Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
Rekenrijk F-schrift Antwoordenboek Derde editie
auteurs Ceciel Borghouts Arlette Buter Ans Veltman eindauteur Ko Bazen
Noordhoff Uitgevers
8a
3 1
Hoeveel punten haalt ieder?
–1 2
John –1 3
× 60 = 30
34
4 – 6
= 4 × 10
46
Marina 2 – 3
× 60 = 20
Yidez 3 – 4
× 60 = 40
Gertjan 4 – 6
× 60 = 45
× 60 = 40
Hoeveel punten? 100
100
a Kleur 15 deel aantal punten:
100
b Kleur 35 deel aantal punten:
20
60
c Kleur 110 deel aantal punten:
10
100
100
100
d Kleur 190 deel aantal punten:
e Kleur 14 deel aantal punten:
f Kleur 34 deel aantal punten:
90
25
75
Reken uit
110 15 14 4
× 60 = 10;
13
Murat
3
–1 6
23
12
2
1
Les
–1 5
van 100 =
12 14 18
10
van 100 = 20 van 100 =
25
35 25 170
van 1 000 = 500 van 1 000 = 250 van 1 000 = 125
van 100 = 20
van 100 =
60
van 100 =
40
van 100 =
70
Hoeveel mensen kunnen erbij?
9.4
a
30
In het vliegtuig zijn 180 plaatsen. Het is voor 23 deel bezet. som:
2 – 3
bezet →
–1 3
vrij.
–1 3
van 180 = 60
antwoord: 60 passagiers kunnen erbij
b
In de filmzaal zijn 100 plaatsen. Het is voor 14 deel bezet. som:
–1 4
3
1
3
bezet → 4– vrij. 4– van 100 = 25. 4– van 100 = 75
antwoord: 75 plaatsen zijn nog vrij
1
3
2
Les Weet je nog? –1 5
–1 3 van 2 – 3 van
van 100 100 : 5 = 20
2
van 100 = 20
14 34
van 100 = 25
van 100 = 80
van 100 = 75
200
a Kleur 15 deel aantal punten:
40
13 23
van 120 = 40
16 46
van 120 = 20
van 120 = 80
van 120 = 80
200
b Kleur 35 deel aantal punten:
120
c Kleur 110 deel aantal punten:
20
200
200
d Kleur 190 deel aantal punten:
e Kleur 14 deel aantal punten:
180
200
f Kleur 34 deel aantal punten:
50
150
Hoeveel pakjes zijn er in de doos? a
Er kunnen 36 pakjes in de doos. De doos is voor 13 vol. som:
–1 3
× 36 = 12
–1 4
b
van 16 = 4
Er kunnen 16 pakjes in de doos. De doos is voor 34 deel vol. som:
antwoord: 12 pakjes 4
120 = 80
Hoeveel punten? 200
3
15 45
120 = 40
3 – 4
× 16 = 12
antwoord: 12 pakjes
Reken uit met hoofdrekenen
3 × 5 + 3 × 0,7
Denk aan splitsen.
7,5
6 × 3,4 = 20,4
7 × 2,5 = 17,5
3 × 5,7 =
4 × 1,7 = 6,8
8 × 2,3 = 18,4
9 × 4,4 = 39,6
2 × 8,8 = 17,6
5 × 1,5 =
17,1 9.4
31
3
3
Les
Met hoeveel procent is het aantal verkochte reizen gedaald?
4
aantal reizen
a
b
reizen naar Borland
c
reizen naar Fleuralië
reizen naar Wolkandrië
1 000
1 000
1 000
1 000
800
800
800
800
600
600
600
600
400
400
400
400
200
200
200
200
0
vorig jaar
dit jaar
daling met 50%
0
vorig jaar
0
dit jaar
daling met 25%
vorig jaar
0
dit jaar
daling met 25%
Maak de staafgrafieken bij de berichten
5
d
reizen naar Nostalgraag
vorig jaar
dit jaar
daling met 10%
Er is daling, dus zijn er minder leden.
a
Het aantal leden van de scouting was vorig jaar 50 en steeg dit jaar met 200%.
c
Het aantal leden van de hockeyclub is dit jaar met 50% gedaald. Nu zijn er 120 leden.
b
Vorig jaar was de opbrengst van de postzegelactie € 1 200 en dit jaar steeg de verkoop met 100%.
d
Het aantal bezoekers van het museum is sinds vorig jaar met 100% gestegen. Nu komen er 800 bezoekers per week.
Aantal leden scouting
Opbrengst postzegelactie
200
Aantal leden hockeyclub
Aantal bezoekers museum
3 000
300
1 200
2 000
200
800
a vorig jaar 6
dit jaar
b vorig jaar
dit jaar
c vorig jaar
Hoeveel procent is de stijging? prijzen
11.2
32
dit jaar
stijging
vorig jaar
dit jaar
in euro’s
in %
speelgoed
€ 50
€ 55
€ 5
10 %
ring
€ 100
€ 120
€ 20
20 %
jas
€ 200
€ 220
€ 20
10 %
d vorig jaar
800
400
400
240 100
120
1 000
50
50
1 200
150
100
2 400
150
dit jaar
1
3
4
Les Weet je nog?
}
€ 400 300
100 0
100% Dat is 100% stijging.
100%
200
Prijs vorig jaar: € 200. Stijging dit jaar € 200.
vorig jaar
dit jaar
Reken uit hoeveel procent de prijs dit jaar stijgt of daalt. a
b
c
d
€ 400
€ 400
€ 400
€ 400
300
300
300
300
200
200
200
200
100
100
100
100
stijging met 50%
vorig jaar
0
dit jaar
stijging met 100%
vorig jaar
daling met 25%
Maak de staafgrafieken bij de berichten
b
Aantal leden voetbalclub 3 000
Vorig jaar was de opbrengst van Jantje Beton € 1 500 en dit jaar steeg de opbrengst met 100%.
200
2 000
nu € 3 000
100
Van verhaal naar rekentaal a
Opbrengst Jantje Beton
300
a vorig jaar 3
dit jaar
100% stijging, dat is het dubbele.
Het aantal leden van de voetbalclub was vorig jaar 250 en daalde dit jaar met 50%.
nu 125
vorig jaar
daling met 50%
125
a
0
dit jaar
250
2
0
dit jaar
dit jaar
1 000
b vorig jaar
3 000
vorig jaar
1 500
0
dit jaar
Er zijn meer inwoners.
Toen Hans het huis kocht, kostte het € 80 000. b Sinds die tijd is de prijs met 100% gestegen. Hoeveel kost het huis nu?
In Ramsdorp woonden eerst 120 000 mensen. In de afgelopen vijf jaar is het aantal inwoners met 10% gestegen.
som: 80 000 + 80 000 = 160 000
som: 10% = 12 000; 120 000 + 12 000 = 132 000
antwoord: nu € 160 000
antwoord: nu 132 000 inwoners 11.2
33
3
Hoeveel liter zit er in de bak? a
5 –1 4 van
16 = 4
In een bak kan 16 liter. De bak is voor 34 gevuld. som:
3 – 4
c
× 16 = 12
som:
antwoord: 12 liter b
5 – 6
d
× 24 = 20
antwoord: 9 liter
–1 3 van
van 100 =
50
van 100 =
25
34 35
van 100 =
13 14
75
van 100 = 60
van 120 =
40
van 120 =
30
23 56
120 = 40
Van de opbrengst van de benzineverkoop gaat 80% naar het rijk. Een liter benzine kost € 2,00. Hoeveel euro van elke liter gaat naar het rijk?
c
van 120 = 100
Ik kocht mijn huis vorig jaar voor € 240 000. De waarde is dit jaar met 10% gestegen. Hoe groot is nu de waarde? som: 10% = € 24 000 ;
80% = 8 × € 0,20 = € 1,60
€ 240 000 + € 24 000 = € 264 000 antwoord: de waarde is nu € 264 000
antwoord: € 1,60 gaat naar het rijk b
De benzineprijzen zijn dit jaar explosief gestegen met 20%. De prijs van een liter benzine was vorig jaar nog € 1,50. Hoe duur is de benzine dit jaar? som:
–1 5
80
van 120 =
1 10% = — 10
som: 10% = € 0,20,
d
× € 1,50 = € 0,30;
Garage Braakman verkocht vorig jaar voor € 200 000. Hij denkt dat de omzet dit jaar minstens 5% hoger wordt. Hoe groot zal de omzet dit jaar zijn? som: 5% van € 200 000 = € 10 000
€ 200 000 + € 10 000 = € 210 000
€ 1,50 + € 0,30 = € 1,80 antwoord: € 1,80
antwoord: € 210 000
Maak de staafgrafieken bij de berichten Het aantal leden van de kaartclub was vorig jaar 150 en daalde dit jaar met 20%.
Vorig jaar was de opbrengst van de rommelmarkt € 1 200. Dit jaar steeg de verkoop met 150%.
nu € 3 000
200
3 000
150 2 000 100 50 a vorig jaar
dit jaar
1 000
3 000
b
Opbrengst rommelmarkt
1 200
nu 120 leden
Aantal leden kaartclub
150
a
34
× 15 = 9
Van verhaal naar rekentaal a
4
3 – 5
Reken uit
12 14 3
× 18 = 6
In een bak kan 15 liter. De bak is voor 35 gevuld. som:
antwoord: 20 liter 2
–1 3
antwoord: 6 liter
In een bak kan 24 liter. De bak is voor 56 gevuld. som:
In een bak kan 18 liter. De bak is voor 13 gevuld.
120
1
Les
b vorig jaar
dit jaar
3 5
Hoeveel kisten kunnen in de vrachtwagen? a
b
12 kisten 6
Teken de schaduwen
8
Welke klokken geven dezelfde tijd aan?
60 kisten
Gebruik en verschuif je liniaal.
Trek lijnen. 1
2
3
4
a
b
c
d
e
f
g
h
35
3 2
Bij de schatting gaat het alleen om de tienvouden.
Schat eerst, zet dan de komma op de goede plaats deelsom 2 496
schatting 2 400 : 80
= 30
24,96 : 7,8 =
24 : 8
= 3
249,6 : 7,8 =
240 : 8
= 30
249,6 : 78
=
240 : 80
= 3
=
4 900 : 70
= 70
46,92 : 6,9 =
49 : 7
= 7
469,2 : 6,9 =
490 : 7
= 70
469,2 : 69
=
490 : 70
= 7
: 69 =
2 100 : 70
22,08 : 6,9 =
21 : 7
= 3
220,8 : 6,9 =
210 : 7
= 30
220,8 : 69 =
210 : 70
= 3
2 208
: 78
antwoord
=
4 692
4
6
Les
: 69
32
3,2 32 3,2 68
6,8 68 6,8
= 30
32
3,2 32 3,2
Van verhaal naar rekentaal Schat eerst, reken daarna uit op de rekenmachine zonder komma en zet dan de komma op de goede plaats. Geef daarna antwoord op de vraag. a
b
36
Simon heeft € 38,50. Hij koopt plaatjes van € 2,00 per stuk. Hoeveel plaatjes kan hij kopen?
c
Jet gaat verf kopen. Zij heeft € 45. De verf kost € 4,20 per blik van een liter. Hoeveel blikken van een liter kan zij kopen?
schatting: 40 : 2 = 20
schatting: 40 : 4 = 10
som: 3 850 : 200 = 19,25
som: 4 500 : 420 = 10,714285
antwoord: Simon kan 19 plaatjes kopen.
antwoord: Jet kan 10 blikken kopen.
Joep koopt golfballetjes van € 2,95 per stuk. Hij heeft € 60. Hoeveel balletjes kan Joep kopen?
d
Els koopt pakjes appelsap. De pakjes kosten € 0,60 per stuk. Els heeft € 5,85. Hoeveel pakjes kan zij kopen?
schatting: 60 : 3 = 20
schatting: 600 : 60 = 10
som: 6 000 : 295 = 20,338983
som: 585 : 60 = 9,75
antwoord: Joep kan 20 balletjes kopen.
antwoord: Els kan 9 pakjes kopen.
1
3
7
Les
Hoeveel kost 1 kg ongeveer? Schat het antwoord op hele euro’s.
2
5 kg kost € 39,75, 1 kg kost ongeveer € 8
4,1 kg kost € 16,10, 1 kg kost ongeveer € 4
2 kg kost € 9,97, 1 kg kost ongeveer € 5
2,9 kg kost € 12,15, 1 kg kost ongeveer € 4
deelsom 9 664
schatting 9 000 : 30
= 300
302
: 3,2 =
900 : 3
= 300
302
96,64 : 3,2 =
90 : 3
= 30
9,664 : 3,2 =
9: 3
=
3
=
5 000 : 10
=
500
4,836 : 1,2 =
5: 1
=
5
4 836
4 836 483,6 6 969
: 32
: 12
: 1,2 =
5 000 : 1
: 1,2 =
500 : 1
: 23
3,02 403
4,03 4 030
500
403
=
7 000 : 20
= 350
69,69 : 2,3 =
70 : 2
= 35
696,9 : 2,3 =
700 : 2
= 350
696,9 : 23
700 : 20
= 35
=
30,2
= 5 000
=
Reken uit met een breuk 10% van € 480 = €
4
antwoord
=
966,4
3
Je mag best een beetje grof schatten.
Schat eerst, zet dan de komma op de goede plaats
303
30,3 303 30,3
1
12 2– % =
48
50% van € 480 = € 240
20% van € 480 = € 96
25% van € 480 = € 120
Reken uit met 1%
–1 8
12 12 % van € 480 = € 60 33 13 % van € 480 = € 160
23 × 2,22
4% van € 222 = € 8,88
14% van € 222 = € 31,08
23% van € 222 = € 51,06
9% van € 222 = € 19,98
19% van € 222 = € 42,18
54% van € 222 = € 119,88
13.5
37
3 4
Les
8
Reken de waarde uit in euro’s muntsoort
afkorting
Amerikaanse dollar Engelse pond Zwitserse frank Australische dollar Chinese yuan 100 Japanse yen
US$ £ SFr. AU $ Chin. ¥ Jap. ¥
1 US dollar 200 US dollar
dagkoers € 1 = US$ 1,45 € 1 = £ 0,90 € 1 = SFr. 1,48 € 1 = AU $ 1,60 € 1 = Chin. ¥ 9,84 € 1 = Jap. ¥ 130
= € 0,71 =€
142
1 US dollar
=€
0,71
300 US dollar
=€
213
1 Eng. pond = €
1,13
1 Eng. pond = € 1,13 400 Eng. pond = €
452
100 Jap. yen 5 000 Jap. yen 5
= € 0,75 = € 37,50
1 Chi. Yuan
= € 0,10
500 Chi. Yuan
=€
100 Jap. yen
= € 0,75
15 000 Jap. yen
50
= € 112,50
Hoeveel is de waarde in buitenlands geld? €
1
= 1,45 US dollar
€
1
=
1,45
US dollar
435
€
400
=
580
US dollar
€ 300
=
€
= 0,90 Eng. pond
€
1
=
0,90
Eng. pond
315
€
600
=
540
Eng. pond
€
1
=
9,84
Chinese Yuan
€ 1 000
=
9 840
Chinese Yuan
€
1
=
130
Jap. yen
€
250
=
32 500
Jap. yen
1
US dollar
€ 350
=
€
= 9,84 Chinese Yuan
1
€ 450
=
€
= 130 Jap. yen
1
€ 80
38
10
= € 0,71 = € 1,13 = € 0,67 = € 0,62 = € 0,10 = € 0,75
800 Eng. pond = € 904
1 Chi. Yuan = € 0,10 100 Chi. Yuan = €
1 US$ 1£ 1 SFr. 1 AU $ 1 Chin. ¥ 100 Jap. ¥
=
4 428
10 400
Eng. pond
Chinese Yuan
Jap. yen
Les 1
3
9
Weet je nog? Hoeveel euro moet je ongeveer betalen voor 760 Australische dollars? De koers van de Australische dollar is € 0,62. Voor 100 Australische dollars betaal ik ongeveer 60 euro, dus voor 700 € 420. Nog ruim € 30 erbij. Het zal zo ongeveer 450 euro zijn. Schat de waarde in euro’s. muntsoort
afkorting
Amerikaanse dollar Engelse pond Zwitserse frank Australische dollar Chinese yuan 100 Japanse yen
US$ £ SFr. AU $ Chin. ¥ Jap. ¥
1 US dollar 210 US dollar 1 Austr. dollar 90 Austr. dollar 2
150
is ongeveer € 0,60 is ongeveer €
50
1 US$ 1£ 1 SFr. 1 AU $ 1 Chin. ¥ 100 Jap. ¥
= € 0,71 = € 1,13 = € 0,67 = € 0,62 = € 0,10 = € 0,75
is ongeveer € 1,10
1 Eng. pond
is ongeveer € 330
307 Eng. pond 1 Zwits. frank 985 Zwits. frank
is ongeveer € 0,70 is ongeveer €
700
Hoeveel is de waarde in buitenlands geld? €
1 = 1,45 Amerikaanse dollar
€ 250 = €
362,50
Amerikaanse dollar
1 = 0,90 Engelse ponden
€ 225 = 3
€ 1 = US$ 1,45 € 1 = £ 0,90 € 1 = SFr. 1,48 € 1 = AU $ 1,60 € 1 = Chin. ¥ 9,84 € 1 = Jap. ¥ 130
is ongeveer € 0,70 is ongeveer €
dagkoers
202,50
Engelse ponden
€
1 = 1,48 Zwitserse frank
€ 650 = €
962
Zwitserse frank
1 = 130 Japanse Yen
€ 750 =
97 500
Japanse Yen
Van verhaal naar rekentaal Gebruik de koersen uit opgave 1. a
Lony neemt twee dagen skiles in Zwitserland. De lessen kosten 55 Zwitserse frank per dag. Hoeveel euro kost dat?
b
De Nederlandse Bank koopt voor 1 000 000 euro Amerikaanse dollars. Hoeveel dollar ontvangt de bank?
som: (2 × 55) × 0,67 = 73,7
som: 1 000 000 × 1,45 = 1 450 000
antwoord: € 73,70
antwoord: 1 450 000 US dollars
39
3 Reken uit
15 110
van 200 =
40
van 200 =
20
170 45
van 200 =
140
van 200 =
160
16 110
De hele tocht is 120 km. Hoe lang is de helft van de tocht? som:
–1 2
d
× 120 = 60
van 120 =
12
130 34
van 120 =
36
van 120 =
90
b
–1 3
2 – 3
× 90 = 30;
e
× 90 = 60
–1 5
120 = 100
–1 5
× 60 = 12
antwoord: 12 km
De hele tocht is 100 km. Hoe lang is 35 deel van de tocht? som:
5 – 6×
× 120 = 20;
De hele tocht is 60 km. Hoe lang is 15 deel van de tocht? som:
antwoord: 60 km c
–1 6
antwoord: 100 km
De hele tocht is 90 km. Hoe lang is 23 deel van de tocht? som:
De hele tocht is 120 km. Hoe lang is 56 deel van de tocht? som:
antwoord: 60 km
3 – 5
× 100 = 20;
f
× 100 = 60
De hele tocht is 120 km. Hoe lang is 18 deel van de tocht? som:
–1 8
× 120 = 15
antwoord: 15 km
antwoord: 60 km
Hoeveel procent is de stijging? prijzen
10 000 is
stijging in euro’s
aantallen
vorig jaar
dit jaar
in %
vorig jaar
horloge
€ 60
€ 66
€ 6
10 %
inwoners
ketting
€ 80
€ 100
€ 20
25 %
leden
broek
€ 25
€ 30
€ 5
20 %
abonnees
30 000
–1 3
deel van 30 000 stijging
dit jaar
in aantallen
in % 1
40 000 10 000
33 3– %
400
500
100
25 %
5 000
6 000
1 000
20 %
Maak de staafgrafieken bij de berichten Het aantal leden van korfbalclub ‘Die Hoge’ was vorig jaar 60 en steeg dit jaar met ongeveer 40%.
Nu 84 leden b
Dit jaar hebben de kinderen van basisschool ’t Prisma € 800 aan kinderpostzegels verkocht. Vorig jaar was dat 25% minder.
Aantal leden korfbalclub
Verkoop kinderpostzegels
90
900
60
600
30
300
800
a
60
4
20
Hoelang is het deel van de tocht? a
3
van 120 =
van 120 = 12
600
2
1 — 10
84
1
Les 10
Vorig jaar 600 0
40
a vorig jaar
dit jaar
0
b vorig jaar
dit jaar
3 5
Hoeveel kost 1 kg ongeveer? Schat het antwoord op hele euro’s.
6
3 kg kost € 29,25; 1 kg kost ongeveer € 10
2,1 kg kost € 8,15; 1 kg kost ongeveer € 4
5 kg kost € 19,95; 1 kg kost ongeveer € 4
7,9 kg kost € 31,95; 1 kg kost ongeveer € 4
Schat eerst, zet dan de komma op de goede plaats deelsom
schatting
1 144
: 52
1 000 : 50
= 20
22
: 5,2 =
100 : 5
= 20
22
11,44 : 5,2 =
10 : 5
= 2
2
1,154 : 5,2 =
1: 5
= 0,2
0,2
1 887
: 51
=
2 000 : 50
=
1,887 : 5,1 =
2: 5
=
1 887 188,7
7
40
37
0,37
0,4
: 5,1 =
2 000 : 5
= 400
370
: 5,1 =
200 : 5
= 40
37
Reken de waarde uit in euro’s muntsoort
afkorting
Amerikaanse dollar Engelse pond Zwitserse frank Australische dollar Chinese yuan 100 Japanse yen
US$ £ SFr. AU $ Chin. ¥ Jap. ¥
1 US dollar 3 000 US dollar 1 Austr. dollar 490 Austr. dollar 8
antwoord
=
114,4
Bij de schatting gaat het alleen om de tienvouden.
€ 1 = US$ 1,45 € 1 = £ 0,90 € 1 = SFr. 1,48 € 1 = AU $ 1,60 € 1 = Chin. ¥ 9,84 € 1 = Jap. ¥ 130
is ongeveer € 0,70 is ongeveer € 2 000 is ongeveer € 0,60 is ongeveer €
dagkoers
300
1 US$ 1£ 1 SFr. 1 AU $ 1 Chin. ¥ 100 Jap. ¥
1 Eng. pond
is ongeveer € 1,10
550 Eng. pond
is ongeveer € 600
1 Zwits. frank
is ongeveer € 0,70
600 Zwits. frank
is ongeveer € 400
= € 0,71 = € 1,13 = € 0,67 = € 0,62 = € 0,10 = € 0,75
Hoeveel is de waarde in buitenlands geld? €
1 = 1,45 Amerikaanse dollar
€ 350 = €
507,50
Amerikaanse dollar
1 = 0,90 Engelse ponden
€ 125 =
112,50
Engelse ponden
€
1 = 1,48 Zwitserse frank
€ 750 = €
1 110
Zwitserse frank
1 = 130 Japanse Yen
€ 650 =
84 500
Japanse Yen
41
3 1
Weer 1 — 10
Hoeveel punten?
9
× 100 = 10; — 10 = 9 × 10
190 24
14 –1 4
2
× 100 = 20
3 – 5
× 100 = 60
1 — 10
15 25 110 130 190
van 120 punten is 30 van 120 punten is 90 van 120 punten is 40 van 120 punten is 80
9 — 10
× 100 = 10 –1 5
van 120 punten is 60
van 100 = 50 van 100 = 25 van 100 = 20 van 100 = 75
× 100 = 90
van 50 = 10
van 50 punten is 10 van 50 punten is 20 van 50 punten is 5 van 50 punten is 15 van 50 punten is 45
14 34 35 170
van 1 000 = 250 van 1 000 = 750 van 1 000 = 600 van 1 000 = 700
13 16 56 18
14 34 18 38
van 48 = 16 van 48 = 8 van 48 = 40 van 48 = 6
van 120 = 30 van 120 = 90 van 120 = 15 van 120 = 45
Hoeveel procent is de stijging? a
b
c
d
300
300
300
300
200
200
200
200
100
100
100
100
0
vorig jaar 50%
42
–1 5
× 100 = 50
110
Reken uit
12 14 15 34 4
15
Reken uit
12 14 34 13 23 3
2 – 4
× 100 = 25
35
dit jaar
0
vorig jaar 25%
dit jaar
0
vorig jaar 100%
dit jaar
0
vorig jaar 200%
dit jaar
3 5
Hoeveel procent is de daling? a
b
c
d
400
400
400
400
300
300
300
300
200
200
200
200
100
100
100
100
0
vorig jaar
0
dit jaar
50% 6
© Noordhoff Uitgevers bv
0
vorig jaar
0
dit jaar
vorig jaar
dit jaar
1
33 3– %
75%
Vul de tabel in stijging in %
nieuwe prijs
in euro’s
oude prijs
stijging in %
nieuwe prijs
in euro’s
€ 200
50%
€
100
€
300
€ 125
200%
€
250
€
375
€ 200
100%
€
200
€
400
€ 60
100%
€
60
€
120
€ 200
150%
€
300
€
500
€ 120
150%
€
180
€
300
€ 200
200%
€
400.
€
600
€ 150
250%
€
375
€
525
Reken de waarde uit in euro’s muntsoort
afkorting
Amerikaanse dollar Engelse pond Zwitserse frank Australische dollar Chinese yuan 100 Japanse yen
US$ £ SFr. AU $ Chin. ¥ Jap. ¥
dagkoers € 1 = US$ 1,45 € 1 = £ 0,90 € 1 = SFr. 1,48 € 1 = AU $ 1,60 € 1 = Chin. ¥ 9,84 € 1 = Jap. ¥ 130
1 US$ 1£ 1 SFr. 1 AU $ 1 Chin. ¥ 100 Jap. ¥
= 1 500 × € 0,71 = € 1 065
2 000 Austr. dollar
= € 1 240
300 Eng. pond
=€
339
5 000 Chin. yuan
= € 500
200 Zwit. frank
=€
134
1 500 US dollar
8
dit jaar
25%
oude prijs
7
vorig jaar
20 000 Jap. yen
=€
= € 0,71 = € 1,13 = € 0,67 = € 0,62 = € 0,10 = € 0,75
150
Hoeveel is de waarde in buitenlands geld? Gebruik de koersen uit opgave 11. € 500 =
725
Amerikaanse dollar
€ 500 =
€ 500 =
450
Engelse ponden
€ 500 = 4 920
€ 500 =
740
Zwitserse frank
€ 500 = 65 000 Japanse Yen
800
Australische dollar Chinese Yuan
9.4
43