gemeente Eindhoven
Raadsnummer O4.R854.OOI Inboeknummer o4Joo6aas Classificatienummer oz Dossiernummer 4sa.aor 25 mei 2004
Raads informatiebrief (Financiele pijler) Betreft overzicht beleggingen. 1 Inleiding Eind 1998 is mede vanuit de gemeenteraad gevraagd te kijken naar de hoogte van het Eigen Kapitaal en dan met name naar een andere aanwending van het meerdere boven de normstelling. Daarnaast is onderzocht in hoeverre een alternatieve belegging van een bestemmingsreserve een hoger rendement kan genereren. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek heeft uw raad op 21 december 1998 besloten tot belegging van 6 45.378.021,61 (f 100.000.000,-) in een garantieproduct met een looptijd van tien jaar, waarbij naast de hoofdsom jaarlijks een minimum rendement van 3’ werd uitgekeerd. In de begroting werd uitgegaan van een opbrengst van 7,59b. Het verschil werd voorgefinancierd uit de Egalisatiereserve renteverschillen. Hiermee werd bewerkstelligd dat zonder daadwerkelijke besteding van het Eigen Kapitaal structureel extra ruimte werd gecreeerd voor nieuw beleid. Mocht het rendement tegenvallen dan is uiteindelijk voor dit nieuw beleid, conform het verzoek van de raad, het Eigen Kapitaaldeels aangewend.
2 Probleemstelling Begin december 2003 is door ons college besloten tot het beeindigen van de lopende belegging ad 6 45,4 miljoen. In dit kader wordt nu een overzicht gegeven van de resultaten van de belegging. Hierbij wordt tevens aangegeven op welke wijze de vrijgekomen middelen nu worden beheerd.
3 Wijze van aanpak In een garantieproduct worden de middelen voor het grootste gedeelte belegd in obligaties; dit deel dient om de hoofdsom aan het eind van de periode veilig te stellen. Een klein deel wordt vrij belegd. Het rendement van het vrij belegbare deel moet, vanwege de link met wereldwijde aandelenmarkten, er voor zorgen dat het totale rendement van de belegging boven het minimumrendement uitkomt. Vanwege de malaise op de financiele markten is de marktwaarde (en daarmee het opwaarts potentieel) van het vrij belegbare deel van de oorspronkelijke belegging dusdanig afgenomen dat de winstverwachting niet langer kon worden gehaald.
Raadanummer 04.R854.00Z
De marktwaarde van de belegging was eind 2003, in vergelijking met begin 1999, als volgt: aanvang (1999)
42,0 3,4
45,4 Omdat in 2003 de marktwaarde van de belegging hoger was dan de initiele inleg zijn de mogelijkheden met betrekking tot de belegging in het licht van de financiele positie van de gemeente nader onderzocht.
Uit de belegging zijn de volgende bedragen ontvangen:
in 6 15 januari 2000 15 januari 2001 15 januari 2002 15 januari 2003 15 januari 2004
totale uitkering af: inleg
totaal rendement
uitkering 1.497.474,72 1.497.474,72 1.497.474,72 1.497.474,72 46.235.914,79 52.225.81 3,67 -45.378.021,61
6.847.792,06
Het totaal rendement over de inleg bedraagt 3,029o op jaarbasis. Omdat in de begroting rekening werd gehouden met een opbrengst van 7,5%, is gedurende vijf jaar per saldo een bedrag van < 10,1miljoen onttrokken aan de Egalisatiereserve renteverschillen. Aan de beeindiging van de belegging zijn geen additionele kosten verbonden.
8egin 1999 kon de bestemmingsreserve vastrentend worden belegd in obligaties tegen 49o. Met dit rendement kon de beoogde structurele ruimte voor nieuw beleid echter niet gerealiseerd worden. Dit gold ook voor de rente in rekening-courant, destijds 39o. Door het liquide aanhouden van middelen in rekening-courant wordt tevens een fors renterisico gelopen, omdat het percentage maandelijks wordt aangepast aan de marktomstandigheden. Zo bedraagt de rekening-courant rente nu 296. Alles overwegende kan worden gesteld dat de middelen destijds op een verantwoorde wijze zijn belegd. De ontwikkeling van de belegging is gedurende de looptijd zorgvuldig in overleg met de bank en externe deskundigen gemonitord. Door autonome omstandigheden is het niet mogelijk gebleken een hoger rendement dan 396 te genereren, Gezien de sterke daling van de aandelenbeurzen is dit rendement in vergelijking met andere aandelen-gerelateerde beleg gingsproducten echter zeer
Raadsnummer Oy.R854.OOI
behoorlijk. Door de toegenomen marktwaarde was het eind 2003 mogelijk de lopende belegging te beeindigen en de middelen anders in te zetten.
De samenstelling van de financieringspositie van de gemeente is sterk aan verandering onderhevig. Eind jaren ’90 is sprake geweest van een sterke verbetering van de liquide middelen. Zo zijn enkele bedrijfsonderdelen verkocht en zijn diverse jaren afgesloten met overschotten. Logischerwijs had dit een daling van de financieringsbehoefte van de gemeente tot gevolg. Buiten de belegging om konden alle contractuele mogelijkheden tot vervroegde aflossing van leningen worden benut zonder nieuwe leningen aan te trekken. Die situatie is aan het veranderen. Voor gemeenten leiden de bezuinigingen en beleidswijzigingen van het Rijk tot het maken van keuzes. Een van die keuzes binnen Eindhoven is dat het Eigen Kapitaal kan worden ingezet voor knelpunten. Op langere termijn zal dit leiden tot een toename in de financieringsbehoefte. Door de middelen uit de belegging kan dit (deels) worden opgevangen. Voor de komende twee jaar gaat dit om een bedrag van ongeveer < 15 miljoen. Hierna resteert echter nog een bedrag van < 30 miljoen dat op een verantwoorde wijze moet worden beheerd, in casu opnieuw moet worden belegd. Op 22 september 2003 heeft uw raad het nieuwe treasurystatuut goedgekeurd. Daarmee heeft uw raad vernieuwde kaders gesteld hoe het college van burgemeester en wethouders met eigen vermogen kan omgaan. Ten aanzien van beleggen in garantieproducten staat in dit nieuwe statuut dat teneinde koersrisico’s te spreiden maximaal < 15 miljoen van de beschikbare middelen met een looptijd van een jaar of langer kan worden uitgezet in een type garantieproduct. Teneinde kredietrisico’s te spreiden wordt maximaal < 15 miljoen van de middelen met een looptijd van een jaar of langer uitgezet bij een individuele tegenpartij. Op basis van de ervaringen zijn aanvullende uitgangspunten vastgesteld. Zo wordt gekozen voor vermogensbeheer. Hierbij worden vooraf concreet de richting en randvoorwaarden aangegeven, waarna, als de belegging eenmaal is gestart, de gemeente de belegging niet zelf beheert. De ontwikkeling van het rendement en de marktwaarde zal worden gevolgd met behulp van een externe deskundige. Een jaarlijkse coupon ofwel tussentijdse uitkering is niet langer gewenst, omdat een dergelijke uitkering het verwachte rendement van een belegging negatief beÃŕnvloedt en het geld niet nodig is om de gemeentelijke activiteiten te kunnen financieren, De hoofdsom van de belegging moet aan het eind van de looptijd niet alleen nominaal maar ook qua koopkracht intact zijn. Een minimum gegarandeerd rendement is derhalve gewenst. Deze kan elk jaar als opbrengst in de exploitatie worden meegenomen. De looptijden van de beleggingen moeten afgestemd zijn op het verloop van de leningenportefeuille en koersrisico’s op aandelengerelateerde producten worden door middel van koersclicks zo veel mogelijk beperkt.
Raadsnummer O4.R85Zj..OOZ
In het treasurystatuut is bepaald dat uitzettingen uitsluitend plaatsvinden bij financiele instellingen met tenminste een single A rating. Deze instellingen zijn zeer kredietwaardig. Op basis van de risico/rendementsverhouding is, mede op advies van de externe deskundige, gekozen voor double A producten.
Door een rentedaling in december 2003 was het instapniveau in januari 2004 relatief ongunstig. Economische factoren wezen er op dat de markt zich zou kunnen herstellen. Besloten is niet direct over te gaan tot herbelegging. In plaats daarvan is de rente dagelijks nauwlettend gevolgd en is met de aanbieders van de offertes nagegaan hoe de producten het best in de markt geplaatst konden worden. Toen eind februari de markt was aangetrokken zijn twee aandelengerelateerde clickstructuren met een looptijd van respectievelijk 5 jaar en 10 jaar afgesloten. Deze looptijden zijn afgestemd op de momenten waarop 6 15 miljoen euro is afgelost op de huidige langlopende leningen. Op deze momenten kan opnieuw worden bekeken op welke wijze de vrijgekomen middelen zo optimaalmogelijk kunnen worden ingezet.
De aandelengerelateerde clickstructuren maken het mogelijk om te profiteren van een koersstijging van de Dow Jones Eurostoxx 50 Index maar beschermen ook tegen het effect van een -onverhoopt- dalende markt. De Eurostoxx 501ndex is een gewogen index van 50 continentaal Europese bedrijven. Op vaste momenten, na afloop van elk jaar, wordt het rendement ten opzichte van het jaar daarvoor vastgesteld. Aan het einde van de looptijd wordt de som van de vastgestelde rendementen tezamen met de nominale waarde uitgekeerd, voorzover dit boven het overeengekomen minimumrendement uitkomt. De participatiegraad in de stijging van de index op basis waarvan het extra rendement wordt bepaald, bedraagt 10096. De waarde van de inleg is beschermd doordat een Europese financiele instelling met een AA-rating op het einde van de looptijd deze garantiewaarde terugbetaalt. De producten hebben daarnaast de volgende kenmerken:
5 jaarsstructuur. Gedurende de looptijd wordt elk jaar het rendement van de Eurostoxx 50 index vastgeclickt met een minimum van ÃćâĆňâĂİ 59a en een maximum van+7,6596. Aan het einde van
de looptijd heeft de gemeente Eindhoven recht op de nominale waarde van 10096 en de som van deze jaarlijkse vastgestelde rendementen op de Eurostoxx50 met een maximum van 38,2596. De gemeente ontvangt aan het einde van de looptijd in elk geval een uitkering van minimaal 10096 vermeerderd met het minimumrendement van 296 per jaar. Deze belegging is gestart op 8 maart 2004.
10 jaarsstructuur. Gedurende de looptijd wordt elk jaar het rendement van de Eurostoxx 50 index vastgeclickt met een minimum van 096 en een maximum van +9,4796. Aan het einde van de looptijd heeft de gemeente Eindhoven recht op de nominale waarde van 10096 en de som van deze jaarlijkse vastgestelde rendementen op de Eurostoxx50 met een maximum van 94,796. De gemeente ontvangt aan het einde van de looptijd in elk
Raadsnummer 04.R85/.OOI
geval een uitkering van minimaal 100fo vermeerderd met het minimumrendement van 4,759o per jaar. Deze belegging is gestart op 20 februari 2004. Over de ontwikkeling van het rendement en de marktwaarde van de beleggingen wordt verslag gedaan in de kwartaalrapportages treasury. Na de herstructurering van de belegging wordt weer volledig uitgegaan van het concept ’totaal-financiering’. Het bedrag gemoeid met beleggen zal dan ook niet langer afzonderlijk aan de passiva-zijde op de balans verschijnen, maar als onderdeel van het totale vermogen van de gemeente, waarvoor in 2004 het omslagrentepercentage geldt als norm. Een budgettair neutrale begrotingswijziging wordt in dit kader separaat aangeboden.
4 Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten met deze raadsinformatiebrief invulling te geven aan de toezegging in de raadsvergadering van 13 april 2004 om een overzicht van de beleggingen aan te bieden.
5 Ter inzage gelegde stukken 1 Motie 2 SP d.d. 13 april 2004.
2 Afsluitbevestigingen lopende beleggingen. 3 Raadsbijlage Voorstel inzake het beleggen van de bestemmingsreserve Extra Inkomsten Kapitaal (besluit d.d. 21 december 1998).
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
secretaris EE04018566