika). De JACOB VAN HEEMSKERCK verlaat het konvooi en zet koers naar Nederlandsch-Indië. Vertrek van de COLOMBIA uit Freetown. Aankomst te Kaapstad. Vertrek van Kaapstad. In Straat Mozambique wordt het voor het Verre Oosten bestemde gedeelte van het konvooi afgescheiden. Aankomst te Ceylon en de COLOMBIA blijft daar in station. In verband met de Slag in de Java Zee vertrekt de COLOMBIA niet naar Ned.-Indië en wordt onder de Commander in Chief Eastern Fleet (admiraal Sir James Sommerville) gesteld. Vice-admiraal C.E.L. Helfrich bezoekt Hr.Ms. COLOMBIA en spreekt de bemanning toe. Vertrek van Colombo in een divisie naar de Golf van Manar wegens een mogelijke Japanse aanval. De divisie bestaat uit de COLOMBIA, de mijnenlegger WILLEM VAN DER ZAAN, het victualieschip ZUIDERKRUIS en de onderzeeboten K XIV, K XV, K XI en O 19. Aanval van de Japanners op de plaats Colombo. Aankomst te Colombo. Vertrek van Colombo met de Nederlandse onderzeeboten O 19 en O 23. Aankomst te Bombay. Het schip gaat daar in station. Vertrek van Bombay, geëscorteerd door de K XV en de O 19. Aankomst te Colombo. Vertrek van Colombo, samen met Hr.Ms. O 19. Aankomst te Kilindini (Oost-Afrika). Vertrek van Kilindini. Aankomst te East London en daar in station. De OMSD 1e kl. M.A. Welter onderdrukt, met een Nederlandse landingsdivisie en negen bewapende Britse matrozen, de muiterij welke was aangebroken a/b H.M.I.S. ORISSA. Vertrek van East London onder escorte van de Britse oorlogsbodem H.M.S. GENISTA. Na 3,5 uur stomen wordt de COLOMBIA op 33.36 NB en 27.29 OL getorpedeerd door de Duitse onderzeeboot U 516 van de Korvettenkapitan G. Wiebe. De COLOMBIA zinkt, waarbij 8 opvarenden verdrinken. De 312 overlevenden worden aan boord van de GENISTA en G 6 (crashboot van R.A.F.) genomen en naar East London gebracht. Zij gaan per Queen Mary via Kaapstad naar Dundee. Aan boord van de COLOMBIA waren de M 73 en M 74.
G. Horneman, Koog aan de Zaan, 2009
PAGINA 18
Hulp
Meer Nederlandse hulp bij strijd tegen piraten. Onderzeeboot naar Somalië VAN ONZE VERSLAGGEVER DEN HAAG - in de strijd tegen piraterij stuurt Nederland dit najaar een onderzeeboot naar de kust voor Somalië. De NAVO heeft enige tijd geleden om een onderzeeër verzocht en daar wordt nu gehoor aan gegeven. Het ministerie van defensie heeft gisteren bekendgemaakt dat minister Van Middelkoop dit tijdens een bezoek aan de Nederlandse manschappen in de Golf van Aden heeft aangekondigd. De onderzeeboot zal van eind september tot eind november actief zijn voor
operatie Ocean Shield, de antipiraterijmissie van de NAVO. De onderzeeër kan met afluisterapparatuur belangrijke informatie vergaren over de piraten,die een, groot probleem vormen voor het drukke scheepvaartverkeer in de Golf van Aden. De inzet van de boot kost ongeveer 2,3 miljoen euro en wordt betaald door het Nederlandse ministerie van buiten-landse zaken. Reders enthousiast De organisatie van reders KVNR reageerde enthousiast. "Het open-houden van de wereldhandelsroutes is voor de economie van het allergrootste belang. Het is goed om te zien dat de Nederlandse regering die mening Ook is toegedaan en daaraan een substantiële bijdrage levert." De KVNR is ook voor het plaatsen .van mariniers op kwetsbare Schepen, maar Defensie is daar geen voorstander van. Het kabinet besloot eind april dat de Nederlandse marine. het komende jaar voor de kust van Somalië zal blijven jagen op piraten. Een van de fregatten die daarvoor in actie komen, de Hr. Ms. Tromp, zal twee maanden langer dan gepland aan de operatic meedoen, van maart tot begin juni 2011. NHD 23-06-2010
PAGINA 19
Cap‟s Geachte reünisten, Een update aan u allen verzonden (BCC). Mogelijk ook aan personen die niet betaald, vergeten of afbesteld hebben excuus daarvoor. Het hele kap avontuur is achter de rug, althans voor ons dan. Het was een hele klus om iedereen tevreden te stellen. Het ging niet altijd van een leien dakje. Vele mensen met zo hun eigen wensen. 650 Kaaps met 26 verschillende ontwerpen. Ook de fabrikant schrok zich een hoedje en zag het eigenlijk niet zitten, dus praten.als brugman en gelukkig ging hij na een tijdje overstag en de productie was een feit. Ik mag u melden dat toen na de goedkeuring van hun borduur ontwerp (een precieze kopie van mijn tekeningen) ik het groene licht heb gegeven en dat ze nu geproduceerd worden. Ik heb het dus niet meer in de hand. Het duurt wat langer dan gedacht. Terecht krijg ik mailtjes van ongeruste personen die net als ik ook zo benieuwd zijn naar de caps.
De fabrikant had het moeilijk, het viel niet mee om zonder fouten te begrijpen dat vanaf 1943 er nog eens drie verschillende Dolfijnen geweest maar met een ander silhouet met een andere en gelijke sidenummers, of verschillend zwaardvissen, zeehonden en ga zo maar door. Vele malen heb ik hun (teken)werk moeten verbeteren en terugsturen. Alles werd door elkaar gehaald. Maar goed, het is gelukt. Dus voor allen die besteld en betaald hebben, geen angst, als de caps gereed zijn worden ze door de fabrikant verstuurd en vallen vanzelf bij u op de mat. Leuk is dat de Traditiekamer een volledige serie van 26 caps als geschenk hebben gekregen die we dan ook permanent in een vitrine zullen tentoonstellen. Mocht u voor eind september nog niets hebben ontvangen dan hoor ik dat graag van u. Mocht er vertraging optreden in de productie, dan zal ik u uiteraard daarover informeren. Als bijlage een Pdf file met het borduur ontwerp van de Tijgerhaai S807 (omdat ik daar ook op heb gevaren). Johan(nes) Kragten
PAGINA 20
War Time Ondina Door: Herbert van der Meulen Zie ook KVO exemplaren 109 en 112 en met dank aan dhr. H. van den Bos voor zijn niet onbelangrijke aanvulling cq. correctie op bovengenoemd Scheepsbel Ondina artikel. Voor alle duidelijkheid, tw: Artikel heb ik overgenomen uit de Leeuwarder Courant van 2 juni 2009 zonder beperkingen. Helaas moest ik later constateren uit ander bronnen, dat MWOer Kltz. B.B. Bakker, destijds 2e Stuurman a/b van de tanker Ondina zijn heldhaftig optreden tijdens bedoelde zeeslag niet is vermeld in het artikel in de Leeuwarder Courant. Dus kwam het ook niet in KVO 109 en dit is te betreuren, ook is te betreuren dat de 1e Stuurman dhr. Rehwinkel niet is vermeld, die na het sneuvelen van gezagvoerder Horsman het gezag moest overnemen en het schip met mede bemanningsleden weer zeewaardig heeft gemaakt en verder behouden is gebleven tijdens de gehele WOII. Voor de volledigheid ondervermeld: Gezagvoeder dhr . Horsm an, gesneuveld (van de brug geblazen,) Postuum Militaire Willems Order 4e kl. 1e Stuurman dhr. Rehwinkel, Bronzen Leeuw 2e Stuurman dhr. Bakker, Militaire Willems Order 4e kl. (overleden op 16 mei 1988) Twee bemanningsleden, Distinguished Service Cross (DSC) Hoofd machinekamer dhr. Niekerk, gesneuveld en zeemansgraf Twee Chinese bemanningsleden te water levend opgegeten door de haaien Doden en (zwaar) gewonden oa. door beschieting op sloepen en vlotten
De bemanning bestond uit 55 koppen, Nederlandse en Engelse officieren en een Chinese bemanning. De Japanse raider kruiser Hokoku Maru die door geschutscommandant 2e Stuurman Bakker met een 5e en 6e geschat visueel gericht schot voltreffers plaatste op de Japanner en tot zinken gebracht. Hulp richttoestellen zoals die gebruikt worden aan boord van oorlogsschepen was niet voor handen. Het gedrag1) en rol van de Brits Indische mijnenveger Bengal blijft onduidelijk in verschillende geschreven artikelen over deze zeeslag die zo‟n indruk heeft gemaakt bij de geallieerden, dat zij het plaatsten in het blad “wervelwind” en dat verspreiden (dropten) door RAF boven bezet Nederland. Een Nederlands koopvaardij schip wat twee zwaar bewapende2) raider kruisers van zich af wist te schudden en één tot zinken heeft gebracht. Na de oorlog heeft Prins Bernard een bezoek a/b van de Ondina gebracht te Rotterdam. Nb: Het artikel in de Leeuwarder Courant was meer gericht op de naam van Willem Horsman waar een reddingsboot van Schiermonnikoog is naar vernoemd en die boot is weer teruggehaald naar het eiland na veel omzwervingen. Dhr. Geluk heeft het verhaal over de heldendaden van zijn oom Willem Horsman naar de krant gebracht. De dochter van 2e Stuurman Bakker heeft de expositie in het gemeentehuis op Schiermonnikoog die aan deze zeeslag is gewijd geopend op 3 juli 2009. 1)
Radiocontact tussen de Ondina en de Bengal was niet mogelijk i.v.m. kapot geschoten radiomast van Ondina.
Raider kruiser Hokoku Maru en zusterschip Aikoku Maru PAGINA 21
De Driekus Heij Trophy Golf, zon en wind , de drie ingrediënten die onderzeebootmannen nodig hebben om op een gezellige manier bij elkaar te komen. Op 15 Juli j.l. was het weer zover. Voor de 3e keer werd er gestreden om de fel begeerde Driekus Heij Trophy. Ruim 23 actief dienende en oude flipperdragers en 7 echtgenotes waren naar de mooie baan van de marine Golfclub gekomen om de strijd tegen de wind en zichzelf aan te gaan. Na een gezellige ontvangst met koffie en cake klonk om 12.00 uur het startschot. Net zo als bij de 2 voorgaande toernooien was de wind een belangrijke factor, maar dat is nu eenmaal bepalend voor het karakter van de Marine Golfbaan. De strijdlust was er niet minder door. Aan het eind van de middag was dat duidelijk te zien: rood verbrande hoofden en moe gestreden blik in de ogen. Het wel verdiende drankje, na afloop, deed echter wonderen en met een blije lach wachtte iedereen in spanning op de uitslag, die de moeite van het wachten dubbel waard was: vol verassingen!! Driekus Heij zelf kon de beker meenemen naar huis, maar met slechts 1
punt verschil op de verassende nummer 2: Bob Wierenga. Nummer 3 werd Henk Jan Kuin. Ook dit jaar dus weer groot succes voor de post-actieven. Hierdoor moeten de jonge flipperdragers toch wel op scherp worden gezet. De “longest drive” was dit keer voor Gideon van Beek en de “neary” was voor Teun Flameling. Ook bij de dames was er een verassende uitslag te noteren. Hier werd Aline Flameling de trotse winnares van de Anna Marie Heij Beker. Op de voet gevolgd door Pieterdien van Leeuwen. Anna Marie Heij kwam keurig op de 3e plaats. Tot ieders verassing, ook voor haar zelf, sloeg Henny Segaar de „longest drive” bij de dames. Al met al een zeer geslaagde dag, die volgend jaar zeker weer word georganiseerd. Alle flipperdragende golfspelers opgelet: 14 juli 2011 wordt er weer gespeeld om de Driekus Heij Trophy. Noteer het vast in de agenda. De post-actieven moeten gewoon Driekus Heij bellen. Tenslotte wil ik nog graag Wouter Smit hartelijk bedanken, die deze dag had georganiseerd. TOT VOLGEND JAAR!!!! PAGINA 22
ONDERZEEDIENST 1e Penningmeester W.P. van der Veeken Jolstraat 74 1784 NL Den Helder 0223-630265
[email protected]
B EZOEK
REÜNISTENVERENIGING Redactie - Vormgeving W.P.P. Falkmann Middelzand 5306 1788 HC Julianadorp 0223-642668
[email protected]
ONZE WEBSITE