Visie op het sociale domein 2013 - 2016
Samen in beweging Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel
Foto: Florian de Joode
Afdeling Samenleving en Ontwikkeling van de gemeente Zaltbommel december 2012
Visie op het sociale domein 2013 - 2016
Samen in beweging Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel
Afdeling Samenleving en Ontwikkeling van de gemeente Zaltbommel december 2012
Inhoud Woord vooraf
5
Hoofdstuk 1 - Inleiding
9
1.1 - Het proces
1.2 - Participatiewet
10
9
1.3 - Decentralisatie begeleiding (AWBZ)
10
1.4 - Jeugdzorg
11
1.5 - Passend onderwijs
11
1.6 - Samenhang transities
12
Hoofdstuk 2 - Visie op het sociale domein
17
2.1 - Formuleren van een visie op het sociale domein
18
2.2 - De piramide
19
2.3 - Digitale infrastructuur
20
Hoofdstuk 3 - Verschillende rollen: burger, instellingen en overheid
25
Hoofdstuk 4 - Doelstellingen en resultaten
29
4.1 - Doelstellingen
29
4.2 - Resultaten
29
Hoofdstuk 5 - Ontwikkelingsopgave in Zaltbommel
35
5.1 - Bevolkingsopbouw
35
5.2 - Korte analyse problematiek Zaltbommel
36
5.3 - Doelgroepen die naar ons toekomen met de transities
36
5.4 - Ontwikkelingsopgave voor de brede basis de nulde lijn
37
5.5 - Ontwikkelingsopgave voor de eerste lijn
38
5.6 - Ontwikkelingsopgave voor de top tweede lijn
39
Hoofdstuk 6 - Communicatie
43
Hoofdstuk 7 - Het geld
47
Hoofdstuk 8 - Monitoring en planning
51
Bijlagen
63
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
3
Woord vooraf Sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) in januari 2007 is de gemeente verantwoordelijk voor een groot gedeelte van het sociale domein. Het Rijk gaat op korte termijn nog meer zorgtaken overhevelen naar gemeenten. Het gaat om vier transities. De gemeente zal helder moeten hebben hoe ze met deze transities omgaat. Duidelijk moet zijn wat de integrale visie is op het sociale domein. In deze nota “Samen in beweging” wordt deze visie uitgewerkt en wordt duidelijk dat we samen met onze burgers in beweging moeten komen en elkaars kracht moeten ontdekken en ontplooien. De gemeente zal vooral de regie nemen als het gaat om het ontwikkelen van de sociale kracht in de gemeenschap. Ik spreek de wens uit dat deze visie tot de noodzakelijke beweging zal moeten leiden en onze burgers die zorg krijgen die noodzakelijk is.
Ton van Balken Wethouder Onderwijs, welzijn en milieu
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
5
1
Hoofdstuk 1 - Inleiding In het kabinet Rutte I is de beweging ingezet naar een versterkte rol van gemeenten in het sociale domein. De vier decentralisaties bieden gemeenten een kans om de zorg voor kwetsbare inwoners, vanuit één visie en in samenhang uit te voeren. Dan ontstaan er mogelijkheden om gezinnen1 beter te ondersteunen dan nu het geval is. Gemeenten zullen ervaren dat de begroting voor het sociale domein meer dan de helft van de totale gemeentebegroting gaat uitmaken. Het transitiebureau Jeugdzorg spreekt van 8 miljard euro, terwijl de huidige omvang van het gemeentefonds 17 miljard euro bedraagt. Tevens zullen de kosten van de zorg enorm stijgen, enerzijds door de vergrijzing, anderzijds door de toename van kosten in de ziekenhuiszorg. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte II, wil men doorgaan met de transities. Ze gaan echter wel gepaard met verregaande bezuinigingen, meer nog dan in het voorgaande kabinet. Daar staat tegenover dat gemeenten meer beleidsvrijheid krijgen. Tevens wil men de transitiemiddelen overhevelen naar ‘100.000+ gemeenten’ (gemeenten met meer dan 100.000 inwoners). De kleinere gemeenten moeten dan met de 100.000+ gemeenten in gesprek over de middelen of convenanten sluiten met omliggende gemeenten. Dit plan wordt nog verder uitgewerkt door het kabinet. Verder wordt er fors bezuinigd op de huishoudelijke hulp en moeten scootmobiels worden heringezet. Over de definitieve uitwerking worden we nader geïnformeerd door het Rijk of de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten). De inhoudelijke beleidsopgave de komende jaren is het sociale domein te transformeren, zodat zorg kan blijven plaatsvinden voor onze kwetsbare inwoners. De belangrijkste wijziging is dat de Zorgwet verandert in een Participatiewet. Met de invoering van de Wmo is dit al in gang gezet. Dit betekent dat de komende jaren veel meer de nadruk komt te liggen op participeren, ‘meedoen’ in de samenleving. Dit uiteraard naar vermogen en met oog op eigen kracht. Deze nota is een visiedocument en moet gezien worden als een ‘kapstok’ voor de uitwerking van de transities. De sociale infrastructuur2 zal moeten veranderen. De concrete acties en activiteiten worden nader uitgewerkt via de projectgroepen en programmaraden in Regio Rivierenland. Het gaat in deze nota vooral om de denkwijze en veranderingen die we willen gaan doorvoeren. Aangezien het merendeel van de uitvoering van de transities lokaal gaat plaatsvinden, wordt in deze visie vooral een doorkijk gegeven op welke wijze we als gemeente vorm willen geven aan deze ontwikkelingsopgave. 1.1 - Het proces Voor deze visie op het sociale domein is gebruik gemaakt van de visie van Regio Rivierenland, gebaseerd op de visie van de gemeente Culemborg. De visie is als bijlage bij deze nota gevoegd. Deze visie is door ons en andere gemeenten in Regio Rivierenland als basis gebruikt om een lokale visie op het sociale domein te ontwikkelen. Als gemeente zal er vooral lokaal maatwerk geboden moeten worden dat aansluit bij de behoefte van onze inwoners en ons lokaal beleid en voorzieningenniveau. Zie hoofdstuk 5 voor een nadere uitwerking van de ontwikkelingsopgave waarvoor we staan.
1 hieronder worden ook alleenstaanden of andere samengestelde huishoudens verstaan 2 Sociale infrastructuur: het geheel van formele en informele voorzieningen en arrangementen dat mensen nodig hebben om het bestaan naar eigen inzicht in te richten en het samenleven vorm te geven.
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
9
Het proces van de transities wordt in samenwerking met Regio Rivierenland opgepakt. Met de lokale invulling, vooral op het gebied van preventie en eerste lijns zorg, kan al gestart worden. Er komen werkgroepen in de programmaraden Participerend en Zelfredzaam. Op het moment van schrijven is de planning van Regio Rivierenland nog niet bekend. Dit zal naar verwachting in januari 2013 bekend zijn. Door de programmaraad Participerend worden de volgende beleidsonderdelen uitgewerkt: RIW (Regionale Infrastructuur voor Werk en inkomen) en de Participatiewet. Door de programmaraad Zelfredzaam worden de volgende beleidsonderdelen uitgewerkt: de AWBZ, Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Voor het Passend Onderwijs valt onze gemeente op het gebied van onderwijs onder de regio ’s-Hertogenbosch. Voor de OGGZ/MO (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg/Maatschappelijke Opvang) is dit eveneens het geval. De gemeente Zaltbommel valt onder beide regio’s en diverse samenwerkingsverbanden. Hierdoor moet goed worden afgestemd met het onderwijs en de instellingen. Bij de totstandkoming van deze visie hebben er enkele sessies met instellingen plaatsgevonden op het gebied van werk, zorg en welzijn. Voor een groot aantal instellingen was dit een eerste kennismaking met elkaar. Verder hebben instellingen ons informatie gegeven over goede voorbeelden die worden uitgevoerd elders in het land. Instellingen hebben achtergrondinformatie gegeven, bijvoorbeeld op welke wijze er kan worden samengewerkt met instellingen en gemeente. Deze sessies hebben er tevens toegeleid om een draagvlak te creëren om gezamenlijk het proces uit te gaan voeren. De volgende vier transities vallen onder het sociale domein. 1.2 - Participatiewet Deze transitie speelt zich af aan de onderkant op de arbeidsmarkt. In het vorige kabinet heette de Participatiewet nog Wet werken naar vermogen (Wwnv). Het streven is om zoveel mogelijk mensen mee te laten doen naar vermogen. Als het kan in een normale baan. Participatie in de samenleving staat centraal. De Participatiewet gaat met ingang van 1 januari 2014 in. Naast de 400 miljoen euro bezuinigingen in het vorige kabinet op het Participatiebudget, volgt er in 2014 een extra korting van 200 miljoen euro. Bij deze ontwikkelingen zullen gemeenten en SW-bedrijven (sociale werkplaats) geconfronteerd worden met extra bezuinigingen. De gemeenten Tiel, Neerijnen, Neder-Betuwe, West Maas en Waal, Maasdriel, Zaltbommel, Culemborg en Geldermalsen, het UWV en het SW-bedrijf Lander hebben de handen in één geslagen. Er komt één regionale infrastructuur voor werk en inkomen (RIW). Immers, de arbeidsmarkt functioneert regionaal en wordt dit proces daarom regionaal opgepakt. 1.3 - Decentralisatie begeleiding (AWBZ) Door de decentralisatie van extramurele begeleiding en persoonlijke verzorging uit de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) krijgen gemeenten de opdracht om thuiswonende mensen met beperkingen beter ondersteunen om zoveel mogelijk zelfredzaam te zijn en deel te nemen aan de samenleving. Dichtbij huis, met oplossingen op maat, uitgaand van eigen kracht, met inzet van het sociale netwerk. In het nieuwe regeerakkoord is men voornemens om deze decentralisatie met ingang van 2015 in te gaan voeren. Daarnaast ligt er een voorstel om het budget voor huishoudelijke hulp te korten met 75%. Dit betekent dat de huidige manier van indiceren niet meer houdbaar is. Een oplossing kan gevonden worden in het inkomensafhankelijk maken van deze voorziening. Het is de vraag is of hiermee ook de bezuiniging van 75% gerealiseerd kan worden, aangezien het merendeel van deze doelgroep al een laag inkomen heeft. Bovendien blijft de vraag naar hulp bij het huishouden bestaan.
10
|
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
Een andere ingrijpende verandering is dat het Rijk de financiering van wonen en zorg gaat scheiden. Op 1 januari 2013 zijn zorgzwaartepakketten (ZZP) 1 en 2 vervallen. Dit betekent dat mensen die lichte beperkingen hebben geen toegang krijgen tot een verpleeg- of verzorgingshuis en zelfstandig moeten blijven wonen. In het regeerakkoord is een voorstel opgenomen om ook ZZP’s 3 (2014) en 4 (2015) te laten vervallen. Dit gaat om mensen met regieproblemen, die beschut wonen en intensieve verzorging of begeleiding nodig hebben. Mensen die in een psychiatrische instelling of in een verzorgingstehuis wonen. Dit heeft grote gevolgen voor de Wmo. Deze groep heeft veel zorg (huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en begeleiding) nodig welke aan huis georganiseerd moet worden. Het is nog onduidelijk of gemeenten hiervoor voldoende financieel gecompenseerd worden. In Regio Rivierenland wordt dit proces regionaal opgepakt. Men is momenteel bezig om de structuur en het proces vorm te geven. Vooruitlopend op deze ontwikkelingen wordt in de gemeente Zaltbommel op kleine schaal passend gebouwd. 1.4 - Jeugdzorg De decentralisatie Jeugdzorg gaat in 2015 van start. De jeugdzorg is nu op afstand geplaatst bij provincies, zorgverzekeraars en AWBZ. De jongere krijgt vaak niet de ondersteuning die nodig is en er zijn wachtlijsten. Het nieuwe stelsel moet een einde maken aan de bureaucratie en versnipperde hulpverlening. De Centra voor Jeugd en Gezin zullen hierin een belangrijke rol gaan spelen. Verder heeft deze transitie een raakvlak met het Passend Onderwijs. Met ingang van 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor: a - het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en kinderopvang b - het voorzien in een voldoende passend aanbod van jeugdhulp c - het advies geven over en het bepalen en inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp, op een laagdrempelige en herkenbare wijze d - het op een toegankelijke wijze adviseren van professionals e - het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming f - het compenseren van beperkingen in de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van een jeugdige g - het op een eenvoudige wijze adviseren van jeugdigen met vragen h-h et voorzien in een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen die de maatregelen van kinderbescherming en jeugdreclassering uitvoeren Het proces wordt regionaal opgepakt. Binnenkort wordt een plan van aanpak Jeugdzorg aangeboden aan de programmaraad Zelfredzaam. 1.5 - Passend Onderwijs Het Wetsvoorstel Passend Onderwijs is aangenomen en gaat per 1 augustus 2014 in. Scholen zijn verplicht een passende onderwijsplek aan te bieden aan leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben. In het nieuwe stelsel wordt de leerlingengebonden financiering (rugzakje) afgeschaft.
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
11
1.6 - Samenhang transities In het kort zijn de vier transities genoemd. De uitdaging is om bovengenoemde vier transities in samenhang uit te gaan voeren. Verschillende gezinnen3 zullen onder deze vier transities vallen en met vele hulpverleners en instellingen te maken krijgen. Dat kan efficiënter. Daarnaast worden veel kwetsbare gezinnen getroffen door deze maatregelen. Er komt minder geld beschikbaar voor ondersteuning. De economische recessie speelt een rol, die van invloed kan zijn op deze gezinnen, zoals schuldenproblematiek. Voor deze inwoners moet de juiste hulp en zorg ingezet worden, uitgaande van de visie vorming en uitgangspunten. Hiervoor moeten nieuwe arrangementen worden ontwikkeld, gericht op ondersteuning, zelfredzaamheid, maar vooral een integrale aanpak in het gezin. In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de uitgangspunten en de visie.
3 of andere vormen van samenstelling van huishoudens
12
|
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
13
2
Hoofdstuk 2 Visie op het sociale domein In dit hoofdstuk formuleren worden de uitgangspunten voor de visie op het sociale domein geformuleerd. In 2011 is de startnotitie Wmo de Kanteling vastgesteld. De Kantelingsgedachte wordt voortgezet bij de uitvoering van de transities. In plaats van ‘het recht hebben op” moet gekeken worden naar een oplossing passend bij het individu. In onderstaand figuur is de Kantelingsgedachte weergegeven.
Eigen kracht Eigen sociaal netwerk Algemene voorzieningen Individuele voorzieningen
Individuele voorzieningen Figuur 1 - De kantelingscirkel
Algemene voorzieningen netwerk
In literatuur, beleidsnotities worden Eigen een aantal uitgangspunten genoemd. De volgende vier uitgangssociaal punten sluiten goed aan bij ons lokaal beleid, zoals het dorps- en wijkgericht werken, het lokaal gezondheidsbeleid en jeugdbeleid.
kracht Eigen
De volgende vier uitgangspunten worden gehanteerd: 1 - Uitgaan van de eigen kracht 2-E én plan van aanpak voor één gezin, met één regisseur 3-S nel en doeltreffend maatwerk. 4-D e burger, het huishouden en buurt staat centraal.
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
17
To e li c h t ing Ad 1 - D e transities worden op een positieve manier benaderd en wordt aangesloten bij de eigen kracht van onze inwoners. Inwoners voeren waar mogelijk de regie. Ad 2 - I nstellingen en professionals moeten meer met elkaar gaan samenwerken. Er komt één plan van aanpak per gezin, in plaats van meerdere plannen en hulpverleners die van elkaar niet weten dat ze in hetzelfde gezin werken. Tevens komt er één regisseur in één gezin. Ad 3 - P rofessionals moeten krachtiger opereren en klantgericht gaan werken. Bij ernstige problemen moet snel worden ingegrepen. De bureaucratie moet verminderd worden, zodat de professional zich vooral met de hulp en zorg kan bezig houden in plaats van met de administratie. Ad 4 - E r wordt aangesloten bij de leefwereld van het gezin en de identiteit van de dorpen en wijken in Zaltbommel. Aan de basis van deze visie staan onze burgers. Zij vormen het uitgangspunt en de basis voor de infrastructuur van de toekomst. Hun mogelijkheden en probleemoplossend vermogen moeten veel beter benut worden dan in het verleden. Tevens wordt aangesloten bij de kracht van onze eigen inwoners en bij bestaande initiatieven in de samenleving. Het is de bedoeling dat zoveel mogelijk mensen gaan participeren in de samenleving. De rol tussen overheid en burger is veranderd. We zijn gewend dat de overheid voor ons zorgt en de verantwoordelijkheid overneemt. Het liefst vertaalt in rechten en plichten. Door de hierboven geschetste veranderingen in de samenleving, vraagt dit ook om andere omgangsvormen tussen inwoners, instellingen en overheden. Als burgers meer verantwoordelijkheid moeten nemen, kan dat alleen als professionals, hulpverleners en ambtenaren zich op een andere manier gaan opstellen. 2.1 - Formuleren van een visie op het sociale domein In de inleiding van dit hoofdstuk zijn de uitgangspunten geformuleerd. De komende jaren wordt samen met inwoners, maatschappelijke organisaties, instellingen en bedrijven gewerkt aan een samenleving waarin het prettig is om te wonen en te leven. De visie op het sociale domein luidt: Samen, met burgers en instellingen, zullen we ervoor zorgen dat: a - Wijken en dorpen zich verder ontwikkelen tot plekken waar inwoners zich thuis voelen, binding hebben met andere inwoners en er een basispakket aan voorzieningen aanwezig is. b - Er volop ruimte is voor maatschappelijke initiatieven en we gebruik maken van de creatieve inbreng van onze inwoners. c - Er voldoende faciliteiten zijn voor de ontplooiing van individuele inwoners die meedoen aan de samenleving naar vermogen. d - Er een vangnet is voor de kwetsbare inwoners in onze samenleving, degene die het ‘op eigen kracht’ niet redden. We willen voorkomen dat zij niet om hulp kunnen of durven vragen. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op het denkmodel die onze visie verbeeld: de piramide.
18
|
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
2.2 - De piramide Om uitvoering te geven aan de transities en veranderingen in het sociale domein, is daadkracht en lef nodig. Het zal een groeiend proces zijn, met ruimte voor vallen en opstaan. Experimenten en innovaties zijn noodzakelijk. Vertrouwen en een open houding is hierbij een belangrijke voorwaarde. Van onze professionals en samenwerkingspartners is de vraag van de cliënt het vertrekpunt. Hiervoor moeten instellingen vraaggericht gaan werken en een kostenbewuste resultaatgerichte instelling hebben. Tevens moet er meer samengewerkt worden in netwerken. Er wordt een integraal aanbod ontwikkeld en worden er verbindingen gelegd tussen de doelgroepen in de transities. Er wordt gebruik gemaakt van bestaande voorzieningen en accommodaties, dicht bij de burger. De taken en verantwoordelijkheden zijn in de volgende piramide 4 verbeeld.
2
2e lijn langdurige en specialistische zorg
1
Rol gemeenten
0
1e lijn kortdurende ondersteuning in de wijk en verwijzing bij specialistische of langdurige zorg (bijvoorbeeld in sociale teams)
0e lijn versterken van de eigen kracht van de burger
Figuur 2 - Piramide D e b r e de b a s i s: de n u lde lijn Voor iedereen is belangrijk dat men een zo gewoon mogelijk leven kan leiden. Een dak boven het hoofd, voldoende inkomen, een goede gezondheid. De meeste inwoners leiden gelukkig dit leven. Ze zijn zelfredzaam, participeren en hebben sociale netwerken. Soms kan het tijdelijk iets minder goed gaan en is een steuntje in de rug nodig. Bijvoorbeeld door het verlenen van mantelzorg, vrijwilligers van een vereniging, kerk of huiswerkbegeleiding. Het initiatief van deze projecten ligt bij de bewoners in buurten of dorpen. Voorbeelden van Zaltbommelse initiatieven zijn: mentorproject, open eettafels, thuisadministratie, activiteiten in kerken of buurtcentra.
4 Radar (adviesbureau voor sociale vraagstukken) en Divosa hebben dit model ontwikkeld.
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
19
H e t mi dde n: de e e r s te lijn In deze lijn kunnen burgers zonder doorverwijzing langskomen voor hulp. In deze lijn moet bepaald worden of mensen zelf hun problemen kunnen oplossen of dat ze daar professionele ondersteuning bij nodig hebben. De professionals werken wijkgericht en hebben contact met de burgers. Er kan een laagdrempelige voorziening worden gecreëerd, bijvoorbeeld een gezondheidscentrum waar een maatschappelijk werker en wijkverpleegkundige werken. De professionals hebben kennis van alle leefgebieden zoals werk en inkomen, school, opvoeding en gezin en psychosociale problemen. De professionals zijn op de hoogte van de netwerken en voorzieningen in dorpen of wijken. In deze fase kan ook de diagnose worden gesteld dat er meer specialistische hulp nodig is. D e to p: de t w e e de lijn Aan de smalle top bevindt zich langdurige specialistische zorg: professionele begeleiding aan kwetsbare groepen. Er wordt hulp en zorg geboden als er sprake is van een crisissituatie. 2.3 - Digitale infrastructuur Naast de sociale infrastructuur, speelt de digitale infrastructuur een rol. Deels omdat digitale hulpmiddelen onze inwoners bevorderen in hun zelfredzaamheid door de juiste hulp of zorg te vinden. Verder kunnen digitale hulpmiddelen, zoals Apps, e-learning en domotica, een bijdrage leveren aan de zorg en veiligheid in en om het huis. Ouderen kunnen op deze wijze langer zelfstandiger blijven wonen. De digitale infrastructuur staat nog in de kinderschoenen, maar kan een belangrijke bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid van inwoners en het efficiënter werken onder professionals.
Foto: Florian de Joode
20
|
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
21
3
Hoofdstuk 3 - Verschillende rollen: burger, instelling en overheid De invoering van de transities gaat ook gepaard met een transformatie: een verandering bij burgers, instellingen en de overheid. De gemeente zal meer een regiefunctie gaan voeren. Dat betekent dat de gemeente meer vertrouwen moet geven aan instellingen. Tevens moet de bureaucratie, overhead zoveel mogelijk vermeden worden, zodat professionals met hun uitvoerende werkzaamheden bezig kunnen zijn in plaats van met de administratie. Hiervoor wordt in dialoog gegaan met de instellingen. Een voorbeeld is het bestuurlijk aanbesteden van de huishoudelijke hulp, dat wij momenteel in samenwerking met Regio Rivierenland uitvoeren. Van onze inwoners wordt een andere rol verwacht. Niet meer het claimgericht denken, ‘ik heb recht op…’ maar in oplossingen, wat het beste past. Kortom, het verrichten van maatwerk. Het ontwikkelvraagstuk bestaat voor gemeenten en uitvoeringsorganisaties uit drie delen: •d e interne organisatie van een gemeente zelf • de samenwerking (tussen gemeenten, tussen uitvoeringsorganisaties en samenwerking tussen gemeenten en uitvoeringsorganisaties) •d e relatie met de burger Een randvoorwaarde om de transformatie in de sociale infrastructuur te laten plaatsvinden, is vertrouwen. Vertrouwen tussen burgers, instellingen en overheid. De volgende veranderingen vinden plaats: 1 - de gemeente heeft de regie op het proces 2 - instellingen werken samen en tonen daadkracht 3 - de burger houdt zelf de regie over zijn leven To e li c h t in g Ad 1 - D e gemeente zal naast regisseur, soms ook moeten faciliteren en enthousiasmeren. Regievoering is van belang om overlap en leemtes te voorkomen. De inzet van de middelen wordt gekoppeld aan de vraag, en wordt er resultaatgericht gestuurd door middel van prestatieafspraken. De bureaucratie en regelgeving wordt verminderd, zodat professionals meer kunnen presteren en minder tijd bezig zijn met de administratieve rompslomp. Ad 2 - E r wordt meer samengewerkt tussen instellingen en wordt er daadkracht en doorzettingsmacht getoond bij het verlenen van hulp en zorg. Ad 3 - B urgers hebben eigen regie over hun leven. Elke burger is uniek en is maatwerk vereist. Een burger kan iets kan bieden als tegenprestatie, waar mogelijk en is er sprake van wederkerigheid. Een voorbeeld is het verrichten van vrijwilligerswerk in een buurthuis.
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
25
4
Hoofdstuk 4 Doelstellingen en resultaten In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de doelstellingen, resultaten en maatschappelijke effecten van het sociale domein. 4.1 - Doelstellingen Om een nieuwe sociale infrastructuur te realiseren met een andere werkwijze, zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: 1 - De eigen kracht van onze inwoners wordt versterkt, zodat onze inwoners zoveel mogelijk gaan participeren in de samenleving. 2 - Er wordt een nieuwe sociale infrastructuur ontwikkeld en wordt er efficiëntere en effectievere ondersteuning voor de inwoners van Zaltbommel geboden die het (tijdelijk) niet zelfstandig redden. To e li c h t in g Ad 1 - E r wordt aangesloten bij het dorps- en wijkgericht werken, waarbij inwoners participeren in dorpsraden en wijkplatforms. De gemeente heeft een regiefunctie en een faciliterende functie. Door de nadruk te leggen op preventie en vroegsignalering kunnen we schrijnende gevallen voorkomen. Dit doen we onder andere door laagdrempelige voorzieningen te creëren. Zorg en welzijn moet aansluiten bij het dorps- en wijkgericht werken. Ad 2 - In de nota volksgezondheid ‘Gezond in Zaltbommel 2011 t/m 2013’ is de aanbeveling gedaan om zorg zoveel mogelijk in de wijk of dorpen te organiseren, omdat dit het meest effectief en passend is bij onze inwoners met een lage SES (sociaal economische status). 4.2 - Resultaten De volgende resultaten worden de komende jaren bereikt in samenwerking met onze inwoners en instellingen: 1 - Een kwalitatief goede, effectieve en efficiënte dienstverlening voor onze (kwetsbare) inwoners 2 - Een toename van de zelfredzaamheid 3 - Krachtige dorpen en wijken, die tot bloei komen 4 - De (arbeids)participatie van inwoners neemt toe To e li c h t in g Om maatschappelijke problemen te voorkomen is het van belang dat onze inwoners zoveel mogelijk ’gewoon’ leven. Met een dak boven het hoofd, werk en inkomen en een gezonde leefstijl. Het is van belang om problemen tijdig te signaleren. Ad 1 - E r wordt een kwalitatief goede en efficiënte dienstverlening geleverd voor onze burgers. Dat betekent dat er beter samengewerkt zal moeten worden tussen instellingen en de professional ook de juiste hulp en zorg kan aanbieden. Ad 2 - Onze burgers kunnen zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Onze burgers gaan meer participeren in de samenleving. Het dorps- en wijkgericht werken wordt doorontwikkeld en worden er verbindingen gelegd met zorg. Met betrekking voor het aanbod van ondersteuning of zorg zal er maatwerk moeten worden geleverd volgens de Kantelingsgedachte.
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
29
Ad 3 - I n 2012 is gestart met het dorps- en wijkgericht werken. Er zijn inmiddels een aantal dorpsraden opgericht en worden er activiteiten georganiseerd. Ad 4 - D oor de economische crisis is de kans groter dat onze inwoners geen betaalde baan meer hebben. We willen dat zoveel mogelijk mensen kunnen participeren in de samenleving. Dit door betaald werk te verrichten en als het niet anders kan, door vrijwilligerswerk te gaan doen. Deze resultaten zijn niet op korte termijn te bereiken. Een aantal resultaten hangt af van externe factoren, zoals de toekomstige ontwikkeling van de economische recessie. Er zal moeten worden afgewogen waar de kansen liggen en waarop geïnvesteerd gaat worden. In het volgende hoofdstuk wordt de ontwikkelingsopgave voor de komende jaren weergeven.
Foto: Florian de Joode
30
|
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
31
5
Hoofdstuk 5 Ontwikkelingsopgave in Zaltbommel In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de huidige situatie. De gemeente Zaltbommel bestaat uit dertien kernen, met hun eigen identiteit en kenmerken. Van jong tot oud geldt: de kwaliteit van het leven is het belangrijkste. Als men tevreden is over de kwaliteit van het leven, gezond is, een inkomen heeft, een huis heeft en participeert in de samenleving, zal men zichzelf kunnen redden en minder een beroep doen op zorg of andere vormen van ondersteuning. Om de transitie en sociale infrastructuur goed vorm te geven, is inzicht in de doelgroep die naar gemeenten toekomt van belang. In ieder geval is duidelijk dat de meest kwetsbare inwoners onder deze doelgroep vallen. In sommige gevallen valt één gezin binnen alle transities. 5.1 - Bevolkingsopbouw De vergrijzing speelt de komende jaren een belangrijke rol in onze gemeente. Ongeveer 14,9% van de totale bevolking is 65 jaar en ouder. Dit is iets hoger dan het landelijk gemiddelde (14,8%). In de gemeente Zaltbommel is maar liefst een derde van de inwoners jonger dan 20 jaar. Dat ligt ruim boven het landelijk gemiddelde (24%). Het aantal geboorten loopt terug, waardoor de hoeveelheid nul- tot vierjarigen kleiner is in vergelijking met oudere leeftijdsgroepen. Kortom, er wonen veel jongeren en een gemiddeld percentage 65-plussers in onze gemeente.
< 20 3.843
> 65 1.682
< 20 3.610
> 65 2.065
20 - 65 jaar 7.774
20 - 65 jaar 7.669
Mannen
Vrouwen
Figuur 3: Leeftijdsopbouw gemeente Zaltbommel 2011 (Bron: CBS)
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
35
5.2 - Korte analyse problematiek Zaltbommel Jongeren Uit het E-movo onderzoek (2012) blijkt dat onder 12 jarigen en ouder ca. 13% risico loopt op het gebied van psychosociale problematiek. Depressie (pesten), vervelende internetervaringen en internetverslaving zijn problemen die voorkomen. Veel meer jongeren zijn lid van een sportvereniging (72%) in vergelijking met omliggende gemeenten in de regio. Daarentegen hebben artsen 18% overgewicht gemeten ten opzichte van 15% in de regio. 21% van de leerlingen rookt en 32% drinkt alcohol (5 glazen of meer). In de regio is dat 27%. Vijftien procent van de jongeren gebruikt softdrugs. Ten opzichte van 2007 is het gebruik van drugs en alcohol gedaald in onze gemeente, echter het percentage is nog hoog. Vo lw a s s e n e n Uit het gezondheidsonderzoek volwassenen van de GGD (2008-2009) blijkt dat veel burgers met gezondheidsproblemen kampen. Gezondheidsproblemen zijn depressie (9% en 34% is een risicofactor), alcoholproblemen (10% overmatig en 30% veel), roken (22%) en overgewicht (51%). Met name mannen hebben overgewicht en kan dit leiden tot suikerziekte, hart- en vaatziekten of chronische aandoeningen. O u de r e n De gezondheidssituatie van ouderen in Regio Rivierenland is niet goed ten opzichte van andere regio’s in Nederland. 82% van de ouderen heeft ten minste een chronische aandoening en heeft één op de drie ouderen lichamelijke beperkingen. Eén op de vijf ouderen gebruikt kalmeringsmiddelen. 36% van de ouderen heeft kans op een angststoornis of depressie. Op het gebied van lichamelijke gezondheid heeft 63% van de ouderen overgewicht. 12% rookt en 23 % van de ouderen drinkt. Samengevat moeten er maatregleen genomen worden op het gebied van: • overmatig alcoholgebruik • roken • drugsgebruik • overgewicht • depressie (jongeren en ouderen) • internetverslaving (jongeren) In de nota ‘Gezond Zaltbommel 2011 t/m 2013’ is hier uitgebreid op ingegaan en wordt hier verder naar verwezen. 5.3 - Doelgroepen die naar ons toe komen met de transities Voor de gemeente Zaltbommel is in ieder geval het volgende bekend: Er zullen naar schatting 380 cliënten (peil 2011) naar de Wmo overgeheveld worden voor begeleiding De grootste groep indicaties komt voort uit een verstandelijke handicap (38%), op de voet gevolgd door mensen met een somatische aandoening. De groep persoonlijke verzorging en de groep mensen met zorgzwaartepakketten zijn niet in beeld. In de nota Jeugdbeleid Opvoeding, onderwijs en ontspanning 2012 – 2015 is gedetailleerd weergegeven welke problematiek er plaatsvindt bij de jongeren in Zaltbommel. In het algemeen wordt gesteld dat 85% van de jongeren probleemloos naar volwassenheid groeit. In figuur 4 is dit weergegeven.
36
|
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
Levensbedreigende problematiek 3 jongeren
0,03%
Urgente problematiek
1%
4%
10%
85%
88 jongeren
Meervoudige problematiek
355 jongeren
Enkelvoudige problematiek
889 jongeren
Geen problematiek
7.560 jongeren
Opbouw zorgpiramide Figuur 4: Zorgpiramide jeugdbeleid (Bron: nota Jeugdbeleid Zaltbommel, november 2011) Voor de Participatiewet gaat het om ongeveer 120 cliënten voor de Bommelerwaard (gemeente Zaltbommel en Maasdriel). Er komt dus een grote groep cliënten, vaak in een kwetsbare positie, naar de gemeente toe. Dit biedt kansen om arrangementen voor deze doelgroep te ontwikkelen en dit met elkaar te verbinden. Dubbelingen in het aanbod kunnen verdwijnen door slimme verbindingen aan te gaan. Momenteel zijn er al goede voorbeelden van projecten in Nederland waar verbindingen worden gelegd. De definitieve uitwerking en planning van de transities wordt momenteel in regionaal verband voorbereid. Op welke wijze de activiteiten op het gebied van zorg plaatsvinden kunnen we op dit moment niet zeggen. Ook de specifieke uitwerking van de doelgroepen moet nog plaats vinden, zodat we rekening kunnen houden met de wensen en behoeften van de doelgroepen. 5.4 - Ontwikkelingsopgave voor de brede basis, de nulde lijn Met betrekking tot de nulde lijn, heeft de gemeente Zaltbommel het Wonen, Welzijn, Zorg (WWZ) loket ontwikkeld. Het doorontwikkelen van het loket moet onderzocht worden in samenhang met het loket van de Sociale Dienst Bommelerwaard, waar een aantal instellingen gevestigd is. Tevens wordt er een Klantencontact centrum ontwikkeld met ingang van 2015. De WWZ-consulenten komen bij de mensen thuis, er wordt inmiddels volgens de Kantelingsgedachte gewerkt. Verder moet er één dossier van een cliënt zijn en software op elkaar worden afgestemd. In eerste instantie zorgen inwoners voor zichzelf en voor elkaar. Men zet zich in voor anderen door bijvoorbeeld mantelzorg te verlenen of vrijwilligerswerk te verrichten. De gemeente vertrouwt op de eigen kracht en sociale netwerken. Voorzieningen die hieronder vallen zijn kerken, buurtcentra en brede scholen. Het initiatief wordt zoveel mogelijk overgelaten aan individuele bewoners, bewonersgroepen, verenigingen en actieve
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
37
ondernemers. De gemeente biedt inwoners een steuntje in de rug en kan bijvoorbeeld een bedrag per dorp of wijk inzetten om dit te faciliteren. Op het gebied van preventie worden in kader van het lokaal en regionaal gezondheidsbeleid activiteiten uitgevoerd. Er wordt aangesloten bij de laatste ontwikkelingen, zoals depressie en internetverslaving onder jongeren. Op het gebied van de digitale infrastructuur wordt onderzocht welke mogelijkheden er zijn, om de eigen kracht te versterken. Voorbeelden zijn Apps, e-learning, social media of domotica. Een nieuw initiatief dat goed aansluit bij de nieuwe ontwikkelingen, is Dienstwerk, dat sinds 2012 werkzaam is in de Bommelerwaard. Op korte termijn gaat Dienstwerk zich vestigen in Huis de Vergt. Dienstwerk Stichting Dienstwerk is een servicebureau voor de bemiddeling tussen vraag en aanbod van persoonlijke diensten. Stichting Dienstwerk vindt de aanbieder die het beste bij de klant past. De klant kan gebruik maken van verschillende diensten waaronder de Klussendienst en een naaiatelier. Voor meer informatie www.dienstwerk.nl
5.5 - Ontwikkelingsopgave voor de eerste lijn In deze laag kunnen burgers zonder doorverwijzing langskomen voor hulp. Dit is de eerste lijn. Hier is nodig om te bepalen of mensen zelf hun probleem kunnen oplossen of dat ze professionele ondersteuning hierbij nodig hebben. Het zijn professionals die de wijk intrekken en er op af gaan. In 2013 worden er gebiedsteams of wijkteams ontwikkeld samen met de gemeente Maasdriel en het Zorgkantoor UVIT waar de Bommelerwaard als regio onder valt. Er kan een laagdrempelige voorziening worden gecreëerd, bijvoorbeeld in een gezondheidscentrum. De professionals hebben verstand van alle leefgebieden. Van werk, inkomen en schulden, school, opvoeding en gezin en psychosociale problemen. De professionals kennen de netwerken en de voorzieningen in de dorpen en wijken en kunnen kortdurende hulp bieden. In deze fase kan ook de diagnose worden gesteld dat er meer specialistische hulp nodig is. Welzijninstellingen zullen moeten gaan werken volgens de principes van Welzijn Nieuwe Stijl. Vraaggericht gaan werken, met nieuwe ondersteunings-arrangementen. In de middenlaag vindt de grootste opgave plaats. Professionals zullen anders moeten gaan werken. Deskundigheidsbevordering is een voorwaarde. Verder zullen er verbindingen moeten worden gelegd met de Participatiewet en kunnen re-integratietrajecten uitgevoerd worden met Wmo arrangementen, zoals het verrichten van vrijwilligerswerk. De dementieconsulent Vanaf 1 oktober 2012 is er in de Bommelerwaard een deskundig team actief voor ouderen die kampen met geheugenproblematiek. Twee dementieconsulenten bieden informatie, advies, begeleiding en ondersteuning. De consulenten zijn onderdeel van een specialistisch team met daarin onder andere een specialist ouderengeneeskunde en een psycholoog van BrabantZorg. Het team werkt daarnaast samen met huisartsen, thuiszorg en andere hulpverleners. De dementieconsulent is de eerste contactpersoon van de cliënt en biedt informatie over (beginnende) dementie, behandeling, begeleiding en zorgmogelijkheden. De consulenten komen desgewenst op huisbezoek. Voor de gebruiker zijn hier geen kosten aan verbonden.
38
|
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
5.6 - De top, de tweede lijn Aan de smalle top bevindt zich langdurige specialistische zorg: professionele begeleiding aan kwetsbare groepen. Het is de opgave om de zorg straks te verbinden aan participatie. Een voorbeeld is het Meldpunt Bemoeizorg Bommelerwaard (MBB), waar hulp en zorg geboden wordt. Er spelen meerdere problemen op verschillende gebieden en is er vaak sprake van een crisissituatie of zorgmijding. Daklozenopvang, opvang bij huiselijk geweld, psychiatrische opvang en gespecialiseerde dagbesteding valt onder deze lijn. Meldpunt Bemoeizorg Bommelerwaard (MBB) Het MBB biedt bemoeizorg en begeleiding aan bijzondere doelgroepen, zoals zorgwekkende zorgmijders, daklozen, verslaafden en multiproblemgezinnen. Deze mensen kampen vaak met complexe, meervoudige problemen waarin psychiatrische, lichamelijke, verslavings- of psychosociale aspecten een rol kunnen spelen. De omgeving ervaart deze doelgroep als overlastgevend, maar ook de mensen zelf weten vaak niet meer hoe ze uit de problemen kunnen komen.
In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan in op communicatie. Om gedragsverandering en cultuurverandering tot stand te laten komen bij inwoners en instellingen is een goede communicatie van belang. In de Wmo beleidsnota 2013 - 2015, welke in maart 2013 wordt aangeboden, wordt uitgebreider op activiteiten en projecten ingegaan. Hetzelfde geldt voor de uitwerking van de plannen van de AWBZ, Passend Onderwijs en Jeugdzorg. Dit proces loopt via Regio Rivierenland.
Foto: Florian de Joode
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
39
6
Hoofdstuk 6 - Communicatie Bij het invoeren van de transities moet er over de veranderingen gecommuniceerd worden met inwoners en instellingen. Aangezien er verschillende doelgroepen naar gemeenten toekomen, waarvan een groot aantal met een handicap of beperking, is het van belang om hier met de communicatie en voorlichting rekening mee te houden. In het najaar van 2013 wordt er door middel van een huis aan huiskrant (de voormalige Wmo krant) geïnformeerd over de visie op het sociale domein en de veranderingen. Er is dan hopelijk meer duidelijkheid over een aantal ingrijpende maatregelen in het regeerakkoord. Verder wordt informatie verstrekt via ons Wonen, welzijn zorg loket, de Sociale Dienst Bommelerwaard. Social media kan hierbij een rol gaan spelen. De instellingen zijn in de zomer en in het najaar 2012 meegenomen in het proces en geïnformeerd over de veranderingen. In de laatste bijeenkomst hebben we samen met instellingen gebrainstormd over mogelijke activiteiten. Vervolgens worden er werkbijeenkomsten met instellingen en verenigingen georganiseerd om arrangementen te ontwikkelen. Tot slot wordt via onze gemeentelijke website en gemeentepagina belangrijke besluiten en veranderingen bekend gemaakt.
Foto: Florian de Joode
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
43
7
Hoofdstuk 7 - Het geld In de inleiding is eerder gerefereerd dat de financiële middelen binnen het sociale domein de helft van de gemeentebegroting zullen uitmaken door overheveling van rijkstaken naar gemeenten. Echter, in het kabinet Rutte II vinden forse bezuinigingen plaats, bovenop de bezuinigingen van het kabinet Rutte I. De activiteiten moeten worden uitgevoerd binnen de beschikbare middelen in de gemeente begroting (de programma’s Maatschappelijke zorg, Kleine Stedenbeleid, Regio Rivierenland en begroting Sociale Dienst Bommelerwaard). We gaan participeren in een aantal projecten in Regio Rivierenland. Welke dat zijn, is op dit moment nog niet bekend. Afhankelijk van de vraag van activiteiten en gewijzigd aanbod, kunnen budgetten verschuiven. Budgetten kunnen verschuiven in de drie lagen van de piramide, waarbij we zoveel mogelijk proberen te voorkomen dat de kosten in de tweede lijn worden gemaakt. Vooral, omdat voorkomen beter is, dan genezen. Hier zijn onze inwoners tenslotte bij gebaat. Het is ook mogelijk, in overleg met instellingen, dat subsidies van instellingen worden aangepast, er andere prestatieafspraken worden gemaakt, of worden stopgezet omdat ze niet meer voldoen aan de visie, doelen en resultaten op het sociale domein. Het nieuwe subsidieproces gaat in 2014 van start. Tot slot gaan we voor de pilots samenwerken met het Zorgkantoor UVIT en de gemeente Maasdriel. In de bijlage is het financieel kader bijgevoegd. De nieuwe bijdragen van de transities van het kabinet Rutte II zijn hierin nog niet meegenomen. In ieder geval is wel duidelijk dat er nog meer bezuinigingen zullen gaan plaatsvinden, dan men van plan was in het vorige kabinet Rutte I. De eerste financiële effecten van het regeerakkoord Rutte II zijn door de afdeling financiën geïnventariseerd (collegebesluit 9 november 2012).
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
47
8
Hoofdstuk 8 Monitoring en planning 8.1 - Monitoring Er wordt tweejaarlijks een Wmo-klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Voor leefbaarheid, wordt gebruik gemaakt van de Lemonmeting en zijn gegevens uit ‘Waar staat je gemeente?’ beschikbaar. Op het gebied van gezondheid zijn diverse onderzoeken van de GGD, zoals het E-movo onderzoek en de regionale gezondheidsmonitor uitgevoerd. Met betrekking tot de andere prestatievelden van de Wmo zijn er weinig gegevens en resultaten bekend. Voorgesteld wordt om in 2013 met een nulmeting te starten en dit in 2015 te gaan meten op basis van indicatoren die aansluiten bij de te behalen resultaten. 8.2 - Planning transities Door het kabinet Rutte II hebben een aantal wijzigingen in de transities plaatsgevonden die gevolgen hebben voor de planning. De Participatiewet gaat met ingang van 1 januari 2014 in. De invoering van Passend Onderwijs gaat per 1 augustus 2014 in. De decentralisatie AWBZ en Jeugdzorg worden per 1 januari 2015 van kracht. Op dit moment van schrijven is de planning van de drie transities in Regio Rivierenland nog niet bekend. U wordt hierover te zijner tijd geïnformeerd. De globale planning is als volgt. • Participatiewet (voorheen Wwnv): Het proces loopt via het programma Participerend Regio Rivierenland, invoering 1 januari 2014. • Passend Onderwijs: het proces loopt via de gemeente ’s-Hertogenbosch (onderwijs) en Regio Rivierenland: invoering per 1 augustus 2014. • Decentralisatie AWBZ: voorbereiding in 2013 en 2014. Het proces en de projectgroep loopt via Regio Rivierenland. Ingangsdatum: 1 januari 2015 • Jeugdzorg: het proces loopt via Regio Rivierenland. De invoering vindt op 1 januari 2015 plaats. De nieuwe Wmo beleidsnota zal in maart 2013 ter besluitvorming worden aangeboden en voor een periode van 2 jaar gelden, gezien de invoering van de transitie AWBZ in 2015 en de gevolgen voor het Wmo beleid.
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
51
Maatregel
2013
Aanpassing huishoudelijke hulp
2014
2015
Inkomensafhankelijk voor nieuwe instroom
Inkomensafhankelijk voor alle cliënten
Begeleiding individueel
Bestaande en nieuwe cliënten naar Wmo
Begeleiding groep
Vervalt, maar overgangsregeling (motie Samsom)
Kortdurend verblijf
Participatiewet
ZZP 1 en 3 vervallen
Aanscherping criteria in AWBZ
Alle cliënten naar Wmo
ZZP 3 V&V vervalt
ZZP 3 VG en GGZ vervalt
Samenvoeging WvB, WsW, deel Wajong
Jeugdzorg Compensatiefonds
52
|
Bestaande en nieuwe cliënten naar Wmo Bestaande en nieuwe cliënten naar Wmo
Persoonlijke verzorging Verblijf AWBZ
2016
Jeugdzorg naar gemeente Inkomenssteun chronisch zieken en gehandicapten naar gemeenten
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
ZZP 4 vervalt (tenzij motie Bergkamp/Van Dijk)
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
53
Lijst met afkortingen en begrippen: AWBZ: Algemene wet bijzondere ziektekosten Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning WWNV: Wet Werken naar Vermogen OGGZ/MO: Openbare Geestelijke Gezondheidszorg/Maatschappelijke Opvang WWZ loket: Wonen, welzijn, zorgloket UVIT: zorgverzekeraars Univé, VGZ, IZA en Trias STMR: Stichting Thuiszorg en Maatschappelijk werk Rivierenland MEE: een onafhankelijke organisatie voor mensen met een beperking SES: sociaal-economische status Apps: software voor smartphones om zaken uit te zoeken KCC: Klanten Contact Centrum
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
57
58
|
Samen in beweging | Visie op het sociale domein 2013 – 2016
Bronnen - Radar adviesbureau - www.radaradvies.nl - Regio Rivierenland - www.regiorivierenland.nl - ‘Naar een nieuwe sociale infrastructuur in Almere’ - Gemeente Almere - 2012 - ‘De sociale kracht van de stad’ - gemeente ’s-Hertogenbosch - februari 2012 - Binnenlands bestuur: debat sociale gemeente - november 2012 - Programmabegroting gemeente Zaltbommel - gemeente Zaltbommel - 2013 - Nota volksgezondheid ‘Gezond Zaltbommel 2011 t/m 2013’ - gemeente Zaltbommel - 2011 - Jeugdbeleid Zaltbommel 2012 - 2015 ‘Opvoeding, onderwijs en ontspanning’ - gemeente Zaltbommel - november 2011 - Regionaal gezondheidsbeleid 2012 - 2015 - GGD Rivierenland - www.ggdrivierenland.nl - Blauwdruk OGGZ/MO, collegenota - gemeente Zaltbommel - juni 2012 - E-movo onderzoek jongeren 2012 - GGD Rivierenland - www.ggdrivierenland.nl - Gezondheidsonderzoek volwassenen 2008 - 2009 gemeente Zaltbommel - GGD Rivierenland www.ggdrivierenland.nl - Ouderenmonitor Regio Rivierenland - GGD Rivierenland - 2011 - www.ggdrivierenland.nl - Wmo beleidsnotitie de Kanteling - gemeente Zaltbommel - juli 2011 - Notities programma Participerend en Zelfredzaam 2011 en 2012 - Regio Rivierenland - Visie gemeente Culemborg ‘de Samenredzame gemeente’ - gemeente Culemborg - 2012 - Kerntakendiscussie ‘Samen naar de kern’ - gemeente Zaltbommel - 2012 - Inhoudelijk werkdocument RIW - Hiemstra & De Vries - november 2012 - Utrecht - ‘Sociale cohesie en sociale infrastructuur, verkenning van beleidsmogelijkheden en bestuurlijke modellen’ - T. Roes, Sociaal en Cultureel Planbureau - 2002 - Den Haag
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
59
Bijlagen
Bijlage 1 Huidige begroting sociaal domein 2013, excl. transitiemiddelen en bezuinigingen kabinet Rutte II Programma
Product
Werk en inkomen
Sociale Dienst
3.188.970
Totaal
3.188.970
Maatschappelijke Zorg en Welzijn
Leefbaarheid Jeugd en opvoeding
Budget in Euro's
187.706 1.373.526
Informatievoorziening en clientondersteuning
520.352
Mantelzorg en vrijwilligers
60.852
Deelname maatschappelijk verkeer
78.467
Maatschappelijke opvang
363.039
Geestelijke gezondheidszorg
340.280
Verslavingsbeleid WMO Algemeen Verlenen individuele voorzieningen Totaal
24.746 8.909 2.381.351 5.339.228
Transformatie naar een nieuwe sociale infrastructuur in Zaltbommel | d e c e m b e r 2 0 1 2
|
63