RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT. Opleidingen Zakelijke Dienstverlening Team ZDL01

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT Opleidingen Zakelijke Dienstverlening Team ZDL01

Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:

Groningen 25LW 121723 13 januari 2011 14 februari 2011 23 maart 2011

Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/9

Documentnr: H3056524 pagina 1/9

Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8


1.

INLEIDING

De Inspectie van het Onderwijs heeft op 13 januari 2011 een onderzoek uitgevoerd bij het team ZDL01 van Noorderpoort naar de kwaliteitsverbetering van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is de volgende. In het onderzoek uitgevoerd tussen november 2008 en november 2009 bleek er sprake te zijn van tekortkomingen in de kwaliteit van het onderwijs. De opbrengsten waren in 2009 wel voldoende. Geconstateerd is daarbij dat er sprake was van zwak onderwijs. In het kader van het geïntensiveerde toezicht is een onderzoek naar kwaliteitsverbetering uitgevoerd. In dit kader zijn de volgende opleidingen onderzocht: • Crebocode 10025/94910 Sociaal Juridisch Medewerker (Sociale Zekerheid), niveau 4 • Crebocode 10026/94900 Sociaal Juridisch Medewerker, niveau 4 • Crebocode 10909/94890, 94891 en 94892 Administratief Juridisch Medewerker, niveau 4 Onderzoeksopzet De inspectie heeft zich in dit onderzoek voornamelijk gericht op het opnieuw beoordelen van de criteria die onvoldoende waren tijdens het eerdere onderzoek in 2009. Daarbij is nagegaan in hoeverre de tekortkomingen die toen zijn geconstateerd, zijn opgeheven. Dit onderzoek is met name gericht op de volgende criteria: maatwerk, begeleiding in de instelling, intake, studieloopbaanbegeleiding en samenwerking. Daarnaast hebben de criteria didactisch handelen en beroepspraktijkvorming speciale aandacht gekregen omdat deze niet voorkwamen in het waarderingskader dat in 2009 is gebruikt en wel in het huidige waarderingskader zijn opgenomen. Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de opleiding die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van de zelfevaluatie van het team. • Onderzoek op locatie, waarbij − schooldocumenten zijn bestudeerd; − de onderwijspraktijk is geobserveerd; − gesprekken met de directie, tweede lijnszorg, docenten en deelnemers zijn gehouden; − een terugkoppeling heeft plaatsgevonden van de resultaten van de onderzoeken bij Noorderpoort in december en januari aan een afgevaardiging van het college van bestuur.



Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2008-2009 met de erbij behorende onderstaande normen. Niveau 4: jaarresultaat 64,2 en diplomaresultaat 67,3 procent. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009. Deze zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleiding in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.



2.

BEVINDINGEN

2.1

Bevindingen opleidingen Zakelijke Dienstverlening 01

2.1.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Scores van de opleidingen: • Crebocode 10025/94910 Sociaal Juridisch Medewerker (Sociale Zekerheid), niveau 4 • Crebocode 10026/94900 Sociaal Juridisch Medewerker, niveau 4 • Crebocode 10909/94890, 94891 en 94892 Administratief Juridisch Medewerker, niveau 4



1.1 Naleving Wettelijke vereisten 1.1.1 Naleving Wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma 3.1.1 Samenhang 3.1.2 Maatwerk 3.1.3 Programmatijd 3.1.4 Voorzieningen 3.2 Leerproces 3.2.1 Leertijd 3.2.2 Didactisch handelen 3.2.3 Begeleiding in de instelling 3.2.4 Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding 3.3.1 Intake 3.3.2 Studieloopbaanbegeleiding 3.3.3 Zorg deelnemers specifieke behoeften 3.3.4 Samenwerking 3.4 Omgang en veiligheid 3.4.1 Bejegening/omgang 3.4.2 Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Systematische Kwaliteitszorg 4.1.2 Beoordeling

2.1.2

1

2

3 ●

4

1

2 ● 2

3

4

3 ●

4

1

5

●

1

2 ● ●

1

2

1

● 2

1

2 ●

● ● 3

● ● 3 ● ● ● 3 ● ● 3

4

4

4

4

●

Beschouwing

Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs van de opleiding is zwak vanwege onvoldoende opbrengsten. Het onderwijsproces wordt als voldoende beoordeeld. Ondanks het positieve oordeel over het gehele onderwijsproces vertoont het onderwijs tekortkomingen op het gebied van maatwerk, leertijd, didactisch handelen en samenwerking. Het team heeft in de afgelopen periode vooral veel energie gestoken in de vormgeving van het competentiegerichte onderwijs in het eerste leerjaar en in verbetering van de trajectbegeleiding. Voorwaarde voor verdere verbetering van de kwaliteit is naar de overtuiging van de inspectie dat het management de kwaliteit van het primaire proces beter waarborgt. Hieronder licht de inspectie de belangrijkste bevindingen toe. Wettelijke vereisten Voor zover onderzocht voldoen de opleidingen aan de wettelijke vereisten. Opbrengsten De opbrengsten 2008-2009 van de opleidingen Juridisch Medewerker, niveau 4 zijn onvoldoende. Zowel het jaarresultaat als het diplomaresultaat zijn met 51 procent onvoldoende.



Voor het bepalen van de opbrengsten zijn, net als in 2009, de resultaten van de crebo's gewogen gemiddeld, omdat het uitstroomdifferentiaties betreft met een gemeenschappelijk eerste deel van de opleiding. Programma Net als in 2009 wordt het criterium maatwerk als onvoldoende beoordeeld. Er is onvoldoende sprake van maatwerk omdat tijdens de lessen het programma en de begeleiding van de docent niet is toegesneden op de onderwijsbehoeften van de zwakkere en de sterkere leerling. Er is nauwelijks differentiatie op basis van niveau, verworven competenties, interesse of leerstijl van de deelnemer. Dit is opmerkelijk omdat de deelnemerpopulatie door het intakebeleid nogal heterogeen is en het team bij de intake voldoende informatie verwerft over specifieke onderwijsbehoeften van de deelnemers. Bovendien zijn er door de deelnemers verschillende doelen gesteld in de persoonlijke ontwikkelingsplannen. Verder gelden er geen afspraken over hoe de docenten aandacht besteden aan de moeilijkheden die de deelnemers ondervinden bij het taalgebruik in met name de juridische leermethoden. Voor de sterke deelnemer is er geen gestructureerd aanbod van bijvoorbeeld verdiepings- of verrijkingsmodules. Het verkorte traject voor doorstroming naar het hbo wordt afgeschaft. Wel wordt er bij Nederlands in een deel van het eerste leerjaar gedifferentieerd met behulp van het programma 'muiswerk'. Ook zijn er bijwerkuren maar die zijn alleen toegankelijk voor deelnemers die een deelkwalificatie-examen moeten herkansen. Bij het vak Engels kan een sterke leerling weliswaar vrijstelling krijgen voor sommige lessen, maar vervangende taken worden niet aangeboden. De inspectie heeft tijdens het onderzoek geen signalen gekregen dat de overige criteria, die in 2009 als voldoende beoordeeld werden, nu anders beoordeeld moeten worden. Onderwijsproces De leertijd was in 2009 voldoende, maar is nu onvoldoende. Het didactisch handelen wordt als onvoldoende beoordeeld. De begeleiding in de instelling en de beroepspraktijkvorming zijn voldoende. De oordelen voor deze criteria zijn niet vergelijkbaar met 2009, omdat die in het toen geldende waarderingkader niet of anders werden beoordeeld. De leertijd is onvoldoende omdat de absentie te hoog is en deelnemers veelvuldig te laat komen. Het team is zich bewust van dit probleem, registreert de absentie goed en meldt dit bij de leerplichtambtenaar. Deze acties blijken echter niet afdoende om de absentie succesvol te bestrijden. De ervaring leert dat een succesvolle bestrijding een voorwaarde is voor goede opbrengsten. De lessen zijn noch voor de sterke, noch voor de zwakkere deelnemer uitdagend. Het werkklimaat in de lessen is voldoende vruchtbaar, maar de deelnemers krijgen niettemin de kans zich vrij passief op te stellen. Er is onvoldoende functionele interactie. Positieve uitzonderingen hierop zijn de projecten, de simulaties en de beroepspraktijkvorming. Verder ontvangen de deelnemers onvoldoende individuele feedback op hun prestaties, zowel tijdens de lessen als na toetsen of examens. Bij het hoofdvak ontberen de leerlingen proeftoetsen van hetzelfde kaliber als de summatieve toetsen, waardoor scherp zicht op het eigen niveau ontbreekt. De



docenten verdiepen zich onvoldoende in het leerproces van de individuele deelnemer om dit effectief te kunnen bijsturen. De begeleidingsstructuur voorziet in frequent overleg met en over de deelnemer. De persoonlijke ontwikkelingsplannen worden elke periode bijgesteld. De registratie van de vorderingen en resultaten functioneert goed. De deelnemers volgen de beroepspraktijkvorming op geschikte geaccrediteerde leerwerkbedrijven, waar ze veel leren. Ook de voorbereiding op en de begeleiding tijdens de stage is adequaat. Trajectbegeleiding In 2009 waren intake, studieloopbaanbegeleiding (SLB) en zorg onvoldoende. Nu beoordeelt de inspectie alleen de samenwerking in het kader van zorg als onvoldoende. De intake is verbeterd door systematische diagnostische toetsing en indien nodig een verlengd intaketraject. Ook wint de instelling informatie in bij de toeleverende vmbo over eventuele specifieke onderwijsbehoeften van kandidaten. De deelnemers hebben een redelijk beeld van studie en beroep. De deelnemers worden voldoende begeleid bij hun keuzes in de opleiding. Ook wordt regelmatig gevraagd naar de tevredenheid en de motivatie van de deelnemer. De conclusies uit deze gesprekken worden vastgelegd. Hierbij merkt de inspectie op dat het accent van de begeleiding vooral ligt op de studie en minder op het persoonlijk welbevinden van de deelnemer. De zorg voor deelnemers met specifieke onderwijsbehoeften functioneert naar behoren. Er zijn tweedelijnsbegeleiders aangesteld en indien nodig worden deelnemers doorverwezen naar andere zorgfunctionarissen binnen de instelling. Van systematisch overleg met externe zorgdeskundigen is nog geen sprake. Wel is een zorgadviesteam voor de juridische opleidingen op een geaggregeerd niveau in oprichting. Omgang en veiligheid In 2009 werden deze criteria voldoende bevonden. De inspectie heeft geen signalen ontvangen die erop duiden dat er nu anders geoordeeld moet worden. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is onvoldoende planmatig. De teamplannen bevatten onvoldoende concrete en toetsbare doelen en de onderwijskundige aansturing is onvoldoende expliciet. Wel heeft het team duidelijke vorderingen gemaakt met de ontwikkeling van het CGO en daarnaast de trajectbegeleiding verbeterd. De instelling beoordeelt de kwaliteit van haar onderwijs op grond van eigen normen en onderbouwt deze oordelen. Van betrokkenheid van onafhankelijke deskundigen bij de beoordeling van de kwaliteit is ook sprake geweest, zij het dat andere opleidingen van dit onderwijsteam in het onderzoek betrokken waren.



3.

TOEZICHTARRANGEMENT

De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleidingen vertoont tekortkomingen en is vanwege onvoldoende opbrengsten als zwak beoordeeld. Het betreft de volgende opleidingen: • Crebocode 10025/94910 Sociaal Juridisch Medewerker (Sociale Zekerheid), niveau 4 • Crebocode 10026/94900 Sociaal Juridisch Medewerker, niveau 4 • Crebocode 10909/94890, 94891 en 94892 Administratief Juridisch Medewerker, niveau 4 Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan deze opleidingen een aangepast arrangement toe. De opleidingen vallen onder intensief toezicht. Met het bevoegd gezag is afgesproken dat de onderwijskwaliteit in januari 2012 weer voldoende is. De inspectie voert in februari 2012 opnieuw onderzoek uit om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven.



RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ NOORDERPOORT. Opleidingen Zakelijke Dienstverlening Team ZDL01

Recommend Documents