Programmabegroting 2011-2014
Inhoudsopgave Programmabegroting 2011-2014............................................................................................................ 1 Inhoudsopgave........................................................................................................................................ 2 Samenstelling van het bestuur ................................................................................................................ 3 1 Hoofdthema ..................................................................................................................................... 4 1.1 Wederzijds Aanspreekbaar......................................................................................................... 4 1.2 Het economische en financiële beeld...................................................................................... 10 2 Programma’s .................................................................................................................................. 21 2.1 Programma 1: Economie ..................................................................................................... 21 2.2 Programma 2: Werk, inkomen en integratie........................................................................ 26 2.3 Programma 3: Wonen en ruimtelijke ontwikkeling.............................................................. 32 2.4 Programma 4: Bereikbaarheid en mobiliteit........................................................................ 37 2.5 Programma 5: Milieu............................................................................................................ 42 2.6 Programma 6: Grondzaken en gebiedsontwikkeling........................................................... 46 2.7 Programma 7: Jeugd en onderwijs...................................................................................... 53 2.8 Programma 8: Maatschappelijke ondersteuning en welzijn ................................................ 59 2.9 Programma 9: Sport en recreatie......................................................................................... 67 2.10 Programma 10: Cultuur........................................................................................................ 72 2.11 Programma 11: Wijkgericht werken en beheer ................................................................... 79 2.12 Programma 12: Publieke dienstverlening ............................................................................ 85 2.13 Programma 13: Openbare orde en veiligheid..................................................................... 89 2.14 Programma 14: Bestuur en organisatie ............................................................................... 99 2.15 Programma 15: Financiën .................................................................................................. 106 3 Paragrafen .................................................................................................................................... 113 3.1 Bedrijfsvoering........................................................................................................................ 113 3.2 Lokale heffingen ..................................................................................................................... 117 3.3 Treasury .................................................................................................................................. 122 3.4 Weerstandsvermogen en risico’s ........................................................................................... 126 3.5 Onderhoud kapitaalgoederen................................................................................................ 130 3.6 Verbonden partijen ................................................................................................................ 137 3.7 Grondbeleid ........................................................................................................................... 141 4 Financiële positie ......................................................................................................................... 145 4.1 Resultaatmodel....................................................................................................................... 145 4.2 Grondslagen begroting.......................................................................................................... 146 4.3 Financiële positie.................................................................................................................... 148 4.4 Investeringen .......................................................................................................................... 152 5 Bijlagen............................................................................................................................................. 161 5.1 Reserves......................................................................................................................................... 162 5.2 Voorzieningen................................................................................................................................ 163 5.3 Overlopende passiva..................................................................................................................... 164 5.4 Begrotingsmutaties ....................................................................................................................... 165 5.5 Bezuinigingsmaatregelen .............................................................................................................. 169 5.6 Subsidies ....................................................................................................................................... 171 5.8 Investeringsplan openbare ruimte ................................................................................................ 182 5.9 Investerings- en financieringsstaat ................................................................................................ 185 5.10 Verbonden partijen ..................................................................................................................... 187 5.11 Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten, etc. ......................................................................... 201 5.12 Afkortingen.................................................................................................................................. 209 5.13 Verklarende woordenlijst............................................................................................................. 215 5.14 Kerngegevens ............................................................................................................................. 224
2
Samenstelling van het bestuur
3
1
Hoofdthema
1.1
Wederzijds Aanspreekbaar
Dit is de eerste meerjarenbegroting waarin het collegeprogramma Wederzijds Aanspreekbaar concreet wordt uitgewerkt in voorstellen. Voorstellen die gaan over ambities en over bezuinigen zoals aangekondigd in de kadernota. Deze begroting is tot stand gekomen in een financieel en beleidsmatig onzekere periode. We weten dat er vanuit het Rijk fors bezuinigd wordt op de algemene uitkering en op specifieke uitkeringen. Er zullen bovendien extra taken overgeheveld worden naar de gemeenten, met en mogelijk ook zonder extra middelen. Om welke taken het gaat en per wanneer, is nog onbekend. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die het nieuwe kabinet neemt in het kader van de brede heroverwegingen van het Rijk. Zeker is dat de gevolgen van de economische crisis de komende jaren op veel fronten gevoeld gaan worden. Waar het tot op heden voor veel mensen nog leek mee te vallen en de economie weer iets lijkt aan te trekken, toont deze begroting aan dat we met een structurele bezuinigingsopgave oplopend tot 21 miljoen euro in deze collegeperiode, niet (in alles) op de oude voet door kunnen gaan. Een solide financieel beleid is voor ons een belangrijk uitgangspunt. We nemen de verantwoordelijkheid nu en leggen geen hypotheek op volgende generaties. Met Zaans Evenwicht als perspectief aan de horizon en het collegeprogramma als basis voor de komende vier jaar zijn in deze begroting keuzes gemaakt. We werken door aan een stad waar het schoon, heel en veilig is, waar mensen meedoen in de samenleving. We zetten in op bereikbaarheid, op kwaliteit in nieuwe en in bestaande wijken, in duurzaamheid en in voldoende ‘reuring en bekaiks’. We investeren in de basis en maken ruimte voor ontwikkeling. Dat doen we tegen het licht van de bezuinigingen liever minder maar goed, dan veel op een matig niveau. Financieel de wind tegen De overheidsfinanciën zitten in zwaar weer. Dat geldt ook voor de begroting van de gemeente Zaanstad. Bij de kadernota werd al rekening gehouden met een stevige financiële opgave. Het financiële beeld is nog verder verslechterd, in het bijzonder de eerste jaren. Een aantal rijksmaatregelen treft de Zaanse begroting. Zo wordt het rijksbudget voor de Wet Werk en Bijstand verminderd, terwijl onze uitgaven nog niet verminderen en wordt een overschrijding op de AWBZ deels afgewenteld op het macrobudget Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De uitgaven voor schuldhulpverlening nemen toe, terwijl de tijdelijk extra rijksbudgetten stoppen per 2011. Verder stijgen de lonen, terwijl daar geen compensatie tegenover staat. Daarnaast blijven de onzekerheden van de gemeentelijke financiën groot omdat we nu nog geen zicht hebben op de gevolgen van een nieuw regeerakkoord. Ook onze eigen inkomsten vallen tegen. Er worden minder bouwvergunningen aangevraagd, dus de opbrengst van bouwleges loopt terug. Het uitgeven van grond vertraagt, waardoor er geen afdrachten zijn vanuit grondzaken. Er wordt op dit moment nog geen spoedig herstel gezien van de vastgoedmarkt. Dit betekent dat de lagere inkomsten een structureler karakter krijgen. Investeringen Al jaren heeft Zaanstad een oplopend investeringsvolume. Dit heeft enerzijds te maken met ambities, anderzijds met het gegeven dat Zaanstad veel openbare ruimte en voorzieningen heeft die onderhouden moeten worden. De druk neemt in deze begroting verder toe omdat we de onderhoudskosten steeds beter in beeld krijgen. Dit geldt voor bijvoorbeeld de onderhouds- en vervangingskosten van het primair onderwijs en sportaccommodaties. De kosten die voor deze investeringen worden gemaakt, zitten voor langere tijd in de begroting en zijn dan niet meer beïnvloedbaar. Het is daarom zaak de kapitaallasten niet te hoog te laten oplopen. In het verleden hanteerden we een grens van € 35 mln. Om enerzijds te blijven investeren in de basis en anderzijds ruimte maken voor de toekomst, limiteren we de kapitaallasten op € 33 mln.
4
Voor onderhoud en vervanging is dan jaarlijks een investeringsbedrag van € 17,5 mln. beschikbaar. Dit bedrag is niet toereikend om al onze ambities uit te kunnen voeren, vandaar dat ook in de besteding van dit geld keuzes zijn gemaakt. Voor de uitbreidingsinvesteringen creëren we een investeringsfonds. Zowel voor onderhoud en vervanging als voor de uitbreidingsinvesteringen geldt dat het college keuzes moet maken. Het college heeft ervoor gekozen de achterstanden in de openbare ruimte in te lopen en om de onderwijshuisvesting te vernieuwen, vervangen en onderhouden. Dit betekent dat vooral de vervanging van sportaccommodaties deels wordt getemporiseerd. Voor gebiedsgerichte investeringen wordt een investeringsfonds gevormd met een horizon van tien jaar. Binnen dit investeringsfonds kunnen deze investeringen tegen elkaar worden afgewogen. Het college kiest ervoor in eerste instantie die investeringen uit te voeren waarvoor we reeds verplichtingen zijn aangegaan of wettelijke plichten hebben. De openbare ruimte van Inverdan en de aanleg van de Zuidelijke Randweg, die al waren gedekt in de begroting, gaan door. Ook heeft de gemeente de wettelijke plicht voor de bouw van nieuwe schoolgebouwen in Inverdan West en Noorderwelf. En worden de projecten Vaart in de Zaan en de sport in de Omzoom gerealiseerd. Projecten uit het ZVVP als fietstunnel Westerwatering, fietsenstalling Vinkenstraat en spoorwegovergang Assendelft worden gerealiseerd. Het college blijft doorgaan met het concept voor Brede Scholen. Circa € 31 mln. uit het investeringsfonds is daarmee nog beschikbaar voor andere projecten. Hier moet het college nog een definitief besluit over nemen. Omdat nog niet alle informatie van deze projecten aanwezig is, komt het college met deze besluitvorming terug in februari 2011. Het college wil niet over grote projecten besluiten als nog niet alle consequenties in beeld zijn. Investeren in de basis en ruimte voor ontwikkeling Dit college kiest voor de basis op orde en ruimte voor ontwikkeling. Dat is een realistisch perspectief ook in economisch zwaar weer. In deze programmabegroting wordt concreet welke inzet de Zaankanters van ons kunnen verwachten. In de vijftien programma’s worden per beleidsveld de belangrijkste doelstellingen beschreven en de prestaties die nodig zijn om deze te bereiken. Maar, zoals gezegd, gaat deze begroting over ambities en over bezuinigen. In zowel het collegeprogramma als in de kadernota is in de vorm van zoekrichtingen aangegeven waar de bezuinigingen gezocht moesten worden. Met de maatregelen die we nu inzetten, voldoen we aan de bezuinigingsopgave tot 2014. Op de zoekrichting Sport en Organisatie is nu nog sprake van een structureel tekort, vandaar dat hier een taakstelling voor is opgenomen. Helaas betekent dit niet dat we met deze voorstellen de grootste klap hebben gehad. De verwachting is juist dat er na 2014 een vergelijkbare bezuinigingsopgave op ons af komt, waar we in deze bestuursperiode wel degelijk de voorbereidingen voor moeten treffen. Nu zijn de besparingen vooral gevonden door te bezuinigen op de eigen organisatie, het nemen van efficiencymaatregelen en in de vrije beleidsruimte. De komende periode denken we na over een fundamenteel andere manier van werken als lokale overheid en in relatie tot onze partners. Uitgangspunten voor de bezuinigingsopgave Zoals bekend heeft Zaanstad in vergelijking tot veel andere gemeenten nauwelijks reserves om op terug te vallen, noch de mogelijkheid om te kunnen snijden in luxe extra’s. Dat betekent dat we gedwongen zijn wezenlijke en lastige keuzes te maken, niet in het minst omdat de consequenties van een aantal maatregelen nu nog niet tot in detail te voorzien zijn. Vanzelfsprekend houden we de vinger aan de pols en zullen we de gevolgen van de bezuinigingen gaan monitoren. In eerste instantie is gekeken naar de beleidsvrijheid van de gemeente. Voldoen we binnen de zoekrichting aan de wettelijke norm of dreigen we daar onder te komen? Dat heeft er toe geleid dat we op een aantal thema’s zelfs intensiveren, zoals bij schuldhulpverlening en de achterstanden in de openbare ruimte. Daar waar de gemeente wel zelf de invulling van het beleid bepaalt, is gekeken of er redelijke alternatieven zijn, of we een groter beroep op de eigen verantwoordelijkheid kunnen doen en of we meer naar een systeem kunnen gaan waarin ‘de gebruiker betaalt’, in plaats van ‘de gemeenschap betaalt’.
5
In tweede instantie is gekeken naar wat de gemeentelijke organisatie zelf kan bijdragen aan de bezuinigingsopgave. Met het oog op het relatief kleine ambtenarenapparaat van Zaanstad, ligt hier een grote uitdaging. Tot slot is in lijn met het collegeprogramma gekeken of we in de relatie met onze partners en bewoners naar een andere werkwijze kunnen gaan, gebaseerd op het versterken van de zelfredzaamheid en het delen van verantwoordelijkheid op basis van vertrouwen. Hieronder wordt langs de hoofdlijnen van het collegeprogramma beschreven waar onze inzet de komende periode op gericht is, wat we anders gaan doen en wat we niet meer doen. In de teksten van de diverse programma’s en paragrafen wordt nader toegelicht wat hieronder kort wordt aangestipt. Stad op orde; Schoon, heel, veilig en dienstverlening Een veel geconstateerd knelpunt in Zaanstad is de kwaliteit van de openbare ruimte. Het college investeert ieder jaar vier miljoen in het inlopen van de achterstanden. Om de effectiviteit van onze inspanningen te verhogen selecteren we bovendien 25 markante of betekenisvolle plekken waar we door diverse ingrepen te combineren een extra impuls geven aan de leefkwaliteit. Tien van deze plekken ronden we in deze periode af. Vanwege de kwaliteitsimpuls die de komende periode wordt gegeven aan de openbare ruimte, bouwen we de arbeidsintensieve werkwijze van schouwen en de inzet van cleanteams in vier jaar tijd af. De kwaliteit van de binnenstedelijke bedrijventerreinen heeft onze aandacht. Samen met de bedrijven treffen we maatregelen om de (milieu)overlast te beperken. Op bedrijventerrein KogerveldZuid starten we de herstructurering en we beoordelen via een pilot de mogelijkheden tot invoering van parkmanagement in twee gebieden. Het veiligheidsgevoel vergroten we door de aanpak van verloedering en de inzet van extra straattoezicht. Bovendien stellen we per wijk een interactieve top 3 op met de belangrijkste knelpunten die we samen met de bewoners en de partners gaan aanpakken. Samen met de politie doen we er alles aan om te voorkomen dat de georganiseerde misdaad op enigerlei wijze wordt gefaciliteerd door de overheid door bijvoorbeeld vergunningen, subsidies of aanbestedingen. (Wet Bibob) Goede dienstverlening van de gemeente is wat ons betreft onderdeel van een stad op orde. Om mee te kunnen gaan met de ontwikkelingen die zich op dit terrein landelijk voordoen en om voor de gebruiker en de gemeente zelf de kosten te kunnen beheersen, investeren we in de digitalisering van de dienstverlening. Door klanten te verleiden meer gebruik te maken van het ‘digitale kanaal’ vergroten we de bereikbaarheid én het gebruiksgemak en besparen we op de kosten. Gebruiksgemak in de vorm van administratieve lastenverlichting, verwachten we bijvoorbeeld door de invoering van de Wabo en aanpassingen in het werkproces rond Werk & Inkomen. Bovendien kunnen we op deze terreinen de andere werkwijze goed combineren met het doorvoeren van efficiency en andere besparingsmaatregelen. Wat doen we nog meer? Met behulp van digitale wijkpanels en internetpolls burgers nog beter betrekken bij de wijk. 190.000 contacten aan de balie, 250.000 telefoontjes en 22.000 e-mails per jaar klantvriendelijk beantwoorden. Samen met horecaondernemers en de politie werken aan gezellig en veilig uitgaan Nieuwe plannen toetsen op veiligheidsrisico’s Als voorzitter van het jongerennetwerkoverleg houden we de regie op de aanpak van overlastgevende groepen jongeren Invoering van de Wabo Meldingen over de openbare ruimte snel en zichtbaar afhandelen en duidelijke informatie geven over wat de melder van ons mag verwachten
6
Stad vol kansen: Toekomstperspectief voor de jeugd, meedoen op school of op de arbeidsmarkt, sociaal vangnet De kans op een goede toekomst begint nog voor de geboorte en wordt door ons ondersteund onder andere door twee nieuwe Centra Jong in het Guishuis in Zaandijk en op de Vurehout in Zaandam als voorziening toe te voegen. We investeren 100 miljoen euro in onderwijshuisvesting voor het primair onderwijs alsook in het vervolgonderwijs. Inhoudelijk maken we met het onderwijs afspraken over het tegengaan van schooluitval en hoe we de onderwijsprestaties op een landelijk gemiddelde kunnen brengen. Tot slot leggen we door de inzet van ruim 18 fte aan combinatiefunctionarissen, de verbinding tussen de ‘Brede School’ en de sport- en cultuurclusters. Deze combinatiefunctionaris heeft ook de taak om de kinderen die door het afschaffen van zwemonderwijs geen diploma dreigen te halen, een alternatieve oplossing te bieden. De taakstelling op sport wordt grotendeels bereikt door het nemen van efficiency maatregelen zowel in het gebruik van accommodaties als in de bedrijfsvoering. De relatie tussen arbeidsmarkt en onderzoek wordt goed zichtbaar door de ingebruikname van het House of Food in de Koekfabriek in Zaandam. Op deze locatie komen werken, leren en ondernemen op typisch Zaanse wijze samen. De regionale aanpak van knelpunten op de arbeidsmarkt vindt plaats in het Platform Arbeid en Onderwijs. Hierin staat de vraag van de werkgever op het gebied van arbeidsmarktontwikkeling centraal. De budgetten voor de Wmo en integratie worden beide getroffen door maatregelen uit Den Haag naast de maatregelen die wij zelf doorvoeren. Daarom is het extra belangrijk om de doelgroepen en partners in de vorm van ‘beginspraak’ te betrekken bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan voor de Wmo. De middelen voor integratie die wel beschikbaar zijn, zetten wij nadrukkelijk in voor taalverwerving, omdat beheersing van de Nederlandse taal randvoorwaardelijk is voor participatie. Voor wie door persoonlijke omstandigheden niet mee kan doen aan de samenleving is er een sociaal vangnet. Nu al zien we door de economische crisis dat het beroep op dit vangnet toeneemt. Daarom intensiveren we bijvoorbeeld de schuldhulpverlening, maar zijn we tegelijkertijd genoodzaakt om daar wel grenzen aan te stellen. In het kader van armoedebestrijding stellen we blijvend een budget beschikbaar voor het hulpfonds, de lokale extra inkomensvoorziening. Wel brengen we dit bedrag in drie stappen terug vanaf 2012 met 150.000 euro in 2014. Deze maatregel wordt genomen in relatie tot het beroep dat wordt gedaan op de WWB. In de afgelopen maanden is de vraag met maar liefst 10% gestegen en deze extra uitgave krijgen we niet gecompenseerd van het Rijk. Samen met onze partners monitoren we de gevolgen die het stapelen van maatregelen in de sociale zekerheid heeft. Omdat de gemeente in 2011 geen compensatie van de Rijksoverheid ontvangt voor de stijging van de loonkosten, ontvangen de gesubsidieerde instellingen, in het kader van “samen de trap op, samen de trap af” eveneens geen indexatie voor gestegen lonen en prijzen. Wat doen we nog meer? Het aantal mensen dat een beroep op de WWB moet doen zo laag mogelijk houden Jongeren adviseren en ondersteunen waar het gaat om jongereninitiatieven 1700 jongeren helpen aan een maatschappelijke stage Gezondheidsonderzoek en -beleid op wijkniveau Projecten ter voorkoming van alcoholgebruik en overgewicht Bieden van vrouwenopvang en maatschappelijke opvang gericht op hulpverlening en activering Stimuleren van vrijwilligerswerk door ondersteuning van vrijwilligers(organisaties) en promoten van vrijwilligerswerk Stad in beweging: Vitale woonwerkstad, goed verbonden met de metropoolregio Zaanstad wordt gezien, niet in het minst dankzij de beeldbepalende panden die het centrum van Zaandam een heel nieuw aanzien geven. Met Inverdan krijgt het imago van Zaanstad een sterke impuls, en ook in economisch opzicht is de centrumontwikkeling van belang. Bijvoorbeeld vanwege het aantal arbeidsplaatsen, de toename van bestedingen en door de verbetering van het
7
voorzieningenniveau in het algemeen. Ook de toevoeging van unieke woonmilieus in combinatie met de uitstekende bereikbaarheid van Amsterdam, maakt Inverdan tot een programma waarvan de afronding in zicht, maar nog niet bereikt is. Juist nu moeten we onze rug recht houden en doorgaan met die projecten die Zaanstad onderscheiden van andere gemeenten. Al blijven we continu alert op de kosten en passen we het programma op basis van voortschrijdend inzicht aan als dat financieel en kwalitatief beter is. Zaanstad heeft nog meer te bieden dan een uniek stadshart waar mensen wonen en werken en waar bezoekers komen om te winkelen en te flaneren. Saendelft, de gewilde woonwijk voor mensen uit de hele regio, breiden we uit met Kreekrijk en de Omzoom. En de Zaan met haar industrieel erfgoed trekt kwaliteitzoekers op het gebied van wonen, werken en recreëren. Het uitgestrekte landschap blijft een unieke kwaliteit. Om de waarde van dit alles te borgen en te versterken investeren we in de bereikbaarheid in én om de stad. Zo gaan we door met Vaart in de Zaan en de tweede fase van de Zuidelijke Randweg. Ook in de bestaande wijken wordt geïnvesteerd. Daar merken we echter wel dat de corporaties last hebben van de financiële crisis en zich beraden op hun positie. Om die reden is het uitermate van belang dat over het vervolg van de wijkvernieuwing goede afspraken met de corporaties worden gemaakt. Omdat we vinden dat alle Zaankanters kans op een goede toekomst verdienen, houden wij vast aan het sociale programma. Voor ons staat buiten kijf dat het in eigen wijk mogelijk moet zijn om stappen op de woonladder te zetten en daarvoor is een gevarieerd woningenbestand een eerste voorwaarde. Economische vitaliteit bereiken we door onze belangrijkste sectoren te versterken en nieuwe bronnen aan te boren. Samen met Bureau Broedplaatsen Amsterdam koersen we op de vestiging van een creatieve broedplaats in Zaanstad. En in 2011 komen we met een ontwikkelkader voor het Hembrugterrein. Op dit terrein starten we vast met het wind- en regendicht maken van twee panden. De voorbereiding van een windmolenpark in het Noordzeekanaalgebied start, en we zetten diverse stappen op weg naar klimaatneutraal in 2020. Ruimte maken voor ontwikkeling betekent voor dit college ook nadenken over Zaanstad in 2020 en verder. Daarom reserveren we gedurende deze periode een half miljoen euro per jaar om aan planontwikkeling te doen. Met dit bedrag kunnen we studies doen naar bijvoorbeeld de potentie van een Zaan-IJ ontwikkeling, de HOV-lijn of het Hembrugterrein. De besparingen die we voorstellen in het ruimtelijk-economisch domein gaan over organisatorische aanpassingen en over het temperen van het ambitieniveau. Door kennisafdelingen te bundelen, bevorderen we de integraliteit van ons advies en beleidsontwikkeling. Bovendien bereiken we door deze aanpassing efficiency bijvoorbeeld in het management en in de ondersteuning. Investeren in de stad in een tempo dat past bij wat we financieel en praktisch aan kunnen, betekent ook dat de focus op de projecten die hoog op ons prioriteitenlijstje staan, toeneemt. Aan de andere kant zijn er projecten die nu niet opgestart kunnen worden of waarvan de uitvoering vertraagd wordt. Vanzelfsprekend leidt dit tot de inzet van minder ambtelijke capaciteit en inhuur. Wat doen we nog meer? In de Vinkenstraat een grote bewaakte fietsenstalling realiseren om het gebruik naar het centrum per fiets te stimuleren Een dynamisch reizigers informatiesysteem invoeren zodat reizigers up to date geïnformeerd worden Met de bedrijven afspraken maken over het terugdringen van milieubelasting 150 containers ondergronds plaatsen en 30 mini inzamelstation voor restmateriaal en herbruikbare producten Verbeteren van de landschappelijke kwaliteit van de buitengebieden en de toegankelijkheid vergroten Afspraken maken met de corporaties over bouwen naar behoefte Voorbereiding van de 1e fase van de Omzoom, het toekomstig sport- en recreatiegebied aan de Zuid-West kant van Saendelft
8
Stad om te beleven: Voldoende te doen en beleven voor Zaankanters zelf én voor bezoekers In Zaanstad is veel te beleven voor de Zaankanters zelf en voor bezoekers. Met de Zaanse Schans trekken we maar liefst 900.000 bezoekers per jaar uit alle windstreken. Door de buitenruimte op te knappen en toeristische functies toe te voegen verwachten we dat de belangstelling voor dit stukje Holland nog toeneemt. Zeker wanneer we ervoor kunnen zorgen dat de toeristen ook ons andere erfgoed aandoen, en overnachten in het Inntel-hotel waarvan de beelden over de hele wereld gaan. Evenementen als Zingen op de Zaan en natuurlijk de Dam tot Damloop zijn succesvolle evenementen voor de Zaankanters zelf, voor bezoekers uit de regio en zelfs verder. Dat neemt niet weg dat in het kader van de bezuinigingen kritisch is gekeken naar welk evenement we nog wel financieel ondersteunen en welk evenement we wel op een andere manier faciliteren maar waar de subsidie voor wordt ingetrokken of afgebouwd. Hierbij zijn de kwaliteit, het bereik en de kansen voor externe financiering zwaarwegende criteria. De omvang van de taakstelling op cultuur is dusdanig dat pijnlijke keuzes onvermijdelijk zijn. We vinden de kwaliteit van de culturele infrastructuur belangrijk en houden daarbij vast aan het principe ‘liever minder maar goed, dan veel maar matig’. Binnen de huidige infrastructuur kunnen we met het beschikbare budget onvoldoende kwaliteit garanderen. Daarom kiezen we ervoor om de subsidie voor de Kade te beëindigen. Voor twee activiteiten gaan we op zoek naar een andere oplossing, de popschool en het project dat wordt georganiseerd in samenwerking met VMBO-school Compaen. Door het intrekken van deze subsidie hoeven we minder in het aanbod van andere instellingen te snijden en kunnen we bovendien doorgaan met het subsidiëren van een aantal evenementen en amateurkunst. Wel komen we deze periode, ook met het oog op de bezuinigingsopgave vanaf 2014, met een nieuw afwegingskader voor het verlenen van subsidies aan amateurkunst. Wat betreft de culturele voorzieningen en de sportinfrastructuur staan we voor een veranderopgave. Omdat we deze voorzieningen voor de Zaankanters op een kwalitatief goed niveau willen brengen is samenwerking tussen de sportinstellingen onderling en in het culturele domein vereist. Dat kan wat ons betreft ver gaan; van het delen van kleedkamers en clubhuizen wanneer het gaat om sport, tot het samenvoegen van de backoffices van de culturele instellingen. Het is een verandertraject dat we met onze partners zijn gestart en waar we de komende jaren verder samen aan werken op zoek naar mogelijkheden en onorthodoxe en innovatieve maatregelen. Wat doen we nog meer? De verschillende instellingen met elkaar samen laten werken als één cultuurstichting Projecten die de samenwerking tussen professionals en amateurkunst bevorderen Sportvoorzieningen aanbieden tegen maatschappelijke tarieven Talentontwikkeling door een integrale aanpak van sportstimulering, accommodaties en de inzet van verenigingen. Samen met ondernemers en buurgemeenten, de Zaanstreek op de kaart zetten door middel van streekmarketing De sociale samenhang bevorderen met community-art Extra aanlegplaatsen creëren voor riviercruiseschepen Een gemeenschappelijke opgave Heel bewust is gekozen voor een forse taakstelling op de organisatie. Rond de 35% van de totale bezuinigingsopgave wordt geleverd door de gemeentelijke organisatie zelf. Bewust, maar niet vanzelfsprekend. Zaanstad heeft ten opzichte van andere gemeenten een klein ambtenarenapparaat, en dat terwijl de complexiteit van de opgaven minstens even groot is als die in veel andere grote steden. Daarom is het zaak om meer focus te brengen in wat we wel doen en daarin duidelijke prioriteiten te stellen. We zetten in op een standaardisering van werkprocessen en als gevolg van de bezuinigingen voeren we bepaalde taken niet meer (zelf) uit. Dit alles bij elkaar maakt het mogelijk om in vier jaar tijd met ongeveer 80 fte, minder gaan doen. Rekening houdende met parttimers, gaat het over om en nabij de 100 medewerkers. De komende vier jaar verwachten we de personeelskrimp zoveel mogelijk op te kunnen vangen met natuurlijk verloop, maar dat vereist wel de nodige flexibiliteit en mobiliteit.
9
Bij de brandweer is naar aanleiding van het eerder genomen besluit om te bezuinigen al een traject ingezet. De aanpak bestaat uit twee hoofdlijnen. Enerzijds gaat het om efficiencymaatregelen, bijvoorbeeld door anders om te gaan met de roosters van de vrijwillige inzet en door de verzakelijking van de relatie met de regio. Anderzijds geldt ook bij brandveiligheid dat het gaat om een gedeelde verantwoordelijkheid. Onder de noemer “Strategische reis” wordt daarom gekeken hoe we door meer aandacht te besteden aan preventie, kunnen besparen op repressie. Een aanpak die zowel beter als goedkoper is. Andere maatregelen die wij treffen op rekening van de organisatie hebben betrekking op inkoop en inhuur. Door de inkoop gemeentebreed te centraliseren denken wij een besparing mogelijk te maken van 1,7 miljoen in 2014. En hoewel het inhuren van externen, in deze onzekere tijd waarin veel gebeurt, onontkoombaar is, reduceren we ook hier de kosten met structureel 2 miljoen per jaar vanaf 2011. Bezuinigen op onze gemeenschappelijke regelingen is voor een groot deel afhankelijk van de voornemens van de betrokken partners. Wel nemen we als Zaanstad het initiatief om dit op een goede manier bespreekbaar te maken. De komende periode zal niet alleen de gemeente minder geld te besteden hebben, maar zullen vrijwel alle organisaties in de stad het met minder moeten doen. En dat, terwijl de vraag op onderdelen mogelijk toeneemt. Dat zijn lastige kwesties waar we met elkaar een weg in moeten vinden. Door contact te houden, elkaar aan te spreken op wat goed gaat en wat beter kan, en door goed in de gaten te houden wat de effecten van de maatregelen zijn. Deze begroting gaat niet alleen over bezuinigingen maar vooral over ambities. We hebben minder te besteden maar spannen ons in om onze resultaten te halen door andere werkwijzen en verbinding te leggen met de kracht van bewoners, ondernemers en maatschappelijke partners. Zo geven we gezamenlijk vorm aan een bruisende en kansrijke stad en zijn we wederzijdse aanspreekbaar op onze eigen rol en verantwoordelijkheid daarin. De eerste stappen zijn gezet en we gaan het komende jaar in vertrouwen met elkaar aan de slag. 1.2
Het economische en financiële beeld
Het economisch perspectief Nederland krabbelt langzaam op uit de gevolgen van de Grote Recessie. Na de enorme krimp vanaf eind 2008 tot midden 2009, groeit de economie weer. Tabel 1 Economische groei
Bron: CPB, MEV 2011 Het economisch herstel is nog voorzichtig en vlakt zelfs weer iets af. In 2010 voorziet het Centraal Planbureau (verder CPB) nog een groei van 1,75 %, maar in 2011 is dat nog 1,5%. Het groeiverlies wordt daardoor nog niet op korte termijn goed gemaakt. Het economisch herstel wordt grotendeels
10
veroorzaakt door de wereldhandel. Als exporterend land is de Nederlandse economie grotendeels afhankelijk van de wereldhandel. De economische groei in Azië en de lagere euro hebben geleid tot deze groei. Ondanks de enorme terugval in de economie, blijft de werkloosheid in Nederland relatief laag. Zeker als dat wordt vergeleken met andere westerse landen. Veel van het productieverlies is opgevangen door flexwerkers en zelfstandigen zonder personeel. Ook is het vermoeden dat werkgevers medewerkers vasthouden omdat de komende jaren een schaarste wordt verwacht op de arbeidsmarkt. Het CPB verwacht dat de werkloosheid in 2011 zal stabiliseren op 5,5%. Tabel 2 Ontwikkeling werkloosheid
Bron: CPB, MEV 2011 Het jaar 2009 was de grootste terugval op de woningmarkt ooit. De investeringen namen af met 13,6%. Pas in 2011 wordt een licht herstel verwacht van de woningmarkt. Het CPB verwacht dat in 2010 het dieptepunt wordt bereikt met het aantal bouwvergunningen. Dat betekent dat de nieuwbouwproductie ook de komende twee jaar nog laag zal zijn. De huizenprijzen liggen landelijk nu ongeveer 5% lager dan in 2008. De verwachting is dat de huizenprijzen in 2010 zullen stabiliseren. Het aantal verkooptransacties lag in 2009 35% lager dan in 2008. Ondanks een eerdere opleving, wordt in 2010 een verdere daling voorzien van 5%. Dit wordt veroorzaakt door onzekerheid over bezuinigingen in het algemeen en de toekomst van de hypotheekrenteaftrek in het bijzonder. Tabel 3 prijs bestaande woningbouw
Bron: CPB, MEV 2011
11
Tabel 4 Verkopen nieuwbouw
Bron: CPB, MEV 2011 De eerste klappen van de Grote Recessie zijn opvangen op de rijksbegroting. De belastinginkomsten namen af, de werkloosheidsuitkeringen namen toe, er is een stimuleringpakket van € 6 miljard ontwikkeld om de economie weer te laten herstellen en er zijn maatregelen genomen om de banken te laten functioneren. Dit heeft ertoe geleid dat het EMU tekort fors opliep tot 5,8% in 2010. Het CPB verwacht in 2011 een EMU tekort van 3,9% onder andere door de bezuinigingsmaatregelen van het demissionaire kabinet. Dit blijft een groot verschil ten opzichte van de verwachting van voor de Grote Recessie. Toen werd verwacht dat er in 2011 een begrotingsoverschot was van 1% en de totale schuld zou zijn gedaald tot 37% van het BBP. Nu wordt rekening gehouden met een tekort van 3,9% en een schuld van 66% BBP. Tabel 5 Ontwikkeling overheidstekorten
Bron: CPB, MEV 2011 Doordat de Rijksbegroting de eerste klappen heeft opgevangen, merkt de gemiddelde Nederlandse inwoner nog relatief weinig van de crisis. De verwachting is dat dit de komende jaren verandert. De grote tekorten op de Rijksbegroting moeten de komende jaren worden teruggebracht. Het CPB
12
verwacht zowel in 2010 en 2011 daling van de koopkracht. Bij bezuinigingen van een nieuw kabinet is de verwachting dat de koopkracht nog meer onder druk zal komen te staan. De Zaanse economie De Zaanse economie laat hetzelfde patroon zien als de landelijke economie. Indicatoren voor de Zaanse economische ontwikkeling zijn het aanbod van commerciële ruimten en het aantal faillissementen van bedrijven. Tabel 6: Ontwikkeling bedrijfsruimten AANBOD AANTALLEN BEDRIJFSRUIMTEN 250
aantal
200 kantoor
150
bedrijf 100
winkel
50
au gu
ju li
20 09 st us se 20 pt 09 em be r2 00 ok 9 to be no r2 ve 00 m 9 be r2 de ce 00 m 9 be r2 00 ja nu 9 ar i2 01 fe br 0 ua ri 20 10 m aa rt 20 10 ap ril 20 10 m ei 20 10 ju ni 20 10 ju l i2 au 01 gu 0 st us se 20 pt em 10 be r2 01 0
0
maand
Bron: I&O Research Bewerkt door: Gemeente Zaanstad, Concernstaf, Statistiek & Onderzoek Het aanbod van bedrijfsruimten is in 2009 gestegen, maar stabiliseert vanaf het tweede kwartaal 2010. Tabel 7: Aantal faillissementen
ZAANSTAD, faillissementen ondernemingen 2008 - 2010 14 12 2008
aantal
10
2009
8
2010
6 4 2 0 jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
gem.
maand
Bron: I&O Research Bewerkt door: Gemeente Zaanstad, Concernstaf, Statistiek & Onderzoek Het aantal faillissementen ligt in 2010 op een lager niveau dan het aantal in 2009.
13
De Zaanse werkgelegenheid ontwikkelt zich als volgt: Tabel 8: Aantal niet werkende werkzoekenden Gemeente Zaanstad, niet-werkende werkzoekenden 6.000 5.000 4.000
gem. gem.
3.000 2.000 1.000 0 jan.
febr.
maart
april
mei
juni
juli
aug.
2008
2009
2010
sept.
okt.
nov.
dec.
gem.
Bron: UWV Werkbedrijf, afd. Arbeidsmarktinformatie Bewerkt door: gemeente Zaanstad, Concernstaf, Statistiek & Onderzoek Ook hier is het landelijke patroon herkenbaar. Het aantal niet-werkende werkzoekenden is in 2009 snel gestegen en stabiliseert vanaf het tweede kwartaal 2010. Voor de ontwikkeling van het aantal mensen met een WWB uitkering wordt verwezen naar het programma werk, inkomen en integratie. De Zaanse woningmarkt ontwikkelt zich zoals de landelijke trend. Een herstel van de woningmarkt is op dit moment nog niet zichtbaar. Tabel 9: Ontwikkeling van de Zaanse woningmarkt Gemeente Zaanstad, woningaanbod best.bouw index: jan.2008 = 100 180 160 140 120 100 80
aanbod
vraagprijs
ju se li pt em be r
m ei
m aa rt
ju se li pt em be no r ve m be r ja n. 20 10
m ei
m aa rt
ju se li pt em be no r ve m be r ja n. 20 09
m ei
08 20 ja n.
m aa rt
60
looptijd
Bron: I&O Research Bewerkt door: Gemeente Zaanstad, Concernstaf, Statistiek & Onderzoek
14
De Zaanse begroting In de kadernota is een raming gegeven van het financiële beeld in de periode 2011 – 2018. In de raming wordt uitgegaan van een financieel beeld dat uitging van de volgende uitgangspunten: 2011 Algemene uitkering Specifieke rijksmaatregelen Eigen inkomsten/uitgaven Herschikken taakstellingen
2.000 1.200 3.500
2012 3.000 2.500 2.000 4.000
Totaal
6.700
11.500
2013 6.200 3.000 2.000 4.000
2014 11.900 3.000 0 4.000
2018 24.000 3.000 3.000 4.000
15.200
18.900
34.000
De verwachting was dat door rijksbezuinigingen het financiële beeld voor Zaanstad zou verslechteren met € 34 mln. in acht jaren. In vier jaar zou het tekort naar verwachting met circa € 19 mln. oplopen. Bij de begroting zijn de diverse financiële ontwikkelingen, behoudens de doorwerking naar de algemene uitkering, duidelijker geworden. Het financiële beeld ziet er bij de begroting als volgt uit:
Autonome ontwikkelingen Algemene uitkering (AU) Autonoom onderhoud Bezuinigingen gerelateerde maatregelen Herschikking taakstellingen Overig Recessiegevoelige eigen inkomsten/uitgaven Specifieke rijksmaatregel Tussentijdse collegebesluiten Totaal
2011 -1.849 300 1.736 2.301 -326 1.781 6.551 935 11.429
2012 3.540 300 1.911 4.136 637 3.074 3.891 740 18.229
2013 8.190 400 1.395 4.114 -198 2.231 2.571 740 19.443
2014 11.777 400 1.319 4.114 -138 1.981 1.051 740 21.244
Over de gehele periode gezien, verslechtert het financiële beeld, maar het grootste knelpunt doet zich nu voor op de eerste twee jaren. Met name het aangekondigde lagere budget WWB in combinatie met het niet dalen van het aantal uitkeringsgerechtigden in Zaanstad weegt zwaar in 2011 en 2012. Algemene uitkering 1. De normeringssystematiek van de algemene uitkering is voor de jaren 2009 tot en met 2011 buiten werking gesteld. Dat betekent dat de inkomsten vanuit de algemene uitkering vrij zeker zijn. 2. Bij de kadernota is rekening gehouden met een teruggang van de algemene uitkering van oplopend € 12 mln. in 2014. Dit met de gedachte dat het rijk fors gaat bezuinigen en dat de normeringssystematiek weer wordt hersteld vanaf 2012. Dit is en blijft een aanname. Voor meer duidelijkheid moeten de financiële consequenties van een nieuw regeerakkoord worden afgewacht. De gevolgen voor de algemene uitkering zijn afhankelijk van de omvang van de bezuinigingen, het tempo van de bezuinigingen, de aard van de bezuinigingen en mogelijke specifieke bezuinigingen op de algemene uitkering zelf. 3. Zaanstad heeft vorig jaar een recordaantal woningen opgeleverd. Daarmee neemt de relatieve groei van Zaanstad toe. Dit leidt tot herverdeeleffecten binnen de algemene uitkering waarvan Zaanstad profiteert. We verwachten een positief effect van circa € 1 mln. door deze herverdeling. 4. Via de algemene uitkering ontvangt Zaanstad ook decentralisatie-uitkeringen om bepaalde taken uit te voeren. Uitgangspunt is dat decentralisatie-uitkeringen vrij besteedbaar zijn. Praktijk is dat er wettelijke taken voor uitgevoerd moeten worden. Daarom is tegenover de inkomsten van de decentralisatie-uitkering ook direct een budget gezet met hetzelfde bedrag.
15
Specifieke maatregelen rijksoverheid Bij de kadernota is verondersteld dat specifieke besluiten bij de Rijksoverheid zouden leiden tot een nadeel van € 2mln. oplopend tot € 3 mln. per jaar voor Zaanstad. Er is een aantal besluiten genomen dat van invloed is op het Zaanse begrotingsbeeld. 1. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport moet bezuinigingen omdat er forse overschrijdingen zijn bij de AWBZ en zorgverzekeringswet. Een deel van deze bezuiniging is gevonden bij de Wmo. Vanaf 2011 wordt een bedrag van € 200 mln. gekort op het macrobudget Wmo. Een bedrag van € 150 mln. betreft een veronderstelde daling van het aantal PGB’s huishoudelijke zorg. Onder de noemer efficiencykorting wordt € 50 mln. gekort. Voor Zaanstad betekent dit een afname van het budget Wmo van € 1,2 mln. structureel. De totale Wmo-uitgaven in 2010 zijn in Zaanstad circa € 30 mln (ca € 16 mln individuele voorzieningen op indicatie en circa € 14 mln algemene voorzieningen). Los van de bezuinigingen doet zich een structureel tekort op de Wmo-middelen van de gemeente Zaanstad voor van ca € 0,8 mln. dat nu nog wordt gedekt uit de Wmo-reserve, maar die raakt daardoor uitgeput waardoor het structurele tekort vanaf 2015 zichtbaar wordt (de uitgaven moeten dan nog € 0,8 mln verder dalen bovenop de nu vastgestelde bezuiniging van € 1 mln) Op dit moment is nog niet concreet in welke omvang er hervormingen/bezuinigingen vanuit het rijk komen die van invloed zijn op de Wmo (m.n. in de Awbz) maar dat die er komen is onvermijdelijk; de gemeente moet proberen te voorkomen dat de doelgroep van twee kanten wordt geconfronteerd met bezuinigingen/hogere eigen bijdragen 2. In juli heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de voorlopige budgetten WWB bekend gemaakt. Het ministerie baseert deze budgetten onder andere op de raming van het CPB over de ontwikkeling van het aantal uitkeringsgerechtigden. De raming van het CPB kwam fors lager uit dan de vorige raming. De nieuwe voorlopige budgetten komen hiermee € 448 mln. lager uit. Ook speelt een discussie tussen VNG en het ministerie over de interpretatie van het eigen risico van gemeenten bij een neergaande conjunctuur. Het verschil van mening gaat over een bedrag van € 177 mln. In Zaanstad is nog geen daling van het aantal uitkeringsgerechtigden te zien. Vooralsnog veronderstellen we dat Zaanstad vanaf 2013 weer met de landelijke trend meeloopt. Consequenties is een groot nadeel in 2010 dat niet meer kan worden opgevangen door de risicobuffer van de WWB en verwachte tekorten in 2011 en 2012 van respectievelijk € 3,7 en € 1,1 mln. 3. Over de periode 2009 – 2011 is afgesproken dat de normeringssystematiek van de algemene uitkering niet van toepassing is. Zo krijgt Zaanstad ook geen compensatie voor loon- en prijsontwikkeling. Dit leek vorig jaar nog geen probleem omdat de inzet was dat er een 0-lijn werd gevolgd voor de gehele publieke sector. Uiteindelijk is er voor de gemeenteambtenaren een CAO afgesproken met een loonstijging. Dit leidt tot een kostenverhoging van € 1,5 mln. zonder dat daar extra inkomsten tegenover staan. In het kader van “samen de trap op, samen de trap af” is het voorstel van het college om ook de subsidies niet te indexeren. Gesubsidieerde instellingen en gemeenschappelijke regelingen moeten deze prijsstijgingen, net als de gemeente, zelf opvangen in de begroting. 4. Bij het opstellen van deze begroting is nog geen rekening gehouden met nieuwe rijksmaatregelen die bij Prinsjesdag zijn aangekondigd zoals de korting op het budget inburgering en het budget voor het uitvoeren van de Wet Sociale Werkvoorziening omdat de specifieke financiële consequenties voor onze gemeente nog niet bekend zijn. Eigen inkomsten en uitgaven Bij de kadernota is als uitgangspunt genomen dat de eigen inkomsten/uitgaven die gerelateerd zijn aan de economische crisis circa € 2 mln. per jaar zouden afnemen. Belangrijke ontwikkelingen zijn: 1. Er worden minder bouwvergunningen aangevraagd. Daardoor nemen de opbrengsten van de bouwleges af. 2. Door stagnerende uitgiften van gronden en rentelasten op gronden die we hebben aangekocht, verslechteren de resultaten van grondexploitaties. Dit leidt ertoe dat een begrote afdracht van grondzaken aan de begroting van Zaanstad geen doorgang vindt. 3. Het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening neemt toe. Zaanstad verwacht een aantal van 1.000 per jaar als ondergrens. Van de rijksoverheid is incidenteel geld beschikbaar gesteld
16
voor de periode 2007-2011, terwijl onze verwachting is dat de stijging ook na deze periode fors doorzet. Herschikking taakstellingen Herschikken van taakstellingen wil zeggen dat nog niet uitgewerkte taakstellingen vanaf 2011 of 2012 opnieuw worden bekeken in het licht van de totale bezuinigingsopgave. Deze oude taakstellingen worden uit het begrotingskader gehaald en komen als nieuwe bezuinigingsmaatregelen terug. Tussentijdse collegebesluiten Tussen het afronden van de begroting in jaar t-1 en het opstellen van een nieuwe begroting in jaar t worden door het college besluiten genomen dit financiële consequenties hebben. Deze worden, net als ieder jaar, bij de begroting voorgelegd aan de raad. Onderhoud Door uitbreidingsinvesteringen is ook extra onderhoudsbudget noodzakelijk. In de begroting 2010 geldt dit voor de fietsenstalling Vinkenstraat, Inverdan en Poort Clamdijcke. Overige autonome ontwikkelingen Betreft een verzameling van autonome mee- en tegenvallers. Nieuw beleid Het college stelt de volgende beleidsintensiveringen voor:
Beleidsintensiveringen Bomenbeleidsplan (Z/09/44259) Uitbreiding formatie Straattoezicht Inkomsten extra formatie Straattoezicht Regionale Uitvoerings Dienst (RUD) Uitvoeren economische structuurvisie Uitvoeren woonvisie Versterking ondersteuning veiligheidsvraagstukken Wet tijdelijk huisverbod Totaal
2011 35 75 -55 50 200 100 85 75 565
2012 35 225 -165 0 200 100 85 75 555
2013 35 225 -165 0 200 100 85 75 555
2014 35 225 -165 0 200 100 75 470
Het college is zeer terughoudend geweest met een nieuw beleid. Alleen als extra uitgaven onvermijdelijk waren of een grote bijdrage leverden aan het collegeprogramma, stelt het college nieuw beleid voor. Een deel van het nieuwe beleid heeft te maken met veiligheid. De gemeente krijgt nieuwe taken, zonder dat daar een rijksbijdrage tegenover staat. Voor extra coördinerende taken is formatie nodig en ook de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod leidt tot extra kosten. Om ons goed voor te bereiden op een regionale uitvoeringsdienst, doen we mee aan een regionale pilot. Dit brengt eenmalig kosten met zich mee. Een speerpunt van het college is de basis op orde. Hierbij hoort een schone, hele en veilige openbare ruimte. Om dit te realiseren wil het college extra mensen inzetten bij straattoezicht. Meer over de thema’s treft u op het programma openbare orde en veiligheid. Zaanstad plaatst borden voor het dynamisch reizigers informatiesysteem (DRIS) met een grote subsidie van de SRA. Om deze borden goed te onderhouden, is budget nodig. Het college heeft ambities op het gebied van wonen en economie. Om deze doelen te bereiken is maakt het college geld vrij. Voor informatie over de doelstellingen wordt verwezen naar het programma economie en het programma wonen en ruimtelijke ordening.
17
De totale financiële opgave voor Zaanstad is daarmee als volgt:
Financiële opgave
2011 11.429 565 11.994
Autonoom beeld Beleidsintensiveringen Totaal
2012 18.229 555 18.784
2013 19.443 555 19.998
2014 21.244 470 21.714
Hoe te komen tot een sluitende begroting? Bij de kadernota is uitgegaan van een bezuinigingsopgave oplopend naar € 18,9 mln. die moest geworden gevonden in acht zoekrichtingen: 2011
2012
2013
2014
6.700
11.500
15.200
18.900
0
-200
-300
-400
2. Stedelijke Ontwikkeling
-350
-950
-1.500
-2.000
3. Maatschappelijke Voorzieningen
-700
-2.250
-3.100
-3.600
4. Handhaving en Vergunning
-900
-1.600
-2.200
-2.800
5. Dienstverlening
-200
-300
-400
-500
6. Politiek en Besturen
-550
-850
-1.550
-1.750
-3.600
-4.100
-4.400
-6.100
-400
-1.250
-1.750
-1.750
0
0
0
0
Uitgangssituatie: Zoekrichtingen: 1. Stedelijk Beheer
7. Organisatie 8. Opbrengsten
Bij deze begroting zijn de zoekrichtingen uitgewerkt in concrete maatregelen. Ten opzichte van de kadernota heeft het college meer bezuinigingsmaatregelen in beeld gebracht dan die op grond van de kadernota nodig bleken te zijn. Een overzicht van alle maatregelen is opgenomen in bijlage 5.4a Bezuinigingsmaatregelen. Zoekrichting 1 Stedelijk Beheer 2 Stedelijke Ontwikkeling 3 Maatschappelijke Voorzieningen 4 Handhaving en Vergunning 5 Dienstverlening 6 Politiek en Besturen 7 Organisatie 8 Opbrengsten Totaal
2011
2012
2013
2014
0
-200
-300
-400
-913
-1.535
-1.835
-2.122
-1.309
-3.137
-2.819
-3.473
-979
-1.681
-2.146
-2.886
-41
-156
-403
-403
-791
-1.070
-1.361
-1.663
-3.718
-4.522
-4.953
-5.240
-377
-1.366
-1.866
-1.866
-8.128
-13.667
-15.683
-18.053
Een materieel deel van de bezuinigingen heeft betrekking op de gemeentelijke organisatie. Om deze bezuinigingen te realiseren, worden ook kosten gemaakt. Het betreft enerzijds kosten om een verandering te realiseren. Hierbij kan met name worden gedacht aan investeringen in ICT en tijdelijke expertise. Er zullen de komende jaren functies worden geschrapt. Een eerste inschatting is dat dit oploopt tot 100 medewerkers in 2014. Gelijktijdig is er ook natuurlijk verloop. Het uitgangspunt is om iedereen weer op een nieuwe functie te plaatsen. Dit brengt opleidings- en begeleidingskosten met zich mee, waarvan een deel kan worden betaald uit het centrale opleidingsbudget. Uit ervaring blijkt
18
dat, ondanks alle inspanningen, circa 10% van de medewerkers niet opnieuw kan worden geplaatst. Ook dit zal tot kosten kunnen leiden. De totale kosten zien er als volgt uit:
Bezuinigingen gerelateerde maatregelen Frictielasten Overige kosten (waaronder inhuur, advies, ICT) Totaal
2011 270 1.466 1.736
2012 220 1.691 1.911
2013 400 995 1.395
2014 590 729 1.319
Oplossingsrichtingen om financieel beeld sluitend te krijgen Met inzet van de bezuinigingsmaatregelen, sluit de meerjarenbegroting nog niet. Gezien de grote onzekerheid, is het dilemma hoe hiermee om te gaan. Indien we het maximale risico opnemen in de begroting, zetten we zekere bezuinigingen in die mogelijk achteraf niet noodzakelijk zouden zijn geweest. Indien we te weinig met de risico’s rekening houden, moeten we mogelijk nog jaren extra bezuinigen. Het college heeft geprobeerd hier het evenwicht in te vinden en stelt daarom de volgende oplossingen voor om tot een sluitende begroting te komen: Er kan een andere risico inschatting worden gemaakt van de algemene uitkering. Enerzijds zou Zaanstad anders zekere bezuinigingsmaatregelen inzetten, terwijl de inschatting van de algemene uitkering nog onzeker is. Anderzijds zullen de eerste bezuinigingsmaatregelen bij het Rijk niet direct de gemeenten treffen omdat de algemene uitkering vanaf 2009 is losgekoppeld van de ontwikkeling van de rijksbegroting. Drie zoekrichtingen worden structureel niet gehaald. Het betreft de zoekrichting organisatie waar vanaf 2014 nog een tekort resteert van € 0,85 mln. , de zoekrichting maatschappelijke voorzieningen/sport die nog een tekort heeft van € 92.000 in 2012, € 224.000 in 2013 en € 131.000 in 2014 en de zoekrichting maatschappelijke voorzieningen/onderwijs met een structureel tekort van € 50.000 vanaf 2013. Het college komt volgend jaar bij de begroting met voorstellen hoe deze taakstellingen concreet worden ingevuld. Met bovengenoemde maatregelen is de begroting vanaf 2014 sluitend. Er resteren vervolgens nog incidentele tekorten die door middel van incidentele middelen gedekt kunnen worden.
Er is een inventarisatie gemaakt van alle reserves die de afgelopen vier jaar niet zijn gebruikt. Conform de nota reserves en voorzieningen vallen deze reserves vrij. Voorgesteld wordt deze in te zetten als dekking van de incidentele tekorten. Het betreft vier bestemmingsreserves met een totaal bedrag van € 1,2 mln. De reserve stadhuis wordt gevoed met de vrijvallende kapitaallasten van de huidige gemeentelijke gebouwen. Omdat het stadhuis vertraagt, kan deze reserve langer worden gevoegd. Een risicoscan wijst uit dat de voeding van de jaren 2010 en 2011 niet nodig is. Deze reserve wordt deels ingezet om de begroting sluitend te krijgen Vorig jaar zijn dotaties begroot aan de algemene reserve van in totaal € 6 mln. Gezien het weerstandsvermogen is deze extra dotatie niet noodzakelijk. Voorgesteld wordt € 3,5 mln. in te zetten als incidentele dekking voor de begroting en € 2,5 mln. voor het investeringsfonds. Door vertraging op projecten in 2010, valt in 2011 € 0,5 mln. vrij aan kapitaallasten. Een groot deel van het tekort in de eerste jaren wordt veroorzaakt door ontwikkelingen in de WWB. Hier speelt onder andere een discussie over de inschatting van het eigen risico voor gemeenten dat is afgesproken tussen kabinet en VNG. Zolang er nog geen definitief besluit is genomen, wordt dit als risico aangemerkt. Dit risico is opgenomen in de paragraaf risico’s en weerstandsvermogen.
19
Totaal financieel beeld Autonoom beeld Beleidsintensiveringen Bezuinigingen Subtotaal Aanvullende maatregelen Totaal financieel beeld
2011 11.429 565 -8.128 3.866 -3.866 0
2012 18.229 555 -13.680 5.105 -5.105 0
2013 19.443 555 -15.683 4.315 -4.315 0
2014 21.244 470 -18.053 3.661 -3.661 0
Het totale financiële kader voor de jaren 2011 tot en met 2014 is daarmee sluitend.
20
2
Programma’s
2.1 Programma 1: Economie Portefeuillehouder: Mevr. B. Visser Coördinator: Dhr. G. Hoekstra
1 Doel Het creëren van een goed ondernemers- en vestigingsklimaat en voldoende adequate werkgelegenheid in Zaanstad nu en in de toekomst binnen de dynamiek van de metropool Amsterdam. Verder wordt geïnvesteerd in het versterken van het ondernemerschap en innovatievermogen om zo de balans tussen onderwijs en arbeidsmarkt te herstellen.
2 Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling Het programma Economie is er vooral op gericht om een toekomstbestendige economische structuur te creëren waarbinnen de bestaande bedrijvigheid ruimte krijgt om te investeren in duurzaamheid, innovatie en maatschappelijke verantwoordelijkheid en waarbinnen ook nieuwe bedrijvigheid kansen krijgt en nieuwe werkgelegenheid schept. Om de basis op orde te hebben wordt blijvend met ondernemers en partners gewerkt aan de verbetering van de kwaliteit en bereikbaarheid van de werklocaties en de verbetering van de gemeentelijke dienstverlening. Om Zaanstad economisch klaar te maken voor de toekomt wordt de economische structuur van Zaanstad verder versterkt en samen met het bedrijfsleven en onderwijs worden vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar afgestemd. Effectdoelstelling 1: Een optimaal vestigingsklimaat Zaanstad wil een aantrekkelijke vestigingsplaats zijn voor zittende bedrijven en voor nieuwe bedrijven. Bestaande bedrijfslocaties willen we aanpassen aan de eisen van deze tijd. Nieuwe mogelijkheden willen we zichtbaar in de markt zetten. Naast het Hembrugterrein en Hoogtij is vooral Inverdan hiervoor een icoon. Een goede gemeentelijke dienstverlening draagt ook bij aan een goed vestigingsklimaat, daarom besteden we hier expliciet aandacht aan. Ruimte, kwaliteit en bereikbaarheid zijn de belangrijkste vestigingsplaatsfactoren. Wij zullen die factoren, samen met inspanningen vanuit andere gemeentelijke programma’s, voor ondernemers, bewoners en bezoekers verbeteren. Samen werken wij voortdurend aan een leefbaar evenwicht tussen wonen en werken, hiervoor wordt het Zaans Proeflokaal gecontinueerd. Voor een betere bereikbaarheid zijn het doortrekken van de A8-A9, het verbreden van de Wilheminasluis, de Zaanbrug en bereikbaarheid van het centrum van Zaandam van belang. Maar ook een hoogwaardig openbaar vervoer en verbeteringen in overige verkeerssituaties zijn van belang. Effectdoelstelling 2: Meer werkgelegenheid en innovatie Wij streven naar een meer gedifferentieerde productiestructuur. Wij continueren de inzet op de speerpuntsectoren food, toerisme, de creatieve sector en voegen daar nu, vanwege de kansen op Hoogtij en het Noordzee-Kanaalgebied in brede zin, logistiek als speerpunt aan toe. Vooral ook de kruisverbanden tussen deze sectoren hebben hierbij onze aandacht. Ook de wijkeconomie blijft onze aandacht houden. Het beschikken over gekwalificeerd personeel is van groot belang voor een florerend bedrijfsleven. Daarom zetten wij ons in om, samen met bedrijven en onderwijs, leer- en opleidingsfaciliteiten uit te breiden en nieuwe te creëren. De eerste uitdaging op het gebied van het arbeidsmarktbeleid is inzicht te krijgen in de factoren die de mismatch tussen vraag en aanbod bepalen. Effectdoelstelling 3: Een sterk imago Zaanstad wil zich beter op de kaart zetten. Wij willen ons profileren als gebied waar het goed wonen en werken is. Zaanstad is buiten de regio nu nog teveel onbekend en onbemind. Met de Stichting Streekmarketing willen wij het imago van Zaanstad versterken. Naast een beter imago willen wij de kwaliteiten van Zaanstad als verblijfplaats versterken. Dit krijgt vorm door middel
21
van een het organiseren van evenementen, een kwalitatief goed winkelaanbod en een sterk toeristisch product. Wij willen in het kernwinkelgebied een goed detailhandelsaanbod realiseren dat zich uit in een groeiend bezoekersaantal. Er wordt ingezet op vergroten van het aantal toeristische bezoekers, verlengen van de gemiddelde bezoektijd en het verder stimuleren van het gemiddelde bestedingsbedrag in Zaanstad. Tabel 1: Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr.
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
1
Optimaal vestigingsklimaat
Migratiesaldo bedrijven
-59 bedrijven -257 arbeidsplaatsen
stabiel houden op niveau 2009 *)
Bedrijvendynamiek
-49 bedrijven
stabiel houden op niveau 2009**)
Rapportcijfer ondernemers voor gemeentelijke dienstverlening (zie programma dienstverlening)
6,1
6,5
Rapportcijfer ondernemers voor kwaliteit bedrijfslocaties 2
3
Meer werkgelegenheid Aandeel kansrijke sectoren in totale en innovatie werkgelegenheid
Sterker imago
0-meting 26,8
28
Groei werkgelegenheid in Zaanstad
52.500
52.550
Aantal bezoekers centrum
127.700
130.000
Aantal toeristische bezoekers Zaanstad 400.000 per jaar ***)
430.000
Gemiddelde bezoektijd bezoekers in uren
Nnb
nnb
Gemiddelde bestedingen van bezoekers in Zaanstad
€48,00
€48,00
*) dalende tendens weer terugbrengen naar een positief saldo **) ratio starters/opheffingen ***) exclusief Zaanse Schans
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1: Het verbeteren van het vestigings- en ondernemersklimaat Ontwikkelen en uitgeven van nieuwe bedrijventerreinen/werklocaties Revitaliseren/herstructerering van bestaande bedrijventerreinen Realiseren van een Pilot parkmanagement voor 2 bedrijventerreinen Opstellen Masterplan en Atlas binnenstedelijke bedrijventerreinen Realiseren van een Ontwikkelkader Hembrugterrein Realiseren van bedrijfsruimte voor creatieve bedrijvigheid Verbeteren van de dienstverlening aan ondernemers Realiseren van Zaans Proeflokaal
22
Prestatiedoelstelling 2: Het verbeteren van een werkklimaat ten behoeve van meer werkgelegenheid en innovatie Acquireren nieuwe bedrijven in nieuwe economische activiteiten ten behoeve van versterking economische structuur Opstellen en uitvoering geven aan uitvoeringsprogramma Economische Structuurvisie Bevorderen innovatie en ondernemerschap in speerpunten economisch beleid Stimuleren en ondersteunen zelfstandig ondernemerschap Ontwikkelen kennis- en innovatieclusters en verbetering aansluiting vraag en aanbod op de arbeidsmarkt door versterking samenwerking tussen onderwijs, overheid en ondernemers Prestatiedoelstelling 3: Het promoten van Zaanstad en het trekken van meer bezoekers Uitvoeren geven aan een afgestemd evenementen- en toeristisch beleid (zie programma cultuur) Afsluiten Service Level Agreement met Stichting Marketing Zaanstreek, Vergroten toeristische aantrekkingskracht van de Zaanse Schans en omgeving en versterken van de knooppunt- en transferfunctie Uitvoering geven aan de Industriënnale Het nieuwe stadshart promoten en marketen Realiseren gevarieerd winkelaanbod in Inverdan en op buurt- en wijkniveau Realisatie van nieuwe toeristische infrastructuur en verbeteren bereikbaarheid toeristische voorzieningen Nr
Prestatie-indicatoren
1
Uitgifte/herontwikkeling bedrijventerrein HoogTij, Saendelft, Zuiderhout Herontwikkeld bedrijventerrein (Molletjesveer, AssendelftNoord, Houthavenkade, Visserspad, Noordervaartdijk) Realisatie kleinschalige bedrijfsruimten Realisatie officiële broedplaats Uitrol pilot parkmanagement
2
3
Realisatie 2009
Begroting 2011 3 ha 80 ha 750 m2 1 2
4
Per economisch speerpunt minimaal één nieuwe onderneming geacquireerd met 5 arbeidsplaatsen Realisatie innovatieprojecten in de foodsector Aantal beschikkingen Stimulering Innovatie Ondernemers Aantal startende bedrijven begeleid Kleurrijk ondernemen Realisatie Leer-werk/plaatsen in House of Food Realisatie huisvesting voor leer-/werkplaatsen technisch/creatieve beroepen
1 2 10 Realisatie Realisatie
Ontwikkelen Toeristische arrangementen bedrijven Aanleglocaties scheepvaart Opstellen SLA Stichting Zaanstreek
10 6 1
23
4 Risico’s en beheersmaatregelen Nr. Prestatiedoelstelling
Risico’s
Beheersingsmaatregelen
1
Het realiseren van voldoende, goede en bijzondere vestigingsmogelijkheden
1.Onvoldoende middelen voor uitvoering/co-financiering
Marktpartijen eigen verantwoordelijkheid laten nemen
2. Onvoldoende middelen en mensen voor acquisitie
Herschikking mensen en middelen en bundeling van activiteiten
1
Zorgen voor een optimale dienstverlening aan ondernemers
Onvoldoende interne afstemming
Integreren/afstemmen processen van dienstverlening
1
Ontwikkeling en revatilisering bedrijventerreinen
Onvoldoende uitgifte mogelijk van Extra inzet in uren, meer publiciteit en bedrijventerreinen beoordelen criteria en grondprijs Onvoldoende middelen beschikbaar Temporiseren en marktpartijen eigen voor herstructurering/revatilisering verantwoordelijkheid laten nemen bedrijventerreinen
2
Het stimuleren en ondersteunen Onvoldoende middelen beschikbaar De marktpartijen eigen van kansrijke sectoren en het verantwoordelijkheid laten nemen, coversterken van de financiering, aanvullende acquisitiekracht subsidiemogelijkheden aanboren
2
Verbeteren aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs
3
Het promoten van de stad als Ontbreken van voldoende middelen Middelen en bundeling van vestigingslocatie voor bedrijven en mensen door bezuinigingen gerelateerde activiteiten
3
Verhogen van de kwantiteit en kwaliteit van het voorzieningenniveau
Onvoldoende middelen beschikbaar Relaties met onderwijs en bedrijven verbeteren, nieuwe kansen in beeld brengen en Aanvullende subsidies aanboren
Geen ruimte voor investeringen wat Geen ten koste gaat van de kwaliteit van de voorzieningen.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Voor het komende jaar blijven wij scherp op onze ambities. We houden onze doelen op het gebied van werkgelegenheid en een aantrekkelijk ondernemingsklimaat overeind, ondanks een bezuiniging. We gaan niet van alles een beetje doen, maar brengen sterk focus aan. Centraal staan de speerpunten food, toerisme, creatieve bedrijvigheid en logistiek. Door sterk in te zetten op acquisitie en onze sterke punten als stad (o.a. nieuwe stadcentrum) zichtbaar te maken, halen we nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid binnen, met spin-off voor andere bedrijven, bewoners en de stad. Om aantrekkelijker te worden werken wij leegstand weg en revitaliseren bestaande locaties voor bedrijvigheid. Dit doen wij samen met bedrijven en andere maatschappelijke partners, kortom 1. We gaan slimmer en projectmatiger werken 2. We gaan zelf actiever opzoek naar cofinanciering 3. We ontwerpen een uitgebalanceerde samenwerkingsstrategie Vermindering accountantmanagement, onderzoek en advies De bezuiniging worden gerealiseerd met een vermindering op accountmanagement en minder inzet op extern onderzoek en het verstrekken van subsidies.
24
Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (2.1 Bundelen van kennisafdelingen). Geen nieuwe verplichtingen Regeling innovatieve ondernemers Voor SIO worden de lopende verplichtingen afgerond en we gaan geen nieuwe verplichtingen meer aan. Uitvoeren economische structuurvisie Voor de realisatie van de effectdoelstellingen die onderdeel vormen van de Economische Structuurvisie wordt € 200.000 extra uitgetrokken. Investeringen Cofinanciering Hembrugterrein Voor het Hembrugterrein is inmiddels € 6 mln. aan subsidies beschikt door Rijk en provincie. Voorwaarde is dat de gemeente ook eigen geld beschikbaar gesteld. Vanuit de algemene middelen is nog een bedrag van € 300.000 noodzakelijk.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr
Product
1
5023 Economische ontwikkeling 5033 Economische ontwikkeling 5806 Economische ontwikkeling Totaal 1
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 V 300 300 300 300
Herschiken taakstelling intensiveringen EZ Uitvoeren economische structuurvisie 2.3 Subs. reg. innovatieve ondernemers stopzetten
B
200
200
200
200
R
0
-50
-50
-50
500
450
450
450
(bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Begroting lasten primtief 2011
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Economische ontwikkeling
2.054
2.560
2.262
-35
2.227
2.025
2.022
2.022
Subtotaal resultaat voor bestemming
2.054
2.560
2.262
-35
2.227
2.025
2.022
2.022
Economische ontwikkeling
52
0
0
-150
-150
0
0
0
Subtotaal mutaties reserves
52
0
0
-150
-150
0
0
0
2.106
2.560
2.262
-185
2.077
2.025
2.022
2.022
Mutaties reserves
Totaal resultaat na bestemming
25
2.2 Programma 2: Werk, inkomen en integratie Portefeuillehouder: Mevr. B. Visser Coördinator: Mevr. T. van Altena
1 Doel Werk en Inkomen ( instroom /uitstroom) De primaire doelstelling is om de uitstroom naar betaald werk te bevorderen conform het principe ‘werk boven uitkering’.
Re-integratie begint zo vroeg mogelijk en is op maat. De beoordeling is zorgvuldig en gericht op snelle deelname aan het arbeidsproces. Prioriteit bij besteding van de reintegratiemiddelen wordt gegeven aan mensen die een kans maken op een succesvolle reintegratie. Het maximaal rendement van het re-integratietraject is het uitgangspunt.
Iedereen die in aanmerking komt voor werk, wordt ingezet op het leveren van een maatschappelijke bijdrage, bijvoorbeeld door tijdelijk, met behoud van uitkering, nuttige arbeid in het publieke domein te verrichten.
Klanten die wel kunnen werken, maar zich aantoonbaar onvoldoende inspannen of zich niet aan de gemaakte afspraken houden gaan dit merken aan de hoogte van hun uitkering.
Samenwerking in het Platform Arbeidsmarkt en onderwijs Zaanstreek/Waterland wordt voortgezet en ambtelijk ondersteund.
Minimabeleid en Schuldhulpverlening Het minimabeleid dient ertoe Zaanse burgers met een minimuminkomen financieel te ondersteunen. Gemeentelijke minimaregelingen zijn onder meer de bijzondere bijstand, de langdurigheidstoeslag en het Hulpfonds. De verlaging van de rijksmiddelen binnen de sociale zekerheid zijn aanleiding om de effectiviteit van het gemeentelijke hulpfonds onder de loep te nemen.
Schuldhulpverlening is noodzakelijk om mensen te ondersteunen die kampen met problematische financiële situaties. De focus ligt op effectief en preventief beleid. Zaanse burgers die om hulp vragen ontvangen een passend aanbod, zodat het hebben van schulden geen belemmering meer is voor een actieve deelname aan de maatschappij (participatie).
Integratie Het integratiebeleid is erop gericht dat inwoners ongeacht hun herkomst goed met elkaar samenleven in de wijken en meedoen in de samenleving. Het beheersen van de Nederlandse taal is daarbij essentieel.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: In- en uitstroom van uitkeringsgerechtigden In het kader van de wet Werk en Bijstand (WWB) is het streven de in – en uitstroom van mensen met een uitkering te realiseren op het niveau van het landelijk gemiddeld. Hiertoe wordt maximale inspanning verricht. De reïntegratie van uitkeringsgerechtigen is met name gericht op mensen die een kans maken op een succesvolle reintegratie. Het accent ligt op activering (arbeidstoetreding en arbeidstoeleiding) en werk (regulier werk met ondersteuning). In het kader van de Wet Investeringen in Jongeren (WIJ) worden alle jongeren onder de 27 jaar een aanbod gedaan gericht op werk en/of scholing. Zaanstad verricht samen met haar partners inspanningen om te zorgen dat voldoende werk en/of leertrajecten beschikbaar zijn. Mede door inzet van acties in het programma 7 Jeugd en onderwijs hoopt Zaanstad te voorkomen dat jongeren in aanmerking hoeven te komen de Wet WIJ.
26
Zaanstad heeft een coördinerende rol in het uitvoeren van het actieplan Jeugdwerkloosheid van de regio. Hiervoor is voor de regio Zaanstreek-Waterland € 1,2 mln. beschikbaar gesteld voor de looptijd 2010-2011. Effectdoelstelling 2: Minimabeleid en schuldhulpverlening Het voorkomen en bestrijden van armoede onder burgers die optreedt door het langdurig leven op het bestaansminimum. Gemeente Zaanstad beschikt over een evenwichtig pakket van voorzieningen en regelingen voor deze burgers. In 2011 zal een specifiekere invulling gegeven worden aan de tweejaarlijkse armoedemonitor. Het accent ligt op het onderzoeken van het effect van de armoedeval. In 2011 zal op basis van het visiedocument Schuldhulpverlening vorm worden gegeven aan schuldhulpverlening. Uitgangspunt van de visie is dat Zaanse burgers die om hulp vragen een passend aanbod ontvangen. Echter Zaanstad zal niet iedereen meer een schuldregeling aanbieden. Burgers die ook problemen op andere gebieden hebben en voor wie een schuldregeling daardoor vrijwel nooit succesvol is, worden eerst verwezen naar een andere vorm van hulpverlening. Mogelijke consequenties hiervan voor andere taakvelden worden gelijktijdig met het uitwerken van de visie in beeld gebracht. In deze begroting worden extra middelen voor schuldhulpverlening beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn nodig om de huidige budgetten schuldhulpverlening op peil te houden, doordat tijdelijke middelen na 2011 wegvallen. Effectdoelstelling 3: Integratie Beheersing van de Nederlandse taal is essentieel om te kunnen meedoen in de samenleving. Daarom ligt daar de nadruk op bij de uitvoering van het integratiebeleid. Dit past binnen de doelen van de in 2009 vastgestelde Integratieagenda: dat inwoners ongeacht hun herkomst zoveel mogelijk participeren; dat gemeente en voorzieningen vanuit de filosofie “de klant centraal” ook toegesneden zijn op de vraag van inwoners van niet-westerse herkomst; dat inwoners in al hun diversiteit goed met elkaar omgaan. Inzet voor 2011 is de doorontwikkeling van integratie als facetbeleid. Dat wil zeggen dat ook andere programmavelden zoals Wonen, Jeugd, Onderwijs, Maatschappelijke Ondersteuning en Welzijn, Sport en Recreatie en Bestuur en Organisatie bijdragen om de participatiekansen te vergroten en het goed samenleven tussen verschillende groepen inwoners te bevorderen. Daarnaast zijn ook inburgeringstrajecten een middel om te komen tot integratie en wordt binnen de afnemende educatiemiddelen van het Participatiebudget zoveel mogelijk ingezet op taalverwerving. Met betrekking tot inburgering heeft het demissionair kabinet op Prinsjesdag aangekondigd meer eigen verantwoordelijkheid te leggen bij de inburgeraar zelf en het inburgeringsdeel van het participatiebudget in 3 jaar volledig af te bouwen. Dit heeft al gevolgen voor het budget in 2011, zo wordt 30% van het totale inburgeringsbudget in 2011 gekort. In 2010 heeft Zaanstad zich ingespannen veel vrijwillige inburgeraars te laten starten met een inburgeringstraject. Veel van die trajecten lopen door in 2011. Het is de vraag of deze trajecten nog volledig bekostigd kunnen worden naast de trajecten voor verplichte inburgeraars. Het is nu echter nog te vroeg om de volledige consequenties van deze rijksmaatregelen te kunnen overzien. Een ander instrument is het diversiteitsbeleid. De gemeentelijke organisatie wil daarin het goede voorbeeld gaan geven, en een beroep doen op andere organisaties om dit voorbeeld te volgen. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren 1
Verstrekken van bijstand aan burgers van Zaanstad
Uitgaven inkomensdeel WWB blijven binnen het geraamde bedrag.
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
€ 32,0 mln
€ 34,6 mln
€ 34,6 mln
27
Nr.
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
2
Samenwerking Platform Arbeidsmarkt Onderwijs
Realiseren doelstellingen Koersdocument regionaal arbeidsmarktbeleid
3.1
Schuldhulpverlening: Uitwerken van visiedocument
Vaststellen van uitvoeringskader schuldhulpverlening
3.2
Minimabeleid
Uitvoeren van onderzoek armoedeval
4.1
Integratie Inwoners van Zaanstad beheersen de Nederlandse taal en zijn in staat te participeren
Aantal individuele eindrapportages van inburgeraars waaruit blijkt dat het vooraf bepaalde doel is bereikt.
(Netwerken van) Inwoners van Zaanstad zijn met elkaar verbonden
Het percentage inwoners dat in de Zaanpeiling aangeeft dat er tussen autochtone en allochtone inwoners te weinig contacten zijn
4.2.
Realisatie 2009 N.v.t.
-
Begroting 2011
Begroting 2014
50%
100%
--
Maart 2011
Onderzoek
32%
32%
32%
25%
25%
25%
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1 Lagere instroom/ hogere uitstroom WWB Het uitkeringsbestand beweegt mee met de landelijke gemiddelde toename of daling van het uitkeringenbestand. Door: Inzetten van een effectief reïntegratie-instrumentarium en toepassen van controle op rechtmatigheid aan de poort (fraudesignalering). Door een passend reïntegratieaanbod te bieden bij ‘binnenkomst’ wordt de instroom in de WWB zoveel mogelijk beperkt. Professionalisering van werkcoaches en samenwerking met onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Effect zoveel mogelijk leer en/of werktrajecten en arbeidsplaatsen realiseren. Prestatiedoelstelling 2 Samenwerking platform Arbeidsmarkt Onderwijs Doelen koersdocument Platform Arbeidsmarkt Onderwijs nastreven, o.a. ontwikkelen arbeidsmarktmonitor, bevorderen vraaggerichte en gecoördineerde werkgeversbenadering (zoals een centraal werkgeversservicepunt) en versterken relaties op het gebied van leren en werken (zoals inventariseren van wensen en knelpunten en het realiseren van een leerwerkloket). Prestatiedoelstelling 3 Minimabeleid en schuldhulpverlening Minimabeleid uitvoeren ter voorkoming en bestrijding van armoede onder burgers die langdurig leven onder, op of rondom het bestaansminimum. Toekennen van voorzieningen (gemeentelijke minimaregelingen) aan mensen die daar recht op hebben. Uitwerken doelen nieuwe visie schuldhulpverlening. Preventie is en blijft hierbij een belangrijk speerpunt. Voorzetten van het meldpunt voorkoming betalingsachterstanden.
28
Prestatiedoelstelling 4 Integratie Realiseren van de met het Rijk afgesproken inburgeringstrajecten voor inburgeringsplichtige nieuwkomers en een aantal trajecten voor inburgeringsgerechtigden. Het effect van de bezuinigingen door het Rijk zal hierbij meegenomen worden. Voeren van diversiteitsbeleid door zowel de gemeentelijke organisatie als andere organisaties. In 2011 organiseren van een conferentie over diversiteit. Stimuleren van de dialoog en ontmoeting van verschillende (netwerken van) bewoners o.a. door het vergroten van het aantal deelnemende organisatie aan de Dialoog.
4 Risico’s en beheersmaatregelen Prestatiedoelstellingen, risico’s en beheersingsmaatregelen Nr. Prestatiedoelstelling Risico’s
Beheersingsmaatregelen
1.1
Lagere instroom/hogere uitstroom enerzijds en lagere rijksbijdragen anderzijds
Conjunctuur is van invloed op inen uitstroom werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden. De voorspellingen vanuit het Rijk vertonen steeds meer een grilliger beeld. Hierdoor is het lastig betrouwbare voorspellingen te maken.
Opbouwen en inzetten van een reserve I-deel WWB om schommelingen op te kunnen vangen. De reserve wordt gevormd uit eventuele meevallers in het begrotingsjaar tot een maximum van 5% van de uitgaven WWB.
1.2
Uitkering I-deel volgens objectief verdeelmodel
Een scenario is denkbaar dat het Rijk taakstellend bezuinigt op het macrobudget. De gemeente moet de taakstelling zelf zien op te vangen.
Blijven inzetten op vergroten van de uitstroom om de uitgaven te beperken. Versoberen van gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen (hulpfonds) bovenop de wettelijke voorzieningen.
1.3
Inzetten van reïntegratie voorzieningen
Het kabinet moet flink bezuinigingen op de uitgaven. Er zijn signalen dat de reintegratiebudgetten fors zullen worden gekort. Er wordt gewerkt met meerjarige contracten en verplichtingen die over het jaar heenlopen. Minder budget heeft ook gevolgen voor het uitkeringenbestand. Dit zal oplopen en daarmee de bijstanduitgaven.
Langdurige contracten vermijden en geen leveringsverplichtingen opnemen in contracten. Korte trajecten inzetten voor klanten.
1.4
Inzetten middelen WSW
Het Rijk heeft aangekondigd te zullen bezuinigen op het landelijke budget WSW. De gevolgen voor Zaanstad (Baanstede) zijn nog niet bekend.
Afstemmen met Baanstede over de mogelijkheden de uitgaven WSW te beperken.
3.1
Toekennen van voorzieningen in het kader van minimabeleid aan mensen die langdurig onder, op of rondom het bestaansminimum leven. Het betreffen openeinde regelingen
Conjunctuur is van invloed op het aantal personen dat leeft onder, op of rondom het bestaansminimum.
Evaluatie, monitoren en rapportage over het gebruik van het minimabeleid
29
Nr.
Prestatiedoelstelling
Risico’s
Beheersingsmaatregelen
3.2
Preventie en adequate schulpverlening aan burgers die dat nodig hebben
Toename van het aantal klanten als gevolg van de conjunctuur. Stopzetten cofinanciering van woningbouw verenigingen aan het Meldpunt.
Monitoren en evaluatie van het onderhouden van contacten met de betrokken partijen en effectieve uitvoering.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Binnen de zoekrichting 'Maatschappelijke Voorzieningen' zijn de volgende bezuinigingen opgenomen op het gebied van werk & inkomen en integratie. Integratie De bezuiniging wordt in overleg met de betrokken instellingen en het Regenboogoverleg ingevuld. Er wordt kritisch gekeken naar effectiviteit en efficiency. Inzet is om met de na de bezuiniging resterende middelen vooral voorzieningen aan te bieden die gericht zijn op taalverwerving en het concreet vergroten van participatiekansen. Het college heeft oog voor de kwetsbare positie van met name allochtone vrouwen, en zal onderzoeken of bij taalcursussen voorrang gegeven kan worden aan vrouwen met opgroeiende kinderen. Naast de aandacht voor taal en participatie zal er nog een bescheiden budget zijn gericht op ontmoeting en dialoog. Bedacht moet worden dat de financiële middelen voor integratie niet het enige of belangrijkste middel zijn om de doelen van de integratie-agenda te verwezenlijken. Het gaat vooral ook om goed onderwijs, kans op een baan, gemengde woonbuurten, etc. Inzet voor de komende jaren is dat het college ook bij andere beleidsterreinen/programmavelden systematisch aandacht wil besteden aan integratie. Deze maatregelen betreffen een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden in programma 8 (3.4 Maatregelen integratie). Werk en Inkomen Onderzoeken mogelijkheden om delen van de uitvoeringswerkzaamheden W&I te outscourcen. Minder controles op de rechtmatigheid van de uitvoering WWB en overige regelingen. Hierbij wordt in eerste instantie gekeken naar het afschaffen / verder beperken van rechtmatigheidsformulieren en vervangen voor digitaal vriendelijkere oplossingen. Het hulpfonds is geen wettelijke regeling maar een extra lokale generieke inkomensvoorziening. Zaanstad is dan ook vrij om de regels aan te passen of het hulpfonds op te heffen Het hulpfonds bestaat uit twee type uitkeringen voor mensen met een minimuminkomen: een bijdrage in de kosten van schoolgaande kinderen en een bijdrage in de kosten van sociale contacten. De hoogte van de vergoeding van de schoolkosten van de kinderen hangt af van de leeftijd. Bij de verstrekking van het hulpfonds vindt geen controle plaats of deze wordt besteed aan uitgaven waar het voor is bedoeld. Het college wil deze inkomensvoorziening specifieker inzetten. Daarvoor zal het college met een voorstel naar de raad komen. Daarbij worden ook voorzieningen als jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds betrokken. Baanstede Lagere gemeentelijke exploitatiebijdrage door ingevoerde resultaatonafhankelijke bijdrage Baanstede (€ 390.000). Hierdoor is het mogelijk de gereserveerde middelen voor het aanvullen van de exploitatietekorten bij Baanstede vrij te laten vallen. Daarnaast een extra taakstelling op Baanstede (oplopend tot € 250.000 in 2014. Feitelijk betekent dit voor Baanstede een taakstelling oplopend tot € 500.000 in 2014, aangezien Zaanstad voor ongeveer 50% bijdraagt in de gemeenschappelijke regeling). Bezuinigingen op de uitvoeringskosten van Baanstede kunnen door Zaanstad niet eenzijdig worden
30
opgelegd. Zaanstad zal in overeenstemming met Baanstede en de andere gemeenten tot overeenstemming moeten komen. De in de miljoenennota aangekondigde bezuinigingen op het macrobudget WSW kunnen op gespannen voet staan met de taakstelling die Zaanstad voorstelt op Baanstede. De gevolgen hiervan voor Baanstede zijn nog niet bekend.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 2
Product
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 R -415 -440 -515 -640
1029 Sociale 6.7 Maatregelen Baanstede werkvoorziening 2002 Minimavoorzieningen Schuldhulpverlening 2007 Inkomensvoorziening
Lasten WWB
A
300
1.100
1.100
1.100
A
-2.350
-5.430
-6.540
-8.060 5.530
2008 Inkomensvoorziening
Baten WWB
A
5.530
5.530
5.530
2009 Inkomensvoorziening
Andere inschatting risico WWB
A
-1.000
-1.000
0
0
2010 Inkomensvoorziening
Aanpassing mutatie reserve
A
580
1.000
790
790
2021 Inkomensvoorziening
Res.WWB terugdraaien besluit dotatie+onttrekking 3.6.1 Outsourcen
A
-1.700
1.400
1.710
1.710
R
0
-110
-165
-165
R
0
-84
-84
-84
311421 Inkomensvoorziening 311422 Inkomensvoorziening
3.6.2 Minder controles W&I uitvoeren 311423 Minimavoorzieningen 3.6.3 Afschaffen Hulpfonds
R
Totaal 2
0
-50
-100
-150
945
1.916
1.726
31
(bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Programma & Product
Saldo realisatie 2009
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Participatie Inkomensvoorziening Minimavoorzieningen Sociale werkvoorziening
2.119 3.171 3.431 421
4.917 2.846 5.101 521
13.905 37.521 6.919 12.716
-11.000 -35.603 -250 -12.370
2.905 1.918 6.669 346
2.761 2.658 6.472 321
2.761 2.651 6.422 246
2.761 1.190 6.372 121
Subtotaal resultaat voor bestemming
9.142
13.384
71.060
-59.223
11.837
12.212
12.080
10.443
Participatie Inkomensvoorziening Minimavoorzieningen
170 -1.390 0
0 1.340 0
0 0 0
0 0 -400
0 0 -400
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Subtotaal mutaties reserves
-1.220
1.340
0
-400
-400
0
0
0
7.922
14.724
71.060
-59.623
11.437
12.212
12.080
10.443
Mutaties reserves
Totaal resultaat na bestemming
31
2.3 Programma 3: Wonen en ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder: Dhr. J. Olthof (wonen),Dhr. D.D. Straat (ruimtelijke ontwikkeling),Dhr. R.J. Linnekamp (landschap) Coördinator: Dhr. G. J. B Grandiek
1 Doel Duurzame verstedelijking van Zaanstad door het scheppen van voorwaarden om te komen tot meer en betere woningen, gevarieerde bedrijvigheid en het open houden van groene gebieden. De binnenstedelijke ruimte zal efficiënt en innovatief worden benut ten behoeve van een divers en aantrekkelijk aanbod van woningen, bedrijvigheid, erfgoed en voorzieningen voor een vitale stad en leefbare wijken. Door het terugdringen van de milieubelasting wordt Zaanstad een gezonde en leefbare stad waar wonen en werken goed kunnen samengaan. De verbinding tussen Amsterdam en Zaanstad wordt fysiek en mentaal versterkt en de verbinding tussen stad en buitengebied is toegankelijk en aantrekkelijk.
2 Wat willen we bereiken? Zaanstad wil zich blijven ontwikkelen in de metropoolregio door de drie functies wonen, werken en recreëren te versterken. De aantrekkelijkheid van het woningaanbod zal vergroot worden door meer in te zetten op een flexibele, pragmatische strategie, die de kwaliteit in plaats van kwantiteit versterkt. Op deze manier wil Zaanstad de diversiteit van woonmilieus vergroten die aansluiten bij de wensen van de verschillende woonconsumenten. Ter versterking van de economische structuur wordt er in de ruimtelijke ontwikkeling gestuurd op plaats bieden aan sectoren in de (zakelijke) dienstverlening en creatieve bedrijvigheid, want de werkgelegenheid neemt af in de industrie. Er wordt doorgegaan met het toegankelijk maken van het buitengebied voor recreatief gebruik. Effectdoelstelling 1: Optimale ruimtelijke kwaliteit Een goede kwaliteit van de openbare ruimte en de gebouwde omgeving is van invloed op het woonen vestigingsklimaat in Zaanstad. We zetten in op een flexibele, pragmatische strategie, die de kwaliteiten van de historische combinatie van wonen en werken op waarde weet te schatten. Dat past ook bij de historie van de Zaanstreek, want dit is geen klassieke stad die gegroeid is langs middeleeuwse markten, maar een spontane verstedelijking langs de 24 kilometer lange Zaanoevers. Door de keuze voor binnenstedelijke verdichting gecombineerd met hoogwaardige woonkwaliteit en openbare ruimte zonder geweld te doen aan de leefbaarheid, kan het landschap onaangetast blijven. Effectdoelstelling 2: Toename gebruik van recreatie- en groengebieden De combinatie van oude lintdorpen, de diversiteit aan waterrijke landschappen en de waardevolle natuur maken ons onderscheidend binnen de metropoolregio. Dit kostbare groengebied willen we behouden en goed bereikbaar en toegankelijk maken voor bewoners en bezoekers. Effectdoelstelling 3: Verbeterde woonaantrekkelijkheid Zaanstad De woonaantrekkelijkheid maakt het noodzakelijk om de diversiteit aan woonmilieus uit te breiden en de kwaliteit van de woningvoorraad voorop te stellen. Voor iedereen is er een passende woning die aansluit bij de (kwalitatieve) vraag: bouwen naar behoefte. Effectdoelstelling 4: Monumenten en industrieel erfgoed als bijdrage aan het vestigingsklimaat en imago van Zaanstad. Zaanstad heeft een rijk bestand aan monumenten en industrieel erfgoed. Deze kwaliteit versterkt het imago van Zaanstad als betekenisvolle plek en draagt bij aan het vestigingsklimaat. Door monumenten en industrieel erfgoed (deels) opnieuw in te richten worden verleden en toekomst aan elkaar verbonden. Een goed onderhouden monumentenbestand zorgt er voor dat dit in stand blijft.
32
Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren 1
Optimale ruimtelijke kwaliteit
2
Toename gebruik van recreatie- en groengebieden.
3
Verbeterde woonaantrekkelijkheid
4
Monumenten en industrieel erfgoed
Waardering woonomgeving in de Zaanpeiling Verhoogde waardering van recreatiegebieden in de Zaanpeiling Verbetering woonaantrekkelijkheid – Bron: Atlas Nederlandse gemeenten *) Verhoogde waardering historisch cultureel erfgoed/monumentaal karakter van Zaanstad. (te ontwikkelen indicator)
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
7.3
7.3
7.3 Toename met 5%
30 positie G50
30 Positie G50
27 Positie G50
*) Randvoorwaarde realisatie effectdoelstelling: de woonaantrekkelijkheidsindex is een samengestelde indicator en geeft de relatieve positie aan van Zaanstad ten opzichte van de 50 grootste gemeenten in Nederland. Niet alleen het beleidsterrein wonen heeft effect op deze indicator, maar ook beleidsterreinen als ruimtelijke ordening, cultuur, monumenten en toerisme, veiligheid en economische zaken dragen bij aan het verbeteren van de positie.
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Ruimtelijke ontwikkeling Prestatiedoelstelling 1.1 Opstellen van de Ruimtelijke Structuurvisie In 2010 is de RSV in procedure gebracht. Deze leidt naar verwachting tot vaststelling in 2011. Vastgestelde RSV met een nadrukkelijke relatie tot de ESV en SSV. Prestatiedoelstelling 1.2 Bevorderen ruimtelijke kwaliteit Zaanstad stelt een plan van aanpak op om de ruimtelijke kwaliteit te bevorderen. Een onderdeel hiervan is het onderzoek of een stadsarchitect kan worden aangesteld. Welstand wordt vereenvoudigd door maatwerk en leidt tot differentiatie. Regeldruk rondom bouwen wordt verminderd onder andere door de invoering van de WABO. Inventarisatie van locaties (i.c. gebouwen en openbare ruimte) leidende tot een top-5 van knelpunten, waar in de komende 4 jaar een kwaliteitsimpuls kan plaatsvinden. Prioriteit op haalbaarheid en effect. Prestatiedoelstelling 1.3 Stimuleren waterfrontontwikkeling langs de Zaan- en IJ-oevers Op het bestuurlijk overleg Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT) in november 2009 is besloten een MIRT-onderzoek voor de Zaan- en IJoevers uit te voeren. Een eerste inventarisatie van alle lopende projecten wordt uitgevoerd in 2010. MIRT-onderzoek gereed in 2011 voor bestuurlijk overleg Voor de Zaan- en IJoevers in Zaanstad is als vervolg op het Zaanoeverproject een ruimtelijk plan, een milieuplan en een ontwikkelingsstrategie door de Raad vastgesteld Ontwikkelingsstrategie Zaan- en IJoevers heeft in 2011 geleid tot onder andere: o Haalbaar plan voor herstructurering Oostkade gelegen aan de Wilhelminasluis o Stedenbouwkundig plan Houthavenkade (onder trekkerschap van programma Inverdan) en grondexploitatie o Start aanpak monumenten Hembrugterrein o Fietsverbinding Amsterdam is fysiek uitgewerkt o Bootverbinding Zaandam-Amsterdam o Ontwikkelstrategie wordt door Amsterdam onderschreven o In 2011 MIRT onderzoek afgerond en verzoek aan BO MIRT om ZaanIJ tot sleutelproject te benoemen. o Onderzoek naar het instellen van een 2e milieuontwikkelingsgebied ten behoeve van locaties aan het Noordzeekanaal
33
Prestatiedoelstelling 1.4 Actualisatie bestemmingsplannen In 2011 zijn er minimaal drie ontwerpbestemmingsplannen gereed om in procedure te worden gebracht. Het aantal bestemmingsplannen is in deze relevant, aangezien in de plannen is aangegeven hoe de verhoging van ruimtelijke kwaliteit wordt bewerkstelligd Het vast te stellen bestemmingsplan voor de Achtersluispolder maakt onder andere planologisch mogelijk dat er in het ruimtelijk kader een betere verbinding met Amsterdam wordt opgenomen. Landschap Prestatiedoelstelling 2.1 Ontsluiten buitengebieden voor recreatiedoeleinden Het SGP IJ tot Z wordt verder gerealiseerd en ontbrekende recreatieve verbindingen van het Landinrichtingsplan Westzaan worden uitgevoerd. Ingebruikname fietspad Rooswijk Middel Start aanleg voetpad Guisveld Prestatiedoelstelling 2.2 Behouden kwaliteit buitengebieden Het behoud richt zich vooral op het bevorderen van een duurzaam beheer en inrichting van recreatieen groengebieden. Het unieke buitengebied draagt bij aan een optimaal woon- en werkklimaat. Start realisatie Uitwerkingsplan Inrichting en beheer Kalverpolder. Procedure vaststelling beheerplannen Natura 2000. Actualisatie bestemmingsplannen buitengebied. Wonen Prestatiedoelstelling 3.1 Verbeteren kwaliteit bestaande woningvoorraad Om deze doelstelling te realiseren ligt vanuit het programma wonen daarom de focus op het behouden van voortgang in de herstructurering van kwetsbare wijken als Poelenburg, de Rosmolenwijk, Havenbuurt en Wormerveer Noord. We zetten in op een integrale aanpak van stadsvernieuwing waarbij zowel de sociale als de particuliere woningvoorraad wordt betrokken. Uitwerking nieuwe (financiële) arrangementen stadsvernieuwing (start 2011) Afronden aanbiedingsafspraken corporaties Herziening convenant woonruimteverdeling Prestatiedoelstelling 3.2 Terugdringen (kwalitatief) woningtekort door realiseren van een passend aanbod voor verschillende doelgroepen Het bevorderen van de doorstroming en bouwen naar behoefte vraag meer diversiteit en meer kwaliteit in het aanbod en voldoende woningen op maat voor diverse doelgroepen (ouderen, jongeren/starters, zorgvragers en lage inkomensgroepen). Analyse aanbod en behoefte woningen per wijk via de kansenverkenner Herijking individuele afspraken corporaties (start 2011) Randvoorwaarden realisatie prestatiedoelstellingen 3.1 en 3.2 De ambities uit de woonvisie worden mede bereikt door inzet van marktpartijen als corporaties en ontwikkelaars. De gemeente zal echter vanwege de economische crisis meer dan voorheen de regie moeten nemen en ondersteuning bieden om deze ambities te realiseren. Hiertoe heeft de gemeente het volgende instrumentarium: Flexibele toepassing 30/70 regel Inzet BKZ (betaalbare koopwoningen Zaanstad) Prestatieafspraken met corporaties Inzet kansenverkenner per wijk
34
Monumenten en industrieel erfgoed Prestatiedoelstelling 4.1 Behoud van erfgoed en monumenten Meer aangewezen gemeentelijke monumenten Meer aangewezen gemeentelijke beschermde dorps/stadsgezichten Meer afgegeven monumentenvergunningen Meer herbestemmingen van (leegstaande) monumenten en industrieel erfgoed Prestatiedoelstelling 4.2 Stimuleren van nieuwe investeringen in erfgoed Het opstellen van een uitvoeringsprogramma Zaans erfgoedbeleid
4 Risico’s en beheersmaatregelen Nr
Prestatie-indicatoren
Risico’s
Beheersmaatregelen
1.2
Geen investeerders
1.3
Stimuleren waterfrontontwikkeling langs de Zaan- en IJ-oevers Actualisatie bestemmingsplannen
Stapsgewijs planontwikkeling Tijdige actualisatie
2.1
Ontsluiten buitengebieden voor recreatiedoeleinden
2.2
Behouden kwaliteit buitengebieden
3.1
Verbeteren kwaliteit bestaande woningvoorraad
3.2
Terugdringen (kwalitatief) woningtekort door realiseren passend aanbod voor verschillende doelgroepen
Legesheffing niet mogelijk Provinciale subsidies worden minder Gebrek aan middelen om de buitengebieden goed te kunnen onderhouden. Vertraging van de herstructurering
Afnemende woningbouwproductie
Minder planvorming Differentiatie in onderhoud
Stimuleringsregeling overheid; prestatieafspraken met corporaties Stimuleringsregeling overheid; prestatieafspraken met corporaties
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Bundelen van kennisafdelingen Bundelen van kennisafdelingen op het gebied ven gebiedsgerichte ontwikkeling en ruimtelijke omgeving zodat effectiever beleid met minder ambtenaren kan worden opgesteld. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (2.1 Bundelen van kennisafdelingen). Vermindering uitvoering strategisch groenproject Het jaarlijkse budget voor strategisch groenproject is € 300.000. De procentuele bezuiniging is dan in 2011 0%, in 2012 33%, in 2013 en 2014 66%. Deze maatregel heeft gevolgen voor cofinanciering, indien nieuwe projecten na 2012 worden opgestart. Intensiveringen Uitvoeren woonvisie Op 22 januari 2009 is de woonvisie door de Raad vastgesteld. Daarnaast zijn inmiddels prestatieafspraken met de individuele corporaties gesloten. Om de gemeentelijke regierol in het woonbeleid verder uit te bouwen en een stevig uitvoeringsprogramma te realiseren met bijbehorende prestatieafspraken wordt een jaarlijkse bijdrage van € 100.000 ingezet.
35
Investeringen Planontwikkeling De geplande uitbreidingsinvesteringen lopen tot 2018, maar nu wordt al weer gekeken naar projecten na 2018. Gedacht kan worden aan ZaanIJ ontwikkeling, Hembrugterrein en een hoogwaardig openbaar vervoersverbinding. Om dit goed voor te bereiden zijn planstudies noodzakelijk. In het investeringsfonds is hiervoor voor een periode van vier jaar € 2 mln. vrijgemaakt.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 3
Product
5032 Wonen
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 B 100 100 100 100
Uitvoeren woonvisie
5809 Landelijk gebied
2.4 Uitv. strategisch groenproject verminderen 31138 Bestemmingsplannen Vrijval inhuur bestemmingsplannen (incidenteel) Totaal 3
R
0
-100
-200
-200
V
-652
0
0
0
-552
0
-100
-100
(bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Saldo begroting na bw 2010
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Vergunningen openbare ruimte Woonruimtetoewijzing Bestemmingsplannen Stedenb. en planologie Wijken Wonen Landelijk gebied Stedenb. en planologie Stad
708 407 1.142 867 2.077 1.203 390
743 321 1.736 805 -1.090 989 990
605 245 1.328 809 1.640 1.312 419
0 0 0 -151 0 -741 0
605 245 1.328 658 1.640 571 419
605 245 1.256 658 1.240 2.175 419
605 245 1.048 658 1.090 191 419
605 245 1.048 658 1.090 786 419
Subtotaal resultaat voor bestemming
6.793
4.495
6.358
-891
5.467
6.599
4.257
4.851
Wonen Landelijk gebied
891 -83
5.497 0
0 741
-700 -326
-700 415
-165 -1.289
-150 595
-150 0
Subtotaal mutaties reserves
808
5.497
741
-1.026
-285
-1.454
445
-150
7.601
9.992
7.099
-1.917
5.182
5.145
4.702
4.701
Mutaties reserves
Totaal resultaat na bestemming
36
2.4 Programma 4: Bereikbaarheid en mobiliteit Portefeuillehouder: Dhr. D.D. Straat Coördinator: Dhr. G.J.B. Grandiek
1 Doel Het verbeteren van de bereikbaarheid van Zaanstad in de regio. Binnen Zaanstad is een belangrijk doel de bereikbaarheid van de bedrijventerreinen. De gemeente Zaanstad ziet bereikbaarheid als een opgave om alternatieven voor het autovervoer daadwerkelijk aan te bieden, zodat daarmee de kwaliteit en het functioneren van de stad versterkt kunnen worden. De sleutel ligt in het beïnvloeden en faciliteren van de individuele keuzes die reizigers maken. De doorstroming voor alle vervoersstromen is optimaal.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: Optimale doorstroming voor alle vervoersstromen De Gemeente Zaanstad wil de verkeersrelatie met de metropoolregio blijvend versterken. De doorstroming van alle verkeer binnen de gemeente zal geoptimaliseerd worden. Effectdoelstelling 2: Optimale bereikbaarheid vitale locaties Zaanstad Het bereikbaar houden voor zowel personen- als vrachtvervoer van locaties die van essentieel belang zijn voor de economische ontwikkeling en de vitaliteit van Zaanstad. Effectdoelstelling 3: Meer en betere alternatieven voor het autogebruik De gemeente Zaanstad kiest ervoor om de rol van de fiets en milieuvriendelijk Openbaar Vervoer, ook over het water, te versterken. Het gebruiksgemak van het Openbaar Vervoer wordt verder verhoogd. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren Realisatie 2009 1
2
Relatie met de regio versterken
De reistijd op (door de SRA) geselecteerde routes blijft gelijk
Projecten A8 – A9 en tweede Coentunnel gestart.
Doorstroming voor autoverkeer is optimaal
Buiten de spits zijn er geen files voor de auto
Project Provincialeweg gestart.
Doorstroming voor Openbaar Vervoer is optimaal
Volgens het vervoerbedrijf zijn er geen grote knelpunten
Doorstroming voor fietsverkeer is optimaal
Hoofdroutes uit de fietsnota gerealiseerd
Centrum goed bereikbaar
Bezoekers van het centrum zijn tevreden Ondernemers zijn tevreden
Kleine aanpassingen zijn gedaan. HOV Zaancorridor is gestart Fietsnota opgesteld. Snelfietspaden naar Amsterdam aangelegd. Studie uitgevoerd.
Bedrijventerreinen goed bereikbaar
Project ZRW in uitvoering en kleinere projecten
Begroting 2011
Begroting 2014
A8 – A9 op de Rijksagenda en vervolg tweede Coentunnel. Project centrum oostzijde gestart Busstations geopend. Nieuwe projecten in beeld gebracht. Fietspaden in rood asfalt en fietspaden aangelegd
Definitief ontwerp voor A8 – A9 verbinding is gemaakt en tweede Coentunnel is opengesteld. Parkeerverwijssysteem volledig operationeel*.
Plannen zijn opgesteld.
Plannen uitgevoerd*.
ZRW studies afgerond en bouw gestart.
Alle projecten uitgevoerd.
HOV Zaancorridor uitgevoerd*.
Planvorming fietstunnel Guisweg afgerond.
37
Nr.
3
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
gepland
Diverse kleine projecten gestart Eerste fietsenstalling geopend
Fietsgebruik neemt toe
Met 5%
Fietsenstallingen in studie
OV-gebruik neemt toe
Met 5%
Plannen opgesteld voor DRIS en halteverbetering.
Uitvoering plannen
Begroting 2014
Fietsenstallingen bij de stations Zaandam en Wormerveer gereed. Alle plannen uitgevoerd
* onder voorbehoud van het beschikbaar komen van middelen
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1.1 HOV Zaancorridor aanleggen Samen met de regio wordt een studie gedaan naar het instellen van een Hoogwaardige Openbaar Verbinding (HOV) tussen Amsterdam (noord) en Zaanstad. Studie afgerond in 2011. In 2014 zijn de maatregelen uitgevoerd. Prestatiedoelstelling 1.2 A8 - A9 verbinding aanleggen De inpassing in het landschap, de kruising met de Dorpsstraat en de aansluiting op Saendelft zijn aandachtspunten. Samen met de Provincie wordt een studie gedaan naar het realiseren van een verbinding tussen de A8 en de A9 en de financiële haalbaarheid daarvan Prestatiedoelstelling 1.3 Bootverbinding met Amsterdam realiseren In 2009 heeft een proef plaatsgevonden met een bootverbinding van Zaandam naar Amsterdam (CS). In 2011 zal de afronding van de studie plaats vinden in samenwerking met de SRA en de Gemeente Amsterdam, waarin middels een businesscase de haalbaarheid van een structurele bootverbinding wordt onderzocht. Prestatiedoelstelling 1.4 Vaart in de Zaan brengen Door verbetering van de bevaarbaarheid voor grotere schepen zal de Zaan beter benut kunnen worden en aldus bijdragen aan een belangrijker verbinding in de economische structuur. Naast aanpassingen aan de Zaan zal er nader onderzoek gedaan worden naar de gevolgen voor de kruisende wegen (bruggen). Sluizen centrum vervangen (plan van aanpak is in 2011 gereed) Zaanbrug vervangen (onderzoek hiernaar wordt afgerond in 2012) Baggeren Instellen regime brugbediening om de negatieve gevolgen voor het wegverkeer als gevolg van de toegenomen vaarbewegingen te minimaliseren Prestatiedoelstelling 1.5 Barrière werking spoor opheffen De spoorlijn Amsterdam – Zaandam – Alkmaar snijdt de gemeente Zaanstad in twee delen. Voor het goed functioneren van de stad en om de doorstroming te verbeteren is het wenselijk om het aantal ongelijkvloerse kruisingen met het spoor te vergroten en de bestaande overwegen, te verbeteren. Kruisingsvrije overgang nabij de huidige Guisweg (ontwikkelingsplan is gereed in 2011) Verbeteren huidige spoorwegovergang Dorpsstraat, met name voor de veiligheid van fietsers Realisatie De Buiging: een goede oost-west verbinding voor voetgangers en fietsers bij station Zaandam, in combinatie met een nieuwe fietsenstalling Fietsroute Westerwateringtunnel
38
Prestatiedoelstelling 1.6 Optimaliseren parkeren In 2010 is de parkeernota vastgesteld. Hieruit vloeit een aantal acties voort om het parkeren in de stad en in het centrum in het bijzonder verder te optimaliseren. Uitbreiden parkeerareaal Aangepaste invulling parkeren belanghebbenden Uitbreiden autodate Stopverbod bij scholen Prestatiedoelstelling 1.7 Verbeteren bereikbaarheid goederenvervoer Om de spits te vermijden willen goederenvervoerders voor het aanleveren en afgeven van goederen ook voor en na de spitstijden bij bedrijven terecht kunnen. Dit stuit mogelijk op overlast voor omwonenden. Om de overlast voor omwonenden te beperken, kan het laden en lossen in een aantal straten in het centrum alleen plaats vinden op bepaalde tijden, de zogeheten venstertijden. Evaluatie venstertijden (laden en lossen op bepaalde tijden in centrum) Dagranddistributie invoeren Implementatie hoofdnet goederenvervoer over de weg Prestatiedoelstelling 1.8 Uitvoeren diverse projecten ZVVP In 2009 is het ZVVP vastgesteld. In het ZVVP is een groot aantal projecten benoemd. De meeste van deze projecten hebben als doel het verbeteren van de fietsmogelijkheden of het openbaar vervoer. Ook in 2011 wordt voort gegaan met het opstellen van nieuwe projecten dan wel wordt aangesloten bij in gang gezette projecten. Prestatiedoelstelling 2.1 Nieuwe bewegwijzering naar Zaanstad en binnen Zaanstad conform de nota bewegwijzering In 2009 is besloten een nieuwe bewegwijzering in te voeren voor het autoverkeer. Eerste fase van het bewegwijzeringsplan is in 2011 uitgevoerd Introductie van een parkeerverwijssysteem Borden op de snelweg zijn aangepast in 2011 Prestatiedoelstelling 2.2 Meedoen bij de aanleg van de tweede Coentunnel De aanleg van de tweede Coentunnel is voor het verkeer in Zaanstad erg belangrijk. De aanleg vindt niet plaats op Zaans grondgebied. Zaanstad tekende wel mee in de bestuursovereenkomst en verleent waar mogelijk medewerking aan het oplossen van vraagstukken. Opening van de tweede Coentunnel is voorzien in 2012 Prestatiedoelstelling 2.3 Aanleg Zuidelijke Randweg Verbindingsweg van de Zuidelijke Randweg naar de Hoofdtocht Verdubbeling van de Den Uylbrug Prestatiedoelstelling 2.4 Verbeteren bereikbaarheid Centrum Verbetering bereikbaarheid oostzijde van het centrum (studie gereed in 2012) Prestatiedoelstelling 3.1 Instellen fietsenstalling Vinkenstraat Grote bewaakte fietsenstalling in de Vinkenstraat (bouw reeds gestart, gereed in 2012) Prestatiedoelstelling 3.2 Invoeren Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS) Op 148 haltes in Zaanstad zal een paneel hangen met de bustijden. Prestatiedoelstelling 3.3 Nieuwe fietsenstalling station Wormerveer Aanpassingen voorplein station Wormerveer Bouw gestart in 2011
39
4 Risico’s en beheersmaatregelen Nr
Prestatie-indicatoren
Risico’s
Beheersmaatregelen
1.2
A8-A9 verbinding aanleggen
Geen cofinanciering
1.5
Barrière werking spoor opheffen
Geen cofinanciering
1.8
Uitvoeren diverse projecten ZVVP
Ambitieus programma
Programma versoberen/faseren of stoppen Programma versoberen/faseren of stoppen Faseren en prioriteren
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen/opbrengsten verhogen Verhogen van parkeerbelastingen De ombuiging voor parkeren biedt een kans en aanleiding om het gehele parkeerproduct te verbeteren. Het huidige parkeerproduct is autonoom en vraaggestuurd gegroeid. Het gevolg is dat het op sommige fronten onduidelijk en complex is zonder dat het veel service biedt. Het voorstel is om aan de hand van vier uitgangspunten het parkeerproduct te verbeteren, zodat niet alleen de inkomsten worden verhoogd, maar ook de kwaliteit van het product toeneemt. De uitgangspunten: Differentiatie van tarieven (aan de meter): hoe dichter bij het centrum, hoe hoger het tarief Eenvoud door met één vergunningtarief te werken Op basis van de uitgangspunten is het voorstel de volgende maatregelen te treffen: 1. Aanpassen van de parkeertarieven; 2. Verhogen gemiddeld tarief vergunningen in combinatie met instellen één tarief voor vergunningen. Investeringen Fietstunnel Westerwatering Het project Fietstunnel Westerwatering is tweeledig. Het gaat om de aanleg van: 1) een fietspad tussen de Westerwateringtunnel en de Vincent van Goghweg 2) een fietsopgang vanuit de tunnel richting het snelfietspad langs de Provincialeweg Dit fietspad brengt de oplossing voor een fietsknelpunt op een belangrijke fietsroute in Zaanstad. Het gaat tevens om een regionale fietsroute. De SRA subsidieert 70% van de totale kosten. De gemeentelijke bijdrage wordt onttrokken uit het investeringsfonds. Spoorwegovergang Assendelft De kruising is de 30e onveiligste kruising van Noord Holland en daarom is het college van mening dat de vernieuwing van de kruising moet worden afgemaakt. Voor dit project ontvangt Zaanstad subsidies van het Rijk en de provincie. Zuidelijke Randweg Zie de toelichting bij prestatie 2.3 ZVVP en fietsparkeren Aan het ZVVP is een uitvoeringsprogramma gekoppeld. Dit uitvoeringsprogramma is ontstaan in een samenwerking tussen de diensten stad en wijken. Voor de periode tot 2014 is een budget van € 2,0 mln. geraamd aan projecten. Het gaat dan om studieprojecten en de uitvoering van kleine werken. Vaart in de Zaan Het project bestaat uit een aantal onderdelen: Het gaat om het verbeteren van de Wilhelminasluis, het baggeren in de Zaan, het realiseren van een nieuwe Zaanbrug tussen Wormerveer en Wormer, het baggeren van de Zaan en diverse aanpassingen.
40
Met deze maatregelen wordt de Zaan beter bevaarbaar voor grotere schepen. De totale investering voor dit project bedraagt € 68 mln. Zaanstad doet voor € 17 mln. (inclusief kosten à € 4 mln. voor het baggeren uit het programma wijkgericht management en beheer) mee.
4
Product
1039 Parkeren
5008 Verkeer- en vervoersbel.Stad 31136 Verkeer- en vervoersbel.Wijken Totaal 4
8.2 Parkeerbelasting verhogen
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 R -277 -766 -766 -766
Expl. Fiestenstalling Vinkenstraat
A
200
200
200
200
VerkeersVeiligheidsPlan Zaanstad (Z/10/122113)
C
38
38
38
38
-39
-528
-528
-528
Begroting saldo primitief 2012
Prog. Wnr
Begroting saldo primitief 2011
6 Begrotingsmutaties financieel Omschrijving
(bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting baten primitief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Begroting lasten primtief 2011
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Verkeer- en vervoersbel.Wijken Parkeren Verkeer- en vervoersbel.Stad
644 -761 654
804 -994 1.277
651 983 1.120
-50 -2.331 0
601 -1.348 1.120
600 -1.951 939
600 -1.955 608
600 -1.957 608
539
1.087
2.754
-2.381
373
-412
-747
-749
Verkeer- en vervoersbel.Stad
210
0
0
-210
-210
0
0
0
Subtotaal mutaties reserves
210
0
0
-210
-210
0
0
0
Totaal resultaat na bestemming
749
1.087
2.754
-2.591
163
-412
-747
-749
Subtotaal resultaat voor bestemming
Mutaties reserves
41
2.5 Programma 5: Milieu Portefeuillehouder: Dhr. R.J. Linnekamp Coördinator: Dhr. P.D. Wekx
1 Doel Het verbeteren en gezonder maken van het leefklimaat voor de Zaankanters, waarmee ook ruimte wordt gecreëerd voor de verdere stedelijke ontwikkeling van Zaanstad en waarmee substantiële stappen worden gezet op weg naar de realisatie van de ambitie van een Klimaatneutraal Zaanstad.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: Halvering milieubelasting Qua huidige milieubelasting hoort Zaanstad tot één van de zwaarst belaste gebieden van Nederland. Bijna alle huizen van de gemeente hebben te maken met één of meerdere milieuthema’s. Dit brengt de veiligheid, gezondheid en leefbaarheid van de Zaanse burgers in gevaar en het houdt een optimale sociale- en economische ontwikkeling tegen. Om dit voor de toekomst te voorkomen wordt er via verschillende actieprogramma’s gewerkt aan een verbetering van de milieukwaliteit. Aangezien de gemeente niet alles zelf kan doen is samenwerking met anderen essentieel. Voor 2020 willen we het aantal milieubelaste woningen terugbrengen van de huidige 60.000 naar 30.000. In deze collegeperiode willen we het terugbrengen naar 50.000. Effectdoelstelling 2: Klimaatneutraal 2020 Gemeente Zaanstad neemt haar verantwoordelijkheid in het klimaatvraagstuk. Daarnaast zien wij dat dit actuele thema doelgroepen bij elkaar brengt en tot samenwerking leidt, die we ook kunnen gebruiken voor de andere opgave van de milieubelasting. Zaanstad streeft er naar in 2020 klimaatneutraal te zijn. Om klimaatneutraal te worden wil de gemeente net zoveel duurzame energie opwekken als zij verbruikt. Daarvoor zet zij in op het terugdringen van het energieverbruik en het opwekken van duurzame energie zoals warmte/koude, zon, biomassa en windenergie. Effectdoelstelling 3: Optimale scheiding van afval In het afvalbeleid stuurt de gemeente op het voorkomen van afval en het zo goed mogelijk scheiden van afval, om een zo hoog mogelijk rendement uit afvalstromen te halen. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
1
Terugdringen milieubelasting
Aantal milieubelaste woningen
60.000
60.000
50.000
2
klimaatneutraliteit
Percentage klimaatneutraal, berekend als het aandeel duurzame energie t.o.v. het totale energieverbruik.
4%
5%
25%
3
Optimale scheiding van afval
Scheidingspercentages per fractie
Zie hieronder
Zie hieronder
Zie hieronder
42
Fractie
Scheidingspercentage 2009
Doelstelling 2012
Groentefruit en tuin afval (GFT)
40.5%/58 kg/inw.
50%/ 70 kg /inw
Papier en karton Glas Textiel Klein Chemisch afval (KCA) Grof huis- huishoudelijk afval Totaal grof huishoudelijk afval
52.3%/48.6 kg/inw. 58.2%/17.5 kg/inw. 31.6%/4.8 kg/inw 48.1%/0.7 kg/inw. 63% /51 kg/inw. 37 % 182 kg/inw.
71 kg/ inw 23 kg/ inw 47%/ 5,9 kg/inw 69% / 1 kg/ inw 70% / 58 kg /inw 47% / 232 kg /inw
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1 Terugdringen Milieubelasting Bodem Aanpak humane spoedlocaties. (in 2011 8 nadere onderzoeken, 3 saneringsonderzoeken/plannen en 3 saneringen) Aanpak spoedlocaties, verspreiding en ecologie. (79 historische onderzoeken, 56 oriënterende onderzoeken, 41 nadere onderzoeken, 15 saneringsonderzoeken/plannen en 8 saneringen) Aanpak asbest in de bodem. (157 historische onderzoeken, 191 oriënterende onderzoeken, 90 nadere onderzoeken, 1 saneringsonderzoek/plan) Voortzetten bodemsaneringen Busch en Dam, Land van Middelhoven, Kan Palen en oudgasfabrieksterrein Wormerveer. Voorbereiding grondwatersanering Scado en oudgasfabrieksterrein Krommenie, indien mogelijk i.v.m. funderingsproblematiek. Begeleiden en beoordelen bodemsituatie Hembrugterrein. Monitoring nazorglocaties. Opstellen Nota bodembeheer (beleid m.b.t. hergebruik grond en bagger) Stimuleren bedrijven tot uitvoering van onderzoek naar potentiële spoedlocaties op eigen terrein, o.a. via de bedrijvenregeling. Geluid
Gevelisolatie van 70 woningen in Westzaan. Saneringwoningen railverkeerslawaai en wegverkeer Afronding plaatsing geluidschermen langs A7/A8 Overleg CROS/BRS/Alderstafel/Progis over luchthaven Schiphol Actief volgen en beïnvloeden ontwikkelingen Westpoort i.v.m. industrielawaai en actief vergunningenbeleid. Uitvoering maatregelen die voorvloeien uit het stappenplan RMV voor thema geluid; o.a. aanpak geluidveroorzakende bedrijven binnen de gemeente
Luchtkwaliteit Stimuleren toepassing schonere brandstoffen Stimuleren uitvoeren emissiescans bij bedrijven Stimuleren uitvoeren wagenparkscans bij bedrijven Vervoersmanagement bij bedrijven die vallen onder het Activiteitenbesluit Aanleg technisch lineair groen Maatregelen om de doorstroming van verkeer te verbeteren Ontbrekende fietsverbindingen aanleggen, goede fietsenstallingen en wachttijdvoorspellers bij verkeerslichten voor fietsers Geur
Het afspreken en in de vergunning vastleggen van een acceptabel hinderniveau met bijbehorend maatregelenpakket bij 4 bedrijven. Convenant sluiten met bedrijven uit het Zaans Proeflokaal
43
Prestatiedoelstelling 2 Klimaatneutraliteit Voorbereiden windpark HoogTij (samenwerkingovereenkomst, MER) Voorbereiden 100 kWp Zon-PV Intensiveren lokaal en regionaal netwerk/ samenwerkingsverband van elektrisch vervoergebruikers E-Harbours organiseert tweede internationale bijeenkomst rond de thema’s elektrisch vervoer en smart grid De eerste van 15 bedrijven die deelnemen in het Triple-D projecten nemen duurzaamheidmaatregelen Bedrijven en organisaties zijn gezamenlijk actief in een leerproces rondom duurzaamheidthema’s (Energie, Onderwijs, Afval, elektrisch vervoer, duurzaam bouwen) Onderzoek naar een flexibel en opschaalbaar warmte- & koudenet is afgerond Duurzaam bouwen wordt verder uitgewerkt in projecten als Poelenburg, Kleurenbuurt, Hembrugterrein en Kreekrijk, nieuw gemeentehuis Prestatiedoelstelling 3 Afvalscheiding Realisatie en opening van de tweede milieustraat en de optimalisatie van de bestaande milieustraat. Dit zorgt voor extra dienstverlening naar de burger toe en verbetering van de scheidingsmogelijkheden. Plaatsing van ten minste 150 ondergrondse containers, dit zorgt voor een verbetering van de dienstverlening en een hoger milieurendement. Optimalisatie en uitbreiding van de inzamelvoorzieningen (ca 40 stuks) voor het gescheiden inzamelen van kunststof verpakkingsafval. Plaatsing van 30 mini inzamelstations voor het gescheiden inzamelen van restmateriaal en herbruikbare producten. De voorbereidingen treffen voor het opstellen van het nieuwe afvalbeleid, waarbij het uitgangspunt is “afval bestaat niet”. Dierenwelzijn In 2011 voeren we onze dierenwelzijnbeleidsplan veder uit. Belangrijkste resultaat is dat we willen komen tot een permanente oplossing voor de vogelopvang.
4 Risico’s en beheersmaatregelen
De ambities waar Zaanstad voor staat kunnen niet alleen door de gemeente worden gerealiseerd. Samenwerking met verschillende partners als collega-overheden, bedrijfsleven en woningcorporaties is noodzakelijk. Dat maakt het succes ook afhankelijk van de inzet van anderen. Dit risico wordt beheerst door vol in te zetten op externe oriëntatie. Daarnaast zullen de ambities de nodige investeringen kosten, waarvan op voorhand nog niet precies duidelijk is hoe groot die zijn en waneer ze plaats moeten vinden. Zaanstad zal dus voorbereid moeten zijn om investeringen te kunnen doen. Er wordt continu gezocht naar externe financieringsbronnen. Gemeente Zaanstad heeft zelf het duurzaamheidsfonds ingericht om duurzame investeringen te kunnen doen, die bijdragen aan de doelstellingen van milieubelasting en klimaatneutraliteit. Daarnaast heeft de raad besloten dat een deel van de NUON-gelden tijdelijk ingezet kan worden voor investeringen in duurzame energie. Deze dienen zichzelf wel terug te verdienen.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Verminderen maatregelen luchtkwaliteit Diverse budgetten worden teruggebracht tot één werkbudget voor het terugdringen van milieubelasting conform college akkoord. Dit bedrag kan dan kleiner zijn doordat een efficiëntere inzet mogelijk is.
44
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 5
Product
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 R -180 -180 -180 -180
5810 Ruimtelijke milieu
2.5 Verminderen maatregelen luchtkwaliteit 31101 Milieubeleidscyclus Zorgplicht dierenopvang en commun. 31111 Bodembeheer Bodemsanering (DU)
A
50
50
50
50
A
1.316
1.316
1.316
1.316
1.186
1.186
1.186
1.186
Totaal 5 (bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Saldo begroting na bw 2010
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Milieuvergunningen Bodembeheer Huishoudelijke afvalstoffen Klimaat & duurzame energie Milieubeleidscyclus en commun. Ruimtelijke milieu Milieubeleid
1.191 -151 -1.436 207 245 701 642
1.435 1.200 -1.398 -5.565 230 643 650
970 1.761 14.282 719 183 1.080 0
0 0 -16.080 0 0 0 0
970 1.761 -1.798 719 183 1.080 0
959 1.760 -1.798 643 183 1.080 0
959 1.759 -1.798 643 183 1.080 0
959 1.758 -1.798 643 183 1.080 0
1.399
-2.803
18.994
-16.080
2.914
2.826
2.825
2.824
901 949 500 -60
0 5.868 650 -650
0 0 0 0
0 -603 0 0
0 -603 0 0
0 -603 0 0
0 -273 0 0
0 -273 0 0
Subtotaal mutaties reserves
2.290
5.868
0
-603
-603
-603
-273
-273
Totaal resultaat na bestemming
3.690
3.065
18.994
-16.683
2.311
2.223
2.552
2.551
Subtotaal resultaat voor bestemming
Mutaties reserves Bodembeheer Klimaat & duurzame energie Ruimtelijke milieu Milieubeleid
45
2.6 Programma 6: Grondzaken en gebiedsontwikkeling Portefeuillehouder: Dhr. D.D. Straat, Dhr. R.J. Linnekamp (Inverdan), Dhr. J. Olthof (Noorderwelf), Mevr. C.M.M. Noom (Zaandam Zuidoost) Coördinator: Dhr. C. Tip
1 Doel Grondzaken Het doel van de paragraaf grondbeleid is inzicht bieden in doelstellingen en realisatie van ruimtelijk beleid. In deze paragraaf worden de onderwerpen behandeld zoals voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De paragraaf grondbeleid bevat: een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; een aanduiding van de wijze waarop de provincie en gemeente het grondbeleid uitvoeren; een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; een onderbouwing van de geraamde winstneming; de beleidsuitgangspunten over de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken. Transparantie van grondbeleid is voor de raad van de gemeente Zaanstad om twee redenen van belang. In de eerste plaats om inzicht te geven in de wijze van financiering van plannen, het gemeentelijke belang daarin en de risico´s. In de tweede plaats vanwege de relatie met de doelstellingen zoals aangegeven in de programma´s. Grondbeleid is één van de instrumenten om beleidsvoornemens te realiseren. Het grondbeleid wordt dan ook ingezet ter ondersteuning van de diverse effectdoelstellingen en prestatiedoelstellingen van de gemeente Zaanstad, niet alleen op ruimtelijk gebied, maar ook op maatschappelijk gebied. Gebiedsontwikkeling Dit deel van het programma richt zich op het ontwikkelen van kansrijke locaties en het voortzetten van de stedelijke vernieuwing om van Zaanstad een moderne woonwerkstad te maken, waarbij binnen vooraf opgestelde (financiële) kaders meer ruimte wordt gegeven aan andere partijen. De gemeente Zaanstad wil daarvoor een investeringsfonds instellen, waaruit investeringen worden betaald die de stedelijke ontwikkelingen ondersteunen. Omdat de omvang van dit fonds niet groot genoeg is om alle investeringen uit te voeren, zal een prioritering moeten worden aangebracht. Hiervoor wordt verwezen naar hoofdstuk 4.4 Investeringen. Zoals al in het programmakkoord 2010 – 2014 is opgenomen zullen de ontwikkelingen in de gebieden Inverdan en Noorderwelf in ieder geval worden voortgezet. Programma Zaandam Zuidoost Via integrale aanpak zorgen voor een aantrekkelijk en levendig woon-werkgebied samen met maatschappelijke partners en bewoners en via een goede monitoring de afzonderlijke stedelijke vernieuwingsprojecten op elkaar afstemmen. Programma Inverdan Centrale doelstelling van Inverdan is Zaanstad een nieuw kloppend hart te geven, ‘een eigenzinnig centrum van de Zaanstreek’. Een stadshart waar wordt gewoond, gewerkt en gerecreëerd, een stadshart waar de inwoners van alle kernen van Zaanstad trots op zijn en waar zij graag willen verblijven. Door het hele gebied in onderlinge samenhang te ontwikkelen, wil de gemeente de verborgen kwaliteiten zichtbaar maken en de potenties beter benutten. Programma Noorderwelf Het doel van het programma Noorderwelf is om de gemeente Zaanstad uit te breiden met een gebied waar de huidige en toekomstige generaties met plezier kunnen wonen, werken en recreëren.
46
Door nieuwe woningen te ontwikkelen, levert de gemeente een bijdrage aan de regionale woningbouwopgave. Het bouwen van nieuwe woningen in diverse categorieën bevordert de wooncarrière van de inwoners van Zaanstad. Daarnaast worden sociale, recreatieve en economische voorzieningen gerealiseerd zoals speelplekken, sportvoorzieningen, scholen, winkels bedrijventerrein etcetera, die voor heel Zaanstad Noord bereikbaar zijn.
2 Wat willen we bereiken? Programma Grondzaken en Gebiedsontwikkeling Het grondbeleid is faciliterend voor de realisatie van effectdoelstellingen in Zaanstad op diverse gebieden (ruimtelijk, sociaal, economisch). Zaanstad voert een selectief grondbeleid. Actief grondbeleid wordt alleen toegepast op vooraf bepaalde plekken, terwijl op andere locaties terughoudendheid past. Daartoe wordt de Nota Gebiedsontwikkeling ontwikkeld.
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Over de planning, financiële prognoses en -realisatie van de prestaties die m.b.v. gebiedsontwikkeling worden uitgevoerd, wordt halfjaarlijks aan het college van b&w en de gemeenteraad gerapporteerd door middel van het (h)MPG. Tegelijk met de Begroting 2011-2014 wordt MPG 10.2 aan het bestuur aangeboden. In deze begrotingstekst wordt daarom volstaan met de planning van de grotere gebiedsontwikkelingen (de programma's) en wordt voor een overzicht van het totaal verwezen naar MPG 10.2. Programma Zaandam Zuid-Oost
Zaandam Zuidoost - Rosmolenwijk, Zaandam Zuid, Poelenburg, Pelders-/Hoornseveld en Kogerveldwijk - is een belangrijk gebied voor Zaanstad. Het is de eerste blik op Zaanstad als je vanaf de snelweg Zaandam binnenrijdt. Hier woont een kwart van alle inwoners van Zaanstad. Het overgrote deel van de sociale woningvoorraad staat hier. Het grootste groengebied binnen de stad ligt hier. Er is een groot aantal voorzieningen binnen handbereik, waaronder scholen, winkelcentra, een ziekenhuis, een zwembad en een sporthal, één van de grootste kinderboerderijen van Nederland en één van de grootste moskeeën van West-Europa. In Zaandam Zuidoost gebeurt veel. Samen met partners in het gebied is een ontwikkelingsvisie voor het gebied opgesteld, waarin staat beschreven hoe de toekomst van Zaandam Zuidoost eruit moet komen te zien. Om deze visie te realiseren worden diverse projecten uitgevoerd door de betrokken woningbouwvereniging of de gemeente. Zaandam Zuidoost is een herstructureringsgebied met diverse plannen. Binnen het programma Zaandam Zuidoost zijn er op dit moment één exploitatieovereenkomst (Gibraltar – winkels en woningen) en twee grondexploitaties in voorbereiding (Gibraltar - school en sportcomplex VVZ/Oostzijderveld). Het programma in zijn geheel bevat meer dan alleen de ruimtelijke plannen. De fysieke plannen worden in samenhang met sociaal-economische programma’s uitgevoerd. Prestatie doelstelling
Prestatie-indicator:
Realisatie 2010
Begroting 2011
Jaar gereed
Realisatie Poelenburg
Ondertekening samenwerkingsovereenkomst Nieuw Poelenburg Tweede ontsluiting
Uitvoeringsprogramma vastgesteld
SOK ondertekend
2010
Uitvoeringsprogramma vastgesteld Uitvoeringsprogramma
Besluitvorming tracé en dekkingsbesluit Voorbereiding gestart
2014
Aanleg geluidschermen
2011
47
Prestatie doelstelling
Realisatie Rosmolenwijk
Realisatie Kleurenbuurt
Realisatie Overig ZZO
Prestatie-indicator:
Realisatie 2010
langs de A8 Vernieuwing woningvoorraad Bestemmingsplan
vastgesteld Uitvoeringsprogramma vastgesteld Uitvoeringsprogramma vastgesteld Uitvoeringsprogramma vastgesteld Bouwvergunning
Inrichtingsplan openbare ruimte Voortgang bouw woningen Luikse Hoven, Koning Davidstraat en Bouwmeesterstraat (totaal 298 woningen) Sociaal Plan
Inventarisatie benodigde flankerende maatregelen
Deelprojecten
Planvorming gestart
Herstructurering Rosmolenwijk Ontwikkelingsplan Kleurenbuurt, incl. ruimtelijke kaders en beeldkwaliteitsplan Samenwerkingsafspraken met ZVH Plan Gibraltar
Voorbereiding
Revitalisering bedrijventerrein Kogerveld
Visie vastgesteld
Voorbereiding Bouwplan-ontwikkeling
Begroting 2011 Start renovatie flatgebouwen Rochdale Voorontwerp Gereed
Jaar gereed 2013 2010 / 2011 2011
Bouw 298 woningen
2013
Park opgeleverd. Tijdelijke speelplaats ingericht. Oplossing Fluxus Eerste aanzet voor studie naar resterende deelprojecten: Belgische straat, Hovenierstraat en Roggeplein. Plannen in voorbereiding gedekt uit PMZ: Bloemstraat, Bouwmeesterstraat, Mgr. Callierstraat. Vaststellen nieuw afsprakenkader Financiële doorrekening plan (m.n. blok gezond leven) en GO/NO GO afmaken Vastgesteld
2012
Woningbouw en nieuwbouw basisschool
2018
2011 2012 (GO/NO GO) 2011 2013
Plan van Aanpak is vastgesteld
Programma Inverdan Met Inverdan werkt Zaanstad aan een nieuw stedelijk centrum. Er verrijst een nieuw stadshart in Zaandam, een knooppunt in de sociale en economische ontwikkeling van het gebied. Het integrale programma bestrijkt in totaal ruim 100 hectare stedelijk gebied. Het betreft het centrumgebied, het gebied aan weerszijden van het station met aan de westkant de Belt, aan de oostkant de Gedempte Gracht en het gebied bij de Zaan. Ook wordt de openbare ruimte grondig aangepakt. Inverdan belooft een gevarieerd en aantrekkelijk stadshart te worden. Er komen nieuwe winkels en bestaande winkels worden opgeknapt. De Gedempte Gracht krijgt zijn water terug, wat het openbare gebied gezelliger en verrassender maakt, met leuke doorkijkjes, bruggetjes en terrasjes. Er ontstaat een gebied met detailhandel, woningen voor verschillende doelgroepen, sociaalmaatschappelijke voorzieningen, kantoorvoorzieningen, een nieuw stadhuis, een nieuw gemeentearchief, een prachtig gelegen fitnesscentrum en een centrale bibliotheek. De bereikbaarheid van het gebied is geregeld met de aantrekkelijke looproute vanaf het station, een centraal busstation onder het stadhuis, een ondergrondse parkeergarage (900 plaatsen), en voldoende fietsparkeerplaatsen. Er worden circa 2500 woningen gerealiseerd, zoals studentenwoningen, zorgwoningen, starterswoningen, ruime eengezinswoningen met tuin en penthouses met een prachtig uitzicht. De komst
48
van nieuwe bewoners maakt de realisatie van nieuwe sociaal-maatschappelijke voorzieningen nodig, zoals onderwijsinstellingen, een jeugdcentrum en zorgsteunpunten. Ook een belangrijke doelstelling van Inverdan is de versterking van de Zaanse economie. Het nieuwe centrum voorziet ook in nieuwe kantoorruimte, met name bedoeld voor sectoren die nog niet sterk aanwezig zijn in Zaanstad. Denk bijvoorbeeld aan dienstverlenende bedrijven, zoals reclame- en ontwerpbureaus. Ook innovatieve ondernemingen die direct of indirect een link hebben met de foodsector worden hiertoe gerekend. Dit soort bedrijvigheid zal de Zaanse economie veelzijdiger en sterker maken. Inverdan biedt een integrale oplossing, waar de gehele gemeente van profiteert. Met Inverdan worden drie vliegen in één klap geslagen: Het centrum wordt een eenheid en tegelijk een levendig, aantrekkelijk en sociaal veilig woon-, verblijf- en winkelgebied; Inverdan versterkt de sociale en economische structuur met nieuwe kantoren, diverse voorzieningen, onderwijsinstellingen en woningen; Hierdoor, en door de bouw van een nieuw stadhuis, krijgt de gemeente eindelijk het stadshart wat zij verdient. Prestatie doelstelli ng
Prestatie-indicator:
Realisatie 2010
Begroting 2011
Realisatie De Knoop
Buiging + inrichting openbare ruimte Stadhuis, archief en busstation Overbouwing spoor Vergaderruimte en bibliotheek Overbouwing Provincialeweg Winkels Provincialeweg Rustenburg Hotel Inntel Poort van Rustenburg Kop Noordschebos Voorbouw Saentoren Figaro Noordschebos Korte Rozengracht inclusief brug Murano Langzaam verkeer route Slinger Stationsplein (inclusief ZZ-top) Blok 16.2 Spoorstrip A Spoorstrip B Vrodest en Uni Invest Eilanden Blok 19.3 Kennisboulevard Torens 3 en 4 Blok 17.2 Cypressehout 100 Deelgebied A fietspad Deelgebied A Deelgebied B Deelgebied C1 Deelgebied C3 Deelgebied D1 Gracht Kiosken Gracht Herinrichting Rozengracht Fietsenstalling Vinkenstraat
Uitvoering Uitvoering Voorbereiding Voorbereiding Gereed
Uitvoering Gereed Uitvoering Uitvoering
Realisatie West
Realisatie Overtuinen
Realisatie Centrum
Voorbereiding Gereed Gereed Uitvoering Voorbereiding Uitvoering Voorbereiding SPvE Uitvoering PvE Voorbereiding Voorbereiding VO/DO Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Uitvoering 1e fase Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Uitvoering Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Ontwerpfase Uitvoering
Uitvoering Voorbereiding Gereed Voorbereiding VO Voorbereiding Gereed VO/DO Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding VO/DO VO VO/DO Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Voorbereiding Uitvoering VO Voorbereiding VO/DO Gereed VO/DO Uitvoering Voorbereiding Voorbereiding Gereed
Jaar gereed 2012 2011 2013 2013 2010 2013 2010 2010 2012 2011 2011 2013 2015 2013 2011 2012 2016 2016 2013 2014 2016 2015 2015 2012 2015 2016 2016 2011 2015 2016 2014 2014 2012 2012 2013 2011
49
N.B. Gehanteerde planningsvolgorde: (S)PvE, VO/DO, voorbereiding, uitvoering, gereed.
Programma Noorderwelf Door uitvoering te geven aan het programma Noorderwelf, wordt ingezet op woningbouw en recreatie in Zaanstad-Noord. Dit geeft een belangrijke impuls aan de ontwikkeling van Zaanstad als toekomstgerichte, leefbare en complete stad. Een impuls, die bestaat uit woningbouw, winkels, zorginstellingen, recreatie, werkgelegenheid, bedrijvigheid, onderwijs, sport, infrastructuur, openbaar vervoer en compensatie van natuur en waterberging. Het programma Noorderwelf is gestart met de ontwikkeling van de VINEX-locatie Saendelft. Vervolgens werd het deelprogramma Poort Clam Dycke aan het programma toegevoegd en is de ontwikkeling van Kreekrijk en De Omzoom gestart. Vanuit het Pakket van Maatregelen is een ontwikkeling op de Overhoeken voorgesteld. Het programma is vanuit Saendelft langzaam uitgegroeid naar de huidige omvang. Daarom is voor de aansturing, de coördinatie en diverse algemene werkzaamheden (Noorderwelf algemeen) budget beschikbaar gekomen uit het voorbereidingsbudget PMZ. Het deelprogramma Poort Clam Dycke is inmiddels afgesloten. Doordat Noorderwelf in de komende jaren richting afronding gaat is er minder budget nodig voor Programmamanagement. Dit geldt tot en met 2012. Met het vrijgekomen budget kan het voorbereidingsbudget van De Omzoom worden gedekt. Prestatie doelstelling
Prestatie-indicator:
Realisatie 2010
Begroting 2011
Jaar gereed
Realisatie Saendelft
Deelplan B1/B2 Middengebied Bedrijventerrein
Ontwerpfase Uitvoering
Ontwerpfase Uitvoering
2013 2013
Realisatie Kreekrijk
Kreekrijk
Ontwerpfase Onderhandelfase
Realisatie De Omzoom
De Omzoom
Bestemmingsplanfa se
Ontwerpfase Financiële doorrekening en go / no go afmaken Voorbereiding 1e deel
2017 2010 / 2011 2012
NB Bij de Overhoeken en Kreekrijk geldt dat er in 2011 op basis van ontwerpen een Go/No go besluit moet worden genomen, alvorens kan worden doorgegaan met de ontwerpfase en de bestemmingsplanfase.
4 Risico’s en beheersmaatregelen Programma Inverdan Prestatiedoelstellin g
Risico’s (op willekeurige volgorde)
Beheersingsmaatregelen
Realisatie Knoop
Niet alle kosten voorfinanciering (deel)overbouwing Provincialeweg kunnen worden terugverdiend, beleidsprestatie (deel)overbouwing onder winkeltjes Provincialeweg komt onder druk te staan. NS Poort Ontwikkeling wil spooroverbouwing niet realiseren onder de gegeven omstandigheden, waardoor de beleidsprestatie mogelijk niet binnen de beleidskaders kan worden gerealiseerd. Tijdelijke voorzieningen om Stadhuis bereikbaar te maken komen mogelijk voor rekening van gemeente. Moeizame onderhandelingen (spooroverbouwing) door belangen-
Bij de onderhandeling op het hoogst haalbare inzetten
Realisatie Knoop
Realisatie Knoop Realisatie Knoop
Afdwingen contract of aansprakelijk stellen voor kosten Betichten van wanprestatie Onderhandelen Onderzoeken optimalisaties Relatiemanagement en lobbyen
50
Prestatiedoelstellin g
Risico’s (op willekeurige volgorde) tegenstelling. Door bodemgesteldheid locatie Saentoren worden stortingskosten vrijkomende grond Saentoren hoger dan voorzien. Realisatie openbare ruimte niet beschikbaar bij ingebruikname onderdelen van de Knoop. C&A en Etos worden niet actief ontwikkeld. Uitstraling op programma. Ontwikkelaar voorbouw Saentoren kan niet meer voldoen aan haar financieringslasten
Realisatie Knoop Realisatie Knoop Realisatie Knoop / Centrum Realisatie Knoop
Beheersingsmaatregelen Juridische procedure tegen gemeente goed (laten) voorbereiden Monitoren uitvoeringsplanning met onderlinge afstemming. Goed communiceren en onderhandelen Zekerstellen aanvullende financiële entiteiten door ontwikkelaar.
Programma Noorderwelf Prestatiedoelstellin g
Risico’s (op willekeurige volgorde)
Beheersingsmaatregelen
Realisatie Kreekrijk
Anterieure overeenkomst wordt nog uitonderhandeld
Scherp onderhandelen.
Programma Zuidoost Prestatiedoelstelli ng
Risico’s (op willekeurige volgorde)
Beheersingsmaatregelen
Realisatie Nieuw Poelenburg Realisatie Kleurenbuurt
Samenwerkingsovereenkomst wordt nog uitonderhandeld Businesscase van beleidsprestaties moet nog worden opgesteld
Scherp onderhandelen Ruimte en kaders optimaal benutten
5 Intensiveringen en bezuinigingen Investeringen Fietsenstalling Inverdan In het kader van het verbeteren van de bereikbaarheid van het centrum met de alternatieven voor de auto is besloten een gratis bewaakte inpandige fietsenstalling te realiseren. Door het beter kunnen stallen van de fiets wordt het aantrekkelijker de fiets als vervoermiddel naar het centrum te kiezen. Tevens voorziet de stalling in een vraag die er nu al is. De SRA betaalt een deel van de investering. Kiosken De gemeente neemt de ontwikkeling van de vier nieuwe kiosken in het centrum (Inverdan) zelf ter hand. Gekozen is voor ontwerpen die de Zaanse bouwtraditie benadrukken en die gebaseerd zijn op bouwwerken zoals ze werkelijk te vinden waren en zijn in de Zaanstreek.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 6
Product
Omschrijving
5001 Erfpacht
Lagere vrijval voorziening erfpacht
5005 Grondzaken
Bijstellen afdracht Alg. reserve Grondzaken Inrichting De Omzoom
5007 Noorderwelf
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 A 130 130 130 130 A
0
693
0
0
A
0
140
100
0
5009 Inverdan Algemeen Progr. Managementkst. Inverdan
V
0
0
-450
-450
5010 PMZ/IBO/etc
V
-700
-700
-700
-700
-570
263
-920
-1.020
Totaal 6
Budgetcorrectie kapitaallasten
(bedragen x 1.000)
51
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Programma & Product
Saldo realisatie 2009
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Grondzaken Gebiedsontwikkeling Midden Erfpacht Grondbeleid Vastgoed PMZ/IBO/etc Inverdan projecten Inverdan Overtuinen Inverdan West Inverdan Knoop Inverdan Centrum Inverdan Algemeen Noorderwelf Gebiedsontwikkeling Noord Gebiedsontwikkeling Zuidoost
-1.513 -1.783 -5.719 926 2.314 7.664 11 0 0 0 0 10.348 974 0 76
-3.784 -1.950 509 945 1.721 9.959 0 0 0 0 0 348 -145 -21 1.377
28 4.984 4.148 976 4.079 9.260 70 119 4.300 4.767 0 12.104 503 2.313 3.372
-28 -6.308 -3.517 -129 -4.014 0 0 -119 -4.300 -4.767 0 -12.016 -670 -2.358 -3.548
0 -1.324 631 847 65 9.260 70 0 0 0 0 88 -167 -45 -176
0 19 631 713 203 8.960 102 0 0 0 0 88 78 -1.239 11
0 20 631 713 203 8.092 102 0 0 0 0 87 143 -458 7
0 20 631 713 202 8.096 102 0 0 0 0 87 43 -468 8
Subtotaal resultaat voor bestemming
13.299
8.960
51.023
-41.772
9.251
9.566
9.541
9.435
11.156 157 -19 656 -7.430 -574 0 -76
2.761 1.035 -10 -934 0 248 35 -1.370
0 1.344 0 0 0 210 60 187
0 0 -10 -682 0 0 0 -4
0 1.344 -10 -682 0 210 60 183
0 2 -10 -606 0 105 1.255 -4
0 0 -10 -603 0 0 476 0
0 0 -10 -603 0 0 486 0
3.869
1.765
1.801
-696
1.105
740
-137
-127
17.168
10.725
52.824
-42.468
10.356
10.306
9.403
9.307
Mutaties reserves Grondzaken Gebiedsontwikkeling Midden Vastgoed PMZ/IBO/etc Inverdan projecten Noorderwelf Gebiedsontwikkeling Noord Gebiedsontwikkeling Zuidoost Subtotaal mutaties reserves Totaal resultaat na bestemming
52
2.7 Programma 7: Jeugd en onderwijs Portefeuillehouder: Mevr. C.M.M. Noom Coördinator: Mevr. C. A. M. Laan
1 Doel Zaanstad wil dat jongeren veilig en gezond opgroeien, wil jongeren kansen bieden om hun talenten te ontwikkelen, een goed opleidingsniveau te behalen en perspectief te hebben op een baan en een eigen inkomen. Ook willen we jongeren binden aan de stad, door samen met hen een goede woon-, leef-, leer- en werkomgeving te creëren en hen uit te dagen een actieve bijdrage te leveren aan een positieve toekomst van de stad. Hierbij hoort een afgestemd voorzieningenniveau en de daarbij passende accommodaties.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: De jeugd (0-23 jaar) kan gezond en veilig opgroeien De gemeente is verantwoordelijk voor de preventieve zorg voor de jeugd van -9 maanden tot 23 jaar. Centrum Jong, voor Jeugd en Gezin, biedt deze ondersteuning en zorgt voor een sluitende aanpak in de keten. Ouders, kinderen of het gehele gezin krijgen in Centrum Jong advies en ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien. Het preventieve aanbod wordt zodanig versterkt dat het beroep op de geïndiceerde hulpverlening zal afnemen. Verder is er specifieke aandacht voor Multiprobleemgezinnen (MPG) en voor kindermishandeling. Zaanstad is trekker van beide beleidsterreinen voor de hele regio Zaanstreek Waterland. Zaanstad neemt deel aan een pilot waarin gekeken wordt of delen van de taken van Bureau Jeugdzorg overgedragen kunnen worden naar Centrum Jong en andere aanbieders van jeugdhulpverlening in onze regio, om zo de drempel naar jeugdzorg te verlagen en de bureaucratie te verminderen.. Effectdoelstelling 2: Optimaliseren van kansen en talentontwikkeling van de jeugd De gemeente en partners gaan verder met de ontwikkeling van de Brede School omdat het kinderen extra kansen biedt om zich op meerdere terreinen verder te ontwikkelen. Door de inzet van combinatiefunctionarissen wordt per wijk de vraag naar activiteiten omgezet naar uitvoering in de wijk waardoor meer kinderen kunnen deelnemen aan activiteiten. Door te participeren kunnen jongeren hun talenten ontwikkelen en hun stem laten horen (adviezen aan de gemeente). De intermediair jongerenparticipatie is aangesteld om jongeren hierin te ondersteunen. Een andere vorm van jongerenparticipatie is de maatschappelijke stage. Effectdoelstelling 3: Meer jongeren halen een startkwalificatie De belangrijkste basis voor het halen van een startkwalificatie is goede taalbeheersing. Voor kinderen die de Nederlandse taal niet goed machtig zijn, wordt een taalontwikkelingsprogramma, de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), aangeboden. Naast kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau wordt VVE aangeboden aan kinderen van wie de ouders anderstalig zijn en kinderen in de kinderopvang. Een diploma (minimaal een startkwalificatie) is de beste garantie voor een goede toekomst en een baan. De gemeente en het onderwijs richten daarom hun energie op het terugdringen van schoolverzuim en schooluitval. Bij schoolverzuim wordt in 2011 vooral ingezet op absoluut verzuim (leerplichtigen die niet op een school staan ingeschreven), andere thuiszitters en het voorkomen van nieuwe voortijdig schoolverlaters (VSV-ers). Jongeren vallen minder uit als zij een goede beroepskeuze hebben gemaakt. Met het project Startbaan wordt ingezet op loopbaanoriëntatie, flitsstages en het vroegtijdig informeren van ouders over de beroepsmogelijkheden. Onder jongeren zonder startkwalificatie is de werkloosheid hoger. In het actieplan Jeugdwerkloosheid zijn specifieke trajecten ingezet voor deze doelgroep. Een belangrijke basisvoorwaarde voor het geven van onderwijs is dat de gemeente zorg draagt voor goede huisvesting van het onderwijs.
53
Effectdoelstelling 4: Instroom en behaalde diploma’s Havo/Vwo naar het landelijk gemiddelde Het college vindt het belangrijk dat kinderen en jongeren hun kansen zo goed mogelijk benutten en een opleidingsniveau behalen dat bij hen past. Dit streven is ook vastgelegd in het Zaans Evenwicht. Uit de gegevens van het CBS blijkt dat het gemiddelde IQ van kinderen in Zaanstad bijna gelijk is aan het landelijk gemiddelde. Opmerkelijk is dat vanuit de eerste gegevens van de onderwijsmonitor Zaanstad kan worden afgeleid dat de instroom naar Havo/Vwo in Zaanstad onder het landelijk gemiddelde is en ook het behalen van het Havo diploma in Zaanstad onder het landelijk gemiddelde blijft. Het Voortgezet Onderwijs doet zelf ook onderzoek naar de resultaten. Wij gaan met de schoolbesturen in gesprek om deze gegevens te analyseren en te bespreken of en zo ja welke kwaliteitsimpuls nodig is om de instroom, het aantal behaalde diploma’s en de afstroom naar het landelijk gemiddelde te laten groeien. Het opleidingsniveau is ook belangrijk in relatie tot de arbeidsmarkt. Als meer jongeren uitstromen met een hoger opleidingsniveau en kiezen voor beroepsopleidingen in sectoren waar vraag bestaat naar personeel komt dat de arbeidsmarkt ten goede. De arbeidsmarkt heeft behoefte ook aan hoger personeel en vraagt om aansluiting bij het onderwijs. Een meer evenwichtige opbouw van de beroepsbevolking veronderstelt een bijdrage van bedrijven en het beroepsonderwijs vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren 1
De jeugd (0-23 jaar) kan gezond en veilig opgroeien
2
Optimaliseren van kansen en talentontwikkeling van de jeugd
3
Meer jongeren halen startkwalificatie
4
Instroom en behaalde diploma’s Havo/Vwo naar het landelijk gemiddelde*
aantal meldingen / doorverwijzingen naar geïndiceerde vormen van jeugdhulpverlening neemt af door verbetering preventief aanbod - aantal fysieke brede scholen (Multi Functionele Accommodatie) - aantal activiteiten/adviezen dat door jongeren wordt georganiseerd/gegeven - aantal vacatures voor maatschappelijke stages die m.i.v. 2011-2012 voor elke VO-scholier verplicht is. - Percentage nieuwe VSV-ers - Herplaatsing VSV-ers in trajecten gericht op behalen startkwalificatie - Aantal leerlingen dat instroomt in Havo/Vwo - aantal leerlingen met Havo /Vwo diploma
Realisatie Begroting Begroting 2009 2011 2014 nvt
450
425
1
1
4
n.v.t.
16
24
1100
1450
1700
4,5% 40%
4,0% 50%
3,5% 60%
42%
43%
45%
33%
35%
37%
*landelijk gemiddelde instroom: 49%, landelijk gemiddelde behaalde diploma’s: 43% 2007-2008 bron CBS
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1 Er is een adequaat preventief aanbod opvoedingsondersteuning Twee nieuwe locaties Centrum Jong (Guishuis en Vurehout); Uitbreiding van preventief aanbod opvoedingsondersteuning (inclusief digitale vormen van informatievoorziening), met extra aandacht voor 12+; Klanttevredenheidsonderzoek Jeugdgezondheidszorg (inclusief Centrum Jong); Onder aansturing van de procesmanager MPG voor elk gezin één gezinsplan en één gezinsmanager. Prestatiedoelstelling 2 In elke Brede School kunnen activiteiten worden uitgevoerd ten behoeve van de ontwikkeling van het kind Doorlopend en aaneengesloten aanbod van 7:00 uur tot 19:00 uur; Uitwisseling van kennis en van personeel en afstemming van pedagogisch beleid.
54
Prestatiedoelstelling 3 Jongeren participeren Intermediair jongerenparticipatie faciliteert advisering door jongeren en stimuleert/ondersteunt initiatieven van jongeren. Jongerenwinkel en werkruimte jongeren vier dagen per week open; Vanaf 2011 lopen 1.700 VO scholieren een maatschappelijke stage; De Vrijwilligerscentrale stemt de vraag naar maatschappelijke stages van het voortgezet onderwijs en het aanbod van stagebieders op elkaar af. Prestatiedoelstelling 4 Verbeteren van de taalvaardigheid Starten met aanbod VVE in de kinderopvang; Meer ambulante inzet, zodat er meer doelgroepkinderen bereikt worden in de gewone peuterspeelzaal; Aanbieden van VVE aan kinderen die niet tot onze doelgroep behoren maar wel een taalachterstand hebben. Prestatiedoelstelling 5 Terugdringen schooluitval Aanpak absoluut verzuim. Ouders/verzorgers van kinderen die niet staan ingeschreven bij een school worden benaderd, zonodig met een huisbezoek; Leerplicht vier dagdelen met spreekuren aanwezig op Regio College en deelname aan alle zorgadviesteams in VO; Jongeren met een VMBO diploma stimuleren zich in te schrijven voor een vervolgopleiding (zomeractie 2011); Huisbezoek aan onbereikbare VSV-ers (zij die niet reageren op een oproep); Jongeren in staat stellen realistische beroepskeuzes te maken o.a. door flitsstages en loopbaanoriëntatie zodat zij hun keuze beter kunnen maken. Prestatiedoelstelling 6 Verbetering huisvesting primair onderwijs. Door uitvoering van het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs verbetert de huisvesting van basisscholen in Zaanstad. Vernieuwing, renovatie en aanpassing van schoolgebouwen Nr
Prestatie-indicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
1
- Aantal locaties Centrum Jong, - Aantal vragen en deelname cursus opvoedondersteuning - Klanttevredenheidsonderzoek Centrum Jong - Percentage 12-15 jarigen dat alcohol drinkt - Aantal gezinnen in de MPG-aanpak (Zaanstreek Waterland) - Aantal geleverde adviezen door jongeren - Percentage bereikte jongeren door intermediair - Aantal organisaties dat MaS vacatures aanbiedt
2 n.v.t.
4 450
4 500
n.v.t. 35% 50
gerealiseerd 32% 75
gerealiseerd 30% 125
n.v.t. n.v.t.
6 3%
12 3%
50 480
75 490
90
104
100 Nog onbekend i.v.m. de nieuwe gewichtenregeling 135
500
250
0
1.000 n.v.t. 70% n.v.t.
1.100 210 80% 3
1.400 250 95% 11
3
4
- Aantal VVE plaatsen
5
- Aantal bereikte verzuimers op het Regio College - Aantal absoluut verzuim van leerlingen neemt af - Aantal jongeren bereikt via Jongerenloket - Begeleiding VSV-ers door RMC - Bereik niet ingeschreven VMBO gediplomeerden;
6
- Renovatie, nieuwbouw, vernieuwbouw van Schoolgebouwen
55
4 Risico’s en beheersmaatregelen
Er is een toename van 8% in de aanvragen voor leerlingenvervoer. Deze groei van leerlingen die in aanmerking komen voor deze regeling is een autonome ontwikkeling waar we geen invloed op hebben. Er kan kostenreductie ontstaan als de ruimere norm van de verordening Zaanstad aangepast wordt naar de landelijke VNG norm. Twee speciaal onderwijs instellingen (REC 2 en REC 4) willen hun nevenvestiging uit Zaanstad terugtrekken vanwege een te kleine en daardoor niet rendabele omvang. Hierdoor zijn er minder mogelijkheden voor “ thuis en nabij onderwijs” en er is een toename van de kosten voor leerlingenvervoer. Samen met de schoolbesturen worden mogelijkheden onderzocht of en onder welke condities deze nevenvestigingen kunnen blijven bestaan. De Wet op de Jeugdzorg gaat wijzigen. Dat leidt naar verwachting tot decentralisatie van de Jeugdzorg richting gemeenten. In welke vorm dit zal gebeuren is op dit moment nog onduidelijk. Dit geldt tevens voor de rol van Bureau Jeugdzorg en de verdeling van de middelen. Binnen het kader van de WMO (preventief jeugdbeleid), neemt de vraag naar preventieve zorg nog steeds toe. We kunnen hier vanuit de brede doeluitkering Jeugd en Gezin gedeeltelijk aan voldoen. Voor de lange termijn hangt inzet van middelen mede samen met de wijze waarop de decentralisatie van de jeugdzorg en het daarbij behorende budget vorm gegeven wordt. In de circulaire van augustus 2010 maakte het Rijk bekend dat een nieuwe gewichtenregeling gehanteerd gaat worden in 2011 voor VVE (voor- en vroegschoolse educatie). Voor Zaanstad betekent dit dat de aantallen zullen worden aangepast en naar beneden bijgesteld. Ook de verdeling van het budget wordt daarop aangepast en zal met circa 1 miljoen afnemen (ongeveer 1/3 van het huidige budget). De gevolgen van dit financieel tekort worden nu uitgewerkt en wordt beoordeeld welke maatregelen er genomen moeten worden om de voortgang van de VVE ontwikkeling niet te belemmeren. De gevolgen worden opgenomen in de kadernota 2012.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Verlagen budget onderwijshuisvesting Verlaging uitgaven onderwijsaccommodaties: budget kan omlaag omdat de komende jaren geïnvesteerd wordt in nieuwe gebouwen. Stoppen met schoolzwemmen Door het stoppen met schoolzwemmen (zie programma sport), kan er ook worden bezuinigd op de kosten voor het vervoer schoolzwemmen. Verlagen budget schoolbegeleidingsdienst Schoolbegeleiding is geen wettelijke taak van de gemeente. De gemeente wil wel blijven investeren in het preventief jeugdbeleid en daarom de inbreng en advies van de schoolbegeleidingsdienst in de Zorg Advies Teams in standhouden. Er is sprake van een afbouwregeling van een gedeelte van de subsidie. Maatregel taakstelling onderwijs Met de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen wordt de zoekrichting voor het onderwijs van € 300.000 niet gehaald. Vanaf 2013 geldt nog een taakstelling voor € 50.000. Het college komt volgend jaar met voorstellen over de invulling van deze taakstelling.
56
Investeringen Areaaluitbreiding onderwijs Met de bouw van een nieuwe woonwijk, is ook de bouw van nieuwe onderwijsgebouwen noodzakelijk. De komende jaren gaat het om schoolgebouwen in de uitbreidingswijken Inverdan Nieuw West, Kreekrijk en Saendelft. Deze kosten worden gedekt uit het investeringsfonds. De verwachting is wel dat een klein deel van deze investeringen over de termijn van 2020 zal gaan lopen, zodat hiervoor 10% na 2020 gefinancierd moet worden. Het bedrag dat dus aangevraagd wordt voor het investeringsfonds is dan ook € 29 mln. tot en met 2020 en bijna € 3 mln. na 2020. Brede scholen De kosten worden gemaakt om initieel een nieuw of te renoveren schoolgebouw uit te breiden met ruimten voor de ‘verbreding’ van de school/scholen naar een multifunctionele accommodatie (MFA). Concrete projecten in de komende jaren zijn Inverdan West, nieuwbouw MFA Gibraltar en vervanging Et Buut/Baken Westerkim op Overtuinen D1.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 7
Product
31109 Lokaal onderwijsbeleid 31110 Kinderopvang
Omschrijving VSV (DU)
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 A 256 256 256 256
Peuterspeelzaalwerk (DU)
A
247
247
247
247
V
100
100
100
100
A
125
300
300
300
R
0
-82
-145
-145
R
0
-50
-50
-50
R
0
0
-50
-50
R
0
-150
-100
-100
728
621
558
558
31125 Onderwijshuisvesting Herschikken taakstelling intensivering Onderwijs 31134 Lokaal Leerlingenvervoer onderwijsbeleid 31170 Lokaal 3.5.2 Stoppen cofin. onderwijsbeleid Schoolbegeleidingsdienst 31171 Lokaal 3.5.3 Stoppen zwemvervoer onderwijsbeleid 31172 Lokaal 3.5.4 Algemene taakstelling onderwijsbeleid Onderwijs Onderwijshuisvesting 3.5.4 Verlag. budget onderwijshuisvesting Totaal 7 (bedragen x 1.000)
57
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Programma & Product
Saldo realisatie 2009
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Jeugdbeleid Jeugdgezondheidszorg Kinderopvang Lokaal onderwijsbeleid Onderwijshuisvesting Volwasseneducatie/ROC
-679 190 -7 3.297 16.783 87
276 241 358 8.732 15.439 45
240 1.830 351 4.953 17.145 34
0 -1.589 0 -439 -331 0
240 241 351 4.514 16.814 34
240 241 351 3.761 17.207 18
240 241 351 3.515 18.626 18
240 241 351 3.405 20.019 18
Subtotaal resultaat voor bestemming
19.671
25.090
24.552
-2.359
22.193
21.817
22.990
24.273
Jeugdbeleid Kinderopvang Lokaal onderwijsbeleid Onderwijshuisvesting
1.056 66 537 -45
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Subtotaal mutaties reserves
1.614
0
0
0
0
0
0
0
21.285
25.090
24.552
-2.359
22.193
21.817
22.990
24.273
Mutaties reserves
Totaal resultaat na bestemming
58
2.8 Programma 8: Maatschappelijke ondersteuning en welzijn Portefeuillehouder: Mevr. C.M.M. Noom Coördinator: Mevr. L. Adolf
1 Doel Het bevorderen op een effectieve en efficiënte wijze van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van mensen in kwetsbare posities en met beperkingen, zodat ze zo goed mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: Meedoen in de samenleving Dit is de kern van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Zoals in het coalitieakkoord "Wederzijds Aanspreekbaar" is aangegeven zijn zelfstandigheid en zelfredzaamheid belangrijk voor mensen; ook mensen met een beperking willen meedoen in de maatschappij. In hoeverre dat lukt kan niet rechtstreeks worden gemeten, en is ook voor een deel afhankelijk van de mensen zelf en hun omgeving. De gemeente kan wel de voorwaarden scheppen, zowel stedelijk als wijkgericht, o.a. door mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen, en indien nodig te zorgen voor professionele hulp. Het Wmo-loket Zorgzaan geeft informatie en advies en vormt de 'toegangspoort' tot de voorzieningen. Voor zeer kwetsbare gevallen is er een vangnet, zoals het Team Bemoeizorg. Effectdoelstelling 2: Gezond leven Gezondheid is een belangrijke randvoorwaarde om mee te kunnen doen in de samenleving. De gezondheid van mensen wordt bepaald door een veelheid aan factoren. Sommige daarvan zijn niet of nauwelijks te beïnvloeden. Een factor die meespeelt en voor een deel wel te beïnvloeden is, is de leefstijl. Dit is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de mensen zelf, en bij jeugd met name ook van de ouders. De gemeente heeft op grond van de Wet publieke gezondheid echter wel de verantwoordelijkheid om bij te dragen aan programma's op het gebied van preventie en gezondheidsbevordering. Ook moet zij eens per vier jaar een nota lokaal volksgezondheid opstellen waarin o.a. staat hoe zij invulling geeft aan de door het Rijk vastgestelde prioriteiten (voor de periode 2008-2011 zijn dat roken, schadelijk alcoholgebruik, overgewicht, diabetes en depressie). De doelstelling in dit programmaveld heeft betrekking op volwassenen; de doelstelling voor jeugd is opgenomen bij programmaveld Jeugd&Onderwijs. Bewegen is ook een belangrijke factor bij gezondheid: daarover is een doelstelling opgenomen in het programmaveld Sport. Effectdoelstelling 3: Sociale samenhang in de wijken Sociale samenhang in een wijk is van groot belang. De gemeente heeft hierin ook een taak op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het doel van het gemeentelijke Wmo-beleid is dat mensen (zo lang mogelijk) kunnen (blijven) functioneren en zichzelf kunnen redden. Waar nodig ondersteund door hun omgeving en netwerk. Om dit te bereiken is sociale samenhang in de wijk essentieel. Daarnaast is het van belang dat de juiste en voldoende voorzieningen in de wijk aanwezig zijn. Op deze wijze worden mensen gefaciliteerd in hun (zelfstandig) functioneren. In wijken waar dit niet vanzelfsprekend is of waar grote ontwikkelingen plaatsvinden is het soms nodig om met behulp van extra programma’s de sociale samenhang en het niveau van de voorzieningen te stimuleren.
59
Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren 1
Meedoen in de samenleving
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
a. Het percentage mensen dat aangeeft te participeren op ten minste twee van de aangegeven terreinen (*) (bron: Zaanpeiling)
nulmeting gepland 2e helft 2010
bepalen n.a.v. nulmeting
bepalen n.a.v. nulmeting
b. Het percentage gebruikers van individuele Wmovoorzieningen dat aangeeft dat de toegekende voorziening bijdraagt aan de zelfredzaamheid. (bron: klanttevredenheidsonderzoek Wmo)
78%
78%
78%
12% (2008)
12%
12%
30% (2008)
30%
30%
19% (2008)
19%
19%
36%
36%
36%
---
nog bepalen in Wmobeleidsplan
nog bepalen in Wmobeleidsplan
85% (2008)
85%
85%
49%
49%
49%
13%
13%
13%
c. De bekendheid van het Wmo-loket Zorgzaan (bron: Zaanpeiling) d. Het percentage inwoners dat aangeeft actief te zijn als vrijwilliger. (bron: Zaanpeiling) e. Het percentage mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn. (bron: Zaanpeiling) f. Het percentage mensen dat matig/ernstig eenzaam is. (bron: GGD-onderzoek, 1 keer in de 4 jaar) g. De omvang van de groep kwetsbaren (dak/thuislozen, chronisch verslaafden) 2
Gezond leven.
a. Het percentage mensen dat de eigen gezondheid een voldoende geeft (bron: Zaanpeiling). b. Het percentage volwassenen met overgewicht en obesitas c. Het percentage mensen dat zwaar alcohol drinkt (minstens 1 keer per week 6 glazen of meer op 1 dag). (bron b en c: GGD-onderzoek, 1 keer per 4 jaar uitgevoerd)
60
Nr.
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
3
Sociale samenhang in de wijken
De rapportcijfers uit de Zaanpeiling voor de sociale samenhang op wijkniveau, in het bijzonder voor de zes wijken die in 2007 onder het Zaans gemiddelde scoorden: Poelenburg Pelder/Hoornseveld Rosmolenwijk Kogerveldwijk Zaandam NieuwWest Assendelft-Noord
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
Pb: 5,1 P/H: 5,4 Rsm: 5,8 Kgv: 5,1 ZNwW: 6,0 ANrd: 6,2
Pb: 5,2 P/H: 5,5 Rsm: 5,9 Kgv: 5,2 ZNwW: 6,1 ANrd: 6,3
Pb: 5,3 P/H: 5,6 Rsm: 6.0 Kgv: 5,3 ZNwW: 6,2 ANrd: 6,4
* in de Visie op participatie worden de volgende terreinen genoemd: werken, een opleiding volgen,een inburgeringscursus doen, een bijdrage leveren aan de wijk of buurt, meehelpen op de school van de kinderen, hulp aan buren, meedoen aan culturele activiteiten, vrijwilligerswerk, mantelzorg, samen sporten.
Toelichting op de effectdoelstellingen De ambitie van het college is om de mate van meedoen, gezond leven en sociale samenhang op peil te houden. Dit vormt een behoorlijke uitdaging, gezien het feit dat het beroep op de voorzieningen vermoedelijk zal stijgen (door vergrijzing, gevolgen van economische situatie etc) en de voorzieningen onder druk kunnen komen te staan door landelijke maatregelen en de gemeentelijke bezuinigingsopgave.
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1.1 Zorgdragen voor een aanbod van (Wmo-)voorzieningen dat mensen in staat stelt mee te doen en zoveel mogelijk aansluit bij hun behoefte Opstellen en uitvoeren van Wmo-beleidsplan 2011-2014, met daarin o.a. een aanbod van algemene voorzieningen dat gericht is op het behouden en vergroten van de zelfredzaamheid en dat zoveel mogelijk tegemoet komt aan de behoeften zoals geïnventariseerd in het behoefteonderzoek 2010 Transitie naar het principe van 'de klant centraal', o.a. via het introduceren van de werkwijze "De kanteling" (bredere en meer vraaggerichte intake, gericht op vinden van een oplossing die aansluit bij de behoeften en eigen mogelijkheden van de klant) en het mede daardoor tot stand brengen van een verschuiving van individuele naar algemene/collectieve voorzieningen Het vragen van een eigen bijdrage waar dat mogelijk is (gelet op draagkracht doelgroep en kosten van inning), zowel bij individuele als bij algemene Wmo-voorzieningen Doorontwikkeling woonservicewijken (6 in 2015) samen met partners Bieden van vrouwenopvang (incl. aanpak huiselijk geweld) en maatschappelijke opvang gericht op hulpverlening en waar mogelijk activering, en realiseren van nieuwbouw/uitbreiding van Sociaal Pension Prestatiedoelstelling 1.2 Vergroten van de bekendheid van het Wmo-loket Zorgzaan Vergroten bekendheid door gerichte PR Vergroten bekendheid door wijkgericht werken en samenwerking met buurthulpcentrale en andere partners Prestatiedoelstelling 1.3 Handhaven van het aantal inwoners dat actief is als vrijwilliger Uitvoeren van de aanbevelingen uit het eind 2010 te verrichten onderzoek naar de effectiviteit van de vrijwilligersondersteuning (werven en makelen van vraag & aanbod vrijwilligers, ondersteunen van vrijwilligers(organisaties)) Promotie van vrijwilligerswerk, inspelen op "de nieuwe vrijwilliger" Subsidiëren van de Buurthulpcentrale (incl. evaluatie in 2011 van werkwijze en resultaten)
61
Prestatiedoelstelling 1.4 Niet laten toenemen van het aantal mantelzorgers dat aangeeft zwaar belast te zijn Centrum Mantelzorg opdracht geven inzichtelijk te maken hoe het bereik vergroot gaat worden Zorgdragen van ondersteuning voor mantelzorgers (informatie/advies/voorlichting, emotionele steun en begeleiding, organiseren van praktische steun en aanvullende zorg via vrijwilligers) Prestatiedoelstelling 1.5 Het vergroten van de effectiviteit en efficiency van zorg- en welzijnsvoorzieningen Het verbeteren van de doorlooptijden van aanvragen voor individuele voorzieningen, en minimaal gelijk houden van de klanttevredenheid over de individuele voorzieningen Systematisch afspraken maken met instellingen over het meten van de klanttevredenheid, en het voeren van gericht beleid op de verbetering van die tevredenheid waar nodig Het waar nodig verhogen van de bezettingsgraad van welzijns- en zorgaccommodaties Afspraken maken met instellingen over hun onderlinge samenwerking en de beoogde resultaten daarvan, zowel inhoudelijk als m.b.t. bedrijfsvoering en huisvesting Prestatiedoelstelling 2.1 Volksgezondheid bewaken en bevorderen Uitvoering (via GGD) taken volgens de wet Publieke Gezondheid, en gerichte acties/projecten inzetten op met name de beleidsspeerpunten alcoholgebruik en overgewicht/obesitas Wijkgericht werken: gezondheidsonderzoek per wijk om specifiek en effectief gezondheidsbeleid te kunnen uitvoeren, coördinatie experiment 'gezonde wijk' in Poelenburg Het voorkomen van verslaving en terugdringen van de persoonlijke en maatschappelijke effecten bij desondanks ontstane chronische verslaving; en het bieden van voorzieningen in het kader van de Openbare geestelijke gezondheid (Oggz) Prestatiedoelstelling 3.1 Het uitvoeren van de Sociale Structuurvisie Het opstellen en realiseren van een uitvoeringsprogramma, in samenhang met de ruimtelijke en economische structuurvisie, dat gericht is op: Sociale kwaliteit van de stad handhaven en waar nodig verbeteren (sociale samenhang, ontmoeting en leefbaarheid), door het stimuleren van ontmoeting, betrokkenheid (burgerschap) en initiatieven in buurten en wijken. Aantrekkelijk woon en leefklimaat bevorderen door kwalitatief goede vrije tijds- en maatschappelijke voorzieningen en een sociale infrastructuur, met een goede spreiding van welzijn- en zorgvoorzieningen die van belang zijn voor het meedoen van alle burgers in hun woonomgeving en stad Een vitale stad creëren door investeren in individuele stijging en zelfredzaamheid: het stimuleren van talentontwikkeling van jongeren en ouderen Het vaststellen van een accommodatiebeleidsplan in 2011 en starten met uitvoering daarvan Prestatiedoelstelling 3.2 Sturen op de realisatie van sociale programma’s in gebieden waar sociale samenhang onder druk staat in 2011 betreft het in ieder geval sociale programma's voor Zaandam Zuid-Oost (in het bijzonder Poelenburg, Rosmolenwijk en Kogerveldwijk), Assendelft-Noord, Zaandam NieuwWest
4 Risico’s en beheersmaatregelen Voor alle prestatiedoelstellingen geldt: sturing in het sociale domein is complex. Het gaat vaak om beïnvloeding van het gedrag van mensen, waarvoor de gemeente slechts een beperkt instrumentarium heeft en waar ook veel andere factoren en partners een rol spelen. De twee grootste risico's bij dit programmaveld zijn: de autonome ontwikkelingen in de omvang van de doelgroep en de ernst van de problemen waarin mensen komen te verkeren (voorbeelden: het tempo van de vergrijzing en de mate waarin
62
ouderen beperkingen gaan ondervinden, en het aantal mensen dat ten gevolge van de economische crisis in een kwetsbare positie komt te verkeren); de te verwachten ingrepen door het rijk in de Awbz (Algemene wet bijzondere ziektekosten), met als mogelijk gevolg een stijgend beroep op (met name de individuele) Wmo-voorzieningen en een cumulatie van eigen bijdragen. Omdat de verstrekking van individuele voorzieningen een open-einde regeling is houdt dit zowel een inhoudelijk als een financieel risico voor de gemeente in; als het aantal aanvragen teveel gaat stijgen zal het voorzieningenniveau moeten worden verminderd om de uitgaven beheersbaar te houden. Beheersmaatregelen tegen deze risico's zijn door de gemeente lastig te nemen. Het is vooral zaak om de ontwikkelingen op de voet te volgen en tijdig het beleid daarop aan te passen. Het college zal met de instellingen een vroegtijdig signaleringssysteem afspreken, zodat instellingen regelmatig aan de gemeente doorgeven of zij een toename zien van het aantal klanten en/of de ernst van de hulpvragen. Zonodig kan dan snel worden bijgestuurd. Het signaleringssysteem kan ook dienen om het eventuele effect van maatregelen vanuit programmaveld Werk en inkomen (reintegratiebudget, schuldhulpverlening e.d.) tijdig te kunnen signaleren en opvangen.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Het vergroten van de effectiviteit en efficiency van de GGD In het Algemeen Bestuur van de GGD, bestaande uit portefeuillehouders van de negen regiogemeenten, is afgesproken dat de GGD met voorstellen komt om de uitgaven te verminderen. Het college van Zaanstad zal in overleg met de GGD en de regiogemeenten een aantal voorstellen aandragen die vooral betrekking hebben op het vergroten van de effectiviteit en efficiency van de GGD, opdat de essentiële gezondheidsvoorzieningen zoveel mogelijk behouden blijven. De bemiddeling door de stadsloods afschaffen De inzet bij deze maatregel is om de match tussen vraag naar en aanbod van accommodaties over te laten aan de markt en de maatschappelijke partners onderling. Dat de partners steeds wijkgerichter gaan werken en elkaar daardoor beter kennen en weten te vinden, zal dat zeker bevorderen. Bezuinigingsopgave Wmo: De bezuinigingsopgave voor de Wmo is taakstellend opgenomen in de Kadernota 2011. De begroting 2011 bevat nog geen uitwerking op maatregelniveau, omdat de maatregelen nog niet in 2011 hoeven in te gaan en via beginspraak zullen worden uitgewerkt bij het opstellen van het Wmobeleidsplan 2011-2014. Het pakket maatregelen wordt april 2011 in het Wmo-beleidsplan 2011-2014 aan de raad voorgelegd, en zal ook worden opgenomen in de Kadernota 2012. Ter toelichting hierover het volgende: Inzet Wmo-beleid komende jaren Transitie inzetten naar een andere manier van werken:"de klant centraal". Vanaf het eerste contact met een klant (bij gemeente en/of instelling) staat diens hele situatie centraal; wat is de behoefte of het probleem, speelt er nog meer, wat kan de klant zelf en/of welk beroep kan hij/zij op de eigen omgeving doen. Eerst brede intake, dan pas als het nodig is een aanvraag voor een voorziening indienen. Nagaan of de klant ook beroep doet op andere voorzieningen (bijv zowel Wmo-voorzieningen via gemeente of instellingen als WWB, schuldhulpverlening etc), en deze goed op elkaar afstemmen, zonodig via casemanager met doorzettingsmacht. Zoveel mogelijk wijkgerichte benadering ('de wijkzuster'). Preventie voorkomt zorg: van generiek naar specifiek, focus op informatie/advies, ontmoeting, activering, aanboren eigen kracht van mensen en hun omgeving ("Welzijn Nieuwe Stijl") Wmo-voorzieningen op langere termijn betaalbaar houden (ondanks stijgende vraag t.g.v. vergrijzing, veranderingen in Awbz en druk op Participatiebudget) door o.a. eigen bijdragen te vragen waar dat mogelijk (draagkracht) en zinvol (kosten/batenafweging) is Samen met partners in sociaal domein doelen van Sociale Structuurvisie realiseren: sturen op voorzieningen ook voor midden- en hogere inkomensgroepen
63
Beginspraak / relatie tot nieuw Wmo-beleidsplan 2011-2014 / volgorde voor zoeken van maatregelen Zoekrichtingen genoemd in kadernota worden via 'beginspraak' uitgewerkt naar maatregelniveau Wmo-bezuinigingsopgave voor 2011 nog niet van toepassing, gaat gefaseerd in vanaf 2012; daarom helderheid op maatregelniveau in kadernota 2012, tegelijk met aanbieding Wmobeleidsplan 2011-2014 Voor Wmo wordt nieuw vierjarig Wmo-beleidsplan 2011-2014 opgesteld, via interactief proces met doelgroepen en instellingen in periode september-december 2010 gevolgd door formele inspraak op ontwerp-plan februari 2011 (daarmee wordt invulling gegeven aan de 'beginspraak') Bij het interactieve proces rondom het Wmo-beleidsplan wordt aan alle betrokkenen duidelijk aangegeven dat voorstellen kunnen worden aangedragen voor de invulling/maatregelen, maar dat de omvang van de bezuiniging niet ter discussie staat; oftewel, ongeacht hoeveel maatregelen er uit de beginspraak komen, het college zorgt voor een dekkend pakket maatregelen voor de raad in april 2011 Het college geeft als uitgangspunt voor het interactieve proces mee dat de volgorde waarin maatregelen worden gezocht is: a. efficiency en effectiviteit vergroten b. eigen bijdrage invoeren/verhogen c. voorzieningen verminderen Zoekrichting 1: Efficiency en effectiviteit vergroten Efficiency: het bereiken van het gewenste resultaat tegen zo laag mogelijke kosten Effectiviteit: de mate waarin de voorzieningen leiden tot het beoogde resultaat en terecht komen bij de mensen voor wie zij bestemd zijn Binnen Wmo zoveel mogelijk inzetten op algemene voorzieningen (d.w.z. niet op indicatie, bijvoorbeeld jongerenregisseurs, ontmoetingsactiviteiten voor ouderen), vanuit de gedachte dat die preventief zijn en per saldo ook goedkoper dan individuele voorzieningen (d.w.z. op indicatie, bijvoorbeeld hulp bij het huishouden) Binnen algemene voorzieningen aansluiten bij het streven 'van generiek naar specifiek': zorgen dat de algemene voorzieningen zoveel mogelijk ten goede komen aan de specifieke groep mensen die ze nodig hebben (en dus niet 'aan iedereen') Zoekrichting 2: Eigen bijdrage invoeren/verhogen Huidige situatie: voor sommige Wmo-voorzieningen wordt nu een eigen bijdrage gevraagd, voor andere niet Voor alle voorzieningen, zowel individuele als algemene voorzieningen, nagaan of een eigen bijdrage kan worden ingevoerd of verhoogd Consequenties daarvan in kaart brengen: zowel voor de doelgroep (bijvoorbeeld: wat is de draagkracht, is te verwachten dat mensen een alternatieve oplossing weten te vinden in eigen kring, is te verwachten dat mensen in de knel komen etc) als voor de uitvoeringsorganisatie (bijvoorbeeld: wegen de baten op tegen de kosten, wat is het verwachte beroep op de bijzondere bijstand etc) Goed letten op eventuele stapeling met eigen bijdragen voor bijvoorbeeld Awbz en ziektekostenverzekering, op moment dat voorstellen vanuit rijk bekend worden Zoekrichting 3: Voorzieningen verminderen Het college wil zoveel mogelijk inzetten op maatregelen zoals genoemd onder 1 en 2, maar bij een omvang van € 1 miljoen bezuinigingen is het verminderen van het voorzieningenniveau naar verwachting onvermijdelijk. Het college kiest in dat geval voor een afgeslankt maar kwalitatief goed stelsel van voorzieningen. Intensiveringen Klant centraal Het doorvoeren van het principe 'de klant centraal' vergt een ingrijpende transitie bij zowel gemeente als instellingen, in een periode waarin het reguliere werk ook gewoon door moet gaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om onderzoek naar klantbestanden (welke klanten maken gebruik van
64
meerdere voorzieningen en zijn die effectief en efficiënt op elkaar en op de behoefte/situatie van de klant afgestemd), het trainen van loketmedewerkers die de integrale situatie van klanten moeten leren overzien, het aanpassen van werkprocessen en werkinstructies (wat gebeurt er na de intake: met welke instelling(en) neemt de loketmedewerker contact op om voorzieningen voor de klant te organiseren, en hoe houdt de casemanager in de gaten of de klant daarmee daadwerkelijk geholpen is) etc. Dit vergt zowel een tijdelijke uitbreiding in personele capaciteit (bijv. via tijdelijke contracten of inhuur) als een budget voor de overige kosten (aanpassen digitale systemen, opleidingen/trainingen etc). Veiligheidshuis Het college heeft op 12 november 2009 besloten dat Zaanstad deelneemt aan het regionale veiligheidshuis. In het veiligheidshuis werken professionals uit de zorg- en veiligheidshuis samen, gericht op jeugdige en volwassen delictplegers. Het doel is uiteindelijk minder recidive en een daling van de criminaliteit en (jeugd)overlast. Wet tijdelijk huisverbod De uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod vloeit voort uit het Implementatieplan Tijdelijk Huisverbod. Daarbij is voor de uitvoering van de Wet Tijdelijk Huisverbod in de regio Zaanstreek/Waterland de keuze gemaakt om de crisisinterventie en de coördinatie van de hulpverlening gedurende de hele periode van het huisverbod te beleggen bij de GGD-ZW. De GGD opereert als hoofdaannemer maar schakelt voor de uitvoering van de hulp organisaties als SMD, Bureau Jeugdzorg en Reclassering in. Ook adviseert de GGD de burgemeester van de betreffende gemeente over het al dan niet verlengen of het intrekken van een huisverbod. Omdat de gemeenten geen extra geld krijgt voor deze extra taak, is een bedrag uit de algemene middelen noodzakelijk.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr
Product
8
1030 Openbare gezondheidszorg 5804 Maatschappelijke participatie 31108 Maatschhulp en dienstverlen 31113 Maatschappelijke participatie 31120 Maatschappelijke participatie 31121 Maatschappelijke participatie 31123 Maatschhulp en dienstverlen 31128 Maatschappelijke participatie 31133 Maatschappelijke participatie 31139 Maatschhulp en dienstverlen 31140 Maatschappopvang Wijken 31173 Openbare gezondheidszorg Totaal 8
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 R 0 0 -200 -200
6.5 Efficiency en effectiviteit GGD verhogen 2.2 Bemiddeling stadsloods afschaffen Alle troeven in handen
R
-68
-68
-72
-72
A
46
0
0
0
Veiligheidshuis
C
45
0
0
0
Onderhoud gebouw De Kaaik
A
50
50
50
50
Huurinkomsten gebouw De Kaaik
A
-120
-120
-120
-120
Wet tijdelijk huisverbod
B
75
75
75
75
3.1 Maatregelen WMO
R
0
-400
-700
-1.000
3.4 Maatregelen integratie
R
-50
-200
-200
-200
Vrouwenopvang
A
1.202
0
0
0
Maatschappelijke Opvang
A
130
0
0
0
Lagere exploitatielasten GGD
V
-125
0
0
0
1.185
-663
-1.167
-1.467
(bedragen x 1.000)
65
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Begroting lasten primtief 2011
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Maatsch. opvang Publiek Maatsch.hulp en dienstverlen. Maatschapp.opvang Wijken Maatschappelijke participatie Openbare gezondheidszorg
0 12.118 357 14.669 2.446
2.455 12.404 2.596 16.254 2.787
2.422 14.134 2.815 19.316 2.636
0 -1.178 -100 -1.268 0
2.422 12.956 2.715 18.048 2.636
2.422 11.097 2.533 17.045 2.761
2.422 11.087 2.533 16.825 2.561
2.422 11.087 2.533 16.523 2.561
Subtotaal resultaat voor bestemming
29.591
36.496
41.323
-2.546
38.777
35.858
35.427
35.125
340 247 425
0 0 77
0 0 0
0 0 -4.039
0 0 -4.039
0 0 -2.764
0 0 -2.764
0 0 -2.764
1.012
77
0
-4.039
-4.039
-2.764
-2.764
-2.764
30.602
36.573
41.323
-6.585
34.738
33.094
32.663
32.361
Mutaties reserves Maatsch.hulp en dienstverlen. Maatschapp.opvang Wijken Maatschappelijke participatie Subtotaal mutaties reserves Totaal resultaat na bestemming
66
2.9 Programma 9: Sport en recreatie Portefeuillehouder: dhr. J. Olthof Coördinator: dhr. M. van den Ende
1 Doel De ingezette vernieuwing van de sportinfrastructuur voortzetten ter bevordering van (sport) participatie, de sociale cohesie en de gezondheid van de Zaankanters.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: Verhogen sportparticipatiegraad in de breedte en mensen op een gezonde manier activeren De gemeente heeft als doelstelling om meer mensen aan het sporten te krijgen. Iedereen in Zaanstad moet de kans hebben om te sporten en te bewegen. Daarnaast ziet de gemeente sport ook als middel om de samenleving te verbinden en om wijkgericht te werken. Om meer mensen aan het sporten en bewegen te krijgen, maakt de gemeente gebruik van sportstimuleringsprojecten. Hierbij wordt op wijkniveau ingespeeld op de behoefte aan sportactiviteiten. Effectdoelstelling 2: Meer ruimte voor topsport en talentontwikkeling Naast het versterken van de breedtesport, is ook het faciliteren van topsport een doelstelling. De breedtesport is een toeleverancier voor de topsport en een broedplaats voor nieuwe sporttalenten. Topsport heeft een voorbeeldwerking en is een inspiratiebron voor de jeugd en aankomende talenten. Op het gebied van accommodaties betekent dit, dat er een uitdaging ligt om een goede balans te vinden tussen het niveau van de voorzieningen en de gebruiksmogelijkheden. Door samen te werken met andere partijen, ervoor te zorgen dat onze accommodaties voldoen aan de eisen van NOC*NSF en de sportbonden, maar ook door over de gemeentegrenzen heen te kijken, liggen er kansen om als gemeente prestatiesport te faciliteren. Effectdoelstelling 3: Sportvoorzieningen zijn multifunctioneel inzetbaar en worden optimaal gebruikt Uit een groot deel van de sportaccommodaties wordt geen optimaal maatschappelijk en/of financieel rendement behaald. Bij nieuwbouw en vervanging van accommodaties wordt eerst gekeken of de sportvoorziening (elders) gecombineerd kan worden met onderwijs, cultuur, zorg en/of recreatie. Vervolgens wordt onderzocht of een accommodatie past in een clustering van sportfuncties. Door samenwerking met andere partijen te stimuleren en sportaccommodaties breder in te zetten in combinatie met onder andere onderwijs, cultuur en gezondheidszorg wordt het gebruik geoptimaliseerd. Effectdoelstelling 4: Een kwaliteitsslag maken in de sportvoorzieningen Om onze ambities te kunnen realiseren, namelijk het verhogen van de sportparticipatiegraad en het versterken van de prestatiesport, zijn goede basisvoorzieningen noodzakelijk. Bij (vervangende) nieuwbouw en grootschalige renovatie wordt de haalbaarheid onderzocht om de accommodaties te laten voldoen aan de eisen van de NOC*NSF en de sportbonden. Effectdoelstelling 5: Versterken sportverenigingen met het oog op hun maatschappelijke functie We willen bereiken dat verenigingen aantrekkelijk zijn voor grote groepen sporters en vrijwilligers en hun maatschappelijke taken goed kunnen uitoefenen. In het kader van de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur wordt geïnvesteerd in combinatiefuncties waarvan sportverenigingen een belangrijk onderdeel vormen. Effectdoelstelling 6: Optimaal beheer van sportaccommodaties Het beheer van met name de binnensportaccommodaties is niet eenduidig georganiseerd. Afstemming en intensivering danwel samensmelting van beheersorganisaties levert niet alleen kansen voor het beter sturen op ambities en doelstellingen, maar ook een doelmatiger inzet van capaciteiten
67
voor beheer. Effectdoelstelling 7: Handhaven van de waardering van de recreatiegebieden We willen bereiken dat de recreatieschappen waarin Zaanstad participeert aantrekkelijk blijven voor de burger die in de directe omgeving van de stad wil recreëren. Dit doen we door bij te dragen aan de uitvoering van de ontwikkelvisies die voor de recreatieschappen Twiske en Alkmaarder- en Uitgeestermeer zijn opgesteld en in uitvoering zijn. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren 1
2 3 4
5
6
Verhogen sportparticipatiegraad in de breedte en mensen op een gezonde manier activeren.
Verbeteren kwaliteit van sportvoorzieningen, meer ruimte voor topsport en optimaal gebruik van sportvoorzieningen.
Versterken sportverenigingen
Handhaven van de waardering van de recreatieschappen
Percentage van de ouderen tussen 65 en 74 jaar die minimaal twaalf keer per jaar aan sport doet. (Bron: Zaanpeiling) Percentage van de jongeren 12 en 24 jaar die minimaal twaalf keer per jaar aan sport doet. (Bron: jongerenpeiling) Percentage jeugd en jongeren die voldoen aan de landelijke beweegnorm: - 6-11 jaar - 12-15 jaar - 16-19 jaar (Bron: Regeling combinatiefuncties) Percentage jongeren tussen de 12 en 24 jaar die tevreden is over de sportvoorzieningen in de wijk. (Bron: Jongerenpeiling) Percentage volwassenen vanaf 18 jaar die tevreden is over sportvoorzieningen in de wijk. (Bron: Zaanpeiling) Percentage volwassenen vanaf 18 jaar die tevreden is over sportvoorzieningen in de stad. (Bron: Zaanpeiling) Totale overcapacitiet van de buitensportvelden Aantal lidmaatschappen bij sportverenigingen onder volwassenen vanaf 18 jaar. (Bron: Zaanpeiling) Percentage sportende jongeren tussen 12 en 24 jaar die lid is van een sportvereniging. (Bron: Jongerenpeiling) Percentage jongeren tussen 12 en 24 jaar die als vrijwilliger in de sport actief is. (Bron: Jongerenpeiling) Rapportcijfer dat tijdens de kwalitatieve monitoring wordt gegeven door recreanten: - waardering Twiske - waardering Almaarder- en
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
38,2% (gemeten in 2008)
40%
42%
81%
82%
85%
18% 62% 50%
19% 62% 50%
22% 64% 52%
46%
47%
50%
56%
57%
59%
75%
76%
78%
12
12
8
-
42%
42%
65%
65%
65%
48%
48%
48%
8 7,9
8 8
8 8
68
Nr.
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
Uitgeestermeer
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1 Talentontwikkeling door een integrale aanpak met behulp van sportstimulering, accommodaties en inzet van verenigingen. Subsidiëren van stimuleringsprojecten mede door het cofinancieren van impulsregelingen voor jongeren, ouderen en speciale doelgroepen Prestatiedoelstelling 2 Blijven aanbieden van sportvoorzieningen tegen maatschappelijke tarieven Subsidiëren exploitanten van de sporthallen; Subsidiëren exploitant van de zwembaden. Prestatiedoelstelling 3 Realiseren van vastgestelde projecten en uitwerken gemaakte afspraken Opstellen en vaststellen van nota binnensport 2012-2016; Uitwerken voorstel voor een evenwichtige, doelmatige spreiding van sportverenigingen en sportvoorzieningen; Investeren in een nieuw sportpark in De Omzoom; Voor een aantal locaties onderzoeken wij de mogelijkheden om te investeren in nieuwe accommodaties, wellicht op topsportniveau. Uitvoeren en evalueren beleidsregels ‘Meedoen in Sport’; Implementeren sportbesluit. Prestatiedoelstelling 4 Vergroten van het aantal schoolgerichte sportverenigingen en stevig inzetten op de uitvoering van het programma Brede School coalities Aansluiten van sportverenigingen bij de Brede School Coalities; Subsidiëren van de Jeugdsportpas. Prestatiedoelstelling 5 Vergroten attractiviteit recreatiegebieden Twiske en Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM)
Subsidiëren van de recreatieschappen Het recreatiegebied in De Omzoom wordt in fasen aangelegd (zie programma grondzaken en gebiedsontwikkeling)
Nr
Prestatie-indicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
1
- Aantal deelnemers aan sportbuurtwerk
5.148tiefuncties
5.200cties
- Aantal deelnemers aan nieuw project GALM - Percentage deelnemers Jeugdsportpas die doorstroomt naar een vereniging - Aantal nieuwe of gerenoveerde accommodaties die voldoen aan de normen van NOC*NSF - Aantal uren benutting van de sporthallen overdag door het onderwijs - Sportpark Provily - Sportpark de Omzoom - Sporthal in Zaanstad Midden - Zwembad in Zaanstad Noord - Blok Gezond Leven (de Vang en de Slag) - Vernieuwde kleedkamers - Aantal sportverenigingen per Brede School Coalitie - Aantal verenigingen die meedoen met de
-
200
Is afhankelijk van combinatiefuncties 250
10% 0
12% 1
15% 2
812
850
900
voorbereiding haalbaarheid 0 0
opgeleverd voorbereiding haalbaarheid haalbaarheid haalbaarheid 5 1 per coalitie
opgeleverd 12 3 per coalitie
19
22
25
3 3 3
4
69
5
Jeugdsportpas a. aantal bezoekers Twiske b. aantal bezoekers RAUM
1.117.000 450.000
1.120.000 452.000
1.122.000 455.000
4 Risico’s en beheersmaatregelen
De voortgang van de aanleg van de Omzoom is afhankelijk van de aankoopprocedure van de benodigde grond. De grondaankoop stond gepland voor 2010. Het risico bestaat dat de procedure langer duurt dan in de planning is opgenomen. Hierdoor wordt de realisatie van het nieuwe sportpark vertraagd. Dit heeft geen financiële consequenties voor de Omzoom, maar wel voor het onderhoud aan de bestaande voorzieningen die naar de Omzoom verhuizen. Het risico van extra kosten voor het onderhouden van de bestaande voorzieningen komt voor rekening van de reserve sport. Voor verenigingen is het in deze periode lastiger om externe financiering te regelen, om in de kleedkamers te investeren. Het risico bestaat dat dit de aanvraag voor kleedkamersubsidies vertraagt, waardoor de kwaliteitsverbetering van de kleedkameraccommodaties achterblijft.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Stoppen met schoolzwemmen Het aanbieden van schoolzwemmen is geen wettelijke taak. Het college vindt het wel van belang dat het onderwijs voldoende mogelijkheden heeft om bewegingsonderwijs te volgen. Uit de praktijk blijkt ook dat 95% van de kinderen al een zwemdiploma heeft voor groep 5. De gemeente zal een vangnetregeling bieden voor kinderen die dan geen diploma hebben. Verminderen budget sportbeleid Uit dit budget worden de benodigde (haalbaarheids)onderzoeken en de externe deskundigheid op het gebied van sportaccommodaties gefinancierd. In de toekomst zullen onderzoeken meer in eigen beheer worden uitgevoerd; voor projecten zal de dekking voor onderzoeken binnen het projectbudget gevonden moeten worden. Besparen op incidentele subsidies sportbeleid Vanuit sport zal er minder subsidie beschikbaar zijn voor sportorganisaties die extra activiteiten willen organiseren. Voor het subsidiëren van wijkse sportactiviteiten zal sport meer moeten samenwerken met het wijkmanagement. Heffing en belastingen sportaccomodaties Er is budgettaire ruimte bij het product ‘heffingen en belastingen’ Aanvullende taakstelling sport De zoekrichting sport vanuit de kadernota wordt niet geheel ingevuld. Daarom is een deel van de bezuiniging taakstellend. Het college verwacht deze taakstelling in te vullen door het accommodatiebeleid op een andere manier in te vullen. Investeringen Omzoom Om de sportparken Provily en Slibkuil te kunnen ontwikkelen tot woonlocatie moeten sportvoorzieningen verplaatst en aangepast worden. De kosten hiervan zijn geraamd op € 14 miljoen. Deze kosten worden voor de helft gedekt uit de opbrengsten van de locatie Provily Slibkuil en voor de helft uit het investeringsfonds.
70
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr
Product
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 V 100 100 100 100
9
31126 Sportaccomodaties Herschikken taakstelling intensiveringen Sport 31161 Sportaccomodaties 3.3.1 Verminderen budget sportbeleid 31162 Sportaccomodaties 3.3.2 Bezuiniging op schoolzwemmen 31163 Sportbeleid 3.3.3 Besp. incidentele subsidies sportbeleid 31164 Sportaccomodaties 3.3.4 Heffingen en belastingen sportaccommodaties 31174 Sportaccomodaties 3.3.9 Aanvullende taakstelling sport Totaal 9
R
-60
-100
-100
-100
R
0
-68
-136
-229
R
-30
-30
-30
-30
R
-10
-10
-10
-10
R
0
-92
-224
-131
0
-200
-400
-400
(bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Programma & Product
Saldo realisatie 2009
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Sportaccomodaties Sportbeleid Recreatiebeleid
4.487 415 1.174
5.307 1.122 1.286
5.101 1.098 1.113
-166 -300 0
4.935 798 1.113
4.828 940 1.113
4.673 940 1.113
4.797 940 1.113
Subtotaal resultaat voor bestemming
6.076
7.716
7.312
-466
6.846
6.881
6.726
6.850
Sportaccomodaties Sportbeleid
2.380 542
1.104 0
0 0
-277 -151
-277 -151
-277 0
-276 0
-314 0
Subtotaal mutaties reserves
2.922
1.104
0
-428
-428
-277
-276
-314
Totaal resultaat na bestemming
8.997
8.820
7.312
-894
6.418
6.604
6.450
6.536
Mutaties reserves
71
2.10 Programma 10: Cultuur Portefeuillehouder: L. Vissers-Koopman Coördinator: Dhr. C. Tip
1 Doel Cultuur brengt de stad tot leven en bevordert “reuring en bekaiks”, zowel voor de eigen bewoners als voor de bezoekers, onder meer door het verbinden van de recreatieve mogelijkheden en de cultuur historische bezienswaardigheden.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: Versterken van het vestigingsklimaat van Zaanstad Cultuur is een vestigingsfactor voor burgers en bedrijven (de Atlas voor Gemeenten 2007). Hiermee heeft cultuur ook een economische betekenis. Vooral mensen met een hogere opleiding willen graag wonen in een stad met een gevarieerd cultureel aanbod. Er is vooral een sterk verband met de aanwezigheid van podia. Bij de bezuinigingen is gekozen voor een sterke culturele infrastructuur met een goede programmering en een gezonde bedrijfsvoering. De ‘woonaantrekkelijkheid’ van Zaanstad heeft ook een relatie met een het erfgoed en de industriële panden aan de Zaan. Effectdoelstelling 2: Bevorderen ontplooiingskansen van (met name) jongeren Elke inwoner van Zaanstad, met jongeren als specifieke doelgroep, moet zo mogelijk in aanraking kunnen komen met een cultuurdiscipline (podiumkunsten, film, media en letteren, cultureel erfgoed, beeldende kunst en amateurkunst). Leerlingen van het basis- en voortgezet onderwijs kunnen via onderwijsprojecten kennismaken met verschillende vormen van cultuur, maar willen daarnaast ook zélf cultuur op hun eigen manier beleven. Effectdoelstelling 3: Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken Cultuur en beeldende kunst bieden de mogelijkheid om op een speciale en vaak indringende manier uiting te geven aan de identiteit van een groep, plek of buurt. Ook heeft een aantal aansprekende community-art projecten, waaraan tal van bewoners en verenigingen meededen, laten zien dat er eensgezindheid of een band kan ontstaan door samen te ‘werken’ aan een gemeenschappelijk thema. Amateurkunst heeft naast intrinsieke waarde voor de ontplooiing van individuele deelnemers, ook grote betekenis voor de sociale cohesie in de wijken. Effectdoelstelling 4: Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad Vooral podia, musea, cultureel erfgoed en evenementen zijn belangrijke culturele voorzieningen als het gaat om de externe aantrekkingskracht en naamsbekendheid van Zaanstad. Daarnaast betalen bezoekers van een theater, museum of festival doorgaans niet alleen hun entreekaartje, maar maken ook gebruik van andere voorzieningen in de stad, zoals horeca. Erfgoedparels als het Hembrugterrein, de Zaanse Schans, de molens en de industriële panden langs de Zaan zijn belangrijke ‘museale’ blikvangers. Zaanstad profileert zich op drie pijlers: First in Food, toerisme en creatieve bedrijvigheid. De gekozen evenementen sluiten hierop aan en zijn gericht op de bewoners van Zaanstad zelf, maar hebben vooral ook tot doel de economische spin-off te vergroten en Zaanstad op de kaart te zetten. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren 1
Versterken van het vestigingsklimaat van
- Aantal mensen met bovenmodaal
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
Saldo 0 1
100
200
1
Dit is het laatst bekende CBS cijfer uit 2006. Het CBS spreekt niet van “bovenmodaal”, maar van “hoog”. Overigens was het aantal vertrekkende huishoudens met een hoog inkomen even groot als het aantal vestigers, waardoor het saldo “0” is.
72
Nr.
2
3
4
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
Zaanstad
inkomen dat zich in Zaanstad vestigt -Percentage jongeren dat actief is in een cultuurdiscipline (JP) -Bekendheid van jongeren met FluXus. Indicator wordt in de Zaanpeiling 2009 opgenomen: - gemiddeld waarderingscijfer van culturele activiteiten door bezoekers -Deelname aan evenementen door mensen van buiten Zaanstad (Evenementenmonito r vanaf 2009) - Bekendheid van de Zaanstreek bij mensen buiten de streek en Amsterdam
Bevorderen ontplooiing jongeren
Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken
Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
34%
40%
50%
60%
65%
80%
6,7
7
8
29% 2
30%
30%
87%
88%
90%
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1.1 Instandhouding culturele basisinfrastructuur Het College heeft gekozen voor behoud van kwaliteit, een gevarieerd aanbod en een solide infrastructuur. Daarom is niet gekozen voor de kaasschaafmethode bij het doorvoeren van de bezuinigingstaakstelling, maar voor gerichte keuzes. Met als gevolg dat het Zaantheater open blijft en de subsidie aan De Kade wordt stop gezet. De educatieve activiteiten van De Kade (de Popschool en het Compaenproject) worden ondergebracht bij FluXus en het Zaantheater. De Bieb(functie) wordt in stand gehouden. Dat kan bijvoorbeeld door het combineren van de vestigingen Wormerveer en Wormerland in Wormer bij voorkeur in de nabijheid van de Zaanbrug. Dit is ook conform vastgesteld beleid. De voortdurend wisselende trends en een publiek, dat hoge kwaliteitseisen stelt en steeds veranderende behoeften heeft, vraagt ook om versterking van de instellingen tot één cultuurstichting om zodoende een grotere efficiency te bereiken en daarmee een nog betere kwaliteit van het aanbod, dat aansluit op de vraag. Beeldende kunst en vormgeving leveren ook een belangrijke bijdrage aan de uitstraling van de stad. Prestatiedoelstelling 2.1 Uitvoeren stimuleringsprogramma cultuurbereik/-participatie, vooral gericht op jeugd en jongeren (relatie met 3.2) In 2009 is gestart met de uitvoering van het programma Cultuurparticipatie. Van het fonds Cultuurparticipatie (FCP) heeft Zaanstad extra middelen ontvangen, namelijk € 111.681 (matchingsgeld), om op 3 thema’s te intensiveren: amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur. Volkscultuur is overigens een nieuw thema binnen het landelijke stimuleringsbeleid. Doel van het programma is om elke inwoner van Zaanstad, met jongeren als specifieke doelgroep, actief in aanraking te brengen met een cultuurdiscipline. Voor de amateurkunst honoreren we bijvoorbeeld projecten die tot doel hebben professionals met amateurs te verbinden. Bij cultuureducatie ligt een belangrijk accent op het bevorderen van buitenschoolse cultuurdeelname. Bij volkscultuur bieden we leerlingen van het voortgezet onderwijs (VO) de gelegenheid om een persoonlijk dossier aan te 2
Het percentage van 29 is een gemiddelde van bezoekers/deelnemers van buiten Zaanstad aan de evenementen Dam tot Damloop, Moisefestival, Zingen op de Zaan en Smaakexplosies.
73
leggen in het Gemeentearchief over de eigen herkomst en achtergrond. In het programma Cultuurparticipatie zijn maatregelen ter verbetering opgenomen, die ten volle worden benut, een kennis- en adviescentrum en financiële ondersteuning van vernieuwende projecten Prestatiedoelstelling 3.1 Uitvoeren van manifestaties en kunst- en cultuurprojecten in de wijken De lijn die is uitgezet met community-art en cultuur in de wijken wordt voortgezet en uitgebouwd. Er komt een duidelijk accent te liggen op de ‘prachtwijk’ Poelenburg, maar ook in andere wijken zijn initiatieven mogelijk. Prestatiedoelstelling 3.2 Stimuleren van amateurkunst Met de aanvullende middelen van het Rijk in het kader van cultuurparticipatie ligt het accent op het stimuleren van vernieuwende activiteiten en projecten in het Programma Cultuurparticipatie: kansen bieden voor samenspel, ontmoeting tussen amateurs en professionals, samenwerking tussen verschillende organisaties en deelnemen aan improvisaties. Het ontdekken van de eigen talenten staat voorop. Het amateurkunstbeleid wordt in de loop van 2011 herijkt en dan zal de subsidieregeling hierop worden toegesneden. Prestatiedoelstelling 4.1 Stimuleren van imagoversterkende beeldende kunst & vormgeving De middelen van de Geldstroom Beeldende Kunst en vormgeving worden ingezet om meer projecten op het gebied van beeldende kunst of vormgeving te kunnen initiëren, stimuleren, subsidiëren en realiseren. Zij moeten het culturele imago van Zaanstad versterken. Een deel van de gelden wordt ingezet om door middel van subsidie lokale en regionale initiatieven te ondersteunen. Ook worden de middelen van de geldstroom ingezet voor aansprekende projecten, zoals een project waarbij het Zaanse bedrijfsleven en culturele ondernemers worden gekoppeld en het project de Zaanse Kleurenwaaier. Prestatiedoelstelling 4.2 Uitvoering geven aan de evenementenaanpak van Zaanse Smaakmakers Aan de hand van de pijlers van het evenementenbeleid: Zaanstad op de kaart, economische spin-off en sociale cohesie, is gekeken naar de evenementen in Zaanstad om te kijken op welke wijze een bijdrage geleverd kan worden aan de bezuinigingen. Uitgangspunt van de nota is om evenementen met subsidie op te bouwen om vervolgens op eigen benen te kunnen staan. Dit betekent dat enkele evenementen in één keer afvallen of worden afgebouwd. Tabel 2: Prestatiedoelstellingen en de daarbij behorende indicatoren Nr. PrestatiePrestatie-indicator Realisatie doelstelling 2009 1.1 Instandhouding - Waardering van bewoners 6.7 culturele over het culturele aanbod basisinfrastructuur - Bezoekersaantallen culturele voorzieningen basisinfrastructuur (exclusief de bezoekers aan de Zaanse Schans) 959.167
Begroting 2011 7
Begroting 2014 8
960.000
960.000
2.1
Uitvoeren - Aantal projecten stimuleringsprogra mma cultuurbereik/deelp rogramma cultuureducatie *
3
4
Niet zeker in welke vorm het project doorloopt.
3.1
Uitvoeren van manifestaties en kunst- en cultuurprojecten in
1
1
2
- Aantal nieuw gestarte community art-projecten
74
Nr.
Prestatiedoelstelling de wijken
Prestatie-indicator
3.2
Stimuleren van amateurkunst
- aantal gesubsidieerde amateurkunstprojecten
4.1
Versterking van beeldende kunst & vormgeving
- Aantal nieuw gestarte projecten beeldende kunst of vormgeving
4.2
Uitvoering geven - Aantal bovenregionale aan evenementen evenementenbeleid uit Zaanse Smaakmakers
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
5
6
n.v.t.
2
Niet zeker in welke vorm het project doorloopt. 2
2
2
2
* Project is gestart in 2009
4 Risico’s en beheersmaatregelen De Zaanse Schans heeft een EFRO – subsidie ontvangen met investeringsverplichtingen, die vóór 1 juli 2012 moeten zijn uitgevoerd. Om dat te realiseren is het noodzakelijk dat de ruimtelijke procedures tijdig worden doorlopen, zodat de tijdsplanning niet in gevaar komt.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Eén cultuurbedrijf De culturele instellingen hebben begin 2010 stil gestaan bij wat ze op langere termijn zouden willen bereiken op het gebied van samenwerking. Ervaringen van anderen hebben duidelijk gemaakt dat het beter is praktisch te beginnen met zaken waarin alle culturele instellingen een toegevoegde waarde zien. In het tweede kwartaal 2010 is door de instellingen een onderzoek gestart naar gemeenschappelijke activiteiten, zoals financiële en personele administratie, ICT. Vanuit een hechtere samenwerking en ondersteuning kunnen de instellingen verder toewerken naar één Stichting Cultuur. Er ontstaat dan een bedrijf van zo’n 125 fte en een omzet van een kleine € 15 mln. In de overhead levert dit besparingen op: minder directeuren, minder stafpersoneel, professionalisering van de bedrijfsvoering, enz. Dit betekent voor de gemeente dat er geen 5 subsidierelaties zijn, maar nog slechts één. Het gaat hier om: FluXus, De Bieb Zaantheater De Fabriek De Bieb Bij de vaststelling van de kadernota is een motie aangenomen van ZOG, VVD, Groen Links, PvdA en Christen Unie (nr. 26, 1 juli 2010). Daarin heeft het college de opdracht gekregen mogelijke alternatieven ter invulling van locaties in Inverdan te zoeken en hierbij een kosten/baten analyse te voegen. Dit onderzoek zal ingaan op de problemen en kansen voor de overbrugging en de ontwikkeling van een bibliotheek op de buiging. In tussentijd wijkt het college niet af van het vigerend beleid. In de begroting zijn hiervoor voldoende middelen beschikbaar. In 2011 en 2012 vallen gereserveerde budgetten voor de verplaatsing van de bibliotheek vrij aangezien de verhuizing nog niet is geëffectueerd. De sluiting van het biebfiliaal Wormerveer gebeurt op basis van vastgesteld beleid. In goed overleg met het gemeentebestuur Wormerland behoort een gedeeld
75
filiaal tot de mogelijkheden bij de Zaanbrug in Wormerland. Op termijn zal het gebruik van e-books toenemen, waardoor minder m2 nodig zijn. Zaanse Schans, Zaans Museum en Vereniging De Zaansche Molen Met de Stichting Zaans Museum wordt in overleg gegaan over de bijdrage die zij kan leveren in een sluitende exploitatie opzet voor toeristische voorzieningen die de Stichting de Zaanse Schans realiseert met EFRO-middelen. Zo kan worden bereikt dat de Stichting de Zaanse Schans niet langer subsidie hoeft te ontvangen. Dit kan verder mogelijk worden gemaakt door eigen inkomsten uit vastgoed en parkeren. De gemeente gaat met de Stichting de Zaanse Schans in overleg over extra middelen voor het onderhoud van de openbare ruimte die nodig zijn voor een kwalitatief goed niveau. De vereniging Zaanse Molen heeft de wens geuit om het molenmuseum naar de Zaanse Schans te verplaatsen. Deze wens wordt nader bekeken. De Kade De gemeente vindt de kwaliteit van de culturele infrastructuur belangrijk en houdt daarbij vast aan het principe ‘liever minder goed doen, dan veel half doen’. Binnen de huidige infrastructuur kan met het beschikbare budget onvoldoende kwaliteit worden gegarandeerd. Daarom wordt ervoor gekozen om de subsidie voor De Kade te beëindigen. Voor twee activiteiten wordt gezocht naar een andere oplossing, De Popschool en het project dat wordt georganiseerd in samenwerking met VMBO school Compaen. Door intrekking van de subsidie aan De Kade, raken de betaalde krachten hun baan kwijt. De Stichting heeft zelf geen middelen om een sociaal plan te financieren. De gemeente is daartoe juridisch weliswaar niet verplicht, maar aangezien het ontslag een directe relatie heeft met het staken van de subsidie door de gemeente, neemt de gemeente de kosten van een sociaal plan voor haar rekening. La Breche Door een kleine groep amateurverenigingen wordt gebruik gemaakt van La Breche. Uit een onderzoek vorig jaar is gebleken dat de subsidie in feite niet naar de verenigingen gaat (ze betalen dezelfde huur als andere organisaties), maar wordt gebruikt om de inkomstenderving in vergelijking met andere evenementen teniet te doen. Dit is een uitzonderlijke regeling die in vergelijkbare gevallen niet getroffen is en daarom vervalt. Fluxus Delen van de huisvesting van FluXus aan het Hof van Zaenden worden afgestoten, waardoor intensiever gebruik van de lokalen Klaas Katerstraat en Westzijde het gevolg is. Gevolg minder kosten beheer en overhead, ook door toepassing deeltijdontslag. Alle cursusactiviteiten worden kostendekkend gemaakt (prijs- en lesdifferentiatie). De niet lesgebonden uren van de docenten worden teruggebracht. Verhoging van de productiviteit. De prijselasticiteit voor de volwassenen wordt onderzocht, waarbij wordt getracht maximaal door te berekenen. Subsidie evenementen afbouwen Voorstel is om enkele evenementen te schrappen of een aantal jaren op te schorten. De gedachte hierbij is dat als het financiële tij weer gunstiger is de evenementen weer opgepakt kunnen worden. Het uitgangspunt van de nota Zaanse Smaakmakers is om nieuwe evenementen bij de start te ondersteunen en na verloop de financiële ondersteuning weer af te bouwen, zodat nieuwe evenementen de kans krijgen zich te ontwikkelen. Het betreft hier vooral de grote evenementen die gericht zijn op de landelijke aandacht. In het coalitieakkoord (hoofdstuk 18) staat dat opnieuw de focus moet worden aangebracht op de keuze van de evenementen. MidzomerZaan heeft een belangrijke Zaanse Sponsor, daarom is dit evenement buiten de bezuiniging gehouden. De gemeente draagt minder bij in financiële zin aan de Dam tot Dam, maar draagt uitgebreid bij in materiële zin. Evenementen 1
Dam tot Dam
2011 10.000
2012 20.000
2013 30.000
2014 30.000
76
2
Sportgala*
11.000
11.000
11.000
11.000
3
Atelierroute*
9.000
9.000
9.000
9.000
4
Smaakexplosies*
-
35.000
35.000
35.000
5
Zingen op de Zaan
-
12.000
12.000
12.000
6
Moisefestival
-
12.000
12.000
12.000
7
Evenementen Binnenstad
20.000
20.000
20.000
20.000
8
Wielerrronde NH*
-
45.000
45.000
45.000
* Bij deze evenementen gaat het om het totale subsidiebudget
Investeringen Bibliotheek Uitgangspunt in de begroting is een bibliotheek in Inverdan van 4.000 m². In verband met de vertraging van de bibliotheek is een herberekening gemaakt. Daaruit blijkt dat er een voordeel ontstaat in de jaren 2011 en 2011 door de vertraging en dat de structurele onderhoudskosten circa € 200.000 hoger uitkomen. De kapitaallasten die uit deze investering voortkomen, worden gedekt door huurinkomsten.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 10
Product
1036 Kunst en cultuur 5003 Bibliotheek 3114101 Kunst en cultuur
Omschrijving 6.15 Subsidie evenementen stoppen Zaanradio
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 R -50 -165 -175 -175 A
37
83
83
83
R
0
-100
-200
-200
0
-50
-100
-886
263
9
-354
-354
-354
-167
-347
-347
-347
-12
-24
-37
-37
-1.172
-1.793
-817
-1.121
3114102 Kunst en cultuur
3.2.1 Eén cultuurbedrijf (Maatregelen cultuur) 3.2.2 Fluxus (Maatregel cultuur)
R
0
3114103 Kunst en cultuur
3.2.3 De Bieb (Maatregel cultuur)
R
-980
3114104 Kunst en cultuur
3.2.4 Zaanse Schans (Maatregel cultuur) 3.2.09 De Kade (Maatregel cultuur) 3.2.10 La Breche (Maatregel cultuur)
R
0
R R
3114109 Kunst en cultuur 3114110 Kunst en cultuur Totaal 10 (bedragen x 1.000)
77
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Begroting lasten primtief 2011
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Bibliotheek Kunst en cultuur Kunsteducatie Monumenten en archeologie Musea
3.828 4.542 1.939 685 1.982
4.149 4.949 1.938 4.818 1.480
3.627 4.595 2.075 740 1.471
-3 -79 -142 0 0
3.624 4.516 1.933 740 1.471
4.274 4.127 1.933 740 1.117
4.598 3.658 1.883 740 1.117
4.344 3.658 1.833 740 1.117
12.976
17.335
12.507
-224
12.283
12.190
11.996
11.692
Bibliotheek Kunst en cultuur Monumenten en archeologie
495 113 204
0 5 0
0 0 0
0 -75 0
0 -75 0
-825 -75 0
0 0 0
0 0 0
Subtotaal mutaties reserves
812
5
0
-75
-75
-900
0
0
13.788
17.340
12.507
-299
12.208
11.290
11.996
11.692
Subtotaal resultaat voor bestemming
Mutaties reserves
Totaal resultaat na bestemming
78
2.11 Programma 11: Wijkgericht werken en beheer Portefeuillehouder: Mevr. L. Vissers-Koopman Coördinator: Dhr. R. Schmidt
1 Doel Het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte door extra te investeren in de inrichting en het beheer ervan, als een belangrijke voorwaarde voor een stad die schoon, heel en veilig is en het verder verbeteren van het wijkgericht werken door meer focus aan te brengen, de sturing te verbeteren en de participatie te verbreden.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: Maatwerk per wijk In een stad als Zaanstad met negentien verschillende wijken en meer dan vijftig unieke buurtjes pakt algemeen beleid niet voor elke wijk even goed uit. Maatwerk leveren is daarom het uitgangspunt. Dat wordt gedaan door goed te weten wat er leeft en speelt binnen een wijk op basis van wijkgerichte informatie en door bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties te betrekken bij de uitvoering én het opstellen van beleid. Een sterke wijkmanager is daarbij een belangrijke speler in het veld. Hij bewaakt het verloop van het WUP en stuurt bij wanneer de doelstellingen niet lijken te worden gehaald, zowel richting partners als naar de sectorale afdelingen binnen de gemeente. Effectdoelstelling 2: Versterken bewonersparticipatie De mate en de kwaliteit van burgerparticipatie gaan wij versterken. Door enerzijds nog beter te achterhalen wat er speelt en leeft in de wijk, anderzijds door bewoners en ondernemers te betrekken bij projecten en onderwerpen die er in de wijk toe doen. Op deze wijze is burgerparticipatie een goede en noodzakelijke aanvulling op de huidige werking van wijkoverleggen. Daarnaast blijven wij zo in contact met bewoners van wijken waar nu geen wijkoverleg is. Effectdoelstelling 3: De openbare ruimte is schoon, heel en veilig. De komende jaren zal voor een bedrag van € 4 miljoen extra beschikbaar zijn voor het uitvoeren van vervangingen in de openbare ruimte om zo de onderhoudsachterstanden van € 53 miljoen in te lopen en het kwaliteitsniveau ‘basis’ te realiseren. Deze extra gelden zijn beschikbaar gekomen door de verkoop van NUON-aandelen. Bij het opstellen van het meerjareninvesteringsplan is rekening gehouden met de wijken die kwaliteitsverbetering het meest nodig hebben, de zogenaamde “aandachtswijken”. Daarnaast zal een deel van het budget ingezet worden op verbetering van bedrijfsterreinen en wordt gekeken waar verbetering van de openbare ruimte bijdraagt aan doelstellingen van milieu (stil asfalt), maatschappelijke ontwikkeling (woonservicewijken) en sociale cohesie in de woonwijken. In 2009 een quick-scan uitgevoerd naar de kwaliteit van het gemeentelijke rioolstelsel. Geconstateerd wordt dat de afgelopen jaren onderhoudsachterstanden in het rioolstelsel zijn ontstaan en dat dit € 60 en € 70 miljoen bedraagt. Om deze onderhoudsachterstanden in te lopen zal het investeringsniveau voor de riolering tot en met 2020 moeten worden verhoogd met € 67 miljoen. Dat betekent een hoger investeringsniveau structureel van bijna € 7 miljoen per jaar. Wel zal waar mogelijk programmatischer gewerkt worden, zodat na riool waar mogelijk direct wordt herstraat of heringericht, waardoor overlast van uitvoering verminderd zal worden. Effectdoelstelling 4: Tevredenheid bij de burger bij de afhandeling van meldingen openbare ruimte. Er zit een grote discrepantie te zitten tussen de objectieve kwaliteit van de afhandeling van meldingen openbare ruimte en de waardering van de burger. Tussen de 85 en 90% van de meldingen worden binnen de gestelde afhandelingtermijn afgedaan. De burger waardeert dat voor 49% als positief. Om hier komend jaar verbetering in aan te brengen spannen we ons in om het proces rond de afhandeling van meldingen efficiënter te organiseren en de communicatie richting de melder te verbeteren.
79
De uitvoering van het onderhoud van de openbare ruimte is noodzakelijk voor een goede leefomgeving. Om de bestuurlijke ambitie Zaanstad, schoon, heel en veilig te maken is ervoor gekozen om meer medewerkers in te zetten, die afkomstig zijn uit de sociale werkvoorziening en instromen via de Wet Werk en Bijstand (WWB). Deze aanpak helpt mensen aan een baan door een tijdelijke werkplek te creëren. Met de extra arbeidsplaatsen kan het wijkgericht werken worden versterkt. Meer medewerkers in de wijken leidt tot een betere openbare ruimte en de gemeente is zichtbaar en herkenbaar aanwezig en daarmee aanspreekbaar in de wijken voor haar inwoners. Effectdoelstelling 5: Vergroten van de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte. Naast het inlopen van de onderhoudsachterstand speelt het kwaliteitsaspect en het gebruik van de openbare ruimte een belangrijke rol. Inverdan is een belangrijk voorbeeld, maar ook de linten en de dorpskernen. Door de tijd heen worden aan de openbare ruimte en het beheer ervan steeds meer eisen gesteld. Dit hangt samen met meerdere ontwikkelingen, zoals de binnenstedelijke verdichting, de milieuopgave, maar ook recreatieve wensen en het gebruik van groen en het spelen in de stad. Het inlopen van de onderhoudsachterstand moet resulteren in een goede en nette uitstraling, maar ook bijdragen aan andere doelstellingen in de wijk, zoals het bevorderen van ontmoetingen, leeftijdsbestendigheid van de wijk en bevorderen van de sociale cohesie. Verder zal gekeken worden, waar lokale kwaliteitsimpulsen een positief effect hebben op de uitstraling van de stad en waar mogelijkheden liggen om door middel van het adopteren van groen, wijkbewoners te betrekken bij het beheer van de openbare ruimte. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Tabel 1: Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr.
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
1
Maatwerk per wijk
n.v.t
18
18
2
Versterken bewonersparticipatie
0
4
18
3
De openbare ruimte is schoon, heel en veilig
5,9
5,9
6,2
4
Tevredenheid van de burger bij afhandeling meldingen
49%
55%
75%
5
Vergroten aantrekkelijkheid en gebruikswaarde van de openbare ruimte
Voor elke wijk zijn de prioriteiten vastgesteld voor de periode 2011-2014 Wijken waar met nieuwe vormen van bewonersparticipatie wordt gewerkt De waardering voor het onderhoud openbare ruimte door de burger. (Zaanpeiling) Burger is tevreden over afhandeling melding (Zaanpeiling) Tevredenheid over openbare ruimte in de buurt (Zaanpeiling)
51%
52%
55%
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Om de effectdoelstellingen te behalen worden de volgende prestaties gerealiseerd:
Prestatiedoelstelling 1: Maatwerk per wijk Opstellen en uitvoering geven aan meerjarige wijkuitvoeringsprogramma’s afstemmen tussen- en met partners over lange- en korte termijn doelstellingen Regievoering besteding leefbaarheidbudgetten Herijking van de effecten van subsidierelaties op wijkniveau Regierol aanpak jongerenoverlast door voorzitterschap jongerennetwerkoverleg
80
Prestatiedoelstelling 2: Vergroten van burgerparticipatie Inzetten van ICT instrumenten om inzicht te vergroten wat wijkbewoners vinden van uitvoeringstrajecten beleidsveranderingen en bouwinitiatieven. Meer in gesprek met meer bewoners in de wijken Vaststellen van 18 wijkuitvoering programma’s in gezamenlijkheid met bewoners door andere methodieken als internetpolls, geografische analyses en digitale wijkpanels Prestatiedoelstelling 3: De openbare ruimte is schoon, heel en veilig Het realiseren van een openbare ruimte die schoon, heel en veilig is door: Het dagelijks onderhoud uit te voeren op basisniveau. Het realiseren van de voorgenomen investeringen, inclusief extra vervangingsbudgetten voor het inlopen van de onderhoudsachterstanden in de riolering en de openbare ruimte. Zwerfvuilproblematiek in de wijken aan te pakken waarbij door onder meer het maken van afspraken met verschillende partijen in de wijk zoals winkeliers, bedrijven, scholen en woningbouwcorporaties. Opstellen van een nieuw gemeentelijk rioleringsplan waarbij inzicht wordt verkregen in de resterende opgave voor de ‘basisinspanning’ en noodzakelijke vervangingsinvesteringen in de riolering. Het opstellen van een beleidsnota voor de gladheidbestrijding. Prestatiedoelstelling 4: Het verbeteren van de afhandeling van telefonische meldingen Herzien van de afhandelingstermijnen voor de verschillende meldingen in de openbare ruimte. Communicatie over afhandelingstermijnen richting de burger. Het aanpassen het registratiesysteem zodat betere sturingsinformatie wordt verkregen door registratie van meldingen Verbeteren van de aansturing op afhandeling telefonische meldingen. Prestatiedoelstelling 5: Het realiseren van kwaliteitsimpulsen in de openbare ruimte Verwerven subsidies van derden om doelstellingen van gemeente en andere overheden te realiseren voor het verbeteren van de verkeersveiligheid en de mobiliteit per fiets en openbaar vervoer. Integrale aanpak van vervangingsinvesteringen zodat beleidsdoelstellingen van andere programma’s worden gerealiseerd zoals geluidssanering, woonservicewijken etc.). Het uitvoeren van een knooppuntanalyse om te komen tot een aantal locaties in de stad waar een kwaliteitsimpuls aan wordt gegeven. Het realiseren van doelstellingen vanuit het convenant Vaart in de Zaan waarbij het gebruik van de Zaan als hoofdvaarweg wordt bevorderd. Het opstellen van een groenstructuurplan. Het realiseren van fysieke aanpassing in de wegenstructuur van Wormerveer en Assendelft die de verkeersdoorstroming bevorderen. Het uitvoering geven aan beleidsplan Dynamische Openbare Verlichting. Nr
Prestatie-indicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
1 2 2
Elke wijk heeft een eigen Wijkuitvoeringsprogramma Criteria voor de leefbaarheidbudgetten De wijkmanager is voorzitter van het jongerennetwerkoverleg Het opzetten van digitale wijkpanels. Percentage goede beoordelingen bij schouw beeldbestekken Realiseren van voorgenomen investeringen Kwaliteitscijfer zwerfvuil openbare ruimte volgens aanpak bureau CREM Meldingen openbare ruimte worden binnen de afhandelingstermijn afgedaan
90% Nee 100%
100% Ja 100%
100% Ja 100%
0 88%
2 89%
8 91%
100% 6,8
100% 7,0
100% 7,5
90%
85%
90%
3 4 4 4 5
81
4 Risico’s en beheersmaatregelen Tabel 7: Prestatiedoelstellingen, risico’s en beheersingsmaatregelen Nr. Prestatiedoelstelling Risico’s Beheersingsmaatregelen 3
Digitale wijkpanels en internetpolls
3
Digitale wijkpanels en internetpolls
4
Dagelijks onderhoud op basisniveau
4
Realiseren van voorgenomen investeringen
Onduidelijk is nog hoe dit wordt ontvangen bij de bewoners van zaanstad. Representativiteit van de uitkomst Kwaliteit en aansturing HVC bij afvalinzameling. Handhaving Slechte riolering waardoor inrichting openbare ruimte niet mogelijk is Funderingsproblematiek gebouwen bij civieltechnische projecten.
5
Meldingen openbare ruimte worden serieus genomen
Klantgerichtheid wordt niet ervaren door de burger
6
Het realiseren doelstellingen vaart in de Zaan
Samenwerking met andere partijen
Beginnen met een pilot en dit evalueren o.b.v. Eventueel de doelstelling aanpassen In overleg met O&S van de Gemeente Zaanstad een goede steekproef van de wijk maken op basis van GBA-gegevens. Evaluatie samenwerking. Urgentie afwegen in Handhavingsplan. Intensiveren rioolinvesteringen Vroegtijdig uitvoeren protocol voor in beeld brengen uitvoeringsrisico’s bij het civieltechnische projecten nabij gebouwen. Verwachtingen managen bij de burger door goed te informeren en transparant zijn ten aanzien van klachtenafhandeling. Bestuurlijk overleg
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Beheer openbare ruimte (cleanteams) De budgetten voor de cleanteams zullen worden afgebouwd met structureel €400.000,- vanaf 2014. Doordat er jaarlijks € 4 miljoen bij openbare ruimte als investeringsbudget bijkomt, resulteert dit in een verbeterde technische openbare ruimte in Zaanstad. Knelpunten in de wijken die naar voren komen vanuit cleanteamacties zullen door de onderhoudsprogramma’s op voorhand voorkomen worden. Andere knelpunten zoals zwerfvuil en afval worden vanuit de contracten in de beeldbestekken opgelost en mogen geen extra financiële belasting vormen. Hier zijn reeds verbetertrajecten op ingezet zoals extra inzet op het verwijderen van zwerfvuil op locaties die in de wijk snel vervuilen, het maken van afspraken met partijen in de wijk (winkeliers bedrijven). Door beter te sturen op de afhandeling van meldingen openbare ruimte en gebruik te maken van goede informatiesystemen kan de burger beter bereikt worden waardoor de noodzaak van de wijkschouw is afgenomen. Grondwaterkosten in rioolheffing Kosten die worden gemaakt voor het beheersen van het grondwater worden doorberekend in het lozingsrecht. Intensiveringen Nieuwe instrumenten participatie Voor de periode 2011-2014 wordt extra geïnvesteerd in burgerparticipatie. Met gebruikmaking van nieuwe instrumenten wordt invulling gegeven aan het afwegingskader interactieve beleidsvorming. Focus hierbij is de burgerparticipatie vormen, adviseren, meebeslissen, coproductie en faciliteren.
82
Financiering hiervan gebeurt door het anders inzetten van leefbaarheidgelden. Structureel tot 2014 betreft het een bedrag van € 110.000,- . Areaaluitbreiding Areaaluitbreiding openbare ruimte voor Poort Clamdijcke en Inverdan. Als gevolg van de ontwikkeling van Poort Clamdijcke en Inverdan komt er meer openbare ruimte bij de gemeente in beheer en onderhoud. Hierdoor nemen de kosten toe met € 100.000,- in 2011 en 2012 en € 200.000,- structureel vanaf 2013. Protocol risico’s bij het uitvoeren van civieltechnische projecten in de openbare ruimte Naar aanleiding van de problemen in de Wilhelminastraat te Wormerveer is besloten dat de gemeente een werkwijze wil hanteren (protocol) dat risico’s bij het uitvoeren van civieltechnische projecten in de openbare ruimte bij gebouwen, worden beperkt. Voor 2011 bedragen de kosten voor uitvoering van het protocol € 500.000,- en daarna betreft het een structureel bedrag van € 300.000,-. Aangezien globaal de helft van de risicoanalyse wordt uitgevoerd voor rioleringsprojecten, wordt 50% van de kosten gedekt uit het breed rioolrecht. Rioolinspectie De Europese normen zijn aangescherpt voor het uitvoeren van rioolinspecties en het reinigen van riolering. Om aan de norm te kunnen voldoen is op jaarbasis € 135.000,- nodig. Dat kan worden gedekt uit het verbreedrioolrecht. De consequentie is dat het tarief met € 2,25 zal stijgen. Zorgplicht grondwaterbeheer Op basis van de Wet Gemeentelijke Watertaken hebben gemeenten de zorgplicht toebedeeld gekregen voor het grondwaterbeheer in Nederland. Jaarlijks is er € 60.000,- nodig voor onderzoek naar deelgebieden met grondwaterproblemen in Zaanstad. Dit bedrag wordt gedekt voor verhoging van het breed rioolrecht met € 1,- per heffingseenheid. Kosten begraafplaatsen In 2004 vonden nog 415 begravingen plaatsvonden op de gemeentelijke begraafplaatsen. Dit is de afgelopen jaren gedaald (329 in 2009). De inkomsten dalen sterker dan de kostenbesparing als gevolg van minder begravingen. Voor de begroting 2010 is er een tekort van € 190.000,- op de exploitatie van de begraafplaatsen. Dit wordt voor een deel gecompenseerd binnen de exploitatie (€ 120.000,-). Het overig tekort in 2010 van € 70.000,- wordt gedekt door tariefsverhoging. Inlopen achterstallig onderhoud openbare ruimte De komende jaren zullen rioolinvesteringen worden geïntensiveerd. Door de oplopende onderhoudsachterstanden en de toename van herstratingen (als gevolg van € 4 miljoen aan Nuongelden), waarbij het noodzakelijk is dat de onderliggende riolering wordt vervangen. Dit betekent in de periode 2011-2014 een extra impuls van € 25 miljoen. Inspectie bomenbeleidsplan Eind 2009 is het Bomenbeleidsplan vastgesteld en is de kapvergunningsplicht voor particuliere bomen komen te vervallen. Voor het behoud van het waardevolle en monumentale bomenbestand in Zaanstad zal de gemeente jaarlijks een VTA inspectie moeten uitvoeren en zullen onderhoudsmaatregelen uitgevoerd moeten worden voor een bedrag van € 35.000,Dynamisch Reizigers Informatie Systeem Door een grote subsidie van de SRA kan Zaanstad investeren in een Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS) . De bijdrage aan het beheer en onderhoud van de panelen voor de komende 10 jaar bedraagt € 50.000 per jaar
83
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 11
Product
31102 Wegen en verkeer
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 A 100 100 100 100
31103 Integronderhoud openbruimte 31105 Riolen
Areaaluitbreiding van Poort Clamdijcke Hogere onderhoudslasten voor Inverdan Uitvoeren van rioolinspecties
A
135
135
135
135
31106 Riolen
Uitvoeren van rioolinspecties
A
-135
-135
-135
-135
A
0
0
100
100
31114 Riolen
Grondwaterbeleidsplan
C
60
60
60
60
31115 Riolen
Grondwaterbeleidsplan
C
-60
-60
-60
-60
31116 Integronderhoud openbruimte 31117 Riolen
Protocol risico analyse civieltechnische projecten Protocol risico analyse civieltechnische projecten Bewonersinitiatieven G31
C
500
300
300
300
C
-250
-150
-150
-150
31127 Wijkmanagement 31132 Riolen 31135 Wegen en verkeer 31137 Groen en speelplaatsen 31143 Wijkmanagement
A
248
0
0
0
R
-100
-100
-100
-100
C
53
53
53
53
B
35
35
35
35
0
-200
-300
-400
586
38
38
-62
8.1 Meer grondwaterkosten in rioolheffing DRIS panelen (Z/10/122254) Bomenbeleidsplan (Z/09/44259) 1.1 Cleanteams afbouwen
R
Totaal 11 (bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Saldo begroting na bw 2010
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Integr.onderhoud openb.ruimte Riolen Wegen en verkeer Waterhuishouding Civiele kunstwerken Groen en speelplaatsen Begraafplaatsen Markten en kermissen Wijkmanagement
19.972 -285 5.554 1.787 3.367 2.830 -51 -129 4.618
24.660 -348 6.050 666 2.949 2.667 -63 -83 6.312
24.823 16.373 6.470 667 3.213 2.492 658 399 5.111
-1.189 -17.527 -137 0 -69 0 -969 -520 0
23.634 -1.154 6.333 667 3.144 2.492 -311 -121 5.111
24.114 -1.154 6.535 667 3.226 2.664 -311 -121 4.513
24.236 -1.154 7.148 666 3.306 2.654 -311 -121 4.413
24.229 -1.154 7.644 666 3.368 2.643 -311 -121 4.313
Subtotaal resultaat voor bestemming
37.663
42.810
60.204
-20.411
39.793
40.131
40.836
41.275
195 241 849
0 0 1.544
0 0 0
0 0 -150
0 0 -150
0 0 -150
0 0 0
0 0 0
1.284
1.544
0
-150
-150
-150
0
0
38.948
44.354
60.204
-20.561
39.643
39.981
40.836
41.275
Mutaties reserves Wegen en verkeer Groen en speelplaatsen Wijkmanagement Subtotaal mutaties reserves Totaal resultaat na bestemming
84
2.12 Programma 12: Publieke dienstverlening Portefeuillehouder: Mevr. L. Vissers-Koopman Coördinator: Dhr. M. van Zon
1 Doel Vanuit de landelijke visie op dienstverlening Antwoord© werkt de gemeente Zaanstad aan het slimmer organiseren van de dienstverlening aan haar burgers, bedrijven en instellingen. We dragen daarbij uit dat mensen centraal staan. Het ondersteunen van de zelfredzaamheid van de burgers van Zaanstad, vanuit wederzijds vertrouwen tussen overheid en burgers, bedrijven en instellingen, staat daarbij voorop. De doelstelling van het programma Antwoord© hebben wij vertaald in onze eigen doelstellingen: 1. De vraag van onze burgers staat centraal in ons handelen. Wij nemen de ruimte om oplossingsgericht te werken, waarbij de persoonlijke benadering voorop staat. 2. Wij blijven overbodige regels schrappen. 3. Wij zorgen ervoor dat burgers, bedrijven en instellingen hun zaken snel en zeker kunnen regelen. 4. Wij gebruiken servicenormen en dragen deze uit. 5. Wij zijn transparant en aanspreekbaar op onze kwaliteit. 6. Wij streven naar tevreden klanten, maar realiseren ons dat wij vanuit onze overheidstaak niet iedereen tevreden kunnen stemmen. Enkele kengetallen (prognosecijfers) Dienst
Realisatie 2009
Klantcontacten aan de balies Binnenkomende telefoontjes Binnenkomende e-mail Internet bezoeken producten dienstverlening
Prognose 2011 191.471 243.000 19.473 173.000
192.000 250.000 22.000 180.000
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: Verbetering van dienstverlening. Servicenormen. In het coalitieakkoord staat beschreven dat de gemeente Zaanstad haar resultaten transparant aan de burger wil communiceren. Wij willen aan de hand van een top 10 van servicenormen voor de burger inzichtelijk maken waaraan de klantcontacten moeten voldoen. Het gaat hierbij om servicenormen voor de levering van gemeentelijke producten. In tijden van bezuinigingen houden wij de basis op orde. Het leveren van goede dienstverlening tegen de beste kosten blijft ook in tijden van bezuinigingen hoog in het vaandel staan. De gemeente is landelijk gezien op het gebied van de dienstverlening een middenmoter. Om deze positie te blijven behouden voert de gemeente het landelijke programma Antwoord© (één loketfunctie voor de gehele overheid) uit en investeert de gemeente de komende jaren in slimme ICT oplossingen. Het gebruik van Internet stimuleren Het digitale loket van de gemeente wordt verder uitgebreid, zodat steeds meer mensen buiten de gestelde openingstijden gebruik kunnen gaan maken van de dienstverlening van de gemeente. Administratieve lastenvermindering In het coalitieakkoord wordt aangegeven, dat we het belangrijk vinden om de administratieve lastendruk omlaag te brengen voor burgers, bedrijven en instellingen. ‘De regeldruk willen wij
85
verminderen door gebruik te maken van de mogelijkheden om met minder, of met meer generiek te volstaan.’ De gemeente Zaanstad gaat intensief samenwerken met de Kamer van Koophandel en het Zaanse Ondernemers Netwerk (ZON) om de administratieve lastendruk te verminderen. Contactpunt Noord Onderzoeken of een contactpunt in het noordelijke deel van de gemeente voorziet in de behoefte van de burgers. Dit in verband met de langgerektheid van de gemeente en de centralisatie van de dienstverlening. Daarnaast wordt de financiële haalbaarheid in dit onderzoek meegenomen. In het onderzoek naar een contactpunt in Noord wordt ook de samenwerking met externe partners onderzocht. Effectdoelstelling 2: Invoering van de Wabo. Vergunningverlening De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is per 1 oktober 2010 ingevoerd. Het gevolg van deze wet is dat vergunningstermijnen drastisch moeten worden teruggebracht. De gemeente zal in 2010 en 2011 verschillende aanpassingen moeten doen, zowel in de organisatie, als in de processen om de nieuwe wettelijke termijn te halen.
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen Prestatiedoelstelling 1 Verbetering van dienstverlening. Servicenormen Vaststellen top 10 servicenormen Implementeren van de kritische procesindicatoren in de diverse processen. Uitdragen van de servicenormen aan burgers, bedrijven en instellingen. In tijden van bezuiniging houden wij de basis op orde. Stabiele bereikbaarheid voor de burgers Zaanstad blijft een middenmoter in de diverse benchmarks Acceptabele wachttijden aan de balie Investeren in slimme ICT oplossingen om processen te verkorten Meer producten kunnen digitaal aangevraagd worden Ontwikkelen van de één loketfunctie Gebruikersvriendelijkheid van de website vergroten Extern haalbaarheidsonderzoek laten doen voor de dependance Noord Het stimuleren van Internet. Prijsdifferentiatie waar mogelijk. Verbeteren en uitbreiden digitaal loket. Gerichte promotie en stimulering van het gebruik van Internet. Internetzuilen in de publiekshal Administratieve lastenvermindering Intensieve samenwerking tussen Zaanstad, de Kamer van Koophandel en het Zaans Ondernemers Netwerk (ZON). Afschaffen van vergunningen, waar dat mogelijk en maatschappelijk verantwoord is en vervangen door beleidsrichtlijnen. Digitaal aanvragen meer mogelijk maken voor ondernemers. Behalen bewijs van goede dienst.
86
Prestatiedoelstelling 2 Verbetering van de procesgang vergunningverlening. Vergunningverlening 80% van de Wabo-vergunningen wordt binnen de nieuwe wettelijke termijn geleverd. Diverse processen in de Wabo keten worden heringericht. Met diverse ketenpartners (provincie, waterschappen, enz) worden werkafspraken vastgelegd
4 Risico’s en beheersmaatregelen
Bij het op orde houden van de basis van dienstverlening is het randvoorwaardelijk dat het zaaksysteem wordt geïmplementeerd. Mocht de invoering van het zaaksysteem vertragen, dan vertraagt ook de digitalisering van de producten voor burgers en ondernemers. Het niet halen van de wettelijke doorlooptijden bij de Wabo kan leiden tot het mislopen van leges.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Kanaalsturing Door meer digitale producten en diensten te leveren benut de gemeente het goedkoopste kanaal van dienstverlening (kanaalsturing) en kunnen burgers tevens 24 uur per dag producten aanvragen. Dus goede dienstverlening tegen de beste kosten. Om dit te realiseren dienen meer producten digitaal te worden aangeboden. Een Zaaksysteem is nodig om dit te realiseren. Tevens kan door het Zaaksysteem de eerstelijns afhandeling verhoogd worden, waardoor de backoffices minder belast worden. Door de invoering van het Zaaksysteem worden besparingen gerealiseerd in de werkprocessen van de volgende taakvelden: Belastingen, Burgerzaken, Bouwen / vergunningen, Backoffice Werk & Inkomen, subsidieproces, registratie leerlingenvervoer en ICT. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (5.1 Kanaalsturing). Alleen welstandstoets in speerpuntgebieden Door niet alle gebieden van Zaanstad meer volledig te laten toetsen aan de redelijke eisen van welstand, maar alleen in speerpunt gebieden, kan de gemeente bezuinigen. Hierdoor wordt ambtelijke capaciteit bespaard op meerdere plaatsen in de vergunningsketen en is het gelijk mogelijk de regeldruk richting de burger te verminderen. Efficiency verhogen in WABO-keten In de planologische keten zal het huidige toetsingskader zoveel mogelijk worden omgezet naar integrale richtlijnen. Daarnaast wordt het proces gedigitaliseerd. Deze twee veranderingen zorgen ervoor dat er minder ambtelijke capaciteit hoeft te worden ingezet in de vergunningsketen en de regeldruk afneemt. In rekening brengen leges bij funderingsherstel Op dit moment worden geen leges geheven bij bouwvergunningen voor funderingsherstel. Het college stelt voor deze vrijstelling vanaf 2011 niet meer te hanteren. Bouwbeleidsplantoets bij funderingsherstel en interne verbouwingen Door geen bouwbeleidsplantoets uit te voeren bij funderingsherstel of andere interne verbouwingen waarbij het wederrechtelijke gebruik ongewijzigd blijft, wordt zowel de regeldruk voor de burger verminderd en levert dit een besparing op.. Ook dit is een uitwerking van het verminderen van de regeldruk voor de burger.
87
Intensiveringen Pilot Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zaanstad neemt deel aan de Kopgroep NZKG+ (Noordzee Kanaal gebied plus), met als doel een haalbaarheid onderzoek uit te voeren naar een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). De reden van dit onderzoek is dat de commissie Mans het Nederlandse handhavingsbeleid tegen het licht heeft gehouden. De eventuele invoering van de RUD verbetert de kwaliteit en organisatie van het omgevingsrecht in het Noordzeekanaalgebied. De uitkomst van dit onderzoek vormt de basis waarop het bestuur van Zaanstad kan besluiten al dan niet mee te doen met deze regionale ontwikkeling.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 12
Product
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2004 Bouwvergunningen Wegvallen werkzaamheden grenen A 114 114 114 114 palen 2005 Bouwvergunningen Lagere opbrengst bouwleges A 1.481 1.281 1.131 881 2011 Burgerzaken
Afname leges rijbewijzen
A
190
190
190
190
2012 Burgerzaken
Verlagen maximum tarief rijbewijzen Lagere leges opbrengst zonder afdracht Lagere afdracht rijbewijzen
A
35
70
70
70
A
110
110
110
110
A
-50
-50
-50
-50
V
50
50
50
50
V
60
60
60
60
B
50
0
0
0
R
-50
-81
-119
-119
R
-79
-269
-428
-428
2013 Burgerzaken 2014 Burgerzaken
2015 Bouwvergunningen Herschikken verlagen tarieven welstandscommissie 2016 Vergunningen Herschikken efficiency KCC door APV/bijzwetten APV 2017 Bouwvergunningen Regionale Uitvoerings Dienst (RUD) 20241 Bouwvergunningen 4.1.1 Alleen welstandstoets in speerpuntgebieden 20242 Bouwvergunningen 4.1.2 Efficiency verhogen in WABO-keten 20243 Bouwvergunningen 4.1.3 Funderingsherstel
R
-129
-129
-131
-131
20244 Bouwvergunningen 4.1.4 Bouwbeleidsplan
R
-116
-116
-124
-124
1.666
1.230
873
623
Totaal 12 (bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Begroting lasten primtief 2011
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Bouwvergunningen Burgerzaken Gemeentearchief Vergunningen APV/bijz.wetten Programma basisregistraties Programma digitalisering Havens en vaarwegen Vastgoedregistratie
595 2.109 953 176 226 518 799 885
700 2.034 1.015 174 644 375 956 759
4.297 3.376 823 118 325 547 1.912 857
-5.098 -2.356 -35 0 0 0 -1.204 -91
-801 1.020 788 118 325 547 708 766
-1.079 1.078 788 118 325 740 708 770
-1.229 1.101 788 118 325 623 708 804
-1.479 1.094 788 118 275 590 708 766
Subtotaal resultaat voor bestemming
6.262
6.657
12.255
-8.783
3.472
3.449
3.239
2.862
Programma digitalisering
425
0
0
-172
-172
-365
-248
-215
Subtotaal mutaties reserves
425
0
0
-172
-172
-365
-248
-215
6.687
6.657
12.255
-8.955
3.300
3.084
2.991
2.647
Mutaties reserves
Totaal resultaat na bestemming
88
2.13 Programma 13: Openbare orde en veiligheid Portefeuillehouder: Mevr. G.H. Faber Coördinator: Dhr. W.J. Bosman
1 Doel Het doel van de Gemeente Zaanstad is de veiligheidsituatie, zowel objectief als subjectief minimaal op het huidige niveau te handhaven, veiligheidsrisico’s zoveel mogelijk uit te sluiten en in rampen-, crisis- en andere gevaarsituaties adequaat te kunnen optreden. De maatregelen die de gemeente daarin moet nemen zijn complementair aan de eigen verantwoordelijkheid van burger, bedrijven en instellingen op dat terrein.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: Het voor de burger veiliger maken op straat en in de eigen woonomgeving Door een sluitende ketenaanpak zorgen dat de burger zich op straat veiliger voelt en dat het veiligheidsgevoel op lange termijn minimaal gelijk blijft aan het huidige niveau. Ook burgers bedrijven en instellingen zullen erop worden gewezen, hoe zij in het kader in het kader van hun eigen verantwoordelijkheid daaraan een bijdrage kunnen leveren. Effectdoelstelling 2: De uitgaansgebieden in Zaanstad veiliger maken Door afspraken met horeca en politie en regelmatig overleg met partijen zorgen voor een veiliger uitgaansklimaat. Effectdoelstelling 3: Vermindering van jeugdoverlast in de woonomgeving Door een gezamenlijke (keten)aanpak – gemeente, politie, welzijnsinstellingen - maatregelen nemen waardoor de jeugd voor minder overlast in de woonwijken zorgt. Effectdoelstelling 4: Nieuwe plannen worden als veilig beschouwd Door in vooroverleg goede advisering over veiligheid mee te laten wegen, komen tot een veiligheidsparagraaf bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij de verdere uitwerking van de plannen zal deze paragraaf als een van de toetsingsfactoren worden gehanteerd. Effectdoelstelling 5: Bestrijding georganiseerde criminaliteit Voorkomen dat georganiseerde criminaliteit zowel lokaal als regionaal op enigerlei wijze door de overheid wordt gefaciliteerd door vergunningen, subsidies, aanbestedingen etc. Effectdoelstelling 6: De openbare ruimte is schoon en veilig De openbare ruimte moet schoon en veilig zijn. Er wordt zoveel mogelijk wijkgericht gewerkt en maatwerk geleverd voor de afhandeling van klachten/ meldingen over de openbare ruimte. Deze klachten worden op basis van informatiesturing aangepakt. Speerpunten waarop wordt ingezet zijn: aanpak parkeeroverlast en de afvaldumpingen, aanpak illegale bouwwerken, gebruik in strijd met het bestemmingsplan, (brand/constructie)veilig gebruik van woningen en milieucontroles bij (horeca)bedrijven. Effectdoelstelling 7: Verminderen van parkeeroverlast De parkeerdruk in de oude wijken zorgt door fout parkeren voor overlast. Ook wordt deze overlast rond scholen ervaren. Tevens wordt er veelvuldig fout geparkeerd door bewoners met buitenlandse kentekens in gebieden waar belanghebbende parkeren is ingevoerd. Handhaving gaat door met controles op fout parkeren met als doel om de parkeeroverlast terug te dringen en daarmee de verkeersveiligheid te verbeteren. Effectdoelstelling 8: Verminderen van het aantal illegale bouwwerken In Zaanstad is twee jaar geleden gestart met een inhaalslag toezicht/ handhaving illegale bouwwerken en strijdig gebruik van bestemmingsplannen. Doel is er voor te zorgen dat bouwwerken aan de regels voldoen die zijn opgenomen in het Bouwbesluit (o.a. veiligheid) en dat ze voldoen aan
89
de ruimtelijke kwaliteit van onze leefomgeving (toetst aan beleidsregels). Voor elk op te richten bouwwerk dat vergunningplichtig is, dient een bouwvergunning te worden aangevraagd. Alvorens er tot handhaving wordt overgegaan zal de burger in ruime mate in de gelegenheid worden gesteld om zijn bouwwerk te “legaliseren‘. Handhavingcommunicatie zal hierbij een rol gaan spelen. Effectdoelstelling 9: Verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening met betrekking afhandeling van meldingen Jaarlijks komen er meldingen en klachten binnen van bewoners die betrekking hebben op de kwaliteit van de openbare ruimte. Deze klachten en meldingen kunnen sneller worden afgehandeld. Een snelle afhandeling en terugkoppeling naar de melder/ klager over het verloop van de klacht zullen leiden tot een toenemende tevredenheid van de burger. De telefonische terugkoppeling (via het KCC, forward and Tracksysteem) door handhaving is goed. De tevredenheid over de afhandeling van de klachten zal gemeten worden door middel van een enquête. Effectdoelstelling 10: Vergroten van het verantwoordelijkheidsgevoel van de burger waar het gaat om de brandveiligheid van hun woon-, werk- en leefomgeving De Brandweer is niet als eerste verantwoordelijk voor ieders brandveiligheid. Gemiddeld wordt een brand na 15 minuten ontdekt. De brandweer heeft als taak om 30 minuten na het ontstaan van brand met de daadwerkelijke brandbestrijding te beginnen. De brandweer heeft geen rechtstreekse invloed op de ontdekkingstijd. Daarom moeten burgers, bedrijven en instellingen ervan doordrongen zijn, dat ze het voorkomen van brand in eigen hand hebben en dat zij zelf in eerste instantie voor tijdige ontdekking en eventueel noodzakelijk redding moeten zorgen. Voorlichting op het gebied van brandveiligheid en het installeren van rookmelders kan bijdragen aan het vergroten van het verantwoordelijkheidsgevoel van burgers, bedrijven en instellingen. Effectdoelstelling 11: Uitvoering geven aan de wet op de Veiligheidsregio’s (basisbrandweerzorg) Op 1 oktober 2010 is de wet op de Veiligheidsregio’s in werking getreden. Deze wet vervangt onder meer de Brandweerwet 1985. In twee bijbehorende besluiten worden de kerntaken van de brandweer omschreven. Het besluit Veiligheidsregio’s legt een wettelijk te realiseren opkomsttijd vast. Dit is gebaseerd op vijf categorieën van objecten voor de eerste tankautospuit. Deze norm is niet gebaseerd op een prognose, maar op een te realiseren opkomsttijd. Door middel van een verplichte registratie achteraf moet blijken of deze gehaald is. Het bestuur van de Veiligheidsregio kan op objectniveau gemotiveerd van de normen afwijken. Verwachting is dat in de loop van 2011, wanneer het regionaal dekkingsplan gereed is, definitieve vaststelling van normen plaats kan vinden. Tot die tijd zullen de huidige normen volgens de leidraad Repressieve Brandweerzorg gehandhaafd blijven. Het Besluit personeel Veiligheidsregio’s stelt kwaliteitseisen aan de vakbekwaamheid van een brandweerman/-vrouw en de borging daarvan. Gedurende zijn hele loopbaan moet deze blijven werken aan zijn eigen kwaliteit door opleidingen, oefenen en bijscholen. Een voorwaarde voor het behalen van de doelstellingen is de beschikking over materieel en personeel. Deze moeten beide aan de daarvoor geldende richtlijnen voldoen en er moet een adequate bluswatervoorziening zijn. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren 1
De eigen woonomgeving is en voelt veilig
% burgers dat zich wel eens onveilig voelt
2
Uitgaansgebieden in Zaanstad zijn en voelen veilig
Rapportcijfer inwoners (ervaren ) veiligheid in uitgaansgebieden overdag ‘s avonds
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
31%
30%
27%
7.0 5,3
7.0 6.0
7.5 6.5
90
Nr.
Effectdoelstelling
Effectindicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
3
Vermindering van jeugdoverlast in de eigen woonomgeving
Aantal incidenten jeugdoverlast (politiemonitor)
1844
1800
1750
4
Nieuwe ruimtelijke plannen worden als veilig beschouwd
100%
100%
5
Voorkomen faciliteren georganiseerde criminaliteit door overheid
Vanuit proactiebeleid alle ruimtelijke ontwikkelingsplannen voorzien van externe veiligheidsparagraaf Coördinatie toepassing Wet Bibob
Geen
voldoende
goed
BIBOB-toets vergunningaanvragen horecasector
80%
100%
100%
Percentage van bedrijven dat de Wet Milieubeheer naleeft Door het verminderen van het aantal klachten/ meldingen in ARIS betreffende overlast (afval, parkeren, geur en geluidoverlast) Door terugdringen van het aantal meldingen parkeeroverlast (incl. parkeeroverlast rond scholen. Het aantal afgesloten dossiers met beëindiging overtreding
75%
85%
90%
3.635
3.000
2.500
385 meldingen
300
250
120
120
120
% tevredenheid van de afhandeling van meldingen/ klachten en verzoeken tot handhaving.
-
Nulmeting (via enquête)
85%
Percentage van inwoners dat zijn woning voldoende brandveilig vindt Percentage in woningen aanwezige en functionerende rookmelders
53,2%
55%
60%
54%
60%
80%
6
De openbare ruimte is schoon, heel en veilig
7
Verminderen van de parkeeroverlast in Zaanstad
8
Verminderen van illegale bouwwerken in Zaanstad (incl. strijdig gebruik bestemmingsplannen) Verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening van de gemeente
9
10
11
Het vergroten van de mate waarin burgers, bedrijven en instellingen zich ervan bewust zijn zelf de eerst verantwoordelijke te zijn voor de brandveiligheid van hun woon-, werk- en leefomgeving Het vergroten van de (objectieve) brandveiligheid
Uitvoering van de twee besluiten gebaseerd op de wet op de Veiligheidsregio’s (basisbrandweerzorg)
91
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1 In een Integraal Veiligheidsplan wordt - in een meerjarig perspectief - op de verschillende abstractieniveaus de doelstellingen en kaders vastgelegd. Hieruit kan worden afgeleid, hoe de verantwoordelijkheden tot de verschillende opgaven over de actoren in het veiligheidsveld zijn verdeeld m.b.t. met strategie, regie, coördinatie en uitvoering. Vooruitlopend hierop participeert de gemeente in de thematische integrale aanpak van de politie, die gericht is op de onderwerpen overvallen, woninginbraken, autodiefstallen en fietsendiefstal. Activiteiten die de gemeente in samenwerking met de partners ontwikkeld zijn: Stimuleren innovatieve opsporingsmethode (DNA-spray) Bestuurlijke rapportages Mobiele camera Aanpak hotspots Handhavingscheck Politie i.s.m. sector Handhaving In dit verband is de toekomstige richting van het politiebestel van belang en voornamelijk de mate van schaalvergroting en wat de invloed daarvan is op de regionale en lokale politiezorg en de politie als partner. Prestatiedoelstelling 2 Afsluiten horecaconvenant tussen gemeente, horeca, Openbaar Ministerie en politie. In het convenant is opgenomen dat er maandelijks een ambtelijk overleg is (OOV, Handhaving en politie) en 4 maal per jaar overleg met de horeca. Prestatiedoelstelling 3 Opzetten wijkmonitoren in wijken met jongerenoverlast problematiek. Daarna opstellen van gemeenschappelijk plan van aanpak met de betrokken partijen in de wijk. Door wijkmonitoring kunnen de problemen in beeld gebracht worden zodat een effectieve aanpak kan worden opgezet om overlast terug te dringen. Doorontwikkelen van het regionale veiligheidshuis. In het veiligheidshuis wordt door intensieve samenwerking tussen justitiële en zorgpartners de persoonsgerichte ketenaanpak verbeterd met als doel de recidive en bijbehorende overlast terug te dringen. Prestatiedoelstelling 4 Alle ruimtelijke ontwikkelingsplannen worden voorzien van een veiligheidsparagraaf. Bij de uitwerking wordt dit een van de toetsingsonderdelen. Bij advisering in het voortraject van RO plannen door Brandweer en gemeentelijke diensten is structureel aandacht voor (externe) veiligheidsaspecten conform de notitie proactiebeleid en Wabo. Prestatiedoelstelling 5 Intensivering en structurering van de toepassing van de wet Bibob in de aangewezen beleidgebieden. Meeliften met regionale initiatieven om de toepassingsgebieden Bibob uit te breiden. Aanbestedingen, milieu- en bouwvergunningen en subsidies zijn hierbij de opties. Uitvoering van het in 2010 afgesloten hennepconvenant. De opsporing en bestrijding van hennepteelt krijgt hierdoor een meer gestructureerd karakter zowel in samenwerking tussen de partners als in logistiek. Invoering van de bestuurlijke aanpak (aanschrijving) bij ruiming hennepkwekerijen naast de strafrechtelijke aanpak. Hierdoor is verhaal van de ruimingkosten op overtreder mogelijk. Prestatiedoelstelling 6 Het realiseren van een openbare ruimte die schoon en veilig is door: het vergroten van het aantal rekeningen met kostenverhaal voor weghalen van afvaldumpingen van 280 in 2009 naar 400 in 2011. het realiseren van de toezicht- en handhavingactiviteiten in het vastgestelde handhavingprogramma waarbij brand- en bouwkundige veiligheid, gezondheid en ernstige hinder de pijlers zijn.
92
een effectievere samenwerking van brandweer, handhaving, en vergunningverlening, waardoor meer bedrijven kunnen worden gecontroleerd; dit wordt verder uitgewerkt in het Handhavingprogramma 2011-2012.
Prestatiedoelstelling 7 Het verminderen van parkeeroverlast door: het vergroten van het aantal bonnen op fout parkeren (Wet Mulder) van 5800 in 2009 naar 6200 in 2012. in 2010 is de handhaving van verkeersoverlast bij scholen geïntensiveerd naar aanleiding van klachten. Het huidige niveau van handhaving wordt gecontinueerd. het wegslepen van buitenlandse kentekens zonder vergunning of het verhogen van het aantal boetes voor buitenlandse kentekens in het gebied van belanghebbende parkeren (2011 is nulmeting). Prestatiedoelstelling 8 Verminderen van het aantal illegale bouwwerken door: het continueren van de handhavingactiviteiten op het gebied van illegale bouwwerken en strijdig gebruik van bestemmingsplannen zoals vastgesteld in het handhavingprogramma. het inventariseren vooraf van een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied op illegale situaties. het vooraf informeren van burgers over regelgeving ten aanzien van illegale bouwwerken door folders, bewonersbrieven, wijkkrant, wijkoverleg of persbericht (zgn. handhavingcommunicatie). Prestatiedoelstelling 9 Het verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening met betrekking tot de afhandeling van meldingen openbare ruimte door: het vergroten van de snelheid van afhandeling verzoeken tot handhaving en meldingen/klachten van 75% binnen de wettelijke termijn in 2009 tot 85% in 2011. terugkoppeling door de toezichthouder over de afhandeling van de klacht/ melding aan de klager/ melder. Prestatiedoelstelling 10 Goede voorlichting m.b.t. brandveiligheid om in een toenemend aantal gevallen het ontstaan van brand voorkomen. Met voorstellen om het veiligheidsbewustzijn, de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en instellingen te vergroten, wordt invulling gegeven aan de “Strategische Reis”. Deze is op landelijk niveau ingezet en wordt doorvertaald naar de regionale en gemeentelijke korpsen. Op wijkniveau zal inhoud worden gegeven aan “community safety” door het, in samenwerking met dienst Wijken, leggen van de nadruk op zelfredzaamheid van burgers, bedrijven en instellingen. Stimuleren van de installatie van rookmelders om de ontdekkingstijd van brand te verkorten. Prestatiedoelstelling 11 Door PwC is onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om in de toekomst ook interregionale samenwerkingsverbanden te realiseren met Amsterdam-Amstelland en Kennemerland. Risicobeheersing, adequate calamiteitenbestrijding en reductie van kosten per inwoner zijn de belangrijkste motieven om deze verkenning uit te voeren. De conclusie uit het rapport is dat een fusie van de drie regio’s nu niet haalbaar is. Een samengaan van de regio Zaanstreek-Waterland met Amsterdam-Amstelland is een meer kansrijke optie. Op basis van de aanbevelingen van PwC hebben de besturen van de drie regio’s besloten een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden voor een Interregionaal Veiligheidscentrum (IVC), en een interregionale voorziening voor kennis en expertise. Ook is er bestuurlijk overeenstemming over versterkte samenwerking bij grensoverschrijdende scenario’s bijvoorbeeld m.b.t. Schiphol en NZK-gebied. In deze context speelt ook de discussie over het politiebestel in relatie tot eventueel noodzakelijke congruentie van regio’s een rol.
93
Voor 1 juli 2011 wordt na een zienswijze van de raad, door het Veiligheidsbestuur een gemotiveerd besluit genomen over het afwijken van de opkomsttijden uit de wet op de Veiligheidsregio’s. Door een sluitende registratie wordt inzichtelijk of de (bestuurlijk vastgestelde) afwijkende opkomsttijden voor de basisbrandweerzorg worden gehaald, waarmee een bestuurlijk inzichtelijke en controleerbare norm wordt geïmplementeerd. De consequenties van het besluit personeel Veiligheidsregio’s voor de brandweer zijn in het meerjaren oefenbeleidsplan verder uitgewerkt. Afhankelijk van de beleidsontwikkeling op regionaal en gemeentelijk niveau, zullen in 2011 de competenties en kwaliteitseisen per functie worden vastgesteld en in de daaropvolgende jaren worden getoetst. Op deze manier zal de vakbekwaamheid van een brandweerman/-vrouw blijvend worden geborgd. De brandweer treedt op als adviseur en toezichthouder ten aanzien van brandveiligheidsaspecten die gesteld worden in bouw, -milieu- en gebruiksvergunningen.
Nr
Prestatie-indicatoren
1 1 1 2 3 4
Meerjarenplan integraal veiligheidsbeleid Aanpak hotspots Bestuurlijke rapportages Door partijen ondertekend horecaconvenant Opzetten wijkmonitoren Veiligheidsadviezen in voortraject bij elke ruimtelijke ontwikkeling Aantal Bibob onderzoeken Uitbreiding categorieën Bibob onderzoek Deelname rooidagen hennepteelt Bestuurlijke aanpak hennepteelt Het vergroten van het aantal rekeningen met kostenverhaal voor weghalen van afvaldumpingen Het aantal gecontroleerde bedrijven Het aantal opgelegde handhavingbeschikkingen voor milieu/ bouw/ RO/ Gebruiksbesluit Realiseren van de opgaven uit het Handhavingprogramma 2011- 2012 Vergroten van het aantal bonnen op fout parkeren (Wet Mulder) Vergroten van het aantal handhavingbeschikkingen voor motorvoertuigen met buitenlandse kentekens. Inventarisatie illegaliteit nieuw bestemmingsplan buitengebied Vergroten van de snelheid van afhandeling verzoeken tot handhaving en meldingen/klachten < 6 wkn./ wettelijke termijn. Het intensiveren en vernieuwen van de algemene voorlichting aan burgers, bedrijven en instellingen met als doel de brandveiligheid te verbeteren Percentage van spoedeisende gevallen waar in de brandweer voor de basisbrandweerzorg binnen de voor de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland bestuurlijk vastgestelde opkomsttijden ter plaatse komt Het vaststellen van beleid, waarin zowel kwalitatieve als kwantitieve normen worden gesteld op het gebied van vakbekwaamheid
5 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8 9 10 11
11
11
Volledige uitvoer binnen de daarvoor gestelde termijnen van verzoeken m.b.t. brandveiligheidsadvies- en controlewerkzaamheden (bouw-, milieu- en gebruiksvergunningen)
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
1 2 4 1 2 100%
1 4 8 1 3 100%
280
4 1 4 5 400
8 3 4 5 600
382 78
475 80
475 80
90-100%
90-100%
90-100%
5.800
6.200
6.500
-
100
120
1
1
1
75%
85%
90%
1
1
80%
100%
80%
Na 1 juli 100%
99%
Afhankelijk van beleidsontwikkeling en realisatie op regionaal en gemeentelijk niveau 100%
100%
94
4 Risico’s en beheersmaatregelen Nr
Prestatiedoelstellingen
Risico’s
Beheersingsmaatregelen
1
Veiligheid burger op straat en eigen woonomgeving
imagoschade bij calamiteiten
regie op communicatie naar de media en pro actief communiceren uitoefenen van de wettelijke toezichttaak, capaciteit reserveren en bestuurlijk vastleggen in het Handhavingprogramma. bijstellen en herprioriteren werkzaamheden / projecten handhavingprogramma door bestuurlijke besluitvorming. Maken van harde afspraken over inzet en planning
Juridische aansprakelijkheid bij incidenten en calamiteiten
Extra capaciteitinzet ten koste van andere prioriteiten.
10
Vergroten gevoel verantwoordelijkheid burger, bedrijven en instellingen
Samenwerken met ketenpartners is afhankelijk van de medewerking en inzet. Nationale politie en/of regionale opschaling kan ten koste gaan van de lokale politiezorg. gewenst gedrag uit voorlichting wordt niet overgenomen door de doelgroep. de kaders die de arbeidstijdenwet oplegt kunnen conflicteren met de noodzakelijke oefeningen die jaarlijks nodig zijn om de kwaliteit van het brandweerpersoneel te kunnen waarborgen.
11.
Wet op de Veiligheidsregio’s / Basisbrandweerzorg
De nieuwe richtlijnen voor drinkwaterleidingen schrijven leidingen voor met een kleinere diameter, waardoor minder bluswater beschikbaar zal zijn uit brandkranen.
Wijzigen voorlichtingsstrategie
Beleid ontwikkelen om de blijvende vakbekwaamheid van het personeel te beoordelen en het nemen van maatregelen op individueel niveau die alsnog leiden tot het voldoen aan de normen. In samenwerking met dienst Wijken en dienst Stad zal de brandweer bestuurlijk advies uitbrengen hoe de bluswatervoorziening in de toekomst geborgd kan blijven.
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Veiligheid Meer aandacht zal worden besteed aan de integrale veiligheid, hoe de verschillende veiligheidsopgaven met elkaar samenhangen en op welke wijze de partijen die daarin een rol hebben, elkaar kunnen versterken. Een meerjarig integraal veiligheidsplan moet daarvoor de basis bieden als opmaat voor de versterking van de regierol van de gemeente in het kader van het kernbeleid Veiligheid. Sturen op prioriteiten, op samenwerking en op nakomen van afspraken zijn daarbij de kernbegrippen. Ook wordt extra inzet gepleegd in het kader van de bestuurlijke aanpak georganiseerde misdaad. Voorkomen moet worden dat criminele verbanden door overheidshandelen worden gefaciliteerd. In de aangewezen beleidcategorieën zal de wet BIBOB gecoördineerd en structureel worden toegepast. Op termijn zullen daaraan meer beleidsvelden aanworden toegevoegd. (onroerend goed, aanbestedingen). Voor deze intensiveringen zal de capaciteit van de afdeling Openbare Orde en Veiligheid worden uitgebreid. Uitbreiding formatie straattoezicht Het college zit in op de basis op orde. Daarbij hoort een schone, hele en veilige wijk. Een middel om dat te bereiken is straattoezicht. De huidige formatie is te klein om dat op een goede manier te doen. Daarom zet het college in op de uitbreiding van de capaciteit. Het college streeft ernaar drie tot vier extra toezichthouders in te zetten in de wijken.
95
Harmonisatie uitgangspunten organisatie brandweer Onderliggend aan het raadsbesluit van 22 april 2008 betreffende de inrichting van de brandweerorganisatie "Vrijwillig wat kan, beroeps wat moet" lag het uitgangspunt dat er buiten de dagdienst 4 tankautospuiten volgens het consignatieprofiel worden ingevuld. In de begroting m.b.t. de VNG vergoedingen is echter abusievelijk uitgegaan van een situatie van 2 geconsigneerde tankautospuiten. Hierdoor sluit de begroting niet aan op het raadsbesluit en is een correctie noodzakelijk om de begroting op orde te brengen. Bij de bezuinigingen worden ook bezuinigingsvoorstellen gedaan die deze correctie weer compenseren. Brandweer Op 3 november 2009 heeft B&W opdracht gegeven tot verdere optimalisering van de brandweerorganisatie met een tweetal voorwaarden. In de bestuursopdracht is gevraagd meerdere varianten door te berekenen en tegelijkertijd voorstellen te doen voor een bezuiniging van tenminste € 2 miljoen (€ 14 per inwoner), waarvan € 1,5 miljoen op de brandweerorganisatie en € 0,5 miljoen op de regio(bijdrage). De brandweer heeft het organisatiemodel “Vrijwillig wat kan, beroeps wat moet”, waartoe door de Raad op 22 april 2008 is besloten, vergeleken met andere modellen. Het huidige model is o.a. afgezet tegen een model met twee voltijds bezette kazernes. Geconcludeerd kan worden dat het huidige model van april 2008 het beste ombuigingspotentieel biedt. De berekeningen zijn extern gevalideerd. Het model is aan een nadere screening onderworpen. Door logistieke optimalisatie van het model, waarbij beschikbaarheid van mensen en middelen tot het minimaal noodzakelijke wordt gereduceerd, kunnen besparingen gerealiseerd worden op vrijwilligersvergoedingen, materiaal en materieel, de beroepsorganisatie en de bedrijfsvoering. Tevens wordt gewerkt aan een verzakelijking van de financiële relatie met de regio, zowel met die met de Veiligheidsregio zelf als met de daarin deelnemende gemeenten. Verwacht wordt dat er een efficiencyvoordeel geboekt kan worden wanneer tot regionalisering wordt overgegaan. Hiervoor is in het jaar 2014 een bezuinigingspost van € 250.000 opgenomen. Er is een globale berekening gemaakt van het bedrag dat de regio zou kunnen besparen als de gemeenschappelijke meldkamer zou samenwerken met andere regio’s. Het aandeel in deze besparing op de regiobijdrage wordt voor de gemeente Zaanstad geschat op ca. € 315.000. Dit is in tegenstelling tot de eerdere inschatting van € 0,5 miljoen. In onderstaande tabel worden de voorgestelde maatregelen samengevat: Taakstelling brandweer
2011
2012
2013
2014
VNG vergoedingen aan vrijwilligers Materieel en materiaal Verzakelijking relatie met regio Bedrijfsvoering Personeel efficiency Taakstelling oefencentrum (MJB 2009-2012, reed ingevuld Totaal brandweer Ombuigingsopgave
502142 19146 10097-
908142 19146 17597-
1.041142 19146 30097-
1.141142 44146 37597-
702375-
1.183750-
1.4411.125-
1.8661.500-
-
-
-
315315315-
Taakstelling OOV Meldkamer regio Totaal OOV Ombuigingsopgave
Tabel 1 bedragen x € 1000 Om de kosten per inwoner niet verder te laten stijgen, worden de autonome ontwikkelingen (totaal € 316.000) gecompenseerd vanuit de voorgestelde maatregelen. Hiermee komt de structurele besparing op de brandweer uit op ca. € 1,5 miljoen.
96
Investeringen Aankoop grond kazerne Noord In het Meerjaren Investeringsplan (MIP) is een post opgenomen voor de aankoop van de grond inclusief opstallen van kazerne Noord aan de Industrieweg te Wormerveer. Om de toekomstbestendigheid van de brandweer te kunnen (blijven) garanderen is deze aankoop van strategisch belang. De mogelijkheden om het huidige fijnmazige model van acht kazernes in stand te houden berust op toekomstbestendigheid van vrijwilligersinzet. Als kazernes wegvallen, door gebrek aan voldoende beschikbare (gekwalificeerde) vrijwilligers, kan er vrij snel en steeds vaker een situatie ontstaan, die om een omschakeling vraagt. Dan zal moeten worden overgegaan op voltijds gekazerneerde inzet in een mengvorm van beroeps en vrijwilligers vanuit de strategisch gelegen kazernes aan de Industrieweg en het Prins Bernhardplein. De kapitaallasten die voortkomen uit de investering kunnen worden gedekt vanuit de vrijval van de huurkosten (saldoneutraal).
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 13
Product
1061 Openbare orde en veiligheid 1062 Openbare orde en veiligheid 1063 Openbare orde en veiligheid 6001 Brandpreventie en bestrijding 6002 Brandpreventie en bestrijding 6003 Brandpreventie en bestrijding 6006 Brandpreventie en bestrijding 6007 Brandpreventie en bestrijding 6008 Brandpreventie en bestrijding 6009 Brandpreventie en bestrijding 6012 Brandpreventie en bestrijding 6013 Brandpreventie en bestrijding 6014 Brandpreventie en bestrijding 6015 Brandpreventie en bestrijding 6016 Brandpreventie en bestrijding 6017 Brandpreventie en bestrijding Openbare orde en veiligheid 6018 Brandpreventie en bestrijding 6019 Brandpreventie en bestrijding 31118 Straattoezicht 31119 Straattoezicht
Totaal 13
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 B 175 175 175 0
Versterking ondersteuning veiligheidsvraagstukken BTW teruggave VRZW
V
-150
-150
-150
0
Aanvulling veiligheidsbudget
B
60
60
60
0
Structureel tekort onderhoud
A
167
167
167
167
Harmonisatie LOGA akkoord VNG
A
-303
-303
-303
-303
Harmonisatie uitgangspunten besluit 22 april 2008 Herschikken taakstelling Doorrek. Specialismen Herschikken taakstelling Voordelen regionalisatie Minder inkomsten bouw- en gebruiksvergunningen Verhoging detacheringkosten en reiskosten 4.2.1 Aanpassen VNGvergoedingen aan vrijwilligers 4.2.2 Budget materieel en materiaal 4.2.3 Verzakelijking relatie met regio 4.2.5 Efficiency brandweer
C
324
324
324
324
V
100
100
100
100
V
0
250
250
250
A
128
128
128
128
A
102
102
102
102
R
-502
-908
-1.041
-1.141
R
142
142
142
142
R
-191
-191
-191
-441
R
-100
-175
-300
-375
4.2.4 Bedrijfsvoering brandweer
R
46
46
46
46
Herschikken taakstelling Algemeen V (laagh.fruit) 4.2.6 Regionalisering meldkamer R
100
100
100
100
0
0
0
-315
Herschikken taakstelling Herz.leidraad oefenen Herschikken taakstelling Verzakelijking VrZW Uitbreiding formatie Straattoezicht
V
216
951
904
904
V
50
75
100
100
B
75
225
225
225
Inkomsten extra formatie Straattoezicht
V
-55
-165
-165
-165
384
953
673
-152
(bedragen x 1.000)
97
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Begroting lasten primtief 2011
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Openbare orde en veiligheid Rampenbestrijding Milieutoezicht Straattoezicht Woningtoezicht Brandpreventie en bestrijding
795 2.139 1.192 467 882 9.400
782 2.604 1.308 512 1.201 10.682
4.019 0 1.096 676 898 13.026
-32 0 -117 -478 0 -2.288
3.987 0 979 198 898 10.738
4.180 0 978 351 898 10.474
4.001 0 977 347 898 10.149
2.856 0 976 346 898 9.680
14.875
17.088
19.716
-2.916
16.800
16.880
16.371
14.755
Brandpreventie en bestrijding
-35
-35
0
-35
-35
-35
-35
-35
Subtotaal mutaties reserves
-35
-35
0
-35
-35
-35
-35
-35
14.840
17.053
19.716
-2.951
16.765
16.845
16.336
14.720
Subtotaal resultaat voor bestemming
Mutaties reserves
Totaal resultaat na bestemming
98
2.14 Programma 14: Bestuur en organisatie Portefeuillehouder: Mevr. G.H. Faber (Bestuur),Mevr. B. Visser (organisatie) Coördinator: Dhr. M.Jonker
1 Doel Het samen met burgers en partners realiseren van de ambities van ’Wederzijds aanspreekbaar’, binnen de context van bezuinigingen, een snel veranderende en complexe samenleving en op basis van wederzijdse aanspreekbaarheid.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1: de relatie tussen burger en bestuur verbetert Het werken aan een goede relatie tussen burger en bestuur was en blijft een voortdurend aandachtspunt. Cruciaal voor het verkleinen van de kloof tussen de burger en het bestuur is het op orde hebben van de basisprestaties die we leveren. Dat geldt voor de dienstverlening, maar ook voor de mate waarin we transparant zijn; zowel qua toegankelijkheid van onze informatie als qua wijze waarop wij de burgers betrekken bij het formuleren van beleid en de uitvoering daarvan. Effectdoelstelling 2: de organisatie kan de maatschappelijke opgaven aan Maatschappelijke ontwikkelingen gaan snel en leggen druk op de relatie tussen burger en bestuur. Daarnaast wijzigen de bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en gemeenten, waarbij ook onze relaties met partners en andere overheden wijzigen. Dit en de noodzakelijke bezuinigingen versterken de noodzaak tot heroriëntatie op de rol van de gemeente op de inrichting van onze organisatie en bijbehorende sturingsprincipes. Effectdoelstelling 3: Zaanstad realiseert zijn ambities samen met zijn partners Zaanstad kan veel, maar is lang niet altijd in staat de ambities op eigen kracht te realiseren. Daarvoor is samenwerking met partners noodzakelijk. Daartoe dragen we onze ambities consequent uit en laten we zien dat we een betrouwbare partner zijn, die zijn afspraken nakomt en die meerwaarde biedt. We overwegen onze rol in de diverse fora en zetten in op die samenwerkingsrelaties waarin het belang van Zaanstad het grootst is. We leggen onze eigen ambities naast die van anderen om gezamenlijk onze doelstellingen te realiseren. Zie verder ook bij effectdoelstelling 3 programma 15 financiën. Effectdoelstelling 4: Innovatie in dienstverlening door de Ondersteunende diensten Meer digitale dienstverlening vraagt ook om innovatie op het gebied van informatiebeheer en de technische infrastructuur. Ook dwingen de ombuigingen ons om de ondersteunende diensten slimmer of anders te organiseren, zodat we met dezelfde of misschien wel minder middelen optimaal kunnen blijven ondersteunen bij de realisatie van het collegeprogramma. Uitgangspunten hiervoor worden in het collegeprogramma genoemd, zoals: efficiënter organiseren van financiële en administratieve processen, meer samenwerken in ondersteunende functies, scherper inkopen enz. Ook hier geldt dat wederzijds vertrouwen een basis kan zijn van vereenvoudiging van administratieve processen. Steekproefsgewijze controle i.p.v. het stapelen van controlemomenten. Maar ook zorgen dat afspraken die kunnen leiden tot besparingen, ook worden nageleefd. Om dit te kunnen realiseren is het noodzakelijk dat de ondersteunende diensten ervoor zorgen dat de bedrijfsvoering dusdanig wordt aangepast, zodat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van de mogelijkheden op het gebied van informatiebeheer en techniek.
99
Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren 1
Verbetering relatie burger - bestuur
2
De organisatie kan de maatschappelijke opgaven aan
Waardering tevredenheid over bestuur via Zaanpeiling
Realisatie 2009
Begroting 2011
Wisselend beeld bij de burgers t.a.v. presteren van gemeente
Tevredenheid hoger dan in 2010
Waarderingcijfer voor dienstverlening
Zie programma 12 dienstverlenin g
Ziekteverzuim % (bron ziekteverzuimrapportage)
6,1%
Lager dan 5,7 %
Zaanstad is een volwaardige samenwerkingspartner
- Opname ambities en prioriteiten in documenten partners en andere overheden
Zaans Evenwicht is vastgesteld
- Waardering door partners
4.1
4.2
Innovatie in dienstverlening door de ondersteunende diensten
Lager dan 5,5 % 6,5 vanaf 2012
Medewerkertevredenheid (mogelijk vanaf 2012) 3
Begroting 2014
Ambities herkenbaar in documenten partners en andere overheden Toename bestuurlijke en ambtelijke uitnodigingen voor externe overleggen en houden van presentaties Zaans Evenwicht is herkenbaar in MIP.
ICT-infrastructuur ondersteunt maximaal het programma publieke dienstverlening
n.v.t.
Ontwikkelen tussen 20112012
Implementer en en realiseren tussen 2013 – 2014
Optimaal gebruik maken van de toepassingen op het gebied van informatie, beheer en techniek.
n.v.t.
Inrichten managementinf ormatie voor digitale dienstverlening.
M.b.v. metingen over digitale dienstverlening is kanaalsturing mogelijk.
100
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1 Hanteren open bestuurstijl Het afwegingskader interactief beleid is herkenbaar benoemd in de besluitvorming. College is zichtbaar en aanspreekbaar op basis van het te actualiseren communicatiebeleid. Burgers zijn geïnformeerd over ontwikkelingen op stad -, wijk - en/of projectniveau op basis van het uitgeefplan en het geactualiseerde communicatiebeleid. Medewerkers handelen omgevingsbewust volgens vastgestelde gedragscode. Naast bovenstaande prestaties hoort bij een open bestuurstijl ook het verbeteren we onze dienstverlening. Over dit laatste meer in het programma Dienstverlening. Prestatiedoelstelling 2 De organisatie levert op korte en lange termijn de gevraagde prestaties Ontwikkelen en implementeren van een organisatievisie Sturing op de daarbij horende competenties Uitvoering strategisch personeelsmanagement (Zie hiervoor ook de bedrijfsvoeringparagraaf) . Prestatiedoelstelling 3 Zaanstad is een volwaardige samenwerkingspartner Inzicht hebben in relevante externe ontwikkelingen Sterkte - zwakte analyse van onze huidige ambtelijke en bestuurlijke deelname in netwerken Uitwerken van een effectieve samenwerking- en beïnvloedingsstrategie Prestatiedoelstelling 4 Innovatie in dienstverlening Actieve communicatie naar buiten toe van Zaans Evenwicht Ondersteunen zaakgericht werken d.m.v. midoffice Realisatie het ‘nieuwe werken’ door nieuwe ICT-infrastructuur, geschikt voor flexwerken. Duidelijke afspraken over ‘slim en efficiënt’ inkopen door gebruik te maken van E-auction. Opstellen strategisch inkoopkader.
4 Risico’s en beheersmaatregelen Prestatiedoelstelling
Risico’s
Beheersingsmaatregelen
Zaanstad is een volwaardige samenwerkingspartner
de uitvoering van de ambities raakt uit het zicht door de actualiteit van de bezuinigingen
Uitwerken uitvoeringsplan Zaans Evenwicht
De organisatie levert op korte en lange termijn de gevraagde prestaties
Toename ziekteverzuim als gevolg van bezuinigingen
Realisatie ‘het nieuwe werken’.
In overleg met de arbodienst Maetis werken aan een zo laag mogelijk ziekteverzuimcijfer Extern inkoopbureau PSI ingeschakeld.
E-auction
Problemen bij aanbestedingsprocedure.
Uitstel oplevering nieuw Stadhuis. Productspecificaties dienen waterdicht te zijn; het meewegen van criteria anders dan prijs, is nog in ontwikkeling.
Qua computerfaciliteiten uitwijken naar bestaande computerruimten. Starten met productgroepen waarvan de specificaties transparant zijn; gebruik maken van expertise van partijen die hier eerder mee hebben gewerkt.
101
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen Frictiekosten De organisatie krimpt de komende vier jaar met ongeveer 100 medewerkers. Dit tegen de achtergrond van een relatief toch al kleine organisatie en een besparing op inhuur. Deze personeelsreductie kan grotendeels worden gerealiseerd door natuurlijk verloop. Het zittende personeel zal niet in alle gevallen in staat zijn om de lege plekken in te vullen of de vrijvallende taken uit te voeren. Daardoor is de grootste uitdaging voor de Zaanse organisatie vooral kwalitatief van aard. Deze kwalitatieve mismatch, de voorgenomen bezuinigingen op onder meer afname van overhead, minder beleidsontwikkeling, optimalisering van processen en tenslotte de steeds complexere vraag uit de samenleving, zal een groter beroep doen op de zittende medewerkers. Dit vergt op de korte termijn investeringen in de kennis en vaardigheden en mobiliteit van het personeel om ze in staat te stellen de maatschappelijke opgave met goed resultaat uit te blijven voeren. Om dit te faciliteren is in de jaren 2011 tot en met 2014 in totaal een frictiebudget nodig van ca. € 2,2 miljoen. Het frictiebudget zal worden ingezet op 3 speerpunten. 1. Employability. Medewerkers gemeentebreed en proactief stimuleren zich te ontwikkelen naar mogelijke andere functies of rollen. Inzetten van gericht loopbaanmanagement. 2. Flexibiliteit van de organisatie vergroten door flexibiliteit te creëren in de bezetting, ruimte en tijd creëren om medewerkers geschikt te maken voor vacatures. 3. Boventalligheid. Er moet rekening mee worden gehouden dat circa 10% van de medewerkers wellicht niet zelfstandig ander werk binnen de gemeente vindt.` Deze kosten worden nog nader verdeeld over de programma’s en zijn daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15. Besparing op inhuur Besparing op inhuur wordt gerealiseerd door volumeafname (op exploitatie) in 2011 naar aanleiding van bezuinigingen en aflopende projecten; verdere intensivering en continuering van raamcontracten ( sturing op tarieven contracturen en afspraken); en vervangen van ingehuurd personeel door vast personeel. Een verdere teruggang van inhuur is afhankelijk van de organisatievisie en –ontwikkeling, waarvan de visie op vast versus flexibel personeel wordt afgeleid. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (7.1 Besparing op inhuur). Effectiever en efficiënter inkopen Besparing wordt onder meer gerealiseerd door afsluiten meerjarige raamovereenkomsten (bijvoorbeeld voor groen en bouwkundig onderhoud, drukwerk, opleidingen en onderhoud wegen) en door een andere werkwijze door interne procesverbetering. Een professionele centrale inkooporganisatie is een randvoorwaarde om dit mogelijk te maken. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (7.2 Effectiever en efficiënter inkopen). Ombuiging staf en ondersteuning De omvang van staf en ondersteuning is nu al lager dan gemiddeld in Nederland. De bezuiniging is alleen te halen als taken worden geschrapt of herschikt. Dit kan alleen als lijn en staf gezamenlijk overgaan naar een andere werkwijze en een effectievere manier van ondersteunen. Hiermee is de uitwerking van deze bezuiniging gekoppeld aan ontwikkelen van de organisatie in zijn geheel. De beoogde reductie in formatie omvang gaat de komende vier jaar terug van 28,1 % naar 25% in totaal 37 fte.
102
Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (7.3 Ombuiging staf en ondersteuning). Taakstelling organisatie De taakstelling op de organisatie vanaf 2014 van € 850.000 wordt niet gehaald. Bij de kadernota 2012 zullen maatregelen worden geformuleerd om de taakstelling alsnog te halen. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (Taakstelling organisatie). Uitbesteden team O&S Er zal onderzoek worden gedaan naar de mogelijkheden om (een deel van) de werkzaamheden van de afdeling Onderzoek en Statistiek uit te besteden. Tegelijkertijd wordt gekeken naar de mogelijkheden om meer samen te werken in regionaal verband. Deze verkenning hangt ook samen met de ontwikkeling van de organisatie; welke taken doen we wel en welke niet. Capaciteit Communicatie terugbrengen De bezuiniging wordt gerealiseerd door een deel van het werk uit te besteden, door meer te prioriteren in aantal en omvang van communicatieprojecten per dienst en het burgerjaarverslag niet meer uit te geven. Informatie wordt zoveel mogelijk gebundeld via de website, het Zaanstad Journaal en de wijkkranten (extern), en via intranet, Link, de managementletter en een bedrijfsblad (intern). Daarnaast wordt in 2011 de nieuwe huisstijl ingevoerd waarbij sprake is van meer standaardisatie. Voor het informatiecentrum Inverdan wordt gezocht naar een vorm waarbij geen personele bemensing van de afdeling Communicatie nodig is van mei 2011, het moment dat het informatiecentrum weg moet van de huidige locatie in verband met de aanleg van de gracht. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (6.13 Capaciteit communicatie terugbrengen)). Marketing Zaanstreek De marketing van de Zaanstreek heeft als doel de streek onderscheidend te positioneren in de metropool Amsterdam en het imago van de stad en streek te verbeteren bij doelgroepen die hier (willen) investeren. Een duidelijk en positief imago is randvoorwaardelijk voor de effectiviteit van het werk van meerdere taakvelden zoals economische zaken, cultuur en toerisme. Het vertrouwen bij de strategische partners is er wat onder andere blijkt uit hun financiële investering in de stichting die per 1 juli jl. is opgericht. Met de partners is een investeringsperiode van drie jaar afgesproken. Eind 2012 vindt opnieuw een imago-onderzoek plaats om te kijken of de eerste effecten waarneembaar zijn. Mede op basis van dit onderzoek evalueert het bestuur van de stichting Marketing Zaanstreek zijn inspannen zodat bezien kan worden in hoeverre en op welke wijze de marketing van de Zaanstreek wordt voorgezet. Dat is ook het moment waarop de gemeente kan bezien in welke mate een nieuwe impuls noodzakelijk is. Op dit moment wordt voorgesteld de gemeentelijke bijdrage te verminderen m.i.v. 2014. Bij de kadernota in 2013 geeft het college duidelijkheid over de definitieve hoogte van de bijdrage aan de stichting Marketing Zaanstreek. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (6.10 Streekmarketing stopzetten). Stoppen met Zaanstad Vitaal De al eerder doorgevoerde bezuiniging van € 50.000 wordt gecontinueerd. Er resteert voor Zaanstad Vitaal een bedrag van € 50.000. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (7.5 Stoppen met Zaanstad Vitaal).
103
Digitaliseren post aan medewerkers Alle interne algemene post, zoals algemene brieven, nieuwsbrieven en OC en OR berichten, wordt alleen nog maal digitaal verspreid door gebruikmaking van e mail en intranet. Voor interne persoonlijke post wordt de digitalisering doorontwikkeld door invoering van bijvoorbeeld YouPP en e-portal. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (7.6 Digitaliseren post aan medewerkers). Opleidingsbudget verlagen Zaanstad heeft een centraal opleidingsbudget van € 571.000. Hierop wordt € 50.000 gekort. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (7.7 Opleidingsbudget verlagen). Zaanpeiling 1x per twee jaar uitvoeren Gemeenten hebben geen verplichting tot een jaarlijkse peiling. Wel heeft Zaanstad heeft enkele wettelijke informatieverplichtingen, waaronder op het gebied van veiligheid. Om daar aan te voldoen wordt de frequentie van de zaanpeiling teruggebracht naar 1 keer per twee jaar. Representatiebudget B&W verminderen Het representatiebudget van B&W wordt met € 25.000 teruggebracht tot € 80.000. Er zal nog scherper worden afgewogen en gemonitord. Onder het budget vallen verschillende soorten kosten zoals catering, boeketten en cadeaus. Internationaal beleid & betrekkingen Het oorspronkelijke budget van € 68.000 wordt teruggebracht tot € 20.000. Dit bedrag wordt gereserveerd voor het bijdragen aan het halen van de millenniumdoelstellingen. Proces ondersteuning besluitvorming optimaliseren Onderzocht wordt of met behulp van digitalisering de ondersteuning van de besluitvorming van college en directies efficiënter kan worden georganiseerd. Deze maatregel betreft een budget dat nog nader verdeeld moet worden over programma’s en is daarom vooralsnog terug te vinden op een kostenplaats in programma 15 (6.12 Bestuurlijke besluitvorming optimaliseren en automatiseren). Intensiveringen Hogere reiskosten personeel De reiskosten van het personeel (woon-werkverkeer) zullen hoger worden na verhuizing naar het nieuwe stadhuis, doordat naar verwachting meer mensen een beroep zullen doen op de vergoeding van openbaar vervoer. Na verhuizing naar het nieuwe stadhuis zal voor werknemers die geen beroep meer kunnen doen op een reiskostenvergoeding in 2011 een overgangsregeling gelden. Vervoersmanagement dienstreizen door ambtenaren Het college heeft besloten over te gaan tot de aanschaf van milieuvriendelijk vervoer voor het maken van dienstreizen.
104
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 14
Product
1006 Regionale samenwerking 1016 Statistiek en onderzoek 1020 Statistiek en onderzoek 1021 Burgemeester en wethouders 1022 Burgemeester en wethouders 1050 Gemeenteraad en commissies 2003 Verkiezingen
Omschrijving Hogere contributie SRA en VNG
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 A 70 70 70 70
7.4 Uitbesteden team O&S
R
0
-50
-50
-100
6.14 Zaanpeiling 1x per twee jaar uitvoeren 6.16 Representatiebudget B&W verminderen 6.17 Internationaal beleid & betrekkingen Vergoedingen Raadsleden + Steunfractieleden Verkiezingen
R
0
-20
0
-20
R
-25
-25
-25
-25
R
-48
-48
-48
-48
A
100
100
100
100
0
-150
-150
200
97
-123
-103
177
A
Totaal 14 (bedragen x 1.000)
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Saldo realisatie 2009
Programma & Product
Begroting lasten primtief 2011
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Gemeenteraad en commissies Raadsgriffie Burgemeester en wethouders Bestuur- en man.ondersteuning Regionale samenwerking Statistiek en onderzoek Verkiezingen Communicatie P&O Subtotaal resultaat voor bestemming
1.432 766 5.126 1.410 394 561 229 2.410 3.676
1.427 689 2.573 1.206 355 531 436 2.108 4.421
1.352 564 3.570 1.783 0 0 235 1.696 3.365
0 0 0 0 0 0 0 0 -47
1.352 564 3.570 1.783 0 0 235 1.696 3.318
1.352 564 3.762 1.905 0 0 0 1.630 3.225
1.352 564 3.584 1.746 0 0 0 1.623 3.445
1.352 564 2.840 933 0 0 350 1.463 3.680
16.004
13.746
12.565
-47
12.518
12.438
12.313
11.182
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
16.004
13.746
12.565
-47
12.518
12.438
12.313
11.182
Mutaties reserves Subtotaal mutaties reserves Totaal resultaat na bestemming
105
2.15 Programma 15: Financiën Portefeuillehouder: Dhr J. Olthof Coördinator: Dhr E. Westphal
1 Doel Het voeren van een stabiel financieel beleid dat het mogelijk maakt onze ambities zo goed mogelijk te realiseren en tegelijkertijd te anticiperen op een terugloop in de inkomsten en het risicoprofiel beheersbaar te houden. Op transparante wijze informeren over de bedrijfsvoering die het college en de ambtelijke organisatie ondersteunt bij de realisatie van het collegeprogramma Wederzijds aanspreekbaar, op basis van vertrouwen.
2 Wat willen we bereiken? Effectdoelstelling 1 Een solide financieel beleid Het college streeft ernaar de financiële basis op orde te houden, zodat rekeningen niet worden doorgeschoven naar toekomstige bestuurders en tegenvallers opgevangen kunnen worden. Tot een financieel solide beleid hoort dat jaarlijkse noodzakelijke uitgaven uit de exploitatie kunnen worden betaald, kapitaallasten beheersbaar blijven, het dekken van structurele lasten met structurele baten, een actieve sturing op risico’s en dat er voldoende buffer aanwezig is om tegenvallers op te vangen. Tot een solide financieel beleid behoort ook het inlopen van onderhoudsachterstanden. Effectdoelstelling 2 Integrale financiële afweging Het college van B en W bestuurt collegiaal. Dat wil zeggen dat vraagstukken vanuit de gehele gemeente zo veel als mogelijk tegen elkaar worden afgewogen. Het financiële instrumentarium moet dat ondersteunen. Daar hoort bij dat financiële beslissingen worden genomen op vaste momenten zoals bij de burap of de begroting. Ondersteuning bestaat er ook uit dat er niet veel kleine bestemmingsreserves worden aangehouden. Effectdoelstelling 3 In samenwerking met externe partners het verdienvermogen vergroten Op eigen kracht gaat Zaanstad haar doelstellingen niet halen. Samenwerking met partners in de stad en andere overheden is noodzakelijk. De gemeente zal moeten nadenken over nieuwe manieren van samenwerking en interactie met de omgeving en strategischer opereren ten aanzien van subsidies mede gelet op landelijke ontwikkelingen zoals afnemende subsidiestromen, verschuiving van taken, nieuwe werkwijzen, bezuinigingsdruk. Daarnaast zal Zaanstad extra inkomsten uit eigen bezittingen moeten realiseren. Zie verder ook effectdoelstelling 3 bij programma 14 bestuur en organisatie. Effectdoelstellingen en bijbehorende indicatoren Nr. Effectdoelstelling Effectindicatoren Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
1.1
Matig
Voldoende
Solide financieel beleid
Oordeel van de toezichthouder over financiële positie
Matig
3 Wat gaan we doen om de effectdoelstellingen te halen? Prestatiedoelstelling 1 Solide financieel beleid 1.1 Inzetten op versneld afschrijven Zaanstad streeft ernaar om op langere termijn al het onderhoud in de openbare ruimte en het vastgoed te betalen uit de exploitatie. Nu wordt nog een deel opgenomen in het investeringsplan, waardoor de last wordt verlegd naar de toekomst in de vorm van kapitaallasten.
106
Een positief rekeningresultaat wordt ingezet om versneld af te schrijven. Dan ontstaat er ruimte om het exploitatiebudget onderhoud te verhogen en het investeringsplan te ontlasten. Het rekeningresultaat wordt niet gebruikt voor versneld afschrijven als het weerstandsvermogen onvoldoende is.
1.2 Instellen van plafonds op investeringsplan Alleen onderhoud en vervanging worden vanaf 2013 nog opgenomen in het investeringsplan. De daaruit voortkomende kapitaallasten worden gedekt in de exploitatie en mogen niet meer bedragen dan € 33 mln. Instellen van een plafond voor het investeringsvolume van € 17,5 mln. bij de begroting 2011 Opstellen van uitvoeringsregels in 2011 1.3 Actief sturen op risico’s De essentie van risicomanagement is dat risico’s worden herkend en dat er maatregelen worden genomen om te voorkomen dat de risico’s zich voordoen of de schade te beperken. Risicomanagement is daarmee een normaal onderdeel van het dagelijks werkproces. Bij zowel begroting als jaarstukken rapporteren over de belangrijkste risico’s Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf weerstandsvermogen. 1.4 Beheersing van leningen en rentelasten Verplichtingen moeten ook op de lange termijn betaalbaar blijven. Een grote verplichting voor de lange termijn is het aflossen van leningen en het kunnen betalen van de rente. Zaanstad is een gemeente die moet lenen om investeringen mogelijk te maken. Daarom is de leningenportefeuille relatief groot ten opzichte van andere gemeenten. Periodiek herzien van de liquiditeitsplanning Handhaven van de renterisiconorm Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf treasury. Prestatiedoelstelling 2 Integrale financiële afweging. 2.1 Integrale afweging van investeringen en ruimtelijke plannen Zaanstad heeft veel ambities om projecten en ruimtelijke plannen te realiseren. Maar zowel de financiële middelen als de ambtelijke capaciteit zijn schaars. Daarom wordt gezocht naar integrale afwegingsmechanismen. Om tot een afweging te komen voor investeringen, waar Zaanstad zelf de investering (deels) betaalt, wordt een investeringsfond gevormd. Binnen het fonds kunnen zowel investeringen als planstudies tegen elkaar worden afgewogen. Bij ruimtelijke plannen nemen andere partijen een groot deel van de kosten op zich, maar levert Zaanstad capaciteit. Deze plannen worden tegen elkaar afgewogen in het programma ruimtelijke investeringen (PRI). Instellen van een investeringsfonds bij de begroting 2011 Bij begroting en jaarstukken rapporteren over de stand van het investeringsfonds Opstellen van uitvoeringsregels in 2011. Voor de werking van het investeringsfonds wordt verwezen naar de paragraaf investeringen. 2.2 Beperken van aantal bestemmingsreserves In de nota reserves&voorzieningen zijn spelregels geformuleerd over het instellen van een reserve en de ondergrens van een reserve. Hier wordt door het college van B en W actief op gestuurd. Bij reserves die niet tot nauwelijks worden gebruikt, doet het college voorstellen deze te laten vervallen. Reserves met een soortgelijk doel zullen, waar mogelijk, worden samengevoegd. Twee keer per jaar doorlichten van alle reserves.
107
Prestatiedoelstelling 3 Samenwerking externe partners 3.1 Zaanstad is aanwezig in relevante netwerken en onderhoudt bestuurlijke en ambtelijke samenwerkingsrelatie om daarmee financiële ruimte te creëren voor haar eigen doelstellingen Aanwezigheid in bestuurlijke en ambtelijke netwerken en relaties met andere overheden zijn cruciaal voor het signaleren van kansen, maar ook om subsidies binnen te halen of andere vormen om gezamenlijke ambities te realiseren. Daarbij gaat het zowel om regionale als landelijke netwerken en partijen. Het is van belang na te denken over waar en in welke positie Zaanstad aan tafel wil zitten. Ook is het ook van belang daar de juiste boodschap en partners bij te vinden om eigen en gemeenschappelijke ambities te realiseren.
Opstellen van een ontwikkelstrategie waarmee Zaanstad stappen kan zetten om in positie te komen en kansen binnen te halen.
3.2 Zaanstad is in staat haar eigen bezittingen om te zetten naar extra inkomsten Zaanstad heeft bezittingen die mogelijkheden bieden voor het genereren van extra inkomsten. Een voorbeeld hiervan is restgroen. Deze extra inkomsten zorgen voor ruimte om de ambities in het collegeprogramma te realiseren. Bovendien sluit het aan op eerdere afspraken gemaakt in de financiële strategie en die doorlopen tot en met 2014.
Inventarisatie van mogelijkheden om eigen bezittingen te gelde te maken in 2011.
Nr
Prestatie-indicatoren
Realisatie 2009
Begroting 2011
Begroting 2014
1.1 1.2
Kapitaallasten < € 33 mln. Achterstallig onderhoud openbare ruimte – reservering achterstallig onderhoud Voldoende weerstandsvermogen ( >1) Verhogen exploitatiebudget IOOR Solvabiliteit Aantal bestemmingsreserves Instellen investeringsfonds
21,9 mln. 51 mln.
26,7 mln. € 9 mln.
€ 33 mln. € 9 mln.
1,6 9,8 mln. 18% 45 -
1,5 € 10,7 mln. 15% 40 Uitwerken spelregels en rapportage
1,4 € 12,7 mln. 13% 30 Evaluatie werking investeringsfonds
1.3 1.4 1.5 2.1 2.2
4 Risico’s en beheersmaatregelen Nr.
Prestatiedoelstelling
Risico’s
Beheersingsmaatregelen
1.1
Kapitaallasten < € 35 mln.
Noodzakelijke vervangingen nemen toe
1.2
Achterstallig onderhoud openbare ruimte – reservering achterstallig onderhoud
Achterstallig onderhoud stijgt
1.3
1.4
Voldoende weerstandsvermogen
Verhogen exploitatiebudget IOOR
1.5
Solvabiliteit versterken
Risico’s stijgen Algemene reserve daalt Onverwachte gebeurtenissen
Geen positief rekening resultaat Resultaten worden gebruikt voor andere knelpunten Snel oplopende
Meerjaren onderhoudsplannen Sparen voor grote vervangingen Meerjaren onderhoudsplannen Afspraken met andere partners Continue monitoring en rapportage Actief risicomanagement Kritische ondergrens weerstandsvermogen vaststellen Dotatie aan algemene reserve als sluitstuk Strakke discipline bij raad en college om rekeningresultaat te gebruiken voor versneld afschrijven Integrale afweging via
108
Nr.
Prestatiedoelstelling
Risico’s
leningenportefeuille Stijgende rente
Beheersingsmaatregelen
2.1
Aantal bestemmingsreserves reduceren
2.2
Instellen investeringsfonds
3.1
aanwezig en in positie in relevante netwerken
Er worden veel nieuwe reserves gevormd Iedere reserve wordt uniek geacht Investeringen lopen alsnog buiten fonds om Verkeerde prikkels onvoldoende verbindingen met de organisatieontwikkeling verstarring van de organisatie en teveel focus op control
3.2
goede relaties met partners in de regio en landelijk
binnenhalen van subsidies sturend in plaats van de inhoudelijke keuzes
3.3
realisatie van afspraken financiële strategie tot en met 2014
het stilstaan van de financiële strategie in de overgangsperiode: onderhoud netwerken, binnenhalen van kansen het onvoldoende doorvoeren van verbeteringen/ lessen uit de financiële strategie het niet halen van financiële doelstellingen
investeringsfonds Actuele liquiditeitsbegroting Afdekken renterisico met derivaten Renterisiconorm Strakke discipline bij raad en college om aantal bestemmingsreserves beperkt te houden Heldere spelregels en rapportages expliciet de verbinding leggen en tussentijdse afstemming tussen de projectorganisatie bespreken van dit risico in het GMT meenemen in het uitwerken van de ontwikkelstrategie en vooral de organisatorische vertaling in de ontwikkelstrategie heldere afspraken maken over hoe te komen tot subsidieverwerking en verankering daarvan in subsidiebeleid een separaat werkplan opstellen en invoeren om lopende acties uit te voeren agendering in het GMT de lessen en goede punten uit de financiële strategie meenemen in het opstellen van de ontwikkelstrategie een separaat werkplan opstellen en invoeren om lopende acties uit te voeren binnen de ontwikkelstrategie expliciet verbinden van het opbouwen van relaties en netwerkontwikkeling met de financiële resultaten
5 Intensiveringen en bezuinigingen Bezuinigingen/opbrengsten verhogen Stijging opbrengsten onroerende zaakbelastingen Conform de afspraken in het collegeprogramma wordt de opbrengst OZB in 2011 verhoogd met de inflatie (0,75%) en in 2012 en 2013 extra verhoogd met 2%.
109
Voordeel op rentelasten De verwachting is dat de komende jaren de rente laag blijft. Daarom wordt een voordeel op het treasuryresultaat verwacht. Kostenverdeling ondersteunende diensten (voorheen facilitaire dienstverlening) Vanaf 2011 is gekozen om de kosten voor ondersteunende diensten direct, i.p.v. indirect, onderdeel te laten zijn van de programmabegroting. De c.a. € 22,5 miljoen lasten werden voorheen verdeeld over alle programma’s. Door het direct opnemen van de lasten voor de ondersteunende diensten zijn deze lasten nu verschoven naar één programma. Het direct opnemen van kosten in de programmabegroting leidt vooral tot meer inzicht en minder bedrijfsadministratieve handelingen.
6 Begrotingsmutaties financieel Prog. Wnr 15
Product
Omschrijving
1004 Algemene uitkering AU: Taakmutaties en update aantal woningen 1011 Deelnemingen en Dividend Nuon uitstleningen 1012 Treasury Lagere rente en liquiditeitsbehoefte 1014 Kostenplaats 7.3 Ombuiging staf en concernstaf ondersteuning 1019 Kostenplaats 6.12 Best. besluitvorming concernstaf optimaliseren en autom. 1025 Kostenplaats Stijging loonkosten gemeente concernstaf Zaanstad 1028 Algemene uitkering AU: berekening obv meicirculaire 1040 Onroerende zaakbelastingen 1041 Kostenplaats concernstaf 1042 Kostenplaats concernstaf 1043 Kostenplaats concernstaf 1044 Kostenplaats concernstaf 1046 Kostenplaats concernstaf 1051 Kostenplaats concernstaf 1053 Kostenplaats concernstaf 1064 Kostenplaats concernstaf 1065 Kostenplaats concernstaf 1066 Kostenplaats concernstaf 1067 Kostenplaats concernstaf 1069 Onvoorziene uitgaven 2001 Onroerende zaakbelastingen 2022 Kostenplaats Publiek 5800 Hulpkostenplaatsen 5813 Kostenplaats concernstaf 7003 P & O 7004 P & O
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 A -60 1.790 4.335 8.694 A
-140
-200
-140
310
A
-600
-450
-1.000
-1.500
R
-277
-555
-886
-1.123
R
-50
-88
-91
-91
A
1.591
1.591
1.591
1.591
A
-4.823
-3.682
-2.453
-3.277
8.3 OZB verhogen
R
0
-500
-1.000
-1.000
Herschikken taakstelling: Doorontw effectieve org Herschikken taakstelling: Terugdr. Kilometerdecla Herschikken taakstelling: Vrijval kapitaallsn MIP Herschikken taakstelling: Afb int fin functie Prijscompensatie
V
200
1.500
1.500
1.500
V
100
100
100
100
V
1.250
500
500
500
V
175
350
350
350
A
334
334
334
334
Herschikken taakstelling: Realisatie V bestuur Bijkomende kosten bezuinigingen A
100
100
100
100
1.466
1.691
995
729 -850
Taakstelling organisatie
A
0
0
0
Vrijval bestemmingsreserve
A
-1.188
0
0
Minder doteren AR incl afdracht GZ 500 in 2011 Vrijval kapitaallasten
A
0
-1.500
-2.000
0
A
-500
0
0
0
Onvoorzien
A
50
50
50
50
OZB komende jaren
A
-122
-29
76
-109
5.1 Kanaalsturing
R
-41
-156
-403
-403
2.1 Bundelen van kennisafdelingen 2.6 Voordeel op rentelasten stedelijke ontw. Hogere reiskosten personeel van Zaanstad Reiskosten personeel Z'stad, overgangsregeling
R
-415
-737
-833
-920
R
-250
-400
-500
-700
C
75
75
75
75
C
50
0
0
0
110
Prog. Wnr
Product
Omschrijving
M Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 V -150 -150 -150 -150
7007 P & O
Lagere kosten WAO/Ziekengeld
7008 P & O
7016 Communicatie
Andere dekking kosten Wachtgelders Voorziening concernbrede reorganisatiekosten 6.10 Streekmarketing stopzetten
R
0
7017 P & O
7.5 Stoppen met Zaanstad Vitaal
R
-50
7018 P & O
7.6 Digitaliseren post aan medewerkers 7.7 Opleidingsbudget verlagen
R
-50
-100
7010 P & O
7019 P & O 7020 Communicatie 7021 Kostenplaats Middelen 7022 Kostenplaats Middelen 7024 Facilitaire zaken 7029 Kostenplaats Middelen 7033 Kostenplaats Middelen 10051 Deelnemingen en uitstleningen 10052 Deelnemingen en uitstleningen 10281 Algemene uitkering 10521 Kostenplaats concernstaf 70292 Kostenplaats Middelen Totaal 15
V
-156
-99
-59
-14
A
270
220
400
590
0
0
-165
-50
-50
-50
-100
-100
R
0
-50
-50
-50
R
-203
-297
-307
-299
R
-2.085
-2.085
-2.085
-2.085
R
-1.256
-1.632
-1.732
-1.732
C
100
100
100
100
A
1.400
0
0
0
A
-878
-1.117
-315
-590
Tranche verkoop aandelen Nuon en vrijval escrow Tranche verkoop aandelen Nuon dotatie aan reserve Nieuw te vormen Investeringsfonds Herschikken taakstelling: Inkoop
A
-15.799
-960
-14.839
0
A
15.799
960
14.839
0
A
2.489
1.926
1.979
1.810
V
100
200
200
200
1400k latere dotatie aan de reserve stadhuis
A
-1.400
0
0
0
-4.944
-3.350
-1.469
1.825
6.13 Capaciteit Communicatie terugbrengen 7.1 Besparing op inhuur 7.2 Effectiever en efficienter inkopen Vervoersmanagement dienstreizen door ambtenaren voor 1 jaar terugdraaien besparing op nw stadhuis Onttrekken uit de reserve Stadhuis
(bedragen x 1.000)
111
7 Wat mag het kosten?
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Programma & Product
Saldo realisatie 2009
Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Algemene uitkering Deelnemingen en uitst.leningen Treasury Concerncontrol Onvoorziene uitgaven Kostenplaats concernstaf Onroerende zaakbelastingen Uitvoering wet WOZ Precario- en reclamebelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting Kostenplaats Publiek Kostenplaats Wijken Commerciële activiteiten Kostenplaats DSB Kostenplaats Stad Directie & Staf P&O Communicatie Commerciële activiteiten Juridische zaken Informatiebeleid Kostenplaats Middelen Inkoop & Financiën IBT Facilitaire zaken
-155.279 -47.814 -5.984 3.672 -1.122 1.187 -24.733 1.191 -1.021 -138 -350 0 0 -144 -2.241 121 0 0 0 0 2.446 1.399 0 0 0 0
-161.354 -4.163 -9.568 2.184 151 274 -25.970 1.088 -1.219 -188 -320 422 368 -23 -510 122 0 0 0 0 2.202 878 -2.096 0 0 0
0 497 -1.691 2.396 389 1.370 340 848 106 0 78 -415 0 975 0 -486 1.844 1.196 202 0 1.853 584 -654 2.075 9.212 9.625
-158.638 -18.834 -9.232 0 -4.888 1.160 -27.158 0 -1.394 -190 -420 0 0 -999 0 0 -3.381 -20 -18 0 -567 0 0 -115 0 0
-158.638 -18.337 -10.923 2.396 -4.499 2.530 -26.818 848 -1.288 -190 -342 -415 0 -24 0 -486 -1.537 1.176 184 0 1.286 584 -654 1.960 9.212 9.625
-152.623 -3.051 -10.171 2.597 -4.649 2.462 -27.428 846 -1.288 -190 -342 -751 0 -24 0 -808 -1.537 1.176 171 0 1.286 584 425 1.960 10.148 8.702
-150.304 -17.030 -10.565 2.418 -4.649 1.485 -28.028 844 -1.288 -190 -342 -1.205 0 -24 0 -909 -1.537 1.176 170 0 1.286 584 197 1.960 10.224 8.660
-146.769 -1.741 -11.195 1.675 -4.649 3.489 -28.213 843 -1.288 -190 -342 -1.205 0 -24 0 -1.000 -1.537 1.176 171 0 1.286 584 -170 1.960 10.256 8.607
Subtotaal resultaat voor bestemming
-228.813
-197.723
30.344
-224.694
-194.350
-172.505
-187.067
-168.276
42.990 472 -17.524 1.865 0
-4.000 1.018 -9.637 0 2.049
0 16.618 4.913 0 223
-4.000 0 -2.713 0 0
-4.000 16.618 2.200 0 223
-4.000 1.701 0 0 -1.848
-4.000 15.504 0 0 -1.025
-3.999 591 0 0 -1.278
27.803
-10.570
21.754
-6.713
15.041
-4.147
10.479
-4.686
-201.010
-208.293
52.098
-231.407
-179.309
-176.652
-176.588
-172.962
Mutaties reserves Deelnemingen en uitst.leningen Treasury Onvoorziene uitgaven Kostenplaats DSB Kostenplaats Middelen Subtotaal mutaties reserves Totaal resultaat na bestemming
112
3
Paragrafen
3.1 Bedrijfsvoering Inleiding Bedrijfsvoering is een belangrijk aandachtspunt voor de gemeente Zaanstad. Een goede bedrijfsvoering ondersteunt het college en de ambtelijke organisatie bij de realisatie van het collegeprogramma ‘Wederzijds aanspreekbaar, op basis van vertrouwen’. De ambitie van het college is hoog, de middelen beperkt en de omvang van de formatie relatief gering. Des te belangrijker dat er efficiënt en effectief wordt gewerkt. Dat bereiken we niet door een paar taken te schrappen of te herschikken. We zullen met een procesgerichte aanpak de ondersteunende taken anders en effectiever inrichten. Staf en lijn moeten de taakstelling op staf en organisatie gezamenlijk realiseren. Dat vraagt om concernbrede afspraken over prioriteitstelling, kaders en standaardisering in werkwijze. Daarnaast om meer sturing en het nakomen van deze afspraken. Minder verbrokkeling in de sturing leidt tot een betere sturing op mensen en werk (inclusief het stellen van prioriteiten) en tot duidelijker afspraken over verantwoordelijkheden. Niet alleen vanuit het oogpunt van efficiency verbetering en bezuinigingen is het van belang om de bedrijfsvoering te verbeteren en te vernieuwen. De eisen die aan de gemeentelijke organisatie worden gesteld veranderen snel. De balans met de samenleving verschuift. De voortschrijdende digitalisering schept niet alleen verwachtingen bij de burger ( bijvoorbeeld ten aanzien van de wijze van dienstverlening), maar ook bij medewerkers ten aanzien van hulpmiddelen en de wijze waarop het werk wordt georganiseerd. De trend is dat jonge, nieuwe medewerkers steeds meer opgroeien met een andere manier van werken, samenwerken en communiceren. Binnen deze context en gegeven een krappe arbeidsmarkt moet Zaanstad zich inspannen om een aantrekkelijke werkgever te blijven en jong talent binnen te halen. Met de vorming van de dienst Middelen in 2010 is een slag gemaakt in het optimaliseren van de bedrijfsvoering. De dienst Middelen zal ook in 2011 zwaar inzetten op standaardisatie, uniformiteit, klantgerichte benadering, innovatie en integraliteit. In 2010 is tevens een start gemaakt met het verbeteren van de financiële bedrijfsvoering. Aanleiding hiervoor waren ondermeer de bevindingen van de accountant over de bedrijfsvoering en over de sturing en beheersing van de gemeentelijke organisatie. Het plan van aanpak beperkt zich in eerste instantie tot verbetering van de financiële processen. Bedrijfsvoering steeds transparanter Met ingang van 2011 worden de kosten van de ondersteunende diensten die voorheen via kostenverdeling naar de programma’s werden verdeeld, direct onderdeel van het programma financiën. Het gevolg hiervan is dat alle ondersteunende diensten onderdeel uitmaken van de programmabegroting. Personeel Rekening 2009
Begroting 2010
Begroot 2011
Toegestane formatieplaatsen (in fte´s)
1.228
1.217
1.241
Werkelijke bezetting (in fte´s) (incl. boventalligen) Openstaande vacatureruimte (in fte´s) (toegestaan minus werkelijk) Personeelsleden in de formatie (aantal) (incl. boventalligen) Aantal boventalligen (als gevolg van doorontwikkeling Concernstaf en dienst Middelen)
1.169
1.118
1.178
59
99
63
1.274
1.246
1.332
1. Formatie en bezetting
0
6
113
Rekening 2009
Begroting 2010
Begroot 2011
Percentage instroom
9,0%
11,6%
5,5%
Percentage uitstroom
6,3%
8,8%
4,3%
3. Gegevens ziekteverzuim Percentage ziekteverzuim (excl. zwangerschapsverlof) 4. Kengetallen personeel
6,1%
5,4%
5,7%
Percentage medewerkers in deeltijd
33,8%
34,3%
36,6%
Gemiddelde leeftijd
45,66
46,9
45,73
Gemiddeld aantal dienstjaren
12,72
14,1
11,36
2. Mobiliteit
Aantal medewerkers jonger dan 36 jaar Aantal medewerkers van 55 jaar of ouder
265 312
322
5. Kosten personeel (bedragen x €1.000,-) Loonkosten personeel 6. Kosten Inhuur derden (bedragen x €1.000,-) Kosten inhuur personeel van derden (incl. adviesbureaus )
74.704
74.912
76.080
19.874
16.156
14.071
De opgave waar Zaanstad voor staat, het realiseren van de maatschappelijke opgaven met een krimpend ambtenarenapparaat, is een kans om vernieuwingen door te voeren. Als gevolg van de ingezette lijn gericht op efficiënter inrichten van werkprocessen met behulp van automatisering, bundeling van kennis en slimmere organisatie, gaat een aantal taken verdwijnen of wijzigen. Naar verwachting betekent dit dat de organisatie krimpt met 68 fte. Deze krimp in fte vindt gefaseerd plaats over de periode 2011 – 2014. Dat bovenstaande tabel nog uitgaat van een groei van het aantal medewerkers komt door de insourcing van het RIO en het KCC. Daarnaast wordt ingehuurd personeel vervangen door vaste formatie. De ervaringscijfers op het gebied van uitstroom vanwege pensioen, of op eigen verzoek, leert ons dat het verloop hoger is dan de krimp van de organisatie. Vanuit kwantitatief oogpunt hoeft de personeelsreductie niet te leiden tot gedwongen ontslagen. We voorzien zelfs op een aantal posities een tekort de komende jaren als gevolg van een krimpende arbeidsmarkt. Daarnaast heeft de organisatie te maken met een verschuiving van beleidsontwikkeling naar meer regievoerende en uitvoerende taken. Door technologische ontwikkelingen zullen bovendien veel functies ook kennisintensiever worden. Om dit met de huidige bezetting op te vangen wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van het personeel op het gebied van kennis en vaardigheden en de ontwikkeling van de organisatie. Dynamiek en flexibiliteit in de organisatie zijn noodzakelijk om goed in kunnen te spelen op toekomstige ontwikkelingen. De organisatie zet daarom bewust in op het stimuleren van flexibiliteit van de medewerker om te willen leren en te veranderen, maar ook op flexibiliteit van de organisatie om ruimte en tijd te creëren waarmee persoonlijke ontwikkeling mogelijk wordt. De arbeidsmarkt is continu aan verandering onderhevig. De tekenen van herstel zijn er en de arbeidsmarkt dreigt weer krapper te worden als gevolg van de aantrekkingskracht vanuit het bedrijfsleven, maar ook vanwege de ‘ontgroening’. Omdat we weten dat jong talent aangetrokken wordt door uitdaging, motivatie en perspectief dragen dynamiek en flexibiliteit bij om het imago van Zaanstad als aantrekkelijke werkgever te kunnen promoten. Ook de mogelijkheid tot flexibel werken, waaronder telewerken, dragen bij om jonge talenten binnen te krijgen.
114
De benodigde ontwikkeling van de organisatie vraagt een grote inzet van de organisatie. Een goede graadmeter om te kunnen beoordelen of de organisatie deze verandering ook aan kan, vormt het ziekteverzuimcijfer. Met de dienst arbodienst Maetis wordt bekeken hoe juist in deze hectische tijden waarin juist veel van het personeel gevraagd wordt, het ziekteverzuimcijfer toch laag kan worden gehouden. Inhuur derden In 2011 wordt de dalende trend op kosten voor inhuur verscherpt met een taakstelling. Bij deze taakstelling is uitsluitend gekeken naar de inhuur die op exploitatie drukt, omdat er geen directe relatie is tussen inhuur vanuit projecten en de begroting. Dit is een zware opgave voor de organisatie omdat er tegelijkertijd een krimp op de organisatie plaatsvindt, gepaard gaande met veranderingen in de organisatie. De taakstelling zal worden gerealiseerd door nog kritischer te kijken dan nu al het geval is naar de noodzaak van inhuur binnen de diensten, waardoor het volume zal dalen. Daarnaast gaat het in 2009 gerealiseerde centrale inhuurpunt nog strakker bewaken dat afspraken en procedures worden nagekomen door zowel lijnmanagement als leveranciers. Het onder raamcontract brengen van inhuur heeft geleid tot vaste lage tarieven en gunstige contractafspraken. In 2011 zal ook een groot deel van advies worden ondergebracht in raamcontracten. Tenslotte is er nauwe samenwerking tussen het centrale inhuurpunt, de recruiters die vaste krachten werven, de loopbaanadviseurs die boventalligen begeleiden en de inkopers die de rechtmatigheid van aanbestedingen bewaken. Dit alles moet leiden tot een optimale mix qua bezetting en verlaging van de kosten van inhuur derden en advies. Planning & control In 2011 werken we het in 2010 opgestelde ontwikkelplan bedrijfsvoering 2010 en 2011 verder uit. Doel: een adequate borging in de processen van rechtmatigheid en getrouwheid van de financiële informatie. Planning & control is daarbij gericht op het zorgen voor de randvoorwaarden dat een organisatie goed kan plannen en beheersen. Dit wordt bereikt door te ervoor te zorgen dat de bedrijfsvoering van zodanige kwaliteit is dat het behalen van de beleidsdoelstellingen binnen daartoe gestelde kaders van tijd, kwaliteit en budget is geborgd met een redelijke mate van zekerheid. Belangrijk in deze fase van de bedrijfsvoering is dat de processen van planning & control aansluiten op de beleidsdoelstellingen van de gemeente, dat de lijnorganisatie op eenvoudige wijze haar begrotings- en verantwoordingsinformatie kan verwerken en ophalen en dat budgetteringsprocessen eenvoudig en transparant zijn. Nu de gemeente de komende jaren met zware ombuigingstaakstellingen wordt geconfronteerd is er vanuit de financiële problematiek extra aanleiding om de betrouwbaarheid van de (financiële) administraties en de mede daarop gebaseerde informatievoorziening te vergroten. Ervaringen uit het verleden met zowel de begrotingsadministratie als het meerjaren investeringsprogramma (MIP) laten zien dat daarop substantiële winst is te boeken. Daardoor wordt én het stuurvermogen van de gemeentelijke organisatie vergroot én het fundament gelegd wordt voor de inrichting van de budgettaire beheersing. Om dit alles te bereiken wordt ingezet op een tiental punten, waaronder de doorontwikkeling van de programmabegroting, de ontwikkeling van de managementcontracten, de kwaliteit van de ondersteunende processen. Informatievoorziening De gemeente wordt steeds meer het eerste aanspreekpunt voor de gehele overheid, maar staat tegelijkertijd voor de opgave om efficiënter te werken en kosten te besparen. Om beide ambities waar te kunnen maken is nodig om de administratieve lastendruk terug te dringen en aan te sluiten bij nieuwe ontwikkelingen. In 2011 worden een nieuw digitaal loket op Internet en een ‘zaaksysteem’ gerealiseerd, zodat burgers en bedrijven gemakkelijk vragen en verzoeken kunnen indienen en de gemeente deze zaken snel en efficiënt kan afhandelen en archiveren. Een andere belangrijke voorwaarde om efficiënter te kunnen werken en besparingen te realiseren is betrouwbare managementinformatie. Om hierin te kunnen voorzien wordt een nieuw rapportagesysteem gerealiseerd dat betere managementinformatie biedt en tevens minder of geen handmatige nabewerking vergt. In 2011 betrekt Gemeente Zaanstad het Nieuwe Stadhuis. Begin 2011 wordt de laatste hand gelegd aan het ondersteunen van ‘het nieuwe werken’ waarbij medewerkers op een flexibele manier gebruik maken van een fors gereduceerd aantal werkplekken. Het betrekken van het nieuwe stadhuis biedt 115
meer mogelijkheden om jonge medewerkers aan te trekken en te binden. Werkplekken waarop snel ingelogd kan worden, waar de digitale mogelijkheden groter zijn, meer gebruik gemaakt wordt van mobiele telefoons en een toepassing die aangeeft welke werkplekken nog vrij zijn en waar je een collega kunt vinden. Inkoop In 2010 is besloten om de gewenste verdere professionalisering van de gemeentelijke inkoopfunctie vorm te geven door te kiezen voor een model van (meer) centralisatie. Tot nu toe lag de nadruk voornamelijk op coördinatie en advisering. Deze nieuwe positionering is onder meer noodzakelijk om de nieuwe inkooptaakstellingen (oplopend van netto € 1 miljoen in 2011 tot € 1,6 miljoen in 2014) te kunnen invullen. Om de nieuwe werkwijze te kunnen implementeren is een inkoopscan uitgevoerd, op basis waarvan een inkoopkalender (m.n. raamovereenkomsten) is opgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat waar mogelijk de inkooptaken worden gecentraliseerd en dat waar dat niet mogelijk of minder praktisch is, de diensten door de afdeling Inkoop & Financiën worden ondersteund en ontzorgd. Ook verbetering van de managementinformatie op inkoopgebied (o.m. inkoopcontrol) is hierbij van groot belang. De verdere centralisatie van de inkoopfunctie zal zeker ook een positieve uitwerking hebben op de borging van het aspect ‘rechtmatigheid’. Naast deze meer organisatorische aanpassingen zal vanaf 2011 ook een geactualiseerd inkoopbeleid gelden waarbij strategische doelstellingen, zoals bijv. duurzaamheid, social return en innovatie een belangrijke rol spelen. Aan de meetbaarheid zal in het nieuwe beleid uiteraard de nodige aandacht worden besteed. Klachten Het aantal klachten is één van de indicatoren of we het als gemeente goed doen. In 2011 zal verder uitvoering worden gegeven aan de in juni 2010 door B&W vastgestelde visie op klachtenmanagement. Deze visie is de uitwerking van het Verbeterplan Klachtenmanagement Gemeente Zaanstad 2009. Centraal in de visie staat dat klachten van burgers leermomenten zijn voor de gemeentelijke organisatie en moeten leiden tot een betere dienstverlening. De gemeente wil burgers stimuleren onvrede over het handelen van de organisatie zoveel mogelijk te melden. De indruk bestaat dat burgers dit nu soms niet doen, omdat zij denken dat dit toch niet helpt. Daarom wordt gezocht naar nieuwe klantvriendelijke methoden voor het uiten van klachten. Een belangrijke doelstelling daarbij is om zoveel mogelijk klachten of problemen in direct persoonlijk contact met de burger op te lossen. Dat is ook van belang om te voorkomen dat het behandelen van klachten leidt tot extra administratieve belasting. Het kiezen voor direct persoonlijk contact met burgers draagt bij aan het terugdringen van deze administratieve belasting, doordat er minder brieven worden geschreven. Bij het ontwikkelen van nieuwe methoden zal uitdrukkelijk worden gekeken naar succesvolle projecten elders in het land. Daarnaast wordt ten aanzien van klachten in 2011 onder meer gewerkt aan het verbeteren van klachtherkenning, zullen de klachten direct en efficiënter worden geregistreerd en wordt gewaakt op tijdige beantwoording.
116
3.2 Lokale heffingen De lokale heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van gemeenten en zijn een integraal onderdeel van het gemeentelijke beleid. Een overzicht van de lokale heffingen -en daarmee meer inzicht - is van belang voor de raad. Een aanduiding van de lokale lastendruk is van belang voor de integrale afweging tussen beleid en inkomsten. Een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid maakt het beeld van de lokale lasten compleet. Het beleid ten aanzien van lokale heffingen is vastgelegd in de: Nota Kostentoerekening (2009) Tarieven belastingen en rechten Belangrijkste tarieven lokale lasten Soort heffing
Tarief 2011
Tarief 2010
Stijgings %
Onroerende-zaakbelastingen Woningen - eigenaarheffing als percentage van de WOZ-waarde
0,1134%*
0,1126%
0,75%
Niet-woningen - eigenaarheffing als percentage van de WOZ-waarde - gebruiksheffing als percentage van de WOZ-waarde
0,2434%* 0,1948%
0,2416% 0,1933%
0,75% 0,75%
Afvalstoffenheffing
255,45
253,56
0,75%
Lozingsrecht - tot 300 kubieke meter verbruikt water 236,75 220,44 7,4% - iedere 100 kubieke meter water daarboven 78,92 73.48 7,4% * Dit betreffen voorlopige tarieven. Na de herwaardering kunnen medio oktober/november de definitieve OZB – tarieven worden bepaald. Tarieven rechten De legesverordening is opgesteld conform het model van de VNG. Daarin wordt onderscheid gemaakt in algemene dienstverlening, dienstverlening vallend onder de Wabo (omgevingsvergunning) en dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn. Het bijbehorende kostenmodel is gebaseerd op de in april 2010 uitgegeven leidraad van het ministerie van VROM. Dit model heeft een voorlopig karakter omdat nog niet alle gevolgen van de invoering van de Wabo konden worden doorgerekend. Bovendien zijn de mate van kostendekkendheid en de kruissubsidiëring nog onderwerp van discussie. Naar verwachting zal het ‘definitieve’ model eind 2010 gereed zijn. Tarieven Onroerende Zaakbelasting De macronorm voor het begrotingsjaar 2011 is vastgesteld op 3,5%. Dat betekent dat in 2011 voor alle gemeenten samen de opbrengst van de OZB 3,5% meer mag zijn dan in 2010. Het percentage van 3,5 is de som van 1,75% inflatie volgens het Centraal Economisch Plan 2010 en de, overigens niet actuele, geraamde reële groei van 1,75% over de periode 2011-2015. Voor de OZB is rekening gehouden met een algemene verhoging van 0,75% ter compensatie van loon- en prijsstijgingen, conform de kadernota. De tarieven van de onroerende-zaakbelasting (OZB) worden vastgesteld als percentage van de WOZ waarde. Als de waarde van de stad bekend is, medio oktober, kunnen de definitieve tarieven worden berekend. In vergelijking met de andere grote gemeenten heeft Zaanstad OZB-tarieven die niet uitzonderlijk hoog zijn. In 2010 lag het OZB-tarief in Zaanstad ongeveer op het landelijk gemiddelde. De stijging van de OZB met 0,75% levert een opbrengststijging op van € 195.000 die ingezet wordt om het
117
financiële beeld sluitend te maken. De verwachting is dat de burger in een gemiddelde woning € 1,60 méér betaalt dan in 2010. Tarief afvalstoffenheffing In het coalitieakkoord is opgenomen dat de kosten de komende jaren niet meer zullen stijgen dan het inflatiepercentage. Het eventuele tekort dat ontstaat, zal worden eenmalig worden onttrokken aan de egalisatievoorziening. Lozingsrecht De belangrijkste ontwikkelingen voor de woonlasten worden veroorzaakt door de benodigde investeringen in het rioolstelsel. Enerzijds moet er worden voldaan aan de opgelegde milieueisen, anderzijds moeten oude rioolstelsels worden vervangen. Hiervoor is de komende jaren een investering nodig van € 72 miljoen. Alleen deze intensivering van rioolvervangingen leidt tot een gemiddelde tariefsstijging van het rioolrecht van 7,4% per jaar. Dit is ook in het coalitieakkoord opgenomen. Deze stijging staat los van andere kostenontwikkelingen die betrekking hebben op riolen. Belastingopbrengsten De begrote en werkelijke belastingopbrengsten betreffen: Belastingopbrengsten (Bedragen x € 1.000) Geraamde opbrengst 2011 Onroerende-zaakbelastingen 26.960 Roerende ruimtebelasting 198 Precariobelasting 300 Leges Algemene 2.431 dienstverlening Leges onder dienstverlening 5.011 WABO (omgevingsvergunning Leges onder dienstverlening 152 Europese dienstenrichtlijn Hondenbelasting 420 Toeristenbelasting 190 Reclamebelasting 314 Reclameopbrengsten 780 Lozingsrecht * 16.422 Afvalstoffenheffing * 14.796 Grafrechten 969 Marktgelden 258 Parkeerbelasting 451 Parkeervergunningen 322 Parkeermeter gelden 1.409 Zeehavengelden 117 Binnenhavengelden 741 Precario woonschepen 30 Kadegeld 51
Geraamde opbrengst 2010 26.156 194 270 2.637
Werkelijke opbrengst 2009 25.306 197 318 2.623
Kostendekkings-% 2011 Nvt Nvt nvt 43,3%
5.051
4.420
93,4%
40
93
9,2%
413 190 312 776 15.188 14.669 1.098 256 410 244 1.200 116 737 23 51
420 140 321 571 14.562 14.427 870 256 290 225 1.164 79 738 25 41
Nvt Nvt Nvt Nvt 100% 100% 100% 100% 96% 100% N.v.t. 73,4% 66,8% N.v.t. 66,8%
Totaal 72315 70031 67086 *Opbrengsten waarop de kwijtschelding in mindering is gebracht. Reclameopbrengsten
118
Met ingang van juli 2009 is er sprake van een nieuw contract met betrekking tot de abri’s in onze gemeente. Door dit nieuwe contract worden er vanaf 2010 (eerste volle kalenderjaar) extra inkomsten gegenereerd. Lozingsrecht De komende jaren zullen er investeringen moeten worden gedaan in het rioolstelsel. Dit brengt hoge kosten met zich mee. Dit resulteert in een tariefsstijging van 7,4% voor 2011. Afvalstoffenheffing In het coalitieakkoord is aangegeven dat het tarief voor afvalstoffen 0,75% (zijnde het inflatiepercentage) mag stijgen. Grafrechten Er is een trend zichtbaar dat het aantal begravingen afneemt en het aantal afkopen van grafonderhoud ook. De kosten dalen niet evenredig. Voorgesteld wordt om de tarieven 9,1% te laten stijgen. Marktgelden De kosten blijven nagenoeg gelijk in 2011. Aan de bestaande markten is een tarief voor de lappenmarkt toegevoegd. Deze markt wordt 1 keer per jaar gehouden in Zaandam. Parkeerbelasting Er is een beleidswijziging voorgesteld om meer manuren in te zetten op de handhaving van betaald parkeren. Dit zal resulteren in hogere opbrengst. Parkeergelden In het kader van de ombuigingen is er onderzocht of de parkeerinkomsten kunnen worden verhoogd. Dit is mogelijk door middel van verhoging van het parkeertarief en het aanpassen van het vergunningentarief. Hierdoor kunnen er per 2011 extra inkomsten worden gegenereerd. Voorgesteld wordt de tarieven als volgt te verhogen: Verhogen van tariefzone A: van € 1,75 naar € 2,00 per uur Verhogen van tariefzone B: van € 1,20 naar € 1,50 per uur Gelijk laten van tariefzone C: €1,00 per uur Parkeervergunningen Er wordt voorgesteld om de 2 typen vergunningen samen te voegen tot 1 vergunning en het tarief hiervoor aan te passen naar € 5,90 per maand. Dit zal resulteren in een hogere opbrengst omdat er van het type D vergunning ongeveer 1.600 stuks per jaar worden uitgegeven en van het type B slechts 135 stuks. Precario voor woonschepen Bij de begroting 2009 is voorgesteld het precariotarief voor woonschepen te verhogen tot € 8,60 per m² ingenomen water. Op dit voorstel is een motie aangenomen waarmee de tarieven voor 2009 en 2010 werden vastgesteld op € 2,35 in 2009 en € 3,60 in 2010. Daarna is besloten om de tarieven vanaf 2011 gelijk te laten zijn aan de tarieven van Rijkswaterstaat, zoals die worden gehanteerd voor woonschepen in Zaanstad die in rijkswater liggen. Het tarief van Rijkswaterstaat bedraagt voor 2011 € 4,67 per m² ingenomen water. Voorgesteld wordt dan ook om het tarief voor woonschepen vast te stellen op € 4,67 per m² ingenomen water. Dit tarief is aanzienlijk lager dan het voorgestelde tarief van € 8,60 bij de begroting 2009. De eigenaar van een woonschip met een oppervlakte van 88m² en een waarde van € 136.000 ontvangt in 2011 een aanslag voor woonlasten van € 1.057. Een eigenaar van een woning met erfpacht en met een vergelijkbare oppervlakte en waarde ontvangt in 2011 een aanslag voor woonlasten van € 2.209.
119
Stand en verloop van de egalisatievoorzieningen Egalisatievoorziening (EV) EV afvalstoffen EV Riolen EV Begraafplaatsen EV Marktgelden (bedragen x € 1.000)
2008 2.528 1.348 -33 -18
2009 2.312 1.373 0 -25
2010 1.659 1.175 -25 0
2011 1.349 1.040 -35 0
2012 1.039 905 0 0
2013 729 770 0 0
Toelichting Egalisatievoorziening Afvalstoffen Voor 2011 wordt voorgesteld een deel van de kostenstijging te onttrekken uit de egalisatievoorziening zodat het tarief niet meer stijgt dan het inflatiepercentage dat is vastgesteld bij de kadernota 2011 – 2014. In het coalitieakkoord is de verwachting uitgesproken dat het tarief de komende jaren niet meer zal stijgen dan dit percentage. Het tarief voor 2011 wordt dan € 255,45. Dit betekent dat in 2011 € 310.000,- onttrokken moet worden uit de egalisatievoorziening. Egalisatievoorziening Riolen Er wordt voorgesteld om in 2011 € 135.000,- te onttrekken aan de egalisatievoorziening. Dit is noodzakelijk om het tarief niet meer dan 7,4%, zoals opgenomen in het coalitieakkoord, te laten stijgen. Woonlasten Tabel 3: Woonlasten 2010 Zaanstad t.o.v. overige 36 grote gemeenten OZBeigenaar Zaanstad Laagste Hoogste Gemiddelde
224,30
129,99 376,69 213,00
Reinigingsheffing
Rioolheffing
Woonlasten 2010
Woonlasten 2009
220,44 31,00 220,00 140,00
698,30 480,00 698,00 610,00
672,84 474,00 704,00 603,00
3,8% 1,2%
2,8% -0,5%
253,56 74,00 334,00 257,00
Mutatie Zaanstad t.o.v. vorig jaar Mutatie gemiddelde t.o.v. vorig jaar Bron: Belastingoverzicht grote gemeenten 2010 COELO
Noot: In bovenstaande tabel zitten verschillen die niet direct zichtbaar zijn. Hiermee moet rekening worden gehouden als conclusies worden getrokken uit de vergelijking. Sommige gemeenten zijn bijvoorbeeld (nog) niet volledig kostendekkend voor de afvalstoffenheffing en/of het lozingsrecht. Andere gemeenten heffen bijvoorbeeld geen afvalstoffenheffing, lozingsrecht en/of hondenbelasting, maar verdisconteren dit in de opbrengst van de OZB. Het COELO heeft voor het onderdeel OZB-eigenaar van Zaanstad in 2010 gerekend met een gemiddelde WOZwaarde van € 199.000 (bron CBS). De gemiddelde WOZ – waarde waarmee gerekend is in tabel 4 is € 189.000 (bron Zaanstad). Het belastingoverzicht grote gemeente 2011 zal begin 2011 gepubliceerd worden.
Tabel 4: Woonlasten per heffingseenheid 2011 tov 2010 Zaanstad* 2011 OZB 214,56 Lozingsrecht 236,75 Afvalstoffenheffing 255,45 Totaal 707,76
2010 212,96 220,44 253,56 686,96
% 0,75% 7,4% 0,75% 2,97%
Uitgegaan is van een gemiddelde woningwaarde zonder waardeverandering
120
2014 419 635 0 0
Kwijtschelding Kwijtschelding heffingen Afvalstoffen Rioolheffing Totaal (bedragen x € 1.000)
Begroot Begroot Rekening 2009 2011 2010 1.184 1.192 1.135 1.098 1.035 1.013 2.282 2.227 2.148
Zaanstad hanteert een kwijtscheldingnorm van 100% en voert daarmee een maximaal kwijtscheldingsbeleid. Kwijtschelding kan o.a. worden verleend indien men: AOW heeft, eventueel aangevuld met een klein pensioen; een bijstandsuitkering heeft; een inkomen uit werk heeft dat niet hoger is dan een bijstandsuitkering; studiefinanciering krijgt en niet al te hoge bijverdiensten heeft; een zakgeldregeling heeft. Kwijtschelding kan worden verleend voor de volgende belastingen en heffingen: Afvalstoffenheffing, Rioolheffing, Hondenbelasting voor de eerste hond. Met het verdwijnen van het gebruikersdeel OZB op woningen, wordt er geen kwijtschelding meer verleend bij de OZB. In het jaar 2010 zijn 3.985 verzoeken om kwijtschelding geautomatiseerd afgehandeld. Daarnaast zijn er 1.138 verzoeken handmatig afgedaan (stand 1 juli 2010).
121
3.3 Treasury De uitgaven van de gemeente worden gefinancierd door interne en externe financieringsmiddelen. De interne financieringsmiddelen bestaan uit de lopende inkomsten. Onder de externe financieringsmiddelen vallen de kort- en langlopende leningen. Dat de gemeente moet lenen houdt verband met het niet synchroon lopen van inkomsten en uitgaven. In het stelsel van baten en lasten worden bijvoorbeeld investeringsuitgaven geactiveerd en worden de kapitaallasten gespreid over de levensduur van de investering ten laste gebracht van de exploitatie. Treasury heeft hierbij als doel een beheersing van rente- en kredietrisico’s alsmede het zoveel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op uitzettingen. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de wet Financiering decentrale overheden (wet Fido). De wet Fido stelt dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen. De uitzettingen en derivaten moeten een prudent karakter hebben hetgeen inhoudt dat er sprake is voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico. Meer concreet wordt in de wet Fido geregeld dat de uitvoering van de treasuryfunctie geschiedt binnen de kaders van de kasgeldlimiet en renterisiconorm. De kasgeldlimiet is een grens die gesteld wordt aan de maximaal op te nemen kortlopende middelen door de gemeente. De kasgeldlimiet beoogt de budgettaire gevolgen van schommelingen in de rente op korte leningen te beheersen en is gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal. Met een begrotingsomvang van € 395 miljoen bedraagt de kasgeldlimiet in 2011 € 33,6 miljoen. Zaanstad probeert de kasgeldlimiet altijd maximaal te benutten vanuit de gedachte dat de rente op de rekeningcourant vrijwel altijd lager is dan op langlopende leningen. Daarnaast is er meer flexibiliteit als bijvoorbeeld eerder dan verwacht grote bedragen worden ontvangen.Ultimo 2010 zal de kasgeldlimiet naar verwachting volledig zijn benut. De renterisiconorm stelt een begrenzing aan het renterisico op de langlopende leningenportefeuille en bedraagt maximaal 20% van de begrotingsomvang van het begrotingsjaar. Stijgt de marktrente dan werkt dat door in maximaal 20% van de gemeentelijke langlopende geldleningen. Zoals onderstaande tabel laat zien bedraagt het risicopercentage op de huidige aflossingsverplichtingen in Zaanstad voor 2011 nihil
(1) Omvang begroting (2) Renterisiconorm (20% van (1)) (3) Herfinanciering en renteherziening Huidig risicopercentage (4) Ruimte onder de renterisiconorm (2)-(3)
2011 394.812 78.962 7.000 1,8% 71.962
2012
18.000
2013
28.000
2014
29.000
De renterisiconorm bedraagt maximaal 20% van de begrotingsomvang van het begrotingsjaar. Als de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen worden begrensd tot 20% van de begroting, leidt een rentestijging van 1 procentpunt tot maximaal 0,2 procentpunt hogere rentelasten op de begroting. Gezien de spreiding in de aflossingen van de leningenportefeuille in de komende jaren zullen hier voor Zaanstad geen nadelige effecten uit voorvloeien. Het beleid ten aanzien van treasury is vastgelegd in: Treasury statuut Treasury jaarplan 2011 (november 2010) Nota borgstellingen (2010)
122
Algemene ontwikkelingen 2011 In 2011 is Zaanstad na een tweetal jaren van overschotten op de lopende rekening weer een lenende gemeente. De eerste tranche van de Nuon gelden heeft gezorgd voor een afbouw van de lang geldpositie. Het beleid voor de komende jaren is gericht op een evenwichtiger spreiding van financiering, looptijden en rente-instrumenten. Hieronder valt ook, mede ingegeven door de huidige lage rentestanden, de strategie om te kiezen voor leningen met korte looptijden gecombineerd met swaps met langere looptijden om zo de rentelasten aanzienlijk onder de rekenrente positioneren. Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte in de komende 4 jaar is weergegeven in de onderstaande grafiek. Dit betekent een financieringsbehoefte van respectievelijk € 15 miljoen in 2011, € 73 miljoen in 2012, € 19 miljoen in 2013 en € 77 miljoen in 2014. In deze bedragen zijn aflossingen van oude leningen meegenomen. Grafiek I: Financieringsbehoefte 2011-2014 (Bedragen x € 1.000)
20.000 0 okt-
-20.000 10
dec10
feb11
apr11
jun11
aug11
okt11
dec11
feb12
apr12
jun12
aug12
okt12
dec12
feb13
apr13
jun13
aug13
okt13
dec13
-40.000 -60.000 -80.000 -100.000 -120.000 -140.000 -160.000 -180.000 -200.000
RC eind 70%
50%
80%
Kasgeldlimiet
In de cumulatieve financieringsbehoefte voor de komende jaren is een minimum- en maximumvariant uitgewerkt. Voor het MIP geldt op basis van ervaringen opgedaan in de afgelopen jaren dat een realisatie van rond de 70% realistisch te noemen is. Daarnaast worden investeringen waarvan realisatie in het geplande jaar van uitvoering zeker zijn voor het volledige bedrag meegenomen. Op basis van dit gegeven wordt voor het MIP gewerkt met een minimum- en maximumscenario van 50% respectievelijk 80%. Voor het Meerjaren Perspectief Grondzaken wordt in principe gewerkt met een nulraming. Ten behoeve van eventuele financieringsbeslissingen in de toekomst wordt het minimumscenario als uitgangspunt worden genomen.
123
Grafiek II: Ontwikkeling leningenportefeuille
Miljoen
Virtuele omvang leningportefeuille 450 400 350 300 250 200 150
Prognose additioneel Huidige leningenportefeuille
100 50 2010
2011
2012
2013
2014
De ontwikkeling van de bestaande leningenportefeuille blijft schommelen tussen de € 350 en € 400 miljoen. De bestaande positie lange leningen zal door het gebruik van swaps om het renterisico af te dekken een kleiner deel uitmaken van de totale financieringsbehoefte van de gemeente. Borgstellingen De aandacht van gemeente Zaanstad op risicomanagement komt onder andere tot uiting in de nota borgstellingen, die in 2005 door het college is vastgesteld. Aanvragen van belanghebbenden voor borgstellingen worden aan de hand van deze nota beoordeeld en beheerst. Dit heeft tot doel om de risico’s voor de gemeente te beheersen en te verminderen. Eind 2010 zal een nieuwe nota borgstellingen worden vastgesteld. Externe ontwikkeling De rente voor nieuwe financiering werkt door in de bepaling van de interne rekenrente en het verwachte financieringsresultaat in de komende jaren. De ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt spelen daarbij een belangrijke rol en zijn blijvend onderwerp van aandacht. Rekenrente en renteresultaat De gemeente Zaanstad hanteert het systeem van integrale financiering. Dit wil zeggen dat er niet noodzakelijk een direct verband bestaat tussen een individuele investering en de financiering van deze investering. Het totale rentesaldo wordt daarom omgeslagen over alle investeringen. Deze omslag van de rente wordt de rekenrente genoemd. De rekenrente is, ondanks de dalende rente, voor 2011 onveranderd gebleven op 4,5%. De gemiddelde rente over de totale leningenportefeuille begin 2011 bedraagt 4,36% dalend tot 4,29% eind 2011. Het verschil tussen de rekenrente en het werkelijke rentesaldo aan het einde van het jaar, wordt het renteresultaat genoemd. Het renteresultaat komt ten bate dan wel ten laste van de exploitatie. Leningportefeuille Afsluiten van nieuwe geldleningen De opgenomen leningen hebben per 1 januari 2011 een nominale waarde van € 349 miljoen. De leenbehoefte in de komende jaren zal voor een groter deel kort worden gefinancierd waarbij het rente-risico wordt afgedekt met een rente-swaps. Opgenomen leningportefeuille De huidige leningportefeuille bestaat voor het grootste deel uit vaste (zogenaamde fixe) leningen. Dit zijn leningen die niet tussentijds aflosbaar zijn. Het is op grond van de renterisiconorm niet
124
toegestaan om in één jaar een groot deel (meer dan 20%) van de af te lossen leningen opnieuw te financieren. Tabel I: Verloop opgenomen leningen
Bedragen (x € 1.000)
Opgenomen Stand per 1 januari 2011 Verwachte stand per 31 december 2011* Aflossingen in 2011
349.000 332.000 17.000
Gemiddelde rente 4,36% 4,29% 4,97%
*: zonder nieuwe leenbehoefte
Kredietrisico De afgelopen jaren is er een goed inzicht ontstaan in de totale omvang en het risicoprofiel van de garantstellingen. De gemeente stelt zich terughoudend op als het gaat om het afgeven van borgstellingen teneinde de risico’s die op de gemeente kunnen worden afgewenteld te verkleinen. Hieronder een overzicht van de garantieportefeuille medio 2010: Overzicht van de garantieportefeuille per augustusr 2010 (Bedragen x € 1.000) Portefeuille Divers Milieu Sociaal Sport
Risico catagorie Normaal Normaal Normaal Normaal
Aantal 11 1 15 28
Laag Laag Laag
18 8 24
31.447 24.536 9.463 65.446
100% 100% 100%
212
902.278 902.278
50%
Subtotaal Woningbouw excl. WSW Ziekenhuis Zorg Subtotaal
Zeer Laag Woningbouw incl. WSW Subtotaal Eindtotaal
Hoofdsom Aansprake01-08-2010 lijkheid 10.811 100% 46.200 100% 3.888 100% 1.330 100% 62.229
1.029.953
De gemeente Zaanstad heeft voor een bedrag van € 1,029 miljard aan (achter)borgstellingen op leningen verleend. De gemeente neemt deels de achtervang in bij de leningen aan woningbouwcorporaties die geborgd zijn door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De kans op inroepen van deze achtervang is door de zekerheidstructuur van het WSW nihil.
125
3.4 Weerstandsvermogen en risico’s 3.4.1 Inleiding De Gemeente Zaanstad acht het wenselijk om de financiële risico's die van invloed zijn op de beleidsuitvoering inzichtelijk en daarmee beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te verkrijgen is een risico-inventarisatie uitgevoerd. Hieronder wordt verslag gedaan van de resultaten van de risico-inventarisatie. Op basis van de geïnventariseerde risico’s is tevens het weerstandsvermogen berekend. 3.4.2 Risicoprofiel Om de risico's van Gemeente Zaanstad in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. Dit risicoprofiel is tot stand gekomen met behulp van het softwareprogramma NARIS® (NAR Risicomanagement Informatie Systeem) waarmee risico's systematisch in kaart worden gebracht en beoordeeld. Uit de inventarisatie zijn in totaal 69 risico's in beeld gebracht. In het onderstaande overzicht worden de twintig grootste risico's gepresenteerd. De invloed van deze 20 risico’s bedraagt 83% van de berekende totaal benodigde weerstandscapaciteit. Tabel 1: Risico top-20 Nr Risico
Gevolgen
1. Voor de stortlocatie Nauerna worden De capaciteitsuitbreiding kan geen niet alle noodzakelijke vergunningen doorgang vinden. Ontvangen voor capaciteitsverwerving verleend voorschotbetalingen conform de bedragen in de meerjarenbegroting moeten worden terugbetaald en de gemaakte proces- en projectkosten kunnen niet worden verhaald 2. Door wijziging/vaststelling Nieuwe bestemmingsplannen geven bestemmingsplan/bouwverordening bedrijven minder uitbreidingshebben betrokkenen mogelijkheid om mogelijkheden, met risico van beroep te doen op planschade. planschadeclaims. 3. Inverdan Knoop: marktreacties op Nadeel voor grondexploitatie programma 4 Erasmushuis: Extra sanerings- en Afname fase 2 wordt planbegeleidingskosten heronderhandeld 5 Inverdan knoop: moeizame vertraging en meerkosten onderhandelingen over constructie spooroverbouwing. 6 Inverdan Knoop: aanspreken van Verlies voor de gemeente gemeentegarantie voorbouw Saentoren. 7 HoogTij: ontwikkelingen Zaanstad kan worden benaderd voor Noordzeekanaalgebied moeten kapitaaluitbreiding (+ -storting) voor het worden geherfinancierd. risicodragend deel van de benodigde financiering en evt. ook voor werkkapitaalfinanciering 8 WWB: Tekort aan rijksbijdragen om Het tekort op de bijstandsuitkeringen de bijstandsuitkeringen volledig te komt voor rekening van de gemeente bekostigen. 9 Kreekrijk: de anterieure overeenkomst Voorbereidingskosten kunnen niet voorziet niet in het verwachte (volledig) worden terugverdiend
T.o.v. Invloed Rek. ‘09 (%) 9,48%
9,25%
Nieuw
8,08%
+2
7,05%
+5
6,64%
-1
5,70%
Nieuw
4,69%
Nieuw
3,61%
3,14%
126
Nr Risico
Gevolgen
resultaat 10 Vastgoed: verkoop gemeentepanden Vertraging zorgt voor extra lasten. loopt vertraging op 11 Inverdan: moeizame Hogere kosten onderhandelingen tbv realiseren vergadercentrum (stadhuis) & bibliotheek 12 Inverdan Knoop: Voorfinanciering nadeel voor de grondexploitatie (gedeelte) overbouwing Provincialeweg moet nog worden terugverdiend. 13 HoogTij Penitentiaire Inrichting: het extra kosten om te compenseren preparatieniveau van Brandweer (automatische sprinklerinstallatie) Zaanstad is niet voldoende 14 Dwangsom betalen bij overschrijding Betalen dwangsom per zienswijze wegens vaststellingstermijn bestemmingsplan. overschrijding termijnen Ca. 3 bestemmingsplannen per jaar, met gemiddeld 50 zienswijzen. 15 Bannehof: Ontwikkelaar wil gronden Verslechtering ten opzichte van de gefaseerd afnemen en lage index tot gesloten overeenkomst moment van afname 16 Inverdan Knoop: Tijdelijke Extra maatregelen kosten extra geld voorzieningen om bereikbaarheid te garanderen 17 HoogTij: Afhandeling claims Stichting St.Planschadevergoeding Planschade Vergoeding Westzanerpolder dekt de planschade tot Westzanerpolder voor de rechter. het maximum van het stichtingvermogen 18 Door wijziging/ vaststelling Nieuwe bestemmingsplannen geven bestemmingsplan/ bouw-verordening minder uitbreidingsmogelijkheden voor hebben betrokkenen mogelijkheid om woningen, wat kan leiden tot beroep te doen op planschade. planschadeclaims 19 Brandweer: oud waterleidingnet gaat Capaciteitsproblemen bij vervangen worden door nieuw net bluswatervoorziening. met minder capaciteit. 20 Inverdan Knoop: Openbare ruimte Slecht functionerende openbare ruimte door verlate oplevering niet dan wel met imagoschade en risico van claims. onvoldoende beschikbaar Totaal top 20 Tabel 2: resumé Maximaal financieel gevolg risico’s top 20 Maximaal financieel gevolg overige risico's Totaal maximaal gevolg alle risico's
T.o.v. Invloed Rek. ‘09 (%) Nieuw
2,94%
-1
2,90%
+5
2,64%
+1
2,60%
Nieuw
2,59%
-11
2,46%
-10
2,04%
-5
2,03%
-6
1,77%
+1
1,45%
+2
1,42%
82,5%
€ 49,4 mln. € 26,2 mln. € 75,6 mln.
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 75,6 mln. - zie tabel 2) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Figuur 1 en de bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie.
127
Figuur 1: cumulatieve verdeling
Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage Bedrag 14,9 80% 16,0 85% 17,3 90% 19,2 95% Bedragen x € 1 mln.
Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 17,3 mln. (benodigde weerstandscapaciteit). 3.4.3 Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van Gemeente Zaanstad bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstand Algemene reserves (inclusief grondzaken) Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
Stand per 31/07/2010 29,5 mln. 0,2 mln. 29,7 mln.
3.4.4 Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Beschikbare weerstandscapaciteit € 29,7 Ratio weerstandsvermogen = = = 1,7 Benodigde € 17,3 weerstandcapaciteit
128
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van de berekende ratio. Tabel 4: Waardering weerstandvermogen Waarderingscijfer A B C D E F
Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
De ratio van Zaanstad valt in klasse B. Dit duidt op een ruim voldoende weerstandsvermogen.
129
3.5 Onderhoud kapitaalgoederen Het wettelijke kader en het beleid in Zaanstad voor het uitvoeren van onderhoudsactiviteiten aan gemeentelijke kapitaalgoederen in de buitenruimte is opgenomen in de volgende regelingen en nota’s Nationale en provinciale regelgeving en beleid Wet Milieubeheer Wet Verontreiniging Oppervlaktewater Wet op de Lijkbezorging Keur van hoogheemraadschap Besluit Veiligheid Attractie- en Speeltoestellen WVO vergunningen voor het hebben van riooloverstorten Lokale regelgeving en beleid Discussienota Onderhoud Groen en Wegen Speelplaatsennota 2007-2012 Gemeentelijke Rioleringsplan 2 Beheerplan Vaarwegen en Oevervoorzieningen, Beheerplan A8ernA, beheernota Achtersluispolder, Nota Openbare Verlichting Beleidsplan Verkeersregelinstallaties Onderzoek begraven en begraafplaatsen in Zaanstad Convenanten voor de vervanging van Zaanbrug en Wilhelminasluis Bomenbeleidsplan Beleidsplan Zwerfafvalverwijdering Baggerplan Tabel: Realiserend vermogen Onderhoud & investeringen openbare ruimte 2011 (bedragen x € 1.000) Geraamde Onderhouds- Onderhouds- InvesteringsCategorie Beleidsplan investeringen budget 2010 budget 2011 plan 2011 Wegen en verkeer, 2.710 2.608 Ja incl. openbare Ja 18.615 verlichting Civiele kunstwerken Ja 885 870 Ja 1.817 Riolering Ja 4.051 3.887 Ja 13.101 Begraafplaatsen Ja 689 462 Ja 243 Waterhuishouding Ja 654 625 Ja 1.693 Groen & 2.092 2.134 Ja Ja speelplaatsen 5.084 Gebouwen 1.230 1.289 Ja Nee Onderwijs 15.203 Gebouwen Welzijn Nee 155 0 Ja Sportaccommodatie 386 266 Ja Nee* s 568 Integraal onderhoud 7.597 7.322 Nvt Nvt openbare ruimte Bijdragen 10.041 15.067 Nvt IOOR/reserve Nvt openbare ruimte Bodembeheer, 0 0 Ja Nee gasfabriek en overig 480 Totaal 30.961 35.005 56.804
130
Beheer openbare ruimte Basiskwaliteit openbare ruimte Met de begrotingsbehandeling 2005-2008 kiest de raad voor het kwaliteitsniveau ‘basis’ als uitgangspunt voor het onderhoud van de openbare ruimte in geheel Zaanstad. Scenario ‘basis’ richt zich op het duurzaam in stand houden van het huidige openbare gebied en houdt geen rekening met areaaluitbreidingen. Het verzorgend onderhoud kan worden omschreven als ‘acceptabel’. Beheer buitenruimte Bij het in stand houden van de voorzieningen in de openbare ruimte wordt gekeken naar de technische en functionele kwaliteit. Is een voorziening kapot of beschadigd, dan wordt deze gerepareerd. Voldoet de voorziening niet meer aan het hedendaagse gebruik, dan wordt de voorziening aangepast. Het onderhoud van de openbare ruimte is een combinatie van regulier onderhoud (jaarlijks terugkerend), groot onderhoud en vervanging (rehabilitatie / reconstructies bij het einde van de technische levensduur). Binnen de beschikbare investeringsruimte wordt het Meerjareninvesteringsprogramma voor de Openbare Ruimte samengesteld. Bij het opstellen van dit investeringsplan worden prioriteiten gesteld ten aanzien van noodzakelijke vervangingsinvesteringen, zoals: Veiligheid wordt gewaarborgd voor de gebruikers van de openbare ruimte en voor opstallen van derden. Opgestarte projecten worden afgerond. Er is sprake van onderhoudsachterstanden. Er moet voldaan worden aan wettelijke eisen (bijvoorbeeld de keur van het hoogheemraadschap) Gemaakte afspraken met andere partijen moeten worden nageleefd (bijv. bij subsidies). Er wordt integraal gewerkt. Geen herstrating als het onderliggende riool slecht is. Er wordt geïnvesteerd in projecten wanneer lagere exploitatielasten kunnen worden bereikt (zoals bij asfalt en verkeersregelinstallaties). Investeringsplan wordt afgestemd op subsidiekansen zoals de subsidiestromen voor revitalisering bedrijventerreinen en toerisme. Investeringen worden gedaan als milieuwinst te behalen is of om mogelijke milieurisico’s af te wenden. Met investeringen wordt getracht om een zo groot mogelijke doelgroep te bereiken. Daarnaast wordt bezien of het investeringsplan bedrijfsmatig realiseerbaar is en wordt onderzocht of de bereikbaarheid in de stad niet te veel in het geding komt.
131
Onderhoudsstaat openbare ruimte In onderstaande tabel wordt per discipline weergegeven hoe de onderhoudsachterstanden zich ontwikkelen. Nodig voor basisGroei / kwalitiet obv InvesteringsPrognose OHA afname beleids-plannen niveau OHA eind t/m 2009 OHA 2010 2011-2014 2011-2014 2014 (1) (2) (3) (4) (1+2+3-4) Groen 4.420 51 12.357 13.577 3.251 Verkeer en wegen 48.346 -4.587 45.082 58.414 30.427 (incl VRI) Kunstwerken 2.446 228 7.336 8.001 2.009 Waterhuishouding 2.240 438 5.674 6.292 2.060 Speelplaatsen -96 -20 1.717 1.717 -116 Inlopen onderhoudsachter-4.400 -4.400 standen andere programma’s 3 TOTAAL 52.956 -3.890 72.166 88.000 33.231 Tabel: Prognose ontwikkeling onderhoudsachterstanden (OHA)
Met de jaarrekening 2009 is aangegeven dat de onderhoudsachterstanden openbare ruimte (excl. begraafplaatsen en riolering) € 53 miljoen 4 bedragen (kolom 1 in bovenstaande tabel). Op basis van de beheer- en beleidplannen voor de openbare ruimte is de komende 4 jaar € 21,6 miljoen per jaar nodig om de openbare ruimte in stand te houden op ‘basis’-kwaliteit. Gelet op de prijsontwikkeling in de markt als gevolg van de economische recessie is ervan uitgegaan dat in de markt op dit moment een inkoopvoordeel valt te behalen en dat indexering voor de komende jaren de nullijn zal volgen en daarmee daalt het benodigde investeringsniveau voor basiskwaliteit naar gemiddeld € 18 miljoen per jaar (kolom 3 in de tabel) Met de € 16 miljoen die de komende 4 jaar extra beschikbaar is vanuit de verkoop van NUONaandelen daalt de onderhoudsachterstand in de openbare ruimte tot circa € 33 miljoen in 2014 5 (kolom 5 in de tabel).
3
Investeringen in Inverdan en Poelenburg zullen bijdragen aan het inlopen van onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte.
4
Bedrag houdt rekening met investeringen in de openbare ruimte die binnen andere programma’s worden gerealiseerd (€ 4,4 miljoen).
5
Berekend op basis van een daling van de onderhoudsachterstanden van € 3,8 miljoen in 2010.
132
In onderstaande grafiek wordt de ontwikkeling van de onderhoudsachterstand voor de komende jaren weergegeven. Grafiek: Ontwikkeling onderhoudsachterstanden openbare ruimte Ontwikkeling onderhoudsachterstanden openbare ruimte 60.000
bedrag (x € 1.000,-)
50.000 40.000 30.000
OHA Openbare ruimte
20.000 10.000 0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
jaren
Met de prognose van de onderhoudsachterstanden openbare ruimte voor 2014 is geen rekening gehouden met de beleidsplannen die in ontwikkeling zijn voor: Civiele kunstwerken (bruggen tunnels etc.) en; Beschoeiingen Deze beleidsplannen kunnen invloed hebben op de ontwikkeling van de onderhoudsachterstanden. Inlopen van onderhoudsachterstanden openbare ruimte Het inlopen van onderhoudsachterstanden zal gefaseerd plaatsvinden. De komende jaren zal een bedrag van € 4 miljoen per jaar extra worden ingezet. In verband hiermee zal de civieltechnische voorbereidingscapaciteit worden uitgebreid en er zullen voor 2010 meer projecten worden opgestart. Dit is ook conform de raadsbreed aangenomen motie van 25 juni 2009, waarbij investeringen en regulier werk in onder meer de openbare ruimte, de sport en de scholenbouw, waar mogelijk, naar voren wordt gehaald. Bij het opstellen van het meerjareninvesteringsplan voor de openbare ruimte is ook rekening gehouden met de wijken die kwaliteitsverbetering het meest nodig hebben. Vanuit de sociaal, economisch en fysiek perspectief is naar de verschillende wijken gekeken en op basis daarvan zijn zogenaamde aandachtswijken benoemd te weten; Krommenie-oost, Wormerveer, Oude Haven, Zaandam-west, Kogerveldwijk, Pelderhoorn, Poelenburg, Rosmolenwijk en Zaandam-zuid. Net als voorgaande jaren worden meer projecten ingepland en opgestart dan waarvoor financiële middelen voor aanwezig zijn. Deze overplanning van het MIP is noodzakelijk om eventuele vertragingen van projecten te kunnen opvangen. Op deze manier is het mogelijk om andere projecten in uitvoering te brengen en zodoende beschikbare middelen optimaal ten goede te kunnen laten komen aan de kwaliteit van de openbare ruimte. In totaal is er voor de jaarschijf 2011 een overplanning gehanteerd van 60%. In de bijlagen is de jaarschijf 2011 van het MIP 2011-2014 ter informatie toegevoegd aan deze programmabegroting. Realiseren beleidsdoelstellingen riolen Met de kadernota 2005 heeft de raad gekozen voor een verdere vertraging van het realiseren van de doelstellingen van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). De doelstelling om de vuiluitstoot vanuit het riool op het oppervlaktewater met 50% te verminderen is met dit verlaagde investeringsniveau in 2014 realiseerbaar. Het hoogheemraadschap als zijnde de waterkwaliteitsbeheerder, heeft ingestemd met deze vertraagde uitvoering.
133
In 2011 zal een gewerkt worden aan een actualisatie van het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP). Deze actualisatie is nodig omdat: investeringen in wegen leiden tot niet-geplande uitgaven op het gebied van riolering; uitstel van basisinspanning leidt tot het aanvullende investeringen voor het vervangen van de riolering. extra inzet om onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte in te lopen zal ertoe leiden dat ook oude riolering vooruitlopend op herstatingen moeten worden vervangen Onderhoudsstaat riolen In 2010 is een quick-scan uitgevoerd naar de onderhoudssituatie van de riolen in Zaanstad. Op basis van de leeftijdsopbouw is geschat dat er eind 2009 sprake is van een onderhoudsachterstand van tussen de € 60 en € 70 miljoen 6. Om de onderhoudsachterstanden eind 2020 te kunnen inlopen wordt ingezet op een intensivering van de vervangingsinvesteringen naar € 75 miljoen in 2011-2014. Dit is een verhoging van het investeringsniveau ten opzichte van de vorige begroting met € 23 miljoen. Als gevolg van deze intensivering van de vervangingsinvesteringen nemen de onderhoudsachterstanden in de periode 2011-2014 af met € 16 miljoen. Grafiek: Ontwikkeling onderhoudsachterstanden riolen Ontwikkeling onderhoudsachterstanden riolen 80.000
bedrag (x € 1.000,-)
70.000 60.000 50.000 40.000
OHA Riolen
30.000 20.000 10.000 0 2009
2010
2011
2012
2013
2014
jaren
Beheer Schoolgebouwen Besturen van scholen voor primair- en speciaal onderwijs kunnen op grond van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Zaanstad (2004) jaarlijks bij de gemeente een aanvraag indienen voor vergoeding van specifieke onderhoudskosten (‘onderhoud buitenkant’). Na toetsing op noodzaak vindt al dan niet (gedeeltelijke) toekenning plaats. Zaanstad ontvangt nu plm. 50 onderhoudsaanvragen per jaar. Niet altijd lukt het de schoolbesturen om de toegekende aanvragen daadwerkelijk in het betreffende jaar uit te voeren. Om realisatie op een later tijdstip mogelijk te maken wordt een voorstel tot resultaatbestemming ingediend om dat deel van de begroting dat niet is besteed, toe te voegen aan het budget van het volgende jaar De besturen van de scholen voor voortgezet onderwijs hebben vanaf 1 januari 2005 geen relatie meer met de gemeente als het om het ‘onderhoud buitenkant’ gaat. Zij ontvangen in de vergoeding van het Rijk een component voor het ‘onderhoud buitenkant’. De indruk is dat de VO-schoolbesturen in Zaanstad deze taak goed oppakken; wij krijgen geen signalen dat schoolbesturen dit ‘onderhoud 6
Voor de volgende berekeningen wordt uitgegaan van € 65 miljoen onderhoudsachterstanden in de riolering
134
buitenkant’ slecht uitvoeren. Er is op dit moment dan ook geen reden om aan te nemen dat er sprake is van achterstallig onderhoud bij het VO, maar ook geen zekerheid. Bij afstoting van het gebouw voor het onderwijs vallen gebouwen aan gemeente. In dit proces is opgenomen een schouw en afrekening. Deze situatie heeft zich echter nog niet voorgedaan in de afgelopen jaren. In de afgelopen 6 jaren is veel geld besteed aan de optimalisatie van de huisvesting van het Voortgezet Onderwijs. Die slag kan als vrijwel afgerond beschouwd worden. In 2011-2013 staan nog 3 projecten op stapel. In het Primair Onderwijs is de laatste jaren weinig geïnvesteerd. In het Integraal Huisvestingsplan Primair Onderwijs, dat einde 2010 wordt voorgelegd ter besluitvorming door de Raad, worden projecten opgenomen voor vervanging, verbetering en renovatie van schoolgebouwen. Daardoor wordt de gemiddelde leeftijd van gebouwen fors verlaagd en worden gebouwen gerenoveerd, uitgebreid en geoptimaliseerd. Uiteraard wordt kritisch gekeken naar onderhoudsaanvragen voor panden die op de nominatie staan om afgestoten te worden. In die gevallen wordt alleen noodzakelijk onderhoud verricht. Begin 2011 zal (in het verlengde van het IHP) een nieuwe Verordening worden voorgelegd ter besluitvorming. Deze zal aansluiten op de modelverordening van de VNG, maar ook zullen ‘Zaanse’ elementen worden ingebracht (o.a. de verhouding met het IHP) en zullen omissies in de Modelverordening worden opgeheven. Beheer Sportaccommodaties Het sportaccommodatiebeleid is erop gericht dat het dagelijks onderhoud en het exploiteren van de accommodaties zoveel mogelijk uit te besteden. Het onderhoud van de buitensportaccommodaties is belegd bij sportverenigingen/stichtingen. Deze kunnen in aanmerking komen voor een onderhoudssubsidie die met ingang van 2010 is gebaseerd op de bespelinggraad van de sportvelden. Tevens zijn er eenmalig financiële middelen beschikbaar om het onderhoud van kleedaccommodaties een impuls te geven. De gemeente financiert 1/3 deel van de investering, daarnaast financiert de vereniging 1/3 deel uit eigen middelen. Het overige deel moet extern gefinancierd worden, hiervoor kan de gemeente garant staan. Het dagelijks onderhoud en de exploitatie van de sporthallen is uitbesteed aan een marktpartij, behalve de Volleyhal, deze wordt geëxploiteerd door Stichting Exploitatie en Beheer Volleyhal (SEBV). Aan de oudere sporthallen zoals de Tref, de Sprong en de Vang wordt minimaal onderhoud gepleegd aangezien deze op korte termijn moeten worden vervangen of gerenoveerd. Het onderhoud en de exploitatie van de overdekte zwembaden is in handen van Stichting Zwembaden Zaanstad. In overleg met Stichting Zwembaden Zaanstad zal bepaald moeten worden welke onderhoudslast de Stichting kan dragen. De Stichting heeft aangegeven dat hun onderhoudsvoorziening niet toereikend is voor de onderhoudsverplichtingen die de komende jaren uitgevoerd moeten worden. Ook voor de oudere zwembaden de Watering en de Slag zullen op korte termijn keuzes worden gemaakt over vervanging danwel renovatie van accommodaties. Centralisatie en beheer gemeentelijk vastgoed. Met het vaststellen van de nota “Aanpak gemeentelijk vastgoed”in december 2008 is een start gemaakt met het centraliseren van al het gemeentelijk vastgoed. Doelstelling daarbij was om het gemeentelijk vastgoed onder te brengen in een professionele organisatie die zorg draagt voor het beheer en onderhoud. Ook alle gemeentelijke aan- en verkoop transacties worden door de afdeling Grondzaken verricht. Dit centralisatie-proces is nagenoeg afgerond. De afdeling Grondzaken/vastgoed fungeert als juridisch eigenaar en draagt zorg voor het in goede staat blijven van het casco van de voorzieningen. De gebruiker/huurder draagt zorg voor de exploitatie en het gebruik. In vastgoedland is dit de gebruikelijke taakverdeling en (gebruiks)overeenkomsten zijn op deze verhouding gebaseerd. Alle objecten worden beoordeeld op hun onderhoudstoestand. De kosten van het noodzakelijk onderhoud worden opgenomen in een MeerJarenOnderhoudsplanning (MJOP). Het saldo van al deze MJOP’s geeft het benodigde onderhoudsbudget voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille.
135
In een aantal gevallen moeten er nog bij het vastgoed behorende budgetten worden overgeheveld tussen de verschillende diensten (Brandweer, Dienst Middelen). Om hevige fluctuaties in de jaarlijkse budgetten tegen te gaan en enige ‘begotingsrust’ te creëren wordt gewerkt met 10-jaars gemiddelden. Dit maakt het nodig dat gewerkt wordt met een voorziening waarin al de fluctuaties kunnen worden opgevangen. Deze voorziening bevat derhalve begrote toekomstige onderhoudsuitgaven die over meerdere jaren zijn uitgesmeerd. Wanneer echter voor een object zeer grote investeringen nodig zijn worden deze opgenomen in het Meerjaren-InvesteringsProgramma (MIP). Beheer Nieuwe Stadhuis Voor het nieuwe stadhuis zijn nog geen onderhoudsbudgetten opgenomen. Contractueel is overeengekomen dat de ontwikkelaar van het pand de onderhoudsbegroting hiervan aanlevert. Deze berekeningen worden begin 2011 verwacht, zodat ook deze benodigde budgetten kunnen worden meegenomen in de aanlevering voor Kadernota 2012 e.v. Beheer Rail Point Office en Stadskantoor In 2011 zal de gemeente haar intrek nemen in het nieuwe stadhuis. Consequentie daarvan is dat de huidige kantoorlocaties leeg komen te staan. Door de economische situatie van het moment is het zeer lastig om deze panden snel te herbestemmen of te vervreemden. Er is voorzichtig gerekend vanuit de verwachting dat de beheers- en onderhoudskosten van deze gebouwen nog enige tijd op de gemeentelijke begroting zullen blijven drukken. Beheer Brandweerkazerne. De focus van de projectgroep ‘Onderhoud en Beheer Prins Bernhardplein’ is het onderbrengen van het pand Prins Bernhardplein bij dienst Stad die daarmee verantwoordelijk wordt voor het cascoonderhoud. De beheer- en facilitaire werkzaamheden die samenhangen met het gebruik worden verzorgd door de dienst Middelen. Het professioneel beheer van het pand aan het Prins Bernhardplein heeft het uiteindelijke doel dat de (financiële) risico’s zo goed mogelijk beheerst worden. Naar verwachting wordt ook het beheer van de overige kazernes vóór de Kadernota 2012 e.v. overgedragen aan dienst Stad, zodat de benodigde vs. beschikbare beheers- en onderhoudsbudgetten in die Kadernota kunnen worden meegenomen.
136
3.6 Verbonden partijen Inleiding Op basis van de Financiële verordening gebaseerd op artikel 212 van de Gemeentewet heeft de gemeenteraad op 6 april 2006 het beleid over verbonden parijen vastgelegd in de nota Verbonden Partijen. Verbonden partijen zijn rechtspersonen waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente middelen ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Het college heeft – conform coalitieakkoord - een handreiking verbonden partijen opgesteld, die: voldoet aan de door de raad meegegeven kaders uit de Nota Verbonden partijen; zorgt voor een scherpe en eenduidige afbakening van de verbonden partijen; een uitwerking geeft van het toezicht op verbonden partijen en het instrumentarium hiervoor vaststelt; de procesafspraken binnen de ambtelijke organisatie vastlegt. De handreiking is begin 2008 ook door de raad vastgesteld. Belang verbonden partijen Het is vanuit bestuurlijk, beleidsmatig en financieel oogpunt van belang dat in de begroting en de jaarstukken aandacht wordt besteed aan derde rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijke en financiële band heeft. Omdat verbonden partijen vaak beleid uitvoeren dat de gemeente in principe ook zelf kan (blijven) doen, maar de gemeente uiteindelijk verantwoordelijk blijft voor het realiseren van de beoogde doelstellingen van de programma's, blijft er voor de raad nog steeds een kaderstellende en controlerende taak over bij die programma's. Dit laatste element is van belang vanwege de kosten (het budgettaire beslag) en de financiële risico's die de gemeente met de verbonden partijen kan lopen en de daaruit voortvloeiende budgettaire gevolgen. De belangrijkste in de nota vastgelegde kaders betreffen: De gemeente Zaanstad heeft een voorkeur voor deelname aan een publiekrechtelijke samenwerkingsvorm. Deze voorkeur kan worden geduid als 'ja mits' aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden liggen op het terrein van het leveren van een extra bijdrage aan het publiek belang, het kunnen uitoefenen van voldoende invloed en/of sturing en het adequaat kunnen invullen van democratische controle. De gemeente Zaanstad is terughoudend als het gaat om de vraag of de gemeente aan een privaatrechtelijke samenwerkingsvorm wil deelnemen. Deze terughoudendheid kan worden geduid als 'nee tenzij' er bijzondere redenen zijn die een uitzondering op deze regel rechtvaardigen. Deze bijzondere redenen kunnen bijvoorbeeld liggen op het vlak van slagvaardigheid, effectiviteit of efficiëntie. Raadsleden, wethouders en ambtenaren nemen in beginsel dus geen plaats in het bestuur of Raad van Toezicht van een privaatrechtelijke samenwerkingsvorm of PPS. ledere vier jaar wordt nagegaan of een verbonden partij nog een bijdrage levert aan de geformuleerde beleidsdoelstellingen van de gemeente. De gemeente beschikt over voldoende instrumentarium om kansen en bedreigingen bij de verbonden partij altijd tijdig te signaleren en hierop adequaat te kunnen reageren In de paragraaf verbonden partijen van de begroting en de jaarstukken wordt per verbonden partij de visie weergegeven in relatie tot de doelstellingen van de gemeente, alsmede de actuele ontwikkelingen. Het overzicht van de verbonden partijen wordt als bijlage in de begroting en jaarstukken opgenomen. Een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen die zich binnen de diverse verbonden partijen hebben voorgedaan, is in deze paragraaf opgenomen. Bijlage 6.3 bevat het volledige overzicht van de verbonden partijen.
137
Ontwikkelingen in 2011 A. Publiekrechtelijke verbonden partijen Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Door PWC is onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om in de toekomst ook interregionale samenwerkingsverbanden te realiseren met Amsterdam-Amstelland en Kennemerland. Risicobeheersing, adequate calamiteitenbestrijding en reductie van kosten per inwoner zijn de belangrijkste motieven om deze verkenning uit te voeren. De uitkomsten van het onderzoek zijn nog niet bekend. In dit verband speelt ook de discussie over het politiebestel een rol in relatie tot eventueel noodzakelijk geachte congruentie van regio’s. Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio heeft besloten de aanpassing van de begroting te beperken de tot min of meer autonome ontwikkelen. De verhoging van het bedrag per inwoner is dan ook beperkt gebleven. Meerdere beleidsvoornemens voor 2010 opgeschort naar 2011 en verder. Dit betekent dat het langer kan duren voordat bepaalde kwaliteitsslagen gemaakt zijn. Wanneer vanuit de Wet veiligheidsregio’s en de bijbehorende besluiten (Besluit veiligheidsregio’s, Besluit personeel veiligheidsregio’s) eisen worden opgelegd waarin nog niet is voorzien, is er mogelijk geen ruimte in de begroting om hier volledige invulling / uitvoering aan te geven Het bestuurlijk convenant GHOR tussen Zaanstreek-Waterland en Amsterdam-Amsteland heeft een looptijd van drie jaar, tot 1 januari 2011, en kan daarna worden verlengd. Het bestuur van de Veiligheidsregio gaat er vanuit, dat deze samenwerking wordt voorgezet en houdt rekening met een bestendiging van deze samenwerking op basis van nagenoeg gelijke condities. Overigens is niet volledig uit te sluiten dat voor de inzet een hogere vergoeding zal worden verlangd dat zijn uitwerking weer heeft op het bedrag per inwoner. Centraal Nautisch Beheer Het CNB zet zich in voor een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer op het Noordzeekanaal en de vaargeul voor het sluizencomplex in IJmuiden. In 2011 wordt door het CNB ingezet op: - het doen van een voorstel voor een andere kostentoedeling tussen de gemeenten. - verzelfstandiging van de Haven Amsterdam; - tariefstelling Havenafvalstoffenplan; - het doorontwikkelen van de Regionale Havenverordening voor het Noordzeekanaalgebied waarbij gevraagd zal worden om wijzigingsbevoegdheid onder te brengen bij het Algemeen Bestuur van het CNB; - 1 loket organiseren voor de scheepvaartsector; - het aangaan van een convenant met alle toezichthoudende diensten binnen het havengebied om de komende jaren uitvoering te geven aan het programma ‘Vernieuwing Toezicht’; - aanleg van walradar langs het Noordzeekanaal (loopt door in 2011); B. Privaatrechtelijke verbonden partijen Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON) RON NV is in 1999 opgericht als uitvoeringsinstrument voor het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen zoals beschreven in het Masterplan Noordzeekanaalgebied. Het doel van het Masterplan was en is het bevorderen van de economische ontwikkeling in het gebied om zo de internationale concurrentiepositie van de haven, industrie en logistiek in het Noordzeekanaalgebied te versterken. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn bij deze versterking een belangrijke randvoorwaarde. De realisatie van de doelstellingen door RON NV staat, mede door het economische getij, onder financiële druk. In samenspraak met provincie Noord-Holland en gemeente Amsterdam wordt gezocht naar een toekomstbestendige oplossing hiervoor. VAOP
Deze organisatie is in 1992, mede op initiatief van de VNG, door een groot aantal gemeenten (waaronder Zaanstad) en samenwerkingsverbanden als “Coöperatieve Vereniging VAOP u.a.” opgericht voor het vermarkten van, in eerste instantie oud papier en later ook glas en textiel. VAOP is een non-profitorganisatie. De gemeente Zaanstad heeft vooralsnog een overeenkomst met VAOP
138
voor het vermarkten van oud papier en karton en glas tot 31 december 2012. VAOP is op dit moment bezig met een onderzoek naar eigen positie binnen de snel veranderende omgeving en de rol die VAOP in de toekomst voor de gemeenten kan vervullen. De resultaten van dit onderzoek zullen eind 2010 bekend worden gemaakt. EZW In februari 2009 werd bekend dat Nuon zijn productie- en leveringsbedrijf aan het Zweedse Vattenfall wil verkopen. In het 2e kwartaal van 2009 heeft gemeente Zaanstad 49% van de aandelen Nuon verkocht, voor 2011, 2013 en 2015 staan de volgende tranches van resp. 15%, 15% en 21% gepland. De aandelen van het netwerkbedrijf (Liander) blijven bij EZW. C. Overige verbonden partijen Stichting Parkmanagement Door goede samenwerking tussen de uitvoerende partij ProPark en de gemeente, is het beheer op de Achtersluispolder, Westerspoor-Zuiderhout, Molletjesveer en Noorderveld verbeterd en is het aantal klachtenmeldingen teruggedrongen. De periode waarin het parkmanagement mede uit een bijdrage van de Kamer v. Koophandel en een RES-subsidie (Regionaal Economisch Stimuleringsgebied) wordt gefinancierd, is begin 2010 afgelopen. De financiële bijdragen van betrokken bedrijven- verenigingen zijn tot nu toe relatief gering geweest. Bestuurders van bedrijven- verenigingen willen de kwaliteit van de bedrijventerreinen structureel verbeteren. Om tot verplichte mede-financiering door bedrijven te komen (free-riders probleem oplossen) moet een instrument ontwikkeld worden. Betrokken wethouders hebben daarbij voorkeur voor BIZ-regeling (Bedrijven InvesteringsZone). Bedrijvenverenigingen werken met de KvK een plan van aanpak hiervoor uit. De gemeente start in het najaar van 2010 een verkennend traject. Op basis hiervan volgt verdere besluitvorming. Stichting de Zaanse Schans Op 31 december 2009 is een groot gedeelte van de panden door de Stichting Zaanse Schans verkocht aan NV Stadsherstel. Een deel van de opbrengst hiervan wordt samengevoegd met de EFRO subsidie, de subsidie van de provincie Noord-Holland en van de gemeente Zaanstad, waardoor 4 miljoen euro beschikbaar is om te investeren in de toekomst van de Zaanse Schans. Het streven is om het beeldkwaliteitsplan en het ontwerpbestemmingsplan gelijktijdig in 2011 vast te stellen. Vervolgens kan de visie voor de toekomst definitief door de raad worden vastgesteld en worden uitgevoerd door de Stichting De Zaanse Schans. In het huidige bestuur heeft 1 wethouder zitting op persoonlijke titel. Het is de bedoeling dat deze wethouder wordt vervangen door een extern bestuurslid. Stichting Zwembaden Zaanstad Er is onderzoek gedaan naar de staat van onderhoud van de zwembaden. Hieruit is gebleken dat er hoge kosten zijn verbonden aan het inhalen van achterstallig onderhoud die niet volledig gedekt kunnen worden uit het onderhoudsfonds van SZZ. Gemeente Zaanstad en SZZ zijn hierover in gesprek. Stichting Welsaen Eind 2009 is duidelijk geworden dat Welsaen financieel orde op zaken moet stellen. Welsaen richt zich in 2010 op een gezonde financiële bedrijfsvoering. Welsaen heeft hiertoe een plan van aanpak opgesteld waarvan de gemeente de uitvoering monitort. Welsaen heeft te maken met hoge kosten waarvoor zij de gemeente vraagt frictiekosten te betalen en een garantstelling te geven voor een lening. Of en op welke wijze de gemeente hieraan meewerkt wordt nog onderzocht en uitgewerkt in de 2e helft van 2010. Welsaen richt zich als stichting op een, op de behoeften van bewoners, toegesneden aanbod en het versterken van de samenwerkingsrelaties met diverse partijen. Stichting Marketing Zaanstreek De Stichting Marketing Zaanstreek is opgericht op 7 juli 2010. Doel van de Stichting is het helder, zichtbaar en onderscheidend positioneren van de Zaanstreek in de metropool Amsterdam met het accent op succesvol ondernemen, veelzijdig recreëren en aantrekkelijk wonen. Dit om een sterkere sociale en economische structuur te bereiken, alles in de ruimste zin van het woord. De Stichting gaat
139
een belangrijke taak vervullen voor de Zaanstreek. Het grondgebied van gemeente Zaanstad maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Daarom is besloten tot deelname aan het bestuur van de Stichting door de burgemeester. Na drie jaar wordt bekeken of zij zich statutair kan terugtrekken. Zij zal maximaal 5 jaar zitting hebben in het bestuur. Om functiescheiding tussen het burgemeesterschap en het voorzitterschap te waarborgen worden alle collegevoorstellen die gaan over de Stichting ingebracht door een wethouder. Tevens onthoudt de burgemeester zich van stemming over aangelegenheden die de stichting betreffen. De financiële bijdrage aan de stichting vanuit de gemeente Zaanstad wordt gegeven in de vorm van een subsidie. Via de subsidiebeschikking wordt gestuurd op de manier waarop de subsidie wordt besteed en de wijze waarop verantwoording wordt afgelegd.
140
3.7 Grondbeleid Het doel van de paragraaf grondbeleid is inzicht bieden in doelstellingen en realisatie van ruimtelijk beleid. In deze paragraaf worden de onderwerpen behandeld zoals voorgeschreven in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De paragraaf grondbeleid bevat: een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; een aanduiding van de wijze waarop de provincie onderscheidenlijk gemeente het grondbeleid uitvoert; een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; een onderbouwing van de geraamde winstneming; de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van grondzaken. Transparantie van grondbeleid is voor de raad van de gemeente Zaanstad om twee redenen van belang. In de eerste plaats om inzicht te geven in de wijze van financiering van plannen, het gemeentelijke belang daarin en de risico´s. In de tweede plaats vanwege de relatie met de doelstellingen zoals aangegeven in de programma´s. Grondbeleid is één van de instrumenten om beleidsvoornemens te realiseren. Uitvoering grondbeleid gemeente Zaanstad 2011 In 2005 is de Nota Sturend Grondbeleid door de gemeenteraad vastgesteld. Een belangrijke doelstelling die op basis van dit beleid gerealiseerd dient te worden betreft het optimaliseren van het verdienvermogen van Grondzaken en daarmee het weerstandsvermogen. Het primaire doel van het Zaanse sturend grondbeleid is als volgt omschreven: Het handhaven van het bestaande grondgebruik (en opstallen) dan wel het (tijdig) realiseren van gewenste veranderingen daarin, zodanig dat dit past in de doelstellingen die de gemeente geformuleerd heeft in het kader van het ruimtelijke beleid. Het geformuleerde beleid vormt een instrument dat mede ondersteuning biedt aan het realiseren van beleidsdoelstellingen op het gebied van ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economische ontwikkeling en milieu. De nagestreefde hoofddoelstellingen betreffen: Het bevorderen van maatschappelijk gewenst ruimtegebruik, Het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten over gebruikers, exploitanten, eigenaren én de gemeente Zaanstad, Het verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik binnen de gemeente, de zeggenschap voor de burger en de marktwerking op de grondmarkt. In het kader van het verbeteren van het verdienvermogen van grondzaken geeft de Nota Sturend Grondbeleid naast voornoemde hoofddoelstellingen de volgende beleidsuitgangspunten: De gemeente behoudt haar strategische grondposities en daar waar mogelijk worden strategische grondposities verworven dan wel versterkt, Grondexploitaties dragen bij aan de opbouw van een financiële buffer binnen het grondbedrijf voor de opvang van risico’s, onvoorziene kosten en mogelijkheden tot verevening, Grondexploitaties zijn minimaal kostendekkend, Gronden worden uitgegeven op basis van waardering in relatie tot de functionele bestemming, Het grondprijzenbeleid m.b.t. commerciële / strategische locaties wordt niet algemeen bekendgemaakt, Onrendabele exploitaties van maatschappelijke voorzieningen worden niet gesuppleerd via gereduceerde grondprijzen, Op gronden, die tegen gereduceerde prijs worden uitgegeven, is bij doorverkoop en/of gebruiksverandering het profijtbeginsel van toepassing,
141
Een versterkte benutting van marktwerking krijgt gestalte door het bevorderen van concurrentie tussen marktpartijen, Planontwikkelingmogelijkheden op gemeentelijke gronden worden te allen tijde via een tenderprocedure in de markt gezet.
Eind 2010 zal de Nota Gebiedsontwikkeling worden vastgesteld, waarin een nieuwe visie is opgenomen over de wijze waarop Zaanstad grondbeleid als sturingsinstrument in ruimtelijke ontwikkelingen in gaat zetten. In het kader van het leveren van een bijdrage aan het verdienvermogen zullen in 2011 de volgende nieuwe beleidsonderwerpen verder worden uitgewerkt dan wel worden opgepakt. Vastgoed Gezien de economische ontwikkelingen in de afgelopen periode en de uitgesproken richting van het College zoals verwoord in het coalitieakkoord, zal de gemeente zich vanaf 2011 meer richten op de mogelijkheden om het vastgoed waar mogelijk af te stoten. Naast het afstoten van de objecten in de categorie voorraad zal de vastgoedportefeuille kritisch bekeken moeten worden en per object de vraag worden gesteld waarom het gemeentelijk bezit is. Voor de panden die in eigendom zijn, wil de gemeente Zaanstad uitgaan van een kostprijsdekkende huurprijssystematiek. De kostprijsdekkende huurberekeningen zijn reeds gemaakt. In 2010-2011 zal uitgezocht worden voor welke objecten een kostprijsdekkende huur kan worden ingevoerd en op welke termijn dit kan gebeuren. Jaarlijks zal een portefeuilleplan worden vastgesteld, waarin ingegaan wordt op bovenstaande aspecten. Kredietcrisis Ter bestrijding van de gevolgen van de kredietcrisis heeft de gemeente Zaanstad een aantal steunmaatregelen getroffen. Hierbij gaat het om: 1. een afzetgarantieregeling voor bij oplevering niet verkochte koopwoningen. 2. het uitgeven van gronden in erfpacht onder bijzondere voorwaarden. 3. het toestaan dat bij niet-particuliere woningbouwterreinen per individuele (grondgebonden) eengezinswoning, onderdeel uitmakende van een complex, het recht van erfpacht kan worden omgezet naar vol eigendom. In 2011 zal worden bekeken of gezien de ontwikkeling van de economie de steunmaatregelen, eventueel in aangepaste vorm, moeten worden voortgezet. Marktanalyse De gemeente gaat een systeem ontwikkelen en onderhouden om de marktontwikkelingen van zowel woningen als commercieel vastgoed, beter te kunnen volgen. Deze gegevens zullen tevens toegankelijk gemaakt worden voor het maken en verstrekken van marktanalyses. Daarnaast zal gekeken worden naar een flexibel computerprogramma om de bouwkosten te berekenen. Beide maatregelen zullen eraan moeten bijdragen om makkelijker tot een goed onderbouwde residuele grondprijs te komen. Prijzenboek elke twee jaar volledig herzien De geprognosticeerde inflatieparameters kunnen afwijken van de werkelijkheid achteraf. Daardoor wordt het prijzenboek voor de grondexploitaties structureel elke twee jaar opnieuw opgesteld. In 2011 zullen de prijzen opnieuw worden opgesteld. Kostenverhaal Eind 2010 zal een nota bovenwijkse voorzieningen worden vastgesteld. Op basis van deze nota wordt het wettelijk mogelijk om bovenwijkse kosten bij ontwikkelaars te verhalen. Deze nota dient jaarlijks herzien te worden.
142
Resultaten / Algemene Reserve Grondzaken In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de ARG op basis van de actualisatie van juli 2010 en conform de stelselwijziging ARG (raadsbesluit 2008/28) getoond. De noodzaak tot eventuele bijstelling van de begrote afdrachten uit de ARG aan de algemene middelen wordt jaarlijks aan de hand van de actuele cijfers bij de jaarrekening afgewogen. Die afweging vindt plaats aan de hand van de beschikbare weerstandcapaciteit (lees: de stand van de ARG) en de benodigde weerstandcapaciteit (lees: de omvang van de risico’s uit ruimtelijke ontwikkeling). Het raadsbesluit stelselwijziging gaat uit van een bufferfunctie van de ARG tussen de financiële schommelingen die eigen zijn aan ruimtelijke ontwikkeling en de gemeente-exploitatie. Die bufferfunctie van de ARG, brengt rust in de begroting doordat slechts tot bijstelling van de begrote afdrachten aan de algemene middelen zal worden overgegaan, als zo’n afdracht zou betekenen dat de ARG onder de benedengrens (75%) van het benodigde weerstandsvermogen zou uitkomen. In het raadsbesluit stelselwijziging wordt de systematiek verder uitgewerkt voor het geval dat de ARG onder de benedengrens (75%) van het benodigde weerstandsvermogen uitkomt door de ontwikkelingen in de stand van de ARG enerzijds en de risico-omvang anderzijds. In dat geval wordt de ARG uit de algemene middelen aangevuld tot de benedengrens. Op basis van deze systematiek is de afdracht naar/uit (+/-) algemene middelen (afdracht concern) in de tabel hieronder gebaseerd. In de onderste vier regels van de tabel wordt de ontwikkeling in het benodigde weerstandvermogen op basis van de risico-inventarisatie n.a.v. de actualisatie 10.2, inzichtelijk gemaakt. Ten behoeve van de paragraaf Weerstandvermogen en Risico’s van de begroting zijn alle risico’s geactualiseerd, waaronder de met ruimtelijke ontwikkeling verband houdende risico’s. De benodigde weerstandcapaciteit voor het dekken van alle risico’s uit ontwikkelactiviteiten is berekend op € 10,4 miljoen. Het beschikbare weerstandvermogen tegenover de risico’s uit ontwikkelactiviteiten wordt gevormd door de Algemene Reserve Grondzaken (ARG). Per 1 januari 2010 was de omvang van de ARG € 6,3 miljoen. Per 31 december 2010 is de omvang van de ARG geraamd op € 13,6 miljoen. De ratio van het weerstandvermogen als weging van de geraamde omvang van de Algemene Reserve Grondzaken per ultimo 2010 ten opzichte van de geactualiseerde benodigde weerstandscapaciteit komt daarmee uit op 130 % (=saldo ARG, gedeeld door het benodigde weerstandvermogen per 1 juli 2010). Zoals in de inleiding van deze paragraaf uiteengezet dient deze informatie om de haalbaarheid van de begrote afdrachten en/of de noodzaak tot aanzuivering van de ARG vast te stellen. Conform de regels van de Financiële Verordening worden bij de tweejaarlijkse actualisaties de benodigde afdrachten aan de algemene middelen herberekend en verwerkt bij kadernota en burap. Bij de actualisatie per 1 januari 2011 kan, met de nieuwe berekening van het benodigde weerstandvermogen en het werkelijk beschikbare weerstandvermogen, een eventuele begrotingswijziging voor de komende jaren bij de kadernota 2011-2014 worden voorgesteld.
Beginsaldo ARG Grondexploitatie Grondverkopen Exploitatieovereenkomsten Totaal plannen Te treffen voorzieningen Saldo ARG ondergrens ARG bovengrens ARG Benodigd weerstandvermogen Verschil Afdracht (berekend)
2010 10.1 2010 10.2 (begroot) -6.264 -1.035 -143 -5.041 -2.915 -135 -90 -6.211 -3.148 860 -4.155 -11.615 -13.567 -6.264 -7.833 -10.439 -13.055 -8.351 -10.444 -5.215 -3.123 -1.176 -512
2011 -13.055 -903 -354 -296 -1.554 605 -14.004 -7.833 -13.055 -10.444 -3.560 -949
2012 -13.055 0 -596 -176 -772 605 -13.222 -7.833 -13.055 -10.444 -2.779 -168
2013 -13.055 0 0 0 0 605 -12.450 -7.833 -13.055 -10.444 -2.006 0
2014 -12.450 61 0 0 61 529 -11.861 -7.833 -13.055 -10.444 -1.417 0
143
Uit deze tabel kunnen de volgende conclusies worden getrokken: Grondexploitaties In 2010 wordt een positieve ontwikkeling verwacht voornamelijk door het plan Zuiderhout Noord. Vanaf 2011 worden geen bijdragen uit grondexploitaties aan de ARG verwacht (behalve uit de realisatie van het plan Hoogtij in 2023). Grondverkopen Grondverkopen zijn incidentele opbrengsten uit gemeentelijk vastgoed ten behoeve van ruimtelijke ontwikkelingsactiviteiten. Na 2010 worden geen verkoopactiviteiten verwacht. Exploitatieovereenkomsten Een exploitatieovereenkomst wordt gesloten indien geen mogelijkheden bestaan om kosten van voorzieningen van openbaar nut te verhalen in de grondprijs, omdat de gemeente geen grondpositie heeft in een ontwikkelingsgebied. Het risico bestaat uit het niet goed inschatten c.q. (kunnen) doorbelasten van de gemaakte kosten aan de ontwikkelaar. Uitgangspunt voor de gemeente is de kosten die met de ontwikkeling van terreinen van andere eigenaren te maken hebben, maximaal te verhalen. Grondexploitaties in voorbereiding Uit de huidige grondexploitaties in voorbereiding worden geen extra inkomsten verwacht. Er wordt op dit moment een negatief saldo verwacht.
-20.000 -18.000 -16.000 -14.000 Beginsaldo ARG
-12.000
Grondexploitatie
-10.000
Grondverkopen -8.000
Exploitatieovereenkomsten
-6.000
Afdracht concern (berekend)
-4.000 -2.000
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
20172022
2023
0 2.000
144
4
Financiële positie
Begroting saldo primitief 2014
Begroting saldo primitief 2013
Begroting saldo primitief 2012
Begroting saldo primitief 2011
Begroting baten primitief 2011
Begroting lasten primtief 2011
Saldo begroting na bw 2010
Programma & Product
Saldo realisatie 2009
4.1 Resultaatmodel
Resultaat voor bestemming Economie Werk, inkomen en integratie Wonen en ruimtelijke ontwikkeling Bereikbaarheid en mobiliteit Milieu Grondzaken en gebiedsontwikkeling Jeugd en onderwijs Maatschappelijke ondersteuning en welzijn Sport en recreatie Cultuur Wijkgericht werken en beheer Publieke dienstverlening Openbare orde en veiligheid Bestuur en organisatie Financiën
2.054 9.142 6.793 539 1.399 13.299 19.671 29.591 6.076 12.976 37.663 6.262 14.875 16.004 -228.813
2.560 13.384 4.495 1.087 -2.803 8.960 25.090 36.496 7.716 17.335 42.810 6.657 17.088 13.746 -197.723
2.262 71.060 6.358 2.754 18.994 51.023 24.552 41.323 7.312 12.507 60.204 12.255 19.716 12.565 30.344
-35 -59.223 -891 -2.381 -16.080 -41.772 -2.359 -2.546 -466 -224 -20.411 -8.783 -2.916 -47 -224.694
2.227 11.837 5.467 373 2.914 9.251 22.193 38.777 6.846 12.283 39.793 3.472 16.800 12.518 -194.350
2.025 12.212 6.599 -412 2.826 9.566 21.817 35.858 6.881 12.190 40.131 3.449 16.880 12.438 -172.505
2.022 12.080 4.257 -747 2.825 9.541 22.990 35.427 6.726 11.996 40.836 3.239 16.371 12.313 -187.067
2.022 10.443 4.851 -749 2.824 9.435 24.273 35.125 6.850 11.692 41.275 2.862 14.755 11.182 -168.276
-52.467
-3.102
373.229
-382.828
-9.599
9.955
-7.191
8.564
Economie Werk, inkomen en integratie Wonen en ruimtelijke ontwikkeling Bereikbaarheid en mobiliteit Milieu Grondzaken en gebiedsontwikkeling Jeugd en onderwijs Maatschappelijke ondersteuning en welzijn Sport en recreatie Cultuur Wijkgericht werken en beheer Publieke dienstverlening Openbare orde en veiligheid Financiën
52 -1.220 808 210 2.290 3.869 1.614 1.012 2.922 812 1.284 425 -35 27.803
0 1.340 5.497 0 5.868 1.765 0 77 1.104 5 1.544 0 -35 -10.570
0 0 741 0 0 1.801 0 0 0 0 0 0 0 21.754
-150 -400 -1.026 -210 -603 -696 0 -4.039 -428 -75 -150 -172 -35 -6.713
-150 -400 -285 -210 -603 1.105 0 -4.039 -428 -75 -150 -172 -35 15.041
0 0 -1.454 0 -603 740 0 -2.764 -277 -900 -150 -365 -35 -4.147
0 0 445 0 -273 -137 0 -2.764 -276 0 0 -248 -35 10.479
0 0 -150 0 -273 -127 0 -2.764 -314 0 0 -215 -35 -4.686
Subtotaal mutaties reserves
41.845
6.594
24.296
-14.697
9.599
-9.955
7.191
-8.564
-10.622
3.492
397.525
-397.525
0
0
0
0
Subtotaal voor bestemming
Mutaties reserves
Totaal Programmabegroting 2011-2014
145
4.2 Grondslagen begroting De grondslagen Begroting bestaan uit Omschrijving
Grondslag
Lonen (incl. sociale lasten)
1,75%
Prijzen
0,75%
Subsidies
0%
Onroerende-zaakbelastingen
0,75%
Overige belastingen
0,75%
Tarieven
Kostendekkend
Rekenrente
4,5%
Algemene uitkering
Meicirculaire 2010
Financiële regels
Collegeprogramma 2010; Wederzijds Aanspreekbaar
Omschrijving Woningen Inwoners
2011
2012
2013
2014
63.963
64.628
65.201
66.085
146.100
147.070
147.930
149.090
De ontwikkeling van het aantal inwoners en woningen is bepalend voor een aantal inkomstenstromen. Deze cijfers zijn uitgangspunt bij de berekening van de algemene uitkering, opbrengst onroerende zaak belastingen en opbrengsten bouwleges. De loon- en prijscompensatie worden berekend op basis van het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau voor zowel de eigen organisatie als de gesubsidieerde instellingen. Dit is een afspraak uit het collegeprogramma. Door de huidige economische onzekerheid is het lastig om de prijsstijging voor 2011 te voorspellen. Daarom wordt voorgesteld om bij het bepalen van de prijsstijging van de begroting 2012 de daadwerkelijke ontwikkeling van 2011 mee te wegen. Ervaring is er al met het begrotingsjaar 2009 dat, achteraf, te ruim geraamd is. Het is in het begrotingsjaar 2010 aangepast en ook nog in deze grondlagen 2011. Hoe dat werkt wordt in de volgende onderdelen lonen en prijzen toegelicht. Lonen Uitgangspunt bij de lonen en de salarissen zijn normaliter de gegevens van de ‘loonvoet sector overheid’ uit het Centraal Economische Plan 2010 (conform collegeprogramma). De raming hiervoor is 1,75%.
146
Prijzen Uitgangspunt bij de prijsmutatie is de prijs netto materiële overheidsconsumptie uit het Centraal Economisch Plan 2010 (conform collegeprogramma). Begroting Zaanstad
CEP 2010
2009
3%
1%
2010
0%
1%
2011
0,75%
1,75%
Voor 2011 raamt het CPB dit cijfer op 1,75%. Na het vaststellen van de begroting 2009 zijn er forse bijstellingen geweest van de indexering. Oorzaak is de huidige economische ontwikkelingen. Daar in de begroting 2009 rekening is gehouden met een prijsstijging van 3% is het niet nodig de begroting 2011 met 1,75% te verhogen. Het voorstel is daarom uit te gaan van een prijsstijging van 0,75%. Subsidies De gemeente krijgt in 2011 geen compensatie van de Rijksoverheid voor de stijging van de loonkosten. In het kader van “samen de trap op, samen de trap af” betekent dit dat ook de gesubsidieerde instellingen geen indexatie ontvangen voor gestegen lonen en prijzen. Onroerende Zaakbelastingen In het collegeprogramma zijn afspraken gemaakt over de stijging van de opbrengsten van de Onroerende Zaakbelasting (OZB) voor de komende jaren. Afgesproken is om de OZB het eerste jaar niet te verhogen en alleen de gebruikelijke inflatie 0,75 (prijscompensatie 2011) toe te passen. De verwachting is dat de burger in een gemiddelde woning ongeveer € 214,41 gaat betalen. Dat is € 1,60 meer dan in 2010. Overige belastingen De overige belastingen (parkeerbelastingen, precariobelasting, hondenbelasting, toeristenbelasting, reclamebelasting en roerende ruimtebelasting) stijgen met de voorgestelde prijscompensatie van 0,75%. In het collegeprogramma is opgenomen dat naast besparingen ook naar het verhogen van opbrengsten wordt gezocht. Hierbij is de parkeerbelasting als mogelijkheid genoemd. Dit kan betekenen dat bij de begroting naast de gebruikelijke prijscompensatie een extra stijging zal worden voorgesteld. Rekenrente De rekenrente blijft conform de voorgaande jaren gehandhaafd op 4,5%. De gemiddelde rente op de lange leningportefeuille bedraagt ultimo 2009 gemiddeld 4,36%. De tarieven op de kapitaalmarkt voor lange financiering in ogenschouw genomen blijft de rekenrente in de begroting gehandhaafd op 4,5%.
147
4.3 Financiële positie 4.3.1 Inleiding De financiële positie van de gemeente bestaat uit een aantal elementen, welke een oordeel kunnen geven over de robuustheid van de begroting. De provincie is toezichthouder voor de gemeente en beoordeelt elk jaar de begroting onder andere op de financiële positie, het meerjarige evenwicht in de begroting en de onderhoudsachterstanden. Het eerste gaat over de afweging hoeveel de gemeente leent, en daarnaast hoeveel eigen geld in de spaarpot zit. De algemene reserve is een graadmeter voor de omvang van de spaarpot. Een breder begrip is het eigen vermogen. Het eigen vermogen bestaat naast de algemene reserve ook uit bestemmingsreserves. Dit zijn spaargelden waar vooraf al een bestemming is vastgesteld. De raad kan de bestemming van deze spaargelden wijzigen. Als een gemeente veel leent, ligt al een deel van de uitgaven vast in kapitaallasten. De kapitaallasten worden in het hoofdstuk 4.4 investeringen weergegeven. De kapitaallasten hebben effect op de flexibiliteit van de begroting. Het tweede gaat over de inkomsten, hoe vergaart de gemeente haar inkomsten, en welke flexibiliteit is daarbij aanwezig. Met deze aspecten wordt bij iedere begroting een zo goed mogelijk afweging gemaakt voor de besteding van de schaarse middelen. 4.3.2 De algemene reserve en het eigen vermogen Voor 2011 (29.605) is de verwachte omvang van de algemene reserve gestegen ten opzichte van de begroting van 2010 (22.691) met ongeveer € 6,9 mln. Dit heeft te maken met onder andere het terugvloeien van een deel van de ‘verlies’ voorziening Inverdan als gevolg van de keuze om de Houtveldweg niet te verleggen en C&A niet te herontwikkelen. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het MPG inzake de ontwikkelingen van de algemene reserve grondzaken. In de paragraaf weerstandvermogen is berekend dat de omvang van de algemene reserve voldoende is om de risico’s af te dekken. Verloop van de algemene reserve: Verloop van de algemene reserve 35.000
30.000
(x 1.000 euro)
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Alg. Re s e rve
Alg. Re s e rve incl. Grondbe drijf
Be groting AR
Be groting 2011 incl GB
De omvang van de reserve is in relatie met de omvang van de balans, begroting en de lopende projecten klein, maar wordt wel voldoende geacht. In de paragraaf 3.4 weerstandsvermogen wordt dit toegelicht. De algemene reserve maakt voor 4 % deel uit van het balanstotaal. Het landelijke gemiddelde van alle gemeenten ligt op 13,9% in het jaar 2008.
148
De algemene reserve is onderdeel van het eigen vermogen van de gemeente. Dit bestaat uit de algemene reserves en de bestemmingsreserves. Dit eigen vermogen groeit in 2010 van 18% naar 19% van het balanstotaal.
40%
140
35%
120
30%
100
25%
80
20%
60
15%
40
10%
20
5%
0
als%vandebalans
(x1mlneuro)
eigen vermogen 160
0% 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
rekening
begroting
zaanstad als % van de balans
Landelijk
Zaanstad heeft, ten opzichte van het landelijke beeld van alle Nederlandse gemeenten, maar de helft beschikbaar van het eigen vermogen als aandeel in de balans. Met andere woorden: landelijk financieren de gemeenten in 2008 37% van hun bezittingen met eigen middelen. In Zaanstad is dat percentage 19% in 2010. Zaanstad heeft gemiddeld minder eigenvermogen en een veel grotere leningportefeuille. 4.3.3 Langlopende leningen (financiering van de activa) Zaanstad blijft de komende jaren een zwaar lenende gemeente. Het is in relatie met de exploitatie een speerpunt in de beheersing van de lasten. In hoofdstuk 4.4 Investeringen wordt toegelicht hoe de beheersing van de kapitaallasten de komende jaren is geregeld.
70,0%
350
60,0%
(x1m lneuro)
300
50,0%
250 40,0% 200 30,0% 150 20,0%
100
10,0%
50
Rekening
begroting 2011
landelijk % van de balans
% zaantad
20 14
20 13
20 12
20 11
20 10
20 09
20 08
20 07
20 06
20 05
20 04
20 03
0,0% 20 02
0 20 01
%vandebalans
langlopende leningen 400
De leningportefeuille daalt de komende begrotingsperiode ten opzichte van de balans. De komende jaren zal er meer met kort geld gefinancierd gaan worden (zie paragraaf 3.3 Treasury).
149
4.3.4 Inkomenspositie (ontwikkeling van de algemene dekkingsmiddelen) Om de uitgaven te kunnen beheersen is het goed om de mogelijkheden van de flexibiliteit van de exploitatie van de gemeente in te schatten. De volgende globale indeling wordt gehanteerd. Globale indeling van de begroting Baten Wat zijn de baten Algemeen dekkingsmiddel Algemene Uitkering OZB Overige Eigen Middelen Specifiek
Leges, heffingen, tarieven >>> Specifieke uitkeringen >>> Grondexploitaties >>>
Lasten Personeel, gebouwen, kapitaallasten, programmakosten, subsidies <<< kosten van tariefheffingen <<< specifieke bestemmingen <<< grondexploitaties
Voor de algemene dekkingsmiddelen (AU, OZB en overige eigen middelen) leunt Zaanstad voor een groot deel op de algemene uitkering. Zaanstad heeft relatief weinig overige eigen middelen. De overige eigen middelen zijn bijvoorbeeld rentebaten, opbrengsten uit dividenden (bijv. BNG), andere belastingen en opbrengsten uit grondexploitaties. De normeringssystematiek van de algemene uitkering is voor de jaren 2009 tot en met 2011 buiten werking gesteld. Dat betekent dat de inkomsten vanuit de algemene uitkering vrij zeker zijn. Bij de kadernota is rekening gehouden met een teruggang van de algemene uitkering van oplopend € 12 mln. in 2014. Dit met de gedachte dat het rijk fors gaat bezuinigen en dat de normeringssystematiek weer wordt hersteld vanaf 2012. Dit is en blijft een aanname. Voor meer duidelijkheid moeten de financiële consequenties van het nieuwe regeerakkoord worden afgewacht. De gevolgen voor de algemene uitkering zijn afhankelijk van de omvang van de bezuinigingen, het tempo van de bezuinigingen, de aard van de bezuinigingen en mogelijke specifieke bezuinigingen op de algemene uitkering zelf. Zaanstad heeft vorig jaar een recordaantal woningen opgeleverd. Daarmee neemt de relatieve groei van Zaanstad toe. Dit leidt tot herverdeeleffecten binnen de algemene uitkering waarvan Zaanstad profiteert. We verwachten een positief effect van circa € 1 mln. door deze herverdeling. Via de algemene uitkering ontvangt Zaanstad ook decentralisatie-uitkeringen om bepaalde taken uit te voeren. Uitgangspunt is dat decentralisatie-uitkeringen vrij besteedbaar zijn. Praktijk is dat er wettelijke taken voor uitgevoerd moeten worden. Daarom is tegenover de inkomsten van de decentralisatie-uitkering ook direct een budget gezet met hetzelfde bedrag. Het werven van extra externe middelen is voor Zaanstad de enige optie om meer mogelijkheden te creëren, dan de algemene middelen toestaan. Meer over de financiële strategie die hiervoor is opgezet staat verwoord bij programma 15; Financiën. 4.3.5 Onderhoudsachterstanden Het onderhoud van de openbare ruimte blijft de komende jaren een punt van aandacht. Door de verkoop van de NUON aandelen en de vorming van de reserve onderhoudsachterstanden is Zaanstad in staat om de komende jaren een flinke inhaalslag te maken. Met de jaarrekening 2009 is aangegeven dat de onderhoudsachterstanden openbare ruimte (excl. begraafplaatsen en riolering) € 53 miljoen bedragen. Op basis van de beheer- en beleidplannen voor de openbare ruimte is de komende 4 jaar € 21,6 miljoen per jaar nodig om de openbare ruimte in stand te houden op ‘basis’-kwaliteit. Gelet op de prijsontwikkeling in de markt als gevolg van de economische recessie is ervan uitgegaan dat in de markt op dit moment een inkoopvoordeel valt te behalen en dat indexering voor de komende jaren
150
de nullijn zal volgen en daarmee daalt het benodigde investeringsniveau voor basiskwaliteit naar gemiddeld € 18 miljoen per jaar. Met de € 16 miljoen die de komende 4 jaar extra beschikbaar is vanuit de verkoop van NUONaandelen daalt de onderhoudsachterstand in de openbare ruimte tot circa € 33 miljoen in 2014. Zie ook de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen.
151
4.4 Investeringen 4.4.1 Investeren in de basis om ruimte te maken voor ontwikkeling Uitgangspunt bij het collegeprogramma Wederzijds Aanspreekbaar is de realisatie van Zaans Evenwicht als toekomstvisie van de stad. Hierbij is de ambitie van dit college om de basis op orde te brengen en te investeren in de toekomst. ‘Investeren in de basis om ruimte te maken voor ontwikkeling’ is het adagium. Daar waar de mogelijkheden en middelen beperkt zijn, de basis nog niet op orde is en de ambities richting toekomst groot zijn, wordt het de kunst te zoeken naar een optimaal evenwicht. De basis op orde krijgen, ook financieel, maar ook ruimte houden of creëren om te investeren in de toekomst, en dit alles op een dusdanige wijze dat de impact op de ontwikkeling van de stad van onze euro’s maximaal is. Bij de basis op orde hoort onder meer dat we het achterstallig onderhoud in de openbare ruimte wegwerken, dat we het beheer en het onderhoud financieel goed geregeld hebben, dat we projecten waar we aan begonnen zijn of die onomkeerbaar zijn, in goede orde afmaken en dat ons financieel beleid op orde is, solide is. Investeren in de toekomst doen we door ons beleid toekomstgericht te maken (Zaans Evenwicht, de structuurvisies), door te investeren in onze netwerken en samenwerkingspartners, door in de openbare ruimte gericht op bepaalde plekken ook extra kwaliteit in te brengen. En ook door doelbewust toekomstgericht investeren mogelijk te gaan maken en ruimte te scheppen voor planstudies en trajecten die voorbereidend zijn op mogelijke toekomstige investeringen. Het Investeringsfonds, aangekondigd in ‘Wederzijds Aanspreekbaar’, is een instrument op het snijvlak van de basis op orde en investeren in de toekomst. Met het instellen van het Investeringsfonds en de daaraan gekoppelde driedeling in onderhoud, vervangingsinvesteringen en uitbreidingsinvesteringen leggen we het fundament voor een toekomstgerichte investeringsstrategie die ons helpt om samen met onze partners onze ambities te realiseren. Het maakt onze mogelijkheden en beperkingen inzichtelijk en reikt een instrumentarium aan om van hieruit sturing te geven en keuzen te maken voor onze investeringen. Een eerste stap hierbij is dat we in kaart brengen welke meer concrete voorstellen en projecten er nu liggen, welke daarvan in aanmerking komen voor (co)financiering uit het Investeringsfonds en waar het gaat om onderhoud of vervanging. Vervolgens wordt een beeld gegeven van welke projecten de facto onomkeerbaar zijn (we zullen dit verderop nader invullen) en van het beslag dat deze projecten leggen op de beschikbare middelen. Hiermee wordt ook nu al duidelijk dat we ervoor zullen moeten kiezen welke projecten we (in ieder geval voorlopig) niet zullen kunnen realiseren, mede afhankelijk van een aantal afwegingen (voeding van het fonds, risicobuffer). Onderdeel van de afweging is het voorstel om ruimte te creëren voor planvorming gericht op toekomstige investeringen en nieuwe projecten. Voor die toekomstige afweging wordt een aanzet gegeven door toetsingscriteria te ontwikkelen die dit mogelijk maken. Onderdeel is ook de mogelijkheid om op basis van het Investeringsfonds samenwerkingsafspraken te maken met partners en Zaanse budgetten slimmer te koppelen aan die van andere overheden of andere partijen. 4.4.2 Huidige ontwikkelingen vragen scherpe keuzes Het investeringsvolume groeit mee met ambities Zaanstad heeft al jaren een omvangrijk investeringsprogramma. De reden van dit snel groeiende investeringsprogramma in Zaanstad is primair gelegen in de ambities om in de stad te investeren in combinatie met het succesvol verwerven van externe middelen. Hierdoor zijn en worden veel mooie projecten in onze stad gerealiseerd. Ten opzichte van de vorige begroting is het investeringsvolume toegenomen doordat nieuwe investeringen zijn opgenomen en het feit dat we de onderhoudslasten van de stad steeds beter in beeld krijgen (bijvoorbeeld voor sport en het primair onderwijs). Doordat de achtergebleven realisatie van investeringen in 2009 wordt ingelopen in 2010 en 2011 is tevens een verschuiving waarneembaar. Figuur 1 geeft de ontwikkeling van de huidige investeringen
152
weer vergeleken met het beeld bij de begroting 2010-2013. Hierbij zijn alle onderhouds- en vervangingsinvesteringen in beeld gebracht tot en met 2025.
ontwikkeling netto investeringen 100.000 80.000 60.000 40.000 20.000 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025
begroting 2011-2014
begroting 2010-2013
Figuur 1: ontwikkeling van de netto investeringen
Bovenstaande investeringen betreffen onderhoud en vervanging om de basis op orde te brengen en te houden en bevatten tevens nieuwe investeringen voor de toekomst. Onderstaande figuur laat zien hoe deze drie categorieën zich tot elkaar verhouden. Na 2018 zijn er (nog) geen nieuwe investeringen in beeld en resteren onderhoud en vervanging ieder voor de helft van een bedrag van € 25 miljoen tot € 28 miljoen.
omvang alle netto investeringen x 1.000 euro
100.000 80.000 60.000 40.000 20.000
2. 01 0 20 11 20 12 20 13 20 14 20 15 20 16 20 17 20 18 20 19 20 20 20 21 20 22 20 23 20 24 20 25
0
nieuw
onderhoud
vervanging
Figuur 2: onderlinge verhouding in omvang investeringscategorieën
De kapitaallasten groeien mee met het investeringsvolume De toename van het investeringsvolume leidt er toe dat ook de kapitaallasten (in de vorm van rente en afschrijving) in de begroting oplopen. Om te voorkomen dat een relatief groot deel van de begroting bestaat uit, niet beïnvloedbare, kapitaallasten, hebben raad en college twee bestuursperiodes geleden al besloten om de kapitaallasten te maximeren op € 35 miljoen. Deze norm is aangeduid met de “10%-norm”. Deze norm wordt steeds meer benaderd. De laatste prognose laat zien dat de kapitaallasten fors oplopen en dat de grens van € 35 miljoen in 2014 wordt overschreden wanneer we de huidige investeringssystematiek handhaven (zie figuur 3). De huidige begrote kapitaallasten zijn toegenomen. In vergelijking met de begroting 2010-2013 was voor 2013 uitgegaan van € 33 miljoen waar dat nu € 35 miljoen is in 2014. Doorgroei naar dit niveau betekent een extra bezuiniging van € 2 miljoen in 2014. Daarom stelt dit college voor een bovengrens voor kapitaallasten van € 33 miljoen te hanteren in plaats van de huidige € 35 miljoen.
153
kapitaallasten, onbegrensd 55 50
x 1 mln euro
45 40 35 30 25 20 15 10
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
vervanging
0
2,79 5,28 7,38 8,81 9,44 10,8 13,3 13,9 14,5 14,5
onderhoud
0
0,94 1,91 2,83 3,98 5,13 6,29 7,18 8,09 9,01
bestaand
21
22
23
24
25
0,63 1,63 2,52 3,92 6,17 7,82 8,27 9,29 9,13 8,97 8,83 8,59 8,36 8,13 7,92
nieuw
25,3 24,4 23,5 22,7 21,8 20,7 18,5
18
9,9
15
15,1
16
16,4 16,6
10,8 11,7 12,6 13,5 14,4
17,4 16,8 16,3 15,7 15,1 14,5
14
13,4
Figuur 3: ontwikkeling totale kapitaallasten
Hoewel de “10%-norm” wordt benaderd, is er nog een grote wensenlijst aan investeringen. Tot en met 2018 is een investeringsvolume van ruim € 300 miljoen nog niet gedekt in de begroting. Dit is inherent aan het feit dat de tijdshorizon van de voorliggende begroting niet gelijk is aan die van het investeringsplan. Indien er geen andere keuzes worden gemaakt, zijn na 2014-2015 alleen nog de jaarlijks vrijgevallen kapitaallasten beschikbaar voor nieuwe investeringen. In de kadernota werd daarbij op basis van een grove berekening uitgegaan van € 20 miljoen. Doordat we tussen kadernota en begroting een beter zicht hebben gekregen op de onderhoudslasten, heeft een meer gedetailleerde berekening geresulteerd in een bedrag van € 17,5 miljoen. Dit betekent dat er na 2014-2015 nog circa € 17,5 miljoen per jaar geïnvesteerd kan worden. Alleen al voor onderhoud en vervanging, om de basis op orde te houden, is dit bedrag niet toereikend. Daarom wordt voorgesteld een driedeling aan te brengen waarbij onderhoud wordt gedekt uit de exploitatie, vervangingsinvesteringen via kapitaallasten en uitbreidingsinvesteringen worden gedekt uit het Investeringsfonds. Op deze wijze kan een integrale afweging plaatsvinden per investeringscategorie zonder dat andere categorieën daarbij onder druk komen te staan.
Onderhoud
Dekking direct in exploitatie
Vervangingsinvesteringen
Dekking kapitaallasten
Uitbreidingsinvesteringen
Dekking via een investeringsfonds
Figuur 4: driedeling investeringen
4.4.3 Investeren in onderhoud en vervanging om de basis op orde te brengen en te houden ‘Investeren in de basis om ruimte te maken voor ontwikkeling’ is het adagium van dit college. Investeringen in onderhoud en vervanging zijn daarvoor noodzakelijk. Niet alleen in het beheer van de openbare ruimte, maar juist ook in onderwijshuisvesting, sport, openbare orde en veiligheid en de eigen organisatie. Zoals voorgesteld wordt de ingeslagen weg van het vorige college gevolgd en zal onderhoud geheel vanuit de exploitatie worden betaald. Zo ver zijn we echter nog niet. Een deel wordt nog steeds geactiveerd. Door versneld af te schrijven kan op lange termijn dit resultaat wel worden bereikt. Dit
154
houdt in dat een positief rekeningresultaat wordt gebruikt om versneld af te schrijven en het onderhoudsbudget vervolgens wordt opgehoogd. De kapitaallasten voor onderhoud en vervanging zijn tot en met 2013 gedekt in de begroting. Zoals uit figuur 4 blijkt overstijgen de kapitaallasten in 2013 de begrote omvang.
kapitaallasten x 1.000 euro
38.000 36.000 34.000 32.000 30.000 28.000 26.000 24.000 22.000 2011
2012
begroting 2011
2013
2014
2015
begroting 2010
Figuur 5: ontwikkeling kapitaallasten onderhoud en vervanging
Om te voorkomen dat de kapitaallasten voor onderhoud en vervanging verder oplopen, wordt na 2013 gewerkt met investeringsplafonds voor de verschillende categorieën. Na 2013 zijn de jaarlijks vrijgevallen kapitaallasten van € 17,5 miljoen beschikbaar voor nieuwe investeringen op het gebied van onderhoud en vervanging. Daarbij worden de volgende investeringsplafonds gehanteerd: Beheer openbare ruimte € 8 miljoen Onderwijs € 7 miljoen Sport € 1,5 miljoen Bedrijfsvoering € 1 miljoen. Bij de kadernota werd nog uit gegaan van een beschikbaar bedrag van € 20 miljoen voor nieuwe investeringen. Bij de begroting is dit bedrag bijgesteld naar € 17,5 miljoen. Speerpunt van dit college is het op peil houden van de openbare ruimte en het inlopen van onderhoudsachterstanden. Daarom handhaven we het investeringsplafond voor beheer openbare ruimte van € 8 miljoen en wijzigen we dat voor onderwijs en sport in € 7 miljoen en respectievelijk € 1,5 miljoen. Het voorgestelde plafond voor beheer openbare ruimte is voldoende om het onderhoudsniveau te handhaven en achterstanden in te lopen. Ook voor investeringen in onderwijshuisvesting is het voorgestelde plafond toereikend doordat uitbreidingsinvesteringen worden opgenomen in het Investeringsfonds (wordt in paragraaf 4.1 nader toegelicht). Het plafond van € 1 miljoen op bedrijfsvoering legt met name een zware druk op materieel brandweer, de eigen huisvesting en ICT. Er wordt echter nog een inventarisatie uitgevoerd naar de beschikbare ruimte binnen exploitatiebudgetten voor deze investeringen. De komende periode wordt in beeld gebracht hoe groot deze budgetten zijn. Door het instellen van de voorgestelde investeringsplafonds wordt de groei van kapitaallasten begrensd. Per beleidsterrein kan een integrale afweging plaatsvinden waardoor meer sturing wordt gegeven aan de benodigde investeringen om de basis op orde te brengen en te houden. Hiermee wordt ook financieel een solide basis voor de toekomst gelegd. 4.4.4 Een nieuw te vormen investeringsfonds Bij de inrichting van het Investeringsfonds zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd:
Het Investeringsfonds wordt het instrument voor een transparante, integrale, toekomstgerichte investeringsstrategie, gericht op een optimalisering van maatschappelijke effecten in het kader van de realisatie van Zaans Evenwicht;
155
We zetten de stad niet op slot door al onze middelen te besteden aan onderhoud en vervanging, dus we willen een substantiële investeringsruimte creëren in het Investeringsfonds; Met het Investeringsfonds bieden we een ontkokerd instrument dat inzichtelijk maakt wat de mogelijkheden en beperkingen zijn, zodat een integrale afweging mogelijk is; Het Investeringsfonds doet ook recht aan de vaak lange voorbereidingstijd van grote projecten omdat een tijdshorizon van tien jaar wordt gehanteerd; Uit het Investeringsfonds worden middelen ter beschikking gesteld voor: 1. Gebiedsgerichte investeringen (ontwikkellocaties en stedelijke vernieuwingslocaties); 2. Infrastructurele projecten; 3. Maatschappelijke voorzieningen, voor zover het niet vervangingsinvesteringen of onderhoud betreft; De focus ligt in eerste instantie op het afronden of uitvoeren van projecten die al in uitvoering zijn of waarvan de uitvoering onomkeerbaar is of wordt gevonden (denk aan Grex Inverdan, Zuidelijke Randweg, Spoorwegovergang Assendelft, Kreekrijk/Omzoom), inclusief een voorziening om hierbij financiële risico’s op te vangen; In bijzondere gevallen kan een taakstellend budget worden toegekend aan projecten met de opdracht kosten omlaag te brengen en/of externe middelen te zoeken, binnen duidelijk omschreven voorwaarden en termijnen; Een beperkt deel van de middelen is beschikbaar voor planvorming; Hierna en voor zover daar (na 2010) ruimte voor is, zal er een toetsing plaatsvinden om te bepalen welke nieuwe projecten het meest bijdragen aan de realisatie van Zaans Evenwicht, gebaseerd op een nog uit te werken set van toetsingscriteria; Twee maal per jaar wordt de raad geïnformeerd over het verloop van het Investeringsfonds.
Samenstelling en omvang van het investeringsfonds Voor de voeding van het Investeringsfonds is een inventarisatie uitgevoerd waarbij is gekeken naar structurele en incidentele geldstromen. Structureel: Plannen met Zaanstad; Afdrachten grondzaken; Verkoop vastgoed; Reserves. Incidenteel: Deel opbrengsten verkoop aandelen Nuon; Niet doteren aan de algemene reserve (AR) in 2010 en 2011; Deel ISV3. Vrijval gelden Besluit woninggebonden subsidies (BWS)
156
Deze inventarisatie heeft een bedrag van € 148 miljoen opgeleverd die als initiële voeding van het Investeringsfonds wordt ingezet. Voeding Afdracht grondzaken BWS
-19,8 -3,0
ISV
-3,9
Niet doteren AR
-2,5
PMZ
-51,7
Reserve infrastructuur
-6,6
Reserve investeringen
-2,5
Verkoop aandelen Nuon Verkoop vastgoed Totaal in investeringsfonds
-53,0 -5,0 -148,0 7 * € 1 mln.
Tabel 1: voeding Investeringsfonds
Het toevoegen van het budget voor Plannen met Zaanstad (PMZ) aan het Investeringsfonds brengt enkele verplichtingen met zich mee voor de realisatie van de openbare ruimte in Inverdan en de Zuidelijke Randweg. Deze investeringen waren namelijk al gedekt in het PMZ-budget. Een andere verplichting binnen het Investeringsfonds is de areaaluitbreiding onderwijs. Deze uitbreidingsinvesteringen zijn gerelateerd aan het gereedkomen van Inverdan, Kreekrijk en Saendelft en betreffen een wettelijke taak op onderwijs. En projecten waar we aan begonnen zijn of die onomkeerbaar zijn door contractuele verplichtingen maken we af. Ook deze projecten leggen een claim op het Investeringsfonds. Tot slot is € 2 miljoen gereserveerd voor planstudies gericht op de voorbereiding van toekomstige investeringen en nieuwe projecten na 2018-2020. Hiermee geven wij sturing aan toekomstige ontwikkelingen en bereiden wij investeringen voor, die na 2018-2020 plaats zullen vinden. Project Areaaluitbreiding onderwijs Brede school
29,0 2,5
Cofinanciering Hembrugterrein
0,3
Fietsenstalling Inverdan
1,0
Fietstunnel Westerwatering
1,0
Inverdan
26,0
Omzoom (gebiedsger. + vervanging)
7,0
Planontwikkeling
2,0
Spoorwegovergang Assendelft
2,0
Vaart in de Zaan
13,0
Zuidelijke Randweg
16,0
ZVVP + fietsparkeren Totaal
2,0 101,8
* € 1 mln. Tabel 2: projecten waarvoor contractuele verplichtingen zijn aangegaan
Het Investeringsfonds maakt het mogelijk uitbreidingsinvesteringen integraal af te wegen en voorkomt dat deze ten koste gaan van onderhoud en vervanging. Daarbij houden we ook rekening met de afdekking van risico’s. Risico’s gerelateerd aan projecten uit het Investeringsfonds worden ook afgedekt in het Investeringsfonds. Dit maakt de investeringsafweging transparant en voorkomt dat het weerstandsvermogen van de algemene reserve onder druk komt te staan.
7
De tweede tranche Nuon, het niet doteren van de algemene reserve en de vrijval van de reserve investeringsfonds zijn al financieel verwerkt in de bestemmingsreserve investeringsfonds (zie 5.1). De andere bronnen zullen nog worden verwerkt.
157
Voor het afdekken van risico’s gerelateerd aan projecten uit het Investeringsfonds wordt een risicobuffer van 10% gehanteerd. Daarbij is rekening gehouden met onzekerheid over de inkomsten (afdracht grondzaken, verkoop vastgoed) en onzekerheid aan de kant van de kosten (door budgetoverschrijding bij vertraging). Zo voorkomen wij dat tegenvallers ertoe leiden dat projecten moeten worden gestopt of er bijdragen uit de exploitatie noodzakelijk zijn. Risicoafdekking Projecten Investeringsfonds (10%)
15,0
Totaal risicoafdekking
15,0 * € 1 mln.
Tabel 3: omvang risicoafdekking
Rekeninghoudend met verplichtingen en risico’s die samenhangen met de projecten uit het Investeringsfonds, is er € 31,2 miljoen beschikbaar voor investeringen die moeten worden afgewogen in het Investeringsfonds. Op deze manier brengen we financieel de basis op orde en maken we ruimte voor ontwikkeling. Resterend in Investeringsfonds Beschikbaar in Investeringsfonds Contractuele verplichtingen Risicoafdekking Totaal resterend in Investeringsfonds
-148,0 101,8 15,0 -31,2
* € 1 mln. Tabel 4: resterend bedrag beschikbaar in Investeringsfonds
Afweging geplande investeringen Uit voorgaande paragraaf is gebleken dat € 31,2 miljoen in het Investeringsfonds resteert. Binnen deze financiële ruimte moet een afweging worden gemaakt voor uit te voeren investeringen. In onderstaande tabel zijn de investeringen opgenomen die moeten worden afgewogen in het Investeringsfonds. Project A8/A9
14,0
Autoluw centrum (samenhang Inverdan + Westerw.)
6,0
Bewegwijzering
1,0
Binnenstedelijke bedrijventerreinen
6,0
Kleurenbuurt (gebiedsontw. + verv. De Vang en Slag)
9,0
Ontsluiting Poelenburg
8,0
Poelenburg
11,0
Spoorse doorsnijdingen
pm
Sporthal Midden (excl. vervanging De Sprong)
2,0
Zwembad Noord (incl. vervanging watering) Totaal
13,0 70,0 + pm
* € 1 mln. Tabel 5: af te wegen projecten in het Investeringsfonds
De omvang van deze investeringen is groot, onze middelen zijn beperkt. De afwegingen zijn bepalend voor de toekomst van onze stad en deze willen wij dan ook zorgvuldig maken. Hiervoor willen we eerst meer zicht krijgen op de onderliggende gegevens. We onderzoeken ook de mogelijkheden op subsidies of externe financiering voor deze investeringen. En daarnaast kijken we naar de onderlinge samenhang tussen verschillende investeringen en ontwikkelingen in onze stad. Denk hierbij aan investeringen, bijvoorbeeld op het gebied van sport, die samenhangen met onderhoud en vervanging. In bovenstaand overzicht van investeringsprojecten (tabel 5) is als uitgangspunt gehanteerd dat als deze investeringen worden gedaan, de gerelateerde onderhouds- en vervangingsinvesteringen die al gepland waren, niet zullen plaatsvinden. Deze worden immers ondervangen door nieuwbouw.
158
Omgekeerd betekent dit dat wanneer wordt besloten niet te investeren in een sportaccommodatie, de geplande vervangingsinvestering moet worden opgevangen binnen het afgesproken investeringsplafond. Binnen het investeringsplafond voor sport is daarom nog geen rekening gehouden met de vervanging van De Vang, zwembad Noord en De Slag. De vervanging van De Sprong wel. Het college doet begin 2011 een voorstel aan de raad waarin wordt aangegeven welke investeringen wel en welke investeringen niet worden gedaan. Het betreft een afweging van de projecten genoemd in tabel 5 binnen het beschikbare bedrag van € 31,2 miljoen in het Investeringsfonds. Criteria voor toekomstige toetsing Nieuwe investeringen zullen worden getoetst op een aantal categorieën. Voor elke categorie zal geformuleerd worden waarop wordt getoetst. Aan de waardering zijn punten gekoppeld. Als een investering bijvoorbeeld meer bijdraagt aan beleidsmatige of bestuurlijke prioriteiten, zal deze relatief meer punten krijgen in de desbetreffende categorie. Een investering die een groter risico vormt, financieel of bestuurlijk, zal hiervoor minder punten krijgen, net als een investering waarbij de financiële dekking nog ongewis is. Dit soort investeringen zit ook in het investeringsfonds. Maar door de onzekerheid, kans op overschrijdingen en grote onzekerheid van medefinanciering en of afhankelijkheid van andere projecten zullen deze projecten minder scoren. Een project kan zo in totaal maximaal 100 punten halen, minimaal 0. Dit leidt tot een ranglijst van alle mogelijke investeringen op basis van het puntenaantal. Het beoordelen van de projecten aan de hand van criteria is een hulpmiddel om college en raad in staat te stellen te prioriteren. Één keer per jaar vindt een toetsing van het toetsingskader plaats om te kijken of er relevante ontwikkelingen zijn (nieuwe beleidsdocumenten, wijzigingen in de wetgeving) die een herijking noodzakelijk maken. 4.4.5 Basis op orde, klaar voor de toekomst Met het instellen van het Investeringsfonds maken we inzichtelijk wat we de komende jaren wel en niet kunnen doen. Het college maakt hiermee een belangrijke stap in de aanscherping van de sturing van de investeringen. Daarbij hoort dat we besluiten nemen over waar we de eerstkomende jaren niet in zullen investeren. Dat doet pijn maar tegelijkertijd is het goed dat dit duidelijk is. We kunnen zo meer focus aanbrengen in ons werk en we vermijden dat we energie en capaciteit steken in projecten die we uiteindelijk niet uit zullen kunnen voeren. Dat is belangrijk omdat we de schaarse middelen (financieel, capaciteit) zo effectief mogelijk in moeten zetten. We zullen namelijk onze handen meer dan vol hebben om de investeringen die we wel doen, tot een goed einde te brengen. Dit college zal de komende jaren zo’n € 500 miljoen euro steken in een pakket investeringen dat er wezen mag. Gebiedsgerichte ontwikkelingen gericht op Inverdan en Noorderwelf (Kreekrijk/Omzoom), investeringen in infrastructurele projecten als de Zuidelijke Randweg, Vaart in der Zaan, de spoorwegovergang bij Assendelft en projecten uit het Zaans Verkeers- en Vervoersplan en vanuit het fietsbeleid, maatschappelijke voorzieningen via de bouw van brede scholen en de bouw van scholen die voortkomen uit de uitbreiding van het onderwijsareaal. Allemaal projecten die al langer in de planning zaten en vaak ook al in uitvoering zijn en die we de komende jaren een krachtige impuls zullen geven. Projecten die bijdragen aan de realisatie van Zaans Evenwicht en die aansluiten bij de richting die in Wederzijds Aanspreekbaar uitgestippeld wordt. De volgende tabel geeft inzicht in de omvang van de investeringen voor de komende jaren. Daarin zijn nog niet de investeringen meegenomen die nog worden afgewogen in het Investeringsfonds.
159
Programma
Periode 2010-2015
1
Economie
o.a. randweg
4
Bereikbaarheid en Mobiliteit
6
Grondzaken en gebiedsontwikkeling
o.a. inverdan
42
7
Jeugd en onderwijs
onderwijshuisvesting
29
8
Maatschappelijke ondersteuning en welzijn
welzijn brede school
8
9
Sport en recreatie
10
Cultuur
23 10 105
15
11
bibliotheek
11
Wijkgericht werken en beheer
13
Openbare orde en veiligheid
16
Facilitair en bedrijfsmiddelen
o.a. stadhuis
Tarieven
o.a. riolen
Totaal
Investerings- Onderhoud fonds & Vervanging
11 16
150 9 60 79
488
142
346 * € 1 mln.
Tabel 7: overzicht omvang investeringen
Ondertussen leggen we de basis voor toekomstige ontwikkelingen en creëren we ruimte voor nieuwe projecten en initiatieven. Door het financiële beleid te voorzien van een solide grondslag waarin voortdurend inzichtelijk zal zijn wat er beschikbaar is voor vervangingsinvesteringen, voor onderhoud en voor nieuwe investeringen. Door het kader van Zaans Evenwicht verder in te vullen via de uitwerking van de structuurvisies en vervolgens te koppelen aan de toetsingscriteria die we voor het Investeringsfonds zullen gebruiken in de toekomst. Door onze externe strategie verder vorm te geven en onze positie in netwerken te versterken, zodat we met partners kunnen werken aan ambities, op basis van aansprekende concepten als dat van de ZaanIJoevers. Door in het Investeringsfonds ook rekening te houden met en ruimte te scheppen voor externe middelenstromen en onze partners uit te nodigen hun investeringen te koppelen aan die van ons. En door in het fonds ruimte te creëren voor planvorming en voor nieuwe projecten die zich de komende jaren voor kunnen doen. Zo brengen wij de basis voor ons beleid en in onze stad op orde en maken wij ruimte voor de toekomst.
160
5 Bijlagen
161
Begrote boekwaarde ult. 2010
Toevoeging 2011
Onttrekking 2011
Begroot saldo boekwaarde ult. 2011
Mutatie 2012
Begroot saldo boekwaarde ult. 2012
Mutatie 2013
Begroot saldo boekwaarde ult. 2013
Mutatie 2014
Begroot saldo boekwaarde ult. 2014
150 150
0
-150 -150
0 0
0
0 0
0
0 0
0
0 0
800 1.610 2.410
400 0 400
-400 0
-400
0 0 0
0
0 0 0
0
0 0 0
0
0 0 0
B3 B3 B1 B2
0 891 148 388 1.427
3.474 5.375 148 742 9.739
BR BR
B2 B2
175 210 385
0 210 210
05 Duurzaamheidfonds 05 ZMOP2 Fonds Fysiek 05 Luchtkwaliteit Totaal 05 Milieu
BR BR BR
B2
1.242 2.184 650 4.076
7.295 1.748 650 9.693
0
-603
06 Algemene reserve GB 06 Fietsparkeren Inverdan 06 PMZ/ZZO De Gouw 06 De Fabriek (vm ISV-geld) 06 PMZ/Egalisatie 06 Infrastructurele werken Totaal 06 Grondzaken en gebiedsontwikkeling
AR BR BR BR BR BR
A2 B2 B2 B2 A2 B1
6.264 489 330 170 4.208 2.904 14.365
12.966 0 0 160 3.409 1.699 18.234
1.557
-4
244 1.801
07 Onderhoud HV onderwijs Totaal 07 Jeugd en onderwijs
BR
B2
55 55
0 0
08 WMO 08 ZMOP2 Fonds Sociaal Totaal 08 Maatschapelijke ondersteuning en welzijn
BR BR
4.166 3.986 8.152
09 Combinatiefuncties 09 Sport a fonds perdu Totaal 09 Sport en recreatie
BR BR
10 Bijdragen monumenten 10 Inrichting Bieb Inverdan 10 Nieuwbouw Bieb Inverdan 10 Culturele innovatie 10 Parels Rijgen 10 Fonds Beeldende Kunst 10 Hembrugterrein (Van Geel) Totaal 10 Cultuur
BR BR BR BR BR BR BR
11 Prog. coördinatie ZZO 11 WAP Poelenburg 11 ZMOP2 Fonds Fys./bedr.terr. Totaal 11 Wijkgericht werken en beheer
AR/BR
01 Cofinanc. EFRO Creatief Totaal 01 Economie
BR
02 Schuldhulpverlening 02 I-deel Totaal 02 Werk, inkomen en integratie
BR BR
03 Grenen palen (Funderingsherstel) 03 GAF 2009/2011 03 Landinr.Westz/Voetpad Guisveld 03 ILG Totaal 03 Wonen en ruimtelijke ontwikkeling
BR BR BR BR
04 OV experimenten 04 Toerist.Motorchartervaart Totaal 04 Bereikbaarheid en mobiliteit
Cls
150 150
Programma/Omschrijving
Boekwaarde ult. 2009
5.1 Reserves
B1
B2 B2
-326 -1.026
3.474 4.675 148 1.157 9.454
-210 -210
0 0 0
-700 741 741
0
-603
6.692 1.748 650 9.090
-10 -682 0 -696
14.519 0 0 150 2.727 1.943 19.339
0
0
7.907 3.912 11.819
0
491 6.402 6.893
951 7.642 8.593
0
B1 B3 B3 B3 B3 B3 B2
289 825 990 419 250 116 0 2.889
289 825 0 20 250 131 2.500 4.015
BR BR BR
B2
450 0 0 450
300 1.752 378 2.430
0
12 Basisreg.+digitalisering Totaal 12 Publieke dienstverlening
BR
A2
1.000 1.000
1.000 1.000
13 Nieuwbouw Totaal 13 Openbare orde en veiligheid
BR
679 679
644 644
15 Algemene reserve 15 Openbare Ruimte 15 Investeringfonds 15 Co-Financiering 15 Egalisatie opvang MJB 15 Investeringen (naar Investeringfonds) 15 Eigen Risico Fonds 15 Bedrijfsresultaat DSB 15 Centrale huisvesting 15 Inrichting Nieuw Stadhuis Totaal 15 Financiën
AR BR BR BR BR BR BR BR BR BR
15.645 42.990 140 0 2.546 100 -171 8.127 1.700 71.077
16.456 38.990 900 940 850 513 100 -272 10.150 1.867 70.494
56 167 21.754
114.008
137.421
24.296
Eindtotaal
B2 B2
B2 B2
C1
A2 C1 A2 A2 A2 A2 A2 B2 C1 C1
-603
-603
0 0
0
-1.227 -2.812 -4.039
6.680 1.099 7.779
-151 -277 -428
800 7.365 8.165
-75 -150
289 825 0 10 250 66 2.500 3.940
-150
150 1.752 378 2.280
0
-172 -172
828 828
0
-35 -35
609 609
-2.200 -4.000
-6.713
16.456 34.990 20.231 940 850 0 100 -272 10.206 2.034 85.535
-14.697
147.020
19.331
-513
773
6.089 1.748 650 8.487
-10 -606 585 742
-10
2.200
0
0 0 0
15.292 0 0 140 2.121 2.528 20.081
-65 0
-1.289 -1.454
3.474 4.510 148 -132 8.000
-165
595 445
3.474 4.360 148 463 8.445
0
0 0 0
-150
-273
-273
0
0 0 0
-273
5.543 1.748 650 7.941
-273
-10 -603 476 -137
15.292 0 0 130 1.518 3.004 19.944
-10 -603 486 -127
15.292 0 0 120 915 3.490 19.817
0 0
0
0 0
0
0 0
-735 -2.029 -2.764
5.945 -930 5.015
-735 -2.029 -2.764
5.210 -2.959 2.251
-735 -2.029 -2.764
4.475 256 4.731
-277 -277
800 7.088 7.888
-276 -276
800 6.812 7.612
-314 -314
0 6.498 6.498
0
0
289 0 0 0 250 0 2.500 3.039
0
289 0 0 0 250 0 2.500 3.039
-150
0 1.752 378 2.130
0
0 1.752 378 2.130
0
0 1.752 378 2.130
-365 -365
463 463
-248 -248
215 215
-215 -215
0 0
-35 -35
574 574
-35 -35
539 539
-35 -35
504 504
-825 -10 -66 -901 -150
289 0 0 0 250 0 2.500 3.039
0
5.816 1.748 650 8.214
-150
3.474 4.210 148 180 8.012
-150
-1.706 -142 -4.147
16.456 30.990 21.932 940 850 0 100 -272 8.500 1.892 81.388
-9.954
137.066
-4.000 1.701
-883 -142 10.479
16.456 26.990 37.436 940 850 0 100 -272 7.617 1.750 91.867
-1.136 -142 -4.687
16.456 22.990 38.027 940 850 0 100 -272 6.481 1.608 87.180
7.191
144.257
-8.565
139.852
-4.000 15.504
-4.000 591
(bedragen x € 1.000) AR Algemene reserve BR Bestemmingsreserve * Cls: A1 Schommelingen in tarieven, niet specifiek te besteden[1] A2 Gereserveerde gelden voor nog niet in uitvoering genomen plannen. Deze reserves zijn vrij besteedbaar omdat het doel van de reserve gewijzigd kan worden zonder dat dit tot een gat in de begroting leidt. B1 Gereserveerde gelden voor gedeeltelijk in uitvoering genomen plannen. Dit kunnen ook meerdere losstaande plannen zijn, welke deels gebonden en deels vrij zijn B2 Gereserveerde gelden voor plannen die al in uitvoering zijn genomen. Zodra de plannen verder in uitvoering zijn wordt de reserve meer gebonden. Het doel van de reserve kan dan niet meer zonder financiële consequenties gewijzigd worden B3 Reserves die als (structureel) dekkingsmiddel in de lopende meerjarenraming zijn opgenomen. Vaak zal na de scope van de meerjarenraming de reserve nog steeds als dekkingsmiddel dienen, terwijl formeel de reserve niet meer gebonden is C1 In artikel 59 van het BBV is bepaald dat alle investeringen met economisch nut dien te worden geactiveerd (bruto methode). De hieraan gekoppelde reserves zijn altijd volledig gebonden omdat zonder deze reserves de dekking voor de kapitaallasten wegvalt.
162
06 Inverdan 3 06 Afwikkeling Tjalkstraat 06 Poort Clam Dycke 1 06 Saendelft 06 Afwikkeling PCD Station 06 Onderhoud vastgoed 1 06 Zaantheater(groot onderh.) 1 06 Afkoopsommen erfpacht 4 06 Afwikkeling Boon 06 Afwikkeling VVZ Totaal 06 Grondzaken en gebiedsontwikkeling 07 Verrekening Onderwijs 07 Bedrijfsvoering Wijken Verzelfstandiging OPOZ 07 Totaal 07 Jeugd en onderwijs
4
09 Sportaccomodaties Totaal 09 Sport en recreatie
3
10 UPC Gelden Bibliotheek 10 Bibliotheek subsid.2009 10 Bijdragen monumenten Totaal 10 Cultuur
3
11 Civiele kunstwerken 11 Riolen egalisatievoorz. 11 Begraafplaatsen egal.voorz. 11 Wilhelminastraat 11 Marktgelden egal.voorz. 11 Parkeervoorziening 11 Herstruct. Rosmolenwijk Totaal 11 Wijkgericht werken en beheer
3
3 3 3 3 3 3
13 Meerwerk Nieuwbouw Totaal 13 Openbare orde en veiligheid 14 Pensioenvoorz.raadsleden 14 Pensioenv.wethouders 14 Wachtgelden wethouders 14 Reorg.kst.personeel 14 Personele mobiliteit Totaal 14 Bestuur en organisatie
1 1 1 1 1
15 Salariskosten 15 Wachtgelduitk. H&V 15 Personeelskosten Garage Totaal 15 Financiën
1
Eindtotaal (Bedragen x € 1.000)
15.746 11.591 21 21 476 476 983 983 241 241 1.116 1.116 409 409 38.350 36.980 177 177 524 524 58.043 52.518 51 322 0 373
0 322 1.059 1.381
42 42
0 0
-310
0
-310
1.349 0 341 277 1.967
-310
-310
1.039 0 341 277 1.657
0
1.430 100 1.530
-310
-310
729 0 341 277 1.347
Saldo boekwaarde ult. 2014
0
79 148 227
Mutatie 2014
0
1.430 100 1.530
Saldo boekwaarde ult. 2013
1.659 0 341 277 2.277
0
79 148 227
Mutatie 2013
2.312 244 381 287 3.224
3 3
0
1.430 100 1.530
Saldo boekwaarde ult. 2012
05 Afvalstoffen egalis.voorz. 05 Gasfabriekterrein Z'dam 05 Gasfabriekterr.Krommenie 05 Gasfabriekterr. Wormerveer Totaal 05 Milieu
0
0
79 148 227
Mutatie 2012
1.430 100 1.530
Saldo boekwaarde ult. 2011
1.430 100 1.530
0
Onttrekkingen 2011
03 Toegankelijke woningen 3 03 Volkstuinen Totaal 03 Wonen en ruimtelijke ontwikkeling
1 1
Toevoegingen 2011
Begrote boekwaarde ult. 2010 79 148 227
01 Zilverland 01 Aanzet bedr.act.(vh FMO) Totaal 01 Economie
Cls*
79 148 227
Programma/Omschrijvin g
Boekwaarde ult. 2009
5.2 Voorzieningen
0
79 148 227
0
1.430 100 1.530
-310
-310
419 0 341 277 1.037
11.591 11.591 11.591 11.591 21 21 21 21 476 476 476 476 983 983 983 -1.044 -61 241 241 241 241 1.116 -246 870 -59 811 29 840 409 409 409 409 -1.370 35.610 -1.370 34.240 -1.370 32.870 -1.370 31.500 177 177 177 177 524 524 524 524 0 -1.370 51.148 -1.616 49.532 -1.429 48.103 -2.385 45.718
0
-322 -353 -675
0 0 706 706
0
0
0 0
0
2.180 300 597 3.077
1.550 300 597 2.447
1.865 315 300 597 2.762 315
112 1.373 0 50 -16 292 156 1.967
146 1.175 54 50 0 308 118 1.852
0
137 137
0 0
0
114 827 1.797 545 4 3.287
114 827 1.797 545 4 3.287
1 37 80 118
0 0 40 40
-135
146 1.040 54 50 0 308 118 1.717
0
0 0
0
114 827 1.797 545 4 3.287
-40 -40
0 0 0 0
-135
0
0
-353 -353
0 0 353 353
0
0 0
0
2.180 300 597 3.077
-135
146 905 54 50 0 308 118 1.582
0
0 0
0
114 827 1.797 545 4 3.287
0
0 0 0 0
-135
-353 -353
0 0 0 0
0
0 0 0 0
0
0 0
0
0 0
0
2.180 300 597 3.077
0
2.180 300 597 3.077
-135
146 770 54 50 0 308 118 1.447
-135
146 635 54 50 0 308 118 1.312
0
0 0
0
0 0
0
114 827 1.797 545 4 3.287
0
114 827 1.797 545 4 3.287
0
0 0 0 0
0
0 0 0 0
-135
-135
71.395 65.874 315 -2.530 63.659 -2.414 61.245 -2.227 59.018 -2.830 56.188
* Classificatie (cls) 1 Verplichting zeker, omvang redelijkerwijs in te schatten 2 Verplichting waarschijnlijk, omvang redelijkerwijs tot zeker in te schatten 3 Nog niet besteden, van derden verkregen middelen, niet zijnde overheid 4 Kosten volgend begrotingsjaar, oorzaak in voorgaande jaren, met als doel gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren
163
02 Extra geld SHV 02 GSB budget inburgering 02 WWB werkdeel Totaal 02 Werk, inkomen en integratie
213 -213 2.658 -1.000 1.577 -1.577 4.448 -2.790
03 Inhaalslag bestemmingspl 03 Grenen Palen 03 Woningb.stimulering crisis 03 Guisveld 03 Kalverp.+papierindustrie 03 Beeldkwalitieitsplan ILG 03 Ecologische oevers Gouw 03 SGP Fietspad Vonderweg 03 SGP Wandelpad Zuiderweg Totaal 03 Wonen en ruimtelijke ontwikkeling
39 -39 2.023 -2.023 4.460 -850 481 44 -44 20 -20 80
7.147 -2.976
04 Dynamisch busstation 04 Parkeerplaats.NS Station 04 Toerist.Motorchartervaart Totaal 04 Bereikbaarheid en mobiliteit
1.434 0 189 1.623
05 Geluidbelastingkaarten 05 Luchtkwaliteit/Inderdan-TLG 05 Groote Weiver 05 Klimaatbeleid 05 Projecten WBB 2005-09 05 Projecten WBB tm 2004 05 Railscherm Wormerveer 05 Duurzame energie 05 HIRB Triple D projectkosten 05 E-Harbours CETSI 05 Luchtkw./Inverdan-TLG 05 Luchtkw./Schoner wagenpark 05 Luchtkwaliteit/Nationale samenwerking 05 Bootverbinding Amsterdam Totaal 05 Milieu 07 Cultuureducatie 07 No Risk Polis 07 Reg.meldpunt Coördinatie 07 Volwasseneneducatie 07 Binnenklimaat scholen Totaal 07 Jeugd en onderwijs 08 Progr.BDU CJG Jeugdzorg 08 Elec. Kind Dossier 08 Gidsen in Zaanstad 08 MO/VO 08 Prenataal Signal.instr. 08 RGSHG 08 Verbouwing Westzijde 93 08 Voorber.traject part. 08 Experiment Perspect.AMV's 08 Progr.BDU CJG Jeugdzorg 08 Participatiebudget Educatie 08 Vrouwenopvang 08 Bewegen op Recept (ZONM 08 Nazorg volw.ex-gedetine Totaal 08 Maatschapelijke ondersteuning en welzijn 09 Jeugdsportfonds 09 BOS-impuls 2006-09 Totaal 09 Sport en recreatie 10 Kunst langs de Zaan 10 Kunstproj.Straatmeubilair 10 Vervang.beeld Groeistruc 10 Zingen op de Zaan Totaal 10 Cultuur 11 Gasfabriekterrein Krommenie 11 Groen in krachtwijken 11 Quick wins binnenvaart 11 Revitalisering Molletjesveer 11 Tijdbeleid 11 Zwerfafval - VROM 11 DVM N203 Wandelweg 11 Zaan/de Poel 11 BDU Fietsp.De Locomotie 11 BDU Fietsp.NIJZD/Wibaut 11 BDU Fietsp.Genieweg 11 N203 Esdoornlaan 11 N203 Tovergroen Houthav Totaal 11 Wijkgericht werken en beheer Eindtotaal
0 10 83 0 78 264 54 0
0
Begroot saldo boekwaarde ult. 2011
-34 -26 -14 -74
Verwachte aanwending 2011
42 34 31 14 121
Verwachte ontvangst 2011
Mutatie 2010
01 Bedr.terr.Krommenie-Oost 01 Kleurrijk ondernemen 01 Molletjesveer 01 Zaans Proeflokaal Totaal 01 Economie
Boekwaarde ult. 2009
Programma/ Omschrijvin g
5.3 Overlopende passiva
-5
42 0 0 0 42
-5
-1.658
0 0 0 0
-98 -125 -223
0 0 3.610 481 0 0 80 0 0 4.171
0
3.995 14 189 4.198
-1.658 0
98 125 223
2.561 14 2.575
0
-78 -264 -29
-25 50 176
10 146 1.263 1.908
-25
43 10 102 188
-43 -10 -21
30 256
-80
343
-74
572 572
763 55 0 209 0 764 84 77 51
-559
1.445
-106 -30
-450 -530 -1.649 -55
-6.522
-286 -286
0 0 0
0
0 0 22 33 55
-54
2.003
-669
28 283 311
-28 3 -25
0
9 9 22 9 49
-9 -9 24 6
0
0 0 0 188 122 310 0 0 0 209 0 658 0 77 77 0 -150 0 26 48 945
26 1.968 1.444 1.202 26 48 6.133
165 210 155 664 149 10
-30 -401
0 10 83 0 0 0 0 0 50 176 10 146 1.263 0 1.738
-1.968 -1.594 -1.202
-502
1.623 17 13 83 147 556 15 2.454
-1.883
165 210 155 212 109 0 0 0 0 0 0 556 15 1.422
19.306 -4.554
9.638
-11.508
12.882
1.353
-452 -40 -10 -1.623 -17 -13 -83 -147
164
5.4 Begrotingsmutaties Prog. Wnr
Omschrijving
Programma 1 Economie 1 5023 Herschiken taakstelling intensiveringen EZ 5033 Uitvoeren economische structuurvisie 5806 2.3 Subs. reg. innovatieve ondernemers stopzetten Totaal 1 Programma 2 Werk, inkomen en integratie 2 1029 6.7 Maatregelen Baanstede 2002 Schuldhulpverlening 2007 Lasten WWB 2008 Baten WWB 2009 Andere inschatting risico WWB 2010 Aanpassing mutatie reserve 2021 Res.WWB terugdraaien besluit dotatie+onttrekking 311421 3.6.1 Outsourcen 311422 3.6.2 Minder controles W&I uitvoeren 311423 3.6.3 Afschaffen Hulpfonds Totaal 2
M
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
300 200 0
300 200 -50
300 200 -50
300 200 -50
500
450
450
450
R A A A A A A
-415 300 -2.350 5.530 -1.000 580 -1.700
-440 1.100 -5.430 5.530 -1.000 1.000 1.400
-515 1.100 -6.540 5.530 0 790 1.710
-640 1.100 -8.060 5.530 0 790 1.710
R R R
0 0 0 945
-110 -84 -50 1.916
-165 -84 -100 1.726
-165 -84 -150 31
100 0 -652 -552
100 -100 0 0
100 -200 0 -100
100 -200 0 -100
-277 200 38
-766 200 38
-766 200 38
-766 200 38
-39
-528
-528
-528
V B R
Programma 3 Wonen en ruimtelijke ontwikkeling 3 5032 Uitvoeren woonvisie B 5809 2.4 Uitv. strategisch groenproject verminderen R 31138 Vrijval inhuur bestemmingsplannen (incidenteel) V Totaal 3 Programma 4 Bereikbaarheid en mobiliteit 4 1039 8.2 Parkeerbelasting verhogen 5008 Expl. Fiestenstalling Vinkenstraat 31136 VerkeersVeiligheidsPlan Zaanstad (Z/10/122113) Totaal 4
R A C
Programma 5 Milieu 5 5810 2.5 Verminderen maatregelen luchtkwaliteit 31101 Zorgplicht dierenopvang 31111 Bodemsanering (DU) Totaal 5
R A A
-180 50 1.316 1.186
-180 50 1.316 1.186
-180 50 1.316 1.186
-180 50 1.316 1.186
Programma 6 Grondzaken en gebiedsontwikkeling 6 5001 Lagere vrijval voorziening erfpacht 5005 Bijstellen afdracht Alg. reserve Grondzaken 5007 Inrichting De Omzoom 5009 Progr. Managementkst. Inverdan 5010 Budgetcorrectie kapitaallasten Totaal 6
A A A V V
130 0 0 0 -700 -570
130 693 140 0 -700 263
130 0 100 -450 -700 -920
130 0 0 -450 -700 -1.020
A A V
256 247 100
256 247 100
256 247 100
256 247 100
A R R R R
125 0 0 0 0 728
300 -82 -50 0 -150 621
300 -145 -50 -50 -100 558
300 -145 -50 -50 -100 558
Programma 7 Jeugd en onderwijs 7 31109 VSV (DU) 31110 Peuterspeelzaalwerk (DU) 31125 Herschikken taakstelling intensivering Onderwijs 31134 Leerlingenvervoer 31170 3.5.2 Stoppen cofin. Schoolbegeleidingsdienst 31171 3.5.3 Stoppen zwemvervoer 31172 3.5.4 Algemene taakstelling Onderwijs 3.5.4 Verlag. budget onderwijshuisvesting Totaal 7 Programma 8 Maatschappelijke ondersteuning en welzijn
165
Prog. Wnr
Omschrijving
M
8
6.5 Efficiency en effectiviteit GGD verhogen 2.2 Bemiddeling stadsloods afschaffen Alle troeven in handen Veiligheidshuis Onderhoud gebouw De Kaaik Huurinkomsten gebouw De Kaaik Wet tijdelijk huisverbod 3.1 Maatregelen WMO 3.4 Maatregelen integratie Vrouwenopvang Maatschappelijke Opvang Lagere exploitatielasten GGD
R R A C A A B R R A A V
1030 5804 31108 31113 31120 31121 31123 31128 31133 31139 31140 31173
Begroting 2011 0 -68 46 45 50 -120 75 0 -50 1.202 130 -125 1.185
Begroting 2012 0 -68 0 0 50 -120 75 -400 -200 0 0 0 -663
Begroting 2013 -200 -72 0 0 50 -120 75 -700 -200 0 0 0 -1.167
Begroting 2014 -200 -72 0 0 50 -120 75 -1.000 -200 0 0 0 -1.467
V R R R R
100 -60 0 -30 -10
100 -100 -68 -30 -10
100 -100 -136 -30 -10
100 -100 -229 -30 -10
R
0 0
-92 -200
-224 -400
-131 -400
R A R R R R R R
-50 37 0 0 -980 0 -167 -12 -1.172
-165 83 -100 0 -886 -354 -347 -24 -1.793
-175 83 -200 -50 263 -354 -347 -37 -817
-175 83 -200 -100 9 -354 -347 -37 -1.121
A A A A C C C
100 0 135 -135 60 -60 500
100 0 135 -135 60 -60 300
100 100 135 -135 60 -60 300
100 100 135 -135 60 -60 300
C
-250
-150
-150
-150
A R C B R
248 -100 53 35 0 586
0 -100 53 35 -200 38
0 -100 53 35 -300 38
0 -100 53 35 -400 -62
A A A A A A V
114 1.481 190 35 110 -50 50
114 1.281 190 70 110 -50 50
114 1.131 190 70 110 -50 50
114 881 190 70 110 -50 50
Totaal 8 Programma 9 Sport en recreatie 9 31126 Herschikken taakstelling intensiveringen Sport 31161 3.3.1 Verminderen budget sportbeleid 31162 3.3.2 Bezuiniging op schoolzwemmen 31163 3.3.3 Besp. incidentele subsidies sportbeleid 31164 3.3.4 Heffingen en belastingen sportaccommodaties 31174 3.3.9 Aanvullende taakstelling sport Totaal 9 Programma 10 Cultuur 10 1036 6.15 Subsidie evenementen stoppen 5003 Zaanradio 3114101 3.2.1 Eén cultuurbedrijf (Maatregelen cultuur) 3114102 3.2.2 Fluxus (Maatregel cultuur) 3114103 3.2.3 De Bieb (Maatregel cultuur) 3114104 3.2.4 Zaanse Schans (Maatregel cultuur) 3114109 3.2.09 De Kade (Maatregel cultuur) 3114110 3.2.10 La Breche (Maatregel cultuur) Totaal 10 Programma 11 Wijkegericht werken en beheer 11 31102 Areaaluitbreiding van Poort Clamdijcke 31103 Hogere onderhoudslasten voor Inverdan 31105 Uitvoeren van rioolinspecties 31106 Uitvoeren van rioolinspecties 31114 Grondwaterbeleidsplan 31115 Grondwaterbeleidsplan 31116 Protocol risico analyse civieltechnische projecten 31117 Protocol risico analyse civieltechnische projecten 31127 Bewonersinitiatieven G31 31132 8.1 Meer grondwaterkosten in rioolheffing 31135 DRIS panelen (Z/10/122254) 31137 Bomenbeleidsplan (Z/09/44259) 31143 1.1 Cleanteams afbouwen Totaal 11 Programma 12 Publieke dienstverlening 12 2004 Wegvallen werkzaamheden grenen palen 2005 Lagere opbrengst bouwleges 2011 Afname leges rijbewijzen 2012 Verlagen maximum tarief rijbewijzen 2013 Lagere leges opbrengst zonder afdracht 2014 Lagere afdracht rijbewijzen 2015 Herschikken verlagen tarieven welstandscommissie
166
Prog. Wnr
Omschrijving
2016 Herschikken efficiency KCC door APV 2017 Regionale Uitvoerings Dienst (RUD) 20241 4.1.1 Alleen welstandstoets in speerpuntgebieden 20242 4.1.2 Efficiency verhogen in WABO-keten 20243 4.1.3 Funderingsherstel 20244 4.1.4 Bouwbeleidsplan
M
Begroting 2011 60 50 -50
Begroting 2012 60 0 -81
Begroting 2013 60 0 -119
Begroting 2014 60 0 -119
R R R
-79 -129 -116 1.666
-269 -129 -116 1.230
-428 -131 -124 873
-428 -131 -124 623
B
175
175
175
0
V B A A C
-150 60 167 -303 324
-150 60 167 -303 324
-150 60 167 -303 324
0 0 167 -303 324
V V
100 0
100 250
100 250
100 250
A
128
128
128
128
A R
102 -502
102 -908
102 -1.041
102 -1.141
R R R R R V V V B V
142 -191 -100 46 0 100 216 50 75 -55 384
142 -191 -175 46 0 100 951 75 225 -165 953
142 -191 -300 46 0 100 904 100 225 -165 673
142 -441 -375 46 -315 100 904 100 225 -165 -152
A R R R R A A
70 0 0 -25 -48 100 0 97
70 -50 -20 -25 -48 100 -150 -123
70 -50 0 -25 -48 100 -150 -103
70 -100 -20 -25 -48 100 200 177
A A A R R
-60 -140 -600 -277 -50
1.790 -200 -450 -555 -88
4.335 -140 -1.000 -886 -91
8.694 310 -1.500 -1.123 -91
A A R V
1.591 -4.823 0 200
1.591 -3.682 -500 1.500
1.591 -2.453 -1.000 1.500
1.591 -3.277 -1.000 1.500
V
100
100
100
100
V
1.250
500
500
500
V B R
Totaal 12 Programma 13 Openbare orde en veiligheid 13 1061 Versterking ondersteuning veiligheidsvraagstukken 1062 BTW teruggave VRZW 1063 Aanvulling veiligheidsbudget 6001 Structureel tekort onderhoud 6002 Harmonisatie LOGA akkoord VNG 6003 Harmonisatie uitgangspunten besluit 22 april 2008 6006 Herschikken taakstelling Doorrek. Specialismen 6007 Herschikken taakstelling Voordelen regionalisatie 6008 Minder inkomsten bouw- en gebruiksvergunningen 6009 Verhoging detacheringkosten en reiskosten 6012 4.2.1 Aanpassen VNG-vergoedingen aan vrijwilligers 6013 4.2.2 Budget materieel en materiaal 6014 4.2.3 Verzakelijking relatie met regio 6015 4.2.5 Efficiency brandweer 6016 4.2.4 Bedrijfsvoering brandweer 6017 4.2.6 Regionalisering meldkamer Herschikken taakstelling Algemeen (laagh.fruit) 6018 Herschikken taakstelling Herz.leidraad oefenen 6019 Herschikken taakstelling Verzakelijking VrZW 31118 Uitbreiding formatie Straattoezicht 31119 Inkomsten extra formatie Straattoezicht Totaal 13 Programma 14 Bestuur en organisatie 14 1006 Hogere contributie SRA en VNG 1016 7.4 Uitbesteden team O&S 1020 6.14 Zaanpeiling 1x per twee jaar uitvoeren 1021 6.16 Representatiebudget B&W verminderen 1022 6.17 Internationaal beleid & betrekkingen 1050 Vergoedingen Raadsleden + Steunfractieleden 2003 Verkiezingen Totaal 14 Programma 15 Financiën 15 1004 AU: Taakmutaties en update aantal woningen 1011 Dividend Nuon 1012 Lagere rente en liquiditeitsbehoefte 1014 7.3 Ombuiging staf en ondersteuning 1019 6.12 Best. besluitvorming optimaliseren en autom. 1025 Stijging loonkosten gemeente Zaanstad 1028 AU: berekening obv meicirculaire 1040 8.3 OZB verhogen 1041 Herschikken taakstelling: Doorontw effectieve org 1042 Herschikken taakstelling: Terugdr. Kilometerdecla 1043 Herschikken taakstelling: Vrijval kapitaallsn MIP
167
Prog. Wnr 1044 1046 1051 1053 1064 1065 1066 1067 1069 2001 2022 5800 5813 7003 7004 7007 7008 7010 7016 7017 7018 7019 7020 7021 7022 7024 7029 7033 10051 10052 10281 10521 70292 Totaal 15 Eindtotaal
Omschrijving
M V A V A A A A
Begroting 2011 175 334 100 1.466 0 -1.188 0
Begroting 2012 350 334 100 1.691 0 0 -1.500
Begroting 2013 350 334 100 995 0 0 -2.000
Begroting 2014 350 334 100 729 -850
Herschikken taakstelling: Afb int fin functie Prijscompensatie Herschikken taakstelling: Realisatie bestuur Bijkomende kosten bezuinigingen Taakstelling organisatie Vrijval bestemmingsreserve Minder doteren AR incl afdracht GZ 500 in 2011 Vrijval kapitaallasten Onvoorzien OZB komende jaren 5.1 Kanaalsturing 2.1 Bundelen van kennisafdelingen 2.6 Voordeel op rentelasten stedelijke ontw. Hogere reiskosten personeel van Zaanstad Reiskosten personeel Z'stad, overgangsregeling Lagere kosten WAO/Ziekengeld Andere dekking kosten Wachtgelders Voorziening concernbrede reorganisatiekosten 6.10 Streekmarketing stopzetten 7.5 Stoppen met Zaanstad Vitaal 7.6 Digitaliseren post aan medewerkers 7.7 Opleidingsbudget verlagen 6.13 Capaciteit Communicatie terugbrengen 7.1 Besparing op inhuur 7.2 Effectiever en efficienter inkopen Vervoersmanagement dienstreizen door ambtenaren voor 1 jaar terugdraaien besparing op nw stadhuis Onttrekken uit de reserve Stadhuis Tranche verkoop aandelen Nuon en vrijval escrow Tranche verkoop aandelen Nuon dotatie aan reserve Nieuw te vormen Investeringsfonds Herschikken taakstelling: Inkoop 1400k latere dotatie aan de reserve stadhuis
A A A R R R C C V V A R R R R R R R C
-500 50 -122 -41 -415 -250 75 50 -150 -156 270 0 -50 -50 0 -203 -2.085 -1.256 100
0 50 -29 -156 -737 -400 75 0 -150 -99 220 0 -50 -100 -50 -297 -2.085 -1.632 100
0 50 76 -403 -833 -500 75 0 -150 -59 400 0 -50 -100 -50 -307 -2.085 -1.732 100
0 50 -109 -403 -920 -700 75 0 -150 -14 590 -165 -50 -100 -50 -299 -2.085 -1.732 100
A
1.400
0
0
0
A A
-878 -15.799
-1.117 -960
-315 -14.839
-590 0
A
15.799
960
14.839
0
A V A
2.489 100 -1.400 -4.944
1.926 200 0 -3.350
1.979 200 0 -1.469
1.810 200 0 1.825
0
0
0
0
0
Toelichting kolom M (mutatiesoorten): A = Autonome ontwikkeling, B = Beleidsintensivering, C = Tussentijdse besluitvorming College, V = Verruimende maatregelen, R = Bezuinigingsmaatregelen
168
5.5 Bezuinigingsmaatregelen Zoekrichting
Omschrijving
1 Stedelijk Beheer
1.1 Cleanteams afbouwen
0
-200
-300
-400
0
-200
-300
-400
-415
-737
-833
-920
-68
-68
-72
-72
0
-50
-50
-50
0
-100
-200
-200
-180
-180
-180
-180
-250
-400
-500
-700
-913
-1.535
-1.835
-2.122
0
-400
-700
-1.000
3.2.09 De Kade (Maatregel cultuur) 3.2.1 Eén cultuurbedrijf (Maatregelen cultuur) 3.2.10 La Breche (Maatregel cultuur) 3.2.2 Fluxus (Maatregel cultuur)
-167
-347
-347
-347
0
-100
-200
-200
-12
-24
-37
-37
0
0
-50
-100
3.2.3 De Bieb (Maatregel cultuur)
-980
-886
263
9
0
-354
-354
-354
-1.159
-1.711
-725
-1.029
-60
-100
-100
-100
0
-68
-136
-229
-30
-30
-30
-30
-10
-10
-10
-10
0
-92
-224
-131
-100
-300
-500
-500
-50
-200
-200
-200
0
-82
-145
-145
0
-50
-50
-50
3.5.4 Algemene taakstelling Onderwijs 3.5.4 Verlag. budget onderwijshuisvesting Totaal 3.5 Maatregelen onderwijs
0
0
-50
-50
0
-150
-100
-100
0
-282
-345
-345
3.6 Maatregelen werk & inkomen
3.6.1 Outsourcen
0
-110
-165
-165
3.6.2 Minder controles W&I uitvoeren 3.6.3 Versoberen Hulpfonds
0
-84
-84
-84
Totaal 1 Stedelijk Beheer 2 Stedelijke Ontwikkeling
2.1 Bundelen van kennisafdelingen 2.2 Bemiddeling stadsloods afschaffen 2.3 Subs. reg. innovatieve ondernemers stopzetten 2.4 Uitv. strategisch groenproject verminderen 2.5 Verminderen maatregelen luchtkwaliteit 2.6 Voordeel op rentelasten stedelijke ontw.
Totaal 2 Stedelijke Ontwikkeling 3 Maatschappelijke 3.1 Maatregelen Voorzieningen WMO 3.2 Maatregelen cultuur
3.1 Maatregelen WMO
3.2.4 Zaanse Schans (Maatregel cultuur) Totaal 3.2 Maatregelen cultuur 3.3 Maatregelen sport
3.3.1 Verminderen budget sportbeleid 3.3.2 Bezuiniging op schoolzwemmen 3.3.3 Besp. incidentele subsidies sportbeleid 3.3.4 Heffingen en belastingen sportaccommodaties 3.3.9 Aanvullende taakstelling sport Totaal 3.3 Maatregelen sport 3.4 Maatregelen integratie 3.5 Maatregelen onderwijs
3.4 Maatregelen integratie 3.5.2 Stoppen cofin. Schoolbegeleidingsdienst 3.5.3 Stoppen zwemvervoer
Totaal 3.6 Maatregelen werk & inkomen Totaal 3 Maatschappelijke Voorzieningen 4 Handhaving en Vergunning
Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014
4.1 Maatregelen WABO-keten
4.1.1 Alleen welstandstoets in speerpuntgebieden
0
-50
-100
-150
0
-244
-349
-399
-1.309
-3.137
-2.819
-3.473
-50
-81
-119
-119
169
Zoekrichting
Omschrijving 4.1.2 Efficiency verhogen in WABO-keten 4.1.3 Funderingsherstel
-129
-129
-131
-131
4.1.4 Bouwbeleidsplan
-116
-116
-124
-124
Totaal 4.1 Maatregelen WABO-keten
-374
-595
-802
-802
4.2 Maatregelen brandweer
-502
-908
-1.041
-1.141
142
142
142
142
-191
-191
-191
-441
4.2.1 Aanpassen VNGvergoedingen aan vrijwilligers 4.2.2 Budget materieel en materiaal 4.2.3 Verzakelijking relatie met regio 4.2.4 Bedrijfsvoering brandweer 4.2.5 Efficiency brandweer 4.2.6 Regionalisering meldkamer
Totaal 4.2 Maatregelen brandweer Totaal 4 Handhaving en Vergunning 5 Dienstverlening
5.1 Kanaalsturing
Totaal 5 Dienstverlening 6 Politiek en Besturen
6.10 Streekmarketing stopzetten 6.12 Best. besluitvorming optimaliseren en autom. 6.13 Capaciteit Communicatie terugbrengen 6.14 Zaanpeiling 1x per twee jaar uitvoeren 6.15 Subsidie evenementen stoppen 6.16 Representatiebudget B&W verminderen 6.17 Internationaal beleid & betrekkingen 6.5 Efficiency en effectiviteit GGD verhogen 6.7 Maatregelen Baanstede
Totaal 6 Politiek en Besturen 7 Organisatie
8 Opbrengsten
-269
-428
-428
46
46
46
46
-100
-175
-300
-375
0
0
0
-315
-605
-1.086
-1.344
-2.084
-979
-1.681
-2.146
-2.886
-41
-156
-403
-403
-41
-156
-403
-403
0
0
0
-165
-50
-88
-91
-91
-203
-297
-307
-299
0
-20
0
-20
-50
-165
-175
-175
-25
-25
-25
-25
-48
-48
-48
-48
0
0
-200
-200
-415
-440
-515
-640
-791
-1.083
-1.361
-1.663
-2.085
-2.085
-2.085
-2.085
7.2 Effectiever en efficienter inkopen 7.3 Ombuiging staf en ondersteuning 7.4 Uitbesteden team O&S
-1.256
-1.632
-1.732
-1.732
-277
-555
-886
-1.123 -100
0
-50
-50
7.5 Stoppen met Zaanstad Vitaal
-50
-50
-50
-50
7.6 Digitaliseren post aan medewerkers 7.7 Opleidingsbudget verlagen
-50
-100
-100
-100
0
-50
-50
-50
-3.718
-4.522
-4.953
-5.240
-100
-100
-100
-100
8.1 Meer grondwaterkosten in rioolheffing 8.2 Parkeerbelasting verhogen 8.3 OZB verhogen
Totaal 8 Opbrengsten
-79
7.1 Besparing op inhuur
Totaal 7 Organisatie
Eindtotaal
Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014
-277
-766
-766
-766
0
-500
-1.000
-1.000
-377
-1.366
-1.866
-1.866
-8.128
-13.680
-15.683
-18.053
170
5.6 Subsidies Programma
Soort subs.
Doel (beoogd effect) subsidie tbv programma
Rekening 2009
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Subsidieplafond Economie
budget
Stimulering van economische ontwikkelongen binnen Zaanstad; een groei van 54.000 banen in 2010. Een groei van kansrijke sectoren.
222
196
193
41
38
38
Toerisme
exploitatie
Stimuleren van het toerisme
125
0
81
81
81
81
Totaal 1 Economie Baanstede
Uitvoering van de WSW
Totaal 2 Werk, Inkomen en integratie Grenen palen
budget
Bijdrage in de onderzoekskosten
Totaal 3 Wonen en ruimtelijke ontwikkeling Verkeer en vervoer
exploitatie
fietsenstalling Vinkenstraat
Totaal 4 Verkeer en vervoer Subsidieplafond Milieu
exploitatie
Totaal 5 Milieu Schoolbegeleidingsdienst
exploitatie
Subsidieplafond Onderwijs
exploitatie
GGD
exploitatie
Subsidieplafond Jeugd
exploitatie
schoolbegeleidings-activiteiten
activiteiten volksgezondheid
Totaal 7 Jeugd en Onderwijs
347
196
274
122
119
119
13.257
12.851
12.851
12.851
12.851
12.851
13.257
12.851
12.851
12.851
12.851
12.851
245
0
315
315
315
315
245
0
315
315
315
315
0
0
200
200
200
200
0
0
200
200
200
200
196
85
110
110
110
110
196
85
110
110
110
110
275
275
275
193
130
130
262
3.453
530
145
145
145
2.136
1.830
1.830
1.830
1.830
1.830
81
146
145
145
145
145 2.250
2.754
5.704
2.780
2.313
2.250
GGD
exploitatie
activiteiten volksgezondheid
2.383
4.327
4.341
4.344
4.344
4.344
Individuele voorzieningen
exploitatie
activiteiten in kader van WMO
16.324
16.085
15.506
15.558
15.558
15.558
St. SMD
exploitatie
activiteiten maatschappelijke hulp en dienstverlening
1.778
1.878
1.878
1.878
1.878
1.878
St. Welsaen
exploitatie
activiteiten op gebied van welzijnsperspectief
3.694
3.893
3.888
3.888
3.888
3.888
Subsidieplafond MO en Welzijn
diverse
4.575
7.424
8.543
6.887
7.249
7.296
28.754
33.607
34.156
32.555
32.917
32.964
Totaal 8 Maatschappelijke Ondersteuning en Welzijn Stichting NME Stg. Zwembaden Zaanstreek Subsidieplafonds Sport en recreatie
exploitatie
bevorderen van ontplooingskansen van (met name) jongeren
exploitatie
exploitatie en huur zwembaden
exploitatie
Totaal 9 Sport en recreatie Czaar Peterhuisje
exploitatie
De Bieb
exploitatie
De kade
exploitatie
Filmtheater de Fabriek
exploitatie
Fluxus centrum voor de kunsten Zaantheater (excl bijdrage vruchtgebruik 1,158 mln.) Amateuristische kunstbeoefening Beeldende kunst en vormgeving
exploitatie exploitatie exploitatie budget
Cultuurparticipatie
budget
Evenementen
budget
Zaanse Schans
exploitatie
Zaans Museum
exploitatie
Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad d.m.v. het instandhouden van cultureel erfgoed. Het mogelijk maken dat zowel boeken, tijdschriften als muziekdragers beschikbaar zijn voor de Zaankanters, om zo kennisvergaring en interesses aan te wakkeren. Versterken van vestigingsklimaat van Zaanstad Bevorderen ontplooiingskansen van (met name) jongeren en het versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad Versterken van de vestigingsklimaat van Zaanstad; Bevorderen van ontplooiingskansen van (met name) jongeren Bevorderen ontplooiingskansen van (met name) jongeren Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad; Versterken van het vestigingsklimaat van Zaanstad Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad; Versterken van het vestigingsklimaat van Zaanstad Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad
498
471
471
471
471
471
1.591
1.578
1.578
1.510
1.442
1.349
1.994
2.066
2.838
2.505
2.329
2.329
4.083
4.115
4.887
4.486
4.242
4.149
107
107
107
107
107
107
3.462
4.065
3.287
4.065
4.818
4.564
345
489
172
13
13
13
159
159
159
159
159
159
2.062
2.062
2.062
2.062
2.012
1.962
2.704
1.546
1.546
1.546
1.546
1.546
125
137
137
137
137
137
50
150
150
150
0
0
37
272
282
282
160
160
189
399
349
246
224
224
419
394
377
23
23
23
1.617
727
744
744
744
744
171
Programma
Soort subs.
Zaanse Molens
exploitatie
subsidieplafond Kunst en Cultuur
divers
Doel (beoogd effect) subsidie tbv programma Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad Combinatie van: Versterken van de externe aantrekkingskracht van Zaanstad; Bevorderen van de sociale samenhang in de wijken; Bevorderen ontplooiingskansen van (met name) jongeren; Versterken van vestigingsklimaat
Totaal 10 Cultuur Wijkorganisaties
exploitatie
Subsidieplafond Beheer buitenruimte
exploitatie
Totaal 11 Wijkgericht werken en beheer Eind totaal
functioneren wijkoverleg
Rekening 2009
Begroting 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
153
149
149
149
149
149
267
375
277
262
240
240
11.696
11.031
9.798
9.945
10.331
10.027
170
210
156
156
156
156
539
861
809
411
411
411
709
1.071
965
567
567
567
62.041
68.660
66.135
63.263
63.702
63.352
(Bedragen x € 1.000)
172
5.7 Investeringen en grondecploitaties
bijlage 5.7.a1 Overzicht investeringen via investeringfonds, bruto Investeringen bij deze begroting te autoriseren, bruto bruto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma 1 Economie Bereikbaarheid en 4 Mobiliteit
Grondzaken en 6 gebiedsontwikkeling 7 Jeugd en onderwijs
project
2010 2011 2012 2013 2014 2015
Zuidelijke randweg
8,1
6,3
7,1
fietsparkeerbeleid(gebouwd) Dynamisch Busstation Fietsenstalling Inverdan Fietstunnel Inverdan
0,2 2,4 1,2
0,3 0,1 0,2 4,5
0,8
6,6 0,1 0,5
0,5 6,6 0,3 4,6
0,5 6,6 1,3 1,8
0,5 6,6 3,3 0,2
2,3
4,0 9,4
2,0
3,0
0,4
2,1
6,8
4,0
33,7
20,7
20,8
planontwikkeling Inverdan Inverdan Saendelft
Maatschappelijke ondersteuning en Bredeschool deel welzijn 8 welzijn 9 Sport en recreatie De Omzoom Wijkgericht werken en 11 beheer Vaart in de Zaan Spoorwegovergang Assendelft ZVVP, de Binding
0,9 0,8 23,8
1,3
0,5 6,6 3,2 6,5
6,6 7,1
2,0
0,9 27,1
15,8
Investeringen op een later moment autoriseren, bruto bruto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma 1 Economie
Bereikbaarheid en 4 Mobiliteit
project Binnenstedelijke bedrijventerreinen Z'stad Hirb Kogerveld
2010 2011 2012 2013 2014 2015 0,0
Bewegwijzering Digitaal Reizigers Informatie Systeem
1,6 0,4
1,6 0,5
3,6
1,8 pm
verbinding van de A8-A9 ZVVP
9 Sport en recreatie
3,6 0,6
1,1
Spoorovergang Guisweg
Grondzaken en 6 gebiedsontwikkeling
1,6 0,5
Inverdan ZZO Sport en recreatie Zwembad noord 0,0
pm
pm
0,6
0,8
0,7
0,5
4,0 3,7 0,3
1,5 2,0 0,5
13,4
6,8
0,5 5,5 1,0 6,0 15,8
0,2 1,9 0,6 6,0 13,4
4,4 0,5 8,6
In bovenstaand overzicht zijn de bruto investeringen opgenomen die worden gedekt uit het investeringsfonds. Het bruto investeringsbedrag bevat de totale kosten van het project. Dit is inclusief andere bronnen van dekking zoals opbrengsten uit grondexploitaties, huurinkomsten, subsidies etc. De bovenste tabel heeft betrekking op investeringen die doorgaan. De onderste tabel gaat over de bruto investeringen uit het investeringsfonds van de investeringen die in februari nog terugkomen in de raad.
173
bijlage 5.7.a2 Overzicht investeringen via investeringfonds, netto Investeringen bij deze begroting te autoriseren, netto totaal netto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma 1 Economie Bereikbaarheid en 4 Mobiliteit
project Zuidelijke randweg fietsparkeerbeleid (gebouwd) Dynamisch Busstation Fietsenstalling Inverdan Fietstunnel Inverdan
Grondzaken en 6 gebiedsontwikkeling planontwikkeling Inverdan 7 Jeugd en onderwijs Inverdan Saendelft Maatschappelijke ondersteuning en 8 welzijn Bredeschool deel welzijn 9 Sport en recreatie De Omzoom Wijkgericht werken 11 en beheer Vaart in de Zaan Spoorwegovergang Assendelft ZVVP, de Binding
€
2010 2011 2012 2013 2014 2015
16,0
4,0
4,1
6,5
1,3
0,2
0,3
0,8
1,0 1,1
1,2
-0,2 1,1
1,4
2,0 26,1 8,2 20,7
2,1 0,1 0,5
0,5 2,1 0,3 4,6
0,5 2,1 1,3 1,8
0,5 6,6 3,3 0,2
1,1 7,3
1,7
0,5 3,1
0,3
2,6
0,4
2,1
6,8
4,0
0,9 0,0 15,7
18,7
19,1
20,8
13,3 1,8 0,8 100,8
0,9 0,8 12,4
0,5 6,6 3,2 6,5
6,6 7,1
0,4
14,1
Investeringen op een later moment autoriseren, netto totaal netto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma 1 Economie
Bereikbaarheid en 4 Mobiliteit
project
€
Binnenstedelijke bedrijventerreinen Z'stad Hirb Kogerveld
4,0 0,3
0,5
Bewegwijzering Digitaal Reizigers Informatie Systeem
1,1
1,1
Spoorovergang Guisweg
0,0
verbinding van de A8-A9 ZVVP
0,0 2,6
Grondzaken en 6 gebiedsontwikkeling Inverdan ZZO 9 Sport en recreatie Sport en recreatie Zwembad noord
2010 2011 2012 2013 2014 2015 0,5 0,1
0,5 0,1
1,2 0,1
1,2
0,0
6,2 17,6 2,3 12,6 46,6
pm
0,0
pm
pm
0,6
0,8
0,7
0,5
4,0 3,7 0,3
1,5 2,0 0,5
10,2
5,4
0,5 5,5 1,0 6,0 14,4
0,2 1,9 0,6 6,0 10,5
4,4 0,5 6,1
In bovenstaand overzicht zijn de netto investeringen opgenomen die worden gedekt uit het investeringsfonds. Het netto investeringsbedrag bevat de totale kosten van het project waarop andere bronnen van dekking in mindering zijn gebracht, zoals opbrengsten uit grondexploitaties, huurinkomsten, subsidies etc. De bovenste tabel heeft betrekking op investeringen die doorgaan. Dit zijn netto bedragen (over 5 jaar) en zijn daarmee onderdeel van tabel 2 van hoofdstuk 4.4 Investeringen (langere looptijd van 10 jaar). De onderste tabel gaat over de netto investeringen (over 5 jaar) uit het investeringsfonds van de investeringen die in februari nog terugkomen in de raad. Deze bedragen zijn onderdeel van de tabel 5 van hoofdstuk 4.4 (langere looptijd van 10 jaar). 174
bijlage 5.7.a3 Overzicht van investeringen met kapitaallasten, bruto Investeringen voor onderhoud bij deze begroting te autoriseren, bruto bruto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma
project
Wijkgericht 11 werken en beheer Civiele kunstwerken Groen & Speelplaatsen Veldpark Afstandsbediening bruggen Waterhuishouding Wegen en verkeer
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2,3 3,9 0,8 0,5 1,9 17,0 26,4
1,8 4,0 1,1 0,5 1,7 17,1 26,1
1,9 4,1
1,9 4,2
2,0 4,3
2,0 4,4
2,4 17,0 25,3
2,2 16,6 24,8
0,9 16,6 23,7
1,0 16,6 23,9
Investeringen voor vervangingen bij deze begroting te autoriseren, bruto bruto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma Jeugd en 7 onderwijs
project
Onderwijshuisvesting Onderwijshuisvesting Grond Tijdelijke huisvesting Parkeerproblematiek 9 Sport en recreatie westzaan Sportvelden Kleedkameraccomodaties Sporthal midden Sportpark de Kuil 10 Cultuur Bibliotheek Openbare orde 13 en veiligheid Kazernes Repressie Voorbereidende brandweerzorg ICT, cameratoezicht
2010 2011 2012 2013 2014 2015 15,5
15,1 2,1 0,2
22,8
1,0
0,6
0,3 1,0
1,6 0,4
6,3
6,3
2,3 1,7
1,0 0,5
0,9
0,0 0,4 26,0
0,1
0,1
25,8
31,3
2,8
22,6 0,5 0,3
13,3 0,5
8,8 0,5
0,3 0,3 2,6
0,6 0,3 1,5
0,4
0,6
0,2 0,5
0,4
0,1 27,0
16,9
0,3 0,1 0,4 10,4
`
In de bovenste tabel zijn alle bruto investeringen voor onderhoud opgenomen, behoudens de investeringen die zijn opgenomen in het investeringsfonds. De tabel eronder laat de bruto investeringen zien die betrekking hebben op vervangingen zoals onderwijshuisvesting, sportaccommodaties en openbare orde en veiligheid of volledig gedekt worden uit externe inkomsten, zoals de bibliotheek.
175
bijlage 5.7.a4 Overzicht van investeringen met kapitaallasten, netto Investeringen voor onderhoud bij deze begroting te autoriseren, netto totaal netto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma
project
€
Wijkgericht 10,8 11 werken & beheer Civiele kunstwerken 0,8 Groen & Speelplaatsen 2,0 Veldpark Afstandsbediening bruggen 0,0 0,0 Waterhuishouding 42,2 Wegen en verkeer 55,7
2010 2011 2012 2013 2014 2015 2,3
1,8
1,6
1,6
1,6
0,8
1,8 0,8 1,1
8,1 11,3
7,5 11,2
7,4 9,2
6,4 8,0
6,4 8,0
6,4 8,0
Investeringen voor vervangingen bij deze begroting te autoriseren, netto totaal netto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma Jeugd en 7 onderwijs
Sport en 9 recreatie
project
€
2010 2011 2012 2013 2014 2015
88,5 Onderwijshuisvesting Onderwijshuisvesting Grond 3,6 3,2 Tijdelijke huisvesting Parkeerproblematiek 0,1 westzaan 1,2 Sportvelden 0,8 Kleedkameraccomodaties 4,3 Sporthal midden 1,6 Sportpark de Kuil 10,8 Bibliotheek
15,5
1,6 0,4
4,1
6,3
2,6 4,4
2,3 1,7
0,2 0,5
0,9
0,3 0,8 122,2
0,1
0,1
0,4 25,3
22,2
30,5
10 Cultuur Openbare orde 13 en veiligheid Kazernes Repressie Voorbereidende brandweerzorg ICT, cameratoezicht
2,8
14,8 2,1 0,2
22,3
22,1 0,5 0,3
7,3 0,5
6,5 0,5
0,3
0,6
0,4
1,2
0,9
1,1
0,6
0,2 0,5
0,3
0,1 0,5
0,3 1,0
0,1 24,9
10,0
0,1 0,4 9,2
In de bovenste tabel zijn alle andere netto investeringen opgenomen (dus andere inkomsten zijn in mindering gebracht op het investeringsbedrag), behoudens de investeringen die zijn opgenomen in het investeringsfonds. De tabel eronder gaat laat de netto investeringen zien die betrekking hebben op onderhoud en vervanging zoals onderwijshuisvesting, sportaccommodaties en openbare orde en veiligheid of gedekt worden uit externe inkomsten, zoals de bibliotheek.
176
bijlage 5.7.a5 Overzicht van investeringen met kapitaallasten, bruto Investeringen voor bedrijfsmiddelen bij deze begroting te autoriseren, bruto bruto investering per jaarschijf
bedragen x 1 mln euro
programma
project
Bereikbaarheid en 4 Mobiliteit Parkeermeters Publieke Basisregistraties 12 dienstverlening
Bestuur en 14 organisatie Financiën en 15 Grondzaken Ondersteunende 16 diensten
0,2 0,2
Burgerzaken
0,1
Digitalisering
0,6
0,1
0,1 0,1
0,5
0,2
Bedrijfsmiddel
0,3
0,1
0,1
0,2
Bedrijfsmiddel ICT uitbreiding locaties buitendienst Vervoersmanagement Taakstelling bedrijfsmiddelen
Totaal investeringen programma's kapitaallasten
0,9
0,2
ICT nieuw stadhuis Inrichting Stadhuis
Dienst stadsbedrijven
0,1 0,1
Bedrijfsmiddel
Stadhuis/ archief vergadercentrum/fietsenstalling ICT I
2010 2011 2012 2013 2014 2015
2,5 12,5 24,8 0,1 1,5
1,5 3,7 0,1
1,3
1,1 0,3
0,2
3,7 0,1
0,3
0,1
1,6
1,1
1,1
1,1
1,1
-1,6 0,3
0,4 -2,8 1,7
40,9
36,0
0,9 0,4 30,0
22,5
5,1
-1,4 0,4
82,4
74,5
61,7
52,3
Investeringen voor tarieven bij deze begroting te autoriseren, bruto bruto investering per jaarschijf bedragen x 1 mln euro
programma 5 Milieu Wijkgericht 11 werken en beheer
I
Dienst stadsbedrijven
project Afvalstoffen
2010 2011 2012 2013 2014 2015 0,1
Begraafplaatsen Riolen
0,2 10,0
0,2 13,1
0,2 13,4
0,3 13,7
0,3 12,5
0,2 12,8
Bedrijfsmiddel
0,5 10,9
0,2 13,6
0,2 13,9
0,2 14,2
0,2 13,0
0,5 13,5
In de bovenste tabel wordt meer inzicht gegeven in de bruto investeringen van de bedrijfsmiddelen. Zoals in hoofdstuk 4.4 is aangegeven loopt momenteel nog een onderzoek naar beschikbare exploitatiebudgetten om deze investeringen te dekken. Daarom is het budget vooralsnog taakstellend vanaf 2013. De onderste tabel geeft meer inzicht in de geplande bruto investeringen die worden gedekt uit tarieven zoals lozingsrecht, begraafplaatsrechten etc.
177
bijlage 5.7.a6 Overzicht van investeringen met kapitaallasten, netto Investeringen voor bedrijfsmiddelen bij deze begroting te autoriseren, netto totaal netto investering per jaarschijf bedragen x 1 mln euro
programma
Bereikbaarheid 4 en Mobiliteit Publieke 12 dienstverlening
Bestuur en 14 organisatie Financiën en 15 Grondzaken Ondersteunende 16 diensten
project
€
Parkeermeters
0,2
Basisregistraties
0,6
0,2
Burgerzaken
0,3
0,1
Digitalisering
2,5
0,6
Bedrijfsmiddel
0,3
Bedrijfsmiddel
0,2
ICT nieuw stadhuis Inrichting Stadhuis
Stadhuis/ archief vergadercentrum/fietsenstalling ICT I
Dienst stadsbedrijven
Bedrijfsmiddel ICT uitbreiding locaties buitendienst Vervoersmanagement Taakstelling bedrijfsmiddelen
Totaal investeringen programma's kapitaallasten
2010 2011 2012 2013 2014 2015 0,2 0,1
0,1 0,1
0,5
0,2
0,1 0,1
0,3
0,1
0,1
0,2
0,9
0,2
12,7
12,5
21,0 7,5 2,4
19,5 0,1 1,5
1,5 3,7 0,1
6,8 0,3
1,3
1,1 0,3
0,9 0,9
0,9 0,4
0,2
3,7 0,1
0,3
0,1
0,2
1,1
1,1
1,1
1,1
-1,6 0,3
0,4 -2,8 0,3
18,3
17,5
50,8
24,7
20,1
5,1
-1,4 0,4
228,7
61,2
53,4
44,8
33,4
Investeringen voor tarieven bij deze begroting te autoriseren, netto totaal
bedragen x 1 mln euro
netto investering per jaarschijf
programma
project
€
5 Milieu Wijkgericht werken en 11 beheer
Afvalstoffen
0,1
0,1
Begraafplaatsen Riolen
1,5 75,5
0,2 10,0
0,2 13,1
0,2 13,4
0,3 13,7
0,3 12,5
0,2 12,8
Bedrijfsmiddel
1,9 79,0
0,5 10,9
0,2 13,6
0,2 13,9
0,2 14,2
0,2 13,0
0,5 13,5
I
Dienst stadsbedrijven
2010 2011 2012 2013 2014 2015
In de bovenste tabel wordt meer inzicht gegeven in de netto investeringen van de bedrijfsmiddelen. De onderste tabel geeft meer inzicht in de geplande netto investeringen die worden gedekt uit tarieven zoals lozingsrecht, begraafplaatsrechten etc.
178
bijlage 5.7.a7 Overzicht van de kapitaallasten, netto Kapitaallasten voor onderhoud bij deze begroting te autoriseren, netto kapitaallasten bedragen x 1.000 euro
programma
project
Wijkgericht 11 werken & beheer Civiele kunstwerken Groen & Speelplaatsen Wegen en verkeer
2011 164 79 649 893
2012 2013 289 256
1.254 1.800
411 250 1.846 2.508
2014 2015 517 244 2.350 3.111
620 238 2.843 3.701
Kapitaallasten voor vervangingen bij deze begroting te autoriseren, netto kapitaallasten
bedragen x 1 mln euro
programma Jeugd en 7 onderwijs Sport en 9 recreatie 10 Cultuur Openbare orde 13 en veiligheid
project Onderwijshuisvesting Sportaccomodaties Bibliotheek Brandweer ICT, cameratoezicht
2011
2012 2013
2014 2015
1.360
2.606
4.217
5.842
6.319
179
200
278
395
510
worden gedekt uit de huurinkomsten
514 92 2.145
592 89 3.486
693 85 5.273
746 82 7.065
812 78 7.719
Deze twee tabellen hierboven geven de kapitaallasten weer die voortkomen uit geautoriseerde investeringen. De bovenste tabel betreft de kapitaallasten die voortkomen uit investeringen die samenhangen met groot onderhoud. De onderste tabel geeft de kapitaallasten weer die voortkomen uit netto vervangingsinvesteringen.
179
bijlage 5.7.a8 Overzicht van de kapitaallasten, netto Kapitaallasten bedrijfsmiddelen bij deze begroting te autoriseren, netto kapitaallasten
bedragen x 1 mln euro
programma
project
Bereikbaarheid 4 en Mobiliteit Parkeermeters Publieke 12 dienstverlening Verschillende applicaties Bestuur en 14 organisatie Bedrijfsmiddel Financiën en 15 Grondzaken Bedrijfsmiddel Ondersteunende 16 diensten ICT nieuw stadhuis
2013
2014
2015
0
35
34
33
32
worden gedekt uit budget al in de exploitatie
0
0
0
0
37
47
45
44
42
0
wordt gedekt uit reserve stadhuis 1.395
1.273
budget neutraal vergadercentrum/fietsenstalling ICT 457 470
481
564
183
Bedrijfsmiddel uitbreiding buitendienst Vervoersmanagement
Stadhuis/ archief
I
2012
1.436
Inrichting Stadhuis
Dienst stadsbedrijven
2011
Taakstelling bedrijfsmiddelen
Totaal kapitaallasten in programma’s Kapitaallasten bestaande activa 31-12-2010
0
1.478
budget neutraal
417 83 106
734 81 84
984 79 63
1.218 77 42
1.456 75 21
1.110
2.927
3.121
-266 3.105
-570 2.507
4.148
8.212 10.902 13.280 13.927
22.536 21.738 20.994 20.221 19.360
10% norm begroting 2011 26.684 29.950 31.896 33.501 33.287 10% norm bij de begroting 201028.599 31.095 33.252 34.414 36.225 Kapitaallasten voor tarieven bij deze begroting te autoriseren, netto kapitaallasten
bedragen x 1 mln euro
programma Wijkgericht werken en 11 beheer Dienst 99 stadsbedrijven
project
2011
2012
2013
2014
2015
Begraafplaatsen Riolen
17 700
33 1.606
50 2.517
67 3.434
84 4.252
Bedrijfsmiddel
130 846
183 1.822
233 2.801
282 3.784
328 4.665
De bovenste tabel geeft de kapitaallasten weer die voortkomen uit de netto investeringen van de bedrijfsmiddelen. De middelste tabel laat het totaal overzicht zien van de kapitaallasten t.o.v. de begroting 2010. De onderste tabel betreft de kapitaallasten van de netto investeringen die worden gedekt uit tarieven.
180
181
1.236 20.959
Gebied Midden
Gebied Noord
31 52.528
Subtotaal
2.486
Exploitatieovereekomsten in voorbereiding
Projecten
1.774
-49
48.287
Exploitatieovereekomsten
Grondexploitaties in voorbereiding
Grondexploitaties
52.528
-559
Gebied Zuidoost
Subtotaal
2.167
28.725
Boekwaarde 31-12-2009
Noorderwelf
Inverdan
Omschrijving
Overzicht Grondexploitaties
243.578
1.477
1.385
18.665
323
221.729
243.578
36.464
13.944
49.966
5.789
137.415
Geraamde kosten 2010 t/m eindjaar
-298.999
-1.510
-3.961
-21.066
-274
-272.188
-298.999
-75.100
-16.497
-49.587
-6.914
-150.901
-2.892
-2
-90
-627
0
-2.172
-2.892
-17.677
-1.316
-180
1.042
15.239
Geraamde Geraamd eindopbrengsten resultaat 2010 t/m eindjaar
GEHELE LOOPTIJD
1.049
-2
-86
-534
0
1.672
1.049
-9.643
-1.178
-164
836
11.198
Contante waarde 1-1-2010
2023
2017
2019
2012
2016
Verwacht eindjaar
Bedragen x € 1.000
63.827
80
2.847
1.103
-2
59.798
63.827
22.262
1.758
-2.734
2.615
39.926
43.394
592
500
7.916
103
34.283
43.394
3.280
5.948
4.038
2.343
27.785
-34.105
-528
-71
-5.984
-101
-27.422
-34.105
-2.378
-6.308
-3.548
-670
-21.201
Geraamde opbrengsten 2011
BEGROTING 2010 Verwachte Geraamde boekwaarde kosten 2011 1-1-2011
73.115
144
3.276
3.035
0
66.660
73.115
23.164
1.398
-2.244
4.288
46.510
Verwachte boekwaarde 31-12-2011
5.8 Investeringsplan openbare ruimte In deze paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen van deze programmabegroting worden de criteria weergegeven aan de hand waarvan vervangingsinvesteringen voor de openbare ruimte worden geprioriteerd. Om de beschikbare investeringsruimte optimaal te besteden worden meer projecten opgestart dan waarvoor financiële ruimte is en zullen er een aantal als gevolg van externe factoren vertraging ondervinden. Deze projecten komen dan op een later moment (naar verwachting 2012) in uitvoering. Het resultaat van de prioritering zoals genoemd in de paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen is het Investeringsplan 2011-2014. In deze bijlage 5.7 worden de projecten genoemd waarvan de uitvoering gepland staat voor 2011 Wijk 1 Assendelft/Saendelft
Financieringsbron bedrijfsvoering
riolen Spoorwegovergang verkeer/wegen
1 Krommenie oost
waterhuishouding groen verkeer/wegen
1 Krommenie west
1 Westzaan
1 Wormerveer
riolen speelplaatsen verkeer/wegen bedrijfsvoering begraafplaatsen kunstwerken/civiel speelplaatsen verkeer/wegen bedrijfsvoering
groen riolen speelplaatsen
verkeer/wegen
Projectomschrijving Assendelft N bereikbaarheid Assendelft N bereikbaarheid (bjidrage ) Assendelft N bewegwijzering Dorpsstraat Zuid (bijdrage herstraten) Veenpolderdijk Dorpsstraat/N203 spoorwegovergang bijdrage aan project 38173064 Dorpsstraat fase 4 openbare verlichting (HIRB) Dorpsstraat fase 4 herinrichten (HIRB) Dorpsstraat Zuid totaal (Kanaalweg tot Zaandammerweg) Dorpsstraat/N203 spoorwegovergang (HIRB) Industrieweg Assendelft (HIRB herprofilering) SmeekeVen Streep Veenpolderdijk (na riool) Zaandammerweg (Dorpsstraat/Veenpolderdijk) Nauerna baggerberging gebruikskosten Agathepark Uitweg Heiligeweg thv Durghorst Noordervaartdijk (Zweversbrug Vaartbrug) (HIRB) Volwerf vervangen riool Kunstgrasveld Krommenie Marslaan bij 127 Snuiverstraat en omgeving Westzaan Zuid verkeerssituatie Grote Kerk ( voormalig) Westzaan Westenwindpad/Westanerdijk Parkstraat J van Waertstraat Veldweg intregraal asfalt + elementen Molletjesveer algemeen Molletjesveer proc kst 2006-2007 Zaanstad diverse projecten HIRB Indische buurt fase 2 bijdrage Wormerveer persleiding v + u Jongerenplek Ruijsdaelkade Leeuwerikstraat Noordsterpark Noordsterweg Watering jongerenplek De Mei Industrieweg Molletjesveer (HIRB herprofilering) Kuiperlaan p. Westknollendam Noorddijk fietsverbinding Provincialeweg (Wandelweg) studie
182
Wijk
2 Nieuw west
Financieringsbron
waterhuishouding riolen speelplaatsen verkeer/wegen
2 Oud Koog a/d Zaan
riolen speelplaatsen verkeer/wegen
2 Oud Zaandijk 2 Oude Haven 2 Rooswijk
kunstwerken/civiel verkeer/wegen speelplaatsen verkeer/wegen
2 Westerkoog
De Binding speelplaatsen
2 Zaandam noord/Kalf
verkeer/wegen bedrijfsvoering kunstwerken/civiel speelplaatsen verkeer/wegen
2 Zaandam west
kunstwerken/civiel riolen speelplaatsen verkeer/wegen waterhuishouding
3 Kogerveldwijk
bedrijfsvoering riolen verkeer/wegen
3 Poelenburg
riolen speelplaatsen verkeer/wegen
3 Rosmolenwijk
3 Zaandam zuid
groen kunstwerken/civiel speelplaatsen Veldpark verkeer/wegen riolen
verkeer/wegen
Projectomschrijving Westerstraat fietsverbinding Zaanweg oost Wormerveer noord (baggeren) Westzanerdijk Ans v Broekweg 312-364 Fien de la Marstraat Hoofdtocht-Houtveldweg VRI 2107 Westzanerdijk/Aris van Broekweg V + U Paltrokstraat Kogerpark Leliestraat/Paltrokstraat V + U Provinciale weg ( na riool) Sportstraat Bruggen plan donker Archangelstraat Dr. Van der Horststraat sportveld Fortuinweg/Guisweg VRI 2302 Ravelstraat e.o. De Binding openstelling Potasland Wildemanakker Kampenbuurt D Sonoyweg Duijvis terminal Jagersveld bruggen Schildmeer nr.22 Bolksbeek De Tref Buurserbeek Lastdrager brug 205 Botemakerstraat (renovatie) Inverdan aanleg persleiding Inverdan Nieuwe Gracht Boerenpad Herengracht/Vaartkade Papenpad J van Goyenkade kademuur Papenpad beschoeiing Kogerveld proceskosten (HIRB K) Kogerveld fase 1 en 2 vervangen riool Dovenetelweg Kogerveld fase 1 en 2 wegen volgt riool Leverkruidweg e.o. Poelenburg Oost fase 1,2,3 VGS stelsel Twiskeweg Straat Poelenburg (roeien) De Weer/Noordeven/ML Kingweg t/m fase 3 Poelenburg bijdrage vernieuwing infrastructuur Veldpark diverse vervolgaanpassingen na renovatie Bruggen 284 en 285 Dok en Kiel vervangen H. Grootstraat Veldpark herstructurering Rosmolenstraat bijdrage wijken-stad Dennestraat e.o Matsmanveld e.o. Koog ad Zaan Rosmolenbuurt na project Rosmolenstr. Zuiddijk Bleekerstraat te Zaandam Rosmolenbuurt na project Rosmolenstr. Zuiddijk (herinrichting na riolering)
183
Wijk 5 Bovenwijks
Financieringsbron begraafplaatsen
groen
kunstwerken/civiel
riolen
speelplaatsen verkeer/wegen
waterhuishouding
Projectomschrijving Zaanstad herinrichten/uitbreiden kindergraven Zaanstad paden op begraafplaatsen Zaanstad vervangen bomen op begraafplaatsen Groen in grijs projecten, aandeel vanuit groen Zaanstad beplantingsvakken gebied Noord Zaanstad bezanden/uitvullen gazons Zaanstad herplant bomen Zaanstad kappen bomen en extra onderzoek kastanje ziekte Zaanstad oeverrenovaties Zaanstad standplaats verbetering bomen Zaanstad vervolgrenovatie A-vakken Noord, Midden en Zuid Zaanstad waardevolle bomen Centrale bediening renovatie installatie Nauernasche brug revisie hydrauliek Reintlaan brug revisie hydrauliek Vaartbrug renovatie aandrijving Vaartbrug slagbomen vervangen Zaanbrug afsluitbomen Zaanstad boeien, scheepvaartborden en remmingen 2010 t/m 2013 Zaanstad 50% bijdrage herstraten 2010-2020 Zaanstad herstel rioleringen 2011 2016 Zaanstad rioolgemalen 2011 t/m 2015 Zaanstad studie/voorbereiding 2010 t/m 2015 Zaanstad diverse speeltoestellen Zaanstad sloop speelplaatsen 2011 Dynamicon ontvlechting Groen in grijs projecten, aandeel vanuit wegen Julianaweg asfalt- De watering herinrichting KAR invoeren Provincialeweg Wormerveer ts Curacaostr en Plein 13 Zaanstad elementen 2011-2016 Zaanstad onderzoek funderingen Zaanstad OV 2011-2016 Zaanstad vervangen straatmeubilair Zaanstad vuilophaal Oude zeehavens en jachthavens (baggerplan) Vaart in de Zaan baggeren Wilgenstraat kademuur U Zaanstad baggerkachten probleem locaties
184
5.9 Investerings- en financieringsstaat
1.
2011
2012
2013
2014
Materiële vaste activa boekwaarde per 1/1 (des)investeringen afschrijvingen
568.336 76.376 -17.441
627.271 68.681 -18.773
677.179 60.977 -20.282
717.874 49.435 -21.733
Boekwaarde materiële vaste activa per 31/12
627.271
677.179
717.874
745.576
Geïnvesteerde middelen 1.1
1.2
Immateriële vaste activa boekwaarde per 1/1 (des)investeringen afschrijvingen Boekwaarde immateriële vaste activa per 31/12
0
0
0
0
1.3 1.3.1
Financiële vaste activa Leningen U/G uitgeleend per 1/1 uitgezette leningen aflossingen
6.132 -140
5.992 -97
5.371 -50
5.321 -50
Uitgeleend per 31/12
5.992
5.895
5.321
5.271
1.413
1.413
1.413
1.413
Deelnemingen per 31/12
1.413
1.413
1.413
1.413
Boekwaarde financiële vaste activa per 31/12
7.405
7.308
6.734
6.684
63.827 43.394 -34.105
73.116
73.116
73.116
73.116
73.116
73.116
73.116
707.792
757.603
797.724
825.376
137.986
150.117
22.953 -10.822
-4.757
150.117
145.360
1.3.2
1.3
Deelnemingen deelnemingen per 1/1 bij af
1.4 Vlottende activa/voorraden 1.4.1. Gronden in exploitatie saldo per 1/1 aankopen / gemaakte kosten verkopen Saldo per 31/12 1.
Totaal geïnvesteerde middelen per 31/12
2.
Financieringsmiddelen 2.1
Reserves saldo per 1/1 rente toevoegingen vermeerderingen verminderingen Saldo per 31/12
2.2
11.486 -2.264 11.486
-2.264
Voorzieningen en overlopende passiva saldo per 1/1 rente toevoegingen vermeerderingen
65.874 315
185
2.3
2.
verminderingen
-2.530
-2.414
-2.227
-2.830
Saldo per 31/12
63.659
-2.414
-2.227
-2.830
349.000
332.000
284.000
256.000
-17.000
-48.000
-28.000
-29.000
Schuldrest per 31/12
332.000
284.000
256.000
227.000
Totale financieringsmiddelen per 31/12
545.776
426.946
265.259
221.906
Financieringspostitie per 31/12
-162.016 -330.657 -532.465
Opgenomen langlopende geldleningen schuldrest per 1/1 opgenomen geldleningen aflossingen
-603.470 Bedragen x € 1.000
186
5.10 Verbonden partijen Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
A. Publiekrechtelijk verbonden partijen Werk-voorziening- Te voorzien in arbeid van schap Baanstede die personen: -die tot het verrichten van arbeid in staat zijn al dan niet onder aangepaste omstandigheden, -waarbij het behoud, herstel dan wel bevorderen van de arbeidsbekwaamheid voorop staat en -die in belangrijke mate – ten gevolge van in hen gelegen factoren – geen gelegenheid hebben om onder normale omstandigheden arbeid te verrichten. Afvalschap Het AIJZ is houder van IJmond aandelen HVC. De taken Zaanstreek (AIJZ) van het AIJZ beperken zich tot de taken die behoren bij het aandeelhouderschap van HVC; te weten het via het bestuur van het AIJZ adviseren van de voorzitter van het AIJZ om een standpunt te bepalen namens het AIJZ in de Algemene vergadering van Aandeelhouders van HVC.
Wethouder Visser is GR vice-voorzitter van DB en het AB: De voorzittershamer (zowel AB als DB) is in handen van de gemeente Purmerend.
De gemeente is regievoerder en direct verantwoordelijk in zowel financieel als sociaal opzicht voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening. Van het rijk krijgt de gemeente een taakstelling opgelegd, de uitvoering ervan is grotendeels neergelegd bij het SWbedrijf Baanstede. Baanstede zal het werken buiten de poort van het SWbedrijf zoveel mogelijk stimuleren. Baanstede zal zich meer toeleggen op het functioneren onder marktconforme omstandigheden waardoor een betere concurrentiepositie wordt verkregen.
Bestuurslidmaatschap: R. Linnekamp
GR
Nu AIJZ houder is van aandelen HVC zijn de taken van het AIJZ beperkt tot de taken die behoren bij het aandeelhouderschap van HVC, te weten het via het bestuur van het AIJZ adviseren van de voorzitter van het AIJZ om een standpunt te bepalen namens het AIJZ in de Algemene vergadering van Aandeelhouders van HVC. Dit gebeurt minimaal op twee momenten per jaar, voorafgaande aan de Algemene vergadering van aandeelhouders van HVC.
Schadeschap Schiphol
Bestuurslidmaatschap: wethouder R. Linnekamp Bestuur komt 2 maal per jaar bijeen.
GR
Het Schadeschap Schiphol handelt schadeclaims af die het gevolg zijn van de uitbreiding van de luchthaven Schiphol. In Zaanstad komen enkele honderden woningen in aanmerking voor schadevergoeding. De meeste claims zijn inmiddels afgehandeld. Claims konden worden ingediend tot september 2009. De toegekende claims worden door het Rijk betaald. Zaanstad levert geen financiële bijdrage aan het Schadeschap Schiphol. Als er in de komende jaren niets verandert met betrekking tot de ontwikkelingen rondom Schiphol, wat niet te verwachten is, dan zal het Schadeschap na afdoening van de huidige schadeclaims ophouden te bestaan.
Een voor belanghebbende duidelijke, deskundige en doelmatige afhandeling te bevorderen van verzoeken om schadevergoeding die verband houden met de uitbreiding van het luchtvaartterrein zoals vastgelegd in de PKB en het uitvoeringsbesluit (LIB)
187
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
Recreatieschap Twiske
Het recreatieschap is een samenwerkingsverband van de provincie NoordHolland en de gemeenten Amsterdam, Zaanstad, Purmerend, Landsmeer en Oostzaan. Deze partijen hebben zitting in het bestuur van het recreatieschap. Het recreatieschap heeft de volgende doelstellingen: -het bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van de openluchtrecreatie -het in stand houden van het landschap en het natuurlijk milieu in Het Twiske
Recht op 2 bestuurszetels in het AB: R. Linnekamp, 1 raadslid (geen gebruik). En 1 bestuurszetel in het DB: J. Olthof
GR
De vastgestelde ontwikkelvisie met als doelstelling het wegwerken van onderhoudsachterstanden en het terugdringen van het exploitatie tekort is in uitvoering. Sinds de start van het meten van de bezoekersaantallen in 2005 is het aantal bezoekers van het Twiske elk jaar gedaald. Het bezoekersaantal in 2008 is in vergelijking met 2007 met 16% afgenomen. Deze sterk dalende trend sinds 2005 is waarschijnlijk een combinatie van het invoeren van betaald parkeren vanaf 2006 en het weer. Daarnaast zijn er wellicht nog andere, onbekende factoren. In 2008 was het bezoekersaantal 1.096.732 en in 2009 1.100.000. De effectdoelstelling uit de gemeentelijke begroting 2009 voor wat betreft bezoekersaantallen (1.300.000) wordt dus niet gehaald. In 2009 heeft opnieuw een kwaliteitsmeting plaatsgevonden. In 2007 kreeg het Twiske als waarderingscijfer een 8.1 van de bezoekers, in 2009 een 8.0. Net als bij recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer is de financiële situatie bij het Twiske zorgelijk. Begin 2010 zal hierover op bestuurlijk niveau worden gesproken.
188
Naam
Doel
Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer
Recreatieschap Landschap Waterland
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
Het Recreatieschap 1 bestuurszetel in het Alkmaarder- en AB: wethouder J. Uitgeestermeer (RAUM) is Olthof een samenwerkingsverband van twaalf omliggende gemeenten en de provincie Noord-Holland. Het zet zich in voor: -het verzekeren van een evenwichtige ontwikkeling van de recreatie en de watersport op en rondom het meer en aangrenzende gebieden; -het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het onder bovenstaande geformuleerde.
GR
De in 2008 vastgestelde ontwikkelvisie met als doelstelling het wegwerken van onderhoudsachterstanden en het terugdringen van het exploitatietekort is in uitvoering. In de begroting 2009 wordt gestreefd naar een bezoekersaantal van 485.000. Dit aantal is in 2008 met 525.022 bezoekers ruimschoots gehaald. In vergelijking met 2007 is het bezoekersaantal gelijkblijvend. Het RAUM heeft een heel gelijkmatig bezoekerspatroon dat vrijwel niet beïnvloed wordt door het aantal zonuren per maand, maar meer wordt bepaald door de seizoenen. Door het verbeteren van de onderhoudssituatie worden de recreatieterreinen rond het Alkmaarder- en Uitgeestermeer meer aantrekkelijk en worden onveilige situaties voorkomen. De meren zelf zullen naar verwachting intensiever gebruikt worden vanwege de beoogde uitbreiding van het aantal ligplaatsen. In 2009 heeft een nieuwe waarderingsmeting plaats. In 2007 kreeg het RAUM als waarderingscijfer een 7.6 van de bezoekers, in 2009 was dat een 7.8. De stand van het eigen vermogen van het recreatieschap zal eind 2009 zijn uitgekomen op een zorgwekkend laag bedrag van 62.000 euro. Dit is aanleiding om het toezichtarrangement aan te passen en om extra alert te zijn op de financiële positie van het recreatieschap. Aan het schap zal worden verzocht om actuele en tijdige informatie op dit punt.
Landschap Waterland is 1 bestuurszetel in het een AB: wethouder R. samenwerkingsverband Linnekamp van de gemeenten EdamVolendam , Beemster, Zeevang, Landsmeer, Wormerland, Waterland, Oostzaan, Zaanstad en Purmerend, AmsterdamNoord en de provincie Noord-Holland. Het recreatieschap wil recreanten laten genieten van het mooie landschap. Het schap legt recreatieve voorzieningen aan zoals fiets-, wandel- en vaarroutes en wil het Waterlandse landschap met zijn karakteristieke bebouwing, openheid en bijzondere planten en dieren zo goed mogelijk
GR
De financiële bijdrage aan dit recreatieschap is zeer gering ( bijdrage netto € 1.083 per jaar). Vanwege de geringe financiële bijdrage en betrokkenheid bij het landschap zijn in de gemeentelijke programmabegroting geen beleidsuitgangspunten en indicatoren genoemd.
189
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
Bestuurszetel voorbehouden aan burgemeester G. Faber. Vervanging: J. Olthof
GR
Door PWC is onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om in de toekomst ook interregionale samenwerkingsverbanden te realiseren met Amsterdam-Amstelland en Kennemerland. Risicobeheersing, adequate calamiteitenbestrijding en reductie van kosten per inwoner zijn de belangrijkste motieven om deze verkenning uit te voeren. De uitkomsten van het onderzoek zijn nog niet bekend. In dit verband speelt ook de discussie over het politiebestel een rol in relatie tot eventueel noodzakelijk geachte congruentie van regio’s.
in stand te houden. Veiligheidsregio
Stads Regio Amsterdam (SRA)
Regionale Samenwerking Volkshuisvesting.
Door intergemeentelijke samenwerking, doelmatige organisatie en coördinatie van werkzaamheden uitvoering geven aan: a. de taken op het gebied van de brandweerzorg en de rampenbestrijding als genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Brandweerwet; b. de taken betrekking hebbend op de hulpverlening bij rampen en zware ongevallen en rampen, alsmede de voorbereiding daarop, als genoemd in artikel 5, eerste lid van de Wet rampen en zware ongevallen; c. de taken betrekking hebbend op de geneeskundige hulpverlening, alsmede de voorbereiding daarop als genoemd in artikel 4, eerste lid van de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Het – door samenwerking van gemeenten – oplossen van regionale problemen en benutten van regionale kansen in de regio Amsterdam Is als bestuurscommissie onderdeel van de SRA (zie 10a); Het verstrekken van subsidies voor het bouwen en treffen van voorzieningen aan woningen. Het samenwerkingsverband dient de aangegane verplichtingen te beheren en te bewaken gedurende een periode van maximaal 30 jaar.
Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio heeft besloten de aanpassing van de begroting te beperken de tot min of meer autonome ontwikkelen. De verhoging van het bedrag per inwoner is dan ook beperkt gebleven. Dit betekent dat het langer kan duren voordat bepaalde kwaliteitsslagen gemaakt zijn. Wanneer vanuit de Wet veiligheidsregio’s en de bijbehorende besluiten eisen worden opgelegd waarin nog niet is voorzien, is er mogelijk geen ruimte in de begroting om hier volledige invulling / uitvoering aan te geven. 6 raadsleden in de GR regioraad. Wethouder lid van DB: R. Linnekamp Bestuurslidmaatschap wethouder: J. Olthof
BC en GR
Er is een brief ontvangen (september 2009) van het VROM dat Zaanstad, Wormerland en Oostzaan zijn afgekocht. De commissie heeft op 4 februari het besluit genomen om ook tot afkoop over te gaan. Dit betekent dat na afkoop in 2010 de bestuurscomissie ook ontbonden zal worden.
190
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
GGD Zaanstreek Waterland
Bevorderen en uitvoeren van de collectieve preventie en andere activiteiten in het kader van de gezondheidszorg
1 bestuurszetel: wethouder mevr. C. Noom
GR
Centraal Nautisch Beheer
Het verkrijgen eenheid van beleid tussen de deelnemende gemeenten en het rijk, alsmede het verkrijgen van eenheid van uitvoering van taken van gemeenten en rijk die betrekking hebben op het bevorderen van een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer binnen het Noordzeekanaalgebied. De regeling is ook bedoeld om te komen tot het leveren van een bijdrage aan het (doen) verbeteren van infrastructurele voorzieningen en doen verbeteren van de toegankelijkheid van de vaarweg.
2 bestuurszetels: wethouder mevr. L. Vissers-Koopman (dagelijks en algemeen bestuur) en de heer D. Straat (algemeen bestuur)
GR
Op grond van de wet Publieke Gezondheid (WPG) zijn alle gemeenten in Nederland verplicht een Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst in stand te houden. De gemeente Zaanstad maakt deel uit van de Gemeenschappelijke regeling GGD Zaanstreek Waterland. Vanaf 1 januari 2010 is de integratie van de jeugdgezondheidszorg 0-4 (Evean) en 419 (GGD) tot een integrale jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar bij de GGD een feit. In 2010 wordt aan de integratie daadwerkelijk invulling gegeven. Op termijn zal de integratie van de jeugdgezondheidszorg bij de GGD een efficiencywinst opleveren. Het CNB zet zich in voor een veilige, vlotte en milieuverantwoorde afwikkeling van het scheepvaartverkeer op het Noordzeekanaal en de vaargeul voor het sluizencomplex in IJmuiden. In 2011 wordt door het CNB ingezet op: - tariefstelling Havenafvalstoffenplan; - het doorontwikkelen van de Regionale Havenverordening voor het Noordzeekanaalgebied; - 1 loket organiseren voor de scheepvaartsector; - het aangaan van een convenant met alle toezichthoudende diensten binnen het havengebied om de komende jaren uitvoering te geven aan het programma ‘Vernieuwing Toezicht’; - verzelfstandiging van de Haven Amsterdam; - aanleg van walradar langs het Noordzeekanaal (loopt door in 2011); - het samenvoegen van verschillende verkeersleidingscentra tot één verkeersleidingscentrum voor het gehele beheersgebied van het CNB (loopt door in 2011).
B. Privaatrechtelijk verbonden partijen met een financieel belang
191
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
HuisVuil Centrale
Zeker stellen dat tegen laagste kosten op verantwoorde wijze het Zaanse rest-, grof en gftafval wordt verwerkt.
Commissaris wordt namens AIJZ benoemd. AIJZ gaat de aandelen van de HVC beheren.
NV
BKZ BV
-Het bevorderen van de volkshuisvesting overeenkomstig het beleid van de gemeente Zaanstad; -Het realiseren van kwalitatief hoogwaardige sociale koopwoningen in de gemeente Zaanstad; het via erfpacht beschikbaar stellen van deze woningen aan de gewenste doelgroep en het uitvoeren van een beleid teneinde deze woningen zoveel mogelijk voor de doelgroep te behouden;
De Raad van Commissarissen bestaat uit M. Hoiting en M. Huisman. Het voltallig college vertegenwoordigt (de enige) aandeelhouder gemeente Zaanstad.
BV 100%
HVC voert het afval(water)beheer uit voor 56 gemeenten uit Noord-Holland, Flevoland, Zuid-Holland en Friesland en vijf waterschappen. Als grotendeels gemeentelijk samenwerkingsverband beoogt HVC bij te dragen aan de doelstellingen van de deelnemende overheden op het gebied van duurzaam afval- en energiebeheer. HVC is in Alkmaar gestart met de gefaseerde aansluiting van woningen op het warmtenet van de afvalcentrale in Alkmaar; in de komende jaren zal ook in Dordrecht gestart worden met de aanleg van een warmtenet dat wordt aangesloten op de afvalcentrale in Dordrecht. Besloten is om in Middenmeer een vergistinginstallatie te bouwen waar GFT wordt omgezet in biogas. Ook is besloten om te participeren in het Duitse windpark Borkum-Westil, gereed in 2013. Hiermee zijn de eerste stappen gezet om te komen tot meer duurzame energie. In 2009 is het aantal aandeelhouders van HVC sterk gegroeid. De door de waterschappen geëxploiteerde slibverbrandingsinstallatie in Dordrecht is door HVC overgenomen. Verder is besloten om de inzamelactiviteiten van Zaanstad, Den Helder en de gemeenten in de regio Dordrecht (Netwerk) over te nemen. Het Masterplan Afval is in 2009 vastgesteld. Hierin is materiaalgebruik als uitgangspunt gekozen. Rond 2000 kreeg de gemeente Zaanstad de behoefte om voor huishoudens met modale inkomens een regeling voor sociale koopwoningen uit te werken die de nadelen van de al bestaande regelingen vermindert. In samenwerking met juridische en fiscale adviseurs heeft de gemeente Zaanstad de 'regeling Betaalbare Koopwoningen Zaanstad' (BKZ) uitgewerkt. Hierin zijn door de gemeente sociaal-, macro- en bedrijfseconomische aspecten meegenomen. In de zomer van 2005 heeft de gemeente Zaanstad besloten de BKZ-regeling daadwerkelijk in uitvoering te brengen. In het najaar van 2005 is daartoe de BKZ-bv opgericht. Sindsdien komen er in Saendelft jaarlijks BKZ-woningen op de markt. De productie bleef door factoren buiten BKZ-bv om elders in Zaanstad achter bij de ramingen, zoals nu door factoren buiten de BKZ-bv de vraag weer groeit. De BKZ BV gaat voor de gemeente de zaanse afzetgarantie voor bij oplevering
192
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
niet verkochte koopwoningen uitvoeren. Regionale ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied (RON)
Uitvoerings-instrument voor het (her)ontwikkelen van bedrijventerreinen zoals beschreven in het Masterplan Noordzeekanaalgebied
RON NV heeft een verplichte RvC, waardoor de AVA op bestuurlijke afstand kan blijven
GEM Saendelft Beheer
Vertegenwoordiging van de gemeente Zaanstad in de AvA van Saendelft Commandiet BV en GEM Saendelft CV
Zaanstad is niet vertegenwoordigd in bestuur. Gedelegeerd aandeelhouder is een medewerker van de Gemeente Zaanstad
BV 50%
Saendelft Commandiet
Ten behoeve van de ontwikkeling van Saendelft, als commanditaire vennoot deelnemen in de Commanditaire vennootschap GEM Saendelft CV.
BV 100%
Houdstermaatschappij EZW
Het houden van de aandelen Nuon ENW NV
Voltallig college vormt de Algemene vergadering van aandeelhouders. J. Een medewerker van Gemeente Zaanstad fungeert vanwege zijn onafhankelijke positie binnen de ambtelijke organisatie als directeur. Zaanstad is niet vertegenwoordigd in bestuur. Gedelegeerd aandeelhouder is wethouder J. Olthof
NV 13,3% ( 33%)
NV 54,18 %
Het doel van het Masterplan was en is het bevorderen van de economische ontwikkeling in het gebied om zo de internationale concurrentiepositie van de haven, industrie en logistiek in het Noordzeekanaalgebied te versterken. Duurzaamheid en leefbaarheid zijn bij deze versterking een belangrijke randvoorwaarde. De realisatie van de doelstellingen door RON NV staat, mede door het economische getij, onder financiële druk. In samenspraak met provincie Noord-Holland en gemeente Amsterdam wordt gezocht naar een toekomstbestendige oplossing hiervoor. Er is in een aantal deelgebieden vertraging ontstaan in het woningbouwprogramma. Tegenvallers in het bouwrijp maken en tegenvallende verkoopresultaten hebben hiertoe geleid. De dekking van het risico in de vertraging van de woningbouw is opgenomen in de grex GEM Saendelft per 01-01-09. De ING heeft de beslissing genomen om zich in Nederland als financier terug te trekken uit de vastgoedmarkt. Om continuïteit in financiering van de GEM Saendelft te garanderen, heeft de gemeente een lening verstrekt, groot 15 miljoen, voor de duur van 1 jaar. Huidige situatie handhaven. College is aandeelhouder. Het negatieve eigen vermogen staat tegen over een vordering op de GEM, die mogelijk niet in zijn geheel kan worden geïnd. Hiervoor is binnen de gemeente in 2005 een voorziening dubieuze debiteuren gevormd.
In februari 2009 werd bekend dat Nuon zijn productie- en leveringsbedrijf aan het Zweedse Vattenfall wil verkopen. In het 2e kwartaal van 2009 heeft gemeente Zaanstad 49% van de aandelen Nuon verkocht, voor 2011, 2013 en 2015 staan de volgende tranches van resp. 15%, 15% en 21% gepland. De aandelen van het netwerkbedrijf (Liander) blijven bij EZW.
193
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Bank Nederlandse De BNG is de bank van en Gemeenten voor overheden en (BNG) instellingen met het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Cooperatieve Het voor haar leden vereniging VAOP verzorgen van het (Vereniging verwijderings- en Aanbieders Oud verwerkingstraject van Papier) verschillende afvalstromen.
Zaanstad is niet vertegenwoordigd in RvC
NV 0,7%
Wethouder financiën (J. Olthof) vertegenwoordigt de aandeelhouder
Stemrecht: wethouder R. Linnekamp
C1. Overige verbonden partijen met een bestuurlijk belang en een financiële relatie Stichting Verzorgen van voortgezet Geen Openbaar openbaar onderwijs in Voortgezet Zaanstad Onderwijs Zaanstad (Stichting OVOZ) Zwembaden Zaanstad
Het stichten, doen stichten/overnemen en/of exploiteren van zwemaccommodaties in de Zaanstreek
Stand van zaken
Vijf leden van de Raad van Toezicht zijn aangedragen en benoemd door college van B&W (waaronder oud wethouder Rens Berkhout).
Coöp.
Deze organisatie is in 1992, mede op initiatief van de VNG, door een groot aantal gemeenten (waaronder Zaanstad) en samenwerkingsverbanden als “Coöperatieve Vereniging VAOP u.a.” opgericht voor het vermarkten van, in eerste instantie oud papier en later ook glas en textiel. VAOP is een nonprofitorganisatie. De gemeente Zaanstad heeft vooralsnog een overeenkomst met VAOP voor het vermarkten van oud papier en karton en glas tot 31 december 2012. VAOP is op dit moment bezig met een onderzoek naar eigen positie binnen de snel veranderende omgeving en de rol die VAOP in de toekomst voor de gemeenten kan vervullen. De resultaten van dit onderzoek zullen in het derde kwartaal van 2010 bekend worden gemaakt.
ST
Wegens ziekte van de voorzitter van het College van bestuur is per 1 juli 2010 een toegevoegd lid van het College van Bestuur benoemd voor de duur van 2 jaar
St
Er is onderzoek gedaan naar de staat van onderhoud van de zwembaden. Hieruit is gebleken dat er hoge kosten zijn verbonden aan het inhalen van achterstallig onderhoud die niet volledig gedekt kunnen worden uit het onderhoudsfonds van SZZ. Gemeente Zaanstad en SZZ zijn hierover in gesprek.
194
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
Stichting IKTC
De stichting IKTC is opgericht ter stimulering en ondersteuning van scholen en bedrijven die jongeren begeleiden bij hun keuze voor een carrière in bètatechniek door het organiseren van communicatie tussen scholen en bedrijven. Daarnaast is de stichting enig aandeelhouder van de IKTC-Beheer BV
2 bestuurszetels: wethouder Linnekamp en de heer H.J.Egberts. Directeur van IKTC Beheer B.V. is mevr.P.Hazendonk adj dir.Stad.
St
Masterplan Noordzeekanaalgebied
Het duurzaam versterken Bestuurslidmaatschap: van de regionale wethouder B. Visser economie in het Noordzeekanaalgebied (NZHG) d.m.v. het benutten van de potentie betreffende bestaande en verder te ontwikkelen regionale haven – en industrieel complex met een open oog voor leefbaarheid in het gebied.
St
Stichting Parkmanagement
Om de kwaliteit van de Zaanse bedrijventerreinen te verbeteren en voor de toekomst te behouden, is parkmanagement opgezet voor een aantal bedrijventerreinen. Ondernemers en gemeente werken samen en dragen bij aan de stichting Parkmanagement Zaanstad (STIPAZA). Deze stichting geeft opdracht aan een zelfstandige parkmanagement organisatie om de taken uit te voeren.
De activiteiten van Stichting IKTC zijn overgedragen aan de Stichting Technocentrum Noord-Holland Noord. De enig overgebleven activiteit is het aandeelhoudersschap in IKTC Beheer BV, de eigenaar en exploitant van 'Toren II' en het beheer van de Vereniging van eigenaren (VVE). De directie van de Beheer BV wordt gevoerd door de afd.Grondzaken en de heer Tip is statutair directeur van de BV December 2009 is het onroerendgoed uit de BV verkocht aan Ymere die daar vervolgens het Regio College gaat huisvesten. De hypotheek is afgelost en de gemeentegarantie is vrijgegeven. Zowel BV als Stichting hebben hun belang verloren en zullen in 2010 worden geliquideerd. In verband met deze liquidatie is naast wethouder Linnekamp geen nieuwe bestuurder meer benoemd. Op basis van monitoring van het aanbod van bedrijventerreinen is er zorg over het toekomstige aanbod van natte terreinen. Dit betreft de mogelijkheden voor herstructureren binnen milieutechnische grenzen en tijdige planning van nieuw nat terrein. Mede door het platform NZKG is hiervoor aandacht in de structuurvisie Zaanstad, Amsterdam en de provincie N-H. Mede door lobbybijdragen vanuit NZKG zal de vergroting van de zeetoegang IJmuiden doorgang vinden. Begin 2010 worden de resultaten van het Masterplan NZKG geevalueerd, het resultaat daarvan wordt meegegeven aan de nieuwe gemeentelijke bestuurders die na de gemeenteraadsverkiezingen deel uitmaken van het bestuursplatform. Door goede samenwerking tussen de uitvoerende partij ProPark en de gemeente is het beheer op de Achtersluispolder, WesterspoorZuiderhout, Molletjesveer en Noorderveld verbeterd en is het aantal klachtenmeldingen teruggedrongen. De periode waarin het parkmanagement mede uit bijdrage van de Kamer v. Koophandel en RES-subsidie wordt gefinancierd, loopt begin 2010 af. (RES: Regionaal Economisch Stimuleringsgebied, opzet door prov.NH, Zaanstad was onderdeel v RES Zaanstreek-Waterland, nu opgeheven). De financiele bijdragen van betrokken bedrijvenverigingen zijn tot nu toe relatief gering geweest. Bestuurders v.d. bedrijven- verenigingen willen de
Een medewerker van St de Gemeente Zaanstad is benoemd in het bestuur als vertegenwoordiger van de gemeente Zaanstad. In 2010 zal de gemeentelijke vertegenwoordiging in het bestuur worden omgezet naar een adviseurschap i.v.m. 'dubbele petten problematiek' (subsidieverstrekker en ontvanger
195
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
kwaliteit van de bedrijventerreinen structureel verbeteren. Om tot verplichte mede-financiering door bedrijven te komen (free-riders probleem oplossen) moet een instrument ontwikkeld worden. Betrokken wethouders hebben daarbij voorkeur voor BIZ-regeling (Bedrijven InvesteringsZone). Bedrijvenverenigingen werken met de KvK een plan van aanpak hiervoor uit. De gemeente treft de nodige voorbereidingen (besluitvorming, opzet verordeningen). Vereniging Bedrijvenpark Westzanerpolder (wordt vereniging Bedrijvenpark Hoog Tij)
Hoge duurzame kwaliteit van bedrijventerrein HoogTij mbt openbare ruimte, kavels en gebouwen in de zin van "schoon heel en veilig"en dienstenaanbod/voorzieni ngen voor bedrijven
Een medewerker van Gemeente Zaanstad is benoemd in het bestuur als vertegenwoordiger van de Gemeente Zaanstad
Vereniging
Door goede samenwerking tussen de uitvoerende partij ProPark en de gemeente is het beheer op de Achtersluispolder, WesterspoorZuiderhout, Molletjesveer en Noorderveld verbeterd en is het aantal klachtenmeldingen teruggedrongen. De periode waarin het parkmanagement mede uit bijdrage van de Kamer v. Koophandel en RES-subsidie wordt gefinancierd, loopt begin 2010 af. (RES: Regionaal Economisch Stimuleringsgebied, opzet door prov.NH, Zaanstad was onderdeel v RES Zaanstreek-Waterland, nu opgeheven). De financiele bijdragen van betrokken bedrijvenverigingen zijn tot nu toe relatief gering geweest. Bestuurders v.d. bedrijven- verenigingen willen de kwaliteit van de bedrijventerreinen structureel verbeteren. Om tot verplichte mede-financiering door bedrijven te komen (free-riders probleem oplossen) moet een instrument ontwikkeld worden. Betrokken wethouders hebben daarbij voorkeur voor BIZ-regeling (Bedrijven InvesteringsZone). Bedrijvenverenigingen werken met de KvK een plan van aanpak hiervoor uit. De gemeente treft de nodige voorbereidingen (besluitvorming, opzet verordeningen).
196
Naam
Doel
Zaanse Schans
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
De Zaanse Schans blijven 1 wethouder heeft ontwikkelen als zitting in het belangrijkste toeristische stichtingsbestuur. trekpleister in Zaanstad en ervoor zorgen dat de Zaanse Schans in de top van het Nederlands toerisme gehandhaafd blijft.
St
First in Food
Doel van de stichting is door intensieve samenwerking tussen onderwijs, (lokale) overheid en bedrijfsleven de voedings- en genotmiddelenindustrie te stimuleren en te versterken door het beheerst werven en doorsluizen van subsidie.
Wethouder zit niet meer in het bestuur (dubbele petten v.w. subsidierelatie House of Food) maar is nu adviseur
St
Streekmarketing
Doel van de stichting is het helder, zichtbaar en onderscheidend positioneren van de Zaanstreek in de metropool Amsterdam met het accent op succesvol ondernemen, veelzijdig recreëren en aantrekkelijk wonen. Dit om een sterkere sociale en economische structuur te bereken, alles in de ruimste zin van het woord.
De burgemeester van St gemeente Zaanstad is voorzitter van de Stichting Marketing Zaanstreek. Het bestuur bestaat verder uit directie-leden van Forbo Flooring, Rabobank Zaanstreek, Kamer van Koophandel Amsterdam, Albert Heijn en Loders Croklaan BV. De gemeenten Wormerland en Oostzaan hebben geen zitting in het bestuur, maar leveren wel een financiële bijdrage.
Op 31 december 2009 is een groot gedeelte van de panden door de Stichting Zaanse Schans verkocht aan NV Stadsherstel. Een deel van de opbrengst hiervan wordt samengevoegd met de EFRO subsidie, de subsidie van de provincie Noord-Holland en van de gemeente Zaanstad, waardoor 4 miljoen euro beschikbaar is om te investeren in de toekomst van de Zaanse Schans. Na de vaststelling van het (concept)beeldkwaliteitsplan en het ontwerpbestemmingsplan kan de visie voor de toekomst definitief door de raad worden vastgesteld en worden uitgevoerd door de Stichting De Zaanse Schans. In het huidige bestuur heeft 1 wethouder zitting op persoonlijke titel. Het is de bedoeling dat deze wethouder wordt vervangen door extern bestuurslid. In 2009/2010 is een EFRO subsidie van € 2,2 mln binnengehaald voor de realisatie van het House in Food voor de voormalige Verkade fabriek te Zaandam. Dit multi functionele kenniscluster voor de Zaanse voedingsmiddelenindustrie kent een laboratorium, onderwijsinstelling, leer-werkfabriek, detacheringspool en innovatie kookstudio onder één dak. Het heeft een regionale annex landelijke uistraling en zal ook in de Zaanse marketing en internationale acquisitie activiteiten als vestigingspropositie worden meegenomen. De opening en oplevering staat gepland voor eind 2010 De stichting is op 7 juli 2010 opgericht. Conform de afspraken die voortvloeien uit de nota verbonden partijen worden besluiten ingebracht via de wethouder van financiën. De stichting heeft in september 2010 voor 2010 en 2011 subsidie aangevraagd, conform de afspraken die hierover zijn gemaakt in het samenwerkingsconvenant. Naar aanleiding hiervan wordt een subsidiebeschikking opgesteld.
C2. Overige verbonden partijen met alleen een bestuurlijk belang
197
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
Stichting Technocentrum Noord-Holland Noord
Het Technocentrum Noord-Holland-Noord stimuleert en ondersteunt scholen en bedrijven die jongeren begeleiden bij hun keuze voor een carrière in bètatechniek door het organiseren van communicatie tussen scholen en bedrijven (opleidingscurriculum, gastdocentschappen, excursies, stagemogelijkheden); het initiëren van doelgerichte projecten en programma’s en het leggen van een structurele verbinding tussen de vraag van de technische branches en het aanbod van het technisch (beroeps)onderwijs. Als zodanig vormt het Technocentrum een regionaal expertisecentrum voor bètatechniek, met een aantal eigen programmamanagers en verbinding met een groot aantal specialisten van regionale en landelijke organisaties Samenwerkingsverband met de C.V. Westzanerpolder Zuid en de CV Westzanerpolder Noord (inmiddels nog één economische partij en de gemeente). doel van de Stichting is het doen van uitkeringen (=vergoeding aan de gemeente) in verband met schade in de zin van artikel 49 Wet Ruimtelijke Ordening geleden door derden door de ontwikkeling van een bedrijventerrein in de Westzanerpolder. De gemeente claimt uitkering van de Stichting op grond van bewijs van betaalde planschades Westzanerpolder middels 'haar' bestuurder (bekleedt de functies secretaris en
In het Techno Centrum NH-N zijn de volgende overheden betrokken: Provincie noord Holland, Gemeente Alkmaar, gemeente Zaanstad, Ontwikkelingsbedrijf NHN. In het Bestuur wordt de gemeente Zaanstad vertegenwoordigd door wethouder C. Noom
St
De stichting promoot het technisch onderwijs. Het R.O.C. fungeert binnen de stichting als trekker. In verband met de verkoop van IKTC-Toren II aan Ymere tbv het Regio College heeft het Technocentrum eind 2009 huisvesting gevonden in de "Koekfabriek" aan de Westzijde in Zaandam.
Het college heeft begin januari 2008 een nieuwe medewerker van Gemeente Zaanstad als bestuurslid (secretaris/ penningmeester) aangesteld
St
Deze Stichting zal ontbonden worden, als de planschade-kwesties zijn afgewikkeld. Aanvankelijk was de gedachte dat dit in 2009 zou gebeuren, maar dat is nog niet het geval. Op 1 juni heeft het college van Burgemeester en Wethouders een besluit genomen (Z/2010/90582) op de ingediende bezwaren: een aantal bezwaren is ongegrond verklaard en voor een aantal bezwaren is een besluit genomen, contrair op het advies van de externe hoor- en adviescommissie. Vooralsnog heeft dit besluit geen consequenties voor het doelvermogen (niet meer uitgekeerd dan de hoogte van het doelvermogen), maar tegen het besluit kan een beroep worden ingesteld. Daarnaast heeft het college besloten de bezwaarmakers gelegenheid te bieden een derde bureau een bindend advies te geven. De kans bestaat dat er een overschrijding plaatsvindt. Dit is opgenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risico's.
Stichting Planschade Westzanerpolder
198
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
penningmeester). Doelvermogen van de Stichting bedraagt maximaal € 455.000,-, ingebracht door beide C.V. ‘s, waarvan inmiddels Euro 124.586 aan de gemeente Zaanstad vergoed.( Rest Euro 330.414) . C3. Overige verbonden partijen zonder een bestuurlijk belang maar een bijdrage > € 1.000.000 én > 50% van de baten Welsaen De stichting Welsaen Geen St Eind 2009 is duidelijk geworden dat heeft ten doel: Welsaen financieel orde op zaken moet - Het instandhouden van stellen. Welsaen richt zich in 2010 op een instelling voor een gezonde financiële bedrijfsvoering. welzijnswerk genaamd Welsaen heeft hiertoe een plan van Welsaen aanpak opgesteld waarvan de gemeente - Het verzorgen van de uitvoering monitort. Welsaen heeft te welzijnswerk in de maken met hoge kosten waarvoor zij de gemeente Zaanstad en gemeente vraagt frictiekosten te betalen daarbuiten en een garantstelling te geven voor een - Het samenwerken met lening. Of en op welke wijze de instellingen met verwante gemeente hieraan meewerkt wordt nog doelstellingen onderzocht en uitgewerkt in de 2e helft - Het bevorderen van van 2010. Welsaen richt zich als stichting emancipatie van groepen op een op de behoeften van bewoners met een maatschappelijke toegesneden aanbod en het versterken achterstand. van de samenwerkingsrelaties met diverse partijen. Stichting De Bieb De Stichting stelt zich ten Geen St De Bieb heeft een nieuw beleidsplan voor de doel in de gemeenten voor de jaren 2010 – 2013 opgesteld. De Zaanstreek Zaanstad, Oostzaan en Bieb zet het merendeel van de middelen Wormerland werkzaam te in op een voor de Zaanstreek optimale zijn op het gebied van de spreiding en heeft zich zo ontwikkeld tot informatievoorziening en een efficiënte organisatie, gericht op de ruimste zin des woords het openhouden van zoveel mogelijk met al hetgeen daartoe vestigingen met zoveel mogelijk behoort of daarmede openingsuren tegen zo gering mogelijke maar enigszins in verband kosten. In 2009 is het besluit gevallen staat. (art. 2 lid 1 om met de Biebbus van start te gaan als Statuten). mobiele voorziening. In september 2010 gaat de eerste Biebbus de scholen bezoeken. Het aantal abonnementen van De Bieb binnen Zaanstad is in vergelijking met de begroting 2009 met 2.000 toegenomen tot 30.503. Het aantal bezoekers bedroeg in 2009 635.845 (begroot 633.000). De Bieb is een financieel gezonde organisatie.
199
Naam
Doel
vertegenwoordiging
Jur.
Stand van zaken
Stichting Centrum Het bevorderen van de voor de Kunsten kunsteducatie en de FluXus amateuristische kunstbeoefening in de regio Zaanstreek/Waterland en al hetgeen daarmee rechtstreeks of zijdelings in verband staat of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin. Zaantheater Beheren en exploiteren van een multi-functionele cultutrele voorziening die gericht is op podiumvoorstellingen, zoals concerten en muziektheaterstukken, alsmede op congressen, evenementen en festivals.
Geen
St
Eind 2009 heeft FluXus het nieuwe beleidsplan vastgesteld voor de jaren 2010 -2013. In het Beleidsplan wordt de nadruk gelegd op kwaliteit en een sluitende bedrijfsvoering. Dat laatste aspect is een extra grote uitdaging gezien het besluit van de Provincie Noord-Holland om de provinciale subsidie voor de cultuureducatie (€ 240.000) uiterlijk in 2013 te beëindigen.
Geen
St
Stichting Zaan Primair
Geen
St
Het Zaantheater heeft een nieuw beleidsplan voor de jaren 2009 – 2012 opgesteld, waarin de ambitie is neergelegd om de kaartverkoop en de bedrijfsarrangementen met 10% te verhogen. Het aantal bezoekers van het Zaantheater is in vergelijking met 2008 gelijk gebleven (170.000). Het aantal verkochte kaartjes is met 7.000 afgenomen tot 103.500. De verminderde kaartverkoop heeft vooral te maken met de huidige crisis. Er is sprake van minder winst dan het boekjaar 2008. Niettemin is het Zaantheater financieel en bestuurlijk gezond. Per 15 maart 2010 is een nieuwe voorzitter van het College van Bestuur aangetreden na een korte interim periode volgend op de pensionering van de vorige voorzitter.
Verzorgen van primair openbaar onderwijs in Zaanstad
Verklaring afkortingen: EV = Eigen vermogen; VV = Vreemd vermogen BC = Bestuurscommissie; Coöp = Coöperatie; GR = Gemeenschappelijke regeling; ST = Stichting
200
5.11 Kaderstellende nota’s, regelingen, wetten, etc. Nr. Naam van de nota, regeling, wet Jaar van vaststelling 1 2 3 4
Aangescherpt ontwikkelingsperspectief 2002 Inverdan Aanpakplan Toerisme Zaanstreek 2008 2007-2011 Aanval op de Uitval, Ministerie van 2007 OCW Actieplan omgevingslawaai
5 Actieprogramma Laag Holland 6 Activiteitenbesluit Lucht 7 Actualisatie I tot en met IX Inverdan 8 Afvalstoffenplan 2009- 2012 9 Afvalstoffenverordening 10 Afwegingskader interactief beleid 11 12 13 14
Agenda recreatie en Toerisme 20082011 Aldersakkoord over toekomst Schiphol en de regio voor de middellange termijn Algemene plaatselijke verordening (APV) Algemene Subsidie Verordening (ASV)
15 Algemene wet op het binnentreden Alle kansen voor alle kinderen 16 Programma voor jeugd en gezin 20072011 (Ministerie voor Jeugd en Gezin) 17 Baggerplan 2007-2020 Basisniveaus incidentbestrijding en 18 hulpverlening voor congruente regio’s 19 Beeldkwaliteitplan Buitengebied 20 Beeldkwaliteitsplan Inverdan
1
2
3
4
5
Programma’s 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 X
X X X X X
2005/2010
X
2008
X
2004
X
2009
X X
2008
X X
2005
X
X
X X
2007
X
2007
X
2009
X
2003
X
Beheernota Onderhoud 21 Achtersluispolder 22 Beheerplan A8ernA Beheerverordening Begraafplaatsen 23 Zaanstad 24 Beleidskader Creatieve Economie
2004
X
2006
X
2008
X
Beleidskader externe communicatie 25 2008-2010 26 Beleidskader Jeugd en Onderwijs 27 Beleidskader vrijwilligerswerk
2008
28 Beleidslijn geur 29 Beleidsnota Openbare verlichting
2009
30 Beleidsnotitie mantelzorg Beleidsplan Gemeentelijke 31 Schuldhulpverlening Beleidsplan routering vervoer 32 gevaarlijke stoffen over de weg Beleidsplan Verkeersregelinstallaties 33 2009 – 2013 Beleidsplan WMO 2007-2010 34 ‘Meedoen in Zaanstad’ 35 Beleidsplan zwerfafvalverwijdering
2008
36 Beleidsregels ‘Meedoen in de sport’ 37 Beleidsregels uitwegen
2009
2010
X X
2010 - 2014
X
2008
X X
2007
X X X
2009
X
2009 2007
X X
2009 2008
X X X
201
Nr. Naam van de nota, regeling, wet Jaar van vaststelling 38 39 40 41
Beleidsvisie toekomst woningcorporaties (VROM, 2005) Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) Besluit externe veiligheid inrichtingen
42 Besluit Hogere waarden voor geluid 43 Besluit Kleine Windturbines
1
2
2005
3
4
5
Programma’s 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
X X
2004
X X
2009
X
2008
X
Besluit niet in betekenende mate 44 bijdragen (luchtkwaliteit) Besluit Veiligheid Attractie- en 45 Speeltoestellen 46 Besluit verantwoording groepsrisico Besluite externe veiligheid voor 47 inrichtingen (BEVI) 48 Bestemmingsplan Inverdan
2007
X
2006
X
49 Bestemmingsplan Saendelft 50 Bestemmingsplannen
1999
X
51 52 53 54
Bestuursakkoord Krachtig, in Balans 2007-2011 van GS provincie NH Bijzondere Regeling voor de cacaobonenverwerkende industrie Bomenbeleidsplan (incl. bomenlijst en diverse beleidsregels) BOPZ
55 Bouwbesluit Brochure ‘Antwoord© 1 en 2’, als basis voor de ontwikkeling van een Klanten 56 Contact Centrum per gemeente, overgaand tot één Contact Centrum voor de Overheid (CCO) Buurt Onderwijs en Sport (BOS) Impuls 57 2006-2010/2007-2011 Collectieve Prestatieafspraak Bouwen 58 aan Zaanstad (2008) Collegeprogramma ‘Wederzijds aanspreekbaar, op basis van 59 vertrouwen’ Convenant ‘Vervanging 60 Wilhelminasluis’ 61 Convenant ‘Vervanging Zaanbrug’
X 2008
X
2004
X
X X 2010 2009
X X
2006 2008
X
2006
X X
2010
X
X
2009
X
2010
X
2010
Convenant Rijksoverheid en G3165 gemeenten: ‘Stroomlijning dienstverlening aan ondernemers’ 66 Convenant Woon Wijs Zaanstad 2006
2005
De opgave voor Zaanstad voor Wonen 72 en Zorg Detailhandels- en leisurevisie Provincie 73 Noord-Holland
X
X
Convenant herstructurering 62 bedrijventerreinen (Rijk/IPO/VNG) Convenant Onderwijshuisvesting 63 Voortgezet Onderwijs Zaanstad 64 Convenant Onderwijsmonitor
Convenant woonruimteverdeling 67 Stadsregio Amsterdam 2008 Convenant woonruimteverdeling 68 Zaanstad en Wormerland 2008 69 Crisis- en herstelwet Cultuur in uitvoering; 70 maatregelenpakket 2009-2012 71 Cultuurnota 2005-2008
X
X
2007
X
2006
X X X X X
2010
X
2008
X
2004
X
2004 2009
X X
202
Nr. Naam van de nota, regeling, wet Jaar van vaststelling 74 Detailhandelvisie SRA Discussienota Onderhoud Groen en 75 Wegen 76 Doorstartplan Saendelft 77 Drank- en horecawet Economische Agenda Metropoolregio 78 Amsterdam 2010-2014 EU Richtlijn Omgevingslawaai 79 (geluidkaarten en actieplan geluid) Europe 2020: a strategy for smart, 80 sustainable and inclusive growth Europese regeling staatssteun 81 corporaties 82 Fietsnota Zaanstad 83 Financiële Strategie Zaanstad 2014 84 Financiële verordening
1
2
3
2004
X
2003
X X X
2002 2010
X X X
2007 2007
X X
2010
X
2003
87 Gebiedsplan Buitengebied Zaanstad 88 Gebiedsplan Noordwest NL
2007
X
2009
X
93 Gemeentewet 94 Gezond in de Stad 2010-2014 95 Global Business Gateway Handhavingbeleidsplan 2008-2011, ‘Handhaven is keuzes maken’ en het 96 Handhavingbeleidsplan voor de Openbare ruimte Herdenkingsmonumenten langs de 97 openbare weg Het Besluit Personeel Veiligheidsregio’s uit de Wet op de 98 Veiligheidsregio’s Het Besluit Veiligheidsregio’s, het 99 uitvoeringsbesluit van de Wet op de Veiligheidsregio’s Het horecabeleid 100 2008/Evenementenbeleid 101 Hoe Zaanstad werkt 102 Huisvestingswet 103 Impulsregeling Brede School 104 105 106 107
Individuele prestatieafspraken Corporaties 2010 Integraal klimaatprogramma 20102020 Integraal Veiligheidsplan Zaanstad 2006-2010 Integratieagenda Zaanstad
5
X
85 Flora- en Faunawet 86 Gebiedsperspectief ‘Tussen IJ en Z’
89 Gebruiksbesluit Geldstroom Beeldende Kunst en 90 Vormgeving Gemeenschappelijke regeling 91 Afvalschap IJmond-Zaanstreek (AIJZ) 92 Gemeentelijke Rioleringsplan 2
4
Programma’s 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
1998
X X
X 2008
X
2007
X
2001
X X
2009
X X
2008
X
2004
X
2010
X
2010
X
2008
X
2009
X X
2007
X X
2009
X
2006
X
2009
X
Intentieverklaring Strategisch 108 Groenproject IJmond-Zaanstad 109 Interactief beleid 110 Kadernota 2011-2014
2003
X
2008
X
Kadernota Cultuur op de Kaart, 111 provinciaal cultuurbeleid 2009-2012 112 Kadernota Re-integratie 2010
2008
2010
2010
X X X
203
Nr. Naam van de nota, regeling, wet Jaar van vaststelling 113 114 115 116
Kaders voor toetsing parkeerontheffingen en evaluatie beleid Keur van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Kwaliteitskader Kreekrijk en De Omzoom Leegstandswet
121 Masterplan Kanaalzone 122 Masterplan Noordzeekanaalgebied
2005
Meerjarenbeleidsplan 2009-2012 123 Brandweer Zaanstad Meerjarig Bodemprogramma 2010124 2014 125 Metropool Regio Amsterdam
2009
126 Ministeriële brief 30 juni 1995 Monumentennota Toekomst met 127 historie 128 Monumentenverordening Zaanstad
1995
140 Nota Archeologie Zaanstad 141 Nota Armoedebeleid Nota Basiskwaliteit Woningbouw 142 Zaanstad 2005/2006 143 Nota bruggen 144 Nota Hoogwaardig Handhaven 145 Nota Mobiliteit Nota prijsdifferentiatie woningbouw 146 2010 147 Nota reserves & voorzieningen
5
X
X X
2009
Nieuw Fundament - funderingsbeleid 137 particuliere woningen 2010-2020 nieuwe Wet ruimtelijke ordening 138 (nWro) 139 Noordvleugel documenten 4, 5 en 6
4
2007
119 Luchtvaartnota 120 Masterplan Inverdan
Nationaal samenwerkingprogramma 133 luchtkwaliteit (NSL) Nationaal Uitvoeringsprogramma Betere Dienstverlening en E-overheid 134 (NUP) 135 Natuurbeschermingswet 136 Nederlandse emissierichtlijn (NER)
3
X
1969
131 Nat Structuurplan Noorderwelf 132 Nationaal Milieubeleidsplan 4
2
2007
117 Leerplichtwet 118 Luchtkwaliteitplan Zaanstad
129 Monumentenwet 130 NASB 2010-2014
1
Programma’s 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
X
2010
X
X X
2003
X X X X
2010 2009
X X X
1999
X
2005
X
1988
X
2009
X
2006
X
2001
X
2009
X X
1998
X
X X X
2008 2005
X X
2009 2007
X X X
1996 2004 2008
X X X
X
X 2007
X
Nota risicomanagement & 148 weerstandsvermogen 149 Nota Ruimte Nota sportaccommodaties ‘Sport klaar 150 voor de toekomst’ Nota sportbeleid ‘Zaankanters in 151 beweging’ 2008-2014 152 Nota van Uitgangspunten Inverdan
2006
X
153 Nota Verkeersveiligheid 154 Nota water als bouwgrond 2010
2010
2008
X
X
2006
X
2008
X
1999
X X X
204
Nr. Naam van de nota, regeling, wet Jaar van vaststelling
1
2
3
4
5
Programma’s 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Notitie aandachtswijken en buurten in 155 Zaanstad 156 Notitie schaarstebeleid kantoren Onderzoek begraven en 157 begraafplaatsen in Zaanstad 158 Ontwikkelingsbeeld MRA 2040
2009
159 Ontwikkelingsperspectief Inverdan 160 Ontwikkelingsplan Kleurenbuurt
2001
X
2009
X
2004/2005
X
Ontwikkelingsvisie ZZO en 161 prestatieafspraken ZZO Openbare Ruimte in Zaanstad, 162 onderzoek Rekenkamer Zaanstad 163 OPERA (Stadsregio Amsterdam) 164 Opiumwet 165 OV-visie Zaanstad
2009
X X
2007
X
2007
X
2008 2004
X X X
2003
X
Pakket van Maatregelen - programma 166 Noorderwelf 167 Parels Rijgen
2005 2006
X
Pieken in de Delta (focus op food, 168 creatief, toerisme en wijkeconomie) 169 Plan van aanpak Inverdan
2010
X
Platform Regionaal Economische 170 Structuur (PRES) 171 Prov. MJP Inrichting Landelijk Gebied 172 Provinciaal locatiebeleid
X
1998
X X
2007
X
2005
X
173 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan 174 Provinciale Woonvisie
2003
X
175 Raadsnota Anti-discriminatiebeleid 176 Randstad 2040
2010
177 Rapportage ‘Modernisering GBA’ Rapportage ‘Publieke Dienstverlening 178 Professionele Gemeenten, visie 2015’ 179 Regeling beoordeling luchtkwaliteit 180 Regeling Combinatiefuncties Regeling Cultuurparticipatie Provincies 181 en Gemeenten 2009-2012 Regeling Energieprestatie Gebouwen 182 (energielabel) Regeling Geluidwerende Voorzieningen: Geluidsisolatie 183 Schiphol (GIS 2 en 3) Regeling gevoelige bestemmingen 184 (luchtkwaliteit) 185 Regeling Maatschappelijke stages 186 Regeling projectsaldering Regeling stimulering opdrachten 187 derden beeldende kunst 188 Regionaal Verkeers- en Vervoersplan
X 2008
Samenwerking Convenant Vinex 194 programma Noorderwelf Samenwerkingsovereenkomst Aanpak 195 Ongeoorloofd Schoolverzuim
X
2005
X
2005
X
2010
X
2007
X
2008
X X
2006
X
2009
X
2008
X
2009
X
2008
X
2005
Regionale herstructurering 189 bedrijventerreinen 190 Regionale huisvestingsverordening Richtinggevende kaders Noord, 191 Midden en Zuidoost 192 Ruimtelijke Milieuvisie Zaanstad 193 Ruimtelijke Structuurvisie NH 2040
X
X X X X
2009 2010 1996 2009
X X X X
205
Nr. Naam van de nota, regeling, wet Jaar van vaststelling Sociale structuurvisie Zaanstad 2009196 2020 197 SOK Rosmolenwijk 198 Speelplaatsennota 2007-2012
1
2
2009
3
4
5
Programma’s 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
X
X
2004
X
2006
X
199 Standaarddetails openbare ruimte 200 Streekplan Noord-Holland Zuid
2006
Streekplanuitwerking Randzone 201 Saendelft 202 Structuurplan Inverdan
2004
X
2003
X
203 Structuurplan Randzone Saendelft 204 Structuurschets ‘Dansen op het Veen’ 205 Structuurvisie Detailhandel 206 Structuurvisie Kantoren 207 Structuurvisie kantorenmarkt 208 Structuurvisie Noord-Holland Subsidieregeling gemeentelijke monumenten en beeldbepalende 209 panden 210 Toekomstvisie Zaans Evenwicht 211 Toerismebrief Toeristisch Actieplan Metropoolregio 212 Amsterdam Toevoeging Beleidsregel Vrijstellingenbeleid inzake behoud 213 werkfunctie in karakteristieke bedrijfspanden 214 Uitvoeringsbesluiten Begraafplaatsen Uitvoeringsnotitie Parels Rijgen 215 (Z’MOP-II 2005-2009 Uitvoeringsprog. Nat. Landschap Laag 216 Holland 2007-2013 Uitvoeringsprogramma Nieuw 217 Poelenburg Uitvoeringsprogramma Sociaal 218 Assendelft-Noord Vastgestelde bestemmingsplannen 219 met e.v. beeldkwaliteitsplannen 220 Verordening Bodemsanering Zaanstad
X
2003
X
2004
X
2005
X
2002
X
2004
X
2009
X
X
2006
X
2009 2008
X X X
2007
X
2008
X X
2007
X
2009
X
2009
X X
2006
X X X
Verordening Leerlingenvervoer 223 gemeente Zaanstad 224 Verordening Peuterspeelzaalwerk Verordening voorzieningen huisvesting 225 onderwijs gemeente Zaanstad 226 Verstedelijkingsafspraken 2010-2020
2009
Vinac-convenant 227 woningbouwafspraken 2005-2009 228 Visie op Inburgering Zaanstad 2010
2004 2010
X
229 Visie op participatie 230 Vreemdelingenwetgeving
2009
X
234 Waterplan Zaans Blauw 235 Waterwet 236 Wegenverkeerswet
X
X
Verordening indicatiestelling woningen 221 2008 2006 222 Verordening jubileum subsidies
231 Vuurwerkbesluit Waarde van creatie. Brief Cultuur en 232 Economie. ste 233 Waterbeheer 21 eeuw
X
X
2009
X
2004
X X X
X X 2009
X X
2006
X
X
2009
X
X X
206
Nr. Naam van de nota, regeling, wet Jaar van vaststelling 237 Welzijnsvisie Wet algemene bepalingen 238 omgevingsrecht (WABO) Wet basisregistratie voor adressen en 239 gebouwen (Wet BAG) 240 Wet BIBOB
2005
241 Wet bodembescherming Wet geluidhinder (incl. 242 uitvoeringsbesluiten) Wet gemeentelijke basisadministratie 243 (Wet GBA) Wet gemeentelijke 244 schuldhulpverlening 245 Wet Inburgering (WI)
1986
Wet Inkomensvoorziening Oudere en 246 gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ) Wet Inkomensvoorziening Oudere en 247 gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze Werknemer (IOAW) 248 Wet Investeren in Jongeren (WIJ) Wet inzake de regionale meld- en 249 coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten (RMC-wet) 250 Wet Kinderopvang 251 Wet luchtkwaliteit 252 Wet Luchtvaart Wet Maatschappelijke Ondersteuning 253 (Wmo) 254 Wet Milieubeheer 255 Wet milieubeheer Wet Onderwijs Achterstandenbeleid 256 (OAB) Wet Ontwikkelingskansen door 257 educatie (Oke) 258 Wet op de Expertisecentra 259 Wet op de huurtoeslag 260 Wet op de Jeugdzorg
1
2
3
4
5
Programma’s 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 X
X
X
X
1979
X
X
X X 2006
X X X
2009
X
2001
X X
2007
X
1992 2007
X X
X
X
1993
X
X
X X X
2006
X
2010
X
1982
X X
2005
X X X
1981
X
265 Wet op het Voortgezet Onderwijs 266 Wet Publieke Gezondheid
1963
X
X
2008
X
267 Wet ruimtelijke ordening (Wro) 268 Wet stedelijke vernieuwing (ISVIII)
Woonschepennota –en verordening 277 2010
X
X
2010
275 Woningwet 276 Woningwet/bouwverordening
X
X
263 Wet op de veiligheidsregio’s 264 Wet op het Primair Onderwijs
272 Wijkactieplan en charter Poelenburg Wijkgericht Werken Zaanstad, 273 programmaplan 2009-2012 274 Winkeltijdenwet
X
X
261 Wet op de Kansspelen 262 Wet op de Lijkbezorging
269 Wet stimulering arbeidsparticipatie Wet verbetering arbeidsmarktpositie 270 alleenstaande ouders 271 Wet Werk en Bijstand (WWB)
X
X
X
X
X 2008
X
2008
X
2003
X
2008
X
2009
X X X
1991/2009
X X
X
207
Nr. Naam van de nota, regeling, wet Jaar van vaststelling 278 Woonvisie Zaans Mozaïek 2009 279 Z’MOP III (2010 – 2014)
1
2
3
4
5
Programma’s 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
X X
280 Zaanpeiling 2009 281 Zaans Verkeers- en Vervoersplan
2010
Zaanse Smaakmakers, 282 Evenementenbeleid in Zaanstad
2008
2009
X X X
208
5.12 Afkortingen ABF AB ABP ACX AIJZ AMA’s AMHG AMvB ANDEZ AOTB APV AR ARG ARIS ASHG ASV AU AWBZ AWIR BAG BBP BBSH BBV BC BBZ BCF BDU BEVI BIBOB BKZ BLS BLVC BNG BO BO BONRoute BOPZ BOS BPE BRS BRW BRZO BSB BSN Burap BV BVO B&W BWS BWT BWT4all BZK CAO
Onderzoeksbureau Algemeen Bestuur Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds Amsterdam Creativity Exchange Afvalschap IJmond Zaanstreek Alleenstaande Minderjarige Asielzoeker Advies- en meldpunt huiselijk geweld Algemene Maatregel van Bestuur Samenwerkingsverband t.b.v. digitale ontwikkelingen; opgegaan in GovUnited Afwijkingen Ontwerp-tracébesluit Capaciteitsuitbreiding Coentunnel Algemene Plaatselijke Verordening Algemene Reserve Algemene Reserve Grondzaken Merknaam voor internetmodules voor grofvuil- en omgevingsmeldingen Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Algemene Subsidie Verordening Algemene Uitkering Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen Basisregistraties voor Adressen en Gebouwen Bruto Binnenlands Product Besluit Beheer Sociale Huursector Besluit Begroting en Verantwoording Bestuurscommissie Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen BTW Compensatiefonds Brede Doeluitkering Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen Wet Bevordering Integriteit Beoordelingen door het Openbaar Bestuur Betaalbare Koopwoningen Zaanstad Besluit Locatiegebonden Subsidies Project bereikbaarheid, leefbaarheid, veiligheid en communicatie (Inverdan) Bank Nederlandse Gemeenten Beroepsonderwijs Bestuurlijk Overleg Bereikbaarheidsoffensief voor de Noordelijke Randstad Wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen Tijdelijke Stimuleringsregeling Buurt, Onderwijs en Sport Bodemsanering Prestatie Eenheden Bestuurlijke Regiogroep Schiphol Brandweer Zaanstad Besluit Risico’s en Zware Ongevallen Bouwstoffenbesluit Burgerservicenummer Bestuursrapportage blz 199 Buitenlands Vrouwen Overleg Burgemeester en Wethouders Besluit Woninggebonden Subsidies Bouw en Woning Toezicht Multifunctionele applicatie voor vergunningen- en afhandelingsysteem Binnenlandse Zaken Collectieve Arbeids Overeenkomst
209
CBP –MEV CCO CMT CNB COA COELO CPB CROS CVV CWI DLG DISZA DRIS DSB DU DURP EFRO EKD EMU EPM ERIH ESF ESV EU EZ EZW FCP Fido FiF Fte G27 G31 GAZ GBA GDU GFT GGD GGZ GHOR GIS GOA GovUnited GR GREX GRIP GRP GSB HAS HBH1 HBO HID HIRB HOV-lijn HRM H&V
Macro Economische Verkenning van het CBP Contact Centrum voor de Overheid Cultuur, Monumenten en Toerisme Centraal Nautisch Beheer Centrale Opvang Asielzoekers Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden Centraal Planbureau Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol Collectief Vraagafhankelijk Vervoer Centrum voor Werk en Inkomen Dienst Landelijk Gebied Documentair Informatie Systeem Zaanstad Digitaal Reizigers Informatie Systeem Dienst Stadsbedrijven Decentralisatie Uitkering Digitaal Uitwisselbare Ruimtelijke processen Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling Elektronisch Kinddossier Europese Monetaire Unie Enterprise Project Management; software en inrichting ter ondersteuning van het projectmanagement European Route of Industrial Heritage / HollandRoute Europees Sociaal Fonds Economische Structuur Visie Europese Unie Economische Zaken Energiebedrijf Zaanstreek Waterland Fonds Cultuur Participatie Wet financiering decentrale overheden First in Food Fulltime-equivalent De G27 is een samenwerkingsverband van 27 grote steden, die krachten probeert te bundelen om gezamenlijke belangen bij de regering te realiseren. De 31 grote(re) gemeenten die aangesloten zijn bij het GSB Gemeente Archief Zaanstad Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens Gebundelde Doel Uitkering; subsidie voor infrastructurele verkeersprojecten Groente Fruit Tuinafval Geestelijke Gezondheids Dienst Brancheorganisatie voor de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen Geluidsisolatie Schiphol Wet Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid Samenwerkingsverband “E-dienstverlening voor en door gemeenten” Gemeenschappelijke Regeling Grondexploitatiewet Gecoördineerde Regionale IncidentenbestrijdingsProcedure Gemeentelijk Rioleringsplan Grote Steden Beleid Hogere Agrarische School Hulp bij het huishouden; Alfahulp Hoger Beroeps Onderwijs Huisvesting en Interne Dienstverlening Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen in Noord-Holland Hoogwaardig Openbaar Vervoer Human Resource Management Havens & Vaarwegen
210
HVC IBZ (afdeling) ICT ICTU IHP IKTC ILG IND IOAW IOAZ IOJB IOOR ISV ITO IVC JGZ KCC KLPD KRW KT KvK KVO-B KWIZ LIB LOGA LVB MER MFA MIP MIRT MJB MJOP MKB Mln. MOP MPG MRA MT MTN NAR NARIS NH3 NO2 NOC*NSF NRF NS NSL NT2 NV NZK NZKG OC&W OGGZ OKC
Huisvuilcentrale Noord-Holland Informatie Beheer Zaanstad Informatie en Communicatie Technologie ICT-Uitvoeringsorganisatie Integraal Huisvestingsplan Basisonderwijs Industrieel Kennis- en Technologie Centrum Investeringsbudget Landelijk Gebied Immigratie- en Naturalisatiedienst Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen Integraal Onderwijs Jeugdbeleid Integraal Onderhoud in de Openbare Ruimte Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Instituut voor Telecom Organisatie Interregionaal Veiligheids Centrum Jeugdzorg Klanten Contact Centrum Korps Landelijke Politie Diensten Kaderrichtlijn Water Korte Termijn Kamer van Koophandel Keurmerk Veilig Ondernemen Bedrijven Onderzoeks- en adviesbureau op de terreinen Werk en Inkomen, Schuldhulpverlening, Maatschappelijk Ondernemen en Wonen, Welzijn en Zorg Luchthavenindelingbesluit Landelijk Overlegorgaan Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Luchthavenverkeerbesluit Milieu Effect rapportage Multifunctionele Accommodatie Meerjaren Investerings Plan Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport Meerjaren Begroting Meerjaren Onderhoudsplanning Midden en Klein Bedrijf Miljoen Meerjaren onderhoudsplan Meerjaren Perspectief Grondzaken Metropool Regio Amsterdam Middellange Termijn Medium Term Note Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement NAR Risicomanagement Informatie Systeem Samenwerkingsverband tussen de steden Haarlem, Zaanstad en Alkmaar Verkeersgerelateerde uitstoot Nederlands Olympisch Comité* Nederlandse Sport Federatie Nationaal Restauratie Fonds Nederlandse Spoorwegen Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Nederlands als Tweede Taal Naamloze vennootschap Noordzeekanaal Noordzeekanaalgebied Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Naam is gewijzigd in Centrum Jong voor Jeugd en Gezin
211
OM OOV OPDC OPERA OPOZ O&S OSG OV OVOZ OZB OZK PAO P&C P&O PGB PGO PIO PKVW Plabeka PM10 PMZ PO PPS PROGIS PUEV PvE PVVP PwC PWN RACM RAL RAUM RBZW REC RES RES RGD RGSHG RIO RJI RMC RO ROA RON ROS RPO RR RSV RUV RvS RVGS RVVP SAM SEB SGP SIO SiSa
Openbaar Ministerie Openbare Orde en Veiligheid Orthopedisch Pedagogisch Didactisch Centrum Ontwikkelingsplan Economie Regio Amsterdam Openbaar Primair Onderwijs Zaanstad Onderzoek & Statistiek Onderwijs Service Groep Openbaar Vervoer Openbaar Voortgezet Onderwijs Zaanstad Onroerende Zakenbelasting Organisatie Zaanse Kinderopvang Platform Arbeidsmarkt & Onderwijs Planning & Control Personeel & Organisatie Persoons Gebonden Budget Preventief Gezondheid onderzoek Personeel, Informatie, Organisatie Politiekeurmerk Veilig Wonen Uitvoeringsstrategie Platform Bedrijven en Kantoren Ultra fijnstof (deeltjes in de lucht die kleiner zijn dan 10 micrometer) Plannen Met Zaanstad Primair Onderwijs Publiek Private Samenwerking Project geluidsisolatie Schiphol van Rijkswaterstaat Provinciaal Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid Programma van eisen Provinciaal Verkeers- en Vervoerplan PriceWaterhouse Coopers Waterbedrijf Noord-Holland Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten Regionaal Actieplan Luchtkwaliteit Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer Regionale Brandweer Zaanstreek Waterland Regionaal Expertisecentrum Regionaal Economisch Samenwerkingsverband Zaanstreek-Waterland Regionaal Economisch Stimuleringsgebied Rijksgebouwendienst Regeling Geldelijke Steun Huisvesting Gehandicapten Regionaal Indicatie Orgaan Rijksdienst Justitiële Inrichtingen Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig school verlaten Ruimtelijke ontwikkeling Regionaal Orgaan Amsterdam Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied Regionaal Overslag Station Railpoint office Rekening Resultaat Ruimtelijke Structuur Visie Regionale Uitvoerings Dienst Raad van State Regulering van Vervoer van Gevaarlijke Stoffen Regionaal Verkeers- en Vervoersplan Subsidieregeling Aanpak Milieudrukvermindering Sanering in Eigen Beheer Strategisch Groen Project Stimulering Innovatie Ondernemers Single information Single Audits
212
SIV SLA SMP SOZA SRA SSV STIPAZA SVN SWOT SZW SZZ TNS-NIPO TOPPER UWV UNA-ISV VAOP VAVO VDP VINAC VINEX VMBO VNG VO VO VROM VRZW VSV VVE VWS VZA WABO WAO WBB WCPV W&I WI WIJ WMO Wm Ww WIN WO WOPT WOZ WPG WPO WRO WRZO WSNP WSW WSW WULBZ WUP WVG
Sociaal, integratie en veiligheid Service Level Agreement Stichtingl Maatschappelijke Dienstverlening Ministerie van Sociale Zaken Stadsregio Amsterdam Sociale Structuur Visie Stichting Parkmanagement Zaanstad Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats (sterkte-zwakteanalyse) Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Stichting Zwembaden Zaanstad Organisatie voor markt- en opinie onderzoek subsidieregeling waarmee het ministerie van Economische Zaken een financiële impuls geeft aan de herstructurering van (boven) regionale bedrijventerreinen van nationaal economisch belang; de zogenaamde topprojecten Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Samenwerking door provincie, gemeenten en andere partijen aan concrete projecten voor stedelijke vernieuwing Vereniging Afvalverwerking Oud Papier Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs Vereniging voor Publieksdiensten Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra – Actualisering Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs Vereniging van Nederlandse Gemeenten Voorlopig Ontwerp Voortgezet Onderwijs Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland Voortijdig School Verlaten Voor- en Vroegschoolse Educatie Volksgezondheid, Welzijn en Sport Verenigd Ziekenvervoer Amsterdam Omgevingsvergunning en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet op de Arbeids Ongeschiktheidsverzekering Wet Bodembescherming Wet collectieve preventie volksgezondheid Werk & Inkomen Wet Inburgering Wet Investeren Jongeren Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet milieubeheer Woningwet Wet Inburgering Nieuwkomers Wetenschappelijk Onderwijs Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens Wet Waardering Onroerende Zaken Wet Publieke Gezondheid Wet op het Primair Onderwijs Wet Ruimtelijke Ordening Wet Rampen en Zware Ongevallen Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen Wet Sociale Werkvoorziening Waarborgfonds Sociale Woningbouw Wet Uitbreiding Loondoorbetalingplicht Bij Ziekte Wijkuitvoeringsplan Wet voorzieningen gehandicapten
213
WWB ZAT ZBB ZER ZFiF ZMOK Z’MOP ZON ZRW ZVVP ZZO
Wet Werk en Bijstand Zorg Advies Team Zero Based Budgetting Zaanse Economische Raad Zaanstreek First in Food Zeer Moeilijk Opvoedbare Kinderen Zaans Meerjaren Ontwikkelingsprogramma Zaans Ondernemers Netwerk Zuidelijke Randweg Zaans Verkeer- en Vervoer Plan Plangebied Zaandam Zuid-oost
214
5.13 Verklarende woordenlijst A
Aanbesteding Geven van een opdracht voor het uitvoeren van een werk of een dienst na het vergelijken van offertes die, gevraagd of ongevraagd zijn ingediend. Achterstallig onderhoud Onderhoud dat niet op tijd is uitgevoerd waardoor een onderhoudsrichtlijn is overschreden en niet wordt voldaan aan het gestelde kwaliteitsniveau. Achterstallig onderhoud ontstaat door lagere uitgaven voor het desbetreffende kapitaalgoed in het verleden. Actief/activa Een actief is een uit gebeurtenissen in het verleden voortgekomen middel, waarover de gemeente de beschikkingsmacht heeft en dat de potentie heeft tot een bijdrage tot het genereren van middelen. Alle activa dienen gewoonlijk om goederen te produceren of diensten te verrichten ten behoeve van burgers cq de publieke taak. Activa met een economisch nut Die activa die kunnen bijdragen aan het genereren van middelen van de gemeente en/of die verhandelbaar zijn. Deze activa moeten worden geactiveerd, eventueel gevormde reserves mogen niet in mindering worden gebracht en ze worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingprijs. Activa, financiële De kapitaalverstrekkingen, verstrekte leningen, overige uitzettingen (verstrekkingen) met een looptijd van één jaar of langer dan een jaar en bijdragen aan activa in eigendom van derden. Waardering is tegen nominale waarde. Activa, immateriële vaste De kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio en de kosten van onderzoek en ontwikkeling ten behoeve van een bepaald actief. Activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Deze activa kunnen niet verhandeld worden of middelen genereren. Het gaat uitsluitend om activa in de openbare ruimte. Dergelijke investeringen worden bij de ontwikkeling van een nieuwbouwwijk veelal in de grondprijs verwerkt. Activa, overlopende Balansposten als vooruitbetaalde gelden en nog te ontvangen gelden, ook wel transitorische post genoemd. Activeren Het op de balans presenteren van de financiële waarde van het aangeschafte of vervaardigde kapitaalgoed met meerjarig nut dat vanaf dat moment als bezitting kan worden beschouwd. Administreren Het op systematische wijze verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen en het doen functioneren van een huishouding alsmede ten behoeve van de verantwoording welke daarover moet worden afgelegd. Afschrijven Het op methodische wijze ten laste van de exploitatie brengen van een investering in (een) kapitaalgoed(eren). Afschrijving Het bedrag van waardevermindering in de boekhouding van (een) kapitaalgoed (eren). Afvalstoffenheffing Belasting welke van de bewoners en bedrijven wordt geheven, ter dekking van de kosten van het ophalen en verwerken van afval. Algemene middelen Gelden die de gemeenten vrij kan besteden met inachtneming van wet- en regelgeving, voornamelijk de algemene uitkering en belastingen. Algemene reserve Eigen vermogensbestanddeel waaraan geen bijzondere bestemming is gegeven. De algemene reserve is (doorgaans voor een te bepalen deel) onderdeel van de weerstandscapaciteit. Algemene uitkering Rijksuitkering aan de gemeenten uit het gemeentefonds, verdeeld via verdeelmaatstaven. Apparaatskosten Kosten gemaakt om de gemeentelijke organisatie in stand te houden en te laten functioneren. Artikel 213a verordening Raadsbesluit, gebaseerd op artikel 213a van de Gemeentewet (verordening) bevattende uitgangspunten voor het door het college te verrichten onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. Zie ook verordening 213a. Autorisatiefunctie
215
Door het budgetrecht van de raad is alleen de raad bevoegd het college te autoriseren tot het doen van uitgaven en het aangaan van verplichtingen. Autoriseren Het (door het vaststellen van de begroting) door de raad machtigen van het college tot het doen van uitgaven en het aangaan van verplichtingen.
B Balans Een overzicht van de bezittingen, vreemd en eigen vermogen (activa en passiva) van de gemeente op een bepaald moment. De balans is onderdeel van de jaarrekening. De balans geeft aan waarin is geïnvesteerd en hoe deze investeringen zijn gefinancierd. Zowel de activa als het vermogen kunnen verder worden onderverdeeld. Baten Inkomsten die aan een periode zijn toegerekend. De baten in een begrotingsjaar zijn inkomsten die in dat jaar of een ander jaar hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden, maar die op het begrotingsjaar betrekking hebben, omdat hetzij de uitvoering van een taak die tot opbrengsten leidde in het begrotingsjaar plaatsvond, hetzij omdat het voordeel in het begrotingsjaar plaatsvond. De definitie van baten omvat zowel opbrengsten als andere voordelen. Zie ook lasten. Baten en lasten, overzicht van Inzichtelijke weergave van baten en lasten per programma. Dit overzicht vervult een functie bij de autorisatie van de baten en lasten en dient daarom integraal te zijn, dat wil zeggen dient alle baten en lasten zoals opgenomen in het programmaplan te bevatten. Baten-en lastenstelsel Een begrotingssysteem dat inhoudt dat alle ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben. Baten, incidentele Baten die bij ongewijzigd beleid en omstandigheden voor maximaal drie jaar vaststaan Baten, structurele Baten die bij ongewijzigd beleid en omstandigheden voor meer jaren, in ieder geval meer dan drie jaar, vast liggen. BBV Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Bedrijfsvoering De activiteiten om beleid te kunnen ontwikkelen en uitvoeren. Vaak deelt men ze in naar: personeel, informatie, automatisering, communicatie, organisatie, financieel beheer en facilitaire diensten. Begroting Een door de raad vastgesteld document dat aangeeft welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, welke activiteiten ter realisatie daarvan moeten worden ondernomen, hoeveel middelen met de realisatie daarvan zijn gemoeid en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn. Begroting, financiële De financiële begroting is onderdeel van de begroting en gaat met name in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit zowel het overzicht van baten en lasten en toelichting als de uiteenzetting van de financiële positie en toelichting. Begroting, ontwerp De opgestelde begroting voor een bepaald begrotingsjaar die aan de raad wordt voorgelegd ter vaststelling. Begrotingsevenwicht Geraamde baten en lasten in de begroting zijn gelijk; het begrotingssaldo (resultaat) na bestemming van reserves is nul. Begrotingsevenwicht, structureel De situatie waarin, op basis van bestaand beleid, tenminste het laatste jaar van de meerjarenraming materieel in evenwicht is. Begrotingsproces Voorbereiden, vaststellen, uitvoeren van de begroting en de verantwoording erover in de jaarrekening en jaarverslag. Behoedzaamheidreserve Een gedeelte van de algemene uitkering uit het gemeentefonds, dat vooralsnog niet tot uitkering komt wegens een onverwachte onderuitputting op de rijksuitgaven. Belasting Wettelijk gedwongen bijdrage van particulieren of bedrijven aan de overheid waar tegenover geen rechtstreekse individuele prestatie van de overheid staat.
216
Belastingcapaciteit Maximumopbrengst die een gemeente met belastingheffing kan realiseren. Belastingcapaciteit (resterende) Het verschil tussen de belastingopbrengst op grond van artikel 12 van de Financiële-verhoudingswet en de in de begroting geraamde belastingopbrengst. Beleidsbegroting Het onderdeel van de begroting waar in het beleid en de activiteiten worden aangegeven. De beleidsbegroting gaat met name in op de (doelstellingen) van de programma’s en via de zogenoemde paragrafen op belangrijke onderdelen van het beheer. De beleidsbegroting bestaat uit 1) het programmaplan en 2) de paragrafen. Bestemmingsreserve Door de raad voor een specifiek doel gereserveerde middelen. Is een onderdeel van het eigen vermogen. Zolang de raad de bestemming kan veranderen is er sprake van een vrij aanwendbare (bestemmings)reserve. Een deel van de bestemmingsreserves kan niet vrij aanwendbaar zijn als sprake is van ‘dekkingsreserves’ of andere reeds bestaande verplichtingen. Bestuurlijk belang Een bestuurlijk belang heeft een gemeente wanneer zij een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als ze een stemrecht heeft. BTW-compensatiefonds Rijksfonds waar de gemeenten een bepaald deel van de door hen betaalde BTW kunnen terugvorderen. Budgetrecht Het recht van de raad om het college de bevoegdheid te geven voor het doen van uitgaven en het aangaan van verplichtingen.
C Clusters (in gemeentefonds) Beleidsmatige indeling van het verdeelstelsel van het gemeentefonds. Het betreft gemeentelijke taakgebieden waaraan gelijksoortige gemeentelijke lasten en baten op functieniveau worden toegerekend. Cofinanciering Overeenkomst waarbij overheden en eventueel bedrijven afspraken maken over de gezamenlijke financiering van een investering.
D
Deelneming Een participatie in een besloten of naamloze vennootschap, waarin de provincies onderscheidenlijk gemeente aandelen heeft. Dekking Houdt in dat bij nieuwe initiatieven ook is aangegeven op welke wijze nieuwe lasten door baten worden afgedekt. Dekkingsmiddelen Middelen die worden aangewend om de lasten in de begroting op te vangen. Doelmatigheid Het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. Doelmatigheid wordt ook wel efficiëntie genoemd. Doeltreffendheid De mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald. Een ander woord voor doeltreffendheid is effectiviteit. Doeluitkering Vergoeding van andere overheidslichamen (veelal het Rijk) bestemd voor een vooraf bepaald en voorgeschreven doel. Een andere benaming is specifieke uitkering. Dotaties Toevoegingen aan reserves en voorzieningen. Toevoegingen aan reserves vinden plaats na resultaat voor bestemming (via mutaties reserves). Toevoegingen aan voorzieningen vinden plaats ten laste van het functionele programma (voor resultaat voor bestemming).
E Efficiency Zie doelmatigheid Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de jaarrekening. Het bedoelde resultaat wordt afzonderlijk opgenomen als onderdeel van het eigen vermogen (zie art 42 BBV). Exploitatie De bedrijfseconomische baten en lasten van alle gemeentelijke taken die tot uitdrukking komen in de begroting, de meerjarenraming en de jaarrekening.
217
F Financieel belang Een gemeente heeft een financieel belang indien de middelen die deze ter beschikking stelt, verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. Financieel beleid Het financiële beleid omvat de uitgangspunten voor de financiële functie. In de eerste plaats zijn dat de algemene uitgangspunten en doelen voor de uitoefening, organisatie en werking van de financiële functie en de daarbij behorende informatie voorziening. Ten tweede gaat het specifiek om uitgangspunten die de budgettaire ruimte beïnvloeden. Artikel 212 van de Gemeentewet noemt in dat verband drie onderwerpen: richtlijnen voor de financieringsfunctie, de regels voor waardering en afschrijving van activa en de grondslagen voor de berekening van de tarieven, heffingen en prijzen die de gemeenten heffen. Financieel toezicht Toezicht door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of provincie op het structureel in evenwicht zijn van de begroting en de jaarrekening van de provincie respectievelijk de gemeente, zowel inhoudelijk als procedureel. Financiële positie Het vermogen van gemeenten in relatie tot de exploitatie, met inachtneming van de risico’s. Belangrijk daarbij is dat het bij de financiële positie uitdrukkelijk gaat om het beeld van de financiën van de gemeente in het recente verleden (rekeningen), over het begrotingsjaar en de daarop volgende jaren (meerjarenraming). Financiering De wijze waarop (geld) middelen worden ingezet om activa aan te schaffen. Financiering kan met eigen financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) geschieden dan wel met externe financieringsmiddelen (opgenomen geldleningen). Financieringstekort- en overschot Als het totaalbedrag van de financieringsmiddelen kleiner is dan het totaalbedrag van de nog niet afgeschreven investeringen dan is er sprake van een financieringstekort; is het omgekeerde het geval dan is er sprake van een financieringoverschot.
G Gemeentefonds Het gemeentefonds is een begrotingsfonds met het karakter van algemene middelen dat wordt beheerd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister van Financiën. Bij wet wordt ten aanzien van ieder uitkeringsjaar een bedrag aan middelen van het Rijk ten behoeve van het gemeentefonds afgezonderd. De jaarlijkse ontwikkeling van het gemeentefonds is momenteel gekoppeld aan de jaarlijkse ontwikkeling van de netto gecorrigeerde rijksuitgaven (samen de trap op, samen de trap af). Gemeentelijke belastingen De belastingen die limitatief in de Gemeentewet zijn vermeld. Gemeentelijke inkomstenbronnen Algemene en specifieke middelen (gelden) die de gemeente gebruikt om haar taken te bekostigen. Grondbeleid, actief Grondbeleid waarbij de gemeente grond koopt, bouwrijp maakt en verkoopt voor eigen rekening en risico. Grondbeleid, passief Gemeente stelt alleen bepaalde voorwaarden en laat de grondexploitatie zelf aan de marktsector over. Grondexploitatie Een plan van het organisatie onderdeel belast met de verwerving en exploitatie van bouwgronden binnen de gemeente voor een bepaald gebied.
I Indemniteitsprocedure Indexeren Aanpassing van bedragen vanwege waardevermindering als gevolg van inflatie. Inflatie Waardevermindering van het geld. Het teruglopen van de koopkracht van het geld. Investering Het vastleggen van vermogen in een object waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Investeringen, levensduurverlengende Investeringen die worden gepleegd ten behoeve van een bestaand actief en expliciet leiden tot een substantiële levensduurverlenging van betreffend actief. Bijvoorbeeld: het renoveren van een gebouw of het impregneren van een kademuur. Investeringen met een economisch nut Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn (er een markt voor is) en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of prijzen.
218
Investeringen met een maatschappelijk nut Investeringen die geen economisch nut opleveren (geen middelen genereren en/of verhandelbaar zijn) bijvoorbeeld in de openbare ruimte zoals wegen, parken en water. Investeringen in activa die geen opbrengsten genereren maar wel noodzakelijk zijn. Deze investeringen komen bij voorkeur direct in zijn geheel ten laste van de exploitatie. Het is wel toegestaan om deze investeringen te activeren maar daarbij moet de periode van activeren zo kort mogelijk zijn en gemaximeerd aan de levensduur van het actief.
K Kadernota Een in het voorjaar door de raad vastgestelde nota, waarin de kaders en uitgangspunten van de begroting voor het komende jaar worden aangegeven. Bij de behandeling van die nota houden de raadsfracties hun algemene beschouwingen. Kapitaalgoederen Goederen die gedurende meerdere jaren nut geven zoals wegen, gebouwen en riolen. Kapitaallasten De rente- en afschrijvingslasten van de investering in (een) kapitaalgoed(eren). Kasgeldlimiet Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar. Kosten, indirect Kosten van de organisatie die aanwijsbaar verband houden met activiteiten tijdens de vervaardiging en die de vervaardiging mogelijk maken. Kosten, direct Kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Kwijtschelding Opheffen van de invordering van bijv. een gemeentelijke belasting, omdat de belastingplichtige voldoet aan de kwijtscheldingsregel die de raad vastgesteld heeft.
L Lasten Lasten zijn uitgaven welke aan een periode zijn toegerekend. De lasten in een begrotingsjaar zijn de uitgaven die in dat jaar of in een ander jaar hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden, maar die op het begrotingsjaar drukken, omdat hetzij de uitvoering van een taak die zal leiden tot kosten in het begrotingsjaar plaatsvond, hetzij omdat het verlies in het begrotingsjaar plaatsvond. Lasten, incidentele Lasten die zich bij ongewijzigd beleid en omstandigheden gedurende maximaal 3 jaar voordoen.
M Materiele activa Investeringen met een meerjarig economisch nut of met een meerjarig maatschappelijk nut. Materieel begrotingsevenwicht De situatie waarin, uitgaande van het bestaand beleid en inclusief nieuw aanvaard beleid: - alle structurele lasten ten minste worden gedekt door structurele baten - en incidentele lasten worden gedekt door incidentele baten (waaronder onttrekkingen aan de algemene reserve). In deze situatie mogen incidentele lasten wel door structurele baten worden gedekt en dienen de ramingen, gelet op onder meer de paragrafen en de uiteenzetting van de financiële positie, reëel te zijn. Zie ook formeel begrotingsevenwicht. Meerjarenraming Een meerjarenraming is een begrotingsraming voor ten minste drie op het begrotingsjaar volgende jaren. Wordt bij de jaarbegroting aan de raad aangeboden en behandeld. Is ook een hulpmiddel voor het begrotingstoezicht. De meerjarenraming bestaat uit zowel bestaand als nieuw beleid. Meicirculaire Circulaire over de verdeling van het gemeentefonds voor vooral het komende begrotingsjaar en de drie jaren erna. De meicirculaire bevat ook informatie over het lopende jaar. Verschijnt meestal in mei, maar in ieder geval voor 1 juli.
N Nota grondbeleid Door de gemeenteraad vastgestelde nota inhoudende (beleids)uitgangspunten ten aanzien van alle elementen die in de paragraaf grondbeleid aan de orde moeten komen. Zie paragraaf grondbeleid. Nota lokale heffingen
219
Door de gemeenteraad vastgestelde nota inhoudende (beleids) uitgangspunten ten aanzien van alle elementen die in de paragraaf lokale heffingen aan de orde moeten komen. Zie paragraaf lokale heffingen. Nota verbonden partijen Door de gemeenteraad vastgestelde nota, inhoudende (beleids) uitgangspunten ten aanzien van alle elementen die in de paragraaf verbonden partijen aan de orde moeten komen. Zie paragraaf verbonden partijen. Nota weerstandsvermogen Door de gemeenteraad vastgestelde nota, inhoudende (beleids) uitgangspunten ten aanzien van alle elementen die in de paragraaf weerstandsvermogen aan de orde moeten komen. Zie paragraaf weerstandsvermogen.
O Onderhoud Uitvoering van preventieve dan wel correctieve maatregelen om een object in goede staat (op een vooraf bepaald kwaliteitsniveau) te houden of te brengen. Onderhoud valt uiteen in groot onderhoud en klein onderhoud. Groot onderhoud is onderhoud van veelal ingrijpende aard, ook wel lang-cyclisch onderhoud genoemd. Klein onderhoud is het onderhoud van geringe omvang dat veelal met een zekere regelmaat terugkeert, ook wel kort-cyclisch onderhoud genoemd. Het essentiële verschil met investeringen is dat onderhoud maatregelen betreft die de geplande levensduur niet verlengen. Onderhoud, groot Onderhoud betreft de uitvoering van preventieve dan wel correctieve maatregelen om het kapitaalgoed (gedurende de levensduur) in goede staat te houden of te brengen. Onderhoud valt uiteen in groot onderhoud en klein onderhoud. Onder groot onderhoud wordt verstaan onderhoud van veelal ingrijpende aard dat over een (groot) deel van het kapitaalgoed wordt uitgevoerd. Klein onderhoud is het onderhoud dat in het eerste of het lopende planjaar over een klein gedeelte van het kapitaalgoed wordt uitgevoerd. Onderhoud betreft maatregelen die de levensduur van het kapitaalgoed niet verlengen. Onderhoudskosten kunnen niet worden geactiveerd, maar dienen (jaarlijks) ten laste van de begroting te worden gebracht. De kosten van groot onderhoud kunnen vooraf via een jaarlijkse storting in een voorziening ex artikel 44 van het BBV over de totale levensduur worden uitgesmeerd. Onderhoudsplannen Planning van het onderhoud van kapitaalgoederen met aandacht voor tijd, kwaliteit en geld. Onderuitputting Achterblijven van de feitelijke lasten bij de in de begroting opgenomen bedragen. Onttrekkingen Beschikken over de reserves ten gunste van het resultaat. Onvoorzien Verplicht te ramen bedrag op de begroting voor het opvangen van onontkoombare en onuitstelbare uitgaven die ten tijde van het opstellen van de begroting nog niet worden voorzien. Het is een post waarop nooit rechtstreeks betalingen mogen worden gedaan. Openbare ruimte De publiekelijk toegankelijke ruimte die gevormd en begrensd wordt door de bebouwde ruimte. Overhead Organisatiekosten die niet rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan de producten van de organisatie, zoals lasten management, ICT, P&O, facilitaire zaken, kosten van de accountant, fiscalist en advocaat, leasekosten, energiekosten, verzekeringen.
P Paragrafen Door het BBV voorgeschreven onderdelen van de beleidsbegroting waarin onderwerpen (zie hierna) van belang voor het inzicht in de financiële positie worden behandeld. De paragrafen bevatten de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en de lokale heffingen en vallen daarom onder de beleidsbegroting. Via deze paragrafen dient de raad ook hier nadrukkelijk zelf de beleidsuitgangspunten vast te stellen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting. Er zijn zeven verplichte paragrafen. In de paragrafen kunnen bedragen worden genoemd maar ze worden niet apart geautoriseerd. Het gaat in de paragrafen om de beleidslijnen van beheersmatige aspecten die belangrijk zijn, financieel, politiek of anderszins. De paragrafen zijn onderdeel van zowel de beleidsbegroting als het jaarverslag. Paragraaf bedrijfsvoering Verplicht onderdeel van de beleidsbegroting dat ten minste inzicht geeft in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Paragraaf financiering Verplicht onderdeel van de beleidsbegroting met in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Paragraaf grondbeleid Verplicht onderdeel van de beleidsbegroting dat tenminste de visie bevat op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de in de begroting opgenomen programma’s, de wijze waarop dat beleid wordt uitgevoerd, de onderbouwing van de geraamde winstneming, een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de
220
totale grondexploitatie en de beleidsuitgangspunten over de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken. Paragraaf lokale heffingen Verplicht onderdeel van de beleidsbegroting met uitgangspunten voor de heffing van belastingen en rechten, de lokale lastendruk en de kwijtschelding. Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen Verplicht onderdeel van de beleidsbegroting met uitgangspunten voor het in stand houden van kapitaalgoederen. Er wordt van de kapitaalgoederen in elk geval aangegeven het beleidskader, de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties en de vertaling van de financiële consequenties in de begroting. Paragraaf verbonden partijen Verplicht onderdeel van de beleidsbegroting dat tenminste de visie bevat op de verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting en de beleidsvoornemens omtrent de verbonden partijen. Paragraaf weerstandsvermogen Verplicht onderdeel van de beleidsbegroting over de weerstandscapaciteit, waarover de gemeente kan beschikken om niet begrote kosten te dekken en de risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiele betekenis kunnen zijn in relatie met de financiële positie. De paragraaf bevat tenminste een inventarisatie van de weerstandscapaciteit, een inventarisatie van de risico’s en het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s. Zie ook weerstandsvermogen. Passiva Vermogensbestanddelen (eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (voorzieningen en schulden)) Passiva, overlopende Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren en overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen. Planning en control Het sturen en beheersen, benaderd vanuit een systeem waarin de bestaande planningsinstrumenten zijn ingebed. Planning en controlcyclus Via plannen sturing geven aan het beleid en beheer en beheersen, waarbij de planning en control zich voltrekt in één cyclus. Programma Een samenhangend geheel van producten, activiteiten en geldmiddelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren gekoppeld zijn. Programmaplan Het programmaplan bevat per programma de beoogde maatschappelijke effecten, de wijze waarop die effecten bereikt zullen worden, de raming van baten en lasten (de zogenaamde drie W-vragen: wat willen we bereiken, wat gaan we daarvoor doen, wat mag het kosten). Het onderdeel van de beleidsbegroting waarin per programma expliciet wordt ingegaan op de maatschappelijke effecten, de wijze waarop ernaar gestreefd zal worden die effecten te verwezenlijken en de raming van baten en lasten. Het programmaplan omvat de te realiseren programma’s, het overzicht algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien.
R Rechten Ook wel retributies genoemd, zijn betalingen die de overheid krachtens algemene regels vordert ter zake van een concrete door haar in haar functie als zodanig individueel bewezen dienst. Er is daarom een direct aanwijsbare contraprestatie van de overheid van belang. Deze contraprestatie kan bestaan uit een product of dienst. Retributies worden onderscheiden in gebruiksrechten, genotsrechten en (gemeentelijke) vermakelijkheidsrechten. Renteomslag Een berekeningsmethodiek waarbij de totale netto rentekosten van zowel de vreemde als de eigen financieringsmiddelen worden omgeslagen over de totale investeringen. Renterisiconorm Het gestelde kader om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen, dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassingen en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. De renterisiconorm wordt berekend door een vastgesteld percentage te vermenigvuldigen met de totale vaste schuld bij aanvang van het begrotingsjaar en de daarop volgende drie jaar. Reserves Bestanddelen van eigen vermogen die zijn ontstaan door bestemming van overschotten of planmatig zijn bestemd.
221
Reserves, stille Het verschil tussen de actuele waarde en de boekwaarde, waarbij de eerste materieel hoger uitvalt dan via de tweede. Stille reserves kunnen onderdeel uitmaken van de weerstandscapaciteit. Resultaat Saldo van baten en lasten in de begroting of de jaarrekening. Resultaat na bestemming Het resultaat voor bestemming plus de toevoegingen aan de reserves minus de onttrekkingen aan de reserves. Resultaat voor bestemming Saldo van baten en lasten van de programma’s, de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien bij de begroting. Het resultaat voor bestemming is bij de jaarrekening hetzelfde, maar dan zonder onvoorzien. Risico’s Kans op gevaar of schade met financieel gevolg van substantiële omvang. Risicobeheer Systematisch in kaart brengen van de risico’s en het treffen van maatregelen om de (financiële) gevolgen te minimaliseren en/of op te kunnen vangen. Risicomanagement De gestructureerde beheersing van het risico dat een organisatie om financiële dan wel niet- financiële redenen de beleidsdoelen niet of niet volledig realiseert dan wel slechts met niet-begrote kosten en/of niet binnen de geplande tijd.
S Single information Single audit Geen aparte verantwoording over specifieke uitkeringen maar gebruikmaken van het eigen jaarverslag en gebruikmaken van de reguliere controle van de jaarrekening door de accountant. SiSa Afkorting van Single information Single audit Solvabiliteit De verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Een toename van deze ratio geeft aan dat de gemeente minder afhankelijk wordt van vreemd vermogen. Tevens zegt deze verhouding iets over de mate waarin de gemeentebegroting gevoelig is voor rente ontwikkeling. Specifieke middelen Middelen te besteden aan een specifiek omschreven taak, dus niet vrij besteedbaar, zoals algemene uitkeringen en “rechten”. Specifieke uitkeringen Vergoeding van andere overheidslichamen (veelal het Rijk) bestemd voor een vooraf bepaald en voorgeschreven doel. Een andere benaming is doeluitkering. Subsidie Niet vrij te besteden bedrag maar is gekoppeld aan activiteiten waarover achteraf in enigerlei vorm verantwoording moet worden afgelegd; de subsidiegever wil achteraf weten hoe het geld is besteed en welke effecten daarmee zijn bereikt.
T Taakstelling Vaak gebruikte omschrijving voor de opdracht tot bezuinigingen, terwijl (nog) geen concrete maatregelen zijn genomen. Tegenvaller Onverwachte (niet begrote) stijging van lasten en/of daling van baten. Toezicht, repressief De toezichtsvorm die van toepassing is als de begroting niet onder het imperatief of het facultatieve preventieve toezicht valt. De begroting en de begrotingswijzigingen krijgen rechtskracht zonder afhankelijk te zijn van een besluit tot goedkeuring. Toezichthouder (financieel) Het bestuursorgaan dat op grond van enige wettelijke bepaling is belast met het toezicht op de financiën van een openbaar lichaam. Gedeputeerde staten is op grond van artikel 203 e.v. van de Gemeentewet belast met het toezicht op het structureel sluitend zijn van de begroting en jaarrekening van de gemeente. Treasury Engelse term voor het vakgebied rond in- en uitgaande geldstromen, en hun kosten, opbrengsten en risico’s. Ook het organisatie onderdeel belast met treasury.
U Uitgaven De kosten worden toegerekend aan de periode waarin ze worden betaald. Uitkering
222
Een inkomensoverdracht waarvoor geldt dat over de besteding achteraf geen verantwoording moet worden afgelegd.
V Vaste schuld Schuld met een looptijd van minimaal 1 jaar. Verantwoording Informatie van het college aan de raad in de vorm van de jaarstukken over of en hoe de gestelde doelen zijn gerealiseerd en wat dit heeft gekost. Verbonden partijen Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Voor het hebben van een financieel belang is het niet per se nodig dat de gemeente een bedrag ter beschikking stelt aan de verbonden partij. Zij heeft ook een financieel belang indien financiële problemen bij de verbonden partij op de gemeente kunnen worden verhaald. Verdeelmaatstaven Maatstaven ter verdeling van de algemene uitkering die rekening houdt met kostenverschillen door sociale en fysieke structuur en centrumfunctie en met de mogelijkheid om eigen inkomsten te genereren. Vervangingsinvesteringen Sloop en vervanging van een deel van een object, inclusief maatregelen ter verbetering van het functioneren van het bestaande object. Voorzieningen Afgezonderde vermogensbestanddelen (vreemd vermogen) die gevormd worden wegens a) verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten; b) risico’s waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten; c) fluctuaties in kosten (gelijkmatige verdeling van kosten) op te vangen; d) nog niet bestede middelen die specifiek besteed moeten worden, voor zo ver zijnde bijdragen van andere overheidslichamen. Vreemd vermogen Betreft bestaand verplichtingen van de gemeente die voortkomen uit gebeurtenissen in het verleden, waarvan de afwikkeling naar verwachting resulteert in een uitstroom van middelen uit de gemeente. Vreemd vermogen van gemeenten kan worden onderverdeeld in vaste en vlottende schulden, voorzieningen en overlopende passiva.
W Weerstandscapaciteit Bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de provincie of gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Weerstandscapaciteit (incidenteel) Het vermogen om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. De middelen die dat vermogen bepalen zijn: de algemene reserve en de reserves waaraan de raad een bestemming heeft gegeven die kan worden gewijzigd de in de begroting opgenomen ramingen voor onvoorziene uitgaven voor zover hier nog geen bestemming aan is gegeven het incidentele rekeningsaldo dat nog niet aan de algemene reserve is toegevoegd de stille reserves, voor zover deze op korte termijn materieel te maken zijn. Weerstandscapaciteit (structurele) Het vermogen om onverwachte tegenvallers structureel in de lopende begroting op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. De middelen die dat vermogen bepalen zijn: de resterende belastingcapaciteit de in de begroting opgenomen ramingen voor structurele (dus cumulatief geraamde) onvoorziene uitgaven voor zover hier nog geen bestemming aan is gegeven het structurele rekeningsaldo voor zover nog niet in de begroting verwerkt. Weerstandsvermogen Is de omvang van de weerstandscapaciteit in relatie tot de geïnventariseerde risico’s.
223
5.14 Kerngegevens A. Sociale structuur Inwoners
1-1-2006
1-1-2007
1-1-2008
1-1-2009
1-1-2010
140.260
141.368
142.857
144.043
145.334
8.718 24.922 86.539 20.081 15,5%
8.542 25.370 86.999 20.457 16,0%
8.480 25.618 87.842 20.917 16,5%
8.421 25.841 88.285 21.496 17,0%
8.343 26.188 88.762 22.041 17,4%
94.418
95.137
96.128
96.642
10% 5,6% 3% 2,5%
10,5% 5,5% 3% 2,4%
10% 3,8% 2,6% 1,9%
9,1% 3,7% 2,5% 1,4%
97.277 6,6% 5,1% 2,4% 2,6%
2.824
2.866
2.499
2.389
2.311
110
81
27
39
50
494
475
476
479
499
Aantal werkzame personen naar sectoren in % van totaal aantal werkzame personen
Medio 2006
Medio 2007
Medio 2008
Medio 2009
Medio 2010
Totaal aantal werkzame personen landbouw industrie bouw Handel, horeca, recreatie en reparatie vervoer en communicatie zakelijke diensten niet-commerciële diensten
48.747 1% 18% 10% 20% 6% 18% 27%
48.882 1% 17% 10% 20% 6% 16% 30%
50.726 1% 16% 11% 19% 6% 19% 28%
52.195 1% 16% 11% 18% 6% 20% 28%
52.640 1% 16% 10% 20% 6% 18% 29%
100%
100%
100%
100%
100%
B. Fysieke structuur Gebruik gronden in % van totaal oppervlakte
2000
2006
2008
2010
Totaal oppervlakte in hectare: Landbouw Recreatie Bebouwd Water
8.305 43% 5% 26% 11%
8.320 38% 5% 32% 12%
8.304
Bossen en natuurlijk terrein Overig
6% 10%
5% 9%
6% 5%
8.302 43% 5% 31% 11% 6% 5%
Totaal aantal inwoners 0 - 4 jaar 5 – 19 jaar 20 – 65 jaar 65 en ouder Aandeel niet westerse allochtonen als % totale bevolking Sociaal economische gegevens in % van de bevolking van 15-64 jaar Totale bevolking 15-64 jaar Arbeidsongeschiktheid Werkloosheid (niet werkende werkzoekenden) Bijstandsgerechtigden WW-uitkeringen Periodiek bijstandsgerechtigden Wet Werk en Bijstand (WWB) Inkomensvoorzieningen Oudere Arbeidsongeschikten Werknemers en Zelfstandigen (IOAW/IOAZ) Aantal tewerkgestelde inwoners in de sociale werkgemeenschappen
totaal
43% 5% 31% 11%
224
Lengte van wegen (in km)
2006
Totaal
580
Gemeentelijke en waterschapswegen
537
Provinciale wegen
27
Rijkswegen
16
Woningvoorraad Aantal woningen Aandeel huurwoningen Aandeel koopwoningen Woonschepen Woonwagens
1-1-2007
2007 580 537 27 16
2008 588 538 27 16
2009 593 550 27 16
1-1-2008 1-1-2009
1-1-2010 63.422 46,7% 53,3% 199* 23*
61.170 50% 50% 265 69
61.516 50% 50% 232 59
Rekening 2008
Rekening 2009
-10.712
-10.622
22.062
15.645
-137.249
-142.223
62.196 47% 53% 191 80
* voorlopig cijfer op basis van GBA 1-1-2010
C. Financiële kerngegevens (Bedragen x € 1.000) Saldo lasten en baten Algemene reserves Inkomsten gemeentefonds opbrengst OZB
-24.184
-25.306
Omvang gemeentebegroting
453.634
470.659
Begroting Begroting 2010 2011
0 16.456 -163.145 -26.156 409.488
0 16.456 -158.381 -26.960 397.525
Bronnen: Team Onderzoek & Statistiek, CBS, Vestigingenregister, UWV, CWI, Backoffice Sociale Zaken, Jaarverslag Baanstede, WOZ (bewerking O&S), GBA (bewerking O&S)
225