PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT
Vergadering van 18 november 2014 Voorzitterschap van mevrouw An HERMANS De vergadering wordt om 14.10 uur geopend Verontschuldigingen Mevrouw Lieve Vanlinthout, mevrouw Geertrui Windels – Van Rompuy, de heer Luc Debraekeleer, mevrouw Katleen Bury, mevrouw Linda De Dobbeleer - Van den Eede, de heer Guy Uyttersprot, de heer Johnny De Brabanter en de heer Geert Schellens; raadsleden Afwezigen / Mededelingen Mevrouw de voorzitter deelt mee dat bij brief van 24 oktober 2014 een antwoord werd verstrekt op de schriftelijke vraag van de heer Guy Uyttersprot van 25 september 2014 in verband met het meldpunt voor rattenbestrijding. Indiening van de verslagen Mevrouw de voorzitter zegt dat het voorstel nr. 115 tijdens de provincieraad van 21 oktober 2014 werd verdaagd en opnieuw geagendeerd. Het verslag van het Rekenhof voor de bespreking van dit punt is inmiddels beschikbaar. De voorstellen nrs. 133 t.e.m. 142 werden neergelegd op het bureau. De voorstellen nrs. 143 en 144 werden op 13 november 2014 toegevoegd aan de agenda van de provincieraad van 18 november 2014. Notulen Mevrouw de voorzitter meldt dat de notulen van de vergadering van 21 oktober 2014 beschikbaar zijn. Voor de goedkeuring ervan verwijst ze naar artikel 33 van het provinciedecreet. Ze zegt dat het beknopt verslag van die vergadering evenals de lijst van de op die vergadering genomen besluiten beschikbaar zijn op het extranet. Mevrouw Van de Wiele vraagt of de notulen van de deputatie niet vroeger kunnen bezorgd worden. De heer De Witte, provinciegouverneur, antwoordt dat de notulen met een week verschil worden goedgekeurd. Hij zegt dat de administratie zal nagaan of de notulen, na goedkeuring van de deputatie, sneller kunnen worden bezorgd aan de raadsleden.
1
Verschuivingen binnen de provincieraad Mevrouw de voorzitter deelt mee dat naar aanleiding van het ontslag van mevrouw Sophie StoneWilmès, er een aantal verschuivingen zijn binnen de provincieraad.
Mevrouw de voorzitter deelt mee dat mevrouw Sophie Stone-Wilmès in de provincieraad zal worden opgevolgd door de heer Georgios Karamanis. Hij is opvolger in nuttige orde van de verkiezingsuitslag. Om zijn eed als provincieraadslid te kunnen afleggen en het mandaat van provincieraadslid te kunnen opnemen, dienen de geloofsbrieven te worden onderzocht. Ze zegt dat er bij de provincieraad geen bezwaren werden ingediend in verband met de verkiesbaarheidsvoorwaarden en gaat over tot de samenstelling bij loting van een commissie van vijf raadsleden uit het arrondissement Leuven, belast met het onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Georgios Karamanis. Ze zegt dat de commissie bestaat uit: de heer Stephan Boogaerts, mevrouw Lucia Dewolfs, de heer Willy Smout, mevrouw Sonia Van Laere en de heer Johan De Haes. Mevrouw de voorzitter schorst de vergadering om de verrichtingen i.v.m. het onderzoek mogelijk te maken. De openbare vergadering wordt hervat. Mevrouw de voorzitter verleent het woord aan de heer De Haes, voorzitter van de tijdelijke commissie, voor het resultaat van het onderzoek van de geloofsbrieven. De heer De Haes zegt dat de commissie is overgegaan tot het bijkomend onderzoek van de geloofsbrieven van de heer Georgios Karamanis, opvolger in nuttige orde van de lijst waartoe mevrouw Sophie Stone-Wilmès van de UF-fractie, die op 14 oktober 2014 haar eed aflegde als federaal volksvertegenwoordiger in de Kamer en bijgevolg ontslag nam als provincieraadslid, behoorde. Hij zegt dat de commissie heeft vastgesteld dat, sedert 14 oktober 2012, de heer Georgios Karamanis niet opgehouden heeft de verkiesbaarheidsvoorwaarden, voorgeschreven door het decreet, te vervullen en dat er geen enkele onverenigbaarheid bestaat met het uitoefenen van het mandaat van provincieraadslid. Daarom stelt de commissie bijgevolg voor de heer Georgios Karamanis te installeren in de hoedanigheid van provincieraadslid. Mevrouw de voorzitter brengt de conclusies van het verslag van de onderzoekscommissie en de geloofsbrieven van de heer Georgios Karamanis ter stemming. Het onderzoek van de geloofsbrieven wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 59 stemmen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter nodigt de heer Karamanis uit om zijn eed af te leggen als provincieraadslid. De heer Karamanis legt zijn eed af en zweert de verplichtingen van zijn mandaat trouw na te komen.
Mevrouw de voorzitter licht toe dat de heer Frédéric Petit door de UF-fractie werd voorgedragen als nieuwe fractievoorzitter. Ze vraagt de provincieraad hiervan akte te nemen. De provincieraad neemt hiervan akte.
Mevrouw de voorzitter deelt mee dat er, naar aanleiding van de eedaflegging van de heer Georgios Karamanis, ook een aantal verschuivingen zijn binnen de vertegenwoordigingen van de UF-fractie in de verschillende raadscommissies. Ze vraagt de provincieraad akte te nemen van de onderstaande wijzigingen. De wijzingen betreffen:
Raadscommissie I – welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Georgios Karamanis i.p.v. Frédéric Petit
Raadscommissie II: jeugd, cultuur, sport, recreatie en domeinen Effectief vertegenwoordiger: Nicole Geerseau-Desmet i.p.v. Sophie Stone-Wilmès Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Philippe Thiéry i.p.v. Nicole Geerseau-Desmet 2
Raadscommissie IV: land- en tuinbouw, leefmilieu Effectief vertegenwoordiger: Georgios Karamanis i.p.v. Frédéric Petit Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Frédéric Petit i.p.v. François Van Hoobrouck d’Aspre
Raadscommissie V: financiën, fiscaliteit, personeel, vorming en informatica Effectief vertegenwoordiger: Frédéric Petit i.p.v. François Van Hoobrouck d’Aspre Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Philippe Thiéry i.p.v. Sophie Stone-Wilmès
Raadscommissie VI: infrastructuur, waterbeleid en patrimonium Effectief vertegenwoordiger: Georgios Karamanis i.p.v. Frédéric Petit
Raadscommissie VII: regionaal beleid en economie Effectief vertegenwoordiger: François Van Hoobrouck d’Aspre i.p.v. Sophie Stone-Wilmès Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Frédéric Petit i.p.v. François Van Hoobrouck d’Aspre
Raadscommissie VIII: Onderwijs, PIVO en veiligheid Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Georgios Karamanis i.p.v. Sophie Stone-Wilmès
De provincieraad neemt akte van deze wijzigingen.
Mevrouw de voorzitter gaat verder met de wijzingen binnen de vertegenwoordigingen van de Open VLD-fractie in de verschillende raadscommissies naar aanleiding van de eedaflegging van de heer Dieudonné Horlait tijdens de provincieraadszitting van 21 oktober 2014. Ze vraagt de provincieraad akte te nemen van onderstaande wijzigingen. De wijzigingen betreffen:
Raadscommissie I – welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Dieudonné Horlait i.p.v. Dirk Janssens
Raadscommissie II: jeugd, cultuur, sport, recreatie en domeinen Effectief vertegenwoordiger: Dieudonné Horlait i.p.v. Dirk Janssens
Raadscommissie VI: infrastructuur, waterbeleid en patrimonium Effectief vertegenwoordiger: Dieudonné Horlait i.p.v. Dirk Janssens
Raadscommissie VII: regionaal beleid en economie Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Dieudonné Horlait i.p.v. Dirk Janssens De provincieraad neemt akte van deze wijzigingen.
Mevrouw de voorzitter vult aan dat bij nazicht werd vastgesteld dat er voor raadscommissie IV (land- en tuinbouw, leefmilieu) geen plaatsvervanger werd aangeduid voor mevrouw Liselore Fuchs. De N-VA-fractie heeft laten weten dat de heer Marc Sluys plaatsvervangend vertegenwoordiger zal zijn voor mevrouw Liselore Fuchs en mevrouw Linda De Dobbeleer – Van Den Eede plaatsvervangend vertegenwoordiger voor mevrouw Sonia Van Laere i.p.v. de heer Marc Sluys. Ze vraagt de provincieraad akte te nemen van deze wijziging. De provincieraad neemt akte van deze wijzigingen.
Vragenuur (toepassing van art. 32 van het provinciedecreet)
Mondelinge vraag van de heer Jo De Clercq betreffende het PRUP bijzonder economisch knooppunt Kampenhout-Sas – Arrest Raad van State. De heer De Clercq licht toe dat hij in de pers las dat de Raad van State onlangs het PRUP voor het Bijzonder Economisch Knooppunt Kampenhout-Sas vernietigde. Zo lijkt de deur voor de inplanting van een afvaloven op die site weer geopend. Hij vindt dit erg slecht nieuws, niet in het minst voor de inwoners van de ruime regio rond Kampenhout-Sas. Hij stelt dat in het PRUP voor Kampenhout-Sas het provinciebestuur heel bewust afvalverbranding uitsloot. Terecht, want de plannen van Recover Energy betekenen een aanslag op het milieu en onze gezondheid. Met de goedkeuring van het PRUP begin 2013 leek het gevaar dan ook afgewend. Maar nu gooit de Raad van State roet in het eten. 3
Hij zegt dat het bizar is dat de Raad van State het PRUP vernietigde omdat de provincie destijds gebruik maakte van het zogenaamd integratiespoor waarbij het uitvoeringsplan en de milieueffectenrapportage samen vielen. Problematisch omdat het artikel in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening dat het integratiespoor mogelijk maakt intussen vernietigd is. Hij vult aan dat, ironisch genoeg, dat gebeurde om voor iedereen voldoende inspraak te garanderen en vindt het dan ook cynisch dat net een firma, die uit winstbejag ruim 25.000 bezwaarschriften naast zich neerlegt, hiervan zou kunnen profiteren. Een bedrijf dat eerder al een vergunningsaanvraag introk toen bleek dat meer dan 10.000 mensen bezwaar aantekenden en dat gemeente en provincie buiten spel wilde zetten door gebruik te maken van de zogenaamde ‘bijzondere procedure’. Hij zegt dat de procedureslag rond het PRUP voor Kampenhout-Sas iets heeft van een slechte soap, met een afvaloven in Kampenhout-Sas als absoluut horrorscenario. We moeten daarom alles in het werk stellen om dit te vermijden. De sp.a-fractie is dan ook erg ongerust wanneer gedeputeerde Dekeyser zegt dat het nieuwe Provinciaal RUP pas in het voorjaar verwacht wordt, aangezien er beloofd was dat dit eind dit jaar al klaar zou zijn. Een uitstel van enkele maanden kan erg cruciaal kan zijn voor de verdere afloop. In deze context stelt hij de volgende vragen:
Hoe is nu de concrete timing van dit dossier, en van waar de opgelopen vertraging? Kan de deputatie garanderen dat de voorlopige vaststelling van het PRUP tijdig zal gebeuren, zodat men op basis hiervan een nieuwe vergunning kan weigeren? Welke andere mogelijkheden heeft de provincie nog om de inplanting van de verbrandingsoven tegen te gaan?
De heer Dekeyser, gedeputeerde, antwoordt dat, door de vernietiging van artikel 7.1.4. §2 van de Vlaamse Codex door het grondwettelijk Hof, de deputatie op 3 oktober 2013 besliste de PlanMER-procedure te hernemen. Het definitieve plan werd aan de dienst MER van de Vlaamse overheid bezorgd. In de loop van de maand december 2014 wordt een beslissing verwacht van deze dienst. Hij zegt dat de zogenaamde vertraging van de Plan-MER procedure werd opgelopen in het kader van de advisering van de kennisgevingsnota van het Plan-MER. Aangezien er heel wat bezwaren werden ingediend, dienden er ook heel wat wijzigingen aangebracht te worden. Hij zegt dat het PRUP Kampenhout-Sas opnieuw werd opgestart en dat op 24 november 2014 het voorontwerp aan de Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening zal worden voorgelegd. De plenaire vergadering zal plaatsvinden op 18 december 2014. De voorlopige vaststelling van het PRUP door de provincieraad is voorzien in februari 2015, onder voorbehoud van goedkeuring van het Plan-MER. Hij vult aan dat de deputatie niet kan garanderen dat het PRUP Kampenhout-Sas goedgekeurd zal zijn op het ogenblik dat er een nieuwe stedenbouwkundige aanvraag wordt ingediend. De voorlopige vaststelling van het PRUP kan pas gebeuren op het ogenblik dat het Plan-MER werd goedgekeurd. De Vlaamse overheid heeft hiervoor geen wettelijke, dwingende termijn voor deze goedkeuring. Hij stelt dat het zeer belangrijk is geen procedurefouten te maken om een tweede vernietiging van het PRUP te vermijden. Daarnaast verduidelijkt hij dat het aan de Vlaamse regering is om een afweging te maken in het kader van de vergunningsaanvraag. De provincie heeft steeds gesteld dat deze verbrandingsoven, omwille van redenen van goede ruimtelijke ordening, niet kan vergund worden. Het gaat hierbij o.a. over het functionele inpasbeleid, de mobiliteitsimpact, de veiligheid, enz. Hij stelt dat ook zonder het expliciete verbod, dat werd opgenomen in het PRUP, de deputatie van mening is dat deze verbrandingsoven niet voor vergunning vatbaar is op deze locatie. De heer De Clercq vraagt of het bijgevolg niet beter is dat mensen van actiecomités hun bezwaren beperken om het risico op bijkomende vertraging te vermijden. De heer Dekeyser, gedeputeerde, antwoordt dat hij niet zegt wat anderen wel of niet moeten doen.
4
Mondelinge vraag van de heer Marc Sluys betreffende de hervorming van de brandweer. De heer Sluys licht toe dat op 5 november 2014 een 100-tal brandweermannen uit de kazernes van Lennik, Asse, Opwijk en Halle hebben betoogd voor het stadhuis van Vilvoorde. De reden daarvoor is de omvorming van de zone Halle-Vilvoorde in de nieuwe zone Vlaams-Brabant West. Die hervorming is gepland voor 1 januari 2015, net als de oprichting van een zone VlaamsBrabant Oost. Hij stelt dat die datum nog amper iets meer dan een maand van ons verwijderd is en er over de geplande hervormingen nog heel wat onduidelijkheid heerst bij het personeel. Hij vraagt of die hervormingen veel veranderingen inhouden en wat de gevolgen zijn voor het personeel. Het personeel weet momenteel nog niet waar en hoeveel ze zullen moeten werken, wat ze zullen verdienen, welke taken ze zullen moeten uitvoeren, enz. Hij vindt dit niet de meest gezonde situatie. Hij vraagt of de provinciegouverneur een stand van zaken kan geven van dit dossier, alsook van dat van Vlaams-Brabant Oost. De heer De Witte, provinciegouverneur, antwoordt dat deze hervorming belangrijk is en eveneens een grote impact zal hebben. Hij beantwoordt deze vraag ook als verslaggever ter plaatse aangezien de nieuwe brandweerzones bestuurd worden vanuit de gemeentebesturen zelf. Hij zegt dat de Zoneraden van Vlaams-Brabant Oost en Vlaams-Brabant West, respectievelijk het arrondissement Leuven en het arrondissement Halle-Vilvoorde, zijn overeengekomen om op 1 januari 2015 van start te gaan met deze hervorming. De brandweerhervorming werd reeds in 2007 gestemd in het parlement. Het statuut van het brandweerpersoneel is op federaal niveau goedgekeurd maar de effectieve verdiensten zijn nog niet bekend, aangezien dit niet enkel afhankelijk is van het statuut maar eveneens van de werkuren. Hij zegt dat in de zone Vlaams-Brabant West, de zonecoördinator zich ondertussen heeft geëngageerd prioritair werkt te maken van de werkschema’s voor het personeel voor begin 2015. Hij stelt dat er in het algemeen vanaf 1 januari 2015 voorlopig nog zal gewerkt worden volgens de huidige afspraken en dat de wijzigingen pas stelselmatig zullen worden doorgevoerd. Er is echter wel een nieuwe wetgeving wat betreft de arbeidstijdregeling van de brandweermensen. Hierover bestaat reeds een voorakkoord met de vakbonden maar het concrete werkschema is nog niet opgemaakt. Hij vult aan dat voor het hele organisatorische vlak in beide zones een administratieve dienst zal worden opgericht. Voor de zone Oost zal deze administratieve dienst zich bevinden binnen de stad Leuven waar er hiervoor specifiek personeel zal worden voorzien. Voor de zone West zijn er deels afspraken gemaakt met de stad Vilvoorde om dit op te starten. Hij benadrukt dat een hervorming als deze niet zonder strubbelingen zal verlopen maar dat er alles aan wordt gedaan om alle betrokkenen voldoende te informeren.
Mondelinge vraag van mevrouw Sonia Van Laere betreffende de Regionale Landschappen. Mevrouw Van Laere licht toe dat er de laatste maanden een grote ongerustheid was zowel bij de Regionale Landschappen alsook de Bosgroepen aangezien de deputatie beslist had de subsidies aanzienlijk te verminderen. Ondertussen is men tot het besef gekomen dat deze maatregel nogal drastisch was en zijn er bijgevolg ook een aantal wijzigingen gebeurd. Ze wenst te weten welke wijzigingen er zullen doorgevoerd worden en welke subsidies de Regionale Landschappen en de Bosgroepen in 2015 zullen ontvangen. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, antwoordt dat deze vraag reeds deels aan bod is gekomen in een vorige provincieraad. Toen werd reeds meegedeeld dat de deputatie zich hierover zal buigen. Ze stelt dat de Vlaamse regering, de belofte om een positieve verevening te doen naar de provincie toe, niet heeft nageleefd. De deputatie is toen overeengekomen om bij de eerste budgetwijziging van 2015 in de algemene middelen op zoek te zullen gaan naar een dekking van 80% van de door Vlaanderen beloofde subsidie.
5
Ze stelt dat er ook geen vergelijking kan gemaakt worden met de manier waarop andere provincies dit oplossen. Iedere provincie kijkt naar de eigen grondgebonden materies en de historiek hiervan is ook vaak verschillend. In andere provincies zijn de Regionale Landschappen en de Bosgroepen soms ingekanteld in de reguliere werking. In andere provincies zien we drie Regionale Landschappen. In de provincie Vlaams-Brabant zijn er vijf gebiedsdekkende Regionale Landschappen. Ze zegt dat logischerwijze de kostprijs voor de ondersteuning van vijf Regionale Landschappen groter is dan voor drie. Daarenboven heeft de provincie Vlaams-Brabant ook een groter verlies geleden dan in andere provincies door het niet ontvangen van de compensaties. Ze vult aan dat de provincie Vlaams-Brabant ook de minste inkomsten genereert. Zo heeft onze provincie bijvoorbeeld de laagste belastingdruk. Ze zegt te hopen op een positief voorstel voor 2015. Voor 2016 zal er een goede regeling moeten uitgewerkt worden wat betreft de inkomsten om een optimale werking te kunnen blijven garanderen. Mevrouw Van Laere vraagt of er zicht is op welke subsidies er zullen gegeven worden. Ze vindt het daarnaast vreemd dat een beleidskeuze van de deputatie, waarin werd gekozen om deze subsidies in te krimpen, wordt teruggebracht op het wegvallen van het provinciefonds terwijl dit niet de grootste bron van inkomsten is. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, antwoordt dat er, naar aanleiding van het wegvallen van het provinciefonds en de positieve financiële verevening, geen geld kan uitgegeven worden als het niet binnenkomt. De deputatie zal dan ook, bij de eerste budgetwijziging 2015, trachten om 80% van de beloofde subsidie uit de werkingsmiddelen te halen.
Mondelinge vraag van de heer Joris Van Den Cruijce betreffende de fietsautostrades. De heer Van Den Cruijce vindt het goed dat de provincie een beleid met fietsautostrades op poten zet. De fileproblematiek in onze regio is enorm en de alternatieven moeten uitgebouwd worden. Hij stelt vast dat o.a. in Asse het één en ander grondig spaak loopt met de mobiliteit. Pendelaars van de andere kant van Asse, maar ook uit Merchtem en Opwijk hebben de grootste moeite om in Brussel te geraken. Hetzelfde geldt voor scholieren die bijvoorbeeld in Asse naar school gaan. Hij zegt dat de provincie besliste de fietsautostrade Asse-Brussel te stoppen aan het station van Asse. In die zin levert de fietsautostrade nauwelijks een bijdrage om de fileproblematiek aan te pakken. Hij wil weten waarom er geen rekening werd gehouden met het uitzonderlijk hoge fietspotentieel uit Merchtem en Opwijk om de fietsautostrade langer te maken dan 15 km, wat elders in de provincie wel gebeurde. Hij licht toe dat ondertussen de gemeente Merchtem, onder meer door deze beslissing, afziet van verdere medewerking aan de zogenaamde OMA-B route. Hij vraagt of er geen initiatieven kunnen genomen worden om de samenwerking met Merchtem opnieuw op te nemen en samen met de gemeenten Asse, Merchtem en Opwijk de OMA-B route toch te verwezenlijken. Hij zegt dat Opwijk trouwens al gedeelten van de OMA-B route heeft aangelegd, een initiatief dat nu niet tot zijn recht komt. De heer Dehaene, gedeputeerde, antwoordt dat deze vraag de gelegenheid geeft om de historiek van dit dossier te duiden. De fietssnelwegen zijn er gekomen op basis van de fiets-GEN-studie die in samenwerking met de Vlaamse overheid werd uitgevoerd. Eind 2012 werd deze studie geconcludeerd. In deze studie werd beschreven dat de fietssnelwegen rond Brussel in lengte beperkt zouden worden tot maximaal 15 km, behalve in gebieden waar een verbinding kan gemaakt worden met steden zoals bv. Halle, Antwerpen, Mechelen, Vilvoorde en Brussel. Op basis van deze studie werd een selectie gemaakt uit de 15 prioritaire fietsroutes voor de ontwikkeling van fietssnelwegen. Deze projecten worden voor 100% gesubsidieerd door de provincie. Hij zegt dat het stuk fietsroute voorbij Asse tot in Opwijk nooit de stempel heeft gekregen van fietssnelweg. De provincie erkent echter wel dat er op die verbinding een belangrijk fietspotentieel is. Hij vult aan dat dit dan ook de reden is waarom deze fietsroute in het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF) vervat zit. Voor dergelijke fietsroutes kunnen de betrokken gemeentebesturen rekenen op een subsidie van maximaal 80%. Hij stelt dat het stuk fietsroute dat werd gerealiseerd door de gemeente Opwijk, voor 20% werd gefinancierd door de gemeente zelf, voor 40% door de provincie en voor 40% door Vlaanderen. De rest van die route ligt op het BFF. Bijgevolg kan de provincie dan ook maar tussenkomen voor 80% van de kosten. 6
Hij verduidelijkt dat reeds in 2003 de provincie een coördinerende rol heeft vertolkt om de betrokken gemeentebesturen, Opwijk, Merchtem en Asse warm te maken voor de aanleg van een fietsroute. Dit heeft in 2008 geresulteerd in een samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten. De gemeente Merchtem had gezegd in dit project te zullen optreden als bouwheer en trekker. Aan deze overeenkomst werd echter geen uitvoering gegeven. Hij vult aan dat in 2011, de provincie, op vraag van de gemeente Merchtem, opnieuw initiatief nam om het proces opnieuw op te starten. In 2012 werden de nieuwe afspraken vastgelegd in een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Aansluitend deed de provincie een aanbesteding voor een studieopdracht. Door de onverwachte beslissing van Merchtem om het project niet uit te voeren, zag de provincie zich genoodzaakt om de aanbesteding in haar laatste fase stop te zetten. Gezien de inspanningen die reeds geleverd waren, was dit een frustrerende ervaring. Hij betreurt ten zeerste de gang van zaken. Hij zegt dat de deputatie bijgevolg in zijn globaliteit bekijkt waar het fietspotentieel het grootst is en waar deze trajecten op korte termijn kunnen gerealiseerd worden. De heer Van den Cruijce vraagt of er op dit ogenblik nog contacten zijn met de gemeente Merchtem. De heer Dehaene, gedeputeerde, antwoordt dat sinds de overeenkomst in 2012 geen contacten meer zijn geweest met de gemeente Merchtem. Hij zegt dat de deputatie wacht op een signaal vanuit de gemeente zelf. Raadsvoorstellen Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 115 Goedkeuring jaarrekeningen 2013 Dit voorstel werd op 14 oktober 2014 behandeld in de raadscommissie financiën, fiscaliteit, personeel, vorming en informatica. Het voorstel werd verdaagd tijdens de provincieraad van 21 oktober 2014. Het verslag van het Rekenhof is ondertussen beschikbaar vandaar dat het voorstel opnieuw werd geagendeerd. Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, legt uit dat dit de laatste keer is dat de jaarrekeningen op deze manier worden voorgelegd. Vanaf de jaarrekeningen 2014 zal dit gebeuren volgens de normen van de BBC. De jaarrekening bestaat uit de beheersrekeningen, de begrotingsrekeningen, de balans, de resultatenrekening, de algemene toelichting en de afschrijvingstabel. Ze vult aan dat het verslag van het Rekenhof op 30 oktober 2014 werd ontvangen. Dit verslag bevat enerzijds een deel gericht aan de provincieraad en een deel gericht aan het managementteam. Dit verslag moet de mogelijkheid geven om de jaarrekeningen correct te lezen en te beoordelen. Het Rekenhof heeft enkele bevindingen en opmerkingen bij de rekeningen geformuleerd. Ze benadrukt dat deze opmerkingen niet nieuw zijn maar ook bij de controle van de jaarrekeningen 2012 werden aangehaald. Ze zegt dat de eerste opmerking van het Rekenhof handelt over het feit dat er voor de belastingen geen inspectie ter plaatse wordt georganiseerd. Daarnaast werd opgemerkt dat de huisvestingsleningen buiten SAP worden beheerd. Ze stelt dat er ondertussen wordt nagegaan of het mogelijk is de huisvestingsleningen in de toekomst binnen het boekhoudkundig pakket op te volgen. De derde opmerking gaat over de inventaris. Het project dat hiervoor werd opgestart, heeft vertraging opgelopen. Er zijn in het verleden echter al een aantal acties ondernomen om de inventaris te optimaliseren. Zo zijn de inventaris van het informaticamateriaal en de inventaris van het PIVO volledig up-to-date. Vanuit de dienst boekhouding worden er controles uitgevoerd om na te gaan of de ingeschreven activa nog aanwezig zijn. Ze vult aan dat in het tweede deel van het verslag van het Rekenhof enkele boekhoud-technische opmerkingen bevat die bedoeld zijn voor het management. De heer Fonteyne merkt op dat de opmerking rond inventarisatie reeds in 2008 werd geformuleerd door het Rekenhof.
7
Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, zegt dat er in het verleden geen boekhoudkundig systeem was om dit te beheren. Er werd bijgevolg gezocht naar een manier om de inventarisatie te vergemakkelijken. Ze zegt dat in deze context een labelprinter werd aangekocht. Het labelen van alle activa was echter een arbeidsintensief en secuur werk. Daarenboven dekt deze oplossing enkel de vaste activa en diende er dus nog een oplossing te worden gezocht voor o.a. de lopende contracten. Er werd bijgevolg een project gestart waarbij zowel de vaste activa als de contracten in de scope zaten. Ondertussen zijn er bij de dienst facilitair beheer een aantal personeelswissels gebeurd waardoor het project de laatste tijd op een laag pitje heeft gestaan. De heer Fonteyne vraagt de tijdsspanne waarin dit project kan gerealiseerd worden. Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, is niet op de hoogte van de timing. De heer Fonteyne informeert naar de problemen in PREDOSA waarbij er geen aanduiding wordt gegeven of een dossier een visum nodig heeft. Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, antwoordt dat het visum ook in de toekomst verplicht zal blijven maar de regels zijn te complex om ze te kunnen automatiseren. Zelfs in ‘Daisy’, het nieuwe Dossier Agenderings- en InformatieSYsteem, is dit niet mogelijk. De heer Fonteyne stelt vast dat er eveneens problemen zijn tussen SAP en PROBA. Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, antwoordt dat in 2015 zal bekeken worden of de berekeningen van de aflossingen van de huisvestingsleningen kunnen geïntegreerd worden in SAP. De heer Fonteyne vraagt wat er precies niet werd gerapporteerd door de deputatie in het kader van het budgethouderschap. Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, antwoordt dat er geen gedelegeerd budgethouderschap is. De deputatie is hoofdbudgethouder. Vandaar dat er geen apart rapport ‘budgethouderschap’ wordt voorgelegd. Het Rekenhof is akkoord dat de jaarrekening in de toekomst ook kan dienen als rapport over budgethouderschap. De heer Fonteyne informeert naar de problemen inzake de boekhoudkundige verwerking van de subsidiëring door de overheid voor De Sterretjes. Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, zegt dat er een aantal subsidies moesten geannuleerd worden. Vandaar dat deze subsidie opnieuw werd ingeschreven in het budget voor 2014. Ze vult aan dat de eerste procedure voor de bouw van een nieuw schoolgebouw werd stopgezet. Er waren echter reeds een aantal facturen betaald op de post ‘investeringen’. Deze bedragen moeten overgeboekt worden naar de post ‘kosten’. De heer Dunon merkt op dat voor een groot deel dezelfde opmerkingen werden geformuleerd als vorig jaar. Hij heeft echter een aantal bedenkingen in verband met de jaarrekeningen 2013. In de jaarrekeningen wordt benadrukt dat er een redelijk resultaat wordt gerealiseerd van 537.000 euro. Hij merkt op dat er eigenlijk een tekort is maar dat dit o.a. wordt aangezuiverd uit het reservefonds voor een bedrag van 3,5 miljoen euro. Volgens hem dienen de cijfers dan ook gerelativeerd te worden. Daarnaast verwijst hij ook naar de samenvatting van de begrotingsrekening 2013. Hierin leest hij dat er een verschil is van 3,7 miljoen euro tussen de vastgestelde rechten en de effectieve ontvangsten. Aan de kant van de uitgaven merkt hij dat er heel wat vastleggingen zijn maar dat er voor een bedrag van 35 miljoen euro nog geen betalingen werden uitgevoerd. Heel wat uitgaven of schulden worden aldus verschoven in de tijd. Hij wenst hierover wat meer toelichting. Hij heeft ook vastgesteld dat wat de orderrekeningen betreft, de provincie zich borg heeft gesteld voor een bedrag van 78 miljoen euro. Ten opzichte van de jaarrekeningen van 2012, is dit bedrag gedaald. Dit is te wijten aan het feit dat Haviland in 2013 een borg kreeg voor een waarde van 12,5 miljoen euro terwijl dit in 2012 nog ongeveer 40 miljoen euro was. Hij wenst hiervoor een verklaring. Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, antwoordt dat voor de ontvangsten en de uitgaven de wettelijke bepalingen worden gevolgd wat betreft de vastgestelde rechten en het vastleggen van uitgaven. Ze legt uit dat op het ogenblik dat er een verbintenis wordt aangegaan door de deputatie, deze verbintenis ook in de boekhouding wordt geregistreerd onder de noemer van een vastlegging. De uitvoering van deze verbintenis kan even duren en de betaling ervan kan pas geschieden op het ogenblik dat de prestaties werden geleverd en de factuur werd ingediend. Het is dan ook logisch dat sommige uitgaven nog niet betaald zijn. Ze vult aan dat wat de ontvangsten betreft, de subsidies worden ingeboekt op het ogenblik dat de hogere overheid de subsidies toekent. Ook in dit geval kan een project soms meer dan een jaar duren. Deze inkomsten zijn dan ingeboekt als een vastgesteld recht maar de reële ontvangst zal dus pas later zichtbaar zijn.
8
Ze geeft meer toelichting rond de waarborg aan Haviland. Ze zegt dat het verschil ten opzichte van vorig jaar te wijten is aan het feit dat Haviland ondertussen reeds een stuk van de schuld heeft afbetaald. Daarenboven gaf de bank vorig jaar een verkeerd cijfer waardoor de weergave niet helemaal correct was. De heer Dunon merkt op dat er heel wat subsidies zijn die pas de komende jaren zullen ontvangen worden en dat de netto vastgestelde rechten 173 miljoen euro bedragen. Mevrouw Eynatten, financieel beheerder, antwoordt dat er effectief voor een aanzienlijk bedrag reeds vastgestelde rechten zijn maar dat deze bedragen nog niet werden ontvangen in de loop van 2013. Er worden geen verdere vragen of opmerkingen meer geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 115 ter stemming voor. Het voorstel nr. 115 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 37 stemmen voor, geen tegenstemmen en 24 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De heer Dunon verklaart de onthouding van de N-VA-fractie. Hij zegt dat de cijfers minder rooskleurig zijn dan hoe ze worden voorgesteld. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 133 Islamitische gemeenschap Al Ihsaan te Leuven - Aktename budget 2015 Dit voorstel werd op 4 november 2014 behandeld in het bureau. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, legt uit dat er in de voorstellen met nrs. 133, 134 en 135 wordt gevraagd akte te nemen van het budget 2015 van de drie geloofsgemeenschappen. Alle voorstellen passen binnen de vooropgestelde meerjarenplanning. Mevrouw D’Haese merkt op dat de noodzakelijke stukken niet beschikbaar waren op de deelsite van de raadsleden. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, antwoordt dat deze punten reeds aan bod zijn gekomen in het bureau maar dat hier toen geen opmerkingen over werden geformuleerd. De heer Laeremans zegt dat zijn fractie zal tegenstemmen voor de voorstellen met nrs.133 en 134. Hij vindt dat als de provincie moet besparen, dit op alle vlakken dient te gebeuren en dus ook wat betreft de subsidiëring van deze geloofsgemeenschappen. Daarenboven is zijn partij van mening dat heel wat moskeeën hebben bijgedragen tot de radicalisering van jonge Moslims. Hij maakt zich zorgen om de haat die in moskeeën wordt gepreekt tegen de Westerse samenleving. Bijgevolg zal de Vlaams Belang-fractie deze voorstellen niet steunen. De heer De Haes vraagt waarom deze voorstellen moeten gestemd worden aangezien het toch gaat over een aktename. Mevrouw de voorzitter antwoordt dat conform artikel 54 van het huishoudelijk reglement, na bespreking van elk besluit, dient gestemd te worden. Er worden geen verdere vragen of opmerkingen meer geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 133 ter stemming voor. Het voorstel nr. 133 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 35 stemmen voor, 21 tegenstemmen en 3 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 134 Islamitische gemeenschap Beraat te Diest - Aktename budget 2015 Dit voorstel werd op 4 november 2014 behandeld in het bureau. De heer Smout merkt op dat er in dit dossier sprake is van een aparte investeringstoelage van 3.000 euro. Hij vindt dat de provincie erop moet wijzen dat ook deze organisaties de tering naar de nering moet zetten. Niettegenstaande stelt hij, tussen 2014 en 2017, een stijging vast van de exploitatiemiddelen van maar liefst 40%.
9
Mevrouw D’Haese zegt dat de fractievoorzitter van de N-VA-fractie in het bureau reeds een opmerking heeft geformuleerd over het ontbreken van de noodzakelijke stukken. Daarenboven is de provincie wettelijk verplichting deze stukken ter beschikking te stellen. De heer Laeremans merkt op dat de stukken bij de agenda van het bureau wel digitaal ter beschikking waren op de deelsite maar vindt het vreemd dat dit niet het geval is voor de provincieraad. De heer Dunon betwist dit. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, legt uit dat de geloofsgemeenschap in Diest de mogelijkheid heeft om een stuk van de exploitatie opzij te zetten als een reserve voor toekomstige uitgaven. In dit specifiek geval wordt er extra budget voorzien voor de aankoop van vier koude luchtblazers. Het klopt dat er in dit dossier een groei van de uitgaven kan vastgesteld worden maar dit is geen abnormale stijging in de meerjarenplanning. Mevrouw de voorzitter zegt in de toekomst beter te zullen waken over het ter beschikking stellen van de documenten op de deelsite. Er worden geen verdere vragen of opmerkingen meer geformuleerd. Mevrouw de voorzitter het voorstel nr. 134 ter stemming voor. Het voorstel nr. 134 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 37 stemmen voor, 21 tegenstemmen en 3 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 135 Orthodoxe parochie Heilige Apostel en Evangelist Mattheos te Leuven - Aktename budget 2015 Dit voorstel werd op 4 november 2014 behandeld in het bureau. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 135 ter stemming voor. Het voorstel nr. 135 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 39 stemmen voor, 16 tegenstemmen en 5 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 136 Opdrachthoudende vereniging Riobra: bijzonder mandaat aan de provinciaal vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van 21 november 2014 Dit voorstel werd op 23 oktober 2014 behandeld door de deputatie. De heer Smout zegt dat in 2012 de scheiding van het rioleringsstelsel werd vooropgesteld, maar dat er nog een lange weg moet worden afgelegd. Er duiken heel wat problemen op en hoe vlakker het land, hoe meer er rekening moet worden gehouden met verstoppingen. Hij wil weten hoe ver men nu staat met de ontkoppeling en met de zuivering en vraagt ook meer uitleg over de technische problemen die worden vastgesteld in onze provincie. De heer Dekeyser, gedeputeerde, antwoordt dat er heel wat moeilijkheden zijn en dat er nog een hele weg moet worden afgelegd. De intercommunales herbekijken zowel de regelgeving als de financiering en gaan ook na hoe ze de lokale besturen daarin kunnen ondersteunen. Er is een hele evolutie aan de gang inzake de problematiek met Riobra en Aquafin. Hij zegt dat er reserves werden voorbehouden om aan de gemeenten ter beschikking te stellen, maar het vermoeden is groot dat de vooropgestelde termijn die Europa oplegt niet wordt gehaald. De heer Dunon vraagt aan de provinciaal vertegenwoordiger voor Riobra de voorgestelde beslissingen niet zomaar goed te keuren. De toelichting is te summier om hierover op een goede manier te kunnen oordelen. Daarom vraagt hij aan de afgevaardigde om toelichting te vragen over de cijfers 2013, de prognose van 2014, het budget van 2014 en het budget van 2015. De heer Dekeyser, gedeputeerde; zegt dat de heer Bellers van Riobra in de raadscommissie van ruimtelijke ordening een toelichting komt geven. De heer Dunon vraagt of hij op voorgestelde agendapunten een amendement moet indienen. Hij wil weten of er met de gemaakte opmerkingen rekening zal worden gehouden. Er worden geen verdere vragen of opmerkingen meer geformuleerd.
10
Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 136 ter stemming voor. Het voorstel nr. 136 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 39 stemmen voor, 3 tegenstemmen en 19 onthoudingen, zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt mevrouw Annita Vandebroeck gemandateerd als effectief vertegenwoordiger en mevrouw An Hermans als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van 21 november 2014 van Riobra. De heer Dunon verklaart de onthouding van zijn fractie en vraagt of de gemandateerde rekening zal houden met de opmerkingen. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 137 Aanstelling waarnemend provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar-vervanging. Dit voorstel werd op 6 november 2014 behandeld door de deputatie. De heer Dekeyser, gedeputeerde, licht de kandidatuur van mevrouw Volders toe. Mevrouw Volders werkt als bestuurssecretaris in de administratie en beschikt over de nodige kwalificaties voor de invulling van deze functie. Mevrouw Volders wordt, zoals voorzien in de wetgeving, aangesteld voor een periode van 18 maanden. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel n 137 ter stemming voor. Het voorstel nr. 137 wordt bij geheime stemming aangenomen met 50 stemmen voor, 5 tegenstemmen en 2 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt mevrouw Volders bij geheime stemming aangesteld als waarnemend provinciaal stedenbouwkundig ambtenaar. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 138 Intergemeentelijke vereniging Hofheide: aanwijzing van een provinciaal vertegenwoordiger voor alle algemene vergaderingen - bijzonder mandaat aan de provinciaal vertegenwoordiger voor de buitengewone algemene vergadering van 9 december 2014. Mevrouw de voorzitter heeft twee kandidaturen ontvangen. Dit voorstel werd op 23 oktober 2014 behandeld door de deputatie. Mevrouw de voorzitter zegt dat volgende kandidaturen werden ingediend: Effectief vertegenwoordiger: Vera Meulemans & de heer Diederik Dunon Plaatsvervangend vertegenwoordiger: Eddy Poffé & mevrouw Dewolfs Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt artikel 1 van het voorstel nr. 138 ter stemming voor. (effectief vertegenwoordiger) Mevrouw Meulemans behaalt bij geheime stemming 38 stemmen, de heer Dunon behaalt 15 stemmen, 9 personen onthouden zich. Aldus wordt mevrouw Meulemans aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor alle algemene vergaderingen en de buitengewone algemene vergadering van 9 december 2014 bij de intergemeentelijke vereniging Riobra. Mevrouw de voorzitter legt artikel 1 van het voorstel nr. 138 ter stemming voor. (plaatsvervangend vertegenwoordiger) De heer Poffé behaalt bij geheime stemming 37 stemmen, mevrouw Dewolfs behaalt 18 stemmen, 6 personen onthouden zich. Aldus wordt de heer Poffé aangesteld als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor alle algemene vergaderingen en de buitengewone algemene vergadering van 9 december 2014 bij de intergemeentelijke vereniging Riobra. Mevrouw de voorzitter legt artikel 2 van het voorstel nr. 138 ter stemming voor. Artikel 2 van het voorstel nr. 138 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 40 stemmen voor, geen tegenstemmen en 21 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming.
11
Mevrouw de voorzitter legt artikel 3 van het voorstel nr. 138 ter stemming voor. Artikel 3 van het voorstel nr. 138 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 36 stemmen voor, geen tegenstemmen en 21 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 138 in zijn geheel ter stemming voor. Het voorstel nr. 138 wordt in zijn geheel bij hoofdelijke stemming aangenomen met 38 stemmen voor, geen tegenstemmen en 24 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 139 Actualisering van de vertegenwoordiging van de provincie Vlaams-Brabant in de diverse beheersorganen van betreffende Europese programma’s. Dit voorstel werd op 6 november 2014 behandeld door de deputatie. De heer Florquin, gedeputeerde, zegt dat het gaat over de formele vervanging van ex-collega Karin Jiroflée in de organisaties van het EFRO. Mevrouw de voorzitter licht toe dat de heer Florquin, gedeputeerde, wordt voorgedragen als effectieve vertegenwoordiger en mevrouw Swinnen, gedeputeerde, als plaatsvervanger. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt artikel 1 van het voorstel nr. 139 ter stemming voor. (effectief vertegenwoordiger EFRO) De heer Marc Florquin behaalt bij geheime stemming 41 stemmen voor 10 tegenstemmen, 9 personen onthouden zich. Aldus wordt de heer Florquin aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor EFRO. Mevrouw de voorzitter legt artikel 1 van het voorstel nr. 139 ter stemming voor. (plaatsvervangend vertegenwoordiger EFRO) Mevrouw Swinnen behaalt bij geheime stemming 44 stemmen voor, 7 tegenstemmen, 9 personen onthouden zich. Aldus wordt mevrouw Swinnen aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor EFRO. Mevrouw de voorzitter legt artikel 2 & 3 & 4 van het voorstel nr. 139 ter stemming voor. De heer Marc Florquin behaalt bij geheime stemming 41 stemmen voor, 8 tegenstemmen, 7 personen onthouden zich. Aldus wordt de heer Florquin aangesteld als vertegenwoordiger voor: - het Comité van Toezicht Interreg Vlaanderen-Nederland; - de Stuurgroep Interreg Vlaanderen-Nederland; - het Comité van Toezicht Interreg Euregio Maas-Rijn. Mevrouw de voorzitter legt artikel 5 van het voorstel nr. 139 ter stemming voor. (termijn) Artikel 5 van het voorstel nr. 139 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 38 stemmen voor, geen tegenstemmen en 23 onthoudingen zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel n 139 in zijn geheel ter stemming voor. Het voorstel nr. 139 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 39 stemmen voor, geen tegenstemmen en 21 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 140 Omvorming van het subsidiereglement Kleur Bekennen Kids tot het subsidiereglement ‘Wereldwijs’. Dit voorstel werd op 4 november 2014 behandeld in de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid. Mevrouw Roefs, gedeputeerde, antwoordt dat het subsidiereglement dat voorligt het oude reglement ‘Kleur Bekennen Kids’ vervangt. De federale overheid heeft het programma ‘Kleur Bekennen Kids’ opnieuw geïntegreerd in het totaalpakket ‘Kleur bekennen’, maar heeft geen aparte programmatie meer voorzien voor kleuter- en basisonderwijs. De gedeputeerde onderstreept het belang van een aparte programmatie voor kleuter- en basisonderwijs, zeker in de voorbereiding van wereldburgertrajecten op latere leeftijd. Daarom heeft de provincie een eigen subsidiereglement ‘Wereldwijs’ gecreëerd. Hiervoor werd in 2015 een bedrag van 17.400 euro voorzien. 12
Mevrouw Wouters zegt dat haar collega Kathleen D’haese opmerkte dat uit de bewijsstukken bij dit reglement blijkt dat de termijn verschillend is van andere reglementen. Gedeputeerde Florquin heeft in de commissie geantwoord dat dit zou bekeken worden. Mevrouw Wouters vraagt om gelijkvormigheid van de reglementen na te streven. Mevrouw Roefs, gedeputeerde, legt uit dat ‘Wereldwijs’ een scholenprogramma is. De scholen hebben er belang bij dat alles wordt afgerekend aan het einde van het schooljaar en dat de facturen rechtstreeks binnenkomen bij de scholen om ze digitaal te laten doorstromen. Vandaar de termijn van 6 weken. De heer Florquin, gedeputeerde, vindt het een terechte vraag om reglementen gelijkvormig te maken voor het indienen van facturen. De gedeputeerde zegt dat hij, zoals beloofd in de commissie, dit besproken heeft met zijn collega Tie Roefs en de provinciale diensten. Uit het overleg is gebleken dat de doorstroom via de scholen snel kan opgevolgd worden omwille van hun professionele administraties. Bij andere reglementen ligt dat moeilijker omdat men vaak afhankelijk is van derden en de doorstroom iets trager verloopt. Daarom werd er besloten om voor die reglementen een langere termijn te voorzien. Mevrouw Wouters begrijpt dat er voor scholen sneller kan worden gewerkt, maar vraagt nogmaals te streven naar enige uniformiteit in de reglementen. De heer Laeremans zegt dat zijn fractie het reglement in geen geval zal goedkeuren. Tijdens de commissie werd gezegd dat de lijst van projecten niet definitief is en dat de lijst in de toekomst kan wijzigen. Hij zegt dat dit een lijst ‘à la carte’ is en bovendien in tegenstelling is met het voorstel dat voorligt. Van de zes voorgestelde projecten vindt zijn fractie er maar 1 goed, maar dat project hoort eerder thuis bij de dienst milieu. Volgens hem gaat het hier om eenzijdige propaganda voor de Oxfamwereldwinkels. Zijn fractie zal dit voorstel dan ook niet steunen. Mevrouw Roefs, gedeputeerde, antwoordt dat het hier gaat over een indicatieve lijst met projecten die niet enkel animatie omvatten. Zij vindt het belangrijk dat leerlingen vragen kunnen stellen rond een educatief proces. De lijst die voorligt gaat over projecten waar animatie, informatie en educatie aan mekaar worden gekoppeld. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 140 ter stemming voor. Het voorstel nr. 140 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 43 stemmen voor, 19 tegenstemmen en geen onthoudingen, zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 141 Opheffing van het subsidiereglement ‘Pluimkrediet voor welzijnsorganisaties’ van 7 oktober 2008: goedkeuring. Dit voorstel werd op 4 november 2014 behandeld in de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, licht toe dat dit reglement een aantal jaren van kracht was binnen de provincie. Over de jaren heen werden ongeveer 500 aanvragen ingediend, waarvan er ongeveer 10% niet gehonoreerd werd. Ze legt uit dat het reglement wordt geschrapt omwille van een aantal besparingen. De heer Fonteyne vindt het jammer dat het pluimkrediet wordt geschrapt. Het gaat hier om vrijwilligers die een spreekwoordelijke pluim krijgen voor hun inzet. Hij zegt dat hierop niet moet worden bespaard. Zijn fractie zal dan ook tegen deze schrapping stemmen. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 141 ter stemming voor. Het voorstel nr. 141 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 56 stemmen voor, 5 tegenstemmen en geen onthoudingen, zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming.
13
Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 142 Nieuw subsidiereglement 'Lokale sensibilisering armoedebestrijding'. Dit voorstel werd op 4 november 2014 behandeld in de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid. De heer Florquin, gedeputeerde, zegt dat het niet zozeer gaat om een nieuw reglement, maar eerder om een bestaand initiatief dat gereglementeerd wordt. Deze nominatieve subsidie bestond reeds voor de ‘Dag van de Armoede’. Hij verduidelijkt dat de principes, met name sensibiliseren van projecten tegen armoede, dezelfde blijven. Het gesubsidieerde bedrag van 1.200 euro blijft behouden en enkel de werkingskosten komen in aanmerking voor subsidiëring, personeelskosten niet. Hij zegt dat de termijn van drie maanden voor het indienen van de facturen behouden blijft. De heer Laeremans zegt dat zijn fractie ook dit voorstel niet zal steunen. De initiatieven die in het verleden werden genomen zijn volgens zijn fractie niet negatief maar ze stellen zich de vraag welk voordeel de armen hebben bij de sensibilisering. Hij vindt dat de versplintering van de middelen beter kan gegroepeerd worden. Hij vermoedt daarenboven dat de middelen in 2016 zullen wegvallen. De heer Florquin, gedeputeerde, antwoordt dat in 2017 het reglement effectief zal wegvallen. Het is echter niet omdat de Vlaamse regering beslissingen neemt, dat het provinciebestuur de komende twee jaar geen inspanningen meer moeten leveren voor deze doelgroep. Het reglement heeft niet onmiddellijk tot doel armoede te bestrijden, maar het is een tool om de beleidsmakers initiatieven te doen nemen rond de armoedeproblematiek. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 142 ter stemming voor. Het voorstel nr. 142 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 58 stemmen voor, 5 tegenstemmen en geen onthoudingen, zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr 143 Buitengewone algemene vergadering van Haviland. Dit voorstel werd op 13 november 2014 behandeld door de deputatie. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 143 ter stemming voor. Het voorstel nr. 143 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 51 stemmen voor, geen tegenstemmen en 9 onthoudingen, zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus worden mevrouw Mia Van der Elst als effectief vertegenwoordiger en mevrouw Elke Zelderloo als plaatsvervangend vertegenwoordiger gemandateerd voor de buitengewone algemene vergadering van de intergemeentelijke vereniging Haviland op 18 december 2014. Mevrouw de voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr 144 Buitengewone algemene vergadering Havicrem. Dit voorstel werd op 13 november 2014 behandeld door de deputatie. De heer Dunon heeft een aantal opmerkingen bij de verslagen die hij heeft ingekeken. In 2014 is het aantal crematies sterk verminderd. Hij vraagt zich af hoe het resultaat van 2014 ervoor staat. Hij merkt op dat het contract met Dela volgens eerdere verslagen stopte in juni 2014, maar stelt vast dat het contract nu doorloopt tot het einde van dit jaar. Hij vraagt hierover meer uitleg. De heer Dehaene, gedeputeerde, antwoordt dat ook de N-VA-fractie een vertegenwoordiger heeft binnen Havicrem. Hij antwoordt dat door de opening van een nieuw crematorium in Nieuwrode, er een aantal crematies zijn verschoven. Dat verklaart ook de daling in 2014 tegenover 2013. Dit is niet problematisch voor de begroting aangezien er op voorhand rekening werd gehouden met een vermindering van een duizendtal crematies. Het contract met Dela is verlengd tot eind januari 2015 omdat de nieuwbouw in Zemst nog niet klaar is. De heer Dunon vraagt of de grond, die Havicrem nog aan de gemeente Zemst moest betalen, ondertussen is terugbetaald. De heer Dehaene, gedeputeerde, antwoordt dat de terugbetalingstermijn loopt tot eind 2014 en dat de terugbetaling nog niet is gebeurd.
14
Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. Mevrouw de voorzitter legt het voorstel nr. 144 ter stemming voor. Het voorstel nr. 144 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 51 stemmen voor, geen tegenstemmen en 8 onthoudingen, zoals weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus worden mevrouw Elke Zelderloo als effectief vertegenwoordiger en de heer Jozef De Borger als plaatsvervangend vertegenwoordiger gemandateerd voor de buitengewone algemene vergadering van de intergemeentelijke vereniging Havicrem op 17 december 2014. Mevrouw de voorzitter meldt dat de provincieraadszitting van 25 november 2014, die onder voorbehoud was voorzien, wordt geannuleerd. De provincieraadsleden werden hiervan reeds op de hoogte gebracht. De volgende vergaderingen van de provincieraad zullen plaatsvinden op 9, 10 en 16 december 2014. In deze raadszittingen zal de bespreking van het budget 2015 en de meerjarenplanning 2014-2019 aan bod komen. Ze sluit de vergadering om 16.15 uur.
15