RAPPORT PERIODIEK KWALITEITSONDERZOEK basisschool 'Op Dreef'
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
basisschool 'Op Dreef' Aardenburg 16UQ 55248
Uitvoerend inspecteur(s): Dhr. drs. R.M.A. Molenaar : Mw. A.E.W. Nooij : Mw. drs. M.A. Pas Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 25 en 27 januari 2005 : 15 juni 2005
Handtekening eerstverantwoordelijke inspecteur:
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 DE UITGANGSSITUATIE.............................................................................. 7 3 HET KWALITEITSPROFIEL ........................................................................... 9 4 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 19 BIJLAGE I ...................................................................................................... 21 BIJLAGE II ..................................................................................................... 25
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
3
1 INLEIDING Op 25 en 27 januari 2005 bezocht de Inspectie van het Onderwijs basisschool 'Op Dreef' in het kader van een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar kwaliteitsaspecten, op grond van het door de inspectie gehanteerde waarderingskader. In de u toegezonden brochures 'Veranderend toezicht' en 'Toezichtkader Primair Onderwijs; inhoud en werkwijze van het inspectietoezicht conform de WOT' is dit waarderingskader alsmede de achtergronden beknopt weergegeven. Bij een PKO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs op de school. Daarbij komen alle acht kwaliteitsaspecten aan de orde: kwaliteitszorg, toetsing, leerstofaanbod, tijd, onderwijsleerproces, schoolklimaat, zorg en begeleiding en opbrengsten. Na overleg met de school, kan de inspectie specifieke accenten leggen. Bij uw school was dat niet het geval. Zoals in het toezichtkader is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school reeds zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Zo sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast. Uw school heeft hiervoor relevante documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betreft het volgende document: • Jaarplan 2004/2005 (als aanvulling op het Schoolplan). De opzet van het onderzoek Het periodiek kwaliteitsonderzoek bestaat uit de volgende activiteiten: 1. Analyse van, indien beschikbaar, zelfevaluatiedocumenten en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. 2. Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. 3. Schoolbezoek: a. gesprekken met de directie b. gesprekken met leraren c. gesprekken met de coördinatie leerlingenzorg d. gesprekken met leerlingen e. gesprekken met ouders f. lesbezoeken.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
5
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel van de school op. Na een korte beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), wordt in hoofdstuk 3 dat profiel in een schema op hoofdlijnen weergegeven. Dit profiel bestaat uit waarderingen die allemaal tijdens dit inspectiebezoek zijn gegeven. In hoofdstuk 4 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. In hoofdstuk 5 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, aanwijzingen vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet. Bijlagen Bij het rapport zijn twee bijlagen gevoegd. Bijlage 1 geeft de waardering per kwaliteitsaspect en op de onderliggende indicatoren. Bijlage 2 beschrijft kort ieder kwaliteitsaspect.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
6
2 DE UITGANGSSITUATIE Basisschool 'Op Dreef' is een rooms katholieke school die ressorteert onder het bevoegd gezag van de Stichting Confessioneel Basisonderwijs West-ZeeuwsVlaanderen (SCOBA). Deze stichting bestuurt elf basisscholen in deze regio. 'Op Dreef' heeft in het lopende schooljaar acht groepen geformeerd. Daarin werken negen groepsleraren, waarvan de meeste leraren een voltijdbetrekking hebben. Slechts één groep heeft structureel te maken met meer dan één groepsleraar. In de afgelopen twee jaar is één leraar vertrokken naar elders en zijn twee nieuwe leraren aangesteld. Het afgelopen schooljaar is één leraar langdurig ziek geweest. De directeur is sinds twee jaar aan de school verbonden. Hij heeft naast onderwijservaring ook arbeidservaring opgedaan buiten het onderwijs. Binnenkort gaat één onderbouwleraar de school verlaten. Deze leraar kan om formatieve redenen niet vervangen worden. Daardoor zal het aantal groepen binnenkort worden teruggebracht naar zeven. Basisschool 'Op Dreef' wordt ten tijde van het onderzoek bezocht door ongeveer 165 kinderen. Van deze kinderen heeft 83 procent ouders die een middelbare of hogere opleiding hebben genoten. De ouders van de overige leerlingen hebben lager beroepsonderwijs gevolgd. Het leerlingenaantal vertoont jaarlijks een lichte daling. De school voert daar demografische redenen voor aan. De directie wordt gevormd door een directeur en een adjunct-directeur. De operationele leiding berust bij de directeur, die daarvoor twee dagen per week vrijgesteld is van lesgevende taken. 'Op Dreef' heeft voor twee dagdelen per week een intern begeleider, die tevens functioneert als remedial teacher. Het schoolgebouw is functioneel, maar aan de krappe kant. Eén van de kleutergroepen is permanent gehuisvest in het speellokaal. Momenteel is ook één groep ondergebracht in de naburige school. Dit zal binnenkort tot het verleden gaan behoren, omdat een leraar de school gaat verlaten. De lerarenkamer functioneert zowel als werkplek voor de directie als voor de intern begeleider. Deze ruimte is door middel van een vouwwand in twee stukken te verdelen. Omdat meerdere mensen of groepen van deze werkplek gebruik maken, is een rooster samengesteld van gebruikers. Deze situatie brengt met zich mee dat ongestoord werken in deze ruimte niet vanzelfsprekend is. De inspectie constateert dat er in de context van de school geen factoren aanwezig zijn die een grote invloed hebben op de schoolontwikkeling. De directeur en de intern begeleider zijn betrekkelijke nieuwkomers in hun functies, maar beiden volgen een professionaliseringstraject.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
7
3 HET KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel van basisschool 'Op Dreef' bestaat uit waarderingen die op acht kwaliteitsaspecten zijn gegeven, welke in onderstaand schema zijn weergegeven. De kwaliteit van basisschool 'Op Dreef' is beoordeeld op 8 kwaliteitsaspecten, geordend in drie domeinen te weten Zorg voor kwaliteit, Onderwijs en leren en Opbrengsten. De oordelen zijn in het onderstaande schema samengebracht. De waarderingen worden op de volgende wijze uitgedrukt: 1. Slecht
2. Onvoldoende 3. Voldoende 4. Goed 5. NTB
Voor alle of vrijwel alle indicatoren geldt dat ze niet of nauwelijks bijdragen aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Eén of meer normindicatoren dragen onvoldoende bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De normindicatoren dragen in voldoende mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. De kwaliteit van sommige indicatoren kan worden verbeterd. Alle indicatoren dragen in voldoende of hoge mate bij aan het realiseren van het kwaliteitsaspect. Dit kwaliteitsaspect is niet te beoordelen.
In bijlage 1 bij het rapport is een overzicht opgenomen van alle indicatoren met de waarderingen door de inspectie. In bijlage 2 is een korte beschrijving opgenomen van ieder kwaliteitsaspect. In de eerder genoemde brochure vindt u daarover nog meer informatie.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
9
Kwaliteitsprofiel basisschool 'Op Dreef' Domein: Zorg voor kwaliteit
1
1. Kwaliteitszorg 2. Toetsing
1
3. Leerstofaanbod 4. Tijd 5. Onderwijsleerproces 6. Schoolklimaat 7. Zorg en begeleiding
8. Opbrengsten
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
3
4
l
Domein: Onderwijs en leren
Domein: Opbrengsten
2 l
2
3 l l l l
4
4
5
l
1
2
3 l
10
4 BESCHOUWING In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. Samenvattende beschouwing De inspectie komt tot het oordeel dat directie en team met veel inzet en enthousiasme werken aan de kwaliteit van het onderwijs. Dat heeft geleid tot een kwaliteitsprofiel dat op zes van de acht onderzochte aspecten een voldoende oordeel te zien geeft. Op twee aspecten; 'kwaliteitszorg' en 'zorg en begeleiding' is het oordeel op dit moment nog onvoldoende. Een sterk punt van de school zijn de resultaten. De school heeft reden om trots te zijn op de resultaten van met name begrijpend lezen. De 'kwaliteitszorg' heeft tot doel deze resultaten duurzaam te borgen en impulsen te geven op andere aspecten waarvan de kwaliteit nog verbeterd moet worden. Daarmee staat de school voor de uitdaging de kwaliteit op de als voldoende beoordeelde aspecten vast te houden en verder uit te bouwen en de kwaliteit op de als onvoldoende beoordeelde aspecten in positieve zin om te buigen. Een dergelijke operatie biedt volop kansen de in de school aanwezige kennis en expertise te mobiliseren en te bundelen, om zo te komen tot gerichte verbeteringen. In de toelichting op de aspecten geeft de inspectie aanknopingspunten die tot verbeteringen kunnen leiden. Daarbij mag de school voortbouwen op de goede praktijken die de school nu reeds realiseert. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg betreft activiteiten die tot doel hebben de kwaliteit van het totale onderwijsproces te bepalen, te verbeteren, te bewaken en te borgen. Het totaal aan kwaliteitsactiviteiten van de school is op dit moment nog onvoldoende om te kunnen spreken van een gerichte en doelmatige aanpak. De kwaliteitszorg valt uiteen in twee hoofdonderdelen; de wijze waarop het schoolbeleid tot stand komt en de wijze waarop het beleid duurzaam wordt gerealiseerd. Beide onderdelen zijn nog onvoldoende. Als start van de beleidsvorming heeft de school een intern en extern onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs laten uitvoeren. Er is echter nagelaten deze en andere onderzoeksgegevens samen te brengen in een heldere analyse, die zicht geeft op de sterke en zwakke kanten van de school. Een vervolgstap in de beleidsvorming zou moeten zijn de bepaling van het gewenste toekomstbeeld, gebaseerd op een breed gedragen visie op onderwijs en leren. De inspectie stelt vast dat de onderwijsvisie zoals die is verwoord in het schoolplan nauwelijks antwoorden geeft op vragen als; hoe leren kinderen, welk leergedrag van leerlingen streven we na en welke materialen hebben we daarbij nodig. Omdat zowel het begin- en eindpunt als ijkpunten voor de beleidsvorming ontbreken, heeft de school zichzelf geen richtinggevend kader verschaft, waarbinnen beleidsvorming kan plaatsvinden. Omdat dit kader ontbreekt, zijn de verbeteronderwerpen die de school kiest niet voldoende verankerd in een kwaliteitscyclus. De verbeteronderwerpen die de school wel aanpakt zijn onvoldoende geoperationaliseerd in termen van realistische, geaccepteerde en haalbare doelen. Wel heeft de school deze verbetertrajecten uitgelijnd in een jaarplan, maar dit plan is zo globaal dat het nauwelijks sturing geeft aan het veranderingsproces. PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
11
Overigens constateert de inspectie dat de school wel degelijk werkt aan verbetering van het onderwijs, door het inzetten van de teamgerichte nascholing 'team-klassenmanagement'. De beleidsmatige inbedding ontbreekt echter, waardoor er onvoldoende waarborgen zijn voor gerichte schoolontwikkeling en voor de borging op schoolniveau van als goed ervaren praktijken. Op de school is het nog geen gemeengoed dat het onderwijs wordt geëvalueerd. Helder geformuleerde doelstellingen bieden echter aanknopingspunten voor evaluatie op basis waarvan voortgezet beleid kan worden uitgezet. De evaluatieve gegevens stellen de school bovendien in staat verantwoording af te leggen van de gerealiseerde kwaliteit aan belanghebbenden, bijvoorbeeld in de vorm van jaarverslagen. Op grond van het bovenstaande stelt de inspectie vast dat de school ook op het gebied van de beleidsuitvoering tekorten heeft. Een belangrijke voorwaarde voor een beleidsmatige ontwikkeling van de school is dat de structuur mogelijkheden creëert dat leraren van elkaar leren. Dat vereist een professionele schoolcultuur en een effectieve interne communicatie. Naar het oordeel van de inspectie liggen hier leerpunten voor het schoolteam. Toetsing Het team waarborgt de kwaliteit van de toetsing aan het eind van de schoolperiode van leerlingen met landelijk genormeerde toetsen. De Citoeindtoets maakt het mogelijk om de gemiddelde schoolresultaten aan het einde van de basisschoolperiode te vergelijken met scholen die een overeenkomstige leerlingenpopulatie hebben. De school hanteert landelijk genormeerde toetsen om de ontwikkeling van kinderen adequaat te volgen. De perioden waarin deze toetsen moeten worden afgenomen zijn vastgelegd in een toetskalender. Deze set is niet compleet voor het domein technisch lezen. De toetsen die de school gebruikt voor technisch lezen in groep 4, zijn niet landelijk genormeerd. Voor risicokinderen maakt de school in de groepen 1 en 2 gebruik van een genormeerd kleutervolgsysteem om de ontwikkeling van kinderen te volgen. De inspectie acht het van groot belang ook de ontwikkeling van de overige kinderen in de kleutergroepen met behulp van dit instrument vast te leggen. Er is geen volgsysteem dat de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen zichtbaar maakt. Hoewel het schoolteam de intentie heeft serieus om te gaan met de afnamecondities van de toetsen, zijn de de afspraken daarover impliciet en niet vastgelegd. Daardoor zijn er onvoldoende waarborgen voor een juist gebruik van de regels die gelden bij de voorbereiding, ruimte en tijd tijdens de afname en de procedures bij de verwerking van de toetsresultaten. Leerstofaanbod Het leerstofaanbod van basisschool 'Op Dreef' stelt de leerlingen in staat zich te ontwikkelen en bereidt hen voldoende voor op het vervolgonderwijs. De school hanteert eigentijdse methoden die de breedte van de kerndoelen in voldoende mate bestrijken. Er gelden impliciete afspraken dat de geplande leerstof uit de methoden daadwerkelijk ook wordt aangeboden. De leraren bewaken die onderlinge afspraken nauwgezet. Daardoor komt het nauwelijks voor dat leerstof structureel wordt weggelaten. De inspectie is tevens van oordeel dat de leraren van groep 1/2 niet in voldoende mate kunnen beschikken over actuele bronnenboeken en ontwikkelingsmaterialen. PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
12
Het aanbod voor de leergebiedoverstijgende kerndoelen zoals het werken volgens plan, het leren reflecteren op het eigen leerproces, het leren leren en het communiceren is niet beschreven. Dat neemt niet weg dat individuele leraren aandacht besteden aan deze leerstofonderdelen, maar van een duidelijke opbouw is geen sprake. Om die reden komt de inspectie tot het oordeel dat de kwaliteit van het aanbod op het punt van de brede ontwikkeling onvoldoende is. Voor de leergebieden Nederlandse taal, rekenen en wiskunde en de wereldoriënterende leergebieden is het aanbod goed traceerbaar. Voor de expressievakken is duidelijk minder sprake van een gestructureerd en goed verankerd leerstofaanbod. De school besteedt bij de wereldoriënterende leergebieden aandacht aan de multiculturele samenleving. Er is enige terughoudendheid in het team om actuele maatschappelijke en actuele thema's aan de orde te stellen. Wel krijgen de leerlingen gelegenheid onderwerpen aan te dragen, maar de school activeert dit niet. De inspectie beoordeelt de kwaliteit van de samenhang in het onderwijsaanbod als onvoldoende. De doorgaande lijn in het aanbod vertoont hiaten in de aansluiting van de groepen 1 en 2 naar groep 3. Voor een goede borging van het aanbod in de groepen 1 en 2 en de aansluiting van dit aanbod op de inhoud van het onderwijs in groep 3 is een vastgelegd en beredeneerd aanbod een voorwaarde. Nu stellen de leraren onderwijsthema's samen die zij vullen met activiteiten ontleend aan hun ervaring en beschikbare bronnenboeken. Zij relateren deze activiteiten echter niet aan ontwikkelingslijnen die gericht zijn op het bereiken van tussendoelen voor de groep als geheel en voor de individuele leerling. In de midden- en de bovenbouwgroepen weten de leraren wel inhoudelijke samenhang te bereiken. De leerlingen krijgen gelegenheid tot het maken van werkstukken en het houden van spreekbeurten. Tijdens die momenten kunnen leerlingen hetgeen zij geleerd hebben in de ene situatie toepassen in een andere. Daardoor treedt transfer op. Diezelfde transfer treedt op tijdens projectmatige lessenseries. Voor deze activiteiten worden de computers doelmatig ingezet. Het leerstofaanbod sluit in voldoende mate aan op de onderwijsbehoeften van de leerlingen als geheel. Voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften en mogelijkheden beschikt de school over relatief weinig materialen. Dat geldt in het bijzonder voor leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafden. Tijd De leerlingen van basisschool 'Op Dreef' krijgen genoeg tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. De school heeft op jaarbasis voldoende tijd gepland en de leraren benutten, door effectief klassenmanagement, de beschikbare tijd goed. Door het geven van huiswerk breidt de school de onderwijstijd nog verder uit. De school voorkomt lesuitval, door het tijdig inschakelen van vervangers of door het toepassen van interne verschuivingen in de organisatie. De inspectie constateert dat de school vóór de aanvang van de lessen geen inlooptijd hanteert, waardoor stelselmatig per dag lestijd verloren gaat. PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
13
Zorgleerlingen krijgen extra leertijd aangeboden onder de reguliere lestijd. Ook krijgen leerlingen gelegenheid lessen af te maken tijdens het zelfstandig werken. Daarmee varieert de school de hoeveelheid tijd voor onderwijs en leren, afhankelijk van de onderwijsbehoeften van leerlingen. De hoeveelheid tijd die voor de vakken Nederlandse taal en rekenen is gepland, is niet exact te traceren. Het schoolplan spreekt van 49 procent, maar uit de vragenlijsten die zijn ingevuld door de leraren blijkt dat er 56 procent van de onderwijstijd wordt besteed aan deze leergebieden. In beide gevallen is dat echter ruim voldoende op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Onderwijsleerproces De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijsleerproces als voldoende. Zij constateert dat de leraren op een aantal voor goed onderwijs essentiële indicatoren op een effectieve wijze lesgeven. Desondanks stelt de inspectie óók vast dat de leraren hun onderwijs nog kunnen verbeteren op het terrein van de afstemming op de individuele verschillen tussen de leerlingen, op het gebruiken van werkvormen die de leerlingen meer activeren en op het structureel toepassen van feedback op het onderwijsleerproces. De inspectie licht hieronder haar oordeel toe. De leraren slagen erin de lesruimten functioneel in te richten. De school als geheel maakt een ordelijke en opgeruimde indruk. De wanden van de lokalen worden gebruikt voor het tonen van materialen die de onderwijsleerprocessen ondersteunen. De leeromgeving kan naar het oordeel van de inspectie didactisch worden verrijkt en meer uitnodigend worden gemaakt door het toepassen van actuelere leer- en hulpmiddelen. Met name in de groepen 1 en 2 zijn de materialen weinig gevarieerd, of veelzijdig en niet actueel genoeg. Leesen ont dekhoeken alsmede een talige inrichting van het lokaal worden node gemist. De leraren hanteren met succes de afgesproken gedragsregels, waardoor een ordelijke en veilige sfeer ontstaat. Ook het klassenmanagement is doelmatig; materialen liggen klaar, overgangen verlopen soepel en er gaat weinig tijd verloren aan organisatorische zaken. De leraren tonen de leerlingen een dag- en weekplanning. Over het algemeen geven de leraren een doelmatige en beknopte uitleg van de leerstof. Zij stellen vragen die door de meeste leerlingen worden begrepen en zij wachten lang genoeg zodat de leerlingen kunnen antwoorden. De terugkoppeling op de vragen heeft een positieve ondertoon, waarmee het zelfvertrouwen van de leerlingen wordt versterkt. De meeste leraren hanteren vraagtechnieken die leerlingen aanzetten tot denken. Daardoor werken de leerlingen voldoende taakgericht. De interactie komt hoofdzakelijk tot stand tussen leraar en leerlingen en veel minder tussen leerlingen onderling. Als het gaat om het toepassen van meer eigentijdse en moderne didactische principes zijn er verbeteringen wenselijk. De leraren zijn momenteel vooral gericht op het bereiken van de juiste oplossing. Er is nauwelijks aandacht voor het proces waarlangs de leerling tot de oplossing is gekomen. Door leerlingen denkstappen hardop te laten verwoorden verschaft de leraar zichzelf en de leerling inzicht in deze denkprocessen. Tevens geeft het andere leerlingen mogelijkheden te profiteren van de denkactiviteiten van anderen.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
14
De meeste lessen vertonen het beeld van ijverig werkende docenten en luisterende leerlingen. Van tijd tot tijd krijgen de leerlingen opdrachten die tot doel hebben de geïnstrueerde lesstof te verwerken. Deze manier van lesgeven plaatst de leerling hoofdzakelijk in de rol van uitvoerder. Er zijn weinig lessen waargenomen die leerlingen plaatsen in de rol van 'actieve leerder'. In zo'n onderwijsleerproces is de leraar coach en bepaalt de leerling in toenemende mate inhoud, volgorde en aanpak van de les. Door leerlingen zelf hun producten te laten beoordelen komt bovendien zelfreflectie bij de leerling op gang. Op dit moment beoordeelt de inspectie daarom de mate waarin de leerlingen actief zijn gericht op leren als onvoldoende. De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen door het afnemen van toetsen en proefwerken. Bij deze toetsen geven de leraren in een overzicht aan welke toetsonderdelen onvoldoende gemaakt zijn. Uit de groepsadministratie blijkt niet of en hoe de leraren nagaan waar de fouten van een leerling op terug te voeren zijn. Sommige leraren geven in hun administratie aan welke vervolgstappen de leerlingen krijgen aangeboden. Andere leraren laten dit achterwege. Geen van de leraren maakt in de administratie inzichtelijk welke resultaten de vervolgstappen hebben opgeleverd bij de leerlingen. De leraren hanteren een taalgebruik dat in voldoende mate is afgestemd op de behoeften en mogelijkheden van de leerlingenpopulatie. Bij de instructie houden leraren nog weinig rekening met verschillen tussen leerlingen. Zij richten zich hoofdzakelijk op de 'middenmoot'. Verlengde instructie wordt soms toegepast, maar dit is geen dagelijkse praktijk in de school. Schoolklimaat Op één na alle indicatoren die het oordeel bepalen van dit kwaliteitsaspect dragen in voldoende mate bij aan een voldoende oordeel op dit kwaliteitsaspect. Het schoolklimaat is zowel voor leerlingen als voor de leraren veilig en ondersteunend en er is daarom een aangename en motiverende omgeving voor beide doelgroepen. De leraren ervaren een voldoende mate van collegialiteit. Ieder heeft daarin een eigen rol. Naar het oordeel van de inspectie staan directie en team nu voor de opgave om op basis van een gedeelde onderwijsvisie en duidelijke afspraken over de gewenste onderwijspraktijk deze collegialiteit uit te bouwen naar het professioneel handelen. De leraren ervaren de schoolleiding op het pedagogische vlak als ondersteunend en stimulerend. De onderwijskundige sturing van de directie zal nu de directeur inmiddels is ingewerkt op de school moeten toenemen. De school heeft de intentie betrokkenheid van ouders te stimuleren. Desondanks komt de inspectie tot het oordeel dat de school hier niet in voldoende mate in slaagt.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
15
De ouders worden betrokken bij een breed scala van activiteiten, waarvoor een open intakeprocedure wordt gehanteerd. Het is voor de ouders niet altijd duidelijk waarom bepaalde ouders wel of niet bij een bepaalde activiteit worden ingeschakeld. De communicatie tussen school en ouders hierover is voor verbetering vatbaar. Dat geldt ook voor meer algemene berichtgeving van de school naar de ouders. Het komt regelmatig voor dat ouders laat worden geïnformeerd over actuele schoolzaken. De directie heeft het voornemen hier op korte termijn verbetering in te brengen. Hij heeft plannen om de nieuwsbrief van de school te laten verschijnen in een tevoren bepaalde vaste frequentie. Daarnaast maakt de school gebruik van een eigen website waarin informatie over elke groep apart wordt aangeboden. Met behulp van deze informatie kunnen ouders een actueel beeld van de gang van zaken in de groepen krijgen. Zorg en begeleiding De inspectie constateert dat een aantal doorslaggevende onderdelen van het proces van zorg en begeleiding op de school niet voldoende worden gerealiseerd. Om die reden beoordeelt zij het kwaliteitsaspect Zorg en begeleiding als onvoldoende. Van doorslaggevende aard in dit oordeel is het feit dat de school niet voor alle leerlingen die een duidelijke leerachterstand hebben de gegeven hulp plant en documenteert met een gericht handelingsplan gebaseerd op een nadere diagnose van het geconstateerde probleem. Ook het feit dat de school geen duidelijke criteria hanteert voor de besluitvorming over de bevordering van leerlingen acht zij een risico. De inspectie constateert dat school de leerlingenzorg structureel heeft georganiseerd. Er is een document samengesteld dat een duidelijk beeld schetst van de structuur van de leerlingenzorg. De taken en verantwoordelijkheden van alle bij de zorg betrokkenen zijn daarin belegd. De school maakt incidenteel gebruik van externe expertise. De interne expertise is niet breed, waardoor niet voldoende onderbouwd gerichte zorg bij lichte leerproblemen kan worden gegeven. Het is niet traceerbaar onder welke omstandigheden men besluit tot het inschakelen van externe deskundigen. Geen van de teamleden is specifiek geschoold op het terrein van de leerlingenzorg. De werkzaamheden van de intern begeleider bestaan voor het merendeel uit het geven van extra hulp. De effectiviteit van deze hulp is beperkt wanneer zij niet gebaseerd is op een nadere analyse van de geconstateerde (leer-)problemen. De inspectie constateert daarbij met zorg dat door de organisatorische keuzes die de school heeft gemaakt er te weinig uren beschikbaar zijn voor de aansturing en de bewaking van de uitvoering van de leerlingenzorg. Alleen voor de overgang van groep 2 naar groep 3 heeft de school criteria opgesteld. Als leerlingen doubleren in groep 2, wordt die beslissing in beginsel zorgvuldig afgewogen en worden ook de ouders daarin betrokken. De procedure is echter niet vastgelegd, waardoor waarborgen voor een gestandaardiseerde procedure ontbreken.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
16
De school hanteert adequaat het toetsinstrumentarium om risicoleerlingen te indiceren. De school heeft daartoe duidelijke criteria voor uitval geformuleerd. Tijdens de periodiek gehouden leerlingbesprekingen valt er een beslissing of de leerling in de groep extra hulp krijgt van zijn eigen groepsleraar of hulp buiten de groep krijgt van de intern begeleider die dan als remedial teacher aan het werk gaat. Het blijkt dat soms organisatorische overwegingen en niet de aard en omvang van de problematiek hierin de doorslag geven. Voor de leerlingen die buiten de groep hulp krijgen wordt een handelingsplan opgesteld, voor de andere leerlingen niet. De inspectie is van oordeel dat voor alle leerlingen die uitvallen op de toetsen handelingsplannen dienen te worden opgesteld. De intern begeleider is in staat spellingproblemen nader te diagnosticeren, maar expertise en instrumentarium om problemen op de overige domeinen nader te diagnosticeren ontbreken nagenoeg. Daardoor zijn de probleemomschrijvingen en doelstellingen op de handelingsplannen doorgaans globaal en geven ze weinig sturing aan het didactisch handelen van degene die ze uitvoert. Om dezelfde reden is het tevens lastig vast te stellen wat de effecten van de extra zorg zijn. De inspectie heeft een duidelijke intentie waargenomen om met ouders te communiceren als er zich problemen voordoen met de leervorderingen van leerlingen. De leraren geven daar echter verschillend uitvoering aan. Het is van belang deze procedures en werkafspraken nauwkeurig vast te leggen en de uitvoering ervan te bewaken. Opbrengsten De opbrengsten of leerresultaten van de leerlingen zijn voldoende, zowel aan het eind van de basisschool als op tussentijdse momenten. Bezien over een periode van drie jaar zijn de eindopbrengsten, afgezet tegen die van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie, voldoende. De eindtoets laat tevens zien dat de leerlingen de afgelopen drie schooljaren over het geheel genomen een voldoende beheersing hebben van leer-, studie- en informatieve vaardigheden. De inspectie constateert dat de school leerlingen en ouders zorgvuldig adviseert over een vorm van vervolgonderwijs waar een kind naar verwachting goed zal slagen. Om die reden komt zij tot een positief oordeel op dat punt. Tijdens het schoolbezoek is niet nagegaan met welk succes leerlingen hun schoolloopbaan in het voortgezet onderwijs vervolgen. Een oordeel over de prestaties op tussentijdse momenten baseert de inspectie op landelijk genormeerde toetsen voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Deze toetsen vertegenwoordigen wezenlijke inhouden van het onderwijs op cruciale momenten in de basisschoolperiode en hebben een hoge voorspellende waarde op later schoolsucces. De resultaten van de leerlingen liggen op alle toetsen boven de door de inspectie gehanteerde ondergrenzen. Opvallend zijn de werkelijk verbluffend goede resultaten bij begrijpend lezen. Op dit moment is de inspectie niet in staat om een objectief oordeel te vellen over de mate waarin individuele leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen. De inspectie werkt aan een procedure waarmee het leerrendement van individuele leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften kan worden vastgesteld. Daarom is het leerrendement van leerlingen met handelingsplannen of die een individuele leerweg volgen nog niet nagegaan. PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
17
Wel stelt de inspectie vast dat het intern rendement van de school voldoende is, wanneer rekening wordt gehouden met leerlingen die blijven zitten, of die verwezen worden naar het speciaal basisonderwijs. Bezien over de afgelopen twee schooljaren ligt het percentage zittenblijvers ruim onder het landelijk gemiddelde van 2,4 procent. Het aantal leerlingen dat verlengd kleuteronderwijs volgt, komt overeen met de vuistregel die de inspectie hanteert. Het percentage leerlingen dat in de afgelopen twee jaar uitstroomde naar het speciaal basisonderwijs ligt eveneens op de landelijke norm van 1 procent. De school heeft over deze periode geen leerlingen verwezen naar het leerwegondersteunend en/of het praktijkonderwijs.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
18
5 VERVOLG VAN HET TOEZICHT De bevindingen in dit PKO leiden tot de volgende conclusie over het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): Het volgende bezoek van de inspectie zal bestaan uit een jaarlijks onderzoek. Dit onderzoek zal plaatsvinden in 2006.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
19
BIJLAGE I Overzicht waardering indicatoren Bij elk kwaliteitsaspect (hoofdstuk 3) zijn indicatoren geformuleerd. Deze bijlage geeft een overzicht van die indicatoren met de waardering die de inspectie daaraan heeft toegekend. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1 draagt niet of nauwelijks bij; 2 draagt onvoldoende bij; 3 draagt voldoende bij; 4 draagt in hoge mate bij. 5 Bij het domein 'Opbrengsten' is ook de categorie '5' (betekent 'niet te beoordelen') toegevoegd. In sommige gevallen kan de inspectie hier namelijk geen gefundeerd oordeel geven. Bij elk kwaliteitsaspect is een beslisregel geformuleerd. Deze beslisregel geeft aan welke indicatoren ten minste in voldoende mate van toepassing moeten zijn voor een waardering 'voldoende' voor het kwaliteitsaspect. Dit vormt de onderbouwing van het kwaliteitsprofiel van de school, zoals dat is gepresenteerd in hoofdstuk 3. Onder iedere tabel is een ruimte voor toelichting. De inspectie geeft hier een toelichting als zij afwijkt van de beslisregel.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
21
Overzicht van basisschool 'Op Dreef' Domein 'Zorg voor kwaliteit' Kwaliteitsaspect: Kwaliteitszorg
3
4
1 2 3 1.1 De school heeft inzicht in de eigen uitgangssituatie. l 1.2 De school heeft haar doelen geformuleerd. l 1.3 De school evalueert systematisch de kwaliteit van haar l opbrengsten en van het onderwijs en leren. 1.4 De school werkt gericht aan verbetering van de kwaliteit van l haar onderwijs. 1.5 De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over l de gerealiseerde onderwijskwaliteit. 1.6 De zorg voor kwaliteit is systematisch. l Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicator 1.4 en twee van de andere indicatoren.
4
De school bewaakt systematisch de kwaliteit van het onderwijs en neemt maatregelen om de kwaliteit te behouden en zo nodig te verbeteren.
1
2 l
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Toetsing De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing.
1
2
3 l 3
4
3
4
1 2 2.1 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing aan het l einde van het primair onderwijs. 2.2 De school waarborgt de kwaliteit van de toetsing gedurende l de schoolloopbaan van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: één van de twee indicatoren.
4
Toelichting:
Domein 'Onderwijs en leren' Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod Het leerstofaanbod stelt leerlingen in staat zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs.
1
2
1
2
l
3 3.1 Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het l vervolgonderwijs. 3.2 De school voorziet in een breed aanbod gericht op de l verwerving van kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen. 3.3 Het leerstofaanbod vertoont samenhang. l 3.4 Het leerstofaanbod is afgestemd op de onderwijsbehoeften l van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 3.1 en 3.4.
4
Toelichting:
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
22
Kwaliteitsaspect: Tijd Leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.
1
2
1
2
1
2
1
2
3
4
l
3 4.1 De school programmeert voldoende onderwijstijd. l 4.2 De leertijd is voor leerlingen voldoende om zich het l leerstofaanbod eigen te maken. 4.3 De tijd voor onderwijs en leren is afgestemd op de l onderwijsbehoeften van leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 4.1 en 4.2.
4
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Onderwijsleerproces De onderwijsleersituaties bieden leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning voor het leren.
3
4
l
5.1 De school zorgt voor een functionele en uitdagende leeromgeving. 5.2 De onderwijsactiviteiten zijn gestructureerd en doelmatig. 5.3 Leraren zorgen voor voldoende ondersteuning en uitdaging van de leerlingen. 5.4 Leraren begeleiden op een systematische en stimulerende l wijze onderwijsleerprocessen. 5.5 Leerlingen zijn actief gericht op leren. l 5.6 Leraren volgen de vorderingen en ontwikkeling van hun leerlingen. 5.7 Leraren zorgen ervoor dat het onderwijsleerproces is l afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 5.2, 5.3, en 5.6 en één van de andere indicatoren.
3
4
l l l
l
Toelichting: Kwaliteitsaspect: Schoolklimaat De school zorgt voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat.
1
2
1 2 6.1 Personeelsleden en leerlingen gaan op een positieve manier met elkaar om. 6.2 De school zorgt voor een aangename, motiverende omgeving voor leerlingen. 6.3 De school zorgt voor een aangename, stimulerende werkomgeving voor personeelsleden. 6.4 De school stimuleert de betrokkenheid van ouders en l verzorgers. 6.5 De school speelt een functionele rol binnen de lokale en regionale gemeenschap. 6.6 De school zorgt voor veiligheid. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 6.1, 6.2 en 6.6 en één van de andere indicatoren.
3
4
l 3
4
l l l
l l
Toelichting:
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
23
Kwaliteitsaspect: Zorg en begeleiding
1
3
4
1 2 3 7.1 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding l van leerlingen. 7.2 De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun l schoolloopbaan. 7.3 De school kent gunstige voorwaarden voor de begeleiding l van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. 7.4 De school zorgt voor begeleiding van leerlingen met l specifieke onderwijsbehoeften. 7.5 De school betrekt ouders/verzorgers bij de zorg en l begeleiding van de leerlingen. Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 7.2, 7.3 en 7.4.
4
De school begeleidt leerlingen systematisch tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs en zorgt voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
2 l
Toelichting:
Domein 'Opbrengsten' Kwaliteitsaspect: Opbrengsten
4
5
1 2 3 4 8.1 De resultaten liggen ten minste op het niveau dat mag l worden verwacht. 8.2 De leerlingen beheersen aan het einde van de opleiding l vaardigheden op een niveau dat mag worden verwacht. 8.3 Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. 8.4 Leerlingen vervolgen met succes hun schoolloopbaan. l Beslisregel: Voor een waardering 'voldoende' dragen ten minste de volgende indicatoren 'voldoende' bij: indicatoren 8.1 en 8.3.
5
De prestaties van leerlingen liggen ten minste op het niveau dat op grond van hun kenmerken mag worden verwacht.
1
2
3 l
l
Toelichting:
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
24
BIJLAGE II
Kwaliteitsaspect 1: Kwaliteitszorg Toelichting: Scholen zijn primair zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van het gegeven onderwijs. In de Wet op het primair onderwijs wordt voorgeschreven dat scholen een kwaliteitszorgbeleid dienen te voeren. Dit beleid moet ook in het schoolplan beschreven zijn. Kwaliteitszorg betreft activiteiten die erop gericht zijn de kwaliteit van het onderwijs te bepalen, te bewaken, te borgen en te verbeteren. Elke school zal daartoe, rekening houdend met de kenmerken van de leerlingen en met de wensen van belanghebbenden uit de omgeving van de school, dienen aan te geven wat zij onder kwalitatief goed onderwijs verstaat. Ze zal die opvattingen dienen te vertalen in doelen en zal systematisch moeten nagaan of zij die doelen ook bereikt. Op basis daarvan zal zij zich doelen voor verdere verbetering moeten stellen, die worden opgenomen in een meerjarig schoolontwikkelingstraject. Ze zal vervolgens dienen na te gaan wat de effecten van die verbeteractiviteiten zijn en zal daarover dienen te communiceren met de betrokken geledingen. Het geheel kenmerkt zich door een cyclische aanpak. Kwaliteitsaspect 2: Toetsing Toelichting: Regelmatig nagaan of leerlingen de aangeboden leerstof beheersen en/of bepaalde leerdoelen bereikt hebben, is belangrijk. Bovendien kan uit de opbrengsten van het onderwijs worden afgeleid hoe een school haar functies vervult en haar doelstellingen bereikt. Derhalve gaat de inspectie na in hoeverre de school de kwaliteit van toetsinstrumenten en het juiste gebruik ervan garandeert. Kwaliteitsaspect 3: Leerstofaanbod Toelichting: Het leerstofaanbod, dat de kennis, vaardigheden en houdingen bepaalt die leerlingen door het onderwijs kunnen verwerven, dient leerlingen in staat te stellen zich optimaal te ontwikkelen en voor te bereiden op het vervolgonderwijs. Daarom behoort het te voldoen aan de kerndoelen en te voorzien in een breed aanbod van kennis, vaardigheden en houdingen. Bovendien dient het voldoende structuur en samenhang te vertonen en afgestemd te zijn op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 4: Tijd Toelichting: Een noodzakelijke voorwaarde voor leren is dat leerlingen ook de tijd hebben om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Een school behoort daarom voldoende onderwijstijd te programmeren en deze evenwichtig over de vakken te verdelen. Daarnaast dient de onderwijstijd efficiënt te worden ingezet en te worden afgestemd op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
25
Kwaliteitsaspect 5: Onderwijsleerproces Toelichting: De onderwijsleersituaties dienen leerlingen voldoende gelegenheid, uitdaging en ondersteuning te bieden voor het leren. Daartoe behoort er sprake te zijn van een functionele en uitdagende leeromgeving, waarbinnen gestructureerde en doelmatige onderwijsactiviteiten plaatsvinden. De leerlingen dienen zich ondersteund en uitgedaagd te voelen. Er behoort sprake te zijn van een systematische en stimulerende begeleiding van onderwijsleerprocessen en van leerlingen die actief zijn gericht op leren. Bovendien dienen leraren de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen te volgen en het onderwijsleerproces af te stemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Kwaliteitsaspect 6: Schoolklimaat Toelichting: De school hoort voor een veilig, ondersteunend en uitdagend schoolklimaat te zorgen. Dit dient tot uiting te komen in de positieve manier waarop personeelsleden en leerlingen met elkaar omgaan, in een aangename en motiverende omgeving voor leerlingen en leraren, in een goede betrokkenheid van ouders bij de school, in de functionele rol die de school speelt in de gemeenschap en in de zorg die er is voor veiligheid. Kwaliteitsaspect 7: Zorg en begeleiding Toelichting: De school behoort leerlingen systematisch te begeleiden tijdens hun schoolloopbaan en bij de keuze voor vervolgonderwijs. Daarnaast dient ze te zorgen voor een systematische begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Daartoe is het nodig dat de school gunstige voorwaarden kent voor de begeleiding van leerlingen, dat er duidelijke procedures zijn voor in-, door - en uitstroom en dat er functionele contacten zijn met scholen waar leerlingen vandaan komen of naartoe gaan. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften behoren tijdig te worden gesignaleerd en ook op planmatige wijze hulp te krijgen. De school behoort ouders in voldoende mate bij de begeleiding te betrekken. Kwaliteitsaspect 8: Opbrengsten Toelichting: Bij het kwaliteitsaspect opbrengsten wordt nagegaan of de prestaties van leerlingen ten minste het niveau hebben dat op grond van de kenmerken van de populatie leerlingen verwacht mag worden. Dit betreft zowel de leerresultaten aan het einde als gedurende de schoolperiode, alsook de beheersing van een aantal vaardigheden die voor maatschappelijk functioneren gewenst zijn. Daarnaast is er aandacht voor aantallen zittenblijvers en verwijzingen in relatie tot het totaal aantal leerlingen van de school. Ten slotte worden ook de adviezen voor het voortgezet onderwijs en het functioneren van de leerlingen in het voortgezet onderwijs hierbij betrokken.
PKO rapport basisschool 'Op Dreef' - 25 en 27 januari 2005
26