RAADSVOORSTEL
Diemen mei 2009
Nr.: 09-52 Onderwerp: oormerken SLOK-uitkering en onder voorwaarde instemmen met het project A&M energieneutraal 2040 Aan de raad, 1. Gevraagd raadsbesluit te besluiten: 1. de SLOK-uitkering ad. € 61.232,00 te oormerken voor de uitvoering van het klimaatbeleid, een bestemmingsreserve SLOK in te stellen en de (geoormerkte) middelen die via de algemene uitkering worden ontvangen toe te voegen aan die reserve; 2. in te stemmen met het in de jaren 2009-2011 verder uitwerken en starten met de uitvoering van het project A&M energieneutraal 2040 onder de voorwaarde, dat de financiële bijdrage van de gemeente aan de regio voor dit project in die jaren in beginsel maximaal € 61.232,00 bedraagt; 3. de routekaart A&M energieneutraal 2040 voor kennisgeving aannemen; 4. op basis van een voortgangsrapportage, planning en financiële onderbouwing nadere voorstellen af te wachten voor deelname aan het project op de middellange en lange termijn. 2. Samenvatting Op 12 maart 2009 is de uitkering ad. € 61.232,00 in het kader van de Stimulering van Lokale Klimaatactiviteiten (SLOK) toegekend. Deze wordt in de jaren 2009 t/m 2011 uitbetaald als decentralisatie-uitkering via het gemeentefonds en is daardoor vrij besteedbaar. Er zal een raadsbesluit moeten worden genomen om dit bedrag te oormerken voor de uitvoering van het klimaatbeleid. Door een extern bureau is een routekaart opgesteld voor het realiseren van de doelstelling: Amstelland & Meerlanden energieneutraal in het jaar 2040. Op basis van de SLOKaanvragen wordt een regionaal uitvoeringsprogramma voor de korte termijn (2009 t/m 2012) opgesteld. Voor de middellange en lange termijn zijn transitiepaden geschetst die nader moeten worden uitgewerkt. Wij vinden dit een goede ambitie. Deze past in het regionale en gemeentelijke klimaatbeleid. Voor de uitvoering van het project zal samenwerking worden gezocht met andere overheden en externe partners. Naast te verkrijgen subsidies zullen de deelnemende gemeenten een financiële bijdrage beschikbaar moeten stellen ter dekking van de personeels- en uitvoeringskosten. De hoogte daarvan is nog niet bekend. Gelet op deze onduidelijkheid wordt thans nog geen finaal besluit over deelname aan het project verwacht. Het definitieve besluit kan later worden genomen. 3. Aanleiding en voorgeschiedenis Op 22 juni 2007 vond in A&M-verband een duurzaamheidconferentie plaats. De bestuurders hebben toen aangegeven te willen streven naar een energieneutrale regio in het jaar 2040. De regio heeft vervolgens aan Twynstra Gudde opdracht gegeven om voor het bereiken van deze doelstelling een routekaart op te stellen. In dat kader is door Bosch & Van Rijn een globale nulmeting van het energieverbruik en de uitstoot van CO2 opgesteld voor de regio en de afzonderlijke gemeenten. Deze stukken staan op de gemeentelijke website (ga op de infobalk naar ‘inwoner’ en via ‘milieu’ naar ‘energie en klimaat’). In de routekaart is aangegeven dat op termijn drie programmamanagers/projectleiders gewenst zijn voor de regio en dat wordt gestart met één programmamanager. Welke omvang nodig zal zijn zal mede afhangen van de inspanningen van de deelnemende gemeenten zelf en van een eventuele opschaling van het project tot een grotere regio.
1
Door het bestuurlijk Regionaal Milieu Overleg is de routekaart vrijgegeven voor consultatie van en besluitvorming in de afzonderlijke gemeenten. Uit bestaande regionale middelen is een regionale kwartiermaker aangetrokken die, in afwachting van de komst van de eerste programmamanager, de uitwerking van het project alvast ter hand neemt. Bij de provincie Noord-Holland is voor de periode 2009 t/m 2013 een subsidie aangevraagd ad. € 750.000,00 voor het dekken van de kosten van ondermeer één programmamanager. Hierover wordt naar verwachting in december 2009 een besluit genomen door Provinciale Staten. Ten einde het draagvlak te vergroten zijn contacten aangegaan met de gemeente Haarlemmermeer en de Stadsregio Amsterdam en is het onderwerp aan de orde gesteld tijdens de Noordvleugelconferentie op 14 december 2007 en de Conferentie Metropoolregio Amsterdam op 9 april 2009. Tijdens laatstgenoemde conferentie is positief op de doelstelling gereageerd. Hiernaast is het project aangemeld bij de Stichting Urgenda. Deze stichting is erop gericht om echte transities (doorbraakprojecten) tot stand te brengen. Via de stichting krijgt het A&M-project nationale bekendheid. Op 18 november 2008 is een aanvraag om een uitkering in het kader van de Stimulering van Lokale Klimaatactiviteiten (SLOK) aangevraagd bij het rijk. Bij de SLOK moet het gaan om nieuwe of additionele activiteiten ten opzichte van het bestaande beleid. Op 12 maart 2009 is de SLOK-uitkering ad.€ 61.232,00 toegekend. Deze wordt in de jaren 2009 t/m 2011 in 50 termijnen per jaar als decentralisatie-uitkering uitgekeerd vanuit het gemeentefonds. De eerste betaling zal geschieden, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009, na de bekendmaking van de toe te kennen bedragen in de Gemeentefondscirculaire. Dat moet nog plaatsvinden. Het bedrag wordt als volgt uitgekeerd over de jaren 2009 t/m 2011: 2009 een percentage van 42%: € 25.717,44; 2010 een percentage van 37%: € 22.655,84; 2011 een percentage van 21%: € 12.858,72. Door de uitkering vanuit het gemeentefonds is sprake van een vrije besteedbaarheid van de gelden. Voorgesteld wordt dit bedrag te oormerken voor de uitvoering van het klimaatbeleid. Aangezien in 2009 nog nauwelijks bestedingen zijn te verwachten, zal het bedrag dan in drie gelijke delen van € 20.410,67 in de jaren 2010 t/m 2012 worden toegevoegd aan het klimaatbudget in de begroting. Dit bedrag kan worden gebruikt voor de financiering van regionale kosten en/of het uitvoeren van de SLOK-projecten in Diemen. 4. Toelichting 4.1. Het probleem De versnelde opwarming van de aarde is een thema dat mondiaal steeds meer erkenning krijgt, onlangs ook van de Verenigde Staten van Amerika. Daarmee groeit ook de internationale bereidheid om de opwarming in een gezamenlijke aanpak af te remmen. Het nationale streven is om, samen met andere landen met hoge emissies, die emissie dusdanig te reduceren dat niet meer dan 2°C opwarming zal optreden ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Dit moet in 2050 bereikt zijn. Hoewel de huidige economische crisis een rem zet op bepaalde factoren die tot meer emissies leiden, kan worden verwacht dat de economie zich herstelt en dat het klimaatthema dan weer volop in de belangstelling zal komen te staan. Een groeiende wereldbevolking doet een steeds sterker beroep op de voorraden aan fossiele brandstoffen waardoor de verwachting bestaat dat de energieprijzen zullen stijgen tot een niveau, waarbij diverse huishoudens problemen zullen krijgen met het betalen van de hoge energierekening. Het overschakelen op alternatieven is dus niet alleen uit klimaatoogmerk nodig, maar ook een financiële noodzaak. 2
4.2. Doelstellingen van het rijk Vooruitlopend op nieuwe mondiale doelstellingen heeft het kabinet in het Beleidsakkoord 2007-2010 d.d. 14 juni 2007 als doelstelling opgenomen in het jaar 2020 de emissies van broeikasgassen ten opzichte van het jaar 1990 met 30% te reduceren (10% meer dan de EU-doelstelling van 10 januari 2007). Ondermeer te bereiken door: CO2-opslag in de bodem, het aandeel duurzame energie te verhogen tot 20% (in dat kader windenergie op land verdubbelen) en door nieuwe woningen en gebouwen klimaatneutraal, neutraal voor CO2 en andere broeikasgassen, op te leveren (de huidige EPC voor woningen van 0,8 wordt verlaagd tot 0,6 in 2011 en 0,4 in 2015). Op nationaal niveau zijn in 2007 werkprogramma’s opgesteld zoals ‘Schoon en zuinig: nieuwe energie voor het klimaat’ en ‘Meer met minder’ gericht op energiebesparing in gebouwen. 4.3. A&M-doelstellingen Het doel is dat de regio Amstelland&Meerlanden energieneutraal wordt in het jaar 2040. Dit houdt in dat alle energie die in de regio wordt gebruikt, in de regio op een duurzame manier wordt opgewekt (er is geen compensatie toegestaan). Daarmee wil de regio een significante bijdrage leveren aan de CO2-reductie, teneinde de snelle opwarming van de aarde af te remmen. De doelstelling gaat dus veel verder dan de landelijke doelstellingen en ook verder dan CO2-neutraal en klimaatneutraal, waarbij wel compensatie is toegestaan (bijvoorbeeld door inkoop van duurzame energie die elders is opgewekt en aanplant van bos). Ook zijn doelen het voorkomen dat de voorraden aan fossiele brandstoffen uitgeput raken en het onafhankelijk worden van de prijsstijgingen daarvan. 4.4. Noodzaak van samenwerking Het project is uniek in Nederland waar het gaat om de regionale samenwerking. Dat is voor de provincie Noord-Holland een belangrijk argument om tot subsidiering over te gaan. Samenwerking is voor Diemen en de andere gemeenten vaak geen keuze, maar pure noodzaak. Daarmee wordt het optimum gehaald uit schaarse middelen. Een andere noodzaak tot samenwerking zit in de beschikbare bronnen. Voorbeelden: Diemen heeft in tegenstelling tot enkele andere A&M-gemeenten voor het realiseren van grote windmolens geen hoogtebeperkingen van Schiphol; Diemen ziet biomassaverwerking liever niet op het eigen grondgebied in verband met het daarbij behorende extra vrachtverkeer. Er vindt nog een nadere verkenning plaats of de regioagenda’s van de Stadsregio Amsterdam en de Metropoolregio Amsterdam mogelijkheden bieden tot samenwerking. Met de gemeenten Haarlemmermeer en Amsterdam vindt nader contact plaats om de mogelijkheden van samenwerking te onderzoeken. 4.5. Routekaart De projectopzet om dit te realiseren is vastgesteld in een routekaart (ligt ter inzage). Omdat het een langdurig project is, is het project opgedeeld in tijdsintervallen van vijf jaar tot het einddoel is bereikt. Gedurende de looptijd van het project zal de routekaart steeds moeten worden aangepast aan de ontwikkelingen. Van de routekaart wordt nog een populaire versie gemaakt. De routekaart wordt in het 3e kwartaal 2009 vertaald in een uitvoeringsprogramma. De eerste concrete acties komen in het regionale SLOK-uitvoeringsprogramma te staan. Daarbij zullen de acties worden afgestemd op de mogelijkheden en ambities van de vijf gemeenten. Per actie kan een gemeente besluiten om wel of niet deel te nemen. Om de hoge ambities per thema te kunnen waarmaken, zal voor ieder thema een scenario ‘hoe dit stapsgewijs te bereiken’ worden uitgewerkt. De thema’s zijn: gemeentelijke gebouwen en voorzieningen, woningen, bedrijven, agrarische sector, verkeer en vervoer, grootschalige duurzame energie. 3
Gelijktijdig is sprake van energiebesparing en het in toenemende mate het opwekken en aanwenden van duurzame energiebronnen, zoals: biomassa, zon, wind. Hiermee wordt een significante bijdrage geleverd aan de CO2-reductie, zodat de snelle opwarming van de aarde wordt afgeremd. Tevens wordt de uitputting van grondstoffen tegen gegaan. De routekaart bevat een nulmeting van het energieverbruik en de uitstoot aan CO2. Er zal een monitor worden opgezet en bijgehouden over de bereikte resultaten aan besparing van energie, het opwekken van duurzame energie en de hierdoor vermeden CO2-uitstoot. Het project bestaat globaal uit twee onderdelen: voor de korte termijn het uitvoeren van de SLOK-projecten; voor de middellange en lange termijn toewerken naar een andere energiehuishouding. 4.6. Activiteiten korte termijn Voor de korte termijn wordt ingezet op de SLOK-projecten en op icoonprojecten. Omdat de A&M-gemeenten onderling verschillen in grootte en mogelijkheden, zullen de vijf gemeenten een eigen afweging moeten maken wanneer activiteiten kunnen worden uitgevoerd. SLOK-projecten De SLOK-projecten staan vermeld in de bijlage ‘Overzicht voorgenomen activiteiten klimaatbeleid’ d.d. 18 mei 2009. In A&M-verband wordt een SLOK-uitvoeringsprogramma 2009 t/m 2012 opgesteld. Per activiteit neemt de gemeente een besluit over het al dan niet deelnemen aan deze activiteiten. Het gaat hier om het uitvoeren van projecten energiebesparing en duurzame energie met betrekking tot: eigen gemeentelijke organisatie, bestaande woningen, werkgebieden, verkeer en vervoer, grootschalige duurzame energie (in de Diemense ruimtelijke structuurvisie worden zoekgebieden aangegeven voor grote windmolens). De agrarische sector speelt in A&M-verband met name door de glastuinbouw een belangrijke rol, maar is in Diemen niet relevant. Icoonprojecten In de routekaart zijn de volgende icoonprojecten, projecten waarop snel winst geboekt kan worden, opgenomen: opwekken biogas door het afvalverwerkingsbedrijf; vergroenen van het gemeentelijk wagenpark; voorzien in alternatieve tankmogelijkheden; energiebesparing openbare verlichting; plaatsen zonnepanelen op woningen; uitbreiding benutten stadsverwarming; windenergie in Ouder-Amstel en Diemen; warmte/koude opslag Plantage de Sniep in Diemen en benutten Ouderkerkerplas; energieneutraal bouwen met koppeling aan energieleverende kassen en oprichten kleinschalig duurzaam energiebedrijf in Aalsmeer. 4.7. Activiteiten middellange en lange termijn Voor de middellange en lange termijn zijn vele kansen aan het energiebeleid verbonden, maar er zijn ook enkele risico’s. Kansen Het treffen van energiebesparende maatregelen levert geld op, al dan niet na verloop van een terugverdientermijn. Ook kan het opwekken van duurzame energie winstgevend zijn. Nu vaak alleen als er een subsidie is toegekend. In de toekomst, als systemen goedkoper zijn geworden en/of nadat de energieprijzen gestegen zijn, ook zonder subsidie. Met het geld dat daarmee wordt verdiend, kunnen weer nieuwe investeringen worden gedaan. Als er grote budgetten beschikbaar zijn, is er de mogelijkheid van het toepassen van een Revolverend Fonds, zoals de provincie Noord-Holland toepast. Om de economische crisis te bestrijden willen de gezamenlijke overheden de werkgelegenheid stimuleren. Bijvoorbeeld door het treffen van energiebesparende 4
maatregelen aan woningen en scholen. Door als gemeente hierop in te spelen kunnen plannen eerder of goedkoper worden verwezenlijkt. Diemen en de andere A&M-gemeenten maken deel uit van een dynamische regio waar al veel te bereiken is door bestaande initiatieven bijeen te brengen. Als de regio naamsbekendheid verwerft als koploper, dan leert de ervaring dat innovatieve startende bedrijven zich willen vestigen. Een lokale of regionale bron van duurzame energie is warmte/koude opslag in de bodem. Dit geldt ook voor diepere bronnen die heet water kunnen leveren. Bijvoorbeeld van 2 km diepte (geothermie). De regio kan een rol oppakken om ervoor te zorgen dat duurzaam gebruik gemaakt gaat worden van deze bronnen. Een concreet project om hier een begin mee te maken is het opstellen van een regionale energiekansenkaart. Locale en regionale energieopwekking, bijvoorbeeld met een warmte/kracht installatie, wint snel aan populariteit. Dit zorgt er voor dat er nieuwe vormen van locale warmtelevering mogelijk zijn die een alternatief zijn voor stadsverwarming. De opwekking is zeer efficiënt en de transportverliezen zijn gering in vergelijking met stadsverwarming. Het is een uitdaging voor de komende tijd om een gezonde mix te krijgen tussen producenten en afnemers van duurzame energie en de grote energiemaatschappijen. Energieopwekking in de eigen omgeving schept een mogelijkheid voor burgers om te participeren. Deelneming in coöperatieve vorm wint aan populariteit. Bij windenergie kan via certificaten worden gekoppeld aan zogenaamde zelflevering. Hiermee kan worden verzekerd dat de afgenomen duurzame energie in de eigen omgeving is opgewekt. Risico’s Een belangrijk knelpunt bij het toepassen van innovatieve methoden van verwarming, zoals een koppeling tussen kassen en woningen, is dat een dergelijk project risico’s met zich brengt die een energiebedrijf niet willen dragen. Aalsmeer overweegt hiervoor een kleinschalig duurzaam energiebedrijf op te richten. Het niet beschikbaar komen van voldoende budget voor de personeelskosten van het regionale programmamanagement en de eenmalige en/of investeringskosten voor het uitvoeren van activiteiten. 4.8. Organisatie van het project Het project zal organisatorisch worden uitgevoerd door programmamanagement toe te passen. De werkzaamheden worden verricht onder verantwoordelijkheid van het Regionaal Milieu Overleg. De aan te stellen programmamanager richt zich op: het opstarten van concrete regioprojecten; het vinden van financiers; het bijeen brengen van kennis en informatie voor het opstellen van plausibele scenario’s/transitiepaden per thema hoe het einddoel stapsgewijs te bereiken is; diverse communicatie acties om de kennis en interesse voor het onderwerp te verhogen; het bij de uitvoering betrekken van belangrijke externe partijen; het samenstellen van een generiek plan voor een energieneutrale gemeentelijke organisatie, waarmee iedere gemeente op eigen wijze invulling kan geven aan de voorbeeldfunctie van de gemeente. Tijdens de looptijd van het project zal de voorzittershamer worden doorgegeven binnen de A&M-gemeenten, zodat beurtelings elke gemeente als trekker zal fungeren, waardoor ook het draagvlak gewaarborgd is. 4.9 Regionale kosten van het project In de routekaart is aangegeven dat het gewenst is dat op termijn drie programmamanagers actief zullen zijn voor de regio. Deze kosten zijn nog niet gedekt. 5
Gestart zal worden met één programmamanager, waarvan de kosten in de periode 2009 t/m 2013 mogelijk gedekt zullen worden uit een provinciale subsidie. Tot de taak van de programmamanager behoort het vinden van financiers en het verkrijgen van subsidies, ook voor personeelskosten. Hiernaast wordt geprobeerd meer gemeenten voor dit project te interesseren en daardoor het financiële draagvlak te vergroten. De programmamanager heeft tot taak om op basis van nader onderzoek inzicht te verschaffen in de financiële consequenties van het project. Mocht de provinciale subsidie niet worden toegekend dan zullen de personeels- en uitvoeringskosten moeten worden gedekt door de vijf deelnemende gemeenten. Uitgaande van de gebruikelijke verdeelsleutel op basis van de aantallen inwoners zal Diemen dan 15% van de kosten moeten dragen. Indicatief kan het dan structureel gaan om een bedrag van circa € 40.000,00 per jaar. 4.10 Gemeentelijke capaciteit voor het uitvoeren van het klimaatbeleid Aan het gemeentelijk klimaatbeleid zijn in de afgelopen maanden veel meer uren besteed dan de 0,1 fte per jaar die tot op heden is aangehouden. In 2008 zijn 191 uren besteed = 0,13 fte. In 2009 t/m 18 mei 2009 zijn 199 uren besteed = 0,13 fte. Op jaarbasis gaat dit dan naar 0,3 à 0,4 fte. De uren zijn besteed aan: opstellen en uitvoeren subsidieregeling duurzame energiepakket; opstellen notities en overleg over opwekken duurzame energie (zonneboilers, zonnepanelen en windmolen op gemeentelijke gebouwen); overleg (A&M, provincie, Klimaatnetwerk, Windvogel); Voortgangsrapportage uitvoeren klimaatbeleid en het onderhavige raadsvoorstel. Op grond van de SLOK zou de tijdsbesteding omhoog moeten van 0,1 naar 0,3 fte en op basis van A&M EN-2040 is een verhoging genoemd van 0,3 naar 0,6 fte. De intensivering van het klimaatbeleid heeft betrekking op: uitbreiding van voorlichting en communicatie; extra overleg op strategisch en uitvoerend niveau in A&M-verband; inbedden klimaatbeleid in de gemeentelijke organisatie, waaronder de vraagbaak- en coördinatiefunctie; uitvoeren (regionale) projecten energiebesparing en duurzame energie met betrekking tot eigen gemeentelijke organisatie, bestaande woningen, werkgebieden, verkeer en vervoer. De besluitvorming over de noodzakelijke extra 0,5 fte vindt separaat plaats. Het uitbreiden van de formatie is aangemeld in het kader van de Kadernota voor de begroting 2010. Zonder deze uitbreiding is het niet mogelijk om op een actieve wijze bij te dragen aan het behalen van de doelstelling A&M EN-2040 en zal het uitvoeren van SLOK-projecten conform het regionale SLOK-uitvoeringsprogramma 2009-2012 in Diemen niet mogelijk zijn, maar op een lager pitje komen te staan. We zullen dan niet aan alle relevante regionale projecten kunnen deelnemen. 5. Financiële risico´s en/of consequenties 5.1. Oormerken SLOK-uitkering Door de uitkering vanuit het gemeentefonds is sprake van een vrije besteedbaarheid van de SLOK-uitkering ad. € 61.232,00. Voorgesteld wordt dit bedrag te oormerken voor de uitvoering van het klimaatbeleid. Aangezien in 2009 nog nauwelijks bestedingen zijn te verwachten, zal het bedrag dan in drie gelijke delen van € 20.410,67 in de jaren 2010 t/m 2012 worden toegevoegd aan het klimaatbudget in de begroting. Dit bedrag kan worden gebruikt voor de financiering van regionale kosten en/of het uitvoeren van de SLOK-projecten in Diemen. 5.2. Ongedekte regionale kosten
6
Het is nog onduidelijk welk gemeentelijk bedrag in de toekomst jaarlijks benodigd zal zijn om de regionale kosten van het project A&M EN-2040 te dekken. Daarom kan op dit moment nog geen finaal besluit worden genomen over deelname aan dit project. Om een kip en ei discussie te voorkomen wordt voorgesteld om thans wel in te stemmen met het in de periode 2009 t/m 2012 verder uitwerken en starten met de uitvoering van dit project en bij gebleken noodzaak het bedrag van de SLOK-uitkering ad. € 61.232,00 te gebruiken voor de financiering van de regionale kosten. Op basis van nadere informatie over de financiële consequenties op de middellange en lange termijn kan in een later stadium een besluit worden genomen over het wel of niet voortzetten van de deelname aan dit project. 5.3. Uitbreiding gemeentelijke formatie De besluitvorming over de noodzakelijke extra 0,5 fte vindt separaat plaats. Het uitbreiden van de formatie is aangemeld in het kader van de Kadernota voor de begroting 2010. 6. Juridische risico´s en/of consequenties De gemeente verbindt zich (nog) niet voor de gehele looptijd van het project. Binnen de aangegeven kaders heeft de gemeente wel een inspanningsverplichting, namelijk om bepaalde SLOK-projecten uit te voeren en om een bijdrage te leveren aan de nadere uitwerking van het project. 7. Politieke consequenties en/of relevantie Het project A&M EN-2040 gaat veel verder dan het mondiale en landelijke beleid. De gemeente kan zich op dit onderwerp profileren. 8. Communicatie Het voornemen bestaat om een regionale website in het leven te roepen. Hiernaast zullen regelmatig bijeenkomsten worden georganiseerd waarbij een thema intensief behandeld kan worden, zoals: elektrisch rijden, energiebesparing, energiezuinige verlichting, opwekken duurzame energie. Het aanbod is zowel voor de professional als voor burgers en bedrijven bestemd. Dergelijke bijeenkomsten zijn een goede gelegenheid om eventueel een convenant of publiekprivate overeenkomst af te sluiten met samenwerkende partijen. 9. Vervolgprocedure Dit is het eerste besluit in een te verwachten reeks van besluiten die in de komende jaren genomen gaan worden. Het is van belang dat er in Diemen voldoende draagvlak is voor de ambitieuze doelstellingen. Het is gewenst dat bij de voorbereiding van de gemeenteraadsverkiezingen extra aandacht wordt besteed aan het klimaatbeleid. Om ervoor te zorgen dat het project een goede bestuurlijke basis krijgt, is het gewenst de doelstelling als speerpunt op te nemen in het raads- en collegeprogramma voor de periode 2010-2013. Nadere besluitvorming over het project wordt verwacht in de raadsperiode 2010-2013. Burgemeester en wethouders van Diemen, de secretaris, J.D. de Kort. de burgemeester, mw. drs. A.E. Koopmanschap BV29037
7
RAADSBESLUIT Nr.: 09-52 Onderwerp: oormerken SLOK-uitkering en onder voorwaarde instemmen met het project A&M energieneutraal 2040
De raad der gemeente Diemen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 mei 2009 ;
besluit: 1. de SLOK-uitkering ad. € 61.232,00 te oormerken voor de uitvoering van het klimaatbeleid, een bestemmingsreserve SLOK in te stellen en de (geoormerkte) middelen die via de algemene uitkering worden ontvangen toe te voegen aan die reserve; 2. in te stemmen met het in de jaren 2009-2011 verder uitwerken en starten met de uitvoering van het project A&M energieneutraal 2040 onder de voorwaarde, dat de financiële bijdrage van de gemeente aan de regio voor dit project in die jaren in beginsel maximaal € 61.232,00 bedraagt; 3. de routekaart A&M energieneutraal 2040 voor kennisgeving aannemen; 4. op basis van een voortgangsrapportage, planning en financiële onderbouwing nadere voorstellen af te wachten voor deelname aan het project op de middellange en lange termijn. Aldus besloten door de raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 25 juni 2009
de griffier, de voorzitter,
8