Raadsvoorstel Agendapunt: 10 Onderwerp: Voorstel inzet Automatische Externe Defibrillatoren. Portefeuillehouder: C.C. Leppink-Schuitema.
Aanleiding: Op 28 november 2007 heeft er in een gecombineerde commissievergadering van Samenleving en AB&M een discussie plaatsgevonden over de inzet en het decentraal plaatsen van Automatische Externe Defibrillatoren (AED’s), ook wel genoemd first responders. In die vergadering is toegezegd dat het college medio 2008 zou komen met voorstellen daartoe naar uw raad. In de periode gelegen tussen voornoemde commissiebehandeling en nu hebben zich ook op regionaal niveau (Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland) ontwikkelingen op dit terrein voorgedaan. Echter die ontwikkelingen bevinden zich nu nog in een pril stadium. Deze ontwikkelingen zullen wij vanuit een positieve houding volgen. Om voornoemde toezegging aan uw raad gestand te doen komen wij nu met concrete voorstellen. Wanneer daartoe aanleiding bestaat zullen wij in een later stadium uw raad informeren over de ontwikkelingen zoals die in regionaal verband hebben plaatsgevonden. Indien nodig zullen wij dan ook met aanvullende voorstellen komen. Situatie/ probleem: Spreidingsbeleid. Een Automatische Externe Defibrillator is een draagbaar apparaat dat wordt toegepast op een persoon met een circulatiestilstand van het hart (hartfalen). Daarbij wordt op een geautomatiseerde manier een elektrische schok toegediend, met als doel het hart weer in een normaal ritme te brengen. Cruciaal hierbij is de tijdfactor. Hoe sneller het toedienen van de elektrische schok mogelijk is hoe groter de overlevingskans van betrokkene. Om te beginnen moet altijd 112 gebeld worden. Nadrukkelijk moet gesteld worden dat het decentraal inzetten van AED’s altijd aanvullend is op de professionele ambulancezorg. Jaarlijks zijn er ongeveer 20 meldingen van vermoedelijke hartstilstand in de gemeente Montferland. Een exact getal is niet te noemen omdat hartstilstand wordt geregistreerd onder “onwel wording”. Deze type melding omvat meer dan alleen hartstilstand. Met de inzet van AED’s kunnen levens gered worden. Dat in ogenschouw nemende hebben wij gemeend dat de inzet van AED’s een onderdeel moet gaan worden van het lokaal preventief gezondheidsbeleid. In de begin dit jaar door uw raad vastgestelde nota “Gezond met verstand in Montferland” is dat ook als zodanig vastgelegd en als actiepunt opgenomen. Oplossing: Hoe een lokaal AED-beleid concreet vorm te geven ? Wij stellen voor daartoe een 2-sporenbeleid te gaan voeren. Het eerste spoor is op een –beperkt- aantal plaatsen in de gemeente AED’s decentraal te gaan plaatsen. Wij gaan daarbij uit van de volgende criteria: 1. Er dient deskundig, daartoe opgeleid personeel, in de directe nabijheid van zo’n apparaat te zijn. 2. De apparaten moeten daar geplaatst worden waar sprake is van een meer dan gebruikelijk samenzijn van mensen. Incidenteel, danwel structureel. Bovendien moet er sprake zijn van extra risico’s. 3. Het inzetten van AED’s kan niet los gezien worden van het geheel van reanimatieactiviteiten. 4. Er mag geen sprake zijn van het creëren van “schijnveiligheid”. 5. De aansprakelijkheid moet gezekerd zijn. 6. Financieel moet het haalbaar zijn. 7. De apparaten moeten compatibel zijn met de apparatuur van de professionele hulpverleners.
Het bovenstaande concreet uitgewerkt betekent een start te maken met het plaatsen van AED’s bij: a. sportcentrum te ’s-Heerenberg; b. sporthal De Muizenberg te Didam; c. sporthal Het Raland te Didam; d. zwembad De Hoevert te Didam (heeft inmiddels aangeschaft); e. EHBO-verenigingen in de gemeente. - De verenigingen in Didam, Kilder en Zeddam hebben een aanvraag om een bijdrage ingediend. - De verenigingen ’s-Heerenberg-Stokkum en Beek/Loerbeek zal gevraagd worden of zij de AED taak ook op zich willen nemen. O.a. in te zetten bij grootschalige evenementen. Het tweede spoor is om de uitruk met AED’s tot een brandweertaak te maken. De afdeling brandweer kan door de paraatheid en taak, die zij al heeft in het kader van brand en hulpverlening, hier ook een rol in spelen. Het gaat er daarbij om zo snel mogelijk (binnen de eerste 6 minuten wordt het maximale bereikt) bij een (vermoedelijke) hartstilstand een AED-apparatuur in te zetten. Deze extra brandweertaak, uitsluitend bij hartfalen, moet ook gezien worden als een aanvulling op de ambulancezorg. Op dit moment zijn voor mensen die getroffen zijn door een hartstilstand de overlevingskansen maar 5 tot 10 procent. Wanneer binnen 6 minuten kan worden begonnen met defibrilleren stijgt de overlevingskans van getroffenen door een hartstilstand met 50 tot 70 procent. In heel veel gevallen is de inzet daarvan echter ook onvoldoende om erger te voorkomen. Om tot een goede afweging te kunnen komen of deze First Responder taak kan worden gerealiseerd door de brandweer van de gemeente Montferland zijn de volgende punten van belang: - wat is de meerwaarde van de First responder taak ten opzichte van de ambulancezorg ; - is voldoende personele ruimte en draagvlak om deze First Responder taak uit te voeren; - wat zijn de consequenties en verantwoordelijkheden bij het uitoefenen van de First responder taak ? Meerwaarde First responder taak brandweer ten opzichte van de ambulancezorg. De brandweer als parate hulpverleningsdienst is door de wijze van alarmering 24 uur paraat. Het uitgangspunt van de brandweerzorg is dat de brandweer in de standaard gevallen binnen 8 minuten ter plaatste is. De (wettelijke) termijn dat de ambulances ter plaatse moeten zijn is landelijk gesteld op 15 minuten. Dit betekent op voorhand een theoretische tijdwinst van 7 minuten. De brandweer is dus in nagenoeg 100% van de gevallen sneller ter plaatse dan de ambulance en het merendeel van de meldingen (ruim) binnen de 8 minuten (hoofdkernen). De gemiddelde aankomsttijd van ambulances (spoedeisende meldingen) in de gemeente is binnen de gestelde norm. Uitzondering is de kern Stokkum. Wanneer de First Responder taak door de brandweer wordt uitgevoerd is een klein voertuig nodig in beide standplaatsen (Didam en ’s-Heerenberg) welke wordt bemand door drie personen in plaats van minimaal zes personen, zoals bij een tankspuitauto. Hierdoor kan sneller worden uitgerukt. Personele ruimte en draagvlak First Responder taak In beide brandweerposten is draagvlak voor de extra First responder taak. Van beide brandweerposten is ca. de helft van de brandweermensen bereid deze extra taak daadwerkelijk in te vullen. Hierdoor kan een inzet van de First responder taak voor ongeveer 95% van het jaar met drie personen worden gerealiseerd. Een zorgvuldig nazorg traject van ingezet personeel is noodzakelijk. Dit nazorgtraject past in het Regionale nazorgtraject brandweer zoals dat dit jaar van kracht is. De brandweer is bereid ook nazorg te verlenen aan anderen dan de eigen mensen. Gedoeld wordt op het “eerste spoor”. Dit vanuit het regionale nazorgtraject waarin ook Montferland participeert.
Wat zijn de consequenties en verantwoordelijkheden bij het uitoefenen van de First responder taak ? Omdat de First responder taak een extra taak is voor de afdeling brandweer betekent dit een aantal consequenties en verantwoordelijkheden voor de gemeente. De First responder taak is een (spoedeisende) taak wat betekent dat de verantwoordelijkheid voor personeel en materieel bij de gemeente ligt. Dit betekent dat zowel personeel als materieel aan de geldende wet -en regelgeving moet voldoen. Dit betekent dat de in te zetten brandweermensen: - moeten zijn opgeleid om de AED apparatuur te gebruiken; - in het bezit moeten zijn van het diploma brandweerchauffeur om de noodzakelijke spoedeisende taak te kunnen uitvoeren. Dit mag alleen met goedgekeurde brandweervoertuigen, dus niet met privévoertuigen; - een nazorg traject voor het personeel aanwezig moet zijn. Voor het materieel betekent dit dat gebruik moet worden gemaakt van (twee) kleine interventievoertuigen die conform landelijke richtlijnen zijn uitgevoerd voor de spoedeisende taak. Dit kunnen geen standaard brandweervoertuigen zijn omdat deze een andere taak, namelijk brandinzet of hulpverlening hebben. Indien deze brandweervoertuigen hiervoor wel worden ingezet zijn ze niet inzetbaar voor hun feitelijke taak. Dit betekent een verhoogd aansprakelijkheidsrisico voor de gemeente. Daarbij is op psychologische gronden het niet verstandig om uit te rukken met een voertuig wat dus danig groot en zwaar is dat daarmee ongewenste neveneffecten voor slachtoffer en omgeving ontstaan. Communicatieparagraaf: Na instemming van uw raad met het geformuleerde beleid zal in overleg worden getreden met leveranciers, de professionele hulpverleners, de brandweer en de organisaties aan wie een bijdrage in de aanschaf van een AED ter beschikking wordt gesteld. Uitgangspunt bij decentraal plaatsen is dat de gemeente alleen de aanschaf bekostigt. De opleiding en het onderhoud komen voor rekening van de houders van zo’n AED. Financiële consequenties: Er zijn middelen gemoeid bij het decentraal plaatsen van AED’s. Een AED kost ca. € 2.000,--. Afhankelijk van het aantal en het type AED bedragen de kosten totaal ca. € 18.000,--.. Dekking kan gevonden worden uit het overschot op de jaarrekening van de GGD over 2006, hiervan is € 15.000,-- gereserveerd voor aanschaf AED’s. De resterende dekking kan plaatsvinden uit het overschot op de jaarrekening GGD 2007. Ten aanzien van de extra taak voor de Brandweer zijn de benodigde gelden reeds opgenomen als nieuw beleid in de begroting 2008 (€ 23.000,--) en de meerjarenbegroting 2009- 2011 (respectievelijk € 11.000,--; € 15.000,-- en € 11.000,--). Bedragen zijn exclusief indexering. Conclusie: Met het voorgestelde beleid wordt een impuls gegeven aan het lokaal preventief volksgezondheidsbeleid. Indien u hiermee instemt wordt gerealiseerd dat voor het overgrote deel van het grondgebied van de gemeente gedurende ca. 95% van het jaar een First responder binnen 8 minuten inzetbaar is. Evaluatie: Er wordt door de deskundigen niet gepleit om meteen over te gaan tot het grootschalig plaatsen van AED’s, bijvoorbeeld in elke kern of dorp zonder de daarbij behorende infrastructuur te kunnen realiseren. Dit ter voorkoming van schijnveiligheid. Zie de hiervoor genoemde argumenten. Daarom wordt begonnen met het op beperkte schaal uitzetten van deze apparaten. Na een evaluatie en heroverweging door ons college kan in de toekomst eventueel tot een bredere verspreiding worden besloten en overgegaan. Zo nodig zullen wij daartoe met een aanvullend voorstel naar uw raad toe komen. De hiervoor reeds genoemde regionale ontwikkelingen zullen daarbij nauwlettend in het oog worden gehouden. Ten aanzien van deze extra brandweertaak wordt vooralsnog uitgegaan van een periode van maximaal 5 jaar.
Advies: - Besluiten dat het plaatsen van AED’s mede een gemeentelijke taak is in het kader van lokaal preventief gezondheidsbeleid. - Beslissen dat de First responder taak een extra taak is voor de brandweer van de gemeente Montferland. - Het college op te dragen uitvoering te geven aan het lokale AED beleid zoals geformuleerd in dit raadsvoorstel. Commissiebehandeling: In de commissie AB&M kwamen de criteria aan de orde voor het plaatsen van een AED. De 7 criteria genoemd op pagina 1 worden hieronder nader verklaard: 1. Het gebruik van een AED kan niet los gezien worden van het gehele proces van reanimeren. Zowel voor het reanimeren zelf als het gebruik van een AED is een opleiding noodzakelijk. 2. Uit informatie van deskundigen blijkt dat het niet zinvol is dergelijke apparaten op willekeurige plekken te plaatsen. Daarom wordt voorgesteld als uitgangspunt in eerste aanleg te kiezen voor de locaties zoals genoemd. Ad 3. Te allen tijde dient er als eerste 112 gebeld te worden. Maar tot de komst van de professionele hulpverleners (ambulance) dient meteen met reanimeren, waaronder de inzet van een AED, begonnen te worden. De eerste minuten zijn van eminent belang voor de overlevingskansen. Iedere minuut eerder begonnen geeft 10% meer kans. Ad 4. Door het plaatsen van AED’s op allerlei plekken in de gemeente zou er sprake kunnen zijn van het creëren van schijnveiligheid. Dat moet voorkomen worden. Een AED heeft volgens de deskundigen geen zin als er niet ook reanimatieactiviteiten worden ingezet. Het komt voor dat omstanders geen actie ondernemen als er sprake is van een noodsituatie, zoals bijv. bij hartfalen en er niet, laat staan adequaat, wordt ingegrepen. Ad. 5. Bij gebruik van een AED door daartoe gekwalificeerde hulpverleners, is er geen grond om tot aansprakelijkheidstelling over te gaan als het reanimeren niet het gewenste resultaat heeft. Er is geen wettelijke verplichting om AED apparatuur voor handen te hebben in gemeentelijke accommodaties (waaronder ook dorpshuizen e.d.). Ad 6. Een AED kost ongeveer € 2.000,--. Ze zijn nagenoeg onderhoudsvrij. Dekking van de kosten van aanschaf kan worden voldaan uit de terugontvangen bijdrage van de GGD Gelre-IJssel over de jaren 2006 en 2007. De beheerders van een AED dienen zelf de exploitatielasten voor hun rekening te nemen. Mogelijk dat er aanvullende bijdragen van sponsoren kunnen worden gegenereerd. Ad 7. Bij een eventuele aanschaf is het van belang dat de apparaten compatibel zijn met de apparaten van de professionele hulpverleners. Daardoor worden onnodige handelingen, en daarmee kostbare tijd, bespaard. Nadrukkelijk kwam naar voren dat het voorliggende AED-beleid een eerste aanzet betreft. Daarom is ook gekozen voor de locaties zoals in het voorstel genoemd. Bij de uitvoering zal er op gelet worden dat er niet geplaatst wordt in de directe omgeving van een al aanwezige AED. De inventarisatie die daartoe plaatsvindt zal ook gebruikt worden in het kader van de regionale ontwikkelingen die gaande zijn. In VNOG-verband worden voorbereidingen getroffen om op termijn te komen tot zogenaamde Burenhulp (ook wel Lekenhulp genoemd) middels SMS-alert. Op basis van de criteria en gehoord de discussie in de commissie wordt aanvullend voorgesteld om ook een AED te plaatsen in het Dorpshuis te Braamt. Dit gelet op het feit dat daar dagelijks een groep mensen samenkomt waarbij ook sprake is van een verhoogd risico. Zie ook de op pagina 1 genoemde plaatsingscriteria onder nummer 2. Ten aanzien van de Brandweer wordt een minimale paraatheid van 95% gegarandeerd, en gestreefd naar 99% paraatheid. Na 1 jaar zal bij de kengetallen van de Programmarekening gerapporteerd worden over de daadwerkelijke paraatheid.
Eindadvies: - Besluiten dat het plaatsen van AED’s mede een gemeentelijke taak is in het kader van lokaal gezondheidsbeleid. - Beslissen dat de First responder taak een extra taak is voor de brandweer van de gemeente Montferland. - Het college op te dragen uitvoering te geven aan het lokale AED beleid zoals geformuleerd in - dit raadsvoorstel. - Aanvullend op de al voorgestelde locaties, ook een AED plaatsen in het Dorpshuis te Braamt.
Didam, 17 juni 2008. Burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland,
De secretaris, T.M.J.M. Evers
De burgemeester, C.C. Leppink-Schuitema