RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK obs Prins Willem Alexander
Plaats BRIN nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : :
Eext 12HY|C1 287919 28 januari 2016 24 maart 2016
Pagina 2 van 14
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
EINDOORDEEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
3
TOELICHTING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
4
REACTIE VAN HET BESTUUR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
5
OPZET VAN HET ONDERZOEK . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Pagina 3 van 14
Pagina 4 van 14
1
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 28 januari 2016 een onderzoek uitgevoerd op obs Prins Willem Alexander naar aspecten van de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. De aanleiding voor dit onderzoek was het volgende. Wij hebben voor obs Prins Willem Alexander een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de opbrengsten mogelijk onvoldoende zijn. Op 10 november 2015 hebben wij de uitkomsten van deze risicoanalyse met het bestuur besproken. Naar aanleiding van dit gesprek hebben wij besloten een onderzoek uit te voeren om eventuele tekortkomingen vast te stellen. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven onderzoekt de inspectie tevens standaard of wordt voldaan aan bepaalde wettelijke voorschriften.
Pagina 5 van 14
2
EINDOORDEEL Wij kennen aan obs Prins Willem Alexander het basisarrangement toe. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om het toezicht te intensiveren. Belangrijkste bevindingen • • • •
•
Het onderwijs vindt plaats in een ordelijk, gestructureerd en prettig schoolklimaat. De onderwijstijd wordt functioneel en doelmatig benut. De eindopbrengsten van 2015 zijn voldoende, maar het scorepatroon van de afgelopen jaren is uiterst risicovol en het perspectief is zorgelijk. Het schoolteam heeft flink ingezet op speerpunten van schoolontwikkeling, maar onderdelen van het lesgeven, zoals de instructie, de differentiatie en de zorg kunnen beter. Over het geheel genomen zijn de kwaliteitszorg en de voorwaarden voor kwaliteitszorg op orde.
Pagina 6 van 14
3
TOELICHTING Hieronder staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs 2012. Indicatoren die bij een kwaliteitsonderzoek de doorslag geven of een school (zeer) zwak is, de zogeheten normindicatoren, zijn gemarkeerd met een asterisk. Voor een overzicht van alle normindicatoren zie het Toezichtkader po/vo 2012 op www.onderwijsinspectie.nl. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. zeer zwak 2. 3. 4. 5.
zwak voldoende goed niet te beoordelen
Opbrengsten Opbrengsten 1.1*
1.5
1
2
3
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
•
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
•
4
5
De resultaten van de leerlingen aan het einde van de basisschool zijn over drie jaren bekeken voldoende. In 2013 en 2014 liggen de resultaten onder de ondergrens van de inspectie, maar in 2015 daarboven. De resultaten op het leerlingvolgsysteem halverwege het schooljaar van de huidige groep 8 zijn voor rekenen en wiskunde voldoende, maar voor begrijpend lezen onvoldoende. De inspectie beschouwt het scorebeeld als risicovol en vraagt om specifieke interventies. De sociale competenties van leerlingen zijn voldoende en liggen over alle drie de afgelopen schooljaren op het niveau dat mag worden verwacht van leerlingen aan het einde van het basisonderwijs.
Pagina 7 van 14
Leerstofaanbod Leerstofaanbod
1
2
3
2.1*
Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
•
2.2*
De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
•
2.3
De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan.
•
2.4*
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
•
4
Voor de basisvaardigheden maken de leraren gebruik van moderne methoden die in voldoende mate dekkend zijn voor de kerndoelen. Deze methoden worden aan alle leerlingen tot en met groep 8 aangeboden. De leerinhouden in de verschillende jaren sluiten op elkaar aan. Tijd Tijd 3.1
1
2
De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd.
3
4
•
Leraren gaan efficiënt om met de ingeroosterde tijd. Lesovergangen verlopen soepel en de onderwijstijd wordt op een juiste wijze benut. Didactisch handelen en afstemming Didactisch handelen
1
2
3
5.1*
De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof.
•
5.2*
De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer.
•
5.3*
De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten.
•
Afstemming 6.2
De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
1
2
3
4
4
•
Pagina 8 van 14
Het schoolteam heeft fors geïnvesteerd in het verbeteren van het didactisch handelen. In de groepen is sprake van een taakgerichte werksfeer. Het team laat in de kwaliteit van het lesgeven groei zien, maar de uitvoering is broos is en de observaties laten kwaliteitsverschillen tussen leraren zien. Met name als het gaat om lessen te plaatsen in een betekenisvolle context, het teruggrijpen naar hetgeen in voorgaande lessen aan de orde is geweest, het activeren van voorkennis, de doelformulering en een functionele afronding van de les. De structuur in de lessen is herkenbaar, leraren maken gebruik van een lesmodel, maar niet alle onderdelen worden betekenisvol aangeboden. Ook is de uitleg in enkele lessen te lang en daardoor worden leerlingen in te geringe mate bij het onderwijsleerproces betrokken. Bovendien kunnen leraren meer werk maken van het onderwijs in denk- en leerstrategieën en leerlingen feedback geven op hun leer- en ontwikkelingsproces. Voor de basisvakken stellen de leraren pedagogisch- /didactische groepsoverzichten en groepshandelingsplannen op om daarmee het onderwijs op de capaciteiten van leerlingen te kunnen afstemmen. In de geobserveerde lessen is echter weinig zichtbaar dat instructies aan leerlingen in lengte en inhoud variëren. Leraren gebruiken een instructietafel, maar de extra instructie is veelal begeleide inoefening. Daarom is indicator 6.2 onvoldoende. Begeleiding en zorg Begeleiding
1
2
3
7.1*
De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
•
7.2
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
•
Zorg
1
8.1
De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben.
8.2
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
8.3*
De school voert de zorg planmatig uit.
8.4
De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg.
2
3
4
4
• • • •
De school beschikt over instrumenten om daarmee de ontwikkeling van leerlingen op het gebied van taal, rekenen en de sociale competenties te kunnen volgen. In de leerjaren 1 en 2 wordt een gestructureerd observatieinstrument ingezet waarmee de brede ontwikkeling van de kleuters wordt gevolgd. Leraren
Pagina 9 van 14
stellen twee keer per jaar een pedagogisch-/didactisch groepsoverzicht op om daarmee de leerlingen in kaart te brengen. Deze informatie vormt vervolgens de input voor de groepsplannen. Op basis van de gegevens van zowel de toetsen uit het leerlingvolgsysteem als de methodetoetsen worden de leerlingen in niveaugroepen ingedeeld. Naar aanleiding hiervan wordt bepaald welke interventies genomen moeten worden. De verbinding tussen het pedagogisch/didactisch groepsoverzicht (en met name de aard van het geconstateerde probleem) en de interventie is van onvoldoende kwaliteit. Daarom is indicator 8.2 als onvoldoende beoordeeld. De groepsplannen worden benut voor de uitvoering van de planmatige zorg, maar kunnen meer ondersteunend en richtinggevend voor de uitvoering van de zorg zijn. Leraren houden consequent de verleende zorg bij. Uit de geëvalueerde groepshandelingsplannen blijkt dat leraren de geboden zorg evalueren en conclusies trekken voor (indien nodig) het vervolg van het zorgtraject. Gezien de te globale analyses zijn ook de evaluties te algemeen en weinig ondersteunend voor het trekken van conclusies voor het vervolghandelen. Dat is de reden waarom indicator 8.4 onvoldoende is. Kwaliteitszorg en voorwaarden voor kwaliteitszorg Kwaliteitszorg
1
2
3
9.1
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
9.2
De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen.
9.3
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
•
9.4
De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten.
•
9.5
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
•
9.6
De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
•
4
• •
Voorwaarden voor kwaliteitszorg
1
2
3
10.1
De schoolleiding stuurt de schoolontwikkeling inclusief de kwaliteitszorg aan.
•
10.2
De schoolontwikkeling is verbonden met de visie op onderwijs, zoals geformuleerd in het schoolplan.
•
10.3
De schoolleiding zorgt voor een professionele schoolcultuur.
•
10.4
Bij de zorg voor kwaliteit zijn bestuur, directie, team en andere belanghebbenden betrokken.
•
4
De inspectie beoordeelt op één onderdeel na de kwaliteitszorg als voldoende. Een verbeterpunt is een duidelijker relatie tussen systematisch uitgevoerde evaluaties van de tussentijdse opbrengsten, de eindopbrengsten en de
Pagina 10 van 14
daaropvolgende gewenste schoolontwikkeling. De school heeft zicht op haar leerlingenpopulatie. Dit blijkt onder meer uit de vaststelling van de kenmerken van de groep leerlingen, de consequenties die de school daaruit trekt voor de inrichting van het onderwijs en de beleidsvoornemens voor komende jaren. De leraren analyseren op groepsniveau en schoolniveau de eind- en tussenresultaten van de verschillende toetsen. Deze analyses worden samen met de intern begeleider en directie besproken en leiden tot acties, indien daartoe aanleiding is. Hierbij benut de school de criteria en ondergrenzen van de inspectie. De uitgevoerde analyses zijn echter te globaal van aard en te weinig gericht op schoolse factoren en verklaringen. Dat is de reden waarom indicator 9.2 als onvoldoende is beoordeeld. Bovendien werkt het team niet met schooleigen dan wel streefdoelen als ijkpunt voor evaluatie. Voornoemde vormt een belangrijke werkwijze om doel- en opbrengstgericht te kunnen werken. Voor de evaluatie van het onderwijsleerproces en het domein onderwijs en leren hanteert de school verschillende instrumenten. Het team werkt met verbeterdocumenten. De schoolontwikkeling is veelomvattend maar niet voor alle verbeteronderwerpen in voldoende mate sturend om schoolverbeteringen te realiseren. Speerpunten van de school zijn het didactisch handelen en zorg en begeleiding. De doelformulering kan concreter en specifieker om de schoolontwikkeling op een hoger plan te brengen. Voor de borging van de opgebouwde onderwijskwaliteit zijn afspraken en protocollen vastgelegd in een interne schoolgids. De school communiceert naar ouders en bestuur over haar schoolverbeteringsactiviteiten en de vorderingen op dit gebied. Dit geldt ook voor de opbrengsten. Terwijl de informatievoorziening naar ouders op orde is, is de dialoog met ouders een ontwikkelpunt. Naleving wet- en regelgeving Wet- en regelgeving
Ja Nee
NT1A
De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids (art. 16, lid 2 en 3, WPO).
•
NT2A
De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan (art. 16, lid 1 en 3, WPO).
•
NT4A
Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de daarvoor gestelde minima (art. 8, lid 7 onder b, WPO).
•
De inspectie concludeert dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
Pagina 11 van 14
4
REACTIE VAN HET BESTUUR Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op obs Prins Willem Alexander. Daarnaast heeft de inspectie de school en het bestuur gevraagd haar eigen kwaliteit te beoordelen en dat samen met de oordelen van de inspectie te vertalen naar de ontwikkelingsrichting van de school en welke stappen de school gaat ondernemen om de kwaliteit te verbeteren. Hieronder geeft het bestuur haar reactie: Wij kunnen ons vinden in de door de inspectie gedane suggesties ten aanzien van de (door)ontwikkeling van de school. Wij zien dat de school zich goed opstelt wat betreft de resultaten van het inspectiebezoek. We hebben de schooldirecteur gevraagd om voor 1 april a.s. aan ons een ontwikkelplan voor te leggen, dat in ieder geval specifieke ontwikkeldoelstellingen (SMART geformuleerd) omvat wat betreft: • Het analyseren en evalueren van de resultaten van de leerling (tussen- en de eindopbrengsten) • Het didactisch handelen – het afstemmen van de instructie op de verschillen tussen de leerlingen • Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens het bepalen van de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. • Het nagaan en evalueren van effecten van de aangeboden zorg. Het ontwikkelplan wordt door ons op de volgende manier gemonitord: 1) Het ontwikkelplan wordt begin april overlegd en door ons vastgesteld en opgenomen in PrimAH Alert (early-warningsystem). 2) In april 2016 legt de directeur het scholingsplan van de Prins Willem Alexanderschool aan ons voor en wordt getoetst of het in overeenstemming is met het ontwikkelplan. 3) In juni 2016 wordt het ontwikkelplan besproken specifiek op basis van de tussen- en eindopbrengsten. Overlegd wordt welke accenten belangrijk zijn voor het schooljaarplan 2016-2017. Het ontwikkelplan (eventueel aangepast) wordt door de schooldirecteur verwerkt in het schooljaarplan 2016-2017. 4) In de (reguliere) kwaliteitsgesprekken met de beleidsmedewerker onderwijs en directeur-bestuurder wordt begin september 2016 de volgende documenten besproken: - Leergroei, ontwikkelingen leerlingresultaten - Scholingsplan 2016-2017 - Schooljaarplan 2016-2017
Pagina 12 van 14
- Zelfevaluatie PrimAH Alert 2015-2016 e.e.a. in relatie met de resultaten VHM Instructiegedrag leerkrachten. 5) In januari 2017 heeft de schooldirecteur een voortgangsgesprek met de directeur-bestuurder om na te gaan of de doelstellingen van het ontwikkelplan zijn gehaald. We hebben er vertrouwen in dat het team van de PWA voldoende in zich heeft om hun school zelfstandig op een hoger plan te krijgen. We willen benadrukken dat het belangrijk is dat de school zich hierbij gesteund voelt door ons. We nemen daarbij graag de rol als ‘critical friend’ aan. Maar de school hoeft het niet alleen te doen. Wanneer zij van mening zijn dat (extra) externe ondersteuning (bijv. schoolbegeleiding, scholing, een, coaching of iets dergelijks nodig heeft) zullen we daarvoor middelen beschikbaar stellen.
Pagina 13 van 14
5
OPZET VAN HET ONDERZOEK Op 28 januari 2016 hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden: • een documentenanalyse; • gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: schoolleiding, intern begeleider en leraren; • observaties van de onderwijspraktijk in een aantal groepen. Deze observaties hebben wij samen met observanten van de school uitgevoerd. • een feedbackgesprek met het bestuur, de schoolleiding, de intern begeleider en enkele leraren van de school. In dit gesprek hebben we onze bevindingen en oordelen besproken en heeft de school aangegeven wat zij gaat doen met deze bevindingen.
Pagina 14 van 14