Onderzoek naar het sportaccommodatiebeleid van de gemeente Roermond
Rekenkamercommissie Roermond September 2015
Rekenkamercommissie Gemeente Roermond Postbus 900 6040 AX Roermond
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
1
Colofon Samenstelling Rekenkamercommissie Externe leden De heer mr. P.M.B. Schrijvers (voorzitter) De heer ir. N. op de Laak De heer L.P.A. Haarsma
Raadsleden Mevrouw L. van Hal De heer C.W.A. Achten De heer J.M.W. de Kunder Secretariaat Rekenkamercommissie Ambtelijk secretaris De heer A.H.C. Vestjens Adres Postbus 900 Telefoonnummer 0475 – 35 94 60 E-mail
[email protected] Website www.roermond.nl
september 2015
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
3
Inhoudsopgave: 1.
Doelstelling en vraagstelling.
2.
Onderzoeksaanpak en fasering.
3.
Conclusies en aanbevelingen.
Bijlagen: I
II.
Bestuurlijke hoor en wederhoor: a. Reactie college van burgemeester en wethouders van Roermond op de rapportage van de Rekenkamercommissie. b. Nawoord Rekenkamercommissie. Onderzoeksrapport van KplusV “Op weg naar de top?”.
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
5
1. Doelstelling en vraagstelling. De Rekenkamercommissie heeft op 18 mei 2015 de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders geïnformeerd over de start van het onderzoek naar het sportaccommodatiebeleid. De rekenkamercommissie wil met het onderzoek de volgende twee doelstellingen bereiken: 1. Het onderzoek moet de gemeenteraad inzicht geven in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het sportaccommodatiebeleid in de periode 2010 tot begin 2015. 2. Het onderzoek moet de gemeenteraad inzicht geven in de mate waarin de raad in deze periode in positie is gebracht om zijn controlerende en kaderstellende taak ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid uit te voeren. Gebaseerd op de bovenstaande doelstellingen heeft de rekenkamercommissie de volgende (tweeledige) hoofdvraag voor het onderzoek verwoord: In hoeverre heeft de gemeente in de periode 2010 tot begin 2015 doeltreffend en doelmatig sportaccommodatiebeleid gevoerd en in hoeverre heeft het college in deze periode de gemeenteraad in positie gebracht om zijn controlerende en kaderstellende taak ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid uit te voeren? De rekenkamercommissie heeft de bovenstaande hoofdvraag uitgewerkt in een aantal deelvragen. Beleid en uitvoeringsprogramma 1. Wat zijn de gemeentelijke beleidsdoelstellingen met betrekking tot sportaccommodaties? 2. Hoe zijn de beleidsdoelen vertaald naar de uitvoeringsnota? 3. In hoeverre is bij het opstellen van het beleid en de uitvoeringsnota (en herzieningen hiervan) rekening gehouden met relevante trends en ontwikkelingen? 4. In hoeverre zijn de genoemde speerpunten en uitgangspunten nog steeds actueel? Uitvoering van het beleid 5. In hoeverre is het beleid uitgevoerd conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma? 6. In hoeverre is de geplande beleidsuitvoering voor de periode 2015-2020 conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma? Resultaten van het beleid 7. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doeltreffend? 8. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doelmatig?
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
7
Rol van de gemeenteraad 9. In hoeverre wordt de raad integraal en samenhangend geïnformeerd ten aanzien van de voor de raad relevante uitvoeringspunten uit de uitvoeringsnota 2010 en de update 2015? 10. In hoeverre is de raad in positie gebracht om de indertijd gestelde kaders te heroverwegen? Het onderzoek heeft betrekking op de periode 2010 – mei 2015.
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
8
2.
Onderzoeksaanpak en -fasering.
Om tot de beantwoording van de onderzoeksvraag en –deelvragen te komen is als volgt te werk gegaan. De rekenkamercommissie heeft (op grond van een onderhandse aanbestedingsprocedure) het onderzoek uitbesteed aan KplusV Organisatieadvies. Samen met de onderzoekers van KplusV heeft de Rekenkamercommissie bij aanvang van het onderzoek (21 mei 2015) een startbijeenkomst georganiseerd met de medewerkers uit de ambtelijke organisatie die bij het onderzoek zouden worden betrokken. De Rekenkamercommissie heeft KplusV gevraagd het onderzoek uit te voeren, aan de hand van de vraagstelling en op basis van een door de Rekenkamercommissie vastgesteld normenkader (zie het onderzoeksrapport van KplusV voor het gehanteerde normenkader). Vervolgens hebben de onderzoekers een documentenstudie uitgevoerd. Deze documentenstudie betrof de beschikbare gemeentelijke beleidsdocumenten, rapportages en kwantitatieve gegevens. Daarnaast zijn er in de documentenstudie ook landelijke ervaringscijfers en kengetallen gebruikt om de situatie Roermond te kunnen duiden (zie het onderzoeksrapport van KplusV voor een overzicht van de bestudeerde documenten). Daarnaast hebben de onderzoekers een aantal interviews gehouden met de bestuurlijk en ambtelijk betrokkenen in de gemeente. Ook is er een gesprek geweest met raads- en commissieleden om het perspectief van de raad in het onderzoek mee te nemen. Verder is er een gesprek gevoerd met enkele leden van de Sportraad als vertegenwoordigers van de sportverenigingen. Van de interviews zijn gespreksverslagen gemaakt die ter verificatie aan de betrokkenen zijn teruggelegd (zie het onderzoeksrapport van KplusV voor een overzicht van geïnterviewden). Tenslotte hebben de onderzoekers met een aantal nauw bij het onderwerp betrokken medewerkers van de gemeente een werksessie gehouden waarin een aantal zaken ter verificatie is voorgelegd aan de medewerkers en waarin ook een SWOT-analyse is gemaakt van het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid. Daarna is door KplusV een conceptrapportage aan de RKC voorgelegd. Vervolgens heeft de RKC de rapportage (d.w.z. het rapport met het feitenrelaas, zonder conclusies en aanbevelingen) op 16 juli 2015 aan de ambtelijke organisatie voorgelegd voor een controle op de juistheid van de feiten. Naar aanleiding daarvan is het rapport (qua beschrijving van de feiten) op enkele punten aangepast en heeft de RKC de conclusies en aanbevelingen vastgesteld. Op 17 augustus 2015 is de rapportage (met conclusies en aanbevelingen) voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders voor een bestuurlijke reactie.
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
9
De reactie van het college en het nawoord van de Rekenkamercommissie zijn opgenomen in bijlage I.
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
10
3.
Conclusies en aanbevelingen.
In onderstaande tabel treft u aan: 1. de 10 specifieke onderzoeksvragen; 2. de daarbij gehanteerde normen; 3. de conclusies per specifieke onderzoeksvraag; 4. de aanbevelingen in relatie tot de specifieke onderzoeksvragen (onderverdeeld naar aanbevelingen voor de raad en aanbevelingen voor het college).
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
11
Onderzoeksvraag
Norm
Conclusie
1. Wat zijn de gemeentelijke
Het beleid wordt door alle betrokkenen als
Het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid wordt
Aan de raad: Stel een nieuw integraal sportbeleid
transparant ervaren
niet door alle betrokkenen als transparant
op. Zorg er daarbij voor dat de financiële kaders in
Het beleid is adequaat naar alle betrokkenen
ervaren. Dit komt doordat de wijze waarop de
overeenstemming zijn met de beleidsambities en
gecommuniceerd
gemeente de verenigingen financieel ondersteunt
zorg voor een SMART uitwerking van
De doelstellingen zijn concreet, meetbaar en
grotendeels historisch is gegroeid. Hierdoor
doelstellingen.
tijdgebonden gemaakt
waren er tot voor kort grote verschillen tussen
Het thema duurzaamheid is vertaald naar de
ondersteuning aan verenigingen. De laatste jaren
Speel in dit nieuwe beleid ook in op de volgende
speerpunten van het beleid voor alle sport-
is gewerkt aan een gelijkschakeling, maar nog
relevante trends en ontwikkelingen: de verbreding
accommodaties
niet alle verschillen zijn weggenomen.
beleidsdoelstellingen met betrekking tot sport
accommodaties?
Aanbeveling
van het sportbeleid naar sport- en beweegbeleid met verbindingen naar welzijn, onderwijs en lokaal
De beleidsvisie is in interactie met het veld
gezondheidsbeleid; de trend richting (relatief)
opgesteld, daarna is het beleid ook aan alle
minder georganiseerde sporters en meer sport-
partijen toegezonden. Inmiddels is het beleid niet
beoefening buiten verenigingsverband; de
meer bij alle betrokkenen bekend.
verschuiving richting een gezamenlijke opgave van gemeente en andere partijen (waaronder
De gemeente heeft in de beleidsvisie 5 speer-
verenigingen).
punten vastgesteld: kwalitatief hoogwaardige accommodaties, watersport, topsport-
Zorg ervoor dat het proces voor het opstellen
evenementen, topsport, en toegankelijke
van nieuwe beleidskaders in lijn is met de
sportaccommodaties. Deze doelstelling zijn
aanbevelingen in het rekenkamerrapport
slechts beperkt concreet, meetbaar en
'Onderzoek kaderstelling door de raad van de
tijdgebonden gemaakt.
gemeente Roermond' van juli 2011 en de notitie 'Kaderstelling door de raad: een praktisch
Duurzaamheid is geen expliciet onderdeel van
instrument' van februari 2014.
de gemeentelijke beleidsvisie. Aan het college: Ga verder met het transparanter maken van het beleid en de uitvoering. Zorg ervoor dat ook de wijze waarop bijdragen aan verenigingen berekend worden transparant wordt, zodat het voor alle betrokkenen inzichtelijk is hoe bijdragen tot stand komen. Speel daarbij in op de trend dat de overheid niet meer alles alleen regelt; van verenigingen en andere partijen mag ook een bijdrage worden verwacht.
2. Hoe zijn de beleidsdoelen
De beleidsdoelen zijn consequent vertaald naar de
De beleidsdoelen uit de beleidsvisie zijn niet
Aan de raad: Draag het college op het nieuwe
vertaald naar de
uitvoeringsnota:
consequent vertaald naar de uitvoeringsnota
integrale sportbeleid consequent uit te werken in
uitvoeringsnota?
- de uitvoeringsnota bevat voor ieder speerpunt één of
2010. De uitvoeringsnota 2010 (en ook de
een uitvoeringsnota of agenda. Zie hier ook op toe.
meerdere passende actielijnen - op basis van de geplande actielijnen per speerpunt
uitvoeringsnota 2015) bevat hoofdzakelijk uitvoeringspunten met betrekking tot speerpunt 1
Aan het college: Stel bij het nieuwe integrale
mag verwacht worden dat de beleidsdoelstellingen
van de beleidsvisie. De andere speerpunten zijn
sportbeleid een nieuw uitvoeringsnota op. Draag
voor 2020 worden gehaald
slechts zeer beperkt uitgewerkt in
daarbij zorg voor:
In de uitvoeringsnota is het thema duurzaamheid
uitvoeringspunten. Op basis van de geplande
- een SMART uitwerking van uitvoeringspunten.
uitgewerkt in de verschillende uitvoeringspunten, dit
actielijnen kan daarom niet verwacht worden dat
- een toelichting op de wijze waarop uitvoering van
geldt ten minste voor de uitvoeringspunten op het vlak
de beleidsdoelstelling voor 2020 worden gehaald.
de uitvoeringspunten bijdraagt aan realisatie van
van bouw, exploitatie en onderhoud van accommodaties
beleidsdoelstellingen. De bezuinigingen in 2010 en als gevolg van de kerntaken discussie in 2011 vormen een belangrijke reden voor de gebrekkige doorvertaling van de beleidsvisie naar de uitvoeringsnota 2010 (en 2015). Door de bezuinigingen zijn de doelstellingen op de 5 speerpunten deels expliciet (in de uitvoeringsnota 2010) en deels impliciet bijgesteld.
Als gevolg van de bezuinigingen is er tevens sprake van structurele tekorten op de sportbegroting. Geconcludeerd moet worden dat de financiële kaders niet meer overeenkomen met de beleidsdoelstellingen en dat de ambities zoals in de beleidsvisie verwoord daarom niet haalbaar zijn. 3. In hoeverre is bij het
Het college en de ambtelijke organisatie hebben goed
Het college en de ambtelijke organisatie hebben
Aan het college: Inventariseer de relevante
opstellen van het beleid en
zicht op de trends en ontwikkelingen die relevant zijn
trends en ontwikkelingen na 2009 slechts zeer
trends en ontwikkelingen en informeer de raad
de uitvoeringsnota (en
voor het sportaccommodatiebeleid; hieronder vallen
beperkt geactualiseerd in het
hierover ter voorbereiding op het opstellen van
herzieningen hiervan)
tenminste:
sport(accommodatie)beleid.
nieuw integraal sportbeleid.
rekening gehouden met
-
landelijke trends in sportbeleid
relevante trends en
-
ontwikkelingen? -
landelijke trends in bouw, exploitatie en beheer
Bij het opstellen van de beleidsvisie in 2009 is
van sportaccommodaties
een analyse gemaakt van een aantal relevante
landelijke en lokale trends in burgerbeleving /
ontwikkelingen. (De link met welzijn, onderwijs en
populariteit van sporten
gezondheid is hier niet nog niet in meegenomen.)
-
regionale ontwikkelingen
Sindsdien is hier geen systematische aandacht
-
lokale demografische trends
aan besteed, ook niet in de update
-
lokale sociaaleconomische trends
uitvoeringsnota 2015. Mede hierdoor is een
Voorafgaand aan het opstellen en het herzien van
aantal relevante landelijke ontwikkelingen (zoals
het beleid is een situatieschets gemaakt waarin de
meer individueel sporten en een duidelijker link
belangrijkste trends en ontwikkelingen op het vlak
met welzijn en gezondheid) nog niet in het
van sport zijn meegenomen
huidige beleid opgenomen. In de uitvoeringsnota's wordt een sterk accent op beheersmatige zaken gelegd. Het huidige sportaccommodatiebeleid richt zich daardoor teveel op de georganiseerde sport, en accommodaties. Ook heeft de gemeente de opgave volledig bij zichzelf gelegd en niet samen met de verenigingen opgepakt.
4. In hoeverre zijn de
De speerpunten en uitgangspunten sluiten (nog) aan
De speerpunten zijn zowel inhoudelijk, als op
Aan de raad: Stel een nieuw integraal sportbeleid
genoemden speerpunten en
bij de belangrijkste trends en ontwikkelingen die lokaal,
basis van de financiële kaders aan herziening
op, conform de aanbeveling in reactie op de
uitgangspunten nog steeds
regionaal en nationaal te onderscheiden zijn
toe.
conclusie op deelvraag 1.
actueel?
Inhoudelijk gaat het sportaccommodatiebeleid niet in op recente ontwikkelingen op het vlak van de verbinding tussen sport en andere terreinen als welzijn, onderwijs en gezondheid. Ook sluit de beleidsvisie nog niet aan bij de recente trend dat er meer individueel en buiten verenigingsverband wordt gesport. Als gevolg van de bezuinigingen sluiten de ambities zoals in de speerpunten verwoord ook niet meer aan bij de beschikbare financiële middelen.
Het beleid is uitgevoerd conform de beleidsdoel-
Er heeft geen specifieke evaluatie plaats-
Aan de raad: Bespreek, na aanleiding van de
uitgevoerd conform de
stellingen en conform het uitvoeringsprogramma
gevonden van de beleidsuitvoering over de
evaluaties van beleidsnota's en uitvoeringsnota's,
beleidsdoelstellingen en het
Het beleid is op een transparante wijze uitgevoerd
periode 2010-2015. Er is daardoor geen verband
periodiek de voortgang van het sportbeleid en
Over de uitvoering is door de gemeente naar alle
te leggen tussen de uitvoeringsnota 2010, de
eventuele gewenste bijsturing of aanpassing.
betrokkenen gecommuniceerd
uitvoeringsnota 2015 en de beleidsvisie. Hierdoor
5. In hoeverre is het beleid
uitvoeringsprogramma?
ontbreekt dus een integraal inzicht in de
Aan het college: Evalueer de uitvoering van iedere
voortgang in de uitvoering ten opzichte van de
uitvoeringsnota en beleidsnota en zorg ervoor dat
speerpunten in de beleidsvisie.
deze evaluaties input vormen voor het op te stellen nieuwe beleid en uitvoeringsprogramma. Informeer
Op basis van gesprekken met medewerkers kan
de raad over de uitkomsten van de uitgevoerde
geconcludeerd worden dat de uitvoeringsnota
evaluaties en geef de raad daarbij een overzicht
2010 grotendeels conform planning is uitgevoerd
van de voortgang van de uitvoering ten opzichte
of nog in uitvoering is. Wel is er sprake van enig
van de doelstellingen en de financiële kaders.
achterstallig onderhoud. Ook moet geconcludeerd worden dat de uitvoering niet in lijn is met de beleidsvisie, omdat de beleidsvisie niet consequent is uitgewerkt in de uitvoeringsnota 2010 (zie de conclusie bij deelvraag 2)
De geplande beleidsuitvoering voor de periode 2015-
De geplande beleidsuitvoering voor de periode
Aan het college: Zorg ervoor dat de geplande
beleidsuitvoering voor de
2020 is conform de beleidsdoelstellingen en het
2015-2020 komt niet overeen met de
Beleidsuitvoering in overeenstemming is met de
periode 2015-2020 conform
uitvoeringsprogramma; op basis van de geplande
beleidsvisie. De uitvoeringsnota 2015 omvat
nog te bereiken doelstellingen van het sportbeleid.
de beleidsdoelstellingen en
beleidsuitvoering mag verwacht worden dat de
vrijwel alleen uitvoeringspunten op speerpunt 1
Zorg bij het opstellen van nieuwe uitvoeringsnota's
doelstellingen voor 2020 gehaald worden.
en speerpunt 5 van de beleidsvisie en is
ook voor een toelichting op de wijze waarop
De geplande beleidsuitvoering houdt rekening met de
daarmee eenzijdig. Aan de andere speerpunten
uitvoering van de uitvoeringspunten bijdraagt aan
gerealiseerde resultaten tot dusverre
wordt in de uitvoeringsnota 2015 nauwelijks
realisatie van beleidsdoelstellingen.
6. In hoeverre is de geplande
het uitvoeringsprogramma?
aandacht besteed.
Ook maakt de uitvoeringsnota 2015 niet duidelijk op welke wijze uitvoering van de uitvoeringspunten bijdraagt aan het bereiken van de gemeentelijke beleidsvisie.
7. In hoeverre is het beleid
In de uitvoering van het sportaccommodatiebeleid is
Het sportbeleid is met betrekking tot speerpunt 1
Aan de raad: Maak alsnog een keuze over de
ten aanzien van sport-
er over de periode 2010-2015 voldoende voortgang
en speerpunt 5 van de beleidsvisie grotendeels
reductie van het aantal voetbalaccommodaties van
accommodaties
geboekt op de 5 speerpunten, om realisatie van de
doeltreffend te noemen. De kwaliteit van de
5 naar 4. Draag het college op de gemaakte keuze
doeltreffend?
doelstellingen in 2020 te mogen verwachten
accommodaties die de burgers van Roermond ter
uit te voeren.
beschikking hebben, en het aantal accommodaties en de diversiteit in het aanbod is
Aan het college: Verken de toekomstige behoefte
voldoende tot goed te noemen. Ook liggen de
aan overdekt- en openluchtzwemwater en bezie
tarieven in Roermond laag in vergelijking met
deze behoefte ook in regionaal verband. Zorg
andere gemeenten en zijn de accommodaties
daarbij voor betrouwbare cijfers over de exploitatie
goed verspreid over de gemeente. Hierdoor is
van de zwembaden en het zwembadbezoek.
sprake van een goede toegankelijkheid. Niet op alle punten worden de doelen onder
Registreer niet alleen het jaargebruik van
speerpunt 1 en speerpunt 5 behaald. De reductie
binnensportaccommodaties, maar ook het
van het aantal gemeentelijke voetbalaccommo-
weekgebruik (winter) per zaaldeel per dagdeel, en
daties naar 4 is niet behaald.
inventariseer de onvervulde vraag om afstemming met de behoefte te onderbouwen.
Het beleid is met betrekking tot de andere drie speerpunten echter niet doeltreffend. Vooral wat
Verken de mogelijkheden voor de invulling van
betref watersport en topsport worden de
duurzaamheid bij sportaccommodaties. Maak
beleidsdoelstellingen niet gehaald en kan het niet
daarbij een inschatting van de terugverdientijd van
verwacht worden dat de doelstellingen in 2020
investeringen in duurzaamheid.
behaald zullen zijn. Leg geen beleidsdoelstellingen vast, waar je niet op stuurt. De uitvoering van het sportaccommodatiebeleid in
De uitvoering van het sportaccommodatiebeleid
Aan de raad: Vraag actief om inzicht in de
aanzien van sport-
gemeente Roermond is ten minste even doelmatig als
is gedeeltelijk doelmatig te noemen. Op basis
exploitatiebegroting voor Sport en Bewegen. Zorg
accommodaties doelmatig?
het gemiddeld door gemeenten gevoerde beleid op
van de beschikbare informatie beoordelen we
ervoor dat de raad afdoende inzicht heeft om waar
de exploitatie van de binnensport als efficiënt.
nodig tijdig bij te kunnen sturen.
Voor het onderhoud van de
Aan het college: Maak de exploitatiebegroting
buitensportaccommodaties geldt dat eveneens,
voor sport goed inzichtelijk. Zorg ervoor dat directe
8. In hoeverre is het beleid ten
basis van landelijke ervaringscijfers
1
1
Hierbij is gebruik gemaakt van een vergelijking met gemeenten met vergelijkbare ambities als Roermond.
met de kanttekening dat er sprake is van een
personeelskosten zoals toezichthouders in het
overcapaciteit aan voetbalvelden. Dit komt onder
zwembad of sporthalbeheerders worden
meer door het niet behalen van de doelstelling
toegerekend aan accommodaties en dat grote
het aantal voetbalaccommodaties tot 4 te
overheadposten die nauwelijks een dienstverlening
reduceren.
vertegenwoordigen niet worden toegerekend aan de begroting van de afdeling Sport en Bewegen.
De exploitatie van de openlucht zwembaden is niet efficiënt, omdat zowel de buitenbassins van
Maak de output (het gebruik) ook transparanter,
de Roerdomp als De Bosberg
zodat de exploitatie ook daarmee vergeleken kan
overgedimensioneerd zijn voor hun
worden. Voor de zwembaden betekent dat
verzorgingsgebied. De doelmatigheid van het
betrouwbare bezoekersregistratie, bij de
beleid is ten aanzien van het overdekte zwembad
binnensport zicht op gebruik en bezetting per
De Roerdomp onduidelijk, vanwege het
zaaldeel en tijdstip en hanteer bij de buitensport de
ontbreken van volledige bezoekerscijfers.
geldende planningsrichtlijnen.
Daarnaast geeft de sportbegroting een vertekend beeld wat betreft doorberekening van overheadkosten. In de huidige begrotingssystematiek krijgt de afdeling Sport en bewegen een onevenredig groot deel van de personeelskosten van de gemeentelijke organisatie als geheel doorberekend. Ook zijn er enkele posten in de begroting opgenomen die strikt gesproken betrekking hebben op cultuur of veiligheid.
Verder moet vermeld worden dat de personele capaciteit van de afdeling beperkt is in relatie tot het takenpakket. Hierdoor is het voor betreffende medewerkers niet mogelijk om naast (urgente) uitvoerende taken ook proactief met beleidsontwikkeling bezig te zijn.
9. In hoeverre wordt de raad
De raad wordt ten minste jaarlijks geïnformeerd over de
De raad ontvangt via de P&C documenten alle
Aan de raad: Zie er op toe dat de raad ook
integraal en samenhangend
voortgang van het sportaccommodatiebeleid. De raad
noodzakelijke informatie over sport op
daadwerkelijk periodiek een integrale voort-
geïnformeerd ten aanzien
wordt daarbij geïnformeerd over de voortgang van de
programmaniveau. Door het ontbreken van een
gangsrapportage over het beleid ontvangt.
van de voor de raad
uitvoering ten opzichte van de doelstellingen van het
evaluatie van de uitvoeringsnota heeft de raad
Indien de raad een dergelijke rapportage niet
relevante uitvoeringspunten
beleid. De raad ontvangt daarbij niet alleen inzicht in de
echter geen inzicht in de bijdrage van de
ontvangt, vraag hier dan expliciet om en stel vragen
uit de uitvoeringsnota 2010
voortgang die over het afgelopen jaar is geboekt, maar
uitvoeringsnota 2010 aan het bereiken van
over ontwikkelingen ten opzichte van de
ook inzicht in de voortgang van het beleid als geheel
de beleidsdoelstellingen uit de beleidsvisie.
beleidskaders en de uitvoering van het beleid.
en de update 2015?
De raad wordt tijdig geïnformeerd over trends en
ontwikkelingen in het veld die invloed hebben op de
Ook heeft de raad hierdoor geen inzicht in de verhouding tussen uitgaven en beleidsresultaten.
uitvoering van het beleid
Aan het college: Geef de raad, op basis van periodieke evaluaties van beleidsnota's en
Ook is de raad sinds vaststelling van de
uitvoeringsnota's, periodiek een integraal inzicht in
beleidsvisie in 2009 niet meer integraal
de voortgang van het beleid. Informeer de raad
geïnformeerd over trends en ontwikkelingen.
daarbij ook over relevante trends en ontwikkelingen die mogelijk tot bijsturing van het beleid kunnen leiden.
10. In hoeverre de raad in positie Indien actuele trends en ontwikkelingen invloed hebben
Het college heeft de raad aan de hand van de
Aan de raad: Wees als raad zeer terughoudend bij
update van de uitvoeringsnota niet meegenomen
het nemen van besluiten over individuele cases.
is gebracht om de indertijd
op het sport accommodatiebeleid, dan legt het college
gestelde kaders te
de raad in een raadsvoorstel één of meerdere expliciete in te maken beleidskeuzes op het vlak van het
Indien een specifiek besluit door de raad
heroverwegen?
keuzes voor aan de hand waarvan de raad kan
sportbeleid. Ook heeft het college de raad
noodzakelijk is, draag er dan zorg voor dat dit
besluiten over bijstelling van de kaders
tussentijds niet geïnformeerd over relevante
specifieke besluit in lijn is met de uitgangspunten
trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op
van het vastgestelde sportbeleid.
het sportbeleid. Zorg er als raad voor dat gemaakte afspraken ook De raad zelf is incidenteel en op reactieve wijze
daadwerkelijk worden uitgevoerd.
betrokken bij het sportaccommodatiebeleid na aanleiding van bezuinigingen of signalen vanuit
Aan het college: Leg de raad op basis van evaluatie
verenigingen. Hierdoor is er sprake is van
sportbeleid en inzichten in relevante trends en
slechts op deelgebieden en in individuele
ontwikkelingen waar mogelijk
cases en geenszins proactief handelen.
expliciete beleidskeuzes voor om de raad in staat te stellen bij te sturen of het beleid aan te passen.
Bijlage Ia. Reactie college van burgemeester en wethouders van Roermond op de rapportage van de Rekenkamercommissie.
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
12
1
I ooaao
*
G'
gemeente Roermond
uw nummer
RKCl2015l78
uw datum
17 augustus 2015
ons nummer onze datum
8 september 2015
Rekenkamercommissie van de gemeente Roermond de heer mr.P.M.B. Schrijvers Postbus 900 6040AX ROERMOND
20504-2015
vezonden inlichtingen bij sector/afdeling doorkiesnr.
Dhr. W. Kaldenhoven SECR/Secretaris 0475 - 359 618
bijlage(n) betreffende
Bestuurlijk wederhoor inzake onderzoek sportaccommodatiebeleid
Geachte heer Schrijvers, Op maandag 17 augustus jl. heeft uw commissie het rapport aangaande het onderzoek sportaccommodatiebeleid voor een bestuurlijk wederhoor voorgelegd aan het college, bijgaand ontvangt u onze reactie. Ons college heeft met instemming kennis genomen van het onderzoek en de hierin geformuleerde conclusies en de geformuleerde aanbevelingen. ln de aan ons gerichte aanbevelingen herkent het college de aanbevelingen op basis waarvan wij in de nabije toekomst het sportaccommodatiebeleid verder vorm kunnen geven. Met tevredenheid concluderen wij dat de kwaliteit, de spreiding, het aantal en de diversiteit van de sportaccommodaties voldoende tot goed is en de sporttarieven die Roermond hanteert "laag" zijn in vergelijking met andere gemeenten. U concludeert dat het sportbeleid grotendeels Qls doeltreffend en doelmatig is te omschrijven. De hoofddoelstelling van onze breedtesport-gedachte is dat zoveel als mogelijk burgers laagdrempelig kunnen deelnemen aan een diversiteit in sportaanbod. Wij zien hierin de bevestiging dat wij goede randvoon¡vaarden scheppen voor de georganiseerde sportaanbieders
die laagdrempelig breedtesportaanbod voor onze Roermondse burgers verzorgen. Terecht concludeert de rekenkamercommissie dat de maatschappij in een hoog tempo verandert. De (gemeentelijke) overheid "regelt" niet meer alles, ook van de gebruikers van de sportaccommodaties wordt een belangrijke inzet verwacht. Samen met u concludeert het college dat de actiepunten zoals opgenomen in de Uitvoeringsnota sportaccommodaties 2010 nagenoeg allemaalzijn uitgevoerd. Een totaalvan 35 actiepunten zijn uitgevoerd en van een tweetal actiepunten loopt de uitvoering momenteel. De in uw rapport opgenomen aanbevelingen, welke zijn gericht aan ons college, willen bij betrekken bij het formuleren en uitvoeren van toekomstig beleid. ln onderstaande reactie willen wil ingaan op een enkele bevinding. Het onderzoek van de rekenkamercommissie richt zich op het sportaccommodatiebeleid over de periode 2010-2015. ln de periode 2007-2010 zijn, met in achtneming van het toen aanstaande
Stadhuis I Markt3l 6041 EM I Postbusgoo 6040AXRoermond I T0475359999
www. roermond.
n
I
|
FO475332137
|
Rabobank1'272¡6.179
!
Ons nummer
Pagina2
sportaccommodatiebeleid (raads)besluiten genomen die wijvan belang achten te melden. lmmers met door de gemeenteraad beschikbaar gesteld budget is een groot aantal knelpunten bij sportaccommodaties opgelost. Voorbeelden hiervan zijn: hockeypark Hammerveld, de tennisaccommodaties van TC Maasniel en RTC N.l.P., het sportpark Kitskensberg, de atletiekaccommodatie de Wijher, de realisatie van de gemeenschapsaccommodatie/sporthal in Herten en de vernieuwing van zwembad de Roerdomp. Alhoewel de onderzoeksperiode van de rekenkamercommissie (net) buiten deze accommodatieverbeteringen valt hechten wij er waarde aan van bovenstaande melding te maken. De uitgevoerde verbeteringen aan de accommodaties hebben immers bijgedragen aan het gewenste sportaccommodatiebeleid dat ook vanaf 2010 formeel in beleid- en uitvoeringsnota's is vastgelegd.
ln uw onderzoekzijn bevindingen van de Stichting Sportraad opgenomen. lnmiddels is gebleken dat de reactie van de Stichting Sportraad zoals dat in uw rapportage is opgenomen niet of onvoldoende de mening van het bestuur van de Stichting Sportraad verwoord. Wij zullen hierover met het bestuur van de Stichting Sportraad het gesprek aangaan en willen kennis nemen van hun opmerkingen. U mag ervan uitgaan dat ons college hierbijwil handelen vanuit een constructieve houding en gericht op het verder doorvoeren van verbeteringen. Het huidige sportaccommodatiebeleid is volgend op het meest recent door de gemeenteraad vastgestelde sportbeleid (beleidsnota "Evaluatie sportnota gemeente Roermond 2002-2006 en Speerpunten sportbeleid periode 2008 - 2010"). Het huidige sportaccommodatiebeleid is op specifiek verzoek van de gemeenteraad opgesteld. Het sportaccommodatiebeleid is de nadere uitwerking van het sportbeleid waarin de focus op breedtesport is gelegd. ln een cyclisch vervolg had het voor de hand gelegen het sportbeleid omstreeks 2011 te evalueren en actualiseren. Door de gemeenteraad is, in plaats van (individuele) kadernota's binnen het brede welzijnsbeleid, verzocht om een integrale kadernota van het totale welzijnsbeleid. Hierop volgend is de integrale Welzijnsvisie 2020 in 2012 door de gemeenteraad vastgesteld. ln het onderhavige onderzoek wordt de aanbeveling door de Rekenkamercommissie aan de gemeenteraad gedaan om een nieuwe integrale beleidsnota sport op te stellen. Wij kunnen deze aanbeveling, nu ingezoomd wordt op het specifieke beleidsterrein "sport" in de periode 2010-2015, zeer goed begrijpen. ln de besluitvorming over deze gedane aanbeveling geven we de gemeenteraad bovenstaand historisch kader mee waarbij het logisch is dat de nieuwe integrale sportnota aansluit bij de Welzijnsvisie 2020. Concreet betekent dit dat wij in de loop van deze collegeperiode de sportnota actualiseren. Aanvullend onderschrijven wij de aanbeveling om in de op te stellen sportnota ook aandacht te besteden aan de ongeorganiseerde sporter en de bijdrage die sport kan leveren aan de partici patie samenleving. Ons college is uiteraard voorstander van transparant sportbeleid en de uitvoering daarvan. Besluitvorming in het verleden, vaak één op één met een georganiseerde sportaanbieder, is volgens het onderzoek de reden dat het sportbeleid (en/of de uitvoering daarvan) niet door iedereen als transparant wordt ervaren. De aanbeveling om beleid en de uitvoering verder transparant te maken (houden) is voor ons vanzelfsprekend.
Als conclusie is opgenomen dat het college en de ambtelijke organisatie trends en ontwikkelingen na 2009 slechts zeer beperkt geactualiseerd hebben in het sport(accommodatie)beleid. Wij zijn van mening dat wij wellicht te vaak impliciet de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie tot en in het belang van het sportaccommodatiebeleid voor de gemeente Roermond meegewogen hebben in ons beleid. Die trends en ontwikkelingen zijn daarbij niet van dien aard gebleken dat aanpassingen in het sportaccommodatiebeleid noodzakelijk was. Een hoofddoelstelling binnen het sportaccommodatie-
Stadhuis I Markt3l 6041 EM I Postbus900 6040AXRoermond I T0475359999 I F0475332137 | Rabobank 1272.86.179
!,
Ons nummer Pagina 3
beleid is de aanwezigheid van sportaccommodaties die op de behoefte zijn afgestemd en daarmee een goede bezetting kennen. Een belangrijk gegeven daarbij is de trend/ontwikkeling in de sportdeelname en de bezettingsgraad van de sportaccommodaties. Een laatste opmerking heeft betrekking op de toerekening van overhead, het college onderschrijft de constatering en de gedane aanbeveling. De huidige systematiek is gebaseerd op eenvoud en is daardoor minder nauwkeurig. Op dit moment is een wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) in voorbereiding, de verwachte ingangsdatum is 1 januari 2017. Dit besluit bevat tevens gewijzigde richtlijnen over de gemeentelijke toerekening van overhead. Tevens zijn wij voornemens om alle uitgaven en inkomsten voor het beleidsterrein sport in een separatie business begroting inzichtelijk te maken.
en wethouders van Roermond, De burgem
J.J.Th.L
M.J.D
-
L,P''
de Leest
Stadhuis I Markt3l 604lEM I Postbusgoo 6040AxRoermond I T0475359999
|
F0¿75332137
|
Rabobank 1272.86.179
Bijlage Ib. Nawoord Rekenkamercommissie op de reactie van het college van burgemeester en wethouders. Naar aanleiding van de reactie van het college van burgemeester en wethouders van 8 september 2015 (nummer 20504-2015).
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
14
Nawoord Rekenkamercommissie De brief van het college in het kader van het bestuurlijke Rekenkamercommissie aanleiding een korte reactie te geven.
wederhoor
is
voor
de
Om te beginnen is het goed om vast te stellen dat het college van B&W aangeeft uitvoering te willen geven aan de aanbevelingen die op het college van toepassing zijn. Voor de RKC betekent dit dat het onderzoek en met name de aanbevelingen die daaruit naar voren zijn gekomen relevant en actueel zijn. Dit wordt nog eens onderstreept door het feit dat het college stelt nog in de nu lopende collegeperiode met een nieuwe sportnota te zullen komen. Vervolgens wil de RKC in het kader van dit nawoord de volgende opmerkingen maken bij de verschillende onderdelen in het bestuurlijk wederhoor: 1. Het college geeft aan dat er veel besluiten zijn genomen in de periode 2007 tot en met 2010. De RKC wil opmerken dat dit buiten de onderzoeksperiode valt. Daarmee is het niet mogelijk om vast te stellen in hoeverre de opmerkingen van het college relevant zijn ten aanzien van het nu voorliggende onderzoeksrapport. 2. Het college geeft aan dat het signalen van de sportraad heeft ontvangen. Inmiddels heeft de RKC ook kennis kunnen nemen van een kort schrijven van de Stichting Sportraad Roermond (d.d. 11 september 2015) gericht aan de raad (en in cc aan de RKC). Er is voor de RKC geen aanleiding de op het rapport van KplusV gebaseerde conclusies en aanbevelingen te wijzigen. Overigens merken wij procedureel op dat de Stichting Sportraad Roermond zich beter (en in een eerder stadium) direct tot de RKC dan wel het betrokken onderzoeksbureau had kunnen wenden met haar opmerkingen. 3. Het college geeft aan dat er nog in deze collegeperiode, die in maart 2018 afloopt, een nieuwe sportnota zal worden opgesteld. De RKC gaat er van uit dat die dan ook aan uw raad wordt aangeboden. Met deze toezegging van het college kan invulling worden gegeven aan veel aanbevelingen die wij hebben gedaan ten aanzien van onder meer de kaderstellende rol en de absolute noodzaak om een transparant beleid te formuleren. Een beleid waarin de huidige trends en ontwikkelingen op sportgebied herkenbaar zijn meegenomen én vertaald naar beleidslijnen én uitvoeringsmaatregelen. Wij constateerden immers in ons rapport dat dit onvoldoende gebeurd is. 4. Het college geeft aan dat de methodiek van kostentoerekening voor 1 januari 2017 aan de raad zal worden voorgelegd. De RKC wil benadrukken dat dit inderdaad noodzakelijk is. Immers in het kader van het budgetrecht van de raad moet de raad ook daadwerkelijk een realistisch beeld hebben van de werkelijke kosten die aan de door de raad gewenste activiteiten toegerekend kunnen worden.
Bijlage II. Onderzoeksrapport “Op weg naar de top?”. In opdracht van de Rekenkamercommissie is het onderzoek uitgevoerd en het onderzoeksrapport opgesteld door: KplusV Organisatieadvies Onderzoekers: - Martijn Dekker, Rob de Vries.
Onderzoek Sportaccommodatiebeleid gemeente Roermond
16
Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Westervoortsedijk 73, 6827 AV Arnhem Telefoon (026) 355 13 55
[email protected] www.kplusv.nl
Op weg naar de top? Rekenkameronderzoek naar het sportaccommodatiebeleid in gemeente Roermond Opdrachtgever Rekenkamercommissie
Referentie
Roermond
Arnhem, 14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Inhoud 1
Samenvatting van de bevindingen
1
2
Begrippenlijst
5
3
Inleiding
6
3.1
Doel
6
3.2
Vraagstelling
6
3.2.1
Hoofdvraag
6
3.2.2
Deelvragen
7
3.3 4
Leeswijzer Onderzoeksopzet en normenkader
7 8
4.1
Onderzoeksopzet
8
4.2 5
Normenkader Beleid en uitvoeringsprogramma's
8 10
5.1
Beleidsdoelstellingen
10
5.1.1
Doelstellingen
10
5.1.2
Transparantie van het sportaccommodatiebeleid
12
5.2
Vertaling naar uitvoeringsprogramma
13
5.2.1
Aansluiting bij beleidsdoelstellingen
13
5.2.2
Duurzaamheid in de uitvoeringsnota
15
5.2.3
Passende actielijnen
15
5.2.4
Update uitvoeringsnota 2015
16
5.3
Inpassing van relevante trends en ontwikkelingen
16
5.4 6
Actualiteit van het beleid Uitvoering van het beleid
17 19
6.1
Uitvoering 2010-2015
19
6.2 7
De geplande uitvoering 2015-2020 Resultaten van het beleid
20 21
7.1
Inleiding
21
7.2
Binnensport
23
7.2.1
Kwalitatief hoogwaardig
23
7.2.2
Afgestemd op de behoefte
23
7.2.3
Goed bereikbaar
25
7.2.4
Toegankelijk en laagdrempelig
26
7.2.5
Veilige accommodaties
27
7.2.6
Efficiëntie
27
7.3
Buitensport
29
7.3.1
Kwalitatief hoogwaardig
29
7.3.2
Afgestemd op de behoefte
30
7.3.3
Goed bereikbaar
32
7.3.4
Toegankelijk en laagdrempelig
32
7.3.5
Veilige accommodaties
32
7.3.6
Efficiëntie
33
7.4
Openluchtzwembad De Bosberg
34
7.4.1
Kwalitatief hoogwaardig
34
7.4.2
Afgestemd op de behoefte
34
7.4.3
Goed bereikbaar
34
7.4.4
Toegankelijk en laagdrempelig
34
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
7.4.5
Veilige accommodaties
35
7.4.6
Efficiëntie
35
7.5
Zwembad De Roerdomp
35
7.5.1
Kwalitatief hoogwaardig
35
7.5.2
Afgestemd op de behoefte
35
7.5.3
Goed bereikbaar
36
7.5.4
Toegankelijk en laagdrempelig
36
7.5.5
Veilige accommodaties
37
7.5.6
Efficiëntie
37
7.6
Watersport
38
7.7
Topsport en topsportevenementen
39
7.7.1
Topsportevenementen
39
7.7.2 8
Topsport-beoefening Rol van de gemeenteraad
39 41
8.1
Informatievoorziening aan de raad
41
8.1.1
De informatie die de raad ontvangt
41
8.1.2
Tekortkomingen in het beeld van de raad
42
8.2
Kaderstelling door de raad
43
8.2.1
de wijze waarop de raad kaders stelt
43
8.2.2 9
Kansen voor nieuwe kaderstelling Conclusies
45 46
Bijlagen 1
Bestudeerde documenten
2
Gesprekspartners
3
Extra meetpunten onderzoeksvragen 7 en 8; doeltreffendheid en doelmatigheid
4
Overzicht uitvoeringspunten per speerpunt
5
Overzicht uitvoering van de uitvoeringspunten
6
Overzicht actiepunten uitvoeringsnota 2015
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
1
Samenvatting van de bevindingen Het onderzoek richt zich op de volgende hoofdvraag: In hoeverre heeft de gemeente in de periode 2010 tot begin 2015 doeltreffend en doelmatig sportaccommodatiebeleid gevoerd en in hoeverre heeft het college in deze periode de gemeenteraad in positie gebracht om zijn controlerende en kaderstellende taak ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid uit te voeren? Deze deelvraag is uitgesplitst in een aantal onderzoeksvragen die betrekking hebben op de onderwerpen beleid en uitvoeringsprogramma's, de uitvoering, de resultaten van het beleid, en de rol van de raad. In deze samenvatting zetten we de belangrijkste bevindingen op deze onderwerpen uiteen. Beleid en uitvoeringsprogramma's In 2009 heeft de gemeenteraad het Visiedocument sportaccommodatie 2020 (hierna: beleidsvisie) vastgesteld. Deze beleidsvisie zet de gemeentelijke doelstellingen uiteen in de periode tot 2020. In de beleidsvisie zijn 5 speerpunten van het beleid opgenomen. Het gaat om de volgende speerpunten: 1. Roermond heeft kwalitatief hoogwaardige sportaccommodaties afgestemd op de behoefte en schaalgrootte; 2. Roermond profileert zich optimaal in de watersport; 3. Roermond is dé stad van de topsportevenementen; 4. Roermond doet mee op het niveau van de topsport; 5. Roermond beschikt, binnen de kaders van dit visiedocument, over sportaccommodaties die voor alle burgers goed bereikbaar, toegankelijk, laagdrempelig en veilig zijn. Bij het tot stand komen van de beleidsvisie is een groot aantal belanghebbenden in een interactief proces geraadpleegd. Na vaststelling van het beleid is het beleid aan alle sportverenigingen toegestuurd en is met de betreffende verenigingen overleg gevoerd. Hierdoor is het beleid niet bij alle stakeholders even goed bekend. Daarnaast bestaan er momenteel nog (historisch gegroeide) verschillen in de vergoedingen die verenigingen ontvangen. Zo wordt op dit moment gewerkt aan gelijkschakeling tussen verenigingen op het vlak van energielasten, maar hebben nog niet alle verenigingen de hiervoor benodigde nieuwe contracten getekend. Ook bestaan er bij de Sportraad zorgen over de transparantie van het beleid en de beleving dat de gemeente alleen met afzonderlijke verenigingen om de tafel wil en niet met meerdere verenigingen tegelijkertijd.1 De beleidsvisie is vertaald naar de uitvoeringsnota 2010. Voorafgaand aan vaststelling van de uitvoeringsnota 2010 zijn er op basis van het coalitieakkoord 2010 echter bezuinigingen doorgevoerd. Als gevolg hiervan is het ambitieniveau in de uitvoeringsnota naar beneden bijgesteld. Na vaststelling van de uitvoeringsnota 2010 heeft de gemeenteraad in het kader van de kerntakendiscussie besloten tot vergaande aanvullende bezuinigingen. Deze bezuinigingen zijn niet
1
De beleving van de Sportraad wordt niet door de ambtelijke organisatie gedeeld.
Pagina 1
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
vertaald in een bijstelling van de ambitie van het sportaccommodatiebeleid. Hierdoor wijken de financiële kaders af van de gemeentelijke ambities. De beleidsvisie is sterk gericht op ondersteuning van sportverenigingen, De gemeenteraad heeft expliciet gevraagd om een dergelijke visie op sportaccommodatiebeleid. Tegenwoordig wordt er steeds meer buiten verenigingsverband wordt gesport. Daarnaast is landelijk ook een trend waarneembaar met toenemende verwevenheid van sport met gezondheid, onderwijs en welzijn. Het sportbeleid in Roermond is hier nog niet op gericht. Ook zijn de ambities in de uitvoeringsnota 2010 en in de nota 2015 door de tussentijdse bezuinigingen niet in lijn met de beleidsvisie uit 2009. Uitvoering Van de 38 uitvoeringspunten in de uitvoeringsnota 2010 zijn er 35 uitgevoerd. Een overzicht hiervan is in bijlage 5 gegeven. De uitvoering is hiermee grotendeels conform de uitvoeringsnota opgepakt. Daarbij moet worden opgemerkt dat de ambities in de uitvoeringsnota 2010 door de bezuinigingen afwijken van de ambities in de beleidsvisie. Inmiddels is de nieuwe uitvoeringsnota 2015 vastgesteld. Deze nota bevat 15 uitvoeringspunten. Voor een deel betreft dit doorlopende punten uit de vorige nota (m.b.t. exploitatie), voor het merendeel nieuwe punten. Resultaten Speerpunten 1 en 5: Kwaliteit en toegankelijkheid van sportaccommodaties Wat binnensport betreft heeft Roermond relatief veel sporthallen, en de kwaliteit van de binnensportaccommodaties is over het algemeen goed. Op basis van het jaarcijfer lijkt het aanbod aan binnensportaccommodaties goed afgestemd op de behoefte. Met een analyse van het weekrooster tijdens de piekperiode, een inventarisatie van de onvervulde vraag, en een inventarisatie van de vrije ruimte in niet gemeentelijke binnensportaccommodaties is dit beeld optimaal te krijgen. Verder liggen de binnensportlocaties goed verspreid in de gemeente en zijn de goed per OV te bereiken. De tarieven voor binnensport zijn laag vergeleken met andere gemeenten in Limburg. Tenslotte is het beheer van de binnensport efficiënt ingericht, al lijken de onderhoudskosten te laag ingeschat. De buitensportaccommodaties zijn functioneel en in doorsnee van redelijke tot goede kwaliteit. Sommige kleedruimtes zijn echter gedateerd. Bij voetbal en tennis is sprake van enige overcapaciteit, de accommodaties voor korfbal en atletiek voldoen aan de vraag, en voor hockey is er volgens de norm sprake van een tekort, maar in de praktijk moet de capaciteit voldoende zijn. De buitensportaccommodaties liggen verspreid over de gemeente en zijn goed bereikbaar. De tarieven voor buitensport zijn ‘gemiddeld’ voor Limburgse begrippen, waarbij het lage tarief voor de hoofdvelden opvalt. Deze tariefstelling is historisch gegroeid. Sporttechnisch voldoen de sportvelden aan de eisen die bonden daaraan stellen en het onderhoud aan de sportvelden is relatief efficiënt. De gemeente kent twee zwembaden met ruime openlucht zwemwatercapaciteit. De totaal beschikbare hoeveelheid buitenzwemwater is te groot voor het verzorgingsgebied. Ook zijn de tarieven lager dan gemiddeld. Doordat de capaciteit van het buitenzwemwater te groot is, is de exploitatie niet efficiënt.
Pagina 2
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Het overdekte zwembad is van voldoende kwaliteit. De omvang (oppervlakte) van het overdekte zwembad is relatief klein voor een gemeente van 57.000 inwoners. Het overdekte zwembad is goed bereikbaar, ook met OV. De tarieven van het zwembad liggen laag. Er is de laatste jaren sprake van enig achterstallig onderhoud, maar veiligheid is daarbij niet in geding. In de bezoekersregistratie is het groepsbezoek niet of nauwelijks meegeteld, waardoor een goed beeld van het gebruik ontbreekt. De exploitatie is net als de andere sportaccommodaties niet volledig, maar we vermoeden dat het exploitatietekort minimaal 8 ton bedraagt. Op grond van het gebruik en de kosten vermoeden we dat de exploitatie niet efficiënt is. Speerpunt 2: Watersport Wat betreft watersport zijn er nog niet veel concrete doelen bereikt. Vanuit het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid is niet gestuurd op verdere profilering van Roermond als watersportgemeente. De ambitie uit de beleidsvisie heeft dus geen uitwerking gekregen in de uitvoeringsnota 2010. Wel is een steunpunt watersport opgericht. Speerpunt 3: Sportevenementen Met betrekking tot sportevenementen kan geconstateerd worden dat er weliswaar de laatste jaren geen topsportevenementen, maar wel breedtesportevenementen zijn georganiseerd. De financiering van sportevenementen valt onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling. Speerpunt 4: Topsport Gemeente Roermond kent geen topsportverenigingen. Wel is er, ter ondersteuning van talentontwikkeling en deelname aan topsport, in 2012 een beleidsregel (voor subsidiëring) Talentontwikkeling topsport vastgesteld. Rol van de raad De gemeenteraad ontvangt op verschillende wijzen informatie over de uitvoering van het sportaccommodatiebeleid. Ten eerste ontvangt de raad de gebruikelijke documenten uit de Planning & Control cyclus. Het gaat hier om de begroting, de jaarrekening en de bestuursrapportages. Naast de P&C documenten ontvangen de raad en raadscommissies ook informatie via commissie- en raadsvoorstellen, raads- en commissie-informatiebrieven. Via mededelingen en raadsinformatiebrieven is de raad ook geïnformeerd over de uitvoering van de uitvoeringpunten. Verder maakt de raad ook met enige regelmaat gebruik van het recht het college vragen te stellen en ontvangt de raad van het college hierop schriftelijke antwoorden. Het beeld dat de raad via deze informatiestromen ontvangt, bevat twee beperkingen. Ten eerste heeft de raad via de P&C cyclus beperkt inzicht in de exacte aard en omvang van de tekorten op de uitgaven voor sportaccommodaties. De P&C documenten bevatten alle gegevens die de raad nodig heeft om de tekorten op sport over meerdere jaren te volgen, maar de stukken bevatten geen integraal overzicht van de ontwikkeling van de tekorten over een aantal jaren en de oorzaken hiervan. Ook maken de stukken geen onderscheid tussen de uitgaven voor sportstimulering en sportaccommodaties. Ten tweede heeft de raad beperkt inzicht in de inhoudelijke voortgang op de uitvoeringspunten en in de wijze waarop deze voortgang bijdraagt aan het bereiken van de beleidsspeerpunten. De raad is op meerdere momenten betrokken geweest bij de kaderstelling rondom het sportbeleid. Na het vaststellen van de beleidsvisie in 2009 heeft de raad op basis van het coalitie-
Pagina 3
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
programma van 2010 keuzes gemaakt over bezuinigingen. Na vaststelling van de uitvoeringsnota 2010 heeft de raad op basis van de kerntakendiscussie besloten tot aanvullende bezuinigingen. Daarnaast is de raad, vooral in reactie op bezuinigingen of signalen van verenigingen, ook via moties en amendementen betrokken geweest bij het sportaccommodatiebeleid. De raad ziet kansen voor het stellen van nieuwe kaders in de toekomst. De raadsleden zijn van mening dat er een kans ligt om ook individueel sportende inwoners vanuit de gemeente te ondersteunen. De raad realiseert zich ook dat hij de vraag moet beantwoorden: wat mag sport kosten? En dat deze vraag ook in relatie tot leefbaarheid en gezondheid beantwoord moet worden.
Pagina 4
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
2
Begrippenlijst In deze rapportage worden drie gemeentelijke documenten regelmatig genoemd. Deze documenten vormen daarmee centrale begrippen in dit rapport. Wij zullen in de rapportage niet telkens de volledige documenttitel noemen, maar gebruik maken van een afgekorte verwijzing naar deze documenten. Hieronder geven wij weer hoe we naar de betreffende documenten zullen verwijzen. Officiële benaming document
Benaming in deze rapportage
Visiedocument sportaccommodaties 2020, vastgesteld in 2009
Beleidsvisie
Uitvoeringsnota sportaccommodaties 2010 Gemeente Roermond 2010, vastgesteld in 2010
Uitvoeringsnota 2010
Update uitvoeringsnotasportaccommodaties 2015 Gemeente Roermond, Uitvoeringsnota 2015 vastgesteld in 2015
Pagina 5
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
3
Inleiding Eind 2009 is het Visiedocument Sportaccommodaties 2020 door de raad van de gemeente Roermond vastgesteld. In deze beleidsvisie zijn 5 speerpunten van beleid benoemd. Aansluitend is in het voorjaar van 2010 de Uitvoeringsnota Sportaccommodaties 2010 vastgesteld. In de uitvoeringsnota 2010 wordt ingegaan op de feitelijke uitvoering van de beleidsvisie middels het benoemen van 38 uitvoeringspunten. In 2011 is er in de gemeente een kerntakendiscussie gevoerd die ook consequenties heeft gehad voor het budget voor sport. De mate van doorwerking hiervan in de beleidsvisie en uitvoeringsnota 2010 is de afgelopen jaren echter niet duidelijk geweest. Daarnaast heeft de rekenkamercommissie uit de raad signalen opgevangen van zorgen over teveel maatwerk met als gevolg teveel afwijkingen ten opzichte van de beleidsvisie. Inmiddels is er mede op verzoek van de raad een geactualiseerde uitvoeringsnota opgesteld. Deze uitvoeringsnota 2015 richt zich op het operationele niveau. Een aparte evaluatie of terugkoppeling op strategisch niveau heeft niet plaatsgevonden en hierdoor is de voortgang van het beleid ten opzichte van de beleidsvisie niet inzichtelijk voor de raad. De rekenkamercommissie heeft daarom, mede na consultatie van de raadsfracties, besloten een onderzoek in te stellen naar de voortgang met betrekking tot de 5 speerpunten uit de beleidsvisie.
3.1 Doel De rekenkamercommissie wil met het onderzoek de volgende twee doelstellingen bereiken:
Het onderzoek moet de gemeenteraad inzicht geven in de doeltreffendheid en doelmatigheid van het sportaccommodatiebeleid in de periode 2010 tot begin 2015.
Het onderzoek moet de gemeenteraad inzicht geven in de mate waarin de raad in deze periode in positie is gebracht om zijn controlerende en kaderstellende taak ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid uit te voeren.
3.2 Vraagstelling 3.2.1 Hoofdvraag Gebaseerd op de bovenstaande doelstellingen heeft de rekenkamercommissie de volgende (tweeledige) hoofdvraag voor het onderzoek verwoord: In hoeverre heeft de gemeente in de periode 2010 tot begin 2015 doeltreffend en doelmatig sportaccommodatiebeleid gevoerd en in hoeverre heeft het college in deze periode de gemeenteraad in positie gebracht om zijn controlerende en kaderstellende taak ten aanzien van het sportaccommodatiebeleid uit te voeren?
Pagina 6
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
3.2.2 Deelvragen De rekenkamercommissie heeft de bovenstaande hoofdvraag uitgewerkt in een aantal deelvragen. Beleid en uitvoeringsprogramma 1. Wat zijn de gemeentelijke beleidsdoelstellingen met betrekking tot sportaccommodaties? 2. Hoe zijn de beleidsdoelen vertaald naar de uitvoeringsnota? 3. In hoeverre is bij het opstellen van het beleid en de uitvoeringsnota (en herzieningen hiervan) rekening gehouden met relevante trends en ontwikkelingen? 4. In hoeverre zijn de genoemde speerpunten en uitgangspunten nog steeds actueel? Uitvoering van het beleid 5. In hoeverre is het beleid uitgevoerd conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma? 6. In hoeverre is de geplande beleidsuitvoering voor de periode 2015-2020 conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma? Resultaten van het beleid 7. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doeltreffend? 8. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doelmatig? Rol van de gemeenteraad 9. In hoeverre wordt de raad integraal en samenhangend geïnformeerd ten aanzien van de voor de raad relevante uitvoeringspunten uit de uitvoeringsnota 2010 en de update 2015? 10. In hoeverre is de raad in positie gebracht om de indertijd gestelde kaders te heroverwegen?
3.3 Leeswijzer De voorliggende rapportage bevat de feitelijke bevindingen van het onderzoek. In hoofdstuk 4 zetten wij eerst de onderzoeksopzet en het normenkader uiteen. Daarna presenteren wij de bevindingen in vier afzonderlijke hoofdstukken. In hoofdstuk 5 gaan wij daarbij in op het beleid en de doorvertaling naar uitvoeringsprogramma's. We gaan daarbij in op de doelstellingen in de beleidsvisie, de transparantie van het beleid voor betrokken stakeholders, de vertaling van de doelstelling naar de uitvoeringsnota, de wijze waarop wordt ingespeeld op relevante trends en ontwikkelingen, en de actualiteit van het beleid. In hoofdstuk 6 bespreken wij de uitvoering van het beleid. Daarbij behandelen we eerst de daadwerkelijke uitvoering in de periode 2010-2015 en daarna de geplande uitvoering voor de periode 2015-2020. Voor beide periodes bekijken we in welke mate de uitvoering aansluit bij de beleidsdoelstellingen. In hoofdstuk 7 rapporteren wij de resultaten van het beleid. We besteden hierbij aandacht aan de kwaliteit en toegankelijkheid van de verschillende typen sportaccommodaties en aan de resultaten die de gemeente heeft geboekt op het vlak van watersport, topsport en sportevenementen. In hoofdstuk 8 gaan we in op de rol van de gemeenteraad bij het sportaccommodatiebeleid, zowel wat betreft informatievoorziening, als wat betreft kaderstelling. In hoofdstuk 9 tenslotte zetten wij conclusies uiteen.
Pagina 7
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
4
Onderzoeksopzet en normenkader 4.1 Onderzoeksopzet De Rekenkamercommissie heeft KplusV Organisatieadvies gevraagd het onderzoek uit te voeren, aan de hand van de vraagstelling. De onderzoekers van KplusV hebben daarbij gebruik gemaakt van een combinatie van drie methoden. Ten eerste hebben de onderzoekers een documentenstudie uitgevoerd. Deze documentenstudie betrof de beschikbare gemeentelijke beleidsdocumenten, rapportages en kwantitatieve gegevens. Daarnaast zijn er in de documentenstudie ook landelijke ervaringscijfers en kengetallen gebruikt om de situatie Roermond te kunnen duiden. In bijlage 1 is een overzicht van de bestudeerde documenten weergegeven. Ten tweede hebben de onderzoekers een aantal interviews gehouden met de bestuurlijk en ambtelijk betrokkenen in de gemeente. Ook is er een gesprek gehouden met raadsleden om het perspectief van de raad in het onderzoek mee te nemen. Verder is er een gesprek gevoerd met enkele leden van de Sportraad als vertegenwoordigers van de sportverenigingen. Van de interviews zijn gespreksverslagen gemaakt die ter verificatie aan de betrokkenen zijn teruggelegd. De medewerking van gesprekspartners aan deze gesprekken was erg goed. Ook zijn de betrokken ambtenaren zeer behulpzaam geweest bij het verstrekken van de benodigde documentatie aan de onderzoekers. In bijlage 2 is een overzicht van gesprekspartners weergegeven. Tenslotte hebben de onderzoekers met een aantal nauw bij het onderwerp betrokken medewerkers van de gemeente een werksessie gehouden waarin een aantal zaken ter verificatie is voorgelegd aan de medewerkers en waarin ook een SWOT-analyse2 is gemaakt van het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid.
4.2 Normenkader In het kader van dit onderzoek is het volgende normenkader gehanteerd. Naast dit normenkader zijn er voor onderzoeksvragen 7 en 8 nog een aantal zijn extra meetpunten geformuleerd. Deze zijn weergegeven in bijlage 2. Onderzoeksvraag
Norm
1. Wat zijn de gemeentelijke beleidsdoelstellingen met betrekking tot sportaccommodaties?
Het beleid wordt door alle betrokkenen als transparant ervaren Het beleid is adequaat naar alle betrokkenen gecommuniceerd De doelstellingen zijn concreet, meetbaar en tijdgebonden gemaakt Het thema duurzaamheid is vertaald naar de speerpunten van het beleid voor alle
sportaccommodaties 2. Hoe zijn de beleidsdoelen vertaald naar de uitvoeringsnota?
De beleidsdoelen zijn consequent vertaald naar de uitvoeringsnota:
- de uitvoeringsnota bevat voor ieder speerpunt één of meerdere passende actielijnen
2
SWOT staat voor Strengts, Weaknesses, Opportunity's, Threats; oftewel: sterkten, zwakten, kansen, bedreigingen.
Pagina 8
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
- op basis van de geplande actielijnen per speerpunt mag verwacht worden dat de beleidsdoelstellingen voor 2020 worden gehaald In de uitvoeringsnota is het thema duurzaamheid uitgewerkt in de verschillende
uitvoeringspunten, dit geldt ten minste voor de uitvoeringspunten op het vlak van bouw, exploitatie en onderhoud van accommodaties 3. In hoeverre is bij het opstellen van het beleid en de
Het college en de ambtelijke organisatie hebben goed zicht op de trends en
uitvoeringsnota (en herzieningen hiervan) rekening
ontwikkelingen die relevant zijn voor het sportaccommodatiebeleid; hieronder vallen
gehouden met relevante trends en ontwikkelingen?
tenminste: - landelijke trends in sportbeleid - landelijke trends in bouw, exploitatie en beheer van sportaccommodaties - landelijke en lokale trends in burgerbeleving / populariteit van sporten - regionale ontwikkelingen - lokale demografische trends - lokale sociaaleconomische trends Voorafgaand aan het opstellen en het herzien van het beleid is een situatieschets
gemaakt waarin de belangrijkste trends en ontwikkelingen op het vlak van sport zijn meegenomen 4. In hoeverre zijn de genoemden speerpunten en uitgangspunten nog steeds actueel? 5. In hoeverre is het beleid uitgevoerd conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoerings-
De speerpunten en uitgangspunten sluiten (nog) aan bij de belangrijkste trends en
ontwikkelingen die lokaal, regionaal en nationaal te onderscheiden zijn Het beleid is uitgevoerd conform de beleidsdoelstellingen en conform het
uitvoeringsprogramma Het beleid is op een transparante wijze uitgevoerd
programma?
Over de uitvoering is door de gemeente naar alle betrokkenen gecommuniceerd
6. In hoeverre is de geplande beleidsuitvoering voor de periode 2015-2020 conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma?
De geplande beleidsuitvoering voor de periode 2015-2020 is conform de beleids-
doelstellingen en het uitvoeringsprogramma; op basis van de geplande beleidsuitvoering mag verwacht worden dat de doelstellingen voor 2020 gehaald worden De geplande beleidsuitvoering houdt rekening met de gerealiseerde resultaten tot
dusver 7. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doeltreffend?
In de uitvoering van het sportaccommodatiebeleid is er over de periode 2010-2015
voldoende voortgang geboekt op de 5 speerpunten, om realisatie van de doelstellingen in 2020 te mogen verwachten
8. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doelmatig?
De uitvoering van het sportaccommodatiebeleid in gemeente Roermond is ten minste
even doelmatig als het gemiddeld door gemeenten gevoerde beleid op basis van landelijke ervaringscijfers3
9. In hoeverre wordt de raad integraal en samen-
De raad wordt ten minste jaarlijks geïnformeerd over de voortgang van het sport-
hangend geïnformeerd ten aanzien van de voor de
accommodatiebeleid. De raad wordt daarbij geïnformeerd over de voortgang van de
raad relevante uitvoeringspunten uit de uitvoerings-
uitvoering ten opzichte van de doelstellingen van het beleid. De raad ontvangt daarbij
nota 2010 en de update 2015?
niet alleen inzicht in de voortgang die over het afgelopen jaar is geboekt, maar ook inzicht in de voortgang van het beleid als geheel De raad wordt tijdig geïnformeerd over trends en ontwikkelingen in het veld die
invloed hebben op de uitvoering van het beleid 10. In hoeverre de raad in positie is gebracht om de indertijd gestelde kaders te heroverwegen?
Indien actuele trends en ontwikkelingen invloed hebben op het sportaccommodatie-
beleid, dan legt het college de raad in een raadsvoorstel één of meerdere expliciete keuzes voor aan de hand waarvan de raad kan besluiten over bijstelling van de kaders
3
Hierbij is gebruik gemaakt van een vergelijking met gemeenten met vergelijkbare ambities als Roermond.
Pagina 9
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
5
Beleid en uitvoeringsprogramma's Dit hoofdstuk gaat in op de volgende onderzoeksvragen: 1. Wat zijn de gemeentelijke beleidsdoelstellingen met betrekking tot sportaccommodaties? 2. Hoe zijn de beleidsdoelen vertaald naar de uitvoeringsnota? 3. In hoeverre is bij het opstellen van het beleid en de uitvoeringsnota (en herzieningen hiervan) rekening gehouden met relevante trends en ontwikkelingen? 4. In hoeverre zijn de genoemde speerpunten en uitgangspunten nog steeds actueel?
5.1 Beleidsdoelstellingen De beleidsdoelstellingen met betrekking tot het sportaccommodatiebeleid zijn vastgelegd in het Visiedocument sportaccommodaties 2020. Deze beleidsvisie gaat specifiek in op de gemeentelijke doelstellingen m.b.t. het sportaccommodatiebeleid. Deze beleidsvisie is in 2009 vastgesteld en vormt het meest recente beleid op het vlak van sport en sportaccommodaties. Naast beleidsvisie op sportaccommodatiebeleid uit 2009 heeft de gemeente ook twee eerdere beleidsnota's voor sportbeleid in het algemeen vastgesteld. Dit betreft de 'Nota Sportbeleid 2002-2006' en de 'Nota Evaluatie sportbeleid 2002-2006 en speerpunten sportbeleid 20082010'.4 Recenter overkoepelend sportbeleid (waaronder ook sportstimulering inbegrepen) is in de gemeente niet beschikbaar. Het sportaccommodatiebeleid valt onder het gemeentelijke welzijnsbeleid. De Welzijnsvisie vormt het kader voor het brede welzijnsbeleid en daarmee ook het sportbeleid. Uitgangspunt van het welzijnsbeleid is dat burgers naar vermogen mee kunnen doen. Doordat de Welzijnsvisie de algemene uitgangspunten van het welzijnsbeleid bespreekt, gaat het niet specifiek op sportbeleid in.
5.1.1 Doelstellingen In de beleidsvisie zijn 5 speerpunten van het beleid opgenomen. Deze 5 speerpunten vormen de doelstellingen van het sportaccommodatiebeleid. Het gaat om de volgende speerpunten: 1. Roermond heeft kwalitatief hoogwaardige sportaccommodaties afgestemd op de behoefte en schaalgrootte; 2. Roermond profileert zich optimaal in de watersport; 3. Roermond is dé stad van de topsportevenementen; 4. Roermond doet mee op het niveau van de topsport; 5. Roermond beschikt, binnen de kaders van dit visiedocument, over sportaccommodaties die voor alle burgers goed bereikbaar, toegankelijk, laagdrempelig en veilig zijn. Deze punten zijn in de beleidsvisie deels gedetailleerder uitgewerkt. Zo wordt van speerpunt 1 aangegeven dat sportaccommodaties zoveel mogelijk worden geclusterd met voorzieningen uit het welzijns- en onderwijsterrein. Hierdoor ontstaan multifunctionele (sport)accommodaties die
4
Raadsvoorstel vaststelling visiedocument, p. 2.
Pagina 10
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
efficiënt gebruik mogelijk maken.5 Een nadere uitwerking van het begrip 'kwalitatief hoogwaardig' wordt niet gegeven. Wel worden de verschillende typen en aantallen sportaccommodaties genoemd. De onderstaande tabel geeft een overzicht: Type accommodatie
Aantal
Binnenzwembad
1
Sporthal
3
Gymnastiekaccommodatie
1
Voetbalaccommodatie
46
Tennisaccommodaties
4
Hockeyaccommodatie
1
Rugbyaccommodatie
1 (medegebruik van voetbal accommodatie)
Korfbalaccommodatie
1
Atletiekaccommodatie
1
Hengelsportvoorziening
1
Buitenzwembad
2
Tabel 1: Overzicht van het aantal nagestreefde sportaccommodaties (Bron: Visiedocument sportaccommodaties 2020, vastgesteld in 2009).
Wat betreft watersport wordt genoemd dat Roermond een internationaal bekend watersportparadijs moet worden, dat er een deskundig steunpunt voor watersport komt en dat er meerdaagse watersportevenementen georganiseerd worden.7 Over topsportevenementen stelt de beleidsvisie dat er jaarlijks minimaal twee grootschalige (internationale) topsportevenementen georganiseerd worden. Deze (meerdaagse) sportevenementen moeten ook een (inter)nationale uitstraling hebben en een grote publieke belangstelling.8 Wat betreft topsport stelt de beleidsvisie dat onderzoek gedaan zal worden. Dit onderzoek heeft betrekking op de mogelijkheden te kiezen voor topsport(en) die de gemeente Roermond in de toekomst nadrukkelijk en positief op de sportkaart van Nederland (en mogelijk daarbuiten) plaatst. In dit onderzoek moet ook nadrukkelijk in regionaal verband naar mogelijkheden gekeken worden.9 De speerpunten in de beleidsvisie zijn op kwalitatieve wijze en op hoofdlijnen verwoord. Bij de nadere uitwerking van de speerpunten worden delen van de speerpunten wel concreet en meetbaar uitgewerkt. Dit geldt echter niet voor alle aspecten die de speerpunten omvatten. Bij de doelstellingen in de beleidsvisie wordt geen melding gemaakt van duurzaamheid of duurzaamheidsaspecten van het sportaccommodatiebeleid.
5
Visiedocument sportaccommodaties 2020, p. 6
6
Het daadwerkelijk aantal betreft 19 voetbalvelden, op een normaantal van 14 velden..
7
Visiedocument sportaccommodaties 2020, p. 10.
8
Visiedocument sportaccommodaties 2020, p. 10.
9
Visiedocument sportaccommodaties 2020, p. 10.
Pagina 11
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
5.1.2 Transparantie van het sportaccommodatiebeleid Bij het tot stand komen van de beleidsvisie is een groot aantal belanghebbenden in een interactief proces geraadpleegd. Zo hebben sportverenigingen, de Sportraad, de seniorenraad, en raadsleden deelgenomen aan een vijftal themabijeenkomsten die in het teken stonden van de sportaccommodatie van de toekomst. Van deze bijeenkomsten zijn verslagen gemaakt die aan de betrokkenen zijn toegezonden. Op basis hiervan is een enkele schriftelijke en mondelinge reactie ontvangen. Vervolgens heeft de concept beleidsvisie ter inzage gelegen en is het document aan de orde gesteld bij de commissie Algemene Zaken. Naar aanleiding hiervan is nog een aantal reacties ontvangen. In de eindversie van de beleidsvisie is rekening gehouden met de ingebrachte reacties.10 De beleidsvisie is dus in interactie met het veld opgesteld. In de fase van het opstellen van het beleid zijn stakeholders daarom goed geïnformeerd. In de fase na vaststelling van de beleidsvisie is het beleid aan alle sportverenigingen toegestuurd en is met de betreffende verenigingen overleg gevoerd.. Het beleid mag daarom verondersteld worden bekend te zijn bij de partijen die betrokken zijn geweest bij het proces. Dit betekent echter niet dat het beleid bij alle stakeholders nog steeds goed bekend is. Eén van de leden van de Sportraad gaf tijdens het interview bijvoorbeeld aan voorafgaand aan toetreding tot de Sportraad niet van de beleidsvisie op de hoogte te zijn. De vele bestuurswisselingen bij verenigingen is hier mede debet aan. Daarnaast is het sportaccommodatiebeleid deels historisch gegroeid wat tot gevolg heeft dat niet alle verenigingen op precies dezelfde manier behandeld worden. Het beleid kende daardoor tot voor kort grote verschillen wat betreft eigendomssituatie, verdeling verantwoordelijkheden, systeem van huurtarieven, en hoogte van exploitatieonkostenvergoedingen.11 Inmiddels zijn er, onder andere aan de hand van de motie van de gemeenteraad, initiatieven ondernomen om het beleid meer gelijk te trekken en worden de verschillen weggewerkt in de wijze waarop verenigingen behandeld worden, in het bijzonder wat betreft de energiekosten die verenigingen betalen. Ondanks de recente initiatieven tot gelijkschakeling, zijn er in de huidige situatie nog enkele verschillen in tariefstelling. Deze verschillen zijn het gevolg van individuele afspraken en besluiten door de raad in het verleden.12 De beweegredenen achter de te vergoeden bedragen zijn niet opgenomen in de beleidsvisie, of andere beleidsdocumenten betreffende het sportbeleid. Omdat de individuele afspraken en besluiten in een aantal gevallen lang geleden gemaakt zijn, zijn die niet algemeen bekend. In het kader van het onderzoek is er ook een gesprek gevoerd met de Sportraad van gemeente Roermond. De Sportraad vertegenwoordigt de sportverenigingen in Roermond. Bij de Sportraad zijn alle 63 (in landelijk verband) georganiseerde verenigingen in Roermond aangesloten. De Sportraad is een adviesorgaan van het college van B&W en geeft het college gevraagd en ongevraagd advies over het sportbeleid.
10
Visiedocument sportaccommodaties 2020, p. 3.
11
Uitvoeringsnota 2010, p. 7.
12
Besluitvorming over de hoogte van veel tarieven heeft in de periode voor de onderzoeksperiode plaatsgevonden. Daarom
zijn deze documenten niet door de onderzoekers bestudeerd.
Pagina 12
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Ook vanuit de Sportraad worden zorgen geuit over de transparantie van de financiële ondersteuning van verenigingen. De Sportraad benoemt hierbij de politieke invloed van sommige verenigingen en de toenemende diffuse scheidslijn tussen sport- en welzijnsorganisaties als aandachtspunten. De Sportraad noemt hierbij een voorbeeld van een vereniging die vanwege welzijnsdoelstellingen meer middelen ter beschikking krijgt dan andere sportverenigingen die echter ook bepaalde welzijnsdoelen nastreven. De Sportraad geeft tijdens het interview aan dat er op dit punt geen eenduidig gemeentelijk beleid bestaat en dat de Sportraad ook niet wordt geconsulteerd bij besluitvorming hierover. Deze beleving van de Sportraad wordt niet door de ambtelijke organisatie gedeeld.13 De Sportraad geeft verder aan dat ook de wijze waarop de gemeente met verenigingen afspraken maakt niet transparant is. De gemeente praat op individueel niveau met de verenigingen. Als meerdere gebruikers van een sportpark aangeven graag als collectief met de gemeente te willen praten, dan is hier naar de beleving van de Sportraad geen ruimte voor. De Sportraad geeft aan dat er verschillen bestaan tussen verenigingen. Dit betreft bijvoorbeeld de wijze waarop in het verleden is omgegaan met de kosten voor energieverbruik. Hoewel de Sportraad erkent dat de gemeente dit beleid inmiddels probeert gelijk te trekken, stelt hij ook dat nog niet alle verenigingen inmiddels de bijbehorende contracten getekend hebben. Ook tijdens gesprekken met medewerkers uit de ambtelijke organisatie komt dit als aandachtspunt naar voren.14
5.2 Vertaling naar uitvoeringsprogramma De gemeentelijke beleidsvisie is vertaald naar de uitvoeringsnota 2010. Uitwerking van de beleidsvisie in een uitvoeringsprogramma was reeds bij het opstellen van de beleidsvisie voorzien.15 Ook was daarbij voorzien dat er in de toekomst nieuwe versies van de uitvoeringsnota zouden worden opgesteld om uitvoering te geven aan het sportaccommodatiebeleid richting 2020.16 De eerste uitvoeringsnota zou daarom een looptijd hebben van 5 jaar, waarna de eerstvolgende uitvoeringsnota in 2015 aan de raad aangeboden zou worden. Inmiddels heeft er een update van de uitvoeringsnota 2010 plaatsgevonden en is een nieuwe uitvoeringsnota 2015 vastgesteld voor de jaren 2015-2020.17
5.2.1 Aansluiting bij beleidsdoelstellingen Na vaststelling van de beleidsvisie in augustus 2009 hebben zich twee ontwikkelingen voorgedaan die invloed hebben gehad op de wijze waarop het sportaccommodatiebeleid is vertaald naar de uitvoeringsnota en uitvoering. Ten eerste is de uitvoeringsnota 2010 onderdeel geweest van de coalitieonderhandelingen in 2010. Het college uitvoeringsprogramma “Slagvaardig en spaarzaam 2010-2014” heeft geleid tot:
13
Het voorbeeld dat door de Sportraad wordt gegeven, waarbij een vereniging meer middelen krijgt dan andere
verenigingen, is volgens de ambtelijke organisatie te verklaren doordat die vereniging gebruik maakt van de bestaande regelingen die echter voor andere organisaties ook beschikbaar zijn. 14
Inmiddels is het vraagstuk energiedoorbelasting qua besluitvorming afgerond en wordt de ondertekening van de
huurcontracten op korte termijn verwacht. 15
Visiedocument sportaccommodaties 2020, p. 12.
16
Uitvoeringsnota 2010, p. 4.
17
Raadsbesluit update uitvoeringsnota sportaccommodaties, 14 april 2015.
Pagina 13
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
"de noodzaak tot het verhogen van tarieven voor het gebruik van gemeentelijke sportaccommodaties vanaf 2012;
uitstel van de gewenste investeringen in de sportaccommodaties;
een, ten opzichte van de speerpunten in het visiedocument sportaccommodaties 2020, aangepast ambitieniveau."18
2011
2012
2013
2014
2015
Lasten
5.597.800
5.470.807
4.881.639
4.894.506
4.789.987
Baten
1.097.539
1.211.739
1.216.361
1.278.489
1.300.974
Onttrekking reserve
573.970
306.757
29.693
28.893
31.993
saldo
5.074.231
4.565.825
3.694.971
3.644.910
3.521.006
19
Tabel 2: Overzicht bezuinigingen als gevolg van de kerntakendiscussie.
Ten tweede heeft de gemeenteraad in reactie op de economische crisis een kerntakendiscussie gevoerd om te besluiten over de benodigde bezuinigingen. Op 25 juni 2011 heeft de raad het kerntakenboek vastgesteld als richtinggevend kader voor de toekomstige begrotingen.20 Als gevolg van deze kerntakendiscussie is besloten met ingang van 2012 circa € 500.000 minder aan sport uit te geven, oplopend tot bijna € 1,5 miljoen per jaar aan bezuinigingen in 2015.21 (Dit is weergegeven in tabel 2 hierboven.) De bezuinigingen als gevolg van de kerntakendiscussie hebben niet geleid tot een bijstelling van de beleidsambities zoals vastgelegd in de beleidsvisie. Vaststelling van de uitvoeringsnota 2010 heeft plaatsgevonden voorafgaand aan besluitvorming over de gemeentelijke kerntaken en bijgaande bezuinigingen. Ook de doelstellingen in de uitvoeringsnota 2010 zijn op basis van de kerntakendiscussie niet bijgesteld. Als gevolg hiervan wijken de uitvoeringspunten in de uitvoeringsnota 2010 af van de budgettaire kaders die later zijn gesteld. (In hoofdstuk 7 gaan we hier nader op in.) Wat betreft de uitvoeringsnota 2010 zelf is dus ook sprake van een aanpassing in het ambitieniveau ten opzichte van de beleidsvisie uit 2009. Deze aanpassing betreffen de volgende bijstellingen met betrekking tot de speerpunten watersport, topsportevenementen en topsport: 1. "Het afzonderlijk, lokaal en apart inzetten op watersport voor Roermond wordt niet aanbevolen gelet op de vele partners die betrokken zijn bij de toekomstige ontwikkelingen van het Maasplassengebied." 2. "De topsportevenementen blijven in de toekomst onder de reikwijdte van het brede gemeentelijke evenementenbeleid behoren maar worden binnen het sportbeleid niet gezien als een kerntaak." 3. "Topsport wordt echter niet gezien als kerntaak binnen het gemeentelijk sportbeleid. In deze uitvoeringsnota is dan ook opgenomen geen proactief topsportbeleid te voeren."22
18
geciteerd uit de Uitvoeringsnota 2010, p. 4.
19
Bron: Begroting 2012, pp. 22-23; later is dit bijgesteld, zie Begroting 2014, p. 23.
20
Raadsbesluit kerntaken discussie, 25 juni 2011.
21
Begroting 2012, p. 22.
22
Deze drie bijstellingen zijn geciteerd uit de Uitvoeringsnota 2010, p. 5.
Pagina 14
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Deze drie punten worden in de beleidsvisie nog als speerpunten aangemerkt. In de uitvoeringsnota 2010 wordt aangegeven dat deze punten niet langer als kerntaak worden gezien, of niet langer door de gemeente afzonderlijk worden uitgevoerd. Deze bijgestelde ambitie wordt ook in de uitvoeringsnota 2010 onderkend: Het visiedocument sportaccommodaties 2020 kent, zo blijkt uit de vijf speerpunten, een ambitieus karakter. Deze eerste uitvoeringsnota is opgesteld rekening houdende met het gestelde in het coalitieakkoord “slagvaardig en spaarzaam 2010-2014”. Gelet op de beperkte financiële mogelijkheden en de noodzaak tot het doorvoeren van bezuinigingen, betekent dit dat het hoge ambitieniveau van het visiedocument, althans op dit moment, niet voor alle speerpunten kan worden behaald.23 Naast de bijstelling van het ambitieniveau wordt er in de uitvoeringsnota 2010 ook een nieuw beleidsaccent geïntroduceerd, namelijk het streven om het beleid (wat betreft sportaccommodaties die passen binnen het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid) zoveel mogelijk uniform en gelijkwaardig te maken.24 Dit accent was niet in de beleidsvisie opgenomen.
5.2.2 Duurzaamheid in de uitvoeringsnota In de uitvoeringsnota van 2010 is er geen aparte aandacht voor duurzaamheid. Er wordt niet ingegaan op de duurzaamheidsaspecten van de uitvoering van het sportaccommodatiebeleid. In de uitvoeringsnota 2015 is er wel aandacht voor duurzaamheid in de zin van reducties in energieverbruik.25 Er wordt gesproken van energetische maatregelen bij zwembad De Roerdomp en zwembad De Bosberg.
5.2.3 Passende actielijnen De 5 speerpunten zijn niet allemaal evenredig vertaald naar actiepunten in de uitvoeringsnota 2010. In bijlage 4 is een tabel opgenomen van de wijze waarop de 5 speerpunten uit de beleidsvisie zijn vertaald naar uitvoeringspunten in het uitvoeringsprogramma. Uit deze tabel komt naar voren dat niet alle 5 de speerpunten uit de beleidsvisie zijn uitgewerkt naar een evenredig aantal uitvoeringspunten. Voor het eerste speerpunt (kwalitatief hoogwaardige sportaccommodaties) zijn heel veel uitvoeringspunten geformuleerd. (In totaal 34 van de 38 punten.) Voor watersport, sportevenementen en topsport zijn er veel minder uitvoeringspunten. Met betrekking tot het vijfde speerpunt (bereikbaar, toegankelijk, laagdrempelig en veilige accommodaties) is helemaal geen apart uitvoeringspunt opgenomen. Dit speerpunt vormt een continu aandachtspunt dat integraal onderdeel is van de uitvoering bij vaststelling van tarieven, behoud van locaties en opstellen van onderhoudsplannen. Deze wijze van uitwerking van speerpunten in uitvoeringspunten is ten dele te herleiden naar de bijstelling in het ambitieniveau als gevolg van de bezuinigingen in 2010. Van de speerpunten topsportevenementen en topsport wordt in de uitvoeringsnota 2010 immers gezegd dat deze niet langer gezien worden als een kerntaak van het gemeentelijk sportbeleid. Ook het beperkt aantal actiepunten voor watersport komt overeen met de bijstelling richting een regionale 23
Uitvoeringsnota 2010, p. 6.
24
Uitvoeringsnota 2010, p. 4.
25
Zie bijvoorbeeld Update Uitvoeringsnota 2015, p. 4.
Pagina 15
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
aanpak van dit speerpunt. Het beperkte aantal actiepunten voor speerpunt 5 is te verklaren op basis van de veronderstelling dat een groot deel van de doelstelling van speerpunt 5 reeds voorafgaand aan het ingaan van de uitvoeringsnota 2010 was bereikt.26 Verder wordt er in de uitvoeringsnota 2010 geen expliciete koppeling gemaakt tussen de uitvoeringspunten en de speerpunten van de beleidsvisie. Zo wordt er in de uitvoeringsnota 2010 telkens per onderwerp een korte uitgangssituatie geschetst, waarbij wordt aangegeven waarom die situatie moet veranderen. Daarbij wordt echter geen link gelegd met de speerpunten uit de beleidsvisie.27 Tenslotte bevat de lijst met 38 uitvoeringspunten voor een deel acties die uitvoering geven aan nieuwe beleidsinitiatieven of investeringen, en voor een deel actiepunten die betrekking hebben op regulier beheer of reguliere bedrijfsvoering. De uitvoeringsnota 2010 maakt hier geen onderscheid in.
5.2.4 Update uitvoeringsnota 2015 Inmiddels heeft er een update van de uitvoeringsnota 2010 plaatsgevonden. In de geactualiseerde uitvoeringsnota 2015 is de link tussen uitvoeringspunten en de speerpunten van de beleidsvisie niet meer zichtbaar. De uitvoeringsnota 2015 is nu opgebouwd aan de hand van de typen sportaccommodaties, zonder dat melding wordt gemaakt van de speerpunten uit de beleidsvisie. Vervolgens wordt per type sportaccommodatie een korte stand van zaken geschetst en worden uitvoeringspunten benoemd voor de periode 2015-2020. Aan de nieuwe uitvoeringsnota 2015 ligt geen afzonderlijke evaluatie ten grondslag. De raad is tussentijds wel geïnformeerd over de voortgang van de 38 uitvoeringspunten, maar door het ontbreken van een evaluatie is er geen integraal inzicht in de voortgang ten opzichte van de beleidsspeerpunten. Uit gesprekken met ambtelijke medewerkers komt naar voren dat een groot deel van de 38 punten is uitgevoerd (zie verder hoofdstuk 6). De uitvoeringspunten in de uitvoeringsnota 2015 hebben deels betrekking op actiepunten uit 2010 en deels op nieuwe punten. Duurzaamheid in relatie tot sportaccommodaties is ook in de nieuwe uitvoeringsnota 2015 niet expliciet uitgewerkt. Het woord duurzaamheid komt in de uitvoeringsnota 2015 bijvoorbeeld niet voor. Wel hebben 2 van de 15 uitvoeringspunten betrekking op energiebesparende maatregelen bij zwembaden.
5.3 Inpassing van relevante trends en ontwikkelingen Bij het opstellen van de beleidsvisie zijn verschillende relevante trends en ontwikkelingen als input meegenomen. Een overzicht van de trends en ontwikkelingen is opgenomen in bijlage 1
26
Wat betreft zaken als toegankelijkheid d.m.v. tariefstelling en geografische spreiding binnen de gemeente is dit een plausibele veronderstelling.
27
Zie bijvoorbeeld Uitvoeringsnota 2010, p. 17 onder kopje 'verantwoordelijkheden sportparken voor voetbal'.
Pagina 16
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
bij de beleidsvisie en in de beleidsvisie wordt ook benoemd dat deze trends en ontwikkelingen mede de basis hebben gevormd voor de inhoud van de beleidsvisie.28 Belangrijke thema's die in kaart zijn gebracht betreffen bevolkingsgroei en samenstelling, ontwikkelingen in sport en de wijze waarop burgers sporten, en de relatie tussen sport en sociaal maatschappelijke basisvoorzieningen en de Wmo.29 Voor het inschatten van de consequenties van de bevolkingsgroei op de behoefte aan sportaccommodaties heeft de gemeente een extern bureau een inschatting laten maken van de bevolkingsontwikkeling per wijk/kern. Bij het opstellen van de beleidsvisie is van deze demografische inzichten gebruik gemaakt.30 Bij het opstellen van de uitvoeringsnota 2015 is geen dergelijke inventarisatie van relevante trends en ontwikkelingen gemaakt. Ook is de gemeente hier bij de berekening van de behoefte aan voetbalvelden uitgegaan van de oude normen. Alleen voor het 45+ voetbal is gebruik gemaakt van de nieuwe coëfficiënt hiervoor. In december 2012 hebben KNVB en VNG nieuwe planningsrichtlijnen vastgesteld. Deze zijn echter niet gebruikt. De gemeente heeft de gegevens van 2015 op de oude normen toegepast. Hiermee is een vergelijking gekregen tussen 2010 en 2015 op basis van de oude norm. De gemeente heeft geen vergelijking getrokken tussen 2010 en 2015 op basis van de nieuwe richtlijn voor 2015. In gesprekken geven enkele medewerkers aan momenteel te beperkte capaciteit te hebben om naast de uitvoerende taken ook actief met beleidsontwikkeling bezig te zijn. Mede door deze werkdruk is er binnen de gemeente te weinig capaciteit beschikbaar om via een gestructureerde werkwijze periodiek relevante ontwikkelingen in kaart te brengen.
5.4 Actualiteit van het beleid De beleidsvisie vormt het uitgangspunt voor uitvoering van het gemeentelijk sport(accommodatie)beleid. In gesprekken met medewerkers wordt aangegeven dat ook de 'Nota Evaluatie sportbeleid 2002-2006 en speerpunten sportbeleid 2008-2010' nog steeds actueel beleid vormt. Aan deze nota is echter geen uitvoeringsprogramma gekoppeld en de looptijd van de beleidsinitiatieven in deze nota is in principe beperkt tot de periode 2006-2008. Het actuele beleid heeft daarom vooral betrekking op de beleidsvisie uit 2009. Deze beleidsvisie is op verzoek van de raad opgesteld naar aanleiding van de behandeling van de 'Nota Evaluatie sportbeleid 20022006 en speerpunten sportbeleid 2008-2010'. Omdat de beleidsvisie specifiek gericht is op sportaccommodaties is het beleid ook sterk gericht op de georganiseerde sport (de sportverenigingen). Verenigingen hebben immers vaak een eigen sportaccommodatie of zijn een groot gebruiker van een bepaalde accommodatie. Er bestaat daardoor een sterke link tussen verenigingen en (hun) sportaccommodaties. Ongeorganiseerde sporters of individuele sporters kennen geen dergelijke sterke link met specifieke sportaccommodaties. Zij hebben immers geen eigen accommodatie en vormen in veel gevallen (bijvoorbeeld sporthallen) slechts een deel van het totale gebruikersaantal. Alleen voor de zwembaden geld dat een groot deel van de bezoekers individuele gebruikers betreft.
28
Visiedocument sportaccommodaties 2020, p. 6.
29
Visiedocument sportaccommodaties 2020, pp. 13-16.
30
Visiedocument sportaccommodaties 2020, p, 13, en p. 14.
Pagina 17
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Als gevolg hiervan is het sportaccommodatiebeleid dus niet gericht op de individuele of ongeorganiseerde sporters. Recente trends in sportgebruik duiden echter op een toenemend aantal individueel of ongeorganiseerd sportende burgers. Zo sport minder dan de helft van de sporters in Nederland via een sportvereniging.31 Denk hierbij aan sporten als hardlopen of mountainbiken. Het huidige sportaccommodatiebeleid speelt niet in op de behoeften van deze sporters. Alleen via de zwembaden heeft de gemeente in haar sportaccommodatiebeleid aandacht voor de ongebonden sporter. Mogelijkheden om sport en bewegen in de openbare ruimte te stimuleren (looproutes, fietsroutres, beweegtuinen, speelruimte, panna-kooien, beachveld, mogelijkheden voor streetsports et cetera) zijn in het sportaccommodatiebeleid niet benoemd. In gesprekken geven medewerkers ook aan dat, voor zover looproutes of mountainbike trails door de gemeente zouden worden gerealiseerd, dit ook geen onderdeel is van Sport en Bewegen, maar van Openbare Ruimte. Een andere actuele ontwikkeling betreft de link tussen sporten en welzijn en gezondheid. Landelijk gezien wordt sporten steeds meer in verband gebracht met bewegen, gezondheid en participatie. Sport wordt daarbij niet langer als doel op zich gezien, maar als middel om gezondheid, participatie, cohesie en integratie te bevorderen. Hoewel sport in de nota Welzijn kort wordt genoemd,32 wordt er in de beleidsvisie geen link gelegd met welzijn en gezondheid.33 In gesprekken geven meerdere gesprekspartners aan dat deze link gelegd zou kunnen worden, maar dat hierover in het college en raad nog geen besluiten zijn genomen. Ook de bezuinigingen als gevolg van de economische crisis vormen een belangrijke actuele context voor het beleid. Naar aanleiding van de kerntakendiscussie is er ook op het sportaccommodatiebeleid flink bezuinigd. De ambities van het beleid zijn echter niet in de beleidsvisie aangepast. De ambities zijn in de uitvoeringsnota 2010 ten dele naar beneden bijgesteld, maar dit betrof slechts de bezuinigingen als gevolg van het coalitieakkoord uit 2010. De bijstelling van de ambities als gevolg van de kerntakendiscussie heeft formeel nog niet plaatsgevonden. Medewerkers geven aan dat dit tot gevolg heeft dat de ambities en het beschikbare budget niet met elkaar overeenkomen. Tenslotte geeft de Sportraad in het gevoerde gesprek het signaal af dat het de vraag is in hoeverre de verenigingen de huidige beleidsvisie van de gemeente nog steunen. De Sportraad stelt dat het de politieke wens lijkt te zijn om Roermond als sportstad op de kaart te zetten. De raad vraagt zich daarbij af of deze ambitie wel door de verenigingen ondersteund wordt.
31
Rapportage Sport 2014, SCP. Den Haag januari 2015.
32
Welzijnsvisie Roermond, 2012, o.a. p. 19.
33
Het sportaccommodatiebeleid dateert ook van voor het Welzijnsbeleid.
Pagina 18
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
6
Uitvoering van het beleid In dit hoofdstuk worden de volgende onderzoeksvragen behandeld: 5. In hoeverre is het beleid uitgevoerd conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma? 6. In hoeverre is de geplande beleidsuitvoering voor de periode 2015-2020 conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma?
6.1 Uitvoering 2010-2015 In de periode 2010-2015 is uitvoering gegeven aan de uitvoeringsnota 2010. De uitvoeringsnota 2010 bevat 38 uitvoeringspunten. Medio 2015 is een actualisatie van de uitvoeringsnota 2015 aan de raad aangeboden. In deze actualisatie is geen expliciete terugkoppeling gemaakt van de 38 oorspronkelijke uitvoeringspunten. Ook is er geen aparte evaluatie uitgevoerd van de uitvoeringsnota 2010. De onderzoekers hebben derhalve geen inzicht gehad in gemeentelijke documentatie waaruit de stand van zaken wat betreft uitvoering van de 38 uitvoeringspunten blijkt. Tijdens het onderzoek hebben de onderzoekers de stand van zaken betreffende de uitvoering gereconstrueerd aan de hand van gesprekken met medewerkers. In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van de voorgenomen acties (2010) en de status in 2015. Dit overzicht is opgesteld op basis van de informatie die van de ambtelijke organisatie is verkregen. Uit het door de onderzoekers geconstrueerde overzicht blijkt dat 35 van de 38 uitvoeringspunten zijn uitgevoerd. Daarbij moet worden opgemerkt dat 6 van de 38 uitvoeringspunten betrekking hebben op dezelfde maatregel, namelijk het gefaseerd doorvoeren van een tariefsverhoging. Door de maatregel te benoemen voor diverse takken van sport zijn er 6 maatregelen. Uitvoeringspunt nummer 12 (uitbreiding toestelberging Jo Gerris-sporthal) is gepland voor 2016, punt nummer 19 (uniform beleid v.w.b. voetbal) is gedeeltelijk uitgevoerd en punt 27 (uniformering beleid hockey) is op verzoek van de stichting niet doorgevoerd (zie ook bijlage 5). Twee voorgenomen uitvoeringspunten willen we er uit lichten, omdat ze in het Roermondse sportaccommodatiebeleid belangrijke onderwerpen zijn en het ontbreken van draagvlak bij verenigingen de uitvoering gedeeltelijk parten heeft gespeeld:
uniformering van beleid wat betreft rol gemeente en gebruiker;
terugbrengen van 7 naar 4 sportparken.
In de uitvoeringsnota 2010 is geconstateerd dat het gemeentelijk beleid bij exploitatie, beheer en onderhoud weinig uniform was. Er waren historisch gegroeide verschillen en door de herindeling met de gemeente Swalmen zijn de verschillen verder toegenomen. De beleidslijn die de gemeente voorstaat, is helder: de gemeente wil regie voeren en tenminste verantwoordelijk zijn voor groot onderhoud en renovaties. Dat betekent dat met tennis en hockey nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. Bij tennis is dat gelukt, bij hockey niet, omdat de stichting Hammerveld hier geen voorstander van was. In plaats van zelf over het budget te kunnen beschikken zou de stichting bij de gemeente om investeringssubsidie moeten gaan verzoeken. Op het punt van energie bij buitensportverenigingen is het beleid geharmoniseerd, waarbij het beleid is dat de gebruiker de kosten draagt van energie. Op het punt van vergoedingen voor
Pagina 19
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
kleedkamers is het beleid nog niet aangepast en nog zeer divers. Deze diversiteit is het gevolg van besluitvorming door de gemeenteraad in het verleden. In de update van de uitvoeringsnota 2015 is uitgebreid beschreven welke acties de gemeente heeft ondernomen om het aantal sportparken terug te brengen van 7 naar 4. In de praktijk is gebleken dat er tot op heden geen draagvlak is bij gebruikers om hier een vervolg aan te geven. Ook wilde een grondeigenaar in het gebied niet meewerken aan realisatie van een sportpark. Wel heeft de gemeente haar beleidslijn bevestigd in 2015. De gemeente streeft op termijn naar 4 sportparken. De accommodaties van SC Leeuwen en RKAVC blijven bestaan en de verenigingen ontvangen een exploitatiebijdrage, zolang de verenigingen actief zijn in de KNVB competitie (en voldoen aan de KNVB voorwaarden). Tegelijk is aangegeven dat de gemeente geen investeringen zal doen in deze accommodaties. Ten aanzien van vv Boekoel is het beleid om de komende vijf tot tien jaar het normale onderhoud te blijven uitvoeren. Het college zal bij een investeringsbehoefte in Boekoel, de gemeenteraad adviseren hiertoe niet over te gaan, indien er geen uitzicht is op een gezamenlijke accommodatie. De wens tot het terugbrengen van het aantal voetbalaccommodaties van 7 naar 4 is van een actiepunt veel meer een strategische opgave geworden voor de langere termijn.
6.2 De geplande uitvoering 2015-2020 In de update uitvoeringsnota 2015 zijn 15 uitvoeringspunten benoemd (zie bijlage 6). Prominent onderdeel van de uitvoeringsnota 2015 is de verbetering van de kwaliteit van verschillende sportaccommodaties, naar aanleiding van de motie ‘inventarisatie en gelijkschakeling kwaliteitsniveau sportaccommodaties’. Naar aanleiding van deze motie is € 194.000 beschikbaar gesteld voor verbetering van de kleedlokalen op sportpark De Wijher en Kitskensberg en € 240.000 voor verbeteringen van omheining, dug-outs, ballenvangers e.d. op alle gemeentelijke sportparken. Een ander nieuw uitvoeringspunt is de aandacht voor energiebesparende maatregelen in de zwembaden. Verder heeft de gemeente meegewerkt aan een verzoek van roeivereniging Aenea voor garantiestelling (borgstelling), zodat de vereniging onder gunstigere voorwaarden een krediet kan aantrekken. Dit past bij het speerpunt ‘optimale profilering watersport’. Het initiatief was afkomstig van de roeivereniging Aenea. De update uitvoeringsnota 2015 bevat ook diverse voornemens die geen nieuwe beleidsinitiatieven betreffen, maar onder regulier onderhoud vallen (zoals het schilderen van de atletiekopstallen en het vervangen van de luchtbehandelingsinstallatie van zwembad De Roerdomp). Bijzonder is ook dat het verzoek van voetbalvereniging RFC om terug te keren naar Roermond is opgenomen als uitvoeringspunt. Het is positief dat gemeentebestuur en voetbalverenigingen op de hoogte zijn van het beleid, maar strikt genomen zijn dit ad hoc acties die niet beantwoorden aan de beleidsdoelen van de beleidsvisie. De belangrijkste constatering is dat anno 2015 het sportaccommodatiebeleid van de gemeente nog een zeer sterke focus heeft op de georganiseerde sport (zoals ook het geval in 2010).
Pagina 20
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
7
Resultaten van het beleid Dit hoofdstuk gaat in op de volgende twee onderzoeksvragen: 7. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doeltreffend? 8. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doelmatig?
7.1 Inleiding Doeltreffendheid geeft aan in hoeverre de doelen die vooraf zijn gesteld, zijn behaald. Doelmatigheid duidt aan met welke middelen de doelbereiking is behaald, dus de efficiency. Om de doeltreffendheid te bepalen, kijken we naar de doelen van de beleidsvisie. Zoals in hoofdstuk 5 aangegeven onderscheidt de beleidsvisie vijf speerpunten:
Speerpunt 1: kwalitatief hoogwaardige accommodaties;
Speerpunt 2: optimale profilering watersport;
Speerpunt 3: stad van de topsportevenementen;
Speerpunt 4: doet mee op niveau topsport;
Speerpunt 5: sportaccommodaties voor alle burgers goed bereikbaar, toegankelijk, laagdrempelig en veilig.
Deze vijf speerpunten behandelen we in de volgende paragrafen. Om uitspraken over efficiency te kunnen doen is het nodig dat er een volledige exploitatie beschikbaar moet zijn van de sportaccommodaties, zodat we deze kunnen beoordelen op basis van ervaringscijfers. De begroting van de afdeling Sport en Bewegen is voor 2015 (exclusief projecten) € 2,7 miljoen. Gangbaar is dat een sportbegroting voor 85% betrekking heeft op de harde kant (sportaccommodaties) en ongeveer voor 15% op de zachte kant (sportstimulering, subsidies, verenigingsondersteuning).
Pagina 21
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
doorbelasting Ruimte; € 46.442; 2%
doorbelasting concernoverhead; € 536.571; 20% overig; € 6.148; 0% zwembaden; € 42.492; 1% binnensport; € 78.328; 3%
buitensport; € 223.290; 8%
doorbelasting personeel; € 1.206.067; 44%
sportstimulering en ver.ondersteuning; € 293.077; 11% impuls/combinatie funct.; € 308.708; 11%
Figuur 1: Begroting afdeling Sport en Bewegen
De begroting voor Sport en Bewegen bestaat in Roermond voor 20% uit overhead. De afdeling Sport en Bewegen heeft per accommodatie een exploitatie, maar die is zeker niet volledig en inzichtelijk.
Van de kapitaallasten is in de exploitatie alleen de afschrijving weergegeven. De rentecomponent ontbreekt. In andere gemeenten zijn de kapitaallasten rente en afschrijving.
De personeelskosten zijn niet per accommodatie geboekt, maar zijn getotaliseerd (post doorbelasting Burger en Samenleving = € 1.206.067).
De post personeelslasten (doorbelasting Burger en Samenleving) zijn niet de feitelijke personeelslasten, maar een doorberekening van de totale personeelslasten van de gemeente op basis van formatie per afdeling. Omdat de afdeling Sport en Bewegen relatief vaker lager ingeschaalde werknemers heeft (toezichthouders, sporthalbeheerders, combinatiefunctionarissen) valt de doorbelasting voor de afdeling Sport en Bewegen ongunstig uit.
Bij de begroting van de afdeling Sport en Bewegen worden de combinatiefunctionarissen dubbel geboekt. Op basis van formatie (inclusief combinatiefunctionarissen) krijgt de afdeling een doorbelasting van personeelskosten (zit in de post € 1.206.067) en daarnaast worden de combinatiefunctionarissen direct belast in de afdelingsbegroting € 308.708.
De post combinatiefunctionarissen heeft betrekking op combinatiefunctionarissen voor sport (€ 218.708) en combinatiefunctionarissen voor cultuur (€ 37.000) en straatcoaches/veiligheid (€ 53.000). De twee laatst genoemde posten zijn geen sportproducten.
De kosten van het cultuurtechnisch onderhoud van de velden/sportparken zijn niet opgenomen in de exploitatie. Die kosten zitten bij de afdeling BOR.
Pagina 22
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Om toch uitspraken te doen over de efficiency, hebben de onderzoekers op basis van hun expertise de kosten of ontbrekende posten benaderd (zie paragraaf 7.3 binnensport en paragraaf 7.4 zwembaden).
7.2 Binnensport 7.2.1 Kwalitatief hoogwaardig Roermond heeft 5 gemeentelijke sporthallen en 1 gymzaal. Dat is vrij uniek, want in de meeste gemeenten heeft men veel meer gemeentelijke gymzalen dan sporthallen.34 Een sporthal (minimaal 20 x 40 meter zaalvloer en 7 meter vrije hoogte) biedt functioneel veel meer dan de kleinere gymzaal (standaard 21 x 12 meter en 5,5 meter vrije hoogte). Een gymzaal heeft primair een functie voor het bewegingsonderwijs. Met name voor sportverenigingen zijn gymzalen functioneel erg beperkend, vanwege de afmetingen. Dat Roermond veel sporthallen heeft en maar een enkele gymzaal, is vanuit de sporter gezien een sterk pluspunt. Ook is opvallend dat 3 van de 5 hallen een vrije hoogte hebben van 9 meter. De vrije hoogte van een sporthal is standaard 7 meter in Nederland. Een sporthal van 9 meter is alleen nodig voor topsport. Vermoedelijk is het topsport-handbalverleden debet aan de extra hoogte. Bij vervanging in de toekomst zijn 3 extra hoge sporthallen niet nodig. Het vraagt ook extra energie, hogere bouwkosten en hogere onderhoudskosten.
7.2.2 Afgestemd op de behoefte In de binnensport gelden geen planningsnormen, zoals de buitensport die wel heeft. Voor het bewegingsonderwijs zijn er wel normen. Een gymzaal voor het basisonderwijs heeft een capaciteit van 26 klokuren per week en bij het voortgezet onderwijs hanteert men 40 klokuren. De gemeente Roermond heeft naar aanleiding van een studie van adviesbureau HC een ondergrens gesteld op het gebruik van sporthallen van 2.000 uur per zaaldeel. Die 2.000 uur wordt vaker landelijk aangehaald als het minimale gebruik op jaarbasis, hoewel ook andere bezettingsnormen als sturingsinstrument gebruikt kunnen worden. Bij 3.400 uur is sprake van een zeer goede bezetting. Onder de 2.000 uur is de bezetting laag. Voor een gymlokaal is de capaciteit voor bewegingsonderwijs in het basisonderwijs 26 uur per week. Bij 36 effectieve lesweken is dat 936 uur op jaarbasis. Voor het voortgezet onderwijs is de capaciteitsnorm 40 uur per week. In de actualisatie van de uitvoeringsnota 2015 is het gebruik van de binnensportaccommodaties als volgt gespecificeerd.
Jo Gerris 1
Jo Gerris 2
Donderberg
Swalmen
Herteheym
Gymzaal Hoogvonderen
2008-2009
2645
2193
2380
1908
n.v.t.
1515
2013-2014
2606
2661
2733
2087
2268
Circa 1750
Tabel 3: Jaargebruik binnensportaccommodaties, bron Update uitvoeringsnota sportaccommodaties 2015, gemeente Roermond.
34
Roermond heeft net als andere gemeenten ook niet-gemeentelijke gymzalen. Er zijn echter weinig gemeenten met bijna
uitsluitend sporthallen als gemeentelijke binnensportaccommodatie.
Pagina 23
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
De sportzaal in Herteheym is in 2010 vervangen door een sporthal. Vooral in de sporthal Donderberg en de Jo Gerrishal 2 is het gebruik toegenomen. Voor een goed inzicht in de aansluiting tussen vraag en aanbod bij binnensport geeft het jaargebruik te weinig inzicht. In de eerste plaats geeft het gebruik van een normale week in de winterperiode (de drukste periode) per zaaldeel aanvullend inzicht. Het onderstaande voorbeeld illustreert dit. In dit voorbeeld uit een andere gemeente is te zien waar het gebruik hoog is en waar ruimte (vrije capaciteit) zit. Voor het voorbeeld laten we alleen het gebruik en de bezetting zien van twee sporthallen (hier '1' en '2' genoemd, met uitsplitsing per zaaldeel). Ook is het gebruik door onderwijs (basis onderwijs BO en voortgezet onderwijs VO) weergegeven. 08.30-12.00 12.00-17.00 17.00-23.00
Weekend
Totaal
Overdag
Avond
Totaal
BO
VO
Sporthal 1 1/2 A
17,25
13,38
27,375
13,5
71,5
72%
91%
81%
23,8
0
1/2 B
9,25
14,38
25,25
13,5
62,38
56%
84%
70%
11,8
5,3
1/3 A
14,5
16,25
25,5
7,5
63,75
72%
85%
72%
22,8
0
1/3 B
4,75
11,5
25,5
7,5
49,25
38%
85%
56%
1,5
0
1/3 C
11
17,5
25,5
7,5
61,5
67%
85%
69%
19
0
Sporthal 2
Tabel 4: Voorbeeld weekbezetting in uren winterseizoen sporthal 1 en 2 t.b.v. sturingsinformatie (gegevens afkomstig uit een andere gemeente).
Naast een weekbezetting kan via een korte enquête onder binnensportverenigingen de onvervulde vraag35 worden geïnventariseerd. Meestal is wel sprake van enige onvervulde vraag, maar die zit dan hoofdzakelijk in de piekuren op de avond (19-22 uur). Voor gemeenten is het praktisch onmogelijk die vraag volledig in te vullen, omdat er anders buiten deze piekuren een grote leegstand zou zijn.
En tenslotte zou ideaal zijn wanneer de bezetting bekend is van niet-gemeentelijke binnensportaccommodaties en of eventuele vrije ruimte beschikbaar is voor verenigingen.36 De vraag of de binnensportcapaciteit is afgestemd op de behoefte lijkt op basis van een jaarcijfer wel het geval. Met een analyse van een weekrooster, een peiling naar de onvervulde vraag en een inventarisatie naar vrije capaciteit bij niet gemeentelijke accommodaties, is de afstemming tussen vraag en aanbod volledig in beeld te krijgen. De Sportraad heeft in haar reactie op de uitvoeringsnota 2015 aangegeven dat zij in de praktijk een toenemende vraag naar uren constateert. Landelijk is sprake van een afname van leden bij de binnensportbonden. Dat hoeft voor Roermond niet te gelden, maar dat pleit des te meer om beter zicht te hebben op de aansluiting tussen vraag en aanbod bij de binnensport.
35
Onvervulde vraag zijn de uren die verenigingen wel zouden willen afnemen, maar waar nu geen ruimte voor is. Vaak gaat
het om uren tussen 18.00 en 22.00 uur. 36
Niet gemeentelijke binnensportaccommodaties zijn niet altijd beschikbaar voor verenigingen, bijvoorbeeld omdat een
gymlokaal inpandig is of een school verhuur teveel rompslomp vindt.
Pagina 24
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
180 155
2002 2013
160 140 100
118
116
120 93
80
81
92
88
94
89
66
60 40 20 0
Figuur 2: Ledenontwikkeling sportbonden index 2002=100, bron: publicaties NOC*NSF, bewerking KplusV.37
7.2.3 Goed bereikbaar De binnensportaccommodaties liggen goed verspreid over de gemeente. Sporthal Herten bedient Herten en het zuidwestelijk deel van Roermond. Sporthal Swalmen is gericht op Swalmen en de overige binnensportaccommodaties bedienen de vraag uit Roermond. De sporthallen Herteheym en Donderberg liggen binnen 50 meter van een bushalte. Bij de beide sporthallen Jo Gerris ligt een bushalte binnen 150 meter. Alleen in Swalmen ligt een bushalte verder weg (ca. 600 meter).
37
De stijging bij de basketbalbond is vermoedelijk te wijten aan registratie van deelnemers aan pleintjesbasketbal en dit betreft geen reguliere leden bij basketbalverenigingen. Gegevens beschikbaar tot en met 2013.
Pagina 25
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Figuur 3: Locaties van sporthallen en gymzaal.
7.2.4 Toegankelijk en laagdrempelig Sporthal Jo Gerris 1 heeft het ITS-keurmerk toegankelijk gehandicapten. Het ITS wordt nationaal gebruikt om aan te geven dat een object bereikbaar, toegankelijk en bruikbaar (BTB) is voor iedereen. De Jo Gerrishal 1 is de enige sportaccommodatie in Roermond met het ITS keurmerk. Het is eerder uitzondering dan regel dat sporthallen in Nederland het ITS keurmerk hebben; in die zin is het positief dat Roermond een sporthal heeft met het ITS keurmerk. Vooral bij nieuwbouw let men er in Nederland tegenwoordig meer op. De tarieven van de binnensportaccommodaties zijn in Roermond zonder meer laag te noemen en behoren tot de laagste van Limburg. Het tarief voor een sporthal met afmeting 24x44 meter bedraagt in Roermond voor verenigingen € 18,20 per uur en voor 28x48 meter € 23,60 (de Jo Gerrishal 1). In Nederland liggen sporthaltarieven voor verenigingen gemiddeld rond de € 30 tot € 40 per uur. Tarieven richting € 20 per uur zijn erg laag en tarieven richting de € 50 zijn hoog. De binnensporttarieven zijn in Roermond zeer laag.
Pagina 26
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Sporthal 1/1 (in €) Roermond
Sporthal 1/2 (in €)
18,20-23,60
Sporthal 1/3 (in €)
Sportzaal (in €)
Gymzaal (in €)
6,75
6,75
7,69
7,69
Venlo
23,07
Weert
24,00
12,00
8,00
16,00
8,00
Heerlen
30,30
21,05
13,50
16,35
9,95
Heerlen jaargebruik
18,55
12,36
8,06
10,33
6,46
Maasgouw (2012)
31,50
21,00
10,50
Stein
32,05
15,00
9,45
Venray
34,89
19,10
Bergen
41,13
21,79
Echt-Susteren
42,55
18,60
15,10
Reuver (Beesel)
43,72
14,57
14,57
Gennep
50,40
16,60
14,90
18,85
12,07
Tarieven sporthallen en gymzalen 2015, verenigingsgebruik per uur (bron: gegevens van de betreffende gemeenten).
7.2.5 Veilige accommodaties De toestellen en inrichting in de sporthallen en de gymzaal worden jaarlijks gekeurd. De sportaccommodaties worden in het kader van de gebruiksvergunning jaarlijks geïnspecteerd door de brandweer. Openen en sluiten en schoonmaak gebeurt door de sporthalbeheerders (de schoonmaak is in Herten en Swalmen echter uitbesteed). Er is dus geen permanent beheer en verenigingen en scholen openen en sluiten zelf overdag en de beheerders rouleren tussen de sporthallen. Die situatie geldt voor veel sporthallen in Nederland en voor gymzalen is dat standaard. Omdat verenigingen/scholen vaste gebruikers zijn en het gebruik plaatsvindt onder leiding van trainers of leerkrachten is niet permanent beheer toepasbaar en veilig.
7.2.6 Efficiëntie De exploitatie van de binnensportaccommodaties van de afdeling Sport en Bewegen is weergegeven in tabel 5. Drie posten (rente, personeelskosten en eigenarenonderhoud) zitten niet in de exploitatie en zijn geschat (onderste regels). De gemeente had 6 sporthalbeheerders, waarvan 1 de coördinatie verzorgde. Tegenwoordig zijn er 3 sporthalbeheerders. In Swalmen zorgt het particuliere Sportcentrum Swalmen dat in hetzelfde gebouw gevestigd is voor schoonmaak en beheer en in Herten is schoonmaak extern uitbesteed. Drie beheerders op 4 sporthallen (exclusief Swalmen) is vergeleken met het landelijk beeld behoorlijk goedkoop. Bij € 45.000 loonkosten per fte (kengetal) zijn de personeelskosten goed te ramen.
Pagina 27
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Jo Gerris 1+2
Donderberg
Gymzaal Hoogv.
Sporthal Swalmen
Sporthal Herteheym
Boekwaarde 1-1-2015
€ 885.434
€ 127.590
€ 132.798
€ 282.036
€ 2.752.064
Afschrijving
€ 11.511
€ 6.998
€ 3.722
€ 26.657
€ 77.003
€ 35.122
€ 17.271
€ 4.454
€ 19.371
€ 32.727
Water Belastingen/ heffingen
€ 3.108
€ 533
€ 210
€ 672
€ 1.572
€ 9.697
€ 3.803
€ 1.426
€ 4.111
€ 6.705
Verzekeringen
€ 1.969
€ 975
€ 581
€ 1.038
€ 2.792
€ 17.291
€ 6.331
€ 2.883
€ 3.570
€ 6.326
€ 6.224
€ 2.589
€ 7.405
€ 27.120
€ 12.790
€ 6.969
€ 3.267
€ 1.473
€0
€ 17.709
Rente Personeelskosten Uitbestedingen Energie
Materiaal Bedrijfshygiëne Onderhoud gebruikersdeel Onderhoud eigenaarsdeel
€ 83
€ 10.317
Promotie € 1.404
Overig Exploitatiesubsidie € 91.976
€ 41.766
€ 22.154
€ 92.857
€ 159.028
Entree bezoekers Gebruik verenigingen Gebruik onderwijs
-€ 95.349
-€ 31.471
-€ 10.567
-€ 9.000
-€ 26.814
-€ 25.729
-€ 24.703
-€ 10.399
-€ 37.951
-€ 16.402
Overige baten
-€ 17.180 -€ 138.258
-€ 56.174
-€ 20.966
-€ 46.951
-€ 75.583
-€ 46.282
-€ 14.408
€ 1.188
€ 45.906
€ 83.445
€ 90.000
€ 22.500
€0
€ 22.500
€ 60.000
€ 15.000
€ 5.000
€ 15.000
€ 8.000
€ 5.000
€ 2.000
€ 80.000
Jo Gerris 1+2
Donderberg
Gymzaal Hoogv.
Sporthal Swalmen
Sporthal Herteheym
€ 111.718
€ 28.092
€ 8.188
€ 45.906
€ 200.945
Totale lasten
Totale baten Exploitatiesaldo Schatting personeelskosten Schatting eigenarenonderhoud Schatting rente
Exploitatiesaldo na schatting Ontbrekende posten
-€ 32.368
Tabel 5: Exploitatie binnensportaccommodaties, begroting afdeling Sport en Bewegen 2015.
In de gemeentebegroting 2015 is aangegeven dat het eigenarenonderhoud (in de regel groot onderhoud) voor alle gemeentelijke sportaccommodaties voor 2015 is begroot op € 188.181 (gebouwenbeheer). Deze post hebben we verdeeld over het zwembad, de binnensportaccommodaties en sportparken (kleedlokalen). Het bedrag voor eigenarenonderhoud is met € 188.181 laag. Als regel geldt een kengetal van 0,5% van de bouwkosten voor klein onderhoud en 1,5% a 2% van de bouwkosten voor groot onderhoud.
Pagina 28
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Stelpost Bouwkosten in mln (in €)
0,50% Klein onderhoud (in €)
1,50% Groot onderhoud (in €)
Combibad
8.000.000
40.000
120.000
Sporthal 24x44
1.800.000
9.000
27.000
Sporthal 28x48
2.650.000
13.250
39.750
600.000
3.000
9.000
Gymzaal
Tabel 6: Indicatie onderhoudskosten/jaar bij diverse sportaccommodaties.
Met 5 sporthallen, een combibad, een gymlokaal en kleedlokalen is € 188.000 voor eigenarenonderhoud vermoedelijk minder dan 1,5% van de bouwkosten. Op zich is het normaal dat het benodigde onderhoudsbudget fluctueert, maar structureel € 188.000 is vermoedelijk te laag voor alle sportaccommodaties (gebouwen). Het beeld van de exploitatie van de binnensport is positief. De personeelskosten zijn laag, de energiekosten zijn over het geheel genomen niet afwijkend (de energiekosten is voor Jo Gerris laag voor 2 sporthallen38). Het gebruikersonderhoud is aan de lage kant behoudens sporthal Herteheym, maar dat kan door een incidentele uitgave hoger liggen dan normaal. De tarieven zijn zoals vermeld erg laag en de baten zouden 30% tot 40% hoger kunnen liggen bij een meer gangbaar tarief. Het totaalbeeld blijft - ook na schatting van ontbrekende kostenposten en de lage tarieven positief en er is sprake van een efficiënte exploitatie. De exploitatielasten van een sporthal liggen in Nederland doorgaans in de bandbreedte van - € 100.000 tot - € 250.000, maar dat is wel inclusief enige gemeentelijke overhead. Bij een gymzaal is het exploitatietekort doorgaans - € 20.000 tot - € 50.000. De post overhead zit niet in de exploitatie van de binnensportaccommodaties in Roermond. Maar die post is doorgaans bij andere gemeenten niet extreem hoog.
7.3 Buitensport 7.3.1 Kwalitatief hoogwaardig De buitensportaccommodaties zijn functioneel en in doorsnee van redelijke tot goede kwaliteit. 39 In 2014 heeft door Kiwa-ISA een kwaliteitsbeoordeling plaatsgevonden van de gemeentelijke velden (voetbal exclusief Leeuwen en Asenray, korfbal, rugby, atletiek). Van de 28 beoordeelde velden, had 1 veld de kwalificatie ‘merendeels matig’ (hoofdveld Swalmen), het binnenveld van de atletiekbaan is beoordeeld als matig en het korfbalveld en veld 4 op sportpark De Wijher zijn beoordeeld als matig/redelijk. Alle overige velden hebben de waardering redelijk tot goed. De kleedlokalen die de gemeente onderhoudt zijn in 2013 geschouwd. Enkele kleedlokalen zijn toen beoordeeld als gedateerd doch technisch in voldoende staat.
38
De warmtekrachtkoppeling van zwembad de Roerdomp voorziet (mede) in de stroomvoorziening van de Jo-Gerrishal. De
toerekening van energielasten zal vanaf medio 2015 op concernniveau plaatsvinden waarbij de verdeling van de energielasten over alle gemeentelijke eigendommen beter gebaseerd is op de feitelijke situatie. 39
Deze beoordeling is gebaseerd op de hier besproken Kiwa-ISA kwaliteitsbeoordeling. Dit is een keuring op
sporttechnische kwaliteitsaspecten van velden zoals vlakheid, waterdoorlatendheid, grasbestand, etc.
Pagina 29
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Naar aanleiding van inspraak door 4 voetbalverenigingen (vv Swalmen, SVC 2000, RFC en EMS, Sprekersplein november 2014), heeft de raad unaniem de motie aangenomen ‘inventarisatie en gelijkschakeling kwaliteitsniveau sportaccommodaties’. Naar aanleiding van deze motie is besloten om € 434.000 (incl. btw) beschikbaar te stellen, waarvan € 194.000 voor kleedlokalen op sportpark De Wijher en Kitskensberg en € 240.000 voor verbeteringen aan omheining, dug-outs, ballenvangers e.d. op alle gemeentelijke sportparken. Het hoofdveld van vv Swalmen wordt gerenoveerd. In de uitvoeringsnota 2010 was al opgenomen om het natuurgras van de korfbalaccommodatie in 2015 te vervangen door kunstgras. Ook deze vervanging is in uitvoering (zomer 2015). Er is geen eenduidige definitie van wat een hoogwaardig sportpark moet zijn. Een nieuw sportpark heeft een hoogwaardige uitstraling. Er zijn sportparken - bijvoorbeeld in Amsterdam - waar men multifunctionaliteit en divers gebruik heel nadrukkelijk stimuleert/ontwikkelt (ook met een sportpark-manager). Er zijn sportparken met veel kunstgras of led-verlichting. Als we het tegen die meetlat leggen, dan heeft Roermond geen hoogwaardige sportparken, maar wel sportparken met een redelijk kwaliteitsniveau. Limburg inclusief Roermond heeft relatief minder kunstgrasvelden dan gangbaar in het westen van het land. Dat is begrijpelijk, omdat de grondprijzen in het westen van het land het lucratief maken om kunstgras te financieren en ook is de bodemgesteldheid in het westen van het land veel slechter. Limburg heeft in doorsnee zeer goede grond voor natuurgrasvelden. Cultuurtechnici in Nederland gaan uit van een veldrenovatie gemiddeld eens in de 15 tot 20 jaar. Maar in gebieden met goede ondergrond (vaak zand) en goed jaarlijks onderhoud, zijn renovaties soms helemaal niet nodig. En als ruimte niet schaars is, is een natuurgrasveld veel goedkoper in de exploitatie dan een kunstgrasveld. Een nieuw kunstgrasveld is ongeveer 2,7 keer duurder in exploitatie dan een nieuw aan te leggen natuurgrasveld, het verschil ten opzichte van een bestaand natuurgrasveld is een factor 4.40 Led-veldverlichting is beschikbaar, maar de investeringskosten (circa € 85.000) zijn een veelvoud van conventionele veldverlichting (€ 25.000) en de terugverdientijd blijkt veel te rooskleurig ingeschat (landelijk ervaringscijfer). Dat de gebruiker in de buitensport zelf de energie betaalt is in gemeenteland standaard. De laatste 5 jaar hebben veel gemeenten de energielasten neergelegd bij de gebruiker. De ervaring leert dat dit ook leidt tot zuiniger gebruik. Verenigingen kunnen ook veel zelf doen, bijvoorbeeld door vriezers en koelkasten in de zomerperiode uit te zetten. Wat in de hele discussie over gelijkschakeling kwaliteit opvalt, is de tegenstrijdigheid. Het zijn met name voetbalverenigingen die pleiten voor een gelijk kwaliteitsniveau en de raad heeft dat gehonoreerd. Maar tegelijk is de kwaliteit van andere accommodaties (tennis, hockey, binnensport, zwemsport) geen onderwerp van discussie. De motie gelijkschakeling bevestigt tegelijk ook de ongelijkheid die er is.
7.3.2 Afgestemd op de behoefte Zowel in de uitvoeringsnota 2010 als de uitvoeringsnota 2015 is de behoefte bepaald en vergeleken met de beschikbare capaciteit. Volgens deze berekening zijn er 5,5 wedstrijdvelden, 2 trainingsvelden, en een oefenhoek te veel (boven de normbehoefte). Bij tennis zijn er 4,5 40
Deze inschatting is gebaseerd dop ervaringsgegevens van KplusV.
Pagina 30
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
banen teveel (op 29,5 banen nu). Bij hockey is behoefte aan 4 speelvelden (3,39, afgerond 4) ten opzichte van de huidige 3 velden die beschikbaar zijn. Voor korfbal wordt het natuurgrasveld vervangen door 2 kunstgrasvelden (20x40 meter). Dat is volgens de KNKV de basisnorm. De behoefte is 0,7 (afgerond 1) speelveld. Er zijn enkele kanttekeningen te maken bij deze uitkomsten.
Hockey kampt vooral in west en midden Nederland met een groot veldentekort en lange wachtlijsten. Door op zaterdag eerder te beginnen, langer door te gaan (alle velden zijn verlicht) en door snel te wisselen tussen de wedstrijden, kunnen veel meer wedstrijden worden ingepland dan de planningsnorm. De 3,39 veldbehoefte in Roermond is in west en midden Nederland geen enkel probleem met 3 velden. Echter, als men de planningsnorm ruimer interpreteert, dan zou dat ook voor andere sporten moeten gelden.
In het algemeen (Nederlandse gemeenten) zien we dat door de aanwezigheid van planningsnormen voor de buitensport, in de buitensport eerder een tekort wordt aangegrepen om uitbreiding af te dwingen dan bij de binnensport. Bij de binnensport wordt vaak door gemeenten gezegd: we kunnen de extra behoefte in de avond niet invullen door een extra sporthal, want die staat overdag dan leeg.
Bij de berekening van de behoefte voor voetbal is de gemeente uitgegaan van de ‘oude’ normen. In december 2012 hebben KNVB en VNG nieuwe planningsrichtlijnen vastgesteld. De woordkeuze richtlijn in plaats van norm is bewust gekozen. Te vaak werd in het verleden een discussie gevoerd over de norm41 van de KNVB of de norm van de VNG. Met de term richtlijn hebben KNVB en VNG de intentie om de oplossing voor een probleem centraal te stellen (en daarbij alle omstandigheden in ogenschouw te nemen) in plaats van te discussiëren over een norm. De nieuwe planningsrichtlijnen gaan vooral uit van de speelduur en de cultuurtechnische belasting van een veld is secundair (minder relevant). De cultuurtechnische normbelasting is overigens verhoogd van 5,5 normteams op zaterdag naar 7 normteams per veld, omdat de velden tegenwoordig van veel betere kwaliteit zijn dan 30 jaar terug toen de norm gold van 5,5 normteam op zaterdag en 5 normteams op zondag. Grote verschillen met de huidige berekening op basis van de oude normen, verwachten we niet (mogelijk iets meer overcapaciteit bij wedstrijdvelden en wordt de overcapaciteit bij training wat kleiner).
Bij de behoeftebepaling voor tennis heeft de gemeente als norm 70 spelers per baan gehanteerd. De planningsnorm van NOC*NSF en KNLTB is 70 tot 90 spelers per verlichte baan - ongeacht de baansoort. De overcapaciteit bij tennis is in die zin gebaseerd op de meest gunstige norm. Voor deze norm is gekozen omdat de tennisverenigingen zelf hebben geïnvesteerd in de verlichting en het daarom onredelijk werd geacht de norm op 90 leden per baan te stellen.
Voor atletiek zijn er geen planningsnormen. Er zijn verenigingen met 1.000 leden met een 6 laans atletiekbaan. Swift had 31 december 2014 458 leden aangesloten bij de Atletiekunie42 (waarschijnlijk meer inclusief niet Atletiekunie leden) en de accommodatie heeft voldoende capaciteit.
Op basis van de behoeftebepaling door de gemeente en onze kanttekeningen, blijkt dat de buitensport bij voetbal en tennis enige overcapaciteit heeft. De accommodaties voor korfbal en atletiek voldoen. Voor hockey is volgens de norm sprake van een tekort, maar de capaciteit blijkt in de praktijk voldoende. 41
KNVB afronding wedstrijdveld op 0,25 en VNG op 0,5; VNG hanteerde 2 kleedkamers per veld en KNVB bij voorkeur 4 kleedkamers per veld et cetera.
42
Bron: Ledenbestand Atletiekunie 2014.
Pagina 31
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
7.3.3 Goed bereikbaar De buitensportaccommodaties liggen verspreid over de gemeente en zijn goed bereikbaar.
7.3.4 Toegankelijk en laagdrempelig Het tarief voor een natuurgrasveld is in Roermond € 2.670 per jaar. Omdat voor het hoofdveld een veel lager tarief geldt (€ 534),43 zijn de werkelijke tarieven voor natuurgrasvelden lager en die variëren van € 1.600 tot circa € 2.400 per veld. De tarieven voor buitensport zijn ‘gemiddeld’ voor Limburgse begrippen. De situatie dat voor een hoofdveld een afzonderlijk laag tarief geldt, is vrij zeldzaam in Nederland. Dit is historisch gegroeid. Standaard is een vast tarief per veld per jaar of een vast tarief per gebruiksuur.
Natuurgras Roermond hoofdveld Roermond overige velden
€ 2.670
Venlo
€ 3.278
Weert
Wetra
Kunstgras voetbal
Kunstgras hockey
Semiwater hockey Atletiekbaan
€ 534 € 8.010 € 3.278
€ 5.273
€ 9.834
€ 7.633
€ 14.500
€ 2.000
€ 5.000
€ 5.000
€ 12.500
Heerlen
€ 1.370
€ 3.199
€ 2.020
€ 3.199
Stein (2012)
€ 3.134
€ 6.769
Tabel 7: Tarieven buitensport 2015 (bron: gegevens betreffende gemeenten).
Hoofdveld
Overige velden
Hoofdveld
Overige velden
Totaal huur
Gemiddeld/ veld
1
1
€ 534
€ 2.670
€ 3.204
€ 1.602
1
2
€ 534
€ 5.340
€ 5.874
€ 1.958
1
3
€ 534
€ 8.009
€ 8.543
€ 2.136
1
4
€ 534
€ 10.679
€ 11.213
€ 2.243
1
5
€ 534
€ 13.349
€ 13.883
€ 2.314
1
6
€ 534
€ 16.019
€ 16.553
€ 2.365
Tabel 8: Gemiddeld tarief natuurgrasvelden Roermond in verschillende situaties (afhankelijk van het aantal velden).
7.3.5 Veilige accommodaties Sporttechnisch moeten sportvelden voldoen aan de eisen die bonden daaraan stellen. Wanneer een veld onveilig is om te bespelen, kan een bond wedstrijden hierop verbieden. Dat komt zelden voor en de velden zijn, zeker na renovatie van het hoofdveld van Swalmen en de aanleg van twee kunstgras korfbalvelden, in redelijke tot goede staat (zie ook de laatste inspectie van KIWA-ISA maart 2014). De velden zijn daarmee veilig om te bespelen.
43
De oorzaken van dit lagere tarief voor hoofdvelden is geen onderwerp van onderzoek geweest.
Pagina 32
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
7.3.6 Efficiëntie Een goede graadmeter voor de efficiency van de buitensport zijn de kosten van het jaarlijks onderhoud van de velden. De gemeente heeft het jaarlijks onderhoud uitbesteed. De kosten zijn begroot op € 131.565. In de gemeente zijn 29 velden (18,5 wedstrijdvelden en 10,5 trainingsvelden). De vijf velden in Asenray en Leeuwen worden namens de verenigingen aldaar onderhouden. Dat betekent dat de onderhoudskosten per veld neerkomen op afgerond € 5.500. In de regel liggen de onderhoudskosten per veld tussen de € 5.000 en € 9.000 exclusief groot onderhoud. De voetbalverenigingen SC Leeuwen (2 velden en 0,5 trainingsveld) en RKAVC (1 veld en 0,6 trainingsveld) ontvangen een bijdrage (2014) van respectievelijk € 9.016 en € 5.430 voor het onderhoud. Deze bedragen hebben betrekking op de gehele accommodatie en liggen relatief laag. Deze bedragen zijn gebaseerd op afspraken uit het verleden.44 Zolang de verenigingen de exploitatie aankunnen, blijven de accommodaties bestaan. De vier tennisverenigingen ontvangen een exploitatiebijdrage. In de uitvoeringsnota 2010 is de vergoeding aangepast op basis van de volgende uitgangspunten:
de vergoeding is voor dagelijks en jaarlijks onderhoud; de gemeente draagt zorg voor renovaties, zoals ook op de andere sportparken;
bij de vergoeding is rekening gehouden met baansoort en de onderhoudskosten.
De hockeyaccommodatie wordt geëxploiteerd door de stichting Hammerveld. De stichting ontvangt daarvoor een exploitatievergoeding. In de uitvoeringsnota 2010 is voorgesteld het beleid aan te passen door de verantwoordelijkheid voor renovaties bij de gemeente neer te leggen (uniformering beleid) en de vergoeding te baseren op het dagelijks en jaarlijks onderhoud. Hierover vindt nog overleg plaats. De gebruiksvergoeding van de vereniging Concordia aan de stichting is verhoogd van € 25.000 naar € 40.000 en er zijn signalen bij de gemeente dat de vereniging moeite heeft met het voldoen van de vergoeding. Met 725 leden is de huur (gebruikersvergoeding) per lid € 55. Voor het onderhoud aan kleedkamers verstrekt de gemeente een bijdrage aan 3 voetbalverenigingen. Exploitatie bijdrage 2014
Totaal aantal kleedlokalen
SHH
€ 3.665
4+8
VV Swalmen
€ 5.442
6
VV Boekoel
€ 3.665
4
Tabel 9: Vergoeding exploitatie, onderhoud en renovatie kleedlokalen.
De kleedkamervergoeding die SHH ontvangt is ontstaan toen SHH nog een kleine vereniging was (voor de uitbreiding van Herten). SHH had toen 4 kleedkamers nodig en kreeg een bedrag dat exact gelijk is aan de vergoed die vv Boekoel ontvangt. SHH heeft met eigen financiering 8
44
De oorzaak hiervan is dat de gemeente, begin jaren 2000, het voornemen had deze sportparken af te stoten. De
verenigingen maakten hiertegen bezwaar. De uitkomst was dat de verenigingen een eenmalige geldbedrag meekregen voor toekomstig onderhoud. Na enkele jaren was dat geldbedrag verbruikt. De gemeenteraad heeft, op basis van een ingediende motie, toen besloten beide verenigingen jaarlijks een vergoeding te verstrekken voor het gehele complex. In plaats van afstoten van deze accommodaties werd hiermee bijgedragen aan het behouden van deze accommodaties.
Pagina 33
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
kleedkamers erbij gerealiseerd (4+8). Het gevolg is dat een grote vereniging als SHH (27,3 normteams) momenteel eenzelfde exploitatiebijdrage krijgt als een veel kleinere verenging als Boekoel (7,3 normteams). De vergoeding voor Boekoel en Swalmen vinden we, gelet op het aantal kleedkamers, betrekkelijk hoog en in die zin minder efficiënt. Overigens zijn de vergoedingen voor tennis en hockey gebaseerd op de benodigde velden respectievelijk tennisbanen. Een vergoeding voor kleedlokalen is daar niet bij inbegrepen.
7.4 Openluchtzwembad De Bosberg 7.4.1 Kwalitatief hoogwaardig Het openluchtzwembad De Bosberg in Swalmen is kwalitatief een mooi zwembad; het is een zeer ruim zwembad (50 meterbad, instructiebad en peuterbad, 25 graden Celsius verwarmd) met in totaal circa 1.500 m2 bassins. Het zwembad heeft veel faciliteiten, zoals een 50 meter glijbaan, ligweides, diverse sportvelden, een speeltuin, horeca en wandelpaden door het natuurgebied (7½ hectare).
7.4.2 Afgestemd op de behoefte Het bezoek aan het zwembad is relatief hoog. De laatste 4 jaar had het zwembad ongeveer 22.750 bezoeken per seizoen. Afgezet tegenover het verzorgingsgebied (Swalmen, 8.800 inwoners) geeft dat een animocijfer van 2,6, terwijl dat gemiddeld in Nederland varieert van 1,2-1,6 voor openluchtzwembaden. Maar de badbezetting (het aantal bezoekers per m 2 bassin) is erg laag. Gemiddeld ligt de badbezetting bij een openluchtzwembad op 40 tot 50 bezoekers per m2 zwemwater. In Swalmen is dat 15 bezoekers per m2. Dat komt omdat het zwembad erg groot is voor het verzorgingsgebied. Het zwembad is in de huidige tijd te groot afgaande op het aantal bezoeken per m2.
7.4.3 Goed bereikbaar Voor inwoners van Swalmen is de accommodatie goed bereikbaar. Voor inwoners van Roermond is De Roerdomp (ook buitenbad) dichterbij.
7.4.4 Toegankelijk en laagdrempelig De tarieven voor het openluchtbad Swalmen zitten aan de onderkant van de markt. Voor Nederland is het beeld dat de tarieven van los bezoek aan openluchtbaden omhoog gaan. Op een warme dag maakt een euro meer of minder de mensen niet uit. Abonnementen daarentegen probeert men wel wervend te houden. De tarieven voor De Bosberg zijn zondermeer laagdrempelig. Vrijwilligers krijgen € 40,00 korting op een abonnement. Openlucht
Los
Abonnement
Vlodrop, Ploensjbad
€ 2,70
€ 24,00
Montfort 't Sweeltje
€ 2,70
€ 24,00
Maasbracht, Eurobad
€ 3,50
€ 37,50
Swalmen, Bosberg
€ 3,50
€ 55,00
Venlo, de Wisselslag
€ 3,80
€ 44,00
Pagina 34
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Roermond, Roerdomp
€ 4,30
€ 40,00
Stein, Steinerbos (nieuw)
€ 4,50
€ 45,00
Meerssen, De Parel
€ 5,00
Maastricht, Geusseltbad (nieuw)
€ 5,20
Geleen, Glanerbroek
€ 5,50
€ 57,95
Tarieven buitenbaden per 1 januari 2015, 18 t/m 64 jaar.
7.4.5 Veilige accommodaties Zwembaden moeten voldoen aan strenge wet- en regelgeving. Voor zwembaden geldt de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (Whvbz en Bhvbz). De Whvbz stelt eisen aan de algemene hygiëne en veiligheid waaraan een badinrichting of zwemgelegenheid moet voldoen. De handhaving van de wet wordt uitgevoerd door de afzonderlijke provincies. Er zijn geen aanwijzingen dat de zwembaden onveilig zijn.
7.4.6 Efficiëntie Het zwembad wordt geëxploiteerd door de stichting Bosberg. De stichting ontvangt een exploitatiebijdrage van de gemeente, maar kan alleen bestaan door de inzet van een groot aantal vrijwilligers. In die zin is sprake van een efficiënte exploitatie. De gemeente verstrekt exploitatiesubsidie van € 95.361,15. Verder maakt de gemeente nog kosten voor afschrijving en verzekering . De totale uitgaven voor zwembad De Bosberg zijn € 112.762. Per bezoeker legt de gemeente bijna € 5 bij (€ 112.762/22750 gemiddeld bezoek 2010-2013). Omdat het zwembad te groot is voor het verzorgingsgebied, is geen sprake van een efficiënte exploitatie.
7.5 Zwembad De Roerdomp 7.5.1 Kwalitatief hoogwaardig Zwembad De Roerdomp is in 2009 verbouwd en gerenoveerd. Het is een normaal functioneel zwembad, maar niet kwalitatief hoogwaardig. Tot die laatste categorie zouden we bijvoorbeeld het Pieter van den Hoogenbandbad (Eindhoven) of het Geusseltbad (Maastricht) rekenen die veel meer faciliteiten bieden en bijvoorbeeld duurzaam zijn in energie (Geusseltbad).
7.5.2 Afgestemd op de behoefte Roermond heeft geen eigen norm vastgesteld wat betreft de benodigde (overdekte) zwemwatercapaciteit, daarom hanteren we voor een inschatting van de afstemming op de behoefte de landelijke norm. Landelijk geldt een kengetal van gemiddelde 55 tot 60 inwoners per m² overdekt zwemwater. De Roerdomp heeft een recreatiebassin, een wedstrijdbassin en een whirlpool en heeft in totaal 671 m2 overdekt zwemwater. Bij een kengetal van 55 tot 60 inwoners per m2 overdekt bassin, zou dat voor Roermond met 57.019 inwoners neerkomen op een oppervlakte van 952 tot 1.036 m2 overdekt zwemwater. Op basis van landelijke kengetallen heeft Roermond ongeveer 300-360 m2 overdekt zwemwater te weinig. Naast 671 m2 overdekt zwemwater heeft De Roerdomp 2.564 m2 buitenbassins. Landelijk geldt een kengetal van 38
Pagina 35
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
inwoners per m2 openlucht zwemwater. Bij De Roerdomp is dat lager met 19 inwoners/m2 buitenbassin. De buitenbassins zijn dus te groot, afgaande op landelijke kengetallen. Oppervlakte buitenbassin
Inwoners verzorgingsgebied
Bosberg
1.508
Swalmen
8.800
5,8
Roerdomp buitenbad
2.564
rest Roermond
48.219
18,8
Totaal
4.072
Totaal
57.019
14,0
Inw/m2 bassin
Aantal inwoners per buitenbassin.
Overigens zal het bezoek bij buitenbaden over een langer tijdvak afnemen, omdat inwoners tegenwoordig veel en veel meer mogelijkheden hebben voor vrije tijd, dan pakweg in de jaren '70 van de vorige eeuw. Landelijk zien we dan ook een sterke daling van het aantal buitenbaden.45 Kijken we naar het gemiddelde bezoek van De Roerdomp in de laatste 5 jaar, dan zijn 118.228 bezoeken per jaar niet hoog. Ten opzichte van de bevolking van de gemeente komen we op een animocijfer van 2,1. Landelijk ligt het gemiddelde voor overdekte zwembaden op circa 4,5. De badbezetting is met 176 bezoekers per m2 per jaar laag. Bij 250 bezoeken per m2 is de badbezetting voldoende en bij 300 is het zwembad echt vol. We zien dus dat qua overdekt zwemwater Roermond ten opzichte van landelijke kengetallen te weinig zwemwater heeft. De bezoekersaantallen en de badbezetting vallen evenwel ook laag uit. Het zou zijn aan te bevelen om te kijken in hoeverre de bezoekcijfers volledig zijn en wat de oorzaken zijn van het tegenvallende bezoek (fysieke aanbod zwemwater, inroostering, aanbod elders et cetera). Qua openlucht zwemwater is het aanbod in Roermond te ruim. Naar aanleiding van dit Rekenkameronderzoek heeft de afdeling Sport en Bewegen maatregelen genomen om de bezoekregistratie van De Roerdomp te verbeteren. Met name groepsbezoek blijkt ondervertegenwoordigd in de bezoekcijfers en de ambtelijke organisatie verwacht dat het bezoekersaantal minstens 50.000 bezoeken hoger kan uitvallen (dus 118.228+ 50.000 = circa 170.000 bezoeken). Bij 170.000 bezoeken is de badbezetting redelijk/voldoende (253 bezoekers per jaar/m2), maar de animo is met 3,0 nog steeds laag (aantal bezoeken/inwoners).
7.5.3 Goed bereikbaar Voor inwoners van Roermond is De Roerdomp goed bereikbaar: een groot deel van Roermond ligt binnen 2 kilometer van het zwembad. De locatie is ook met openbaar vervoer (bushalte) bereikbaar.
7.5.4 Toegankelijk en laagdrempelig De tarieven in De Roerdomp zijn gemiddeld tot laag vergeleken met andere overdekte zwembaden. In doorsnee hebben zwembaden met veel faciliteiten of een commerciële exploitant hogere tarieven dan zwembaden met een gemeentelijke exploitatie en minder uitgebreide faciliteiten. Los
12-baden
Roerdalen, Apollobad
€ 2,70
€ 26,80
Beek, De Haamen
€ 3,10
€ 33,24
45
In 1988 331 openluchtzwembaden tegenover 221 in 2012 (Mulierinstituut/VSG, Zwemmen in Nederland. Utrecht 2013).
Pagina 36
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Brunssum, De Bronspot
€ 3,70
€ 33,60
Venlo, de Wisselslag
€ 3,80
€ 38,40
Roermond, Roerdomp
€ 4,30
€ 43,92
Stein, Steinerbos (nieuw)
€ 4,50
€ 48,60
Horst, De Berkel
€ 4,65
€ 50,22
Kerkrade, D'r Pool
€ 4,70
€ 47,00
Weert, IJzeren Man
€ 5,00
€ 50,00
Maastricht, Geusseltbad (nieuw)
€ 5,20
€ 47,04
Nederweert, Laco sportcentrum
€ 5,50
€ 55,00
Geleen, Glanerbroek
€ 5,50
€ 55,00
Laco sportcentrum Heythuysen
€ 5,50
€ 55,00
Gennep, Pica Mara
€ 5,60
€ 56,00
Tabel 10: Tarieven Roerdomp ten opzichte van andere buitenzwembaden.
7.5.5 Veilige accommodaties Voor zwembad De Roerdomp geldt hetzelfde als het zwembad De Bosberg. Het zwembad moet voldoen aan wet- en regelgeving en wordt daarop gecontroleerd. De afgelopen jaren zijn, mede als gevolg van personele wisselingen, diverse onderhoudswerkzaamheden blijven liggen of uitgesteld. De veiligheid was daarbij niet in het geding, maar het past niet bij een zorgvuldige bedrijfsvoering. De huidige betrokken medewerkers hebben veel aandacht voor veiligheid en momenteel worden diverse tekortkomingen in het onderhoud hersteld.
7.5.6 Efficiëntie De exploitatie van het zwembad De Roerdomp laat een positief saldo zien van € 53.470 in de begroting 2015. Een drietal belangrijke posten zijn niet in de begroting opgenomen: personeelskosten, het eigenarenonderhoud en de rentecomponent van de kapitaallasten. De Roerdomp werkt met 15,2 fte personeel. Normaal is 12.500 bezoeken per fte. In De Roerdomp is sprake van afgerond 7.800 bezoeken per fte en dat is laag. Daarbij aangetekend dat als het bezoek inderdaad 50.000 hoger uitvalt en uitkomt op circa 170.000, de verhouding neerkomt op afgerond 11.200 bezoeken per fte. Wanneer we uitgaan van € 45.000 loonkosten per fte (zonder overhead), dan is de post personeel ongeveer € 684.000.
Afschrijving
Zwembad Bosberg
Zwembad Roerdomp
€ 16.800
€ 211.872
Rente Personeelskosten Uitbestedingen
€ 15.385
Energie
€ 61.567
Water
€ 33.832
Belastingen en heffingen
€ 14.385
Verzekeringen
€ 601
€ 7.712
Materiaal
€ 39.557
Bedrijfshygiëne
€ 68.836
Pagina 37
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Zwembad Bosberg
Zwembad Roerdomp € 83.328
Onderhoud gebruikersdeel Onderhoud eigenaarsdeel
€ 13.825
Promotie
Exploitatiesubsidie
€ 95.361
Totale lasten
€ 112.762
€ 550.299
Entree bezoekers
-€ 391.067
Gebruik verenigingen
-€ 48.662
Gebruik onderwijs
-€ 77.995
Overige baten
-€ 86.045
Totale baten
-€ 603.769
Exploitatiesaldo
€ 112.762
-€ 53.470
Tabel 11: Exploitatie zwembaden (bron: Begroting 2015 afdeling Sport en Bewegen).
Het eigenarenonderhoud is normaal hoger dan het gebruikersonderhoud. In de begroting 2015 is het eigenarenonderhoud van alle gemeentelijke sportaccommodaties begroot op € 188.181. Dat is niet hoog voor 1 combizwembad, 5 sporthallen, 1 gymzaal en diverse sportparken. Het gebruikersonderhoud voor De Roerdomp is voor 2015 begroot op € 83.000 en dat is wel hoog. Normaal hanteert men 0,5% van de bouwkosten. Een redelijke inschatting van de bouwkosten van een combibad is € 8 miljoen. Dat zou een inschatting van € 40.000 opleveren voor jaarlijks gebruikersonderhoud. Uit interviews is gebleken dat divers onderhoud door personele wisselingen enige tijd is uitgesteld en mogelijk verklaart dat het hogere gebruikersonderhoud op dit moment. Als de rentecomponent en het eigenarenonderhoud samen 2 ton bedragen (voorzichtige inschatting), dan is het exploitatietekort tenminste 8 ton46. Het ontbreken van een volledige exploitatie maakt het lastig om zicht te krijgen op de efficiency. Maar afgaande op het lagere bezoekaantal en de geschatte ontbrekende posten, vermoeden we dat de exploitatie niet efficiënt is. Omdat het hier om substantiële posten gaat, adviseren we een completer beeld te krijgen van de exploitatie.
7.6 Watersport Een van de vijf speerpunten (doelen) uit de beleidsvisie, is dat Roermond zich optimaal profileert in de watersport. Er is door de gemeente een keuze gemaakt de profilering van de watersport in GOML verband op te pakken. In de uitvoeringsnota 2010 is aangegeven dat met een groot aantal betrokken partners de komende jaren vorm wordt gegeven aan een ontwikkeling van de Maasplassen. Specifiek wordt voorgesteld een deskundig servicepunt voor de watersport in te stellen, waarbij de uitvoering plaatsvindt binnen het GOML, programmalijn Maasplassen. In de uitvoeringsnota 2010 zelf is daarom geen budget gereserveerd.
46
Reguliere exploitatie - € 53.470, personeelskosten schatten we in op € 684.000, eigenarenonderhoud en rente samen op
€ 203.000.
Pagina 38
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
De programmalijn ‘Maasplassen’ komt voort uit de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (GOML). De betrokken overheden ontwikkelden een integrale aanpak van het gebied, waarbij op duurzame wijze aandacht wordt geschonken aan hoogwaterbescherming, behoud en ontwikkeling van natuur en landschap en de gewenste ontwikkelingen met betrekking tot leisure/ (water)sport, bedrijvigheid en wonen. Deze aanpak is neergelegd in een Masterplan Maasplassen dat in juni 2011 bestuurlijk is vastgesteld. In februari 2014 is op basis hiervan een intergemeentelijke structuurvisie voor het Maasplassengebied vastgesteld. Vanuit het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid is niet gestuurd op verdere profilering van Roermond als watersport gemeente. De profilering van de Maasplassen vindt plaats op een hoger niveau. De ambitie/doelstelling uit de beleidsvisie heeft dus geen uitwerking gekregen in de uitvoeringsnota 2010 die een jaar later is vastgesteld. Direct na het vaststellen van de beleidsvisie kreeg Roermond te maken met grote bezuinigingen. Een aantal doelen in de beleidsvisie is in praktische zin geschrapt. In het uitvoeringsnota 2010 zijn voor de doelen watersport, topsport en topsportevenementen geen of zeer geringe middelen beschikbaar gesteld. Bijstelling van de doelen uit de beleidsvisie heeft niet expliciet plaatsgevonden. Een servicepunt is wel opgericht.
7.7 Topsport en topsportevenementen Twee van de vijf speerpunten (doelen) uit de beleidsvisie richten zich op topsport:
Roermond is dé stad van de topsportevenementen;
Roermond doet mee op het niveau van de topsport.
7.7.1 Topsportevenementen De beleidsvisie is erop gericht dat Roermond zich profileert als sportevenementenstad door jaarlijks het decor te vormen van minimaal twee grootschalige (internationale) topsportevenementen. Deze (meerdaagse) sportevenementen hebben een (inter)nationale uitstraling en kennen een grote publieke belangstelling. De beleidsvisie stelt dat de verankering plaatsvindt binnen het gemeentelijke evenementenbeleid. De financiering van sportevenementen valt onder de verantwoordelijkheid van de afdeling Stedelijke Ontwikkeling. In de uitvoeringsnota 2010 is deze doelstelling drastisch bijgesteld. Binnen het gemeentelijk sportbeleid worden werkzaamheden, gericht op het mogelijk maken van topsportevenementen, niet als kerntaak gezien. In de uitvoeringsnota 2010 is voorgesteld om op kleinere schaal breedtesportevenementen te organiseren en daarvoor een budget beschikbaar te stellen van € 10.000 per jaar. Deze breedtesportevenementen worden jaarlijks georganiseerd, namelijk de straatvoetbaldag en de Roermond City Run. Topsportevenementen zijn in het verleden wel in Roermond geweest (o.a. Eneco-tour), maar de laatste jaren niet of beperkt. Op de (vaste) evenementenkalender van de gemeente (website) staan geen topsportevenementen vermeld.
7.7.2 Topsport-beoefening In 2000 is de handbalclub Swift Roermond opgeheven. De Roermondse voetbalclubs spelen niet in de top van de amateurs. Hockeyvereniging Concordia speelt met ingang van seizoen
Pagina 39
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
2015/2016 in de eerste klasse (onder overgangsklasse en hoofdklasse). Incidenteel zijn er topsportprestaties, maar Roermond doet niet mee op het niveau van topsport. In de uitvoeringsnota 2010 is feitelijk ook afstand genomen van de doelstelling. In de uitvoeringsnota 2010 is voorgesteld dat de gemeente geen proactief beleid voert ten aanzien van talentontwikkeling en topsport. Gelet op de (promotionele) waarde van topsport en aangezien topsport als aanjager van breedtesport geldt, wordt, ter ondersteuning van talentontwikkeling en deelname aan topsport, een beleidsregel opgesteld. Deze beleidsregel (Talentontwikkeling topsport) is in 2012 vastgesteld. Het totale budget bedraagt € 5.000 per jaar.
Pagina 40
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
8
Rol van de gemeenteraad In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de volgende twee onderzoeksvragen: 1. in hoeverre wordt de raad integraal en samenhangend geïnformeerd ten aanzien van de voor de raad relevante uitvoeringspunten uit de uitvoeringsnota 2010 en de update 2015? 2. in hoeverre is de raad in positie gebracht om de indertijd gestelde kaders te heroverwegen?
8.1 Informatievoorziening aan de raad 8.1.1 De informatie die de raad ontvangt De gemeenteraad ontvangt op verschillende wijzen informatie over de uitvoering van het sportaccommodatiebeleid. Ten eerste ontvangt de raad de gebruikelijke documenten uit de Planning & Control cyclus. Het gaat hier om de begroting, de jaarrekening en de bestuursrapportages. In de begroting en jaarrekening wordt op hoofdlijnen gerapporteerd over de uitvoering van en uitgaven voor sport. De raad heeft zodoende via de begroting en jaarrekening inzicht in de uitgaven voor sport per jaarschijf. Naast de P&C documenten ontvangen de raad en raadscommissies ook informatie via commissie- en raadsvoorstellen, raadsinformatiebrieven, commissie-informatiebrieven, en schriftelijke mededelingen. Deze voorstellen, brieven en mededelingen betreffen informatie over specifieke gevallen, voornamelijk de uitvoering en stand van zaken na aanleiding van actuele ontwikkelingen.47 De raad is middels deze documenten in de frequentie van het plaatsvinden van de vergaderingen van de commissie Burgers en Samenleving geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering. Tenslotte maakt de raad ook met enige regelmaat gebruik van het recht het college vragen te stellen en ontvangt de raad van het college hierop schriftelijke antwoorden. 48 Ook deze vragen en antwoorden hebben veelal betrekking op specifieke gevallen naar aanleiding van actuele ontwikkelingen.
47
Zo heeft het college de commissie Burgers en Samenleving bijvoorbeeld geïnformeerd over een conceptbrief aan voetbalvereniging RFC, over terugkeer van de vereniging naar Roermond47 en heeft de portefeuillehouder tijdens commissiemededelingen in december 2012 de stand van zaken geschetst met betrekking tot de samenwerking tussen v.v. Swalmen en v.v. BoekelBoekoel, zwembad De Roerdomp en sportpark Wolfsberg. (Commissievoorstel Verzoek voetbalvereniging RFC voor terugkeer naar Roermond, 12 mei 2015.)
48
Zo heeft het college in 2011 in antwoord op vragen van de PvdA fractie aangegeven dat de norm van 2.000 uur voor Sporthal Swalmen niet gehaald wordt en wat de financiële consequenties hiervan zijn, heeft het college in 2013 antwoord gegeven op vragen over de subsidie voor Judovereniging Kai in Sho en heeft het college in 2014 vragen beantwoord over het samengaan het van VV Swalmen en VV BoekelBoekoel, en over de renovatie van het hoofdveld van VV Swalmen. (Brief college betreffende Artikel-43 vragen inzake bezettingsnorm sporthal Swalmen, 19 september 2011; Brief college betreffende Artikel 43-vragen inzake subsidies/tegemoetkomingen in de sport, 19 februari 2013; Artikel 43vragen inzake sportpark De Bosberg in Swalmen, 25 maart 2014; Artikel 43 vragen van de raadsleden A. Peters, D. Franssen, H. Hutjens en J. Puper (fractie LVR) inzake sportpark De Bosberg in Swalmen.', 18 maart 2014.)
Pagina 41
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
8.1.2 Tekortkomingen in het beeld van de raad Ondanks het feit dat de raad via meerdere bronnen geïnformeerd wordt over de uitvoering van het sportaccommodatiebeleid is het beeld van de raad niet compleet. De raad krijgt vooral beperkt zicht op het langjarig perspectief. Dit heeft twee redenen. Ten eerste wordt er in de P&C documenten geen onderscheid gemaakt tussen uitgaven voor sportaccommodaties en uitgaven voor sportstimulering. Ten tweede wordt er niet gerapporteerd over de inhoudelijke voortgang van de uitvoering ten opzichte van de speerpunten uit de beleidsvisie. Geen onderscheid tussen sportaccommodaties en sportstimulering Ten eerste heeft de raad via de P&C cyclus wel inzicht in de uitgaven voor sport, maar betreft dit inzicht een combinatie van uitgaven voor sportaccommodaties en sportstimulering. In gesprekken met medewerkers wordt aangegeven dat de tekorten plaatsvinden bij sportaccommodaties en niet bij sportstimulering. De begroting en jaarrekening geven de raad op dit niveau echter geen specifiek inzicht. Uit het gesprek met de raadsleden komt naar voren dat zij ook beperkt zicht hebben op de structurele aard van de tekorten voor sport. De raadsleden onderkennen dat de tekorten op het sportbeleid voor een groot deel het gevolg zijn van de uitkomst van de kerntakendiscussie. De raadsleden geven ook aan dat een aantal van de ingeboekte bezuinigingen niet realistisch zijn. Enkele raadsleden geven daarbij echter aan dat met het ter beschikking stellen van extra budget voor het gelijktrekken van het onderhoudsniveau deze bezuinigingen niet langer uitgevoerd hoeven worden. Vanuit de ambtelijke organisatie wordt echter aangegeven dat de extra middelen voor gelijktrekken van het kwaliteitsniveau van onderhoud een eenmalige impuls betreft en dat hiermee de structurele tekorten niet opgelost worden. Het beperkte inzicht van de raad in het meerjarige karakter van de tekorten is deels inherent aan de wijze waarop in de begroting per jaarschijf gerapporteerd wordt. De P&C documenten bevatten alle gegevens die de raad nodig heeft om de tekorten op sport over meerdere jaren te volgen, maar de stukken bevatten geen integraal overzicht van de ontwikkeling van de tekorten over een aantal jaren en de oorzaken hiervan. Het ligt in de aard van de P&C documenten dat de lezer een dergelijke reconstructie zelf moet maken op basis van de gegevens uit de P&C cyclus. Beperkte rapportage over inhoudelijke voortgang Ten tweede heeft de raad beperkt inzicht in de inhoudelijke voortgang op de uitvoeringspunten en in de wijze waarop deze voortgang bijdraagt aan het bereiken van de beleidsspeerpunten. Omdat in de uitvoeringsnota 2010 de ambitie reeds is bijgesteld als gevolg van de bezuinigingen voortkomend uit het collegeprogramma 2010, zijn niet alle speerpunten met eenzelfde prioriteit vertaald naar uitvoeringspunten. Hierdoor is er geen volledige consistentie tussen de uitvoeringsnota 2010 en de beleidsvisie. In de uitvoeringsnota in 2015 is de verbinding met de speerpunten van de beleidsvisie helemaal niet meer gelegd. Hierdoor geven de uitvoeringsnota's de raad beperkt zicht op hoe de uitvoering van de uitvoeringspunten bijdraagt aan realisatie van de speerpunten van de beleidsvisie. Bij het opstellen van de geactualiseerde uitvoeringsnota 2015 is er geen aparte evaluatie uitgevoerd van de 38 uitvoeringspunten in de uitvoeringsnota van 2010. De uitvoeringsnota 2015 geeft alleen een stand van zaken op dit moment, en bevat geen volledige beschrijving van de uitvoering in de jaren 2010-2015. Hierdoor heeft de raad geen zicht in de mate waarin de
Pagina 42
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
uitvoering overeenkomt met de uitvoeringsnota 2010. Door het ontbreken van een evaluatie van de uitvoeringsnota 2010 heeft de raad ook geen inzicht gekregen in de wijze waarop de uitgaven zich verhouden tot de uitvoering over de afgelopen jaren. Tenslotte heeft de raad, onder andere door het ontbreken van een evaluatie, geen overzicht ontvangen van recente trends en ontwikkelingen die van belang zijn voor het beleid en de uitvoering. Bij deze opmerkingen moet overigens ook geconstateerd worden dat de raad in de periode 2010-2015 in slechts één geval nadrukkelijk om dergelijke ontbrekende informatie heeft gevraagd. Dit betrof de motie van eind 2014 waarin de raad vroeg om een update van de uitvoeringsnota en inzicht in de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering. 49 Ook in deze motie heeft de raad echter niet expliciet gevraagd om een evaluatie van de voortgang ten opzichte van de beleidsvisie.
8.2 Kaderstelling door de raad 8.2.1 de wijze waarop de raad kaders stelt Zoals in hoofdstuk 3 beschreven heeft de raad verschillende beleidskaders vastgesteld voor het sportaccommodatiebeleid. Zo heeft de raad de beleidsvisie vastgesteld, en heeft de raad in 2010 de uitvoeringsnota 2010 vastgesteld. Dit jaar heeft de raad tevens de uitvoeringsnota 2015 vastgesteld voor de jaren 2015-2020. Na het vaststellen van de beleidsvisie in 2009 heeft de raad op basis van het coalitieprogramma van 2010 keuzes gemaakt over bezuinigingen. Vervolgens heeft de raad de kerntakendiscussie gevoerd. De uitkomst hiervan had flinke consequenties voor de financiële kaders van het sportbeleid. Bij het doorlopen van de kerntakendiscussie heeft de raad echter geen nieuwe inhoudelijke kaders gesteld voor het sportbeleid. De doelstellingen van het sportbeleid, zoals verwoord in de beleidsvisie en de uitvoeringsnota 2010 bleven dus gehandhaafd. Raadsleden geven hierover in het interview aan dat een dergelijke keuze voor de raad geen item is geweest. Ook heeft de raad hierover van het college geen voorstellen ontvangen. De kerntakendiscussie was zo veelomvattend dat er geen specifieke aandacht is geweest voor de consequenties van de bezuinigingen op sport voor de inhoudelijke doelstellingen. Het ambitieniveau in de beleidsvisie is daarom niet aangepast. Daarbij speelde voor de raad ook mee dat een aantal andere onderwerpen in verhouding tot sport een hogere prioriteit had. Hierover is ook meermaals overleg gevoerd met de Sportraad. Naast vaststelling van de algemene kaders door middel van de beleidsvisie en de uitvoeringsnota's, heeft de raad ook via moties en amendementen aan het college richtlijnen meegegeven voor uitvoering van het sportaccommodatiebeleid met betrekking tot specifieke gevallen. Zo hebben raadsleden op meerdere momenten moties of amendementen ingediend om steun te vragen voor specifieke verenigingen of initiatieven. Deze moties en amendementen lijken zich in de tijd te concentreren rondom twee momenten. Ten eerste zijn er meerdere moties en amendementen ingediend rondom de begroting van 2010, waar op basis van het college uitvoeringsprogramma de eerste bezuinigingen zijn
49
Motie inventarisatie en gelijkschakeling kwaliteitsniveau sportaccommodaties, 13 november 2014.
Pagina 43
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
doorgevoerd. Voorbeelden hiervan zijn amendementen betreffende het promoten van straatvoetbal, of uitbreiding van een sportpark.50 Ten tweede zijn er vanuit de raad moties ingediend over de bezuinigingen als gevolg van de kerntakendiscussie. Zo is er een motie ingediend om schoolzwemmen mogelijk te blijven maken,51 het behoud van sporthallen in de buurt,52 en het heroverwegen van de lastenverzwaring voor verenigingen.53 Ook zijn er rondom de kerntakendiscussie en bezuinigingen verschillende moties ingediend om het college te verzoeken wat betreft de gewenste reductie van het aantal voetbalaccommodaties verenigingen niet tot verhuizing of opheffing te dwingen.54 In de jaren 2012 en 2013 is de raad minder actief betrokken vanuit zijn kaderstellende rol op het vlak van het sportbeleid. In deze jaren worden er geen moties of amendementen ingediend. In 2014 wordt er door de raad echter unaniem een motie aangenomen met betrekking tot de gelijkschakeling van het kwaliteitsniveau van sportaccommodaties. 55 In deze motie geeft de raad aan gelijkschakeling van het kwaliteitsniveau van sportaccommodaties na te streven. Als gevolg van deze motie stelt de raad eenmalig € 450.000 extra beschikbaar om onderhoudsachterstanden in te lopen. Daarnaast zijn er in 2014 moties ingediend over de renovatie van een voetbalveld en sport op school.56 In het interview geven raadsleden aan dat de raad hoofdzakelijk op reactieve wijze bij het sportbeleid betrokken is. Dit beeld komt overeen met de wijze waarop de raad bij de kaderstelling voor het sportaccommodatiebeleid betrokken is. De raad is vooral op momenten dat bezuinigingsronden aan de orde zijn of op het moment dat er signalen worden afgegeven door verenigingen betrokken bij het sportbeleid door het indienen van moties en amendementen. De raadsleden geven in het interview tevens aan dat zij op de hoogte zijn van de tekorten op de begroting voor sport. Zij geven aan dit niet als een structureel probleem te zien. Ook geven enkele raadsleden aan in de veronderstelling te zijn dat de grootste financiële problemen zijn opgelost met het beschikbaar stellen van € 450.000 voor uitvoering van de motie gelijkschakeling kwaliteitsniveau sportaccommodaties.
50
Amendement nationale straatvoetbaldag / Stichting Tigers. VVD, CDA, PvdA, Demokraten Swalmen, GL, 11 november 2010; Amendement uitbreiding sportpark De Wolfsberg, 6 december 2010.
51
Motie schoolzwemmen, GL, 10 november 2011.
52
Motie sport en bewegen in de buurt, PvdA, 10 november 2011.
53
Motie inzake lastenverzwaring sportverenigingen, VVD, 11 november 2012.
54
Motie inzake belonen krachtenbundeling sportverenigingen, VVD, 11 november 2010; Motie Sportpark VV Boekoel, Demokraten Swalmen 25 juni 2011; Motie voetbalclub Boekoel, PvdA, 25 juni 2011; motie sportpark Hoenderberg, PVDE, 25 juni 2011.
55
Motie inventarisatie en gelijkschakeling kwaliteitsniveau sportaccommodaties, LVR, CDA, GL, VVD, DS, PvdA, D66 en SPR, 13 november 2014.
56
Motie Hoofdveld v.v. Swalmen, LVP en Demokraten Swalmen, 13 november 2014; Motie Sport op School, GL, 13 november 2014.
Pagina 44
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
8.2.2 Kansen voor nieuwe kaderstelling De raad ziet kansen voor het stellen van nieuwe kaders in de toekomst. Uit het interview met raadsleden komt naar voren dat de raadsleden beseffen dat het beleid sterk om sportaccommodaties draait, en dat er hierdoor een sterke link bestaat met georganiseerd en in verenigingsverband sporten. De raadsleden zijn zich ervan bewust dat individuele sporters niet verbonden zijn aan een verenigingsverband en daardoor geen spreekbuis hebben. De raadsleden zijn van mening dat er wel een kans ligt om te kijken of er ook bij individueel sportende inwoners een behoefte is aan ondersteuning vanuit de gemeente. In dit verband vragen de raadsleden zich af of met het oog op de toekomst de beleidsvisie wellicht moet worden herzien. Ook geven de raadsleden aan dat de raad er naar de toekomst voor moet zorgen dat de uitvoering binnen de begrotingskaders kan plaatsvinden. Als er aanleiding is om de begrotingskaders te verruimen, dan moet de raad daarover besluiten. De raadsleden geven aan dat de raad zich daarbij de vraag moet stellen: wat mag sport kosten? En dat deze vraag ook in relatie tot leefbaarheid en gezondheid beantwoord moet worden. Daarbij moet de raad volgens enkele raadsleden ook kijken naar nieuwe samenwerkingspartners om de exploitatie van sportaccommodaties meer rendabel te maken.
Pagina 45
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
9
Conclusies In dit hoofdstuk zetten we per onderzoeksvraag de conclusies uiteen. 1. Wat zijn de gemeentelijke beleidsdoelstellingen met betrekking tot sport accommodaties? Het gemeentelijk sportaccommodatiebeleid wordt niet door alle betrokkenen als transparant ervaren. Dit komt doordat de wijze waarop de gemeente de verenigingen financieel ondersteunt grotendeels historisch is gegroeid. Hierdoor waren er tot voor kort grote verschillen tussen ondersteuning aan verenigingen. De laatste jaren is gewerkt aan een gelijkschakeling, maar nog niet alle verschillen zijn weggenomen. De beleidsvisie is in interactie met het veld opgesteld, daarna is het beleid ook aan alle partijen toegezonden. Inmiddels is het beleid niet meer bij alle betrokkenen bekend. De gemeente heeft in de beleidsvisie 5 speerpunten vastgesteld: kwalitatief hoogwaardige accommodaties, watersport, topsportevenementen, topsport, en toegankelijke sportaccommodaties. Deze doelstelling zijn slechts beperkt concreet, meetbaar en tijdgebonden gemaakt. Duurzaamheid is geen expliciet onderdeel van de gemeentelijke beleidsvisie. 2. Hoe zijn de beleidsdoelen vertaald naar de uitvoeringsnota? De beleidsdoelen uit de beleidsvisie zijn niet consequent vertaald naar de uitvoeringsnota 2010. De uitvoeringsnota 2010 (en ook de uitvoeringsnota 2015) bevat hoofdzakelijk uitvoeringspunten met betrekking tot speerpunt 1 van de beleidsvisie. De andere speerpunten zijn slechts zeer beperkt uitgewerkt in uitvoeringspunten. Op basis van de geplande actielijnen kan daarom niet verwacht worden dat de beleidsdoelstelling voor 2020 worden gehaald. De bezuinigingen in 2010 en als gevolg van de kerntaken discussie in 2011 vormen een belangrijke reden voor de gebrekkige doorvertaling van de beleidsvisie naar de uitvoeringsnota 2010 (en 2015). Door de bezuinigingen zijn de doelstellingen op de 5 speerpunten deels expliciet (in de uitvoeringsnota 2010) en deels impliciet bijgesteld. Als gevolg van de bezuinigingen is er tevens sprake van structurele tekorten op de sportbegroting. Geconcludeerd moet worden dat de financiële kaders niet meer overeenkomen met de beleidsdoelstellingen en dat de ambities zoals in de beleidsvisie verwoord daarom niet haalbaar zijn. 3. In hoeverre is bij het opstellen van het beleid en de uitvoeringsnota (en herzieningen hiervan) rekening gehouden met relevante trends en ontwikkelingen? Het college en de ambtelijke organisatie hebben trends en ontwikkelingen na 2009 slechts zeer beperkt geactualiseerd in het sport(accommodatie)beleid.
Pagina 46
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Bij het opstellen van de beleidsvisie in 2009 is een analyse gemaakt van een aantal relevante ontwikkelingen. (De link met welzijn, onderwijs en gezondheid is hier niet nog niet in meegenomen.) Sindsdien is hier geen systematische aandacht aan besteed, ook niet in de update uitvoeringsnota 2015. Mede hierdoor is een aantal relevante landelijke ontwikkelingen (zoals meer individueel sporten en een duidelijker link met welzijn en gezondheid) nog niet in het huidige beleid opgenomen. In de uitvoeringsnota's wordt een sterk accent op beheersmatige zaken gelegd. Het huidige sportaccommodatiebeleid richt zich daardoor teveel op de georganiseerde sport, en accommodaties. Ook heeft de gemeente de opgave volledig bij zichzelf gelegd en niet samen met de verenigingen opgepakt. 4. In hoeverre zijn de genoemden speerpunten en uitgangspunten nog steeds actueel? De speerpunten zijn zowel inhoudelijk, als op basis van de financiële kaders aan herziening toe. Inhoudelijk gaat het sportaccommodatiebeleid niet in op recente ontwikkelingen op het vlak van de verbinding tussen sport en andere terreinen als welzijn, onderwijs en gezondheid. Ook sluit de beleidsvisie nog niet aan bij de recente trend dat er meer individueel en buiten verenigingsverband wordt gesport. Als gevolg van de bezuinigingen sluiten de ambities zoals in de speerpunten verwoord ook niet meer aan bij de beschikbare financiële middelen. 5. In hoeverre is het beleid uitgevoerd conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma? Er heeft geen specifieke evaluatie plaatsgevonden van de beleidsuitvoering over de periode 2010-2015. Er is daardoor geen verband te leggen tussen de uitvoeringsnota 2010, de uitvoeringsnota 2015 en de beleidsvisie. Hierdoor ontbreekt dus een integraal inzicht in de voortgang in de uitvoering ten opzichte van de speerpunten in de beleidsvisie. Op basis van gesprekken met medewerkers kan geconcludeerd worden dat de uitvoeringsnota 2010 grotendeels conform planning is uitgevoerd of nog in uitvoering is. Wel is er sprake van enig achterstallig onderhoud. Ook moet geconcludeerd worden dat de uitvoering niet in lijn is met de beleidsvisie, omdat de beleidsvisie niet consequent is uitgewerkt in de uitvoeringsnota 2010 (zie de conclusie bij deelvraag 2). 6. In hoeverre is de geplande beleidsuitvoering voor de periode 2015-2020 conform de beleidsdoelstellingen en het uitvoeringsprogramma? De geplande beleidsuitvoering voor de periode 2015-2020 komt niet overeen met de beleidsvisie. De uitvoeringsnota 2015 omvat vrijwel alleen uitvoeringspunten op speerpunt 1 en speerpunt 5 van de beleidsvisie en is daarmee eenzijdig. Aan de andere speerpunten wordt in de uitvoeringsnota 2015 nauwelijks aandacht besteed. Ook maakt de uitvoeringsnota 2015 niet duidelijk op welke wijze uitvoering van de uitvoeringspunten bijdraagt aan het bereiken van de gemeentelijke beleidsvisie.
Pagina 47
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
7. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doeltreffend? Het sportbeleid is met betrekking tot speerpunt 1 en speerpunt 5 van de beleidsvisie grotendeels doeltreffend te noemen. De kwaliteit van de accommodaties die de burgers van Roermond ter beschikking hebben, en het aantal accommodaties en de diversiteit in het aanbod is voldoende tot goed te noemen. Ook liggen de tarieven in Roermond laag in vergelijking met andere gemeenten en zijn de accommodaties goed verspreid over de gemeente. Hierdoor is sprake van een goede toegankelijkheid. Niet op alle punten worden de doelen onder speerpunt 1 en speerpunt 5 behaald. De reductie van het aantal gemeentelijke voetbalaccommodaties naar 4 is niet behaald. Het beleid is met betrekking tot de andere drie speerpunten echter niet doeltreffend. Vooral wat betref watersport en topsport worden de beleidsdoelstellingen niet gehaald en kan het niet verwacht worden dat de doelstellingen in 2020 behaald zullen zijn. 8. In hoeverre is het beleid ten aanzien van sportaccommodaties doelmatig? De uitvoering van het sportaccommodatiebeleid is gedeeltelijk doelmatig te noemen. Op basis van de beschikbare informatie beoordelen we de exploitatie van de binnensport als efficiënt. Voor het onderhoud van de buitensportaccommodaties geldt dat eveneens, met de kanttekening dat er sprake is van een overcapaciteit aan voetbalvelden. Dit komt onder meer door het niet behalen van de doelstelling het aantal voetbalaccommodaties tot 4 te reduceren. De exploitatie van de openlucht zwembaden is niet efficiënt, omdat zowel de buitenbassins van de Roerdomp als De Bosberg overgedimensioneerd zijn voor hun verzorgingsgebied. De doelmatigheid van het beleid is ten aanzien van het overdekte zwembad De Roerdomp onduidelijk, vanwege het ontbreken van volledige bezoekerscijfers. Daarnaast geeft de sportbegroting een vertekend beeld wat betreft doorberekening van overheadkosten. In de huidige begrotingssystematiek krijgt de afdeling Sport en bewegen een onevenredig groot deel van de personeelskosten van de gemeentelijke organisatie als geheel doorberekend. Ook zijn er enkele posten in de begroting opgenomen die strikt gesproken betrekking hebben op cultuur of veiligheid. Verder moet vermeld worden dat de personele capaciteit van de afdeling beperkt is in relatie tot het takenpakket. Hierdoor is het voor betreffende medewerkers niet mogelijk om naast (urgente) uitvoerende taken ook proactief met beleidsontwikkeling bezig te zijn. 9. In hoeverre wordt de raad integraal en samenhangend geïnformeerd ten aanzien van de voor de raad relevante uitvoeringspunten uit de uitvoeringsnota 2010 en de update 2015? De raad ontvangt via de P&C documenten alle noodzakelijke informatie over sport op programmaniveau. Door het ontbreken van een evaluatie van de uitvoeringsnota heeft de raad echter geen inzicht in de bijdrage van de uitvoeringsnota 2010 aan het bereiken van de
Pagina 48
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
beleidsdoelstellingen uit de beleidsvisie. Ook heeft de raad hierdoor geen inzicht in de verhouding tussen uitgaven en beleidsresultaten. Ook is de raad sinds vaststelling van de beleidsvisie in 2009 niet meer integraal geïnformeerd over trends en ontwikkelingen. 10. In hoeverre de raad in positie is gebracht om de indertijd gestelde kaders te heroverwegen? Het college heeft de raad aan de hand van de update van de uitvoeringsnota niet meegenomen in te maken beleidskeuzes op het vlak van het sportbeleid. Ook heeft het college de raad tussentijds niet geïnformeerd over relevante trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op het sportbeleid. De raad zelf is incidenteel en op reactieve wijze betrokken bij het sportaccommodatiebeleid na aanleiding van bezuinigingen of signalen vanuit verenigingen. Hierdoor is er sprake is van slechts op deelgebieden en in individuele cases en geenszins proactief handelen.
Pagina 49
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Bijlage 1 Bestudeerde documenten
Activa 2014 product Sport.
Afdelingsbegroting 2015, Afdeling Sport en Bewegen, gemeente Roermond.
Amendement nationale straatvoetbaldag / Stichting Tigers. VVD, CDA, PvdA, Demokraten Swalmen, GL, 11 november 2010; Amendement uitbreiding sportpark De Wolfsberg, 6 december 2010.
Artikel 43-vragen inzake sportpark De Bosberg in Swalmen, 25 maart 2014; Artikel 43 vragen van de raadsleden A. Peters, D. Franssen, H. Hutjens en J. Puper (fractie LVR) inzake sportpark De Bosberg in Swalmen.', 18 maart 2014.
Begroting 2012.
Begroting 2013.
Begroting 2014.
1e Bestuursrapportage 2013.
2e Bestuursrapportage 2013.
1e Bestuursrapportage 2014.
2e Bestuursrapportage 2014.
Bezetting Recreatiebad.
Bezetting Wedstrijdbad.
Bezoekersaantal per jaar.
Brief college betreffende Artikel-43 vragen inzake bezettingsnorm sporthal Swalmen, 19 september 2011.
Brief college betreffende Artikel 43-vragen inzake subsidies/tegemoetkomingen in de sport, 19 februari 2013.
Collegebesluit artikel-43 vragen van de fractie LVR, inzake sportpark De Bosberg in Swalmen.
Collegebesluit aanbesteding zoutelectrolyse voor zwembad De Roerdomp.
Collegebesluit beschikbaar stellen van het krediet voetbaldoelen-2015.
Collegebesluit huurovereenkomsten en energievraagstuk.
Collegebesluit beschikbaar stellen krediet groot onderhoud sportvloeren Jo Gerrrishal en beregeningsinstallatie De Wijher.
Collegebesluit beheer en schoonmaakonderhoud sporthal Swalmen.
Commissie-informatiebrief n.a.v. motie inventarisatie en gelijkschakeling kwaliteitsniveau sportaccommodaties, 22 januari 2015.
Commissie-informatiebrief uitvoeringsnota Sportaccommodaties 2010, 10 maart 2011.
Commissievoorstel Verzoek voetbalvereniging RFC voor terugkeer naar Roermond, 12 mei 2015.
Intentieverklaring steunpunt watersport Roermond, 17 juli 2012.
Jaarrekening 2012.
Jaarrekening 2013.
Jaarrekening 2014.
Mulierinstituut/VSG, Zwemmen in Nederland. Utrecht 2013.
Motie sport en bewegen in de buurt, PvdA, 10 november 2011.
Motie inzake lastenverzwaring sportverenigingen, VVD, 11 november 2012.
Pagina 1
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Motie inzake belonen krachtenbundeling sportverenigingen, VVD, 11 november 2010; Motie Sportpark VV Boekoel, Demokraten Swalmen 25 juni 2011; Motie voetbalclub Boekoel, PvdA, 25 juni 2011; motie sportpark Hoenderberg, PVDE, 25 juni 2011.
Motie inventarisatie en gelijkschakeling kwaliteitsniveau sportaccommodaties, LVR, CDA, GL, VVD, DS, PvdA, D66 en SPR, 13 november 2014.
Motie Hoofdveld v.v. Swalmen, LVP en Demokraten Swalmen, 13 november 2014; Motie Sport op School, GL, 13 november 2014.
Motie schoolzwemmen, GL, 10 november 2011.
NOC*NSF, Ledental-rapportages jaargang 2002 t/m 2013. Arnhem 2003-2014.
Raadsbesluit kerntaken discussie, 25 juni 2011.
Raadsbesluit update uitvoeringsnota sportaccommodaties, 14 april 2015.
Raadsvoorstel vaststelling visiedocument.
Rapportage Sport 2014, SCP. Den Haag januari 2015.
Rekening 2013 totaal Sport en Bewegen.
Rekening 2014 totaal Sport en Bewegen.
Rekening cultuur technisch onderhoud accommodaties via BOR 2013.
Rekening cultuur technisch onderhoud accommodaties via BOR 2014.
Rekening sportaccommodaties 2013.
Rekening sportaccommodaties 2014.
Sport & Bewegen - uitgebreide planning - 10 jaar budget eigenaar.
Sport & Bewegen - uitgebreide planning - 10 jaar budget s&b.
Uitvoeringsnota Sportaccommodaties 2010.
Update Uitvoeringsnota Sportaccommodaties 2015.
Visiedocument sportaccommodaties 2020.
Welzijnsvisie Roermond, 2012.
Pagina 2
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Bijlage 2 Gesprekspartners Raadsleden
Bert Ramakers (DS)
Jos Vervuurt (griffier)
Jan Puper (LVR)
Marc Breugelmans (CDA)
Marij Cox-Sevenich (CDA)
Max Tollenaar (GL)
Tirza Houben (Commissielid, PvdA)
Wethouder
Gerard IJff, portefeuillehouder wijkontwikkeling, sociale zaken en sport)
Ambtelijke organisatie
Ellen Conjaerts, teamleider Sportservice (sportstimulering)
Ivette Creemers, medewerkers beleidsondersteuning afdeling Sport en Bewegen
Wim Kaldenhoven, concerncontroller
Patrick Kranenbroek, teamleider Sportaccommodaties
Peter Marx, directeur Burgers en Samenleving
Marcel Peusen, hoofd afdeling Sport en Bewegen
Jan Stultiens, beleidsmedewerker Welzijn
Jules Toebosch, jurist vastgoed bij Juridische zaken en Eigendommen
Stichting Sportraad Roermond
de heer P. Niesten
de heer A. Rikken
de heer A. de Ponti
de heer W. Carelse
Pagina 1
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Bijlage 3 Extra meetpunten onderzoeksvragen 7 en 8; doeltreffendheid en doelmatigheid Op basis van deze meetpunten is de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid te beoordelen. Omdat voor aanvang van het onderzoek niet bekend is welke informatie binnen de gemeente beschikbaar is, is gekozen voor een breed spectrum van meetpunten. Het is mogelijk dat niet voor alle aspecten adequate informatie beschikbaar is. Algemeen 1
De gemeente heeft uitvoering gegeven aan de 38 actiepunten in de uitvoeringsnota en de evaluatie is daarop afgestemd. Speerpunt 1: Kwalitatief hoogwaardige accommodaties afgestemd op behoefte en schaalgrootte
2
3
4
De binnensportaccommodaties voldoen aan de normen genoemd in het Handboek Sportaccommodaties van NOC*NSF, zoals afmeting zaaldelen, vrije uitloop, vrije hoogte, aantal en afmeting kleedkamers per zaaldeel, een schone schoenengang, afmeting en hoogte bergingen per zaaldeel De nagalm in binnensportaccommodaties voldoet aan de wettelijke normen, ter voorkoming van o.a. gehoorschade en voor een goede sporttechnische functionaliteit. De gemeente heeft indien nodig akoestische maatregelen doorgevoerd/aangebracht in sporthallen. De gemeente hanteert een meerjarenonderhoudsplan voor het onderhoud van gemeentelijke binnensportaccommodaties, zwembaden en gemeentelijke sportvelden.
5
De sportaccommodaties zijn kwalitatief van hoogwaardig niveau.
6
In de gemeentelijke onderwijsverordening hanteert de gemeente minimaal de VNG-norm van 21x12 meter en 5,5 meter vrije hoogte voor een gymzaal.
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Sportaccommodaties zijn zoveel mogelijk multifunctioneel ingericht en/of geclusterd met andere voorzieningen waardoor multifunctioneel gebruik wordt bevorderd.
De gemeente hanteert reële afschrijvingstermijnen bij het activeren van investeringen in sportaccommodaties die gerelateerd zijn aan de technische levensduur. De gemeentelijke sportaccommodaties (of met gemeentemiddelen ondersteund), zijn afgestemd op de behoefte en schaalgrootte. De gemeente heeft duidelijke beleidsregels opgesteld wanneer uitbreiding of inkrimpen van sportaccommodaties wenselijk is en wanneer de gemeente daartoe overgaat. De gemeente bewaakt de benodigde kwantiteit en kwaliteit van de sportaccommodaties in de gemeente. De gemeente is transparant welke richtlijnen zij hanteert om de benodigde kwantiteit en kwaliteit van de sportaccommodaties vast te stellen. De gemeente vervult een duidelijke regierol bij het aanbieden en in stand houden van sportaccommodaties. Speerpunt 2: Optimale profilering watersport
19 20 21
Roermond geniet volgens VVV, watersportverenigingen en watersportverbond internationale bekendheid als watersportparadijs. Er is een deskundig steunpunt voor watersport aanwezig en dit steunpunt is actief in de profilering van Roermond als watersportgemeente. De (water)sportaccommodaties zijn uitgerust en geschikt voor de organisatie van (meerdaagse) sportevenementen.
Pagina 1
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
22
Jaarlijks is een meerdaagse watersportevenementen georganiseerd in de periode 2010-2015. Speerpunt 3: Stad van de topsportevenementen
23
Het topsportevenementenbeleid is verankerd binnen het gemeentelijke evenementenbeleid.
24
Roermond profileert zich als evenementenstad door jaarlijks het decor te vormen van minimaal 2 grootschalige (internationale) topsportevenementen. Speerpunt 4: Doet mee op niveau topsport
25 26
Er is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van een gemeentelijk topsportbeleid, inclusief de haalbaarheid van een gezamenlijke midden-Limburgse topsportaccommodatie. De profilering als topsportgemeente is door onvoldoende middelen in de uitvoeringsnota geschrapt. Speerpunt 5: Sportaccommodaties voor alle burgers goed bereikbaar, toegankelijk, laagdrempelig en veilig
27
De accommodaties zijn goed bereikbaarheid en toegankelijk.
28 29 30 31
De accommodaties zijn toegankelijk voor sporters en toeschouwers met een beperking.
32 33 34 35 36 37 38
Sportaccommodaties beschikken over een gebruiksvergunning, een ontruimingsplan en een logboek. In zwembaden en sporthallen worden jaarlijks BHV/ontruimingsoefeningen gehouden en is een calamiteitenplan aanwezig. Er is jaarlijks inspectie op installaties en machines door erkende bedrijven. De aanwezige materialen, gymnastiek-, speel- en attractietoestellen worden jaarlijks gekeurd en vallen onder een onderhoudscontract. Bij sporthallen en zwembaden is een logboek legionella aanwezig en is een risico-inventarisatie opgesteld en werkt men volgens het beheersplan. In sporthallen en zwembaden is een schoonmaakplan aanwezig, is de beheerder bekend met schoonmaakmethoden en is de accommodatie schoon. De tarieven die de gemeente hanteert (en de ontwikkeling tot 2018) zijn laagdrempelig. Exploitatie (doelmatigheid) en organisatie
39 40 41 42
De exploitatie van de sportaccommodaties is efficiënt (vergeleken met landelijke ervaringscijfers). De bezetting van de sportaccommodaties is efficiënt (op basis van planningsnormen voor de buitensport en vergeleken met landelijke ervaringscijfers voor binnensport en zwemsport). De gemeente controleert of exploitatiebijdragen aan verenigingen worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn. De gemeente heeft een adequate organisatie en instrumentarium om het sportaccommodatiebeleid te kunnen uitvoeren.
Pagina 2
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Bijlage 4 Overzicht uitvoeringspunten per speerpunt In onderstaande tabel is een overzicht gegeven van het aantal uitvoeringspunten per speerpunt. Speerpunten Uitvoeringspunten
1: 2: Kwalitatief Watersport hoogwaar dige accommod aties
01 Naar een uniform gemeentelijk binnen- en buitensportaccommodatiebeleid.
X
02 Subsidie bij groot onderhoud/renovatie in geval van geprivatiseerde accommodatie.
X
03 Herziening tarievenbeleid gemeentelijke sportaccommodaties.
X
04A en 04B Kwaliteit parkeerplaatsen/fietsenstallingen bij sportaccommodaties.
X
05 Regionale visie aanbod sportaccommodaties.
X
06 Haalbaarheidsonderzoek ten behoeve van zwembad De Roerdomp.
X
07 Kwaliteit zwembad De Roerdomp.
X
08 Bestrijden overlastgevend gedrag zwembad De Roerdomp.
X
09 Verhogen inkomsten zwembad De Roerdomp.
X
10 Monitoren bezetting gemeentelijke sporthallen in Roermond.
X
11 Actie bij daling bezetting van een sporthal tot beneden 2000 uren per jaar.
X
12 Uitbreiding sporthal Jo Gerris met toestellenberging.
X
13 Bestrijden overlastgevend gedrag sporthallen.
X
14 Reclamebeleid gemeentelijke sportaccommodaties.
X
15 Tarieven sporthallen/gymnastieklokaal Hoogvonderen.
X
16 Afstemming gebruik van in Roermond aanwezige gymnastieklokalen.
X
17 Monitoren bezetting gymnastieklokaal Hoogvonderen.
X
18 Exploitatie(onkosten)vergoeding tafeltennisaccommodatie.
X
19 Naar een uniform gemeentelijke sportaccommodatiebeleid voor de sportparken voor voetbal waarbinnen de gemeente een verantwoordelijkheid ziet.
X
20 Hoogte van huurtarief voor sportparken voor voetbal.
X
21 De gemeente neemt/houdt gemeentelijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de sportparken voor voetbal de Wolfsberg, Kitskensberg en De Wijher.
X
22 Het raadsbesluit over het verstrekken van een exploitatieonkostenvergoeding aan de voetbalverenigingen SC Leeuwen en RKAVC wordt gerespecteerd tot besluitvorming over de resultaten van het onderzoek naar het 4e sportpark voor voetbal.
X
23 Onderzoek naar sportpark voor voetbal voor het gebied Leeuwen, Asenray, Swalmen en Boukoul.
X
23A Belonen eigen initiatieven van samenwerking tussen sportverenigingen met als doelstelling een reductie van de accommodaties.
X
24 Ten aanzien van de sportparken voor voetbal in Leeuwen en Asenray wordt door de gemeente in afwachting van uitvoeringspunt 23 geen bijdrage gedaan in investeringen.
X
3:
4: 5: Topsport Toeganke(Top)sportlijkheid evenementen
Pagina 1
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
25 Actualiseren exploitatieonkostenvergoedingen voor tennisverenigingen.
X
26 Renovatie tennisparken.
X
27 Uniformering sportaccommodatiebeleid ten behoeve van hockeypark Hammerveld.
X
28 Huurverhoging gebruik rugbyveld.
X
29 Kwaliteitsimpuls sportaccommodatie voor korfbal binnen sportpark De Wijher.
X
30 Huurverhoging gebruik korfbalcomplex.
X
31 Kwaliteitsbewaking sportaccommodatie voor atletiek binnen sportpark De Wijher.
X
32 Huurverhoging gebruik atletiekaccommodatie.
X
33 Hengelsport.
X
34 Exploitatie zwembad De Bosberg, Swalmen.
X
35 Roermond profileert zich optimaal in de watersport.
X
36 Deskundig servicepunt voor de watersport.
X
37 Budget breedtesportevenementen.
X
38 Topsport en talentontwikkeling in Roermond. Totaal aantal actiepunten per speerpunt
X 34
2
1
Pagina 2
1
0
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Bijlage 5 Overzicht uitvoering van de uitvoeringspunten In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de 38 uitvoeringspunten uit de uitvoeringsnota 2010. Dit overzicht is verkregen op basis van gesprekken met de ambtelijke organisatie. Nr.
Actiepunt uitvoeringsnota 2010
Realisatie anno 2015
1
2
Uniform gemeentelijk sportbeleid, uniforme afspraken met gebruikers, gemeentelijke rol regie en zorg voor onderhoud/ renovaties. Subsidie bij groot onderhoud geprivatiseerde accommodaties.
Tennisafspraken aangepast. Hockey in overleg voor dezelfde rolverdeling. Verschillen in kleedkamervergoeding (geen vergoeding of niet uniform) niet aangepast. zie 1.
3
Herziening tarievenbeleid.
Herziening beleid is uitgevoerd. Uitvoering loopt.
4A
Parkeerplaats.
Wordt/is in 2015 uitgevoerd.
4B
Parkeerplaatsen/fietsenstallingen sportaccommodaties.
Wordt/is in 2015 uitgevoerd.
5
Regionale visie aanbod sportaccommodaties.
Is uitgevoerd door Huis voor de Sport Limburg. Rapport Strategische agenda sportaccommodaties Midden-Limburg, 2014.
6
Haalbaarheidsonderzoek verruimen zwemcapaciteit.
Uitgevoerd in 2010. Geen verruiming mogelijk.
7
Kwaliteit zwembad De Roerdomp.
8
Bestrijden overlastgevend gedrag nabij zwembad De Roerdomp.
Betrof met name horecadienstverlening. Is verbeterd na overleg in 2011. Is in uitvoering. Inzet bewaking parkeerterrein indien nodig.
9
Meeropbrengst verhogen entreegelden zwembad De Roerdomp.
Is in uitvoering.
10
Monitoren bezetting gemeentelijke sporthallen.
Is in uitvoering.
11
Actie bij daling bezetting sporthal onder 2000 uur.
Is in uitvoering. Geldt momenteel m.n. voor sporthal Swalmen.
12
Uitbreiding sporthal Jo Gerris met toestellenberging.
13
Bestrijden overlastgevend gedrag sporthallen.
Is bekeken (zeecontainer), maar niet doorgevoerd. Dit is gepland voor 2016. Is in uitvoering. Zie ook 8.
14
Reclamebeleid gemeentelijke sportaccommodaties.
15
Meeropbrengst huurverhoging gemeentelijke sporthallen.
Is opgesteld. Reglement voor het voeren van variabele reclame in gemeentelijke binnensportaccommodaties door sportverenigingen. In werking getreden 1-8-2012. Is in uitvoering.
16
Afstemming gebruik aanwezige gymzalen.
Is uitgevoerd. Geen overdracht van gymzaal.
17
Monitoren bezetting gemeentelijke gymzaal Hoogvonderen.
Is in uitvoering. Zie ook 10.
18
Exploitatievergoeding tafeltennisaccommodatie.
Accommoderen in sporthal blijkt niet mogelijk. Beleid wordt gecontinueerd. Bezuiniging van € 5.000 voorlopig niet in zicht.
19
Uniform gemeentelijk sportbeleid vwb voetbal.
20
Meeropbrengst huurtarieven voor voetbal sportparken.
Dit is gedeeltelijk uitgevoerd. T.a.v. energielasten bij gebruiker is beleid geharmoniseerd. T.a.v. kleedlokalen en onderhoud Leeuwen en Asenray nog geen uniform beleid. Is in uitvoering.
21
Is uitgevoerd.
22
Mogelijke vervanging vloer kleedlokalen sportpark De Wijher (voetbal). Beleid exploitatievergoeding RKAVC en SC Leeuwen.
23
Onderzoek naar 4e sportaccommodatie voor voetbal.
23a
Ondersteuning samenwerking.
Is uitgevoerd. Ambitie van 7 naar 4 blijft. Hoenderberg (Boekoel) blijft voorlopig (5-10) jaar gehandhaafd. Op termijn verwachting Boekoel naar Swalmen. Zie ook punt 22. Beschikbaar, maar nog niet toegekend.
24
Geen investeringen SC Leeuwen en RKAVC.
Is in uitvoering. Exploitatiebijdrage blijft, zie 22.
25
Actualiseren exploitatievergoedingen voor tennisverenigingen.
Is uitgevoerd.
26
Renovatie tennisparken.
In 2010 en 2011 investeringssubsidies toegekend. Beleid in uitvoering.
27
Uniformering sportaccommodatiebeleid hockey.
Overleg vindt plaats, nog geen voortgang in uniformering rol gemeente/ stichting. Op verzoek van de stichting is dit nog niet doorgevoerd.
Beleidslijn is aangegeven. Continuering zolang KNVB toestaat en verenigingen actief zijn. Geen gemeentelijke investeringen.
Pagina 1
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
28
Meeropbrengst huurverhoging gebruik rugbyveld.
Is in uitvoering.
Nr.
Actiepunt uitvoeringsnota 2010
Realisatie anno 2015
29 30
Kwaliteitsimpuls sportaccommodatie voor korfbal binnen sportpark Medio 2015 2 kunstgrasvelden aangelegd. De Wijher. Meeropbrengst huurverhoging gebruik korfbalcomplex. Is in uitvoering.
31
Kwaliteitsbewaking atletiek.
Kwaliteitsverbetering doorgevoerd vanaf 2009. In 2013 vervanging polsstokhoogspringmat en verrijdbare overkapping.
32
Meeropbrengst huurverhoging gebruik atletiekaccommodatie.
Is in uitvoering.
33
Vervangend viswater HSV Ons Genoegen.
In Swalmen wordt/is vervangend viswater gerealiseerd.
34
Herijken ondersteuning exploitatie zwembad De Bosberg.
35
Optimale profilering watersport via GOML Maasplassen.
Overeenkomst met gemeente liep af december 2013. Besloten is tot 10 jaar verlenging en gebruik naastgelegen voetbalveld voor extra inkomsten. Aanvullend in 2015 € 168.000 beschikbaar gesteld voor energiebesparende maatregelen. Masterplan Maasplassen in juni 2011 vastgesteld. In februari 2014 vaststelling van intergemeentelijke structuurvisie Maasplassengebied.
36
Instellen servicepunt watersport.
Is ingevoerd. Opgericht in 2013 met eenmalige bijdrage gemeente.
37
Budget breedtesportevenementen.
38
Topsport en talentontwikkeling.
Jaarlijks besteed aan Nationale Straatvoetbaldag en Roermond City Run. Beleidsregel is opgesteld en vastgesteld.
Pagina 2
14 augustus 2015 Ons kenmerk 1015115-008/mde/ppa
Bijlage 6 Overzicht actiepunten uitvoeringsnota 2015 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de actiepunten zoals opgenomen in de uitvoeringsnota 2015. Nr 2010 Nr. 2015 Actiepunt uitvoeringsnota 2010 x 1 Energiebesparende maatregelen zwembaden. x
2
Vervangen chloorinstallatie door zoutelectrolyse.
x
3
Doorontwikkelen jaarlijks 2 nieuwe activiteiten.
11
4
18
5
Toekomst sporthal Swalmen bij eventueel sluiting school. Exploitatievergoeding tafeltennisaccommodatie.
22 en 24 6
Opmerking Realisatie in 2015. Kosten € 257.000 gedekt. Realisatie in 2015. Kosten € 170.000 gedekt. Verwachting toekomst 4e kwartaal 2015. Accommoderen in sporthal blijkt niet mogelijk. Beleid wordt gecontinueerd. Bezuiniging van € 5.000 voorlopig niet in zicht. Kosten € 14.590 per jaar gedekt.
De jaarlijkse vergoedingen aan SC Leeuwen en RKAVC worden gecontinueerd, zolang de verenigingen voldoen aan door de KNVB gestelde verenigingseisen en de verenigingen in competitieverband actief zijn. Geen gemeentelijke investeringen in de sportparken. Renovatie hoofdveld Swalmen. Realisatie in 2015. Kosten € 115.000 gedekt. Overcapaciteit De Wijher (1 speelveld eraf). Overleg 3e kwartaal 2015.
x
7
x
8
x
9
Motie gelijkschakeling kwaliteitsniveau sportaccommodaties.
x
10
Voetbalvereniging RFC.
25
11
Groot onderhoud smashcourtbanen TC Maasniel.
25
12
Renovatie gravelbanen TC Swalmen.
13
Financiële situatie stichting Hammerveld.
Kwaliteit opstallen De Wijher en Kitskensberg € 194.000, gedekt; Eenmalige investering alle gemeentelijke sportparken € 240.000, gedekt. Overleg indien gezamenlijk verzoek RFC en Roermondse vereniging. Kostenindicatie € 125.000. Uitvoering 2019. Kostenindicatie € 132.000. Uitvoering 2020. Jaarlijks overleg met de stichting.
3
14
Aanpassing huurtarief na aanleg kunstgrasvelden.
Medio 2015.
x
15
Energiebesparende maatregelen zwembad De Bosberg.
Planning aanvang 2015. Kosten € 168.000 gedekt.
Actiepunten 12 en 13 moeten tijdig in de begroting worden opgenomen.
Pagina 1