gemeente Eindhoven
Raadsnumrner 04.R820.00I inboeknummer o4ToooSxS Classificatienummer x.888 Dossiernummer 4aa.6ox 25 mex 2004
Raads informatiebrief (Sociaal-Economische pijler) Betreft rapport Reintegratie en dienstverlening, het oordeel van de client. 1 Inleiding De gemeente Eindhoven draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Algemene bijstandswet (Abw), inmiddels vervangen door de Wet werk en bijstand en andere wetten en regelingen op het gebied van inkomensondersteuning. Vanuit de missie "werken aan zorg, zorgen voor werk" streeft de dienst Werk, Zorg en Inkomen (WZI) naar een pakket van dienstverlening op het terrein van zorg, werk en inkomen ten behoeve van haar klanten. De dienstverlening op het gebied van werk bestaat onder andere uit het aanbieden van een traject richting arbeid, activering of zorg (de reintegratietaken). Vanaf 1 januari 2002 heeft de dienst WZI de reintegratietaken voor wat betreft de uitvoering van een traject uitbesteed aan een drietal reintegratiebedrijven. Het reintegratiebedrijf is hoofdaannemer in het reintegratiegebeuren en verantwoordelijk voor uitvoering van de taken. Wanneer aanbodversterking’ nodig is schakelt het reTntegratiebedrijf andere partners in, bij voorkeur instellingen uit Eindhoven. De ondersteuning kan bijvoorbeeld bestaan uit activeringsprogramma’s die deze instellingen aanbieden. De drie reintegratiebedrijven waarmee de dienst WZI contracten heeft gesloten, zijn: Fith, Kliq en Maatwerk. De dienst WZI heeft een beeld willen krijgen van de kwaliteit van de dienstverlening richting client van de drie genoemde retntegratiebedrijven. Aan de afdeling Bestuursinformatie en Onderzoek van de gemeente Eindhoven is gevraagd om een kwalitatieve evaluatie uit te voeren waarbij nadrukkelijk naar de mening van de client wordt gevraagd.
De uitkomsten van de evaluatie zijn vastgelegd in het onderzoeksrapport Reintegratie en dienstverlening, het oordeel van de client (een exemplaar is op te vragen bij de griffie of de dienst WZI). Uit de evaluatie zijn conclusies en aanbevelingen voor toekomstig beleid te trekken. In deze raadsinformatiebrief wordt aangegeven welke dat zijn en op welke wijze het college dit uitgevoerd wil zien.
’ gericht op motiveren, activeren, scholing en training
Raadsnummer OQ.R82O.OOI
2 Probleemstelling Er heeft een onderzoek plaatsgevonden onder clienten van de dienst WZI naar de tevredenheid over de dienstverlening van de reYntegratiebedrijven en naar de effecten van een reintegratietraject op de kans op werkhervatting. Uit dit onderzoek komen aanbevelingen voor de toekomst en is een beeld ontstaan over de klanttevredenheid.
3 Wijze van aanpak De probleemstelling die ten grondslag ligt aan het onderzoek luidt als volgt: De dienst WZI besteedt de reintegratie van een deel van de clienten uit aan drie reintegratiebedrij ven. Water vervolgensin een reintegratietraject gebeurt, onttrektzich grotendeels aan de waarneming van de dienst. De dienst WZI vindt het belangrijk om goed op de hoogte te blijven van de kwaliteit van de dienstverlening van de reintegratiebedrij ven waarmee wordt samengewerkt.
De twee hoofdvragen van het onderzoek luiden: A hoe worden de verschillende aspecten van de dienstverlening van de reintegratiebedrj iven door haar clienten beoordeeld en gewaardeerd? B wat zijn de effecten met betrekking tot werkhervatting of eerste stappen daartoe naar het oordeel van de client? Het onderzoek onder de clienten bestaat uit twee onderdelen. Een schriftelijke enquete onder clienten, zes maanden na aanmelding voor een reintegratietraject. En interviews met twee categorieen clienten namelijk die een, naar het laat aanzien, succesvol of onsuccesvol traject doorlopen. Ad A Klanttevredenheid.
In de schriftelijke enquete is met name gevraagd naar de waardering van dienstverlening. Op de enquete is een respons van ruim 40% gekomen, de afdeling Bestuursinformatie en Onderzoek hanteert als ondergrens een percentage van 309b. Voor een uitgebreide beschrijving van de resultaten wordt naar het onderzoeksrapport verwezen. Samenvattend kan worden gesteld dat de meerderheid van de clienten tevreden is over de manier waarop men door het reintegratiebedrijf tot nu toe is geholpen. Een betrekkelijk kleine groep van 89o is daarover niet tevreden. Mannen en hoger opgeleiden zijn daarover minder tevreden dan vrouwen en lager opgeleiden. Het meest tevreden is de client over het contact met hun contactpersoon, namelijk de persoonlijke aanpak, goed luisteren, het meedenken, de vriendelijkheid, het vertrouwen, begrip voor de persoonlijk situatie, de betrokkenheid, samen kijken naar oplossingen, de positieve benadering vormen hierbij belangrijke trefwoorden. Ook getalsmatig kreeg deze rubriek de meeste opmerkingen (7096). Het minst tevreden daarentegen is men vooral over zaken die het reintegratieproces betreffen (309o opmerkingen). Zo gaan heel veel opmerkingen over de te lange duur
Raadsnummer 04.R820.00I
van het traject: ’het duurt allemaal veel te lang’. Verder hebben kleinere groepen clienten problemen met wisselende contactpersonen, de werkwijze van het reintegratiebedrijf of de effectiviteit van het traject in termen van ’doel niet bereikt’, ’niet
verder geholpen’. Ad B Effecten rein tegrat/etraj ect.
Om antwoord op de vraag naar de effecten van het reintegratietraject op de kans op werkhervatting te verkrijgen, zijn in totaal 21 personen geÃŕnterviewd. Alhoewel op basis van dit geringe aantal geen verstrekkende uitspraken gedaan kunnen worden, kan worden geconcludeerd dat de belangrijkste slaagfactor voor succesvolle arbeidsreintegratie is gelegen in een individuele, vraaggerichte benadering van de werkzoekende door het reintegratiebedrijf. Dit betekent dat als voor het reintegratietraject een goede aansluiting wordt gezocht bij de doelstelling en wensen van de individuele client, voorzover die redelijk zijn, dan is de kans op een succesvolle reintegratie het grootst. Van het re1ntegratiebedrijf wordt naast deze individuele benadering ook een goede ondersteuning en begeleiding naar de client toe verwacht. Van de andere kant is het voor een succesvolle reintegratie ook belangrijk dat de client een goede motivatie heeft, een actief zoekgedrag vertoont, de benodigde middelen (cursussen, opleiding) krijgt om zijn kansen op de arbeidsmarkt te vergroten en vertrouwen heeft in de aanpak van het reYntegratiebedrijf. Overeind blijft dat de kansen op arbeidsreintegratie kleiner worden naarmate de client ouder is, langer werkloos is of vanwege het ongunstig economische klimaat het aanbod van arbeid een stuk geringer is.
Aandachtspunten. Concluderend kan worden vastgesteld dat de dienstverlening van de reintegratiebedrijven door de cliknten positief wordt beoordeeld, met name door het contact met de begeleider van het reintegratiebedrijf. Een individuele, vraaggerichte benadering van de client zou centraal moeten staan waarbij een vaste contactpersoon goede ondersteuning en begeleiding biedt. Dit wordt al onderschreven in de visie van de dienst WZI en dit zal ook in alle in te zetten instrumenten tot uitdrukking moeten komen. Wat de inhoud van de reintegratietrajecten betreft, valt het volgende op. In het onderzoek is expliciet gevraagd naar het onderwerp aanbodversterking. De veronderstelling is dat clienten van de dienst WZI een dusdanige afstand tot de arbeidsmarkt hebben dat er voordat bemiddeling naar werk kan plaatsvinden, eerst activiteiten in de vorm van cursussen of werkervaring plaats moeten vinden. Uit het onderzoek blijkt dat dit in veel gevallen niet voorkomt: 2/3 van de respondenten geeft aan niet deel te nemen aan activiteiten in het kader van het re7ntegratietraject. Dit terwijl verwacht werd dat op het moment van de enquete (zes maanden na aanmelding bij een reintegratiebedrijf) de clienten activiteiten zouden verrichten. Ook
Raadsnummer 04.R82O.OOI
een aandachtspunt is dat meer dan de helft van de respondenten aangeeft belemmeringen (lichamelijk of psychisch) te ondervinden. Vervolgens geeft echter de helft van deze personen aan daarbij geen ondersteuning van het reintegratiebedrijf te krijgen.
Over deze resultaten is met de verschillende reYntegratiebedrijven uitgebreid gesproken. Voor wat betreft de geringe aanbodversterkende activiteiten is gebleken dat reintegratiebedrijven zelf aanbodversterking uitvoeren in die zin dat een coach in gesprekken met behulp van specialistische oefeningen zelf belemmeringen weg wil werken. Maatwerk heeft bijvoorbeeld een homecoach in dienst die samen met de client diens leven weer op orde probeert te krijgen. De bedrijven geven aan dat in gemiddeld 40% van de gevallen een extern traject wordt ingezet. Dit betreft met name scholing en in mindere mate activeringstrajecten bij de Ergonbedrijven. Activiteiten bij Loket W worden slechts incidenteel ingezet. Gebleken is ook dat er vele beslismomenten in het proces zitten waardoor de vaart uit het traject wordt gehaald. Die momenten liggen bijvoorbeeld in accordering van het reintegratieplan, in aanvullende diagnosestelling door instellingen of in het aanvragen van verklaringen voor gesubsidieerde arbeid Dit is ook de reden waarom op het moment van de enquete veel clienten nog geen activiteiten uitvoerden: er werd nog gewacht. Tenslotte worden ook wachttijden bij instellingen als knelpunt aangegeven. Met name bij NT2-onderwijs speelt dit een rol.
Actiepunten: in komende aanbestedingen in het bestek vragen om te specificeren waaruit inspanningen van eigen personeel bestaan en wat extern zal worden ingezet; de processen in het kader van reintegratie doorlichten op mogelijkheden om beslismomenten te verminderen; met de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling zijn afspraken gemaakt over inzet van WEB-gelden voor uitkeringsgerechtig den die in principe inhouden dat wanneer er sprake is van een reintegratietraject inkoop van NT2 door de reintegratiebedrijven plaatsvindt. Voor wat betreft de belemmeringen die clienten ervaren, blijkt uit een nadere analyse van de clienten die voor een traject bij de reintegratiebedrijven zijn aangemeld, dat met name fase 4-clienten inderdaad belemmeringen hebben. De Nederlandse taal en lichamelijke klachten springen er hierbij uit. Ook psychische problemen worden vaak genoemd. Wat opvalt is dat veel clienten vrijwilligerswerk verrichten. Dit wordt in het kader van een reintegratietraject vaak als tussenstap richting betaald werk gezien, mogelijk dat clienten dat zelf niet zo ervaren. Dit wordt ook in het on-
Raadsnummer 04.R82O.OOI
derzoek bevestigd: sommige clienten zien vrijwilligerswerk als een eindstation met behoud van hun uitkering. Uit eerder onderzoek is reeds gebleken dat de clienten van de dienst WZI vaak psychosociale problemen hebben evenals psychische problemen. Ook is bekend dat men vaak lichamelijke beperkingen ervaart, al of niet bevestigd door medisch onderzoek.
Dit zijn soorten belemmeringen waarbij reintegratiebedrijven zelf niets aan hulpverlening kunnen en/of moeten doen. Dit is de taak van zorginstellingen als de GgzE, Loket W en Novadic. Wel zou een reYntegratiebedrijf er zorg voor moeten dragen dat clienten naar deze hul pverleningsinstanties worden doorverwezen. Inmiddels is de dienst WZI zelf een project gestart om deze samenwerking vorm te geven.
Actiepunten: bij de doorontwikkeling casemanagement aanbod ontwikkelen voor clienten met forse belemmeringen op lichamelijke of psychisch gebied; de samenwerking op het gebied van inburgering verder vorm geven om duale trajecten te ontwikkelen waarbij een doorgaande lijn ontstaat van inburgering en het leren van de Nederlandse taal naar uiteindelijk betaald werk.
4 Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten:
1 kennis te nemen van het onderzoeksrapport Reintegratie en dienstverlening, het oordeel van de client; 2 de directeur van de dienst Werk, Zorg en Inkomen te verzoeken om de uitkomsten van het onderzoek mee te nemen in de visie op reÃŕntegratie en bij de inkoop van reintegratie-instrumenten; 3 de directeur van de dienst Werk, Zorg en Inkomen te verzoeken om de actiepunten uit te werken.
5 Ter inzage gelegde stukken Onderzoeksrapport ReTntegratie en dienstverlening, het oordeel van de client, november 2003.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
C. Langerwerf, secretaris KB04006245