VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR
AGENDAPUNT 4a
Nummer: 576943
Onderwerp: Bestuursrapportage 2012 no. 1 In D&H: In Cie: In AB: Portefeuillehouder:
18-09-2012 BMZ 10-10-2012 (ter consultering) SKK 10-10-2012 (idem) 21-11-2012 Miltenburg
Steller: Telefoonnummer: Afdeling: Geheim:
E. Lodder (030) 634 58 81 Management ondersteuning ja
nee
Voorstel
Gelet op het bepaalde in artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, zoals vastgesteld door het algemeen bestuur in zijn vergadering van 30 juni 2010 (nr. 300584); stelt het college u voor: kennis te nemen van de bestuursrapportage 2012 no.1 en deze te betrekken bij de behandeling van de 2e begrotingswijziging 2012 en de ontwerp-begroting 2013, in uw vergadering van 21 november 2012.
BMZ SKK Advies commissie Bestuursrapportage 2012 nr. 1 is ter consultering (en niet ter advisering) behandeld in de gecombineerde commissievergadering op 10 oktober 2012. Bij deze behandeling zijn veel van de gestelde vragen door het college beantwoord maar is ook een aantal punten naar voren gebracht die tot wijzigingen in de bestuursrapportage en een nadere toelichting in dit bestuursvoorstel hebben geleid. Deze nadere toelichting treft u onderstaand. Reactie college op advies commissie De wijzigingen in de bestuursrapportage zijn grijs gemarkeerd. De twee belangrijkste wijzigingen zijn: in hoofdstuk 5 Investeringen is tekst toegevoegd over de uitruil van projecten van de X- en de Y-lijst en in tabel 8 over de aanbestedingen is aan een categorie toegevoegd dat het hier om openbare aanbestedingen gaat. Op twee onderwerpen geven wij u onderstaand een korte toelichting: Verschuiving van kosten en opbrengsten binnen de programma’s In de commissie van 8 oktober 2012 is gevraagd om inzicht te geven in de verschuivingen binnen de programma’s. Het AB stelt de kaders vast in de begroting; college bewaakt bij de tussentijdse rapportage’s of realisatie binnen de voorgestelde kaders blijft ( ook binnen programma’s). Alleen bij afwijkingen (overschrijdingen en onderschrijdingen) rapporteert het college aan het AB met bijbehorende begrotingswijzigingen in het kader van de rechtmatigheid. Van budgetwijzigingen binnen programma’s, die budgettair neutraal zijn worden geautomatiseerde overzichten bijgehouden omdat deze bevoegdheid doorgemandateerd is aan afdelingsmanagers en vaak zeer gedetailleerd is. Bijstuurmaatregelen: Ten opzichte van de Begroting 2012 na de eerste begrotingswijziging wordt er een nadeel van 1,0 miljoen euro geprognosticeerd. Dit is het saldo van een voordeel van 0,5 miljoen euro op de belastingopbrengsten en een nadeel van 1,5 miljoen euro op de kosten/ overige opbrengsten. Het totale saldo is het resultaat na bijsturing door zowel de ambtelijke organisatie als het college. Voorbeelden van bijsturing zijn de verlaging van de dotatie aan de baggervoorziening (zonder de opgave te verlagen) en het binnenhalen van belastingopbrengsten van voorafgaande jaren. Aanvullend geldt dat het college gedurende de tweede helft van 2012 steeds blijft sturen op zo optimaal mogelijke restultaten in 2012 en volgende jaren. Dit stopt niet bij het uitbrengen van deze bestuursrapportage over de eerste helft van 2012 .
576943
-1-
INLEIDING In de vergadering van het algemeen bestuur van 19 september jongstleden heeft het college de door Water Natuurlijk ingediende motie ‘wijziging wijze van financiële rapportage in de BURAP’ overgenomen. Daarmee stemt het college in om de wijze waarop in de bestuursrapportage over de doelstellingen en de daaraan verbonden middelen wordt gerapporteerd aan te passen. Gezien het feit dat deze bestuursrapportage door het college op 18 september al was vastgesteld en doorgeleid naar de commissievergadering, zijn de gevraagde wijzigingen hierin nog niet doorgevoerd. De nieuwe wijze van rapporteren, zoveel mogelijk in de lijn van de overgenomen motie, wordt daarom voor het eerst doorgevoerd bij Bestuursrapportage 2012 nr. 2. De bestuursrapportage verschijnt twee maal per jaar en is onderdeel van de Planning & Control-cyclus. Het college geeft hiermee invulling aan artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze cyclus begint met de voorjaarsnota die op hoofdlijnen het beleid voor de volgende 4 jaren weergeeft en waar ook een meerjarenraming in wordt afgegeven. De volgende stap in de cyclus is de begroting waarin in het bijzonder de eerste jaarschijf nader wordt uitgewerkt. Uiteindelijk wordt in een tweetal bestuursrapportages en het jaarverslag de werkelijkheid afgezet tegen de begroting. Waar de jaarrekening zich beperkt tot de besteding van middelen gaat de bestuursrapportage verder. In de beide bestuursrapportages rapporteren we, in aansluiting op de begroting 2012 (inclusief de begrotingswijziging), over de geleverde prestaties. Deze prestaties zijn per programma geformuleerd. Hierbij wordt stil gestaan bij de voortgang in kwaliteit, tijd en financiën. Hierover wordt in deze rapportage gerapporteerd op basis van afwijkingen: op de punten waar de voortgang daartoe aanleiding wordt een e toelichting gegeven. Bij de 2 bestuursrapportage wordt meer stilgestaan bij (eind)doelstellingen en prestaties die moeten worden bijgesteld. Naast de geleverde prestaties komen de exploitatiekosten en de investeringsuitgaven per programma naar voren. De opzet sluit hiermee aan op de begroting van 2012. Een onderdeel dat u niet in deze bestuursrapportage treft is het (financiële) overzicht van de watergebiedsplannen. Bij de commissiebehandeling (SKK 23 augustus jl.) van het bestuursvoorstel Aanvullende krediet watergebiedsplan Kamerik Kockengen, waarin deze toezegging werd gedaan, heeft het college aangegeven dat de kwaliteit en betrouwbaarheid van de informatie prevaleert boven de termijn waarop deze beschikbaar komt. De eerstvolgende bestuursrapportage bleek niet haalbaar en daarom wordt deze rapportage, zoals ook is toegezegd in de vergadering van het algemeen bestuur op 19 september jongstleden, seperaat naar het algemeen bestuur geleid.
FINANCIËLE CONSEQUENTIES Het waterschap slaagt er in 2012 in om de doelstellingen voor een belangrijk deel te realiseren. Op onderdelen lukt dit echter nog niet altijd binnen de gestelde termijnen en/of middelen. De afwijkende beoordelingen van de prestatie-indicatoren hebben voornamelijk betrekking op de factoren tijd en geld. Dit geprognosticeerde resultaat, een tekort van € 1,0 miljoen, is op te splitsen in een nadeel van € 1,5 miljoen op de kosten en overige opbrengsten en een voordeel van € 0,5 miljoen op de belastingopbrengsten. Het voordeel op de belastingen is met name toe te schrijven aan een hogere opbrengst voor de ‘oude jaren’ in de categorie Watersysteemheffing Gebouwd. De overschrijding op de kosten en overige opbrengsten bestaat grotendeels uit een inhaalafschrijving op de rwzi Utrecht (€ 1,6 miljoen in 2012). In kleinere mate dragen een geprognosticeerde overschrijding van personeelskosten en overige kosten aan het nadeel bij. Deze bedragen beide € 0,4 miljoen. De personeelskosten vallen hoger uit door de recentelijk vastgestelde CAO en de verhoging van de pensioenpremies (werkgeversdeel). In de overige kosten is een incidenteel nadeel verwerkt op de heffing WVO effluent 2011 en 2012. Tegenover de overschrijdingen in de kostensfeer staat een lagere dotatie aan de voorziening baggeren. Op basis van de eerste resultaten van de evaluatie van het baggerprogramma wordt ingeschat dat het huidige saldo van de voorziening samen met de begrote toekomstige dotaties meer is dan het totaal van de toekomstige uitgaven. Daarom wordt in de prognose ultimo 2012 rekening gehouden met een verlaging van de dotatie in 2012 van € 8,0 miljoen naar
576943
-2-
€ 7,0 miljoen zonder dat hiermee de geplande hoeveelheid te verrichten baggerwerk in het gedrang komt. Voorzichtigheidshalve is verlaging in 2012 vooralsnog beperkt tot € 1,0 miljoen euro omdat deze is gebaseerd op voorlopige tussentijdse metingen. De inhaalafschrijving rwzi Utrecht behoeft een aparte toelichting. Volgens de principes van het toerekenen van kosten aan de periode waarin een duurzaam productiemiddel nut heeft kan er niet worden afgeschreven op installaties die niet meer in bedrijf zijn. Installaties waarvan volledig duidelijk is dat die op een bepaald moment buiten bedrijf worden gesteld moeten in het geval van een restant boekwaarde op moment van buiten gebruikstelling versneld worden afgeschreven. Op basis van de initiële planning, zoals die bij het bestuursvoorstel Toekomstscenario rwzi Utrecht van 21 december 2011 is opgesteld, is nagegaan welke onderdelen op welk moment buiten bedrijf worden gesteld en welke boekwaarden daarop resteren. Op basis van voorzichtigheid is in de prognose voor 2012 met deze extra afschrijving rekening gehouden en is ook in de begroting van 2013 een extra afschrijving van 1,6 miljoen euro opgenomen. De hoogte van de inhaalafschrijving loopt vanaf 2014 tot en met 2017 van 1,0 mio euro tot 0,4 miljoen euro terug. In 2018 zijn alle oude installaties buiten bedrijf genomen en vindt geen inhaalafschrijving meer plaats. Voordat deze vervroegde afschrijving ook daadwerkelijk in de boekhouding wordt verwerkt worden de berekeningen gecontroleerd en de uitgangspunten bij de accountant getoetst. Daarnaast wordt de inhaalafschrijving pas definitief doorgevoerd bij volledige duidelijkheid over de termijnen van buiten gebruikstelling van de verschillende installaties en daarover genomen de bestuurlijke besluiten. Omdat enkele verklaringen van financiële afwijkingen substantieel zijn, is een tweede begrotingswijziging 2012 opgesteld. Besluitvorming over deze begrotingswijziging, evenals over de ontwerp-begroting 2013, vindt plaats in de vergadering van het algemeen bestuur op 21 november 2012. Deze bestuursrapportage kan bij de bespreking van deze agendapunten worden betrokken. Voor de BTW geldt dat deze met ingang van 1 oktober 2012 wordt verhoogd van 19% naar 21%. Dit heeft voor het boekjaar ongetwijfeld nog financiële consequenties. Waar mogelijk effecten in 2012 optreden worden deze verwerkt in de jaarrekening. Voor het jaar 2013 zijn de consequenties van deze BTWverhoging in de begroting verwerkt.
576943
-3-
Tabel 1 – Verantwoording per kosten- en opbrengstensoort Begroting Realisatie Prognose Resultaat 2012 2012 2012 2012 Na wijziging
t/m juni
50,5 3,8 29,9 22,4 10,4
29,8 0,0 13,5 11,1 4,8
49,9 3,8 30,3 24,1 10,3
0,6 V 0,0 V 0,4 N 1,7 N 0,1 V
116,9
59,1
118,4
1,4 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
11,6 4,4
2,3 1,4
11,6 4,4
0,0 V 0,0 V
Totaal overige opbrengsten
16,0
3,7
16,0
0,0 V
101,0
55,4
102,4
1,5 N
99,1
98,3
99,6
0,5V
0,0 1,8
0,0 0,0
0,0 2,8
0,0 V 0,0 V
0,0
42,9
0,0
1,0 N
Kosten Overige kosten Bijdrage hoogwaterbeschermingsprogramma Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten
Saldo kosten en overige opbrengsten Netto bijdrage belastingcategorieën Netto bijdrage belastingcategorieën Mutaties reserves Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na netto bijdrage en mutaties reserves Bedragen zijn in miljoenen euro’s
KANTTEKENINGEN (niet van toepassing)
UITVOERING (niet van toepassing)
COMMUNICATIE (niet van toepassing)
BIJLAGE(N) nee ja, namelijk Bestuursrapportage 2012 nr. 1 (DM 570783)
TER INZAGE nee ja, namelijk Dijkgraaf en hoogheemraden, dijkgraaf, P.J.M. Poelmann secretaris-algemeen directeur, drs. E.Th. Meuleman
576943
-4-
Bestuursrapportage 2012 no. 1 (januari tot en met juni 2012) Definitieve versie vastgesteld door het college op 30 oktober 2012
DOCS-#570783-v6-Bestuursrapportage_2012_no_1.DOC
Voorjaarsnota Begroting Bestuursrapportage no. 1 Bestuursrapportage no. 2 Jaarrekening en jaarverslag
Inhoud 1.
Voorwoord en leeswijzer ...................................................................................................... 3
2.
Bestuursrapportage in één oogopslag ............................................................................... 5
3.
Programma’s ....................................................................................................................... 10 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10
Primaire en regionale waterkeringen ............................................................................ 10 Calamiteitenzorg ........................................................................................................... 13 Watersysteembeheer .................................................................................................... 14 Beperking wateroverlast................................................................................................ 17 Kwaliteit van het oppervlaktewater................................................................................ 19 Zuiveringsbeheer........................................................................................................... 21 Lastendruk..................................................................................................................... 25 Tevredenheid belanghebbenden .................................................................................. 26 Maatschappelijk verantwoord ondernemen .................................................................. 28 Bestuur en organisatie .................................................................................................. 29
4.
Belastingopbrengsten ........................................................................................................ 30
5.
Investeringen ....................................................................................................................... 31
6.
Paragrafen............................................................................................................................ 33 6.1 6.2 6.3 6.4
Uitgangspunten en normen ........................................................................................... 33 Bedrijfsvoering............................................................................................................... 33 Weerstandsvermogen ................................................................................................... 33 Financiering ................................................................................................................... 37
Bijlage 1 Afkortingen en begrippen........................................................................................... 39 Bijlage 2 Niet afgeronde PI’s 2011 en investeringen in voorgaande jaren............................ 41 Bijlage 3 Begroting en realisatie tot en met juni 2012 Muskusrattenbeheer ........................ 45
2
1. Voorwoord en leeswijzer Voorwoord Twee maal per begrotingsjaar brengt het college de bestuursrapportage, als onderdeel van de Planning & Controlcyclus, uit aan het algemeen bestuur. Het college geeft hiermee invulling aan artikel 10, tweede lid, van de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze cyclus begint met de voorjaarsnota die op hoofdlijnen het beleid voor de volgende 4 jaren weergeeft en waar ook een meerjarenraming in wordt afgegeven. De volgende stap in de cyclus is de begroting waarin in het bijzonder de eerste jaarschijf van de voorjaarsnota nader wordt uitgewerkt. De bestuursrapportage geeft vervolgens antwoord op het resultaat van de drie W-vragen die in de begroting zijn gesteld: Wat willen we bereiken? Wat doen we ervoor? Wat zijn de kosten? De bestuursrapportage 2012 no. 1 geeft inzicht in de doelrealisatie tot en met juni en een verwacht kleuroordeel per eind 2012. Bovendien geeft deze rapportage inzicht in
het saldo van de kosten en overige opbrengsten alsmede de belastingopbrengsten tot en met juni 2012 met daarbij een verwachting van het resultaat per ultimo 2012. De uitkomsten van de bestuursrapportage no. 2 geven met redelijke zekerheid de voorlopige cijfers weer van de later door het algemeen bestuur vast te stellen jaarrekening. Vanaf 2011 worden naast de bestuursrapportages tussentijds (voor de zomervakantie en voor de begrotingsvaststelling) overzichten verstrekt met de stand van zaken van de investeringsplanning.
Leeswijzer Doelstellingen en prestatie-indicatoren (PI) In hoofdstuk 3 Programma’s beoordelen we de geleverde prestaties aan de hand van de volgende criteria: Kwaliteit (K); Tijd (T); Geld (G). In totaal gaat het om 64 x 3 (K/T/G) = 192 beoordelingen.
Tabel 1 – Symbolen en definitie Definitie goed op schema voldoende, niet op schema maar niet kritisch onvoldoende, niet op schema en kritisch Werkwijze beoordelingen bestuursrapportage 2012 no. 1 In de beoordeling is gekeken naar de resultaten in kwaliteit (K), tijd (T) en geld (G). Daarbij moet worden opgemerkt dat het criterium geld in relatie tot de andere criteria wordt beoordeeld. Daarmee wordt bedoeld dat bij de beoordeling van het criterium geld rekening wordt gehouden met de voortgang van het project in de tijd. Als bijvoorbeeld de realisatie van een project in de tijd achter ligt en de uitgaven ook in verhouding achterblijven, dan wordt de tijd oranje of zelfs rood beoordeeld, maar geld groen.
Symbool +/+ +/-/Verder dient opgemerkt te worden dat het hier om het verwachte kleuroordeel eind 2012 gaat. Als bijvoorbeeld de norm 8 is en de realisatie t/m juni 2012 op 1 staat, dan kan het kleuroordeel toch groen zijn, omdat men weet dat er in de tweede helft van het jaar nog 7 gerealiseerd wordt. Datzelfde geldt voor een prestatie-indicator, waarbij als norm bijvoorbeeld een besluit is vermeld. Als de realisatie tot en met juni 2012 ‘nee’ is, maar de verwachting is dat het besluit in de tweede helft van het jaar valt, dan staat alles op groen. De reden van een afwijkend kleuroordeel ten opzichte van wat men zou 3
verwachten op basis van de realisatie tot en met juni 2012, wordt vermeld in de toelichting. In de toelichting wordt verder vermeld waarom kleuroordelen anders dan groen zijn, wat de gevolgen hiervan zijn en welke acties er genomen worden om zo snel mogelijk de doelstelling alsnog te realiseren.
Bestuursrapportage in één oogopslag In hoofdstuk 2 treft u een samenvatting aan van de cijfers, uitgesplitst naar programma’s, kostensoorten en belastingcategorieën. Bovendien treft u een overzicht aan van de doelstellingen en prestatie-indicatoren per programma.
4
2. Bestuursrapportage in één oogopslag Tabel 2 – Verantwoording per bestuurlijk thema en programma Begroting Realisatie Prognose Resultaat 2012 2012 2012 2012 Kosten Veiligheid Primaire, regionale en overige waterkeringen Calamiteitenzorg Voldoende water Watersysteembeheer Beperking wateroverlast Schoon water Kwaliteit van het oppervlaktewater Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Tevredenheid belanghebbenden Bestuur en organisatie Totaal kosten Overige opbrengsten Veiligheid Primaire, regionale en overige waterkeringen Calamiteitenzorg Voldoende water Watersysteembeheer Beperking wateroverlast Schoon water Kwaliteit van het oppervlaktewater Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid Tevredenheid belanghebbenden Bestuur en organisatie Totaal overige opbrengsten Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in miljoenen euro’s
Na wijziging
t/m juni
20,3 20,0 0,3 28,2 24,8 3,4 47,6 3,4 44,2 20,8 4,0
5,9 5,8 0,1 16,9 15,3 1,6 24,3 1,8 22,5 12,0 2,9
20,2 20,0 0,3 27,3 24,0 3,4 49,8 3,4 46,4 21,0 4,2
0,0 V 0,0 V 0,0 N 0,9 V 0,9 V 0,0 N 2,1 N 0,0 N 2,1 N 0,2 N 0,2 N
0,0 0,0 16,8
0,0 0,0 9,1
0,0 0,0 16,8
0,0 V 0,0 V 0,0 V
116,9
59,1
118,4
1,5 N
8,0 8,0 0,0 3,8 3,6 0,2 2,2 0,0 2,2 1,9 0,3
0,2 0,1 0,1 1,1 1,0 0,2 1,5 0,1 1,4 0,8 0,0
8,0 8,0 0,0 3,8 3,6 0,2 2,0 0,1 1,9 2,1 0,5
0,0 V 0,0 V 0,0 V 0,0 V 0,0 V 0,0 V 0,2 N 0,1 V 0,3 N 0,2 V 0,2 V
0,0 0,0 1,7
0,0 0,0 0,8
0,0 0,0 1,7
0,0 V 0,0 V 0,0 V
16,0
3,7
16,0
0,0 V
101,0
55,4
102,4
1,5 N
1
1
Doordat is in deze bestuursrapportage gerekend met niet-afgeronde bedragen kunnen de totaaltellingen afwijken
5
Tabel 3 – Verantwoording per kosten- en opbrengstensoort Begroting Realisatie Prognose Resultaat 2012 2012 2012 2012 Na wijziging
t/m juni
50,5 3,8 29,9 22,4 10,4
29,8 0,0 13,5 11,1 4,8
49,9 3,8 30,3 24,1 10,3
0,6 V 0,0 V 0,4 N 1,7 N 0,1 V
116,9
59,1
118,4
1,4 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
11,6 4,4
2,3 1,4
11,6 4,4
0,0 V 0,0 V
Totaal overige opbrengsten
16,0
3,7
16,0
0,0 V
101,0
55,4
102,4
1,5 N
99,1
98,3
99,6
0,5V
0,0 1,8
0,0 0,0
0,0 2,8
0,0 V 0,0 V
0,0
42,9
0,0
1,0 N
Kosten Overige kosten Bijdrage hoogwaterbeschermingsprogramma Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten
Saldo kosten en overige opbrengsten Netto bijdrage belastingcategorieën Netto bijdrage belastingcategorieën Mutaties reserves Toevoeging reserves Onttrekking reserves Saldo na netto bijdrage en mutaties reserves Bedragen zijn in miljoenen euro’s
Tabel 4 – Netto bijdrage per belastingcategorie Begroting 2012
Realisatie 2012
Prognose 2012
Resultaat 2012
Na wijziging
t/m juni
Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen Watersysteemheffing overig ongebouwd Watersysteemheffing natuur Watersysteemheffing gebouwd Zuiveringsheffing woningen en bedrijven
19,0 3,6 0,0 25,5 51,0
19,2 3,5 0,0 25,4 50,2
19,0 3,7 0,0 25,9 51,0
0,0 V 0,1 V 0,0 V 0,4 V 0,0 V
Totaal netto bijdrage
99,1
98,3
99,6
0,5 V
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
6
Tabel 5 - Overzicht programma’s, doelstellingen en Prestatie-indicatoren (PI) Bestuurlijk thema en programma
Doelstelling
Maatregelen/PI Aantal PI rood/oranje
Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen (wettelijk/provinciaal/HDSR)
1 t/m 6
2
Doelstelling 2 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen
7
0
Doelstelling 3 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt
8
0
Doelstelling 4 - Een doelmatig en doeltreffend functionerend calamiteitenzorgsysteem
9
0
Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied.
10 t/m 22
9
Doelstelling 6 - Realiseren van een duurzaam, klimaat bestendig en veilig functionerend watersysteem.
23
0
Doelstelling 7 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform Bestuursakkoord Water op orde.
24 t/m 25
3
Veiligheid 1.
2.
Primaire, regionale en overige waterkeringen
Calamiteitenzorg
Voldoende water 3.
4.
Watersysteembeheer
Beperking wateroverlast (voorheen Nationaal Bestuursakkoord Water)
Schoon water 5.
Kwaliteit van het oppervlaktewater
Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater
26 t/m 34
4
6.
Zuiveringsbeheer
Doelstelling 9 - Goede kwaliteit van het oppervlaktewater
35 t/m 42
4
Doelstelling 10 - Zuiveren van alle aanbod van afvalwater tegen wettelijk en in specifieke gevallen strengere gebiedsgerichte normen
43 t/m 45
0
Doelstelling 11 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken
46 t/m 51
6
Bestuur, middelen en maatschappij 7.
Lastendruk
Doelstelling 12 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten
52 t/m 53
0
8.
Tevredenheid belanghebbenden
Doelstelling 13 - Het waterschap is zichtbaar in de samenleving
54 t/m 59
0
Doelstelling 14 - Integreren vaarwegbeheer in het waterbeheer
60
1
Doelstelling 15 - Verlenen van vergunningen binnen 61 de proceduretijd
0
Doelstelling 16 - Vergroting beleving door recreëren, cultuur en landschap
62 t/m 63
0
Doelstelling 17 - Duurzaamheidscriteria worden toegepast bij het inkopen en aanbesteden
64
0
19 keer +/-
10 keer -/-
9.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid
10. Bestuur en organisatie
Geen doelstellingen geformuleerd. Met ingang van de begroting 2013 worden de doelstelling geformuleerd.
Totalen
163 keer +/+
7
Conclusie Financieel beeld Het verwachte resultaat 2012 is 1,0 miljoen euro nadelig. Het resultaat ontstaat door een nadeel op de kosten van 1,4 miljoen euro. Daartegenover staan 0,5 miljoen euro hogere belastingopbrengsten. De belangrijke afwijkingen worden bij de financiële overzichten van de programma’s nader toegelicht. In het verwachte resultaat 2012 is nog geen rekening gehouden met een drietal vorderingen die mogelijk oninbaar zijn en daarmee substantieel van invloed kunnen zijn op het definitieve resultaat 2012. Deze vorderingen betreffen: Factuur eerste helft 2011 Provinciale bijdrage Muskusrattenbestrijding: bedrag 1,3 miljoen euro (waarvan 0,9 aandeel HDSR). Status: het college heeft een voorstel over de incassomaatregelen in beraad; Afrekening met Rijkswaterstaat van herstelwerkzaamheden oevererosie Lekdijk (2 locaties): bedrag 0,6 miljoen euro. Status: portefeuillehouder voert overleg met Rijkswaterstaat; Afrekening vaarwegbeheer 2010 en 2011 met de provincie Zuid-Holland: totaalbedrag 0,7 miljoen euro. Status: op ambtelijk niveau wordt getracht op basis van toezeggingen de definitieve betaling af te wikkelen.
Investeringen De bruto investeringsuitgaven bedragen tot en met juni 15,6 miljoen euro. Hiermee wordt een relatieve uitputting van 42% gerealiseerd tot en met juni 2012. In dezelfde periode vorig jaar bedroeg dit 41%. De samenstelling van de relatieve uitputting verschilt wel. De uitgaven voor de waterkeringen lopen voor op schema, terwijl de uitgavenvoor zuiveringsbeheer achterblijven. Prestatie-indicatoren Wat we doen om het effect te bereiken is in Tabel 5 op pagina 7 samengevat weergegeven. In 2012 onderscheiden we 17 doelstellingen en 64 PI’s. Bovendien is het aantal indicatoren weergegeven dat beoordeeld is als oranje of rood. Van de 64 PI’s hebben er 21 een afwijkend kleuroordeel. In totaal gaat het om 64 x 3 (K/T/G) = 192 beoordelingen. Hiervan zijn er 10 rood (-/-), 19 oranje (+/-) en 163 groen (+/+) beoordeeld. De meeste afwijkingen hebben betrekking op de criteria tijd en geld.
Begrotingswijziging 2012 De eerste begrotingswijziging 2012 heeft het saldo van de kosten en overige opbrengsten verhoogd met 0,6 miljoen euro. Daarentegen zijn de belastingopbrengsten Watersysteemheffing Gebouwd met 0,5 miljoen euro naar boven bijgesteld. Zonder deze interventie (begrotingswijziging) zou het resultaat op het saldo van de kosten en overige opbrengsten in deze bestuursrapportage 2,2 miljoen nadelig bedragen. Dat nadeel zou dan door 0,5 miljoen euro hogere belastingopbrengsten opgevangen worden.
8
Wat vindt het college van de tot en met juni 2012 bereikte resultaten en de verwachting? Financieel beeld Het is aan deze prognose in de bestuursrapportage goed te merken dat er weinig speelruimte meer zit in de gewijzigde begroting 2012. Ondanks een lagere dotatie aan de baggervoorziening voorzien wij een overschrijding van 1,5 miljoen euro op de kosten en overige opbrengsten. Op het totaal van de begroting, die 101,0 miljoen euro bedraagt, betekent dit een afwijking die kleiner is dan 2%. De hogere belastingopbrengsten bezien wij als positieve prestatie en meevaller. Bezien als afwijking van het totaal van de belasting-opbrengsten is deze afwijking kleiner dan 1%. Beide verwachte afwijkingen bevinden zich volgens ons binnen aanvaardbare en verklaarbare marges. Investeringsuitgaven De tot en met juni 2012 gerealiseerde investeringsuitgaven liggen nagenoeg op hetzelfde niveau als vorig jaar. Daarbinnen tekent zich ons inziens een verandering af. Binnen het programma Zuiveringsbeheer blijven de investeringsuitgaven achter. Dit is het gevolg van de vertraging bij de Energiefabriek Nieuwegein. De inspanning om het investeringsniveau binnen het programma Primaire en regionale waterkeringen te verhogen werpt vruchten af. Het college is tevreden
over het hoge realisatiepercentage (78%) binnen het programma Primaire en regionale waterkeringen. Binnen het programma Watersysteembeheer ligt de realisatie van de investeringsuitgaven hoger dan vorig jaar. Met name binnen dit programma legt het college echter nadrukkelijk meer aandacht op de beheersbaarheid en voorspelbaarheid van de investeringsuitgaven. Het college acht het van groot belang dat de projecten binnen de gestelde kaders worden gerealiseerd. Hierover wordt het algemeen bestuur in een aparte rapportage over de watergebiedsplannen in december 2012, zoals toegezegd in de AB-vergadering van 25 september 2012, geïnformeerd. Prestatie-indicatoren Op basis van de rapportage over de prestaties is de belangrijkste constatering dat het waterschap het werk wel gedaan krijgt, maar dat we alle zeilen bijzetten om dit binnen de gestelde tijd en met de aanwezige middelen te realiseren. In totaal wordt er op Kwaliteit, Tijd en Geld 10 keer rood gescoord en dus kritisch voor de einddoelstelling gescoord. Dit is in de helft van de gevallen bij de factor tijd aan de orde. Het college is van mening dat de in deze bestuursrapportage vermelde bijsturingsmaatregelen voldoende zijn. Bovendien leidt een verschuiving in de tijd niet altijd tot extra kosten of een lager kwaliteitsniveau.
9
3. Programma’s Algemeen Inleiding In dit hoofdstuk beoordelen we de geleverde prestaties aan de hand van de volgende criteria: Kwaliteit (K); Tijd (T); Geld (G) Verder kijken we naar het programmaresultaat.
Thema Veiligheid 3.1 Primaire en regionale waterkeringen Doelstelling 1 - Waterkeringen voldoen aan de normen (wettelijk/provinciaal/HDSR) Nr. Maatregel
PI/afspraak
01. Opstellen GOP Bestuurlijk primaire water- vastgesteld GOP keringen
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
Project is opgestart
GOP vastgesteld
Veldinventarisatie benodigde maatregelen en kosten is uitgevoerd.
GOP-primaire +/+ +/+ +/+ waterkeringen gereed in 2012
K
T
G
02. Uitvoeren van toetsing van de regionale waterkeringen
Toetsverslag vastgesteld door college mei 2012
80%
100% gedetail- Gedetailleerde leerde toetsing toetsing is gereed vastgesteld door college
Toetsing gereed in 2012
03. Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen
Cumulatief aantal kilometers uitgevoerde kadeverbetering per jaar
19 km voorbereid en 5 km gereed
162 km voor176 km voor1 bereid en 144 bereid en 132 2 km gereed km gereed
316 kilometer +/+ +/voldoet in 2020 aan de norm.
04. Opstellen van een beleidsnota overige waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota overige waterkeringen
Plan van aanpak gereed + pilot opgestart
Vastgestelde nota
Pilot voor Eiland van Schalkwijk is afgerond.
Beleidsplan vastgesteld in 2012
+/+ +/+ +/+
Nee
50% Legger overige waterkeringen gereed, 50% legger primaire waterkeringen gereed
Niet gestart; wacht op beleidsnota overige waterkeringen.
Voor alle waterkeringen in 2013 vastgestelde leggers
+/+ +/-
05. Opstellen van Bestuurlijk legger voor alle vastgestelde waterkeringen legger
+/+ +/+ +/+
+/+
+/+
10
Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
06. Evalueren en bijstellen beheer- en beleidsplan waterkeringen
Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan
Concept 80% gereed
Beleidsplan vastgesteld
Beleidsplan +/+ +/+ +/+ Beheerplan waterkeringen (voorheen gereed in 2012 beleidsplan) gereed voor interne bespreking. Bestuurlijke aandachtspunten zijn afgestemd met portefeuillehouders.
1 2
Einddoelstelling
K
T
G
definitie: cumulatief aantal km regionale waterkering waarvan de voorbereidingsfase eind 2012 is afgerond. definitie: cumulatief aantal km regionale waterkering waarvan de uitvoeringsfase eind 2012 is afgerond en dat daarmee voldoet aan de toetsingscriteria regionale waterkeringen
Doelstelling 2 - Het beperken van de gevolgen van overstromingen Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
07. Opstellen van een compartimenteringsplan voor het boezemstelsel HDSR
Bestuurlijk vastgesteld compartimenteringsplan
Studie compar- Vastgesteld timentering is compartimenuitgevoerd teringsplan
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
Plan vastgeOnderzoek steld in 2012 naar effecten van compartimentering is gereed. Compartimenteringsplan (beschrijving hoe te compartimenteren) wordt opgenomen in het Crisisbestrijdingsplan (CBP) Regionale waterkeringen.
K
T
G
+/+ +/+ +/+
Doelstelling 3 - Waterkeringen worden niet door muskusratten verzwakt Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
08. Muskusratten beheer
Aantal muskusratten vangsten per kilometer
0,39 v/km (0,17 v/u)
0,68 v/km (0,23 v/u)
0,25 v/km (0,16 v/u)
0,54 v/km +/+ +/+ +/+ (0,18 vangsten per uur) in 2012
K
T
G
* Alle cijfers zijn gebaseerd op het beheergebied van HDSR
Toelichting Prestatie-indicator nr. 3 Als gevolg van het doorlopen van de procedure voor de Waterwet en de interne procedure voor vaststelling lopen de projecten vertraging op en schuift de planning op. Maatregel: Bij de evaluatie van het GOP RWK zal deze herzien (begin 2013) worden en de consequenties in beeld gebracht. De einddoelstelling wordt nog steeds gehaald.
Prestatie-indicator nr. 5 Opstellen beleidsnota overige waterkeringen (doelstelling 4) is later in 2012 gereed dan verwacht. Deze nota is uitgangspunt voor de legger overige waterkeringen, die daarom nog niet is gestart. De legger primaire waterkeringen zou hiermee gelijk op lopen. De einddoelstelling (vaststelling in 2013) is nog wel haalbaar. 11
Wat zijn de kosten? Begroting Realisatie Prognose Resultaat 2012 2012 2012 2012 Na wijziging
t/m juni
5.203 3.819 8.369 2.059 573
1.969 0 2.585 1.019 242
5.203 3.819 8.369 2.059 525
0V 0V 0V 0V 48 V
20.023
5.815
19.975
48 V
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
7.623 374
6 120
7.623 374
0V 0V
Totaal overige opbrengsten
7.997
125
7.997
0V
12.026
5.690
11.978
48 V
Primaire, regionale en overige waterkeringen Kosten Overige kosten Bijdrage hoogwaterbeschermingsprogramma Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Overige kosten Geen bijzonderheden Voor het onderdeel Muskusrattenbeheer verwijzen we naar bijlage 3
V/N
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
12
3.2 Calamiteitenzorg Doelstelling 4 - Een doelmatig en doeltreffend functionerend calamiteitenzorgsysteem Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
09. Oefenen van de calamiteitenorganisatie
Aantal oefeningen
5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern) en 2 calamiteiten (hoog water en droogte)
5 oefeningen (2 met gemeenten en 3 intern)
6 oefeningen (1 met veiligheidsregio) en diverse opleidingen en trainingen t.b.v. calamiteitenorganisatie
Doelmatig en doeltreffend functionerend calamiteitenzorgsysteem
+/+ +/+ +/+
Prognose 2012
Resultaat 2012
T
G
Wat zijn de kosten? Begroting 2012
Realisatie 2012
Na wijziging
t/m juni
Calamiteitenzorg Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
157 116 1 0
21 70 0 0
157 116 1 0
0V 0V 0V 0N
Totaal kosten
274
90
274
0N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
0 0
96 0
0 0
0V 0V
Totaal overige opbrengsten
0
96
0
0V
274
-6
274
0N
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
13
Thema Voldoende water 3.3 Watersysteembeheer Doelstelling 5 - Een waterregime dat aansluit op de functies van het gebied Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
88 (8)
96
94 (6)
209 stuks +/+ +/+ +/+ kunstwerken in 2015 in goede staat
K
T
G
Instandhouden 10. Uitvoeren GOP Cumulatief Kunstwerken aantal gerenoveerde kunstwerken 11. Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Cumulatief aantal kilometer verbeterde harde oevers
0,5
31,5
31,5
GOP Oevers 2003-2013, 37 km oever hersteld
+/+ +/+ +/+
12. Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Cumulatief aantal kilometer natuurvriendelijke oevers
8,4
13
9,6
Duurzame en robuuste inrichting van oevers, 37 km oevers ingericht
+/+ +/+ +/+
13. Renoveren cultuurhistorische oevers
Cumulatief aantal km hersteld
0
3,5
0
3,5 kilometer Oever-project stad Utrecht is afgerond in 2012
+/+ +/-
+/+
4.300.000
4.573.000
4.400.000
Baggerachterstand in 2015 weggewerkt (5,9 mln m3)
+/+ +/-
+/+
Ja
-Fase 2 -Verbeterslag
Uitvoeren verbeterslag
In 2013 is het CAW vernieuwd.
+/+ -/-
-/-
50%
50% maatrege- 65% len meetplan gerealiseerd
In 2013 is het meetplan uitgevoerd.
+/+ +/+ +/+
Ja
Beleidsnota vastgesteld
Beleidsnota -/gereed in 2012
14. Uitvoeren Cumulatief baggerjaarplan aantal kuubs (m3) Verbeteren 15. Verbeteren sturing en monitoring oppervlakte watersysteem
Vernieuwd CAW-systeem
Uitgevoerde 16. Uitvoeren maatregelen meetplan oppervlaktewa- meetplan tersysteem 17. Opstellen beleidsnota beperken van de negatieve effecten van droogte
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota
PM (zie toelichting)
-/-
+/+
14
Nr. Maatregel
PI/afspraak
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
18. Actualiseren peilbesluiten (volgens GGOR systeem)
50% Cumulatief % gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft
66%
50
In 2015 zijn +/+ +/+ +/+ alle peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar). 79% van het beheergebied heeft een peilbesluit. Het overige deel is vrijgesteld gebied (Heuvelrug en uiterwaarden)
19. Op orde brengen van de waterhuishouding in de TOP verdroogde gebieden
Cumulatief aantal verdroogde gebieden waar waterhuishouding op orde is
4
6
4
6 Topgebieden +/+ +/+ +/+ zijn op orde in 2013
20. Opstellen watergebiedsplannen inclusief sub-TOP en overige gebieden
6 Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde watergebiedsplannen
7
6
In 2012 zijn alle 7 watergebiedsplannen opgesteld.
+/+ +/-
+/+
21. Uitvoeren integrale watergebiedsplannen
Cumulatief aantal uitgevoerde watergebiedsplannen
1
2 tot 3
0
In 2020 zijn alle 7 wgp uitgevoerd (incl.NBW proof 2015)
+/+ +/-
-/-
22. Uitvoeren 1 projecten gefinancierd uit de Nota Ruimte van het Rijk
Cumulatief aantal gerealiseerde projecten
-
Start planvorming en voorbereiding uitvoering
In voorbereiding
In 2014 zijn 4 projecten gerealiseerd
+/+ +/+ +/+
1
Realisatie 2011
K
T
G
De vier Nota ruimte projecten zijn: Hoogwaterzone De Meije, Hoogwaterzone Oude Rijn, Waterberging polder Achttienhoven en verbetering kade en aanleg NVO Enkele Wiericke en Lange Weide
Doelstelling 6 - Realiseren van een duurzaam, klimaat bestendig en veilig functionerend watersysteem. Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
23. Opstellen legger watersysteem
Bestuurlijk vastgestelde legger
Ja
Vastgesteld
In inspraak geweest
In 2012 is de legger watersysteem vastgesteld
+/+ +/+ +/+
Toelichting Prestatie-indicator nr. 13 Het eerste deel van dit project wordt zoals gepland opgeleverd in 2012. Tijdens de uitvoering zijn we tegen een aantal onvoorziene tegenvallers aangelopen. Door intensief overleg met de aannemer en gemeente Utrecht probeert HDSR de doelstelling te
T
G
behalen. Gezien de complexiteit bestaat echter een groot risico dat de oplevering van het laatste deel van dit project moet worden doorgeschoven naar begin 2013. Prestatie-indicator nr. 14 Door een langdurige vorstperiode begin dit jaar loopt de productie achter. Tevens schuiven 2 grote projecten door naar 2013 15
door vertraging in het krijgen van de vergunningen. Door een aantal projecten die later gepland stonden naar voren te halen wordt de ontstaande ruimte opgevuld. Desondanks bestaat het risico dat 90% van de norm voor 2012 wordt gehaald. Prestatie-indicator nr. 15 Het Centrale Automatisering Waterbeheersing (CAW) systeem is aangepast (fase1). Het vervolg project moet qua doelstelling worden verruimd en heet niet meer fase 2 maar “CAW, Datacommunicatie en Telemetrie” . Naast de vervanging van onderstations in het veld, laat KPN namelijk de datalijnen van vervallen. Deze worden vervangen voor andere netwerkverbindingen waardoor de projectkosten aanzienlijk hoger worden. Het project CAW, Datacommunicatie en Telemetrie’ wordt de komende jaren planmatig uitgevoerd. Prestatie-indicator nr. 17 Doordat de beleidskeuzes voor zoetwatervoorziening bij de Deltabeslissing van 2014 worden bepaald is deze prestatie-indicator achterhaald. Een stuk over het beperken van de negatieve effecten van droogte is wel als bijlage meegenomen in de knelpuntenanalyse 2.0 binnen het Deltaprogramma. Dit kan echter niet als beleidsnota worden aangemerkt.
Prestatie-indicator nr. 20 Het ontwerp-peilbesluit, onderdeel van het raamwaterplan Eiland van Schalkwijk verloopt volgens planning. Het raamwaterplan zelf heeft vertraging opgelopen omdat één van de belangrijkste uitgangspunten bij het planproces is synergie te zoeken met ruimtelijke en andere ontwikkelingen in het gebied. Dit houdt in dat afgestemd is met de ontwikkeling van het zogenaamde protocol en met het LTO-initiatief om de kansrijkheid van landbouwkundige ontwikkelingen te onderzoeken. Dit protocol geeft vorm aan de samenwerking tussen het waterschap, de gemeente Houten en de provincie Utrecht om initiatieven te beoordelen, maar vooral te stimuleren om invulling te geven aan een duurzame ontwikkeling van het Eiland van Schalkwijk. Prestatie-indicator nr. 21 De watergebiedsplannen Zegveld-Oud Kamerik en Kamerik/ Kockengen lopen door niet te beïnvloeden proceduretermijnen langer door. Hierdoor wordt de prognose van 2012 niet gehaald. In de vergaderingen van het algemeen bestuur op 19 en 25 september zijn hierover besluiten genomen. De einddoelstelling is nog haalbaar.
16
Wat zijn de kosten? Begroting 2012
Realisatie 2012
Prognose 2012
Resultaat 2012
Na wijziging
t/m juni
Watersysteembeheer Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
15.741 3.886 3.567 1.632
10.755 1.917 1.812 817
14.741 3.886 3.567 1.773
1.000 V 0V 0V 141 N
Totaal kosten
24.825
15.301
23.966
859 V
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
825 2.813
7 974
825 2.813
0V 0V
Totaal overige opbrengsten
3.638
981
3.638
0V
21.187
14.320
20.328
859 V
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Overige kosten (1 V) Lagere dotatie voorziening baggeren
V/N 1,0 V
Op basis van de eerste resultaten van de evaluatie van het baggerprogramma wordt ingeschat dat het huidige saldo van de voorziening samen met de begrote toekomstige dotaties meer is dan het totaal van de toekomstige uitgaven. Daarom wordt in de prognose rekening gehouden met een verlaging van de dotatie in 2012 van 8,0 miljoen euro naar 7,0 miljoen euro. Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
3.4 Beperking wateroverlast (voorheen Nationaal Bestuursakkoord Water) Doelstelling 7 - De regionale watersystemen zijn in 2015/2027 conform voormalige NBW op orde Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
24. Uitvoeren tweede toetsing wateropgave (v.h. NBW, inclusief stedelijk)
Bestuurlijk vastgesteld toetsingsresultaat
Nee
Vastgestelde toetsing
nee
In 2012 toetsingsresultaat bestuurlijk vastgesteld.
+/+ +/-
+/+
25. Uitvoeren van voormalige NBW maatregelen
Cumulatief percentage van de opgave dat is uitgevoerd
-
15%
15%
In 2015 is 100% van de opgave uitgevoerd 3 (1.332.000 m )
+/-
+/+
T
+/-
G
17
Toelichting Prestatie-indicator nr. 24
Gezien de gevoeligheid en het belang van een correcte opgave is extra energie gestoken in het garanderen van de kwaliteit van het eindproduct. Een extra controle op de basisgegevens en een beheerdersoordeel zorgen ervoor dat de bestuurlijke vaststelling niet eind 2012 plaatsvindt maar begin 2013.
Uitgangspunt is dat de wateropgaven worden gerealiseerd in de watergebiedsplannen. In afwachting van de tweede toetsing wordt gewacht met de realisatie van een aantal maatregelen. Hiervoor is gekozen om het risico te voorkomen dat maatregelen worden uitgevoerd die niet nodig blijken te zijn. In 2013 wordt gekeken of de nieuwe opgave gerealiseerd kan worden op basis van bestaande maatregelen binnen lopende projecten.
Prestatie-indicator nr. 25
Wat zijn de kosten? Begroting 2012
Realisatie 2012
Prognose 2012
Resultaat 2012
Na wijziging
t/m juni
Beperking wateroverlast Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
1.372 1.989 17 0
564 997 5 1
1.372 1.989 17 3
0V 0V 0V 3N
Totaal kosten
3.378
1.567
3.380
3N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
150 0
153 0
153 0
3V 0V
Totaal overige opbrengsten
150
153
153
3V
3.228
1.413
3.227
0V
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
18
Thema Schoon water 3.5 Kwaliteit van het oppervlaktewater Doelstelling 8 - Verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
Uitvoering Ja 26. Uitvoeren synergieproject synergieproject Grecht
Uitvoering
Voorbereiding fase 1
Waterberging +/+ +/+ +/+ en natuurontwikkeling gereed in 2015
Uitvoering Ja synergieproject
Uitvoering
Uitvoering
Synergieproject gereed in 2015.
+/+ +/-
Uitgevoerd Ja 28. Deelname in synergieproject synergieproject Schoon water gem.Utrecht voor waterlichaam Maartensdijk en Vecht
Uitvoering
Uitvoering
Synergieproject gereed in 2015
+/+ +/+ +/+
Uitgevoerd Ja 29. Uitvoeren synergieproject synergieproject herinrichting HaarrijnOuwenaar
Uitvoering
Opstellen Aanleg NVO in +/+ +/+ +/+ bestek, start boezem, veruitvoering 2013 plaatsen gemaal Haarrijn en herinrichten voormalige boezem gereed in 2015
4
4
In 2015 zijn +/+ +/+ +/+ alle 12 onderzoeken gereed
K
T
G
KRW
27. Uitvoeren synergie project Kromme Rijn
30. Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma
Aantal onder1 zoeken gereed per jaar
+/+
Ecologie 31. Aanleggen natuurvriendelijke oevers (KRW en natte EVZ)
Cumulatief aantal aangelegde kilometers oever
85,5 km
94
86,5
144 km gerea- +/+ +/+ +/+ liseerd in 2018 conform Europese en landelijke normen
32. Vispasseerbaar maken van kunstwerken
Cumulatief aantal gerealiseerde vispassages
10 (18 cum)
15 (33 cum)
2 nieuwe gerealiseerd. 17 in voorbereiding.
58 vispasseer- +/+ +/+ +/+ bare kunstwerken gemaakt in 2015
33. Opstellen visstandbeheerplannen
Aantal bestuur- 1 lijk vastgestelde visstandbeheerplannen
3
1
In 2012 zijn alle 4 visstandbeheerplannen bestuurlijk vastgesteld
34. Goedkeuren visplannen derden
Cumulatief percentage goedgekeurde visplannen
100%
0
In 2012 zijn +/alle visplannen goedgekeurd
0%
+/+ +/-
+/-
+/+
+/+
19
een interimtoetsingkader voor visplannen voor gehele beheergebied opgesteld (dus er worden geen andere visstandbeheerplannen gemaakt). Als landelijke richtlijnen klaar zijn worden de nieuwe plannen opgesteld. Eindnorm voor 2012 wordt dus niet gehaald.
Toelichting Prestatie-indicator nr. 27 Het behalen van de eindnorm is m.u.v. de slibvang haalbaar. Het realiseren van een slibvang heeft een grote maatschappelijke impact wat vraagt om een uitgebreid en gedegen vooronderzoek. Door deze uitgebreide procedure is het realiseren van de slibvang voor 2015 onzeker. Getallen en PI’s van deze doelstelling kloppen niet. In begroting 2013 worden nieuwe doelstellingen en PI’s opgenomen die beter inzichtelijk maken hoe de voortgang van KRW verloopt.
Prestatie-indicator nr. 34 Visplannen worden getoetst aan visstandbeheerplannen. Op dit moment ligt het visbeheerplan Lopikerwaard voor. Op basis hiervan wordt een interim toetsingskader ontwikkeld om visplannen te toetsen Echter door vertraging in de visstandbeheerplannen is de kwaliteit van toetsing op het ogenblik minder.
Prestatie-indicator nr. 33 Het visstandbeheerplan Lopikerwaard wordt dit jaar vastgesteld. Op basis hiervan wordt
Wat zijn de kosten? Begroting 2012
Realisatie 2012
Prognose 2012
Resultaat 2012
Na wijziging
t/m juni
Kwaliteit van het oppervlaktewater Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
1.360 1.989 46 5
740 982 29 14
1.360 1.989 46 30
0V 0V 0V 25 N
Totaal kosten
3.400
1.764
3.425
25 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
0 0
94 0
94 0
94 V 0V
Totaal overige opbrengsten
0
94
94
94 V
3.400
1.671
3.332
69 V
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Overige opbrengsten (0,094 V) Incidentele opbrengst KRW onderzoek
V/N 0,094 V
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
20
3.6 Zuiveringsbeheer Doelstelling 9 - Goede kwaliteit van het oppervlaktewater Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
35. Uitvoeren van optimalisatiestudies (OAS).
Cumulatief aantal afgeronde studies
13
14
13
14 studies in 2012
+/+ +/-
+/+
36. Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten
7 Cumulatief aantal bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden
13
7
16 afvalwaterakkoorden in 2013
+/+ +/-
+/+
37. Toetsen gemeentelijke rioleringsplannen
10 Cumulatief aantal getoetste gemeentelijke rioleringsplannen
12
16
19 getoetste rioleringsplannen in 2015
+/+ +/+ +/+
38. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen
Beëindigen geconstateerde illegale lozingen
100%
100%
Alle geconstateerde illegale lozingen worden beëindigd
+/+ +/+ +/+
39. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen
82% Naleefgedrag bedrijven Waterwet (vergunning en Barim)
90%
65%
Naleefgedrag >90% gerealiseerd
+/-
100%
T
+/-
G
+/+
40. Handhaving en Naleefgedrag agrarische naleefgedrag bedrijven op orde brengen
91%
90%
93%
Naleefgedrag >90% gerealiseerd
+/+ +/+ +/+
41. Handhaving en Naleefgedrag RWZI's naleefgedrag op orde brengen
100%
90%
100%
Naleefgedrag >90% gerealiseerd
+/+ +/+ +/+
77%
60%
89%
Naleefgedrag >90% gerealiseerd vanaf 2015
+/+ +/+ +/+
42. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen
Naleefgedrag grondwater onttrekkingen en lozingen
Toelichting Prestatie-indicator nr. 35 Vanwege combinatie studie rioolvreemd water met gemeentelijk basisrioleringsplan zijn we voor de planning afhankelijk van de gemeentelijke planvormingscyclus. Deze liep niet geheel synchroon met de planning van HDSR. In overleg is een middenweg gekozen; resultaat voor HDSR iets later, voor de gemeente iets vroeger.
naar verwachting in december bestuurlijk vastgesteld. Er zijn er nog 7 afvalwaterakkoorden in voorbereiding. De afvalwaterakkoorden De Bilt, IJsselstein, Wijk bij Duurstede, en Utrechtse Heuvelrug worden naar verwachting begin 2013 bestuurlijk vastgesteld. De afvalwaterakkoorden Lopik, Utrecht en Zeist naar verwachting eind 2013. De einddoelstelling komt niet in gevaar.
Prestatie-indicator nr. 36 In oktober zijn er 2 afvalwaterakkoorden bestuurlijk vastgesteld (Montfoort en Bodegraven-Reeuwijk). Daarnaast is afvalwaterakkoord Stichtse Vecht gereed. Deze wordt
Vertraging bij deze indicator houdt verband met de voortvarendheid van indicator nr. 37 ‘Toetsen Gemeentelijke rioleringsplannen” waarbij we boven de prestatienorm zitten. 21
Diverse gemeenten zijn dus eerder dan gepland nieuwe rioleringsplannen gaan maken. Een afgerond plan is een natuurlijke basis voor het opstellen van het afvalwaterakkoord. De planning schuift dus iets op, maar dit brengt de einddoelstelling niet in gevaar.
richt te blijven handhaven zal naar verwachting ook bij deze organisaties het naleefgedrag beter worden. Als het naleefgedrag niet beter wordt, zal meer aan preventie (voorlichting) moeten worden gewerkt, en/of met meer handhavingscapaciteit en/of met stevige sancties.
Prestatie-indicator nr. 39 Door risicogericht te handhaven wordt de waarde van de nalevingsindicator lager, terwijl het naleefgedrag in de werkelijkheid (nagenoeg) niet is veranderd. Door risicoge-
Prestatie-indicator nr. 42 Het ingezette toezichtregime van HDSR (na overname van deze taken van de Provincie) heeft effect.
Doelstelling 10 - Zuiveren van alle aanbod van afvalwater tegen wettelijk en in specifieke gevallen strengere gebiedsgerichte normen Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
+/+ +/+ +/+
T
G
43.
Toekomst rwzi Masterplan Utrecht
Variantenstudie gereed
ja Uitvoering besluit volgens planning masterplan
Realisatie gewenste toekomst scenario rwzi Utrecht.
44.
Optimalisatie proces
Verwijderingspercentage van fosfaat
86%
83%
87%
Voldoen aan +/+ +/+ +/+ minimale WVO eis 75%
45.
Optimalisatie proces
Verwijderingspercentage van stikstof
87%
83%
87%
Voldoen aan +/+ +/+ +/+ minimale WVO eis 75%
Doelstelling 11 - Energie-efficiëntie verbeteren bij zuiveringstechnische werken Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
46. Energieefficientieverbetering
Cumulatief procentuele energie efficientie verbetering
10%
14%
9%
Energieefficiëntieverbetering in 2020 is 30% ten opzichte van 2005
+/+ +/-
47. Terugdringen aardgas verbruik
Cumulatief aantal terug 3 gedrongen m aardgas
435.154
425.000
452.000
Teruggedrongen verbruik van 500.000 m3 in 2020
+/+ +/+ +/+
85%
93%
94%
98% benutting biogasproductie in 2015
+/+ +/+ +/+
Percentage 48. Verhogen biogasverbruik percentage biogasbenutting t.o.v. biogas productie RWZI Utrecht en Nieuwegein.
T
G +/+
22
Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
49. Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein
1e fase Energiefabriek (bellenbeluchting en thermische druk hydrolyse)
Voorbereiding gereed
Uitvoering in 2012
Realisatie 1e Bellenbeluchfase Energieting in uitvoefabriek ring, thermische druk hydrolyse aanvullend krediet aangevraagd, uitvoering gepland in 2013.
+/+ -/-
-/-
50. Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein
2e fase Energiefabriek (vergassing/verbranding)
-
Bij gebleken haalbaarheid een go/ no go besluit AB
Go/ no go Realisatie 2e besluit gepland fase Energiemedio 2014. fabriek.
+/+ -/-
-/-
51. Realisatie Energiefabriek op de rwzi Nieuwegein
Terug leveren van waterschapsenergie op de momenten dat we meer produceren dan gebruiken..
Voorbereiding gereed
100.000 kWh terug leveren.
35.271
1
Einddoelstelling
K
T
Eind 2013 +/+ +/produceren we 190% waterschapsenergie 1 in Nieuwegein
G
+/+
Het extern aangevoerde slib valt binnen de definitie van de Energiefabriek
Prestatie-indicator nr. 46 De besparing in 2012 blijft wat achter onder invloed van de lage temperatuur in de eerste helft van 2012. De verwachting is dat de besparing in de tweede helft van 2012 verbeterd door het stijgen van de temperatuur in de zomermaanden. Om de besparing te vergroten plaatsen we bellenbeluchting op de rwzi Nieuwegein en de rwzi Leidsche Rijn. Prestatie-indicator nr. 49 Bij de uitwerking van het project voor de thermische druk hydrolyse is gebleken dat de oorspronkelijke raming te laag was. Er is een bestuursvoorstel voor aanvullend krediet ingediend bij de commissie BMZ. Het bestuursvoorstel is door de commissie BMZ aangehouden en wordt opnieuw aangeboden met een oplegnotitie.
onderzoek naar de haalbaarheid van vergassen van slib. Vanwege het nog niet toekennen van deze subsidie is het project vertraagd. Inmiddels is toch het vooronderzoek gestart, verwacht wordt dat het eerste deelonderzoek van dit onderzoek eind 2012 is afgerond. Voor het nemen van een gefundeerde go/ no go beslissing zijn we afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek. Prestatie-indicator nr. 51 Op de rwzi Nieuwegein heeft de gasmotor minder geproduceerd dan verwacht. De oorzaken hiervan waren problemen met de gasmotor en de gas reinigingsinstallatie, hierdoor viel de gasmotor regelmatig in storing. Om de energie productie te vergroten wordt er meer slib naar de rwzi Nieuwegein gebracht. De verwachting is dat de norm voor 2012 alsnog gehaald wordt.
Prestatie-indicator nr. 50 Binnen de Greendeal is subsidie in het vooruitzicht gesteld voor een Stowa-
23
Wat zijn de kosten? Begroting 2012
Realisatie 2012
Prognose 2012
Resultaat 2012
Na wijziging
t/m juni
Zuiveringsbeheer Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
16.245 4.279 15.915 7.804
9.130 2.112 7.760 3.524
16.915 4.279 17.511 7.646
670 N 0V 1.596 N 158 V
Totaal kosten
44.243
22.525
46.351
2.108 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
1.085 1.163
1.112 335
787 1.163
298 N 0V
Totaal overige opbrengsten
2.248
1.447
1.950
298 N
41.995
21.078
44.401
2.406 N
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Overige kosten (0,670 N) en Afschrijvingskosten (1,596 N) Naheffing WVO effluent 2011 en 2012 Inhaalafschrijvingen in verband met masterplan rwzi Utrecht
V/N 0,670 N 1,596 N
Volgens de principes van het toerekenen van kosten aan de periode waarin een duurzaam productiemiddel nut heeft kan er niet worden afgeschreven op installaties die niet meer in bedrijf zijn. Installaties waarvan volledig duidelijk is dat die op een bepaald moment buiten bedrijf worden gesteld moeten in het geval van een restant boekwaarde op moment van buiten gebruikstelling versneld worden afgeschreven. Op basis van de initiële planning, zoals die bij het bestuursvoorstel Toekomstscenario rwzi Utrecht van 21 december 2011 is opgesteld, is nagegaan welke onderdelen wanneer buiten bedrijf worden gesteld en welke boekwaarden daaop resteren. Op basis van voorzichtigheid is in de prognose voor 2012 is met deze extra afschrijving rekening gehouden. Voordat vervroegde afschrijving ook daadwerkelijk in de boekhouding wordt verwerkt worden de berekeningen gecontroleerd en de uitgangspunten bij de accountant getoetst. Daarnaast kan de inhaalafschrijving pas definitief worden doorgevoerd bij volledige duidelijkheid over de termijnen van buiten gebruikstelling en dus van de bestuurlijke besluitvorming. Overige opbrengsten (0,298 N) Afrekening grensoverschrijdendafvalwater oude jaren
0,350 N
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
24
Thema Bestuur, middelen & maatschappij
3.7 Lastendruk Doelstelling 12 - Betere dienstverlening door een evenwichtige belastingheffing tegen zo laag mogelijke kosten Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
52. Samenwerking Samenwerking Nee gerealiseerd belastingheffing 53. Reacties (Belastingen) op tijd afhandelen
100% Percentage afgehandelde reacties binnen wettelijke termijn
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
Oprichting regionaal belastingskantoor
Nee
Belastingkantoor van start in 2012
+/+ +/+ +/+
100%
100%
100%
+/+ +/+ +/+
T
G
Wat zijn de kosten? Begroting 2012
Realisatie 2012
Prognose 2012
Resultaat 2012
Na wijziging
t/m juni
Lastendruk Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten
3.009 972 8 0
2.440 479 0 0
3.009 1.173 8 0
0V 201 N 0V 0V
Totaal kosten
3.981
2.920
4.182
201 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
274 0
6 0
475 0
201 V 0V
Totaal overige opbrengsten
274
6
475
201 V
3.707
2.913
3.707
0V
Saldo kosten en overige opbrengsten Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Personeelskosten (0,201 N) Projectkosten in verband met belastingsamenwerking
0,2 N
Overige opbrengsten (0,201 V) Meeropbrengsten vervolgingskosten
0,2 V
Bedragen zijn in miljoenen euro’s, V = voordeel, N = nadeel
25
3.8 Tevredenheid belanghebbenden Doelstelling 13 - Het waterschap is zichtbaar in de samenleving Nr. Maatregel
PI/afspraak
54. Betere dienstverlening (e-Overheid + informatiehuishouding)
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
Aantal elektro- 6 x per jaar nische nieuwsbrieven (gemaild en op de website)
6 x per jaar
E-nieuwsbrief: 9 @grariër: 4
Minimaal 6 nieuwsbrieven per jaar
+/+ +/+ +/+
55. Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal adverto- 4 rials
4
4
Minimaal 4 advertorials per jaar
+/+ +/+ +/+
56. Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal bezoekers open dagen van waterschapsobjecten
1860
2.000
275
2.000
+/+ +/+ +/+
57. Informeren en draagvlak
Persberichten
84
55
53
55
+/+ +/+ +/+
58. Informeren en draagvlak
Perscontacten
103
45
106
45
+/+ +/+ +/+
59. Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal excursies rwzi’s
33
115
45
165
+/+ +/+ +/+
T
G
Doelstelling 14 - Integreren vaarwegbeheer in het waterbeheer Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
K
60. Vaststellen beleid vaarwegbeheer
Bestuurlijk vastgesteld beleid
Nee
Vastgesteld beleid
nee
Bestuurlijk vastgesteld beleid in 2012
+/+ -/-
+/+
K
G
T
G
Doelstelling 15 - Verlenen van vergunningen binnen de proceduretijd Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
61. Verlenen van vergunningen binnen de proceduretijd
Percentage binnen de proceduretijd verleende vergunningen in kalenderjaar
84%
75%
90%
In 2012 binnen +/+ +/+ +/+ proceduretijd 75% vergunningverlening
T
26
Doelstelling 16 – Vergroting beleving door recreëren, cultuur en landschap Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
62. Opstellen en vaststellen beleid recreatief medegebruik
Bestuurlijk vastgesteld beleid
Nee
Voorbereiding
voorbereiding
Vastgesteld +/+ +/+ +/+ beleid en maatregelen in 2013
63. Het publiek onze cultuurhistorische objecten laten beleven
Cumulatief aantal te beleven objecten
7
8
10
Zoveel mogelijk te beleven cultuuhistorische objecten
K
T
G
+/+ +/+ +/+
Toelichting Prestatie-indicator nr. 60 Als gevolg van de nieuwe Waterwet hebben provincies 3 jaar de tijd om het regionaal vaarwegbeheer in de provincies te regelen. Dit proces dient eind dit jaar te zijn afgerond, maar mogelijk zal de wetgever nog eens 3 jaar extra tijd geven om het een en ander te regelen. Desalniettemin vinden voorbereidingen plaats om hier inhoud aan te geven. Dit gebeurt door overleg tussen
provincies en waterschappen, een en ander op basis van een door het IPO opgestelde handreiking.
Wat zijn de kosten? De kosten en opbrengsten worden voor dit programma niet apart geregistreerd, maar zijn onderdeel van de onderhavige programma’s.
27
3.9 Maatschappelijk verantwoord ondernemen
Doelstelling 17 - Duurzaamheidcriteria wordt toegepast bij het inkopen en aanbesteden Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie 2011
Norm 2012
Realisatie t/m juni 2012
Einddoelstelling
64. Het toepassen van de duurzaam inkoop criteria van AgentschapNL
Percentage duurzaam inkopen volgens criteria van AgentschapNL
99%
100%
100%
Wij kopen +/+ +/+ +/+ 100% duurzaam in volgens de criteria van AgentschapNL in 2015
K
T
G
Wat zijn de kosten? De kosten en opbrengsten worden voor dit programma niet apart geregistreerd, maar zijn onderdeel van de onderhavige programma’s.
28
3.10
Bestuur en organisatie
Doelstellingen Dit programma is met ingang van begrotingsjaar 2012 geïntroduceerd. Er zijn geen doelstellingen voor dit programma geformuleerd. In de begroting 2013 zijn de doelstellingen wel geformuleerd.
Ontwikkelingen V&H Aan de commissie BMZ is toegezegd in de bestuursrapportage het algemeen bestuur te informeren over bestuurlijk gevoelige ontwikkelingen op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Op deze plaats geven wij daar de komende bestuursrapportages invulling aan. De bescherming van waterkeringen, watersysteem en rwzi’s met vergunningverlening en handhaving is onderhevig aan onderstaande ontwikkelingen.
De nieuwe Omgevingswet kan het verlies betekenen van onze positie als bevoegd gezag. Gemeenten en provincies gaan voor vergunningverlening, toezicht en handhaving samenwerken in Regi-
onale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Samen met aanliggende waterschappen zijn wij samenwerkingspartner voor 2 RUD’s. Voor het toezicht op de indirecte lozingen is een advies van VNG en UVW in de maak om dat bij de waterschappen te laten en dat met dienstverleningsovereenkomsten te regelen. Landelijke ontwikkelingen als het Omgevings-Loket-Online (OLO) en deregulering leiden tot vergaande automatisering en het maken van een nieuw landelijk model voor de Keur. Investeringen hierin moeten collectief worden gedaan.
Al deze ontwikkelingen vragen steeds meer om samenwerking met andere overheden en tussen waterschappen onderling, zoals met Rijkswaterstaat, omringende waterschappen en in verband van stroomgebied Rijn-West.
Wat zijn de kosten? Prognose 2012
Resultaat 2012
4.185 4.338 445 159
7.110 8.481 891 345
272 V 200 N 134 N 41 V
16.806
9.127
16.827
21 N
Overige opbrengsten Overige opbrengsten Geactiveerde lasten
1.652 0
780 0
1.652 0
0V 0V
Totaal overige opbrengsten
1.652
780
1.652
0V
15.154
8.347
15.175
21 N
Bestuur en organisatie Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Totaal kosten
Saldo kosten en overige opbrengsten
Begroting 2012
Realisatie 2012
Na wijziging
t/m juni
7.382 8.281 757 386
Bedragen zijn in duizenden euro’s
29
4. Belastingopbrengsten Tabel 6 – Netto bijdrage per belastingcategorie Begroting 2012
Realisatie 2012
Prognose 2012
Resultaat 2012
Na wijziging
t/m juni
Netto bijdrage per belastingcategorie Watersysteemheffing ingezetenen Watersysteemheffing overig ongebouwd Watersysteemheffing natuur Watersysteemheffing gebouwd Zuiveringsheffing woningen en bedrijven
19,0 3,6 0,0 25,5 51,0
19,2 3,5 0,0 25,4 50,2
19,0 3,7 0,0 25,9 51,0
0,0 V 0,1 V 0,0 V 0,4 V 0,0 V
Totaal netto bijdrage
99,1
98,3
99,6
0,5 V
Bedragen zijn in duizenden euro's
Toelichting In de begrotingswijziging 2012 zijn de belastingopbrengsten Watersysteemheffing gebouwd verhoogd met 0,5 miljoen euro. Deze verhoging vloeit voort uit een hogere opbrengst op zogenaamde ‘oude jaren’ voor de categorie Watersysteemheffing gebouwd. Deze hogere opbrengst wordt nu geprognosticeerd op 0,6 miljoen euro. Voor
2012 wordt de opbrengst 0,3 miljoen euro hoger ingeschat. Samen met een meevaller van 0,1 miljoen euro in de categorie Waterysteemheffing overig ongebouwd wordt het totale resultaat op belastingopbrengsten wordt daardoor 0,5 miljoen naar verwachting gunstiger dan volgens de gewijzigde begroting.
30
5. Investeringen Algemeen In Tabel 7 treft u de investeringsuitgaven en subsidies. Tabel 7 – Overzicht investeringsuitgaven en subsidies Begroting 2012
Realisatie 2012
Relatieve uitputting
Na wijziging
t/m juni
Subsidies
Veiligheid Primaire en regionale waterkeringen Calamiteitenzorg Voldoende water Watersysteembeheer Nationaal Bestuursakkoord Water Schoon water Kwaliteit van het oppervlakte water Zuiveringsbeheer Bestuur, middelen & maatschappij Lastendruk Niet toewijsbaar aan programma
3.250 3.250 20.128 20.128 11.460 11.460 1.900 1.900
2.250 2.250 7.931 7.931 3.975 3.975 1.097 1.097
78% 78% 39% 39% 35% 35% 58% 58%
1.254 1.254 111 111 10 10
Totale uitgaven
36.738
15.554
42%
1.375
Bedragen zijn in duizenden euro's
Toelichting Veiligheid Dit thema omvat voornamelijk het Groot OnderhoudsPlan (GOP) regionale waterkeringen. Dit plan geeft onder andere uitvoering aan de afspraken met de provinciebesturen van Utrecht en van Zuid-Holland om uiterlijk in 2020 de regionale keringen op orde te hebben. De uitgaven betreffen projecten vanuit het oude GOP. Het nieuwe GOP is in 2011 goedgekeurd en de projecten hiervan zijn in voorbereiding. Voldoende water In dit thema worden onder andere de watergebiedsplannen, het Groot Onderhoud Plan (GOP) oevers en kunstwerken, legger watersysteem en waterkwaliteitsmaatregelen verantwoord. We voeren het jaarplan GOP kunstwerken uit, dat bestaat uit GOP 20012015 en GOP 2012-2016. Het voorgenomen aantal renovaties uit het GOP 2001-2015 is te hoog gebleken. Door het verlengen
van de levensduur en behoudend renoveren hebben we aan het eind van de looptijd naar verwachting 115 objecten gerenoveerd. Ook de investeringen naar aanleiding van de kaderrichtlijn water lopen achter. De watergebiedsplannen blijven achter bij begroting, met de aantekening dat het watergebiedsplan Kamerik en Kockengen financieel anders loopt dan gepland. Schoon water Dit thema biedt met name plaats aan de vervangings- en uitbreidingsinvesteringen van de rwzi’s. Het achterblijven van de investeringen wordt veroorzaakt door een drietal projecten. Na inspectie vervalt het vervangen van de persleiding Oud London en is dit project beperkt tot het renoveren van de ontvangstput. Het werk voor de Energiefabriek Nieuwegein is opgeschort totdat een AB-besluit is genomen over verhoging van het krediet. De inspectie en vervangingsinvesteringen voor de rwzi De
31
Meern moeten, conform planning, nog plaatsvinden. Bestuur, middelen & maatschappij In dit thema worden vooral losse projecten verantwoord die niet specifiek toewijsbaar zijn aan een programma en meer in de bedrijfsvoeringsfeer thuishoren. Deze investeringen lopen op schema. Uitruil projecten x- en y-lijst In 2012 er één project uit de y-lijst van start gegaan. Hiervoor heeft het algemeen bestuur op 4 juli 2012 door het vaststellen van een bestuursvoorstel krediet verleend. Het gaat om € 753.000 voor de realisatie van vispassages in 2012 en 2013 (niet-behorend tot KRW-maatregelen). In de eerste helft van 2012 is op dit project € 31.000 aan investeringsuitgaven gerealiseerd. Deze uitgaven maken deel uit van de investeringsuitgaven binnen het programma Watersysteembeheer. Kredietoverschrijdingen Tot en met juni 2012 is er op een aantal kredieten sprake van een overschrijding. Conform de procedure kredieten vermelden wij deze in de bestuursrapportage. De overschrijdingen leiden tot hogere investeringsuitgaven en daarmee tot hogere kapitaallasten. Deze stijgingen van de kapitaallasten zijn per programma relatief klein en kunnen worden opgevangen binnen het totaal van de kapitaallasten die per programma zijn begroot. Daarbij wordt deels gebruik gemaakt van dekking die ontstaat door (nietvermelde) onderschrijdingen op investeringsuitgaven binnen dezelfde programma’s.
op 25 september een voorstel voor aanvullende krediet aangenomen. Primaire en regionale waterkeringen CAW vervangingen software: deze is in Bestuursrapportage 2011 nr. 2 reeds gemeld maar komt nu uit het onderhanden werk nog wel naar voren. Herstel oevererosie Lekdijk: de kosten van de oevererosie worden op de eigenaar van de kering verhaald. Deze opbrengsten zijn nog niet gerealiseerd en daardoor wordt het krediet nu overschreden. Herstel Gemeentesluis Vreeswijk: Naar aanleiding van de hoogwatercalamiteit in 2011 bleek na inspectie van de Oude Sluis Vreeswijk vernieuwing van een deel van de sluisvloer noodzakelijk om de sluis te laten voldoen aan de veiligheidsnormen. De kosten hiervoor waren niet voorzien in de begroting van 2012. Daarom is € 75.000 krediet aangevraagd bij het college. Dit krediet bleek onvoldoende voor de uitvoering van de herstelwerkzaamheden. Hiervan is melding gemaakt in de commissie SKK op 7 juni 2012. De kosten bedragen in totaal ca. € 200.000. Zuiveringsbeheer Rwzi Woerden: deze is in Bestuursrapportage 2011 nr. 2 reeds gemeld maar komt nu uit het onderhanden werk nog wel naar voren. Rwzi Utrecht gasbedrijf: hogere aanschafkosten van een gasmotor leiden tot een overschrijding op het project. Deze overschrijding ligt binnen de marge van 10% en daarom is vermelding in deze bestuursrapportage voldoende.
Watersysteembeheer WGP Zegveld Oud-Kamerik: hiervoor is in de vergadering van het algemeen bestuur
32
6. Paragrafen 6.1 Uitgangspunten en normen Artikel 8 Conform artikel 8 (uitvoering van de begroting) van de ‘verordening beleids- en verantwoordingsfunctie’ zorgt het college ervoor dat de netto kosten van de programma’s en de investeringsuitgaven, zoals geautoriseerd door het algemeen bestuur, niet worden overschreden. Daarbij mag er niet worden geschoven tussen de budgetten van de verschillende programma’s. Wanneer er geschoven moet worden tussen de verschillende thema’s of programma’s, dient dit te gebeuren via autorisatie door het algemeen bestuur. Wanneer er geschoven moet worden binnen de programma’s kan het college dit autoriseren. Het college heeft dan echter wel een rapportageverplichting aan het algemeen bestuur.
6.2 Bedrijfsvoering Algemeen In dit hoofdstuk worden de volgende onderdelen behandeld: KAM, inkoop, aanbestedingen en subsidies.
KAM (kwaliteit, arbeidsomstandigheden, milieu) In de afgelopen maanden is de opzet van de directiebeoordeling middels een pilot geactualiseerd. De verwachting is om met ingang van 2013 alle organisatie onderdelen op deze wijze in de directiebeoordeling op te nemen. De risico-inventarisatie en -evaluatie voor de afdeling MRB en RWZI van de afdeling uitvoering is fasegewijs opgezet en geïmple-
Ratio weerstandsvermogen =
menteerd. Uitgangspunt is dat het bijhouden van de RIE voortaan in de lijn zelf gebeurt. De uitvoer van interne audits is vanaf 2012 procesgericht in plaats van afdelingsgericht. Door deze werkwijze is er beter en sneller inzicht in hoeverre HDSR voldoet aan de norm van nieuwe dan wel aangepaste weten regelgeving. Door het KAM-cluser is een groot aantal verbeteracties geïnventariseerd middels interne audits, verzoeken vanuit de lijn en eigen waarnemingen. Dit wordt gefaseerd opgepakt om het geheel gestructureerd te laten verlopen.
6.3 Weerstandsvermogen Algemeen In de bestuursrapportages geven wij inzicht in de actuele stand van zaken van het weerstandsvermogen. Wij gebruiken deze informatie om inzicht te krijgen in de risico’s en trends in 2012 en verder. In juni 2012 is een actualisatie van het risicoprofiel uitgevoerd. Daaruit volgt dat het voor 90% zeker is dat alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van 12,4 miljoen euro. De benodigde weerstandscapaciteit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Deze berekening is gebaseerd op de stand van de algemene reserves per 31-12-2011 (33,961 miljoen euro, jaarrekening 2011, pagina 6). De berekende ratio scoort daarmee volgens de normtabel een A score oftewel uitstekend.
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
=
34,0 miljoen 12,4 miljoen
= 2,7
33
Aanbestedingen (GWW) In Tabel 8 is aangegeven hoeveel aanbestedingen er in 2012 op het gebied van grond- weg- en waterbouw (GWW) per soort
zijn geweest. De GWW onderscheidt uitsluitend werken; diensten en leveringen vallen hier buiten.
Europese aanbesteding Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking (openbaar) Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging
Subtotaal Zuiveringsbeheer
Europese aanbesteding Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking (openbaar) Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging
Subtotaal Totaal Procentueel
Totaal
Onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking (openbaar) Meervoudig onderhandse procedure Enkelvoudige uitnodiging
Zwaarder
Subtotaal Baggeren
Soort aanbesteding Europese aanbesteding
Conform
Aandachtsgebied Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen
Lichter
Tabel 8 – aantal aanbestedingen per soort verdeeld naar beleid
-
-
-
-
-
4 1 5 -
3 3 -
3 4 1 8 -
-
2 2 -
-
2 2 -
1 1
3 3
-
3 1 4
1 10 3 7% 71% 21%
14 100%
Toelichting Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen Alle aanbestedingen zijn zwaarder of conform het beleid uitgevoerd. Baggeren en zuiveringsbeheer Een aanbesteding is er lichter dan het beleid aanbesteed. De reden hiervoor is: We hebben het intellectuele eigendom van één specifiek bedrijf aanbesteed.
Aanbestedingsvoordeel In Tabel 9 is per aandachtsgebied het totale bedrag van de besteksramingen weergegeven ten opzichte van het totaal van de aanneemsommen.
34
Tabel 9 – werkelijke aanneemsommen ten opzichte van totaal besteksramingen
Aandachtsgebied Watersysteembeheer (excl. baggeren) en regionale en primaire keringen Baggeren Zuiveringsbeheer Totaal
Totaal besteksramingen 2,2 0,5 2,2 4,9
Totaal wer- Verschil kelijk 2,0 0,4 1,9 4,3
0,2 0,1 0,3 0,7
Verschil % 9% 26% 15% 14%
Bedragen zijn in miljoenen euro’s
Toelichting Halverwege 2012 is er voor 4,9 miljoen euro aanbesteed. Het aanbestedingsvoordeel op werken is 0,7 miljoen euro. Het totaalvoordeel is hierdoor 14%. Dit percentage ligt wederom lager dan het voorgaande jaar. Dit komt doordat we steeds scherper blijven ramen. Aannemers schrijven nog steeds laag in om werk binnen te halen.
Subsidies Algemeen Medio juni 2012 is tijdens het periodieke overleg van het Samenwerkingsverband Subsidieadviseurs Waterschappen (SSW) stilgestaan bij thema afnemende subsidiemogelijkheden. De belangrijkste onderwerpen worden in deze paragraaf toegelicht. Nationale subsidies Door hard ingrijpen vanuit de overheid (bezuinigingen, hervormingen, lenteakkoord) wordt het steeds moeilijker subsidieaanvragen in te dienen. De middelen zijn zeer schaars geworden. Bovendien loopt een aantal programma’s (bijv. ILG) af in 2015, waardoor bestaande middelen ook nog eens uitgeput raken. De verwachting voor de nieuwe programmaperiode is dat er geen subsidies meer zullen worden verstrekt. Om bepaalde overheidsdoelen de komende jaren toch te blijven stimuleren gaat het Rijk met andere financieringsmaatregelen aan de slag zoals bijvoorbeeld de zgn. “Revolving Funds”. Dat zijn kredieten die gedurende de overeengekomen periode en naar gelang van de wisselende economische positie door de kredietnemende ondernemingen worden afgelost en daarna opnieuw kunnen worden gebruikt (de opbrengsten
vloeien terug in een fonds en kunnen weer aangewend worden voor nieuwe investeringen en komen dus nooit bij de originele verstrekkers terug). De subsidiebeschikkingen die in 2012 door de waterschappen zijn ontvangen hebben vooral betrekking op aanvragen vanuit 2011. Nieuwe aanvragen worden nog maar beperkt ingediend. Er zijn daarbij drie sporen merkbaar: er dienen zich (te) weinig nieuwe subsidiekansen aan (oorzaak: bezuinigingen); subsidiebudgetten zijn volledig benut (oorzaak: einde programma periode); de subsidieportefeuilles bij de waterschappen zijn (over)vol. Het is fysiek niet mogelijk nog meer ‘subsidie’ projecten op te pakken (veel subsidieprojecten moeten voor eind 2015 zijn uitgevoerd). De consequenties van de eerste twee punten verschillen nog per landsdeel. Voor onze regio valt de schade tot nu toe nog mee (o.a. positieve impuls Nota Ruimte Middelen). Het laatste punt is wel merkbaar binnen ons waterschap.
35
Europese subsidies Door het opdrogen van de nationale subsidies als bron van externe financiering, wordt de aandacht van de waterschappen verlegd naar de EU subsidies. Een aantal van deze subsidies wordt via de nationale loketten verstrekt (bijv. nationale deel EFRO, POP2, ESF, LIFE+), de overige fondsen dienen rechtstreeks via de betaalorganen van Brussel te worden aangevraagd (bijv. Interreg). Om op Europees niveau goed te kunnen oogsten is het belangrijk goede netwerken te hebben en deze te onderhouden. Samenwerking is het sleutelwoord voor Europa. De scoop voor de komende jaren moet dus zijn investeren in netwerken in het
eigen landsdeel. De oogst zal dan naar verwachting over een aantal jaren volgen. De grenswaterschappen hebben hier een duidelijke voorsprong ten opzichte van de overige waterschappen. Een ander aspect is dat bij Europese subsidieaanvragen je nu al bezig moet zijn met projecten die pas over 1-3 jaar tot uitvoering komen. Dat vraagt een andere manier van aansturen. Ook bij ons waterschap is inmiddels een verschuiving van Den Haag naar Brussel in gang gezet. In Tabel 10 is per fase de laatste stand van zaken opgenomen over het aantal dossiers en de omvang.
Tabel 10 – Aantal subsidiedossiers in portefeuille in 2012 (peildatum 21 juni 2012) Omschrijving
Totaal
Dossiers < 2012
Dossiers 2012
Dossiers Nationaal
Dossiers Europees
Lopende beschikkingen in beheer (onderhanden werk; afgegeven beschikkingen t/m 2011)
19 (16.971)
19 (16.971)
-
19 (16.971)
-
Ontvangen subsidiebeschikkingen in 2012 (nieuw)
8 (1.730)
5 (1.163)
3 (568)
-
8 (1.730) (6x POP2; 1x ESF; 1x NWB fonds)
Ingediende aanvragen (in afwachting van beschikking) Excl. Topsector Water
8 (1.032)
3 (521)
5 (511)
4 (320)
4 (712) (2x POP2; 1x Interreg; 1x Internationaal)
Projectdossiers in onderzoek
5 (5.377)
2 (1.377)
3 (4.000)
4 (4.377) (KRW synergie; 2x Nota Ruimte)
1 (1.000) (EFRO)
3 (89)
2 (77)
1 (13)
1 (13)
2 (77)
Afgewikkeld in 2012 (ontvangen bedrag subsidies: € 1.845.666)
9 (1.963)
9 (1.963)
-
9 (1.963)
-
Totaal
52 (27.163)
40 (22.072)
12 (5.092)
37 (23.644)
15 (3.519)
Afgewezen subsidieaanvragen 2012
Bedragen (tussen de haakjes) zijn in duizenden euro’s
36
6.4 Financiering
Transacties Per 30 juni 2012 is er voor € 6,100 miljoen aan reguliere aflossingen verricht. De verwachte aflossing voor de periode juli tot en met december 2012 bedraagt € 7,300 miljoen. Daarmee komt de totale reguliere aflossing over 2012 op € 13,400 miljoen uit.
Rentevisie Vanwege een (nog steeds) gebrek aan vertrouwen tussen de financiële instellingen en de huidige economische situatie worden op langlopende leningen nog relatief hoge (risico)opslagen op de basisrente gehanteerd. Deze opslagen zijn ten opzichte van eind 2011 wel wat lager geworden.
In de Begroting 2012 is gerekend met een totaal van € 25,000 miljoen nieuw aan te trekken leningen. Hierbij is uitgegaan van het aantrekken van langlopende leningen met een rentepercentage van 4,25%. Per 30 juni 2012 zijn nog geen nieuwe leningen aangetrokken. Vooralsnog is de verwachting dat in de tweede helft van het jaar een lening wordt aangetrokken met een looptijd van circa 30 jaar.
Per 30 juni 2012 bedraagt de rente voor de kapitaalmarkt (langlopend) voor een 30jaars (fixe)rente ongeveer 3,90%, terwijl voor een lening met een looptijd van 10 jaar ongeveer 2,80% in rekening wordt gebracht (op basis van de huidige renteomstandigheden per 30 juni 2012). De uiteindelijke keuze voor een looptijd hangt uiteraard af van de actuele renteomstandigheden op het moment van afsluiten van de lening en van de inpasbaarheid van deze looptijd in de bestaande portefeuille.
De stand van de langlopende leningen is per 30 juni 2012 afgenomen tot € 223,300 miljoen.
Tabel 11 - Langlopende schulden
Stand 1 januari 2012 - reguliere aflossingen 2012
€ 229,400 -€ 6,100
- aangetrokken leningen 2012
0 - € 6,100
Stand per 30 juni 2012
€ 223,300
Bedragen zijn in miljoenen euro’s (afrondingsverschillen mogelijk)
Interne toetsing Zoals in de begroting 2012 is opgenomen, zal de administratieve organisatie van de treasuryactiviteiten onderzoeksonderwerp zijn bij de interne rechtmatigheidscontrole. Externe toetsing De provincie Utrecht is ingevolge de Wet Fido aangewezen als toezichthouder. Zij toetst of het waterschap voldoet aan de normen zoals is vastgesteld in deze wet. Hierbij zijn twee wettelijke normen te onderscheiden, de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Het is onder bepaalde voorwaarden toegestaan de kasgeldlimiet tijdelijk te over-
schrijden. Hiervoor kan een ontheffingsverzoek gedaan worden bij de toezichthouder. Toetsing renterisico-norm De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. De renterisiconorm is een percentage van het begrotingstotaal. Voor waterschappen is het percentage bepaald op maximaal 30% van het begrotingstotaal. Dit betekent dat jaarlijks niet meer dan 30% van onze begrotingstotaal geherfinancierd mag worden. Op basis van de liquiditeitsprognose 2012 bedraagt het renterisicopercentage voor ons
37
waterschap ongeveer 13,4% wat ruim binnen de norm (30%) blijft. Toetsing kasgeldlimiet De wettelijke kasgeldlimiet bepaalt hoeveel maximaal met kort geld (rekeningcourantsaldo) gefinancierd mag worden. De kasgeldlimiet wordt berekend als een percentage van het begrotingstotaal per 1 januari van het betreffende begrotingsjaar.
Voor waterschappen is de kasgeldlimiet vastgesteld op 23%. De kasgeldlimiet voor ons waterschap bedraagt voor 2012 circa € 23,100 miljoen. In het eerste helft van het jaar hebben er geen overschrijdingen van de kasgeldlimiet plaatsgevonden.
38
Bijlage 1 Afkortingen en begrippen Tabel 12 – Afkortingen Afkorting (E)KRW AB AVP AWA Barim BRIM BsGW CAW CLM EHS ESF EVZ FES Fido GGOR GOP GRP GWW ILG IPO ISO KAM MVO NVO NWB OAS POP2 RIE Rwzi UvW WBP WGP WOZ
WVO
Omschrijving (Europese) Kaderrichtlijn Water Algemeen Bestuur Agenda Vitaal Platteland Afvalwaterakkoord Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer Besluit Rijkssubsidiering Instandhouding Monumenten Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Centrale Automatisering Watermanagement Contract en Leverancier managementsysteem Ecologische Hoofdstructuur Europees Sociaal Fonds Ecologische Verbindingszone Fonds Economische Structuurversterking Financiering decentrale overheden Gewenst Grond- en OppervlaktewaterRegime Grootonderhoudplan Gemeentelijk Rioleringsplan Grond-, Weg- en Waterbouw Investeringsbudget Landelijk Gebied Interprovinciaal Overleg International Organization for Standardization Kwaliteit Arbeidsomstandigheden en Milieu Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Natuurvriendelijke oever De Nederlandse Waterschapsbank N.V. Optimalisatie Afvalwatersysteem Studie Plattelandontwikkelingsprogramma 2007-2013 Risico Inventarisatie en Evaluatie Rioolwaterzuiveringsinstallatie Unie van Waterschappen Waterbeheerplan Watergebiedsplan(nen) Waarde Onroerende Zaken: deze waarde wordt vastgesteld door de gemeenten en door het waterschap als heffingsmaatstaf gebruikt voor de categorie Watersysteemheffing gebouwd Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren
39
Tabel 13 – Begrippen Begrip Belastingcategorie
Belastingdraagvlak Boezem
Brutoinvesteringsuitgaven Dekkingsgraad Exploitatie
Heffingsmaatstaf
Investeringsuitgaven
Kapitaallasten
Kosten Kostendekkende tarieven
Nettoinvesteringsuitgaven Netto-kosten Overige opbrengsten Subbied
Subsidies Totaal opbrengsten
Omschrijving Belastinginkomsten naar de categorieën: watersysteemheffing, zuiveringsheffing/verontreinigingsheffing. Vervolgens weer uitgesplitst in o.a.: ingezetenen, natuur, gebouwd, et cetera Heffingsmaatstaf x tarief: de som van de belastingopbrengsten van een belastingcategorie Dit is een watervlak waarop de polders afwateren. Het boezemstelsel van HDSR bestaat uit: De Grecht, Oude Rijn, Enkele en dubbele Wiericke, de Meije, de Lange Linschoten en hun zijtakken. Investeringsuitgaven zonder verrekening van subsidies De mate waarin de reserve van een belastingcategorie de begrote kosten dekt (reserve / kosten x 100%) Het totaal van de kosten en de opbrengsten. De investeringsuitgaven behoren niet tot de exploitatie. De afschrijvings- en rentelasten die daaruit voortvloeien wel. De basis waarop belasting in rekening wordt gebracht, bijvoorbeeld: het aantal huishoudens voor de Ingezetenenomslag en het aantal hectaren voor de categorie overig ongebouwd Investeringsuitgaven leiden niet direct tot kosten. De uitgaven leiden wel tot een mutatie van het banksaldo en daarmee tot een financieringsbehoefte. Na activering van deze investeringsuitgaven leiden ze via afschrijvingen en rentelasten tot kosten. De kosten die voortvloeien uit het doen van investeringsuitgaven. Na activering van de investeringen leiden deze tot afschrijvingslasten en rentelasten. De kapitaallasten bestaan hieruit. Hetgeen voortvloeit uit de inzet van mensen en middelen, bijvoorbeeld personeels- en afschrijvingskosten Dit zijn de tarieven waarmee alle netto-kosten worden doorberekend aan het belastingdraagvlak zonder inzet van reserves. Bij de werkelijke tarieven worden toevoegingen of onttrekkingen aan reserves gedaan om tarieven respectievelijk hoger en lager dan kostendekkend vast te stellen Geplande investeringsuitgaven inclusief de verrekening van subsidies Saldo van kosten en overige opbrengsten (onder overige opbrengsten vallen niet de belastingopbrengsten) Ontvangsten van zowel overheden als derden, bijvoorbeeld grensoverschrijdend afvalwater Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied. De regeling is bedoeld om gemeenten en waterschappen financieel te ondersteunen bij de uitvoering van achterstallig baggerwerk in bebouwd gebied. Bijdrage van overheden en derden voor het uitvoeren van onderzoeken en activiteiten of het doen van investeringsuitgaven Het totaal aan subsidies, overige opbrengsten en belastingontvangsten
40
Bijlage 2 Niet-afgeronde PI’s 2011 en investeringen voorgaande jaren Niet afgeronde prestatie-indicatoren 2011 In onderstaande tabel treft u de niet afgeronde prestatie-indicatoren uit Bestuursrapportage 2011 no. 2. Van deze indicatoren is een groot deel ook opgenomen in de begroting van 2012 en wordt er in Bestuursrapportage 2012 nr. 1 over gerapporteerd.
In die gevallen staan in de kolom ‘Stand 2012’ het PI-nummer en het paginanummer vermeld.
Tabel 14: niet afgeronde prestatie-indicatoren uit bestuursrapportage 2011 no. 2 Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
Stand 2012
01. Opstellen GOP Bestuurlijk primaire wavastgesteld terkeringen GOP
-
GOP vastgesteld
Project is opgestart
GOP gereed in Zie bestuurs2011 rapportage 2012-1, PI 1, pag. 10
03. Uitvoeren van het Groot Onderhoudsplan Regionale waterkeringen
Aantal kilometers uitgevoerde kadeverbetering per jaar
129 km voorbereid en 128 km gereed
19 km voorbereid 12 km gereed
19 km voorbereid 5 km gereed
316 kilometer in 2020 volgens norm gereed
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 3, pag. 10
04. Opstellen van een beleidsnota overige waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnota overige waterkeringen
-
Vastgestelde nota
Plan van Beleidsplan aanpak gereed vastgesteld in + pilot opge2011 start
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 4, pag. 10
05. Opstellen van legger voor alle waterkeringen
Bestuurlijk vastgestelde legger
-
Legger overige Nee waterkeringen vastgesteld
Vastgestelde legger in 2011
06. Evalueren en bijstellen beheer- en beleidsplan waterkeringen
Bestuurlijk vastgesteld beleidsplan
-
Beleidsplan vastgesteld
Concept 80% gereed
Beleidsplan Zie bestuurswaterkeringen rapportage gereed in 2011 2012-1, PI 6, pag. 11
07. Opstellen van een compartimenteringsplan voor de boezem HDSR
Bestuurlijk vastgesteld compartimenteringsplan
-
Vastgesteld compartimenteringsplan
Studie compartimentering is uitgevoerd
Plan vastgesteld in 2011
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 7, pag. 11
14. Renoveren cultuurhistorische oevers
Aantal km hersteld
-
3,5 kilometer gerealiseerd
0 km
3,5 kilometer Oever-project stad Utrecht is afgerond in 2011
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 13, pag. 14
15. Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Aantal kilometer verbeterde harde oevers per jaar
29,5 km
4,6 km
0,5 km
GOP Oevers 2003-2013, 37 km oever hersteld
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 11, pag. 14
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 5, pag. 10
41
Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
Stand 2012
16. Uitvoeren van GOP en WGP oevers
Aantal kilometer natuurvriendelijke oevers
9,5 km
10,9 km
8,4 km
Duurzame en robuuste inrichting van oevers
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 12, pag. 14
19. Actualiseren peilbesluiten .
Cumulatief 50% percentage gebied dat een actueel bestuurlijk vastgesteld peilbesluit heeft.
66%
50%
In 2015 alle (79%) peilbesluiten actueel (niet ouder dan 10 jaar)
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 18, pag. 15
25. Opstellen planadvies watersysteem Rijnenburg aan gemeente Utrecht
Bestuurlijk vastgesteld planadvies.
-
Planadvies vastgesteld
Nee
Vastgesteld plan in 2011
Einddoelstelling aangepast: planadvies vastgesteld 1e helft 2012.
27. Opstellen beleidsnotitie stedelijk waterbeheer
Bestuurlijk vastgestelde beleidsnotitie
-
Vaststellen Nee van beleidsnotitie
Vaststellen Einddoelstelvan beleidsno- ling aangetitie in 2011 past: vaststellen beleidsnotitie eind 2012
28. Uitvoeren tweede toetsing wateropgave
Bestuurlijk vastgesteld toetsingsresultaat
Resultaat toetsing
Nee
In 2012 toetsingsresultaat bestuurlijk vastgesteld.
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 24, pag. 18
35. Aanleggen natuurvriendelijke oevers
Cumulatief aantal aangelegde kilometers oever
91,7 km
85,5 km
144 km gerealiseerd in 2018 conform Europese en landelijke normen
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 31, pag. 20
37. Uitvoeren van KRWonderzoeksprogramma
Aantal onder- zoeken gereed per jaar
4
1
In 2015 zijn Zie bestuursalle 16 onder- rapportage zoeken gereed 2012-1, PI 30, pag. 20
40. Opstellen visstandbeheerplannen
Aantal bestuurlijk vastgestelde visstandbeheerplannen
-
4
1
In 2011 zijn alle 4 visstandbeheerplannen bestuurlijk vastgesteld
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 33, pag. 20
41. Goedkeuren visplannen derden
Aantal goedgekeurde visplannen
1
3
0
In 2011 zijn alle 4 visplannen goedgekeurd
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 34, pag. 20
42. Uitvoeren van optimalisatiestudies en/of studies naar rioolvreemd water
Cumulatief aantal afgeronde studies
11
15
13
17 studies in 2012
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 35, pag. 23
43. Sluiten van afvalwaterakkoorden met gemeenten
Cumulatief 2 aantal bestuurlijk vastgestelde afvalwaterakkoorden
13
7
17 afvalwaterakkoorden in 2013
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 36, pag. 23
77 km
42
Nr. Maatregel
PI/afspraak
44. Toetsen gemeentelijke rioleringsplannen
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
Realisatie 2011
Einddoelstelling
Stand 2012
Cumulatief 4 aantal getoetste gemeentelijke rioleringsplannen
12
10
20 getoetste rioleringsplannen in 2015
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 37, pag. 23
46. Handhaving en naleefgedrag op orde brengen
Naleefgedrag 73% bedrijven Waterwet (vergunning en Barim)
90%
82%
Naleefgedrag grotendeels gerealiseerd (90%, er blijven bedrijven die niet naleven)
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 39, pag. 23
51. Ontwikkelen en uitvoeren slibstrategie
Uitgewerkte slibstrategie
Vastgestelde slibstrategie
Nee
In november 2012 slibstrategie gereed
Gezien de impact van de rwzi Utrecht wordt de slibstrategie opgepakt na besluitvorming over rwzi Utrecht
56. Verhogen Percentage 85% percentage biogasverbruik biogasbenutting t.o.v. biogas productie RWZI Utrecht en Nieuwegein.
93%
85%
98% benutting biogasproductie in 2015
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 48, pag. 24
59. Samenwerking Samenwerking belastinghefgerealiseerd fing
Oprichting regionaal belastingskantoor
Nee
Belastingkantoor van start in 2012
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 52, pag. 26
63. Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal bezoekers open dagen
Onbekend
2.000
1.860
2.000
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 56, pag. 27
67. Betrokkenheid bij de samenleving
Aantal excursies
45
115
33
165
Er zijn 40 excursies geweest in 2012. De verwachting is 65 excursies in 2012 in totaal
68. Vaststellen beleid vaarwegbeheer
Bestuurlijk vastgesteld beleid
Voorbereid
Vastgesteld beleid
Nee
Bestuurlijk vastgesteld beleid in 2011
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 56, pag. 27
69. Verlenen van vergunningen binnen proceduretijd
Percentage 70% binnen de proceduretijd verleende vergunningen in kalenderjaar
90%
84%
In 2012 binnen proceduretijd 95% vergunningverlening
Zie bestuursrapportage 2012-1, PI 61, pag. 27
-
43
Nr. Maatregel
PI/afspraak
Realisatie t/m 2010
Norm 2011
71. Uitwerken van een energievisie
Bestuurlijk vastgestelde visie
-
Vastgestelde visie
72. Opstellen beheerplan cultuurhistorische objecten
Bestuurlijk vastgesteld beheerplan
-
Vastgesteld beheerplan
Niet afgeronde investeringen in voorgaande jaren De investeringsuitgaven zijn vanwege de xen y-lijstsystematiek doorlopend in de beleidscyclus opgenomen. Hierdoor wordt er voortdurend de vinger aan de pols gehouden en bijgestuurd indien nodig. Bovendien wordt het algemeen bestuur vier maal per
Realisatie 2011
Nee
Einddoelstelling
Stand 2012
Vastgestelde visie in 2011
In overleg met de portefeuillehouder is in 2012 besloten om nog een stap toe te voegen aan het ontwikkelproces van de energievisie. Besloten is tot een consultatie van een extern deskundige op het gebied van de energievoorziening. Deze stap kostte extra tijd, maar heeft geleid tot een kwalitatief beter product waarvan de besluitvorming nog in 2012 kan plaatsvinden
Plan vastgesteld in 2011
In 2012 heeft een evaluatie plaatsgevonden. Op basis hiervan wordt er een nieuw beheerplan opgesteld.
jaar op de hoogte gehouden van de voortgang op de investeringen. Dit gebeurt twee maal via de bestuursrapportage en twee maal via een tussentijdse rapportage. Voor de verantwoording en (bij)sturing is het in het vervolg niet meer noodzakelijk om hier een aparte paragraaf in de bestuursrapportage aan te wijden.
44
Bijlage 3 Begroting en realisatie tot en met juni 2012 Muskusrattenbeheer Algemeen In onderstaande tabel geven wij de realisatie tot en met juni 2012 weer voor het onderdeel muskusrattenbeheer als onderdeel
van het programma Primaire, regionale en overige waterkeringen. Vanaf de begroting 2013 wordt hierover door middel van een apart programma gerapporteerd.
Tabel 15 – Begroting 2012 en realisatie tot en met juni 2012 Muskusrattenbeheer Begroting 2012
Realisatie 2012
Na wijziging
t/m juni
2.275 6.680 80 36 1.451
915 1.772 16 3 726
10.522
3.431
Overige opbrengsten Rijnland Hollands Noorderkwartier Amstel, Gooi en Vecht Delfland Schieland en de Krimpenerwaard
2.206 1.825 1.763 562 1.268
0 0 0 0 0
Totaal overige opbrengsten
7.624
0
Saldo kosten en overige opbrengsten
2.898
3.431
Muskusrattenbeheer Kosten Overige kosten Personeelskosten Afschrijvingskosten Rentekosten Toegerekende overhead Totaal kosten
Bedragen zijn in duizenden euro’s
Toelichting Personeelskosten Realisatie betreft alleen personeelslasten van medewerkers in dienst van HDSR. Per 1 juli 2012 zijn medewerkers van de diverse partners bij HDSR in dienst gekomen.. De personeelskosten van deze medewerkers
over het eerste half jaar 2012 worden door de diverse partners gedeclareerd. Opbrengsten Omdat de personeelslasten over het eerste halfjaar (deels) nog bij andere deelnemers lagen zijn facturen voor de bijdragen van de partners nog niet verzonden.
45