RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ LANDSTEDE Opleiding Mediavormgever Opleiding AV-productie
Plaats: BRIN: Onderzoeksnummer: Onderzoek uitgevoerd op: Conceptrapport verzonden op: Rapport vastgesteld te Utrecht op:
Zwolle 01AA 123008 12 april 2011 29 juni 2011 16 september 2011
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009), vastgesteld 20-12-2010, 3030079/2
Documentnr: H3146375 pagina 1/11
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 2/11
1.
INLEIDING
De Inspectie van het Onderwijs heeft op 12 april 2011 een onderzoek uitgevoerd op Landstede, bij de opleidingen Mediavormgever en AV-productie naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek is de volgende. Uit analyses die de inspectie heeft uitgevoerd kwam naar voren dat zich mogelijke tekortkomingen voordoen zowel in de opbrengsten als in het onderwijsproces. In dit kader zijn de volgende opleidingen onderzocht: • crebocode 90400 / 90411 / 90412 / 90413 / 90414, Mediavormgever / Animatie/audiovisuele vormgeving / Art & design / Grafische vormgeving / Interactieve vormgeving, niveau 4 • crebocode 90070 / 90082 / 90083, AV-productie / Cameraman / Fotograaf, niveau 4 Onderzoeksopzet Deze rapportage is gebaseerd op: • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de instelling en opleiding(en) die bij de inspectie aanwezig zijn. • Analyse van de eigen managementrapportages van de instelling. • Onderzoek op locatie, waarbij − schooldocumenten zijn bestudeerd; − de onderwijspraktijk is geobserveerd; − gesprekken met de directie, taakhouders onderwijs, docenten, deelnemers en met het college van bestuur zijn gehouden. Voor de beoordeling van de opbrengsten is gebruikgemaakt van cijfers uit BRON, schooljaar 2009-2010 met de erbij behorende onderstaande normen. Niveau 4: jaarresultaat 64,2 en diplomaresultaat 67,3 procent. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader bve 2009 en de Aanvulling voor 2010 op het Toezichtkader bve 2009. Deze zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een beschouwing waarin tekortkomingen worden toegelicht en waar mogelijk de ontwikkeling van de opleidingen in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 3/11
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 4/11
2.
BEVINDINGEN
2.1
Bevindingen opleidingen Mediavormgever en AV-productie
2.1.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie tot welke bevindingen per opleiding het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate het betreffende criterium gerealiseerd is. De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten)
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 5/11
Scores van de opleidingen: • crebocode 90400 / 90411 / 90412 / 90413 / 90414, Mediavormgever / Animatie/audiovisuele vormgeving / Art & design / Grafische vormgeving / Interactieve vormgeving, niveau 4 • crebocode 90070 / 90082 / 90083, AV-productie / Cameraman / Fotograaf, niveau 4 1.1 Naleving Wettelijke vereisten 1.1.1 Naleving Wettelijke vereisten 2.1 Opbrengsten van opleidingen 2.1.1/2.1.2 jaarresultaat en diplomaresultaat 3.1 Programma 3.1.1 Samenhang 3.1.2 Maatwerk 3.1.3 Programmatijd 3.1.4 Voorzieningen 3.2 Leerproces 3.2.1 Leertijd 3.2.2 Didactisch handelen 3.2.3 Begeleiding in de instelling 3.2.4 Beroepspraktijkvorming 3.3 Trajectbegeleiding 3.3.1 Intake 3.3.2 Studieloopbaanbegeleiding 3.3.3 Zorg deelnemers specifieke behoeften 3.3.4 Samenwerking 3.4 Omgang en veiligheid 3.4.1 Bejegening/omgang 3.4.2 Veiligheid 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Systematische Kwaliteitszorg 4.1.2 Beoordeling
2.1.2
1
2
3 •
4
1
2 • 2
3
4
3 • • • • 3
4
1
1
2 • •
1
2
1
2
1
2
5
4
• • 3 • • • • 3 • • 3 • •
4
4
4
Beschouwing
Algemeen beeld De opleidingen zijn als zwak beoordeeld op basis van de onvoldoende opbrengsten. Het onderwijsproces is voldoende. Wel behoeven enkele criteria van het onderwijsproces verbetering, dit zijn met name leertijd en begeleiding. In het team is een goede ontwikkeling in gang gezet die zowel deelnemers als docenten meer structuur en houvast biedt. Het programma is als eerste aangepakt en nu volgen andere onderdelen van het onderwijsleerproces. Docenten zijn sterk gericht op het inhoudelijke aspect van de opleiding en hebben er plezier in creativiteit en vakmanschap bij deelnemers te stimuleren. Nu gaat de aandacht ook sterker uit naar een betere borging van processen, ook voor begeleiding van deelnemers die meer maatwerk, zorg en aandacht nodig hebben om de opleiding succesvol te kunnen doorlopen. Hieronder licht de inspectie de belangrijkste bevindingen toe.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 6/11
Wettelijke vereisten De zorg- en informatieplicht, rechtsbescherming, erkenning leerbedrijven, gebruik crebonamen voldoen voor zover onderzocht aan de wettelijke vereisten. Daarnaast zijn de onderwijstijd, de meldingen van verzuim en voortijdig schoolverlaten (vsv) en de beroepspraktijkvorming (bpv) onderzocht. De bpv voldoet. Over onderwijstijd en vsv is separaat per brief gerapporteerd. Opbrengsten De opbrengsten zijn onvoldoende. Volgens de gegevens uit BRON 2009-2010, waar de inspectie het oordeel op baseert, heeft de opleiding Mediavormgever een jaarresultaat van 43 procent en een diplomaresultaat van 43 procent. De opleiding AV-productie heeft een jaarresultaat van 27 procent en een diplomaresultaat van 27 procent. Bij allebei de opleidingen liggen beide resultaten onder de norm. De directie ziet een positieve ontwikkeling, omdat het beeld van dit schooljaar is dat in de periode tot april minder deelnemers zijn uitgevallen dan in eerdere jaren. Programma De samenhang in de programma's is voldoende duidelijk voor de deelnemers. De programma's zijn de afgelopen periode geherstructureerd omdat daar behoefte aan bleek. Zij zijn nu, zeker in het eerste jaar, aanbodgestuurd. In het tweede en derde leerjaar zijn ze meer vraaggestuurd. Bij de kerntaken zijn trajectlijnen uitgezet, waarbij hulpmiddelen als een Persoonlijk Activiteiten Plan de deelnemer houvast bieden. Opdrachten worden verstrekt in een format, waarin ook weer de relatie met de kerntaak zichtbaar is. Theorie en praktijk zijn nauw verweven. Er wordt voldoende maatwerk geboden. Deelnemers kunnen de opleiding versneld doorlopen en binnen het programma kan er bij werken aan prestaties aandacht aan persoonlijke interesses of onderwijsbehoefte worden besteed. Bij Nederlands wordt binnen de leerwerkprestaties, lessen of bijspijkeruren gedifferentieerd. Wel kan de mate waarin maatwerk planmatig gebeurt nog aan kwaliteit winnen. De programmatijd voldoet. De deelnemers hebben een voldoende gevuld programma en ervaren een evenwichtige studielast over het gehele programma van de opleiding. De voorzieningen worden als voldoende beoordeeld. De informatievoorziening voldoet. Bij de materiële voorzieningen bestond er grote ontevredenheid over de uitleen van apparatuur die deelnemers gebruiken bij hun opdrachten. Dat was de afgelopen periode niet goed geregeld. Inmiddels is de organisatie daarvan aangepast. Leerproces De leertijd is onvoldoende. Dit heeft te maken met verzuim en te laat komen, maar ook met de besteding van de leertijd tijdens uren ingeroosterd voor werken aan prestaties (wap). Enerzijds is er tijdens deze uren nogal wat ruimte om niet met de
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 7/11
beoogde leeractiviteiten bezig te gaan en anderzijds geven deelnemers aan dat er soms veel van deze uren achter elkaar geroosterd zijn. Daardoor is het moeilijk gemotiveerd aan het werk te blijven. Tijdens andere onderwijsactiviteiten wordt de leertijd zichtbaar goed besteed. Het didactisch handelen is voldoende. De onderwijsactiviteiten zijn overwegend goed gestructureerd en heel gevarieerd. Tijdens lessen bleek er een goede interactie en kregen deelnemers van de docenten op een goede manier feedback op hun werk. Ook stimuleerden docenten dat deelnemers elkaar feedback gaven. De begeleiding in de instelling is onvoldoende, hoewel er stappen gezet zijn om beter zicht te krijgen op de resultaten en de kwaliteit van de begeleiding en coaching beter te borgen. Toch is op dit moment de kwaliteit van de begeleiding nog onvoldoende geborgd. Docenten werken soms verschillend bij bijvoorbeeld de begeleiding van de wap-uren en de reactie op verzuim en deelnemers moeten zelf voor hun begeleiding veel initiatief nemen. Deelnemers waarderen enerzijds de vrijheid om zich creatief te ontwikkelen en ervaren anderzijds dat ook meer sturing voor sommige deelnemers nodig is om goede resultaten te behalen. Over de invulling van de begeleiding en coaching worden nieuwe afspraken gemaakt. Ook is aandacht besteed aan middelen om meer zicht te hebben op de voortgang van de deelnemers. Een voorbeeld is de recent ingevoerde frequente werkschouw, waarbij deelnemers hun prestaties laten zien en verantwoorden. Ook worden deelnemers gehouden aan het behalen van competentiedrempels voordat ze de beroepspraktijkvorming kunnen starten. De begeleiding van de beroepspraktijkvorming is voldoende. De deelnemers worden vooraf voldoende voorbereid en volgens afspraak bezocht. Als zich problemen voordoen, wordt actie ondernomen. Trajectbegeleiding Met een inmiddels meer uitgebreide intake beoogt het team de deelnemers goed te informeren over de opleiding en het beroep. Ook kan er in geval van twijfel een extra plaatsingsplus-gesprek plaatsvinden bij het SAB. Verder is er voldoende informatie beschikbaar over de behoefte van de deelnemer aan extra begeleiding. Het team geeft aan het lastig te vinden om deelnemers, waarbij de succeskans laag wordt ingeschat, ook daadwerkelijk op een andere opleiding binnen ROC Landstede geplaatst te krijgen, als de deelnemer zelf toch liever naar een mediaopleiding wil. De studieloopbaanbegeleiding is voldoende. De coach is hiervoor de eerst verantwoordelijke, is voldoende op de hoogte van eventuele problemen en schakelt indien nodig het SAB in. Duidelijker dan voorheen heeft het team in beeld waarom deelnemers de opleiding (dreigen te) verlaten, waardoor er meer mogelijkheden zijn dat te analyseren en/of actie te ondernemen. De zorg voor deelnemers met specifieke behoeften en de samenwerking met ketenpartners zijn voldoende geregeld, mede door de inschakeling van het SAB. Er zijn speciale coaches voor deelnemers die een indicatie voor extra begeleiding hebben.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 8/11
Omgang en veiligheid De deelnemers ervaren dat docenten op een prettige wijze met hen omgaan en voelen zich veilig. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is passend binnen de systematiek van Landstede en bestaat ondermeer uit (verbeter)plannen en rapportages. Bij de verbeterplannen zijn de gegevens uit de deelnemersenquêtes, de studentenpanels, de contacten met het beroepenveld en sinds kort ook de gegevens van de kwaliteitsscan basis voor de plannen. Bij de kwaliteitsscan worden onafhankelijke deskundigen betrokken.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 9/11
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 10/11
3.
TOEZICHTARRANGEMENT
De kwaliteit van het onderwijs van de volgende opleidingen vertoont tekortkomingen vanwege te lage opbrengsten en is als zwak beoordeeld: • crebocode 90400 / 90411 / 90412 / 90413 / 90414, Mediavormgever / Animatie/audiovisuele vormgeving / Art & design / Grafische vormgeving / Interactieve vormgeving, niveau 4 • crebocode 90070 / 90082 / 90083, AV-productie / Cameraman / Fotograaf, niveau 4 Om deze reden past de inspectie het toezicht op deze opleidingen aan; de opleidingen vallen onder intensief toezicht. De inspectie gaat ervan uit dat de onderwijskwaliteit in juni 2012 weer voldoende is. De inspectie voert dan een onderzoek uit naar de kwaliteitsverbetering bij deze opleidingen om na te gaan of de tekortkomingen zijn opgeheven.
Rapport van bevindingen (Toezichtkader 2009 ), vastgesteld 28-09-2009, 2762803/8
Documentnr: H3146375 pagina 11/11