Informatiemagazine van Scholen aan Zee jaargang 1
juni 2007
nummer 3
Stage bij Den Koogh Maatschappelijke stage voor Mavo aan Zee
Roostermakers Zorgen dat straks alles geolied loopt
Excursie naar Praag Een reportage
De drie jongens van Onderwater Edu en zijn broers uit Breezand maken zich klaar voor het Junior College
Medezeggenschapsraad zoekt nieuwe leden
INHOUDSOPGAVE
Met ingang van het nieuwe schooljaar wordt de medezeggenschap binnen Scholen aan Zee aangepast aan de nieuwe structuur.
VOORWOORD
3
Voorwoord Chris van Meurs
4
Roostermakers Zorgen dat alles geolied loopt
Beste lezer,
7
Maatschappelijke stage Start pilot project Mavo aan Zee
9
Uitzicht op zee Column Moes
Bijna vakantie… Nog 3 weken te gaan en dan zit het schooljaar er weer op. Voor de leerlingen althans. Veel van de medewerkers zullen, zeker met het oog op de aanstaande verhuizingen, nog iets langer doorwerken. En wat te denken van de roostermakers, die, als het een beetje tegenzit, nog later met vakantie gaan. Want er komt heel wat kijken bij het maken van een rooster.
Dat betekent dat de afzonderlijke scholen, dus beroepsonderwijs, mavo en lyceum, elk een eigen medezeggenschapsraad (MR) krijgen. In de toekomst komt steeds meer beslissingsbevoegdheid op schoolniveau te liggen. Voor bovenschoolse zaken blijft er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De MR wordt veelvuldig om advies gevraagd over diverse beleidszaken binnen de school. Daarnaast ontplooit de raad zelf initiatieven. Scholen aan Zee vindt de inbreng van ouders en leerlingen daarbij van groot belang. Immers, zij zijn de afnemers van het door de school verzorgde onderwijs. Zonder leerlingen geen school! Daarom zoekt de MR leerlingen en ouders of verzorgers van leerlingen die onderwijs volgen bij een van deze scholen, die zich kandidaat willen stellen voor een van de nieuw te vormen medezeggenschapsraden. Hebt u als ouder of verzorger, of heb je als leerling belangstelling om deel te nemen aan dit MR-werk? Of wilt u meer informatie? Maak
10
Parlez-vous ein bisschen English por vavor? Comenius-project Studiehuis
Het schooljaar is voorbij gevlogen, een schooljaar waarin veel tot stand is gebracht. In dit magazine leest u welke onderwijsvernieuwingen bij het Beroepsonderwijs aan Zee worden doorgevoerd. Maar niet alleen het beroepsonderwijs, ook de mavo en het lyceum voeren vernieuwingen door. Alles is erop gericht de scholen de perfecte leer- en leefomgeving
13
Maatwerk in beroepsonderwijs Interview met Cor Bouma
voor de leerlingen te laten zijn.
15
Scholen aan Zee en basketbal Samenwerkingscontract DH Seals
16
Drieling naar Julianadorp Interview met Tico, Biem en Edu
19
Excursie naar Praag Een verslag
22
Portretten van examenleerlingen Wat gaan ze doen na het eindexamen?
dit dan kenbaar bij de directie van de school waar de leerling het onderwijs volgt: mevrouw I.V. Simao voor Beroepsonderwijs aan Zee, de heer Tj.P.J. Talsma voor Lyceum aan Zee en de heer E.C.M. Kramer voor Mavo aan Zee. W.C. Snel, Voorzitter GOMR
Sportlaan 38 1782 ND Den Helder Postbus 636 1780 AP Den Helder Telefoon 0223 540 300 info@scholenaanzee.nl www.scholenaanzee.nl
Sportlaan 54, Den Helder leerjaren 1 en 2 bb + kb algemeen 3 en 4 bb + kb techniek Junior College Akkerbouwstraat 1, Julianadorp leerjaren 1 en 2 bb + kb algemeen
Drs F. Bijlweg 21, Den Helder leerjaren 1 t/m 4 mavo Junior College Akkerbouwstraat 1, Julianadorp leerjaren 1 en 2 mavo
Drs F. Bijlweg 6, Den Helder leerjaren 1 t/m 5 havo 1 t/m 6 atheneum 1 t/m 6 gymnasium Junior College Akkerbouwstraat 1, Julianadorp leerjaren 1 en 2 havo 1 en 2 atheneum
En in september gaan we dan eindelijk van start met onze vernieuwde scholen: Beroepsonderwijs aan Zee, Mavo aan Zee en Lyceum aan Zee. En dan is er natuurlijk nog het Junior College, onze nieuwe onderbouwlocatie in Julianadorp. Ik vertrouw erop dat iedereen zich op zijn nieuwe leer- en/of werkplek snel thuis zal voelen. Voor nu wens ik iedereen veel sterkte toe bij de ‘laatste loodjes’ en voor straks een prettige vakantie.
Redactie Karin van Gelder, Aukelien Jellema, Ilse Ketzer, Eugène Kramer, Joke Plass
Drs F. Bijlweg 10, Den Helder leerjaren 1 en 2 bb + kb algemeen 3 en 4 bb + kb zorg & welzijn en economie
Voordat we straks van een welverdiende vakantie kunnen genieten, staat er – naast vele andere zaken die afgerond moeten worden - nog iets te gebeuren: het uitdelen van rapporten en diploma’s. Ik hoop dat alle leerlingen, ouders en docenten tevreden zijn over het behaalde resultaat. Vanaf deze plaats wil ik alvast alle geslaagde leerlingen van harte feliciteren. Ik hoop dat ze terugkijken op een fijne tijd bij SAVO en ik wens ze voor de toekomst veel succes toe.
Chris van Meurs Voorzitter College van Bestuur
Redactieadres info@scholenaanzee.nl Scholen aan Zee Postbus 636 1780 AP Den Helder Vormgeving www.decombinatie.com Tekst Klaas Schuurman Fotografie Karin van Gelder Druk Finesse druk, Heerhugowaard Informatiemagazine van Scholen aan Zee jaargang 1, juni 2007, nummer 3
3
interview
Roosterafdelingen worden gecentraliseerd in het onderwijskantoor.
Aan Zee in gesprek met roosteraars Jos Sayers en Peter van Dulst.
‘Het zijn de beperkingen die lesroosters zo complex maken’ Met ingang van het nieuwe schooljaar wordt het roosteren van alle sectoren van Scholen aan Zee gecentraliseerd in het onderwijskantoor aan de Sportlaan. Dan maken de roostermakers deel uit van Algemene Zaken en werken zij nauw samen met de centrale leerlingenadministratie. Alle roosters, ook de dagroosters, worden vervolgens centraal gemaakt. Er komen twee extra krachten bij, deels vast, deels op projectbasis. Wat zijn de voordelen van deze centralisatie en wat de toekomstverwachtingen? Aan Zee vroeg het aan de twee roosteraars die al jarenlang verantwoordelijk zijn voor het in goede banen leiden van de schoolprogramma‘s: Jos Sayers en Peter van Dulst.
Geen roosterschool Wiskundeleraar Peter van Dulst begon met roosters maken op locatie Nieuwediep en daarna op locatie Plein. Hij heeft zich het vak min of meer zelf eigen moeten maken. ‘Er bestaat geen opleiding voor roostermakers. Vroeger ging iedereen zo z‘n eigen gang. Met grote wandborden met kaartjes of gekleurde buttons. De laatste jaren zijn er gelukkig ook softwarepakketten ontwikkeld – roostermachines. Dat scheelt veel tijd.’ Voordat een rooster uitgewerkt kan worden, moet alle relevante informatie voorhanden zijn. Dat is vaak pas vlak voor de zomervakantie het geval. Van Dulst: ‘Het is me slechts één keer gelukt het schoolrooster al vóór 15 juli compleet te hebben.’ Hij wijst op de voordelen van snel roosteren: ‘Je kunt eerder je vacatures vervullen. En misschien ook wel met betere docenten. Want als het schooljaar eenmaal begonnen is, zijn de beste krachten al onder dak. Ook kunnen de leraren sneller inspelen op de nieuwe situatie. Zoals een oppas regelen voor de eigen kinderen. Komt het rooster later uit, dan wordt dit een probleem.’
4
Als leerkrachten elkaar na de grote vakantie in de docentenkamer treffen, zien de meesten er goed uitgerust en bruingekleurd uit. Kom je tussen hen een vermoeid ogende collega tegen, nog wat witjes voor de tijd van het jaar? Goede kans dat het de roostermaker is. Die heeft wekenlang gepuzzeld om alle leerlingen en leraren op de juiste tijden in de goede lokalen te kunnen krijgen en heeft dat zojuist afgerond - nét op tijd. Moe? Inderdaad. Bleekjes? Kan zijn. Maar hij heeft het toch weer mooi voor elkaar: de school loopt straks als een geoliede machine.
Leerlingen kwijt Dankzij een spreadsheet worden nu de meest uiteenlopende variabelen ingevoerd in de computer en wordt er ook geroosterd op leerlingenniveau. ‘Het kan nu niet meer gebeuren,’ zegt de wiskundeleraar, ‘dat we een paar leerlingen kwijt zijn omdat per ongeluk papiertjes met namen in een la verdwijnen.’ Van Dulst verhuisde één jaar geleden van locatie Plein naar EHC. Daar deelt hij een kantoor met Jos Sayers. Beiden komen, heel toevallig, uit Rotterdam. Van Dulst kon na zijn studie in Leiden als wiskundeleraar terecht in Den Helder. ‘Het leek me een heel eind weg, maar de banen lagen in die tijd niet voor het oprapen. Ik heb er overigens geen moment spijt van gehad!’ Hij woont in De Schooten. Jos Sayers kwam als tienjarig meisje in de Noordkop terecht. ‘Mijn vader had als bouwkundig hoofdopzichter toezicht op de bouw van Willemsoord. Pendelen tussen Rotterdam en Den Helder was ondoenlijk, dus het hele gezin verhuisde.’ Haar huis staat in Julianadorp en ook zij peinst er niet over terug te keren naar de Maasstad.
Expertise lekte weg In 2004 vroeg de voorzitter centrale directie van SAVO Chris van Meurs aan Peter van Dulst de bestaande roosterstructuren binnen de scholen door te lichten en een nieuwe structuur te ontwikkelen. ‘Toen is
duidelijk geworden dat voor bijvoorbeeld het Junior College in Julianadorp geen fulltime roostermaker aangesteld kan worden,’ zegt Van Dulst. ‘Ook zijn er geen back-ups voor de bestaande roostermakers (wij mogen nooit ziek worden!), expertise lekt weg en door de fysieke scheiding is kruisbestuiving onmogelijk. ‘Als Jos Sayers daaraan toevoegt dat ‘leerlingen en leraren hier in- en uitlopen’ klopt als afgesproken een docente aan die dringend een probleem wil bespreken. ‘Argumenten te over,’ concludeert de wiskundeleraar, ‘om de hele afdeling samen te voegen en op het onderwijskantoor onder te brengen.’ In het belang van de zaak, maar beiden ‘zullen die contacten toch wel missen.’ Jos Sayers was werkzaam op de administratie van het Etty Hillesum College en daar een beetje op uitgekeken. ‘Ik had alles wel zo‘n beetje gedaan en echte carrièremogelijkheden waren er niet meer.’ Zij wijst op het belang dat bij het roosteren nu ook de visie van het onderwijs ondersteunend personeel wordt betrokken.
Minder lesuitval ‘Ook uitval van docenten wordt centraal aangemeld,’ zegt Jos Sayers. ‘Daardoor worden ouders en leerlingen via internet nóg sneller geïnformeerd.’ Die informatie wordt straks via het bedrijfsinformatiesysteem binnen de scholen ook één op één op de leerlingen overgebracht. ‘Zodat er geen fouten meer
kunnen sluipen in de informatieoverdracht.’ Door de voortschrijdende technische ontwikkelingen wordt ook al gedacht aan nóg snellere informatielijnen. Nu vrijwel iedere leerling een mobieltje op zak heeft, kan een leerling persoonlijk benaderd worden met sms. Volgens Van Dulst wordt er al op bescheiden schaal mee geëxperimenteerd. ‘Maar het is nog te vroeg voor conclusies.’ Beide roostermakers verwachten in de toekomst overigens veel minder lesuitval. ‘Door de teamvorming,’ zegt Sayers, ‘kan in de meeste gevallen binnen de groep voor opvang gezorgd worden. Bovendien wordt van leerlingen veel meer zelfwerkzaamheid verwacht. Ook dat scheelt! Al duurt het natuurlijk enkele jaren voordat het nieuwe, verticale onderwijssysteem, dat in 2007-2008 met de eersteklassers begint, schoolbreed is ingevoerd.’
Complicerende factor Kan het rooster dit jaar vóór de zomer klaar zijn? De roosteraars schieten in de lach. Van Dulst: ‘Pas als je alle gegevens compleet hebt, kun je de roostermachine aan het werk zetten. Dan moeten we dus ook de eindexamenresultaten weten en de herexamens. Het is een misverstand te denken dat je veel van tevoren kunt doen.’ Hij schetst de hoeveelheid variabelen: ‘Er zijn verschillende locaties, praktijk- en theorielokalen, groepen leerlingen, docenten. Je hebt vakkenpakketten, clusteringen, >
5
periodisering. Lessen met verschillende tijdsduur in één rooster (lessen van 45 en 90 minuten of zelfs langer). Er zijn projecten waardoor docenten, leerlingen en lokalen aan elkaar gekoppeld moeten worden. Repetitieweken, examenperiodes, rapportvergaderingen. En het Junior College als complicerende factor, gezien de afstand.’ En na een korte pauze: ‘Weet je, dit is allemaal nog te overzien. Het zijn vooral de beperkingen die roosters zo ingewikkeld maken. Een docent kun je niet het eerste uur op de Bijlweg inzetten en het tweede in Julianadorp. Als deeltijddocenten Engels op dezelfde dagen werken, kun je die de overige dagen niet inroosteren. En een vakdocent die alleen op woensdag beschikbaar is, alleen dié dag. Praktijklokalen zet je niet in voor theorievakken.’
Zonnebank Er komen twee softwareprogramma‘s in aanmerking om standaard te worden ingevoerd. Leveranciers: Untis en Zermelo. Peter van Dulst: ‘Tot voor kort konden die bedrijven goed met elkaar overweg, waren ze bereid tekortkomingen van de ander met eigen software aan te vullen. Zo konden wij beide leveranciers optimaal benutten voor onze wensen. Maar die bereidheid is helemaal verdwenen, dus moeten we wellicht een keus maken uit die twee.’ Jos Sayers vindt het een voordeel dat Untis je in staat stelt te roosteren in kwartieren.’ Toch hebben beiden op dit moment geen uitgesproken voorkeur. Is de vakantie al geboekt? ‘Jazeker,’ lacht Van Dulst, ‘van de zeven vrije weken heb ik er op het eind twee voor mezelf gereserveerd.’ Als OOP‘er heeft Jos Sayers vijf weken vakantie, maar zij neemt er ook twee op, want ‘de stekker moet er echt even uit!’ Als we afscheid nemen, twijfelt ze weer: ‘Nou ja, als het écht nodig mocht zijn... Ik kan ook een uurtje onder de zonnebank natuurlijk.’
interview
Onderwijstijd beperkt zich niet tot lessen in de klas Scholen moeten leerlingen een bepaald aantal klokuren onderwijstijd aanbieden. Dat varieert van 1040 klokuren voor de klassen 1 en 2 tot 700 klokuren voor leerlingen uit de examenklassen. (Een lesuur varieert per school en duurt vaak 45 of 50 minuten. Een klokuur telt vanzelfsprekend 60 minuten). Voor de diverse vakken heeft het ministerie ook een minimum aantal uren vastgesteld, te verdelen over de hele schoolperiode. Maatschappijleer, bijvoorbeeld, moet 80 uur gegeven worden. Kunstvakken 320 uur en lichamelijke opvoeding 400 uur. Onderwijstijd omvat veel meer dan de lessen die volgens het rooster gegeven worden. Alle voor leerlingen verplichte activiteiten die onder verantwoordelijkheid van docenten vallen, worden gerekend tot onderwijstijd. Het is dan ook niet zo, dat leerlingen automatisch vrij zijn wanneer het laatste lesuur is afgelopen. Veel activiteiten vinden namelijk daarna plaats, soms ook ‘s avonds.
Sinterklaas Om een indruk te geven: theater-, film- of museumbezoek (ook ‘s avonds, zoals bij CKV). De huiswerkklas in de onderbouw. Het zelfstandig werken in studieruimten mits om advies of hulp gevraagd kan worden. Projecten, ook als die ‘s avonds of in het weekeinde worden uitgevoerd. Stages. Remedial teaching, faalangstreductietraining en dyslexiecursussen. Klassenavonden en schoolfeesten. Excursies. Bij meerdaagse excursies wordt zelfs 16 uur per etmaal als onderwijstijd gerekend. Ook opvanglessen bij uitval van een roosterles gelden als onderwijstijd. Zelfs de sinterklaasviering (en Kerstmis, Pasen, kerstmarkt of nieuwjaarsmarkt) valt er onder. Kortom, als richtlijn kan gesteld worden dat elke activiteit die gerelateerd is aan de school en die onder leiding staat (van een docent) van de school tot onderwijstijd gerekend kan worden.
De tijd dat het voortgezet onderwijs een gesloten bolwerk was, is al lang voorbij. Leerlingen zitten niet meer de hele dag binnen de vier muren van het klaslokaal, afgeschermd van de buitenwereld. Steeds vaker wordt die buitenwereld de scholen binnengehaald. Het semi-professioneel gerunde restaurant van ‘t Zwet is daar een sprekend voorbeeld van. Aan de andere kant komen leerlingen tijdens lestijd steeds vaker in aanraking met de maatschappij buiten de school. Buitenlandse reizen, culturele evenementen, snuffel- en beroepsstages.
Mavo aan Zee start pilot project maatschappelijke stage
Mavo aan Zee heeft daar een nieuwe loot aan toegevoegd: de maatschappelijke stage.
‘Leerlingen krijgen hierdoor meer inzicht in maatschappelijke structuren’ Na een jaar van gedegen voorbereiding is direct na de voorjaarsvakantie een groep van zevenentwintig leerlingen, derdeklassers van 14 tot 16 jaar oud, begonnen met vijf dagen maatschappelijke stage. Zij zwermden uit over achttien Helderse instellingen die ervaring hebben met vrijwilligerswerk binnen hun organisatie. Dat varieert van zorgcentrum Den Koogh, het botanische kassencomplex Oranjerie en een basisschool, tot dierenopvang ‘t Schuthok, het Marinemuseum en de Openbare Bibliotheek. De maatschappelijke stage wordt gecoördineerd en begeleid door de docenten Olga Roelofs en Hans van Beekum, daarbij geholpen door collega‘s van havo/athenetum/gymnasium die al langer met dit bijltje hakken.
Registratie Scholen moeten verantwoording afleggen over de gerealiseerde onderwijstijd voor de leerlingen. Registratie van aan- en afwezigheid van leerlingen is daarom belangrijk – niet enkel tijdens roosterlessen, ook bij andere activiteiten. Ouders dienen dan ook aan te geven dat een leerling avond- en weekendactiviteiten niet bijwoont. Olga Roelofs
Verschillende vaardigheden Docent maatschappijleer Olga Roelofs benadrukt het verschil met de beroepsstage. ‘Bij een beroepsstage doe je werkervaring op in je toekomstige beroep, het lijkt op betaald werk. Tijdens de maatschappelijke stage maak je kennis met vrijwilligerswerk.’ Het doel? ‘Als leerling krijg je inzicht in maatschappelijke structuren. Je leert tal van vaardigheden aan: samenwerken, opkomen voor jezelf, verantwoordelijkheid nemen, organiseren, mensen helpen en zorgen voor de leefomgeving.’ ‘En je krijgt de kans andere mensen te leren kennen,’ vult Hans van Beekum aan, ‘het gevoel erbij te horen. Je doet iets waar je trots op kan zijn én je doet misschien ideeën op voor een eventuele beroepsrichting.’ Maar het belangrijkst vindt de leraar Nederlands nog wel ‘dat je leert omgaan met situaties die anders gestructureerd zijn dan de vertrouwde school.’
Hans van Beekum
Normbesef Niet alleen de leerling, ook de samenleving profiteert van de stage. Roelofs verwacht op den duur een versterking van de sociale samenhang in Nederland. ‘Een stijging van het normbesef: rekening houden met anderen, maar die anderen ook aanspreken op hun gedrag.’ Zij denkt ook dat de stagiairs op deze manier meer respect ontwikkelen voor al degenen die als vrijwilliger bezig zijn. Bovendien vindt ze het voor de leerlingen een uitgelezen kans zich van hun beste kant te laten zien. ‘En misschien krijgen ze zelf wel interesse in vrijwilligerswerk.’ ‘Het mes snijdt natuurlijk aan twee kanten,’ zegt Van Beekum, ‘want de stageadressen kunnen hierdoor jongeren interesseren voor specifiek werk, beroepsmatig of als vrijwilliger. Ze krijgen inzicht in wat er leeft onder jongeren van nu. >
6
7
Moes
Dit is veel leuker dan naar school gaan. Wij houden ‘t wel vol hier!
Joke Harlaar
Stagiairs bijzonder welkom bij Corbis
de kennismaking met onze bewoners,’ zegt ze. ‘Daarnaast willen we ook dat ze zo zelfstandig mogelijk opereren. Van meelopen en over de schouder meekijken, leer je niet veel!’
Hoekje van vroeger Nickolai Beentjes en Matthij van Leersum
‘Leuk dat ze je bewonderen. Dat ze ‘t knap vinden wat je doet.’ Alsof het hun dagelijks werk is, snijden ze wilgentakken op maat en maken er op onnavolgbare wijze een decoratief meubelstuk van, dat straks, gevuld met planten en bloemen, de afdeling zal opluisteren. Matthij van Leersum en Nickolai Beentjes, beiden 15, doen hun werk midden op de afdeling. Bewoners en personeelsleden lopen af en aan, één bewoonster beziet het creatieve proces langdurig van wel héél dichtbij. De twee blikken en verblozen niet. ‘Ik heb zelf voor een ouderencentrum gekozen,’ zegt Matthij tijdens een korte pauze, ‘maar ik was er eigenlijk nog nooit geweest.’ Hij vond het, net als Nickolai, ‘best wel erg’ toen ze tijdens een rondleiding de gesloten afdeling met dementerende bejaarden bezochten. Of ze ooit in de zorgsector gaan werken? Het lijkt niet waarschijnlijk. ‘Ik wil bij het korps mariniers,’ zegt Nickolai stellig, ‘en daar bereid ik me in een sportschool nu al op voor.’ Matthij ziet zichzelf ‘de economische kant opgaan, administratief werk dus.’ Maar ze vinden het ‘wel heel leuk hier – niet verwacht.’ Geen plankenkoorts? ‘Soms blijft iemand staan kijken, dat vind ik wel grappig,’ zegt Nickolai. Matthij is het met hem eens. ‘Leuk dat ze je bewonderen. Dat ze ‘t knap vinden wat je doet.’ De jongens beseffen dat leerlingen die niet aan het stageproject meedoen hen met enige afgunst bezien. ‘Logisch,’ roepen ze bijna in koor, ‘dit is veel leuker dan naar school gaan. Wij houden ‘t wel vol hier!’
8
En niet te vergeten: er wordt hun ook werk uit handen genomen.’ Het project is nauwelijks gestart, of de eerste verandering dient zich al aan. Van Beekum: ‘Nu wordt één week lang stage gelopen. Voor de continuïteit hebben sommige instellingen liever een ander rooster. Bijvoorbeeld: gedurende enkele maanden één uur per week. Vervolgens wordt de stageplek dan aan een andere leerling overgedragen. Dat kunnen we realiseren. De mavo kent variabele uren, daarin kan geschoven worden. Ook rijden we zo niet in de wielen van het beroepsonderwijs dat altijd met stageweken werkt.’
Cabaretier ‘Het project kent een langdurige voorbereiding,’ zegt Van Beekum. ‘Er is een cabaretier ingehuurd die de leerlingen leerde zich vrijer te bewegen en er werden rollenspelen gedaan om hen voor te bereiden op verschillende situaties.’ De begeleiding is intensief. Roelofs: ‘Vrijwilligerswerk kan soms confronterend zijn. Normaal gesproken hebben leerlingen zelden te maken met mensen met lichamelijke en psychische gebreken. Bij Corbis gebeurt dat uiteraard wel. Dan moeten de stagiairs goed worden opgevangen.’ Vrijwilligerswerk is heel nuttig, maar er moet wel geleerd worden natuurlijk. Roelofs: ‘Dit project sluit prima aan op competentiegericht leren. De leerlingen maken kennis met sociale structuren in de maatschappij. Daar kan maatschappijleer goed op inhaken.’ Van Beekum beaamt dat. ‘Zelf heb ik de stagiairs tijdens Nederlands een sollicitatiebrief laten schrijven. Ze moeten een portfolio bijhouden, een verslag schrijven en – heel spannend! – straks komt er een serieuze presentatie op school. Voor het front van medeleerlingen, docenten en belangstellende ouders. Er is nauwelijks een vak te bedenken dat géén raakvlakken heeft met de maatschappelijke stage. Een ideale situatie!’
‘Als je dementerende ouderen confronteert met beelden uit het verleden, kan dat hun kortetermijngeheugen prikkelen,’ zegt Van Dijk. ‘Op Buitenveld richten we een hoek in met spulletjes van vroeger: oude foto‘s, timmergereedschap, objecten van bijvoorbeeld de marine, dat soort zaken. De stagiairs benaderen familieleden, oude ambachtslieden en de marine om te proberen aan al dat materiaal te komen. Vervolgens richten ze ook de hoek in - een hoekje van vroeger dus.’ De twee stagiairs in Den Koogh zijn belast met het decoreren van de gemeenschappelijke ruimte voor bewoners. Joke Harlaar: ‘Onder supervisie leerden ze in de kelder sierobjecten te maken van wilgentenen. Dat doen ze nu op de afdeling, midden tussen de bewoners. Ze maken plantenbakken in de vorm van stoeltjes en kruiwagens.’
Lange termijn
Joke Harlaar is blij met de komst van maatschappelijke stagiairs. ‘Vrijwilligerswerk is voor onze instelling heel belangrijk. De primaire zorg, dus medische behandeling, eten en drinken en verzorging, is prima voor elkaar, maar voor de extra‘s komen wij handen te kort. Een uurtje met de bewoners praten, met ze winkelen, of een wandeling maken. Veel bewoners krijgen mantelzorg, maar niet iedere bewoner heeft familie of vrienden in de nabijheid...’ Zo runnen enkele vrijwilligers in Den Koogh een winkeltje voor de bewoners. ‘Daar zijn wij natuurlijk ongelooflijk blij mee. Veel vrijwilligers zijn echter op leeftijd,’ zegt Joke Harlaar, ‘dus wat jongere vrijwilligers zijn van harte welkom.’ Ook blijven er projecten liggen. ‘De binnentuinen, daar wordt momenteel niet veel mee gedaan. Dat is jammer.’ Met Mavo aan Zee zijn al suggesties doorgesproken, bijvoorbeeld dat stagiairs in de toekomst muziekavonden geven en een internetcafé opzetten, onder meer om bewoners vertrouwd te maken met het nieuwe medium. ‘Dat gebeurt dan op structurele basis, bijvoorbeeld enkele uren op vaste dagen per week.’
Vele handen maken licht werk Corbis kan altijd toegewijde vrijwilligers gebruiken. Hebt u interesse? Bel dan 0223-536517.
Uitzicht op zee
column
Vijf leerlingen wilden hun maatschappelijke stage in een van de zorginstellingen van Corbis doorbrengen. Zij worden daar ontvangen door klachtenfunctionaris Joke Harlaar en hoofd services Maarten van Dijk. Voor de begeleiding op de werkplek hebben Frank Hoeve, teamleider magazijn & transport Den Koogh, Edith Heidweiller, afdeling Zeewijk, en Marleen Pasma, afdeling Heersdiep, enthousiast hun medewerking toegezegd. ‘Het is natuurlijk ook voor ons een nieuw fenomeen,’ zegt Joke Harlaar. ‘De leerlingen zijn niet alleen jonger dan gebruikelijk, ze worden ook op een andere manier ingezet.’ Drie leerlingen vonden een plek op Buitenveld, het zorgcentrum voor mensen met een psychogeriatrische stoornis, twee via het facilitair bedrijf op de somatische afdeling van Den Koogh. ‘We wilden de leerlingen graag goed voorbereiden op
In de krant lees ik dat de enige echte school aan zee aan het Molenplein staat, en die sluit over enkele weken. Maar mijn kinderen – en die van u – gaan eind augustus toch écht naar de een of andere “school aan zee”. De aanduiding lijkt intussen een hype te zijn geworden. Ineens valt er volgens de plaatselijke media van alles te beleven aan de kust; strandrecreatie aan zee, de golfbaan aan zee, een complete dagbladbijlage geheel in het teken van “aan zee”. Het kan natuurlijk zo zijn dat we als toekomstige zeelieden gefixeerd raken op alles wat met water en golven te maken heeft. Zoals je de halve stad in een rode auto ziet rijden, als je zelf net een rood exemplaar hebt aangeschaft. Maar toch. De kinderen kunnen zich er ondertussen nog niet zoveel bij voorstellen. Vooralsnog vernauwt het begrip “aan zee” zich tot “een zee aan onzekerheden”. Zoonlief heeft zojuist een heftig brugklasjaar op het Nieuwediep achter de rug. Heb je net door hoe de zaken aan de Molukkenstraat geregeld zijn, word je het viaduct over gejaagd! Geheel volgens de gedragsrichtlijnen passend bij zijn leeftijd, verklaart hij het knap peep te vinden. We mogen zelf invulling aan het peep-woord geven. Onze veertienjarige dochter heeft er iets meer vrede mee. Als derdeklasser moest ze de bakermat van haar eerste drie middelbareschooljaren toch al verlaten. Met klasgenoten verzint ze allerlei activiteiten om ritueel afscheid te nemen van haar oude school. Een gebouw met krappe lokalen, brakkige rioleringen en kapotte zonwering. Maar wel de plek waar ze al aardig wat school-lief-en-leed heeft liggen. Uiteindelijk toch the place to be voor een jongmens. Na de zomer mag ons kroost hun heil dus gaan zoeken aan de Bijlweg. Ik werp nog op dat ze daar deel gaan uitmaken van een heuse onderwijsboulevard. En dat aan zee! Strandlakens mee, zou ik zeggen. Maar de kids lachen als boeren met kiespijn. De school mag dan worstelen met haar transitie, zijzelf hebben er minstens zoveel last van. Eerst maar eens met vakantie dus. Naar de Schotse hooglanden of de Friese meren. Niet naar zee? Nee dank je wel! In augustus naar het Lyzeeum is mooi genoeg. Moes.
9
Het Comenius-project 'Europa' mag in Brussel politiek stevig gegrondvest zijn, voor veel inwoners is het slechts een vaag begrip. Het Comenius-project meent dat er actief aan gewerkt kan worden om werkelijke Europese eenheid te bereiken. Als scholieren meer te weten komen over zichzelf en de omgeving waarin zij leven en die informatie uitwisselen met collega-scholieren uit andere EG-landen wordt niet alleen hun eigen kennis verbreed, ook ontstaat dan meer inzicht in andere culturen, met meer begrip voor cultuurverschillen. Die 'regionale identiteit' wordt gevormd door geografische ligging, geschiedenis, cultuur, onderwijs, sport, gastronomie en het leven van alledag. Uiteraard vindt die informatie-uitwisseling plaats op een eigentijds medium: het internet. De eerste aanzet voor de Helderse bijdrage aan het project werd gegeven in januari 2005. Docent maatschappijleer Hans Schipper
van Studiehuis Molenplein ontmoette een Franse lerares die voor een lyceum in Montaigu een Nederlandse partnerschool zocht voor het Comenius-project. Hans Schipper: ‘Dat lyceum had toen al scholen in Duitsland en Spanje gevonden die mee wilden doen.’ Schipper vond in collega Willy Smit, die Frans doceert, een geestverwant. Samen bezochten ze in november 2005 Montaigu om daar spijkers met koppen te slaan. Willy Smit: ‘Per school zijn nu twee, drie docenten en twintig tot dertig leerlingen bij het project betrokken.’ Hans Schipper verduidelijkt: ‘Het is geen project dat scholieren internationaal uitwisselt, maar dat Europese scholieren via moderne communicatiemiddelen met elkaar in contact wil brengen. Afvaardigingen van de scholen bezoeken elkaar af en toe voor overleg. Het zijn een soort werkconferenties.’
‘Jongeren verstaan elkaar altijd, ongeacht de nationaliteit’ Kort na de voorjaarsvakantie brachten acht docenten en twaalf leerlingen uit Spanje, Frankrijk en Duitsland een werkbezoek aan Den Helder. Zij werden gastvrij onthaald door leerlingen van Studiehuis Molenplein. Er was tijd voor ontspanning, maar er moest ook gewerkt worden: aan het ambitieuze Comenius-project dat zich ten doel stelt Europese jongeren met elkaar in contact te brengen. Om kennis te maken met culturele verschillen en overeenkomsten. En om ideeën en opvattingen uit te wisselen. De jongeren konden elkaar tijdens de werkweek goed verstaan. De voertaal was Engels, ondersteund met handen en voeten en soms verhaspeld: Parlez-vous ein bisschen English por vavor?
‘Het was echt een geslaagde week en we gaan misschien zelfs met een groepje meiden in de zomervakantie naar Spanje!’ Tussen twee lesuren door maken de Helderse gangmakers van het project, Willy Smit-Hiemstra en Hans Schipper, beiden docent aan het Studiehuis Molenplein, tijd vrij voor een kort interview met Aan Zee. Ook de leerlingen Ietske, Sophie en Ilse voegen zich bij het gesprek. Alle vijf hebben de werkweek nog in de benen. Het waren lange, intensieve dagen, die ‘s morgens vroeg begonnen en vaak ‘s avonds laat pas eindigden. En tussendoor: rennen, vliegen en vooral doorgaan. De volgende dag worden Hans Schipper en drie (andere) leerlingen alweer op Schiphol verwacht. Voor een bezoek aan Lycée Jeanne d'Arc in Frankrijk en Instituto de Enseñanza de Secundaria in het Spaanse Chapela.
www.bonaparte-united.eu ‘In november 2006 bezochten wij de Duitse partners van de Albert Schweitzer Schule in Hofgeismar,’ zegt Hans Schipper. ‘Daar is besloten dat Nederland een internetsite zou ontwikkelen, www.bonaparte-united.eu. We kwamen op die naam doordat een lokaal museum een expositie wijdde aan koning Jerôme Bonaparte. We realiseerden ons dat over alle steden van ons scholenkwartet ooit een Bonaparte had geheerst.’ De website is Engelstalig en werd in februari van dit jaar operationeel. Willy Smit: ‘Eén van de taken van de afgelopen werkbijeenkomst was het in verschillende landstalen vertalen van de site, want die moet viertalig worden. Daar is door docenten en scholieren hard aan gewerkt.’ Hans Schipper: ‘Alle deelnemende scholieren doen dit op basis van vrijwilligheid en er gaat veel tijd in zitten. Vaak komen we in tussenuren en tijdens pauzes bij elkaar om er aan te werken.’ Over het project is door drie leerlingen een profielwerkstuk gemaakt. Het gold als eindexamenopdracht en werd ook aan de buitenlanders gepresenteerd.
Lasergamen
Willy Smit-Hiemstra, Hans Schipper, Ilse Spoelstra, Ietske de Bray en Sophie Pollmann
10
Ietske de Bray, Sophie Pollmann (beiden 16) en Ilse Spoelstra (15) zitten alledrie in 4 vwo. Hoe beleefden zij de werkweek? ‘Alles werd op de fiets gedaan,’ zegt Ietske, ‘en het viel me op dat zij wel héél langzaam vooruitkwamen.’ De Spaanse leerlingen waren gemiddeld iets jonger, de Duitse iets ouder. Ze konden elkaar in het Engels goed verstaan, al hielden enkele Franse meisjes zich in het begin iets afzijdig. ‘Maar dat ligt misschien aan hun cultuur,’ meent Sophie, ‘eerst de kat uit de boom kijken.’
Ietske rijdt mountainbike in competitieverband en ‘wil later iets met sport gaan doen.’ Zij had al snel contact met een roeier op landelijk niveau. Ilse kon haar interesse voor alternatieve rock delen met een Duitse hardrockgitarist. Van de drie is Ilse nu al het meest internationaal georiënteerd. Eerst wil zij economie en sociale wetenschappen studeren ‘en daarna international business management & languages of iets dergelijks.’ Vaker dan de anderen bezoekt zij Engelstalige sites. Ook Sophie zit in het project prima op haar plaats, want zij ‘wil graag de journalistiek in.’ De bezoekers genoten waarschijnlijk nog het meest van het lasergamen, denkt Ietske. ‘En zoute drop vonden ze écht vies,’ vertelt Sophie met bijpassende mimiek. ‘Stroopwafels lustten ze wel. Daar heeft iemand pákken van ingeslagen!’
Open Podium-avond De werkweek was kort na de Franse presidentsverkiezingen. Ietske: ‘De Fransen waren behoorlijk teleurgesteld door de winst van Sarkozy. Ze hadden hun hoop gevestigd op Ségolène Royal. Dat was bij hen het gesprek van de dag.’ Hoewel ze aanvankelijk met iedereen honderduit discussieerde, merkte ze dat de rek er uitraakte. ‘In het begin heb je allerlei nieuwtjes te melden, maar op den duur ben je toch een beetje uitgepraat.’ Gelukkig zijn er dan genoeg evenementen die de aandacht afleiden. Een filmavond. Het lasergamen. Een bezoek aan de kroeg in Julianadorp. En last but not least de Open Podium avond, een swingend festijn waar ook de Duitse gitarist optrad; in de band van de jongen bij wie hij logeerde. Een prima uitsmijter van een geslaagde week. De buitenlandse gasten mogen intussen weer teruggekeerd zijn, er is nog regelmatig contact. Nu via MSN Messenger. En aan het project wordt stug doorgewerkt.
Macho‘s Docenten hebben gezamenlijk enkele thema’s vastgesteld, die de komende jaren uitgewerkt en uitgewisseld gaan worden. Het eerste jaar is dat de ‘regionale identiteit’. Willy Smit vertelt dat nu eerst de onderlinge verschillen en overeenkomsten worden geïnventariseerd. ‘En die verschillen kunnen groot zijn: de hoogte van het zakgeld loopt bijvoorbeeld sterk uiteen, en de eetgewoontes zijn >
11
natuurlijk anders. Voor Nederlanders mag de lunch geen oponthoud zijn, dat doen wij het liefst onder het werk door, en ’s avonds eten wij vroeger en korter. Vooral Spanjaarden en Fransen besteden veel tijd en aandacht aan het diner.’ Ook qua karakter zijn we anders, zegt Ilse, ‘een Spaanse jongen gaf zelf toe dat veel Spanjaarden zich inderdaad macho gedragen.’ ‘Er komt nu een vragenlijst,’ zegt Willy Smit, ‘waardoor alle verschillen en overeenkomsten boven water komen. Daarin proberen wij zoveel mogelijk bij de belevingswereld van de leerling te blijven, maar wij willen ook dieper gaan dan alleen muziek en sport. Kijken of er wellicht sprake is van een collectieve Europese jeugdcultuur.’
12
Ook beroepsonderwijs Neemt het Studiehuis aan het project deel met het oog op eventuele buitenlandse carrières van de leerlingen? De beide docenten schudden hun hoofd: ‘Het project moet juist breed en diep worden opgezet. Met veel meer landen en nog meer scholen. Het is geschikt voor álle middelbare scholen, ook voor beroepsonderwijs.’ En de talenkennis? ‘Maakt ook niet uit,’ zegt Willy Smit, ‘jongeren verstaan elkaar altijd, ongeacht de nationaliteit!’
Dagboek
Van Sophie Pollmann
Van Ietske de Bray
Heel gezellig, veel gelachen!
Zodra we mijn Française, Joshua,
De laatste dag bezochten we Amster-
Ik merkte dat je in een week echt een
hadden opgehaald, moesten we nog
dam. Je kreeg al een echte band met
band kunt krijgen met mensen waar je
eten. En dat ’s avonds om half 11. Ik
de buitenlanders, dus het zou vast wel
normaal niet mee omgaat. Dit project
was er wel aan toe, na een hele avond
gezellig worden. De heenreis verliep
geeft je de mogelijkheid om kennis te
zonder eten. De dag erna maakten
snel en we konden gelukkig met korting
maken met mensen uit andere landen,
de buitenlanders kennis met drop en
reizen. In Amsterdam begon het gelijk
want normaal zou je nooit op ze af-
stroopwafels. De drop viel niet erg in
te regenen. Dat was pech! We liepen
stappen. Het was echt een geslaagde
de smaak, maar de stroopwafels waren
een klein stukje naar de rondvaartboot.
week en we gaan misschien zelfs met
erg gewild. Vooral de Duitse jongen en
Daar zaten we lekker droog en werd
een groepje meiden in de zomervakan-
het Spaanse meisje waren er helemaal
alles verteld in alle talen, dus iedereen
tie naar Spanje!
gek op, ze kochten er ieder een voorraad
kon het verstaan.
van in. Er werd ook een foto gemaakt
Na de boottocht was er een klein
Van Ilse Spoelstra
voor in de krant, titel: ‘Stroopwafels’.
misverstand, we waren de groep kwijt.
Het Duitse meisje dat bij mij logeerde,
De Fransen hadden het altijd koud. ‘It’s
Daar liepen we dan, iedereen met pas
Stella, had weinig problemen met het
cold isn’t it?’ en ‘Is it always so cold
gekochte paraplu’s, door de stromende
weer. Dat zijn ze in Duitsland wel
in Holland?,’ gek werd je ervan. Mijn
regen. We vluchtten snel de McDonald’s
gewend, denk ik. De Franse meisjes en
Franse was dan ook zo slim om dunne
in en kochten daar een ijsje of een ham-
de Spanjaarden hadden er wat meer
kleding aan te doen. Gevolg: ‘I’m so
burger. De Franse meiden kochten hele
moeite mee. Ondanks de regen gingen
cold’, ‘It’s really cold.’ Dat weten ze
menu’s, want normaal aten ze warm
we nog naar het strand. Stella maakte
voor de volgende keer! Wat ook zo leuk
rond die tijd.
daar ongelooflijk veel foto‘s. Het strand
was: Laura’s Française, Paulien, was te
Weer verder, door de regen, zochten we
was blijkbaar erg indrukwekkend. Ook
klein voor de geleende fiets. Ze moest
een leuke winkel om te shoppen.
de duinen en Fort Kijkduin vonden ze
telkens afstappen en veroorzaakte
We vonden leuke winkeltjes waar
heel leuk om te zien! Al met al was
zelfs een keer een kettingbotsing. De
voor iedereen wat leuks was: kleding,
het een supergezellige week en aan het
Spaanse jongen leerden we zeggen: ‘Ik
schoenen en sieraden. We hadden dus
eind werden we uitgenodigd ook eens
ben Jorje en ik ben heet.’ Toen hij snapte
allemaal wel ongeveer dezelfde smaak.
bij hen langs te komen!
wat het betekende, zei hij dat de hele
Samen met het Spaanse meisje kocht ik
dag door.
een armbandje dat bij elkaar paste.
Onderwijsmanager Cor Bouma: ‘Smal waar 't moet, breed waar 't kan’
Meer maatwerk maakt het beroepsonderwijs aantrekkelijker Het Helderse beroepsonderwijs staat de komende jaren ingrijpende vernieuwingen te wachten. Niet alleen worden leerlingen en docenten samengevoegd die - als het even mee zit - gedurende de hele schooltijd als team bij elkaar blijven, ook het onderwijsaanbod wordt drastisch aangepakt. ‘We willen de school aantrekkelijker maken,’ zegt onderwijsmanager Cor Bouma, ‘meer aangepast aan de leervraag van de leerlingen, aansluitend op het vervolgonderwijs en meer gericht op de beroepssector waar de leerling affiniteit mee heeft.’ Cor Bouma is onderwijsmanager van het beroepsonderwijs en tot het einde van dit schooljaar ook nog adjunct-directeur van het Etty Hillesum College. ‘Ik handel nu de lopende zaken af en gelukkig nemen mijn teamcollega‘s veel taken over. In die zin zijn ze een voorbeeld voor de toekomstige teamstructuur.’ Hij is docent lichamelijke opvoeding, maar staat nog maar zelden voor de klas. De vernieuwingen in het beroepsonderwijs slokken hem momenteel helemaal op. Bouma werd in Den Helder geboren, studeerde in Groningen en toen hij zijn eerstegraads bevoegdheid Lichamelijke Opvoeding haalde, kon hij direct aan de slag in zijn geboorteplaats. Hij woont nu in Julianadorp.
Richting signaleren ‘Eén van de problemen in het beroepsonderwijs,’ schetst Bouma de situatie, ‘is de hoeveelheid sectoren en afdelingen, verspreid over meerdere gebouwen. Er is geen continuïteit. Na twee jaar onderbouw waaieren de leerlingen uit over verschillende richtingen. De meeste docenten zien zij niet meer terug. Wij willen teams vormen die de hele schooltijd bij elkaar blijven. Daarom is het belangrijk dat een leerling bij aanvang ongeveer weet welke richting hij uit wil. Hij weet op zijn twaalfde misschien nog niet dat hij lasser wil worden, maar wel dat hij de techniek in wil.’ De geboren Nieuwedieper verwacht dat zo’n zeventig procent van de leerlingen binnen de teams blijven. ‘Maar het is natuurlijk altijd mogelijk alsnog van sector te switchen.’
Minder tweedelijns zorg Behalve een verdieping van de relatie tussen docent en leerling, ziet Bouma dankzij de teamvorming ook de zorg voor de leerlingen toenemen. ‘Je hebt minder tweedelijns zorg
nodig,’ verwacht hij. ‘Leerlingen met dyslexie zijn nu veelal aangewezen op hulp buiten de les. Binnen een team kun je je ook afvragen ‘Wat is het probleem? En wat is de oplossing?’ Dyslectici zijn gebaat bij een gestructureerde aanpak. Maar die structuren zijn voor heel veel leerlingen relevant. Dus waarom niet invoeren in de les?’ Volgens Bouma geldt hetzelfde voor faalangst en motivatieproblemen. ‘Je moet je altijd de vraag stellen ‘Wat kan in de klas gebeuren?’ We scoren met onze zorgstructuur goed en willen dat behouden en verder verbeteren door de verticale teams.’
Maatwerk ‘Als je als team weet welke richting je uitgaat, kan je ook je onderwijsaanbod daaraan aanpassen. Praktisch leren, dus leren door doen, staat centraal, maar theorie blijft belangrijk. Je moet je afvragen hoe de theorie de praktijk kan ondersteunen. Bijvoorbeeld Nederlands gericht op de sector. Want de horeca gebruikt ander jargon dan de technische branche. Nu wordt een methode gebruikt met gebeurtenissen en moeilijke woorden die niet bij de praktijk horen! Ook zoek je docenten die affiniteit hebben met de sector. Een docent Natuur en Zorg past uitstekend bij de sector Welzijn. Daarnaast moeten docenten zich permanent afvragen hoe zij hun vak, of het nou Nederlands is of Wis- en Natuurkunde, in dienst kunnen stellen van de sector.’ Als na anderhalf jaar sommige vakken van de basisvorming zijn afgesloten, is er ruimte voor specialisatie. Cor Bouma: ‘Dan kun je nóg meer de nadruk leggen op relevante vakken. Leerlingen die voor de sector Techniek kiezen, mogen het leergebied Natuur en Zorg afsluiten (mits voldoende) en krijgen meer lessen van het leergebied Natuur en Techniek. Ook kunnen de leerlingen intekenen op workshops,
zoals ‘Italiaans eten’ bij Consumptief, of ‘Een luisterend oor’ bij Zorg en Welzijn.’ Naast het motiverende karakter van dit programma vindt Bouma het een bijkomend voordeel dat leerlingen nog eens nadrukkelijk kunnen kijken of de gekozen sector wel echt bij hen past. ‘Dit geeft minder kans op teleurstelling en vertraging door wisseling van sectorkeuze in de bovenbouw.’
Smal of breed De onderwijsmanager benadrukt dat binnen het ‘maatwerk’ ook past dat leerlingen een verschillend programma kunnen doorlopen. ‘Je hebt leerlingen die meer gebaat zijn bij een smal afdelingsprogramma en vaardigheden ontwikkelen waarmee ze zo snel mogelijk bij een werkgever terecht kunnen. Andere leerlingen kunnen of willen nog geen keuze maken en zijn gebaat bij een breder programma. Als school moet je daar rekening mee houden: dus smal waar ’t moet, breed waar ’t kan!’ Ook wil hij vooroordelen wegnemen: ‘Bij techniek wordt vaak gedacht dat je ’s avonds besmeurd met olie en vettigheid naar huis gaat. Onzin! De meeste technische vakken zijn kraakhelder. Denk aan CAD-tekenen, of hoeveel techniek er niet in een ziekenhuis voorkomt.’ Om de sector techniek voor meisjes interessanter te maken, wordt bij Techniek een designkant ontwikkeld. ‘Ik wil de creatieve talenten meer ruimte geven. Vormgeving en techniek passen prima bij elkaar!’
Differentiatie De fysieke scheiding tussen de basisgerichte en kadergerichte opleiding valt weg. Ook de overheid is bezig met wetgeving die dit ondersteunt. Alleen de cijferlijst bij het diploma laat nog zien welk niveau de leerling >
13
Onlangs ging Scholen aan Zee een samenwerkingsover-
‘Als dat is gerealiseerd, bieden alle drie de sectoren
eenkomst aan met Den Helder Seals, de uit haar as herrezen basketbalvereniging die het komende seizoen
van het beroepsonderwijs goed en aantrekkelijk onderwijs
uitkomt in de FEB eredivisie. Na anderhalf jaar relatieve radiostilte willen de initiatiefnemers van Den Helder Seals weer een stevige partij meeblazen in het landelijke basketbalorkest. Hoe denken zij
in een eigentijdse leeromgeving.’ gehaald heeft. Cor Bouma: ‘In de bovenbouw is Consumptief breed een goed voorbeeld. Daar zijn leerlingen van verschillend niveau en verschillende leerjaren samengevoegd. Zo kan een basisleerling iets leren van een kaderleerling en stuurt de leerling die als chef restaurant fungeert andere leerlingen aan.’ In september 2008 gaat Zorg en Welzijn breed van start. ‘Ook hier gaan we differentiatie zien,’ zegt Bouma. ‘Sport en Bewegen wordt straks aangeboden in het MBO. In de sector Zorg en Welzijn kan de leerling zich daar prima op voorbereiden.’
Productielijn Waar andere sectoren in de beroepsopleidingen constant blijven, holt het aantal leer-
lingen dat voor Techniek kiest achteruit. Of de leerlingen gaan na hun studie een heel andere richting uit. Terwijl het bedrijfsleven schreeuwt om technici. Waar ligt dat aan? ‘Het is niet alleen een imagoprobleem,’ stelt Bouma, ‘maar een complex van factoren. Het zou al veel helpen als de leeromgeving aantrekkelijker werd.’ Hij wil dat bereiken ‘door het product van het begin tot het eind in de school zichtbaar te maken. Vanaf de wens van de klant, via de ontwerpfase tot de verkoop aan toe.’ Daar mag best een commercieel aspect aan kleven: ‘Waarom niet een deel van een productielijn binnen school brengen? Als leerlingen met levensechte opdrachten aan de slag kunnen, zie je de motivatie toenemen. De afdeling Metaaltechniek
heeft dat kortgeleden laten zien door het fabriceren van een bolderkar voor een school voor moeilijk lerende kinderen. Maar geen misverstand: wat binnen dit nieuwe onderwijs nodig blijft, is dat leerlingen veel vaardigheden leren. Oefening baart kunst!’ ‘De sector Techniek zit nu in een herontwerpfase,’ zegt Bouma. ‘Hoe kunnen we meer maatwerk leveren?’ De ambities zijn groot: ‘Voor 2010 staat een nieuwe Techniek campus gepland. Een samenwerkingsverband tussen MBO, bedrijfsopleidingen als Tetrix en de sector Techniek van Scholen aan Zee. Als dat is gerealiseerd, bieden alle drie de sectoren van het beroepsonderwijs goed en aantrekkelijk onderwijs in een eigentijdse leeromgeving.’
dat te bereiken? En welke rol speelt Scholen aan Zee daarin? Een gesprek met Chris van Meurs van Scholen aan Zee en Ronald de Rooij en Richard Lenders van de ambitieuze basketbalclub.
Scholen aan Zee tekent samenwerkingscontract met Den Helder
SEALS Talenten stimuleren
Voorzitter Richard Lenders van Den Helder Seals vertelt dat na een intensieve voorbereiding het point of no return is bereikt. ‘Nog niet alle onderhandelingen zijn afgerond, dus we kunnen nog niet te veel namen noemen, maar we hebben een compleet team. Half augustus start de training, begin oktober volgt de eerste wedstrijd! Overigens: Den Helders Seals is de voorlopige naam, in afwachting van een definitieve keus.’ Lenders, in het gewone leven directeur van de Jan Schreur Groep, kan putten uit een breed zakelijk netwerk. ‘We voeren nu gesprekken met vijf potentiële hoofdsponsors en we hebben contact met diverse subsponsors en businessclubleden. Stuk voor stuk pijlers voor een stevig fundament.’
Niet enkel geld
Het is tijd voor je eigen bankrekening. Want pinnen èn betalen wil je natuurlijk doen met jouw eigen rekening. Open daarom nu een Rabo Jongeren Rekening. Met deze rekening kun je heel gemakkelijk het beltegoed van je GSM opwaarderen. Met de gratis pas die je bij de rekening krijgt kun je in alle winkels pinnen. En je kunt ook chippen, dat is bijvoorbeeld handig in de kantine op school. Er zijn nog veel meer voordelen aan het openen van een Rabo Jongeren Rekening. Welke dat zijn? Kijk op www.rabobank.nl of kom eens langs op één van de kantoren van Rabobank Noord-Holland Noord.
Het is tijd voor de Rabobank.
14
‘We willen weer een organisatie opbouwen die, zoals vroeger, geworteld is in de samenleving. Dus geen hit-'n'-run sponsorcontracten met bedrijven die alleen hun naam op een sticker willen zien. Het gaat niet enkel om geld, wij willen gedegen samenwerking met serieuze partners en het liefst op lange termijn. Met bedrijven en organisaties die een band hebben met basketbal.’ En met de uitstraling van die sport, meent de voorzitter. ‘Er wordt bij onze competities nooit gevochten; een basketbalwedstrijd is altijd positieve reclame.’ Den Helder Seals investeert ook in een trouwe aanhang. ‘Daarom is de samenwerking met Scholen aan Zee zo belangrijk. Leerlingen zijn betrokken en enthousiast. Dat is in de beginfase heel belangrijk.’ Hij volgt Thomas Koenis van 5 havo op de voet. ‘Thomas speelt bij BV Noordkop en is één van de grootste talenten van dit moment - landelijk! Recentelijk werd hij kampioen in de categorie onder de achttien.’
Wat is het belang voor Scholen aan Zee? Bestuursvoorzitter Chris van Meurs, gedecideerd: ‘Als school begeleid je de leerlingen zo goed mogelijk naar hun einddiploma en naar hun vervolgopleiding. Daarnaast is het belangrijk bijzondere talenten te signaleren en te stimuleren. Of het nu gaat om techniek, wetenschap, cultuur of - inderdaad - sport. Basketbal is verankerd in de Helderse samenleving. Ik heb op school mijn voelhorens uitgestoken en de reacties zijn unaniem positief: leerlingen én docenten, ze hébben iets met basketbal.’ Naast een groot aantal vrijkaarten (150) voor elke thuiswedstrijd van DH Seals, kan Scholen aan Zee rekenen op een viertal basketbalclinics per jaar, de eerste vindt komende september al plaats. Verder zal de trainer/ coach van het eerste herenteam een lezing houden voor de leerlingen en ook wordt Scholen aan Zee op diverse manieren gepromoot: naamsvermelding op de shooting shirts (is trainingskleding – red.), diverse reclame-uitingen, zoals op boardings en op de auto‘s van spelers en coach. Er wordt zelfs een tribunedeel naar Scholen aan Zee vernoemd. Binnen de organisatie van DH Seals worden voor leerlingen plekken gecreëerd om snuffelstages door te brengen.
IJzersterke jeugdopleiding De wedstrijden van DH Seals worden gespeeld in het gloednieuwe multifunctionele SportCenter Den Helder, het voormalige Quelderduyn. Richard Lenders: ‘Een schitterende accommodatie. Voor de toeschouwers, maar ook voor de spelers. Ons staat een teamopbouw voor ogen van vier Helderse spelers, vier Nederlanders en vier Amerikanen. Zo vangen we meer vliegen in één klap. We geven Helderse talenten een kans, noem dat het stage-effect. En de Amerikanen zorgen voor het show-effect – ook heel belangrijk.’ Voormalige sportjournalist en nu spelersmakelaar Jan Lugtenburg adviseert DH Seals. ‘Hij was onlangs in de Verenigde Staten,’ zegt Lenders, ‘en heeft binnen zijn netwerk een aantal spelers voor ons gescout.’ Maar eigen kweek is ook belangrijk. ‘De zelfopgeleide Helderse spelers,’ zegt commercieel manager Ronald de Rooij, ‘vormen toch het hart van het nieuwe team. Dat moet een Helderse uitstraling krijgen! Den Helder heeft een ijzersterke jeugdopleiding. Vorig seizoen werd de juniorenploeg tweede in de nationale eindstrijd, waarna de hele ploeg promoveerde naar de Under-22-league. Uit deze selectie spelen in de nabije toekomst zeker vier tot vijf spelers mee op het hoogste niveau.’ De leerlingen van Scholen aan Zee kunnen er binnenkort volop van genieten.
15
3
jongens van Onderwater
Drieling uit Breezand maakt zich klaar voor het Junior College Biem, Tico en Edu Onderwater – gewone jongens met ongewone ambities De familie Onderwater bewoont een fraaie nieuwbouwwoning aan een intiem en overzichtelijk pleintje in een ruim opgezette woonwijk in Breezand. Het is dinsdagmiddag en de drie jongens zijn nog maar net uit school als
negens op hun eindlijst. Tico geneert zich er enigszins voor ‘wel eens een zeven’ te hebben gehad. Gevraagd naar hun ambities aarzelen ze niet lang: ‘Ik wil honderd worden!’ zegt Edu met pretogen. ‘En ik miljonair,’ overtroeft Tico
de eisen streng zijn. ‘Je moet goed zijn in natuurkunde, wiskunde en Engels. En in sport.’ Lia denkt dat hij meer kans maakt als hij na de havo doorgaat met vwo. ‘Als het om de verdiensten gaat,’ lacht René, ‘kun je beter piloot
ze samen met hun ouders de verslaggever te woord staan. Waarom kozen ze voor het Junior College? Edu reageert onmiddellijk: ‘Het is dichtbij en je mag met ‘t pontje.’ Moeder Lia Onderwater is iets genuanceerder: ‘We hebben natuurlijk ook elders gekeken, maar uiteindelijk heeft de korte afstand toch de doorslag gegeven.’ Vader René Onderwater vult aan: ‘Dat scheelt uren per week, die tijd kunnen de jongens wel beter besteden.’ Zij zijn niet de enigen die er zo over denken, weet Lia. ‘De jongens zitten op de St. Jan School. Vorig jaar gingen daar vier van de dertig leerlingen naar Den Helder, nu twintig!’
zijn broer, ‘zoals Dirk Scheringa!’ Biem is ‘al jaren helemaal gek van vliegtuigen’ en wil piloot worden bij de burgerluchtvaart. Niet dat je zoveel van de wereld ziet, want een piloot ziet voornamelijk hotelkamers, dat weet hij ook wel. Nee, het leuke aan vliegen is ‘dat je een vliegtuig onder controle hebt. Dat je de baas bent over iets. De techniek ook.’ De Onderwaters hebben enkele jaren op Sint Maarten gewoond, een klein eiland waar je de vliegtuigen de hele dag door hoort landen en vertrekken. Daar is de belangstelling voor de luchtvaart ontstaan, denkt René. ‘En toen ie op een vakantiereis naar Turkije in de cockpit mocht kijken, was er helemaal geen twijfel meer!’
Van de drie is Tico de meest serieuze, zegt Lia. Dat verklaart misschien dat hij vwo en de andere twee havo gaan doen. Toch zijn de school-
Mooi weer – naar buiten! Biem wil na de middelbare school de Konink-
worden dan arts.’ Tico reageert alert: ‘Je mag dan altijd gratis in de businessclass.’ Voorlopig moet Biem het doen met de flight simulator op zijn computer: ‘Ik ben er nu aardig goed in, maar in het begin crashte ik wel vaak.’ De jongens beschikken alledrie over een eigen computer en brengen daar aardig wat tijd mee door, vooral met msn. Op de basisschool heeft Biem ook al ervaring opgedaan met softwareprogramma‘s als Powerpoint en Excell. ‘Maar als het mooi weer is? Dan naar buiten!’ zegt René gedecideerd. Hij vindt ook dat de jongens bij slecht weer naar Julianadorp kunnen fietsen: ‘Regenpakken!’ Biem valt hem bij: ‘Een regenpak niet cool? Als ik maar droog blijf!’ Lia Onderwater staart voor zich uit: ‘Het zal straks wel leeg zijn in huis,’ mijmert ze, ‘nu komen ze tussen de middag nog thuis lun-
cijfers bij alledrie bovengemiddeld: achten en
lijke Luchtvaart School volgen. Hij weet dat
chen – straks niet meer.’
Honderd!
16
>
Ze werden op dezelfde dag geboren, op 31 augustus 1994. Klokslag vier uur 's middags kwam Tico ter wereld, één minuut later volgde Biem en Edu kwam er snel achteraan – óók na zestig seconden. Een echte drieling dus. Toch lijken de jongens in geen enkel opzicht op elkaar. Ze verschillen qua lengte en uiterlijk en hebben verschillende hobby‘s. Ze houden alledrie van voetbal, spelen ook bij dezelfde vereniging (ZAP), maar Biem is Ajax-supporter, Tico volgt AZ op de voet en Edu vindt het als oprechte Feyenoord-aanhanger maar niks dat hij in het AMC is geboren, Amsterdam of all places! Begin september fietsen ze voor de eerste keer gebroederlijk naar het Junior College in Julianadorp. Aan Zee sprak met hen.
Ik wil honderd worden! En ik miljonair. En ik piloot. 17
Biem, Tico en Edu hebben met hun vader de route alvast verkend. Eugène Kramer, directeur Mavo aan Zee en nauw betrokken bij de bouw van het Junior College, heeft ze vervolgens in de in aanbouw zijnde school rondgeleid.
3
jongens van Onderwater
Leerlingen Etty Hillesum College op excursie naar
Praag Door de straten van Praag weerklonken ooit de voetstappen van de schrijver Franz Kafka (‘Het proces’). De rivier die de stad doorkruist inspireerde componist Smetana voor zijn beroemde Moldau-sonate. Zowel de straten als de rivier waren onlangs
Babylonisch rekenen Hoewel de drie een voorkeur hebben voor het vak Nederlands, staan ze ook op rekengebied hun mannetje. Edu legt uit dat ze op de basisschool naast de gangbare Arabische cijfers (1, 2, 3 enzovoort), de Romeinse cijfers (I, II, III en verder) ook Babylonisch rekenen geleerd hebben. ‘Dat is een spijkerschrift: drie spijkers naast elkaar vormen het cijfer 3, een winkelhaak het getal 10. Er is geen 0 en het gaat niet verder dan 59. De 60 wordt gevormd door een spijker met een dubbele punt.’ Ze zijn alledrie behoorlijk rekenvaardig. Biem en
landelijke Kangoeroewedstrijden. Leukste televisieprogramma's? Eerst wordt - politiek correct - ’t Klokhuis genoemd, maar al snel blijken ze ook Paul de Leeuw en Geer en Goor niet te versmaden. Try before you die met Philemon behoort ook tot hun favorieten. En De wedstrijden natuurlijk, al kijkt ieder dáár met z’n eigen voorkeur naar.’ Als het gesprek ten einde loopt en het notitieblok wordt opgeborgen, vertelt Biem dat z’n verkering die ochtend is uitgegaan. Hij kijkt er niet al te triest bij. Tico verbaast het niets: ‘O, dat is zo’n knipperlichtrelatie!’
Lees verder in de volgende Aan Zee: Hoe vergaat het de drieling op het Junior College? Zal het heen en weer fietsen ze bevallen?
het decor voor een groep Helderse scholieren. Havo-, vwo- en gymnasiumleerlingen van het Etty Hillesum College brachten een bezoek aan de Tsjechische hoofdstad. Jojanneke van Amesfoort en Jaimy Heijblok doen verslag.
En is het definitief uit tussen Biem en zijn vriendin?
Tico mochten beiden zelfs meedoen aan de
16 18
19
‘Maar het was echt leuk! Als we de kans krijgen om nog eens terug te gaan, dan grijpen we die zeker!’
Zondag 11 maart moesten we vroeg ons bed uit, want we werden om half zes bij school verwacht. Daar werd gekeken of iedereen er was. Koffers ingeladen, afscheid genomen, en daar gingen we: op naar Praag! De busreis was lang, maar daardoor niet minder gezellig! Onderweg een paar keer gestopt, voor plaspauzes en om eetwerk en dergelijke te kopen. Uiteindelijk kwamen we ’s avonds rond zeven uur in Praag aan. In de bus waren de kamers van het Salvator Hotel al geregeld. We brachten de koffers naar onze kamer en gingen daarna eten. Iedereen was best wel moe door de busreis. Nadat we nog lang bij elkaar op de kamers gezeten hadden, gingen we slapen. Maar toen was het ondertussen ook behoorlijk laat…
‘Na een tijdje weer terug naar Praag en met de rondvaartboot de Moldau op.’
Zere voeten De tweede dag: een wandeling door het centrum. Eerst met de tram naar de Burcht van Praag. De gebouwen daar en in de rest van Praag zijn onbeschrijfelijk mooi. Allemaal anders en toch allemaal zo speciaal. Vanaf de Burcht hadden we een prachtig uitzicht over de stad. Met aan weerszijden prachtige, grote gebouwen. We woonden de wisseling van de wacht bij het presidentiële paleis bij. Tientallen marcherende soldaten, gepaard met muziek. De vlag hing uit, wat betekende dat de president thuis was. We hebben ook de Sint Vitus Kathedraal gezien. De gebouwen daar hebben scraffito-versieringen. Het lijkt dan net of de stenen naar voren komen, terwijl ze eigenlijk vlak zijn, en dat is een mooi gezicht. Dat zag je daar heel veel. Vervolgens via de Karelsbrug terug richting stadsplein, waar we nog even stopten bij een beeld met een koperen versiering. Daar legden we onze hand op, dat betekent namelijk dat we ooit weer terugkomen in Praag. We bekeken het astronomische uurwerk, wat leuk was om te zien, omdat alles bewoog en begon te draaien. En het was daar overigens onwijs druk; iedereen wilde er foto’s van maken. Ook zagen we het Ubecni Dùm, een prachtig Jugendstilgebouw. Vervolgens naar het oude stadsplein. Daar wat gegeten en gedronken. Daarna mochten we zelf de stad te verkennen. We aten ’s avonds in het hotel en maakten daarna nog met een groep een wandeling door de stad. En Praag is echt onwijs mooi by night! Al die gebouwen die over dag ook al schitterend waren, waren ’s avonds nóg mooier! Met nu al zere voeten van het vele lopen (maar het was het toch echt wel waard!), gingen we weer terug naar het hotel.
Wel een ervaring De volgende dag moesten we wat vroeger ons bed uit. We gingen met de bus naar Terezìn Stad, een concentratiekamp waar tijdens de Tweede Wereldoorlog de Joden gevangen werden gehouden. Meneer Halmingh was diezelfde dag jarig, dus er werd voor hem een lied gezongen! Toen we er waren, liepen we eerst langs een weg waar allemaal grafstenen lagen. Dat was best wel raar. Sommige waren naamloos en slechts genummerd en voorzien van een overlijdensdatum. Tijdens een rondleiding door Terezìn hoorden we wat die mensen allemaal hebben meegemaakt. Op zo’n moment realiseer je je pas hoe goed wij het nu hebben. Er waren talloze cellen, en ze waren nou niet bepaald groot. Sommige hadden niet eens een raam! Of er waren zalen waar ze, zo werd verteld, met zo’n 300 man sliepen. En gewoon op houten planken… Je kan niet echt zeggen dat het leuk was om daarheen te gaan, want het is akelig wat die mensen daar hebben meegemaakt. Maar het was wel een ervaring, om dat allemaal daar zo te zien. Aan het einde liepen we nog langs de graven. Op sommige hebben we een steentje gelegd. Het is een Joodse gewoonte om een steentje op een graf te leggen als je aan de overledene gedacht of voor de overledene gebeden hebt. Na dit alles gingen we verder met de bus naar Litomerice. Daar konden we zelf ergens gaan eten en drinken. Dus iedereen met een groepje op zoek naar een geschikte plek. Uiteindelijk belandden we bij een snackbar, alleen spraken de mensen geen Engels of Duits, dus dat ging een beetje moeilijk! Maar ze begrepen het wel als we wat aanwezen! Vervolgens weer terug met de bus, op weg naar een ijshockeywedstrijd! We waren absoluut verplicht om voor thuisploeg Slavia te zijn, aangezien mevrouw Schrevel daar een grote fan van is. We waren op tijd en moesten even wachten, maar na een tijdje begon de wedstrijd. Het ging er heel hard aan toe, maar het was ook heel tof! Helaas verloor Slavia, en dat vond mevrouw Schrevel natuurlijk niet zo leuk… Jaimy, Marise, Jojanneke bij beeld op Karelsbrug
Buitenlandse excursies? Aan belangstelling geen gebrek!
Joodse wijk Op woensdag bezochten we een Joodse wijk in Praag. Binnen op de muren van de oude synagoge waren allemaal namen geschreven; een mooi maar toch apart gezicht. De talloze namen maakten een enorme indruk op ons. Buiten was er ook een kerkhof. Alle stenen stonden scheef, en er werd ons verteld dat er wel meerdere mensen bij elkaar begraven waren. Er was een graf, van een geloofsleider [Judah Löwe] die op kwam voor de mensen, waar men over zei, dat als je er een briefje met een wens bij neerlegde dat die dan uitkwam. Dat hebben wij ook gedaan. Die dag bezochten we nog meerdere synagogen, en toch zagen ze er van binnen allemaal anders uit. We bezochten ook een Spaanse synagoge, en die was heel erg mooi. Overal was goud en er waren vele mooie voorwerpen te zien. 's Avonds naar een Black-light-theatre geweest. Dat was mooi, met vele kleuren, en we vonden het knap hoe lenig die mensen waren! Er zat ook nog een grappig toneelstukje in verwerkt.
De Moldau op Het was alweer donderdag, het ging allemaal veel te snel voorbij! Vandaag met de bus naar de Moser Glasfabriek. Eerst binnen bekeken wat er allemaal werd gemaakt. Van vazen tot kleine diertjes, er was echt heel veel. Toen mochten we een kijkje nemen in de fabriek zelf. Hartstikke warm! Moet je nagaan dat de mensen die er werken daar de hele dag in lopen! Het was leuk om te zien hoe het nou eigenlijk gemaakt wordt. Een van de leerlingen mocht zelf ook blazen! Later hoorden we dat die mensen alleen maar betaald worden voor de goede glasstukken, en dat soms meer dan de helft afgekeurd wordt, omdat er dan een klein belletje of iets dergelijks in zit. Op weg naar buiten zagen we ook mensen die het glas keurden. En al vonden wij het mooi, het werd gewoon weggegooid! Sommigen van ons maakten al opmerkingen als ‘Had het dan aan mij gegeven!’ We gingen weer naar de bus, en toen naar Karlovy Vary. Daar waren we weer vrij om wat te gaan eten. Sommigen gingen ook nog langs de heetwaterbronnen. Je kon het water proeven, en dat hebben wij ook gedaan… Nou, lekker was het zeker niet! Na een tijdje weer terug naar Praag en met de rondvaartboot de Moldau op. Aan boord konden we lekker eten, terwijl je Praag vanaf een heel andere kant zag [mooi!]. Na het eten zaten we nog boven op de boot, terwijl het ondertussen alweer donker was.
Praag echt super! Vrijdag, onze allerlaatste dag in Praag! Vandaag naar een museum, genaamd Veletrzni Palac. Niet alles was in onze ogen als kunst te beschouwen, maar ieders smaak verschilt. ’s Middags kregen we nog de kans om te shoppen, wat iedereen zeker wel gedaan heeft! We hadden bijna elke dag wel even de gelegenheid om wat rond te neuzen en dingen te kopen, maar nu hadden we veel langer! Nadat iedereen z’n geld had opgemaakt en weer terug in het hotel was, aten we voor de laatste keer in Praag. Over het algemeen was het eten goed, natuurlijk was er wel eens iets bij dat je niet lekker vond, maar verder was het geweldig! Het hotel was ook heel leuk, als je je kamer uitliep stond je op een soort balkon. Dus als je uit je kamer stapte, kon je zo naar de lucht kijken of naar beneden in het restaurant. Na het eten werden alle koffers en tassen naar beneden gebracht. Tijdens de terugreis hebben we nog een film gekeken, maar daarna gingen de lichten uit en kon je slapen. ’s Ochtends rond een uur of acht kwamen we weer bij het Etty aan. We werden al opgewacht door onze ouders. Wij vonden Praag echt super! Een ervaring om nooit te vergeten! Het was soms wel vermoeiend, want we hebben ontzettend veel gedaan. Maar het was echt leuk! Als we de kans krijgen om nog eens terug te gaan, dan grijpen we die zeker!
Zoals op de meeste scholen is op het EHC, en daarvoor op het Joco, altijd activiteit geweest op het gebied van buitenlandse reizen. Deze reizen waren uitsluitend toegankelijk voor de bovenbouw. Voor de derde klassen was er een scholierenuitwisseling met het Goethe-gymnasium in Rostock. Na een aantal jaren bleek de animo voor deze uitwisseling sterk te verminderen. De oorzaak was de belasting die door ouders en leerlingen werd ervaren met het over en weer logeren van de leerlingen. De vraag was: Wat nu? Tsjechische achtergrond Op het moment dat duidelijk werd dat de uitwisselingen met Rostock definitief tot het verleden behoorden, deed één van de leraressen Engels pogingen om voor haar derdeklassers een excursie naar Londen van de grond te krijgen. Omdat deze excursie al vanuit het Molenplein werd georganiseerd kon
dat niet doorgaan. Deze lerares Engels, Jana Schrevel, heeft een Tsjechische achtergrond en samen met de mensen die de uitwisseling met Rostock deden werd het plan gesmeed om naar Praag te gaan. De excursie werd opengesteld voor de leerlingen uit de derde klassen van havo, vwo en gymnasium. Aan belangstelling geen gebrek! Eén van de hoogtepunten van deze excursie was het bezoek aan een school in Praag en het gezamenlijke avondeten met leerlingen van die school een dag later. Contacten werden gelegd en enkele daarvan hebben lang stand gehouden. De jaren daarna werd een school in Kladno bezocht, een plaats enkele kilometers ten noorden van Praag. Ook die bezoeken waren zeer naar tevredenheid. Door omstandigheden bij de school in Kladno konden we er dit jaar niet terecht en het bleek helaas niet mogelijk zo snel een andere school te vinden. Middag vrij winkelen Naast het leggen van contacten zijn ook het kennismaken met de stad Praag, haar bezienswaardigheden, wat geschiedenis (de Koude Oorlog, de Praagse Lente) en een bezoek aan het strafkamp van het voormalige “Durchgangslager” Terezin (Theresienstadt) vaste onderdelen van de excursie. In het avondprogramma zijn o.m. een bezoek aan een Blacklighttheatre, het bijwonen van een ijshockeywedstrijd en een rondvaart op de Vltava opgenomen. De excursie wordt traditioneel besloten met een middag vrij winkelen. In Praag verblijven we in klein hotel, Salvator Hotel, dat op een steenworp van het centrum van de stad ligt. Vanwege de grootte van het hotel, de capaciteit van de bus en de beheersbaarheid van de groep kunnen maximaal 54 leerlingen deelnemen. De excursie vond dit jaar plaats van 11 tot 17 maart. De kosten bedroegen, inclusief ontbijt, avondeten en alle entrees, v 335,00. Harry Halmingh, Docent Beeldende Vorming EHC
20
21
Wat doen we na het eindexamen?
Waar doe je examen voor? Zorg en Welzijn
Negen portretten van examenkandidaten
Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Naar de politieschool. Hopelijk word ik aangenomen. Als dit niet lukt, ga ik de SPW-opleiding 4 bij het ROC volgen.
Benieuwd naar de ambities van de eindexamenkandidaten vroeg Aan Zee een negental examinandi naar hun toekomstplannen. Ondanks de hectische en spannende periode reageerden ze zonder uitzondering heel openhartig. De redactie hoopt dat ze allemaal met vlag en wimpel slagen en hun wensen en dromen kunnen waarmaken. We hebben afgesproken volgend jaar weer contact met hen op te nemen om te zien hoe het er mee staat. jaar niets doen en dan de tl op het VAVO (volwassenen onderwijs) volgen. Ik werd vlak voor het examen gemaild door het Ministerie van Onderwijs. Zij deelden mij mee dat ik toch naar de tl mocht, mits ik het in één jaar zou doen. Nu zit ik hier op de tl. Wat of wie ga je het meest missen en waarom? Ik zal de uitdaging van de opleiding erg missen. Wat ik ook erg zal missen zijn alle docenten. Gelukkig mag iedereen van de bk naar de tl toe. Naam: Lianna Hulleman Schoollocatie: EHC Waar doe je examen voor? Vmbo-tl
Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Mijn doel is medewerker worden op een camping of misschien zelf een camping beginnen met mijn familie. Ik wens iedereen veel geluk en liefde toe en hoop dat niemand meer zo in de problemen komt als ik. Hou je haaks.
Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Naar de havo.
Wat of wie ga je het meest missen en waarom? Meneer de Jonge (toffe peer). En de kantine.
Wat of wie ga je het meest missen en waarom? Ik ga mijn klas missen, want ik kon met de meeste leerlingen goed opschieten. Sommige leraren ga ik
Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Een goeie lasser. In het buitenland bij de scheepvaart.
Dat is een opleiding waarbij je leert alles te doen, wat er op een camping te doen is. Het lijkt nu of ik alles goed voor elkaar heb, maar dat is helemaal niet waar. Ook ik heb al heel wat tegenslagen verwerkt. Ik heb een diploma kb en mocht eigenlijk niet naar de tl, het diploma dat ik nodig heb om naar Amsterdam te gaan. Mijn moeder heeft het hele land doorgebeld om mij op de tl te krijgen. Uiteindelijk moest ik kiezen tussen: geen diploma van kb krijgen en naar de tl, een jaar niets doen en dan naar het ROC om de tl te volgen, of naar een opleiding die ik niet wilde. Ik mocht mij niet terugtrekken uit het examen, de opleiding die ze als alternatief gaven sprak mij niet aan, dus zou ik een
22
Schoollocatie: PLEIN Waar doe je examen voor? Vwo
Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Ik weet nog niet precies wat ik wil worden, maar misschien word ik een drilling-manager. Dat is iemand die naar olie zoekt.
Waar doe je examen voor? Metaal Techniek
Schoollocatie: EHC
Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Tetrix: één dag naar school, vier dagen werken (bij Scheepswerf
Waar doe je examen voor? Mavo
Visser).
Schoollocatie: PLEIN
Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Ik ga naar de IPABO in Alkmaar.
Naam: Bram van Ham Schoollocatie: PLEIN
Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Ik weet nog niet precies wat ik wil worden. Ik hoop dat ik later in ieder geval een leuke baan heb.
Waar doe je examen voor? Vwo, profiel Economie en Maatschappij Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Ik ga fiscaal recht studeren in Leiden.
Waar doe je examen voor? Havo
Naam: Audrius Hijlkema
Naam: Marjolein van Twuiver
Waar doe je examen voor? Havo
Schoollocatie: PLEIN
Schoollocatie: TOC
Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Elaine wil miljonair worden. Cheryl wil juf op een basisschool worden.
Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Politieagent in de regio Den Helder en omstreken.
Wat of wie ga je het meest missen en waarom? Vriendinnen van school. Iedereen gaat nu zijn eigen weg. Met een aantal zal ik nog wel contact houden, maar je zult elkaar nu minder vaak zien.
Naam: Rachel Kraak
Naam: Dave Mahieu
Wat of wie ga je het meest missen en waarom? De lol die we hadden in de klas en onze mentrix mevrouw Buyvoets.
Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Ik ga dan psychologie studeren in Amsterdam.
ook missen, want zij waren altijd gezellig en gaven leuke lessen.
Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Als ik slaag wil ik naar het ROC van Amsterdam om de opleiding Leisure & Hospitality Host te gaan volgen.
Naam: Marieke Wisse
Wat of wie ga je het meest missen en waarom? Mijn praktijklessen koken en de gymnastieklessen, omdat ik dit in mijn vervolgopleiding waarschijnlijk niet of minder zal krijgen.
Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Elaine gaat SPW 4 volgen op het ROC. Cheryl gaat onderwijsassistente doen op het ROC.
Als je slaagt, wat ga je hierna dan doen of waar ga je naar toe? Als ik slaag ga ik naar de IPABO in Alkmaar. Wat of wie ga je het meest missen en waarom? Mijn vriendinnen natuurlijk! Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Uiteindelijk wil ik juf worden.
Naam: Elaine Girigori en Cheryl van Dyke
Wat of wie ga je het meest missen en waarom? Mijn vrienden uit Den Helder. Die zal ik minder vaak gaan zien. Ook zal ik de kickboxlessen van de heer Hoogenbosch gaan missen. Hij heeft zich afgelopen schooljaar vrijwillig ingezet om een groepje te trainen op school. Dit heb ik zeer gewaardeerd!
Naam: Bastiaan Habets
Schoollocatie: ‘t ZWET
Schoollocatie:
Waar doe je examen voor?
Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Ik hoop uiteindelijk belastingadviseur te worden, of iets in de mediaindustrie. Mijn doel: carrière maken
‘t ZWET
Zorg en Welzijn
en gelukkig zijn.
Wat of wie ga je het meest missen en waarom? Eerlijk gezegd zal ik niet veel missen. Een aantal van mijn vriendinnen gaan naar dezelfde school, dus die blijf ik zien. En voor de rest heb ik wel zin in een nieuwe omgeving en om nieuwe mensen te leren kennen. Wat hoop je uiteindelijk te worden? Wat is je doel? Later wil ik heel graag een moeder zijn voor veel kinderen. Voor mijn eigen kinderen natuurlijk, maar ook voor wezen, arme en zieke kinderen. Mijn droom is om later samen met mijn man (nu nog mijn vriend) een tehuis te hebben voor zulke kinderen.
23
"INNENKORTBENJIJKLAARMETHETVMBO -AARMETEENDIPLOMAVOORTGEZETONDERWIJS ALLEENBENJEERNOGNIET!LSJESLIMBENT KIESJEAANSLUITENDVOOREENINTERESSANTE BEROEPSOPLEIDING $AARVOORHOEFJENIETVERTEZOEKENENBENJE BIJHET2/#+OPVAN.OORD (OLLANDAANHET JUISTEADRES7IJBIEDENJEDEKEUZEUITEEN GROOTAANTALBEROEPSOPLEIDINGEN
s!RBEIDSMARKT'EKWALIlCEERD!SSISTENT s6ERPLEGING6ERZORGING s7ELZIJN s 3PORT"EWEGEN s&ACILITAIRE$IENSTVERLENING s!DMINISTRATIE s$ETAILHANDEL s(ORECA s+APPEN s/RDE6EILIGHEID s(ANDELSVAART s:EEVISVAART s-43PLUS s%LEKTROTECHNIEK s ,UCHTVAARTTECHNIEK s7ERKTUIGBOUWKUNDE s!UTOTECHNIEK s)#4
,OOPVOORDENIEUWEBROCHURE EVENLANGSBIJJEDECAANOFBEL MET +IJKOOKOPWWWROCKOPNHNL !LLESOMJOUTELATENSLAGEN