RIS168688b_2-DEC-2009
RECLAMENOTA gemeente Den Haag
Deze Reclamenota vervangt de Reclamenota 2004, onderdeel van de Welstandsnota (RIS 112557_040206) van de gemeente Den Haag. Deze Reclamenota maakt integraal onderdeel uit van de Welstandsnota (RIS 112557_040206) van de gemeente Den Haag.
Reclamenota gemeente Den Haag
SAMENVATTING Na de Reclamenota’s van 1992 en 2004, is deze Reclamenota de derde nota waarin de gemeente Den Haag haar beleid ten aanzien van gevelreclame, reclame op het eigen erf en reclame in de openbare ruimte vaststelt. Inzichten, maar ook wensen over de rol van reclame-uitingen in het stadsbeeld veranderen. Een grote wens was een meer gedifferentieerd reclamebeleid, een beleid dat rekening houdt met, en aansluit bij de diversiteit van de stad Den Haag. Uitgangspunt van het nieuwe beleid, en een van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de eerdere nota’s, is een verdeling van de stad in zeven reclamezones. Deze gebieden hebben elk een karakteristiek, die voortkomt uit de historie van de stad en het gebruik van het gebied. Vanuit deze karakteristiek wordt aangegeven wat er aan reclame mogelijk is. In sommige gebieden mag meer, in andere minder. Ook de Reclamenota van 2004 kende een indeling in gebieden, met als belangrijkste onderscheid het verschil tussen beschermde stadsgezichten en delen van de stad die geen beschermde status hebben. Het nieuwe beleid gaat echter veel meer uit van de functie, het gebruik van de stad. Zo sluit het nieuwe beleid aan bij de werkelijkheid van de stad. Een andere belangrijke wijziging ten opzichte van de Reclamenota van 2004, is het aanmerken van een aantal veel voorkomende reclame-uitingen als veranderingen van niet-ingrijpende aard. Deze reclame-uitingen zijn daarmee bouwvergunningvrij, tenzij deze zich aan een monument of in een Rijksbeschermd stadsgezicht bevinden. Om de ruimtelijke kwaliteit van de stad te garanderen, is een excessenregeling geïntroduceerd, waarmee de gemeente repressief kan optreden tegen (bouwvergunningvrije) reclame-uitingen die in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand.
2
Reclamenota gemeente Den Haag
INHOUDSOPGAVE 1 Het Haagse reclamebeleid ______________________________________________4 Inleiding _______________________________________________________________ De kaders_______________________________________________________________ Juridische kaders ___________________________________________________ Bouwvergunningvrije reclame ________________________________________ Ontwikkelingskaders ________________________________________________ Mogelijkheid tot afwijken van het beleid________________________________ Nieuwe vormen van reclame __________________________________________ Excessenregeling ___________________________________________________
4 4 4 5 5 6 6 6
2 De criteria ___________________________________________________________8 Algemene richtlijnen voor gevelreclame _____________________________________ 9 Algemene richtlijnen voor reclame op eigen erf en voor reclame in de openbare ruimte _________________________________________________________ 9 De zeven reclamezones____________________________________________________ 9 Specifieke richtlijnen voor gevelreclame ____________________________________ 11 Specifieke richtlijnen voor reclame op eigen erf ______________________________ 12 Specifieke richtlijnen voor reclame in de openbare ruimte _____________________ 12 Bouwvergunningvrije reclame ____________________________________________ 13
3 Bijzondere vormen van reclame ________________________________________15 Bedrijfsverzamelgebouwen en overdekte winkelcentra ________________________ 15 Nieuwbouw ____________________________________________________________ 15 Reclamemasten_________________________________________________________ 16
4 Niet-permanente reclame ______________________________________________17 Tijdelijke reclame-uitingen _______________________________________________ 17 ‘Te koop’ en ‘te huur’ ___________________________________________________ 17 Culturele instellingen ____________________________________________________ 18
5 Inwerkingtreding nieuw reclamebeleid __________________________________19
3
Reclamenota gemeente Den Haag
1 Het Haagse reclamebeleid Inleiding Een reclame-uiting is bedoeld om de locatie van bijvoorbeeld een winkel, een onderneming, een theater of een restaurant aan te geven, aan de gevel van een pand of in de openbare ruimte. Ook kan reclame gebruikt worden om de aandacht te vestigen op producten die in een winkel te koop zijn, of op voorstellingen die in een theater te zien zijn. In deze gevallen dient een reclame-uiting de verkoop van artikelen en daarmee een economisch doel. Maar een reclame-uiting is ook een onderdeel van een gevelbeeld of een straatbeeld. Reclame beïnvloedt het beeld van de stad, en bepaalt mede haar schoonheid en sfeer. Hier dient een reclame-uiting het voorkomen van de stad en daarmee een esthetisch doel. Uitgangspunt in de Haagse Reclamenota is de stedenbouwkundige en architectonische opbouw van de stad – de ruimtelijke kwaliteit – en het economische gebruik van de stad – de communicatie tussen ondernemers en afnemers. De Haagse Reclamenota wil ondernemers stimuleren, helpen en sturen, om de economische en de esthetische kant van reclame bij elkaar te brengen, elkaar te laten versterken en samen te laten vallen. Een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit als visitekaartje voor de stad en haar ondernemers.
De kaders Juridische kaders Twee juridische kaders bieden de mogelijkheid de ruimtelijke kwaliteit te controleren en te stimuleren. Dit zijn de bouwvergunning en de bevoegdheid om welstandsexcessen aan te schrijven: o
De bouwvergunning De Woningwet stelt dat zonder of in afwijking van een bouwvergunning niet mag worden gebouwd.1 Indien een reclame-uiting wordt aangemerkt als bouwen en niet
1
Artikel 40, eerste lid, van de Woningwet stelt dat het verboden is “a. te bouwen zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende bouwvergunning; b. een bouwwerk, standplaats of deel daarvan dat is gebouwd zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders verleende bouwvergunning, in stand te laten, tenzij voor dat bouwen op grond van artikel 43 geen bouwvergunning is of was vereist”.
4
Reclamenota gemeente Den Haag
bouwvergunningvrij is2, moet hiervoor een bouwvergunning worden aangevraagd. Als onderdeel van de behandeling van de aanvraag wordt beoordeeld of het uiterlijk en de plaatsing van de reclame-uiting voldoet aan redelijke eisen van welstand.3 De criteria die worden toegepast bij deze beoordeling zijn opgenomen in deze Reclamenota. o
Welstandsexcessen Een bouwvergunningvrije reclame-uiting wordt niet vooraf getoetst aan de Reclamenota. Wanneer achteraf geconstateerd wordt dat de vergunningvrije reclame-uiting in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand en een aantasting van de ruimtelijke kwaliteit – een exces –, zal de gemeente op grond van de Woningwet repressief optreden.4 In de in deze nota opgenomen excessenregeling is beschreven wanneer sprake is van een exces.
Bouwvergunningvrije reclame In Den Haag wordt een aantal veel voorkomende reclame-uitingen aangemerkt als “veranderingen [aan de gevel] van niet-ingrijpende aard”. Wanneer zij zich niet aan een monument of in een Rijksbeschermd stadsgezicht bevinden en wanneer zij vallen binnen de in deze Reclamenota aangegeven maximale aantallen en maximale maten, zijn deze reclame-uitingen bouwvergunningvrij.5 Ontwikkelingskaders In het Haagse reclamebeleid wordt de stad verdeeld in zeven reclamezones. Voor elk van deze zones wordt aangegeven wat er aan reclame mogelijk is. In sommige delen van Den Haag is ruimte voor meer en meer grootschalige reclame, andere delen van de stad vragen juist om terughoudendheid. De verdeling in zeven reclamezones is gebaseerd op de bestaande karakteristieken van de stad. Het kan zijn dat op een gegeven moment de behoefte ontstaat om voor een bepaalde straat of voor een bepaald gebied een ander beleid te gaan hanteren. Dan bestaat de mogelijkheid een zogenaamd ontwikkelingskader op te stellen. In het ontwikkelingskader wordt uitgelegd waarom voor een specifiek deel van Den Haag een ander reclamebeleid gewenst is, en wordt het nieuwe beleid beschreven.
2 Artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de Woningwet stelt dat “geen bouwvergunning is vereist voor het bouwen dat bij algemene maatregel van bestuur is aangemerkt als van beperkte betekenis, waarbij tevens voorschriften kunnen worden gegeven omtrent het gebruik van het bouwwerk of de standplaats”. De algemene maatregel van bestuur waarnaar verwezen wordt, is het Besluit bouwvergunningsvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken. 3 Artikel 44, eerste lid, onderdeel d, van de Woningwet stelt dat “de reguliere bouwvergunning mag slechts en moet worden geweigerd indien het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk of de standplaats, waarop de aanvraag betrekking heeft, met uitzondering van een tijdelijk bouwwerk als bedoeld in artikel 45, eerste lid, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, in strijd is met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onderdeel a, tenzij burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat de bouwvergunning niettemin moet worden verleend”. 4 Artikel 12, eerste lid, van de Woningwet stelt: “het uiterlijk van: a. een bestaand bouwwerk, met uitzondering van een tijdelijk bouwwerk als bedoeld in artikel 45, eerste lid, b. een bestaande standplaats, c. een te bouwen bouwwerk voor het bouwen waarvan op grond van artikel 43 geen bouwvergunning is vereist, mag niet in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand, beoordeeld naar de criteria, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, onderdeel b”. 5 Artikel 3, eerste lid, onderdeel k, van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb) stelt dat als bouwen van beperkte betekenis wordt aangemerkt “het aanbrengen van een verandering van niet-ingrijpende aard aan een bestaand bouwwerk, mist voldaan wordt aan de volgende kenmerken: 1°. de verandering geen betrekking heeft op de draagconstructie van dat bouwwerk, 2°. de bebouwde oppervlakte niet wordt uitgebreid, en 3°. het bestaande niet-wederrechtelijke gebruik wordt gehandhaafd”. Op grond van artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de Woningwet, is het bouwen dat is aangemerkt als van beperkte betekenis bouwvergunningvrij. Op grond van artikel 5, eerste lid van het Bblb, wordt hierop een uitzondering gemaakt voor monumenten en voor bouwen in een Rijksbeschermd stadsgezicht.
5
Reclamenota gemeente Den Haag
Na publicatie en terinzagelegging, wordt het ontwikkelingskader vastgesteld door de raad en wordt het gepubliceerd. Vanaf dat moment geldt voor het in het ontwikkelingkader aangegeven gebied het nieuwe beleid, en zal de Welstands- en Monumentencommissie het ontwikkelingskader gebruiken bij de beoordeling van reclame-uitingen. Mogelijkheid tot afwijken van het beleid In voorkomende gevallen kan door het college gemotiveerd worden afgeweken van de in deze Reclamenota genoemde criteria.6 Nieuwe vormen van reclame In deze Reclamenota wordt een aantal reclame-uitingen genoemd en wordt aangegeven of en op welke manier deze reclame-uitingen mogelijk zijn. Dit betekent echter niet dat alleen de genoemde reclame-uitingen mogelijk zijn. De reclame-industrie is in voortdurende ontwikkeling, verandert bestaande reclamedragers en introduceert nieuwe. Een voorstel voor een reclame-uiting die niet in de Reclamenota wordt genoemd zal door de Welstands- en Monumentencommissie wordt getoetst aan de ‘Algemene richtlijnen voor gevelreclame’ of aan de ‘Algemene richtlijnen voor reclame op eigen erf en voor reclame in de openbare ruimte’ van deze Reclamenota. Excessenregeling Wanneer een reclame-uiting in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand, zal worden aangeschreven om de strijdigheid op te heffen. Een reclame-uiting is in ernstige mate in strijd met redelijke eisen van welstand, wanneer sprake is van een exces of een buitensporigheid in het uiterlijk. In het algemeen zal dit ook voor niet-deskundigen duidelijk zijn. Ook tegen een bouwvergunningvrije reclame-uiting die in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand of tegen een reclame-uiting die niet als bouwen wordt gezien (bijvoorbeeld het beplakken van ruiten), maar die het uiterlijk van een bestaand bouwwerk dusdanig wijzigt dat dit uiterlijk in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand, zal de gemeente repressief optreden.
6
De criteria in deze Reclamenota zijn zogenaamde beleidsregels. Op grond van artikel 4:84 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan “wegens bijzondere omstandigheden” worden afgeweken van beleidsregels.
6
Reclamenota gemeente Den Haag
Van een exces is in ieder geval sprake bij: • Een duidelijke overdaad aan reclame-uitingen; • Een ernstige aantasting van de architectonische kenmerken van een bouwwerk of zijn omgeving, door de grootte of positionering van een reclame-uiting; • Gebruik van kwalitatief zeer laagwaardige of armoedige materialen, op zichzelf of ten opzichte van de architectuur van een pand of zijn omgeving; • Gebruik van felle of sterk contrasterende kleuren, die de architectuur van een bouwwerk of zijn omgeving in ernstige mate aantasten; • Ernstige verwaarlozing of beschadiging.
7
Reclamenota gemeente Den Haag
2 De criteria Bij de beoordeling van een reclame-uiting of zij aan redelijke eisen van welstand voldoet, wordt de reclame-uiting getoetst aan: a. De ‘Algemene richtlijnen voor gevelreclame’, of de ‘Algemene richtlijnen voor reclame op eigen erf en voor reclame in de openbare ruimte’; b. De karakteristiek van de reclamezone waarbinnen de reclame-uiting wordt gerealiseerd, dan wel de in een ontwikkelingskader genoemde criteria; c. Indien van toepassing, de ‘Specifieke richtlijnen voor gevelreclame’, of de ‘Specifieke richtlijnen voor reclame op eigen erf’; d. Indien van toepassing, de criteria die gelden voor ‘Bijzondere vormen van reclame’.
Voorbeelden van gevelreclame
8
Reclamenota gemeente Den Haag
Algemene richtlijnen voor gevelreclame • Een reclame-uiting is pandgebonden, dat wil zeggen dat zij zich bevindt aan het pand waarnaar zij verwijst; • Een reclame-uiting is in haar grootte en positionering aangepast aan de reclamezone waarin zij zich bevindt; • Een reclame-uiting is in haar grootte en positionering aangepast aan de stedenbouwkundige context waarin zij zich bevindt; • Een reclame-uiting is in haar grootte en positionering aangepast aan de schaal van het pand waaraan zij zich bevindt; • Een reclame-uiting is in haar grootte en positionering en in haar ontwerp aangepast aan de architectuur van het pand waaraan zij zich bevindt; • Een reclame-uiting is zorgvuldig ontworpen en gematerialiseerd; • Een reclame-uiting is zorgvuldig bevestigd.
Algemene richtlijnen voor reclame op eigen erf en voor reclame in de openbare ruimte • Een reclame-uiting is in haar grootte en positionering aangepast aan de reclamezone waarin zij zich bevindt; • Een reclame-uiting is in haar grootte en positionering aangepast aan de stedenbouwkundige en architectonische context waarin zij zich bevindt; • Een reclame-uiting is zorgvuldig ontworpen en gematerialiseerd; • Een reclame-uiting is zorgvuldig geplaatst; • Een reclame-uiting voor en/of op kort afstand van een monument tast de monumentale waarde van het betreffende pand niet aan.
De zeven reclamezones (zie Zoneringskaart Reclame) In het nieuwe reclamebeleid worden zeven reclamezones geïntroduceerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Standaardgebied Bedrijvengebied Publiek concentratiegebied Historisch centrum Strand Groengebied Transitiegebied
Deze gebieden hebben elk een karakteristiek, die voortkomt uit de historie van de stad en het gebruik van het gebied. De zeven reclamezones worden aangegeven op de kaart van Den Haag en worden beschreven in zeven sfeerbeschrijvingen. In zes van de zeven zones zullen reclames die zijn omschreven als “veranderingen [aan de gevel] van niet-ingrijpende aard”, tenzij deze zich aan een monument of in een Rijksbeschermd stadsgezicht bevinden, vergunningvrij zijn. In het Historisch Centrum is altijd een vergunning nodig.
1. Standaardgebied Het standaardgebied is in het reclamebeleid het hoofdgebied, de basis. Het standaardgebied is een divers gebied, waar naast woningen ook winkels, kantoren en horeca voorkomen. De functie is soms per pand verschillend en de verschillende functies vragen elk een eigen manier van omgaan met reclame. Om een rustig en coherent beeld per straat te realiseren, wordt gekeken wat de overwegende functie van een straat is en wordt het reclamebeleid daaraan aangepast. In woonstraten past in principe geen reclame. Een praktijk- of kantoor-aan-huis kan worden aangegeven met een bord, dat onverlicht en van bescheiden grootte is, en dat terughoudend is
9
Reclamenota gemeente Den Haag
ingepast binnen de architectuur. De winkel-op-de-hoek kan zich tonen als winkel, maar is te gast in een woonstraat. Straten als de Frederik Hendriklaan, de Theresiastraat, de Paul Krugerlaan zijn duidelijke winkelstraten. In deze straten wordt boven de winkels gewoond, en in het straatbeeld is een winkelzone op de begane grond en een woonzone op de verdiepingen te herkennen. Reclame bevindt zich uitsluitend in de winkelzone en is ingepast binnen de architectuur. 2. Bedrijvengebied Bedrijfsterreinen kenmerken zich door een combinatie van kantoren, productiebedrijven en grootschalige winkelbedrijven (groothandel, autobedrijven, bouwmarkten). Het bedrijvengebied onderscheidt zich door zijn schaal, zijn functies en de wijze waarop het gebied ervaren wordt. Bezoekers zullen het gebied veelal vanuit een auto ervaren, met een zekere snelheid. Bezoekers moet het gebied daarom snel duidelijk zijn. Dit vraagt om een heldere en zakelijke inrichting. Voor reclame betekent dit dat zij van voldoende maat (welke bedrijven zijn er), dat zij pandgebonden is (welk bedrijf zit waar) en dat zij entreegebonden is (waar moet ik naar binnen). Om de helderheid en duidelijkheid te garanderen, moet een opeenstapeling van reclame, zowel per pand als in het straatbeeld, voorkomen worden.
Voorbeelden van reclame-uitingen in bedrijvengebied
3. Publiek concentratiegebied Publiek concentratiegebieden zijn de grote uitgaansgebieden en de grootschalige openbaarvervoer-knooppunten (de stations Den Haag Centraal en Den Haag HS) in Den Haag. Het publiek concentratiegebied onderscheidt zich door zijn dynamiek, de grote hoeveelheden mensen die het gebied als verkeersgebied en als verblijfsgebied gebruiken. Bezoekers zullen makkelijk en snel hun weg willen vinden, maar staan ook open voor informatie, reclame of bijvoorbeeld nieuws. Dit vraagt om zichtbaarheid en grootschaligheid in de inrichting, maar ook om helderheid en duidelijkheid. Voor reclame betekent dit dat er een onderscheid moet zijn tussen bewegwijzering (waar moet ik heen en waar moet ik naar binnen), en andere informatie. Reclame is grootschalig en hoogwaardig. 4. Historisch centrum Het gebied ‘Historisch centrum’ omvat de historische centra van Den Haag en Scheveningen. Hoewel zeer verschillend in schaal, zijn historisch Scheveningen en historisch Den Haag zeer vergelijkbaar in karakter. Beide worden gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan – vaak kleinschalige – historische en moderne architectuur, die wordt gebruikt om te wonen, te winkelen, te eten. Deze verscheidenheid aan architectuur en functies, en het historische karakter onderscheiden het historisch centrum van de rest van de stad en maken de kwaliteit van het gebied. Reclame-uitingen kunnen bijdragen aan de kwaliteit van het historisch centrum, wanneer zij zich voegen in het (historische) karakter, wanneer zij zich voegen in de kleinschaligheid en de
10
Reclamenota gemeente Den Haag
kwaliteit van de architectuur. Reclame-uitingen stellen zich in aantal en omvang terughoudend op in het gevelbeeld en in het straatbeeld. In de horecakernen, het Plein, het Buitenhof en de Grote Markt, is meer en meer grootschalige reclamevoering mogelijk dan in de overige delen van het historisch centrum. Hetzelfde geldt voor de Grote Marktstraat vanwege de schaal en het gebruik. 5. Strand Het strandgebied van Den Haag wordt gekenmerkt door een driedeling. Den Haag heeft Scheveningen, een badplaats van internationale allure en ambitie, en Kijkduin, met een meer kleinschalige sfeer. Daarnaast is er strandgebied dat direct aan de duinen grenst en dat een meer natuurlijk karakter heeft. De drie delen onderscheiden zich in dynamiek van het strand en in de aansluiting op de bebouwing van de stad. Voor reclame aan en bij de strandpaviljoens betekent dit dat zij is aangepast aan de sfeer van het deel van het strand en dat rekening gehouden moet worden met het karakter van de aangrenzende reclamezone. 6. Groengebied Groengebieden in Den Haag zijn vrijwel nooit stukken ongerepte natuur. De zeer verschillende gebieden (duingebied, stadspark, de Uithof, het Haagsche Bos) bevinden zich binnen of aan de rand van de stad en maken deel uit van de stad. Het groengebied onderscheidt zich door de schaal en de diversiteit van het landschap en door de ondergeschiktheid van de bebouwing aan het groen. Bezoekers ervaren het gebied meest lopend of op de fiets, en worden verrast door de natuur en de verspreide bebouwing. Schreeuwerige of opvallende reclame zou afbreuk doen aan de schoonheid van het groen en aan de ervaring van het groen. In het groengebied gaat het niet om het van ver zichtbaar zijn. Reclame is daarom entreegebonden (waar moet ik naar binnen), bescheiden in schaal en terughoudend binnen de architectuur geplaatst en onverlicht. 7. Transitiegebied In Den Haag worden voormalige haven- en industriegebieden herontwikkeld tot hoogwaardige en grootstedelijke woon-, werk- en uitgaansgebied. Gedurende lange tijd worden deze gebieden gekenmerkt door dynamische combinatie van tijdelijke en permanente functies, en van oude, getransformeerde en nieuwe bebouwing. Maar ook in de uiteindelijke situatie zullen deze gebieden zeer divers zijn. Voor reclame betekent dit dat, nog meer dan in de andere reclamezones, per geval bekeken wordt wat mogelijk is. In de delen van het transitiegebied die getransformeerd worden of waar de herontwikkeling nog moet beginnen is meer en grootschaligere reclame mogelijk. Deze delen moeten voor ondernemers een aantrekkelijke locatie en voor bezoekers een aantrekkelijke bestemming zijn. Reclame kan hieraan bijdragen. Reclame-uitingen kunnen hier een tijdelijke uitstraling hebben. Aan panden die in de uiteindelijke situatie behouden blijven zal niet alles mogelijk zijn, dit om te voorkomen dat deze panden blijvend beschadigd raken. Reclame aan nieuwe of getransformeerde panden is aangepast aan de architectuur en de functie van het pand, en passend bij het hoogwaardige en grootstedelijke karakter van gebied.
Specifieke richtlijnen voor gevelreclame (zie Schema Gevelreclame) Onder gevelreclame wordt verstaan: Elke aanduiding van commerciële en niet-commerciële aard, in de vorm van een opschrift, een aankondiging of mededeling al dan niet in combinatie met een bouwkundige uitbreiding of attentie-element, voor zover deze van de openbare straat in, aan of op gebouwen geplaatst is. In het ‘Schema Gevelreclame’ is voor verschillende reclame-uitingen aangegeven in welke vorm zij in welke reclamezone worden toegestaan.
11
Reclamenota gemeente Den Haag
Specifieke richtlijnen voor reclame op eigen erf (zie Schema Reclame op eigen erf) Onder reclame op eigen erf wordt verstaan: Elke aanduiding van commerciële en niet-commerciële aard in de vorm van een opschrift, aankondiging en/of mededeling, al dan niet in combinatie met een attentie-element, voor zover deze op eigen erf geplaatst is. In het ‘Schema Reclame op eigen erf’ is voor verschillende reclame-uitingen aangegeven in welke vorm zij in welke reclamezone worden toegestaan.
Specifieke richtlijnen voor reclame in de openbare ruimte (zie Schema Reclame in de openbare ruimte) Onder reclame in de openbare ruimte wordt verstaan: Elke aanduiding van commerciële en niet-commerciële aard in de vorm van een opschrift, aankondiging en/of mededeling, al dan niet in combinatie met een attentie-element, voor zover deze in de openbare ruimte geplaatst is.
Voorbeelden van reclame-uitingen in de openbare ruimte
Reclame in de openbare ruimte wordt toegestaan volgens een door de Welstands- en Monumentencommissie goedgekeurd model en een door de Adviescommissie Openbare Ruimte (ACOR) goedgekeurd plaatsingsplan.
12
Reclamenota gemeente Den Haag
Voor reclame in de openbare ruimte die formeel niet valt onder de Reclamenota – reclameuitingen waarvoor geen bouwvergunning is vereist – geldt het beleid zoals dat is omschreven in de betreffende beleidsdocumenten. Deze reclame-uitingen zijn opgenomen in het ‘Schema Reclame in de openbare ruimte’, maar maken geen onderdeel uit van de Reclamenota. In het schema wordt verwezen naar het op deze reclame-uitingen van toepassing zijnde beleid. In de regel zal reclame in de openbare ruimte die niet valt onder de Reclamenota worden toegestaan volgens een door de ACOR goedgekeurd plaatsingsplan.
Bouwvergunningvrije reclame Onderstaande reclame-uitingen worden door het college aangemerkt als veranderingen van nietingrijpende aard, wanneer zij zich niet aan een monument of in een Rijksbeschermd stadsgezicht bevinden, wanneer zij voldoen aan de algemene richtlijnen voor gevelreclame en, indien van toepassing, aan de criteria voor bedrijfsverzamelgebouwen en overdekte winkelcentra, en wanneer zij vallen binnen de aangegeven maximale aantallen en maximale maten.7 Per parcelleringseenheid kan maximaal één reclame-uiting vergunningvrij gerealiseerd worden.8 Onderstaande reclame-uitingen zijn licht-vergunningplichtig, wanneer zij zich aan een monument of in een Rijksbeschermd stadsgezicht bevinden9, en wanneer zij vallen binnen de aangegeven maximale aantallen en maximale maten.
Voorbeelden van in het nieuwe beleid bouwvergunningvrije reclame-uitingen
7 Artikel 43, eerste lid, onderdeel c, van de Woningwet stelt dat “geen bouwvergunning is vereist voor het bouwen dat bij algemene maatregel van bestuur is aangemerkt als van beperkte betekenis, waarbij tevens voorschriften kunnen worden gegeven omtrent het gebruik van het bouwwerk of de standplaats”. De algemene maatregel van bestuur waarnaar verwezen wordt, is het Besluit bouwvergunningsvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken (Bblb). Artikel 3, eerste lid, onderdeel k, van het Bblb stelt dat als bouwen van beperkte betekenis wordt aangemerkt “het aanbrengen van een verandering van nietingrijpende aard aan een bestaand bouwwerk, mist voldaan wordt aan de volgende kenmerken: 1°. de verandering geen betrekking heeft op de draagconstructie van dat bouwwerk, 2°. de bebouwde oppervlakte niet wordt uitgebreid, en 3°. het bestaande niet-wederrechtelijke gebruik wordt gehandhaafd”. 8 Een parcelleringseenheid (travee) is de gevel van een individueel pand, dan wel een zich herhalend deel van een grootschaliger gebouw. 9 Artikel 5, eerste lid van het Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken stelt dat een lichte vergunning is vereist “voor het bouwen, bedoeld in artikel 3, indien dat plaatsvindt: a. in, op, aan of bij een monument als bedoeld in de Monumentenwet 1988 of een monument als bedoeld in een provinciale of gemeentelijke monumentenverordening, of b. in een beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in de Monumentenwet 1988”.
13
Reclamenota gemeente Den Haag
Wanneer onderstaande reclame-uitingen buiten de aangegeven maximale aantallen en maximale maten vallen, zijn zij regulier vergunningplichtig. Reclame-uiting haaks op de gevel, onverlicht of van binnenuit verlicht
Reclame-uiting plat op de gevel, onverlicht of van binnenuit verlicht
Reclame-uiting onder een luifel, haaks op de gevel, onverlicht of van binnenuit verlicht
Reclame-uiting in de vorm van open belettering plat op de gevel, onverlicht of van binnenuit verlicht
Prijsborden, onverlicht of van binnenuit verlicht
Naamborden vrije beroepen plat op de gevel, onverlicht
Vlaggen
- in de begane grond zone - maximaal 1 per onderneming - maximaal 0,5 m2 - maximaal 0,15 m dik - maximaal 0,1 m uit de gevel - minimaal 0,5 m van de zijkant van de gevel - in de begane grond zone - maximaal 1 per parcelleringseenheid - maximaal 1,0 m2 - maximaal 0,4 m hoog - maximaal 2/3 van de breedte van de parcelleringseenheid breed - maximaal 0,15 m dik - maximaal 1 per parcelleringseenheid - maximaal 0,2 m2 - maximaal 0,2 m hoog - maximaal 0,15 m dik - minimaal 0,5 m van de zijkant van de gevel - in de begane grond zone - maximaal 1 reclame-uiting per parcelleringseenheid - maximaal 1 regel - maximaal 1,0 m2 (als oppervlakte geldt de oppervlakte van een rechthoek die de open belettering omgeeft) - maximaal 0,4 m hoog (als hoogte geldt de hoogte van een rechthoek die de open belettering omgeeft) - maximaal 2/3 van de breedte van de parcelleringseenheid breed (als breedte geldt de breedte van een rechthoek die de open belettering omgeeft) - maximaal 0,15 m dik - naast de entree - maximaal 1 per entree - maximaal 0,5 m2 - de langste zijde maximaal 1 m - naast de entree - maximaal 1 per entree - maximaal 0,5 m2 - de langste zijde maximaal 1 m - in de begane grond zone - maximaal 1 per parcelleringseenheid - minimaal 0,5 m binnen de perceelgrens - maximale lengte van de vlaggenstok 1,5 m
14
Reclamenota gemeente Den Haag
3 Bijzondere vormen van reclame Bedrijfsverzamelgebouwen en overdekte winkelcentra Bij bedrijfsverzamelgebouwen en overdekte winkelcentra wordt de naam van het complex als de belangrijkste reclame-uiting gezien. Daarnaast en daaraan ondergeschikt kunnen de namen van de verschillende ondernemingen op een gemeenschappelijke reclamedrager worden aangebracht.
Nieuwbouw Bij de beoordeling van nieuwbouwplannen zal opdrachtgever en architect gevraagd worden uitspraken te doen over de grootte en positionering van reclame-uitingen, bijvoorbeeld in de vorm van een bij het gevelontwerp horend reclameplan. Na goedkeuring door de Welstands- en Monumentencommissie wordt dit reclameplan het toetsingskader, en zal de Welstands- en Monumentencommissie het reclameplan gebruiken bij de beoordeling van reclame-uitingen in, op of aan het betreffende gebouw.
15
Reclamenota gemeente Den Haag
Reclamemasten Langs de rijkswegen A4 en A12 en op het grondgebied van Den Haag bevindt zich een aantal grootschalige reclamemasten. Deze masten en de daarop aangebrachte reclame-uitingen zijn bedoeld om van grote afstand en vanuit op de rijkswegen rijdende auto’s gezien te worden. Een eventuele uitbreiding van het aantal reclamemasten is alleen mogelijk langs de rijkswegen en alleen daar waar de schaal van een reclamemast effectief is en past in de omgeving. Onderzoek van de afdeling Stedenbouw (Dienst Stedelijke Ontwikkeling) en de afdeling Openbare ruimte en groen (Dienst Stadsbeheer) heeft zes locaties opgeleverd waar reclamemasten mogelijk zijn. Deze zes locaties en de vier al gerealiseerde of in voorbereiding zijnde reclamemasten staan aangegeven op de bij deze Reclamenota horende kaart van Den Haag.
16
Reclamenota gemeente Den Haag
4 Niet-permanente reclame Tijdelijke reclame-uitingen Reclame-uitingen die voor een korte periode worden aangebracht – speciale reclame ter gelegenheid van een feestdag of evenement, of het aankondigen van een periode van uitverkoop – worden beschouwd als tijdelijke reclame en niet getoetst aan deze Reclamenota. Of een reclameuiting als tijdelijke uiting wordt gezien hangt sterk af van de inhoud, de boodschap van de reclame. Alleen een reclame-uiting die duidelijk een relatie heeft met een evenement of met de aanloop naar een feestdag als Sinterklaas of Kerst is tijdelijk.
‘Te koop’ en ‘te huur’ Borden die aangeven dat een pand of een deel van een pand te koop of te huur staat, worden gezien als reclame-uitingen. Omdat een ‘te koop’ of een ‘te huur’ bord in principe geen permanent karakter heeft, zijn die aankondigingen waarvoor een bouwvergunning moet worden aangevraagd welstandsvrij. De invloed van deze reclameborden op de ruimtelijke kwaliteit is echter groot – in een straat is snel sprake van een overdaad.
17
Reclamenota gemeente Den Haag
Daarom is voor deze reclame-uitingen wel een aantal richtlijnen opgesteld: • Per pand of deel van een pand dat te koop of te huur staat bevindt zich maximaal 1 aankondiging; • Een ‘te koop’ of ‘te huur’ aankondiging aan of bij een individuele woning heeft een oppervlakte van maximaal 0,5 m2, waarbij de langste zijde niet langer is dan 1 m; • Een ‘te koop’ of ‘te huur’ aankondiging aan of bij een kantoor- of bedrijfsgebouw bevindt zich plat op de gevel; • Een ‘te koop’ of ‘te huur’ aankondiging aan of bij een kantoor- of bedrijfsgebouw heeft een oppervlakte die maximaal 5% van de oppervlakte van de gevel bedraagt, met een maximum van 20 m2; • ‘Te koop’ en ‘te huur’ borden bevinden zich niet langer aan of bij een gebouw dan dat zij feitelijk betekenis hebben; • ‘Te koop’ en ‘te huur’ borden beschadigen een gebouw niet onherstelbaar. Wanneer een ‘te koop’ of ‘te huur’ aankondiging niet aan deze richtlijnen voldoet, kan de gemeente op grond van de excessenregeling beoordelen of optreden gewenst is.
Culturele instellingen Aankondigingen voor tijdelijke tentoonstellingen of voorstellingen, aan een museum of theater, worden gezien als reclame-uitingen. Omdat deze aankondigingen in principe geen permanent karakter hebben, zijn die reclame-uitingen waarvoor een bouwvergunning moet worden aangevraagd welstandsvrij. Wanneer een aankondiging in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand, zal de gemeente op grond van de excessenregeling optreden.
18
Reclamenota gemeente Den Haag
5 Inwerkingtreding nieuw reclamebeleid Deze Reclamenota streeft een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit na, een kwaliteit die fungeert als visitekaartje voor de stad en haar ondernemers, zonder direct nadelig te zijn voor ondernemers. In veel gevallen betekent het nieuwe reclamebeleid een verruiming van de mogelijkheden voor reclamevoering. Waar deze Reclamenota wel een aanscherping van het beleid betekent, gelden de nieuwe criteria voor nieuwe reclame-uitingen. Deze Reclamenota treedt in werking na vaststelling door de gemeenteraad.
19
Reclamenota gemeente Den Haag