RAADSVOORSTEL
Raadsvergadering 30-10-2014
Nummer 14-103
Onderwerp Compensatie ziektekosten
Aan de raad, Onderwerp Compensatie ziektekosten Gevraagde beslissing 1. In te stemmen met het vanaf 1 januari 2015 compenseren van hoge ziektekosten voor inwoners met lage inkomens, via uitbreiding van de in de regio Utrecht Z.O. bestaande Collectief Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAZ) en de Bijzondere Bijstand. 2. Een gemeentelijke bijdrage in de kosten van deze aanvullende verzekering ter beschikking te stellen van resp. € 25,- p.m. (voor diegenen met een inkomen tot 125% van het sociaal minimum) en € 20,- (voor inwoners in de categorie 125%-150% van het sociaal minimum). 3. Het (beperkte) budget dat in 2014 in verband met afschaffing van de Compensatieregeling Eigen Risico (Cer) reeds aan het gemeentefonds is toegevoegd te reserveren en over te hevelen naar 2015, ter dekking van eventueel tekortschietend budget voor de compensatie ziektekosten. Grondslag Wet Afschaffing financiële regelingen voor chronisch zieken en gehandicapten Inleiding Procedurele noot Er is haast met de besluitvorming over dit onderwerp. Sommige andere gemeenten (ook in onze regio) volstaan daarom met besluitvorming door het college en een informatiebrief aan de Gemeenteraad. Dat wordt door het Bunnikse college niet wenselijk en ook niet noodzakelijk geacht. Dat vergt dan wel enige procedurele lenigheid. Met de griffie is afgesproken, dat de stukken na besluitvorming door het college op 23 september, nog diezelfde dag doorgaan naar de agendacommissie van die avond. In de informele bijpraatsessie met raadsleden is deze verkorte doorlooptijd op 10-9 reeds aangekondigd. De in die bijeenkomst gemaakte inhoudelijke opmerkingen van raadsleden zijn in dit voorstel zoveel mogelijk verwerkt. Door de tijdsdruk is het niet mogelijk gebleken aparte tijd in te ruimen voor advisering door de Wmo-raad. Formeel gesproken hoeft dit ook niet. Immers, de nu voorgestelde regeling loopt via het inkomensbeleid/RSD en niet via de Wmo. Op 15 juli 2014 is het onderwerp besproken met de regionale cliëntenraad RSD; participatie heeft dus (regionaal) langs die lijn reeds plaatsgevonden. Vanwege de financiële relatie met de Wmo en de voorgenomen ombouw van Wmo-raad naar Sociaal Domeinraad is het desalniettemin goed om de Wmo-raad te informeren. Gelijktijdig met het aanbieden van deze stukken aan de griffie heeft het college ze daarom ook ter informatie toegestuurd aan de Wmo-raad Algemene achtergrond Mensen met een chronische ziekte of handicap hebben vaak hogere zorgkosten. Ter compensatie daarvan komen zij op grond van de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en de Com-
2
pensatieregeling Eigen Risico (Cer) in aanmerking voor verschillende landelijke inkomensondersteunende regelingen. Deze regelingen werken volgens de overheid echter niet goed (zijn te ongericht) en worden afgeschaft. Een deel van het budget dat met deze regelingen gemoeid is gaat over naar de gemeenten en wordt gestort in het Sociaal Deelfonds. Daarop vooruitlopend is een stukje budget in 2014 reeds toegevoegd aan het gemeentefonds. Structureel gaat het om ongeveer een derde van wat er in 2013 aan besteed werd. Dit betekent dat gemeenten niet voldoende middelen ter beschikking hebben om alle voorheen rechthebbenden in de toekomst in dezelfde mate te compenseren. Het is aan gemeenten om te bezien welke compensatieregeling wordt getroffen en hoeveel geld zij daarvoor beschikbaar stellen. Wettelijk is het open gelaten om dat via de lijn van de Wmo of die van het bijstands/minimabeleid te regelen. De eerste kamer heeft 3 juni jl. ingestemd met het wetsvoorstel. Regionale samenwerking In het regionale samenwerkingsverband (Utrecht Z.O.) heeft een ambtelijke werkgroep, met inbreng vanuit de Regionale Sociale Dienst, dit voorjaar de mogelijkheden onderzocht. Op zorgvuldige wijze zijn de diverse mogelijke varianten geanalyseerd (voor een samenvattend schema: zie bijlage 2). Dit heeft in de vroege zomer geleid tot een voorstel aan de verantwoordelijke portefeuillehouders in de regio, om compensatie te regelen via uitbreiding van de reeds bestaande collectieve aanvullende ziektekostenverzekering (minimabeleid) met op onderdelen enige verruiming van de bijzondere bijstand. Door de regionale portefeuillehouders is in beginsel voor deze lijn gekozen. Hierbij wordt voor de individuele gemeenten ruimte gelaten om eigen keuzes te maken ten aanzien van de hoogte van de gemeentelijke bijdrage en het bepalen van de doelgroep. Relatie aanvullende verzekering-bijzondere bijstand Door het openstellen van de CAZ voor mensen tot een inkomensnorm van 125 % resp. 150%, worden mensen gecompenseerd die chronisch ziek en gehandicapt zijn en minder draagkrachtig zijn. Uit landelijke cijfers is bekend, dat 80% van de belangrijkste meerkosten verzekerbare kosten zijn. Te denken valt aan extra vervoerskosten voor geneeskundige hulp, extra uitgaven voor kleding/stookkosten, (eigen bijdragen voor) hulpmiddelen (brillen, pruiken, orthopedisch schoeisel e.d.), ambulancevervoer, ouderverblijf bij opname kind, alternatieve geneeswijzen etc. Het voert te ver om de lijst met extra dekking, (soms 100 %, soms gemaximeerd, soms afhankelijk van specifieke voorwaarden) hierbij volledig op te nemen. Dit temeer daar op onderdelen nog onderhandelingen met de zorgverzekeraars lopen. Bij de voorgestelde compensatie is de CAZ de voorliggende voorziening. Dit betekent dat bij medische kosten eerst gekeken wordt naar de Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering. Als de CAZ niet toereikend is, is de Bijzondere Bijstand het vangnet. Bij de Bijzondere Bijstand kunnen mensen een aanvraag indienen op het moment dat zij voor kosten komen die zij zelf niet kunnen betalen. Toekenning van de Bijzondere Bijstand is naar draagkracht en wordt individueel beoordeeld. In de nu voorgestelde opzet worden zowel CAZ als bijzondere bijstand uitgevoerd door de Regionale Sociale Dienst. De precieze premiehoogte van de aanvullende verzekering is nog onderwerp van onderhandeling met de zorgverzekeraars maar zal naar verwachting tussen de € 45,- en € 50,- per verzekerde uitkomen. De te maken afspraken met zorgverzekeraars hierover beslaan één jaar. Op basis van de ervaringen in 2015 kan besloten worden over continuering al dan niet. Bunnikse situatie Over 2013 ontvingen in Bunnik 1.570 mensen geld op grond van de Wtcg (variërende bedragen, afhankelijk van het inkomen) en 1.790 ontvingen geld op grond van de CER (vast bedrag van € 99,-). Deze groepen overlappen elkaar grotendeels maar over het aantal unieke ontvangers zijn geen cijfers beschikbaar. 51% van het aantal Bunnikse rechthebbenden Wtcg en Cer in 2013 zaten in de inkomenscategorie € 33.000,- en hoger (dat ligt in de orde van grootte van twee keer het sociaal minimum voor gehuwden). Van het aantal mensen dat straks daadwerkelijk gebruik gaat maken van de compensatieregeling via de CAZ en de Bijzondere Bijstand is een zo goed mogelijke inschatting gemaakt (zie hieronder onder ‘ kosten, baten en dekking’ ). Naar schatting zijn dit er zo’n 230. Dit getal is exclusief de 75 inwoners uit Bunnik die onder de bestaande minimaregeling reeds gebruik maken van de aanvullende verzekering (bijdrage € 20,p.m.; inkomensgrens 110%).
@Model raadsvoorstel 2014
3
Beoogd effect Ter vervanging van de afschaffing van landelijke tegemoetkomingen bij chronische ziekte en handicap bieden we lokale maatwerkvoorzieningen om de zelfredzaamheid en participatie aan inwoners met een chronische ziekte of handicap en weinig draagkracht te bevorderen. Beschrijving varianten/mogelijkheden 2.1 Optie: hanteren van andere inkomensnorm en andere hoogte van gemeentelijke bijdrage In de informele bijpraatsessie met de Raad op 10 september gaf de Raad aan graag iets te kiezen te hebben en niet alleen maar ja of nee te kunnen zeggen. Ingevolge de in de bovenlokale samenwerking gemaakte afspraken (en de grote spoed die met besluitvorming is geboden) is het niet mogelijk een volwaardig en wenselijk alternatief voor de hoofdbeslissing (compensatie via een collectieve aanvullende verzekering) te bieden. Zoals in de inleiding gezegd, ligt aan deze keuze een zorgvuldige analyse ten grondslag (zie ook schema, bijlage 2). Er is wel ruimte in de te maken keuzen over hoogte inkomensgrens (en daarmee de omvang van de doelgroep) en hoogte gemeentelijke bijdrage. Ook elk van onderstaande alternatieve opties blijven binnen het beschikbare budget. Als alternatief voor het voorstel om twee normbedragen (125% en 150%) te hanteren en uit te gaan van twee bijdragen (€ 25,- en € 20,-) zou de gemeenteraad kunnen opteren voor a. één norminkomen van 125% met één bijdrage van € 37,- (verwacht bereik 144 deelnemers), of b. één norminkomen van 150% en een bijdrage van € 23,- (verwacht bereik 232 deelnemers), of c. drie normbedragen (110%, 120% en 130%) met drie bijdragen (respectievelijk € 40,-, € 30 en € 20.) Bereik: 156 deelnemers. Argumenten 1.1 Chronisch zieken en gehandicapten met een kleine beurs hebben een bijdrage in de meerkosten die zij maken hard nodig. Uit landelijke gegevens blijkt dat de doelgroep op jaarbasis gemiddeld tussen de € 200 á € 600,- aan extra kosten maakt vanwege de ziekte of het handicap en dit via de oude regelingen ook ongeveer kreeg gecompenseerd. Een gemeentelijke tegemoetkoming in de te maken kosten helpt chronisch zieken en gehandicapten de dagelijkse dingen te kunnen blijven doen en maatschappelijk actief te blijven. Met de aanvullende polis wordt naar schatting minimaal 80% van de in de praktijk voorkomende medische kosten gedekt. In de nu voorgestelde wijze van compensatie wordt het beschikbare geld (meer dan voorheen, bij de Wtcg/Cer) gericht op de minst draagkrachtigen. 1.2 Dit voorstel is in lijn met de Visienota Sociaal Domein In de visienota, die eerder dit jaar door de Gemeenteraad is vastgesteld, staan elementen als het belang van een ‘vangnet voor de kwetsbare inwoner’, ‘ontschotting’ en ‘maatwerk’. Belangrijk speerpunt in die visie is verder ‘lokaal wat kan, regionaal wat moet’, waarbij ‘het bovenlokale altijd nauw aansluit op het lokale’. Ook daar wordt met dit voorstel aan voldaan. 1.3
De vorm van een Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering en de Bijzondere Bijstand bieden het beste gericht maatwerk In regionaal verband is een afweging gemaakt van de plussen en minnen van de verschillende denkbare oplossingen. Daarbij is ook gekeken naar alternatieve oplossingen als een forfaitaire financiële tegemoetkoming vanuit de Wmo, een maatwerkregeling binnen de Wmo, uitsluitend via de bijzondere bijstand of verlaging van de eigen bijdragen Wmo (zie bijgaand schema). Alles overziende lijkt de nu voorgestelde benadering de meeste voordelen (en minste nadelen) te hebben. De mate van gerichtheid via een aanvullende verzekering is groot; dit biedt brede dekking voor de belangrijkste meerkosten van chronisch zieken en gehandicapten. De gemeenten KRH kennen al een collectieve aanvullende verzekering en een bijdrage voor minima in de kosten daarvan. Daar kan goed op worden voorgebouwd. De bijzondere bijstand is het vangnet: 20% zijn mogelijk niet verzekerbare medische kosten. Met de voorgestelde regeling is de beheersbaarheid van de kosten relatief hoog en de uitvoeringskosten zijn laag. Wellicht ten overvloede: voor de doelgroep geldt naast de inkomenstoets ook de vermogenstoets, zoals die geldt voor de Wwb. 1.4 Ook de andere vier gemeenten Utrecht Z.O. compenseren via CAZ en bijzondere bijstand Ook bij de overige bij de RDWI aangesloten gemeenten wordt geadviseerd om de WTCG en Cer te compenseren via de CAZ en de Bijzondere Bijstand. Dit is zo afgestemd in het regionaal portefeuillehouders-
@Model raadsvoorstel 2014
4
overleg Arbeidsmarkt en Participatie. Overigens zijn er in den lande tal van gemeenten die deze oplossingsrichting kiezen (bijv. Almere, Amersfoort, Apeldoorn). 2.1 Met de grens van 125% wordt aangesloten bij de collegeagenda In de college-agenda is het voornemen opgenomen, om te bezien of het minimabeleid (i.c. het Participatiefonds) kan gaan gelden voor mensen met een laag inkomen tot 125% van het sociaal minimum. Daarbij wordt nu aangesloten. Het ligt voor de hand om deze groep een hogere bijdrage te geven dan de groep 125-150%. 2.2 Met het openstellen van de regeling tot 150% wordt het bereik hoger In de inleiding is al gesteld, dat het Rijk fors gekort heeft op de beschikbare gelden en dat hierdoor veel mensen die in het verleden wel compensatie ontvingen, dat vanaf 1-1-2015 niet meer krijgen. Door het openstellen van de regeling voor inkomens tot 150% sociaal minimum, worden meer mensen bereikt dan wanneer de grens alleen op 125% wordt gelegd. Door de regelingen op deze manier in te vullen is het mogelijk om zoveel mogelijk mensen te compenseren voor het wegvallen van de landelijke regelingen. Daarbij is het gezien de gemaakte berekeningen (zie hieronder) ook financieel mogelijk om de regelingen op deze manier vorm te geven. Hierbij moet worden bedacht dat extra kosten wegens ziekte of handicap ook voor mensen met inkomens tot 150% van het geldend sociaal minimum er flink in kunnen hakken. De hoogte van de gemeentelijke bijdrage is zodanig, dat daarvan ongeveer de helft van de kosten van de aanvullende ziektekostenverzekering gedekt kunnen worden. 3.1
Het is goed om in 2015 een reserve te hebben om de meest kwetsbare inwoners te kunnen ondersteunen In verband met een verschil in uitkeringsmomenten tussen Wtcg (laatste in december 2014) en Cer (laatste in december 2013) heeft het Rijk i.v.m. de het vervallen van de Cer reeds voor 2014 (beperkt) geld toegevoegd aan het gemeentefonds (niet geoormerkt). Het gaat om een landelijk bedrag van € 45 mln. Voor Bunnik is hiermee een bedrag van € 18.600,- gemoeid. Er zijn weinig gemeenten die erin geslaagd zijn nog in 2014 hiermee een specifieke vervangende regeling te maken. Ook Bunnik en de andere vier gemeenten Utrecht Z.O niet. Bij de berekening van de kosten van de nu voorgestelde regeling voor 2015 en latere jaren (zie onder ‘kosten, baten en dekking’) is op diverse punten gerekend met inschattingen (bijv. aantal deelnemers). Die inschattingen zijn inherent onzeker. Daar is dus een zeker financieel risico mee gemoeid. Ter dekking van eventuele tekorten op de nieuwe regeling in 2015, kan het Cer-budget 2014 overgeheveld worden naar 2015. Hiermee komt het in beginsel beschikbaar voor het doel waarvoor het door de wetgever ter beschikking is gesteld. Kanttekeningen 1.1 Er zijn toch ook andere oplossingen denkbaar ? Het is mogelijk om geen (of een andere) regeling in te stellen om mensen met een chronische ziekte of handicap te compenseren. Gezien de onder 1.1 t/m 1.3 genoemde argumenten is dit echter niet wenselijk. 1.2 Geldt er niet een maximale grens van 110% ? Enkele jaren geleden heeft het toenmalige kabinet de wettelijke bovengrens voor gemeentelijk minimabeleid gelegd bij 110% van het geldende sociaal minimum. In lijn daarmee is toen de grens die Bunnik hanteerde voor de CAZ en het Declaratiefonds Participatie (120%) verlaagd tot 110 %. Het huidige kabinet trekt de wettelijke bovengrens van 110% in. Gemeenten hebben dus nu weer de vrijheid om die grens zelf te bepalen. 2.1 Heeft dit ook consequenties voor de inkomensgrens van het lokale Declaratiefonds Participatie ? Nee, dat is niet de strekking van dit voorstel. Daarvoor komt het college in 2015 nog met een apart voorstel naar de Gemeenteraad. Dat voorstel zal dan overigens geen effect hebben op deze regeling. Kosten, baten en dekking Bij de berekening zoals die in onderstaand schema wordt gepresenteerd is uitgegaan van de volgende cijfers en aannames: • Er is een beschikbaar budget voor 2015 en volgende jaren van € 85.962,-. Dit is 6% van het budget voor nieuwe taken Wmo dat gemeente Bunnik ontvangt. Dit percentage komt overeen met het percentage van 6% dat het Rijk in het macrobudget voor nieuwe taken Wmo als gevolg van het afschaffen van Wtcg/Cer aan gemeenten beschikbaar stelt.
@Model raadsvoorstel 2014
5
•
•
Voor een inschatting van het aantal potentiële deelnemers (18 jaar en ouder, uitgesplitst naar inkomen) is gebruik gemaakt van door extern adviseur BS&F geëxtrapoleerde cijfers van Stimulansz. De ervaring (ook elders in den lande) leert dat van de potentiële doelgroep slechts een deel zich daadwerkelijk aanmeldt voor deelname. Gangbaar is te rekenen met een bereik van 25% van de potentiële doelgroep. (Het huidige bereik van de bestaande aanvullende verzekering voor Bunnikse minima is 19%). We onderscheiden met dit voorstel twee groepen: o Tot 125% sociaal minimum (met een gemeentelijke bijdrage van € 25 p.m.) o 125-150% sociaal minimum (gemeentelijke bijdrage van € 20,- p.m.)
Verder: o De extra uitgaven bijzondere bijstand is een globale inschatting. o Extra uitvoeringskosten RDWI gebaseerd op € 50,- per aanvraag. o Het gaat om extra kosten per 1-1-2015; de kosten van de huidige 75 bunnikse CAZ-verzekerden (bestaand minimabeleid) zijn hieronder buiten beschouwing gelaten.
a b c d e f g
potentiële nieuwe doelgroep bereik (nieuwe) deelnemers (25%) bijdrage € 25 p.m. (= € 300 p.j. X 144) bijdrage € 20 p.m. (= € 240,- p.j. X 88) extra uitgaven bijzondere bijstand uitvoeringskosten RDWI totaal (c,d, e en f)
< 125% soc. min. 575 144
125-150% 350 88
nee
ja
totaal 925 232 € 43.200 € 21.120 € 10.000 € 11.600 € 85.920
In het derde kwartaal van 2015 is bekend hoe het daadwerkelijke gebruik van de doelgroep chronisch zieken en gehandicapten is en kan voor de jaren daarop waar nodig bijgestuurd worden. Het geld dat in 2014 reeds is toegevoegd aan het gemeentefonds in verband met het vervallen van de Cer (volgens beste berekening: € 18.600,-) wordt in een reserve gestort, waarmee in 2015 eventuele tegenvallende kosten van de nieuwe compensatieregeling gedekt kunnen worden. Dit wordt opgevoerd in de tweede berap. Uitvoering Spoedshalve lopen in regionaal verband reeds besprekingen met zorgverzekeraars Agis en Menzis over het aanvullend pakket. Begin november moeten de contracten worden gesloten en de communicatie richting inwoners zijn beslag krijgen. De ontvangers van Wtcg/Cer ontvangen via het Centraal Administratie Kantoor (CAK) brieven waarin beeindiging van de regelingen staat vermeld. In die brieven wordt ook aangegeven dat gemeenten vervangende compensatieregelingen kunnen treffen. Cliënten die geen bezwaar hebben tegen het doorgeven van naam, adres en woonplaats door het CAK aan hun gemeente, kunnen dat per antwoordkaart aan het CAK doorgeven. Deze gegevens ontvangt de gemeente in okt/nov van het CAK. Aan die mensen zullen wij de informatie over de nieuwe vorm van compensatie dan zo snel mogelijk toesturen. Voor vragen over dit onderwerp hebben wij een Q&A op de website staan. Daar staat ook dat de nieuwe regeling eind 2014 via de gemeentepagina en de gemeentelijke website bekend wordt gemaakt. Bijlage Samenvattend schema ‘opties voor gericht maatwerk chronisch zieken en gehandicapten’. Ter inzage Odijk, 23 september 2014
@Model raadsvoorstel 2014
6
Burgemeester en wethouders van Bunnik, de secretaris, de burgemeester,
dhr. mr. G. Veenhof
@Model raadsvoorstel 2014
dhr. H.M. Ostendorp
Nummer 14-103
De raad van de gemeente Bunnik;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 2014;
besluit: 1. In te stemmen met het vanaf 1 januari 2015 compenseren van hoge ziektekosten voor inwoners met lage inkomens, via uitbreiding van de in de regio Utrecht Z.O. bestaande Collectief Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAZ) en de Bijzondere Bijstand. 2. Een gemeentelijke bijdrage in de kosten van deze aanvullende verzekering ter beschikking te stellen van resp. € 25,- p.m. (voor diegenen met een inkomen tot 125% van het sociaal minimum) en € 20,- (voor inwoners in de categorie 125%-150% van het sociaal minimum). 3. Het (beperkte) budget dat in 2014 in verband met afschaffing van de Compensatieregeling Eigen Risico (Cer) reeds aan het gemeentefonds is toegevoegd te reserveren en over te hevelen naar 2015, ter dekking van eventueel tekortschietend budget voor de compensatie ziektekosten.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 oktober 2014.
De raad voornoemd,
de griffier
14-103 Raadsvoorstel compensatie ziektekosten.doc
de voorzitter
Voorrondes Open Huis
Procedure raadsvoorstel / besluit Digitaal beschikbaar bij griffie Ja Nee Ja Nee
Onderwerp Bijgevoegde stukken
Compensatie ziektekosten Samenvattend schema ‘opties voor gericht maatwerk chronisch zieken en gehandicapten’.
Ter inzage Inhoud besluit B&W
Ja Nee 1. Instemmen met het vanaf 1 januari 2015 compenseren van hoge ziektekosten voor inwoners met lage inkomens, via uitbreiding van de in de regio Utrecht Z.O. bestaande Collectief Aanvullende Ziektekostenverzekering (CAZ) en de Bijzondere Bijstand. 2. Een gemeentelijke bijdrage in de kosten van deze aanvullende verzekering ter beschikking stellen van resp. € 25,- p.m. (voor diegenen met een inkomen tot 125 % van het sociaal minimum) en € 20,- (voor inwoners in de categorie 125-150 % van het sociaal minimum). 3. Het (beperkte) budget dat in 2014 in verband met afschaffing van de Compensatieregeling Eigen Risico (Cer) reeds aan het gemeentefonds is toegevoegd reserveren en overhevelen naar 2015, ter dekking van eventueel tekortschietend budget voor de compensatie ziektekosten. 4. Deze besluitvorming ter vaststelling aanbieden aan de Gemeenteraad en gelijktijdig ter informatie sturen aan de Wmo-raad. 23-09-2014
Datum besluit B&W In Voorrondes Open Huis Bijzonderheden Gewenste planning Open Huis Raad Uiterste datum Raad Agenda Commissie Datum bespreking Opmerkingen
@Model raadsvoorstel 2014
Bespreken
09-10-2014 30-10-2014 30-10-2014
23-09-2014