Onderzoekstools Ben Baarda Mark Julsing
Eerste druk
© Noordhoff Uitgevers bv
Noordhoff Uitgevers Groningen/Houten
Onderzoekstools_FM.indd 1
2/15/11 5:48 PM
Ontwerp omslag: Studio Frank & Lisa, Groningen Omslagillustratie: Getty images
Eventuele op- en aanmerkingen over deze of andere uitgaven kunt u richten aan: Noordhoff Uitgevers bv, Afdeling Hoger Onderwijs, Antwoordnummer 13, 9700 VB Groningen, e-mail:
[email protected] Met betrekking tot sommige teksten en/of illustratiemateriaal is het de uitgever, ondanks zorgvuldige inspanningen daartoe, niet gelukt eventuele rechthebbende(n) te achterhalen. Mocht u van mening zijn (auteurs)rechten te kunnen doen gelden op teksten en/of illustratiemateriaal in deze uitgave dan verzoeken wij u contact op te nemen met de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen.
0 1 2 3 4 5 / 15 14 13 12 11
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www. reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.
© Noordhoff Uitgevers bv
© 2011 Baarda en Julsing vertegenwoordigd door Noordhoff Uitgevers bv Groningen/Houten, The Netherlands.
ISBN 978-90-01-79644-0 NUR 916
Onderzoekstools_FM.indd 2
2/15/11 5:48 PM
Woord vooraf Op internet zijn zeer veel bruikbare onderzoekstools te vinden. In dit boek bespreken we ruim veertig onderzoekstools, gekoppeld aan achttien onderzoeksaspecten. We geven telkens aan voor welk probleem de tools te gebruiken zijn, welke tools op internet beschikbaar zijn en hoe je ze kunt toepassen. De tools variëren van mindmapprogramma’s die handig zijn bij het formuleren van een onderzoeksvraag, tot statistische programma’s waarmee non-parametrische statistische toetsen kunnen worden uitgevoerd. Deze tools helpen jou als onderzoeker, zowel om de kwaliteit van het onderzoek te verhogen, als om het onderzoeksproces te vereenvoudigen. Met een steekproefcalculator kun je bijvoorbeeld op een eenvoudige en inzichtelijk manier vaststellen hoe groot jouw steekproef moet zijn en wat de gevolgen zijn als je met een kleinere steekproef moet werken. Onderzoeksboeken geven vaak wel verwijzingen naar onderzoekstools, maar bijna nooit wordt stap voor stap beschreven hoe je er gebruik van kunt maken. Dit boek is geschreven als naslagwerk en dient om onderzoekstools te vinden die je kunt gebruiken voor het doen van jouw onderzoek. Het uitgangspunt vormen de verschillende onderzoeksaspecten, variërend van het formuleren van een probleemstelling tot het schrijven van een onderzoeksverslag. Per onderzoeksaspect reiken wij een of meer tools aan, die je zoals gezegd kunnen helpen bij dat onderdeel van het doen van onderzoek.
© Noordhoff Uitgevers bv
Doelgroep Onderzoekstools is een toegankelijk naslagwerk voor onderzoekers, zoals bachelor- en masterstudenten, om in korte tijd de juiste onderzoekstools te vinden en te gebruiken. Dit boek is ook uitstekend bruikbaar voor ondernemers, onderzoekers, managers, adviseurs en marketeers die onderzoek doen. Dit boek is interessant voor onderzoekers die in een kleine onderzoekssetting werken. Zij kunnen, vanwege de kosten ervan, vaak niet met de grote dure onderzoeks- en analyseprogramma’s werken, waarover de grote onderzoeksinstituten wel beschikken. Dit boek toont dat er op internet veel gratis alternatieven te vinden zijn. Hoe gebruik ik Onderzoekstools? De structuur waarin de onderzoekstools beschreven zijn, is voor elk onderzoeksaspect hetzelfde en bestaat uit de volgende onderdelen: Probleem Elk hoofdstuk begint met een omschrijving van een situatie die zich tijdens een onderzoeksproject voordoet, zoals het formuleren van een goede probleemstelling. Telkens wordt eerst algemene informatie gegeven over het specifieke onderzoeksonderdeel en over de problemen die zich kunnen voordoen.
Onderzoekstools_FM.indd 3
2/15/11 5:48 PM
4
Hulpmiddel Vervolgens worden de belangrijkste onderzoekstools beschreven die beschikbaar zijn op het internet en gebruikt kunnen worden voor het beschreven onderzoeksonderdeel. Bij het vaststellen van de probleemstelling is bijvoorbeeld het gebruik van mindmapprogramma’s erg handig. Op internet zijn veel van dit soort programma’s beschikbaar. Toepassing Met een voorbeeld beschrijven wij in de paragraaf ‘Toepassing’ hoe de onderzoekstool in de praktijk wordt toegepast. Wij leggen bijvoorbeeld uit hoe je een op internet beschikbaar mindmapprogramma gebruikt bij de formulering van de probleemstelling. Verdiepingsstof In de paragraaf ‘Verdiepingsstof’ staan verwijzingen naar bronnen waar je meer informatie vindt over de onderzoekstool en/of de onderzoekssituatie waarvoor je de onderzoekstool gebruikt. Aan het einde van deze paragraaf staat telkens een opsomming van weblinks en boeken die je kunt naslaan.
Website Op de website die bij dit boek hoort, www.onderzoekstools.noordhoff.nl, staan links naar de genoemde websites en ook verwijzingen naar andere relevante websites. De links op de websites worden regelmatig gecontroleerd, zodat de verwijzingen actueel blijven. Voor de meeste websites geven we ook alternatieven, zodat er altijd een online hulpmiddel voor het besproken probleem te vinden is. Werkt een link niet of heb je suggesties voor alternatieven, geef dit dan door aan de klantenservice Hoger Onderwijs via
[email protected]. Op de website www.onderzoekstools.noordhoff.nl kun je je ook aanmelden voor de nieuwsbrief, zodat je op de hoogte wordt gehouden over nieuwe onderzoekstools en links. Den Haag/Utrecht, najaar 2010 Ben Baarda Mark Julsing
Onderzoekstools_FM.indd 4
© Noordhoff Uitgevers bv
Schema en kleurcodes Dit boek is geschreven als naslagwerk en dient om onderzoekstools te vinden die je kunt gebruiken voor jouw onderzoek. Als je weet voor welke onderzoeksfase je een onderzoekstool wilt gebruiken, kun je kijken in het schema voorin in het boek. Aan het begin van de beschrijvingen van de tools staat ook steeds voor welke onderzoeksfase(n) je de tool kunt gebruiken. In het schema voorin in het boek is aangegeven of de desbetreffende tools specifiek zijn bedoeld voor kwalitatief of kwantitatief onderzoek, of dat je ze voor beide vormen van onderzoek kunt gebruiken. Aan de rand van alle pagina’s in het boek staan gekleurde balken. Een groene balk betekent dat je de tool voor kwalitatief onderzoek kunt gebruiken. Is de balk paars dan kun je de tool voor kwantitatief onderzoek gebruiken. Staan allebei de balken afgebeeld, dan kun je de tool zowel voor kwalitatief als kwantitatief onderzoek gebruiken.
2/15/11 5:48 PM
5
Inhoud FASE 0 Gebruik tools gedurende alle onderzoeksfasen
9
0.1
Virtueel kantoor; samenwerken op het net
0.2
Het plannen van onderzoek en het evalueren van de voortgang 17
11
FASE 1 Probleemformulering en onderzoeksvraag; eerste oriëntering 1.1
Het gebruik van mindmappen bij de formulering van een onderzoeksprobleem en een onderzoeksvraag 27
1.2
Het zoeken naar bruikbare informatie
25
33
© Noordhoff Uitgevers bv
FASE 2 Maken onderzoeksopzet: keuze steekproef; onderzoeksmethode en onderzoeksinstrument 43 2.1
Het bepalen van de steekproefomvang
2.2
Hulpmiddel(en) bij het maken en afnemen van een vragenlijst 53
2.3
Hulpmiddel(en) bij het doen van een Delphi-studie
Onderzoekstools_FM.indd 5
45
63
2/15/11 5:48 PM
6
FASE 3 De dataverzameling
69
3.1
Online focusonderzoek
3.2
Hulpmiddelen bij het maken van heatmaps
71
FASE 4 Dataverwerking, analyse en rapportage
77
87
4.1
Hulpmiddel(en) bij het kiezen van een statistische toets
4.2
Statistiek met internetprogramma’s
4.3
Non-parametrische statistiek met internetprogramma’s
4.4
4.8
Hulpmiddel(en) bij het bepalen van de significantie en de effectgrootte 115 Hulpmiddel(en) bij het weergeven van antwoorden op open vragen 121 Hulpmiddel(en) voor een inhoudsanalyse van sociale media 127 Het controleren en vergroten van de leesbaarheid van onderzoeksverslagen 139 Hulpmiddel(en) bij het visualiseren van data 153
4.9
Statistische informatiebronnen en bijlesmogelijkheden
4.5 4.6
97 105
161
© Noordhoff Uitgevers bv
4.7
89
Onderzoekstools_FM.indd 6
2/15/11 5:48 PM
Onderzoekstools_FM.indd 7
2/15/11 5:48 PM
Onderzoekstools_Fase 0.indd 8
2/15/11 5:49 PM
9
FASE 0 Gebruik tools gedurende alle onderzoeksfasen 0.1
© Noordhoff Uitgevers bv
0.2
Virtueel kantoor; samenwerken op het net 11 Het plannen van onderzoek en het evalueren van de voortgang 17
Onderzoekstools_Fase 0.indd 9
2/15/11 5:49 PM
Onderzoekstools_Fase 0.indd 10
2/15/11 5:49 PM
11
Virtueel kantoor; samenwerken op het net
0.1
Betreft de onderzoeksfase(n): ProbleemOnderformulering zoeksopzet
Dataverzameling
Dataverwerking, analyse enrapportage
Probleem Je bent met een onderzoeksproject bezig. Je wilt een centrale plek hebben waar alle documenten en notulen staan opgeslagen en waar de hele projectgroep bij kan. De ideale manier om dit te doen is gebruikmaken van een webcollaboratie-tool. Een webcollaboratie-tool is een tool waar jij en je projectgenoten toegang tot hebben en waar je alle documenten en afspraken die je maakt met je projectgroep centraal opslaat. Een webcollaboratie-tool kent de volgende voordelen: Alles op één plek Nooit meer zoeken naar documenten van jou of je projectgenoten. Alles staat op één plek opgeslagen. Niet meer per ongeluk werken in een oude versie Iedereen kent het wel: je bent bezig in een document en na een uur kom je erachter dat je in een oude versie bezig bent. Door alles centraal op te slaan, komt dit niet meer voor. 24/7 toegankelijk Je kunt altijd bij je documenten. Dus geen problemen meer zoals het per ongeluk op het bureaublad laten staan van een computer waar je niet meer in de buurt bent.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 11
2/15/11 5:49 PM
12
FASE 0
GEBRUIK TOOLS GEDURENDE ALLE ONDERZOEKSFASEN
De meeste webcollaboratie-tools bieden veel andere mogelijkheden Je kunt vaak allerlei hulpmiddelen in de webcollaboratie-tool gebruiken, zoals een afsprakenplanner en het maken van grafieken.
Hulpmiddel Er bestaan veel webcollaboratie-tools waarmee je goed kunt werken. Voor sommige moet je betalen en andere zijn gratis. Op dit moment is er één gratis tool die boven de rest uitsteekt en dat is Google Wave. Een groot voordeel is dat Google Wave geheel in de webbrowser te gebruiken is, en er hoeft niets te worden gedownload. Zelf noemt Google de tool ‘een online tool voor realtime communicatie en samenwerking’. Het is een nieuwe manier waarop mensen met elkaar kunnen communiceren en talloze dingen met elkaar kunnen delen. Je kunt samenwerken aan documenten, foto’s, video’s, kaarten en nog veel meer. Tijdens die samenwerking kun je reageren op elkaar, de content aanpassen en nieuwe deelnemers toevoegen. Dankzij de ingebouwde playbackfunctie kun je de conversatie terugspoelen en meteen zien wie wat zei en op welk moment. Naast Google Wave zijn er meer webcollaboratie-tools, zoals Basecamp. Die is minder uitgebreid.
Toepassing
Stap 1 Aanmelden Google Wave Als eerste moet je je aanmelden bij Google Wave. Google Wave heeft geen aanmeldknop, maar je moet worden uitgenodigd. Uitgenodigd worden kan door iemand die al Google Wave heeft. Iedereen die een Google Waveaccount heeft, kan een aantal anderen uitnodigen. Ken je niemand die Google Wave heeft? Geen nood, op de inschrijfpagina van Google Wave kun je ook een aanvraag indienen. De wachttijden zijn bij deze manier van aanmelden wel langer. Als jij of een projectgenoot al op Google Wave zit, kun je via ‘Invite Others to Google Wave’ projectgenoten uitnodigen. Je hoeft enkel zijn of haar e-mailadres in te typen en op de knop ‘Add to Invitation List’ te drukken. Soms duurt het een paar dagen voor de invitatie voor de aanmelding van Google Wave wordt verstuurd. Dit ligt aan de drukte op de Google-server. Stap 2 Inloggen Google Wave Als jij en je projectgenoten toegang hebben tot Google Wave, kun je voor het eerst inloggen. De volgende pagina (figuur 0.1) opent zich.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 12
© Noordhoff Uitgevers bv
Je bent met vijf medestudenten bezig met een onderzoek naar de bedrijfscultuur van de gefuseerde zorgorganisatie Interzorg. Het project duurt tien weken en kent veel verschillende onderdelen. Deze verschillende onderdelen moeten aan het einde van het project worden samengevoegd tot één onderzoeksrapportage. Omdat verschillende projectgenoten op verschillende locaties werken, zal er veel online overlegd moeten worden. Daarom heb jij als voorzitter van de projectgroep besloten gebruik te maken van een webcollaboratie-tool.
2/15/11 5:49 PM
0.1 VIRTUEEL KANTOOR; SAMENWERKEN OP HET NET
FIGUUR 0.1
13
Startscherm Google Wave
In de eerste kolom vind je een overzicht van je contacten. De tweede kolom is je zoekmenu, waar een lijst staat van actieve Waves (projecten). Met de derde kolom start je een nieuwe Wave of open je een bestaande.
© Noordhoff Uitgevers bv
Stap 3 Maken van een Wave Klik op ‘New Wave’ en het volgende scherm (figuur 0.2) opent zich:
FIGUUR 0.2
Start een Wave
Er opent zich nu een nieuwe Wave. Typ je eerste bericht en druk op ‘Done’. Met de plusknop (boven aan de kolom) voeg je projectleden toe aan de Wave. Het toevoegen van projectleden kan ook door projectleden die in de linker contactkolom staan, naar de Wave te slepen. Nu ze zijn toegevoegd, kunnen jij en je projectgenoten starten met typen van berichten. Nu ben je aan het Waven.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 13
2/15/11 5:49 PM
14
FASE 0
GEBRUIK TOOLS GEDURENDE ALLE ONDERZOEKSFASEN
Stap 4 Voeg de werkdocumenten toe Je hebt twee documenten die je wilt toevoegen aan je Wave (de startnotulen en het samenwerkingsplan). Net als bij e-mail kun je bestanden koppelen aan je Wave. Er zijn twee manieren om een bestand te koppelen aan je Wave. 1 Als je browser een Google Gears-plugin heeft (gratis te installeren voor alle browsers), kun je gemakkelijk bestanden van je computer verslepen naar je Wave. 2 Ook kun je een bestand toevoegen met de paperclip bovenaan de Wave. Op plaatjes na, komen alle bestanden erin als een attachment. Google ondersteunt attachments tot 20 MB. Je projectgenoten zien ze nu ook en kunnen ze downloaden, bewerken en weer uploaden. Stap 5 Wat kan er nog meer? Google is continu bezig met het toevoegen van nieuwe mogelijkheden. We geven een kort overzicht van een aantal mogelijkheden: Het aanmaken van een photo slide Je kunt verschillende foto’s aan elkaar koppelen tot een fotoslide. Gebruikmaken van Google Maps Je kunt kaarten toevoegen aan je Wave. Het voorbeeldproject betreft een zorgorganisatie met verschillende locaties. Met deze tool kun je aan de Wave een kaart toevoegen, waar je bij alle locaties een speldenprik neerzet. Ook kun je lijnen trekken en gebieden een kleur geven. Als de projectgenoten online zijn, zien zij de wijzigingen die je maakt in de kaart, live.
FIGUUR 0.3
Yes/No/Maybe gadget
© Noordhoff Uitgevers bv
De Yes/No/Maybe gadget Dit helpt je snel dingen te beslissen met je projectgenoten. Stel, je wilt een extra vergadering plannen en je wilt snel weten of iedereen beschikbaar is. Deze gadget plak je in het bericht door te drukken op het icoontje met een groen, geel en rode balk (zie figuur 0.3).
Terugkijken De belangrijkste feature van de Wave is het terugkijken. Elke keer als jij of je projectgenoten op ‘Done’ drukken voor een update of een antwoord, slaat Google Wave een snapshot op van de Wave. Door te drukken op
Onderzoekstools_Fase 0.indd 14
2/15/11 5:49 PM
0.1 VIRTUEEL KANTOOR; SAMENWERKEN OP HET NET
15
playback in de view mode (zie figuur 0.4) kun je door de hele geschiedenis van de Wave heen schuiven.
FIGUUR 0.4
Playbackfunctie
Video Chat Experience Met de Google Wave kun je een videochat openen en realtime met elkaar via de webcam vergaderen. Ook kun je de videochat opnemen. Chart Gadget Je kunt grafieken maken (zie hoofdstuk 4.8) en toevoegen aan je Wave. Mindmap Verder zit er een tool in waarmee je mindmaps (zie hoofstuk 1.1) met je projectgenoten kunt maken en bespreken. Er zijn nog vele andere mogelijkheden. Bij de verdiepingsstof hieronder hebben we links gezet naar sites waar je die kunt vinden.
Verdiepingsstof Webcollaboratie-tools blijven continu in ontwikkeling. Via de weblog van Google Wave blijf je op de hoogte van ontwikkelingen. Voor een uitgebreide uitleg heeft Google ook video’s online staan waar je stap voor stap goed kunt zien hoe alles werkt. Ook bestaat er een uitgebreid handboek: The Complete Guide to Google Wave (Trapani; 2010) die je gratis online kunt inkijken of als boek kunt bestellen.
© Noordhoff Uitgevers bv
Aanvullende informatie Websites http://googlewave.blogspot.com/ http://wave.google.com/getting-started-videos.html http://basecamphq.com/
Google Wave blog Uitleg video’s Basecamp
Boeken en artikelen Trapani, G. en Pash, A. (2010). The Complete Guide to Google Wave. San Diego.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 15
2/15/11 5:49 PM
Onderzoekstools_Fase 0.indd 16
2/15/11 5:49 PM
17
Het plannen van onderzoek en het evalueren van de voortgang
0.2
Betreft de onderzoeksfase(n): ProbleemOnderformulering zoeksopzet
Dataverzameling
Dataverwerking, analyse enrapportage
Probleem Het grote probleem bij veel projecten is dat ze uitlopen in tijd. Denk alleen maar aan allerlei bouw- en infrastructurele projecten, zoals de verbouwing van het Rijksmuseum en de aanleg van de Hogesnelheidslijn (HSL). Ook voor onderzoeksprojecten geldt dat ze vaak uitlopen en in geval van een thesisonderzoek tot studievertraging leiden. Daarom is het voor onderzoeksprojecten eveneens belangrijk een planning te maken. Vaak wordt daarbij gekozen voor het gebruik van het Gantt-diagram.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 17
2/15/11 5:49 PM
18
FASE 0
GEBRUIK TOOLS GEDURENDE ALLE ONDERZOEKSFASEN
Hoe vaak komen RSI-klachten onder studenten voor? Onderzoeksvraag: weeknummer
Taken*
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Formuleren onderzoeksvraag en achtergrond
1
Vragenlijstvorm
1
Operationalisering
1
Vragen&antwoorden
1
Maken vragenlijst
1
Proefafnames & bijstellen
1
Eenheden & steekproef
1
Werving
0,5
Dataverzameling
0
0
0
Dataverwerking
0
0
Rapportage
1
0,75
0,5
0
0
0
0
0
Presentatie
0
Eindversie
0
1= helemaal voltooid; 0,5= half voltooid; 0 = nog niet begonnen
FIGUUR 0.5
Voorbeeld van een eenvoudig Gantt-diagram voor een onderzoeksproject
In het projectplan kun je aanvullende informatie zetten in welk stadium van uitvoering de taken zijn en wie verantwoordelijk is voor die uitvoering. Het voordeel is dat je in een oogopslag ziet hoe de voortgang is. Stel dat je aan het eind van week acht bent beland, dan zie je dat er al sprake is van een achterstand. De werving is nog niet voltooid en daardoor is ook de dataverzameling nog niet gestart. Tevens loopt de rapportage niet op schema. Er zijn uitgebreide softwarepakketten, zoals MS project en PRINCE2, om dit soort planningen te maken, maar voor een eenvoudige onderzoeksplanning gaan die wat ver. Een goed alternatief is het gebruik van programma’s die je op internet vindt, maar ook Excel is een goed alternatief om een projectplanning te maken.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 18
© Noordhoff Uitgevers bv
In zo’n Gantt-diagram zie je hoeveel tijd een project omvat, welke taken er zijn en wanneer die uitgevoerd moeten worden. Het voorbeeldproject (figuur 0.5) moet in tien weken voltooid worden. Je ziet dat sommige taken elkaar logisch opvolgen. Je moet bijvoorbeeld eerst respondenten werven, alvorens je gegevens kunt verzamelen. Voor de rapportage geldt in mindere mate dat die tijd- en fasegebonden is, daar kun je dus mooi gaten in je planning mee opvullen.
2/15/11 5:49 PM
0.2 HET PLANNEN VAN ONDERZOEK EN HET EVALUEREN VAN DE VOORTGANG
19
Hulpmiddel Een van de gratis programma’s die je op internet kunt vinden, is het GanttProject. Het is zeker voor een gratis dienst een indrukwekkend programma. Dat is overigens tevens een nadeel; het is voor het maken van een eenvoudige planning een relatief ingewikkeld programma, maar het biedt wel veel mogelijkheden. De structuur is vergelijkbaar met het voorbeeld uit figuur 0.5. Je kunt onder andere: • taken invoeren, met begin- en einddatum, prioriteit en mate van voltooiing. • de personen invoeren die het project moeten leiden en uitvoeren, zie figuur 0.6. • projectmedewerkers rechtstreeks een e-mail sturen, als ze niet aan hun opdracht hebben voldaan.
FIGUUR 0.6
Schermafdruk van het GanttProject programma
Als je het echt eenvoudig wilt houden, kun je beter met Excel een projectplan maken. In de volgende paragraaf werken we dat als voorbeeld uit.
Toepassing
© Noordhoff Uitgevers bv
Stel, jij (Jasper) wil samen met je medestudenten Wessel en Bob een onderzoek doen naar de politieke interesse, het politieke gedrag en de politieke attitude van studenten. Jullie hebben twee maanden, dus ongeveer acht weken voor het project. Voor het maken van een planning, zet je de volgende stappen: Stap 1 Als eerste open je het Excel-voorbeeld ‘Onderzoek als project’ dat je op de website www.onderzoekstools.noordhoff.nl vindt. Stap 2 Dan vul je de gegevens in, zoals de namen van de onderzoekers, de begeleider, eind- en begindatum en de weeknummers. Stap 3 Hier loop je tegen het eerste probleem aan, want er zijn tien kolommen voor de weken, terwijl je er maar acht nodig hebt. Pas dus eerst het aantal
Onderzoekstools_Fase 0.indd 19
2/15/11 5:49 PM
20
FASE 0
GEBRUIK TOOLS GEDURENDE ALLE ONDERZOEKSFASEN
weekkolommen aan door kolommen te verwijderen of kolommen toe te voegen, als je meer weken en dus kolommen nodig hebt (figuur 0.7). Als je niet erg vaardig bent met Excel kun je op www.gratiscursus.be een online Excel-cursus volgen.
Het aanpassen van het aantal weken
Stap 4 Datzelfde moet je doen met de onderzoeksactiviteiten. We hebben een opsomming gemaakt van mogelijke onderzoeksactiviteiten, maar niet alle activiteiten gelden waarschijnlijk voor jouw onderzoek. Mogelijk zijn er ook activiteiten die wel voor jou onderzoek gelden, die niet in het voorbeeld voorkomen. Pas dus het voorbeeld aan door rijen (en dus activiteiten) te verwijderen, of toe te voegen (figuur 0.8). In het voorbeeld zullen Jasper, Wessel en Bob aan docenten vragen of ze tijdens de lessen aan de aanwezige studenten vragenlijsten mogen uitdelen. Ze vragen de aanwezige studenten de vragenlijst ter plekke in te vullen. Er hoeven dus geen enquêteurs getraind te worden; deze activiteitenrij kan weg in de Excelopzet. Er is geen presentatie, die rij kan dus ook weg. Verder is duidelijk hoe en bij wie jullie de gegevens verzamelen, dus je schrapt de activiteit ‘Eenheden en steekproef’ en verandert de activiteit ‘Vragenlijstvorm’ in ‘Literatuuronderzoek’. Er is namelijk veel onderzoek gedaan naar politieke interesse: mogelijk zijn er bestaande vragenlijsten of vragen die je kunt gebruiken.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 20
© Noordhoff Uitgevers bv
FIGUUR 0.7
2/15/11 5:49 PM
0.2 HET PLANNEN VAN ONDERZOEK EN HET EVALUEREN VAN DE VOORTGANG
© Noordhoff Uitgevers bv
FIGUUR 0.8
21
Het aanpassen van de onderzoeksactiviteiten
Stap 5 Nu moet je gaan plannen, dat is het lastigste onderdeel. Je kunt het beste aan het eind beginnen. Bob, Jasper en Wessel weten dat ze uiterlijk 1 juni hun verslag moeten inleveren, dus ze beginnen met het zetten van een 0 in week 21. Een nul omdat dit een geplande activiteit is waar ze nog niet aan zijn begonnen. Vervolgens gaan ze langzaam terugwerken in de tijd. Het is letterlijk een kwestie van passen en meten. Ze komen tot de opzet zoals je die in figuur 0.9 ziet. Als ze het over de tijdsplanning eens zijn, gaan ze hun uren invullen. Ze hebben elk honderd uur voor het project. Ieder krijgt min of meer zijn eigen taak. Bob is verantwoordelijk voor de inleiding en de onderzoeksvraag, Wessel voor het literatuuronderzoek en Jasper voor het maken van het instrument. Afgesproken wordt dat ieder tijdens het onderzoeksproject, voor zijn onderwerp ook een deel van de eindrapportage schrijft. Die rapportage wordt naar de anderen gestuurd en door hen van commentaar voorzien. Het voordeel van het op deze manier schrijven van de eindrapportage is dat dit minder gebonden is aan een tijdspad en je daar ‘lege’ momenten mee kunt vullen. Waar het om zaken als de werving gaat, ligt dat anders; die moet echt in week 15 afgerond worden, anders ontstaan er problemen bij de dataverzameling. Het schema maakt goed duidelijk wat wanneer af moet zijn en wie daar verantwoordelijk voor is. Als zich problemen voordoen, kan het schema uiteraard aangepast worden, zonder al te veel problemen wat betreft het maken van het schema.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 21
2/15/11 5:49 PM
22
FASE 0
GEBRUIK TOOLS GEDURENDE ALLE ONDERZOEKSFASEN
Figuur 0.9 De tijds- en urenplanning
Verdiepingsstof Er is veel literatuur over projectplanning, maar eigenlijk weinig toegespitst op onderzoeksprojecten. Het enige boek dat wij kennen, is Onderzoek als project (Baarda en Gudding; 2011). Een aardig algemeen boekje over het op een eenvoudige wijze maken van een projectplan is The One-Page Project Manager (Campbell; 2007). Bij dit boek hoort ook een website waar je voorbeelden van onder andere Excel-bestanden vindt die je kunt gebruiken. Mocht je geïnteresseerd zijn in het gebruik van het GanttProject, op de website van dit project vind je instructies en ook een verwijzing naar een instructievideo die je op internet kunt bekijken.
Websites http://www.teachertube.com/members/ viewVideo.php?video_ id=10418&title=GanttProject (je moet wel inloggen) http://www.ganttproject.biz/download
Instructie GanttProject GanttProject
Boeken en artikelen Baarda, D.B. en Gudding, J.W. (2011). Onderzoek als project. Groningen: Noordhoff. Campbell, C.A. (2007). The One-Page Project Manager. Hoboken: Wiley.
Onderzoekstools_Fase 0.indd 22
© Noordhoff Uitgevers bv
Aanvullende informatie
2/15/11 5:49 PM
Onderzoekstools_Fase 0.indd 23
2/15/11 5:49 PM
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
Onderzoekstools_Fase 1.indd 24
2/15/11 5:38 PM
© Noordhoff Uitgevers bv
25
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
FASE 1 Probleemformulering en onderzoeksvraag; eerste oriëntering 1.1
1.2
Onderzoekstools_Fase 1.indd 25
Het gebruik van mindmappen bij de formulering van een onderzoeksprobleem en een onderzoeksvraag 27 Het zoeken naar bruikbare informatie 33
2/15/11 5:38 PM
Onderzoekstools_Fase 1.indd 26
2/15/11 5:38 PM
27
Het gebruik van mindmappen bij de formulering van een onderzoeksprobleem en een onderzoeksvraag
1.1
Betreft de onderzoeksfase(n): ProbleemOnderformulering zoeksopzet
Dataverzameling
Dataverwerking, analyse enrapportage
Probleem In een onderzoek draait alles om de onderzoeksvraag. Het onderzoek moet immers antwoord geven op die vraag. Het formuleren van een goede onderzoeksvraag is dan ook de eerste en ook waarschijnlijk belangrijkste stap in een onderzoeksverloop. Meestal is het formuleren van een onderzoeksvraag een heel proces, dat begint bij een idee dat nog geen vaste vorm heeft, en eindigt in een concrete, meestal veel beknoptere onderzoeksvraag. Het managementteam van een opleiding wil bijvoorbeeld weten hoe het komt dat zo veel studenten in het eerste jaar van hun studie stoppen. De bestuurders maken zich daar ernstige zorgen over, vooral ook omdat het percentage studiestakers veel hoger is dan op andere vergelijkbare opleidingen. Het is duidelijk dat een vraag als ‘Wat is de oorzaak van de studie-uitval?’, te breed is. Vaak is het formuleren van een goede onderzoeksvraag een soort brainstormsessie. Je moet voortdurend kritische vragen stellen als: geldt die studie-uitval voor alle studenten, of betreft het specifieke groepen? Komt het bij bepaalde studierichtingen meer voor dan bij andere studierichtingen?
Onderzoekstools_Fase 1.indd 27
2/15/11 5:38 PM
FASE 1
PROBLEEMFORMULERING EN ONDERZOEKSVRAAG; EERSTE ORIËNTERING
Die brainstormsessie hoef je niet noodzakelijk met anderen te doen. Je kunt dat als onderzoeker ook alleen doen, maar dan moet je jezelf wel de goede vragen stellen. Het is handig om jezelf de volgende vragen te stellen: • Wat; wat wordt er precies bedoeld met studie-uitval? • Wie; bij welke studenten komt studie-uitval vooral voor? • Waarom; wat zijn de redenen van de studenten om te stoppen met hun studie? • Wanneer; vindt studie-uitval al direct na het begin van de studie plaats, of is dat pas later? • Waar; komt studie-uitval bij bepaalde studierichtingen meer voor dan bij andere ? • Hoe; hoe komt iemand tot het besluit om te stoppen? Bespreekt hij/zij dat bijvoorbeeld met anderen? Om die brainstormsessie te structuren en vooral ook, om tot een conclusie te komen, zijn handige hulpmiddelen beschikbaar.
Hulpmiddel Op internet vind je vele voorbeelden van mindmapprogramma’s die je kunnen helpen bij het proces van het formuleren van een onderzoeksvraag. Mindmappen is het door middel van een plaatje vastleggen van je gedachten. Centraal staat het onderwerp waar het om gaat. Je gaat dan onderwerpen zoeken die met dit centrale begrip te maken hebben. Een mindmap kan helpen bijzaken van hoofdzaken te onderscheiden en informatie logisch te ordenen. Voor de vormgeving zijn geen vaste regels; er wordt gebruik gemaakt van kleuren, woorden en lijnen. In figuur 1.1 vind je een voorbeeld. Het is een mindmap van de geluksbeleving. Hier is in kaart gebracht waar je geluksgevoelens mee samenhangen.
Onderzoekstools_Fase 1.indd 28
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
© Noordhoff Uitgevers bv
28
2/15/11 5:39 PM
© Noordhoff Uitgevers bv
1.1 MINDMAPPEN BIJ DE FORMULERING VAN ONDERZOEKSPROBLEEM EN ONDERZOEKSVRAAG
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
FIGUUR 1.1
29
Mindmap van de factoren die de geluksbeleving bepalen
Je zet bij een mindmap het centrale onderwerp (in figuur 1.1 geluksbeleving) in het midden. Daar omheen worden met kleuren en lijnen verbanden aangegeven. In een van de takken van de mindmap in figuur 1.1 wordt aangegeven dat de geluksbeleving onder andere afhangt van de werk/ studieomstandigheden. De werk/studieomstandigheden zijn weer verder opgesplitst in de inhoud (is die al dan niet aantrekkelijk?), de collega’s, en de waardering. Daarbij is de waardering weer opgesplitst in materieel, het salaris, en immaterieel, de positieve feedback die je krijgt. Je ziet in het voorbeeld dat je met mindmappen het begrip ‘geluk’ kunt uitdiepen en dat je ontdekt dat het feitelijk een heel breed terrein omvat. Dit kan aanleiding zijn om je onderzoek naar ‘geluk’ te beperken tot de werk/studieomstandigheden. Het is ook een handig hulpmiddel om je onderzoeksideeën met anderen te bespreken. Die kunnen je er dan bijvoorbeeld op wijzen dat je bij werk en studie nog een belangrijk element bent vergeten, namelijk de werk/ studiedruk. Op die manier kom je tot een goed doordachte aanzet van je onderzoeksopzet. Je vindt heel veel voorbeelden van mindmaps op de site www.mappio.com. Er zijn allerlei gratis te downloaden programma’s om mindmaps te maken. Een veelgebruikt gratis te downloaden programma is Freemind. Wij gebruiken hier als voorbeeld Text2Mindmap. Het voordeel hiervan is dat je geen programma hoeft te downloaden. Het werkt interactief via een website en het vraagt nauwelijks om toelichting. Je hoeft niet eerst een ingewikkelde handleiding te lezen.
Onderzoekstools_Fase 1.indd 29
2/15/11 5:39 PM
FASE 1
PROBLEEMFORMULERING EN ONDERZOEKSVRAAG; EERSTE ORIËNTERING
Uiteraard kun je dergelijke mindmaps ook heel goed met de hand maken, maar het voordeel van het gebruik van internetprogramma’s is: • dat je de mindmap makkelijker kunt aanpassen. • dat je de mindmap makkelijker in je tekst kunt plakken. • dat het er professioneler uitziet. • dat je het zeker niet meer energie kost, wanneer je een eenvoudig programma als ‘Text2Mindmap’ gebruikt.
Toepassing Centraal staat het onderwerp waar het om gaat, in dit geval de studie-uitval. Je gaat dan onderwerpen zoeken die met dit centrale begrip te maken hebben. Waar het de wie-vraag betreft, kun je denken aan allerlei kenmerken van de studenten, zoals de vooropleiding en de leeftijd. Bij de waaromvraag spelen factoren als studie-ervaringen en verwachtingen een rol. Het is handig om daarvan een overzicht te maken, zoals hieronder is weergegeven: • Wat; • Wie;
• Waarom;
• Wanneer; • Waar; • Hoe;
studie-uitval studentkenmerken vooropleiding leeftijd leefsituatie ervaringen en verwachtingen inhoud opzet niveau moment van stoppen studierichting besproken met
Je ziet dat het overzicht hiërarchisch is opgebouwd. Centraal staat het onderzoeksonderwerp, in dit geval de studie-uitval. Dan de factoren die daar aan gerelateerd zijn, zoals de studentkenmerken en de ervaringen. Die factoren kunnen weer onderverdeeld worden, bij de studentkenmerken in bijvoorbeeld de vooropleiding, de leeftijd en de leefsituatie. Overigens kun je nog veel meer aspecten bedenken die mogelijk van invloed zijn, maar voor dit voorbeeld hebben we ons beperkt. Het hierboven gepresenteerde overzicht van relevante begrippen hebben we gekopieerd en in Text2Mindmap geplakt, met de onderstaande mindmap als resultaat.
Onderzoekstools_Fase 1.indd 30
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
© Noordhoff Uitgevers bv
30
2/15/11 5:39 PM
© Noordhoff Uitgevers bv
1.1 MINDMAPPEN BIJ DE FORMULERING VAN ONDERZOEKSPROBLEEM EN ONDERZOEKSVRAAG
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
FIGUUR 1.2
31
Mindmap studieuitval
Je ziet dat je lettertypes, lijnen en kleuren kunt veranderen. Maar ook de vorm kun je veranderen, door de vakken als ‘Wat; studie-uitval’ met je muis te verslepen. Je kunt de mindmap bewaren met ‘Save map’. Het programma maakt er dan een plaatje (jpg-file) van, die je in je tekst kunt invoegen of met een programma als Paint kunt bewerken. Soms krijg je, in verband met de beveiliging van je computer, een pop-up die het niet toestaat de afbeelding op te slaan. Maak dan een screendump van de mindmap (Ctrl+Prt Scr toetsen). Je kunt de screendump dan met Paint verder bewerken. Het spreekt vanzelf dat je nu op basis van dit visuele overzicht van het onderzoeksprobleem tot keuzes moet komen. Je kunt immers niet alles onderzoeken. En sommige aspecten, zoals de vraag hoe iemand tot de keuze is gekomen om te stoppen, vragen om een andere onderzoeksbenadering dan de vraag wat de kenmerken van studenten zijn die stoppen. Het idee is dat de mindmap je meer inzicht geeft in de te onderzoeken problematiek en daardoor tot een nog meer verantwoorde keuze voor een specifieke onderzoeksvraag.
Verdiepingsstof In de meeste onderzoeksmethodologieboeken wordt veel aandacht besteed aan de probleemstelling en de onderzoeksvraag. Het is belangrijk die hoofdstukken met aandacht te bestuderen als je een probleemstelling en onderzoeksvraag voor jouw onderzoek moet formuleren. Op de website http://explorations.sva.psu.edu/lapland/LitRev/prob1.html vind je praktische tips voor het formuleren van een probleemstelling en onderzoeksvraag. Je vindt daar ook oefeningen en voorbeelden. Ook op http:// www.theresearchassistant.com/tutorial/2-1.asp vind je allerlei handige praktische aanwijzingen. Als je in Google de zoektermen ‘research question’ of ‘research problem’ intypt, vind je nog meer handige verwijzingen. Ook over mindmappen is veel geschreven en er zijn veel programma’s in omloop. Op de volgende Wikipedia-website vind je een mooi overzicht van
Onderzoekstools_Fase 1.indd 31
2/15/11 5:39 PM
FASE 1
PROBLEEMFORMULERING EN ONDERZOEKSVRAAG; EERSTE ORIËNTERING
mindmapprogramma’s: http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_mind_mapping_software. In het volgende pdf-artikel vind je een aardige uitleg en toepassing van mindmapping: http://sru.soc.surrey.ac.uk/SRU52.pdf. Een goed boek over mindmappen is The Mind Map Book (Buzan; 2009).
Aanvullende informatie Websites http://explorations.sva.psu.edu/lapland/ LitRev/prob1.html www.theresearchassistant.com http://en.wikipedia.org/wiki/ List_of_mind_mapping_software
Hulp formuleren probleemstelling Toelichting onderzoeksvraag Overzicht mindmapprogramma’s Uitleg en toepassing van mindmapping
http://sru.soc.surrey.ac.uk/SRU52.pdf
Boeken en artikelen Buzan, T. (2009). The Mind Map Book. Essex: Pearson.
Onderzoekstools_Fase 1.indd 32
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
© Noordhoff Uitgevers bv
32
2/15/11 5:39 PM
33
Het zoeken naar bruikbare informatie
1.2
Betreft de onderzoeksfase(n): ProbleemOnderformulering zoeksopzet
Dataverzameling
Dataverwerking, analyse enrapportage
Probleem Je maakt het jezelf als onderzoeker gemakkelijk door gebruik te maken van ervaringen van anderen. Vaak zijn er al onderzoekers die onderzoek hebben gedaan op jouw terrein en die al literatuurstudies hebben gedaan, modellen en theorieën hebben ontwikkeld en instrumenten hebben gemaakt. Verder is niets vervelender dan te ontdekken dat anderen al vergelijkbaar onderzoek hebben gedaan, waar je niets van weet, wanneer je net je onderzoek hebt afgerond. Bronnen- of literatuuronderzoek is dan ook erg belangrijk. Als je de arbeidsmotivatie van werknemers onderzoekt, is het verspilde tijd om zelf een vragenlijst te maken. Maak dankbaar gebruik van het werk dat anderen al gedaan hebben, uiteraard wel met vermelding van de bron. Er zijn vele lijsten in omloop om arbeidsmotivatie te meten. Het zoeken naar literatuur en andere informatie is een lastige klus, vooral als je niet de juiste zoektermen gebruikt. Als je op zoek bent naar literatuur over marktonderzoek, zul je al snel ontdekken dat in de Engelstalige literatuur niet alleen de term ‘market research’ gebruikt wordt, maar ook de term ‘marketing research’. Hoewel deze termen vaak door elkaar gebruikt worden, blijkt de term ‘marketing research’ breder te zijn dan ‘market research’. ‘Marketing research’ levert in Google ruim 35 miljoen hits op terwijl ‘market research’ ruim 1 miljoen hits oplevert. Overigens kun je dit probleem omzeilen door gebruik te maken van een *. Door ‘mark* research’ in te typen hadden wij zelfs 37 miljoen hits, maar wel ook allerlei artikelen van mannen met de voornaam Mark, die over hele andere
Onderzoekstools_Fase 1.indd 33
2/15/11 5:39 PM
FASE 1
PROBLEEMFORMULERING EN ONDERZOEKSVRAAG; EERSTE ORIËNTERING
onderwerpen gingen. Voor het vinden van goede zoektermen is het verstandig om eerst een goed woordenboek en dan een thesaurus te gebruiken. Een specifiek op een vakgebied gerichte thesaurus is een soort woordenboek waar alleen de voor dat vakgebied geldende officiële zoektermen in staan; zie figuur 1.4. Naast het gebruik van goede zoektermen is het ook handig om belangrijke namen en publicaties op jouw onderzoeksterrein te hebben, om gerichter te kunnen zoeken. Als je de goede zoekterm hebt gevonden, moet je gaan zoeken in zoekmachines. Algemene zoekmachines als Google leveren heel veel hits op, maar ook veel niet relevante hits, bijvoorbeeld reclame-uitingen van onderzoeksbureaus. Het is beter om gespecialiseerde, meer wetenschappelijk georiënteerde zoekmachines als Google Scholar te gebruiken. De zoekterm ‘marketing research’ levert ruim twee in plaats van 35 miljoen hits op en wat nog belangrijker is, de relevantie van de gevonden hits is veel groter dan in de algemene zoekmachine van Google. Je kunt het aantal zoekresultaten nog verder beperken door een tijdsperiode in te stellen. Je geeft bijvoorbeeld aan dat je alleen de publicaties wilt hebben die in 2009 en 2010 uitgegeven zijn. Dan blijven er nog 1.710 hits over (dat kan ook overigens ook in de gewone Google-versie). Heb je een onderzoeksonderwerp dat heel specifiek is, dan wil je misschien juist breder zoeken. Dan loont het de moeite om een metazoekmachine te gebruiken als ‘Metacrawler’ en ‘Alltheweb’. Metazoekmachines gebruiken verschillende zoekmachines om tot een resultaat te komen.
Hulpmiddel Woordenboeken De meeste publicaties op internet zijn in het Engels geschreven, daarom heb je Engelse zoektermen nodig om relevante bronnen te vinden. Het goed vertalen van Nederlandse in Engelse zoektermen is dan essentieel. Op internet zijn veel woordenboeken te vinden. Je kunt bijvoorbeeld ‘Google Translate’ gebruiken, maar ook ‘Babelfish’ of ‘Systran’. Overigens zijn er ook veel vakwoordenboeken. Het gebruik daarvan vergroot de kans dat je de juiste trefwoorden of ‘key words’ gebruikt bij het zoeken. Een overzicht van die vakwoordenboeken vind je op ‘a web of online dictionaries’ (figuur 1.3).
Onderzoekstools_Fase 1.indd 34
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
© Noordhoff Uitgevers bv
34
2/15/11 5:39 PM
© Noordhoff Uitgevers bv
1.2 HET ZOEKEN NAAR BRUIKBARE INFORMATIE
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
FIGUUR 1.3
35
A web of online dictionaries
Thesaurus Er zijn veel thesauri, Thesaurus.com (figuur 1.4) is waarschijnlijk de grootste thesaurus op internet, maar het probleem is dat die erg algemeen is.
FIGUUR 1.4
Onderzoekstools_Fase 1.indd 35
Voorbeeld van het gebruik van Thesaurus.com
2/15/11 5:39 PM
FASE 1
PROBLEEMFORMULERING EN ONDERZOEKSVRAAG; EERSTE ORIËNTERING
Beter is het om gespecialiseerde thesauri te gebruiken. Kijk op Google of er een gespecialiseerde thesaurus op jouw vakgebied is. ‘PsycINFO’, een van de meest gebruikte zoekmachines op psychologisch gebied, bevat bijvoorbeeld een goede thesaurus op het terrein van de sociale wetenschappen. Die is helaas alleen via de netwerken van universiteits- en hogeschoolbibliotheken bereikbaar.
FIGUUR 1.5
Voorbeeld van het gebruik van PsycINFO
Je ziet in figuur 1.5 dat PsycINFO veel uitgebreidere informatie geeft. Naast gerelateerde termen, geeft het bijvoorbeeld ook bredere termen. Dit helpt je om de zoekterm te vinden die het best aansluit bij je onderzoeksvraag. Zoekmachines Voorbeelden van op onderzoek gerichte zoekmachines zijn Google Scholar en Scirus. Het grootste voordeel van deze zoekmachines is dat ze meer relevante hits opleveren dan de algemene zoekmachines. Wanneer je in Google Scholar een zoekterm intikt, krijg je bijvoorbeeld niet de reclame van allerlei trainingsbureaus om de motivatie van het personeel te verhogen. Daarnaast bieden dit soort programma’s nog een aantal voordelen.
FIGUUR 1.6
Voorbeeld van het gebruik van Google Scholar
In Google Scholar kun je vooruit zoeken. Wanneer je bijvoorbeeld (figuur 1.6) een relatief oude, maar wel interessante publicatie hebt gevonden, kun je door op ‘Cited by ...’ te klikken, publicaties van recentere datum vinden
Onderzoekstools_Fase 1.indd 36
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
© Noordhoff Uitgevers bv
36
2/15/11 5:39 PM
© Noordhoff Uitgevers bv
1.2 HET ZOEKEN NAAR BRUIKBARE INFORMATIE
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
37
waarin deze oudere publicatie geciteerd wordt. Hierdoor vind je dus recente publicaties op een voor jou interessant terrein. Wanneer je op ‘Related articles’ klikt, krijg je vergelijkbare artikelen en ook dat is erg handig.
FIGUUR 1.7
Voorbeeld van het gebruik van Scirus
De zoekmachine Scirus (figuur 1.7) kent naast het voordeel van het vermelden van vergelijkbare publicaties, ‘similar results’, ook nog het voordeel van een ingebouwde thesaurus. Het programma doet zoektermsuggesties, in het kadertje ‘Refine your search’, dat je links onderin vindt. Het lastige is wel dat veel genoemde publicaties alleen in te zien zijn via officiële universiteits- en hogeschoolbibliotheken. Namen en belangrijke publicaties Om achter namen te komen van belangrijke onderzoekers op jouw onderzoeksterrein is het handig om in eerste instantie Wikipedia te gebruiken. Gebruik dan wel de Engelse versie; die is uitgebreider en je hebt direct de goede zoektermen. Een ander handig hulpmiddel is ‘Google News Archive Search’. Daarmee doorzoek je alle beschikbare kranten, tijdschriften en dergelijke, met een door jou op te geven zoekterm in een door jou op te geven periode. Het is aardig om een beeld te krijgen van de geschiedenis van jouw onderzoeksonderwerp. In het resultaat van onderstaande zoekopdracht, figuur 1.8, zie je dat ‘marketing research’ iets is van de laatste honderd jaar en vooral van de laatste vijftig jaar.
Onderzoekstools_Fase 1.indd 37
2/15/11 5:39 PM
FASE 1
PROBLEEMFORMULERING EN ONDERZOEKSVRAAG; EERSTE ORIËNTERING
FIGUUR 1.8
Voorbeeld van het gebruik van Google News Archives
Toepassing Als voorbeeld nemen we een literatuuronderzoek naar het begrip arbeidsmotivatie. Wij willen weten hoe dit begrip gedefinieerd en gemeten wordt en welke theorieën er zijn over arbeidsmotivatie. We beginnen met een vertaling van het begrip. Google Translate vertaalt het als ‘work motivation’. Bij gebruik van thesaurus.com (figuur 1.4), blijkt dat ‘work motivation’ geen officiële zoekterm is. Bij het intikken van ‘work motivation’ geeft het programma aan dat het geen officiële zoekterm is, maar doet wel suggesties voor verwante termen, waaronder ‘employee motivation’. Voor de zekerheid hebben we via de bibliotheek van de Universiteit Utrecht ook nog gezocht in de thesaurus die bij PsycINFO hoort. Je ziet in figuur 1.5 dat PsycINFO veel uitgebreidere informatie geeft dan bijvoorbeeld thesaurus. com. Naast gerelateerde termen, als ‘division of labor’, geeft PsycINFO bijvoorbeeld ook bredere termen, als ‘job characteristics’. Dit helpt je om de zoekterm te vinden die het best aansluit bij je onderzoeksvraag. We besluiten om voorlopig als uitgangspunt bij onze zoektocht de zoekterm ‘employee motivation’ te gebruiken. Wanneer we dat invoeren in Google Scholar krijgen we 387.000 hits waaronder zeer relevante, maar soms ook wel erg oude publicaties. In het voorbeeld van Google Scholar (figuur 1.6) zie je bijvoorbeeld dat Steers & Porter in 1991 een boek hebben geschreven over ‘Motivation and work behavior’. Helaas is dat boek no0gal oud. Kennelijk is het wel belangrijk, want je ziet dat het 699 keer geciteerd is. Door op ‘Cited by ...’ te klikken biedt Google je de mogelijkheid om vooruit te zoeken. Er blijkt bijvoorbeeld een publicatie uit 2006 te zijn waarin naar dit boek verwezen wordt. Voor ons onderzoek hebben wij deze publicatie opgezocht. We hebben voor de zekerheid nog even in Scirus gekeken. Ook dat leverde veel bruikbare publicaties op, onder andere een aantal vrij recente artikelen over arbeidsmotivatietheorieën (figuur 1.7). Het probleem is vaak dat wanneer je goed zoekt, je vaak te veel vindt om te verwerken. Dat is ook in
Onderzoekstools_Fase 1.indd 38
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
© Noordhoff Uitgevers bv
38
2/15/11 5:39 PM
© Noordhoff Uitgevers bv
1.2 HET ZOEKEN NAAR BRUIKBARE INFORMATIE
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
39
het voorbeeld het geval, daarom hebben we zowel bij Google scholar als bij Scirus, ze zo ingesteld dat de zoektocht beperkt blijft. We hebben bij Scirus bijvoorbeeld ingesteld (figuur 1.9) dat we alleen alle relevante publicaties van 2000 tot heden krijgen en het ook beperkt blijft tot het gebruik van alleen wetenschappelijke tijdschriften als bron. Zelfs dan krijgen we nog 5.727 titels, waaronder wel veel zeer relevante artikelen.
FIGUUR 1.9
Instellen van zoekbeperkingen in Scirus
Verdiepingsstof Op internet staan veel online cursussen literatuuronderzoek van hogescholen en universiteiten. Voor de meeste moet je een inlogcode hebben, maar sommige zijn vrij toegankelijk. Google even op internet. Die cursussen vragen vaak niet meer dan een paar uur en kunnen je veel frustratie besparen. Verder vind je ook in publicaties over meta-analyse veel tips over gespecialiseerde databases waar je voor jouw onderwerp relevante publicaties kunt vinden. In het standaard boek op het gebied van metaanalyse van Lipsey en Wilson (2001) vind je goede zoekstrategieën en relevante bronnen. Er zijn wel gespecialiseerde boeken op het gebied van literatuuronderzoek, maar die zijn vaak niet up-to-date. Op internet vind je wel veel handleidingen. Je vindt die door ‘literature search’ of ‘literature review’ in combinatie met ‘pdf’ als zoekterm in te typen.
Onderzoekstools_Fase 1.indd 39
2/15/11 5:39 PM
FASE 1
PROBLEEMFORMULERING EN ONDERZOEKSVRAAG; EERSTE ORIËNTERING
Aanvullende informatie Websites http://translate.google.com/ http://nl.babelfish.yahoo.com/ www.systran.co.uk/ http://ling.kgw.tu-berlin.de/CALL/webofdic/ diction4.html www.thesaurus.com/ http://scholar.google.com/ www.scirus.com/ www.wikipedia.org/ http://news.google.com/archivesearch
Google translate Babelfish Systran Web of online dictionaries Thesaurus.com Google Scholar Scirus Wikipedia Google News Archives search
Boeken en artikelen Lipsey, M.W. en Wilson, D. (2001). Practical Meta-Analysis. Londen: Sage.
Onderzoekstools_Fase 1.indd 40
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 hrj
© Noordhoff Uitgevers bv
40
2/15/11 5:39 PM
Onderzoekstools_Fase 1.indd 41
2/15/11 5:39 PM