RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K. BASISSCHOOL H. HART

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K. BASISSCHOOL H. HART

School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer

: : : :

R.K. Basisschool H. Hart Stevensweert 00AR 64775

Datum schoolbezoek Datum vaststelling

: 16 februari 2006 : 19 mei 2006

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL ................................................. 7 3 OORDEEL OVER DE I NDICATOREN ............................................................. 9 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 13

Rapport jaarlijks onderzoek R.K. Basisschool H. Hart - 16 februari 2006

3

1 INLEIDING Het jaarlijks onderzoek Op 16 februari 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs R.K. Basisschool H. Hart in het kader van een jaarlijks onderzoek (JO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar een aantal indicatoren uit het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. De indicatoren betreffen de volgende kwaliteitsaspecten: •

De school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs;

•

De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht;

•

De leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting.

In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Zoals in het toezichtkader primair onderwijs 2005 is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Daarmee sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast. U heeft naast de schoolgids en het schoolplan geen documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. De opzet van het onderzoek Het jaarlijks onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de jaarlijkse vragenlijst en de aanvullende vragenlijst jaarlijks onderzoek zijn bij de analyse betrokken. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij gesprekken met de directie en -voor zover van toepassing- met de coördinatie leerlingenzorg zijn gevoerd over de onderzochte indicatoren en de ontwikkeling en voornemens van de school met name op onderwijsinhoudelijk terrein. De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van de hiervoor genoemde aspecten van het onderwijs levert oordelen op een aantal indicatoren op. Na een korte Rapport jaarlijks onderzoek R.K. Basisschool H. Hart - 16 februari 2006

5

beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), worden in hoofdst uk 3 deze indicatoren en de oordelen van de inspectie in een tabel weergegeven en van een toelichting voorzien. In hoofdstuk 4 zijn de afspraken over de invulling van het onderzoek in het volgende kalenderjaar aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.


6

2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL Context van de school Wijzigingen in de leerlingenpopulatie: er is sprake van een dalend aantal leerlingen. Veranderingen in de personeelssamenstelling: met ingang van 1 januari 2006 heeft de adjunct-directeur haar functie opgezegd en heeft sindsdien lesgevende taken. De directeur heeft, naast de directietaken ook nog voor tweeënhalve dag in de week lesgevende taken. Dit gegeven (en het feit dat de directeur nu geen adjunct meer heeft) kan mogelijk een risico in zich dragen. Beide functies samen zijn heden ten dage voor het plannen, uitvoeren, bewaken en borgen van eigentijds kwaliteitsbeleid, nauwelijks meer verenigbaar. Huisvesting: in een ouderenquête in 2005 hebben ouders kritische signalen afgegeven over de aankleding van de school, zowel op de speelplaats als in de school en in de klassen. Het team heeft naar aanleiding van die signalen eigenhandig en samen met ouders, de school voorzien van kleurrijke wanden. De speelplaats is uitgebreid met een aantal vierkante meters en met speelmateriaal. De school heeft nog geen activiteiten ondernomen op het gebied van zelfevaluatie en kwaliteitszorg; wel heeft de school het evaluatie-instrument van het schoolbestuur (INK) en van het WSNS (Kwaliteitsmeter) ingevuld.


7

3 OORDEEL OVER DE INDICATOREN De waarderingen die over de onderzochte indicatoren zijn gegeven, staan vermeld in de onderstaande tabellen. Iedere tabel wordt gevolgd door een toelichting op deze waarderingen van de inspectie. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering op de indicatoren is tot uitdrukking gebracht in welke mate deze bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school geen betrouwbare en valide gegevens over haar opbrengsten beschikbaar heeft. R.K. Basisschool H. Hart Kwaliteitszorg

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel.

1

2

3

4

l l l l l l l

Toelichting: Uit het gesprek met directie blijkt dat de school nog in beperkte mate op beleidsniveau de sociale veiligheid kan waarborgen. Dat wil overigens niet zeggen dat de school hiervoor geen maatregelen treft. Zo heeft recent, op bestuursniveau, een tevredenheidsonderzoek onder leraren (en ouders) plaatsgevonden. De analyse van de uitkomsten en de actie daarop is echter nog niet gebeurd. De leerlingen zijn nog niet naar hun welbevinden bevraagd. De inspectie heeft op het belang gewezen van het op korte termijn bevragen van haar leerlingen op hun veiligheidsbeleving. De school is zich hiervan bewust. Zij heeft bovendien in het kader van preventie van incidenten zich voorgenomen om het team te scholen in "Interne conflicthantering". Ook de inventarisatie van de Arbo (de RIE- inventarisatie) is voor de school een belangrijk gegeven voor het vaststellen van een beleid voor sociale veiligheid. Tot nog toe is weinig gedaan met de uitkomsten van deze inventarisatie. De inspectie vraagt aandacht voor het vastleggen (evalueren en bijstellen) van een veiligheidsbeleid op zowel bestuurs- als schoolniveau. Dit is er nog niet. Het borgen van de gerealiseerde kwaliteit (1.5) is voldoende. Dat de kwaliteitszorg nog op de overige gebieden (1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 1.6) onvoldoende is uitgekristalliseerd, wil nog niet zeggen dat de school geen oog heeft voor haar kwaliteit. Rapport jaarlijks onderzoek R.K. Basisschool H. Hart - 16 februari 2006

9

Om het onderwijs op de leerlingen voldoende te kunnen afstemmen dient de school inzicht te hebben in de eigen uitgangssituatie: wat zijn de onderwijsmogelijkheden, onderwijsbelemmeringen en onderwijsbehoeften van de leerlingen. Dit is nog een ontwikkelpunt voor de sc hool. Uit het gesprek met de directeur en adjunct-directeur is het volgende gebleken. Om inzicht te krijgen in de onderwijsbehoeften van de leerlingen heeft de school van iedere leerling scoregegevens tot haar beschikking verkregen uit het leerlingvolgsysteem, uit de Eindtoets voor het basisonderwijs en van het CFI. Op basis hiervan is de school op de hoogte van de vorderingen van iedere individuele leerling en van de groepen. Trendanalyses en dwarsdoorsnedes zijn er niet. Middels leerlingbesprekingen, intervisie en overleg in de teamvergadering zijn leraren op de hoogte van de resultaten van de leerlingen. Deze opbrengsten worden benut voor de individuele zorg van de leerling of van de groep. De analyse daarvan wordt echter nog niet structureel en in expliciete zin benut voor het beleid van de kwaliteit van het onderwijs en leren op schoolniveau waaruit een smart geformuleerd verbeterplan uit voortvloeit (1.1, 1.2, 1.3, 1.4). Uit de eindopbrengsten van de Eindtoets Basisonderwijs heeft de school wel geconcludeerd dat de opbrengsten voor het begrijpend lezen lager zijn dan de overige vakgebieden. Om de resultaten hierin te verbeteren is een eigentijdse methode en aanbod voor de woordenschat aangeschaft. De inspectie concludeert dat de school meer op impliciete wijze haar onderwijs inricht. Dit kan meer expliciet op basis van haar uitgangssituatie. Nu kan de school nog in onvoldoende mate (in kwalitatief en in kwantitatief opzicht) tonen op welke wijze en welke criteria de school de bronnen van informatie inzet voor haar kwaliteitsbeleid. Deze bronnen dienen het vertrekpunt te vormen voor de onderwijsvisie en de inrichting van het onderwijs. Het is daarbij zinvol om de informatie over de leerlingkenmerken, de resultaten van de opbrengsten en de (aanstaande) gegevens uit het INKonderzoek in onderlinge samenhang te brengen en deze op te nemen in een managementrapport. Dit geheel wordt nu nog niet vastgelegd in een schoolrapport (of jaarverslag) bestemd voor het schoolbestuur, ouders en/of derden. De schoolgids geeft geen informatie over de resultaten van het onderwijs. Naast de informatiefunctie heeft de schoolgids ook een verantwoordingsfunctie door de resultaten te vermelden. De school zou de opbrengsten (in termen van scores, percentages, profielen en/of effecten) kunnen vermelden van de inspanningen van het afgelopen schooljaar. Daarnaast kunnen het aantal zittenblijvers, leerlingen met een kleuterschoolverlenging, het aantal leerlingen dat uitstroomt naar het speciaal basisonderwijs en de uitstroomadviezen naar het voortgezet onderwijs aangegeven worden. De inspectie heeft aandacht gevraagd voor de wettelijke bepaling die van kracht wordt, waarin de scholen de opdracht krijgen bij te dragen aan actief burgerschap en integratie (gewijzigd art. 8.3 van de Wet op het Primair Onderwijs).


10

Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

1

2

3

4

5

l l

Toelichting: De resultaten die behaald worden met de Eindtoets voor het basisonderwijs liggen, gemiddeld genomen, over drie jaren (2003-2005) op het verwachte niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht (12.1). Daarbij wordt opgemerkt dat de opbrengsten in 2003 boven het gemiddelde lagen; in 2004 onder en in 2005 significant boven het gemiddelde. De inspectie heeft de indicator met betrekking tot de sociale vaardigheden niet kunnen beoordelen (12.2). De school heeft geen resultaten wat betreft de sociale vaardigheden van de leerlingen op schoolniveau kunnen aantonen. Hiervoor ontbreekt een schoolprofiel. Wel beschikt de school over gegevens van het welbevinden en betrokkenheid van de individuele leerling. Hierbij merkt de inspectie echter op dat deze gegevens slechts gebaseerd zijn op de waarneming van de leraar.

Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.

1

2

3

4

5

l l

Toelichting: De resultaten gedurende de schoolperiode in 2005 zijn op het verwachte niveau voor technisch lezen in groep 3 en groep 4, begrijpend lezen in groep 6 en rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6 (13.1). Indicator 13.1 is om die reden voldoende. Het aantal leerlingen dat doubleert is beperkt. Daarmee is indicator 13.3 voldoende. Ook het aantal leerlingen dat een verlenging heeft voor de kleuterperiode is beperkt.


11

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Afspraak met betrekking tot wettelijke bepalingen Bij dit jaarlijks onderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. Met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de informatie in de schoolgids niet voldoet, is afgesproken dat de school de juiste informatie opneemt. Dit betreft het aantal gewenningsdagen voor kinderen van 3 jaar en tien maanden (is 5 dagen) en het vervallen van de 1 oktober datum als absoluut doorstroomcriterium. Afspraken over de invulling van het eerstvolgende PKO Het volgende bezoek van de inspectie zal in beginsel bestaan uit een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Op basis van de gegevens die de inspectie heeft verkregen bij dit jaarlijks onderzoek worden geen veranderingen aangebracht in de inhoud van het eerstvolgende PKO.


13

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK R.K. BASISSCHOOL H. HART

Recommend Documents