RAPPORT ONAANGEKONDIGD KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL DE SPRINGPLANK
School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer
: : : :
Basisschool De Springplank Huizen 09XF 92581
Datum schoolbezoek Datum vaststelling
: 25 januari 2007 : 21 maart 2007
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 KWALITEITSPROFIEL................................................................................... 7 Het kwaliteitsprofiel van Basisschool De Springplank................................... 7 3 BESCHOUWING ......................................................................................... 11 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 17
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
3
1 INLEIDING Het onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Op 25 januari 2007 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Basisschool De Springplank in het kader van een onaangekondigd kwaliteitsonderzoek. De inspectie voert deze onaangekondigde kwaliteitsonderzoeken uit als een pilot in het kader van de toezichtvisie van het kabinet, zoals uiteengezet in de nota "Minder last, meer effect". Het doel daarvan is de administratieve belasting voor de school tot een minimum te beperken. Tevens wil de inspectie haar werkwijze valideren door na te gaan of onaangekondigde kwaliteitsonderzoeken voldoende gegevens opleveren om tot vergelijkbare oordelen te komen als door middel van haar reguliere kwaliteitsonderzoeken (periodiek kwaliteitsonderzoek en jaarlijks onderzoek). Om dit te bewerkstelligen is geen vooraankondiging gedaan en zijn geen vragenlijsten toegestuurd of andere verzoeken aan de school gedaan, die met de organisatie van het onderzoek verband houden. Het onderzoek zelf is op school op zodanige wijze ingericht dat kwaliteitsgegevens zijn verzameld zonder verstoring van de dagelijkse werkprocessen en met een minimale last voor de schoolorganisatie. Bij dit onaangekondigd kwaliteitsonderzoek beoordeelt de inspectie de kern van het onderwijs op de school. Het gaat hierbij om kernindicatoren die betrekking hebben op het aanbod, de onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve en zelfstandige rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen. Waar nodig of gewenst maakt ook de kwaliteitszorg deel uit van dit onderzoek. In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan de inspectie besluiten om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast. Bij dit onaangekondigd kwaliteitsonderzoek heeft de inspectie tevens onderzoek gedaan naar de naleving van wettelijke bepalingen door de school. De opzet van het onderzoek Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van documenten die betrekking hebben op schoolontwikkeling en zorg en begeleiding; • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn; Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
5
• • •
Lesobservaties in de volgende groepen: 1/2, 3, 4, 5, 6, 7; Gesprekken met de directie, de coördinatie leerlingenzorg, leraren van groep 1 t/m 3 over de onderzochte indicatoren en de ontwikkeling en voornemens van de school met name op onderwijsinhoudelijk terrein; Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directie.
De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Tevens wordt vermeld welke indicatoren die normaal genomen wel deel uitmaken van het toezicht niet beoordeeld konden worden tijdens dit onaangekondigd bezoek. In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien van toepassing, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
6
2 KWALITEITSPROFIEL Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan kernindicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren die beoordeeld konden worden bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen. Deze waardering wordt gegeven wanneer de school voor haar resultaten geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft. Het kwaliteitsprofiel van Basisschool De Springplank Kwaliteitsaspect: Kwaliteitszorg 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.
Kwaliteitsaspect: Leerstofaanbod 3.1 De aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn dekkend voor de kerndoelen. 3.4 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 3.5 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 3.6 De leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. 3.8 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlingengewicht biedt leerinhouden aan bij Nederlandse taal die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
Kwaliteitsaspect: Tijd 4.4 De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 4.5 De school stemt de hoeveelheid tijd voor leren en onderwijzen bij Nederlandse taal en rekenen en wiskunde af op de onderwijsbehoeften van leerlingen.
1
2
3
4
l l
1
2
3
4
l l l l
l
1
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
2
3
4
l l
7
Kwaliteitsaspect: Pedagogisch handelen
1
5.3 De leraren zorgen ervoor dat leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan.
1
6.1 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 6.3 De leraren leggen duidelijk uit. 6.5 De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren.
4
2
3 l l
4
3
4
l
Kwaliteitsaspect: Afstemming
1
7.1 De leraren volgen de vorderingen van hun leerlingen systematisch. 7.3 De leraren stemmen de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
2
l l
Kwaliteitsaspect: Actieve en zelfstandige rol leerlingen 8.1 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 8.3 De leerlingen hebben verantwoordelijkheid voor de organisatie van hun eigen leerproces die past bij hun ontwikkelingsniveau.
Kwaliteitsaspect: Begeleiding 10.1 De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen.
Kwaliteitsaspect: Zorg
1
2
3 l
4
l
1
2
3
4
l
1
11.2 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. 11.3 De school voert de zorg planmatig uit.
12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
3 l
Kwaliteitsaspect: Didactisch handelen
Kwaliteitsaspect: Resultaten
2
2
3
4
l l
1
2
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
3
4
5
l l
8
Kwaliteitsaspect: Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.2 Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.
1
2
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
3
4
5
l l l
9
3 BESCHOUWING Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op Basisschool De Springplank te Huizen en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en -voor zover relevant - tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van Basisschool De Springplank en eerdere inspectieonderzoeken. Uitgangssituatie: •
De school heeft moeite bij het werven van competente nieuwe leraren. Op dit moment zijn 3 leraren met zwangerschapsverlof en er zijn 3 zieken. Het is bovendien moeilijk om leraren te vinden die de bevoegdheden hebben om gymlessen te mogen geven; de nieuwe regelgeving t.a.v. bevoegdheden voor gymlessen blijkt een belemmerende factor om de schoolorganisatie rond te krijgen.
•
Door de nieuwe wet- en regelgeving t.a.v. voor- en naschoolse opvang dreigt nu de overblijfregeling die de school goed had geor ganiseerd te moeten worden opgeheven. De school ervaart dit als zeer belemmerend.
•
De adjunctdirecteur volgt de schoolleidersopleiding en moet daardoor een deel van zijn taken op het gebied van interne begeleiding overdragen aan collega's.
Algemeen beeld De inspectie concludeert naar aanleiding van het periodiek kwaliteitsonderzoek op basisschool De Springplank dat de kwaliteit van het onderwijs overwegend voldoende is. De school slaagt er in om op belangrijke onderdelen haar visie op het stimuleren van de ontwikkeling van de individuele leerling daadwerkelijk in de praktijk te brengen. De leerlingen op basisschool De Springplank behalen voldoende resultaten, zowel op de tussentijdse toetsen als op de Cito-eindtoets. Deze resultaten lijken wat aan de magere kant, maar de school verklaart dit vanuit het gegeven dat er tussentijds niet veel leerlingen worden verwezen naar het speciaal (basis)onderwijs en tevens dat de school bij de Cito-eindtoets geen correctie toepast voor leerlingen die geïndiceerd worden voor het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). De inspectie ziet als verklaring voor de kwaliteit van de school enerzijds de heldere visie op wat de school wil bereiken met haar leerlingen. Anderzijds beschikt de school over een gemotiveerd en betrokken team dat wordt aangestuurd door een stabiel directieduo dat zelf ook actief betrokken is bij uitvoering van de leerlingenzorg. Op onderdelen kan de visie echter nog sterker worden uitgewerkt dan nu het geval is, waardoor de school haar kwaliteit nog zou kunnen verhogen. Het gaat om de volgende punten:
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
11
• • •
ontwikkelingslijnen die doorlopen van groep 1 tot en met 8 transparantie in het systeem van aanbod en zorg de schoolvisie verder uitwerken, onder andere op sociaalemotioneel gebied
Toelichting Ontwikkelingslijnen die doorlopen van groep 1 tot en met 8 De school heeft nadrukkelijk in haar visie opgenomen, dat ieder kind de kans krijgt om zich ononderbroken te ontwikkelen, afhankelijk van de eigen aanleg, tempo en niveau. Om dit doel te realiseren, heeft de school onder andere het aanbod in groep 3 voor het aanvankelijk lezen en voor spelling uitgewerkt in individuele leerlijnen. Op een administratiekaart tekenen de leerlingen af welke opdrachten zijn gedaan. Voor rekenen-wiskunde zijn de leerlijnen vanuit de methode uitgewerkt in uitbreiding of juist indikking (compacten) van de leerstof. De inspectie heeft grote waardering voor de manier waarop de school dit heeft uitgewerkt. Bij het integraal school toezicht (IST) van 2002, merkte de inspectie op dat de doorgaande lijn in het aanbod voor de kleuterbouw niet was vastgelegd in leeren ontwikkelingsdoelen. Ook bij het onaangekondigde bezoek in 2007 constateert de inspectie dat het aanbod in de kleuterbouw niet is geformuleerd in leerlijnen met doelen en tussendoelen voor leerlingen. Hoewel in de kleuterbouw wordt gewerkt met het Ontwikkelingsvolgmodel van Memelink, heeft dit nog niet geleid tot een meer natuurlijke overgang van voorbereidende leeractiviteiten van leerlingen naar concrete beheersing van de basisvaardigheden. Ook voor het rekenen-wiskunde is er geen vloeiende overgang vanuit een voorbereide leeromgeving waarbij via uitnodigende leeractiviteiten geleidelijk wordt toegewerkt naar het aanleren van de formele rekenvaardigheden, dat met het gebruik van de methode 'Pluspunt' in groep 3 begint. Hierdoor ontstaat een breuk in de ontwikkeling van de leerlingen bij de overgang van groep 2 naar groep 3. Deze breuk lijkt in tegenspraak te zijn met de visie van de school, waarin juist continuïteit in de ontwikkeling van de leerlingen wordt nagestreefd. Doordat de leerlingen pas in groep 3 gaan werken met een leerlijn met concrete leerdoelen, lijkt onvoldoende recht te worden gedaan aan de verschillen die in de groepen 1 en 2 aanwezig zijn. Wanneer de school in de kleuterbouw al zou werken met een ontwikkelingslijn met concrete (tussen)doelen, dan zou een meer natuurlijke overgang kunnen ontstaan. Transparantie in het systeem van aanbod en zorg De school kenmerkt zich door haar brede zorg voor de leerlingen. Er wordt continu geïnvesteerd in verbetering van de zorg, met name op het gebied van het (aanvankelijk) technisch lezen en spelling. Leerlingen volgen zoveel mogelijk hun eigen ontwikkeling en waar dit proces dreigt te stagneren heeft de school een scala aan hulpvormen ter beschikking, zoals de Leeskliniek en de Leesdouche. Ook voor de leerlingen die meer dan de reguliere stof aankunnen heeft de school een aanbod vanuit de 'Vooruit'-werkgroep. Daarnaast heeft de school haar beleid voor deze meerbegaafde leerlingen uitgewerkt in de vorm van een 1e en 2e leerlijn, wat betekent dat de basisstof wordt ingedikt, zodat er tijd vrijkomt voor extra taken op een hoger niveau. Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
12
Bij het IST in 2002 stelde de inspectie dat de school geen procedures heeft voor de begeleiding van leerlingen met een vertraagde of versnelde ontwikkeling. Verder waren niet voor alle leerlingen met uitval handelingsplannen aanwezig. Ook werden bij zorgleerlingen in onvoldoende mate op systematische wijze de hulpvragen en diagnose vastgesteld. Inmiddels heeft de school heldere criteria voor uitval en wordt gebruik gemaakt van diverse protocollen. Er is bijvoorbeeld een 'Stappenplan Leesprotocol' voor groep 2 t/m 8, een 'Stappenplan Spellingprotocol' voor groep 3 t/m 8 en een 'Stappenplan Vooruitprotocol' voor groep 4 t/m 8. Voor leerlingen die uitvallen zijn verschillende varianten van hulp in gebruik. De kwaliteit van de diagnose is echter wisselend. De school heeft hier wel aan gewerkt maar realiseert zich dat hier nog verbetering mogelijk is. Toetsgegevens worden door de school digitaal verwerkt. De volledige leerlingadministratie inclusief handelingsplannen staan op het computernetwerk. De vorderingen van de leerlingen worden zo systematisch gevolgd en daarom is indicator 7.1 met een 3 beoordeeld. Eén van de risico's is echter dat niet alle leraren even handig zijn in de omgang met de computer. Ondanks het digitaal volgen van leerlingen, is deze werkwijze in de alledaagse praktijk niet transparant en dat is een risico. In de groepsmappen is het systeem namelijk niet helder terug te vinden. En dat terwijl juist een goed overzicht nodig is, omdat leerlingen individuele leerlijnen volgen. Een voorbeeld hiervan is dat de leerlingen in groep 3 zelf de voortgang van de opdrachten voor het aanvankelijk lezen op een administratiekaart bijhouden. De meeste leraren registreren dit echter niet in hun groepsmap, waardoor het overzicht over vorderingen ontbreekt. Ook de planning van leerstof is onvoldoende inzichtelijk. Leraren werken wel met een weekplanning op papier, maar op dit formulier wordt meestal geen extra instructie of hulp voor leerlingen ingepland. Ook wordt de aangeboden leerstof vaak pas achteraf genoteerd. Overigens is bij groepen die met duoleraren werken het volg- en plansysteem in de groepsmappen beter op orde. Met een meer inzichtelijke groepsadministratie door de hele school heen kunnen niet alleen leerlingen beter worden gevolgd, maar kan ook nog scherper worden gedifferentieerd op basis van te bereiken leerdoelen. Nu kunnen leerlingen met een goede taakgerichtheid snel vorderen in de leerstof, wat leidt tot differentiatie die grotendeels is gebaseerd op een hoog werktempo. Of andersom, de minder taakgerichte leerlingen, of de leerlingen die een andere leerstijl hebben of een grotere behoefte hebben aan instructie, blijven misschien juist langer 'hangen' in de leerstof. Mogelijk ligt hier ook een verklaring voor de wat magere resultaten op de tussentijdse toetsen. De leraren waarmee de inspectie heeft gesproken zijn heel tevreden over de begeleiding en coaching die zij krijgen. Er is echter nog geen handboek of invoeringsplan waarmee invallers of nieuwe leraren zich snel kunnen inwerken in de school. Veel van de bovengenoemde aspecten zouden in zo'n handboek kunnen worden opgenomen. Mogelijk levert dit ook een besparing op in benodigde coaching- en begeleidingstijd.
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
13
De schoolvisie verder uitwerken, onder andere op sociaal-emotioneel gebied De Daltonvisie die de school heeft is in diverse opzichten zichtbaar. De sociaalemotionele ontwikkeling van de leerlingen staat hoog in het vaandel. Omgangsregels zijn zichtbaar en er wordt veel aandacht besteed aan positieve omgangsvormen, mede met de methode 'Leefstijl'. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen wordt op dit moment nog experimenteel in enkele groepen gevolgd met het volgsysteem Viseon. Na evaluatie zal de school besluiten wat het vervolg hierop zal zijn. Ook hanteert de school actief een 'anti-pest -protocol'. Uit dit alles blijkt dat de school behalve aan de cognitieve ontwikkeling ook veel aandacht besteedt aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Ook voor de zelfstandigheid van de leerlingen is er een lijn voor het zelfstandig leren. In de kleuterbouw werken de leerlingen al met een planbord en vanaf groep 3 werken zij met een taak, waarbij de hoeveelheid zelfstandig werktijd in de daaropvolgende groepen geleidelijk wordt uitgebreid. Desondanks lijkt in de ontwikkeling van de zelfstandigheid een knik te ontstaan op het moment dat het aanvankelijk leesproces wordt afgesloten. Het aanvankelijk leesproces wordt namelijk zeer zelfstandig door de leerlingen doorlopen. Echter, bij de overgang naar de meer klassikaal gebruikte methoden vanaf groep 4 worden niet alleen groepen leerlingen weer enigszins kunstmatig 'bij elkaar gezet', maar is ook de zelfstandigheid in eerste instantie beperkter dan voorheen. De school lijkt voor de aansluiting tussen deze verschillende processen nog geen goed antwoord te hebben gevonden. Bij de Daltonvisie past ook de ontwikkeling van het gevoel van verantwoordelijkheid van leerlingen, zoals dat onder andere blijkt uit de schoollijn voor zelfstandigheid in het eigen werk. Het ontwikkelen van verantwoordelijkheidsgevoel voor de ander komt echter minder goed uit de verf. Hier laat de school een kans liggen. Het leren samenwerken wordt niet systematisch in de praktijk gebracht. Hierin kan de school zich nog sterker profileren. Niet beoordeelde indicatoren Bij dit onderzoek zijn niet alle indicatoren beoordeeld. Doordat het bezoek onaangekondigd was hebben geen gesprekken met ouders of leerlingen plaatsgevonden. Wel zijn tijdens de lesobservaties korte gesprekjes met leerlingen gevoerd over hun gevoel van veiligheid. Hieruit zijn geen negatieve signalen naar voren gekomen. De meeste handelingsplannen worden digitaal bewaard en zijn daardoor niet direct in groepsmappen beschikbaar. De inspectie heeft onvoldoende handelingsplannen kunnen beoordelen om over systematische evaluatie van de handelingsplannen een betrouwbare uitspraak te kunnen doen.
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
14
Recente wetgeving Sociale veiligheid (indicator 1.7) De inspectie beoordeelt in hoeverre de school de sociale veiligheid van leerlingen en personeel waarborgt door daar beleid voor te formuleren. Dit is een onderdeel dat valt onder kwaliteitszorg: het zegt iets over de mate waarin de school actief het schoolklimaat bewaakt. Het staat los van de geconstateerde sfeer op de school tijdens het schoolbezoek. Op basis van de criteria die de inspectie hiervoor hanteert, wordt deze veiligheid nog onvoldoende gewaarborgd. Het ontbreekt de school nog aan: inzicht in de beleving van leerlingen en personeel en samenhangend beleid waarin zowel preventieve als curatieve maatregelen worden beschreven. Burgerschap en integratie (indicator 1.8 en 3.9) De inspectie heeft de school gewezen op de wijziging die is aangebracht in de Wet op het primair onderwijs. Daar is nu in opgenomen dat de school structureel aandacht moet besteden aan actief burgerschap en sociale cohesie. Op enig moment zal de school daarom moeten aantonen dat er sprake is van een structureel aanbod en dat de school ook in beeld brengt op welke wijze leerlingen zich dat aanbod in kennis en/of vaardigheden eigen hebben gemaakt. De inspectie heeft de school daartoe schriftelijke informatie overhandigd. Bij volgend schoolbezoek zal de inspectie daar specifiek op toezien. Op dit moment heeft de inspectie de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs voor de bevordering van actief burgerschap en sociale integratie als voldoende beoordeeld. Aandachtspunten bij opname in de schooldocumenten zijn: • De visie op en een planmatige invulling aan burgerschap en integratie • De verantwoording van deze visie en van de wijze waarop deze wordt ingevuld • De evaluatie van het bereiken van de voor burgerschap en integratie beoogde doelen
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
15
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Bij dit onaangekondigd kwaliteitsonderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over onder andere de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school voldoet aan de wettelijke bepalingen. De bevindingen van dit onaangekondigd kwaliteitsonderzoek leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De bevindingen van dit PKO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement): De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In beginsel volgt over vier jaar opnieuw een periodiek kwaliteitsonderzoek. In de tussenliggende periode vindt jaarlijks een onderzoek plaats, waarbij de school eenmaal wordt bezocht.
Onaangekondigd kwaliteitsonderzoek Basisschool De Springplank, 25-1-2007
17