Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderenhindernissen en kansen voor bedrijven
Door Passiefhuis-Platform vzw In opdracht van Vlaams Energie Agentschap (VEA)
24.02.2015
2
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
3
Dit werk kwam tot stand mede door het onderzoekswerk verricht in het kader van het Europees onderzoeksproject COHERENO, collaboration for Housing Nearly Zero-Energy Renovation Grant Agreement No: IEE/12/704/SI2.645922
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Auteurs: Passiefhuis-Platform vzw : Erwin Mlecnik, Irati Artola
Reviewers: Passiefhuis-Platform vzw : Wouter Hilderson, Irena Kondratenko Confederatie Bouw vzw -Vlaamse Confederatie Bouw : Joeri Aleksander van der Have
In samenwerking met: TU Delft Erwin Mlecnik, Ad Straub Österreichische Gesellschaft für Umwelt und Technik, Austrian Society for Environment and Technolgie (ÖGUT), Austria Franziska Trebut, Hannes Warmuth, Susanne Supper Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek N.V., Belgium Mihaela Thuring, Marlies Van Holm German Energy Agency (dena), Germany Raili Münke, Peter Pannier, Katharina Bensmann SEGEL AS, Norway Trond Haavik SINTEF , Norway Tommy Kleiven, Silje Strøm Solberg Buildings Performance Institute Europe (BPIE) Sara Kunkel, Marina Faber Confederatie Bouw vzw -Vlaamse Confederatie Bouw, Belgium Joeri Aleksander van der Have
Disclaimer: De enige verantwoordelijkheid voor de inhoud van deze publicatie ligt bij de auteurs. Het reflecteert niet noodzakelijk de visie van de Europese unie. Noch EASME noch de Europese Commissie zijn verantwoordelijk voor enig gebruik dat wordt gemaakt van de hierin vermelde informatie.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
4
Inhoud Samenvatting ........................................................................................................................ 7 1
Inleiding .......................................................................................................................... 8
2
Aanpak van het onderzoek ............................................................................................. 8
3
Ervaringen van BEN koplopers......................................................................................12 3.1
Stand van zaken in Vlaanderen ..............................................................................12
3.2
Resultaten van interviews.......................................................................................17
3.2.1
Algemene resultaten .......................................................................................17
3.2.2
Ervaringen van adviserende professionelen ....................................................20
3.2.3
Ervaringen van uitvoerende professionelen .....................................................21
3.2.4
Nieuwe samenwerkingsvormen in andere landen ...........................................22
3.2.5
Discussie: kansen voor nieuwe vormen van ketensamenwerking....................26
3.3
4
Aanbevelingen uit de workshops ............................................................................28
3.3.1
Hindernissen en kansen voor BEN woningen ..................................................28
3.3.2
Kennis en opleiding .........................................................................................28
3.3.3
Efficiënter samenwerken in beter gestroomlijnde bouwprocessen ...................29
3.3.4
Marketing en communicatie met de klant ........................................................31
Conclusie ......................................................................................................................34
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
5
6
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Samenvatting De belangrijkste hindernissen die BEN-koplopers ervaren voor de marktontwikkeling van BEN renovatie in Vlaanderen zijn het gebrek aan kennis (training en opleiding) met focus op kwaliteitszorg, het gebrek aan samenwerking tussen actoren waarbij rekening gehouden wordt met de klantbehoefte van onafhankelijk advies en projectmanagement voor integrale renovatie, en de gebrekkige marketing en communicatie met de eigenaar-bewoner. Een meer gestructureerde samenwerking tussen bedrijven en het ontwikkelen van nieuwe business modellen is een belangrijke sleutel om deze hindernissen te overwinnen. Samenwerkingsverbanden kunnen mensen, middelen en kennis voorzien voor een betere klantbenadering, projectbeheer, kwaliteitszorg of prestatiegarantie. Onder andere in het kader van het Intelligent Energy Europe project “COHERENO Collaboration for housing nearly zero-energy renovation” (www.cohereno.eu) werd in vijf landen - België, Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Noorwegen - onderzocht hoe samenwerking voor bijna-energieneutrale (BEN) renovatie van particuliere eengezinswoningen kan worden gestimuleerd. De partners analyseerden hierbij de ervaringen van diverse marktpartijen uit de aanbodzijde en actoren die betrokken waren bij de realisatie van BEN renovaties van eigenaar-bewoners. Gebaseerd op deze onderzoeksresultaten werden hindernissen en kansen gedetecteerd voor de verdere marktontwikkeling van BEN renovaties van eengezinswoningen, in het bijzonder in zake samenwerking in de aanbodzijde en voor de ontwikkeling van nieuwe business modellen. 7 Dit rapport geeft een overzicht van de resultaten van het COHERENO-project vanuit het perspectief van de verdere ontwikkeling van BEN renovatie in Vlaanderen. Het rapport inventariseert de stand van zaken m.b.t. BEN renovatie in Vlaanderen. Vervolgens worden de bevindingen van tien interviews met ervaren Belgische actoren uit de aanbodzijde – BENkoplopers, zowel uitvoerders als adviseurs - en de resultaten van drie workshops in België geanalyseerd. Deze resultaten worden vergeleken met de ervaringen van gelijkaardige activiteiten in andere COHERENO partnerlanden. In vergelijking met andere landen vindt de studie in Vlaanderen nog een groot potentieel om samenwerking tussen bedrijven te bevorderen en om nieuwe business modellen voor de realisatie van BEN renovaties te ontwikkelen. Voorbeeldige samenwerkingsverbanden bieden integrale kwaliteitsgerichte oplossingen om de woningeigenaar zo goed mogelijk te benaderen en zo veel mogelijk te ontlasten. Er kan ook worden samengewerkt met minder conventionele actoren zoals renovatie-adviseurs, financiële adviseurs, gemeenten, doe-hetzelf-zaken, renovatiewinkels, netwerken, enz. Het Vlaams energie- en innovatiebeleid wordt aangespoord om samen met de sector de opschaling van BEN renovaties te stimuleren via diverse maatregelen. Kwaliteitszorg kan verder worden gestimuleerd, bijvoorbeeld door de integratie van BEN-renovatieadvies, erkende trainingen en mogelijk hieraan gekoppelde kwaliteitslabels voor diverse groepen professionelen. Koplopers voor BEN renovatie kunnen beter zichtbaar worden gemaakt.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Innovatie en samenwerking kunnen worden gestimuleerd via een coherent beleidskader. De ontwikkeling van financiële en administratieve ontzorging kan worden ondersteund.
1 Inleiding VEA verzocht PHP om op basis van ervaringen van koplopers in de sector van renovatie van eengezinswoningen een beleidsondersteunend rapport voor de BEN-bouwsector uit te werken, relevant voor het Vlaams energiebeleid. De gebruikte onderzoeksresultaten stammen uit het Intelligent Energy Europe project, met als titel “COHERENO - Collaboration for housing nearly zero-energy renovation” (www.cohereno.eu). Het belangrijkste doel van dit project is om de samenwerking te versterken tussen bedrijven in innovatieve business modellen voor de realisatie van bijnaenergieneutrale (BEN) renovaties van eengezinswoningen in particulier eigendom. In het kader van dit project werd onder meer onderzoek verricht in de partnerlanden Oostenrijk, België, Duitsland, Nederland en Noorwegen om beter te begrijpen wat de ervaringen zijn van koplopers in zake BEN renovatie. Aangezien vele actoren in Vlaanderen zowel actief zijn in renovatie als in nieuwbouw, zijn de opgedane ervaringen relevant voor de volledige Vlaamse BEN-bouwsector. Dit rapport beschrijft samenvattend de kansen en hindernissen die diverse Vlaamse actoren in de aanbodzijde ervaren. Aanbevelingen voor het oplossen van deze hindernissen worden beschreven, mede vanuit de context van ervaringen in partnerlanden. Op basis van de gedetecteerde kansen formuleert dit rapport beleidsaanbevelingen voor Vlaanderen, in het bijzonder om de samenwerking tussen bedrijven te bevorderen. Het rapport verstrekt specifieke aanbevelingen voor de verdere uitwerking van het BEN-actieplan op basis van de onderzoeksresultaten (in functie van de relevante BEN-acties, zie http://www.energiesparen.be/BEN/beleid) voor zowel renovatie als nieuwbouw.
2 Aanpak van het onderzoek Hindernissen en kansen voor de BEN renovatie van eengezinswoningen werden in het kader van COHERENO onderzocht op zowel de vraagzijde als de aanbodzijde. In dit rapport behandelen we enkel de aanbodzijde. De partnerlanden stelden een overzicht op van lopende onderzoeks- en beleidsinitiatieven op basis van literatuurstudie en besprekingen met pioniers. Daarnaast werden in Vlaanderen de ervaringen van koplopers onderzocht met een mix van onderzoeksmethodes: een vragenlijst, tien interviews en drie gestructureerde workshops. Het ontbreken van een duidelijke definitie voor BEN renovaties maakte dat de onderzoekers zelf creatief moesten zijn voor het bepalen van een pool van relevante koploper-projecten en betrokken actoren. Op basis van een Vlaamse ‘radar’ voor het identificeren van BEN
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
8
renovaties, werden relevante toonaangevende renovatieprojecten van eengezinswoningen met een hoog energie-ambitieniveau geïnventariseerd (zie Figuur 1)1.
9 Figuur 1. Radar voor de identificatie van koploper-projecten en betrokken actoren in Vlaanderen. Bron: COHERENO.
Merk op dat vanaf 2015 de ‘ingrijpende energetische renovatie’ ook is opgenomen in het Vlaamse EPB-kader. De ‘ingrijpende energetische renovatie’ is een renovatie waarbij de technische installaties volledig worden vervangen en minstens 75% van de bestaande en nieuwe scheidingsconstructies die grenzen aan de buitenomgeving, worden (na)geïsoleerd. Een ingrijpende energetische renovatie moet voldoen aan een maximaal E-peil (E90), minimale ventilatievoorzieningen in alle ruimten en maximale U-waarden voor nieuwe, vernieuwde en na-geïsoleerde constructiedelen. De berekening van de globale energieprestatie-eis (E-peil) gebeurt volledig analoog aan de berekening bij nieuwbouw. In vergelijking met hogerstaande figuur merkt u dat de projecten die hier werden onderzocht dus aanzienlijk beter presteren op energieniveau. Op basis van deze radar werd een oproep gedaan voor het kenbaar maken van BEN renovaties van eengezinswoningen via Ecobouwers en het Brussels programma
1
Voor een bespreking van de criteria die in diverse landen werden gebruikt voor het detecteren van BEN renovaties verwijzen we naar het desbetreffende COHERENO rapport “nZEB criteria for typical single-family home renovations in various countries” op http://www.cohereno.eu/fileadmin/media/Dateien/Cohereno_Report_nZEB_Criteria.pdf
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Voorbeeldgebouwen en via de websites van VCB, PHP en VEA. Uit 96 kenbaar gemaakte projecten werden 38 betrokken actoren geïdentificeerd als betrokken BEN renovatie koplopers. De COHERENO-partners werkten met een vragenlijst opgesteld door TU Delft2. Aan de hand van deze vragenlijst interviewde PHP tien Vlaamse/ Brusselse koploperbedrijven. De vragenlijst had vooral betrekking op de ervaringen van de koplopers in zake samenwerken en de koplopers werden geselecteerd op basis van hun regelmatig samenwerken met andere bedrijven. Vragen werden onder meer gesteld over de huidige kernactiviteit van de koploper; de mensen, middelen en partners die worden ingezet voor BEN renovaties; de houding ten opzichte van samenwerken; de ervaringen en verwachtingen met BEN renovaties, in het bijzonder kwaliteitsbewaking; het begrip van het klantensegment, de waarden van de klant en de communicatiekanalen waarmee de klant kan worden bereikt; de ontbrekende kennis, competenties en middelen om het bedrijf te engageren voor de volumemarkt van BEN renovaties. Verder werden ervaringen geïnventariseerd in drie gestructureerde workshops. Een eerste internationale workshop greep plaats op 16 oktober 2013 te Brussel en werd georganiseerd door PHP in samenwerking met BPIE en TU Delft. Deze workshop met als titel “Home Renovation towards Zero Energy: Who asks and who delivers” had als doelgroep een mix van stakeholders en belangengroepen (39 deelnemers) en toonde een aantal nieuwe initiatieven voor de bevordering van samenwerking van bedrijven. Een tweede workshop werd georganiseerd door VCB in samenwerking met PHP en VITO en greep plaats op 6 februari 2014 te Kamp C Westerlo met als doelgroep leden van VCB (aannemers, 20 deelnemers). Een derde workshop greep plaats op de adviescommissie van PHP op 16 juni 2014 met als doelgroep leden van PHP (geëngageerde uitvoerende en adviserende bedrijven, tevens kennisinstellingen). Tijdens deze laatste twee workshops werd een klemtoon gelegd op het beantwoorden van twee kernvragen in een aantal kleinere groepen: “Wat gaat er minder goed bij BEN renovaties?” (op technisch vlak? ..met betrekking tot samenwerken?) en “Hoe kunnen we vermijden wat minder goed gaat?”. Deze discussies werden gefaciliteerd door middel van een poster ontwikkeld door VITO (zie Figuur 2) welke algemene onderwerpen suggereert in verband met vijf bouwfasen (diagnose/ analyse, design/planning, uitvoering van werken, oplevering, gebruiksfase), zoals gedetecteerd via studie van kwaliteitsaspecten3.
2
Zie de “Appendix: Questionnaire to actors from the supply side” in het internationaal COHERENOrapport “Barriers and opportunities for business collaboration in the nZEB single-family housing renovation market”, beschikbaar op http://www.cohereno.eu/fileadmin/media/Dateien/COHERENO_Report_Collaboration.pdf 3 COHERENO-rapport in voorbereiding onder leiding van VITO.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
10
Figuur 2. Poster voor het bespreken van problemen voor de BEN renovatie van woningen (technische aspecten en samenwerken). Bron: VITO/ PHP in het kader van COHERENO.
De vragenlijsten en de uitvoerige bevindingen van alle partnerlanden kunnen worden geraadpleegd in het desbetreffende COHERENO eindrapport "Barriers and opportunities for business collaboration in the nZEB single-family housing renovation market"4. De Belgische eindresultaten werden ook ter discussie gepresenteerd op het NZEB-symposium op 27 november 2014 te Brussel, op de nationale COHERENO adviescommissie op 16 december 2014 en op een debat van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling op 19 januari 2015. Hierna volgt een beknopte samenvatting van de belangrijkste bevindingen die relevant zijn voor Vlaanderen: ervaringen van regionale koplopers (interviews), resultaten van workshops, en aanbevelingen voor het beleid (reflecties ten opzichte van de gedetecteerde hindernissen en relevante internationale ontwikkelingen in de partnerlanden).
4
Te donwloaden op http://www.cohereno.eu/about/project-outcomes.html
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
11
3 Ervaringen van BEN koplopers 3.1 Stand van zaken in Vlaanderen Via diverse initiatieven kan men momenteel BEN koplopers terugvinden. BEN koplopers worden bijvoorbeeld zichtbaar gemaakt via de website http://energiesparen.be/BEN/voorlopers. Het gaat hier echter om een lijst van marktspelers die zich vrijwillig opgeven als promotor van het BEN bouwen zonder onderscheid tussen nieuwbouw en renovatie en zonder zichtbare opgave van kwaliteit, gevolgde opleiding of deelname aan een BEN-project. Daarnaast worden BEN koplopers ook vermeld op de website http://www.ecobouwers.be/professionals met melding van het aantal gerealiseerde projecten waar een open deur event werd gehouden. Op deze lijst komen enkel bedrijven voor die ook zijn vermeld door de opdrachtgever. Figuur 3 toont dat het aantal professionelen vermeld op deze lijst gestaag stijgt.
12
Figuur 3. Aantal professionelen per jaar, geregistreerd op www.ecobouwers.be. Bron: BBLV.
Daarnaast kan men bijvoorbeeld ook BEN koplopers terugvinden op initiatieven van Passiefhuis-Platform (databank van gecertificeerde projecten en hierbij betrokken actoren5, One Stop Shop lijst van erkende professionelen6), NAV (energiebewust architect7), Bouwunie (energiebewuste aannemer8), en op de COHERENO website ter bevordering van de
5
http://passief.be/project http://one-stop-shop.org/node/93 7 http://www.energiebewustarchitect.be 8 http://www.vinduwaannemer.be/builder/EnergiebewusteAannemer/EnergiebewusteAannemer.html 6
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
netwerking site van professionelen9. In voorgaande onderzoeksprojecten10 werden al diverse ervaringen van BEN koplopers in kaart gebracht. Zo onderzochten Passiefhuis-Platform, WTCB en VCB, in het kader van het ERANET-ERACOBUILD-project “One Stop Shop - From demonstration projects towards volume market: Innovations for sustainable renovation” (2010-2012)11 aan de hand van een vragenlijst voor aannemers en interviews met stakeholders kansen en hindernissen m.b.t. de marktontwikkeling van BEN renovaties.
Figuur 4. Antwoord op de vraag “Welke focus verwacht u voor de marktontwikkeling van integrale woningrenovaties?” (139 respondenten/aannemers; België). Bron: VCB in het kader van ERANET-ERACOBUILD One Stop Shop.
13
Figuur 5. Antwoord op de vraag “Hoe moeten we de kennisuitwisseling voor zeer energiezuinige renovaties organiseren?” (139 respondenten/aannemers; België). Bron: VCB in het kader van ERANET-ERACOBUILD One Stop Shop.
9
http://www.b2match.eu/cohereno. Professionelen kunnen hun ervaring met BEN melden, evenals de samenwerking die zij zoeken. 10 Zie ook het onderzoeksproject “Low Energy Housing Retrofit – LEHR”, uitgevoerd in het kader van Federaal Wetenschapsbeleid, waarin ervaringen met technologische innovaties en demonstratieprojecten werden onderzocht. Meer info zie: www.lehr.be 11 Met ondersteuning van IWT, zie: http://www.one-stop-shop.org
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Zo toont Figuur 4 bijvoorbeeld een overzicht van de diverse aspecten die aannemers belangrijk vinden m.b.t. het stimuleren van de BEN renovatiemarkt en Figuur 5 aan welke vormen van kennisuitwisseling zij de voorkeur geven. Hierbij gaat een sterke preferentie van aannemers naar de bewustmaking van de klant en opleiding van en kennisverspreiding naar professionelen. Uit dit onderzoek bleek tevens dat, behalve enkele koplopers, aannemers vaak een afwachtende houding aannemen en zich eerder richten op de vraag van de klant. Architecten spelen in de Vlaamse bouwpraktijk vaker een rol als innovator en proactieve koploper. De in dit project bevraagde actoren zagen problemen wat betreft de efficiënte samenwerking tussen professionelen: -
-
Veel uitvoerende partijen werken afzonderlijk en met materialen en systemen waarmee zij vertrouwd zijn, wat het aanbieden van innovatieve integrale oplossingen bemoeilijkt; kennis over innovatieve oplossingen dringt moeilijk door tot uitvoerders De klant verwacht minder hinder en tijdige uitvoering; de coördinatie op de werkplaats is echter complex en vaak geen onderdeel van het aanbod
Uit het One Stop Shop project kwamen een aantal kansen naar voren om deze problemen aan te pakken12: -
-
12
Het verbeteren van het kennisniveau van professionelen Het stimuleren van samenwerking tussen bedrijven om de BEN renovatiemarkt te ontwikkelen (zie Figuur 6) Het ontwikkelen van een portaal voor netwerking van professionelen voor BEN renovatie Het ontwikkelen van business modellen die samenwerking voor BEN renovatie stimuleren, waarbij de klant één verantwoordelijk aanspreekpunt heeft voor een volledige renovatie, (zogenaamde “One Stop Shops”) Het bevorderen van projectmanagement, snelle uitvoering en kwaliteitsbewaking bij BEN renovaties
Zie: http://www.one-stop-shop.org/papers
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
14
Figuur 6. Antwoord op de vraag “Met wie wenst u samen te werken voor de marktontwikkeling van
integrale woningrenovaties?” (139 respondenten/aannemers; België). Bron: VCB in het kader van ERANETERACOBUILD One Stop Shop. Merk op dat 74% van de respondenten slechts 0-6 werknemers heeft.
Het project besloot dat, indien men verwacht dat het aandeel (BEN-)renovaties moet toenemen, men niet meer kan verwachten dat alle woningeigenaars nog zelf hun woningrenovatie zullen kunnen beheren. De koplopers-eigenaars ervaren nu immers al veel administratieve last en moeite met het vinden van de juiste informatie, het cont(r)acteren en coördineren van ervaren partijen en het bewaken van de kwaliteit, de kosten en de energieprestaties. Een belangrijke aanbeveling die voortvloeide uit het One Stop Shop project was dan ook om de fragmentatie van renovatieprocessen te beschouwen als belangrijkste hindernis, met als mogelijke oplossing het ontwikkelen van business modellen die leiden tot samenwerking tussen vaklui en experten en tot minder hinder en duidelijke energieprestaties voor de klant. Het belang van samenwerken in het kader van BEN wordt ook beklemtoond door een studie van de Stichting Innovatie & Arbeid (SERV) uit 201213. Deze toonde via interviews dat energieprestatieniveaus en duurzaam en ecologisch bouwen belangrijke triggers zijn voor innovatie in Vlaanderen. Open innovatie kan in het bijzonder ontstaan door samenwerking in projecten en op de bouwplaats. In het kader van IWT loopt sinds 2013 het project ‘Renofase’14 dat aannemers, architecten en materiaalleveranciers en -producenten wil ondersteunen om renovatieprojecten efficiënt en kwaliteitsvol te realiseren. Kennis wordt opgebouwd op maat van de aannemer en de architect, zodat zij deze in concrete projecten kunnen gebruiken. Daarnaast wordt ingezet op innovatie: nieuwe materialen, producten en systemen worden getest, gevalideerd en nieuwe ideeën worden ontwikkeld. Een derde pijler wordt gevormd door toepassing via gevalstudies, verspreiding van kennis en het stimuleren en ondersteunen van nieuwe product- en systeem-ideeën. Op die manier worden renovatieprojecten gestructureerd aangepakt,
13
Zie: http://www.serv.be/stichting/kennisdocument/open-innovatie-de-bouwsector. Het RenoFase project is officieel gestart op 1 september 2013 en zal vier jaar lopen. Zie: http://www.renofase.be. 14
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
15
waarbij kwaliteit en meerwaardecreatie de klant kunnen overtuigen. Sinds maart 2014 loop ook het project ‘Werken in Bouwteams’ (NAV, VCB, Bouwunie, ORI), ondersteund door IWT, dat wederom efficiëntere ketensamenwerking beoogt. Dit project wil bouwprocessen optimaliseren door verschillende soorten actoren (klanten, architecten, ingenieurs, aannemers) samen te brengen vanaf de conceptfase van een bouwproces. Hierdoor verschuift ook de aandacht meer naar de rol van de architect, die bouwprocessen gestroomlijnder kan doen verlopen, met minder faalkosten en betere energieprestaties voor ogen15. Er is tot op heden echter nog weinig aandacht voor het werken in bouwteams voor kleinschalige renovaties van eengezinswoningen en de juridische aspecten en de definitie van verantwoordelijkheden vergen nog enige ontwikkeling. In 2013 lanceerde IWT tevens de proeftuin woningrenovatie16 om de volumemarkt van de renovatie van de volledige gebouwenvoorraad te bevorderen. Tien proeftuinprojecten17, geografisch gespreid over Vlaanderen, experimenteren nu met nauwere samenwerkingen tussen actoren om integrale kwalitatieve renovatie-oplossingen te bereiken, die reproduceerbaar, opschaalbaar en betaalbaar zijn. In deze projecten wordt ook de vraagzijde versterkt en wordt gezocht naar alternatieve financieringsmethodes. De proeftuinen zelf en een overkoepeld “kennisplatform woningrenovatie”18 zullen deze projecten, ervaringen en nieuwe processen de komende jaren monitoren. Ook diverse lokale overheden (gemeenten, OCMW’s, gemeentelijke en provinciale instellingen) engageren zich om kansen te realiseren voor BEN renovaties in Vlaanderen, in het bijzonder door hun burgers gericht te informeren en sociaal zwakkeren te ondersteunen. Diverse steden (bijvoorbeeld Gent, Antwerpen, enz.) bieden bijvoorbeeld advies aan bewoners over duurzaam bouwen en renoveren. Hierbij wordt vaak samengewerkt met onafhankelijke non-profit organisaties zoals Passiefhuis-Platform vzw en de provinciale steunpunten duurzaam bouwen. Een aantal gemeenten faciliteert groepsaankopen (voor dakisolatie, gevelisolatie, hernieuwbare energie, enz.) en/of biedt goedkope of renteloze leningen voor energie-renovaties aan sociaal zwakkeren. 15
Dit bouwteamconcept wordt vooral ad-hoc toegepast (bijvoorbeeld in PPP- of DBFM-constructies). De enkelen die vandaag in bouwteam werken zijn lovend over hun eigen leerproces en het resultaat, maar zij wijzen ook op belangrijke valkuilen. Zo moet het voor de actoren duidelijk zijn wat er van hun verwacht wordt: de uitvoerders moeten méér doen dan een calculatie opstellen en de ontwerpers moeten méér doen dan het programma in ruimte omzetten. 16 Looptijd 2014-2018. http://www.iwt.be/subsidies/proeftuinbouw 17 Zie: http://www.kennisplatform-renovatie.be/proeftuinprojecten-2/ voor een overzicht. 18 Het Kennisplatform Renovatie is een initiatief van WTCB, Passiefhuis-Platform vzw (PHP), Vlaamse Confederatie Bouw (VCB), Bouwunie en de Nationale Architecten Vereniging (NAV) als aanvrager en uitvoerders. De Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) Vlaanderen vzw, de Organisatie van Raadgevende Ingenieurs, Engineering- en consultancybureaus vzw (ORI) en de Verenigde Eigenaars vzw (VE-PR) zijn mede-aanvrager. Voor de wetenschappelijke uitvoering wordt bijkomend beroep gedaan op de kennisinstellingen van KU Leuven (Departement Burgerlijke Bouwkunde, Afdeling Bouwfysica), UGent (Vakgroep Architectuur en Stedenbouw, Onderzoeksgroep Bouwfysica, constructie en klimaatbeheersing) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Zie ook: http://www.kennisplatform-renovatie.be
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
16
Vlaanderen zal nu19 een coherent actieplan uitwerken dat, in een korte-, halflange- en langetermijnperspectief, leidt tot een sterke verhoging van de renovatiegraad van ons Vlaams woningpatrimonium en de energieprestatie ervan optimaliseert tot het bijnaenergieneutraal niveau. In het zogenaamde ‘Renovatiepact’20 zal de overheid deze transformatie faciliteren en ondersteunen maar alle belanghebbenden zullen hier mee hun schouders moeten onder zetten. Een eerste actie is de verdere uitrol van renovatieleningen aan 2% of 0% interestvoet.
3.2 Resultaten van interviews In het kader van het COHERENO project werden in de vijf landen België, Oostenrijk, Duitsland, Nederland en Noorwegen kernpersonen van bestaande samenwerkingsverbanden ondervraagd over hun visie op klantensegmenten, hun marktaanpak, hun samenwerking met andere actoren en de kansen en hindernissen die zij ervaren voor de realisatie van BEN renovaties. We geven hier een overzicht van de belangrijkste algemene resultaten van tien interviews, uitgevoerd in de periode eind 20132014 (ervaringen van vijf adviserende en vijf uitvoerende professionelen in Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). De volledige resultaten en de gebruikte vragen voor interviews kunnen teruggevonden worden in het internationale eindrapport21. 3.2.1 Algemene resultaten De Belgische koploper-bedrijven die werken op BEN renovaties van particuliere eengezinswoningen zijn meestal zelfstandigen of kleine ondernemingen van minder dan tien personen. Slechts enkele grotere ondernemingen, sleutel-op-de-deurfirma’s en toonaangevende architectenbureaus met meer kennis in huis werken eveneens op BEN renovaties. De kleine ondernemingen werken meestal op korte afstand binnen de regio22, de grotere bedrijven hebben meestal een groter geografisch werkingsgebied. De resultaten van de interviews tonen drie belangrijke hindernissen: gebrek aan kennis, gebrek aan samenwerking en weinig ontwikkelde business modellen. Gebrek aan kennis Het leertraject van bedrijven is veelal ad-hoc en per project verschillend en er is weinig initiatief om te leren uit voorgaande projecten (zowel fouten als positieve klantervaringen). Er is vaak geen systematische kennisuitwisseling tussen samenwerkende bedrijven, wat kan leiden tot wantrouwen van partners met betrekking tot de kwaliteit van de uitgevoerde
19
Op 16 december 2014 gaf minister Turtelboom het startschot voor de ontwikkeling van een Renovatiepact. 20 Zie: http://www2.vlaanderen.be/economie/energiesparen/beleid/Engagementsverklaring_Renovatiepact.pd f 21 Zie www.cohereno.eu, ‘Project outcomes’. 22 Enkele bedrijven werken ook bewust op korte afstand om kwaliteit te kunnen garanderen. Regionale mond-op-mond reclame wordt door enkele interviewees gezien als een kwaliteitskeurmerk.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
17
werken en met betrekking tot de haalbaarheid van energieprestaties op BEN-niveau. De grotere Belgische bedrijven hebben meestal eigen kennis en mensen in huis, maar weten nog niet goed hoe zij de klant best kunnen bereiken. Zowel adviserende als uitvoerende partijen beklemtonen het belang van opleiding en diverse bedrijven zoeken ook expliciet samenwerking met getrainde of ervaren partners. Toch wordt het gebrek aan kennis nog ervaren als een belangrijke hindernis voor de ontwikkeling van BEN renovaties. De ontbrekende kennis werd waargenomen op diverse vlakken zoals energieconcepten, bouwfysica, detaillering van koudebruggen, procesinnovatie en marketing. Gebrek aan samenwerking De resultaten van de interviews tonen dat de kleine bedrijven in België nauwelijks permanente of systematische samenwerking nastreven voor BEN renovatie. De samenwerking met partners is veelal ad-hoc en per project verschillend en er is relatief weinig initiatief om als samenwerkingsverband naar buiten te treden voor de werving van nieuwe projecten. Vaak is geen enkel betrokken bedrijf echt verantwoordelijk voor de algemene kwaliteit der werken: iedere partij heeft nog een apart contract met de klant. In de onderzochte samenwerkingsverbanden zijn partijen nog vaak wantrouwig om kosten, voordelen en risico’s te delen. BEN renovaties in Vlaanderen worden momenteel gekenmerkt door een fragmentatie van het aanbod, gebrekkige communicatie over en weer tussen de diverse professionelen en een gebrek aan klantgaranties op het volledige resultaat, de kosten en de timing. De grotere Belgische bedrijven zoeken enkel samenwerking indien dit kansen biedt voor een volumemarkt. Eén enkele sleutel-op-de-deur firma is in België was eind 2014 het enige bedrijf dat een energieprestatiegericht renovatiecontract kan aanbieden. Merk op dat in de dagelijkse praktijk van woningrenovatie waarbij de woningeigenaar zelf alles moet coördineren vaak ook nog geen enkele duidelijke samenwerking tussen diverse bouwprofessionelen voorkomt. Als contrast bespreken we vervolgens een aantal figuren welke verschillende samenwerkingsvormen van professionelen illustreren, zoals waargenomen in de COHERENO partnerlanden. Om de samenwerkingsvormen compact voor te stellen worden enkel de meest relevante actoren vermeld, in het bijzonder zij die een renovatiecontract voor een integrale renovatie aanbieden aan de woningeigenaar (rode cirkel) en de consulterende en uitvoerende partijen die contractueel of functioneel afhangen van deze contractant (overige cirkels). Merk op dat in de diverse samenwerkingsverbanden vaak nog een rechtstreekse teamverbintenis met bepaalde actoren zoals banken, productleveranciers, eerstelijnsadviseurs, kwaliteitsbewakers, onderhoudstechnici, en publieke en private instellingen ontbreekt. Vooral aan het begin van het bouwproces en na de oplevering wordt de klant nog verwacht zelf zijn weg te kunnen vinden. Figuren 7, 8 en 9 tonen welke samenwerkingsverbanden voor BEN renovatie werden ontdekt in België (stippellijnen tonen relaties die niet vast zijn). Er zijn verschillende professionelen
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
18
die de woningeigenaar begeleiden in hun integraal renovatieproces. De voornaamste actoren in België zijn architecten, sleutel-op-de-deur firma’s en renovatie-makelaars. De figuren tonen dat in ieder samenwerkingsverband meestal een architect en diverse aannemers betrokken zijn. Afhankelijk van het project kunnen ook een algemene aannemer of een energie-adviseur toetreden tot een BEN-samenwerkingsverband. In enkele gevallen gaat het om een sleutel-op-de-deur renovatie waarbij één firma het volledige renovatieproces coördineert. Voor de bestaande renovatiemakelaars zijn BEN renovaties nog onontgonnen terrein, dus veelal ontbreekt nog een samenwerking met energie-adviseurs. Enkel in grotere projecten (bijvoorbeeld sociale huisvesting of wijkaanpak) zoeken bedrijven soms samenwerking met universiteiten, beleidsinstellingen of vastgoedfirma’s.
19 Figuur 7. Samenwerkingsstructuur waarbij de architect optreedt als leidende actor. De architect doet occasioneel beroep op een energie-adviseur. Een algemene aannemer of de architect coördineert onderaannemers.
Figuur 8. Samenwerkingsstructuur met een renovatiemakelaar, renovatieconsulent of broker netwerk als
Figuur 9. Samenwerkingsstructuur met een sleutel-op-de-deur firma als leidende en coördinerende actor. De firma
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
leidende actor: deze coördineert rechtstreeks onderaannemers en architecten. De architecten hebben een functionele relatie met de onderaannemers.*
contracteert de architect (wanneer deze extern is aan het bedrijf), de energie-adviseur en de onderaannemers.
* De geïnterviewde renovatiemakelaar had (nog) geen energie-adviseur in huis en richtte zich ook niet specifiek op BEN renovaties.
Weinig ontwikkelde business modellen Diverse ondervraagden vonden dat eerder het beleid een duidelijke boodschap naar burgers moet brengen om de vraag naar BEN renovaties te boosten. Financiële stimuli worden gezien als kansen om dit doel te bereiken. De Belgische koploper-bedrijven specifiëren zelden of nooit een specifiek klantensegment voor BEN renovatie: zij geloven dat dit hun marktaandeel beperkt en zij richten zich nog vaak op een bredere markt van energiezuinige nieuwbouw en renovatie. De kleine bedrijven hebben vaak nog geen goed beeld hoe zij de klant beter kunnen bereiken dan enkel via mond-op-mond reclame. Hun belangrijkste ‘nieuwe’ communicatiekanalen om klanten te bereiken zijn vaak het internet en de websites van de bedrijven. Daarnaast merken we dat klanten23 bedrijven echter ook vinden via ‘open deur’ evenementen (bijvoorbeeld De Vlaamse Renovatiedag24 of Ecobouwers25), bouwbeurzen26 en publieke lijsten van onafhankelijke organisaties (bijvoorbeeld Ecobouwers, Passiefhuis-Platform, Plate-forme Maison Passive27). 20 We zoomen vervolgens in op de verschillende ervaringen van adviserende en uitvoerende professionelen in België, en op andere samenwerkingsvormen in andere landen. 3.2.2 Ervaringen van adviserende professionelen De belangrijkste categorieën van adviserende professionelen in BEN renovaties van particuliere woningen zijn architecten en energie-adviseurs. Daarnaast bestaat ontstaat ook een groep renovatie-adviseurs of –makelaars. De architect is typisch de coördinator van de werken en de centrale contactpersoon voor huishoudens. Voor integrale renovaties werken architecten samen met aannemers, gekozen per project. Veel architecten prefereren daarbij regelmatige samenwerking met een (goede) aannemer. Waar architecten veelal hun best doen om een goed ontwerp te leveren, zijn zij vaak niet betrokken bij de uitvoering en de coördinatie van verschillende aannemers dat soms leidt tot fouten in de uitvoering. De geïnterviewde architecten waren weigerachtig om energieprestatiegaranties aan te bieden, aangezien dergelijke garanties afhangen van de kwaliteit van de uitvoering.
23
Zie het rapport “Customer segments and value propositions in the nZEB single-family housing renovation market”, http://www.cohereno.eu/fileadmin/media/Dateien/COHERENO_Report_Customer_Segments.pdf 24 http://www.devlaamserenovatiedag.be/ 25 http://www.ecobouwers.be/ 26 Merk op dat de kleine ondernemingen zich vaak niet kapitaalkrachtig genoeg achten om deel te nemen aan grote bouwbeurzen. 27 http://www.maisonpassive.be/
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Voor grondige renovaties is vanaf 2015 een E-peil nodig en vermoedelijk een relatie met een wettelijk erkende energie-adviseur. De rol van de energie-adviseur wordt vandaag door de klant eerder gezien als beperkt en een wettelijke verplichting, eerder dan een meerwaarde. De adviseurs zijn het gewend om maatregelen voor te stellen doch er zijn anno 2014 nog praktisch geen energie-adviseurs die ook de begeleiding, de uitvoering en de controle van de voorgestelde adviezen aanbieden. Een geïnterviewde koploper energie-adviseur biedt geen garanties met betrekking tot timing, kosten en energieprestatie van de integrale renovatie. De interviewee verwijst naar de architect en de uitvoerders om de voorgeschreven maatregelen te respecteren. Over het algemeen leveren de adviserende professionelen geen opvolging na ingebruikname. Er is bijvoorbeeld geen kennis of ervaring met het aanbieden van monitoring, gebruikershandleidingen voor een BEN renovatie of onderhoudscontracten. De adviserende professionelen zien als één van de belangrijkste hindernissen het beschikbare budget van de huishoudens. Zij ondernemen echter zelf geen acties om huishoudens te ontzorgen met bijvoorbeeld het opvragen van subsidies of het leveren van een gestructureerd financieringsadvies. De hulp die hiertoe wordt aangeboden beperkt zich tot het verwijzen naar informatie over beschikbare subsidies en het interpreteren van de mogelijkheden of de offertes van aannemers binnen het budget dat de klant voor ogen heeft. Een andere belangrijke hindernis ervaren door kleine bedrijven betreft de uitvoering van lage kwaliteit, vaak te wijten aan een gebrek aan kennis, communicatie en coördinatie van sommige vaklui. De architecten proberen dit mogelijk probleem in te schatten door aannemers in ieder geval te ontmoeten voordat de werken starten, doch er kan worden getwijfeld of dit een afdoend resultaat oplevert. 3.2.3 Ervaringen van uitvoerende professionelen De belangrijkste categorieën van uitvoerende professionelen in BEN renovaties van particuliere woningen zijn algemene aannemers, vaklui en sleutel-op-de-deur firma’s. Naast de architecten, leveren voor het ogenblik enkel sleutel-op-de-deurfirma’s als centraal contactpersoon voor een huishouden een integrale BEN renovatie met een vooraf bepaald energie-ambitieniveau. Voor het leveren van een BEN renovatie zoeken uitvoerende professionelen veelal een samenwerking met adviserende professionelen, zoals architecten en energie-adviseurs. Dergelijke samenwerking komt voor in verscheidene gradaties, van ervaringsuitwisseling met koplopers tot en met informele en contractuele samenwerkingsverbanden. De ondervraagde aannemers die enkel bepaalde maatregelen aanbieden bieden nog geen vervolgtraject of master plan voor een volledige renovatie. Sommige bedrijven – doch zeker niet alle - bieden tijdsgaranties aan. Ook uitvoerende professionelen leveren meestal geen opvolging na ingebruikname in termen van onderhoud of monitoringdiensten. Een enkele sleutel-op-de-deur firma neemt wel initiatief om klanten na de oplevering terug te contacteren om hen te herinneren aan het
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
21
nodige onderhoud. Het onderhoud zelf blijft echter in de handen van de woningeigenaars en wordt niet gezien als kans voor het bedrijf. De firma redeneert dat de klant door de meerkost van BEN renovaties niet meer wil betalen voor de extra kost van onderhoud of monitoring. Een ander ondervraagd bedrijf vond dat monitoring niet zal gebeuren tenzij het verplicht gemaakt wordt. 3.2.4 Nieuwe samenwerkingsvormen in andere landen Ondanks het feit dat de bouwmarkt in andere landen verschilt, werden in de COHERENO partnerlanden (Oostenrijk, Duitsland, Nederland, Noorwegen) nog andere vormen van samenwerking tussen professionelen in BEN renovaties gevonden die kunnen dienen als inspiratie voor Vlaanderen, aansluitend bij de Vlaamse ambities met betrekking tot de opschaling van BEN renovatie28. Noemenswaardig zijn de evoluties naar nieuwe vormen van vaste samenwerkingsverbanden, competentienetwerken en Energy Service Companies (ESCO’s) voor de renovatie van woningen en de ontwikkeling van fysische renovatiewinkels. Zo is er in Noorwegen bijvoorbeeld een vast samenwerkingsverband dat geleid wordt door een bekende algemene aannemer. Deze werkt op vaste wijze samen met twee gecertificeerde energie-adviseurs, en ad-hoc per project met diverse onderaannemers, een architectenbureau en een expert energie-efficiëntie. In deze structuur is de aannemer financieel en wettelijk verantwoordelijk ten opzichte van de klant en neemt dus een groter risico dan de andere partners. 22
Figuur 10. Voorbeeld van een samenwerkingsverband met een aannemer als leidende actor. De aannemer beheert andere aannemers, stelt twee energie-adviseurs tewerk en werkt ad-hoc samen met een architect en een expert energie-efficiëntie.
28
Bijvoorbeeld: Renovatiepact en proeftuinen woningrenovatie.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Ook de architect kan een leidende rol spelen in een samenwerkingsverband29. In Nederland is er een voorbeeld van een architectenfirma die een consortium leidt met een aannemer, een energie-adviseur en een installatie-adviseur. Deze firma ziet dat lagere kosten kunnen worden aangeboden aan klanten door een seriële aanpak. Merk op dat er in België voor een dergelijke samenwerking mogelijk een conflict zou kunnen ontstaan met het onafhankelijk statuut van de architect.
Figuur 11. Voorbeeld van een samenwerking geleid door een architect die een algemene aannemer, een energie-adviseur en een installatieadviseur contracteert.
Tevens zijn structuren denkbaar waarbij in functie van de vraag de aannemer of de architect leidend optreedt. Een samenwerkingsverband in Noorwegen toont een dergelijk voorbeeld als samenwerking tussen een architect, een algemene aannemer, een loodgieter, een elektricien en een expert ventilatie. De klant betaalt de factuur aan één projectbeheerder. De projectbeheerder kan de algemene aannemer zijn, of – in gevallen waarbij de gevel moet worden veranderd – de architect. De projectbeheerder ontvangt een klein bedrag voor de beheerskosten. In tegenstelling tot de Belgische voorbeelden is er in dit samenwerkingsverband wel aandacht voor het uitvoerig documenteren van de gebruiksfase en het voorzien van een onderhoudscontract.
Figuur 12. Samenwerkingsverband waarbij één projectbeheerder (de architect of de algemene aannemer) optreedt als contactpersoon voor de woningeigenaar.
29
Vergelijk ook met de zogenaamde “architecten-bouwers” in Vlaanderen.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
23
Daarnaast vinden partijen elkaar ook in One Stop Shop netwerken. Zo bestaat er in Oostenrijk bijvoorbeeld ook een vast netwerk30 tussen elf samenwerkende bedrijven. Dit netwerk biedt One Stop Shop oplossingen van planning tot advies en uitvoering, specifiek voor BEN renovaties. In Duitsland bestaat tevens een vast samenwerkings/doorverwijsverband31 tussen een groep architecten, ingenieurs en vaklui die samen architectuur, technische oplossingen, bouwfysica en financieel advies aanbieden. De klant heeft hierbij telkens één vast aanspreekpunt.
Figuur 13. Vast samenwerkingsverband. Architecten, installateurs en aannemers profileren zich als één groep en als een one-stop-shop netwerk.
In Oostenrijk bestaat er ook een voorbeeld van een samenwerking tussen een ESCO en een bank voor de renovatie van woningen. De ESCO zorgt voor de planning en uitvoering en werkt hiervoor samen met diverse onderaannemers afhankelijk van de concrete eisen van renovatieprojecten. De bank zorgt voor de voorfinanciering van de renovatie. 24
Figuur 14. Samenwerkingsstructuur waarbij een ESCO optreedt als leidende actor. De ESCO werkt samen met onderaannemers en een bank die de woningeigenaar financiering aanbiedt.
Nederland experimenteert volop met de inrichting van fysieke One Stop Shops. In het kader van het Energiesprong-programma werd een beperkt start-up budget vrijgegeven voor veelbelovende samenwerkingsverbanden, wat leidde tot de opening van diverse renovatiewinkels die zich richten op het aanbieden van integrale woningrenovatieconcepten zoals ‘label A’-renovaties of ‘nul-op-de-meter’-renovaties. De winkels zijn fysieke plekken
30 31
HausSanierungsProfis (HSP-Gruppe) HandinHand-Werker
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
waar klanten kunnen binnenstappen voor advies en procesbegeleiding. Afhankelijk van hun structuur en opzet werken de renovatiewinkels samen met energie-adviseurs, architecten, aannemers, productleveranciers, gekwalificeerde installateurs, innovatiecentra, gemeenten, vastgoedmakelaars, financiële adviseurs, en zo meer. Sommige renovatiewinkels richten zich op specifieke BEN renovatie-segmenten, zoals de renovatie van monumentale panden voor eigen gebruik, of bijvoorbeeld de renovatie van bestaande jaren ’60-’70 woningen met als doel een betere verkoopwaarde. De ervaringen van een koploper-renovatiewinkel in de regio Arnhem-Nijmegen tonen hoe belangrijk het is om onafhankelijk advies te leveren en om de rol van iedere partij in iedere bouwfase vast te leggen in proceduredocumenten. Merk op dat er in dergelijk samenwerkingsverband mogelijk geen architect nodig is, wat in België – waar de rol van de architect beschermd is - mogelijk tot een conflictsituatie zou kunnen leiden.
25 Figuur 15. Samenwerkingsverband met een renovatiewinkel als leidende actor. De renovatiewinkel contracteert een energie-adviseur, onderaannemers en in voorkomend geval een algemene aannemer voor grotere werken.
We merken op dat de voorheen voorgestelde figuren enkel bepaalde samenwerkingsverbanden behelzen die de COHERENO partners toonaangevend vonden m.b.t. de evolutie naar een integraal aanbod van BEN renovaties en dat er daarnaast nog vele andere manieren van samenwerken mogelijk zijn. Over het algemeen wordt waargenomen dat men in andere landen ook out-of-the-box durft denken met betrekking tot de partijen waarmee men vast samenwerkt (zie Figuur 16). Sommige samenwerkingsverbanden halen de banden zelfs nauw aan met ‘ervaren’ huiseigenaars (als referentie), bedrijvennetwerken, bouwmarkten, kamers van koophandel, marketingbedrijven en publieke, private of gemengde instellingen. In sommige gevallen vormen gemeenten een interessante partner, bijvoorbeeld voor het aanbieden van deur-tot-deur-campagnes.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Figuur 16. Overzicht van diverse types ketensamenwerkingen voor BEN renovaties in vijf landen.
3.2.5 Discussie: kansen voor nieuwe vormen van ketensamenwerking Figuur 14 geeft weer dat heel wat samenwerkingen mogelijk zijn die kunnen leiden tot een integraal aanbod voor BEN renovaties met bijzondere aandacht voor het ontzorgen van de klant. Hoewel er in België wat aandacht ontstaat voor Bouwteams als alternatieve vorm van ketensamenwerking, blijkt uit hogerstaande resultaten dat er momenteel - in het bijzonder in andere landen - een evolutie plaatsgrijpt naar nieuwe vormen van ketensamenwerking voor de realisatie van BEN renovaties van particuliere woningen in eigendom. In theorie kan men elke partij worden samengewerkt – wat bevestigd wordt door de koplopers -, maar in de realiteit komt een gestroomlijnde ketensamenwerking nog nauwelijks voor bij BEN renovaties. Bouwprofessionelen in Vlaanderen zoeken nog nauwelijks naar versterkende partnerships in functie van (de wensen van) een bepaald type klant. Deze inspirerende voorbeelden van ketensamenwerking kunnen dus nuttig ingezet worden voor de ontwikkeling van nieuwe business modellen voor BEN renovatie. De ketensamenwerking in België is nog vaak ‘traditioneel’ te noemen. Er is nauwelijks aandacht voor de specifieke niche van BEN renovaties; de marketing die bedrijven voeren is veelal passief en gericht op traditionele communicatiekanalen en waarden. Daarnaast zien we dat in andere landen samenwerkingen ontstaan met een duidelijk business model, gericht op een bepaald type klant, en met duidelijke inzet van nieuwe communicatiekanalen.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
26
Figuur 17. Dichotomie in Vlaanderen voor het ontwikkelen van een aanbod voor BEN renovaties.
Bij de huidige Vlaamse ‘traditionele’ samenwerkingsverbanden is er een gebrek aan kennis, maar ook aan organisatie van het totale proces (tijd, kosten, energieprestaties), waarbij kwaliteitsbewaking een extra aandachtspunt vormt. Dit laatste is - gezien de complexe verbanden tussen alle betrokken partners in BEN renovaties - echter niet zomaar implementeerbaar. Dat vraagt een structurele samenwerking en een verscherpte aandacht voor kwaliteit om consumentenvertrouwen te genereren, wat een nieuwe aanpak is. Om dit succesvol in de markt te zetten, is het belangrijk om te focussen op de klant en het proces, in plaats van op de technische vragen en oplossingen. Het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe business modellen laat toe om dergelijke klantbenadering en samenwerking te verkennen. Het stimuleren van het ontwikkelen van nieuwe business modellen die inspelen op de reële wensen van bepaalde klantsegmenten is daarom belangrijk in de huidige Vlaamse context. De COHERENO resultaten tonen dat met elke partij kan worden samengewerkt en dat de betrokkenheid van een aannemer of een architect zelfs niet hoeft gezien te worden als een conditio sine qua non. De buitenlandse voorbeelden tonen dat vaste samenwerkingen, ESCO’s en renovatiewinkels de transitie naar nieuwe vormen van samenwerking kunnen bevorderen en dat er ook kan worden samengewerkt met partijen van buiten de traditionele bouwkolom. In functie van het type klant en de reële behoefte van die klant wordt gezocht naar versterkende partnerships. De buitenlandse voorbeelden doen veel nieuwe vragen rijzen over de noodzaak van een herziening van het beleid in Vlaanderen, in het bijzonder met betrekking tot de juridische garantiebepalingen en de verzekeringen in de renovatiesector en de (noodzaak van een) verplichte inzet van een architect en een energiedeskundige.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
27
3.3 Aanbevelingen uit de workshops 3.3.1 Hindernissen en kansen voor BEN woningen De deelnemers aan de diverse internationale workshops detecteerden diverse hindernissen en kansen voor de marktontwikkeling van BEN renovaties (en –nieuwbouw), de stimulering van de vraag, en het verbeteren van bouwprocessen. In alle partnerlanden zijn er nog maar weinig BEN woningrenovaties. Dit maakte dat vele deelnemers aan de workshops mede hun ervaringen vanuit de BEN-nieuwbouw van eengezinswoningen naar voren brachten. De (kwaliteits)problemen die de aanbodzijde naar voren bracht in de workshops, kunnen ondergebracht worden in drie categorieën32:
een gebrek aan kennis en training inefficiënte planning en bouwprocessen een gebrek aan marketing en efficiënte communicatie met de klant
De meest vernoemde hindernissen vóór de werken zijn het gebrek aan kennis en opleiding, het gebrek aan gerichte marketing en de soms spaak lopende communicatie met de klant. De meest vernoemde kansen tijdens de werken zijn een betere samenwerking, het organiseren van een lean bouwproces en het verbeteren van de kwaliteit van de uitvoering. Over het algemeen toonde de gevoerde discussies dat er een noodzaak is om de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren, in het bijzonder door het versterken van samenwerking tussen diverse bouwpartijen en het verbeteren van het bouwproces zelf. De aanbevelingen vanuit de aanbodzijde om hindernissen te overwinnen worden vervolgens besproken.
3.3.2 Kennis en opleiding Demonstratieprojecten zijn een goed kanaal om training en opleiding in samenwerkingsverbanden te organiseren. Leerprocessen zijn nodig om kennis te verwerven, in het bijzonder over bestaande en nieuwe componenten en systemen in de markt en over conceptuele oplossingen. In diverse landen werd de nadruk gelegd op de noodzaak van efficiënt leren voor betrokken uitvoerders tijdens de uitvoering van demonstratieprojecten33. Een uitwisseling van ervaringen met koplopers wordt best voorzien in een vroege fase van een project. Na de renovatie is feedback over de tevredenheid van klanten erg belangrijk. Het leren kan ook beter worden georganiseerd in bouwteams of met behulp van workshops34, ‘toolbox meetings’ of ‘scrum teams’35 om het leereffect te vergroten. Daarnaast
32
De diverse hindernissen worden ervaren door personen op verschillende niveaus in een bedrijf, zowel bedrijfsmanagers als projectleiders en vaklui. 33 Ook vanwege de vaak per project variërende onderaannemers op de bouwplaats. 34 In Nederland en Noorwegen kwam ook het belang van workshops naar voren als leermethode om vaak voorkomende technische gebreken te vermijden (bijvoorbeeld de positionering van het
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
28
dient uiteraard ook aandacht te worden besteed aan een update van het curriculum van opleidingen, in het bijzonder ook voor naschoolse opleiding van professionelen in de bouw (zowel uitvoerders als adviseurs). Trainingen en cursussen dienen een zekere regelmaat te behouden. Hieraan gekoppeld is het belangrijk voor onafhankelijke partijen om de kennis van de professionals te kunnen garanderen. Gekoppeld aan opleiding kwam ook het idee van het invoeren van een kwaliteitslabel voor de adviseur en/of de aannemer naar voren36. In opleidingen en trainingen dient in het bijzonder ook aandacht te worden geschonken aan het vermijden van fouten in het ontwerp37, aan het maken van betere productkeuzes en aan kwaliteit. De koplopers volgen al dergelijke trainingen en cursussen over energiezuinige renovaties. Diverse koplopers proberen ook de kwaliteit van de uitvoering te verbeteren door gebruik te maken van onafhankelijke richtlijnen en codes van goede praktijk. Deze richtlijnen en codes van goede praktijk dienen onderdeel te zijn van de opleiding en training. De ervaringen in Oostenrijk tonen dat de rol van netwerken en peer-to-peer communicatie niet mag worden onderschat voor het organiseren van opleidingen en trainingen. In Noorwegen ziet men ook duidelijk het belang van netwerken voor het vinden van ervaren bedrijven die ondersteuning kunnen bieden bij opleiding of training. 3.3.3 Efficiënter samenwerken in beter gestroomlijnde bouwprocessen De workshops in Vlaanderen bevestigden dat momenteel niet verder wordt gedacht dan de samenwerking tussen een architect en een aannemer, al dan niet contractueel of informeel. De koplopers adviseren dat het voor de marktontwikkeling belangrijk is om gestructureerd samen te werken met andere actoren zoals vastgoedmakelaars, financiële actoren (banken, ESCO’s, verzekeringsmaatschappijen), beleidsmensen (subsidieverstrekkers, groepsfacilitatoren) en non-profit organisaties (klantenportaals). Deze samenwerking komt nog moeilijk op gang omdat vele bedrijven die actief zijn op de markt van woningrenovatie klein zijn, en omdat er nog vele vragen zijn over de coördinatie van samenwerkingen. Koplopers in demonstratieprojecten getuigden dat zij coördinatieproblemen vaak oplosten door harder te werken om ieder bedrijf goed te informeren. Een essentieel onderdeel voor betere samenwerking tussen diverse bedrijven is het ontwikkelen van een vertrouwensbasis vanaf het begin van de ontwikkeling van een project of een concept. Het beleid kan
ventilatiesysteem of de correcte dimensionering van het verwarmingssysteem) en technische controlesystemen in te voeren. 35 Het ‘scrum team’ concept werd oorspronkelijk bedacht voor de ontwikkeling van software in de ITsector. Er wordt in de bouwsector gewerkt in multidisciplinaire teams die in een beperkt aantal korte sprints een concreet integraal renovatie-aanbod ontwikkelen voor woningeigenaar. Het scrum team denken werd in Nederland in de bouw geïntroduceerd. Daarnaast vinden in Nederland ook concurrent engineering en morfologische ontwerpmethodes ingang als leermethode in de bouw. 36 In Vlaanderen ging de discussie vooral over de architect, in Duitsland kwam ook de certificatie van de aannemer aan bod als deze een bepaalde cursus heeft gevolgd. 37 Bijvoorbeeld energiedoelstellingen die verkeerd worden vertaald in technische specificaties.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
29
initiatieven nemen om het ontstaan van samenwerkingen te versnellen – bijvoorbeeld door middel van proefprojecten, stimuli en informatievoorziening. Ervaringen in Nederland tonen bijvoorbeeld dat het samenwerken rond een kosten-efficiënt BEN-concept38 of een renovatiewinkel39 vruchten kan afwerpen voor het ontwikkelen en verstevigen van samenwerkingen. In de diverse workshops kwam, naast het belang van één aanspreekpunt voor de bewoner, het identificeren van de verantwoordelijkheden van de individuele partijen tijdens het bouwproces aan bod. In de Vlaamse workshops kwam vooral de gedachte naar voren dat iedere partij verantwoordelijk zou moeten zijn voor het eindresultaat40. In theorie kan men gevolgen koppelen aan minimale en maximale prestatie. In andere landen wordt ook meer aandacht besteed aan de rol van de projectmanager als centrale verantwoordelijke: deze vormt het aanspreekpunt en plant, beheert en coördineert het renovatieproces, in het bijzonder de kosten, de timing en de kwaliteitscontroles tijdens en na renovatie.41 De verplichting van een E-peil voor renovaties biedt kansen voor samenwerking met energieadviseurs en voor het herdefiniëren van de rol van energiedeskundigen. Energiedoelstellingen dienen vanaf het begin van een proces te worden bepaald en na renovatie te worden geverifieerd. Hier ligt mogelijk een rol voor de energie-adviseur die een onafhankelijk energie-advies kan gebruiken als startpunt voor het initiëren van een renovatieproces gericht op het behalen van een bepaalde kwaliteit. De rol van de energieadviseur als kwaliteitsbewaker en voor het stimuleren van de daadwerkelijke uitvoering van renovaties dient dus te worden herbekeken. Kwaliteit dient te worden ingebed in de realisatie van BEN renovaties. In de huidige bouwprocessen is er nog te weinig aandacht voor nazorg. Controles en bijstellingen tijdens en na de oplevering zijn nodig om de installatiekwaliteit en het wooncomfort te bevorderen en om het energiegebruik laag te houden. Na de renovatie kunnen ook bijkomende diensten worden aangeboden.
38
In Nederland betreft het bijvoorbeeld de ontwikkeling van een aanbod voor ‘nul-op-de-meter’concepten voor de kostprijs van de besparing van het huidig energiegebruik (een investering van ongeveer 40.000 EUR opgedeeld in maandelijkse ‘energiebundels’). In de provincie Gelderland werd een revolverend fonds opgezet dat de ontwikkeling van dergelijke concepten ondersteunt. 39 Renovatiewinkels laten toe om een integrale renovatie aan te bieden zonder onderbreking in de samenwerking in de keten. Bovendien wordt de renovatie gecommuniceerd in een taal die klanten begrijpen en de klanten kunnen een in showroom oplossingen voor BEN renovatie ervaren. 40 In Noorwegen maakt men ook melding van de mogelijkheid van ‘team play’-contracten om de samenwerking beter te stroomlijnen. Hierin bevestigen de bedrijven dat zij samen streven naar een bepaald eindresultaat. 41 Vlaamse architecten zien zichzelf vaak in deze rol, doch slagen er niet altijd in om de klant te overtuigen om te investeren in deze diensten. Dit betekent dat alternatieve financierings- en business modellen nodig zijn om deze diensten toch te integreren.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
30
3.3.4 Marketing en communicatie met de klant De deelnemers aan de workshops bevestigen dat ze met hun huidige werkwijzen weinig impact hebben op het te bereiken klantsegment. Er wordt dan ook geadviseerd om een goede visie te ontwikkelen op welk segment juist is voor welk samenwerkingsverband. Men dient een goed inzicht te verwerven wie de ‘fans’ zijn van BEN renovaties. Bedrijven dienen in het bijzonder attenter te zijn voor de echte noden, eisen en prioriteiten van iedere woningeigenaar die wil renoveren en dienen ook hun eigen kwalificaties beter te communiceren42. Mogelijk kan de overheid als onafhankelijke partij ook een rol spelen in het verdedigen van kwalificaties in zake BEN renovaties. Om klanten aan te trekken dienen bedrijven en overheden meer ‘positief’ te communiceren. Bijvoorbeeld bepaalde termen zoals ‘project’, ‘investering’ of ‘pakket’ kan men beter vermijden, omdat deze een connotatie hebben van ‘hinder’. In tegenstelling dient men gebruik te maken van positieve connotaties zoals ‘verbeteringen’, ‘onmiddellijke winsten’ en ‘aanbod’43. In een vroegtijdig stadium dient aan de klant informatie te worden verschaft over kosten (van bijvoorbeeld verwarming) en voordelen (bijvoorbeeld comfortverbetering, waardestijging, beter imago) van iedere maatregel en van een integrale benadering. Wanneer de klant afhaakt op een integrale renovatie dient een master plan voor een gefaseerde renovatie te worden voorgesteld44. Diverse workshops benadrukten ook het belang van het aanbieden van een integraal en onafhankelijk advies. Het advies van een bedrijf wordt niet altijd vertrouwd door de klant. De deelnemers bevestigen het groot belang van het inschakelen van onafhankelijke actoren (bijvoorbeeld non-profit organisaties, gemeenten of netwerken45) om woningeigenaren aan te sporen om BEN renovaties te overwegen. Zij kunnen bijvoorbeeld helpen met het vinden van de juiste bedrijven en kennis46. Bewoners moeten degelijk geïnformeerd worden over de renovatieconcepten en de bruikbare bouwtechnologie. Vanuit deze optiek kwamen een aantal interessante gemeentelijke initiatieven naar voren in de internationale workshop. Antwerpen en Rotterdam organiseren bijvoorbeeld burger-infosessies voor het realiseren van energiebesparing in woningen en brengen woningeigenaars in contact met intermediaire actoren of experten. In Den Haag bestaat ook een specifiek loket voor verenigingen van woningeigenaars waar zij advies kunnen inwinnen bij onafhankelijke partijen. In het kader van COHERENO wordt ook gewerkt aan een publieke lijst van actoren voor BEN renovatie47.
42
Ibid., dit kwam ook uitvoerig aan bod in de workshop in Noorwegen Zie ook het rapport ‘Kansrijke aanpakken in gebouwgebonden energiebesparing – De particuliere eigenaar’, http://www.spaarhetklimaat.nl/Nieuws/documents/EindrapportMMMkansrijkeaanpakken.pdf 44 De ontwikkeling van een dergelijk master plan komt onder meer ook aan bod in het IWT-project Renofase. 45 Zoals de ervaringen in Oostenrijk tonen, kunnen netwerken van geïnteresseerde bedrijven en experten mogelijk soelaas bieden. 46 In Nederland werd bijvoorbeeld gesuggereerd om een programma van eisen en een database (of app) van producten en oplossingen te ontwikkelen om de woningeigenaar te ondersteunen. 47 In Vlaanderen wordt momenteel doorverwezen naar de websites www.ecobouwers.be en www.b2match.eu/cohereno. 43
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
31
Om het vertrouwen van de klant te winnen is het belangrijk om aandacht te schenken aan de kwaliteitszorg, zowel voor als tijdens de renovatie. De klant beschouwt kwaliteitsbewaking echter als een niet-noodzakelijke extra kost. Dit betekent dat het beleid hier een antwoord moet bieden of dat het business model in samenwerkingsverbanden voor BEN renovaties de kwaliteitsaspecten dienen te integreren. In Oostenrijk is er bijvoorbeeld sprake van het verplicht maken van kwaliteitstesten zoals een pressurisatieproef of een thermografie voor het bekomen van subsidies voor BEN renovaties48. In Nederland wordt er bijvoorbeeld in sommige samenwerkingsverbanden al gebruik gemaakt van energieprestatiegarantiecontracten. De bedrijven dienen een bijzondere inspanning te leveren om de klant informatie te verstrekken over het gebruik en het onderhoud van de woning na de uitvoering van de werken. Zo is er bijvoorbeeld niet altijd een contactmoment tussen de uitvoerder en de woningeigenaar of -beheerder om instructies over te dragen. In Nederland is bijvoorbeeld het standaard aanbieden van onderhoudscontracten of –protocols een vaak door koplopers gebruikte oplossing. De Oostenrijkse, Duitse en Nederlandse workshops toonden verder ook dat na het uitvoeren van een renovatie-aanbod de relatie met de klant ook zorgvuldig dient te worden onderhouden. De klant kan best betrokken worden tijdens en na de renovatie om een zeker enthousiasme te onderhouden. Het aanboren van nieuwe klanten gebeurt vervolgens veel vlotter als voorgaande klanten enthousiast meewerken met of refereren naar een bedrijf. De internationale workshop suggereerde ook om een éénduidig certificatie- en labelsystemen te ontwikkelen zodat klanten vertrouwen kunnen scheppen in ‘ervaren’ professionals. Een ‘officiele’ erkenning van ‘ervaren’ actoren zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren op basis van hun inbreng in BEN renovaties of op basis van gevolgde erkende opleidingen en trainingen voor BEN renovatie. In Vlaanderen werden de websites www.ecobouwers.be49 en www.b2match.eu/cohereno aangehaald als mogelijke onafhankelijke lijsten van ‘ervaren’ actoren voor BEN renovaties. Daarnaast kan ook worden gedacht aan de doorontwikkeling van labels zoals ‘energiebewust architect’50 en ‘energiebewuste aannemer’51. Deze laatste bieden nu echter geen specificaties voor BEN renovaties. We merken op dat in Noorwegen52 en Duitsland53 ook BEN energie-experten op
48
Ook werd in Oostenrijk de onafhankelijke toets van het renovatieconcept door een derde partij gesuggereerd om de kwaliteit te verbeteren, evenals verplichte documentatie van het bouwproces d.m.v. beeldmateriaal. 49 Analoog wordt in Nederland verwezen naar de consumentgerichte website Huisvolenergie, https://www.huisvolenergie.nl/leveranciers/ 50 http://www.energiebewustarchitect.be/ 51 http://www.vinduwaannemer.be/nl/faq/energiebewuste-aannemer 52 In Noorwegen is bijvoorbeeld kennis over het passiefhuisconcept vereist om erkend te worden door ENOVA. De lijst is beschikbaar op: http://www.enova.no/radgivning/naring/kundenareradgivere/radgiverregisteret/radgiverregisteret/77/96/?certified=on&passivhustext=&type=&search 53 https://effizienzhaus.zukunft-haus.info/nc/experten/sucheexperten/suchergebnis/?submit_form.x=104&submit_form.y=12&tx_wwdenaexpertendb_qualification_
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
32
een publiek beschikbare lijst voorkomen. Deze adviseurs hebben een specifieke BENopleiding gevolgd of kunnen ervaring aantonen met BEN-projecten.
33
suche%5Bplz%5D=&tx_wwdenaexpertendb_qualification_suche%5Bumkreis%5D=5&tx_wwdenaexpe rtendb_qualification_suche%5Bcohereno%5D=1&debug=&back=17739
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
4 Conclusie Tabel 1 geeft een overzicht van de belangrijkste hindernissen die Belgische BEN-koplopers vermeldden tijdens de tien interviews. Belangrijkste hindernissen voor BEN renovatie ervaren door.. Uitvoerende bedrijven
Adviserende bedrijven
Gebrek aan kennis en training
Fouten in het ontwerp Gebrek aan kennis voor de uitvoering Gebrek aan training op de bouwplaats
Fouten in uitvoering op de bouwplaats Onvoldoende kennis over energieprestatiegaranties bij renovatie Gebrek aan kennis voor het ontwerp Gebrek aan aangepaste tools voor advies
Hindernissen bij het samenwerken in bouwprocessen
Inefficiënte bouwprocessen Moeilijkheden bij de timing en planning van projecten Gebrek aan vaste samenwerking Gebrek aan coördinatie op de bouwplaats
Lange realisatietijd van projecten Gebrek aan eisen in zake controle Onduidelijkheden bij ketensamenwerking Coördinatie van verschillende actoren Niet-optimale doorstroming van informatie tussen bedrijven
Hindernissen bij de marketing en de communicatie met de klant
Slechts een beperkt aantal voorbeeldprojecten Communicatie is te veel gericht op kosten in plaats van toegevoegde waarde Gebrek aan vertrouwen van de klant voor niet-onafhankelijke partijen Ontbreken van instructies voor de klant na oplevering
Slechts een beperkt aantal voorbeeldprojecten Communicatie is te veel gericht op kosten in plaats van toegevoegde waarde; perceptie van kosten van energiebesparende maatregelen Gebrek aan vertrouwen van de klant voor niet-onafhankelijke partijen Geen procedures voor het leveren van instructies voor de klant na oplevering Balans vinden tussen onafhankelijkheid en integrale dienstverlening Gebrek aan kennisdoorstroming naar de klant Omgaan met budgettaire beperkingen en eisen van woningeigenaars Woningeigenaars zijn nog niet bereid om te betalen voor ontwerp en project management Klanten overtuigen om te kiezen voor integrale renovatie
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
34
Gebrekkige kennis van woningeigenaars
Tabel 1. Belangrijkste hindernissen ervaren door BEN-koplopers (resultaten van interviews). De belangrijkste problemen voor de ontwikkeling van een volumemarkt voor BEN renovatie die tijdens de workshops vermeld werden door BEN-koplopers bevestigen het belang van de hindernissen in Tabel 1. Het betreft 1) onvoldoende kwaliteit, veelal als resultaat van gebrek aan kennis, 2) inefficiënte ontwerp- en bouwprocessen, veelal door een gebrek aan samenwerking en 3) gebrekkige marketing en klantbenadering, veelal als gevolg van een onvoldoende uitgewerkt business model. Tabel 2 geeft een overzicht van de belangrijkste kansen die Belgische BEN-koplopers zien voor het oplossen van deze problemen en voor de opschaling van BEN renovatie.
Belangrijkste kansen voor de opschaling van BEN renovatie
Gebrek aan kennis en training wegwerken
Gebruik een toenemend aantal demonstratieprojecten als vehikel voor opschaling van kennis Organiseer aangepaste training en opleiding voor diverse doelgroepen (aannemers, ontwerpers, adviseurs) Koppel het volgen van regelmatige opleidingen aan waardering van actoren (bijvoorbeeld kwaliteitslabel) Faciliteer lerende samenwerkingsverbanden
Samenwerking in de bouwketen bevorderen
Verken samenwerking met onafhankelijke actoren en BEN-koplopers Leg als uitgangspunt een duidelijke doelstelling voorop (bijvoorbeeld hoge energieprestatie, kosten-efficiënt concept) Ontwikkel samen een business model waarbij er één aanspreekpunt is voor de klant (procesmanager, renovatiewinkel of andere) Definieer verantwoordelijkheden van alle partijen in de samenwerking Creëer vertrouwen: organiseer regelmatig communicatiemomenten tijdens het bouwproces
Marketing en communicatie met de klant ontwikkelen
Referentieprojecten doelbewust inzetten in de communicatie Krachten focussen op een bepaald doelsegment van klanten Zorg voor ‘positieve’ communicatie Speel in op de wensen van de klant en verleid de klant tot een aanbod voor een integrale renovatie of een master plan voor gefaseerde renovatie Voorzie steeds advies door een partij die door de klant als ‘onafhankelijk’ wordt waargenomen Biedt kwaliteitszorg en nazorg als opties in het aanbod Biedt desgewenst prestatie- en/of onderhoudscontracten
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
35
We illustreren het systematisch wegwerken van de hindernissen in Figuur 18.
Figuur 18. Methodiek voor het ontwikkelen van kansen voor de opschaling van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen.
In alle COHERENO partnerlanden zijn er nog te weinig ‘ervaren’ aanbieders en te weinig referenties voor BEN renovatie. Veelal ontbreekt kennis nog bij bedrijven, bijvoorbeeld over het ontwerp, het besparingspotentieel en de bouwfysica van BEN renovatie, de uitvoering van energiebesparende technieken en systemen, de manieren van samenwerken, het definiëren van het juiste business model. De resultaten van het onderzoek tonen dat – naast het ontwikkelen van kennis bij de professionelen – het samenwerken dient te worden gestimuleerd en dat de ontwikkeling van klantgerichte business modellen in de bouwsector dient te worden bevorderd. Effectieve en efficiënte samenwerking is een conditio sine qua non voor het bereiken van BEN renovaties, gelet op de complexiteit van deze opgave en de beperkte middelen van kleine ondernemingen om te investeren in innovatie en kennisverwerving. In alle landen is er bijzondere aandacht voor het herstructureren van de samenwerking tussen bedrijven, met aandacht voor het beter bereiken van de klant, het bieden van één onafhankelijk aanspreekpunt en het samenbrengen van compatibele dienstenportfolio’s. Er dient in deze optiek verder te worden ingezet op productontwikkeling, procesinnovatie, transparantie van innovatief aanbod en het faciliteren van marktopschaling van BEN renovatie. De ervaringen tonen dat in de praktijk verschillende vormen van samenwerking tussen actoren ontstaan om BEN renovaties te realiseren. De voorbeelden uit diverse landen tonen
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
36
dat ieder type actor kan meewerken aan een samenwerking of een samenwerking kan opstarten of leiden. BEN-renovatieadviseurs, project managers, ESCO’s, renovatiewinkels, One Stop Shops, non-profit organisaties en instituten zijn nieuwe partijen die een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van een klantgericht aanbod met een hoog potentieel voor marktopschaling. Er zijn tevens voorbeelden van publiek-private samenwerking voor de opschaling van BEN renovatie, bijvoorbeeld door samenwerking met gemeenten en provincies. De ervaringen in de diverse landen tonen echter dat de business modellen voor integraal renoveren nog niet optimaal zijn. Vaak ontbreekt nog kennis, zijn partnerships nog in ontwikkeling of staat de kwaliteitsbewaking en het gebruik van prestatiecontracten nog niet op punt. Ook is er nog een slag te slaan voor de integratie van alternatieve financieringsmodellen en ontzorging in het aanbod van samenwerkingsverbanden. De resultaten van dit onderzoek leiden tot een aantal aanbevelingen voor het beleid, welke passen in de uitvoering van het Vlaams BEN-beleid54 en in de verdere ontwikkeling van het Renovatiepact55. Definieer BEN renovatie en zorg voor een uitrol van BEN-advies voor eengezinswoningen De BEN-koplopers noteren een gebrek aan officiële definitie voor BEN renovaties van eengezinswoningen. De resultaten tonen ook dat eigenaars eerder vertrouwen scheppen in onafhankelijke adviseurs zoals architecten, gecertificeerde energie-auditors, instituten en non-profit organisaties. Er zijn echter veel onduidelijkheden over wat een goed BEN-advies dient te bevatten. Uit de bevindingen blijkt dat het officieel energieprestatie-advies beter worden gestructureerd en dat, gekoppeld hieraan, BEN renovaties (al dan niet integraal of gefaseerd met een duidelijk master plan) beter zichtbaar kunnen worden gemaakt. Ontwikkel kwaliteitszorg voor BEN renovatie Zowel uitvoerende als adviserende actoren benadrukken het mogelijk bestaan van lage kwaliteit van uitvoering en ontwerp en de noodzaak om een kwaliteitszorgsysteem verder te ontwikkelen. Er is behoefte aan de ontwikkeling van (kwaliteits)richtlijnen en protocols voor het adviseren, het ontwerpen, het realiseren, het opleveren van BEN renovaties. Er is in het bijzonder behoefte om ook aandacht te schenken aan nazorg en onderhoud en aan het verbeteren van de overdracht van informatie na de oplevering om de kwaliteit blijvend te garanderen. Eerste ervaringen dienen nog te worden ontwikkeld met onderhoudsgaranties en prestatiecontracten voor BEN renovaties, waarvoor ook nog geen duidelijk beleidskader bestaat. Het zichtbaar maken van (de kwaliteit van) BEN-koplopers vereist een duiding van hun ervaring, bijvoorbeeld gevolgde opleidingen en uitgevoerde projecten.
54
Zie: http://www.energiesparen.be/BEN/beleid. Het BEN-actieplan definieert dat acties nodig zijn in zake innovatie, kwaliteit, communicatie, financiering en beleid. 55 Zie: http://www.energiesparen.be/renovatiepact. Het Renovatiepact moet leiden tot een substantiële opschaling van de (BEN-)renovatiemarkt. Werkgroepen onderzoeken d.d. de BEN-definitie voor renovatie, een geïntegreerd beleidskader, actievoorbeelden, verplichtingen, financiering en communicatie.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
37
Ontwikkel aangepaste training voor BEN renovatie Bij vele bedrijven ontbreek kennis en ervaring over BEN renovaties. Vooral een betere informatiedoorstroming tussen betrokken disciplines is een essentiële randvoorwaarde voor het realiseren van kwalitatieve BEN renovaties. Er is een grote behoefte om trainingen voor uitvoerders te organiseren, in het bijzonder op de bouwplaats. Adviseurs kunnen worden getraind in morfologische ontwerpmethodes, concurrent engineering, bouwfysica, en BENconcepten en -systemen. Daarnaast is er behoefte aan het ontwikkelen van een pool van projectmanagers voor BEN renovatie, getraind in omgaan met bewoners en prestatiegaranties. Ontwikkel een goede zichtbaarheid van BEN-koplopers BEN-koplopers zijn de motor van kennisoverdracht en marktopschaling. Zij worden momenteel moeilijk gevonden, zowel door bedrijven die partnerships zoeken, als door klanten. Een goede zichtbaarheid van BEN-koplopers dient te worden gestimuleerd, met een goede herkenbaarheid van actoren die ervaring hebben met BEN renovaties of die getraind zijn in het ontwerp of de uitvoering van BEN-concepten en -systemen. Het is ook belangrijk dat ‘erkende’ koplopers kunnen aantonen dat zij zich regelmatig bijscholen. Stimuleer hoog-performante BEN renovaties Adviserende bedrijven zien een behoefte om energieprestatiegaranties te kunnen aanbieden, uitvoerders vinden dat de coördinatie op de bouwplaats kan worden verbeterd. Het aantal renovaties van eengezinswoningen dat in Vlaanderen in aanmerking zou kunnen komen onder de noemer ‘BEN’ bedraagt naar schatting nog minder dan 0,1% van het aantal woningrenovaties per jaar. De realisatie van hoog-performante BEN renovaties dient te worden gestimuleerd. In vergelijking met andere regio’s is er in Vlaanderen bijvoorbeeld nog geen aanbod voor snelle woningrenovaties. In andere landen wordt volop geëxperimenteerd met energie-, tijds-, kosten- en onderhoudsgaranties en met het administratief en financieel ontzorgen van de klant. Stimuleer de samenwerking tussen adviseurs en uitvoerders Adviserende bedrijven en uitvoerders werken veelal niet project-overstijgend samen om een aanbod te ontwikkelen. Adviseurs en architecten noteren dat de klant niet altijd bereid is om te betalen voor ontwerpdiensten, projectmanagement of kwaliteitszorg. Uitvoerders hebben nog te weinig kennis en referentieprojecten en nood aan de kennis die ingebracht wordt door adviserende bedrijven. Dit betekent dat om de advieskosten te dragen op één of andere manier beter moet worden samengewerkt. Uitvoerders en adviseurs moeten samen een balans vinden tussen het bieden van een onafhankelijk advies met energieprestatiedoel en een integrale uitvoering met kwaliteitszorg. Juridische belemmeringen voor ketensamenwerking en onduidelijkheden m.b.t. garantiebepalingen moeten worden geëlimineerd.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
38
Stimuleer het gebruik van business modellen in de bouwsector Professionals in alle landen zijn zich ervan bewust dat de betere ketensamenwerking in de bouwsector toelaat om betere planningsprocessen te organiseren, om kosten te besparen en om kwaliteitszorg te integreren. Efficiëntere ketensamenwerking kan zorgen dat woningeigenaars efficiënter kunnen worden bereikt en gestimuleerd om te opteren voor een BEN renovatie. Bedrijven zien ook een gebrekkige samenwerking en moeilijkheden in de communicatie met de klant. Vaak zijn bedrijven zich niet bewust van de marktsegmenten met het meeste potentieel, van de waarden van specifieke doelgroepen, van de kanalen waarmee deze doelgroepen kunnen worden bereikt, met welke partijen zij kunnen samenwerken. Het systematisch gebruik van business modellen is momenteel grotendeels onbestaand in de bouwsector en kan de ontwikkeling van doelgerichte marketing en samenwerking ondersteunen. Stimuleer de start-up van een alternatief aanbod zoals renovatiewinkels en ESCO’s voor de renovatie van eengezinswoningen De ervaringen in Nederland tonen dat met beperkte middelen voor de start-up van renovatiewinkels de samenwerking voor BEN renovatie kan worden versterkt. De ervaringen in Oostenrijk tonen dat ook een ESCO voor renovatie van eengezinswoningen kan functioneren. Dergelijke experimenten kunnen ook worden aanbevolen voor Vlaanderen om de opschaling van BEN renovatie te faciliteren. 39 Definieer een lange-termijn visie voor het financieel stimuleren van BEN renovaties De actoren in de aanbodzijde benadrukken het belang van een lange-termijn visie voor publieke financiële stimuli voor BEN renovaties, in tegenstelling tot de nu vaak per jaar variërende subsidies, premies en mogelijkheden voor belastingaftrek. Voor de aanbodzijde is het duidelijk dat BEN een einddoel is in 2021 en dat de overheid aangepaste maatregelen moet nemen om ook de vraagzijde te stimuleren om te kiezen voor BEN renovatie en kwaliteit van woningen. Financiële stimuli dienen te streven naar een hoge standaard voor BEN renovatie (integraal of gefaseerd met een duidelijk master plan). De hoogte van de financiële stimuli dient gekoppeld te worden aan de bereikte energieprestatie. De burger zelf dient administratief zo veel mogelijk te worden ontlast voor de aanvraag van financiële stimuli. Verder is het duidelijk dat BEN-renovatieadvies moet kunnen worden geleverd tegen een lage kostprijs, die niet noodzakelijk overeenstemt met de reële kost van de adviseur. Een aangehaalde denkpiste is om de kosten voor advies terug te betalen bij uitvoering van maatregelen. Voor weinig kapitaalkrachtige gezinnen is derde-partijfinanciering ook de enige mogelijkheid om te investeren in BEN renovatie. Een samenwerking tussen banken en ESCO’s zou hoog op de agenda moeten staan om energie-armoede te bestrijden door sociaal zwakkeren een BEN renovatie te bieden. Gelijktijdig kunnen beleidsmakers een boost geven aan het aantal voorbeeldprojecten in Vlaanderen m.i.v. de ontwikkeling van innovatieve samenwerkingsverbanden. Ontwikkel een coherent beleidskader geïnspireerd op programma’s in andere landen Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
Gelet op het feit dat nieuwe ontwikkelingen in zake ketensamenwerking voor BEN renovatie sneller ingang vinden in andere landen, is het nuttig om succesvolle elementen uit het nationale en lokale beleids- en onderzoeksprogramma’s in andere landen verder onder de loep te nemen. Een Duitse database van erkende energie-experten (“EnergieeffizienzExpertenliste für Förderprogramme des Bundes”)56 toont bijvoorbeeld dat het mogelijk is energie-adviseurs voor BEN renovatie te erkennen en te registreren. In Oostenrijk zijn in het kader van klimaaktiv57 nationale initiatieven ontwikkeld om de kennis in de bouwketen te versterken met specifieke training-programma’s voor aannemers en loodgieters; een publieke database van energie-efficiënte gebouwen biedt klanten een overzicht van ervaren actoren. Daarnaast forceren in Oostenrijk regionale initiatieven zoals “Tiroler Sanierprofi”58 of “The Green Building Cluster of Lower Austria”59, ondersteund door de energieagentschappen en de lokale kamers van koophandel, de vorming van gespecialiseerde regionale netwerken van innovatieve bedrijven die actief zijn op het vlak van energie-efficiëntie en duurzaam renoveren. In Noorwegen wordt de kennis in de bouwketen versterkt met het nationaal programma “Lavenergiprogrammet”60, een samenwerking tussen nationale overheden en de bouwindustrie. Het programma organiseert de training van vaklui in zake passiefhuisconcepten en –maatregelen, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie; actoren die een opleiding gevolgd hebben zijn vindbaar op een publieke lijst. In Nederland leidde het programma “Blok voor Blok”61 tot veertien lokale voorbeelden van de ontwikkeling van nieuwe samenwerking tussen marktspelers, gemeenten, provincies, woningbouwmaatschappijen om 1500 tot 2000 wooneenheden per gemeente te renoveren naar een laag energiegebruik. Daarnaast forceren de Nederlandse programma’s “Energiesprong”62 en “Stroomversnelling”63 de vraag naar BEN renovaties, de ontwikkeling
56
Zie : https://www.energie-effizienz-experten.de/ De database werd ontwikkeld door ontwikkeld door het Duitse Ministerie voor Economie en Energie, de Kreditanstalt für Wiederaufbau (KfW) en het Federaal Bureau voor Economie en Export Controle (BAFA) 57 Een nationaal programma geïnitieerd door het Oostenrijkse Ministerie van Milieu. 58 http://www.tiroler-sanierprofi.at/index.php?id=1 59 http://www.ecoplus.at/en/ecoplus/cluster/green-building 60 Zie : http://www.lavenergiprogrammet.no. Naast de overheid en marktpartijen is de publieke energiemaatschappij ENOVA ook een belangrijke speler in dit initiatief. 61 Zie : http://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/gebouwen/blok-voor-blok. Het programma werd geleid door de Rijksdienst voor Ondernemen (RVO). 62 Geïnitieerd door het Nederlandse Ministerie van BZK en gefinancierd door de Innovatie Agenda Energie en de organisatie Platform31. Met onder meer de subprogramma’s “Huis Vol Energie”, “Lokaal alle Lichten op Groen” en “Ons Huis Verdient Het”. “Huis Vol Energie” is een peer-to-peer netwerk en community van huishoudens die ervaring hebben met BEN renovatie (vergelijk met het Vlaamse Ecobouwers). “Lokaal alle Lichten op Groen” stimuleerde zes gemeenten om 20 woningen energieneutraal te maken d.m.v. deals met lokale aanbieders. “Ons Huis Verdient Het” stimuleert het beleid, banken en bouwindustrie om belemmeringen in het beleid weg te werken en om financiële constructies te initiëren die leiden tot kwaliteit, garantie en kostenhaalbaarheid. 63 “Stroomversnelling” is een vervolg op “Slim en Snel”, een programma dat slimme en snelle renovatieconcepten voor de sociale huisvesting stimuleerde d.m.v. innovatieve samenwerking (vergelijk bijvoorbeeld met de IWT-proeftuinprojecten). “Stroomversnelling” tilt de resultaten nog een trap hoger: vier bouwbedrijven en zes sociale huisvestingsmaatschappijen zullen tegen 2016 11.000 woningen renoveren volgens het ‘nul-op-de-meter’-principe. Daarna wordt een opschaling voorzien
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
40
van een community van BEN-koplopers, de zichtbaarheid van BEN renovaties van eengezinswoningen en de ontwikkeling van gemeentelijke samenwerkingsverbanden en renovatiewinkels. Ontwikkel een lange-termijnvisie voor innovatie in de bouwsector Al de bovenstaande praktijkvoorbeelden tonen dat de huidige beleidsprogramma’s in Vlaanderen een trapje hoger moeten schakelen om BEN renovaties te kunnen opschalen. Er is nood aan een Vlaamse lange-termijnvisie voor BEN renovatie m.i.v. kwaliteitsdoelstellingen en een duidelijk vooraf gedefinieerd pad naar hoge energieprestatie. Naast initiatieven op het vlak van energiebeleid (definitie BEN renovatie, energiedoelstellingen, kwaliteitseisen, verplichtingen) is ook nood aan innovatiebegeleiding voor het stimuleren van procesinnovaties in de bouwsector. De opschaling van BEN renovaties vereist de ontwikkeling van systeemoplossingen, nieuwe business modellen en van nieuwe vormen van ketensamenwerking voor het ontzorgen van de klant. Innovatieve samenwerkingsverbanden dienen te worden omgezet in concrete business modellen voor de opschaling van BEN renovatie en de samenwerking tussen actoren als start-up dient te worden ondersteund. Een specifiek aanbod moet ontwikkeld worden voor diverse doelen (renovatie eengezinswoningen en kleine en grote appartementen, al dan niet in eigendom, huur of sociale huur) en voor diverse types bewoners 64. Daarnaast dient vooral ook de zichtbaarheid van een kwalitatief aanbod van BEN-koplopers te worden gegarandeerd, en dient een efficiënte en kwaliteitsgerichte opleiding van uitvoerende en adviserende professionelen te worden ondersteund. Op lange termijn moet mogelijkerwijze ook gedacht worden aan de definitie van competenties en kwaliteitsvoorwaarden van nieuwe beroepsprofielen specifiek voor de renovatiemarkt (bijvoorbeeld renovatiewinkels en – adviseurs en ESCO’s).
naar 100.000 woningen tegen 2020. De sociale huurder betaalt het bespaarde bedrag aan energie aan de huisvestingsmaatschappij. 64 Bijvoorbeeld er zijn woningeigenaars met veel tijd en weinig middelen, weinig tijd en veel middelen en geen tijd noch middelen. Daarnaast is een andere aanpak vereist per type eigenaar-structuur (privaat eigendom voor eigen gebruik of voor investering, mede-eigendom, private huur, sociale huur) en voor kwetsbare en moeilijk bereikbare doelgroepen.
Realisatie van BEN renovaties van eengezinswoningen in Vlaanderen – hindernissen en kansen voor bedrijven
41