Programmabegroting 2012 - 2015
Programmabegroting 2012 - 2015
Inhoudsopgave 1. Inleiding Algemeen Status voorliggende begroting Indeling begroting Opzet begroting 2.
Inhoudsopgave
Bladzijde 3 4 4 5 5
Financiële positie Financiële positie in de afgelopen jaren Algemeen Begrotingskaders 2012-2015 Financiële uitgangspunten Nieuwe beleidsvoornemens/budgetuitbreidingen Investeringen Bezuinigingstaakstelling Resultaten begroting 2012-2015 Lastendruk Algehele financiële positie Kerntakendiscussie
7 8 9 10 10 11 13 13 13 15 15 18
3. Programmaplan Programma 1 - Bestuurlijke zaken Programma 2 - Veiligheid en handhaving Programma 3 - Dienstverlening Programma 4 - Ruimte, cultuurhistorie, monumenten en natuur Programma 5 - Wmo, sociale zaken en minimabeleid Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid Programma 7 - Onderwijs(huisvesting), jeugdbeleid en kinderopvang Programma 8 - Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur Programma 10 - Verkeer en (openbaar) vervoer Programma 11 - Beheer openbare ruimte Programma 12 - Middelen en ondersteuning
21 22 29 35 41 51 59 72 82 91 100 104 112
4. Recapitulatie Recapitulatie totale lasten en baten
125 126
5. Paragrafen Paragraaf lokale heffingen Paragraaf weerstandsvermogen Paragraaf financiering Paragraaf bedrijfsvoering Paragraaf verbonden partijen Paragraaf grondbeleid
129 131 141 157 167 177 207
6. Bijlage Overzicht specificatie van de baten en lasten per beheerproduct
217 218
Programmabegroting 2012 - 2015
Inhoudsopgave
Programmabegroting 2012 - 2015
Inleiding
Inleiding
Programmabegroting 2012 - 2015
Inleiding
Algemeen Hierbij bieden wij u de programmabegroting 2012 - 2015 aan. Deze begroting is gebaseerd op het collegeprogramma 2010 - 2014 “SamenWerk in Uitvoering”. Naast de voortzetting van het bestaande beleid zijn in deze begroting ook de in het collegeprogramma opgenomen taakstellende bezuinigingen verwerkt. Verder zijn de in de kadernota 2012 - 2015 opgevoerde financiële verplichtingen voor de korte en de middellange termijn verwerkt en is, voor zover mogelijk, rekening gehouden met zaken die onvermijdelijk op ons af komen. De in de kadernota opgevoerde financiële kaders ten behoeve van de opstelling van de meerjarenbegroting 2012 - 2015 hebben als basis gediend voor de opstelling van de begroting. Bij de vaststelling van de kadernota is besloten de daarin beschreven financiële positie te hanteren als uitgangspunt voor de kerntakendiscussie. Deze kerntakendiscussie, die in het collegeprogramma is opgenomen als onderdeel van het in deze collegeperiode te voeren financiële beleid, is medio dit jaar opgestart. Zoals hiervoor al is aangegeven zijn de in de kadernota opgevoerde noodzakelijk geachte budgetaanpassingen verwerkt in de conceptbegroting 2012 - 2015. Dat betekent dat de conceptbegroting in elke jaarschijf een aanzienlijk tekort vertoont. Dit tekort dient te worden gedekt uit het resultaat van de kerntakendiscussie. Op basis van de huidige stand van zaken gaan wij er van uit dat dit op het moment van de behandeling van de begroting nog niet beschikbaar is. Ter handhaving van het huidige repressieve toezicht is het nodig een sluitende begroting aan te bieden aan de provincie. Om aan dit uitgangspunt te kunnen voldoen hebben wij voor 2012 een alternatief dekkingsmiddel moeten inzetten. Wij stellen voor het voor 2012 en 2013 berekende tekort te dekken door doortrekking van de voor het sluitend maken van het resultaat op de Voorjaarsnota 2011 opgevoerde bezuinigingen. De te genereren opbrengst daarvan is berekend op € 2.210.000 voor 2012 en € 1.948.000 voor 2013. Voor de jaren daarna hebben wij een stelpost kerntakendiscussie opgevoerd ter grootte van het berekende begrotingstekort. Bij het beschikbaar komen van het resultaat van de kerntakendiscussie kan er, indien gewenst, een uitwisseling plaatsvinden tussen de voor 2012 en 2013 opgevoerde budgetaanpassingen. In verband met de sterke afname van de financiële middelen is bij de opstelling van de begroting 2011 - 2014 terughoudend omgegaan met het opnemen van budgetbijstellingen. In het licht van de nog te voeren kerntakendiscussie is deze lijn doorgetrokken naar de thans voorliggende meerjarenbegroting 2012 - 2015. Wij achten het niet wenselijk u enerzijds voorstellen te doen over gewenste en noodzakelijke budgetverhogingen, terwijl wij anderzijds worden geconfronteerd met het kritisch doorlichten van het tot op heden gevoerde beleid. Onder het onderdeel “Financiële positie” gaan wij nader in op het begrotingsresultaat en de verklaring daarvan.
Status voorliggende begroting In verband met het ontbreken van de uitkomst van de kerntakendiscussie dient deze begroting te worden gezien in samenhang met de afzonderlijk te presenteren resultaten daarvan. Op basis van de daarvoor opgestelde planning dienen de globale resultaten daarvan tijdig voor de begrotingsbehandeling bekend te zijn De in de begroting opgevoerde algemene uitkering is gebaseerd op de septembercirculaire 2011. Onduidelijk is nog welke consequenties de voorgenomen overheveling van de Wajong, de jeugdzorg en de AWBZ heeft voor onze begroting. Wel is in dat kader vastgesteld dat het gemeentelijk aandeel in deze decentralisatieoperatie maximaal € 15, - per inwoner mag bedragen. Voor onze gemeente bekent dat echter altijd nog een maximaal financieel nadeel van € 750.000 boven het resultaat van deze begroting. Deze geplande decentralisatie maakt onderdeel uit van het nog af te sluiten bestuursakkoord, waarover op dit moment nog geen overeenstemming is. 4
Programmabegroting 2012 - 2015
Inleiding
Door de opvoering van de in het collegeprogramma opgenomen taakstellende bezuiniging in de begroting 2011 is al een behoorlijk voorschot genomen op de te realiseren bezuinigingstaakstelling van € 7 miljoen structureel in 2015. Onder het onderdeel “Financiële positie” gaan wij nader in op het nog te verwachten effect daarvan voor onze begroting.
Indeling begroting De voorliggende begroting volgt de indeling die vorig jaar bij de aantreding van de raad in nieuwe samenstelling is doorgevoerd. Uitgangspunt daarbij is dat bij de toedeling van de programma’s aan de portefeuillehouders per programma één verantwoordelijke portefeuillehouder is aangewezen. Eenzelfde gedragslijn is gehanteerd bij de toedeling van de programma’s binnen de ambtelijke organisatie. De vorig jaar aangeboden begroting diende te worden gezien als een eerste aanzet naar een begroting die meer tegemoetkomt aan de wensen van de raad. Met name de mate van transparantie en een meer logische clustering van taakvelden vormden daarbij de aandachtpunten. In het kader van de verdere ontwikkeling van deze begroting zijn de aanvankelijk opgevoerde indicatoren tegen het licht gehouden. Daarbij is de aandacht vooral gericht op de relatie tussen de opgevoerde indicatoren en de mate van realisering van de doelstellingen/ambities. Verder zijn de voor de komende jaren voorgenomen activiteiten nader toegelicht. De huidige programmabegroting kent de volgende indeling: • • • • • • • • • • • •
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4 Programma 5 Programma 6 Programma 7 Programma 8 Programma 9 Programma 10 Programma 11 Programma 12 -
Bestuurlijke zaken Veiligheid en handhaving Dienstverlening Ruimte, cultuurhistorie, monumenten en natuur Wmo, sociale zaken en minimabeleid Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid Onderwijs, inclusief huisvesting, jeugdbeleid, kinderopvang Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur Verkeer en (openbaar) vervoer Beheer openbare ruimte Middelen en ondersteuning
Opzet begroting De programma’s vormen de basis van de programmabegroting. Daarnaast zijn er verplichte paragrafen. Het doel van deze paragrafen is om het beleid ten aanzien van een aantal belangrijke onderwerpen, die verspreid in de begroting staan, te bundelen in een kort overzicht en expliciet onder de aandacht van de gemeenteraad te brengen. Op die manier wordt bereikt, dat de gemeenteraad, via de paragrafen, de juiste informatie krijgt om de kaderstellende en controlerende rol óók op de beheersmatige aspecten waar te maken. Met andere woorden, de gemeenteraad kan bewust de kaders aangeven waarbinnen het college van burgemeester en wethouders de beleidsuitvoering vervult zonder dat de gemeenteraad die uitvoering in detail hoeft te volgen. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) schrijft in ieder geval de volgende 7 verplichte paragrafen voor: • Lokale heffingen; • Weerstandsvermogen; • Onderhoud kapitaalgoederen; • Financiering; • Bedrijfsvoering; • Verbonden partijen; 5
Programmabegroting 2012 - 2015
•
Inleiding
Grondbeleid.
Ter verhoging van het inzicht in de onder de programma’s opgevoerde budgetten is onder bijlage 1 een specificatie opgenomen van de totale lasten en baten per beheersproduct.
6
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
Financiële positie
7
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
Financiële positie in de afgelopen jaren In de kadernota 2012 – 2015 is uitgebreid ingegaan op de financiële positie van de gemeente in de eerste jaren na de herindeling. Mede als gevolg van de in 2008 uitgebroken financiële crisis zijn de aanvankelijke positieve geluiden over onze begroting omgeslagen in een aanmerkelijk minder rooskleurig perspectief. Daarin staan we echter niet alleen immers alle gemeenten hebben te maken met de gevolgen van de economische crisis. De Nederlandse gemeenten zijn weliswaar allemaal uniek, maar in de basis staan ze toch allemaal voor hetzelfde, namelijk de dienstverlening aan de klanten, in welke hoedanigheid dan ook. Ook binnen onze organisatie vormt dat een belangrijk aandachtspunt. In de kadernota is onze begrotingspositie globaal weergegeven in scheepstermen die in de aanvangsfase spraken van een schip dat op koers ligt, maar waarvan in 2010 moest worden geconstateerd dat we te maken hadden met tegenwind. In het eerste jaar na de herindeling zijn de vijf cijfermatige begrotingen van de heringedeelde gemeenten samengevoegd tot een begroting voor de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Dat wil zeggen dat de budgetten moesten worden omgevormd van de in de vijf individuele gemeenten beschikbare budgetten naar de voor de uitvoering van de beleidsvoornemens van de nieuwe gemeente benodigde budgetten. De aandacht richtte zich daarbij in deze beginfase nog in belangrijke mate op de inventarisatie van de feitelijke situatie en dan vooral de onderhoudssituatie van de openbare ruimte en de (sport)voorzieningen. Het vergde enige jaren voordat alles goed in beeld was. Daarna werd de vertaalslag gemaakt naar de gewenste situatie door de opstelling van diverse beheer- en onderhoudsplannen. Juist op het moment dat die in uitvoering moesten worden gebracht sloeg de economische recessie toe. Dat betekende dat we in plaats van ons te kunnen richten op het verder uitbouwen van het aanwezige voorzieningenniveau we te maken kregen met noodzakelijke bezuinigingstaakstellingen om de begroting in evenwicht te houden. Desondanks zijn er op diverse taakonderdelen in de afgelopen jaren behoorlijke inhaalslagen gepleegd. In dat verband noemen we de gefaseerde uitvoering van de sportnota, de vergroting van de bergingcapaciteit van het rioolstelsel, de reconstructie van een aantal wegen, de uitrol van de Wmo, de ontwikkeling van de Lange Dreef, de opstelling van het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan (GVVP), het speelplaatsenplan en onlangs het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) en het Integraal Huisvestingsplan onderwijs 2012 - 2020 (IHP). Daarnaast zijn we inhoudelijk betrokken bij enkele belangrijke ontwikkelingen die weliswaar van buiten op ons af komen, maar waar we als gemeente wel veel belang bij hebben, te weten de verbreding van de A12 en de ontwikkeling van het Stationsgebied. Door de afnemende financiële middelen moest er voor de uitvoering van een aantal opgestelde plannen een pas op de plaats worden gemaakt. De meest sprekende voorbeelden daarvan zijn het speelplaatsenplan, het GVVP en de Wmo. Daarnaast moesten we in de 2e helft van dit lopende begrotingsjaar terughoudend omgaan met de uitvoering van de begrotingsprogramma’s om het in de eerste maanden van dit jaar ontstane tekort weg te werken. Onze toekomstige begrotingspositie noodzaakt ons nog een stap verder te gaan en onze (kern)taken tegen het licht te gaan houden. Dat betekent dat onze aandacht zich niet langer enkel kan richten op het verder uitbouwen van ons voorzieningenniveau, maar in niet mindere mate op de omvang van ons takenpakket. Landelijk is een duidelijke trend waarneembaar van de op onderdelen terugtredende overheid Daarbij wordt de verantwoordelijkheid voor de instandhouding van het voorzieningenniveau in meerdere mate bij de inwoners gelegd. Deze trend is al enige tijd geleden in gang gezet, bijvoorbeeld bij het stelsel van de pensioenvoorzieningen. Ook onze gemeente lijkt niet te kunnen ontkomen aan deze ingezette gedragslijn. De lopende kerntakendiscussie zal hierop het antwoord moeten geven. Helder is dat bij dat alles het maatschappelijk veld dient te worden betrokken omdat daarop bij de uitvoering van onze plannen een groter beroep zal worden gedaan.
8
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
Algemeen De in de begroting opgevoerde budgetten zijn gebaseerd op de voortzetting van het bestaande beleid dat zijn grondslag vindt in het collegeprogramma 2010 - 2014 “SamenWerk in Uitvoering”. De uitvoering van het beleid wordt vormgegeven op basis van drie thema’s. Deze zijn: dienstverlening, dorpsgericht werken en duurzaamheid. Deze thema’s zijn afzonderlijk benadrukt in de betreffende programma’s. Bij de opgevoerde budgetten is rekening gehouden met de in het collegeprogramma neergelegde bezuinigingstaakstelling. Daarbij hebben wij op voorhand twee onderwerpen uitgesloten, te weten: het minimabeleid en de onderwijshuisvesting. De voor 2011 en 2012 opgevoerde bezuinigingstaakstellingen zijn al verwerkt in de betreffende budgetten. Een aantal bezuinigingstaakstellingen is echter pas van toepassing voor 2013 en volgende jaren. Voor zover de invulling daarvan nog nader plaats dient te vinden zijn deze nog opgevoerd als nog te realiseren stelpost. Het komende begrotingsjaar zal in belangrijke mate nog in het teken staan van de uitvoering van de in de afgelopen jaren opgestelde beleid- en beheersnotities. Ook de verdere uitwerking van de besluitvorming op de kerntakendiscussie zal de nodige extra aandacht vragen. Met de oprichting van een nieuwe afdeling Vastgoed, Grond en Projecten per 1 april 2011 verwachten wij een belangrijke stap te hebben gezet in de voortgang van de grondexploitatie en het vastgoedbeleid. Wel moet daarbij worden aangetekend dat de huidige vastgoedmarkt op onderdelen een aanzienlijk negatief effect kan hebben op de geplande doorlooptijd van de exploitatieplannen, en daarmee op de geplande toename van de woningvoorraad en daaraan gekoppeld het aantal inwoners. Gelet op de voorgenomen afstoting van ons niet strategisch vastgoed is in de begroting voor de jaren 2012 t/m 2015 rekening gehouden met een gefaseerde opbrengst van € 750.000 per jaar. Om onze algemene reserve ook op termijn op het gewenste niveau te houden stellen wij voor de geraamde opbrengst toe te voegen aan de algemene reserve. Onduidelijke factoren bij dat alles vormen de eventuele gevolgen van de sinds augustus 2011 stagnerende financiële markten en de nog niet voorhanden zijnde uitkomst van de kerntakendiscussie. Naast de onzekerheid over de uiteindelijke gevolgen van de uitonderhandeling van het bestuursakkoord zijn in het kader van de presentatie van de rijksbegroting nog mogelijke verdere bezuinigingstaakstellingen aangekondigd. Naar aanleiding van de negatieve uitkomst van de voorjaarsnota 2011 hebben wij de ambtelijke organisatie opdracht gegeven het in de voorjaarsnota gepresenteerde tekort binnen de voor 2011 nog resterende budgetten op te vangen. Daarbij dienen de gevolgen voor onze dienstverlening zoveel mogelijk te worden beperkt. Bij de opstelling van de begroting 2012 - 2015 is in basis uitgegaan van de in de jaarschijven 2012 - 2014 van de vorige meerjarenbegroting opgevoerde budgetten. Deze zijn aangepast met de financiële consequenties van de daarna vastgestelde beleidswijzigingen en de verder aangegane verplichtingen. Verder zijn de consequenties verwerkt van de besluitvorming op de kadernota 2012 - 2015. Zoals hiervoor al is vermeld gaan wij er van uit dat de eerste globale resultaten van de lopende kerntakendiscussie nog kunnen worden ingebracht bij de behandeling van de begroting. De daarbij te maken keuzes zullen uiteindelijk moeten leiden naar een sluitende (meerjaren)begroting 2012 - 2015.
9
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
Begrotingskaders 2012 – 2015 Ook dit jaar heeft de kadernota weer gediend als eerste aanzet voor de opstelling van de jaarlijkse begroting. In het afgelopen jaar beperkte de kadernota zicht tot het benoemen van de belangrijkste financiële uitgangspunten. Met name de in het collegeprogramma opvoerde bezuinigingstaakstelling bood geen enkele ruimte voor de opvoering van nieuwe beleidsvoornemens. Voor het komende jaar is deze situatie nog versterkt als gevolg van de verdere invulling van de aangekondigde bezuinigingstaakstelling van het rijk, waarvan de uiteindelijke omvang nog steeds niet volledig bekend is. Op basis van de in de septembercirculaire verstrekte informatie is het accres voor de jaren 2012 en 2013 ten opzichte van de bij de meicirculaire verstrekte informatie neerwaarts bijgesteld. Dit betekende op de valreep nog een tegenvaller van bijna € 560.000 voor 2012 en bijna € 390.000 voor 2013. Voor de jaren 2014 en 2015 valt de uitkering iets mee ten opzichte van de berekening op basis van de meicirculaire. Hoewel nog ver weg en buiten de horizon van deze (meerjaren)begroting zou het accres met ingang van 2016 weer een behoorlijke stijging te zien geven. Juist op het moment dat de financiële markten weer een beetje uit het dal leken te klimmen diende zich een nieuwe tegenvaller aan in de vorm van de afwaardering van de kredietwaardigheid van Amerika. Dit leidde wereldwijd tot een nieuwe daling van de beurskoersen met alle daarmee samenhangende gevolgen. Zeker is dat de stand van zaken op de financiële markten van medio september 2011 geen enkele aanleiding geeft tot een meer positieve voorstelling van zaken dan de tot op heden gedane aannames.
Financiële uitgangspunten Op 23 juni 2011 heeft u besloten de in de Kadernota 2012 - 2015 opgenomen ‘Financiële kaders en richtlijnen’ te hanteren als uitgangspunt voor de opstelling van de begroting. Op basis daarvan is in zijn algemeenheid een inflatiecorrectie van 2,5% toegepast op de belastingen en tarieven. Op basis van de Kadernota zijn voor de opstelling van de begroting de volgende uitgangspunten gehanteerd: a.
De opbrengsten van de forensenbelasting, de hondenbelasting, de precariobelasting en de onroerende zaakbelasting worden jaarlijks verhoogd met een inflatiecorrectie van 2,5%; b. De tarieven van de toeristenbelasting worden conform het collegeprogramma jaarlijks met 2% verhoogd; c. De tarieven van de afvalstoffenheffing / reinigingsrechten, de rioolrechten en de begraafrechten zijn 100% kostendekkend met inzet van de daarvoor bestaande voorzieningen. Dat betekent dat de tariefaanpassing voor deze heffingen afhankelijk is van de ontwikkeling van de lasten en de hoogte van de betreffende voorziening. d. Een 100% kostendekking van de legestarieven in zijn totaliteit. Er vindt eveneens een aanpassing aan de inflatie plaats; e. De raming van de algemene uitkering is gebaseerd op de septembercirculaire 2011 (dit i.v.m. de tijdige ontvangst ter verwerking in de cijfers); f. De ramingen voor het bestaande beleid zijn inclusief de structurele gevolgen van de tot en met de raadsvergadering van 30 juni 2011 genomen besluiten; g. De ramingen voor de personeelslasten zijn gebaseerd op: • de werkelijke formatie, dus inclusief bestaande vacatures en tijdelijk toegestane formatieuitbreidingen; • het salarispeil van 1 januari 2011, vermeerderd met een salarisstijging van 1,5%. Deze stijging is gebaseerd op de per 1 april 2011 doorgevoerde stijging van 0,5% van de CAO-lonen, de stijging van de eindejaarsuitkering met 0,5% op basis van het CAO akkoord en 0,5% als gevolg van periodieke verhogingen en bevorderingen (met de uitkomst van de ten tijde van de afronding van deze begroting nog steeds lopende CAO onderhandelingen is in de begroting nog geen rekening gehouden); h. Voor de budgetten voor leveringen door derden wordt in beginsel geen stijging toegestaan;
10
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
i.
Bij de raming van de rentelasten voor nieuwe investeringen en de zogenoemde bespaarde rente op reserves wordt 3,4% aangehouden; j. De raming voor onvoorziene uitgaven bedraagt € 2,50 per inwoner; k. De bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen (GR’s) zijn gebaseerd op de door de GR’s overgelegde begrotingen. Daarbij wordt rekening gehouden met een opgelegde bezuinigingstaakstelling van 5% ten opzichte van het voor 2010 beschikbaar budget; l. De ramingen voor subsidies zijn met 0,75% (= incl. bevriezing niet personele deel vanaf 2009) aangepast. Bij de vaststelling van dit percentage is er van uitgegaan dat de helft van de te verstrekken subsidies loongevoelig en de helft prijsgevoelig is. m. Structurele lasten worden gedekt door structurele baten; n. De meerjarenramingen zijn gebaseerd op constante lonen en prijzen, dat wil zeggen het prijsniveau van 2012.
Nieuwe beleidsvoornemens/ budgetuitbreidingen De in de begroting voor 2012 - 2015 opgenomen budgetuitbreidingen zijn beperkt tot de in de kadernota genoemde uitbreidingen en de uitbreidingen op basis van aangegane verplichtingen voortvloeiende uit de besluitvorming in het afgelopen jaar. Dit mede in verband met onze huidige begrotingspositie en de op basis van de lopende kerntakendiscussie nog te realiseren bezuiniging. Op basis van de besluitvorming op de kadernota zijn de volgende budgetaanpassingen verwerkt:
11
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
Overzicht financiële consequenties verplichtingen korte en middellange termijn Exploitatielasten
Onderwerpen per programma Investering 2.012
2.013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
Verplichtingen eerder vastgestelde beleidsplannen Actualisering bestemmingsplannen Herinrichting stationsgebied (opbouwen reserve) Onderwijshuisvstingsprogramma sub-totaal
40.000.000
250.000 440.000
480.131 440.000
440.000
440.000
440.000
440.000
440.000
0
330.000
425.000
648.000
826.000
691.000
1.124.000
690.000
1.250.131
865.000
1.088.000
1.266.000
1.131.000
1.564.000
1.049.000
982.500
1.167.000
600.000 750.000 500.000 1.850.000
600.000 1.113.000 1.000.000 2.713.000
600.000 403.000 1.500.000 2.503.000
600.000 403.000 2.000.000 3.003.000
600.000 403.000 2.000.000 3.003.000
600.000 403.000 2.000.000 3.003.000
600.000 403.000 2.000.000 3.003.000
600.000 403.000 2.000.000 3.003.000
600.000 403.000 2.000.000 3.003.000
600.000 403.000 2.000.000 3.003.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
100.000 100.000
1.049.000
982.500
1.167.000
Mogelijke tegenvallers door achterblijvende inkomsten Lagere opbrengst bouwleges Algemene uitkering (gevolgen krimp) Algemene uitkering (bezuinigingen overheid) sub-totaal
Mogelijke tegenvallers bezuinigingen gemeenschappelijke regelingen Veiligheidsregio sub-totaal Mogelijke hogere lasten als gevolg autonome ontwikkelingen Wachtgelden wethouders Ontwikkeling bijstandsuitgaven Bezuinigingen sociale werkvoorziening
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
200.000
16.500
100.000
200.000
300.000
300.000
300.000
300.000
300.000
300.000
300.000
Overheveling jeugdzorg naar de gemeente
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Overheveling taken Awbz naar de gemeente
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Bijdrage stichting zwem- en sportaccommodaties Doorn Uitvoering GRP Verhoging tarieven rioolrecht Lagere lasten afdeling V en H sub-totaal Totaal financiële consequenties ontwikkelingen
62.000
31.000
1.000.000 -1.000.000 600.000 928.500
1.000.000 -1.000.000 600.000 981.000
1.000.000 -1.000.000 600.000 1.050.000
0
1.000.000 -1.000.000 420.000 970.000
1.000.000 -1.000.000 420.000 970.000
1.000.000 -1.000.000 420.000 970.000
1.000.000 -1.000.000 420.000 970.000
1.000.000 -1.000.000 420.000 970.000
1.000.000 -1.000.000 420.000 970.000
1.000.000 -1.000.000 420.000 970.000
3.568.500
5.044.131
4.518.000
5.161.000
5.339.000
5.204.000
5.637.000
5.122.000
5.055.500
5.240.000
12
0
0
0
0
0
0
0
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
Daarbij dient te worden aangetekend dat de algemene uitkering in de begroting is verwerkt op basis van de informatie die is opgenomen in de septembercirculaire. De negatieve gevolgen daarvan zijn aanmerkelijk gunstiger dan bij de kaderstelling nog werd aangenomen. Voor het effect daarvan op het resultaat van de conceptbegroting wordt verwezen naar het overzicht onder het onderdeel ‘Resultaten begroting 2012 - 2015’. De financiële consequenties van de opgevoerde verplichtingen voor de korte en de middellange termijn zijn per programma onder het onderdeel “ontwikkelingen 2012 - 2015” nader toegelicht.
Investeringen Het investeringsplan 2012 - 2015 bevat een actualisering van de al in de meerjarenramingen van de begroting 2011 - 2014 voorziene investeringen, aangevuld met de voor het begrotingsjaar 2015 geplande investeringen. Bij de programma’s, waarop dat van toepassing is, hebben wij een overzicht opgenomen van de op dat programma betrekking hebbende investeringen. De lasten daarvan zijn afzonderlijk vermeld in het financiële resultaat per programma. In totaal is voor 2012 een investeringsraming opgenomen van bijna € 15 miljoen, waarvan ruim € 8 miljoen voor de uitvoering van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs, ruim € 2 miljoen voor reconstructie van wegen en € 3 miljoen voor vervanging van delen van het rioleringsstelsel. Conform de Kadernota worden voor investeringen in het eerste jaar, dus het jaar waarin de investering is gepland, geen rente en afschrijving (kapitaallasten) in de begroting opgenomen. In de jaren daarna komt de volledige kapitaallast tot uitdrukking in de meerjarenraming. Bij de berekening van de kapitaallasten is, voor zover van toepassing, rekening gehouden met een gefaseerde uitvoering van de investeringen.
Bezuinigingstaakstelling Zoals in de aanhef van dit onderdeel al is vermeld is bij de opstelling van deze begroting rekening gehouden met de in het collegeprogramma opgevoerde bezuinigingstaakstellingen (1e fase). In onderstaand overzicht zijn de gevolgen daarvan voor de meerjarenbegroting weergegeven:
Bezuinigingen collegeprogramma
2012
2013
2014
2015
2.581.000- V
3.305.000- V
3.816.000- V
3.816.000- V
Voor zover nog niet gerealiseerd worden deze bezuinigingen onder de betreffende programma’s nader gespecificeerd. De in het coalitieakkoord opgenomen bezuinigingstaakstelling is gebaseerd op het verwachte gemeentelijke aandeel in de bezuinigingstaakstelling van het rijk van € 18 miljard euro. Het gemeentelijk aandeel daarin is geraamd op € 7 miljoen. Op basis van het collegeprogramma is daarvan bij de begroting 2012 al € 3,8 miljoen ingevuld. Op basis van het resultaat van de meerjarenbegroting 2012 – 2015 moet de kerntakendiscussie nog leiden tot een verdere bezuiniging van bijna € 4 miljoen in de eindsituatie (2015).
Resultaten begroting 2012 - 2015 Rekening houdend met de in het collegeprogramma opgenomen taakstellende bezuinigingen en de op basis van de kadernota opgevoerde financiële verplichtingen voor de korte en middellange termijn vertoont de begroting voor alle jaren een tekort. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de verwerkte verplichtingen voor de korte en de middellange termijn, waaronder de afname van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Zoals hiervoor al is vermeld dient dit tekort te worden gedekt uit het resultaat van de kerntakendiscussie. 13
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
In de kadernota zijn wij al ingegaan op de mogelijke consequenties van de rijksbezuiniging voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Naast de door het rijk op de leggen korting werd ook nog rekening gehouden met de gevolgen van de krimp (minder woningen en inwoners dan aanvankelijk geraamd). Op basis van de op dat moment beschikbare gegevens werd de vermindering van de algemene uitkering geraamd op: 2012
Omschrijving
2013
2014
2015
Kadernota Algemene uitkering (gevolgen krimp) Algemene uitkering (bezuinigingen overheid) In kadernota opgenomen korting
750.000
N
1.113.000
N
403.000
N
403.000
N
500.000 1.250.000
N N
1.000.000 2.113.000
N N
1.500.000 1.903.000
N N
2.000.000 2.403.000
N N
De in de begroting opgevoerde raming is gebaseerd op de informatie van de septembercirculaire, de een minder negatief beeld laat zien. Het totale effect voor de meerjarenbegroting sluit nagenoeg aan bij de in de kadernota gedane inschatting. In onderstaand overzicht zijn de gevolgen van verwerking van de septembercirculaire voor de algemene uitkering weergegeven. Eerst in het jaar 2015 krijgen we te maken met een forse afname van de algemene uitkering door een verlaging dan het berekende accres. Per saldo bedraagt de korting voor de komende begrotingsperiode op basis van de in de septembercirculaire verstrekte informatie: 2012
Omschrijving
2013
2014
2015
Kadernota Algemene uitkering (gevolgen krimp) Algemene uitkering (bezuinigingen overheid) In kadernota opgenomen korting Berekende mutatie op basis septembercirculaire Mutatie alg. uitk. na verwerking septembercirculaire
750.000
N
1.113.000
N
403.000
N
403.000
N
500.000 1.250.000 979.000271.000
N N V N
1.000.000 2.113.000 1.915.000198.000
N N V N
1.500.000 1.903.000 2.400.000497.000-
N N V V
2.000.000 2.403.000 1.514.000889.000
N N V N
Bij de septembercirculaire zijn extra middelen beschikbaar gesteld t.b.v. verstrekking bijzondere bijstand aan kwetsbare groepen. Het betreft een bedrag van bijna € 109.000 voor 2012, aflopend naar ruim € 103.000 voor 2015. Op grond van de huidige economische situatie worden wij geconfronteerd met een extra beroep op deze middelen. Reden om de beschikbaar gestelde extra middelen, overeenkomstig de bij de toekenning beoogde doelstelling, toe te voegen aan het betreffende budget. Bij deze gunstig lijkende ontwikkeling van de algemene uitkering dient wel te worden aangetekend dat op basis van de in augustus opgetreden verslechtering van de financiële marken bij de presentatie van de voorjaarsnota 2012 mogelijk verdere kortingen zullen worden aangekondigd. Na verwerking van de structurele financiële consequenties van de kadernota 2012 - 2015 en de in het collegeprogramma opgevoerde bezuinigingstaakstelling vertoont de begroting 2012 - 2015 het volgende resultaat:
14
Programmabegroting 2012 - 2015
Omschrijving
Financiële positie
2012
2013
2014
2015
Saldo begroting 2011-2014 (excl. bezuinigingen)
2.315.991
Bezuinigingstaakstelling (1e fase)
2.581.000- V
3.305.000- V
3.816.000- V
265.009- V
1.017.429- V
451.688- V
Saldo meerjarenbegroting (incl. bezuinigingen)
N
2.287.571
N
3.364.312
N
3.364.312
N
3.816.000- V 451.688- V
Bij kadernota opgevoerde verplichtingen Saldo kadernota 2012 - 2015 Voordeel algemene uitkering t.o.v. kadernota Saldo kadernota na aanpassing algemene uitkering
3.568.500 3.303.491 979.0002.324.491
N N V N
5.044.131 4.026.702 1.915.0002.111.702
N N V N
4.518.000 4.066.312 2.400.0001.666.312
N N V N
5.161.000 4.709.312 1.514.0003.195.312
N N V N
Resultaten ontwerpbegroting 2012 - 2015
2.391.846
N
2.358.958
N
2.030.055
N
4.027.990
N
67.355
N
247.256
N
363.743
N
832.678
N
Afwijkingen
De afwijkingen ten opzichte van de kadernota worden hoofdzakelijk veroorzaakt door: Omschrijving Oorzaak afwijkingen Leges burgerlijke stand Leges rijbewijzen Lagere uitgaven verkiezingen Aframing stelpost reclame inkomsten Onderhoud brandkranen Lagere dividenduitkering nutsbedrijven Hogere uitgaven RSD Opbrengst beleggingen Hogere waterschapslasten Diverse overige afwijkingen Toevoeging verhoging algemene uitkering aan reserve bezuinigingen Totaal
2012
2013
13.000- V 40.000 N 40.000 39.000 25.000 16.000 100.00025.100 4.745-
67.355
N N N N V N V
N
2014
13.000- V 40.000 N 40.000 39.000 25.000 16.000 100.00025.100 175.156
247.256
N N N N V N N
N
2015
13.00040.000 78.80040.000 39.000 25.000 16.000 100.00025.100 121.443
V N V N N N N V N N
13.00040.000 78.80040.000 39.000 25.000 16.000 100.00025.100 387.378
V N V N N N N V N N
249.000
N
452.000
N
363.743
N
832.678
N
Omdat de invulling van de opgevoerde bezuinigingen niet altijd volgens planning verloopt, is bij de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen de reserve “egalisatie bezuinigingen” in het leven geroepen. Het dekkingsplan van de begroting was aanvankelijk gebaseerd op de verwerking van de algemene uitkering op basis van de meicirculaire. De op basis van de septembercirculaire berekende korting is lager, te weten € 249.000 voor 2014 en € 452.000 voor 2015. Wij stellen u voor deze bedragen toe te voegen aan de reserve egalisatie bezuinigingen.
Lastendruk Ondanks de doorgevoerde inflatiecorrectie op de belastingen en de tarieven ligt de gemiddelde lastendruk op de gemiddelde lastendruk van de gemeenten binnen de provincie Utrecht. Voor verdere informatie over de lokale heffingen wordt verwezen naar de betreffende paragraaf.
Algehele financiële positie In de kadernota zijn wij al ingegaan op de verwachte financiële positie voor de komende jaren. De uitkomst van de jaarrekening 2010 maakte al duidelijk dat de rek er inmiddels behoorlijk uit is. Dit beeld werd nog eens bevestigd door het negatieve resultaat van de voorjaarsnota 2011. Dat betekent dat de voor de 15
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
toekomst benodigde ruimte niet meer gevonden kan worden in een verdere onderuitputting van de huidige begroting (de zogenaamde kaasschaafmethode). Ook de voor 2012 en volgende jaren op basis van het collegeprogramma ingeboekte bezuinigingen dienen op onderdelen nog te worden geconcretiseerd. Dit vergt nog de nodige creativiteit om de gevolgen voor de uitvoering van het beleid tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Voor het genereren van verdere dekkingsmiddelen zullen daarom andere wegen moeten worden bewandeld. In het collegeprogramma wordt een fundamentele discussie over taken “kerntakendiscussie” opgevoerd als oplossingsrichting voor onze toekomstige financiële positie. Op basis van de in de kadernota gepresenteerde prognose verwachten wij ook na 2015 nog geen direct herstel van onze financiële positie. De belangrijkste oorzaken daarvan zijn de onstabiele situatie op de financiële markten, de gevolgen van het rijksbeleid voor de algemene uitkering, de door het rijk toe te passen korting op de te decentraliseren taken en de verwachte voortdurende stagnatie op de onroerend goedmarkt. De gevolgen van de aanvankelijk door het rijk ingezette bezuinigingstaakstelling van € 18 miljard voor de algemene uitkering lijken tot en met 2014 nog beperkt te blijven. Voor de jaren daarna is de situatie nog onzeker mede gelet op de medio augustus verslechterde situatie op de financiële markten. Bij de opstelling van het coalitieakkoord in 2010 was uitgegaan van een noodzakelijke structurele bezuiniging van € 7 miljoen in de eindsituatie (2015). Daarvan is in het coalitieakkoord een bedrag van € 3,8 miljoen ingevuld. Rekening houdend met de al ingeboekte bezuinigingen gaan wij er van uit dat de kerntakendiscussie in de eindsituatie nog een bedrag van ca. € 4 miljoen moet opleveren om tot en sluitende begroting te komen. Zoals vorig jaar al is aangekondigd hebben wij de meerjarenbegroting gebaseerd op constante lonen en prijzen, d.w.z. het prijsniveau van 2012. Dit om risico’s als gevolg van fluctuatie van het inflatiepercentage zoveel mogelijk uit te sluiten. Eind vorig jaar hebben wij het woningbouwprogramma voor de komende jaren gepresenteerd. Voor de geplande uitvoering daarvan zijn wij echter afhankelijk van de situatie op de woningmarkt. Het achterblijven van het woningbouwprogramma bij de planning betekent ook een gemis aan gemeentelijke inkomsten, zowel op het onderdeel algemene uitkering als de gemeentelijke belastingen. Op de onzekere situatie voor de gemeentelijke financiën op het onderdeel uitvoering bestuursakkoord zijn wij bij de inleiding al nader ingegaan. In de kadernota hebben wij de gevolgen daarvan als een pro memorie post opgenomen, terwijl het maximale negatieve resultaat voor onze gemeente kan oplopen tot een structureel bedrag € 750.000. Vooralsnog gaan wij er van uit dat de decentralisatie van de Wajong, de AWBZ en de jeugdzorg een budgettair neutraal verloop kent. Dat betekent dat de daarvoor benodigde budgetten moeten passen binnen de beschikbaar komende middelen. Rekening houdend met de in de kadernota opgevoerde financiële consequenties van de te verwachten verplichtingen op de korte en de middellange termijn ziet ons financiële perspectief voor de komende jaren er uit als volgt: Omschrijving
Resultaat ontwerpbegroting 2012 - 2015
2012
2.391.846
16
2013
N
2.358.958
2014
N
2.030.055
2015
N
4.027.990
N
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
Dekkingsplan Zoals al is aangegeven onder het onderdeel “Algemeen” dient vooruitlopend op het resultaat van de kerntakendiscussie voor 2012 dekking te worden gevonden voor het berekende negatieve saldo. Wij stellen u voor het voor 2012 en 2013 berekende tekort te dekken door doortrekking van de voor het sluitend maken van het resultaat op de Voorjaarsnota 2011 opgevoerde bezuinigingen. De voor 2012 en 2013 te genereren opbrengst daarvan is berekend op respectievelijk € 2.210.000 en € 1.948.000. Voor de jaren daarna hebben wij een stelpost kerntakendiscussie opgevoerd ter grootte van het berekende begrotingstekort. Het dekkingsplan ziet er dan uit als volgt: Omschrijving Berekend saldo begroting 2012 - 2015 Doortrekking dekkingsplan Voorjaarsnota 2011 Hogere dividenduitkering BNG Raming opbrengst bestuursdwang Opbrengst diverse baten Vrijval salariskosten Vrijval kapitaallasten Verlaging raming lease I&A Verlaging inhuur derden (vervanging ziekte, etc.) Verlaging budget verkiezingen Verlaging budget advieskosten afd. V&H Verlaging budget advieskosten kapvergunningen Verlaging budget jeugdgezondheidszorg Verlaging budget economische aangelegenheden Verlaging budget peuterspeelzalen Verlaging budget jeugd- en jongerenwerk Verlaging budget monumentenzorg Verlaging budget onderhoud wegen Vrijval budget vervanging kantoormeubelen Vermindering storting herinr. stationsgebied Stelpost uitvoering OHP Temporisering IHP vanaf 2013 Reserve bezuinigingen Opvoering stelpost kerntakendiscussie Totaal opgevoerde dekkingsmiddelen
2012 2.391.846
2013 N
2.358.958
2014 N
50.00050.000100.000150.000425.000200.00052.000-
V V V V V V V
50.00025.000100.000150.000425.000200.000-
100.00025.00060.00010.000108.00040.00030.000250.00030.000440.00090.000-
V V V V V V V V V V V
100.000- V 25.000- V
2.030.055
N
4.027.990
N
N N N N N N
N N N N N N
20.000- V
20.000- V
V V V V V V V V V
N N N N N 215.000- V N 100.000- V
N N N N N 215.000- V N 100.000- V
410.958- V 2.358.958- V
1.695.055- V 2.030.055- V
3.692.990- V 4.027.990- V
10.000108.00040.00030.000250.00030.000215.00090.000100.000-
V V V V V V
2015
181.846- V 2.391.846- V
Saldo begroting na verwerking dekkingsplan
0
N
0
N
0
N
0
N
Kanttekeningen/risico’s De in de conceptbegroting opgenomen algemene uitkering is gebaseerd op de in de septembercirculaire verstrekte informatie. Gelet op de fluctuatie van het toegekende accres van de algemene uitkering voor de komende jaren wordt voorgesteld dit te egaliseren via de reserve egalisatie bezuiniging die per 1 januari 2012 een saldo bevat van € 425.000. Het berekende nadelige effect voor het eerste jaar wordt gedekt uit de reserve en de op basis van de septembercirculaire berekende voordelen van respectievelijk € 249.000 en € 452.000 voor de jaren 2014 en 2015 worden weer aan deze reserve toegevoegd. Verder is nog geen rekening gehouden met het vastgestelde maximale gemeentelijke aandeel in het tekort op de overheveling van de Wajong, de jeugdzorg en de AWBZ bij het bereiken van overeenstemming over het vastgestelde bestuursakkoord. Dit aandeel is vastgesteld op maximaal € 15,-- per inwoner. Dat komt voor onze gemeente neer op een maximaal aandeel van ca. € 750.000.
17
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
Met de verhoging van de verwachte aanspraken op het budget bijstanduitkering is tot een bedrag van € 200.000 rekening gehouden op basis van de verwerking van de kadernota. De hogere Wmo uitgaven waren niet voorzien. Daarbij dient nog in ogenschouw te worden genomen dat de door te voeren bezuinigingen op de Wmo na 2012 nog moeten worden ingevuld. Deze bedragen € 233.000 voor 2013 en € 467.000 voor 2014 en volgende jaren. In de septembercirculaire is ingegaan op de toevoegingen aan het gemeentefonds voor de transitiekosten begeleiding /AWBZ en voor de invoeringskosten jeugdzorg. De aanpassing van de verdeling voor 2013 wordt naar verwachting in de meicirculaire 2012 bekend gemaakt. Tenslotte is het nog niet duidelijk wat de gevolgen van de huidige situatie op de financiële markten zijn voor de overheidsfinanciën en het eventuele aandeel daarin van de lokale overheden. In het kader van de presentatie van de rijksbegroting voor 2012 werd al gesproken over mogelijke verdere bezuinigingen van € 5 miljard naast de al ingeboekte bezuiniging van € 18 miljard. In het ongunstigste geval zal dit nog een extra aanslag betekenen op de toch al sterk afgenomen financiële middelen.
Kerntakendiscussie In het collegeprogramma en de meerjarenbegroting 2011 – 2014 is op basis van de op dat moment bekende gegevens een prognose gemaakt van de te verwachten noodzakelijke bezuinigingen als gevolg van de economische crisis. Deze prognose ging uit van noodzakelijke bezuinigingen tot een bedrag van ruim € 7 miljoen. De 1e fase van deze bezuinigingen is als volgt verwerkt in de meerjarenbegroting 2011 – 2014: Omschrijving Verwerkte bezuinigingstaakstelling (1e fase)
2011
2012
2.581.000- V
2013
3.305.000- V
2014
3.816.000- V
3.816.000- V
Gelijktijdig hebben wij aangekondigd dat de 2e tranche van de bezuinigingsoperatie zou bestaan uit een kerntakendiscussie die € 3,5 miljoen aan bezuinigingen moet opleveren om ook in de komende begrotingsjaren tot een sluitende begroting te kunnen komen. Hoewel de eerdere prognose, die geen rekening hield met de in het verleden kenbaar gemaakte wensen en besluiten, reëel was, zijn wij in de afgelopen periode geconfronteerd met enkele tegenvallers die mogelijk een structureel karakter hebben en dus ook invloed kunnen hebben op onze eerdere prognose. Deze tegenvallers zijn opgenomen in de kadernota 2012 – 2015. De op basis van de kerntakendiscussie te generen begrotingsruimte bedraagt op basis van het berekende begrotingsresultaat: Omschrijving Begrotingsresultaat na verwerking bezuiniging 1e fase Dekkingsplan begroting 2012 - 2015 Te realiseren begrotingsruimte kerntakendiscussie
2012
2013
2.391.846 N 2.391.846- V
Saldo begroting na verwerking dekkingsplan
0
N
2014
2.358.958 N 1.948.000- V 410.958- V 0
N
2015
2.030.055 N 335.000- V 1.695.055- V 0
N
4.027.990 N 335.000- V 3.692.990- V 0
N
Dat betekent dat voor de dekking van het geraamde negatieve begrotingsresultaat in de eerste jaren ca. € 2 mln. meer nodig is dan medio 2010 werd aangenomen en dat het resultaat na 2014 ca. € 1 miljoen negatiever is dan aanvankelijk in het coalitieakkoord was geraamd. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de verwerking van de verplichtingen op de korte en de middellange termijn op basis van de kadernota, en een aanzienlijke verlaging van het nominale accres van de algemene uitkering.
18
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
In de raadsvergadering van 4 april 2011 is op basis van een ingediend amendement de procedure voor de te voeren kerntakendiscussie vastgesteld. Uitgangspunt voor deze discussie is de vaststelling van het type gemeente dat de gemeente Utrechtse Heuvelrug in de toekomst wil zijn, wat zij voor bewoners, ondernemers, instellingen en organisaties wil betekenen en welke taak en rol zij daarbij op zich wil nemen. Tegen de achtergrond van dit uitgangspunt dient een herijking plaats te vinden van alle huidige gemeentelijke taken. Dit onderdeel van de procedure moet duidelijkheid geven in het takenpakket dat naar de mening van de raad hoort bij de eerder bepaalde taak en rol. Door te kiezen voor een vorm die inspirerend is voor iedereen die creatief wil meedenken over het efficiënter maken van de gemeentelijke dienstverlening is geprobeerd zo veel mogelijk geledingen in deze discussie te betrekken. Onderdeel van het proces vormt een onderzoek naar de ruimte voor mogelijkheden voor samenwerking met derden bij de uitvoering van de gemeentelijke taken. De uitkomst van het hierboven geschetste onderdeel van het proces dient als uitgangspunt voor de te voeren kerntakendiscussie. De kerntakendiscussie moet leiden tot inzicht in de wijze waarop de taken naar de mening van de raad in de toekomst het beste kunnen worden uitgevoerd. De uitkomst van de kerntakendiscussie vormt de basis voor de vaststelling van een gedegen en toch onconventioneel pakket aan plannen en maatregelen voor een sluitend meerjaren perspectief, met als achterliggende gedachte de nieuwe taak en rolopvatting. De uitkomsten van de discussie worden vervolgens opgenomen in een actieprogramma en vertaald naar de (meerjaren)begroting. Oorspronkelijke planning kerntakendiscussie - medio mei 2011: starten missiedebat op basis een vooraf daartoe opgestelde discussieleidraad; - medio mei - medio september 2011: bijeenkomst op themaniveau met inwoners, organisaties, ondernemers, etc. ondersteund door een platform op de gemeentelijke website; medio oktober 2011: resultaten bijeenkomsten worden door het college vertaald in een uitvoeringsdocument waarbij ook de financiële consequenties in beeld worden gebracht; - eind oktober 2011: besluitvorming door de raad over het uitvoeringsdocument; - november 2011: vaststelling sluitende meerjarenbegroting Op basis van de huidige stand van zaken gaan we er van uit dat de uitkomst van de kerntakendiscussie bij de behandeling van de kadernota 2013 voleldig beschikbaar zal zijn. De praktijk heeft vaak geleerd dat je door het overwinnen van tegenslagen sterker wordt. Wij zien het minder rooskleurige financiële toekomstperspectief dan ook niet als een barrière op de eerder ingeslagen weg, maar als een uitdaging om te zoeken naar nieuwe paden. Wij hebben die positieve insteek tot uitdrukking laten komen door de kerntakendiscussie de titel “Snoeien & Bloeien” mee te geven. Als we daarbij bedenken dat de mooiste bloemen nog steeds langs de rand van de afgrond groeien is het duidelijk dat het verlaten van gebaande wegen ook bepaalde risico’s in zich bergt. Het lastige daarbij is dat vaak pas achteraf kan worden geconstateerd of de ingeslagen weg de juiste was en dat een navigatiesysteem daarbij ook niet altijd de juiste weg aangeeft. Gevoel en intuïtie kunnen dan, naast een nuchter verstand, een belangrijk hulpmiddel vormen.
19
Programmabegroting 2012 - 2015
Financiële positie
20
Programmabegroting 2012-2015
Programmaplan
Programmaplan
21
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 1 - Bestuurlijke zaken
Programma 1 - Bestuurlijke zaken Portefeuillehouder
G.F. Naafs
Doel van het programma Het bevorderen van een bestuurlijk goed functionerende gemeente. Hieraan wordt inhoud gegeven door een daadkrachtig college met integere bestuurders die midden in de samenleving staan, open communiceren en verantwoording afleggen over gemaakte keuzes en resultaten. Bestuurders die samen met de ambtelijke organisatie op creatieve en interactieve wijze samen met inwoners, organisaties, professionals en partners inhoud geven aan de doelstellingen uit het coalitieprogramma. Optimalisering van de bestuurlijke communicatie met onze inwoners, zowel mondeling, schriftelijk als digitaal. Communicatie zal maatwerk zijn en daarbij zullen nieuwe media meegenomen worden om de effectiviteit verder te verbeteren. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Inspraakverordening • Reglement van orde gemeenteraad • Verordening op de raadscommissies • Klachtenprotocol • Verordening commissie bezwaarschriften • Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid 2006 • Algemene Plaatselijke Verordening (APV) • Verordening dwangsom bij niet tijdig beslissen • Referendumverordening Utrechtse Heuvelrug • Beleidsnota communicatie • Nota Interactieve Beleidsvorming Overige overheidsinstanties • Wet Dualisering Ambitie Algemeen Bestuurders die samen met de ambtelijke organisatie op creatieve en interactieve wijze samen met inwoners, ondernemers, organisaties, professionals en partners inhoud geven aan de doelstellingen uit het collegeprogramma. Een organisatie die zich positief blijft ontwikkelen zowel in structuur als in cultuur. De communicatie met inwoners willen we verder optimaliseren. Daarbij besteden we de komende periode extra aandacht aan het inzetten van digitale media, zoals de gemeentelijke website, maar onderzoeken we ook de mogelijkheden van Hyves, Facebook en Twitter. Verdere doorontwikkeling van de organisatie ter bevordering van de dienstverlening. Een positieve gedragsontwikkeling met daarbij bijzondere aandacht voor onze kernwaarden Dienstverlenend, Omgevingsgevoelig en Verantwoordelijk en de kernprocessen. Het actief en volwaardig deelnemen bij regionale samenwerking in de aangegane regionale samenwerkingsverbanden. De gemeente Utrechtse Heuvelrug is trekker binnen het Bestuurlijk Platform Zuidoost Utrecht en voorziet in de rol van voorzitter, secretaris en projectleider. De collegeperiode 2011 – 2014 zal in het teken staan van uitvoering van projecten en ambities uit de Gebiedsvisie Zuidoost Utrecht. Deze projecten zijn concreet gemaakt in het in 2011 vastgestelde Meerjarig Uitvoeringsprogramma (MUP). Indicatoren • aantal dorpsbezoeken 22
Programmabegroting 2012 – 2015
• • • • •
Programma 1 - Bestuurlijke zaken
aantal tweets en volgers gemeentelijk twittersaccount aantal inspraak- en inloopavonden vaststelling Meerjarig Uitvoeringsprogramma Zuidoost Utrecht in 2011 realisering van projecten uit het Meerjarig Uitvoeringsprogramma ZOU aantal officiële ontvangsten
Activiteiten 1. Organisatieontwikkeling 2. Invoeren van flexibel kantoorconcept 3. Notitie over telewerken en uitvoering hiervan 4. Invoering duurzaam vervoersmanagement aan de hand van mobiliteitsplan 5. Slim@work (traject Kernprocessen) 6. Naast een sociaal jaarverslag instrumenten ontwikkelen voor een management/bestuursrapportage 7. Optimaliseren van mondelinge, schriftelijke en digitale communicatie door tijdige inzet van de juiste middelen. 8. Kaderstelling gemeenschappelijke regelingen 9. Positionering van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in de regio
2011 U U U/E/B
2012 U U U
2013 U U U/E
2014 U
2015
V/B/U
U
U
U
U
U
U
V/B/U
V/B/U
U
E
U
U
U
U
V/B
U
U
E
U
V
B/U
U
U
U
U
V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie Toelichting activiteiten 1. Organisatieontwikkeling binnen de drie domeinen 1.1 Het domein Dienstverlening Het omvangrijke proces van de verbetering van onze gemeentelijke dienstverlening is in 2010 gestart met het Programma Dienstverlening en loopt ook verder via dit programma. Dit programma dient er in te resulteren dat in 2015 een Gemeentewinkel⊕ is gevormd. Vanaf 2012 wordt gestart met een (tijdelijke) unit Klanten Contact Centrum (KCC). In 2012 en verder speelt de vorming van een Regionale Uitvoeringsdienst. Hierin gaan grotendeels de handhavingstaken op van de afdeling V&H. Mogelijk worden ook vergunningstaken hierin betrokken Voor de uitvoering en positionering van de overblijvende taken zal een passende oplossing binnen de gemeentelijke organisatie worden gezocht. 1.2 Het domein Beleid In 2012 wordt de implementatie van de nieuwe afdeling VGP voortgezet. Hiernaast vindt vanaf 2011 een verdere, integrale beleidsafstemming tussen de huidige afdelingen MO en RO plaats en worden de gevolgen voor deze beleidsafdelingen van het overbrengen van een deel van het personeel naar de Frontoffice van het domein dienstverlening onderzocht De totale gevolgen voor het domein worden in beeld gebracht. Medio 2012 zal aan de hand van de totale gevolgen van bovenstaande ontwikkelingen voor dit domein duidelijk zijn of dit tot een aanpassing van de organisatiestructuur aanleiding geeft, waarbij mogelijk in plaats van de huidige drie afdelingen er twee afdelingen gevormd kunnen worden.
23
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 1 - Bestuurlijke zaken
1.3 Het domein Bedrijfsvoering Binnen dit domein wordt eveneens gewerkt aan een aanpassing van de organisatiestructuur. Dit betreft de afdelingen I&A en FZ. Al langere tijd is er sprake van een mogelijke samenvoeging van beide afdelingen. De wens tot samenvoeging heeft te maken met de ontwikkelingen op het gebied van I&A en FZ waardoor steeds meer raakvlakken tussen beide afdelingen ontstaan. Hiernaast neemt onze gemeente deel aan de vorming van een Shared Service Centrum (SSC). Dit heeft tot gevolg dat medio 2012 het Automatiseringsdeel van de afdeling I&A vrijwel geheel overgaat naar het SSC. Vooruitlopend op de formele besluitvorming tot wijziging van de organisatiestructuur binnen dit domein is nu één afdelingshoofd geworven voor de huidige afdelingen I&A en FZ. 2. Invoeren van het flexibel kantoorconcept Bij de indeling van het nieuwe gemeentekantoor wordt rekening gehouden met de invoering van een flexibel kantoorconcept op basis van scenario 2. Dit wil zeggen dat afdelingen wel een vaste plaats krijgen, maar dat de medewerkers geen vaste werkplek krijgen. Voor 80 procent van de medewerkers worden werkplekken gerealiseerd. Bij de vaststelling van het definitief ontwerp is hiermee rekening gehouden. In het interieurontwerp wordt een diversiteit aan werkplekken opgenomen, zoals groepswerkplekken, concentratiewerkplekken, loungewerkplekken en reguliere werkplekken. Hierdoor kan ook invulling worden gegeven aan activiteitgerichte werkplekken. Het interieurontwerp is medio augustus 2011 afgerond. In de bestaande organisatie is, met name in het cultuurhuis “Pléiade”, het flexibel kantoorconcept gedeeltelijk ingevoerd. 3. Notitie over telewerken en de invoering daarvan In het kader van de invoering van het flexibel kantoorconcept is ook een start gemaakt met de introductie van Het Nieuwe Werken in de organisatie. Hierbij zal de volledige organisatie worden betrokken. Het Nieuwe Werken richt zich vooral op de koppeling van meer flexibiliteit aan meer eigen verantwoordelijkheid. Medio april 2011 is er bij de afdelingen Vergunning en Handhaving en Maatschappelijke Ontwikkeling in het kader van telewerken een pilot gestart. Deze pilot heeft ongeveer 3 maanden geduurd. Bij een positief resultaat, kan het telewerken in het grootste deel van de organisatie worden ingevoerd. We verwachten dat eind 2012 ongeveer 30 medewerkers gebruik zullen maken van de mogelijkheden voor telewerken en dat uiteindelijk ongeveer 60 medewerkers structureel zullen gaan telewerken. Incidenteel telewerken bestaat al veel langer in onze organisatie. Voor medewerkers en management betekent de invoering van telewerken een wijziging in de manier van werken. Immers bij telewerken staat het resultaat van de werkzaamheden centraal. Dit betekent dat medewerkers en afdelingshoofden resultaatafspraken gaan maken in plaats van tijdafspraken. In de gesprekscyclus is hiermee al rekening gehouden. 4. Invoering duurzaam vervoersmanagement aan de hand van mobiliteitsplan In 2011 is een start gemaakt met onder andere wagenparkbeheer voor de dienstauto’s. Door een efficiënter gebruik van dienstauto’s kan het aantal dienstauto’s beperkt worden en tevens kunnen de kosten voor de vergoeding van dienstreizen met de eigen auto worden beperkt. Wij verwachten dat in 2012 drie dienstauto’s kunnen worden afgestoten. In 2012 zullen meer maatregelen worden ingevoerd met betrekking tot het stimuleren van het gebruik van openbaar vervoer en de fiets. 5. Slim@work In vervolg op het in 2009 gestarte traject voor de “implementatie” van de kernwaarden Dienstverlenend, Omgevingsgevoelig en Verantwoordelijk, is medio 2011 een vervolgtraject gestart. Dit traject heeft tot doel om, vanuit centrale aansturing, de kernwaarden zodanig te vertalen naar het werk van alle dag dat de tevredenheid over de gemeentelijke dienstverlening bij de “klant” toegenomen zal zijn. Om dat te bereiken is er voor gekozen om 11 belangrijke werkprocessen onder de loep te nemen. Bij de keuze van de werkprocessen is gezocht naar de processen waar meerdere afdelingen bij betrokken zijn. Inmiddels zijn 24
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 1 - Bestuurlijke zaken
voor ieder kernproces groepen gevormd die, onder leiding van een extern deskundige, aan de slag zijn gegaan. Naast het verdiepen van het werken vanuit de kernwaarden wordt in dit vervolgtraject aandacht gegeven aan samenwerken en (zelf)reflectie. Het traject heeft de naam gekregen Slim@work en zal naar verwachting in mei 2012 afgerond zijn. 6. Naast een sociaal jaarverslag instrumenten ontwikkelen voor een management-/bestuursrapportage De behoefte aan managementrapportages wordt groter. Daarom kan niet meer worden volstaan met een eenmalige rapportage bij de vaststelling van de gemeenterekening. Momenteel worden er periodiek rapportages aangeleverd op het gebied van ziekteverzuim, vacatures, de gesprekcyclus, het formatiebeheer en het opleidingsprogramma. Verdere digitalisering van het personeelsinformatiesysteem zal uitbreiding van de mogelijkheden voor managementrapportages opleveren. Naast de managementrapportages op het terrein van personeelszaken worden ook periodiek rapportages opgesteld over de afdoeningtermijnen van dwangsomverzoeken, bezwaarschriften en klachten. 7.
Optimaliseren van mondelinge, schriftelijke en digitale communicatie door tijdige inzet van de juiste middelen In het kader van het communicatiever maken van de organisatie is dit jaar een CommunicatieKit op intranet ontwikkeld. Deze Kit is in de plaats van de Handleiding Communicatie gekomen. Deze bevat informatie over alle aspecten waar communicatie een rol in speelt, zoals interne/externe communicatie, bewonersbijeenkomsten, digitale communicatie, enz. Daarnaast wordt bij projecten van enige omvang gewerkt met een communicatieplan. Onderdeel van dit plan is een communicatiekalender waarin staat wanneer en met welke middelen er wordt gecommuniceerd. Eind 2011, begin 2012 vindt herijking plaats van het in 2009 vastgestelde strategische communicatieplan. Dit richt zich met name op de aanpak van burgerparticipatie. In 2012 wordt dit plan verder uitgewerkt en geïmplementeerd. Een heel actueel thema is de strategische aanpak van de sociale media. Daarvoor loopt nu een proeftuin om ervaring op te doen en volgt in 2012 een definitief plan van aanpak. 8. Kaderstelling gemeenschappelijke regelingen: In de raad van april 2011 is een kaderstellende nota over de sturingsmiddelen van de raad ten aanzien van bestaande verbonden partijen (waaronder gemeenschappelijke regelingen) en een beslisboom voor het aangaan van nieuwe verbonden partijen vastgesteld. 9. Positionering van de gemeente Utrechtse Heuvelrug in de regio Eind 2011, begin 2012 vindt bestuurlijke besluitvorming plaats over de invulling van de aanbeveling uit de “Kwaliteitsmeting gemeente Utrechtse Heuvelrug 2009” zoals deze in opdracht van de gemeenteraad in samenwerking met de Provincie is uitgevoerd, gericht op de positie van de gemeente in de regio. Officiële ontvangsten In de gemeente worden grote en kleine ontvangsten georganiseerd. Hierbij noemen we onder andere een ontvangst bij het Bloemencorso in de vorm van een netwerkbijeenkomst, een bijeenkomst voor nieuwe inwoners waar meer het accent ligt op kennismaken met elkaar, en de vrijwilligersavond waar het accent ligt op de waardering voor de inzet van de vrijwilligers en de hieraan verbonden vrijwilligersprijzen. Ook zijn er kleinere ontvangsten bijvoorbeeld wanneer een inwoner of organisatie een prijs krijgt toegekend en die wordt uitgereikt in onze gemeente. Alle ontvangsten die de gemeente organiseert worden op een sobere wijze georganiseerd. Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 2013 Bestuursondersteuning/ Raad 28.125 28.125
25
2014 28.125
2015 28.125
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 1 - Bestuurlijke zaken
Ontwikkelingen 2012 - 2015 Verplichtingen/risico’s Wachtgelden wethouders De aftredende wethouders hebben recht op een uitkering (wachtgeld). De duur van het wachtgeld is afhankelijk van de periode waarin zij politiek ambtsdrager zijn geweest. Dat behoeft daarom niet alleen het wethouderschap geweest te zijn. De uitkering wordt bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd (thans nog 65 jaar) vervangen door een pensioenuitkering op basis van de algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (appa-uitkering). In de begroting 2011 is rekening gehouden met wachtgeld voor vier voormalige wethouders. In de begroting 2010, die medio 2009 is opgesteld, werd nog uitgegaan van de algemene beleidslijn dat van de aftredende wethouders gemiddeld twee wethouders wachtgeld zouden ontvangen. In werkelijkheid ontvingen in 2010 vier wethouders wachtgeld en bij het opstellen van de begroting 2011 is voor het 1e jaar uitgegaan van dit werkelijke aantal van vier. In de meerjarenbegroting was vanaf 2012 opnieuw rekening gehouden met de eerdere beleidslijn dat gemiddeld twee voormalig wethouders wachtgeld ontvangen. Om meer aan te sluiten bij de feitelijke situatie is vanaf 2012 de eerder gekozen beleidslijn gewijzigd door standaard uit te gaan van 3 wethouders die wachtgeld ontvangen. Dit leidt tot een structureel nadeel van € 50.000 voor de begroting. Eén van de afgetreden wethouders bereikt dit jaar de pensioengerechtigde leeftijd, waardoor de wachtgelduitkering wordt omgezet in een pensioenuitkering. De mogelijke toekenning van wachtgeld aan een vierde wethouder beschouwen wij als een risico. Hiervoor is in de begroting geen raming opgenomen.
26
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 1 - Bestuurlijke zaken
Budget Overzicht totale budget programma 1 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Lasten Bestuurlijke zaken Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen
2.546 3.089 0 0 0 5.635
Totaal lasten Baten Bestuurlijke zaken Baten
Resultaal voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Reserve pensioenen voormalige bestuurders Onttrekkingen Reserve pensioenen voormalige bestuurders Saldo mutaties reserves
Begroting 2012
2.512 2.493 0 0 0 5.004
6970,00 697-
Totaal baten
Resultaat na bestemming
Begroting 2011
2.401 2.457 0 0 0 4.858
960,00 96-
Meerjarenbegroting 2014 2015
2013
2.467 2.456 0 0 0 4.923
930,00 93-
2.547 2.597 15 0 0 5.158
930,00 93-
2.542 2.623 14 0 0 5.180
93-
93-
0
0 93-
93-
4.939
4.908
4.765
4.830
5.065
5.087
0
288
0
6
0
0
0 0
0 288
66-
0 6
1010-
3232-
4.939
5.196
4.759
4.836
5.055
5.055
Investeringsplan 2012 - 2015 Investeringskrediet
en jaar van beschikking
Programma / product / omschrijving 2012
2013
2014
Herkomst
2015
Product Verkiezingen Vervanging stemcomputers
109.000 Kostenplaats 60030699
Begroting 2008-2011
0
109.000
0
0
Totaal verkiezingen
0
109.000
0
0
Totaal programma 1
0
109.000
0
0
Overzicht lopende investeringen Niet van toepassing
27
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 1 - Bestuurlijke zaken
Ontwikkeling reserves Naam reserve
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
Reserve pensioenen voormalige bestuurders
293.396
287.022
292.945
282.541
250.882
Totaal
293.396
287.022
292.945
282.541
250.882
Ontwikkeling voorzieningen Naam voorziening
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
Voorziening waardeoverdracht bestuurders
568.109
587.425
607.397
628.048
626.126
Totaal
568.109
587.425
607.397
628.048
626.126
28
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 2 - Veiligheid en Handhaving
Programma 2 - Veiligheid en Handhaving Portefeuillehouder
G.F. Naafs
2.1 Openbare orde en veiligheid Doel van het programma Het bevorderen van de openbare orde en veiligheid, waaronder brandweer, rampenbestrijding, sociale veiligheid, preventie, toezicht en handhaving. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Gemeentelijke Rampenplan, inclusief de deelplannen en draaiboeken • Algemene Plaatselijke Verordening (APV) • Crisisbeheersingplan • Integraal veiligheidsprogramma 2011 - 2014 • Nota integrale Handhaving • Kadernota gezondheid (voor meldpunt zorg en overlast) Ambitie Het vasthouden en op onderdelen versterken van de veiligheidssituatie. Waar het gaat om veelvoorkomende criminaliteit, woninginbraken, overlast en geweld wordt gestreefd naar afname in aangiftes/meldingen. Verder wordt er gestreefd naar een toename van het vertrouwen in de politie en de veiligheidsaanpak van de gemeente. Om dit alles te realiseren staan de begrippen ‘ samenwerking’ en ‘duidelijkheid’ centraal. Het is van belang dat inwoners zich serieus genomen voelen door gemeente en veiligheidspartners, maar ook zelf meewerken aan een veilige leefomgeving. Daarnaast is de publieke ruimte van ons allemaal. Deze mag niet geclaimd worden door wie dan ook. Voor alles geldt: respect is de basis en asociaal, overlastgevend en crimineel gedrag wordt bestraft. Overigens zonder afbreuk te doen aan achterliggende zorgvragen. De regels hiertoe worden duidelijk gecommuniceerd en gehandhaafd Indicatoren • veel voorkomende criminaliteit (VVC) verlagen met 40% conform norm regionale veiligheidsuitvoering • jaarlijkse voortgangsrapportage op het IVP • aantal hinderlijke en overlastgevende groepen • vertrouwen in politie en veiligheidsaanpak gemeente • aantal aanmeldingen burgernet • aantal meldingen meldpunten zorg en overlast, huiselijk geweld • jaarlijks aantal opleidingen en gemeentelijke en regionale oefeningen in het kader van de crisisbeheersing • jaarverslag leerplicht • jaarlijkse evaluatie handhavingprogramma • jaarlijks aantal gevallen mediation
29
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 2 - Veiligheid en Handhaving
Activiteiten 2011 Openbare orde en veiligheid: 1. Herijken van het Integraal Veiligheidsprogramma V 2. BIBOB beleid en uitvoering B/U 3. De integrale actieteams openbare orde en veiligheid U blijven gehandhaafd 4. Burgernet verder ontwikkelen U 5. VVC (veel voorkomende criminaliteit) verlagen V conform norm regionale veiligheidsuitvoering (-40%) 6. Afstemming tussen zorg en veiligheidsketen met B/U betrekking tot huiselijk geweld, nazorg ex gedetineerden en jongerenoverlast. Zie ook programma 6. Crisisbeheersing: 7. Bestuur en organisatie voorbereiden op crises en U vormen van maatschappelijke onrust. Het zorgdragen voor kennisdeling, opleiding en oefening van bestuur. 8. Het oefenen van de gemeentelijke processen U crisisbeheersingsplan Handhaving (milieu, bouw en APV, kinderopvang en leerplicht): 9. Jaarlijkse opstellen handhavingprogramma (met B/U daarbij prioriteiten en accenten) 10. Toezicht en handhaving U kinderopvangaccommodaties 11. Onderzoek naar standaard inzet van mediation bij B/U burenruzie 12. Onderzoek naar overdracht handhavingstaken naar V/B de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) 13. Het streven om het huidige nulniveau voor V handhaving te brengen naar het wettelijk minimumniveau. De kwaliteitscriteria van VROM zijn van invloed op de haalbaarheid. V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012
2013
2014
2015
B U U
U U U
E E U
V/B
E U
U E
U
U
U
U/E
U
U
U
U
U
U
U
U
E/B/U
E/B/U
E/B/U
U
U/E
U
U
E/B/U
U
U
U
B/U
U
E/V/B/ U U
Toelichting activiteiten 1. Herijken van het Integraal Veiligheidsprogramma Op 16 juni 2011 is er een dialoogavond gehouden over het Integraal Veiligheidsprogramma. In september 2011 is het Integraal Veiligheidprogramma door de gemeenteraad vastgesteld. De prioriteiten zijn: aanpak (jongeren)overlast, veelvoorkomende criminaliteit en woninginbraken, ondermijning, bewonersparticipatie, (huiselijk) geweld, nazorg ex gedetineerden en crisisbeheersing. Er zal op basis van het IVP jaarlijks een uitvoeringsplan en een voortgangsrapportage verschijnen. 2. BIBOB beleid en uitvoering Vanaf 2009 passen wij de Wet Bibob toe en hebben wij ervaring opgedaan met het proces en bijbehorende werkzaamheden en effecten op aanvragers. Op basis van de opgedane ervaring zijn wij inmiddels in staat om een goede keuze te maken over de verdere inzet van dit wetgevingsinstrument. Naar verwachting zal eind 2011 besloten worden om de huidige werkwijze de komende jaren te handhaven. Dat wil zeggen dat Bibob-onderzoek alleen uitgevoerd zal worden indien hier gegronde redenen voor zijn. Op basis van 30
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 2 - Veiligheid en Handhaving
eventuele onderzoeken kunnen vergunningen als ultimum remedium vooraf geweigerd of achteraf worden ingetrokken. Voor de uitvoering van het onderzoek zal naar verwachting worden aangesloten bij het Regionaal Informatie en Expertisecentrum, 3. De integrale actieteams openbare orde en veiligheid blijven gehandhaafd De actieteams blijven gehandhaafd. Aan de deelnemers is gevraagd wat hun gedachten zijn over de oorzaken van overlast. In alle kernen komt naar voren dat alcoholgebruik onder jongeren een groot probleem is. Dit thema zal vanuit de actieteams onder regie van MO, in samenwerking met Vergunning en Handhaving en externe partijen worden opgepakt. Verder wordt geïnvesteerd in de aanpak van overlastgevende groepen. 4. Burgernet verder ontwikkelen Het aantal deelnemers is uitgekomen boven de verwachte doelstelling van 5%. Met verder ontwikkelen wordt bedoeld: de gebruiksvriendelijkheid van het instrument verhogen en de toepassingsmogelijkheden verruimen. Bestuurlijk is de portefeuillehouder in 2011 daarom toegetreden tot de stuurgroep burgernet. 5. VVC (veel voorkomende criminaliteit) verlagen conform norm regionale veiligheidsuitvoering (-40%) In 2011 is een werkgroep veelvoorkomende criminaliteit opgericht. Hierin participeren gemeente, politie en woningcorporaties. Een integrale aanpak moet de op onderdelen (woninginbraken) stijgende lijn doorbreken en tevens een preventieve werking hebben. 6.
Afstemming tussen zorg en veiligheidsketen met betrekking tot huiselijk geweld, nazorg ex gedetineerden en jongerenoverlast. Zie ook programma 6. 7. en 8. Bestuur en organisatie voorbereiden op crises en vormen van maatschappelijke onrust. Het zorgdragen voor kennisdeling, opleiding en oefening van bestuur. Door de moeizame start van de VRU in 2010 en een personeelswisseling bij het taakcluster Integrale Veiligheid en Crisisbeheersing heeft dit onderdeel in de afgelopen periode wat minder aandacht gekregen Met ingang van 2011 zijn nieuwe oefeningen vastgelegd. Geoefend zullen worden: het college en de ambtenaren die betrokken zijn bij het proces nazorg. In 2012 wordt naast het college ook het directieteam getraind. 9 . Jaarlijkse opstellen handhavingprogramma (met daarbij prioriteiten en accenten) Wij hebben inmiddels een jaarprogramma handhaving vastgesteld, dat ook ter kennis van de raad is gebracht. Het streven is weliswaar het nulniveau naar het wettelijk minimumniveau te brengen, maar vooralsnog is de aandacht gericht op de uitvoering van het jaarprogramma en de nog liggende handhavingzaken. In het eerste kwartaal 2012 vindt een herijking van het programma plaats en wordt een nieuw jaarprogramma door ons vastgesteld. Met de verschillende gemeenten in de regio wordt structureel overleg gevoerd, waarbij het streven is tot de oprichting van een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) te komen. 10. Toezicht en handhaving kinderopvangaccommodaties Het toezicht op de kinderopvangorganisaties (kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen) wordt uitgevoerd door de GGD. Aan de hand van het Lokaal handhavingsbeleid kwaliteit kinderopvang, gemeente Utrechtse Heuvelrug 2009, wordt de handhaving uitgevoerd door de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling. Begin 2011 is er door de gemeenten uit de GGD regio Midden Nederland een gezamenlijk handhavingsbeleid ontwikkeld. Het handhavingsbeleid wordt in het najaar vastgesteld.
31
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 2 - Veiligheid en Handhaving
11. Onderzoek naar standaard inzet van mediation bij burenruzie Achter handhavingverzoeken zit regelmatig achterliggende problematiek in de sfeer van de onderlinge relaties tussen buurtgenoten. Vaak weet men elkaar niet aan te spreken over zaken die irriteren en kiest men er dan voor om via de gemeente een handhavingverzoek te doen. Een dergelijk handhavingverzoek betreft dan regelmatig een onderwerp dat de bewuste druppel is geweest die de emmer deed overlopen. Het eigenlijke probleem in de onderlinge verhouding wordt hier niet mee weggenomen. In bestuursdwangtrajecten worden partijen door de handhavers ambtelijk gehoord en kunnen zij hun zienswijze mondeling toelichten. Vaak vragen partijen hiernaast ook een gesprek aan bij de burgemeester. Vanaf de gemeentelijke herindeling is ervaring opgedaan met het actief doorverwijzen van partijen naar een onafhankelijke NVM-mediator zodra duidelijk wordt uit de gesprekken dat er veel meer speelt. Vervolgens is het aan partijen om met de mediator dit verder op te pakken. Mediation is altijd op basis van vrijwilligheid en dus komt het niet altijd tot een mediation traject. Daar waar de gemeente zelf een belang heeft in de zaak neemt de gemeente ook deel aan het mediation traject als partij en/of draagt een deel van de kosten en levert vergaderfaciliteiten. Daar waar het primair een zaak is van burgers onderling is het aan de burgers om zelf te zorgen voor dit traject. Dit levert ook de meest effectieve trajecten op omdat het hiermee geen vrijblijvende zaak is. Indien het gaat tussen huurders verwijzen wij door naar de woningcorporaties. Mediation is altijd vertrouwelijk en hierin zit voor een groot deel de kracht van dit middel. Zowel gemeente als partijen doen naar buiten toe geen uitlatingen hierover. In de afgelopen jaren zijn successen geboekt met deze doorverwijzingen, maar niet alle gevallen lossen zich hierdoor op. Wij gaan de komende jaren door met deze actieve doorverwijzing naar een onafhankelijk externe mediator. 12. Onderzoek naar overdracht handhavingstaken naar de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Momenteel wordt onderzoek verricht naar de oprichting van een Regionale uitvoeringsdienst (RUD) in Zuidoost Utrecht, in samenwerking tussen 9 gemeenten, namelijk Utrechtse Heuvelrug, Renswoude, Veenendaal, Vianen, De Bilt, Zeist, Bunnik, Wijk bij Duurstede en Rhenen. Zoals de situatie er thans voorstaat, ligt het in het voornemen dat de milieudiensten Zuid-Oost Utrecht en Noord-West Utrecht met elkaar fuseren om gezamenlijk een RUD niet stedelijk gebied te gaan vormen onder de paraplu van een provinciale RUD. 13. Het streven om het huidige nulniveau voor handhaving te brengen naar het wettelijk minimumniveau. De kwaliteitscriteria van VROM zijn van invloed op de haalbaarheid.
2.2 Brandweer Doel van het programma Het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt en het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen en rampensituaties, anders dan bij brand. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • GR VRU en het daarop gebaseerde bestuurlijk kader GR VRU Overige overheidsinstanties • Wet Veiligheidsregio’s
Ambitie Een verankering van de geregionaliseerde brandweer binnen onze dorpen. 32
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 2 - Veiligheid en Handhaving
Indicatoren • jaarlijkse toetsing begroting VRU • managementrapportages VRU • jaarlijkse evaluatie dienstverleningovereenkomst Activiteiten 2011 1. Onderzoek doen naar de kosten van de brandweer U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012
2013
2014
2015
Toelichting activiteiten 1. Onderzoek doen naar de kosten van de brandweer In verband met de per 2011 opgelegde taakstellende bezuiniging van 5% vindt er thans binnen de VRU een zogenaamde nulmeting plaats. Deze wordt als basis gehanteerd bij de verdere uitwerking van het dekkingsplan. Op basis daarvan moet inzicht worden verkregen in de bij de VRU benodigde budgetten om te kunnen voldoen aan de wettelijke eisen en de door de deelnemende gemeenten af te nemen diensten. De resultaten van de 0-meting zijn nog niet bekend. Wel is een start gemaakt met het onderzoeken van mogelijke kostenbesparingen die als gevolg van de regionalisatie direct door te voeren zijn. Zie verder onderstaande tekst. Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 2013 Bijdrage VRU -5% (incl. bijstelling in kadernota) 100.000 100.000
2014 100.000
2015 100.000
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Veiligheidsregio Utrecht (VRU) De opgevoerde meerjarenramingen in de begroting 2012 van de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) zijn door het Algemeen Bestuur van de VRU in juni 2011 afgekeurd. De reden voor ons was gelegen in het feit dat de uitkering uit het gemeentefonds is bevroren, het doorvoeren van de indexering loon- en prijsaanpassing zoals aangegeven in de septembercirculaire 2010 van het gemeentefonds in strijd is met de eerder ingestelde lijn en de onderhandelingen over de dienstverleningsovereenkomst nog niet zijn afgerond. Dat betekent dat de meerjarenbegroting opnieuw moet worden voorgelegd. In verband met de problematisch verlopen plaatsing van gemeentepersoneel naar de VRU en de huidige opbouw van de organisatie, is de VRU niet in staat gebleken de jaarrekening tijdig te presenteren en de rapportage op de dienstverleningsovereenkomst 2010 te overleggen. Als gevolg van dat laatste wordt een discussie gevoerd over de verrekeningen van de dienstverleningsovereenkomst 2010. De onderhandelingen over de dienstverleningsovereenkomsten 2011 en verder verkeren in een afrondende fase. Er ligt een voorstel van €100.000 aan kostenbesparingen op de VRU. Het betreft ingrepen in dubbele regelingen als gevolg van de overgang naar de VRU, een harmonisatieslag in het opleiden en oefenen en een door de VRU in te vullen bezuiniging van 5% op box 3 (regionale taken). In verband met de opbouw van de VRU-organisatie, het later verschijnen van het dekkingsplan (2013) en landelijke prestatie-eisen verwachten wij dat de opgelegde taakstellende bezuiniging van € 200.000 niet volledig gerealiseerd kan worden. Vooralsnog houden wij rekening met een mogelijk nadeel van € 100.000.
Budget 33
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 2 - Veiligheid en Handhaving
Overzicht totale budget programma 2 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Openbare orde / veiligheid Indirecte lasten Directe lasten Brandweer Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten Openbare orde / veiligheid Baten Brandweer Baten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
609 327
608 252
740 224
760 215
782 215
781 215
2.652 3.864 0 0 0 7.453
463 3.365 0 0 0 4.688
105 3.319 0 0 0 4.388
107 3.281 0 0 0 4.364
111 3.281 0 0 0 4.389
111 3.281 0 0 0 4.388
36-
51-
52-
52-
Totaal baten
3.0010,00 3.037-
280,00 79-
0 0,00 52-
0 0,00 52-
Resultaal voor bestemming
4.416
4.609
4.336
4.312
4.337
4.336
0
0
0
0
0
0
4.416
4.609
4.336
4.312
4.337
4.336
Mutaties reserves Stortingen Onttrekkingen Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Investeringsplan 2012 - 2015 Niet van toepassing Overzicht lopende investeringen
Gevoteerd krediet Boren van 21 st.waterputten Totaal Programma 2
57.750 57.750
Ontwikkeling reserves Niet van toepassing Ontwikkeling voorzieningen Niet van toepassing
34
52-
52-
0 0
0 0
52-
52-
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 3 - Dienstverlening
Programma 3 - Dienstverlening Portefeuillehouder
T.J. Verhoef
3.1 Dienstverlening Doel van het programma Het doorlopend verbeteren van de dienstverlening aan inwoners, ondernemers en bezoekers en het bereiken van een goed functionerende Gemeentewinkel⊕ . Het opstellen en uitvoeren van de visie Dorpsgericht werken. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Dienstverleningsafspraken • Retributieverordening; Ambitie Het leveren van excellente (dat is: betrouwbare, effectieve en efficiënte) dienstverlening aan inwoners, ondernemers en bezoekers en een Gemeentewinkel⊕ die aansluit bij de landelijke eisen. Een goed functionerende Gemeentewinkel⊕ aan het eind van deze collegeperiode, waar onze inwoners, bedrijven en bezoekers terecht kunnen voor al hun gemeentelijke vragen. Indicatoren • bij de dienstverleningsafspraken willen we een score halen van gemiddeld in (rapportage in P&C cyclus)
• • •
2011: 70% 2012: 80% 2013: 85% 2014: 90%
behalen van het keurmerk drempelvrij.nl in 2012 voor de gemeentelijke website blijvend voldoen aan wettelijke eisen basisregistraties het aantal digitale producten dat we aan inwoners aanbieden
Activiteiten 1. Dienstverleningsafspraken 2. Organisatie Gemeentewinkel ⊕ 3. Uitvoering programma e-dienstverlening
2011 2012 2013 2014 2015 E/V/B/U E/V/B/U E/V/B/U E/V/B/U E/V/B/U V/B U U U U Integraal opgenomen bij programma Gemeentewinkel⊕ B
4. Onderzoek regionaal shared servicecentre automatisering 5. Verbeteren website (op naar top 200) E/U 6. Uitbreiding aantal digitale producten (stapsgewijs) a. 12 producten U b. 30 producten V/B/ c. en meer 7. Onderzoek van gemeentelijke servicepunten in V de dorpen 8. Implementatie WABO U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie 35
E/U
E/U
E/U
E/U
U V/B/ B
U
U
U
U
U
U
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 3 - Dienstverlening
Toelichting activiteiten 1. Dienstverleningsafspraken De dienstverleningsafspraken zijn in 2010 regelmatig geëvalueerd en in 2011 zijn de resultaten hiervan via een RIB aan de Raad gemeld. De resultaten zijn zodanig dat we, onder verwijzing naar de raadsinformatiebrief kunnen concluderen dat het merendeel van de afspraken gehaald wordt en dat op onderdelen extra aandacht nodig is. Op 23 juni jl. heeft de Raad een motie aangenomen over dienstverlening met als opdracht aan het College dat vooral de aspecten kwaliteit en klantvriendelijkheid toegevoegd worden aan de metingen. 2. Organisatie Gemeentewinkel ⊕ Aan de hand van het visiedocument “Gemeentewinkel⊕ ⊕; visie op publieke dienstverlening 2010 -2014” wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de Gemeentewinkel ⊕ . De huidige stand van zaken is als volgt: Per 1-1-2011 zijn de nieuwe openingstijden ingegaan. Om een betere afstemming tussen de diverse loketten te realiseren, zijn de tijden in april 2011 beter op elkaar afgestemd en wordt er nog meer gestuurd om ‘op afspraak’ komen. Het afhalen van reisdocumenten/rijbewijzen en gehandicaptenparkeerkaarten aan de receptiebalie wordt wegens succes, zowel van de zijde van de klant alsook de organisatie, onveranderd voortgezet. Op basis van de eindrapportage van de projectgroep Frontoffice (nov. 2010) wordt een begin gemaakt met een Plan van Aanpak om de beschreven resultaten in 2015 te realiseren. In 2012 wordt voortgegaan op de in 2011 ingeslagen weg, waarbij de aandacht zich vooral richt op: Kennismanagement. Met de invoering van veel gestelde vragen (FAQ) en vraag-aanbod combinaties (VAC). Voorlopig zijn de FAQ en VAC alleen voor intern gebruik binnen het TIP en de vakafdelingen Werkprocessen onder andere het proces/ organisatie rondom contentbeheer. Dit proces is ook onderdeel van Slim@Work. Ontsluiting en gebruik van basisgegevens waarbij gezorgd wordt dat de inwoner slechts eenmalig gegevens hoeft te verstrekken, die daarna gemeente/ overheidsbreed kunnen worden gebruikt. Zaakgewijs werken waarbij gewerkt wordt aan de inrichting van een basisregistratie organisatie, processen en medewerkers. Kanaalsturing en dan met name de kanalen telefonie (ontwikkeling van een Telefonisch Informatie Punt (TIP)) en aanpassingen/ uitbreiding digitaal loket. Ook een Persoonlijke Internet Pagina (PIP oftewel Mijn Heuvelrug) wordt hiertoe gerekend. Mijn Heuvelrug wordt in 2011 uitgerold. Extranet is voor de raadsleden (in test) beschikbaar. Ontwikkelen van een KlantContactCentrum (KCC) 3. Uitvoering programma E-dienstverlening Dit programma maakt onderdeel uit van het programma Dienstverlening en staat hierboven beschreven onder de noemen “gemeentewinkel⊕” 4. Onderzoek regionaal shared service centre automatisering Begin 2009 hebben de gemeenten Baarn, Bunnik, Houten, Soest en Wijk bij Duurstede zich op basis van een opgesteld strategiedocument in positieve zin uitgesproken over het onderzoek naar de samenwerkingskansen op de „koude kant van de ICT. Het daartoe opgestelde bedrijfsplan is in september 2009 afgerond. Op grond van het bedrijfsplan heeft de gemeente Houten besloten niet langer deel te nemen, omdat de samenwerking voor hen duurder was dan ICT in eigen beheer uitvoeren. De Utrechtse Heuvelrug is in de loop van 2010, samen met de RSD, aangesloten bij het onderzoek. Op 15 oktober 2010 is door de zes deelnemers van dat moment besloten om de samenwerking door te zetten en de bestuurlijke besluitvorming daartoe in gang te zetten. Het samenwerkingsverband is inmiddels omgedoopt tot Regionale ICT-dienst (RID). In november 2010 hebben wij het principebesluit genomen vóór deelname aan de samenwerking. 36
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 3 - Dienstverlening
Met de samenwerking op de “koude kant”(hardware, besturingssoftware en medewerkers systeem- en netwerkbeheer) van de ICT streven de samenwerkingspartners na de kwetsbaarheid te verkleinen, de continuïteit te garanderen en de kosten beheersbaar te houden. Daarbij is een aantal doelen geformuleerd: • Verzekeren van de continuïteit, betrouwbaarheid en hoogwaardige dienstverlening op het terrein van ICT middelen aan de deelnemende gemeenten. • Afname van de personele kwetsbaarheid en kansen bieden aan medewerkers voor eigen ontwikkeling in een professionele werkomgeving. • Vergroten van de flexibiliteit van de dienstverlening. • Vergroten van het innovatievermogen en adaptief vermogen. • Tegen minder meerkosten verbeteringen kunnen doorvoeren. • Vormen van een fundament voor latente samenwerking in de waardeketen. Thans vindt de verdere uitwerking van de plannen plaats die uiteindelijk moeten leiden tot definitieve besluitvorming in begin 2012. De streefdatum voor de start van de samenwerking is 1 juli 2012 met de doelstelling dat de RID per 1 april 2014 volledig operationeel is. 5. Verbeteren website (op naar top 200) Dit jaar en komende jaren werken we aan het optimaliseren van de dienstverlening en communicatie via internet. De vervolgstappen worden daarvoor in het programma Dienstverlening, in nauwe samenwerking met Communicatie, verder uitgezet. Wij gaan daarbij uit van het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-Overheid uit 2008; Burger en Bedrijf Centraal. Hierin staan afspraken om de dienstverlening van overheden, zowel aan de balie als digitaal te verbeteren. Een van de onderdelen uit dit programma richt zich specifiek op de toegankelijkheid van het internet. Hiervoor zijn 125 webrichtlijnen opgesteld. Het is voor overheden verplicht om aan deze webrichtlijnen te voldoen. Daarbij moet opgemerkt dat de organisatie die de kwaliteit van websites onderzoekt, nadenkt over een nieuwe werkwijze. Die aanpak is van invloed op de ontwikkeling van de website en in het bijzonder voor de ranking. We streven naar het behalen van het waarmerk drempelvrij.nl. Dit waarmerk bestaat uit drie niveaus; Voldoen aan Niveau 1, betekent voldoen aan de minimale eisen van toegankelijkheid. Niveau 2 geeft naast niveau 1 nog extra mogelijkheden, bijvoorbeeld voor mensen met een visuele beperking. Het behalen van niveau 3 staat gelijk aan het behalen van alle 125 richtlijnen. (www.drempelvrij.nl.). We gaan gefaseerd te werk. Op 1 januari 2012 willen we voldoen aan niveau 2 en halverwege 2012 aan niveau 3. Op dit moment is een taskforce actief die een grootscheepse opschoonactie uitvoert. Daarnaast is de communicatie en informatievoorziening via internet een van de kernprocessen uit het programma Slim@Work van de organisatieontwikkeling. Daarin wordt heel grondig gekeken naar het proces wat een grote stap in de kwaliteit betekent. 6. Uitbreiding aantal digitale producten (stapsgewijs) Op dit moment zijn ruim 25 producten digitaal beschikbaar. Er is sprake van een geleidelijke groei. In eerste instantie zijn de meest eenvoudige producten digitaal gegaan. De verdere uitbreiding betreft complexe producten. De toename zal dan minder spectaculair zijn dan tot nu toe. 7. Onderzoek van gemeentelijke servicepunten in de dorpen In het Collegeprogramma wordt gesproken over servicepunten in de dorpen. Het College heeft nog geen standpunt ingenomen over hoe dat vorm zou moeten krijgen. In de visie op de Woonservicegebieden wordt ingegaan op servicepunten in de dorpen. Zie ook Programma 5.
37
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 3 - Dienstverlening
8. Implementatie WABO (Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht) De implementatie van de Wabo is - voorzover mogelijk - afgerond. Het zwaartepunt ligt thans bij de verbetering van de automatisering. In de loop van 2011 is voor de betreffende afdeling nog een verdiepingstraining georganiseerd. Inmiddels is bekend geworden, dat de Wabo in de loop van 2012 volledig wordt herzien. Wat de consequenties daarvan zijn, is op dit moment niet te zeggen. Wel is bekend dat per 1 januari 2012 een volledig vernieuwd Bouwbesluit in werking treedt, dat behoorlijke gevolgen zal hebben voor de wabo-vergunningen. De afdeling heeft daarvoor een korte training gehad, maar dient verder te worden voorbereid op dit nieuwe besluit. Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 Deregulering kapvergunningen dan wel kostendekkend 25.000 maken (zie ook programma 8)
2013 50.000
2014 75.000
2015 75.000
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Verplichtingen Lagere opbrengst bouwleges In de bouwsector is nog altijd sprake van een crisissituatie en deze heeft direct invloed op de te realiseren opbrengst bouwleges. Het aantal afgegeven vergunningen loopt niet of nauwelijks terug, echter bij de opbouw van onze legestarieven worden de meeste inkomsten gerealiseerd bij de grote bouwplannen. Deze grote plannen staan op een laag pitje. Bij de opstelling van de meerjarenbegroting werd op basis van de werkelijke ontvangsten in 2009 nog uitgegaan van een raming van € 1.900.000. Hoewel de afronding van enkele planprocedures naar verwachting op korte termijn wordt gerealiseerd, verwachten wij, en dit blijkt ook uit de jaarrekening 2010, dat de bouwlegesopbrengsten de komende jaren achterblijven bij de huidige ramingen. Wij zien ons dan ook genoodzaakt om deze naar beneden bij te stellen met een bedrag van € 600.000. Lagere lasten afdeling Vergunning en Handhaving Tegenover de verwachte lagere opbrengst van de bouwleges is een stelpost aanpassing formatie V&H gesteld tot een bedrag van € 600.000. Op basis van het huidige werkaanbod (aantal vergunning- aanvragen) verwachten wij dat invulling van deze stelpost niet te realiseren is zonder aanzienlijke gevolgen en dus stellen wij voor om in de begroting deze stelpost ongedaan te maken. Voor de jaren 2012, 2013 en 2014 betekent dit een structureel nadeel van € 600.000. Vanaf 2015 houden wij nog rekening met een jaarlijks nadeel van € 420.000 omdat de bestaande achterstanden dan volledig weggewerkt zijn. Risico’s Lagere opbrengst precariorechten In 2009 is op basis van een raadsvoorstel een inschatting gemaakt van extra opbrengsten die gerealiseerd kunnen worden in het kader van handhavingactiviteiten. De werkelijke opbrengst blijft tot op heden aanmerkelijk achter bij de raming. Op dit moment onderzoeken wij of dit structureel of incidenteel is. Indien wij te maken hebben met een structureel lagere inkomst zou de raming structureel met € 65.000 verlaagd moeten worden.
3.2 Dorpsgericht werken Doel van het programma Het college wil in toenemende mate dorpsgericht werken en daarmee: ► de identiteit van en de sociale samenhang binnen de dorpen versterken; 38
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 3 - Dienstverlening
► inwoners nog meer betrekken bij planvorming (zoals beleidsontwikkeling) en de uitvoering van projecten in hun woon- en leefomgeving; ► bestuurders en ambtelijke organisatie geven samen met inwoners, organisaties, professionals en partners inhoud aan de doelstellingen van het collegeprogramma ‘SamenWerk in uitvoering’ op een creatieve en interactieve wijze. Beleidskaders Collegeprogramma 2010 - 2014 Kadernota 2012 - 2015 Ambitie Eind 2011 wordt de visie Dorpsgericht werken aan de raad ter vaststelling voorgelegd. In 2012 start de uitwerking van het bijbehorende uitvoeringsprogramma. In 2012 wordt ook de eerste effectmeting uitgevoerd van het leefbaarheidonderzoek, een indicator van de versterking van de sociale samenhang.
Indicatoren • Leefbaarheidmonitor Activiteiten 2011 V/B
1. Nota Dorpsgericht werken
2012 U
2013 U
2014 E
2015
Toelichting activiteiten 1. Nota Dorpsgericht werken Begin 2011 is gestart met de voorbereiding voor de totstandkoming van de notitie Dorpsgericht werken. Hiervoor is in februari 2011 een interne bijeenkomst gehouden met het directieteam en college om de visies van het dorpsgericht werken op één lijn te krijgen. Op 24 maart 2011 is een raadsinformatieavond over dorpsgericht werken gehouden. Tijdens deze avond hebben de gemeenten Baarn en Zeist hun ervaringen gedeeld en is gesproken over de invulling van dorpsgericht werken voor de Utrechtse Heuvelrug. Ter voorbereiding is in april 2011 ook gesproken met maatschappelijke organisaties en gediscussieerd met inwoners. De conceptnotitie wordt in september 2011 afgerond. Vervolgens wordt de samenleving uitgenodigd om tijdens de dorpsbezoeken met elkaar in gesprek te gaan over onder meer het Dorpsgericht werken. Het streven is om de notitie in november aan de gemeenteraad aan te bieden. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Geen directe ontwikkelingen die financiële consequenties hebben.
39
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 3 - Dienstverlening
Budget Overzicht totale budget programma 3 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Dienstverlening Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
4.063 1.617 0 0 0 5.680
4.084 1.301 0 0 0 5.385
4.069 1.164 0 0 0 5.233
4.120 979 0 0 0 5.099
4.195 1.079 0 0 0 5.274
4.152 899 0 0 0 5.051
Totaal baten
1.8590,00 1.859-
2.4790,00 2.479-
2.4160,00 2.416-
2.3910,00 2.391-
2.3660 2.366-
2.3660 2.366-
Resultaal voor bestemming
3.821
2.906
2.817
2.708
2.907
2.685
0
0
0
0
0
0
3.821
2.906
2.817
2.708
2.907
2.685
Totaal lasten Baten Dienstverlening Baten
Mutaties reserves Stortingen Onttrekkingen Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Investeringsplan 2012 - 2015 Niet van toepassing Overzicht lopende investeringen
Gevoteerd krediet 108.000 108.000
Software klantenbeg./kassakopp. Totaal Programma 3
Ontwikkeling reserves Niet van toepassing Ontwikkeling voorzieningen Niet van toepassing
40
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur Portefeuillehouder
T.J. Verhoef
4.1 Ruimtelijke Ordening en structuurvisie Doel van het programma Een klimaat scheppen dat bijdraagt aan het waarborgen van het groene en vitale karakter van de gemeente, waarbij het brede cultuurhistorisch erfgoed niet alleen wordt gezien als decor maar ook als duidelijke kans voor verbetering van onze leefomgeving en economische ontwikkeling. Woningbouw komt zowel in aantallen als in kwaliteit tegemoet aan de (gewenste) demografische ontwikkelingen, waarbij goede dorpsgerichte ruimtelijke inpassing uitgangspunt is. Het instandhouden en verbeteren van de kenmerkende landschapselementen binnen de gemeente en de aangrenzende gebieden. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Bestemmingsplannen Overige overheidsinstanties • Diverse wet- en regelgeving. Ambitie Per jaar actualiseren we 2 bestemmingsplannen. Door extra geld en mensen in te zetten willen we de komende jaren het tempo opvoeren. In de planperiode bouwen we daarnaast gemiddeld 70 woningen per jaar. Onze ambitie is verder om het gemeentelijk beleid te vertalen in de Provinciale Structuurvisie 2015 2025. We hebben de ambitie om een uitvoeringsplan vast te stellen voor de Gemeentelijke Structuurvisie. We bouwen in deze planperiode 250 woningen aan de Lange Dreef, en 98 woningen en een Sociaal Cultureel centrum, 2 scholen en een sporthal op de locatie Allemanswaard. Indicatoren • Het aantal te bouwen woningen • Het aantal actuele en digitale bestemmingsplannen
41
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
Activiteiten 2011 Ruimtelijke Ontwikkeling 1. Bijdragen aan Provinciale Structuurvisie 2015 V 2. Rijk verzoeken om meer tijd voor actualisering B/U bestemmingsplannen 3. Maken en uitvoeren uitvoeringplan Structuurvisie B/U 4. Actualisering en digitalisering bestemmingsV/B/U plannen 5. Bij planvorming aandacht voor locaties die U mogelijk in aanmerking komen voor uitruil rode contour 6. Ontwikkeling woningbouwlocaties w.o. Lange U Dreef 7. Ontwikkeling Allemanswaard U/B 8. Ontwikkeling Station Driebergen-Zeist (zie ook B programma 11) V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012
2013
2014
U U
E U
U U
U
U
U
U
U
U
U V
U V/B
U U
2015
V
Toelichting activiteiten 1. Bijdragen aan Provinciale Structuurvisie 2015 De provincie Utrecht werkt aan de Provinciale Structuurvisie. Deze nota geeft de richting aan van de provinciale ontwikkelingen in de komende jaren. In het voorjaar van 2011 zijn door de provincie gesprekken gevoerd met de diverse partijen, waaronder de gemeenten. In deze gesprekken heeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug inbreng gehad om haar belangen naar de provincie duidelijk te maken. Deze gespreksronde is voor de zomer afgerond. Inmiddels is de concept provinciale structuurvisie uitgebracht. Daarover vindt opnieuw overleg met de gemeente plaats. Bovendien heeft de gemeente een schriftelijke reactie naar de provincie verzonden. 2. Rijk verzoeken om meer tijd voor actualisering bestemmingsplannen Het coalitieprogramma 2010 – 2014 vermeldt om met andere gemeenten het Rijk te verzoeken de gemeenten meer tijd te gunnen voor actualisering. De wetgever heeft na jarenlange discussie nu een sanctie in de wet opgenomen om de bestemmingsplannen op tijd geactualiseerd te krijgen. Wij stellen voor de komende jaren extra middelen beschikbaar te stellen om onze oude bestemmingsplannen versnelt te actualiseren. Door deze inhaalslag neemt de noodzaak af bij het rijk uitstel te vragen. Voorstel is daarom hiervan af te zien (zie ook onder punt 4). 3. Maken en uitvoeren uitvoeringplan Structuurvisie Ten behoeve van de uitvoering van de Structuurvisie Groen dus Vitaal, dient een uitvoeringsprogramma opgesteld te worden. Het uitvoeringsprogramma wordt in november 2011 voor besluitvorming aangeboden aan de raad. 4. Actualisering en digitalisering bestemmings-plannen Bij de vaststelling van de kadernota en de nota reserves en voorzieningen zijn extra financiële middelen beschikbaar gesteld voor de actualisatieslag. Het plan van aanpak wordt in november 2011 ter vaststelling aan de raad aangeboden.
42
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
5. Bij planvorming aandacht voor locaties die mogelijk in aanmerking komen voor uitruil rode contour: Momenteel wordt een inventarisatie gemaakt welke locaties voor uitruil in aanmerking komen. Hierbij speelt de uitvoering van de gemeentelijke structuurvisie een belangrijke rol. Wij willen de uitkomst hiervan inbrengen als bijdrage aan de provinciale structuurvisie. 6. Ontwikkeling woningbouwlocaties w.o. Lange Dreef Medio december 2010 is de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de Stichting Heuvelrug Wonen (HW) definitief getekend en zijn de rechtspersonen voor de ontwikkeling van de locatie Lange Dreef opgericht en notarieel vastgelegd. Vervolgens is door de Lange Dreef CV, waarin de Stichting Heuvelrug Wonen en de gemeente op basis van gelijkwaardigheid participeren, zelfstandig financiering aangetrokken. Deze financiering van de CV is nodig omdat de CV de voor de ontwikkeling van de locatie benodigde gronden van de gemeente overneemt. De financiering is verstrekt op basis van een 80/20 borgingsconstructie, te weten 80% gemeentegarantie en 20% concerngarantie door de Stichting Heuvelrug Wonen. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft hieraan zijn goedkeuring gegeven. Eind juni heeft de CV na een aanbestedingsprocedure de opdracht gegund aan Janssen de Jong Projectontwikkeling, die samen met de CV de locatie daadwerkelijk in de periode 2011-2015 gaat ontwikkelen. 7. Ontwikkeling Allemanswaard: Eind 2010 is de brandweer verhuisd van de Allemanswaard Carré naar het Industrieterrein. De ontwikkelaar heeft de oude kazerne inmiddels gesloopt en het terrein voor de nieuwbouw van de Christelijke basisschool ”Regenboog” bouwrijp gemaakt. De bouw van de nieuwe school is begin juni 2011 van start gegaan. Aan de Noordzijde van de Allemanswaard Carré is de eerste fase van de renovatie van sporthal De Ploeg in het voorjaar 2011 afgerond. De Woningbouwvereniging Amerongen verwacht in het 3e kwartaal 2011 te starten met de realisatie van het voorzieningencluster en de woningbouw. De (woning)bouw aan de zuidzijde kan starten zodra de CBS Regenboog haar nieuwe locatie betrekt; volgens de huidige planning zal dit in het jaar 2012 zijn. De ontwikkelaar is bezig met de planvorming voor het Dorpshuisplein. De start van de bestemmingsplanprocedure is in 2011 voorzien. De ontwikkelaar heeft de (concept-)stukken voor de bestemmingsplanprocedure voor het Breeakkerterrein gereed. Getracht wordt deze bestemmingsplanprocedure Breeakkerterrein in 2011 af te ronden. 8. Ontwikkeling Station Driebergen-Zeist (zie ook programma 11) Het voorlopig ontwerp voor de nieuwe infrastructuur wordt in 2011 afgerond. Aan een bijgestelde kostenraming wordt gewerkt. Begin 2012 zal de raad over het voorlopig ontwerp besluiten. Vervolgens vindt de verdere werkvoorbereiding plaats en is start uitvoering project gepland in 2015. Voor herontwikkeling van het stationsgebied als geheel is het projectplan vastgesteld en in uitvoering. Aan de hand van dit projectplan zullen de toetsingskaders voor ruimtelijke beeldkwaliteit en duurzaamheid bij herontwikkeling worden opgesteld. Dit proces zal qua besluitvorming naar verwachting parallel kunnen lopen met de besluitvorming over de infrastructuur. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Verplichtingen Actualisering bestemmingsplannen Sinds 1 januari 2010 zijn de gemeenten verplicht de bestemmingsplannen digitaal op te stellen. De wetgever heeft daarnaast na jarenlange discussie nu een sanctie in de wet opgenomen om de bestemmingsplannen op tijd, vóór 1 juli 2013, geactualiseerd te krijgen. In september 2009 hebben wij u geïnformeerd over deze wettelijke verplichting. Sindsdien is het bestemmingspan buitengebied Leersum 2005, herziening 2009, onherroepelijk geworden. Het bestemmingsplan buitengebied Doorn is het afgelopen jaar door uw raad vastgesteld. Het bestemmingsplan Doorn Noord is medio 2011 als ontwerp bestemmingsplan ter inzage gegaan. Op 24 september 2009 is besloten om de in de begroting opgenomen middelen als uitgangspunt te kiezen voor de actualisering van de bestemmingsplannen. Vanwege de in de wet opgenomen sanctie moeten de 43
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
bestemmingsplannen tijdig geactualiseerd zijn en dat is met de beschikbare middelen niet mogelijk. Om te kunnen voldoen aan de wettelijke bepalingen verwachten wij in totaal een aanvullend budget nodig te hebben van € 1.000.000. In de onlangs vastgestelde nota reserves en voorziening heeft u al een bedrag beschikbaar gesteld van € 269.869. Aanvullend zijn dus nog extra budgetten nodig tot een bedrag van € 250.000 voor 2012 en € 480.131 voor 2013. Herinrichting stationsgebied In 2010 heeft de raad besloten tot een investeringsbijdrage van € 5 miljoen aan de Infra in het stationsgebied Driebergen-Zeist. Dat is prijspeil 2010. Partijen hebben in de overeenkomst van 18 mei 2010 afgesproken om de investeringsbijdrage jaarlijks te indexeren volgens de IBOI - index (index bruto overheidsinvesteringen). De uitgaven worden op enig moment in de periode 2015 – 2019 verwacht. Voor de dekking van de benodigde middelen is in eerste aanleg gekozen voor de inzet van de helft van de beschikbare BOR-gelden aangevuld met een bijdrage uit de algemene reserve. De dekking uit de algemene reserve is wel als voorlopige dekking aangewezen omdat in de komende jaren gezocht zou worden naar mogelijkheden voor alternatieve dekking. De helft van het BOR budget wordt op dit moment, na aftrek van al gemaakte voorbereidingskosten, bepaald op € 1.900.000 en dus resteert een nog te dekken bedrag van € 3.100.000. Een deel van het benodigde bedrag heeft betrekking op aanpassing van het gemeentelijke eigendom en kan dus worden geactiveerd. Een ander deel van de kosten moet aangemerkt worden als een bijdrage aan een derde en dit deel kan dus niet worden geactiveerd. Voor de herinrichting van het stationsgebied hebben wij tot nu toe geen lasten in de meerjarenbegroting opgenomen. De komende jaren moeten wij, conform de inhoud van het raadsbesluit, dekking vinden voor het niet te activeren bedrag door dit op te nemen in de exploitatie, zodat de onttrekking aan de algemene reserve achterwege kan blijven. Daartoe is in de begroting vanaf 2013 een dotatie opgevoerd van € 225.000 aan de nieuw te vormen reserve herinrichting stationsgebied.
4.2 Wonen Doel van het programma De Utrechtse Heuvelrug is een gemeente waar mensen met plezier wonen, werken en recreëren. Niet alleen nu maar ook over 50 of 100 jaar. De groene en cultuurhistorische rijkdom en de hoge leefomgevingkwaliteit zijn hiervoor een belangrijke drager. We zijn groen dus vitaal. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Woonvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Bestemmingsplannen • Welstandsnota • Bouwverordening • Huisvestingsverordening Ambitie • Terugdringen van het aantal scheefwoners in de gemeente • Effectief en efficiënt inzetten van de reserve- woonkwaliteit voor het realiseren van woonkwaliteit • Stimuleren en ondersteunen van investeringen in energiebesparing en duurzaamheid in de sociale woningbouw • Evaluatie en actualisering woonvisie • Realiseren van ambities duurzaam bouwen en milieuprofielen • Realisering sociale woningbouw voor tenminste 30% van de totale woningbouwproductie
44
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
Indicatoren • Registratie aantallen gereedgekomen woningen in beoogde categorieën. • Registratie van het aantal verhuisbewegingen in de gemeente. • Jaarlijkse rapporteren en informeren van de gemeenteraad over de resultaten van de inzet van de reserve woonkwaliteit • Uitvoering prestatieafspraken • Uitvoering milieubeleidsplan Activiteiten 2011 V
1. Opstellen plan van aanpak ‘tegengaan scheef wonen’ met de woningbouwcorporaties 2. Opstellen Nota reserve “Woonkwaliteit” U 3. Actualiseren woonvisie V 4. Realiseren ambities duurzaam bouwen en milieuU kwaliteitsprofielen (zie ook programma 11 MBP) V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 B
2013 U
2014 U
U B U
U U U
U U U
2015
Toelichting activiteiten 1. Scheefwonen Het Rijk werkt op dit moment aan concrete beleidsvoorstellen om het “goedkoop scheefwonen’ aan te pakken. Nog niet bekend is of hierover voor 2012 rijksbeleid wordt vastgesteld en beschikbaar komt. Met de lokale corporaties is daarom afgesproken nadere regelgeving af te wachten en daarna in overleg met de gemeente te bezien op welke wijze het ‘goedkoop scheefwonen’ kan worden aangepakt. 2. De nota reserve woonkwaliteit en verordening In deze nota en verordening zijn beleid en regels uitgewerkt op welke wijze en onder welke voorwaarden de gemeente initiatieven voor het verbeteren en versterken van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving financieel ondersteunt. De Reserve woonkwaliteit wordt effectief en efficiënt ingezet voor vier aandachtsgebieden: extra sociale woningbouw, energiebesparing en maatregelen voor duurzaamheid, behoud van monumenten en ontwikkeling van woon- servicegebieden. Voor het financieel stimuleren en ondersteunen van de bouw en extra sociale woningwoningbouw zijn randvoorwaarden en regels vastgelegd in een verordening. Voor energiebesparing en maatregelen voor duurzaamheid, behoud van monumenten en ontwikkeling van woonservicegebieden moeten nog voorwaarden en regels worden opgesteld. 3. Actualiseren woonvisie Jaarlijks wordt het meerjaren woningbouwprogramma 2006-2022 geëvalueerd en geactualiseerd. Het gaat daarbij vooral om een overzicht van het aantal nieuwbouwwoningen (sociaal, middelduur en dure koopwoningen) die in het afgelopen jaar zijn gebouwd. Daarnaast wordt het woningbouwprogramma geactualiseerd en herijkt. Daarbij is extra aandacht voor de sociale woningbouw, overeenkomstig de uitgangspunten en doelstellingen van de woonvisie. 4. Realiseren van ambities duurzaam bouwen en milieuprofielen Dit jaar wordt een plan van aanpak voor energiebesparing voor de bestaande woningvoorraad opgesteld en worden de voorwaarden en regels voor de bijdrage vanuit de reserve- woonkwaliteit uitgewerkt. De ambities vanuit het milieubeleidsplan voor nieuwbouwwoningen worden uitgewerkt in een werkproces, waarbij de focus ligt op de plaats en de wijze waarop duurzaamheid en energiebesparing in het werkproces van de WABO worden opgenomen.
4.3 Woonwagenbeleid
45
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
Doel van het programma De inzet is gericht op normalisatie van de situatie op de woonwagenlocaties, renovatie en herinrichting van de centra, het afbouwen van het aantal standplaatsen in de gemeente en de overdracht van de centra aan de lokale corporaties. Beleidskaders
Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014. • Kadernota 2012 - 2105 Ambitie We treden uit het Woonwagenschap regio Zeist en we dragen de locatie ‘De Tienden’ over aan Woningbouwcorporatie Heuvelrug Wonen. Indicatoren • afsluiting regionale samenwerkingsverband woonwagenschap Zeist en eind rapportage. • afronding project, overdracht locatie en eindrapportage. Activiteiten 2011 1. Woonwagencentrum V V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 B
2013
2014
2015
Toelichting activiteiten 1. Woonwagencentrum Het Woonwagenschap Zeist, waarbij de gemeenten Wijk bij Duurstede, De Bilt, Zeist en Utrechtse Heuvelrug zijn aangesloten, heeft in de afgelopen jaren diverse projecten voor herinrichting en vernieuwing van de woonwagenlocaties voorbereid en uitgevoerd. Het Woonwagenschap Zeist heeft in het afgelopen jaar de woonwagenlocaties in De Bilt en Zeist overgedragen aan deze gemeenten. Ontwikkelingen 2012 - 2015 Verplichtingen/risico’s Risico Woonwagenschap Door het WWS Zeist wordt het project voor de Sportlaan in Driebergen - Rijsenburg voorbereid en met de bewoners van de locatie onderhandeld over de toekomst van deze locatie. De planning is dat het project nog dit jaar wordt afgerond en overgedragen aan onze gemeente. Daarna wordt het WWS Zeist in 2012 opgeheven.
4.4 Natuur en landschap/ Cultuurhistorie & Monumenten Doel van het programma Dit programma omvat het taakonderdeel natuur en landschap van de taakcluster ruimtelijke ontwikkeling. Het vroeg betrekken van deze specialisatie in ruimtelijke ontwikkelingen kan ervoor zorgen dat kansen worden benut en verrommeling wordt tegengegaan. Advisering over ruimtelijke plannen is daarom een belangrijke taak. Enerzijds wettelijk verplicht vanuit beperkingen die EHS en Flora- en Faunawet met zich meebrengen, anderzijds enthousiast en gericht op meedenken in oplossingen die kunnen bijdragen aan een verbetering van natuur en landschapswaarden. Binnen dit taakveld vindt enerzijds beleidsontwikkeling plaats van bijvoorbeeld Landschapsontwikkelingsplan (LOP) en Groenstructuurplan. Anderzijds wordt gericht ingezet op concrete projecten, vaak samen met de gebiedspartners in het Kromme Rijn, Gelderse Vallei en Utrechtse Heuvelruggebied. De beleidsplannen bieden daarvoor de kaders. Zo bevat het LOP een 46
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
concrete uitvoeringsagenda voor projecten die in het buitengebied samen met andere partijen kunnen worden opgepakt. Op het taakonderdeel cultuurhistorie gaan we meer regie voeren. Het brede cultuurhistorische erfgoed wordt niet alleen gezien als een decor, maar ook als een duidelijke kans voor verbetering van onze leefomgeving en economische ontwikkeling. Er zijn vele dwarsverbanden zoals met architectuur/stedenbouw, met toerisme/recreatie en kunst/cultuur. We willen toe naar een beleid waarbij cultuurhistorie niet beschouwd wordt als een belemmerende factor maar gebruikt wordt als inspiratiebron voor nieuwe ontwikkelingen. Om dit optimaal te kunnen doen zal cultuurhistorie in een zo vroeg mogelijk stadium betrokken worden bij voorgenomen ruimtelijke ingrepen. De archeologie verdient hierbij in het bijzonder aandacht, omdat dit als wettelijke taak aan de gemeenten is toegekomen en onze gemeente rijk is aan archeologische waarden. De rol van archeologie in onze gemeente is daarom belangrijk. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Monumentenverordening • Archeologische waarden- en beleidskaart • Beleidsnota Erfgoed in het groen • Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Kromme Rijngebied+ Overige overheidsinstanties • Streekplan • Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht-Oost • Beheer- en inrichtingsplan Nationaal Park de Utrechtse Heuvelrug • Integrale gebiedsvisie en -programma Kromme Rijn • Landschapsvisie Utrecht • Koersdocument AVP 2007-2013 • Natuurgebiedplannen Kromme Rijngebied, Heuvelrug en Gelderse Vallei • Monumentenwet Ambitie • Het uitvoeren van de vastgestelde beleidsnota’s LOP, Erfgoed in het groen, Groenstructuurplan, Structuurvisie. Indicatoren • Mate waarin acties en doelen uit vastgestelde beleidsnota’s zijn uitgevoerd Activiteiten 2011 1. Beleid landgoederen B/U 2. Nota Erfgoed in het Groen U 3. Groenstructuurplan B/U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie Toelichting activiteiten
47
2012 U U U
2013 U U U
2014 U U U
2015
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
1. Beleid Landgoederen De beleidsnota “Buitens op de Heuvelrug” volgt een inspraaktraject in de nazomer van 2011. Daarna wordt het ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad. De voorbereiding van de nota heeft veel tijd gekost. Er is geïnvesteerd in het verkrijgen van goede informatie en overleg met eigenaren. Dit is verkregen door een rondgang langs de buitens en gesprekken met meer dan 80 eigenaren. We zijn trots op het resultaat dat duidelijke handvatten biedt voor doorvertaling in bestemmingsplannen (dubbelbestemming met meer flexibiliteit) en binnen de organisatie (vast contactpersoon voor buitenplaatsen). 2. Nota erfgoed in het groen Om meer regie te kunnen voeren op het gebied van cultuurhistorie, is in 2010 de nota “Erfgoed in het groen” in de inspraak gebracht. Deze is begin 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. De nota beschrijft het wettelijke speelveld maar ook de ambities ten aanzien van cultuurhistorie in onze gemeente. In de uitvoeringsparagraaf worden geld en fte’s gekoppeld aan die ambities zodat een ‘spoorboekje’ ontstaat voor de komende jaren tot 2015. In 2010 heeft een aanzienlijke digitalisering van alle gemeentelijke- en rijksmonumenten plaatsgevonden, tevens dienend als basis voor een cultuurhistorische waardenkaart. Tevens is in 2010 een beleidsnota uitgewerkt voor schaapskooien en een aanzet gemaakt met een beleidsnota voor tabakschuren en een quick-scan voor kwetsbare agrarische bijgebouwen. Bijzondere aandacht voor implementatie taakonderdeel Archeologie Ten aanzien van Archeologie wordt meer regie verkregen door het vaststellen van een archeologische waarden- en beleidskaart (2010), monumentenverordening (2011) en Archeologienota (2012). Met name aan het vaststellen van de archeologische waarden- en beleidskaart en de verankering in een gewijzigde monumentenverordening is veel tijd besteed omdat dit de basis vormt voor het archeologische beleid van onze gemeente. Daarnaast wordt de beschikbare capaciteit besteed aan de wettelijke beoordeling van archeologische adviezen bij bouwplannen en aan vergroting van het publieksbereik door middel van publicaties. Dit heeft geresulteerd in verschillende artikelen in de krant, maar ook tot het opstellen van een format voor een losbladige folder waarmee de komende jaren aandacht kan worden geschonken aan specifieke opgravingen binnen onze gemeente. Ook het actueel maken en houden van de gemeentelijke website met daarbij ook het mogelijk maken van de ontsluiting van de archeologische waardenkaart heeft de nodige aandacht. 3. Groenstructuurplan Aan het groenstructuurplan wordt in 2011 de laatste hand gelegd. Begin 2012 wordt de nota ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad. Herziening kapbeleid In 2012 zullen tevens voorstellen voorgelegd worden om te komen tot een afschaffing van de kapvergunningen. Uitgangspunt daarbij is dat alleen nog bomen op een waardevolle bomenlijst beschermd zijn.
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Geen directe ontwikkelingen die financiële consequenties hebben.
48
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
Budget Overzicht totale budget programma 4 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Ruimtelijke ordening en structuurvisie Indirecte lasten Directe lasten Wonen Indirecte lasten Directe lasten Woonwagenbeleid Indirecte lasten Directe lasten Natuur,landschap/cult.historie&monumenten Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten Ruimtelijke ordening en structuurvisie Baten Wonen Baten Woonwagenbeleid Baten Natuur,landschap/cult.historie&monumenten Baten Totaal baten
Resultaal voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Reserve Allemanswaard Reserve bomen (Do) Reserve deelneming SVN (Dr) Reserve actualisering bestemmingsplannen Reserve sociale woningbouw Reserve woonkwaliteit Reserve sociale woningbouwplusregeling Onttrekkingen Reserve Allemanswaard Reserve bomen (Do) Reserve gemeentelijke monumenten Reserve sociale woningbouw Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
1.284 1.482
1.595 261
1.579 506
1.626 736
1.686 256
1.682 256
875 282
833 7
778 9
777 9
779 9
767 9
128 930
132 703
121 49
124 39
127 25
123 25
911 288 0 0 0 6.181
935 234 0 0 0 4.699
866 206 0 0 0 4.114
892 206 0 0 0 4.409
929 236 0 0 0 4.047
927 236 0 0 0 4.026
33-
5-
5-
5-
5-
5-
590-
542-
454-
444-
432-
421-
9-
469-
11-
11-
11-
11-
130,00 645-
160,00 1.031-
200,00 490-
200,00 479-
200 468-
200 456-
5.536
3.668
3.625
3.930
3.579
3.570
1.483 15 3 0 0 0 0
414 0 0 270 544 1.115 372
37 0 0 0 0 0 0
35 0 0 0 0 0 0
32 0 0 0 0 0 0
29 0 0 0 0 0 0
1.0420 38305116
6351481.615938
1210 130 97-
1190 0 0 84-
1160 0 0 84-
1130 0 0 85-
5.652
4.606
49
3.528
3.846
3.495
3.485
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 4 - Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en natuur
Investeringsplan 2012 – 2015 Niet van toepassing Overzicht lopende investeringen
Gevoteerd krediet 587.378 3.169.340 1.600.000 121.749 160.000 390.000 6.028.467
Multicultureelgebouw Allemanswaard Herbouw De Regenboogschool Renovatie sporthal De Ploeg(Allemanswaard) Renovatie woonwagenkamp Amerongen Herinr. Gebied Woonw.centrum Drb. Restauratie toren Andrieskerk/keermuur Totaal Programma 4
Ontwikkeling reserves Naam reserve Reserve Allemanswaard Reserve gemeentelijke monumenten Reserve egalisatie kosten gemeenschapsruimte Wozoco Reserve actualisering bestemmingsplannen
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
1.099.358
1.015.492
931.401
847.077
12.985
0
0
0
762.513 0
240.675
240.675
240.675
240.675
240.675
269.869
269.869
269.869
269.869
269.869
1.089.951
1.089.951
1.089.951
1.089.951
1.089.951
Reserve sociale woningbouwplusregeling
371.650
371.650
371.650
371.650
371.650
Reserve deelneming SVN
543.198
543.198
543.198
543.198
543.198
3.627.686
3.530.835
3.446.744
3.362.420
3.277.856
Reserve woonkwaliteit
Totaal
Ontwikkeling voorzieningen Niet van toepassing
50
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid Portefeuillehouder
E.J. van Oostrum
5.1 Wet maatschappelijke ondersteuning Doel van het programma De Wet maatschappelijke ondersteuning is onderverdeeld in 9 prestatievelden. Op al deze prestatievelden willen wij deze wet goed uitvoeren. Dit betekent dat wij in eerste instantie vragen aan onze inwoners om zelfstandig en volwaardig deel te nemen aan de maatschappij. Waar mensen hierbij barrières of drempels ervaren, zullen wij trachten het netwerk van familie, mantelzorgers, buren en kennissen aan te spreken. Daar waar dat nog niet voldoende oplossing is, zullen wij kwetsbare inwoners ondersteunen bij het zo lang mogelijk zelfstandig wonen en volwaardig deelnemen aan de maatschappij. Om de Wmo goed te kunnen uitvoeren dient de Kanteling ingevoerd te worden. Met de Kanteling wordt bedoeld het proces waarbij de gemeente de Wmo meer gaat uitvoeren zoals deze wet in oorsprong bedoeld was, als compensatiewet. De gemeente dient zich bij iedere (hulp)vraag van een inwoner steeds af te vragen op welke manier deze inwoner het beste gecompenseerd kan worden wanneer deze niet of niet voldoende kan deelnemen aan de maatschappij. Hierbij wordt steeds gevraagd wat de inwoner zelf kan doen, wat zijn omgeving kan betekenen en wat maatschappelijke organisaties of de gemeente kunnen doen voor de inwoner, steeds in deze volgorde. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Meedoen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, Meerjarig beleids- en uitvoeringsplan Wmo 2008-2011 • Onbeperkt Meedoen, Beleidsnota voor mensen met een beperking 2009-2012 • Wmo-verordening Overige overheidsinstanties • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo); Ambitie In de beleidsnota Wmo die vastgesteld wordt eind 2011, begin 2012, zullen de ambities opgenomen worden. In ieder geval zullen wij vorm geven aan het compensatiebeginsel van de Wmo en zullen wij de Kanteling uitvoeren. Hierbij zal de zelfredzaamheid van inwoners centraal staan. Wij willen mensen die niet volwaardig kunnen deelnemen aan de maatschappij compenseren en ondersteunen. Indicatoren • De mate waarin de participatie van inwoners vorm krijgt. Over 2010 is een participatieonderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat de gemiddelde participatie 3.85 is. Dit is net een bovengemiddelde participatiescore.
51
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid
Activiteiten 2011 1. Woonservicegebieden versterken B 2. Tijdig anticiperen op de verwachte landelijke U ontwikkelingen op het terrein van de Wmo 3. Wmo-beleidsplan 4. Aanbesteding hulpmiddelen E 5. Aanbesteding indicatiestelling 6. AWBZ-functie begeleiding wordt overgeheveld 7. Invoeren van de Kanteling 8. Wmo-raad adviseren en informeren U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U U
2013 U U
2014 U U
2015 U U
B B B V B U
U U U B U U
U U U U U U
E U U U U U
Toelichting activiteiten Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 Uitgaven Wmo aanpassen aan de herschikking Wmo budget van het kabinet (deels te realiseren binnen programma 3)
2013 217.000
2014 451.000
2015 451.000
Rondom de Wmo en de daaraan verbonden uitgaven bestaan nogal wat onzekerheden. Het is een open einderegeling, zodat het uitgavenniveau en de doorwerking daarin van bezuinigingsmaatregelen moeilijk voorspelbaar zijn. Na overleg met de klankbordgroep is besloten tot invulling van de Wmo-bezuinigingen voor 2012 van in totaal € 249.000. In 2012 zal met dezelfde klankbordgroep worden bezien hoe de bezuiniging voor 2013 gehaald kan worden. Gezien het open eindekarakter van de Wmo en het feit dat het effect van bepaalde bezuinigingsmaatregelen anders kan zijn dan ingeschat, moeten wij afwachten, of dat in de praktijk ook zo zal zijn.
5.2 Mantelzorg en vrijwillige Zorg Doel van het programma Met de inwerkingtreding van de Wmo is het ondersteunen van mantelzorgers een nieuwe wettelijke taak geworden van gemeenten. Binnen de Wmo neemt dit beleidsveld een belangrijke positie in omdat mantelzorgers een fundamentele bijdrage leveren aan de zelfredzaamheid en kwaliteit van leven van kwetsbare inwoners. Het verschil met vrijwilligerswerk dat in programma 6 hoort is, dat vrijwilligers kiezen voor het werk dat zij doen terwijl mantelzorgers veelal zonder een bewuste keuze zorg verlenen aan hun naaste. Wij willen een gemeentelijk klimaat scheppen waarbinnen mantelzorgers • weten waar zij terecht kunnen met vragen • ondersteund worden met advies en informatie • gebruik kunnen maken van een goede respijtvoorziening. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Nota Mantelzorg en vrijwilligerszorg, 2008 - 2012
52
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid
Ambitie Wij willen op de hoogte zijn van de omvang van de doelgroep en van hun wensen en behoeften. Wij willen een respijtvoorziening (maatjesproject) met een pool van vrijwilligers opzetten voor mantelzorgers en jonge en allochtone mantelzorgers extra ondersteunen. Ook willen wij mantelzorgers een compliment maken voor het zware werk dat zij verrichten, vaak in combinatie met werk, school of hobby. Indicatoren • aantal mantelzorgers uitgesplitst naar leeftijd en afkomst De precieze omvang van de doelgroep mantelzorgers in onze gemeente is niet bekend, omdat mantelzorgers vaak niet georganiseerd zijn en niet beseffen dat zij mantelzorger zijn. Door het rekenmodel en de definitie van het SCP te hanteren, verkrijgen we echter bruikbare, globale inzichten in het aantal mantelzorgers in onze gemeente. Mantelzorg in de gemeente Utrechtse Heuvelrug Aantal inwoners Utrechtse Heuvelrug Aantal inwoners van 12 tot 18 jaar Aantal inwoners van 18 jaar en ouder Aantal mantelzorgers op elk willekeurig peilmoment = 13% van 18 jaar en ouder Aantal mantelzorgers per jaar = 19% van 18 jaar en ouder Aantal mantelzorgers die intensieve zorg verlenen = 6% van 18 jaar en ouder Aantal jonge mantelzorgers = 28% van 12 tot 18 jaar
ca. 49.000 3.840 38.138 4.958 7.246 2.288 1.075
Activiteiten 2011 1. Beter in kaart brengen van de doelgroep(en) en hun U wensen 2. Opzetten respijtvoorziening (maatjesproject) U 3. Steunpunten mantelzorg verder vormgeven U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012
2013
2014
2015
U
U
U
U
U U
U U
U U
U E
Toelichting activiteiten 1. Beter in kaart brengen van de doelgroep(en) en hun wensen Het precieze aantal mantelzorgers en hun wensen is nog niet in kaart gebracht. Een groot aantal mantelzorgers staat geregistreerd, maar juiste aantallen en een goed beeld van hun wensen is nog niet verkregen. Hier moet in het najaar 2011 meer duidelijkheid over komen. 2. Opzetten respijtzorgvoorziening (maatjesproject) In maart 2011 is de commissie samenleving niet akkoord gegaan met een voorstel om subsidie te verlenen aan Welnúh voor o.a. het opzetten van een respijtvoorziening (maatjesproject) met vrijwilligers. Volgens de commissie zijn de voorstellen niet concreet genoeg en is niet duidelijk wat de effecten zijn (monitoring). De commissie is van oordeel dat gekozen moet worden voor een meer vraaggerichte dan aanbodgerichte aanpak. In het najaar 2011 wordt, bij de evaluatie van de beleidsnota Wmo, opnieuw naar de voorstellen gekeken. 3. Steunpunten mantelzorg verder vormgeven Het verder vormgeven van de lokale steunpunten mantelzorg wordt meegenomen bij de ontwikkeling van de woonservicegebieden. Hiermee wordt in het laatste kwartaal 2011 een start gemaakt. De middelen die hiervoor nodig zijn, moeten komen uit de ‘afbouw’ van de regionale steunpunten mantelzorg.
53
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid
5.3 Sociale Zaken/WSW Doel van het programma Wij willen duurzame sociale en economische participatie en zelfredzaamheid voor inwoners met een bijstandsuitkering en inwoners met een arbeidshandicap bevorderen. Wij willen fungeren als vangnet voor inwoners die tijdelijk geen inkomen uit arbeid hebben ofwel alleen functioneren in een beschutte werkomgeving. Beleidskaders Gemeentelijk • Collegeprogramma 2010 – 2014; • Kadernota 2012 - 2015; Overige overheidsinstanties • Wet werk en bijstand (Wwb); • Wet sociale werkvoorziening (Wsw) • Wet inburgering (Wi) • Wet participatiebudget • Wet werken naar vermogen ( 2013 ) Ambitie Sociale zaken Het is onze ambitie om voor onze inwoners mogelijkheden te creëren en te bevorderen om in de samenleving te participeren. Daarnaast is het doel terugdringing van het aantal inwoners < 65 jaar die afhankelijk zijn van een uitkering en bevorderen van duurzame sociale en economische participatie en zelfredzaamheid van inwoners. Deze ambities willen wij bereiken door het bevorderen van participatie in de samenleving en duurzame zelfredzaamheid door middel van werk of vrijwilligerswerk samen met de Regionale Sociale Dienst Kromme-Rijn Heuvelrug. Participatiemogelijkheden worden gemeten met behulp van de participatieladder. De RSD heeft daarnaast een jaarplan met prestatie-indicatoren opgesteld. Deze indicatoren worden door alle raden van de deelnemende gemeenten RSD bewaakt. WSW Bevorderen van duurzame sociale en economische participatie en zelfredzaamheid voor inwoners met een arbeidshandicap. Deze ambitie willen wij bereiken door: • stimuleren van (lokaal) gevarieerd aanbod van arbeidsplaatsen, dichter bij de woonplaats, via BIGA groep en IW4. Hierbij wordt het budget dat wij hiervoor van het rijk ontvangen als bovengrens gesteld • bevorderen participatie in de samenleving en duurzame zelfredzaamheid • versterken van de positie van de Sw-geïndiceerden • stimuleren werkgevers tot openstellen van arbeidsplaatsen Het contract met de BIGA loopt tot 2014: evaluatie en besluit volgt 2012/2013 met uitvoerders BIGA, RSD en met deelnemende regiogemeenten. Indicatoren Sociale Zaken • aantal personen in traject naar werk of activering op 31 - 12 - 2010 zijn er 510 inwoners op de participatieladder gemeten • aantal personen met groeikansen naar werk of activering op de participatieladder • op 31 - 12 - 2010 waren er 341 inwoners met groeipotentieel naar werk of vrijwilligerswerk • aantal personen met een uitkering ten laste van de gebundelde uitkering ( I – deel ) op 31 - 12 - 2010 kwamen 378 uitkeringen ten laste van bovengenoemde uitkering
54
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid
WSW • aantal inwoners dat werkzaam is via een WSW bedrijf of werkzaam op een WSW-plek - op 31-12-2010 waren er 96 personen uit onze gemeente via een Wsw-bedrijf of Wsw-plek werkzaam • aantal personen op de wachtlijst - op 31-12-2010 stonden er 15 personen uit onze gemeente op de wachtlijst Activiteiten 2011 1. Meer kleinschalige werkgelegenheid realiseren op U door de sw-medewerker gewenste locaties, bijv. eigen dorp 2. Samenwerking sociale dienst en sociale V werkvoorziening versterken 3. Inzet uitkering participatiefonds lokaal versterken, B in relatie met andere voorzieningen en lokale projecten 4. Evalueren Biga V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U
2013 U
2014 U
2015 U
U
U
U
U
B/U
U
V
U
V
B
Toelichting activiteiten 1. Meer kleinschalige werkgelegenheid realiseren op de door de sw-medewerker gewenste locaties, bijv. eigen dorp Met de Biga zijn (jaar)afspraken gemaakt over het realiseren van meer kleinschalige werkgelegenheid. Dit om de sw-medewerker in de toekomst meer keuzemogelijkheden te bieden. Biga houdt zich, zoals uit de bestuursrapportages duidelijk wordt, aan de gemaakte afspraken. 2. Samenwerking sociale dienst en sociale werkvoorziening versterken Het besluit over samenvoeging GR RSD en GR SWZ valt in september 2011. 3.
Inzet uitkering participatiefonds lokaal versterken, in relatie met andere voorzieningen projecten In 2011 is een jongerenproject gestart. Onderzoek loopt voor een tweede lokaal project.
en lokale
4. Evalueren Biga Met de Biga is een sociaaleconomisch contract overeengekomen voor de periode 2009-2014. Voor 1 januari 2013 moet opnieuw onderhandeld worden over de voorwaarden van dit contract. Met de Biga worden tevens jaarafspraken gemaakt die worden ‘geëvalueerd’ aan de hand van tussentijdse bestuursrapportages (binnen 30 dagen na afloop van de eerste vier en acht maanden van het kalenderjaar). Ontwikkelingen 2012 – 2015 In 2013 wordt de Wet werken naar vermogen ingevoerd. Deze wet bundelt de doelgroepen WWB, WSW en Wajong in één wet. De RSD zal samen met de gemeenten beleid en uitvoering voorbereiden. Verplichtingen/risico’s Ontwikkeling bijstandsuitgaven De uitgaven in het kader van de Wet werk en bijstand zijn moeilijk beïnvloedbaar en feitelijk is sprake van een openeinderegeling. De najaarsnota 2011 van de RSD laat een stijging zien van het aantal cliënten. Het is moeilijk te voorspellen of deze stijging structureel zal zijn. Vanuit de regionale sociale dienst wordt momenteel gewerkt met een aanvalsplan dat moet leiden tot terugdringing van het aantal uitkeringsgerechtigden. 55
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid
Bezuinigingen vanuit het rijk op het terrein van de sociale werkvoorziening Het rijk is voornemens forse bezuinigingen door te voeren op het terrein van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Dit leidt, gelet ook op het minder gunstige economisch tij, naar verwachting tot exploitatieproblemen bij de SW-bedrijven. Wij zien hier een structureel nadeel ontstaan waarvan wij de omvang op dit moment nog niet exact kunnen bepalen. De structurele bijdragen die wij aanvullend moeten betalen schatten wij voor 2012 in op € 16.500, voor 2013 op € 100.000, voor 2014 op € 200.000 en vanaf 2015 op € 300.000 per jaar. De financiële consequenties worden op basis van de begroting van de SWZ verwerkt in de meerjarenbegroting.
5.4 Minimabeleid, schuldhulpverlening Doel van het programma Uitgangspunt is dat ook mensen met een minimum inkomen en hun kinderen zoveel mogelijk kunnen meedoen in de samenleving. Dit om isolement te voorkomen en omdat participatie kan leiden naar vrijwilligers- of betaald werk. Het kunnen meedoen aan activiteiten in de samenleving op het gebied van cultuur, sport en vrije tijd, bevordert plezier en zelfredzaamheid in de samenleving. Beleidskaders Gemeentelijk • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Evaluatie minimabeleid 2008 en nieuwe voorstellen 2009, 2010, 2011 • Evaluatie en nieuwe voorstellen minimabeleid 2012 - 2015 ( in wording ) Ambitie • Het stimuleren van het gebruik van de diverse minimaregelingen Indicatoren • Aantal aanvragen minimaregelingen en schuldhulpverlening • Totaal aantal aanvragen minima over 2010 bedroeg : 1590 • Totaal aantal aanvragen schuldhulpverlening over 2010 bedroeg :199 Activiteiten 2011 1. uitvoeren nieuwe voorstellen 2012 – 2015 U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U
2013 U
2014 U
2015 U/E
Toelichting activiteiten Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s In 2012 wordt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ingevoerd. Schuldhulpverlening wordt hiermee een wettelijk verplichte taak van de gemeente. Het bureau schuldhulpverlening van de RSD zal voor onze gemeente de schuldhulpverlening blijven uitvoeren, zoveel mogelijk in samenwerking met de deelnemende gemeenten. In het collegeprogramma staat opgenomen dat wij de grens voor het minimabeleid willen ophogen naar 120%. Vanuit het Rijk is aangegeven dat dit niet mogelijk is. De norm is landelijk op 110% van de bijstandsnorm gesteld. 56
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid
Onze wens om het minimabeleid te versterken blijft echter aanwezig. In de evaluatie en actualisatie van het minimabeleid dat in november 2011 wordt vastgesteld worden voorstellen gedaan om dit mogelijk te maken. Bij de evaluatie is tevens onderzoek gedaan of het invoeren van een minimapas als onderdeel van het minimabeleid ingevoerd zou moeten worden. Budget Overzicht totale budget programma 5 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten WMO Indirecte lasten Directe lasten Sociale zakene en WSW Indirecte lasten Directe lasten Minima beleid en schulphulpverlening Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten WMO Baten Sociale zakene en WSW Baten Minima beleid en schulphulpverlening Baten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
475 6.997
494 7.662
513 7.045
533 6.812
563 6.578
562 6.578
193 13.295
203 12.125
208 11.802
216 11.803
229 11.803
228 11.803
14 872 0 0 0 21.845
14 881 0 0 0 21.379
15 855 0 0 0 20.437
15 852 0 0 0 20.230
16 851 0 0 0 20.039
16 849 0 0 0 20.036
892-
1.255-
1.045-
1.045-
1.045-
1.045-
9.592-
9.122-
8.689-
8.689-
8.689-
8.689-
Totaal baten
1280,00 10.612-
480,00 10.426-
380,00 9.772-
380,00 9.772-
380 9.772-
380 9.772-
Resultaal voor bestemming
11.234
10.953
10.665
10.458
10.267
10.264
83
0
0
0
0
0
0 0 2510143-
25180 0 43-
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
10.665
10.458
10.267
10.264
Mutaties reserves Stortingen Reserve bijzondere bijstand (Do) Onttrekkingen Reserve bijzondere bijstand (Do) Reserve verkorting wachtlijsten Wsw Reserve wet inburgering Reserve WMO Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
11.191
10.910
Investeringsplan 2012 - 2015 Niet van toepassing Overzicht lopende investeringen Niet van toepassing 57
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 5 - Wmo, Sociale Zaken en minimabeleid
Ontwikkeling reserves Naam reserve
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
Reserve bijzonder bijstand
148.007
148.007
148.007
148.007
148.007
Reserve maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
202.730
202.730
202.730
202.730
202.730
Totaal
350.737
350.737
350.737
350.737
350.737
Ontwikkeling voorzieningen Niet van toepassing
58
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
Programma 6 – Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid Portefeuillehouder
E.J. van Oostrum
Doel van het programma Goede algemene voorzieningen op het gebied van gezondheid, zorg en welzijn, met speciale aandacht voor jeugd, ouderen en mensen met een beperking. Het leveren van een bijdrage aan het behoud en de versterking van de lokale sociale cohesie door onder meer het voeren van een actief cultuurhuizenbeleid. Ambitie Het scheppen van een kader waarbinnen de algemene voorzieningen op het gebied van gezondheid, zorg en welzijn zo goed mogelijk kunnen worden bevorderd, met daarbij bijzondere aandacht voor de jeugd, de ouderen en mensen met een beperking. Het versterken van de lokale cohesie door realisering van een cultuurhuis in elk dorp. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Kerngezonder, Kadernota Gezondheid 2009 - 1012 • Zilveren schakels, Nota ouderen, 2008-2012 • Visie Centrum voor Jeugd en Gezin • Kadernota mensen met een beperking • Interculturalisatie, kadernota 2009-2013 • Subsidieverordening Overige overheidsinstanties • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) • Wet inburgering (Wi) • Wet publieke gezondheid (Wpg) • Wet op de Jeugdzorg
6.1 Gezondheid Doel van het programma Het bevorderen van de algemene gezondheid en het voorkomen van ziekten bij risicogroepen. In de nota Kerngezonder, Kadernota Gezondheid 2009-1012 is het beleid hiervoor uitgewerkt. Doel is komende jaren het integraal gezondheidsbeleid meer vorm te geven. Ambitie Het bevorderen van een gezonde leefstijl, psychische gezondheid (waaronder programma dementie en kwetsbare personen en risicogroepen bereiken en begeleiden) en een gezonde omgeving. Het dementieprogramma wordt in de komende jaren over de gehele gemeente uitgerold.
59
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
Indicatoren •
Percentage gezond gewicht Ondergewicht, 5-6 jarigen Ondergewicht, 9-10 jarigen Ondergewicht, 13-14 jarigen
2005 2006 2007 2008 2009 2010 5 6 7 3 4 6 6 7 6 6 4 14 11 12 10 12 12
Overgewicht (incl. obesitas), 5-6 jarigen Overgewicht (incl. obesitas), 9-11 jarigen Overgewicht (incl. obesitas), 13-14 jarigen Obesitas, 5-6 jarigen Obesitas, 9-11 jarigen Obesitas, 13-14 jarigen Voldoet niet aan beweegnorm, 9-12 jarigen Voldoet niet aan beweegnorm, 12-19 jarigen •
14
12
14
14
14
13
16
18
17
15
15
14
8 2 2 1
10 2 3 1
12 2 2 2
12 3 2 2
11 3 3 2
14 2 1 1
-
-
-
9 -
-
-
-
10 -
-
2008 17 6 3 49 32 31 21 67 64 15 6 3
2009
10
Percentage alcohol/drug gebruik Rokers, 12-19 jarigen [%] Roken dagelijks, 12-19 jarigen [%] Roken dagelijks, 13-14 jarigen [%] Alcoholgebruik afgelopen 4 weken, 12-19 jarigen [%] Alcoholgebruik afgelopen 4 weken, beneden 16 jaar [%] Bingedrinken (% totale populatie), 12-19 jarigen [%] Bingedrinken (% totale populatie), beneden 16 jaar [%] Bingedrinken (% van de drinkers), 12-19 jarigen [%] Bingedrinken (% van de drinkers), beneden 16 jaar [%] Hasj- of wietgebruik ooit, 12-19 jarigen [%] Hasj- of wietgebruik afgelopen 4 weken, 12-19 jarigen [%] Harddrugs gebruik ooit, 12-19 jarigen [%]
-
2010 -
Activiteiten 2011 1. Heroriënteren op jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar V (inbesteden of uitbesteden, per 2013) 2. Gezondheidsbeleid aanpassen aan nieuw financieel B kader (inclusief jeugdgezondheidszorg) 3. Dementie programma uitrollen U 4. Meldpunten zorg en overlast, huiselijk geweld B/U (uitvoering tijdelijk huisverbod) en kindermishandeling (zie ook programma 2 Veiligheid) V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie Toelichting activiteiten 1. Heroriënteren op jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar 60
2012 B
2013 U
2014 E
U
U
V
U U
U U
U U/E
2015
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
Het proces van heroriëntatie is opgestart. Inhoudelijk is hier nog niets over te zeggen. 2. Gezondheidsbeleid aanpassen aan nieuw financieel kader (inclusief jeugdgezondheidszorg) Er is een proces gaande om bezuinigingen binnen de GGD te realiseren. Zie hiervoor paragraaf Verbonden partijen: GGD Midden-Nederland. 3. Dementie programma uitrollen In 2010 is een stuurgroep gevormd voor het Netwerk Dementie Utrechtse Heuvelrug en een intentieovereenkomst getekend. Dit netwerk werkt nauw samen met het Netwerk Dementie Zeist. In onze gemeente werkt 1,3 fte casemanager dementie. Tevens is een mobiel geriatrisch team hier werkzaam ondersteund door een projectleider. Ons netwerk heeft samen met Zeist bij de zorgverzekeraar een nieuwe aanvraag voor zorginkoop gedaan voor 2012. Daarin wordt ook een aanvraag gedaan voor het opzetten van twee ontmoetingscentra voor dementerenden en hun mantelzorgers. 4. Meldpunten zorg en overlast, huiselijk geweld (uitvoering tijdelijk huisverbod) en kindermishandeling Samenwerking vindt ad hoc plaats op uitvoeringsniveau. Zie programma 2 en maatschappelijk werk. Ontwikkelingen 2012 - 2015 Verplichtingen/risico’s Risico’s GGD De GGD heeft intern een onderzoek uitgevoerd waaruit blijkt dat de taakstellend opgelegde bezuiniging niet gehaald kan worden. Vooralsnog blijven wij inzetten op realisering van de bezuiniging maar zien hier wel een risico. Er vindt een scenariodiscussie plaats aan de hand waarvan bepaald gaat worden waar de bezuinigingen uitgehaald kunnen worden. De begroting 2012 van de GGD is vastgesteld onder de nadrukkelijke voorwaarde dat deze een tijdelijk karakter heeft en later in het jaar na de te voeren scenariodiscussie bijgesteld wordt zodat de bezuinigingstaakstelling van 5% behaald wordt.
6.2 Maatschappelijke zorg 6.2.1 Maatschappelijk werk Doel van het programma Basisvoorziening bieden waarin cliëntgerichte hulpverlening wordt geboden, gericht op het vergroten van zelfstandigheid en benutten van eigen mogelijkheden van cliënten bij het oplossen van problemen. Het maatschappelijk werk is daarnaast gericht op dienstverlening aan derden en signalering. Het maatschappelijk werk is voor gezinnen waar kinderen bij zijn betrokken ondergebracht in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Ambitie Het versterken van de verbinding tussen partijen die betrokken zijn bij de zorg rondom inwoners van onze gemeente en het maatschappelijk werk, met name gericht op het afstemmen van de verschillende signaleringsinstrumenten en afstemming met het onderwijs (in het CJG). Indicatoren • Afgesproken en gerealiseerde hulpverleningstrajecten 2006 511 573
Afspraak AMW trajecten Gerealiseerde AMW trajecten
61
2007 547 523
2008 519 643
2009 519 548
2010 495 504
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
Afspraak OGGZ trajecten Gerealiseerde OGGZ trajecten Afspraak Thuisgeweld trajecten Gerealiseerde Thuisgeweld trajecten
•
0 Nvt
0 Nvt
8 3
5 9
5 17
0 26
0 28
0 9
0 28
0 39
Wachttijden AMW 2006
2007
2008
2009
2010
Aantal cliënten dat langer dan 4 weken moet wachten
4
34
6
6
93
waarvan langer dan 8 weken
0
12
1
0
13
Activiteiten 2011 1. Algemeen maatschappelijk werk aanbesteden V 2. Methode ontwikkelen bijdrage welzijnswerk naar B draagkracht V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 B U
2013 U U
2014 U E
2015 V
Toelichting activiteiten 1. Algemeen maatschappelijk werk aanbesteden Dit is nog niet van toepassing. Dit gaat per 2013 in. Daarbij zal de methode van Beleidsgestuurde Contractfinanciering (BCF) worden toegepast. 2. Methode ontwikkelen bijdrage welzijnswerk naar draagkracht Het gemeentelijk minimabeleid wordt in 2011 geëvalueerd. Ook wordt onderzocht of een draagkrachtgebonden pas voor inwoners met een inkomen tot 110% van de bijstandsnorm meerwaarde heeft ten opzichte van de bestaande regelingen voor de minima. Met deze pas zouden inwoners gebruik kunnen maken van een breder aanbod van voorzieningen op het gebied van cultuur, sport en spel en andere op participatie gerichte zaken. De welzijnsstichting zou cursussen of hun voorzieningen met een eigen bijdrage naar draagkracht kunnen aanbieden door middel van deze pas. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Risico’s Het aantal verwijzingen naar trajecten Thuisgeweld en OGGZ neemt toe. Deze trajecten drukken op het budget en de hulpverlening van het reguliere AMW. De uitvoerende organisatie is door overeenkomsten verplicht om de trajecten Thuisgeweld en OGGZ met voorrang op te pakken. Cliënten van het reguliere AMW moeten hierdoor wachten. Risico is dat dit leidt tot verergering van reguliere problematiek waardoor zwaardere trajecten moeten worden ingezet. 6.2.2 Centrum voor Jeugd en Gezin Doel van het programma Een basisvoorziening bieden gericht op kinderen en jongeren van 9 maanden tot 23 jaar. Het CJG biedt informatie en advies voor jongeren, ouders en professionals die met jongeren werken, evenals laagdrempelige zorg (vraaggestuurd). Het CJG organiseert de signaleringsstructuur rondom jongeren en coördineert hulp rondom gezinnen. In het CJG zijn de jeugdgezondheidszorg en het maatschappelijk werk ondergebracht, evenals de koppeling naar Bureau Jeugdzorg.
62
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
Ambitie Investeren in informatie en advies en laagdrempelige zorg (vraaggestuurd). Investeren in hulp, niet in gebouwen of overhead. Efficiënte loketten en werkwijzen (in elkaar schuiven van het bestaande, geen nieuwe structuren). Zo mogelijk ook gericht op zorgloketten voor onderwijs, zorg en overlast, kindermishandeling (RAAK) en mogelijk voortijdig schoolverlaten. Indicatoren • Aantal informatie- en adviesvragen front-Office CJG, uitgesplitst naar jongeren, ouders en professionals - telefonisch spreekuur: 1 - per e-mail: 6 Gegevens hieromtrent zijn minimaal bekend omdat het niet consequent is bijgehouden. Een betere monitoring wordt vanaf september 2011 opgezet. • Aantal bezoekers inloop CJG Driebergen: 7 Leersum: 1 Maarn: 1 Activiteiten 2011 1. Centrum voor Jeugd en Gezin implementeren U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 E
2013 U
2014 U
2015 U
Toelichting activiteiten 1. Centrum voor Jeugd en Gezin implementeren Augustus 2011 heeft het college ingestemd met de beleidsaanbevelingen uit het rapport ‘Samenwerking in ontwikkeling, één jaar Centrum voor Jeugd en Gezin Utrechtse Heuvelrug’ van de interim CJG-coördinator. Het belangrijkste dat hieruit voortvloeit is dat de directe aansturing van de CJG-coördinator en de procesregisseur in de gemeentelijke organisatie wordt ondergebracht. Verder zal flink worden ingezet op de werkwijze van het CJG.
6.3 Cultuurhuizenbeleid Doel van het programma De gemeente streeft met de vorming van cultuurhuizen de versterking van de lokale sociale cohesie na. Daarnaast speelt een cultuurhuis een belangrijke rol in versterking van het lokale (culturele) aanbod. De rol van de gemeente ligt in het initiëren en begeleiden van de totstandkoming van cultuurhuizen. Vervolgens stimuleert zij de individuele participanten om zelf binnen het cultuurhuis (en tussen cultuurhuizen onderling) samenwerking tot stand te laten komen wat betreft gezamenlijke exploitatie en programmering. Ambitie Het realiseren van een cultuurhuis in elk van de dorpen, afgestemd op de maat van het dorp. Indicatoren • is er in elk dorp een cultuurhuis? stand van zaken eind 2010: - er waren in de dorpen Leersum en Doorn cultuurhuizen; - In Amerongen is de intentie om in 2012 Allemanswaard te openen; - Er zijn gesprekken gaande over een minicultuurhuis in Maarsbergen. • is er een cultureel programma in de cultuurhuizen van Doorn, Leersum en Amerongen? - Doorn en Leersum:
63
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
In het seizoen 2009-2010 heeft er een cultureel programma van 19 voorstellingen gedraaid in de twee bovengenoemde cultuurhuizen met 1355 bezoekers (gemiddeld bezoek per voorstelling: Leersum 165, Doorn 89). - Amerongen: In Allemanswaard waren nog geen voorstellingen (gebouw staat er nog niet). Wel is een programmaraad opgericht en is de website verder uitgebreid. Activiteiten 2011 1. Cultuurhuizenbeleid uitvoeren U 2. Minicultuurhuis / brede school Maarsbergen B realiseren 3. Cultuurhuis Driebergen-Rijsenburg, visie V ontwikkelen 4. Cultureel programma De Binder en Pléiade B 5. Kosten van beheer en exploitatie eenduidig B vastleggen voor vergelijkbaarheid V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U U
2013 U U
2014 U E
V
V
B
U U
U U
U U
2015 U
U U
Toelichting activiteiten 1. Cultuurhuizenbeleid uitvoeren In de afgelopen jaren is gebleken dat de doelstellingen uit de nota lastig realiseerbaar zijn: de stichting Cultuurhuis Doorn heeft zich opgeheven, omdat het de eis van de gemeente als eerste voorkeursgebruiker niet kan verenigen met het doel om exploitatie en beheer van het cultuurhuis op een goede manier vorm te geven. Ook in Leersum is het niet gelukt om een stichting op te richten om beheer en exploitatie vorm te geven. Dit had een aantal oorzaken, waaronder ook een financiële (er is te weinig geld vanuit de gemeente beschikbaar om exploitatie vorm te geven). In de afgelopen maanden is door de afdeling VGP onderzocht op welke manier de exploitatie en het beheer van het cultuurhuis in Leersum (De Binder) het beste vorm kan krijgen. Over de resultaten van dit onderzoek bent u inmiddels geïnformeerd. Momenteel worden gesprekken met mogelijke exploitanten gevoerd, waarbij de intentie is dat de exploitatie en het beheer van De Binder vanaf najaar 2011 voor twee jaar wordt aanbesteed. Voor wat betreft het Pléiade in Doorn: vanuit VGP wordt bekeken in hoeverre het mogelijk is vrijvallende ruimten (kantoren Welnuh, Cantina) te verhuren aan derden. Hierdoor kunnen de weggevallen huurinkomsten vanuit Welnuh (deels) worden opgevangen. 2. Minicultuurhuis Maarsbergen In 2010 is een haalbaarheidsonderzoek gedaan voor realisering van een minicultuurhuis in Maarsbergen. Dit is inmiddels afgerond. Aan het college zijn enkele mogelijke opties voorgelegd. Het college heeft gekozen voor de optie waarbij een multifunctionele ruimte wordt ingepast in het schoolgebouw. Vervolgens zal er in samenspraak met het schoolbestuur en de Klankbordgroep gekeken worden op welke manier hierin de cultuurhuisgedachte ook vorm kan krijgen. U wordt hiervan op de hoogte gehouden. 3. Cultuurhuis Driebergen In 2010 is gebleken dat het realiseren van een cultuurhuis in het centrum van Driebergen (locatie Albert Heijn hoek Traay Hoofdstraat) niet haalbaar is. In de gemeenschap van Driebergen is een initiatief opgestart (met commerciële en niet-commerciële partijen) om te onderzoeken welke plekken in het dorp potentie hebben om een cultuurhuis (in combinatie met andere functies) te ontwikkelen. Dit onderzoek bevindt zich nog in een zeer pril stadium. De gemeente is hierbij wel betrokken als gesprekspartner, maar zal niet het initiatief nemen. U wordt van de ontwikkelingen op de hoogte gehouden.
64
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
4. Cultureel programma In het jaar 2011 heeft de Regiobibliotheek de culturele programmering in De Binder en het Pléiade vorm gegeven (en werkt aan een website/programma voor het nieuwe Allemanswaard). Dit programma is tot nu toe zeer succesvol en kan op grote belangstelling van inwoners rekenen. Ook het programma voor het seizoen 2011-2012 is klaar en wordt momenteel onder de aandacht gebracht. 5. Kosten voor beheer en exploitatie eenduidig vastleggen voor vergelijkbaarheid Zie ook toelichting bij ‘cultuurhuizenbeleid uitvoeren’. Momenteel wordt hier vanuit de afdeling VGP onderzoek naar gedaan.
6.4 Ouderenbeleid Doel van het programma De gemeente Utrechtse Heuvelrug wil een gemeente zijn waar ouderen in staat worden gesteld zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen in hun vertrouwde omgeving. Daarnaast willen wij bevorderen dat ouderen volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving ondanks eventuele beperkingen. Ook willen wij inspelen op de toenemende vraag aan zorg en een actieve rol spelen bij preventief ouderenbeleid. Ambitie Ouderen in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen, bij voorkeur in hun eigen woonomgeving en te bevorderen dat ouderen, ondanks eventuele beperkingen, volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving. Ouderen in achterstandssituaties en ouderen die het risico lopen in een sociaal isolement (eenzaamheid) te geraken te ondersteunen. Indicatoren • ontwikkeling woonservicegebieden (ouderen in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen en te kunnen blijven participeren in de samenleving) - per 31-12-2010 is nog geen start gemaakt met de ontwikkeling van woonservicegebieden •
aantal open eettafels in onze gemeente per 31-12-2010 met frequentie en deelnemersaantallen - Doorn (Doornse Dis) 1 x per week gem. 10-12 deelnemers per keer - Leersum (Ons Eetcafé) 10 x per jaar gem. 30 deelnemers per keer
Activiteiten 2011 B
1. Woonservicegebieden versterken (zie programma 4) 2. Afstemming (zorg)voorzieningen voor ouderen V 3. Stimuleren open eettafels B 4. Ouderenbeleid aanpassen aan nieuw financieel V kader V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U
2013 U
2014 U
2015 U
B U B
U U U
U U U
U U V
Toelichting activiteiten 1. Woonservicegebieden versterken Dit najaar wordt een start gemaakt met de ontwikkeling van woonservicegebieden in de dorpen Driebergen (Noord-Oost en Zuid-West) en Maarn-Maarsbergen. Met de andere drie aangewezen woonservicegebieden (Amerongen, Leersum en Doorn) wordt begin 2012 een start gemaakt. Met het vormgeven van woonservicegebieden wordt o.a. beoogd ouderen in staat te stellen zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen en kunnen blijven deelnemen aan de samenleving.
65
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
2. Afstemming (zorg)voorzieningen voor ouderen Afstemming van (zorg)voorzieningen heeft deels plaatsgevonden in het kader van de bezuinigingstaakstellingen. Er is in dit verband ook (financiële) prioriteit gegeven aan het stimuleren van open eettafels, omdat hier veel vraag naar is en het de participatie van ouderen aan de samenleving bevordert. Daarnaast kunnen mensen nieuwe contacten leggen en genieten van een gezonde maaltijd. 3. Stimuleren open eettafels De open eettafelprojecten moeten voorkomen dat (kwetsbare en alleenstaande) ouderen in een isolement (eenzaamheid) geraken. Op 31-12-2010 waren er twee open eettafelprojecten in onze gemeente, waarvoor subsidie wordt verleend, De Doornse Dis van Welnúh en Ons Eetcafé van de gezamenlijke kerken. Inmiddels is er ook een start gemaakt met open eettafelprojecten (door Welnúh) in Amerongen, Leersum en Maarn, maar het voortbestaan van deze projecten is afhankelijk van de subsidie die hier, in het kader van de bezuinigingen, aan kan worden toegekend. In Driebergen is nog geen open eettafelproject. De opstart van dit project is ook afhankelijk van de subsidie die hieraan kan worden toegekend. Een aantal zorginstellingen in onze gemeente kent ook een vorm van open eettafels, maar deze zijn in het algemeen meer gericht op de eigen bewoners. 4. Ouderenbeleid aanpassen aan nieuw financieel kader In het kader van de bezuinigingen zijn in overleg met Welnúh een aantal voorzieningen voor ouderen ‘geschrapt’, zodat dit past binnen het nieuw financieel kader.
6.5 Vrijwilligersbeleid Doel van het programma De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft een visie over vrijwilligersbeleid voor de komende jaren die terug te leiden is naar de volgende doelstellingen: de gemeente biedt adequate ondersteuning aan vrijwilligerswerk, waar mogelijk worden de regels duidelijker en indien nodig eenvoudiger en de vrijwilligers voelen zich goed gefaciliteerd en maken veelvuldig gebruik van de ondersteuningsmogelijkheden. Beleidskaders Ambitie Sociale activering, zinvolle vrijetijdsbesteding en vrijwillige hulpverlening. Indicatoren • Aantal deelnemers aan maatschappelijke stages: - 2010: 600 leerlingen • Aantal vragen om advies en ondersteuning: - 2010: 86 adviesaanvragen Activiteiten 2011 V
1. Vrijwilligersbeleid uitvoeren en aanpassen aan nieuw financieel kader V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 E/B
2013 U
2014 U
2015 U
Toelichting activiteiten 1. Vrijwilligersbeleid uitvoeren en aanpassen aan nieuw financieel kader: De gemeente organiseert zelf de vrijwilligersdag NL-Doet en de jaarlijkse verkiezing van vrijwilliger van het jaar. Voor het overige zijn alle activiteiten met betrekking tot vrijwilligerswerk middels beleidsopdrachten gedelegeerd aan welzijnsstichting Welnúh, zoals het Steunpunt Vrijwilligerswerk, Facilitaire Dienstverlening, Vorming en Educatie, Netwerkstructuren en Maatschappelijke Stages. 66
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
6.6 Interculturalisatie Doel van het programma Met het interculturalisatiebeleid van onze gemeente willen we de bestaande verscheidenheid van individuen, groepen en culturen benutten ter versterking van de sociale, economische en culturele ontwikkeling van de gemeente. Dit beleid heeft een open oog voor verschillen tussen mensen – en voor de kansen die dat biedt voor maatschappelijke participatie. Het interculturalisatiebeleid gelooft in de kracht van het verschil, maar wil die verschillen wel verenigbaar houden. Ambitie Het beter benutten van de diversiteit van de bevolking en daardoor de culturele, sociale en economische ontwikkeling en samenhang versterken en daardoor iedereen te kunnen laten profiteren van de goede leefbaarheid op de Utrechtse Heuvelrug. Indicatoren • Aantal nieuwkomers dat een inburgeringscursus aanvangt en slaagt: - 2010: 60 starters en 40 geslaagden • Aantal meldingen van discriminatie: - 2010: 11 Activiteiten 2011 1. Initiatieven allochtonen inzake inburgering U stimuleren. (Nota Wi en implementatie Wi) 2. Interculturalisatiebeleid uitvoeren en aanpassen aan V nieuw financieel kader V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012
2013
2014
2015
E/B
Toelichting activiteiten 1. Initiatieven allochtonen inzake inburgering stimuleren. (Nota Wi en implementatie Wi): Vluchtelingenwerk blijft de sociaal-maatschappelijke begeleiding van nieuwkomers uitvoeren. 2. Interculturalisatiebeleid uitvoeren en aanpassen aan nieuw financieel kader: Uitvoering Kadernota Interculturalisatie Omdat in 2010 bij de afrekening met het rijk van in het kader van de Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) verstrekte subsidies een aanzienlijk bedrag moest worden terugbetaald, is de reserve voor interculturalisatie niet meer beschikbaar. In de afgelopen zes jaar heeft de gemeente veel initiatieven ontplooid. Het merendeel van activiteiten is door het maatschappelijk middenveld overgenomen en hoeft niet langer door de gemeente te worden gefinancierd. Wet Inburgering en Wet Educatie en Beroepsonderwijs Trajecten en projecten op het gebied van interculturalisatie, die uitgevoerd worden binnen de kaders van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) en de Wet Inburgering (WI) (beide deelwetten zijn ondergebracht in de Wet ParticipatieBudget, die weer in zijn geheel zal opgaan in de nieuwe Wet Werken Naar Vermogen) vinden doorgang, hoewel daarbij moet worden aangetekend dat op deze twee beleidsterreinen met sterke bezuinigingen van Rijkswege rekening moet worden gehouden. De Rijksvergoedingen voor de WI en de WEB zijn per 2011 al verlaagd met 25%.
6.7 Mensen met een beperking Doel van het programma • Bij het vormgeven van gemeentelijk beleid wordt in alle fasen van de beleidscyclus rekening gehouden 67
Programmabegroting 2012 - 2015
• •
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
met verschillen tussen mensen met en zonder beperking. Mensen met een beperking doen volwaardig mee in het dagelijkse leven. Er wordt ingespeeld op de wensen en behoeften van mensen met een beperking.
Ambitie Wij willen dat alle inwoners van de Utrechtse Heuvelrug met een functiebeperking kunnen meedoen aan de samenleving. Indicatoren aantal getroffen voorzieningen voor mensen met een beperking Over het jaar 2010 zijn er geen cijfers bekend, omdat de uitvoering vertraging heeft opgelopen. Over het jaar 2011 zullen cijfers beschikbaar komen en begin 2012 bekend worden gemaakt. Activiteiten 2011 1. Uitvoeren aanbevelingen toegankelijkheidsU onderzoek 2. Beleid voor mensen met een beperking aanpassen B aan nieuw financieel kader 3. Agenda 22 V V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 E
2013 V
2014 B
U
U
V
B/U
U
U
2015 U
Toelichting activiteiten 1. Uitvoeren aanbevelingen toegankelijkheidsonderzoek Er is een uitvoeringsprogramma gemaakt van de nota ‘Onbeperkt Meedoen’ voor mensen met een functiebeperking met een planning welke activiteiten in welk jaar uitgevoerd moeten worden. Ook zijn er diverse gesprekken gevoerd met de desbetreffende afdelingen over de uitvoering van deze taken. Uit de rapportage van het onderzoek ‘Toegankelijkheid openbare gebouwen’ is een aantal taken voortgekomen die de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) gaat uitvoeren. De uitvoering van deze taken is uit het budget van RO gefinancierd. Bij overige gebouwen die niet van de gemeente zijn of zich bevinden op niet gemeentelijke grond is de mogelijkheid geboden om een gehandicaptenparkeerplaats op kosten van gemeente aan te leggen. Deze gehandicaptenparkeerplaatsen zijn aangelegd. Het onderzoek naar het aanbod van sport voor mensen met een functiebeperking is meegenomen in het project Onderzoek aangepast sporten. Onze gemeente heeft in november 2009 een prijs gewonnen met de kennisloterij van de provincie Utrecht. Deze prijs ter waarde van € 30.000 is beschikbaar om een impuls te geven aan het aangepast sporten in de regio. Sportservice Midden Nederland(SMN) heeft een conceptplan geschreven hoe zij dit onderzoek willen uitvoeren. Er is toch voor gekozen om samen met de regio gemeenten, Bunnik, Wijk bij Duurstede, de Bilt, Zeist en de provincie een andere insteek te geven aan dit onderzoek. Hiervoor hebben wij bijeenkomsten met andere gemeenten georganiseerd en de uitkomsten daarvan worden verwerkt in het projectplan van SMN. SMN heeft in juni 2011 een enquête gehouden onder de doelgroep. Het doel van deze enquête is enerzijds om inzicht te verkrijgen in het huidige actuele sport- en beweegaanbod en de sportbehoeften die leven binnen de doelgroep. Anderzijds is het doel van de enquête te achterhalen waar de behoefte aan informatie, advies en ondersteuning ligt bij zowel de doelgroep als de (potentiële) sport- en beweegaanbieders (verenigingen) in de regio Heuvelrug (gemeenten Utrechtse Heuvelrug, de Bilt, Zeist, Bunnik en Wijk bij Duurstede). De uitkomsten van deze enquête zijn nog niet beschikbaar. 2. Beleid voor mensen met een beperking aanpassen aan nieuw financieel kader Eind 2011 wordt het beleid geëvalueerd. 3.
Agenda 22
68
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
In het kader van Agenda 22 is de intentie tot samenwerking uitgesproken tussen de gemeente en het Platform voor mensen met een functiebeperking. Deze samenwerking zal verder gestalte krijgen bij de uitwerking van de nota ‘Onbeperkt Meedoen’ en bij de visie Woonservicegebieden. De gemeente zal dit najaar een startconferentie organiseren, gevolgd door concretisering naar activiteiten.
Bezuinigingen op geheel programma 6 Onderwerp Algemeen maatschappelijk werk (aanvullend pakket beëindigen) Subsidies ouderenwerk, vrijwilligers en gezondheid Welzijnswerk naar draagkrachtbijdrage Overige subsidies waarvoor geen specifieke bezuinigingsopdracht geldt (te realiseren op de gezamenlijke programma’s 6, 7, 8 en 9 en niet zijnde genoemde onderwerpen) 5% efficiency op GR GGD Uitvoering interculturalisatiebeleid
2012
2013 30.000
2014 35.000
2015 35.000
100.000 30.000
100.000 50.000 200.000
145.000 50.000 200.000
145.000 50.000 200.000
80.000 50.000
80.000 50.000
80.000 50.000
80.000 50.000
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Geen directe ontwikkelingen die financiële consequenties hebben.
69
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
Budget Overzicht totale budget programma 6 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Volksgezondheid Indirecte lasten Directe lasten Maatschappelijke zorg Indirecte lasten Directe lasten Cultuurhuizenbeleid Directe lasten Ouderenbeleid Indirecte lasten Directe lasten Interculturalisatie Indirecte lasten Directe lasten Indirecte lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten Volksgezondheid Baten Maatschappelijke zorg Baten Ouderenbeleid Baten Interculturalisatie Baten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
120 1.570
123 1.613
128 1.647
133 1.707
141 1.707
141 1.707
249 281
247 247
234 126
241 67
253 23
251 23
5
37
37
37
37
37
42 474
46 424
47 379
49 329
51 324
50 324
62 288 0 0 0 0 3.090
57 225 0 0 0 0 3.020
45 123 0 0 0 0 2.768
46 124 0 0 0 0 2.733
49 124 0 0 0 0 2.708
49 124 0 0 0 0 2.706
845-
933-
933-
933-
933-
933-
43-
43-
44-
44-
44-
44-
22-
0
0
0
0
0
Totaal baten
910,00 1.000-
560,00 1.031-
560,00 1.032-
560,00 1.032-
560 1.032-
560 1.032-
Resultaal voor bestemming
2.090
1.989
1.735
1.701
1.676
1.674
10
0
0
0
0
0
0 166-
43447-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1.735
1.701
1.676
1.674
Mutaties reserves Stortingen Reserve fonds sociale lokale impuls Onttrekkingen Reserve welzijn (L) Reserve fonds sociale lokale impuls Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
2.084
1.942
Investeringsplan 2012 - 2015 Niet van toepassing
70
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 6 - Welzijn, inclusief cultuurhuizenbeleid en volksgezondheid
Overzicht lopende investeringen
Gevoteerd krediet 25.000 25.000
Belbus vervoer voor de ouderen Totaal Programma 6
Ontwikkeling reserves Niet van toepassing Ontwikkeling voorzieningen Niet van toepassing
71
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
Programma 7 – Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang Portefeuillehouder
E.J. van Oostrum
Doel van het programma Het bieden van voorzieningen voor de jeugd die erop gericht zijn te bevorderen dat jongeren toegerust zijn op zelfstandig functioneren in de maatschappij. Een aantrekkelijke woonomgeving bieden voor jongeren. Uitvoeren van wettelijke taken ten aanzien van onderwijs, onderwijshuisvesting, voor- en vroegschoolse educatie en kinderopvang. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • ‘Pimp my Heuvelrug’, Kadernota jeugd 2008 - 2012 • Nota onderwijs, 2008 - 2012 • Peuterspeelzalenbeleid 2009 - 2010 • ‘Naar een goed samenspel’, Nota Onderwijsachterstandenbeleid 2006 - 2010 • Van goede shizzle tot ijscoman, beleidsnota jeugd- en jongerenwerk, 2008 - 2011 • Speelruimtebeleidsplan 2009 - 2018 • Integraal Huisvestingsplan Onderwijs • Lokaal handhavingsbeleid kinderopvang • Verordening leerlingenvervoer • Verordening onderwijshuisvesting • Subsidieverordening • Verordening kwaliteitsregels peuterspeelzalen Overige overheidsinstanties • Wet op het voortgezet onderwijs • Wet op de expertisecentra • Leerplicht en Participatiewet • RMC-wet (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdige Schoolverlaten) • Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) • Wet op de Kinderopvang • We op het primair onderwijs • Wet OKE (Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie)
7.1 Onderwijs Doel van het programma In de Nota Onderwijs 2008-2012 is het beleid vastgelegd dat erop gericht is om jongeren toe te rusten om zich op hun 23e zelfstandig te redden in de maatschappij. Het beleid richt zich er specifiek op dat zo veel mogelijk jongeren een startkwalificatie behalen voor de arbeidsmarkt. Binnen dit programma valt ook de uitvoering van de leerplichtwet, de wet RMC (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten) en de ondersteuning van ouders op grond van de regelgeving rondom leerlingenvervoer. Het lokale onderwijsbeleid richt zich specifiek op het bevorderen van het maatschappelijke netwerk rondom scholen. Ambitie: 72
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
Terugdringen voortijdig schoolverlaten. Leerlingenvervoer binnen de beschikbare middelen uitvoeren. Bevorderen van het maatschappelijk netwerk rondom scholen. Indicatoren: Voortijdig schoolverlaten Aantal leerplichtige leerlingen 5-16 jr Aantal kwalificatieoplichtingen (16-17 jr zonder startkwalificatie) Aantal bovenleerplichtigen (18-23 jr zonder startkwalificatie) Aantal behandelde dossiers leerplicht Aantal processen verbaal leerplicht en kwalificatieplicht Aantal voortijdig schoolverlaters tot 22 jaar - waarvan werkend - waarvan in begeleiding bij het jongenloket
08/09
09/10
7.887
7.815
604
656
2.754
2.695
174
176
16
15
233
235
67
68
33
17
08/09
09/10
10/11
Vergoedingen leerlingenvervoer 10/11
Aantal leerlingen speciaal basisonderwijs (sbo en so) 88 Aantal leerlingen voortgezet speciaal onderwijs (vso) 118 Totaal aantal vergoedingen leerlingenvervoer 275 263 1. Regulier basisonderwijs meer dan 6 km 2. Gehandicapte leerlingen naar regulier onderwijs 3. Speciaal onderwijs (sbo, so, vso) - waarvan openbaar vervoer zelfstandig 216* 198* - waarvan openbaar vervoer met begeleiding, met tussen haakjes aantal beroepen op beleidsregel 2011 11* 8* - waarvan aangepast vervoer 10* 15* - waarvan eigen vervoer 38* 44* * Totaal aantal, inclusief leerlingen regulier onderwijs (categorie 1 en 2), volgens oude regeling. Maatschappelijke netwerken rondom scholen 2009
2010
2011
Aantal brede scholen (volgens nog af te spreken definitie over maatschappelijk netwerk rondom scholen) Activiteiten 2011 E
1. Onderwijsbeleid (wordt in 2012 geïntegreerd in Kadernota jeugd) 2. Verordening leerlingenvervoer aanpassen aan B nieuw financieel kader 3. Leerlingenvervoer aanbesteden V/B 4. Dorpgericht LEA opzetten - uitvoeren, gericht op U versterken maatschappelijk netwerk rondom scholen V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
Toelichting activiteiten 1. Onderwijsbeleid uitvoeren: 73
2012 V/B
2013 U
2014 U
2015
U/E
U
U
U
V/B/U U
U U
U U
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
De gemeente heeft haar ambities ten aanzien van de uitvoering van de wettelijke taken en lokaal onderwijsbeleid vastgelegd in de Nota Onderwijs 2008-2012. In 2011 zijn de ambities ten aanzien van brede scholen verder uitgewerkt in de Notitie Onderwijs- en zorg netwerken in de dorpen. Dit wordt in 2012 uitgevoerd. De Nota Onderwijs is medio 2011 geëvalueerd als onderdeel van de evaluatie van de Kadernota jeugd. Het onderwijsbeleid wordt geïntegreerd in de in 2012 vast te stellen kadernota jeugd 2012-2015. 2. Verordening leerlingenvervoer In 2011 zijn een nieuwe Verordening en beleidsregels vastgesteld voor het leerlingenvervoer, om uitvoering te geven aan de bezuiniging op het leerlingenvervoer die gepland stonden in het collegeprogramma. Gelet op het korte tijdsbestek tussen de vaststelling en de aanvraagronde voor het schooljaar 2011-2012 en de overgangsregeling is hier nog niet volledig uitvoering aan gegeven. In 2012 wordt de nieuwe regelgeving volledig doorgevoerd. 3. Leerlingenvervoer aanbesteden In 2012 lopen de contracten met de huidige vier vervoerders in het leerlingenvervoer af. In 2011 is een nieuwe Europese aanbesteding opgestart en is besloten om deze samen met de gemeenten Zeist, De Bilt, Wijk bij Duurstede en Bunnik uit te voeren, waarschijnlijk aangevuld met Houten. De gunning is gepland in het voorjaar van 2012. 4. Dorpsgericht LEA (Lokale Educatieve Agenda) In 2011 is gekozen voor een nieuwe opzet van de LEA, opgebouwd uit een dorpsgericht overleg en thematische werkgroepen. In 2012 wordt hier uitvoering aan gegeven. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Nieuw onderwijsbeleid gepland voor 2012 (als onderdeel van Kadernota jeugd). Nieuwe Verordening en aanbesteding leerlingenvervoer zijn medio 2012 volledig gerealiseerd. Medio 2012 is een evaluatie mogelijk van de realisatie van de geplande bezuiniging.
7.2 Onderwijshuisvesting Doel van het programma Uitvoering van wettelijke taken. Onderwijshuisvesting doelmatig uitvoeren. Bevorderen multifunctioneel gebruik schoolgebouwen. Ambitie Uitvoeren Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2011-2020 Bevorderen multifunctioneel gebruik schoolgebouwen Indicatoren 2009
Aantal toegekende voorzieningen conform IHP Aantal afgewezen aanvragen (op overzicht geplaatst) Aantal aanvragen onderhoud, niet voorzien in IHP Aantal multifunctioneel gebruikte schoolgebouwen (volgens nog af te spreken definitie)
74
2010
27
5
11
32
3
0
2011
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
Activiteiten 2011 1. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs B 2. Bevorderen multifunctioneel gebruik ruimte in B scholen 2. Plan Revius Lyceum B 3. Onderzoek doordecentralisatie V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U U
2013 U U
2014 V U
V V
V B
V U
2015
Toelichting activiteiten 1. Integraal Huisvestingsplan Onderwijs In 2011 is het IHP 2012-2020 vastgesteld. Het begrotingsjaar 2012 is het eerste planjaar. 2. Bevorderen multifunctioneel gebruik ruimte in scholen. In 2011 is de notitie Brede scholen vastgesteld. In 2012 wordt hier uitvoering aan gegeven binnen de dorpsgewijze opzet van de LEA. 3. Revius Lyceum. In 2011 is besloten de voorbereiding te plannen vanaf 2014. 4. Onderzoek doordecentralisatie. De voorbereidingen staan gepland voor 2012, besluitvorming voor 2013. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s In 2012 wordt het onderzoek opgestart naar het verder beheersen van de uitgaven voor onderwijshuisvesting door het onderhoud bij basisscholen verder te decentraliseren. Bezuinigingen Niet van toepassing
7.3 Jeugdbeleid, inclusief spelen / speelplaatsen Doel van het programma In de Kadernota jeugd zijn de doelen vastgelegd in het jeugdbeleid. Hoofddoel is jongeren een omgeving bieden die aantrekkelijk is om in te wonen en te blijven wonen. Hieraan wordt mede uitvoering gegeven via de subsidiebeleidsregel jeugd. In de Notitie jeugd- en jongerenwerk zijn specifiek de doelen uitgewerkt ten aanzien van het stimuleren van jongeren om actief bezig te zijn in hun vrije tijd en het goed laten verlopen van het verblijf van jongeren in de buitenruimte en tijdig signaleren van risico’s en problemen bij individuele jongeren. Dit is vertaald in een beleidsopdracht, die wordt uitgevoerd door de Stichting Welnúh. Kinderen en jongeren veilige en uitdagende (natuurlijke) speelvoorzieningen bieden afgestemd op de leeftijdscategorie en de actieradius van de doelgroep. Ambitie Meer activiteiten voor jongeren. Bevorderen dat jongeren buiten bewegen en spelen Bevorderen dat jongeren meedoen aan sport- en culturele voorzieningen Versterken preventieve rol jeugd- en jongerenwerk Speelvoorzieningen, op maat en kwalitatief goed 75
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
Indicatoren 2009
Aantal gesubsidieerde festivals voor jongeren Aantal vaste bezoekers jongerenruimtes Aantal beroepen op minimaregelingen jeugd Aantal overlastgevende groepen op straat Bereik jongeren door jongerenwerk als percentage van totaal potentiële doelgroep jongerenwerk (20% jongeren 12-18) Aantal uitgevoerde wijkspeelplannen
2010
6
4
380
598
2011 2
15 11
9
55%
77% 1
Activiteiten 2011 1. Kadernota jeugd E/V 2. Beleid jeugd- en jongerenwerk, wordt in 2012 V geïntegreerd in Kadernota jeugd en aangepast aan nieuw financieel kader 3. Speelplaatsenplan uitvoeren en bijstellen binnen U nieuw financieel kader V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 V/B V/B
2013 U U
2014 U
2015 U
E/U
U
U
U
Toelichting activiteiten 1. Kadernota jeugd De Kadernota jeugd biedt de kaders voor het jeugdbeleid. De nota is deels uitgewerkt in de nota onderwijs, (7.1), het IHP (7.2), de nota’s peuterspeelzalen en onderwijsachterstanden (7.4) en in de beleidsnotitie jeugden jongerenwerk en het speelruimtebeleidsplan. De doelstellingen ten aanzien van gezondheid, sport en veiligheid zijn uitgewerkt in respectievelijk het gezondheidsbeleid, het sportbeleid en de notitie integrale veiligheid. Aan het bevorderen van activiteiten voor de jeugd wordt grotendeels uitvoering gegeven door de Beleidsregel jeugd. Hierin wordt de subsidiering uitgewerkt van speelweken, de kinderboerderij, popfestivals en (incidentele) activiteiten die worden georganiseerd ‘door jongeren voor jongeren’. De kadernota is in 2011 geëvalueerd. Voor medio 2012 staat de vaststelling van een kadernota 2012-2015 gepland, waarin de Nota onderwijs en de Beleidsnotitie jeugd- en jongerenwerk worden geïntegreerd. Daarbij worden ook de voorgenomen bezuinigingen verwerkt. 2. Beleidsnotitie jeugd- en jongerenwerk uitvoeren In uitvoering, via beleidsopdracht Jongerenwerk en beleidsregel jeugd. Zie onder 1. 3. Speelplaatsen In 2011 is het wijkspeelplan Maarn-zuid vastgesteld. Dit wordt in 2011/2012 uitgevoerd. In 2012 wordt de fasering van het speelplaatsenplan opnieuw bezien, in het licht van de geplande bezuinigingen. Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 Jeugd- en jongerenwerk
76
2013 50.000
2014 90.000
2015 90.000
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
Ontwikkelingen 2012 -2015 Verplichtingen/risico’s De kadernota is in 2011 geëvalueerd. Voor medio 2012 staat de vaststelling van een kadernota 2012-2015 gepland, waarin de Nota onderwijs en de Beleidsnotitie jeugd- en jongerenwerk worden geïntegreerd. Daarbij worden ook de voorgenomen bezuinigingen verwerkt. In 2012 wordt de fasering van het speelplaatsenplan opnieuw bezien, in het licht van de geplande bezuinigingen. Verplichtingen Overheveling Jeugdzorg naar de gemeente Vanuit het rijk is aangekondigd dat de taak Jeugdzorg wordt overgeheveld van de provincie naar de gemeente. Op dit moment is onduidelijk of de over te hevelen gelden voldoende zullen zijn om het toekomstige beleid te kunnen uitvoeren. Wij zien dit momenteel als een niet nader te kwantificeren risico
7.4 Peuterspeelzalen en onderwijsachterstanden Doel van het programma Het peuterspeelzalenbeleid is gericht op het bieden van een speelgelegenheid aan kinderen van 2 (of 2,5) tot 4 jaar met als doel om hun ontwikkeling te bevorderen en samen te spelen. Het onderwijsachterstandenbeleid is gericht op het bieden van voorschoolse educatie voor zgn. doelgroeppeuters waarbij een onderwijsachterstand dreigt en op het bieden van een schakelvoorziening voor leerlingen aan basisscholen met een ernstige taalachterstand. Uitvoeren van de wettelijke taken ten aanzien van de kwaliteit van de peuterspeelzalen en kinderopvang. Ambitie Uitvoeren landelijk beleid onderwijsachterstanden Sluitende aanpak 0-6 jarigen realiseren Peuterspeelzalen voor iedereen toegankelijk. (koppeling minimabeleid) Indicatoren 2010 Aantal peuterspeelzalen met voorschoolse educatie Aantal kinderen in schakelklassen Aantal doelgroeppeuters met vve-indicatie Percentage doelgroeppeuters dat vve volgt Aantal uitkeringen minimaregeling peuterspeelzalen
2011 6
47 56 100% 15
100%
Activiteiten 2011 1. Oke-wet implementeren, integraal beleid V peuterspeelzalen-kinderopvangonderwijsachterstanden opstellen en uitvoeren 2. Beleidsregels peuterspeelzalen opstellen 3. Handhaving kwaliteit U peuterspeelzalen/kinderopvang uitvoeren V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 B/U
2013 U
2014 U
B U
U U
U U
Toelichting activiteiten 1. Oke-wet implementeren, integraal beleid peuterspeelzalen-kinderopvang-onderwijsachterstanden opstellen:
77
2015
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
In 2010 is de wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie in werking getreden. De vaststelling van lokaal beleid staat gepland voor januari 2012. Bij het opstellen van de beleidsnota hanteren we vooruitlopend op de kerntakendiscussie als uitgangspunt dat het subsidiëren van peuterspeelzalen op zich geen basistaak van de gemeente is en subsidiering van peuterspeelzalen alleen plaatsvindt in het licht van het vve-beleid, minimabeleid en nog te bepalen overig lokaal beleid. Gelet op de financiële en organisatorische gevolgen van de harmonisatie en de termijnen voor het aanvragen van en beslissen over subsidie voor peuterspeelzalen, hebben wij besloten om 2012 als overgangsjaar vast te stellen voor de subsidiëring van peuterspeelzalen en de subsidies 2012 te bevriezen. 2. Beleidsregels peuterspeelzalen Direct na de vaststelling van de beleidsnota worden nieuwe beleidsregels peuterspeelzalen vastgesteld, tijdig voor de subsidieaanvraag voor 2013. 3. Handhaving kinderopvang Wordt conform landelijke regelgeving uitgevoerd. Ontwikkelingen 2012 -2015 Verplichtingen/risico’s De vaststelling van de Nota Onderwijsachterstanden – peuterspeelzalen staat gepland voor begin 2012. Aansluitend worden nieuwe subsidiebeleidsregels Onderwijsachterstanden en peuterspeelzaalwerk vastgesteld. Landelijk staat het creëren van kindcentra hoog op de politieke agenda, het gaat om volledige integratie van basisonderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. De gemeente zal zich erop moeten beraden of ze hiervoor kiest.
78
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
Budget Overzicht totale budget programma 7 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Onderwijs Indirecte lasten Directe lasten Onderwijshuisvesting Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Jeugdbeleid Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Peuterspeelzalen Indirecte lasten Directe lasten Volwasseneneducatie Indirecte lasten Kinderopvang Indirecte lasten Directe lasten Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten Onderwijs Baten Onderwijshuisvesting Baten Jeugdbeleid Baten Peuterspeelzalen Baten Kinderopvang Baten Totaal baten
Resultaal voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Reserve onderwijshuisvesting Onttrekkingen Reserve onderwijshuisvesting Reserve onderwijs Reserve vijfjaarlijkse afrekening bbo Reserve jeugd Reserve jongerenactieplan Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
492 1.545
429 1.536
453 1.414
470 1.414
497 1.459
496 1.459
2.298 971 0
2.616 941 0
2.350 764 0
3.119 745 424
2.228 660 642
2.129 612 874
459 582 0
577 660 0
509 575 0
543 525 23
579 526 26
575 526 44
56 219
61 217
64 259
66 259
69 367
69 367
28
29
30
31
33
33
131 111 0 0 6.892
121 107 0 0 7.295
119 82 0 0 6.619
117 82 0 0 7.817
116 82 0 0 7.282
113 82 0 0 7.379
315-
369-
419-
124-
94-
0
1-
0-
1-
12-
12-
2250,00 677-
2250,00 701-
419176-
419-
419-
0
0
1-
1-
1-
12-
12-
12-
12-
2250,00 657-
2250,00 833-
2250 657-
2250 657-
6.214
6.594
5.962
6.984
6.625
6.721
868
708
763
781
750
10
8290 0 0 732
81144224577291-
8820 0 0 0 119-
1.7120 0 0 0 930-
1.1670 0 0 0 417-
1400 0 0 0 130-
6.054
6.208
6.246
6.303
79
5.843
6.591
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
Investeringsplan 2012 - 2015 Investeringskrediet
en jaar van beschikking
Programma / product / omschrijving 2012
2013
2014
Herkomst
2015
Product Onderwijshuisvesting OBO Kameleon - Nieuwbouw incl.gymzaal
2.743.402
IHP 2011
393.600
IHP 2011
Kameleon - Nieuwbouw incl.gymzaal Kameleon - Duurzaamheid incl.gymzaal Kameleon - Nieuwbouw incl.gymzaal Dolfijn Locatie Zuid - Voorbereidingskrediet
73.876
Dolfijn Locatie.Zuid - Nieuwbouw
IHP 2011 870.740
IHP 2011
Dolfijn Locatie.Zuid - Nieuwbouw Dolfijn Locatie Zuid - Duurzaamheid
99.400
IHP 2011
Dolfijn Locatie Zuid - Duurzaamheid
IHP 2011
AZC school Meander - Aanpassingen g.voetiusschool Mersenberch - Renovatie Kostenplaats 64210099
89.250
IHP 2011
395.678 3.621.930
IHP 2011 73.876
970.140
0
BBO De Triangel/Hoog Moersbergen - Nieuwbouw
1.748.681
IHP 2011
254.200
IHP 2011
De Triangel/Hoog Moersbergen - Duurzaamheid Nicolaasschool - Voorbereidingskrediet
98.725
Nicolaasschool - Nieuwbouw
IHP 2011 1.135.337
Nicolaasschool - Duurzaamheid
148.600
De Uilenburcht - Renovatie
1.460.130
De Zonheuvel - Voorbereidingskrediet De Zonheuvel - Duurzaamheid
Valkenheuvel - Voorbereidingskrediet Valkenheuvel - Uitbreiding nieuwbouw Valkenheuvel - Duurzaamheid Instituut Coolsma - Renovatie De Hoeksteen - Renovatie De Hoeksteen - Onderwijskundige vernieuwingen De Ladder - Voorbereidingskrediet De Ladder - Nieuwbouw De Ladder - Duurzaamheid De Meent - Voorbereidingskrediet De Meent - Nieuwbouw De Meent - Duurzaamheid De Ontdekkingsreis - Voorbereidingskrediet De Ontdekkingsreis - Nieuwbouw De Ontdekkingsreis - Duurzaamheid Kostenplaats 64230099
IHP 2011 IHP 2011
144.988
De Zonheuvel - Nieuwbouw
IHP 2011
IHP 2011 1.681.171
IHP 2011
240.200
IHP 2011
430.451
IHP 2011
37.431
IHP 2011 50.000
IHP 2011
322.820
IHP 2011
386.271
IHP 2011
171.806
IHP 2011 157.716
IHP 2011 IHP 2011 IHP 2011
112.463
IHP 2011 IHP 2011 IHP 2011
72.866
IHP 2011 837.957
IHP 2011
97.400 3.066.197
IHP 2011
2.474.688
2.494.212
1.554.116
0
Speciaal onderwijs
Beukenrode - Uitbreiding 3 lokalen
734.025
IHP 2011
Kostenplaats 64330099
734.025
0
0
Kostenplaats 64410099
0
0
0
Voortgezet onderwijs Renovatie Schoonoord
282.511
IHP 2011
282.511
Voortgezet onderwijs
SG Maarsbergen - Renovatie Revius - Voorbereidingskrediet Revius - Nieuwbouw Revius - Duurzaamheid
585.819
Kostenplaats 64430099
Totaal Huisvesting scholen
IHP 2011 1.158.424
IHP 2011 13.321.882
IHP 2011
1.158.424
IHP 2011
585.819
1.158.424
0
14.480.306
8.007.971
3.706.988
3.464.352
16.316.933
80
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 7 - Onderwijs inclusief huisvesting, jeugdbeleid en kinderopvang
Investeringskrediet
en
Herkomst
jaar van beschikking
Programma / product / omschrijving 2012
2013
2014
2015
Product Speelplaatsen Vervanging speeltoestellen 2012
125.000
Vervanging speeltoestellen 2013
Begroting 2008-2011 125.000
Vervanging speeltoestellen 2014
Begroting 2010-2013 125.000
Kadernota 2011-2014
Vervanging speeltoestellen 2015
125.000
Vervanging speeltoestellen 2016
Begroting 2012-2016 Begroting 2012-2016
Realisatie speelruimteplan 2013
50.000
Realisatie speelruimteplan 2014
Begroting 2011-2014 100.000
Begroting 2011-2014
Realisatie speelruimteplan 2015 Kostenplaats 65800299
125.000
175.000
225.000
100.000 225.000
Kostenplaats 66300099
300.000 300.000
0
0
0
Begroting 2012-2016
Product jeugd- en jongerenwerk Jongerenruimte
Totaal speelplaatsen /A31 jeugd- en jongerenwerk
Totaal programma 7
Begroting 2010-2013
425.000
175.000
225.000
225.000
8.432.971
3.881.988
3.689.352
16.541.933
Overzicht lopende investeringen Onderwijsk.vernieuwing Voorbereidingskosten nwb.obo.De Kameleon Dakafwerking gymlokaal Dolfijn Noord bbo MOP 2004/2005 1e inrichting onderwijskundige vernieuwingen BBO Warmtedistributie Coolsma 1e inr.olp/meubilair 13e gr.De Regenboog 1e inr.olp/meubilair 9e gr.De Hoeksteen Onderwijskundige vernieuwing Voorber.kn.nieuwb.bbo "Triangel" Onderwijsk.vernieuwing bbo "Coolsma"
Gevoteerd krediet 37.971 253.854 22.096 73.734 98.500 12.138 12.315 12.315 59.914 167.228 84.913
Gevoteerd krediet 12.329 14.288 2.662.141 68.309 913.384 14.970 1.706.258 134.006 150.000 150.000 125.000
Onderwijsk.vernieuwing bbo div.scholen Verv.dak vso De Sprong Voorber.kn.nieuwbouw bbo."Bosschool" Voorber.kn.uitbreiding Beukenrode Nieuwbouw gymlokaal Bartimeus Vervanging pui De Sprong Verv.nieuwbouw gymzaal SGM Voorz.Drb.+Overberg+Leersum Verv.Speeltoestellen 2009 Verv.speeltoestellen 2010 Verv.speeltoestellen 2011 Totaal Programma 7
6.785.663
Ontwikkeling reserves Naam reserve
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
Reserve onderwijshuisvesting (dekking kapitaallasten)
1.757.799
1.639.139
708.883
291.809
161.978
Totaal
1.757.799
1.639.139
708.883
291.809
161.978
Stand begin
Stand begin
Stand begin
Stand begin
Stand eind
2012
2013
2014
2015
2015
Voorziening tijdelijke huisvesting scholen
195.009
148.564
1.293
8.966
Voorziening onderhoud scholen
567.749
32.628
38.786
93.444
4.246
Totaal
762.758
181.192
40.079
102.410
68.446
Ontwikkeling voorzieningen Naam voorziening
81
64.200
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering Portefeuillehouder
R.F.Th. Pamboer
Doel van het programma Onze lokale economie zal steeds in onderlinge samenhang en in balans met de sociaal-culturele en ecologische rijkdom ontwikkeld worden, waarbij we zoeken naar wederzijdse versterking. Bij de (lokale) economische en recreatieve ontwikkeling zijn duurzame ontwikkeling, dorpsgericht werken en dienstverlening het uitgangspunt. Het economisch beleidplan wordt uitgevoerd. In de nota economisch beleidsplan is opgenomen dat er nota’s worden gemaakt voor Non-profit, ZZP-ers, mkb-zakelijke dienstverlening. Omdat we de eerste helft van deze periode de nadruk op uitvoering van beleid willen leggen worden deze nota’s in de tweede helft van deze periode opgepakt. De nota agrarische bedrijven wordt gemaakt en uitgevoerd. De gemeente streeft naar het behouden en verduurzamen van de agrarische sector en het versterken van de bijdrage van de agrarische sector aan de kwaliteit van de groene ruimte. Ook maken we een structuurnota bedrijventerreinen. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Economisch beleidsplan 2007 - 2020 • Detailhandelvisie gemeente Utrechtse Heuvelrug 2009 • Startnotitie bedrijventerrein • Recreatie en toerisme, beleidsplan 2007 - 2011 • Subsidieverordening • Marktverordening • Verordening op de heffing van marktgelden
8.1 Economische Zaken (bedrijventerreinen/werkgelegenheid) Ambitie Wij richten ons op het uitvoeren van het economisch beleidsplan, de structuurnota bedrijventerreinen, de nota agrarische bedrijven en de nota detailhandel. Ook willen we de lokale economie stimuleren en versterken door deze sterker onderling te verbinden (bijvoorbeeld recreatie en detailhandel), te innoveren en te verduurzamen. We streven naar het verplaatsen van bedrijven uit de kernen naar bedrijventerreinen. We willen 2 hectare nieuw bedrijventerrein realiseren in Leersum. Onze ambitie is om het aantal m² winkeloppervlakte per kern in stand te houden en in Leersum uit te breiden. We onderzoeken de behoefte en mogelijkheid van uitbreiding van het bedrijventerrein in Maarsbergen. Indicatoren • Aantal arbeidsplaatsen • Aantal bedrijven
82
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering
Activiteiten 2011 Economische Zaken 1. Uitvoering economisch beleidsplan U 2. Ontwikkeling en uitvoering Nota Agrarische V bedrijven 3. Uitvoeren Nota Detailhandel U 4. Samenwerking en afstemming met OKH en OV’s U Bedrijventerreinen 5. Structuurnota bedrijventerreinen en uitwerking U 6. Gebiedsvisie en ontwikkelen bedrijventerrein V/B Maarsbergen 7. Bedrijventerrein Leersum V 8. Revitalisering bedrijventerrein Amerongen V Lokale Economie en Werkgelegenheid 9. Nota Stimulering Lokale Producten 10. Onderzoeken aanbestedingsmogelijkheden lokale V/B/U bedrijven 11. Programma verbetering innovatie/duurzaamheid U bedrijfsleven 12 Stimuleringsmaatregelen werkgelegenheid en reV/B/U integratie V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012
2013
2014
2015
U B/U
U U
U
U
U U
U U
U U
U U
U V
U V/B
U V/U
U V/U
B B
U U
U
U
V B/U
B
U
U
U
U
U
U
V/B/U
V/B/U
V/B/U
V/B/U
Toelichting activiteiten Economische Zaken 1. Uitvoering Economisch Beleidsplan De uitvoering van het Economisch beleidsplan kent een aantal projecten: • Detailhandelsvisie: zie hieronder, wordt apart uitgelicht • Agrarische nota: zie hieronder, wordt apart uitgelicht • Structuurnota bedrijventerreinen: zie hieronder, wordt apart uitgelicht • Nota ZZP: Start pas in 2012 • Nota Non Profit: Start pas in 2013 • Nota MKB/Zakelijke dienstverlening: Start pas in 2014 2. Ontwikkeling en uitvoering Nota Agrarische bedrijven Ten aanzien van de agrarische sector en de mogelijkheden voor economische groei zijn het afgelopen jaar de inzichten in Nederland gewijzigd. Zowel de Provincie Utrecht als de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei hebben deze zomer daarover nieuwe beleidsinzichten naar buiten gebracht. Deze inzichten bieden meer groeimogelijkheden aan de agrarische sector. Gelijktijdig leverde een discussie met leden van de gemeente en de agrarische sector input over de noodzaak en de wenselijkheid met betrekking tot het scheppen van mogelijkheden voor economische groei voor de agrarische sector. Deze input wordt verwerkt in de concept Nota. In het najaar vindt een consultatieronde plaats, waarna de nota aangepast wordt en klaar gemaakt voor inspraak einde van dit jaar. Begin volgend jaar vindt besluitvorming plaats.
83
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering
3. Uitvoeren nota detailhandel De uitvoering van de Detailhandelsvisie kent een aantal projecten: Algemeen: • Aanpassen bestemmingsplannen, tijdens de actualisatie rekening houden met genoemde punten. Dit is een project in doorlopende uitvoering. • Onderhoud en inrichting openbare ruimte (schoon, heel en veilig). De prioriteiten staan op de planning van openbare ruimte. • Onderhoud en presentatie van winkelpanden. Van dit project ligt het initiatief bij de ondernemers. • Organiseren van evenementen, zoals het Driebergs Dorpsfeest en Heuvelrug Totaal. Van dit project ligt het initiatief bij de ondernemers. • Overlegstructuur ondernemers. Zie tekst bij punt 4. Driebergen: • Horecavoorziening aan het plein bij De Lei. Aan dit project wordt nu gebouwd. • Versterken winkelkwaliteit winkelpanden. Van dit project ligt het initiatief bij de ondernemers. • Realisatie van parkeerroute. Dit project is afgerond. • Versterken van winkelcentrum De Sluis. De Vastgoed eigenaar neemt initiatief en ontwikkelt plannen. Doorn: • Centrumvisie Doorn, verbeteren parkeercapaciteit, ruimtelijke structuur, horeca, herinrichting openbare ruimte. Van dit project is de haalbaarheid onderzocht, en het blijkt vooralsnog financieel niet haalbaar te zijn als gevolg van de kosten voor ondergronds parkeren. Project wordt niet uitgevoerd. Leersum: • Verbeteren parkeermogelijkheden. Dit project is ondergebracht bij het project de Bijenkorf. Vergunningprocedure loopt. Verwachte vergunningverlening is medio 2012. Maarn: • Uitbreiding supermarkt, inclusief uitbreiding aantal parkeerplaatsen en realisatie horeca. Vergunningen zijn verleend. Verkoop is gestart. • Verbetering verblijfsklimaat centrum. Dit wordt gelijktijdig uitgevoerd met de uitvoering van het centrumplan. Amerongen: • Voorzieningen cluster in plan Allemanswaard. Bestemmingsplan is onherroepelijk. Voor de realisatie zijn al enkele vergunningen verleend. • Versterking dwaalmilieu in het historisch dorpsdeel. Dit project is een aandachtspunt in de actualisatie van de bestemmingsplannen. De uitvoering en het initiatief liggen bij de ondernemers ter plaatse. 4. Samenwerking en afstemming met OKH (Ondernemerskoepel Heuvelrug) en OV’s Eind 2010 kwam het functioneren van de koepel enigszins onder druk te staan met betrekking tot de belangenbehartiging van de aangesloten ondernemersverenigingen en het overleg met de gemeente. Na uittreding van Zakelijk Heuvelrug uit de koepel is, onder leiding van de Kamer van Koophandel, onderzoek gedaan naar mogelijke nieuwe samenwerkingvormen tussen de diverse ondernemersverenigingen in onze gemeente. Dit heeft echter nog niet tot een breed gedragen oplossing geleid. In deze periode heeft er wel frequent overleg met de diverse individuele ondernemersverenigingen plaatsgevonden. De bedrijvencontactfunctionaris vormt het eerste aanspreekpunt voor ondernemens bij vragen, houdt voeling met de markt en legt samen met de burgemeester en wethouders bedrijfsbezoeken af. Dit project is doorlopend in uitvoering. Bedrijventerreinen 5. Structuurnota bedrijventerreinen en uitwerking De structuurnota bedrijventerreinen is in oktober 2010 vastgesteld. De uitvoering van de Structuurnota bedrijventerreinen kent een aantal projecten: • Ontwikkeling bedrijventerrein Leersum. Dit project is in uitvoering. Het ontwerp bestemmingsplan bedrijventerrein Leersum heeft ter inzage gelegen. Op dit plan zijn reacties ingediend. De beantwoording van deze reacties is afgerond. Het bestemmingsplan kan voor definitieve besluitvorming worden aangeboden zodra de ontwikkelaar voldoet aan de vereisten van uitvoerbaarheid. 84
Programmabegroting 2012 – 2015
• •
•
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering
Revitalisering Amerongen. De planvorming en voorbereiding starten dit najaar. Herstructurering en uitbreiding bedrijventerrein Maarsbergen. Dit project is integraal onderdeel van het proces om te komen tot een integrale gebiedsvisie Maarsbergen. In dat proces werken provincie, SVGV(Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei) en de gemeente samen om te komen tot een integrale gebiedsvisie, met onder andere realisatie van nieuwe natuur, recreatieve verbindingen en de herstructurering en uitbreiding van het bedrijventerrein. Het regionaal convenant bedrijventerreinen biedt helderheid over de maximale omvang van de uitbreiding van het bedrijventerrein Maarsbergen. Het convenant zal dit najaar ondertekend worden, en aangeboden worden aan de provincie Utrecht als input voor de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Eind 2011 komt voor de totale gebiedsvisie een plan van aanpak, met daarin de uitgangspunten, organisatie en middelen. Transformatie Maarnse Grindweg. De uitvoering van dit project is enerzijds gekoppeld aan de realisatie van de uitbreiding bij Maarsbergen, anderzijds ligt het initiatief bij een ontwikkelaar. Die ontwikkelaar heeft de planvorming stilgelegd in verband met de economische situatie.
6. Gebiedsvisie en ontwikkelen bedrijventerrein Maarsbergen Zie de tekst onder punt 5. 7. Bedrijventerrein Leersum Zie de tekst onder punt 5. 8. Revitalisering bedrijventerrein Amerongen Zie de tekst onder punt 5. 9. Nota Stimulering Lokale Producten Voorbereiding start in 2012. Verwachte besluitvorming in 2013. 10. Onderzoeken aanbestedingsmogelijkheden lokale bedrijven: In 2009 heeft de raad de nota inkoop vastgesteld. In deze nota wordt richting gegeven aan de verdere professionalisering van de inkooporganisatie binnen de gemeente. In de tweede helft van 2011 wordt beleid voorbereid voor inkoop met betrekking tot het midden en klein bedrijf, waarover eind 2011 besluitvorming kan plaatsvinden. In 2012 volgt dan de implementatie. 11. Programma verbetering innovatie/duurzaamheid bedrijfsleven Faciliteren Project Groene economie. Eind dit jaar komen nieuwe subsidies beschikbaar, we bieden ons project daarvoor aan. Diverse losse groene initiatieven zijn gerealiseerd. Doorlopend individuele initiatieven mogelijk maken. 12. Stimuleringsmaatregelen werkgelegenheid en re-integratie Project in opstart voor de Heuvelrug academie. Dit jaar besluitvorming over opstart (middelen, aanpak). De uitvoering van het Jongeren project Werk Utrechtse Heuvelrug is gestart. Voor dit actiepunt komen doorlopend nieuwe projecten in besluitvorming en uitvoering.
85
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering
8.2 Recreatie en Toerisme Doel van het programma De gemeente zet in op versterking en verdere ontwikkeling van recreatie en toerisme. Dit moet leiden tot een uitbreiding van werkgelegenheid in de toerisme- en recreatiesector. Wij kiezen voor het bevorderen van natuurgerichte recreatie aan de randen van onze gemeente en het versterken van het recreatief medegebruik van landgoederen. Voor verblijfsrecreatie stimuleren wij hoogwaardige en duurzame doorontwikkeling. Zorgvuldige afstemming en samenwerking zijn hierbij belangrijk. Beleidskaders Recreatie en Toerisme, Beleidsplan 2011 - 2013 Ambitie Onze gemeente kiest voor ontwikkeling op het gebied van toerisme en recreatie binnen randvoorwaarden. Wij zien toerisme en recreatie als één van de belangrijke sectoren voor het behoud van werkgelegenheid, het voorzieningenniveau en de leefbaarheid in onze gemeente voor de toekomst. Ook zien we voor onszelf een rol weggelegd voor recreatie en toerisme in regionaal verband. Wij nemen als grootste toeristisch-recreatieve gemeente in de regio het initiatief bij het project Regionale Promotie. Door middel van de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied neemt de gemeente deel aan het ontwikkelen en in stand houden van een regionaal netwerk aan recreatievoorzieningen van paden, routes en terreinen. Voor onze gemeente zijn dat concreet het Doornse Gat, Gravenbol en Henschotermeer. Met name rondom het Doornse Gat is de afgelopen periode veel te doen geweest. In verband met bezuinigingen dreigde het recreatieschap het Doornse Gat te gaan sluiten. Vanwege enkele financiële meevallers is openstelling gegarandeerd tot en met 2012. Er wordt een prijsvraag uitgeschreven over de toekomst van het Doornse Gat, zodat openstelling ook na 2012 gegarandeerd blijft. Indicatoren Regionale Promotie: • Totaal van toeristische en recreatieve bestedingen in onze gemeente In 2009 (meest actuele cijfer): 119 miljoen euro (bron: Monitor Toerisme en Recreatie Utrecht 2010) • Bekendheid van de toeristische mogelijkheden van de regio Utrechtse Heuvelrug onder Nederlanders In 2010: bekend bij 37% van de Nederlanders (Bron: 0-meting bekendheid bestemming Utrechtse Heuvelrug) Recreatieschap: • creatieve oplossing toekomst Doornse Gat middels prijsvraag Activiteiten 1. Uitvoering beleidsnota Recreatie en Toerisme 20112013 2. Uitvoering en aanpassingen toeristen- en forensenbelasting 3. Uitvoering Nota Verblijfsrecreatie in bestemmingsplannen 4. Actualisering en uitvoering Regionaal Promotieplan 5. Uitvoering plan Zakelijk Toerisme 6. Subsidieovereenkomst Regionale Marketing en Promotie met provincie 7. Regionale Innovatieprojecten Heel de Heuvelrug 8. Onderzoek zondagopenstelling galeries/ateliers 86
2011 U
2012 U
2013 U/E/B
2014 U
2015 U
E/U
U
U
U
U
U
U/V/E
U
U
U
U U U
E/V/B U E/V/B/U
U U U
U U U
U U U
V/B V/
U B/U
U U
U U
U U
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering
9. Professionalisering lokaal gastheerschap (VVV) V 10. Samenwerking en afstemming met U Ondernemersplatform R&T V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
V/B U
U U
U U
U U
Toelichting activiteiten 1. Uitvoering beleidsnota Recreatie en Toerisme Per 2011 is een nieuw beleid van kracht. Dit beleid borduurt voort op het vorige beleidsplan Recreatie en Toerisme, met hier en daar accentverschuivingen. De drie belangrijke pijlers blijven natuur en landschap, cultuurhistorie en goed verzorgde verblijfsrecreatie. Speerpunten voor de komende jaren zijn promotie (waaronder het lokaal gastheerschap), het bevorderen van natuur- en cultuurgerichte recreatie en samenwerking. Voor verblijfsrecreatie willen wij invulling geven aan een faciliterende, kaderstellende en toetsende rol en zetten we ons in voor het verbeteren van ontwikkelingsmogelijkheden. De rol van de gemeente is anders geworden: wij voeren niet langer projecten zelf uit, maar stimuleren anderen (eventueel met financiële middelen) om projecten uit te voeren. Daarbij werken we samen met diverse regionale samenwerkingspartners (Nationaal Park, Heel de Heuvelrug, Streekhuis Kromme Rijn, etc.). 2. Uitvoering en aanpassingen toeristen- en forensenbelasting Door de afdeling financiën wordt hiernaar een onderzoek gedaan. Wij zullen u verder op de hoogte houden. 3. Uitvoering Nota Verblijfsrecreatie in bestemmingsplannen Dit onderwerp is in behandeling bij de afdeling RO. 4. Actualisering en uitvoering Regionaal Promotieplan UH Het bureau LVTPR geeft de regionale promotie van de regio UH voor de jaren 2011 en 2012 vorm. Er wordt hard gewerkt om onze regio nationaal op de kaart te zetten. Hiervoor worden een website, social media, advertenties, radiospotjes en geprinte media ingezet. Het bureau wordt aangestuurd door de acht samenwerkende gemeenten, waarbij onze gemeente een leidende rol heeft. Ook de VVV’s adviseren, denken mee en voeren uit en hebben een nadrukkelijker rol gekregen dan in het verleden. Dit komt de samenwerking tussen regionale en lokale promotie ten goede. Daarnaast wordt nagedacht over het vervolg van de regionale campagne na 2012 en de rol die de VVV’s hierin kunnen spelen. Bestuurlijk zijn hierover de komende periode overleggen in ZOU verband. 5. Ontwikkeling en uitvoering Zakelijk Toerisme Er is in opdracht van Koninklijke Horeca Nederland en ondernemers een marketingcampagne opgesteld om het zakelijk aanbod in de Utrechtse Heuvelrug beter op de kaart te zetten. Deze campagne wordt voor het overgrote deel gefinancierd door de provincie en het bedrijfsleven. Een aantal gemeenten, waaronder onze gemeente levert een financiële bijdrage voor de uitvoering van de campagne. 6. Subsidieovereenkomst Regionale Marketing en Promotie met provincie In 2010 is door de acht samenwerkende gemeenten een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie. De provincie is akkoord gegaan met een subsidie voor de jaren 2011 en 2012 van totaal € 227.500 op voorwaarde dat de gemeenten dit bedrag verdubbelen. In totaal is er voor twee jaar € 455.000 beschikbaar om de regionale promotie van de regio Utrechtse Heuvelrug vorm te geven. 7. Regionale Innovatieprojecten Heel de Heuvelrug Vanwege de bezuinigingen bij de provincie is onduidelijk of en hoe er een vervolg zal worden gegeven aan deze projecten. Als gemeente werken wij bij deze projecten nauw samen met provincie en programmabureaus en wachten de uitkomsten van deze discussie af. 8.
Onderzoek zondagopenstelling galeries/ateliers 87
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering
Onderzoek naar mogelijkheden voor al dan niet beperkte zondagopenstelling van galeries/ateliers moet eind 2011 starten. Een dergelijke oplossing zal mede vanuit een toeristisch oogpunt bekeken worden en kan zich beperken tot één bepaalde locatie, bijvoorbeeld Amerongen. 9. Professionalisering lokaal gastheerschap In 2010 is gestart met de professionalisering van de VVV door het opstellen van een visie op het lokaal gastheerschap. In 2011 heeft het VVV een businessplan geschreven, waarin duidelijk is geworden wat de rol van het VVV in de toekomst is. 10. Samenwerking en afstemming met Ondernemersplatform R&T Het ondernemersplatform komt twee maal per jaar bij elkaar (als gemeente nemen we hieraan deel) om bepaalde onderwerpen te bespreken en elkaar op de hoogte te houden van zaken die spelen. Het platform is betrokken bij de evaluatie en actualisatie van het beleidsplan. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Risico’s Recreatieschap De deelnemende gemeenten hebben het recreatieschap verzocht de deelnemersbijdragen met 5 % te verlagen ten opzichte van de bijdragen 2010. Het Recreatieschap kon hier invulling aan gegeven vanwege enkele financiële meevallers. Hierdoor is de begroting tot en met 2012 sluitend. De financiële vooruitzichten na 2012 voor het Recreatieschap zijn zorgelijk en er is nog geen zicht op een oplossing. 2012 is het laatste jaar waarin een bedrag van de gemeente Utrecht uit de afkoopsom bij uittreding kan worden opgevoerd als bijdrage. Dit betekent dat er na 2012 een tekort zal ontstaan van € 91.500 op de begroting. Er is nog geen zicht op structurele dekking van dit tekort. Hiervoor is de afgelopen jaren de fundamentendiscussie gevoerd en is in 2010 uitvoering gegeven aan de Taakopdracht Terreinen. De resultaten hiervan zijn in 2012 niet financieel vertaald en er wordt geen vervolg gegeven aan dit traject. Het Algemeen Bestuur heeft aangegeven de acties van de provincie Utrecht op dit vlak af te wachten. De provincie Utrecht is een heroriënteringtraject gestart waarbij in brede zin naar het onderwerp recreatie wordt gekeken. Het traject moet leiden tot een goede balans in vraag en aanbod van recreatieve voorzieningen in de provincie Utrecht, waarbij de ontwikkeling, exploitatie, beheer, onderhoud en toezicht van deze voorzieningen duurzaam zijn georganiseerd en gefinancierd. Onderdeel van dit traject is de toekomst van de Recreatieschappen. De uitkomsten hiervan zijn echter nog onduidelijk. Lagere opbrengst toeristenbelasting/ forensenbelasting Bij het opmaken van de jaarrekening 2010 hebben wij geconstateerd dat enkele belastingopbrengsten, waaronder die van de toeristenbelasting en de forensenbelasting, achterblijven bij de ramingen. Het achterblijven van de opbrengsten wordt momenteel nader onderzocht. De uitkomsten kunnen er toe leiden dat daarmee ook de oplossingen voor de achterblijvende inkomsten in beeld komen. In de meerjaren begroting is het uitgangspunt dat de ramingen in de begroting structureel gerealiseerd kunnen worden.
8.3 Deregulering Doel van het programma In 2009 zijn alle gemeentelijke verordeningen (met uitzondering van de Bomenverordening) met externe werking gedereguleerd. Hierbij zijn zo veel mogelijk de dereguleringsadviezen opgevolgd van de VNG en de SIRA. We bouwen voort op het gebied van deregulering. Wij willen voorkomen dat in nieuwe verordeningen of bij wijziging van verordeningen opnieuw onnodig lastenverzwarende bepalingen worden opgenomen. Daar waar mogelijk voeren wij de deregulering nog verder door. Ambitie 88
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering
Verlaging van de administratieve last door aanpassing en vermindering van het aantal regels voor inwoners en ondernemers. Indicatoren • Jaarlijkse toetsing van gemeentelijke regelgeving. Activiteiten 2011 1. Borging dereguleringstoets bij vaststelling nieuwe U verordeningen of wijziging bestaande verordeningen V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U
2013 U
2014 U
2015
Stand van zaken uitvoering activiteiten 1. Borging dereguleringstoets bij vaststelling nieuwe verordeningen of wijziging bestaande verordeningen: De voorbereiding van deze activiteit heeft aanleiding gegeven om de toetsing van verordeningen breder te trekken en voor de ambtelijke organisatie een verordeningenprotocol te ontwerpen. Doel is om hiermee de juridische kwaliteit van verordeningen te waarborgen. In het protocol staan richtlijnen voor onder andere het ontwerpen van verordeningen, de (elektronische) bekendmaking daarvan, maar ook toetsing op dereguleringsmogelijkheden. Met het verordeningenprotocol wordt de dereguleringstoets van verordeningen geborgd. Het verordeningenprotocol is voorbereid in samenwerking met de griffie en de concernstaf. Het protocol wordt afgestemd op de notitie bestuurlijk besluitvormingsproces. Verordeningen worden na vaststelling van het protocol conform het nieuwe protocol inclusief dereguleringstoets aan uw raad aangeboden. Budget Overzicht totale budget programma 8
89
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 8 – Economische zaken, werkgelegenheid, recreatie en toerisme en deregulering (x 1000 Euro)
Omschrijving lasten / baten Lasten Economische zaken Indirecte lasten Directe lasten Recreatie en toerisme Directe lasten Deregulering Indirecte lasten Directe lasten Indirecte lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten Economische zaken Baten Recreatie en toerisme Baten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
86 28
106 29
112 36
114 36
116 36
116 36
294
501
516
289
289
289
124 35 0 0 0 0 566
93 21 0 0 0 0 749
103 25 0 0 0 0 792
107 25 0 0 0 0 571
113 35 0 0 0 0 589
113 35 0 0 0 0 588
54-
59-
61-
61-
61-
61-
5180,00 572-
9150,00 974-
9410,00 1.002-
7230,00 784-
7330 794-
7430 804-
Resultaal voor bestemming
6-
225-
210-
213-
206-
216-
Mutaties reserves Stortingen Onttrekkingen Reserve onrendabele gas- en rioolaansluitingen Saldo mutaties reserves
0 0
9595-
Resultaat na bestemming
6-
319-
Totaal baten
Investeringsplan 2012 - 2015 Niet van toepassing Overzicht lopende investeringen Niet van toepassing Ontwikkeling reserves Niet van toepassing Ontwikkeling voorzieningen Niet van toepassing
90
0 0 210-
0 0 213-
0 0 206-
0 0 216-
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
Programma 9 – Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur Portefeuillehouder
R.F.Th. Pamboer
Doel van het programma Voor het sportbeleid is de beleidsnota Sport 2008 – 2012 “Sport in Beeld” van kracht. Het sportbeleid staat in het teken van het bevorderen van de fysieke en psychische gezondheid van de inwoners, het stimuleren van de sociale kwaliteit en het versterken van het sportieve imago van de gemeente door het op niveau brengen van de sportinfrastructuur: voldoende geschikte, veilig bereikbare, goed onderhouden en betaalbare accommodaties. Sportstimulering door kadervorming en verhogen van deelname door specifieke doelgroepen, zoals jeugd, senioren en mensen met beperkingen. Vernieuwing en harmonisatie van tarieven en subsidies door het maken van duidelijke financiële en contractuele afspraken in gebruiksovereenkomsten en heldere gebruiksregels voor subsidies. Daarnaast willen we beter aanhaken aan het landelijke sportbeleid “Nota Nederland Sportland” en verbindingen zoeken met andere beleidsterreinen zoals gezondheid, de Wmo, jeugd en met name onderwijs. Grote projecten op het terrein van sport zijn de herinrichting van sportpark De Woerd en een verdere uitwerking van de locatie Revius voor de bouw van een nieuw zwembad in de gemeente ter vervanging (in 2017) van de twee bestaande baden De Zwoer in Driebergen en Woestduin in Doorn. Bij het realiseren van brede scholen (programma 7) zoeken we naar aansluiting bij sport- en culturele voorzieningen. In dit verband wordt gebruik gemaakt van cultuurcoaches en combinatiefunctionarissen sport/onderwijs. Het cultuurbeleid 2010-2013 Participeren en Profileren is van kracht. Met dit cultuurbeleid wil de gemeente enerzijds de sociale samenhang tussen mensen onderling bevorderen (participeren) en anderzijds onze gemeente regionaal en nationaal op de kaart zetten (profileren). Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010-2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Sport in beeld, beleidsnota sport, 2008-2012 • Cultuurbeleid Participeren en profileren 2010 - 2013 • Recreatie en toerisme, beleidsplan 2011-2013 • Algemene subsidieverordening Utrechtse Heuvelrug 2010 (Asv)
9.1 Sportstimulering Doel van het programma Naast het reguliere aanbod van de georganiseerde sport bieden we projecten aan in het kader van buurt, onderwijs en sport (de zogenaamde BOS-impuls). In dit kader worden activiteiten georganiseerd, waarbij jongerenwerk, sport en onderwijs samenwerken. De vier projecten die tot en met medio 2013 lopen zijn de Buurtsportbus, Buurtsport Hoenderdaal, Sportieve VMBO en WhoZnext. Doel van de projecten is dat jongeren (in de leeftijd 12-19 jaar) gestimuleerd worden om te gaan bewegen en te blijven bewegen. Daarnaast werkt de gemeente met combinatiefuncties. Het aanstellen van combinatiefunctionarissen, die werkzaam zijn in minimaal twee van de drie werkvelden (school, cultuur en sport) heeft als doel om te komen tot de uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en/of cultuuraanbod, het versterken van de sportverenigingen, het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond de scholen en het vertrouwd maken van jeugd t/m 18 jaar met kunst- en cultuurvormen. Hiermee wordt bereikt dat de samenwerking tussen scholen en sport/culturele verenigingen nog meer wordt versterkt
91
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
Ambitie Middels de BOS-projecten verbetering van integratie, vermindering van overlast en toename van het organiseren van sportactiviteiten door jongeren; Middels de combinatiefuncties uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod. Indicatoren BOS-projecten: • Aantal deelnemers aan projecten BOS in de leeftijd 12-19 jaar (840 jongeren) Combinatiefuncties: • Aantal deelnemende scholen (6 sport, 3 cultuur) • Aantal deelnemende sport- en cultuurverenigingen (7 sport, diversen cultuur, waaronder bibliotheek) Activiteiten 2011 1. Nota Sport in Beeld uitvoeren U 2. Samenwerking en afstemming met HSI en U sportverenigingen 3. Aanstelling combinatiefunctionarissen U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 V/E/B U
2013 U U
U/E/B
B/U
2014 U U
2015 U U
Toelichting activiteiten 1. Nota Sport in Beeld uitvoeren In 2009 is gestart met de implementatie van het sportbeleid. Door middel van een zgn. wensen- en bedenkingenbrief is de raad in augustus 2011 geïnformeerd over de uitvoering van de sportnota bij de buitensportverenigingen. Daarin is een voorstel gedaan voor de werkwijze waarlangs de afspraken met de sportverenigingen kunnen worden verankerd en nagekomen. De totale afronding van het project is gepland eind 2011. In 2012 zal in overleg met alle betrokkenen een evaluatie plaatsvinden van deze beleidsnota en een aanzet worden gedaan tot het ontwikkelen van sportbeleid voor de daarop volgende 4 jaar. In 2011 zijn het breedtesportproject (loopt eind 2011 af) en de BOS-impuls (loopt tot en met medio 2013) geëvalueerd. Aan de hand van de evaluatie worden diverse succesfactoren uit de breedtesport tot en met medio 2013 ingepast binnen de combinatiefuncties (met name sportstimulering jeugd en senioren). Daarnaast worden aan de hand van de tussenevaluatie de BOS-projecten aangepast waar nodig, zodanig dat de beoogde doelstellingen medio 2013 zullen worden bereikt. In 2012 zullen ook de combinatiefuncties worden geëvalueerd. Samen met bovenstaande evaluatie (en de uitkomsten van de kerntakendiscussie) dient dit als input om nieuw sportbeleid vorm te geven en hiervoor al dan niet de benodigde middelen op de meerjarenbegroting vanaf 2014 op te voeren. 2. Samenwerking en afstemming met HSI (Heuvelrug Sport Initiatief) en sportverenigingen In 2010 en in 2011 is de overdracht van de buitensportaccommodaties aan diverse sportverenigingen uitgevoerd. Voor de nog resterende verenigingen is de verwachting dat een en ander voor 1 januari 2012 kan worden uitgevoerd. Verder werkt de gemeente nauw met HSI samen in de evaluatie van de breedtesport en BOS-impuls en de combinatiefuncties. 3. Aanstelling combinatiefunctionarissen Enkele functionarissen zijn inmiddels aangesteld bij de Stichting Combinatiefuncties UHREO. Het aantal zal in de loop van 2,5 jaar toenemen naar 6,2 fte. In 2012 zullen de combinatiefuncties worden geëvalueerd en aan de hand daarvan zal worden besloten of en zo ja op welke manier hieraan een vervolg wordt gegeven.
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Geen directe ontwikkelingen die financiële consequenties hebben. 92
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
9.2 Sportaccommodaties en zwembaden Doel van het programma Het in stand houden c.q. realiseren van sportvelden, die voldoen aan de NOC*NSF kwaliteitsnorm. Daarnaast het goed onderhouden van deze velden. Het multifunctioneel gebruik van sportvelden en sportaccommodaties bevorderen, bijvoorbeeld door de aanleg van kunstgrasvelden, zodat naast het reguliere sportgebied medegebruik gerealiseerd kan worden voor o.a. kinderopvang, buitenschoolse sportactiviteiten etc. Ambitie Sportaccommodaties • Huidige bezettingsgraad c.q. gebruiksmogelijkheden verhogen (o.a. kinderopvang) . • Realisatie kunstgrasvelden om capaciteitstekorten op te heffen c.q. te voldoen aan eisen bond (o.a. hockey) Zwembaden • Nieuw zwembad passend bij het aantal inwoners van de gemeente.
Indicatoren Sportaccommodaties • Gerealiseerd aantal kunstgrasvelden (0, in 2012 t/m 2014 worden 7 kunstgrasvelden gerealiseerd) Zwembaden • Voortgang ontwikkeling nieuw omnibad, met passende exploitatievorm (locatie gekozen: Revius Doorn en vorm zwembad: omnibad) Activiteiten 2011 U U V
1. Sportpark De Woerd herinrichten 2. Gefaseerde aanleg nieuwe kunstgrasvelden 3. Onderzoek clustering sportaccommodaties, eventueel met onderwijs 4. Aanbesteding en externe exploitatie zwembad De U Zwoer 5. Ontwikkeling nieuw zwembad (locatieonderzoek, V exploitatieplan, bouwplan, beheersbesluit) V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U U V/B
2013
2014
2015
U U
U U
U
U
U
U
U
V
V
V/B
U
Toelichting activiteiten 1. Sportpark De Woerd herinrichten Met de gebruikers van sportpark de Woerd vond in 2010/2011 veelvuldig overleg plaats met als doel om te komen tot een toekomstbestendig sportpark. Dit proces verkeert in een vergevorderd stadium. Voor de herinrichting van het sportpark is een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk. Naar verwachting zal de realisatie van de nieuwbouw in 2012 plaatsvinden. Na deze realisatie worden volgens planning in 2013 twee kunstgrasvelden (voetbal/korfbal) aangelegd. In 2014 zal de openbare ruimte rondom dit complex worden heringericht. 2. Gefaseerde aanleg nieuwe kunstgrasvelden In overleg met HSI is een investeringsplanning opgesteld voor de aanleg van de kunstgrasvelden in de periode 2012 t/m 2014.
93
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
3. Onderzoek clustering sportaccommodaties, eventueel met onderwijs Dit onderzoek is nog gaande. Het doel is om voor alle scholen adequate gymnastiekvoorzieningen te realiseren, die in de avonduren ook door sportverenigingen gebruikt kunnen worden. Bij de nieuwbouw van het Revius zal een clustering van sportvoorzieningen gerealiseerd worden. 4. Aanbesteding en externe exploitatie zwembad De Zwoer Op 1 januari 2011 is de exploitatie van zwembad de Zwoer op basis van een concessieprocedure overgedragen aan Laco Utrechtse Heuvelrug. De concessie loopt tot september 2017. 5. Ontwikkeling nieuw zwembad (locatieonderzoek, exploitatieplan, bouwplan, beheersbesluit) In 2011 is een integraal plan aan de gemeenteraad aangeboden, waarbij de toekomst van de school Revius (ingekaderd in het nieuw te maken Integraal Huisvestingsplan) en een eventueel nieuw zwembad worden afgewogen. Bij de vaststelling van dit plan in juni 2011 is besloten de locatie Revius Doorn te kiezen als meest geschikte locatie voor de ontwikkeling van een school en een zwembad. De verdere uitwerking vindt plaats aan de hand van een vervolgonderzoek, waarbij gekeken wordt naar de meest geschikte exploitatievorm, bouwvorm en aanbestedingsstrategie. Intentie is dat het nieuwe zwembad per 1 januari 2018 zijn deuren opent. De school zal hierop enkele maanden vooruit lopen, en zal per het schooljaar 20172018 klaar zijn. Voorafgaand aan het vervolgonderzoek zal er eerst nog een kerntakendiscussie plaatsvinden, waarbij ook nut en noodzaak van een nieuw zwembad wordt meegewogen. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Geen directe ontwikkelingen die financiële consequenties hebben.
9.3 Kunst en Cultuur Doel van het programma De beleidsdoelstellingen zijn samen te vatten in de begrippen participeren en profileren. Daarbij ligt de nadruk op het versterken van het lokale culturele veld, met het accent op de culturele profilering van de gemeente lokaal en bovenlokaal. Ambitie Met het cultuurbeleid en het culturele programma de sociale samenhang tussen mensen onderling bevorderen (participeren) en de gemeente naar buiten toe op de kaart zetten (profileren). In het coalitieprogramma wordt speciaal aandacht gevraagd voor kunst en educatie en de mogelijkheid voor jongeren om zich te uiten. Hiertoe werkt de gemeente samen met scholen, het jongerenwerk en de Cultuurraad. In beginsel gaat de gemeente uit van de uitvoering van de vastgestelde nota Participeren en profileren 2010 2013. Bezuinigingen kunnen leiden tot temporisering, versobering en eventuele herbezinning bij de uitvoering. Indicatoren • Aantal bezoekers/deelnemers per project: cijfers 2010: 100% Buitendag (5500 bezoekers), Lint vol Lust (18 buitenplaatsen, 32 professionele kunstenaars, 1800 bezoekers), Culturele Heuvelrugmarkt (1500 bezoekers, 40 deelnemers). Daarnaast aantal podiumoptredens amateurverenigingen (7). Deze evenementen zijn georganiseerd in het kader van de Cultuurnota. Daarnaast worden jaarlijks de gebruikelijke evenementen georganiseerd, zoals Bloemencorso, Kastelentocht, Koninginnedag, etc.) • Aantal gerealiseerde evenementen (zie hierboven) Activiteiten 2011 U
1. Ontwikkeling en uitvoering Kunst- en Cultuurbeleid 94
2012 U/V/B
2013 U
2014 U
2015 U
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
2. Invoering cultuurcoach als verbinding tussen U scholen VO en culturele instellingen 3. Uitvoering project Vrede van Utrecht U 4. Bij ontwikkeling en stimulering van evenementen, U verbindingen leggen tussen Kunst en Cultuur, Recreatie & Toerisme en erfgoed 5. Samenwerking en afstemming met Cultuurraad U V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
E/V/B
U
U
U U
U/E U
U
U
U
U
U
U
Toelichting activiteiten 1. Ontwikkeling en uitvoering Kunst- en Cultuurbeleid Uitvoering cultuurbeleid: Het activiteitenprogramma 2011 is bijna geheel uitgevoerd, zoals omschreven in de cultuurnota. Sommige activiteiten zijn in 2011 begonnen, maar lopen door in de komende jaren, zoals de professionalisering van het Tabaksteeltmuseum (middels een vrijwilligerscoördinator) en de samenwerking met ‘’t Schilderhuis in Rijsenburg. In overleg met Vrede van Utrecht is besloten om het project Een Goeie Buur door te schuiven naar 2012, zodat het gecombineerd kan worden met het Jaar van de Buitenplaatsen. 2. Invoering cultuurcoach als verbinding tussen scholen VO en culturele instellingen In het jaar 2010 zijn tussen de middelbare scholen in onze gemeente (Revius, SGM en Schoonoord), de Regiobibliotheek ZOUT en de gemeente overeenkomsten gesloten inzake de cultuurcoaches. De coaches zijn vanaf 1 januari 2011 aan de slag gegaan en maken een combinatie tussen scholen enerzijds en cultuur/culturele instellingen anderzijds. De coaches zijn aangesteld tot 1 juli 2013 3. Uitvoering project Vrede van Utrecht Dit project wordt vormgegeven door een aparte stichting 100% Heuvelrug. Vanuit cultuur en recreatie worden financiële bijdragen geleverd. In 2011 is de 100% Buitendag vormgegeven, een evenement rondom het Arboretum Doorn, waarbij cultuur en culinaire streekgerechten centraal stonden. Daarnaast heeft de Dance Battle for Peace plaatsgevonden, waarbij leerlingen van diverse scholen tegen en met elkaar dansten in een weiland nabij kasteel Maarsbergen. In 2012 zal de Vrede van Utrecht aansluiten bij bestaande evenementen op de Heuvelrug, waaronder Een Goeie Buur, zodat in 2013 grootscheeps kan worden gevierd dat de Vrede van Utrecht precies 300 jaar geleden is getekend. Hieraan zal onze gemeente meedoen, met kasteel Amerongen als centraal middelpunt. 4.
Bij ontwikkeling en stimulering van evenementen, verbindingen leggen tussen Kunst en Cultuur, Recreatie & Toerisme en erfgoed Ook in 2011 zijn diverse projecten gezamenlijk opgepakt en afgerond. Te denken valt aan Voetstappen in Amerongen, het Gerrit Achterberg Pad en het Beleefpad Broekhuizen. 5. Samenwerking en afstemming met Cultuurraad In 2011 is er opnieuw een overeenkomst met de cultuurraad gesloten, waarbij de cultuurraad het culturele veld verbindt en informeert middels website en bijeenkomsten. Ook heeft de cultuurraad de jongerencultuurprijs uitgereikt en workshops deskundigheidsbevordering aangeboden aan het culturele veld. Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 Subsidies vormings- en ontwikkelingswerk en muziekonderwijs
95
2013 30.000
2014 30.000
2015 30.000
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Geen directe ontwikkelingen die financiële consequenties hebben.
9.4 Bibliotheek Doel van het programma In 2010 hebben de gezamenlijke gemeenten, die de regiobibliotheek ZOUT financieren, een visie geformuleerd (Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede, Rhenen en Renswoude). Kern van de visie is dat de gemeenten bij de regiobibliotheek producten willen afnemen, die bijdragen aan de beleidsdoelen van de gemeenten. Deze doelen zijn: - Participerende burger - Ontplooiing/ontwikkeling - Stimuleren cultuurbeleving - (zinvolle) vrijetijdsbesteding - Leefbaarheid/sociale cohesie - Zelfredzaamheid
Ambitie De bibliotheek is naast een laagdrempelige basisvoorziening op cultureel gebied ook een belangrijke factor in het maatschappelijk midden. Naast uitleningen worden er activiteiten georganiseerd ten behoeve van educatie, cultuur, recreatie, informatie en ontmoeting. We onderzoeken daarnaast de rol die de bibliotheek kan spelen bij het vormgeven van servicepunten in de dorpen en digitale ontsluiting (zie ambities 1 en 2 van programma 5). Indicatoren • Aantal uitleningen (2010: 501.339 uitleningen in de 5 locaties in onze gemeente) • Aantallen bezoekers voor culturele en educatieve activiteiten (culturele programmering cultuurhuizen Doorn en Leersum: 1355 (19 voorstellingen: gemiddeld bezoek per voorstelling: Leersum 165, Doorn 89); lezing Boekenweek Amerongen: 90 bezoekers; lezing maand filosofie Maarn: 19 bezoekers; Activiteiten rondom Boekenweek: 310 bezoekers; diverse lezingen: 200 bezoekers). Daarnaast de nodige activiteiten voor de jeugd: voorleesdagen, kinderjury, Kinderboekenweek en klassenbezoeken Activiteiten 2011 1. Openbare Bibliotheek verder ontwikkelen als U informatiepunt en laagdrempelige basisvoorziening van kunst en cultuur 2. Onderzoek naar rol bibliotheek in het V/B maatschappelijke midden wat betreft vormgeven servicepunten en digitale ontsluiting V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U
2013 U
2014 U
2015 U
U
U
U
U
Toelichting activiteiten 1. Openbare Bibliotheek verder ontwikkelen als informatiepunt en laagdrempelige basisvoorziening van kunst en cultuur: Vanaf het jaar 2010 is met de Regiobibliotheek ZOUT een BCF-relatie ontwikkeld. Dit houdt in dat de gemeente een beleidsopdracht maakt en de bibliotheek hier vervolgens een offerte op maakt, waarbij ze producten met een integrale kostprijs aanbiedt. Vervolgens wordt er een opdracht verleend, waarbij duidelijk is omschreven wat de prestaties zijn en de te behalen resultaten. Zo kan beter gestuurd worden door de gemeente om de door haar zelf geformuleerde beleidsdoelen en ambities te behalen. Naast de 96
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
gebruikelijke producten, zoals fysieke en digitale collectie, heeft de gemeente in het jaar 2011 ook producten afgenomen op cultureel en vrijetijdsgebied (scholenpakket, landelijke thema’s als Boekenweek e.d., cultureel programma cultuurhuizen) en daarnaast ook producten in het kader van de Wmo (Zoute Inval, Boekendienst aan Huis, digitale Wmo-loket). 2.
Onderzoek naar rol bibliotheek in het maatschappelijke midden wat betreft vormgeven servicepunten en digitale ontsluiting: In 2010 is nagedacht over de rol van bibliotheken in het licht van cultuurhuizen/ woonservicegebieden/dorpen. Vanaf 2011 en verder zal dit zijn beslag krijgen door de uitwerking van de visie woonservicegebieden. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Geen directe ontwikkelingen die financiële consequenties hebben. Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 Producten bibliotheek 23.000
2013 45.000
2014 68.000
2015 68.000
NB; de bibliotheek heeft aangegeven de beoogde bezuiniging te kunnen realiseren, maar kijkt daarbij wel nadrukkelijk naar het omlaag brengen van de huisvestingslasten. Hierbij wordt gedacht aan vermindering van aantallen vierkante meters in cultuurhuis Doorn en het zoeken naar een nieuwe, kleinere locatie in Driebergen. Voor het cultuurhuis Doorn zal dit voor de gemeente betekenen dat er een gat ontstaat in de exploitatie van het cultuurhuis.
9.5 Stichting zwem- en sportaccommodaties Doorn Doel van het programma De instandhouding van de onder het beheer van de stichting vallende accommodaties t.w. zwembad Woestduin (in exploitatie uitgegeven aan Doorn Recreatie BV) en het golfterrein aan de Mariniersweg) Ambitie Afbouwen van de huidige subsidie tot nihil in 2014. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Naast het streven om tot een zo kostendekkend mogelijke exploitatie te komen staan deze jaren in het teken van de voorbereiding om de rechten en de plichten van de stichting over te dragen aan de gemeentelijke organisatie. Verplichtingen/risico’s Verplichtingen In 2008 heeft de Stichting Zwem- en Sportaccommodaties Doorn een golfterrein aangekocht. Daarvoor is een lening afgesloten bij de BNG. Het nadelig saldo bestaat uit de kosten voor onderhoud aan het golfterrein en lagere inkomsten voor speelrecht als gevolg van een dalend ledenbestand van de Doornse Golfclub. Het tekort wordt tot nu toe gesubsidieerd door de gemeente. In de jaarrekening is aangegeven dat dit structurele lasten zijn. Mogelijk nadeel is € 62.000. Op basis van een eerder raadsbesluit is met het stichtingsbestuur afgesproken dat de tekorten binnen twee jaar weggewerkt zouden worden, waarna een overdracht naar de gemeente zou plaatsvinden. Voor het jaar 2012 blijft die € 62.000 volledig op de exploitatie van de gemeente drukken. Op basis van de met het stichtingsbestuur gemaakte afspraken wordt er vanuit gegaan dat de bijdrage daarna in twee jaar wordt afgebouwd tot nihil.
97
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
Budget Overzicht totale budget programma 9 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Sport Indirecte lasten Directe lasten Sportacc. en zwembaden Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Kunst en cultuur Indirecte lasten Directe lasten Bibliotheek Indirecte lasten Directe lasten Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten Sport Baten Sportacc. en zwembaden Baten Kunst en cultuur Baten Bibliotheek Baten Totaal baten
Resultaal voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Reserve Hoenderdaal Reserve breedtesport Reserve Tuilland Onttrekkingen Reserve sport Reserve breedtesport Reserve Tuilland Reserve Hoenderdaal Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
1.144 2.197
1.123 4.560
691 1.280
689 1.159
695 1.128
691 1.128
741 207 0
761 308 0
1.259 549 0
1.241 549 51
1.252 549 311
1.237 549 457
97 253
90 334
93 246
96 246
102 246
102 246
25 1.120 0 0 5.785
22 1.100 0 0 8.299
23 1.090 0 0 5.229
23 1.068 0 0 5.123
24 1.045 0 0 5.352
23 1.045 0 0 5.478
142-
301-
101-
56-
55-
55-
201-
173-
330-
330-
330-
330-
5-
58-
5-
5-
5-
5-
420,00 389-
420,00 574-
0 0,00 436-
0 0,00 391-
0 0 390-
0 0 390-
5.396
7.725
4.794
4.732
4.961
5.088
39 30 0
20 0 74
0 0 10
0 0 10
0 0 10
0 0 10
0 0 0 9930-
13600 740719-
0 0 180 8-
0 0 180 8-
0 0 180 8-
0 0 180 8-
5.366
7.006
98
4.786
4.725
4.954
5.080
Programmabegroting 2012 – 2015
Programma 9 - Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur
Investeringsplan 2012 - 2015 Investeringskrediet
en jaar van beschikking
Programma / product / omschrijving 2012
2013
Herkomst
2014
2015
Product Sportvelden Aanleg 1 kunstgrasveld hockey 2012 - onderlaag
300.000
Begroting 2010-2103
- bovenlaag
200.000
Begroting 2010-2103
- onderlaag
78.000
Begroting 2010-2103
- bovenlaag
52.000
Begroting 2010-2103
Aanleg 1 korfbalveld 2012
Aanleg 1 kunstgrasveld voetbal 2013 - onderlaag
300.000
Begroting 2010-2103
- bovenlaag
200.000
Begroting 2010-2103
Vervanging bovenlaag kunstgrasveld hockey Maarn
200.000
Begroting 2010-2103
Aanleg kunstgrasveld voetbal 2014 - onderlaag
300.000
Kadernota 2011-2014
- bovenlaag
200.000
Kadernota 2011-2014
- onderlaag
78.000
Kadernota 2011-2014
- bovenlaag
52.000
Aanleg kunstgrasveld korfbal 2014 Kadernota 2011-2014
Kostenplaats 65310299
630.000
700.000
630.000
0
Kostenplaats 65310599
0
0
0
30.000
Totaal sport
630.000
700.000
630.000
30.000
Totaal programma 9
630.000
700.000
630.000
30.000
Product Onderhoud sportvelden Vervanging Amazone (incl btw ivm kunstgrasv.)
30.000
Begroting 2012-2015
Overzicht lopende investeringen
Gevoteerd krediet 26.000 21.200 700.000 252.000 22.500 500.000 500.000 130.000 248.000 168.000 2.567.700
Verv.asfalt Doornsche ijsclub Renovatie speelveld sportpark Tuilland Kleedaccommodaties De woerd Aanv.vern.kleedacc.De Woerd Renovatie speelveld sport Kunstgrasveld hockey Doorn SportparkTuilland 1 kunstgrasveld SportparkTuilland 1 kunstgrasveld Korfbal Aanp.klimatol./beveiliging De Binder Bouwk.aanpassingen De Binder Totaal Programma 9
Ontwikkeling reserves Naam reserve
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
Reserve kleedaccommodaties sportpark Tuilland
66.342
58.689
51.036
43.383
35.730
Reserve kunst / kunstbeleid
47.291
47.291
47.291
47.291
47.291
113.633
105.980
98.327
90.674
83.021
Totaal
Ontwikkeling voorzieningen Niet van toepassing 99
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 10 – Verkeer en (openbaar) vervoer
Programma 10 – Verkeer en (openbaar) vervoer Portefeuillehouder:
B. Homan
Doel van het programma Doel van dit programma is een balans zoeken tussen bereikbaarheid en groeiende mobiliteit, de beperkte beschikbare ruimte en duurzaamheid, het verbeteren van het leefklimaat en het streven naar een klimaatneutrale gemeente. Het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) is het uitgangspunt. Door de beperkt aanwezige middelen zal dit nieuwe keuzes vragen. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Gemeentelijk Verkeers- en Vervoers Plan Ambitie Autogebruik niet verder laten groeien en fietsgebruik bevorderen. Terugdringen verkeersonveilige situaties Vergroten verkeersvaardigheden en bevorderen verkeersveilig gedrag. Regionale netwerkstudie Zuid Oost Utrecht uit laten voeren Bevordering van het gebruik van het openbaar vervoer. Realisatie vervoersknooppunt Driebergen-Zeist. Indicatoren • Het aantal geregistreerde ongevallen • Verkeersintensiteit • Stationsgebruik Driebergen en Maarn • Aantal passagiers openbaar vervoer (incl. regiotaxi) Activiteiten 2011 Gemeentelijk 1. Implementatie GVVP – uitvoeringsprogramma U GVVP. 2. Fietsmaatregelen (recreatie en ulitair) V/B 3. Onderzoek vrije baan voor de bus V Bovengemeentelijk 4. Herinrichting A12 en directe omgeving U 5. Ondertunneling Maarsbergen (spoor) V/B 6. Netwerkstudie verkeer. Actieve inzet richting V/B ZOU en provincie voor verkeersoplossingen in breed verband (zie programma 4) 7. Ontwikkeling Stationsgebied Driebergen-Zeist V 8. Onderzoek naar 500 (tijdelijke) extra betaalde V parkeerplaatsen station Driebergen-Zeist V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
100
2012
2013
2014
U
U
U
U V/B
U U
U U
U V/B V/B
U U U
U U U
V/B B/U
V/B
U
2015
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 10 – Verkeer en (openbaar) vervoer
Toelichting activiteiten 1. Implementatie GVVP – uitvoeringsprogramma GVVP De uitvoering van het GVVP is inmiddels ter hand genomen. In een raadsinformatiebrief is aangegeven, welke activiteiten wel en niet uitgevoerd worden. In de notitie “Uitvoeringsprojecten verkeer en vervoer – Aan de slag in 2011” is een nieuwe planning aangegeven. Voor de concrete uitvoering van projecten ontbreken in een aantal gevallen de financiële middelen. 2. Fietsmaatregelen (recreatief en ulitair) De fietsverbinding buiten de bebouwde kom van de Traaij richting de N224 zal worden opgewaardeerd van een recreatieve functie naar een utilitaire functie. Daarnaast wordt onderzoek gepleegd naar de mogelijkheden om het aantal fietsparkeervoorzieningen nabij station Maarn uit te breiden. Teneinde de fietsers op de Hoofdstraat van Driebergen meer bescherming te bieden voor het gemotoriseerde verkeer wordt gewerkt aan een partiële aanpassing van het profiel van de Hoofdstraat. De prioriteit ligt daarbij bij het wegvak tussen de Appelgaard en Hogesteeg. 3. Onderzoek vrije baan voor de bus Onderzoek moet nog worden opgestart. Gesprekken met Connexxion worden gepland. 4. Herinrichting A12 en directe omgeving Poort van Bunnik is uitvoerende partij voor dit project. Op basis van de huidige planning zou dit project eind 2013 afgerond moeten zijn. 5. Ondertunneling Maarsbergen (spoor) De voorbereiding en uitvoering van de ongelijkvloerse kruising bij Maarsbergen is qua inhoud afgestemd met het project verbreding A12. Uitvoering vindt naar verwachting plaats in de periode 2013 – 2015. Het programma van eisen en het schetsontwerp van de oplossing zijn vastgesteld. Besluitvorming over het voorlopig ontwerp vindt in 2011 plaats evenals opstart van bestemmingsplanprocedure 6.
Netwerkstudie verkeer. Actieve inzet richting ZOU en provincie voor verkeersoplossingen in breed verband (zie programma 4) In de huidige situatie ontbreekt een secretariaat die het proces verder kan ontwikkelen. Daarnaast heeft de provincie het standpunt dat een netwerkstudie pas volledig zijn nut kan bewijzen op het moment dat de verbreding van de A12 volledig is gerealiseerd en in gebruik is genomen. Dit moment zal niet eerder zijn dan in 2013. 7. Ontwikkeling stationsgebied Driebergen-Zeist De voorbereiding van de ongelijkvloerse kruising bij station Driebergen-Zeist vergt nog een jaar of vier, waardoor uitvoering vanaf 2015 aan de orde is. De raad heeft financiële middelen beschikbaar gesteld voor de realisatie van de OV-knoop. In 2011 heeft de focus vooral gelegen op de uitwerking van de infrastructurele maatregelen tot en met voorontwerp waarover begin 2012 besluitvorming plaatsvindt.
8.
Verdere ontwikkeling stationsgebied als regionaal openbaar vervoerknooppunt met voldoende parkeermogelijkheden De mogelijkheden hiervoor worden onderzocht. Daarnaast is onderzocht welke consequenties een mogelijke locatie heeft voor de exploitatie en verantwoordelijkheden. Dit heeft nog niet geleid tot het realiseren van extra parkeerplaatsen. Een uiterste inspanning zal worden gedaan om in samenwerking met particulieren in 2012 tijdelijk extra parkeervoorzieningen te realiseren. De realisatie van een definitieve parkeergarage maakt deel uit van de planning van het Infra project (zie punt 7).
101
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 10 – Verkeer en (openbaar) vervoer
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Wensen Uitvoering GVVP Op 26 januari 2010 heeft het college de notitie “Veilig door de Heuvelrug” vastgesteld. In aansluiting daarop heeft de raad in februari 2010 het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP) vastgesteld. Daarmee is het gemeentelijke verkeers- en vervoerbeleid vastgesteld. Bij de vaststelling van beide stukken is echter ook geconstateerd dat er nauwelijks financiële middelen beschikbaar zijn om de diverse projecten, die in het uitvoeringsprogramma zijn opgenomen, uit te voeren. Indien we tot volwaardige uitvoering van het GVVP overgaan, betekent dit een extra structurele jaarlast van € 140.000. In de huidige situatie wordt vanuit de budgetten “onderhoud wegen” naar middelen gezocht om verkeersveiligheid maatregelen uit te voeren Budget Overzicht totale budget programma 10 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Verkeer en vervoer Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten Verkeer en vervoer Baten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
737 125 0 0 0 862
2.018 105 0 0 0 2.123
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
634 138 0 0 0 772
651 138 0 0 0 789
677 138 0 0 0 816
290,00 29-
290,00 29-
0
674 138 0 0 0 813
Totaal baten
250,00 25-
Resultaal voor bestemming
836
2.095
743
761
787
784
39 0
16 0
0 0
0 225
0 225
0 225
1637195-
7559401519-
1454149217-
14500 161
13450 167
13410 171
527
922
954
955
Mutaties reserves Stortingen Reserve verbreding A12 Reserve herinrichting stationsgebied Onttrekkingen Reserve mobiliteitsplan Reserve duurzaam veilig (Dr/L) Reserve verbreding A12 Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
280,00 28-
Begroting 2012
741
1.576
Investeringsplan 2012 - 2015 Niet van toepassing
102
29-
290
29-
29-
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 10 – Verkeer en (openbaar) vervoer
Overzicht lopende investeringen
Gevoteerd krediet 50.000 20.000 1.311.000 88.750 105.000 1.574.750
Subs. Veiligheidsprojecten 2007 Verkeermaatr.Kruisp.Molenterrein Busstation/parkeervoorziening (OV) Gebiedsontw.station Drb/Z. MIT afspr. Kwaliteitsverb.openbaar vervoer Totaal Programma 10
Ontwikkeling reserves Naam reserve Reserve verbreding A12
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
148.598
0
0
0
0
0
225.000
672.650
1.135.520
1.614.128
Reserve mobiliteit (dekking kapitaallasten)
125.375
111.305
97.592
84.236
71.237
Reserve duurzaam veilig
375.977
321.977
271.977
226.977
185.977
Totaal
649.950
658.282
1.042.219
1.446.733
1.871.342
Reserve herinrichting stationsgebied
Ontwikkeling voorzieningen Niet van toepassing
103
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 11 – Beheer openbare ruimte
Programma 11 – Beheer openbare ruimte Portefeuillehouder
B. Homan
Doel van het programma De openbare ruimte laten functioneren als gemeenschappelijke ruimte voor inwoners en door inwoners. Het bevorderen van een goed en duurzaam beheer van de openbare ruimte. De gemeente neemt de leidende positie in de duurzame ontwikkeling, zoals verwoord in het Milieubeleidsplan 2009-2012. Door de beperkte middelen zal dit nieuwe keuzes vragen. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Nota Kwaliteit Beheer Openbare Ruimte
11.1 Beheer Openbare Ruimte Ambitie Een klimaat scheppen dat bijdraagt aan het waarborgen van het groene en vitale karakter van de gemeente en een voorzieningenniveau dat aansluit bij de wensen en behoeften van de inwoners. Wij willen bereiken dat inwoners de openbare ruimte niet ervaren als anonieme ruimte waar de ‘gemeente’ verantwoordelijk voor is, maar als gemeenschappelijke ruimte, waar ook inwoners zelf een belangrijke verantwoordelijkheid voor hebben. Realiseren van doelstellingen uit het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan. Indicatoren • Meten van kwaliteitsniveaus uit de kwaliteitsnota openbare ruimte. • Aantal meldingen via de meldlijn met betrekking tot openbare ruimte. • Aantal bomen met risico. • Categorie 4 en 5 ( ernstige schades) weginspecties. • Aantal afgekeurde speeltoestellen en ondergronden. Activiteiten 2011 Schouwen per wijk V/U Ontwikkelen meerjarenonderhoudsbestekken U Stimuleren onderhoud door bewoners (co-productie) Afval: harmonisering textielinzameling V Afval: kunststofafvalinzameling E/B Opstellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) B Uitvoeren speelplaatsenplan U Hondenpoepbeleid (zie ook milieubeleidsplan) Beleidsplan openbare verlichting (zie ook milieubeleidsplan) V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
104
2012 V/U U V V/B U U U V/B V
2013 U U U U U U U U V/B
2014 U U U U U U U U U
2015
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 11 – Beheer openbare ruimte
Toelichting activiteiten 1. Schouwen per wijk: Door het overzetten van de beheergegevens naar een eenvoudiger beheersysteem wordt ook het schouwen eenvoudiger. Wij kunnen de resultaten van de onderhoudsbestekken nu op een professionele manier schouwen. Hiermee is inmiddels een begin gemaakt met de onkruidbeheersing op verhardingen en bij het maaien van gazons. 2. Ontwikkelen meerjarenonderhoudsbestekken In 2010 zijn onderhoudsbestekken opgesteld voor het maaien van gazons. Op dit moment zijn onderhoudsbestekken in procedure voor plantsoenonderhoud in verschillende dorpen. De keuze van de locaties die worden uitbesteed zijn afgestemd op de nieuwe bedrijfsvoering van de afdeling Wijkbeheer als gevolg van de ingebruikname van de nieuwe gemeentewerf. De gunning van deze nieuwe bestekken zal in eerste instantie voor één jaar zijn. In dat eerste jaar kunnen wederzijdse ervaringen van gemeente en aannemer worden uitgewisseld en eventuele onduidelijkheden in het bestek worden aangepast. Daarna is de intentie om de bestekken meerjarig aan te besteden. 3. Stimuleren onderhoud door bewoners (co-productie) De openbare ruimte is van inwoners. Maar het is geen privéruimte. Het is een gemeenschappelijk bezit en dient een gemeenschappelijk doel. De rol van de gemeente bestaat voor een groot deel uit het bieden van een basis voor het functioneren van de openbare ruimte als gemeenschappelijke ruimte. Dit betekent dat de gemeente een basisniveau biedt. Deze is met name gericht op veilig, heel en schoon. Om verschillende redenen, zoals verouderde inrichting en stijgende kosten, wordt het voor de gemeente steeds moeilijker het basisniveau te garanderen. De bezuinigingen versnellen dit proces. De gemeente zal zich moeten blijven richten op de veiligheid van de openbare ruimte. Dit geldt in hoge mate voor bomen, speeltoestellen en wegen. De inrichting zal op veel plaatsen verder versoberen. Om heel te blijven moeten robuuste (dure) materialen worden gebruikt die tegen een stootje kunnen. In overleg met inwoners zal worden bepaald welke elementen zij zelf aan de versoberende inrichting mogen toevoegen. Bij herinrichtingen worden inwoners uitgedaagd mee te denken over de inrichting en over hun eigen rol. Zij dienen dan zelf te zorgen voor het onderhoud van die extra voorzieningen. Dit zal worden vastgelegd in een eenvoudig onderhoudscontract. In alle gevallen dient het openbare karakter behouden te blijven. Ook bij het schoon houden van de directe woonomgeving spelen inwoners ook nu vaak al een belangrijke rol. Dit zal nog verder worden gestimuleerd. Zo hopen wij dat de openbare ruimte geen anonieme ruimte wordt waarvoor niemand zich verantwoordelijk voelt, maar een gemeenschappelijke ruimte waarvoor iedereen een gedeelde verantwoordelijkheid heeft en waar gemeenschappelijke activiteiten plaats vinden. 4. Afval: harmonisering textielinzameling In het najaar 2011 zal een start gemaakt worden met de voorbereidingen voor beleid ten aanzien van textiel. Is harmonisering nodig en welke vraagstukken spelen hierbij een rol? 5. Afval: kunststofafvalinzameling Met ingang van 2010 is gestart met de inzameling van het kunststofafval. Hiervoor zijn 29 verzamelcontainers op 22 locaties geplaatst. De hoeveelheid gebracht kunststofafval is hoger dan vooraf was ingeschat waardoor de frequentie van het legen van diverse containers is opgevoerd. Omdat er voor het afgevoerde kunststofafval een verpakkingsvergoeding wordt uitgekeerd zullen de hogere kosten voor het legen worden gecompenseerd door deze vergoeding. In 2011 zal de inzameling van het kunststofafval worden geëvalueerd en zal een voorstel worden gedaan op welke wijze de inzameling in de toekomst het beste kan worden voortgezet. 6. Opstellen Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) Het gemeentelijk rioleringsplan is in oktober 2011 ter vaststelling aan de raad aangeboden. In de afgelopen jaren hebben verschillende medewerkers van onze organisatie zich ingespannen om zoveel mogelijk relevante gegevens te verzamelen. Uiteraard gaat het daarbij in eerste instantie om gegevens van de riolering 105
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 11 – Beheer openbare ruimte
(technische en hydraulisch). Maar dat niet alleen. Ook het beheersen en verwerken van het ondiepe grondwater en de opvang van regenwater is een verantwoordelijkheid van de gemeente. Daarom hebben wij een grondwatermeetnet opgezet, regenmeters geplaatst en hebben we de verharde oppervlakte geïnventariseerd. Op grond van de doorlaatbaarheid van de ondergrond zijn afkoppelkansenkaarten opgesteld. Al deze gegevens vormen de basis voor het verbreed GRP. Door dit beleid is de gemeente op de langere termijn een betrouwbare partner in de waterketen. Samen met anderen (met name Waterschap Vallei & Eem, Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, Rijkswaterstaat en Provincie) staan wij voor een duurzaam waterbeheer. 7. Uitvoeren speelplaatsenplan In de afgelopen jaren is er fors bezuinigd op de inrichting en het onderhoud van speelvoorzieningen. De financiële middelen voor het door de raad gewenste streefniveau uit het speelruimtebeleidsplan zijn helaas niet voorhanden. De huidige activiteiten zijn daarom vooral gericht op instandhouding van de speelplekken met eigentijdse speeltoestellen die passen bij de leeftijdscategorie van de wijk. Bewoners worden uitgenodigd hierover mee te denken en dat werkt in de praktijk goed. Slechts incidenteel vindt er een kleine uitbreiding plaats. Door vervanging van oude, afgeschreven speeltoestellen (onveilig en duur in het onderhoud) is het gelukt het voorzieningenniveau de afgelopen jaren in kwantitatieve zin redelijk te handhaven en kwalitatief sterk te verbeteren. Het gehele areaal voldoet inmiddels aan de wettelijke zorgplicht. Pas vanaf 2013 is er in de begroting een bescheiden investeringsruimte beschikbaar voor een beperkte invulling van het speelruimteplan. 8. Hondenpoepbeleid (zie ook milieubeleidsplan) Hondenpoep zorgt voor veel overlast. In 2012 zal hondenpoepbeleid worden opgesteld. 9. Beleidsplan openbare verlichting (zie ook milieubeleidsplan) In 2011 hebben wij een onderzoek gedaan naar de openbare verlichting. De conclusie is dat de huidige leaseconstructie met CityTec duur is en weging kansen biedt voor technische innovatie. De kans dat wij onze doelen halen binnen het huidige leasecontract is nihil. Daarom onderzoeken wij een mogelijke overname van het eigendom en het beheer van de openbare verlichting. Het dagelijks onderhoud (waaronder het verhelpen van storingen) zal door ons worden uitbesteed. Hiermee wordt een goede basis gelegd voor het opstellen en implementeren van nieuw beleid.
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Verplichtingen Uitvoering GRP Op basis van het plan blijkt dat de rioleringslasten structureel stijgen met ca. € 1.000.000 per jaar. Wij merken hierbij op dat in de huidige begroting jaarlijks, in afwachting van de komst van het Gemeentelijk Rioleringsplan, al een bedrag van afgerond € 1.000.000 aan de voorziening wordt onttrokken. Overigens is het uitgangspunt van het door u vastgestelde tarievenbeleid 100% kostendekkendheid van tarieven. Als u vasthoudt aan dit uitgangspunt betekent dit dat de rioolheffing zal toenemen en dat de extra kosten voor riolering geen invloed hebben op het uiteindelijke rekeningresultaat. De financiële consequenties van het vastgestelde rioleringsplan zijn verwerkt in de (meerjaren)begroting 2012 – 2015. Wensen Wegenbeheerplan Bij de vaststelling van het wegenbeheerplan is gekozen voor uitvoering van de budgettair neutrale variant. Deze variant is verwerkt in de meerjarenbegroting. In hetzelfde wegenbeheerplan zijn andere varianten genoemd, waaronder de streefvariant. Uitvoering tot het niveau van de streefvariant leidt tot extra kosten van € 500.000. Wij stellen voor om de eerder gekozen lijn in de komende jaren voort te zetten en dus geen extra middelen beschikbaar te stellen voor uitvoering van de streefvariant. 106
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 11 – Beheer openbare ruimte
Beheerplan bomen Om een inhaalslag uit te voeren bij het onderhoud van de bomen is voor 2012 en 2013, op basis van het vastgestelde kwaliteitsplan, een extra budget nodig van respectievelijk € 264.000 en € 52.000. Om daarna te kunnen blijven voldoen aan het vastgestelde onderhoudsniveau in het kwaliteitsplan bomen is jaarlijks een extra budget nodig van € 10.000. Bij de vaststelling van het plan is besloten om de bestaande budgetten als uitgangspunt te kiezen en hiervoor geen extra middelen beschikbaar te stellen. Wij stellen voor om deze lijn voor de komende jaren voort te zetten.
11.2 Milieu en Duurzaamheid Ambitie Realiseren van doelstellingen uit het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan Voldoen aan Landelijk afvalbeheerplan (LAP). De A-status bereiken als Klimaat koploper binnen de provincie. De Status Goud bereiken voor duurzaam terrein beheer. Gemeentelijke organisatie klimaat neutraal in 2015. Klimaatneutrale gemeente in 2035. Eind 2011 voldoen aan de criteria van fair trade. Indicatoren • Ingezamelde hoeveelheden van de verschillende deelfracties afval • De mate van uitvoering van de projecten uit het milieubeleidsplan • Ingezamelde hoeveelheden van de verschillende afvalstoffen • Categorie 4 en 5 ( ernstige schades) rioolinspecties • Hoeveelheid afvalwater dat is aangeboden aan de rioolwaterzuiveringsinstallaties Activiteiten 2011 U
1. Het milieubeleidsplan wordt onverkort uitgevoerd (zie ook programma’s 12, 4, en 8 ) 2. Onderzoeken A-status van het klimaatverbond V/B/U 3. Milieudienst/ Regionale Uitvoeringsdienst V/B 4. Deel Fonds Kwaliteitsimpuls inzetten voor B/U duurzaamheid woningen en fair trade V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 E/B
2013 U
2014 U
U U U
U U U
U E/V/B/U U
2015
Toelichting activiteiten 1. Het milieubeleidsplan onverkort uitvoeren Dit is een doorlopende activiteit. Bij het Milieujaarprogramma 2012 zal een overzicht gegeven worden van de stand van zaken met betrekking tot het uitvoeringsprogramma van het milieubeleidsplan. 2012 is het laatste jaar van het uitvoeringsprogramma van het Milieubeleidsplan 2009 -2012. De verwachting is dat een groot deel van de projecten uit het programma in 2012 nog vol in uitvoering is. Hierdoor zal een evaluatie in 2012 geen volledig beeld geven en ten koste gaan van de capaciteit die wellicht beter aan de uitvoering van de projecten besteed kan worden. We overwegen om de evaluatie uit te stellen naar 2013. 2. Onderzoeken A-status van het klimaatverbond Het onderzoek naar de A-status is uitgesteld naar 2012.
107
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 11 – Beheer openbare ruimte
3. Milieudienst/Regionale Uitvoeringsdienst Het huidige takenpakket van de Milieudienst overlapt gedeeltelijk het basistakenpakket van de op te richten Regionale Uitvoeringsdienst (RUD). Ook zijn er in 2010 landelijke kwaliteitscriteria ontwikkeld waar de gemeentelijke Wabo-taakuitvoering op termijn aan moet gaan voldoen. Deze criteria zijn dusdanig dat samenwerking – niet alleen op gebied van Milieu, maar ook op gebied van Bouwen en RO – in de toekomst noodzakelijk zal zijn. Beide ontwikkelingen (de RUD’s en de kwaliteitscriteria) zijn van grote invloed op de toekomst van de Milieudienst. In 2010 is een traject gestart waarin de negen gemeenten die aangesloten zijn bij de Milieudienst samenwerken om te onderzoeken of in de regio Zuidoost-Utrecht een Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) gevormd kan worden. Dit heeft ertoe geleid dat een fusie tussen de Milieudiensten Noord-West Utrecht en Zuidoost-Utrecht op handen is met de bedoeling deze gefuseerde milieudienst om te vormen tot een RUD voor kleinstedelijk en landelijk gebied. Naast deze RUD zullen naar verwachting een of meer RUD’s in de provincie opgericht worden die met “onze” RUD samen zullen werken in een coöperatief verband. 4. Fonds kwaliteitsimpuls voor duurzaamheid woningen en Fair Trade In 2010 heeft een initiatiefgroep vanuit inwoners een voorstel gedaan om van Utrechtse Heuvelrug een Fair Trade gemeente te maken. In maart 2011 heeft de raad, op basis van een daartoe ingediend voorstel, zich uitgesproken vóór Fair Trade in woord en daad en te stimuleren dat de initiatiefgroep in 2012 of zo veel eerder als mogelijk de onderscheiding “Utrechtse Heuvelrug Fair Trade gemeente” binnenhaalt. De bekostiging van de gemeentelijke inspanning die hiervoor nodig is kan niet uit het Fonds Kwaliteitsimpuls Wonen gebeuren.
Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 Coproductie en versoberen groenbeheer
2013 50.000
2014 100.000
2015 100.000
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Wensen Milieudienst In het Milieujaarprogramma 2011 is rekening gehouden met een verminderde inzet van de Milieudienst waardoor een bezuiniging van € 50.000 wordt gehaald. De bezuiniging heeft wel tot gevolg dat de dienstverlening vanuit de milieudienst afneemt. Willen we dit niet, of is er wel een noodzaak voor deze dienstverlening, dan moet rekening gehouden worden met een structureel aanvullend bedrag van € 50.000. . Op het moment dat de RUD gevormd wordt, zal er opnieuw naar budgetten gekeken moeten worden.
108
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 11 – Beheer openbare ruimte
Budget Overzicht totale budget programma 11 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Beheer openbare ruimte Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Milieu en duurzaamheid Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten Baten Beheer openbare ruimte Baten Milieu en duurzaamheid Baten Totaal baten
Resultaal voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Reserve onderhoud wegen, straten Onttrekkingen Reserve bodemonderzoek Reserve onderhoud wegen, straten Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
6.801 4.566 0 0
12.760 4.155 0 10
6.237 4.126 0 0
6.524 3.848 30 0
6.762 4.048 93 0
6.727 4.048 267 0
3.814 5.331 0 0 0 20.512
4.077 3.998 0 70 0 25.070
4.553 4.699 0 0 0 19.615
4.755 4.418 21 0 0 19.596
4.881 4.233 97 0 0 20.113
4.834 4.119 257 0 0 20.252
2.083-
1.433-
1.684-
1.687-
1.690-
1.686-
8.5550,00 10.638-
7.7610,00 9.194-
9.0300,00 10.714-
9.0300,00 10.717-
9.0300 10.720-
9.0300 10.716-
9.874
15.876
8.901
8.878
9.393
9.536
0
541
0
0
0
0
150 15-
0 5410-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
8.901
8.878
9.393
9.536
9.859
15.876
109
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 11 – Beheer openbare ruimte
Investeringsplan 2012 - 2015 Investeringskrediet
en jaar van beschikking
Programma / product / omschrijving 2012
2013
Herkomst
2014
2015
Product Wegen, straten en pleinen Herinrichting wegen in verband met rioolrenovaties 2012 Reconstructie / vervanging asfaltverhardingen 2012
750.000
Begroting 2009-2012
1.200.000
Begroting 2009-2012
600.000
Reconstructie / vervanging klinkerverhardingen 2012
Begroting 2009-2012 1.200.000
Begroting 2010-2103
Onderhoud wegen (investeringsdeel) klinkers 2013
600.000
Begroting 2010-2103
Herinrichting wegen in verband met rioolrenovaties 2013
750.000
Onderhoud wegen (investeringsdeel) asfalt 2013
Onderhoud wegen (investeringsdeel) asfalt 2014
Begroting 2010-2103 1.200.000
Kadernota 2011-2014
Onderhoud wegen (investeringsdeel) klinkers 2014
600.000
Kadernota 2011-2014
Herinrichting wegen in verband met rioolrenovaties 2014
750.000
Onderhoud wegen (investeringsdeel) asfalt 2015
Kadernota 2011-2014 1.200.000
Begroting 2012-2015
Onderhoud wegen (investeringsdeel) klinkers 2015
600.000
Begroting 2012-2015
Herinrichting wegen in verband met rioolrenovaties 2015
750.000
Begroting 2012-2015
Onderhoud wegen (investeringsdeel) asfalt 2016
Begroting 2012-2015
Onderhoud wegen (investeringsdeel) klinkers 2016
Begroting 2012-2015
Herinrichting wegen in verband met rioolrenovaties 2016 Kostenplaats 62100099
Begroting 2012-2015 2.550.000
2.550.000
2.550.000
2.550.000
Product Gladheidbestrijding Zoutstrooier Nido
30.000
Begroting 2008-2011
Vervanging Sneeuwploeg Nido
12.000
Begroting 2012-2015
Vervanging Sneeuwploeg Nido
12.000
Begroting 2012-2015
Vervanging Sneeuwbezem Nido
11.000 Kostenplaats 62100299
Totaal weg- en waterwegen
Begroting 2008-2011
65.000
0
0
0
2.615.000
2.550.000
2.550.000
2.550.000
Product Openbaar groen Verduurzaming openbaar groen en bomen
100.000
Verduurzaming openbaar groen en bomen
Begroting 2009-2012 100.000
Verduurzaming openbaar groen en bomen
Begroting 2010-2103 100.000
Verduurzaming openbaar groen en bomen
Kadernota 2011-2014 100.000
Verduurzaming openbaar groen en bomen
Begroting 2012-2015 Begroting 2012-2015
Vervanging tractor New Holland
35.000
Begroting 2012-2015
Vervanging Schliessing (takkenkneuzer)
30.000 Kostenplaats 65600099
Totaal groenvoorzieningen
Begroting 2012-2015
135.000
100.000
130.000
100.000
135.000
100.000
130.000
100.000
Product Riolering Vervanging riolering 2012
2.997.000
Vervanging pompen en gemalen 2012
Begroting 2009-2012
50.000
Vervanging riolering 2013
Begroting 2010-2103 2.775.000
Vervanging pompen en gemalen 2013
Begroting 2010-2103
50.000
Vervanging riolering 2014
Begroting 2010-2103 2.500.000
Vervanging pompen en gemalen 2013
Kadernota 2011-2014
50.000
Vervanging riolering 2015
Begroting 2010-2103 2.500.000
Vervanging pompen en gemalen 2015
50.000
Begroting 2012-2015 Begroting 2012-2015
Vervanging riolering 2016
Begroting 2012-2015
Vervanging pompen en gemalen 2016
Begroting 2012-2015
Vervanging Rioolcamera Rausch
13.000
Vervanging ROM (tbv riolering)
25.000 Kostenplaats 67220099
Begroting 2008-2011 Begroting 2012-2015
3.047.000
2.863.000
2.550.000
2.550.000
Totaal riolering
3.047.000
2.863.000
2.550.000
2.550.000
Totaal programma 11
5.797.000
5.513.000
5.230.000
5.200.000
110
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 11 – Beheer openbare ruimte
Overzicht lopende investeringen Aanleg milieustraat/afvalstation Recontr.Engweg/ Zuiderplantsoen Reconstr.Klinkerververh.2009 Kersweg OR.502 Voorber.kstn. Verbreding A12 Herinrichting wegen Doorn-Noord Herinr.kopbebouwing Lange-Kortedreef Herinrichting wegen(ivm rioolrenovatie) reconstructie asfaltwegen2011 Voorber.reconstructie Berkenweg Asfaltreconstructie Bosstraat Reconstructie klinkerwegen 2011 Klinkerreconstructie Bosstraat Reconstructie Kerkplein Rijsenburg Voorber.reconstructie Vruchtengaard Herinrichting fietsoversteekpl.Damhertlaan Verv.strooier 1999 Verv.strooier nat 2004 Verv.sneeuwploeg Meyer 1980 Verv.strooier 1992 Zoutmenger Verv.gladheidsbestrijding (nader te bepalen)
Gevoteerd krediet 1.555.000 1.004.310 635.120 300.000 2.104.565 942.000 65.435 1.000.000 50.000 150.000 150.000 134.000 266.000 50.000 110.000 40.000 28.000 12.000 40.000 17.000 172.667
Gevoteerd krediet 45.000 30.000 120.000 100.000 168.200 357.000 1.062.000 487.550 1.594.800 4.803.310 3.804.980 2.955.690 884.880 146.000 60.000 132.710 630.000 60.000 100.000 192.500
Maatr.watergangen Vossenterrein Beschoeiing Ameronger Wetering Verv.bomen ivm reconstr.gebieden 2010 Verv.bomen ivm reconstr.gebieden 2011 Ondergrondse glascontainers Ondergr.verz.containers restafval Aanleg bergbezinkbassins Aardenburg Riolering buitengebied verspreide percelen OR.202 Afkoppelplan 2008 OR.401 Aanv. Rioolrenovatie Doorn-Noord Infiltratievoorz.riolering leersum OR.501Verv.riolering Engweg Driebergen Verv.riolering 2009 Kersweg Verv.pompen,gemalen en putten Bergbezinkvoorz.riolering Amerongen Vervanging riolering 2010 OR.503Aanleg persleidingen verbreding A12 verbeteren waterafvoer "Pleiáde" Uitbr.capaciteitgem.begraafplaats Drb. Voorbereiding ruimen graven ed. Totaal Programma 11
26.560.717
Ontwikkeling reserves Naam reserve Reserve vuilstortplaats Maarsbergen
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
24.377
24.377
24.377
24.377
24.377
Reserve bodemonderzoeken / -sanering
159.115
159.115
159.115
159.115
159.115
Totaal
183.492
183.492
183.492
183.492
183.492
Ontwikkeling voorzieningen Naam voorziening
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
Voorziening onderhoud riolering / tariefsegalisatie
4.462.947
3.102.858
1.536.892
0
0
Voorziening tariefegalisatie afval
1.282.918
1.162.629
1.028.066
881.676
743.288
Totaal
5.745.865
4.265.487
2.564.958
881.676
743.288
111
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Programma 12 – Middelen en ondersteuning Portefeuillehouder Portefeuillehouder
B. Homan (voor Financiën, Nutsbedrijven en Inkoop) R.F.Th. Pamboer (voor Vastgoed/grondzaken, Accommodaties en Facilitaire Zaken)
Doel van het programma Het beheren van alle gemeentelijke middelen, (geld en gemeentelijke eigendommen) op zodanige wijze dat het bestaande voorzieningenniveau blijvend in stand kan worden gehouden. Beleidskaders Gemeentelijk • Structuurvisie • Collegeprogramma 2010 - 2014 • Kadernota 2012 - 2015 • Financiële verordening gemeente Utrechtse Heuvelrug • Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid • Nota reserves en voorzieningen • Nota lokale heffingen • Nota waarderen en afschrijven • Treasurystatuut • Verordeningen op de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen en gemeentelijke heffingen • Nota weerstandsvermogen en risicomanagement Overige overheidsinstanties • Wet Financiering Decentrale Overheden • Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten • Wet Waardering Onroerende Zaken
12.1 Financiën Ambitie Het meerjarig sluitend houden van de gemeentebegroting op zodanige wijze dat de gemiddelde lastendruk voor de inwoners gelijk blijft en de omvang van het aanwezige weerstandsvermogen op voldoende niveau blijft om toekomstige risico’s op te vangen. In de komende jaren zijn hiervoor vanwege de economische crisis bezuinigingen noodzakelijk Indicatoren • Een meerjarig sluitende begroting zonder inzet van de algemene reserve vanaf 2012; • De gemiddelde lokale belastingdruk; • De omvang van het weerstandsvermogen in relatie tot de mogelijke risico’s die de gemeente loopt. Activiteiten 1. 2. 3. 4.
Plan realisatie streefformatie Ontwikkeling systeem voor risicomanagement Afronding verbeterplan administratieve organisatie Invoeren van een verplichtingenadministratie, een projectadministratie en een kwartaalrapportage m.b.t. grote projecten 5. Inrichting nieuwe programmabegroting
112
2011 B B U U
2012 U U U E
2013 U U U
2014
2015
U U
E U
U
U
U
E
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
6. Opstellen van een plan van aanpak voor de VU realisatie van de bezuinigingen fase 1 7. Plan van aanpak voor de kerntakendiscussie B/U 8. Onderzoek naar precario Nutsbedrijven U 9. Verbetering informatievoorziening B 10. Invoeren van reclamebelasting i.p.v. precario op V terrassen en uitstallingen V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
U
U
U
U U U U
U U U
U
Toelichting activiteiten 1. Plan realisatie streefformatie: Op 5 juli 2007 is besloten tot een tijdelijke uitbreiding van de formatie. Uitgangspunt daarbij was dat die tijdelijke uitbreiding in 2011 weer was afgebouwd. In een raadsinformatiebrief van 13 juli 2010 is de raad uitgebreid geïnformeerd over de stand van zaken rondom de afbouw van de tijdelijke formatie uitbreiding. De betreffende uitbreiding was financieel vertaald in een bedrag van € 583.000. Omdat een gedeelte van de tijdelijke uitbreiding samenhangt met de decentrale huisvesting wordt de volledige afbouw daarvan pas gerealiseerd bij ingebruikname van de centrale huisvesting, naar verwachting medio 2013. Dit betreft met name de uitbreidingen bij I&A, Documentatie en Informatievoorziening en de bodefunctie. De extra kosten daarvan worden gedurende de overbruggingsperiode ten laste gebracht van het budget frictiekosten. 2. Ontwikkeling systeem voor risicomanagement: In 2010 is de nota risicomanagement en weerstandsvermogen opgesteld. Mede in verband met een tussentijdse wisseling van portefeuillehouder heeft de vervolgprocedure enige vertraging opgelopen. De nota is op 28 april 2011 vastgesteld door de raad. Ter uitvoering van de nota is een plan van aanpak opgesteld voor de verdere uitrol van het risicomanagement binnen de organisatie. Daarbij wordt de volgende fasering aangehouden: introductie aan het management en invoering geautomatiseerd systeem, inventarisatie en analysering risico’s, uitbouwen paragraaf weerstandsvermogen op basis bevindingen inventarisatie en analysering en evaluatie. 3. Afronding verbeterplan administratieve organisatie: De ontwikkeling van de administratieve organisatie is in feite een doorlopend proces waarbij naast de verbeterpunten die de accountant aangeeft ook de wijziging in wetten en regelgeving worden betrokken. In samenspraak met de accountant wordt de administratieve organisatie daarop aangepast. Het afgelopen jaar is de aandacht onder meer uitgegaan naar de verbetering van de budgetbewaking door invoering van een aan de administratie gekoppeld signaleringssysteem. In 2010 heeft de raad een nieuwe accountant aangewezen. Met deze accountant is de administratieve organisatie op onderdelen tegen het licht gehouden. In samenspraak met de accountant zullen de bevindingen daarvan verder worden uitgewerkt. 4.
Invoeren van een verplichtingenadministratie, een projectadministratie en een kwartaalrapportage m.b.t. grote projecten: Als onderdeel van de verbetering van de administratieve organisatie is in 2010 de verplichtingenadministratie ingevoerd. Samen met het in de loop van 2010 ingevoerde budgetbewakingssysteem worden dreigende budgetoverschrijdingen tijdig gesignaleerd. Ook is in 2010 een aanvang gemaakt met de doorvoering van projectadministraties. Met name bij grote projecten als nieuwbouw gemeentewerf en gemeentekantoor, maar ook bij grote rioleringsprojecten vormt de projectadministratie een onmisbaar hulpmiddel voor de kostenbewaking. Periodiek worden management en college gerapporteerd over de stand van zaken bij de uitvoering van projecten. 5. Inrichting nieuwe programmabegroting: In 2009 is een werkgroep ingesteld die zich bezig heeft gehouden met de verdere ontwikkeling van de programmabegroting omdat de aanvankelijke opzet niet voldeed aan de wensen van de raad. De 113
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
bevindingen van de werkgroep hebben in de vorige raadsperiode geleid tot aanpassing van de begroting op onderdelen en hebben tevens als basis gediend voor de opstelling van de huidige begroting. Voor de komende periode zal de aandacht met name liggen op de verdere uitbouw van de prestatie-indicatoren en de daarvan afgeleide kengetallen. 6. Opstellen van een plan van aanpak voor de realisatie van de bezuinigingen fase 1: De in het coalitieakkoord opgevoerde fase 1 van de bezuinigingstaakstelling is verder uitgewerkt in het collegeprogramma en verwerkt in de begroting 2012 - 2015. Voor zover de voorgenomen bezuinigingen al concreet zijn ingevuld zijn deze verwerkt in de betreffende budgetten. Een aantal bezuinigingen was niet direct te realiseren en vergde nader onderzoek en aanpassing van het onderliggende beleid. De geplande datum van realisering van deze bezuinigingen lag ook wat verder in de tijd. Deze bezuinigingen zijn nog opgevoerd als stelpost. In het kader van het begrotingstoezicht moeten de bezuinigingstaakstellingen in het jaar van realisering als budgetaanpassing worden verwerkt op de betreffende budgetten. 7. Plan van aanpak voor de kerntakendiscussie In de raadsvergadering van 4 april 2011 is op basis van een ingediend amendement de procedure voor de te voeren kerntakendiscussie vastgesteld. Op basis van de beeldvorming van de gemeente in de toekomst dient een herijking plaats te vinden van alle huidige gemeentelijke taken. Een onderzoek naar de ruimte voor mogelijkheden voor samenwerking met derden bij de uitvoering van de gemeentelijke taken maakt onderdeel uit van de te volgen procedure. De uitkomst van dit onderdeel van het proces dient als basis voor de te voeren kerntakendiscussie. De kerntakendiscussie moet leiden tot inzicht in de wijze waarop de taken naar de mening van de raad in de toekomst het beste kunnen worden uitgevoerd. De uitkomst van de kerntakendiscussie vormt de basis voor de vaststelling van een gedegen en toch onconventioneel pakket aan plannen en maatregelen voor een sluitend meerjaren perspectief, met als achterliggende gedachte de nieuwe taak en rolopvatting. De uitkomsten van de kerntakendiscussie zijn nog niet verwerkt in deze begroting, maar worden ingebracht bij de behandeling van de (meerjaren)begroting. 8. Onderzoek naar precario Nutsbedrijven: Het onderzoek naar de heffing van precario heeft niet plaats gevonden omdat inmiddels duidelijk is geworden dat de introductie van deze heffing op basis van het huidige kabinetsbeleid niet wordt toegestaan. 9. Verbetering informatievoorziening De raad heeft bij de behandeling van de voorjaarsnota 2011 aangegeven vaker geïnformeerd te willen worden over de voortgang van de uitvoering van de begroting. In samenspraak met de raad is besloten de tot op heden gebruikelijke tussentijdse rapportages (voorjaarsnota en najaarsnota) te laten vervallen en tweemaandelijks inzicht te geven in de stand van zaken van de uitvoering van de begroting. Deze rapportages zullen zich met name richten op de financiële aspecten. 10. Invoeren van reclamebelasting in plaats van precario op terrassen en uitstallingen In het coalitieakkoord is afgesproken de vervanging van de precariobelasting op terrassen en uitstalling te gaan onderzoeken. Dit onderzoek heeft in 2011 plaatsgevonden en uitgewezen dat het vervangen van (een deel van) de precariobelasting door reclamebelasting op zoveel bezwaren stuit dat wij dit niet wenselijk achten. De invoering van reclamebelasting staat overigens geheel los van de in juli 2010 gesloten overeenkomst voor de exploitatie van zogenaamde driehoeks-/ sandwichborden door een bedrijf. De opbrengst daarvan is structureel in de begroting opgenomen.
114
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Bezuinigingen Op basis van het collegeprogramma verwerkte bezuinigingen (1e fase) Onderwerp 2012 Inhuur derden + alg. bezuinigingen 183.749
2013 221.665
2014 221.665
2015 221.665
Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Verplichtingen Ontwikkeling algemene uitkering berekening op basis meicirculaire 2011 De in de kadernota 2012 -2015 opgenomen ramingen voor de algemene uitkering waren gebaseerd op gemaakte inschattingen aan de hand van de september circulaire 2010 en de op dat moment beschikbare variabelen (aantallen uitkeringsgerechtigden, woningen, inwoners, etc.). Op basis van de verstrekte informatie in de mei circulaire 2011 en nieuw bekend geworden gegevens over de variabelen (w.o. woningen en inwoners) is de algemene uitkering nu geactualiseerd. Die actualisatie geeft het volgende beeld te zien:
Omschrijving
2012
2013
2014
2015
Algemene uitkering op basis meicirculaire 2011 38.129.000 37.540.000 36.827.000 35.238.000 In kadernota opgenomen
36.592.000 35.238.000 34.676.000 34.176.000 1.537.000
Stijging
2.302.000
2.151.000
1.062.000
De voornaamste afwijking heeft te maken met het feit dat per 2012 de normeringsystematiek van het gemeentefonds weer wordt hervat, waarbij de begroting 2011 als startpunt geldt. Daarnaast vallen de accressen positiever uit dan de gehanteerde uitgangspunten voor de berekening in de kadernota. De onderhandelaars namens het Rijk, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen hebben op 21 april 2011 een concept Bestuursakkoord getekend. In de meicirculaire 2011 zijn de gevolgen van het Bestuursakkoord al onder voorbehoud opgenomen. Met uitzondering van de onderdelen waarover nog geen overeenstemming is bereikt, te weten jeugdzorg, begeleiding AWBZ en werken naar vermogen. Deze onderdelen worden in de septembercirculaire 2011 verwerkt. Tijdens het VNG congres in juni is het bestuursakkoord aangenomen met uitzondering van het onderdeel dat betrekking heeft op de WSW. Het effect daarvan op de algemene uitkering moet in de september circulaire duidelijk worden. Daarnaast zijn volgende gelden in de begroting 2012-2015 gereserveerd: * De extra gelden voor Versterking toezicht en handhaving kwaliteit gastouderopvang van € 1.500 in 2012 en € 1.400 structureel vanaf 2013. * De extra ontvangst van structureel € 5.300 voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Kort voor de afronding van de begroting is de septembercircualire gepubliceerd. In tegenstelling tot de afgelopen jaren hebben wij de uitkomst daarvan nog verwerkt in de cijfers van deze begroting. De circulaire laat ten opzicht van het hiervoor vermelde resltaat van de meicirculaire het volgende beeld zien:
115
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Omschrijving
2012
2013
2014
2015
Algemene uitk. op basis sept. circulaire 2011
37.680.000
37.259.000
37.181.000
35.793.000
Algemene uitk. op basis mei circulaire 2011
38.129.000
37.540.000
36.827.000
35.238.000
-449.000
-281.000
354.000
555.000
Verschil
Het verschil wordt deels overoorzaakt door wijziging in de toegekende accressen. Daarnaast zijn extra middelen beschikbaar gesteld t.b.v. verstrekking bijzondere bijstand aan kwetsbare groepen. Het betreft een bedrag van bijna € 109.000 voor 2012, aflopend naar ruim € 103.000 voor 2015. Op grond van de huidige economische situatie worden wij geconfronteerd met een extra beroep op deze middelen. Reden om de beschikbaar gestelde extra middelen, overeenkomstig de bij de toekenning beoogde doelstelling, toe te voegen aan het betreffende budget. Omdat de invulling van de opgevoerde bezuinigingen niet altijd volgens planning verloopt, is bij de vaststelling van de nota reserves en voorzieningen de reserve “egalisatie bezuinigingen” in het leven geroepen. Het dekkingsplan van de begroting was aanvankelijk gebaseerd op de verwerking van de algemene uitkering op basis van de meicirculaire. De op basis van de septembercirculaire berekende korting voor 2014 en 2015 is lager en bedraagt na aftrek van de hiervoor genoemde extra middelen ten behoeve van bijzondere bijstand € 249.000 voor 2014 en € 452.000 voor 2015. Wij stellen u voor deze bedragen toe te voegen aan de reserve egalisatie bezuinigingen. Risico’s Lagere opbrengst belastingen Bij het opmaken van de jaarrekening 2010 is geconstateerd dat de opbrengst van de hondenbelasting achterblijft bij de raming. Het achterblijven van deze opbrengst is nader onderzocht. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is besloten nog dit jaar een controle te houden op het bezit van honden. Uitgangspunt bij de opstelling van de begroting is dat de daarin opgevoerde ramingen reëel zijn en structureel gerealiseerd kunnen worden. Op basis van de jaarrekening 2010 zien wij voor de opbrengst hondenbelasting wel een mogelijk risico van structureel € 40.000.
12.2 Inkoop Ambitie De gemeente werkt vanaf 2011 met een professionele inkooporganisatie die bijdraagt aan een efficiëntere en effectievere inkoop onder gelijktijdige toename van de duurzaamheid. Indicatoren • Aantal Europese aanbestedingen per jaar; • Hantering van een inkoopkalender • Aantal inkopen met een duurzaam karakter. Activiteiten 2011 U U U
1. Inrichting van een inkooporganisatie 2. Invoeren van efficiëntere en effectievere inkoop 3. 100% duurzaam inkopen in 2014
116
2012 U U U
2013 E U U
2014 E E
2015
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Stand van zaken uitvoering activiteiten 1. Inrichting van een inkooporganisatie: Vanaf januari 2011 is er een gecoördineerde inkoop binnen de gemeente gerealiseerd. Hiervoor is een tactisch en een strategisch inkoopadviseur aangetrokken. De inkooporganisatie is ondergebracht bij het domein bedrijfsvoering binnen de afdeling bestuursondersteuning. 2. Invoeren van efficiëntere en effectievere inkoop: In het eerste kwartaal 2011 is een handboek inkoop opgesteld en daarna geïmplementeerd. De procedures die hierin beschreven staan moeten tot een efficiëntere en effectievere inkoop leiden en richten zich intern tot degenen die betrokken zijn bij inkoop. In juni 2011 is de inkoopnota Bewust inkopen vastgesteld. Hierin staat hoe de gemeente omgaat met inkoop aan de hand van een aantal velden, te weten, juridische-, economische-, ideële en organisatorische uitgangspunten. Inmiddels is er ook een afzonderlijke aanbestedingspagina op de website met informatie over inkoop. In de 2e helft van 2011 wordt gewerkt aan de introductie van contractbeheer en contractmanagement. Vanaf 2012 wordt gewerkt met een inkoopkalender. 3. 100% duurzaam inkopen in 2014: In 2010 is er een nulmeting geweest. Hieruit kwam naar voren dat er nog veel informatie over duurzaam inkopen moest worden gegeven. In het inkoopbeleid is duurzaam inkopen opgenomen als criterium bij aanbestedingen
12.3 Vastgoed/grondzaken Ambitie Het verwerven en beheren van strategisch vastgoed en afstoten van niet strategisch vastgoed door het opstellen van een nota strategisch vastgoedbeleid en de inrichting van een afdeling Vastgoed, Grondzaken en Projecten (VGP). Indicatoren • Aantal gemeentelijke eigendommen met maatschappelijk nut; • Aantal overige gemeentelijke eigendommen; • Aantal mogelijke ontwikkellocaties. Activiteiten 2011 1. Beleidsnota strategisch vastgoed en grondzaken B/U maken en een plan van aanpak opstellen 2. Afstoten/herontwikkelen van huidige V/B/U gemeentekantoren en werven 3. Afstoten niet strategisch vastgoed U 4. Bouw van een nieuw duurzaam (Greencalc A label) U en rustiek gemeentekantoor 5. Bouw van een nieuwe duurzame gemeentewerf U 6. Verbeteren van het energiebeheer en de U energieprestaties van de gebouwen (zie ook milieubeleidsplan programma 11) 7. Verduurzamen van facilitaire diensten. O.a. op het B/U gebied van post, catering, afval en reproductie. V= Voorbereiden - B= Besluiten - U= Uitvoeren - E= Evaluatie
2012 U
2013 U
2014 U
V/B/U
U
U
U U
U U
U
U
U
U
U
U
U
Toelichting activiteiten 1. Beleidsnota strategisch vastgoed en grondzaken maken en een plan van aanpak opstellen 117
2015
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Het kader van de vastgoedstrategie is gereed. De verdere uitwerking zal eind 2011 aan de raad worden voorgelegd. 2. Afstoten/herontwikkelen van huidige gemeentekantoren en werven Er zijn besprekingen met potentiële kopers van het gemeentehuis Amerongen. Voor de vervreemding van overige gemeentekantoren en gemeentewerven zijn verkenningen uitgevoerd en is een plan van aanpak opgesteld. 3. Afstoten niet strategisch vastgoed De uitgangspunten hiervoor worden betrokken bij de opstelling van de beleidsnota strategisch vastgoed. 4. Bouw van een nieuw duurzaam (Greencalc A label) en rustiek gemeentekantoor Voor de bouw van het gemeentekantoor is inmiddels de volledige bestemmingsplanprocedure doorlopen. In het eerste halfjaar van 2011 zijn de bestekken opgesteld en is de Europese aanbestedingsprocedure afgerond. De duurzaamheid zoals in het programma van eisen is opgenomen is in de bestekken verwerkt. De aanbesteding heeft op 30 mei 2011 plaatsgevonden en medio 2011 is het project, na doorlichting van de offertes, gegund aan Ballast Nedam. De gunning heeft plaatsgevonden binnen het vastgestelde financiële kader. In september is een start gemaakt met het bouwrijpmaken van de locatie. De start van de bouwactiviteiten is gepland in oktober 2011. 5. Bouw van een nieuwe duurzame gemeentewerf Op 7 juni 2010 is daadwerkelijk begonnen met de nieuwbouw van een centrale gemeentewerf met milieustraat. De bouwkundige werkzaamheden zijn uitgevoerd door de bouwcombinatie BoswijkBloemendal. De civiele werkzaamheden en de aanleg van de milieustraat zijn uitgevoerd door Ballast Nedam. Vanuit de provincie is een subsidie toegekend voor duurzame en ecologische ontwikkelingen. De werkzaamheden zijn volgens planning verlopen. De gehele uitvoering heeft plaatsgevonden binnen het beschikbare krediet. Op 20 juni 2011 is het project opgeleverd en de officiële opening heeft in september jl. plaatsgevonden. 6.
Verbeteren van het energiebeheer en de energieprestaties van de gebouwen (zie ook milieubeleidsplan programma 11) De elektra- en gasmeters van gemeentelijke gebouwen, pompen en gemalen worden vervangen door slimme meters. Dit zijn meters die digitaal op afstand uitleesbaar zijn. De periodiek uit te lezen standen worden gepubliceerd via een e-portal. Voordelen: • Geen handmatige meteropnames meer; • Daardoor een juiste administratie en facturatie; • Goede basis voor energiemonitoring en energiebeheer; • Fraude eerder in zicht; • Opschoning aansluitingenbestand; • De analyses zijn van groot belang bij klimaatbeheersing en CO2 –beleid (zie notitie Milieudienst ZOU). Energieprestaties gebouwen: De milieudienst zuidoost Utrecht heeft voor een aantal gebouwen van de gemeente energiescans gedaan. Op energiegebied valt er nog veel te besparen. Aan de uitkomsten van de scans is in 2011 verder gewerkt. 7. Verduurzamen van facilitaire diensten. O.a. op het gebied van post, catering, afval en reproductie Post: In 2010 hebben we als gemeente het Certificaat Co2 neutrale post verkregen vanuit TNT. Op basis van onze aantallen post die wij verzenden als gemeente dragen wij bij aan Co2 uitstoot. Om deze uitstoot te compenseren wordt er een bijdrage gevraagd die gebaseerd is op de aantallen poststukken die verzonden zijn. Door betaling van deze bijdrage wordt bijgedragen aan het realiseren van hoogwaardige, duurzame projecten die vallen onder het Gold Standaard keurmerk. Dit keurmerk is algemeen erkend als het beste op het gebied van klimaatprojecten. 118
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Bovendien verdubbelt TNT onze bijdrage aan groene post. De verdubbeling investeert TNT in duurzame projecten in Nederland. Zoals het bebossingproject van Natuurmonumenten op het gebied Huis ter Heide. Catering: Bij de inkoop van producten wordt er gekeken naar fair trade keurmerk. Bij de inkoop van koffie en thee wordt hiermee dus al rekening gehouden door de GUH. Reproductie: Op basis van een aanbesteding is het afdrukmiddelen/printerpark medio 2011 vernieuwd. In het programma van eisen voor de aanbesteding zijn alle duurzaamheidcriteria opgenomen, die door agentschap.nl zijn voorgeschreven. Het terugdringen van het aantal kopieën is een uitgangspunt geweest bij de aanbesteding. Afval: Het afval van de gemeentekantoren wordt gescheiden ingezameld: - Papier - Toners en cartridges - Chemisch afval - Restafval Er is een afvalbeheersplan geschreven voor de nieuwbouw, deze moet nog geaccordeerd worden. Hierna volgen al acties vooruitlopend op de ingebruikname van het nieuwe gemeentekantoor, waar straks uitgebreid gescheiden ingezameld zal worden middels een milieustraat. Ontwikkelingen 2012 – 2015 Verplichtingen/risico’s Wensen Exploitatie cultuurhuizen De exploitatielasten van diverse cultuurhuizen en sporthal Steinheim staan onder druk omdat wij als gemeente momenteel het beheer zelf uitvoeren. Indien wij het beheer zelf blijven uitvoeren dient rekening te worden gehouden met een structureel nadelig saldo van € 150.000. Wij streven naar een snelle oplossing voor het toekomstige beheer van genoemde panden. Bij de opstelling van de begroting is nog geen rekening gehouden met deze hogere exploitatielasten. Risico’s Onderhoud gebouwen In de meerjarenbegroting 2012 -2015 zijn wij, in afwachting van de nota strategisch vastgoed, terughoudend omgegaan met de ramingen voor onderhoudskosten van gemeentelijke eigendommen. Indien wordt besloten om niet over te gaan tot het afstoten van gemeentelijk vastgoed, of als dit niet volledig lukt, dient in de toekomst rekening te worden gehouden met extra onderhoudskosten van € 300.000 per jaar.
119
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Budget Overzicht totale budget programma 12 (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Financiën Indirecte lasten Directe lasten Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Vastgoed / grondzaken Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
4.902 1.031 0 0 8.157
2.324 465 0 0 3.186
50.823-
756 4.2660
1.717 519 0 0 2.598
1.758 695 0 0 1.421
1.790 519 0 0 713
1.770 519 0 0 1.221-
49.091-
47.944-
47.919-
47.794-
46.539-
Totaal baten
7.6870,00 58.511-
7.3830,00 56.474-
8.6510,00 56.595-
3.9460,00 51.865-
1.8000 49.594-
1.7990 48.339-
Resultaal voor bestemming
50.354-
53.289-
53.997-
50.444-
48.881-
49.560-
120
759 3970
Meerjarenbegroting 2014 2015
759 2.3550
Baten Financiën Baten Vastgoed / grondzaken Baten
382 14 0
2013
547 1.5800
Totaal lasten
848 1.376 0
Begroting 2012
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Mutaties reserves Stortingen Algemene reserve, niet vrij aanwendbaar 0 Algemene reserve, vrij aanwendbaar 196 Reserve onrendabele investeringen (M) 180 Reserve Binder en Wildbaan 1.095 Reserve Cultuurhuis Doorn 75 Reserve bouwgrondexploitatie (Dr/Do/A) 0 Reserve frictiekosten 43 Reserve nieuwbouw gemeentehuis 39 Reserve FPU gemeenten (A) 29 Reserve realisatie bezuinigingen 0 Reserve onderhoud gebouwen 0 Onttrekkingen Algemene reserve, niet vrij aanwendbaar 0 Algemene reserve, vrij aanwendbaar 2.390Reserve onrendabele investeringen (M) 80Reserve kapitaallasten brandweerkazerne Amerongen 0 Reserve Binder en Wildbaan 298Reserve Cultuurhuis Doorn 395Reserve onderhoud gebouwen 0 Reserve bouwgrondexploitatie (Dr/Do/A) 73Reserve bovenwijkse voorzieningen 0 Reserve voorbereiding/uitvoering centrumplan 0 Reserve verkoop aandelen GZO (M) 28Reserve frictiekosten 913Reserve beleids- en beheersnota's 101Reserve realisatie bezuinigingen 0 Reserve nieuwbouw gemeentehuis 0 Reserve automatisering (Dr/L/M) 97Reserve FPU gemeenten (A) 53Reserve tijdelijk uitbreiding personeel 583Saldo mutaties reserves 3.355Resultaat na bestemming
53.709-
121
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
1.005 840 104 1.035 85 600 190 7.993 29 500 0
0 835 0 833 1.878 0 75 4.260 0 0 16
0 855 0 35 80 0 0 2.038 0 0 16
0 884 0 35 72 0 0 0 0 249 16
0 909 0 35 64 0 0 0 0 452 16
8.7403.9403.803405219370900 175331.0054200 7515352502037.353-
0 0 0 0 265350540 0 0 0 5070 2571540 0 0 6.311
0 0 0 0 257330540 0 0 0 900 750 0 0 0 2.218
0 0 0 0 249310540 0 0 0 0 0 757280 0 0 160-
0 0 0 0 242290540 0 0 0 0 0 757010 0 0 115
60.641-
47.686-
48.226-
49.041-
49.445-
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Investeringsplan 2012 - 2015 Investeringskrediet
en jaar van beschikking
Programma / product / omschrijving 2012
2013
2014
Herkomst 2015
Kostenplaats Wijkbeheer Vervanging bedrijfsauto Isuzu
39.000
Begroting 2008-2011
Vervanging bedrijfsauto Opel
30.000
Begroting 2008-2011
Vervanging bedrijfsauto Toyata
37.000
Vervanging bedrijfsauto Isuzu
Begroting 2008-2011 39.000
Begroting 2008-2011
Vervanging bedrijfsauto Opel Combo
22.000
Begroting 2008-2011
Vervanging bedrijfsauto Toyata
37.000
Begroting 2008-2011
Vervanging bedrijfsauto Piaggo
17.000
Begroting 2008-2011
Vervanging bedrijfsauto Peugeot
43.000
Begroting 2008-2011
Vervanging bedrijfsauto VW-LT
42.000
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Piaggo
21.000
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Nissan
44.000
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Nissan
44.000
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Nissan
44.000
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Nissan
44.000
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Iveco
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Iveco
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Citroen Berlingo
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Citroen Berlingo
Begroting 2012-2015
Vervanging bedrijfsauto Piaggo
Begroting 2012-2015 Kostenplaats 59608299
106.000
115.000
106.000
176.000
Totaal Wijkbeheer
106.000
115.000
106.000
176.000
Totaal programma 12
106.000
115.000
106.000
176.000
Overzicht lopende investeringen Nieuwbouw gemeentekantoor Centrale Werkplaats Aanbrengen sanitaire damesruimte Nwb.brandweerkazerne Amazone grashopper Verv.Jacobsladder Leersum Inventaris nieuwe werkplaats verv. Peugeot Partner 2001 Verv.tractie ( Kia's)
Gevoteerd krediet 25.000.000 3.989.000 14.000 1.400.000 32.500 28.000 15.000 18.500 185.000
Verv. Heaters sporthal Steinheim Verv.systeemplafon sporthal Verv.dakventilatoren sporthal Verv.toiletten/douchkoppen sporthal Cultuurhuis "Pléiade" inrichtingskosten Cultuurhuis "Pléiade" beveiligingscamera's Cult.huis Pleiade Infrastructuur/terrein "Pléiade"beveiliginssysteem Totaal Programma 12
122
Gevoteerd krediet 15.500 21.000 18.000 18.000 2.188.067 22.500 930.946 97.200 33.993.213
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
Ontwikkeling reserves
Naam reserve
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
2014
2015
2015
Algemene reserve, niet vrij aanwendbaar
4.595.428
4.595.428
4.595.428
4.595.428
4.595.428
Algemene reserve, vrij aanwendbaar
2.096.274
2.931.185
3.785.845
4.669.564
5.578.328
Reserve project "Anders en beter" Leersum
3.308.707
3.876.650
3.654.403
3.439.966
3.233.339
Reserve Cultuurhuis Pléiade (voorheen Raadshuisplein Doorn) 837.322
2.365.791
2.116.228
1.878.179
1.652.036
Reserve onderhoud gebouwen
230.508
192.829
155.150
117.471
79.792
Reserve grondexploitatie
565.117
565.117
565.117
565.117
565.117
15.938
15.938
15.938
15.938
15.938
636.236
203.952
113.952
113.952
113.952
Reserve beleid- en beheernota's Reserve frictiekosten Reserve realisatie bezuinigingen Reserve kapitaallasten nieuwbouw gemeentekantoor Totaal
425.000
168.154
93.154
267.154
644.154
5.167.664
9.273.686
11.311.526
10.583.897
9.883.141
17.878.193
24.188.729
26.406.740
26.246.665
26.361.224
Ontwikkeling voorzieningen Naam voorziening
Stand begin Stand begin Stand begin Stand begin Stand eind 2012
2013
Voorziening sociaal statuut frictiekosten
287.923
101.858
13.585
11.719
11.719
Totaal
287.923
101.858
13.585
11.719
11.719
123
2014
2015
2015
Programmabegroting 2012 - 2015
Programma 12 - Middelen en ondersteuning
124
Programmabegroting 2012-2015
Programma’s
Recapitulatie
125
Recapitulatie totale baten en lasten
Programmabegroting 2012 - 2015
Recapitulatie totale baten en lasten Begrotingsresultaat na bestemming Inclusief de mutaties reserves bedragen de totale lasten afgerond € 86.132.000. Inclusief de mutaties reserves bedragen de totale baten afgerond € 86.132.000. Het begrotingsresultaat voor 2012 bedraagt na bestemming, dat wil zeggen na de stortingen en de beschikkingen over de reserves, afgerond € 0 . Hieronder geven wij in een overzicht de specificatie weer hoe dit resultaat tot stand is gekomen. (x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Lasten Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2011 - 2014 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen Totaal lasten
Jaarrekening 2010
37.005 55.653 0 0 92.658
Begroting Begroting 2011 2012
39.937 50.881 0 80 90.898
31.552 45.871 0 0 77.424
Meerjarenbegroting 2013
2014
32.959 43.567 549 0 77.075
2015
33.149 42.149 1.183 0 76.481
32.841 39.921 1.913 0 74.675
Baten Overige baten
-88.662
-83.088
-83.288
-78.438
-75.968
-74.707
Totaal baten
-88.662
-83.088
-83.288
-78.438
-75.968
-74.707
3.996
7.810
-5.864
-1.363
513
-32
Mutaties reserves Stortingen Onttrekkingen
4.225 -7.622
16.741 -24.581
8.709 -2.844
4.081 -2.718
2.273 -2.785
1.750 -1.718
Saldo mutaties reserves
-3.397
-7.840
5.864
1.363
-513
32
599
-30
0
0
0
0
Resultaat voor bestemming
Resultaat na bestemming
Begrotingsresultaat voor bestemming Zoals uit het overzicht blijkt bedraagt het begrotingsresultaat voor bestemming € 5.864.000 voordelig.
126
Recapitulatie totale baten en lasten
Programmabegroting 2012 - 2015
Herkomst baten Hieronder wordt schematisch weergegeven wat de herkomst is van de in 2012 geraamde baten van totaal afgerond € 86.132.000.
Herkomst baten 2012 Rente en winstuitkering € 2,5 miljoen 2,9%
Overige baten € 12,1 miljoen
Al gemene uitkering
14,1%
€ 37 ,7 miljoen 43,7%
Reserves € 2,8 m iljoen 3,3%
Overige heffingen € 12,3 miljoen 14,2%
Overige Belastingen € 8,9 miljoen 10,4%
rijksbijdragen € 9,8 miljoen 11,4%
Algemene dekkingsmiddelen Het in de baten begrepen totaalbedrag aan algemene dekkingsmiddelen bedraagt afgerond € 49,7 miljoen. Dat bedrag is als volgt opgebouwd.
Afgerond op € 1.000 Omschrijving 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Bedrag
Algemene uitkering Onroerende-zaakbelastingen Forensenbelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting Precariobelasting Opbrengst beleggingen Rente uitgezette leningen Bespaarde rente reserves Onttrekking algemene reserve vrij aanwendbaar Onttrekking reserve egalisatie bezuinigingen Onvoorziene uitgaven
Totaal
37.680.000 7.849.000 200.000 513.000 273.000 81.000 610.000 0 1.855.000 0 257.000 123.000 49.441.000
127
Recapitulatie totale baten en lasten
Programmabegroting 2012 - 2015
Verdeling lasten over de programma’s De verdeling van de geraamde lasten 2012 van totaal afgerond € 86.132.000 over de verschillende programma’s kan schematisch als volgt worden weergegeven.
Verdeling lasten 2012 over de programma's
Progr. 11:
P rogr. 12:
Progr. 1 :
11,3 miljoen
Progr. 2:
€ 4,9 miljoen
€ 4,4 miljoen
5,6%
5,1%:
13,1%
19,6 miljoen
Progr. 3: 5,2 miljoen 6,1 %
22,8%
Progr. 4: € 4,1 miljoen Progr. 10:
4,8%
0,8 miljoen 0,9% Progr. 5: € 20,4 miljoen 23,7%
Progr. 9: 5,2 miljoen 6,1%
Progr. 6: Progr. 8:
Progr. 7:
€ 0,8 miljoen
€ 6,6 miljoen
0,9%
7,7%
128
€ 2,8 miljoen 3,2%
Programmabegroting 2012-2015
Programmaplan
Paragrafen
129
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
130
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
Paragraaf lokale heffingen
131
Programmabegroting 2012-2015
1.
Paragraaf lokale heffingen
Algemeen
Op grond van de Gemeentewet kunnen gemeenten belastingen heffen. Gemeenten mogen echter alleen de in de Gemeentewet genoemde, dus gelimiteerde, belastingen heffen. Belastingen zijn algemene dekkingsmiddelen voor de gemeenten. Daarnaast kunnen gemeenten op grond van de Gemeentewet rechten heffen waar tegenover direct aanwijsbare diensten van de gemeente staan, zoals rioolrechten en leges. In onze gemeente worden de volgende heffingen opgelegd: Belastingen 1. onroerendezaakbelastingen; 2. hondenbelasting; 3. toeristenbelasting; 4. forensenbelasting; 5. precariobelasting; 6. mogelijke invoering van een reclamebelasting. Rechten 7. marktgelden; 8. afvalstoffenheffing / reinigingsrechten; 9. rioolrechten; 10. begraafrechten; 11. leges. Nota lokale heffingen In de raadsvergadering van 28 januari 2010 is de “Nota lokale heffingen gemeente Utrechtse Heuvelrug” vastgesteld. Het uitgangspunt van deze nota is, dat de nota vooral informatie bevat die nog niet eerder aan de raad is verstrekt. Informatie over tarieven, opbrengsten en dergelijke ontbreken daarom ook in deze nota en worden in deze paragraaf vermeld.
2.
Uitgangspunten tarievenbeleid
Op grond van de door u vastgestelde “Financiële kader (meerjaren)begroting 2012-2015” hebben wij bij het opstellen van de begroting voor het tarievenbeleid en de raming van de opbrengsten 2012 in eerste instantie de volgende uitgangspunten gehanteerd: • De opbrengsten voor de forensenbelasting, de hondenbelasting en de precariobelasting worden in beginsel uitsluitend aangepast aan de inflatie. Indien de financiële positie van de gemeente daarvoor aanleiding geeft kan hiervan worden afgeweken. • De opbrengsten van de onroerendezaakbelastingen (OZB), exclusief areaaluitbreiding, worden aangepast aan de inflatie. Rekening wordt gehouden met een verhoging van 2,5%. Indien de financiële positie van de gemeente daarvoor aanleiding geeft kan hiervan worden afgeweken. De rioolrechten en de eventueel daarvoor in de plaats komende brede rioolheffing zijn, met gebruikmaking van de voor dit doel gevormde voorziening, 100% kostendekkend. De hierbij toe te passen tariefswijziging is dus afhankelijk van de geraamde lasten en de geraamde ontwikkeling van de genoemde voorziening. De extra lasten die voortvloeien uit het rioleringsplan (GRP), dat momenteel wordt opgesteld, worden volledig opgenomen in de tarieven. • De afvalstoffenheffing / reinigingsrechten zijn met gebruikmaking van de voor dit doel gevormde voorziening, 100% kostendekkend • De legestarieven worden aangepast aan de inflatie. • De marktgelden worden aangepast aan de inflatie. • De begraafrechten zijn 100% kostendekkend. De hierop toe te passen tariefswijziging is dus afhankelijk van de geraamde lasten. 132
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
Met ingang van 2012 wordt de toeristenbelasting jaarlijks met 2% verhoogd, conform het collegeprogramma.
•
3.
Onroerendezaakbelastingen (OZB)
3.1 Rijksbeleid Vanaf 1 januari 2008 is de maximering van de tarieven van de onroerendezaakbelastingen (OZB) voor de individuele gemeenten geschrapt. In plaats daarvan is in de Gemeentewet een landelijk plafond vastgelegd in de vorm van een macronorm voor de tariefontwikkeling. Hiermee is de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid voor de collectieve lastendruk vastgelegd. In de meicirculaire 2011 voor de algemene uitkering gemeentefonds is meegedeeld, dat de macronorm voor het begrotingsjaar 2012 is vastgesteld op 3,75%. 3.2 Gemeentelijk beleid Zoals wij hiervoor bij het “Tarievenbeleid” al hebben opgemerkt, wordt bij de opbrengsten van de onroerendezaakbelastingen (OZB), exclusief areaaluitbreiding, rekening gehouden met een jaarlijkse aanpassing aan de inflatie van 2,5%. Indien de financiële positie van de gemeente daarvoor aanleiding geeft kan hiervan worden afgeweken. Op basis daarvan geeft de voorlopige ontwikkeling van de OZB-tarieven het volgende beeld te zien: Omschrijving
Tarief 2011
Tarief 2012
0,0800%
0,0812%
- Eigenaar
0,1130%
0,12534%
- Gebruiker
0,1013%
0,11273%
Woningen - Eigenaar Niet-woningen
De hertaxatie van de WOZ-waarden vindt jaarlijks plaats; daarbij ligt de peildatum op 1 januari van het jaar voorafgaande aan het belastingjaar. De OZB-aanslagen 2012 worden dus gebaseerd op de WOZ-waarden per 1 januari 2011, de OZB-aanslagen 2013 op de WOZ-waarden per 1 januari 2012, enzovoort. Bij het opstellen van de begroting was de hertaxatie van de WOZ-objecten nog in volle gang, zodat nog geen nieuwe tarieven voor 2012 konden worden berekend. De waardegegevens waarop die nieuwe tarieven kunnen worden berekend zijn tijdig genoeg beschikbaar om u in de decembervergadering een voorstel daarvoor te doen. Het uitgangspunt daarbij is dat de geraamde opbrengsten in de begroting 2012 worden gehaald. Wij wijzen u er op dat de hiervoor genoemde voorlopige tarieven nog wijzigen als gevolg van de thans lopende hertaxatie. De hiervoor genoemde tarieven zijn gebaseerd op de volgende opbrengsten: a. Gebruikers niet-woningen € 893.000 b. Eigenaren - eigenaren woningen € 5.887.000 - eigenaren niet-woningen “ 1.069.000 “ 6.956.000 Totaalopbrengst € 7.849.000
4.
Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten
Het uitgangspunt hierbij is dat de rechten 100% kostendekkend zijn, met gebruikmaking van de voorziening tariefsegalisatie afval, die is gevormd uit eerder ontvangen rechten. 133
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
De toe te passen tariefwijziging is dus afhankelijk van de geraamde ontwikkeling van de lasten en de genoemde voorziening.
Omschrijving tarief
Tarief 2011
Tarief 2012
- Eenpersoonshuishoudens
€
189,96
€
189,96
- Meerpersoonshuishoudens
€
235,68
€
235,68
- Extra Gft-container
€
66,12
€
66,12
- Extra restcontainer
€
125,52
€
125,52
- Bedrijven (exclusief BTW)
€
272,16
€
272,16
Op basis van deze tarieven hebben wij in de begroting een opbrengst geraamd van afgerond € 4.385.000. De lasten worden in 2012, inclusief de daarbij te betrekken compensabele BTW van € 753.000, geraamd op afgerond € 4.505.000. Om 100% kostendekking te bereiken is in 2012 een onttrekking nodig van afgerond € 120.000 aan de voorziening tariefegalisatie afval. Het saldo van deze voorziening wordt per 1 januari 2012 geraamd op € 1.283.000.
5.
Rioolrechten
Ook bij de rioolrechten en de eventueel daarvoor in de plaats komende brede rioolheffing is het uitgangspunt dat deze 100% kostendekkend zijn, met gebruikmaking van de voor dit doel gevormde voorziening onderhoud riolering. De toe te passen tariefwijziging is dus afhankelijk van de geraamde ontwikkeling van de lasten en de genoemde voorziening. Hierdoor laat de ontwikkeling van de tarieven rioolrechten het volgende beeld te zien: Omschrijving tarief
Tarief 2011
Tarief 2012
Eenpersoonshuishoudens
€ 123,00
€ 164,00
Meerpersoonshuishoudens
€ 153,72
€ 203,00
volgens tabel
volgens tabel
Bedrijven een tarief per 100 m3 waterverbruik
De hiervoor genoemde tarieven zijn een indicatie. Na vaststelling van het GRP en de begroting 2012 zal het definitieve tarief aan het eind van het jaar door u worden vastgesteld. In de huidige begroting is een opbrengst geraamd van afgerond € 4.277.000. De lasten worden in 2012, inclusief de daarbij te betrekken compensabele BTW van €. 350.000, geraamd op afgerond € 5.637.000. Om 100% kostendekking te bereiken is in 2012 dus een onttrekking aan de voorziening onderhoud riolering nodig van € 1.360.000. Het saldo van deze voorziening wordt per 1 januari 2012 geraamd op afgerond € 4.463.000.
6.
Ontwikkeling gemeentelijke woonlastendruk
Op basis van de hiervoor genoemde tarieven worden hieronder enkele voorbeelden gegeven van de voorlopige ontwikkeling van de woonlastendruk voor een huurwoning (gebruiker ) en een eigen woning met een WOZ-waarde van € 300.000 (eigenaar / gebruiker): 134
Programmabegroting 2012-2015
Omschrijving heffing
Paragraaf lokale heffingen
Meerpersoonshuishouden 2011
Jaar
Eenpersoonshuishouden
2012
2011
2012
Afvalstoffenheffing
€
235,68 €
164,00
€
189,96
€
189,68
Rioolrecht
"
153,72 "
203,00
"
123,00
"
168,84
Woonlast gebruiker
€
389,40 €
367,00
€
312,96
€
358,52
OZB eigenaar
"
240,00 "
243,60
"
240,00
€
243,60
Woonlast eigenaar / gebruiker
€
629,40 €
610,60
€
552,96
€
602,12
De voorlopige ontwikkeling van de woonlastendruk voor een huurwoning (gebruiker ) en een eigen woning met een WOZ-waarde van € 500.000 (eigenaar / gebruiker): Omschrijving heffing
Meerpersoonshuishouden 2011
Jaar
Eenpersoonshuishouden
2012
2011
2012
Afvalstoffenheffing
€
235,68 €
164,00
€
189,96
€
189,68
Rioolrecht
"
153,72
"
203,00
"
123,00
"
168,84
Woonlast gebruiker
€
389,40 €
367,00
€
312,96
€
358,52
OZB eigenaar
"
400,00
"
406,00
"
400,00
€
406,00
Woonlast eigenaar / gebruiker
€
789,40 €
773,00
€
712,96
€
764,52
De voorlopige ontwikkeling van de woonlastendruk voor een huurwoning (gebruiker ) en een eigen woning met een WOZ-waarde van € 750.000 (eigenaar / gebruiker): Omschrijving heffing
Meerpersoonshuishouden 2011
Jaar
Eenpersoonshuishouden
2012
2011
2012
Afvalstoffenheffing
€
235,68 €
164,00
€
189,96
€
189,68
Rioolrecht
"
153,72
"
203,00
"
123,00
"
168,84
Woonlast gebruiker
€
389,40 €
367,00
€
312,96
€
358,52
OZB eigenaar
"
600,00
"
609,00
"
600,00
€
609,00
Woonlast eigenaar / gebruiker
€
989,40 €
976,00
€
912,96
€
967,52
135
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
De voorlopige ontwikkeling van de woonlastendruk voor een huurwoning (gebruiker ) en een eigen woning met een WOZ-waarde van € 1.000.000 (eigenaar / gebruiker): Meerpersoonshuishouden
Omschrijving heffing
2011
Jaar
Eenpersoonshuishouden
2012
2011
2012
Afvalstoffenheffing
€
235,68 €
164,00
€
189,96
€
189,68
Rioolrecht
"
153,72
"
203,00
"
123,00
"
168,84
Woonlast gebruiker
€
389,40 €
367,00
€
312,96
€
358,52
OZB eigenaar
"
800,00
"
812,00
"
800,00
€
812,00
Woonlast eigenaar / gebruiker
€
1.189,40 €
1.179,00
€
1.112,96
€
1.170,52
De hiervoor geschetste ontwikkeling van de gemeentelijke (woonlasten)druk hebben wij als voorlopig betiteld, omdat deze als gevolg van de op dit moment lopende hertaxatie van de WOZ-objecten per de peildatum 1 januari 2011 nog zal veranderen. Ook zullen er als gevolg van de hertaxatie naar verwachting verschuivingen bij de woonlastendruk optreden.
7.
Forensenbelasting
In de begroting zijn wij er bij de geraamde opbrengst, conform de vastgestelde “Financiële kaders voor de (meerjaren)begroting 2012-2015” van uitgegaan dat de tarieven in 2012 in beginsel uitsluitend worden aangepast aan de inflatie. Indien de financiële positie van de gemeente daarvoor aanleiding geeft kan hiervan worden afgeweken. De tarieven per woning bedragen: Omschrijving tarief
Tarief 2011
Tarief 2012
Bij een waarde tot € 20.000
€
120,50
€
123,51
Bij een waarde van € 20.000 of meer
€
210,13
€
215,38
In de programmabegroting 2012-2015 is voor 2012 een opbrengst geraamd van € 200.000.
8.
Toeristenbelasting
In de begroting zijn wij er bij de geraamde opbrengst, conform de vastgestelde “Financiële kaders voor de (meerjaren)begroting 2012-2015” van uitgegaan dat de tarieven jaarlijks met 2% worden verhoogd voor het gebruik van de voorzieningen. Het tarief per overnachting komt hierdoor in 2012 op € 0,65 per overnachting. In de programmabegroting 2012-2015 is voor 2012 een opbrengst geraamd van € 513.000.
9.
Hondenbelasting
In de begroting zijn wij er bij de geraamde opbrengst, conform de vastgestelde “Financiële kaders voor de (meerjaren)begroting 2012-2015” van uitgegaan dat de tarieven in 2012 in beginsel uitsluitend worden aangepast aan de inflatie. Indien de financiële positie van de gemeente daarvoor aanleiding geeft kan hiervan worden afgeweken. 136
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
De tarieven bedragen: Omschrijving tarief
Tarief 2011
Tarief 2012
- 1e hond
€
63,36
€
64,92
- 2e hond
€
105,84
€
108,48
- elke volgende hond
€
142,68
€
146,16
- kennel
€
399,72
€
409,68
Op basis van deze tarieven hebben wij in de begroting 2012 een opbrengst geraamd van € 273.000.
10.
Precariobelasting
In de begroting zijn wij er bij de geraamde opbrengst, conform de vastgestelde “Financiële kaders voor de (meerjaren)begroting 2012-2015” van uitgegaan dat de tarieven in 2012 in beginsel uitsluitend worden aangepast aan de inflatie. Indien de financiële positie van de gemeente daarvoor aanleiding geeft kan hiervan worden afgeweken. In de begroting hebben wij voor de opbrengst voor precariobelasting een raming opgevoerd van € 81.000.
11.
Rechten begraafplaatsen
De rechten zijn, met gebruikmaking van de voor dit doel gevormde voorziening onderhoud nieuwe begraafplaatsen, 100% kostendekkend. De hierbij toe te passen tariefswijziging is dus afhankelijk van de geraamd lasten en de geraamde ontwikkeling van de genoemde voorziening. Op voorhand wordt geen aanpassing van de tarieven aan de inflatie toegepast. In de programmabegroting 2012-2015 is voor 2012 een opbrengst geraamd van € 1.062.000.
12.
Leges
In de begroting zijn wij er bij de geraamde opbrengst, conform de vastgestelde “Financiële kader voor de (meerjaren)begroting 2012-2015” van uitgegaan, dat de tarieven in 2012 worden aangepast aan de inflatie. Een uitzondering daarop wordt gemaakt voor de tarieven waarover bij de vaststelling van de Legesverordening 2009 is besloten om de komende 4 jaar (dus t/m 2013) stapsgewijs 100% kostendekking te realiseren voor de activiteiten die mogen worden doorberekend in die tarieven.
13.
Opbrengsten per lokale heffing
Hieronder treft u een overzicht van alle lokale heffingen aan met per heffing de in de begroting geraamde opbrengst.
137
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
Afgerond op € 1.000 Geraamde opbrengst 2011
Omschrijving heffing
Geraamde opbrengst 2012
Belastingen 1. Onroerendezaakbelastingen
7.635.000
7.849.000
2. Forensenbelasting
195.000
200.000
3. Toeristenbelasting
503.000
513.000
4. Hondenbelasting
266.000
273.000
5. Precariobelasting
79.000
81.000
Totaal belastingen
8.678.000
8.916.000
56.000
58.000
6. Afvalstoffenheffing / reinigingsrechten
4.385.000
4.385.000
7. Rioolrechten
3.100.000
4.277.000
8. Begraaf- en crematierechten
1.017.000
1.062.000
9. Legesverordening
2.528.000
2.479.000
Totaal overige heffingen
11.086.000
12.261.000
Totaal-generaal
19.764.000
21.177.000
Overige heffingen 10. Marktgelden
138
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
De onder punt 9 bij de legesverordening genoemde opbrengsten zijn als volgt opgebouwd:
Geraamde opbrengst 2011
Omschrijving heffing
Geraamde opbrengst 2012
Leges reisdocumenten
472.000
472.000
Leges burgerlijke stand huwelijken
113.000
116.000
23.000
24.000
300.000
265.000
2.000
0
Leges uittreksels gemeentelijke basisadministratie (GBA)
32.000
37.000
Leges verklaringen omtrent gedrag
37.000
37.000
Leges naturalisatie / naamswijzigingen
16.000
16.000
3.000
2.000
Leges vergunningen algemene plaatselijke verordening (APV)
41.000
42.000
Leges algemeen
20.000
21.000
0
0
Leges gehandicaptenparkeerkaarten
17.000
17.000
Leges kapvergunningen
13.000
13.000
Leges bestemmingsplannen
5.000
5.000
Leges huisvestingswet
3.000
3.000
85.000
31.000
1.286.000
1.318.000
60.000
60.000
2.528.000
2.479.000
Leges burgerlijke stand overige Leges rijbewijzen Leges eigen verklaringen
Leges WKPB
Leges ontheffingen exceptioneel transport
Leges gebruiksvergunningen Leges bouwvergunningen e.d. Leges WMMN (PUWC) Totaal
14.
Kwijtschelding
Op grond van de verordeningen kan gedeeltelijke of volledige kwijtschelding worden verleend voor het rioolrecht, de afvalstoffenheffing en voor hondenbelasting alleen de 1e hond. Of een verzoek om kwijtschelding wordt ingewilligd hangt af van de betalingscapaciteit van de aanvrager; dat wil zeggen de financiële ruimte die hij / zij heeft om de gemeentelijke belastingaanslag te betalen. De betalingscapaciteit wordt bepaald aan de hand van het netto besteedbare inkomen en een normbedrag voor kosten van bestaan. Het beleid in onze gemeente is dat bij de kosten van bestaan wordt uitgegaan van 100% van de vastgestelde normbedragen, die gelijk zijn aan de bijstandnormen. In de begroting is een totaalbedrag van € 210.000 opgenomen voor te verlenen kwijtscheldingen. De specificatie per belastingsoort van de raming van de te verlenen kwijtscheldingen is: - voor rioolrechten € 115.000 - voor afvalstoffenheffing € 90.000 - voor hondenbelasting € 5.000
139
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf lokale heffingen
140
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf weerstandsvermogen
Paragraaf weerstandsvermogen
141
Programmabegroting 2012-2015
1.
Paragraaf weerstandsvermogen
Inleiding
Op grond van het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten) kan het weerstandsvermogen worden gedefinieerd als “het vermogen van de gemeente om (niet) structurele financiële risico’s op te vangen zonder dat het gevolgen heeft voor de uitvoering van de dagelijkse taken”. Het weerstandsvermogen wordt bepaald door een relatie te leggen tussen de weerstandscapaciteit (= de middelen die beschikbaar zijn om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s die de gemeente loopt, waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd.
2.
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit kan als volgt worden berekend: a. De reservecapaciteit bestaat uit de algemene reserve en de bestemmingsreserves; b. De omvang van de post onvoorzien; c. De onbenutte belastingcapaciteit. Deze is berekend op het verschil tussen de in de begroting geraamde OZB-opbrengst en de OZB-opbrengst die wordt verkregen met de tarieven die als redelijk peil gelden voor de toelating tot artikel 12 van de Financiële Verhoudingswet; d. De omvang van de stille reserves. Stille reserves zijn de meerwaarden van activa waarvan de verkoopwaarde hoger is dan de boekwaarde en die direct verkoopbaar zijn. Op basis van de geraamde bedragen hebben wij de weerstandscapaciteit per 1 januari 2012 berekend op:
Berekening weerstandscapaciteit 2012 Omschrijving
Raming 1-1-2012
1. Algemene reserve
6.691.702
2. Bestemmingsreserves
4.722.388
3. Onvoorziene uitgaven
123.050
4. Onbenutte belastingcapaciteit
4.879.924
5. Stille reserves
p.m.
Totaal
3.
16.417.064
Beleid weerstandscapaciteit en risico’s
Bij de weerstandscapaciteit wordt de beleidslijn aangehouden dat de algemene reserve in beginsel niet wordt aangesproken. Hiervan mag alleen worden afgeweken om een incidenteel begrotingstekort te dekken of als zich een onverwachts risico voordoet dat niet op een andere manier is op te vangen binnen de begroting. Verder worden de aanwezige bestemmingsreserves in principe alleen ingezet voor het doel waarvoor zij zijn aangemerkt. Bij het tot werkelijkheid komen van risico’s kan hiervan afgeweken worden om de risico’s op te vangen. Als de bestemming van een dergelijke reserve om wat voor reden dan ook komt te vervallen, wordt de bestemmingsreserve opgeheven en de vrijkomende gelden toegevoegd aan de algemene reserve.
4.
Risico’s
Het financiële weerstandsvermogen van de gemeente kan worden aangetast door risico’s. Onder risico’s wordt in dit verband verstaan het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne of externe omstandigheden, waarvoor geen of onvoldoende dekking is in de vorm van bijvoorbeeld een voorziening. 142
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf weerstandsvermogen
Voor een juiste beoordeling van de financiële positie van de gemeente spelen risico’s en eventuele meevallers een wezenlijke rol. In deze paragraaf hebben wij de risico’s van onze gemeente in beeld gebracht. 4.1. 4.1.1
Algemene risico's Aardbeving, overstroming, bosbrand
Natuurrampen kenmerken zich door hun onvoorspelbaarheid. Dit houdt in dat bij de analyse van dergelijke risico’s het altijd lastig is een inschatting te maken van de mate waarin deze rampen zich voor doen. Het hangt veelal af van veel externe factoren, zoals het weer (droog of nat, onweer), vervuiling in de natuur (stukjes glas kunnen als vergrootglas functioneren, etc.). De laatste tijd zien wij ook veel natuurrampen ontstaan door opzet (denk aan de diverse duin- en heidebranden in het recente verleden). Soms is een natuurramp klein van omvang maar kan de impact voor de gemeente groot zijn, zoals een bosbrandje waarbij een nabij gelegen school afbrand). De school is op zich wel verzekerd maar alle vervolgschade die voortvloeit uit maatregelen die de gemeente op korte termijn moet regelen, niet altijd volledig. Bij grote calamiteiten zal de rijksoverheid bijspringen, maar bij de laatste niet zo gauw. Wij zullen daarom bij de risicoanalyse altijd kijken naar de omgeving van gevoelige objecten. De schades zijn niet kwantificeerbaar. De schades kunnen dermate groot zijn dat deze niet op te vangen zijn binnen het weerstandsvermogen. 4.1.2.
Besluitvorming door de rijksoverheid
Als gevolg van besluiten van de rijksoverheid kan de gemeente in de situatie komen dat er extra taken moeten worden uitgevoerd waartegenover geen of geen volledige vergoeding staat. Ook kan als gevolg van rijksbezuinigingen de algemene uitkering uit het gemeentefonds worden gekort. De omvang van bovengenoemde risico's kan slechts kort van tevoren worden geschat. Wel gaan ingrijpende wijzigingen veelal gepaard met een overgangsregeling om de gemeentelijke financiële huishouding aan deze nieuwe situatie te laten wennen (bijvoorbeeld de herverdeling van de gemeentefondsuitkering en de wijziging van het sociale regime). Zolang de ingrijpende wijzigingen niet in begroting zijn verwerkt, kan het weerstandsvermogen enig soelaas bieden. Primair kan dit niet uit het weerstandsvermogen gedekt worden. 4.2. 4.2.1
Financiële risico’s Openeinderegelingen
In de begroting is een aantal openeinderegelingen opgenomen. Het karakter van openeinderegelingen houdt in dat de uitvoeringskosten daarvan hoger kunnen uitvallen dan de daarvoor ontvangen compensaties via de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Als belangrijkste openeinderegelingen kunnen worden genoemd: uitgaven op grond van de Wet werk en bijstand, de Wet maatschappelijke ondersteuning, de onderwijswetgeving, inclusief het leerlingenvervoer. PM. 4.2.2.
Gelden Wet werk en bijstand (Wwb)
De begroting 2012 van de RSD geeft weer dat de RSD rekent op 378 uitkeringen die ten laste komen van het gebundeld I-deel WWB. Wij houden hier rekening mee. Bijstand is echter een openende regeling. Het is niet precies te voorspellen of het aantal bijstandsaanvragen meer of minder wordt. Met het Aanvalsplan dat de RSD lanceerde in het voorjaar van 2011, wordt aangegeven hoe het komende tekort van het I- deel zal worden aangepakt. De komende jaren wordt het re-integratiebudget gehalveerd. Dit Aanvalsplan stelt voor om met de middelen van het re-integratiebudget in totaal 90 cliënten volledig aan het werk te helpen, opdat het tekort van het I–deel kan worden weggewerkt. Dit betekent wel, dat een aantal instrumenten die de RSD gebruikte voor cliënten met een vrij lange afstand tot de arbeidsmarkt, zullen wegvallen of verminderen.
143
Programmabegroting 2012-2015
4.2.3.
Paragraaf weerstandsvermogen
Maatschappelijke effecten op de algemene uitkering
Vergrijzing, afnemende inwonersaantallen, samenstelling van gezinnen en de crisis kunnen leiden tot een lagere algemene uitkering. Deze zijn op dit moment niet inzichtelijk. Wij hopen daar op basis van de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement meer inzicht in te kunnen geven welke effecten dat heeft en de gevolgen daarvan. 4.2.4
Gemeentegaranties / borgstellingen
In het verleden zijn gemeentegaranties verleend voor verstrekte geldleningen aan particulieren en toegelaten instellingen voor woningbouw, aan bejaardentehuizen en aan diverse verenigingen en stichtingen met een maatschappelijk karakter. Daarnaast heeft de voormalige gemeente Leersum een aantal borgstellingen verstrekt in het kader van schuldhulpverlening. De financiële verplichtingen van de verleende garanties voor de particuliere woningbouw zijn overgedragen aan de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen en die voor de sociale woningbouw van de toegelaten instellingen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Als gevolg van een in 2010 gesloten akkoord tussen de VNG en het Rijk wijzigt de achtervangfunctie ten aanzien van nieuwe borgstellingen voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) per 1 januari 2011, als volgt: a. De NHG wordt vanaf 1 januari 2011 gecontinueerd met een 100% achtervangfunctie door het Rijk. b. De gemeentelijke achtervangfunctie voor tot 1 januari 2011 verstrekte garanties in het kader van de NHG blijft gelden. De gemeentelijke NHG borging zal op termijn na verstrijken van de looptijd van de hypotheken, waarop HNG is aangevraagd tot nihil reduceren. c. Voor wat betreft geldleningen t.b.v. de sociale woningbouw fungeert de gemeente uitsluitend nog als zogenaamde achtervang (achterborgstelling) in het eventuele financiële verlies dat de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw lijdt. Het daaruit voortvloeiende risico is te verwaarlozen. Het huidige risico betreft dan voornamelijk de garanties van de overige geldleningen. De onder c. genoemde geldleningen zijn bekend. Daarbij wordt uitgegaan dat het risico < 1 in de 10 jaar zich voordoet. Of te wel een risicokans van < 10%. Het totale schuldrestant t/m 31 december 2010 van de door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw geborgde leningen en waarvoor de gemeente Utrechtse Heuvelrug als achtervang fungeert, bedraagt totaal €138.294.000. Voorts staat de gemeente Utrechtse Heuvelrug voor 80% garant voor het ontwikkelingsbedrijf Lange Dreef C.V., die bij de Bank voor Nederlandse Gemeenten een kredietfaciliteit heeft lopen van maximaal € 18.000.000 voor de realisatie van bestemmingsplan Lange Dreef. De woningcorporatie Heuvelrug Wonen staat voor 20% garant voor deze C.V.
4.2.5
Planschade
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) is in zijn volle omvang van kracht geworden, nu voor alle planschadeverzoeken, ingediend na 1 september 2010 het overgangsrecht niet meer van toepassing is. In de Wro is de bevoegdheid van burgemeester en wethouders geregeld, de financiële gevolgen van planologische ontwikkelingen voor de gemeente af te wentelen, door planschadeverhaalsovereenkomsten af te sluiten met initiatiefnemers van planologische maatregelen. Voor de behandeling van planschadeverzoeken hanteert de gemeente de ‘Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008’. Hierin is het recht voor het indienen van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade vastgesteld op € 500. Als op een aanvraag geheel of gedeeltelijk positief wordt beslist, wordt dit betaalde recht teruggestort door de gemeente. In artikel 6.2 lid 1 Wro is verder bepaald dat schade, die “binnen het normale maarschappelijk risico”valt, –in ieder geval een forfait van 2% van de waarde van de onroerende zaak onmiddellijk voor het ontstaan van de schade- voor rekening van de aanvrager blijft. Met de Wet ruimtelijke ordening en de Procedureverordening is het kader duidelijk waarbinnen de planschadeverzoeken kunnen worden behandeld die na 1 september 2010 zijn binnengekomen en zullen binnenkomen bij de gemeente. Overigens blijft de regelgeving van de WRO en het overgangsrecht nog van kracht voor de planschadeverzoeken waarvan het besluit nog niet onherroepelijk is. Dit is in een enkele
144
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf weerstandsvermogen
situatie nog het geval. De gemeente heeft de planschadekosten dan voor eigen rekening te nemen, maar in de meeste gevallen is daarvoor een planschadeverhaalsovereenkomst gesloten. 4.2.6
Bodemverontreiniging
Dankzij het afgeronde historisch bodemonderzoek en het daarop volgende veldonderzoek - beiden uitgevoerd in het kader van het ISV-bodemprogramma - zijn veel van de (potentieel) ernstig verontreinigde locaties in onze gemeente in beeld gebracht. Hoewel het risico van verrassingen hiermee aanzienlijk is verminderd, blijft het mogelijk dat op onverdachte locaties bodemverontreiniging wordt geconstateerd die dusdanig ernstig en urgent is dat er gesaneerd dient te worden. 4.2.7
Verbreding A12
Op 25 augustus 2010 heeft de Raad van State de drie tegen het WAB (Weg Aanpassings Besluit) ingestelde beroepen ongegrond verklaard. Daarmee is het WAB onherroepelijk geworden. Het tegen het TB (Tracé Besluit) ingestelde beroep is ter zitting geweest op 9 november 2010. De uitspraak wordt na het eerste kwartaal 2011 verwacht. Inmiddels heeft Rijkswaterstaat de aanbesteding afgerond en is het contract voor de realisering van de verbreding aangegaan met de Poort van Bunnik. Dit is een combinatie van bedrijven die deel uitmaken van de BAM groep. De aannemer (Poort van Bunnik) is inmiddels druk bezig met de uitvoering. De officiële start van het project is op 31 januari gedaan door de minister. De vertaling van het WAB en TB in een bestemmingsplan is lopende. Verwacht wordt dat dit in het derde kwartaal van dit jaar het bestemmingsplan kan worden vastgesteld door de raad. De aan het project gerelateerde kosten en de inzet van derden voor het project is geboekt op het voorbereidingskrediet dat in december 2009 door de raad gevoteerd is. De geboekte kosten zijn met €110.000 nog duidelijk onder de begrote kosten voor 2009 en 2010 gebleven. In het eerste kwartaal van 2011 is een nieuw voorstel in procedure gebracht worden, waarbij de kosten en opbrengsten van de verbreding van de A12 volgens de laatste inzichten zijn geactualiseerd. Dit project vormt momenteel geen risico omdat er voldoende gelden beschikbaar zijn. Eventuele tekorten worden door het Rijk gecompenseerd. 4.2.8
Ontwikkeling stationsgebied, ongelijkvloerse kruising spoor en weg dorp Driebergen-Rijsenburg
Bij het station Driebergen-Zeist zijn ingrepen in de infrastructuur en gebiedsontwikkeling onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Gebiedsontwikkeling die verder gaat dan upgrading van de bestaande situatie moet worden afgestemd op de infrastructuur. Definitieve besluitvorming over het voorlopig ontwerp van de nieuwe infrastructuur vindt plaats in het najaar van 2011. In juni 2010 heeft de gemeenteraad ingestemd met een bijdrage van € 5 miljoen aan de nieuwe infrastructuur. De beschikbare budgetten zijn leidend; zo nodig worden bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. De beschikbare BOR-middelen (Bereikbaarheidsoffencief Randstad) worden hierbij ingezet; hierover worden definitieve afspraken met het BRU gemaakt. Ook het proces van gebiedsontwikkeling van het hele stationsgebied is in 2011 weer gestart. In nauwe afstemming met de gemeente Zeist zijn voorstellen dienaangaande opgesteld, waarbij de beperkte middelen in de begroting leidend zijn. De gemeente is niet voornemens risicodragend deel te nemen aan gebiedsontwikkeling in het stationsgebied. Het risico voor de gemeentelijke bijdrage aan de nieuwe infrastructuur bedraagt € 5.000.000 (prijspeil 2010), waarbij partijen hebben afgesproken dit bedrag jaarlijks te indexeren. De bijdrage uit de BOR middelen is € 1,9 miljoen. Het resterende bedrag van € 3,1 miljoen wordt opgenomen in de meerjarenraming. De gemeente zal hiervoor in de jaren 2012 - 2018 jaarlijks gelden reserveren. 4.2.9
Sociale Werkvoorziening Zeist en omstreken (SWZ)
Op dit moment zijn er ongeveer 100.000 mensen in de sociale werkvoorziening werkzaam. Het kabinet wil dit aantal met 2/3 terugbrengen tot ongeveer 30.000 mensen. De grote groep mensen die geen indicatie voor een beschutte werkplek meer krijgt, komt straks te vallen onder één regeling voor de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt, de Wet werken naar vermogen. De Wet werken naar vermogen wordt 1 januari 2013 van kracht. De wet houdt in dat drie regelingen, de Wwb, Wsw 145
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf weerstandsvermogen
en Wajong, worden samengevoegd tot één regeling. In grote lijnen komt het erop neer dat ook ‘arbeidsbeperkten’ onder de regels gaan vallen die nu gelden voor de bijstand. Naast de plannen voor één regeling voor de ‘onderkant’ van de arbeidsmarkt (Wet werken naar vermogen) wil het kabinet een aantal forse bezuinigingen binnen de sociale werkvoorziening doorvoeren. Voor 2011 heeft het kabinet al een bezuiniging doorgevoerd van € 120 miljoen, plus geen compensatie van de loonkosten van nog eens € 31 miljoen. Dit betekent een verlaging van de rijksbijdrage met ongeveer € 1.300 per arbeidsplaats (SE) (van € 27.080 in 2010 naar € 25.758 in 2011). Voor 2012 wordt deze doorgevoerde bezuiniging gehandhaafd en mogelijk volgen er vooruitlopend op de Wet werken naar vermogen nog meer bezuinigingen. Vanaf 2013 is een verdere verlaging van de rijksbijdrage tot ongeveer € 22.000 in 2015 te verwachten. De bezuinigingen betekenen dat de loonkosten en rijksbijdrage steeds verder uit elkaar komen te liggen en dat de gemeenten dit verschil voor hun rekening moeten nemen. Op de balans van de GR SWZ zijn verschillende voorzieningen opgenomen voor toekomstige uitgaven om aan alle verplichtingen ten aanzien van medewerkers en derden, die voortkomen uit het verleden, te kunnen voldoen. Het gaat om een voorziening wachtgeld, voorziening reorganisatie (Sociaal Plan en kosten boventallige medewerkers) en voorziening seniorenregeling. Niet duidelijk is of deze voorzieningen toereikend zijn, omdat partijen het niet op alle punten met elkaar eens zijn. Hier schuilt dus een risico voor de in de GR deelnemende gemeenten. 4.2.10
Claim van St. Bartiméus Sonneheerdt i.v.m. subsidieregeling FES-gelden.
Bij de uitvoering van de eenmalige subsidieregeling toekennen eenmalige middelen praktijkvoorzieningen arbeidstoeleiding is een conflict ontstaan tussen de gemeente Utrechtse Heuvelrug en de St. Bartiméus Sonneheerdt over het al dan niet honoreren van een subsidieaanvraag van de Stichting ad. € 63.840. Nadat het verzoek door de gemeente was afgewezen en een beslissing op bezwaar negatief voor de Stichting uitpakte, is dit conflict voorgelegd aan de Rechtbank te Utrecht, afdeling bestuursrecht. De Rechtbank heeft uitspraak gedaan dat de gemeente het volledige geclaimde bedrag ad. € 63.840 aan de Stichting dient te betalen en de gemeente is tevens veroordeeld tot betaling van proces- en griffiekosten. Omdat wij het niet eens zijn met deze uitspraak is vanwege een vijftal argumenten besloten om bij de Raad van State in hoger beroep te gaan. Uitspraak van de Raad van State zal waarschijnlijk nog enige tijd duren. 4.3. 4.3.1
Risico’s op eigendommen Vandalisme
Het vandalisme is een regelmatig terugkerend gesprekspunt in het overleg tussen burgemeester en politie. In dit overleg worden ook concrete afspraken gemaakt over de aanpak van dit probleem en wordt concreet gereageerd op specifieke problemen binnen de gemeente. Daarnaast wordt altijd aangifte gedaan en wordt de schade verhaald op de daders, indien zij bekend zijn. Dit risico is marginaal. Gaat veelal om kleine schade die veelal verhaald worden, al dan niet via WAverzekering van de tegenpartij. 4.3.2
Meerjarige beleid- / beheerplannen wegen, riolering en groen
Er zijn in 2009 drie beheerplannen aangeboden aan de gemeenteraad: Bomen, Bos- en Natuurterreinen en Wegen. In deze beheerplannen zijn de kwantitatieve en kwalitatieve gegevens afgezet tegen de beschikbare budgetten. Vanwege het ontbreken van aanvullende middelen heeft het college in alle beheerplannen de budgetneutrale variant als uitgangspunt gekozen. Wegen Met haar keuze voor de budgetneutrale variant loopt de gemeente enige risico’s ten aanzien van het wegbeheer. De risico’s ten aanzien van veiligheid en verhoogde kans op toekenning van schadeclaims lijken nog gering. Het grootste risico lijkt op dit moment te bestaan uit kapitaalvernietiging. Door meerdere jaren achtereen inspecties te verrichten zal duidelijk worden hoe het wegdek in onze gemeente zich gedraagt. Wat hierbij vooral van belang is, is of de technische afschrijving sneller of langzamer gaat dan de economische die vastgesteld is op 50 jaar. 146
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf weerstandsvermogen
Bomen De keuze voor de beheervariant budgetneutraal heeft de volgende consequenties: Vanwege onvoldoende snoei in de ontwikkelingsfase vindt beperkt kapitaalvernietiging plaats. Door onvoldoende inspectie en onderhoud zijn er veiligheidsrisico’s aanwezig, omdat het budget
onvoldoende is om onveilige situaties helemaal te voorkomen. Er wordt vrijwel alleen aan beheersing van de veiligheid gedaan. De gemeente voldoet hiermee niet geheel aan de wettelijke zorgplicht. De gemeente loopt hierdoor financiële risico’s, omdat schadeclaims niet in alle gevallen kunnen worden weerlegd. Het bomenbestand veroudert en verliest aan duurzaamheid doordat onvoldoende vervanging van bomen plaatsvindt. Bos- en Natuurterreinen De keuze voor de beheervariant budgetneutraal heeft de volgende consequenties: Het (groot)onderhoud aan het bossysteem is op orde. Van kapitaalvernietiging is dus geen sprake. Er is onvoldoende inspectie en onderhoud aan de bomen langs paden en in bosranden. Hierdoor voldoet de gemeente niet geheel aan de wettelijke zorgplicht. Hierdoor loopt de gemeente (in beperkte mate) risico op schade- en letselclaims. Het bomenbestand langs paden en bosranden veroudert en verliest aan duurzaamheid doordat onvoldoende vervanging van bomen plaatsvindt. Het risico is beperkt tot ongeveer € 14.000 aan eigen risico. Riolering In 2008 is gestart met een grootschalig reinigings- en inspectietraject. In de periode 2008 - 2010 zijn opdrachten verstrekt om alle riolen waar geen gegevens van bekend zijn te inspecteren. In de loop van 2010 zijn de gegevens in het beheersysteem verwerkt. Deze gegevens vormen een belangrijke basis voor het wettelijke verplichte Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Om ook zonder GRP zoveel mogelijk aan de wettelijke verplichting te voldoen is een inventarisatie gemaakt van alle noodzakelijke uit te voeren activiteiten uit de GRP’s van de voormalige gemeenten. Hiervoor is een kostendekkingsplan opgesteld. Hieruit blijkt dat er weliswaar een structureel dekkingstekort is, maar dat door inzet van de reserve er toe en met 2013 voldoende financiële dekking is voor de uitvoering van de activiteiten. Daarna dienen op basis van het GRP nieuwe tarieven te worden vastgesteld. Het definitieve GRP incl. meerjarige lastenontwikkeling en kostendekkingsparagraaf geeft integrale informatie en vormt de basis vormen voor de meerjarige ontwikkeling van het rioolrecht. De gemeenteraad kan op basis hiervan kaders stellen en besluiten nemen. Dit wordt in 2011 aan de gemeenteraad ter besluitvorming aangeboden. Begraafplaatsen Door de raad is een investeringskrediet beschikbaar gesteld voor de inventarisatie van de begraafplaatsen, inclusief de graven. Dit is noodzakelijk om de risico’s van het beheer en de exploitatie (inclusief ruimingen) voor de toekomst in beeld te krijgen. In 2011 wordt de inventarisatie afgerond. Sportcomplexen Voor de buitensportcomplexen is gestart met het in beeld brengen van de hoeveelheid en kwaliteit van de gemeentelijke eigendommen (velden, hekwerken, lichtmasten, etc.). Op basis van deze inventarisatie zullen de risico’s kunnen worden bepaald. 4.3.3
Grondexploitaties
Het financiële uitgangspunt bij grondexploitaties is om minimaal een sluitende exploitatie te realiseren, waarin alle kosten van het grondbeleid worden verhaald via o.a. grondopbrengsten. De reserve grondexploitatie doet dienst als egalisatiereserve voor de exploitatieresultaten van de exploitatieplannen en als buffer voor de in de exploitatieberekeningen niet voorziene risico’s. In de nota Reserves en Voorzieningen is nader ingegaan op de functie en wordt vermeld dat de boven- en ondergrens niet wordt vastgezet op een bedrag; beide zijn namelijk afhankelijk van nog lopende grondexploitaties. 4.3.4
Ontwikkeling locatie Lange Dreef dorp Driebergen-Rijsenburg
Medio december 2010 is de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de Stichting Heuvelrug Wonen (HW) definitief getekend en zijn de rechtspersonen voor de ontwikkeling van de locatie Lange Dreef opgericht en notarieel vastgelegd. Vervolgens is door de Lange Dreef CV, waarin de Stichting Heuvelrug 147
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf weerstandsvermogen
Wonen en de gemeente op basis van gelijkwaardigheid participeren, zelfstandig financiering aangetrokken. Deze financiering van de CV is nodig omdat de CV de voor de ontwikkeling van de locatie benodigde gronden van de gemeente overneemt. De financiering is verstrekt op basis van een 80/20 borgingsconstructie, te weten 80% gemeentegarantie en 20% concerngarantie door de Stichting Heuvelrug Wonen. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft hieraan zijn goedkeuring gegeven. Eind juni is, na een aanbestedingsprocedure de opdracht tot ontwikkeling gegund aan een marktpartij, die samen met de CV de locatie daadwerkelijk in de periode 2011-2015 gaat realiseren. De kredietcrisis van 2008, de vertraging in de economie en het lage consumentenvertrouwen houden de vastgoedmarkt nog steeds in de greep. Op deze conjuncturele situatie heeft de gemeente geen invloed. In de vigerende grondexploitatie opzet voor de Lange Dreef (van november 2010) is ingegaan op de risico’s, die de gemeente en Woningbouwcorporatie Heuvelrug Wonen lopen in deze gebiedsontwikkeling. Deze risico’s (positief of negatief) worden conform de Samenwerkingsovereenkomst 50-50 gedeeld. Ook is aangegeven welke sturingsinstrumenten er zijn om dit proces in goede banen te leiden. Gelet op de huidige stand van zaken, wordt ervan uitgegaan dat de grondexploitatie in de periode 2011 -2015 nagenoeg budget neutraal kan verlopen. Daarbij is de voorziene Cash Flow in 2011-2015 en dan met name het tempo van gronduitgifte, van groot belang. Dit project vormt voor 50% een risico voor de gemeente. De reserve bouwgrondexploitatie dient als buffer voor dit risico. 4.3.5
Meerjarige beleid- / beheerplannen gebouwen
Op dit moment is er een meerjaren onderhoudsplan voor gebouwen aanwezig. Dit is nog geen compleet meerjarig beleid- en beheerplan. Voor een aantal gebouwen zoals de monumenten ontbreken de beheerplannen. De bedoeling is om dit beleid- en beheerplan met bijbehorende financiële consequenties te baseren op het strategisch vastgoedbeleid. In het 1e kwartaal van 2011 is de nota ‘’kader vastgoedstrategie’’ aan de gemeenteraad voorgelegd. De raad heeft naar aanleiding van deze nota om een uitgebreide strategische vastgoednota gevraagd. Inmiddels is wel duidelijk dat er niet zozeer een risico is dat middelen ontoereikend zijn, maar dat het ook de daadwerkelijke verwachting is dat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn voor de huidige vastgoedportefeuille. Het exacte risico is pas vast te stellen na vaststelling van de vastgoednota. 4.3.6
Verkoop niet strategische panden
In 2011 is de koopovereenkomst voor een gedeelte van het voormalige gemeentehuis in Amerongen getekend. De overdracht zal plaatsvinden nadat een nieuw bestemmingsplan is vastgesteld. Naar verwachting zal dat in 2012 zijn. Er lopen gesprekken met een partij die interesse heeft in Hof 7. Het is echter nog niet zeker of deze het pand daadwerkelijk zal kopen. Het pand blijft daarom vooralsnog te koop staan. De praktijkruimte aan Bentincklaan 50 te Leersum is begin 2011 overgedragen. Het positieve resultaat bedraagt ongeveer €53.000. Wij hebben in onze vergadering van 19 april 2011 besloten een gedeelte van de vastgoedportefeuille, welke niet als strategisch is aangemerkt, af te stoten. Hiervoor is een lijst met panden opgesteld. Traay 303 maakt hier geen onderdeel vanuit. Aan de raad is verzocht wensen en bedenkingen kenbaar te maken. De raad heeft hiervan in zijn vergadering van 26 mei 2011 geen gebruik gemaakt. 4.4. 4.4.1
Risico’s die verband houden met interne bedrijfsvoering Wachtgelden
Eventuele wachtgelduitkeringen komen voor rekening van de gemeente. Dit geldt zowel voor het personeel als voor de wethouders. Voor wachtgeld aan bestuurders is een budget in de begroting opgenomen. Voor het personeel bestaat naar de huidige inzichten geen sprake van mogelijke risico's; daarom is daar geen voorziening voor gevormd. Mocht hier verandering in komen, dan komen de eventuele uitkeringen ten laste van de exploitatiebegroting. Op grond van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers 2001 komen daarnaast de pensioenen van oud-bestuurders voor rekening van de gemeente. Financieel is vooral de waardeovername en 148
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf weerstandsvermogen
waardeoverdracht van pensioenen van wethouders van belang. Wethouders kunnen de waarde van een ergens anders opgebouwd pensioen tijdens het wethouderschap namelijk over laten nemen door de gemeente. Ook voor gewezen wethouders is het na 1 januari 1998 mogelijk de pensioenaanspraken bij de gemeente af te kopen door waardeoverdracht. Daardoor wordt het ook voor wethouders mogelijk pensioenbreuken zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te herstellen. Voor de pensioenen van oud-bestuurders is een budget in de begroting opgenomen en bestaat een voorziening voor de egalisatie van de lasten. Bij afkoop door oud-bestuurders worden de opgebouwde rechten in eens uitbetaald. Als de voorziening niet toereikend is om de waardeoverdracht te kunnen dekken, wordt het eventuele tekort ten laste van de algemene middelen worden gebracht / aangevuld. 4.4.2
ARBO- en milieuwetgeving
De huidige ARBO- en de milieuwetgeving zijn zodanig dat de gemeente er rekening mee moet houden dat zij als eindverantwoordelijke en / of opdrachtgever van werken in haar hoedanigheid van eigenaar kan worden aangesproken voor kosten die een gevolg zijn van mogelijke overtredingen of schadeclaims. Dit kan bijvoorbeeld bodemverontreiniging zijn. Hoewel er nog geen aanwijzingen zijn in die richting kan gedacht worden aan het industrieterrein in het dorp Amerongen. Daarnaast is de gemeente in haar hoedanigheid van werkgever ook verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden van haar medewerkers, zoals deze beschreven zijn in de Arbo-wet. In 2007 is gestart met een gemeentebreed Risico-Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E). Aansluitend is in 2008 en 2009 op basis van de geconstateerde knelpunten het Plan Van Aanpak (PVA) opgesteld. De hierin beschreven maatregelen verminderen de arbeidsrisico’s op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. Het plan van aanpak dat is opgesteld aan de hand van de Risico-Inventarisatie en –Evaluatie is door de gecertificeerde Arbodienst goedgekeurd. Een certificaat is ontvangen. Voor de nieuwe gemeentewerf in Doorn die in juli 2011 in gebruik is genomen is de uitvoering van een Risico-inventarisatie uitgevoerd. De gemeente Utrechtse Heuvelrug beschikt hiermee over een goedgekeurde Risico-Inventarisatie en –Evaluatie zoals in de wet verplicht wordt gesteld. De risico’s die de gemeente loopt als werkgever zijn hierdoor zoveel als mogelijk beperkt. 4.4.3
Herinrichting van de afdeling Vergunning en Handhaving
Inmiddels wordt al enige tijd met de WABO gewerkt en is de conclusie gerechtvaardigd, dat de wetgeving en de daarin opgenomen procedures niet bepaald een bijdrage hebben geleverd aan meer klantvriendelijke benadering van inwoners en bedrijven, hetgeen toch wel het oorspronkelijke doel van de wetgeving is geweest. De aanvraag procedure is voor de gemiddelde Nederlander behoorlijk ingewikkeld geworden en het kabinet heeft aanleiding gevonden aan te kondigen, dat de WABO in 2012 op de schop gaat om tot vereenvoudigingen te komen Vanuit de WABO is het vergunningvrij bouwen aanzienlijk verruimd. Daarnaast blijft ook voor vergunningvrije bouwwerken een toets achteraf aan de regels vanuit onder ander bestemmingsplan, Bouwbesluit en Welstand mogelijk c.q. noodzakelijk. Immers is vergunningvrij niet altijd vergunningvrij. Dit betekent een behoorlijke omslag in denken en handelen ten aanzien van vergunningverlening en toezicht en handhaving. Met een na 1 november 2010 ingezette doorontwikkeling van de afdeling is al bereikt dat meer efficiënt en effectief met de aanvragen wordt omgegaan, maar deze ontwikkelingen moeten in 2012 wel leiden tot een organisatie die kwalitatief en kwantitatief klaar is voor deze ontwikkeling. Ook moet er expliciet rekening mee worden gehouden, dat inmiddels duidelijk is geworden dat per 1 januari 2013 in deze regio een Regionale Uitvoeringsdienst wordt gevormd, die eveneens consequenties heeft voor een deel van onze organisatie, met name waar het de afdeling Vergunning&Handhaving betreft Het maximale risico bedraagt € 500.000. Dit zal gecompenseerd moeten worden door lagere lasten. Dit risico wordt niet gedekt vanuit het weerstandsvermogen.
149
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf weerstandsvermogen
150
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
151
Programmabegroting 2012-2015
1.
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Algemeen
Onze gemeente bestaat uit de zeven dorpen Amerongen, Doorn, Driebergen-Rijsenburg, Leersum, Overberg, Maarn en Maarsbergen en heeft een oppervlakte van 13.140 hectare, waarvan 12.949 hectare land en 191 hectare oppervlakte binnenwater. Het grootste deel van de gemeente is particulier grondbezit. Een klein gedeelte is in eigendom en/of beheer bij de gemeente. Het grootste deel hiervan is openbare ruimte. Hier vinden veel activiteiten plaats, zoals wonen, werken en recreëren. Voor die activiteiten zijn er kapitaalgoederen nodig die als volgt kunnen worden ingedeeld: - gebouwen; - infrastructuur zoals wegen, watergangen, kunstwerken en riolering; - voorzieningen zoals speeltoestellen, verlichting en openbaar groen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten.
2.
Bestaand beleid
Het onderhoud van kapitaalgoederen van onze gemeente is onder meer opgenomen in nota's, meerjarige beleid- en beheer(onderhouds)plannen. Op dit moment zijn de volgende beheer- en beleidsplannen beschikbaar: • Meerjarige onderhoudsplannen gebouwen (inclusief schoolgebouwen); • Het Landschapsontwikkelingsplan Kromme Rijngebied+ is door de gemeenteraad in januari 2010 vastgesteld. Het plan bevat een uitvoeringsparagraaf waar samen met andere partijen in het gebied projecten worden opgevoerd voor landschapsverbetering met provinciale subsidie. • Beheerplan wegen Het beheerplan wegen is in 2009 door de raad vastgesteld. Het plan laat een beperkt tekort zien op het wegenonderhoud. Met de beschikbare middelen wordt getracht de risico’s voor aansprakelijkheid en veiligheid zoveel mogelijk te beperken. • Beheerplan gemeentelijke bos- en natuurterreinen Het beheerplan gemeentelijke Bos- en Natuurterreinen is in 2009 door de raad vastgesteld. Er zijn 3 varianten beschreven: budgetneutraal, streefniveau en streefniveau-plus. Er is gekozen voor de budgetneutrale beheervariant. Dit is de variant die met de beschikbare middelen uit de begroting kan worden gerealiseerd. In deze variant voldoet de gemeente niet aan alle wettelijke verplichtingen. Deze variant heeft financiële risico’s omdat schadeclaims niet in alle gevallen kunnen worden weerlegd. • Beheerplan bomen Het beheerplan gemeentelijke Bomen is in 2009 door de raad vastgesteld. Er zijn 3 varianten beschreven: budgetneutraal, streefniveau en streefniveau-plus. Er is gekozen voor de budgetneutrale beheervariant. Dit is de variant die met de beschikbare middelen uit de begroting kan worden gerealiseerd. In deze variant voldoet de gemeente niet aan alle wettelijke verplichtingen. Deze variant heeft financiële risico’s omdat schadeclaims niet in alle gevallen kunnen worden weerlegd. • Gemeentelijke rioleringsplannen (nog van de oude gemeenten); Om een Gemeentelijk RioleringsPlan (GRP) te kunnen schrijven zijn betrouwbare (volledige en juiste) gegevens nodig. Deze zijn inmiddels beschikbaar. In 2009 en 2010 is een forse inventarisatieslag verricht. In 2010 zijn de gegevens verwerkt in het beheersysteem. Deze gegevens vormen de basis voor het GRP dat in 2011 wordt aangeboden aan de Raad. • Sportcomplexen • Begraafplaatsen; • Kwaliteitsplan Beheer openbare ruimte Het Kwaliteitsplan Beheer Openbare Ruimte is in 2009 door de gemeenteraad vastgesteld. Hiermee is een belangrijke basis gelegd voor de ontwikkeling van kwaliteitsgestuurd beheer. De uitgangspunten en de kwaliteitsgebieden worden verwerkt in de beheersystemen. Het onderhoud zal steeds meer
152
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
beschreven worden in beeldbestekken. De eerste beeldbestekken zijn opgesteld en aanbesteed voor maaien, onkruidbestrijding op verhardingen en onkruidbestrijding in de plantsoenen in de wijken.
3.
Beleid- en beheerplannen
Er is krediet beschikbaar gesteld voor de opstelling van een aantal beleid- en beheerplannen. De meeste plannen zijn afgerond en vastgesteld. De volgende zijn nog in ontwikkeling: Groenstructuurplan De laatste hand wordt gelegd aan het opstellen van een groenstructuurplan dat als basis kan gaan dienen voor uitvoeringsplannen, reconstructies e.d. Bomenverordening Daarnaast wordt een verdergaande deregulering of afschaffing van het kapvergunningenbeleid voorbereid met uitzondering van een beperkt aantal monumentale bomen. Natuurvisie In de gemeentelijke structuurvisie is uitgesproken dat de gemeente een natuurvisie wil vaststellen. Om een dergelijke visie met beperkte middelen op te kunnen stellen, wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande en nieuw uit te voeren inventarisaties. Ook zal samenwerking worden gezocht met gebiedspartners in Kromme Rijn-, nationaal park en Gelderse Valleigebied. Beheersysteem Openbare Ruimte Het beheersysteem vormt de basis voor de bedrijfsvoering van het onderhoud van de openbare ruimte. Een belangrijke voorwaarde is dat de gegevens betrouwbaar zijn (juist en volledig). De betrouwbaarheid van de beheergegevens van de voormalige gemeenten was veel minder dan voorzien en de aanpassingen aan de automatisering bleken complex te zijn. De meeste hobbels zijn genomen en nu is het beheersysteem na veel inspanning bijna op orde. De resterende gegevens zijn in de loop van 2010 in de systemen ingevoerd. Nu gaat de aandacht uit naar het invoeren van kostenkengetallen. Doorlopend zullen in de komende jaren verschillende bestekken worden opgesteld en zullen de beheergegevens actueel worden gehouden. Twee deelbeheerplannen voor openbaar groen zijn gereed (Bomen en Bos- en Natuurterreinen). Overige plannen worden opgesteld als de gegevens uit het beheersysteem beschikbaar zijn. Het beheerplan wegen is gereed. Verdere verfijning en vertaling in onderhoudsplannen vindt doorlopend plaats. Nota ontwikkeling Stationsgebied Partijen betrokken bij de ontwikkeling van het stationsgebied (ProRail, BRU, provincie en gemeenten Utrechtse Heuvelrug en Zeist) hebben zich in 2011 in belangrijke mate gericht op het komen tot een definitief voorlopig ontwerp voor de door ProRail te realiseren infrastructurele maatregelen in het stationsgebied Driebergen-Zeist. De infrastructurele maatregelen betreffen viersporigheid, ongelijkvloerse kruisingen van weg en spoor, een nieuw spoor- en busstation en parkeergelegenheid voor auto’s en fietsen. Voor het maken van het plan van aanpak voor de herontwikkeling is nauwe aansluiting gezocht bij alle lopende initiatieven van grondeigenaren in het stationsgebied, waardoor het opstellen het plan van aanpak wat langer heeft geduurd dan oorspronkelijk gepland. De uitvoering van het plan van aanpak is medio 2011 gestart en zal in nauwe afstemming met grondeigenaren plaatsvinden. Naar verwachting eind 2011/begin 2012 wordt, parallel aan besluitvorming over de nieuwe infrastructuur in het stationsgebied ook de nota over herontwikkeling van het stationsgebied als geheel opgeleverd.
4.
Wegen
De gegevens van het wegbeheer worden omgezet naar een eenvoudiger bruikbaar systeem. Deze gegevens worden gebruikt bij het opstellen van het wegenbeheerplan. Dit plan wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van weginspecties. Het wegenbeheerplan is 28 mei 2009 aan uw raad aangeboden. Op basis van het wegenbeheerplan en de beschikbare middelen worden uitvoeringsplannen opgesteld. U hebt in de 153
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
raadsvergadering van 28 mei 2009 ingestemd met de budgetneutrale variant. Omdat de verschillen met de streefvariant in het beheerplan 2009 – 2012 klein zijn loopt de gemeente geringe risico’s. Gezien de leeftijdsopbouw van asfalt- en klinkerwegen in onze gemeente en de reguliere afschrijvingstermijnen van deze wegen valt te verwachten dat er in de periode vanaf 2012 grotere uitgaven nodig zijn dan tot op heden opgenomen in de meerjarenbegroting. Ook nemen als gevolg van wettelijke eisen de kosten van onkruidbestrijding op verhardingen toe. Door deze ontwikkelingen worden de risico’s van de budgetneutrale variant groter en neemt het financiële verschil tussen de budgetneutrale en de streefvariant in de toekomst toe. Dit zal blijken in geactualiseerde versies van het wegenbeheerplan. Inmiddels zijn ook gegevens over het wegmeubilair (verkeersborden), openbare verlichting en civieltechnische kunstwerken beschikbaar.
5.
Openbaar groen
In 2007 is al het openbaar groen van de gemeente geïnventariseerd. De gegevens zijn opgenomen in het beheersysteem. De gegevens zijn verwerkt in een beheerplan. Bij de verwerking hebben zich automatiseringstechnische problemen voorgedaan. Deze zijn nu grotendeels opgelost. Bovendien is de overstap gemaakt naar een eenvoudiger beheersysteem. De verwachting is dat de beheergegevens in de loop van 2011 zullen worden aangevuld met kostenkengetallen. De data worden jaarlijks geactualiseerd op basis van inspecties. Intussen zijn beheerplannen beschikbaar voor de onderdelen: • gemeentelijke bomen; • gemeentelijke bossen en natuurterreinen. De verschillende plannen zijn op dezelfde wijze opgebouwd en sluiten op elkaar aan. U hebt voor beide beheerplannen ingestemd met de budgetneutrale variant. Hierdoor loopt de gemeente enige aansprakelijkheidsrisico’s. Risico’s voor kapitaalvernietiging zijn er niet. Voor de volgende onderdelen van het openbaar groen worden nog beheerplannen opgesteld: • Plantsoenen; • Gras-, oever-, en watervegetaties; • Speelvoorzieningen
6.
Rioleringen
Tijdens de harmonisatie van de rioolgegevens is ontdekt dat veel van de informatie van de voormalige gemeenten onbetrouwbaar (onjuist en onvolledig) was. In 2008 is gestart met het opnieuw inventariseren en inspecteren van alle delen van het rioolstelsel, waarvan gegevens onjuist of niet volledig zijn. De gegevens zijn inmiddels ingevoerd in het rioolbeheersysteem en zijn verwerkt in het concept verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan GRP dat in 2011 aan de Raad wordt aangeboden. Het beheersysteem zal jaarlijks geactualiseerd worden op basis van reguliere inspecties.
7.
Begraafplaatsen
Onze gemeente bezit negen gemeentelijke begraafplaatsen, te weten één begraafplaats in Maarn en twee begraafplaatsen in Amerongen, Doorn, Driebergen-Rijsenburg en Leersum. Uitbreidingen van de begraafcapaciteit zijn gerealiseerd op de begraafplaatsen van Leersum en Amerongen. Op basis van het Verbeterplan Begraafzaken dat in 2008 door het College is vastgesteld worden plannen ontwikkeld voor de verbetering van het onderhoud, beheer en exploitatie van de begraafplaatsen. In 2008 is beleid over begraven op eigen terrein geformuleerd en vastgesteld. In 2009 is ondermeer ruimingsbeleid opgesteld, dat in 2010 in uitvoering is genomen. Ook is in 2010 een capaciteitsuitbreiding van de begraafplaats in Driebergen gerealiseerd. In de organisatie is het beheer van begraafplaatsen (en sportvelden) overgegaan van de afdeling Accommodaties naar Openbare Ruimte. De achterstanden die in het beheer zijn ontstaan worden in beeld gebracht en zullen in een verbeterslag worden ingelopen.
154
Programmabegroting 2012-2015
8.
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
Gebouwen
Het onderhoud van de gebouwen werd in 2011 volgens de aangepaste meerjaren onderhoudsprogramma’s uitgevoerd. De aanpassing zit met name in het doorschuiven van groot onderhoud, omdat er structureel steeds minder middelen zijn om al het gepland groot onderhoud tijdig te kunnen uitvoeren. Zodra de nota strategisch vastgoedbeleid is vastgesteld zal er meer duidelijkheid komen over de benodigde middelen versus beschikbare middelen. De jaarlijkse fluctuaties binnen het groot onderhoud worden opgevangen binnen de reserve onderhoud gebouwen. De gevolgen van de reserve onderhoud gebouwen op de langere termijn zullen ook meegenomen worden in het strategisch accommodatieplan. Een tekort in de reserve zal eventueel gevoed kunnen worden uit een gedeelte van de verkoopopbrengst van het onroerend goed van de gemeente.
9.
Sportparken
De uitvoering van de sportnota is sinds 1 juli 2011 afgerond in die zin dat overeenstemming is bereikt met de sportverenigingen over de uitvoering van de sportnota. De raad is hierover in augustus 2011 geïnformeerd. Vanuit de lijnorganisatie worden nu de gemaakte afspraken contractueel verankerd en in de organisatie geïmplementeerd. Tijdens de onderhandelingen met de sportverenigingen is minimaal onderhoud uitgevoerd aan de opstallen van de buitensportverenigingen. Bij de afspraken die met de verenigingen zijn gemaakt over de uitvoering van de sportnota is ook stil gestaan bij het onderhoud. Zodra de gemaakte afspraken contractueel zijn vastgelegd, zullen, ten laste van de voorziening onderhoud gebouwen, de benodigde middelen om het onderhoud alsnog uit te voeren, als bijdrage aan de verenigingen, die via BTW-beheerstichtingen verantwoordelijk worden voor de opstallen, alsnog worden uitgekeerd. In de organisatie is het beheer van sportvelden overgegaan van de afdeling Accommodaties naar Openbare Ruimte. De achterstanden die in het beheer zijn ontstaan worden in beeld gebracht en zullen in een verbeterslag worden ingelopen.
155
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
156
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf financiering
Paragraaf financiering
157
Programmabegroting 2012-2015
1.
Paragraaf financiering
Algemeen
De financieringsparagraaf is in samenhang met het treasurystatuut een belangrijk instrument om de financieringsfunctie transparant te maken en daarmee het sturen, beheersen en controleren van de financiering en de risico’s daarvan. Het treasurystatuut geeft het raamwerk voor de inrichting van de financieringsfunctie. De uitwerking vindt zijn weerslag in de financieringsparagraaf van de begroting en het jaarverslag. In de financieringsparagraaf wordt ingegaan op de wijze waarop de gemeente benodigde geldmiddelen aantrekt en de (tijdelijk) overtollige geldmiddelen belegt. Het in 2006 vastgestelde treasurystatuut is afgelopen jaar geactualiseerd en op 31 augustus 2010 door ons vastgesteld. Daarna is het ter kennis gebracht van de raad. Het nieuwe treasurystatuut is met ingang van 1 januari 2011 in werking getreden.
2.
Beleid
Door haar activiteiten loopt de gemeente diverse risico’s. Het doel van de treasury is om die risico’s zo veel mogelijk te beperken. De beleidslijn is, dat de uitvoering van de gemeentelijke financieringsfunctie uitsluitend de publieke taak dient, het beheer prudent is en dat binnen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm wordt geopereerd. Een meer gedetailleerde uitwerking van de voorwaarden waaraan bij het aantrekken en het uitzetten van gelden moet worden voldaan, is neergelegd in het treasurystatuut. De beleidsmatig relevante normen voor 2012 zijn: Renterisiconorm € 17.226.000; Kasgeldlimiet € 7.321.000; Financieringstekort € 30.430.000.
3.
Risicoprofiel
3.1.
Algemeen
Bij het verplicht gestelde risicoprofiel wordt onder risico’s verstaan: zowel renterisico als kredietrisico, liquiditeitsrisico, koersrisico, debiteurenrisico en -voor zover aanwezig- valutarisico. Bij het renterisico speelt de verwachte ontwikkeling van rentepercentages in de markt, de zogenaamde rentevisie, uiteraard een belangrijke rol. Voor onze gemeente gaat het vooral om het renterisico en het liquiditeitsrisico. 3.2.
Rentevisie
De Europese geldmarkttarieven zijn dit jaar met ruim 0,5 procentpunt gestegen, in lijn met de verhoging van het herfinancieringstarief van de ECB. Het 3-maands euribortarief bedraagt nu 1,56% en het 1-maandstarief 1,33%. De verwachting is, dat de ECB na de laatste renteverhoging in juli, van 1,25% naar 1,5%, voorlopig even pas op de plaats zal maken en pas later dit jaar tot een eventuele verdere renteverhoging zal besluiten. Dat impliceert dat de geldmarkttarieven dit jaar waarschijnlijk niet veel verder zullen oplopen. Het probleem voor de ECB blijft dat de economische prestaties in de eurozone zo sterk uiteenlopen. Voor de Duitse economie is een hogere rente gewenst, maar de zwakkere landen, die geen of nauwelijks groei laten zien, kunnen absoluut geen renteverhoging gebruiken, temeer omdat de banken in deze landen voor hun financiering sterk op de ECB leunen. Wordt er gekeken naar de inflatieontwikkeling in de eurozone als geheel, dan is er in principe geen noodzaak voor de ECB om de rente veel verder te verhogen in 2012. De economische groei zal naar verwachting benedengemiddeld blijven en de inflatie, 2,7% in mei, lijkt inmiddels over het hoogtepunt heen. Verder is de kerninflatie met 1,5% nog altijd zeer gematigd. Toenemende zorgen over de economie en de Europese schuldencrisis, hebben de afgelopen maanden tot een flinke rentedaling geleid in de VS en in de sterkere Europese landen. Voor een deel is deze beweging de 158
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf financiering
afgelopen weken weer ongedaan gemaakt, nadat duidelijk was dat Griekenland voorlopig op financiële steun van Europa en het IMF kan blijven rekenen. De Duitse 10-jaarsrente staat nu rond de 3% en de vergelijkbare Nederlandse rente bedraagt ruim 3,3%. Hoewel beide landen er financieel duidelijk beter voor staan dan de VS en de inflatie hier aanmerkelijk lager is, worden ook deze rendementen te laag geacht. Bovendien is de kans groot dat de rente de komende tijd weer wat oploopt, als blijkt dat de groei in Europa niet verder afzwakt en beleggers meer risico zullen nemen.
Ontwikkeling rentepercentage met een looptijd van 10 jaar en een vaste rente 1.
Ontwikkeling over de periode 1-1-2010 tot 1-7-2011
4,90% 4,70%
04-012010
4,50% 4,30%
01-042010
4,10%
01-072010
3,90% 3,70%
01-102010
3,50% 3,30%
03-012011
3,10%
01-042011
2,90% 2,70% 2,50% jan- 10
mrt - 10
mei-10
jul-10
sep- 10
nov- 10
jan-11
159
mr t - 11
mei- 11
jul- 11
01-072011
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf financiering
i. Ontwikkeling in 2011
4,00% 3,75% 3,50% 3,25% 3,00% 2,75% 2,50% 2,25% 2,00% jan-11
3.3.
feb-11
mrt-11
apr-11
mei-11
jun-11
jul-11
aug-11
sep-11
Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet is de in de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) neergelegde limiet voor de toegestane omvang van de netto vlottende schuld. Als deze limiet wordt overschreden kan de gemeente verplicht worden om een langlopende lening aan te trekken. De limiet wordt berekend op basis van een percentage van het begrotingstotaal. Sinds enige jaren is dat percentage vastgesteld op 8½. Voor 2012 bedraagt het begrotingstotaal afgerond € 86.132.000 zodat de kasgeldlimiet voor dat jaar kan worden berekend op afgerond € 7.321.000. 3.4.
Renterisico(norm)
Het renterisico is het risico, dat de gemeente loopt in verband met contractueel overeengekomen wijzigingen van rentepercentages van aangetrokken en uitgezette langlopende leningen. In de Wet Fido is bepaald, dat het renterisico dat op de vaste schuld wordt gelopen, de zogenaamde renterisiconorm, niet mag overschrijden. Sinds 1 januari 2009 bedraagt deze norm 20% van het begrotingstotaal. Voor 2012 bedraagt het begrotingstotaal afgerond € 86.132.000 zodat de renterisiconorm voor dat jaar kan worden berekend op afgerond € 17.226.000. Op basis van de huidige gegevens vindt er in 2012 voor vijf opgenomen geldleningen en voor drie uitgezette geldleningen een herziening van het rentepercentage plaats. In 2013 gebeurt dit eveneens voor vier opgenomen geldleningen en een uitgezette geldleningen en in 2014 voor een opgenomen geldlening. Zowel in 2015 als in 2016 vindt er een renteherziening plaats voor een tweetal opgenomen geldleningen en een uitgezette geldlening. In onderstaand overzicht wordt de verwachte ontwikkeling van de renterisiconorm voor de jaren 2012 t/m 2016 weergegeven.
160
Programmabegroting 2012-2015
Omschrijving
Paragraaf financiering
2012
2013
2014
2015
Renteherziening op vaste schuld o/g Renteherziening op vaste schuld u/g Netto renteherziening op vaste schuld Te betalen aflossingen Renterisico op vaste schuld
1.765.000 1.386.000 379.000 10.181.000 10.560.000
2.137.000 1.553.000 584.000 9.580.000 10.164.000
2.494.000 0 2.494.000 9.504.000 11.998.000
1.467.000 1.290.700 176.300 7.193.000 7.369.300
Renterisiconorm Begrotingstotaal Ministeriele regeling vastgestelde % Renterisiconorm
86.132.000 20% 17.226.000
81.157.000 20% 16.231.000
78.753.000 20% 15.751.000
76.425.000 20% 15.285.000
Toets renterisico Renterisiconorm per 1 januari Renterisico op vaste schuld
17.226.000 10.560.000
16.231.000 10.164.000
15.751.000 11.998.000
15.285.000 7.369.300
Ruimte(+)/ Overschrijding(-)
6.666.000
6.067.000
3.753.000
7.915.700
3.5.
Kort geld ten opzichte van lang geld
De rente voor kortlopende leningen is bij een normale rentestructuur lager dan die voor langlopende leningen; ook nu is dat het geval. Ons beleid is er daarom op gericht om, binnen de wettelijke kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, via kortlopende leningen in de financieringsbehoefte van onze gemeente te voorzien. Alleen als het niet anders kan, gaan we over tot het aantrekken van (een) langlopende lening(en). Bij het opstellen van de begroting zijn wij er daarom van uitgegaan dat het berekende financieringstekort zoveel mogelijk met kortlopend geld wordt opgevangen. Op grond daarvan is voor 2012 uitgegaan van een te betalen rentevergoeding over het geraamde financieringstekort van 2,69%. Dit is het afgeronde gemiddelde van een mix van kortlopende en langlopende leningen. Afhankelijk van de liquiditeitsprognose in meerjarig perspectief, worden de consolidatiemomenten bepaald. Op grond van het Treasurystatuut behoort dit tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. 3.6.
Mogelijkheden voor vervroegde aflossing
De huidige langlopende leningen bieden geen ruimte voor vervroegde aflossing.
4.
Kredietrisico
4.1
Algemeen
Het kredietrisico betreft de risico’s bij de uitgezette leningen, de beleggingen en de garanties en deelnemingen. Hierna gaan wij per onderdeel in op de stand van zaken. 4.2
Uitgezette leningen
De aan de woningbouwvereniging verstrekte geldleningen zijn intussen nagenoeg allemaal via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) gegarandeerd en hebben geen kredietrisico. Het schuldrestant per 1 januari 2012 van deze geldleningen wordt geraamd op € 9.894.000.
161
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf financiering
Daarnaast zijn geldleningen verstrekt aan de Stichting Bouw en Beheer Clubhuis Shinty te DriebergenRijsenburg, de Stichting LOHC Radio 90 FM en de muziekvereniging E.M.M. Het totale schuldrestant per 1 januari 2012 van de verstrekte geldleningen wordt geraamd op € 87.000. Voorts is een tweetal geldleningen uitgezet bij de NV. Bank Nederlandse Gemeenten te Den Haag waarvan het saldo per 1 januari 2012 wordt geraamd op € 5.428.000 en is een drietal hypothecaire geldleningen verstrekt aan medewerkers van onze gemeente. Het restantsaldo per 1 januari 2012 van deze drie hypothecaire geldleningen wordt geraamd op € 339.000. Aan Vitens is in 2008 een achtergestelde lening verstrekt, waarvan het restantsaldo per 1 januari 2012 wordt geraamd op € 333.000. 4.3
Beleggingen
Het totale bedrag dat de gemeente heeft belegd in aandelen en andere waardepapieren bedraagt afgerond € 623.000. Dat bedrag is als volgt opgebouwd: Afgerond op € 1.000 Omschrijving Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten Aandelen Bronwaterleiding Doorn *) Aandelen Vitens *)
Aantal aandelen
Nominaal bedrag per aandeel
Totale belegging
201.669
2,50
504.000
56
227,00
13.000
36.554
1,00
37.000
Inschrijving Grootboek Nationale Schuld
69.000
Totaal 623.000 *) De hier vermelde gegevens over de aandelen hebben betrekking op de situatie van vóór de voorgenomen fusie tussen de n.v. Bronwaterleiding “Doorn” en Vitens. 4.4
Garanties en deelnemingen
De gemeente staat garant voor diverse door sociaal-maatschappelijke instellingen afgesloten geldleningen. De laatste beoordeling daarvan en de waardering van de deelnemingen heeft plaatsgevonden bij de jaarverslagen 2010. Daarbij (april 2011) zijn geen bijzonderheden geconstateerd. Overigens gaan wij in “Paragraaf 2 Weerstandsvermogen” nader in op de risico’s van gegarandeerde geldleningen. Voor een overzicht van de deelnemingen verwijzen wij naar “Paragraaf 6 Verbonden partijen”.
5.
Financieringspositie
5.1.
Algemeen
In dit onderdeel gaan wij in op de financieringspositie per 1 januari 2012, de rentelasten en -baten van de financieringsfunctie, de stand van de geldleningen per 1 januari 2012 en de toekomstige financieringsbehoefte.
162
Programmabegroting 2012-2015
5.2.
Paragraaf financiering
Financieringspositie per 1-1-2012
De verwachte financieringspositie per 1 januari 2012 is in het volgend overzicht weergegeven.
Afgerond op € 1.000 Omschrijving
Bedrag
Geïnvesteerd kapitaal Boekwaarde geactiveerde investeringen
154.119.000
Beschikbare financieringsmiddelen a. opgenomen langlopende geldleningen
91.469.000
b. eigen financieringsmiddelen
32.220.000
Totaal financieringsmiddelen
123.689.000
Geraamd financieringstekort
30.430.000
5.3.
De rentelasten en rentebaten van de financieringsfunctie
Hieronder zijn de in 2012 geraamde rentelasten en -baten van de financieringsfunctie weergegeven.
Afgerond op € 1.000 Omschrijving
Bedrag
Rentelasten Rente opgenomen langlopende leningen
3.473.000
Rente eigen reserves en voorzieningen
1.095.000
Rente geraamd financieringstekort (incl. kosten betalingsverkeer) Totale rentelasten
832.000 5.400.000
Af: buiten de renteomslag te houden rente
798.000-
Totaal netto rentelasten te betrekken in de renteomslag Omslagkapitaal (totale boekwaarde in de omslag)
4.602.000 135.399.000
Omslagrentepercentage
3,4%
163
Programmabegroting 2012-2015
5.4.
Paragraaf financiering
Stand geldleningen 2012
In het volgend overzicht hebben wij het restantsaldo van de geldleningen per 1 januari en 31 december 2012 weergegeven.
Afgerond op € 1.000 Opgenomen leningen
Omschrijving
Uitgezette leningen
Stand 1 januari 2012
91.469.000
Te betalen / ontvangen aflossingen
10.399.000-
Stand 31 december 2012
81.070.000
15.813.000
3.473.000
673.000
Te betalen / te ontvangen rente
16.080.000 267.000-
Gemiddelde rente (gewogen)
3,80%
4,19%
Laagste rente
2,76%
0,00%
Hoogste rente
6,30%
6,90%
5.5
Berekening liquiditeitspositie (over- c.q. onderschrijding kasgeldlimiet) 2012
Onderstaand zijn de kwartaalberekeningen over de liquiditeitspositie van onze gemeente voor 2012 opgenomen. Bedragen in € x 1.000
Omschrijving
2012
(1) Toegestane kasgeldlimiet begrotingstotaal in procenten van het begrotingstotaal in bedrag
5.6
86.132 8,50% 7.321
2013
81.157 8,50% 6.898
2014
78.753 8,50% 6.694
2015
76.425 8,50% 6.496
Toekomstige financieringsbehoefte
Onze verwachting is dat wij, gelet op het geraamde financieringstekort en de geplande nieuwe investeringen in de loop van 2012 een langlopende lening moeten aantrekken.
5.7
EMU saldo
Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de overheid. In 1992, sinds het verdrag van Maastricht, heeft het EMU-saldo het financieringssaldo als het centrale budgettaire kengetal vervangen. In het verdrag van Maastricht is afgesproken dat het EMU-tekort van een land maximaal 3% BBP mag zijn. Daarnaast is in het Groei- en Stabiliteitspact afgesproken dat op lange termijn naar een tekort dicht bij 0% of een overschot moet worden gestreefd. Als een land een structureel EMU-tekort van meer dan een ½% BBP heeft, moet het structurele EMU-tekort jaarlijks met een ½% BBP verbeterd worden.
164
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf financiering
Ons aandeel in het EMU saldo wordt voor het komende jaar geraamd op:
Bedragen in € x € 1.000 2.012 2.013
Omschrijving 1. Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves 2. Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3. Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 4. Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen Totaal
165
5.864 4.822 7.958 2.741
1.363 5.756 9.891 2.230
-13
-5.002
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf financiering
166
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf bedrijfsvoering
Paragraaf bedrijfsvoering
167
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf Bedrijfsvoering
Inleiding De verdere ontwikkeling van onze organisatie is een lopend proces en vindt plaats langs een aantal sporen. Deze hebben allemaal een relatie met elkaar. In onderstaand diagram worden de relaties aangegeven van de belangrijkste onderdelen van de organisatieontwikkeling. In de afzonderlijke hoofdstukken wordt dieper op elk onderwerp ingegaan.
Actuele visie op dienstverlening= dienstverleningsconcept Dienstverlenings afspraken
HRM-nota Organisatieontwikkeling
E-dienstverlening
1.
Algemeen
Om gericht te kunnen werken aan de oplossing van de sinds de start van onze organisatie gesignaleerde knelpunten is in 2010 een doelstelling geformuleerd. Deze doelstelling hebben we excellente dienstverlening genoemd. Onder excellente dienstverlening verstaan we betrouwbaar, effectief en efficiënt handelen naar onze klanten. Deze klanten dienen zich aan in verschillende gedaanten. Klanten van ons als ambtelijke organisatie zijn inwoners en bezoekers, gemeenteraad, ons college én onze collega’s. Voor de realisering van de geformuleerde doelstelling is begin 2010 een plan van aanpak opgesteld. Dat is verder uitgewerkt in een totaalplan voor de organisatieontwikkeling, waarin wordt aangegeven hoe de organisatieontwikkeling vanaf 2010 wordt vormgegeven. Die ontwikkeling betreft zowel de cultuur als de structuur van de organisatie. Het bereiken van excellente dienstverlening kan namelijk niet los worden gezien van een ontwikkeling van houding en gedrag van alle medewerkers in de organisatie.
168
Programmabegroting 2012-2015
2.
Paragraaf Bedrijfsvoering
Organisatie ontwikkeling
Het behalen van de doelstelling van de organisatie, namelijk het realiseren van “excellente dienstverlening” aan onze klanten vormt de basis voor de verdere uitwerking van de organisatieontwikkeling. Het daarvoor opgestelde traject loopt tot 2015 en bevindt zich aan het eind van het komende begrotingsjaar dus eigenlijk pas halverwege. Toch hebben in de afgelopen jaren al een aantal belangrijke ontwikkelingen plaats gezonden: 1. 2. 3. 4. 5.
Het reduceren van de personeelslasten met 13.5 fte. om de tijdelijke uitbreiding die in 2007 was toegekend in 2011 af te kunnen laten lopen. Het werken in domeinen. Het inrichten van het Programma Dienstverlening met als opdracht het ontwikkelen van een Klanten Contact Centrum (KCC) / Gemeentewinkel⊕. Het opheffen van de afdeling Accommodaties en het inrichten van een nieuwe afdeling Vastgoed, Grond en Projecten (VGP). Het starten van een traject van cultuurontwikkeling binnen de organisatie gericht op het bereiken van “excellente dienstverlening”.
1 Reductie van de personeelslasten In een raadsinformatiebrief van 13 juli hebben wij u geïnformeerd over de wijze van realisering van de noodzakelijke personeelsreductie. De reductie kon grotendeels gerealiseerd worden middels natuurlijk verloop. Op twee plaatsen in de organisatie heeft een ingreep plaats moeten vinden, bij Communicatie en Burgerzaken. De gevraagde reductie is ook hier per 1 januari 2011 gerealiseerd. Een gedeelte van de medio 2007 toegekende formatie-uitbreiding heeft een relatie naar het werken vanuit de diverse dislocaties. Deze tijdelijke uitbreiding loopt nog door tot de ingebruikneming van het nieuwe gemeentekantoor. Wel wordt er tot deze datum kritisch gekeken naar de huidige bedrijfsvoering. In het kader van de doorvoering van Het Nieuwe Werken (flexwerken) en de voorgenomen afstoting van de locatie Maarn worden de medewerkers van deze locatie per 1 januari 2012 ondergebracht in het voormalige gemeentehuis van Leersum. 2. Werken in Domeinen Om een samenhangende ontwikkeling naar excellente dienstverlening en integrale beleidsontwikkeling makkelijker te maken, is besloten per 1 januari 2011 de sectorindeling los te laten en te gaan werken in domeinen. De domeinen richten zich op de drie belangrijkste pijlers in onze dienstverlening, te weten de bedrijfsvoering, het beleid en de dienstverlening. • Domein Bedrijfsvoering De afdelingen Bestuursondersteuning, Financiën, Facilitaire zaken en Informatisering en Automatisering vormen het domein Bedrijfsvoering. De voormalige sector Middelen is qua opbouw ongewijzigd gebleven en omgedoopt tot Domein Bedrijfsvoering. Een goed lopende bedrijfsvoering is essentieel voor een goed functionerende organisatie en draagt om die reden in hoge mate bij aan de doelstelling een excellente dienstverlener te zijn. De interne dienstverlening vormt daarvoor de basis. • Domein Beleid De afdelingen Ruimtelijke Ontwikkeling, Maatschappelijke Ontwikkeling en Accommodaties (later Vastgoed, Grond en Projecten) vormen het domein Beleid. Meer samenhang en efficiëntie in beleidsvorming verwachten we te bereiken door alle beleidsafdelingen van de voormalige sectoren Ruimte en Samenleving onder te brengen bij het domein Beleid. Ook de voormalige afdeling Accommodaties is daar ondergebracht. Deze afdeling is met ingang van 1 april 2011 opgegaan in de nieuw gevormde afdeling Vastgoed, Grond en Projecten (VGP).
169
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf Bedrijfsvoering
• Domein Dienstverlening De afdelingen Burgerzaken, Vergunning en Handhaving, Wijkbeheer, Openbare Ruimte, tijdelijk het programma Dienstverlening en later de Gemeentewinkel⊕ vormen het domein Dienstverlening. De komende jaren vraagt onze dienstverlening veel aandacht. Niet alleen de vorming van de Gemeentewinkel⊕, maar bijvoorbeeld ook het dorpsgericht werken. De ontwikkelingen op dit gebied gaan snel. Om integraal aan het bereiken van excellente dienstverlening te kunnen werken zijn alle afdelingen waar dienstverlening het belangrijkste element is, samengebracht in het domein Dienstverlening. Met de invoering van de domeinenstructuur per 1 januari 2011 hebben wij in het eerste kwartaal al meerwaarde zien ontstaan in de door ons aangebrachte wijzigingen. Doordat beleidsmedewerkers nu dichter bij elkaar zitten en meer informatie delen over elkaars werk, wordt integrale beleidsontwikkeling op een natuurlijkere wijze gestimuleerd. Ten aanzien van het samenvoegen van de afdelingen in het domein Dienstverlening zijn de ervaringen tot op heden ook positief. Er is meer onderling contact en de gezamenlijke focus op dienstverlening is meer vanzelfsprekend. Deze ontwikkelingen moeten op temrijn voor de inwoners merkbaar zijn. Om de resultaten te kunnen meten worden op basis van een op 23 juni 2011 aangenomen motie over de dienstverlening vooral de aspecten kwaliteit en klantvriendelijkheid toegevoegd worden aan de metingen. Het inrichten van het Programma Dienstverlening met als opdracht het ontwikkelen van een Klanten Contact Centrum (KCC) / Gemeentewinkel⊕. Aan de hand van het visiedocument “Gemeentewinkel⊕ ⊕; visie op publieke dienstverlening 2010 -2014” wordt gewerkt aan de verdere ontwikkeling van de Gemeentewinkel ⊕ . De huidige stand van zaken is als volgt: Per 1-1-2011 zijn de nieuwe openingstijden ingegaan. Om een betere afstemming tussen de diverse loketten te realiseren, zijn de tijden in april 2011 beter op elkaar afgestemd en wordt er nog meer gestuurd om ‘op afspraak’ komen. Het afhalen van reisdocumenten/rijbewijzen en gehandicaptenparkeerkaarten aan de receptiebalie wordt wegens succes, zowel van de zijde van de klant alsook de organisatie, onveranderd voortgezet. Op basis van de eindrapportage van de projectgroep Frontoffice (nov. 2010) wordt een begin gemaakt met een Plan van Aanpak om de beschreven resultaten in 2015 te realiseren. In 2012 wordt voortgegaan op de in 2011 ingeslagen weg, waarbij de aandacht zich vooral richt op: Kennismanagement. Met de invoering van veel gestelde vragen (FAQ) en vraag-aanbod combinaties (VAC). Voorlopig zijn de FAQ en VAC alleen voor intern gebruik binnen het TIP en de vakafdelingen Werkprocessen onder andere het proces/ organisatie rondom contentbeheer. Dit proces is ook onderdeel van Slim@Work. Ontsluiting en gebruik van basisgegevens waarbij gezorgd wordt dat de inwoner slechts eenmalig gegevens hoeft te verstrekken, die daarna gemeente/ overheidsbreed kunnen worden gebruikt. Zaakgewijs werken waarbij gewerkt wordt aan de inrichting van een basisregistratie organisatie, processen en medewerkers. Kanaalsturing en dan met name de kanalen telefonie (ontwikkeling van een Telefonisch Informatie Punt (TIP)) en aanpassingen/ uitbreiding digitaal loket. Ook een Persoonlijke Internet Pagina (PIP oftewel Mijn Heuvelrug) wordt hiertoe gerekend. Mijn Heuvelrug wordt in 2011 uitgerold. Extranet is voor de raadsleden (in test) beschikbaar. Ontwikkelen van een KlantContactCentrum (KCC) 3.
Daarnaast is met ingang van 1 maart 2011 een programmamanager Dienstverlening aangesteld. Deze wordt ingezet bij de verdere ontwikkeling van de Gemeentewinkel ⊕. Goed kennismanagement is voor het slagen van dit programma van groot belang. Gekozen is daarom om (binnen de formatie) de functie van adviseur Kennismanagement te creëren. Met ingang van 1 april 2011 is deze functie ook daadwerkelijk bezet. Eén van de projecten waar al langer ervaring mee is opgedaan is het project over de dienstverleningsafspraken. Door afdelingshoofden wordt nadrukkelijker op deze afspraken gestuurd. Dit project valt eveneens onder het Programma Dienstverlening. 170
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf Bedrijfsvoering
4 Vorming van VGP Met ingang van 1 april 2011 is een afdeling Vastgoed, Grond en Projecten ingesteld en de afdeling Accommodaties opgeheven. De afdeling is vormgegeven rondom twee taakclusters: • Grondzaken en Vastgoed • Projecten De vorming van VGP en het opheffen van Accommodaties is gepaard gegaan met een aantal kleine aanpassingen in de organisatie: • Begraafzaken is overgegaan van Accommodaties naar Burgerzaken. • Onderhoud en beheerplannen van begraafplaatsen en sportvelden is overgegaan van Accommodaties naar Openbare Ruimte. • Uitvoering onderhoud begraafplaatsen is overgegaan van Accommodaties naar Wijkbeheer. Deze drie aanpassingen zijn gerealiseerd in het najaar van 2010, met inachtname van de daartoe geldende procedures en het advies van de Ondernemingsraad. In 2012 wordt de implementatie van de nieuwe afdeling VGP voortgezet. Hiernaast vindt vanaf 2011 een verdere, integrale beleidsafstemming tussen de huidige afdelingen MO en RO plaats en worden de gevolgen voor deze beleidsafdelingen van het overbrengen van een deel van het personeel (Wmo-loket) naar de Frontoffice van het domein dienstverlening onderzocht De totale gevolgen voor het domein worden in beeld gebracht. Medio 2012 zal aan de hand van de totale gevolgen van bovenstaande ontwikkelingen voor dit domein duidelijk zijn of dit tot een aanpassing van de organisatiestructuur aanleiding geeft, waarbij mogelijk in plaats van de huidige drie afdelingen er twee afdelingen gevormd kunnen worden. 5.
Het starten van een traject van cultuurontwikkeling binnen de organisatie gericht op het bereiken van “excellente dienstverlening”. Kernwaarden Ter ondersteuning van de ontwikkeling daarvan is eind 2009 het project kernwaarden opgestart. Dit project is in het afgelopen jaar voortgezet met een verdere uitwerking van de kernwaarden “dienstverlenend’, “omgevingsgevoelig”en “verantwoordelijk” in concrete activiteiten. Bij deze verdere uitwerking is het duidelijk geworden dat de integraliteit van werken en de onderlinge samenwerking ook verbeterd moet worden. Kernprocessen Deze verbetering hebben wij vormgegeven aan de hand van de beoordeling van de belangrijkste kernprocessen in het kader van onze dienstverlening. Deze zijn: 1. Wij verlenen WABO vergunningen 2. Wij handelen meldingen in de openbare ruimte af 3. Wij verstrekken WMO voorzieningen 4. Wij maken een begroting en een jaarrekening 5. Wij informeren onze inwoners, ondernemers en bezoekers via een website 6. Wij verlenen ontheffingen/vrijstellingen van ruimtelijk kaders 7. Wij beheren onze contracten 8. Wij begeleiden in- en uitdiensttreding van medewerkers (incl. formatiebeheer) 9. Wij ontwikkelen integraal beleid met als thema dorpsgericht werken 10. Wij faciliteren evenementen 11. Wij beheren graven Voor de verdere uitwerking wordt eerst de huidige stand van zaken van de verschillende kernprocessen in kaart gebracht. Daarbij richt de aandacht zich op de volgende aspecten: wie zijn de spelers in het proces, wat zijn de taken, wat zijn de producten, hoe wordt er samengewerkt en zijn de rollen duidelijk. Vanaf 171
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf Bedrijfsvoering
september 2011 wordt op basis van de verkregen informatie een verdere verdiepingsslag gemaakt in de verbetering van de processen en de manier van werken.
3.
E-dienstverlening
Voor de organisatie is een aantal ambities bepaald rond de dienstverlening. Dat vraagt om een stevige inzet op dit onderwerp. Het programma E-dienstverlening is ondergebracht bij de per 1 maart 2011 aangestelde programmamanager Dienstverlening. De programmamanager Dienstverlening wordt aangestuurd door de directeur van het domein Dienstverlening. Voor de verdere ontwikkeling van de E-dienstverlening is een planning opgesteld tot einddatum van dit project: 31 december 2014. Deze planning is gebaseerd op de volgende doelstellingen: 1. De gemeente is grotendeel te positioneren in fase 3 “Gemeentewinkel⊕1 heeft antwoord”. Toelichting: De huidige Gemeentewinkel is doorontwikkeld naar een Gemeentewinkel⊕ fase 3 volgens de indeling van Antwoord©. Bij de frontoffice van de Gemeentewinkel⊕ komen (eenvoudige) vragen van de inwoner binnen. De gemeente kantelt in fase 3 van een vakinhoudelijke organisatie naar een proces- en klantgeoriënteerde organisatie. Bij de frontoffice is informatie beschikbaar die nodig is voor de afhandeling van het klantcontact. Deze informatie komt uit één gegevensbron. De frontofficemedewerker kan zien of de inwoner al eerder contact heeft gehad met de gemeente. Het maakt voor de inwoner niet uit welk kanaal hij kiest; de vraag hoeft maar één keer te worden gesteld en het antwoord is juist en volledig. Kenmerkend voor deze fase is dat de frontoffice nog niet de regie neemt bij het contact met de inwoner en complexe vragen worden doorgezet naar de backoffice. 2. De relevante kwaliteitseisen van de Burgerservicecode zijn volledig ingevoerd Toelichting: Alle contactkanalen zijn beschikbaar en geïntegreerd. Dus als naar aanleiding van een digitale aanvraag een “zaak” is aangemaakt wordt een mailtje, telefoonnotitie van de desbetreffende aanvrager aan de zaak gekoppeld. Door actuele informatie, het up-to-date houden van de producten en dienstencatalogus en de categorie “Veel gevraagd” proberen we de inwoners op het goede spoor te zetten. De informatie is klantgericht en nog niet burgergericht. De persoonlijke internetpagina “Mijn Utrechtse Heuvelrug” is operationeel. De al bekende gegevens worden op die pagina getoond en kunnen worden gebruikt bij de aanvraag van producten. De gemeente kan ook gebruik maken van niet-authentieke gegevens zoals e-mailadres, telefoonnummer(s), banknummer(s), etc. Bij lopende procedures waar de inwoner bij betrokken is wordt de inwoner geïnformeerd via het kanaal wat haar/ zijn voorkeur heeft. Uiteraard zal de gemeente zoveel mogelijk digitaal de informatie verspreiden via de e-mail, mogelijk SMS en/ of de persoonlijke internetpagina. Via het digitaal loket kan de inwoner altijd de status inzien. Door de invoering van zaakgewijs werken heeft de gemeente de zaken op orde. Vertrouwelijkheid van gegevens is geborgd. Elektronische archivering groeit waardoor in sommige gevallen de analoge documenten niet meer bewaard worden. 3. De ambitieniveaus uit het programma e-dienstverlening zijn grotendeels gerealiseerd.
172
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf Bedrijfsvoering
Toelichting: Door het sterk inzetten op de interactie tussen de inwoners en de gemeente (de inwoner zit aan het digitale stuur) is de omslag gemaakt van het aanbod functioneel aanbieden van informatie en producten naar inwonergericht aanbieden van de informatie en producten (responsief en vraaggericht)2. De omslag naar burgergericht denken (proactief, gepersonaliseerd en op basis van de bekende burgerrollen) is nog een “brug te ver”. 4. De gewenste ontwikkelingen met betrekking tot dienstverlening uit het coalitieprogramma zijn gerealiseerd of in gang gezet. Toelichting: Met het bereiken van fase 3 uit het Antwoord© wordt aan het begrip “dienstverlening op hoog niveau” ook daadwerkelijk inhoud gegeven. De organisatie is transparant omdat de werkprocessen eenduidig zijn beschreven en inzicht geven in de status van een aanvraag of verzoek. De te volgen procedure ligt zoveel mogelijk vast en gemaakte afspraken worden vastgelegd bij de desbetreffende “zaak” en zijn altijd beschikbaar. Inwoners en bedrijven hebben een vrije kanaalkeuze en worden steeds op dezelfde en goede wijze behandeld. Er is een duidelijke voorkeur voor het digitale loket. Het aantal digitaal beschikbare producten is sterk gegroeid waarbij onder andere gelet is op de behoefte bij de inwoners en het kostenaspect. Volledige afhandeling via internet (de inwoner aan het digitaal stuur) is daar waar mogelijk gerealiseerd en soms de enige mogelijkheid om een product af te nemen. Concrete dienstverleningsafspraken worden vastgelegd, gepubliceerd, gemonitoord en indien nodig bijgesteld. De samenwerking met de ketenpartners is in deze fase nog niet vanzelfsprekend. In het collegeprogramma komt een volledige vertaling van het coalitieprogramma naar concrete acties. 5. De “basis is op orde”. Toelichting: De boodschappen uit de “Boodschappenlijst Basis op Orde” zijn “in huis” gehaald en verwerkt. Beoogde effecten Naast de concrete producten is het wenselijk om het beoogde effect te benoemen. Dit past bij het echt van buiten naar binnen denken: wat merkt de inwoner ervan? Daarom zijn de resultaten opgenomen in dienstverleningstermen en het perspectief van de inwoner. Naast de concrete producten merkt de inwoner ook dat wij de dienstverlening verbeteren, zowel in reactieen processnelheid als in kwaliteit. De inwoner merkt dat: De gemeente zoveel mogelijk de vragen in één keer beantwoordt (service); Er door de gemeente in één keer het goede antwoord wordt gegeven en er anders goed wordt doorverwezen (kwaliteit); Voor eenvoudige vragen en producten “klaar terwijl u wacht” geldt eventueel met een wachttijd; De gemeente via de verschillende kanalen bereikbaar is en dat de keuze voor het kanaal niet uitmaakt voor het antwoord (inzet kanalen); Er per kanaal één duidelijke ingang is; De gemeente stuurt op een betere afhandeling van elk contact, continue verbetering is het uitgangspunt.
4. Oprichting regionale ICT-dienst (RID) In het collegeprogramma, onder het programma dienstverlening, wordt het “Onderzoek regionaal Shared Service Centre automatisering” als concreet actiepunt benoemd.
173
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf Bedrijfsvoering
In onze regio is in de afgelopen periode verkend op welke wijze en met welke gemeenten ICTsamenwerking te realiseren is. In eerste instantie is met 6 partners (gemeenten Baarn, Bunnik, Soest, Wijk bij Duurstede, Utrechtse Heuvelrug en de Regionale Sociale dienst Kromme Rijn Heuvelrug) bekeken of in samenwerking op ICT gebied meerwaarde te vinden is. Later heeft de gemeente de Bilt zich ook aangesloten bij deze groep. Allen zijn overtuigd van de inhoudelijke meerwaarde van het Shared Service Centre in de regio Tevens is een businesscase opgesteld waarbij is gekeken welke investeringskosten, terugverdientijd en structurele kosten er aan deze samenwerking verbonden zijn. Deze businesscase liet voldoende financiële mogelijkheden zien om als college een principebesluit te nemen om de samenwerking verder uit te werken. Deze verdere uitwerking moet leiden tot een voorstel aan de diverse gemeenteraden om een openbaar lichaam (GR) op te richten waar deze samenwerking vorm krijgt. Wij verwachten dat dit voorstel in het vierde kwartaal van dit jaar aan u zal worden voorgelegd.
5.
HRM beleid
In 2009 zijn de uitgangspunten voor het nieuwe HRM-beleid vastgesteld. Het beleid geeft antwoord op enkele belangrijke vraagstukken. Deze hebben betrekking op enerzijds de benadering van de verwachte krapte op de arbeidsmarkt en anderzijds het willen zijn van een aantrekkelijke werkgever. De verwachting is dat de economische crisis op de lange termijn geen verandering brengt in het probleem van de krappe arbeidsmarkt. Daarom blijft het zaak voor onze gemeente om een aantrekkelijk werkgever te zijn. Als aantrekkelijke werkgever trek je nieuwe mensen makkelijker aan en kun je de huidige mensen ook beter behouden. In het kader van het HRM-beleid worden de volgende onderwerpen nader uitgewerkt: Duurzame inzetbaarheid Het streven is medewerkers te ondersteunen bij hun ontwikkeling opdat zij duurzaam inzetbaar zijn en blijven. Dat kan door beter zicht te krijgen op de behoeften van medewerkers in de verschillende fasen in hun leven. Kunnen we medewerkers binden en boeien (levensfasebeleid). In 2010 zijn de kaders daartoe geformuleerd. In 2011 is een eerste aanzet gegeven voor de implementatie. Deze heeft geleerd dat het bestaande instrumentarium voldoende mogelijkheden biedt om op persoonsniveau met medewerkers gerichte afspraken te maken. Ook goede arbeidsomstandigheden, mogelijkheden tot ontwikkeling als opleiding of bijvoorbeeld coaching dragen hiertoe bij. Ontwikkeling van medewerkers: Het idee is om zo goed mogelijk gebruik te maken van de capaciteiten van medewerkers en hen de ruimte te geven zich verder te ontwikkelen. De basis hiertoe vormt de gesprekscyclus. In 2010 is de gesprekscyclus vastgesteld en ingevoerd. De startgesprekken zijn toegevoegd aan de gesprekscyclus, die daarnaast ook een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek kent. Aan de leidinggevenden is de mogelijkheid geboden om de clustercoördinatoren daarbij een rol te geven. Verder is afgesproken dat het instrument beoordelingsgesprekken nadrukkelijker wordt ingezet. De frequentie is bepaald op eenmaal per jaar.
174
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf Bedrijfsvoering
Het Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) is in de gesprekscyclus verweven, evenals het maken van afspraken over de kernwaarden. De instrumenten als het opleidingsplan, loopbaanadvisering en coaching worden verder voorbereid zodat deze in de gesprekscyclus kunnen worden ingezet. In het Cao-akkoord Gemeenten 2009-2011 is door werkgevers en bonden afgesproken dat regionale mobiliteitscentra opgezet worden. Deze vergroten de effectiviteit van gemeentelijk arbeidsmarktbeleid en vergroten de kans op werkzekerheid en uitdagende loopbanen voor medewerkers. Verder vergroten zij de mogelijkheden voor uitwisseling van personeel, job rotation en stage/ traineeplaatsen. Sinds 2009 zijn we voorzichtig in de regio aan het zoeken naar uitwisseling en samenwerking en met ingang van 2011 vindt op beperkte schaal samenwerking plaats op het gebied van talentontwikkeling, mobiliteit en inzetbaarheid van onze medewerkers. Deze samenwerking beperkt zich voorlopig nog tot de regio Oost van de provincie Utrecht en omvat de gemeenten Leusden, Soest, Bunnik, Zeist, De Bilt, Veenendaal, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Doel van deze samenwerking? Het creëren van interne doorstroom, loopbaanperspectief en de regio oost van de provincie Utrecht sterk profileren op de arbeidsmarkt. Of het nu gaat om vacaturevervulling, een tijdelijke klus door projectvervanging, vervanging wegens zwangerschapsverlof, een kijkje in een andere keuken of een reintegratie na (langdurige)ziekte of een arbeidsconflict: het blijkt dat wij elkaar op een positieve manier beïnvloeden en de kansen voor onze medewerkers vergroten. Binnenkort zullen ook de gemeenten Woudenberg en Scherpenzeel aansluiten. De eerste succesvolle stap: fase 1 Vanaf januari 2011 zijn vacatures voor medewerkers van de “kringgemeenten” open gesteld voordat deze extern werden geplaatst. Dit zijn de feiten over de eerste 8 maanden: Totaal aangeboden vacatures: 64 Totaal aantal reacties vanuit de regio gemeenten: 20 Totaal aantal benoemingen: 7 Als wij kijken naar de huidige situatie op de arbeidsmarkt mogen wij tevreden zijn met deze eerste resultaten! De volgende stap die wij gaan zetten: fase 2 In fase 2 hebben alle kandidaten uit de regio de status van ‘interne kandidaat’. Met elkaar creëren we dan een interne arbeidsmarkt van zo’n 2.200 fte (ca. 2.500 medewerkers). Op deze manier bevorderen wij doorstroom en behouden tegelijk onze talenten en ambitieuze medewerkers voor onze regio. Er wordt naar gestreefd deze stap per 1 januari 2012 of kort daarna te zetten. Levensfasebeleid Een ander aspect van ontwikkeling van medewerkers is duurzame inzetbaarheid. Dit houdt in dat gedurende de loopbaan van een medewerker rekening wordt gehouden met de levensfase waarin de medewerker verkeert. Jongeren hebben andere mogelijkheden en wensen dan ouderen. In 2010 is een notitie opgesteld dat in gaat op de verschillende facetten die met leeftijd en inzetbaarheid te maken hebben. De verdere doorvertaling daarvan op medewerkerniveau zal vooral plaatsvinden door middel van de gesprekscyclus. Kernwaarden Deze geven duidelijkheid aan medewerkers over de gewenste houding en het gedrag m.b.t. het functioneren. Deze kernwaarden bepalen uiteindelijk mede de cultuur in de organisatie en het gezicht naar buiten. De vastgestelde kernwaarden zijn Verantwoordelijk, Dienstverlenend en Omgevingsgevoelig Het is belangrijk om met de kernwaarden aan de slag te blijven anders raken zij uit beeld. Er is roep vanuit de organisatie om tot cultuurverandering te komen. Het verder implementeren van de kernwaarden blijft ook de komende jaren de aandacht vragen.
175
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf Bedrijfsvoering
Personeelsplanning Het gaat er hierbij om inzicht te krijgen in de vraag welk personeel de organisatie op korte en langere termijn nodig heeft, rekening houdend met ontwikkelingen binnen de organisatie en op de arbeidsmarkt. In 2010 is de eerste aanzet gemaakt voor een systematische personeelsplanning. Deze zal is de loop van 2011 operationeel geworden. De volgende stap betreft een analyse van de kwaliteiten en wensen van de medewerkers (zogenoemde vlootschouw) zodat maatregelen kunnen worden getroffen om eventueel te verwachten knelpunten voor te zijn. Zeker is al dat er tussen 2012 en 2020 op grond van het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd een aanzienlijk aantal medewerkers gaat uitstromen. Om de kwaliteit van de organisatie op het gewenste niveau te houden moet daarop tijdig worden geanticipeerd.
6.
Onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid
Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken Op grond van de op 6 maart 2010 door de gemeenteraad gewijzigde verordening wordt ook in 2012 één afdeling aan een doelmatigheidonderzoek onderworpen en is één programma of één paragraaf onderwerp van een doeltreffendheidonderzoek. Welke afdeling, programma en paragraaf dat zijn, is nog niet bekend. Dit wordt opgenomen in het onderzoeksplan 2012. Rechtmatigheidonderzoeken Deze onderzoeken vinden jaarlijks plaats en beslaan via een twintigtal vaste deelgebieden 95% van onze begroting. Handleiding hierbij is het Intern Controle Plan. Budget Voor de genoemde onderzoeken is geen apart budget in de begroting opgenomen
7.
Personeel
Personeelsformatie De in de begroting opgenomen formatie is de streefformatie, inclusief de raadsbesluiten over de tijdelijke uitbreiding en de uitbreiding van de formatie bij de afdeling Vergunning en Handhaving. Instroom en uitstroom van personeel In de begroting is een post opgenomen voor de voorziening in vacatures. Cijfers over in- en uitstroom zijn pas na afloop van het begrotingsjaar te geven. Algemene personeelslasten De algemene personeelslasten worden met behulp van de verdeelsleutel “personen” over de organisatie verdeeld. Inhuur personeel van derden In het Cao-akkoord Gemeenten 2009-2011 is afgesproken dat waar mogelijk het aantal extern ingehuurden wordt terug gedrongen. Enerzijds om eigen medewerkers de gelegenheid te geven interessante klussen te doen Anderzijds om de kosten terug te dringen. In de loop van 2010 is een beleidskader inhuur opgesteld en wordt centrale toetsing van aanvragen en registratie en bewaking van de kosten voor inhuur bij P&O ondergebracht.
176
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf verbonden partijen
Paragraaf verbonden partijen
177
Programmabegroting 2012 -2015
1.
Paragraaf verbonden partijen
Inleiding
Een gemeente kan in principe zelf bepalen hoe een bepaalde taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan er bijvoorbeeld voor kiezen de uitvoering zelf ter hand te nemen of de uitvoering te regelen (via een gemeenschappelijke regeling) met een aantal regiogemeenten gezamenlijk. De kernvraag is en blijft of de doelstellingen van het uitvoerende orgaan nog steeds corresponderen met die van de gemeente en of de doelstellingen van de gemeente gerealiseerd worden. Vanwege de bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen en mogelijke risico’s is het gewenst dat in de begroting aandacht wordt besteed aan rechtspersonen, waarmee de gemeente een band heeft. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) geeft als definitie: ‘een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft’. Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat, onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Dit betekent dan ook dat, wanneer een verbonden partij failliet mocht gaan, de deelnemers in deze verbonden partij, dus ook onze gemeente, voor extra kosten zullen komen te staan. Uit bovenstaande blijkt dus ook dat bij leningen en garantstellingen geen sprake is van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies). Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij via vertegenwoordiging in het bestuur hetzij via stemrecht. Er is sprake van een ‘verbonden partij’ als de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of een voordrachtsrecht -de gemeente mag een bestuurder of commissaris in de organisatie benoemen of voordragen- is er strikt genomen geen sprake van een verbonden partij. Gemeenten maken vaak van een dergelijk recht gebruik om ervoor te zorgen dat er kwalitatief goede bestuurders in het bestuur van de partij terechtkomen. Ook een stichting waarin de wethouder cultuur op persoonlijke titel als bestuurder plaatsneemt -en dus niet de gemeente vertegenwoordigt- is volgens deze definitie geen verbonden partij.
2.
Algemeen
Het BBV stelt in artikel 15 dat deze verplichte paragraaf tenminste dient te bevatten: 1. De visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting. 2. De beleidsvoornemens betreffende verbonden partijen. Om voldoende inzicht te krijgen is deze informatie nog worden uitgebreid met: 1. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening door verbonden partijen. 2. Nieuw aangegane participaties. 3. Beëindigde participaties. 4. Gewijzigde participaties.
3.
Financieel belang
In totaal betaalt onze gemeente aan de gemeenschappelijke regelingen jaarlijks ongeveer € 7,5 miljoen aan bijdragen voor verleende producten of diensten. Dat vormt ongeveer 8% van de totale begroting. Belangrijk genoeg om bij de verbonden partijen de vinger aan de pols te houden. 178
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
In dit verband kan worden vermeld dat, op initiatief van de gemeente Zeist, sinds 2006 met een aantal gemeenten een nieuwe aanpak wordt nagestreefd. Uitgangspunt daarbij is dat iedere gemeenschappelijke regeling wordt uitgenodigd om jaarlijks in oktober te komen met een eigen kadernota voor de planning- en control-instrumenten met o.a. concrete richtlijnen voor de opstelling van de komende begroting. Vervolgens zou dan in oktober/november een ambtelijk overleg over de uitgebrachte kadernota moeten plaatsvinden. In een dergelijk overleg kan ook een eventuele bezuinigingstaakstelling aan de orde komen. Het werken met een kadernota voorafgaand aan de opstelling van de begroting geeft de gemeenten een eerdere en betere mogelijkheid tot sturing, maar sluit ook aan bij de eigen verantwoordelijkheid van de gemeenschappelijke regelingen. Een van de jongste gemeenschappelijke regelingen, de Veiligheidsregio Utrecht, past deze werkwijze intussen in de praktijk toe. Op basis van het collegeprogramma dient onderzoek naar de doelmatigheid van de verschillende gemeenschappelijke regelingen plaats te vinden. In de najaarsnota 2007 en per raadsinformatiebrief in 2008 bent u erover geïnformeerd dat dit onderzoek niet opportuun was. Onder andere omdat deelname aan de meeste regelingen namelijk wettelijk verplicht is, of omdat er al onderzoeken zijn uitgevoerd. Deze situatie is niet gewijzigd. In 2009 heeft de rekenkamercommissie Utrechtse Heuvelrug een onderzoek uitgevoerd naar de wijze waarop de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug sturing geeft aan de verbonden partijen. Dit onderzoek betrof de gemeenschappelijke regelingen Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied en Werkvoorzieningschap Zeist en Omstreken (SWZ). In oktober 2009 heeft de rekenkamercommissie over dit onderzoek gerapporteerd. Verder zijn in regioverband afspraken gemaakt over een in het kader van de economische crisis aan de gemeenschappelijke regelingen op te leggen bezuinigingstaakstelling voor 2011 en volgende jaren. Ter uitvoering van deze afspraken zijn de gemeenschappelijke regelingen in december 2009 in een brief namens alle gemeenten in de provincie Utrecht in kennis gesteld van een op te leggen taakstelling van 5% op de begroting.
4.
Overzicht verbonden partijen
4.1.
Gemeenschappelijke regelingen
Omdat landelijk, maar ook bij ons, meer inzicht wordt verlangd in de verbonden partijen zodat de “grip” kan worden vergroot, is voor de over de verbonden partijen te verstrekken informatie een model ontwikkeld. Dit model is hierna per verbonden partij ingevuld. Regionaal Historisch Centrum (RHC) Zuidoost Utrecht Vestigingsplaats Wijk bij Duurstede. Doel Het in het samenwerkingsgebied uitvoering geven aan de Archiefwet van 1995 (toezicht en advisering door een archivaris) en het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. Programma 1 – Bestuurlijke Zaken. Deelnemende partijen De gemeenten Bunnik, Houten, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede. Openbaar belang dat wordt behartigd Het vervullen van de functie van regionaal kennis- en informatiecentrum op het gebied van de lokale en regionale geschiedenis door het opbouwen en beheren van een zo breed mogelijke collectie (regionaal) 179
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
historische bronnen en deze op een zo actief mogelijke wijze dienstbaar maken voor een breed publiek. Bestuurlijk belang Elke gemeente wijst een lid van het college aan als lid van het Dagelijks Bestuur van het RHC. Financieel belang De gemeente draagt bij in de exploitatiekosten op grond van een drietal verdeelsleutels, te weten personeel en materieel op basis van aantal inwoners, (nieuwe) huisvesting op basis van openbaar archief en bestaande huisvesting en overhead op basis van het aandeel van beide eerste componenten in het totaal. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Voor 2012 worden geen wijzigingen voorzien. Eigen vermogen RHC jaar 2010 € 866.000. Vreemd vermogen RHC jaar 2010 € 0. Werkelijk financieel resultaat 2010 voor bestemming € 34.766 positief, waarvan € 18.766 wordt afgerekend met de deelnemende gemeenten en € 16.000 wordt toegevoegd aan de reserve vrij aanwendbaar. Geraamd financieel resultaat 2012 voor bestemming € 12.200. Risico’s Om te voldoen aan de opgelegde bezuinigingstaakstelling van 5% sluit de begroting over 2012 – 2014 met een onttrekking aan de algemene reserve van gemiddeld € 13.000. Voor 2015 wordt rekening gehouden met een verlaging van de personeelslasten door het niet volledig opvullen van de vacature medewerker studiezaal door het vertrek van de betreffende medewerker. Dit zal mogelijk leiden tot een beperking van de dienstverlening. Ontwikkelingen Vanaf 1 januari 2011 wordt een nieuwe kostenstructuur op alle deelnemende gemeenten toegepast. Medio 2011 is de nieuwe archiefbewaarplaats in Wijk bij Duurstede in gebruik worden genomen. Door de bouw / uitbreiding van de archiefbewaarplaats te Wijk bij Duurstede hoeft de UH niet over een grote, kostbare archiefbewaarplaats te beschikken. Binnen de nieuwbouwplannen van het nieuwe gemeentekantoor zal dit leiden tot een kostenreductie. De exploitatiekosten van het RHC zijn hierdoor wel toegenomen. Met de ingebruikname van de nieuwe archiefbewaarplaats is de voorlopige eindfase bereikt van de in 2006/2007 in gang gezette ontwikkeling van het voormalige Streekarchivariaat tot het huidige Regionaal Historisch Centrum Zuidoost Utrecht. Beleidsvoornemens Het samen met andere erfgoedinstellingen actief stimuleren van de lokale en regionale cultuurhistorie en het organiseren van een goede fysieke en digitale dienstverlening aan interne en externe klanten. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Over de jaarstukken 2010 is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Overige relevante gegevens Bij de doorontwikkeling van het Streekarchivariaat naar de RHC is gekozen voor een beperkte en gefaseerde groei, waarbij in elk geval de wettelijke taak naar behoren wordt uitgevoerd. De wettelijke archieftaken zullen eerst op een aanvaardbaar niveau dienen te worden gebracht, alvorens naar de mogelijkheid om te bezuinigen wordt gekeken. Dat betekent dat er voor 2011 geen bezuinigingsmogelijkheden worden gezien, maar dat de mogelijkheden daartoe voor 2012 en volgende jaren worden onderzocht. Zie verder de toelichting onder het onderdeel risico’s.
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Vestigingsplaats Utrecht. Doel 180
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
De Veiligheidsregio Utrecht behartigt de belangen van de gemeenten op de volgende terreinen: - Brandweerzorg - De organisatie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen - Rampenbestrijding en crisisbeheersing (bevolkingszorg) - Het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer Daarnaast heeft de VRU de zorg voor: - een adequate samenwerking met de politie Utrecht en de meldkamer ambulancezorg - een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing De vorming van Veiligheidsregio is verplicht als gevolg van de Wet op de Veiligheidsregio. Deze wet is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Programma 2 - Veiligheid en Handhaving. Deelnemende partijen Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes Houten, IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd De Veiligheidsregio Utrecht behartigt de belangen van de gemeenten op de volgende terreinen: - Brandweerzorg - De organisatie van de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen - Rampenbestrijding en crisisbeheersing (bevolkingszorg) - Het beheer van de gemeenschappelijke meldkamer Daarnaast heeft de VRU de zorg voor: - een adequate samenwerking met de politie Utrecht en de meldkamer ambulancezorg - een gecoördineerde en multidisciplinaire voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing Bestuurlijk belang Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht bestaat uit de burgemeesters van de 26 Utrechtse gemeenten. Financieel belang De gemeente betaalt jaarlijks een bijdrage die wordt bepaald op basis van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar, voorafgaand aan het begrotingsjaar en datgene wat in de dienstverleningsovereenkomst is overeengekomen Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Geen. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Toelichting Begin boekjaar € 1.839.131 Einde boekjaar € 2.158.682 Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 6.510.851 Einde boekjaar € 69.510.046 Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 54.448 negatief Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € nihil 181
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Risico’s De Provincie heeft de meerjarenraming VRU als ‘onvoldoende realistisch’ beoordeeld. Als de VRU in 2011 geen realistische meerjarenraming kan overleggen, kan de Provincie de VRU onder preventief toezicht stellen. De gemeenteraad heeft in 2010 o.a. om die reden tegen de begroting 2011 gestemd. Ook in 2011 heeft de gemeenteraad en vervolgens ook het Algemeen Bestuur VRU de conceptprogrammabegroting 2012 afgekeurd. De financiële positie van de VRU geeft daarom blijvend reden tot zorg. Ontwikkelingen - Op 18 december 2009 heeft het Algemeen Bestuur van de VRU besloten de vernieuwde VRU per 1 januari 2010 van start te laten gaan. De regionalisering van de brandweer als onderdeel van de vernieuwde VRU werd hiermee een feit. Op 1 oktober 2010 is de wet op de Veiligheidsregio’s in werking getreden. - Op 1 november 2010 is het brandweerpersoneel overgegaan naar de VRU. - In december 2010 is het proces gestart om de brandweerkazerne in Amerongen over te dragen aan de VRU in verband met BTW-risico’s. De gemeenteraad is hierover begin januari 2011 geïnformeerd. Er geldt een eerste recht van terugkoop. Voor de overige brandweergebouwen geldt dat op een later tijdstip onderzocht wordt of overdracht rendabel en gewenst is. - Aan alle gemeenschappelijke regelingen is een taakstelling van 5% opgelegd. De VRU kan alleen 5% bezuinigen op de regionale taken (Box 3). Het restant aan bezuinigingen moet door onszelf gerealiseerd worden in de overige boxen (1 en 2) van de dienstverleningsovereenkomst. Op basis van bestaande afspraken verwachten wij dat de opgelegde taakstellende bezuiniging van € 200.000 niet volledig gerealiseerd kan worden en dit leidt tot een nadeel van € 100.000. - In 2011 is het regionaal risicoprofiel vastgesteld als ook het daaruit voortgekomen beleidsplan 2012-2015. Het beleidsplan bevat strategische beleidsdoelen op het gebied van risicoanalyse, proactie en preventie, professionalisering crisisorganisatie, samenwerking maatschappelijk middenveld en kennisdeling. - Een actualisatie van het Regionaal Dekkingsplan volgt halverwege 2011. Dit plan geeft inzicht in de repressieve taak van de brandweer, het daadwerkelijk uitrukken bij een brand of een hulpverleningsvraag. Naar verwachting zal het dynamisch regionaal dekkingsplan in 2013 worden ingevoerd Er ligt een voorstel voor wijziging van de Wet publieke gezondheid bij de Eerste Kamer. Het voorstel heeft als doel om de bestrijding van infectieziekten eenduidig te regelen en te beleggen bij de voorzitter van de Veiligheidsregio. Voorwaarde hiervoor is dat de leiding van de publieke gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening beiden onder verantwoordelijkheid van de directeur publieke gezondheidszorg worden georganiseerd. Verder worden de GGD-regio’s afgestemd op de landelijke indeling van de Veiligheidsregio’s. De VRU verkent samen met de GGD Midden-Nederland en GG&GD Utrecht de mogelijke vormen van samenwerking waarin recht wordt gedaan aan de eisen van de Wet veiligheidsregio’s en de Wet publieke gezondheid. Beleidsvoornemens Beleidsplan uitwerken in een regionaal crisisbeheersingsplan en rampbestrijdingsplannen. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Wat financiële risico’s betreft: zie opmerking bij ‘risico’s’. Overige relevante gegevens De VRU heeft een ( financieel) belang in de Gemeenschappelijke Meldkamer Utrecht (GMU). Resultaatverantwoording dienstverleningsovereenkomst. Gegevens 2010 eveneens nog niet bekend.
Welstand en Monumenten Midden Nederland (WMMN) Vestigingsplaats Bunnik. 182
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Doel Het adviseren over de instandhouding en bevordering van het bouwkundig schoon, de welstandszorg, het landschap- en stedenschoon, waaronder de monumentenzorg, evenals de zorg voor de ruimtelijke kwaliteit in zijn algemeenheid. Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur. Deelnemende partijen De gemeenten Abcoude, Baarn, Breukelen, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Loenen, Lopik, Maarssen, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater (per 1-01-2009) Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Woerden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, IJsselstein en Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd De welstandscommissie adviseert de gemeente over ingediende bouwplannen op basis van de in 2007 door de gemeenteraad vastgestelde Welstandsnota. Daarnaast wordt geadviseerd over o.a. bestemmingsplannen en beeldkwaliteitplannen. Er is geen beleidsnota beschikbaar waarin de beoordeling van de aanvragen om een monumentenvergunning wordt beschreven. De beoordeling vindt plaats op basis van de monumentale aspecten die in het geding zijn. Deze zijn telkens weer anders en zijn plaats(aanvraag)gebonden. Bestuurlijk belang De gemeente wordt in het bestuur vertegenwoordigd door één lid. Financieel belang De WMMN brengt voor uitgebrachte adviezen een tarief aan de gemeente in rekening. De gemeente brengt die kosten normaliter in rekening bij de aanvrager van de vergunning. Als de baten van de WMMN meer bedragen dan de lasten, wordt het verschil gereserveerd, met dien verstande dat die reserve door het algemeen bestuur wordt gemaximaliseerd. Als de reserve het maximum heeft bereikt en het positieve overschot ook niet wordt aangewend voor de tariefbepaling in het volgende jaar, wordt het overschot aan de deelnemende gemeenten uitgekeerd. Eventuele nadelige saldi worden uit de reserve gedekt. Indien de reserve ontoereikend is wordt het restant over de deelnemende gemeenten omgeslagen in verhouding tot hun bijdragen over het afgelopen jaar. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Als gevolg van de WABO zal het aantal vergunningvrije bouwwerken aanzienlijk toenemen. Dit vraagt om een aanpassing van het geldende Welstandsbeleid zoals opgenomen in de Welstandsnota 2007. De aanpassing van de Welstandsnota zal in 2011 zijn beslag moeten krijgen. Het aantal adviezen vanuit Welstand zal hierdoor afnemen. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar cf. Jaarrekening WMMN. Begin boekjaar € 508.617 Einde boekjaar € 565.058 Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 376.918 Einde boekjaar € 341.172 Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 56.441 Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € nihil Risico’s De inkomsten van de gemeenschappelijke regeling zijn direct afhankelijk van het aantal aanvragen om advies. Als buffer wordt wel een algemene reserve aangehouden die door het bestuur is gemaximeerd. De stand per 31 december 2010 bedraagt € 293.073 en mag jaarlijks met € 10.000 worden verhoogd tot de 183
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
maximumstand is bereikt. Dit is met ingang van 31 december 2010 het geval. In geval van uittreden moet de gemeente een uittreedbijdrage betalen. Ontwikkelingen Door de economische teruggang zal ook het aantal bouwprojecten reduceren, wat gevolgen heeft voor de WMMN. Beleidsvoornemens Geen bijzonderheden. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Goed. WABO De welstandsnota is onlangs redactioneel aangepast als gevolg van de invoering van de WABO per 1 oktober 2010. Het betreft geen inhoudelijk beleidsmatige wijzigingen. Beleidsvoornemens Geen bijzonderheden. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Goed. Overige relevante gegevens Geen.
Woonwagenschap regio Zeist Vestigingsplaats Zeist. Doel 1. Het beheren en exploiteren van bestaande woonwagenstandplaatsen in de deelnemende gemeenten; 2. Het overdragen van woonwagenstandplaatsen dan wel het bevorderen van de overdracht van standplaatsen aan de daarvoor in aanmerking komende toegelaten instellingen na normalisatie van de beheerssituatie; 3. Het inrichten van vervangende standplaatsen ten behoeve van de boventalligen van het regionale centrum Beukbergen; 4 Het inrichten van aanvullende standplaatsen ten behoeve van gerechtigden anders dan hiervoor genoemd. Programma 4 – Ruimte, Cultuurhistorie, Monumenten en Natuur. Deelnemende partijen De gemeenten De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd Ervoor zorgen dat op verantwoorde en veilige wijze gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van bewoning op de woonwagencentra in beheer bij het woonwagenschap Zeist. Bestuurlijk belang Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden per deelnemende gemeente, waarvan tenminste één lid van het college van B&W. Het collegelid maakt tevens deel uit van het dagelijks bestuur. Financieel belang De gemeentelijke bijdrage wordt berekend naar rato van het inwonertal per 1 januari van het jaar, voorafgaand aan het jaar waarvoor de bijdrage is verschuldigd. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Eind 2010 zijn de locaties woonwagenlocaties Weltevreden in De Bilt en Beukbergen in Zeist overgedragen aan de gemeenten De Bilt en Zeist. Naar verwachting zal het project voor de woonwagenlocatie Driebergen in de loop van 2011 worden afgerond en overgedragen aan de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het WWS Zeist zal in 2012 een begin kunnen maken met de voorbereiding van de opheffing van het WWS. De 184
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
planning is dat in verband met het opmaken van de jaarrekening van 2011 dit een uitloop zal krijgen in 2012 voor het opmaken van de jaarrekening 2011. De gemeenteraad van de Utrechtse Heuvelrug krijgt eind 2011 het voorstel voor de liquidatie van het WWS voorgelegd. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € Einde boekjaar € Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € Einde boekjaar € Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € Risico’s Het risico bestaat dat, maximaal € 3,4 miljoen en minimaal ruim € 0,7 miljoen aan ISV gelden moeten worden terugbetaald in het kader van het project Beukbergen. Het is inzichtelijk gemaakt wat de financiële consequenties zijn voor de afronding van de projecten en liquidatie van het WWS. Op basis hiervan wordt een eenmalige extra bijdrage aan de gemeenten gevraagd. De extra bijdragen zijn maximale bedragen. De deelnemende gemeenten kunnen ervan uitgaan dat de bedragen niet hoger worden. Indien de kosten voor afronding en overdracht van de projecten lager uitvallen, dan wordt dit naar rato verrekend met de gemeenten. De onzekerheden en risico’s van voorgaande jaren vallen met deze eenmalige extra bijdrage hiermee weg. Ontwikkelingen Renovatie woonwagenlocatie de Sportlaan in Driebergen: in de loop van 2011 zal duidelijk worden wat de toekomst is van deze locatie. Het WWS is hierover nu in onderhandeling met de bewoners. Beleidsvoornemens Nog onduidelijk is wat de uitkomst zal zijn van de onderhandelingen van het WWS en de bewoners van de Sportlaan en welke financiële consequenties dit heeft. Het uiteindelijke streven is om het woonwagenschap per 1 januari 2012 op te heffen en te liquideren. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Geen opmerkingen. Overige relevante gegevens Op het moment dat er een definitieve keuze is gemaakt over de toekomst van de woownagenlocatie aan de Sportlaan in Driebergen, zal uitgezocht moeten worden welke (extra) kosten er gemaakt moeten worden door de gemeente Utrechtse Heuvelrug voor de herinrichting en vernieuwing van deze locatie.
Regionale Sociale Dienst Kromme Rijn Heuvelrug (RSD) Vestigingsplaats Zeist. Doel Het bedrijfsmatig (doen) uitvoeren van de taken van de deelnemende gemeentebesturen op de terreinen van werk en bijstand (incidenteel en periodiek) en aanvullende regelingen. Het streven is er daarbij gericht op een klantgerichte en effectieve dienstverlening, waarbij zo efficiënt mogelijk wordt gewerkt. Programma 5 – Wmo. Sociale Zaken en Minimabeleid. 185
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Deelnemende partijen De gemeenten De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd Het verrichten van alle beleidsmatige en uitvoerende taken in het kader van de Wet werk en bijstand, de Wet inburgering, de Wet schuldhulpverlening natuurlijke personen en alle daarop gebaseerde regelingen evenals de beleidsvoorbereiding en uitvoering van periodieke en bijzondere bijstand. Bestuurlijk belang De gemeente wordt in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door twee leden, waaronder het collegelid belast met de portefeuille sociale zaken. Deze portefeuillehouder zit ook in het dagelijks bestuur. Financieel belang Gebundelde rijksuitkering voor uitkeringskosten Met de invoering van de Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten krijgen gemeenten met ingang van 1 januari 2010 één budget voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de WWB, de IOAW, de IOAZ, levensonderhoud voor startende ondernemers uit het Bbz 2004 en de WWIK ( het zogenaamde inkomensdeel, ofwel I-deel). De hoogte van de budgetten wordt in september definitief vastgesteld. Een overschot in het I-deel is vrij besteedbaar, zodat de gemeenten profiteren van de positieve financiële gevolgen, wanneer zij mensen snel aan het werk helpen. Vanaf 2010 wordt de rijksuitkering per gemeente uit het zogenaamde macrobudget betaald. Het gaat hierbij dan om het gebundeld I-deel en het reïntegratiedeel ( Werkdeel, ofwel W-deel ) van de Wet Participatiebudget. De gemeentelijke middelen voor re-integratie (W-deel), inburgering en volwasseneneducatie zijn van rijkswege gebundeld in één uitkering voor gemeenten: het participatiebudget. Middelen die de gemeente overhoudt op het W-deel vloeien terug naar het Rijk. Het I- deel en W- deel worden ontschot ingezet tussen alle deelnemende gemeenten van de RSD. Als er binnen het regionale verband een negatief verschil ontstaat tussen de ontvangen bijdragen van het rijk en de gedane uitkeringen en deze kunnen niet binnen het totale budget worden verrekend, dan draagt de gemeente daar in bij. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft In 2012 wordt de WWB inhoudelijk aangescherpt in afwachting van de komende Wet Werken naar Vermogen in 2013. In 2012 zal sprake zijn van gehalveerde budgetten vanuit het Rijk naar de gemeente voor het Werkdeel WWB. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 86.073 negatief. Einde boekjaar €.143.059 positief. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 1050.000. Einde boekjaar € 900.000. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 120.190. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € 0. Risico’s Risico’s bestaan onder meer uit: het mogelijk achterblijven van de uitstroom van het aantal uitkeringsgerechtigden ten opzichte van het landelijk gemiddelde, waardoor de bijdragen van het rijk niet voldoende zijn om de uitkeringen te kunnen financieren, verdere bezuinigingsmaatregelen van het rijk waardoor bijdragen van het rijk lager worden en hogere apparaatskosten van de RSD waardoor de gemeentelijke bijdrage hoger kan gaan worden. De uitvoering van de bijzondere bijstand is overgedragen aan de RSD. Bij hogere uitgaven bestaat het risico dat het gemeentelijk budget te laag is en de gemeente extra gelden beschikbaar moet stellen. De WWB is een open einde regeling, zodat nooit van tevoren bekend is wat een en ander gaat kosten. 186
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Het risico op substantiële tekorten op de I-budgetten is groot, gelet op de economische ontwikkelingen en daaraan gekoppelde prognoses. In verband daarmee heeft de RSD in 2011 het zogenaamde Aanvalsplan vervaardigd. Met behulp van dit plan wil de RSD mogelijke tekorten op het I- deel zo veel mogelijk beperken. Ontwikkelingen Wet- en regelgeving voor taken die de RSD moet uitvoeren, blijven in beweging. De ontwikkelingen worden op de voet gevolgd. Zonodig worden de werkprocessen aangepast. Daarnaast wordt uitvoering gegeven aan de “strategische heroriëntatie”. Het verbeterplan is zo goed als klaar. Beleidsvoornemens Het terugdringen van het tekort op het inkomensdeel heeft in 2011 hoogste prioriteit. De aan de gemeenschappelijke regelingen vanaf 2011 opgelegde efficiencykorting van 5% wordt gerealiseerd. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening De kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening is in 2010 en 2011 verbeterd, mede omdat hierover duidelijke afspraken zijn gemaakt. Dit is belangrijk, omdat gemeenten individueel verantwoording aan de provincie verschuldigd zijn. Dit is ook onderdeel van het verbeterplan. Er is een Jaarplan gemaakt waarin prestatieafspraken staan. Ook de vergaderstructuur met deelnemende gemeenten is aangepast en verbeterd. Overige relevante gegevens De bevoegdheid voor het vaststellen van het lokaal minimabeleid blijft bij de gemeente. In 2010 heeft de Utrechtse Heuvelrug een lokaal minimaloket gekregen. Dit wordt in 2011 geëvalueerd.
Werkvoorzieningschap Zeist en Omstreken (SWZ) Vestigingsplaats Zeist Doel Het uitvoeren van alle gemeentelijke taken die voortvloeien uit de Wet Sociale Werkvoorziening en de daarmee verband houdende voorschriften en regelingen. Programma 5 – Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid Deelnemende partijen De gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd Het voorkomen van structurele uitsluiting van bepaalde groepen kansarme werklozen. Bestuurlijk belang Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden per deelnemende gemeente. Die leden worden aangewezen door de raad, inclusief de voorzitter, uit zijn midden en uit de wethouders. Tot de aangewezen leden behoort in ieder geval een lid van het college uit iedere deelnemende gemeente. Financieel belang De GR SWZ draagt jaarlijks en in aanvulling op de Rijksbijdrage bij aan de exploitatie van de BIGA. Dit doet zij door onroerend goed om niet ter beschikking te stellen voor gebruik en het betalen van een vaste aanvullende bijdrage aan BIGA. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Geen bijzonderheden. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 1.796.000 negatief. Einde boekjaar € 0. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 187
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Begin boekjaar € 7.727.000. Einde boekjaar € 6.420.000. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 6.000 positief. Geraamd financieel resultaat voor bestemming jaar 2012 € 0. Risico’s Door de overname van de SWZ door de BIGA zijn een aantal ambtelijk medewerkers boventallig geworden. Voor deze boventallige medewerkers is een Sociaal Plan afgesproken dat uitgewerkt moet worden. De kosten van het Sociaal Plan zijn nog niet geheel duidelijk. Het aantal mensen dat in de Wsw werkzaam is wordt de komende jaren fors afgebouwd, omdat het kabinet van mening is dat 2/3 van deze wsw-ers ook in een reguliere baan aan de slag kan. Dat betekent dat er binnen het Wsw-bedrijf straks alleen nog mensen werkzaam zijn die aangewezen zijn op een beschutte werkplek. Daarbij wordt de rijksbijdrage voor de Wsw de komende jaren ook fors verlaagd. Dat betekent nogal wat voor de exploitatie van het Wsw-bedrijf. Het risico is dat gemeenten straks steeds meer bij moeten gaan dragen aan de exploitatie. Ontwikkelingen Het kabinet wil een aantal forse bezuinigingen binnen de sociale werkvoorziening doorvoeren. Voor 2011 heeft het kabinet al een bezuiniging doorgevoerd van € 120 miljoen, plus geen compensatie van de loonkosten van nog eens € 31 miljoen. Dit betekent een verlaging van de rijksbijdrage met ongeveer € 1.300 per arbeidsplaats (SE) (van € 27.080 in 2010 naar € 25.758 in 2011). Voor 2012 wordt deze doorgevoerde bezuiniging gehandhaafd en mogelijk volgen er vooruitlopend op de Wet werken naar vermogen nog meer bezuinigingen. Vanaf 2013 is een verdere verlaging van de rijksbijdrage tot ongeveer € 22.000 in 2015 te verwachten. De bezuinigingen betekenen dat de loonkosten en rijksbijdrage steeds verder uit elkaar komen te liggen en dat de gemeenten dit verschil voor hun rekening moeten nemen. Beleidsvoornemens Door de forse bezuinigingen van het Rijk op de Wsw wordt het steeds moeilijker om de werkgelegenheid voor onze Wsw-geïndiceerden in stand te houden. De komende tijd zal de meeste aandacht vooral hier naar toe uitgaan. We zullen met creatieve oplossingen moeten proberen de werkgelegenheid voor onze wsw-ers zoveel mogelijk te behouden. We willen ook bewerkstelligen dat er meer inzicht komt in de prestatie-indicatoren en kengetallen per in de GR deelnemende gemeenten. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening De kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening is in 2011 verder verbeterd, mede omdat hierover duidelijke afspraken zijn gemaakt. Dit is belangrijk, omdat gemeenten individueel verantwoording aan de provincie verschuldigd zijn. Overige relevante gegevens Geen bijzonderheden.
Instituut voor Werkvoorziening IW 4 (IW4-bedrijven) Vestigingsplaats Veenendaal. Doel Het uitvoeren van alle gemeentelijke taken die voortvloeien uit de Wet Sociale Werkvoorziening en de daarmee verband houdende voorschriften en regelingen. Programma 5 – Wmo, Sociale Zaken en Minimabeleid. Deelnemende partijen 188
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
De gemeenten Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Veenendaal. Openbaar belang dat wordt behartigd Het voorkomen van structurele uitsluiting van bepaalde groepen kansarme werklozen. Bestuurlijk belang De onderscheiden gemeenteraden met inbegrip van de voorzitter wijzen een lid aan als vertegenwoordiger en een lid als plaatsvervangend vertegenwoordiger. Hierbij moet per deelnemende gemeente minimaal een vertegenwoordiger en een plaatsvervangend vertegenwoordiger lid zijn van het college van B&W. Financieel belang De deelnemende gemeenten in de GR IW4 hebben de afspraak gemaakt dat zij jaarlijks en in aanvulling op de Rijksbijdrage een vast bedrag bijdragen aan de exploitatie van IW4. De vaste aanvullende gemeentelijke bijdrage bedraagt € 450.000 per jaar (inclusief de rentelasten van een “oude” lening o/g). Voor onze gemeente betekent dat in 2010 een bedrag van rond de € 15.000. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Geen bijzonderheden. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €2.396.000. Einde boekjaar €2.397.000. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €2.650.000. Einde boekjaar €2.650.000. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 €1.000 positief. Geraamd financieel resultaat voor bestemming jaar 2012 €0. Risico’s Het aantal mensen dat in de Wsw werkzaam is wordt de komende jaren fors afgebouwd, omdat het kabinet van mening is dat 2/3 van deze wsw-ers ook in een reguliere baan aan de slag kan. Dat betekent dat er binnen het Wswbedrijf straks alleen nog mensen werkzaam zijn die aangewezen zijn op een beschutte werkplek. Daarbij wordt de rijksbijdrage voor de Wsw de komende jaren ook fors verlaagd. Dat betekent nogal wat voor de exploitatie van het Wsw-bedrijf. Het risico is dat gemeenten straks steeds meer bij moeten gaan dragen aan de exploitatie. Ontwikkelingen Het kabinet wil een aantal forse bezuinigingen binnen de sociale werkvoorziening doorvoeren. Voor 2011 heeft het kabinet al een bezuiniging doorgevoerd van € 120 miljoen, plus geen compensatie van de loonkosten van nog eens € 31 miljoen. Dit betekent een verlaging van de rijksbijdrage met ongeveer € 1.300 per arbeidsplaats (SE) (van € 27.080 in 2010 naar € 25.758 in 2011). Voor 2012 wordt deze doorgevoerde bezuiniging gehandhaafd en mogelijk volgen er vooruitlopend op de Wet werken naar vermogen nog meer bezuinigingen. Vanaf 2013 is een verdere verlaging van de rijksbijdrage tot ongeveer € 22.000 in 2015 te verwachten. De bezuinigingen betekenen dat de loonkosten en rijksbijdrage steeds verder uit elkaar komen te liggen en dat de gemeenten dit verschil voor hun rekening moeten nemen. Beleidsvoornemens Door de forse bezuinigingen van het Rijk op de Wsw wordt het steeds moeilijker om de werkgelegenheid voor onze Wsw-geïndiceerden in stand te houden. De komende tijd zal de meeste aandacht vooral hier naar toe uitgaan. We zullen met creatieve oplossingen moeten proberen de werkgelegenheid voor onze wsw-ers zoveel mogelijk te behouden. We willen ook bewerkstelligen dat er meer inzicht komt in de prestatie-indicatoren en kengetallen per in de GR deelnemende gemeenten. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening De kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening is goed te noemen. Dit is belangrijk, omdat gemeenten individueel verantwoording aan de provincie verschuldigd zijn. 189
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Overige relevante gegevens Geen bijzonderheden.
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Midden-Nederland Vestigingsplaats Zeist. Doel Het behartigen van de belangen van de deelnemers op het gebied van de openbare gezondheidszorg. Daartoe voert de dienst de zogenoemde basistaken en een aantal keuzetaken uit. Programma 6 – Welzijn, inclusief Cultuurhuizenbeleid en Volksgezondheid. Deelnemende partijen De gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, Eemnes, Houten, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Renswoude, Rhenen, De Ronde Venen (samenvoeging per 2011 van Abcoude en De Ronde Venen), Soest, Stichtse Vecht (samenvoeging per 2011 van Breukelen, Loenen, Maarssen), Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd Bevorderen van een goede basisgezondheidszorg voor de inwoners, onder meer door preventie. Bestuurlijk belang De gemeenteraad benoemt uit haar midden één lid voor het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur benoemt het dagelijks bestuur. Onze vertegenwoordiger in het algemeen bestuur is tevens lid van het dagelijks bestuur. Financieel belang De kosten van de wettelijke taken worden bij de deelnemers in rekening gebracht, evenals het collectief arrangement maatwerkdeel jeugdgezondheidszorg. Daarnaast is sprake van zogenoemde keuzetaken die op verzoek van individuele gemeenten en / of op verzoek van derden op kostendekkende basis worden uitgevoerd. Een nadelig saldo over een begrotingsjaar wordt over de deelnemende gemeenten omgeslagen op basis van het aantal inwoners per 1 januari van dat begrotingsjaar. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Geen veranderingen. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 2.215.156. Einde boekjaar € 4.064.485. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 6.948.783. Einde boekjaar € 6.746.893. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 2.267.028 positief. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € 0. Risico’s De deelnemende gemeenten staan garant voor de betaling van rente en aflossing van de door de GGD aangegane geldleningen en eventuele schulden in rekening-courant. De garantstelling geschiedt naar 190
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
verhouding van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar waarin de garantieverplichting tot stand is gekomen. Ontwikkelingen In verband met de opdracht aan alle gemeenschappelijke regelingen om 5% te bezuinigen vond in de zomer van 2010 bij de GGD een onderzoek plaats naar mogelijkheden hiertoe in overhead. Dit onderzoek heeft ook gevolgen voor het nog vast te stellen beleidsplan 2011-2014. Uit het onderzoek blijkt dat structurele besparing van 5% van de inwonerbijdrage op overhead en bandbreedte van wettelijke taken in de huidige GGD-organisatie niet is te realiseren. Zonder extra besparingsopgave in 2012 ontstaat een tekort van € 172.000. In 2011 is een begrotingswijziging 2011 aan gemeenteraden aangeboden (een beslissing hierover wordt op 29 september 2011 genomen). De GGD onderzoekt besparingen via contact met VRU. De GGD maakt een plan van aanpak voor discussie van gemeenten/AB over toekomstscenario’s van de GGD-organisatie in het kader van beleidsplanvoorbereiding 2011-2014. De GGD geeft voor 2012 nader inzicht in risico’s van schrappen van collectieve keuzetaken. De GGD betrekt de hele organisatie bij komende bezuinigingen en stuurt op efficiëntere inrichting van werkprocessen. De begroting 2012 van de GGD is vastgesteld met de nadrukkelijke voorwaarde dat bij de begroting wordt aangegeven dat deze een tijdelijk karakter heeft en later in het jaar (2011) na de te voeren scenariodiscussies bijgesteld wordt, zodat de bezuinigingstaakstelling van 5% behaald wordt. Beleidsvoornemens Deze zijn vastgelegd in het beleidsplan 2007-2010 dat het algemeen bestuur in maart 2007 heeft vastgesteld. Bij het samengaan van de twee GGD’en is besloten dat het beleidsplan van GGD MN voor 2007-2010 wordt uitgevoerd voor de Midden Nederland-gemeenten. De kern van het plan is: de GGD dichterbij gemeenten, meer steun met onderzoek en beleidsadvies bij het lokale gezondheidsbeleid per gemeente. Uitgangspunt was dat bij samengaan het beleid van beide GGD’en in 2009/2010 gehandhaafd bleef en de bestaande taken in die periode werden voortgezet. Het voornaamste verschil in beleid, namelijk een sterker accent bij GGD Eemland op gelijke kansen in gezondheid (bijvoorbeeld voor mensen met lage sociaaleconomische status), werd als gegeven beschouwd voor twee jaar. Een concept van een nieuw beleidsplan is in ontwikkeling. Na de bezuinigingstaakstelling van 5 % voor 2011 van gemeenten op de GGD worden nieuwe bezuinigingen bij gemeenten voor 2011-2014 door het nieuwe kabinetsbeleid in 2011 niet uitgesloten. Rijkskortingen op gemeenten kunnen eventueel leiden tot nadere taakstellingen aan de GGD. Daarom is de beleidsplanontwikkeling verlengd tot in 2011 om in samenspraak met gemeenten tot een breed gedragen en uitvoerbaar meerjarenbeleid te komen. In diezelfde periode stellen naar verwachting ook diverse gemeenten hun nieuwe nota’s volksgezondheid op. Gezien de ontwikkeling van de scenario’s in de tweede helft van 2011 is de beleidsontwikkeling nog in volle gang. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening We krijgen regelmatig informatie toegezonden. De gemeenschappelijke regelingen hebben van onze gemeente een brief ontvangen dat zij voor 2011 en volgende jaren een bezuiniging moeten realiseren van minimaal 5%. Overige relevante gegevens Het algemeen bestuur van de GGD is bevoegd geldleningen en rekening-courantovereenkomsten af te sluiten en gelden uit te lenen, met inachtneming van de wettelijke bepalingen. Binnen 14 dagen na een hiertoe genomen besluit moet dit aan Gedeputeerde Staten worden toegezonden. De GGD participeert bestuurlijk en financieel in de TBC-bestrijding Utrecht en heeft een samenwerkingsverband met de GG&GD Utrecht. Via de Stichting Entadministratie Utrecht / NoordHolland wordt uitvoering gegeven aan het rijksvaccinatieprogramma.
Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Vestigingsplaats Utrecht. Doel 191
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Het behartigen van het belang van de deelnemers bij de intergemeentelijke openluchtrecreatie en de bescherming van natuur en landschap. Programma 8 – Economische Zaken, Werkgelegenheid, Recreatie en Toerisme en Deregulering. Deelnemende partijen De provincie Utrecht en de gemeenten Amersfoort, Bunnik, De Bilt, Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Leusden, Woudenberg, Wijk bij Duurstede, en Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd Door bundeling van de bevoegdheden kan een samenhangend beleid worden bepaald en uitvoering worden gegeven aan onder andere de aanleg en verbeteringen van recreatieve voorzieningen, het in stand houden en verbeteren van natuur –en landschapsschoon. Hierdoor worden voor de bewoners en bezoekers van het werkgebied, meer en betere mogelijkheden geboden voor recreatie. Bestuurlijk belang De gemeenteraden en provinciale staten wijzen elk twee leden van het algemeen bestuur aan. Tenminste één daarvan moet lid zijn van het college van B&W of het college van GS. Financieel belang Na aftrek van het aandeel van de provincie Utrecht en de gemeente Amersfoort in het nadelig saldo, wordt het restant over de overige deelnemers verdeeld naar rato van het aantal inwoners. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Medio 2009 hebben de deelnemers (provincie en gemeenten) naar aanleiding van de fundamentendiscussie aangegeven dat zij een regionale taak zien in de ontwikkeling en beheer van routenetwerken. Vervolgens is onderzocht of dit ook voor terreinen geldt. In 2010 is het onderzoek naar dagrecreatieterreinen Henschotermeer, Doornse Gat, Gravenbol en Kwintelooijen afgerond, de zogenaamde Taakopdracht Terreinen. Dit was de tweede fase van de fundamentendiscussie. Voor het Henschotermeer wordt een businesscase gestart. Om de taakstelling tot de bezuiniging van 5% te kunnen realiseren was het schap voornemens het benedenterrein van het Doornse Gat in 2011 te sluiten. Aan het schap is medegedeeld dat daar onder aanreiking van diverse alternatieven niet mee wordt ingestemd. Uiteindelijk besloot het bestuur in het voorjaar van 2011 dat het benedenterrein van het Doornse Gat in ieder geval in 2011 en 2012 open blijft. In overleg met Natuurmonumenten wordt een Programma van Eisen opgesteld, waarin wordt aangegeven welke ruimte er is voor een ondernemer, die recreatieactiviteiten toevoegt en zorgt voor aanvulling en modernisering van het terrein. In het najaar van 2011 kunnen ondernemers hiervoor inschrijven. Daarnaast biedt het beleidsplan Recreatie en Toerisme voldoende aanknopingspunten voor actualisering van het Doornse Gat. Recent gaf de gemeente Veenendaal aan niet uit te treden (wat aanvankelijk de bedoeling was) maar een taakstelling op hun bijdrage op te nemen. Dit houdt een minimalisering van het takenpakket van het schap in, dat in gezamenlijkheid met de andere gemeenten gerealiseerd moet worden. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 1.535.287. Einde boekjaar € 1.657.516. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 87.627. Einde boekjaar € 181.232. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 - € 122.229. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € 93.500. Risico’s Risico’s zijn het gevaar voor schade of verlies als gevolg van interne en externe omstandigheden, zoals 192
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
bodemverontreiniging, vandalisme, weersinvloeden en dergelijke. Als het weerstandsvermogen van het recreatieschap onvoldoende is, dan heeft dat consequenties voor de bijdragen van de deelnemers. Op 1 januari 2004 is Utrecht uitgetreden uit het recreatieschap. De financiële gevolgen hiervan op langere termijn, na 2013, zijn nog niet duidelijk. Het recreatieschap is een van de vier deelnemers in de gemeenschappelijke regeling Recreatieschap Midden Nederland (RMN). Hierdoor is de gemeente, indirect, mede verantwoordelijk voor eventuele tekorten bij de RMN. Ontwikkelingen Het jaar 2011 is het derde jaar van de vierjarige budgetperiode 2009-2012. In 2008 is het recreatieschap het proces van de fundamentendiscussie ingegaan. Enerzijds om een heroriëntatie van het takenpakket van het recreatieschap te bepalen en anderzijds om de financiële problemen die voorzien worden in de meerjarenbegroting het hoofd te bieden en het recreatieschap gezond te maken. Het recreatieschap beschikt over onvoldoende financiële middelen om in de beheerlast van de gerealiseerde voorzieningen duurzaam te voorzien, om de vermindering aan dekkingsmiddelen door het vertrek van de gemeente Utrecht het hoofd te bieden en om tegenvallers op te vangen. Een meevaller is dat het huurcontract m.b.t. het Treekerpunt niet is verlengd, hetgeen een structurele besparing betekent van € 20.000 per jaar. Tevens hoeft de geraamde opknapbeurt voor Het Treekerpunt niet meer te worden uitgevoerd. De gevolgen van het mogelijk op de markt brengen van beheer en exploitatie van het Henschotermeer, het Doornse Gat en Gravenbol zullen in 2012 zichtbaar worden. Voor eventuele financiële maatregelen om de armslag van het recreatieschap te vergroten is vooralsnog geen ruimte en het uitgeput raken van de afkoopsom van de gemeente Utrecht is in de begroting 2013 en volgende jaren nog niet structureel opgelost. In de loop van 2010 is in verband van Recreatieschap Midden-Nederland, waar het recreatieschap deelnemer aan is, gestart met een discussie over de toekomstige organisatie van de recreatie in de provincie. Dit zou ertoe kunnen leiden dat op niveau van Recreatie Midden-Nederland stappen worden gezet voor het opschalen of samenvoegen van recreatieschappen. Voor de begroting 2012 heeft dat nog geen financiële gevolgen. Beleidsvoornemens In 2011 is een taakstellende verlaging van de deelnemersbijdrage met 5 % toegepast, welke niet is gecorrigeerd voor de inflatie. Voor 2012 wordt wel een indexering toegepast van 1,5 %. Er vindt een zeer beperkte uitvoering plaats van enkele noodzakelijke, in voorgaande jaren uitgestelde investeringen. Het beheer zal zoveel mogelijk in kortlopende contracten uitbesteed worden aan groenaannemers. In de begroting van 2012 worden nog geen oplossingen aangewezen voor de uittreding van de stad Utrecht per 2013 en de daarbij wegvallende bijdrage. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening De kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening is voldoende tot goed te noemen. Intussen zijn afspraken gemaakt over een tijdige toezending van stukken, zodat de informatie tijdig kan worden afgestemd op de besluitvormingscyclus van onze gemeente. Overige relevante gegevens Geen bijzonderheden.
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Vestigingsplaats Soest Doel Het op een doelmatige en uit een oogpunt van milieuhygiëne verantwoorde manier sturing en uitvoering geven aan het afvalstoffenbeleid in de provincie Utrecht. Programma 11 – Beheer Openbare Ruimte. Deelnemende partijen De Provincie Utrecht en de gemeenten Abcoude, Amersfoort, Baarn, Breukelen, Bunnik, Bunschoten, De 193
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Bilt, De Ronde Venen, Eemnes, Houten, Leusden, Loenen, Lopik, Maarssen, Montfoort, Nieuwegein, Renswoude, Rhenen, Soest, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Vianen, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, IJsselstein en Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd Namens de gemeenten zorgt de AVU voor de regie van het door de inwoners van de provincie Utrecht aangeboden huishoudelijk afval (dus geen afval van bedrijven). De AVU draagt zorg voor een goede, reguliere en milieuverantwoorde verwerking van door de gemeenten ingezameld huishoudelijke afval, ofwel de regeling van transport, overslag, bewerking en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen, en de AVU draagt zorg voor de inzameling van papier / karton( i.s.m. verenigingen) en glas. Bestuurlijk belang Het algemeen bestuur bestaat uit twee leden te benoemen door de provinciale staten, twee leden uit de stad Utrecht te benoemen door de gemeenteraad en één lid per overige gemeente, te benoemen door de betreffende gemeenteraden. Voor ieder lid wordt ook een plaatsvervanger benoemd. De gemeente wordt op dit moment in het algemeen bestuur vertegenwoordigd door een collegelid. Een tweede collegelid is aangewezen als plaatsvervangend lid. Het dagelijks bestuur bestaat uit twee of drie leden per AVU regio en één lid uit de provinciale staten. Een collegelid is op dit moment plaatsvervangend lid van dit algemeen bestuur. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Onderbrengen activiteiten NV AVU onder de GR AVU In 2011 heeft het AVU-AB besloten tot het inzetten van het opheffen van de NV AVU en het onderbrengen van de activiteiten van de NV AVU onder de gemeenschappelijke regeling. De opheffing heeft als doel de bestuurlijke drukte te verminderen. De verschuiving van activiteiten heeft in de uitvoering van deze activiteiten geen direct effect. Uit onderzoek van de AVU is gebleken dat voor de gemeenten die geen diensten van de NV afnemen er als gevolg van de samenvoeging met de GR geen aanvullende financiële risico’s ontstaan. Ook zijn er geen negatieve fiscale gevolgen door de overdracht. De organisatie blijft flexibel en slagvaardig omdat de directeur van de AVU bevoegd is tot het verrichten van handelingen binnen de begroting. De AVU gaat bij contractpartners na of zij bezwaar hebben tegen een overdracht van het contract van de NV AVU naar de GR AVU. De verslaglegging wordt integraal, maar met duidelijk onderscheid in de inzage en afwikkeling van kosten in de diensten waar niet alle deelnemers gebruik van maken door middel van extra bijlagen in het begroting en jaarverslagen. Daardoor worden ook meer kosten van de afvaldienstverlening van de AVU transparant voor de Raad. Meer grip op overlaadstations De AVU streeft naar meer grip op de overlaadstations. Voor de regio Veenendaal wordt door de Afvalcombinatie de Vallei (ACV) een nieuw overlaadstation gebouwd. Beheer en exploitatie wordt vormgegeven door een gezamenlijke BV van de AVU en ACV. Voor de regio Utrecht zal in 2012 begonnen worden met de voorbereidingen voor een nieuw overlaadstation. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar N.v.t. De begroting van de AVU kent - behoudens de reservering voor de communicatiecampagne – geen reserves en/of voorzieningen. (De N.V. AVU kent een drietal voorzieningen, namelijk een algemene reserve, een risicovoorziening en een onderhoudsvoorziening voor glas- papier- en kledingbakken. In 2011 zal aan de aandeelhoudersvergadering van de N.V. AVU een voorstel gedaan worden tot opheffing van de NV en zal worden aangegeven hoe met deze voorziening om te gaan in 2012.) Einde boekjaar N.v.t. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar N.v.t. De bijdrage van de gemeenten zijn in beginsel de enige inkomsten van de AVU. De enige andere inkomsten bestaan uit rente op banktegoeden, een bijdrage van de NV AVU in de beheerskosten en mogelijke dividend uitkeringen. 194
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Einde boekjaar N.v.t. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 De baten en lasten worden volledig doorberekend aan de deelnemers. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 De baten en lasten worden volledig doorberekend aan de deelnemers. Risico’s Als mogelijke risico’s zijn door de AVU enige normale bedrijfsrisico’s aangegeven als: • renterisico van de vlottende schuld; • kredietrisico van de verstrekte gelden; • debiteurenrisico van de rekening courantverhouding met de N.V. AVU en de achtergestelde lening aan de N.V. ROVA Holding; • investeringsrisico betreffende deelnemingen in de N.V. AVU en N.V. ROVA Holding. Ontwikkelingen - In 2009 heeft de aanbesteding van afvalverwerking van restafval plaatsgevonden. Het contract is ingegaan op 1 januari 2011 en loopt tot en met 2018 en kan door de AVU maximaal twee keer worden verlengd met 1 jaar (uiterlijk tot en met 2020). - In 2009 heeft de aanbesteding van papierinzameling in AVU verband plaatsgevonden. Het contract tussen gemeente en inzamelaar is ingegaan op 1 januari 2010 en loopt tot en met 2014 (5 jaar) en kan maximaal twee keer worden verlengd met 1 jaar (uiterlijk tot en me 2016) - De systematiek voor de papierprijs is veranderd in verband met de slechte papiermarkt. In plaats van een vaste papierprijs krijgt de gemeente nu de marktprijs die maandelijks kan fluctueren met daar bovenop een toeslag. - In 2009 is de 2 jarige AVU-brede afvalcommunicatie campagne ‘Doe meer met afval’ gestart die tot doel heeft mensen aan te zetten tot het beter scheiden van afval. Voor het onderdeel elektrische apparaten heeft de AVU in 2011 bij NVMP/WeCycle subsidie aangevraagd en toegekend gekregen. - In 2010 en 2011 deed de gemeente mee aan de AVU brede compostactie. Deelname in 2012 wordt overwogen. - In 2009, feitelijk januari 2010, is gestart met de inzameling van kunststofafval. De kunststofinzameling zal in 2011 worden geëvalueerd. Kunststofafval is door de gemeente zelf geregeld en vindt niet plaats in AVU verband. De AVU heeft wel geprobeerd met Nedvang tot overeenstemming te komen, maar uiteindelijk is het per gemeente ingevuld. De kunststofcontainers zijn eigendom van de AVU en worden door de gemeente gehuurd. - In 2010 is afvalinzameling voor restafval, GFT, grof huishoudelijke afval en grof snoeiafval opnieuw aanbesteed in AVU verband. Het contract van de gemeente met de inzamelaar is ingaan op 1 januari 2011. - De NV AVU wordt opgeheven en de activiteiten van de NV AVU worden ondergebracht onder de gemeenschappelijke regeling. Dit wordt zodanig gedaan dat gemeenten niet betalen voor (voormalige NV AVU) diensten waar ze geen gebruik van maken. - De AVU zal samen met de Afval Combinatie Vallei een BV oprichten welke een overlaadstation in Ede zal realiseren en exploiteren. - In 2011 is begonnen met de evaluatie van de inzameling van injectienaalden en medisch afval van huishoudens via apothekers. - In 2011 is de AVU begonnen met het kaart brengen van de klimaatimpact van de afvalactiviteiten via de AVU Beleidsvoornemens Fractiescheiding verder optimaliseren. Meer grip krijgen op overlaadstations. Het betreft met name de overlaadstations Veenendaal (wordt vervangen door nieuwbouw in samenwerking met ACV in Ede) en het overlaadstation Utrecht. In 2011 zal de inzameling van huishoudelijk medisch afval via apothekers worden geëvalueerd Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Goed. 195
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Overige relevante gegevens De gemeenschappelijke regeling AVU heeft op 31 december 2008 deelnemingen in: N.V. Afvalverwijdering Utrecht 100% belang € 45.378; N.V. Rova Holding, minderheidsbelang gewaardeerd tegen kostprijs; € 45.378; N.V. Rova Holding, achtergestelde lening € 69.882 (rente 8%) Namens de Gemeenschappelijke Regeling oefent het dagelijks bestuur stemrecht uit in de algemene vergadering van aandeelhouders van de N.V. AVU. Fiscaal gezien is dan ook sprake van een eenheid, waardoor de GR hoofdelijk aansprakelijk is voor eventuele omzetbelastingschulden van de vennootschap.
Milieudienst Zuidoost Utrecht (MDZOU) Vestigingsplaats Zeist. Doel Het op een doelmatige, kwalitatief goede, efficiënte en controleerbare manier uitvoeren van de door de deelnemende gemeente opgedragen taken. Dit betekent dat voor de meeste gemeenten alle wettelijke milieutaken (zoals vergunningverlening, controles en handhaving) en een deel van de niet-wettelijke (beleids)taken worden uitgevoerd. Programma 11 – Beheer Openbare Ruimte en Milieu. Deelnemende partijen De gemeenten: Bunnik, De Bilt, Vianen, Utrechtse Heuvelrug, Zeist, Wijk bij Duurstede, Renswoude, Rhenen en Veenendaal. Openbaar belang dat wordt behartigd Door verdergaande samenwerking het milieu verbeteren. Bestuurlijk belang De gemeente wordt vertegenwoordigd door een collegelid, aan te wijzen door de raad. Momenteel is de burgemeester van Utrechtse Heuvelrug voorzitter van de Milieudienst. Financieel Belang De door de deelnemende gemeenten te betalen bijdrage is afhankelijk van de omvang van de afname van diensten dat in het milieubijstandcontract is geregeld enerzijds, en het jaarlijks vastgestelde uurtarief anderzijds. Het contract bestaat uit een structureel deel – uren die ieder jaar worden afgenomen en waarvan het aantal voor vijf jaar wordt vastgelegd – en uit een tijdelijk deel: uren die als aanvulling op de structurele uren in een bepaald jaar worden afgenomen. In aanvulling hierop worden op ad hoc basis uren afgenomen voor taken die niet in het contract zijn opgenomen. Hier wordt een hoger uurtarief voor berekend. De Milieudienst werkt niet alleen in opdracht van de deelnemende gemeenten, maar verleent ook diensten aan derden. Ook hiervoor wordt een hoger uurtarief in rekening gebracht. Eventuele positieve jaarresultaten mogen tot maximaal 10% van de jaaromzet worden gereserveerd voor de opbouw van weerstandsvermogen. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft In 2011 heeft het AB van de Milieudienst een intentieovereenkomst getekend met het AB van de Milieudienst Noordwest Utrecht om te fuseren. De fusie zal in 2012 verder vormgegeven worden en begin 2013 operationeel zijn. Het is de bedoeling dat deze nieuwe organisatie de rol van RUD op zich zal nemen voor de regio die zij bedient, één en ander als zelfstandige entiteit binnen de coöperatieve provinciale RUD. In het kader van deze ontwikkeling heeft onze gemeente het voornemen om, behalve uitvoeringstaken op het gebied van milieu, ook op het gebied van bouw en ruimtelijke ontwikkeling uitvoeringstaken over te dragen aan de nieuwe organisatie. Hoewel de grote lijn langzaam aan steeds duidelijker wordt moeten veel details nog ingevuld, en zal pas in de loop van 2012 helder worden wat één en ander precies gaat betekenen voor de gemeente. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar 196
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
€ 93.659 Einde boekjaar € 256.018 Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 136.183 Einde boekjaar € 92.488 Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 162.359 Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € 1.258 Risico’s De weerstandscapaciteit van de Milieudienst beperkt zich tot de egalisatiereserve die eind 2010 € 92.018 bedroeg. In de toekomst optredende verliezen die dit bedrag te boven gaan komen volledig voor rekening van de deelnemende gemeenten. Het financiële resultaat is in sterke mate afhankelijk van de opdrachten die de Milieudienst van derden kan binnenhalen, dus bovenop de contracten met de deelnemende gemeenten. Een belangrijke motivatie voor de twee Utrechtse milieudiensten om te gaan fuseren (zie hierboven) is om de soliditeit te vergroten, en daarmee risico’s te beperken. Het hele proces rondom de oprichting van een coöperatieve RUD in de provincie is echter nog geen gelopen race, en de precieze uitkomst nog niet zeker. Dankzij de stevige strategische positie die de gefuseerde organisatie inneemt (zij vertegenwoordigt meer dan de helft van de Utrechtse gemeenten) hebben de aangesloten gemeenten een behoorlijke vinger in de pap en wordt getracht de risico’s zo klein mogelijk te houden. Voor het fusieproces zijn de extra kosten geraamd op € 200.000 die door de 16 betrokken gemeenten moeten worden betaald. Het is nog niet goed te zeggen wat de financiële consequenties voor de Wabotaakuitvoering van fusie en RUD zullen zijn. Ontwikkelingen Fusie met Milieudienst Noordwest-Utrecht en ontwikkeling tot RUD (zie ook hierboven: Veranderingen gedurende het jaar 2012) . Beleidsvoornemens Het besluit om te fuseren en een RUD-rol te gaan vervullen in de regio, is een direct uitvloeisel van het beleidsvoornemen om de financiële en strategische positie van de Milieudienst te verbeteren en om geleidelijk tot omgevingsdienst uit te groeien. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening De schriftelijke informatievoorziening roept regelmatig vragen op, en is niet altijd even helder en transparant. De mondelinge toelichting die wordt verschaft geeft over het algemeen voldoende extra inzicht om de financiële stukken te kunnen beoordelen. Overige relevante gegevens Geen.
N.V. Bronwaterleiding “Doorn” Vestigingsplaats Doorn. Doel Het exploiteren van de drinkwatervoorziening in een gedeelte van onze gemeente. Programma 12 - Middelen en Ondersteuning Deelnemende partijen De gemeente Utrechtse Heuvelrug. 197
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Openbaar belang dat wordt behartigd Het duurzaam leveren van veilig en betrouwbaar drinkwater, het verantwoord omgaan met natuur en milieu. Bestuurlijk belang De gemeente is sinds medio 2007 met twee personen vertegenwoordigd in de Raad van Commissarissen. Financieel belang De gemeente bezit 54 gewone aandelen en 2 prioriteitsaandelen met een nominale waarde van € 227 per aandeel. Het totaal aantal geplaatste aandelen bedraagt 387 aandelen en 7 prioriteitsaandelen, met een totaal geplaatst kapitaal van € 89.438. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft De fusiebesprekingen met Vitens N.V. zijn in de loop van 2010 afgerond. Ter uitvoering van de uitkomst van deze besprekingen heeft op 2 juli 2010 de economische overdracht van de activa plaatsgevonden. .Per gelijke datum zijn de bedrijfsactiviteiten overgedragen aan Vitens. De juridische overdracht vindt medio 2011 plaats na inschrijving van het gedigitaliseerde leidingnet in het kadaster. Finale afwikkeling van de overdracht, w.o. de overdracht van het aandelenbezit is eerst mogelijk als er een uitspraak ligt over de status van de niet meer te traceren aandelen. Deze zal naar verwachting nog enkele jaren op zich laten wachten. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €2.865.244. Einde boekjaar €1.684.117. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €2.441.083. Einde boekjaar €2.770.157. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 399.935 voordelig. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 N.v.t. (N.V. Bronwaterleiding is per 2 juli 2010 gefuseerd met Vitens N.V.). Risico’s Geen. Ontwikkelingen De fusiebespreking met Vitens N.V. zijn in juni 2010 afgerond en de bedrijfsactiviteiten zijn per 2 juli 2010 overgegaan naar Vitens N.V. Beleidsvoornemens Geen. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Over de jaarstukken 2010 is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Overige relevante gegevens Op basis van de overeengekomen overnameprijs van 4,1 miljoen euro is een berekening gemaakt van de aan de aandeelhouders te verstrekken uitkering. Van dit bedrag is 1,8 miljoen euro afgerekend in 2010. Het resterende bedrag wordt, na de juridische overdracht, die naar verwachting in het 2e kwartaal 2011 zal plaatsvinden, betaalbaar gesteld. Op begrotingsbasis is rekening gehouden met een verwachte opbrengst van € 312.000, waarvan medio 2011 nog € 37.000 moet worden afgerekend.
Gasdistributie Zeist en Omstreken (GZO) in liquidatie Vestigingsplaats Zeist. 198
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Doel Het volledig, zowel juridisch als financieel, afhandelen van de in 2001 plaatsgevonden verkoop van de activa van het GZO aan Eneco. De afwikkeling van de verkoop van de dienstwoning in Driebergen dient nog plaats te vinden. Mogelijke verkoop daarvan is afhankelijk van de beëindiging van de huidige bewoning. Deze verkoop kan, voor zover de verkoopprijs uitgaat boven de restantboekwaarde van € 51.000, nog tot een extra uitkering leiden. Besloten is te wachten met de verkoop totdat de huidige bewoning is beëindigd. Daarnaast kan er op termijn nog een nabetaling plaats vinden uit de afwikkeling van de verkoop van de aandelenportefeuille GZO in de aandelen GCN (nu Eneco). Deze nabetaling is afhankelijk van de mogelijk toekomstige privatisering van het netwerk. Als gevolg van deze ontwikkelingen is er nog geen duidelijkheid over de datum van finale afwikkeling van de verkoop. Programma 12 - Middelen en Ondersteuning. Deelnemende partijen De gemeenten De Bilt, Bunnik, Utrechtse Heuvelrug en Zeist. Openbaar belang dat wordt behartigd Geen (zie onder “Doel”). Bestuurlijk belang Onze gemeente heeft één vertegenwoordiger in het dagelijks bestuur en drie in het algemeen bestuur. Financieel belang Het financiële belang van de gemeente beperkt zich tot het jaarlijks aandeel in het resultaat. De verdeling van de winst van het GZO over de deelnemers vindt plaats naar rato van de gemiddelde gasopbrengst over de jaren 1990 tot en met 1999 van elke deelnemende gemeente. Een eventueel verlies wordt gedekt via een bijdrage uit de Algemene Reserve. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Geen wijzigingen. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €212.841. Einde boekjaar €205.073. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € nihil. Einde boekjaar € nihil. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 €7.768 nadelig. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 €7.000 nadelig. Risico’s Op het terrein van de dienstwoning van GZO is sprake van enige bodemverontreiniging. De milieutechnische en financiële gevolgen daarvan zijn beheersbaar en pas actueel bij verkoop van het betreffende perceel. De nog in de GZO aanwezige algemene reserve van € 205.000 is ruimschoots voldoende om de kosten van het opruimen van de bodemverontreiniging te dekken. Ontwikkelingen Volledige afwikkeling van de verkoop van GZO aan Eneco is afhankelijk van de verkoop van de nog bewoonde dienstwoning. Deze woning vertoont achterstallig onderhoud. De meest urgente gebreken zijn inmiddels hersteld. In overleg met de huidige bewoonster wordt gezocht naar een oplossing voor beëindiging van de bewoning. Beleidsvoornemens Opheffing van de GR na beëindiging bewoning dienstwoning. 199
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Over de jaarstukken 2010 is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Overige relevante gegevens Geen.
4.2.
Overige verbonden partijen
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Vestigingsplaats Zeist. Doel Het geven van openbaar onderwijs aan scholen die onder haar gezag vallen, met inachtneming van artikel 46 van de Wet op het Primair Onderwijs, artikel 51 van de Wet op de Expertisecentra en artikel 42 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs Programma 7 – Onderwijs incl. huisvesting, Jeugdbeleid, Kinderopvang en Volwasseneneducatie. Deelnemende partijen De gemeenten Bunnik, De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Zeist en Maarssen Openbaar belang dat wordt behartigd Zorg dragen voor een professionele bedrijfsvoering in de organisatie en een situatie creëren waarbij schoolteams en directeuren hun energie kunnen richten op het primaire proces: “het geven van onderwijs en opvoeding op een hoog kwalitatief niveau”, met een breed gericht onderwijsaanbod voor kinderen van 2,5 tot en met 20 jaar, voor basis-, speciaal- en praktijkonderwijs. Bestuurlijk belang De portefeuillehouders van de deelnemende gemeenten maken deel uit van het toezichthoudend orgaan. De afspraken over het gezamenlijk dragen van de toezichthoudende taken zijn in een convenant vastgelegd. Financieel belang De gemeente heeft geen rechtstreeks financieel belang meer in de stichting; de rijksvergoedingen ontvangt de stichting zelf en zij doet ook haar eigen uitgaven. De gemeenteraad moet echter nog wel de begroting en jaarrekening goedkeuren. De kosten van de huisvesting van de scholen blijven voor rekening van de gemeente. De gemeente ontvangt hiervoor bijdragen uit het gemeentefonds, die gestort worden in de reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Geen bijzonderheden. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 5.073.970. Einde boekjaar € 4.375.030. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €1.382.439. Einde boekjaar € 0. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 698.940. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € 113.911 negatief Risico’s 200
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Op dit moment zijn er geen specifieke risico’s voorzien. Ontwikkelingen Geen nieuwe ontwikkelingen. Beleidsvoornemens Op dit moment geen bijzonderheden te vermelden. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Goed. Overige relevante gegevens Voor een statutenwijziging is goedkeuring nodig van de gemeenteraden. De gemeenteraden kunnen de stichting ontbinden, na overleg met het bestuur, op grond van de wettelijke maatstaf. De gemeenteraad van een van de gemeenten kan op elk moment beslissen (maar niet binnen de eerste vijf jaar na datum van oprichting of toetreding) om de school of scholen waarvan de instandhouding is overgedragen, opnieuw zelf in stand te houden of aan een andere rechtspersoon over te dragen. De stichting maakt deel uit van een samenwerkingsverband van zes gemeenten.
St. Zwem- en Sportaccommodaties Doorn Vestigingsplaats Doorn. Doel Het oprichten, het overnemen waarin begrepen het verkrijgen en vervreemden, bezwaren, in stand houden en exploiteren van zwem- en sportaccommodaties en voorts al hetgeen met één en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Programma 9 – Sport, inclusief sportaccommodaties, kunst en cultuur. Deelnemende partijen De gemeente Utrechtse Heuvelrug. Openbaar belang dat wordt behartigd De mogelijkheid bieden dat inwoners gebruik kunnen maken van een overdekt zwembad in Doorn, dat op basis van erfpacht in exploitatie is uitgegeven aan een marktpartij. Tevens de Doornse Golfclub de mogelijkheid te bieden om de golfsport te kunnen beoefenen op het golfterrein. Bestuurlijk belang Drie bestuursleden van de Stichting worden benoemd door en uit de raad. De taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de statuten van de Stichting. Financieel belang De gemeente heeft een financieel belang bij de Stichting. Het negatieve exploitatieresultaat komt ten laste van de gemeente. Eén en ander geschiedt op basis van een rekening courant overeenkomst. De jaarrekening van de Stichting wordt jaarlijks gecontroleerd door de gemeentelijke accountant. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft De gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft op 9 december 2010 besloten een drietal leden van de raad te benoemen in het bestuur van de St. Zwem- en Sportaccommodaties Doorn. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 0. Einde boekjaar € 0. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €2.567.971. Einde boekjaar €2.579.156. 201
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 €116.901. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 €115.000. Risico’s Door een eventuele afname van het aantal leden van de Golfclub zal het exploitatietekort toenemen. Ontwikkelingen De upgrading van het naast gelegen tenniscentrum zal naar verwachting een positief effect sorteren met betrekking tot de exploitatie. Beleidsvoornemens De nieuw benoemde bestuursleden van de Stichting hebben de opdracht meegekregen om voor te bereiden dat na twee jaar of langer de rechten en de plichten van de Stichting worden overgedragen aan de gemeentelijke organisatie. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening. Goed. Overige relevante gegevens Geen.
Vitens NV Vestigingsplaats Zwolle. Doel Vitens wil door klanten, samenleving, medewerkers en aandeelhouders herkend worden als een betrouwbaar en toonaangevend drinkwaterbedrijf, dat met een uitstekende bedrijfsvoering maatschappelijk verantwoord onderneemt. Daaraan wordt inhoud gegeven door het exploiteren van het jongste en grootste drinkwaterbedrijf in Nederland en het leveren van topkwaliteit drinkwater tegen een zo laag mogelijke prijs aan mensen en bedrijven in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in Drenthe en Noord-Holland. Programma 12 - Middelen en Ondersteuning Deelnemende partijen De gemeenten in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel en een aantal gemeenten in de provincies Drenthe en Noord-Holland. Openbaar belang dat wordt behartigd Het dragen van medeverantwoordelijkheid voor de gezondheid door het duurzaam leveren van veilig en betrouwbaar drinkwater en een duurzame samenleving met zorg voor de bescherming van natuur en milieu. Daarbij noemt Vitens als belangrijkste milieuaspecten het voorkomen van verdroging of vernatting het gebruik van duurzame energie, een verantwoorde omgang met reststoffen en een ecologisch verantwoord beheer van waterwingebieden. In 2008 heeft Vitens het predicaat klimaatneutraal gekregen. Bestuurlijk belang De gemeente heeft geen rechtstreeks bestuurlijk belang in Vitens, behalve het stemrecht als aandeelhouder. Financieel belang De gemeente bezit 36.554 aandelen (0,728% van het geplaatste aandelenkapitaal) met een nominale waarde van € 1- per aandeel (betreft situatie voor overname N.V. Bronwaterleiding). Het totale geplaatste aandelenkapitaal bestaat uit 5.022.404 gewone aandelen met een nominale waarde per aandeel van € 1. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Mogelijke wijziging aandelenbezit als gevolg overname N.V. Bronwaterleiding “Doorn”. De overdracht van het aandelenbezit is afhankelijk van de uitspraak over de status van de niet meer te traceren aandelen. 202
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Deze uitspraak kan mogelijk nog enkele jaren op zich laten wachten. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €353,8 miljoen. Einde boekjaar €359 miljoen. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €1.315,1 miljoen. Einde boekjaar €1.322,6 miljoen. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 €26,9 miljoen voordelig. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 €27 miljoen voordelig. Risico’s Geen. Vitens beheerst de risico’s door kennis van de wetgeving te borgen in de organisatie en indien noodzakelijk adequate beheersmaatregelen te treffen. Ontwikkelingen De fusiebesprekingen met de N.V. Bronwaterleiding “Doorn” zijn in de loop van 2010 afgerond. Ter uitvoering van de uitkomst van deze besprekingen zijn de bedrijfsactiviteiten per 2 juli 2010 overgedragen aan Vitens. Dat betekent dat het belang van de gemeente in het werkgebied van de Bronwaterleiding per 2 juli 2010 gebaseerd is op basis van het aandelenbezit in Vitens N.V. Beleidsvoornemens Vitens NV streeft naar zo laag mogelijke drinkwatertarieven en naar een exploitatieresultaat dat toereikend is om rente en dividend te vergoeden aan de vermogensverschaffers. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Over de jaarstukken 2010 is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Overige relevante gegevens Met ingang van 2010 is de tariefsharmonisatie voor kleinverbruik afgerond. De tarieven voor het grootverbruik worden vanaf 2010 geharmoniseerd. Uiterlijk in 2015 zal er sprake zijn van volledige harmonisatie van alle tarieven in het verzorgingsgebied. In 2010 heeft een aanpassing van het dividendbeleid plaatsgevonden. Het dividend is niet langer gerelateerd aan de boekwaarde van het eigen vermogen. Jaarlijks doet de directie een voorstel dat ligt tussen de 40% en 75% van het netto resultaat.
Lange Dreef C.V. Vestigingsplaats Utrechtse Heuvelrug Doel De vennootschap heeft ten doel door het (ver)kopen, (ver)huren, exploiteren en administreren van onroerende zaken, het sluiten van overeenkomsten, het optreden als tussenpersoon, (ver)lenen van gelden, verstrekken van zekerheden en alles wat daarmee verband houdt of daaraan bevorderlijk is, het plangebied Lange Dreef te Driebergen te ontwikkelen. Programma 12 – Middelen en ondersteuning. Deelnemende partijen De rechtspersoon is een commanditaire vennootschap waarin drie door Gemeente Utrechtse Heuvelrug en de stichting Heuvelrug Wonen opgerichte B.V.’s hun samenwerking aan de gebiedsontwikkeling Lange Dreef 203
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
hebben vormgegeven.
Openbaar belang dat wordt behartigd Het realiseren van woningen in zowel de vrije als sociale sector, een kerkgebouw, openbare ruimte en een natuurontwikkelingsgebied Bestuurlijk belang Gemeente heeft geen rechtstreeks bestuurlijk belang in de CV. Via de wethouder ruimtelijke ordening als bestuurder van de deelnemende B.V.’s kan invloed worden uitgeoefend op de besluitvorming van de CV. Financieel Belang Gemeente heeft geen rechtstreeks financieel belang in de CV. Eventuele winsten worden naar rato van hun deelname tussen de vennoten verdeeld. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Naar verwachting zullen er geen veranderingen optreden. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 0. Einde boekjaar € 0. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar € 18.000.000. Einde boekjaar € 18.000.000. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 € 0. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 € p.m. Risico’s De risico’s voor deelname aan de CV liggen bij de deelnemende vennoten, de drie respectievelijke B.V.’s. Ontwikkelingen Lange Dreef CV is 2011 gestart met het aanbestedingstraject voor het te realiseren vastgoed, openbare ruimte en natuurontwikkeling. Half 2011 is de opdracht gegund. Het aanbestedingresultaat vodeed aan de verwachting. Beleidsvoornemens Lange Dreef CV zal voor eigen rekening en risico zorgdragen voor de ontwikkeling van het project Lange Dreef met in achtneming van de tussen gemeente Utrechtse Heuvelrug en Heuvelrug Wonen gesloten samenwerkingsovereenkomst. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Over 2011 zal de eerste accountantsverklaring moeten worden verkregen. Overige relevante gegevens Lange Dreef CV is december 2010 opgericht door Gemeente Utrechtse Heuvelrug Commandiet B.V., Heuvelrug Wonen Commandiet B.V. en Lange Dreef B.V.
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Vestigingsplaats Den Haag. Doel Het aanbieden van financiële diensten op maat, zoals kredietverlening, betalingsverkeer, advisering, elektronisch bankieren en beleggen, tegen zo laag mogelijke kosten. Daarnaast neemt de bank ook deel aan projecten van publiekprivate samenwerking (PPS). De dienstverlening richt zich op de gemeenten, provincies, gemeenschappelijke regelingen, politieregio's en met overheden verbonden instellingen en 204
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
bedrijven op het terrein van volkshuisvesting, openbaar nut, onderwijs en gezondheidszorg. De strategie van de bank is gericht op het behouden van substantiële marktaandelen in het maatschappelijk domein en het handhaven van de toegekende AAA-ratings. Daarnaast streeft zij naar een redelijk rendement voor haar aandeelhouders. Programma 12 - Middelen en Ondersteuning Deelnemende partijen De bank is een structuurvennootschap. Het rijk bezit de helft van de aandelen, de andere helft is in handen van gemeenten, provincies en één waterschap. Openbaar belang dat wordt behartigd Er zorg voor dragen dat haar klanten zo goedkoop mogelijk aan financiering kunnen komen, zodat de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger zo laag mogelijk kunnen zijn. Bestuurlijk belang Alleen stemrecht via de vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Onze gemeente bezit 201.669 aandelen, dat is 0,36% van het totaal. De waarde van één aandeel is nominaal € 2,50. Omdat de aandelen niet verhandelbaar zijn, is er geen marktwaarde bekend. Het totale aantal aandelen bedraagt per 31 december 2009: 55.690.720. De intrinsieke waarde van één aandeel bedroeg ultimo 2010 ruim € 40. Voor onze gemeente betekent dit in totaal ruim € 8 miljoen. Aangezien de aandeelhouders van de bank alle overheden zijn, is de BNG voor het overgrote deel werkzaam in de publieke sector. Elk jaar keert de bank een dividend uit. De bank is per 1 januari 2005 vennootschapsbelastingplichtig geworden. Hierdoor is het dividend niet meer gefixeerd, maar zal het afhankelijk worden van het bedrijfsresultaat. Veranderingen gedurende het jaar 2012 in het belang dat de gemeente in de verbonden partijen heeft Geen wijzigingen. Werkelijk eigen vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €2.253 miljoen. Einde boekjaar €2.259 miljoen. Werkelijk vreemd vermogen jaar 2010 Begin boekjaar €102.243 miljoen. Einde boekjaar €116.274 miljoen. Werkelijk financieel resultaat vóór bestemming jaar 2010 €257 miljoen voordelig. Geraamd financieel resultaat vóór bestemming jaar 2012 Zie onder ontwikkelingen. Risico’s Door de tripel A status wordt de bank als een ‘veilige’ bank aangemerkt. Ontwikkelingen Het renteresultaat ligt naar verwachting rond het hoge niveau van 2010. Gegeven de situatie op de financiële markten tegen de achtergrond van de internationale schuldencrisis en alle overige onzekerheden acht de bank het evenwel niet verantwoord een uitspraak te doen over de nettowinst 2011 en volgende jaren. Beleidsvoornemens Onderzocht wordt of de Bank Nederlandse Gemeenten kan worden geprivatiseerd. Een oordeel over de kwaliteit van de financiële en operationele informatievoorziening Over de jaarstukken 2010 is een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven. Overige relevante gegevens 205
Programmabegroting 2012 -2015
Paragraaf verbonden partijen
Geen.
206
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf grondbeleid
Paragraaf grondbeleid
207
Programmabegroting 2012-2015
1.
Paragraaf grondbeleid
Algemeen
Het doel van deze paragraaf is inzicht te geven in het gevoerde grondbeleid. Daarbij dient tevens een relatie te worden gelegd naar de wijze waarop de doelstellingen, zoals opgenomen in het programmaplan (de programmabegroting), dienen te worden gerealiseerd. De paragraaf grondbeleid dient in elk geval in te gaan op: • De visie op het grondbeleid in relatie tot de realisering van de doelstellingen van de in de begroting opgenomen programma’s; • De wijze waarop het grondbeleid wordt uitgevoerd; • Een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie; • Een onderbouwing van eventueel geraamde winstnemingen; • De beleidsuitgangspunten voor de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken. De afgelopen periode is verder benut om inzicht te krijgen in de grondexploitaties binnen onze gemeente en de lijst van geactiveerde bouwgrondexploitaties te actualiseren. Tevens wordt gewerkt aan een verdiepingslag inzake de bestaande projectadministraties. Gelet op de oprichting van de nieuwe afdeling VGP wordt de koppeling tussen de projectadministraties en de budgetbeheerders gereorganiseerd.
2.
Grondbeleid
Onder grondbeleid wordt verstaan het volledige grondinstrumentarium waarover de gemeente beschikt om de vastgestelde gemeentelijke doelstellingen te realiseren. In het coalitieakkoord staat dat de gemeente strategisch grondbeleid gaat voeren door per kans te beoordelen in hoeverre het verkrijgen van een grondpositie bijdraagt aan het bereiken van haar doelstellingen. Een en ander wordt meegenomen in het plan van aanpak van het college voor het strategisch vastgoedbeleid. Dit plan van aanpak is eind eerste kwartaal 2011 besproken in de raad. Er is nog geen definitief beleid vastgesteld. Het grondbeleid is van invloed op de samenhang van economische, maatschappelijke en ruimtelijke ontwikkelingen. Daarmee is het ondersteunend aan andere gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Het vormt daarom ook geen doel op zichzelf, maar een middel om andere doelstellingen te verwezenlijken. Daarnaast kunnen financiële resultaten, eventuele winsten en verliezen, van het grondbeleid grote gevolgen hebben voor de financiële positie van onze gemeente. Het nemen van bestuurlijke besluiten binnen de kaders van het grondbeleid, wordt grondpolitiek genoemd. Hierna worden de verschillende mogelijkheden beschreven.
3.
Actieve grondpolitiek
Bij actieve grondpolitiek heeft de gemeente zelf een grondpositie. Zij gedraagt zich dan als marktpartij. Als de gemeente zelf geen grond heeft, dient ze dit te verwerven. Voorts ontwikkelt de gemeente, maakt grond bouwrijp, verkoopt bouwrijpe kavels, en neemt daarna het overblijvende gebied in beheer. De gemeente doet het proces helemaal zelf en draagt daarbij ook de risico’s van het proces. Bij deze variant is de gemeente in staat om maximaal sturing te geven aan het behalen van haar doelstellingen.
4.
Faciliterende grondpolitiek
Bij faciliterende grondpolitiek is de grond niet in handen van de gemeente, maar van derden. Onder de huidige wetgeving is de gemeente verplicht om kosten te verhalen. Bij de meeste gebiedsontwikkelingen is de nieuwe wet van toepassing. In eerste instantie door een anterieure overeenkomst te sluiten met een ontwikkelaar, dan wel door een exploitatieplan vast te stellen. Daarnaast heeft de gemeente een stevige wettelijke basis gekregen om inhoudelijke eisen te stellen, zoals locatie-eisen of eisen aan de openbare 208
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf grondbeleid
ruimte. Hierdoor kan de gemeente, ondanks dat zij (bijna) geen grondpositie heeft, toch regie voeren om zo haar doelstellingen te behalen. Het risico ligt bij de ontwikkelaar. Inmiddels zijn er 8 anterieure overeenkomsten gesloten en is het kostenverhaal verzekerd. De gemeente heeft, vooruitlopend op de nog af te sluiten anterieure overeenkomst, 1 intentieovereenkomst gesloten om het kostenverhaal te verzekeren. De verwachting is dat in het vierde kwartaal van 2011 nog 5 anterieure overeenkomsten worden gesloten. Hierbij is nog geen rekening gehouden met nieuwe aanvragen en de aanvragen die zijn geïnventariseerd door de task force.
5.
Publiek Private Samenwerking (PPS)
Naast de voorgaande soorten grondpolitiek bestaat ook de zogenaamde Publiek Private Samenwerking (PPS). Dit is een samenwerkingsvorm tussen de overheid en een of meer private ondernemingen. Het voordeel hiervan is dat beide partijen van elkaars expertise gebruik kunnen maken en het risico kunnen delen. Nadeel is dat alle deelnemers voor besluitvorming eerst interne afstemming nodig hebben.
6.
Huidige situatie
Thans werkt de gemeente aan de verdere uniformering en verdieping van de grondzaken van de voormalige gemeenten. Qua grondpolitiek bewandelt onze gemeente zowel de actieve als de faciliterende weg. Met uitzondering van uitbreidingslocatie Lange Dreef in Driebergen-Rijsenburg zijn er geen grote ruimtelijke ontwikkelingen. Wel zijn er kleinere ontwikkelingen binnen de bebouwing. Dit komt door de ligging in de groene structuur van de Utrechtse Heuvelrug. In de provinciale ruimtelijke verordening is het karakter van het gebied vastgelegd met de rode contouren die over het algemeen direct langs de huidige bebouwing zijn gelegd. Naast deze actieve grondpolitiek voert de gemeente, zoals aangegeven, faciliterende grondpolitiek en tracht zij op die wijze sturing te geven aan het behalen van de gemeentelijke doelstellingen.
7.
Gerelateerde beleidsdoelstellingen
In het collegeprogramma wordt in diverse programma's ingegaan op de aan het gemeentelijk grondbeleid gerelateerde doelstellingen. Het in het visiedocument neergelegde uitgangspunt "Groen en vitaal in balans" geeft al een indicatie over de wijze waarop met het grondgebied van de gemeente dient te worden omgegaan. Dit is, op basis van het collegeprogramma, op onderdelen nader uitgewerkt in de programmabegroting. Zo is op 24 april 2008 de woonvisie door de gemeenteraad vastgesteld. In dit beleidskader worden beleidsvoorstellen en concrete acties gedaan ten aanzien van de noodzakelijke aanpassing van de huidige woningvoorraad in verband met de vergrijzing. Hierover zijn ook prestatieafspraken gemaakt met de lokale corporaties, zoals het vermeerderen van het aantal sociale huurwoningen en de bouw van (extra) seniorenwoningen. Het voornemen is om in het vierde kwartaal 2011 te starten met een evaluatie van de woonvisie. Afhankelijk van de evaluatie wordt de woonvisie in 2012 geactualiseerd. Een projectvoorstel voor de evaluatie en actualisatie van de woonvisie wordt medio 2011 aan ons college voorgelegd. De visie voor de ontwikkeling van woonservicegebieden 'Sociale rijkdom in alle dorpen' is in maart 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. Onlangs is de laatste hand gelegd aan het bijbehorende uitvoeringsprogramma, wat voor de gemeenteraadsvergadering van september 2011 is geagendeerd. Vervolgens kan worden gestart met de uitvoering van het programma. Voor duurzaam bouwen wordt aangesloten bij de beleidsvoorstellen, zoals deze zijn opgenomen in het milieubeleidsplan "Natuurlijk duurzaam!". Ook de inbedding van het grondgebied van onze gemeente in een landschappelijk waardevol gebied met veel landschapskenmerken (bossen, uiterwaarden, coulisselandschappen, overgangsgebieden) heeft zijn invloed op de wijze van exploitatie van de daarvoor in aanmerking komende gebieden. Op het gebied van economie en ondernemerschap wordt gekeken naar de gewenste plaats, aard en omvang van werklocaties binnen de gemeente. Allemaal aspecten die hun weerslag kunnen hebben op de voorgenomen wijze van grondexploitatie. 209
Programmabegroting 2012-2015
8.
Paragraaf grondbeleid
Financiën
Het financiële uitgangspunt bij grondexploitaties is om minimaal een sluitende exploitatie te realiseren, waarin alle kosten van het grondbeleid worden verhaald via eventuele grondopbrengsten. Voor de lopende projecten is een netto exploitatieresultaat, na bestemming, berekend van € 284.000 positief. Hierbij is rekening gehouden met besluiten, waarbij de opbrengst van sommige projecten (deels) ter dekking van enkele grote projecten zijn ingeboekt, zoals het Cultuurhuis en De Binder (de bestemming van het resultaat). De reserve grondexploitatie doet dienst als egalisatiereserve voor de exploitatieresultaten en als buffer voor de in de exploitatieberekeningen niet voorziene risico's. De reserve bedraagt per 1 juli 2011 circa € 47.000. In 2010 is een dotatie aan deze reserve geraamd van € 600.000. De hieraan ten grondslag liggende verkoop is tot op heden nog niet gerealiseerd. Aangezien de risico’s voor een aantal grondexploitaties nog onvoldoende gekwantificeerd zijn, is er op dit moment geen volledig inzicht of dit bedrag toereikend is. Het resultaat en de risico’s hangen af van de planvorming. Deze is thans voor een aantal projecten nog onvoldoende in beeld. In de nota Reserves en Voorzieningen is nader ingegaan op de functie en het gewenste minimumniveau van de reserve en hoe met het beoogde voordelige resultaat van de grondexploitaties dient te worden omgegaan.
Toelichting projecten Project: Engweg 8-14 Kern Driebergen Complexbeschrijving Het perceel is gelegen op de hoek van de Engweg en de Korte Dreef te Driebergen. Het betreft het gebouwencomplex voor taxi- en personenvervoerbedrijf annex tankstation van Hoek Beheer BV. De aanwezige LPG-activiteit levert een knelpunt op vanwege de aanzienlijke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Op het perceel staat een drietal gemeentelijke monumenten. Doelstelling Herontwikkeling tot woongebied. In en achter de huidige wagenloods worden ca. 22 (nieuw te realiseren) woonzorgeenheden in de sociale huursector gerealiseerd die volgens het huidige plan door Heuvelrug Wonen geëxploiteerd gaan worden. In en naast de kantoorvilla worden wooneenheden in de vrije sector gerealiseerd door het toevoegen van nader te bepalen nieuwe bouwmassa. De bedrijfsbebouwing wordt gesaneerd. Uiterlijk 1 juli 2015 moet Hoek het perceel hebben verlaten. Soort ontwikkeling Actief. Stand van zaken Het perceel inclusief bebouwing is 1 juli 2010 met behulp van een financiële bijdrage van de provincie aangekocht. Nu wordt een koper gezocht die een plan wil ontwikkelen passend binnen de kaders. Met Hoek Beheer wordt gezocht naar een nieuwe vestigingslocatie voor het bedrijf. Daarnaast wordt verder gewerkt aan de bodemonderzoeken, sanering en verhuizing van het bedrijf Hoek. De verkoop van LPG is per 1 juli 2011 gestaakt. Risico’s In de bodem is sprake van verontreiniging. Gemeente levert een bijdrage in de kosten van de sanering hiervan. De marktontwikkeling en de aanwezige monumenten vormen een belemmering voor de ontwikkelingsmogelijkheden en daarmee te behalen resultaat. Resultaat Uitgaande van de gekozen herontwikkeling deels in de sociale (zorg)sector is een kostenneutraal sluitende exploitatie slechts mogelijk in combinatie met de verkregen bijdragen en subsidies van de provincie Utrecht.
210
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf grondbeleid
Project: Leersum Zuidoost, fase 8/9 (o.a. de Bijenkorf) Kern Leersum Complexbeschrijving Betreft afronding van fase 8/9 van de bouwgrondexploitatie Leersum Zuidoost. Het plan beoogt de bouw van 16 sociale huurappartementen. Deze komen alle in eigendom van de corporatie. De kosten van de openbare ruimte, incl. de parkeervoorzieningen, zijn voor rekening van de gemeente. De gemeente maakt de grond na levering bouwrijp. Doelstelling Ontwikkeling woningbouw. Soort ontwikkeling Actief. Stand van zaken De vrijstellingsprocedure art. 19, lid 2 WRO is in 2009 gestart en zal begin 2012 worden afgewikkeld. In september 2010 is de formele bouwaanvraag ingediend. Risico’s Procedureel en qua tijdsplanning kan de afwikkeling van de vrijstellingsprocedure en bouwaanvraag vertraagd worden door ingebrachte zienswijzen en de verwachte beroepsprocedure daartegen. Financieel bezien bestaat het risico uit mogelijke archeologische vondsten; als deze excessief zijn, kan de grond na levering worden teruggeleverd aan gemeente. Verder is er een risico van mogelijk hogere kosten voor de inrichting van het openbaar gebied in verband met de ligging nabij het hoofdriool, en specifieke maatregelen in verband met de wateroverlast. Resultaat Van het resultaat is € 798.000 bestemd als bijdrage in de reserve “Anders en Beter- de Binder, Leersum”. Het verwachte resultaat is echter ca. € 750.000.
Project: Oude Rijksstraatweg tussen 2 en 4a Kern Doorn Complexbeschrijving Betreft perceel van 3.563 m² met mogelijkheid voor woningbouw aan de Oude Rijksstraatweg tussen 2 en 4a te Doorn. Doelstelling Ontwikkeling woningbouw (deels particulier opdrachtgeverschap). Soort ontwikkeling Actief Stand van zaken Op 9 juli 2009 is het bestemmingsplan Oude Rijksstraatweg tussen 2 en 4a Doorn vastgesteld. Het bestemmingsplan is onherroepelijk. Besloten is om vier kavels uit te geven in plaats van vijf. De vier kavels zijn in april 2010 opnieuw getaxeerd. De ontwikkelaars van de Donderberg te Leersum hebben twee van deze vier kavels gekocht onder de voorwaarde dat ze deze pas afnemen als ze kopers hebben gevonden voor de twee kavels. De levering gaat plaatsvinden indien er een omgevingsvergunning wordt afgegeven. Indien de ontwikkelaar de kavels niet verkocht heeft voor eind mei 2012 gaat de levering niet plaatsvinden. Deze afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst. De overige twee kavels staan tegen marktconforme prijs te koop. Risico’s De marktontwikkeling. Het perceel blijkt door de directe aanwezigheid van de provinciale weg erg moeilijk verkoopbaar. Resultaat De opbrengst van de Oude Rijksstraatweg wordt thans geraamd op ca. € 1.000.000. Hierbij wordt opgemerkt dat in het resultaat van de Oude Rijksstraatweg rekening is gehouden met een reservering van 211
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf grondbeleid
€ 200.000 voor het geval dat het onontkoombaar is om in de BTW-sfeer te leveren. Samen met project De Beaufortweg 46 (Kaaphuis) dient deze locatie een netto-opbrengst te genereren van € 1.850.000. Deze opbrengst is als dekkingsmiddel voorzien voor het al gerealiseerde Cultuurhuis in Doorn. De eventuele meeropbrengst is voor de reserve woonkwaliteit (kwaliteitsfonds sociale woningbouw). De netto-opbrengst voor de Beaufortweg wordt thans geraamd op € 540.000. Beide plannen genereren dus een netto opbrengst van € 1.540.000. Dit is ruim € 300.000 lager dan de genoemde € 1.850.000.
Project: De Kolk Kern Leersum Complexbeschrijving Het perceel is gelegen aan de Hoflaan, tegenover “De Binder”. Betreft voormalig ontmoetingscentrum Ned. Hervormde Gemeente. Het gebouw is destijds door de voormalige gemeente Leersum aangekocht om dit, zo nodig, te kunnen betrekken bij ontwikkeling “Anders en Beter”. Vervangende nieuwbouw “De Binder” heeft plaatsgevonden binnen bouwvlek van het voormalige dorpshuis “Het Hof”. Het betreffende perceel is daardoor beschikbaar gekomen voor woningbouw. Doelstelling Ontwikkeling woningbouw. Het bouwplan voorziet in de bouw van 6 sociale appartementen en 6 vrije sectorwoningen. Soort ontwikkeling Actief. Stand van zaken In 2008 is een artikel 19 WRO-aanvraag ingediend. De huidige bebouwing is in 2008 gesloopt in verband met de veiligheid. De gemeente is voortdurend in gesprek met de ontwikkelaar over de gevolgen van de wisselende marktsituatie voor het bouwplan en de verkoopprijs. De verwachting is dat in de tweede helft van 2011 de besluitvorming over verkoop en bouwplan kan worden afgerond. Risico’s De marktontwikkeling in relatie tot de verkoopprijs, rente bijschrijving en kosten van het verleggen van het hoofdriool ter plaatse. Resultaat Uit de (markt)ontwikkelingen moet blijken of de huidige boekwaarde van ca € 1.040.000 uit grondverkopen gedekt kan worden. Financieel staat het plan onder druk. Dit wordt mede veroorzaakt doordat de grond in de BTW sfeer, in plaats van de overdrachtsfeer, geleverd wordt in verband met de al uitgevoerde sloopwerkzaamheden, de economische crises en nog te verleggen hoofdriool. Bovengenoemde boekwaarde is al verminderd met een bedrag € 450.000. Deze afboeking is in de Jaarrekening 2009 verwerkt ten laste van de reserve grondexploitatie. Met ingang van 2011 wordt het renteverlies niet meer bijgeschreven op dit complex, maar gedekt uit de reserve grondexploitatie.
Project: Het Galgenbosje Kern Leersum Complexbeschrijving Betreft een perceel van 8.655m² dat gekenmerkt kan worden als overgangsgebied van bebouwing naar bosgebied. Het perceel is ingebracht als dekking van het plan “Anders en Beter”. In de planvorming van ‘Anders en Beter” is van de totale oppervlakte 5.922 m² aangemerkt als uitgeefbaar terrein. Doelstelling Ontwikkeling in de vrije sector. Gelet op karakter van het gebied is een ruime verkaveling ten behoeve van laagbouw in het bestemmingsplan opgenomen. Soort ontwikkeling Actief. 212
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf grondbeleid
Stand van zaken Het bestemmingsplan is mei 2009 vastgesteld en inmiddels onherroepelijk. Er is met direct omwonenden overleg gevoerd over verkoop van een bosstrook en intact houden van een deel van het huidige bos. In 2010 zijn twee bosstroken verkocht, deze worden in 2011 geleverd. De te nemen maatregelen voor de benodigde opvang van hemelwater in het plangebied vormen geen belemmering voor de verkaveling. In 2010 is gestart met de verkoop van de kavels. Alle kavels zijn inmiddels verkocht, waarvan bij twee kavels ook de akte gepasseerd is. De overige twee kavels worden in afwachting van het antwoord van de belastingdienst in het najaar gepasseerd. Risico’s De marktontwikkeling. Resultaat Het verwachte resultaat is ongeveer € 1.900.000. Ook hier is rekening gehouden met een reservering van € 110.000 in het geval dat er in de BTW sfeer moet worden geleverd. De netto- opbrengst wordt conform het daarvoor opgestelde dekkingsplan in de bestemmingsreserve “Project Anders en Beter – de Binder, Leersum” gestort. Hiervoor is € 1.900.000 gereserveerd.
Project: Van Bennekomweg 10 Kern Doorn Complexbeschrijving Betreft ontwikkeling van een tijdelijk school/parkeerterrein. De gronden zijn in eigendom van de gemeente. Doelstelling Bebouwing met woningen in de sociale sfeer. Soort ontwikkeling Actief. Stand van zaken De opstallen zijn intussen gesloopt. De gemeente is gestart met de ontwikkeling van een visie voor de strategische verkoop van ons gemeentelijk vastgoed en de inzet van de te verwachten opbrengsten. De gemeentewerven worden daarin meegenomen. Er is nog geen exploitatieopzet gemaakt. Zie ook de toelichting bij Van Bennekomweg 16. Risico’s Dit project dient in samenhang met Van Bennekomweg 16 te worden bezien, want het totale gebied zal worden herontwikkeld. Omdat de planvorming nog plaats dient te vinden, is er nog geen uitspraak te doen of en in welke mate zich risico’s voordoen. Resultaat De boekwaarde per 01-07-2011 is ruim € 250.000. Het resultaat hangt af van de planvorming.
Project: Van Bennekomweg 16 Kern Doorn Complexbeschrijving Betreft terrein voormalige gemeentewerf Doorn. De gemeentewerf voldeed al langer niet meer aan de Arbovoorschriften en is sinds de herindeling niet meer als gemeentewerf in gebruik. Het voornemen is om op deze locatie woningbouw te ontwikkelen. Doelstelling Ontwikkeling woningbouw. Soort ontwikkeling Actief. Stand van zaken
213
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf grondbeleid
De opstallen zijn intussen gesloopt en het terrein is afgezet. De gemeente is bezig met de ontwikkeling van een visie voor de strategische verkoop van ons gemeentelijk vastgoed en de inzet van de te verwachten opbrengsten. De gemeentewerven worden daarin meegenomen. Er is nog geen exploitatieopzet gemaakt. Verdere ontwikkeling van de plannen dient nog plaats te vinden. Risico’s Dit project dient in samenhang met Van Bennekomweg 10 te worden bezien, want het totale gebied zal worden herontwikkeld. Omdat de planvorming nog dient plaats te vinden, is er onvoldoende zicht of en in welke mate zich risico’s voordoen. Resultaat De boekwaarde per 01-07-2011 is € 97.000. Het resultaat hangt verder af van de ontwikkelingen met Van Bennekomweg 10.
Project: Grondexploitatie De Lei / Salem Kern Driebergen-Rijsenburg Complexbeschrijving Betreft inbreidingslocatie in de kern Driebergen-Rijsenburg van minimaal 583 m² met bestemming woningbouw (appartementencomplex met 13 eenheden, waarvan 7 in sociaal segment). Doelstelling Ontwikkeling woningbouw Soort ontwikkeling Actief. Stand van zaken Bouwvergunning / vrijstelling afgegeven en onherroepelijk. Juli 2010 is de bouw gestart. De 7 sociale appartementen zijn verkocht aan Heuvelrug Wonen. De vrije sector appartementen en de horecagelegenheid staan te koop. Eén appartement in de vrije sector is inmiddels verkocht. De oplevering van de bouw wordt verwacht in het derde kwartaal van 2011. Risico’s Aanleg infiltratievoorziening voor het hemelwater. Deze wordt op kosten van de ontwikkelaar aangelegd op grond van de gemeente. Resultaat De verwachting is dat dit plan kan worden gerealiseerd met een voordelig resultaat van ca. € 675.000. Dit is lager dan eerdere verwachtingen. Dit komt voornamelijk door extra toegerekende uren die gemaakt zijn. Er is veel discussie geweest over o.a. de levering van de grond en de betaling hiervan. Daarnaast heeft de discussie over het aansluiten van het riool en de aanleg van een infiltratietank veel tijd en dus geld gekost.
Project: De Beaufortweg 46 (Kaaphuis) Kern Doorn Complexbeschrijving Betreft terrein van het voormalige ontmoetingscentrum Het Kaaphuis te Doorn. De gronden zijn in eigendom van de gemeente en de verkoop ervan betreft een van de financiële pijlers van het cultuurhuis in Doorn. De afgelopen jaren is samen met ontwikkelaars gewerkt aan het realiseren van woningbouw op deze locatie. Nadat een ontwikkelaar zich eenzijdig heeft teruggetrokken is, sinds eind 2009, een nieuwe ontwikkelaar aangetrokken met wie een intentieovereenkomst is gesloten om tot woningbouw te komen. Voor wat betreft de te realiseren woningbouwdifferentiatie conform Woonvisie gemeente Utrechtse Heuvelrug geldt dat twee ontwikkelingen in de gemeente gekoppeld zijn aan het project De Beaufortweg 46. De sociale woningbouw die niet gerealiseerd wordt in de twee projecten wordt gecompenseerd in het project De Beaufortweg 46. 214
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf grondbeleid
Doelstelling Realisatie gedifferentieerd woningbouwprogramma. Soort ontwikkeling Actief Stand van zaken In december 2010 heeft de raad ingestemd met het stedenbouwkundige kader en de beeldkwaliteitscriteria voor dit plangebied. Er zal een appartementencomplex met 9 sociale en 4 middensegment appartementen en een rijwoning van 6 in de vrije sector worden uitgewerkt. Op dit moment wordt het plan verder uitgewerkt een wordt een voorontwerpbestemmingsplan voorbereid. Risico’s De huidige stand van de markt. Resultaat De verwachting is dat voor dit plan een voordelig saldo resulteert van € 540.000. Zie verder de toelichting bij de Oude Rijksstraatweg.
Project: Leersumsestraatweg (Doorn) – terrein Van Opijnen Kern Doorn Complexbeschrijving Betreft een voormalig bedrijventerrein. Terrein is aangekocht voor een bestemming die beter bij het gebied past (natuur, lichte woningbouw) en als mogelijke uitwisselingslocatie voor andere mogelijke bouwlocaties. Doelstelling Realiseren meer in omgeving passende bestemming door uitwisseling met andere zich meer voor woningbouw lenende locaties. Soort ontwikkeling Het terrein heeft per 31 december 2010 een boekwaarde van € 3.928.725 en is in de Jaarrekening 2010 overgeboekt van “bouwgrond niet in exploitatie” naar “gronden en terreinen”. Het terrein maakt dus geen onderdeel meer uit van de bouwgrondexploitatie.
215
Programmabegroting 2012-2015
Paragraaf grondbeleid
216
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
Bijlage
217
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG01.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
1 Bestuurlijke zaken
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Bestuurlijke zaken 001.00 Raad en Raadscommissies Indirecte lasten Directe lasten 001.02 College van B&W Indirecte lasten Directe lasten 001.03 College van B&W voormalig Directe lasten 002.00 Best.onderst. B&W Indirecte lasten Directe lasten 002.03 Representatie en kabinetszaken Indirecte lasten Directe lasten 002.04 Communicatie Indirecte lasten Directe lasten 002.05 Ondernemingsraad/G.O. Indirecte lasten Directe lasten 003.00 GBA basisadministratie Indirecte lasten Directe lasten 003.06 Verkiezingen Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 003.07 Nationaliteitsaangelegenheden Indirecte lasten Directe lasten 004.04 GBA uittreksels en verklaringen Directe lasten 004.05 Nationaliteitsaangelegenheden Directe lasten 005.00 Herindeling Indirecte lasten 005.01 Bestuurlijke samenwerking Indirecte lasten Directe lasten 005.02 Ov. bestuurlijke samenwerking Indirecte lasten Directe lasten 006.00 Griffie Indirecte lasten Directe lasten 006.01 Rekenkamer(functie) Directe lasten 541.04 Streekarchief Directe lasten 0,00 Totaal lasten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
240 612
261 645
251 636
253 636
257 636
256 636
773 918
803 550
852 576
883 577
918 688
916 728
389
350
311
304
197
184
70 124
74 124
87 127
90 127
92 127
92 127
70 148
68 74
73 74
75 74
78 74
78 74
571 171
552 98
511 131
528 131
551 131
550 131
83 35
82 40
70 40
71 40
73 40
73 40
330 22
357 19
312 18
318 22
323 18
323 18
117 142 0
56 71 0
28 3 0
21 3 0
21 142 15
21 142 14
92 1
63 2
36 2
37 2
38 2
38 2
28
27
27
27
27
27
12
12
12
12
12
12
27
25
0
0
0
0
53 70
51 68
49 67
50 67
52 67
52 67
19 2-
19 0
22 5
22 5
23 5
23 5
100 208
101 209
111 226
117 226
121 226
121 226
52
48
39
39
39
39
157 0 5.635
157 0 5.004
166 0 4.858
167 0 4.923
168 0 5.158
168 0 5.180
218
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG01.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
1 Bestuurlijke zaken
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Baten Bestuurlijke zaken 001.02 College van B&W Baten 001.03 College van B&W voormalig Baten 003.00 GBA basisadministratie Baten 004.04 GBA uittreksels en verklaringen Baten 004.05 Nationaliteitsaangelegenheden Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Reserve pensioenen voormalige bestuurders Onttrekkingen Reserve pensioenen voormalige bestuurders Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
298-
0
0
0
0
0
288-
0
0
0
0
0
9-
4-
4-
4-
4-
4-
82-
77-
74-
74-
74-
74-
190,00 697-
160,00 96-
160,00 93-
160,00 93-
160
160
93-
93-
4.939
4.908
4.765
4.830
5.065
5.087
0
288
0
6
0
0
0 0
0 288
66-
0 6
1010-
3232-
4.939
5.196
219
4.759
4.836
5.055
5.055
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG02.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
2 Veiligheid en handhaving
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Lasten Openbare orde / veiligheid 140.00 Buurtpreventie Indirecte lasten Directe lasten 140.01 Dierenbescherming Directe lasten 140.02 Openbare orde/veiligheid:veiligheidspl. Indirecte lasten Directe lasten 140.04 Doodschouw Directe lasten 140.05 Uitv APV/openb.orde, incl.bijz.wetten Indirecte lasten Directe lasten 140.06 Algemeen beleid politie Directe lasten Brandweer 120.00 Brandweerpersoneel Indirecte lasten Directe lasten 120.01 Preventie-preparatie-repressie Indirecte lasten Directe lasten 120.03 Rampenbestrijding Indirecte lasten Directe lasten 0,00 Totaal lasten Baten Openbare orde / veiligheid 140.02 Openbare orde/veiligheid:veiligheidspl. Baten 140.05 Uitv APV/openb.orde, incl.bijz.wetten Baten Brandweer 120.00 Brandweerpersoneel Baten 120.01 Preventie-preparatie-repressie Baten 120.03 Rampenbestrijding Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Onttrekkingen Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
16 0
17 0
42 5
44 5
46 5
46 5
0
6
6
6
6
6
183 220
264 220
347 188
358 178
373 178
372 178
14
15
15
15
15
15
410 92
327 11
351 11
359 11
363 11
362 11
0
1
0
0
0
0
373 0
0 0
0 0
0 0
0 0
2.564 456
13 33
12 39
12 39
12 39
12 39
63 3.410 0 7.453
77 3.331 0 4.688
92 3.280 0 4.388
95 3.242 0 4.364
99 3.242 0 4.389
99 3.242 0 4.388
4-
0
0
0
0
0
33-
51-
52-
52-
52-
52-
26-
0
0
0
0
0
2.975-
0
0
0
0
0
26 2-
0 0,00 3.037-
280,00 79-
0 0,00 52-
0 0,00 52-
0 0
0 0
52-
52-
4.416
4.609
4.336
4.312
4.337
4.336
0
0
0
0
0
0
4.416
4.609
4.336
4.312
4.337
4.336
220
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG03.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
3 Dienstverlening
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Lasten Dienstverlening 002.01 Cie bezwaarschriften Indirecte lasten Directe lasten 002.02 Klachtenbehandeling Indirecte lasten Directe lasten 002.06 E-dienstverlening Directe lasten 003.01 Burgerzaken Indirecte lasten Directe lasten 003.02 Reisdocumenten Indirecte lasten Directe lasten 003.03 Rijbewijzen Indirecte lasten Directe lasten 003.04 Straatnaamgeving en huisnummering Indirecte lasten Directe lasten 003.09 Basisregistratie Adressen en Gebouwen Indirecte lasten Directe lasten 004.01 Documenten Directe lasten 004.02 Burgerlijke stand Directe lasten 004.03 Rijbewijzen Directe lasten 822.01 Bouw en woningtoezicht Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen 0,00 Totaal lasten
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
286 29
276 36
321 36
332 36
345 36
345 36
222 9
230 9
272 9
279 9
285 9
284 9
0
455
415
230
230
230
1.031 48
1.000 44
929 41
947 41
961 41
923 41
367 9
357 2
395 1
403 1
410 1
409 1
330 28
357 26
325 26
332 26
338 26
338 26
10 1
27 1
25 1
26 1
26 1
26 1
65 90
88 18
79 50
38 50
39 50
39 50
178
185
185
185
185
185
0
10
0
0
0
0
68
64
69
69
69
69
1.751 1.157 0 0 0 5.680
1.749 452 0 0 0 5.385
1.723 332 0 0 0 5.233
1.763 332 0 0 0 5.099
1.791 432 0 0 0 5.274
1.788 252 0 0 0 5.051
221
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG03.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
3 Dienstverlening
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Baten Dienstverlening 003.02 Reisdocumenten Baten 004.01 Documenten Baten 004.02 Burgerlijke stand Baten 004.03 Rijbewijzen Baten 822.01 Bouw en woningtoezicht Baten 823.00 Leges bouwvergunningen Baten 939.00 Baten precariobelasting Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Onttrekkingen Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Meerjarenbegroting 2014 2015
3-
0-
454-
422-
472-
472-
472-
472-
136-
136-
140-
140-
140-
140-
339-
302-
265-
265-
265-
265-
2-
194-
81-
56-
31-
31-
922-
1.346-
1.378-
1.378-
1.378-
1.378-
40,00 1.859-
790,00 2.479-
810,00 2.416-
810,00 2.391-
810 2.366-
810 2.366-
3.821
2.906
2.817
2.708
2.907
2.685
0
0
0
0
0
0
3.821
2.906
2.817
2.708
2.907
2.685
222
0
2013
0
0
0
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG04.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
4 Ruimte,cultuurhist,monumenten en natuur
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Ruimtelijke ordening en structuurvisie 540.02 Allemanswaard Indirecte lasten Directe lasten 810.00 Bestemmingsplannen Indirecte lasten Directe lasten Wonen 820.00 Woningwetbouw na 31-12-1945 Indirecte lasten Directe lasten 821.00 Stedelijke vernieuwing Indirecte lasten Directe lasten 822.02 Overige volkshuisvesting Directe lasten Woonwagenbeleid 822.00 Woonwagencentrum Indirecte lasten Directe lasten Natuur,landschap/cult.historie&monumenten 541.00 Monumentenzorg Indirecte lasten Directe lasten 541.01 Kerktoren Indirecte lasten 541.02 Gemeentelijke monumenten Indirecte lasten 541.03 Overige oudheidkunde / musea Indirecte lasten Directe lasten 550.00 Natuur en landschap Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen 0,00 Totaal lasten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
23 1.139
188 0
138 0
136 0
134 0
131 0
1.261 343
1.407 261
1.441 506
1.490 736
1.552 256
1.551 256
745 0
718 0
648 0
645 0
645 0
634 0
131 3
115 3
130 5
131 5
133 5
133 5
279
4
4
4
4
4
128 930
132 703
121 49
124 39
127 25
123 25
461 56
572 86
436 58
448 58
465 88
464 88
0
0-
0
0
0
0
0
0
30
31
31
31
34 30
3 33
26 31
26 31
26 31
25 31
417 203 0 0 0 6.181
360 115 0 0 0 4.699
374 117 0 0 0 4.114
388 117 0 0 0 4.409
408 117 0 0 0 4.047
407 117 0 0 0 4.026
223
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG04.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
4 Ruimte,cultuurhist,monumenten en natuur
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Baten Ruimtelijke ordening en structuurvisie 810.00 Bestemmingsplannen Baten Wonen 820.00 Woningwetbouw na 31-12-1945 Baten 821.00 Stedelijke vernieuwing Baten Woonwagenbeleid 822.00 Woonwagencentrum Baten Natuur,landschap/cult.historie&monumenten 541.00 Monumentenzorg Baten 541.03 Overige oudheidkunde / musea Baten 550.00 Natuur en landschap Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
33-
5-
5-
5-
5-
5-
590-
542-
454-
444-
432-
421-
0
9-
0
469-
0
0
0
0
11-
11-
11-
11-
0
0
4-
4-
4-
4-
4-
4-
4-
4-
4-
4-
90,00 645-
120,00 1.031-
120,00 490-
120,00 479-
120 468-
120 456-
5.536
3.668
3.625
3.930
3.579
3.570
Stortingen Reserve Allemanswaard Reserve bomen (Do) Reserve deelneming SVN (Dr) Reserve actualisering bestemmingsplannen Reserve sociale woningbouw Reserve woonkwaliteit Reserve sociale woningbouwplusregeling
1.483 15 3 0 0 0 0
414 0 0 270 544 1.115 372
37 0 0 0 0 0 0
35 0 0 0 0 0 0
32 0 0 0 0 0 0
29 0 0 0 0 0 0
Onttrekkingen Reserve Allemanswaard Reserve bomen (Do) Reserve gemeentelijke monumenten Reserve sociale woningbouw Saldo mutaties reserves
1.0420 38305116
6351481.615938
1210 130 97-
1190 0 0 84-
1160 0 0 84-
1130 0 0 85-
Resultaat na bestemming
5.652
4.606
Mutaties reserves
224
3.528
3.846
3.495
3.485
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG05.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
5 WMO,Soc.zaken en minimabeleid
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten WMO 622.00 WMO Huishoudelijke verzorging Indirecte lasten Directe lasten 620.03 WMO Overig Directe lasten 652.01 WMO Wonen Rollen Vervoer Directe lasten Sociale zakene en WSW 610.00 Bijstandsverlening Indirecte lasten Directe lasten 611.00 Werkgelegenheid Indirecte lasten Directe lasten 620.00 Algemeen maatschappelijk werk Indirecte lasten Directe lasten 620.04 Nota Mantelzorg Directe lasten 620.05 Antidiscriminatie Directe lasten 623.00 Participatiebudget re-integratie Directe lasten 623.01 Participatiebudget inburgering Directe lasten 623.02 Participatiebudget educatie Directe lasten 652.02 Beleidsnota mensen met een beperking Directe lasten Minima beleid en schulphulpverlening 614.00 Minimabeleid Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen 0,00 Totaal lasten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
475 3.867
494 4.585
513 4.042
533 3.809
563 3.575
562 3.575
228
245
245
245
245
245
2.902
2.832
2.758
2.758
2.758
2.758
28 7.426
7 7.062
7 7.228
8 7.228
8 7.228
8 7.228
110 2.980
136 2.400
141 2.404
147 2.405
155 2.405
155 2.405
55 536
60 477
59 511
62 511
65 511
65 511
124
123
123
123
123
123
15
16
19
19
19
19
1.359
1.342
930
930
930
930
512
371
225
225
225
225
328
328
332
332
332
332
14
5
30
30
30
30
14 872 0 0 0 21.845
14 881 0 0 0 21.379
15 855 0 0 0 20.437
15 852 0 0 0 20.230
16 851 0 0 0 20.039
16 849 0 0 0 20.036
225
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG05.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
5 WMO,Soc.zaken en minimabeleid
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Baten WMO 622.00 WMO Huishoudelijke verzorging Baten 652.01 WMO Wonen Rollen Vervoer Baten Sociale zakene en WSW 610.00 Bijstandsverlening Baten 611.00 Werkgelegenheid Baten 612.00 IOAW / IOAZ Baten 623.00 Participatiebudget re-integratie Baten 623.01 Participatiebudget inburgering Baten 623.02 Participatiebudget educatie Baten Minima beleid en schulphulpverlening 614.00 Minimabeleid Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Reserve bijzondere bijstand (Do) Onttrekkingen Reserve bijzondere bijstand (Do) Reserve verkorting wachtlijsten Wsw Reserve wet inburgering Reserve WMO Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
785-
1.150-
950-
950-
950-
950-
106-
105-
95-
95-
95-
95-
4.959-
4.832-
4.957-
4.957-
4.957-
4.957-
2.432-
2.249-
2.249-
2.249-
2.249-
2.249-
0-
0
0
0
0
0
1.359-
1.342-
930-
930-
930-
930-
512-
371-
225-
225-
225-
225-
328-
328-
328-
328-
328-
328-
1280,00 10.612-
480,00 10.426-
380,00 9.772-
380,00 9.772-
380 9.772-
380 9.772-
11.234
10.953
10.665
10.458
10.267
10.264
83
0
0
0
0
0
0 0 2510143-
25180 0 43-
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
10.665
10.458
10.267
10.264
11.191
226
10.910
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG06.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
6 Welzijn, incl. cultuurh. bel. en gezondh
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Volksgezondheid 714.00 Openbare gezondheidszorg Indirecte lasten Directe lasten 714.01 Kadernota Gezondheid Directe lasten 715.00 Jeugdgezondheidszorg (uniform) Indirecte lasten Directe lasten 716.00 Jeugdgezondheidszorg (maatwerk) Indirecte lasten Directe lasten Maatschappelijke zorg 580.00 Overig cultuur Indirecte lasten 580.01 Mediavoorzieningen Indirecte lasten Directe lasten 630.01 Sociaal cultureel werk Indirecte lasten Directe lasten 630.02 Sociaal cultureel werk Indirecte lasten 630.03 Vrijwilligerswerk Directe lasten Cultuurhuizenbeleid 580.03 Cultuurhuizenbeleid Directe lasten Ouderenbeleid 620.01 Bejaardenzorg Indirecte lasten Directe lasten 620.02 Indicatiestelling Directe lasten Interculturalisatie 621.00 Vreemdelingen Indirecte lasten Directe lasten 621.02 WIN Wet Inburgering Nieuwkomers Directe lasten 621.04 ROA / VVTV Directe lasten 621.05 Generaal pardon Directe lasten 621.06 Interculturalisatie Directe lasten Investeringsplan 2011 - 2014 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen 0,00 Totaal lasten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
37 347
38 306
39 314
41 314
43 314
43 314
24
25
50
50
50
50
69 1.157
72 1.238
74 1.240
77 1.300
82 1.300
81 1.300
14 43
14 44
15 44
15 44
16 44
16 44
34
36
37
39
41
41
3 9
2 9
2 9
2 9
2 9
2 9
202 156
209 123
10
0
0
0
0
0
115
115
126
126
127
127
5
37
37
37
37
37
42 456
46 408
47 356
49 306
51 301
50 301
18
17
23
23
23
23
62 125
57 131
45 65
46 65
49 65
49 65
100
94
58
59
59
59
0
0
0
0
0
0
12
0
0
0
0
0
50 0 0 0 3.090
0 0 0 0 3.020
0 0 0 0 2.768
0 0 0 0 2.733
0 0 0
0 0 0
0 2.708
0 2.706
227
194 8-
200 68-
209 113-
208 113-
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG06.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
6 Welzijn, incl. cultuurh. bel. en gezondh
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
Baten Volksgezondheid 714.00 Openbare gezondheidszorg Baten 715.00 Jeugdgezondheidszorg (uniform) Baten Maatschappelijke zorg 630.01 Sociaal cultureel werk Baten Ouderenbeleid 620.01 Bejaardenzorg Baten Interculturalisatie 621.01 A Z C Baten 621.02 WIN Wet Inburgering Nieuwkomers Baten 621.04 ROA / VVTV Baten 621.05 Generaal pardon Baten 621.06 Interculturalisatie Baten 0,00 Totaal baten
220,00 1.000-
0 0,00 1.031-
0 0,00 1.032-
0 0,00 1.032-
0 0 1.032-
0 0 1.032-
Resultaat voor bestemming
2.090
1.989
1.735
1.701
1.676
1.674
10
0
0
0
0
0
0 166-
43447-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1.735
1.701
1.676
1.674
Mutaties reserves Stortingen Reserve fonds sociale lokale impuls Onttrekkingen Reserve welzijn (L) Reserve fonds sociale lokale impuls Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
9-
9-
9-
9-
9-
9-
836-
924-
924-
924-
924-
924-
43-
43-
44-
44-
44-
44-
22-
0
0
0
0
0
94-
56-
56-
56-
56-
56-
17
0
0
0
0
0
5
0
0
0
0
0
3
0
0
0
0
0
2.084
1.942
228
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG07.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
7 Onderwijs(huisv.), jeugdbel. kinderopv.
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Onderwijs 420.00 Openbaar onderwijs Indirecte lasten Directe lasten 420.01 OBO gymnastiek Directe lasten 422.00 Gymnastiekonderwijs Indirecte lasten Directe lasten 422.01 BBO gymnastiek Directe lasten 432.01 BSO gymnastiek Directe lasten 442.01 BVO gymnastiek Directe lasten 480.00 Onderwijsbegeleiding Indirecte lasten Directe lasten 480.01 Logopedie Directe lasten 480.04 Subsidieregeling basisscholen Indirecte lasten Directe lasten 480.05 Leerlingenvervoer Indirecte lasten Directe lasten 480.06 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Indirecte lasten Directe lasten 480.07 Opstap project Directe lasten 480.08 Leerplichtzaken Indirecte lasten Directe lasten Onderwijshuisvesting 421.00 Huisvesting OBO Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 421.01 Huisvesting gymnastieklokalen obo Indirecte lasten Directe lasten 423.00 Huisvesting BBO Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 433.00 Huisvesting VSO De Sprong Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
35 2
18 1
29 42-
31 42-
32 3
32 3
55
36
63
63
63
63
10 5
11 0
15 2
15 2
16 2
16 2
119
155
159
159
159
159
46
35
35
35
35
35
2
2
2
2
2
144 4
71 1
67 0
69 0
73 0
73 0
25
25
25
25
25
25
41 86
36 60
37 71
39 71
41 71
41 71
69 847
93 822
97 699
100 699
106 699
106 699
28 287
29 350
30 350
31 350
33 350
33 350
32
32
32
32
32
32
165 37
172 18
178 18
185 18
196 18
196 18
402 30 0
561 63 0
352 130
1.033 115 183
245 32 225
402 84 267
47 42
43 52
0 0
0 0
0 0
0 0
1.087 271 0
1.275 248 0
953 144 0
1.051 189 167
956 188 314
716 88 485
301 260 0
292 116 0
451 54 0
445 54 33
439 54 43
432 54 42
0-
229
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG07.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
7 Onderwijs(huisv.), jeugdbel. kinderopv.
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Lasten 433.01 Huisvesting BSO Indirecte lasten 441.00 Huisvesting openb voortg onderw Indirecte lasten Directe lasten 443.00 Huisvesting bijz voortg onderw Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 443.01 Huisv Scholeng.schap M'bergen Indirecte lasten Directe lasten 480.09 Diverse lasten huisvesting onderwijs Directe lasten Jeugdbeleid 580.02 Speelplaatsen Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 630.00 Jeugd- en jongerenwerk Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Peuterspeelzalen 650.00 Peuterspeelzalen Indirecte lasten Directe lasten Volwasseneneducatie 482.00 Volwasseneneducatie Indirecte lasten Kinderopvang 650.01 Hele dagopvang en buitenschoolse opvang Indirecte lasten Directe lasten 0,00 Totaal lasten
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
13
0
40
41
44
44
126 7
109 8
116 8
115 8
114 8
112 8
321 65 0
335 139 0
416 64 0
411 64 41
406 64 61
399 64 80
0 0
22 0
23 0
24 0
24 0
305
314
507
314
314
314
208 91 0
316 116 0
252 74 0
275 74 1
296 74 4
293 74 22
251 491 0
260 545 0
257 501 0
267 451 22
283 451 22
282 451 21
56 219
61 217
64 259
66 259
69 367
69 367
28
29
30
31
33
33
131 111 0 6.892
121 107 0 7.295
119 82 0 6.619
117 82 0 7.817
116 82 0 7.282
113 82 0 7.379
0 8-
230
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG07.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
7 Onderwijs(huisv.), jeugdbel. kinderopv.
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Lasten Baten 420.00 Openbaar onderwijs Baten 480.05 Leerlingenvervoer Baten 480.06 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Baten 421.01 Huisvesting gymnastieklokalen obo Baten 423.00 Huisvesting BBO Baten 433.00 Huisvesting VSO De Sprong Baten 630.00 Jeugd- en jongerenwerk Baten 650.00 Peuterspeelzalen Baten 650.01 Hele dagopvang en buitenschoolse opvang Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming Mutaties reserves Stortingen Reserve onderwijshuisvesting Onttrekkingen Reserve onderwijshuisvesting Reserve onderwijs Reserve vijfjaarlijkse afrekening bbo Reserve jeugd Reserve jongerenactieplan Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
1-
1-
1-
1-
1-
1-
27-
18-
68-
68-
68-
68-
287-
350-
350-
350-
350-
350-
30-
30-
0
94-
0
0
0
64-
0
1-
0-
122250,00 677-
0
0
0
0
0
0
0
0
1-
1-
1-
1-
12-
12-
12-
12-
12-
2250,00 701-
2250,00 657-
2250,00 833-
2250 657-
2250 657-
176-
6.214
6.594
5.962
6.984
6.625
6.721
868
708
763
781
750
10
8290 0 0 732
81144224577291-
8820 0 0 0 119-
1.7120 0 0 0 930-
1.1670 0 0 0 417-
1400 0 0 0 130-
6.054
6.208
6.246
231
6.303
5.843
6.591
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG08.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
8 Ec.zaken, werkgel., recr/toer. en dereg.
Financiën Omschrijving lasten / baten
(x 1000 Euro) Jaarrekening 2010
Lasten Economische zaken 310.00 Weekmarkt Indirecte lasten Directe lasten Recreatie en toerisme 560.01 Recreatie Directe lasten Deregulering 310.01 Overige economische aangelegenheden Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen 0,00 Totaal lasten Baten Economische zaken 310.00 Weekmarkt Baten 311.00 Baten marktgelden Baten Recreatie en toerisme 560.01 Recreatie Baten 935.00 Forensenbelasting Baten 936.00 Toeristenbelasting Baten 0,00 Totaal baten
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
86 28
106 29
112 36
114 36
116 36
116 36
294
501
516
289
289
289
124 35 0 0 0 566
93 21 0 0 0 749
103 25 0 0 0 792
107 25 0 0 0 571
113 35 0 0 0 589
113 35 0 0 0 588
6-
3-
3-
3-
3-
3-
48-
56-
58-
58-
58-
58-
0
216-
228-
0
0
0
163-
195-
200-
200-
200-
200-
3550,00 572-
5030,00 974-
5130,00 1.002-
5230,00 784-
5330 794-
5430 804-
Resultaat voor bestemming
6-
225-
210-
213-
206-
216-
Mutaties reserves Stortingen Onttrekkingen Reserve onrendabele gas- en rioolaansluitingen Saldo mutaties reserves
0 0
9595-
Resultaat na bestemming
6-
319-
232
0 0 210-
0 0 213-
0 0 206-
0 0 216-
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG09.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
9 Sport,kunst en cultuur
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Lasten Sport 530.00 Zwembad de Zwoer Driebergen Indirecte lasten Directe lasten 530.01 Bosbad Leersum Indirecte lasten Directe lasten 530.02 Zwembad Woestduin Doorn Indirecte lasten Directe lasten 530.03 Tennisbanen Indirecte lasten Directe lasten 530.04 Overige sport Indirecte lasten Directe lasten 530.05 Breedtesport Indirecte lasten Directe lasten 530.06 B.O.S. project Directe lasten 530.07 Golfterrein Doorn Directe lasten 530.08 Combinatiefuncties Directe lasten Sportacc. en zwembaden 530.09 Sportzaal Overberg Indirecte lasten Directe lasten 530.11 Sporthal Steinheim Doorn Indirecte lasten Directe lasten 530.12 Gym.lokaal Weidestraat D'bergen Indirecte lasten Directe lasten 530.13 Gym.lokaal Doorn Indirecte lasten Directe lasten 531.00 Onderhoud / verhuur sportaccommodaties Indirecte lasten Directe lasten 531.01 Sportpark De Burgwal Indirecte lasten Directe lasten 531.02 Sportpark Tuilland/hockeyvelden Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 531.03 Voetbal (HDS) Indirecte lasten Directe lasten
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
280 1.147
228 830
379 363
379 363
380 363
380 363
26 139
21 141
20 138
20 138
20 138
19 138
6 192
4 199
2 200
2 200
2 200
2 200
72 2
57 4
56 2
55 2
54 2
53 2
753 483
792 2.911
211 281
210 281
215 281
213 281
7 71
21 60
22 0
23 0
24 0
24 0
99
89
89
0
0
0
63
68
62
31
0
0
2
259
143
143
143
143
0 0
0 0
70 23
72 23
76 23
76 23
0 0
0 0
254 179
246 179
253 179
251 179
0 0
0 0
35 40
36 40
39 40
39 40
0 0
0 0
18 28
18 28
19 28
18 28
342 31
417 55
212 51
210 51
207 51
203 51
187 18
146 23
157 14
144 14
142 14
139 14
70 30 0
100 13 0
154 15 0
152 15 51
150 15 110
147 15 159
110 31
84 44
98 45
97 45
96 45
94 45
233
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG09.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
9 Sport,kunst en cultuur
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten 531.04 Sportvelden a/d Buurtsteeg Indirecte lasten Directe lasten 531.05 Onderhoud buitensportaccommodaties Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Kunst en cultuur 511.00 Vormings- en ontwikkelingswerk Indirecte lasten Directe lasten 511.01 Muziekonderwijs Indirecte lasten Directe lasten 511.02 Oefenruimte instellingen Buurtsteeg Indirecte lasten Directe lasten 540.00 Kunst Indirecte lasten Directe lasten 540.03 Cultuurnota Directe lasten 540.04 Kunst en cultuur Directe lasten Bibliotheek 510.00 Openbare bibliotheek Indirecte lasten Directe lasten Nieuw beleid / budgetuitbreidingen 0,00 Totaal lasten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
32 0-
14 1
24 2
24 2
25 2
24 2
0 98 0
0 171 0
237 153 0
242 153 0
246 153 201
245 153 298
41 12
43 22
45 13
46 13
49 13
49 13
6 98
2 93
2 74
2 74
2 74
2 74
8 10
4 18
5 6
6 6
6 6
6 6
43 29
41 40
41 41
43 41
45 41
45 41
95
154
101
101
101
101
10
6
11
11
11
11
25 1.120 0 0 5.785
22 1.100 0 0 8.299
23 1.090 0 0 5.229
23 1.068 0 0 5.123
24 1.045 0 0 5.352
23 1.045 0 0 5.478
234
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG09.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
9 Sport,kunst en cultuur
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Baten Sport 530.00 Zwembad de Zwoer Driebergen Baten 530.01 Bosbad Leersum Baten 530.03 Tennisbanen Baten 530.04 Overige sport Baten 530.05 Breedtesport Baten 530.06 B.O.S. project Baten Sportacc. en zwembaden 530.09 Sportzaal Overberg Baten 530.11 Sporthal Steinheim Doorn Baten 530.12 Gym.lokaal Weidestraat D'bergen Baten 530.13 Gym.lokaal Doorn Baten 531.00 Onderhoud / verhuur sportaccommodaties Baten 531.01 Sportpark De Burgwal Baten 531.02 Sportpark Tuilland/hockeyvelden Baten 531.03 Voetbal (HDS) Baten 531.04 Sportvelden a/d Buurtsteeg Baten 511.02 Oefenruimte instellingen Buurtsteeg Baten Kunst en cultuur 540.00 Kunst Baten 540.03 Cultuurnota Baten Bibliotheek 510.00 Openbare bibliotheek Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
0
192-
0
0
0
0
44-
44-
44-
44-
44-
44-
6-
6-
6-
6-
6-
6-
42-
14-
6-
6-
6-
5-
1-
0
0
0
0
0
49-
45-
45-
0
0
0
0
0
8-
8-
8-
8-
0
0
77-
77-
77-
77-
0
0
30-
30-
30-
30-
0
0
34-
34-
34-
34-
86-
107-
107-
107-
107-
107-
26-
26-
26-
26-
26-
26-
90-
16-
16-
16-
16-
16-
0
20-
20-
20-
20-
20-
0
5-
13-
13-
13-
13-
2-
2-
2-
2-
2-
2-
2-
2-
2-
2-
2-
2-
0
54-
0
0
0
0
420,00 3895.396
235
420,00 5747.725
0 0,00 4364.794
0 0,00 3914.732
0 0 3904.961
0 0 3905.088
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG09.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
9 Sport,kunst en cultuur
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Mutaties reserves Stortingen Reserve Hoenderdaal Reserve breedtesport Reserve Tuilland Onttrekkingen Reserve sport Reserve breedtesport Reserve Tuilland Reserve Hoenderdaal Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
39 30 0
20 0 74
0 0 10
0 0 10
0 0 10
0 0 10
0 0 0 9930-
13600 740719-
0 0 180 8-
0 0 180 8-
0 0 180 8-
0 0 180 8-
5.366
236
7.006
4.786
4.725
4.954
5.080
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG10.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
10 Verkeer en vervoer
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Verkeer en vervoer 211.00 Verkeersregelingen Indirecte lasten Directe lasten 212.00 Openbaar vervoer Indirecte lasten Directe lasten 214.00 Parkeergarages Indirecte lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen 0,00 Totaal lasten
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
660 115
1.966 101
576 138
592 138
617 138
614 138
74 10
52 4
58 1
59 1
61 1
61 1
2 0 0 0 862
0 0 0 0 2.123
0 0 0 0 772
0 0 0 0 789
0 0 0
0 0 0
0 816
0 813
290,00 29-
290,00 29-
0
Baten Verkeer en vervoer 211.00 Verkeersregelingen Baten 0,00 Totaal baten
250,00 25-
Resultaat voor bestemming
836
2.095
743
761
787
784
39 0
16 0
0 0
0 225
0 225
0 225
1637195-
7559401519-
1454149217-
14500 161
13450 167
13410 171
527
922
954
955
Mutaties reserves Stortingen Reserve verbreding A12 Reserve herinrichting stationsgebied Onttrekkingen Reserve mobiliteitsplan Reserve duurzaam veilig (Dr/L) Reserve verbreding A12 Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
741
237
280,00 28-
1.576
29-
290
29-
29-
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG11.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
11 Beheer Openbare Ruimte
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten Beheer openbare ruimte 210.00 Wegen, straten en pleinen Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen 210.01 Openbare verlichting Indirecte lasten Directe lasten 210.02 Gladheidsbestrijding Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 210.03 Klokken en uurwerken Indirecte lasten Directe lasten 240.00 Afwatering Indirecte lasten Directe lasten 560.00 Openbaar groen/openluchtrecr. Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 724.00 Begraafplaatsen, algemeen Indirecte lasten Directe lasten 724.10 Alg begraafplaats,Maarn Indirecte lasten Directe lasten 724.20 Begraafplaats,Amerongen Indirecte lasten Directe lasten 724.30 Onderhoud begraafplaatsen,Leersum Indirecte lasten Directe lasten 724.40 Nieuwe algemene begraafplaats,Doorn Indirecte lasten Directe lasten 724.50 Onderhoud begraafplaats,Driebergen Indirecte lasten Directe lasten Milieu en duurzaamheid 721.00 Reiniging algemeen Indirecte lasten Directe lasten Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 Nieuw beleid / budgetuitbreidingen
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
2.691 1.590 0 0
8.302 1.320 0 10
2.102 1.400 0 0
2.291 1.230 17 0
2.437 1.458 78 0
2.420 1.458 243 0
64 693
84 708
46 649
48 644
51 644
51 644
93 222 0
55 75 0
112 37 0
107 37 8
100 37 7
98 37 7
4 2
3 7
5 2
5 2
5 2
5 2
119 75
268 104
101 122
104 122
108 122
108 122
3.143 1.589 0
3.422 1.528 0
3.250 1.480 0
3.340 1.377 5
3.427 1.349 8
3.416 1.349 17
662 358
602 367
552 395
558 395
556 395
553 395
3 8
3 8
11 8
12 8
13 8
13 8
4 0
4 1
9 1
9 1
10 1
10 1
4 1-
4 3
9 1
9 1
10 1
10 1
5 9
4 12
19 11
20 11
21 11
21 11
7 20
8 23
21 20
22 20
23 20
23 20
1.029 2.926 3.136 836 0 0
1.044 2.912 3.311 640 21 0
1.055 2.900 3.408 467 97 0
1.047 2.908 3.370 345 257 0
609 4.109 2.789 222 0 0
238
809 3.054 2.886 1610 70
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG11.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
11 Beheer Openbare Ruimte
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Lasten 723.00 Milieu algemeen Indirecte lasten Directe lasten 723.01 Ongediertebestrijding Indirecte lasten Directe lasten 723.02 Milieu, ISV3 bodem Directe lasten 0,00 Totaal lasten Baten Beheer openbare ruimte 210.00 Wegen, straten en pleinen Baten 210.01 Openbare verlichting Baten 560.00 Openbaar groen/openluchtrecr. Baten 724.20 Begraafplaats,A'rongen Baten 732.00 Baten begraafplaatsrechten Baten 732.10 Baten begr.plaatsrechten Maarn Baten 732.20 Baten begr.plaatsrechten Amerongen Baten 732.30 Baten begr.plaatsrechten Leersum Baten 732.40 Baten begr.plaatsrechten Doorn Baten 732.50 Baten begr.plaatsrechten Driebergen Baten Milieu en duurzaamheid 721.00 Reiniging algemeen Baten 722.00 Riolering, algemeen Baten 723.00 Milieu algemeen Baten 723.02 Milieu, ISV3 bodem Baten 723.03 Milieu, ISV-geluid Baten 725.00 Reinigingsrechten/afvalstoffenh, alg Baten 725.40 Reinigingsrechten/afvalstoffenh,Doorn Baten 726.00 Riolering, algemeen Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
385 977
356 1.094
359 926
371 855
388 855
387 855
31 23
26 11
29 11
29 11
30 11
30 11
0 0 20.512
0 0 25.070
0 0 19.615
0 0 19.596
0 0 20.113
0 0 20.252
1.140-
328-
554-
554-
554-
554-
1-
3-
3-
3-
3-
3-
105-
85-
65-
65-
65-
65-
0
0-
0-
0-
0-
0-
0
1.017-
1.062-
1.065-
1.067-
1.064-
78-
0
0
0
0
0
77-
0
0
0
0
0
145-
0
0
0
0
0
240-
0
0
0
0
0
296-
0
0
0
0
0
314-
231-
323-
323-
323-
323-
52-
45-
45-
45-
45-
45-
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5.0790 3.1110,00 10.6389.874
239
4.3850 3.1000,00 9.19415.876
4.3850
4.3850
4.3850
4.3850
4.2770,00 10.714-
4.2770,00 10.717-
4.2770 10.720-
4.2770 10.716-
8.901
8.878
9.393
9.536
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG11.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
11 Beheer Openbare Ruimte
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten Mutaties reserves Stortingen Reserve onderhoud wegen, straten Onttrekkingen Reserve bodemonderzoek Reserve onderhoud wegen, straten Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Jaarrekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
0
541
0
0
0
0
150 15-
0 5410-
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
10.913
11.166
11.407
11.551
11.869
240
17.887
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG12.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
12 Middelen en ondersteuning
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Lasten Financien 003.08 Wet Kenbaarheid Publ.rechtelijke Beperk. Indirecte lasten Directe lasten 330.00 Nutsbedrijven Indirecte lasten 913.00 Deelnemingen/ aandelen e.d. Indirecte lasten 914.00 Geldleningen/ uitstaande gelden > 1 jaar Indirecte lasten 921.00 Algemene uitkeringen Directe lasten 922.00 Algemene baten en lasten Directe lasten 922.01 Voormalig personeel Directe lasten 930.00 Uitvoering WOZ Indirecte lasten Directe lasten 940.00 Belastingen algemeen Indirecte lasten Directe lasten 960.00 Saldo van kostenplaatsen Indirecte lasten 980.00 Mutaties reserves Directe lasten 990.00 Saldo van rekening na bestemming Directe lasten Vastgoed / grondzaken 001.01 Ambtswoning Indirecte lasten Directe lasten 003.05 Kadastrale informatie Indirecte lasten Directe lasten 120.02 Brandweergebouwen Indirecte lasten Directe lasten 580.04 De Binder Indirecte lasten Directe lasten 580.05 De Waaijer Directe lasten 820.01 Gebouwen en gronden Indirecte lasten Directe lasten 830.00 Grondexploitatie Indirecte lasten Directe lasten Investeringsplan 2012 - 2015 0,00 Totaal lasten
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
13 0
7 1
7 0
8 0
8 0
8 0
29
21
19
18
17
16
24
17
20
20
20
20
235
164
185
185
137
137
819
174
401
105
0
0
183
403-
1.047-
1.857-
203
113
119
42
19
6
361 126
383 103
365 103
378 103
399 103
398 103
185 45
203 27
163 27
168 27
177 27
177 27
0
0
0
412-
0
230-
2.504-
4.402-
0
0
0
0
0
0
39 0
32 1
34 3
33 3
33 3
32 3
27 53
27 43
0 43
0 43
0 43
0 43
1.302 82
188 116
160 89
191 89
188 89
178 89
454 467
417 130
451 158
448 158
446 158
440 158
0
1
2
2
2
2
2.101 221
765 173
699 224
703 224
721 224
718 224
979 209 0 0 8.157
895 0 0 0 3.186
372 0 0 0 2.598
383 176 0 0 1.421
402 0 0 0 713
401 0 0 0 1.221-
241
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG12.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
12 Middelen en ondersteuning
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Baten Financien 004.06 WKPB Baten 330.00 Nutsbedrijven Baten 913.00 Deelnemingen/ aandelen e.d. Baten 914.00 Geldleningen/ uitstaande gelden > 1 jaar Baten 921.00 Algemene uitkeringen Baten 922.00 Algemene baten en lasten Baten 931.00 OZB gebruikers Baten 932.00 Baten onroerende zaakbelasting eigenaren Baten 937.00 Baten hondenbelasting Baten 940.00 Belastingen algemeen Baten 960.00 Saldo van kostenplaatsen Baten 980.00 Mutaties reserves Baten Vastgoed / grondzaken 001.01 Ambtswoning Baten 003.05 Kadastrale informatie Baten 120.02 Brandweergebouwen Baten 580.04 De Binder Baten 580.05 De Waaijer Baten 820.01 Gebouwen en gronden Baten 830.00 Grondexploitatie Baten 0,00 Totaal baten Resultaat voor bestemming
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
0-
3-
2-
2-
2-
2-
440-
142-
117-
115-
114-
112-
504-
440-
512-
512-
462-
462-
2.814-
1.613-
1.382-
1.505-
1.429-
1.357-
39.365-
38.594-
37.680-
37.259-
37.181-
35.793-
505-
190-
100-
155-
747-
873-
893-
914-
937-
960-
6.158-
6.862-
6.956-
7.154-
7.367-
7.551-
235-
266-
273-
273-
273-
273-
32-
30-
30-
30-
30-
30-
24-
78-
0
0
0
0
12-
10-
12-
12-
12-
12-
4-
5-
5-
5-
5-
5-
1.226-
0-
0-
0-
0-
0-
395-
184-
184-
184-
184-
184-
2-
2-
2-
2-
2-
3.779-
5.287-
5.425-
3.184-
1.195-
1.195-
2.2730,00 58.511-
1.8950,00 56.474-
3.0230,00 56.595-
5590,00 51.865-
4020 49.594-
4010 48.339-
50.354-
53.289-
53.997-
50.444-
48.881-
49.560-
0
242
0
0
Programmabegroting 2012-2015
Bijlage
PRG12.10 Programma Omschrijving
Portefeuillehouder Sectorhoofd
12 Middelen en ondersteuning
(x 1000 Euro) Omschrijving lasten / baten
Jaarrekening 2010
Mutaties reserves Stortingen Algemene reserve, niet vrij aanwendbaar Algemene reserve, vrij aanwendbaar Reserve onrendabele investeringen (M) Reserve Binder en Wildbaan Reserve Cultuurhuis Doorn Reserve bouwgrondexploitatie (Dr/Do/A) Reserve frictiekosten Reserve nieuwbouw gemeentehuis Reserve FPU gemeenten (A) Reserve realisatie bezuinigingen Reserve onderhoud gebouwen Onttrekkingen Algemene reserve, niet vrij aanwendbaar Algemene reserve, vrij aanwendbaar Reserve onrendabele investeringen (M) Reserve kapitaallasten brandweerkazerne Amerongen Reserve Binder en Wildbaan Reserve Cultuurhuis Doorn Reserve onderhoud gebouwen Reserve bouwgrondexploitatie (Dr/Do/A) Reserve bovenwijkse voorzieningen Reserve voorbereiding/uitvoering centrumplan Reserve verkoop aandelen GZO (M) Reserve frictiekosten Reserve beleids- en beheersnota's Reserve realisatie bezuinigingen Reserve nieuwbouw gemeentehuis Reserve automatisering (Dr/L/M) Reserve FPU gemeenten (A) Reserve tijdelijk uitbreiding personeel Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011
Begroting 2012
2013
Meerjarenbegroting 2014 2015
0 196 180 1.095 75 0 43 39 29 0 0
1.005 840 104 1.035 85 600 190 7.993 29 500 0
0 835 0 833 1.878 0 75 4.260 0 0 16
0 855 0 35 80 0 0 2.038 0 0 16
0 884 0 35 72 0 0 0 0 249 16
0 909 0 35 64 0 0 0 0 452 16
0 2.390800 2983950 730 0 289131010 0 97535833.355-
8.7403.9403.803405219370900 175331.0054200 7515352502037.353-
0 0 0 0 265350540 0 0 0 5070 2571540 0 0 6.311
0 0 0 0 257330540 0 0 0 900 750 0 0 0 2.218
0 0 0 0 249310540 0 0 0 0 0 757280 0 0 160-
0 0 0 0 242290540 0 0 0 0 0 757010 0 0 115
53.709-
60.641-
47.686-
48.226-
49.041-
49.445-
243