Projectaanvraag “Versterking sociale infrastructuur t.b.v. burgerkracht in Fryslân”
1
1. Aanleiding Eind 2012 heeft Provinciale Staten van de provincie Fryslân keuzes gemaakt omtrent de 'kerntakendiscussie'. Dit betekent dat er wordt gekozen voor een beleid van 'Lokaal, tenzij...' In januari 2013 zijn de gevolgen voor het sociaal beleid in een notitie vervat en tot nader orde vastgesteld. De Friese gemeenten zijn daarnaast ook bezig met de voorbereidingen van drie transities in het sociale domein. Bij elkaar zijn dit grote veranderingsprocessen. Provinciale Staten hebben benadrukt dat er m.b.t. de voorgenomen wijzigingen in de opstelling van de Provincie in het sociale domein, een zorgvuldige procesgang moet plaatsvinden. In april 2014 zullen zij deze procesgang evalueren, wat eventueel kan leiden tot bijstelling van het beleid. Deze projectaanvraag gaat over hoe negen maatschappelijke en/of belangenbehartigende organisaties de sociale infrastructuur in Friesland willen versterken en welke middelen daarvoor nodig zijn. De notitie 'Op weg naar een toekomstbestendige sociale infrastructuur in Fryslân' vormt het uitgangspunt, als ook de website www.sociaalfryslan.nl. Het gaat ook op het terrein van burgerparticipatie om een kanteling waar de maatschappelijke organisaties een stimulerende en faciliterende rol in kunnen spelen: Het wiel hoeft niet altijd opnieuw uitgevonden te worden. Er is de afgelopen jaren een fijnmazige sociale infrastructuur opgebouwd door de maatschappelijke organisaties, door de gehele provincie en in heel veel gemeenten. Deze infrastructuur kan als basis dienen voor de noodzakelijke kanteling en het gericht stimuleren van burgerparticipatie. Lokaal is er al veel aanwezig. Het gaat er nu om inzicht te geven in de reeds aanwezige sociale structuur en hoe deze te benutten in het kader van de transities in het sociale domein en het stimuleren van burgerparticipatie. Het doel van het project is inzicht geven aan de gemeenten over wat zij al aan sociale infrastructuur in huis hebben. Wat hebben betrokken en andere organisaties te bieden aan de Friese samenleving, opdat burgers kunnen meedoen in de samenleving en zoveel mogelijk zelf de regie kunnen voeren over hun eigen leven. Om de gemeenten op dit terrein te 'ontzorgen' zullen de organisaties tegelijkertijd kijken naar een manier van organiseren van hun dienstverlening die het gemeenten makkelijk maakt om zaken met hen te doen. Het gaat om samenwerking met gemeenten, aangezien die nu verantwoordelijk zijn voor het sociale domein. Het aanbod aan gemeenten heeft vooral te maken met de kennis en kunde in de 0e lijn. Inzet op 0e lijn kan gemeenten ontlasten en dienen als ‘voelhorens’ voor gemeenten. Onze stelling is dat juist daarin de maatschappelijke organisaties heel goed zijn en een meerwaarde hebben. Het gaat niet om samenwerking gericht op kostenbesparing. Feitelijk is er niet zoveel overlap en is er niet veel efficiencywinst te halen in samenvoegen van back office activiteiten. Streefbeeld
Het (gezamenlijke) streefbeeld is een toekomstbestendige sociale infrastructuur, waarin formele en informele zorg, hulp en ondersteuning verweven is met de inzet van vrijwilligers, mantelzorgers en ervaringsdeskundigen, op zo’n manier dat kennis en kunde behouden blijft, en gemeenten efficiënt gebruik kunnen maken van de bestaande sociale infrastructuur.
2
2. Visie en uitgangspunt In de nabije toekomst zullen op gemeentelijk niveau formele en informele zorg, hulp en ondersteuning, meer en meer met elkaar verweven zijn. Participatie van alle burgers is noodzakelijk om alle gemeentelijke taken op het terrein van jeugdzorg, begeleiding, verzorging en arbeidsparticipatie goed te kunnen vervullen. Een beroep van overheden dat zich enkel richt op individuele burgers zal echter, naar verwachting te weinig structurele en duurzame effecten hebben. Zonder een onderliggende sociale infrastructuur is informele zorg en meedoen in de maatschappij nogal fragmentarisch van karakter zijn en niet duurzaam. De kennis, (ervarings)deskundigheid en betrokkenheid van de vrijwilligers, ervaringsdeskundigen, mantelzorgers en professionals van de maatschappelijke en belangenbehartigende organisaties in Friesland vormen de fundering onder deze sociale infrastructuur. Zij kunnen de gemeenten ondersteunen in het uitvoeren van de taken op het gebied van welzijn, participatie, inkomen en zorg. Zij signaleren, verbinden en verrichten praktisch, uitvoerend werk en helpen daardoor mee aan de versterking van de eigen regie van burgers en hun netwerk. Met name daar waar het kwetsbare burgers betreft. Het uitgangspunt voor de organisaties is het vergroten en faciliteren van het zelfoplossend vermogen van (kwetsbare)burgers en hun directe (sociale) omgeving. Alleen als het echt nodig is, moeten burgers (professioneel) worden ondersteund. Men moet een beroep kunnen doen op een vangnet. Het vangnet vormt het fundament van de samenleving en in dat fundament opereren deze maatschappelijke organisaties. Visueel ziet het er als volgt uit: De leefwereld van de burger staat centraal; zijn familie, vrienden en buurtgenoten denken met hem mee en ondersteunen hem.
De maatschappelijke organisaties faciliteren de 2e schil: het versterken van de leefwereld en het zo nodig samen besluiten wat te doen; hierna te noemen de sociale infrastructuur. Daarna komt de schil van de professionele hulp. 3
3. Projectresultaten De projectaanvraag wordt gedaan door negen maatschappelijke en/of belangenbehartigende organisaties in Friesland, te weten: COC Friesland Hoor Friesland Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden Protestantse Kerk Nederland Stichting Friese Ouderenbonden Solidair Friesland VG Belangen LFB voor en door mensen met een verstandelijke beperking Zorgbelang Fryslân. Penvoerder voor de projectaanvraag is Zorgbelang Fryslân. De activiteiten van de negen organisaties worden als eerste in kaart gebracht. Daarna is het een groeimodel waarin zoveel mogelijk activiteiten van zoveel mogelijk organisaties opgenomen worden. Des te meer er meedoen des te sterker is het fundament van de sociale infrastructuur. Het projectresultaat omvat de volgende producten (in chronologische volgorde):
Een kaart van Friesland op de website, waarbij per gemeente een gebruikersvriendelijke en aanklikbare matrix verschijnt van functies en domeinen met per activiteit van de organisatie een ingevuld format. Een analyse van de behoefte op het sociaal domein van alle Friese gemeenten en een overzicht met welke maatschappelijke organisaties de gemeente momenteel samenwerkt in de sociale infrastructuur. Een analyse van andere maatschappelijke organisaties die in eenzelfde functie of domein actief zijn en een actieve benadering om hen uit te nodigen mee te doen in de matrix. Een verkenning van samenwerkingsmogelijkheden in de sociale infrastructuur op het lokale niveau en de formulering van een gezamenlijk aanbod van de maatschappelijke organisaties. De uitwerking van de consequenties en werkwijzen van een nog te kiezen samenwerkingsverband.
Samengevat komt er een gezamenlijk voorstel van aanvragende maatschappelijke organisaties om aan het eerdergenoemde streefbeeld bij te dragen waarin staat: wat elke maatschappelijk organisatie uit het samenwerkingsverband te bieden heeft (kennis, kunde); wat overige maatschappelijke organisaties in Friesland op hoofdlijnen te bieden hebben (kennis, kunde); wat de meerwaarde van alle maatschappelijke organisaties voor gemeenten is; wat het concrete aanbod (producten) van de maatschappelijk organisatie uit het samenwerkingsverband voor gemeenten is.
4
4. Projectaanpak Projectvragen In het project moeten de volgende vragen worden beantwoord. 1. Wat is de behoefte bij gemeenten en welke problemen kunnen door maatschappelijke organisaties worden opgelost? Wat zijn daarbij voor gemeenten randvoorwaarden? 2. Wat doen de maatschappelijke organisaties uit het samenwerkingsverband en wat doen andere maatschappelijke organisaties in Friesland. Wie doet wat? (= matrix). 3. Wat zijn samenwerkingsmogelijkheden en wat is het gezamenlijke aanbod op lokaal niveau? 4. Wat betekent dat voor organisaties en welke samenwerking is mogelijk? Opzet project fase 1 Het project betreft een deel inventarisatie en een deel ontwikkeling. Inventarisatie Hier gaat het om het inventariseren van: de behoefte bij gemeenten; het aanbod van de samenwerkende maatschappelijke organisaties; het aanbod van andere partijen. De analyse is gericht op de vraag in welke mate de behoefte en het aanbod (in de huidige situatie) op elkaar aansluiten. Het moet duidelijk zijn om welk domein, welke doelgroep, en welke functie het gaat. Daaruit kan duidelijk worden waar geen of weinig behoefte is aan aanbod en waar nog aanbod ontbreekt. Daarnaast is de analyse gericht op aansluiting van het aanbod van maatschappelijke organisaties en van andere partijen. De inventarisatie geeft input voor een eerste globale matrix van vraag en aanbod. Ontwikkeling In het ontwikkelingsdeel wordt ten eerste gekeken naar hoe behoefte en aanbod van maatschappelijke organisaties (beter) op elkaar kunnen worden afgestemd. Daarbij speelt ook de vraag welke rol de 0e lijn kan innemen in het gehele aanbod op het sociale domein. Ten tweede wordt gekeken naar nadere samenwerkingsmogelijkheden tussen maatschappelijke organisaties onderling en tussen maatschappelijke organisaties en andere partijen, en welk aanbod dat oplevert op lokaal niveau. Ten derde moet worden gekeken naar wat dat betekent voor organisatie (en financiën). Website Onderdeel van het project is het opzetten van een website waarop het aanbod op een heldere manier voor gemeenten wordt getoond. De website is gebruikersvriendelijk, gestructureerd en betrouwbaar (effectief en efficiënt). Deze digitalisering wordt uitgevoerd door een webbouwer en begeleid door de procesmanager.
5
Stappen in fase 1 Stap1: scan van gemeentelijke (beleids)documenten zorg/welzijn/ WMO/werk en inkomen/sociale zekerheid analyse van resultaten enquête sociale infrastructuur gemeenten + aanvulling met schriftelijke (eventueel telefonische) informatie opstellen tabellen/schema’s Stap 2 match behoefte en huidige aanbod (naar domein, doelgroep, functie) opstellen eerste concept matrix
Stap 3 scan van organisaties die actief zijn op sociaal domein (in gemeenten) buiten maatschappelijke organisaties definiëren van producten/aanbod en samenwerkingsmogelijkheden opstellen tweede concept matrix
voorbereiding/conceptontwikkeling website met CMS
o
deskresearch
o
deskresearch + korte ‘nabel’ronde
o
deskresearch
o o
deskresearch deskresearch + gesprekken maatschappelijke organisaties
o
deskresearch + korte belronde deskresearch
o o
o
gesprekken/ workshop maatschappelijke organisaties/ andere werkvormen ict
Stap 4 analyse van afstemming tussen behoefte en aanbod
o
o
deskresearch + gesprekken met gemeenten deskresearch
o
ict
o o
deskresearch deskresearch
ontwikkeling producten/aanbod op lokaal niveau (wie, wat) t.b.v. definitieve matrix definitieve website
Stap 5 verkenning gevolgen voor organisatie en financiën verkenning vervolg (o.m. realiseren “verkoopkanaal”)
Fase 2 (vervolgproject) Op basis van fase 1 geven de maatschappelijke organisaties met elkaar vorm aan een samenwerking die het gemeenten makkelijk maakt om zaken mee te doen. Uiteindelijk willen we komen tot een soort “verkoopkanaal” waar alle Friese gemeentes terecht kunnen met hun behoeften op het sociale domein. De procesmanager werkt met de organisaties de consequenties van de gekozen vorm uit.
6