Raadsvergadering 2 juli 2015 Orgaan: Locatie: Datum: Aanvang:
Raadsvergadering Raadzaal van het Gemeentehuis (Spiekersteeg 1, Gieten) donderdag 02 juli 2015 19:00 uur
1.
(19:00 - 19:00 uur) Inspraak burgers over geagendeerde onderwerpen
2.
(19:00 - 19:00 uur) Opening
3.
(19:00 - 19:00 uur) Vragen over niet geagendeerde onderwerpen
4.
(19:00 - 19:00 uur) Vaststellen agenda Stukken Agenda raad 2 juli 2015
-
(19:00 - 19:00 uur) HAMERSTUKKEN
5.
(19:00 - 19:00 uur) Vaststellen van de besluitenlijst van de vergadering 25 juni 2015
6.
(19:00 - 19:00 uur) Voorstel tot afhandeling van de ingekomen stukken Stukken 06 Lijst ingekomen stukken raad 2 juli 2015
Ingekomenstuk nr. 1 - Regio Oost Drenthe door Tweede Kamer niet aangewezen als Krimpregio
Ingekomenstuk nr. 2 - Verslag P10 studiereis Denemarken
Ingekomen stuk nr. 3 - B&W advies Meicirculaire
Ingekomenstuk nr. 3 - Brief aan raad over meicirculaire
Ingekomen stuk nr. 3 - Gemeentefonds Meicirculaire 2015
Ingekomen stuk nr. 4 - Ontwerp begroting 2016 van de Veiligheidsregio Drenthe
Ingekomen stuk nr. 4 - Bijlage Begroting 2016 VRD
(19:00 - 19:00 uur) INHOUDELIJKE STUKKEN
-
(19:00 - 19:00 uur) INHOUDELIJKE STUKKEN
7.
(19:00 - 19:00 uur) Voorstel tot vaststellen van het beleidsplan 2015 Stukken Beleidsplan 2015 Aa en Hunze
10e 2015 begrotingswijziging beleidsplan 2015
Commissievoorstel inzake bezuinigingen
Recap Bezuinigingen 2015-2018
8.
(19:00 - 19:00 uur) Sluiting
Agenda raad 2 juli 2015 (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####8c7e0bf4-2e2a-4dbe-ad3d-f02394383096#
RAADSVERGADERING Op woensdag 2 juli 2015 om 19.00 uur wordt in het gemeentehuis van Aa en Hunze, Spiekersteeg 1 te Gieten de vergadering van de raad gehouden. AGENDA openbare raadsvergadering 1. 2. 3. 4.
Inspraak burgers over geagendeerde onderwerpen; Opening; Vragen over niet-geagendeerde onderwerpen; Vaststelling agenda; HAMERSTUKKEN
5. 6.
Vaststelling van de besluitenlijst van de vergadering van 25 juni 2015; Voorstel tot afhandeling van de ingekomen stukken INHOUDELIJKE STUKKEN
7. 8.
Voorstel tot vaststellen van het beleidsplan 2015; Sluiting.
Onder voorbehoud van wijzigingen. De stukken liggen bij de receptie van het gemeentehuis ter inzage en zijn ook te vinden op onze website www.aaenhunze.nl/bis/. In het vergaderschema zoekt u de desbetreffende vergadering op. Het openbare deel van de raadsvergadering is voor een ieder toegankelijk. Voor deze vergadering geldt een spreekrecht voor de publieke tribune. Mocht u hiervan gebruik willen maken dan kunt u dit uiterlijk voor 12.00 uur op de dag voorafgaande aan de vergadering kenbaar maken bij de griffie. U kunt dan maximaal 5 minuten het woord voeren over op de agenda vermelde onderwerpen met uitzondering van: a. over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep op de rechter openstaat of heeft opengestaan; b. over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen; indien een klacht ex. Art. 9.1 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan of kon worden ingediend; c. over onderwerpen waarover aan inwoners de gelegenheid is gegeven in te spreken in een informerende bijeenkomst of een commissievergadering. Voor vragen en informatie kunt u contact opnemen met de griffie via telefoonnummer (0592) 267705 en (0592) 267706 of via e-mail
[email protected]
Einde bijlage: Agenda raad 2 juli 2015
Terug naar het agendapunt
06 Lijst ingekomen stukken raad 2 juli 2015 (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####88ff91bb-d6fa-4ec0-b041-88b0158e4f38#
Adviesnota Raad Raadsvergadering d.d.
:
2 juli 2015
Agendapunt
:
6
Onderwerp
:
Ingekomen stukken
Portefeuillehouder
:
burgemeester drs. H.F. van Oosterhout
Datum
:
9 juni 2015
Onderwerp Ingekomen stukken. Voorgesteld besluit Wij stellen u voor deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. 1. 2. 3. 4.
Regio Oost Drenthe door Tweede Kamer niet aangewezen als “Krimpregio”; Verslag P10 studiereis Denemarken; Brief aan raad inzake meicirculaire; Ontwerp-begroting Veiligheidsregio Drenthe.
Het college van de gemeente Aa en Hunze,
de heer mr. F. Snoep secretaris
de heer drs. H.F. van Oosterhout burgemeester
Einde bijlage: 06 Lijst ingekomen stukken raad 2 juli 2015
Terug naar het agendapunt
Ingekomenstuk nr. 1 - Regio Oost Drenthe door Tweede Kamer niet aangewezen als Krimpregio (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####f67931c4-0e8e-4513-8036-3b8d9f1d09c0#
Einde bijlage: Ingekomenstuk nr. 1 - Regio Oost Drenthe door Tweede Kamer niet aangewezen als Krimpregio
Terug naar het agendapunt
Ingekomenstuk nr. 2 - Verslag P10 studiereis Denemarken (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####47e2f792-e905-48de-aadf-492577cc8b02#
Denemarken lijkt op Nederland, op het gebied van bestuur, landschap, nuchterheid en fietsgedrag. Wel heeft Denemarken al langer te maken met bevolkingskrimp en de vraagstukken die een verandering van de bevolking met zich meebrengt. Voor de tien grootste Nederlandse plattelandsgemeenten, de P10 was dit reden genoeg om met een groep burgemeesters, wethouders en beleidsmedewerkers eens in Denemarken te gaan kijken. Wat kunnen zij leren van de plattelandsaanpak in Noord Jutland?
1. Gezondheidszorg in een dunbevolkte regio De Deense regios werden gevormd na de ‘Structural Reform’ in 2007. Bij deze hervorming van het overheidsapparaat is het aantal gemeenten teruggebracht van 275 naar 98 en werden de provincies afgeschaft. Om toch op grotere schaal coördinatie over gezondheidszorg te behouden is de regio in het leven geroepen. Denemarken telt nu vijf regio’s. De belangrijkste en meestal enige taak van de regio’s is de distributie en organisatie van ziekenhuizen. Daarnaast werken ze nauw samen met de gemeenten op het gebied van overige zorg. Dat het een relatief nieuw orgaan is betekent dat de regio Noord Jutland nog steeds bezig is met de aansluiting van het zorgaanbod aan de huidige vraag. Minderen in de zorg, zonder kwaliteitsverlies Net als in Nederland gaat een van de belangrijkste vraagstukken over het aantal en de verspreiding van zorglocaties. Als basis voor beslissingen over verspreiding van ziekenhuizen en andere zorgvoorzieningen stelt de regio elke drie jaar een ‘Gezondheidsatlas’ op. Deze atlas brengt per gebied in kaart welke zorgvragen er leven en welke waardering de bewoners geven voor de gezondheidsvoorzieningen in hun gemeente. De bevindingen uit de gezondheidsatlas vormen de basis voor de driejaarlijkse overeenkomst die de regio sluit met de verschillende gemeenten. Het doel is om de kwaliteit van de gezondheidszorg in Noord Jutland te vergroten zonder dat dit gevolgen heeft voor de kosten. Dit onderzoek betekent met name veel voor de preventieve gezondheidszorg per gemeente. Dankzij dit onderzoek ligt in Morsø bijvoorbeeld de nadruk op rookpreventie en in Aalborg op het voorkomen van overgewicht. Bereikbaarheid in dunbevolkte gebieden Belangrijk punt van aandacht is de bereikbaarheid van zorg in de afgelegen gebieden. De regio wil van tien naar acht ziekenhuizen, waarvan drie met alleen specialistische zorg. Tegelijkertijd is de toekomst van veel huisartsenposten onzeker. De gemiddelde leeftijd van huisartsen op het Deense platteland is 55. Jongere
huisartsen werken liever in de stad. Falck, een private zorgondernemer organiseert in opdracht van de regio de bereikbaarheid van de zorg in de regio Noord Jutland: van het bemannen en plaatsen van ambulances tot het organiseren en bemannen van huisartsenposten in dunbevolkte gebieden. Regionale klinieken Om het gebrek aan huisartsenposten op te vangen, startte Falck enkele jaren geleden een experiment met regionale klinieken. Deze klinieken zijn groter en centraal gelegen. Ze huisvesten meerdere huisartsen en indien mogelijk aanvullende zorgvoorzieningen zoals fysiotherapie en oogonderzoek. De verschillende gebruikers kunnen daardoor deeltijd werken en faciliteiten delen. De huisartsen kunnen zelf ruimte huren of in dienstverband werken via Falck, wat beter aansluit bij de wensen van de nieuwe generatie huisartsen in Denemarken. Werving van huisartsen gebeurt in heel europa en Falck ondersteunt buitenlandse huisartsen met huisvesting, taaltraining en overige ondersteuning. Voor patiënten die niet zelfstandig naar de kliniek kunnen komen legt de dokter huisbezoeken af of regelt hij vervoer voor de patiënt. Zo heeft iedereen in de regio toegang tot een uitgebreider zorgaanbod dan voorheen. Samen eerste hulp bieden Door de lange afstanden komen ook ambulancetijden onder druk te staan. Vooral afgelegen gebieden vallen aan de rand van de norm. Juist bij acute problemen kunnen die paar minuten het verschil maken tussen leven en dood. Daarom startte de regio het ‘akute hjelpern’-project. Vrijwilligers uit drie dorpen krijgen een medische training en op een openbare plaats staat een uitgebreide kast met EHBO-voorzieningen, zoals een defibrillator, insulinespuiten en zuurstof. Hierdoor is acute hulp eerder mogelijk. Vrijwilligers verlenen de eerste hulp, vangen familieleden op, bereiden de omgeving voor op de komst van de ambulance en stellen het slachtoffer en omstanders gerust. Ze staan direct in contact met de ambulance, die daardoor sneller ter plaatse kan zijn. Juist in gebieden met een verouderende bevolking is deze vorm van EHBO belangrijker dan elders. De bewoners voelen zich veiliger, het versterkt het gevoel van zelfredzaamheid in het dorp en acute zorgverlening is sneller ter plaatse. De tussenhulpverleners gaven zelf aan dat juist de voorziening van de ‘acute hjelperen’ de bewoners trotser maakt op hun dorp en ervoor zorgt dat mensen langer in het dorp blijven wonen.
Met name de bereikbaarheid van de zorg in het bezochte deel van Denemarken spreekt tot de verbeelding. Aanrijdtijden van een ambulance van maximaal tien minuten, een huisarts per 1.700 inwoners en gratis vervoer voor mensen die moeite hebben om bij de huisartsenpost te komen. Met creatieve oplossingen, zoals de regionale klinieken en samenwerking met bewoners, houden de Denen de zorgbereikbaarheid - ondanks soms onvoordelige demografische ontwikkelingen in stand. Voor gemeenten waar die bereikbaarheid door grote afstanden juist onder druk komt te staan, biedt het bezoek aan de regiokliniek en het ‘acute hjelpern’project inspiratie.
2. De noodzaak van samenwerking De manier waarop Deense gemeenten samenwerken met bewoners is inspirerend. Deze samenwerking is op verschillende wijzen ontstaan en geeft een divers beeld van mogelijke push factoren die hierachter schuilgaan. Van vraag en aanbod, zoals in bovenstaand voorbeeld met de EHBO-vrijwilligers, tot bewonersprotest dat als driver uitgroeit voor investeringen in een gebied. Behoud als motor voor transformatie De bijzondere ligging van de kust en de golven in Thisted maakte dat het dorp Klitmøller in de jaren 70 transformeerde in een surfers paradijs. Cold Hawaii werd de koosnaam van het piepkleine vissersdorp aan de Deense kust. De plannen van de gemeente om een dam voor een van hun surflocaties aan te leggen, was voor de surfgemeenschap aanleiding om zich te organiseren. Gezamenlijk werd een visie opgesteld en een alternatief plan opgesteld dat rekening hield met zowel de belangen van de surfgemeenschap als de wensen van de gemeente. Toen de groep eenmaal georganiseerd was, bleek de stap naar nieuwe projecten klein. Zo kon de kracht en expertise ervan worden ingezet voor de surfgemeenschap en de verschillende kustdorpen in Thisted. Inmiddels host Cold Hawaii jaarlijks een ronde van het wereldkampioenschappen windsurfen, heeft het waterfront van Klitmøller een intensieve transformatie ondergaan en huisvest het dorp een bijzondere middelbare opleiding waar de surffilosofie een belangrijk onderdeel is van het lespakket. De laatste jaren zet de surfgemeenschap zich steeds meer in voor doelen waarvan de hele gemeenschap van Klitmøller profiteert. De ontwikkeling van het waterfront voorziet niet alleen in de behoefte van surfers, maar biedt ook recreatiemogelijkheden voor de ‘traditionele’ bewoners van Klitmøller en zorgt ervoor dat vissers makkelijker bij hun boten kunnen komen. Het laatste project is een locatie waar samenwerking tussen vaste en tijdelijke bewoners wordt gestimuleerd. Met als doel kennisontwikkeling en het aantal projecten ten behoeve van het dorp te
bevorderen. Bij deze ontwikkelingen is de rol van de gemeente ondersteunend. De actieve bewoners, want veel van de originele actievoerders wonen nu in Klitmøller, hebben nog altijd de lead bij het opstarten van projecten en het werven van fondsen en samenwerkingspartners. Escaleren als kans voor ontwikkeling Niet elke samenwerking begint zo positief. In Karby op het eiland Mosrsø liepen de spanningen hoog op voor een samenwerking tot stand kon komen. Om te kunnen voorzien in goed basisonderwijs besloot de gemeente een aantal scholen samen te voegen in een nabije gemeente. Bewoners van zeven dorpjes waren het niet eens met de sluiting van de dorpsschool. Toen ook de planning van de nieuwbouw vertraagde en de gemeenschap zonder school zat, besloten actieve bewoners zelf een particuliere school te starten. Hiervoor gebruikten ze het oude schoolgebouw, waarvan de gemeente al een deel gesloopt had. Dit gebouw ligt tussen de zeven dorpen en naast de sporthal. De verbouwing van de school kon gerealiseerd worden met behulp van fondsen, een stevige bijdrage van de bewoners zelf en vele uren vrijwilligerswerk. Inmiddels huisvest het terrein een sportcomplex, buitenschoolse opvang, kinderdagverblijf en basisschool. Toen bleek dat het de bewoners ging lukken, schoof de gemeente weer aan tafel. De energie die achter het project zat is benut om met de gezamenlijke dorpen een visie te maken over behoud en verdeling van voorzieningen over de zeven dorpen. Samen met bewoners zijn zeven kansrijke investeringen in het gebied benoemd. Inmiddels is voor twee projecten de financiering rond. Die gaan de komende twee jaar in uitvoering. In Karby was het verdwijnen van de school aanleiding voor bewoners om het heft in eigen handen te nemen. Samen met de gemeente stoken ze energie in het project en maakten ze op strategisch niveau plannen voor het gebied. Samenwerking gebaseerd op heldere afspraken In Frøstrup, in het noorden van Noord Jutland, kwamen bewoners met een wens bij de gemeente. Zij wilden van het dorpshuis een levend centrum maken om zo de trots van het dorp te behouden en mensen te verleiden om in Frøstrup te (blijven) wonen. Samen met de initiatiefnemers zocht de gemeente naar gezamenlijke doelen en legde deze vast in een contract met de initiatiefnemers. Hierin staan niet zozeer de financiële voorwaarden benoemd, maar vooral de meerwaarde die de samenwerking voor beide partijen moet bieden. Ook in Vestervig bestaat vanaf het begin uit een nauwe samenwerking tussen bewoners: in de vorm van een stichting en de gemeente. Doel hiervan was om het
verloederde aangezicht van het dorp te verbeteren. Inmiddels zijn zeventien woningen gesloopt en aangepakt. De gemeente laat de regie aan de bewoners. Dit gaat stap voor stap en niet altijd op een tempo of met een smaakgevoel zoals we in Nederland gewend zijn. Zo is het dak van de lokale supermarkt aan vervanging toe, maar is de aanpak vertraagd vanwege onvoldoende werving van financiële middelen. En worden kavels waar ooit een huis stond ingericht naar de smaak van de betrokken bewoners. Deze maatregelen geven het dorp een eigen karakter, maar worden door de kritische Nederlanders niet altijd gezien als geslaagd. Al lopend door de kinderopvang van het project in Karby is menigeen het erover eens dat onze gezondheidsinspectie deze voorziening direct zou sluiten: de kinderen stoken samen een vuurtje, de speelvoorzieningen zijn fantastisch, maar niet allemaal af, de ruimtes zijn netjes, maar niet conform de Nederlandse standaarden. Toch zouden de meeste deelnemers graag hun kind deze opvang gunnen. Het roept vragen op over onze Nederlandse regeldruk. Want in hoeverre staan deze bewonersinitiatieven in de weg en gaan regels ten koste van waardevolle ervaringen en plezier? De deelnemende bestuurders zien hier een taak voor zichzelf. Juist de vermindering van belemmerende regels vraagt volgens hen op gemeentelijk niveau om sterke bestuurders.
3. Bouwen op bestaande kwaliteiten Het landschap in het noorden en midden van Noord Jutland is prachtig en door de afgelegen ligging zijn de bewoners hier zelfstandig en wars van overheidsbemoeienis. Dit zijn twee kwaliteiten die de bewoners samen met de gemeenten inzetten om de aantrekkelijkheid van hun woongebied te behouden. Daarbij draait het met name om werkgelegenheid voor bestaande bewoners en de jongeren die hier opgroeien. Want de aantrekkingskracht van de stad, met haar universiteiten, uitgaansleven en grotere kans op een baan, is groot. De kracht van het bezochte platteland is dat de Denen juist op dit onderwerp gebruik maken van bestaande kwaliteiten. Nationaal Park als motor Een kuststrook van ongeveer 244 km2 kust is sinds 2008 het eerste nationale park van Denemarken. Thy Nationalpark vormt sindsdien een belangrijke motor voor het gebied. Met name het toerisme in de kustregio van Thisted neemt toe. Hiervan profiteren de aan het park gelegen dorpen. Klitmøller profileert zich niet alleen als surf walhalla, maar ook als locatie voor hiketochten, mountainbiking en paardrijdtochten. Daarnaast ontwikkelden de dorpen in de omgeving extra
voorzieningen, zoals een zeebad in Vorupør, waardoor minder stoere badgasten ook van de zee kunnen genieten. Ook de boeren in de omgeving profiteren van het park. Zij waren in het begin sceptisch over de nieuwe bestemming van de kuststrook. Uiteindelijk is de naam van het park neergezet als merk voor lokale, biologische producten. De afzetmarkt en omzet zijn hierdoor gegroeid. Voor de boeren biedt dit ruimte voor nieuwe producten en samenwerkingsverbanden. De focus bij de ontwikkeling van Thy Nationalpark lag volgens de uitgangspunten van Natura 2000 sterk op het stimuleren van toerisme in relatie tot de natuur. Bovendien hielp de ontwikkeling om de werkgelegenheid in de omliggende agrarische ondernemingen te verduurzamen. Achtergebleven kennis en kunde als kracht Veel van de ooit in de regio gevestigde industrie verdwijnt. De kleine fabrieken groeien en verhuizen naar de steden of lagelonenlanden. De werknemers blijven in de dorpen wonen. Zo ook in Glyngøre waar een levendige haven veranderde in een lege huls. De werkgelegenheid in het dorp kelderde en mensen trokken weg of bleven werkeloos achter. Een groep ondernemers uit het dorp zag kansen. Ze richtten de ‘werkgroep Wilde Rozen’ op en begonnen met het opnieuw in gebruik nemen van een leegstaand gebouw in de haven. Ook organiseerden ze een bijeenkomst voor alle bewoners in het dorp. Jong en oud, rijk en arm eten samen en luisteren naar muziek. De bijeenkomsten zijn zo’n succes, dat ze nog steeds maandelijks plaatsvinden. Dankzij de bijeenkomsten zijn bovendien al diverse opmerkelijke projecten gerealiseerd. Zo ligt voor de kust van Glyngøre nu het grootste duikpark van Denemarken. De aanpassingen die voor het duikpark zijn gemaakt versterken de biodiversiteit voor de kust, waardoor in de haven verschillende ondernemingen zijn gevestigd voor de kweek en verkoop van mosselen, oesters, kreeft en vis. Ook is de haven weer hersteld in haar oude glorie van rode schuren met witte lijsten. Sinds december is de werkgroep bezig met een nieuw project. In een leegstaande luidsprekerfabriek is nu een trainingscentrum opgericht voor ondernemerschap. De mensen uit de nabije omgeving krijgen er de kans om hun idee te pitchen. De meest kansrijke pitchers krijgen begeleiding bij het uitwerken van hun idee. Vervolgens gaan de werkgroep en de initiatiefnemer samen op zoek naar de beste manier om het idee in de markt te zetten. De vakkennis van de mensen uit het dorp, die deze kennis hebben opgedaan in de fabrieken en op zee, wordt hier aangevuld met ondernemingsvaardigheden en begeleiding naar een werkend business model. Het project heeft al verschillende goedlopende projecten opgeleverd die zijn gebaseerd op samenwerking tussen vakmensen uit het dorp.
Juist de kracht om kleine ideeën te laten opbloeien tot grotere ontwikkelingen spreekt bij de deelnemers van de P10 tot de verbeelding. Niet alle initiatieven hebben behoefte aan geld van de gemeente, maar soms zijn nauwe samenwerking en het creëren van kansen meer waard. Wel zou een aantal aanwezigen steviger inzetten op hun recreatieve waarden, zoals in Thy Nationalpark.
Einde bijlage: Ingekomenstuk nr. 2 - Verslag P10 studiereis Denemarken
Terug naar het agendapunt
Ingekomen stuk nr. 3 - B&W advies Meicirculaire (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6c4d0d8a-ed20-420c-aa55-cd6c354d7783#
V
0
<jSf> gemeente
Aaen Hunze Adviesnota College O(o/( O
Besluit nr.: B&W d.d.: Zaaknummer:
V
Datum Afdeling Behandeld door Telefoonnummer Portefeuillehouder Onderwerp
18 juni 2015 Middelen G. Reilink 822 wethouder N.J.P. Lambert Meicirculaire 2015
Paraaf behandelend ambtenaar
Paraaf afdelingshoofd
Overleg gevoerd met
Paraaf
H.F. van Oosterhout burgemeester ----------- ^7--------------Conform Bespreken
fy fjir--------------------------- T------------------
Te behandelen in Raad Commissie OR GO
H. Heijprfnar) wethouder / /
xi
Agendapunt □ □ □ □
N.J.P. Lambert wethouder
H.J. Dijkstra wethouder
F. Snoep secj^mris
Zrf Ter kennisname
Datum vergadering 2 juli 2015
□ □ □
Dit advies is: gl
openbaar
□
niet openbaar
Motivering (indien niet openbaar):
Onderwerp Meicirculaire 2015 Voorgesteld besluit 1. Kennisnemen van onderstaand advies over de inhoud van de meicirculaire 2015. 2. De financiële consequenties van deze circulaire en opgenomen adviezen (gevolgen meicirculaire 2015) in de paragraaf financiën betrekken bij de behandeling van het beleidsplan 2015 en verwerken in de begroting 2016. 3. Bijgevoegde brief voor de raad versturen.
■*.
Inleiding Op maandag 1 juni jl. is de meicirculaire 2015 verschenen. Door middel van deze adviesnota wordt u voor de behandeling van het beleidsplan 2015 (raadsvergadering 2 juli 2015) geïnformeerd over de actuele ontwikkelingen van de uitkering uit het gemeentefonds die we als gemeente ontvangen. Algemene uitkering De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Deze ontwikkeling komt tot uitdrukking in het accres. Voor 2015 is het accres aanzienlijk lager dan in september 2014 werd voorzien, voornamelijk als gevolg van onderuitputting door het Rijk (van budgetten in 2014). Voor 2016 geldt een plus van het accres. Voor de jaren 2017 e.v. is sprake van een neerwaartse bijstelling ten opzichte van het accres in de septembercirculaire 2014. Relatie met beleidsplan 2015 In het beleidsplan 2015 is aangegeven dat er een tweetal majeure ontwikkelingen met grote onzekerheden speelt, te weten het herverdeeleffect van de 2e fase groot onderhoud gemeentefonds en de ontwikkelingen in het sociaal domein. Met de berekening van de algemene uitkering o.b.v. de meicirculaire 2015 is gebleken dat de eerdere inschatting van het herverdeeleffect van de 2e fase groot onderhoud gemeentefonds, een voordeel van € 450.000 zoals opgenomen in het beleidsplan 2015 (uitwerking scenario 'meest waarschijnlijk’), voor onze gemeente juist is geweest. De afwijkingen bij het uitkomsten van de meicirculaire 2015 zijn marginaal. De grote onzekerheid over het sociaal domein blijft ook na het uitkomen van de meicirculaire 2015 bestaan. Dit komt enerzijds door een forse verlaging van de budgetten ten opzichte van de septembercirculaire 2015 (richting 2019 gaat het om een bedrag van totaal € 1 miljoen), waarbij met name het domein Jeugd hard getroffen wordt (afname t.o.v. de septembercirculaire bedraagt ca. € 0,5 miljoen, welke voor een deel getemperd wordt door de overgang van cliënten naar de Wet langdurige zorg). Anderzijds is de kostencomponent op dit moment nog onzeker, met name vanwege de informatievoorziening die op dit moment nog niet op peil is. De forse verlaging van de budgetten en de onzekerheden m.b.t. de kosten vragen om adequate monitoring, waarbij inzichtelijk dient te zijn hoe de uitvoering gestalte kan blijven krijgen binnen deze (afnemende) budgetten. Aangezien we als gemeente het sociaal domein wensen uit te voeren binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen. Sociaal domein De ontwikkelingen (zowel inhoud als financiën) over het sociaal worden, vanwege o.a. het ingrijpende karakter op de financiële positie van de gemeente, in een afzonderlijk B&W-advies, met als bijlage een brief voor de raad, onder uw aandacht gebracht. Beoogd effect Kennisnemen van de belangrijkste onderwerpen uit de meicirculaire 2015 en de financiële gevolgen van deze circulaire voor de gemeente Aa en Hunze. Dit geldt eveneens voor de financiën van de decentralisatie-opgaven in het sociaal domein op hoofdlijnen.
Argumenten De financiële consequenties van de meicirculaire en de opgenomen adviezen (gevolgen meicirculaire2015) worden meegenomen bij de behandeling van het beleidsplan 2015 en verwerken in de begroting 2016.
Kanttekeningen Belangrijke risico’s en onzekerheden vanuit de circulaires van het Rijk voor de gemeentebegroting zijn: Het accres tussen de jaren schommelt; Het accres binnen de jaren schommelt; De ontwikkeling van de uitkeringsbasis schommelt; De lonen en prijzen kunnen flink variëren;
2
*
Kortingen aan de achterdeur in het gemeentefonds’, buiten het ‘trap-op-trap-af’ mechanisme om; Decentralisaties: kortingen en verdeling van risico’s. Al deze factoren maken de toekomstige raming van de uitkering uit het gemeentefonds onzeker.
Financiën Recapitulatie verschillen meicirculaire 2015 vs. beleidsplan 2015 (basis: septembercirculaire 2014) De gevolgen voor de algemene uitkering n.a.v. deze meicirculaire 2015 zijn als volgt (in € x 1.000). N.B. hieronder zijn de budgetten weergegeven, exclusief het sociaal domein (aangezien hierbij het uitgangspunt budgettaire neutraliteit geldt):
Berekening algemene uitkering volgens meicirculaire 2015 Hoogte algemene uitkering in beleidsplan 2015 1 Verschil meicirculaire beleidsplan Te verklaren door: 1. Accres ontwikkeling 2 2. Onderuitputting Rijk 3. Suppletie-uitkering herverdeeleffect 2e fase onderhoud gemeentefonds
2015
2016
2017
2018
2019
21.016
21.916
21.805
21.785
21.950
21.412
21.843
21.839
21.765
21.879
-396
73
-34
20
71
-596 200
-51 200
-234 200
-180 200
-129 200
-396
-76 73
-34
20
71
1) Accresontwikkeling Het accres voor 2015 is fors lager (t.o.v. de septembercirculaire 2014), met name door een onderuitputting bij de Rijksbudgetten in 2014 en een lagere loonontwikkeling dan geraamd. Het accres van 2016 zorgt ervoor dat de nadelen in 2014 en 2015 nagenoeg worden gecompenseerd. Dit wordt vooral verklaard door een hogere loonontwikkeling dan eerder geraamd. Gezien de eerdere ontwikkelingen in 2014 en 2015 (onderuitputting door het Rijk) is onzeker of de fors hogere raming in 2016 in een volgende circulaire gehandhaafd blijft. Het negatieve accres, vooral in 2015, drukt een stevige stempel op de algemene uitkering 2015, in mindere mate ook op de jaren 2017 t/m 2019. 2) Reservering onderuitputting Rijk Deze reservering vervalt met ingang van 2016 als gevolg van het bezuinigingsvoorstel om bij de algemene uitkering geen rekening meer te houden met onderuitputting door het Rijk. 3) Suppletie-uitkering herverdeeleffect 2e fase onderhoud gemeentefonds De inschatting van het herverdeeleffect van de 2e fase groot onderhoud aan het gemeentefonds van € 450.000 blijkt juist te zijn geweest. Dit effect is financieel meegenomen in het beleidsplan 2015 middels een vertaling van het scenario 'meest waarschijnlijk’. Aangezien het maximale voordeel voor een gemeente € 15 per inwoner bedraagt, dragen wij in 2016 een gedeelte van € 76.000 (incidenteel) bij aan de ‘nadeelgemeenten’.
1 Scenario ‘meest waarschijnlijk’ is uitgewerkt in het beleidsplan 2015, waarbij het ingeschatte voordeel van de 2° fase groot onderhoud aan het gemeentefonds € 450.000 (verwerkt vanaf 2016) bedraagt. 2 Wordt voor € 100.000 gecompenseerd, doordat hierop in de jaarrekening 2014 is geanticipeerd.
3
j ƒ j
Het effect van de meicirculaire 2015 op het financieel meerjarenperspectief van het beleidsplan 2015 geeft het volgende geactualiseerde begrotingsbeeld (in € x 1.000):
Begrotingssaldi beleidsplan 2015 Effect meicirculaire 2015 Actuele begrotingssaldi
2015
2016
2017
2018
2019
-108 -2963
1.113 73 1.186
1.097 -34 1.063
636 20 656
249 71 320
-404
De beperkte afwijkingen ten opzichte van het beleidsplan 2015 pleiten voor een doorgang op de ingeslagen weg met daarbij de nieuwe bezuinigingsopgave van € 2 miljoen. Het in het beleidsplan 2015 financieel uitgewerkte scenario ‘meest waarschijnlijk’, waarbij ruimte is voor€ 2,5 miljoen voor incidenteel nieuw beleid voor deze bestuursperiode (bovenop het reeds bestaande incidentele beleid dat in de begroting 2015 is opgenomen) kan daarmee verder uitgewerkt worden in de begroting 2016. In dit scenario was tevens ruimte voor structureel nieuw beleid van € 0,15 miljoen (bovenop het bestaande beleid van € 50.000 vanuit de begroting 2015). Geadviseerd wordt om hiermee vooralsnog prudent om te gaan, gezien de financiële ontwikkelingen in het sociaal domein, waarbij de budgetten ten opzichte van de septembercirculaire 2014 een forse afname kennen. Communicatie Dit voorstel en de communicatie hieromtrent worden betrokken bij de behandeling van het beleidsplan 2015 en de begroting 2016.
Burgerparticipatie Niet van toepassing. Uitvoering De financiële consequenties van de meicirculaire en de opgenomen adviezen (gevolgen meicirculaire 2015) uit deze adviesnota worden meegenomen bij de behandeling van het beleidsplan en verwerkt in de begroting 2016 d.m.v. een begrotingswijziging. De financiële gevolgen voor de jaarschijf 2015 wordt verwerkt in de najaarsnota 2015.
Bijlagen • Meicirculaire 2015 van het gemeentefonds. • Informerende brief t.b.v. de raad
BESLUIT:
■?
o T- ° z'
A,
<3
3 Gecorrigeerd met € 100.000, zie voorgaande voetnoot.
4
»
Checklist Integraal werken ki
Niet van toepassing Afdeling Ruimte G Recreatie en toerisme G Economische zaken G Stedenbouw G Volkshuisvesting G Milieu G Archeologie/cultuurhistorie G Ruimtelijke Ordening G Gebiedsgericht beleid Drentsche Aa G Gebiedsgericht beleid Veenkoloniën G Groen G Afval G Landschappelijke inpassing G Grondzaken/grondeigendom G Grondbedrijf G Flora en fauna G Bouwkunde G Civieltechniek G Verkeer/Parkeren G RioleringA/Vater G Inritten G Openbare Verlichting G Beheer en inrichting Openbare Ruimte
Afdeling Dienstverlening en Samenleving D Accommodaties/voorzieningen D Kunst en Cultuur D Sport D Zorg/ Volksgezondheid a Onderwijs n Welzijn G Brede Samenwerking G Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) □ Sociaal Beleid D Arbeidsmarktbeleid D Leerplicht D Bouw- en Woningtoezicht G Bodem G Geluid G Handhaving en toezicht G KCC G Buurt- en kerngericht weken G Straatnaamgeving/vernummering G Leerling-vervoer G Begraafplaatsen G Openbare orde en veiligheid G Milieu G BWT juridisch
Team Bestuurs- en Management ondersteuning G Openbare orde en veiligheid G Juridisch G Brandweer G Bestuurssecretariaat G Openbare orde en veiligheid G Personeel & Organisatie (P&O) G Voorlichting/communicatie G . Website/ intranet
Afdeling Middelen G Budgetten/kredietbewaking/jaarrekening G Subsidies G Verzekeringen G Grondbedrijf G Financiering grote projecten (>€1.000.000) G Accountantsverklaring G Belastingen G Leges G Automatisering uitvoering G Inkoop/aanbestedingsbeleid G Automatisering beleid G Afdelingscontroller G Concerncontroller G Financieel beleid Naam teamleider:
G. Reilink
Datum:
18 juni 2015
5
Einde bijlage: Ingekomen stuk nr. 3 - B&W advies Meicirculaire
Terug naar het agendapunt
Ingekomenstuk nr. 3 - Brief aan raad over meicirculaire (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####992a5f0e-2ed5-40df-981e-0e5d95eae889#
Postadres Postbus 93 9460 AB Gieten Bezoekadres Spiekersteeg 1, Gieten Tel. : 14 0592 www.aaenhunze.nl
[email protected] Volg ons op twitter.com/aaenhunze facebook.com/aaenhunze
Gemeenteraad van Aa en Hunze
Onderwerp
:
No. Bijlagen
: :
Gieten, 18 juni 2015
Meicirculaire 2015 Behandeld door Doorkiesnummer
: :
G. Reilink (0592) 26 78 22
Uw brief van Uw kenmerk
: :
Geachte heer/mevrouw, Zoals u reeds van ons gewend bent, ontvangt u vóór de behandeling van het beleidsplan 2015 in de raadsvergadering van 2 juli de actuele stand van zaken naar aanleiding van het uitkomen van de meicirculaire 2015. In de circulaire komt de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds aan de orde. De ontwikkeling van deze algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Deze ontwikkeling komt tot uitdrukking in het accres. Voor 2015 is het accres aanzienlijk lager dan in september 2014 werd voorzien, voornamelijk als gevolg van onderuitputting door het Rijk (van budgetten in 2014). Voor 2016 geldt een plus van het accres. Voor de jaren 2017 e.v. is sprake van een neerwaartse bijstelling ten opzichte van het accres in de septembercirculaire 2014. Relatie met beleidsplan 2015 In het beleidsplan 2015 is aangegeven dat er een tweetal majeure ontwikkelingen met grote e onzekerheden speelt, te weten het herverdeeleffect van de 2 fase groot onderhoud gemeentefonds en de ontwikkelingen in het sociaal domein. Met de berekening van de algemene uitkering o.b.v. de meicirculaire 2015 is gebleken dat de e eerdere inschatting van het herverdeeleffect van de 2 fase groot onderhoud gemeentefonds, een voordeel van € 450.000 zoals opgenomen in het beleidsplan 2015 (uitwerking scenario ‘meest waarschijnlijk’), voor onze gemeente juist is geweest. De afwijkingen bij het uitkomsten van de meicirculaire 2015 zijn marginaal. De grote onzekerheid over het sociaal domein blijft ook na het uitkomen van de meicirculaire 2015 bestaan. Dit komt enerzijds door een forse verlaging van de budgetten ten opzichte van de septembercirculaire 2015 (richting 2019 gaat het om een bedrag van totaal € 1 miljoen), waarbij met name het domein Jeugd hard getroffen wordt (afname t.o.v. de septembercirculaire bedraagt ca. € 0,5 miljoen, welke voor een deel getemperd wordt door de overgang van cliënten naar de Wet langdurige zorg). Anderzijds is de kostencomponent op dit moment nog onzeker, met name vanwege de informatievoorziening die op dit moment nog niet op peil is. De forse verlaging van de budgetten en de onzekerheden m.b.t. de kosten vragen om adequate monitoring, waarbij inzichtelijk dient te zijn hoe de uitvoering gestalte kan blijven krijgen binnen deze (afnemende) budgetten. Aangezien we als gemeente het sociaal domein wensen uit te voeren binnen de door het Rijk beschikbaar gestelde middelen.
Financiën Recapitulatie verschillen meicirculaire 2015 vs. beleidsplan 2015 (basis: septembercirculaire 2014) De gevolgen voor de algemene uitkering n.a.v. deze meicirculaire 2015 zijn als volgt (in € x 1.000). N.B. hieronder zijn de budgetten weergegeven, exclusief het sociaal domein (aangezien hierbij het uitgangspunt budgettaire neutraliteit geldt):
Berekening algemene uitkering volgens meicirculaire 2015 Hoogte algemene uitkering in 1 beleidsplan 2015 Verschil meicirculaire – beleidsplan Te verklaren door: 2 1. Accres ontwikkeling 2. Onderuitputting Rijk 3. Suppletie-uitkering e herverdeeleffect 2 fase onderhoud gemeentefonds
2015
2016
2017
2018
2019
21.016
21.916
21.805
21.785
21.950
21.412
21.843
21.839
21.765
21.879
-396
73
-34
20
71
-596 200
-51 200
-234 200
-180 200
-129 200
-396
-76 73
-34
20
71
1) Accresontwikkeling Het accres voor 2015 is fors lager (t.o.v. de septembercirculaire 2014), met name door een onderuitputting bij de Rijksbudgetten in 2014 en een lagere loonontwikkeling dan geraamd. Het accres van 2016 zorgt ervoor dat de nadelen in 2014 en 2015 nagenoeg worden gecompenseerd. Dit wordt vooral verklaard door een hogere loonontwikkeling dan eerder geraamd. Gezien de eerdere ontwikkelingen in 2014 en 2015 (onderuitputting door het Rijk) is onzeker of de fors hogere raming in 2016 in een volgende circulaire gehandhaafd blijft. Het negatieve accres, vooral in 2015, drukt een stevige stempel op de algemene uitkering 2015, in mindere mate ook op de jaren 2017 t/m 2019. 2) Reservering onderuitputting Rijk Deze reservering vervalt met ingang van 2016 als gevolg van het bezuinigingsvoorstel om bij de algemene uitkering geen rekening meer te houden met onderuitputting door het Rijk. e
3) Suppletie-uitkering herverdeeleffect 2 fase onderhoud gemeentefonds e De inschatting van het herverdeeleffect van de 2 fase groot onderhoud aan het gemeentefonds van € 450.000 blijkt juist te zijn geweest. Dit effect is financieel meegenomen in het beleidsplan 2015 middels een vertaling van het scenario ‘meest waarschijnlijk’. Aangezien het maximale voordeel voor een gemeente € 15 per inwoner bedraagt, dragen wij in 2016 een gedeelte van € 76.000 (incidenteel) bij aan de ‘nadeelgemeenten’. Het effect van de meicirculaire 2015 op het financieel meerjarenperspectief van het beleidsplan 2015 geeft het volgende geactualiseerde begrotingsbeeld (in € x 1.000):
Begrotingssaldi beleidsplan 2015 Effect meicirculaire 2015 Actuele begrotingssaldi
2015
2016
2017
2018
2019
-108 3 -296 -404
1.113 73 1.186
1.097 -34 1.063
636 20 656
249 71 320
1 Scenario ‘meest waarschijnlijk’ is uitgewerkt in het beleidsplan 2015, waarbij het ingeschatte voordeel van de 2e fase groot onderhoud aan het gemeentefonds € 450.000 (verwerkt vanaf 2016) bedraagt. 2 Wordt voor € 100.000 gecompenseerd, doordat hierop in de jaarrekening 2014 is geanticipeerd. 3 Gecorrigeerd met € 100.000, zie voorgaande voetnoot.
De beperkte afwijkingen ten opzichte van het beleidsplan 2015 pleiten voor een doorgang op de ingeslagen weg met daarbij de nieuwe bezuinigingsopgave van € 2 miljoen. Het in het beleidsplan 2015 financieel uitgewerkte scenario ‘meest waarschijnlijk’, waarbij ruimte is voor € 2,5 miljoen voor incidenteel nieuw beleid voor deze bestuursperiode (bovenop het reeds bestaande incidentele beleid dat in de begroting 2015 is opgenomen) kan daarmee verder uitgewerkt worden in de begroting 2016. In dit scenario was tevens ruimte voor structureel nieuw beleid van € 0,15 miljoen (bovenop het bestaande beleid van € 50.000 vanuit de begroting 2015). Geadviseerd wordt om hiermee vooralsnog prudent om te gaan, gezien de financiële ontwikkelingen in het sociaal domein, waarbij de budgetten ten opzichte van de septembercirculaire 2014 een forse afname kennen. Uitvoering De financiële consequenties van de meicirculaire en de opgenomen adviezen (gevolgen meicirculaire 2015) uit deze adviesnota worden meegenomen bij de behandeling van het beleidsplan 2015 en verwerkt in de begroting 2016 d.m.v. een begrotingswijziging. De financiële gevolgen voor de jaarschijf 2015 wordt verwerkt in de najaarsnota 2015. Ten slotte Voor meer informatie over het vorenstaande verwijzen wij u naar de meicirculaire 2015. Daarnaast zijn wij uiteraard graag bereid om eventuele vragen te beantwoorden. Wij vertrouwen erop u hiermee naar genoegen te hebben geïnformeerd.
Het college van de gemeente Aa en Hunze,
de heer mr. F. Snoep secretaris
de heer drs. H.F. van Oosterhout burgemeester
Einde bijlage: Ingekomenstuk nr. 3 - Brief aan raad over meicirculaire
Terug naar het agendapunt
Ingekomen stuk nr. 3 - Gemeentefonds Meicirculaire 2015 (terug naar agendapunt)
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####a4b75890-2ed1-4672-9e23-ffb61a96a933#
Gemeentefonds
Meicirculaire 2015
de gemeentebesturen, ter attentie van de raden en de colleges van B&W
DGBK/ Bestuur, Democratie en Financiën Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon eventuele vragen per e-mail
[email protected] Datum 30 mei 2015 Kenmerk 2015-0000299186
Onderwerp Doelstelling
meicirculaire gemeentefonds 2015 bekendmaking van beleid en het geven van informatie
Juridische grondslag Relaties met andere circulaires
Ingangsdatum Geldig tot
decembercirculaire 2014 (2014-0000664227); septembercirculaire 2014 (2014-0000286660); meicirculaire 2014 (2014-0000286660) 30 mei 2015 1 juli 2016
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Voorwoord
Voor u ligt de eerste circulaire na invoering van de decentralisaties in het sociaal domein. De afgelopen periode hebben deze nieuw taken grote inspanningen van gemeenten gevraagd. Ongetwijfeld zullen zij dat blijven doen, ook nu de overdracht van verantwoordelijkheden vanaf 1 januari 2015 een feit is. Voor een goede uitvoering van uw taken is inzicht in de financiële kaders essentieel. Deze circulaire schetst een actueel beeld, gebaseerd op de voorjaarsbesluitvorming van het Rijk. De politiek-bestuurlijke zaken zijn in hoofdstuk 1 uitgelicht. De circulaire is in belangrijke mate een financieel-technisch document. De latere hoofdstukken richten zich op de doelgroep van financieel specialisten. Ik wens u veel succes met uw belangrijke taak. Mede namens de staatssecretaris van Financiën, De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
d r.
Plasterk
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Inhoudsopgave 1
Hoofdpunten .......................................................................................................1
2
Algemene uitkering ..............................................................................................5 2.1
Inleiding .....................................................................................................5
2.2
Wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering .......................................5
1.
Accres ........................................................................................................6
2.
Lagere apparaatskosten ................................................................................8
3.
Knelpunten verdeelproblematiek ....................................................................8
4.
A+O fonds ..................................................................................................9
5.
Financiering nationale inzet krijgsmacht .........................................................9
6.
Generieke Digitale Infrastructuur ...................................................................9
7.
Basisregistratie Personen: Logisch Ontwerp 3.9 ...............................................9
2.3
Verdeling mutaties algemene uitkering ......................................................... 10
2.4
Veranderingen in het verdeelstelsel .............................................................. 10
2.4.1
Inleiding ................................................................................................ 10
2.4.2
Tweede fase groot onderhoud gemeentefonds ............................................ 11
2.4.3
Landelijke taken burgerzaken................................................................... 14
2.4.4
Maatstaf ozb: WOZ-waardering en aanpassing rekentarieven ....................... 14
2.4.5
Cumulatieregeling gemeentefonds ............................................................ 14
2.5 Maatstaven, bedragen per eenheid, uitkeringsfactor en overige uitkeringsonderdelen ............................................................................................. 15 3
4
Integratie-uitkering Sociaal domein ...................................................................... 19 3.1
Inleiding ................................................................................................... 19
3.2
Omvang.................................................................................................... 19
3.3
Verdeling .................................................................................................. 20
3.4
Eenmalige accountantscontrole Iv3 sociaal domein ........................................ 22
Decentralisatie- en integratie-uitkeringen.............................................................. 23 4.1
Inleiding ................................................................................................... 23
4.2
Omvang en verdeling decentralisatie- en integratie-uitkeringen ....................... 23
1.
Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches ....................................... 24
2.
Bodemsanering.......................................................................................... 24
3.
Huishoudelijke hulp toelage ......................................................................... 25
4.
Wmo ........................................................................................................ 25
5.
Vrouwenopvang ......................................................................................... 25
6.
Eigen Kracht ............................................................................................. 26
7.
WE CAN Young .......................................................................................... 26
8.
LHBT-emancipatiebeleid ............................................................................. 26
9.
Verankering programma verbetering GGZ ..................................................... 27
10.
Erfgoed en ruimte ...................................................................................... 27
11.
Vsv-programmagelden RMC-regio’s G4 ......................................................... 27
12.
Gezond in de Stad...................................................................................... 27
Meicirculaire gemeentefonds 2015
5
13.
RegioSpecifiek Pakket Zuiderzeelijn.............................................................. 28
14.
Knelpunten verdeelproblematiek .................................................................. 28
Overige mededelingen ........................................................................................ 31 5.1
Inleiding ................................................................................................... 31
5.2
Gemeentefondstotalen, bevoorschotting en nominale ontwikkelingen ............... 31
5.3
Financiering van collectieve uitvoering van taken door de VNG ........................ 32
5.4
Macronorm OZB ......................................................................................... 33
5.5
Vaststelling decentralisatie- en integratie-uitkeringen ..................................... 33
5.6
Wijziging BBV: financiële kengetallen ........................................................... 34
5.7
Nieuwe functie Iv3: vennootschapsbelasting ................................................. 35
5.8
EMU-saldo medeoverheden ......................................................................... 35
5.8.1
Tekortnorm ............................................................................................ 35
5.8.2
Beheersingsmaatregelen ......................................................................... 35
5.9
Analyse gemeentebegrotingen ..................................................................... 36
5.10
Actualisatie Handleiding artikel 12 en redelijk peil 2016 .................................. 36
5.11
Actualisatie Handreiking Treasury ................................................................ 36
Bijlagen.................................................................................................................. 37 Bijlage 2.1.1 Bedragen per eenheid en uitkeringsfactoren 2015 en 2016...................... 38 Bijlage 2.1.2 Bedragen per eenheid 2016, gegroepeerd naar cluster ........................... 43 Bijlage 2.1.3 Overzicht van nieuwe, wegvallende en gewijzigde maatstaven ................. 48 Bijlage 2.2.1 Opbouw algemene uitkeringen 2014-2020 ............................................ 49 Bijlage 2.4.2a Overgangsregeling tweede fase groot onderhoud ................................. 51 Bijlage 2.4.5a Cumulatieregeling gemeentefonds ...................................................... 61 Bijlage 2.5.1 Ontwikkeling uitkeringsfactor .............................................................. 75 Bijlage 2.5.2 Volumina maatstaven 2015-2020 ......................................................... 77 Bijlage 2.5.3 Suppletie-uitkering Bommenregeling .................................................... 78 Bijlage 3.2.1 Aansluiting Voorjaarsnota 2015 – meicirculaire 2015 .............................. 80 Bijlage 3.3.1 Verdeling integratie-uitkering Sociaal domein ........................................ 82 Bijlage 4.2.1 Overzicht decentralisatie- en integratie-uitkeringen ................................ 96 Bijlage 4.2-1 Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties ...................... 98 Bijlage 4.2-2 Decentralisatie-uitkering Bodemsanering ............................................ 106 Bijlage 4.2-3 Decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage ........................... 108 Bijlage 4.2-4 Integratie-uitkering Wmo .................................................................. 113 Bijlage 4.2-5 Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang ........................................... 122 Bijlage 4.2-6 Decentralisatie-uitkering Eigen Kracht ................................................ 124 Bijlage 4.2-7 Decentralisatie-uitkering WE CAN Young ............................................. 126 Bijlage 4.2-8 Decentralisatie-uitkering LHBT-emancipatiebeleid ................................ 128 Bijlage 4.2-12 Decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad ...................................... 130 Bijlage 4.2.2 Decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang ............................... 133 Bijlage 5.6.1 Financiële kengetallen en de relatie met het BBV ................................. 135 Bijlage 5.10.1 Redelijk peil 2016........................................................................... 141
Meicirculaire gemeentefonds 2015
1
Hoofdpunten
Deze circulaire informeert gemeenten over de gemeentefondsuitkeringen. Het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeenten. De ontwikkeling ervan bepaalt daarom in belangrijke mate de financiële ruimte van gemeenten. Factoren als gemeentelijke rentelasten, dividendopbrengsten, belastingopbrengsten en grondexploitatie bepalen mede die financiële ruimte. Zij vallen echter buiten het bestek van deze circulaire. Gemeenten ontvangen op drie tijdstippen in het jaar de informatie over de gemeentefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, ter afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. De circulaires bevatten ook actuele informatie die op een later tijdstip in de rijksbegroting wordt verwerkt. De mededelingen zijn steeds onder het voorbehoud van parlementaire goedkeuring. De indeling van de circulaire is afgestemd op de soorten uitkeringen die het gemeentefonds kent: de algemene uitkering, de integratie-uitkering Sociaal domein en de decentralisatie- en (overige) integratie-uitkeringen. Figuur 1 laat voor het jaar 2016 het procentuele aandeel van de uitkeringen zien.
Figuur 1: relatief aandeel uitkeringssoorten gemeentefonds 2016
36,1%
Algemene uitkering
DU/IU 56,6%
IU Sociaal domein
7,3%
De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven (netto gecorrigeerde rijksuitgaven; NGRU). Volgens de normeringssystematiek (trap op trap af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voortvloeiend uit de normeringssystematiek, wordt het accres genoemd. De Voorjaarsnota van het Rijk resulteert voor 2016 in een hoger accres dan in september 2014 werd voorzien. Voor 2015 is sprake van een neerwaartse bijstelling. Daarnaast vindt in 2015 afrekening plaats van het definitief vastgestelde accres 2014. Ook het accres 2014 komt lager uit dan in de septembercirculaire 2014 werd geraamd.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
1
Ten aanzien van het gemeentefonds spelen daarnaast de onderstaande onderwerpen. De afgelopen jaren is het groot onderhoud van het gemeentefonds uitgevoerd. Met ingang van 2016 worden de uitkomsten van de tweede fase van het groot onderhoud ingevoerd. De invoering heeft gevolgen voor de hoogte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Op 23 maart 2015 is een adviesaanvraag uitgebracht met een verdeelvoorstel. De adviezen van de VNG en de Rfv hierover hebben geleid tot aanpassing voor het subcluster Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV). De nieuwe verdeling voor dit onderdeel zal in 2016 slechts gedeeltelijk (33%) worden ingevoerd en er is besloten tot aanvullend onderzoek. De verwerking van de uitkomsten van het aanvullende onderzoek wordt meegenomen in de meicirculaire 2016. De overgang van de bestaande verdeling op de nieuwe verdeling is aanleiding voor een overgangsregeling om de effecten geleidelijk in te voeren. De regeling beperkt de maximale achteruitgang van jaar op jaar tot de bestuurlijk overeengekomen norm van € 15 per inwoner. In hun adviezen hebben de Rfv en de VNG aangegeven behoefte te hebben aan een discussie over de toekomst van het stelsel van financiële verhoudingen. De fondsbeheerders gaan hierover met hen in gesprek en komen met een plan van aanpak. Een belangrijk thema waarover het Rijk en de VNG tot vlak voor de verschijning van de circulaire frequent en intensief overleg hebben gevoerd betreft de financiën van de decentralisaties. Op 29 mei 2015 hebben het Rijk en de VNG een pakket afspraken gemaakt. Partijen hebben samen vastgesteld dat het onwenselijk is om het budget voor het lopende jaar aan te passen aan de AWBZ-realisatiecijfers over 2014. Dit vanwege lopende contracten jegens derden. Dit betekent dat het Rijk het budget 2015 niet neerwaarts zal aanpassen. Gemeenten hebben in het licht van de decentralisaties een grote opgave. Voor 2016 en latere jaren stelt het Rijk per saldo een meerjarig stabiel budget beschikbaar, waarmee gemeenten adequaat in staat zijn hun wettelijke taken en de transformatie uit te voeren, met inachtneming van de gemeentefonds-systematiek. De integratie-uitkering Sociaal domein wordt zoals aangekondigd in de decembercirculaire 2014 verlaagd in verband met de zogenaamde Wlz-indiceerbaren. Daarnaast worden met ingang van 2016 de objectieve verdeelmodellen Wmo 2015 en jeugd toegepast. Vanwege de optredende herverdeeleffecten worden zowel voor de Wmo 2015 als voor jeugd ingroeipaden gehanteerd, om te bereiken dat een gemeente noch bij de Wmo 2015 noch bij jeugd als gevolg van de herverdeling meer dan € 15 per inwoner per jaar nadeel ondervindt. De overgangsregelingen bij het groot onderhoud en in het sociaal domein voorkomen niet een cumulatie van herverdeeleffecten. Met het oog hierop is een overkoepelende overgangsregeling ontwikkeld: de cumulatieregeling gemeentefonds. De regeling is gebaseerd op een eerdere bestuurlijke afspraak van het Rijk en de VNG dat negatieve herverdeeleffecten in het gemeentefonds niet uitgaan boven € 15 per inwoner per jaar. De gezamenlijke overgangsregelingen zorgen er voor dat
Meicirculaire gemeentefonds 2015
2
een gemeente noch op een afzonderlijk onderdeel noch op de gezamenlijke onderdelen als gevolg van een herverdeling meer nadeel ondervindt dan € 15 per inwoner per jaar. Behalve door herverdeling veranderen de gemeentelijke budgetten ook door macro-ontwikkelingen in het gemeentefonds. Dit is echter geen onderdeel van de overgangsregelingen. Die richten zich op de (cumulatieve) effecten van het groot onderhoud van het gemeentefonds en de effecten van de overgang van historische naar objectieve verdeelmodellen in het sociaal domein. In de Algemene ledenvergadering van de VNG ligt een voorstel voor over betalingen aan de VNG uit het gemeentefonds.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
3
Meicirculaire gemeentefonds 2015
4
2
Algemene uitkering
2.1
Inleiding
Binnen het gemeentefonds is de algemene uitkering de grootste component. Het bedrag aan algemene uitkering wordt verdeeld over de gemeenten via maatstaven, zoals het inwonertal en de oppervlakte van een gemeente, een aan de maatstaven gekoppeld gewicht (bedrag per eenheid) en de uitkeringsfactor. Die drie zijn aan wijzigingen onderhevig. Dit hoofdstuk geeft de informatie over de aanleiding voor die wijzigingen en over de uitwerking ervan. In paragraaf 2.2 worden de wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering behandeld en in paragraaf 2.3 worden de consequenties daarvan voor de verdeling aangegeven. In paragraaf 2.4 volgen mededelingen over de wijzigingen in het verdeelstelsel. Het totaal van alle wijzigingen vindt zijn neerslag in de bijlagen 2.1.1 tot en met 2.1.3, die overzichten bevatten van maatstaven, bedragen per eenheid en uitkeringsfactoren. Paragraaf 2.5 gaat in op de berekening van de algemene uitkering met die gegevens en licht de gehanteerde termen toe.
2.2
Wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering
Tabel 2.2.1 bevat de wijzigingen in de omvang van de algemene uitkering ten opzichte van de septembercirculaire 2014. Het betreft achtereenvolgens: 1. De mutaties uit de decembercirculaire 2014 Deze mutaties zijn voor de volledigheid nogmaals zichtbaar gemaakt. 2. Algemene mutaties Deze mutaties hebben betekenis voor de financiële ruimte van de gemeenten. 3. Mutaties met corresponderende gevolgen voor inkomsten of uitgaven (de zogenaamde taakmutaties) Deze mutaties zijn geordend volgens de clusterindeling van het gemeentefonds om gemeenten een overzicht te bieden per beleidsterrein. De clusterindeling, naar homogene gemeentelijke beleidsvelden, is een hulpmiddel bij het onderhoud van de verdeling. Het staat gemeenten vrij de indeling al dan niet voor eigen doeleinden te hanteren en de clusterindeling heeft geen gevolgen voor de bestedingsvrijheid van de algemene uitkering. De tabel wordt gevolgd door een toelichting op de mutaties.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
5
Tabel 2.2.1 Ontwikkeling algemene uitkering, mutaties ten opzichte van de septembercirculaire 2014 (in miljoenen euro's) 2015 stand septembercirculaire 2014 mutatie december 2014 Centra voor Jeugd en Gezin stand decembercirculaire 2014
2016
2017
2018
2019
2020
14.755,997 15.095,500 15.243,937 15.297,972 15.518,932 383,137 383,137 383,137 383,137 383,137 15.139,134 15.478,637 15.627,074 15.681,109 15.902,069
1) 2) 3) 4) 5)
algemene mutaties accres lagere apparaatskosten knelpunten verdeelproblematiek A+O fonds financiering nationale inzet krijgsmacht
6) 7)
cluster Bestuur en algemene ondersteuning Generieke Digitale Infrastructuur Basisregistratie Personen: Logisch Ontwerp 3.9 stand deze circulaire
15.902,069
-469,919
1,848
-201,757
-176,921
-143,243
-0,025
-0,161 -0,025
-0,161 -0,025
-0,161 -0,025
-0,161 -0,025
-109,565 -70,000 -0,083 -0,161 -0,025
-4,676
-4,303
-3,845
-3,172
-3,172
14.667,726 15.475,623 15.420,828 15.500,157 15.755,468
15.719,063
-3,307 1,843
De tabel is opgezet volgens de gangbare begrotingsopzet van Rijk en gemeenten. Dat betekent dat een structurele verhoging of verlaging van de algemene uitkering zichtbaar is als een reeks bedragen. Een incidentele verhoging of verlaging daarentegen leidt alleen in het jaar van de mutatie tot de vermelding van een bedrag. De mutaties in tabel 2.2.1 zijn in bijlage 2.2.1 samengenomen met de mutaties uit voorgaande circulaires. Deze bijlage geeft een totaalbeeld van de mutaties van jaar op jaar, ongeacht het moment van publicatie, in tegenstelling tot tabel 2.2.1, die een totaalbeeld geeft van circulaire op circulaire. Gemeenten hebben aangegeven dat aan dat inzicht behoefte bestaat. Toelichting 1. Accres Tabel 2.2.2 toont het definitieve accres 2014. Tabel 2.2.2 Accres gemeentefonds 2014 Raming accres 2014 septembercirculaire 2014 in procenten
2,78 %
Raming accres 2014 septembercirculaire 2014 in mln. euro
456,266
Mutatie
-124,504
Vastgesteld accres 2014 in mln. euro
331,762
Vastgesteld accres 2014 in procenten
2,02%
Het accres 2014 is definitief vastgesteld op € 332 miljoen, op basis van de realisatie van de rijksbegroting die is vastgesteld bij het Financieel Jaarverslag van het Rijk over 2014. De afrekening van het accres over 2014 vindt plaats in 2015. Het Financieel Jaarverslag 2014 laat een lagere realisatie van de rijksbegroting zien dan was begroot. Zo is er minder uitgegeven aan kinderopvangtoeslag en overige kindregelingen. Ook is sprake van minder studieleningen en van onderuitputting bij het innovatiefonds. Daarnaast leidt de onderuitputting op de departementale begrotingen van bijna € 200 miljoen tot een neerwaartse bijstelling. De onderuitputting heeft zich met name voorgedaan op de begrotingen van VenJ,
Meicirculaire gemeentefonds 2015
6
Financiën en SZW. Het accres 2014 komt daardoor € 125 miljoen lager uit dan in de septembercirculaire 2014 werd geraamd. Tabel 2.2.3 laat de actuele raming van de accressen zien voor de jaren 2015-2020. Tabel 2.2.3: Accressen gemeentefonds 2015-2020 (jaartranches, x € 1 miljoen) 2015
2016
2017
2018
2019
2020
20,332
289,766
153,163
73,637
262,375
0
Gewijzigde tranches
-220,911
347,263
-203,605
24,836
33,678
33,678
Stand meicirculaire 2015
-200,579
637,029
-50,442
98,473
296,053
33,678
-1,18%
4,17%
-0,32%
0,62%
1,86%
1,86%
Stand septembercirculaire 2014
Accres in %
Het accres 2015 wordt, ten opzichte van de raming in de septembercirculaire 2014, neerwaarts bijgesteld. Dit is het resultaat van een veelheid aan mutaties op de rijksbegroting. Hieronder volgt een toelichting op de meest relevante mutaties die van invloed zijn op de ontwikkeling van het accres 2015. Allereerst is sprake van veranderingen in de macro-economische ontwikkelingen zoals gepresenteerd in het Centraal Economisch Plan van het CPB. Deze ontwikkelingen zijn input geweest voor de voorjaarsbesluitvorming van het Rijk. In 2015 en 2016 is sprake van een lagere prijsontwikkeling dan eerder geraamd en dit werkt door op de departementale begrotingen. Daarnaast is er in 2015 een lagere loonontwikkeling dan eerder geraamd. Dit leidt in totaal tot een neerwaartse bijstelling van het accres in 2015 met ongeveer € 221 miljoen. In 2016 is juist sprake van een hogere loonontwikkeling dan eerder geraamd, wat leidt tot een positief effect op het accres. De belangrijkste beleidsmatige verklaringen voor de daling van de rijksuitgaven en daarmee de negatieve bijstelling van het accres in 2015 betreffen minder uitgaven aan kinderopvangtoeslag en studieleningen en een ramingsbijstelling bij het Ministerie van OCW. Tabel 2.2.4 geeft inzicht in de mutatie in de accressen 2015-2020 na de septembercirculaire 2014. Qua presentatie is gekozen voor een gedetailleerde opbouw. Zo ontstaat duidelijkheid over het incidentele of structurele karakter van de bedragen.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
7
Tabel 2.2.4: Mutaties accressen gemeentefonds 2015-2020 ten opzichte van de septembercirculaire 2014 (jaartranches, x € 1 miljoen) 2015
2016
2017
2018
2019
Tranche 2014
-124,504
-124,504
-124,504
-124,504
-124,504
Afrekening 2014
-124,504
Tranche 2015
-220,911
-220,911
-220,911
-220,911
-220,911
347,263
347,263
347,263
347,263
-203,605
-203,605
-203,605
24,836
24,836
Tranche 2016 Tranche 2017 Tranche 2018 Tranche 2019
2020
33,678
Tranche 2020 Totaal
33,678 -469,919
1,848
-201,757
-176,921
-143,243
33,678
De totaalregel in de tabel correspondeert met de accresregel in tabel 2.2.1. Voor 2020 moeten daarbij de tranches 2014 tot en met 2019 worden opgeteld bij de tranche 2020. Voor gemeenten die hun begroting in constante prijzen opstellen is in tabel 2.2.5 informatie opgenomen over de prijsontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Tabel 2.2.5 Prijsontwikkeling bruto binnenlands product 2015-2020 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Prijsontwikkeling bbp
1%
0,8%
½%
½%
½%
½%
Voor de raming van de prijsontwikkeling van het bbp geldt dat er voor de jaren 2015 en 2016 gewijzigde ramingsgegevens beschikbaar zijn van het CPB (zie ook het Centraal Economisch Plan 2015). Voor 2017 zijn geen geactualiseerde ramingsgegevens beschikbaar. Bron voor deze cijfers is de middellange termijn raming van het CPB voor de periode 2013-2017. Voor de jaren na 2017 zijn geen ramingsgegevens van het CPB beschikbaar en is de raming voor 2017 technisch geëxtrapoleerd.
2. Lagere apparaatskosten De meerjarenraming strekt zich met ingang van deze circulaire uit tot en met het jaar 2020. Daardoor wordt in de tabel de uitname in verband met de in het Regeerakkoord opgenomen maatregel met betrekking tot lagere apparaatskosten gemeenten voor dat jaar zichtbaar. De uitnames 2015 tot en met 2019 zijn al opgenomen in de eerste regel van de tabel, de stand septembercirculaire 2014. De uitname tot en met 2020 komt uit op € 370 miljoen, om verder op te lopen tot € 975 miljoen in 2025.
3. Knelpunten verdeelproblematiek De meerjarenraming strekt zich met ingang van deze circulaire uit tot en met het jaar 2020. Daardoor wordt in de tabel het onderwerp “knelpunten verdeelproblematiek” voor dat jaar zichtbaar. De middelen gaan over naar de integratie-uitkering Knelpunten verdeelproblematiek. De integratie-uitkering houdt verband met btw-aspecten ten aanzien van wegen die in beheer zijn van waterschappen.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
8
4. A+O fonds Naar vast gebruik wordt de algemene uitkering jaarlijks gekort ten behoeve van de indexatie voor loon- en prijsontwikkeling van het A+O fonds.
5. Financiering nationale inzet krijgsmacht De Ministeries van Defensie, BZK en VenJ hebben in 2010 het convenant financiering nationale inzet krijgsmacht (FNIK) afgesloten. Conform het convenant heeft in 2014 een evaluatie plaatsgevonden over de eerste vier jaar. Uit deze evaluatie volgt dat het totale budget ontoereikend is om een nieuwe periode van vier jaar te kunnen overbruggen. Tevens is gebleken dat de onderlinge verhouding van het gebruik van FNIK door de deelnemers aan het convenant in de loop van de jaren veranderd is. Voor het gemeentefonds leidt dit tot een geringe verhoging van de jaarlijkse bijdrage (€ 25.000). De verdeling van de bijdragen is als volgt in lijn gebracht met de verwachte uitgaven per aanvrager: gemeentefonds (ruim € 1,8 miljoen), VenJ (ruim € 1,1 miljoen) en BZK (ruim € 0,1 miljoen). Het totaal beschikbare budget voor FNIK bedraagt daarmee na de verhoging afgerond € 3,1 miljoen.
6. Generieke Digitale Infrastructuur Binnen de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI; onder andere DigiD, eID, Digipoort en MijnOverheid) zijn tekorten ontstaan, die door haar gebruikers worden opgevangen. In de Ministerraad van 6 maart 2015 is besloten de betrokken partijen aan te slaan naar de mate van gebruik (laag, midden en hoog) van de GDI-voorzieningen. De medeoverheden zijn op de hoogte gesteld middels het Nationaal Beraad, één van de ambtelijke voorportalen van de Ministeriële Commissie Digitale Overheid waarin de koepels zijn vertegenwoordigd. Onderling is besloten dat de medeoverheden de volgende verdeelsleutel hanteren: gemeenten 75%, provincies 15% en waterschappen 10%. Zie voor meer informatie: http://www.digicommissaris.nl/nieuws-item/ministerraad-stemt-in-met-voorstellen.
7. Basisregistratie Personen: Logisch Ontwerp 3.9 Op 31 januari 2015 is, ten behoeve van de Basisregistratie Personen (BRP), versie 3.9 van het Logisch Ontwerp Gemeentelijke Basisadministratie Personen (LO 3.9) in werking getreden. Dit onder andere vanwege wijzigingen in het Burgerlijk Wetboek (in het kader van lesbisch ouderschap) en de beëindiging van het bijhouden in de BRP van de vreemde nationaliteit naast de Nederlandse. Het Ministerie van BZK vergoedt, conform gemaakte afspraken, de kosten die gemeenten hebben gemaakt in verband met de invoering van LO 3.9. Zie voor meer informatie: http://www.rijksdienstvooridentiteitsgegevens.nl/BRP/Inwerkingtreding_LO_GBA_3_9.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
9
Overige mededelingen algemene uitkering
Maatstaf krimp
Naar aanleiding van de evaluatie (zie http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2015/03/23/evaluatierapport-krimpmaatstaf-gemeentefonds.html) is het voornemen de tijdelijke krimpmaatstaf (2011 tot en met 2015) in gewijzigde vorm te continueren. In plaats van de huidige maatstaf willen de fondsbeheerders voor de periode 2016 tot en met 2020 een decentralisatie-uitkering toekennen aan acht gemeenten binnen de door het kabinet aangewezen krimpregio’s. In afwachting van definitieve besluitvorming is nog niet overgegaan tot overheveling van het bedrag van de algemene uitkering naar de decentralisatie-uitkering. Zie verder paragraaf 4.2 van deze circulaire.
2.3
Verdeling mutaties algemene uitkering
De verdeelwijze van de mutaties uit paragraaf 2.2 is in tabel 2.3.1 weergegeven. De verdeelwijze bestaat uit een wijziging in hetzij de uitkeringsfactor hetzij het bedrag per eenheid van één of meer maatstaven van het cluster waaronder de mutatie valt. Tabel 2.3.1 bevat het overzicht. De cijfermatige uitwerking is opgenomen in paragraaf 2.5.
Tabel 2.3.1 Verdeelwijze mutaties algemene uitkering Nummer Mutatie algemene mutaties 1) accres 2) lagere apparaatskosten 3) knelpunten verdeelproblematiek 4) A+O fonds 5) financiering nationale inzet krijgsmacht
6) 7)
cluster Bestuur en algemene ondersteuning Generieke Digitale Infrastructuur Basisregistratie Personen: Logisch Ontwerp 3.9
2.4
Veranderingen in het verdeelstelsel
2.4.1
Inleiding
Verdeelwijze uitkeringsfactor uitkeringsfactor uitkeringsfactor uitkeringsfactor uitkeringsfactor
maatstaf inwoners maatstaf inwoners
Tabel 2.4.1 bevat een overzicht van de wijzigingen in het verdeelstelsel van de algemene uitkering ten opzichte van de septembercirculaire 2014.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
10
Tabel 2.4.1 Wijzigingen in het verdeelstelsel van de algemene uitkering Nummer Naam Aard van de maatregel 1 Tweede fase groot onderhoud Herziening verdeling algemene uitkering 2 Maatstaf vast bedrag Den Haag Verhoging van het vaste bedrag in verband met landelijke taken burgerzaken, ten laste van de uitkeringsfactor 3 Maatstaf ozb Aanpassing rekentarieven in verband met marktontwikkeling WOZ-waarden 4 Cumulatieregeling Cumulatieve nadelen als gevolg van gemeentefonds herverdeling worden beperkt tot 15 euro per inwoner per jaar.
Ingangsjaar 2016 2015
Jaarlijks 2016
De toelichting op de wijzigingen volgt in de paragrafen 2.4.2 tot en met 2.4.5.
2.4.2
Tweede fase groot onderhoud gemeentefonds
Inleiding In paragraaf 2.4.2 van de septembercirculaire 2014 bent u geïnformeerd over de voortgang van de tweede fase van het groot onderhoud. De onderzoeken naar de (sub)clusters Brandweer en rampenbestrijding, Werk en inkomen, Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing (VHROSV) en Onderwijshuisvesting zijn inmiddels afgerond. De uitkomsten leiden per 2016 tot een gewijzigd verdeelstelsel. Het onderzoek naar het subcluster Onderwijshuisvesting is uitgevoerd op verzoek van de VNG en heeft de uitkomst van de eerste fase bevestigd. Voor dat onderdeel wordt de in 2015 ingevoerde nieuwe verdeling daarom gehandhaafd. Op 23 maart 2015 hebben de fondsbeheerders aan de VNG en de Rfv advies gevraagd over de tweede fase van het groot onderhoud. De adviesaanvraag en uitgebreide achtergrondinformatie is te vinden op de website van de rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/documenten-enpublicaties/circulaires/2015/03/23/resultaten-tweede-fase-groot-onderhoud-gemeentefonds.html. De belangrijkste wijziging ten opzichte van de adviesaanvraag is het verdeelvoorstel voor het subcluster VHROSV. De adviezen van de VNG en de Rfv vormen aanleiding om in 2016 de nieuwe verdeling voor VHROSV gedeeltelijk (33%) in te voeren. Hiermee worden de hogere kosten voor de kleinere gemeenten in 2016 gedeeltelijk gehonoreerd en is compensatie van de herverdeeleffecten voor de grotere gemeenten, zoals opgenomen in het oorspronkelijke verdeelvoorstel, niet nodig. Tegelijkertijd zal nog in 2015 een verdiepingsonderzoek gestart worden naar de kosten van gemeenten op dit taakgebied. Uit het aanvullende onderzoek moet blijken of aanpassing van het verdeelvoorstel voor 2017 en verder nodig is. De verwerking van de uitkomsten wordt meegenomen in de meicirculaire 2016. Daarnaast is naar aanleiding van het advies van de Rfv de maatstaf binnenwater in het subcluster Brandweer en rampenbestrijding komen te vervallen, gezien het geringe effect van deze maatstaf
Meicirculaire gemeentefonds 2015
11
op de verdeling. Bij brief van 29 mei 2015 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de resultaten van de tweede fase van het groot onderhoud. Zie: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2015/05/29/kamerbrief-over-groot-onderhoud-gemeentefonds2016.html. De wijzigingen worden hierna beschreven aan de hand van de maatstaven, de bedragen per eenheid en de herverdeeleffecten. Daarnaast wordt ingegaan op enkele specifieke punten. Maatstaven Om diverse redenen treden er veranderingen op in de maatstaven. Een samenvattend overzicht is opgenomen in bijlage 2.1.3. In het cluster Werk en inkomen is het aantal mensen dat gebruik maakt van loonkostensubsidie als nieuwe maatstaf geïntroduceerd. De loonkostensubsidie is een nieuw instrument in de Participatiewet, waarbij de gemeente het gat aanvult tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon. Gemeenten zullen apparaatskosten moeten maken voor de uitvoering hiervan, terwijl de mensen waarvoor dit instrument wordt ingezet in de uitkering uit het gemeentefonds niet meetellen. Op dit moment heeft de nieuwe maatstaf nog geen betekenis, omdat CBS-cijfers over het gebruik van de loonkostensubsidie nog niet voorhanden zijn. Zodra dat wel het geval is zal de maatstaf met ingang van uitkeringsjaar 2016 worden toegepast. Verder is het aandeel van de maatstaf bijstandsontvangers in de verdeling verkleind, wordt overgegaan op een driejarig gemiddelde en vervallen de maatstaven schaalnadeel en schaalvoordeel. Redenen voor de overgang op een driejarig gemiddelde zijn de grote dynamiek van de maatstaf bijstandsontvangers, de effecten hiervan op het verdeelmodel en het vermijden van een negatieve prikkel die zou kunnen uitgaan van de verdeling van het gemeentefonds op het aantal bijstandsontvangers. Om met uniforme definities te werken zal ook in de overige onderdelen1 van het gemeentefonds waar gegevens over bijstandsontvangers worden gebruikt het driejarig gemiddelde worden toegepast. De herverdeeleffecten voor individuele gemeenten hiervan blijven beperkt en zijn onderdeel van het herverdeeleffect van de tweede fase zoals opgenomen in bijlage 2.4.2a. Bedragen per eenheid De bedragen per eenheid van de maatstaven zijn gewijzigd (zie paragraaf 2.5 en de bijlagen 2.1.1 en 2.1.2). Herverdeeleffecten De wijzigingen worden in het uitkeringsjaar 2016 in één keer ingevoerd. Het effect op de algemene uitkering wordt door een overgangsregeling voor het groot onderhoud in 1
Het betreft de maatstaven bijstandsontvangers en uitkeringsontvangers in de clusters Maatschappelijke ondersteuning en Jeugd.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
12
twee jaar gerealiseerd. Het nog resterende herverdeeleffect uit de eerste fase van het groot onderhoud wordt hierin meegenomen, met een realisatie in diezelfde twee jaar. Daarnaast wordt invulling gegeven aan de bestuurlijke afspraak van een maximaal nadelig effect van € 15 per inwoner per jaar. Nadeelgemeenten ontvangen een positieve suppletie en realiseren het herverdeeleffect in twee gelijke delen: 50% in 2016 en 100% in 2017. Voordeelgemeenten ontvangen een negatieve suppletie en realiseren het herverdeeleffect als volgt: 80% in 2016 en 100% in 2017. Enkele gemeenten ontvangen een afkoopsom, omdat hun nadeel uitgaat boven € 30 euro per inwoner. Zie op dit punt bijlage 2.4.2b van de decembercirculaire 2014. Bijlage 2.4.2a bevat het herverdeeleffect en de suppletie per gemeente. BAG In het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 4 september 2014 is toegezegd de positie van gemeenten met studentenflats en gemeenten met zorginstellingen te volgen in het jaarlijkse Periodiek Onderhoudsrapport gemeentefonds. Daarnaast is toegezegd te bezien welke maatregelen mogelijk zijn in de tweede fase groot onderhoud om de effecten voor deze gemeenten te verkleinen. Met het oog op dat laatste zijn met onder meer met het Kadaster en het CBS mogelijkheden verkend. Het probleem dat zich echter voordoet is dat de gemeentelijke administraties op het punt van de studentenflats niet vergelijkbaar zijn: sommige gemeenten hebben de administratieve wijziging al wel in de BAG verwerkt, andere nog niet. Inmiddels is er, in samenwerking met het CBS en enkele gemeenten, zicht op een oplossing. Het voornemen is die te publiceren in de septembercirculaire 2015. De extra overgangsmaatregel voor gemeenten met kazernes en gevangenissen, eveneens een toezegging uit genoemd Algemeen Overleg, is in de decembercirculaire 2014 bekendgemaakt. Maatstaf achterstandsleerlingen Zoals gemeld in paragraaf 2.4.2 van de decembercirculaire 2014 zijn de aantallen achterstandsleerlingen (drempel) vanaf uitkeringsjaar 2015 bevroren op de stand 1 oktober 2010. Een structurele oplossing is op dit moment niet beschikbaar. Er moet namelijk nog besluitvorming plaatsvinden over de aanpassingen van de regelingen voor achterstandsleerlingen (specifieke uitkering Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid en gewichtenregeling basisscholen). Naar verwachting zal dit in de loop van 2015 gebeuren. In een volgende circulaire wordt u nader geïnformeerd. Waddengemeenten In het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 4 september 2014 is toegezegd rekening te houden met de specifieke situatie samenhangend met de geografische ligging van de Waddengemeenten. In de eerste fase van het groot onderhoud is dat ingevuld door een zodanige suppletieuitkering dat zich geen herverdeeleffecten voordeden. Deze lijn is gecontinueerd, in afwachting van een structurele oplossing via aanpassing van de specifieke maatstaven voor de Waddengemeenten. Vervolg In hun adviezen hebben de Rfv en de VNG aangegeven behoefte te hebben aan een discussie over
Meicirculaire gemeentefonds 2015
13
de toekomst van het stelsel van financiële verhoudingen. De fondsbeheerders gaan hierover met hen in gesprek en komen met een plan van aanpak.
2.4.3
Landelijke taken burgerzaken
Het vaste bedrag van de gemeente Den Haag wordt met ingang van uitkeringsjaar 2015 met € 2,4 miljoen verhoogd vanwege de kosten van de landelijke taken burgerzaken. Ter dekking wordt de uitkeringsfactor verlaagd. Het gaat om de kosten van Nederlanders in het buitenland bij verkiezingen en daarnaast om het registreren van een aantal rechtsfeiten in de Haagse registers van de burgerlijke stand van Nederlanders in het buitenland. De kosten van de landelijke taken blijken te zijn opgelopen naar € 3 miljoen. Van het huidige vaste bedrag van de gemeente Den Haag is € 0,6 miljoen te herleiden tot deze landelijke taken. Eerder is dit verschil onopgemerkt gebleven.
2.4.4
Maatstaf ozb: WOZ-waardering en aanpassing rekentarieven
De jaarlijkse aanpassing van de gewichten van de verdeelmaatstaf ozb is doorgevoerd. De uitkomst van de verdeelmaatstaf ozb wordt bepaald door de omvang van de WOZ-waarde en een daaraan gekoppeld gewicht, het zogenaamde rekentarief. Er worden drie WOZ-waarden onderscheiden: voor eigenaren woningen, eigenaren niet-woningen en gebruikers niet-woningen. Er zijn daarom ook drie rekentarieven. Door marktontwikkelingen kan de WOZ-waarde sterk fluctueren. Het is staand beleid om voor dat effect te corrigeren, door middel van een aanpassing van de rekentarieven. De correctie is op nationaal niveau. Regionale en lokale marktontwikkelingen die afwijken van de landelijke ontwikkelingen werken wel door in de uitkomst van de maatstaf. De aanpassing van de rekentarieven is afgestemd op de WOZ-tijdvakken. Op 1 januari 2016 begint een nieuw WOZ-tijdvak met waardepeildatum 1 januari 2015. Bij de aanpassing van de rekentarieven is de vaste werkwijze toegepast (zie paragraaf 9.2 van de meicirculaire 2000 en paragraaf 7.1 van de septembercirculaire 2004). Het rekentarief wordt naar beneden (of naar boven) bijgesteld om de stijging (of daling) van de ozb-maatstaf als gevolg van de stijging (of daling) van de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen ongedaan te maken. De maatstaf groeit wel met de inflatie mee (prijs Nationale Bestedingen, pNB). De marktontwikkeling tussen 1 januari 2014 en 1 januari 2015 bij woningen wordt, op basis van informatie van de Waarderingskamer, geschat op 0,6%. Voor niet-woningen wordt de waardeontwikkeling over dezelfde periode geschat op -1,8%. De inflatie (pNB) in die periode bedraagt volgens de ramingen van het CPB 0,9%. De aangepaste rekentarieven zijn opgenomen in bijlage 2.1.1.
2.4.5
Cumulatieregeling gemeentefonds
De in paragraaf 3.2 van de decembercirculaire 2014 aangekondigde werkgroep van Rijk met VNG
Meicirculaire gemeentefonds 2015
14
en gemeenten, waaraan ook de Raad voor de financiële verhoudingen heeft deelgenomen, heeft zich gebogen over de herverdeeleffecten van de verdeelmodellen binnen de integratie-uitkering Sociaal domein: die voor het onderdeel re-integratie van de Participatiewet, voor de Wmo 2015 en voor de Jeugdwet. De werkgroep heeft bij zijn werkzaamheden ook de herverdeeleffecten van het groot onderhoud gemeentefonds en de Inkomensvoorziening Participatiewet (voor inkomensoverdrachten aan burgers en loonkostensubsidies aan werkgevers) betrokken. De werkgroep heeft voorgesteld met ingang van 2016 te komen tot een overkoepelende overgangsregeling, omdat de afzonderlijke overgangsregelingen geen oplossing bieden voor de cumulatie van herverdeeleffecten. De regeling – cumulatieregeling gemeentefonds - richt zich op de herverdeeleffecten in het gemeentefonds: het sociaal domein en het groot onderhoud. De effecten van de Inkomensvoorziening Participatiewet, een specifieke uitkering, blijven buiten de cumulatieregeling. De cumulatieregeling houdt in dat de cumulatieve nadelen als gevolg van herverdeling worden beperkt tot € 15 per inwoner per jaar. Gemeenten met een groter nadeel ontvangen een suppletie. Gemeenten met de grootste nadelen ontvangen suppleties voor 2020 en later in 2019 in de vorm van een afkoopsom. De duur van de overgangsregeling is daarmee vier jaar, korter voor gemeenten met een klein nadelig herverdeeleffect. Gemeenten met een positief cumulatief effect worden in die periode gekort op hun voordeel, naar rato van hun voordeel. Per jaar verschilt het percentage van de korting, afhankelijk van het voor de suppleties benodigde bedrag. De bedragen liggen in beginsel meerjarig vast. Er zijn echter wijzigingen denkbaar (bijvoorbeeld de verdere herverdeling VHROSV uit paragraaf 2.4.2) die aanleiding kunnen zijn de uitkomsten opnieuw te wegen. Zo nodig zullen de bedragen worden aangepast.
2.5
Maatstaven, bedragen per eenheid, uitkeringsfactor en overige uitkeringsonderdelen
De berekening van de algemene uitkering bestaat uit de vermenigvuldiging van het aantal eenheden van alle maatstaven met het bijbehorende bedrag per eenheid. De som van deze producten, de zogenaamde uitkeringsbasis, wordt vervolgens vermenigvuldigd met de uitkeringsfactor. De verkregen uitkomst moet daarnaast worden opgehoogd met enkele uitkeringsonderdelen die buiten het format van aantal eenheden en bedrag per eenheid vallen. Hierna wordt achtereenvolgens ingegaan op de maatstaven, de bedragen per eenheid, de uitkeringsfactor en de overige uitkeringsonderdelen. Maatstaven De tweede fase groot onderhoud leidt vanaf 2016 tot veranderingen in de maatstaven. Een volledig overzicht is opgenomen in bijlage 2.1.3. Daarnaast vervalt met ingang van 2016 de krimpmaatstaf. Bedragen per eenheid Voor 2015 wijzigen de bedragen per eenheid door de informatie in de tabellen 2.2.1 en 2.3.1. Het zijn kortom wijzigingen ten opzichte van de septembercirculaire 2014.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
15
Voor 2016 geldt:
in het kader van de tweede fase groot onderhoud is een aantal bedragen per eenheid 2016 gewijzigd;
de zogenaamde rekentarieven van de maatstaf ozb zijn ten opzichte van 2015 aangepast;
de informatie uit de tabellen 2.2.1 en 2.3.1 is verwerkt;
uitnames en toevoegingen van 2015 op 2016 die in eerdere circulaires zijn opgenomen zijn verwerkt. Bijlage 2.2.1 bevat die uitnames en toevoegingen uit eerdere circulaires.
Bijlage 2.1.1 bevat het overzicht van bedragen per eenheid 2015 en 2016. Uitkeringsfactor Bijlage 2.5.1 bevat een toelichting op de uitkeringsfactor. De volgende aspecten zijn bij de raming van de uitkeringsfactor van belang:
de informatie uit de tabellen 2.2.1 en 2.3.1 is verwerkt;
door de overgang van de huidige naar de nieuwe verdeling valt de uitkeringsfactor vanaf 2016 drie punten lager uit;
de ontwikkeling van de uitkeringsbasis als gevolg van nieuwe aantallen heeft effect. Bijlage 2.5.2 bevat informatie over de raming van de maatstaven met een groot aandeel in de uitkeringsbasis.
De nieuwe raming van de uitkeringsfactoren 2015-2020 is vermeld in tabel 2.5.1. Voor gemeenten die hun begroting in constante prijzen opstellen is een cijferreeks in constante prijzen opgenomen.
Tabel 2.5.1 Uitkeringsfactor 2015-2020 2015 Bestaande verdeling Uitkeringsfactor Nieuwe verdeling Uitkeringsfactor Uitkeringsfactor constante prijzen
2016
2017
2018
2019
2020
1,433 1,423
1,419 1,399
1,415 1,386
1,425 1,386
1,411 1,363
1,388 1,385
In de bovengenoemde bijlage 2.5.1 is een toelichting opgenomen op de ontwikkeling van de uitkeringsfactor. Overige uitkeringsonderdelen Onder de algemene uitkering vallen ook de volgende uitkeringsonderdelen, die niet de vorm hebben van maatstafaantallen die met een bedrag per eenheid worden vermenigvuldigd:
Een beperkt aantal gemeenten ontvangt middelen op grond van de maatstaf herindeling of ontvangt een artikel 12-uitkering.
Alle gemeenten hebben daarnaast te maken met de suppletieregeling afschaffing ozb woningen gebruikers (zie bijlage 10 van de septembercirculaire 2013), met de overgangsregeling groot onderhoud (zie paragraaf 2.4.2) en met de – nieuwe – cumulatieregeling gemeentefonds (zie paragraaf 2.4.5).
Tot slot is er de suppletie-uitkering Bommenregeling. Bijlage 2.5.3 vermeldt de groep
Meicirculaire gemeentefonds 2015
16
gemeenten die - op basis van de ingediende aanvraag vóór 1 maart 2015 - een dergelijke uitkering ontvangt, inclusief de bijbehorende bedragen. In 2015 is eenmalig sprake van twee peildata. Dit vanwege de aanpassingen in de bommenregeling per 2015 (zie paragraaf 2.4.4. van de septembercirculaire 2014). Verzoeken die wij vóór 1 juli 2015 ontvangen worden in de septembercirculaire 2015 toegekend. Verzoeken die wij vanaf 1 juli 2015 ontvangen worden meegenomen in het volgende jaar. Vanaf 2016 geldt weer de gebruikelijke peildatum van 1 maart. Voor informatie over de verkrijging van een suppletie-uitkering voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog wordt u eveneens verwezen naar paragraaf 2.4.4 van de septembercirculaire 2014. Raadsbesluiten ontvangen wij bij voorkeur per e-mail via
[email protected]. Per post aanvragen blijft vanzelfsprekend ook mogelijk: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties t.a.v. FEZ/FAR/Regelingen Postbus 20011 2500 EA Den Haag Voor vragen of nadere informatie betreffende de bommenregeling kunt u zich wenden tot
[email protected]. Tot slot zijn wij in afwachting van een advies van de Rfv over de vormgeving van de bommenregeling op de langere termijn. De verwachting is dat het advies nog voor de zomer verschijnt.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
17
Meicirculaire gemeentefonds 2015
18
3
Integratie-uitkering Sociaal domein
3.1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat de stand van zaken van de omvang en de verdeling van de integratie-uitkering Sociaal domein (paragraaf 3.2) en informatie over de eenmalige accountantsverklaring bij Iv3 (paragraaf 3.3). Op 29 mei 2015 hebben het Rijk en de VNG afspraken gemaakt over de budgetten behorend bij de Jeugdwet en de Wmo 2015. Informatie over de verwerking van de afspraken in de integratieuitkering volgt hierna en – voor wat betreft de integratie-uitkering Wmo – in paragraaf 4.2-4.
3.2
Omvang
Cijfermatig overzicht Tabel 3.2.1 geeft een overzicht van de bedragen van de integratie-uitkering Sociaal domein voor de jaren 2015 tot en met 2020.
Tabel 3.2.1. Ontwikkeling integratie-uitkering sociaal domein 2015-2020 (in miljoenen euro's) 2015 stand septembercirculaire 2014 mutaties deze circulaire stand deze circulaire
10.286 -138 10.149
2016 10.221 -364 9.857
2017 9.841 -234 9.607
2018 9.698 -258 9.440
2019 9.609 -249 9.360
2020 9.609 -344 9.265
De splitsing van de tabelbedragen naar de drie decentralisaties is opgenomen in de gemeentefondsrubriek op internet. Voor een aansluiting met Voorjaarsnota, bovenstaande tabel en de financiële tabellen zoals deze in het overhedenoverleg voorlagen, zie bijlage 3.2.1. Financiële doorwerking afspraken overhedenoverleg Wmo 2015 en Jeugdwet Dit voorjaar is aan de hand van de realisatiecijfers AWBZ over 2014 gebleken dat de raming en daarmee het vertrekpunt qua gemeentelijk budget te hoog is. De VNG en het Rijk hebben echter in het overhedenoverleg van 29 mei 2015 gezamenlijk vastgesteld dat het onwenselijk is dat dit consequenties heeft voor het lopende jaar vanwege lopende contracten jegens derden. Dit betekent dat het Rijk het budget 2015 niet neerwaarts zal aanpassen. Voor 2016 en verder heeft het Rijk ruimte gezocht om de budgettaire effecten van de aanpassing van de raming aan de hand van de realisatiecijfers 2014 zoveel als mogelijk te mitigeren. Zo heeft het Rijk meerjarig extra middelen beschikbaar gesteld voor extramuraliseringseffecten en krijgen gemeenten in deze circulaire meerjarig duidelijkheid en zekerheid over de beschikbare budgetten. De beschikbare groeimiddelen tot en met 2017 zullen in 2015 meerjarig volledig worden toegekend. Het Rijk heeft tevens ruimte gevonden om de capaciteitsreductie gesloten jeugdzorg
Meicirculaire gemeentefonds 2015
19
2016 en het verdeelvraagstuk ten aanzien van de onder- en overfinanciering in de J-GGZ voor zijn rekening te nemen. Tot slot is tussen het Rijk en de VNG herbevestigd dat de budgetten Wmo 2015 en jeugd volgens de reguliere afspraken jaarlijks zullen worden bijgesteld in verband met loon- en prijsbestelling die VWS beschikbaar heeft. Tussen het Rijk en de VNG is met het voorgenoemde vastgesteld dat eenmalig het vertrekpunt - het beschikbare budget - wordt aangepast. Voor de Wmo 2015 moet vanaf 2016 nog een correctie plaatsvinden voor huishoudelijke hulp, woningaanpassingen en hulpmiddelen voor mensen die thuis wonen met een Wlz-indicatie. Hiervoor wordt momenteel gezamenlijk met de VNG onderzoek gedaan. Met de VNG is afgesproken dat de omvang van de correctie zo als snel mogelijk bekend zal worden gemaakt en dat de verwerking plaatsvindt in de septembercirculaire. Participatie Op het onderdeel participatie doet zich afgezien van nominale indexatie slechts één wijziging voor. De toevoeging in verband met keuringen door de UWV (zie paragraaf 3.2 van de decembercirculaire 2014) wordt ongedaan gemaakt. De gekozen financieringsconstructie heeft niet het gewenste effect en wordt vervangen door een constructie buiten het gemeentefonds. Betalingen uit het gemeentefonds aan de VNG De bedragen in tabel 3.2.1 zijn zo goed mogelijk geschoond voor betalingen uit het gemeentefonds aan de VNG. Dit onderwerp ligt voor in de Algemene ledenvergadering van de VNG (zie ook paragraaf 5.3).
3.3
Verdeling
Elementen voor de verdeling Bijlage 3.3.1 bevat het overzicht met de integratie-uitkering Sociaal domein per gemeente. Nadat in eerdere circulaires alleen de bedragen voor 2015 zijn gepresenteerd bevat het overzicht nu bedragen tot en met 2020. Dit is mogelijk geworden aangezien de objectieve verdeelmodellen voor Wmo 2015 en jeugd worden ingevoerd. De splitsing van de bedragen in bijlage 3.2.1 naar de drie decentralisaties is opgenomen in de gemeentefondsrubriek op internet. Deze rubriek geeft ook inzicht in de berekeningswijze van de bedragen op internet. In de uitkomsten zijn de volgende elementen verwerkt:
De bedragen 2015 en 2016 voor de Wmo 2015 en de Jeugdwet zijn in deze circulaire specifiek per gemeente aangepast in verband met de uitname in verband met de Wlzindiceerbaren. Zoals in de decembercirculaire toegelicht heeft de besluitvorming in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz) ertoe geleid dat minder cliënten onder de Wmo 2015 en de Jeugdwet zijn komen te vallen en dat als gevolg hiervan de integratie-uitkering Sociaal domein structureel zal worden verlaagd. In een bestuurlijk overleg met de VNG vorig jaar zijn afspraken gemaakt over de wijze van verrekening van de middelen voor Wlz-
Meicirculaire gemeentefonds 2015
20
indiceerbaren met gemeenten. Voor de hoogte van het bedrag waarmee het gemeentelijk kader wordt bijgesteld is bestuurlijk afgesproken dat de uitname in 2015 macro wordt gemaximeerd met € 25 miljoen voor de Wmo 2015 en € 109 miljoen voor de Jeugdwet. Eind vorig jaar hebben gemeenten inzicht gekregen in het aantal cliënten dat binnen hun gemeente actief door het CIZ is benaderd en begin april is inzicht geboden in de omvang van de uitname per gemeente voor 2015 en 2016 (zie ook: www.invoeringwmo.nl voor een overzicht van de uitname per gemeente en de aantallen Wlz-indiceerbaren per gemeente naar leeftijdsklasse en naar leveringsvorm van voorkeur per geïndiceerde AWBZ-functie). Toen de berekening daadwerkelijk gemaakt kon worden bleek het bedrag voor de Wmo 2015 € 26 miljoen te zijn. Vanwege de bestuurlijk afspraak zal de integratie-uitkering daarom voor wat betreft de Wmo 2015 in 2015 met € 25 miljoen en vanaf 2016 met € 26 miljoen worden verlaagd.
Met ingang van 2016 zijn de objectieve verdeelmodellen voor de Wmo 2015 en jeugd van toepassing.
Door de invoering van de objectieve verdeelmodellen Wmo 2015 en jeugd treden herverdeeleffecten op. Met de VNG is afgesproken dat voor de Wmo 2015 en jeugd twee afzonderlijke maar gelijke ingroeipaden zullen worden gehanteerd zodat gemeenten met grote herverdeeleffecten (zowel negatief als positief) geleidelijk zullen toegroeien naar hun nieuwe situatie. Door de ingroeipaden gaan gemeenten met een negatief herverdeeleffect er per model maximaal €15 per jaar op achteruit. Gemeenten met een groter negatief herverdeeleffect ontvangen een suppletie. Een eventueel resterend nadeel voor 2020 en latere jaren wordt per gemeente in de vorm van een afkoopsom eenmalig uitgekeerd in 2019. Gemeenten met een positief herverdeeleffect gaan er zoveel als mogelijk op vooruit. De omvang hiervan is afhankelijk van hoeveel middelen er nodig zijn voor compensatie van de nadeelgemeenten. Gemeenten met een positief herverdeeleffect worden in die periode gekort op hun voordeel, naar rato van hun voordeel. Per jaar verschilt het percentage van de korting, afhankelijk van het voor de suppleties benodigde bedrag. De ingroeipaden duren maximaal 4 jaar.
Voor jeugd wordt de verdeling voor een deel bepaald door de historische verdeling in verband met voogdijkinderen en kinderen met een leeftijd van 18+.
Teneinde de verdeling van de middelen beschermd wonen te verbeteren zijn in de afgelopen periode door Rijk en gemeenten gezamenlijk enkele onderzoeken uitgevoerd, waaronder een inventarisatie van de verplichtingen die de centrumgemeenten zijn aangegaan. Met de VNG is in het overhedenoverleg van 29 mei 2015 afgesproken dat de budgetten voor 2015 worden herverdeeld volgens een nieuw model op basis van de bestanden van de gegevensoverdracht inclusief het effect van een op verzoek van gemeenten toegepaste ‘reality check’. Elke centrumgemeente heeft daarnaast inkomsten uit eigen bijdragen. Als voor een centrumgemeente het totaal van de uitkering uit het model en de opbrengst uit eigen bijdragen lager is dan de verplichtingen wordt de rijksuitkering opgehoogd tot het niveau van de geïnventariseerde verplichtingen. De middelen die daarvoor nodig zijn worden onttrokken aan de rijksuitkering van die gemeenten waarvan het begrote uitgavenniveau (zoals geïnventariseerd) lager is dan het totaal van de uitkering uit het model en de opbrengst uit eigen bijdragen. Door deze herverdeling kunnen alle centrumgemeenten hun aangegane
Meicirculaire gemeentefonds 2015
21
verplichtingen nakomen en (indien aan de orde) hun inkoop voor de tweede helft van 2015 afronden. Voorts is afgesproken dat er een nadere onafhankelijke toets op de nieuwe verdeling plaats zal vinden. Op basis daarvan kunnen eventueel nog bijstellingen plaatsvinden, die vervolgens - bij overeenstemming - in de septembercirculaire 2015 kunnen worden verwerkt, op grond waarvan zal worden herverdeeld. Voor 2016 geldt voor de verdeling het nieuwe bovenbeschreven model, met eventuele bijstellingen conform de septembercirculaire 2015.
het overgangstraject van het onderdeel re-integratie van participatie is verwerkt.
bij participatie zijn gegevens geactualiseerd, voor 2015 de realisatie Wsw en voor 2016 de blijfkansen Wsw en de basisgegevens voor het onderdeel re-integratie.
de wijzigingen in de macrobedragen zijn verwerkt.
Vanwege het cumulatieve effect van herverdeeleffecten is een overkoepelende overgangsregeling van toepassing (zie paragraaf 2.4.5).
3.4
Eenmalige accountantscontrole Iv3 sociaal domein
In de septembercirculaire 2014 heeft BZK aan de colleges gevraagd om de accountant eenmalig een onderzoek te laten doen naar de inrichting van Iv3 voor het sociaal domein. BZK heeft de onderzoeksbevindingen van de accountants geïnventariseerd. De eenmalige accountantscontrole op de nieuwe Iv3-functies in verband met de decentralisaties blijkt op twee niveaus nuttig te zijn geweest. Ten eerste blijkt uit de rapportages dat gemeenten in een aantal gevallen op advies van hun accountant de Iv3-inrichting verbeterd hebben. Ten tweede heeft BZK enkele hoofdlijnen gedestilleerd uit de bevindingen van de accountants. Een belangrijke conclusie is dat nog niet alle gemeenten de Iv3 voor het sociaal domein compleet hebben ingericht. Veelal wordt daarbij wel aangegeven dat dit in de loop van 2015 alsnog zal plaatsvinden. De resultaten zullen binnenkort meer uitvoerig op een rij worden gezet en via de website beschikbaar komen. Bovendien zullen de bevindingen worden verwerkt in het Iv3-informatievoorschrift Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
22
4
Decentralisatie- en integratie-uitkeringen
4.1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat mededelingen over de decentralisatie- en de integratie-uitkeringen. Deze uitkeringen maken net als de algemene uitkering deel uit van het gemeentefonds, maar hebben een eigen verdeling. Decentralisatie- en integratie-uitkeringen zijn net als de algemene uitkering vrij besteedbaar en er vindt geen verantwoording naar het Rijk plaats, zoals bij specifieke uitkeringen wel het geval is. Veel van de uitkeringen in dit hoofdstuk zijn verbonden met een zeker doel, waardoor de bestedingsvrijheid materieel wel begrensd kan zijn. Paragraaf 4.2 informeert over de decentralisatie- en integratie-uitkeringen en over de omvang en de verdeling ervan.
4.2
Omvang en verdeling decentralisatie- en integratie-uitkeringen
Tabel 4.2.1 bevat de mutaties in de decentralisatie- en integratie-uitkeringen ten opzichte van de septembercirculaire 2014. De tabel wordt gevolgd door een toelichting.
Tabel 4.2.1 Mutaties decentralisatie- en integratie-uitkeringen 2015-2020 (bedragen in miljoenen euro's) 2015 stand septembercirculaire 2014 mutaties december 2014* Centra voor Jeugd en Gezin huishoudelijke hulp toelage implementatie Participatiewet eigen kracht LHBT-emancipatiebeleid (regenboogsteden) ondersteuning raadsman Loppersum stand decembercirculaire 2014
1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14)
mutaties deze circulaire brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches bodemsanering huishoudelijke hulp toelage Wmo vrouwenopvang eigen kracht WE CAN Young LHBT-emancipatiebeleid verankering programma verbetering GGZ erfgoed en ruimte vsv-programmagelden RMC-regio's G4 Gezond in de Stad RSP Zuiderzeelijn knelpunten verdeelproblematiek stand deze circulaire
2016
2017
2018
2019
2020
2.395,639 2.197,451 2.103,070 2.102,516 2.102,597 -383,137 40,000 17,500
-383,137
-383,137
-383,137
-383,137
14,000 0,330 0,580
0,580 0,223 2.070,225 1.829,224 1.720,513 1.719,379 1.719,460 1.719,460
57,935 38,736 13,564 1,256 1,200 0,368 0,205 0,160 0,125 0,102 0,065
46,241 66,000 42,542 1,200 0,368 0,205 0,320 0,125
46,241
46,241
46,241
46,241
86,542 1,200
86,542 1,200
86,542 1,200
86,542 1,200
9,846
9,846
-0,023
-0,023
-0,023
0,320
21,412 0,083 2.205,353 1.996,071 1.864,662 1.853,339 1.853,420 1.853,503
* zie paragraaf 4.2 van de decembercirculaire 2014 voor de mutaties die betrekking hebben op uitkeringsjaar 2014
Bijlage 4.2.1 bevat het complete overzicht van de decentralisatie- en integratie-uitkeringen en de daarmee gemoeide bedragen.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
23
Toelichting 1. Brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches De Brede impuls combinatiefuncties is een onderdeel van het programma Sport en bewegen in de buurt. Net als afgelopen jaar staat ook 2015 in het teken van de kwaliteitsbevordering en profilering van de combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches. Voor buurtsportcoaches geldt een verbreding naar andere sectoren, namelijk het verbinden van sport- en beweegaanbieders met sectoren zoals zorg, welzijn, jeugdzorg en kinderopvang, bedrijfsleven en/of onderwijs. In 2015 doen 371 gemeenten mee aan de Brede impuls combinatiefuncties. Zij realiseren naar nu valt te voorzien 2897 fte’s. Het Rijk draagt hiertoe € 57,9 miljoen (40%) bij en de gemeenten dragen zorg voor de organisatie van 60% cofinanciering. Hierover vindt monitoring plaats. De verdeling over de gemeenten is opgenomen in bijlage 4.2-1.
2. Bodemsanering Het jaar 2015 is het laatste jaar van het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties. In de brief van 4 september 2014 heeft de staatssecretaris van IenM de indicatieve budgetten voor 2015 bekend gemaakt. Deze budgetten worden met één uitzondering overgenomen: het bedrag van Sittard-Geleen wordt toegevoegd aan het budget van de provincie Limburg, omdat deze gemeente geen budgethouder is in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb). Op de decentralisatie-uitkering voor 2015 worden twee bedragen in mindering gebracht. Het gaat om een totaalbedrag van € 412.000 vanwege de personeelskosten en projectmiddelen voor het Uitvoeringsprogramma en om een totaalbedrag van € 88.000 voor aanvullende coördinerende ondersteuning richting gemeenten, werkgroep bodem (WEB) en VNG ten behoeve van het convenant. Beide zijn in de stuurgroep van het convenant overeengekomen, in het tweede geval op voorstel van de WEB. De bedragen zijn over de gemeenten verdeeld op basis van de verdeelsleutel Apparaatskostenvergoeding. Ook voor de periode 2016 tot en met 2020 is sprake van een decentralisatie-uitkering. Het bodembeleid voor deze periode is opgenomen in het convenant “Bodem en Ondergrond” van 17 maart 2015. Het convenant is ondertekend door het Rijk, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen. Met de ondertekening van het convenant wordt ook de definitieve stap gezet naar de verdere decentralisatie van de middelen. Met de middelen kunnen de gemeenten de beleidsafspraken uit het convenant uitvoeren. Tevens vindt de uitfinanciering van oude afspraken plaats. Het betreft de rijksbijdrage aan het Rotterdamse gasfabrieksprogramma in de periode 2016-2020 en de afkoop van de rijksbijdragen aan het Amsterdamse gasfabrieksprogramma en de Volgermeerpolder.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
24
In bijlage 4.2-2 zijn de bedragen per gemeente opgenomen.
3. Huishoudelijke hulp toelage Het beschikbare bedrag voor de decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage (HHT) voor 2015 en 2016 is verhoogd. Het totaal beschikbare bedrag is opgenomen in bijlage 4.2.1. De middelen HHT worden de gemeenten beschikbaar gesteld voor het stimuleren van de vraag naar huishoudelijke hulp, teneinde zoveel mogelijk volwaardige werkgelegenheid te behouden (zie ook paragraaf 4.2-2 van de decembercirculaire 2014). In bijlage 4.2-3 zijn de bedragen 2015 per gemeente opgenomen.
4. Wmo Tabel 4.2-1 toont de wijzigingen in de omvang van de integratie-uitkering Wmo sinds de septembercirculaire 2014.
Tabel 4.2-1 Mutaties integratie-uitkering Wmo (bedragen in miljoenen euro's) 2015 2016 2017 2018 2019 2020 stand septembercirculaire 2014 1.257,471 1.095,612 1.092,288 1.092,288 1.092,288 1.092,288 mutaties deze circulaire nominale indexatie tranche 2015 1,256 1,095 1,095 1,095 1,095 1,095 groeiruimte 2016 en 2017 23,434 41,434 41,434 41,434 41,434 effect extramuralisatie 2016 en 2017 18,013 44,013 44,013 44,013 44,013 stand deze circulaire 1.258,727 1.138,154 1.178,830 1.178,830 1.178,830 1.178,830 De toelichting op de mutaties is als volgt:
de definitieve nominale index 2015 is vastgesteld op 0,1% (er was geen sprake van voorlopig toegekende indexatie);
met de VNG is bestuurlijk afgesproken de volume-index 2016 net als voorgaande jaren op basis van de bestuursafspraken uit 2011 vast te stellen op 2,38%;
de beschikbare groeiruimte 2017 wordt reeds nu volledig toegekend. Als gevolg van het extramuraliseren van lichte zorgzwaartepakketten (zzp's) voor nieuwe gevallen, blijven mensen langer thuis wonen waardoor het beroep op de Wmo zal toenemen.
De bedragen van de integratie-uitkering Wmo per gemeente zijn behalve door deze mutaties ook gewijzigd ten opzichte van de septembercirculaire 2014 door het gebruik van actuelere basisgegevens voor de maatstaven. De verdeling is opgenomen in bijlage 4.2-4.
5. Vrouwenopvang Vanaf 2015 wordt een bedrag van € 1,2 miljoen toegevoegd ten gunste van de vier grote steden (G4) voor de opvang van mannelijke slachtoffers van geweld in huiselijke kring. Het bedrag was
Meicirculaire gemeentefonds 2015
25
aanvankelijk voor dit doel overgeheveld naar de VNG, maar dat wordt op basis van een evaluatie nu ongedaan gemaakt. Het bedrag wordt in gelijke delen verdeeld over de G4. De in paragraaf 4.2 van de septembercirculaire 2014 gemelde verdeling van de toegevoegde AWBZ-middelen (€ 4,025 miljoen) in 2016 en 2017 wordt op advies van de Rfv gewijzigd in een historische verdeling. Vanaf 2018 is wel sprake van verdeling volgens het objectieve verdeelmodel. De omvang van de toevoeging kan nog wijzigen als gevolg van besluitvorming over het Rfv-advies door de VNG. De VNG gaat na of het mogelijk is het deel van de AWBZ-middelen dat samenhangt met specifieke functies in de vrouwenopvang te identificeren, om het vervolgens toe te voegen aan het financieringsarrangement voor de specifieke functies bij de VNG. Afhankelijk van de uitkomst van deze besluitvorming vindt in een volgende circulaire nog een correctie plaats. De verdeling over de gemeenten is opgenomen in bijlage 4.2-5.
6. Eigen Kracht Het programma Eigen Kracht heeft betrekking op het activeren van vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt richting werk. Op de uitnodiging van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de centrumgemeenten van de arbeidsmarktregio's om het programma Eigen Kracht uit te voeren hebben dertien gemeenten positief gereageerd. De decentralisatie-uitkering voor dit beleid bedraagt voor twaalf gemeenten in 2015 en 2016 € 30.000 per gemeente per jaar. De gemeente Zoetermeer ontvangt in 2015 en in 2016 € 7.500. In bijlage 4.2-6 zijn de bedragen per gemeente opgenomen. Eerder hebben elf andere gemeenten hun medewerking toegezegd (zie paragraaf 4.2 van de decembercirculaire 2014).
7. WE CAN Young Via de decentralisatie-uitkering WE CAN Young ontvangen elf gemeenten in 2015 en 2016 elk € 15.000 euro per jaar en vier gemeenten elk € 10.000 per jaar. Deze gemeenten willen zich inzetten voor de gezamenlijke doelstelling de relationele en seksuele weerbaarheid van jongeren te vergroten en daarmee een bijdrage leveren aan de preventie van geweld tegen vrouwen. Jongeren (changemakers) worden zich bewust van de ongelijkheid en stereotiepe beeldvorming die ten grondslag liggen aan geweld en proberen met eigen acties een cultuurverandering te realiseren. In bijlage 4.2-7 zijn de bedragen per gemeente opgenomen.
8. LHBT-emancipatiebeleid Via de decentralisatie-uitkering LHBT ontvangen zes gemeenten voor het jaar 2015 elk € 10.000 en voor de jaren 2016 en 2017 elk € 20.000 per jaar. De G4 ontvangen voor het jaar 2015 elk
Meicirculaire gemeentefonds 2015
26
€ 25.000 en voor de jaren 2016 en 2017 elk € 50.000. Deze gemeenten willen zich inzetten voor de gezamenlijke doelstelling de ‘veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van LHBT verder te bevorderen in Nederland en waar mogelijk ook internationaal’. In bijlage 4.2-8 zijn de bedragen per gemeente opgenomen.
9. Verankering programma verbetering GGZ De gemeenten Nijmegen, Rotterdam, Ede en Gouda hebben deelgenomen aan een pilot om de signalering van psychische problematiek bij, en de hulp aan migrantenjongeren te verbeteren. Aan de gemeente Nijmegen, die zal optreden als penvoerder, worden in 2015 en 2016 middelen ter beschikking gesteld om de resultaten uit de pilot te vertalen in een aanpak die moet leiden tot structurele verbeteringen en die door alle gemeenten toegepast kan worden. Met de beschikbare middelen gaan de pilotgemeenten de succesvolle aanpakken systematisch onderzoeken, beschrijven en overdraagbaar maken voor andere gemeenten.
10. Erfgoed en ruimte Het Ministerie van OCW heeft de volgende middelen toegekend: -
aan de gemeente Amsterdam een bedrag van € 50.000 en aan de gemeente Groningen een bedrag van € 27.400 vanuit de beleidsnota Visie Erfgoed en Ruimte (Kiezen voor Karakter).
-
aan de gemeente Noordoostpolder een bedrag van € 25.000 voor de uitwerking van het Plan van Aanpak Nieuwe Natuur Schokland vanuit de beleidsevaluatie Malta - onderdeel topsites (archeologie).
Deze middelen worden, net als de eerder toegekende middelen (zie paragraaf 4.2-15 van de meicirculaire 2014 en paragraaf 4.2-14 van de septembercirculaire 2014), uitgekeerd via een eenmalige decentralisatie-uitkering. De betreffende gemeenten zijn op de hoogte gesteld van de te ontvangen bedragen. De middelen worden ingezet voor initiatieven en projecten vanuit de gemeenten.
11. Vsv-programmagelden RMC-regio’s G4 Evenals in 2014 ontvangt de gemeente Amsterdam voor het jaar 2015 een bedrag van € 65.000 voor het continueren van het beleid ten aanzien van voortijdig schoolverlaters afkomstig uit het Caribisch deel van het Koninkrijk.
12. Gezond in de Stad Gemeenten met kwetsbare wijken krijgen via de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad extra ruimte om de gezondheid te verbeteren van mensen in een lage sociaal-economische positie.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
27
Daarbij kunnen wijkverpleegkundigen en sociale wijkteams een belangrijke rol spelen door op basis van de gezondheidsproblematiek in de wijk meer in te zetten op preventie, vroegsignalering van gezondheidsproblemen en het leggen van verbindingen tussen gemeentelijke voorzieningen en de eerstelijnszorg. Gemeenten die zich via aanmelding hebben gecommitteerd aan het stimuleringsprogramma “Gezond in…” ontvangen vanaf 2015 tot en met 2017 jaarlijks budget via de decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad. In bijlage 4.2-12 van deze circulaire zijn de bedragen per gemeente voor de jaren 2015 tot en met 2017 opgenomen. De bedragen voor 2016 en 2017 zijn gelijk aan de bedragen voor 2015 zoals opgenomen in bijlage 4.2-7 van de septembercirculaire 2014.
13. RegioSpecifiek Pakket Zuiderzeelijn In 2015 wordt aan het gemeentefonds € 21,412 miljoen toegevoegd ten gunste van de gemeente Assen in verband met het RegioSpecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn (zie ook paragraaf 4.19 van de junicirculaire 2010).
14. Knelpunten verdeelproblematiek De meerjarenraming strekt zich met ingang van deze circulaire uit tot en met het jaar 2020. Daardoor wordt in deze circulaire de toename van de integratie-uitkering Knelpunten verdeelproblematiek voor dat jaar zichtbaar. De middelen zijn afkomstig uit de algemene uitkering. De integratie-uitkering houdt verband met btw-aspecten ten aanzien van wegen die in beheer zijn van waterschappen.
Overige mededelingen decentralisatie- en integratie-uitkeringen
Maatschappelijke opvang
Het macrobudget van de decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang is ongewijzigd. Basis voor de verdeling van de middelen is het objectieve verdeelmodel zoals dat in 2010 is geïntroduceerd. Ten opzichte hiervan zijn er twee wijzigingen. Zoals in de meicirculaire 2014 reeds aangekondigd zal de uitzonderingspositie van Dordrecht inzake de opvang door stichting De Hoop worden beëindigd. Bij wijze van overgangsmaatregel ontvangt Dordrecht in 2015 € 500.000 en in 2016 € 400.000 voor De Hoop, bovenop het objectieve deel. Daarna zal Dordrecht niet langer specifiek middelen ontvangen voor De Hoop. De tweede wijziging houdt verband met de toevoeging per 2015 van voormalige AWBZ-middelen aan de decentralisatie-uitkering. Het gaat daarbij om budget dat samenhangt met voormalige extramurale AWBZ-functies die door opvanginstellingen worden geboden. Deze middelen worden in 2015 100% historisch verdeeld. In de septembercirculaire 2014 was aangekondigd dat deze toegevoegde bedragen met ingang van 2016 volgens het objectieve verdeelmodel worden
Meicirculaire gemeentefonds 2015
28
verdeeld. Het kabinet heeft hierover vervolgens advies gevraagd aan de Rfv. Op 10 december 2014 heeft de Rfv zijn advies uitgebracht (http://www.robrfv.nl/rfv/publicaties_rfv/publicatie_rfv/272/AWBZmiddelen+voor+vrouwenopvang+en+maatschappelijke+opvang). De Rfv stelt dat een objectieve verdeling er toe leidt dat verschillende regio’s straks in een meer vergelijkbare uitgangspositie komen. Voor de maatschappelijke opvang adviseert de Rfv de overgang naar de objectieve verdeelsleutel in twee stappen te laten verlopen: in 2016 de helft op basis van de historische budgetverdeling en de helft op basis van de objectieve verdeelsleutel en in 2017 geheel objectief. De staatssecretaris van VWS heeft de Tweede Kamer in februari 2015 in een brief (Kamerstuk 28345, nr. 132) geïnformeerd dit advies over te nemen. Het bovenstaande leidt ertoe dat de verdeling van de decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang in 2017 volledig objectief is. In bijlage 4.2.2 treft u een overzicht van de bedragen per gemeente aan.
Jeugdwerkloosheid
Ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid stelt de minister van SZW, zoals gemeld bij brief aan de Tweede Kamer van 31 maart 2015 (Tweede Kamer 2014-2015, 29544, nr. 599), voor de uitvoering in 2015 en 2016 jaarlijks een bedrag van in totaal € 3,5 miljoen beschikbaar. Het geld wordt uitgekeerd aan de centrumgemeenten van de 35 arbeidsmarktregio’s die vóór 30 juni 2015 een plan van aanpak hebben ingediend. Dit bedrag is ten behoeve van de regionale plannen van aanpak om meer jongeren met een kwetsbare arbeidsmarktpositie naar werk te bemiddelen. Het gaat in elk geval om jongeren zonder startkwalificatie en jongeren met een uitkering. Per arbeidsmarktregio kunnen ook andere jongeren met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt actief worden bemiddeld, zoals migrantenjongeren. De gemeenten werken hierbij samen met de relevante partners uit de arbeidsmarktregio. Het bedrag komt beschikbaar via een decentralisatieuitkering. In de septembercirculaire 2015 volgt hierover meer informatie en zal één en ander cijfermatig worden verwerkt.
Bevolkingsdaling
In de brief aan de Tweede Kamer over de tweede fase groot onderhoud gemeentefonds (http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2015/05/29/kamerbriefover-groot-onderhoud-gemeentefonds-2016.html) hebben de fondsbeheerders gemeld voor de periode 2016 tot en met 2020 een decentralisatie-uitkering te willen toekennen aan acht gemeenten binnen de door het kabinet aangewezen krimpregio’s. De tijdelijke krimpmaatstaf, die een looptijd heeft tot en met 2015, komt daarmee te vervallen. Een voorstel met de precieze vormgeving en verdeling van de decentralisatie-uitkering ligt ter consultatie bij de VNG en de Rfv en is opgenomen in bovengenoemde brief aan de Tweede Kamer. Na verwerking van de adviezen zal de definitieve uitkomst worden opgenomen in de septembercirculaire 2015. Bij de definitieve besluitvorming zal ook de motie De Vries/Veldman over het aanmerken van Noordoost-Fryslân als krimpregio worden betrokken.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
29
De aanleiding voor de introductie van een decentralisatie-uitkering aan de acht krimpregio’s ligt in de evaluatie van de krimpmaatstaf (zie http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2015/03/23/evaluatierapport-krimpmaatstaf-gemeentefonds.html). Uit de evaluatie van de maatstaf blijkt dat over het geheel genomen in het verdeelmodel gemeentefonds goed rekening wordt gehouden met de kosten van krimpgemeenten. Uitzondering daarop vormen de kosten in het (sub)cluster Volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en stedelijke vernieuwing. Daarvoor gaven de gemeenten met sterke krimp (>3%) in de periode 2006-2014 meer uit dan andere groepen gemeenten. Krimpgemeenten hebben daarnaast gemiddeld een hoger niveau van lokale lasten. Met de toekenning van de middelen aan de door het kabinet aangewezen krimpregio’s wordt beoogd de regionale en integrale aanpak van de krimpproblematiek te bevorderen. Tegen het einde van de looptijd zal de uitkering worden geëvalueerd. Zie verder het slot van paragraaf 2.2 van deze circulaire.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
30
5
Overige mededelingen
5.1
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat diverse mededelingen over de gemeentefinanciën. Paragraaf 5.2 bevat mededelingen over het gemeentefonds die niet betrekking hebben op één van de specifieke onderdelen uit de hoofdstukken 2, 3 of 4. Vervolgd wordt met mededelingen op het terrein van de gemeentefinanciën.
5.2
Gemeentefondstotalen, bevoorschotting en nominale ontwikkelingen
Gemeentefondstotalen Tabel 5.2.1 bevat een overzicht van de gemeentefondstotalen 2015-2020. In de tabel zijn de bedragen uit de hoofdstukken 2, 3 en 4 bij elkaar gebracht.
Tabel 5.2.1 Gemeentefondstotalen 2015-2020 (in miljoenen euro's) 2015
2016
2017
2018
2019
2020
Algemene uitkering DU/IU IU Sociaal domein
14.668 2.205 10.149
15.476 1.996 9.857
15.421 1.865 9.607
15.500 1.853 9.440
15.755 1.853 9.360
15.719 1.854 9.265
Totaal
27.022
27.329
26.892
26.794
26.969
26.837
Bevoorschotting De bedragen 2015 uit de tabel zullen worden verwerkt in de bevoorschotting vanaf 7 juli 2015. Tot dat tijdstip is de bevoorschotting gebaseerd op de decembercirculaire 2014. Op de eerste dinsdag in juli zullen ook eventuele verrekeningen plaatsvinden als er eerder dit jaar te veel of juist te weinig voorschot is verstrekt. Verrekeningen over de uitkeringsjaren 2013 en 2014 worden ook in juli uitgevoerd. Over de voorschotten voor het uitkeringsjaar 2016 volgt informatie in de septembercirculaire 2015. Nominale ontwikkelingen De algemene uitkering is uitgedrukt in lopende prijzen. De decentralisatie- en de integratieuitkeringen betreffen doorgaans nominale bedragen. De integratie-uitkering Sociaal domein en de integratie-uitkering Wmo zijn uitgedrukt in constante prijzen. Om gemeenten in staat te stellen op een juiste wijze met nominale ontwikkelingen om te gaan is tabel 5.2.2 opgenomen. De tabel bevat de twee loon- en prijsindicatoren die het CPB onderscheidt voor de overheidssector. De cijfers zijn ontleend aan de meest recente publicaties van het CPB. Voor nadere informatie verwijzen wij naar de regelmatig bijgestelde prognoses op de website van het CPB (CPB), met name de rubriek Centraal Economisch Plan 2015 (CEP2015).
Meicirculaire gemeentefonds 2015
31
Tabel 5.2.2 Prijsmutaties per jaar 2013-2016 2013
2014
2015
2016
0,20%
0,90%
0,30%
1,00%
-0,10%
2,50%
0,30%
2,00%
1,10%
1,00%
1,00%
0,80%
overheidsconsumptie -
netto materiële consumptie
-
lonen en salarissen
algemene prijsontw ikkeling -
prijsmutatie BBP
Bron: CEP2015.
5.3
Financiering van collectieve uitvoering van taken door de VNG
In de afgelopen jaren is het aantal uitvoerende taken dat door de gemeenten bij de VNG is belegd flink gegroeid. Deze groei is het gevolg van twee dominante ontwikkelingen. Allereerst is er sprake van groei in relatie tot de decentralisaties in het sociaal domein. Daarnaast is sprake van groei door de innovaties die zich voltrekken in de wereld van de dienstverlening, het informatiebeleid en digitalisering. De activiteiten die nu collectief door de VNG worden uitgevoerd worden rechtstreeks bekostigd uit het gemeentefonds. Het Rijk en de VNG hebben geconstateerd dat aan deze situatie een aantal haken en ogen is verbonden. Het Rijk en de VNG hebben gezamenlijk een aantal voorstellen opgesteld dat is geagendeerd voor de Algemene ledenvergadering van de VNG in juni 2015. Voorgesteld wordt dat de huidige wijze van financiering voor de collectieve uitvoering van taken door de VNG in het jaar 2016 kan worden voortgezet, maar dat wel per direct een aantal spelregels inzake besluitvorming en verantwoording ingaan en dat nadere uitwerking en aanvulling van deze spelregels door de VNG en de fondsbeheerders geagendeerd zal worden in de Algemene ledenevrgadering van 2016. Deze uitwerking richt zich op: 1) het definiëren van die activiteiten die thans collectief door het VNG-bureau worden uitgevoerd en waarvoor de bestaande financieringsconstructie per 2017 kan worden omgezet in financiering door de leden middels specifieke bijdragen, dan wel middels de contributie; 2) het nader uitwerken van de vorm waarin de gemeentelijke betrokkenheid wordt gegoten, het preciseren van de vorm waarin de verantwoording gaat plaatsvinden en het uitwerken van afspraken over de looptijden van de financieringsconstructie waarbij directe betalingen vanuit het gemeentefonds aan de VNG aan de orde zijn; 3) het vastleggen van de bepaalde spelregels in een reglement.
Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de agenda en de bijbehorende stukken van de Algemene ledenvergadering van de VNG: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/bestuur/nieuws/agenda-en-stukken-algemeneledenvergadering-alv. Volledigheidshalve dient te worden gemeld dat de Buitengewone Algemene Ledenvergadering van de VNG op 17 november 2014 akkoord is gegaan met het voorstel “De ondersteuning van uw
Meicirculaire gemeentefonds 2015
32
uitvoeringskracht: een update voor 2015 en verder”. Hierdoor hebben de gemeenten ingestemd met aanvullende financieringsvoorstellen voor nieuwe gemeentelijke taken met een totaal van € 15,1 miljoen. De financieringsvoorstellen betreffen de (aanvullende) financiering van een aantal specialistische en/of landelijk georganiseerde taken, die uit het oogpunt van efficiency en effectiviteit centraal door of in opdracht van de VNG dienen te worden ondersteund dan wel uitgevoerd. Het gaat om Innovatie Digital Samenwerking, de informatiesystemen Knooppuntdiensten en Sociaal domein, beheer Knooppunten gemeenten, landelijke inkoop en de uitvoering van de landelijke doventolkregeling. Voor de uitvoering van de landelijke doventolkregeling geldt dat ten laste van de begroting van VWS incidenteel in 2015 en conform bestuurlijke afspraak van vorig jaar € 2,4 miljoen aanvullend beschikbaar is gesteld. Aanvullend daarop wordt vanaf dit jaar € 2,1 miljoen en vanaf 2017 structureel € 2 miljoen aan de integratie-uitkering Sociaal domein toegevoegd. Daarnaast is voor de jaren 2016 en verder conform bestuurlijke afspraak de volume-index van 2016 ad 1,4% voor het budget voor de doventolk aan de integratie-uitkering Sociaal domein toegevoegd. Dit is in lijn met de volume-index voor de middelen Wmo 2015. De VNG en VWS zullen nader in overleg gaan over de invulling van de middelen die rechtstreeks aan de VNG ter beschikking komen, waaronder de landelijke doventolkregeling, specifieke voorzieningen vrouwenopvang en Sensoor.
5.4
Macronorm OZB
Het onderzoeksinstituut Coelo heeft berekend dat de macro-opbrengst van de onroerende zaakbelasting in 2015 stijgt met 4,17%. Voor 2015 geldt een macronorm van 3%. Dit betekent een overschrijding van 1,17%-punt (€ 43,5 miljoen). In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) op 8 april 2015 is hierover gesproken met de VNG. Op dit moment loopt in het kader van de door het kabinet aangekondigde herziening van het belastingstelsel een onderzoek naar een mogelijke verruiming van het gemeentelijk belastinggebied. Daarbij wordt ook in den brede gekeken naar de instrumenten die ingezet kunnen worden voor een beheerste ontwikkeling van de gemeentelijke lasten. Tegen die achtergrond is afgesproken om de besluitvorming over de vaststelling van de macronorm OZB voor het jaar 2016 en de overschrijding van de macronorm in 2015 uit te stellen tot het Bofv in het najaar van 2015. Dan zullen naar verwachting de uitkomsten van het onderzoek naar een mogelijke verruiming van het gemeentelijk belastinggebied beschikbaar zijn. Die uitkomsten kunnen dan betrokken worden bij de besluitvorming over de macronorm. Meer informatie volgt in de septembercirculaire 2015.
5.5
Vaststelling decentralisatie- en integratie-uitkeringen
In het Staatsblad 2015, 119 is het Besluit tot wijziging van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen in verband met het wijzigen van bestaande decentralisatie- en integratieuitkeringen en het introduceren van nieuwe decentralisatie- en integratie-uitkeringen (2013) gepubliceerd. In dit besluit is de verdeling voor het jaar 2013 vastgelegd van een groot aantal decentralisatie- en
Meicirculaire gemeentefonds 2015
33
integratie-uitkeringen. De integratie-uitkering Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) (artikel 27) en de decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang (artikel 29) zijn voor het jaar 2011 vastgelegd. Het besluit is de formele afronding van het traject van totstandkoming van decentralisatie- en integratie-uitkeringen. U kunt het besluit vinden op de site van de overheid bij officiële bekendmakingen: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2015-119.html.
5.6
Wijziging BBV: financiële kengetallen
Zoals aangekondigd in paragraaf 5.5.1 van de decembercirculaire 2014 heeft de Adviescommissie vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in 2014 voor zijn advisering een zevental uitgangspunten opgesteld, waarbij de rode draad is de versterking van de horizontale verantwoording. Voor de uitwerking van de adviezen is een stuurgroep ingesteld bestaande uit vertegenwoordigers van onder meer BZK, Financiën, de VNG, het IPO en de commissie BBV. Een eerste resultaat is inmiddels vastgesteld. Het betreft de invoering van een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen zoals ook is aangekondigd in paragraaf 5.5.2 van de decembercirculaire 2014. Het BBV gaat voorschrijven dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen die gaan gelden voor de begroting vanaf 2016 en de jaarrekeningstukken vanaf 2015. Naast de kengetallen wordt een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie opgenomen. De kengetallen en de beoordeling geven gezamenlijk op eenvoudige wijze inzicht aan raadsleden over de financiële positie van hun gemeente. Hoe de kengetallen berekend moeten worden, wordt vastgelegd in een ministeriële regeling. Het gebruik en het vaststellen van de berekeningswijze van de kengetallen heeft geen functie als normeringinstrument in het kader van het financieel toezicht door de provincies. De invoering van de set van vijf kengetallen is bedoeld om de financiële positie voor raadsleden inzichtelijker te maken. De voorgeschreven kengetallen worden al langere tijd gebruikt bij onder anderen financiële stresstesten. Een gemeente kan bij de vaststelling van de eigen normen gebruik maken van de signaleringswaarden zoals die worden toegepast bij stresstesten. Anticiperend op de wijziging van het BBV en de vaststelling van de ministeriële regeling treft u in bijlage 5.6.1 de berekeningswijze aan van de kengetallen, alsmede een toelichting daarop. Hierin kunnen zich nog specifieke wijzigingen voordoen, waarover u dan later zult worden geïnformeerd. De inwerkingtreding van de vijf financiële kengetallen loopt voor op de overige aanbevelingen van de Adviescommissie vernieuwing BBV. Ook de overige aanbevelingen zijn nagenoeg uitgewerkt en worden de komende periode door het Ministerie van BZK in concrete wijzigingsvoorstellen vertaald. Rekening houdend met de reguliere procedures die daarvoor gelden, zal inwerkingtreding naar verwachting in 2017 plaatsvinden.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
34
5.7
Nieuwe functie Iv3: vennootschapsbelasting
Met ingang van het begrotingsjaar 2016 wordt een functie voor vennootschapsbelasting toegevoegd aan Iv3 (Informatie voor derden). Deze functie zal worden ondergebracht bij hoofdfunctie 9 Financiering algemene dekkingsmiddelen. De functie is nodig vanwege de inwerkingtreding van de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht voor overheidsondernemingen. Op deze functie wordt (de raming van) het te betalen bedrag aan vennootschapsbelasting als last geboekt. Het Iv3-informatievoorschrift zoals dat op de website van het Ministerie van BZK staat, zal hierop aangepast worden. In de toelichting bij de functie zal nader worden ingegaan op het te boeken bedrag op deze nieuwe functie.
5.8
EMU-saldo medeoverheden
5.8.1
Tekortnorm
In het financieel akkoord dat VNG, IPO en UvW in januari 2013 met het Rijk hebben gesloten, is vooruitlopend op het inwerking treden van de wet houdbare overheidsfinanciën (wet Hof) een afspraak gemaakt over de normering van het EMU-saldo van de decentrale overheden gezamenlijk voor de duur van deze kabinetsperiode. Realisatiecijfers van het CBS laten zien dat in 2013 en 2014 de decentrale overheden de ambitie voor het EMU-saldo hebben gerealiseerd. Voor de jaren 2015, 2016 en 2017 wordt, op basis van ramingen van het Centraal Planbureau, verwacht dat de decentrale overheden binnen de afgesproken norm blijven van het financieel akkoord.
EMU-saldo medeoverheden in % bbp Ambitie voor EMU-saldo medeoverheden gezamenlijk Afgesproken tekortnorm voor deze kabinetsperiode Realisatie (o.b.v. CBS Statline) Raming (o.b.v. CPB - CEP 2015)
2013
2014
2015
2016
2017
-0,5
-0,3
-0,3
-0,2
-0,2
-0,5 -0,3
-0,5 -0,3
-0,5
(-0,4)*
(-0,3)*
-0,3
-0,2
-0,2
In het financieel akkoord is ook afgesproken dat eind 2015 wordt bezien of de geprojecteerde daling van de tekortnorm in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is. In de aanloop naar het bestuurlijk overleg in het najaar van 2015 worden voorbereidingen getroffen om invulling te geven aan deze afspraak. Realisatiecijfers van het CBS en ramingscijfers van het CPB zullen hierbij als basis dienen. Verder komen de aandachtspunten zoals genoemd in de wet Hof aan bod, waaronder de investeringsopgaven van de decentrale overheden en de schuld- en vermogenspositie van de decentrale overheden.
5.8.2
Beheersingsmaatregelen
In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) van 19 mei 2014 is het eindrapport van de ambtelijke werkgroep ‘Beheersing EMU-saldo decentrale overheden’ vastgesteld. Tijdens het Bofv van 10 september 2014 is besloten dat er twaalf opties ter verbetering van de beheersing van
Meicirculaire gemeentefonds 2015
35
het EMU-saldo door decentrale overheden uit het rapport op korte termijn worden uitgevoerd. Inmiddels zijn voor enkele maatregelen acties vergevorderd, zoals het opnemen van de geprognosticeerde balans in de begroting. Gemeenten, provincies, waterschappen, het CBS en het Rijk beogen in 2015 deze beheersingsmaatregelen verder uit te werken en sturen aan op vlotte implementatie.
5.9
Analyse gemeentebegrotingen
De gemeente kan haar financiële situatie op verschillende manieren (laten) onderzoeken. In de eerste plaats kan de gemeente zelf onderzoek doen naar haar uitgaven met een begrotingsanalyse. Op verzoek kan de rijksoverheid daarnaast, samen met de provincie, de financiën van de gemeente vergelijken met die van een andere gemeente, de zogenoemde begrotingsscan. Tot slot kunnen gemeenten met behulp van de provincie en de rijksoverheid de financiële gevolgen van een herindeling (laten) onderzoeken door middel van een herindelingsscan. Voor meer informatie wordt verwezen naar internet: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/gemeenten/gemeentelijkefinancien/financiele-scans.
5.10
Actualisatie Handleiding artikel 12 en redelijk peil 2016
Er heeft een actualisatie plaatsgevonden van de Handleiding artikel 12. De actualisatie is vooral ingegeven door de noodzaak tot verduidelijking in de technische en redactionele sfeer en geldt vanaf begrotingsjaar 2016. De handleiding is van belang voor alle betrokken actoren die te maken hebben met de artikel 12-procedure. De belangrijkste aanpassingen houden verband met de invoering van de vijf financiële kengetallen, het schrappen van de tijdelijke wet deelfonds sociaal domein in de grondslag bij de beoordeling van het ‘aanmerkelijk en structureel tekort’ en aanpassing van de methodiek hoe omgegaan wordt met OZB-tarieven bij de berekening van het zogenaamde “redelijk peil”. De nieuwe uitkomst voor de berekening van het zogenaamde “redelijk peil” is opgenomen in bijlage 5.10.1. De verwachting is dat de geactualiseerde handleiding medio 2015 wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid.
5.11
Actualisatie Handreiking Treasury
De Handreiking Treasury voor decentrale overheden is door het Ministerie van BZK opgesteld om de praktijkkennis rondom de treasuryfunctie bij decentrale overheden te faciliteren. De afgelopen jaren heeft een aantal ontwikkelingen geleid tot veranderingen in de treasurypraktijk, zoals de invoering van het verplicht schatkistbankieren en de aangescherpte wetgeving rondom het gebruik van financiële derivaten. De Handreiking wordt daarom geactualiseerd en uitgebreid. De verwachting is dat de geactualiseerde Handreiking Treasury medio 2015 wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
36
Bijlagen
Meicirculaire gemeentefonds 2015
37
Bijlage 2.1.1 Bedragen per eenheid en uitkeringsfactoren 2015 en 2016
Tabel 1 Verdeeltabel 2015 (bedragen in euro's in basis) maatstaven en uitkeringsfactor
OZB (w oningen eigenaar) OZB (niet w oningen gebruiker) OZB (niet w oningen eigenaar) inw oners nieuw bouw w oningen krimp kernen met minstens 500 adressen OZB w aarde niet w oningen (in mln) jongeren ouderen ouderen 75-85 jaar w adden, t/m 2500 inw oners w adden, van 2501 t/m 7500 inw oners w adden, vanaf 7501 inw oners huishoudens met laag inkomen huishoudens met laag inkomen (drempel) bijstandsontvangers ABW schaalnadeel ABW schaalvoordeel uitkeringsontvangers minderheden minderheden (drempel) eenouderhuishoudens huishoudens klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal leerlingen (V)SO leerlingen VO achterstandsleerlingen (drempel) extra groei leerlingen VO extra groei jongeren land (voortzetting op de volgende bladzijde)
b.p.e. 2015 stand sept 2014
w ijzigingen sinds sept 2014
-0,1135% -0,1213% -0,1504% 141,98 0,00 397,63 27.341,63 356,25 195,40 81,72 26,99 188,85 147,30 33,22 86,47 332,14 1.694,79 112.176,71 3.706,33 98,56 302,96 325,71 149,76 90,84 39,60 15,68 230,78 362,50 2.312,25 220,56 256,36 38,34
Meicirculaire gemeentefonds 2015
bedragen per eenheid 2015 (deze circulaire) -0,1135% -0,1213% -0,1504%
-0,06
47,18
10,13
17,44 58,54
141,92 0,00 397,63 27.341,63 356,25 242,58 81,72 26,99 188,85 147,30 33,22 96,60 332,14 1.694,79 112.176,71 3.706,33 98,56 320,40 325,71 208,30 90,84 39,60 15,68 230,78 362,50 2.312,25 220,56 256,36 38,34
38
Tabel 1 Verdeeltabel 2015 (bedragen in euro's in basis) maatstaven en uitkeringsfactor
b.p.e. 2015 stand sept 2014
land * bodemfactor gemeente binnenw ater buitenw ater oppervlak bebouw ing opp. bebouw ing kern * bodemfactor kern opp. beb. buitengebied * bf. buitengebied w oonruimten w oonruimten * bodemfactor kern opp. historische kernen, <40 ha opp. historische kernen, 40-64 ha opp. historische kernen, >64 ha lengte historisch w ater bew oonde oorden 1930 hist.w oningen in bew oonde oorden ISV (a) ISV (b) omgevingsadressendichtheid (OAD) omgevingsadressendichtheid (drempel) oeverlengte * bodemfactor gemeente oeverlengte * dichtheid * bf. gemeente kernen kernen * bodemfactor buitengebied bedrijfsvestigingen vast bedrag voor iedere gemeente vast bedrag voor Amsterdam vast bedrag voor Rotterdam vast bedrag voor Den Haag vast bedrag voor Utrecht vast bedrag Waddengemeenten
26,11 39,04 23,21 580,90 3.080,12 1.520,38 55,45 51,35 3.146,42 6.860,91 14.993,87 15,54 31,13 85,74 18.401.314,79 11.293.609,47 77,29 24,28 11,70 5,81 8.111,29 14.833,11 76,03 280.127,82 111.470.819,52 61.397.616,10 47.054.151,76 33.050.294,58 150.164,11
uitkeringsfactor
w ijzigingen sinds sept 2014
1.728.895,26
1,426
-0,038
bedragen per eenheid 2015 (deze circulaire) 26,11 39,04 23,21 580,90 3.080,12 1.520,38 55,45 51,35 3.146,42 6.860,91 14.993,87 15,54 31,13 85,74 18.401.314,79 11.293.609,47 77,29 24,28 11,70 5,81 8.111,29 14.833,11 76,03 280.127,82 111.470.819,52 61.397.616,10 48.783.047,02 33.050.294,58 150.164,11 1,388
1 Voor Baarle-Nassau tw ee maal het vaste bedrag.
Tabel 2 Mutaties verdeeltabel 2015 (bedragen in euro's in basis) maatstaven
totaal algemene mutaties
cluster Jeugd
inw oners
-0,06
jongeren
47,18
47,18
huishoudens met laag inkomen
10,13
10,13
minderheden
17,44
17,44
eenouderhuishoudens
58,54
58,54
vast bedrag voor Den Haag uitkeringsfactor
cluster Overig
ontw ikkeling UB
-0,06
1.728.895,26 -0,038
cluster Bestuur en alg. ondersteuning
1.728.895,26 -0,039
Meicirculaire gemeentefonds 2015
0,001
39
Tabel 3 Verdeeltabel 2016 (bedragen in euro's in basis) maatstaven en uitkeringsfactor
b.p.e. 2015 stand nieuw model deze circulaire
w ijzigingen volgens deze circulaire
bedragen per eenheid 2016 (deze circulaire)
OZB (w oningen eigenaar) OZB (niet w oningen gebruiker) OZB (niet w oningen eigenaar)
-0,1135% -0,1213% -0,1504%
-0,0004% -0,0033% -0,0042%
-0,1139% -0,1246% -0,1546%
inw oners krimp kernen met minstens 500 adressen OZB w aarde niet w oningen (in mln) jongeren ouderen ouderen 75-85 jaar w adden, t/m 2500 inw oners w adden, van 2501 t/m 7500 inw oners w adden, vanaf 7501 inw oners huishoudens met laag inkomen huishoudens met laag inkomen (drempel) bijstandsontvangers loonkostensubsidie uitkeringsontvangers minderheden minderheden (drempel) eenouderhuishoudens eenpersoonhuishoudens huishoudens klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal leerlingen (V)SO leerlingen VO achterstandsleerlingen (drempel) extra groei leerlingen VO extra groei jongeren land (voortzetting op de volgende bladzijde)
149,54 397,63 55.518,40 381,60 242,58 81,72 26,99 188,85 147,30 33,22 44,08 451,02 2.060,43 1.875,88 84,01 320,53 325,71 208,30 20,72 90,84 39,19 21,99 230,78 362,50 2.312,25 220,56 256,36 41,15
3,85 -397,63
153,39 0,00 55.518,40 381,60 242,58 81,12 26,78 188,85 147,30 33,22 44,08 453,19 2.071,25 1.886,28 83,58 320,53 325,71 208,30 21,05 90,74 39,19 22,12 230,78 370,50 2.312,25 220,56 256,36 41,15
Meicirculaire gemeentefonds 2015
-0,60 -0,21
2,17 10,82 10,40 -0,43
0,33 -0,10 0,13 8,00
40
Tabel 3 Verdeeltabel 2016 (bedragen in euro's in basis) maatstaven en uitkeringsfactor
land * bodemfactor gemeente binnenw ater buitenw ater oppervlak bebouw ing oppervlak bebouw ing w oonkernen oppervlak bebouw ing buitengebied opp. bebouw ing kern * bodemfactor kern opp. beb. buitengebied * bf. buitengebied w oonruimten w oonruimten * bodemfactor kern opp. historische kernen, <40 ha opp. historische kernen, 40-64 ha opp. historische kernen, >64 ha lengte historisch w ater bew oonde oorden 1930 hist.w oningen in bew oonde oorden ISV (a) ISV (b) omgevingsadressendichtheid (OAD) omgevingsadressendichtheid (drempel) oeverlengte * bodemfactor gemeente oeverlengte * dichtheid * bf. gemeente kernen kernen * bodemfactor buitengebied bedrijfsvestigingen vast bedrag voor iedere gemeente vast bedrag voor Amsterdam vast bedrag voor Rotterdam vast bedrag voor Den Haag vast bedrag voor Utrecht vast bedrag Waddengemeenten uitkeringsfactor
b.p.e. 2015 stand nieuw model deze circulaire
w ijzigingen volgens deze circulaire
bedragen per eenheid 2016 (deze circulaire)
26,11 37,11 22,93 605,19 1.139,69 958,59 3.080,12 1.520,38 60,78 51,35 3.183,92 6.899,37 15.030,42 15,54 31,31 85,74 12.328.880,91 7.566.718,34 75,64 24,28 11,70 5,81 9.063,77 14.833,11 76,62 236.572,62 111.470.819,52 61.397.616,10 48.787.219,41 33.050.294,58 150.164,11
0,08 0,08
26,19 37,19 22,93 605,19 1.139,69 958,59 3.080,12 1.520,38 60,78 51,35 3.183,92 6.899,37 15.030,42 15,54 31,31 85,74 12.328.880,91 7.566.718,34 75,66 24,28 11,70 5,81 9.063,77 14.833,11 76,62 236.572,62 111.470.819,52 61.397.616,10 48.787.219,41 33.050.294,58 150.164,11
1,385
0,048
0,02
1,433
1 Voor Baarle-Nassau tw ee maal het vaste bedrag.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
41
Tabel 4 Mutaties verdeeltabel 2016 (bedragen in euro's in basis) maatstaven
totaal algemene mutaties
cluster Eigen ink.
OZB (w oningen eigenaar)
-0,0004%
-0,0004%
OZB (niet w oningen gebruiker)
-0,0033%
-0,0033%
OZB (niet w oningen eigenaar)
-0,0042%
-0,0042%
inw oners krimp
3,85
0,04
-0,60
ouderen 75-85 jaar
-0,21
-0,15
-0,05
-0,63
10,82
10,40
0,42
loonkostensubsidie
10,40
10,40
uitkeringsontvangers
-0,43
4,01
0,33
-0,10 0,13
leerlingen VO
8,00
land * bodemfactor gemeente
0,08
binnenw ater
0,08
omgevingsadressendichtheid (OAD)
0,02 0,048
ontw ikkeling UB
-0,43
0,33
klantenpotentieel regionaal
cluster Overig
-0,21
bijstandsontvangers
uitkeringsfactor
cluster Bestuur en alg. ondersteuning
-397,63
2,80
huishoudens
cluster cluster Cultuur en Infra. en ontsp. gebiedsontw .
-0,60
2,17
eenpersoonhuishoudens
cluster Educatie
-397,63
ouderen huishoudens met laag inkomen (drempel)
cluster cluster Werk en Maatsch. inkomen ondersteuning
-0,1 0,13 8,00 0,08 0,08 0,05
-0,03
0,059
-0,011
Meicirculaire gemeentefonds 2015
42
Bijlage 2.1.2 Bedragen per eenheid 2016, gegroepeerd naar cluster
Meicirculaire gemeentefonds 2015
43
Verdeelmaatstaven 2016, gegroepeerd naar cluster (bedragen in euro's in basis) bedragen per eenheid
verdeelmaatstaven
cluster Eigen inkomsten
-0,1139% -0,1246% -0,1546% -37,88
cluster Werk en inkomen
7,37 178,34 1.886,28 1.886,28 21,05 8,50 3,33
inw oners huishoudens met laag inkomen (drempel) bijstandsontvangers loonkostensubsidie eenpersoonhuishoudens klantenpotentieel regionaal omgevingsadressendichtheid
cluster Jeugd
80,33 12,64 71,65 -2,00 93,53 90,58 0,70 0,73 5.836,28
jongeren huishoudens met laag inkomen huishoudens met laag inkomen (drempel) uitkeringsontvangers minderheden eenouderhuishoudens klantenpotentieel regionaal omgevingsadressendichtheid vast bedrag voor iedere gemeente
31,77 81,12 26,78 1,02 148,15 19,91 184,97 85,58 78,10 2,51 5,33 1,51 1,46 13,67 117,72 1.498,14 0,12 -4.808,48
inw oners ouderen ouderen 75-85 jaar huishoudens met laag inkomen huishoudens met laag inkomen (drempel)
cluster Maatschappelijke ondersteuning
OZB (w oningen eigenaar) OZB (niet-w oningen gebruiker) OZB (niet-w oningen eigenaar) w oonruimten
huishoudens bijstandsontvangers uitkeringsontvangers minderheden klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal land binnenw ater omgevingsadressendichtheid eenouderhuishoudens kernen leerlingen VO vast bedrag voor iedere gemeente
(voortzetting op de volgende bladzijde)
Meicirculaire gemeentefonds 2015
44
bedragen per eenheid cluster Educatie
cluster Cultuur en ontspanning
cluster Infrastructuur en gebiedsontw ikkeling
1,04 162,25 41,44 230,78 370,38 2.312,25 48,34 217,62 220,56 256,36 0,07 8,59 8,56 3,01 4.422,19 51,95 70,83 34,00 8,79 331,29 331,08 331,51 85,74 30,42 43,86 16,40 21,50 2,01 -0,65 28,22 24,88 27,17 15,24 1.139,69 958,59 3.080,12 1.520,38 477,04 52,40 32,47
verdeelmaatstaven inw oners jongeren huishoudens met laag inkomen (drempel) leerlingen (V)SO leerlingen VO achterstandsleerlingen (drempel) minderheden minderheden (drempel) extra groei leerlingen VO extra groei jongeren klantenpotentieel regionaal land binnenw ater omgevingsadressendichtheid kernen inw oners huishoudens klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal opp. historische kernen, <40 ha opp. historische kernen, 40-64 ha opp. historische kernen, >64 ha his. w oningen in bew oonde oorden huishoudens met laag inkomen w oz w aarde niet w oningen (in miljoenen) inw oners minderheden klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal land land * bodemfactor gemeente binnenw ater buitenw ater oppervlak bebouw ing w oonkernen oppervlak bebouw ing buitengebied opp. bebouw ing kern * bodemfactor kern opp. beb. buitengebied * bf. buitengebied opp. bebouw ing totaal w oonruimten w oonruimten * bodemfactor kern
(voortzetting op de volgende bladzijde)
Meicirculaire gemeentefonds 2015
45
bedragen per eenheid
cluster Riolering en reiniging
cluster Openbare orde en veiligheid
verdeelmaatstaven
2.852,63 6.568,29 14.698,91 15,54 13,87 12.328.880,91 7.566.718,34 41,45 19,52 7,23 3,59 14.833,11 64,41 25.363,78
opp. historische kernen, <40 ha opp. historische kernen, 40-64 ha opp. historische kernen, >64 ha lengte historisch w ater bew oonde oorden 1930 ISV (a) ISV (b) omgevingsadressendichtheid omgevingsadressendichtheid (drempel) oeverlengte * bodemfactor gemeente oeverlengte * dichtheid * bodemf. gemeente kernen* bodemfactor buitengebied bedrijfsvestigingen vast bedrag voor iedere gemeente
-2,97 -56,62 -5,47 1,31 18,88 3,18 4,47 2,22
land w oonruimten inw oners land * bodemfactor gemeente w oonruimten * bodemfactor kern omgevingsadressendichtheid oeverlengte * bodemfactor gemeente oeverlengte * dichtheid * bodemf. gemeente
0,15 55.518,40 337,74 13,61 57,82 65,26 0,67 2,00 4,79 7,69 128,15 52,08 13,92 4,76 3.143,44
inw oners kernen met minstens 500 adressen w oz w aarde niet w oningen (in miljoenen) huishoudens met laag inkomen (drempel) minderheden minderheden (drempel) klantenpotentieel lokaal klantenpotentieel regionaal land buitenw ater opp. bebouw ing totaal w oonruimten omgevingsadressendichtheid omgevingsadressendichtheid (drempel) kernen
(voortzetting op de volgende bladzijde)
Meicirculaire gemeentefonds 2015
46
bedragen per eenheid 5,70 64.894,96 64.894,96 64.894,96 64.894,96 cluster Bestuur en algemene ondersteuning
cluster Overig
50,18 21,24 42,83 -2,62 1,01 50,80 17,44 -3,63 6,51 210.181,04 0,00 188,85 147,30 33,22 111.405.924,56 61.332.721,14 48.722.324,45 32.985.399,62 150.164,11
verdeelmaatstaven bedrijfsvestigingen vast bedrag Amsterdam vast bedrag Rotterdam vast bedrag Den Haag vast bedrag Utrecht inw oners minderheden minderheden (drempel) klantenpotentieel regionaal land w oonruimten bew oonde oorden 1930 omgevingsadressendichtheid bedrijfsvestigingen vast bedrag voor iedere gemeente krimp w adden t/m 2500 inw oners w adden 2500-7500 inw oners w adden >7500 inw oners vast bedrag Amsterdam vast bedrag Rotterdam vast bedrag Den Haag vast bedrag Utrecht vast bedrag Waddengemeenten
Meicirculaire gemeentefonds 2015
47
Bijlage 2.1.3 Overzicht van nieuwe, wegvallende en gewijzigde maatstaven
(alle wijzigingen 2016; tenzij anders vermeld) Nieuwe maatstaven
het aantal eenpersoonshuishoudens per 1 januari van het uitkeringsjaar
het aantal mensen dat gebruik maakt van loonkostensubsidie per 31 december van het jaar voorafgaand aan het uitkeringsjaar
oppervlakte bebouwing woonkern per 1 januari van het uitkeringsjaar (in de huidige verdeling wordt al wel gewerkt met de maatstaf oppervlakte bebouwing woonkern * bodemfactor woonkern)
oppervlakte bebouwing buitengebied per 1 januari van het uitkeringsjaar (in de huidige verdeling wordt al wel gewerkt met de maatstaf oppervlakte bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied)
Voor alle genoemde maatstaven is de bron het CBS. Voor de maatstaf loonkostensubsidie zijn op dit moment nog geen officiële CBS-gegevens voorhanden. Zodra dat wel het geval is zal de maatstaf met ingang van uitkeringsjaar 2016 worden toegepast. Wegvallende maatstaven
bijstandsontvangers (AWB) schaalvoordeel
bijstandsontvangers (AWB) schaalnadeel
De maatstaven maken beide deel uit van het cluster Werk en inkomen.
Gewijzigde maatstaven
het aantal bijstandsontvangers: in plaats van de stand ultimo jaar t-1 wordt vanaf 2016 gebruik gemaakt van een driejarig gemiddelde (jaar t-1, t-2 en t-3)
het aantal uitkeringsontvangers: het aantal bijstandsontvangers is onderdeel van deze maatstaf. Vanaf 2016 wordt voor het aantal bijstandsontvangers eveneens een driejarig gemiddelde gehanteerd.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
48
Bijlage 2.2.1 Opbouw algemene uitkeringen 2014-2020
Meicirculaire gemeentefonds 2015
49
Opbouw algemene uitkering 2015-2020 (in miljoenen euro's)
Algem ene uitkering voorafgaand jaar
2015
2016
2017
2018
15.604,932
14.667,726
15.475,623
15.420,828
algem ene m utaties - accres - accres tranche 2014 (incidenteel) - accres tranche 2014 (structureel) - accres tranche 2013 (incidenteel) - aanvullende algemene mutatie
-200,579 -124,504 -124,504 -19,622 20,745
637,029 124,504
-50,442
98,473
- accres (gerichte verdeling, ingroeiregeling OHV) - onderw ijshuisvesting
-8,500 -256,000
-8,500
6,366
6,366
- vrijval gericht accres suppletie-uitkering OZB - EU-richtlijn invordering - lagere apparaatskosten - BCF (taakstellende korting) - plafond BTW-compensatiefonds
2019
2020 Vindplaats
15.500,157 15.755,468 296,053
33,678 mei 2015, § 2.2-1 mei 2015, § 2.2-1 mei 2015, § 2.2-1 mei 2014, § 2.2-1 mei 2011, § 1.1 mei 2005, § 5.1 mei 2014, § 2.3
6,366
6,366
6,366
-60,000
-60,000
-60,000
-60,000
3,062
49,489
26,229
12,666
6,366 september 2013, § 5.2.1
0,090 -60,000
september 2011, § 5.3 -70,000 mei 2014, § 2.2-2
-309,661 113,393
mei 2014, § 2.3
- onderzoeksagenda CPB
september 2014, § 2.2-2
0,250
september 2013, § 5.2.2
- Waarderingskamer (incl. landelijke voorziening WOZ)
-0,139
pm
pm
pm
pm
- knelpunten verdeelsystematiek
-0,074
-0,076
-0,077
-0,080
-0,081
-0,083 mei 2015, § 2.2-3
- A+O fonds
-0,148
-0,161
pm
pm
pm
mei 2015, § 2.2-4
- financiering nationale inzet krijgsmacht
-0,025
mei 2015, § 2.2-5
- voorziening informatie sociaal domein - groeiopgave Almere
8,000 -7,000
mei 2014, § 2.2-6 mei 2014, § 2.2-7
cluster eigen inkom sten - suppletie-uitkering afschaffing OZB w oningen gebruikers
-6,366
cluster w erk en inkom en - intensivering armoedebeleid - digitaal klantdossier - aanvullende bijstand voor 65-jarigen en ouder - maatregelen Wet Werk en Bijstand - uitvoeringskosten Participatiew et - individuele studietoeslag
20,000 0,212 -0,800 -5,000 3,000 6,000
cluster m aatschappelijke ondersteuning - scootmobielen - maatschappelijke stage - transitiekosten decentralisatie AWBZ begeleiding naar de Wmo
-15,000 -20,000 -37,000
cluster jeugd - Centra voor Jeugd en Gezin
383,137
cluster educatie - ingroeiregeling OHV - overheveling buitenonderhoud po en so cluster cultuur en ontspanning - e-Boeken - beeldende kunst en vormgeving cluster infrastructuur en gebiedsontw ikkeling - WUW-middelen
-6,366
-6,366
7,000 12,000
7,000 11,000
-10,000
-25,000
-6,366
7,000 6,000
-6,366
september 2014, § 2.2-3
-6,366 september 2013, § 5.2.1
6,000
december 2013, § 4.1 september 2013, § 4.2.2 mei 2009, § 3.4 mei 2014, § 2.2-8 mei 2014, § 2.2-9 mei 2014, § 2.2-10 mei 2013, § 5.2.5 mei 2013, § 5.2.6 mei 2013, § 4.2.4 december 2014, § 2.2-1
8,500 -158,800
8,500
mei 2005, § 5.1 mei 2014, § 2.2-11
-8,000
-1,200
-1,400 13,500
-1,600
0,221
0,311
0,762
1,599
mei 2014, § 2.2-12 september 2014, § 2.2-4 0,000
Stb. 2001, 415
cluster openbare orde en veiligheid - mannenopvang
-1,200
september 2012, § 4.2.1
cluster bestuur en algem ene ondersteuning/overig - professionaliseringsfonds burgemeesters -
dualiseringskorting implementatieondersteuning mGBA burgerzakenmodules Basisregistratie Personen Basisregistratie Personen Generieke Digitale Infrastructuur burgerlijke stand: lesbisch ouderschap E-overheid w aterschapsverkiezingen Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid (NUP)
Algemene uitkering
pm
mei 2011, § 3.7
-18,000 -1,000
1,000 0,350 -1,843 -1,369
1,843 -3,307 -0,198 -0,250 23,800 -146,746
-23,800 122,000
14.667,726
15.475,623
0,373
0,458
15.420,828
15.500,157
Meicirculaire gemeentefonds 2015
0,673
mei 2013, § 5.2.7 september 2014, § 2.2-6 september 2014, § 2.2-7 mei 2015, § 2.2-7 mei 2015, § 2.2-6 mei 2014, § 2.2-14 mei 2014, § 2.2-15 mei 2014, § 2.2-16 september 2011, § 4.4
15.755,468 15.719,063
50
Bijlage 2.4.2a Overgangsregeling tweede fase groot onderhoud
Meicirculaire gemeentefonds 2015
51
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Aa en Hunze 25.357 18 -3 15 -76.071 -76.071 Aalburg 12.846 16 -1 14 -35.969 -35.969 Aalsmeer 30.759 17 16 33 -203.009 -203.009 Aalten 27.013 15 -7 8 -43.221 -43.221 Achtkarspelen 28.016 -4 -6 -10 140.080 140.080 Alblasserdam 19.801 -3 8 5 -19.801 -19.801 Albrandswaard 25.069 4 3 7 -35.097 31.566 -3.531 Alkmaar 106.857 7 1 8 -170.971 24.053 -146.918 Almelo 72.459 -5 -3 -8 289.836 36.890 326.726 Almere 196.013 -2 1 -1 98.007 73.339 171.346 Alphen aan den Rijn 106.785 13 0 13 -277.641 79.835 -197.806 Alphen-Chaam 9.717 25 6 31 -60.245 -60.245 Ameland 3.578 47 -35 12 -42.936 -42.936 Amersfoort 150.897 9 0 9 -271.615 245.978 -25.637 Amstelveen 85.015 12 16 27 -459.081 -459.081 Amsterdam 810.937 -3 -4 -7 2.838.280 893.232 3.731.512 Apeldoorn 157.545 15 -3 12 -378.108 212.148 -165.960 Appingedam 12.064 -37 -11 -47 609.099 609.099 Arnhem 150.823 -8 -3 -11 829.527 480.806 1.310.333 Assen 67.190 -2 -9 -11 369.545 223.471 593.016 Asten 16.440 18 -3 15 -49.320 -49.320 Baarle-Nassau 6.612 18 3 21 -27.770 -27.770 Baarn 24.314 1 3 4 -19.451 -19.451 Barendrecht 47.377 6 5 11 -104.229 -104.229 Barneveld 54.152 23 -6 16 -173.286 183.567 10.281 Bedum 10.494 -4 -3 -7 36.729 36.729 Beek 16.271 -2 3 1 -3.254 -3.254 Beemster 8.910 16 6 21 -37.422 -37.422 Beesel 13.617 -3 3 0 0 0 Bellingwedde 8.920 -2 0 -2 8.920 8.920 Bergeijk 18.256 27 2 29 -105.885 -105.885 Bergen L 13.237 10 -1 8 -21.179 -21.179 Bergen NH 30.076 14 -3 10 -60.152 -60.152 Bergen op Zoom 66.419 0 -2 -2 66.419 66.419 Berkelland 44.666 22 -3 19 -169.731 40.052 -129.679 Bernheze 29.690 19 -1 18 -106.884 -106.884 Best 28.617 4 0 4 -22.894 -22.894 Beuningen 25.288 0 3 3 -15.173 -15.173 Beverwijk 40.093 -9 9 0 0 0 Binnenmaas 28.710 17 3 21 -120.582 -120.582 Bladel 19.834 28 -7 20 -79.336 -79.336 Blaricum 9.094 -3 6 3 -5.456 -5.456 Bloemendaal 22.059 8 3 11 -48.530 -48.530 Bodegraven-Reeuwijk 32.910 19 11 30 -197.460 -197.460 Boekel 10.089 19 3 22 -44.392 -44.392
Meicirculaire gemeentefonds 2015
52
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Borger-Odoorn 25.627 8 -2 6 -30.752 -30.752 Borne 21.884 -2 1 0 0 0 Borsele 22.579 27 2 29 -130.958 -130.958 Boxmeer 28.147 22 -9 13 -73.182 36.214 -36.968 Boxtel 30.320 7 -2 6 -36.384 -36.384 Breda 179.623 9 0 9 -323.321 369.516 46.195 Brielle 16.312 4 -3 1 -3.262 -3.262 Bronckhorst 36.932 28 1 28 -206.819 -206.819 Brummen 21.177 4 3 7 -29.648 -29.648 Brunssum 28.958 -21 6 -15 217.185 217.185 Bunnik 14.626 12 6 18 -52.654 -52.654 Bunschoten 20.492 10 3 14 -57.378 -57.378 Buren 26.019 23 2 26 -135.299 -135.299 Bussum 32.631 -1 4 3 -19.579 -19.579 Capelle aan den IJssel 66.178 -17 9 -9 297.801 297.801 Castricum 34.288 12 1 12 -82.291 -82.291 Coevorden 35.769 7 -7 0 0 0 Cranendonck 20.344 16 -1 15 -61.032 57.050 -3.982 Cromstrijen 12.738 19 3 21 -53.500 -53.500 Cuijk 24.783 7 0 7 -34.696 -34.696 Culemborg 27.590 -8 -5 -13 179.335 179.335 Dalfsen 27.674 26 1 27 -149.440 -149.440 Dantumadiel 19.030 -16 -4 -20 190.300 190.300 De Bilt 42.036 8 5 13 -109.294 -109.294 De Friese Meren 51.414 17 -5 12 -123.394 -123.394 De Marne 10.209 6 -3 4 -8.167 21.574 13.407 De Ronde Venen 42.642 15 10 25 -213.210 -213.210 De Wolden 23.583 27 -2 25 -117.915 -117.915 Delft 100.046 -7 3 -4 200.092 200.092 Delfzijl 25.698 -19 -2 -21 269.829 269.829 Den Helder 56.597 -7 -17 -23 650.866 758.418 1.409.284 Deurne 31.659 23 -7 16 -101.309 -101.309 Deventer 98.322 2 -3 0 0 0 Diemen 25.930 -14 27 13 -67.418 -67.418 Dinkelland 25.947 28 -3 25 -129.735 -129.735 Doesburg 11.437 -32 -1 -32 216.745 216.745 Doetinchem 56.344 8 -7 2 -22.538 4.388 -18.150 Dongen 25.358 11 -2 9 -45.644 -45.644 Dongeradeel 24.160 -3 -8 -11 132.880 132.880 Dordrecht 118.691 -4 5 0 0 81.195 81.195 Drechterland 19.250 20 2 22 -84.700 -84.700 Drimmelen 26.695 20 5 25 -133.475 -133.475 Dronten 40.413 11 1 12 -96.991 -96.991 Druten 18.210 9 -7 1 -3.642 -3.642 Duiven 25.609 -3 -1 -3 38.414 38.414
Meicirculaire gemeentefonds 2015
53
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Echt-Susteren 31.976 12 -4 9 -57.557 -57.557 Edam-Volendam 28.920 7 3 10 -57.840 -57.840 Ede 110.656 17 3 21 -464.755 241.313 -223.442 Eemnes 8.779 1 5 6 -10.535 -10.535 Eemsmond 15.928 -3 -5 -8 63.712 63.712 Eersel 18.183 25 1 25 -90.915 -90.915 Eijsden-Margraten 24.979 18 -2 16 -79.933 18.543 -61.390 Eindhoven 220.920 14 2 16 -706.944 61.995 -644.949 Elburg 22.645 12 -12 0 0 124.767 124.767 Emmen 108.052 0 -1 0 0 0 Enkhuizen 18.376 -8 -2 -10 91.880 91.880 Enschede 158.586 -10 7 -3 237.879 30.673 268.552 Epe 32.351 11 -3 7 -45.291 20.974 -24.317 Ermelo 26.045 10 -17 -7 91.158 192.124 283.282 Etten-Leur 42.357 9 2 10 -84.714 -84.714 Ferwerderadiel 8.790 1 0 1 -1.758 -1.758 Franekeradeel 20.445 -2 -5 -7 71.558 71.558 Geertruidenberg 21.571 3 -1 2 -8.628 -8.628 Geldermalsen 26.300 18 -2 15 -78.900 -78.900 Geldrop-Mierlo 38.854 1 2 3 -23.312 -23.312 Gemert-Bakel 29.315 17 -4 13 -76.219 -76.219 Gennep 17.286 7 -15 -8 69.144 69.144 Giessenlanden 14.442 24 0 24 -69.322 -69.322 Gilze en Rijen 26.069 4 9 14 -72.993 75.418 2.425 Goeree-Overflakkee 48.245 25 -8 17 -164.033 -164.033 Goes 36.954 13 -14 -1 18.477 18.477 Goirle 23.098 2 1 3 -13.859 -13.859 Gorinchem 35.242 -3 -9 -13 229.073 229.073 Gouda 70.941 -4 8 4 -56.753 -56.753 Grave 12.695 0 -10 -10 63.475 47.309 110.784 Groesbeek 34.304 -1 -2 -4 68.608 68.608 Groningen 198.317 -9 -7 -16 1.586.536 98.260 1.684.796 Grootegast 12.165 6 -2 4 -9.732 -9.732 Gulpen-Wittem 14.484 18 -9 9 -26.071 -26.071 Haaksbergen 24.344 11 -2 9 -43.819 -43.819 Haaren 13.587 17 1 18 -48.913 -48.913 Haarlem 155.147 6 1 7 -217.206 132.352 -84.854 Haarlemmerliede Spaarnw 5.535 0 18 18 -19.926 -19.926 Haarlemmermeer 144.061 16 3 19 -547.432 50.029 -497.403 Halderberge 29.340 9 -2 7 -41.076 -41.076 Hardenberg 59.577 21 -6 15 -178.731 16.963 -161.768 Harderwijk 45.732 4 -3 2 -18.293 -18.293 Hardinxveld-Giessendam 17.758 11 -1 11 -39.068 -39.068 Haren 18.782 1 -16 -14 131.474 131.474 Harlingen 15.821 -24 -6 -29 229.405 229.405
Meicirculaire gemeentefonds 2015
54
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Hattem 11.732 3 4 7 -16.425 -16.425 Heemskerk 39.088 -9 5 -4 78.176 78.176 Heemstede 26.364 5 5 10 -52.728 -52.728 Heerde 18.490 13 -3 10 -36.980 -36.980 Heerenveen 49.899 1 -2 -1 24.950 24.950 Heerhugowaard 53.307 7 1 8 -85.291 83.438 -1.853 Heerlen 88.259 -17 -6 -24 1.059.108 1.059.108 Heeze-Leende 15.353 21 -4 17 -52.200 -52.200 Heiloo 22.636 5 6 11 -49.799 -49.799 Hellendoorn 35.711 16 -6 10 -71.422 -71.422 Hellevoetsluis 38.953 -4 0 -4 77.906 77.906 Helmond 89.256 1 3 4 -71.405 -71.405 Hendrik-Ido-Ambacht 28.911 3 8 11 -63.604 -63.604 Hengelo O 80.957 0 1 0 0 0 Het Bildt 10.626 -7 -5 -12 63.756 63.756 Heumen 16.334 1 5 6 -19.601 -19.601 Heusden 43.165 8 -2 5 -43.165 -43.165 Hillegom 20.944 5 8 13 -54.454 -54.454 Hilvarenbeek 15.092 22 5 27 -81.497 -81.497 Hilversum 86.426 2 1 3 -51.856 133.229 81.373 Hof van Twente 34.997 24 -4 20 -139.988 -139.988 Hollands Kroon 47.502 23 -1 22 -209.009 -209.009 Hoogeveen 54.664 8 -5 3 -32.798 39.648 6.850 Hoogezand-Sappemeer 34.304 -20 1 -19 325.888 325.888 Hoorn 71.703 1 -6 -4 143.406 67.698 211.104 Horst aan de Maas 41.727 27 -5 23 -191.944 27.746 -164.198 Houten 48.421 9 2 11 -106.526 -106.526 Huizen 41.245 -2 0 -2 41.245 41.245 Hulst 27.388 26 -7 19 -104.074 -104.074 IJsselstein 34.275 -1 3 2 -13.710 -13.710 Kaag en Braassem 25.745 22 8 30 -154.470 -154.470 Kampen 51.092 14 -5 9 -91.966 -91.966 Kapelle 12.500 22 -1 21 -52.500 -52.500 Katwijk 62.782 8 4 12 -150.677 -150.677 Kerkrade 46.784 -19 -8 -28 654.976 654.976 Koggenland 22.485 23 3 26 -116.922 -116.922 Kollumerland en Nwkruisl 12.878 -15 -6 -21 135.219 135.219 Korendijk 10.702 27 7 33 -70.633 -70.633 Krimpen aan den IJssel 28.825 -2 6 3 -17.295 101.441 84.146 Krimpenerwaard 53.853 13 5 18 -193.871 -193.871 Laarbeek 21.802 20 4 24 -104.650 -104.650 Landerd 15.266 25 2 27 -82.436 9.276 -73.160 Landgraaf 37.573 -11 1 -10 187.865 187.865 Landsmeer 10.444 -1 16 15 -31.332 -31.332 Langedijk 26.935 8 6 14 -75.418 -75.418
Meicirculaire gemeentefonds 2015
55
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Lansingerland 57.122 10 1 10 -114.244 -114.244 Laren 10.862 7 -8 0 0 0 Leek 19.597 1 -6 -5 48.993 48.993 Leerdam 20.590 -5 -1 -6 61.770 61.770 Leeuwarden 107.342 -11 2 -8 429.368 118.377 547.745 Leeuwarderadeel 10.278 -12 1 -11 56.529 56.529 Leiden 121.163 -2 6 4 -96.930 -96.930 Leiderdorp 26.813 -6 10 4 -21.450 -21.450 Leidschendam-Voorburg 73.356 -9 3 -6 220.068 220.068 Lelystad 76.142 -5 -1 -6 228.426 98.639 327.065 Leudal 36.219 26 -6 20 -144.876 -144.876 Leusden 28.997 10 4 14 -81.192 -81.192 Lingewaal 11.060 17 3 20 -44.240 -44.240 Lingewaard 45.776 12 -2 11 -100.707 -100.707 Lisse 22.336 10 5 15 -67.008 -67.008 Littenseradiel 10.926 13 2 15 -32.778 -32.778 Lochem 33.248 19 -4 15 -99.744 27.757 -71.987 Loon op Zand 23.080 6 6 12 -55.392 -55.392 Lopik 13.999 16 2 18 -50.396 -50.396 Loppersum 10.196 -7 -1 -8 40.784 40.784 Losser 22.612 4 -1 3 -13.567 -13.567 Maasdriel 24.156 22 5 27 -130.442 -130.442 Maasgouw 23.907 14 2 16 -76.502 -76.502 Maassluis 32.080 -16 4 -11 176.440 176.440 Maastricht 122.488 2 7 9 -220.478 10.974 -209.504 Marum 10.378 0 0 0 0 0 Medemblik 43.320 20 0 20 -173.280 -173.280 Meerssen 19.254 8 -3 4 -15.403 -15.403 Menameradiel 13.673 6 0 6 -16.408 -16.408 Menterwolde 12.258 -15 5 -10 61.290 61.290 Meppel 32.867 -1 -7 -7 115.035 115.035 Middelburg 47.642 -2 -4 -6 142.926 34.473 177.399 Midden Drenthe 33.366 20 -5 15 -100.098 -100.098 Midden-Delfland 18.456 12 12 24 -88.589 -88.589 Mill en Sint Hubert 10.850 20 1 21 -45.570 -45.570 Moerdijk 36.729 24 2 27 -198.337 -198.337 Molenwaard 29.032 22 5 27 -156.773 -156.773 Montferland 34.987 10 -1 8 -55.979 -55.979 Montfoort U 13.639 13 2 15 -40.917 -40.917 Mook en Middelaar 7.796 -8 2 -6 23.388 23.388 Muiden 6.287 -7 10 3 -3.772 -3.772 Naarden 17.205 2 6 8 -27.528 -27.528 Neder-Betuwe 22.555 12 -2 9 -40.599 -40.599 Nederweert 16.751 27 4 32 -107.206 -107.206 Neerijnen 12.020 17 2 19 -45.676 -45.676
Meicirculaire gemeentefonds 2015
56
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Nieuwegein 61.038 1 4 4 -48.830 -48.830 Nieuwkoop 27.104 19 9 27 -146.362 -146.362 Nijkerk 40.638 16 -1 15 -121.914 -121.914 Nijmegen 168.292 -1 7 6 -201.950 31.273 -170.677 Nissewaard 84.929 -5 5 -1 42.465 25.934 68.399 Noord-Beveland 7.530 28 -13 15 -22.590 -22.590 Noordenveld 31.087 8 -4 4 -24.870 117.752 92.882 Noordoostpolder 46.356 20 -4 16 -148.339 -148.339 Noordwijk 25.691 10 0 10 -51.382 -51.382 Noordwijkerhout 15.956 11 0 11 -35.103 -35.103 Nuenen c.a. 22.620 -3 4 1 -4.524 -4.524 Nunspeet 26.680 13 -7 6 -32.016 -32.016 Nuth 15.583 4 0 5 -15.583 -15.583 Oegstgeest 22.910 2 -3 -1 11.455 11.455 Oirschot 17.980 24 -24 0 0 322.188 322.188 Oisterwijk 25.802 13 5 18 -92.887 -92.887 Oldambt 38.560 -6 -6 -12 231.360 231.360 Oldebroek 22.835 15 -6 9 -41.103 98.567 57.464 Oldenzaal 32.137 3 -5 -2 32.137 32.137 Olst-Wijhe 17.770 17 -1 17 -60.418 -60.418 Ommen 17.361 15 -7 8 -27.778 -27.778 Onderbanken 7.881 -17 5 -12 47.286 47.286 Oost Gelre 29.700 22 -6 16 -95.040 -95.040 Oosterhout 53.717 6 2 9 -96.691 -96.691 Ooststellingwerf 25.672 5 -5 1 -5.134 -5.134 Oostzaan 9.139 -3 22 19 -34.728 -34.728 Opmeer 11.368 12 -2 10 -22.736 -22.736 Opsterland 29.863 4 -2 3 -17.918 -17.918 Oss 89.226 17 -3 14 -249.833 -249.833 Oud-Beijerland 23.715 3 -6 -4 47.430 47.430 Oude IJsselstreek 39.595 14 -2 11 -87.109 -87.109 Ouder-Amstel 13.271 4 7 11 -29.196 -29.196 Oudewater 9.873 5 7 13 -25.670 -25.670 Overbetuwe 46.665 12 -1 11 -102.663 -102.663 Papendrecht 32.117 -2 2 0 0 0 Peel en Maas 43.314 23 0 23 -199.244 -199.244 Pekela 12.706 -31 2 -29 184.237 184.237 Pijnacker-Nootdorp 51.071 5 7 12 -122.570 -122.570 Purmerend 79.576 1 2 3 -47.746 -47.746 Putten 23.872 14 3 17 -81.165 -81.165 Raalte 36.519 23 -5 18 -131.468 -131.468 Reimerswaal 21.927 21 -3 17 -74.552 -74.552 Renkum 31.580 -3 -4 -7 110.530 110.530 Renswoude 4.924 12 7 19 -18.711 -18.711 Reusel-De Mierden 12.713 30 1 31 -78.821 -78.821
Meicirculaire gemeentefonds 2015
57
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Rheden 43.640 -3 3 0 0 0 Rhenen 19.116 2 0 2 -7.646 -7.646 Ridderkerk 45.253 4 1 5 -45.253 -45.253 Rijnwaarden 10.917 -9 3 -6 32.751 32.751 Rijssen-Holten 37.661 17 -7 10 -75.322 -75.322 Rijswijk 47.634 -15 7 -8 190.536 190.536 Roerdalen 20.832 14 0 13 -54.163 -54.163 Roermond 56.929 0 -3 -3 85.394 60.056 145.450 Roosendaal 77.027 8 0 9 -138.649 69.781 -68.868 Rotterdam 618.357 -9 -3 -11 3.400.964 579.088 3.980.052 Rozendaal 1.503 5 -24 -18 13.527 13.527 Rucphen 22.180 7 3 10 -44.360 -44.360 Schagen 45.978 20 -9 11 -101.152 -101.152 Scherpenzeel 9.498 10 6 17 -32.293 -32.293 Schiedam 76.450 -16 12 -4 152.900 152.900 Schiermonnikoog 942 -9 -7 -16 15.072 15.072 Schijndel 23.360 10 -1 10 -46.720 -46.720 Schinnen 12.901 -4 4 0 0 0 Schouwen-Duiveland 33.852 21 2 23 -155.719 -155.719 's-Gravenhage 508.940 -8 -1 -8 2.035.760 721.552 2.757.312 's-Hertogenbosch 150.703 9 -2 7 -210.984 -210.984 Simpelveld 10.844 -2 1 -1 5.422 5.422 Sint-Anthonis 11.691 35 -5 30 -70.146 -70.146 Sint-Michielsgestel 28.121 15 -1 13 -73.115 -73.115 Sint-Oedenrode 17.934 20 3 24 -86.083 -86.083 Sittard-Geleen 93.691 5 -1 4 -74.953 52.151 -22.802 Sliedrecht 24.528 -4 -5 -9 110.376 110.376 Slochteren 15.548 13 4 17 -52.863 -52.863 Sluis 23.820 32 -11 20 -95.280 -95.280 Smallingerland 55.467 -5 -4 -9 249.602 249.602 Soest 45.493 5 0 5 -45.493 147.710 102.217 Someren 18.690 19 -2 18 -67.284 -67.284 Son en Breugel 16.235 7 4 11 -35.717 -35.717 Stadskanaal 32.803 -5 -6 -11 180.417 180.417 Staphorst 16.367 26 -3 23 -75.288 -75.288 Stede Broec 21.485 6 -6 0 0 0 Steenbergen 23.374 10 1 12 -56.098 -56.098 Steenwijkerland 43.350 12 -8 4 -34.680 122.913 88.233 Stein 25.390 8 0 8 -40.624 -40.624 Stichtse Vecht 63.856 10 1 11 -140.483 35.183 -105.300 Strijen 8.683 10 4 14 -24.312 -24.312 Sudwest Fryslan 84.180 8 -6 2 -33.672 -33.672 Ten Boer 7.479 -2 4 2 -2.992 -2.992 Terneuzen 54.709 17 -5 13 -142.243 -142.243 Terschelling 4.780 33 -20 13 -62.140 -62.140
Meicirculaire gemeentefonds 2015
58
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Texel 13.552 34 -21 13 -176.176 18.660 -157.516 Teylingen 35.735 14 1 14 -100.058 20.960 -79.098 Tholen 25.408 19 -1 18 -91.469 -91.469 Tiel 41.775 -10 -4 -13 271.538 271.538 Tilburg 210.270 4 2 6 -252.324 -252.324 Tubbergen 21.206 30 -3 27 -114.512 -114.512 Twenterand 33.929 10 -1 9 -61.072 -61.072 Tynaarlo 32.493 14 -5 9 -58.487 -58.487 Tytsjerksteradiel 31.973 9 -2 8 -51.157 -51.157 Uden 40.913 13 -1 11 -90.009 70.447 -19.562 Uitgeest 13.234 -4 10 5 -13.234 -13.234 Uithoorn 28.418 6 1 8 -45.469 -45.469 Urk 19.470 11 1 11 -42.834 -42.834 Utrecht 328.164 9 -5 4 -262.531 150.417 -112.114 Utrechtse Heuvelrug 47.951 11 -3 9 -86.312 95.287 8.975 Vaals 9.685 -33 0 -32 183.543 183.543 Valkenburg aan de Geul 16.675 -2 -5 -7 58.363 58.363 Valkenswaard 30.335 5 -1 4 -24.268 -24.268 Veendam 27.792 -10 -4 -15 208.440 208.440 Veenendaal 63.252 2 1 3 -37.951 -37.951 Veere 21.868 31 -10 21 -91.846 -91.846 Veghel 37.464 18 -4 15 -112.392 -112.392 Veldhoven 44.155 11 2 13 -114.803 -114.803 Velsen 67.220 2 6 7 -94.108 -94.108 Venlo 100.428 6 -1 6 -120.514 -120.514 Venray 43.112 19 -4 15 -129.336 93.101 -36.235 Vianen 19.596 1 2 3 -11.758 -11.758 Vlaardingen 70.981 -13 2 -11 390.396 390.396 Vlagtwedde 15.905 18 -12 6 -19.086 34.689 15.603 Vlieland 1.110 10 -18 -8 8.880 8.880 Vlissingen 44.444 -22 4 -18 399.996 73.676 473.672 Voerendaal 12.454 4 3 7 -17.436 -17.436 Voorschoten 24.951 -6 12 6 -29.941 -29.941 Voorst 23.767 16 -2 14 -66.548 -66.548 Vught 25.638 9 -13 -4 51.276 215.408 266.684 Waalre 16.765 3 5 8 -26.824 -26.824 Waalwijk 46.498 11 -2 8 -74.397 -74.397 Waddinxveen 25.508 3 11 14 -71.422 -71.422 Wageningen 37.429 5 21 25 -187.145 -187.145 Wassenaar 25.675 -1 -5 -6 77.025 28.717 105.742 Waterland 17.134 12 8 20 -68.536 -68.536 Weert 48.721 10 -5 5 -48.721 114.163 65.442 Weesp 18.172 -10 4 -6 54.516 54.516 Werkendam 26.387 16 -1 15 -79.161 -79.161 West Maas en Waal 18.419 19 2 21 -77.360 -77.360
Meicirculaire gemeentefonds 2015
59
Herverdeeleffecten per inwoner en suppletie 2016 groot onderhoud Gemeente Inwoners 2e fase Restant 1e fase Totaal Suppletie- Aanvulling Totaal suppletiehve per inw hve per inw hve per inw uitkering uitkering BAG 1 Westerveld 18.933 17 -2 15 -56.799 -56.799 Westervoort 15.138 -33 6 -27 204.363 204.363 Westland 103.241 18 5 22 -454.260 -454.260 Weststellingwerf 25.454 9 -3 6 -30.545 -30.545 Westvoorne 13.964 12 -7 5 -13.964 -13.964 Wierden 23.909 15 1 16 -76.509 -76.509 Wijchen 41.043 6 1 7 -57.460 -57.460 Wijdemeren 23.187 11 3 13 -60.286 -60.286 Wijk bij Duurstede 23.043 7 5 11 -50.695 -50.695 Winsum 13.850 -4 -2 -6 41.550 41.550 Winterswijk 28.881 4 -3 0 0 0 Woensdrecht 21.621 13 -6 7 -30.269 150.633 120.364 Woerden 50.577 13 4 16 -161.846 -161.846 Wormerland 15.777 -4 14 9 -28.399 -28.399 Woudenberg 12.422 8 4 12 -29.813 -29.813 Woudrichem 14.425 17 0 17 -49.045 -49.045 Zaanstad 150.598 2 7 9 -271.076 130.191 -140.885 Zaltbommel 27.182 16 -3 13 -70.673 -70.673 Zandvoort 16.575 -15 16 1 -3.315 -3.315 Zederik 13.656 22 -1 21 -57.355 -57.355 Zeevang 6.341 6 15 21 -26.632 -26.632 Zeewolde 21.499 14 0 14 -60.197 -60.197 Zeist 61.250 3 -15 -12 367.500 274.292 641.792 Zevenaar 32.283 3 -1 2 -12.913 -12.913 Zoetermeer 123.561 -3 1 -3 185.342 77.161 262.503 Zoeterwoude 8.075 13 2 15 -24.225 -24.225 Zuidhorn 18.775 15 -3 11 -41.305 -41.305 Zuidplas 40.892 6 7 13 -106.319 -106.319 Zundert 21.399 22 2 24 -102.715 -102.715 Zutphen 47.164 -9 -5 -14 330.148 55.718 385.866 Zwartewaterland 22.167 16 2 18 -79.801 -79.801 Zwijndrecht 44.547 -6 1 -4 89.094 89.094 Zwolle 123.159 10 -1 8 -197.054 66.070 -130.984 1
Aanvulling BAG (kazernes en gevangenissen) bedraagt in 2016 en 2017 respectievelijk 67% en 33% van het aanvullende bedrag 2015 (zie bijlage 2.4.2.1 van de decembercirculaire 2014)
Meicirculaire gemeentefonds 2015
60
Bijlage 2.4.5a Cumulatieregeling gemeentefonds
Meicirculaire gemeentefonds 2015
61
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Aa en Hunze 0 -10.216 0 -1.814 Aalburg -48.834 -57.945 -21.667 -18.267 Aalsmeer -63.466 -81.544 0 -11.002 Aalten -106.511 -144.421 -71.641 -47.356 Achtkarspelen -60.372 -130.341 -113.639 -52.353 Alblasserdam -17.656 -12.208 -29.178 -20.986 Albrandswaard -46.976 -50.208 -10.005 -14.944 Alkmaar -173.450 -206.445 -92.599 -52.781 Almelo 1.231.803 1.594.098 1.449.180 579.672 Almere 0 -207.700 -68.007 -84.130 Alphen aan den Rijn -57.070 0 0 -43.286 Alphen-Chaam -9.471 -14.039 0 -271 Ameland -26.622 -36.497 -17.800 -13.094 Amersfoort -118.357 -139.598 0 -37.878 Amstelveen -35.213 0 0 -2.027 Amsterdam 0 0 -357.066 -90.470 Apeldoorn 0 0 0 0 Appingedam 0 0 284.980 121.174 Arnhem -359.772 -447.925 -457.634 -201.239 Assen 1.310.205 2.620.410 1.814.130 806.280 Asten 0 -1.539 0 0 Baarle-Nassau -21.811 -11.748 0 -10.512 Baarn -112.021 -145.029 -64.647 -50.533 Barendrecht 0 0 0 -6.778 Barneveld 0 0 0 0 Bedum -34.383 -38.215 -21.516 -17.123 Beek 19.525 16.271 0 0 Beemster -27.863 -24.018 -2.349 -5.311 Beesel 0 0 0 0 Bellingwedde 0 -694 -4.003 -249
Meicirculaire gemeentefonds 2015
62
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bergeijk -56.554 -46.226 -130 -8.796 Bergen L -54.326 -66.870 -29.868 -20.705 Bergen NH -136.070 -156.961 -57.802 -50.144 Bergen op Zoom 0 0 -26.896 -7.919 Berkelland -28.425 -39.312 0 0 Bernheze -57.362 -55.825 -665 -11.327 Best -105.854 -135.973 -57.593 -48.431 Beuningen 0 0 0 -4.221 Beverwijk -97.238 -130.745 -66.140 -44.208 Binnenmaas -20.597 -32.186 0 -4.792 Bladel -44.883 -35.404 0 -7.022 Blaricum 32.738 0 0 0 Bloemendaal -43.485 -39.628 -1.836 -12.554 Bodegraven-Reeuwijk -70.570 0 0 -17.264 Boekel -11.727 -13.414 -1.367 0 Borger-Odoorn -47.435 -77.176 -35.865 -19.554 Borne 0 0 0 0 Borsele -26.577 0 0 -4.307 Boxmeer -33.837 0 0 -18.121 Boxtel -4.906 -53.615 -15.922 -18.604 Breda -79.473 -339.816 -196.210 -65.127 Brielle -38.160 -59.643 -16.978 -21.004 Bronckhorst 0 0 0 0 Brummen 43.766 7.059 0 0 Brunssum 0 0 -37.767 -27.460 Bunnik -30.249 -28.662 -2.603 -6.935 Bunschoten -52.623 -89.775 -33.149 -29.148 Buren -64.948 -53.136 0 -7.445 Bussum 0 0 0 -10.921 Capelle aan den IJssel -22.278 -21.426 -19.220 -41.028
Meicirculaire gemeentefonds 2015
63
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Castricum -99.655 -106.415 -31.933 -30.974 Coevorden 178.845 0 -29.074 0 Cranendonck -19.156 -15.239 0 0 Cromstrijen -36.165 0 0 -13.668 Cuijk -9.915 -38.621 -20.736 -6.500 Culemborg 0 0 -24.529 -3.848 Dalfsen -19.471 0 0 -1.980 Dantumadiel -47.402 -36.192 -98.462 -46.176 De Bilt -55.460 -54.232 0 -13.030 De Friese Meren -51.214 -113.121 -55.728 -22.944 De Marne 0 0 0 -2.678 De Ronde Venen -85.601 -48.192 0 -4.067 De Wolden -51.324 -52.564 -6.592 -8.551 Delft -26.664 0 0 -25.475 Delfzijl -1.685 0 0 0 Den Helder 0 354.192 347.747 319.251 Deurne -121.252 -124.848 -31.225 -37.159 Deventer -341.588 -442.904 -217.681 -145.924 Diemen -71.799 -97.638 -42.821 -28.205 Dinkelland -38.725 0 0 -15.197 Doesburg 163.930 133.432 297.362 125.807 Doetinchem 0 -6.331 0 0 Dongen -30.492 -34.140 -5.400 -7.860 Dongeradeel -37.898 -87.562 -82.246 -39.083 Dordrecht -27.145 -21.376 0 -19.382 Drechterland -66.242 -62.688 -10.865 -15.934 Drimmelen -73.871 -56.065 0 -11.469 Dronten 0 0 54.030 -4.818 Druten -50.586 -63.324 -26.981 -22.103 Duiven 0 0 0 -7.938
Meicirculaire gemeentefonds 2015
64
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Echt-Susteren -23.555 -25.616 -2.438 -4.459 Edam-Volendam -73.055 -74.226 -13.630 -24.746 Ede 0 0 0 0 Eemnes 0 0 0 -209 Eemsmond -1.305 0 0 0 Eersel -99.098 -108.471 -33.412 -32.147 Eijsden-Margraten -12.082 -20.418 0 -11.844 Eindhoven -445.294 -410.700 -80.434 -80.899 Elburg 0 0 0 -3.158 Emmen 0 -119.696 -165.591 -3.014 Enkhuizen -59.822 -76.230 -63.226 -31.760 Enschede 0 -96.515 -236.320 0 Epe -6.924 -37.387 -10.686 -9.925 Ermelo -13.254 -5.084 -6.206 -11.800 Etten-Leur 141.190 0 0 0 Ferwerderadiel -33.569 -52.494 -32.008 -17.161 Franekeradeel -7.785 0 0 0 Geertruidenberg 0 0 0 0 Geldermalsen -25.321 -27.434 0 -5.017 Geldrop-Mierlo -13.470 -32.783 -1.969 -11.118 Gemert-Bakel -6.687 -24.347 0 -2.796 Gennep -94.761 -114.819 -64.107 -46.721 Giessenlanden -4.033 0 0 0 Gilze en Rijen -38.348 -37.558 -13.686 -4.362 Goeree-Overflakkee -69.633 -60.264 0 -9.203 Goes -39.037 -38.724 -5.943 -19.850 Goirle 0 0 0 -3.305 Gorinchem -27.437 0 -10.938 -23.275 Gouda 0 0 33.515 22.932 Grave -30.005 -31.249 -22.683 -18.149
Meicirculaire gemeentefonds 2015
65
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Groesbeek -56.833 -63.497 -44.869 -24.831 Groningen 0 0 -250.220 -94.030 Grootegast -14.279 -38.887 -25.446 -14.589 Gulpen-Wittem -30.843 -34.385 -10.160 -11.018 Haaksbergen -28.517 -40.142 -17.723 -6.966 Haaren -32.829 -18.156 -7.568 -13.283 Haarlem -121.210 -213.069 -56.506 -64.907 Haarlemmerliede Spaarnw -16.553 -14.763 -554 -4.405 Haarlemmermeer -146.792 -124.608 0 -17.175 Halderberge 0 -26.937 -8.693 -4.198 Hardenberg 0 -19.488 -15.639 -4.985 Harderwijk -6.031 -54.242 -22.851 -19.132 Hardinxveld-Giessendam -24.463 -20.626 0 -6.439 Haren 143.995 287.991 300.512 262.948 Harlingen 102.837 47.463 -19.289 0 Hattem 35.978 27.375 0 0 Heemskerk 0 0 0 -20.505 Heemstede -29.849 -17.264 0 -6.820 Heerde 0 0 -2.193 -3.094 Heerenveen 0 0 -26.625 -26.443 Heerhugowaard 0 0 0 -10.169 Heerlen 209.503 789.106 0 -39.386 Heeze-Leende -44.634 -39.475 -1.534 -10.617 Heiloo -39.228 -39.335 -11.563 -8.737 Hellendoorn 0 0 -16.633 -10.956 Hellevoetsluis -12.150 0 0 -29.722 Helmond 0 -41.244 -16.876 -4.257 Hendrik-Ido-Ambacht 0 0 0 0 Hengelo O 269.857 215.885 0 0 Het Bildt 0 16.138 0 0
Meicirculaire gemeentefonds 2015
66
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Heumen 8.711 0 0 0 Heusden -80.751 -82.797 -22.588 -24.877 Hillegom -16.475 -28.641 -180 -7.594 Hilvarenbeek -55.309 -48.329 -5.024 -10.565 Hilversum 0 0 -54.164 -43.389 Hof van Twente 0 0 0 0 Hollands Kroon -178.953 -176.590 -38.142 -47.077 Hoogeveen 706.988 1.075.059 655.968 0 Hoogezand-Sappemeer 760.405 1.486.507 1.406.464 2.133.664 Hoorn -53.671 -118.230 -98.367 -51.996 Horst aan de Maas -70.780 -104.266 -18.951 -21.889 Houten -64.910 -47.165 0 -11.938 Huizen 0 13.926 0 -6.902 Hulst 0 -21.541 0 0 IJsselstein -85.818 -105.454 -39.421 -38.748 Kaag en Braassem -53.571 -43.678 -539 -12.891 Kampen 415.548 953.717 306.552 0 Kapelle -28.796 -44.873 -15.986 -14.991 Katwijk 0 0 0 -8.982 Kerkrade 888.896 1.029.248 327.488 0 Koggenland -11.211 0 0 -536 Kollumerland en Nwkruisl -23.175 0 0 0 Korendijk -23.064 0 0 -4.849 Krimpen aan den IJssel 0 0 0 -10.310 Krimpenerwaard -101.155 0 0 -39.807 Laarbeek -55.468 -41.860 0 -6.935 Landerd -18.047 -27.313 0 -3.276 Landgraaf -1.571 -32.622 -49.637 -29.342 Landsmeer -13.195 -20.722 0 -6.226 Langedijk 111.331 -11.097 0 0
Meicirculaire gemeentefonds 2015
67
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Lansingerland -112.379 -109.542 -15.800 -34.332 Laren -4.658 -2.980 0 -2.766 Leek -23.269 -23.506 -22.563 -10.051 Leerdam -124.124 -168.168 -96.886 -65.856 Leeuwarden 0 0 -119.053 -15.357 Leeuwarderadeel 0 0 -4.366 -1.105 Leiden -87.540 -96.893 -25.979 -23.113 Leiderdorp 209.141 80.439 0 0 Leidschendam-Voorburg -47.140 -33.202 -43.693 -36.233 Lelystad 0 142.810 158.422 148.483 Leudal 0 0 24.146 0 Leusden 0 0 0 0 Lingewaal -62.104 -67.778 -20.679 -20.952 Lingewaard -150.958 -166.099 -46.061 -55.581 Lisse 0 0 0 0 Littenseradiel -27.345 -41.346 -16.563 -11.885 Lochem 0 -28.017 0 0 Loon op Zand -43.509 -41.598 -7.389 -9.356 Lopik 0 -8.913 0 0 Loppersum -66 -8.704 -12.692 -6.541 Losser 0 0 -21.410 -2.696 Maasdriel -25.419 0 0 -5.184 Maasgouw -71.494 -69.933 -17.572 -17.112 Maassluis 0 0 0 -9.842 Maastricht 792.089 530.781 -66.374 0 Marum -16.678 -20.797 -9.767 -6.728 Medemblik -180.212 -194.372 -62.357 -53.632 Meerssen 0 0 16.784 0 Menameradiel 0 -1.151 -7.411 -6.102 Menterwolde -691 0 0 0
Meicirculaire gemeentefonds 2015
68
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Meppel 0 -26.997 -47.873 -25.667 Middelburg 0 45.167 -3.633 -6.644 Midden Drenthe -2.261 0 -20.624 -4.653 Midden-Delfland -35.820 -30.607 0 -5.147 Mill en Sint Hubert -54.834 -57.075 -15.615 -16.576 Moerdijk -50.834 -55.953 0 -3.503 Molenwaard 0 -22.290 0 0 Montferland 265.901 349.870 0 0 Montfoort U 31.824 9.093 0 0 Mook en Middelaar -23.057 -26.778 -13.973 -12.759 Muiden -15.395 -17.477 -5.482 -6.228 Naarden 0 0 0 0 Neder-Betuwe -45.884 -54.930 -21.776 -16.356 Nederweert 0 71.471 0 0 Neerijnen -6.852 -10.318 0 -287 Nieuwegein 0 0 0 -16.010 Nieuwkoop -77.610 0 0 -23.913 Nijkerk 0 -15.220 0 0 Nijmegen -238.571 -341.136 -190.670 -68.219 Nissewaard 0 0 0 -46.577 Noord-Beveland -12.639 0 0 0 Noordenveld 0 -14.735 -6.844 -1.734 Noordoostpolder 40.175 0 0 0 Noordwijk -55.106 -54.859 -7.977 -18.307 Noordwijkerhout -14.556 -13.406 0 -2.663 Nuenen c.a. 0 -21.913 -14.616 -7.551 Nunspeet -13.213 -12.724 0 -2.232 Nuth -11.440 0 -8.317 -15.212 Oegstgeest 57.275 91.640 114.550 68.730 Oirschot -48.998 -60.912 -21.340 -24.193
Meicirculaire gemeentefonds 2015
69
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Oisterwijk -24.681 0 -4.765 -10.459 Oldambt -36.034 -27.053 -49.832 -25.745 Oldebroek 185.725 152.233 114.175 0 Oldenzaal 0 0 0 -12.549 Olst-Wijhe -20.078 0 0 -9.746 Ommen 0 0 0 0 Onderbanken 154.993 309.986 394.050 813.182 Oost Gelre -9.459 -46.090 -3.021 -9.940 Oosterhout 0 0 0 0 Ooststellingwerf 0 -29.038 -23.694 -6.444 Oostzaan -40.928 -40.339 -8.393 -11.812 Opmeer -7.382 -2.129 0 0 Opsterland -43.844 -55.034 -26.423 -16.403 Oss -101.119 -147.719 -2.000 -34.041 Oud-Beijerland 0 0 0 -13.006 Oude IJsselstreek -80.435 -92.642 -46.096 -18.436 Ouder-Amstel -13.848 -13.495 0 -9.177 Oudewater 0 0 0 -1.377 Overbetuwe -171.202 -200.313 -75.075 -62.979 Papendrecht -27.384 -27.213 0 -13.019 Peel en Maas -89.813 -67.138 0 -8.281 Pekela 0 66.124 1.101 0 Pijnacker-Nootdorp -210.281 -248.815 -83.833 -86.040 Purmerend -131.928 -145.754 -42.889 -50.334 Putten -5.271 -13.858 0 0 Raalte -13.105 -31.777 0 -3.056 Reimerswaal -51.860 -45.347 0 -11.503 Renkum 0 0 0 0 Renswoude -2.719 -2.939 -501 -1.648 Reusel-De Mierden -55.162 -53.229 -11.053 -12.605
Meicirculaire gemeentefonds 2015
70
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Rheden -34.069 -51.544 -33.811 -15.293 Rhenen -47.885 -69.619 -41.763 -21.395 Ridderkerk -161.956 -184.177 -64.486 -61.198 Rijnwaarden 0 0 0 -3.654 Rijssen-Holten 0 -17.631 0 0 Rijswijk 460.462 15.878 0 0 Roerdalen 0 0 0 0 Roermond 939.329 967.793 113.858 0 Roosendaal 0 0 0 0 Rotterdam -96.130 -565.821 -984.438 -482.898 Rozendaal 37.575 54.108 55.611 93.485 Rucphen -62.392 -72.885 -29.329 -21.103 Schagen -118.274 -126.716 -35.039 -38.803 Scherpenzeel -9.847 -14.720 -1.231 -4.530 Schiedam -132.271 -118.436 -24.702 -73.016 Schiermonnikoog -3.479 -6.537 -3.606 -2.627 Schijndel -97.995 -116.260 -46.381 -36.540 Schinnen 197.815 395.631 593.446 1.255.626 Schouwen-Duiveland -81.757 -64.366 -1.334 -9.016 's-Gravenhage 0 -52.610 -900.740 -411.645 's-Hertogenbosch -324.394 -361.267 -141.826 -97.698 Simpelveld 48.798 21.688 0 0 Sint-Anthonis -63.640 -65.655 -17.884 -17.545 Sint-Michielsgestel -74.854 -66.597 -5.865 -18.775 Sint-Oedenrode -62.823 -57.520 -8.325 -13.772 Sittard-Geleen 762.020 530.916 -25.385 0 Sliedrecht -128.777 -146.272 -80.158 -60.999 Slochteren -95.501 -116.532 -52.023 -34.476 Sluis -24.837 -6.604 -18.155 -11.958 Smallingerland 748.805 610.137 -45.085 0
Meicirculaire gemeentefonds 2015
71
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Soest 333.615 0 0 0 Someren -16.110 0 0 -6.685 Son en Breugel -7.292 -22.161 -1.258 -5.033 Stadskanaal 5.943 0 -23.098 -782 Staphorst -6.405 0 11.251 10.180 Stede Broec 0 -6.177 -2.303 -2.049 Steenbergen -21.856 -47.830 -14.408 -12.819 Steenwijkerland 0 0 0 -8.463 Stein -9.197 -10.859 0 -605 Stichtse Vecht 0 -15.545 0 0 Strijen 4.052 -2.764 0 0 Sudwest Fryslan 0 0 0 -42.261 Ten Boer -10.023 -20.354 -8.029 -6.242 Terneuzen 0 -29.710 0 0 Terschelling 0 0 0 0 Texel -56.186 -77.514 -38.195 -27.794 Teylingen 171.528 142.940 0 0 Tholen -106.658 -111.060 -30.939 -31.742 Tiel 0 0 -58.648 -16.934 Tilburg -278.256 -309.647 -126.990 -75.298 Tubbergen -105.541 -75.152 0 -50.273 Twenterand -19.189 0 0 0 Tynaarlo -15.631 0 -28.881 -13.946 Tytsjerksteradiel 0 -24.789 -33.841 -8.026 Uden -9.020 0 -4.266 -13.658 Uitgeest -35.078 -40.627 -12.047 -15.068 Uithoorn 0 0 0 -7.454 Urk -42.731 -5.427 0 0 Utrecht -491.614 -563.647 -257.427 -143.505 Utrechtse Heuvelrug 374.018 335.657 143.853 0
Meicirculaire gemeentefonds 2015
72
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Vaals 0 0 100.071 -8.644 Valkenburg aan de Geul 0 0 -13.697 -6.046 Valkenswaard -76.931 -101.989 -43.717 -37.104 Veendam 597.528 889.344 750.384 333.504 Veenendaal 185.539 0 0 0 Veere -20.875 -19.656 0 0 Veghel -64.575 -88.115 -21.086 -18.760 Veldhoven -19.422 0 -5.788 -15.793 Velsen -7.534 -52.496 0 -12.823 Venlo 723.082 0 -81.630 0 Venray -118.325 -109.075 -19.031 -26.902 Vianen -22.568 -24.702 -7.576 -7.952 Vlaardingen 0 0 0 -10.155 Vlagtwedde -13.966 -25.668 -13.738 -6.210 Vlieland -738 0 -590 -926 Vlissingen -71.395 -31.300 -117.253 -61.466 Voerendaal 129.522 211.718 74.724 0 Voorschoten 0 0 -6.687 -5.949 Voorst -77.855 -91.361 -34.351 -27.456 Vught -29.027 -29.709 -18.995 -16.228 Waalre 0 0 0 0 Waalwijk -134.945 -161.397 -70.077 -47.191 Waddinxveen -19.689 0 0 0 Wageningen 0 -24.532 0 0 Wassenaar 0 0 0 -11.457 Waterland -71.915 -68.999 -12.447 -19.556 Weert -18.294 -53.264 -19.658 -11.617 Weesp 0 0 -13.234 -7.096 Werkendam -78.414 -85.549 -22.647 -27.017 West Maas en Waal -62.691 -60.960 -17.463 -12.596
Meicirculaire gemeentefonds 2015
73
Suppleties cumulatieregeling gemeentefonds Gemeente Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Westerveld 12.622 0 -10.259 0 Westervoort -9.952 0 -29.178 -10.474 Westland -163.581 -27.599 -7.697 -56.620 Weststellingwerf -5.289 -10.963 -3.448 0 Westvoorne -21.092 -31.508 -3.266 -11.321 Wierden -54.073 -85.801 -39.890 -32.675 Wijchen -29.456 -67.181 -23.160 -15.658 Wijdemeren -28.039 -18.939 0 -3.786 Wijk bij Duurstede 58.376 38.405 0 0 Winsum 0 0 -4.105 -2.704 Winterswijk -23.160 0 -21.529 -32.220 Woensdrecht -37.579 -35.577 -4.726 -11.176 Woerden -79.996 -51.165 0 -9.853 Wormerland -12.512 0 -730 -10.157 Woudenberg -13.352 -19.170 -278 -4.739 Woudrichem -5.527 -7.023 0 0 Zaanstad -506.198 -596.136 -251.184 -174.389 Zaltbommel -112.987 -137.952 -56.318 -43.629 Zandvoort -55.773 -73.999 -40.439 -22.422 Zederik -54.739 -59.179 -16.654 -17.570 Zeevang -24.318 -22.044 -3.049 -5.646 Zeewolde 0 0 0 -4.614 Zeist 0 0 -13.133 -11.684 Zevenaar 0 0 -8.747 0 Zoetermeer 0 0 0 -20.624 Zoeterwoude -23.266 -13.546 -6.878 -10.012 Zuidhorn -17.207 -11.726 0 -1.791 Zuidplas -42.578 0 0 -25.351 Zundert -74.405 -68.720 -7.943 -18.146 Zutphen 140.122 342.049 0 -6.577 Zwartewaterland 13.300 22.167 0 0 Zwijndrecht 0 0 0 0 Zwolle -4.799 -20.757 0 0
Meicirculaire gemeentefonds 2015
74
Bijlage 2.5.1 Ontwikkeling uitkeringsfactor Toelichting uitkomst uitkeringsfactoren In paragraaf 2.5 is in tabel 2.5.1 een nieuwe raming van de uitkeringsfactoren 2015-2020 opgenomen. Om gemeenten inzicht te geven in de ontwikkeling volgen hierna twee tabellen. Daarin is de ontwikkeling opgenomen ten opzichte van de septembercirculaire 2014 (verticale toelichting) en van het ene naar het andere uitkeringsjaar (horizontale toelichting). Verticale toelichting Onderstaande tabel laat de ontwikkeling van de uitkeringsfactor zien ten opzichte van de stand septembercirculaire 2014.
Ontwikkeling uitkeringsfactor 2015-2020 ten opzichte van de septembercirculaire 2014 2015 2016 2017 2018 stand septembercircularie 2014
2019
2020
1,426
1,436
1,437
1,430
1,437
-
-0,039 0,001 0,000
0,000 0,001 -0,004
-0,017 0,001 -0,002
-0,015 0,001 -0,001
-0,012 0,001 -0,001
1,388 1,385
1,433
1,419
1,415
1,425
mutaties deze circularie mutatie accres uitdeling verdeelreserve 2014 uitkeringsbasis/OZB uitkeringsfactor stand deze circulaire - bestaande verdeling - nieuwe verdeling
1,411
Voor alle jaren valt de uitkeringsfactor ten opzichte van de septembercirculaire 2014 lager uit. In 2016 is het verschil het kleinst. De verschillen worden voornamelijk veroorzaakt door de nieuwe accresramingen. Ontwikkelingen in de uitkeringsbasis geven in 2015 geen aanleiding tot aanpassing van de uitkeringsfactor. Door de tweede fase van het groot onderhoud gemeentefonds is de samenstelling van de uitkeringsbasis gewijzigd. De invoering van het nieuwe model zorgt voor een verlaging met drie uitkeringspunten. Dit is het gecombineerde effect van de hogere omvang van de (sub)clusters van de tweede fase en van de overgang op een driejarig gemiddelde voor de maatstaf bijstandsontvangers. Voor 2015 komt één punt uitkeringsfactor naar huidig inzicht overeen met € 12 miljoen. Hieronder staat een overzicht van de ramingen van de maatstaf bijstandsontvangers stand september 2014 en stand deze circulaire (het jaar 2020 wordt voor het eerst geraamd).
stand septembercircirculaire stand deze circulaire stand deze circulaire (nieuw model)
2015
2016
2017
2018
2019
408.869 405.849
419.637
432.152
442.920
455.054
403.656
418.098
430.936
443.076
2020
455.864
De raming van deze maatstaf is bij deze circulaire voor 2015 gebaseerd op gegevens van het CBS (Statline). Deze gegevens zijn gecorrigeerd voor administratieve vertragingen.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
75
Horizontale toelichting Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van de uitkeringsfactoren voor de jaren 2015 tot en met 2020.
Ontwikkeling uitkeringsfactor 2015-2020 van jaar op jaar
uitkeringsfactor, jaar t
2015
2016
1,385
1,433 0,048
verschil ten opzichte van jaar t-1
2017
2018
2019
2020
1,419
1,415
1,425
1,411
-0,014
-0,004
0,010
-0,014
waarvan: - algemene mutaties
0,058
-0,005
0,005
0,020
-0,003
- verdeelreserve
-0,001
-0,001
-0,001
-0,001
-0,001
- ontwikkeling uitkeringsbasis (inclusief OZB)
-0,011
-0,009
-0,009
-0,009
-0,011
0,002
0,001
0,001
0,000
0,001
- overige ontwikkelingen
Elk jaar is er een neerwaarts effect op de uitkeringsfactor door de ontwikkeling van de uitkeringsbasis en een wisselend effect door de accresramingen. Het neerwaartse effect op de uitkeringsfactor van elf punten door de ontwikkeling van de uitkeringsbasis van 2015 op 2016 ontstaat voor vijf punten (negatief) door de raming van het aantal bijstandsontvangers. De overige maatstaven (exclusief de OZB-maatstaven) zorgen samen voor een neerwaarts effect van negen punten. Daar tegenover staat een opwaarts effect van drie punten bij de OZB-maatstaven. Dit effect bestaat uit de groei van het areaal (één punt) en het effect van de aanpassing van de rekentarieven (zie paragraaf 2.4.4 van deze circulaire; twee punten). De vergelijking van 2015 op 2016 kent beperkingen door de overgang op het nieuwe verdeelmodel. In onderstaande tabel zijn voor gemeenten die hun begroting in constante prijzen opstellen de uitkeringsfactoren uitgedrukt in constante prijzen.
Uitkeringsfactor 2016-2020 in constante prijzen 2015
omvang algemene uitkering, jaar t-1
2016
2017
2018
2019
2020
14.667,7
15.475,6
15.420,8
15.500,2
15.755,5
loon-/prijsmutatie
117,3
123,8
123,4
124,0
126,0
loon-/prijsmutatie (cumulatief)
117,3
241,1
364,5
488,5
614,6
één punt uitkeringsfactor, jaar t (mln euro)
12,2
12,3
12,5
12,6
12,7
loon-/prijsmutatie cumulatief (in punten UF)
10
20
29
39
48
uitkeringsfactoren in lopende prijzen
1,433
1,419
1,415
1,425
1,411
af: nominale ontw ikkeling
0,010
0,020
0,029
0,039
0,048
uitkeringsfactoren in constante prijzen
1,423
1,399
1,386
1,386
1,363
Meicirculaire gemeentefonds 2015
76
Bijlage 2.5.2 Volumina maatstaven 2015-2020 Tabel 1 bevat de volumina van de voornaamste dynamische maatstaven van het gemeentefonds. Deze vormen de grondslag voor de ramingen van de uitkeringsbasis en de uitkeringsfactoren van de jaren 2015 tot en met 2020.
Tabel 1
Volumina maatstaven 2015-2020 (ramingen mei 2015)
Maatstaven -
OZB inwoners jongeren ouderen ouderen 75-85 jaar huishoudens met een laag inkomen bijstandsontvangers uitkeringsontvangers minderheden eenpersoonhuishoudens eenouderhuishoudens huishoudens leerlingen (V)SO (gewogen) leerlingen VO (gewogen) oppervlakte bebouwing totaal woonruimten omgevingsadressendichtheid bedrijfsvestigingen
2015
2016
2017
1.820.708.750.000 16.902.146 3.828.105 3.007.743 933.062 2.306.910 405.849 1.334.656 1.352.111 540.068 7.838.865 375.877 737.411 111.686 7.715.418 15.007.265 1.591.902
1.827.987.522.903 16.919.077 3.803.932 3.080.213 952.343 2.329.979 403.656 1.325.378 1.368.063 2.933.415 541.518 7.976.502 374.508 745.236 113.490 7.792.572 15.195.516 1.591.902
1.857.218.953.610 16.969.920 3.790.979 3.155.469 970.628 2.353.279 418.098 1.339.252 1.384.204 2.970.187 542.937 8.041.697 373.175 753.143 115.479 7.870.498 15.347.471 1.591.902
2018
2019
2020
1.886.921.464.898 17.025.332 3.780.318 3.235.125 992.901 2.376.812 430.936 1.351.233 1.400.535 3.008.177 544.132 8.107.440 371.901 761.135 117.490 7.792.572 15.500.946 1.591.902
1.917.102.709.942 17.080.218 3.765.771 3.311.447 1.026.146 2.400.580 443.076 1.362.897 1.417.058 3.047.111 545.127 8.173.736 370.671 769.211 119.518 7.870.498 15.655.955 1.591.902
1.947.770.467.276 17.248.834 3.751.280 3.389.570 1.060.504 2.424.586 455.864 1.378.088 1.433.777 3.086.030 546.124 8.240.573 369.490 777.373 121.561 7.949.203 15.812.515 1.591.902
Maatstaven -
OZB inwoners jongeren ouderen ouderen 75-85 jaar huishoudens met een laag inkomen bijstandsontvangers uitkeringsontvangers minderheden eenpersoonhuishoudens eenouderhuishoudens huishoudens leerlingen (V)SO (gewogen) leerlingen VO (gewogen) oppervlakte bebouwing totaal woonruimten omgevingsadressendichtheid bedrijfsvestigingen
Doorgaans zijn voluminamutaties van jaar tot jaar gebaseerd op de groei van de aantallen inwoners en woonruimten. Tabel 2 geeft een overzicht van de geraamde procentuele groei van deze maatstaven in de jaren 2015 tot en met 2019.
Tabel 2
Raming groeipercentages: inwoners en woonruimten 2015-2019
- inw oners - w oonruimten
2015
2016
2017
2018
2019
0,43% 0,80%
0,10% 1,00%
0,30% 1,00%
0,33% 1,00%
0,32% 1,00%
Meicirculaire gemeentefonds 2015
77
Bijlage 2.5.3 Suppletie-uitkering Bommenregeling
Meicirculaire gemeentefonds 2015
78
Suppletie-uitkering Bommenregeling Gemeente Eemsmond Epe Harderwijk Maastricht Oude IJsselstreek Renkum Rhenen Schagen Schouwen-Duiveland Soest Steenbergen Stein Uden Voorst Wijchen Zutphen Totaal
2015 Toegekend bedrag (70%) 10.000 7.000 58.047 40.633 2.342.721 1.639.905 77.664 54.365 16.706 11.694 170.677 119.474 2.247 1.573 100.589 70.412 700.084 490.059 54.371 38.060 420.487 294.341 222.000 155.400 118.445 82.912 47.017 32.912 129.527 90.669 113.065 79.146 4.583.647 3.208.553
Meicirculaire gemeentefonds 2015
79
Bijlage 3.2.1 Aansluiting Voorjaarsnota 2015 – meicirculaire 2015 Aansluiting Voorjaarsnota Onderstaande tabel toont de aansluiting tussen de Voorjaarsnota, deze meicirculaire en de tabellen van het overhedenoverleg voor wat betreft het budget Jeugdwet. Totaal stand voorjaarsnota 1 2 3 4
correctie foutieve boeking invoering NHC in AWBZ aanpassing pleegzorgvergoeding saldo V&J-posten
5
uitname VNG
6
Stand meicirculaire
2015
2016
2017
2018
2019
2020
3.756.250
3.581.475
3.478.304
3.477.963
3.477.968
3.477.968
6.989 0
-1.981 11.000
-1.911 20.000
-1.894 28.000
-1.894 28.000
-1.894 28.000
224 -2.800
224 -2.700
224 -2.700
224 300
224 300
224 300
0
-12.800
-4.400
-4.400
0
0
3.760.663
3.575.218
3.489.517
3.500.193
3.504.598
3.504.598
In het boeken van de mutaties op het macrobudget Jeugd is een aantal onvolkomenheden geconstateerd. Dit betreft voor Jeugd een vijftal posten. Deze worden gecorrigeerd, waarmee het macrobudget Jeugdwet nog wijzigt. Dit betreft voor Jeugd de volgende posten: 1. Er hebben een drietal foutieve boekingen plaatsgevonden. Twee betreffen een meerjarenreeks. Eentje een eenmalig bedrag in 2015. 2. Al met de meicirculaire 2014 was bekend dat gemeenten een oplopende reeks aan NHC voor intramurale zorg zullen ontvangen. Deze reeks is nog niet geboekt. Deze overboeking vindt z.s.m. alsnog plaats. 3. De regeling waarin de pleegzorgvergoeding is vastgelegd, wordt aangepast, opdat ook pleegouders die eerder alleen in aanmerking kwamen voor een TOG of TOG+ vergoeding nu ook in aanmerking komen voor de pleegzorgvergoeding. Hiertoe worden de benodigde extra middelen aan het macrobudget Jeugdwet toegevoegd. Deze overboeking vindt z.s.m. alsnog plaats. 4. De mutaties die vanuit de VenJ-begroting nog plaatsvinden, worden bij septembercirculaire geboekt. 5. VNG zal in de eerste jaren nog een aantal randvoorwaardelijke functies collectief financieren voor gemeenten. Dit budget was voor het jaar 2015 al uit het macrobudget Jeugdwet gehaald. In de laatste standen waren deze collectieve middelen voor de jaren 2016 tot en met 2018 nog niet apart gezet. Dit gebeurt nu alsnog. Onderstaande tabel toont de aansluiting tussen de Voorjaarsnota, deze meicirculaire en de tabellen van het overhedenoverleg voor wat betreft het budget Wmo 2015 exclusief de integratie-uitkering Wmo en de decentralisatie-uitkering HHT.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
80
2015 Totaal stand voorjaarsnota
2016
2017
2018
2019
2020
3.514.841 3.581.893 3.621.587 3.583.588 3.593.587 3.581.587
1
DU's VO en MO
91.555
91.555
2
Uitname VNG nr. 1
14.683
3
Uitname VNG nr. 2
7.545
4
Doventolk
2.400
5
Stand overhedenoverleg 3.630.943 3.673.333 3.713.027 3.675.028 3.685.027 3.673.027
6
Doventolk aanvullend
7
Stand meicirculaire
2.092
2.096
91.555
2.026
91.555
2.009
91.555
91.555
2.009
2.009
3.633.035 3.675.429 3.715.053 3.677.037 3.687.036 3.675.036
Dit betreft voor Wmo 2015 de volgende posten: 1. Dit betreft het AWBZ-budget dat samenhangend met opvang aan het budget van de decentralisatie-uitkeringen is toegevoegd. 2. Betreft de uitname in verband met de financiering van een aantal specialistische en/of landelijk georganiseerde taken zoals besloten in de Algemene Ledenvergadering van de VNG van 18 juni 2014. 3. Betreft de uitname in verband met de financiering van een aantal specialistische en/of landelijk georganiseerde taken zoals besloten in de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 17 november 2014. 4. Voor de uitvoering van de landelijke doventolkregeling geldt dat ten laste van de begroting van VWS incidenteel in 2015 en conform bestuurlijke afspraak van vorig jaar € 2,4 miljoen aanvullend beschikbaar is gesteld. 5. Saldo zoals besproken in het overhedenoverleg op 29 mei. 6. Aanvullend wordt de uitvoering van de landelijke doventolkregeling vanaf dit jaar € 2,1 miljoen en vanaf 2017 structureel € 2 miljoen aan de integratie-uitkering sociaal domein toegevoegd.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
81
Bijlage 3.3.1 Verdeling integratie-uitkering Sociaal domein
Meicirculaire gemeentefonds 2015
82
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Aa en Hunze 12.898.300 12.368.276 11.856.332 11.489.101 11.289.709 11.132.573 Aalburg 4.573.722 4.820.494 4.828.893 4.776.401 4.733.099 4.724.797 Aalsmeer 8.072.685 7.680.147 7.541.102 7.382.404 7.321.945 7.289.624 Aalten 15.649.338 15.713.818 15.399.932 14.937.023 14.567.077 14.300.230 Achtkarspelen 17.603.756 17.387.291 17.221.310 16.965.853 16.706.481 16.555.027 Alblasserdam 8.471.205 8.176.239 7.912.076 7.806.815 7.729.720 7.704.177 Albrandswaard 7.222.476 7.357.081 7.283.640 7.184.788 7.141.511 7.114.022 Alkmaar 72.189.924 71.157.515 70.755.733 70.442.340 70.354.208 69.973.639 Almelo 73.484.130 67.696.481 65.050.933 63.110.116 62.435.051 61.758.616 Almere 139.652.415 131.468.055 130.935.282 130.968.094 131.351.577 130.918.245 Alphen aan den Rijn 51.052.050 48.947.662 46.045.570 44.017.894 43.378.728 42.842.408 Alphen-Chaam 3.388.852 3.294.993 3.166.466 3.062.902 3.010.118 2.970.392 Ameland 932.400 1.177.981 1.251.865 1.254.690 1.240.674 1.242.297 Amersfoort 113.057.065 104.383.405 102.944.087 102.011.106 101.653.288 100.829.564 Amstelveen 25.404.698 23.169.263 21.323.129 20.714.707 20.560.003 20.487.161 Amsterdam 521.324.976 513.530.454 505.072.674 501.940.374 501.190.217 497.991.187 Apeldoorn 133.405.701 126.899.831 124.782.949 123.655.056 123.249.105 122.181.087 Appingedam 11.586.610 11.118.789 10.666.756 10.300.166 10.036.289 9.795.696 Arnhem 159.503.198 159.765.231 160.289.598 160.358.851 160.336.537 159.343.044 Assen 90.211.884 83.389.592 80.814.326 80.222.435 80.173.187 79.427.081 Asten 7.225.757 6.706.574 6.387.112 6.157.257 6.024.735 5.916.177 Baarle-Nassau 2.422.667 2.462.616 2.384.955 2.305.655 2.277.495 2.275.074 Baarn 8.419.122 9.390.367 9.574.005 9.520.107 9.463.814 9.490.622 Barendrecht 15.677.537 15.144.322 14.043.552 13.437.026 13.332.436 13.263.864 Barneveld 23.170.307 21.797.734 20.351.870 19.681.061 19.526.294 19.417.845 Bedum 5.290.126 5.617.253 5.581.292 5.486.749 5.418.838 5.376.524 Beek 8.730.795 8.068.749 7.514.325 7.280.402 7.154.317 7.052.740 Beemster 2.790.006 2.790.226 2.754.428 2.703.075 2.681.734 2.669.972 Beesel 7.589.735 7.230.948 6.774.988 6.378.596 6.088.422 5.996.817 Bellingwedde 7.583.013 7.157.327 6.844.335 6.593.443 6.435.816 6.295.278
Meicirculaire gemeentefonds 2015
83
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Bergeijk 8.033.880 7.723.133 7.446.675 7.177.821 7.013.886 6.883.811 Bergen L 6.969.328 7.219.834 7.123.315 6.948.189 6.813.133 6.712.750 Bergen NH 8.104.170 9.362.242 9.561.084 9.474.450 9.407.337 9.405.701 Bergen op Zoom 50.928.514 48.368.000 46.463.554 45.692.939 45.289.295 44.741.716 Berkelland 25.957.502 24.462.333 23.497.064 22.728.767 22.287.554 21.911.513 Bernheze 14.227.501 13.617.780 13.138.509 12.690.196 12.413.744 12.173.096 Best 10.866.689 11.608.373 11.620.910 11.443.698 11.297.478 11.229.722 Beuningen 12.055.806 11.457.959 10.701.319 10.381.204 10.212.801 10.073.943 Beverwijk 18.255.037 18.674.335 18.417.672 18.103.036 17.887.264 17.745.753 Binnenmaas 9.026.667 8.652.833 8.396.901 8.177.292 8.104.107 8.064.311 Bladel 11.314.685 10.754.115 10.256.867 9.791.810 9.490.993 9.223.522 Blaricum 2.421.711 2.171.268 2.025.686 1.967.976 1.943.472 1.930.864 Bloemendaal 4.708.898 4.874.122 4.815.148 4.711.820 4.675.696 4.670.343 Bodegraven-Reeuwijk 11.108.171 10.770.085 10.081.355 9.758.690 9.653.766 9.573.866 Boekel 4.800.078 4.610.337 4.426.387 4.287.599 4.200.878 4.129.206 Borger-Odoorn 15.675.662 16.143.884 15.722.735 15.293.640 15.001.884 14.738.009 Borne 11.656.043 10.941.943 10.223.374 9.598.034 9.125.981 8.968.181 Borsele 9.385.085 8.982.401 8.385.196 7.861.095 7.764.634 7.696.420 Boxmeer 15.357.659 14.896.609 14.057.854 13.442.421 13.162.708 12.922.208 Boxtel 22.191.179 22.572.719 21.885.850 21.260.953 20.835.841 20.475.277 Breda 125.155.616 121.487.622 120.078.264 118.912.694 118.236.975 117.177.164 Brielle 4.027.938 4.564.887 4.626.405 4.566.508 4.539.622 4.524.009 Bronckhorst 18.413.493 17.100.141 15.914.952 15.363.855 15.089.174 14.874.122 Brummen 11.229.872 10.258.099 9.604.460 9.275.471 9.141.177 9.037.893 Brunssum 27.831.983 26.483.364 25.127.814 24.228.551 23.635.307 23.129.039 Bunnik 4.052.320 4.079.085 4.017.968 3.949.226 3.921.664 3.919.851 Bunschoten 5.949.760 5.967.726 6.014.136 5.961.693 5.912.540 5.920.096 Buren 9.543.884 9.229.043 8.953.646 8.705.974 8.575.050 8.470.376 Bussum 11.030.718 10.480.937 9.821.216 9.594.497 9.501.817 9.460.918 Capelle aan den IJssel 34.959.065 34.519.692 33.636.642 32.901.670 32.533.265 32.210.593
Meicirculaire gemeentefonds 2015
84
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Castricum 8.665.605 9.282.107 9.305.747 9.200.620 9.149.618 9.150.228 Coevorden 20.638.142 19.071.607 18.195.407 17.742.727 17.474.488 17.257.904 Cranendonck 8.339.324 8.046.639 7.723.929 7.462.621 7.317.625 7.203.740 Cromstrijen 4.187.749 4.178.993 3.980.816 3.758.900 3.726.073 3.705.915 Cuijk 16.983.146 15.976.227 15.403.078 14.923.701 14.595.850 14.302.364 Culemborg 13.141.614 12.589.950 12.183.889 11.904.084 11.715.434 11.557.775 Dalfsen 12.292.675 11.426.371 10.583.704 10.151.122 9.961.608 9.805.687 Dantumadiel 12.636.665 12.874.881 12.588.344 12.373.041 12.140.655 11.999.634 De Bilt 13.487.694 12.910.633 12.629.313 12.358.307 12.258.840 12.208.805 De Friese Meren 21.461.536 21.054.644 20.560.448 20.182.209 19.947.932 19.807.813 De Marne 7.008.823 6.400.406 6.051.851 5.775.265 5.682.188 5.605.406 De Ronde Venen 11.726.732 11.375.893 10.995.132 10.700.177 10.597.840 10.536.753 De Wolden 9.470.411 9.170.850 8.876.077 8.608.649 8.459.455 8.357.651 Delft 63.966.196 61.713.737 60.847.616 60.206.821 60.039.187 59.569.478 Delfzijl 19.942.480 19.118.744 18.326.163 17.542.358 17.120.386 15.976.393 Den Helder 46.106.139 44.581.267 43.274.328 42.000.249 41.052.522 40.255.908 Deurne 16.196.089 15.915.444 15.667.395 15.290.127 15.050.782 14.876.140 Deventer 76.758.219 76.562.170 76.403.916 75.772.266 75.293.096 74.620.517 Diemen 9.161.351 9.324.801 9.267.241 9.161.635 9.074.493 9.042.533 Dinkelland 11.036.225 11.168.327 10.497.451 10.162.061 9.990.994 9.874.292 Doesburg 8.447.651 7.887.681 7.598.699 7.402.017 7.274.705 7.166.821 Doetinchem 63.168.942 60.270.880 60.126.383 60.037.372 60.151.819 59.731.203 Dongen 9.662.015 9.522.422 9.261.860 9.030.408 8.912.020 8.830.829 Dongeradeel 18.738.544 18.245.427 17.810.965 17.340.742 16.957.949 16.667.699 Dordrecht 105.156.989 101.192.497 99.763.739 98.812.789 98.497.638 97.638.933 Drechterland 6.633.642 6.722.419 6.639.285 6.524.685 6.464.659 6.430.286 Drimmelen 9.382.791 9.186.931 8.920.708 8.642.110 8.509.222 8.422.208 Dronten 19.741.905 18.315.626 17.192.910 16.266.870 16.148.614 16.072.575 Druten 8.438.291 8.614.958 8.490.797 8.302.958 8.177.240 8.088.437 Duiven 11.665.208 10.920.112 10.253.354 9.812.197 9.699.650 9.611.178
Meicirculaire gemeentefonds 2015
85
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Echt-Susteren 18.094.359 17.894.441 17.231.893 16.696.516 16.392.528 16.156.209 Edam-Volendam 7.637.407 7.828.543 7.730.411 7.529.586 7.420.639 7.358.142 Ede 72.738.456 69.231.328 66.705.098 66.196.411 66.103.998 65.691.326 Eemnes 2.890.885 2.580.869 2.451.522 2.387.954 2.362.099 2.344.860 Eemsmond 14.270.565 13.722.182 13.098.246 12.526.339 12.127.824 11.919.832 Eersel 8.816.497 8.616.022 8.534.043 8.308.841 8.139.417 8.029.756 Eijsden-Margraten 11.947.040 10.994.359 10.679.625 10.451.343 10.342.242 10.277.643 Eindhoven 161.863.080 157.656.744 155.490.612 153.676.088 152.872.045 151.464.441 Elburg 12.189.676 11.318.473 10.792.418 10.478.922 10.293.268 10.141.700 Emmen 105.574.964 99.282.699 96.974.862 95.345.509 94.287.202 92.948.081 Enkhuizen 9.001.331 9.040.785 9.102.183 9.062.197 8.992.792 8.974.457 Enschede 153.205.862 148.184.016 145.693.298 144.254.028 143.391.317 141.815.939 Epe 16.787.471 15.948.655 15.400.270 14.928.273 14.653.905 14.441.138 Ermelo 16.759.598 16.036.664 15.654.296 15.299.817 15.099.200 14.937.808 Etten-Leur 23.536.558 21.213.312 20.104.064 19.471.871 19.111.566 18.807.352 Ferwerderadiel 4.681.457 4.776.595 4.775.957 4.725.657 4.668.077 4.643.198 Franekeradeel 13.717.071 13.467.034 12.897.990 12.355.043 12.042.881 11.910.374 Geertruidenberg 9.931.850 9.357.071 8.840.772 8.605.543 8.481.657 8.390.822 Geldermalsen 9.464.278 9.309.938 9.000.186 8.738.690 8.606.193 8.504.487 Geldrop-Mierlo 18.343.723 17.515.018 16.917.936 16.418.922 16.144.563 15.924.364 Gemert-Bakel 14.715.335 13.975.585 13.411.599 12.950.624 12.673.367 12.438.711 Gennep 11.383.045 12.145.912 12.045.012 11.735.457 11.476.973 11.285.414 Giessenlanden 4.679.135 4.317.742 3.958.184 3.739.306 3.698.222 3.673.432 Gilze en Rijen 10.734.898 10.424.004 10.124.905 9.898.904 9.768.753 9.681.739 Goeree-Overflakkee 21.624.133 21.265.115 20.535.008 19.923.971 19.598.360 19.343.822 Goes 20.879.157 20.653.299 19.973.408 19.342.251 18.988.406 18.711.371 Goirle 12.662.437 12.011.945 11.280.746 10.666.779 10.479.277 10.323.949 Gorinchem 20.971.572 20.762.236 20.148.760 19.602.277 19.278.656 19.010.319 Gouda 57.121.746 56.277.507 54.546.002 52.957.336 52.528.303 49.319.881 Grave 6.141.466 6.741.525 6.657.063 6.514.820 6.406.229 6.332.607
Meicirculaire gemeentefonds 2015
86
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Groesbeek 17.675.357 17.651.737 17.266.763 16.858.063 16.597.013 16.399.446 Groningen 174.665.815 170.720.903 169.982.319 169.677.844 169.812.676 168.804.880 Grootegast 7.438.530 7.255.292 7.089.560 6.940.905 6.826.148 6.746.129 Gulpen-Wittem 7.094.562 6.892.208 6.674.709 6.438.713 6.293.099 6.184.276 Haaksbergen 10.241.557 9.832.387 9.531.086 9.269.780 9.102.489 8.965.661 Haaren 6.141.541 5.896.652 5.667.346 5.491.220 5.383.944 5.293.326 Haarlem 106.019.231 107.886.704 107.725.865 107.564.183 107.742.321 107.169.670 Haarlemmerliede Spaarnw 1.348.982 1.396.875 1.387.497 1.364.635 1.358.380 1.359.200 Haarlemmermeer 49.896.536 47.946.555 46.404.662 45.352.097 44.966.736 44.698.968 Halderberge 15.769.206 15.079.976 14.472.303 13.940.737 13.617.825 13.346.945 Hardenberg 35.526.086 33.441.965 32.051.058 31.179.308 30.641.518 30.183.722 Harderwijk 22.549.780 21.402.768 20.794.269 20.340.581 20.077.641 19.900.517 Hardinxveld-Giessendam 6.621.826 6.485.996 6.310.712 6.164.619 6.097.189 6.061.310 Haren 7.033.254 6.334.824 5.847.325 5.398.103 5.083.506 5.040.663 Harlingen 10.216.851 9.754.411 9.425.088 9.218.780 9.086.092 8.977.681 Hattem 5.261.747 4.754.048 4.407.361 4.221.610 4.155.572 4.104.656 Heemskerk 18.077.563 17.895.402 16.921.980 16.374.966 16.166.909 15.994.205 Heemstede 8.177.888 8.024.713 7.754.774 7.500.532 7.398.930 7.336.707 Heerde 8.958.813 8.777.720 8.253.296 8.017.399 7.881.072 7.775.923 Heerenveen 31.725.574 30.190.837 28.531.744 27.646.662 27.132.087 26.721.396 Heerhugowaard 28.112.569 27.622.972 26.197.277 25.602.741 25.410.558 25.262.113 Heerlen 122.831.274 121.454.324 118.200.543 116.314.278 115.503.471 114.082.032 Heeze-Leende 5.037.349 5.014.010 4.909.567 4.760.875 4.686.861 4.632.583 Heiloo 7.424.970 7.538.549 7.409.567 7.283.143 7.215.992 7.178.113 Hellendoorn 17.769.175 16.690.902 15.927.246 15.524.187 15.292.459 15.125.408 Hellevoetsluis 16.467.365 16.638.969 15.881.659 15.381.833 15.286.105 15.219.959 Helmond 79.562.891 77.870.798 76.292.849 75.173.925 74.555.790 73.628.232 Hendrik-Ido-Ambacht 10.066.358 9.059.911 8.336.519 7.877.397 7.818.632 7.781.922 Hengelo O 51.905.655 48.525.095 45.549.651 44.184.175 43.495.867 42.910.858 Het Bildt 6.298.677 6.186.443 5.861.485 5.578.687 5.342.663 5.171.246
Meicirculaire gemeentefonds 2015
87
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Heumen 7.046.908 6.322.781 5.951.692 5.773.899 5.691.064 5.627.902 Heusden 17.619.115 17.501.460 17.095.984 16.671.144 16.421.709 16.221.083 Hillegom 8.512.597 8.151.564 7.932.067 7.751.692 7.659.369 7.603.493 Hilvarenbeek 5.651.183 5.746.219 5.599.264 5.425.853 5.322.649 5.241.263 Hilversum 50.827.011 49.469.390 48.523.020 48.177.104 48.072.134 47.810.771 Hof van Twente 15.034.168 13.751.243 12.805.088 12.436.109 12.250.576 12.118.940 Hollands Kroon 16.284.452 16.673.185 16.535.044 16.260.820 16.108.839 16.037.134 Hoogeveen 45.869.840 42.646.856 39.634.728 37.862.231 37.023.390 36.285.030 Hoogezand-Sappemeer 31.731.652 29.511.348 27.469.106 26.225.494 25.441.493 25.065.509 Hoorn 45.225.194 45.122.227 45.071.122 45.053.655 45.088.383 45.008.572 Horst aan de Maas 17.732.314 17.069.140 16.585.774 16.119.436 15.841.452 15.611.505 Houten 16.896.313 16.660.740 16.259.687 15.988.271 15.873.415 15.796.698 Huizen 16.389.120 15.493.413 14.398.192 13.974.888 13.823.546 13.732.501 Hulst 15.059.192 14.334.896 13.752.291 13.283.726 13.021.258 12.810.067 IJsselstein 12.158.935 12.639.975 12.557.371 12.377.732 12.261.881 12.207.618 Kaag en Braassem 7.381.402 6.968.327 6.733.000 6.558.063 6.479.403 6.424.399 Kampen 30.141.756 27.295.831 24.962.853 24.210.815 23.858.991 23.568.321 Kapelle 3.836.368 3.801.536 3.786.429 3.749.216 3.720.916 3.727.073 Katwijk 26.746.439 25.649.386 23.990.008 23.341.114 22.998.985 22.724.347 Kerkrade 52.833.089 48.741.975 46.131.905 44.222.304 43.022.956 41.900.436 Koggenland 7.611.550 7.127.976 6.792.263 6.636.134 6.573.928 6.534.784 Kollumerland en Nwkruisl 9.133.217 9.161.840 8.893.266 8.557.790 8.221.387 7.939.287 Korendijk 3.821.201 3.677.385 3.443.460 3.246.553 3.213.895 3.192.702 Krimpen aan den IJssel 13.387.205 13.157.334 12.397.174 12.091.710 11.946.883 11.827.461 Krimpenerwaard 18.856.817 18.687.208 17.706.293 17.287.066 17.122.325 16.999.012 Laarbeek 9.745.710 9.297.033 8.972.318 8.676.280 8.512.295 8.381.140 Landerd 7.965.527 7.020.411 6.767.594 6.547.634 6.418.468 6.308.838 Landgraaf 31.948.808 30.315.421 29.189.350 28.200.321 27.547.360 26.995.768 Landsmeer 2.719.422 2.597.959 2.572.025 2.525.009 2.514.456 2.511.555 Langedijk 10.153.368 9.234.150 8.926.379 8.754.553 8.675.746 8.622.024
Meicirculaire gemeentefonds 2015
88
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Lansingerland 12.998.617 13.599.088 13.504.152 13.382.390 13.341.369 13.355.634 Laren 2.649.258 2.621.638 2.549.127 2.472.609 2.445.186 2.435.377 Leek 11.865.593 11.872.439 11.541.203 11.261.162 11.080.627 10.927.173 Leerdam 8.843.576 9.909.576 10.190.590 10.180.851 10.100.110 10.122.095 Leeuwarden 126.984.023 131.609.676 130.710.954 131.347.883 132.085.389 131.425.346 Leeuwarderadeel 5.415.548 5.247.269 5.081.892 4.968.940 4.908.926 4.867.803 Leiden 86.729.502 79.302.679 78.369.580 77.672.355 77.421.080 76.710.337 Leiderdorp 11.523.574 10.487.475 9.833.778 9.588.124 9.452.529 9.345.396 Leidschendam-Voorburg 26.258.286 27.245.774 26.762.934 26.375.181 26.216.644 26.170.150 Lelystad 50.418.401 47.669.811 45.215.818 43.286.550 42.168.207 39.988.020 Leudal 19.827.640 18.610.712 17.451.330 16.412.731 16.064.837 15.842.937 Leusden 10.008.350 8.988.986 8.551.890 8.304.214 8.192.610 8.112.618 Lingewaal 2.714.537 3.133.291 3.233.092 3.222.784 3.210.322 3.222.012 Lingewaard 18.417.471 18.845.440 18.613.284 18.215.977 17.967.806 17.814.861 Lisse 8.853.533 8.106.522 7.478.423 7.122.622 7.016.539 6.938.821 Littenseradiel 4.104.686 4.147.264 4.105.879 4.044.101 3.997.624 3.980.188 Lochem 14.233.809 13.981.377 13.536.458 13.199.099 13.021.816 12.892.525 Loon op Zand 10.876.395 10.863.315 10.531.047 10.220.922 10.037.046 9.886.906 Lopik 4.966.988 4.604.444 4.440.531 4.328.411 4.278.055 4.242.217 Loppersum 6.215.930 6.158.500 6.003.181 5.871.764 5.790.744 5.736.741 Losser 13.360.916 12.600.186 11.944.804 11.587.483 11.352.895 11.152.961 Maasdriel 9.668.877 9.348.332 8.680.274 8.187.613 8.047.978 7.938.737 Maasgouw 10.695.387 11.130.608 10.899.952 10.620.596 10.463.985 10.353.460 Maassluis 17.013.776 16.456.995 15.837.939 15.362.966 15.126.447 14.940.386 Maastricht 110.646.707 103.123.974 99.498.715 98.310.140 97.732.079 96.701.913 Marum 5.505.356 5.417.317 5.279.279 5.154.619 5.075.247 5.008.087 Medemblik 15.710.383 16.431.068 16.465.778 16.318.638 16.222.953 16.215.695 Meerssen 9.645.457 9.103.678 8.522.250 7.985.613 7.653.308 7.565.713 Menameradiel 6.118.511 5.676.878 5.455.509 5.329.937 5.257.884 5.210.737 Menterwolde 9.721.390 9.461.647 9.006.298 8.570.885 8.220.895 7.984.857
Meicirculaire gemeentefonds 2015
89
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Meppel 22.259.910 21.078.578 20.367.909 19.811.291 19.424.590 19.114.608 Middelburg 28.386.743 26.963.451 25.386.187 24.730.690 24.372.261 24.082.284 Midden Drenthe 17.794.012 16.811.770 15.977.108 15.545.532 15.272.051 15.055.998 Midden-Delfland 4.256.355 4.084.921 3.982.814 3.897.364 3.865.790 3.852.791 Mill en Sint Hubert 5.824.788 6.091.018 5.979.119 5.797.856 5.668.172 5.561.727 Moerdijk 15.381.201 14.780.904 14.305.724 13.933.253 13.753.645 13.622.626 Molenwaard 10.177.868 9.131.441 8.809.350 8.626.074 8.559.116 8.516.752 Montferland 20.969.037 19.587.332 18.227.760 17.557.584 17.259.676 17.014.671 Montfoort U 4.460.492 3.877.999 3.543.609 3.347.188 3.313.528 3.293.029 Mook en Middelaar 2.533.598 2.743.560 2.753.545 2.706.794 2.670.417 2.655.506 Muiden 1.304.142 1.435.021 1.453.049 1.441.914 1.438.289 1.443.326 Naarden 4.540.689 4.297.571 4.139.092 4.023.460 3.981.841 3.958.848 Neder-Betuwe 9.691.112 9.998.509 9.841.358 9.706.519 9.620.386 9.582.020 Nederweert 8.871.104 7.924.893 7.166.178 6.873.572 6.710.197 6.573.692 Neerijnen 4.500.062 4.166.395 4.000.806 3.878.623 3.815.271 3.764.125 Nieuwegein 27.188.719 25.782.593 24.227.795 23.695.833 23.474.701 23.319.189 Nieuwkoop 8.980.711 9.008.135 8.550.081 8.194.062 8.120.539 8.071.919 Nijkerk 15.748.978 14.082.226 13.582.359 13.236.642 13.090.761 12.991.798 Nijmegen 146.908.217 141.404.382 140.547.990 139.892.287 139.685.448 138.570.081 Nissewaard 55.425.742 54.364.238 52.857.135 51.380.512 51.342.303 51.059.514 Noord-Beveland 4.023.522 3.805.630 3.657.045 3.493.447 3.351.172 3.285.790 Noordenveld 15.215.953 14.675.003 14.139.801 13.734.117 13.505.284 13.323.239 Noordoostpolder 24.810.666 23.313.116 22.057.400 21.491.994 21.192.868 20.944.640 Noordwijk 8.997.440 9.110.435 8.931.058 8.708.087 8.592.175 8.526.959 Noordwijkerhout 6.175.271 5.938.024 5.758.113 5.617.427 5.551.347 5.505.144 Nuenen c.a. 7.751.400 7.317.927 7.124.778 6.961.559 6.863.366 6.788.672 Nunspeet 12.582.483 12.078.734 11.649.803 11.330.937 11.151.044 11.011.124 Nuth 8.557.501 8.297.622 7.850.507 7.582.231 7.426.536 7.317.717 Oegstgeest 7.700.053 6.984.165 6.422.826 5.923.942 5.560.183 5.515.748 Oirschot 7.017.986 7.147.366 7.022.193 6.796.700 6.637.138 6.518.658
Meicirculaire gemeentefonds 2015
90
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Oisterwijk 13.141.003 12.613.342 12.048.400 11.691.346 11.480.199 11.303.029 Oldambt 38.726.461 37.639.525 36.202.055 34.912.739 34.064.174 33.277.334 Oldebroek 11.651.441 10.208.117 9.519.046 8.962.711 8.818.234 8.703.008 Oldenzaal 21.400.891 20.439.448 19.259.794 18.406.152 18.015.511 17.687.095 Olst-Wijhe 8.756.222 8.282.102 7.827.074 7.584.751 7.458.007 7.356.061 Ommen 10.559.741 9.740.571 9.098.433 8.538.880 8.277.029 8.108.604 Onderbanken 6.319.234 5.883.880 5.400.928 4.992.493 4.747.084 4.632.835 Oost Gelre 20.251.897 19.076.673 18.345.745 17.701.856 17.293.816 16.941.924 Oosterhout 27.751.628 25.836.387 24.225.320 23.610.439 23.288.895 23.048.572 Ooststellingwerf 15.777.529 15.368.050 14.845.828 14.447.757 14.201.867 14.006.352 Oostzaan 2.135.399 2.358.260 2.397.083 2.375.337 2.365.842 2.365.818 Opmeer 3.854.635 3.668.791 3.557.299 3.485.672 3.462.072 3.450.754 Opsterland 16.024.047 15.613.833 15.218.498 14.893.470 14.698.481 14.551.152 Oss 75.791.301 75.130.628 73.972.643 72.861.345 72.250.412 71.320.441 Oud-Beijerland 8.797.426 8.314.848 7.946.399 7.756.041 7.669.598 7.604.986 Oude IJsselstreek 20.907.213 20.898.653 20.357.541 19.873.017 19.552.073 19.309.072 Ouder-Amstel 3.283.359 3.342.919 3.266.860 3.205.281 3.186.288 3.177.496 Oudewater 3.241.502 3.103.856 2.868.000 2.778.921 2.745.643 2.724.941 Overbetuwe 19.209.361 20.240.708 20.179.672 19.923.181 19.732.895 19.633.696 Papendrecht 12.078.006 12.004.154 11.700.921 11.437.859 11.320.328 11.231.520 Peel en Maas 19.961.212 19.814.020 19.044.778 18.384.579 18.001.399 17.689.727 Pekela 15.122.312 14.311.908 13.554.265 12.875.453 12.339.277 11.861.006 Pijnacker-Nootdorp 15.116.105 15.609.094 15.925.102 15.940.923 15.913.780 16.006.479 Purmerend 43.105.768 43.628.926 43.169.708 42.743.951 42.579.630 42.379.514 Putten 9.722.733 9.315.872 8.961.830 8.698.504 8.569.494 8.473.948 Raalte 17.196.626 16.009.106 15.362.701 14.858.525 14.584.047 14.365.113 Reimerswaal 8.189.396 8.499.386 8.318.947 8.140.504 8.057.173 7.998.458 Renkum 18.806.960 18.084.037 17.297.036 16.578.129 17.033.666 14.594.250 Renswoude 1.640.591 1.565.847 1.506.548 1.477.242 1.461.110 1.450.602 Reusel-De Mierden 6.804.631 6.732.130 6.515.017 6.273.165 6.105.544 5.967.380
Meicirculaire gemeentefonds 2015
91
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Rheden 25.893.030 25.470.730 24.712.145 24.081.073 23.699.200 23.411.080 Rhenen 7.486.068 7.565.571 7.515.573 7.410.398 7.318.070 7.273.489 Ridderkerk 15.234.720 16.396.822 16.429.813 16.163.087 16.013.695 15.934.890 Rijnwaarden 6.277.697 6.020.757 5.676.972 5.380.686 5.289.639 5.218.399 Rijssen-Holten 17.415.850 16.421.390 15.811.233 15.398.531 15.171.227 14.985.667 Rijswijk 21.350.957 19.983.213 19.264.801 18.789.776 18.620.040 18.507.866 Roerdalen 11.256.545 10.687.182 10.002.420 9.652.926 9.452.090 9.287.532 Roermond 43.619.291 40.326.415 37.910.906 36.701.982 35.990.130 35.374.545 Roosendaal 51.909.449 48.183.592 45.204.958 42.665.739 41.837.545 41.125.854 Rotterdam 445.836.578 442.008.677 438.867.476 437.867.970 438.266.834 437.270.702 Rozendaal 396.978 351.370 316.070 285.481 261.147 258.961 Rucphen 15.660.139 15.673.620 15.153.558 14.600.732 14.216.193 13.892.034 Schagen 18.184.621 18.420.115 18.085.519 17.687.548 17.455.382 17.306.331 Scherpenzeel 3.134.853 2.968.914 2.908.358 2.873.012 2.861.459 2.856.350 Schiedam 40.792.147 41.133.623 40.073.675 39.064.742 38.541.479 38.121.128 Schiermonnikoog 156.608 188.748 204.703 208.469 208.371 212.962 Schijndel 13.985.666 13.951.006 13.674.267 13.270.033 12.960.450 12.710.530 Schinnen 7.791.370 7.160.885 6.532.691 5.959.017 5.663.550 5.336.470 Schouwen-Duiveland 16.356.761 16.196.042 15.618.013 15.098.218 14.787.819 14.532.661 's-Gravenhage 325.505.749 328.125.350 324.031.392 323.606.411 323.564.935 322.503.651 's-Hertogenbosch 102.156.455 105.009.050 103.789.738 102.512.379 101.746.471 100.700.443 Simpelveld 7.612.069 7.292.399 6.847.907 6.591.177 6.432.019 6.290.749 Sint-Anthonis 4.713.692 4.918.818 4.880.732 4.767.645 4.688.159 4.639.593 Sint-Michielsgestel 13.251.918 13.353.354 12.984.270 12.572.471 12.318.176 12.097.531 Sint-Oedenrode 7.438.568 7.542.135 7.365.163 7.166.005 7.039.671 6.941.493 Sittard-Geleen 68.550.311 62.710.401 59.022.146 57.337.827 56.390.516 55.585.877 Sliedrecht 11.216.278 12.264.858 12.438.473 12.318.926 12.201.811 12.151.477 Slochteren 6.637.699 6.949.664 7.053.263 7.004.975 6.941.692 6.920.945 Sluis 10.322.304 9.908.227 9.475.104 9.236.018 9.095.008 9.013.293 Smallingerland 41.313.489 40.145.091 38.225.277 37.318.168 36.756.690 36.270.333
Meicirculaire gemeentefonds 2015
92
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Soest 19.937.914 18.130.750 17.278.952 16.761.124 16.540.740 16.377.403 Someren 7.781.144 7.534.815 7.033.983 6.742.424 6.615.692 6.514.340 Son en Breugel 5.499.404 5.157.864 5.009.836 4.872.274 4.803.117 4.753.044 Stadskanaal 37.738.288 35.746.780 34.057.395 32.681.235 31.759.571 30.903.753 Staphorst 6.351.628 5.929.083 5.503.020 5.131.901 4.821.763 4.736.521 Stede Broec 10.528.221 10.338.381 10.034.945 9.824.914 9.711.343 9.619.925 Steenbergen 10.886.884 10.564.582 10.287.898 10.017.586 9.859.542 9.732.999 Steenwijkerland 27.158.720 25.719.378 24.136.352 23.100.655 22.655.514 22.284.147 Stein 14.669.868 13.738.841 13.191.474 12.765.458 12.523.986 12.320.605 Stichtse Vecht 21.755.561 20.425.346 19.671.319 19.126.266 18.884.753 18.716.251 Strijen 3.564.560 3.430.904 3.311.769 3.222.395 3.183.158 3.155.610 Sudwest Fryslan 48.689.067 46.926.940 44.467.635 43.130.730 42.453.655 41.940.174 Ten Boer 3.252.357 3.297.942 3.254.138 3.201.187 3.165.911 3.136.058 Terneuzen 34.089.927 31.628.157 30.350.480 29.364.508 28.802.896 28.348.237 Terschelling 1.671.412 1.622.679 1.528.401 1.422.122 1.449.632 1.154.226 Texel 6.853.358 7.177.596 7.147.443 7.004.902 6.879.364 6.798.860 Teylingen 14.695.096 14.216.039 13.196.761 12.877.760 12.718.979 12.594.836 Tholen 11.089.917 11.438.440 11.329.907 11.132.607 11.009.882 10.935.999 Tiel 26.325.739 25.536.316 24.733.887 24.128.236 23.705.904 23.330.884 Tilburg 167.384.241 170.458.932 168.431.028 166.929.275 166.259.012 164.764.312 Tubbergen 7.528.222 7.912.516 7.733.960 7.475.547 7.368.642 7.353.363 Twenterand 23.374.081 22.601.736 21.432.003 20.333.554 19.510.302 19.172.270 Tynaarlo 13.327.862 12.924.725 12.383.431 12.152.412 12.021.553 11.930.771 Tytsjerksteradiel 16.551.870 15.948.858 15.365.343 15.000.325 14.765.163 14.585.014 Uden 25.202.084 24.125.440 23.040.846 22.324.371 21.882.637 21.494.106 Uitgeest 3.454.016 3.801.739 3.806.821 3.762.842 3.734.996 3.726.625 Uithoorn 10.416.133 9.746.824 9.144.095 8.930.606 8.852.752 8.802.113 Urk 9.203.563 9.244.933 8.957.739 8.597.473 8.312.260 7.846.179 Utrecht 204.056.537 195.320.214 196.089.689 196.829.294 197.791.574 197.172.927 Utrechtse Heuvelrug 19.802.193 17.891.693 16.641.774 15.764.911 15.608.884 15.526.373
Meicirculaire gemeentefonds 2015
93
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Vaals 5.616.870 5.301.601 5.178.510 5.057.794 4.963.237 4.893.113 Valkenburg aan de Geul 8.987.250 8.598.328 8.199.334 7.964.239 7.827.548 7.728.791 Valkenswaard 12.485.980 12.830.011 12.641.821 12.349.742 12.159.688 12.068.338 Veendam 28.405.185 26.828.422 25.144.502 23.939.321 23.356.319 22.821.758 Veenendaal 34.572.474 31.901.787 30.435.106 29.713.712 29.332.792 29.013.047 Veere 7.345.529 6.871.705 6.610.353 6.416.455 6.327.171 6.263.627 Veghel 20.203.954 19.801.410 19.195.796 18.632.990 18.254.893 17.920.635 Veldhoven 19.158.643 17.695.162 16.781.584 16.342.952 16.113.795 15.943.894 Velsen 31.472.358 30.974.908 30.128.653 29.515.512 29.229.457 29.007.326 Venlo 106.092.743 95.969.846 94.809.839 94.615.299 94.675.971 93.949.549 Venray 26.899.484 26.276.933 25.340.127 24.456.410 23.889.358 23.379.168 Vianen 6.420.886 6.400.979 6.280.279 6.179.504 6.135.440 6.117.744 Vlaardingen 52.560.290 52.140.469 51.496.635 51.039.498 50.982.556 50.607.431 Vlagtwedde 15.003.523 14.160.848 13.506.667 12.914.617 12.516.395 12.156.739 Vlieland 284.545 262.294 248.553 244.851 244.119 244.784 Vlissingen 61.981.935 61.216.152 62.181.431 62.825.329 63.313.799 62.961.935 Voerendaal 6.761.698 6.091.526 5.560.065 5.318.334 5.205.982 5.113.043 Voorschoten 8.285.368 8.065.282 7.538.400 7.398.820 7.328.740 7.278.237 Voorst 10.293.711 10.713.372 10.634.778 10.464.617 10.351.809 10.308.401 Vught 13.172.447 13.033.054 12.647.254 12.262.345 12.009.775 11.803.970 Waalre 5.677.562 5.190.068 4.944.337 4.779.058 4.700.540 4.641.565 Waalwijk 21.985.981 21.747.281 21.376.973 20.898.405 20.567.129 20.336.926 Waddinxveen 10.974.281 10.479.898 9.887.273 9.285.492 8.985.876 8.891.220 Wageningen 16.006.827 13.973.133 13.363.073 12.910.124 12.709.870 12.539.589 Wassenaar 7.434.090 6.911.739 6.735.320 6.559.235 6.490.014 6.463.563 Waterland 4.184.234 4.434.011 4.470.268 4.402.196 4.373.393 4.366.330 Weert 28.394.373 26.946.019 25.921.434 25.060.470 24.532.134 24.076.797 Weesp 7.101.985 6.707.770 6.426.185 6.315.528 6.255.410 6.227.768 Werkendam 9.002.141 9.103.916 9.024.175 8.872.487 8.779.606 8.754.253 West Maas en Waal 6.679.023 6.732.201 6.621.469 6.474.645 6.381.482 6.313.464
Meicirculaire gemeentefonds 2015
94
Integratie-uitkering Sociaal domein Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Westerveld 10.941.827 9.805.210 9.149.897 8.856.051 8.673.788 8.523.076 Westervoort 9.023.750 8.920.914 8.721.383 8.554.195 8.426.883 8.313.477 Westland 36.665.491 35.605.993 34.054.185 33.258.393 32.865.536 32.555.277 Weststellingwerf 15.609.154 14.639.587 14.009.332 13.527.002 13.236.855 12.988.007 Westvoorne 4.595.518 4.023.814 4.029.773 3.964.246 3.942.241 3.933.229 Wierden 8.441.264 8.344.329 8.230.875 8.077.709 7.956.583 7.905.515 Wijchen 19.756.044 18.804.269 18.262.430 17.807.330 17.525.491 17.284.397 Wijdemeren 6.138.969 6.068.761 5.888.534 5.733.398 5.673.176 5.645.043 Wijk bij Duurstede 9.789.952 8.670.655 8.015.412 7.733.377 7.637.077 7.565.933 Winsum 7.471.181 7.157.478 6.911.416 6.739.362 6.640.249 6.559.537 Winterswijk 19.630.128 18.886.254 17.936.077 17.292.638 16.893.359 16.579.482 Woensdrecht 9.774.441 9.316.005 9.077.789 8.828.658 8.691.794 8.585.958 Woerden 20.739.632 20.235.053 19.490.244 18.883.507 18.565.331 18.300.638 Wormerland 5.037.695 4.910.506 4.629.325 4.563.148 4.548.398 4.544.431 Woudenberg 4.676.416 4.270.205 4.169.430 4.084.736 4.046.510 4.021.916 Woudrichem 5.854.516 5.684.560 5.471.247 5.313.875 5.240.348 5.187.594 Zaanstad 74.587.613 78.661.790 78.905.464 78.723.331 78.643.855 78.491.921 Zaltbommel 10.864.931 11.339.497 11.300.303 11.111.855 10.950.813 10.868.185 Zandvoort 5.794.397 6.103.433 6.153.053 6.111.550 6.073.753 6.068.220 Zederik 4.001.914 4.249.821 4.264.263 4.215.022 4.181.628 4.185.086 Zeevang 1.873.333 1.956.838 1.955.817 1.928.400 1.917.249 1.911.329 Zeewolde 7.753.955 7.425.402 7.116.138 7.013.303 6.992.122 6.984.924 Zeist 31.927.604 31.747.690 31.002.852 30.461.983 30.207.669 30.031.342 Zevenaar 16.550.540 15.668.485 14.779.693 14.400.367 14.186.618 14.017.277 Zoetermeer 58.941.719 57.667.622 56.037.251 55.085.591 54.730.352 54.453.512 Zoeterwoude 3.178.113 3.209.543 3.128.219 3.068.952 3.038.348 3.015.898 Zuidhorn 9.034.775 8.712.508 8.391.839 8.169.614 8.052.852 7.955.413 Zuidplas 13.783.871 13.641.222 12.830.583 12.415.154 12.307.101 12.223.142 Zundert 9.713.643 9.633.626 9.443.400 9.199.434 9.065.505 8.983.982 Zutphen 37.757.691 35.916.861 33.973.761 32.917.620 32.361.012 31.879.245 Zwartewaterland 9.965.634 8.914.143 8.232.190 7.881.340 7.807.074 7.753.184 Zwijndrecht 21.138.036 19.915.668 19.181.108 18.686.145 18.444.197 18.258.201 Zwolle 130.148.122 125.980.472 126.224.160 126.647.391 127.389.729 126.809.315
Meicirculaire gemeentefonds 2015
95
Bijlage 4.2.1 Overzicht decentralisatie- en integratie-uitkeringen
Meicirculaire gemeentefonds 2015
96
Decentralisatie-en integratie-uitkeringen 2015-2020 (in miljoenen euro's) Uitkeringsjaar -
2015
2016
2017
2018
2019
2020
Wmo maatschappelijke opvang vrouwenopvang huishoudelijke hulp toelage brede impuls combinatiefuncties/buurtsportcoaches vergunningverlening, toezicht en handhaving versterking peuterspeelzaalwerk jeugd bodemsanering beeldende kunst en vormgeving nationale gebiedsontwikkeling (Nota Ruimte en BIRK) Gezond in de Stad veiligheidshuizen vsv-programmagelden RMC-regio's G4 knelpunten verdeelproblematiek WUW-middelen bestaand Rotterdams gebied erfgoed en ruimte nationaal programma kwaliteitssprong Zuid herstructurering bedrijventerreinen (Topper) LHBT-emancipatiebeleid WE CAN Young eigen kracht spoorse doorsnijdingen sterke regio's groeiopgave Almere ondersteuning raadsman Loppersum implementatie Participatiewet verankering programma verbetering GGZ RSP Zuiderzeelijn
1.258,727 385,057 116,581 128,564 57,935 40,758 35,000 21,700 38,736 13,500 11,887 19,846 7,699 6,765 3,298 2,672 2,527 0,102 1,400 0,000 0,410 0,205 0,368 3,356 2,000 7,000 0,223 17,500 0,125 21,412
1.138,154 385,057 116,581 141,000
1.178,830 385,057 116,581
1.178,830 385,057 116,581
1.178,830 385,057 116,581
1.178,830 385,057 116,581
40,758 35,000 21,700 46,241 13,500
40,758 35,000 21,700 46,241 0,000
46,700 35,000 21,700 46,241 0,000
46,700 35,000 21,700 46,241 0,000
46,700 35,000 21,700 46,241
19,846 7,699
19,846 7,699
5,000 7,699
5,000 7,699
5,000 7,699
3,374 2,361 pm
3,451 1,599
3,531
3,612
3,695
7,000
7,000
7,000
7,000
Totaal
2.205,353
1.996,071
1.864,662
1.853,339
1.853,420
1.853,503
0,522 1,150 0,205 0,698 1,100 7,000
0,900
14,000 0,125
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Vindplaats mei 2015, § 4.2-4 mei 2015, § 4.2 mei 2015, § 4.2-5 mei 2015, § 4.2-3 mei 2015, § 4.2-1 december 2013, § 4.3.1 september 2009, § 8.3 juni 2012, § 6.9 mei 2015, § 4.2-2 mei 2014, § 4.6 september 2013, § 7.8 mei 2015, § 4.2-12 juni 2012, § 6.11 mei 2015, § 4.2-11 september 2006, § 5.8 Stb. 2001, 415 september 2011, § 7.12 mei 2015, § 4.2-10 juni 2012, § 6.5 september 2012, § 7.10 mei 2015, § 4.2-8 mei 2015, § 4.2-7 mei 2015, § 4.2-6 november 2009, § 4.9 september 2011, § 7.13 mei 2014, § 4.2.18 december 2014, § 4.2.8 december 2014, § 4.2.3 mei 2015, § 4.2-9 mei 2015, § 4.2-13
97
Bijlage 4.2-1 Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties
Meicirculaire gemeentefonds 2015
98
Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Gemeente Tranche Bedrag 2015 Fte 2015 Percentage van deelname Aa en Hunze 3e tranche 101.640 5,1 140% Aalburg 4e tranche 61.320 3,1 140% Aalsmeer 3e tranche 88.080 4,4 120% Achtkarspelen 3e tranche 122.360 6,1 140% Alblasserdam 4e tranche 73.200 3,7 120% Albrandswaard 3e tranche 79.680 4,0 120% Alkmaar 1e tranche 412.720 20,6 140% Almelo 1e tranche 303.800 15,2 140% Almere 2e tranche 915.320 45,8 140% Alphen aan den Rijn 2e tranche 453.600 22,6 140% Alphen-Chaam 5e tranche 40.040 2,0 140% Ameland 4e tranche 28.000 1,4 140% Amersfoort 1e tranche 633.640 31,7 140% Amstelveen 6e tranche 124.920 6,2 60% Amsterdam 1e tranche 2.583.840 129,2 140% Apeldoorn 2e tranche 626.080 31,3 140% Appingedam 4e tranche 44.520 2,2 140% Arnhem 1e tranche 516.320 25,8 140% Assen 2e tranche 281.400 14,1 140% Asten 5e tranche 72.240 3,6 140% Baarn 5e tranche 53.280 2,7 80% Barendrecht 5e tranche 145.000 7,3 100% Barneveld 3e tranche 266.560 13,3 140% Bedum 3e tranche 34.200 1,7 100% Beek 2e tranche 63.560 3,2 140% Beemster 4e tranche 25.600 1,3 100% Beesel 4e tranche 55.160 2,8 140% Bellingwedde 4e tranche 33.040 1,7 140% Bergeijk 4e tranche 44.960 2,2 80% Bergen L 4e tranche 55.440 2,8 140% Bergen NH 3e tranche 81.400 4,1 100% Bergen op Zoom 3e tranche 257.040 12,9 140% Berkelland 4e tranche 189.560 9,5 140% Bernheze 3e tranche 57.480 2,9 60% Best 3e tranche 94.200 4,7 100% Beuningen 3e tranche 114.240 5,7 140% Beverwijk 6e tranche 143.080 7,2 140% Binnenmaas 7e tranche 64.000 3,2 80% Bladel 3e tranche 82.600 4,1 140% Bloemendaal 4e tranche 67.400 3,4 100% Bodegraven-Reeuwijk 5e tranche 106.000 5,3 100% Boekel 4e tranche 33.000 1,7 100% Borger-Odoorn 3e tranche 105.000 5,3 140% Borne 3e tranche 91.840 4,6 140% Borsele 2e tranche 102.760 5,1 140% Boxmeer 3e tranche 124.880 6,2 140% Boxtel 3e tranche 89.400 4,5 100% Breda 1e tranche 659.960 33,0 140% Brielle 4e tranche 27.000 1,4 60% Bronckhorst 5e tranche 134.400 6,7 120% Brummen 4e tranche 75.120 3,8 120% Brunssum 4e tranche 101.920 5,1 140% Bunnik 6e tranche 26.400 1,3 60%
Meicirculaire gemeentefonds 2015
99
Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Gemeente Tranche Bedrag 2015 Fte 2015 Percentage van deelname Bunschoten 5e tranche 40.920 2,0 60% Buren 6e tranche 63.520 3,2 80% Capelle aan den IJssel 2e tranche 223.920 11,2 120% Castricum 4e tranche 106.000 5,3 100% Coevorden 2e tranche 61.680 3,1 60% Cranendonck 4e tranche 78.680 3,9 140% Cromstrijen 4e tranche 52.080 2,6 140% Cuijk 3e tranche 103.320 5,2 140% Culemborg 3e tranche 91.800 4,6 100% Dalfsen 3e tranche 52.680 2,6 60% Dantumadiel 4e tranche 86.240 4,3 140% De Bilt 2e tranche 123.800 6,2 100% De Friese Meren 3e tranche 225.442 11,3 140% De Marne 6e tranche 30.600 1,5 100% De Ronde Venen 5e tranche 194.600 9,7 140% De Wolden 2e tranche 101.080 5,1 140% Delft 2e tranche 306.320 15,3 140% Delfzijl 2e tranche 45.000 2,3 60% Den Helder 2e tranche 222.040 11,1 140% Deurne 5e tranche 133.280 6,7 140% Deventer 1e tranche 396.200 19,8 140% Diemen 6e tranche 93.240 4,7 140% Dinkelland 5e tranche 123.760 6,2 140% Doesburg 5e tranche 35.200 1,8 100% Doetinchem 5e tranche 232.680 11,6 140% Dongen 4e tranche 105.560 5,3 140% Dongeradeel 4e tranche 109.200 5,5 140% Dordrecht 1e tranche 481.600 24,1 140% Drechterland 3e tranche 82.600 4,1 140% Drimmelen 5e tranche 76.800 3,8 100% Dronten 2e tranche 180.600 9,1 140% Druten 4e tranche 80.920 4,0 140% Duiven 4e tranche 125.720 6,3 140% Echt-Susteren 4e tranche 113.960 5,7 140% Edam-Volendam 2e tranche 126.560 6,3 140% Ede 2e tranche 209.040 10,5 60% Eemsmond 2e tranche 51.000 2,6 100% Eersel 3e tranche 76.160 3,8 140% Eijsden-Margraten 4e tranche 55.160 2,8 140% Eindhoven 1e tranche 726.320 36,3 140% Elburg 4e tranche 102.760 5,1 140% Emmen 1e tranche 427.560 21,4 140% Enkhuizen 4e tranche 71.680 3,6 140% Enschede 1e tranche 579.880 29,0 140% Epe 5e tranche 129.080 6,5 140% Ermelo 4e tranche 93.840 4,7 120% Etten-Leur 8e tranche 118.800 5,9 100% Ferwerderadiel 4e tranche 39.480 2,0 140% Franekeradeel 5e tranche 74.880 3,7 120% Geertruidenberg 5e tranche 80.640 4,0 140% Geldermalsen 3e tranche 69.760 3,5 80% Geldrop-Mierlo 5e tranche 65.760 3,3 60% Gemert-Bakel 2e tranche 101.760 5,1 120%
Meicirculaire gemeentefonds 2015
100
Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Gemeente Tranche Bedrag 2015 Fte 2015 Percentage van deelname Gennep 4e tranche 65.240 3,3 140% Giessenlanden 4e tranche 65.520 3,3 140% Gilze en Rijen 2e tranche 106.400 5,3 140% Goeree-Overflakkee 2e tranche 174.000 8,7 120% Goes 2e tranche 142.240 7,1 140% Goirle 3e tranche 62.200 3,1 100% Gorinchem 3e tranche 140.840 7,0 140% Gouda 2e tranche 308.000 15,4 140% Grave 5e tranche 54.600 2,7 140% Groesbeek 4e tranche 133.840 6,7 140% Groningen 1e tranche 519.960 26,0 140% Grootegast 4e tranche 58.800 2,9 140% Gulpen-Wittem 4e tranche 22.320 1,1 60% Haaksbergen 6e tranche 72.600 3,6 100% Haarlem 1e tranche 539.560 27,0 140% Haarlemmerliede Spaarnw 6e tranche 23.800 1,2 140% Haarlemmermeer 2e tranche 624.960 31,2 140% Halderberge 3e tranche 64.320 3,2 80% Hardenberg 2e tranche 269.920 13,5 140% Harderwijk 3e tranche 185.640 9,3 140% Hardinxveld-Giessendam 3e tranche 85.400 4,3 140% Haren 3e tranche 44.320 2,2 80% Harlingen 2e tranche 63.280 3,2 140% Hattem 4e tranche 50.680 2,5 140% Heemskerk 4e tranche 157.080 7,9 140% Heemstede 3e tranche 59.040 3,0 80% Heerde 4e tranche 74.760 3,7 140% Heerenveen 2e tranche 200.116 10,0 140% Heerhugowaard 2e tranche 160.400 8,0 100% Heerlen 1e tranche 300.160 15,0 140% Heeze-Leende 4e tranche 62.160 3,1 140% Heiloo 5e tranche 64.400 3,2 100% Hellendoorn 2e tranche 151.200 7,6 140% Hellevoetsluis 2e tranche 68.400 3,4 60% Helmond 2e tranche 317.520 15,9 120% Hendrik-Ido-Ambacht 3e tranche 120.120 6,0 140% Hengelo O 1e tranche 335.720 16,8 140% het Bildt 7e tranche 49.280 2,5 140% Heusden 2e tranche 185.640 9,3 140% Hillegom 5e tranche 68.880 3,4 120% Hilvarenbeek 4e tranche 49.000 2,5 100% Hilversum 5e tranche 135.600 6,8 60% Hof van Twente 5e tranche 145.600 7,3 140% Hollands Kroon 2e tranche 207.480 10,4 140% Hoogeveen 3e tranche 223.160 11,2 140% Hoogezand-Sappemeer 4e tranche 133.280 6,7 140% Hoorn 2e tranche 247.440 12,4 120% Horst aan de Maas 4e tranche 175.560 8,8 140% Houten 2e tranche 234.920 11,7 140% Huizen 6e tranche 127.400 6,4 100% Hulst 2e tranche 90.960 4,5 120% IJsselstein 2e tranche 141.360 7,1 120% Kaag en Braassem 4e tranche 94.560 4,7 120%
Meicirculaire gemeentefonds 2015
101
Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Gemeente Tranche Bedrag 2015 Fte 2015 Percentage van deelname Kampen 3e tranche 233.240 11,7 140% Kapelle 2e tranche 56.280 2,8 140% Katwijk 3e tranche 281.960 14,1 140% Koggenland 5e tranche 84.240 4,2 120% Krimpen aan den IJssel 3e tranche 87.600 4,4 100% Krimpenerwaard 4e/5e tranche 179.040 9,0 Laarbeek 4e tranche 91.280 4,6 140% Landerd 8e tranche 46.400 2,3 100% Landgraaf 3e tranche 95.200 4,8 100% Landsmeer 4e tranche 17.880 0,9 60% Langedijk 2e tranche 121.240 6,1 140% Lansingerland 3e tranche 135.520 6,8 80% Leek 3e tranche 58.800 2,9 100% Leerdam 3e tranche 90.160 4,5 140% Leeuwarden 1e tranche 280.560 14,0 120% Leeuwarderadeel 7e tranche 47.600 2,4 140% Leiden 1e tranche 284.600 14,2 100% Leiderdorp 5e tranche 48.720 2,4 60% Leidschendam-Voorburg 2e tranche 150.240 7,5 80% Lelystad 1e tranche 318.640 15,9 140% Leudal 5e tranche 154.000 7,7 140% Leusden 3e tranche 124.600 6,3 140% Lingewaal 4e tranche 34.800 1,7 100% Lingewaard 4e tranche 192.360 9,6 140% Lisse 5e tranche 65.200 3,3 100% Littenseradiel 5e tranche 37.600 1,9 100% Lochem 4e tranche 129.640 6,5 140% Loon op Zand 5e tranche 67.000 3,4 100% Lopik 5e tranche 70.280 3,5 140% Loppersum 4e tranche 19.440 1,0 60% Losser 2e tranche 77.520 3,9 120% Maasdriel 8e tranche 43.200 2,2 60% Maasgouw 4e tranche 74.640 3,7 120% Maassluis 3e tranche 70.080 3,5 80% Maastricht 1e tranche 362.320 18,1 140% Marum 4e tranche 45.920 2,3 140% Medemblik 5e tranche 185.920 9,3 140% Meerssen 5e tranche 32.040 1,6 60% Menameradiel 7e tranche 62.720 3,1 140% Menterwolde 4e tranche 36.600 1,8 100% Meppel 3e tranche 128.520 6,4 140% Middelburg 2e tranche 191.520 9,6 140% Midden Drenthe 5e tranche 100.000 5,0 100% Midden-Delfland 5e tranche 60.400 3,0 100% Mill en Sint Hubert 4e tranche 46.760 2,3 140% Moerdijk 5e tranche 104.000 5,2 100% Molenwaard 4e tranche 88.000 4,4 80% Montferland 4e tranche 143.920 7,2 140% Montfoort U 4e tranche 64.960 3,2 140% Muiden 6e tranche 29.400 1,5 140% Naarden 5e tranche 80.360 4,0 140% Neder-Betuwe 4e tranche 119.000 6,0 140% Nederweert 4e tranche 68.880 3,4 140%
Meicirculaire gemeentefonds 2015
102
Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Gemeente Tranche Bedrag 2015 Fte 2015 Percentage van deelname Neerijnen 5e tranche 39.800 2,0 100% Nieuwegein 2e tranche 235.200 11,8 140% Nieuwkoop 5e tranche 118.440 5,9 140% Nijkerk 6e tranche 176.120 8,8 140% Nijmegen 1e tranche 538.720 26,9 140% Nissewaard 2e/3e tranche 328.600 16,4 Noord-Beveland 3e tranche 25.480 1,3 140% Noordenveld 3e tranche 90.600 4,5 100% Noordoostpolder 4e tranche 189.120 9,5 120% Noordwijk 4e tranche 64.400 3,2 100% Noordwijkerhout 4e tranche 54.240 2,7 120% Nuenen c.a. 7e tranche 69.200 3,5 100% Nunspeet 2e tranche 125.160 6,3 140% Nuth 5e tranche 39.800 2,0 100% Oirschot 5e tranche 78.120 3,9 140% Oisterwijk 3e tranche 109.200 5,5 140% Oldambt 4e tranche 103.800 5,2 100% Oldebroek 4e tranche 74.400 3,7 100% Oldenzaal 5e tranche 132.720 6,6 140% Olst-Wijhe 3e tranche 76.720 3,8 140% Ommen 5e tranche 71.960 3,6 140% Oost Gelre 5e tranche 113.760 5,7 120% Oosterhout 2e tranche 214.480 10,7 140% Ooststellingwerf 5e tranche 92.400 4,6 120% Oostzaan 4e tranche 28.800 1,4 100% Opmeer 4e tranche 52.920 2,6 140% Opsterland 5e tranche 93.000 4,7 100% Oss 2e tranche 366.257 18,3 140% Oud-Beijerland 4e tranche 91.440 4,6 120% Oude Ijsselstreek 6e tranche 144.000 7,2 120% Ouder-Amstel 4e tranche 54.880 2,7 140% Oudewater 4e tranche 19.320 1,0 60% OverBetuwe 7e tranche 201.320 10,1 140% Peel en Maas 4e tranche 181.160 9,1 140% Pekela 4e tranche 29.920 1,5 80% Pijnacker-Nootdorp 2e tranche 222.040 11,1 140% Purmerend 2e tranche 323.120 16,2 140% Putten 3e tranche 106.400 5,3 140% Raalte 3e tranche 165.200 8,3 140% Reimerswaal 2e tranche 74.000 3,7 100% Renkum 3e tranche 119.840 6,0 140% Reusel-De Mierden 4e tranche 50.400 2,5 140% Rheden 2e tranche 157.080 7,9 140% Rhenen 5e tranche 57.800 2,9 100% Ridderkerk 2e tranche 157.640 7,9 140% Rijssen-Holten 2e tranche 155.520 7,8 120% Rijswijk 2e tranche 144.760 7,2 140% Roerdalen 4e tranche 74.760 3,7 140% Roermond 2e tranche 173.520 8,7 120% Roosendaal 2e tranche 132.000 6,6 60% Rotterdam 1e tranche 2.257.640 112,9 140% Schagen 2e tranche 196.840 9,8 140% Scherpenzeel 3e tranche 24.800 1,2 80%
Meicirculaire gemeentefonds 2015
103
Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Gemeente Tranche Bedrag 2015 Fte 2015 Percentage van deelname Schiedam 1e tranche 290.080 14,5 140% Schiermonnikoog 4e tranche 20.000 1,0 100% Schijndel 2e tranche 95.480 4,8 140% Schinnen 3e tranche 43.440 2,2 120% Schouwen-Duiveland 3e tranche 55.560 2,8 60% 's-Gravenhage 1e tranche 1.840.160 92,0 140% 's-Hertogenbosch 1e tranche 551.303 27,6 140% Simpelveld 2e tranche 40.040 2,0 140% Sint-Anthonis 4e tranche 54.040 2,7 140% Sint-Michielsgestel 5e tranche 51.720 2,6 60% Sint-Oedenrode 4e tranche 54.000 2,7 100% Sittard-Geleen 1e tranche 348.600 17,4 140% Sliedrecht 4e tranche 71.200 3,6 100% Slochteren 5e tranche 46.200 2,3 100% Sluis 3e tranche 83.440 4,2 140% Smallingerland 3e tranche 165.800 8,3 100% Soest 8e tranche 135.800 6,8 100% Someren 7e tranche 81.200 4,1 140% Son en Breugel 3e tranche 48.200 2,4 100% Stadskanaal 3e tranche 131.880 6,6 140% Staphorst 3e tranche 65.400 3,3 100% Stede Broec 6e tranche 81.120 4,1 120% Steenbergen 4e tranche 92.120 4,6 140% Steenwijkerland 2e tranche 105.120 5,3 80% Stein 5e tranche 66.800 3,3 100% Stichtse Vecht 2e tranche 261.800 13,1 140% Strijen 4e tranche 27.000 1,4 100% Sudwest Fryslan 3e tranche 313.080 15,7 120% Ten Boer 4e tranche 34.720 1,7 140% Terneuzen 3e tranche 181.680 9,1 120% Terschelling 4e tranche 28.000 1,4 140% Texel 2e tranche 56.840 2,8 140% Teylingen 3e tranche 69.480 3,5 60% Tholen 4e tranche 119.560 6,0 140% Tiel 2e tranche 133.200 6,7 100% Tilburg 1e tranche 753.480 37,7 140% Tubbergen 2e tranche 104.720 5,2 140% Twenterand 2e tranche 87.360 4,4 80% Tynaarlo 2e tranche 129.640 6,5 140% Tytsjerksteradiel 4e tranche 137.200 6,9 140% Uden 2e tranche 170.800 8,5 140% Uithoorn 3e tranche 118.720 5,9 140% Urk 5e tranche 122.640 6,1 140% Utrecht 1e tranche 1.009.120 50,5 140% Utrechtse Heuvelrug 3e tranche 200.760 10,0 140% Vaals 4e tranche 31.920 1,6 140% Valkenburg aan de Geul 4e tranche 40.000 2,0 100% Valkenswaard 3e tranche 115.360 5,7 140% Veendam 4e tranche 61.760 3,1 80% Veenendaal 2e tranche 165.600 8,3 80% Veere 3e tranche 65.000 3,3 100% Veghel 6e tranche 69.600 3,5 60% Veldhoven 4e tranche 124.400 6,2 100%
Meicirculaire gemeentefonds 2015
104
Decentralisatie-uitkering Brede impuls combinatiefuncties Gemeente Tranche Bedrag 2015 Fte 2015 Percentage van deelname Velsen 2e tranche 203.800 10,2 100% Venlo 1e tranche 382.760 19,1 140% Venray 2e tranche 182.280 9,1 140% Vianen 3e tranche 85.400 4,3 140% Vlaardingen 2e tranche 224.400 11,2 120% Vlagtwedde 5e tranche 62.160 3,1 140% Vlieland 4e tranche 20.000 1,0 100% Vlissingen 2e tranche 161.560 8,1 140% Voerendaal 4e tranche 46.760 2,3 140% Voorst 5e tranche 94.360 4,7 140% Vught 4e tranche 45.840 2,3 60% Waalre 5e tranche 72.520 3,6 140% Waalwijk 5e tranche 179.200 9,0 140% Waddinxveen 3e tranche 112.560 5,6 140% Wageningen 4e tranche 48.840 2,4 60% Wassenaar 5e tranche 61.280 3,1 80% Waterland 4e tranche 69.720 3,5 140% Weert 2e tranche 186.760 9,3 140% Weesp 4e tranche 45.400 2,3 100% Werkendam 3e tranche 117.320 5,9 140% West Maas en Waal 4e tranche 75.600 3,8 140% Westerveld 4e tranche 62.160 3,1 120% Westervoort 4e tranche 49.200 2,5 100% Westland 3e tranche 189.120 9,5 60% Weststellingwerf 5e tranche 72.000 3,6 100% Westvoorne 4e tranche 38.200 1,9 100% Wierden 3e tranche 104.440 5,2 140% Wijchen 2e tranche 174.440 8,7 140% Wijdemeren 3e tranche 69.200 3,5 100% Wijk bij Duurstede 2e tranche 61.920 3,1 80% Winsum 5e tranche 27.240 1,4 60% Winterswijk 5e tranche 104.160 5,2 120% Woensdrecht 4e tranche 57.400 2,9 100% Woerden 2e tranche 219.520 11,0 140% Wormerland 4e tranche 48.400 2,4 100% Woudenberg 5e tranche 54.600 2,7 140% Woudrichem 4e tranche 44.800 2,2 100% Zaanstad 1e tranche 571.760 28,6 140% Zaltbommel 3e tranche 109.200 5,5 120% Zandvoort 4e tranche 53.760 2,7 140% Zederik 5e tranche 63.560 3,2 140% Zeevang 4e tranche 24.480 1,2 120% Zeewolde 4e tranche 112.560 5,6 140% Zeist 3e tranche 241.640 12,1 140% Zevenaar 3e tranche 52.680 2,6 60% Zoetermeer 2e tranche 425.760 21,3 120% Zoeterwoude 6e tranche 15.720 0,8 60% Zuidhorn 3e tranche 51.680 2,6 80% Zuidplas 2e tranche 188.720 9,4 140% Zundert 3e tranche 58.600 2,9 100% Zwartewaterland 3e tranche 67.680 3,4 80% Zwijndrecht 4e tranche 171.640 8,6 140% Zwolle 1e tranche 469.840 23,5 140% Totaal 57.935.358 2897,0
Meicirculaire gemeentefonds 2015
105
Bijlage 4.2-2 Decentralisatie-uitkering Bodemsanering
Meicirculaire gemeentefonds 2015
106
Decentralisatie-uitkering Bodemsanering Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016-2020 Alkmaar 802.516 686.758 Almelo 650.274 667.224 Amersfoort 794.773 787.187 Amsterdam 7.623.151 10.026.855 Arnhem 884.583 484.153 Breda 895.391 966.567 Deventer 674.839 627.472 Dordrecht 621.023 1.452.197 Eindhoven 894.907 1.518.374 Emmen 951.717 1.808.396 Enschede 936.424 1.576.950 Groningen 1.228.840 798.268 Haarlem 763.451 1.377.360 Heerlen 629.908 540.996 Helmond 514.351 480.818 Hengelo O 721.077 841.951 Leeuwarden 948.811 644.514 Leiden 747.575 563.208 Maastricht 795.695 715.286 Nijmegen 896.392 1.166.307 Rotterdam 6.184.793 8.467.999 Schiedam 576.299 497.089 's-Gravenhage 3.228.063 1.545.264 's-Hertogenbosch 508.324 762.925 Tilburg 1.223.639 1.361.764 Utrecht 1.359.944 2.357.741 Venlo 827.863 844.094 Zaanstad 1.156.539 1.865.818 Zwolle 695.241 807.526 Totaal 38.736.403 46.241.061
Meicirculaire gemeentefonds 2015
107
Bijlage 4.2-3 Decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage
Meicirculaire gemeentefonds 2015
108
Decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage Gemeente Bedrag 2015 Gemeente Aa en Hunze 290.030 Cuijk Aalsmeer 104.966 Culemborg Aalten 148.114 Dalfsen Achtkarspelen 11.677.838 De Bilt Albrandswaard 70.200 De Marne Almelo 973.211 De Ronde Venen Alphen aan den Rijn 395.244 De Wolden Alphen-Chaam 37.555 Delft Amersfoort 498.673 Delfzijl Amstelveen 431.985 Den Helder Amsterdam 5.000.000 Deurne Apeldoorn 1.248.000 Deventer Appingedam 213.707 Diemen Arnhem 1.413.750 Dinkelland Assen 472.500 Doesburg Asten 132.690 Doetinchem Baarle-Nassau 37.492 Dongen Baarn 115.314 Dordrecht Barendrecht 139.370 Drechterland Barneveld 614.250 Drimmelen Bedum 86.624 Dronten Beek 125.718 Druten Bellingwedde 80.747 Duiven Bergeijk 70.826 Echt-Susteren Bergen NH 142.849 Ede Bergen op Zoom 355.707 Eemnes Berkelland 226.285 Eemsmond Best 286.000 Eersel Beuningen 262.080 Eijsden-Margraten Beverwijk 196.972 Eindhoven Binnenmaas 122.451 Elburg Bladel 77.096 Emmen Blaricum 116.814 Enkhuizen Bloemendaal 75.469 Enschede Bodegraven-Reeuwijk 114.010 Ermelo Borger-Odoorn 163.125 Etten-Leur Borne 247.115 Geertruidenberg Borsele 116.972 Geldermalsen Boxtel 237.744 Geldrop-Mierlo Breda 2.447.000 Gemert-Bakel Brielle 86.400 Giessenlanden Bronckhorst 192.975 Gilze en Rijen Brummen 130.000 Goeree-Overflakkee Brunssum 158.600 Goes Bunnik 105.000 Goirle Bunschoten 59.796 Gorinchem Buren 86.374 Gouda Bussum 554.947 Groesbeek Capelle aan den IJssel 600.000 Groningen Castricum 147.478 Grootegast Coevorden 401.500 Gulpen-Wittem Cranendonck 433.500 Haaksbergen Cromstrijen 57.677 Haaren
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Bedrag 2015 219.404 104.318 190.743 190.895 102.862 211.808 187.500 424.369 367.572 312.463 281.474 494.910 120.900 262.716 66.694 287.004 115.550 1.687.500 64.253 285.000 378.780 191.035 98.526 175.767 769.175 98.675 243.015 71.187 157.500 2.548.000 216.050 1.293.000 87.759 1.965.113 335.957 190.077 98.370 92.625 190.764 237.300 47.746 112.092 229.995 273.363 99.732 172.376 306.173 394.355 744.300 877.500 112.500 270.499 74.880
109
Decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage Gemeente Bedrag 2015 Gemeente Haarlem 672.039 Leusden Haarlemmerliede Spaarnw 20.241 Lingewaal Haarlemmermeer 679.250 Lingewaard Halderberge 151.196 Lochem Hardenberg 397.000 Loon op Zand Harderwijk 494.754 Lopik Hardinxveld-Giessendam 79.992 Loppersum Haren 276.696 Losser Hattem 91.736 Maasdriel Heemskerk 186.328 Maasgouw Heemstede 116.591 Maassluis Heerde 138.000 Maastricht Heerhugowaard 173.979 Medemblik Heerlen 1.212.188 Meerssen Heeze-Leende 191.250 Menterwolde Heiloo 96.809 Meppel Hellendoorn 413.600 Middelburg Hellevoetsluis 217.800 Midden-Delfland Helmond 779.482 Midden Drenthe Hengelo O 1.021.972 Moerdijk Heumen 170.755 Molenwaard Heusden 177.554 Montferland Hillegom 472.610 Montfoort U Hilvarenbeek 58.385 Mook en Middelaar Hilversum 1.495.781 Muiden Hof van Twente 437.815 Naarden Hoogeveen 560.000 Neder-Betuwe Hoogezand-Sappemeer 412.030 Nederweert Hoorn 296.451 Neerijnen Houten 276.900 Nieuwegein Huizen 625.641 Nieuwkoop Hulst 147.659 Nijkerk IJsselstein 146.250 Nijmegen Kaag en Braassem 89.888 Nissewaard Kampen 340.075 Noord-Beveland Kapelle 64.457 Noordenveld Katwijk 580.225 Noordoostpolder Kerkrade 963.275 Nuenen c.a. Koggenland 74.327 Nunspeet Korendijk 44.545 Oegstgeest Krimpen aan den IJssel 341.250 Oirschot Krimpenerwaard 227.968 Oisterwijk Laarbeek 196.172 Oldambt Landgraaf 898.900 Oldebroek Langedijk 84.528 Oldenzaal Lansingerland 400.000 Olst-Wijhe Laren 134.882 Ommen Leerdam 111.905 Onderbanken Leiden 1.238.908 Oost Gelre Leiderdorp 352.791 Oosterhout Leidschendam-Voorburg 1.234.800 Opmeer Lelystad 626.000 Oss Leudal 156.459 Oud-Beijerland
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Bedrag 2015 351.000 40.668 184.289 163.154 108.918 122.460 128.950 287.012 92.322 126.373 485.000 1.038.750 164.405 138.750 102.810 279.375 353.575 50.876 204.800 167.972 86.913 186.599 40.000 80.340 80.076 225.904 88.447 77.064 41.563 364.000 96.133 362.000 1.422.200 575.000 49.678 881.400 753.564 87.668 381.328 223.995 71.774 125.294 482.614 277.624 408.653 250.000 116.000 115.175 135.031 256.653 44.295 1.625.000 91.696
110
Decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage Gemeente Bedrag 2015 Gemeente Oude IJsselstreek 224.721 Tilburg Ouder-Amstel 74.865 Tubbergen Oudewater 36.504 Twenterand Overbetuwe 168.409 Tynaarlo Pekela 103.725 Uden Putten 297.068 Uitgeest Raalte 422.500 Uithoorn Reimerswaal 125.294 Urk Renkum 177.792 Utrecht Renswoude 12.996 Utrechtse Heuvelrug Reusel-De Mierden 48.065 Vaals Rheden 284.454 Valkenburg aan de Geul Rhenen 81.551 Valkenswaard Ridderkerk 259.423 Veendam Rijnwaarden 52.357 Veenendaal Rijssen-Holten 395.309 Veere Rijswijk 305.649 Veldhoven Roerdalen 106.049 Velsen Roermond 312.246 Venlo Roosendaal 398.610 Vianen Rotterdam 3.500.000 Vlaardingen Rozendaal 4.628 Vlagtwedde Rucphen 130.799 Vlissingen Schagen 321.512 Voerendaal Scherpenzeel 35.827 Voorst Schiedam 1.180.000 Vught Schijndel 177.840 Waalre Schinnen 55.575 Waalwijk Schouwen-Duiveland 214.892 Waddinxveen 's-Gravenhage 1.500.000 Wageningen 's-Hertogenbosch 1.003.800 Weert Simpelveld 203.413 Weesp Sint-Michielsgestel 112.127 West Maas en Waal Sittard-Geleen 503.475 Westerveld Slochteren 98.870 Westervoort Sluis 116.250 Westland Smallingerland 790.000 Westvoorne Soest 201.296 Wierden Someren 165.022 Wijchen Son en Breugel 68.125 Wijdemeren Stadskanaal 1.487.200 Wijk bij Duurstede Staphorst 48.528 Winsum Stede Broec 84.751 Winterswijk Steenbergen 115.144 Woensdrecht Steenwijkerland 754.068 Woerden Stein 230.775 Woudenberg Stichtse Vecht 223.121 Zaanstad Strijen 38.882 Zaltbommel Ten Boer 81.413 Zandvoort Terneuzen 325.000 Zederik Texel 382.470 Zeewolde Tholen 156.982 Zeist Tiel 172.218 Zevenaar
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Bedrag 2015 3.225.375 203.291 381.997 315.900 178.159 37.385 112.339 158.067 3.381.000 211.380 90.000 151.250 510.000 207.450 360.000 135.348 379.768 312.000 2.692.754 110.500 1.082.500 118.179 401.659 75.168 231.840 110.522 68.096 232.749 108.712 119.870 251.505 284.693 77.847 162.500 62.266 383.982 82.800 231.698 442.975 312.318 74.427 110.588 167.023 102.101 176.000 43.326 1.000.000 102.135 103.020 52.499 210.648 270.182 165.527
111
Decentralisatie-uitkering Huishoudelijke hulp toelage Gemeente Bedrag 2015 Gemeente Zoetermeer 975.000 Zwartewaterland Zoeterwoude 63.210 Zwolle Zuidplas 128.413 Zundert 113.851
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Bedrag 2015 80.944 1.000.000 128.564.412
112
Bijlage 4.2-4 Integratie-uitkering Wmo
Meicirculaire gemeentefonds 2015
113
Integratie-uitkering Wmo Gemeente Aa en Hunze Aalburg Aalsmeer Aalten Achtkarspelen Alblasserdam Albrandswaard Alkmaar Almelo Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam Ameland Amersfoort Amstelveen Amsterdam Apeldoorn Appingedam Arnhem Assen Asten Baarle-Nassau Baarn Barendrecht Barneveld Bedum Beek Beemster Beesel Bellingwedde Bergambacht Bergeijk Bergen L Bergen NH Bergen op Zoom Berkelland Bernheze Bernisse Best Beuningen Beverwijk Binnenmaas Bladel Blaricum Bloemendaal Boarnsterhim Bodegraven-Reeuwijk Boekel Borger-Odoorn Borne Borsele Boskoop
Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 2.627.701 2.840.313 2.088.678 1.892.008 1.022.131 1.141.682 829.487 747.809 2.105.662 2.409.207 1.768.294 1.597.080 3.021.292 3.404.809 2.474.119 2.232.567 3.017.720 3.369.561 2.441.013 2.199.504 1.918.018 2.173.957 1.587.607 1.430.963 1.419.066 1.586.403 1.199.445 1.082.797 8.989.542 9.871.052 7.812.229 7.059.216 8.269.904 9.081.802 6.714.361 6.076.343 11.078.099 11.933.540 8.778.137 7.955.480 5.769.519 9.181.717 6.873.008 6.227.370 771.207 826.806 597.079 537.900 311.336 350.580 253.293 228.373 10.584.036 11.471.245 8.514.262 7.715.978 7.241.830 7.935.617 5.785.648 5.229.321 61.907.314 66.136.500 48.775.762 44.182.698 16.040.208 17.736.560 13.179.911 11.953.901 1.928.945 2.148.645 1.581.901 1.428.301 14.158.729 15.170.062 11.391.376 10.344.321 6.574.909 7.357.176 5.631.083 5.113.028 1.340.019 1.477.086 1.099.295 991.667 767.305 836.877 611.029 550.330 2.641.939 2.823.265 2.136.622 1.959.376 2.869.427 3.050.855 2.252.243 2.034.276 3.600.206 4.046.033 2.899.759 2.617.608 1.066.967 1.166.296 861.908 782.719 1.892.095 2.079.797 1.511.415 1.361.747 723.984 788.470 580.198 525.293 1.386.097 1.553.731 1.140.662 1.028.689 1.254.373 1.362.260 998.206 899.075 814.348 851.567 1.428.214 1.626.874 1.191.555 1.073.790 1.536.115 1.649.860 1.185.737 1.068.987 2.897.020 3.247.145 2.375.162 2.147.004 7.378.241 8.130.903 5.989.355 5.415.612 4.670.519 5.179.159 3.754.488 3.384.571 2.331.907 2.598.402 1.898.506 1.711.931 998.225 1.125.365 2.217.001 2.511.694 1.861.604 1.679.917 1.952.456 2.130.618 1.568.343 1.415.609 4.153.923 4.496.910 3.210.466 2.893.134 2.416.974 2.702.499 1.986.890 1.789.704 1.579.288 1.799.634 1.334.970 1.206.437 634.878 696.564 508.098 458.511 1.492.427 1.680.713 1.208.792 1.095.140 1.710.114 2.335.780 2.613.935 1.906.569 1.720.830 716.356 835.380 623.075 562.316 2.764.428 3.033.369 2.222.854 2.002.576 1.999.007 2.276.498 1.653.121 1.490.449 1.890.090 2.039.595 1.505.808 1.357.203 1.176.702
Meicirculaire gemeentefonds 2015
114
Integratie-uitkering Wmo Gemeente Boxmeer Boxtel Breda Brielle Bronckhorst Brummen Brunssum Bunnik Bunschoten Buren Bussum Capelle aan den IJssel Castricum Coevorden Cranendonck Cromstrijen Cuijk Culemborg Dalfsen Dantumadiel De Bilt De Friese Meren De Marne De Ronde Venen De Wolden Delft Delfzijl Den Helder Deurne Deventer Diemen Dinkelland Doesburg Doetinchem Dongen Dongeradeel Dordrecht Drechterland Drimmelen Dronten Druten Duiven Echt-Susteren Edam-Volendam Ede Eemnes Eemsmond Eersel Eijsden-Margraten Eindhoven Elburg Emmen
Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 2.558.088 2.870.745 2.156.617 1.946.184 2.719.825 3.049.066 2.255.093 2.041.635 16.463.219 18.113.286 13.409.239 12.133.798 1.266.973 1.478.943 1.082.529 978.261 3.954.978 4.430.074 3.171.151 2.858.367 2.280.655 2.560.596 1.858.582 1.681.742 4.327.887 4.785.744 3.469.715 3.130.287 1.053.399 1.175.033 855.735 770.897 1.228.845 1.379.909 986.902 889.880 1.745.329 1.983.989 1.449.466 1.305.979 2.921.826 3.166.242 2.277.873 2.054.341 6.203.369 6.898.304 5.029.091 4.537.867 3.004.020 3.220.352 2.334.585 2.105.438 4.095.271 4.551.592 3.276.935 2.954.730 1.834.208 2.073.919 1.523.846 1.373.283 1.143.425 1.265.793 933.120 840.482 2.341.803 2.741.688 1.987.385 1.793.393 2.136.958 2.348.376 1.712.803 1.546.995 2.354.521 2.623.720 1.857.274 1.674.468 2.315.024 2.530.638 1.845.050 1.665.135 3.933.232 4.179.216 2.997.787 2.705.154 5.392.629 3.913.874 3.533.151 1.330.520 1.398.821 1.018.286 917.127 2.849.942 3.176.526 2.306.092 2.080.693 2.420.551 2.659.096 1.909.993 1.721.756 8.692.708 9.203.305 6.795.810 6.139.327 3.600.301 4.035.066 2.944.890 2.657.750 6.458.087 7.108.813 5.440.007 4.931.206 2.917.771 3.275.501 2.476.041 2.244.393 9.331.253 10.318.374 7.661.819 6.928.419 1.949.534 2.206.409 1.543.672 1.390.207 2.163.021 2.423.495 1.781.674 1.607.081 1.380.604 1.528.537 1.113.984 1.004.634 6.071.961 6.812.769 4.974.267 4.502.680 2.391.176 2.630.828 1.947.522 1.757.359 2.866.837 3.176.384 2.301.846 2.075.999 12.060.454 13.415.721 9.896.997 8.947.215 1.336.061 1.493.779 1.077.692 972.052 2.381.280 2.643.240 1.949.105 1.765.650 3.130.400 3.432.351 2.458.591 2.219.997 1.540.990 1.739.623 1.327.747 1.209.324 1.988.383 2.231.361 1.664.225 1.501.436 3.698.769 4.110.629 3.074.462 2.785.830 2.009.045 2.255.872 1.637.243 1.476.807 9.236.027 10.130.660 7.401.622 6.703.870 560.200 641.785 476.691 429.819 1.977.132 2.318.341 1.666.151 1.500.880 1.539.392 1.785.038 1.345.794 1.225.097 2.247.010 2.502.274 1.814.839 1.634.920 22.762.754 24.519.621 18.395.426 16.670.356 1.902.277 2.150.806 1.578.382 1.424.112 13.702.775 14.998.257 10.856.915 9.804.145
Meicirculaire gemeentefonds 2015
115
Integratie-uitkering Wmo Gemeente Enkhuizen Enschede Epe Ermelo Etten-Leur Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterlan-Sleat Geertruidenberg Geldermalsen Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Gennep Giessenlanden Gilze en Rijen Goeree-Overflakkee Goes Goirle Gorinchem Gouda Graft-De Rijp Grave Groesbeek Groningen Grootegast Gulpen-Wittem Haaksbergen Haaren Haarlem Haarlemmerliede Spaarnw Haarlemmermeer Halderberge Hardenberg Harderwijk Hardinxveld-Giessendam Haren Harlingen Hattem Heemskerk Heemstede Heerde Heerenveen Heerhugowaard Heerlen Heeze-Leende Heiloo Hellendoorn Hellevoetsluis Helmond Hendrik-Ido-Ambacht Hengelo O
Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 1.786.324 1.963.266 1.401.024 1.263.217 16.763.884 17.703.661 12.943.012 11.713.196 3.675.573 4.032.445 2.954.525 2.665.306 2.918.177 3.139.576 2.419.991 2.227.198 3.901.366 4.296.253 3.124.158 2.822.643 816.970 901.152 640.632 577.180 2.328.945 2.592.609 1.902.772 1.717.602 1.108.013 2.085.645 2.211.283 1.625.294 1.470.483 1.931.902 2.099.010 1.578.321 1.428.399 3.807.615 4.225.202 3.146.039 2.837.069 2.432.313 2.681.966 1.980.388 1.789.959 2.013.924 2.208.681 1.764.033 1.628.816 950.285 1.072.257 781.979 704.868 2.302.472 2.610.886 1.880.173 1.695.146 4.742.950 5.143.724 3.716.966 3.358.917 4.450.037 4.873.143 3.685.730 3.335.695 2.024.751 2.326.687 1.717.378 1.550.177 3.563.002 3.898.978 2.864.338 2.586.351 6.337.737 7.050.368 5.172.760 4.673.746 474.215 549.379 1.157.333 1.310.367 1.016.849 933.795 2.395.356 2.682.123 3.368.659 3.051.022 15.510.663 16.774.065 12.654.906 11.473.002 1.187.293 1.283.769 941.561 848.786 1.592.339 1.775.740 1.286.077 1.158.374 2.277.245 2.518.368 1.853.873 1.674.989 1.250.617 1.317.993 1.026.223 947.135 13.835.813 15.110.785 11.076.268 10.009.256 414.650 453.876 327.680 295.166 8.968.013 10.058.133 7.501.703 6.791.780 3.017.512 3.482.956 2.562.656 2.309.353 5.456.989 5.891.514 4.266.654 3.859.443 4.082.036 4.505.765 3.265.360 2.951.148 1.623.894 1.755.088 1.276.197 1.150.102 1.902.152 2.072.073 1.546.418 1.401.521 1.863.548 2.181.817 1.594.090 1.439.319 1.114.784 1.222.533 874.193 787.722 3.915.457 4.340.729 3.228.386 2.921.604 2.494.973 2.780.321 2.048.700 1.865.305 1.856.398 2.117.346 1.537.394 1.388.662 4.985.839 6.150.845 4.466.970 4.032.852 3.757.333 4.304.601 3.231.662 2.937.605 13.611.699 15.039.793 11.165.634 10.084.822 1.445.041 1.599.213 1.257.700 1.152.418 1.972.052 2.208.185 1.623.631 1.464.353 3.447.967 3.837.176 2.839.655 2.566.556 3.222.369 3.586.278 2.667.247 2.410.620 8.154.301 9.058.059 6.670.042 6.029.512 1.884.279 2.175.182 1.599.752 1.442.102 8.643.694 9.437.066 6.820.708 6.162.884
Meicirculaire gemeentefonds 2015
116
Integratie-uitkering Wmo Gemeente Het Bildt Heumen Heusden Hillegom Hilvarenbeek Hilversum Hof van Twente Hollands Kroon Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Hoorn Horst aan de Maas Houten Huizen Hulst IJsselstein Kaag en Braassem Kampen Kapelle Katwijk Kerkrade Koggenland Kollumerland en Nwkruisl Korendijk Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard Laarbeek Landerd Landgraaf Landsmeer Langedijk Lansingerland Laren Leek Leerdam Leeuwarden Leeuwarderadeel Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Lelystad Lemsterland Leudal Leusden Lingewaal Lingewaard Lisse Littenseradiel Lochem Loon op Zand Lopik Loppersum
Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 1.228.499 1.244.925 920.953 830.897 1.297.898 1.475.607 1.066.635 962.760 3.693.609 4.120.062 2.956.029 2.664.717 1.914.896 2.117.889 1.564.198 1.411.592 1.178.876 1.351.546 980.986 884.724 8.393.441 9.185.024 6.724.997 6.072.305 3.626.478 3.961.749 2.930.589 2.644.491 3.783.578 4.196.357 3.052.745 2.751.051 6.806.125 7.480.783 5.477.739 4.947.749 4.845.442 5.342.654 3.934.520 3.564.249 6.196.509 6.854.827 5.006.515 4.526.100 3.620.358 4.001.525 2.959.395 2.674.658 2.401.869 2.719.883 2.018.202 1.822.687 3.553.148 3.765.955 2.780.516 2.514.611 3.138.464 3.374.000 2.498.254 2.264.146 2.457.855 2.757.246 2.028.359 1.829.744 1.836.445 2.042.178 1.483.446 1.336.679 4.626.060 4.988.581 3.662.653 3.314.256 1.017.169 1.126.383 828.546 747.126 5.153.728 5.892.572 4.348.516 3.934.246 7.107.324 7.855.159 5.710.396 5.154.956 1.540.901 1.751.143 1.275.870 1.150.175 1.393.094 1.484.569 1.060.161 955.657 878.390 983.893 706.181 636.121 2.672.557 3.052.352 2.227.888 2.006.757 3.635.040 3.279.565 1.978.263 2.123.095 1.550.381 1.396.843 1.221.696 1.348.570 978.856 883.771 4.958.065 5.448.334 4.008.996 3.625.691 870.920 931.786 666.332 600.513 1.691.795 1.965.824 1.436.379 1.295.292 2.533.471 2.876.528 2.091.244 1.888.957 914.317 1.002.183 769.103 696.863 2.190.181 2.427.517 1.768.983 1.605.709 2.324.543 2.463.797 1.801.177 1.624.705 11.125.848 12.979.113 9.448.327 8.545.524 1.082.359 1.187.373 875.070 791.907 9.087.992 10.113.167 7.457.286 6.740.002 2.318.816 2.587.457 1.903.242 1.718.409 7.834.195 8.587.322 6.248.090 5.639.595 5.853.079 6.469.180 4.732.014 4.278.397 1.236.383 3.157.337 3.615.058 2.637.744 2.379.387 1.928.093 2.177.344 1.607.590 1.452.239 809.275 941.634 675.682 608.718 3.759.795 4.219.276 3.077.491 2.778.061 2.010.053 2.242.175 1.637.852 1.475.570 802.469 924.551 665.089 599.591 3.378.347 3.743.280 2.747.725 2.485.115 2.289.709 2.586.992 1.881.082 1.696.204 851.223 965.284 698.434 629.368 1.182.342 1.298.260 933.939 841.206
Meicirculaire gemeentefonds 2015
117
Integratie-uitkering Wmo Gemeente Losser Maasdonk Maasdriel Maasgouw Maassluis Maastricht Marum Medemblik Meerssen Menameradiel Menterwolde Meppel Middelburg Midden Drenthe Midden-Delfland Mill en Sint Hubert Millingen aan de Rijn Moerdijk Molenwaard Montferland Montfoort U Mook en Middelaar Muiden Naarden Neder-Betuwe Nederlek Nederweert Neerijnen Nieuwegein Nieuwkoop Nijkerk Nijmegen Nissewaard Noord-Beveland Noordenveld Noordoostpolder Noordwijk Noordwijkerhout Nuenen c.a. Nunspeet Nuth Oegstgeest Oirschot Oisterwijk Oldambt Oldebroek Oldenzaal Olst-Wijhe Ommen Onderbanken Oost Gelre Oosterhout
Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 2.502.970 2.658.811 1.941.243 1.760.534 830.717 932.992 1.946.383 2.143.119 1.552.085 1.400.104 2.805.199 3.095.802 2.322.102 2.114.994 3.213.251 3.588.376 2.624.109 2.367.474 14.811.319 15.925.319 11.602.211 10.494.727 858.865 950.521 693.366 624.939 3.463.324 3.875.247 2.835.167 2.564.472 1.962.914 2.241.875 1.639.723 1.477.401 1.317.134 1.390.713 1.000.886 901.740 1.362.900 1.503.866 1.077.661 970.837 3.286.270 3.626.814 2.659.910 2.410.124 5.039.748 5.637.331 4.146.955 3.760.918 3.391.183 3.653.346 2.664.047 2.403.943 1.023.894 1.161.092 846.601 762.613 1.080.266 1.195.122 858.775 774.055 612.523 664.527 3.432.177 3.716.660 2.721.444 2.454.368 1.737.545 1.984.892 1.444.266 1.301.368 3.859.956 4.184.371 3.041.259 2.741.243 818.537 904.731 666.403 600.466 674.979 743.644 536.656 484.512 450.147 501.221 362.135 326.243 1.237.988 1.378.031 989.004 893.456 1.826.676 2.050.943 1.508.813 1.361.758 1.314.940 1.494.853 1.560.120 1.787.468 1.277.862 1.151.814 842.062 916.851 661.120 595.683 4.958.426 5.614.214 4.087.385 3.690.560 2.080.935 2.276.615 1.725.412 1.572.318 3.011.360 3.362.980 2.460.069 2.222.581 15.590.336 16.956.635 12.370.098 11.203.257 6.470.787 5.842.161 801.682 870.028 622.926 561.116 3.402.108 3.798.841 2.776.979 2.503.443 3.787.694 4.179.739 3.074.897 2.778.489 2.369.734 2.585.675 1.978.998 1.814.747 1.434.352 1.593.675 1.177.036 1.065.601 1.777.780 1.978.986 1.476.403 1.331.814 2.489.359 2.745.488 1.983.837 1.795.436 1.709.494 1.931.129 1.410.945 1.271.356 1.459.868 1.682.306 1.240.720 1.120.879 1.325.810 1.507.885 1.160.900 1.046.566 2.651.065 2.809.886 2.023.602 1.829.004 5.906.597 6.428.775 4.715.660 4.254.974 1.908.691 2.127.594 1.556.646 1.404.306 3.446.529 3.802.651 2.767.941 2.501.071 1.693.201 1.857.026 1.365.974 1.235.057 1.625.793 1.756.508 1.273.874 1.149.081 916.797 1.027.834 743.577 669.716 2.784.487 3.095.118 2.260.887 2.040.991 5.261.426 5.863.090 4.295.475 3.875.531
Meicirculaire gemeentefonds 2015
118
Integratie-uitkering Wmo Gemeente Ooststellingwerf Oostzaan Opmeer Opsterland Oss Oud-Beijerland Oude IJsselstreek Ouder-Amstel Ouderkerk Oudewater Overbetuwe Papendrecht Peel en Maas Pekela Pijnacker-Nootdorp Purmerend Putten Raalte Reimerswaal Renkum Renswoude Reusel-De Mierden Rheden Rhenen Ridderkerk Rijnwaarden Rijnwoude Rijssen-Holten Rijswijk Roerdalen Roermond Roosendaal Rotterdam Rozendaal Rucphen Schagen Schermer Scherpenzeel Schiedam Schiermonnikoog Schijndel Schinnen Schoonhoven Schouwen-Duiveland 's-Gravenhage 's-Hertogenbosch Simpelveld Sint-Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Sittard-Geleen Skarsterlan
Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 3.082.809 3.348.858 2.434.640 2.198.485 761.408 818.630 580.299 522.655 911.766 1.034.127 737.012 664.174 2.885.614 3.268.340 2.389.916 2.166.179 8.459.747 9.378.019 7.007.767 6.327.563 1.850.263 2.171.184 1.606.566 1.454.031 4.674.648 5.171.506 3.736.713 3.372.635 951.726 1.076.055 793.231 714.700 652.593 749.327 762.397 839.755 603.919 544.042 3.410.244 3.832.198 2.793.593 2.518.827 2.821.354 3.184.464 2.311.306 2.083.534 3.686.708 4.152.119 3.033.068 2.742.011 1.889.216 2.077.314 1.485.557 1.339.111 2.642.781 2.915.487 2.191.664 1.991.798 7.988.998 8.945.793 6.633.178 6.005.250 2.135.128 2.369.368 1.680.724 1.515.683 3.349.882 3.689.055 2.687.659 2.429.412 2.030.167 2.213.943 1.598.785 1.441.560 3.596.866 3.869.264 2.886.949 2.613.361 267.919 304.587 223.342 201.279 974.887 1.097.215 798.843 719.921 5.761.000 6.463.705 4.750.930 4.283.853 1.709.219 1.910.506 1.420.684 1.286.637 5.306.301 5.886.442 4.285.591 3.864.199 1.072.555 1.180.760 855.331 770.597 1.340.740 3.337.363 3.629.923 2.616.573 2.363.565 6.295.734 6.825.865 4.936.433 4.448.651 2.123.561 2.397.721 1.758.070 1.583.908 6.516.271 7.162.689 5.235.003 4.730.243 8.316.782 9.005.508 6.637.292 5.998.347 66.909.181 71.096.784 52.032.565 47.104.485 88.974 96.224 69.015 62.172 2.694.506 2.872.828 2.088.673 1.883.065 3.831.831 4.317.263 3.189.749 2.880.663 325.896 334.284 727.671 817.118 585.994 527.999 8.140.064 8.729.397 6.354.845 5.734.852 137.266 147.317 100.223 90.248 2.118.234 2.417.688 1.746.402 1.576.095 1.329.155 1.508.890 1.100.293 992.157 1.093.262 1.215.480 3.652.573 3.987.505 2.847.736 2.567.287 46.028.410 49.641.125 36.757.380 33.270.470 13.036.768 13.913.672 10.695.604 9.692.063 1.310.089 1.441.418 1.071.911 968.970 978.586 1.153.667 852.974 773.224 2.405.808 2.684.803 2.013.104 1.826.415 1.542.866 1.644.754 1.181.125 1.064.841 12.006.736 13.103.610 9.739.679 8.812.584 2.545.047
Meicirculaire gemeentefonds 2015
119
Integratie-uitkering Wmo Gemeente Sliedrecht Slochteren Sluis Smallingerland Soest Someren Son en Breugel Spijkenisse Stadskanaal Staphorst Stede Broec Steenbergen Steenwijkerland Stein Stichtse Vecht Strijen Sudwest Fryslan Ten Boer Terneuzen Terschelling Texel Teylingen Tholen Tiel Tilburg Tubbergen Twenterand Tynaarlo Tytsjerksteradiel Ubbergen Uden Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht Utrechtse Heuvelrug Vaals Valkenburg aan de Geul Valkenswaard Veendam Veenendaal Veere Veghel Veldhoven Velsen Venlo Venray Vianen Vlaardingen Vlagtwedde Vlieland Vlissingen
Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 2.811.408 3.092.599 2.314.989 2.108.152 1.344.709 1.500.014 1.080.825 973.745 2.976.031 3.147.422 2.241.481 2.021.620 6.334.779 6.942.862 5.105.617 4.628.183 4.140.051 4.542.625 3.345.113 3.022.927 1.637.784 1.774.983 1.315.210 1.185.431 1.426.934 1.591.997 1.168.611 1.059.687 6.776.930 7.604.516 4.936.844 5.625.574 4.080.344 3.678.862 1.026.930 1.115.255 811.788 732.924 1.786.005 1.940.513 1.424.619 1.287.750 2.326.295 2.582.156 1.898.364 1.711.511 4.861.866 5.159.278 3.789.174 3.418.361 2.879.112 3.243.548 2.381.605 2.148.589 4.565.045 5.033.899 3.681.639 3.321.738 793.948 856.858 630.275 567.719 8.283.395 9.304.460 6.779.755 6.126.214 626.068 700.080 495.046 446.016 6.653.285 7.303.539 5.313.828 4.796.325 432.264 422.649 307.001 276.970 1.286.541 1.418.125 1.040.240 938.928 2.410.634 2.689.605 2.010.652 1.817.386 2.588.828 2.817.604 2.047.330 1.845.082 3.601.144 3.922.836 2.940.845 2.663.443 20.343.373 21.988.717 16.351.081 14.832.430 1.695.644 1.903.981 1.388.047 1.251.585 3.225.079 3.569.083 2.589.504 2.334.891 3.159.490 3.476.660 2.581.953 2.336.323 3.226.926 3.566.305 2.623.427 2.369.112 1.132.610 1.266.179 3.705.731 4.214.642 3.063.015 2.767.873 767.444 864.928 627.869 565.811 2.296.220 2.560.997 1.881.705 1.697.697 732.043 845.006 613.352 555.243 19.852.687 21.631.932 16.037.711 14.555.562 4.490.578 4.883.301 3.597.984 3.261.896 1.258.893 1.426.829 1.034.583 932.799 2.178.850 2.402.013 1.758.416 1.585.541 3.417.212 3.815.220 2.804.018 2.529.731 3.676.000 3.938.144 2.882.631 2.602.982 5.533.629 6.109.790 4.458.979 4.029.942 1.868.871 2.056.040 1.470.112 1.329.176 3.046.632 3.404.239 2.496.435 2.254.421 3.953.523 4.508.508 3.356.015 3.042.442 6.670.992 7.374.340 5.380.036 4.857.055 12.016.138 13.129.906 9.621.181 8.694.979 3.963.142 4.421.970 3.275.677 2.966.643 1.639.302 1.755.234 1.270.274 1.144.685 8.377.748 9.170.060 6.686.659 6.031.581 2.449.622 2.640.739 1.922.737 1.735.988 116.879 128.890 94.077 84.758 5.539.156 6.010.187 4.409.852 3.980.765
Meicirculaire gemeentefonds 2015
120
Integratie-uitkering Wmo Gemeente Vlist Voerendaal Voorschoten Voorst Vught Waalre Waalwijk Waddinxveen Wageningen Wassenaar Waterland Weert Weesp Werkendam West Maas en Waal Westerveld Westervoort Westland Weststellingwerf Westvoorne Wierden Wijchen Wijdemeren Wijk bij Duurstede Winsum Winterswijk Woensdrecht Woerden Wormerland Woudenberg Woudrichem Zaanstad Zaltbommel Zandvoort Zederik Zeevang Zeewolde Zeist Zevenaar Zoetermeer Zoeterwoude Zuidhorn Zuidplas Zundert Zutphen Zwartewaterland Zwijndrecht Zwolle Totaal
Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 777.393 843.448 1.329.779 1.463.872 1.052.861 948.343 1.938.407 2.171.654 1.572.155 1.416.281 2.395.558 2.615.946 1.982.882 1.803.929 2.305.977 2.505.234 1.952.503 1.777.170 1.339.846 1.545.862 1.120.686 1.009.990 4.827.527 5.346.430 3.884.431 3.506.372 2.200.416 2.495.456 1.815.949 1.638.367 2.509.994 2.856.547 2.042.330 1.846.024 1.853.377 2.041.135 1.518.463 1.369.942 1.349.548 1.519.940 1.105.732 996.021 5.156.677 5.783.389 4.257.896 3.845.576 1.586.462 1.757.198 1.291.252 1.166.267 2.106.515 2.381.072 1.757.111 1.585.328 1.606.047 1.749.765 1.286.034 1.160.324 2.244.013 2.427.649 1.757.728 1.587.638 1.271.332 1.420.888 1.045.596 942.363 8.319.299 9.104.882 6.674.573 6.047.289 3.062.970 3.349.141 2.442.240 2.204.200 1.177.937 1.321.495 984.325 887.629 1.882.466 2.089.568 1.507.705 1.359.524 3.548.718 3.959.332 2.860.087 2.581.761 1.783.087 1.981.418 1.436.121 1.295.710 1.532.330 1.734.987 1.252.721 1.129.381 1.254.166 1.374.010 1.006.849 909.705 3.478.685 3.733.271 2.710.023 2.447.325 2.049.875 2.252.460 1.669.646 1.505.308 3.602.301 4.091.383 2.944.180 2.658.478 1.401.518 1.522.547 1.093.376 984.736 957.372 1.072.295 793.785 723.732 1.215.562 1.334.343 968.818 873.982 14.355.563 15.753.652 11.398.789 10.298.343 2.091.344 2.334.570 1.671.104 1.506.643 2.148.581 2.363.408 1.706.561 1.543.986 1.049.860 1.196.770 875.654 788.812 436.791 491.157 361.281 325.937 1.010.786 1.162.575 846.611 765.416 5.749.518 6.307.240 4.921.111 4.488.282 3.427.395 3.828.418 2.814.452 2.542.008 9.822.456 11.026.470 8.043.379 7.266.903 697.774 754.544 598.228 550.528 1.549.071 1.673.632 1.206.829 1.090.711 2.619.204 2.966.105 2.126.985 1.919.570 2.328.941 2.512.685 1.827.358 1.652.501 5.116.291 5.525.283 4.081.357 3.690.343 1.701.336 1.757.974 1.264.405 1.140.063 5.004.510 5.467.435 4.004.481 3.611.066 10.054.422 11.147.888 8.265.275 7.493.177 1.561.182.000 1.714.014.000 1.258.726.000 1.138.154.000
Meicirculaire gemeentefonds 2015
121
Bijlage 4.2-5 Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang
Meicirculaire gemeentefonds 2015
122
Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Bedrag 2018 Alkmaar 2.430.192 2.500.887 2.564.405 2.766.729 Almere 2.427.725 2.566.450 2.662.102 2.914.546 Amersfoort 2.064.231 2.132.493 2.191.013 2.427.625 Amsterdam 10.708.070 11.181.512 11.533.689 12.478.931 Apeldoorn 2.491.193 2.506.104 2.545.077 2.802.219 Arnhem 5.667.812 5.227.635 4.832.032 3.866.639 Breda 6.593.870 6.065.841 5.584.825 4.078.204 Delft 1.545.650 1.533.576 1.540.462 1.644.653 Den Helder 954.530 923.687 903.199 898.216 Dordrecht 2.084.749 2.140.785 2.193.873 2.430.795 Ede 1.319.621 1.285.043 1.265.294 1.286.392 Eindhoven 3.061.567 3.147.627 3.227.178 3.561.367 Emmen 2.466.318 2.480.365 2.515.451 2.498.500 Enschede 3.459.938 3.499.614 3.560.699 3.759.358 Gouda 1.873.685 1.721.085 1.582.856 1.246.555 Groningen 4.422.866 4.295.996 4.211.112 3.642.108 Haarlem 3.071.487 3.176.889 3.264.263 3.489.413 Heerlen 1.405.783 1.423.914 1.450.551 1.607.200 Helmond 1.033.967 1.031.380 1.042.003 1.145.931 Hilversum 1.344.174 1.384.909 1.421.285 1.574.773 Leeuwarden 4.162.376 4.087.265 4.051.606 3.422.364 Leiden 4.203.766 3.931.310 3.695.617 3.189.079 Maastricht 2.579.625 2.447.129 2.339.437 2.151.665 Nijmegen 2.723.531 2.811.462 2.887.674 3.199.131 Nissewaard 1.407.857 1.438.242 1.470.618 1.629.433 Rotterdam 8.738.664 9.204.419 9.523.787 9.931.220 's-Gravenhage 7.183.836 7.601.464 7.884.846 8.676.958 's-Hertogenbosch 3.259.460 3.218.860 3.217.519 3.405.511 Tilburg 4.835.600 4.425.623 4.048.613 2.859.788 Utrecht 5.845.149 5.864.434 5.942.872 6.355.915 Venlo 2.387.082 2.419.368 2.465.299 2.731.532 Vlaardingen 1.288.541 1.372.507 1.428.310 1.582.557 Vlissingen 1.960.556 2.006.716 2.052.983 2.222.374 Zaanstad 1.862.351 1.959.468 2.028.591 2.227.787 Zwolle 3.715.477 3.567.241 3.452.156 2.875.831 Totaal 116.581.299 116.581.299 116.581.299 116.581.299
Meicirculaire gemeentefonds 2015
123
Bijlage 4.2-6 Decentralisatie-uitkering Eigen Kracht
Meicirculaire gemeentefonds 2015
124
Decentralisatie-uitkering Eigen Kracht Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Amsterdam 30.000 30.000 Apeldoorn 30.000 30.000 Breda 30.000 30.000 Doetinchem 30.000 30.000 Emmen 30.000 30.000 Goes 30.000 30.000 Leeuwarden 30.000 30.000 Nijmegen 30.000 30.000 Rotterdam 30.000 30.000 Tilburg 30.000 30.000 Utrecht 30.000 30.000 Zoetermeer 7.500 7.500 Zwolle 30.000 30.000 Totaal 367.500 367.500
Meicirculaire gemeentefonds 2015
125
Bijlage 4.2-7 Decentralisatie-uitkering WE CAN Young
Meicirculaire gemeentefonds 2015
126
Decentralisatie-uitkering WE CAN Young Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Alkmaar 10.000 10.000 Almere 15.000 15.000 Amsterdam 15.000 15.000 Apeldoorn 10.000 10.000 Arnhem 15.000 15.000 Breda 15.000 15.000 Delft 15.000 15.000 Dordrecht 10.000 10.000 Eindhoven 15.000 15.000 Groningen 15.000 15.000 Helmond 15.000 15.000 Leiden 15.000 15.000 's-Gravenhage 10.000 10.000 Tilburg 15.000 15.000 Zwolle 15.000 15.000 Totaal 205.000 205.000
Meicirculaire gemeentefonds 2015
127
Bijlage 4.2-8 Decentralisatie-uitkering LHBT-emancipatiebeleid
Meicirculaire gemeentefonds 2015
128
Decentralisatie-uitkering LHBT-emancipatiebeleid Gemeente Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 Amsterdam 25.000 50.000 50.000 Goes 10.000 20.000 20.000 Hengelo O 10.000 20.000 20.000 Lelystad 10.000 20.000 20.000 Maastricht 10.000 20.000 20.000 Rotterdam 25.000 50.000 50.000 's-Gravenhage 25.000 50.000 50.000 Utrecht 25.000 50.000 50.000 Vlissingen 10.000 20.000 20.000 Zoetermeer 10.000 20.000 20.000 Totaal 160.000 320.000 320.000
Meicirculaire gemeentefonds 2015
129
Bijlage 4.2-12 Decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad
Meicirculaire gemeentefonds 2015
130
Decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad Gemeente Bedrag 2015-2017 Gemeente Achtkarspelen 77.000 Eindhoven Alblasserdam 47.000 Emmen Almelo 245.000 Enschede Almere 73.000 Epe Alphen aan den Rijn 31.000 Franekeradeel Amersfoort 189.000 Geldrop-Mierlo Amstelveen 64.000 Gennep Amsterdam 2.151.000 Goes Apeldoorn 101.000 Gorinchem Appingedam 48.000 Gouda Arnhem 300.000 Groesbeek Assen 121.000 Groningen Bellingwedde 38.000 Grootegast Bergen L 27.000 Gulpen-Wittem Bergen op Zoom 142.000 Haarlem Berkelland 66.000 Hardenberg Beuningen 20.000 Harderwijk Beverwijk 21.000 Harlingen Borger-Odoorn 87.000 Heemskerk Boxtel 32.000 Heerenveen Breda 195.000 Heerlen Brunssum 97.000 Hellendoorn Capelle aan den IJssel 70.000 Helmond Coevorden 99.000 Hengelo O Cuijk 55.000 het Bildt Culemborg 40.000 Hilversum Dantumadiel 59.000 Hoogeveen De Friese Meren 60.000 Hoogezand-Sappemeer De Marne 21.000 Hoorn De Wolden 20.000 Hulst Delft 226.000 Kampen Delfzijl 80.000 Kerkrade Den Helder 65.000 Kollumerland en Nwkruisl Deventer 122.000 Landgraaf Diemen 63.000 Leek Dinkelland 20.000 Leerdam Doesburg 35.000 Leeuwarden Doetinchem 70.000 Leiden Dongeradeel 78.000 Leidschendam-Voorburg Dordrecht 206.000 Lelystad Dronten 97.000 Littenseradiel Ede 119.000 Loppersum Eemsmond 61.000 Losser
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Bedrag 2015-2017 333.000 412.000 594.000 25.000 60.000 45.000 45.000 42.000 35.000 100.000 27.000 496.000 22.000 20.000 139.000 28.000 31.000 72.000 60.000 58.000 385.000 20.000 161.000 162.000 29.000 20.000 177.000 139.000 40.000 64.000 106.000 146.000 37.000 76.000 51.000 30.000 230.000 131.000 26.000 90.000 20.000 24.000 63.000
131
Decentralisatie-uitkering Gezond in de Stad Gemeente Bedrag 2015-2017 Gemeente Maassluis 59.000 Tiel Maastricht 423.000 Tilburg Meerssen 37.000 Twenterand Menameradiel 20.000 Tytsjerksteradiel Menterwolde 33.000 Utrecht Meppel 23.000 Vaals Midden Drenthe 45.000 Valkenburg aan de Geul Molenwaard 20.000 Veendam Montferland 39.000 Veenendaal Nissewaard 102.000 Veghel Nijmegen 395.000 Velsen Noordoostpolder 94.000 Venlo Nuth 32.000 Venray Oldambt 151.000 Vianen Oldenzaal 56.000 Vlaardingen Ooststellingwerf 97.000 Vlagtwedde Opsterland 36.000 Vlissingen Oss 128.000 Waalwijk Oude IJsselstreek 80.000 Wageningen Peel en Maas 36.000 Weert Pekela 64.000 Westerveld Purmerend 34.000 Weststellingwerf Raalte 29.000 Winterswijk Rheden 55.000 Zaanstad Ridderkerk 29.000 Zederik Roermond 103.000 Zeewolde Roosendaal 180.000 Zeist Rotterdam 1.994.000 Zoetermeer Rucphen 46.000 Zuidhorn Schagen 20.000 Zutphen Schiedam 112.000 Zwijndrecht Schouwen-Duiveland 20.000 Zwolle 's-Gravenhage 784.000 's-Hertogenbosch 258.000 Sittard-Geleen 161.000 Slochteren 20.000 Sluis 20.000 Smallingerland 132.000 Stadskanaal 122.000 Steenwijkerland 65.000 Sudwest Fryslan 155.000 Terneuzen 107.000 Tholen 20.000 Totaal
Meicirculaire gemeentefonds 2015
Bedrag 2015-2017 20.000 545.000 23.000 49.000 490.000 37.000 53.000 87.000 45.000 20.000 40.000 191.000 37.000 20.000 114.000 80.000 39.000 47.000 72.000 34.000 20.000 93.000 87.000 155.000 20.000 20.000 46.000 29.000 20.000 51.000 47.000 70.000
19.846.000
132
Bijlage 4.2.2 Decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang
Meicirculaire gemeentefonds 2015
133
Decentralisatie-uitkering Maatschappelijke opvang Gemeente Bedrag 2013 Bedrag 2014 Bedrag 2015 Bedrag 2016 Bedrag 2017 en verder Alkmaar 2.759.866 2.829.771 3.036.545 3.398.346 3.760.579 Almelo 2.509.392 2.446.689 3.102.710 3.186.075 3.268.423 Almere 5.816.551 5.856.348 8.878.847 8.370.172 7.852.214 Amersfoort 4.571.823 4.543.575 5.424.247 5.749.320 6.066.413 Amsterdam 42.705.027 44.400.470 66.788.621 62.501.200 58.048.484 Apeldoorn 3.783.007 3.538.129 4.781.469 4.324.956 3.864.076 Arnhem 6.924.761 6.528.236 8.101.641 8.409.161 8.722.097 Assen 3.847.601 3.670.903 4.843.638 4.890.784 4.931.091 Bergen op Zoom 2.563.128 2.512.853 2.701.705 3.021.526 3.346.991 Breda 5.171.193 5.084.545 5.783.936 6.283.452 6.787.887 Delft 2.434.756 2.303.252 2.233.940 2.402.717 2.566.895 Den Helder 1.643.593 1.544.228 1.721.266 1.889.317 2.054.062 Deventer 2.878.845 2.854.211 4.228.504 4.017.704 3.810.192 Doetinchem 3.047.491 2.962.339 4.058.769 4.009.053 3.962.164 Dordrecht 5.114.135 4.949.846 6.262.345 6.114.726 5.671.508 Ede 1.901.340 1.735.714 2.128.909 2.241.693 2.358.496 Eindhoven 10.689.298 10.755.846 10.466.925 11.182.938 11.877.177 Emmen 2.335.283 2.188.181 3.830.563 3.370.612 2.915.058 Enschede 6.821.830 6.772.297 9.987.828 9.492.333 9.008.947 Gouda 1.793.022 1.554.804 2.089.251 2.028.348 1.972.017 Groningen 13.306.010 13.516.101 18.693.039 18.409.648 18.117.588 Haarlem 6.859.463 6.442.166 7.225.300 7.941.135 8.654.105 Heerlen 5.631.027 5.136.565 5.933.547 6.354.330 6.752.501 Helmond 2.401.693 2.234.577 3.458.361 3.224.053 2.984.531 Hilversum 2.250.717 1.991.264 2.509.766 2.571.910 2.641.066 Hoorn 2.026.507 1.983.774 2.107.290 2.368.539 2.635.214 Leeuwarden 12.618.874 12.173.188 16.506.450 15.156.621 14.498.752 Leiden 5.289.318 5.365.131 8.595.635 7.847.463 7.096.410 Maastricht 5.761.250 5.684.061 6.072.675 6.812.878 7.542.904 Nijmegen 7.865.152 7.746.374 10.198.289 10.250.472 10.299.073 Nissewaard 2.271.492 2.548.225 2.824.903 Oss 3.615.664 3.504.750 3.783.486 4.198.204 4.607.990 Purmerend 1.340.930 1.284.745 1.330.986 1.511.909 1.695.101 Rotterdam 35.944.599 36.048.565 39.923.594 42.489.549 44.951.895 's-Gravenhage 21.625.561 22.288.373 28.969.389 29.927.299 30.853.561 's-Hertogenbosch 3.961.666 3.894.489 4.371.207 4.825.397 5.280.262 Spijkenisse 2.328.914 2.138.122 Tilburg 7.028.889 7.064.784 7.883.799 8.109.074 8.343.552 Utrecht 18.061.449 18.570.701 24.113.333 23.419.605 22.696.234 Venlo 6.871.433 6.780.857 7.807.614 8.451.502 9.082.179 Vlaardingen 2.001.070 1.954.011 2.107.070 2.350.513 2.593.530 Vlissingen 4.453.488 4.097.111 8.133.243 6.805.029 5.479.135 Zaanstad 2.316.736 2.316.804 2.400.765 2.569.302 2.749.931 Zwolle 7.665.652 7.569.250 10.209.360 10.030.261 9.832.159 Totaal 300.538.000 298.818.000 385.057.346 385.057.346 385.057.346
Meicirculaire gemeentefonds 2015
134
Bijlage 5.6.1 Financiële kengetallen en de relatie met het BBV In deze bijlage wordt uitgelegd hoe de kengetallen moeten worden vastgesteld en in de begroting en de jaarstukken moeten worden opgenomen. Dit is nodig zodat iedere gemeente de kengetallen op dezelfde wijze berekent waardoor de kengetallen over verschillende jaren, maar ook voor de gemeenten onderling, vergelijkbaar zijn. Zoals eerder vermeld, wordt de definitieve berekeningswijze vastgelegd in een ministeriële regeling en kunnen zich nog specifieke wijzigingen voor doen in onderstaande tabellen. Voor raadsleden is het van belang dat ze de betekenis van de kengetallen begrijpen en inzicht krijgen in de financiële positie van hun gemeente. Een beoordeling van de onderlinge verhouding van de kengetallen in relatie tot de financiële positie is daarvoor essentieel. Daarbij is het ook relevant om inzicht te hebben in de ontwikkeling van de kengetallen over de jaren heen. 1A. Netto schuldquote De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Bij begroting ultimo jaar
Rek. t-1
Begr. t
Begr t+1
Bij jaarrekening ultimo jaar
Rek. t-1
Begr. t
Rek. t
A
Vaste schulden (cf. art. 46 BBV)
B
Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV)
C
Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV)
D
Financiële activa (cf. art. 36 lid d, e en f)
E
Uitzettingen < 1 jaar (cf. art. 39 BBV)
F
Liquide middelen (cf art. 40 BBV)
G
Overlopende activa (cf. art. 40a BBV)
H
Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves)) Netto schuldquote (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
1B. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen (zie artikel 36 lid b en c, van het BBV).
Meicirculaire gemeentefonds 2015
135
Bij begroting ultimo jaar
Rek. t-1
Begr. t
Begr t+1
Bij jaarrekening ultimo jaar
Rek. t-1
Begr. t
Rek. t
A
Vaste schulden (cf. art. 46 BBV)
B
Netto vlottende schuld (cf. art. 48 BBV)
C
Overlopende passiva (cf. art. 49 BBV)
D
Financiële activa (cf. art. 36 lid b, c, d, e en f)
E
Uitzettingen < 1 jaar (cf. art. 39 BBV)
F
Liquide middelen (cf art. 40 BBV)
G
Overlopende activa (cf. art. 40a BBV)
H
Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves)) Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen (A+B+C-D-E-F-G)/H x 100%
2. De solvabiliteitsratio: Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
Bij begroting ultimo jaar
Rek. t-1
Begr. t
Begr t+1
Bij jaarrekening ultimo jaar
Rek. t-1
Begr. t
Rek. t
A
Eigen vermogen (cf. art. 42 BBV)
B
Balanstotaal Solvabiliteit (A/B) x 100%
3. Kengetal grondexploitatie De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. In artikel 38, onderdeel a, van het BBV wordt gevraagd om in de balans afzonderlijk op te nemen: Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar: 1. Niet in exploitatiegenomen bouwgronden; en 2. Overige grond- en hulpstoffen. In onderdeel b van artikel 38 wordt gevraagd om ‘onderhanden werk’ te vermelden, hieronder vallen ook bouwgronden in exploitatie. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken (ingevolge artikel 17 onderdeel van het BBV = exclusief mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
136
Bij begroting ultimo jaar
Rek. t-1
Begr. t
Begr t+1
Bij jaarrekening ultimo jaar
Rek. t-1
Begr. t
Rek. t
A
Niet in exploitatie genomen bouwgronden (cf. art. 38 lid a punt 1 BBV)
B
Bouwgronden in exploitatie (cf. art.38 lid b BBV)
C
Totale baten (cf. art. 17 lid c BBV (dus excl. mutaties reserves)) Grondexploitatie (A+B)/C x 100%
4. Structurele exploitatieruimte Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt thans het onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. Bij incidentele lasten of baten gaat het om eenmalige zaken die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Voorbeelden van structurele baten zijn de algemene uitkering en eigen belastinginkomsten. Bij structurele lasten zijn dat bijvoorbeeld de personeelslasten, kapitaallasten en bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen. Het onderscheid tussen structureel en incidenteel is ook in een notitie van de commissie BBV vastgelegd en moet conform het BBV ook in de begroting en jaarstukken worden onderbouwd. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. In artikel 19 onderdeel c van het BBV wordt een overzicht gevraagd van de geraamde incidentele baten en lasten per programma, waarbij per programma tenminste de belangrijkste posten afzonderlijk worden gespecificeerd en de overige posten als een totaalbedrag kunnen worden opgenomen. In artikel 19 onderdeel d wordt een overzicht gevraagd van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. In artikel 23 van het BBV staat dat deze gegevens ook moeten worden verstrekt voor de meerjarenraming. Deze gegevens worden ook verstrekt bij de jaarrekening (zie artikel 19 BBV). Op basis van deze gegevens kan het saldo van de structurele baten en structurele lasten worden berekend. Daarbij wordt het saldo opgeteld van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten (zie artikel 17 onderdeel c van het BBV = exclusief mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage. Om dit kengetal te relateren aan het overzicht van baten en lasten is het noodzakelijk om de volgende cijfers te presenteren:
Meicirculaire gemeentefonds 2015
137
Bij begroting
Rek. t-1
Begr. t
Begr t+1
Bij jaarrekening
Rek. t-1
Begr. t
Rek. t
A
Totale structurele lasten
B
Totale structurele baten
C
Totale structurele toevoegingen aan de reserves
D
Totale structurele onttrekkingen aan de reserves
E
Totale baten Structurele exploitatieruimte ((B-A)+(D-C))/(E) x 100%
5. Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert deze lasten ieder jaar in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB en de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde WOZ-waarde in die gemeente. De belastingcapaciteit van gemeenten wordt daarom berekend door de totale woonlasten meerpersoonshuishouden in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 in en uit te drukken in een percentage. De (ongewogen) gemiddelde woonlasten van gemeenten in 2015 - op basis van de cijfers van het Coelo - bedragen € 716. Het gemiddelde voor de jaren 2013 en 2014 is respectievelijk € 697 en € 704.
Bij begroting
Rek. t-1
Begr. t
Begr t+1
Bij jaarrekening
Rek. t-1
Begr. t
Rek. t
A
OZB-lasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
B
Rioolheffing voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde
C
Afvalstoffenheffing voor een gezin
D
Eventuele heffingskorting
E
Totale woonlasten voor gezin bij gemiddelde WOZ-waarde (A+B+C-D)
F
Woonlasten landelijke gemiddelde voor gezin in t-1 Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor (E/F) x 100%
Meicirculaire gemeentefonds 2015
138
Aansluiting tussen Iv3-posten en BBV-definities/artikelen
1. Netto schuldquote Onderhandse leningen (= vaste schulden conform art. 46 BBV lid b) P132 van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeraars P133 van binnenlandse banken en overige financiële instellingen P134 van binnenlandse bedrijven P135 van overige binnenlandse sectoren P136 van buitenlandse instellingen Overige vaste schuld (= vaste schulden conform art. 46 BBV lid a, c en d) P131 Obligatieleningen P137 Door derden belegde gelden P138 Waarborgsommen Kortlopende schuld (= netto vlottende schuld conform art. 48 BBV) P211 Kasgeldleningen P212 Banksaldi P213 Overige kortlopende schulden Overlopende passiva (= overlopende passiva conform art. 49 BBV) P 29 Overlopende passiva Langlopende uitzettingen (= financiële vaste activa conform art. 36 BBV lid d, e en f) A1332 Overige uitzettingen met een looptijd ≥ 1 jaar (niet zijnde leningen aan woningbouwcorporaties, deelnemingen, overige verbonden partijen en overige partijen) Kortlopende (debiteuren) vorderingen en uitzettingen (=uitzettingen < 1 jaar conform art. 39 BBV) A221 Vorderingen op openbare lichamen A222 Verstrekte kasgeldleningen A223 Rekening courant verhoudingen niet financiële instellingen A224 Overige vorderingen A225 Overige uitzettingen A23 Liquide middelen (kas, bank) (=liquide middelen conform art. 40 BBV) Overlopende activa (=overlopende activa conform art. 40a BBV) A29 Overlopende activa
Meicirculaire gemeentefonds 2015
139
2. Het eigen vermogen bestaat uit (zie ook artikel 42 BBV): P111 Algemene reserve P112 Bestemmingsreserve (exclusief P113 Overige bestemmingsreserves (dekkingsreserves d.w.z. opheffen heeft gevolg voor de exploitatie) +f P114 Saldo van rekening 3. Kengetal grondexploitatie: Ook hier kunnen Iv3-gegevens voor worden gebruikt, namelijk: A211 Niet in exploitatie bouwgronden A213 Onderhanden werk (incl. bouwgronden in exploitatie) De kengetallen structurele exploitatieruimte en belastingcapaciteit zijn niet te berekenen op basis van Iv3-gegevens. Gemeenten moeten deze kengetallen zelf berekenen.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
140
Bijlage 5.10.1 Redelijk peil 2016 De Financiële-verhoudingswet (Fvw) bepaalt dat de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk peil hebben, wil zij in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12 Fvw. Om dat te kunnen beoordelen moet duidelijk zijn welke eigen inkomsten daarbij worden betrokken en wat een redelijk peil is. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit: 1. de onroerende-zaakbelastingen (OZB); 2. de rioolheffingen; 3. de afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten.
Totaal WOZ-waarde woningen 2015
[1]
Totaal WOZ-waarde niet woningen gebruikers 2015
[2]
Totaal WOZ-waarde niet woningen eigenaren 2015
[3]
Totaal OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde 2015
[4]
Totaal onderdekking reiniging/afvalstoffen 2015
[5]
Totaal onderdekking riolering 2015 Totaal OZB-opbrengst o.b.v. totaal WOZ-waarde gecorrigeerd voor onderdekking reiniging/afvalstoffen en riool 2015 Werkelijk gewogen landelijk gemiddelde OZB-percentage van de gecorrigeerde WOZ-waarde 2015
[6]
Percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar “t”
[9=8*1,20]
[7=4-5-6] [8=(7/(1+2+3)*100]
Op basis van bovenstaande formule is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 voor het jaar 2016 vastgesteld op 0,1889. Voor de berekening van het gemiddelde OZB-percentage wordt gebruik gemaakt van de gegevens van de Monitor inkomsten uit lokale heffingen. Voor de WOZ-waarden worden de gegevens gebruikt van het CBS die ook voor het gemeentefonds gehanteerd worden. Artikel 12-gemeenten moeten gedurende de hele looptijd van de aanvraag èn van de toekenning van de aanvullende uitkering blijven voldoen aan het jaarlijks in deze circulaire vastgestelde redelijk peil van de eigen inkomsten. Voor de huidige artikel 12-gemeenten kan hier door een bijzonder voorschrift van worden afgeweken. Uit vragen van gemeenten is in het verleden gebleken dat niet geheel duidelijk is op welke wijze het gewogen gemiddelde OZB-tarief ofwel het percentage voor de toelating tot artikel 12 van de eigen gemeente moet worden berekend. De berekening, zoals die hierboven is opgenomen, is niet bestemd voor gemeenten om het gemiddelde OZB-tarief in de eigen gemeente te berekenen, maar geeft inzicht in de wijze waarop het normtarief OZB voor de toelating tot artikel 12 door het Ministerie van BZK wordt berekend. Daarom is in de handleiding artikel 12 de volgende passage opgenomen: Berekening gemiddelde OZB-tarief in een gemeente Het gewogen gemiddelde OZB-tarief ofwel het percentage voor de toelating tot artikel 12 moet op de volgende wijze worden berekend:
Meicirculaire gemeentefonds 2015
141
(PEW x WW + PGNW x WNWG + PENW x WNWE) / (WW+WNWG+WNWE) waarbij: PEW = OZB-percentage eigenaar woning; PGNW = OZB-percentage gebruiker niet-woning; PENW = OZB-percentage eigenaar niet-woning; WW = waarde woningen; WNWG = waarde niet-woningen gebruikers; WNWE = waarde niet-woningen eigenaren. Indien de uitkomst van de berekening hoger is dan het landelijke gemiddelde OZB percentage voor toelating tot artikel 12, dan voldoet de gemeente aan dit onderdeel voor toelating. Hierbij wordt uitgegaan van de veronderstelling dat bij de riolering én de reiniging sprake is van 100% lastendekkendheid. Een eventuele onderdekking bij de reiniging en/of riolering moet worden gecompenseerd door een daarmee overeenkomende verhoging van het (gemiddelde) percentage WOZ-waarde. Voor de berekening van het gemiddelde OZB-percentage bij de toelating tot artikel 12 wordt uitgegaan van de WOZ-gegevens per 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft en de OZB-percentages van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft. Riool- en afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Voor de onderdelen riolering, afvalstoffen en reiniging moet er sprake zijn van tarieven die resulteren in 100% lastendekkendheid. Dit uitgangspunt volstaat bij de beoordeling van de hoogte van deze heffingen of zij voldoen aan het redelijke peil. Van een minimumtarief per aansluiting is in dit verband dan ook geen sprake meer. Een eventuele onderdekking op de onderdelen riolering, afvalstoffen en reiniging moet gecompenseerd worden door extra baten uit de OZB boven de 120%.
Meicirculaire gemeentefonds 2015
142
Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties BDF/Financieel en Informatiestelsel Postbus 20011 | 2500 ea Den Haag © Mei 2015 | 85305
Einde bijlage: Ingekomen stuk nr. 3 - Gemeentefonds Meicirculaire 2015
Terug naar het agendapunt
Ingekomen stuk nr. 4 - Ontwerp begroting 2016 van de Veiligheidsregio Drenthe (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####180d323d-4be7-4030-8674-a16c5c5e89e5#
Einde bijlage: Ingekomen stuk nr. 4 - Ontwerp begroting 2016 van de Veiligheidsregio Drenthe
Terug naar het agendapunt
Ingekomen stuk nr. 4 - Bijlage Begroting 2016 VRD (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####4cd8eaf2-a6d0-4b00-9524-3ca39e14843b#
Begroting 2016
Inhoud Inleiding
Bedrijfsvoering 20
Leeswijzer
4
BRANDWEERZORG
5
Risicobeheersing Operationele voorbereiding Vakbekwaamheid
Wat willen we bereiken?
20
Processen en taken anders inrichten
20
Hoe bereiken we ons doel?
20
5
Herinrichten bedrijfsvoeringsprocessen
20
8
Speerpunten 2016
20
9
Personeel 22
Techniek en logistiek
11
Investeringen 24
Operationele informatievoorziening
12
Incidentbestrijding
13
Paragrafen 26
Totaal overzicht programma Brandweerzorg 15
Weerstandsvermogen en risicobeheersing 26 Financiering
27
Multidisciplinaire Veiligheid
16
Kasgeldlimiet
29
Wat willen we bereiken?
16
Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld
29
Hoe willen we dat bereiken?
16
Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) 30
Speerpunten 2016
17
Verbonden Partijen
32
Algemene dekkingsmiddelen en GHOR 18 Wat willen we bereiken?
18
Hoe voeren we het beleid uit?
18
Speerpunten 2016
19
Paapje
2
mutaties reserves
33
Financiële Begroting
36
Inleiding De begroting 2016 is tot stand gekomen door de begroting 2015 aan te passen aan de kaders die vanuit de gemeenten zijn meegegeven. Hiertoe kwam het algemeen bestuur op 18 februari 2015 bijeen. Daadkrachtig en betrokken Voor u ligt de begroting 2016 deze is tot stand gekomen zoals onze missie verwoord “daadkrachtig en betrokken”. Daadkrachtig als het gaat om de uitvoering van de opdracht om de taakstelling vorm te geven. Betrokkenheid als het gaat om de medewerkers van de veiligheidsregio Drenthe; 700 vrijwilligers en 218 vaste krachten die nauw betrokken zijn bij de organisatie en de missie dagelijks waarmaken Taakstellingen 2014/2015 De taakstellingen van voorgaande jaren zijn voornamelijk uitgevoerd in het primaire proces. Enkele voorbeelden hiervan zijn: - slimme inzet van mensen en middelen - minder maar hoogwaardiger oefenen - minder alarmeringen bij automatisch brandalarm - personeel door geheel Drenthe inzetten op hun specialisme - minder inhuur van externen - meer zelf uitvoeren - enzovoort. Taakstelling 2016: doorontwikkeling organisatie In 2016 wordt de taakstelling gevonden in de organisatie doorontwikkeling. Vacatures die door natuurlijk verloop ontstaan, worden niet meer ingevuld. De organisatieontwikkeling zal in het teken staan van verdere investering in menselijk talent en innovatieve bedrijfsoplossingen. Door de waarden vakmanschap, vertrouwen, verbinding en de ideeën van onze medewerkers te combineren met innovatieve werkwijzen kunnen we zorgen voor een substantiële besparing in de overhead van onze organisatie. Hiermee zorgen wij er ook voor dat we niet verder hoeven te besparen in het primaire proces. Belangrijkste opgaven voor 2016 - Het crisismanagement wordt aangepast op de evaluatiegegevens van 2014. Er starten pilots met kleinere teams, die beter oefenen en hogere kwaliteit bereiken. - De GHOR zet verder in op verbinden van netwerkpartijen en sluit dus nog meer aan bij hun dagelijkse werk. - Risicobeheersing stuurt op bewustwording, voorlichting op scholen en instellingen en het aanbrengen van rookmelders. De balans tussen preventie en repressie moet en kan nog beter door (onder andere) de inzet van brandonderzoek. - Operationele voorbereiding en Incidentbestrijding zetten in op efficiëntie, veilig optreden en verbinding in de samenleving. Maar ook op bovenregionale samenwerking. - De ondersteunende afdelingen wijzigen processen zodat zij meer ondersteunend worden aan het primaire proces. Efficiënter werken, kortere lijnen, minder regels, minder controle, maar wel meer talentontwikkeling en mobiliteit. - Er komt in 2016 een nieuwe verdeelsleutel voor de bijdrage van de gemeenten voor het brandweerdeel. Nieuw evenwicht De taakstellingen zijn in 2014 en 2015 voortvarend opgepakt en dankzij de betrokkenheid van alle medewerkers ook daadwerkelijk ingevuld. Een nieuwe organisatie heeft echter ook tijd nodig om evenwicht te vinden tussen de inhoudelijke opgave, het organiseren daarvan en de inzet van de daarvoor benodigde financiële middelen. De organisatie gaat werken met zelforganiserende teams, die werken met heldere opdrachten en kaders. Het vinden van nieuw evenwicht geldt dus niet alleen voor de begroting en rekening. Ook in de relatie tussen gemeenten en Gemeenschappelijke Regeling. En niet op zijn minst voor alle betrokken medewerkers van Veiligheidsregio Drenthe: 700 vrijwilligers en 218 vaste krachten die nauw betrokken zijn bij de organisatie en de missie dagelijks waarmaken: ‘daadkrachtig en betrokken’.
Fred Heerink Directeur
4 3
Leeswijzer De beleidsbegroting kent programma’s en paragrafen. Drie programma’s De VRD kent drie programma’s: - Brandweerzorg (Hoofdstuk 1) - Multidisciplinaire veiligheid (Hoofdstuk 2) - GHOR (Hoofdstuk 3) Brandweerzorg heeft programmaonderdelen Het programma Brandweerzorg kent programmaonderdelen, omdat dit programma bestaat uit meerdere beleidsvelden. In de programmaonderdelen wordt beschreven: - wat het doel is; - de wijze waarop het doel moet worden bereikt; - wat de speerpunten voor 2016 zijn; - wat het mag kosten. Paragrafen De uitgaven voor personeel, bedrijfsvoering en kapitaallasten worden behandeld in de paragrafen en (vooralsnog) niet doorbelast naar de programma’s. Mede op grond van het ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ (BBV) kent de VRD de volgende paragrafen: - Bedrijfsvoering (Hoofdstuk 4) - Personeel (Hoofdstuk 5) - Investeringen (Hoofdstuk 6) - Weerstandsvermogen en risicobeheersing (Hoofdstuk 7) - Financiering (Hoofdstuk 8) - Verbonden partijen (Hoofdstuk 9) Dekking van programma’s en paragrafen De dekking voor de uitgaven van de programma’s en paragrafen zijn opgenomen in het overzicht algemene dekkingsmiddelen en het overzicht met mutaties in de reserves (Hoofdstuk 10).
4
Brandweerzorg gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij zelfredzaamheid wordt gestimuleerd. Hierbij richten we ons op een brede doelgroep, van burger tot bestuur. De programma’s ‘Brandveilig leven’ en ‘Brandveiligheid in de zorg’ worden verder in de regio uitgerold.
De programmaonderdelen van Brandweerzorg zijn: - Risicobeheersing - Operationele voorbereiding • Techniek en logistiek • Vakbekwaamheid • Operationele informatievoorziening - Incidentbestrijding
Hoe voeren we het beleid uit? Brandveilig Leven wordt themagericht uitgevoerd Brandveilig Leven omvat activiteiten die tot doel hebben de fysieke en sociale veiligheid van verschillende doelgroepen in hun eigen omgeving te verbeteren. Burgers, bedrijven en instellingen hebben daarbij een duidelijke eigen verantwoordelijkheid. De brandweer heeft de rol van adviseur en stimulator en zoekt proactief de samenwerking met andere partners (onderwijsinstellingen, zorginstellingen, woningcorporaties) om het veiligheidsbewustzijn en de zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen te vergroten en de kans op incidenten te verkleinen. In Drenthe is bij Risicobeheersing begonnen met het regionaal werken in thema’s. Het onderwerp brandveilig leven komt in alle thema’s terug.
Risicobeheersing
Het team Risicobeheersing richt zich vooral op het voorkomen van branden en ongevallen en het vergroten van het (brand)veiligheidsbewustzijn van burgers en ondernemers. Wat we willen bereiken? Verder investeren in bewustwording Burgers blijken tijdens incidenten over het algemeen zelfredzaam te zijn. Wel hebben zij bij incidenten mogelijk specialistische hulp nodig. Ook voor het herkennen en beperken van risico’s is ondersteuning gewenst. De verschillende overheidsdiensten (zoals gemeenten, brandweer en politie) hebben ieder hun eigen vaardigheden en kennis, beschikken over technische hulpmiddelen en over specifieke bevoegdheden. Burgers en overheid zijn hierdoor samen in staat om incidenten te voorkomen of de schade bij een incident zoveel mogelijk te beperken.
Toezicht brandveiligheid Hieronder valt het uitvoeren van toezicht op brandveiligheid bij objecten en evenementen. Dit wordt in de thema’s uitgevoerd en worden regionaal afspraken over gemaakt. Advisering en vergunningverlening (wettelijke taak) De brandweer is de specialist op het gebied van (brand) veiligheid en heeft vooral de rol van regisseur en adviseur. Het team Risicobeheersing adviseert aan het bevoegd gezag over de omgevingsvergunning op bouw, milieu, gebruik en evenementen, met betrekking tot brandveiligheid. Daarnaast adviseert het team Risicobeheersing op het gebied van ruimtelijke ordening.
Het is de uitdaging om samen met de burgers een antwoord te vinden op de volgende vragen: - Wat moeten wij u bieden? - Welk niveau van dienstverlening verwacht u van ons? - Wat draagt u zelf bij? We blijven investeren in bewustwording van het totale concept van (brand-)veiligheid zodat er een betere balans tussen preventie en repressie ontstaat. We maken de samenleving bewust van de risico’s en de
5
Externe Veiligheid (wettelijke taak) Externe veiligheid is momenteel vervat in diverse besluiten en regelingen. In 2014 is het basisnet vastgesteld. Eveneens zijn dat jaar ook ‘mijnbouwlocaties’ (gaswinlocaties) onder externe veiligheid regelgeving komen te vallen. Een bijzondere toevoeging is de samenwerking met regio Groningen, in het kader van BRZO (Besluit risico’s zware ongevallen) taken. Daarnaast heeft de brandweer een wettelijke adviestaak op het Vuurwerkbesluit.
Natuurbrandbeheersing en zelfredzaamheid Natuurbrandbeheersing kenmerkt zich door een nauwe samenhang tussen alle schakels van de veiligheidsketen en intensieve samenwerking met andere partners in natuurgebieden. Voor Risicobeheersing ligt de nadruk op het: - inzichtelijk maken van risico’s in natuurgebie- den; - afspreken van preventieve maatregelen met ter reinbeheerders en bevoegd gezag; - stimuleren van zelfredzaamheid en veiligheids bewustzijn bij bewoners, bezoekers en gebruikers van natuurgebieden, als onderdeel van Brandveilig Leven.
Brandveiligheid in de zorg samenvoegen met GNBB Het project brandveiligheid in de zorg heeft als doel om het brandveiligheidsniveau bij zorginstellingen op een hoger niveau te brengen, door te investeren in veiligheidsbewustzijn. Dit project heeft veel raakvlakken met het project ‘Geen Nood bij Brand’ (GNBB). GNBB heeft als einddoel om attitude, risicoperceptie en bewustwording van brandveiligheid te vergroten bij cliënten, medewerkers en bestuurders van zorginstellingen. Kortom: van regelgericht naar risicobewust. Door brandveiligheid in de zorg en GNBB samen te voegen tot één structurele (werk)methodiek kunnen processen en tools zoals scenariodenken en het masterplan brandveiligheid worden doorontwikkeld tot een krachtig instrument voor integrale (brand)veiligheid. Brandveiligheid in de zorg en dekkingsplan Het op 18 december 2014 vastgestelde dekkingsplan heeft de prioriteit verlegd naar die zorginstanties waarvoor een opkomsttijd geldt van meer dan 15 minuten. Onderzoek heeft uitgewezen dat het hierbij gaat om 15 zorgobjecten. Bij de vaststelling van het dekkingsplan is afgesproken dat voor 1 januari 2016 bij deze zorgobjecten het project Brandveiligheid in de zorg is doorlopen. De verwachting is dat deze planning wordt gehaald.
6
Speerpunten 2016 - uniformeren van beleidsregels en werkprocessen voor alle 12 gemeenten - advisering rond bouw-, milieu- en gebruiksaan vragen - advisering fysieke veiligheid richting bevoegd gezag op structuurvisies, ruimtelijke plannen, Externe Veiligheid, (provinciale) milieuprogramma’s, maar ook naar burgers en ondernemers - Brandveiligheid in de zorg en project Geen Nood Bij Brand samenvoegen tot een structurele werkmethodiek genaamd GNBBD - kennisontwikkeling/-deling door gerichte deelname aan seminars/cursussen/opleiding en specialistische vakgroepen van Brandweer Nederland
- onderhouden van netwerken (gemeente, provincie, Rijksoverheid/ministerie, Brandweer Nederland, ondernemers, industrie, Erkende Overleg Partners) - advisering bij grootschalige (infrastructurele) projecten - doorontwikkeling organisatie toepassen op risicobeheersing - opstarten team brandonderzoek (TBO) met de 3 Noordelijke regio’s - gebruik maken van één zaaksysteem RB/VRD in plaats van verschillende gemeentelijke applicaties voor het administratief verwerken van de VTH taken (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) en aanslui ten bij ontwikkelingen RUD
Wat mag het kosten?
Risicobeheersing
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
-210.033
-154.327
64.539
-207.616
-143.077
-143.077
-143.077
-143.077
7
Operationele Voorbereiding Operationele voorbereiding betreft alle activiteiten ter voorbereiding op het daadwerkelijke operationele optreden. Hieronder vallen de teams: - Vakbekwaamheid - Techniek en logistiek - Operationele informatievoorziening De primaire doelstelling is het leveren van producten en diensten die de uitvoering van de repressieve brandweerwerkzaamheden versterken of ondersteunen.
8
Vakbekwaamheid
Vakbekwaamheid is de voorbereiding van het brandweerpersoneel op het daadwerkelijke operationele en repressieve optreden. Effectief, vakkundig en veilig repressief optreden is alleen mogelijk als het brandweerpersoneel goed is opgeleid en geoefend.
De interne processen worden verder op elkaar afgestemd. De gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt genomen om onze manschappen, bevelvoerders, officieren en specialistische functies vakbekwaam te laten worden en blijven.
Wat we willen bereiken? We willen bereiken dat onze medewerkers goed zijn opgeleid, geoefend en getraind voor de taken waar ze voor staan.
De Wet veiligheidsregio’s en de Arbowet zijn de basis voor het stellen van kwaliteitseisen aan de brandweer, ook op het gebied van opleiden en oefenen. De uitwerking van de Wet veiligheidsregio’s is vastgesteld in het Besluit personeel veiligheidsregio’s (BPV). Het BPV is de basis voor normen voor vakbekwaam blijven, die vanuit het project ‘Versterkingsplan Brandweeronderwijs’ worden vastgesteld en vervolgens vertaald binnen de veiligheidsregio.
Hoe voeren we het beleid uit? In 2015 wordt een nieuw plan opgesteld voor de oefencyclus september 2015 - december 2016. Basis voor het nieuwe beleid zijn bezuinigingsvoorstellen volgend uit de taakstelling en de projecten uit het ‘Versterkingsplan Brandweeronderwijs’. Ook de nieuwe werkwijze ‘Oefenen op maat’ maakt onderdeel uit van het beleid, waarbij oefeningen vraaggericht worden aangeboden.
9
Speerpunten voor 2016 - gezamenlijk binnen de regio en binnen het samenwerkingsverband 3Noord (Groningen, Friesland, Drenthe) oefeningen voorbereiden en uitvoeren - implementatie ‘Versterkingsplan Brandweeronderwijs’: belangrijkste projecten zijn ‘Normen voor vakbekwaam blijven’ en de oprichting van een landelijk opleidingsinstituut (Brandweeracademie 2.0) - ‘Oefenen op maat’ grotendeels implementeren - team Vakbekwaamheid is vorm gegeven - naast de 0-metingen voor bevelvoerders en officieren krijgen de ‘ben je er klaar voor momenten’ voor man schappen een vervolg
Vakbekwaamheid
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
1.864.918
2.086.403
1.863.935
-17.032
1.846.903
1.846.903
1.846.903
1.846.903
10
Techniek en logistiek
Techniek en logistiek zorgt ervoor dat het materiaal en materieel dat gebruikt wordt door Incidentbestrijding beschikbaar is en overeenkomstig de landelijke en Drentse eisen, normen en richtlijnen kan worden gebruikt. Wat we willen bereiken? We willen bereiken dat ons repressieve personeel beschikt over voldoende materieel en materiaal, dat geschikt is om het werk goed uit te voeren. En dat zo kostenefficiënt mogelijk.
Speerpunten 2016 - doorontwikkeling organisatie toepassen op team Techniek en logistiek - eenduidigheid en gezamenlijke afstemming op het gebied van onderhoud en inkoop van materieel en materiaal - het verder implementeren van een materieel beheerssysteem - uitvoering geven aan de investeringsplanning
Hoe voeren we het beleid uit? Eén van de beleidsmatige uitgangspunten is dat de risico-inventarisatie van het gebied bepalend is voor het benodigde materieel in het gebied. Bepalend hiervoor zijn onder andere: - aanwezige bedrijven; - mate van industrie en natuur; - de hoogte van gebouwen; - historische binnenstad; - weg-, spoor- en watervervoer. Conform (landelijke) normen, richtlijnen en afspraken wordt het materieel en materiaal vervangen, gekeurd en onderhouden.
Wat mag het kosten?
Techniek en Logistiek
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
1.723.216
1.590.800
1.598.372
-112.835
1.485.537
1.427.457
1.427.457
1.427.457
11
Operationele informatievoorziening
Speerpunten voor 2016 - verder bouwen aan het team Operationele informatievoorziening - werken aan een vraaggestuurd presentatiesy steem voor uitrukkende basiseenheden - het structurele beheer van inhoudelijke informatie (versiebeheer, eigenaarschap, reviseren) borgen in de organisatie
Operationele informatievoorziening is het werkgebied waarbij (digitale) informatie, benodigd voor het optreden van de brandweer bij incidenten, op een effectieve manier voorhanden is. Wat we willen bereiken? We willen bereiken dat onze medewerkers op het juiste moment kunnen beschikken over actuele informatie voor de taken waar ze voor staan. Dit geldt voor zowel de koude (risicobeheersing), warme (incidentbestrijding), als crisismanagementorganisatie.
Wat mag het kosten? Het vakgebied OIV beschikt niet over een zelfstandig budget. De financiën voor dit werkveld zijn onderdeel van meerdere budgetten, verdeeld over Incidentbestrijding, Risicobeheersing, Techniek en Logistiek en ICT.
Hoe voeren we het beleid uit? Operationele informatievoorziening (OIV) heeft in 2015 een nieuwe start gemaakt. Daarom is er in 2015 een visie vastgesteld waarin het systeem (Informatiehuis) is gedefinieerd. In 2016 wordt dit stapsgewijs ingevoerd. Het doel is om centraal de benodigde data op te slaan waardoor alle gebruikers kunnen beschikken over dezelfde actuele gegevens. De wijze van ontsluiten wordt afhankelijk van het type gebruiker. Zo zal Risicobeheersing meer planmatig gebruik maken van kaartmateriaal, onder andere voor natuurbrandbeheersing. De repressieve eenheden krijgen de objectinformatie (digitaal) aangereikt op het moment dat daar naar toe wordt uitgerukt. Dit alles passend binnen het algemene ICT beleid van de VRD. Het team OIV heeft een aantal deelteams ingericht die daaraan werken.
12
Incidentbestrijding Hoe voeren we het beleid uit? In het onderdeel Incidentbestrijding werken basiseenheden en verschillende specialismen samen aan brandbestrijding, hulpverlening, rampenbestrijding en crisismanagement. Dit gebeurt op basis van een 24/7 paraatheid. Hiervoor staan de volgende onderwerpen centraal: - korte lijnen - directe afstemming - intensieve samenwerking - daadkracht - effectieve en efficiënte inzet van mensen en middelen - heldere bevoegdheden - minder bureaucratie - onderlinge verbinding
Het onderdeel Incidentbestrijding speelt een herkenbare rol wanneer branden en ongevallen zich voordoen. Het basisniveau waaraan incidentbestrijding moet voldoen is vastgelegd in de wet door middel van vereisten aan de basisbrandweerzorg en de opkomsttijden van eenheden. De kwaliteitseisen zorgen voor uniformiteit, dus uitwisselbaarheid tussen de basiseenheden incidentbestrijding. Daarnaast maken ze de prestaties van het onderdeel Incidentbestrijding inzichtelijk. Incidentbestrijding heeft tot taak: - het beperken en bestrijden van brand; - het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand; - het beperken en bestrijden van ongevallen met gevaarlijke stoffen, het waarschuwen van de bevolking, het verkennen van gevaarlijke stoffen en het ontsmetten; - het uitvoeren van taken in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Wat we willen bereiken? Dat de inwoners van Drenthe kunnen rekenen op een snelle en passende respons als een oproep komt via de MkNN. De post die het snelste ter plaatse kan zijn rukt uit. Dit zorgt ervoor dat we binnen 80% van alle meldingen binnen 15 min met een TS ter plaatse zijn.
13
Speerpunten 2016 - doorontwikkelen door het invoeren van een passende respons op kleinere incidenten, toegespitst op de voorzienbare risico’s binnen het verzorgingsgebied en het modulair kunnen samenstellen van de TS6 op of nabij de plaats incident - in verbinding blijven met de samenleving, onder andere door de verantwoordelijkheid (deels) lager in de organisatie te beleggen, waardoor posten hun eigen afwegingen en keuzes kunnen maken in het behouden van deze verbinding - het borgen van de verbinding tussen lokale samenleving en brandweer(posten) - het bevorderen van de balans tussen preventie en repressie om de samenleving zoveel mogelijk een totaalconcept brandveiligheid te bieden - het verder centraal stellen van vakmanschap: de vakman weet wat nodig is om zijn werkvragen te beantwoorden en wordt hierin gecoacht en ondersteund door de backoffice - verder ontwikkelen van de lerende organisatie: leermomenten en evaluaties dienen breed in de organisatie te worden gedeeld en geïmplementeerd - het borgen van de thema’s arbeidsveiligheid en arbeidshygiëne op zowel planmatig als intrinsiek niveau: de risico’s van het brandweerwerk worden onderkend en er wordt naar gehandeld deze te beperken/voorkomen, waarbij planvorming de medewerkers ondersteunt deze stappen te ondernemen - blijven investeren binnen het netwerk van Brandweer Nederland in het algemeen en omliggende regio’s in het bijzonder: het is van belang dat Incidentbestrijding bijdraagt aan landelijke ontwikkelingen die mede de toekomst van de brandweer Drenthe bepalen - voortbouwend op de huidige Kazerne Volgorde Tabel (KVT) blijven investeren in een brede benadering van brandweerprestaties: naast de opkomsttijd dienen meer prestatie indicatoren te worden ontwikkeld die de kwaliteit van de brandweer bepale
Wat mag het kosten?
Incidentbestrijding
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
4.654.283
4.720.962
4.725.143
-1.250
4.723.893
4.700.303
4.692.870
4.692.870
14
Totaal overzicht programma Brandweerzorg Brandweerzorg
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016 Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
Incidentbestrijding
4.654.283
4.720.962
4.725.143
-1.250
4.723.893
4.700.303
4.692.870
4.692.870
Meldkamer Noord Nederland
894
-
2.317.218
-2.317.218
-
-
-
-
Techniek en Logistiek
1.723.216
1.590.800
1.598.372
-112.835
1.485.537
1.427.457
1.427.457
1.427.457
Risicobeheersing
-210.033
-154.327
64.539
-207.616
-143.077
-143.077
-143.077
-143.077
Vakbekwaamheid
1.864.918
2.086.403
1.863.935
-17.032
1.846.903
1.846.903
1.846.903
1.846.903
Totaal programma
8.033.279
8.243.838
10.569.207
-2.655.951
7.913.256
7.831.586
7.824.153
7.824.153
15
Meerjarenraming
Multidisciplinaire Veiligheid Het Multidisciplinair Veiligheidsbureau is het advies- en uitvoeringsorgaan voor crisisbeheersing in Drenthe. Belangrijke aandachtspunten zijn: - het maken en in stand houden van verbindingen met netwerkpartners; - het continu ontwikkelen van vakmanschap; - via planvorming voorbereiden op crises. Veiligheidsregio Drenthe heeft eind 2014 een evaluatie gehouden van de werking van de crisismanagementorganisatie die in juni 2011 van start ging. Uit die evaluatie kwam een aantal verbeterpunten die in 2015 zijn verwerkt in jaarplannen. Wat willen we bereiken? Veiligheidsregio Drenthe werkt aan effectieve en efficiënte crisisbeheersing. Dat betekent dat de crisisorganisatie adequaat is voorbereid op crises die passen bij het Drentse risicoprofiel. Bij crisisbeheersing zijn naast de hulpdiensten en gemeenten vele andere publieke en private partijen betrokken. Het Multidisciplinair Veiligheidsbureau zorgt voor de verbinding tussen de partners en partijen in crisisbeheersing en voor verbinding met de samenleving, waar het gaat om veiligheid. Het veiligheidsbureau faciliteert de ontwikkeling van vakmanschap en ondersteunt de crisisorganisatie in het maken van praktische plannen en middelen die helpen bij risico- en crisisbeheersing in Drenthe. Het team vertaalt landelijke ontwikkelingen naar Drenthe en adviseert gevraagd en ongevraagd management en bestuurders over crisisbeheersing.
Wat betreft planvorming komt de nadruk te liggen op de wijze waarop plannen worden ontsloten, zodat ze in zowel de koude als warme fase bruikbaar zijn voor de hulpdiensten. Daarnaast wordt de inhoud van rampbestrijdingsplannen op een interactieve wijze (door middel van e-learning) aangeboden aan functionarissen die een rol hebben in de crisismanagementorganisatie. Het veiligheidsbureau ondersteunt de coördinerend gemeentesecretaris op het gebied van crisisbeheersing. Vanuit die rol adviseert en faciliteert het veiligheidsbureau ook de ambtsgroep gemeentesecretarissen en het gemeentelijk netwerk fysieke veiligheid. Informatiemanagement heeft continu de aandacht, wat betreft het verbeteren en verfijnen van de wijze waarop functionarissen hun informatie delen.
Hoe willen we dat bereiken? Crisisbeheersing is mensenwerk. Daarom ligt de focus op de individuele functionarissen binnen de crisisorganisatie. In 2016 biedt de VRD een maatwerkprogramma (M)OTO aan, dat gecoördineerd wordt door het veiligheidsbureau.
16
Speerpunten 2016 - Versterken van het netwerk Crisisbeheersing vindt per definitie plaats in een groot netwerk met veel verschillende partners. De VRD zet zich in om de verbindingen in dat netwerk te versterken door het organiseren van ontmoetingen en door kennisdeling. - Verbinding met de samenleving In samenwerking met partners legt de VRD nadrukkelijk de verbinding met de samenleving, door het gesprek aan te gaan over de rol en mogelijkheden van de overheid, de eigen verantwoordelijkheid en met elkaar de vraag te be antwoorden: wanneer doen we het goed? De verbinding krijgt gestalte door een programma van risicocommunicatie in samenwerking met de partners van de VRD, waarin zelfredzaamheid het uitgangspunt is. - Crisiscommunicatie Communicatie is een belangrijk onderdeel van crisisbeheersing. Vooral de vertrouwenspositie van de overheid kan met minder effectieve communicatie geschaad worden. Om die reden is doorlopend aandacht nodig voor dit specifieke proces, zeker omdat de samenleving ook steeds verandert in de wijze waarop met elkaar gecommuniceerd wordt. - Informatiemanagement Uit evaluaties van oefeningen en incidenten blijkt dat behalve goede operationele informatie ook informatie uit de samenleving cruciaal is voor de werking van de crisisorganisatie. Dit wordt verder ontwikkeld binnen de VRD, met inbreng van het veiligheidsbureau. Wat mag het kosten?
Multidisciplinaire Veiligheid
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
103.681
193.909
193.909
-
193.909
193.909
193.909
193.909
17
Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio(GHOR) De GHOR kent twee hoofdprocessen bij rampen: - acute gezondheidszorg - publieke gezondheidszorg: - psychosociale hulpverlening - medische milieukunde - infectieziektebestrijding - gezondheidsonderzoek Wat we willen bereiken? - voor zover mogelijk het voorkomen van rampen en crises - bieden van een optimale en adequate geneeskundige hulpverlening bij grootschalige ongevallen, rampen en crises - samen met de GGD beperken van gezondheidsschade voortvloeiend uit grootschalige infectieziekten - versterken verbinding Publieke Gezondheidszorg en Veiligheid
De GHOR richt zich ten aanzien van de ‘witte kolom’ op voorbereiding, afstemming en informatievoorziening. De ‘witte kolom’ bestaat uit de (operationele) diensten en instellingen die als gevolg van de Wet veiligheidsregio’s een taak hebben op het gebied van de geneeskundige hulpverlening bij rampen en crises. Het betreft bijvoorbeeld de ambulancedienst, de ziekenhuizen, GGZ, huisartsen en natuurlijk de GGD. De GHOR maakt afspraken met de buurregio’s over wederzijdse bijstand.
Wat we willen bereiken is vastgelegd in de volgende beleidsdocumenten: - Beleidsplan 2015 – 2018 Veiligheidsregio Drenthe - Regionaal Crisisplan Veiligheidsregio Drenthe (vastgesteld juni 2014) - Meerjarenplan Opleiden–Trainen–Oefenen 2014 – 2017 GHOR Drenthe
De GHOR levert adviezen, procesbeschrijvingen, contracten, opleidingen-trainingen-oefeningen, een 24 uurs inzetbaarheid en crisismanagers en/of sleutelfunctionarissen ten behoeve van haar crisismanagement.
Hoe voeren we het beleid uit? GHOR Drenthe maakt afspraken met zorginstellingen, zorgaanbieders en diensten (waaronder de GGD) die een taak hebben op het gebied van de geneeskundige hulpverlening in de regio Drenthe, over verantwoorde zorg onder bijzondere (ramp) omstandigheden.
18
Speerpunten 2016 - Publieke gezondheid en veiligheid het verder in lijn brengen van publieke gezondheid en veiligheid in het sociale domein: snelle verbindingen mogelijk maken tussen de kolommen en de disciplines - voor de GHOR in de eerste plaats voor de partners binnen de witte kolom - Verbeteren informatiemanagement binnen de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en binnen de witte kolom: goede communicatie in de ‘koude’ fase is de basis voor succesvolle informatie-uitwisseling in de ‘warme’ fase; LCMS (systeem voor netcentrisch werken) wordt uitgebreid met een zogenaamde ‘witte kaart’ - Psychosociale gezondheid en maatschappelijke crisis publieke zorg en veiligheid beter verbinden ten behoeve van de continuïteit van zorg en de bevordering van de zelfredzaamheid van burgers: de samenleving wordt in toenemende mate geconfronteerd met incidenten en crises die impact hebben op de psychosociale gezondheid van groepen mensen - Niet red-zamen aandacht voor niet-redzamen die in de thuissituatie worden verpleegd: het gevolg van decentralisaties in de zorg is een impact op de continuïteit van de zorg in zijn algemeenheid, maar vraagt ook (nieuwe) aandacht in de preparatie, repressie en nazorg bij crises en rampen - Zorgcontinuïteit zorginstellingen ondersteunen bij instelling overstijgende discontinuïteiten, ‘de zeven disbalansen in de zorg’: wanneer er sprake is van een disbalans tussen de vraag naar en het aanbod aan zorg is dit een bedreiging voor de zorgcontinuïteit; uiteraard zijn de zorginstellingen door de zorgplicht zelf verantwoordelijk voor de zorgcontinuïteit van hun eigen instelling Systeemoefeningen - Opleiden, trainen en oefenen jaarlijks samen met de zorginstellingen en de hulpverleningsdiensten ‘witte’ scenario’s beoefenen in een systeemoefening: de resultaten ondersteunen de zorginstellingen bij het - waar nodig - verbeteren van hun procedures en/of organisatie, en geven de GHOR en de zorginstellingen inzicht in de mate waarop men is voorbereid. Actief bijdragen aan de opleidings- en trainingsactiviteiten van partners in Drenthe. - Optimalisering GGD-crisisorganisatie continue verbetering van de eigen crisisorganisatie na en bijdragen aan een optimalisatie van de GGD-crisis organisatie, zodat beide bij een calamiteit of incident naadloos op elkaar aansluiten - Cycloonverband het uitgangspunt ‘van, voor en door de zorg’ dient in Noord Nederland een structureel karakter te krijgen Wat mag het kosten?
Programma GHOR
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
1.305.939
1.232.660
1.232.660
-
1.232.660
1.232.660
1.232.660
1.232.660
19
Bedrijfsvoering In 2016 zet de VRD verder in op de ontwikkeling van de organisatie om te komen tot een waardengedreven organisatie die meer gericht is op het primaire proces. Vanuit de ondersteunende afdelingen voelen we ons betrokken bij en verantwoordelijk voor de eindproducten van het primaire proces. Wat willen we bereiken? Verder investeren in mobiliteit binnen de organisatie De VRD wil een organisatie zijn waar betrokken medewerkers met plezier werken en kansen krijgen om zich persoonlijk te ontwikkelen. In een tijd waarin de ontwikkelingen snel gaan en kennis snel veroudert wordt van medewerkers creativiteit, flexibiliteit en veranderbereidheid gevraagd. Van functie of taken wisselen geeft mensen een frisse uitdaging en een kans tot persoonlijke en professionele groei. Ook als werkgever blijven we zo interessant voor onze medewerkers.
Herinrichten bedrijfsvoeringsprocessen We gaan onze (bedrijfsvoerings) processen herinrichten op basis van de waarden van onze organisatie: praktisch en transparant, zonder ingewikkelde procedures en besluitvormingsprocessen. Hierbij maken we gebruik van slimme, innovatieve (ICT) oplossingen. Speerpunten voor 2016 P&O - het aanbieden van testen en loopbaanbegelei ding - de mogelijkheid voor medewerkers om een E-portfolio te maken, waarin zij hun competenties en deskundigheid zichtbaar kunnen maken - het aanbieden van loopbaanworkshops - digitale mogelijkheden waarbij we als organisatie een match kunnen maken tussen het aanwezige talent en de behoefte van de organisatie - een groter beroep op opleidingen, waarbij E-learning een belangrijke plek gaat krijgen - de mogelijkheid voor medewerkers om in de keuken van een andere organisatie te kijken (stages en netwerken) - deelname aan mobiliteitsnetwerken
Processen en taken anders inrichten Voor overhead taken betekenen de organisatieontwikkelingen en de toenemende digitalisering dat deze taken steeds meer zullen verschuiven naar zelforganiserende teams in het primaire proces, ondersteund door slimme ICT oplossingen. Door talentontwikkeling, mobiliteit en informatisering/ automatisering, wordt het mogelijk om de vacatures die ontstaan, anders of niet meer in te vullen. Hoe bereiken we ons doel? Talentontwikkeling Om medewerkers beter in staat te stellen mobiel te worden, is het nodig dat zij inzicht krijgen in datgene waar zij goed in zijn: hun talenten. In 2015 wordt een basis gelegd voor mobiliteit en talentontwikkeling. We bieden medewerkers faciliteiten en mogelijkheden, maar hanteren als uitgangspunt dat medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor hun ontwikkeling en inzetbaarheid op de langere termijn.
Informatiemanagement en Automatisering - beter digitaal samenwerken en informatiedeling: toegankelijke en betrouwbare informatie en informatiesystemen ter ondersteuning van het werk en de samenwerking - dit vraagt om een door ontwikkeling waarbij digitaal samenwerken bijvoorbeeld wordt ondersteund door
20
maken. Passend meubilair en aanpassingen aan bestaande kantooromgevingen zijn hiervoor noodzakelijk - knelpunten uit de RI&E’s van alle huisvesting (ook uitruklocaties) in gebruik van de VRD oppakken: hiervoor wordt in 2015 een actuele RI&E opgemaakt. In 2016 wordt gestart met de uitvoering van het plan. - inkooptrajecten voorbereiden en begeleiden: door de schaalvergroting van de regionalisering zal dit vaker gebeuren en zal incidenteel extra capaciteit en expertise ingezet moeten worden
chatmogelijkheden, videoconferentie, apps en digitale samenwerkingsplatformen. - stuurinformatie op maat voor (zelforganiserende) teams: bijvoorbeeld door middel van een dashboard. In 2016 hebben we de behoefte in kaart, waarna de werkwijze en eerste stappen naar de inrichting volgen - implementatie van de aandachtspunten die in 2015 naar voren komen uit de kadernotitie ‘Informatieveiligheid’ en de uitgevoerde risicoanalyse - herijken basisinrichting ICT-omgeving in verband met vernieuwing/aanbesteding van de ICT-onderlaag in 2017: hiervoor herijken we in 2016 de gemaakte keuzes en treffen we voorbereidingen om in 2017 verder te kunnen bouwen op een goed presterende ICT-onderlaag - onderzoeken hoe nieuwe ontwikkelingen bij kunnen dragen aan betrouwbaarheid en flexibiliteit van onze ICT-omgeving: bijvoorbeeld op het gebied van cloud-toepassingen - werken aan een verdere professionalisering van het functioneel beheer binnen de VRD en de samenwerking met de ICT-leveranciers verder verbeteren
Financiën - bedrijfsprocessen doorlichten op het verruimen van budgettaire mogelijkheden voor de budget houders - het efficiënter gebruikmaken van de beschikbare systemen: betere koppelingen van de systemen om de uitwisseling van gegevens betrouwbaar te maken - vereenvoudigen van de interne controle Samenwerking met de GGD - samen ondersteunen: naar verwachting wordt ook op andere gebieden dan I&A en facilitair in de ondersteunende processen intensiever samengewerkt, wat voor de VRD een herijking van processen en systeem keuzes kan betekenen
Facilitaire zaken - exacte kostenverdeling voor bruikleen- en erfpacht locatie van de brandweerhuisvesting duidelijk: in 2015 wordt per gemeente onderzocht welk onderhouds- en exploitatietaken en budgetten worden overgedragen naar de VRD, in principe verloopt dit budgettair neutraal tussen de gemeenten en de VRD. De afspraken in deze zullen middels een begrotingswijziging in de begroting 2016 worden opgenomen. - de VRD medewerkers werken regionaal: het huisvestingsconcept wordt hier op aangepast, met als streven het flexibele kantoorconcept (Het Nieuwe Werken) op alle werklocaties mogelijk te
21
Wat mag het kosten?
ICT Organisatiekosten Huisvesting Totaal programma bedrijfsvoering
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Meerjarenraming
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
771.691
676.756
699.591
-
699.591
757.671
757.671
757.671
1.553.109
1.165.163
1.196.741
-43.578
1.153.163
1.153.163
1.153.163
1.153.163
997.483
1.022.920
1.018.920
-
1.018.920
1.018.920
1.018.920
1.018.920
3.322.283
2.864.839
2.915.252
-43.578
2.871.674
2.929.754
2.929.754
2.929.754
Personeel
Hieronder het overzicht van de formatie. De personele lasten van de Meldkamer Noord Nederland worden niet geraamd in het programma Personeel, maar is wel onderdeel van de formatie.
Personeelsbegroting 2016
fte 2015
Bureau brandweer
865.000
12,00
Directie en Staf
379.484
4,00
-1,00
3,00
District NoordMidden
2.281.111
39,49
-1,00
37,49
District ZuidOost
4.279.060
74,25
-5,50
68,75
District ZuidWest
1.685.598
25,79
-1,00
25,79
Middelen
2.878.630
46,30
-0,93
45,37
Multidisciplinaire Veiligheid
448.484
6,00
Meldkamer Noord Nederland
1.627.677
28,00
Effecten cao ontwikkeling
Verlaging i.v.m. taakstelling
2016 40,00
6,00
167.600
0,00
0,00
0,00
14.612.644
235,83
-9,43
226,40
Effect taakstelling bezuiniging
-985.000
PM
PM
PM
Effect taakstelling cao verhoging
-167.600
PM
PM
PM
13.460.044
PM
PM
PM
Totaal
Structureel effect begroting
22
Natuurlijk verloop In het kader van de meerjarenraming is een onderzoek verricht naar het natuurlijk verloop van ons personeel. In de komende vier jaar zullen ongeveer 13 mensen de organisatie verlaten. Doordat prijs- en loonstijgingen niet worden gecompenseerd kan een deel van deze uitstroom aangewend worden voor dekking van de hogere lasten. Door talentontwikkeling, mobiliteit en informatisering/automatisering, wordt het mogelijk om de vacatures die ontstaan, niet meer in te vullen.
Wat mag het kosten?
Programma Personeel
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
12.683.429
12.467.478
12.558.478
-
12.558.478
12.347.178
12.147.178
12.147.178
Programmakosten personeel
12.558.478
Niet salarisgerelateerde kosten*
-726.111
Salariskosten Meldkamer Noord Nederland
1.627.677
Totale begrote salariskosten
13.460.044
*Onder de niet salarisgerelateerde kosten wordt verstaan: - opleidingskosten - reis-+ verblijfskosten - organisatieontwikkelingskosten
23
Investeringen
Plan
Actief
Vervangingsplan ICT en huisvesting
Machines, apparaten en installaties
2016
2017
2018
2019
2020
218.713
521.689
257.558
66.463
66.463
218.713
521.689
257.558
66.463
66.463
Vervoersmiddelen
2.367.970
471.900
1.020.635
1.891.835
1.980.770
Machines, apparaten en installaties
648.850
896.053
1.417.722
489.856
356.998
Overig
753.168
753.168
753.168
753.168
753.168
Subtotaal Vervangingsplan Materieel
Subtotaal
3.769.989
2.121.122
3.191.526
3.134.860
3.090.937
Totaal
3.988.702
2.642.811
3.449.084
3.201.322
3.157.399
Materieel
De investeringen bestaan uit bedrijfsvoeringinvesteringen, zoals de inrichting van de werklocaties, posten, ICT en materiële investeringen in vervoermiddelen, apparaten en machines.
Qua vervanging staat het volgende op de planning: 2016: tankautospuiten van Assen, Havelte en Westerbork 2017: de tankautospuit in Gieten 2018: de commandohaakarmbak in Assen, diverse ongevallen gevaarlijke stoffen containers en het haakarmvoertuig in Emmen 2019: het haakarmvoertuig in Assen, het schuimblus voertuig in Hoogeveen en de tankautospuiten in Assen, Sleen en Vries 2020: de hoogwerker in Meppel en de tankautospuiten van Smilde en Zwinderen
ICT en Huisvesting Deze investeringen hebben vooral in 2013 plaatsgevonden. De nadruk op de vervanging hiervan zal rond 2016, 2017 en 2018 liggen. In de kaderbrief is aangegeven dat investeringen in ICT en informatievoorziening nodig zijn om de organisatiewijziging door te kunnen voeren. Er is een inventarisatie gemaakt van welke systemen en verbindingen geoptimaliseerd en vernieuwd dienen te worden. Van deze inventarisatie is een kostenopzet gemaakt van de incidentele kosten, zoals voor inhuur van deskundigen, en de structurele kosten. De incidentele kosten zullen door middel van onderputting of onttrekking van reserves worden gedekt. Voor de structurele lasten is dekking binnen de begroting gevonden.
De grootste investeringen die verder continu plaatsvinden betreffen uitrukkleding en ademluchtmateriaal.
24
Wat mag het kosten?
Programma Investeringen
Begroting 2016
Meerjarenraming
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
3.152.271
3.920.098
4.257.419
-5.000
4.252.419
4.298.419
4.298.419
4.298.419
25
Paragrafen De uitgaven voor personeel, bedrijfsvoering en kapitaallasten worden behandeld in de paragrafen en (vooralsnog) niet doorbelast naar de programma’s. Mede op grond van het ‘Besluit Begroting en Verantwoording’ (BBV) kent de VRD de volgende paragrafen: - Bedrijfsvoering (zie hoofdstuk 4) - Personeel (zie hoofdstuk 5) - Investeringen (zie hoofdstuk 6) - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Financiering - Verbonden partijen De eerste drie paragrafen zijn verantwoord in hoofdstukken 4, 5 en 6. Hieronder volgt een toelichting op de laatste drie paragrafen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Weerstandsvermogen Beleidsuitgangspunten In de nota reserves (2013) staan de beleidsuitgangspunten voor het weerstandsvermogen: - Het maximaal weerstandsvermogen bedraagt 5% van de begrote uitgaven. - Het minimaal weerstandsvermogen bedraagt 1% van de begrote uitgaven.
Risico’s Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO) De ontwikkelingen over de integratie van de Meldkamer Noord Nederland in de Landelijke Meldkamer Organisatie (LMO) blijft een punt van aandacht. De minister van Veiligheid en Justitie heeft als bezuiniging landelijk een korting van € 42.000.000 op de meldkamers voorgesteld. Dit wordt gerealiseerd door vermindering van 25 naar 10 landelijke meldkamers. Uit voorlopige berekeningen blijkt dat dit tot een korting van 2,5% op de OOV-gelden binnen het Gemeentefonds kan leiden. Over deze bezuiniging en de gevolgen hiervan op het gemeentefonds zijn steeds gesprekken gaande met de minister.
De begrote uitgaven van de begroting in 2016 is € 31.950.000. Hieruit volgt een: - maximaal weerstandsvermogen van € 1.600.000; - minimaal weerstandsvermogen van € 320.000. Het huidige weerstandsvermogen bedraagt 1,87% van de begrote uitgaven 2016. Eind 2014 bedraagt het saldo van de algemene reserve € 577.985. Jaarlijks zal het weerstandsvermogen worden afgezet tegen het risicoprofiel van de VRD.
Werkkostenregeling In 2015 is de Werkkostenregeling ingevoerd. De werkkostenregeling is een fiscale regeling voor verstrekkingen aan werknemers. In de regeling wordt inzichtelijk gemaakt welke verstrekkingen belast en welke onbelast zijn. Een werkgever mag maximaal 1,2% van de loonsom onbelast verstrekken. Over het meerdere moet de werkgever (VRD) belasting betalen.
26
voldaan; - het beheer prudent en risicomijdend is. De risicobeheersing richt zich op renterisico’s, krediet risico’s, koersrisico’s en valutarisico’s.
Door een landelijk initiatief van de brandweer heeft het ministerie van Financiën in principe toegezegd een ontheffing te verlenen, wanneer de brandweer kan aantonen dat de vrijwilliger gerichte kosten maakt voor de uitoefening van zijn taak. Dit onderzoek wordt in 2015 uitgevoerd en kan effecten hebben voor de begroting 2016.
Wettelijk kader In 2014 is het Treasurystatuut vastgesteld. In dit statuut zijn binnen de mogelijkheden van de wet Fido en de Ruddo de kaders vastgelegd voor de uitvoering van de Treasuryfunctie bij de VRD.
Herijking maatstaven Bdur Als uitwerking van de herijking van de verschillende maatstaven in het gemeentefonds worden ook de maatstaven voor de verdeling van Bdur gelden bekeken. Deze herijkingen brengt herverdeeleffecten met zich mee. De omvang van deze herverdeling is nog niet bekend, maar gaat ook voor de VRD een verandering van de huidige uitkering betekenen.
De uitvoering van de financieringsfunctie dient plaats te vinden binnen de wettelijke kaders van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido), die op 1 januari 2001 is ingevoerd en voor het laatst in 2009 is gewijzigd. In de wet staan transparantie en risicobeheersing centraal. De transparantie komt tot uitdrukking in een verplicht Treasurystatuut en een financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening. Een ander belangrijk uitgangspunt van de Wet Fido is dat deze wet aan de lagere overheden de verplichting oplegt financiële risico’s op treasurygebied te beheersen. Daarnaast regelt de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) de vereisten ten aanzien van de kredietwaardigheid van financiële instellingen.
Achteraf verwerken van effecten regionalisering In de ontwerpbegroting 2014 is aangegeven dat bij een omvangrijke reorganisatie die in een relatief korte doorlooptijd plaatsvindt zoals de regionalisering van de brandweer, niet alle ontwikkelingen en knelpunten tot op de bodem is uitgezocht en financieel in kaart kunnen worden gebracht. Er zullen zich ongetwijfeld zaken voordoen die tot herallocatie van middelen binnen de begroting leiden. Ook deze effecten zullen nog budgettair neutraal in de begroting 2016 moeten worden verwerkt.
Financiering
De financieringsparagraaf geeft inzicht in de ontwikkelingen in de begroting en behandelt de beleidsvoornemens voor het komende jaar. Uit de financieringsparagraaf moet blijken dat: - de uitvoering van de financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient; - aan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt
27
Ontwikkeling liquiditeitspositie De liquiditeitspositie per 1 januari 2016 zal ten opzichte van 2014 verslechteren. In 2014 was dat nog nihil maar in 2016 zal deze € 1,7 miljoen negatief zijn. Dit komt omdat op het investeringsniveau van € 4.000.000 een bezuinigingstaakstelling ligt van € 600.000. Hierdoor is per saldo € 3.400.000 beschikbaar als financieringsmiddel voor nieuwe investeringen. Daarnaast is de jaarlijkse aflossingsverplichting € 1,1 miljoen.
Per saldo is dus beschikbaar hebben wij € 2,3 miljoen aan financieringsmiddelen beschikbaar tegen over een investeringsplan van € 4.000.000. In 2016 is de liquiditeitspositie nog dusdanig dat wij verwachten dat er geen aanvullende financieringsmiddelen moeten worden aangetrokken. De reservepositie is in liquiditeiten beschikbaar.
Jaar
Langlopende schuld alle bedragen in € 1 mln.
Cashflow (inkomsten)
Percentage schuld als aandeel exploitatie
2015
13,71
29,0
47%
2016
12,59
29,0
43%
2017
11,47
29,0
40%
2018
10,35
29,0
36%
2019
9,23
29,0
32%
bedragen in € mln.
De schuldpositie ten opzichte reguliere structurele cashflow schommelt rond de 50 %. Stand per 1-1 alle bedragen in € 1 mln.
Opname
Aflossing
Stand per 31-12
2014
0,4
15
-0,57
14,83
2015
14,83
0
-1,12
13,71
2016
13,71
0
-1,12
12,59
2017
12,59
0
-1,12
11,47
2018
11,47
0
-1,12
10,35
2019
10,35
0
-1,12
9,23
Jaar
bedragen in € mln.
28
Kasgeldlimiet Berekening kasgeldlimiet (in mln. Euro's) 1
2016
2017
2018
2019
8,50%
8,50%
8,50%
8,50%
2,7
2,7
2,7
2,7
5,6
3,6
3,2
1,6
Totaal netto vlottende schuld (2-3)
-5,6
-3,6
-3,2
-1,6
Toegestane kasgeldlimiet (1)
2,7
2,7
2,7
2,7
Ruimte
8,3
6,3
5,9
4,3
Toegestane kasgeldlimiet * In procenten van de grondslag * In bedrag
2
Omvang vlottende schuld
3
Vlottende middelen Toets kasgeldlimiet
4
Voor 2016 is het begrotingstotaal begroot op € 31.950.000, dus de toegestane kasgeldlimiet is ruim € 2.715.000. Het uitgangspunt is dat een eventueel financieringstekort, binnen de kasgeldlimiet, zoveel mogelijk met kort geld (lagere rente) wordt gefinancierd, totdat lang geld goedkoper wordt. Op basis van de liquiditeitsprognose wordt de kasgeldlimiet niet overschreden.
Renterisiconorm en renterisico’s vaste schuld Achtergrond renterisiconorm De Wet Fido definieert vaste schuld als opgenomen geldleningen met een rentetypische looptijd groter dan of gelijk aan 1 jaar. Van renterisico is sprake als er onzekerheid bestaat rond toekomstige renteniveaus. Deze situatie doet zich op de volgende momenten voor: - bij variabel rentende leningen - indien een toekomstige financieringsbehoefte nog niet afgedekt is - bij naderende renteaanpassingen van leningen
De VRD voldoet in de periode 2015-2019 aan de risiconorm. Kanttekening is wel dat er in 2014 een lening is aangetrokken die bij herfinanciering ruim boven de renterisiconorm komt. Door de jaarlijkse aflossing ontstaan staat binnen 5-7 jaar wel een renterisico, indien nieuw aan te trekken leningen voor een hoger rentepercentage dan 2,5% plaatsvinden.
29
Doel Het doel van de renterisiconorm is om op de lange termijn niet afhankelijk te zijn van het renteniveau in een bepaald jaar. Met de norm bevordert de Wet Fido een solide financieringswijze bij openbare lichamen en levert een bijdrage aan de uitstekende kredietwaardigheid van openbare lichamen op de kapitaalmarkt. Jaarlijks mogen de renterisico’s niet hoger zijn dan 20% van het lastentotaal van de begroting bij aanvang van het boekjaar. In onderstaande tabel wordt de norm afgezet tegen de feitelijke situatie. Berekening renterisiconorm (in mln. Euro's)
2014
2015
2016
2017
2018
2019
1
Renteherzieningen
0
0
0
0
0
0
2
Betaalde aflossingen
0,57
1,12
1,12
1,12
1,12
1,12
3
Renterisico (1+2)
0,57
1,12
1,12
1,12
1,12
1,12
4a
Ruimte onder renterisiconorm (6>3)
6,4
5,0
4,9
4,9
4,9
4,9
4b
Overschrijding renterisiconorm Berekening renterisiconorm
5a
Begrotingstotaal
32,2
25,1
24,6
24,6
24,6
24,6
5b
Vastgestelde percentage
20%
20%
20%
20%
20%
20%
6
Renterisiconorm
6,4
5,0
4,9
4,9
4,9
4,9
Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof) EMU-tekortruimte De wet voorziet in een wettelijk instrumentarium voor het bereiken en vasthouden van houdbare overheidsfinanciën. De EMU-tekortruimte voor decentrale overheden blijft tot en met 2015 gehandhaafd op 0,5% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Na 2015 neemt de EMU tekortruimte af richting 0,2% BBP in 2017. De individuele medeoverheden verstrekken jaarlijks begrotingsinformatie aan het CBS. Het is nog de vraag in hoeverre dit ook voor een gemeenschappelijke regeling als de VRD geldt. Gemeenschappelijke regelingen zijn een relatief kleine decentrale-overheid. De VRD neemt overeenkomstig het BBV wel het EMU saldo op in de begroting. EMU-enquête 2013 bevat gegevens over het lopende begrotingsjaar en de twee jaren daarop volgend. Hieruit blijkt dat op macroniveau het EMU-tekortsaldo 0,61% is en wordt overschreden. De resultaten van de EMU-enquête 2014 van de gemeenschappelijke regelingen heeft het CBS niet meegenomen.
30
EMU saldo van de VRD Hieronder de berekening van het EMU-saldo van de VRD. In het overzicht is het EMU-saldo berekend voor de jaren 2014 tot en met 2016 op basis van deze begroting. Tabel EMU saldo nr.
Omschrijving (bedragen in € mln.)
2014
2015
2016
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit de reserves (zie BBV, artikel 17c)
0,28
0,30
0,20
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
4,00
2,80
2,90
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa, die op de balans worden geactiveerd
5
0
0
0
-2,89
-4,00
-3,99
Baten uit bijdragen van andere overheden, de EU en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im) materiële vaste activa, voor zover niet op de exploitatie verantwoord
0
0
0
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, en woonrijpmaken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
0
0
0
8
Baten bouwgrondexploitatie : Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
0
0
0
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
0
0
0
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen ed.) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van de bovenstaande posten
0
0
0
11
Verkoop van effecten : nee
nee
nee
0
0
0
1,39
-0,90
-0,89
a. Gaat u effect verkopen ? (ja/nee) b. Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie ? Berekend EMU saldo
31
Verbonden partijen Een Verbonden Partij (VP) is een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de VRD een financieel én een bestuurlijk belang heeft. Er is sprake van een financieel belang als de VRD aansprakelijk is bij het niet nakomen van de verplichtingen door de rechtspersoon. Er is sprake van een bestuurlijk belang als de VRD vertegenwoordigd is in het bestuur of zeggenschap daarin kan uitoefenen.
De VRD en verbonden partijen
Stichting Beheer Openbare Voorziening MkNN Het doel van de stichting is het beheer van de locatie van de meldkamer in Drachten. Er wordt bestuurlijk deelgenomen in de stichting en een kleine bijdrage betaald.
De Verbonden Partijen (VP) is een instrument voor het realiseren van de doelstellingen van de VRD. De VRD bepaalt de aard en omvang van de bijdrage en niet de VP. Dat betekent dat de VRD aandacht besteedt aan de taak van de VP en dat de verantwoording zodanig gestalte moet krijgen dat duidelijk wordt welke bijdrage de VP levert en tegen welke kosten.
Samenwerking
De VRD kan haar taken beter uitvoeren in samenwerking met andere partijen. De beste resultaten uit samenwerking zijn te behalen als de betrokken partijen zich vanzelfsprekend met elkaar verbonden voelen. Bijvoorbeeld vanwege gemeenschappelijke waarden of belangen. Kwaliteit- en resultaatverbetering staan voorop. Voorbeelden van samenwerking zijn: - de dienstverleningsovereenkomst met Emmen voor de uitvoering van de financiële administratie - de dienstverleningsovereenkomst met Assen voor de uitvoering van de salarisadministratie - de dienstverleningsovereenkomst met GGD Drenthe voor de administratievoering van de GHOR - de samenwerkingsovereenkomst met Veiligheids regio Fryslan en Groningen voor deuitvoering van de meldkamer
Stichting BON De bestuurlijke deelname, samen met de veiligheidsregio’s Friesland en Groningen, in de Stichting Brandweeropleidingen Noord (BON) benadert de definitie van een verbonden partij. Er is echter volgens de statuten geen sprake van een financieel belang in de stichting. De stichting is aandeelhouder in de BON BV. De BON B.V. heeft een 100%-deelneming in Oefencentrum Noord B.V. en Brandweeropleidingen Noord B.V. De VRD heeft in de afgelopen jaren samen met de veiligheidsregio’s Friesland en Groningen een overbruggingskrediet in de vorm van een achtergestelde lening verstrekt aan de BON B.V. 50% van deze lening is nog niet terugbetaald. Instituut Fysieke Veiligheid Dit is de organisatie die de krachten bundelt op het terrein van de fysieke veiligheid in Nederland. Het Instituut wordt bestuurd door de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s. Zo zal het IFV onder andere een bijdrage gaan leveren aan de brandweeropleidingen en het delen van informatie en expertise. Ook zal het IFV zich bezig houden met het verwerven en beheren van materieel, uitrusting en telecommunicatievoorzieningen. De VRD betaalt jaarlijks een contributie.
32
Algemene dekkingsmiddelen en mutaties reserves Het overzicht algemene dekkingsmiddelen bevat de bijdragen van de gemeenten en het rijk als structurele dekking voor structurele uitgaven van de exploitatie. Het overzicht van de mutaties in de reserves bevat de incidentele dekking voor incidentele uitgaven van de exploitatie.
Algemene Dekkingsmiddelen Programma Alg. dekkingsmiddelen en reserves
Jaarrekening 2014
Begroting 2015
-30.501.908
-28.922.822
Begroting 2016
Meerjarenraming
Lasten
Baten
Saldo
2017
2018
2019
240.948
-29.263.344
-29.022.396
-28.833.506
-28.592.073
-28.592.073
Bijdrage van gemeenten In 2016 is de nullijn gehandhaafd, dit met uitzondering van twee afspraken met individuele gemeenten. Deze afspraken werken door in de bijdrage voor 2016. Dit betekent dat de loon- en prijsontwikkelingen binnen de huidige begroting worden opgevangen. Overzicht gemeentelijke Bijdrage
Aantal inwoners per 1-1-2013
Aantal inwoners per 1-1-2014
Verschil
Bedrag per inwoner 2015
Bijdrage per inwoner 2015
Bedrag per inwoner 2016
Bijdrage per inwoner 2016
Aa en Hunze
25.541
25.357
-184
9,41
240.418
9,43
239.139
Assen
67.204
67.190
-14
9,41
632.592
9,43
633.663
Borger-Odoorn
25.662
25.627
-35
9,41
241.557
9,43
241.686
Coevorden
35.765
35.769
4
9,41
336.656
9,43
337.334
De Wolden
23.761
23.583
-178
9,41
223.662
9,43
222.409
Emmen
108.392
108.052
-340
9,41
1.020.294
9,43
1.019.028
Hoogeveen
54.874
54.664
-210
9,41
516.529
9,43
515.531
Meppel
32.726
32.867
141
9,41
308.050
9,43
309.966
Midden Drenthe
33.422
33.366
-56
9,41
314.601
9,43
314.672
Noordenveld
31.024
31.087
63
9,41
292.029
9,43
293.179
Tynaarlo
32.456
32.493
37
9,41
305.508
9,43
306.438
19.091
18.933
-158
9,41
179.704
9,43
489.918
488.988
-930
Westerveld
4.611.600
33
178.555 4.611.600
Meerjarenraming Bijdrage Brandweerzorg 2015
Bijdrage VRD 2015
Bijdrage Brandweerzorg 2016
Aa en Hunze
1.051.215
1.291.633
1.051.215
1.290.354
-1.278
Assen
2.218.097
2.850.689
2.218.097
2.851.760
1.071
2.850.689
2.824.278
2.824.278
786.045
1.027.602
786.045
1.027.731
129
1.027.602
1.017.249
1.017.249
Overzicht gemeentelijke bijdrage
Borger-Odoorn
Bijdrage VRD 2016
Verschil 2016 tov 2015
2017
2018
2019
1.291.633
1.279.983
1.279.983
Coevorden
1.436.190
1.772.846
1.436.190
1.773.524
678
1.772.846
1.758.894
1.758.894
De Wolden
1.071.383
1.295.045
1.071.383
1.293.792
-1.253
1.295.045
1.284.146
1.284.146
Emmen
5.570.404
6.590.698
5.570.404
6.589.432
-1.266
6.590.698
6.545.238
6.545.238
Hoogeveen
1.763.140
2.279.669
1.763.140
2.278.671
-998
2.279.669
2.256.313
2.256.313
Meppel
968.219
1.276.269
968.219
1.278.185
1.916
1.276.269
1.264.742
1.264.742
Midden Drenthe
1.159.106
1.473.707
1.159.106
1.473.778
70
1.473.707
1.460.131
1.460.131
Noordenveld
1.085.613
1.377.642
1.085.613
1.378.792
1.150
1.377.642
1.366.077
1.366.077
Tynaarlo
1.024.412
1.329.920
1.040.569
1.347.007
17.087
1.346.077
1.349.875
1.349.875
856.547
1.036.251
849.114
1.027.669
-8.581
1.021.385
997.627
997.627
18.990.371
23.601.971
18.999.095
23.610.695
8.724
23.603.262
23.404.553
23.404.553
Westerveld
Bijdrage van het rijk De bijdrage van het rijk betreft de Brede doeluitkering (Bdur) en is overeenkomstig de ministeriële circulaire van december 2014 begroot.
Krimp inwonersaantal De totale kosten van de VRD stijgen niet ten opzichte van de begroting 2014. De gemeentelijke bijdrage wordt in 2016 echter gedeeld door minder inwoners, wat leidt tot een marginale stijging van de bijdrage per inwoner met €0,02. Hierdoor kunnen onderlinge verschillen in de gemeentelijke bijdrage ontstaan. Er zijn nog geen beleidsafspraken gemaakt om anders om te gaan met de systematiek van het berekenen van de bijdrage per inwoner.
Loon- en prijscompensatie De begroting 2016 is gebaseerd op de begroting 2015 verminderd met een taakstelling van €400.000 om de loon- en prijscompensatie van 2014 te verwerken. Wanneer zich in 2015 prijs- en loonontwikkelingen voordoen, zullen deze via een begrotingswijziging worden opgenomen in de begroting 2016. De lastenuitzetting zal via een extra financiële taakstelling op de programma’s binnen de begroting worden opgevangen. De exploitatiebudgetten van 2016 zijn niet verhoogd. De begroting voor 2017, 2018 en 2019 is opgesteld op basis van prijspeil 2015.
In het verleden was er altijd sprake van een toename van het aantal inwoners in Drenthe. Dit betekende dat de bijdrage per inwoner niet steeg. Door de vergrijzing en migratie is het aantal inwoners in Drenthe echter per 1 januari 2014 ten opzichte van 1 januari 2013 met 930 inwoners afgenomen.
34
Mutaties Reserves
De mutaties in de reserves zijn opgenomen overeenkomstig de in 2013 vastgestelde nota reserves. In de financiële begroting is een nadere specificatie en toelichting opgenomen van de individuele reserves. Jaar
2014
2015
2016
Aard reserve
eindstand
storting
Brandweer Opleidingen Noord
Bestemmingsreserve
78.241
0
Bosbrandbestrijding
Bestemmingsreserve
98.691
0
-4.000
94.691
0
-4.000
90.691
Egalisatiereserve
420.459
0
-20.000
400.459
0
-20.000
380.459
Opleiden en oefenen GHOR
Bestemmingsreserve
100.000
0
-10.000
90.000
0
-10.000
80.000
Frictiebudget Regionalisering
Bestemmingsreserve
642.801
0
-242.300
400.501
0
-165.300
235.201
Naam reserve
Rampenpot
onttrekking
eindstand
storting
-28.000
50.241
0
2017
50.241
20 2018 18 storting
50.241
0
onttrekking
2019
Aard reserve
Brandweer Opleidingen Noord
Bestemmingsreserve
0
Bosbrandbestrijding
Bestemmingsreserve
0
-4.000
86.691
0
-4.000
82.691
0
-4.000
78.691
Egalisatiereserve
0
-20.000
360.459
0
-20.000
340.459
0
-20.000
320.459
Opleiden en oefenen GHOR
Bestemmingsreserve
0
-10.000
70.000
0
-10.000
60.000
0
-10.000
50.000
Frictiebudget Regionalisering
Bestemmingsreserve
0
0
235.201
0
0
235.201
0
0
235.201
Rampenpot
eindstand
eindstand
storting
Naam reserve
onttrekking
onttrekking
eindstand
storting
50.241
0
onttrekking
eindstand
50.241
Jaarlijks worden de bestemmingen en handhaving van de reserves beoordeeld op omvang van de saldi, actualiteit en doel.
35
Financiële Begroting Overzicht exploitatie (meerjarig) Programma
Brandweerzorg
Totaal Brandweerzorg Bedrijfsvoering
Totaal Bedrijfsvoering Multidisciplinaire Veiligheid Totaal Multidisciplinaire Veiligheid GHOR Totaal GHOR Personeel
Product
Incidentbestrijding MkNN Techniek en Logistiek Risicobeheersing Vakbekwaamheid
ICT Organisatiekosten Huisvesting Multidisciplinaire Veiligheid
GHOR Personeel back-office Personeel beroeps
Saldo begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2016
2017
2018
2019
-1.250
4.723.893
4.700.303
4.692.870
4.692.870
-2.317.218
-
-
-
-
-112.835
1.485.537
1.427.457
1.427.457
1.427.457
64.539
-207.616
-143.077
-143.077
-143.077
-143.077
2.086.403
1.863.935
-17.032
1.846.903
1.846.903
1.846.903
1.846.903
8.033.279
8.243.838
10.569.207
-2.655.951
7.913.256
7.831.586
7.824.153
7.824.153
771.691
676.756
699.591
-
699.591
757.671
757.671
757.671
Jaarrekening
Begroting
Uitgaven
Inkomsten
2014
2015
2016
2016
4.654.283
4.720.962
4.725.143
894
-
2.317.218
1.723.216
1.590.800
1.598.372
-210.033
-154.327
1.864.918
1.553.109
1.165.163
1.196.741
-43.578
1.153.163
1.153.163
1.153.163
1.153.163
997.483
1.022.920
1.018.920
-
1.018.920
1.018.920
1.018.920
1.018.920
3.322.283
2.864.839
2.915.252
-43.578
2.871.674
2.929.754
2.929.754
2.929.754
103.681
193.909
193.909
-
193.909
193.909
193.909
193.909
103.681
193.909
193.909
-
193.909
193.909
193.909
193.909
1.305.939 1.305.939
1.232.660 1.232.660
1.232.660 1.232.660
-
1.232.660 1.232.660
1.232.660 1.232.660
1.232.660 1.232.660
1.232.660 1.232.660
10.253.039
10.010.082
9.901.082
-
9.901.082
9.689.782
9.489.782
9.489.782
2.430.390
2.457.396
2.657.396
-
2.657.396
2.657.396
2.657.396
2.657.396
12.558.478
12.347.178
12.147.178
12.147.178
4.252.419
4.298.419
4.298.419
4.298.419
4.252.419
4.298.419
4.298.419
4.298.419
-28.823.096
-28.799.506
-28.592.073
-28.592.073
-28.823.096
-28.799.506
-28.592.073
-28.592.073
-199.300
-34.000
-34.000
-34.000
-199.300
-34.000
-34.000
-34.000
-
-
-
-
Totaal 12.683.429 12.467.478 12.558.478 Personeel Investeringen Kapitaallasten 3.152.271 3.920.098 4.257.419 -5.000 Totaal 3.152.271 3.920.098 4.257.419 -5.000 Investeringen Algemene Algemene dekkingsdekkingsmid- -28.564.574 -28.618.522 240.948 -29.064.044 middelen delen Totaal Algemene -28.564.574 -28.618.522 240.948 -29.064.044 dekkingsmiddelen Mutatie reReserves -1.937.334 -304.300 -199.300 serves Totaal -1.937.334 -304.300 -199.300 Reserves Eindtotaal -1.901.026 31.967.873 -31.967.873
36
Uitgangspunten Algemeen De begroting is opgesteld overeenkomstig de in 2013 vastgestelde kaders: - Nota reserves - Financieel kader - Financiële verordening - Notitie P&C
Meerjarenbegroting In de begroting 2015 is de nullijn gehanteerd. Dit houdt in dat geen structurele verhoging van de loon- en prijscompensatie is verwerkt. De cao-stijging wordt structureel in de begroting verwerkt in het jaar nadat de cao-stijging definitief is geworden. Indien de loonsverhoging zich eerder voordoet dan 2016 zal dit ten laste van het rekeningresultaat van het betreffende jaar worden gebracht. De prijs- en loonstijging zal binnen de begroting door een financiële taakstelling op de programma’s moeten worden opgevangen. De exploitatiebudgetten van 2015 zijn niet verhoogd. De begroting voor de jaren na 2016 zijn analoog aan het voorgaande opgesteld op basis van prijspeil 2015. Gemeentelijke bijdrage De basis voor de gemeentelijke bijdrage is de bijdrage in het voorgaande begrotingsjaar en bestaat uit een inwonersbijdrage en een bijdrage basisbrandzorg. De bijdrage wordt niet aangepast aan de effecten van loon-en prijsstijgingen. De effecten van de wijziging in het inwonersaantal wordt in de gemeentelijke bijdrage verwerkt.
Specifiek Besluit Begroting en Verantwoording De begroting 2015-2018 is opgesteld overeenkomstig het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en er heeft een indeling in programma’s plaatsgevonden. Loon- en prijscompensatie De ontwerpbegroting is de basis voor de begroting 2017-2019. De begroting 2016 is opgesteld op basis van het prijspeil van de begroting 2015. Er is geen prijscompensatie toegepast. In de kaderbrief voor de begroting 2016 is de loon- en prijscompensatie ingeschat op € 0,4 miljoen), de daadwerkelijke loonontwikkeling (excl. overige prijsontwikkelingen)bedraagt € 167.600,-. Dit is de doorrekening van de het nieuwe cao-akkoord voor gemeenteambtenaren gesaldeerd met een verlaging van de pensioenpremies die in december 2014 bekend werd. Dit bedrag heeft een structureel effect op de begroting 2016 en is als zodanig ook benoemd in de tabel op pagina 22. De overige loon- en prijsontwikkeling 2015 en 2016 inclusief de geraamde cao ontwikkeling wordt in geschat op bedrag van € 0,4 miljoen. Dit bedrag van € 0,4 miljoen is als een bezuinigingstaakstelling in de begroting verwerkt en leidt dus niet tot een verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
In 2015 zal nog een opdracht worden uitgewerkt om vanaf het begrotingsjaar 2016 tot een transparante en duurzame verdeelsystematiek voor de bijdrage van de gemeenten aan de VRD te komen. Daarbij wordt ook de verdeling van de BTW-stelpost nog voortvloeiend uit de regionalisering, betrokken. Loonkosten De loonkosten zijn opgenomen op basis van het maximum van de functieschaal volgens het functieboek. De looncomponenten (opleiding, reiskosten, flexibele beloning en dergelijke) bedragen in totaal circa 4,4% van de begrote loonsom van het backoffice personeel.
37
Kapitaallasten Er wordt in de bijdrage van de basisbrandweerzorg uitgegaan van een bijdrage in het materieel op basis van een annuïtaire berekening van het materieel vervangingsplan. De basis hiervoor is het overgenomen materieel van de gemeenten. VRD moet binnen deze bijdrage zorgdragen voor de financiering en vervanging van het materieel. Daarnaast is op de kapitaallasten een bezuiniging van € 601.500 ingeboekt. Toelichting en analyse meerjarenbegroting De bedragen per programma zijn nagenoeg ongewijzigd in de meerjarenbegroting. De voornaamste verschillen worden veroorzaakt door: - aanpassingen door uitvoering van de taakstelling; - afspraken uit het verleden die doorwerking hebben in de begroting 2016 De overige mutaties tussen de begrotingsjaren hebben betrekking op mutaties in de reserves. Incidentele baten en lasten Er zijn buiten de incidentele uitgaven, als gevolg van de mutaties in de reserves, geen incidentele baten en lasten opgenomen.
38
Einde bijlage: Ingekomen stuk nr. 4 - Bijlage Begroting 2016 VRD
Terug naar het agendapunt
Beleidsplan 2015 Aa en Hunze (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####d22164f6-74d3-45d6-b113-48fc59208854#
Beleidsplan 2015 Aa en Hunze Inhoudsopgave Aanbiedingsbrief Missie en toekomstvisie Bestuur en portefeuilleverdeling Collegeprogramma 2014-2018 Verbindend, levendig en zorgzaam Beleid op hoofdlijnen Bijstellingen
Bijlagen Financieel Meerjaren Perspectief Planning & Controlcyclus Leeswijzer
Inhoudsopgave beleidsplan 2015 AANBIEDINGSBRIEF Aanbiedingsbrief
0 ALGEMEEN 0.1 Missie en toekomstvisie 0.2 Bestuur en portefeuilleverdeling 0.3 Collegeprogramma 2014-2018
1 BELEIDSPLAN 1.1 Inleiding 1.2 Belangrijke ontwikkelingen 1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen 1.4 Voorstellen beleidsplan 2015 1.5 Vaststelling beleidsplan 2015
2 BELEID OP HOOFDLIJNEN 2.1 Te realiseren programma’s
3 BIJSTELLINGEN 3.1 Bijstellingen lasten en baten 3.1.1 Recapitulatie bijstellingen 3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma
BIJLAGEN 4.1 Financieel Meerjaren Perspectief 2016-2019 4.2 Planning en Controlcyclus 4.3 Leeswijzer
Ga naar aanbiedingsbrief beleidsplan 2015
terug
Aanbiedingsbrief beleidsplan 2015 Geachte leden van de raad, Voor u ligt het beleidsplan 2015. Dit is het tweede beleidsdocument, na de begroting 2015, dat in de nieuwe digitale opzet verschijnt. Dit beleidsplan lijkt, in tegenstelling tot een regulier beleidsplan dat de kaders en de richting weergeeft voor de begroting, meer op een voortgangsrapportage waarin de voortgang van het gevoerde beleid wordt weergegeven. e Er speelt namelijk een tweetal belangrijke ontwikkelingen met grote (financiële) onzekerheden, te weten het sociaal domein en de uitkomsten van de 2 fase van het groot onderhoud aan het gemeentefonds. Hierop kunnen we op dit moment nog geen concreet antwoord geven. Tevens volgt in de tweede helft van dit jaar het uitvoeringsplan van de herijkte Toekomstvisie 2015–2025. Deze ontwikkelingen tezamen bepalen voor een groot deel de beleidskeuze en –uitvoering voor de (nabije) toekomst. Opzet digitaal beleidsplan Het digitale beleidsplan 2015 kent eenzelfde opbouw als de begroting 2015, met de missie en toekomstvisie, het bestuur en portefeuilleverdeling en het collegeprogramma 2014 – 2018 . Deze zijn weergegeven in de lichtblauwe kleur op het voorblad. De digitalisering van deze beleidsdocumenten maakt het mogelijk om deze achtergrondinformatie te allen tijde beschikbaar te hebben. Het feitelijke beleidsplan 2015 begint met het hoofdstuk 1 ‘Verbindend, levendig en zorgzaam’, gaat daarna verder met het hoofdstuk 2 ‘Beleid op hoofdlijnen’ en het hoofdstuk 3 ‘Bijstellingen’. In de bijlage staat het Financieel Meerjaren Perspectief 2016–2019. Nieuw beleid en bezuinigingen Gezien de hiervoor aangegeven ontwikkelingen en financiële onzekerheden, hebben we gemeend om in dit beleidsplan geen concrete voorstellen voor nieuw beleid te doen. We willen hiervoor eerst meer duidelijkheid over deze ontwikkelingen. In het beleidsplan is een drietal scenario’s opgenomen die zich naar onze mening kunnen voordoen. Deze e scenario’s treft u aan in het eerste hoofdstuk van dit beleidsplan. In elk scenario is sprake van een aantal uitgangspunten, waaronder de verwachte uitkomst van de 2 fase van het groot onderhoud aan het gemeentefonds en ook de ruimte voor structureel en incidenteel nieuw beleid. Het scenario ‘meest waarschijnlijk’ is financieel uitgewerkt in het Financieel Meerjaren Perspectief. We hebben de nieuwe bezuinigingsopgave van € 2 miljoen in dit beleidsplan voorzien van concrete bezuinigingsvoorstellen, waarbij ook de uitkomsten van de commissievergadering van 30 april jl. zijn meegenomen. De invulling van de bezuinigingsopgave is op onderdelen aangepast. Enkele alternatieve bezuinigingsrichtingen die aan de orde zijn gekomen tijdens deze commissievergadering hebben we niet overgenomen. In hoofdstuk 1.3.4 van dit beleidsplan treft u hiervoor de verklaring aan. Dit geldt ook voor de beantwoording van de gestelde vragen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend,
Het college van de gemeente Aa en Hunze,
de heer mr. F. Snoep secretaris
Ga naar missie en toekomstvisie
de heer drs. H.F. van Oosterhout burgemeester
terug
0.1 Missie en toekomstvisie Missie De gemeente Aa en Hunze is een aantrekkelijke woongemeente waar het buitengewoon goed leven en recreëren is, met een levendige en zorgzame samenleving in een robuust landschap. Aa en Hunze is hét recreatiegebied van Noord-Drenthe.
Aa en Hunze Buitengewoon! De Toekomstvisie is herijkt (zie ook hoofdstuk 1.2 Belangrijke ontwikkelingen) en de actuele Toekomstvisie 2015–2025 zal na de behandeling en vaststelling door de raad op 28 mei 2015 worden toegevoegd aan de beleidsdocumenten met ingang van de begroting 2016. Hierna treft u de Toekomstvisie 2020 aan. Toekomstvisie 2020 De Toekomstvisie 2020 zet de koers uit voor de toekomst van de gemeente Aa en Hunze. Met deze toekomstvisie stelt de gemeente de bestaande kwaliteiten en waarden veilig voor de toekomst. Wat ons bindt zijn de kernwaarden van Aa en Hunze. De sterke sociale verbanden, een gevoel van geborgenheid, saamhorigheid en naoberschap in een prachtig landschap met mooie dorpen. Dat wil de gemeente Aa en Hunze vasthouden en van hieruit vernieuwen: Aa en Hunze Buitengewoon!
Identiteit kleuren De gemeente bestaat uit 35 dorpen met elk een eigen identiteit. Gieten is Rolde niet, Gasselte is geen Eexterveen. De Veenkoloniën zijn anders dan de Hondsrug of het Drents Plateau. De diversiteit en eigenheid van de dorpen en landschappen is een kwaliteit die behouden moet blijven. Ook voor recreanten en toeristen: Aa en Hunze is hét recreatiegebied van NoordDrenthe.
Samenwerken aan een wenkend perspectief De toekomstvisie is gemaakt met vele betrokkenen. Ook de uitwerking van de visie doen we niet zonder u! De Toekomstvisie 2020 wil een wenkend perspectief bieden aan de bewoners, bedrijven en maatschappelijke instanties om samen verder vorm te geven aan de ontwikkeling van Aa en Hunze Buitengewoon!
Richting geven De toekomstvisie heeft geen vrijblijvend karakter. De visie legt een aantal belangrijke keuzes vast en geeft richting aan het gemeentelijk beleid voor de komende jaren. De toekomstvisie geeft niet altijd een concreet antwoord, maar helpt wel dat antwoord te formuleren.
Aa en Hunze Buitengewoon! De gemeente Aa en Hunze is een aantrekkelijke woongemeente waar het buitengewoon goed leven en recreëren is, met een levendige en zorgzame samenleving in een robuust landschap. Dat is de kracht van onze gemeente. Behoud van al het goede dat de gemeente Aa en Hunze te bieden heeft, is niet vanzelfsprekend. Dat vraagt voortdurend aandacht en het vraagt vernieuwing. Het vraagt ook om keuzes maken. Het vraagt om een helder perspectief op de toekomst: Aa en Hunze Buitengewoon!
Ga naar bestuur en portefeuilleverdeling
terug
0.1 Missie en toekomstvisie
1.
2.
3.
4.
Wonen en werken
Zorg en leefbaarheid
Landbouw, recreatie en landschap
Bestuur en dienstverlening
• Aa en Hunze verder ontwikkelen tot een buitengewone woongemeente, waar het goed recreëren en werken is • Een gemeentebrede kwaliteitsslag van de bestaande woningen, nieuwe woningen en de woonomgeving • Groei van het woningbestand afstemmen op de woonbehoefte, met het accent op bouwen in de vier grote dorpen Annen, Rolde, Gieten en Gasselternijveen en een beperkte bouw in de kleine dorpen • Nieuw maatwerk in de kleine dorpen gericht op het oplossen van knelpunten op de woningmarkt • Doorstroming op gang brengen ten behoeve van starters • Inzetten op de vier economische pijlers: landbouw, recreatie, bouw en handel, zorg en welzijn • Aandacht voor startende bedrijven, ondernemerschap, innovatie en een duurzame ontwikkeling • Aa en Hunze als groene hart tussen de omliggende economische kernzones, met Gieten als ‘substreekcentrum’ door de bovenregionale rol van bedrijventerrein Bloemakkers
• Een levendige en zorgzame samenleving faciliteren en regisseren, ruimte bieden voor initiatief vanuit de samenleving, nieuw maatwerk in kleine dorpen, investeren in zorg en ontmoeting • Ontwikkeling van voorzieningen binnen een samenhangend gebied • Investeren in onze jeugd: voortgaan op de huidige weg, met aandacht voor ontmoeten, evenementen en wonen • Zorgen voor onze ouderen: investeren in zorgcentra, zorg op maat, mantelzorg, woonzorgconcepten en vervoer naar en bereikbaarheid van voorzieningen
• Versterking van de kwaliteit en diversiteit van het landschap bij de verdere ontwikkeling van Aa en Hunze, op basis van het karakteristieke landschap van het Drents Plateau, de Hondsrug en de Veenkoloniën • Perspectiefvolle landbouw, gericht op economische en duurzame ontwikkeling, binnen de landschappelijke kaders • Sterke recreatiesector, gericht op innovatie, samenhang, kwaliteit en het ontwikkelen van een sterke eigen identiteit in regionaal verband
• Hét loket zijn voor burger, ondernemer en instanties • Meer bestuurskracht, daadkracht en externe gerichtheid • Bewoners, bedrijven en instanties stimuleren om actief bij te dragen aan de ontwikkeling en het beheer van de eigen leefomgeving • Gemeente als regisseur • Een sterke rol spelen in de regio, voor onder meer onze werkgelegenheid, voorzieningenniveau en recreatieve ontwikkeling • Samenwerkingen met overheden, instanties, ondernemers en burgers
Ga naar bestuur en portefeuilleverdeling
terug
0.2 Bestuur en portefeuilleverdeling College van Burgemeester en Wethouders gemeente Aa en Hunze
Burgemeester Drs. H.F. van Oosterhout (PvdA)
Wethouder H. Heijerman, locoburgemeester (Combinatie Gemeentebelangen)
Wethouder Drs. N.J.P Lambert (GroenLinks)
Wethouder H.J. Dijkstra (CDA)
Vervanging door wethouder Heijerman
Vervanging door burgemeester Van Oosterhout
Vervanging door wethouder Dijkstra
Vervanging door wethouder Lambert
- Bestuurlijke coördinatie - Algemeen bestuur en voorlichting - Samenwerking Drentsche Aa (Bedrijfsvoering) - Veiligheidsregio (Brandweer/GHOR) - Vergunningen openbare orde en veiligheid incl. evenementen - Cultuur. - Dienstverlening - Personeel en Organisatie - Integrale handhaving - Recreatie/toerisme
-
- Financiën, verzekeringen en grondbedrijf - Informatisering en automatisering - Grondzaken, gemeentelijk vastgoed - Economische Zaken en werkgelegenheidsbeleid - Participatie, arbeidsmarktbeleid, Soc. Werkvoorziening - Sociale Zaken & armoedebeleid - Duurzaamheid en duurzame energie - Water, waterbeheer en riolering - Afval - Sportbeleid, inclusief sportaccommodaties - Inkoop, w.o. aanbestedingsbeleid - Tweede loco-burgemeester
- Onderwijs, inclusief onderwijshuisvesting - Brede schoolontwikkeling - Volwasseneneducatie - Leerlingenvervoer en leerplicht - Volksgezondheid (incl. GGD bestuur) - Jeugdbeleid, Centrum Jeugd en Gezin, Sociale Teams - Welzijnsbeleid, incl. gezondheidszorg - Zorg; Coördinerend wethouder WMO - Zorg: Jeugdzorg en AWBZ-begeleiding - Millenniumgemeente en Fairtrade - Schuldhulpverlening - Inburgering, vluchtelingen - Internationale betrekkingen, w.o. EDR - Derde loco-burgemeester
-
Ruimtelijke ontwikkeling Volkshuisvesting, woningbouw Omgevingsvergunningen Kern- en buurtgericht werken Beheer openbare ruimte (o.a. wegen, groen, fietspaden) Verkeer en Vervoer Accommodatiebeleid inzake dorpshuizen Plattelands- en natuurontwikkeling (incl. P10) Landbouwbeleid m.b.t. versterken landelijk gebied Begraven en begraafplaatsen Eerste loco-burgemeester
Projectportefeuille:
Projectportefeuille:
Projectportefeuille:
Projectportefeuilles:
- Herijking Strategische Toekomstvisie 2020 - Themajaar 2015: Recreatie & toerisme
- Burgerparticipatie - Gebiedsontwikkeling Drentsche Aa - Leader Zuidoost Drenthe
- N33/N34 - Windenergie - Agenda voor de Veenkoloniën
- Invoering Jeugdzorg en AWBZbegeleiding
Ga naar collegeprogramma 2014-2018
Gemeentesecretaris Mr. F. Snoep (Algemeen directeur)
- Adviseur van het college - Hoofd van de ambtelijke organisatie
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
per programma
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Verbindend, levendig en zorgzaam
Programma’s Programma 1 Bestuur Programma 2 Publiekszaken Programma 3 Openbare orde en veiligheid Programma 4 Economische Zaken Programma 5 Onderwijs Programma 6 Cultuur Programma 7 Sport Programma 8 Sociale zaken Programma 9 Welzijn Programma 10 Gemeentelijke afvaltaken Programma 11 Openbare werken / verkeer en vervoer Programma 12 Milieu Programma 13 Wonen en leefomgeving Programma 14 Plattelands- en natuurontwikkeling Programma 15 Recreatie en toerisme Programma 16 Financiën en bedrijfsvoering
Financieel
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
per programma
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 ‘Verbindend, levendig en zorgzaam’ De titel van het coalitieakkoord van de raadsfracties Combinatie Gemeentebelangen, 1 GroenLinks en CDA luidt: ‘Verbindend, levendig en zorgzaam’ . In het beleidsplan 2014 heeft u reeds kunnen lezen wat wij onder deze begrippen verstaan. Bij het maken van plannen voor onze gemeente moeten we natuurlijk rekening houden met algemene maatschappelijke ontwikkelingen. We realiseren ons bijvoorbeeld dat er sprake is van een herstellende economie en dat we juist in onze gemeente te maken hebben met de gevolgen van bevolkingskrimp. En dat we aan de vooravond staan van de per 1 januari 2015 op ons afkomende nieuwe taken in het sociaal domein (de 3 decentralisaties). Het vraagt bestuurlijke moed om in het belang van een duurzame en evenwichtige toekomst voor onze inwoners op doortastende wijze keuzes te maken en waar nodig ingrijpende beslissingen te nemen. Inwoners die het niet volledig op eigen kracht redden, zullen we – desgewenst via maatwerk – maatschappelijke ondersteuning en zorg blijven bieden.
woonplaats hoog is. Ook de verbondenheid met het eigen dorp is hoog. Men realiseert zich dat de overheid niet alles kan en dat de inzet van inwoners zelf heel bepalend is voor het behouden van een leefbaar dorp. Gemeente en inwoners zullen het samen moeten doen. De pilot ‘Jouw idee, samen uitvoeren’ heeft aangetoond dat inwoners bereid zijn deze verantwoordelijkheid op zich te nemen. In dit collegeprogramma geven we verder invulling aan de begrippen die we genoemd hebben in het beleidsplan 2014. Hierbij bouwen wij voor een belangrijk deel voort op het beleid dat we in de vorige bestuursperiode hebben ingezet. Op een aantal onderdelen willen wij het te voeren beleid aanscherpen/vernieuwen. Wat ons betreft staan de volgende zaken centraal in het collegeprogramma 2014-2018:
Vanuit de dorpen is veel aandacht voor het in stand houden van lokale maatschappelijke activiteiten en onderlinge betrokkenheid, gemeenschapszin. Burgerinitiatieven sluiten daar op aan, mede ingegeven door bezuinigingen en de decentralisaties in het sociaal domein. Er is een tendens te bespeuren van een zich terugtrekkende overheid, waarbij meer verantwoordelijkheid komt te liggen bij de inwoners zelf. Bij de vormgeving en uitvoering van ons beleid zal steeds nadrukkelijker de vraag gesteld worden wat bij uitstek taken voor de gemeente zijn en wat anderen (inwoners, verenigingen, instanties, marktpartijen) beter kunnen doen. Niet om als gemeente achterover te leunen en zaken af te schuiven, maar juist door te kiezen voor een realistische insteek met een proactieve houding, gericht op meer resultaat (met minder gemeentelijke middelen) en gericht op het optimaal benutten van het sociale kapitaal in de dorpen zelf (onze inwoners). In mei 2012 is onderzoek gedaan (door STAMM) naar de ervaringen van de inwoners met de leefbaarheid in hun woonomgeving. De uitkomsten van dat leefbaarheidsonderzoek laten zien dat de tevredenheid van onze inwoners met hun 1
Verbindend: in ons bestuurlijk handelen proberen wij steeds verbindend te zijn. Door zaken samenhangend aan te pakken, maar vooral door steeds aandacht te hebben voor de mogelijkheid verbindingen te leggen: tussen inwoners, bedrijven en organisaties, met elkaar en met de gemeente. Het primaire doel daarvan is de kwaliteit van onze lokale samenleving (verder) te verbeteren. Levendig: in Aa en Hunze barst het van de activiteiten, van ideeën en van initiatieven van inwoners. Onder het motto ‘iedereen doet mee’ willen we daar als gemeente optimaal ondersteuning aan bieden. Zorgzaam: wij willen maatschappelijke ondersteuning en zorg bieden aan die inwoners van Aa en Hunze die het niet volledig op eigen kracht redden.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
per programma
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 1. Aa en Hunze Buitengewoon! (toekomstvisie) Dit is de missie die is opgenomen in de Strategische Toekomstvisie 2020 van de gemeente. Bij het opstellen van dit collegeprogramma is de Strategische Toekomstvisie 2020 als kapstok genomen. De vele veranderingen in de huidige tijd maken het desalniettemin wenselijk om de Strategische Toekomstvisie, die is neergezet voor de periode 2010-2020, tussentijds te evalueren en te herijken. De Strategische Toekomstvisie bepaalt de strategische koers van de gemeente en de herijking daarvan is daarom bij uitstek een onderwerp om inwoners bij te betrekken. Wij zullen dat doen door expliciete toepassing van het proces van burgerparticipatie. De herijking van de Strategische Toekomstvisie zal in het voorjaar van 2015 ter vaststelling aan de raad worden aangeboden.
2. Burgerparticipatie
hebben het gemeentebestuur veel te bieden: expertise, vaardigheden, inzet, tijd. Daarom willen we als gemeente open staan voor initiatieven uit de samenleving en herkenbaar, benaderbaar en zichtbaar zijn in onze dorpen. Wij zullen in deze periode alle dorpen bezoeken om ‘op te halen’ wat leeft, om wensen te inventariseren en om verbindingen te leggen. Via de invoering van een digitaal burgerpanel hebben we een middel om van een bredere groep inwoners input te verkrijgen in relatie tot beleidsonderwerpen. Daarmee kunnen we een beter beeld krijgen van wat er leeft in de samenleving en daarop ons beleid nader afstemmen. Voor wat betreft de burgerparticipatie voorzien wij geen standaard werkwijze. Steeds zal maatwerk nodig zijn. Wat bewezen heeft goed te werken, zullen we behouden, maar we zullen actief werken aan vernieuwing, onder andere door gebruik te maken van de ‘participatieladder’ (vijf ‘participatietreden’: informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren, meebeslissen) of een vergelijkbaar instrument. We zullen verder gebruik blijven maken van het recentelijk met succes ingestelde burgerpanel en vooral open staan voor initiatieven van inwoners om ‘zaken zelf op te pakken’ (zelfbeheer). Als het om het zelfbeheer van het openbaar groen gaat, willen we samen met inwoners/dorpen onderzoeken hoe we ervoor kunnen zorgen c.q. hoe we kunnen faciliteren dat beheerstaken meer door mensen zelf worden opgepakt. Wij staan in de meest brede zin open voor nieuwe wensen en ideeën van inwoners en zijn bereid toekomstgericht te kiezen voor andere werkwijzen of thematische aanpak van zaken. Dit najaar zullen wij mede in het kader van de herijking van de Strategische Toekomstvisie met onze inwoners hierover in gesprek gaan.
3. De ‘drie decentralisaties’ (Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet)
Wij zullen actief op zoek gaan naar nieuwe vormen van burgerparticipatie. De maatschappij verandert, de rol van inwoners wordt groter en actiever. Inwoners
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
Deze drie decentralisaties zullen de komende jaren veel aandacht krijgen. Uitgangspunt is dat de gemeente Aa en Hunze de nieuwe taken in principe uitvoert met de budgettaire middelen die daarvoor van rijkswege beschikbaar worden gesteld. Of dat echt mogelijk is, zal in de loop van de bestuursperiode nog moeten blijken. Hoe dan ook: wij willen dat iedereen participeert in het maatschappelijk leven. Participeren is belangrijk om te kunnen deelnemen aan de samenleving en te voorkomen dat mensen in een isolement geraken, ook voor diegenen die (nog) geen betaalde arbeid hebben. De eerste prioriteit is het verkrijgen van betaald werk, al dan niet met ondersteuning. En het minimabeleid moet stimuleren tot participeren en bieden van toekomstperspectief. Versterking van bestaande voorzieningen door het ondersteunen van het vrijwilligerswerk en van reeds bestaande lokale initiatieven en structuren zijn belangrijke pijlers. De inrichting en het functioneren van het te vormen sociale team vormen daarin een belangrijke schakel. Uitgangspunt is een integrale aanpak (één huishouden, één plan, één regisseur). Inwoners die echt zorg nodig hebben zullen bij de gemeente niet tevergeefs aankloppen. De door de gemeente te verlenen ‘zorg’ zal adequaat zijn en ‘op maat’ worden gegeven. Reeds midden of
terug
inhoudsopgave
per programma
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 uiterlijk eind 2015 zullen wij (tussentijds) bezien tot welke problemen de nieuwe wetgeving leidt en daarop adequaat inspelen.
4. Leefbaarheid Wij willen extra aandacht (blijven) schenken aan de leefbaarheid in onze dorpen. Wij staan voor een levendige en zorgzame samenleving, met behoud van de identiteit van de dorpen en hun eigenheid. De voorzieningen zijn van groot belang voor de dorpen en wij zetten ons in overleg met de inwoners – binnen randvoorwaarden - in voor behoud en waar mogelijk versterking van deze voorzieningen. Naast de inzet en hulpverlening door professionele zorginstellingen worden door mantelzorgers en vrijwilligers de nodige zorg en diensten geboden, die zonder hen niet geboden zouden worden. Zij vervullen daarmee een cruciale rol in de samenleving en dragen in hoge mate bij aan de leefbaarheid in de dorpen. De rol van de gemeente zien wij veranderen: van regisserend naar begeleidend.
Het centrum van Gieten moet, na de aanpak van de centra in Rolde en Annen, verder verbeterd worden, voor de leefbaarheid, maar ook als ondersteuning voor een goed functionerende detailhandel. Samen met de ondernemers in Aa en Hunze willen we invulling geven aan het werkgelegenheidsbeleid. De ondernemers zijn nodig om diegenen die niet in staat zijn zelf een betaalde baan te vinden toch een passende plek te bieden, al dan niet met een loonkostensubsidie. Tenslotte zal ook de komende periode speciale aandacht worden gegeven aan de exploitatie van bedrijventerrein Bloemakkers. De verkoop van percelen moet weer op gang komen.
5. Wonen Het beleid op het gebied van de ruimtelijke ontwikkeling zal erop gericht zijn ons mooie landschap en de fraaie woonomgeving te behouden en waar mogelijk te versterken. Nieuwe woningen zullen op basis van behoefte worden gebouwd. Het bouwen van starterswoningen en levensloopbestendige woningen willen we blijven stimuleren en actief ter hand nemen. De komende jaren gaan we als gemeente zelf een aantal woningen bouwen en verhuren. Dat proces zullen we strak monitoren om te kunnen beoordelen of dit initiatief verbreed kan worden. In de behoefte aan woonruimte zal wat ons betreft ook kunnen worden voorzien door het toestaan van wooneenheden in vrijkomende boerderijen of monumentale panden. Energiezuinig en energieneutraal (ver)bouwen zal worden gestimuleerd door landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie en te ondersteunen. Wij zullen ons ervoor inzetten met de in onze gemeente actieve woningcorporaties nieuwe ‘prestatieafspraken’ te maken over het aanvullen en verbeteren van de woningvoorraad.
6. Economie, toerisme en recreatie Aa en Hunze wil zich ontwikkelen tot hét recreatiegebied in Noord-Drenthe. Daarnaast is (verbrede) landbouw een sterke economische pijler. Voor initiatieven die innovatief en duurzaam zijn wordt door ons de ‘rode loper’ uitgelegd. Waar mogelijk willen wij de regeldruk voor ondernemers verder beperken en bij inkopen van de gemeente zelf, zal de inzet erop gericht zijn lokale ondernemers steevast bij de inkoopprocedure te betrekken om de lokale economie te stimuleren. De toeristische- en recreatieve sector zal blijvende aandacht krijgen, in goede samenwerking met ondernemers, het recreatieschap, de provincie en buurgemeenten.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
7. Duurzaamheid Duurzame ontwikkelingen dragen toekomstgericht bij aan een schone en mooie omgeving. Wij gaan door met het inhoud geven aan de vastgestelde duurzaamheidsvisie en het stimuleren van duurzame investeringen bij bedrijven en inwoners, met name door goede voorlichting. Door spaarzaam om te gaan met natuurlijke hulpbronnen kunnen energie- en waterverbruik worden teruggedrongen. De aandacht voor het opwekken van duurzame energie zal versterkt moeten worden. De gemeente geeft het goede voorbeeld door o.a. duurzaam in te kopen. We willen expliciet in beeld brengen wat het
terug
inhoudsopgave
per programma
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 energieverbruik van de gemeente is en op zoek gaan naar mogelijkheden dat energieverbruik verder te verlagen. Waar mogelijk willen wij dorpshuizen en verenigingen steunen bij het doen van gerichte investeringen in duurzaamheid die er tevens op gericht zijn de exploitatielasten te verlagen. Door millenniumgemeente te zijn draagt Aa en Hunze in samenwerking met inwoners bij aan mondiale en sociale duurzaamheid. De Strategische Toekomstvisie 2020 geeft richting aan het stimuleren van ‘een regionale voedselstrategie’ (eten dat in het eigen gebied geproduceerd is). Daarmee wordt een economische impuls gegeven aan kleinschalige bedrijvigheid om de hoek en aan de bewustwording van het gebruik van gezonde voeding.
Breelandbijeenkomst in het begin van 2015. Hierbij zullen we nadrukkelijk stil staan bij de strategische (her)oriëntatie en mogelijk een beleidsmatige heroverweging van bestaande taken.
Nieuw beleid/actuele ontwikkelingen De hiervoor genoemde thema’s zullen de komende jaren in onze gemeente centraal staan. Ze worden in de hierna volgende hoofdstukken verder uitgewerkt. Het gaat overigens niet om een limitatieve opsomming, maar om ons actuele beeld van zaken waaraan gewerkt moet worden. In algemene zin zal ons beleid erop gericht zijn Aa en Hunze een aantrekkelijke woongemeente te laten zijn waar het buitengewoon goed leven en recreëren is, met een levendige en zorgzame samenleving in een robuust landschap.
8. Bestuur en dienstverlening Wij willen open communiceren, proactief zijn, stimulerend en steeds uitgaan van een ja-mits-houding. Wij zetten in op een (verdere) verbetering van de dorpsoverlegstructuren. Het verbeteren van de interactie met inwoners via de vertegenwoordigers in de dorpen geldt als een belangrijke prioriteit in het te voeren beleid. Bij belangrijke nieuwe ontwikkelingen worden inwoners direct vanaf de start betrokken. Het steeds verder optimaliseren van de gemeentelijke website en van digitale diensten zorgt via het klantcontactcentrum (KCC) voor een gemeentelijke dienstverlening, die gericht is op de behoeften van inwoners en bedrijven. De ambtelijke organisatie moet efficiënt en flexibel zijn. Om nieuwe uitdagingen en (extra) taken op een verantwoorde manier aan te kunnen gaan, zoeken wij het daarom ook nadrukkelijk in samenwerking met de gemeenten Assen en Tynaarlo.
9. Krimp Zoals we ook al aangegeven hebben in het beleidsplan 2014, realiseren we ons, dat er op dit moment weliswaar sprake is van een zich voorzichtig herstellende economie, maar dat we ook in onze gemeente met name te maken zullen krijgen met de gevolgen van een krimp van de bevolking. In deze bestuursperiode zullen we ons nadrukkelijk beraden op de wijze waarop we deze ontwikkeling samenhangend tegemoet kunnen treden.
10. Financiën/bezuinigingen Verderop in dit collegeprogramma is ruim aandacht voor de financiële positie van onze gemeente. In hoofdlijnen kunnen we stellen dat we het van belang vinden om onze solide financiële positie te behouden. Dit doen we door in beperkte mate geld uit te geven aan nieuw beleid en daarnaast door te anticiperen op de verwachte financiële ontwikkelingen met een ‘nieuw’ bezuinigingstraject. Hiervan zal de nadruk liggen in de jaren 2017 en 2018. We gaan hierover graag met uw raad in gesprek tijdens een Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
In dit collegeprogramma staan op basis van het coalitieakkoord de hoofdlijnen van het te voeren beleid per programma beschreven die in de jaarlijkse begroting – met ingang van 2015 – en in de afzonderlijke beleidsdocumenten concreet zullen worden uitgewerkt, indien nodig geactualiseerd, en gemonitord. De gemeente doet uiteraard veel meer dan we in de hierna volgende programma’s beschrijven. In beginsel geldt voor alles wat hier niet aan de orde komt, dat het nieuwe college het bestaande beleid voortzet. In de loop van de bestuursperiode zullen we waar nodig nieuwe/andere accenten leggen. Het collegeprogramma bevat in financiële zin in beperkte mate nieuw beleid. Ook de komende jaren zullen we nog behoorlijk moeten bezuinigen. De redenen daarvan zijn bekend! We vinden het echter van belang om toch te blijven investeren in onze gemeente, vandaar dat we met name gekozen hebben voor investeringen zonder een structureel karakter. In de programma’s is onder het kopje ‘nieuw beleid/nieuwe ontwikkelingen’, indien van toepassing, het nieuwe beleid opgenomen. We willen onder andere investeren in: - Huisvesting Dr. Nassau College - Koopcentrum Gieten - Accommodatiebeleid sport - Natuur- en milieueducatie - Ontwikkelingen Gasselterveld - Geluidproblematiek N33/N34 - Boombeleidsplan Naast bovengenoemde investeringen zullen we dus, zoals gezegd, volop inzetten op burgerparticipatie en gaan we weer verder met de succesvolle formule van de ‘themajaren’: in 2015 is het thema ‘Recreatie & Toerisme’ en in 2016 ‘Ondernemend
terug
inhoudsopgave
per programma
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Aa en Hunze’. Dat biedt extra kansen om gericht te werken aan het verbeteren van onze toch al prachtige gemeente.
Verder in dit collegeprogramma Dit collegeprogramma kent, naast dit inleidende hoofdstuk, een uiteenzetting van de kernpunt(en) van het beleid en de drie ‘w-vragen’ (Wat wij willen, Wat wij gaan doen en Wat mag het kosten) per programma. Een actuele financiële positie naar aanleiding van de in het collegeprogramma opgenomen beleidswensen en –ontwikkelingen is opgenomen in het hoofdstuk ‘Financieel’. In dit hoofdstuk gaan we tevens in op de actuele stand van zaken omtrent de bezuinigingen en enkele belangrijke financiële ontwikkelingen.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 1 Bestuur Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is een bestuursstijl te hanteren die openheid en transparantie voorop stelt. We willen een gemeente zijn die haar inwoners en bedrijven betrekt bij vorming en uitvoering van beleid. Een gemeente met de blik naar buiten, die denkt in mogelijkheden en die luistert naar haar inwoners en bedrijven. Een gemeente die initiatieven uit de samenleving ondersteunt. Een overheid die betrouwbaar is en in het belang van een zo duurzaam mogelijke toekomst van onze gemeente en voor inwoners waar maakt wat ze belooft. We handelen daarbij vanuit een bestuurskrachtige houding, met daadkracht en op basis van interactiviteit. We willen een gemeente zijn die berekend is op zijn taken, op een gestructureerde wijze zorgt voor optimale burgerparticipatie en een gemeente die financieel gezond is om op die manier de realisatie van een actuele toekomstvisie te kunnen bewerkstelligen.
Wat mag het kosten 1 In het beleidsplan 2014 is voor het herijken van de Strategische Toekomstvisie € 50.000 beschikbaar gesteld. 2
Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
Wat wij willen 1 Wij willen de strategische koers van onze gemeente actualiseren. 2
We streven naar een betrokken gemeente die haar inwoners kent en dat doet waar de lokale samenleving bij gebaat is. Dat vraagt om een bestuur dat weet wat er leeft in de gemeenschap.
Wat wij gaan doen 1 Herijken bestaande Strategische Toekomstvisie met inwoners en bedrijven/instellingen door middel van het toepassen van het proces van burgerparticipatie (gereed in de eerste helft van 2015). Sterk inzetten op het verbeteren van burgerparticipatie. Wij gaan actief op zoek naar nieuwe vormen van betrokkenheid van inwoners en een ondersteunende overheid: de gemeente denkt mee, maakt gebruik van de kennis die aanwezig is bij inwoners, bedrijven instellingen en zorgt dat regelgeving en bureaucratie niet in de weg staan van duurzame initiatieven. 2
Initiatieven van (groepen van) inwoners stimuleren en zij die actief betrokken willen zijn bij de inrichting van hun eigen leefomgeving optimaal ondersteunen. Wij willen het kern- en buurtgericht werken als een beproefde methode om de inwoners van onze kernen te bereiken sterk doorontwikkelen. Inzetten op een (verdere) verbetering van de dorpsoverlegstructuren en prioriteit geven aan het verbeteren van de interactie, o.a. door als college van B&W elke kern (goed voorbereid) te bezoeken.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 2 Publiekszaken Kernpunt van beleid Kernpunt van beleid is de dienstverlening in te richten vanuit de logica van burgers, bedrijven en maatschappelijke instellingen. Onze organisatie biedt vanuit een vraaggerichte benadering haar diensten aan en staat in een open verbinding met haar partners. Ons Klant Contact Centrum (KCC) is hiertoe een belangrijk instrument. Daarnaast zal het accent vooral liggen op de doorontwikkeling van de digitale dienstverlening alsmede op een voortdurende optimalisatie van de website. Het succes van de directe publieke dienstverlening wordt voor een belangrijk deel bepaald door een klantvriendelijke houding van een ieder die in deze werkprocessen een rol speelt. Voldoende, kwalitatief goede medewerkers en moderne ICT-ondersteuning zijn eveneens onontbeerlijk.
Wat mag het kosten 1,2,3 Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
Wat wij willen 1 De dienstverlening aan inwoners moet slagvaardig en op niveau zijn. Klantvriendelijk handelen en een proactieve houding zijn belangrijke elementen in het contact met inwoners en bedrijven. 2
Uitgangspunt voor ons contact met de inwoners en bedrijven is, dat zij slechts voor heel specifieke zaken fysiek het gemeentehuis hoeven te bezoeken.
3
Tevredenheid inwoners door geboden dienstverlening, zowel digitaal (website) als via de balie.
Wat wij gaan doen 1 Op een klantvriendelijke manier goede producten aanbieden tegen een aanvaardbare prijs, laagdrempelig en bereikbaar zijn. Wij willen vergunningen snel afgeven, waar mogelijk ‘klaar terwijl u wacht’. 2
Wij zetten in op het uitbouwen van de 1-loketfunctie in het KCC.
3
Wij zetten in op verdere verbetering van onze dienstverlening via de balie en de digitale dienstverlening via onze website, waarbij wij streven naar een waardering door onze inwoners met een cijfer 8 (in 2014 betrof de waardering het cijfer 7,8 bij de dienstverlening via de balie en 7,6 via de website).
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 3 Openbare orde en veiligheid Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is te zorgen voor een veilige woon- en leefomgeving voor onze inwoners. De eigen verantwoordelijkheid en de zelfredzaamheid van zowel inwoners als bedrijven vormt ook hier de rode draad voor ons beleid. Wij zetten in op het verbeteren van de samenwerking in de Veiligheidsregio Drenthe. De door de raad vastgestelde nota ‘Integrale Veiligheid’ geldt als leidend voor het te voeren beleid.
Wat mag het kosten 1,2 Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
Wat wij willen 1 Een schone, hele en veilige leefomgeving voor inwoners en bedrijven. Dit komt tot uiting in een daling van het aantal (woning)inbraken t.o.v. 2013. 2
Een kwalitatief goed niveau van brandveiligheid.
3
Een professionele crisismanagement organisatie.
Wat wij gaan doen 1 Het (mogelijk gecombineerd met rookmelderacties) geven van inbraakpreventieadviezen in het kader van de ‘witte voetjesacties’. Via gericht beleid zetten wij ons in om het aantal (woning)inbraken t.o.v. 2013 jaarlijks met gemiddeld 5% te verlagen. Het gebruik van burgernet verder ontwikkelen. We vinden het geven van voorlichting over alcoholgebruik belangrijk en zullen dit doen in samenwerking met de plaatselijke horeca. 2
Inzetten op 100% rookmelder dichtheid. We continueren het lesgeven aan jongeren in brandveiligheid en EHBO, op alle basisscholen in Aa en Hunze.
3
Aantoonbaar blijven zorgdragen voor permanent opgeleide en geoefende medewerkers. Dit door deelname aan de opleidingen en oefeningen, zoals opgenomen in het jaarlijks vastgestelde opleidings- en oefenplan van de gemeentelijke kolom.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 4 Economische Zaken Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is het ondersteunen van de sterke economische sectoren: recreatie & toerisme, landbouw, zorg en het midden- en kleinbedrijf. Onze samenleving heeft behoefte aan een gezonde economie en goede werkgelegenheid. Zonder groei van de lokale economie komt er geen werkgelegenheid bij. De gemeente creëert randvoorwaarden voor die noodzakelijke groei en ondersteunt bedrijven. De koopzondag is niet vanzelfsprekend: wij zullen ondernemers niets verbieden, maar zullen uitbreiding van de zondagopenstelling niet initiëren/promoten, zeker niet op de zondagochtend. Wij streven naar een gezond bedrijfsklimaat, gecombineerd met goede woon- en leefomstandigheden. Dit is de basis, waarbij het voor bedrijven aantrekkelijk is om in Aa en Hunze te blijven c.q. zich in onze gemeente te vestigen. Om iedereen mee te kunnen laten doen is de betrokkenheid van bedrijven bij onze samenleving een absolute voorwaarde.
Tynaarlo). De openbare ruimte in onze winkelcentra er aantrekkelijk uit laten zien. Inzetten op de realisatie van glasvezel (NGA), in samenwerking met burgerinitiatieven. Bij noodzaak groei vooral inzetten op hervestiging van bestaande agrarische bedrijven als sprake is van een conflict met de leefomgeving, natuur of milieu; verruiming bouwblok kan alternatief zijn. In 2016 een inspirerend themajaar ‘Ondernemend Aa en Hunze’ tot stand brengen. Stimuleren van ‘een regionale voedselstrategie’ (eten dat in het eigen gebied geproduceerd is). 3
Wat wij willen 1 Versterken van de regionale positie van Gieten als ‘economische’ hoofdkern en koopcentrum.
Soepele vestigingsvoorwaarden voor ondernemers hanteren; ook voor kleinschalige uitbreiding binnen de dorpen. Stimuleren hergebruik van vrijkomende bedrijfspanden door bijvoorbeeld startende ondernemers. Extra inzet voor uitgifte kavels bedrijventerrein Bloemakkers Gieten en ‘Rode loper’ voor ondernemers die zich hier willen vestigen.
4
Zie het programma 15 Recreatie en toerisme.
2
Samen met de belangenorganisaties (mede) zorg dragen voor een goed ondernemersklimaat in onze gemeente en stimuleren van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en duurzaam ondernemen.
5
Met het bedrijfsleven invulling geven aan ‘participatiebanen’ en voldoende stageplekken realiseren in het kader van de Participatiewet (zie verder programma 8 Sociale Zaken).
3
Behouden en verbeteren van de leefbaarheid in de kernen door het bevorderen en behouden van kleinschalige bedrijvigheid.
4
Versterken van de sector toerisme & recreatie (zie verder programma 15 Recreatie en toerisme).
Wat mag het kosten 1 Voor de verbetering van het centrum van Gieten stellen we incidenteel € 250.000 beschikbaar in 2017; dit in aanvulling op een bedrag van € 250.000 uit de reserve Grote projecten, welke we hier eveneens voor willen inzetten.
5
Een goede uitvoering van de Participatiewet vanaf 1-1-2015 (zie verder programma 8 Sociale Zaken).
Wat wij gaan doen 1 Investeren in concrete verbeteringen ter verhoging van de kwaliteit van het centrum van Gieten. Extra inzet op terugdringen leegstand, in winkelcentra en op bedrijventerrein Bloemakkers. Herijken van het geldende economisch beleid door in goed overleg met ondernemers een compacte nieuwe beleidsnota op te stellen. 2 Goede gemeentelijke dienstverlening, begeleiding en ondersteuning voor ondernemers (i.s.m. ‘Drentse Zaak’, ISD, gemeente Assen en gemeente Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
2
Om een inspirerend ‘themajaar ‘Ondernemend Aa en Hunze’ tot stand te kunnen brengen stellen wij incidenteel € 100.000 beschikbaar in 2016.
1-5
Hiervoor zijn, buiten de specifiek hierboven genoemde ontwikkelingen, de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 5 Onderwijs Kernpunt van beleid Als kernpunt voor ons beleid geldt de vastgestelde notitie Kleine scholen. Daarnaast willen wij het beleid in het kader van de Brede Samenwerking voortzetten. De inhoudelijke samenwerking tussen de verschillende partners willen we daarbij stimuleren en ondersteunen. In deze bestuursperiode zullen wij de huisvestingssituatie van het Dr. Nassau College verbeteren. Dit om een goede voorziening voor het Voortgezet Onderwijs in Gieten te behouden.
4
Binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs maken we afspraken over de wijze waarop onderwijsondersteuning in de regio wordt georganiseerd, waardoor er voor iedere leerling een passende onderwijsplek gerealiseerd kan worden. Tevens wordt hierbij de samenhang tussen het passend onderwijs en de gemeentelijke benadering in Zorg voor Jeugd versterkt.
5
De bevolkingsprognoses laten een sterke daling van het aantal geboorten zien. Als een van de oplossingen zien wij het verder bouwen aan brede scholen met een ontmoetingsfunctie. Kinderopvang, peuterspeelzalen, sociaal cultureel werk, bibliotheekfunctie koppelen aan basisscholen ten behoeve van een verbreding van het voorzieningenaanbod. Daarbij streven we naar een groter bereik van (doelgroep)kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar, het versterken van de voorzieningen, een kwalitatief beter, stimulerend en ontwikkelingsgericht aanbod.
6
In overleg met de schoolbesturen willen we een gezamenlijke discussie voeren over de toekomst van de scholen aan de hand van de bekende notitie van STAMM met de titel ‘Onderwijs en Krimp’. We richten ons in deze bestuursperiode niet op het actief sluiten van scholen, maar op het voeren van een fundamentele discussie met zowel de schoolbesturen als de gemeenteraad.
7
Meer bekendheid geven aan het probleem van laaggeletterdheid en laaggeletterden helpen de weg te vinden naar een cursus en laaggeletterdheid voorkomen (door bv. taalplezier bij kinderen en volwassenen te stimuleren). Daarnaast actief blijven deelnemen in het Bondgenootschap laaggeletterdheid.
Wat wij willen 1 Een goede, toekomstbestendige voorziening voor het Voortgezet Onderwijs in Gieten behouden. 2
Bijdrage leveren aan positieve houding en gedrag van leerlingen in het basisonderwijs ten aanzien van natuur, milieu en duurzaamheid.
3
Op scholen moet ook letterlijk sprake zijn van een gezond leer- en leefklimaat.
4
Elk kind krijgt het onderwijs dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past.
5
Inzetten op een goed en levensvatbaar kindvoorzieningen aanbod in en rondom de scholen.
6
Actief opstellen in de discussie over toekomst van het onderwijs met extra aandacht voor kwaliteit en robuustheid.
7
Extra inzet op onderwijs aan laaggeletterden.
Wat wij gaan doen 1 Wij koesteren het huidige aanbod Voortgezet Onderwijs in onze gemeente als belangrijke voorziening voor de woon- en leefkwaliteit van de gemeente als geheel. Aan het begin van het schooljaar 2016/2017 willen we daarom de vernieuwbouw huisvesting Voortgezet Onderwijs gerealiseerd hebben. 2 3
Wij willen met het IVN Scholennetwerk ook de komende jaren uitvoering geven aan natuur- en milieueducatie. Aanpak urgente klimaatproblemen op scholen.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
Wat mag het kosten 1 Voor de vernieuwbouw van de huisvesting van het Dr. Nassau College stellen we in 2015 € 60.000 structureel beschikbaar. 2
Voor het geven van natuur- en milieueducatie op basisscholen stellen wij incidenteel € 48.000 beschikbaar (evenredig verdeeld over de jaren 2015 t/m 2017).
3-7
Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 6 Cultuur Kernpunt van beleid Een goed kunst- en cultuurprogramma draagt bij aan het unieke karakter van onze gemeente op het gebied van toerisme, de kwaliteit van het onderwijs, de identiteit van onze dorpen en het landelijk gebied. We vinden het belangrijk, dat het kunst- en cultuuraanbod breed van karakter is en past bij een plattelandsgemeente als Aa en Hunze. Kunst en cultuuruitingen moeten toegankelijk zijn voor alle doelgroepen en mensen moeten op een actieve wijze deel kunnen nemen aan het culturele aanbod. Wat wij willen 1 Het ondersteunen van een breed en samenhangend cultuurvoorzieningenniveau en cultureel aanbod.
kunst-
Wat mag het kosten 1-3 Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
en
2
Het ondersteunen van een cultureel aanbod dat toegankelijk is voor alle doelgroepen; waar inwoners en toeristen aan deel kunnen nemen c.q. kennis van kunnen nemen.
3
Het ondersteunen van een basisstructuur waardoor inwoners op een actieve wijze deel kunnen nemen aan kunst- en cultuuruitingen.
Wat wij gaan doen 1 Ondersteunen (financieel en/of facilitair) van kunst- en cultuuruitingen van, voor en door de eigen bevolking. 2
Op het gebied van de beeldende kunst gaan we de gestolen beelden in Annerveenschekanaal en Eexterveenschekanaal herplaatsen en de eigen gemeentelijke kunstcollectie terugbrengen naar een compacte, kwalitatief goede en voor de gemeente representatieve kunstcollectie.
3
Ondersteunen van initiatieven om de Drentse taol te versterken. Blijven zoeken naar vernieuwing in het bibliotheekwerk, waarbij de doelgroep jeugd, spreiding en digitalisering prioriteit hebben en waarbij oog is voor landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen.
1,2,3
Medio 2016 gaan we de huidige cultuurnota 2013 – 2016 herijken.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 7 Sport Kernpunt van beleid Kernpunt van ons sportbeleid is actief inzetten op stimulering van de breedtesport met extra aandacht voor doelgroepen die minder bewegen. Dit willen we bereiken door sport en bewegingsactiviteiten te subsidiëren en te faciliteren en een gerichte inzet van de combinatiefunctionarissen. Daarnaast willen we zorgen voor een goed sportklimaat in de gemeente via een op de juiste maat gesneden sportaccommodatiebeleid en verenigingsondersteuning. Wij willen sport ook inzetten als middel voor het bereiken van onze doelstellingen in het kader van het volksgezondheidsbeleid.
Wat mag het kosten 1-4 Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar. 4
Voor het accommodatiebeleid sport stellen we in 2016 € 50.000 structureel beschikbaar.
Wat wij willen 1 Sportmogelijkheden in de hele gemeente bieden, sportparticipatie stimuleren, waaronder ook het stimuleren van gehandicaptensport en sport benaderen als middel voor gezond leven en duurzame sociale binding. 2
Vergroten van de deelname aan sportactiviteiten, binnen gesubsidieerde verenigingen en daarbuiten.
3
Ontwikkelingskansen bieden voor sportverenigingen.
4
Vraaggericht sportaccommodatiebeleid voeren.
Wat wij gaan doen 1 Ontwikkelen sport-, bewegings-, en gezondheidsstimuleringsprojecten (bijvoorbeeld Healthy Ageing en Jongeren op Gezond Gewicht). Optimaal gebruik mogelijkheden Jeugdsportfonds. 2
Gerichte, planmatige inzet combinatiefunctionarissen. Bijdragen aan publiciteit over de vele sportevenementen in onze gemeente.
3
Verenigingsondersteuning via/door SportDrenthe.
4
Bezetting accommodaties monitoren en optimaliseren en de gebouwen verduurzamen. Realiseren van een nieuwe voetbalaccommodatie in Gieten, zo mogelijk in combinatie met andere huisvestingswensen.
1-4
Wij gaan in 2014/2015 onze sportnota herijken.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 8 Sociale zaken Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is dat we een sociale gemeente zijn en dat ook de komende bestuursperiode zullen blijven. Door de recessie met werkloosheid bedreigde werknemers willen we zien te behouden voor de arbeidsmarkt. Participatie is van het grootste belang, ook voor diegenen die (nog) geen betaalde arbeid hebben. Daartoe worden maximaal instrumenten ingezet om de participatie van burgers te vergroten en te voorkomen dat ze in een isolement geraken. Iedereen, ongeacht de financiële situatie, moet de kans moet hebben om deel te nemen aan de samenleving. Het minimabeleid is gericht op het activeren van burgers om te participeren en op het bieden van een toekomstperspectief. Wat wij willen 1 Zoveel mogelijk mensen hebben een actieve rol in de maatschappij, maximale participatie en tegengaan sociaal isolement van inwoners (‘Iedereen doet mee’).
3
Wat mag het kosten 1 Voor de decentralisatie-opgaven in het sociaal domein stellen we in 2017 incidenteel € 500.000 beschikbaar als buffer. Dit aanvullend op de reeds bestaande reserve Wmo ter grootte van € 500.000. 1-3
2
Voorkomen van achterstelling door armoede van kinderen door financiële ondersteuning van activiteiten op het gebied van sport, cultuur en onderwijs (= meedoen).
3
Voorkomen en waar nodig verzachten/beperken van armoedesituaties.
Goed overleg voeren met de cliëntenraad en ‘Arme kant van Aa en Hunze’/Voedselbank, probleemsituaties tijdig signaleren en zorgen voor maatwerk bij oplossingen (met ISD en sociaal team).
Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
Wat wij gaan doen 1 Zorgen voor een goede en snelle match van werkzoekenden die een beroep doen op de Participatiewet met banen en stageplaatsen die met name door het bedrijfsleven worden aangeboden. Relatie tussen (lokale) werkgevers en de uitvoeringsorganisatie Participatiewet intensiveren. Speciale inzet voor beperken c.q. terugdringen van de jeugdwerkloosheid om te voorkomen dat jongeren langdurig aan de kant staan. Verantwoordelijkheid nemen bij de opvang van asielzoekers/vluchtelingen in onze gemeente. Stimuleren van het doen van vrijwilligerswerk door uitkeringsgerechtigden. Beleid primair richten op het naar de arbeidsmarkt leiden van al diegenen die een beroep doen op de Participatiewet. Optimale benutting rijksvergoeding, maar ondanks kortingen op Participatiebudget niemand ‘afschrijven’ want …. ‘Iedereen doet mee’. 2 Maximale ruimte armoede/minimabeleid benutten door aan armoedebeleid goede bekendheid te geven. Inrichten webshop om mogelijkheden van bijzondere bijstand en meedoenbeleid toegankelijker te maken. Ondersteunen van de Stichting Leergeld. Gemeentelijke ondersteuning van de Voedselbank indien nodig (infrastructuur; niet exploitatie). Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 9 Welzijn Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is de sociale cohesie in onze kernen te behouden. Wij willen inzetten op behoud en versterking van bestaande voorzieningen door het ondersteunen van het vrijwilligerswerk en van reeds bestaande lokale initiatieven en structuren. De decentralisaties van Jeugdzorg en AWBZ en de inrichting en het functioneren van de te vormen sociale teams staan deze periode centraal. In samenspraak met maatschappelijke en particuliere organisaties blijven we invulling geven aan de millenniumdoelen. Wij zullen ons op allerlei terreinen van het gemeentelijk beleid inzetten voor integratie van mensen met beperkingen (= inclusief beleid). Jongeren maximale kansen bieden om gezond en evenwichtig op te groeien. De inwoners van Aa en Hunze zien ontwikkelingen op zich afkomen met consequenties – positief dan wel negatief – voor de leefbaarheid. De bevolkingsomvang en bevolkingssamenstelling in onze gemeente veranderen. Er is sprake van ontgroening en vergrijzing; er komen minder kinderen en een groter aandeel oudere mensen. Dit leidt tot een afname van ons inwoneraantal. Dat heeft onder meer gevolgen voor de ontwikkeling van onze scholen en de wijze van kinderopvang. En voor de manier waarop onze ouderen wonen, leven en zorg ontvangen. Mensen blijven langer zelfstandig en eventuele zorg wordt aan huis aangeboden. De verdergaande individualisering en de toenemende druk op vrijwilligers en mantelzorgers is voelbaar in Aa en Hunze, met dien verstande dat het dorpse gevoel, het ‘naoberschap’, bij ons nog sterk aanwezig is. In de gemeente is een zekere mate van ongelijkheid in welvaartsverdeling zichtbaar: in de veenkoloniën is de sociaal-economische positie minder sterk dan op het zand. Wat wij willen 1 Werken aan een actieve samenleving, waar inwoners zich voor elkaar en hun leefomgeving verantwoordelijk voelen en waarbij de gemeente de zorg voor kwetsbare mensen voor haar rekening neemt. 2
Investeren in zorg en ontmoeting.
3
Ondersteunen van inwoners op de leefgebieden van wonen, welzijn, zorg, inkomen, participatie, opvoeding en werk. Uitvoering geven aan lokaal volksgezondheidsbeleid en deelname aan het project Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG).
4
Wat wij gaan doen 1 Dit betekent voor ons dat inwoners zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en hun eigen leefomgeving. De gemeente neemt de zorg voor kwetsbare mensen voor haar rekening. Hierdoor kunnen de inwoners zo lang mogelijk zelfstandig of met begeleiding in hun eigen leefomgeving blijven wonen en participeren. 2
Aan een ontmoetingsfunctie in een dorp wordt grote waarde toegekend. Daar waar deze functie niet langer levensvatbaar is en niet langer gedragen wordt door de inwoners zelf, zal een dergelijke voorziening niet tegen elke prijs behouden (kunnen) worden. Alleen door innovatief en samenwerkend te opereren, is behoud van de kwaliteit van wonen en voorzieningen mogelijk.
3
We willen voorkomen dat er een opeenstapeling van regelingen en voorzieningen ontstaat. Voorop staat het uitgangspunt om de kracht en mogelijkheden van de mensen zelf en hun omgeving optimaal te benutten. Mochten zij al dan niet tijdelijk een steun in de rug nodig hebben dan kunnen zij gebruik maken van een netwerk van vrijwilligers en professionals. De hulp moet erop gericht zijn dat zij hun eigen regie weer kunnen nemen. Bij kwetsbare mensen wordt ingezet op het herkennen en doorbreken van het sociale isolement. Zij houden zoveel mogelijk de touwtjes in handen en er is sprake van: ‘Eén huishouden, één plan, één regisseur’. Hierbij wordt problematiek vroegtijdig gesignaleerd en vindt coördinatie van hulpverlening plaats vanuit één verantwoordelijk aanspreekpunt. We gaan werken met sociale teams als toegang voor voorzieningen in het sociaal domein.
4
Bijna één op de tien jongeren in Aa en Hunze heeft overgewicht. Ook ondergewicht komt voor: 13% van het totaal aantal jongeren heeft (ernstig) ondergewicht. Via het JOGG project willen we de toename van overgewicht bij kinderen en jongeren tot 19 jaar een halt toeroepen en de cijfers ombuigen, zodat eind 2016 meer kinderen en jongeren in Aa en Hunze een gezond gewicht hebben.
Wat mag het kosten 1 Voor de decentralisatie-opgaven in het sociaal domein stellen we in 2017 incidenteel € 500.000 beschikbaar als buffer. Dit aanvullend op de reeds bestaande reserve Wmo ter grootte van € 500.000. 1-5
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar. terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 10 Gemeentelijke afvaltaken Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is de uitvoering van taken op het gebied van afvalinzameling en afvalverwijdering zoveel mogelijk te optimaliseren (doelmatige en duurzame afvalverwerking, hergebruik en preventie), waarbij de landelijke doelstellingen voor de gescheiden inzameling en verwerking van de diverse fracties worden vergeleken met die van onze gemeente.
Wat mag het kosten 1-3 Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
Wat wij willen 1 Minder afval, meer afvalscheiding, hergebruik. 2
Minder zwerfafval.
3
Lage kosten en tevreden inwoners.
Wat wij gaan doen 1 Verbeteren/intensiveren voorlichting. Landelijke doelstellingen voor GFT, papier, glas, textiel en klein chemisch afval spiegelen aan de behaalde resultaten in de gemeente. In beeld brengen gemeentelijke prestaties en verbetermogelijkheden. Verder inzetten op adequate (gescheiden) inzameling van plastic en kunststofverpakkingen en invoeren van een extra container voor plastics en kunststoffen en desgewenst een containermanagementsysteem. Onderzoeken mogelijkheden intensiveren gebruik Afvalbrengstation. 2
Samen met inwoners en bedrijven zorgen voor een gestructureerde aanpak van het groeiend probleem van zwerfafval (project starten).
3
We willen de hoeveelheid restafval verlagen, hetgeen automatisch leidt tot kostenverlaging. We gaan de kwaliteit van onze gemeentelijke dienstverlening m.b.t. afval toetsen.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 11 Openbare Werken / Verkeer en Vervoer Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is het bieden van een goed onderhouden en veilige openbare ruimte. Daarbij willen wij de inwoners betrekken bij het in stand houden van deze openbare ruimte. Wat wij willen 1 Geluidsproblematiek N33/N34 waar mogelijk door gerichte maatregelen beperken. 2
Verbeteren verkeersveiligheid en daardoor verkeersongevallen beperken.
3
Het deelnemen aan het verkeer over goed onderhouden wegen en paden voor alle soorten verkeersdeelnemers met aandacht voor verkeers- en sociale aspecten.
4
5
Het onderhoudsniveau van het openbaar groen op niveau houden waarbij de inwoners (ook met een arbeidshandicap) actief betrokken worden bij het in stand houden en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de groene leefomgeving.
3
Opstellen nieuw Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. Onderzoeken van en zo mogelijk realiseren van mogelijkheden van aanvullend (openbaar) vervoer. Verkeersveiligheid verbeteren door inzet (mobiele) digitale snelheidsborden. Uitvoering van het groot wegenonderhoud conform het wegenbeleidsplan en het wegenbeheersplan. Analyseren fietsknelpunten om te komen tot prioritering van de aanleg van fietspaden langs gevaarlijke en/of drukke wegen. Bijdragen aan een goede recreatieve infrastructuur van Staatsbosbeheer (zie ook programma 15 Recreatie en toerisme).
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
–
4
Opstellen boombeleidsplan en wegwerken achterstallig onderhoud bomen. In overleg met dorpen en (groepen) inwoners actief onderzoek doen naar mogelijkheden om onderhoud groen (deels) over te dragen aan inwoners/dorpen. Onderzoek naar effectiviteit en efficiency van het reguliere groenonderhoud. Ecologisch beheer van bermen en openbaar groen, zonder chemische onkruidbestrijding.
5
Opstellen nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan. Samenwerken in de waterketen met het waterbedrijf, waterschap Hunze en Aa’s en andere gemeenten.
Wat mag het kosten 1 Voor de geluidsproblematiek € 500.000 beschikbaar in 2015.
N33/N34
stellen
we
incidenteel
2
Voor de verbetering van de verkeersveiligheid stellen we incidenteel € 20.000 beschikbaar in 2015.
3
Voor de reconstructie van de rijbaan Annerveenschekanaal – Eexterveenschekanaal stellen we incidenteel € 280.000 beschikbaar in 2015. Daarnaast willen we een gedeelte ad € 70.000 vanuit de reserve Bovenwijkse voorzieningen hiervoor inzetten. Voor de reconstructie omgeving Huize Bareveld stellen we incidenteel € 80.000 beschikbaar en ontvangen we daarnaast een BDU bijdrage ter hoogte van € 20.000. Voor het accentueren van de grenzen bebouwde kom stellen we incidenteel € 48.000 en ontvangen we daarnaast een BDU bijdrage ter hoogte van € 32.000. Voor het boombeleidsplan stellen we incidenteel € 200.000 in 2015 beschikbaar.
Zorg blijven dragen voor een goed functionerend systeem van waterafvoer.
Wat wij gaan doen 1 In overleg met Rijkswaterstaat en de provincie bepalen welke maatregelen er tegen welk budget genomen moeten worden om de geluidsproblematiek N33/N34 te beperken. Landschappelijk inpassen van de strook tussen de N33 bij Rolde door o.a. boscompensatie a.g.v. het bestemmingsplan Nooitgedacht. 2
Uitvoeren reconstructie rijbaan Annerveenschekanaal Eexterveenschekanaal. Uitvoeren reconstructie omgeving Huize Bareveld. Uitvoeren accentueren grenzen bebouwde kom.
4 1-5
Naast bovengenoemde specifieke uitgaven zijn hiervoor de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 12 Milieu Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is bij te dragen aan een duurzaam schone en mooie leefomgeving. Dat vraagt om keuzes in de stapsgewijze overgang naar schone(re) en duurzame energie. De komende jaren zien wij onze rol vooral in het ondersteunen van initiatieven van dorpen en inwoners en (als gemeente) het geven van een goed voorbeeld. Door Millenniumgemeente te zijn, draagt Aa en Hunze, in samenwerking met haar inwoners, bij aan mondiale en sociale duurzaamheid. Werken aan een duurzaam, toekomstbestendig Aa en Hunze is een opdracht met een lange looptijd die eigenlijk een permanent karakter heeft. Wij stellen in dit verband de thema’s energie en ‘kwaliteit van de leefomgeving’ centraal. Met behulp van concrete activiteiten willen we, samen met partners en doelgroepen in de gemeente, invulling geven aan de energietransitie die ons de komende decennia te wachten staat en aan het optimaliseren van de leefomgevingkwaliteit. Wat wij willen 1 Een schone leefomgeving door een vermindering van de CO2-uitstoot en meer gebruik van schone en duurzame energie. 2
(Verdere) verduurzaming woningen en accommodaties.
3
De besluitvorming over de realisatie van windturbines in de Veenkoloniën zo goed mogelijk beïnvloeden en de belangen van de betrokken inwoners zo goed mogelijk behartigen.
2
Energiezuinig bouwen en verbouwen stimuleren en ondersteunen door de landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie door o.a. goede voorlichting en een bereikbaar ‘loket’ (inwoners ‘ontzorgen’). Duurzame investeringen stimuleren bij inwoners en bedrijven en de mogelijkheid om duurzaamheidsleningen te verstrekken onderzoeken. Verenigingen ondersteunen bij het investeren in duurzaamheidsmaatregelen, ook om de exploitatielasten te drukken. Investeren in duurzaamheidsmaatregelen gemeentelijke gebouwen. Afspraken maken met woningcorporaties over het duurzaam aanpassen van woningen.
3
Uitvoeren draagvlakonderzoek windenergie. Wij hanteren als uitgangspunt de gebiedsvisie Windenergie bij de realisatie van de windturbines in de Veenkoloniën.
Wat mag het kosten 1-3 Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
Wat wij gaan doen 1 Uitvoering geven aan de gemeentelijke ‘duurzaamheidsvisie’. Ondersteunen initiatieven van inwoners/bedrijven en dorpen, zoals: ECOOostermoer en het dorpsenergieplan Gasselternijveenschemond. Het dorpsenergieplan van Gasselternijveenschemond ook aan andere dorpen aanbieden. Onderzoeken naar mogelijkheden om zonneweides te realiseren. Stimuleren van energie-, water- en CO2 besparende maatregelen bij woningen en bedrijven. Actief bodembeheer door middel van een bodembeleidsplan en een bodemkwaliteitskaart. Het lokaal verankeren van de afspraken die in 2013 gemaakt zijn in het SER-akkoord. Speciale aandacht voor het aanbod van biologische streekproducten door lokale ondernemers en voor gezonde voeding.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 13 Wonen en leefomgeving Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is de verdere ontwikkeling van de gemeente Aa en Hunze als een buitengewone woongemeente met hoge omgevingskwaliteit waar het ook goed recreëren en werken is. Wij zullen waar mogelijk en nodig anticiperen op de te verwachten gevolgen van de krimp van de omvang van onze bevolking die de komende jaren wordt verwacht. In de behoefte aan woonruimte zal ook kunnen worden voorzien door flexibele huisvesting, innovatieve woonvormen en het toestaan van wooneenheden in vrijkomende boerderijen of monumentale panden. Wat wij willen 1 De gemeente Aa en Hunze verder ontwikkelen als een buitengewone woongemeente met hoge omgevingskwaliteit, waar het ook goed recreëren en werken is.
3
De doorstroming op de woningmarkt verder op gang brengen door het stimuleren van de bouw van starterswoningen en levensloopbestendige woningen. Experimenteren met nieuwbouwmogelijkheden, ook als daar financiële consequenties aan zitten voor het grondbedrijf. In de behoefte aan woonruimte voorzien door flexibele huisvesting, innovatieve woonvormen en het toestaan van wooneenheden in vrijkomende boerderijen of monumentale panden.
4
Speciale aandacht voor/inzet op handhaven brandveiligheid/permanente bewoning op recreatieterreinen. Snel de omgevingsvergunning verlenen en zo mogelijk ‘klaar terwijl u wacht’.
5
Zie programma 4 Economische zaken.
Het behouden en waar mogelijk versterken van het huidige landschap en de woonomgeving.
6
Zie programma 12 Milieu.
3
De groei van de woningbouw afstemmen op de behoefte (maatwerk) met inachtneming van de problematiek van ontgroening, vergrijzing en krimp.
Wat mag het kosten 1-6 Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
4
Het verlenen, controleren van vergunningen en handhaven volgens de nieuwe wetgeving rondom de Wabo (omgevingsvergunning) met specifiek aandacht voor de brandveiligheid van recreatieterreinen.
4
5
Verbeteren koopcentrum Gieten (zie programma 4 Economische zaken).
6
Energiezuinig (ver)bouwen stimuleren en ondersteunen door landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie (zie verder programma 12 Milieu).
2
Voor het handhaven van de brandveiligheid/permanente bewoning op recreatieterreinen stellen we incidenteel € 100.000 in 2015 beschikbaar.
Wat wij gaan doen 1 Het uitvoeren van de Woonvisie en gebruik van participatie hierin. Met P-10 gemeenten werken aan een planmatige behandeling van het thema krimp. 2 Zorg dragen voor een goede ruimtelijke ordening waarbij de economische- en woonfuncties goed worden afgestemd met het landschap (door o.a. actuele bestemmingsplannen).
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 14 Plattelands- en natuurontwikkeling Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is het goede te behouden, waarbij ruimte wordt geboden voor ontwikkeling, versterking en kwaliteitsverbetering van het landschap op basis van de karakteristieken van het Drents Plateau, de Hondsrug en de Veenkoloniën. Wij streven niet naar uitbreiding van natuurgebieden met een wettelijke status.
Wat mag het kosten 1 Hiervoor zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
In het kader van plattelandsontwikkeling en van leefbaarheid dient geïnvesteerd te worden in zorg (op maat) en ontmoeting en moet ruimte worden geboden voor initiatief uit de samenleving. Mantelzorgers en vrijwilligers hebben een cruciale rol en zullen daar waar mogelijk door de gemeente worden gefaciliteerd. In de dorpen streven we naar behoud en waar mogelijk versterking van voorzieningen, waaronder de basisscholen. Ook behoud van de eigen identiteit van de dorpen vinden wij belangrijk. Wat wij willen 1 Een vitaal platteland plattelandseconomie.
met
leefbare
dorpen
en
een
gezonde
Wat wij gaan doen 1 Doorontwikkeling van het gebiedsgericht werken. Uitvoering geven aan projecten in het kader van het gebiedsgericht beleid (agenda Veenkoloniën, Drentsche Aa), waarbij gebruik zal worden gemaakt van subsidiemogelijkheden en betrokkenheid van de inwoners in het gebied. Op basis van nieuwe gebiedsprogramma’s (bijvoorbeeld Vitaal platteland) bijdragen aan concrete projecten.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 15 Recreatie en toerisme Kernpunt van beleid De recreatiesector is een belangrijke economische pijler met sterke kansen voor verdere, duurzame ontwikkeling. Middels voorwaardenscheppend beleid wordt de recreatieondernemer perspectief geboden. Het profiel als recreatiegemeente moet worden versterkt, er zal sprake moeten zijn van innovatie, samenhang en kwaliteit. De recreatieondernemers hebben in onze visie ook zelf een belangrijke rol bij de ambitie om Aa en Hunze tot hét recreatiegebied van Noord-Drenthe te maken. Kernwoorden hierbij zijn: verbreding en verdieping van het aanbod, diversificatie en samenwerking in regionaal verband. Ingezet wordt op de verbetering van het wandel- en fietspadennet, omdat dit in hoge mate bijdraagt aan de recreatiemogelijkheden in de gemeente Aa en Hunze. Wat wij willen 1 Het duurzaam ontwikkelen en versterken van de toeristische en recreatieve sector, met inachtneming van de bijzondere culturele, natuurlijke en landschappelijke waarden en de belangen van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze, waarbij het verbeteren van de leefbaarheid, het verhogen van bestedingen en het scheppen van werkgelegenheid centraal staan. 2
Uitvoering geven aan de ontwikkelingen in en rondom het Gasselterveld.
3
In stand houden recreatieve infrastructuur van Staatsbosbeheer.
2
Uitwerken van de visie op de ontwikkeling van het Gasselterveld. Actieve rol vervullen om het wildpark Zodiac Zoo mogelijk te maken.
3
Verlenen van een bijdrage aan het in stand houden van de wandel-, fiets- en ruiterpaden van Staatsbosbeheer.
Wat mag het kosten 1 We hebben bij het beleidsplan 2014 incidenteel € 100.000 beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het themajaar Recreatie en toerisme in 2015. Hiernaast zijn de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar. 2
Voor de ontwikkeling van het € 250.000 beschikbaar in 2015.
Gasselterveld
stellen
wij
incidenteel
3
Voor de ontwikkelingen m.b.t. Staatsbosbeheer stellen wij incidenteel € 67.500 (evenredig verdeeld over de jaren 2015 t/m 2017) beschikbaar.
Wat wij gaan doen 1 Verbinden van de verschillende beleidsterreinen ter versterking van recreatie en toerisme. Opstellen beleidsplan Recreatie en toerisme in 2015 en hieraan uitvoering geven. Samen met sector en toeristisch regisseur inzetten op marketing en promotie van de regio via www.hondsrugdrenthe.nl en het toeristisch product ‘Aa en Hunze’. 2015 uitroepen als het themajaar Recreatie en toerisme, waaraan we, o.a. via initiatieven van burgers, invulling gaan geven. Participeren in het regionale project Geopark. Investeren in het behoud van de Toeristische Informatiepunten (TIP’s). Ondersteunen en faciliteren van bestaande bedrijven bij duurzame en innovatieve initiatieven. Investeren in behoud van beheer en onderhoud bezoekersnetwerk Drentsche Aa. Verbetering van recreatievoorzieningen en ondersteuning ontwikkeling recreatiebedrijven. Verbetering en (zo mogelijk) uitbreiding van recreatieve fietspaden. Het kleurrijk maken van de dorpen in de gemeente als ‘Ville de Fleurie’ in Frankrijk. Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
financieel
Collegeprogramma 2014 - 2018 Programma 16 Financiën en bedrijfsvoering Kernpunt van beleid Kernpunt van ons beleid is besturen op hoofdlijnen met een zo groot mogelijke zelfstandigheid tijdens de uitvoering. Daarbij hoort een goede planning vooraf en een helder systeem van verantwoording en controle achteraf. Een sluitende begroting met daarbij behorend meerjarenperspectief is uitgangspunt voor een verantwoord financieel beleid. In samenhang daarmee zullen we terughoudend zijn in de doorvoering van lastenstijgingen. De kostendekkendheid van de gemeentelijke tarieven is uitgangspunt. Op het gebied van de bedrijfsvoering staan we een flexibele en slagvaardige gemeentelijke organisatie voor, die zich snel kan aanpassen in en aan een dynamische omgeving. De gemeente zoekt actief samenwerking met overheden, instanties en burgers. Wat wij willen 1 Behouden van onze solide financiële positie. 2
3
De woonlasten voor onze inwoners en bedrijven zo laag mogelijk houden! Uitgangspunt is een gelijkblijvende totale woonlastendruk, waarbij onderlinge uitwisseling tussen gemeentelijke belastingen mogelijk is (de zogenaamde communicerende vaten). Een doelmatige, planmatige uitvoering van gemeentelijk taken tegen lage maatschappelijke kosten, maximale transparantie bij planvorming, besluitvorming en verantwoording, effectief, efficiënt en duurzaam inkopen.
4
Behoud van een effectief en efficiënt ambtelijk apparaat waar we (zoals nu) trots op zijn en kunnen blijven.
5
Optimale ICT-ondersteuning van gemeentelijke processen tegen aanvaardbare kosten.
3
De samenwerking met Assen en Tynaarlo (Samenwerking Drentsche Aa) intensiveren en meer concreet maken. Doorontwikkelen van de planning- en control cyclus en het toegankelijker maken van de gebruikte documenten. Beleid m.b.t. doelmatig en efficiënt beheer gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed formuleren en in uitvoering nemen.
4
In de vorm van organisatiebrede en individuele trainingen en opleidingen werken we aan de ontwikkeling en inzetbaarheid van medewerkers. Wij willen dat de medewerkers meer met de blik naar buiten (burgerparticipatie) én met enthousiasme aan het werk gaan.
5
We gaan het informatiebeleidsplan actualiseren en uitvoeren.
Wat mag het kosten 3 Voor de Samenwerking Drentsche Aa stellen we voor om € 300.000 (evenredig verdeeld over de jaren 2016 en 2017) beschikbaar te stellen voor frictiekosten. 5
Voor het actualiseren en uitvoeren van het informatiebeleidsplan stellen we € 600.000 beschikbaar in deze bestuursperiode.
1-5
Naast bovengenoemde specifieke uitgaven zijn hiervoor de reeds bestaande financiële middelen beschikbaar.
Wat wij gaan doen 1 Terughoudendheid betrachten bij het formuleren van nieuw beleid, nieuwe taken uitvoeren met de daarvoor van rijkswege beschikbaar gestelde middelen en tijdig bezuinigingsmaatregelen nemen. 2 De kostendekkendheid van de gemeentelijke tarieven, binnen de wettelijk toegestane kaders, gefaseerd verhogen tot 100% (met uitzondering van de grafrechten).
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
per programma
Collegeprogramma 2014 - 2018 Financieel 1. Inleiding In dit hoofdstuk geven we een financiële vertaling van de inhoud van het collegeprogramma en een actueel overzicht van onze financiële positie op dit moment. Aan de in 2013 vastgestelde ‘financiële uitgangspunten’ is er bij de behandeling van het beleidsplan 2014 één toegevoegd: ‘uitgangspunt blijft een gelijkblijvende totale lastendruk waarbij onderlinge uitwisseling tussen de gemeentelijke belastingen mogelijk is (zogenaamde communicerende vaten)’. Ook is gediscussieerd over het al dan niet schrappen van een bestaand uitgangspunt: ‘herbezinning op het aandeel van de bedrijfsvoering in de totale bezuinigingen (25%)’. Afgesproken is hierover verder te discussiëren tijdens een (informele) conferentie over nieuwe (en nog in te vullen) bezuinigingen met de raad tijdens een Breelandbijeenkomst begin 2015.
2. Nieuwe beleidswensen/-ontwikkelingen In de tabel hieronder is een (financieel) overzicht opgenomen van alle structurele en incidentele nieuwe beleidswensen/ ontwikkelingen vanuit het voorliggende collegeprogramma. Dit is een momentopname. Bij de begroting 2015 en de daarop volgende beleidsdocumenten zullen wij, al naar gelang de actuele ontwikkelingen, steeds opnieuw een geactualiseerd overzicht van de structurele en incidentele beleidswensen/ ontwikkelingen presenteren. Nieuwe beleidswensen/-ontwikkelingen (bedragen x € 1.000)
Programma
Nieuwe beleidswens/ -ontwikkeling
4 Economische zaken 5 Onderwijs 7 Sport 4 Economische zaken 5 Onderwijs 8 Sociale zaken en 9 Welzijn 11 Openbare werken/verkeer en vervoer 11 Openbare werken/verkeer en vervoer 11 Openbare werken/verkeer en vervoer 11 Openbare werken/verkeer en vervoer 11 Openbare werken/verkeer en vervoer 11 Openbare werken/verkeer en vervoer 12 Milieu 13 Wonen en leefomgeving 15 Recreatie en toerisme 15 Recreatie en toerisme 16 Financiën en bedrijfsvoering 16 Financiën en bedrijfsvoering
Koopcentrum Gieten Huisvesting Dr. Nassau College Accommodatiebeleid sport Themajaar ‘Ondernemend Aa en Hunze’ in 2016 Natuur- en milieueducatie scholen Reservering sociaal domein Geluidsproblematiek N33/N34 Verkeersveiligheid Boombeleidsplan Infrastructuur – reconstructie rijbaan Annerveenschekanaal – Eexterveenschekanaal Reconstructie omgeving Huize Bareveld Accentueren grenzen bebouwde kom Verduurzaming accommodaties Handhaving/brandveiligheid recreatieterreinen Ontwikkelingen Staatsbosbeheer Ontwikkeling Gasselterveld Samenwerking Drentsche Aa Informatiebeleidsplan
Totaal
Incidentele last
Structurele last
€ 500 € 1.200 € 100 € 48 € 500 € 500 € 20 € 200 € 350 € 80 € 48 € 200 € 100 € 68 € 250 € 300 € 800 € 5.264
€ 60 € 50
*2
€ 110
*2 Het opgenomen bedrag ad € 800.000 voor het informatiebeleidsplan beslaat de periode van 2016 t/m 2019, waarmee het laatste jaar buiten de huidige bestuursperiode 2014-2018 valt. Voor de huidige bestuursperiode gaat het om een bedrag van € 600.000.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
per programma
Collegeprogramma 2014 - 2018 Bovenstaande nieuwe beleidswensen/ontwikkelingen hadden we ook al financieel verwerkt in het beleidsplan 2014 – FMP. Dit geldt echter niet voor: -
Huisvesting Dr. Nassau College (incidentele last); Themajaar ‘Ondernemend Aa en Hunze’ in 2016; Reconstructie omgeving Huize Bareveld; Accentueren grenzen bebouwde kom.
De huidige systematiek volgend zullen incidentele uitgaven ten laste van de Vrije Algemene Reserve (VAR) of van andere beschikbare reserves worden gebracht. Het gaat in totaal om een bedrag van ongeveer € 5,2 miljoen aan incidentele uitgaven (verdeeld over de periode 2015 t/m 2018). Bij de behandeling van het beleidsplan 2014 is de intentie uitgesproken om de nieuwe incidentele beleidswensen waar mogelijk te bekostigen vanuit ‘oude’ (reeds beschikbaar gestelde) kredieten. ‘Nieuw beleid ruilen voor oud beleid’ om zo het beslag op de VAR te beperken. Bij de behandeling van de begroting 2015 willen we onderzocht hebben of dit daadwerkelijk mogelijkheden biedt. Verwacht verloop VAR in de komende jaren: Prognose verloop VAR
Prognose stand per 1 januari Storting Onttrekking Prognose stand per 31 december
2015
2016
2017
2018
9.511.000 270.000 -3.411.000
6.370.000 0 -516.000
5.854.000 0 -1.218.000
4.636.000 0 -280.000
6.370.000
5.854.000
4.636.000
4.356.000
In 2014 zullen wij nog de nota weerstandsvermogen en risicobeheersing actualiseren, waarbij de effecten van de actuele ontwikkelingen (w.o. de drie decentralisaties in het sociaal domein) op het weerstandsdeel van de algemene reserve (WAR) inzichtelijk zullen worden gemaakt. Het ontbreken van structurele weerstandscapaciteit in onze begroting vormt hierbij een belangrijk element, net als de toename van de (gekwantificeerde) risico’s, voornamelijk als gevolg van de decentralisaties in het sociaal domein. Dit zal mogelijk leiden tot een substantiële toename van de WAR (huidige stand van de WAR bedraagt € 3,5 miljoen), een toename die ten laste moet worden gebracht van de VAR. Zo zou aansluiting kunnen worden gezocht bij het percentage van 10% dat onze accountant hanteert bij onzekerheden in de controle als percentage van de totale lasten (d.i. het begrotingstotaal = ca. € 5 miljoen).
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
per programma
Collegeprogramma 2014 - 2018 3. Financiële positie 2015-2018 (bron: beleidsplan 2014 & brief n.a.v. de meicirculaire 2014) Hieronder is de te verwachten ontwikkeling van onze financiële positie in de komende jaren beschreven. De nieuwe beleidswensen/-ontwikkelingen zijn financieel weergegeven in de regels ‘Collegeprogramma (oud en nieuw)’. De ‘nieuwe’ bezuinigingsopgave is opgenomen in de regel ‘Bezuinigingstraject’; deze dient nog te worden ingevuld met concrete bezuinigingsvoorstellen. Ontwikkeling van onze financiële positie FMP 2015
2016
2017
2018
652.000
224.000
30.000
10.000
-80.000 680.000 -291.000 -1.056.000 319.000
-50.000 322.000 -414.000 9.000 -61.000
566.000 -468.000 -142.000 24.000
818.000 -479.000 -216.000 -87.000
224.000
30.000
10.000
46.000
49.000
-194.000
-210.000
-211.000
2015
2016
2017
2018
Totaal
Lasten Collegeprogramma (oud en nieuw) Overige mutaties
-3.597.000 94.000
-944.000 156.000
-1.218.000 -
-280.000 -
-2.442.000 156.000
Totaal
-3.503.000
-788.000
-1.218.000
-280.000
-2.286.000
Dekking VAR Overige (bestemmings)reserves
-3.411.000 -92.000
-516.000 -272.000
-1.218.000 -
-280.000 -
-2.014.000 -272.000
Totaal
-3.503.000
-788.000
-1.218.000
-280.000
-2.286.000
STRUCTURELE MUTATIES Saldo begroting voorafgaand jaar Mutaties t.o.v. saldo: Collegeprogramma (oud en nieuw) Bezuinigingstraject Prijsontwikkeling Gemeentefonds (w.o. algemene uitkering) Overige mutaties Actueel begrotingssaldo Begrotingssaldi FMP bij beleidsplan 2014
FMP INCIDENTELE MUTATIES
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
per programma
Collegeprogramma 2014 - 2018 4. Bezuinigingen In 2010 is een bezuinigingstraject gestart met een taakstelling van € 4,0 miljoen. In de jaren erna is, als gevolg van een herbezinning op de omvang van de bezuinigingen en structurele uitzettingen van beleid, de totale bezuinigingsopgave verhoogd naar € 5,8 miljoen. Hiervan is reeds een bedrag van ca. € 4,8 miljoen gerealiseerd in de periode 20102014. Van dit totaal ad € 5,8 miljoen moet in de jaren 2015/2016 nog ongeveer € 1,0 miljoen daadwerkelijk worden gerealiseerd. Die taakstelling zullen we bij de discussie over de nieuwe bezuinigingsopgave buiten beschouwing laten, maar de voortgang van de realisatie van deze opgave wordt uiteraard wél gemonitord binnen de reguliere planning & control cyclus. Uit het huidige bezuinigingstraject dient nog een bedrag van € 0,2 miljoen te worden ingevuld met concrete bezuinigingsvoorstellen, welke deel zal uitmaken van de nieuwe bezuinigingsopgave. Nieuwe bezuinigingsopgave 2015-2018 Resumerend bestaat de nieuwe bezuinigingsopgave uit de volgende onderdelen: - Restant ‘oude’ bezuinigingsopgave (nog concreet in te vullen) - Bezuinigingsopgave a.g.v. het structurele nadelige saldo ultimo 2018 - Bezuinigingsopgave a.g.v. nieuw beleid/nieuwe ontwikkelingen
€ 0,2 miljoen € 1,3 miljoen € 0,2 miljoen € 1,7 miljoen
De nadruk van de resterende in te vullen bezuinigingsopgave van € 1,7 miljoen zal op de jaarschijven 2017 en 2018 liggen, zie de tabel hierna (in € x 1.000): 2015
2016
2017
2018
Totaal
Nieuwe bezuinigingstraject Oude bezuinigingstraject
278
98 -61
566 -
818 -
1.482 217
Totale bezuinigingstraject
278
37
566
818
1.699
Bezuinigingstraject
Het realiseren van de nieuwe bezuinigingsopgave van € 1,7 miljoen is noodzakelijk om de begroting in de jaren 2015 t/m 2018 structureel sluitend te houden. Ten opzichte van het beleidsplan 2014 is de opgave gefaseerd, gezien het verwachte voordelige resultaat over het jaar 2015. De opgave in de jaren 2015/2016 ad € 0,3 miljoen zullen we bij de begroting 2015 voorzien van concrete bezuinigingsvoorstellen. Over de resterende opgave ad € 1,4 miljoen gaan we graag met u in gesprek tijdens de Breelandbijeenkomst begin 2015, waarbij we als kapstok/uitgangspunt de dan geactualiseerde Strategische Toekomstvisie 2025 willen hanteren. Wij willen ook in de komende jaren een solide financiële positie behouden. Dat betekent dat we ons zullen moeten beperken in het doen van nieuwe uitgaven (nieuw beleid). Daarbij benadrukken we het belang van onze financiële uitgangspunten die we met elkaar hebben omarmd bij de vaststelling van de begroting 2014 en het beleidsplan 2014. Daaronder dus ook het uitgangspunt ‘rijksregelingen worden uitgevoerd met rijksmiddelen, zonder ‘plus’.
5. Financiële ontwikkelingen Hieronder zijn de belangrijkste ontwikkelingen die (mogelijk) een impact hebben op de financiële positie van onze gemeente. Het gaat hierbij om de ontwikkelingen in het sociale domein (de drie decentralisatie-opgaven en de vorming van het deelfonds sociaal domein) en het tweede gedeelte van de herijking van het gemeentefonds. Voor beide ontwikkelingen geldt dat deze in structurele zin nog niet zijn meegenomen in de financiële positie van Aa en Hunze, aangezien een reële inschatting van de mogelijke (nadelige) effecten nog niet goed te maken is. Wel wordt voorgesteld om een incidentele buffer van € 1,0 miljoen (bestaande uit de huidige reserve Wmo van € 0,5 miljoen en een aanvullend bedrag van € 0,5 miljoen t.l.v. de VAR) te vormen voor eventuele tijdelijke nadelige effecten van de invoering van deze decentralisatie-opgaven.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inhoudsopgave
verbindend, levendig en zorgzaam
per programma
Collegeprogramma 2014 - 2018 Deelfonds sociaal domein Het kabinet is in de meicirculaire 2014 met nadere budgetprognoses gekomen. Voor de AWBZ taken die naar ons toekomen wordt een budgetkorting van 25% doorgevoerd. Ook voor de Jeugdzorg zijn in de meicirculaire 2014 nadere budgetgegevens bekendgemaakt. Voor zowel de AWBZ als de Jeugdzorg worden de budgetten voor 2015 toegekend op basis van historische kosten en vanaf 2016 komen er (geleidelijk) objectieve verdeelmodellen. Voor de Participatiewet heeft de staatssecretaris op 17 juni jl. de indicatieve budgetten openbaar gemaakt.
Hieronder is in tabelvorm het budget per inwoner (gebaseerd op de meicirculaire 2014) weergegeven, afgezet tegen het gemiddelde budget per inwoner in Nederland: Decentralisatie
Aa en Hunze
NL gemiddeld
Verschil
Jeugdzorg AWBZ Participatiewet
219 144 152
230 128 170
-11 +16 -18
Totaal per inwoner gemiddeld
515
528
-13
Alle drie de budgetten zullen deel uitmaken van een zogenaamd sociaal deelfonds, naast de bestaande algemene uitkering. Gemeenten krijgen vanaf 2015 de ruimte om binnen de grenzen van het sociaal deelfonds deze gebundelde budgetten naar eigen inzicht te besteden. Zoals het er nu naar uitziet wordt het deelfonds sociaal domein na drie jaar overgeheveld naar de algemene uitkering en dus opgenomen in het reguliere maatstavenstelsel. Herijking gemeentefonds Op 20 maart jl. zijn de herverdeeleffecten van het eerste gedeelte van het groot onderhoud gemeentefonds gepubliceerd. Het gaat hierbij om de nieuwe verdeling van de algemene uitkering in het gemeentefonds, die wordt ingevoerd in 2015 en de bijbehorende (herverdeel)effecten per gemeente in 2015. Het groot onderhoud van het gemeentefonds leidt op dit moment tot een nadelig herverdeeleffect van afgerond € 125.000 voor onze gemeente, ingaande in het jaar 2015. Hierop hebben we reeds voldoende geanticipeerd door onze uitkering uit het gemeentefonds structureel te verlagen met € 200.000. In 2016 volgt nog de herijking van de clusters Werk en inkomen, Infrastructuur en gebiedsontwikkeling/Volkshuisvesting, Ruimtelijke ordening en Stedelijke vernieuwing en Openbare orde en veiligheid/Brandweer en rampen. Hierover zal naar verwachting meer duidelijkheid bestaan bij het uitkomen van de meicirculaire 2015. Meicirculaire 2014 De ontwikkelingen vanuit de meicirculaire 2014 zijn financieel in dit collegeprogramma verwerkt. In hoofdlijnen kunnen wij u mededelen dat de uitkering uit het gemeentefonds in totaliteit substantieel is toegenomen (met ruim € 13 miljoen, waarmee de totale uitkering uit het gemeentefonds op bijna € 35 miljoen uitkomt met ingang van het jaar 2015). Deze toename is bijna geheel toe te schrijven aan de budgetten behorende bij de decentralisaties AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet. Aangezien hier het uitgangspunt ‘rijksregelingen worden uitgevoerd met rijksgelden’ van toepassing is, heeft dit in financiële zin naar verwachting geen effect (incidenteel is € 1,0 miljoen gereserveerd voor onverwachte tegenvallers). Daarnaast is een korting van 40% op het huidige Wmo budget toegepast, hetgeen een verlaging voor onze gemeente betekent van ca. € 750.000. Ook hierbij geldt het hiervoor genoemde uitgangspunt. Naast deze korting op de uitkering kunnen we een tweetal positieve berichten melden: de accressen zijn licht toegenomen, hetgeen een structureel voordeel oplevert van ca. € 125.000 en het herverdeeleffect van het groot onderhoud aan het gemeentefonds valt voordeliger uit dan in eerste instantie geraamd, positief effect ca. € 75.000.
Ga naar verbindend, levendig en zorgzaam
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
fin. uitgangspunten en ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1 Verbindend, levendig en zorgzaam Dit hoofdstuk bestaat uit de volgende onderdelen:
1.1 Inleiding
1.2 Belangrijke ontwikkelingen
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen
1.4 Voorstellen beleidsplan 2015
1.5 Vaststelling beleidsplan 2015
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
belangrijke ontwikkelingen
fin. uitgangspunten en ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.1 Inleiding 1
Voor u ligt het beleidsplan 2015 met de titel ‘Verbindend, levendig en zorgzaam’ , in navolging op de begroting 2015. Het is het tweede beleidsdocument, na deze begroting, dat in de nieuwe digitale vorm is verschenen. In de tussentijd is halverwege januari 2015 wethouder Bert Wassink geïnstalleerd als burgemeester van Terschelling en is onze huidige wethouder Co Lambert op 22 januari jl. als zijn opvolger in onze gemeente aan de slag gegaan. We liggen goed op koers met de uitvoering van het collegeprogramma 2014 – 2018. In tegenstelling tot een regulier beleidsplan, dat de kaders/richting weergeeft voor de begroting, lijkt dit beleidsplan meer op een voorjaarsnota waarin de actuele stand van zaken wordt geschetst met betrekking tot de realisatie van het gevoerde beleid. Op de vraag “Waarom dan geen regulier beleidsplan?” luidt het antwoord: er is een aantal majeure ontwikkelingen met grote onzekerheden waarop we op dit moment nog geen concreet én goed antwoord kunnen geven, die een dusdanige impact (kunnen) hebben op onze financiële positie, dat het prematuur lijkt om op voorhand concrete invulling te geven aan nieuw beleid. Daarnaast volgt in de tweede helft van dit jaar het uitvoeringsplan van de herijkte Toekomstvisie 2015 – 2025 dat eveneens impact heeft op de beleidskeuze en –uitvoering. Een van de grote onzekerheden betreft het sociaal domein: we wachten op de eerste financiële doorkijk van de realisatie, gekoppeld aan de objectieve verdeling van de budgetten welke heeft plaatsgevonden. Deze objectieve verdeling heeft voor Aa en Hunze geleid tot een structurele verlaging van de beschikbare budgetten met ca. € 0,3 miljoen. Met alle onzekerheden die nog blijven bestaan – we zijn immers net een half jaar op weg met de uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein – verwachten wij u halverwege dit jaar een eerste indicatie te kunnen geven van cijfers in dit domein. In paragraaf 1.2 leest u meer over de ontwikkelingen rondom de drie decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet. e
Naast de ontwikkelingen in het sociaal domein is de 2 fase van het groot onderhoud aan het gemeentefonds onlangs afgerond. De eerste berichtgevingen hieromtrent zouden voor de gemeente Aa en Hunze zeer positief uitpakken. Het positieve herverdeeleffect voor onze gemeente zou structureel € 0,7 miljoen bedragen. In de berichtgeving naar aanleiding van e de 2 fase groot onderhoud gemeentefonds is te lezen dat er een verschuiving van budgetten van grote gemeenten naar kleine(re) gemeenten plaatsvindt. Zowel de grote gemeenten als de Raad voor de financiële verhoudingen hebben aangegeven dat de kleine(re) gemeenten te veel profiteren van deze herverdeling. Wij verwachten dan ook dat hierover het laatste woord nog niet is gezegd en het op dit moment te voorbarig is om het voorlopige voordeel van € 0,7 miljoen ‘in te boeken’ én in ieder geval verstandig is om de uitkomsten van de meicirculaire 2015 af te wachten (waarin de herverdeling ook nog wordt geactualiseerd naar de cijfers van 2015). Wij zullen u per brief over deze belangrijke ontwikkelingen op de hoogte stellen vóór de behandeling van het beleidsplan 2015. De financiële gevolgen ervan zullen we verwerken in de begroting 2016. In paragraaf 1.3 hebben wij een drietal scenario’s financieel uitgewerkt die zich naar onze mening kunnen voordoen, waarbij scenario 2 ‘meest waarschijnlijk’ financieel door vertaald is in (het financieel meerjarenperspectief van) dit beleidsplan. Bij de begroting 2016 verwachten wij, zoals gezegd, u meer duidelijkheid te kunnen geven over de hiervoor genoemde onzekerheden/ontwikkelingen, waardoor het dan ook een geschikt moment is om invulling te geven aan het nieuwe voorgenomen beleid in lijn met de herijkte Toekomstvisie. De nieuwe structurele en incidentele beleidswensen, zoals opgenomen in het financieel meerjarenperspectief, zijn dan ook slechts een inventarisatie van het mogelijke nieuwe beleid, maar nog geen concreet voorstel richting uw raad. Een andere belangrijke ontwikkeling betreft de komst van een asielzoekerscentrum (AZC). We hebben besloten om met het COA een bestuursovereenkomst te sluiten voor het vestigen van een AZC op het bedrijventerrein Bloemakkers in Gieten. Dit besluit is in samenspraak met de gemeenteraad tot stand gekomen. Er worden maximaal 400 personen opgevangen, voor een termijn van minimaal drie en maximaal vijf jaar. Na 1 á 2 jaar vindt er een evaluatie plaats en kan, afhankelijk van de ervaringen, uitbreiding plaatsvinden tot een opvang van maximaal 600 asielzoekers.
1
Verbindend: in ons bestuurlijk handelen proberen wij steeds verbindend te zijn. Door zaken samenhangend aan te pakken, maar vooral door steeds aandacht te hebben voor de mogelijkheid verbindingen te leggen: tussen inwoners, bedrijven en organisaties, met elkaar en met de gemeente. Het primaire doel daarvan is de kwaliteit van onze lokale samenleving (verder) te verbeteren. Levendig: in Aa en Hunze barst het van de activiteiten, van ideeën en van initiatieven van inwoners. Onder het motto ‘iedereen doet mee’ willen we daar als gemeente optimaal ondersteuning aan bieden. Zorgzaam: wij willen maatschappelijke ondersteuning en zorg bieden aan die inwoners van Aa en Hunze die het niet volledig op eigen kracht redden.
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
belangrijke ontwikkelingen
fin. uitgangspunten en ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.1 Inleiding Er is in de gehele gemeente gezocht naar passende locaties. Omdat in de gemeente geen bestaande gebouwen voorhanden zijn voor de tijdelijke opvang van asielzoekers, is er gekozen voor de locatie Bloemakkers in Gieten. Vanwege de noodzaak van opvang van asielzoekers is het de uitdrukkelijke wens van het COA dat de tijdelijke opvanglocatie eind 2015 haar deuren opent. Deze termijn is afhankelijk van de vergunningsprocedure. De gemeente stelt een klankbordgroep samen waarin, naast de gemeente en het COA, ondernemers, omwonenden en inwoners zitting hebben.
De verdere inhoud van de beleidsplan 2015 is als volgt: Het beleidsplan 2015 kent een inleidend hoofdstuk (hoofdstuk 1), het beleid op hoofdlijnen (hoofdstuk 2) en de bijstellingen in het jaar 2015 (hoofdstuk 3). Daarnaast is in de bijlage het financieel meerjarenperspectief (FMP) 2016 – 2019 opgenomen. Dit eerste hoofdstuk gaat verder in op de belangrijke (beleidsmatige) ontwikkelingen in 2015, de financiële positie met daarin o.a. de uitgangspunten en de ontwikkelingen, de voorstellen aan uw raad en ten slotte de vaststelling van het beleidsplan 2015. Beleid op hoofdlijnen (hoofdstuk 2) bevat: • De realisatie van het voorgenomen beleid tot en met april 2015 per programma met daarin aandacht voor verwachte ontwikkelingen c.q. bijstellingen van de planning. Bijstellingen (hoofdstuk 3) bevat: • Een recapitulatie van alle bijstellingen (lasten en baten) op de onderdelen bestaand beleid en bezuinigingen per programma. • Een toelichting op de bijstellingen per programma.
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
fin. uitgangspunten en ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.2 Belangrijke ontwikkelingen Zoals in de inleiding aangegeven zullen we in deze paragraaf stil staan bij de belangrijke ontwikkelingen in het jaar 2015. We zullen achtereenvolgens ingaan op de volgende ontwikkelingen: 1. Herijking Toekomstvisie 2015 – 2025. 2. Burgerparticipatie. 3. De ‘drie decentralisaties’ (Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet). 4. Maatschappelijk vastgoed. 5. Themajaar 2015: Recreatie en toerisme. 1. Aa en Hunze Buitengewoon! (herijking Toekomstvisie 2015 – 2025) De raad heeft op 16 december 2009 de Strategische Toekomstvisie 2020 vastgesteld. In deze visie is de identiteit van onze gemeente vormgegeven en deze visie geeft de centrale koers voor de toekomst weer. Uit deze visie blijkt dat de realisatie van de toekomstvisie gemonitord zal moeten worden en dat een eerste beleidsmatige evaluatie in 2015 is gepland.
participatie en wordt geconfronteerd met teruglopende financiële mogelijkheden. Voor de gemeenteraad van Aa en Hunze aanleiding om de strategische visie te herijken. De nieuwe horizon ligt op het jaar 2025. De insteek is gericht op: • Een visie op de toekomst (perspectief en strategie). • Leiderschap bij bestuurders en (nieuwe) formele en informele netwerken (samenwerking en slagkracht). • Maatschappelijk draagvlak en partners (participatie en uitvoeringskracht). Zo wordt de focus voor zowel de korte als de lange termijn scherp en wordt tegelijkertijd sterker dan voorheen ingezet op uitvoeringskracht in een breder maatschappelijk verband. Het is geen blauwdruk met antwoord op alle vragen, maar wel een strategisch hulpmiddel bij het maken van richtinggevende keuzes. We hebben een interactief traject doorlopen. Het proces zag er als volgt uit: • Drie bewonersavonden over trends en dilemma’s. • Een expertmeeting over enkele thema’s. • Raadpleging van het gemeentelijk burgerpanel. • Een bijeenkomst met de jeugd van het Dr. Nassau College. • Een Breelandsessie met raad, college en MT. • Een slotmanifestatie over de concept toekomstvisie. Op basis hiervan zijn vier nieuwe accenten gedefinieerd, waar de nieuwe Toekomstvisie richting aan moet geven, als houvast voor de toekomst: • Nieuwe kijk op bestuur en participatie. • Nieuwe kijk op zorg. • Nieuwe kijk op economie, werk en recreatie. • Nieuwe kijk op voorzieningen en leefbaarheid.
De herijking bouwt voort op de visie uit 2009. Er lijkt geen noodzaak tot een compleet nieuwe koers. In de gemeente Aa en Hunze is het onverminderd goed leven, recreëren, wonen en werken. Dat is de verdienste van inwoners, maatschappelijke organisaties, private partijen en de gemeente. Desondanks is er geen reden om op de lauweren te gaan rusten. De maatschappelijke en economische omstandigheden zijn de afgelopen jaren fundamenteel veranderd. De verhouding tussen burgers onderling en tussen burgers en de overheid is complexer geworden. De woning- en vastgoedmarkten zijn onder druk komen te staan. De gemeente staat voor uitdagende nieuwe taken in zorg, welzijn en
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
De herijkte toekomstvisie is in de commissievergadering van 8 april 2015 besproken en is in de raadsvergadering van 28 mei 2015 vastgesteld. Er wordt een uitvoeringsprogramma gemaakt en over de voortgang zal via de reguliere planning en control cyclus aan u worden gerapporteerd.
terug
inleiding
fin. uitgangspunten en ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.2 Belangrijke ontwikkelingen 2. Burgerparticipatie De gemeente Aa en Hunze heeft burgerparticipatie hoog in het vaandel staan. De gemeente wil inwoners, bedrijven en instellingen een stevige(re) rol geven bij de aanpak van maatschappelijke vraagstukken en de ruimte bieden voor burgerinitiatieven. Deze doelstellingen zijn verwoord in het projectplan burgerparticipatie “de Blik naar Buiten” dat in 2013 door het college is vastgesteld en is tevens opgenomen in de herijkte Toekomstvisie 2015 – 2025 die eind mei ter vaststelling aan de gemeenteraad is voorgelegd. We gaan ruimte bieden aan het ontwikkelen van coöperaties, het beheren van de openbare ruimte en het in stand houden van voorzieningen. De pilot ‘Jouw idee, samen uitvoeren, wordt als eerste stap in deze richting, ook in 2015 weer uitgezet. Inzetten op een stevige(re) rol voor de burgers houdt tevens in dat de rol van de gemeente verandert. Hierop moet de interne organisatie ingespeeld zijn. Daarom wordt het ingezette interne traject burgerparticipatie voortgezet zodat medewerkers voldoende toegerust zijn om deze rol op zich te kunnen nemen.
3. De ‘drie decentralisaties’ (Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet) Op basis van de besluitvorming in 2014 zijn we ten aanzien van de toegang gestart met één sociaal team samen met drie kernpartners. De afgelopen periode is extra inzet gepleegd voor uitvoering van de herindicaties. Met betrekking tot de doorontwikkeling ligt de nadruk op versterking van integraliteit en ontwikkeling van visie met betrekking tot de dorpen. Hierin worden ook de initiatieven vanuit de dorpen in de vorm van (zorg)coöperaties betrokken.
door de Sociale Verzekeringsbank. Daarnaast voert de staatssecretaris een
onderzoek uit naar de doelmatigheid van de ouderbijdrage binnen de Jeugdwet. In Drents verband is besloten de inning voor de nieuwe doelgroep op te schorten. De informatievoorziening, met name binnen de jeugdhulp verloopt stroef. Enerzijds wordt dit veroorzaakt doordat softwaresystemen en berichtenstandaarden voor een beveiligde gegevensuitwisseling nog niet op elkaar afgestemd zijn. Daarnaast werkt de vastgestelde zorgordening (indeling in interventieniveaus) in aanvang vertragend. Deze informatie vormt belangrijke input voor de eerste bestuursrapportage waarin de actuele verplichtingen 2015 kunnen worden afgezet tegen de beschikbare middelen. Hiervoor is overigens ook de informatie uit de meicirculaire 2015 van het gemeentefonds van belang. Met betrekking tot de uitvoering van de Participatiewet is het bedrijfsplan voor één uitvoeringsorganisatie voor onze gemeente, samen met de gemeenten Assen en Tynaarlo, in concept gereed. In het 2e halfjaar zal dit in het bestuurlijke besluitvormingsproces worden gebracht waarbij de afstemming met de overige drie gemeenten binnen Alescon bijzondere aandacht vergt.
4. Maatschappelijk vastgoed We zijn onlangs gestart met het project Maatschappelijk Vastgoed. De aanleiding hiervoor is de constatering dat een aantal maatschappelijke ontwikkelingen zorgt voor een afnemende, dan wel veranderende vraag naar maatschappelijk vastgoed. Het (negatieve) effect hiervan op de leefbaarheid in Aa en Hunze begint zichtbaar te worden. Om adequaat op deze ontwikkeling in te kunnen spelen is er behoefte aan meer inzicht in de problematiek van het maatschappelijk vastgoed.
De decentralisaties hebben de volle aandacht. Landelijk zijn er forse aanloopproblemen met betrekking tot de uitvoering van het trekkingsrecht PGB
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
fin. uitgangspunten en ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.2 Belangrijke ontwikkelingen De doelstelling van het project Maatschappelijk Vastgoed is drieledig: • Inzicht krijgen in de maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de vraag en het aanbod van maatschappelijk vastgoed (analyse kansen en bedreigingen). • Inzicht krijgen in het fysieke aanbod van maatschappelijk vastgoed en de exploitatie daarvan (analyse onderhoud/beheer/financiering/functioneel gebruik). • Opstellen van integraal beleid om het aanbod van maatschappelijk vastgoed optimaal af te stemmen op de vraag (integraal vastgoedbeheer/ vastgoedmanagement).
5. Themajaar 2015: Recreatie en toerisme Het college heeft 2015 uitgeroepen tot themajaar voor Recreatie en Toerisme. Om de sector een impuls te geven is hiervoor € 100.000 beschikbaar gesteld. We hebben samen met de recreatiesector twee doelen benoemd voor dit jaar: • Enerzijds willen we meer toeristen verleiden om onze regio te bezoeken en • Anderzijds willen we de samenwerking tussen bedrijven en instellingen (recreatie, horeca, cultuur, sport en MKB) bevorderen. Onder de noemer “Van Aa tot hunZe” worden dit jaar allerlei activiteiten georganiseerd. Zo worden er evenementen georganiseerd, waar recreatiebedrijven zich aan kunnen verbinden door het maken van arrangementen. Ook zien we dat horecabedrijven samenwerken in het “Van Aa tot hunZe menu”, dat een aantal groepsaccommodaties samen een MTB arrangement aanbiedt en dat een aantal verblijfsaccommodaties mensen laat overnachten in KunstKeten op een bijzondere locatie.
Deze doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt met een integraal accommodatiebeleid vanuit een duidelijke visie waarmee het maatschappelijk vastgoed ook in financieel opzicht gemanaged kan worden op de middellange en lange termijn. Onderdeel van het project Maatschappelijk Vastgoed is een aantal objecten waarvoor op termijn een oplossing gevonden moet worden. Indien de oplossing wordt gevonden in het afstoten of overdragen van objecten dan is het noodzakelijk om af te kunnen schrijven op de boekwaarden. Nader onderzoek dient plaats te vinden naar de mogelijkheden van overdracht (o.a. taxatiewaarden, staatssteun). Ook zullen wij inzichtelijk maken welke incidentele en structurele bezuinigingen er bij dit project mogelijk zijn.
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
Voor al deze activiteiten wordt promotie gemaakt. Regelmatig staan advertenties of redactionele artikelen in dag- en weekbladen in de noordelijke provincies. Ook via De Schakel worden de activiteiten onder de aandacht gebracht. Bij alles wat we vanuit Ontspannend van Aa tot hunZe doen trekken we samen op met de toeristisch regisseur voor de regiopromotie van Hondsrug Drenthe.
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen In deze paragraaf gaan we in op de financiële uitgangspunten, de actuele financiële positie op hoofdlijnen, de VAR, het bezuinigingstraject en op de financiële ontwikkelingen. 1.3.1 Financiële uitgangspunten Bij de behandeling van het beleidsplan 2014 en de begroting 2015 is een aantal belangrijke financiële uitgangspunten vastgesteld. Hieronder treft u de geactualiseerde financiële uitgangspunten aan: •
Een sluitende begroting voor 2015 en een sluitend FMP 2016 – 2019.
•
De taakstellende bezuinigingen dienen voor de begrotingsjaren 2016 – 2019 concreet te worden ingevuld met bezuinigingsmaatregelen op programmaniveau, zodat voor die jaren steeds een sluitende begroting tot stand komt.
•
Bij het niet (kunnen) realiseren van een bezuinigingstaakstelling binnen een programma dient bij voorkeur primair binnen ditzelfde programma een alternatief te worden gevonden. Indien dit niet mogelijk is, dan dient een alternatief te worden gevonden door integrale afweging binnen de totale programma’s (procesafspraak).
•
Tijdens het proces van opstellen van de beleidsplannen en de begrotingsvoorbereidingen beoordelen of een aanvullende bezuinigingstaakstelling noodzakelijk is.
•
Bij het opvoeren van nieuw beleid / nieuwe wensen dient (alternatieve) dekking te worden aangeven voor hetzelfde begrotingsjaar. Of aangegeven dient te worden welk oud beleid plaats maakt voor het nieuwe.
•
Rijksregelingen worden uitgevoerd met rijksmiddelen, zonder ‘plus’: de decentralisaties in het sociaal domein (begeleiding (AWBZ/Wmo), jeugdzorg en Participatiewet) zijn budgettair neutraal in de begroting verwerkt.
•
De toevoegingen in de algemene uitkering uit het gemeentefonds die we van de rijksoverheid ontvangen voor specifieke beleidsvelden/intensiveringen worden in principe niet omgezet in ‘stelposten’ voor de bedoelde beleidsterreinen/intensiveringen, tenzij…
•
Inkomstenontwikkeling: er wordt uitgegaan van een verhoging van de tarieven met het geldende inflatiepercentage (trendmatige verhoging) uit de meest recente circulaire. Uitzonderingen hierop zijn de tariefsverhogingen die onderdeel zijn van het bezuinigingstraject.
•
Doorgaan met het uitgangspunt gelijkblijvende totale lastendruk waarbij onderlinge uitwisseling tussen de gemeentelijke belastingen mogelijk is (de zogenaamde communicerende vaten).
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen 1.3.2 Actuele financiële positie Zoals in de inleiding al is aangegeven is er sprake van een aantal majeure ontwikkelingen met grote onzekerheden op de gebieden van het sociaal domein en het gemeentefonds. Wij hebben daarom gemeend op de volgende pagina’s een drietal scenario’s uiteen te zetten die zich naar onze mening kunnen voordoen. Het scenario 1 ‘meest waarschijnlijk’ is financieel vertaald in dit beleidsplan. De overige scenario’s zijn alleen op hoofdlijnen weergegeven in dit hoofdstuk. Wij verwachten halverwege dit jaar, na het uitkomen van de meicirculaire 2015, meer duidelijkheid te hebben over deze ontwikkelingen en zullen deze verwerken in een aparte brief die we u voorafgaande aan de behandeling van het beleidsplan op 2 juli 2015 zullen verstrekken. De gevolgen van de genoemde ontwikkelingen, alsmede de voorstellen voor nieuw beleid zullen we in de begroting 2016 en het bijbehorende financieel meerjarenperspectief verwerken. Een nadere toelichting op de onderliggende cijfers van het scenario ‘meest waarschijnlijk’ treft u aan in het financieel meerjarenperspectief.
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen Scenario 1 ‘meest waarschijnlijk’ Hieronder is de financiële uitwerking van het scenario ‘meest waarschijnlijk’ weergegeven. In dit scenario is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: • De uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein vindt budgettair neutraal plaats (binnen de Rijksmiddelen). Voor incidentele tegenvallers is € 1 miljoen beschikbaar. e • Het voorlopige structurele herverdeeleffect van de 2 fase groot onderhoud gemeentefonds bedraagt € 0,45 miljoen voordelig (€ 18 per inwoner), conform het voorstel van de Raad voor de financiële verhoudingen. • Er wordt een structurele weerstandscapaciteit gevormd van € 0,2 miljoen, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing en de bezuinigingsopgave. • De incidentele weerstandscapaciteit (WAR) wordt verhoogd met € 2,0 miljoen ten laste van de VAR, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. • De ruimte voor incidenteel nieuw beleid (€ 2,5 miljoen) bedraagt het totaal van de begrotingssaldi in de periode 2016 – 2019, gecorrigeerd voor structureel beleid. Het structurele rente-effect van de incidentele beleidswensen bedraagt 5% in het jaar opvolgend aan de beleidswensen. • De ruimte voor structureel nieuw beleid bedraagt € 0,15 miljoen (bovenop het bestaande beleid van € 50.000) voor de gehele periode 2016 – 2019. 2015
2016
2017
2018
2019
652.000
-108.000
1.113.000
1.097.000
636.000
Collegeprogramma
-160.000
-200.000
-
-
-
Bezuinigingstraject
496.000
1.502.000
574.000
108.000
-
-291.000
-414.000
-468.000
-479.000
-505.000
-1.124.000
497.000
2.000
-74.000
114.000
319.000
-164.000
-124.000
-16.000
4.000
-108.000
1.113.000
1.097.000
636.000
249.000
3.000
-18.000
297.000
472.000
2015
2016
2017
2018
2019
-4.226.000
-1.443.500
-1.398.500
-960.000
-960.000
93.000
156.000
-4.133.000
-1.287.500
-1.398.500
-960.000
-960.000
4.040.000
1.001.500
1.398.500
960.000
960.000
93.000
286.000
4.133.000
1.287.500
1.398.500
960.000
960.000
STRUCTURELE MUTATIES Saldo begroting voorafgaand jaar Mutaties t.o.v. saldo:
Prijsontwikkeling Gemeentefonds (w.o. algemene uitkering) Overige mutaties Actueel begrotingssaldo beleidsplan 2015 Begrotingssaldi bij begroting 2015 INCIDENTELE MUTATIES
Bestaand beleid + ruimte nieuw beleid
Lasten Collegeprogramma Overige mutaties Totaal
Bestaand beleid + ruimte nieuw beleid
Dekking VAR Overige (bestemmings)reserves Totaal
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen Scenario 2 ‘best case’ Hieronder is de financiële uitwerking van het scenario ‘best case’ weergegeven. In dit scenario is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: • De uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein vindt budgettair neutraal plaats (binnen de Rijksmiddelen). Voor incidentele tegenvallers is € 1 miljoen beschikbaar. e • Het voorlopige structurele herverdeeleffect van de 2 fase groot onderhoud gemeentefonds bedraagt € 0,7 miljoen voordelig (€ 29 per inwoner), conform de berichtgeving van het ministerie van BZK. • Er wordt een structurele weerstandscapaciteit gevormd van € 0,2 miljoen, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing en de bezuinigingsopgave. • De incidentele weerstandscapaciteit (WAR) wordt verhoogd met € 2,0 miljoen ten laste van de VAR, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. • De ruimte voor incidenteel nieuw beleid (€ 3,2 miljoen) bedraagt het totaal van de begrotingssaldi in de periode 2016 – 2019, gecorrigeerd voor structureel beleid. Het structurele rente-effect van de incidentele beleidswensen bedraagt 5% in het jaar opvolgend aan de beleidswensen. • De ruimte voor structureel nieuw beleid bedraagt € 0,2 miljoen (bovenop het bestaande beleid van € 50.000) voor de gehele periode 2016 – 2019. 2015
2016
2017
2018
2019
652.000
-108.000
1.313.000
1.288.000
818.000
Collegeprogramma
-160.000
-250.000
-
-
-
Bezuinigingstraject
496.000
1.502.000
574.000
108.000
-
-291.000
-414.000
-468.000
-479.000
-505.000
-1.124.000
747.000
2.000
-74.000
114.000
319.000
-164.000
-133.000
-25.000
-5.000
-108.000
1.313.000
1.288.000
818.000
422.000
3.000
-18.000
297.000
472.000
2015
2016
2017
2018
2019
-4.226.000
-1.618.500
-1.573.500
-1.135.000
-1.135.000
93.000
156.000
-4.133.000
-1.462.500
-1.573.500
-1.135.000
-1.135.000
4.040.000
1.176.500
1.573.500
1.135.000
1.135.000
93.000
286.000
4.133.000
1.462.500
1.573.500
1.135.000
1.135.000
STRUCTURELE MUTATIES Saldo begroting voorafgaand jaar Mutaties t.o.v. saldo:
Prijsontwikkeling Gemeentefonds (w.o. algemene uitkering) Overige mutaties Actueel begrotingssaldo Begrotingssaldi bij begroting 2015 INCIDENTELE MUTATIES
Bestaand beleid + ruimte nieuw beleid
Lasten Collegeprogramma Overige mutaties Totaal
Bestaand beleid + ruimte nieuw beleid
Dekking VAR Overige (bestemmings)reserves Totaal
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen Scenario 3 ‘worst case’ Hieronder is de financiële uitwerking van het scenario ‘worst case’ weergegeven. In dit scenario is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: • De uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein vindt budgettair neutraal plaats (binnen de Rijksmiddelen). Voor incidentele tegenvallers is € 1 miljoen beschikbaar. e • Het voorlopige structurele herverdeeleffect van de 2 fase groot onderhoud gemeentefonds bedraagt € nihil (verwachting dat positieve ontwikkelingen worden gecorrigeerd door even grote negatieve ontwikkelingen). • Er wordt een structurele weerstandscapaciteit gevormd van € 0,2 miljoen, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing en de bezuinigingsopgave. N.B. ingaande 2019 bedraagt het geprognosticeerde begrotingssaldo € 6.000, waarmee er geen sprake meer is van een structurele weerstandscapaciteit van € 0,2 miljoen. • De incidentele weerstandscapaciteit (WAR) wordt verhoogd met € 2,0 miljoen ten laste van de VAR, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. • De ruimte voor incidenteel nieuw beleid bedraagt € 1,0 miljoen in de periode 2016 – 2019. Het structurele rente-effect van de incidentele beleidswensen bedraagt 5% in het jaar opvolgend aan de beleidswensen. • Er is geen ruimte voor structureel nieuw beleid (alleen het bestaande beleid van € 50.000). 2015
2016
2017
2018
2019
652.000
-108.000
813.000
816.000
374.000
Collegeprogramma
-160.000
-50.000
-
-
-
Bezuinigingstraject
496.000
1.502.000
574.000
108.000
-
-291.000
-414.000
-468.000
-479.000
-505.000
-1.124.000
47.000
2.000
-74.000
114.000
319.000
-164.000
-105.000
3.000
23.000
-108.000
813.000
816.000
374.000
6.000
3.000
-18.000
297.000
472.000
2015
2016
2017
2018
2019
-4.226.000
-1.068.500
-1.023.500
-585.000
-585.000
93.000
156.000
-4.133.000
-912.500
-1.023.500
-585.000
-585.000
4.040.000
626.500
1.023.500
585.000
585.000
93.000
286.000
4.133.000
912.500
1.023.500
585.000
585.000
STRUCTURELE MUTATIES Saldo begroting voorafgaand jaar Mutaties t.o.v. saldo:
Prijsontwikkeling Gemeentefonds (w.o. algemene uitkering) Overige mutaties Actueel begrotingssaldo Begrotingssaldi bij begroting 2015 INCIDENTELE MUTATIES
Bestaand beleid
Lasten Collegeprogramma Overige mutaties Totaal
Bestaand beleid + ruimte nieuw beleid
Dekking VAR Overige (bestemmings)reserves Totaal
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen 1.3.3 VAR Incidenteel nieuw beleid Gezien de eerder genoemde onzekerheden hebben wij op dit moment geen concrete voorstellen gedaan voor nieuwe beleidswensen (incidenteel en structureel). Er is een drietal scenario’s financieel uitgewerkt, waarbij in alle drie de gevallen het effect op het verloop van de VAR is berekend. Gegeven deze scenario’s zou de VAR in deze gevallen ultimo 2019 uitkomen op ruim € 3 miljoen, waarbij de nieuwe beleidswensen maximaal (het totaal van) de begrotingssaldi bedragen (gecorrigeerd voor rente nieuw beleid en structurele ruimte nieuw beleid). In het verloopoverzicht hieronder is de uitwerking van scenario 1 ‘meest waarschijnlijk’ weergegeven. Bij alle drie de scenario’s is getracht een evenwicht te vinden tussen de begrotingssaldi en de ruimte voor incidenteel nieuw beleid, vandaar ook de beperkte verschillen ‘onderaan de streep’ tussen de drie scenario’s. Dit najaar zal de nota Reserves en voorzieningen worden geactualiseerd. Het doel van deze nota is in de eerste plaats om inzicht te geven in de vermogenspositie van de gemeente. In het licht van de afnemende VAR de komende jaren en/of nieuwe beleidswensen kan deze nota eveneens bijdragen aan de besluitvorming over de incidentele middelen (indien er sprake is van vrijval van voorzieningen en/of reserves). Daarnaast wordt uitgebreid aandacht geschonken aan de beoordeling (toereikendheid) van alle reserves en voorzieningen. VAR in relatie tot de WAR In 2014 hebben wij de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing geactualiseerd, waarbij de effecten van de actuele ontwikkelingen (w.o. de drie decentralisaties in het sociaal domein) op het weerstandsdeel van de algemene reserve (WAR) inzichtelijk zijn gemaakt. Het ontbreken van structurele weerstandscapaciteit in onze begroting vormde hierbij een belangrijk element, net als de toename van de (gekwantificeerde) risico’s, voornamelijk als gevolg van de decentralisaties in het sociaal domein. Eveneens is door onze accountant in het accountantsverslag over het jaar 2014 aangegeven nadrukkelijk oog te hebben voor de afname van de weerstandscapaciteit in relatie tot de ontwikkelingen (bezuinigingen, decentralisaties sociaal domein, nieuw incidenteel beleid, etc.). Indien de ontwikkelingen zich doorzetten dan zal het weerstandsvermogen op termijn negatief zijn (uitgaande van het maximaal risicobedrag). Voorgesteld en besloten is om voor de hoogte van de WAR aansluiting te zoeken bij 10% (onze accountant hanteert een percentage van 10% bij onzekerheden in de controle als percentage van de totale lasten) van het begrotingstotaal. Daarnaast is voorgesteld om eveneens een structurele weerstandscapaciteit (€ 0,2 miljoen) te creëren voor het kunnen opvangen van structurele tegenvallers. Hieronder is de prognose van het verloop van de VAR weergegeven in het scenario ‘meest waarschijnlijk’: Prognose verloop VAR (scenario 1 ‘meest waarschijnlijk’) Prognose stand per 1 januari Storting Onttrekking Prognose stand per 31 december
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
2015
2016
2017
2018
2019
9.511.000*
4.578.000
4.689.500
4.388.000
4.064.000
1.107.000
1.113.000
1.097.000
636.000
249.000
-6.040.000
-1.001.500
-1.398.500
-960.000
-960.000
4.578.000
4.689.500
4.388.000
4.064.000
3.353.000
* Betreft de stand van de VAR conform de begroting 2015.
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen 1.3.4 Bezuinigingstraject In 2010 is een bezuinigingstraject gestart met een taakstelling van € 4,0 miljoen. In de jaren erna is, als gevolg van een herbezinning op de omvang van de bezuinigingen en structurele uitzettingen van beleid, de totale bezuinigingsopgave verhoogd naar € 5,8 miljoen. Hiervan is reeds een bedrag van ca. € 4,8 miljoen gerealiseerd in de periode 20102014. Van dit totaal ad € 5,8 miljoen moet in de jaren 2015/2016 nog ongeveer € 1,0 miljoen daadwerkelijk worden gerealiseerd. Die taakstelling zullen we bij de discussie over de nieuwe bezuinigingsopgave buiten beschouwing laten, maar de voortgang van de realisatie van deze opgave wordt uiteraard wél gemonitord binnen de reguliere planning & control cyclus. Uit dit bezuinigingstraject dient in 2016 nog een bedrag van € 0,2 miljoen te worden ingevuld met concrete bezuinigingsvoorstellen, welke deel zal uitmaken van de nieuwe bezuinigingsopgave. De nieuwe bezuinigingsopgave bedraagt € 2,0 miljoen, waarbij beperkte ruimte is voor structureel nieuw beleid (in de scenario’s ‘meest waarschijnlijk’ en ‘best case’) en een structurele weerstandscapaciteit wordt gecreëerd (in scenario ‘worst case’ in 2019 niet meer). Bezuinigingsopgave 2015-2019 De nieuwe bezuinigingsopgave bestaat uit de volgende onderdelen: • Structureel nadelige saldi • Structurele weerstandscapaciteit • Structurele begrotingsruimte
€ 1,7 miljoen € 0,2 miljoen € 0,1 miljoen € 2,0 miljoen
We hebben met raad, college en MT informeel stilgestaan bij de invulling van de nieuwe bezuinigingsopgave tijdens de Breelandbijeenkomst op 13 februari 2015. Hierbij is nadrukkelijk de koppeling gelegd met de accenten in de herijkte Toekomstvisie 2015 – 2025. De uitkomsten hiervan hebben we meegenomen naar de bespreking in de commissie op 30 april jl. Naar aanleiding van de bespreking in deze commissie is de invulling van de bezuinigingsopgave van € 2,0 miljoen op onderdelen aangepast. De totale opgave van € 2,0 miljoen is ongewijzigd. Tijdens de commissievergadering is een aantal alternatieve bezuinigingsrichtingen aangegeven, die we niet overgenomen hebben ter invulling van een gedeelte van de bezuinigingsopgave van € 2,0 miljoen. Hierna treft u de deze bezuinigingsrichtingen met verklaring aan. Eveneens treft u de beantwoording van de gestelde vragen in het kader van de bezuinigingen aan. Wij willen ook in de komende jaren een solide financiële positie behouden. Dat betekent dat we ons zullen moeten beperken in het doen van nieuwe uitgaven (nieuw beleid). Daarbij benadrukken we het belang van onze financiële uitgangspunten die we met elkaar hebben omarmd bij de vaststelling van de begroting 2015 en het beleidsplan 2014. Aangegeven bezuinigingsrichtingen in de commissie bezuinigingen 30 april 2015 • ‘Lean en mean’ organisatie door weghalen managementlaag teamleiders Wij kiezen niet voor deze bezuinigingssuggestie. De huidige organisatie is ingericht volgens een aantal uitgangspunten die we in 2012 met elkaar hebben vastgesteld: o De wens tot een verbetering in de strategische beleidsondersteuning aan het college. o Het uitgangspunt om verantwoordelijkheden laag in de organisatie te beleggen. o De visie van verbindend leiderschap die inhoudt dat leidinggevenden meer de verbinding zoeken met medewerkers, waardoor zij meer aandacht geven aan de ontwikkeling en de potentie van medewerkers en teams. Dit in het licht van de noodzaak om te bezuinigen. Wij hebben gekozen voor 3 afdelingshoofden waar dat er 5 waren. Hierdoor is een kleiner MT ontstaan dat meer strategisch opereert. Hiermee geven wij inhoud aan de wens tot een verbetering in de strategische beleidsondersteuning aan het college en wordt het integraal denken en werken in de organisatie bevorderd. Tegelijkertijd heeft de laag daaronder, die van de teamleiders, meer verantwoordelijkheden en bevoegdheden gekregen. Zij zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van het team en zij voeren in principe de gesprekken uit de gesprekscyclus. De span of control van de teamleiders maakt dat zij meer in verbinding zijn met medewerkers. Dit komt ten goede aan het uitgangspunt om verantwoordelijkheden laag in de organisatie te beleggen en aan de ontwikkeling van medewerkers. En dat is hard nodig om te kunnen inspelen op de steeds sneller veranderende omgeving en de nieuwe opgaven die op de gemeente blijven afkomen. Verder geven teamleiders niet alleen maar leiding. Zij voeren
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen naast hun leidinggevende taak een inhoudelijke taak. Zo is de teamleider facilitaire zaken bijvoorbeeld ook onze inkoopadviseur, de teamleider bestuurs- en managementondersteuning ook P&O adviseur en wordt de teamleider ruimtelijk beleid eveneens ingezet als projectleider ruimte. Het weghalen van de laag teamleiders zou de afstand van de leidinggevende tot de medewerker veel groter maken en de span of control van het afdelingshoofd enorm. Dit komt verbindend leiderschap en daarmee de aandacht voor ontwikkeling van medewerkers en de mogelijkheid om verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen, niet ten goede. Ook ontstaat het risico dat de strategische rol van het MT naar de achtergrond verschuift en de aandacht voor integraal werken stagneert. Bovendien is het maar de vraag of het weghalen van de laag van teamleiders een bezuiniging oplevert, omdat de teamleiders hun leidinggevende taak uitvoeren naast hun inhoudelijke taak. •
Sale en lease back van het gemeentehuis De bouw van ons gemeentehuis is voor 90% gedekt met incidentele middelen. Op 10% van de bouwkosten (ca. € 1,4 miljoen) wordt afgeschreven. De structurele kapitaallast die hierbij hoort bedraagt € 75.000. Bij een volledige activering en afschrijving zou dat ca. € 750.000 zijn geweest. Verkoop levert nu slechts een beperkt structureel voordeel op (gezien de relatief beperkte kapitaallasten), welke bij volledige activering indertijd veel groter zou zijn geweest. Dit beperkte structurele voordeel zal niet in verhouding staan ten opzichte van de structurele leasetermijnen/huurtermijnen die een commerciële partij in rekening brengt. Uiteraard levert de verkoop wel incidenteel voordeel voor de VAR op met het bijbehorende structurele rente-effect. Wat ook van belang is om hierbij te realiseren is dat er op dit moment ruimtes in het gemeentehuis worden verhuurd, waarvoor een huurvergoeding wordt ontvangen. Daarnaast kunnen we zelf bouwkundige aanpassingen aan het gebouw doen op het moment dat er zich ontwikkelingen voordoen (zoals de komst van het sociaal team), aangezien we ‘baas’ in eigen huis zijn.
•
Outsourcen/verzelfstandigen Buitendienst Het personeel van de buitendienst is in vaste loondienst bij de gemeente. Outsourcen betekent dat er voor de eigen medewerkers geen plek meer is. Dit heeft consequenties, ook vanuit sociaal oogpunt. We hebben in onze gemeente, ten opzichte van omliggende gemeenten, al veel uitbesteed, waarbij we alleen beschikken over een flexibele schil om de werkzaamheden efficiënt te kunnen uitvoeren. Denk hierbij ook aan de inzet ten aanzien van de gladheidsbestrijding. Op dit moment is er geen reden om deze structuur te wijzigen. In het kader van de samenwerking Drentsche Aa zijn we aan het onderzoeken in hoeverre we efficiënter gebruik kunnen maken van het materieel.
Gestelde vragen in de commissie bezuinigingen 30 april 2015 • Mogelijkheden tot differentiatie toeristenbelasting Recreatieschap Drenthe geeft ons jaarlijks adviezen ten aanzien van de uniformering van de toeristenbelasting. Dit met het doel om in Drenthe de verschillen tussen de gemeenten in de tarieven van de toeristenbelasting in Drenthe te minimaliseren. Recreatieschap Drenthe adviseert niet om de tarieven te differentiëren. Dit wordt tot dus ver bij geen enkele Drentse gemeente toegepast. Wel is het mogelijk om voor campings forfaitair de toeristenbelasting op te leggen in plaats van aan de hand van een nachtverblijfregister. Het voordeel voor de campings is niet alleen een administratieve lastenverlichting, maar mogelijk ook een financieel voordeel. Campings mogen namelijk kiezen voor de laagste van deze twee methoden. In feite vindt hier dus al differentiatie plaats. Hierbij wordt verondersteld dat dit lagere tarief ook doorberekend wordt aan de campinggasten. •
Prijselasticiteit toeristenbelasting Gebleken is dat toeristen zich bij hun verblijfkeuze niet laten leiden door de hoogte van de toeristenbelasting. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat toeristen zich niet laten leiden door de overnachtingsplaats, maar door de omgeving. Ook blijkt uit onderzoek van de ANWB (bron: ANWB Omnibusonderzoek 2002) dat het merendeel van de toeristen toeristenbelasting acceptabel vindt. De toeristenbelasting heeft geen invloed op de keuze van de toeristische bestemming.
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen •
Ontwikkelingen gemeentelijke belastingen: inzichtelijk maken wat de gevolgen zijn voor een burger die een woning van € 200.000 in bezit heeft en wat de gevolgen zijn voor een burger met een woning van € 400. De gevolgen voor een inwoner die een woning van € 200.000 in bezit heeft zijn: 2015 2016 2017 2018 2019 Rioolheffing € 190 € 194 € 190 € 185 € 185 Afvalstoffenheffing € 223 € 214 € 214 € 214 € 214 OZB € 230 € 243 € 248 € 253 € 258 Totaal € 643 € 651 € 652 € 652 € 657 Procentueel + 1,2% + 0,2% +0,0% +0,8% De gevolgen voor een inwoner die een woning van € 400.000 in bezit heeft zijn: 2015 2016 2017 2018 Rioolheffing € 231 € 236 € 231 € 225 Afvalstoffenheffing € 223 € 214 € 214 € 214 OZB € 460 € 483 € 493 € 502 Totaal € 914 € 933 € 938 € 941 Procentueel +2,1% +0,5% +0,3%
2019 € 225 € 214 € 512 € 951 +1,1%
De bovenstaande berekeningen zijn indicatief. Als uitgangspunt is genomen de aanslag zoals die in 2015 is opgelegd. Hierover zijn de mutaties gerekend zoals die in de bezuinigingsvoorstellen zijn opgenomen (communicerende vaten, BTW in rioolheffing en een trend van 0,75% op OZB in 2016, de jaren erna een trend van 2,0%,conform het financieel meerjarenperspectief in de begroting). N.B. Er is geen rekening gehouden met de effecten van waardedalingen-/stijgingen, immers de totale opbrengst van de OZB blijft gelijk. Een waardedaling in een bepaald gebied kan wél leiden tot verschuiving van (een deel van) de belastingdruk naar een ander gebied in de gemeente. •
Samenwerking: meer samenwerken moet leiden tot meer bezuinigingen In onze begroting en financieel meerjarenperspectief hebben we reeds een structurele taakstellende bezuiniging voor samenwerking met andere gemeenten opgenomen van € 150.000. Daarnaast heeft het Rijk in de Rijksbegroting een taakstellende bezuiniging (van € 1 miljard) voor schaalvergroting lokale overheden opgenomen. Dit betekent voor onze gemeente dat wij met ingang van 2015 tot 2025 per jaar structureel ca. € 0,1 miljoen (in totaal ca. € 0,8 miljoen) gekort worden op onze algemene uitkering. We vinden bovengenoemde taakstellingen zeer substantieel en achten het dan ook niet verantwoord om met de inzichten van nu additionele taakstellingen op te nemen.
•
Inzichtelijk maken van de kosten van de 2 gemeentelijke zwembaden (Annen en Gieten) en de kosten van het zwembad in Gasselternijveen (Hunzepark) Voor onze gemeente zijn de jaarlijkse lasten van de drie zwembaden de volgende: o Zwembad Zwanemeer in Gieten € 350.000 o Zwembad Borghoorns in Annen € 190.000 o Zwembad Hunzepark in Gasselternijveen € 100.000
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
vaststelling beleidsplan 2015
1.3 Financiële uitgangspunten en ontwikkelingen 1.3.5 Financiële ontwikkelingen Hieronder zijn de belangrijkste ontwikkelingen/onzekerheden weergegeven die (mogelijk) een impact hebben op de financiële positie van onze gemeente. Het gaat hierbij om de e ontwikkelingen in het sociale domein en 2 fase van het groot onderhoud aan het gemeentefonds. Als gevolg van deze onzekerheden hebben we, zoals gezegd, een drietal scenario’s uitgewerkt en is nog geen concrete invulling gegeven aan nieuw beleid. De nieuwe beleidswensen, zoals opgenomen in het financieel meerjarenperspectief zijn dan ook slechts een inventarisatie van het mogelijke nieuwe beleid, maar nog geen concreet voorstel richting uw raad. Drie decentralisaties sociaal domein Vooralsnog staan de decentralisatie-opgaven in het sociaal domein budgettair neutraal in onze begroting. Er wordt momenteel hard gewerkt om de eerste prognoses voor 2015/2016 te kunnen geven. Hierbij gooit met name de informatievoorziening roet in het eten, deze loopt stroef. Wat we wel weten is dat als gevolg van de objectieve verdeling onze gemeente structureel € 0,3 gekort is op de beschikbare budgetten. Conform het financiële uitgangspunt ‘Rijksregelingen worden uitgevoerd met Rijksmiddelen’ zou aan de lastenzijde eenzelfde verlaging moeten plaatsvinden; van belang hierbij is om eerst een goed inzicht te hebben in de verwachte uitgaven. Wij zullen u over deze ontwikkelingen op de hoogte stellen per brief vóór de behandeling van het beleidsplan 2015 en de financiële gevolgen verwerken in de begroting 2016, welke we in november aan u voorleggen ter besluitvorming. e
Herijking gemeentefonds (2 fase groot onderhoud gemeentefonds) e e Daar waar de 1 fase van het groot onderhoud aan gemeentefonds onze gemeente een structureel nadeel opleverde van € 0,1 miljoen, laten de voorlopige berichten van de 2 fase groot onderhoud een voordeel zien van structureel € 0,7 miljoen (gebaseerd op de cijfers van 2014). Zoals in de inleiding reeds aangegeven vinden wij het te prematuur om dit vermeende voordeel op dit moment in te boeken. Wij achten het verstandig om de meicirculaire 2015 af te wachten als hierover naar verwachting meer zekerheid bestaat. Meicirculaire 2015 De ontwikkelingen vanuit de meicirculaire 2015 zijn niet financieel in dit beleidsplan verwerkt. Wij zullen u over de belangrijkste ontwikkelingen op de hoogte stellen per brief vóór de behandeling van het beleidsplan 2015 en de financiële gevolgen verwerken in de begroting 2016, welke we in november aan u voorleggen ter besluitvorming.
1.3.6 Conclusie Zoals we ook reeds hebben aangegeven in de begroting 2015 staan we gesteld voor een paar forse uitdagingen in deze bestuursperiode. De uitvoering van de decentralisatieopgaven in het sociale domein en de invulling van de bezuinigingsopgave nemen een prominente plaats in. We zullen, in samenwerking met uw raad, ervoor zorgen dat wij onze financiële solide positie blijven behouden én tegelijkertijd uitvoering blijven geven aan het ingezette beleid. Hierbij zullen wij de onderlinge verbinding en samenwerking stimuleren. Bij het ontwikkelen en uitvoeren van beleid zal de gemeente daarom vaker en meer inwoners betrekken door het toepassen van burgerparticipatie. Alles met als doel om Aa en Hunze een aantrekkelijke woongemeente te laten zijn waar het buitengewoon goed leven en recreëren is, met een levendige en zorgzame samenleving in een robuust landschap. Aa en Hunze Buitengewoon!
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
fin. uitgangspunten en ontwikkelingen
vaststelling beleidsplan 2015
1.4 Voorstellen beleidsplan 2015 Aan uw raad wordt voorgesteld: 1) De financiële uitgangspunten, zoals opgenomen in paragraaf 1.3.1 vast te stellen. 2) De inhoud van de paragrafen 1.3.2, 1.3.3 en 1.3.5 voor kennisgeving aan te nemen. 3) In te stemmen met de inhoud van paragraaf 1.3.4 Bezuinigingen. e 4) De voorgestelde bijstellingen van de budgetten over het lopende jaar 2015 vast te stellen, door vaststelling van de 10 begrotingswijziging 2015. 5) Het voor de lopende begroting over 2015 verwachte positieve saldo van in totaal € 520.000 (bestaande uit een structureel nadeel van afgerond € 108.000 en een incidenteel voordeel van afgerond € 628.000) aan de VAR toe te voegen, zie de samenvatting van de bijstellingen in 3.1.1 Lasten en baten per programma en de bijstellingen per programma in 3.1.2 Toelichting op de lasten en baten per programma. 6) Het FMP 2016 – 2019 voor kennisgeving aan te nemen.
26 mei 2015 College van Burgemeester en Wethouders gemeente Aa en Hunze
Eric van Oosterhout (burgemeester), Henk Heijerman, Co Lambert, Harry Dijkstra (wethouders) en Fred Snoep (gemeentesecretaris/algemeen directeur).
de secretaris,
de burgemeester,
mr. F. Snoep
drs. H.F. van Oosterhout
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
inleiding
belangrijke ontwikkelingen
fin. uitgangspunten en ontwikkelingen
voorstellen beleidsplan 2015
1.5 Vaststelling beleidsplan 2015 Vaststellingsbesluit
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Aa en Hunze in de openbare vergadering van 2 juli 2015.
De griffier,
De voorzitter,
Mr. E.P. van Corbach
Drs. H.F. van Oosterhout
Ga naar Beleid op hoofdlijnen
terug
2.1 Beleid op hoofdlijnen De programma’s bevatten een doorvertaling van de thema’s uit de toekomstvisie en het collegeprogramma. Daarnaast zijn hierin opgenomen de verwachte ontwikkelingen en wat wij hebben bereikt t/m april 2015.
Het “Beleid op hoofdlijnen” is ingedeeld in:
2.1.1 Te realiseren programma’s
Ga naar de bijstellingen
terug
2.1.1 Te realiseren programma’s Uitvoering van de plannen vindt plaats binnen de thema’s uit de toekomstvisie, het collegeprogramma en de programma’s hieronder opgenomen. (klik op de gekleurde pijlen om naar het gewenste onderdeel te gaan.) Toekomstvisie
Collegeprogramma
Programma
Bestuur en dienstverlening
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 1
1 Bestuur
Bestuur en dienstverlening
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 2
2 Publiekszaken
Zorg en leefbaarheid
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 3
3 Openbare Orde en Veiligheid
Wonen en werken
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 4
4 Economische Zaken
Zorg en leefbaarheid
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 5
5 Onderwijs
Zorg en leefbaarheid
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 6
6 Cultuur
Zorg en leefbaarheid
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 7
7 Sport
Zorg en leefbaarheid
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 8
8 Sociale Zaken
Zorg en leefbaarheid
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 9
9 Welzijn
Wonen en werken
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 10
10 gemeentelijke afvaltaken
Wonen en werken
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 11
11 Openbare Werken / Verkeer en Vervoer
Wonen en werken
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 12
12 Milieu
Wonen en werken
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 13
13 Wonen en Leefomgeving
Landbouw, recreatie en landschap
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 14
14 Plattelands- en natuurontwikkeling
Landbouw, recreatie en landschap
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 15
15 Recreatie en toerisme
Bestuur en dienstverlening
Collegeprogramma 2014 – 2018 - 16
16 Financiën en bedrijfsvoering
Ga naar de bijstellingen
terug
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 1 Bestuur
Wat wij willen Algemeen bestuur Burgerparticipatie
• •
Wij willen de strategische koers van onze gemeente actualiseren. We streven naar een betrokken gemeente die haar inwoners kent en dat doet waar de lokale samenleving bij gebaat is. Dat vraagt om een bestuur dat weet wat er leeft in de gemeenschap.
•
Herijken bestaande Strategische Toekomstvisie met inwoners en bedrijven/instellingen door middel van het toepassen van het proces van burgerparticipatie (gereed in de eerste helft van 2015). Sterk inzetten op het verbeteren van burgerparticipatie. Wij gaan actief op zoek naar nieuwe vormen van betrokkenheid van inwoners en een ondersteunende overheid: de gemeente denkt mee, maakt gebruik van de kennis die aanwezig is bij inwoners, bedrijven instellingen en zorgt dat regelgeving en bureaucratie niet in de weg staan van duurzame initiatieven.
Wat wij gaan doen Algemeen bestuur
•
Burgerparticipatie
• • •
Initiatieven van (groepen van) inwoners stimuleren en zij die actief betrokken willen zijn bij de inrichting van hun eigen leefomgeving optimaal ondersteunen. Wij willen het Kern- en buurtgericht werken als een beproefde methode om de inwoners van onze kernen te bereiken sterk doorontwikkelen. Inzetten op een (verdere) verbetering van de dorpsoverlegstructuren en prioriteit geven aan het verbeteren van de interactie, o.a. door als college van B&W elke kern (goed voorbereid) te bezoeken.
2015 2015-2018
2015-2018 2015-2018 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
2.657
144
terug
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 1 Bestuur
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Algemeen bestuur Burgerparticipatie
• •
-
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Algemeen bestuur
•
We hebben met diverse partijen de dialoog gevoerd over de huidige strategische toekomstvisie 2010-2020 en de thema’s waarop deze aangepast zou moeten worden. Intern zijn beleidsmedewerkers betrokken geweest in een meeting met externe experts en hebben MT, college en raad in een informele Breelandsessie van gedachten gewisseld. Extern zijn drie dorpsbijeenkomsten georganiseerd, is met leerlingen van het Nassaucollege gesproken en is een eindmanifestatie met diverse partijen gehouden. De informatie uit de verschillende bijeenkomsten is verzameld en in een raadscommissie in april jl. besproken. De geactualiseerde strategische toekomstvisie 2015-2025 is op 28 mei in de raad vastgesteld.
Burgerparticipatie
• • • • •
In januari 2015 heeft de cursus burgerparticipatie voor de raadsleden plaatsgevonden. Hiermee is de geplande cyclus van cursussen voor alle betrokkenen afgerond. Medio februari 2015 heeft het college de evaluatie 2014 en het uitvoeringsprogramma 2015 vastgesteld. Er is gestart met de uitvoering van het onderdeel ‘Jouw idee, samen uitvoeren’. Er is gestart met de invulling en inbedding van de functie van de van ambassadeurs binnen de gemeentelijke organisatie. De portefeuillehouder en contactambtenaar hebben overleggen gehad met enkele afzonderlijke besturen van dorpsbelangenorganisaties, waarbij burgerparticipatie en de dorpsagenda vaste bespreekpunten zijn. In Gasteren is een pilot gestart waarbij het dorp zelf het bladafval verwerkt, dat door aannemer Alescon wordt verzameld.
•
Ga naar de bijstellingen
terug
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 2 Publiekszaken
Wat wij willen Publiekszaken
• • •
De dienstverlening naar inwoners moet slagvaardig en op niveau zijn. Klantvriendelijk handelen en een proactieve houding zijn belangrijke elementen in het contact met inwoners en bedrijven. Uitgangspunt voor ons contact met de inwoners en bedrijven is, dat zij slechts voor heel specifieke zaken fysiek het gemeentehuis zullen hoeven bezoeken. Tevreden inwoners met geboden dienstverlening, zowel digitaal (website) als via de balie.
Wat wij gaan doen Publiekszaken
• • • •
Op een klantvriendelijke manier goede producten aanbieden tegen een aanvaardbare prijs, laagdrempelig en bereikbaar zijn. Wij willen vergunningen snel afgeven, waar mogelijk ‘klaar terwijl u wacht’. Wij zetten in op het uitbouwen van de 1-loketfunctie in het KCC. Wij zetten in op verdere verbetering van onze dienstverlening via de balie en de digitale dienstverlening via onze website, waarbij wij streven naar een waardering door onze inwoners met een cijfer 8 (in 2014 betrof de waardering het cijfer 7,8 bij de dienstverlening via de balie en 7,6 via de website).
2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
1.469
528
terug
1
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 2 Publiekszaken
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Publiekszaken
•
-
Wat wij hebben bereikt t/m/ april 2015 Publiekszaken
Ga naar de bijstellingen
•
In het najaar van 2014 is door het KCC deelgenomen aan de benchmark “Kwaliteitsmonitor 14+ netnummer”. Deze benchmark is eind 2014 door het Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING) in Noord-Nederland georganiseerd. De resultaten van het onderzoek laten zien dat de bereikbaarheid van het KCC goed is. Dit komt overeen met de eigen bereikbaarheid cijfers die gemonitord worden door de rapportages uit de telefooncentrale. De resultaten van deze benchmark worden samen met de resultaten van het in 2014 gehouden burgerpanel onderzoek dienstverlening gebruikt voor verder het optimaliseren van dienstverleningssprocessen (Resultaten-Benchmark 140592).
terug
1
2
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 3 Openbare orde en veiligheid
Wat wij willen Openbare orde en veiligheid Brandweer en rampenbestrijding
• • •
Een schone, hele en veilige leefomgeving voor inwoners en bedrijven. Dit komt tot uiting in een daling van het aantal (woning)inbraken t.o.v. 2013. Een kwalitatief goed niveau van brandveiligheid. Een professionele crisismanagement organisatie.
•
Het (mogelijk gecombineerd met rookmelderacties) geven van inbraakpreventieadviezen in het kader van de ‘witte voetjesacties’. Via gericht beleid zetten wij ons in om het aantal (woning)inbraken t.o.v. 2013 jaarlijks met gemiddeld 5% te verlagen. Het gebruik van burgernet verder ontwikkelen. We vinden het geven van voorlichting over alcoholgebruik belangrijk en zullen dit doen in samenwerking met de plaatselijke horeca. Inzetten op 100% rookmelderdichtheid. We continueren het lesgeven aan jongeren in brandveiligheid en EHBO, op alle basisscholen in Aa en Hunze.
Wat wij gaan doen Openbare orde en veiligheid
Brandweer en rampenbestrijding
• • • •
2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
1.815
63
terug
1
2
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 3 Openbare orde en veiligheid
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Openbare orde en veiligheid Brandweer en rampenbestrijding
• •
-
Wat wij hebben bereikt t/m/ april 2015 Openbare orde en veiligheid
• • •
Brandweer en rampenbestrijding
• •
Ga naar de bijstellingen
Met de Veiligheidsregio Drenthe en de Politie zijn afspraken gemaakt over de koppeling van de ‘witte voetjesactie’ aan het project Brandveilig leven. Dit project moet een bijdrage leveren aan brandpreventie en inbraakpreventie. Begin maart 2015 zijn we gestart. 14,7% van het aantal inwoners van Aa en Hunze neemt deel aan Burgernet. In Drenthe is dit het hoogste deelnamepercentage. Op basis van de ervaringen in het afgelopen jaar zijn afspraken gemaakt met Veiligheidszorg Nederland over de wijze van toezicht en de rapportage aan de gemeente door de Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s). Inzet van BOA’s vindt plaats op initiatief van de gemeente. Dit gebeurt o.a. op basis van de evenementenkalender. Wij gaan in overleg met de plaatselijke horeca en eventueel met andere partijen over voorlichting aan jongeren over alcoholgebruik. Begin maart is het project Brandveilig leven gestart. Twee adviseurs brandveilig leven bezoeken bewoners in de buitengebieden. Zij bieden een brandveiligheidscheck aan en plaatsen indien gewenst rookmelders. Gekoppeld aan het project Brandveilig leven zal de VRD scholen in de gemeente bezoeken.
terug
1
2
3
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 4 Economische zaken
Wat wij willen Economische aangelegenheden
• • • •
•
Versterken van de regionale positie van Gieten als ‘economische’ hoofdkern en koopcentrum. Samen met de belangenorganisaties (mede) zorg dragen voor een goed ondernemersklimaat in onze gemeente en stimuleren van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen en duurzaam ondernemen. Behouden en verbeteren van de leefbaarheid in de kernen door het bevorderen en behouden van kleinschalige bedrijvigheid. Versterken van de sector toerisme & recreatie (zie verder programma 15 Recreatie en toerisme). Een goede uitvoering van de Participatiewet vanaf 1-1-2015 (zie verder programma 8 Sociale Zaken).
Wat wij gaan doen Economische aangelegenheden
• • • • • • • • • • • • • • •
Investeren in concrete verbeteringen ter verhoging van de kwaliteit van het centrum van Gieten. Extra inzet op terugdringen leegstand, in winkelcentra en op bedrijventerrein Bloemakkers. Herijken van het geldende economisch beleid door in goed overleg met ondernemers een compacte nieuwe beleidsnota op te stellen. Goede begeleiding en ondersteuning voor ondernemers (i.s.m. ‘Drentse Zaak’, ISD, Assen en Tynaarlo). Goede gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers. De openbare ruimte in onze winkelcentra er aantrekkelijk uit laten zien. Inzetten op de realisatie van glasvezel (NGA), in samenwerking met burgerinitiatieven. Bij noodzaak groei vooral inzetten op hervestiging van bestaande agrarische bedrijven als sprake is van een conflict met de leefomgeving, natuur of milieu; verruiming bouwblok kan alternatief zijn. In 2016 een inspirerend ‘Jaar van de ondernemer’ tot stand brengen. Stimuleren van ‘een regionale voedselstrategie’ (eten dat in het eigen gebied geproduceerd is). Soepele vestigingsvoorwaarden voor ondernemers hanteren; ook voor kleinschalige uitbreiding binnen de dorpen. Stimuleren hergebruik van vrijkomende bedrijfspanden door bijvoorbeeld startende ondernemers. Extra inzet voor uitgifte kavels bedrijventerrein Bloemakkers Gieten en ‘Rode loper’ voor ondernemers die zich hier willen vestigen. Zie het programma 15 Recreatie en toerisme. Met het bedrijfsleven invulling geven aan ‘participatiebanen’ en voldoende stageplekken realiseren in het kader van de Participatiewet (zie verder programma 8 Sociale Zaken).
2015-2018 2015-2018 2015 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2016 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
74
38
terug
1
2
3
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 4 Economische zaken
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Economische aangelegenheden
•
-
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Economische aangelegenheden
Ga naar de bijstellingen
• • • • • •
In het platform centrum Gieten worden gewenste concrete verbeteringen besproken en uitgewerkt tot concrete voorstellen. Proces herijking economische koersnota is in gang gezet. Gesprekken met externe (belangen)partijen zijn afgerond. Samenwerking en afstemming met ISD en Drentse zaak is doorlopend proces. Herinrichting centrum Annen is afgerond. Herinrichting centrum is in uitvoering. Voorbereidingen pilot glasvezel door Eco Oostermoer zijn in gang gezet. Voorbereidingen zijn getroffen m.b.t. tot een onderzoek naar vestigingswensen en-eisen van ZZP’ers.
terug
1
2
3
4
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 5 Onderwijs
Wat wij willen Lokaal onderwijsbeleid
Onderwijshuisvesting Volwasseneneducatie
• • • • • • •
Bijdrage leveren aan positieve houding en gedrag van leerlingen in het basisonderwijs ten aanzien van natuur, milieu en duurzaamheid. Elk kind krijgt het onderwijs dat het beste bij zijn of haar talenten en beperkingen past. Inzetten op een goed en levensvatbaar kindvoorzieningen aanbod in en rondom de scholen. Actief opstellen in de discussie over toekomst van het onderwijs met extra aandacht voor kwaliteit en robuustheid. Een goede, toekomstbestendige voorziening voor het Voortgezet Onderwijs in Gieten behouden. Op scholen moet ook letterlijk sprake zijn van een gezond leer- en leefklimaat. Extra inzet op onderwijs aan laaggeletterden.
•
Wij koesteren het huidige aanbod Voortgezet Onderwijs in onze gemeente als belangrijke voorziening voor de woon- en leefkwaliteit van de gemeente als geheel. Aan het begin van het schooljaar 2016/2017 willen we daarom de vernieuwbouw huisvesting Voortgezet Onderwijs gerealiseerd hebben. Wij willen met het IVN Scholennetwerk ook de komende jaren uitvoering geven aan natuur- en milieueducatie. Binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs maken we afspraken over de wijze waarop onderwijsondersteuning in de regio wordt georganiseerd, waardoor er voor iedere leerling een passende onderwijsplek gerealiseerd kan worden. Tevens wordt hierbij de samenhang tussen het passend onderwijs en de gemeentelijke benadering in Zorg voor Jeugd versterkt. De bevolkingsprognoses laten een sterke daling van het aantal geboorten zien. Als een van de oplossingen zien wij het verder bouwen aan brede scholen met een ontmoetingsfunctie. Kinderopvang, peuterspeelzalen, sociaal cultureel werk, bibliotheekfunctie koppelen aan basisscholen ten behoeve van een verbreding van het voorzieningenaanbod. Daarbij streven we naar een groter bereik van (doelgroep)kinderen in de leeftijd van 2-4 jaar, het versterken van de voorzieningen, een kwalitatief beter, stimulerend en ontwikkelingsgericht aanbod. In overleg met de schoolbesturen willen we een gezamenlijke discussie voeren over de toekomst van de scholen aan de hand van de bekende notitie van STAMM met de titel ‘Onderwijs en Krimp’. We richten ons in deze bestuursperiode niet op het actief sluiten van scholen, maar op het voeren van een fundamentele discussie met zowel de schoolbesturen als de gemeenteraad. Uitvoering geven aan de Wet Passend Onderwijs. Vernieuwbouw huisvesting Voortgezet Onderwijs in Gieten. Aanpak urgente klimaatproblemen op scholen. Meer bekendheid geven aan het probleem van laaggeletterdheid en laaggeletterden helpen de weg te vinden naar een cursus en laaggeletterdheid voorkomen (door bv. taalplezier bij kinderen en volwassenen te stimuleren). Daarnaast actief blijven deelnemen in het Bondgenootschap laaggeletterdheid
Wat wij gaan doen Lokaal onderwijsbeleid
• • •
•
Onderwijshuisvesting Volwasseneneducatie
• • • •
2015 2015-2018 2015-2018
2015-2018
2015
2015-2018 2015-2016 2015-2017
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
2.553
248
terug
1
2
3
4
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 5 Onderwijs
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Lokaal onderwijsbeleid Onderwijshuisvesting
• •
Volwasseneneducatie
•
Per 1 augustus 2015 vindt er een fusie plaats tussen drie scholen in het noordelijk veengebied, waarbij de school in Eexterveen behouden blijft. Obs Triangel in Nieuw-Annerveen en obs De Badde in Annerveenschekanaal zullen opgeheven worden. In overleg met de dorpen wordt een nieuwe bestemming gezocht voor de leegkomende schoolgebouwen. -
Wat wij hebben bereikt t/m/ april 2015 Lokaal onderwijsbeleid Onderwijshuisvesting
• • • • •
Volwasseneneducatie
Ga naar de bijstellingen
• •
We hebben een aantal gesprekken gevoerd met PrimAH over herijking van de notitie Kleine Scholen. Wij zullen over dit thema nog een commissie organiseren. In april 2014 is de nieuwe verordening Leerlingenvervoer vastgesteld. Deze verordening is aangepast aan de nieuwe regels van de wet Passend onderwijs. De raad heeft instemming gegeven om het proces Vernieuwbouw Dr. Nassau College verder uit te voeren. Er zijn voorbereidingen zijn gaande om de vernieuwbouw van het Dr. Nassau College bij aanvang van het schooljaar 2016/2017 gerealiseerd te hebben. Er zijn voorzieningen aangebracht om het binnenklimaat op scholen te verbeteren, zodat de scholen voldoen aan het Programma van Eisen Frisse Scholen , klasse C. Wij zijn in overleg met de accommodaties in Nieuw-Annerveen en Annerveenschekanaal m.b.t. de sluiting van de scholen per 1 augustus 2015. In overleg met de dorpen wordt een nieuwe bestemming gezocht voor de leegkomende schoolgebouwen. Er is een start gemaakt met de visieontwikkeling met deelnemende gemeenten in arbeidsmarktregio Groningen. Er is gestart met de visieontwikkeling op het terugdringen van laaggeletterdheid op lokaal, regionaal en provinciaal niveau.
terug
1
2
3
4
5
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 6 Cultuur
Wat wij willen Cultuurparticipatie
• •
Het ondersteunen van een breed en samenhangend kunst- en cultuurvoorzieningenniveau en cultureel aanbod. Het ondersteunen van een cultureel aanbod dat toegankelijk is voor alle doelgroepen; waar inwoners en toeristen aan deel kunnen nemen c.q. kennis van kunnen nemen. Het ondersteunen van een basisstructuur waardoor inwoners op een actieve wijze deel kunnen nemen aan kunst- en cultuuruitingen.
• •
Ondersteunen (financieel en/of facilitair) van kunst- en cultuuruitingen van, voor en door de eigen bevolking. Op het gebied van de beeldende kunst gaan we de gestolen beelden in Annerveenschekanaal en Eexterveenschekanaal herplaatsen en de eigen gemeentelijke kunstcollectie terugbrengen naar een compacte, kwalitatief goede en voor de gemeente representatieve kunstcollectie. Ondersteunen van initiatieven om de Drentse taol te versterken. Blijven zoeken naar vernieuwing in het bibliotheekwerk, waarbij de doelgroep jeugd, spreiding en digitalisering prioriteit hebben en waarbij oog is voor landelijke, regionale en lokale ontwikkelingen. Medio 2016 gaan we de huidige cultuurnota 2013 – 2016 herijken.
• Wat wij gaan doen Cultuurparticipatie
• • •
2015-2016 2015 2015-2016 2015-2016 2016
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
1.291
104
terug
1
2
3
4
5
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 6 Cultuur
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Cultuurparticipatie
• •
Voor de zomervakantie wordt aan de raadscommissie een voorstel voorgelegd over de invulling van de bezuinigingstaakstelling op de vestigingen van de bibliotheek. Momenteel wordt met de provincie Drenthe gesproken over de inzet van de provinciale subsidie aan Biblionet Drenthe vanaf 2016. Dit kan gevolgen hebben voor de bibliotheek Aa en Hunze.
2015 2016
Wat wij hebben bereikt t/m/ april 2015 Cultuurparticipatie
• • •
Ga naar de bijstellingen
De stichting Openbare Bibliotheek Aa en Hunze is in het voorjaar van 2015 opgeheven en is ondergebracht in een nieuwe bibliotheekorganisatie met Biblionet Drenthe. De kunstencentra in Drenthe (Kunst en Cultuur Drenthe, ICO en de Kunstbeweging) hebben een intentieverklaring ondertekend waarin ze aangeven de onderlinge samenwerking op het gebied van de gesubsidieerde ondersteuning van cultuureducatie en cultuurparticipatie te intensiveren en te onderzoeken welke vormen van samenwerking daarbij het beste passen, waarbij het samengaan van de partijen niet is uitgesloten. In het voorjaar wordt het nieuwe beeld in Eexterveenschekanaal geplaatst. Dit beeld is ter vervanging van het beeld dat in 2011 gestolen is.
terug
1
2
3
4
5
6
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 7 Sport
Wat wij willen Sport
• • •
•
Sportmogelijkheden in de hele gemeente bieden, sportparticipatie stimuleren, waaronder ook het stimuleren van gehandicaptensport en sport benaderen als middel voor gezond leven en duurzame sociale binding.Sportparticipatie stimuleren en sport benaderen als een middel voor duurzame sociale binding. Ontwikkelingskansen bieden voor sportverenigingen. Vergroten van de deelname aan sportactiviteiten, zowel binnen gesubsidieerde verenigingen als daarbuiten. Vraaggericht sportaccommodatiebeleid voeren.
• • • • • • • •
Ontwikkelen sport-, bewegings-, en gezondheidsstimuleringsprojecten (bijvoorbeeld Healthy Ageing en Jongeren op Gezond Gewicht). Optimaal gebruik mogelijkheden Jeugdsportfonds. Gerichte, planmatige inzet combinatiefunctionarissen. Bijdragen aan publiciteit over de vele sportevenementen in onze gemeente. Verenigingsondersteuning via/door SportDrenthe. Bezetting accommodaties monitoren en optimaliseren en de gebouwen verduurzamen. Realiseren van een nieuwe voetbalaccommodatie in Gieten, zo mogelijk in combinatie met andere huisvestingswensen. Wij gaan een nieuwe sportnota opstellen.
Wat wij gaan doen Sport
2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2016 2015-2016 2015-2016 2015
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
2.328
570 terug
1
2
3
4
5
6
8
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 7 Sport
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Sport
•
-
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Sport
• • • • • • •
Ga naar de bijstellingen
Het beweegproject jongeren is gestart in samenwerking met Impuls, de sportschool Actioncenter en het Maatschappelijke sportproject in samenwerking met FC Groningen. 8 sportverenigingen hebben deelgenomen aan de Cursus “Meer vrijwilligers in kortere tijd” van SportDrenthe. In vier workshops worden verenigingen gecoacht naar een oplossing voor het vrijwilligerstekort bij hun vereniging. Pilotproject POD sport/ Positief coachen bij de nieuw opgerichte SJO ZVC’14 (samenwerking Jeugd Opleiding Zand en Veen combinatie), samenwerking tussen de 3 voetbalverenigingen GKC, Gasselternijveen en Gieterveen in samenwerking met SportDrenthe en Stichting Impuls. POD sport (Positief Opgroeien Drenthe) helpt om positief gedrag bij kinderen te stimuleren en een positief klimaat binnen de vereniging te realiseren. Diverse sportverenigingen zijn gestart met verenigingsondersteuning door SportDrenthe. Het kunstgrasveld voor de voetbalvereniging in Annen is opgeleverd. De herijking van de sportnota heeft in het eerste kwartaal van 2015 plaatsgevonden. Er is een aantal gesprekken gevoerd met het bestuur van VV Gieten over (ver)nieuwbouw van de accommodatie. Inmiddels is een projectplan opgesteld.
terug
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 8 Sociale zaken
Wat wij willen Participatie Gemeentelijk minimabeleid
• • •
Zoveel mogelijk mensen hebben een actieve rol in de maatschappij, maximale participatie en tegengaan sociaal isolement van inwoners (‘Iedereen doet mee’). Voorkomen van een toename van armoedeoverdracht aan kinderen door financiële ondersteuning van activiteiten op het gebied van sport, cultuur en onderwijs. Voorkomen en waar nodig verzachten/beperken van armoedesituaties.
•
Zorgen voor een goede en snelle match van werkzoekenden die een beroep doen op de Participatiewet met banen en stageplaatsen die met name door het bedrijfsleven worden aangeboden. Relatie tussen (lokale) werkgevers en de uitvoeringsorganisatie Participatiewet intensiveren.. Speciale inzet voor beperken c.q. terugdringen van de jeugdwerkloosheid om te voorkomen dat jongeren langdurig aan de kant staan. Verantwoordelijkheid nemen bij de opvang van asielzoekers/vluchtelingen in onze gemeente. Stimuleren van het doen van vrijwilligerswerk door uitkeringsgerechtigden Beleid primair richten op het naar de arbeidsmarkt leiden van al diegenen die een beroep doen op de Participatiewet. Optimale benutting rijksvergoeding, maar ondanks kortingen op Participatiebudget niemand ‘afschrijven’ want …. ‘Iedereen doet mee’
Wat wij gaan doen Participatie
• • • • • Gemeentelijk minimabeleid
• • • • •
Maximale ruimte armoede/minimabeleid benutten door armoedebeleid goede bekendheid te geven. Mogelijkheden bijzondere bijstand en meedoenbeleid toegankelijker te maken. Ondersteunen van de Stichting Leergeld. Gemeentelijke ondersteuning van de Voedselbank indien nodig (infrastructuur; niet exploitatie). Goed overleg voeren met de cliëntenraad en ‘Arme kant van Aa en Hunze’/Voedselbank, probleemsituaties tijdig signaleren en zorgen voor maatwerk bij oplossingen (met ISD en sociaal team).
2015 2015 2015 2015-2018 2015 2015 2015 2015 2015 2015 2015
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
11.363
4.773 terug
1
2
3
4
5
6
7
9
10
11
12
13
14
15
16
Programma 8 Sociale zaken
Verwachte ontwikkeling c.q. bijstelling planning Participatie Gemeentelijk minimabeleid
• •
-
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Participatie
•
Gemeentelijk minimabeleid
• • •
Ga naar de bijstellingen
In februari jl. is de gemeente gestart met de uitwerking van het bedrijfsplan voor de uitvoeringsorganisatie Participatiewet met als beoogd resultaat één uitvoeringsorganisatie in het kader van de Participatiewet per 1 januari 2016. Als gemeente voldoen wij aan onze taakstelling v.w.b. de opvang van vluchtelingen. Er wordt door de ISD meer bekendheid gegeven aan de mogelijkheid van extra financiële ondersteuning door o.a. de publicatie ‘waar heb ik recht op’. De Stichting Leergeld is in maart 2015 met de activiteiten in Aa en Hunze gestart.
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
10
11
12
13
14
15
16
Programma 9 Welzijn
Wat wij willen Maatschappelijke voorzieningen Openbare gezondheidszorg Wet Maatschappelijke Ondersteuning/ Jeugdwet
• • • • •
Investeren in een levendige en zorgzame samenleving. Investeren in zorg en ontmoeting. Uitvoering geven aan lokaal volksgezondheidsbeleid en deelname aan het project Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG). Werken aan een actieve samenleving, waar inwoners zich voor elkaar en hun leefomgeving verantwoordelijk voelen en waarbij de gemeente de zorg voor kwetsbare mensen voor haar rekening neemt. Ondersteunen van inwoners op de leefgebieden van wonen, welzijn, zorg, inkomen, participatie, opvoeding en werk.
Wat wij gaan doen Maatschappelijke voorzieningen
•
Openbare gezondheidszorg
• •
Wet Maatschappelijke Ondersteuning/ Jeugdwet
• •
•
Aan een ontmoetingsfunctie in een dorp wordt grote waarde toegekend. Daar waar deze functie niet langer levensvatbaar is en niet langer gedragen wordt door de inwoners zelf, zal een dergelijke voorziening niet tegen elke prijs behouden (kunnen) worden. Alleen door innovatief en samenwerkend te opereren, is behoud van de kwaliteit van wonen en voorzieningen mogelijk. Handhaven en zo mogelijk versterken van bestaande accommodaties, onder de expliciete voorwaarde dat ze voldoende toekomstperspectief hebben. Bijna één op de tien jongeren in Aa en Hunze heeft overgewicht. Ook ondergewicht komt voor: 13% van het totaal aantal jongeren heeft (ernstig) ondergewicht. Via het JOGG project willen we de toename van overgewicht bij kinderen en jongeren tot 19 jaar een halt toeroepen en de cijfers ombuigen, zodat eind 2016 meer kinderen en jongeren in Aa en Hunze een gezond gewicht hebben. Dit betekent voor ons dat inwoners zich verantwoordelijk voelen voor elkaar en hun eigen leefomgeving. De gemeente neemt de zorg voor kwetsbare mensen voor haar rekening. Hierdoor kunnen de inwoners zo lang mogelijk zelfstandig of met begeleiding in hun eigen leefomgeving blijven wonen en participeren. We willen voorkomen dat er een opeenstapeling van regelingen en voorzieningen ontstaat. Voorop staat het uitgangspunt om de kracht en mogelijkheden van de mensen zelf en hun omgeving optimaal te benutten. Mochten zij al dan niet tijdelijk een steun in de rug nodig hebben dan kunnen zij gebruik maken van een netwerk van vrijwilligers en professionals. De hulp moet erop gericht zijn dat zij hun eigen regie weer kunnen nemen. Bij kwetsbare mensen wordt ingezet op het herkennen en doorbreken van het sociale isolement. Zij houden zoveel mogelijk de touwtjes in handen en er is sprake van: ‘Eén huishouden, één plan, één regisseur’. Hierbij wordt problematiek vroegtijdig gesignaleerd en vindt coördinatie van hulpverlening plaats vanuit één verantwoordelijk aanspreekpunt. We gaan werken met sociale teams als toegang voor voorzieningen in het sociaal domein. Met betrekking tot de jeugdzorg willen we meer inzetten op preventie en het tijdig signaleren van (potentiële) problemen bij jeugdigen en willen wij de inzet van (zeer) specialistische vormen van jeugdzorg terugdringen. Jeugdigen kunnen met hun vragen terecht bij professionals in hun directe omgeving zoals o.a. scholen, kinderopvang, peuterspeelzalen en het centrum voor jeugd en gezin (CJG)
2015-2018 2015-2016
2015-2018
2015-2018
2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
16.217
1.188
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
10
11
12
13
14
15
16
Programma 9 Welzijn
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Maatschappelijke voorzieningen
•
Openbare gezondheidszorg
•
Wet Maatschappelijke Ondersteuning/ Jeugdwet
•
Door een fusie van drie scholen in het noordelijk veengebied per 1 augustus 2015 zullen de schoolgebouwen van Obs Triangel in Nieuw-Annerveen en obs De Badde in Annerveenschekanaal leeg komen te staan. In overleg met de dorpen wordt een nieuwe bestemming gezocht voor de leegkomende schoolgebouwen. Het netwerk dat zich bezighoudt met de doelen van de JOGG-aanpak verbreedt zich continu. Dit heeft effect op de activiteiten en interventies die we (mede) ontwikkelen. Uiteindelijk moet dit resulteren in initiatieven die vanuit de samenleving zelf ontwikkeld worden en in stand gehouden worden, met of zonder ondersteuning/participatie van de gemeente. -
2015-2016
2015-2016
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Maatschappelijke voorzieningen
•
Openbare gezondheidszorg
•
• Wet Maatschappelijke Ondersteuning/ Jeugdwet
Ga naar de bijstellingen
• • • • • • • •
Er is gestart met het project Maatschappelijk vastgoed. De aanleiding hiervoor is de constatering dat een aantal maatschappelijke ontwikkelingen zorgt voor een afnemende dan wel veranderende vraag naar maatschappelijk vastgoed. Het (negatieve) effect hiervan op de leefbaarheid in Aa en Hunze begint zichtbaar te worden. Om adequaat op deze ontwikkeling in te kunnen spelen is er behoefte aan meer inzicht in de problematiek van het maatschappelijk vastgoed. Gasselternijveen is de proeftuin voor de JOGG-aanpak. Inmiddels hebben we onderzoek gedaan naar de leefstijl van de basisschooljeugd in het dorp: de resultaten van dit onderzoek geven richting aan de interventies die we ontwikkelen. Er is een nauwe samenwerking met VV Gasselternijveen en Impuls die resulteert in concrete activiteiten voor verbetering van de leefstijl van de jeugd. In de week van 20 – 24 april 2015 is een gezondheidsweek in het dorp georganiseerd, waar uitgebreid aandacht is gegeven aan een gezonde leefstijl in de breedste zin (voor de gehele samenleving in Gasselternijveen). We werken aan een interventie voor het thema ‘DrinkWater’, die we gaan uitzetten bij BSO’s, scholen en (sport)verenigingen. Naast dat de focus op Gasselternijveen is gericht, zijn we actief in de rest van de gemeente waar dat mogelijk is: dit richt zich vooralsnog op het (mede) organiseren van activiteiten. Het sociaal Team heeft de taken overeenkomstig de vastgestelde uitgangspunten opgepakt. Middels publicaties wordt er gecommuniceerd over de wijzigingen en de mogelijkheden. In vervolg op de vorig jaar georganiseerde bewonersbijeenkomsten worden op verzoek bijeenkomsten van dorpen/groeperingen bezocht om de inwoners te informeren. De gecontracteerde aanbieders hebben zorggedragen voor de continuïteit van de ondersteuning. Er is inzicht in inkoopvolume en cliënt-aantallen De toegang is georganiseerd binnen CJG/Sociaal Team inclusief de informatievoorziening. Het beleidskader en nadere regels zijn vastgesteld. De transformatie is in regio-verband in ontwikkeling.
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
12
13
14
15
16
Programma 10 Gemeentelijke afvaltaken
Wat wij willen Gemeentelijke afvaltaken
• •
Minder afval, meer afvalscheiding, hergebruik. Minder zwerfafval. Lage kosten en tevreden inwoners.
• • • •
Verbeteren/intensiveren voorlichting. Landelijke doelstellingen voor GFT, papier, glas, textiel en klein chemisch afval spiegelen aan de behaalde resultaten in de gemeente. In beeld brengen gemeentelijke prestaties en verbetermogelijkheden. Verder inzetten op adequate (gescheiden) inzameling van plastic en kunststofverpakkingen en desgewenst invoeren van een extra container voor plastics en kunststoffen en een containermanagementsysteem. Herijken mogelijkheden Afvalbrengstation. Samen met inwoners en bedrijven zorgen voor een gestructureerde aanpak van een groeiend probleem (project starten). Minder restafval leidt automatisch tot kostenverlaging. Afval is vast onderwerp bij toetsing kwaliteit gemeentelijke dienstverlening.
•
Wat wij gaan doen Gemeentelijke afvaltaken
• • • •
2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2016 2016 2015-2018 2015-2018 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
2.141
2.466
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
11
12
13
14
15
16
Programma 10 Gemeentelijke afvaltaken
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling Gemeentelijke afvaltaken
•
-
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Gemeentelijke afvaltaken
• • • •
Ga naar de bijstellingen
In samenwerking met Drentse gemeenten is het transport, de sortering en de vermarkting van kunststof afval aanbesteed. De voorlopige gunning aan Sita is door andere inschrijvers in meerdere instanties aangevochten. Uiteindelijk is de gunning in stand gebleven en inmiddels definitief geworden. Er loopt een gezamenlijke aanbesteding van glas met de Drentse gemeenten. Er is een start gemaakt met de aanbesteding van de verwerking van GFT afval gezamenlijk met merendeel van de Drentse gemeenten. Eind april jl. is door de raad besloten om een aparte container voor kunststof afval aan te schaffen en uit te zetten.
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
14
15
16
Programma 11 Openbare werken/ verkeer en vervoer
Wat wij willen Wegen straten en pleinen Verkeer en vervoer Riolering Openbaar groen
• • • • •
Geluidsproblematiek N33/N34 waar mogelijk door gerichte maatregelen beperken. Verbeteren verkeersveiligheid en daardoor verkeersongevallen beperken. Het deelnemen aan het verkeer over goed onderhouden wegen en paden voor alle soorten verkeersdeelnemers met aandacht voor verkeers- en sociale aspecten. Zorg blijven dragen voor een goed functionerend systeem van waterafvoer. Het onderhoudsniveau van het openbaar groen op niveau houden waarbij de inwoners (ook met een arbeidshandicap) actief betrokken worden bij het in stand houden en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de groene leefomgeving.
•
In overleg met Rijkswaterstaat en de provincie moet duidelijk worden welk budget beschikbaar is voor het nemen van adequate maatregelen. Daarna nemen we als gemeente een besluit over het nemen van die maatregelen. Landschappelijk inpassen van de strook tussen de N33 bij Rolde door o.a. boscompensatie a.g.v. het bestemmingsplan Nooitgedacht. Opstellen nieuw Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan. Onderzoeken van en zo mogelijk realiseren van mogelijkheden van aanvullend (openbaar) vervoer. Verkeersveiligheid verbeteren door inzet (mobiele) digitale snelheidsborden. Uitvoering van het groot wegenonderhoud conform het wegenbeleidsplan en het wegenbeheersplan. Analyseren fietsknelpunten om te komen tot prioritering van de eventuele aanleg van fietspaden langs gevaarlijke en/of drukke wegen (bijv. Amerweg tussen Grolloo en Amen). Bijdragen aan een goede recreatieve infrastructuur van het Staatsbosbeheer (zie ook programma 15 Recreatie en toerisme). Uitvoeren reconstructie rijbaan Annerveenschekanaal – Eexterveenschekanaal. Uitvoeren reconstructie omgeving Huize Bareveld. Uitvoeren accentueren grenzen bebouwde kom. Opstellen nieuw Gemeentelijk Rioleringsplan. Samenwerken in de waterketen met het waterbedrijf, waterschap Hunze en Aa’s en andere gemeenten. Opstellen boombeleidsplan een wegwerken achterstallig onderhoud bomen. In overleg met dorpen en (groepen) inwoners actief onderzoek doen naar mogelijkheden onderhoud groen (deels) over te dragen aan inwoners/dorpen. Onderzoek naar effectiviteit en efficiency van het reguliere groenonderhoud. Ecologisch beheer van bermen en openbaar groen, zonder chemische onkruidbestrijding.
Wat wij gaan doen Wegen straten en pleinen
Verkeer en vervoer
Riolering Openbaar groen
• • • • • • • • • • • • • • • •
2015 2015 2015 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015 2015-2018 2015 2015 2015 2015 2015-2018 2015 2015-2018 2016 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
19.469
11.747
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12
13
14
15
16
Programma 11 Openbare werken/ verkeer en vervoer
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Wegen straten en pleinen Verkeer en vervoer Riolering Openbaar groen
• • • •
Er vindt geen uitvoering plaats in 2015 van het accentueren van de grenzen van de bebouwde kom, omdat er geen middelen beschikbaar zijn gesteld. Het huidig beleid van bermonderhoud wordt voortgezet.
Wat wij hebben bereikt t/m/ april 2015 Wegen straten en pleinen Verkeer en vervoer Riolering Openbaar groen
Ga naar de bijstellingen
• • • • •
Het Gemeentelijk Rioleringsplan is vastgesteld. Er wordt uitvoering gegeven aan de samenwerking in de waterketen. Voor elk cluster is een coördinator benoemd die de waterteams aanstuurt. -
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
13
14
15
16
Programma 12 Milieu
Wat wij willen Milieubeleid Energie, milieuzorg en milieuvoorlichting
• • •
Een schone leefomgeving door een vermindering van de CO2-uitstoot en meer gebruik van schone en duurzame energie. (Verdere) verduurzaming accommodaties. De besluitvorming over windturbines zo goed mogelijk beïnvloeden in het belang van de betrokken inwoners.
• • • • • • • • •
Uitvoering geven aan de gemeentelijke ‘duurzaamheidsvisie’. Ondersteunen initiatieven van inwoners/bedrijven en dorpen, zoals: ECO-Oostermoer en het dorpsenergieplan Gasselternijveenschemond. Het dorpsenergieplan van Gasselternijveenschemond ook aan andere dorpen aanbieden. Onderzoeken naar mogelijkheden om zonneweides te realiseren. Stimuleren van energie-, water- en CO2 besparende maatregelen bij woningen en bedrijven. Actief bodembeheer door middel van een gemeentelijk bodembeleidsplan en een bodemkwaliteitskaart. Het lokaal verankeren van de afspraken die in 2013 gemaakt zijn in het SER-akkoord. Speciale aandacht voor het aanbod van biologische streekproducten door lokale ondernemers en voor gezonde voeding. Energiezuinig bouwen en verbouwen stimuleren en ondersteunen door de landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie door o.a. goede voorlichting en een bereikbaar ‘loket’ (inwoners ‘ontzorgen’). Duurzame investeringen stimuleren bij inwoners en bedrijven en de mogelijkheid om duurzaamheidsleningen te verstrekken onderzoeken. Verenigingen ondersteunen bij het investeren in duurzaamheidsmaatregelen, ook om de exploitatielasten te drukken. Investeren in duurzaamheidsmaatregelen gemeentelijke gebouwen. Afspraken maken met woningcorporaties over het duurzaam aanpassen van woningen. Uitvoeren draagvlakonderzoek windenergie. Wij hanteren als uitgangspunt de gebiedsvisie Windenergie bij de realisatie van de windturbines in de Veenkoloniën.
Wat wij gaan doen Milieubeleid
Energie, milieuzorg en milieuvoorlichting
• • • • •
2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
786
83
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
13
14
15
16
Programma 12 Milieu
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Milieubeleid
• •
In 2015 gaan we met alle deelnemers binnen de RUDD een “Drentse Maat” vaststellen t.a.v. het ambitieniveau en de kostprijs van de producten. Ingaande 2016 zal er een koppeling plaatsvinden tussen het zaaksysteem van de RUDD en de (systemen van de) gemeente Aa en Hunze met als doel het efficiënter laten verlopen van de bedrijfsvoeringsprocessen.
Energie, milieuzorg en milieuvoorlichting
•
-
2015 2016
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Milieubeleid Energie, milieuzorg en milieuvoorlichting
• • •
Ga naar de bijstellingen
Samen met de provincie Drenthe wordt de actie Zonzoektdrent van het afgelopen jaar het lopende jaar (2015) voortgezet; het houdt in dat een zgn. zonnelening met een lage rente beschikbaar komt voor particuliere woningeigenaren. VV Eext heeft een bijdrage ontvangen voor zonnepanelen uit zowel het duurzaamheidsfonds als het Leefbaarheidsfonds.
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
14
15
16
Programma 13 Wonen en leefomgeving
Wat wij willen Volkshuisvesting Ruimtelijk ordening
Omgevingsvergunningen Handhaving
• • • • • • •
De groei van de woningbouw afstemmen op de behoefte (maatwerk) met inachtneming van de problematiek van ontgroening, vergrijzing en krimp. Energiezuinig (ver)bouwen stimuleren en ondersteunen door landelijke voorlichting te vertalen naar de lokale situatie (zie verder programma 12). Verbeteren koopcentrum Gieten (zie ook programma 4 Economische zaken). De gemeente Aa en Hunze verder ontwikkelen als een buitengewone woongemeente met hoge omgevingskwaliteit, waar het ook goed recreëren en werken is. Het behouden en waar mogelijk versterken van het huidige landschap en de woonomgeving. De ambitie om te gaan voldoen aan de kwaliteitscriteria voor Wabo vergunningverlening, handhaving en toezicht. Het verlenen en controleren van omgevingsvergunningen en meldingen volgens de Wabo wetgeving: snel en zo mogelijk “klaar terwijl u wacht”.
Wat wij gaan doen Volkshuisvesting
• • •
Ruimtelijk ordening
• • •
Omgevingsvergunningen
• • •
Handhaving
De doorstroming op de woningmarkt verder op gang brengen door het stimuleren van de bouw van starterswoningen en levensloopbestendige woningen. Experimenteren met nieuwbouwmogelijkheden, ook als daar financiële consequenties aan zitten voor het grondbedrijf. In de behoefte aan woonruimte voorzien door flexibele huisvesting, innovatieve woonvormen en het toestaan van wooneenheden in vrijkomende boerderijen of monumentale panden, mits de reeds gevestigde naburige bedrijven daardoor in de toekomst niet belemmerd worden in hun bedrijfsvoering. Het uitvoeren van de Woonvisie en gebruik van participatie hierin. Met P-10 gemeenten werken aan een planmatige behandeling van het thema krimp. Zorg dragen voor een goede ruimtelijke ordening waarbij de economische- en woonfuncties goed worden afgestemd met het landschap (door o.a. actuele bestemmingsplannen). Opstellen van Drenthe brede kwaliteitscriteria en daaraan voldoen ten aanzien van vergunningverlening, handhaving en toezicht. Snel de omgevingsvergunning verlenen en zo mogelijk ‘klaar terwijl u wacht’ Speciale aandacht voor/inzet op handhaven brandveiligheid/permanente bewoning op recreatieterreinen.
2015-2018 2015-2018 2015-2018
2015-2018 2015-2018
2015-2018 2015-2018 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
7.557
5.262
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
14
15
16
Programma 13 Wonen en leefomgeving
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Volkshuisvesting Ruimtelijk ordening Omgevingsvergunningen Handhaving
• • •
Uitvoeren reconstructie Boddeveld-Stationsstraat te Gieten. De actualisatie van de Woonvisie vindt plaats. De planning voor de actualisatie van de bestemmingsplannen Buitengebied schuift door de behandeling van de inspraakreacties en afstemming met de nieuwe provinciale omgevingsvisie en –verordening op. Behandeling in de raad is nu gepland in april 2016.
2015 2015
• • •
De kwaliteitscriteria dienen voor 01.01.2016 gewaarborgd te worden in verordening en vastgesteld door de raad. Medio 2015 wordt gestart met het verlenen van Wabo flitsvergunningen. -
2015 2015
2016
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Volkshuisvesting
Ruimtelijk ordening
Omgevingsvergunningen Handhaving
Ga naar de bijstellingen
• • • • • • • • •
In Eext is de realisatie van starterswoningen planologisch geregeld en worden de kavels uitgegeven. In Grolloo wordt in overleg met het dorp bezien hoeveel en op welke locaties starterswoningen kunnen worden gerealiseerd. In Annen wordt medewerking verleend aan diverse particuliere initiatieven om (onder meer) starterswoningen te realiseren. De actualisatie van de Woonvisie wordt uitgevoerd (doorlopend proces). Herstructurering Boddeveld-Stationsstraat te Gieten is in maart 2015 gestart. Er wordt zorg gedragen voor een goede ruimtelijke ordening (doorlopend proces). Het voorlopig voorontwerp voor een geactualiseerd bestemmingsplan Buitengebied heeft ter inzage gelegen ten behoeve van inspraak en vooroverleg. De werkzaamheden verlopen conform planning. De werkzaamheden verlopen conform planning.
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
15
16
Programma 14 Plattelands- en natuurontwikkeling
Wat wij willen Plattelands- en natuurontwikkeling
•
Een vitaal platteland met leefbare dorpen en een gezonde plattelandseconomie.
• •
Doorontwikkeling van het gebiedsgericht werken. Uitvoering geven aan projecten in het kader van het gebiedsgericht beleid (agenda Veenkoloniën, Drentsche Aa), waarbij gebruik zal worden gemaakt van subsidiemogelijkheden en betrokkenheid van de inwoners in het gebied. Op basis van nieuwe gebiedsprogramma’s (bijvoorbeeld Vitaal platteland) bijdragen aan concrete projecten.
Wat wij gaan doen Plattelands- en natuurontwikkeling
•
2015-2018 2015-2018 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
1.021
244
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
15
16
Programma 14 Plattelands- en natuurontwikkeling
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Plattelands- en natuurontwikkeling
•
-
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Plattelands- en natuurontwikkeling
Ga naar de bijstellingen
•
Het gebiedsgericht beleid wordt doorontwikkeld en daar waar mogelijk wordt uitvoering gegeven aan projecten in het kader van dit beleid.
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
16
Programma 15 Recreatie en toerisme
Wat wij willen Recreatiebeleid
• •
•
Het duurzaam ontwikkelen en versterken van de toeristische en recreatieve sector, met inachtneming van de bijzondere culturele, natuurlijke en landschappelijke waarden en de belangen van de inwoners van de gemeente Aa en Hunze, waarbij het verbeteren van de leefbaarheid, het verhogen van bestedingen en het scheppen van werkgelegenheid centraal staan. Uitvoering geven aan de ontwikkelingen in en rondom het Gasselterveld. In stand houden recreatieve infrastructuur van het Staatsbosbeheer.
Wat wij gaan doen Recreatiebeleid
• • • • • • • • • • • • • •
Verbinden van de verschillende beleidsterreinen ter versterking van recreatie en toerisme. Opstellen beleidsplan Recreatie en toerisme in 2015 en hieraan uitvoering geven. Samen met sector en toeristisch regisseur inzetten op marketing en promotie van de regio via www.hondsrugdrenthe.nl en het toeristisch product ‘Aa en Hunze’. 2015 uitroepen als het themajaar Recreatie en toerisme. Participeren in het regionale project Geopark. Investeren in het behoud van de Toeristische Informatiepunten (TIP’s). Ondersteunen en faciliteren van bestaande bedrijven bij duurzame en innovatieve initiatieven. Investeren in behoud van beheer en onderhoud bezoekersnetwerk Drentsche Aa. Verbetering van recreatievoorzieningen en ondersteuning ontwikkeling recreatiebedrijven. Verbetering en (zo mogelijk) uitbreiding van recreatieve fietspaden. Het kleurrijk maken van de dorpen in de gemeente als ‘Ville de Fleurie’ in Frankrijk. Uitwerken van de visie op de ontwikkeling van het Gasselterveld. Actieve rol vervullen om het wildpark Zodiac Zoo mogelijk te maken. Verlenen van een bijdrage aan het in stand houden van de wandel-, fiets- en ruiterpaden van het Staatsbosbeheer.
2015-2018 2015 2015-2016 2015 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015-2018 2015 2015-2017
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
981
194
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
16
Programma 15 Recreatie en toerisme
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Recreatiebeleid
•
-
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Recreatiebeleid
Ga naar de bijstellingen
• • • • • •
De nota toeristisch beleid is vastgesteld door de gemeenteraad op 26 maart 2015 De notitie Bed and Breakfastbeleid is vastgesteld door de gemeenteraad in april 2015 Het themajaar Ontspannend van Aa tot hunZe is van start gegaan met de opening op 21 maart 2015 Samen met de gemeenten in Zuid Oost Drenthe is een aanvraag ingediend in het kader van vitaal platteland Er is overleg over het in standhouden van wandel-, fiets- en ruiterpaden opgestart met Staatsbosbeheer Er is en folderpunt geopend bij Toegangspoort Nationaal Park Drentsche Aa in Deurze
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Programma 16 Financiën en bedrijfsvoering
Wat wij willen Belastingen
•
De woonlasten voor onze inwoners en bedrijven zo laag mogelijk houden. Uitgangspunt is gelijkblijvende totale lastendruk waarbij onderlinge uitwisseling tussen gemeentelijke belastingen mogelijk is (de zogenaamde communicerende vaten).
Bedrijfsvoering
• •
Behouden van een solide financiële positie. Een doelmatige, planmatige uitvoering van gemeentelijk taken tegen lage maatschappelijke kosten, maximale transparantie bij planvorming, besluitvorming en verantwoording, effectief, efficiënt en duurzaam inkopen. Behoud van een effectief en efficiënt ambtelijk apparaat waar we (zoals nu) trots op zijn en kunnen blijven. Samenwerking Drentsche Aa intensiveren. Besturen op hoofdlijnen met een goede planning vooraf en een helder systeem van verantwoording en control achteraf. Optimale ICT-ondersteuning van gemeentelijke processen tegen aanvaardbare kosten.
Samenwerking Planning en control Informatisering en automatisering
• • • •
Wat wij gaan doen Belastingen
•
Bedrijfsvoering
• • •
Samenwerking Planning en control Informatisering en automatisering
• • •
De kostendekkendheid van de gemeentelijke tarieven, binnen de wettelijk toegestane kaders, gefaseerd verhogen tot 100% (met uitzondering van de grafrechten). Terughoudendheid betrachten bij het formuleren van nieuw beleid, nieuwe taken uitvoeren met de daarvoor van rijkswege beschikbaar gestelde middelen en tijdig bezuinigingsmaatregelen nemen. Beleid m.b.t. doelmatig en efficiënt beheer gemeentelijk vastgoed formuleren en in uitvoering nemen. In de vorm van organisatiebrede en individuele trainingen en opleidingen werken we aan de ontwikkeling en inzetbaarheid van medewerkers. Wij willen dat de medewerkers meer met de blik naar buiten (burgerparticipatie) én met enthousiasme aan het werk gaan. De samenwerking met Assen en Tynaarlo (samenwerking Drentsche Aa) intensiveren en meer concreet maken. Doorontwikkelen van de planning- en control cyclus en het toegankelijker maken van de gebruikte documenten. We gaan het informatiebeleidsplan actualiseren en uitvoeren.
2015 2015-2018 2015-2016 2015-2018 2016-2017 2015-2018 2015-2018
Raming baten en lasten Resultaat na bestemming
Ga naar de bijstellingen
lasten
baten
4.764
49.352
terug
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
Programma 16 Financiën en bedrijfsvoering
Verwachte ontwikkelingen c.q. bijstelling planning Belastingen Bedrijfsvoering Samenwerking Planning en control Informatisering en automatisering
• • • • •
Het informatiebeleidsplan is opgesteld voor periode 2011-2015. Een aantal projecten is vanwege verschillende redenen opgeschoven waardoor de periode met 1 jaar verlengd kan worden tot en met 2016 qua projecten en qua financiering. Bij het opstellen van een nieuw informatiebeleidsplan worden de ontwikkelingen van de samenwerking SDA nauwlettend gevolgd.
2016-2018
Wat wij hebben bereikt t/m april 2015 Belastingen Bedrijfsvoering
• •
Begin 2015 is het Opleidingsplan 2015 vastgesteld. Hierin zijn individuele trainingen en opleidingen opgenomen die bijdragen aan kennis, vaardigheden, houding en gedrag van medewerkers op hun vakgebied en met betrekking tot hun ambitie en ontwikkeling. Ook zijn trainingen opgenomen voor groepen in de organisatie, zoals een training algemene juridische kennis, een training over integriteit en trainingen op het gebied van communicatie. Inmiddels is gestart met uitvoering geven aan het opleidingsplan.
Samenwerking
•
Planning en control Informatisering en automatisering
• •
De bussiness cases voor belastingen, inkoop, personeels- en salarisadministratie (PSA) zijn gereed. Er is verder vorm gegeven aan de dienstverlenings- en detacheringsovereenkomsten Het beleidsplan 2015 is het tweede gedigitaliseerde document na de begroting 2015 binnen de planning & control cyclus. -
Ga naar de bijstellingen
terug
Recapitulatie bijstellingen
Toelichting op de bijstellingen per programma
3. Bijstellingen In het hoofdstuk “Bijstellingen” worden de bijstellingen van de verschillende programma’s gerecapituleerd weergegeven, met daarbij de financiële doorwerking in de lopende begroting. Daarnaast is een toelichting op hoofdlijnen op de bijstellingen per programma opgenomen
Het hoofdstuk “Bijstellingen” bestaat uit de volgende onderdelen:
3.1.1.
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2.
Toelichting op de bijstellingen per programma
Ga naar bijlagen
terug
Toelichting op de bijstellingen per programma
3.1.1 Recapitulatie bijstellingen Recapitulatie bijstellingen (bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Begroot 2015
Bezuinigingen
Bestaand beleid
Bijstelling inc.
Bijstelling inc.
Bijstelling struct.
Bijstelling struct.
Totaal 2015
Begroot 2015
Bezuinigingen
Bestaand beleid
Bijstelling inc.
Bijstelling inc.
Bijstelling struct.
Bijstelling struct.
Totaal 2015
1 Bestuur
2.668
2.657
144
2 Publiekszaken
1.449
20
1.469
603
3 Openbare orde en veiligheid
1.916
-101
1.815
63
63
74
38
38
2.553
298
1.291 34
4 Economische zaken
74
5 Onderwijs
2.742
6 Cultuur
1.296
7 Sport
10.488
9 Welzijn
16.597
11 Openbare werken/verkeer en vervoer 12 Milieu
18.892 7.486 1.008
Algemeen totaal
Totaal bijstellingen (bedragen x € 1.000) Beginsaldo Structureel Bezuinigingen structureel Bestaand beleid structureel Saldo na bijstelling structureel
Ga naar bijlagen
-75 -47
-9
835
14 Plattelands- en natuurontwikkeling 16 Financiën en bedrijfsvoering
175
-24
92
12
104
2.328
524
46
570
700
11.363
3.991
700
4.773
-305
16.217
1.177
47
2.141
2.419
633
19.469
11.367
-62
13
786
83
7
88
7.557
5.309
10
3
1.021
234
981
194
74.106
4 -31 -80 -108
-157
31
1.430
8
4.764
47.573
2.107
397
76.483
74.109
Beginsaldo incidenteel Bezuinigingen incidenteel Bestaand beleid incidenteel Saldo na bijstelling incidenteel
25
528
248
981 3.326
144 -75
-75
-5 40
2.094
13 Wonen en leefomgeving 15 Recreatie en toerisme
-189
2.254
8 Sociale zaken 10 Gemeentelijke afvaltaken
-11
82 11
1.188 47 380
2.466 11.747 83
-47 10
5.262 244 194
11
0
2.070
-292
49.352
2.567
316
77.003
0 168 460 628
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma Financiële toelichting. Hier worden de bijstellingen van het beleidsplan per programma toegelicht.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 1. Bestuur (bedragen x € 1.000)
Lasten Begroot 2015
6.010 6.011
Algemeen Bestuur Kern- en buurtgericht werken
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
2.456
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
0
0
2.456
0
0
201
0
0
-11
2.668
-11
0
0
0
2.657
Mutatie reserves
0
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
2.668
-11
0
0
0
2.657
6.019
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Begroot 2015
212
Resultaat voor bestemming
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Totaal 2015
0
0
0
0
0
144
0
0
0
0
144
144
0
0
0
0
144
Toelichting: Bezuinigingen Kern- en buurtgericht werken Het budget uit 2013 in de reserve incidentele dekkingsmiddelen ad € 11.000 ten behoeve van kern- en buurgericht werken is niet meer benodigd en kan vrijvallen.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 2. Publiekszaken (bedragen x € 1.000)
Lasten Begroot 2015
6.020 6.021
Publiekszaken Lijkbezorging
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
978 471
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
20
0
998 471
398 205
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
0 -75
398 130
1449
0
0
20
0
1.469
603
0
0
0
-75
528
Mutatie reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
1449
0
0
20
0
1.469
603
0
0
0
-75
528
Resultaat voor bestemming 6.029
Toelichting: Bestaand beleid Publiekszaken In 2015 heeft de gemeente ook de waterschapsverkiezingen georganiseerd. Binnen de meicirculaire 2014 is in de algemene uitkering jaarschijf 2015 hiervoor een bedrag beschikbaar gesteld. Los van de kosten voor de extra inzet van eigen personeel (frontoffice en buitendienst) bedragen de geraamde extra lasten € 20.000. De reservering vanuit algemene uitkering heeft niet plaatsgevonden. Het bedrag komt nu ten laste van de budgetruimte incidenteel. Lijkbezorging Op basis van de ervaringscijfers van voorgaande jaren dient de opbrengst voor lijkbezorgingsrechten met € 75.000 naar beneden te worden bijgesteld. De lagere cijfers uit voorgaande jaren kunnen (deels) worden verklaard door een verschuiving van begraven naar cremeren en een toename in het aanbod van particuliere begraafplaatsen.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 3. Openbare orde en veiligheid (bedragen x € 1.000)
Lasten Begroot 2015
6.030 6.031 6.032 6.038
Brandweer en Rampenbestrijding Openbare Orde en Veiligheid Handel en ambacht Geldleningen en uitzettingen lang
Resultaat voor bestemming 6.039
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
1.556 291 42 0
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
0
1.556 190 42 0
14 2 0 0
-101
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
0
14 2
1.889
0
0
-101
0
1.788
17
0
0
0
0
17
27
0
0
0
0
27
46
0
0
0
0
46
1.916
0
0
-101
0
1.815
63
0
0
0
0
63
Toelichting: Bestaand beleid Openbare orde en Veiligheid Voor dekking van de frictiekosten heeft de Veiligheidsregio een reserve gevormd. Het restant van de reserve ad € 1.937.334 is niet meer nodig en wordt uitbetaald aan de gemeenten. Voor de gemeente Aa en Hunze gaat het om een bedrag van € 101.000.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 4. Economische Zaken (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.040
Economische aangelegenheden
Resultaat voor bestemming 6.049
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
Ga naar bijlagen
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
0
74
35
74
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
0
35
74
0
0
0
0
74
35
0
0
0
0
35
0
0
0
0
0
0
3
0
0
0
0
3
74
0
0
0
0
74
38
0
0
0
0
38
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 5. Onderwijs (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.050 6.051 6.053 6.054 6.055 6.058
Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Bijzonder speciaal voortgezet Voortgezet onderwijs Volwasseneneducatie Gemeenschappelijke baten en
Resultaat voor bestemming 6.059
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
-75 -114
916 141 0 174 25 1.236
10 0 0 0 75 13
916 141 0 174 100 1350
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
25
0
-75
Totaal 2015
35 0 0 0 0 13
2.681
0
0
0
-189
2.492
98
0
0
25
-75
48
61
0
0
0
0
61
200
0
0
0
0
200
2.742
0
0
0
0
2.553
298
0
0
25
-75
248
Toelichting: Bestaand beleid Openbaar basisonderwijs De dienstverleningsovereenkomst met Stichting PrimAh is verlengd. Een aantal medewerkers is voor een beperkt aantal uren gedetacheerd. Hiervoor wordt een bedrag ad € 25.000 geraamd. Volwasseneneducatie De specifieke uitkering voor volwasseneneducatie wordt ingaande 2015 rechtstreeks uitbetaald aan de contactgemeente. In ons geval is dat de gemeente Groningen. De gelden worden in onderling overleg uitgegeven. Het deel van de gemeente Aa en Hunze bedraagt voor 2015 € 83.000. De nog in 2015 geraamde baten en lasten voor een bedrag van € 75.000 kunnen komen te vervallen. Dit levert geen financieel voor- of nadeel op. Gemeenschappelijke baten en lasten Op 1 januari 2015 is er een wetswijziging geweest m.b.t. onderwijshuisvesting. De wetswijziging gaat over de overheveling van het budget voor het buitenonderhoud van gemeenten naar schoolbesturen in het primair onderwijs. Voor het buitenonderhoud van de scholen van het primair onderwijs ontving de gemeente een bedrag van het rijk in de algemene uitkering. Met ingang van 2015 is macro een bedrag van € 158,8 miljoen gekort en rechtstreeks overgeheveld naar de schoolbesturen. Voor Aa en Hunze gaat het om een korting in de algemene uitkering van € 114.000. Dit is verwerkt in de begroting 2015. In de begroting is een structureel bedrag opgenomen van € 55.000 voor groot onderhoud aan de schoolgebouwen. Het bedrag wordt jaarlijks toegevoegd aan de voorziening groot onderhoud onderwijs gebouwen. Door de overheveling komt dit bedrag te vervallen. De zorg voor onderwijshuisvesting is een verantwoordelijkheid voor de gemeente. Op 1 januari 2015 is de hoogte van de stelpost hiervoor structureel € 99.000. Door met name de teruglopende leerlingenaantallen is er de laatste jaren sprake van minder uitbreiding, renovatie en aanpassingen aan de schoolgebouwen. Voorgesteld wordt om van dit budget een bedrag van € 59.000 in te zetten ter compensatie van het nadeel dat is ontstaan tussen het vervallen van de storting in de voorziening voor groot onderhoud (€ 55.000) en de korting op de algemene uitkering (€ 114.000). Omdat de verlaging van de algemene uitkering ad € 114.000 al verwerkt is in de begroting 2015 ontstaat nu een voordeel van € 114.000.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 6. Cultuur (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.060 6.061 6.062 6.063 6.064
Dodenherdenking Cultuurparticipatie Informatie en taal Cultuurhistorie Beeldende kunst
Resultaat voor bestemming 6.069
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
10 393 496 361 36
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
-5
Totaal 2015
Begroot 2015
10 393 491 361 36
0 0 0 13 0
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
12
Totaal 2015
0 0 0 25 0
1.296
0
0
-5
0
1.291
13
0
0
0
12
25
0
0
0
0
0
0
79
0
0
0
0
79
1.296
0
0
-5
0
1.291
92
0
0
0
12
104
Toelichting: Bestaand beleid Informatie en Taal Het project selfservicebibliotheek is met de verhuizing van de bibliotheek in Gasselternijveen afgerond. Het restant krediet van afgerond € 5.000 kan vrijvallen. Cultuurhistorie In het kader van het Besluit Rijks-subsidiëring instandhouding monumenten 2013 is door de Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (RCE) voor de torens en molens tot en met 2020 een subsidie toegekend. Voor de torens is de subsidie nieuw. Voor de molens bestond al een subsidie, maar de subsidiebedragen zijn aangepast. Per saldo gaat het om een bedrag van € 12.000.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 7. Sport (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.070 6.078
Sport Geldleningen en uitzettingen
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
40
2.249 0
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
Totaal 2015
34
2.323 0
440 0
34
2.323
440
0
0
0
0
440
440 0
2.249
0
40
Mutatie reserves
5
0
0
0
0
5
84
0
0
0
46
130
Resultaat na bestemming
2.254
0
40
0
34
2.328
524
0
0
0
46
570
Resultaat voor bestemming 6.079
Toelichting: Bezuinigingen Sport Zoals vermeld in de najaarsnota 2014 wordt een bedrag van € 40.000 dat opgenomen was in de bezuinigingen op de taakstelling sport niet gerealiseerd. Dit bedrag wordt in 2015 structureel toegevoegd aan de algemene bezuinigingstaakstelling. Bestaand beleid Sport In de tweede helft van januari is er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor een andere wijze van verwarmen van het zwembad Zwanemeer, onder meer omdat de huidige gasketel aan vervanging toe was. Uit het onderzoek kwam naar voren dat een kachel op houtsnippers/houtpellets de beste mogelijkheden biedt om het zwemwater te verwarmen. De investering in de houtkachel bedraagt € 135.000. De jaarlijkse kapitaallasten hiervan zijn € 13.500 (afschrijvingstermijn 20 jaar, rentepercentage 5%). In de begroting 2015 is voor gasverbruik en vaste aansluitkosten van het zwembad Zwanemeer een bedrag opgenomen van € 35.500. Deze kosten vervallen. De vaste kosten en kosten voor houtsnippers van de nieuwe installatie bedragen € 14.000. Voordeel per saldo van € 21.500. In de begroting is in het meerjaren onderhoudsprogramma gemeentelijke gebouwen structureel € 3.750 gereserveerd voor vervanging van de CV installatie van het zwembad. Vervanging van de CV installatie is door aanschaf van de houtkachel niet meer nodig. Het bedrag van de reservering vervalt. Het totale structureel voordeel bedraagt afgerond: € 12.000 (- € 13.500 + € 21.500 + € 3.750). Het beschikbaar stellen van een krediet is een bevoegdheid van de raad. Vanwege de tijdsdruk i.v.m. opening van het zwembadseizoen is de investering inmiddels gedaan. De raad heeft op dit moment nog geen krediet beschikbaar gesteld. Het Presidium is hiervan in kennis gesteld. In dit beleidsplan wordt het krediet van € 135.000 alsnog beschikbaar gesteld. De structurele kapitaallasten voor het kunstgrasveld van VV Annen waren nog niet meegenomen in de begroting 2015, deze worden nu opgenomen. De dekking komt uit de reserve kapitaallasten kunstgrasveld VV Annen. Het betreft een kapitaallast van € 46.000, zie ook mutatie reserves. Het geheel verloopt budgettair neutraal. Mutatie reserves De kapitaallasten van het kunstgrasveld VV Annen worden gedekt uit de reserve dekking kapitaallasten kunstgrasveld Annen; dit was nog niet verwerkt in de begroting 2015.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 8. Sociale zaken (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.080 6.081 6.082 6.083 6.084 6.086
Bijstandverlening Werkgelegenheid Inkomensvoorzieningen Gemeentelijk minimabeleid Inburgering Wet Kinderopvang
Resultaat voor bestemming 6.089
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
4.644 4.345 240 1.214 45 0
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
700 105 70
Totaal 2015
Begroot 2015
5.344 4.450 240 1.284 45 0
3.505 10 273 0 0 0
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
700
4.205 92 273 0 0 0
82
10.488
0
0
175
700
11.363
3.788
0
0
82
700
4.570
0
0
0
0
0
0
203
0
0
0
0
46
10.488
0
0
175
700
11.363
3.991
0
0
82
700
4.773
Toelichting: Bestaand beleid Bijstandsverlening In 2013 en 2014 zijn de budgetten m.b.t. het inkomensdeel van de Wet Werk en Bijstand steeds incidenteel aangepast. Voorgesteld wordt om dit nu structureel aan te passen zodat er ook aansluiting is met de meerjarenraming van de ISD. Dit betekent aan de inkomsten en uitgavenkant een verhoging met € 700.000. Dit is een budgettair neutrale wijziging. Werkgelegenheid Als gevolg van een in 2014 ingediend bezwaarschrift ontvangen we over de jaren 2011 t/m 2013 € 82.000 BTW terug over de re-integratietrajecten uitgevoerd door de ISD. Voorgesteld wordt om dit in te zetten voor re-integratietrajecten in 2015. Het rijksbudget voor participatie is in 2015 ruim € 100.000 lager dan in 2014. Het geheel verloopt budgettair neutraal. We ontvangen binnen de integratie-uitkering sociaal domein een lagere rijkssubsidie per aja voor WSW medewerkers (Alescon). Dit geeft een incidenteel nadeel van € 23.000. Gemeentelijk minimabeleid De geraamde structurele bijdrage voor de schuldhulpverlening door de GKB is voor 2015 niet toereikend. De begroting van de GKB voor 2015 bedraagt € 245.000. Hiervan is nu € 175.000 structureel in onze begroting opgenomen. Een bedrag ad € 70.000 moet nu incidenteel worden bijgeraamd. In 2014 is € 237.000 uitgegeven aan schuldhulpverlening.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 9. Welzijn (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.090 6.091 6.092 6.093 6.094 6.095 6.096 6.097 6.098
Ontwikkelingswerk Maatschappelijk werk Sociaal-cultureel werk Kinderdagopvang Openbare gezondheidszorg Gezondheidszorg algemeen Jeugdgezondheidszorg Centra jeugd en gezin Geldleningen en uitzettingen lang
Resultaat voor bestemming 6.099
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
6 7.545 1.765 385 199 258 127 6312 0
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
-231
6 7.479 1.757 310 199 258 127 6.081
0 653 314 0 0 0 0 0
-66 -8 -75
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
0
0 653 314 0 11 0 0 0
11
16.597
-75
0
0
-305
16.217
967
11
0
0
0
978
0
0
0
0
0
0
210
0
0
0
0
210
16.597
-75
0
0
-305
16.217
1.177
11
0
0
0
1.188
Toelichting: Bezuinigingen Kinderopvang Als gevolg van de harmonisatie kinderopvang/peuterspeelzalen dalen de uitgaven op dat punt. Voor 2015 kan een bedrag ad € 75.000 incidenteel worden ingeboekt. In het kader van de bezuinigingen wordt voorgesteld om per 2016 structureel € 50.000 in te boeken. Openbare gezondheidszorg In verband met de herrekening van de BTW-mengpercentages bij de GGD ontvangen we over de jaren 2009 t/m 2013 een bedrag terug aan compensabele BTW van afgerond € 11.000. Bestaand beleid Maatschappelijk werk/Centra jeugd en gezin In verband met de overgang van cliënten naar de Wet Langdurige Zorg ingaande 1 januari 2015 vindt er een korting op de gemeentelijke budgetten voor WMO/AWBZ en Jeugd plaats. Deze korting bedraagt in totaliteit voor 2015 € 297.000, waarvan € 66.000 voor WMO en € 231.000 voor Jeugd. Deze korting wordt conform ons uitgangspunt budgettair neutraal verwerkt. Zie ook programma 16. Sociaal- cultureel werk Het project MFC Gasselternijveen (“De Spil”) is financieel afgerond. Er resteert een positief financieel saldo van € 145.000. Het voordeel wordt met name veroorzaakt door een gedeeltelijke compensatie van de BTW op de bouwkosten. Het positief saldo brengt een structureel lagere kapitaallast van afgerond € 8.000 met zich mee.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 10. Gemeentelijke afvaltaken (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.102 6.103
Ongediertebestrijding Afvalverwijdering en verwerking
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
0
0
0
2.138
2.419
47
2.466
Begroot 2015
3 47
3 2.091
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
2.094
0
0
0
47
2.141
2.419
0
0
0
47
2.466
Mutatie reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Resultaat na bestemming
2.094
0
0
0
47
2.141
2.419
0
0
0
47
2.466
Resultaat voor bestemming 6.109
Toelichting: Bestaand beleid Afvalverwijdering en -verwerking Voor de inzameling van kunststoffen worden nieuwe minicontainers aangeschaft.. De kapitaallasten hiervan bedragen € 47.250 (afschrijving 10 jaar) en worden (op termijn) gedekt uit de lagere lasten m.b.t. inzameling en verwerking als gevolg van betere afvalscheiding. Het geheel verloopt budgettair neutraal.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 11. Openbare werken/verkeer en vervoer (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.110 6.111 6.112 6.113 6.114 6.118
Wegen, straten en pleinen Verkeersmaatregelen te land Waterkering, afwatering en landaanwinning Riolering en waterzuivering Openbaar groen Geldleningen en uitzettingen lang
Resultaat voor bestemming 6.119
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
6.195 465 229
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
-14
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
-9
566
0
6.738 465 229 8.748 3.208 0 0
124 25 0 2.395 21 0
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
313
Totaal 2015
437 25 0 2.395 21 0
8.748 3.241 0
-33
18.878
-47
9
566
0
19.388
2.565
0
0
313
0
2.878
14
0
0
67
0
81
8.802
0
0
67
0
8.869
18.892
-47
9
633
0
19.469
11.367
0
0
380
0
11.747
Toelichting: Bezuinigingen Wegen, straten en pleinen Het akoestisch onderzoek N33 is afgerond. Het resterende budget ad afgerond € 5.000 kan vrijvallen. Het werk wegenonderhoud/Hanebijtershoek is uitgevoerd. Het resterende budget ad € 9.000 kan vrijvallen. Door prioritering binnen de werkzaamheden wordt de jaarschijf 2014 van het vervangingsschema openbare verlichting niet geheel uitgevoerd. Een bedrag van € 100.000,- kan daardoor vrijvallen. Dit levert een besparing op in de kapitaalslasten van structureel € 9.000. Openbaar groen De monitoring van de Eiken Processie Rups (EPR) kan worden bekostigd uit het daarvoor beschikbare structurele budget. Het nog resterende incidentele budget van afgerond € 33.000 uit voorgaande jaren kan daardoor vrijvallen. Bestaand beleid Wegen, straten en pleinen I.h.k.v. van het programma “Beter Benutten Fiets” (in relatie met het OV) worden in Annen bij de fietsenstallingen bij de N34 en bij de Markeweg elk 30 klemmen geplaatst. De totale kosten bedragen € 45.000. Deze kosten worden gesubsidieerd door de provincie Drenthe, een regiofondsbijdrage en een BDU bijdrage Verkeer en Vervoer. Ons eigen aandeel ad afgerond € 7.000 kan worden gedekt uit de middelen van het Halteplan OV. In mei 2014 heeft het college van Gedeputeerde Staten de Fietsnota Drenthe vastgesteld. De ambitie is om net als in 2011 weer de fietsprovincie van Nederland te worden en in de toekomst ook te blijven. De Provincie Drenthe heeft € 2 miljoen beschikbaar gesteld om invulling te geven aan deze doelstellingen. In samenwerking met het Recreatieschap Drenthe zijn wegbeheerders uitgenodigd om aanspraak te maken op deze middelen (minimaal 2/3 eigen bijdrage). Er zijn 7 projecten die door onze gemeente zijn ingediend om in Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma aanmerking te komen voor een bijdrage. De hieronder genoemde 5 projecten zijn bij de beoordeling door provincie Drenthe en Recreatieschap Drenthe gehonoreerd: 1. Hof van Saksen – Nooitgedacht – Rolde Dit pad zal zowel recreatief als utilitair gebruikt worden. Het vormt een korte verbinding voor recreatief fietsverkeer vanaf Hof van Saksen naar de kern Rolde. Ook de bewoners van Nooitgedacht wordt een snelle fietsverbinding geboden naar de voorzieningen die zich in Rolde bevinden. Het project vormt een onderdeel van het “plan Nooitgedacht”. • Geraamde kosten: € 170.000 (eigen bijdrage: € 114.000) • Geen grondaankoop noodzakelijk • Dekking eigen bijdrage vanuit grondexploitatie Nooitgedacht 2. Fietsoversteek Koningin Wilhelminalaan te Rolde Op deze locatie gaat het in 2 richtingen bereden vrij liggende fietspad richting Assen over in fietssuggestiestroken op de rijbaan. Dit is in conflict met de hoge intensiteit van het autoverkeer en heeft verkeersonveiligheid tot gevolg. Met het reconstructieplan dat in overleg met dorpsbelang Rolde en de verkeerscommissie Asserstraat is opgesteld, wordt de verkeersveiligheid bevorderd. • Geraamde kosten: € 150.000 (eigen bijdrage € 100.000 ) • Eigen bijdrage uit “Centrumplan Rolde” 3. Gieten – Annen (verharden passage Zwanemeerbos) Dit project dient zowel een recreatief als een utilitair doel. De weg door het Zwanemeerbos is slechts tot het zwembad verhard. Door het aanbrengen van een verhard fietspad op het tracé van het huidige zandpad ontstaat een directe en kwalitatief goede fietsverbinding tussen Gieten en Annen. • Geraamde kosten: € 140.000 (eigen bijdrage: € 93.000) • Geen grondaankoop noodzakelijk 4. Fietsverbinding door Evertsbos (langs oorlogsmonument) Met het verbeteren van het bestaande fietspad aan de westzijde van de N34 en het verbeteren van de tunnel onder de N34 door, ontstaat een recreatief interessante fietsroute. Ook bevordert het de bereikbaarheid van het oorlogsmonument dat aan deze route is gelegen. Het fietspad is in eigendom van Staatsbosbeheer en de tunnel van provincie Drenthe. • Geraamde kosten: ca. € 130.000 (eigen bijdrage: € 87.000) • De ondergrond is van Staatsbosbeheer • Toestemming Provincie Drenthe tot aanpassen tunnel 5. Fietsverbinding N376 – Ellertshaar (nabij Schoonloo) Dit (onverharde) pad maakt onderdeel uit van het fietsknooppuntensysteem en verkeert vaak in slechte staat. Het aanbrengen van een verhard fietspad voorziet in een recreatieve behoefte. Een utilitaire functie heeft het pad nauwelijks. • Geraamde kosten: € 214.500 (eigen bijdrage: € 143.000) • De ondergrond is van Staatsbosbeheer In de begroting voor 2015 zijn, uitgezonderd de fietsverbinding door Nooitgedacht en de Koningin Wilhelminalaan, geen middelen gereserveerd voor uitvoering van de genoemde projecten. In de grondexploitatie van Nooitgedacht is € 170.000 gereserveerd voor een betonfietspad. In het project “Centrumplan Rolde” is een bedrag van € 100.000 gereserveerd voor de fietsoversteek Kon. Wilhelminalaan te Rolde. De raming van de overige projecten bedraagt afgerond € 485.000 (inclusief 20% voorbereiding en toezicht). De bijdrage van de provincie is afgerond € 162.000 (1/3 deel). Vanuit de gemeente is nog een eigen bijdrage nodig van afgerond in totaal € 323.000. In de begroting is nog een bedrag beschikbaar van € 59.000 voor het verbeteren van recreatieve fietspaden. Daarnaast wordt de bijdrage van de provincie van € 56.000 voor Nooitgedacht ingezet voor de dekking van deze projecten. Blijft over een te dekken bedrag van afgerond € 207.000. Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma Bij het opstellen van de begroting 2015 is geen bedrag, maar een pm raming opgenomen voor dekking van de projecten, omdat het toekennen van een provinciale stimuleringsbijdrage niet bekend was. Het eerst volgende integrale afwegingsmoment voor nieuwe beleidswensen is het beleidsplan 2015, dat kaderstellend is voor de begroting 2016. De provinciale bijdrage wordt echter alleen toegekend als aanbesteding in 2015 plaats vindt. Daarom wordt, in afwijking van wat gebruikelijk is voor nieuwe beleidswensen, voorgesteld om in dit beleidsplan in de bijstellingen een bedrag op te nemen van € 207.000 voor de uitvoering. Aanbrengen bermverharding Oostereind Grolloo Langs de weg Grolloo-Papenvoort, Oostereind, komt langs het gehele tracé forse bermschade voor. De weg is te smal voor de bredere voertuigen met name voor het agrarisch verkeer. In het toeristen seizoen komt er over de weg veel fietsverkeer. Door het niet kunnen uitwijken is het gevoel van verkeersonveiligheid hoog. Het aanbrengen van grasstenen lost het probleem van bermschade duurzaam op en verhoogd de verkeersveiligheid. De kosten voor deze maatregel bedraagt € 130.000. Vanuit het bermbeleidsplan is nog een bedrag beschikbaar van € 32.000 en vanuit het exploitatiebudget € 53.000, tezamen € 85.000. Om het dit jaar nog te kunnen uitvoeren is € 45.000 extra nodig. Mutatie reserves Bij de vaststelling van het Gemeentelijk Rioleringsplan is de boekwaarde van de aanpassing riolering Stationsstraat Gieten vervallen. De kapitaallasten van de investering worden gedekt door de zogenaamde reserve dekking kapitaallasten. De reserve ad afgerond € 67.000 is door het vervallen van de oude boekwaarde niet meer nodig, het bedrag wordt teruggestort in de Vrije algemene reserve.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 12. Milieu (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.120
Milieubeheer
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
835
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
-62
13
786
0
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
0
0
835
0
0
-62
13
786
0
0
0
0
0
0
Mutatie reserves
0
0
0
0
0
0
83
0
0
0
0
83
Resultaat na bestemming
835
0
0
-62
13
786
83
0
0
0
0
83
Resultaat voor bestemming 6.129
Toelichting: Bestaand beleid Milieubeheer Voor het beschikbaar stellen van zonneleningen wordt een bedrag van maximaal € 250.000 opgenomen. De provincie Drenthe is co-financierder voor hetzelfde bedrag. De maximale lening is € 7.500 per woning. De uitvoering van de regeling is belegd bij SNN (Samenwerkingsverband Noord Nederland) De rentelast voor de leningen van afgerond € 13.000 wordt opgenomen binnen de exploitatie op programma 12 milieu. In december 2014 is door de raad besloten dat van het budget voor verduurzaming accommodaties ad € 200.000 een bedrag ad € 62.000 uitgenomen dient te worden voor zonneleningen. Dat wordt middels deze bijstelling geëffectueerd.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 13. Wonen en leefomgeving (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.130 6.131 6.132 6.133 6.134
Volkshuisvesting Ruimtelijke ordening Bouwkunde gemeentelijke Bouwvergunningen Bouwgrondexploitatie
Resultaat voor bestemming 6.139
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
-1.093
80
Totaal 2015
Begroot 2015
273 1.243 179 1.495 3.267
2 15 0 595 2.229
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
1.330 1.243 171 1.495 3.267
-24
7.486
-24
0
-1.093
88
6.457
2.841
0
0
0
-76
2.765
0
0
0
1.100
0
1.100
2.468
0
0
0
29
2.497
7.486
-24
0
7
88
7.557
5.309
0
0
0
-47
5.262
8
49
Totaal 2015
-125
51 15 0 470 2.229
Toelichting: Bezuinigingen Volkshuisvesting De woonwensenonderzoeken zijn inmiddels allemaal uitgevoerd. Het resterende budget van afgerond € 24.000 kan vrijvallen. Bestaand beleid Volkshuisvesting Een aantal gebouwen in gemeentelijk eigendom heeft momenteel geen bestemming. De exploitatielasten komen nu voor rekening van de gemeente. Hiervoor wordt nu een budget van € 10.000 gereserveerd, te weten € 2.000 per gebouw. Het betreft de volgende gebouwen: Emmensschool te Gasselternijveen, The House te Gieten, Jeugdboerderij Eext, per 1 september a.s. de Triangel te Nieuw Annerveen en de Badde te Annerveenschekanaal. De Waterburcht te Schipborg wordt momenteel verhuurd zodat daar dekking is voor de lasten. Zie ook Bouwkunde gemeentelijke gebouwen. De raad heeft in december 2013 een krediet van € 1,1 mln. beschikbaar gesteld ten laste van de algemene reserve grondbedrijf voor de bouw van 6 energie neutrale huurwoningen. De exploitatieopzet van de woningen is uitgewerkt en op basis van projectfinanciering ligt er een sluitende exploitatie. De begrote jaarlijkse kapitaallasten bedragen € 30.000. Deze worden gedekt uit een 3-tal te vormen bestemmingsreserves voor een totaalbedrag van afgerond € 969.000, waarbij niet afgeschreven wordt op de grond en de woningen. De e installaties worden afgeschreven in 15 jaar met financieringsrente over de 1 10 jaar van 2%. De overige kosten ad € 49.000 worden gedekt uit de huuropbrengsten; conform de exploitatie opzet is dit neutraal opgenomen. Eventuele voor- en nadelen ten aanzien van het project worden bij de jaarrekening ten gunste of ten laste van de algemene reserve grondbedrijf gebracht. Voor het actualiseren van de Woonvisie is een bedrag van afgerond € 8.000 nodig. Bouwkunde gemeentelijke gebouwen Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma Een aantal gebouwen in gemeentelijk eigendom heeft momenteel geen bestemming. De exploitatielasten komen nu voor rekening van de gemeente. Hiervoor wordt nu een budget van € 10.000 gereserveerd, te weten € 2.000 per gebouw. Het betreft de volgende gebouwen: Emmensschool te Gasselternijveen, The House te Gieten, Jeugdboerderij Eext, per 1 september a.s. de Triangel te Nieuw Annerveen en de Badde te Annerveenschekanaal. De Waterburcht te Schipborg wordt momenteel verhuurd zodat daar dekking is voor de lasten. Zie ook Volkshuisvesting. Bouwvergunningen Als gevolg van de huidige economische situatie en de gewijzigde wetgeving op het gebied van de WABO (meer vergunningvrij) wordt de opbrengst van de leges omgevingsvergunningen structureel naar beneden bijgesteld. Op basis van de opbrengsten uit 2012, 2013 en 2014 wordt ingeschat dat we in 2015 nog een bedrag van maximaal € 450.000 aan leges gaan ontvangen. De raming dient hiervoor met structureel € 125.000 naar beneden te worden bijgesteld. Mutatie reserves Er wordt een 3 tal reserves ter dekking van de kapitaallasten geopend, te weten: - Reserve kapitaallasten grond 6 sociale huurwoningen € 200.000. - Reserve kapitaallasten bouw 6 sociale huurwoningen € 625.000. - Reserve kapitaallasten installaties 6 sociale huurwoningen € 145.000. Structureel wordt er € 30.000 gedekt aan jaarlijkse kapitaallasten vanuit bovenstaande reserves voor de 6 energie neutrale huurwoningen. Op basis van de voordelige cijfers van de aanbesteding van de bouw van de 6 sociale huurwoningen wordt een bedrag van € 130.000 teruggestort in de algemene reserve grondbedrijf.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 14. Plattelands- en natuurontwikkeling (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.140
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Plattelands- en natuurontwikkeling
1.008
Resultaat voor bestemming
1.008
0
Mutatie reserves
0
Resultaat na bestemming
1.008
6.149
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
0
95
10
3
1.021
95
0
10
3
1.021
95
0
0
0
0
95
0
0
0
0
0
139
0
0
10
0
149
0
0
10
3
1.021
234
0
0
10
0
244
Toelichting: Bestaand beleid Plattelands- en natuurontwikkeling In 2011 is het Gebiedsfonds Drentsche Aa gestart. Bij de start hebben de gemeenten Aa en Hunze en Tynaarlo een jaarlijkse bijdrage van afgerond € 3.000 toegezegd. Dit is tot op heden incidenteel uitbetaald. Voorgesteld wordt dit nu ook structureel in de begroting op te nemen. Voor het opwaarderen van een bestaande wandelroute in verband met het project Deurzerdiep/Anreeperdiep uit het BIO-plan Drentsche Aa 2.0 wordt voorgesteld een bedrag van € 10.000 beschikbaar te stellen. De totale kosten van het project bedragen € 100.000. De gemeenten Assen en Aa en Hunze dragen hierin elk maximaal € 10.000 bij. De uitvoering van het project berust bij het waterschap Hunze en Aa’s. Mutatie reserves Het bedrag van € 10.000 voor het opwaarderen van bestaande wandelroutes wordt gedekt uit de reserve ILG.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 15. Recreatie en toerisme (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.150 6.151 6.152 6.153
Recreatie en toerisme Speelvoorzieningen Overige recreatieve Openluchtrecreatie
Resultaat voor bestemming 6.159
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
Ga naar bijlagen
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
407 110 5 459
Totaal 2015
Begroot 2015
0
407 110 5 459
0 0 0
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
0 0
981
0
0
0
0
981
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
194
0
0
0
0
194
981
0
0
0
0
981
194
0
0
0
0
194
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma 16. Financiën en bedrijfsvoering (bedragen x € 1.000) Lasten Begroot 2015
6.160 6.161 6.162 6.164 6.165 6.166 6.167 6.168
Algemene uitkering Algemene baten en lasten Gemeentelijke belastingen Geldleningen en uitzettingen lang Nutsbedrijven Uitvoering wet WOZ Overige financiële middelen Saldo van kostenplaatsen
Baten Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
0 35 170 102 56 285 0 1.047
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
Begroot 2015
34.639 0 4.979 2.032 196 0 95 210
-709
-17
0 118 170 102 56 285 0 321
58
25
Bezuinigingen Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Bestaand beleid Bijstell. Bijstell. Inc. Str.
Totaal 2015
-297
34.342 0 4.979 2.167 196 0 30 210
135 -65
Resultaat voor bestemming
1.695
0
0
-751
8
1.052
42.151
0
0
70
-297
41.924
6.169
1.631
0
0
2.081
0
3.712
5.422
0
0
2.000
6
7.428
3.326
0
0
1.430
8
4.764
47.573
0
0
2.070
-292
49.352
Mutatie reserves
Resultaat na bestemming
Toelichting: Bestaand beleid Algemene uitkering In verband met de overgang van cliënten naar de Wet Langdurige Zorg ingaande 1 januari 2015 vindt er een korting op de gemeentelijke budgetten voor WMO/AWBZ en Jeugd plaats. Deze korting bedraagt voor 2015 in totaliteit € 297.000. De korting wordt, conform de financiële uitgangspunten, budgettair neutraal in het beleidsplan verwerkt. Zie ook programma 9. Algemene baten en lasten De aanbesteding van een nieuwe applicatie voor leerplicht heeft een structureel voordeel opgeleverd van € 13.500. In de najaarsnota 2013 is het voordeel abusievelijk incidenteel verwerkt. Voor het publiceren van de gemeentepagina in De Schakel is een nieuw contract afgesloten. Dit heeft een voordeel opgeleverd van € 11.500. Het totale voordeel van € 25.000 wordt verrekend met de stelpost inkoopbeleid. Op de stelpost resteert een bedrag van € 45.000. Bij de vaststelling van de begroting 2005 is de systematiek van het taakstellend personeelsbudget ingevoerd. Volgens deze systematiek wordt het loonbudget (= basisbedrag) maximaal verhoogd met de compensatie prijsstijging van de algemene uitkering. De hoogte van de begrote salariskosten wijkt hier van af. Hierin worden alle periodieke verhogingen, loonstijgingen vanuit de CAO en stijging van pensioen- en ziektekostenpremies meegenomen. Het verschil tussen het geïndexeerde basisbedrag en de geraamde salariskosten wordt vervolgens meegenomen als taakstelling in de begroting. Bij het opstellen van de begroting 2015 is nog uitgegaan van een taakstelling van € 144.000 (verschil salarisbudget en loonsom). Door een daling van de premies daalt de loonsom en wordt de taakstelling voor 2015 ingeschat op € nihil. Het salarisbudget is daarmee in balans met de geprognosticeerde loonsom. De loonsom wordt daarom in 2015 incidenteel € 144.000 lager ten gunste van de taakstelling. Het geheel verloopt budgettair neutraal.
Ga naar bijlagen
terug
Recapitulatie bijstellingen
3.1.2 Toelichting op de bijstellingen per programma In de 2015 moeten we de bedragen die we ontvangen hebben binnen de algemene uitkering voor het Nationaal Uitvoerings Programma (NUP) terugbetalen. Hiervoor hebben we abusievelijk een bedrag ad € 186.000 opgenomen onder de stelpost algemene uitkering. Dit was echter niet nodig, omdat we hiervoor jaarlijks al bedragen hadden gestort in de reserve incidentele dekkingsmiddelen. Het bedrag ad € 186.000 kan nu weer vrijvallen. Het Leefbaarheidsfonds dat in 2011 is ingevoerd voorziet duidelijk in een behoefte en regelmatig worden verzoeken gehonoreerd met een bijdrage uit het Leefbaarheidsfonds. In 2015 zijn geen middelen meer beschikbaar. Voorgesteld wordt om in 2015 incidenteel een bedrag van € 100.000 toe te voegen aan het Leefbaarheidsfonds. Geldleningen en uitzettingen lang Op basis van de actuele stand van de financieringspositie per 1 januari 2015 ontstaat een rentevoordeel. Door een hogere stand van de reserves en voorzieningen ten opzichte van de begroting ontstaat een rentevoordeel van € 135.000. Overige financiële middelen De Bank Nederlandsche Gemeenten keert over het jaar 2014 25% van haar winst uit. De economische omstandigheden en de vele nieuwe wet- en regelgeving waarmee de belangrijkste klanten van de bank worden geconfronteerd hebben geleid tot terughoudendheid ten aanzien van nieuwe investeringen en daarmee tot een daling van de klantvraag. Daarnaast zorgt een aanhoudende lage markrente een dalende trend van de renteopbrengst uit de eigen middelen van de bank. Het resultaat financiële transacties zal ook in de nabije toekomst gevoelig blijven voor de politieke en economische ontwikkelingen binnen de Europese Unie. De structurele raming van de opbrengst in de begroting is € 95.000. Deze wordt vooralsnog met € 65.000 incidenteel naar beneden bijgesteld. Saldo van kostenplaatsen Op basis van de actuele stand van de financieringspositie per 1 januari 2015 ontstaat een rentevoordeel. Dit voordeel wordt met name veroorzaakt door het uitstellen van investeringen ten opzichte van de begroting. Voorgesteld wordt om een bedrag van € 565.000 als rentevoordeel op de kapitaallasten bij te stellen. De aanbesteding van een nieuwe applicatie voor leerplicht heeft een voordeel opgeleverd. De kosten voor onderhoud van apparatuur/programmatuur worden daardoor € 13.500 lager. Het voordeel wordt verrekend met de stelpost voordeel inkoopbeleid. Voor het publiceren van de gemeentepagina in De Schakel is een nieuw contract afgesloten voor de duur van 4 jaar. Dit heeft een voordeel opgeleverd van € 11.500. Het voordeel wordt verrekend met de stelpost inkoopbeleid. Vanuit de najaarsnota 2014 moeten de kapitaallasten voor de hard- en software van de basiskaart topografie voor een bedrag van afgerond € 6.000 nog worden opgevoerd in 2015. Dekking uit de reserve dekking kapitaallasten basiskaart topografie. In het investeringsprogramma duurzame bedrijfsgoederen is voor het jaar 2014 rekening gehouden met een investering van in totaal € 160.000 met een kapitaallast van € 24.000 (afschrijvingstermijn 10 jaar, rentepercentage 5%). De werkelijke investering is echter € 175.000 met kapitaallasten van afgerond € 26.000 (afschrijvingstermijn 10 jaar, rentepercentage 5%). De structurele bijstelling bedraagt afgerond € 2.000. Mutatie reserves De gemeente is eigen risicodrager voor WW, WAO, e.d.. Voor het financiële risico is een reserve ingesteld. De maximale hoogte van de reserve is € 100.000. De huidige stand van de reserve bedraagt € 19.000. Voorgesteld wordt om de reserve weer op maximale hoogte te brengen door een storting van € 81.000. De kapitaallasten voor de basiskaart topografie voor een bedrag van afgerond € 6.000 worden gedekt uit de reserve kapitaallasten basiskaart topografie. Het Weerstandsdeel van de algemene reserve (de WAR) bedraagt op dit moment € 3,5 mln. Conform de vastgestelde Nota Weerstandsvermogen en risicomanagement wordt voorgesteld vanwege de toename van de gekwantificeerde risico’s én het ontbreken van structurele weerstandscapaciteit het niveau van de WAR te verhogen tot € 6,5 miljoen (10% van het begrotingstotaal). Aangezien er reeds voor de decentralisaties in het sociaal domein € 1 miljoen beschikbaar is als buffer, is het voorstel om niet € 3 miljoen maar € 2 miljoen toe te voegen aan de WAR. Deze toevoeging vindt plaats vanuit de vrije algemene reserve.
Ga naar bijlagen
terug
4 Bijlagen De volgende documenten zijn als bijlage in het beleidsplan opgenomen:
4.1 Financieel Meerjaren Perspectief 2016-2019
4.2 Planning en Controlcyclus
4.3 Leeswijzer
Ga naar financieel meerjarenperspectief
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 In dit hoofdstuk wordt het Financieel meerjaren perspectief (FMP) van de gemeente Aa en Hunze weergegeven. Allereerst wordt het totaaloverzicht van de geprognosticeerde begrotingsuitkomsten 2016-2019 gepresenteerd. In dit FMP zijn lasten / uitgaven als negatieve bedragen opgenomen en baten / inkomsten positief. In de toelichting op het FMP van de gemeente Aa en Hunze zijn de onderwerpen uit de verschillende onderdelen van het FMP opgenomen. Definitieve besluitvorming over alle budgetten vindt plaats tijdens de begrotingsbehandeling in de raad van het desbetreffende jaar. Voor nieuwe investeringen wordt uitgegaan van een rentepercentage van 5%. Lasten / uitgaven zijn als negatieve bedragen opgenomen en baten/inkomsten positief. In dit FMP zijn de financiële gevolgen van het eerder beschreven scenario 1 ‘meest waarschijnlijk’ uitgewerkt. Hieronder treft u nogmaals de uitgangspunten aan: • De uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein vindt budgettair neutraal plaats (binnen de Rijksmiddelen). Voor incidentele tegenvallers is € 1 miljoen beschikbaar. e • Het voorlopige structurele herverdeeleffect van de 2 fase groot onderhoud gemeentefonds bedraagt € 0,45 miljoen voordelig (€ 18 per inwoner), conform het voorstel van de Raad voor de financiële verhoudingen. • Er wordt een structurele weerstandscapaciteit gevormd van € 0,2 miljoen, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing en de bezuinigingsopgave. • De incidentele weerstandscapaciteit (WAR) wordt verhoogd met € 2,0 miljoen ten laste van de VAR, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. • De ruimte voor incidenteel nieuw beleid (€ 2,5 miljoen) bedraagt het totaal van de begrotingssaldi in de periode 2016 – 2019, gecorrigeerd voor structureel beleid. Het structurele rente-effect van de incidentele beleidswensen bedraagt 5% in het jaar opvolgend aan de beleidswensen. • De ruimte voor structureel nieuw beleid bedraagt € 0,15 miljoen (bovenop het bestaande beleid van € 50.000) voor de gehele periode 2016 – 2019.
ga naar planning en controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 In dit hoofdstuk wordt het Financieel meerjaren perspectief (FMP) van de gemeente Aa en Hunze weergegeven. Allereerst wordt het totaaloverzicht van de geprognosticeerde begrotingsuitkomsten 2016-2019 gepresenteerd. In dit FMP zijn lasten / uitgaven als negatieve bedragen opgenomen en baten / inkomsten positief. In de toelichting op het FMP van de gemeente Aa en Hunze zijn de onderwerpen uit de verschillende onderdelen van het FMP opgenomen. Definitieve besluitvorming over alle budgetten vindt plaats tijdens de begrotingsbehandeling in de raad van het desbetreffende jaar. Voor nieuwe investeringen wordt uitgegaan van een rentepercentage van 5%. Lasten / uitgaven zijn als negatieve bedragen opgenomen en baten/inkomsten positief. In dit FMP zijn de financiële gevolgen van het eerder beschreven scenario 1 ‘meest waarschijnlijk’ uitgewerkt. Hieronder treft u nogmaals de uitgangspunten aan: • De uitvoering van de decentralisaties in het sociaal domein vindt budgettair neutraal plaats (binnen de Rijksmiddelen). Voor incidentele tegenvallers is € 1 miljoen beschikbaar. e • Het voorlopige structurele herverdeeleffect van de 2 fase groot onderhoud gemeentefonds bedraagt € 0,45 miljoen voordelig (€ 18 per inwoner), conform het voorstel van de Raad voor de financiële verhoudingen. • Er wordt een structurele weerstandscapaciteit gevormd van € 0,2 miljoen, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing en de bezuinigingsopgave. • De incidentele weerstandscapaciteit (WAR) wordt verhoogd met € 2,0 miljoen ten laste van de VAR, conform het advies in de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing. • De ruimte voor incidenteel nieuw beleid (€ 2,5 miljoen) bedraagt het totaal van de begrotingssaldi in de periode 2016 – 2019, gecorrigeerd voor structureel beleid. Het structurele rente-effect van de incidentele beleidswensen bedraagt 5% in het jaar opvolgend aan de beleidswensen. • De ruimte voor structureel nieuw beleid bedraagt € 0,15 miljoen (bovenop het bestaande beleid van € 50.000) voor de gehele periode 2016 – 2019.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 2016
2017
2018
2019
totaal
-108.000
1.113.000
1.097.000
636.000
Mutaties t.o.v. saldo Collegeprogramma Bezuinigingstraject Prijsontwikkeling Gemeentefonds (w.o. algemene uitkering) Overige mutaties
-200.000 1.502.000 -414.000 497.000 -164.000
574.000 -468.000 2.000 -124.000
108.000 -479.000 -74.000 -16.000
-505.000 114.000 4.000
Actueel begrotingssaldo
1.113.000
1.097.000
636.000
249.000
Uitgaven Collegeprogramma Overige mutaties
-1.443.500 156.000
-1.398.500 -
-960.000 -
-960.000 -
-4.762.000 156.000
Totaal
-1.287.500
-1.398.500
-960.000
-960.000
-4.606.000
Dekking incidentele mutaties VAR Bestemmingsreserves
-1.001.500 -286.000
-1.398.500 -
-960.000 -
-960.000 -
-4.320.000 -286.000
Totaal
-1.287.500
-1.398.500
-960.000
-960.000
-4.606.000
STRUCTURELE MUTATIES Saldo begroting voorafgaand jaar
1 2 3 4 5
INCIDENTELE MUTATIES
6 7
8 9
Ga naar planning & controlcyclus
terug
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Collegeprogramma structureel Bij dit onderdeel zijn de structurele lasten opgenomen die voorvloeien uit het beleid dat is opgenomen in het collegeprogramma 2014-2018 (bestaand beleid uit de begroting 2015) en is een inventarisatie van de mogelijke nieuwe beleidswensen (nr. 2 t/m 5) weergegeven. nr
Programma
Totaal
2016
1
Sport/7
Accommodatiebeleid sport
-50.000
-50.000
2 3
Sport/7 EZ/4
Kunstgrasveld Rolder Boys Voorfinanciering pilot aanleg glasvezel
-43.750 -5.000
-43.750 -5.000
4
OW/11
Onkruidbestrijding op verharding
5
OW/11
Beheer en onderhoud bomen
-120.000
-120.000
Totaal
-218.750
-218.750
-
2017
2018
2019
pm pm
-
-
-
Toelichting Ad 1. Accommodatiebeleid sport (bestaand beleid begroting 2015) In het kader van de harmonisatie van het beleid m.b.t. voetbalaccommodaties zijn/worden de club-en kleedgebouwen overgedragen aan de voetbalverenigingen. Op dit moment vormt het club- en kleedgebouw van voetbalvereniging (vv) Gieten daarop nog een uitzondering. Het club- en kleedgebouw van vv Gieten op sportpark de Goorns is sterk verouderd (1955). Het bestuur van vv Gieten heeft aangegeven niet bereid en in staat te zijn het gebouw in de huidige staat over te nemen. Onderzoek wijst uit, dat renovatie van het gebouw geen duurzame oplossing biedt. Om die reden wordt ingezet op nieuwbouw. Wij willen onderzoeken of een slimme combinatie is te maken met andere plannen. Van nieuwbouw kan alleen maar sprake zijn als vanuit de club zelf ook een substantiële bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van de plannen. Het opgenomen bedrag ad € 50.000 betreft een indicatie van de jaarlijkse kapitaallasten. De beleidswensen die hierna zijn opgenomen betreft slechts een inventarisatie van het mogelijke nieuwe beleid en zijn niet financieel verwerkt. Bij de begroting 2016 zullen concrete voorstellen voor nieuw beleid worden gedaan.
Ad 2.
Kunstgrasveld Rolder Boys Voetbalvereniging Rolder Boys kent een stijging van het aantal leden. Dit heeft tot gevolg dat er een capaciteitsprobleem is ontstaan met betrekking tot de beschikbare velden. Het probleem wordt onderschreven door de KNVB. Op basis van de notitie harmonisatie beleid voetbalcomplexen is de gemeente verantwoordelijk voor de beschikbaarheid, de aanleg en het onderhoud van de voetbalvelden. Wij onderzoeken daarom momenteel de mogelijkheden om het capaciteitsprobleem op te lossen, bijvoorbeeld in de vorm van de aanleg van een kunstgrasveld.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Ad 3.
Voorfinanciering pilot aanleg glasvezel Het belang van snelle internetverbindingen, waaronder glasvezel, wordt steeds groter. Niet alleen in steden en dorpen, maar zeker ook voor de leefbaarheid in plattelandsgebieden. Binnen de gemeente Aa en Hunze heeft de coöperatie Eco-Oostermoer het initiatief genomen voor de ontwikkeling van glasvezel. De coöperatie gaat hiervoor in van Eexterzandvoort tot aan Gieten een pilot draaien. Deze pilot dient tevens als vliegwiel voor de verdere uitrol van glasvezel in de gemeente Aa en Hunze. Voor de uitvoering van deze pilot is het van belang dat een deel van de aanlegkosten worden voorgefinancierd. Dat leidt tot een structurele (rente)last van € 5.000 in 2016 op basis van voorfinanciering voor een bedrag van € 100.000. Alleen in specifiek situatie en onder voorwaarden mag de overheid zich als partij in deze markt bewegen. Alvorens over voorfinanciering te beslissen, is het van belang dat in relatie tot Europese regelgeving inzichtelijk wordt gemaakt of en zo ja onder welke voorwaarden de overheid mag ondersteunen. In de loop van mei 2015 komt hierover duidelijkheid van de provincie Drenthe. Afhankelijk van de pilot volgt een verdere uitrol in de gemeente.
Ad 4.
Onkruidbestrijding op verharding Vanaf 1 januari 2016 mag er geen chemische onkruidbestrijding op verhardingen worden toegepast. De laatste jaren hebben we het gebruik van chemische middelen al afgebouwd. De alternatieve methode is fors duurder. Om het gehele areaal zonder chemische middelen te bestrijden is in 2016 een incidenteel budget van € 97.000 nodig. In 2016 zal worden bezien wat er structureel benodigd is voor onkruidbestrijding met ingang van 2017.
Ad 5.
Beheer en onderhoud bomen/herplant bomen Binnen onze gemeente hebben we ca. 60.000 individueel te beheren bomen staan. Er zijn veel klachten van overlast door deze bomen. Dit komt voornamelijk door het achterstallig onderhoud. Om de achterstand in onderhoud weg te werken is voor de periode 2016 t/m 2019 een incidentele jaarlijkse investering nodig van € 300.000 en vanaf 2016 € 120.000 structureel voor het planmatig onderhoud. Herplant van bomen langs de weg Nieuw Annerveen-Eexterveen en langs de weg Gasteren-Anderen. Uit onderzoek blijkt dat een groot deel van de bomen langs de Hunzeweg/Dorpsstraat en de Gasterenseweg in een zeer slechte conditie verkeren. Deze bomen worden gekapt. Herstel van deze kenmerkende bomenstructuur is wenselijk. Het versterkt de landschappelijke en ruimtelijke kwaliteit. Tevens rust er op het kappen van deze bomen een verplichting vanuit de boswet tot herplant.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Bezuinigingstraject structureel Bij dit onderdeel zijn de structurele bezuinigingen opgenomen. Hier zijn de bezuinigingen opgenomen die op programmaniveau zijn ingevuld. Vanuit het toezicht van de provincie is het een aandachtspunt dat uitvoering van taakstellende bezuinigingen minimaal op programmaniveau noodzakelijk is om door de provincie te worden meegenomen in de beoordeling van het structurele begrotingssaldo. Taakstellende bezuinigingen, die nog niet zijn ingevuld, beoordeelt de provincie als incidenteel.
Bestaand bezuinigingstraject (conform begroting 2015) nr
Programma
Totaal
2016
1
Cultuur/06
Bibliotheekvoorziening
30.000
30.000
2 3
Ond./05
Logopedie
54.000
54.000
FinBedr/16
Bedrijfsvoering
25.000
25.000
4
Welzijn/09
Sociaal cultureel werk
50.000
50.000
5
Afval/10
Afval in brede zin
100.000
100.000
6
FinBedr/16
Personeel van derden
7
FinBedr/16
Inkoop taakstelling Totaal bestaande bezuinigingen
Ga naar planning & controlcyclus
26.000
2017
2018
2019
-
-
26.000
-
-
285.000
259.000
26.000
terug
collegeprogramma struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Nieuw bezuinigingstraject vanaf 2016 nr
Programma
8
OW/11
9
FinBedr/16
Participatie (o.a. zelfbeheer groenonderhoud en verkoop overhoekjes) Stoppen met terugstorten VAR bruidsschat
10
Sport/07
Zwembaden
11
Sport/07
Stoppen met bijdrage Hunzepark
12
Welzijn/09
Boerhoorn Rolde
50.000
50.000
13
Bestuur/01
Herijking budget Kern- en buurtgericht werken
25.000
25.000
14
Welzijn/09
Herijking budget peuterspeelzalen
50.000
50.000
15
Soza/08
Samenvoeging ISD/Alescon
100.000
16
FinBedr/16
Bijstelling trend 2016
200.000
200.000
17
Diverse
Afromen diverse budgetten
190.000
190.000
18
Diverse
Bezuinigen op bijdragen GR's
90.000
19
Wonen/13
Afronding project ADHB
38.000
20
Diverse
5% bezuiniging op subsidieverstrekkingen
50.000
21
FinBedr/16
Stelposten AU en scherper ramen Subtotaal lasten
22
Diverse
Communicerende vaten afval, riool en OZB
23
FinBedr/16
Verhogen forensenbelasting
24
OW/11
25
FinBedr/16
2016
25.000
25.000
55.000
55.000
12.000
12.000
100.000
2017
2018
2019
-
100.000
100.000
90.000 38.000 50.000
300.000
300.000
1.285.000
945.000
340.000
-
274.000
58.000
158.000
58.000
25.000
25.000
Doorberekening BTW op investeringen riool
115.000
115.000
Verhogen toeristenbelasting Subtotaal baten
200.000
100.000
50.000
50.000
614.000
298.000
208.000
108.000
-
1.899.000
1.243.000
548.000
108.000
-
2.184.000
1.502.000
574.000
108.000
-
Total nieuwe bezuinigingen Totaal bestaande en nieuwe bezuinigingen
Ga naar planning & controlcyclus
Totaal
terug
collegeprogramma struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Toelichting Ad 1.
Bibliotheekvoorziening Het invoeren van ‘bibliotheek op maat’ in Annen, Gieten en Rolde levert een structurele bezuiniging van € 30.000 op met ingang van 2016.
Ad 2.
Logopedie Logopedie is geen kerntaak. Voorgesteld wordt om te stoppen met het aanbieden van logopedie op het moment van pensionering in het jaar 2016 van de laatste in dienst zijnde logopediste.
Ad 3.
Bedrijfsvoering De resterende efficiencytaakstelling voor 2016 op de bedrijfsvoering bedraagt € 25.000.
Ad 4.
Sociaal cultureel werk Bij de decentralisatie van taken van het Rijk naar de gemeenten wordt er een overlap in doelgroepen verwacht. We verwachten een totale bezuinigingsmogelijkheid van € 250.000 bij de integrale heroverweging van taken binnen het sociale domein voor de periode 2013 t/m 2016 en voor het laatste jaar 2016 wordt € 50.000 aan te realiseren bezuiniging verwacht.
Ad 5.
Afval in brede zin Als gevolg van de nieuwe aanbesteding van o.a. restafval (per 1 juli 2016) kan een aanzienlijk voordeel worden behaald op de kosten van afvalverwerking en containermanagement. Dit biedt de mogelijkheid om de afvalstoffenheffing te verlagen en OZB te verhogen (belastingruil a.g.v. ‘communicerende vaten’). In de begroting van 2013 en 2014 heeft een belastingruil plaatsgevonden voor € 100.000 per jaar. Voor 2016 staat eveneens € 100.000 gepland. Zie ook ad 22.
Ad 6.
Personeel van derden Voorgesteld wordt de prijsindexatie voor 2017, net als in 2015, voor het budget personeel van derden op "nul" te zetten.
Ad 7.
Inkoop taakstelling De taakstelling op inkoop zal worden gerealiseerd vanuit de ruimte in de prijsontwikkeling structureel.
Invulling nieuwe bezuinigingsopgave: Ad 8.
Verkoop overhoekjes en participatie (o.a. zelfbeheer groenonderhoud) Extra ronde verkoop van overhoekjes en bezuiniging op onderhoud groen via zelfbeheer. Taakstellend € 25.000.
Ad 9.
Stoppen met terugstorten VAR bruidsschat Bij de verzelfstandiging basisonderwijs is een bedrag uit de VAR gehaald i.v.m. de bruidsschat. Dit wordt tot op heden t/m 2032 in bedragen van € 55.000 teruggestort. Voorgesteld wordt om hiermee te stoppen.
Ad 10. Zwembaden Kostenbesparing voor zwembaden bezien (energie/onderhoud door vrijwilligers / extra inkomsten via extra programma's voor gebruikers e.d.). Op korte termijn levert de komst van de houtkachel een structurele besparing van € 12.000 op de energiekosten op.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Ad 11. Stoppen met bijdrage Hunzepark De verkoop van het Hunzepark komt pas op 1 april 2016 om de hoek kijken en het is onduidelijk of en wanneer dat zal leiden tot incidentele uitbetaling van de gefixeerde overwaarde. Voor wat betreft het zwembad blijven we in principe tot en met 2020 geconfronteerd worden met stijgende structurele financiële verplichtingen voor de instandhouding en exploitatie van het zwembad. Slechts indien verlenging en herziening van het erfpacht- en opstalrecht eerder van aan de orde komt, zou dat anders kunnen zijn. Bij uitbetaling van de gefixeerde overwaarde zal dit bedrag worden aangewend ter dekking van de financiële verplichtingen tot en met 2020, waardoor de structurele bijdrage per 2017 kan komen te vervallen.
Ad 12. Boerhoorn Rolde Nader onderzoek naar toekomstig beheer en exploitatie van de Boerhoorn Rolde. In 2015 vertrekt een tweetal medewerkers (1,5 Fte). Deze zullen in ieder geval niet structureel worden vervangen. Taakstellende bezuiniging voor 2016 € 50.000. Ad 13. Herijking budget Kern- en buurtgericht werken Kern- en buurtgericht werken zal onderdeel uit gaan maken van het project Burgerparticipatie, waardoor een gedeelte van het budget ad € 25.000 kan komen te vervallen. Ad 14. Herijking budget peuterspeelzalen Budget aanpassen aan werkelijke uitgaven na harmonisatie kindvoorzieningen. Levert structureel een besparing van € 50.000 op. Ad 15. Samenvoeging ISD/Alescon Taakstellend € 100.000 opleggen voor 2017 aan uitvoeringsorganisatie Participatiewet a.g.v. efficiency door samenvoeging. Brengt mogelijk incidenteel frictiekosten met zich mee; dient nog nader te worden onderzocht. Ad 16. Bijstelling trend 2016 De trendontwikkeling in het jaar 2016 staat in de begroting 2015 op 1,75%. Bijstelling naar het niveau septembercirculaire 2014 (0,75%) betekent een totaal structureel voordeel van afgerond € 200.000. Ad 17. Afromen diverse budgetten Gebaseerd op (structurele) onderscheidingen op betreffende budgetten de afgelopen jaren (=uitkomst jaarrekeninganalyse afgelopen jaren). Budgetten kunnen derhalve worden afgeroomd. Ad 18. Bezuinigen op bijdragen GR-en Drenthe breed voorstellen om 5% taakstelling neer te leggen bij genoemde gemeenschappelijke regelingen (GR-en), conform het voorstel van de gemeente Midden Drenthe, realiserende dat er overeenstemming dient te worden bereikt tussen de deelnemende gemeenten (risico). Ad 19. Afronding project ADHB Na actualisering en digitalisering bestemmingsplannen stopzetten beschikbare budget ad € 38.000. Reguliere bestemmingsplan budgetten blijven beschikbaar. Ad 20. 5% bezuinigen op subsidieverstrekking Samen-de-trap-af' mechanisme toepassen op de subsidieverstrekkingen (verder versoberen subsidiebeleid). Levert ca. € 50.000 in 2017 op, waarbij de subsidies < € 1.000 én de verstrekking aan de provinciale bibliotheek en Impuls in ieder geval buiten schot blijven.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Ad 21. Stelposten AU scherper ramen Activiteiten (o.a. intensiveringen van bestaand beleid) waarvoor een aanvullend bedrag wordt ontvangen via de algemene uitkering (worden gereserveerd via de stelpost AU) uitvoeren binnen de reeds bestaande middelen, daarnaast niet meer anticiperen op onderuitputtingen van het Rijk én scherper ramen moeten leiden tot een structurele besparing van € 300.000. Ad 22. Communicerende vaten afval, riool en OZB Als gevolg van het lagere tarief van het restafval per juli 2016 en de gevolgen van de herijking van het GRP (verlaging tarief) bestaat de mogelijkheid tot zogenaamde uitruil met de OZB (communicerende vaten). Dit levert de komende jaren structureel € 274.000 op (aanvullend op ad 5). Ad 23. Verhogen forensenbelasting Extra verhoging forensenbelasting (naast trendmatig),waarmee Aa en Hunze meer op het gemiddelde niveau in Drenthe komt. Ad 24. Doorberekende BTW op investeringen riool Tot op heden hebben we mogelijkheid achterwege gelaten om de BTW op de rioolinvesteringen door te berekenen in de heffing. Voorgesteld wordt om de BTW op te nemen in de heffing, waarmee deze zal stijgen. Ad 25. Verhogen toeristenbelasting Verhoging van de toeristenbelasting per 2016 (met € 0,10 tot € 1,10 (landelijk gemiddelde is € 1,60 en in Drenthe minimaal € 1,05 in 2015). Tevens wordt een verhoging in de jaren 2017 en 2018 voorgesteld.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Prijsontwikkeling structureel Voor de trendmatige ontwikkelingen gelden uitgangspunten. In het regeerakkoord is bepaald dat de normeringssystematiek, waarin de groei van de rijksuitgaven (trap-op) en de bezuinigingen (trap-af), weer is ingesteld. Omdat in het regeerakkoord sprake is van een nominale groei van de algemene uitkering is het ook van belang de verwachte trendmatige ontwikkeling te ramen. Voor de prijsontwikkeling voor de lasten- en batenkant in de meerjarenraming is uitgegaan van de verwachte percentages uit de programmabegroting 2015. Kostensoort
Totaal
2016
2017
2018
2019
Salarissen
775.000
185.000
188.000
192.000
210.000
Personeel van derden
124.000
26.000
31.000
32.000
35.000
Goederen en diensten
672.000
145.000
180.000
184.000
163.000
34.000
8.000
9.000
9.000
8.000
669.000
140.000
163.000
166.000
200.000
- 2.274.000
- 504.000
- 571.000
-583.000
- 616.000
OZB
207.000
62.000
72.000
73.000
78.000
Leges en overige inkomsten Totaal inkomsten
90.000 297.000
28.000 90.000
31.000 103.000
31.000 104.000
33.000 111.000
-1.977.000
-414.000
-468.000
-479.000
-505.000
Energie Inkomensoverdrachten Totaal uitgaven
Totaal trendmatige ontwikkelingen (inkomsten -/- uitgaven)
Toelichting Er is gerekend met de volgende percentages prijsontwikkeling: 2016: 1,75% (gecorrigeerd tot 0,75% via invulling bezuinigingsopgave, zie ad 16 bij de bezuinigingen) 2017: 2,00% 2018: 2,00% 2019: 2,00% Volgens de huidige systematiek worden de uitgaven en inkomsten, onderhevig aan prijsontwikkelingen, verhoogd met het percentage prijstonwikkeling conform de meest recente circulaire. In de septembercirculaire 2014 is bekend geworden dat deze percentages afwijken van de door ons gehanteerde percentages in dit beleidsplan. Dit zou een aanzienlijk voordeel met zich meebrengen. Voor het begrotingsjaar 2016 is voorgesteld dit verschil in te zetten bij het bezuinigingstraject (zie het bezuinigingstraject structureel, ad 16). Gezien de op onzekerheden is het voorstel om de gehanteerde percentages uit de programmabegroting 2015, te weten 2 % voor de jaren daarna te handhaven.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Gemeentefonds structureel Bij dit onderdeel worden de verschillen in de uitkering uit het gemeentefonds tussen de verschillende jaren opgenomen.
nr
Programma
1 2 3 4
Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16 Fin&Bv/16
Mutatie algemene uitkering a.g.v. septembercirculaire 2014 Mutatie sociaal domein a.g.v. septembercirculaire 2014 Mutatie sociaal domein a.g.v. septembercirculaire 2014 e Herverdelingseffecten 2 fase groot onderhoud gemeentefonds Mutatie algemene uitkering
Totaal
2016
2017
2018
2019
89.000 -979.000 979.000 450.000
47.000 -162.000 162.000 450.000
2.000 -497.000 497.000
-74.000 -196.000 196.000
114.000 -124.000 124.000
539.000
497.000
2.000
-74.000
114.000
*) = budgettair neutraal (baten = lasten) verwerkt in de begroting Mutatie deelfonds sociaal domein Onze gemeente krijgt met ingang van het jaar 2015 ruim € 13 miljoen voor de uitvoering van de drie decentralisatie-opgaven in het sociaal domein. Tussen de verschillende begrotingsjaren treden mutaties op. Per saldo zijn deze budgetten neutraal verwerkt (baten = lasten) in onze begroting, conform het financiële uitgangspunt rijksregelingen worden uitgevoerd met de verkregen rijksmiddelen
Toelichting Ad 1. Mutatie algemene uitkering a.g.v. septembercirculaire 2014 In het beleidsplan 2015 zijn voor als nog de effecten van de septembercirculaire 2014 verwerkt. De mutaties die volgen uit de meicirculaire 2015 zullen per brief worden gedeeld voorafgaande aan de behandeling van het beleidsplan 2015 Ad 2/ 3. Mutatie deelfonds sociaal domein Onze gemeente krijgt met ingang van het jaar 2015 ruim € 13 miljoen voor de uitvoering van de drie decentralisatie-opgaven in het sociaal domein. Tussen de verschillende begrotingsjaren treden mutaties op. Per saldo worden deze budgetten neutraal verwerkt (baten = lasten) in onze begroting, conform het financiële uitgangspunt rijksregelingen worden uitgevoerd met de verkregen rijksmiddelen. Ad 4.
e
Herverdeeleffecten 2 fase groot onderhoud gemeentefonds e In het scenario ‘meest waarschijnlijk’ vindt een structurele toevoeging aan het gemeentefonds plaats van € 450.000 (€ 18 per inwoner) als gevolg van de herverdeeleffecten 2 fase groot onderhoud aan het gemeentefonds. Zie ook de uitwerking van de scenario’s in het inleidende hoofdstuk.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Overige mutaties structureel Bij dit onderdeel zijn de overige structurele onderdelen opgenomen: de niet-trendmatige ontwikkelingen, kapitaalontwikkeling en het rente-effect. nr
1
Programma
2016
2017
2018
2019
12.000 -18.750
4.000 -18.750
4.000
4.000
4.000
37.000 30.250
37.000 22.250
4.000
4.000
4.000
-55.000 -1.096.000 -353.000 -142.000 -592.500 -436.000 -2.674.500
-1.500 -24.500 -8.000 -5.500 -41.250 -2.500 -83.250
-1.500 -24.500 -24.000 -2.500 -72.500 -49.000 -174.000
-1.500 -24.500 -12.500 -6.000 -7.500 -78.000 -130.000
-1.500 -24.500 -3.500 -6.000 -30.625 -5.500 -71.625
140.000
110.000
180.000
120.000
56.750
-64.000
50.000
48.375
-301.875
-159.775
-72.175
-69.925
-48.000
16.750
16.750
-
-
-
Niet-trendmatige ontwikkelingen Fin&Bv/16 Meeropbrengst toeristenbelasting Fin&Bv/16 Meeropbrengst OZB Fin&Bv/16 Reserveren vervallen kapitaalslasten Samenwerking Drentsche Aa Stelposten voor reserveringen vanuit de algemene uitkering: Fin&Bv/16 Aanwending res. Nat. Uitv. Programma Subtotaal niet-trendmatige ontwikkelingen
2
Uitgaaf/totaal
Kapitaalontwikkeling - structureel Vervangingsinvesteringen: Sport/07 Sportmaterialen/gymtoestellen OW/11 Vervanging openbare verlichting OW/11 Duurzame bedrijfsgoederen Recr/15 Speelvoorzieningen Fin&Bv/16 Automatisering software Fin&Bv/16 Automatisering hardware Totaal Fin&Bv/16
Vrijval kapitaallasten Subtotaal kapitaalontwikkeling
3
Rente-effect - structureel Diverse
Collegeprogramma incidenteel
Diverse
Bezuinigingstraject - incidenteel
Diverse
Nieuwe voorstellen - incidenteel
Diverse
Niet-trendmatige ontwikkelingen - incidenteel Subtotaal rente-effect
Totaal overige mutaties structureel (afgerond)
Ga naar planning & controlcyclus
-80.000 -11.750
-19.550
7.800
-
-
-296.875
-242.575
-64.375
-69.925
-48.000
-164.000
-124.000
-16.000
4.000
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Toelichting 1. Niet-trendmatige ontwikkelingen Niet-trendmatige ontwikkelingen betreffen met name zaken waaraan de gemeente op grond van wetgeving of lokale ontwikkelingen een financiële vertaling moet geven. Het gaat hier om meeropbrengsten toeristenbelasting en OZB en een stelpost vanuit de algemene uitkering. 2. Kapitaalontwikkeling Het gaat hier gaat om de kapitaallasten van vervangingsinvesteringen. 3. Rente-effect Bij dit onderdeel wordt het structurele rente-effect voor de begroting aangegeven als gevolg van het aanwenden van de reserves, d.i. het aanwenden van incidentele middelen.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Collegeprogramma incidenteel Bij dit onderdeel zijn de incidentele lasten opgenomen die voorvloeien uit het beleid dat komt uit de vorige bestuursperiode en het collegeprogramma 2014-2018 (bestaand beleid uit de begroting 2015). De onderwerpen 13 t/m 24 betreft een inventarisatie van de mogelijke nieuwe incidentele beleidswensen. nr
Programma
Totaal
2016
2017
2018
2019
Wegreconstructie i.v.m. rioleringswerkzaamheden
-400.000
-100.000
-100.000
-100.000
-100.000
-140.000
-35.000
-35.000
-35.000
-35.000
-135.000
-135.000
-135.000
-200.000
-200.000
-200.000
-638.500
-200.000
-200.000
Bestuursperiode 2010-2014: 1.
OW/11
2.
OW/11
Verkeers- en vervoersmaatregelen
3.
Cultuur/6
Cultuurnota
-28.000
-28.000
4.
Recr/15
Geopark
-22.000
-22.000
5.
Recr/15
Versterking Toerisme en Recreatie
-75.000
-75.000
-665.000
-260.000
Subtotaal bestaande beleidswensen Bestuursperiode 2014-2018: 6. 7. 8.
Bestuur/1 Onderwijs/5 Sport/7
Themajaar 2016 NME scholen netwerk Verenigingsondersteuning SportDrenthe
-100.000
-100.000
-32.000 -20.000
-16.000 -20.000
-16.000
9.
Wonen/13
Koopcentrum Gieten
-500.000
-250.000
-250.000
10.
Recreatie/15
Staatbosbeheer
-45.000
-22.500
-22.500
11.
Fin&Bedr/16
Samenwerking Drentsche Aa
-300.000
-150.000
-150.000
12.
Fin&Bedr/16
Informatiebeleidsplan
-600.000
Subtotaal bestaande beleidswensen
Ga naar planning & controlcyclus
-1.597.000
-558.500
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 nr
Programma
Totaal
2016
2017
2018
2019
-300.000
-300.000
-350.000
-300.000
-300.000
-300.000
13.
Cultuur/6
Inventarisatie nieuwe beleidswensen: Funerair erfgoed
-10.000
-10.000
14.
Welzijn/9
Project maatschappelijk vastgoed
-1.250.000
-300.000
15.
OW/11
Herinrichting Vaart/Havenkade Gasselternijveen
-3.175.000
-3.175.000
16.
OW/11
Fietspad langs de Hunze
pm
pm
17.
OW/11
Reconstructie Lutkenend Gasselte
18.
OW/11
Herinrichting centrum Grolloo
19.
OW/11
Beheer en onderhoud bomen/herplant bomen
-1.200.000
-300.000
20.
OW/11
Onkruidbestrijding op verharding
-97.000
-97.000
21.
P&Nontw/14
NL Drentsche Aa
-14.000
-14.000
22.
Recr/15
Informatiepanelen Geopark
-20.000
-20.000
23.
Fin&Bedr/16
Restauratie archiefstukken
-100.000
-100.000
24.
Fin&Bedr/16
Luifelconstructie gemeentehuis
-45.000
-45.000
Subtotaal nieuwe beleidswensen
-6.136.000
-1.111.000
-3.775.000
-600.000
-650.000
Totaal
-8.398.000
-1.930.000
-4.549.000
-935.000
-985.000
-225.000
-225.000
pm
pm
Toelichting Ad 1. Wegreconstructie i.v.m. rioleringswerkzaamheden In het Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) is voorzien dat de riolering vervangen zal gaan worden. Daarnaast heeft de gemeente de verplichting t.a.v. het reduceren van het aantal rioolwateroverstortingen om te voldoen aan de basisinspanning en waterkwaliteitsspoor. Dit gebeurt door het afkoppelen van regenwater van het gemengde rioolstelsel. In het algemeen gaat dit soort werken gepaard met reconstructie van de weginrichting. Op basis van het GRP worden uit het rioolaandeel slechts de aanleg van de leiding en het herstel van de opgebroken sleuf bekostigd. Het wegenaandeel zit, afhankelijk van onderhoudstoestand, in het wegenonderhoudsprogramma en voorziet slechts in onderhoud van de bestaande verharding en niet in een algehele reconstructie. De extra kosten die gepaard gaan met de reconstructie werden geraamd op € 100.000 per jaar. Ad 2.
Verkeers- en vervoersmaatregelen Er wordt uitgegaan van een investeringsbedrag van € 35.000 per jaar voor verkeersveiligheid. De uitvoering van verkeersveiligheidsmaatregelen zal zo veel mogelijk tegelijk met reconstructiewerkzaamheden plaatsvinden. Voor de uitvoering van diverse projecten hebben de gemeente en de provincie een convenant met elkaar gesloten. Hierbij geeft de gemeente aan welke projecten er zullen worden uitgevoerd en zal er worden gekeken welk project voor BDU-subsidie in aanmerking komt. Diverse projecten vanuit de provincie en de gemeente zullen met elkaar worden afgestemd.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Ad 3.
Cultuurnota Op 6 maart 2013 heeft de raad de nieuwe cultuurnota 2013 – 2016 vastgesteld. De nieuwe cultuurnota 2013-2016 bouwt voort op de oude nota met dien verstande dat nieuwe initiatieven en nieuwe ontwikkelingen in de nota zijn opgenomen. Hierbij moet gedacht worden aan festivals en de nieuwe regeling voor cultuureducatie. Voor de uitvoering van de nieuwe cultuurnota wordt in 2016 een extra incidenteel budget gevraagd van € 28.000. Dit bedrag is bedoeld voor verenigingen en instellingen die de afgelopen jaren subsidie ontvingen voor hun activiteiten. Hierbij gaat het om de muziekschool De Hondsrug en het Huus van de Taol. Daarnaast wordt nieuw budget gevraagd voor festivals zoals Festival der Aa, Groeten uit Grolloo en Terugkeer naar Gaia, etc.
Ad 4.
Geopark Met het vaststellen van de cultuurnota door de raad op 6 maart 2013 is ook voor een periode van 3 jaren een bijdrage voor het Geopark van € 22.000 per jaar (2014 t/m 2016) ten laste van de reserve TRO (Toeristisch Recreatieve Ontwikkelingen) vastgelegd. Het Geopark staat voor de ontsluiting van het geologisch en cultuurhistorische erfgoed van de streek inclusief het gebied van de gemeente Aa en Hunze. Geopark de Hondsrug is sinds 5 september 2013 lid van het European Geopark Network. Het college ziet het Geopark als partner om het cultureel erfgoed binnen onze gemeente te ontsluiten. Het Geopark zal het ontsluiten in eerste instantie op het schaalniveau van de hele Hondsrug uitvoeren aan de hand van verschillende verhaallijnen. Daar waar vanuit de gemeente behoefte is aan detaillering kan met het Geopark worden samengewerkt om haar middelen hiervoor in te zetten.
Ad 5.
Versterking Toerisme en Recreatie De tijd is rijp om het toeristisch aanbod in onze gemeente sterk, goed en breed onder de aandacht te brengen van de (potentiële) bezoekers om deze te verleiden naar ons gebied te komen. Aanleiding is een aantal zaken en ontwikkelingen, zoals het feit dat het Hondsruggebied qua informatievoorziening aan de toerist in Drenthe een witte vlek blijkt te zijn, de ontwikkelingen met betrekking tot het Geopark de Hondsrug en de economische crisis. Er wordt op dit moment wel het een en ander gedaan op gebied van marketing en promotie van het toeristisch aanbod, maar geconstateerd wordt dat dit versnipperd en op ad hoc basis gebeurt. Er is behoefte aan versterking van de marketing en promotie. De verwachting is dat door betere samenwerking, het gezamenlijk oppakken van de marketing en promotie en gezamenlijke productontwikkeling een positieve impuls kan worden gegeven aan de lokale economische positie. Om dit te realiseren is voor een periode van 3 jaar de inzet van een toeristisch intermediair gewenst. Deze is verantwoordelijk voor de stroomlijning van alle activiteiten en voert de regie over de implementatie van een op te stellen marketing en promotieplan. Hiervoor wordt in vervolg op 2014 en 2015, ook voor 2016 een bedrag van € 75.000 per jaar gevraagd.
Ad 6.
Themajaar 2016 – Jaar van de ondernemer Tijdens de vergadering over het Beleidsplan 2014 heeft de gemeenteraad van Aa en Hunze besloten een bedrag van € 100.000 beschikbaar te stellen voor het themajaar 2016.
Ad 7.
NME scholen netwerk Natuur en milieueducatie (NME) heeft een positief effect op houding en gedrag van leerlingen in het basisonderwijs ten aanzien van natuur, milieu en duurzaamheid. In 2013 is het IVN (Instituut voor Natuureducatie en duurzaamheid) ingeschakeld voor een aantal duurzaamheidsthema’s op de basisscholen, waaronder het thema afval en afvalscheiding in relatie tot duurzaamheid. Daarmee bieden wij weer een voorziening die ook door de andere Drentse gemeenten wordt geboden en die door de scholen bijzonder hoog wordt gewaardeerd. Wij willen met het IVN Scholennetwerk ook de komende jaren (2016 en 2017) uitvoering geven aan natuur- en milieueducatie.
Ad 8.
Verenigingsondersteuning SportDrenthe SportDrenthe biedt verenigingen diverse ondersteuningstrajecten 'op maat' (= trajectondersteuning) en korte scholingen / themabijeenkomsten. Het doel is het (verder) ontwikkelen, opbouwen en uitvoeren van een gericht ondersteuningsaanbod voor sportverenigingen gericht op bestuurlijk kader, waarbij het zelf organiserend vermogen van de vereniging gestimuleerd wordt. Een vereniging kan ondersteuning krijgen o.a. op het gebied van een algemeen beleidsplan, financieel beheer en vrijwilligersbeleidsplan. Wij stellen voor om incidenteel € 20.000 in 2016beschikbaar te stellen voor verenigingsadvisering door SportDrenthe.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Ad 9.
Koopcentrum Gieten Het aantrekkelijk hebben en houden van het koopcentrum is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ondernemers, inwoners en gemeente. Door samen op te trekken worden ideeën uitgewisseld, stimuleren partijen elkaar en kan gezamenlijk gewerkt worden aan het vergroten van de aantrekkelijkheid van het koopcentrum. Geschat wordt dat het gemeentelijke aandeel hierin voor de jaren 2016 en 2017 op € 250.000 per jaar uitkomt. Het bedrag voor 2016 kan worden gedekt vanuit de reserve fonds Grote Projecten.
Ad 10. Staatsbosbeheer Staatbosbeheer (SBB) gaat een nieuwe koers varen. Een toekomst waarin de publieke financiering van beheer van natuur, landschap en recreatie niet langer vanzelfsprekend is. Voortaan moet het werk van SBB deels uit eigen activiteiten gefinancierd worden. Dit alles ingegeven door bezuinigingen van het Rijk. De bezuinigingen betekenen voor de provincie Drenthe een teruggang van € 1 miljoen voor de financiering van recreatie. Naast eigen kostenbesparingen gaat SBB in gesprek met de provincie, gemeente en het recreatieschap Drenthe over de mogelijkheden. Hierop anticiperend willen we een bedrag van € 22.500 per jaar voor 2016 en 2017 reserveren. Ad 11. Samenwerking Drentsche Aa De drie gemeenten Aa en Hunze, Assen en Tynaarlo gaan vanaf nu vaart maken met hun onderlinge samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering, genaamd samenwerking Drentsche Aa. De gemeente Noordenveld kiest voor een andere weg. Het uitgangspunt is dat de gemeenten als netwerkorganisatie met elkaar de verbinding maken. Een ambtelijke fusie en/of samenvoeging van de gemeenten is niet aan de orde. De onderwerpen waarop de samenwerking zich richt, zijn in elk geval gemeentelijke belastingen, ICT, inkoop, personeels- en salarisadministratie, duurzame inzetbaarheid (personeel), Arbo, facilitaire zaken, juridische functie, gemeentelijk materieel en BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie). Om uiteindelijk structureel te kunnen inverdienen is incidenteel een bijdrage nodig voor frictiekosten ad € 150.000 voor de jaren 2016 en 2017; de kosten gaan namelijk voor de baat uit. Tot en met het jaar 2015 zijn reeds incidentele middelen beschikbaar gesteld voor frictiekosten van € 250.000. Ad 12. Informatiebeleidsplan Uit het externe onderzoek “Effecten Digitalisering” blijkt dat verdergaande digitalisering de komende jaren noodzakelijk is. Een goede informatiehuishouding is onontbeerlijk voor de samenwerking in regionaal- en/of ander verband. Belangrijke keuzes dienen o.a. in 2015 e.v. te worden gemaakt over een regionale ICT samenwerking met Assen en Tynaarlo en over het contract met GovUnited dat afloopt in oktober 2016. Het vigerende Informatiebeleidsplan loopt tot en met 2015. Voor de tweede helft van de nieuwe bestuursperiode zal extra geld benodigd zijn om de informatisering en de vergaande digitalisering te bekostigen. Het gaat om totaal € 800.000, waarvan € 600.000, evenredig verdeeld in de jaren 2017 t/m 2019. Het Informatiebeleidsplan zal aangepast worden aan de nieuwe veranderende omstandigheden en daarbij zullen we de noodzakelijke additionele investeringen uitwerken. Met het standaardiseren van werkplekken en het harmoniseren van informatiesystemen zullen deze kosten op termijn worden terugverdiend; hiervoor is verder onderzoek noodzakelijk. Informatiebeveiliging zal de komende jaren overigens ook bijzondere prioriteit krijgen! De beleidswensen die hierna zijn opgenomen betreft slechts een inventarisatie van het mogelijke nieuwe beleid en zijn niet financieel verwerkt. Bij de begroting 2016 zullen concrete voorstellen voor nieuw beleid worden gedaan. Ad 13. Funerair erfgoed Betreft een beleidsnotitie ter inventarisatie en waardering van cultuurhistorische waarden op alle begraafplaatsen in de gemeente. Dit is als aanvulling te zien van de archeologische beleidsadvieskaart en de cultuurhistorische waardenkaart. In dit proces voorzien we een belangrijke inventariserende taak voor de niet-gemeentelijke begraafplaatseigenaren en de historische verenigingen. Om alles met voldoende kennis van zaken te doen stellen wij voor een extern bureau in dit proces te laten participeren, met name waar het gaat om de toepassing van de waarderingssystematiek. Geschatte kosten: € 10.000.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Ad 14. Project maatschappelijk vastgoed Wij hebben ingestemd met het opstarten van het project Maatschappelijk Vastgoed. De aanleiding hiervoor is de constatering dat een aantal maatschappelijke ontwikkelingen zorgt voor een afnemende dan wel veranderende vraag naar maatschappelijk vastgoed. Het (negatieve) effect hiervan op de leefbaarheid in Aa en Hunze begint zichtbaar te worden. Om adequaat op deze ontwikkeling in te kunnen spelen is er behoefte aan meer inzicht in de problematiek van het maatschappelijk vastgoed. De doelstelling van het project Maatschappelijk Vastgoed is drieledig. 1) Inzicht krijgen in de maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de vraag en het aanbod van maatschappelijk vastgoed (analyse kansen en bedreigingen) 2) Inzicht krijgen in het fysieke aanbod van maatschappelijk vastgoed en de exploitatie daarvan (analyse onderhoud/beheer/financiering/functioneel gebruik) 3) Opstellen van integraal beleid om het aanbod van maatschappelijk vastgoed optimaal af te stemmen op de vraag (integraal vastgoedbeheer/vastgoedmanagement). Deze doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt met een integraal accommodatiebeleid vanuit een duidelijke visie waarmee het maatschappelijk vastgoed ook in financieel opzicht gemanaged kan worden op de middellange en lange termijn. Onderdeel van het project Maatschappelijk Vastgoed is een aantal objecten waarvoor op termijn een oplossing gevonden moet worden. Indien de oplossing wordt gevonden in het afstoten of overdragen van objecten dan is het noodzakelijk om af te kunnen schrijven op de boekwaarden. Op dit moment schatten we hiervoor een incidenteel bedrag van € 1,25 miljoen voor de periode 2016 t/m 2019. Nader onderzoek dient plaats te vinden naar de mogelijkheden van overdracht (o.a. taxatiewaarden, staatssteun). Ook zullen wij inzichtelijk maken welke incidentele en structurele bezuinigingen er bij dit project mogelijk zijn. Ad 15. Herinrichting Vaart/Havenkade Gasselternijveen wordt incidenteel In 2009 is de Visie Herinrichting Vaart Gasselternijveen opgesteld met het oog op het gewijzigde gebruik van aanliggende percelen, parkeervoorzieningen en de verkeerskundige situatie. Uitgangspunt is dat het gehele tracé van Hoofdstraat tot Drentse Mondenweg in de uitwerking wordt meegenomen. Voor Herinrichting Vaart is er sprake van 3 deelgebieden (A,B,C), waarbij de Vaart/Havenkade – Baptistenkade is opgeknipt: Hoofdstraat t/m kruising t.h.v. Scheierswijk, Kruising t.h.v. Scheierswijk t/m ‘open landschap’, ‘Open landschap’ t/m kruising Mondenweg. Er zijn er voor deelgebied A 3 varianten doorgerekend: • natte profiel: € 2.346.300 (terugbrengen Vaart) • groen profiel: € 1.461.100 (groen, met een suggestie voor de Vaart) • energie profiel: € 2.501.200 (zonnepanelen: genereert opbrengsten) Vanuit het dorp is de voorkeur uitgesproken voor de variant ‘natte profiel’ Deelgebied B: € 391.900 Deelgebied C: € 436.400 Ad 16. Fietspad langs de Hunze In het kader van de natuurontwikkeling en het creëren van meer ruimte voor water is het stroomdal van de Hunze hersteld. Het gedeelte Gasselternijveen-Gieterzandvoort (Bonnerklap) is onlangs gerealiseerd. Om de natuurontwikkeling te kunnen beleven en een stimulans voor het toerisme is de aanleg van een recreatieve fietspad, langs de Hunze van Gasselternijveen naar Gieterzandvoort een belangrijke voorwaarde. Er is op dit moment nog geen plan beschikbaar/geen inzicht in eigendom grond. Daardoor is het te prematuur om voor het beleidsplan en de begroting 2016 e.e.a. te kunnen kwantificeren. Naar verwachting zal e.e.a. bij het beleidsplan 2016 kunnen worden gekwantificeerd en vervolgens integraal worden afgewogen bij de incidentele beleidswensen. Ad 17. Reconstructie Lutkenend Gasselte Het Lutkenend is ooit in de voormalige gemeente Gasselte van een oude klinkerstraat veranderd in een asfaltweg. Het is de enige asfaltweg in de omgeving. Vanuit historisch perspectief sluit een verharding van gebakken klinkers in waalformaat beter aan bij de omliggende straten. Geraamde kosten hiervoor: € 225.000.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
overige mutaties inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Ad 18. Herinrichting centrum Grolloo De Hoofdstraat in het centrum van Grolloo is een brede weg met de nadruk op de verkeersfunctie. Het centrum van Grolloo ligt in een 30km/u gebied, waarbij de nadruk ligt op de verblijfsfunctie. De Hoofdstraat voldoet niet aan de inrichtingseisen van een erftoegangsweg (30km/u). Om de weg conform deze inrichtingseisen in te richten is een algehele reconstructie nodig. Er is op dit moment nog geen concreet plan beschikbaar. Daardoor is het te prematuur om voor het beleidsplan en de begroting 2016 e.e.a. te kunnen kwantificeren. Naar verwachting zal e.e.a. bij het beleidsplan 2016 kunnen worden gekwantificeerd en vervolgens integraal worden afgewogen bij de incidentele beleidswensen. Ad 19. Beheer en onderhoud bomen/herplant bomen Zie het onderdeel collegeprogramma – structureel ad 5. Ad 20. Onkruidbestrijding op verharding Zie het onderdeel collegeprogramma – structureel ad 4. Ad 21. NL Drentsche Aa Het gesubsidieerde project voorlichting, communicatie en educatie in NL Drentsche Aa wordt gecontinueerd. IVN krijgt een bijdrage voor de periode 2016 en 2017 van afgerond € 14.000. De bekostiging kan plaatsvinden vanuit de reserve ILG. Ad 22. Informatiepanelen Geopark Vanuit inwoners en diverse verenigingen zijn verzoeken gedaan om plekken met cultuurhistorische waarden nader te duiden met een informatiepaneel. Het Geopark de Hondsrug heeft de ‘hotspots’ geduid. Voorgesteld wordt de verfijning te doen aan de hand van een nader op te stellen plan met urgenties. Uitgangspunten hierbij zijn om de vormgeving van het Geopark te volgen en aan te sluiten bij de verhaallijnen en bestaande wandel- en fietsroutes. Het plaatsen van informatiepanelen in combinatie met Geopark en Recreatieschap kost incidenteel € 20.000. Ad 23. Restauratie archiefstukken In 2014 is gebleken dat de archieven van de voormalige gemeenten in een minder goede staat zijn. Met name de archiefstukken uit Gasselte zijn van slechte kwaliteit door de minder goede omstandigheden van de archiefbewaarplaats destijds. Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor een goede en ordelijke staat van onze archieven en moeten wij ons ook verantwoorden richting de archief inspectie van de Provincie. De stukken zullen moeten worden gerestaureerd om de kwaliteit van de documenten te verbeteren en grotere schade op langere termijn te voorkomen. De kosten worden geraamd op € 100.000. Ad 24. Luifelconstructie gemeentehuis De huidige luifelconstructie boven de hoofdingang van het gemeentehuis is te vlak (float) aangebracht. Hierdoor raakt de beglazing snel vervuild met een groene aanslag en bladresten, waardoor regelmatig reiniging noodzakelijk is. Door het ontbreken van voorzieningen voor de afvoer van het hemelwater loopt het water er aan alle kanten af. Onderliggende bestrating, aangrenzende muren en kozijnen vertonen hierdoor eveneens een groene aanslag. De hoofdentree geeft vaak een haveloze en besmeurde indruk. De huidige luifel is geen visitekaartje voor ons gemeentehuis. De gehele luifelconstructie dient te worden gedemonteerd, waarbij de stalen dragers onder afschot aangebracht moeten worden. Aan de achterzijde kan dan over de volle lengte een langsgoot worden aangebracht met aan weerszijden een hemelwaterafvoer. Beide hemelwaterafvoeren worden aangesloten op de bestaande terreinriolering. Totaal benodigd bedrag: € 45.000.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
dekking inc. mutaties
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2016-2019 Overige mutaties incidenteel Bij dit onderdeel zijn de overige incidentele ontwikkelingen opgenomen.
nr
Programma
1
Bestuur/01
Wachtgeld voormalige wethouders
-30.000
-30.000
2
Fin&Bv/16 Totaal
Stelpost reservering Nat. Uitv. Programma (NUP)
186.000 156.000
186.000 156.000
Ga naar planning & controlcyclus
Totaal
2016
2017
2018
2019
-
-
-
terug
collegeprogramma struct.
bezuinigingstraject struct.
prijsontwikkeling struct.
gemeentefonds struct.
overige mutaties struct.
collegeprogramma inc.
overige mutaties inc.
4.1 Financieel Meerjarenperspectief 2015-2019 Dekking incidentele mutaties Bij dit onderdeel is de dekking weergegeven van de incidentele beleidswensen en ontwikkelingen uit de onderdelen collegeprogramma incidenteel en overige mutaties incidenteel.
Totaal
2016
2017
2018
2019
-4.320.000 -4.320.000
-1.001.500
-1.398.500
-960.000
-960.000
-1.001.500
-1.398.500
-960.000
-960.000
-286.000
-286.000
0
0
0
0 -
0 -
0
-286.000
0 -286.000
-4.606.000
-1.287.500
-1.398.500
-960.000
-960.000
VAR Onttrekking VAR Totaal onttrekking VAR Bestemmingsreserves Onttrekking reserve TRO Onttrekking reserve fonds Grote Projecten Totaal onttrekking bestemmingsreserves
Totaal onttrekking reserves (afgerond)
-
Toelichting De dekking voor de incidentele voorstellen op basis van het gekozen scenario ‘meest waarschijnlijk’ komt voor de jaren 2016 tot en met 2019 voor een bedrag van € 286.000 uit de bestemmingsreserves en voor het grootste deel uit de VAR: € 4.320.000.
Ga naar planning & controlcyclus
terug
4.2 Planning en controlcyclus De planning en controlcyclus kan als volgt worden weergegeven. (klik hier voor een korte uiteenzetting of klik op één van de gekleurde onderdelen in onderstaande schematische weergave)
Activiteitenplanning
najaarsnota Programmabegroting n+1
Marap n
Marap n-1
4e kwartaal
1e kwartaal
3e kwartaal
2e kwartaal
Marap n
beleidsplan Jaarrekening n-1
Gemeentelijke toekomstvisie
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus Wat is Planning en Control? Planning en Control is gericht op het realiseren van organisatiedoelstellingen. Het gaat om een geheel van activiteiten die uitgevoerd worden met het oog op: • de vraag wat er in een bepaalde periode moet gebeuren, hoe dit moet gebeuren en waarmee dit moet gebeuren (planning); • de rapportage daarover (control); • de benodigde bijsturing (planning); • de uiteindelijke verantwoording over de behaalde resultaten (control). In de planning en controlcyclus zijn grofweg 2 stromen te onderscheiden, te weten: één op afdelingsniveau (groen) en één op concernniveau (blauw). Eigenlijk is het beter om te spreken van omgevingen waarbinnen de bewegingen plaatsvinden. De beide stromen samen vormen de werkelijke planning en controlcyclus. Ten behoeve van de uitwerking is het beter om de 2 stromen afzonderlijk in beeld te houden.
De instrumenten naar functioneel accent Een tweede onderscheid dat is aan te brengen binnen de planning en controlcyclus is die naar accentlijnen. We onderscheiden de volgende lijnen: • de planningslijn • de verantwoordingslijn Het presenteren in twee afzonderlijke lijnen brengt enig risico met zich mee. Van een strikte scheiding tussen twee op zich zelf staande lijnen is geen sprake. De lijnen lopen in elkaar over. Toch worden ze gebruikt om het primaire functionele accent van het betreffende instrument aan te geven. Het planning en control-instrumentarium van de gemeente Aa en Hunze bestaat uit de volgende hoofdonderdelen. 1. 2. 3. 4.
Gemeentelijke toekomstvisie Collegeprogramma Beleidsplan Programmabegroting
5. Najaarsnota 6. Gemeenterekening (jaarrekening)
planningslijn
verantwoordingslijn
Daarnaast is er sprake van een tweetal beheersinstrumenten, waarin het accent op de voortgang ligt, te weten: 7. Activiteitenplanning (Let op: De activiteitenplanning heeft een dubbelfunctie) 8. Managementrapportages
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus 1. Gemeentelijke toekomstvisie De toekomstvisie kan worden gezien als een weerslag van een gezamenlijk nadenken over de ontwikkeling van de eigen leefomgeving. Wat willen we? Waar liggen de accenten? Willen we bijvoorbeeld een groene gemeente zijn? Met andere woorden: Hoe ziet de gemeente er over 10, 15 of 20 jaar uit? Belangrijk is dat de toekomstvisie gekoppeld is - en blijft - aan de rest van de planningslijn. Voorkomen moet worden dat een toekomstvisie als eenmalige exercitie binnen de kortste keren wordt ingehaald door een nieuw collegeprogramma of een geactualiseerd beleidsplan met nieuwe visie-elementen. In feite wordt dan immers de participerende burger voor de gek gehouden. Er is slechts één manier om de burger serieus te nemen en de toekomstvisie niet haar waarde te laten verliezen: wijk niet af van de geformuleerde toekomstvisie, het collegeprogramma en het beleidsplan zonder dit uitdrukkelijk en weloverwogen en in samenspraak met de burgers te doen. Ten aanzien van het opstellen van een dergelijk visiedocument is aan de raad een eerste verantwoordelijkheid toegekend. In overeenstemming met de duale beginselen zal het initiatief dan ook van de raad moeten uit gaan.
De toekomstvisie 2020 is eind 2012 vastgesteld. De Toekomstvisie 2020 zet de koers uit voor de toekomst van de gemeente Aa en Hunze. Met deze toekomstvisie stelt de gemeente de bestaande kwaliteiten en waarden veilig voor de toekomst. Wat ons bindt zijn de kernwaarden van Aa en Hunze. De sterke sociale verbanden, een gevoel van geborgenheid, saamhorigheid en naoberschap in een prachtig landschap met mooie dorpen. Dat wil de gemeente Aa en Hunze vasthouden en van hieruit vernieuwen: Aa en Hunze Buitengewoon!
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus 2. Collegeprogramma Het collegeprogramma (ook wel bestuursprogramma genoemd) bevat de politieke hoofdlijnen van beleid op basis waarvan het college gedurende de collegeperiode van 4 jaar haar werk doet. Het collegeprogramma wordt opgezet vanuit een centrale politiek-bestuurlijke doelstelling, die verder wordt uitgewerkt in een beperkt aantal hoofddoelstellingen. Die hoofddoelstellingen worden op hun beurt weer voorzien van specifieke daarbij passende doelstellingen die men in de raadsperiode wens te realiseren. Het is wenselijk dat bij die doelstellingen de beoogde effecten, die men wil bereiken, worden aangegeven. Getracht dient te worden om dit zoveel mogelijk te doen in meetbare termen om tijdens en na afloop een vorm van effectmeting mogelijk te maken. Het collegeprogramma vormt het strategisch plan voor de gemeente en dient als basis voor de jaarlijks op te stellen – via het beleidsplan - programmabegroting. Het gaat hier om een uiterst belangrijk document in het kader van de gemeentelijke bedrijfsvoering. Het is van belang dat het collegeprogramma zo concreet mogelijke keuzes bevat, die als het ware als opdrachten aan het college en de ambtelijke organisatie kunnen dienen.
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus 3. Beleidsplan Dit plan is – in tegenstelling tot het collegeprogramma, dat een statisch karakter draagt – een dynamisch stuk en heeft een voortschrijdend karakter. Het beleidsplan is een belangrijk document voor de kaderstelling van de programmabegroting voor het komende jaar. Op deze wijze wordt de raad in een vroegtijdig stadium betrokken bij de door het college noodzakelijk geachte beleidsontwikkelingen en worden "verrassingen" bij de behandeling van de programmabegroting in het najaar beperkt. Het beleidsplan kan als nadere aanscherping van het collegeprogramma worden beschouwd als een meer tactisch plan van de gemeente. In het beleidsplan komen de volgende onderwerpen aan de orde: • de verwachte ontwikkeling van de financiële positie; • een samenvatting van het resultaat van het vorig boekjaar; • het beleid op hoofdlijnen; • de recapitulatie van bijstellingen voor het lopende boekjaar; • het financieel meerjarenperspectief voor de komende vier jaar. Het voortschrijdend karakter van het beleidsplan heeft tot gevolg, dat het plan over de raadsperiode heen reikt. Dit is in verband met de continuïteit van de beleids- en bedrijfsvoering ook wenselijk, zo niet nodig. Uiteraard zal voor de jaren die over de raadsperiode heen reiken het dan te starten nieuw beleid niet controversieel zijn. Eens per vier jaar krijgt de nieuw optredende gemeenteraad de gelegenheid het beleidsplan op basis van een nieuw programma fundamenteel bij te stellen. Het beleidsplan wordt jaarlijks in juli vastgesteld door de raad.
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus 4. Programmabegroting De programmabegroting is onderverdeeld in: • de beleidsbegroting; • de financiële begroting. De beleidsbegroting bestaat uit: • het programmaplan; • de paragrafen. In het programmaplan wordt per programma expliciet ingegaan op de maatschappelijke effecten en de wijze waarop ernaar zal worden gestreefd die effecten te verwezenlijken en aan de middelen die met de realisatie gemoeid zijn. Of anders gezegd: Wat willen we bereiken, wat gaan we doen en wat mag het kosten? In de paragrafen worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. Zij bevatten de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en de lokale heffingen en maken deel uit van de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit: • de uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting; • het overzicht van baten en lasten; • meerjarenramingen. De programmabegroting vormt uiteindelijk het definitieve autorisatiekader voor de gemeenteraad om het college te machtigen en op te dragen het beleid met de daarin aangegeven middelen en de daaraan gekoppelde prestatie van de programma’s uit te voeren. De programmabegroting wordt ieder jaar in november in de raad behandeld.
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus 5. Najaarsnota Door middel van de najaarsnota informeert het college de raad over de realisatie van de programmabegroting over de eerste negen maanden van het lopende boekjaar. De najaarsnota is een afzonderlijk document dat na vaststelling van de programmabegroting in de maand december aan de raad ter vaststelling wordt aangeboden. In deze rapportage worden incidentele wijzigingen(bijstellingen) van de programmabegroting voorgesteld, de eventuele structurele effecten worden in een volgend beleidsplan opgenomen.
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus 6. Gemeenterekening De gemeenterekening is onderverdeeld in een financieel deel: de jaarrekening en een beleidsmatig deel: het jaarverslag. In de jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde financiële beheer. In het jaarverslag ligt het accent op de beleidsmatige dimensie. De inhoud en indeling van de jaarrekening komt overeen met die van de programmabegroting. De gemeenterekening kan worden beschouwd als het sluitstuk in de verantwoordingslijn. Aanbieding aan de raad vindt plaats in de maand juni.
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus 7. Activiteitenplanning De functie van de activiteitenplanning is tweeledig. De activiteitenplanning is zowel plannings- als voortgangsinstrument. Planningsinstrument: Als op zichzelf staand stuk wordt het aangeboden aan het college, aan de raad in de vorm van een recapitulatiestaat. (sinds 2013 aangeduid met: Lange Termijn Agenda Raad). Formele vaststelling van de activiteitenplanning vindt plaats door het college. Door vaststelling van de begroting heeft de raad bepaald wat er in het begrotingsjaar gerealiseerd dient te worden. Door vaststelling van de activiteitenplanning stelt het college vast wanneer en met welke prioriteit een en ander uitgevoerd zal worden. In de urenmatrix (vast onderdeel van de activiteitenplanning) wordt door het managementteam aangegeven met welke personele middelen een en ander gerealiseerd zal worden. De activiteitenplanning kan worden beschouwd als een afsprakenkader ter uitvoering van de vastgestelde begroting. De activiteitenplanning is als het ware een ´contract´ tussen het college en het management van de organisatie. De activiteitenplanning bevat een totaalbeeld van waar een afdeling in het begrotingsjaar voor staat. De activiteitenplanning bevat de uitwerking van politiek geformuleerde doelstellingen in concrete activiteiten op afdelingsniveau. Om de vergelijkbaarheid met de begroting en het beleidsplan mogelijk te maken wordt de detailinformatie van het plan steeds gegroepeerd naar de programma-indeling van het beleidsplan en de begroting. Naast de verticale relatie – college – management - is er sprake van een meer horizontale relatie, te weten: een ´contract´ tussen de algemeen directeur en het managementteam. Daarnaast is de activiteitenplanning ook een ´contract´ tussen afdelingshoofd (via teamleiders) en medewerkers. Een contract is tweezijdig. De medewerkers van de afdeling zullen dan ook van meet af aan betrokken dienen te worden bij de opstelling van de urenmatrix. Pas dan kan aan het ‘contract’ enige status worden toegekend. Centraal element in de activiteitenplanning is de urentoerekening naar programma’s, producten en activiteiten. Met name door het opstellen van de zogenoemde urenmatrix wordt een beeld verkregen van de beschikbare personele capaciteit. Zowel voor wat betreft de totale capaciteit als de capaciteit in de tijd gezien. Met name met het oog daarop is het wenselijk dat reeds voor de opstelling van de begroting met de eerste voorbereidende werkzaamheden wordt begonnen. Daarmee kan worden voorkomen dat de begroting te sterk gericht is op de financiële mogelijkheden en te weinig op de beschikbare personele capaciteit en overige organisatiemiddelen. Om die reden zal het opstellen van de Activiteitenplanning tegelijkertijd plaatsvinden met het opstellen van de begroting. Overigens kan de activiteitenplanning als operationeel instrument formeel pas na de vaststelling van de begroting worden vastgesteld.
Voortgangsinstrument: Daarnaast wordt door middel van de activiteitenplanning de voortgang van de activiteiten en uit te voeren werkzaamheden bewaakt. Daarbij ligt overigens het accent meer op de voortgang in de tijd dan op het volume. Rapportage over de voortgang vindt plaats door middel van managementrapportages.. De activiteitenplanning is als voortgangsinstrument in digitale vorm beschikbaar op het gemeentelijk netwerk en is te benaderen via Spiek – Dashboard Planning en Control.
Ga naar leeswijzer
terug
4.2 Planning en controlcyclus 8. Managementrapportages De managementrapportages zijn primair bedoeld om het productieproces bij te sturen en secundair om informatie te verzamelen voor de bestuursrapportages. Uitvoeringsrapportages spelen zich op afdelingsniveau af. De dynamiek van de uitvoering vereist dat continue inzicht nodig is in de stand van zaken. Een managementrapportage kan dienen als basis voor de bestuursrapportages. De managementrapportages verschijnen 3 keer per jaar: eind april, eind september en eind december. In de managementrapportages wordt gerapporteerd over afwijkingen ten opzichte van de planning. In de managementrapportages wordt op dit moment over de volgende onderdelen gerapporteerd: • Flexpot en vacatureruimte, • In-, door- en uitstroom; • Ziekteverzuim; • Opleidingsplan; • Zaaksysteem; • Activiteitenplanning; • Grote projecten; • Urenregistratie; • Kredieten; • Gemeenschappelijke regelingen; • Bezwaar en beroep; • Basisregistraties.
De voortgangsrapportage wordt op meerdere niveaus gepresenteerd. • In de vorm van een samenvatting als rapportage in één oogopslag. • In de vorm van ‘hoofdbladen’ per onderdeel, waarin opgenomen een presentatie op hoofdlijnen, een korte analyse en/of nadere toelichting. • In de vorm van verwijzingen en hyperlinks waarmee onderliggende detailoverzichten kunnen worden opgeroepen. Hiermee wordt beoogd elke gebruiker naar ‘eigen’ informatiebehoefte te kunnen voorzien.
Ga naar leeswijzer
terug
4.3 Leeswijzer Binnen het model zijn diverse navigatiemogelijkheden beschikbaar.
Door middel van de ‘home’ knop kun je vanaf elke pagina naar het startscherm gaan.
In een aantal gevallen bevatten pagina’s submenu’s. De knoppenbalk in het submenu is bedoeld om snel te kunnen navigeren binnen het desbetreffende onderdeel. De ‘home’ knop is in het submenu lichter van kleur en fungeert als tussenstap naar de eerste pagina binnen het submenu.
terug
Door middel van de ‘knop’ met de tekst ‘terug’ (rechtsonder op de pagina) kun je vanaf de huidige pagina naar de vorige bezochte pagina gaan. (Het zogenaamde terugbladeren. Let op! Niet te verwarren met 1 pagina terugbladeren.) NB: deze optie werkt niet in alle pdf-readers. Installeer goodreader voor een optimale werking van het model.
Klikveld
Klikvelden zijn bedoeld om snel naar onderliggende pagina’s te gaan. Bijvoorbeeld om detailinformatie op te roepen. Klikvelden in de tekst zijn te herkennen aan de grijze kleur.
groen
Klik op de groene tekst (linksonder op de pagina) om snel naar een volgend ‘hoofdonderwerp’ te gaan. De onderwerpselectie op het startscherm is daarbij leidend.
Inhoudsopgave
Vanuit de inhoudsopgave kun je rechtstreeks naar elke gewenste pagina gaan. De inhoudsopgave is vanaf elke pagina te benaderen via de ‘home’ knop gevolgd door een klik op de knop ‘inhoudsopgave’.
In een aantal gevallen worden afbeeldingen of teksten gebruikt als link naar een onderliggende teksten. Meestal met het doel om een nadere toelichting te geven. Daar waar van toepassing wordt dit op de desbetreffende pagina duidelijk aangegeven.
terug
Einde bijlage: Beleidsplan 2015 Aa en Hunze
Terug naar het agendapunt
10e 2015 begrotingswijziging beleidsplan 2015 (terug naar agendapunt) Documentsoort: Begrotingswijziging
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####b02559cd-278d-4d0b-a9ee-c82440486e6d#
Gemeente Aa en Hunze Provincie Drenthe Begrotingsjaar: 2015 Wijzigingsnummer: 10
De raad van de gemeente Aa en Hunze besluit de begroting van uitgaven en inkomsten voor het dienstjaar 2015 als hierna is aangegeven te wijzigen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 juli 2015.
De griffier,
De voorzitter,
Mr. E.P. van Corbach
Drs. H.F. van Oosterhout
Toelichting: In deze begrotingswijziging zijn de voorgestelde bijstellingen van de budgetten over het lopende jaar 2015, zoals opgenomen in het Beleidsplan 2015 verwerkt. Het verwachte positieve saldo van € 520.000 wordt, zoals besloten, aan de VAR toegevoegd.
Begrotingswijziging Wijzigingsnummer: Dienstjaar:
010 2015
Programma
Aanpassing struct./inc.
01
Bestuur
i
incidenteel
Uitgaven
Uitgaven
Verhoging
Verlaging
0
Raming Uitgaven Na wijziging *)
11.000
Inkomsten
Inkomsten
Verhoging
Verlaging
0
Publiekszaken
i incidenteel s structureel
20.000 0
0 0
143.552 0 0
0 75.000
1.469.238 03
Openbare orde en veiligheid
i
incidenteel
0
101.018
527.998 0
0
1.815.033 05
Onderwijs
i incidenteel s structureel
0 0
0 189.953
62.615 25.000 0
0 75.000
2.552.456 06
Cultuur
i incidenteel s structureel
0 0
5.500 0
247.990 0 17.566
0 5.750
1.291.953 07
Sport
s structureel
99.500
25.250
103.834 46.000
0
2.327.563 08
Sociale zaken
i incidenteel s structureel
175.326 700.000
0 0
569.828 82.326 700.000
0 0
11.363.831 09
Welzijn
i incidenteel s structureel
0 0
75.000 305.400
4.773.133 10.705 0
0 0
16.217.659 10
Gemeentelijke afvaltaken
s structureel
47.250
0
1.188.473 47.250
0
2.140.634 11
Openbare werken/verkeer en vervoer
i incidenteel s structureel
776.700 0
191.482 9.000
2.466.542 380.368 0
0 0
19.468.475 12
Milieu
i incidenteel s structureel
0 12.500
62.000 0
*) betreft de raming van de lasten/baten na alle wijzigingen binnen de voorliggende begrotingswijziging.
11.748.196 0 0
785.845
Na wijziging *)
0
2.657.056 02
Raming Inkomsten
0 0 82.566
Begrotingswijziging Wijzigingsnummer: Dienstjaar:
010 2015
Programma
13
Wonen en leefomgeving
Uitgaven
Uitgaven
struct./inc.
Verhoging
Verlaging
i incidenteel s structureel
1.107.500 88.137
1.123.836 0
Aanpassing
Raming Uitgaven Na wijziging *)
Inkomsten
Inkomsten
Verhoging
Verlaging
0 78.137
Plattelands- en natuurontwikkeling
i incidenteel s structureel
10.000 2.500
0 0
5.263.291 10.000 0
0 0
1.020.458 16
Financiën en bedrijfsvoering
i incidenteel s structureel
3.690.143 32.750
1.523.709 136.331
243.501 2.242.725 5.500
65.000 297.000
5.389.384 Totaal wijzigingen
6.762.306
3.759.479
*) betreft de raming van de lasten/baten na alle wijzigingen binnen de voorliggende begrotingswijziging.
Na wijziging *)
0 125.000
7.556.872 14
Raming Inkomsten
49.457.952 3.645.577
642.750
Einde bijlage: 10e 2015 begrotingswijziging beleidsplan 2015
Terug naar het agendapunt
Commissievoorstel inzake bezuinigingen (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####6157a61f-fa0f-46d8-996c-75d5b9fae46c#
Einde bijlage: Commissievoorstel inzake bezuinigingen
Terug naar het agendapunt
Recap Bezuinigingen 2015-2018 (terug naar agendapunt) Documentsoort: Bijlage
De inhoud van deze bijlage is te vinden vanaf de hierna volgende pagina's. #####PDFINCLUDE#####976c63f4-cb4e-4473-b406-ee83b1b01fae#
Einde bijlage: Recap Bezuinigingen 2015-2018
Terug naar het agendapunt