VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
AGENDAPUNT 10
Nummer: 724800
Onderwerp: Bestuursrapportage 2013 no. 2 In D&H:
In Cie: In AB: Portefeuillehouder:
ste
17-09-2013 (1 behandeling) 24-09-2013 (2de behandeling) 29-10-2013 BMZ 16-10-2013 (ter consultering) SKK 16-10-2013 (ter consultering) 13-11-2013 (ter kennisneming) Kromwijk
Steller:
M. Vijverberg
Telefoonnummer: Afdeling:
030) 634 59 99 Management ondersteuning
Geheim:
ja
nee
Voorstel Gelet op het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur in zijn vergadering van 30 juni 2010 (nr. 300584); stelt het college u voor: kennis te nemen van de bestuursrapportage 2013 no.2 en deze te betrekken bij de behandeling van de ontwerpbegroting 2014, in uw vergadering van 13 november 2013.
BMZ SKK Advies commissie De bestuursrapportage 2013 no.2 is ter consultering voorgelegd aan de gecombineerde commissie BMZ/SKK van 16 oktober 2013. De commissie adviseert met brede instemming deze Burap ter informatie door te geleiden naar de vergadering van het Algemeen Bestuur van 13 november 2013. Reactie college op advies commissie Het college heeft de Burap 2013-no.2 vastgesteld in zijn vergadering van 29 oktober 2013. Daarbij zijn n.a.v. de commissiebehandeling een aantal tekstuele wijzigingen (pagina 33, 46, 47 en 60 aangebracht. Er zijn geen cijfermatige wijzigingen doorgevoerd.
DM 724800
-1-
INLEIDING Het college brengt drie maal per jaar een bestuursrapportage uit aan het algemeen bestuur. Deze rapportage is onderdeel van de Planning & Control – cyclus en het college geeft hiermee invulling aan artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze cyclus begint met de voorjaarsnota, die op hoofdlijnen het beleid voor de volgende 4 jaren weergeeft en waarin tevens een meerjarenraming in wordt afgegeven. De volgende stap in de cyclus is de begroting waarin in het bijzonder de eerste jaarschijf nader wordt uitgewerkt. Uiteindelijk wordt in een drietal bestuursrapportages de prognose afgezet tegen de begroting en in het jaarverslag wordt de werkelijkheid afgezet tegen de begroting. Waar de jaarrekening zich beperkt tot de besteding van middelen gaat de bestuursrapportage verder. ste In de drie bestuursrapportages rapporteren we, in aansluiting op de begroting 2013 (inclusief de 1 begrotingswijziging 2013), over de geleverde prestaties. Deze prestaties zijn per programma geformuleerd. Hierbij wordt stil gestaan bij de voortgang in kwaliteit, tijd en financiën. Hierover wordt in deze rapportage gerapporteerd op basis van afwijkingen. Met andere woorden op de punten waar de voortgang daartoe aanleiding geeft, wordt een toelichting gegeven. Bij deze 2e bestuursrapportage, die rapporteert over de periode januari 2013 tot en met juni 2013, wordt stilgestaan bij de (eind)doelstellingen en prestaties, die eventueel moeten worden bijgesteld. Naast de geleverde prestaties komen de exploitatiekosten en de investeringsuitgaven per programma naar voren. De opzet sluit hiermee aan op de begroting van 2013.
FINANCIËLE CONSEQUENTIES Het geprognosticeerde resultaat komt per saldo uit op nul. De geprognosticeerde tekorten worden zoveel mogelijk opgelost binnen de programma’s waar ze ontstaan. Voor zover er binnen de programma’s onvoldoende dekking aanwezig is, wordt voor het restant een begrotingswijziging voorgesteld. Daarbij wordt de ruimte binnen andere programma’s aangewend, zodanig dat per saldo geen extra budget nodig is. In deze begrotingswijziging is tevens de geprognosticeerde tegenvaller op belastinginkomsten gecompenseerd. Het waterschap slaagt er in 2013 in om de doelstellingen voor een belangrijk deel te realiseren. Van het totale aantal pi’s loopt ca 84% conform planning (norm voor 2013 is 75%). Op onderdelen lukt dit echter nog niet altijd binnen de gestelde termijnen en/of middelen. De afwijkende beoordelingen van de prestatieindicatoren hebben voornamelijk betrekking op de factoren tijd en geld. Bij deze afwijkende beoordelingen zijn maatregelen ter bijsturing vermeld.
DM 724800
-2-
KANTTEKENINGEN (niet van toepassing)
UITVOERING (niet van toepassing)
COMMUNICATIE (niet van toepassing)
BIJLAGE(N) nee ja, namelijk Bestuursrapportage 2013 nr. 2 (DM 706691)
TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, J. Miedema
DM 724800
-3-
Bestuursrapportage 2013 no. 2 (januari tot en met juni 2013)
Definitieve versie vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden in zijn vergadering van 29 oktober 2013
Docs#706691.v15-Burap_2013
Voorjaarsnota Begroting Bestuursrapportage no. 1 Bestuursrapportage no. 2 Jaarrekening en jaarverslag
Inhoud
1.
Voorwoord en leeswijzer ...................................................................................................... 3
2.
Bestuursrapportage in één oogopslag ............................................................................... 5
4
Programma’s ....................................................................................................................... 12
0H
1H
2H
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k.
Primaire en regionale waterkeringen ............................................................................ 13 Calamiteitenzorg ........................................................................................................... 17 Muskusrattenbeheer...................................................................................................... 18 Watersysteembeheer .................................................................................................... 20 Beperking wateroverlast................................................................................................ 25 Kwaliteit van het oppervlaktewater................................................................................ 27 Zuiveringsbeheer........................................................................................................... 30 Lastendruk..................................................................................................................... 36 Tevredenheid belanghebbenden .................................................................................. 37 Maatschappelijk verantwoord ondernemen .................................................................. 39 Bestuur en organisatie .................................................................................................. 40
5
Belastingopbrengsten ........................................................................................................ 42
6
Investeringen ....................................................................................................................... 44
7
Paragrafen............................................................................................................................ 46 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9
Ontwikkelingen sinds het vaststellen van de begroting ................................................ 46 Uitgangspunten en normen ........................................................................................... 46 Kostentoerekening ........................................................................................................ 46 Reserves en voorzieningen........................................................................................... 46 Waterschapsbelastingen ............................................................................................... 46 Weerstandsvermogen ................................................................................................... 46 Financiering ................................................................................................................... 48 Verbonden Partijen........................................................................................................ 50 EMU Saldo .................................................................................................................... 51
Bijlage 1 Afkortingen en begrippen........................................................................................... 53 Bijlage 2 Rapportage Watergebiedplannen .............................................................................. 55 Bijlage 3 Overzicht lopende investeringsprojecten................................................................. 56 Bijlage 5 Overzicht aanbestedingen.......................................................................................... 62 Bijlage 6 Stand van zaken subsidies......................................................................................... 64 Bijlage 6 Stand van zaken subsidies......................................................................................... 64
2
1. Voorwoord en leeswijzer Voorwoord Met ingang van 2013 is de Planning & Controlcyclus gewijzigd. In 2013 zullen er drie bestuursrapportages worden opgesteld waarvan de tweede nu voorligt. Deze bestuursrapportage geeft inzicht in de periode januari 2013 tot en met juni 2013. In de nieuwe vorm brengt het college de bestuursrapportage, drie keer uit als onderdeel van de Planning & Controlcyclus, uit aan het algemeen bestuur. Het college geeft hiermee invulling aan artikel 10, tweede lid, van de verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze cyclus begint met de voorjaarsnota die op hoofdlijnen het beleid voor de volgende vier jaren weergeeft en waar ook een meerjarenraming in wordt afgegeven. De volgende stap in de cyclus is de begroting waarin in het bijzonder de eerste jaarschijf van de voorjaarsnota nader wordt uitgewerkt. De bestuursrapportage geeft vervolgens antwoord op het resultaat van de drie W-vragen die in de begroting zijn gesteld: • • •
Wat willen we bereiken? Wat doen we ervoor? Wat zijn de kosten?
De Bestuursrapportage 2013 no. 2 geeft inzicht in de doelrealisatie tot en met juni en een verwacht kleuroordeel per eind 2013. Bovendien geeft deze rapportage inzicht in het saldo van de kosten en overige opbrengsten evenals de belastingopbrengsten tot en met juni 2013 met daarbij een verwachting van het resultaat per ultimo 2013. Verwachte financiële afwijkingen in 2013 groter dan € 25.000 per product zijn in deze rapportage opgenomen Vanaf 2011 worden naast de bestuursrapportages tussentijds (voor de zomervakantie en voor de begrotingsvaststelling) overzichten verstrekt met de stand van zaken van de investeringsplanning.
Leeswijzer Doelstellingen en prestatie-indicatoren (PI) In hoofdstuk 3 Programma’s beoordelen we de geleverde prestaties aan de hand van de volgende criteria: • Kwaliteit (K); • Tijd (T); • Geld (G). In totaal gaat het om 98 x 3 (K/T/G) = 294 beoordelingen.
Tabel 1 – Symbolen en definitie Definitie goed op schema voldoende, niet op schema maar niet kritisch onvoldoende, niet op schema en kritisch Werkwijze beoordelingen Bestuursrapportage 2013 no. 2 In de beoordeling is gekeken naar de resultaten in kwaliteit (K), tijd (T) en geld (G). Daarbij moet worden opgemerkt dat het criterium geld in relatie tot de andere criteria wordt beoordeeld. Daarmee wordt bedoeld dat bij de beoordeling van het criterium geld rekening wordt gehouden met de voortgang van het project in de tijd. Als bijvoorbeeld de realisatie van een project in de tijd achter ligt en de uitgaven ook
Symbool +/+ +/-/in verhouding achterblijven, dan wordt de tijd oranje of zelfs rood beoordeeld, maar geld groen. De rapportage gaat over het verwachte kleuroordeel eind 2013. Als bijvoorbeeld de norm 8 is en de realisatie t/m juni 2013 op 1 staat, dan kan het kleuroordeel toch groen zijn, omdat men weet dat er in de tweede helft van het jaar nog 7 gerealiseerd worden. Datzelfde geldt voor een prestatie-indicator, waarbij als norm bijvoorbeeld een besluit is vermeld.
3
Als de realisatie tot en met juni 2013 ‘nee’ is, maar de verwachting is dat het besluit in de tweede helft van het jaar valt, dan staat alles op groen. De reden van een afwijkend kleuroordeel ten opzichte van wat men zou verwachten op basis van de realisatie tot en met juni 2013, wordt vermeld in de toelichting. In de toelichting wordt verder vermeld waarom kleuroordelen anders dan groen zijn, wat de gevolgen hiervan zijn en welke acties er ge-
nomen worden om zo snel mogelijk de doelstelling alsnog te realiseren. Bestuursrapportage in één oogopslag In hoofdstuk 2 treft u een samenvatting aan van de cijfers, uitgesplitst naar programma’s, kostensoorten en belastingcategorieën. Bovendien treft u een overzicht aan van de doelstellingen en prestatie-indicatoren per programma.
4
2. Bestuursrapportage in één oogopslag 0B
Tabel 2 – Bestuursrapportage in een oogopslag
Primaire begroting 2013 Kosten Veiligheid Primaire, regionale en overige waterkeringen Muskusrattenbeheer Calamiteitenzorg Voldoende water Watersysteembeheer Beperking wateroverlast Schoon water Kwaliteit van het oppervlaktewater Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Tevredenheid belanghebbenden Bestuur en organisatie Totaal kosten Overige opbrengsten Veiligheid Primaire, regionale en overige waterkeringen Muskusrattenbeheer Calamiteitenzorg Voldoende water Watersysteembeheer Beperking wateroverlast Schoon water Kwaliteit van het oppervlaktewater Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Tevredenheid belanghebbenden Bestuur en organisatie Totaal overige opbrengsten Saldo kosten en overige opbrengsten
Herziene begroting 2013
Realisatie 2013 t/m juni
Prognose Resultaat 2013 2013
V/N
20,4 9,6 10,5 0,3 27,4 24,3 3,1 50,3 4,0 46,4 21,3 4,0 17,3
20,4 9,6 10,5 0,3 27,4 24,3 3,1 51,2 4,0 47,2 21,2 4,0 17,2
7,7 2,8 4,8 0,1 15,8 14,8 1,0 24,2 1,6 22,6 12,1 2,6 9,5
20,5 9,7 10,5 0,3 28,4 25,3 3,1 52,3 4,2 48,1 18,5 4,0 14,5
0,1 0,1 0,01,0 1,0 0,01,1 0,2 0,9 2,72,7-
N N V N N V N N N V
119,5
120,2
59,7
119,7
0,5-
V
8,1 0,4 7,6 0,1 3,6 3,4 0,2 2,2 2,2 2,1 0,5
1,6
8,1 0,4 7,6 0,1 3,6 3,4 0,2 2,2 2,2 2,1 0,5 1,6
7,0 0,4 6,7 0,0 1,1 1,1 0,0 1,5 0,0 1,5 0,9 0,0 0,9
8,1 0,4 7,6 0,1 3,6 3,4 0,2 2,2 2,2 2,1 0,5 1,6
-
16,0
16,0
10,5
16,0
-
103,5
104,2
49,2
103,7
V
0,5-
V
Bedragen zijn in miljoenen euro's
5
Tabel 3 – Verantwoording per kosten- en opbrengstensoort Begroting 2013 Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
Herziene begroting 2013 (inclusief 1e BW)
Realisatie 2013 t/m juni
Prognose Resultaat
V/N
53,9 30,9 23,9 10,8
54,7 30,9 23,8 10,8
27,3 15,4 12,2 4,9
52,8 30,9 25,2 10,8
1,91,4 -
V
119,5
120,2
59,7
119,7
0,5-
V
Overige opbrengsten Overige opbrengsten, excl. geactiveerde lasten Geactiveerde personeelslasten (incl. baggeren) Geactiveerde rente
11,5 3,3 1,2
11,5 3,3 1,2
8,9 0,5 1,2
11,5 3,3 1,2
-
Totaal overige opbrengsten
16,0
16,0
10,5
16,0
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
103,5
104,2
49,2
103,7
0,5-
V
Netto bijdrage belastingcategorieën Netto bijdrage belastingcategorieën
100,0
100,0
99,2
99,5
0,5-
N
3,5 103,5 0,0 -
4,2 104,2 -
99,2 50,0
99,5 4,2-
0,50,0
N
Totaal kosten
Mutaties reserves Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na netto bijdrage en mutaties reserves Bedragen zijn in Miljoenen euro's
N
Tabel 4 – Netto bijdrage per belastingcategorie Primaire begroting 2013 Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen Watersysteemheffing overig ongebouwd Watersysteemheffing natuur Watersysteemheffing gebouwd Zuiveringsheffing Verontreinigingsheffing
Herziene begroting 2013 (inclusief 1e BW)
Realisatie 2013 t/m juni
Prognose Resultaat 2013 2013
V/N
18,6 3,7 0,0 23,8 53,8
18,6 3,7 0,0 23,8 53,8
18,7 3,7 0,0 23,6 53,1 0,0
18,6 3,7 0,0 23,8 53,3 -
0,10,0 0,0 0,5-
N V
100,0
100,0
99,2
99,5
0,5-
N
Mutaties reserves Toevoeging reserves Onttrekking reserves
-
-
-
Saldo na netto bijdrage en mutaties reserves
3,5-
4,2-
Totaal netto bijdrage
V N
Bedragen zijn in duizenden euro's
49,9
4,2-
-
Bedragen zijn in miljoenen euro's
6
Tabel 5 - Overzicht programma’s, doelstellingen en Prestatie-indicatoren (PI) Bestuurlijk thema en programma
Doelstelling
Maatregelen/PI
Aantal Pi’s rood/oranje
Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen (wettelijk/provinciaal/HDSR)
1 t/m 15
5
Doelstelling 2 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen
16
0
Doelstelling 3 - Een doelmatig en doeltreffend functionerend calamiteitenzorgsysteem
17-19
0
Doelstelling 4 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt Doelstelling 4 - Een doelmatig en doeltreffend functionerend calamiteitenzorgsysteem
20-21
0
4. Watersysteembeheer
Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied.
22 t/m 41
15
5. Beperking wateroverlast (voorheen Nationaal Bestuursakkoord Water)
Doelstelling 6 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform Bestuursakkoord Water op orde.
42 t/m 45
5
6.Kwaliteit van het oppervlaktewater
Doelstelling 7 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater
46 t/m 60
3
7. Zuiveringsbeheer
Doelstelling 8 – Voldoen aan lozingseisen, afnameverplich- 61 t/m 63 ting en overige eisen.
0
Doelstelling 9 – De laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalketen
64 t/m 73
5
Doelstelling 10 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken
74 t/m 79
7
Doelstelling 11 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten
80 t/m 81
0
Doelstelling 12 - Het waterschap is zichtbaar in de samenleving.
82 t/m 88
1
Doelstelling 13 - Integreren vaarwegbeheer in het waterbeheer.
89
1
Doelstelling 14 – Werken op een dienstverlenende en ingepland gerichte wijze.
90 t/m 92
2
Doelstelling 15 - Vergroting beleving door recreëren, cultuur en landschap
93
1
10. Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid
Doelstelling 16 - Duurzaamheidscriteria worden toegepast bij het inkopen en aanbesteden
94 /m 95
0
11. Bestuur en organisatie
Doelstelling 17 – Een efficiënte en effectieve organisatie.
96 t/m 98
0
Totalen:294
keer +/+ 249
Veiligheid 4
4 3.
Primaire, regionale en overige waterkeringen
Calamiteitenzorg Muskusrattenbeheer
Voldoende water
Schoon water
Bestuur, middelen en maatschappij 8
Lastendruk
9. Tevredenheid belanghebbenden
keer +/- 32
keer -/- 13
7
Conclusie Financieel beeld
Investeringen
Het geprognosticeerde resultaat komt voor 2013 uit op nul. In totaal wordt per saldo een
De verwachting is dat in 2013 voor circa 22,7 mln. aan investeringen wordt gerealiseerd, dit is ongeveer 7,5 mln. minder dan wat was begroot na verwerking van de 1e begrotingswijziging 2013. De belangrijkste projecten/programma’s waarin het investeringsvolume voor 2013 is verlaagd, zijn:
bedrag van € 2,8 mln. aan tegenvallers opgevangen door actieve sturing op kostenniveau op programma’s binnen de begroting en door compensatie als gevolg van een voorgestelde stelselwijziging voor de afschrijvingsmethodiek . Dit bedrag bestaat uit: • €1.4 mln. nadelig als gevolg van stijging in afschrijvingskosten als gevolg van grotere omvang van geactiveerde projecten en een korte afschrijvingsduur dan begroot. Zie voor een toelichting pagina 10 bij het onderdeel “Afschrijvingen”. • €0,9 mln. nadelig als gevolg van overschrijding op overige exploitatieonderwerpen. • €0,5 mln. nadelig als gevolg van lagere belastingopbrengsten door meer toegekende kwijtscheldingen en het nadelig saldo van opbrengsten uit voorgaande jaren en toevoeging aan de post dubieuze debiteuren.
2e Begrotingswijziging 2013 e
In de 2 begrotingswijziging 2013 wordt in totaal een bedrag van € 2,8 mln. aan tegenvallers opgevangen. Hiervan betreft €1,4 mln. kostenoverschrijdingen die zoveel mogelijk binnen de programma’s waar ze ontstaan worden opgevangen. Hiervoor worden nog niet ingezette indexeringsgelden en meevallers in overige kostensoorten ingezet. Deze elementen worden ook ingezet voor de compensatie van de verwachte tegenvaller in de belastingopbrengsten. Voor zover de compensatie binnen de programma’s niet mogelijk is, wordt een begrotingswijziging voorgesteld. Tevens wordt het bedrag van €1,4 mln. van de eenmalige tegenvaller op de afschrijvingskosten gecompenseerd door systeemwijziging, die separaat en gelijktijdig met de Burap aan het AB wordt aangeboden. Aldus worden alle tegenvallers in kosten en opbrengsten binnen deze begroting 2013 naar verwachting opgevangen. e In aanvulling op de 1 begrotingswijziging is het nodig een bedrag van €7,5 mln. op het begrote investeringsvolume af te ramen. De consequenties hiervan worden verwerkt in e de 2 begrotingswijziging.
• • •
Watergebiedsplannen; Diverse projecten onder het programma Zuiveringsbeheer; Rwzi Utrecht.
Het bedrag wordt grotendeels doorgeschoven naar 2014. De consequenties van de verlaging van de investeringsuitgaven worden opgenomen in de 2e begrotingswijziging, die op 13 november 2013 ter vaststelling in het algemeen bestuur wordt geagendeerd. Een uitgebreide toelichting op de investeringen is opgenomen in hoofdstuk 5 en in bijlage 3 Prestatie-indicatoren Wat we doen om het effect te bereiken is in tabel 4 op pagina 8 samengevat weergegeven In 2013 onderscheiden we 17 doelstellingen en 98 Pi’s. Bovendien is het aantal indicatoren weergegeven dat beoordeeld is als oranje of rood. Van de 98 Pi’s hebben er 45 een afwijkend kleuroordeel. In totaal gaat het om 98 x 3 (K/T/G) = 294 beoordelingen. Hiervan zijn er 13 rood (-/-), 32 oranje / (+/-) en 249 groen (+/+) beoordeeld.
8
Wat vindt het college van de tot en met juni 2013 bereikte resultaten en de verwachting? Algemeen e
Deze 2 Burap rapporteert over de eerste e zes maanden van 2013. In deze 2 Burap wordt gerapporteerd over de, in de begroting 2013, opgenomen doelstellingen en middelen op de voor het algemeen bestuur ste bekende wijze. In de 1 Burap over 2013 is nog een voorbeeld rapportage opgenomen over investeringen met het doel het bestuur beter te infomeren over de voortgang van de e kredieten en projecten. In deze 2 Burap is in bijlage 4 op pagina 61 een overzicht opgenomen van alle AB kredieten van meer van €2 mln. In dit overzicht zijn naast de gebruikelijke gegevens ook het oorspronkelijk toegekende AB krediet, de totale uitgaven tot dusver en het gerealiseerde percentage van de uitvoering opgenomen. Van het totaal aantal pi ’s loopt naar de prognose nu 85% conform planning (249 van de in totaal 294 beoordelingen). De norm voor 2013 was 75%. Hier zitten we boven. Dit vinden we positief en dit is vol-
gens ons een belangrijke vervolgstap op weg naar een hoger realisatie percentage (90%) als einddoel. Financieel beeld e
Het college heeft bij deze 2 Burap 2013 gekeken naar twee hoofdelementen. Ten eerste hoe staat het met de financiën. Voor e het financiële deel heeft het college bij de 2 Burap met name gekeken naar het zo veel mogelijk oplossen van dreigende overschrijdingen en geconstateerde fouten c.q. tegenvallers binnen de programma’s. Deze zijn specifieker toegelicht in het onderstaande overzicht. Naar de mening van het college is het met de voorgestelde maatregelen mogelijk om de geconstateerde (verwachte) tegenvallers op een adequate manier op te vangen. Gesignaleerde knelpunten en de daarvoor gekozen oplossingen
Op basis van de prognose tot ultimo 2013 heeft het college een aantal knelpunten geconstateerd en heeft ook per knelpunt een voorstel tot oplossing geformuleerd. Deze worden hierna puntsgewijs toegelicht.
Tabel 6 – Knelpunten: korte omschrijving en bedragen
Nr. 1
Korte omschrijving Overschrijding op energiekosten bij watersysteembeheer van €195.000 voor 2013 obv extrapolatie van gegevens t/m juni.
3
AQUON overschrijdt haar eigen (recent fors herziene) begroting, omdat zij niet in control zijn en vanwege de veranderde verhouding in de meetvraag tussen de deelnemende waterschappen. Hierdoor zullen ook de Lab.kosten in de begroting van HDSR worden overschreden. Totaal geschat tekort op begroting HDSR €386.000. Incidentele ophoging van exploitatiebudget met €301.000 ten behoeve van deelproject "Herijking bestuurlijke opdracht RWZI Utrecht".
4
Minder belastingopbrengsten a.g.v. hogere kwijtscheldingen door gevolgen van de crisis.
2
5
bedragen (x € 1000) 195
386 301 525
Subtotaal
1.407
Afschrijvingskosten worden eenmalig hoger dan begroot. De oorzaken hiervan worden beschreven in de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10
1.420
Totaal
2.827
Het college stelt de volgende oplossingen voor om de geconstateerde knelpunten aan te pakken: 1. Overschrijding energiekosten bij watersysteembeheer met een bedrag van €195.000. Deze wordt veroorzaakt door een naheffing uit 2012 en gestegen tarieven. Binnen het programma watersysteembeheer is ruimte om deze overschrijding te dekken vanuit de indexatie.
2.Overschrijding van begroting voor laboratoriumkosten met een bedrag van totaal € 386.000,- als gevolg van gestegen kosten bij AQUON en de veranderde verhouding in de meetvraag tussen de deelnemende waterschappen. Hiervoor heeft AQUON in juli van dit jaar een begrotingswijziging 2013 doorgevoerd. Het tekort kan gedeeltelijk gedekt worden binnen de budgetten van de programma’s 9
Kwaliteit Oppervlaktewater en Watersysteembeheer en Zuiveringsbeheer. Voor het overige deel wordt een begrotingswijziging voorgesteld, waarbij de ruimte die binnen het programma Bestuur en Organisatie aanwezig is voor indexatie, wordt ingezet om het resterende tekort te dekken. 3.Incidentele ophoging van het exploitatiebudget met €301.000 ten behoeve van het deelproject “Herijking bestuurlijke opdracht RWZI Utrecht”.Het tekort kan gedeeltelijk worden gedekt binnen het programma Zuiveringsbeheer door ruimte vanuit de indexatie. Voor het overige deel wordt een begrotingswijziging voorgesteld, waarbij de ruimte die binnen het programma Bestuur en Organisatie aanwezig is voor indexatie, wordt ingezet om het resterende tekort te dekken. 4 Lagere belastingopbrengsten, een tegenvaller van €525.000. De belastingopbrengsten zullen in 2013 volgens onze inschatting lager uitvallen dan begroot. Deze lagere opbrengsten zijn grotendeels te compenseren in het rekeningresultaat door verwachte meevallers aan de kostenkant. Deze zijn verdeeld over alle programma’s. Een belangrijke bijdrage is de eenmalige meevaller in de afschrijvingslasten door een voorgestelde systeemwijziging in de methode van afschrijven. Per saldo worden de kostenoverschrijdingen zoveel mogelijk binnen de programma’s gedekt. Voor het resterende deel wordt een begrotingswijziging voorgesteld, waarbij budgetruimte voor indexatie binnen andere progamma’s wordt ingezet. Het eenmalige tekort op afschrijvingen in 2013 wordt gedekt vanuit een voorgestelde systeemwijziging, zie voor een toelichting hieronder bij “Afschrijvingen”.
Afschrijvingen Bij het opstellen van de eindejaarsprognose van de afschrijvingskosten 2013 is geconstateerd dat de werkelijke afschrijvingskosten (de budgetten zoals opgenomen in de begroting voor afschrijvingskosten) naar verwachting zullen overschrijden met afgerond 1,4 mln.
Oorzaak van de hogere afschrijvingskosten zit in de volgende elementen 1) Grote omvang activering – voor 2013 was uitgegaan van een activering van totaal € 11 mln. terwijl de feitelijke activering t/m april al € 15 mln. bedraagt. 2) Gemiddelde afschrijvingsduur was begroot op 25 jaar terwijl de feitelijk gemiddelde afschrijvingsduur nu op 19 jaar ligt, dus 6 jaar lager. Hierdoor wordt het afschrijvingsbedrag per jaar hoger. Bijkomend punt is de constatering dat op één project, welke in augustus 2011 technisch gereed is gemeld, nog niet afgeschreven werd. Doordat het project niet in de bestaande activa was opgenomen waren hiervoor geen afschrijvingskosten begroot terwijl de afschrijving nu wel gaat starten. Om in de toekomst de afschrijvingskosten beter te kunnen begroten en te beheersen stellen wij voor om over te stappen naar een methodiek waarbij niet dagelijks maar één keer per jaar wordt geactiveerd, namelijk op 31 december. De voorgestelde werkwijze zal tot een verbetering ten aanzien van de werkefficiëntie en beheersing leiden. De betreffende werkwijze wordt bij collega waterschappen veelvuldig toegepast De voorgenomen wijziging is reeds met de accountant afgestemd. Een nadere uitwerking en toelichting van de voorgestelde systeemwijziging wordt met een separaat AB e voorstel gelijktijdig met deze 2 Burap 2013 aangeboden. Het AB voorstel inzake wijziging van de afschrijvingsmethodiek ingaande het jaar 2013, dat gelijktijdig met deze Burap wordt ingediend, betekent: a. Een verbetering van de systematiek b. Een eenmalige dekking van het eerder genoemde tekort in 2013. Namelijk een éénmalige wijziging van 1,6 mln euro positief in 2013, terwijl het verwachte tekort in 2013 1,4 mln bedraagt. Dit resulteert per saldo in een éénmalig voordeel ad € 0,2 mln dat zich verspreid over de diverse programma ’s voordoet.
10
Prestatie Indicatoren Ten tweede hoe staat het met de voor 2013 geformuleerde ambities in relatie tot de verwachte realisatie daarvan eind 2013. Dit betreft dan met name de beoordeling van de prestatie-indicatoren. Iedere prestatie indicator wordt beoordeeld op drie criteria, namelijk kwaliteit, geld en tijd. In totaal leveren 98 prestatie indicatoren 294 beoordelingen e op. Bij deze 2 Burap zijn 249 beoordelingen “groen” gescoord en 45 afwijkend gescoord, namelijk 32 beoordelingen op “oranje” en 13 beoordelingen op “rood”. Gezien de norm
voor de eerste zes maanden van het jaar van 75% beoordelingen op “groen”, is het college tevreden met de behaalde score van 85%. Met de huidige voorgestelde wijzigingen en de daaraan verbonden tweede begrotingswijziging is het college van mening dat hiermee de realisatie 2013 in relatie tot de begroting 2013 (inclusief eerste begrotingswijziging) op een adequate manier beheerst wordt.
11
4 Programma’s 1B
Algemeen Inleiding In dit hoofdstuk beoordelen we de geleverde prestaties aan de hand van de volgende criteria: • Kwaliteit (K); • Tijd (T); • Geld (G) Verder kijken we naar het programmaresultaat.
Toelichting op de opgenomen prestatieindicatoren. In de oorspronkelijke tekst van de begroting 2013, die op 21 november 2012 behandeld is in de vergadering van het algemeen bestuur, zijn 81 prestatie indicatoren opgenomen. Naar aanleiding van de behandeling in de vergadering van het algemeen bestuur d.d. 21 november 2012 is besloten een aantal prestatieindicatoren toe te voegen. In de begroting 2013 is een bijlage opgenomen van het totaal aan prestatie-indicatoren (98 stuks). In de Burap wordt gerapporteerd over de 98 prestatie-indicatoren. De rapportage in de Burap door middel van prestatie indicatoren is gestart in 2009. Het totale aantal prestatie indicatoren is vanaf 2009 van 59 gestegen tot 98 in 2013. Per programma en per thema worden de resultaten weergegeven.
12
Thema Veiligheid a.
Primaire en regionale waterkeringen 7B
Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen (wettelijk/provinciaal/HDSR)
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
1
Afstemmen en uitvoeren GOP primaire waterkeringen
Vastgelegde Concept-GOP afspraken met gereed betrokken partijen. Cumulatief aantal uitgevoerde maatregelen per jaar
GOP afgestemd. Geplande maatregelen voor 2013 zijn uitgevoerd.
GOP oevers op 5 juni jl. vastgesteld door AB, 75% uitgevoerd.
GOP afgestemd met betrokken partijen en afspraken vastgelegd. Jaarlijks zijn de gepland maatregelen uitgevoerd.
2
Categorie Cwaterkering
Uitwerken advies Centraal Holland binnen het Deltaprogramma, in samenwerking met provincies en dijkbeheerders in dijkring 14
Inbreng voor uitwerking advies geleverd
Opnemen advies in voorkeurs-strategie deltaprogramma
Advies is opgenomen in voorkeursstrategie van concept deltaprogramma 2014. Plan van aanpak voor projectoverschrijdende verkenning centraal Holland wordt opgesteld.
3
Toetsing PWK – Toetsverslag aanvullende 3e vastgesteld ronde door college eind 2013
50% aanvullende toetsing gereed
100% aanvullende toetsing gereed
100% aanvullende toetsing gereed. Vaststelling DB oktober 2013.
4
Actualiseren GOP Regionale waterkeringen
Opstellen van een evaluatierapportage met daarin beschreven de bevindingen, conclusies en aanbevelingen
100% gedetailleerde toetsing gereed
Evaluatie GOP RWK gereed
5
Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen
Cumulatief 187 km vooraantal kilomebereid en 134 ters uitgevoerde km gereed. kadeverbetering per jaar
202 km voorbe- 192 km is reid en 156 km voorbereid en gereed 136,7 km is gereed.
6
Toetsing Overige waterkeringen
Toetsverslag gereed in 2013
50% beleidsnota overige waterkeringen gereed
Toetsing Overige waterkeringen gereed
7
Opstellen van legger voor alle waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde leggers
Niet gestart; wacht op beleidsnota overige waterkeringen.
100% Legger Voorstel aan overige watercollege over keringen gereed noodzaak en haalbaarheid opstellen leggers in voorbereiding.
T
G
+/+
+/-
+/+
Oplossing voor dijkring 14 maakt onderdeel uit van Deltabeslissing Veiligheid en wordt uitgewerkt in deelprogramma Rivieren
+/+
+/+ +/+
Aanvullende toetsing gereed eind 2013
+/+
+/+ +/+
Evaluatie GOP Evaluatie GOP voor 100% RWK eind 2013 gereed. Actuali- gereed satie GOP 100% ambtelijk gereed. Besluitvorming en actualisatie AB december 2013.
+/+
+/+ +/+
Alle RWK (316 kilometer) voldoen in 2020 aan de norm
+/+
+/-
Alle Overige waterkeringen zijn getoetst eind 2013
+/+
+/+ +/+
Voor alle waterkeringen eind 2013 vastgestelde leggers
+/+
+/-
Normering (inclusief globale toetsing) overige waterkering in ontwerp gereed (besluitvorming door AB op 2 oktober).
K
+/+
+/+
13
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
8
Actualiseren beheerregister waterkeringen
Opgenomen actuele gegevens in beheerregister waterkeringen
Plan van aanpak opgesteld
Start actualiseren en aanvullen beheerregister waterkeringen
Gestart met actualisatie en aanvulling beheerregister
Beheerregister waterkeringen aangevuld en geactualiseerd
+/+
+/+ +/+
9
Actualiseren algemene regels en beleidsregels
Bestuurlijk vastgestelde algemene regels en beleidsregels en algemene regels waterkeringen
Overzicht gereed
Algemene regels en beleidsregels vastgesteld
Algemene regels en beleidsregels waterkeringen eind 2013 vastgesteld
+/+
+/-
10 Innovatieve monitoringstechnieken
Ontwikkelen kennis van maatgevende parameters en monitoringstechnieken
Inbreng geleverd
Leveren inbreng Inbreng gelevoor pilot Liveverd dijk-Utrecht en voor DDSC (Dijk Data Service Centrum)
Op de hoogte van innovatieve technieken en bekend met toepasbaarheid in eigen waterkeringen
+/+
+/+ +/+
11 Uitvoeren experimenten voorkomen muskusrattenschade
Uitgevoerde pilot
Pilot is gestart (maatregelen uitgevoerd)
Uitvoeren pilot
De maartregelen zijn in uitvoering als onderdeel van de kade verbetering Enkele Wiericke (20132015). Na uitvoering van de kadeverbetering wordt gestart met de monitoring.
Overzicht mogelijke preventieve maatregelen mbt voorkomen muskusrattenschade
+/+
+/+ +/+
12 Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. Keringen
Nieuwe PI: overtredingsdruk (op Keringen)
Gegevens verzamelen en rapporteren
Zie toelichting.
Na 2013 een indicator voor monitoring van het effect van toezicht en handhaving (voor keringen)
+/+
+/+ +/+
13 Opstellen van een beleidsnota overige waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota overige waterkeringen
Pilot voor Eiland Beleidsplan van Schalkwijk vastgesteld in is afgerond 2013
Beleidsnota overige waterkeringen heeft ter inzage gelegen en wordt ter vaststelling in oktober voorgelegd aan het AB.
Beleidsplan vastgesteld in 2013
+/+
+/+ +/+
14 Evalueren en bijstellen beheer- en beleidsplan waterkeringen
Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan
Beleidsplan Beleidsplan gereed voor waterkeringen interne begereed in 2013 spreking. Bestuurlijke aandachtspunt-en zijn afgestemd met portefeuillehouders
Beleidsplan is omgevormd in een beleidsvisie. De wordt eind 2013 voorgelegd aan het college en daarna ter inzage gelegd.
Beleidsplan waterkeringen gereed in 2013
+/+
+/-
15 Opstellen van een compartimenteringsplan voor het boezemstelsel HDSR
Bestuurlijk vastgesteld compartimenteringsplan
Herziening calamiteitenbestrijdingsplan wordt voorbereid.
Plan vastgesteld in 2013
+/+
+/+ +/+
Plan vastgesteld in 2013
Plan van aanpak voor herziening keur kwartet wordt voorbereid, inclusief aanpassing algemene en beleidsregels waterkeringen.
K
T
G
+/+
+/+
14
Doelstelling 2} - Het beperken van de gevolgen van overstromingen Nr.
Maatregel
16 Waterveiligheid krijgt een adequate plaats in de ruimtelijke planvorming
PI/afspraak Aantal gemeenten waar overstromingsrobuuste inrichting onder de aandacht is gebracht
Realisatie 2012 Norm 2013 50%
100%
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
In alle gemeenten zijn afspraken gemaakt over de opname van waterveiligheid in de ruimtelijke ordening en is aandacht voor robuuste ruimtelijke inrichting.
In alle gemeenten zijn afspraken gemaakt over de opname van waterveiligheid in de ruimtelijke ordening en is aandacht voor overstromings-robuuste ruimtelijke inrichting
K +/+
T
G
+/+ +/+
Toelichting Prestatie-indicator nr. 1 Afstemmen en uitvoeren GOP primaire waterkeringen Realisatie De afstemming zal plaatsvinden in de 2e helft van 2013. Het project 'Herstelwerkzaamheden zomerkaden' is momenteel in voorbereiding. In verband met de gesloten dijkperiode volgt de uitvoering in 2014. De omvang van dit project bedraagt €100.000. Dit heeft geen consequenties voor andere projecten en de einddoelstelling. Maatregel: Uitvoering vindt plaats in 2014. Prestatie-indicator nr. 5 Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen
Realisatie: Prognose voor eind 2013 (conform begroting 2014): 203 km voorbereid en 143 km gereed. De reden voor het feit dat een lager aantal km's gereed is, is vertraging van de start van de uitvoering van enkele grote projecten. Redenen hiervoor zijn onder andere de nieuwe aanbestedingswet en het verzoek van de provincie om samen te werken bij het project Enkele Wiericke met het natuurontwikkelingsproject Polder Oukoop. Maatregel: geen maatregel nodig want: de vertraging van de uitvoering van dit project heeft geen consequenties voor het behalen van de einddoelstelling (2020). Na het vaststellen van het geactualiseerde GOP Regionale waterkeringen (gepland december 2013), worden de PI's voor de uitvoering herzien.
Prestatie-indicator nr. 7 Opstellen van legger voor alle waterkeringen Realisatie In oktober 2013 wordt het AB voorgesteld om de ligging en de normering voor de overige waterkeringen vast te stellen. Maatregel: Op basis hiervan wordt het college voorgesteld een besluit te nemen over het al dan niet opstellen van een legger voor deze waterkeringen. Hierin wordt zowel de noodzakelijkheid (er is geen wettelijke verplichting), de relatie met andere juridische beleidsdocumenten (o.a. beleidsplan waterkeringen en Keur) en de haalbaarheid meegenomen. Einddoelstelling in begroting is gewijzigd in eind 2015. Prestatie-indicator nr. 9 Actualiseren algemene regels en beleidsregels Realisatie: In de commissie BMZ van 3 september is het plan van aanpak “Opstellen nieuwe keur en uitwerking in algemene regels en beleidsregels” besproken. Maatregel: Op grond van dit plan van aanpak worden de algemene regels en beleidsregels niet in 2013 maar in 2014 geactualiseerd en begin 2015 door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Daarmee is PI-9 achterhaald. Prestatie-indicator nr. 12 Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. Keringen Realisatie: De Prestatie Indicatoren “naleving” zijn aan herijking toe. Argumenten zijn dat de huidige PI’s alleen gaan over waterkwaliteit en niet over waterinfrastructuur (watersysteem en keringen) en waterkwantiteit (oppervlaktewater en grondwater).
15
Ook is het onderscheid tussen directe lozingen (op oppervlaktewater) en indirecte lozingen (in de afvalwaterketen) niet meer consistent over de doelstellingen verdeeld. Tot slot zijn de rekenkundige aannames achter de indicator (grote aantallen en aselecte inspecties) steeds minder waar: door risicogericht te inspecteren zijn deze niet aselect meer en door bijvoorbeeld de beperkte aantallen RWZI’s en –inspecties is het cijfer betekenisloos t.o.v. de norm 90%, die volgens de wet van de grote getallen is gekozen. Maatregel: De huidige set PI’s voor “naleving” (nrs. 49, 69, 70, 71, 72, 73) zal worden herijkt en een nieuwe set vervangende PI’s zal worden ontwikkeld, als onderdeel van revisie van het handhavingsbeleid. Daarbij wordt voortgebouwd op het concept van Overtredingsdruk. Het vervangingsvoorstel zal in de begrotingscyclus voor 2015 worden meegenomen.
Tot de feitelijke operationalisering wordt de aangekondigde PI Overtredingsdruk (nrs 12, 38, 39, 50, 63) uit de Burap gehaald. Prestatie-indicator nr. 14 Evalueren en bijstellen beheer- en beleidsplan waterkeringen Realisatie:Om zo veel mogelijk eenheid in beleidsdocumenten te bereiken, is het beleidsplan omgevormd in een beleidsvisie. Deze vormt de basis voor algemene en beleidsregels en voor projectplannen van het waterschap. Door deze omvorming en de noodzakelijke ter inzage legging is de doelstelling vertraagd. Maatregel: een voorstel over proces en planning van de beleidsvisie is voorgelegd aan het college op 27 juli 2013 en conform besloten. Einddoelstelling (vaststelling van de beleidsvisie waterkeringen door AB in 2014) is aangepast naar 2014.
Wat zijn de kosten?
Primaire begroting
Herziene begroting
Realisatie t/m
Prognose
Resultaat
juni 2013
2013
2013
V/N
ste
(Na 1 begrotingswijziging)
2013
2013
Primaire, regionale en overige waterkeringen Kosten Overige kosten Bijdrage hoogwaterbeschermingsprogramma Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
1.373
1.373
483
1.373
-
3.819 1.982 1.881 560
3.819 1.982 1.881 560
1.187 914 238
3.819 1.982 1.991 560
110 -
Totaal kosten
9.615
9.615
2.822
9.725
110
390
390
391
390
-
390 9.225
390
391
390
-
9.225
2.431
9.335
110
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
Totaal overige opbrengsten Saldo kosten en overige opbrengsten
Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
16
N
N
N
Toelichting Afschrijvingskosten • Afschrijvingskosten worden eenmalig hoger dan begroot. De oorzaken hiervan worden beschreven in de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Voor het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen betekent dit een nadeel van €110.000. • Een systeemwijziging met betrekking tot de afschrijvingen zorgt voor een een-
110 N
malige dekking van de ontstane tekorten in 2013. Een nadere uitwerking en toelichting van de voorgestelde systeemwijziging wordt met een separaat AB voorstel gelijktijdig met deze Burap-2 2013 aangeboden. Zie hiervoor de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Het genoemde tekort van €110.000 wordt met de systeemwijziging gedekt. Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
b. Calamiteitenzorg 8B
Doelstelling 3 - Een doelmatig en doeltreffend functionerend calamiteitenzorgsysteem Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
17 Uitvoering activiteitenprogramma 2013 rampKOERS
Uitvoering van activiteiten uit programma 2013
85% van de activiteiten uit programma 2012 zijn uitgevoerd.
Uitvoering van activiteiten uit programma 2013
75% van de activiteiten uit programma 2013 zijn uitgevoerd.
Een professioneel, hoogwaardig en bestendig calamiteitenzorgsysteem
+/+ +/+ +/+
18 Een bekwame en goed geequipeerde calamiteitenorganisatie
Aanbod voor opleidingen, trainingen en oefeningen voor alle deelnemers aan de calamiteitenorganisatie
Uitvoering van OTO-motive in concept gereed. het jaarprogramma OTO
OTO-motive is vastgesteld; 40 % van het jaarprogramma is uitgevoerd.
Doelmatig en doeltreffend functioneren tijdens (dreiging van) calamiteiten
+/+ +/+ +/+
19 Samenwerking met netwerkpartners in crisisbeheersing: planvorming, bestrijding, opleidingen, trainingen, oefeningen
- In 2013 werken we in MiddenNederland met een gezamenlijke visie op calamiteitenzorg - Instemming met Nederlandse waterschapsvisie crisisbeheersing - Doorontwikkeling plannen Dijkringen 14 15 44 n.a.v. overstromingsoefening West-NL
- Deining en Doorbraak (Visie Midden Nederland) is vastgesteld - Nederlandse waterschapsvisie crisisbeheersing is ontwikkeld. - In november 2012 heeft de Oefening Overstroming West Nederland 2012 plaats gevonden
- Uitvoering loopt volgens plan. - Implementatie loopt volgens plan en uitvoering lift mee op uitvoering deining en noodzaak. - Voortgang op ambtelijk en bestuurlijk niveau conform planning
Een professioneel, hoogwaardig en bestendig calamiteitenzorgsysteem waarin wij intensief samenwerken en afstemmen met netwerkpartners, t.b.v. succesvolle calamiteitenbestrijding
+/+ +/+ +/+
100% van het jaarprogramma is uitgevoerd
- Uitvoering en rapportage van activiteiten 2013 MiddenNederland - Implementatie Nederlandse waterschapsvisie crisisbeheersing - Doorontwikkeling plannen Dijkringen 14 15 44 n.a.v. de overstromingsoefening WestNL 2012
T
G
17
Wat zijn de kosten?
Primaire begroting
Herziene begroting ste
(Na 1 begrotingswijziging)
Realisatie t/m
Prognose
Resultaat
2013
2013
2013
juni 2013
2013
Calamiteitenzorg Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten
216 90 2 308
216 90 2 308
12 45 0 0 57
216 90 2 308
-
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
96
96
0
96
-
Totaal overige opbrengsten
96
96
0
96
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
212
212
57
212
-
V/N
-
Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
c. Muskusrattenbeheer 9B
Doelstelling 4 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012
Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013*
Einddoelstelling
K
T
G
20 Beheer van muskusratten in het beheergebied HDSR
Aantal muskusratten vangsten per kilometer watergang
0,47 v/km (0,17 v/u)
0,46 v/km
0.16 v/km
Einddoelstelling MJP 2015: 0,26 v/km
+/+
+/+
+/+
21 Beheer van muskusratten voor het gehele bewerkingsgebied
Aantal muskusratten vangsten per kilometer watergang
0,24 v/KM (0,16 v/u)
0,20 v/km
0.11 v/km
Einddoelstelling MJP 2015: 0,16 v/km
+/+
+/+
+/+
* betreft weken 1 tot en met 24 de cijfers zijn per vangperiode van 4 weken cumulatief
18
Wat zijn de kosten?
Primaire begroting
Herziene begroting
Realisatie t/m
Prognose
Resultaat
V/N
ste
Na 1 begrotingswijziging
2013
2013
juni 2013
2013
2013
Muskusrattenbeheer Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
3.726 6.680 80 36
3.726 6.680 80 36
1.744 3.004 22 6
3.726 6.680 45 36
35-
Totaal kosten
10.522
10.522
4.776
10.487
35-
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
7.623
7.623
6.653
7.623
-
Totaal overige opbrengsten
7.623
7.623
6.653
7.623
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
2.899
2.899
1.877-
2.864
35-
V
V
V
Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
Toelichting Afschrijvingskosten • Afschrijvingskosten worden eenmalig hoger dan begroot. De oorzaken hiervan worden beschreven in de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Voor het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen betekent dit een voordeel van €35.000. • Een systeemwijziging met betrekking tot de afschrijvingen zorgt voor een eenmalige
35 V
dekking van de ontstane tekorten in 2013. Een nadere uitwerking en toelichting van de voorgestelde systeemwijziging wordt met een separaat AB -voorstel gelijktijdig met deze e 2 Burap 2013 aangeboden. Zie hiervoor de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Het genoemde overschot van €35.000 wordt met de systeemwijziging verrekend. Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V = Voordeel, N = nadeel
19
Thema Voldoende water d. Watersysteembeheer 10B
Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied en de realisatie van een duurzaam, klimaatbestendig en veilig functionerend watersysteem. Nr.
Maatregel
PI/afspraak
22
Op orde brengen van de waterhuishouding in de TOP verdroogde gebieden
Cumulatief aantal verdroogde gebieden, waar waterhuishouding op orde is.
23
Renoveren Cumulatief cultuurhisto- aantal km rische oevers hersteld
24
Actualiseren peilbesluiten (volgens GGOR systeem).
25
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
T
G
6
+/+
+/-
+/+
De einddoelstel- +/+ +/+ ling van deze PI (het afronden van 3,5 kilometer Oeverproject stad Utrecht) zal in de loop van 2013 worden bereikt..
+/-
4
6
4
3
3,5
3,5
Cumulatief % gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft.
50%
72%
65%
In 2015 zijn alle peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar). 79% van het beheergebied heeft een peilbesluit. Het overige deel is vrijgesteld gebied (Heuvelrug en uiterwaarden)
+/+ +/+ +/+
Uitvoeren integrale watergebiedsplannen
Cumulatief aantal uitgevoerde watergebiedsplannen
0
3
0
In 2020 zijn alle 7 wgp uitgevoerd (incl.NBW proof 2015)
+/-
26
Uitvoeren projecten1 gefinancierd uit de Nota Ruimte van het Rijk
Cumulatief aantal gerealiseerde projecten
In voorbereiding Voorbereiden uitvoering, doorlopen projectplan procedure
+/+ +/+ +/+ Achttienhoven In 2014 zijn 4 verloopt volgens projecten gereaplan liseerd
27
Actualiseren legger watersysteem
Bestuurlijk vastgestelde legger
Nvt
Wordt samengevoegd met 2014 of later.
28
Uitvoeren meetplan oppervlaktewatersysteem
Uitgevoerde maatregelen meetplan
29
Opstellen nieuw Meetplan oppervlaktewatersysteem
Vastgesteld nieuw meetplan
Legger 2013 vastgesteld
65%
65% maatregelen meetplan gerealiseerd
Vastgesteld meetplan
55%
Geen
-/-
-/-
-/-
In 2013 is de legger watersysteem vastgesteld
+/+
In 2014 is het meetplan uitgevoerd.
+/+ +/+ +/+
In 2013 is een nieuw meetplan 2014-2019 vastgesteld
+/+
-/-
+/+
+/+
20
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
30
Uitvoeren GOP Kunstwerken 20012015
Cumulatief aantal gerenoveerde kunstwerken
31
Uitvoeren GOP Kunstwerken 20122016
Cumulatief aantal gerenoveerde kunstwerken
32
Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Cumulatief aantal kilometer verbeterde harde oevers
33
Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Cumulatief aantal kilometer natuurvriendelijke oevers
34
Implementeren toestandsafhankelijk waterbodembeheer
Toestandsafhankelijk waterbodem-beheer is ingevoerd
35
Uitvoeren baggerjaarplan
Cumulatief aantal kuubs (m3)
36
Verbeteren sturing en monitoring oppervlakte watersysteem
Vernieuwd CAW-systeem
37
Doorontwikkelen WIS
Percentage doorontwikkeling gerealiseerd
38
Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. Oppervlaktewatersysteem (OWS)
39
Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. Grondwatersysteem (GWS)
40
Actualiseren Bestuurlijk beleid grond- vastgesteld waterbeheer beleid
Realisatie 2012 Norm 2013 102
2,5 in 2012 32,5 cum
11,6
Realisatie t/m juni 2013
K
T
G
115
102
209 stuks kunstwerken in 2015 in goede staat
+/+ +/+
+/-
30
9
60 stuks gerenoveerde kunstwerken in 2016
+/+
+/-
+/+
37
33
GOP Oevers 2003-2013, 37 km oever hersteld
+/+
-/-
+/-
20
15,5
Duurzame en robuuste inrichting van oevers, 37 km oevers ingericht
+/+
-/-
+/-
In 2015 is toestandsafhankelijk waterbodembe-heer ingevoerd
+/+ +/+ +/+
Baggerachterstand in 2015 weggewerkt (5,9 mln m3)
+/+ +/+ +/+
Invoeren data in Klaar voor beslissingonder- aanbesteding. steunend computerprogramma 4.683.000
Einddoelstelling
4.933.000
4.811.000
Uitvoering project “CAW, Datacommunicatie en Telemetrie”
Bestek wordt voorbereid.
In 2016 is het CAW vernieuwd.
+/+ +/+ +/+
10% (“versiebeheer geometrie” en “vergelijking met voorspellingen”)
5%
In 2016 zijn 100% van de verbeteringen geïmplementeerd
+/+ +/+ +/+
Nieuwe PI: overtredingsdruk (op OWS))
Gegevens verzamelen en rapporteren
Zie toelichting.
Na 2013 een indicator voor monitoring van het effect van toezicht en handhaving (voor OWS)
+/+ +/+ +/+
Nieuwe PI: vertredingsdruk (op GWS))
Gegevens verzamelen en rapporteren
Zie toelichting.
Na 2013 een indicator voor monitoring van het effect van toezicht en handhaving (voor GWS)
+/+ +/+ +/+
Nieuw beleid bestuurlijk vastgesteld
Stuk is klaar, besproken met porteuillehouder, moet nog naar college toe.
In 2013 heeft HDSR een geactualiseerd beleid voor grondwaterbeheer
+/-
Utivoering project ''CAW, Datacommunicatie en Telemetrie'' 0%
+/+ +/+
21
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
41
Opstellen watergebiedsplannen inclusief subTOP en overige gebieden
Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde watergebiedsplannen
1
Realisatie 2012 Norm 2013 6
7
Realisatie t/m juni 2013 6
Einddoelstelling
K
T
G
In 2013 zijn alle 7 watergebiedsplannen opgesteld.
+/+
+/-
+/+
De vier Nota ruimte projecten zijn: Hoogwaterzone De Meije, Hoogwaterzone Oude Rijn, Waterberging polder Achttienhoven en verbetering kade en aanleg NVO Enkele Wiericke en Lange Weide (PI 26)
Toelichting Prestatie indicator nr. 22 Op orde brengen van de waterhuishouding in de TOP verdroogde gebieden Realisatie:Voor alle zes de TOP-gebieden is de grondwatersituatie op orde. We laten de realisatie echter op vier staan om deze doelstelling onder de aandacht te houden. In 2015 kan namelijk pas via monitoring geconcludeerd worden of de verdroging is bestreden. Maatregel: Er worden nog enkele interne terreinmaatregelen genomen om de waterhuishouding verder te verbeteren. Deze zijn opgenomen in de lopende watergebiedsplannen en voor Kolland neemt de provincie hierin de regierol. Prestatie indicator nr. 23 Renoveren cultuurhistorische oevers Realisatie: Oeverproject Stadsbuitengracht is technisch gereed. In de nazorg moet nog een klein deel (30 meter) worden aangepast. Er loopt nog wel een discussie met Monumentenzorg over het al of niet voldoen aan de vergunningvoorwaarden van de nieuwe oeverconstructie (geschatte kosten voor aanpassing: 180K). Op basis van een Kosten-Baten analyse zullen wij vooralsnog niet overgaan tot aanpassing van de betreffende gedeelten van de oeverconstructie. BTW-verhoging gedurende het project en de discussie met Monumentenzorg hebben tot overschrijdingen van het beschikbare budget geleid. Maatregel Het totale krediet van dit project met 80 K (dit is een overschrijding van 1,55% op dit project) te verhogen om de openstaande verplichtingen te betalen en het project financieel te kunnen afsluiten. Prestatie indicator nr. 25 Uitvoeren integrale watergebiedsplannen Realisatie: Zegveld-Oud Kamerik (onderdeel Oud-Kamerik) loopt in 2013 vertraging op omdat behandeling van het projectplan en extra krediet in het AB een kwartaal is uitgesteld.Kamerik-Kockengen ondervindt in 2013 vertraging omdat de wijze van uitvoeren
(van oa hoogwatervoorzieningen) mede afhankelijk is van de besluitvorming over OudKamerik. De einddoelstellingen van alle wgp's zijn nog haalbaar. Maatregel: I.v.m. reeds voorziene tekorten en extra krediet voor Oud-Kamerik wordt in oktober aan het AB een voorstel voorgelegd over krediet en dekking voor alle wgp's Prestatie indicator nr. 27 Actualiseren legger watersysteem Realisatie: Gezien de geringe wijzigingen is het efficiënter om in 2013 geen legger vast te stellen, maar om deze samen te voegen met de legger van 2014 of later. Maatregel: In 2013 zal nog een collegevoorstel worden ingediend met als onderwerp hoe om te gaan met de termijnen c.q. frequenties , waarop leggers worden vastgesteld. Prestatie indicator nr. 29 Opstellen nieuw meetplan oppervlaktewatersysteem Realisatie: Het 1e meetplan heeft als doel om de grote lijn van de waterbalans (hoofdsysteem) beter inzicht te krijgen. Hiervoor moeten met name de restverliezen/restposten beter bekend zijn. Maatregelen: zijn daarom met name gericht op het verbeteren van de meetpunten ten behoeve van de waterbalans en debietijking. Eén van de maatregelen betreft het (verder) buiten de invloedsfeer van de kunstwerken plaatsen van de bestaande meetpunten. Hierover wordt intern nog onderzocht of de investering opweegt tegen het nut van deze aanpassing. Daarbij wordt ook onderzocht of aanpassingen tbv de efficiency kunnen worden gecombineerd met projecten die in het kader van het GOP Kunstwerken worden uitgevoerd. Prestatie indicator nr 30 Uitvoeren GOP Kunstwerken 2001-2015 Realisatie : Al onze kunstwerken zijn in een goede staat van onderhoud. Het is niet nodig gebleken om de norm van 115 gerenoveerde objecten te realiseren. 22
Maatregel: We ronden dit “oude”GOP met Goejanverwellesluis en gemaal Plas Lage Weide af en komen uit op 104 stuks. Prestatie indicator nr 31 Uitvoeren GOP Kunstwerken 2012-2016 Realisatie : ivm doorloop van projecten uit het oude GOP blijkt de norm van 30 te hoog. Eind 2013 hebben we negen renovaties gereed en zijn er 20 projecten in uitvoering. De einddoelstelling blijft haalbaar. Maatregel: Bij de programmering voor 2014 en 2015 worden genoeg projecten opgestart om de doelstelling te halen. Prestatie indicator nr 32 Uitvoeren van GOP en WGP oevers (verbeterde harde oevers) Realisatie: De eindnorm van 37 km verbeterde oevers in 2013 wordt niet gehaald. De totale lengte zal bij het afronden van het GOP Oevers 2003-2013 in 2013, op ca. 34 km. uitkomen. Omdat er in de oorspronkelijke planning van het GOP Oevers 2003-2013 onvoldoende naar de kwaliteit van de oevers is gekeken bleek het tijdens de uitvoering van het GOP noodzakelijk om de jaarplanningen aan te passen en wel de echt slechte stukken oevers beet te pakken. Deze oevertrajecten waren duurder dan gepland. De nog afdoende functionerende oevers zijn niet gerenoveerd. Maatregel: Om dit probleem in de toekomst te voorkomen is voor het GOP Oevers 2013 tot 2018, dat wordt behandeld in de ABvergadering van 2 oktober, beter ingezoomd op de oevers (een betere inspectie). Daarnaast wordt door afdeling WSB nog dit jaar een Plan van Aanpak voor de oeverregistratie gemaakt waarmee wordt toegewerkt naar betere gegevens voor planning en kostenraming van de oeverprojecten. Prestatie indicator nr 33 Uitvoeren van GOP en WGP oevers (natuurvriendelijke oevers) Realisatie: De eindnorm van 37 km verbeterde oevers in 2013 wordt niet gehaald. De totale lengte zal bij het afronden van het GOP Oevers 2003-2013 in 2013, op ca. 16,5 km. uitkomen. Omdat er in de oorspronkelijke planning van het GOP Oevers 2003-2013 onvoldoende naar de kwaliteit van de oevers is gekeken bleek het tijdens de uitvoering van het GOP noodzakelijk om de jaarplanningen aan te passen en wel de echt slechte stukken oevers beet te pakken. Deze oevertrajecten waren duurder dan gepland. De nog afdoende functionerende oevers zijn niet gerenoveerd.
Maatregel: Om dit probleem in de toekomst te voorkomen is voor het GOP Oevers 2013 tot 2018, dat wordt behandeld in de ABvergadering van 2 oktober, beter ingezoomd op de oevers (een betere inspectie). Daarnaast wordt door afdeling WSB nog dit jaar een Plan van Aanpak voor de oeverregistratie gemaakt waarmee wordt toegewerkt naar betere gegevens voor planning en kostenraming van de oeverprojecten. Prestatie indicator nr 38 Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. Oppervlaktewatersysteem (OWS) Realisatie: De Prestatie Indicatoren “naleving” zijn aan herijking toe. Argumenten zijn: De huidige PI’s gaan alleen over waterkwaliteit en niet over waterinfrastructuur (watersysteem en keringen) en waterkwantiteit (oppervlaktewater en grondwater). Ook is het onderscheid tussen directe lozingen (op oppervlaktewater) en indirecte lozingen (in de afvalwaterketen) niet meer consistent over de doelstellingen verdeeld. Tot slot zijn de rekenkundige aannames achter de indicator (grote aantallen en aselecte inspecties) steeds minder waar: door risicogericht te inspecteren zijn deze niet aselect meer en door bijvoorbeeld de beperkte aantallen RWZI’s en –inspecties is het cijfer betekenisloos t.o.v. de norm 90%, die volgens de wet van de grote getallen is gekozen. Maatregel:De huidige set PI’s voor “naleving” (nrs. 49, 69, 70, 71, 72, 73) zal worden herijkt en een nieuwe set vervangende PI’s ontwikkeld, als onderdeel van revisie van het handhavingsbeleid. Daarbij wordt voortgebouwd op het concept van Overtredingsdruk. Het vervangingsvoorstel zal in de begrotingscyclus voor 2015 worden meegenomen. Tot de feitelijke operationalisering wordt de aangekondigde PI Overtredingsdruk (nrs 12, 38, 39, 50, 63) uit de Burap gehaald. Prestatie indicator nr 39 Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. Grondwatersysteem (GWS) Realisatie: De Prestatie Indicatoren “naleving” zijn aan herijking toe. Argumenten zijn: De huidige PI’s gaan alleen over waterkwaliteit en niet over waterinfrastructuur (watersysteem en keringen) en waterkwantiteit (oppervlaktewater en grondwater). Ook is het onderscheid tussen directe lozingen (op oppervlaktewater) en indirecte lozingen (in de afvalwaterketen) niet meer consistent over de doelstellingen verdeeld. Tot slot zijn de rekenkundige aannames achter de indicator (grote aantallen en aselecte in23
Prestatie indicator nr 40 Actualiseren beleid grondwaterbeheer Realisatie: In 2013 wordt een aantal aanbevelingen uit de evaluatie van 2012 ingevuld in plaats van nieuw beleid opgesteld. Maatregel: Uitvoeren geactualiseerd beleid.
specties) steeds minder waar: door risicogericht te inspecteren zijn deze niet aselect meer en door bijvoorbeeld de beperkte aantallen RWZI’s en –inspecties is het cijfer betekenisloos t.o.v. de norm 90%, die volgens de wet van de grote getallen is gekozen. Maatregel: De huidige set PI’s voor “naleving” (nrs. 49, 69, 70, 71, 72, 73) zal worden herijkt en een nieuwe set vervangende PI’s ontwikkeld, als onderdeel van revisie van het handhavingsbeleid. Daarbij wordt voortgebouwd op het concept van Overtredingsdruk. Het vervangingsvoorstel zal in de begrotingscyclus voor 2015 worden meegenomen. Tot de feitelijke operationalisering wordt de aangekondigde PI Overtredingsdruk (nrs 12, 38, 39, 50, 63) uit de Burap gehaald.
Prestatie indicator nr 41 Opstellen watergebiedplannen inclusief sub-TOP en overige gebieden Realisatie: NB. Het worden met Bodegraven Noord acht wgp's Maatregel: Het raamplan watergebiedsplan Eiland van Schalkwijk (= #7) wordt begin 2014 vastgesteld.
Wat zijn de kosten?
Primaire begroting
Herziene begroting (Na 1ste
Realisatie t/m
Prognose
Resultaat
V/N
begrotingswijziging)
2013
2013
juni 2013
2013
2013
Overige kosten
14.490
14.490
9.243
14.597
107
Personeelskosten
4.345
4.345
2.144
4.345
-
Afschrijvingskosten
3.796
3.796
2.230
4.705
909
Rentekosten
1.692
1.692
1.227
1.692
-
Totaal kosten Overige opbrengsten
24.323
24.323
14.844
25.339
1.016
Overige opbrengsten
3.443
3.443
1.087
3.443
-
Totaal overige opbrengsten
3.443
3.443
1.087
3.443
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
20.880
20.880
13.757
21.896
1.016
Watersysteembeheer Kosten N
N
N
N
Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
Toelichting 24
Overige kosten • Energiekosten zijn hoger dan begroot door een nafacturering van 2012 en een tariefstijging. • Laboratoriumkosten zijn hoger dan begroot als gevolg van een eindafrekening van 2012 van AQUON en een begrotingswijziging van AQUON over 2013. subtotaal
49N 58N 107 N
Afschrijvingskosten • Afschrijvingskosten worden eenmalig hoger dan begroot. De oorzaken hiervan worden beschreven in de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Voor het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen betekent dit een nadeel van €909.000. • Een systeemwijziging met betrekking tot de afschrijvingen zorgt voor een een-
909 N
malige dekking van de ontstane tekorten in 2013. Een nadere uitwerking en toelichting van de voorgestelde systeemwijziging wordt met een separaat AB e voorstel gelijktijdig met deze 2 Burap 2013 aangeboden. Zie hiervoor de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Het genoemde tekort van €909.000 wordt met de systeemwijziging gedekt. Totaal
1.016 N
Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V = Voordeel, N = nadeel
e. Beperking wateroverlast 1B
(voorheen Nationaal Bestuursakkoord Water) Doelstelling 6 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform voormalige NBW op orde Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
42 Uitvoeren tweede toetsing wateropgave
Bestuurlijk vastgesteld toetsingsresultaat
Vastgestelde toetsing
Vastgestelde toetsing
Toetsing gereed In 2013 is het door het college toetsingsresulvastgesteld. taat bestuurlijk vastgesteld
+/+ +/+ +/+
43 Herzien implementatiestrategie wateropgave
Bestuurlijk vastgestelde strategie
Vastgestelde strategie
In uitvoering
In 2013 is de implementatiestrategie bestuurlijk vastgesteld
+/+
+/-
+/+
44 Uitvoeren van reeds geplande geen-spijt maatregelen
Cumulatief percentage van de oorspronkelijke opgave dat is uitgevoerd
25%
29%
In 2015 zijn alle +/+ geen-spijt maatregelen uitgevoerd (80% van 1.332.000 m3)
-/-
+/-
45 Actualiseren Stimuleringsregeling Natuurvriendelijke oevers
Bestuurlijk vastgestelde nieuwe regeling
Nieuwe regeling Actualisering is is bestuurlijk niet nodig, vastgesteld andere benadering is wenselijk
+/-
+/-
+/+
In 2013 is de Stimuleringsregeling Natuurvriendelijke oevers geactualiseerd
K
T
G
25
Toelichting van gemaal Waardsedijk loopt vertraging op omdat er nog geen duidelijkheid is omtrent locatie en vergunning. Het realiseren van bergingsgebieden en het verbreden van watergangen in Kamerik & Kockengen en Linschoterwaard loopt vertraging op vanwege het tekort aan financiële middelen en capaciteit. Daarnaast heeft de stimuleringsregeling natuurlijk vriendelijke oevers nog niet het beoogde effect gehad. De aanleg van extra waterberging in de Gouwe Wiericke stuit op verzet uit de streek. Maatregel: In 2014 wordt een nieuwe implementatiestrategie vastgesteld naar aanleiding van de nieuwe berekeningen.
Prestatie-indicator nr. 43 Herzien implementatiestrategie wateropgave Realisatie: De norm van 2013: vastgestelde strategie, wordt niet gehaald als een gevolg van de bezuinigingskaart voor het opstellen van een schaderegeling. Tevens moet (mede) aan de hand van een bredere maatschappelijke discussie de strategie worden uitgewerkt. Maatregel: De procedure voor de implementatie strategie wordt gelijk getrokken met die van de KRW-planvorming, althans, qua maatschappelijk traject. Na dit gezamenlijk maatschappelijk traject doorlopen beide projecten hun eigen aparte (vervolg) traject. Voor de implementatiestrategie zal worden aangestuurd op AB besluitvorming in de tweede helft van 2014.
Prestatie-indicator nr. 45 Actualiseren stimuleringsregeling natuurlijk vriendelijke oevers Realisatie: De huidige regeling voldoet aan de eisen van Brussel en is bruikbaar in de praktijk. In het DB van 6 augustus 2013 is besloten de huidige stimuleringsregeling natuurvriendelijke oevers tot en met 2015 te handhaven en op enkele punten aan te passen. Maatregel: Het voorstel (‘Groenblauwe Diensten en nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid) staat ter consultatie op de agenda van SKK van 21 november 2013.
Prestatie-indicator nr. 44 Uitvoeren van reeds geplande geen-spijt maatregelen Realisatie: De geplande maatregelen blijken lastig of niet uitvoerbaar waardoor het einddoel niet haalbaar is. De prognose is dat in 2015 40% van de maatregelen is gerealiseerd. De wateropgave wordt grotendeels opgelost met maatregelen uit de wgp's. De wgp's staan op dit moment onder grote druk hetgeen direct gevolgen heeft voor de realisatie van de maatregelen. De realisatie
Wat zijn de kosten? Primaire begroting
Herziene begroting ste
Realisatie t/m
Prognose
Resultaat
juni 2013
2013
2013
V/N
Na 1 begrotingswijziging
2013 Beperking wateroverlast Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten Overige opbrengsten Overige opbrengsten Totaal overige opbrengsten Saldo kosten en overige opbrengsten
2013
1.487 1.566 36 3.089
1.487 1.566 36 3.089
227 756 5 2 990
1.487 1.566 11 3.064
2626-
150
150
6
150
-
150
150
6
150
-
2.939
2.939
984
2.914
26-
Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
26
V V
V
Toelichting
Afschrijvingskosten • Afschrijvingskosten worden eenmalig hoger dan begroot. De oorzaken hiervan worden beschreven in de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Voor het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen betekent dit een voordeel van €26.000. • Een systeemwijziging met betrekking tot de afschrijvingen zorgt voor een een-
26 V
malige dekking van de ontstane tekorten in 2013. Een nadere uitwerking en toelichting van de voorgestelde systeemwijziging wordt met een separaat AB e voorstel gelijktijdig met deze 2 Burap 2013 aangeboden. Zie hiervoor de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Het genoemde overschot van €26.000 wordt met de systeemwijziging verrekend. Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V = Voordeel, N = nadeel
Thema Schoon water f.
Kwaliteit van het oppervlaktewater 12B
Doelstelling 7 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
+/+ +/+ +/+
T
G
KRW 46 KRW uitvoeringsmaatregelen t/m 2015 (conform WBP).
EU Resultaatverplichting. KRW maatregelen uitvoeren om KRW doelen te halen.
0 stuks 'Planvoorbereiding', 39 stuks 'In uitvoering', 40 stuks 'Uitgevoerd'.
11 stuks 'Planvoorbereiding', 49 stuks 'In uitvoering', 19 stuks 'Uitgevoerd'.
In 2015: alle 79 stuks maatregelen uitgevoerd (conform WBP).
47 Scores HDSR op landelijke KRW maatlatten (alle 30 waterlichamen).
EU Monitoringsverplichting. Score t.o.v. KRW doelen (GEP) per waterlichaam.
10% Slecht, 30% Ontoereikend, 60% Matig, 0% Goed.
7% Slecht, 50% Ontoereikend, 43% Matig, 0% Goed.
In 2015: 0% Slecht, +/+ +/+ +/+ 36,67% Ontoereikend, 56,67% Matig, 6,67% Goed. In 2027: 100% Goed (conform WBP).
48 KRW onderzoeksmaatregelen t/m 2015 (conform WBP).
EU Resultaatverplichting. Onderzoeken naar effectiviteit, haalbaarheid & betaalbaarheid van KRW maatregelen.
Benodigde kennis gereed voor de gebiedsprocessen in 2013 & input voor het maatregelenpakket SGBP-2.
107 stuks 'In uitvoering', 23 stuks 'Uitgevoerd'.
In 2015: 130 stuks waterlichaam gerelateerde onderzoeken uitgevoerd (conform WBP).
+/+ +/+ +/+
49 Toezicht en handhaving directe lozingen
Naleving kwaliteit van lozingen op Oppervlaktewater
90%
>90%
+/+ +/+ +/+
50 Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. directe lozingen op het Oppervlaktewater
Nieuwe PI: overtredingsdruk (op directe lozingen OWS)
Na 2013 een indicator voor monitoring van het effect van toezicht en handhaving (voor directe lozingen OWS)
+/+ +/+ +/+
Gegevens verzamelen en rapporteren
90%
Zie toelichting.
27
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
Beleidsplan vastgesteld.
Beleidsplan in voorbereiding
Beleidsplan is in 2013 bestuurlijk vastgesteld.
+/+ +/+ +/+
T
G
51 Opstellen emissiebeleidsplan
Bestuurlijk vastgesteld emissiebeleidsplan.
52 Opstellen visstandbeheerplannen
Aantal bestuurlijke vastgestelde visstandbeheerplannen
1
3
1
Deze PI (uit 2012) zal haar einddoelstelling in de loop van 2013 bereiken (alle 4 visstandbeheerplannen bestuurlijk vastgesteld)
+/-
53 Goedkeuren visplannen derden
Cumulatief percentage goedgekeurde visplannen
0
100%
50%
Deze PI (uit 2012) zal haar einddoelstelling in de loop van 2013 bereiken (alle visplannen goedgekeurd)
+/+ +/+ +/+
54 Uitvoeren synergieproject Grecht
Uitvoering synergieproject
Voorbereiding fase 1
Uitvoering
Start ontwerpfa- Waterberging en se na zomer natuurontwikkeling 2013. gereed in 2015
+/+ +/+ +/+
55 Uitvoeren synergie project Kromme Rijn
Uitvoering synergieproject
Uitvoering
Uitvoering
Uitvoering
Synergieproject gereed in 2015.
+/+
56 Deelname in synergieproject Schoon water gem.Utrecht voor waterlichaam Maartensdijk en Vecht
Uitgevoerd synergieproject
Uitvoering
Uitvoering
Uitvoering
Synergieproject gereed in 2015
+/+ +/+ +/+
57 Uitvoeren synergieproject herinrichting HaarrijnOuwenaar
Uitgevoerd synergieproject
Opstellen bestek, start uitvoering 2013
Uitvoering
Uitvoering
Aanleg NVO in boezem, verplaatsen gemaal Haarrijn en herinrichten voormalige boezem gereed in 2015
+/+ +/+ +/+
58 Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma
Aantal onderzoeken gereed per jaar
4
10
10
In 2015 zijn alle 12 onderzoeken gereed
+/+ +/+ +/+
59 Aanleggen natuurvriendelijke oevers (KRW en natte EVZ)
Cumulatief aantal aangelegde kilometers oever
98,7
94
98,7
144 km gerealiseerd in 2018 conform Europese en landelijke normen
+/+ +/+ +/+
60 Vispasseerbaar maken van kunstwerken
Cumulatief aantal gerealiseerde vispassages
18
20
22
26 vispasseer-bare kunstwerken gemaakt in 2015, 55 in 2027
+/+ +/+ +/+
+/+
+/-
28
+/-
+/+
het concept van Overtredingsdruk. Het vervangingsvoorstel zal in de begrotingscyclus voor 2015 worden meegenomen. Tot de feitelijke operationalisering wordt de aangekondigde PI Overtredingsdruk (nrs 12, 38, 39, 50, 63) uit de Burap gehaald.
Prestatie-indicator nr. 50 Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. directe lozingen op het Oppervlaktewater Realisatie De Prestatie Indicatoren “naleving” zijn aan herijking toe. Argumenten zijn: De huidige PI’s gaan alleen over waterkwaliteit en niet over waterinfrastructuur (watersysteem en keringen) en waterkwantiteit (oppervlaktewater en grondwater). Ook is het onderscheid tussen directe lozingen (op oppervlaktewater) en indirecte lozingen (in de afvalwaterketen) niet meer consistent over de doelstellingen verdeeld. Tot slot zijn de rekenkundige aannames achter de indicator (grote aantallen en aselecte inspecties) steeds minder waar: door risicogericht te inspecteren zijn deze niet aselect meer en door bijvoorbeeld de beperkte aantallen RWZI’s en –inspecties is het cijfer betekenisloos t.o.v. de norm 90%, die volgens de wet van de grote getallen is gekozen. Maatregel: De huidige set PI’s voor “naleving” (nrs. 49, 69, 70, 71, 72, 73) zal worden herijkt en een nieuwe set vervangende PI’s ontwikkeld, als onderdeel van revisie van het handhavingsbeleid. Daarbij wordt voortgebouwd op
Prestatie-indicator nr. 52 Opstellen visstandbeheerplannen Realisatie: Landelijk wordt op dit moment gewerkt aan een uniform toetsingskader. Om deze reden zal het waterschap geen visstandbeheerplannen (voormalig beoogd toetsingskader voor de visplannen) opstellen. Maatregel: Het DB zal een interim toetsingskader in het najaar 2013 vaststellen voor de toetsing van de visplannen. Hierbij wordt tevens aangegeven dat vissstandbeheerplannen niet meer nodig zijn. Prestatie-indicator nr. 55 Uitvoeren synergie project Kromme Rijn Realisatie: medio 2014 klaar met uitzondering van de slibvang. Maatregel: bestuur wordt betrokken bij haalbaarheidsstudie van slibvang.
Wat zijn de kosten? Primaire begroting
Herziene begroting ste
Realisatie t/m
Prognose
Resultaat
juni 2013
2013
2013
V/N
(Na 1 begrotingswijziging)
2013
2013
Kwaliteit van het oppervlaktewater Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten Overige opbrengsten Overige opbrengsten Totaal overige opbrengsten Saldo kosten en overige opbrengsten
1.626 2.231 113 5 3.975
1.626 2.231 113 5 3.975
447 1.097 17 12 1.573
1.869 2.231 63 5 4.168
243 50193
-
-
9 9
-
-
3.975
3.975
1.564
4.168
193
N V N
N
Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
29
Toelichting
Overige kosten • Laboratoriumkosten zijn hoger dan begroot als gevolg van een eindafrekening van 2012 van AQUON en een begrotingswijziging van AQUON over 2013. Afschrijvingskosten • Afschrijvingskosten worden eenmalig hoger dan begroot. De oorzaken hiervan worden beschreven in de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Voor het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen betekent dit een voordeel van €51.000. • Een systeemwijziging met betrekking tot de afschrijvingen zorgt voor een een-
243 N
50 V
malige dekking van de ontstane tekorten in 2013. Een nadere uitwerking en toelichting van de voorgestelde systeemwijziging wordt met een separaat AB e voorstel gelijktijdig met deze 2 Burap 2013 aangeboden. Zie hiervoor de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Het genoemde overschot van €51.000 wordt met de systeemwijziging verrekend. Totaal
193 N
Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V = Voordeel, N = nadeel
g. Zuiveringsbeheer 13B
Doelstelling 8 – Voldoen aan lozingseisen, afnameverplichtingen en overige eisen Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
T
G
61 Optimalisatie proces
Verwijderingspercentage van fosfaat
87%
83%
89% (zie toelichting)
Voldoen aan minimale WATERWET eis 75%
++
++
++
62 Optimalisatie proces
Verwijderingspercentage van stikstof
87%
83%
87% (zie toelichting)
Voldoen aan minimale WATERWET eis 75%
++
++
++
63 Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. indirecte lozingen (nl. op RWZI’s)
Nieuwe PI: overtredingsdruk (op indirecte lozingen)
Zie toelichting.
Na 2013 een indicator voor monitoring van het effect van toezicht en handhaving (voor directe lozingen OWS)
+/+ +/+ +/+
Gegevens verzamelen en rapporteren
30
Doelstelling 9 – De laagste maatschappelijk aanvaardbare kosten in de afvalwaterketen Nr.
Maatregel
PI/afspraak
64 Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten
Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden
65 Participeren in businesscase RIOWIN
RIOWIN in 2013 van start, deelname HDSR
66 Voortrekkersrol vervullen bij WINNET
Participatie in WINNETprojecten
67 Toetsen gemeentelijke rioleringsplannen
Cumulatief aantal getoetste gemeentelijke rioleringsplannen
68 Uitvoeren van optimalisatiestudies.
Cumulatief aantal afgeronde studies
Realisatie 2012 Norm 2013 10
16
Ja
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
T
G
10
16 afvalwaterakkoorden in 2013
++
+/-
++
0
RIOWIN start niet in 2013 (zie toelichting)
++
-/-
++
6 in 2015
++
++
++
4
4
16
17
19
19 getoetste rioleringsplannen in 2015
++
++
++
13
14
13
14 studies in 2013
++
++
++
69 Handhaving en Beëindigen naleefgedrag op geconstateerde orde brengen illegale lozingen
100%
100%
100%
+/+ +/+ +/+ Alle geconstateerde illegale lozingen worden beëindigd
70 Handhaving en Naleefgedrag naleefgedrag op bedrijven Waorde brengen terwet (vergunning en Barim)
70%
90%
90%
Naleefgedrag >90% gerealiseerd
+/+ +/+ +/+
71 Handhaving en Naleefgedrag naleefgedrag op agrarische orde brengen bedrijven
94%
90%
88%
Naleefgedrag >90% gerealiseerd
+/+
+/-
72 Handhaving en Naleefgedrag naleefgedrag op RWZI's orde brengen
50%
90%
67%
Naleefgedrag >90% gerealiseerd
+/-
+/+ +/+
73 Handhaving en Naleefgedrag naleefgedrag op grondwater orde brengen onttrekkingen en lozingen
90%
60%
85%
Naleefgedrag >90% gerealiseerd vanaf 2015
+/+
+/-
+/+
K
T
G
+/+
Doelstelling 10 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken Nr.
Maatregel
74 Plaatsen van een thermische druk hydrolyse op de rwzi Nieuwegein
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013 Realisatie van thermische drukhydrolyse
Realisatie t/m juni 2013 Besluit genomen
Einddoelstelling Realisatie 1e fase Energiefabriek in 2013
-/-
-/-
-/-
31
Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
75 Onderzoek naar de mogelijkheden voor slibvergassing of verbranding op de rwzi Nieuwegein
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
T
G
Realisatie 2e fase Energiefabriek in 2015
++
++
++
Voorbereiding besluitvorming in 2014.
Besluit genomen
Onderzoeksresultaten beschikbaar
Nereda schaalmodel opgeleverd en gevuld met entslib.
Gefundeerde keuze zuiveringstechnologie rwzi Utrecht
++
+/-
+/-
++ Energieefficiëntieverbetering in 2020 is 30% ten opzichte van 2005
++
++
76 Onderzoek met een Nereda schaalmodel op de rwzi Utrecht
Onderzoeksresultaat
77 Energieefficiëntieverbetering
Cumulatief procentuele energie efficiëntie verbetering
10%
16%
19% (zie toelichting)
78 Verhogen percentage biogasbenutting t.o.v. biogas productie
Percentage biogasverbruik
94%
94%
89%
98% benutting biogasproductie in 2015
+/- ++
++
79 Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein
Terug leveren van waterschapsenergie op de momenten dat we meer produceren dan gebruiken
24.000 KWh
Eind 2013 produceren we 135% waterschapsenergie in Nieuwegein1
+/-
++
1
65.000 kWh 100.000 kWh terug leveren.
++
Het extern aangevoerde slib valt binnen de definitie van de Energiefabriek
Toelichting Prestatie-indicator nr. 61 Optimalisatie proces verwijderingspercentage van fosfaat. Realisatie: Door problemen bij Aquon zijn er onvoldoende (officiële) analyse resultaten bekend om deze PI in te vullen t/m juni 2013. Hierdoor is deze rapportage gebaseerd op voorlopige cijfers t/m april 2013. Doordat we zelf ook analyses uitvoeren is het niet zo dat we geen inzicht hebben in de prestaties van onze RWZI's. Op basis hiervan is de verwachting dat deze doelstelling gehaald wordt. Maatregel: Het waterschap gaat de directie van Aquon aanspreken op de bedrijfsvoering en het niet nakomen van de gemaakte afspraken. Prestatie-indicator nr. 62 Optimalisatie proces verwijderingspercentage van stikstof. Realisatie: Door problemen bij Aquon zijn er onvoldoende (officiële) analyse resultaten bekend om deze PI in te vullen t/m juni 2013. Hierdoor is deze rapportage gebaseerd op voorlopige cijfers t/m april 2013. Doordat we zelf ook analyses uitvoeren is het niet zo dat
we geen inzicht hebben in de prestaties van onze RWZI's. Op basis hiervan is de verwachting dat deze doelstelling gehaald wordt. Maatregel: Het waterschap gaat de directie van Aquon aanspreken op de bedrijfsvoering en het niet nakomen van de gemaakte afspraken.7 Prestatie-indicator nr. 63 Uitvoeren risicogericht toezicht en handhaving t.a.v. indirecte lozingen (nl. op RWZI’s) Realisatie: De Prestatie Indicatoren “naleving” zijn aan herijking toe. Argumenten zijn: De huidige PI’s gaan alleen over waterkwaliteit en niet over waterinfrastructuur (watersysteem en keringen) en waterkwantiteit (oppervlaktewater en grondwater). Ook is het onderscheid tussen directe lozingen (op oppervlaktewater) en indirecte lozingen (in de afvalwaterketen) niet meer consistent over de doelstellingen verdeeld. Tot slot zijn de rekenkundige aannames achter de indicator (grote aantallen en aselecte inspecties) steeds minder waar: door risicogericht te inspecteren zijn deze niet aselect meer en door bijvoorbeeld de beperkte aantallen 32
RWZI’s en –inspecties is het cijfer betekenisloos t.o.v. de norm 90%, die volgens de wet van de grote getallen is gekozen. Maatregel: De huidige set PI’s voor “naleving” (nrs. 49, 69, 70, 71, 72, 73) zal worden herijkt en een nieuwe set vervangende PI’s ontwikkeld, als onderdeel van revisie van het handhavingsbeleid. Daarbij wordt voortgebouwd op het concept van Overtredingsdruk. Het vervangingsvoorstel zal in de begrotingscyclus voor 2015 worden meegenomen. Tot de feitelijke operationalisering wordt de aangekondigde PI Overtredingsdruk (nrs 12, 38, 39, 50, 63) uit de Burap gehaald. Prestatie-indicator nr. 64 Sluiten van afvalwaterakkoord met gemeenten Realisatie: Voor Lopik en Zeist geldt dat eerst basisrioleringsplannen moeten worden afgerond. Met gemeente De Bilt speelt nog een discussie over een overnamepunt. Voor Wijk bij Duurstede is een aparte bestuurlijke afspraak gemaakt over eventueel sluiten van het akkoord begin 2014, na afronding van het nieuwe GRP. De einddoelstelling voor 2013 wordt hiermee niet gehaald. Maatregel: Bij het sluiten van afvalwaterakkoorden zijn we afhankelijk van gemeenten en hun planvorming. Omdat we in veel gevallen afhankelijk zijn kunnen we niet veel meer doen dan ons actief opstellen en het belang hiervan benadrukken bij de gemeenten. Waar nuttig/nodig wordt het op de bestuurlijke agenda gezet. Prestatie-indicator nr. 65 Participeren in business case RIOWIN Realisatie: Riowin start niet in 2013. In verband met een wijziging in de deelnemers is de business case achterhaald. Een nieuwe kleinschalige start wordt voorbereid door enkele gemeenten, waarschijnlijk wordt dit onderdeel van Winnet. Maatregel: Hiermee is deze prestatie-indicator achterhaald. Deze PI wordt daarom niet in de begroting van 2014 opgenomen. Prestatie-indicator nr. 71 Handhaving en naleefgedrag op orde brengen (agrarische bedrijven) Realisatie:Overtredingen deels verklaarbaar door nieuw Activiteitenbesluit (2013). Maatregel: Handhavingskoers vast houden, geen extra maatregelen. De tijd de kans geven voor herstel. Prestatie-indicator nr. 72
Handhaving en naleefgedrag op orde brengen (rwzi ‘s) Realisatie:Op zes inspecties twee overtredingen. Handhavingstrajecten lopen. Maatregel: Handhavingskoers vast houden, geen extra maatregelen. Prestatie-indicator nr. 73 Handhaving en naleefgedrag op orde brengen (grondwateronttrekkingen en lozingen) Realisatie: Handhavingskoers vast houden, Maatregel: geen extra maatregelen. De tijd de kans geven voor toename naleefgedrag. Prestatie-indicator nr. 74 Plaatsen van een thermische druk hydrolyse op de rwzi Nieuwegein Realisatie: Er is besloten om af te zien van de realisatie van de TDH omdat deze investering moet worden gezien als een risicovolle investering. In de Energievisie heeft het bestuur afgesproken dat voor risicovolle energie-investeringen een terugverdientijd geldt van ongeveer tien jaar.Investering in een TDH zal deze terugverdientijd ruim overschrijden. Maatregel: Om te bepalen hoe het overtollig biogas moet worden verwerkt hebben we nader onderzoek uitgevoerd. Resultaat hiervan wordt op 2 oktober 2013 aan het AB voorgelegd. Prestatie-indicator nr. 76 Onderzoek met een Nereda schaalmodel op de rwzi Utrecht Realisatie: Start onderzoek is later dan gepland door onwerkbaar weer en onvoldoende volgroeid korrel-entslib. Onderzoekresultaten volgens planning begin 2014 beschikbaar. Verder is er sprake van een verwachte kredietoverschrijding van € 27.000. Deze overschrijding wordt gedekt vanuit de toegekende Efro subsidie. Dit is voor het eerst gemeld (mondeling) in de AB vergadering van 13 februari 2013. Maatregel: Er zijn geen acties mogelijk om het onderzoek eerder af te ronden. Voor de keuze van het toekomstige systeem voor de rwzi Utrecht levert dit geen problemen op. Prestatie-indicator nr. 77 Energie-efficiëntieverbetering Realisatie: Door problemen bij Aquon zijn er onvoldoende (officiële) analyse resultaten bekend om deze PI in te vullen t/m juni 2013. Hierdoor is deze rapportage gebaseerd op voorlopige cijfers t/m april 2013. Maatregel: Het waterschap gaat de directie van Aquon aanspreken op de bedrijfsvoering 33
en het niet nakomen van de gemaakte afspraken. Prestatie-indicator nr. 78 Verhogen percentage biogasbenutting t.o.v. biogas productie Realisatie: Het percentage biogasverbruik is 89%. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere biogas benutting rwzi Nieuwegein. Na het noodzakelijke onderhoud in de maand juni is de verwachting dat de doelstelling voor het gehele jaar gehaald wordt. De staat van de gasmotoren van de rwzi Utrecht vormt een risico voor deze PI. Maatregel: Voorbereiding en vervanging gasmotoren is gestart (AB besluit instandhoudingsplan rwzi Utrecht). Voor het AB van 2 oktober is een voorstel geagendeerd met be-
trekking tot biogas benutting op de RWZI Nieuwegein. Hierin wordt voorgesteld om met de realisatie van een energiefabriek de WKK capaciteit te vergroten.
Prestatie-indicator nr. 79 Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein Realisatie: Prognose voor 2013 is 60.000 kWh. Doordat de vraag naar waterschapsenergie ook achter blijft, leidt dit niet tot problemen. Maatregel: Acties om bij te sturen zijn voorlopig nog niet nodig.
Wat zijn de kosten?
Primaire Herziene begroting begroting ste
Realisatie t/m
Prognose
Resultaat
V/N
(Na 1 begrotingswijziging)
2013
2013
juni 2013
2013
2013
Zuiveringsbeheer Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
16.608 4.616 17.040 8.107
17.418 4.616 17.040 8.107
8.695 2.270 8.395 3.218
17.950 4.616 17.421 8.107
532 381 -
N
Totaal kosten
46.371
47.181
22.578
48.094
913
N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
2.217
2.217
1.451
2.217
-
Totaal overige opbrengsten
2.217
2.217
1.451
2.217
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
44.154
44.964
21.127
45.877
913
N
N
Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V= voordeel, N = nadeel
34
Overige kosten • Extra middelen t.b.v. uitvoer van het werkplan/ project herijking bestuurlijke opdracht Rwzi Utrecht Op 3 juli 2013 nam het algemeen bestuur een besluit over het voorstel tot herijking van het Masterplan en het daarbij behorende traject. Hierbij is een vijfde deelproject toegevoegd, namelijk Herformulering bestuurlijke opdracht herijking masterplan. Om tot de beoogde resultaten van het deelproject herformulering bestuurlijke opdracht te komen is een werkplan opgesteld dat loopt van Q2 2013 tot en met in ieder geval Q3 2014. De totale kosten van het werkplan van het deelproject Herformulering bestuurlijke opdracht bedraagt € 1.305.000. Hiervan is € 546.900 benodigd in 2013 en € 758.100 in 2014. Binnen het programma Zuiveringsbeheer is voor een bedrag van in totaliteit van € 510.000 aan dekking gevonden. Het college D&H is op 27 augustus 2013 akkoord gegaan met het voorstel een exploitatiebudget van € 301.000 ter beschikking te stellen voor het Project RWZI Utrecht. Voorgesteld wordt om het aanvullend budget van € 301.000 t.b.v. het werkplan Rwzi Utrecht incidenteel binnen de begroting 2013 te dekken door inzet van stelpost indexering en de centrale post Inhuurkrachten. • Energiekosten zijn €146.000 hoger dan begroot door een nafacturering van 2012 en een tariefstijging. • Laboratoriumkosten zijn €85.000 hoger dan begroot als gevolg van een eindafrekening van 2012 van AQUON en een begrotingswijziging van AQUON over 2013. subtotaal Afschrijvingskosten • Afschrijvingskosten worden eenmalig hoger dan begroot. De oorzaken hiervan worden beschreven in de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Voor het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen betekent dit een nadeel van €381.000. • Een systeemwijziging met betrekking tot de afschrijvingen zorgt voor een een-
malige dekking van de ontstane tekorten in 2013. Een nadere uitwerking en toelichting van de voorgestelde systeemwijziging wordt met een separaat AB e voorstel gelijktijdig met deze 2 Burap 2013 aangeboden. Zie hiervoor de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Het genoemde tekort van €381.000 wordt met de systeemwijziging gedekt. Totaal
301 N
146 N
85 N
532 N 381 N
913 N
Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V= voordeel, N = nadeel
35
Thema Bestuur, middelen & maatschappij h. Lastendruk 14B
Doelstelling 11 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten Nr.
Maatregel
80 Samenwerking belastingheffing
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Samenwerking gerealiseerd
Gemeenschappelijke regeling BghU opgericht.
81 Reacties (BePercentage lastingen) op tijd afgehandelde afhandelen reacties binnen wettelijke termijn
Alle reacties zijn binnen de wettelijke termijn afgehandeld.
Realisatie t/m juni 2013
Oprichting Loopt volgens regionaal belas- planning ting-kantoor in voorbereiding 100%
Loopt volgens planning
Einddoelstelling
K
Belastingkantoor van start 1 januari 2014
+/+ +/+ +/+
100%
+/+ +/+ +/+
T
G
Wat zijn de kosten? Primaire begroting
Herziene begroting ste
Realisa- Prognose tie t/m
Resultaat
V/N
(Na 1 begrotingswijziging)
2013
2013
juni 2013
2013
2013
Lastendruk Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
3.061 912 15 -
3.061 912 15 -
2.153 449 0 0
3.061 912 15 -
-
Totaal kosten
3.988
3.988
2.602
3.988
-
Overige opbrengsten Overige opbrengsten
475
475
4
475
-
Totaal overige opbrengsten
475
475
4
475
-
Saldo kosten en overige opbrengsten
3.513
3.513
2.598
3.513
-
Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V= voordeel, N = nadeel
36
i.
Tevredenheid belanghebbenden 15B
Doelstelling 12 - Het waterschap is zichtbaar in de samenleving Nr.
Maatregel
PI/afspraak
82 Opstellen en Bestuurlijk vaststellen vastgesteld beleid recreatief beleid. medegebruik
Realisatie 2012 Norm 2013
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
Voorbereiding
Voorbereiding
Vastgesteld beleid en maatregelen in 2013.
+/+
Zoveel mogelijk te beleven cultuurhistorische objecten.
+/+ +/+ +/+
Electr.nws 4, @grariër 6, Totaal 10.
Minimaal 6 nieuwsbrieven per jaar
+/+ +/+ +/+
2 advertorials t/m juni 2013
Minimaal 4 advertorials per jaar
+/+ +/+ +/+
Vaststellen beleid
10
-/-
G +/+
83 Het publiek onze cultuurhistorische objecten laten beleven
Cumulatief aantal te beleven objecten.
10
84 Betere dienstverlening (eOverheid + informatiehuishouding)
Aantal elektronische nieuwsbrieven (gemaild en op de website)
Electr. Nwsbr: 9 @grarier: 8 Totaal 17
85 Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal advertorials
4
4
86 Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal bezoekers open dagen van waterschapsobjecten
2 open dagen: 250 bezoekers. Totaal aantal bezoekers excursies: 1750
800
1e open dag: 100, 2e open dag: 200 bezoekers. Totaal 300 bezoekers
800
+/+ +/+ +/+
87 Informeren en draagvlak
Persberichten
75
55
21 persberichten tm juni 2013
55
+/+ +/+ +/+
88 Informeren en draagvlak
Perscontacten
80
45
48 persvragen tm juni 2013
45
+/+ +/+ +/+
12 x per jaar
14
T
Doelstelling 13 - Integreren vaarwegbeheer in het waterbeheer Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
89 Vaststellen vaarwegenbeleid
Bestuurlijk vastgesteld beleid
Nee
Opstellen en vaststellen vaarwegbeleid
Realisatie t/m juni 2013 nee
Einddoelstelling
K
Bestuurlijk vastgesteld beleid in 2014
+/+
T -/-
G +/+
Doelstelling 14 – Werken op een dienstverlenende en ingeland gerichte wijze Nr.
Maatregel
PI/afspraak
90 Verlenen van vergunningen binnen de proceduretijd
Percentage binnen de proceduretijd verleende vergunningen in kalenderjaar
91 Bereikbaar en reageren volgens servicenormen
Implementeren van servicenormen
Realisatie 2012 Norm 2013 94%
Realisatie t/m juni 2013
90%
98%
Start implementatie van servicenormen
0
Einddoelstelling
K
In 2013 binnen proceduretijd 90% vergunningverlening
+/+ +/+ +/+
Implementatie van de servicenormen in 2014
+/+ +/+
T
G
+/-
37
Nr.
Maatregel
92 Minder regeldruk door toepassing van meer algemene regels
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Aantal meldingen cf. Algemene regels / aantal verleende vergunningen
43%
Realisatie t/m juni 2013 43%
Einddoelstelling
K
T
> 50%
+/-
+/+ +/+
G
Doelstelling 15 – Vergroting beleving door recreëren, cultuur en landschap Nr.
Maatregel
93 Opstellen beheerplan historische objecten
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
Vastgesteld beheerplan
Vaststellen en uitvoeren beheerplan
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
T
G
In Voorbereiding
Beheerplan Cultuurhistorische objecten is vastgesteld
+/+
+/-
+/+
Toelichting Prestatie-indicator nr. 82 Opstellen en vaststellen beleid recreatief medegebruik Realisatie: Voorbereiding door afstemming met andere waterschappen. Maatregel: Beleid wordt in vierde kwartaal van 2013 bestuurlijk aangeboden om in 2014 vast te stellen. Prestatie-indicator nr. 89 Vaststellen vaarwegenbeleid Realisatie: Het waterschap verwacht per 2013 formeel duidelijkheid te krijgen over de provinciale herziening van de vaarwegfunctie aan oppervlaktewater en de toewijzing van het vaarwegbeheer door de provincies. Maatregel: Dit kan worden geborgd door aanpassing van de keur (watersysteembeheer). Daarnaast zullen provincies de nautische bevoegdheid opnieuw tegen het licht houden. Eventuele gevolgen hiervan voor het waterschap, zullen in het vaarwegenbeleid worden opgenomen. De gekanaliseerde Hollandsche IJssel wordt in 2013 als vaarweg door de provincies aangewezen en het beheer wordt bij het waterschap formeel ondergebracht. Na het vervallen van het vaarwegbeheer bij RWS (aanpassing van de wet, naar verwachting per 1/1/2014) worden ook hier de provincies formeel bevoegd gezag en geeft het waterschap uitvoering aan deze taak (in medebewind).
Prestatie-indicator nr. 91 Bereikbaar en reageren volgens servicenormen Realisatie: Er is nog geen start gemaakt met het onderwerp Servicenormen. Inmiddels is
wel in Unieverband de afspraak gemaakt om vóór 1 januari 2015 servicenormen te implementeren. De Unie heeft een inventarisatie uitgevoerd onder de waterschappen om een impuls te geven aan een basisset servicenormen voor de waterschappen, hier is ook HDSR bij betrokken. Deze inventarisatie is inmiddels uitgevoerd. HDSR gebruikt dit als uitgangspunt om zelf een set servicenormen vast te stellen die in het komende jaar wordt geïmplementeerd. Geld staat op +/- want er zijn geen middelen gereserveerd omdat de activiteiten die moeten worden ondernomen om de servicenormen te kunnen implementeren nog niet zijn vastgesteld. Maatregel: In het vierde kwartaal van 2013 start een projectgroep Servicenormen op initiatief van IcA. Deze projectgroep maakt een Plan van Aanpak Implementatie Servicenormen dat begin 2014 aan het college zal worden voorgelegd. Prestatie-indicator nr. 92 Minder regeldruk door toepassing van meer algemene regels Realisatie: Dit hoge percentage wordt veroorzaakt door meldingen waterwet / waterkwaliteit. Het aantal meldingen voor keur is lager. De gezakte score (66% t/m mrt) komt door de invloed van klassieke keur' (=10%). Er zijn Algemene Regels Keur zonder meldplicht (dus verder gedereguleerd, maar ook meteen een oorzaak voor lage score op deze PI). Maatregel: Het vraagstuk wordt meegenomen bij het opstellen van de nieuwe keur. Prestatie-indicator nr. 93 Opstellen beheerplan historische objecten Realisatie: In voorbereiding. Maatregel: Plan wordt in vierde kwartaal van 2013 bestuurlijk aangeboden. 38
Wat zijn de kosten? De kosten en opbrengsten worden voor dit programma niet apart geregistreerd, maar zijn onderdeel van de onderhavige programma’s .
j.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen 16B
Doelstelling 16 - Duurzaamheidcriteria wordt toegepast bij het inkopen en aanbesteden Nr.
Maatregel
PI/afspraak
94 Scoren in de duurzaamheidsmeter
Positie in de duurzaamheidsmeter van de waterschappen
95 Het toepassen van de duurzaam inkoop criteria van AgentschapNL
Percentage duurzaam inkopen volgens criteria van AgentschapNL
Realisatie 2012 Norm 2013 Positie in top 5
100%
100%
Realisatie t/m juni 2013
Einddoelstelling
K
Positie in top 5
Het waterschap staat in de top 5 van de duurzaamheidsmeter van de waterschappen
+/+ +/+ +/+
100%
T
G
Wij kopen 100% +/+ +/+ +/+ duurzaam in volgens de criteria van AgentschapNL in 2015
Wat zijn de kosten? De kosten en opbrengsten worden voor dit programma niet apart geregistreerd, maar zijn onderdeel van de onderhavige programma’s.
39
k. Bestuur en organisatie 17B
Doelstelling 17 – Een efficiënte en effectieve organisatie Nr.
Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2012 Norm 2013
96
Op een efficiën- Verhouding te wijze onderoverhead t.o.v. steuning bieden totaal kosten aan het primaire proces
97
KennisontwikkeGemiddeld 1.200 euro ling binnen de geïnvesteerd organisatie bedrag in opleidingen per medewerker
98
Realiseren van een effectief werkende organisatie
16%
1.200 euro
% behaalde doelstellingen vastgelegd in de 9 programma’s
75%
Realisatie t/m juni 2013 16%
600 euro
84%
Einddoelstelling
K
T
G
+/+ +/+ +/+ In 2013 wordt op basis van een benchmarkonderzoek met andere waterschappen en overheidsorganisaties bezien welke einddoelstelling hiervoor opgenomen dient te worden voor 2014 en de daarop volgende jaren. 1.200 euro
+/+ +/+ +/+
90%-100%
+/+ +/+ +/+
Wat zijn de kosten? Primaire begroting
Herziene begroting ste
Realisatie t/m
Prognose
Resultaat
V/N
(Na 1 begrotingswijziging_)
Bestuur en organisatie Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten Overige opbrengsten Overige opbrengsten Totaal overige opbrengsten Saldo kosten en overige opbrengsten
2013
2013
juni 2013
2013
2013
7.467 8.464 956 400 17.287
7.522 8.464 856 400 17.242
4.332 4.410 602 159 9.503
4.695 8.464 987 400 14.546
2.827131 2.696-
1.600
1.600
900
1.600
-
1.600
1.600
900
1.600
-
15.687
15.642
8.603
12.946
2.696-
V N V
V
Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V= voordeel, N = nadeel
40
Toelichting
Overige kosten • De in de voorgaande programma’s ontstane tekorten worden zoveel mogelijk binnen die programma’s gedekt door het inzetten van ruimte in indexering en overige ruimte in kostensoorten. Waar deze dekking binnen het programma ontoereikend is, wordt een via een begrotingswijziging een voorstel gedaan voor de dekking vanuit de ruimte binnen de overige programma’s. • De eenmalige verhoging van de afschrijvingskosten worden gedekt door een voorgestelde systeemwijziging, zoals beschreven op pagina 10. subtotaal Afschrijvingskosten • Afschrijvingskosten worden eenmalig hoger dan begroot. De oorzaken hiervan worden beschreven in de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Voor het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen betekent dit een nadeel van €131.000. • Een systeemwijziging met betrekking tot de afschrijvingen zorgt voor een eenmalige dekking van de ontstane tekorten in 2013. Een nadere uitwerking en toelichting van de voorgestelde systeemwijziging wordt met een separaat e AB -voorstel gelijktijdig met deze 2 Burap 2013 aangeboden. Zie hiervoor de toelichting op de afschrijvingen op pagina 10. Het genoemde tekort van €131.000 wordt met de systeemwijziging gedekt. Totaal
1.407 V
1.420 V 2.827 V 131 N
2.696 V
Bedragen zijn in duizenden euro ‘s, V= voordeel, N = nadeel
41
5 Belastingopbrengsten Tabel 7 – Netto bijdrage per belastingcategorie
Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen Watersysteemheffing overig ongebouwd Watersysteemheffing natuur Watersysteemheffing gebouwd Zuiveringsheffing woningen en bedrijven Totaal netto bijdrage
Begroting 2013
Prognose 2013
Prognose 2013
a
b
18.643
Resultaat 2013
c=b-a
Prognose 'oude jaren' d
18.504
-139
68
71 N
3.737 45 23.804
3.737 45 23.804
0 0 0
9 0 11
9V 0 11 V
53.805
53.473
-332
-142
474 N
100.034
99.563
471N
54 N
525 N
e=c+d
Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
Toelichting Belastingjaar 2013 (kolom c) Watersysteemheffing ingezetenen
139 N
Zuiveringsheffing woningen en bedrijven
332 N
Net als in 2012 is in 2013 meer op kwijtschelding toegewezen aan huishoudens dan geraamd. De crisis heeft daarmee nu gevolgen voor de opbrengst aan waterschapsbelastingen. Kwijtschelding vindt overigens voornamelijk plaats bij huishoudens in een huurwoning. Bij huishoudens met een eigen woning is nagenoeg geen sprake van kwijtschelding.
Watersysteemheffing gebouwd
0
In tegenstelling tot vorige jaren wordt dit jaar geen meeropbrengst watersysteemheffing gebouwd verwacht. Watersysteemheffing natuur
0
Over de afbakening van natuurterreinen wordt nog steeds geprocedeerd. Er is daarom nog geen aanleiding om de prognoses voor de opbrengsten voor natuurterreinen bij te stellen. Totaal Een en ander leidt tot een minderopbrengst voor 2013.
471 N
Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
42
Oude jaren en mutaties voorziening (kolom d) Watersysteemheffing ingezetenen, Watersysteemheffing overig ongebouwd, Watersysteemheffing gebouwd
88 V
Enerzijds is er een kleine meevaller in de voorzieningen dubieuze debiteuren voor de ingezetenenomslag.
Zuiveringsheffing woningen en bedrijven
142 N
Anderzijds zijn de voorzieningen dubieuze debiteuren zuiveringsheffing verhoogd (verband houdend met verminderingen bezwaren op zuiveringsheffing bedrijven) Totaal
54 N
De opbrengsten uit oude jaren en de mutaties voorziening dubieuze debiteuren resulteren in een minderopbrengst. Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
Toelichting Resultaat 2013 (kolom e) Totaal
525 N
Over het totaal wordt een minderopbrengst voorzien. Deze minderopbrengst is voornamelijk te wijten aan extra kwijtscheldingen voor het lopende belastingjaar. Daarnaast staat de opbrengst zuiveringsheffing bedrijven oude jaren onder druk: enerzijds wordt meer bezwaar gemaakt, terwijl volledigheidscontroles minder opbrengst genereren. Kennelijk resulteert de economische crisis in minder bedrijfsactiviteiten in ons gebied. Bedragen zijn in duizenden euro's, V = voordelig, N = nadelig
43
6 Investeringen Algemeen In onderstaand overzicht treft u de investeringsuitgaven t/m 30-6-2013, inkomsten uit subsidies en prognose eindejaar. Tabel 8: investeringsuitgaven en inkomsten uit subsidies (t/m 30-6-2013) en prognose eindejaar Begroting
Herziene
Realisatie
Huidige
2013
begroting
2013
uitputting
2013
t/mjuni
Veiligheid
3.500
3.500
2.147
61%
0
Primaire en regionale waterkeringen
3.500
3.500
2.147
61%
0
Voldoende water
16.889
12.514
8.769
70%
-149
Watersysteembeheer
16.889
12.364
8.769
71%
111
150
0
0%
28.802
13.587
3.107
23%
-107
Beperking wateroverlast Schoon water Kwaliteit van het oppervlakte water
Jaarprognose Subsidies
uitputting Kwaliteit %t.o.v. Herziene begroting
Tijd Geld
97%
+/+
-149
75%
+/+
+/-
+/-
0
100%
+/+
+/+
+/+
+/+
+/+
5.497
3.197
954
30%
0
87%
+/+
+/-
+/+
Zuiveringsbeheer
11.505
5.905
1.510
26%
-107
88%
+/+
+/-
+/+
Rwzi Utrecht
11.800
4.485
643
14%
0
45%
+/+
+/-
+/+
Bestuur, middelen & maatschappij
1.150
650
133
21%
17-
Lastendruk
1.150
650
133
21%
17-
50%
+/+
+/-
-/-
50.341
30.251
14.157
47%
-273
Totale uitgaven
Bedragen zijn in duizenden euro
Toelichting Veiligheid Dit thema omvat voornamelijk het Groot Onderhoudsplan (GOP) regionale waterkeringen. Dit plan geeft onder andere uitvoering aan de afspraken met de provinciebesturen van Utrecht en van Zuid-Holland om uiterlijk in 2020 de regionale keringen op orde te hebben. De verwachting is dat € 3,4 mln. van de geplande uitgaven ad € 3,5 mln. in 2013 ook in 2013 worden gerealiseerd. Voldoende water Onder dit thema vallen onder andere de Groot Onderhoud Plannen (GOP) oevers en kunstwerken, de legger watersysteem, het WIS, de wateropgave projecten (NBW) en de watergebiedplannen. Van de 12,5 mln. geplande investeringsuitgaven zal naar verwachting 70% oftewel 8,8 mln. worden uitgegeven. Dit lagere investeringsniveau is ontstaan door de heroverwegingen, de open planprocedures en langere bestuurlijke
besluitvorming. De temporisering in tijd heeft bij de watergebiedplannen een bijstelling van circa 1,5 mln tot gevolg. Schoon water Dit thema is opgebouwd uit twee onderdelen. Ten eerste een deel met betrekking tot de kwaliteit van het oppervlaktewater. De geplande investeringen ten behoeve van de kwaliteit van het oppervlaktewater worden neerwaarts bijgesteld naar 2,75 mln. Naast het schoonwater activiteiten in de diverse plannen(wgp’s, legger, database waterkwaliteit en ecologie, CAW en telemetrie, vismigratie buiten WGP en KRW en de synergie projecten van de KRW) is een aanzienlijk deel te verklaren als gevolg van de lastige opgave van de kaderrichtlijn water om geschikte oevers te vinden. Dit heeft onze volle aandacht. Het tweede deel heeft te maken met de vervangings- en uitbreidingsinvesteringen van de RWZi’s, Gezien de omvang van de geplande
44
uitgaven in 2013 is dit onderdeel opgesplitst in twee delen. 1) Zuiveringsbeheer ad 5,9 mln. 2) RWZi Utrecht ad 4,5 mln. Zuiveringsbeheer Jaarprognose uitputting: 88%. De uitputting blijft voornamelijk achter bij de begroting door de hieronder volgende projecten; - RWZi Nieuwegein 2e fase (vergassing), STOWA studie toont aan dat deze techniek niet haalbaar is.Voorstel om hiervan af te zien is in het AB van 5 juni goedgekeurd. - OAS Houten, de projecten uit de OAS Houten zijn uitgelopen door verminderde inzet van capaciteit. Realisatie van deze projecten worden hierdoor vertraagd en afgerond in 2014. - RWZi Leidsche Rijn (roostergoed), de systeemkeuze voor de vervanging van de huidige rooster goed installatie kost meer tijd dan gepland. Het gevolg hiervan is dat de realisatie vertraging oploopt en wordt afgerond in 2014. - RWZi Nieuwegein (vervangingen), het project is uitgelopen door verminderde inzet van capaciteit. Realisatie van dit project is vertraagd en wordt afgerond in 2014. RWZi Utrecht
Als gevolg van de herijking van de bestuurlijke opdracht m.b.t. de Rwzi Utrecht is slechts alleen deelproject "Instandhouding Rwzi Utrecht" actief. In de jaarschijf 2013 is voor dit project een bedrag van 4,4 mln opgenomen. Hiervan zal naar verwachting 2,4 mln doorschuiven naar 2014. De investering verschuift naar 2014 door de lange levertijd van de gasmotoren en het nog niet uitvoeren van de maatregelen m.b.t. de effluent kwaliteit. Bestuur, middelen & maatschappij In dit thema worden vooral losse projecten verantwoord die niet specifiek toewijsbaar zijn aan een programma en meer in de bedrijfsvoeringsfeer thuishoren. In totale investeringsniveau in 2013 bedraagt 0,65 mln. In de 2e begrotingswijziging is een post m.b.t. telefonie opgenomen en zal na vaststelling van de begrotingswijziging het investeringsniveau in 2013 met 0,4 mln doen laten stijgen.
Uitruil projecten x- en y-lijst
In 2013 is er nog geen project uit de y-lijst van start gegaan. Mogelijk volgen hiervoor nog verzoeken in verband met de wateropgave Hollandse IJssel, aanpassing watersysteem buiten de wgp’s en vismigratie buiten wgp en krw. Kredietoverschrijdingen
Uitgaande van de realisatiecijfers tot en met juni 2013 is er op een achttal lopende kredieten sprake van een overschrijding. Ten opzichte van bestuursrapportage 2013 no. 1 is één krediet afgevoerd met een overschrijding. Dit betreft het project Nieuwbouw opslagloods R5-LR. Dit project is afgesloten met uiteindelijk een positief saldo van €384,-. Uiteindelijk is er sprake van een onderschrijding omdat de werkelijke kosten lager uit zijn gevallen dan de opgenomen verplichting. Conform de procedure kredieten en in lijn met de aangenomen motie 14 en 15 in 2012 van Water Natuurlijk vermelden wij deze in de bestuursrapportage. De overschrijdingen leiden tot hogere investeringsuitgaven en daarmee tot hogere kapitaallasten. In bijlage 3 is het overzicht lopende investeringsprojecten per 30-6-2013 opgenomen. In dit overzicht wordt per project het totale toegekende krediet, de totale uitgaven t/m 30-6-2013 en de resterende kredietruimte weergegeven (zowel absoluut als relatief). Het overzicht van bijlage 3 is niet met het overzicht van blz. 36 te vergelijken omdat deze informatie zich sec richt op het boekjaar 2013 en het overzicht in de bijlage de cumulatieve waarden t/m 30-62013 weergeeft. In bijlage 3 is een tabel opgenomen waarin alle projecten die een overschrijding kennen zijn opgenomen. Indien het projecten betreffen die voor het eerst een overschrijding kennen dan wordt de overschrijding toegelicht en wordt waar mogelijk een dekkingsvoorstel van de hogere kapitaallasten als gevolg van de overschrijding opgenomen. Voor de al bekende overschrijdingen wordt verwezen naar het moment waarop het AB al is geïnformeerd over de betreffende kredietoverschrijding. 45
7 Paragrafen 7.1 Ontwikkelingen sinds het vaststellen van de begroting 18B
Overdracht Gekanaliseerde Hollandsche IJssel
In december 2012 is het besluit genomen om de overeenkomst aan te gaan met RWS om het beheer van de gekanaliseerde Hollandsche IJssel over te nemen. Op het moment van tekenen (december 2012) van de overeenkomst zijn de onderliggende rapporten over de overdracht verouderd (rapporten uit 2006 en er zijn veranderingen geweest). Omdat de beslissing tot overdracht binnen één maand genomen moest worden is er voor gekozen geen actuele inventarisatie op de stand van zaken uit te voeren. Het algemeen bestuur is ingestemd met het beschikbaarstellen van een voorbereidingsbudget van € 750.000 voor 2013. Dit bedrag wordt beschikbaar gesteld uit de ontvangen bijdrage van Rijkswaterstaat. Veranderagenda
de bestaande provinciale Samenwerkingsovereenkomst, voortgezet en geborgd. Het voornemen van de overheid is om, naast kwaliteitseisen voor handhaving, ook kwaliteitseisen voor vergunningverlening op te nemen in de wetgeving met betrekking tot (1) de kritieke massa, (2) proceskwaliteit en (3) inhoud en prioriteiten. In landelijk verband (door het landelijk overleg hoofden V&H) wordt hierop geacteerd. De provincie houdt hierop Interbestuurlijk Toezicht (IBT). Per 1-1-2015 moet aan het eisenpakket worden voldaan. De eerste tactiek om eventuele tekortkomingen op te lossen zal langs de weg van samenwerkingsafspraken met de waterschappen in het beheergebied en via de samenwerking VTH West worden gezocht. Er worden steeds meer activiteiten opgenomen in het Activiteitenbesluit van de waterwet. De vergunningplicht vervalt en men kan volstaan met een Melding. Hierdoor is vaker actieve (nazorg door) handhaving nodig om na een verkeerde interpretatie alsnog een goede naleving van de voorschriften te verkrijgen.
7.2 Uitgangspunten en normen 19B
In het eerste kwartaal 2013 heeft het college de veranderagenda vastgesteld. In deze veranderagenda staat onder andere een aantal acties waarmee we de aanbevelingen uit het rapport "Bouwen aan vertrouwen" handen en voeten gaan geven. Onder leiding van de directie worden de diverse aanbevelingen uitgewerkt. De secretaris informeert de commissies over de voortgang. Op 3 september 2013 heeft de commissie BMZ de actuele stand van zaken ontvangen. Externe ontwikkelingen Vergunning en Handhaving Het ontwerp van de nieuwe Omgevingswet ligt nu bij de Raad van State. De ambitie is dat het wetsvoorstel nog in 2013 aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. De wet zal wel gevolgen hebben voor de positionering en vorm van waterplannen, watertoets en keurvergunningverlening, maar het waterschap zal vergelijkbare bevoegdheden houden zoals nu het geval is. De vorming van de RUD in de provincie Utrecht is vertraagd. Er wordt nu aangestuurd op een formele start per medio 2014. De vier waterschappen in de provincie Utrecht gaan participeren op ambtelijk niveau in de werkgroep “inhoud”. Op deze manier wordt de operationele samenwerking, zoals die er nu is met de milieudiensten en gemeenten, onder
Voor deze paragraaf zijn geen bijzonderheden te melden t.o.v. de opgestelde begroting 2013.
7.3 Kostentoerekening 20B
Voor deze paragraaf zijn geen bijzonderheden te melden t.o.v. de opgestelde begroting 2013.
7.4 Reserves en voorzieningen 21B
Bij het opstellen van de begroting 2013 is de reserve ter dekking van de kapitaallasten voor de nieuwbouw RWZi Utrecht ingesteld. Aan de commissie BMZ is een voorstel aangeboden voor de financiële vulling van de reserve. Besluitvorming (stemming) over de financiële overheveling staat geagendeerd op de vergadering van het Algemeen bestuur d.d. 02 oktober 2013.
7.5 Waterschapsbelastingen 2B
In hoofdstuk 7 zijn de belastingopbrengsten gespecificeerd.
7.6 Weerstandsvermogen 23B
Algemeen Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit is het bedrag dat nodig is om alle risico’s financieel af te dekken. Het gaat dan om de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Met de gegevens vanuit het 46
jaarrekeningproces 2012 en de opstelling van de voorjaarsnota 2013 kan deze informatie goed samengebracht worden.
en onze capaciteit om belastingverhogingen toe te passen.
Inventarisatie van de weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit is het totaal van onze buffers. Dit zijn onze algemene reserves
Omvang en beoordeling van de weerstandcapaciteit Tabel 9 Omvang van de weerstandscapaciteit
Stand per 31-12-2013 Beschikbare bedragen * € 1.000
Onvoorzien Algemene reserve: Watersysteemheffing ingezetenen Watersysteemheffing gebouwd Watersysteemheffing ongebouwd Watersysteemheffing Natuur Zuiveringsheffing woningen/bedrijven Totaal
Beschikbaar weerstandcapaciteit Reserve 1-1-2013 2011 0
0
7.315 16.944 2.012 -18
7.819 16.339 2.766 -11
4.197 30.450
7.048 33.961
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, leggen wij de relatie tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. In het AB van 10 juli 2013 is een actualisatie van het risicoprofiel behandeld. Door de actualisatie stijgt de benodigde
weerstandcapaciteit van 12,4 miljoen euro naar 15,6 miljoen euro. Hierdoor daalde de ratio weerstandvermogen van 2,46 (stand 1 januari 2013) naar 1,95. De benodigde weerstandscapaciteit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van de berekening vormt het weerstandsvermogen. De relatie tussen beide componenten wordt n onderstaande figuur weergegeven. Deze berekening is gebaseerd op de stand van de algemene reserves per 1 januari 2013.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandsvermogen → Benodigde weerstandscapaciteit
30,450 miljoen = 1,95 15,60 miljoen
HDSR streeft naar een ruim voldoende weerstandsvermogen (een ratio weerstandsvermogen tussen 1,4 en 2,0). De actuele ratio weerstandsvermogen ligt binnen de gestelde bandbreedte.
47
7.7
Financiering 24B
Rentevisie De huidige economische situatie en de verscherpte kredieteisen dragen niet bij aan stabiliteit op de financiële markten. Deze onrust geeft onzekerheden ten aanzien van de renteontwikkeling in 2013. In de begroting van 2013 is uitgegaan van een kapitaalmarktrente (rente met een lange looptijd) van 4,25% voor nieuw aan te trekken leningen met een rentevaste periode langer dan 25 jaar. Per 30 juni 2013 bedraagt de rente op de kapitaalmarkt (langlopend) voor een 30-jaars (fixe) ongeveer 3,75%, terwijl voor een lening met een looptijd van 10 jaar ongeveer 2,70% in rekening wordt gebracht. Begin 2013 bedroeg de rente op de kapitaalmarkt voor een lening met een rentevaste periode van 10 jaar ongeveer 2,20% (begin 2012: 3,70%). De geldmarktrente is nog steeds relatief laag, zodat het voorlopig aantrekkelijk is in de financieringsbehoefte te voorzien middels onze rekeningcourantfaciliteit bij de Nederlandse Waterschapsbank (NWB). De rente die in rekening wordt gebracht op de rekening-courant is gebaseerd op de geldmarktrente (rente met een looptijd tot 2 jaar). De Stichtse Rijnlanden heeft de afgelopen jaren gestuurd op een negatief rekening-courant saldo waarmee overliquiditeit wordt voorkomen en wordt geprofiteerd van de lage geldmarktrente. De debetrente eind 2012 op de rekening-courant bij de NWB bedroeg 0,25% evenals op dit moment (juni 2013) De uiteindelijke keuze voor een looptijd van een lening hangt af van de actuele renteomstandigheden op het moment van afsluiten van de lening en van de inpasbaarheid van deze looptijd in de bestaande portefeuille. Interne ontwikkelingen Voor de overname van Rijkswaterstaat (RWS) van het eigendom, beheer en onderhoud van de Gekanaliseerde Hollandse IJssel is begin januari 2013 op de rekening-courant een bedrag van € 37,400 miljoen ontvangen. Ondanks het voorfinancieren van de investeringsuitgaven (max. € 6,100 mln.), betreffende de automatisering van de belastingsamenwerking BghU ontstaat in de maanden mei tot en met oktober 2013 een tijdelijk liquiditeitsoverschot. De belastinginkomsten in de genoemde maanden en de lagere investeringsuitgaven (zie begrotingswijziging) zorgen ervoor dat het tijdelijk overschot hoger is dan verwacht. Een deel van het liquiditeitsoverschot is weggezet op een spaarrekening binnen de huidige rekeningfaciliteit van de ING Bank en is direct opvraagbaar.
Vanuit het treasurystatuut is het toegestaan middelen tijdelijk weg te zetten op een spaarrekening. De ING bank voldoet aan de gestelde eisen van de benodigde rating..De NWB heeft geen dagelijks opvraagbare spaarrekening met een rentevergoeding. Doelstelling van deze spaarrekening is uitsluitend het verhogen van het rendement. Het plaatsen van middelen op spaarrekeningen mag niet voor een tekort zorgen op de rekening-courant. De verwachting is dat eind 2013 de spaarrekening wordt opgeheven. Schatkistbankieren Schatkistbankieren houdt in dat tegoeden worden aangehouden in de Nederlandse schatkist. In het bestuursakkoord 2013 is afgesproken dat eind 2013 alle provincies, gemeenten, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen hun tegoeden aanhouden in de Nederlandse schatkist. Decentrale overheden mogen dit al vrijwillig doen, maar schatkistbankieren zonder leenfaciliteit zal verplicht worden. Het beoogd doel van schatkistpapier is de risico’s van beleggen voor decentrale overheden tot nul te reduceren en het begrotingstekort van de overheid terug te dringen. De financiële gevolgen voor de waterschappen zijn nihil, omdat de meeste waterschappen (net als de Stichtse Rijnlanden) geen tegoeden op bankrekeningen hebben staan. Er ontstaat wel een extra administratieve last omdat één rekening-courant bij het Rijk moet worden aangehouden en beheerd. Transacties Per 30 juni 2013 is voor € 6,100 miljoen aan reguliere aflossingen verricht. De verwachte aflossing voor de periode juli tot en met december 2013 bedraagt € 7,300 miljoen. Daarmee zal de totale reguliere aflossing over 2013 op € 13,400 miljoen uitkomen. In de begroting 2013 is gerekend met een totaal van € 30,000 miljoen aan te trekken langlopende leningen. met een rentepercentage van 4,25%. Per 31 maart 2013 zijn nog geen nieuwe leningen aangetrokken. Per 1 juli is de risico opslag van een basisrentelening herzien. Het nieuwe opslagpercentage bedraagt 0,25 %. Tijdelijke overschotten worden uitgezet bij de ING bank tegen een zo gunstig mogelijke rente (30 juni 2013: 1,30%). De verwachting is dat aan het einde van het jaar (her)financiering benodigd is van maximaal € 10,000 miljoen. De stand van de langlopende leningen is per 30 juni 2013 afgenomen tot € 209,9 miljoen. De verwachting is dat aan het eind van het jaar de stand van de langlopende leningen € 212,6 bedraagt 48
Tabel 10 - Langlopende schulden ( in miljoenen euro’s) Stand 1 januari 2013
€ 216,000
Reguliere aflossingen t/m juni Aangetrokken leningen 2013
€ €
6,100 -/0 €
Stand per 30 juni 2013
6,100 -/-
€ 209,900
Prognose juli t/m december Reguliere aflossingen Aan te trekken leningen
€ 7,300 -/€ 10,000 €
Prognose 31 december 2013
Interne toetsing In de begroting 2013 is opgenomen dat de treasury activiteiten onderzoeksonderwerp is bij de interne rechtmatigheidcontrole. Externe toetsing De provincie Utrecht is als gevolg van de Wet Fido aangewezen als toezichthouder. Zij toetst of het waterschap voldoet aan de normen zoals zijn vastgesteld in deze wet. Hierbij zijn twee wettelijke normen te onderscheiden, de rente risiconorm en de kasgeldlimiet. Het is onder bepaalde voorwaarden toegestaan de kasgeldlimiet tijdelijk te overschrijden. Hiervoor kan een ontheffingsverzoek gedaan worden bij de toezichthouder. Toetsing renterisiconorm De rente risiconorm heeft als doel het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm is een percentage van het begrotingstotaal.
2,700
€ 212,600
Voor waterschappen is het percentage bepaald op maximaal 30% van het begrotingstotaal. Dit betekent dat jaarlijks niet meer dan 30% van onze begrotingstotaal mag worden geherfinancierd. Op basis van de liquiditeitsprognose 2013 bedraagt het renterisicopercentage voor ons waterschap ongeveer 12,9% (norm is 30%). Toetsing kasgeldlimiet De wettelijke kasgeldlimiet bepaalt hoeveel maximaal met kort geld (rekening-courantsaldo) mag worden gefinancierd. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van het begrotingstotaal per 1 januari van het betreffende begrotingsjaar. Voor waterschappen is de kasgeldlimiet vastgesteld op 23% en bedraagt voor ons waterschap in 2013 circa € 23,800 miljoen. In het eerste kwartaal van het jaar heeft geen overschrijding van de kasgeldlimiet plaatsgevonden.
49
7.8 Verbonden Partijen 25B
Muskusrattenbeheer Per 1 januari 2012 is een nieuwe muskusrattenbeheerorganisatie gestart met zes waterschappen in een samenwerkingsovereenkomst van gemene rekening. De uitvoering is met alle deelnemende waterschappen vastgesteld met de beleidsnota Muskusrattenbeheer 2012-2015. Bovendien is bepaald dat na twee jaar de samenwerking zal worden geëvalueerd. Deze evaluatie vindt nu plaats. De Stichtse Rijnlanden voert het muskus- en beverrattenbeheer mede uit voor de vijf andere waterschappen: • Hollands Noorderkwartier • Amstel, Gooi en Vecht • Rijnland • Delfland • Schieland en de Krimpenerwaard Over de muskusratten beheerorganisatie zijn geen bijzonderheden t.o.v. de begroting 2013 te vermelden. Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard Over de het Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard zijn geen bijzonderheden t.o.v. de begroting te vermelden. Waterschapshuis Over de het Waterschapshuis Regionaal Historisch Centrum Rijnstreek en Lopikerwaard zijn geen bijzonderheden t.o.v. de begroting te vermelden. Belastingsamenwerking voor Gemeenten en Waterschappen (BsGW) De implementatie van het regionale belastingsamenwerkingsverband Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) verloopt volgens planning. Naar verwachting zullen de medewerkers fysiek in oktober verhuizen, terwijl ze formeel per 1 januari 2014 onderdeel zullen gaan uit maken van de nieuwe organisatie.
Aquon Aquon is ontstaan uit de fusie van de laboratoria Delta Waterlab, Gemeenschappelijk WaterschapsLaboratorium (GWL), het laboratorium
van Hoogheemraadschap van Rijnland en het laboratorium van Waterschap Rivierenland. De volgende waterschappen nemen deel aan de gemeenschappelijke regeling Aquon: Delfland; • Brabantse Delta; • Hollandse Delta; • Aa en Maas; • De Dommel; • Rijnland; • Schieland en Krimpenerwaard; • Rivierenland; • De Stichtse Rijnlanden. De taken liggen op het gebied van accurate en excellente monsterneming, analyse en rapportage van chemisch, fysisch en biologisch onderzoek naar de eigenschappen van het natte milieu. Hiermee draagt Aquon bij aan de positie van de waterschappen, als autoriteit op het gebied van waterkwaliteit. Het laboratorium vormt de voorkant voor de wettelijke waterkwaliteitstaak en de handhavingstaak en draagt bij aan uniformiteit en standaardisering van het laboratorium werkzaamheden van de waterschappen. In de verdeling van de kosten over de waterschappen wordt, om Aquon tijd te geven om een stabiele uitgangsituatie te creëren, de garantieregeling toegepast voor de jaren 20122015. Deze regeling houdt in dat als de opgegeven meetvraag lager is dan hetgeen is opgenomen in de Business Case Aquon +, 75% van dit verschil bij dat waterschap in rekening wordt gebracht. Kostenoverschrijding De kosten voor onze samenwerking op het gebied van laboratoriumonderzoek in AQUON zullen naar verwachting in 2013 hoger uitvallen dan begroot. Hieraan liggen de volgende oorzaken ten grondslag: (1) De eindafrekening over 2012 (€236.000) van AQUON is verstuurd na het opmaken van de jaarrekening HDSR over 2012, daardoor vallen deze kosten ten laste van het (boek)jaar 2013. Hierin was geen rekening gehouden in de begroting van HDSR voor 2013. Deze eindafrekening is in de kostenoverzichten AQUON die aan de AB-leden is toegezonden wel opgenomen. (2) Als gevolg van het feit dat AQUON nog niet “in control” is én de veranderde verhouding in 50
de meetvraag tussen de deelnemende waterschappen zullen de kosten gebaseerd op de meetvraag 2013 hoger worden dan in oorspronkelijke begroting van AQUON was opgenomen. AQUON heeft daarom een 1e begrotingswijziging opgesteld. De kritische houding van HDSR heeft geresulteerd in een zienswijze die deze voorgestelde begrotingswijziging van AQUON afwijst. Deze zienswijze is besproken en bekrachtigd in het AB van 3 juli 2013. De begrotingswijziging is in het AB van AQUON van 5 juli 2013 overigens wel aange-
nomen, omdat HDSR als enige deelnemer tegen was. De nu voorziene kostenstijging zal naar verwachting ca. €150.000 bedragen ten opzichte van de begroting van HDSR voor de kosten van AQUON. Hiernaast zijn nog verschillende kostenposten waarvan de omvang gedurende 2013 nog bekend zal worden. Momenteel wordt een overschrijding van de begroting voor de kosten van AQUON verwacht van €386.00 in 2013. Deze overschrijding wordt gedekt binnen de programma’s.
7.9 EMU Saldo 26B
Wet Hof / EMU-tekort Deelnemers aan de Economische en Monetaire Unie (EMU) hebben in het Verdrag van Maastricht een aantal afspraken gemaakt. Een belangrijke afspraak is dat het overheidstekort van een lidstaat in principe niet meer mag bedragen dan 3% van het Bruto Binnenlands Product. Op termijn dient zelfs begrotingsevenwicht te ontstaan. De wet Houdbare Overheids Financiën (de wet Hof) wet is ingevoerd om de overheidsfinancien te bewaken en te verbeteren. De wet regelt onder andere dat de Europese begrotingsnorm van 3 procent in de Nederlandse wetgeving wordt vastgelegd en dat de afspraken, gemaakt in Europees verband, worden nageleefd. Het wetvoorstel is inmiddels door de Tweede Kamer vastgesteld. Het voorstel gaat er vanuit dat ook de mede-overheden een bijdrage leveren, met name aan de beheersing van het EMU-tekort. Voor 2013 heeft de wet Hof geen gevolgen Wel is afgesproken dat dit jaar wordt gebruikt om proef te draaien, waarbij met name geïnvesteerd wordt in het verbeteren van de rapportages aan het CBS. Hierbij is een extra EMU-enquête voorzien per 1 augustus 2013. De verwachting is dat per 1 januari 2014 de wet Hof in werking treedt. Hierbij is de tekortruimte die de waterschappen krijgen nog punt van discussie met de andere decentrale over
heden (gemeenten en provincies). Voor 2013 bedraagt het toegestane tekort voor de gezamenlijke waterschappen in totaal € 311 miljoen. Procentueel gaat het om een aandeel in het toegestane tekort van 0,05%. Landelijk is het EMU-tekort als volgt verdeeld: Maximaal EMU- tekort 3,0% Centrale overheid: 2,5% Decentrale overheden: 0,5% • Provincies: 0,07% • Waterschappen: 0,05% • Gemeenten: 0,38% Als de totale referentiewaarde (aandeel 2013: 0,05%) wordt omgerekend naar de afzonderlijke waterschappen dan bedraagt de toegestane negatieve individuele referentiewaarde voor De Stichtse Rijnlanden € 12,7 miljoen (4,09% van € 311 miljoen). In de begroting is rekening gehouden met een toegestaan tekort van € 13,2 miljoen. Het verschil van € 0,5 miljoen komt doordat in de begroting 2013 het toegestane EMU-tekort voor 2013 nog niet bekend was. In de begroting 2013 was een EMU-saldo tekort voorzien van € 20,7 miljoen. De inschatting is dat mede door de bijstelling (begrotingswijziging) van de investeringsuitgaven het berekend negatief EMU-saldo circa € 9,5 miljoen zal bedragen.
51
Tabel 11: EMU saldo begroting 2013 versus prognose 2013 EMU-saldo
Begroting 2013
Prognose 2013
Berekend negatief EMU-saldo
- 20,7
- 9,5
Toegestaan negatief EMU-saldo (individuele referentiewaarde)
- 13,2
- 12,7
Verschil (+ = ruimte; - = tekort)
- 7,5
+ 3,2
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
De wet HOF geeft aan dat een eventuele overschrijding van de individuele referentiewaarde in 2013 geen financiële consequenties met zich meebrengt. De inschatting is dat De Stichtse Rijnlanden in 2013 binnen de toegestane norm van de wet HOF blijft (ruimte € 3,2 miljoen).
52
Bijlage 1 Afkortingen en begrippen 2B
Tabel 12 – Afkortingen Afkorting (E)KRW AB AVP AWA Barim BRIM BsGW CAW CLM EHS ESF EVZ FES Fido GGOR GOP GRP GWW ILG IPO ISO KAM MVO NVO NWB OAS POP2 RIE Rwzi UvW WBP WGP WOZ
Omschrijving (Europese) Kaderrichtlijn Water Algemeen Bestuur Agenda Vitaal Platteland Afvalwaterakkoord Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer Besluit Rijkssubsidiering Instandhouding Monumenten Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Centrale Automatisering Watermanagement Contract en Leverancier managementsysteem Ecologische Hoofdstructuur Europees Sociaal Fonds Ecologische Verbindingszone Fonds Economische Structuurversterking Financiering decentrale overheden Gewenst Grond- en OppervlaktewaterRegime Grootonderhoudplan Gemeentelijk Rioleringsplan Grond-, Weg- en Waterbouw Investeringsbudget Landelijk Gebied Interprovinciaal Overleg International Organization for Standardization Kwaliteit Arbeidsomstandigheden en Milieu Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Natuurvriendelijke oever De Nederlandse Waterschapsbank N.V. Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie Plattelandontwikkelingsprogramma 2007-2013 Risico Inventarisatie en Evaluatie Rioolwaterzuiveringsinstallatie Unie van Waterschappen Waterbeheerplan Watergebiedsplan Waarde Onroerende Zaken: deze waarde wordt vastgesteld door de gemeenten en door het waterschap als heffingsmaatstaf gebruikt voor de categorie Watersysteemheffing gebouwd
53
Tabel 13 – Begrippen Begrip Belastingcategorie
Belastingdraagvlak Boezem
Brutoinvesteringsuitgaven Dekkingsgraad Exploitatie
Heffingsmaatstaf
Investeringsuitgaven
Kapitaallasten
Kosten Kostendekkende tarieven
Nettoinvesteringsuitgaven Netto-kosten Overige opbrengsten Subbied
Subsidies Totale opbrengsten
Omschrijving Belastinginkomsten naar de categorieën: watersysteemheffing, zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing. Vervolgens weer uitgesplitst in o.a.: ingezetenen, natuur, gebouwd, et cetera Heffingsmaatstaf x tarief: de som van de belastingopbrengsten van een belastingcategorie Dit is een watervlak waarop de polders afwateren. Het boezemstelsel van HDSR bestaat uit: De Grecht, Oude Rijn, Enkele en dubbele Wiericke, de Meije, de Lange Linschoten en hun zijtakken. Investeringsuitgaven zonder verrekening van subsidies De mate waarin de reserve van een belastingcategorie de begrote kosten dekt (reserve / kosten x 100%) Het totaal van de kosten en de opbrengsten. De investeringsuitgaven behoren niet tot de exploitatie. De afschrijvings- en rentelasten die daaruit voortvloeien wel. De basis waarop belasting in rekening wordt gebracht, bijvoorbeeld: het aantal huishoudens voor de Ingezetenenomslag en het aantal hectaren voor de categorie overig ongebouwd Investeringsuitgaven leiden niet direct tot kosten. De uitgaven leiden wel tot een mutatie van het banksaldo en daarmee tot een financieringsbehoefte. Na activering van deze investeringsuitgaven leiden ze via afschrijvingen en rentelasten tot kosten. De kosten die voortvloeien uit het doen van investeringsuitgaven. Na activering van de investeringen leiden deze tot afschrijvingslasten en rentelasten. De kapitaallasten bestaan hieruit. Hetgeen voortvloeit uit de inzet van mensen en middelen, bijvoorbeeld personeels- en afschrijvingskosten Dit zijn de tarieven waarmee alle netto-kosten worden doorberekend aan het belastingdraagvlak zonder inzet van reserves. Bij de werkelijke tarieven worden toevoegingen of onttrekkingen aan reserves gedaan om tarieven respectievelijk hoger en lager dan kostendekkend vast te stellen Geplande investeringsuitgaven inclusief de verrekening van subsidies Saldo van kosten en overige opbrengsten (onder overige opbrengsten vallen niet de belastingopbrengsten) Ontvangsten van zowel overheden als derden, bijvoorbeeld grensoverschrijdend afvalwater Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied. De regeling is bedoeld om gemeenten en waterschappen financieel te ondersteunen bij de uitvoering van achterstallig baggerwerk in bebouwd gebied. Bijdrage van overheden en derden voor het uitvoeren van onderzoeken en activiteiten of het doen van investeringsuitgaven Het totaal aan subsidies, overige opbrengsten en belastingontvangsten
54
Bijlage 2 Rapportage Watergebiedplannen 3B
Programma: Peildatum: Bestemd voor: Van: Versiedatum: Uitgangsituatie:
Watergebiedsplannen 1 juli 2013 AB (als bijlage bij Burap) WSB, IB, MO. 5 september 2013 AB/DB krediet per 1 oktober 2012
Symbolen en definitie: +/+ Goed, op schema +/Voldoende, niet op schema maar niet kritisch -/Onvoldoende, niet op schema en kritisch Tabel 14 Voortgang watergebiedsplannen
Watergebiedsplan
Wgp Zegveld OudKamerik Wgp Kamerik en Kockengen Wgp Kromme Rijn Wgp Langbroekerwetering Wgp Groenraven/ Maartensdijk Wgp Linschoterwaard
Jaar Besluit AB
Tijd
Geld
oordeel
uitloop
oordeel
2005
-/-
-/-
2007
-/-
-/-
7,8
89%
55%
-/-
2008
+/+
+/-
0,5
104%
90%
+/+
2008
+/+
+/-
0,6
34%
35%
+/+
2008
+/+
+/-
0,7
37%
30%
+/+
2011
+/-
6 jaar 4 jaar 0 jaar 0 jaar 0 jaar 0 jaar
prognose tekort (mln) 2,9
+/-
1,0
1%
1%
+/-
Totaal 1)
Ten opzichte van krediet.
Kwaliteit & realisatie uitdoelkwaliteit gave1) realisa(proces tie 2) en product 98% 80% -/-
2)
13,5
Werkelijk gerealiseerd in het veld.
Toelichting en risico’s in het algemeen en per watergebiedsplan (als aan de orde): Watergebiedsplan Algemeen Wgp Zegveld & OudKamerik
Wgp Kamerik en Kockengen
Toelichting • Geen bijzonderheden • Nieuwe prognose 13,4 mln (2,9 mln hoger dan krediet). Op 2 oktober nieuwe kredietaanvraag naar AB. • Werkzaamheden in het veld liggen stil tot besluit van AB. • Werkzaamheden liggen nagenoeg stil in afwachting van een heroverweging, o.a. op basis van ervaringen bij wgp Zegveld & OudKamerik.
Risico • • Het risico bij de prognose is 0,7 mln euro.
• Op onderdelen mogelijk herziening van plan.
55
Bijlage 3 Overzicht lopende investeringsprojecten 4B
Tabel 15 overzicht lopende investeringsprojecten
56
MOEDERPROJECTEN
Stand kredieten per 30 juni 2013
Projectnummer
Moederproject
42902
Herstel Oevererosie Lekdijk
483095
AB/DB krediet a
Totale uitgaven b
Openstaande verplichtingen c
Doorbelasting Krediet ruimte aan derden (bruto) d
Krediet ruimte (bruto)%
Ontvangen subsidies
a-b-c-d=e
g
0,00
289.883,87
0,00
0,00
-289.883,87
0%
nieuwbouw opslagloods R5-LR
260.000,00
259.616,47
0,00
0,00
383,53
0%
1
0,00 0,00
483107
renovatie loods Rayon 2-HTN
106.000,00
119.736,03
0,00
0,00
-13.736,03
-13%
483109
renoveren loods rayon 4-BRKL
53.000,00
7.478,03
0,00
0,00
45.521,97
86%
0,00
421100
M421100 GOP REG.WK 2011-2020
6.000.000,00
193.999,88
0,12
0,00
5.806.000,00
0,97
0,00
451200
M451200 PRIM WATERKERINGEN
935.000,00
775.045,28
48.951,64
0,00
111.003,08
12%
0,00
7.354.000,00
1.645.759,56
48.951,76
0,00
5.659.288,68
77%
850.000,00
780.230,11
0,00
0,00
69.769,89
8%
0,00
76.000,00
70.492,04
219,58
0,00
5.288,38
7%
0,00 0,00
2
0,00
Programma Watersysteembeheer 41818
Waterhuishouding Honswijk
48605
Bouw opslagloods Utrecht
402013
Natvr.inrich. Slimmenwet Zegv.
95.000,00
79.442,17
0,00
0,00
15.557,83
16%
405801
Projectplan Oud Kamerik
150.000,00
46.623,38
61.270,45
0,00
42.106,17
28%
411021
CAW vervanging software
250.000,00
387.862,95
0,00
0,00
-137.862,95
-55%
424013
Reijerscopsche Middelwet stuw
130.000,00
111.327,01
0,00
0,00
18.672,99
14%
0,00
424015
Legger watersysteem
620.000,00
77.874,20
91.881,78
0,00
450.244,02
73%
0,00
424020
Herinrichting Haarzuilens
76.000,00
64.691,48
0,00
0,00
11.308,52
15%
485091
Databeheer
260.000,00
282.731,55
0,00
0,00
-22.731,55
-9%
485097
Doorontwikkeling WIS
295.000,00
172.229,21
154.753,66
-44.002,00
12.019,13
4%
0,00
485098
Uitvoeren meetplan
78.665,00
83%
0,00
140000
M140000 KRW
5.056.000,00
221.377,69
0,00
0,00
4.834.622,31
96%
0,00
1460000
M1460000 KRW KANSEN
2.500.000,00
304.619,82
34.872,20
0,00
2.160.507,98
86%
40600
M40600 WGP Zegveld Oud-Kamerik
10.500.000,00
10.227.462,30
563.700,35
-125.629,94
-165.532,71
-2%
95.000,00
16.335,00
0,00 3
0,00
0,00 4
0,00
0,00 5
-3.263.813,07
401000
M401000 WGP LANGBROEKERWETERIN
8.300.000,00
2.816.818,03
168.223,22
-6.624,00
5.321.582,75
64%
0,00
401100
M401100 WGP GROENR./MAARTENSDI
6.000.000,00
2.169.786,50
169.275,93
-89.652,13
3.750.589,70
63%
-244.631,79
401200
M401200 WGP Kamerik en Kockeng
10.600.000,00
9.413.718,53
312.667,53
-15.596,60
889.210,54
8%
-2.428.650,00
401300
M401300 WGP LINSCHOTERWAARD
11.000.000,00
93.577,29
19.901,04
0,00
10.886.521,67
99%
0,00
50008100
M50008100 WGP KROMME RIJN
7.800.000,00
8.079.961,15
228.677,07
-741.736,70
233.098,48
3%
-140.442,34
40300
M40300 Verwerving Gronden
12.161.130,00
5.924.007,01
49.567,13
-1.419,00
6.188.974,86
51%
0,00
405000
M405000 SYNERGIEPROJECT KRR
6.677.000,00
2.570.986,82
209.527,81
-296.823,15
4.193.308,52
63%
-810.150,38
405300
M405300 SYNERGIE KRW OUWENAAR-
8.608.000,00
1.192.570,30
5.669.677,61
0,00
1.745.752,09
20%
-264.750,00
405600
M405600 MP NOTA RUIMTE MIDDELE
3.939.900,00
335.979,31
146.078,02
0,00
3.457.842,67
88%
-1.494.000,00
405700
M405700 VISPASSAGES 2012-2013
753.000,00
329.861,82
0,00
0,00
423.138,18
411200
M411200 GOP Kunstw 2012-2016
6.085.000,00
704.921,46
313.562,87
0,00
5.066.515,67
411300
M411300 STED. WATEROPGAVE WRD
800.000,00
100%
0,00
47500
M47500 Waterkwaliteitsmaatrgl.
1.061.000,00
949.989,36
3.629,60
-172.400,74
279.781,78
26%
-60.332,09
104.738.030,00
47.409.141,49
8.213.820,85
-1.493.884,26
50.608.951,92
48%
-8.706.769,67
800.000,00
56%
0,00
0,83
0,00
57
M OEDE RPROJECT EN
Projec tnu mm er
Sta nd kred ie te n p er 3 0 ju ni 2 013
M oede rp rojec t
AB/DB krediet
Totale uitg aven
a
b
O pen staan de verplichtin gen c
Do orb elasting aa n derden
Krediet ruim te (bru to)
d
a -b-c-d=e
Kre diet ruim te (bruto)%
On tva nge n s ubs id ie s g
Program ma z uiverin gsbe hee r 6 105 1
rwzi Nie uweg ein uitbreiding
6 204 1
rwzi Lop ik, v erv. E& W
14.58 0.00 0,00
13 .2 12.11 0,77
165 .3 96,60
0,00
1.20 2.49 2,63
8%
7.90 0.00 0,00
6 .2 59.93 6,49
0,00
0,00
1.64 0.06 3,51
2 1%
6 604 1
we st_rwzi W oe rd en , uitbr.
8 106 1
12.90 0.00 0,00
13 .0 78.87 6,55
0,00
0,00
-17 8.87 6,55
-1 %
rwzi Zeis t, uitb re iding
8.50 0.00 0,00
8 .3 23.07 6,68
8 .6 39,40
0,00
16 8.28 3,92
2%
8 207 1
rwzi Bun nik, Uitbreid in g
7.83 0.00 0,00
7 .2 66.42 0,29
47 .6 21,64
0,00
51 5.95 8,07
7%
6 101 02
R W Z I Nieuwe gein b edrijfs geb ou w
98 0.00 0,00
9 79.86 2,73
1 80,88
0,00
-4 3,61
0%
6 101 11
R wzi Nieu we ge in E -fab riek BB
1.56 0.00 0,00
1 .3 42.56 6,12
183 .9 70,16
0,00
3 3.46 3,72
2%
0,00
6 101 22
N ie uweg ein verva ngin gen 2 012
7 0.00 0,00
6 8.67 5,05
9 8%
0,00
6 301 21
R eno vatie Rwzi De Mee rn 2 01 2
20 0.00 0,00
1 8.56 9,98
9%
0,00
6 371 01
rgm Mas twijk, VI 20 10
3 0.00 0,00
10 0%
0,00
6 631 31
rgm Driebrug gen , ve rv .p ersl.
0,00
7 101 01
rwzi Utrec ht, ve rv . 20 10
7 101 03
R W Z I Utre cht ga sbe drijf
7 101 31
R wzi Utre ch t ve rva ng in gen 201 3
7 201 02
R W Z I Le id sc he Rijn, bellen bel
7 201 11
R W Z I Le id sc he Rijn verv. 201 1
7 211 11
R gm Leid sc he Rijn persle id ing
7 310 81 8 301 21
1 .3 24,95 1 81.43 0,02
0,00
0,00
3 0.00 0,00 16 5.00 0,00
1 38.59 2,09
0,00
0,00
2 6.40 7,91
1 6%
1.00 0.00 0,00
8 83.86 3,19
0,00
0,00
11 6.13 6,81
1 2%
65 0.00 0,00
6 91.63 9,78
0,00
0,00
-4 1.63 9,78
-6 %
0,00 0,00 6
0,00 -1.10 0.00 0,00 0,00
n vt
0,00
0,00 7
0,00
90 0.00 0,00
8 96.08 0,30
0,00
0,00
3.91 9,70
0%
0,00
1.30 0.00 0,00
1 .0 29.31 1,77
169 .3 33,34
0,00
10 1.35 4,89
8%
0,00
7 5.00 0,00
92 4,00
1 .9 36,00
0,00
7 2.14 0,00
9 6%
0,00
20 0.00 0,00
1 99.57 4,24
0,00
0,00
42 5,76
0%
0,00
rgm Broe kdijk , VI 2 00 8
20 0.00 0,00
1 47.15 0,69
0,00
0,00
5 2.84 9,31
2 6%
0,00
rwzi Drieb ergen , V2 012
10 0.00 0,00
85.77 5,44
11 .8 45,90
0,00
2.37 8,66
2%
0,00
8 400 91
rwzi Houten , ve rv . 20 09
30 0.00 0,00
2 34.29 0,46
0,00
0,00
6 5.70 9,54
2 2%
0,00
8 401 11
rwzi Houten OA S, m a atre g.gema l
1.36 0.00 0,00
76.71 8,79
0,00
0,00
1.28 3.28 1,21
9 4%
0,00
8 401 22
rwzi Houten cap . uitbreidin g
6 0.00 0,00
6 0.00 0,00
10 0%
0,00
8 441 31
R gm Tull e n 't W aa l, verv.
50 0.00 0,00
50 0.00 0,00
10 0%
0,00
8 500 91
rwzi Rhen en , ve rv. 200 9
70 0.00 0,00
6 48.42 1,94
0,00
0,00
5 1.57 8,06
7%
0,00
8 601 01
rwzi W ijk bij Duu rs t.
1.88 0.00 0,00
1 .5 78.92 0,98
127 .3 30,60
0,00
17 3.74 8,42
9%
0,00
9 000 71
M90 00 71 MP V ERVANGING Z TW
25.21 5.01 6,02
15 .2 21.28 6,78
41 .1 28,27
0,00
9.95 2.60 0,97
3 9%
0,00
9 001 03
M90 01 03 OPTIMA LISATIE ZTW
20 0.00 0,00
1 88.59 2,05
0,00
0,00
1 1.40 7,95
6%
0,00
9 001 04
M90 01 04 AANP INFRAS TRUCTUUR
50 0.00 0,00
4 09.28 8,09
31 .9 77,33
-139 .8 51,62
19 8.58 6,20
4 0%
0,00
9 012 00
M90 12 00 PRO CESA UTOM.ZB
27 5.00 0,00
1 58.77 6,23
6 .3 95,22
0,00
10 9.82 8,55
4 0%
0,00
7 101 00
M 71 010 0 MP DP Oph effe n RW Zi Maa rs en broek
90 0.00 0,00
4 36.21 4,51
105 .9 80,29
0,00
35 7.80 5,20
4 0%
0,00
7 102 00
M71 02 00 MP DP Nie uwbou w s lib lijn
1.00 0.00 0,00
2 66.52 4,39
7 .1 29,93
0,00
72 6.34 5,68
7 3%
7 103 00
M71 03 00 MP DP Nie uwbou w W ate rlijn
2.33 5.00 0,00
2 .3 28.50 5,48
33 .2 93,15
0,00
-2 6.79 8,63
-1 %
7 104 00
M71 04 00 MP DP Ins tand hou ding RW Zi U trec ht
5.73 0.00 0,00
3 37.64 0,88
369 .2 40,75
0,00
5.02 3.11 8,37
8 8%
9 001 06
Z -info
0,00 8
-10 7.00 0,00 0,00
27 0.00 0,00
1 90.60 6,23
72 .9 66,72
0,00
6.42 7,05
2%
0,00
1 00.36 5.01 6,02
76 .7 92.97 7,96
1 .385 .6 91,13
-139 .8 51,62
22.32 6.19 8,55
1 0,59
-1.20 7.00 0,00
58
MOEDERPROJECTEN
Projectnummer
Stand kredieten per 30 juni 2013
Moederproject
AB/DB krediet
Totale uitgaven
a
b
Openstaande verplichtingen c
Doorbelasting Krediet ruimte aan derden (bruto) d
Krediet ruimte (bruto)%
Ontvangen subsidies
a-b-c-d=e
g
Programma overhead 55800
M55800 IBP Meerjarenpl 2008-20
2.000.000,00
1.217.251,89
847,60
0,00
781.900,51
39%
55801
M55801 VERV PL KA/TA 2008-2015
1.150.000,00
1.097.472,42
0,00
0,00
52.527,58
5%
0,00 0,00
581100 411024
M581100 VERV KA/TA 2011-2014
1.180.000,00
943.442,52
5.533,44
0,00
231.024,04
20%
0,00
Renovatie Polderhuiscomplex
1.070.000,00
779.962,03
52.479,35
0,00
237.558,62
22%
-418.614,00
411214
Inrichten terrein Jaarsveld
95.000,00
90.278,12
0,00
0,00
4.721,88
5%
0,00
5.495.000,00
4.128.406,98
58.860,39
0,00
1.307.732,63
0,90
-418.614,00
Groot onderhoudsplannen - Projecten oude regime 35400
M35400 GOP Kunstwerken
23.531.575,91
25.018.057,22
1.004.288,79
-1.275.046,07
-1.215.724,03
-5%
39400
M39400 GOP Kaden
27.238.022,00
25.046.140,24
665.657,85
-24.371,68
1.550.595,59
6%
nvt
43400
M43400 GOP Oevers
14.235.000,00
13.978.568,43
669.517,64
-244.239,65
-168.846,42
-1%
65.004.597,91
64.042.765,89
2.339.464,28
-1.543.657,40
166.025,14
-1%
-3.541.226,56
99.034.150,00
100.665.427,45
2.626.757,10
-5.492.290,66
1.234.256,11
1%
-11.825.280,85
727.128,84
600.162,60
975,74
-42.016,81
168.007,31
23%
0,00
-1.939.344,35 -773.924,54
nvt
-827.957,67
Voorzieningen projecten 44400
M44400 GOP Baggeren
45000
M45000 MP Baggeren tert waterg
53000
M53000 MP GR OH Poldermolen 2
2.096.851,04
1.251.531,46
0,00
0,00
845.319,58
40%
0,00
54000
M54000 MP GR OH Poldermolen 3
449.940,00
69.142,78
0,00
0,00
380.797,22
85%
0,00
55000
M55000 MP GR OH Jaarsveld
135.000,00
37.954,51
5.092,94
0,00
91.952,55
68%
102.443.069,88
102.624.218,80
2.632.825,78
-5.534.307,47
2.720.332,77
385.399.713,81
296.643.270,68
14.679.614,19
-8.711.700,75
82.788.529,69
0,00 -11.825.280,85
21%
-25.698.891,08
59
TOELICHTING OP KREDIETOVERSCHRIJDINGEN
1 2 3
Dit betreft het in 2011 uitgevoerde project om de oever langs de lek te herstellen ten gevolge van opgetreden oevererosie, en hierdoor de Lekdijk te beschermen. De kosten hiervan zijn geclaimd bij Rijkswaterstaat, hier is echter nog geen overeenstemming over bereikt. In overleg met de gemeente Houten is het hekwerk rondom het perceel alsnog aangepast (hekwerk incl schuifpoort). Deze werkzaamheden ad 15K waren niet in het budget opgenomen. In 2012 is het centrale CAW systeem aangepast. De dekking van de overschrijding is opgenomen in het AB voorstel van 27 februari 2013; het vervolg project “vervanging van de datacommunicatie en de telemetrie”. Aanvraag kredietverhoging van € 2,8 miljoen is goedgekeurd op 27 februari 2013 in AB.
4
Overschrijding is gemeld in de Burap 2012 no. 2. Project is inmiddels afgerond en in mei 2013 Financieel Gereed gemeld.
5
Op 2 oktober heeft het AB een extra krediet toegekend van 2,9 mln.
6
Overschrijding is besproken in de commissie BMZ d.d. 3-4-2012. Verklaring van de overschrijding is teurg te vinden in DM 480862.
7
Overschrijding als gevolg van hogere aanschafkosten van een gasmotor.
8
Er sprake van een verwachte kredietoverschrijding van € 27.000. Deze overschrijding wordt gedekt vanuit de toegekende Efro subsidie.
60
Bijlage 4 Rapportage grote projecten Tabel 16 Rapportage grote projecten
Programma /
project nr en naam
geplande uitgaven
werkelijke
Uitputting
Inschatting
Totaal vastge-
Totaal uitgaven
opgenomen in
uitgaven
in begrotings
uitputting
steld krediet
op krediet
begroting 2013
in 2013
jaar in %
2013
kwaliteit
tijd
geld
3.000.000
+/+
+/+
+/+
doelrealisatie?
AB/DB
Programma waterkeringen: Waterkeringen
M421100 GOP REG.WK 2011-2020 / M39400 GOP Kaden
Watersysteembeh.
M1460000 KRW KANSEN
Watersysteembeh.
M405600 MP NOTA RUIMTE MIDDELE
Watersysteembeh. Watersysteembeh. Watersysteembeh.
3.000.000
1.438.805
47,96%
33.238.022
24.457.923
Programma watersysteembeheer 200.000
18.289
9,14%
200.000
+/+
+/+
+/+
lopende kansen worden benut
2.500.000
406.572
1.022.000
148.750
14,55%
897.000
+/+
+/+
+/+
op koers
3.939.900
1.072.178-
M405000 SYNERGIEPROJECT KRR
567.000
366.043
64,56%
567.000
+/+
+/+
+/+
Goed op koers, exclusief slibvang
4.039.000
1.469.628
M140000 KRW
900.000
1.265
13,49%
450.000
+/+
+/+
+/+
5.056.000
221.378
M411200 GOP Kunstw 2012-2016
2.929.000
395.124
50,47%
1.300.000
+/+
+/+
+/+
Watersysteembeh.
M405300 SYNERGIE KRW OUWENAAR-
1.100.000
555.221
50,47%
1.100.000
+/+
+/+
+/+
Op koers, in 2014 en 2015 komt de piek In verband met de kunstwerken planning zien we dit project samen met m35400 als één. Op koers, in 2014 en 2015 komt de piek
Watersysteembeh.
M43400 GOP Oevers
1.680.000
939.533
55,92%
1.680.000
+/+
+/+
+/+
Watersysteembeh.
M35400 GOP Kunstwerken
-
652.150
1.800.000
+/+
+/+
+/+
Op koers In verband met de kunstwerken planning zien we dit project samen met m411200 als één. Op het oude Moederproject drukken nog twee projecten: Goejanverwelle en Plas Lage Weide
Zuiveringsbeheer
M710400 MP PROJ UTRECHT DEEL 4
4.400.000
127.366
2.000.000
+/+
+/+
+/-
6.085.000
920.850
8.608.000
1.108.502
14.235.000
13.298.455
23.531.576
21.699.226
5.730.000
626.668,97
Programma zuiveringsbeheer 2,89%
Door langere levertijd van gasmotoren en het nog niet uitvoeren van de maatregelen mbt de effluent verschuift de realisatie naar 2014.
61
Bijlage 5 Overzicht aanbestedingen 5B
In tabel 17 is aangegeven hoeveel aanbestedingen er in het 1e half jaar van 2013 op het gebied van grond- weg- en waterbouw (GWW)
per soort zijn geweest. De GWW onderscheidt uitsluitend werken; diensten en leveringen vallen hier buiten.
Tabel 17– aantal aanbestedingen per soort verdeeld naar beleid
Aandachtsgebied Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen
Europese aanbesteding
-
-
- -
Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking
-
-
- -
Meervoudig onderhandse procedure
-
1
12 13
Enkelvoudige uitnodiging
-
8
- 8
-
9
12 21
-
-
- -
Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking
- -
- -
Meervoudig onderhandse procedure
- -
1 1
Enkelvoudige uitnodiging
- -
- -
-
-
1 1
Europese aanbesteding
Subtotaal Zuiveringsbeheer
Totaal
Zwaarder
Soort aanbesteding
Subtotaal Baggeren
Conform
Lichter
Tabel - aantal aanbestedingen per soort verdeeld naar beleid
Europese aanbesteding
-
-
- -
Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking
-
-
- -
Meervoudig onderhandse procedure
-
-
- -
Enkelvoudige uitnodiging
-
-
- -
Subtotaal
-
-
- -
Totaal Procentueel
-
9 0%
13 22 41% 59% 100%
62
Toelichting Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen Alle aanbestedingen zijn zwaarder of conform het beleid uitgevoerd. Baggeren en zuiveringsbeheer Er heeft één aanbesteding m.b.t. baggeren plaatsgevonden, namelijk het baggerproject Westeinde van Waarder. Hierbij is een zwaardere procedure dan voorgeschreven doorlopen.
Aanbestedingsvoordeel In tabel 18 is per aandachtsgebied het totale bedrag van de besteksramingen weergegeven ten opzichte van het totaal van de aanneemsommen.
Tabel 18 – werkelijke aanneemsommen ten opzichte van totaal besteksramingen
Tabel - werkelijke aanneemsommen ten opzichte van totaal besteksramingen
Aandachtsgebied Watersysteembeheer (excl. Baggeren Zuiveringsbeheer Totaal
Totaal besteksramingen 1,1 0,1 1,3
Totaal Verschil werkelijk 0,9 0,3 0,1 0,0 1,0 0,3
Verschil % 24%
22%
Bedragen zijn in miljoenen euro's
Toelichting In het 1e half jaar van 2013 is er voor 1,0 miljoen euro aanbesteed. Het aanbestedingsvoordeel op werken is 0,3 miljoen euro. Het totaalvoordeel is hierdoor 22%. Dit percentage geeft een vertekend beeld gezien de beperkte omvang van het werk dat is aanbesteed. Er hebben in 2013 een relatief weinig en qua omvang beperkte aanbestedingen plaats ge
vonden. Het gaat op dit moment te ver om hier conclusies aan te kunnen verbinden. De algemene tendens is dat de markt qua werk nog steeds erg krap is en dat de markt daardoor voor de aanbestedende partijen nog steeds aantrekkelijk is. Tegelijkertijd lijkt de markt langzaam te stabiliseren, mogelijk als gevolg van faillissement en ontslagen.
63
Bijlage 6 Stand van zaken subsidies 6B
Algemeen
Onderstaand treft u een aantal tabellen waarmee verslag wordt gedaan over de actuele subsidies. Deze indeling in tabellen is gebaseerd op de fase waarin de subsidies zich bevinden. Deze fasen zijn achtereenvolgens: • Ontvangen subsidiebeschikkingen; • Ingediende/ lopende subsidieverzoeken; • Subsidiekansen in onderzoek; • Afgewezen en stopgezette subsidie-ideeën; • Afgewikkelde subsidiebedragen.
Tabel 19 Overzicht ontvangen subsidie beschikkingen 2013 (aantal 0 stuks) Naam project Vispasseerbaar maken sluis Wijk bij Duurstede
Regeling ILG/Synergie
€
Bedrag 76.323
Natuurontywikkeling oevers Kromme Rijn (fase 2)
ILG/Synergie
€
222.820
Renovatie Goejanverwellesluis en heulbrug te Hekendorp; - verhoging subsidie deel sluis
ILG/POP2
€
80.000
Totaal
€
379.143
Tabel 20 Overzicht ingediende/lopende subsidie verzoeken 2013 Naam project Kavelruil Achttienhoven
Regeling Projectsubsidie provincie Zuid Holland
€
Bedrag 72.600
Verbinding Gooyerwetering (ophoging beschikking tot € 416.607 ivm vrijval andere projecten elders)
POP2
€
55.438
Totaal
€
128.038
64
Tabel 21 Subsidiekansen in onderzoek (initiatiefase) in 2013
Naam project
Regeling
Bedrag
Aanleg natuurvriendelijke oevers Kromme Rijn (fase 3)
ILG/AVP
€
830.000*
Verdrogingbestrijding Langbroekerweteringgebied
Programmasubsidie provincie Utrecht
€
750.000
Zoekgebieden nog nader te bepalen (Blokhoven, Eiland van Schalkwijk, GHIJ)
Gebiedsontwikkelingsprogramma provincie Utrecht (nieuwe regeling)
Opwekken zonne-energie binnen HDSR
SDE+
Natuurontwikkeling langs de Grecht
Nota Ruimte Middelen provincie Utrecht
onbekend
Ca. € 40.000 - € 60.000 onbekend
* vanuit de (Rijk/Provinciale) KRW synergie reservering
Tabel 22 Afgewezen en stop gezette subsidie-ideeën 2013 Naam project Renovatie Goejanverwellesluis en heulbrug te Hekendorp ; - vervallen subsidie onderdeel heulbrug
Regeling ILG/POP2
€
Bedrag 80.000
Totaal
€
80.000
Tabel 23 afgewikkelde subsidies 2013 Naam project Olivijnfilters: CO2 afvang in Olivijnhoudende zandfilters in R.W.Z.I.'s
Regeling Stimuleringsregeling, Duurzaamheid, Energie en Klimaat provincie Utrecht
Beschikking € 214.997
€
Vaststelling 142.872
Verbeteren KAM managementsysteem
ESF
€
18.000
€
18.000
Restauratie en renovatie van de bijgebouwen dijkhuis Jaarsveld
Parelfonds provincie Utrecht
€
300.000
€
244.862
Restauratie en renovatie van de bijgebouwen dijkhuis Jaarsveld
ILG
€
135.000
€
101.722
Uitvoering afkoppelproject Heuvelrug (Rhenen en Utrechtse Heuvelrug)
Stimuleringsregeling, Duurzaamheid, Energie en Klimaat provincie Utrecht
€
103.000
€
103.000
€
770.997
€
610.456
65
Toelichting afgewikkelde subsidies bij relevante afwijkingen Olivijnfilters: CO2 afvang in Olivijnhoudende zandfilters in R.W.Z.I.'s Het project is goedkoper uitgevoerd dan geraamd. Verklaring voor het verschil tussen het geraamde, en werkelijk uitgegeven projectbedrag: • de bouw van de filterkolom is aanzienlijk goedkoper uitgevallen dan geraamd. • de analysekosten zijn door beide waterschappen uitgevoerd via het reguliere analyseprogramma op de rwzi's. Besparing: € 6.545,-; • Grontmij heeft bij aanvang van fase 2 (bouwbegeleiding en opstart van de filterkolom) meer uren besteed dan begroot, daar staat tegenover dat vanwege de vroegtijdig door brand verwoeste filterkolom, het tweede deel van fase 2
•
verkort is uitgevoerd. Besparing- €5.016,-; Niet uitvoeren van fase 3. Besparing: € 5.950,-.
Totaal minder uitgegeven dan geraamd: € 39.549,-. De projectkosten komen hiermee op € 175.448,-. Voor de door brand verwoeste filterkolom is verzekeringsgeld ontvangen. Vanwege de teleurstellende resultaten is besloten dit geld niet te besteden aan nieuwbouw van de filterinstallatie. Besparing: € 32.576,-. Omdat dit geld door HDSR is ontvangen, wordt dit bedrag in mindering gebracht op het te declareren bedrag. Totaal bij Provincie Utrecht te declareren bedrag bedraagt derhalve € 142.872,- . Restauratie en renovatie van de bijgebouwen dijkhuis Jaarsveld De werkelijke kosten zijn lager dan de kosten bij de subsidieaanvraag. Daarnaast is een correctie doorgevoerd vanwege de belaste verhuur van het dijkhuis en de bijgebouwen (respectievelijk € 46.524 en € 18.100,67). De btw op de projectkosten is verrekend, waarmee ook de subsidiabele kosten verlaagd zijn.
66