RAADSVOORSTEL
Raadsvergadering
Nummer
13 februari 2014
14-005
Onderwerp Definitieve vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen 2014 en wijziging vrijstellingsartikel Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 voor rijksmonumenten (onder voorwaarden)
Aan de raad, Onderwerp 1. Definitieve vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen 2014 2. Wijziging vrijstellingsartikel Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 voor rijksmonumenten (onder voorwaarden)
Gevraagde beslissing 1. De Verordening tot wijziging van de Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 vast te stellen. 2. De integrale tekst van de Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 vast te stellen. Grondslag Gemeentewet Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) Algemene wet bestuursrecht Inleiding Definitieve vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen 2014 Op 19 december 2013 heeft u de verordening onroerende zaakbelasting 2014 vastgesteld. Daarmee heeft u de voorlopige tarieven onroerende zaakbelastingen 2014 vastgesteld op basis van ramingen met betrekking tot de waardeontwikkeling. Ten tijde van het raadsbesluit was nog onvoldoende duidelijk wat de gevolgen zijn van de nieuwe waardetaxaties per één januari 2013. De berekeningssystematiek voor de tarieven onroerende zaakbelasting is als volgt: het tarief onroerende zaakbelastingen 2013 voor woningen en niet-woningen wordt verhoogd met de inflatie en gecorrigeerd door het percentage waardedaling (of waardestijging) op grond van de jaarlijkse herwaardering van de onroerende zaken. Voor 2014 is de inflatie bepaald op 2,5%. Dit betekent dat de opbrengst onroerende zaakbelasting 2014, exclusief de extra opbrengst uit nieuw- en verbouw, 2,5% hoger is dan de geraamde opbrengst 2013. Daarnaast is een globale schatting gedaan over de waardedaling van de onroerende zaken. In de Programmabegroting 2014 was aanvankelijk rekening gehouden met een waardedaling voor zowel de woningen als de niet-woningen met 7%. Dit is noodzakelijk, omdat het na één januari 2014 wel mogelijk is om de tarieven onroerende zaakbelastingen te verlagen, maar niet te verhogen. Het taxatiebureau heeft duidelijkheid verschaft over de waardeontwikkeling in de gemeente Bunnik. Daarom kunnen de tarieven onroerende zaakbelastingen nu definitief worden vastgesteld. Voor de woningen wordt er een gemiddelde waardedaling van 7% vastgesteld en voor de niet-woningen een gemiddelde
14.005. Definitieve vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen 2014
2
waardedaling van 5%. De gemiddelde waardedaling van de woningen is dus gelijk aan het percentage waar bij de voorlopige vaststelling van de tarieven onroerende zaakbelastingen 2014 rekening mee is gehouden. Dit geldt niet voor de niet-woningen; Deze waardedaling is 2% minder dan waarvan u bij de vaststelling van de voorlopige tarieven bent uitgegaan. Hieronder worden de tarieven 2013, de voorlopige tarieven 2014 en de definitieve tarieven 2014 weergegeven.
Omschrijving
Tarief 2013
Onroerende zaakbelastingen niet-woningen: - gebruiker 0,1994% - eigenaar 0,2493% woningen: 0,1601%
Tarief 2014 voorlopig
Tarief 2014 definitief
0,2183% 0,2730% 0,1753%
0,2144% 0,2680% 0,1753%
Wijziging vrijstellingsartikel Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 voor rijksmonumenten (onder voorwaarden) De Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 is in het Open Huis van 28 november 2013 behandeld. In deze vergadering werd door het CDA een vraag gesteld over het vrijstellingsartikel. In de huidige Verordening onroerende zaakbelasting 2014 staat op dit moment: “In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: n. Natuurschoonwet-objecten die overwegend het gehele jaar en in het geheel vrij toegankelijk zijn voor het publiek, met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.” Na onderzoek blijkt dit geen juiste weergave van de werkelijkheid te zijn. Rijksmonumenten worden in de gemeente Bunnik gewoon aangeslagen voor onroerende zaakbelasting. Echter, de gemeente Bunnik heeft een extra OZB-vrijstelling voor rijksmonumenten, die voldoen aan de volgende voorwaarden: 1. Voor hun voortbestaan totaal afhankelijk zijn van giften; 2. Het gehele jaar vrij toegankelijk zijn voor het publiek; 3. Over een algemeen nut beogende instelling (ANBI)-beschikking van de belastingdienst beschikken. 4. De OZB-vrijstelling geldt niet voor de woongedeeltes van het betreffende rijksmonument. Voorgesteld wordt om artikel 4, eerste lid en onder n in de Verordening onroerende zaakbelasting 2014 te wijzigen zodat deze als volgt komt te luiden: “Artikel 4 vrijstellingen 1. In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van: n. rijksmonumenten die: - overwegend het gehele jaar en in het geheel vrij toegankelijk zijn voor het publiek; - voor hun bestaan volledig afhankelijk zijn van giften en - door de belastingdienst zijn aangewezen als algemeen nut beogende instelling - deze afwijking geldt niet voor delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning.”
Beoogd effect 1. De tarieven onroerende zaakbelastingen 2014 zodanig vaststellen dat met de totale WOZ waarde (peildatum één januari 2013) de opbrengst onroerende zaakbelastingen 2014 wordt gerealiseerd. 2. Correcte toepassing van het vrijstellingsartikel voor rijksmonumenten (onder voorwaarden) Beschrijving varianten/mogelijkheden N.v.t. 14-005.Definitieve vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen 2014
3
Argumenten 1.1. Opheffen onzekerheid waardedaling onroerende zaken Nu is de waardeontwikkeling van de onroerende zaken in Bunnik duidelijk geworden. Daarom kunnen de tarieven onroerende zaakbelastingen definitief worden vastgesteld. 1.2. Tijdige vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen De belastingaanslagen 2014 worden met dagtekening 28 februari 2014 verzonden. Hiervoor is het noodzakelijk dat alle tarieven van de belastingaanslagen, die op die aanslag zijn vermeld, definitief zijn vastgesteld door de gemeenteraad. Daartoe is het noodzakelijk dat de gemeenteraad uiterlijk 13 februari 2014 de tarieven onroerende zaakbelastingen definitief vaststelt. 1.3 Opheffen onduidelijkheid vrijstellingsartikel voor rijksmonumenten Met het wijzigen van het vrijstellingsartikel vindt juiste toepassing van de vrijstelling voor rijksmonumenten plaats, die voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in het betreffende artikel. 1.4 Door wijziging van de tarieven en het vrijstellingsartikel moet een wijzigingsverordening worden vastgesteld. Een wijziging van een verordening moet gebeuren met een verordening tot wijziging. 2. De integrale tekst moet ook worden vastgesteld. In de integrale tekst van de verordening onroerende zaakbelasting 2014 zijn de gewijzigde tarieven en het gewijzigde vrijstellingsartikel opgenomen. Kanttekeningen 1. Individuele gevallen De aangegeven waardedaling betreft de gemiddelde waardedaling van alle onroerende zaken. In individuele gevallen kan de waardedaling hoger of lager uitkomen dan het gemiddelde. Het gevolg daarvan is, dat, indien de waardedaling hoger is dan het gemiddelde de aanslag onroerende zaakbelastingen voor 2014 lager zal zijn dan de inflatiecorrectie van 2,5%. Omgekeerd, bij een afwijking van de waardedaling onder het gemiddelde, zal de aanslag onroerende zaakbelastingen hoger zijn dan de inflatiecorrectie van 2,5%.
Kosten, baten en dekking De voorgeschreven tarieven onroerende zaakbelastingen leiden tot de in de Programmabegroting 20142017 begrote raming van de opbrengst onroerende zaakbelastingen.
Uitvoering 1. Na vaststelling van de tarieven onroerende zaakbelastingen 2014 en het gewijzigde vrijstellingsartikel door de raad op 13 februari 2014 worden de aanslagen onroerende zaakbelastingen opgelegd. 2. Na vaststelling wordt de wijzigingsverordening gepubliceerd in het elektronisch gemeenteblad. 3. De integrale tekst wordt beschikbaar gesteld op www.overheid.nl
Bijlagen Verordening tot wijziging van de verordening onroerende zaakbelastingen 2014; Ter inzage N.v.t. Odijk, 17 december 2013 Burgemeester en wethouders van Bunnik, de secretaris, de burgemeester,
dhr. mr. G. Veenhof
14-005.Definitieve vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen 2014
dhr. H.M. Ostendorp
Nummer 14-005
De raad van de gemeente Bunnik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 december 2013;
besluit: 1. 2.
De Verordening tot wijziging van de Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 vast te stellen. De integrale tekst van de Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 vast te stellen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 13 februari 2014. De raad voornoemd,
de griffier
14-005.Definitieve vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen 2014
de voorzitter
Voorrondes Open Huis
Procedure raadsvoorstel / besluit Onderwerp
Bijgevoegde stukken Ter inzage Inhoud besluit B&W
Digitaal beschikbaar bij griffie Definitieve vaststelling tarieven Ja Nee onroerende zaakbelastingen 2014 en wijziging vrijstellingsartikel Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 voor rijksmonumenten (onder voorwaarden) Wijzigingsverordening onroerende Ja Nee zaakbelasting 2014 N.v.t. Ja Nee 1. Akkoord gaan met de voorgestelde definitieve tarieven onroerende zaakbelastingen 2014. 2. Akkoord gaan met de wijziging van het vrijstellingsartikel in de Verordening onroerende zaakbelastingen 2014 voor rijksmonumenten (onder voorwaarden) 3. De wijzigingsverordening onroerende zaakbelastingen 2014 ter vaststelling voorleggen aan de raad. 4. Bijgaand raadsvoorstel via de Agendacommissie aanbieden aan de raad.
Datum besluit B&W
17-12-2013
In Voorrondes Open Huis Bijzonderheden
Bespreken Behandeling in Raad van 13 februari 2014 is noodzakelijk in verband met het opleggen van de belastingaanslagen 2014 met dagtekening 28 februari 2014.
Gewenste planning Open Huis Raad Uiterste datum Raad Agenda Commissie Datum bespreking Opmerkingen
23-01-2014 13-02-2014 13-02-2014
07-01-2014
14-005.Definitieve vaststelling tarieven onroerende zaakbelastingen 2014