GEMEENTE REIMERSWAAL RAADSVOORSTEL Agendapunt Datum
Aan de gemeenteraad.
: 12 : 13 september 2012
Onderwerp Bouwkundig onderhoud gemeentelijke molens case programma/paragraaf portefeuillehouder(s) behandeld in opinieraad
11.005233 verstrekken subsidies J.J.L. de Kunder ja
raadsvoorstel budgethouder steller afdeling
12.019765 ir. J. Gideonse C. Sinke-Sandee REO
Voorstel Naar aanleiding van het verzoek van de besluitraad om voorafgaand aan besluitvorming over het beschikbaar stellen van budget voor het herstellen van molen “De Rozeboom” in Krabbendijke onderzoek te doen naar de onderhoudsbehoefte van die molen, zijn inmiddels voor alle drie gemeentelijk molens meerjarenonderhoudsplannen met een financiële onderbouwing opgesteld. De meerjarenonderhoudsplannen geven inzicht in het onderhoud wat direct, wat op de middellange termijn en wat op lange termijn nodig is, om de molens in een draai- en maalvaardige conditie te houden. Urgent onderhoud Uit de opgestelde meerjarenonderhoudsplannen blijkt onder meer, dat een aantal werkzaamheden vrijwel direct moet worden uitgevoerd. In de jaren 2012 en 2013 is voor elk van de drie gemeentelijke molens extra budget nodig om de urgente onderhoudsachterstand weg te werken. Op middellange termijn moet aan molen “De Rozeboom” nog aanvullend onderhoud worden uitgevoerd. De bekostiging van dit urgente onderhoud kan niet plaatsvinden uit het reguliere onderhoudsbudget. Voorgesteld wordt om de kosten van deze reparaties ten laste te brengen van de reserve monumenten. Regulier onderhoud Uit de meerjarenonderhoudsplannen blijkt verder, dat er blijvend onderhoud uitgevoerd moet worden aan de molens, om ze in een draai- en maalvaardige conditie te houden. De storting in de voorziening onderhoud gebouwen zal moeten worden verhoogd om het periodieke reguliere onderhoud uit te kunnen blijven voeren. Er is verkend wat de mogelijkheden zijn van het inzetten van subsidies. Daar waar mogelijk zal hiervan gebruik gemaakt blijven worden. Beheersvorm De voor- en nadelen van het onderbrengen van de drie gemeentelijke molens in een beheersstichting zijn verkend. Voorgesteld wordt daar op dit moment niet toe over te gaan Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Reimerswaal
mr. F. Marquinie MBA secretaris
A.J. Huisman burgemeester
Voor een toelichting op het raadsvoorstel wordt verwezen naar de volgende pagina's.
12.019765
1
GEMEENTE REIMERSWAAL
RAADSBEHANDELING Conform aangenomen Gewijzigd aangenomen Overig
TJ
voor:
Tegen:
unaniem
RAADSBESLUIT De raad van de gemeente Reimerswaal, gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders, nummer 12.019765, BESLUIT 1. de eenmalige kosten voor het acuut noodzakelijke molenonderhoud te dekken door voor een totaalbedrag van € 185.481,-- een beroep te doen op de reserve monumenten; 2. de toegekende subsidiebedragen die ontvangen zullen worden in de jaren 2013 tot en met 2018 toe te voegen aan de reserve monumenten; 3. gebruik te blijven maken van alle subsidiemogelijkheden bij het uitvoeren van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden aan de gemeentelijke molens; 4. op dit moment niet over te gaan tot het oprichten van een stichting voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke molens. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Reimerswaal, gehouden op 25 september 2012.
T. Jansen raadsgriffier
12.019765
V. Janszen plv. voorzitter
2
GEMEENTE REIMERSWAAL Toelichting op het raadsvoorstel Inleiding In uw vergadering van 16 september 2011 heeft uw raad ons college opgedragen, voorafgaand aan besluitvorming voor het beschikbaar stellen van budget voor renovatie van molen “De Rozeboom” in Krabbendijke, eerst een uitgebreid onderzoek te laten verrichten naar de bouwkundige staat van deze monumentale molen (nulmeting) en naar de kosten die gemoeid zijn met het uitvoeren van noodzakelijk onderhoud. Vervolgens hebben wij gekozen voor een integrale aanpak van de problematiek, door een meerjarenonderhoudsplan met kostenraming op te stellen voor de drie gemeentelijke molens. Hiermee kunnen we thans aan uw raad een totaalbeeld geven van de bouwkundige staat van en het noodzakelijke onderhoud aan alle drie de molens en het bijbehorende kostenbeslag. Argumenten Er zijn afzonderlijke meerjarenonderhoudsprogramma’s opgesteld voor de drie gemeentelijke molens. Deze programma’s maken inzichtelijk wat de huidige staat van onderhoud is (de nulmeting) en welk onderhoud er in komende 10 jaar aanbevolen wordt. Tevens geven de MJOP’s een onderbouwing van de financiële behoefte in deze jaren. De inspecties zijn door het adviesbureau samen met de desbetreffende molenaars uitgevoerd. Voor het onderhoud van al onze gemeentelijke gebouwen wordt uitgegaan van een sober en doelmatig onderhoud; deze lijn wordt ook aangehouden voor de molens. In ieder MJOP zijn de financiële lasten opgenomen om de desbetreffende molen in de komende 10 jaar draai- en maalvaardig te houden. Bij het opstellen van de MJOP’s zijn de eerder opgestelde Periodieke Instandhoudingsplannen (PIP-plannen) gebruikt. De PIP-plannen geven echter geen volledig beeld, omdat ze niet alle kosten beschrijven en omdat sommige kosten niet onder de noemer van “instandhouding” maar onder “restauratie” vallen. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de kapotte staartconstructie van molen “De Rozeboom”. In de MJOP’s wordt voor de beschrijving van de conditie gewerkt met conditiescores. Om de drie molens tegen zo laag mogelijke kosten draai- en maalvaardig te houden zal, voor de conditie van de molens, uitgegaan moeten worden van de conditiescore 3-4 in de MJOP’s. De MJOP’s geven daarnaast inzicht in het onderhoud wat direct, wat op de middellange termijn en wat op lange termijn nodig is, om de molens in de gewenste draai- en maalvaardige conditie te houden. Onder “direct” wordt verstaan, dat uitvoering nodig is in de boekjaren 2012 en/of 2013. Het gaat dus om een acute onderhoudsbehoefte. De financiële behoefte die uit de MJOP’s voortvloeit valt uiteen in twee delen: 1. Een acute financiële behoefte om de urgente onderhoudszaken opgelost te krijgen (bestaande uit urgentie 1 uit de tabel in bijlage 1); 2.
Een periodieke financiële behoefte om de molens in de gewenste conditie te houden (door middel van een toereikende periodieke storting in de voorziening onderhoud gebouwen). ad 1. De acute financiële behoefte per molen wordt gevormd door alle onderhoudsposten die als urgent (2012 en 2013) benoemd zijn in de MJOP’s, en ziet er als volgt uit: Voor een gedetailleerd overzicht van de onderhoudsposten wordt naar de bijgevoegde MJOP’s verwezen. De Rozeboom in Krabbendijke Voor “De Rozeboom” zijn urgente onderhoudswerkzaamheden nodig voor een bedrag van € 50.325,--. Dit bedrag zal slechts voor een klein deel in het boekjaar 2012 kunnen worden besteed, in verband met voorbereiding en aanbesteding. De Oude Molen in Kruiningen Voor “De Oude Molen” zijn urgente onderhoudswerkzaamheden nodig voor een bedrag van € 8.275,--.
12.019765
3
GEMEENTE REIMERSWAAL De Witte Molen in Rilland Voor “De Witte Molen” zijn urgente onderhoudswerkzaamheden nodig voor een bedrag van € 15.086,--. Samengevat is in de jaren 2012 en 2013 in voor de drie gemeentelijke molens in totaal een (extra) budget nodig van € 73.686,-- om de urgente onderhoudszaken op te lossen. Dit bedrag is nodig bovenop het “normale” onderhoud dat aan de molens uitgevoerd moet worden. Voor het doorlopende onderhoud wordt jaarlijks gebruik gemaakt van de raming binnen de VOG. Voor de middellange termijn zijn aan molen “De Rozeboom” in Krabbendijke nog enkele ingrijpende onderhoudswerkzaamheden nodig. Zo moet er gekozen worden tussen opnieuw voegen of pleisteren van de gevel. Geadviseerd wordt om de romp te pleisteren, onder voorbehoud van instemming door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het gaat om een totaalbedrag van € 39.675,-- in 2014. Deze werkzaamheden kunnen niet uit het reguliere onderhoudsbudget binnen de VOG bekostigd worden. Voor de middellange termijn zijn aan “De Oude Molen”in Kruiningen nog enkele grote onderhoudswerken nodig. Het gaat om een bedrag van € 22.350,-- in 2014. Deze werkzaamheden kunnen niet uit het reguliere onderhoudsbudget binnen de VOG bekostigd worden. Voor de middellange termijn zijn aan “De Witte Molen” in Rilland ook nog grote onderhoudswerkzaamheden vereist. Het gaat om een bedrag van € 49.770,-- in 2015. Deze werkzaamheden kunnen ook niet uit het reguliere onderhoudsbudget binnen de VOG bekostigd worden. Uit onderstaande tabel blijkt, dat er over een aantal jaren in totaal een extra budget voor het wegwerken van achterstallig onderhoud bij de drie gemeentelijke molens noodzakelijk is van € 185.481,--. omschrijving acuut onderhoud Rozeboom” middellange termijnonderhoud Rozeboom” acuut onderhoud Oude Molen” middellange termijnonderhoud Oude Molen” acuut onderhoud Witte Molen” middellange termijnonderhoud Witte Molen”
aan “De
2012 20.000,--
2013 30.325
2014
2015
39.675
totaal 50.325,-39.675
aan “De aan “De
8.275
8.275 22.350
22.350
aan “De aan “De
15.086
15.086 49.770
49.770
aan ”De
20.000 53.686 62.025 49.770 185.481 Tabel 1: Benodigd extra budget voor wegwerken achterstallig onderhoud aan de drie gemeentelijke molens. De tabel in bijlage 1 maakt duidelijk welke werkzaamheden niet door de VOG bekostigd kunnen worden. Dekking uit de reserve monumenten Naast de voorziening onderhoud gebouwen (VOG) beschikken we over de reserve monumenten. In die reserve vloeien jaarlijks de gelden die niet gebruikt worden voor het product “Monumenten”. In deze monumentenreserve zit thans een bedrag van € 289.394,00. Op deze reserve kan aanspraak op worden gemaakt als zich calamiteiten voordoen bij de monumenten. Het totaal
12.019765
4
GEMEENTE REIMERSWAAL benodigde bedrag van € 185.481,-- kan worden gedekt uit die reserve. Hiermee kunnen de vereiste urgente onderhouds- en restauratiewerkzaamheden uitgevoerd worden. Conclusie 1: Door voor een totaalbedrag van € 185.481,-- een beroep te doen op de reserve monumenten kunnen de eenmalige kosten die gemoeid zijn met het oplossen van de acute behoefte aan molenonderhoud worden betaald. ad 2. Een periodieke financiële behoefte om de molens in de gewenste conditie te houden. Het wegwerken van de acute onderhoudsbehoefte op de hiervoor aangegeven manier betekent natuurlijk niet, dat de molens vervolgens vanzelf in topconditie blijven staan. Aan molens zal immers altijd onderhoud uitgevoerd moeten worden, om ze als werkende monumenten in stand te kunnen houden. Uit de MJOP’s blijkt ook, welke bedragen periodiek nodig zijn om de drie gemeentelijke molens in de gewenste draai- en maalvaardige conditie te houden. Regulier onderhoud en voorstel financiering (VOG) Uitgaande van de MJOP’s, is voor de drie molens samen totaal een bedrag nodig van € 353.000,-over een periode van tien jaar. Indien het hiervoor genoemde bedrag van € 185.481,-- wordt gedekt uit de monumentenreserve, resteert een bedrag van € 167.519,-- dat nodig is om de molens in de komende tien jaar in draai- en maalvaardige conditie te houden. Per jaar is dit een bedrag van circa € 16.750,--. De jaarlijkse storting in de VOG is bedoeld voor het onderhoud aan onze monumentale gebouwen. Hieronder vallen de drie molens maar ook de twee monumentale torens (in Waarde en Kruiningen) en de uurwerken in de kerktorens en de voormalige gemeentehuizen. De huidige jaarlijkse storting in de VOG bedraagt € 26.500,--. Het behoeft geen betoog, dat de hoogte van dit bedrag niet is gebaseerd op MJOP’s voor alle monumentale gebouwen. Er zijn nu immers uitsluitend voor de drie molens MJOP’s opgesteld. Uitgaande van die MJOP’s voor de drie molens zou voor het onderhoud van de overige gemeentelijke monumentale gebouwen en elementen slechts € 9.750,-- beschikbaar blijven. Dit is natuurlijk geen realistisch bedrag om onderhoud uit te voeren aan de genoemde gebouwen en uurwerken. De jaarlijkse storting in de VOG van € 26.500,--, die al sinds 2005 niet meer is verhoogd, terwijl de kosten voor het onderhoud wel gestegen zijn, is niet toereikend. Met een bescheiden verhoging van de jaarlijkse storting in de VOG met circa 13% kan wel recht worden gedaan aan de onderhoudsbehoefte. Voorgesteld wordt de jaarlijkse storting in de VOG met € 3.500,-- te verhogen tot € 30.000,--, waardoor zowel de meerjarenonderhoudsplannen voor de molens uitgevoerd kunnen worden, alsook de vereiste onderhoudswerkzaamheden aan alle monumentale gebouwen en uurwerken kunnen worden verricht. Conclusie 2: Door de jaarlijkse storting in de VOG te verhogen met € 3.500,-- naar € 30.000,-- kan het reguliere onderhoud aan alle gemeentelijke monumentale gebouwen en uurwerken structureel worden gefinancierd. Toegekende subsidieaanvragen Aanvragen Brim-subsidies Op 16 januari 2012 zijn er vijf aanvragen om subsidie op basis van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) ingediend voor de periode 2013 t/m 2018. Het gaat om drie aanvragen voor onze gemeentelijke molens en twee aanvragen voor onze twee monumentale gemeentelijke torens. Op 28 juni 2012 hebben we van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed vernomen dat vier gemeentelijke aanvragen omtrent de Brimsubsidie gehonoreerd zijn (drie molens en de toren bij de Johanneskerk in Kruiningen).
12.019765
5
GEMEENTE REIMERSWAAL Vanwege deze positieve besluiten is het mogelijk om voor een gedeelte van de onderhoudskosten subsidie te verkrijgen. De vastgestelde subsidiabele kosten voor de drie molens bedraagt in totaal € 113.047,00. Als decentrale overheid hebben we recht op een subsidiepercentage van 30%. Dit betekent dat de gemeente in totaal recht heeft op € 33.915,00 subsidie voor de onderhoudskosten aan de molens. Een deel van de toegekende subsidie wordt uitbetaald in jaarlijkse termijnen in de periode 2013 tot en met 2018. Deze subsidiegelden worden geboekt binnen de algemene dienst. Voorgesteld wordt, de jaarlijks te ontvangen subsidiegelden op de in de tabel hieronder aangegeven manier te storten in de reserve monumenten, omdat de subsidieverstrekking rechtstreeks verband houdt met het onderhoud van onze monumentale molens. molen 2013 2014 2015 2016 2017 2018 Rozeboom 2.874 1.725 1.725 1.725 1.725 1.725 Oude Molen 2.780 1.668 1.668 1.668 1.668 1.668 Witte Molen 2.826 1.694 1.694 1.694 1.694 1.694 overboeken 8.480 5.087 5.087 5.087 5.087 5.087 Tabel 2: Ontvangen subsidiebeschikkingen Brim 2012 (bedragen toevoegen aan de reserve monumenten) Conclusie 3: De toegekende subsidiebedragen die ontvangen zullen worden in de jaren 2013 tot en met 2018 toevoegen aan de reserve monumenten. Openstaande subsidietoekenning voor molen “De Rozeboom” Momenteel is er in het kader van het Brim periode 2006 t/m 2012 nog een subsidiebedrag beschikbaar voor molen “De Rozeboom” van in totaal € 5.600,--. Alleen de onderhoudswerkzaamheden die binnen de criteria van het Brim vallen en die dit boekjaar 2012 nog uitgevoerd kunnen worden komen nog in aanmerking voor deze subsidie. Hierbij geldt weer, dat het gaat om een subsidiepercentage van 30, dus om het bedrag volledig te kunnen benutten zou met inachtneming van het periodieke instandhoudingsplan (PIP) een investering nodig zijn van € 18.666,67. Mede om die reden is voor het boekjaar 2012 in tabel 1 een raming gedaan van € 20.000,--. Voor de restauratie van de staart van de molen is het helaas niet mogelijk Brimsubsidie te verkrijgen omdat een dergelijke klus niet valt onder het Brim. Het repareren van de staart wordt niet beschouwd als het uitvoeren van onderhoud voor de instandhouding van de molen, maar als (gedeeltelijke) restauratie van het monument. Mogelijke andere subsidieverstrekkers Onderzocht is of er nog andere mogelijkheden zijn voor het subsidiëren van het onderhoud van de gemeentelijke molen. Hieronder volgt daarvan een opsomming. Provincie Zeeland In het verleden was de provincie bereid subsidie te verstrekken aan de instandhouding van de Zeeuwse molens. Die subsidiemogelijkheid is in 2011 beëindigd. Vereniging De Hollandsche Molen De Vereniging De Hollandsche Molen heeft veel ervaring in het meedenken bij en ondersteunen van de financiering van molenrestauraties, tevens adviseert zij voor een aantal fondsen over molenrestauraties. Voorwaarde bij deze fondsen is hierbij de eigendomssituatie, omdat overheden veelal uitgesloten zijn bij het toekennen van een subsidie of bij het geven van co-financiering, het zakelijk recht moet volledig overgedragen zijn en dit moet vastliggen in de statuten. De vereniging heeft geen interesse in het overnemen van de gemeentelijke molens. Mogelijkheden voor restauratiesubsidie voor rijksmonumenten
12.019765
6
GEMEENTE REIMERSWAAL De regierol in het restauratiebeleid wordt vanaf dit jaar structureel gedecentraliseerd van het rijk naar de provincies. Voor dit doel stort het rijk vanaf 2012 jaarlijks € 20 miljoen in het provinciefonds. Voor Zeeland is de komende jaren per jaar ruim € 1,3 miljoen beschikbaar voor de restauratie van rijksmonumenten. De Provincie Zeeland krijgt dus € 1,3 miljoen per jaar om te besteden voor de restauratie van rijksmonumenten voor eigenaren die geen laagrentende lening kunnen verkrijgen. Aan dit budget gaat de provincie zelf ook nog een bedrag toevoegen. Hoeveel dit zal worden is nog niet bekend. De regeling is nog in ontwikkeling; momenteel zijn alleen nog maar de hoofdlijnen van dit beleid in beeld. Hiervoor zal een deskundigengroep worden samengesteld met specialisten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, de SCEZ, de provincie, de gemeenten, het waterschap en de Vereniging De Hollandsche Molen die uit de aangedragen projecten een selectie zullen gaan maken naar mate belangrijkheid c.q. prioriteit. Het zal waarschijnlijk een regeling worden met prioriteiten van restauraties die boven het reguliere Brim uitstijgen en die eventueel te koppelen zijn aan herbestemming. Ook zal gekeken worden of bepaalde regelingen aan elkaar gekoppeld kunnen worden (dus Brimsubsidie en restauratie). Het spreekt voor zich dat molen de Rozeboom hiervoor zal worden aangemeld, omdat het herstel van de molenstaart valt onder restauratiewerkzaamheden. Bouwcultuurfonds Zuid Nederland Voor de restauratie van de molens is het ook mogelijk een beroep te doen op subsidie bij de Stichting Bouwcultuurfonds Zuid Nederland en bij het Prins Bernhard Cultuurfonds. Het aanvraagformulier zal worden ingediend zodra we alle benodigde stukken hiervoor hebben. Er dient voor de aanvraag om subsidie al een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend te zijn. Op dit moment is het daarom niet mogelijk zo’n subsidieaanvraag in te dienen. Zodra de plannen in een verder stadium zijn, zal dat alsnog gebeuren. Conclusie 4: Gebruik blijven maken van alle subsidiemogelijkheden bij het uitvoeren van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden aan de gemeentelijke molens. Mogelijkheden andere beheersvormen Uw raad heeft ons in de vergadering van 16 september 2011 ook gevraagd om de mogelijkheden van andere beheersvormen in kaart te brengen. Andere beheersvormen c.q. rechtsvormen zijn onder meer een vereniging, een stichting, maar ook een maatschap of een v.o.f. Daarnaast is verkoop of sloop van een of meer molens natuurlijk ook nog een (theoretische) optie. De meest voor de hand liggende rechtsvorm voor een molen is om deze onder te brengen in een stichting. In Zeeland zijn veel molens ondergebracht in de particuliere stichting “De Zeeuwse Molen”. Deze stichting wil geen extra molens meer opnemen in haar beheersbestand. Daarnaast zijn nog veel molens eigendom van een gemeente. Net als Reimerswaal hebben de gemeenten Borsele en Kapelle nog molens in eigendom. Kenmerken stichting Een stichting is een rechtspersoon met een stichtingsbestuur. Dit bestuur moet deskundig zijn en affiniteit hebben met de molens. Dit betekent dat de bestuurders in principe niet aansprakelijk zijn voor de schulden. Een stichting wordt opgericht bij notariële akte door één of meer personen. Een stichting heeft geen leden en dus ook geen algemene ledenvergadering. Een stichting is een organisatie die een doel verwezenlijkt. Uit de naam van de stichting moet duidelijk naar voren komen wat het doel van de stichting is. In de statuten van de stichting staat wie welke bevoegdheden heeft. Het bestuur speelt daarbij meestal een belangrijke rol. Voordelen bij een stichting ten opzichte van volledig eigendom is dat er naast alle waarschijnlijkheid een grote betrokkenheid is bij de bestuursleden. Subsidiemogelijkheden voor molenonderhoud na overdracht aan een stichting De molens vallen in de categorie ‘overige monumenten’. Voor die “overige monumenten” bedragen de maximaal subsidiabele kosten in 2012 € 50.000,--. Een molenstichting kan dit jaar aanspraak
12.019765
7
GEMEENTE REIMERSWAAL maken op een subsidiepercentage van 60%. Voor gemeenten geldt dat maximaal 30% van de kosten subsidiabel is. Het lijkt dus interessant om beheer en eigendom van de drie gemeentelijke molens in handen te leggen van een stichting. Dit jaar hadden echter bepaalde projecten voorrang gekregen bij de aanvragen om Brimsubsidie. Dit waren aanvragen voor monumenten waarvan de eigenaren in 2006 instandhoudingssubsidie ontvingen (dus de molens) en de niet-gehonoreerde aanvragen van 2011. Bij alle aanvragen gold dat de aanvragen met de laagste totale begroting voorrang kregen (dus lage aanvragen gingen voor hogere aanvragen). Vanwege deze voorrangsregeling hebben we als gemeente dit jaar vier van de vijf aanvragen om subsidie gehonoreerd gekregen. Hoe de spelregels gaan worden voor de aanvragen Brimsubsidie voor de periode 2014 t/m 2020 is nog niet bekend. Het is dus absoluut niet zeker dat er volgend jaar bij een nieuwe aanvraag de molens weer in aanmerking komen voor een subsidietoekenning. Indien er gekozen wordt voor het veranderen van de beheersvorm (door de molens onder te brengen in een nog op te richten particuliere stichting) bestaat het risico dat de toegekende subsidie wordt ingetrokken. Als de gemeente niet langer eigenaar is, zal de RCE de huidige besluiten intrekken, waarna de desbetreffende stichting opnieuw een aanvraag moeten indienen. Het zou ook kunnen zijn dat de molens dan totaal met lege handen komen te staan. Om deze reden wordt geadviseerd nu de eigendom van de molens niet over te dragen aan een stichting, maar te kijken hoe over een paar jaar het Brim ervoor staat en of het dan zinvol is de molens over te doen in een stichting. Overigens is het ook niet zo, dat een stichting met een deskundig bestuur in een oogwenk kan worden opgericht. Ook een stichting zal willen starten met minimaal een passende gemeentelijke bruidsschat om het beheer en het onderhoud te kunnen bekostigen. Financiën De inkomsten van een stichting zullen voornamelijk moeten komen uit subsidies en daarnaast uit een jaarlijkse bijdrage van de gemeente, die gerelateerd moet zijn aan het MJOP. Conclusie 5: Niet overgaan tot het oprichten van een stichting voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke molens. Andere mogelijkheden om draagvlak te creëren. Verenigingen met vrienden van de molens Het is wellicht mogelijk om via een publiciteitscampagne per molen een Vereniging “Vrienden van molen (molennaam)” op te doen richten met vrijwilligers. Dit kan meer betrokkenheid creëren met de molens en de molenaars. Een dergelijke vereniging kan gezamenlijk kleine onderhoudswerkzaamheden verrichten die dan niet door een molenmaker of een aannemer behoeven te worden uitgevoerd. Als zo’n vereniging gevormd kan worden, kan bijvoorbeeld jaarlijks in samenwerking met onze molenaars en gebouwenbeheerder een (gezellige) klusdag worden georganiseerd waar de vrienden van de desbetreffende molen gezamenlijk kunnen klussen op en rond de molens conform een opgestelde kruisjeslijst. Een dergelijke vereniging kan ook proberen een donatie verkrijgen van de Rabobank. Conclusie 6: Door middel van een publiciteitscampagne aftasten of er belangstelling bestaat voor het doen oprichten van een vereniging per molen voor het uitvoeren van klein onderhoud aan de gemeentelijke molens. Overlegresultaten Op 4 november 2011 heeft een gesprek plaatsgevonden met de directeur van de SCEZ, de heer Scholten, en de monumentenwachters over de totstandkoming van de inspectierapporten en wat de achtergronden waren van de (grote) verschillen tussen twee opvolgende inspectierapporten. Een verslag van dit gesprek is naar alle raadsleden gestuurd. De gebouwenbeheerder heeft vervolgens vele gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van de SCEZ over de op te stellen meerjarenonderhoudsplannen. Uiteindelijk is na vele gesprekken duidelijk geworden dat het zelfstandig vervaardigen van een MJOP niet tot de mogelijkheden van
12.019765
8
GEMEENTE REIMERSWAAL de SCEZ behoort. De SCEZ heeft uiteindelijk aangegeven dat dit is voorbehouden aan een marktpartij. Hiervoor is inmiddels een beroep gedaan op het adviesbureau Conserf. Aanpak/Uitvoering Het voorgaande samenvattend wordt geadviseerd: 1. de eenmalige kosten die gemoeid zijn met het oplossen van de acute behoefte aan molenonderhoud te dekken door voor een totaalbedrag van € 185.481,-- een beroep te doen op de reserve monumenten. 2. de jaarlijkse storting in de VOG te verhogen met € 3.500,-- naar € 30.000,-- om het reguliere onderhoud aan alle gemeentelijke monumentale gebouwen en uurwerken structureel te kunnen bekostigen 3. de toegekende subsidiebedragen die ontvangen zullen worden in de jaren 2013 tot en met 2018 toevoegen aan de reserve monumenten. 4. gebruik te blijven maken van alle subsidiemogelijkheden bij het uitvoeren van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden aan de gemeentelijke molens. 5. niet over te gaan tot het oprichten van een stichting voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke molens. 6. af te tasten of er belangstelling bestaat voor het doen oprichten van een vereniging per molen voor het uitvoeren van klein onderhoud aan de gemeentelijke molens. Lasten, baten en dekking De kosten voor het extra onderhoud worden verantwoord op het product Monumenten 454100, en komen ten laste van de reserve monumenten. De verhoging van de periodieke storting in de VOG wordt ten laste gebracht van de post onvoorzien structureel 492200/40000001. Standpunt opinieraad Gereed voor besluitvorming.
12.019765
9