PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT Vergadering van 2 juni 2015 Voorzitterschap van de heer Chris Taes De vergadering wordt om 14.15 uur geopend Verontschuldigingen Mevrouw Geertrui Windels-Van Rompuy, mevrouw Bernadette Stassens, mevrouw An Hermans, de heer Koen Moeyersons, mevrouw Ingrid Claes, mevrouw Katleen Bury, mevrouw Marie-Claire Loozen, Nico Creces; raadsleden. De heer Lodewijk De Witte; provinciegouverneur. Afwezigen / Mededelingen De voorzitter zegt dat bij brief van 24 maart 2015 een antwoord werd bezorgd op de schriftelijke vraag van de heer Joris Van den Cruijce van 24 februari 2015 i.v.m. subsidies voor het begeleidingstraject kindercultuur en sociaal-culturele, culturele en artistieke projecten. Bij brief van 5 mei 2015 werd een antwoord bezorgd op de schriftelijke vraag van mevrouw Sonia Van Laere van 8 april 2015 i.v.m. de financiering van het Provinciaal Instituut voor Vorming en Opleiding. Indiening van de verslagen De voorzitter zegt dat de kennisgeving nr. 71 en de voorstellen nrs. 72 t.e.m. 88 werden ingediend bij de voorzitter. Voorstel nr. 89 werd op 28 mei 2015 toegevoegd aan de agenda. Kennisgeving nr.71 en voorstel nr.79 werden niet besproken in de respectieve raadscommissies. Er wordt voorgesteld deze twee dossiers uit te stellen naar de provincieraad van 23 juni 2015. Hij verwijst voor de bespreking ervan naar het vervolg van de agenda. Notulen De voorzitter meldt dat de notulen van de vergaderingen van 28 april 2015 beschikbaar zijn op de deelsite van de raadsleden. Voor de goedkeuring ervan verwijst hij naar artikel 33 van het provinciedecreet. Vragenuur (toepassing van art. 32 van het Provinciedecreet)
Mondelinge vraag van de heer Jan Laeremans van 30 mei 2015 over de noodhulp aan het Rode Kruis voor de slachtoffers van de aardbeving in Nepal. De heer Laeremans licht toe dat de provincie afgelopen maand zo’n 30.000 euro aan noodhulp schonk aan het Rode Kruis voor de slachtoffers van de aardbeving in Nepal. Hij zegt dit initiatief volledig te steunen. Hij wenst echter te weten op welke manier de provincie er zeker van kan zijn dat het volledige bedrag in Nepal zal worden besteed, aangezien hij vernomen heeft dat schenkingen in de globale pot van het Rode Kruis worden gestort. Hij stelt dat het niet de eerste keer zou zijn dat grote hulporganisaties het geld anders besteden dan zou verwacht worden.
In deze context stelt hij de volgende vragen: • •
Klopt het dat dit geld op de algemene rekening van het Rode Kruis werd gestort, en niet op een specifieke Nepal-rekening? Welke garantie heeft de provincie dat dit geld volledig in Nepal terechtkomt? Krijgen we van het Rode Kruis nadien een gedetailleerde afrekening?
Mevrouw Roefs, gedeputeerde, legt uit dat de noodhulp werd toegekend op basis van het provinciaal reglement van 3 maart 2004 betreffende de subsidiëring van noodhulp. Enkel erkende organisaties komen in aanmerking voor een subsidie. Het Rode Kruis Vlaanderen, één van deze erkende organisaties, diende een aanvraag in voor een subsidie voor een rehabilitatieproject in Nepal, meer bepaald voor activiteiten ter verbetering van de water- en sanitatiesituatie van de slachtoffers in de zwaarst getroffen rurale gebieden. Ze stelt dat Nepal reeds meer dan 27 jaar een partnerland is van het Rode Kruis-Vlaanderen. De gevraagde noodhulpsubsidie zal aangewend worden voor de aankoop van materialen als cholerakits, diarreepreventiekits, waterbladdertanks, waterzuiveringstabletten, waterfilters, plastic dekzeilen voor latrines en voorlichtingsmateriaal rond elementaire hygiëne. Daarnaast zal er ook geïnvesteerd worden in de herstelling van waterputten en -bronnen en toevoerlijnen naar de watertaps. Ze verduidelijkt dat de noodhulporganisaties ertoe gebonden zijn om na afloop van het project een rechtvaardiging in te dienen, zowel op financieel als op inhoudelijk vlak. De lijst van noodhulporganisaties werd daarenboven opgegeven door het DGD, het Directoraat-generaal voor Development van de Federale Overheid. De provincie gaat er dan ook van uit dat het Rode Kruis Vlaanderen een betrouwbare partner is. De heer Laeremans vraagt wat er gebeurt wanneer er een groot verschil wordt vastgesteld tussen de oorspronkelijke raming van de kosten en de effectieve uitgaven voor de noodhulp. Mevrouw Roefs, gedeputeerde, antwoordt dat, indien er niet kan aangetoond worden waarvoor de volledige subsidie werd aangewend, het geld dient teruggestort te worden. Ze vermoedt dat deze situatie zich niet zal voordoen aangezien de noden in Nepal uiterst hoog en uitgebreid zijn. Raadsvoorstellen De voorzitter gaat over tot de bespreking van kennisgeving nr. 71 Eerste reeks interne kredietaanpassingen 2015. De voorziene raadscommissie financiën, fiscaliteit, personeel, vorming en informatica van 28 april 2015, heeft niet plaatsgevonden. De bespreking van dit punt is bijgevolg voorzien in de raadscommissie van 16 juni 2015. De voorzitter licht toe dat, aangezien dit punt nog niet in de raadscommissie financiën werd besproken, wordt voorgesteld deze kennisgeving te verdagen naar een volgende provincieraad. De voorzitter vraagt bij handopsteking het akkoord van de provincieraad voor de verdaging van kennisgeving nr. 71. De provincieraad gaat akkoord. De kennisgeving nr. 71 wordt met algemene stemmen verdaagd. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 72 Machtiging openbare verkoop 24 garageboxen te Leuven. Dit voorstel werd op 12 mei 2015 behandeld in de raadscommissie infrastructuur, waterbeleid en patrimonium. De heer Dekeyser, gedeputeerde, licht toe dat er realistische minimumprijzen werden vooropgesteld door de notaris. In dit dossier wordt met 2 zitdagen gewerkt. De garages zullen dan individueel te koop worden aangeboden. De heer Laeremans zegt het vreemd te vinden dat er nu plots 24 garages worden verkocht, waarvan hij niet eens wist dat de provincie hier eigenaar van was. Hij vraagt of het mogelijk is een overzicht te ontvangen met de opbrengsten uit openbare verkopen van de laatste tien jaar. De heer Dekeyser, gedeputeerde, legt uit dat de verhuring van deze garages vorig jaar 24.329 euro heeft opgebracht. Daarnaast zijn aan deze garages ook kosten verbonden. Deze bedragen werden toen wel verrekend in het budget. Aangezien de kosten voor deze garages fors oplopen, wordt nu voorgesteld ze openbaar te verkopen.
De heer Laeremans vraagt of de provincie nog dergelijke ‘verborgen schatten’ heeft. De heer Dekeyser, gedeputeerde, antwoordt dat er een lijst zal worden aangeleverd. Er zal worden nagekeken welke stukken grond nog waardevol zijn en welke percelen beter van de hand worden gedaan. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 72 ter stemming voor. Het voorstel nr. 72 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 61 stemmen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 73 Machtiging voor het verlenen van een erfpachtrecht aan IVERLEK voor MS-Distributiecabine te Leuven, De Wijnpers. Dit voorstel werd op 26 mei 2015 behandeld in de raadscommissie onderwijs, PIVO en veiligheid. De heer Florquin, gedeputeerde, licht toe dat Iverlek in 2012 een aanvraag indiende tot erfpacht voor het gebruik van een ruimte binnen het oude Walravensgebouw voor een totale oppervlakte van 45m². Deze aanvraag werd destijds door de provincieraad goedgekeurd. Ondertussen werd het oude Walravensgebouw afgebroken en werd een nieuw gebouw voorzien voor de stroomvoorzieningen. Hij stelt dat Iverlek dan ook een nieuwe opmeting heeft gevraagd waaruit blijkt dat de oppervlakte die zij nu ter beschikking hebben voor een distributiecabine, slechts 15 m² bedraagt. Vandaar dat er een nieuw dossier aan de provincieraad wordt voorgelegd. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 73 ter stemming voor. Het voorstel nr. 73 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 62 stemmen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 74 Machtiging tot het verlenen van een recht van opstal voor percelen te Opwijk, overstromingsgebied Z2Puttenbeek Dit voorstel werd op 12 mei 2015 behandeld in de raadscommissie infrastructuur, waterbeleid en patrimonium. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, schetst de historiek van dit voorstel. Ze legt uit dat er 3 kleine overstromingsgebieden zullen worden ingericht ter hoogte van de Stambeek-Puttebeek. Op 14 januari 2014 werd het overstromingsgebied Z2 Puttenbeek te Opwijk bij ministerieel besluit definitief afgebakend. Door deze afbakening zijn de financiële instrumenten van het decreet integraal waterbeleid van toepassing, en in het bijzonder de vergoedingsplicht. Deze vergoedingsplicht houdt in dat de gebruikers van de percelen weiland, die ten gevolge van de actieve inschakeling kunnen overstromen, recht hebben op een vergoeding voor het opbrengstverlies. Voor de percelen waarop een dijk zal aangelegd worden, dient, met akkoord van de eigenaars, een recht van opstal gevestigd te worden. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 74 ter stemming voor. Het voorstel nr. 74 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 61 stemmen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 75 Jaarlijkse evaluatie beheersovereenkomst Vlabinvest apb. Dit voorstel werd op 12 mei 2015 behandeld in de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid. De heer Dehaene, gedeputeerde, licht het voorstel toe. Hij zegt dat dit voorstel uitvoerig werd toegelicht tijdens de raadscommissie. Hij beperkt zijn toelichting dan ook tot de belangrijkste elementen. Hij stelt dat 2014 een eerste werkingsjaar was dat in het teken stond van de overheveling van Vlabinvest van Vlaanderen naar een Autonoom ProvincieBedrijf (APB). In 2014 werden er voor 1.157.000 euro gronden aangekocht en 127 woningen gerealiseerd. Van deze 127 woningen werden 27 woningen volledig onder de vlag van Vlabinvest gerealiseerd. Voor de andere 100 woningen was Vlabinvest partner bij de realisatie. Daarnaast heeft Vlabinvest zich tevens aangepast aan de nieuwe provinciale huisstijl. Hij legt uit dat de dienst wonen nauw betrokken is met de werking van Vlabinvest en dat vanuit deze dienst een positief advies werd geformuleerd inzake de jaarlijkse evaluatie van de beheersovereenkomst.
Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 75 ter stemming voor. Het voorstel nr. 75 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 57 stemmen voor, geen tegenstemmen en 5 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 76 Goedkeuring jaarrekening 2014 en kennisname verwervingen 2014 van Vlabinvest. Dit voorstel werd op 12 mei 2015 behandeld in de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid. De heer Dehaene, gedeputeerde, wijst in dit dossier op de uitzonderlijke last die geboekt is in 2014. De bedrijfskosten en de bedrijfsopbrengsten waren in evenwicht. De revisor heeft echter aan Vlabinvest gevraagd om de werkelijke waarde van de gronden in te schrijven. Op enkele gronden van Vlabinvest stond bij de aankoop van de grond nog een gebouw. Ondertussen werden deze afgebroken en diende er bijgevolg een minderwaarde te worden ingeschreven ten belope van ongeveer 400.000 euro. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 76 ter stemming voor. Het voorstel nr. 76 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 56 stemmen voor, geen tegenstemmen en 5 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 77 Wijziging van het provinciaal reglement voor het toekennen van aanpassingspremies van woningen voor ouderen en personen met een handicap. Dit voorstel werd op 12 mei 2015 behandeld in de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid. De heer Dehaene, gedeputeerde, licht toe dat er 3 aanpassingen worden voorgesteld in het reglement. Enerzijds wordt de leeftijdsgrens opgetrokken van 60 naar 65 jaar. De tweede aanpassing betreft het voorstel om bij aanpassingen aan rolluiken en garagepoorten enkel het mechanisch gedeelte nog te financieren. Dit wil zeggen dat er nog enkel voor de motor van rolluiken of garagepoorten een premie kan aangevraagd worden en niet meer voor de rolluiken of de garagepoort zelf. Dit is een besparingsoefening die wordt uitgevoerd omdat het aantal premieaanvragen blijft stijgen. Hij stelt dat de provincie nog steeds haar doel bereikt met de voorgestelde aanpassingen in het reglement. Jaarlijks is hiervoor ongeveer 2 miljoen euro voorzien. Hij zegt dat de laatste aanpassing in het reglement eerder een formaliteit is. De vermelding van het omnio-statuut wordt geschrapt aangezien dit niet meer bestaat. De heer Laeremans heeft moeite met deze aanpassingen. Hij stelt dat dit reglement een groot succes kent en vraagt zich dan ook af waarom dit reglement wordt beperkt. Hij legt uit dat het om hoogbejaarden gaat die zelf de rolluiken niet meer omhoog kunnen trekken. De provincie wil er voor zorgen dat ouderen zolang mogelijk thuis kunnen blijven, maar de premie voor rolluiken daalt met 84% en de premie voor garagepoorten met 70%. Hij vindt dit dan ook een besparing op de kap van de hoogbejaarden. De heer Dehaene, gedeputeerde, nuanceert dat dit reglement veel meer behelst dan enkel premies voor rolluiken en garagepoorten. Daarenboven kunnen motoren ook geïnstalleerd worden op bestaande rolluiken en garagepoorten en hoeft er dus niet altijd in een volledige nieuwe installatie te worden voorzien. Hij legt uit dat er in 2014 slechts 165.000 euro werd uitgekeerd voor aanpassingen aan garagepoorten op een totaal van 2 miljoen euro. In dit reglement kan ook bijvoorbeeld een badkamerrenovatie gesubsidieerd worden. In sommige oude woningen staat zelfs het toilet nog buiten. Hij stelt dat er in die zin dan ook keuzes dienen gemaakt te worden. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 77 ter stemming voor. Het voorstel nr. 77 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 58 stemmen voor, 4 stemmen tegen en geen onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming.
De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 78 Provinciaal reglement inzake de promotie van uitwisseling tussen Noord en Zuid. Dit voorstel werd op 12 mei 2015 behandeld in de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid. Mevrouw Roefs, gedeputeerde, licht toe dat dit reglement de laatste stap is in de heroriëntatie van het subsidiebeleid tussen Noord en Zuid. Voor 2015 is er 74.000 euro aan subsidies voorzien. Dit reglement wil de uitwisseling tussen scholen, jeugd-, culturele-, milieu- en natuurverenigingen stimuleren om te werken aan gemeenschappelijke realisaties die relevant zijn voor beide partners. Dit reglement wenst de aanzet te zijn tot een structurele samenwerking via de NGO die betrokken zal worden om de uitwisseling te faciliteren tussen Noord en Zuid. Ze legt uit dat de uitwisselingsprojecten tevens een sterk inhoudelijk karakter dienen te hebben en het individuele belang dienen te overstijgen. Het maximale bedrag dat per initiatief kan worden toegekend bedraagt 12.500 euro. 20% van de totale projectkost dient echter wel gedragen te worden door de initiatiefnemers zelf. De heer Laeremans vindt dat er zeker ruimte is voor dergelijke uitwisselingsprojecten maar dat dit een taak is van de Vlaamse overheid. Hij zegt dat dit reglement thuishoort op een ander niveau. De heer De Haes herhaalt zijn opmerking vanuit de raadscommissie en zegt dat het reglement dat voorligt eerder lijkt op een veredeld reisbureau. Hij stelt dat nergens in het reglement de inhoud wordt geconcretiseerd. De doelstellingen zijn vaag en ook de manier waarop de initiatieven worden gestaafd, is niet duidelijk omschreven. Hij vindt dit reglement veel te vrijblijvend. De NV-A-fractie zal dit voorstel dan ook niet steunen. Mevrouw Roefs, gedeputeerde, antwoordt dat de doelstelling om te werken aan wereldburgerschap, te concretiseren is door de methodiek van de uitwisseling. Ze zegt dat dit een beproefde methodiek is die echter nog niet veelvuldig werd gesubsidieerd. De methodiek heeft bewezen duurzame effecten te realiseren in termen van solidariteit tussen werelddelen die elkaar anders niet zouden ontmoeten. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 78 ter stemming voor. Het voorstel nr. 78 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 42 stemmen voor, 4 tegenstemmen en 13 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 79 Wijziging van het arbeidsreglement voor de gesubsidieerde personeelsleden van de onderwijsinstellingen, waarvan de provincie Vlaams-Brabant het schoolbestuur is. Tijdens de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid van 26 mei 2015 werd dit punt verdaagd naar een volgende vergadering. De bespreking is voorzien in de raadscommissie van 9 juni 2015. De voorzitter licht toe dat, aangezien dit punt in de raadscommissie welzijn, gezondheidsbeleid en woonbeleid werd verdaagd, wordt voorgesteld dit voorstel eveneens te verdagen naar een volgende provincieraad. De voorzitter vraagt bij handopsteking het akkoord van de provincieraad voor de verdaging van voorstel nr. 79. De provincieraad gaat akkoord. Het voorstel nr. 79 wordt bij algemene stemmen verdaagd. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 80 Aanstelling van een ontwerper voor het bouwen van een nieuw serregebouw op campus De Wijnpers. Vaststelling van de wijze van gunnen. Dit voorstel werd op 26 mei 2015 behandeld in de raadscommissie onderwijs, PIVO en veiligheid. De heer Florquin, gedeputeerde, licht toe dat de huidige serres, waar de vakken voor tuinbouw gedoceerd worden, zeer sterk verouderd zijn. De teelttechnieken kunnen niet meer als actueel worden beschouwd. Een nieuw serregebouw met klaslokalen en een oefenloods voor de afdeling tuinbouw is dan ook meer dan noodzakelijk. De totale kostprijs voor deze werken bedraagt 3.200.000 euro. Hij stelt dat er echter geen subsidieaanvraag meer kan gedaan worden in het kader van ‘school van morgen’ aangezien de indieningsprocedure al werd afgesloten.
Mevrouw Van Laere vraagt of er vandaag wordt gestemd over de raming en de ontwerper. Haar fractie stelt vast dat er wordt geklaagd dat de provincies veel te weinig geld hebben en hoe hardvochtig de Vlaamse regering de toelage aan de provincies heeft verminderd, maar wijst op het significante bedrag dat nu wordt voorzien voor de bouw van serres en een loods. De raming bedraagt 3.200.000 euro maar in het dossier is geen enkele verantwoording terug te vinden voor dit bedrag. Hieruit besluit ze dat het hier puur gaat over een beleidsmatige keuze om dermate veel middelen vrij te maken voor dit project. De heer Florquin, gedeputeerde, antwoordt dat er een raming werd gemaakt aan de hand van een studie, conform de programma-eisen voor het onderwijs om deze richting te kunnen organiseren. Deze studie gebeurde in samenspraak met de dienst gebouwen en de school. Onderwijs blijft een provinciale bevoegdheid en de deputatie wenst dan ook optimaal in te zetten op onderwijs. De leerlingen moeten in optimale omstandigheden de lessen kunnen volgen. Hij voegt toe dat de loods niet enkel en alleen dient om met de tractor te leren rijden, maar ook het onderhoud en de herstellingen zullen in deze loods gebeuren. De heer Dunon herhaalt zijn vraag van in de raadscommissie en vraagt hoe men aan het bedrag van 3.200.000 euro komt. Uit het voorstel leidt hij af dat een studiebureau werd aangesteld voor het ontwerpen en concipiëren van de serres. Hij wenst dan ook de studie in detail te zien en vraagt of de loods ramen heeft. De heer Marc Florquin, gedeputeerde, antwoordt dat de studie kan bezorgd worden. De loods komt niet boven op de serre, maar onder de serre. Hij weet niet uit het hoofd of er ramen zijn voorzien. De heer Dunon vraagt of dat betekent dat de leerlingen moeten werken met kunstlicht. De heer Van den Cruijce vraagt of er een open discussie kan gevoerd worden binnen de provincieraad of de raadscommissie over de beste structuur voor de provinciale scholen. Hij zegt dat het subsidiariteitsbeginsel hier niet wordt toegepast en dat de bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo dicht mogelijk bij de mensen op het terrein moeten worden gelegd. De heer Florquin, gedeputeerde, heeft geen enkel bezwaar om in de raadscommissie de toekomstvisie van de provinciale scholen te bespreken. Indien de provincieraad akkoord gaat, kan de bespreking gebeuren in de raadscommissie van september 2015. De voorzitter vindt het een goed idee om deze aangelegenheid in een raadscommissie te bespreken. Hij stelt voor om de secretaris van de raadscommissie hierover in te lichten. De heer Laeremans, zegt dat zijn fractie zich zal onthouden, maar dat ze echter wel voorstander zijn van de nieuwbouw van de serres. Hij vindt het kostenplaatje zeer hoog en bovendien kan er niet gerekend worden op subsidies. Hij zegt dat de raadsleden in deze te weinig werden geraadpleegd en dat er te weinig informatie over dit dossier doorstroomde. Hij mist in het dossier een aantal elementen en vindt het dossier niet overtuigend genoeg. Hij vraagt of een aantal alternatieven kunnen worden toegevoegd en hoopt dat de architect genoeg ruimte krijgt om twee scenario’s naar voor te schuiven. Hij vraagt om de studie in de volgende raadscommissie te bespreken. De heer Florquin, gedeputeerde, antwoordt dat het de bedoeling is om op 1 site de leerlingen samen te brengen. Een loods op Kareelveld werd niet weerhouden. Hij stelt dat moet voldaan worden aan de programmaeisen van het onderwijs. Mevrouw De Dobbeleer-Van den Eede zegt dat ze in het dossier nergens een verantwoording vond voor het bedrag. In het dossier staan ook geen eenheidsprijzen. Zij vraagt waarom de studie niet werd toegevoegd. Mevrouw Van Laere zegt dat haar fractie niet tegen de vernieuwing is, maar dat het bedrag erg hoog is. De voorzitter zegt dat de studie ter beschikking zal worden gesteld. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 80 ter stemming voor. Het voorstel nr. 80 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 43 stemmen voor, geen tegenstemmen en 20 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming.
De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 81 VERA: jaarrekening en jaarverslag 2014. Controleverslag van de bedrijfsrevisor. Goedkeuring en kwijting van de jaarrekening 2014. Dit voorstel werd op 19 mei 2015 behandeld in de raadscommissie financiën, fiscaliteit, personeel, vorming en informatica. Mevrouw Roefs, gedeputeerde, licht toe dat het jaarverslag uitvoerig aan bod kwam tijdens de raadscommissie. Kort samengevat komt het er op neer dat VERA in 2014 rond 3 prioritaire doelstellingen heeft gewerkt, met name de begeleiding van lokale besturen, de ondersteuning van specifieke projecten en een efficiënt beheer van de eigen organisatie. Ze zegt dat een tevredenheidsmeting heeft uitgewezen dat 94 %van de lokale besturen VERA aanbeveelt bij andere collega’s en dat 40% van deze besturen een verdere uitbreiding van de diensten wenst. Ze benadrukt dat de samenwerking loont dankzij het raamcontract. De lokale besturen bespaarden hierdoor zowel op budget (562.000 euro) als in tijd (913 werkdagen). Op 31 december 2014 waren er 113 lokale besturen aangesloten. Ze benadrukt dat de dienstverlening op vlak van informatieveiligheid succesvol blijkt te zijn. De totale omzet in 2014 daalde, maar dit had vooral te maken met het kleiner aandeel van de provinciale subsidies en de eenmalige besparing die werd doorgevoerd. Het exploitatieresultaat is positiever dan aanvankelijk geraamd. Naast de lagere uitgaven tekenen zich ook een aantal hogere inkomsten af uit de detachering van een medewerker en uit individuele projecten/opdrachten. Het boekjaar 2014 werd afgesloten met een overschot van 102.145,66 euro. Deze middelen worden toegevoegd aan de reserves die daardoor meer dan een half miljoen euro bedragen en die zullen geïnvesteerd worden in nieuwe dienstverlening. Het gecumuleerd budgettair resultaat blijft dan ook positief. De heer Dunon merkt op dat 2014 een overgangsjaar was. Hij bevestigt dat er een positief boekhoudkundig resultaat werd behaald, maar stelt vast dat de externe omzet van de eigen werking met 18% daalde in vergelijking met 2013. Hij kijkt uit naar het 2015 en hoopt dat een positieve flow kan geconsolideerd worden. Mevrouw Roefs, gedeputeerde, wil niet op de feiten vooroplopen maar zegt dat de dienstverlening op vlak van informatieveiligheid in stijgende lijn gaat. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 81 ter stemming voor. Het voorstel nr. 81 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 61 stemmen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 82 Machtiging aan de provinciale vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Vlabra’ccent vzw voor de goedkeuring van de beleidsdocumenten van de EVA Vlabra’ccent vzw. Dit voorstel werd op 5 mei 2015 behandeld in de raadscommissie jeugd, cultuur, Vlaams karakter, sport, recreatie en domeinen. De heer Dehaene, gedeputeerde, vat kort samen dat de jaarrekening 2014 werd afgesloten met een positief resultaat. Er wordt 10.000 euro ingezet voor de aangroei van het sociaal passief, 26.143,54 euro wordt toegevoegd aan de werkingsreserve. De meerjarenplanning wordt aangepast en 2.500 euro zal worden teruggestort. Hij zegt dat de belangrijkste wijzigingen hierin het gevolg zijn van het vertrek van een personeelslid bij Vlabra’ccent. De opvolging van deze taken gebeurt nu vanuit de provincie. Door de verminderde loonkost en het aanwenden van de reserves zal er op jaarbasis 38.000 euro i.p.v. 156.000 euro vanuit de provincie naar de vzw gaan. Hij zegt dat er voor 2016 een gelijkaardige verschuiving zal plaatsvinden. De heer Van den Cruijce merkt op dat Vlabra’ccent de doelstelling heeft om met alle culturele actoren vanuit de provincie samen te werken. Hij besluit uit het overzicht van de dienst cultuur dat er 58 projecten zijn die van onderuit gegroeid zijn en dat deze bijdragen tot de identiteit van de provincie. Het zijn lokale projecten die hebben geleid tot een grotere uitstraling. Hij vraagt of er enkel en alleen met de gemeenschapscentra wordt gewerkt en of er intussen toenadering werd gezocht met de rest van het cultuurveld.
De heer Dehaene, gedeputeerde, antwoordt dat er twee elementen een rol spelen in dit verhaal. De dienst cultuur is bezig met de oefening i.k.v de afslanking van de provincies en het stopzetten van persoonsgebonden materies. Vlabra’ccent is in de eerste plaats ontstaan voor de samenwerking en programmatie tussen gemeenschaps- en cultuurcentra. Hij zegt dat de vraag van de heer Van den Cruijce eerder een uitbreiding van de taakstelling van Vlabra’ccent beoogt. De heer Van Den Cruijce vraagt niet naar een uitbreiding van de taakstelling aangezien de cultuur- en gemeenschapscentra professionele organisaties zijn. Hij stelt vast dat twee verschillende cultuurwerelden ver van mekaar staan en dat het circuit van de cultuurcentra niet inpikt op wat vanuit de provincie groeit. Het gaat hier eerder over een mentaliteit die onder de cultuurcentra leeft. Hij vraagt zich af of Vlabra’ccent het instrument kan zijn die dat de brug vormt naar het basiswerk. De heer Dehaene, gedeputeerde, antwoordt dat de initiatieven die genomen worden door de dienst cultuur niet onmiddellijk gericht zijn op de culturele centra, wat niet uitsluit dat er wel wordt samengewerkt, bijvoorbeeld voor de ontsluiting van bepaalde collecties. Hij zegt dat het niet de bedoeling kan zijn dat Vlabra’ccent de programmatie beïnvloedt. De centra beslissen autonoom wat er in hun programmatie wordt opgenomen. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 82 ter stemming voor. Het voorstel nr. 82 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 60 stemmen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 83 Vervanging van Karin Joriflée als effectief lid voor de algemene vergadering van Sportmuseum Vlaanderen vzw. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. De voorzitter deelt mee dat er 2 kandidaturen werden ingediend voor het mandaat van effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Sportmuseum Vlaanderen: - De heer Jo De Clercq, - De heer Daniël Fonteyne. De voorzitter legt het artikel 1 van het voorstel nr. 83 ter stemming voor. De heer Jo De Clercq behaalt bij geheime stemming 36 stemmen, de heer Daniël Fonteyne behaalt 11 stemmen, 11 raadsleden onthouden zich en 1 raadslid stemt ongeldig, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt de heer Jo De Clercq aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van Sportmuseum Vlaanderen ter vervanging van mevrouw Karin Jiroflée. De voorzitter legt het voorstel nr. 83 in zijn geheel ter stemming voor. Het voorstel nr. 83 wordt bij hoofdelijke stemming in zijn geheel aangenomen met 36 stemmen voor, geen tegenstemmen en 24 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 84 Deelname aan het kapitaal van de CVBA-SO 'Sociale kruidenier Vlaams-Brabant'. Dit voorstel werd op 5 mei 2015 behandeld in de raadscommissie regionaal beleid en economie. De heer Florquin, gedeputeerde, legt uit dat sinds enkele jaren het provinciaal bestuur de sociale kruidenier ondersteunt. De sociale kruidenier is een project dat perfect past binnen de beleidsaccenten inzake het dichten van de gezondheidskloof. Deze provinciale actie draagt er toe bij dat gezonde en betaalbare voeding beschikbaar is. De sociale kruidenier is vergelijkbaar met een buurtwinkel die kwalitatieve producten aanbiedt maar dan aan sterk verminderde prijzen. De sociale kruidenier kan ook beschouwd worden als een soort ontmoetingsplaats en wil mensen in armoede uit hun isolement halen. Om het initiatief te versterken en verder uit te bouwen op het hele grondgebied wordt een CVBA opgericht. De deelname in de CVBA biedt de opportuniteit om het beleidsaccent “het dichten van de gezondheidskloof” verder uit bouwen. Om als provincie deel te kunnen uitmaken van deze CVBA, dient er een bijdrage van 10.000 euro te worden gestort.
De heer De Haes stelt het nut van de “sociale kruidenier” niet in vraag. Zolang de persoonsgebonden aangelegenheden tot de bevoegdheid van de provincie behoren, heeft zijn fractie er geen probleem mee dat de sociale kruideniers worden ondersteund, maar de manier waarop stelt hij wel in vraag. Hij vraagt zich af waarom er wordt gekozen voor de deelname in een CVBA. Hij vindt het meer opportuun verder te gaan met het verlenen van een nominatieve subsidie aan de CVBA. De heer Florquin, gedeputeerde, antwoordt dat er reeds voor een periode van 3 jaar een nominatieve subsidie werd uitgekeerd van 30.000 euro en dat deze behouden blijft. Hij benadrukt dat door in de CVBA te stappen het geheel mee kan gestuurd worden vanuit de provincie en dat een uitbreiding op het grondgebied Vlaams-Brabant kan gerealiseerd worden. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het artikel 1 & 3 van het voorstel nr. 84 ter stemming voor. Artikel 1 & 3 van het voorstel nr. 84 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 42 stemmen voor, 16 tegenstemmen en 4 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De heer Smout verantwoordt zijn onthouding en zegt dat het sturende karakter vanuit de provincie vooral zou moeten focussen op het verband tussen goedkope voeding en seizoensgebonden groenten en fruit. Enkel hierdoor kan er pas echt én goedkoop én gezond gegeten worden. De voorzitter deelt mee dat er 2 kandidaturen werden ingediend voor het mandaat van effectief vertegenwoordiger in de raad van bestuur van de CVBA Sociale Kruidenier: - De heer Marc Florquin, - De heer Willy Smout. De voorzitter legt het artikel 2 van het voorstel nr. 84 ter stemming voor. – effectief vertegenwoordiger De heer Marc Florquin behaalt bij geheime stemming 37 stemmen, de heer Willy Smout behaalt 17 stemmen, 7 raadsleden onthouden zich, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt de heer Marc Florquin aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor de raad van bestuur voor de CVBA-SO Sociale Kruidenier. De voorzitter legt het artikel 2 van het voorstel nr. 84 ter stemming voor. – plaatsvervangend vertegenwoordiger Mevrouw Wendy Broos behaalt bij geheime stemming 45 stemmen voor, 2 tegenstemmen en 16 raadsleden onthouden zich, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt mevrouw Wendy Broos aangesteld als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de raad van bestuur voor de CVBA-SO Sociale Kruidenier. De voorzitter legt het voorstel nr. 84 in zijn geheel ter stemming voor. Het voorstel nr. 84 wordt bij hoofdelijke stemming in zijn geheel aangenomen met 38 stemmen voor, 15 tegenstemmen en 9 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 85 Deelname van het provinciebestuur Vlaams-Brabant aan het Interregprogramma Vlaanderen-Nederland 2014-2020. Dit voorstel werd op 2 juni 2015 behandeld in de raadscommissie regionaal beleid en economie. De heer Florquin, gedeputeerde, licht toe dat het provinciebestuur wenst deel te nemen aan het Interregprogramma Vlaanderen-Nederland 2014-2020. Hieraan is een kost verbonden van 555.000 euro waarvan er 541.000 euro kan gerecupereerd worden. De heer Laeremans juicht de Vlaams-Nederlandse samenwerking toe, maar vindt het onaanvaardbaar dat twee delen uit Vlaanderen niet mogen deelnemen, met name een deel in West-Vlaanderen dat tegen Frankrijk aanleunt en Halle-Vilvoorde. Hij stelt dat deze twee regio’s uit de kaart worden geknipt omdat de arrondissementen als bestuursniveau worden gebruikt. Hij begrijpt deze benadering niet en hoopt dat de deputatie in deze actie onderneemt. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, zegt dat dit verhaal reeds langer bestaat, tot grote ergernis van de deputatie. Er werd op alle mogelijke echelons ingezet om dit bij de nieuwe programmaperiode te vermijden. Het geheel wordt beslist tussen de landen en daar heeft men de positie ingenomen van de arrondissementen. Voor de provincie Vlaams-Brabant is dit inderdaad nadeling.
De heer Laeremans, vraagt of er hierover al een officieel schrijven naar de Vlaamse regering is gegaan. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, antwoordt dat de Vlaamse overheid de provincies sowieso niet wou als basis van de Interregprogramma’s. Ze stelt dat als er stukjes uit de kaart wegvallen, de taart voor de rest groter wordt. De heer Laeremans vraagt of dit een officiële beslissing is. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, antwoordt dat het hier gaat over de voorbereidingsfase. De heer Florquin, gedeputeerde, vult aan dat Vlaanderen argumenteerde dat de vraag vrij technisch was en dat Europa nooit zou toelaten om de regio’s te herschikken. Het gaat hier over een Europese verordening. Hij stelt voor dat ieder vanuit zijn fractie in het halfrond de taak op zich neemt om dit aan te kaarten binnen Europa. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het artikel 1 & 2 van het voorstel nr. 85 ter stemming voor. Artikel 1 & 2 van het voorstel nr. 85 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 58 stemmen voor, geen tegenstemmen en 4 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter legt het artikel 3 van het voorstel nr. 85 ter stemming voor. – effectief vertegenwoordiger De heer Marc Florquin behaalt bij geheime stemming 40 stemmen voor, 9 tegenstemmen en 14 raadsleden onthouden zich, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt de heer Marc Florquin aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor de raad van bestuur voor het Interregprogramma Vlaanderen-Nederland. De voorzitter legt het voorstel nr. 85 in zijn geheel ter stemming voor. Het voorstel nr. 85 wordt bij hoofdelijke stemming in zijn geheel aangenomen met 52 stemmen voor, geen tegenstemmen en 10 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 86 Opdrachthoudende vereniging RIOBRA: bijzonder mandaat aan de provinciaal vertegenwoordiger voor de jaarvergadering van 19 juni 2015. Dit voorstel werd op 21 mei 2015 behandeld door de deputatie. De voorzitter vraagt een technische aanpassing in het besluit van het voorstel. De jaarvergadering van RIOBRA zal plaatsvinden op 19 juni 2015 en niet op 21 november 2014. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 86 ter stemming voor. Het voorstel nr. 86 incl. de technische rechtzetting, wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 56 stemmen voor, geen tegenstemmen en 8 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 87 Intergemeentelijke vereniging Ecowerf: algemene vergadering – aanwijziging van een vertegenwoordiger en goedkeuring van de agenda. Dit voorstel werd op 21 mei 2015 behandeld door de deputatie. De heer Dunon zegt dat uit de jaarrekening blijkt dat de winst 2 miljoen euro bedraagt. Hij wil dit cijfer nuanceren aangezien er ook een groot bedrag aan terugneming is van eerdere winsten. Door de overgang naar de vennootschapsbelasting worden bestaande opgebouwde reserves vrijgesteld en is er een zeer hoge winst merkbaar. Daaruit besluit hij dat er in 2014 toch niet zo’n positief resultaat werd bereikt. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter deelt mee dat er 2 kandidaturen werden ingediend voor het mandaat van effectief vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Ecowerf: - De heer Jo Stulens; - De heer Nico Creces.
De voorzitter legt artikel 1 van het voorstel nr. 87 ter stemming voor. – effectief vertegenwoordiger De heer Jo Stulens behaalt bij geheime stemming 38 stemmen, de heer Nico Creces behaalt 12 stemmen, 14 raadsleden onthouden zich, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt de heer Jo Stulens aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van de Intergemeentelijke vereniging Ecowerf. De voorzitter deelt mee dat er slechts 1 kandidatuur werd ingediend voor het mandaat van plaatsvervangend vertegenwoordiger in de algemene vergadering van Ecowerf: - Mevrouw Marie-Claire Loozen. De voorzitter legt artikel 1 van het voorstel nr. 87 ter stemming voor. – plaatsvervangend vertegenwoordiger Mevrouw Marie-Claire Loozen behaalt bij geheime stemming 38 stemmen voor, 8 stemmen tegen en 16 raadsleden onthouden zich, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt mevrouw Marie-Claire Loozen aangesteld als plaatsvervangend vertegenwoordiger voor de algemene vergadering van de Intergemeentelijke vereniging Ecowerf. De voorzitter legt het voorstel nr. 87 in zijn geheel ter stemming voor. Het voorstel nr. 87 wordt bij hoofdelijke stemming in zijn geheel aangenomen met 38 stemmen voor, geen tegenstemmen en 26 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 88 Intergemeentelijke vereniging Hofheide: bijzonder mandaat aan de provinciaal vertegenwoordiger voor de gewone algemene vergadering van 23 juni 2015 & goedkeuring van de agenda. Dit voorstel werd op 21 mei 2015 behandeld door de deputatie. Er worden geen vragen of opmerkingen geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 88 ter stemming voor. Het voorstel nr. 88 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 38 stemmen voor, geen tegenstemmen en 26 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 89 Vervanging van Dirk Janssens als effectief lid voor de raad van bestuur en de algemene vergadering van Ahasverus. Dit voorstel werd op 28 mei 2015 behandeld door de deputatie. De heer Sluys vraagt om in de toekomst niet te wachten tot de algemene vergadering om te voorzien in een vervanger. Hij stelt voor dat na ieder ontslag van een lid, wordt opgelijst in welke entiteiten deze persoon dient vervangen te worden. Op die manier kunnen alle vervangingen tegelijk gebeuren. De voorzitter legt uit dat de aangeduide vertegenwoordiger die moet vervangen worden, eerst ontslag dient te nemen bij de betrokken entiteit. Vervolgens moet de betrokken entiteit de provincieraad uitnodigen om een nieuwe vertegenwoordiger aan te duiden. De vraag van de heer Sluys lijkt hem zeker zinvol, maar de provincie is gebonden aan de vragen die deze entiteiten richten tot het provinciebestuur. De voorzitter deelt mee dat er 2 kandidaturen werden ingediend voor het mandaat van effectief vertegenwoordiger in de raad van bestuur van Ahasverus: - De heer Dieudonné Horlait, - Mevrouw Mireille Buyse. De voorzitter legt artikel 1 van het voorstel nr. 89 ter stemming voor. – effectief vertegenwoordiger De heer Dieudonné Horlait behaalt bij geheime stemming 35 stemmen, mevrouw Mireille Buyse behaalt 12 stemmen, 14 raadsleden onthouden zich en 1 raadslid stemt ongeldig, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Aldus wordt de heer Dieudonné Horlait aangesteld als effectief vertegenwoordiger voor de raad van bestuur en de algemene vergadering van Ahasverus. De voorzitter legt het voorstel nr. 89 in zijn geheel ter stemming voor. Het voorstel nr. 89 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 37 stemmen voor, geen tegenstemmen en 25 onthoudingen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming.
De heer Laeremans uit zijn ongenoegen over het feit dat reeds vóór dat de provincieraadszitting wordt beëindigd, een persbericht werd verstuurd over de wijziging van het provinciaal reglement voor het toekennen van aanpassingspremies van woningen voor ouderen en personen met een handicap. (n.v.d.r. om 15.07 uur) De heer Dehaene, gedeputeerde, antwoordt dat er geen informatie aan de pers werd gegeven waarvan de provincieraad nog niet op de hoogte zou geweest zijn. (n.v.d.r. voorstel nr. 77 werd om 14.36 uur in openbare zitting gestemd). De vergadering wordt gesloten om 15.55 uur. De volgende provincieraadsvergadering zal plaatsvinden op 23 juni 2015.