Provincie Zeeland
Provinciale Staten
Gedeputeerde belast met behandeling:
Onderwerp:
C. van Beveren
Provincie Zeeland
Vergadering PS: Nr: Agenda nr: Vergadering GS: Nr:
11-11-2011 FEZ - 021 27-09-201 1 11112174
Protocol accountantscontrole 2012-2015 VOORSTEL
Aan de Provinciale Staten van Zeeland Samenvatting:
Dit wettelijk verplichte protocol is het kader waarbinnen de externe accountant zijn oordeel over de jaarrekening (zowel over getrouwheid als rechtmatigheid) vormt. Provinciale Staten wordt gevraagd het protocol vast te stellen, met ingang van 1 januari 2012 tot en met het boekjaar 2015.
Wat willen we bereiken? Een volledig en actueel Protocol accountantscontrole. Sinds 2004 geldt voor de accountantscontrole van de jaarrekening dat de accountant niet alleen een oordeel geeft over de getrouwheid van de jaarrekening maar ook over de rechtmatigheid. Daarvoor is het nodig dat PS een protocol accountantscontrole vaststellen, waarin is opgenomen het normenkader voor rechtmatigheidsaspecten te toetsen door de externe accountant. Het normenkader bevat alle relevante wet- en regelgeving die van belang is bij de uitvoering van financiële rechtshandelingen door de provincie. Vervolgens hebben wij het normenkader nader uitgewerkt in het toetsingskader voor Gedeputeerde Staten. Hierbij is de interne regelgeving verder uitgewerkt in verschillende categorieën omdat niet alle bepalingen in dit kader getoetst hoeven te worden door de accountant. Alleen de bepalingen inzake recht, hoogte en duur van financiële beheershandelingen dienen getoetst te worden. Voor de nadere uitwerking en afstemming van de nieuwe regels is in 2005 op landelijk niveau een Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten (PRPG) in het leven geroepen. De afgelopen jaren heeft dit Platform via de jaarlijkse kadernota en andere aanvullende notities zorg gedragen voor een finetuning van regelgeving. Rechtmatigheid is inmiddels goed ingeburgerd in overheidsland. Met ingang van 2012 zullen de werkzaamheden van het Platform worden overgenomen door de commissie BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Het nu geldende protocol accountantscontrole is door u vastgesteld op 5 november 2010, nr. FEZ-189 voor de boekjaren 2010 en 2011. Reden voor het meerjarig vaststellen van het protocol is dat de termijn hiermee is vastgelegd voor de huidige zittingsperiode van uw Staten en dat de verwachting is dat wijzigingen tussentijds beperkt zullen zijn. Indien in de toekomst door het vervallen en vaststellen van nieuwe provinciale regelingen, die financiële rechtshandelingen tot gevolg hebben, een aanpassing van het Protocol accountantscontrole nodig is, zal dit aan u worden voorgelegd ter vaststelling.
Onderwerp:
Protocol accountantscontrole 2012-2015
Waaraan kunnen we zien of alles bereikt is? De accountant kan een oordeel omtrent getrouwheid en rechtmatigheid afgeven bij de jaarrekening. Wat doen we daarvoor? De relevante externe en interne wet- en regelgeving is geïnventariseerd. Deze is opgenomen in het normenkader als onderdeel van het Protocol accountantscontrole 2012-2015. Dit protocol is als bijlage bij dit statenvoorstel opgenomen. Het nu voorliggende voorstel is de meest doelmatige opzet die past binnen de geldende wet- en regelgeving, een zogenaamde minimumvariant. De interne beheersing op het aspect rechtmatigheid is voldoende op orde, wat bevestigd wordt door de rapportages van de externe accountant bij de jaarrekeningen over de afgelopen jaren. De huidige opzet is afgestemd met onze externe accountant. Uiteraard staat het Provinciale Staten vrij om aanvullende rechtmatigheidsaspecten in het normenkader op te nemen. Wij stellen voor om het nieuwe protocol vaststellen, met als ingangsdatum 1 januari 2012 tot en met het boekjaar 202 5
Wat mag het kosten? Er zijn geen extra kosten aan dit voorstel verbonden. Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
gedeputeerde staten, Karla Peijs, voorzitter,
Viek Verdult, secretaris.
De staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 27 september 201 1, nr. 11112174; besluiten: Vaststellen van het Protocol accountantscontrole Provincie Zeeland 2012-2015.
PROTOCOL VOOR DE ACCOUNTANTSCONTROLE OP DE JAARREKENINGEN 2012 TOT EN MET 2015 VAN DE PROVINCIE ZEELAND
l . Inleiding De Provinciewet schrijft in artikel 217 lid 2 voor dat Provinciale Staten één of meer accountants aanwijzen voor de controle van de jaarrekening, het daarbij verstrekken van een controleverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. Na een openbare aanbesteding volgens de Europese Richtlijn Diensten hebben Provinciale Staten van Zeeland bij besluit van 14 november 2008 het accountantskantoor Deloitte Accountants BV benoemd tot accountant als bedoeld in artikel 217 Provinciewet. Deze benoeming geldt tot en met het boekjaar 2012. Voor de boekjaren 2013 en verder zal in 2012 een aanbesteding worden gedaan. Provinciale Staten van Zeeland hebben op 11 november 2003 de verordening ex artikel 217 lid 1 van de Provinciewet voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de provincie vastgesteld. In deze financiële controleverordening is het bij de controle te hanteren normenkader in hoofdlijnen vastgelegd. Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole moeten Provinciale Staten echter nog een aantal zaken nader regelen. Met dit controleprotocol stellen Provinciale Staten nadere aanwijzingen vast die specifiek van toepassing zijn voor de controle van de jaarrekeningen over de jaren 2012 tot en met 2015. In het programma van eisen voor de aanbesteding van de accountantscontrole is vastgelegd dat de provincie de in het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) genoemde minimale goedkeuring- en rapportagetoleranties als uitgangspunt neemt. Er worden in algemene zin geen verdere eisen gesteld. In het kader van een specifieke opdrachtverstrekking aan de accountant voor het controleren van afzonderlijke jaren kunnen Provinciale Staten nadere aanwijzingen geven voor te hanteren goedkeuring- en rapporteringtoleranties. Tevens zal in de opdrachtverstrekking duidelijk aangegeven moeten worden welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van rechtmatigheidcontrole zal zijn. 2. Algemene uitgangspunten voor de controle
Zoals in artikel 217 lid 3 en 4 Provinciewet is voorgeschreven zal de accountant op basis van zijn controle van de jaarrekening aangeven of: a. de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en de samenstelling van het vermogen; b. de baten en lasten, alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen; c. de jaarrekening is opgesteld overeenkomstig de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels, bedoeld in artikel 190 Provinciewet en d. het jaarverslag met de jaarrekening verenigbaar is. Daarnaast zal hij in zijn verslag bevindingen opnemen over: a. de vraag of de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken en b. onrechtmatigheden in de jaarrekening. Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 217 lid 6 Provinciewet (en het BAPG) alsmede de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (van het NIVRA) bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Voor de inhoud van het begrip rechtmatigheid is het BAPG bepalend. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen het juridische begrip rechtmatigheid en het begrip rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole. Het is niet de bedoeling dat de accountant in de volle breedte controleert of de provincie alle bestaande wettelijke bepalingen naleeft. De accountant beperkt zich in principe tot het financieel beheer en alle daarmee samenhangende financiële mutaties en richt zich daarbij op de mate waarin het door het bestuur gevoerde financieel beheer in overeenstemming is met de bestaande normering (externe en interne wet- en regelgeving). Handelingen en beslissingen van niet-financiële aard vallen buiten de reikwijdte van de rechtmatigheidcontrole door de accountant. De accountant kan in dit kader volstaan met het beoordelen van het interne systeem van risicoafwegingen.
3. Goedkeuring- en rapporteringtoleranties
De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties en financiële beheershandelingen. De accountant richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij (onder meer) op risicoanalyse, vastgestelde toleranties en (al dan niet statistische) deelwaarnemingen en extrapolaties. De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed. In het BAPG zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. Provinciale Staten mogen de goedkeuringstoleranties scherper vaststellen dan deze minimumeisen. Dit moet dan wel worden toegelicht in de controleverklaring. De minimumeisen zijn: r -
,
Goedkeuringstolerantie Fouten in de iaarrekening (% (asten) Onzekerheden in de controle (% lasten)
Goedkeurend s 1% S
3%
I
Strekking controleverklaring: Beperking I Oordeelonthouding >l %<3%
>3%<10%
2
I
Afkeurend r 3%
10%
Mede gelet op de uitgangspunten genoemd in het programma van eisen voor de aanbesteding van de accountantscontrole worden de goedkeuringstoleranties vastgesteld op de bovenstaande minimumeisen. De goedkeuringstolerantie bedraagt derhalve 1% van de lasten inclusief de toevoegingen aan de reserves (= de omvangsbasis) Naast de goedkeuringstoleranties wordt onderkend de rapporteringtolerantie. Deze is het uitgangspunt voor het verslag van bevindingen. De rapporteringtolerantie(s) is een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen. Een lagere rapporteringtolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een uitgebreider verslag van bevindingen. De rapporteringtolerantie kan worden vastgesteld op een percentage van de goedkeuringstolerantie of op een maatschappelijk relevant geacht absoluut bedrag. De rapporteringtoleranties kunnen zich verder toespitsen op die elementen die Provinciale Staten specifiek nader terug willen zien, zonder dat dit de goedkeuringstoleranties zelf beïnvloedt. De rapporteringtoleranties zijn gelijkgesteld aan 25% van de gehanteerde goedkeuringstoleranties. Dit is een minimumpositie, de accountant heeft zijn eigen verantwoordelijkheid en kan ook andere zaken die onder dit minimum vallen opnemen in zijn verslag van bevindingen. In dit kader zijn tevens van belang de bepalingen inzake de Single information single audit (Sisa). Dit betreft de verantwoordingsregels die zijn bepaald inzake een aantal subsidieregelingen van het Rijk. Deze regels schrijven voor dat deze verantwoordingsinformatie voortaan opgenomen moet worden in de provinciale rekening. Deze controle wordt meegenomen bij de jaarrekeningcontrole. Ten aanzien van de rapportagetolerantie is voorgeschreven dat alleen fouten en onzekerheden vanaf een bepaalde financiële omvang dienen te worden gerapporteerd. Deze omvang is: a. E 10.000 indien de omvangsbasis kleiner of gelijk aan E 100.000 is; b. 10% indien de omvangsbasis groter dan f 100.000 en kleiner dan of gelijk aan E 1.000.000 is; c. E 100.000 indien de omvangsbasis groter dan E 1.000.000 is.
4. Reikwijdte rechtmatigheidtoetsing
De accountantscontrole op rechtmatigheid is limitatief gericht op: 1. De naleving van externe wettelijke kaders zoals EU-regels, wetten, amvb's, ministeriële regelingen, voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen. Ter illustratie is in bijlage 1 een overzicht opgenomen van de op het moment van opstellen relevante externe wet- en regelgeving. Bij het uitvoeren van de controle zal de accountant gebruik maken van de op dat moment relevante externe wet- en regelgeving. De naleving van provinciale regelgeving (zoals aangegeven in bijlage 2), voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen, die zich met name toespitsen op: - subsidieverstrekking aan derden; - ontvangen subsidies van derden; - besluit Financieringsstatuut 2010 Provincie Zeeland; - begrotingsrechtmatigheid; - uitkerings- en salarisbetalingen; - in rekening te brengen leges. Ten aanzien van het voorwaardencriterium vindt voor de interne regelgeving uitsluitend een toets plaats naar de doelgroep, object, hoogte en duur van financiële beheershandelingen, tenzij jegens derden (bijvoorbeeld in toekenningsbeschikkingen) aanvullende voorwaarden met directe financiële consequenties zijn opgenomen. Dergelijke jegens derden geformuleerde (financiële) voorwaarden zijn immers ook al relevant voor de accountantscontrole inzake de getrouwheid van de jaarrekening. Wat subsidieregelingen betreft wordt bovendien getoetst op bewijsstukken die relevant zijn voor recht, hoogte en duur van de subsidie. Geen toets vindt plaats naar niet-financiële voorwaarden. Te denken valt hierbij aan procedurele voorwaarden (bijvoorbeeld gestelde termijnen) en inhoudelijke voorwaarden (bijvoorbeeld prestatie-eisen). Ter illustratie is in bijlage 2 een overzicht opgenomen van de op het moment van opstellen relevante interne wet- en regelgeving. Bij het uitvoeren van de controle zal de accountant gebruik maken van de op dat moment relevante interne wet- en regelgeving. Indien en voor zover bij de accountantscontrole materiële financiële onrechtmatige handelingen worden geconstateerd worden deze in de rapportage en oordeelsweging uitsluitend betrokken indien en voor zover het door Provinciale Staten of hogere overheden vastgestelde regels betreft. Daarnaast worden echter wel regels afkomstig van het college van Gedeputeerde Staten meegenomen wanneer deze een nadere vaststelling of uitvoering van 'hogere' besluiten betreffen en voor zover deze besluiten door Provinciale Staten zijn opgenomen in het normenkader, onder meer subsidieregelgeving.
5. Overleg en rapportering accountant Onderstaand is de bestuurlijke overleg- en rapporteringstructuur in een matrix vastgelegd.
Tijdstip
Toelichting
september
Provinciale Staten ziin opdrachtgever van de accountant. De commissie Bestuur, Financiën en welzijn iChet aanspreekpunt voor de accountant voor de opdrachtformulering. Met de commissie zal voorafgaand aan de controle een overleg plaatsvinden om te komen tot een afstemming inzake de nadere invulling van de controle-opdracht. Daarnaast zullen de bevindingen van de eindejaarscontrole worden besproken in de commissie Bestuur, Financiën en Welzijn. In het najaar wordt door de accountant een zogenaamde interim-controle uitaevoerd. Over de uitkomsten van die tussentiidse controle wordt een verslaci (managementletter) uitgebracht aan het collegevan Gedeputeerde Staten. Na afsluiting van het dienstjaar voert de accountant de eindcontrole uit.
september
Verslag van bevindingen
L p -
november le kwartaal eind maart
Controleverklaring
eind maart
Bespreking jaarstukken in de commissie Bestuur, Financiën en Welzijn Vaststelling jaarrekening
april
mei
Overeenkomstig de provinciewet wordt omtrent de controle een verslag van bevindingen uitgebracht aan Provinciale Staten. In het verslag van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgen. In de controleverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid. Deze controleverklaring is bestemd voor Provinciale Staten, zodat deze de door het college van Gedeputeerde Staten opgestelde jaarrekening kunnen vaststellen. De jaarstukken met het verslag van bevindingen en de controleverklaring worden in aanwezigheid van de accountant besproken in de commissie Bestuur, Financiën en Welzijn. Provinciale Staten stellen de jaarrekening vast.
l
--
Bijlage 1 Protocol accountantscontrole 2012-2015: Externe normenkader In het kader van de financiële rechtmatigheidcontrole is, voor de beoordeling of aan het voorwaardencriterium wordt voldaan, onderstaand normenkader (niet limitatief) opgesteld. Hierin wordt externe wet- en regelgeving met financiële beheershandelingen weergegeven. Nationale regelgeving m Provinciewet m Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 Besluit provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting m Regeling maximum aantal provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting m Financiële verhoudingswet Besluit financiële verhouding 2001 m Circulaires Provinciefonds m Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten m Regeling informatie voor derden m Algemene wet bestuursrecht m Algemene wet in zake rijksbelastingen Invorderingswet 1990 m Wet op de omzetbelasting 1968 Wet financiering decentrale overheden (Fido) Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (Fido) Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) m Wet gemeenschappelijke regelingen Wet op het BTW compensatiefonds m Kaderwet EZ-subsidies m Wet toezicht Europese subsidies Regeling financiële bepalingen bodemsanering 2005 m Besluit milieusubsidies m Subsidieregeling servicepunten milieuwethandhaving m Subsidieregeling BANS klimaatconvenant m Wet bodembescherming Besluit verplicht bodemonderzoek bedrijfsterreinen m Wet milieubeheer Besluit externe veiligheid inrichtingen m Wet geluidhinder Luchtvaartwet Ontgrondingenwet Wet ruimtelijke ordening m Besluit verantwoording stedelijke vernieuwing Wet Inrichting 1 Investeringsbudget Landelijk Gebied m Besluit woninggebonden subsidies 1995 m Besluit locatiegebonden subsidies 2005 m Wet BDU verkeer en vervoer m Besluit BDU verkeer en vervoer m Regeling "Extra investeringsimpuls in het stads- en streekvervoer" m Besluit Personenvervoer 2000 m Regeling duurzaam veilig Besluit infrastructuurfonds m Wet op de jeugdzorg Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg Regeling bekostiging jeugdzorg 2009 m Rijkssubsidieregeling jeugdzorg m Regeling normbedragen jeugdzorg Bekostigingsbesluit cultuuruitingen Wet op het specifiek cultuurbeleid m Monumentenwet 1988 m Mediawet 2008 Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs m Natuurbeschermingswet 1998 Grondwaterwet m Kaderwet LNV subsidies Subsidieregeling programmafinanciering EV-beleid voor andere overheden 2006-2010
Europese regelgeving Verordening (EG) nr. 168512000 van de Commissie van 28 juli 2000 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. I26011999 van de Raad met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door de structuurfondsen medegefinancierde verrichtingen Verordening (EG) nr. 43812001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 126011999 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen voor uit de structuurfondsen toegekende bijstand Verordening (EG) nr. 44812001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 126011999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de structuurfondsen toegekende bijstand Verordening (EG) nr. 144712001 van de Raad van 28 juni 2001 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 126011999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen Verordening (EG) nr. 235512002 van de Commissie van 27 december 2002 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 43812001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 126011999 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen voor uit de structuurfondsen toegekende bijstand w Verordening (EG) nr. 110512003 van de Raad van 26 mei 2003 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 126011999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen Verordening (EG) nr. 44812004 van de Commissie van 10 maart 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 168512000 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 126011999 van de Raad met betrekking tot de subsidiabiliteit van de uitgaven voor door structuurfondsen medegefinancierde verrichtingen, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 114512003 Verordening (EG) nr. 108312006 van de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2006, houdende algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 126011990 (Kaderverordening) Besluit EFRO programmaperiode 2007-2013 (besluit EFRO) Regeling EFRO doelstelling 2 programmaperiode 2007-2013 (Regeling EFRO) Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, 2010lC 83101 (VwEU) Verordening (EG) nr. 182812006 van de Commissie van 8 december 2006 (Uitvoeringsverordening) Verordening (EG) nr. 108012006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 (EFRO-verordening) W Verordening (EG) nr. 80012008 van de Commissie van 6 augustus 2008 (Algemene Groepsvrijstellingsverordening) Mededingingswet Regelgeving omtrent staatssteun Aanbestedingsregelgeving W Richtlijn 2004118lEG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maait 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten w Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen W Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten(BA0) Aanbestedingsreglement Werken 2005
Personeel e w
w e
w w
e e w
w w w
w
Fiscale wetgeving Ambtenarenwet Sociale verzekeringswetten Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers ~ëchts~ositiebesluit commissarissen van de Koning Regeling rechtspositie commissarissen van de Koning Rechtspositiebesluit gedeputeerden Regeling rechtspositie gedeputeerden Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden Reisbesluit binnenland Reisregeling binnenland Wet kinderopvang Verplaatsingskostenbesluit 1989
Bijlage 2 Protocol accountantscontrole 2012-201 5: Interne normenkader Nieuwe regelingen ten opzichte van het vorige interne normenkader 2010-2011 zijn vet gedrukt. 1.2.2 1.2.4
Uitkerings- en pensioenverordening Gedeputeerden Provincie Zeeland Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden
1.3.9 1.3.10 1.3.11 1.3.12
Verordening op de ambtelijke bijstand en fractieondersteuning 2003 Financiële verordening Provincie Zeeland 2009 Financiële controleverordening Zeeland 2004 Verordening nadere inrichting Rekenkamer Provincie Zeeland Algemene subsidieverordening Zeeland 2007 Subsidieverordening Bureau Jeugdzorg Provincie Zeeland 2004 Subsidieverordening Zorgaanbod jeugdzorg Zeeland 2004 Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2007 Provinciale subsidieregeling natuurbeheer Zeeland Subsidieverordening Particuliere Terreinbeherende Natuurbeschermingsorganisatiesin Zeeland Subsidieverordening inrichting landelijk gebied Zeeland Tijdelijke verordening stimulering Voordelta Zeeland Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer Zeeland Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zeeland
11.1.2
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies
11.6.11
FPU-plusregeling Provincies
IV.l .l IV.1.2 IV.1.4 IV.1.5
Legesverordening Provincie Zeeland 2007 Verordening nazorgheffing stortplaatsen Zeeland GrondwaterheffingsverordeningProvincie Zeeland 2010 Regeling provinciale belastingen
V.4.2
Verordening provinciaal investeringsbudget stedelijke vernieuwing
V11.1.3 V11.1.5
Provinciale verordening buurtbusprojecten Zeeland Regeling Nadeelcompensatie Verkeers- en Vervoersvoorzieningen en provinciale projecten Provincie Zeeland 2010
X.1.5
Aanmoedigingsprijs Jong Zeeuws talent op het gebied van kunsten en wetenschappen Besluit Financieringsstatuut 2010 Provincie Zeeland