RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL PROF. DR. K. SCHILDER

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL PROF. DR. K. SCHILDER

School Plaats BRIN-nummer Onderzoeksnummer

: : : :

basisschool Prof. Dr. K. Schilder Zwolle 08RQ 89838

Datum schoolbezoek Datum vaststelling

: 6 november 2006 : 22 januari 2007

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING ................................................................................................... 5 2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL ................................................. 7 3 OORDEEL OVER DE I NDICATOREN ............................................................. 9 4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT................................................................. 13

Rapport jaarlijks onderzoek basisschool Prof. Dr. K. Schilder - 6 november 2006

3

1 INLEIDING Het jaarlijks onderzoek Op 6 november 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs basisschool Prof. Dr. K. Schilder in het kader van een jaarlijks onderzoek (JO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar een aantal indicatoren uit het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. De indicatoren betreffen de volgende kwaliteitsaspecten: •

De school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs;

•

De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht;

•

De leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting.

In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Zoals in het toezichtkader primair onderwijs 2005 is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Daarmee sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast. U heeft naast de schoolgidsen van de beide locaties en het schoolplan hiervoor documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben. Het betreft de volgende documenten: • Algemeen meerjarenbeleidsplan VGPO IJsselronde 2003-2007; • Specifiek meerjarenbeleidsplan Prof. Dr. K. Schilderschool 2004-2008; • Evaluatie organisatiestructuur 2005; • Vier documenten Kwaliteitszorg vanuit het BAS-project; • Tevens heeft u een tweetal documenten ingestuurd die zicht geven op de schoolontwikkeling. Het gaat hierbij om het Inschrijfformulier Dotcom en de Zorgkalender 2006 - 2007.


5

De opzet van het onderzoek Het jaarlijks onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: • Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de jaarlijkse vragenlijst en de aanvullende vragenlijst jaarlijks onderzoek zijn bij de analyse betrokken. • Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. • Schoolbezoek, waarbij gesprekken met de directie en -voor zover van toepassing- met de coördinatie leerlingenzorg zijn gevoerd over de onderzochte indicatoren en de ontwikkeling en voornemens van de school met name op onderwijsinhoudelijk terrein.

De inhoud van het rapport Het onderzoek naar de kwaliteit van de hiervoor genoemde aspecten van het onderwijs levert oordelen op een aantal indicatoren op. Na een korte beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), worden in hoofdst uk 3 deze indicatoren en de oordelen van de inspectie in een tabel weergegeven en van een toelichting voorzien. In hoofdstuk 4 zijn de afspraken over de invulling van het onderzoek in het volgende kalenderjaar aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.


6

2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL De Prof. Dr. Schilderschool is een groeischool. Sinds 2001 is het leerlingenaantal toegenomen van 200 naar bijna 500 leerlingen. De leerlingen zijn verdeeld over twee locaties. Een hoofdvestiging en een nevenvestiging in de wijk Stadshagen. Deze locatie zal per augustus 2007 onder de naam "De Sprankel" als zelfstandige school verder gaan. Tot juli 2006 was er sprake van één directeur voor beide vestigingen. Hierin heeft zich met ingang van 1 augustus 2006 een wijziging voorgedaan. Het bevoegd gezag heeft besloten op beide vestigingen een directeur te benoemen. De huidige directeur is nu werkzaam op "De Sprankel". De vacature op de hoofdvestiging is vervuld, de nieuw benoemde directeur start echter pas per augustus 2007. Tot die tijd heeft het bevoegd gezag voorzien in een interim-directeur. Uit de schoolhistorie blijkt dat er in de afgelopen zes jaar meerdere wisselingen zijn geweest in de directiefunctie. Ook hebben de verbouw en de nieuwbouw van de beide vestigingen de nodige aandacht gevraagd. Deze situatie, de groei van de school en daarmee een voortdurende aandacht voor het inwerken van nieuwe collega's, hebben een stagnerend effect gehad op de uitvoering van de beleidsplannen inzake schoolontwikkeling en zelfevaluatie. De school is een samenwerking aangegaan met de Pabo en presenteert zich als opleidingsschool. Dit wordt enerzijds gezien als een kans voor schoolontwikkeling; het leidt volgens de directie tot een kritische zelfblik en het verruimt de mogelijkheden van na- en bijscholing. Anderzijds blijkt dat delen uit het opleidingsprogramma, waarbij ook teamleden worden bijgeschoold, leiden tot verwarring. De interim-directeur geeft aan dat de grote lijn niet bij iedereen helder is, omdat er meerdere veranderingsprocesse n, te weten het BAS-project en de scholing in het kader van de opleidingsschool tegelijkertijd lopen.


7

3 OORDEEL OVER DE INDICATOREN De waarderingen die over de onderzochte indicatoren zijn gegeven, staan vermeld in de onderstaande tabellen. Iedere tabel wordt gevolgd door een toelichting op deze waarderingen van de inspectie. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs. In de waardering op de indicatoren is tot uitdrukking gebracht in welke mate deze bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect: 1. draagt niet of nauwelijks bij; 2. draagt onvoldoende bij; 3. draagt voldoende bij; 4. draagt in hoge mate bij; 5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school geen betrouwbare en valide gegevens over haar opbrengsten beschikbaar heeft. Prof. Dr. K. Schilder Kwaliteitszorg

1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van haar opbrengsten. 1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. 1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en personeel. 1.8 De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van sociale integratie en actief burgerschap, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving.

1

2

3

4

l l l l l l l l

Toelichting: De Prof. Dr. K. Schilderschool geeft blijk voldoende inzicht te hebben in de verschillen in onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. De intake vindt op een uitgebreide manier plaats, de gegevens worden verwerkt in een computerprogramma. In het schoolplan staat een beschrijving. De tussentijdse leerresultaten, worden meerdere keren per jaar geëvalueerd. Daartoe is een rooster opgesteld van overlegmomenten tussen leerkrachten, interne begeleiding en directie. Een analyse van de eindopbrengsten vindt plaats in het overleg van directie en interne begeleider en wordt niet met het gehele team besproken. Een dergelijke bespreking op schoolniveau kan een opbrengstgerichte houding van het hele team echter nog versterken. Een evaluatie van het leren en onderwijzen maakt nog geen deel uit van kwaliteitszorg in de school daarom is deze indicator als onvoldoende gewaardeerd. De school heeft voor dit jaar wel voornemens in die richting. Zo wil zij de ouders een vragenlijst voorleggen en een nul-meting uitvoeren met kwaliteitskaarten. De resultaten zullen als basis dienen voor het nieuwe schoolplan.


9

Tijdens dit jaarlijks onderzoek is de inspectie nagegaan in hoeverre de school planmatig werkt aan verbeteractiviteiten. In 2004 is de Prof. Dr. K. Schilderschool gestart met het BAS-project. Sinds het schooljaar 2005-2006 is deze ontwikkeling gestagneerd. De school ziet de omstandigheden, zoals geschetst in paragraaf 2, als verklaring voor deze stagnatie. In het komende schooljaar wil de school het BAS-traject weer oppakken en de afgeronde deelaspecten implementeren in de dagelijkse schoolpraktijk. Het gaat hierbij om: • Voorspelbaarheid in leerkrachtgedrag; • Inrichting en aankleding school, klas en plein; • Zelfstandige leerhouding, afspraken en regels; • Coöperatief leren, groepsvorming. De beleidsvoornemens zijn echter nog niet nader geoperationaliseerd waardoor de inspectie niet kan vaststellen of de verbeteractiviteiten op planmatige wijze aan bod zullen komen. Dit geldt ook voor de borging van reeds gerealiseerde kwaliteit. Afspraken en procedures die een dergelijke borging kunnen ondersteunen, ontbreken. De school rapporteert jaarlijks haar opbrengsten aan de schoolraad. Hierin is de ouderraad en de medezeggenschapsraad vertegenwoordigd. De uitstroompercentages staan jaarlijks in de schoolgids. De jaarlijkse rapportage bevat echter geen resultaten van de gerealiseerde onderwijskwaliteit. Daarom is deze indicator als onvoldoende beoordeeld. De inspectie beoordeelt tevens de mate waarin scholen de sociale veiligheid van leerlingen en leerkrachten op beleidsmatig niveau waarborgen. Van scholen wordt verwacht dat zij een incidentenregistratie bijhouden en tweejaarlijks de mate van veiligheidsbeleving peilen. Tevens wordt verwacht dat de school haar beleid ter voorkoming en afhandeling van incidenten vastlegt. De school voldoet hier nog niet aan. Daar is niet mee gezegd dat de Prof. Dr.K.Schilderschool geen aandacht heeft voor de sociale veiligheid. Dat dit wel het geval is blijkt uit de aanwezigheid van een plaag- en pestprotocol, een klachtenregeling en een klachten-brievenbus voor kinderen. De inspectie heeft de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs voor bevordering van actief burgerschap en sociale integratie als voldoende beoordeeld. Wel constateert de inspectie dat: • de visie op burgerschap en integratie en de planmatige aanpak daarvan en • de evaluatie van de resultaten van het onderwijs gericht op burgerschap en integratie onvoldoende zijn uitgewerkt. Resultaten 12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.

1

2

3

4

5

l l

Toelichting:


10

De school meet de resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschoolperiode met een landelijk genormeerde eindtoets. De opbrengsten zijn van fluctuerende kwaliteit. In 2004 en 2005 lagen de opbrengsten onder, in 2006 boven het niveau. De resultaten gemeten over de laatste drie schooljaren worden daarmee als voldoende beoordeeld. De inspectie onthoudt zich van een oordeel over de mate waarin de leerlingen aan het eind van de basisschoolperiode over sociale vaardigheden beschikken. De school maakt geen gebruik van een landelijk genormeerd instrument om deze opbrengsten te meten. Ontwikkeling van leerlingen 13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de verwachte periode van 8 jaar.

1

2

3

4

5

l l

Toelichting: Het oordeel over de tussentijdse opbrengsten is gebaseerd op de resultaten van de leerlingen op het gebied van technisch lezen in de groepen 3 en 4, rekenen/wiskunde in de groepen 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Uit de resultaten blijkt dat deze op het te verwachten niveau liggen. De leerlingen doorlopen de basisschool binnen de verwachte periode van acht jaar. Het percentage zittenblijvers ligt onder het landelijke gemiddelde. Dat geldt ook voor het verwijzingspercentage naar het SBO.


11

4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT Afspraak met betrekking tot wettelijke bepalingen Bij dit jaarlijks onderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan. Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet.

Afspraken over de invulling van het eerstvolgende PKO Het volgende bezoek van de inspectie zal in beginsel bestaan uit een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Op basis van de gegevens die de inspectie heeft verkregen bij dit jaarlijks onderzoek worden geen veranderingen aangebracht in de inhoud van het eerstvolgende PKO.


13

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL PROF. DR. K. SCHILDER

Recommend Documents