PROGRAMMABEGROTING 2016-2019
1
Inhoudsopgave Pagina Kerngegevens
3
Programmaplan 1. Programma Burgers, Bestuur en Dienstverlening
2. Programma Veiligheid 3. Programma Wonen en Woonomgeving 4. Programma Verkeer en Vervoer 5. Programma Jeugd en Onderwijs 6. Programma Milieu en Water 7. Programma Welzijn, Zorg en Volksgezondheid 8. Programma Cultuur, Sport en Recreatie 9. Programma Werk, Inkomen en Economie Overzicht Algemene Dekkingsmiddelen
7 10 12 17 19 23 27 33 36 42
Financiële begroting Begrotingsrichtlijnen Toelichting begrotingssaldo Budgetautorisatie Overzicht incidentele baten en lasten Overzicht structurele mutaties reserves
45 46 47 51 53
Paragrafen Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Lokale heffingen
56 63 66 68 74 81 83
Nota reserves en voorzieningen
80
Bijlagen Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4
Meerjarig Overzicht Meerjarig Overzicht
investeringsoverzicht programma’s en producten overzicht reserves en voorzieningen subsidies professionele instellingen
95 96 98 100
2
3
KERNGEGEVENS
A. Sociale structuur
1-1-2016 1-1-2015 1-1-2014
aantal inwoners waarvan: van 0 - 20 jaar 65 jaar en ouder
14.989 3.200 2.500
Aantal bijstandsgerechtigden wet BUIG * Percentage totaal aantal inwoners Aantal inwoners per hectare
425 2,84% 19
* conform schatting RSD september 2015
Leeftijdsopbouw bevolking 10.000 8.000 1-1-2014
6.000
1-1-2015
4.000
1-1-2016
2.000 0 0-20 jr
20-65 jr
65 jr en ouder
15.030 3.238 2.416
397 2,77% 20
15.175 3.690 2.000
375 2,47% 20
4
B. Fysieke structuur
Bebouwd gebied Groen (incl 7 ha water) Verharde wegen Water breder dan 6 meter Industriedoeleinden Dagrecreatie en sport Natuurgebied Overige gronden Spoorwegen Agrarisch gebied Totale oppervlakte Aantal woonruimten volgens de BAG Aantal woonruimte per hectare land Woonruimtebezetting
350 300 250 200 150 100 50 0
in hectare 286 71 66 58 43 17 155 65 11 13 785 6.584 8,3 2,28
5
C. Financiële structuur Algemene uitkering Sociaal Domein Eigen heffingen Specifieke uitkeringen Overige inkomsten Totaal baten
Bedragen * € 1.000
12.332 8.916 5.645 3.921 2.365 33.179
6
PROGRAMMAPLAN
7
PROGRAMMA 1: BURGERS, BESTUUR EN DIENSTVERLENING
Algemeen Portefeuillehouder(s) Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
De heer Van Hout, de heer Breunissen en de heer Sluiter Mevrouw Voskamp Kompas op participatie (mei 2005) (beleidsnotitie burgerparticipatie); Verordening Burgerinitiatief (november 2009); Evaluatie wijkgericht werken Westervoort 2011 (januari 2012); kadernota Lokaal Sociaal Beleid 2013; Coalitieakkoord 2014 – 2018; Ontwikkelingsvisie 2026; Gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Liemers; Dienstverleningsconcept 2012; Visie op de Frontoffice. Autonome ontwikkelingen/ trends het Klant Contact Centrum (KCC) van de gemeente functioneert als frontoffice voor de gehele gemeentelijke organisatie. 80% van de gemeentelijke vragen worden direct beantwoord; dienstverlening zal steeds meer tijd- en plaats onafhankelijk vorm krijgen, door verruiming van de technische mogelijkheden; de dienstverleningsrelaties tussen burgers en gemeenten worden ingericht vanuit de logica van de burger, het bedrijf, de maatschappelijke instelling in zijn hoedanigheid als afnemer van producten of diensten.
Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan een kwalitatief goed bestuur van onze gemeente en efficiënte en klantgerichte dienstverlening aan onze inwoners. In het kader van goed bestuur zijn wij een transparante en betrouwbare overheid die inwoners uitdaagt tot het nemen van initiatief. Doelstellingen: 1. Inwoners ervaren voldoende ruimte om invloed uit te oefenen op beleid en beleidsvoornemens van de gemeente. (effectindicator 1) 2. Klanten zijn tevreden over onze dienstverlening. (effectindicator 2) 3. Het gemeentebestuur weegt belangen zorgvuldig af in zijn besluitvorming, vertegenwoordigt de gehele bevolking, houdt de gemeente financieel gezond en is eerlijk en open in zijn communicatie. (effectindicator 3,4,5) 4. Bij het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken maken wij de omslag van burger- naar overheidsparticipatie. (effectindicator 6) Effectindicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd.
8
Effectindicator 1. Oordeel burger over inspraak e.d 2. Oordeel bezoeker over personeel, gemeentehuis en informatie 3. Oordeel burger over duidelijkheid en handhaving regelgeving 4. Oordeel burger over vertegenwoordiging door gemeenteraad 5. Oordeel burger over goed gemeentebestuur 6. Oordeel burger over leefbaarheid in de buurt
Westervoort Ref.gemeentWestervoor Ref.gemeenteNorm 2014 2016 2014 2012 2012 5,8 5,9 5,9 5,8 6,0 7,5
7,7
7,8
7,8
7,8
6,2
6,1
6,1
6,0
6,1
5,8 6,4 7,2
5,5 6,2 7,5
5,6 6,3 7,3
5,5 6,2 7,6
5,6 6,3 7,6
Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Via het instrument burgerparticipatie worden inwoners betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van beleidsplannen en projecten. Dit draagt bij tot het vergroten van het wederzijdse vertrouwen. 2. Stimuleren en ondersteunen van (kleinschalige) initiatieven van burgers gericht op het onderhouden en verbeteren van de eigen woon- en leefomgeving doormiddel van de inzet van wijkbudgetten en/of via de inzet van het betreffende gebiedsteam. 3. Ondersteunen van wijkraden door het inzetten van een coördinator actief burgerschap (voorheen wijkcoördinator) en het beschikbaar stellen van een organisatiebudget voor iedere wijkraad. 4. Begeleiden en ondersteunen van drie Gebiedsteams. In de Gebiedsteams worden initiatieven ontplooid die zowel de fysieke als de sociale leefomgeving in de wijken verbeteren. In de Gebiedsteams wordt ingezet op overheidsparticipatie. Maatschappelijke organisaties en wijkraden nemen initiatieven in de wijken op en worden gefaciliteerd door de Gemeente, Politie en Vivare. 5. Uitbrengen gemeentegids en burgerjaarverslag. 6. De vastgestelde integrale visie ‘Westervoort 2026’ als basis nemen voor beleidsdoelstellingen in de komende jaren. 7. We nemen deel aan de gemeenschappelijke regeling Samenwerking de Liemers. Dit samenwerkingsverband voert voor de gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Zevenaar en Westervoort taken uit op de terreinen: werk, inkomen, ict en inkoop. 8. De servicenormen worden jaarlijks getoetst en daar waar nodig bijgesteld. 9. De organisatie communiceert duidelijk, open, tijdig en klantgericht. Specifieke prestaties 2016 1. Via het programma ‘Wij Westervoort’ worden inwoners betrokken bij de beleidsvorming in het sociale domein. 2. Doorontwikkeling van de gebiedsteams vindt plaats tussen 2015-2017. 3. Doorontwikkeling van de digitale dienstverlening. Door het verbeteren van de website als informatiebron en digitale ingang naar de gemeente worden burgers, bedrijven en instellingen gestimuleerd om meer en meer gebruik te maken van dit dienstverleningskanaal. 4. In het voorjaar van 2016 ontvangt de raad een voorstel voor een go / no-go besluit om een ambtelijke fusie tussen Duiven en Westervoort te realiseren. 5. In 2015 is de Stadsregio Arnhem Nijmegen opgeheven. In plaats daarvan zijn nieuwe samenwerkingsvormen ontstaan, namelijk het Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen en Stichting Ecnomic Board Arnhem Nijmegen. Het college volgt het functioneren van deze samenwerkingsvormen kritisch.
9
Prestatie-indicatoren 1.Aantal gegrond verklaarde zaken door de commissie bezwaarschriften en rechters 2.Doorlooptijd van bezwaarschriften voldoet aan wettelijke termijnen 3.Klachten
Realisatie 2014
1
Streefcijfer 2016 Toelichting 0
2 overschrijdingen
0
29
4.Meldingen
10% minder Dit betreft alle vormen van klachten. --
1.278
Volumegegevens Paspoorten Identiteitskaarten Spoedaanvragen reisdocumenten Rijbewijzen Spoedaanvragen rijbewijs Uittreksels GBA Naturalisatie Gehandicaptenparkeerkaart Verklaring omtrent gedrag Aantal bezoeken gemeentelijke website
2012 1.842 1.467 47 828 43 707 11 37 489 niet bekend
2013 1.517 1.233 53 1.009 19 579 17 64 532 niet bekend
2014 1.562 1.281 45 1.018 34 592 11 62 458 22.746
Wat mag het kosten?
Programma Burgers, bestuur en dienstverlening Rek 2014 Lasten Baten Saldo
Begr 2015
Begr 2016
Bedragen * € 1.000 Begr 2017
Begr 2018
Begr 2018
3.427
3.312
3.262
3.288
3.245
3.263
389
264
264
284
284
284
-3.038
-3.048
-2.998
-3.004
-2.961
-2.979
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid): In 2015 is er een eenmalig budget beschikbaar gesteld voor het samenwerkingstraject; Vanaf 2016 neemt de bijdrage voor de Stadsregio af. Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Geschatte stand
Geschatte stand
1-1-2016
Geschatte stand
1-1-2017
Geschatte stand
1-1-2018
1-1-2019
OPLEIDINGEN EN EXCURSIE RAAD
1
1
1
1
REKENKAMER
8
8
8
8
10
PROGRAMMA 2 : VEILIGHEID Algemeen Portefeuillehouder Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
De heer Van Hout De heer Jansen Wet veiligheidsregio’s; Beleidsplan veiligheidsregio; Regionaal risicoprofiel; Regionaal capaciteitenanalyse; Coalitieakkoord 2014 – 2018; Crisisplan gemeente Westervoort; Politiewet 2012; Veiligheidsstrategie Oost-Nederland; Kadernota Integrale Veiligheid; Veiligheidsmonitor 2014. Autonome ontwikkelingen/ trends In de veiligheidsstrategie Oost-Nederland geven de partners (gemeenten, politie en Openbaar Ministerie) in veiligheid gezamenlijk richting aan de aanpak van sociale veiligheid in Oost-Nederland. In de veiligheidsstrategie zijn een drietal veiligheidsthema’s benoemd die in alle gemeenten actueel zijn. De inzet van de veiligheidspartners is gericht op het terugdringen van ernstige overlast, minder woninginbraken en het effectiever aanpakken van ondermijning, in het bijzonder hennepteelt in Oost-Nederland. Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan een sociaal en fysiek veilige woon-, werk- en leefomgeving. Doelstellingen: 1. Wij bevorderen een (sociaal) veilige woon-, werk- en leefomgeving. (effectindicator 1) 2. Samen met onze partners voorkomen, beperken en bestrijden we incidenten en rampen. (prestatie-indicatoren) Effectindicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd.
Effectindicator 1. Oordeel burger over straatverlichting, veiligheid in de buurt etc.
Westervoort Ref.gemeenteWestervoortRef.gemeenteNorm 2012 2012 2014 2014 2016 6,9
6,9
7,0
6,9
7,0
Bron: Waar staat je gemeente (voorjaar 2014)
Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Uitvoering geven aan de kadernota Integrale Veiligheid. 2. Zorgen voor de feitelijke brandweerzorg in Westervoort. Deze brandweerzorg is uitbesteed aan Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden. 3. Actueel houden van ons crisisplan. 4. Bevordering van deskundigheid in de organisatie via opleidingen en oefeningen om goed voorbereid te zijn op echte rampensituaties. 5. Actief deelnemen aan de regionale rampenbestrijding (medewerkers van de gemeente Westervoort draaien mee in piket voor het Regionaal Operationeel Team). 6. Goede voorbereiding op rampenbestrijding en crisisbeheersing, waaronder de jaarlijkse bestuurlijke oefening.
11
Specifieke prestaties 2016 Het in samenwerking met de veiligheidsregio opstellen van het beleidsplan rampenbestrijding en crisisbeheersing 2016-2019, risicoprofiel en capaciteitenanalyse (volgens artikel 14 van de Wet veiligheidsregio’s). 1. Evalueren Kadernota Integrale Veiligheid 2012-2015. 2. Opstellen van de Kadernota Integrale Veiligheid 2016-2019. 3. Toepassen van de wet BIBOB (Bevordering Integriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur) bij vergunningaanvragen. Prestatie-indicatoren
Realisatie 2014
Aantal hic (high impact crimes)
Aantal uitrukken Aantal adviseringen t.a.v. vergunningen en meldingen brandveilig gebruik Aantal controles brandveilig gebruik
Streefcijfer 2016
Toelichting
*
*
** nog niet bekend
** nog niet bekend
nog niet bekend
nog niet bekend
Woninginbraak, overvallen, straatroof en geweld hebben een grote impact op de samenleving, het zijn High Impact Crimes (HIC).
* Deze prestatie-indicator wordt na afstemming met de politie bekend gemaakt. ** Over de invulling van deze prestatie-indicator wordt overleg gevoerd met de brandweer. Volumegegevens Aantallen bekeuringen Uitrukken voor brand spoed Uitrukken voor brand overig Hulpverlening spoed Hulpverlening overig
2011
2012
49 14 16 9 12
499 14 23 14 10
2013
2014 310 20 13 12 9
377 13 14 1 15
Wat mag het kosten? Programma Veiligheid Rek 2014 Lasten Baten Saldo
1.045
Bedragen * € 1.000 Begr 2015
Begr 2016
1.181
1.211
Begr 2017
Begr 2018
1.211
Begr 2018
1.187
1.187
11
0
0
0
0
0
-1.034
-1.181
-1.211
-1.211
-1.187
-1.187
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid): in 2016/17 is er sprake van een incidenteel budget voor juridische ondersteuning/Bibob.
12
PROGRAMMA 3 : WONEN EN WOONOMGEVING Algemeen Portefeuillehouder Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
Dhr. Kampschreur en dhr. Sluiter De heer de Valk rijksbeleid: AmvB Ruimte, Wet ruimtelijke ordening en Besluit ruimtelijke ordening, Woningwet, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Monumentenwet 1988, Wet op de archeologische monumentenzorg, Deltaprogramma; provinciaal beleid: Omgevingsvisie Gelderland, Cultuur- en Erfgoedbeleid 2013-2016, Provinciale Omgevingsverordening, regionaal beleid: Regionale Huisvestingsverordening 2015, Regionaal Plan Stadsregio Arnhem Nijmegen 2005-2020, Verstedelijkingsvisie en Mobiliteitsaanpak, Regionale en subregionale Woonagenda’s 2013-2020 Stadsregio Arnhem Nijmegen, woningbouwprogrammering De Liemers, Bestuursovereenkomst met stadsregio, GPR Gebouw, GPR Onderhoud, GPR Stedenbouw (duurzaamheid); lokaal beleid: Coalitieakkoord 2014-2018, Toekomstvisie Westervoort op weg naar 2026, Nota Wonen en Werken, Woonconvenant VivareGemeente 2010-2014, Beleidsvisie Wonen, Beleidsagenda Thuis in eigen buurt 2014-2017, Integrale handhavingsnota 2013-2017, Structuurvisie Westervoort 2020, Centrumvisie, Landschapsbeleidsplan, stedenbouwkundig Programma van eisen en ontwikkelingsvisies, Welstandsnota, Masterplan Westervoort Noord, Bestemmingsplannen, Verkeersplan Westervoort, Verhardingenplan 20112014, Groenbeleid- en beheerplan 2010, Bomenbeleid 2013-2018, Groenbeleidsplan Levende Aders 20122025, Evaluatienota bestrijding hondenoverlast 2015, beleidsnota Openbare verlichting 2010-2019, Speelruimtenota 2009, Gladheidsbestrijdingsplan. Autonome ontwikkelingen/ trends stagnerende woningmarkt en woningbouw door financiële crisis; demografie: krimp, vergrijzing; werken middels gebiedsgerichte benadering; invoering landelijke kwaliteitseisen voor de uitvoering van VTH-taken (vergunning-verlening, toezicht en handhaving) op het terrein van omgevingsrecht: Verwachte invoering is 1 januari 2016. Hoewel de oorspronkelijk ontwikkelde criteria versoepeld zijn, is het onmogelijk om als Westervoort hieraan te voldoen. Samenwerking in de Liemers is en blijft daarmee een voorwaarde. Enkele specialistische taken zullen worden uitgevoerd door een externe partij. Wetsvoorstel kwaliteitsborging: voor het bouwen houdt in dat er een stelsel van (private) kwaliteitsborging voor het bouwen wordt gecreëerd. Doel is de kwaliteit(sborging) te verhogen en positie van bouwconsument te versterken. Er komt mogelijk een nieuw stelsel voor de bouwregelgeving, waarin sprake is van privatiseren van toetsing en toezicht en het verschuiven van de verantwoordelijkheid hiervoor van gemeente naar aanvrager/opdrachtgever. Omgevingswet: op 1 juli 2015 is wetsvoorstel
13 Omgevingswet (Ow) aangenomen. De Ow is een raamwet die 26 wetten bundelt in één wet. Deze wet behelst een vergaande decentralisatie van de regels voor de leefomgeving. Gemeenten krijgen meer ruimte om samen met inwoners en bedrijven integrale keuzes te maken over de inrichting van de fysieke leefomgeving. Het kabinet wil de Omgevingswet in 2018 in werking laten treden; op het gebied van onderhoud en beheer m.b.t. groen, wegen, riolering, spelen en openbare verlichting, wordt steeds intensiever samengewerkt met de drie buurgemeenten in de Liemers. Gezamenlijke aanbesteding(svoordelen), kostenreductie in voorbereiding, kennisoverdracht en verminderde kwetsbaarheid vormt hierin een wezenlijke meerwaarde. Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan het ontwikkelen, inrichten en beheren van een gezonde, duurzame en hoogwaardige woon-, werk en leefomgeving. Doelstellingen: 1. Wij zorgen samen met onze inwoners voor een goed onderhouden en prettige woon- en leefomgeving met een evenwichtig voorzieningenaanbod. (effectindicatoren 1 en 2) 2. Wij faciliteren op Westervoortse schaal een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. (effectindicator 3) 3. Binnen de regionale kaders zorgen wij voor een kwantitatief en kwalitatief woningaanbod dat is afgestemd op de behoefte van onze inwoners. (prestatie-indicator 1) Effectindicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator 1, Oordeel burger over aanwezigheid voorzieningen, groen en bereikbaarheid in/van wijk en buurt 2, Oordeel burger over leefbaarheid in de buurt 3. Oordeel bedrijven over vestigingsklimaat.
Westervoort
Ref.gemeenten
Westervoort
Ref.gemeenten
Norm
2012
2012
2014
2014
2016
7,1
6,9
7,1
7,0
7,1
7,2
7,5
7,3
7,6
7,6
Bron: Waar staat je gemeente (voorjaar 2014)
* Deze prestatie-indicator wordt meegomen in het eerstvolgende waarstaatjegemeenteonderzoek. Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Uitvoeren van de met Vivare overeengekomen prestatieafspraken. 2. Het laten opstellen van stedenbouwkundige analyses, bestemmings- en beeldkwaliteitsplannen. 3. In procedure brengen van bestemmingsplannen/afwijkingsprocedures etc. 4. Voldoen aan de actualiseringsplicht van bestemmingsplannen. 5. (Laten) opstellen van planschaderisico-analyses en het begeleiden van planschadetrajecten.
*
14 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
Doorlopen van (interactieve) planvormingstrajecten. Advisering en informatieverstrekking in juridische procedures. Taxaties, aan- en verkopen van gronden. Verhuur en onderhoud van gemeentelijke eigendommen. (Laten) opstellen van realisatie- en samenwerkingsovereenkomsten. Verlenen van omgevingsvergunningen. Uitoefenen van toezicht op naleving en handhaven van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het gebruik van de openbare ruimte (o.a. Algemene Plaatselijke Verordening en Afvalstoffenverordening) door uitvoering handhavingsprogramma. Vergunningen verlenen voor verhuur van leegstaande koopwoningen. Subregionale afstemming woningbouw in de Liemers. Het kritisch volgen en waar nodig adequaat reageren op ruimtelijke plannen en ontwikkelingen in aangrenzende gemeenten. Uitvoering van een regulier onderhoudsbestek wegen. Uitvoering beleidsplan Levende Aders en renovaties uit het groenbeheerplan. Uitvoering bomenbeleidsplan en onderhoud van bomen. Uitvoering beleidsplan speelvoorzieningen. Beheer en onderhoud bruggen en civieltechnische kunstwerken. Beheer en onderhoud volkstuinen. Reiniging openbare ruimte. Ongediertebestrijding en opvang zwerfdieren. Gladheidbestrijding. Uitvoering hondenbeleid. Coördinatie wekelijkse markt en jaarlijkse kermis. Uitvoering afvalinzameling. Uitvoeren van het vastgestelde beleids- en beheerplan openbare verlichting.
Specifieke prestaties 2016 1. In het kader van de bevrijdingsfestiviteiten is de IJsselbrug met wisselende kleuren tijdelijk aangelicht. Dit was een dusdanig succes dat bij vaststelling van de Voorjaarsnota 2015 besloten is om bij toekomstige hoogtijdagen de brug ook aan te lichten. De boog van de brug is aangelicht via led-lampen. De kleurwisseling is computergestuurd. 2. Op 28 april 2015 heeft de gemeenteraad ingestemd met het bomenbeheerplan. Om de hierin genoemde maatregelen te kunnen uitvoeren is extra onderhoudsbudget beschikbaar gesteld. De eenmalige werkzaamheden bestaan o.a. uit het vervangen en dunnen van bomen. 3. Met de vaststelling in 2015 van de nieuwe Beleidsvisie Wonen voor Westervoort, is de tijd rijp voor een nieuw en actueel Woonconvenant waarin Vivare en gemeente concrete afspraken maken om een gezamenlijke koers vast te stellen en uitvoering van het woonbeleid te borgen. Dit gebeurt onder begeleiding van een onafhankelijke procesmanager. Indien mogelijk wordt hierin samengewerkt met gemeente Duiven. 4. Eind 2013 is het Plattelandshuis Achterhoek – Liemers (PAL) opgeheven. Gelijktijdig met de opheffing van het PAL is de wens uitgesproken om de samenwerking op een andere manier te continueren. Dit gebeurt in de vorm van een nieuwe invulling van de Gebiedscommissie Liemers (Liemers ++) waarin ook Westervoort participeert. 5. De huidige Structuurvisie en de Toekomstvisie worden in 2018 gebundeld in één (nieuwe) Omgevingsvisie, op basis van de Omgevingswet die naar verwachting in 2018 in werking treedt. De uitvoeringsparagrafen van beide visies worden in de tussentijd (intern) geactualiseerd. 6. Er wordt beleid ontwikkeld hoe als gemeente om te gaan met de archeologische en cultuurhistorische waarden en monumenten. Het ‘erfgoed’ op ons grondgebied. Er is subsidie voor het laten opstellen van cultuurhistorische waardenkaart, welke zal dienen als basis voor het erfgoedbeleid. 7. Door gemeente en Natuurmonumenten/SBB is in nauw overleg met de drie grote bedrijven in het gebied een Uitvoeringsplan IJsseluiterwaarden bij Westervoort opgesteld. De basis hiervoor vormt het Masterplan Westervoort Noord en het gebiedsproject ‘Rivierklimaatpark IJsselpoort’, waarin rekening is gehouden met de toekomstige opgave om de rivier meer ruimte te geven (Deltaprogramma).
15 In het Deltaprogramma is het gebiedsproject aangewezen als project waar snel gestart kan worden met een provinciaal MIRT-onderzoek en/of MIRT-verkenning (MIRT = Meerjaren Investeringsprogramma Ruimte en Transport). Het Uitvoeringsplan IJsseluiterwaarden wordt in het MIRT-onderzoek meegenomen. Eind 2015 wordt door de minister, op basis van het MIRT-onderzoek, een besluit genomen of het traject van een MIRT-verkenning kan worden gestart. 8. Met de voormalige exploitant en de provincie vindt overleg plaats over de inrichting en openstelling van de voormalige stortplaats. Dit heeft een nauwe relatie met de saneringsmaatregelen en nazorg door de provincie. De in het Masterplan Westervoort Noord al aangegeven aansluitende paden en voorzieningen, bijvoorbeeld parkeren in de omgeving, worden eveneens aangelegd. In het kader van vrijetijdseconomie (Vitaal Gelderland) wordt hiervoor, zo mogelijk, provinciale subsidie aangevraagd. Er wordt onderzocht of deze aanvraag ingebracht kan worden in het kader van een regionaal plan voor vrijetijdseconomie in het kader van Liemers ++ dat is opgesteld. Ook wordt er aansluiting gezocht bij de ontwikkeling van de snelfietsroute van het station Westervoort naar de Nieuwgraaf e.v. 9. Ten behoeve van verdere ontwikkeling van De Schans vindt, in het licht van de veranderde woningmarkt, met de ontwikkelaar overleg plaats en worden nadere afspraken gemaakt over de invulling van de diverse bouwenveloppen, waarbij in de basis wordt gestreefd naar de voorgestane en vastgelegde stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit. 10. De ontwikkeling van het woningbouwplan Beekenoord verloopt nog altijd moeizaam. De helft van het oorspronkelijke woningbouwprogramma is gerealiseerd. Inmiddels is met zowel de projectontwikkelaar als de provincie Gelderland overeenstemming bereikt over een integrale herziening van het bestemmingsplan, samen met een herprogrammering van delen van dat oorspronkelijke programma. Naar verwachting start de planprocedure in 2015 waarna het herzieningsplan Beekenoord in 2016 wordt vastgesteld. Afspraken over die nieuwe planopzet worden vooraf contractueel vastgelegd. 11. In april 2015 is op basis van een onderzoeksrapport besloten om voor de twee dit jaar vrijvallende schoollocaties een nieuwe functie/bestemming te zoeken. Voor één daarvan – de Brug, locatie Uitterweert - is het de bedoeling om daarin op low-budget basis een ZZPcentrum te vestigen. In december 2015 volgt besluitvorming hierover in de raad. 12. Voor Het Ambacht is een herstructureringstraject gestart. Dat gebeurt in nauw overleg met de ondernemers in het plangebied, onder begeleiding van een extern bureau. Speerpunten van de plannen tot herstructurering zijn: profilering van het bedrijventerrein; het economisch vestigingsbeleid; het tegengaan van verpaupering (schoon/heel/veilig). 13. De ruimtelijke ontwikkelingen in het gebied van de Kleefse Waard – Koningspleij Noord in Arnhem zullen in 2015 en 2016 gestalte krijgen in de vorm van een of meer ruimtelijke plannen, in combinatie met de afronding van een MER (de eventuele plaatsing van windturbines). Deze plannen worden nauwlettend gevolgd en waar nodig wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden om hierop te reageren. 14. Voor de mogelijke herontwikkeling/herbestemming van de voormalige steenfabriek Korevaar (de Emptepol) bij de rijksweg A12 is een initiatief ingediend. De verdere uitwerking daarvan door de aanvragers moet uitwijzen of sprake is van een in alle opzichten haalbaar plan. In dat geval en om zo’n initiatief ook te kunnen realiseren moet het geldende bestemmingsplan worden herzien. Afspraken met de initiatief-nemers worden vooraf contractueel vastgelegd. 15. De Evaluatienota bestrijding hondenoverlast (2015) is vastgesteld. De hierin genoemde eenmalige en structurele maatregelen worden uitgevoerd.
16 Prestatie-indicatoren
Realisatie 2014 0/100
Streefcijfer 2016 0/100
2.Percentage van de asfaltverhardingen met een kwaliteit goed/zeer goed
50
55
3.Percentage van de elementenverhardingen met een kwaliteit goed/zeer goed 4.Energieverbruik openbare verlichting
60
65
Nog niet bekend
420 MWh
1.Verhouding woningen nieuwbouw: Sociale sector/Vrije sector
Volumegegevens Aantal lichtmasten
2012 2.677
Toelichting Gezien de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt is het moeilijk om een inschatting te maken van het aantal te realiseren woningen. Zoals het zich nu laat aanzien worden er geen woningen in de sociale sector gerealiseerd. Bron: normering CROW beheersystematiek wegen Bron: normering CROW beheersystematiek wegen Bron: verlichtingsplan: 14% minder energieverbruik ten opzichte van 2009
2013 2.684
2014 2.680
Wat mag het kosten? Programma Wonen en woonomgeving Rek 2014
Begr 2015
Bedragen * € 1.000
Begr 2016
Begr 2017
Begr 2018
Begr 2018
Lasten
5.168
Baten
2.722
351
168
168
168
168
Saldo
-2.446
-2.563
-2.601
-2.369
-2.385
-2.400
2.914
2.769
2.536
2.553
2.567
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid):
in 2015 was er een incidenteel budget voor het park Steenderens beschikbaar, alsmede voor alternatieve onkruidbestrijding; in 2015 zijn er incidentele baten en lasten geweest in verband met het Forumgebouw; in 2015 was er een incidenteel budget voor de actualisatie van de beleidsvisie wonen beschikbaar; de lasten in dit programma stijgen met de loop van de jaren iets in verband met de kapitaallasten voor investeringen in de openbare ruimte. Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Geschatte stand 1-1-2016
Geschatte stand 1-1-2017
Geschatte stand 1-1-2018
Geschatte stand 1-1-2019
35
35
35
35
KAPITAALLASTEN VERVANGINGSINVESTERINEN WEGEN
436
474
474
474
ONDERHOUD WEGEN
137
137
137
137
55
55
55
55
HANDHAVINGSKOSTEN BOUWEN
ONDERHOUD OPENBARE VERLICHTING
17
PROGRAMMA 4 : VERKEER EN VERVOER Algemeen Portefeuillehouder Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
De De
heer Boone heer de Valk Verkeersplan Westervoort 2009; Verkeersplan Westervoort deel 2/maatregelenpakket Fietsnota 2013-2020; Bestemmingsplan Herinrichting Dorpstraat; Bestemmingsplan Parkeerplaatsen spoordijk Liemersallee. Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan een betere bereikbaarheid en een goede, veilige doorstroming van het verkeer in Westervoort. Doelstellingen: 1. Wij zorgen samen met de concessieverleners voor goed openbaar vervoer. (effectindicator 1) 2. Wij stimuleren het gebruik van de fiets. (prestatie-indicator lokaal fietsgebruik) 3. Wij dringen het aantal verkeersongevallen terug. (prestatie-indicator 4) Effectindicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Oordeel burger over parkeermogelijkheden, openbaar vervoer, onderhoud wegen e.d.
Westervoort Ref.gemeenten Westervoort Ref.gemeenten
Norm
2012
2012
2014
2014
2016
7,2
6,7
7,2
6,7
7,2
Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Zorg voor de verkeersveiligheid van de kwetsbare groepen weggebruikers (fietsers en voetgangers) bij het herinrichten en reconstrueren van woonstraten. Waar mogelijk worden aanvullende maatregelen getroffen bij onderhoudswerk aan het wegennet, zodat zowel de inrichting alsook de functie van de weg (beter) op elkaar aansluiten. 2. Goed beheer en onderhoud van verkeersvoorzieningen. (bijv. verkeersborden, Abri’s, verkeersregelinstallatie [VRI] en wegmarkeringen). 3. Instandhouding van het huidige (hoge) niveau van openbaar vervoer en het scheppen van randvoorwaarden ten aanzien van het gebruik van het openbaar vervoer. 4. Het bevorderen van het gebruik van de fiets als vervoermiddel voor korte en middellange afstanden. Specifieke prestaties 2016 1. Met regelmaat wordt de gemeente geconfronteerd met klachten en/of gesignaleerde knelpunten over parkeeroverlast, gevaarlijke (verkeer)situaties, etc. Met het hiervoor beschikbaar gestelde budget wordt gedegen onderzoek gedaan naar meer complexe verkeerszaken en nader advies bij dito verkeersbesluiten.
18 2. Realisatie van de vastgestelde plannen voor herinrichting van de Dorpstraat – Hamersestraat. 3. In samenwerking met provincie Gelderland en de gemeenten Duiven en Zevenaar verder uitvoering geven aan de planvorming van snelfietsroute F12. Prestatie-indicator
Realisatie Realisatie Streefcijfer Toelichting 2013 2014 2016 0,20 0 0
1.Aantal toegewezen claims van burgers i.v.m. onderhoud wegen en fietspaden (uitgedrukt per 1.000 inwoners) 2.Aantal in- en uitstappers per werkdag op station Westervoort 3.Totale lengte fietspaden in km 4.Aantal ongevallen met betrokkenheid van fietser en/of bromfietser Prestatie-indicator
1.200
1.250
23
23
84
76
Streefcijfer 2020 25%
Percentage lokaal fietsgebruik
1.300 telgegevens Stadsregio 23 67
Toelichting Bron: fietsplan 2013-2020
Wat mag het kosten?
Programma Verkeer en vervoer Rek 2014 Lasten
Begr 2016
Begr 2017
Begr 2018
Begr 2018
351
258
270
270
270
270
3
5
5
5
5
5
-348
-253
-266
-266
-266
-266
Baten Saldo
Bedragen * € 1.000
Begr 2015
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid): ten opzichte van 2015 stijgen de lasten licht met name doordat er een structureel budget voor verkeersonderzoek beschikbaar gesteld is; Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Geschatte stand 1-1-2016 AANPASSING ZUIDELIJKE PARALLELWEG-LIEMERSALLEE AANPASSING DORPSTRAAT-HAMERSESTRAAT ABRI'S EN PLATTEGRONDKASTEN
Geschatte stand 1-1-2017
Geschatte stand 1-1-2018
Geschatte stand 1-1-2019
600
0-
0-
0-
1.700
0
0
0
3
3
3
3
19
PROGRAMMA 5 : JEUGD EN ONDERWIJS
Algemeen Portefeuillehouder Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
Autonome ontwikkelingen/trends
De heer Boone en de heer Breunissen Mevrouw van Straten Nota Lokaal Sociaal beleid 2013; Coalitieakkoord 2014 - 2018; Plan van aanpak Jeugd & Veiligheid 2006; rapport ‘Groeikansen voor elk kind’ over de oprichting van het Centrum Jeugd en Gezin (CJG); Centrum voor Jeugd en Gezin - Centrum VAN Jeugd en Gezin, 2010; Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; Handhaving- en Sanctiebeleid Kinderopvang en Peuterspeelzalen, april 2014; Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen 2010; Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE); Visie op voorschoolse voorzieningen; Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Westervoort 2011; Verordening financiële en materiële gelijkstelling 2011; Verordening leerlingenvervoer 2014; Integraal Positief Jeugdbeleid – Op weg naar participatie, verbinding en talentontwikkeling, 2011; Groeidocument ‘Zorg Voor De Jeugd’, visie van de regio Arnhem, 2012; Regionale Sociale Visie 2013; Integraal huisvestingsplan schoolgebouwen 2014; Jeugdwet 2015; Verordening jeugdhulp 2015; Beleidsnotitie Maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2015 – 2016. de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner voor zijn/haar eigen welzijn wordt steeds groter. De rol van de professional op dit terrein wordt verlegd van uitvoerder naar begeleider/ondersteuner; decentralisatie Jeugdzorg – verbinding maken met de decentralisaties AWBZ/WMO, participatiewet, passend onderwijs; integrale kind centra: verregaande samenwerking tussen kinderopvang, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en basisonderwijs; krimp: de gemeente Westervoort heeft te maken met dalende leerlingenaantallen;
Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren tot zelfstandige en volwaardige deelnemers aan de samenleving.
20 Doelstellingen: 1. Wij zorgen in regionaal verband voor het vervoer van en naar school van kinderen in het speciaal basisonderwijs en van kinderen met een beperking. (prestatie-indicator 1) 2. Wij zorgen ervoor dat alle kinderen met een taal- en ontwikkelachterstand deelnemen aan het voorschoolse programma. (prestatie-indicator 4) 3. Wij brengen het aantal voortijdig schoolverlaters terug. (prestatie-indicator 2) 4. Het aantal jongeren tussen de 12 en 23 jaar dat activiteiten organiseert binnen het jeugden jongerenwerk neemt toe. (prestatie-indicator 3) Effectindicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
Oordeel burger over voorzieningen voor jongeren en onderwijs in directe woonomgeving en gemeente
Westervoort Ref.gemeenten Westervoort Ref.gemeenten
Norm
2012
2012
2014
2014
2016
7,1
6,8
7,1
6,9
7,1
Bron: Waar staat je gemeente (voorjaar 2014)
Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Subsidiëren van activiteiten binnen het algemeen preventief positief jeugdbeleid (peuterspeelzaalwerk, jongerenwerk, sportverenigingen, scouting e.d.). 2. Subsidiëren van activiteiten binnen het gericht preventief positief jeugdbeleid (3de en 4de dagdeel peuterspeelzalen, maatschappelijk werk, Jekk e.d.) en specialistische vormen van jeugdhulp. 3. Het in stand houden van sport- en welzijnsaccommodaties. 4. Versterken gemeentelijke regie door uitvoering te geven aan een laagdrempelige voorziening (sociaal team) voor o.a. opvoed- en opgroeivragen voor jeugd en jongeren en hun verzorgers. Daarbij wordt gebruik gemaakt van laagdrempelige activiteiten waarin jeugd, jongeren en verzorgers participeren. 5. Uitvoeren van maatregelen voor de aanpak van alcoholmatiging en vermindering van drugsgebruik langs drie sporen: communicatie, regelgeving/beleid en handhaving. 6. Uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid in de voorschoolse periode samen met betrokken partners. 7. Uitvoering convenant provincie/gemeente over jeugdzorg en jeugdbeleid. 8. Uitvoeringsprogramma Samen Starten (zie ook programmaonderdeel Volksgezondheid). 9. Landelijk Register Kinderopvang (LRKO). In het LRKO zijn kinderdagverblijven, locaties buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders opgenomen. Bijhouden van wijzigingen en aanvullingen in het LRKO. 10. Inspecteren van en handhaven op de kinderopvang, de buitenschoolse opvang (bso), gastouders en de peuterspeelzalen conform het handhaving- en sanctiebeleid kinderopvang en peuterspeelzalen 2014. 11. Uitvoering Leerplichtwet door het Regionaal Bureau Leerplicht. 12. Bestrijden van verzuim en vroegtijdig schoolverlaten door Regionaal Bureau Leerplicht in samenwerking met Time Out, Zorgadvies teams (Zat), Weer Samen Naar School. 13. Structureel Liemers overleg met alle schoolbesturen (OOGO) over passend onderwijs en de verbinding met de jeugdzorg. 14. Structureel lokaal overleg met de schoolbesturen en de voorschoolse voorzieningen over de onderwijskansen en de aansluiting van voor- en vroegschoolse voorzieningen. 15. Uitvoering geven aan de wettelijke taak leerlingenvervoer. 16. Het opzetten van een regionale regiecentrale voor het doelgroepenvervoer, waarin het leerlingenvervoer ongeveer de helft van het budget vormt.
21 17. Monitoren van de kwaliteit van het leerlingenvervoer door het houden van een jaarlijkse enquête onder de deelnemers. 18. Afstemming tussen jeugd en onderwijs realiseren via een Lokale Educatieve Agenda (LEA) en een regionale samenwerkingsagenda. Het onderwijsachterstandenbeleid, huisvesting scholen en passend onderwijs zijn de belangrijkste thema’s. 19. Participatie jeugd, jongeren en verzorgers door middel van verschillende methoden (digitaal, platform, focusgroepen, de Beeldbuis, etc). Specifieke prestaties 2016 1. Opstellen subsidieverordening peuteropvang. Dit in relatie tot harmonisatie peuterspeelzalen en kinderopvang (versterken pedagogische kwaliteit, één kwaliteitskader voor beide voorzieningen en één financieringsstructuur voor werkende ouders) en plannen van de rijksoverheid om de financiering van peuterspeelzaalwerk onder de Wet Kinderopvang onder te brengen vanaf 2018. Hiertoe zijn per september 2015 alle peuterspeelzalen formeel tot kinderopvang omgevormd. Prestatie-indicator
Realisatie 2014 6
Streefcijfer 2016 10
2. Percentage Voortijdig schoolverlaters
2,5% (totaal aantal 33)
2%
3. Aantal jongeren dat structureel jongerenwerk doet bij Creon in het kader van deelname aan de samenleving 4. Percentage leerlingen in groep 1 dat geen gebruik heeft gemaakt van de voorschoolse voorzieningen in het kader van het streven naar 100% bereik bij de voorschoolse voorzieningen
25
30
1. Aantal zelfstandig reizende jongeren naar speciaal onderwijs in het kader van zelfredzaamheid
Volumegegevens Aantal leerlingen op de Westervoortse basisscholen
Aantal openbare basisscholen (obs), situatie tot 1-8-2015
Toelichting Via het project zelfstandig reizen proberen we de zelfredzaamheid van jongeren te vergroten. Dit resulteert in een groter aantal zelfstandig reizende jongeren. Het gemiddelde percentage Vroegtijdig Schoolverlaters in de regio ArnhemNijmegen was in 20132014 2 %. Het doel is dat jongeren een bijdrage leveren aan hun eigen woonomgeving.
Ca 25%
2012
2013
2015
1.316
1.289
1253
3
3
Voor 1 augustus
3
Na 1 augustus
2
22 Totaal aantal m2 openbare basisscholen - De Schakel (Het Ravelijn per 1-8-2015)
2.943
2.943
2.943
1.988
1.118
1.118
1.118
1.118
945 880 448
945 880 437
945 880
0 880
5
5
5
3
6.753
6.753
6.753
5.474
1.325 1.069 1.486 1.718 1.155
1.325 1.069 1.486 1.718 1.155
1.325 1.069 1.486 1.718 1.155
Aantal leerlingen bbs per 1-10 Aantal leerplichtigen Aantal schoolverzuimers - beginnend verzuim - signaal verzuim Aantal Halt-maatregelen Aantal procesverbalen Verzuimpercentage Aantal voortijdig schoolverlaters Percentage voortijdig schoolverlaters Aantal kindplaatsen dagopvang
868 2.376 68
852 2.277 85
3 11 2,9%
5 3 3,7%
Aantal kindplaatsen buitenschoolse opvang Aantal kindplaatsen peuterspeelzalen (regulier/vve) Aantal gastouders Aantal kindplaatsen gastouderopvang (registratie LRKO is opvangkinderen incl. eigen kinderen) Aantal leerlingen schoolvervoer
170
127(tot 1-112013) 78(vanaf 1-112013) 150
88
88
96
45 170
30 130
Ca 30 Ca 130
120
128
111
- De Verrekijker - Montessorischool Aantal leerlingen obs per 1 oktober Aantal bijzondere basisscholen (bbs), situatie tot 1-8-2015 Totaal aantal m2 bijzonder basisonderwijs: - De Brug Schoolstraat - De Brug Uitterweert - De Tuimelaar (IKC De Hoge Hoeve per 1-8-2015) - De Klimroos (Het Startblok) - De Flierefluiter
1.325 0 2.431 1.718 0 825 2281 76 16 61 Geen data Geen data 3,3%
75 127
428
33 2,5% 111 159 (vanaf 19-2015) 90
Wat mag het kosten? Programma Jeugd en onderwijs Rek 2014 Lasten Baten Saldo
Bedragen * € 1.000
Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Begr 2018
Begr 2018
2.529
2.015
1.906
1.899
1.903
1.899
106
110
24
24
24
24
-2.423
-1.905
-1.882
-1.876
-1.879
-1.875
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid): na 2015 verloopt de huidige rijksregeling Onderwijsachterstandenbeleid waardoor zowel baten als lasten afnemen.
23
Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Geschatte stand Geschatte stand Geschatte stand Geschatte stand 1-1-2016
1-1-2017
1-1-2018
1-1-2019
ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID
12
12
12
12
COMBINATIEFUNCTIES
41
0-
0-
0-
24
PROGRAMMA 6: MILIEU EN WATER Algemeen Portefeuillehouder Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
De De
heer Breunissen heer de Valk / Mevrouw van Straten Afvalbeleidsplan 2013; Coalitieakkoord 2014 – 2018; Bodembeheerplan, bodemkwaliteits- en bodemfunctieklassenkaart; Gemeentelijk geluidbeleid; Beleidsvisie Externe veiligheid; GRP 2012-2016; BRP 2009; Waterplan 2011; Waterkwaliteitsspoor. Autonome ontwikkelingen/ trends Geen Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan een goede kwaliteit van de leefomgeving. Doelstellingen: 1. Het organiseren van een doelmatige en doeltreffende afvalinzameling (effectindicator 1). 2. Wij bevorderen een schone bodem, lucht en water. (effectindicator 2) 3. Wij dringen de hoeveelheid afval terug door bronscheiding, diftar en afval te benaderen als grondstof (prestatie-indicator 3 en 4). 4. Het aanleggen en beheren van een duurzaam en robuust (afval)watersysteem dat de volksgezondheid waarborgt en overlast beperkt (wordt indien mogelijk meegenomen in waar staat je gemeente). 5. Ter bescherming van onze inwoners stellen wij eisen aan de externe veiligheid van (bedrijfs)activiteiten. (prestatie-indicator 1 en 2). Effectindicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd. Effectindicator
1. Oordeel burger over afvalinzameling 2. Oordeel burger over schoonhouden buurt
Westervoort
Ref.gemeenten
Westervoort
Ref.gemeenten
Norm
2012
2012
2014
2014
2016
7,3
7,7
6,9
7,7
7,7
6,6
6,7
6,5
6,6
6,6
Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Opstellen jaarverslag 2015, uitvoeren probleemanalyse en vaststellen milieuprogramma 2017-2018. 2. Uitvoering handhavingsprogramma, deels i.s.m. Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA). 3. Het verlenen van vergunningen en accepteren van meldingen, deels i.s.m. ODRA. 4. Uitvoering gemeentelijk geluidbeleid en beoordelen ontheffingen Wet geluidhinder. 5. Beoordelen en registreren van bodemonderzoeken/bodemsaneringen en uitvoeren bodembeheerplan. 6. Afhandelen meldingen in het kader van het Besluit bodemkwaliteit, deels i.s.m. ODRA. 7. Uitvoering maatregelen Afvalbeleidsplan 2013. 8. Afvalinzameling en afvalcommunicatie.
25 9. Monitoren ingezamelde hoeveelheden huishoudelijk afval. 10. Natuur- en milieueducatie primair onderwijs. 11. Uitvoering uitvoeringsprogramma beleidsvisie externe veiligheid. 12. Acties voortvloeiende uit klimaatactieplan en regionale plannen op gebied van duurzaamheid, klimaat en energie. 13. Volgen, deelnemen en inbreng in regionale ontwikkelingen van belang voor de gemeente Westervoort. 14. Instandhouden en beheren riolering conform het GRP. 15. Instandhouden en beheren rioolgemalen. 16. Sanering van de foutieve verbindingen en/of onjuiste verbindingen en het afkoppelen van dakafvoeren op het rioolstelsel. 17. Instandhouden en beheren grondwatermeetnet. 18. Monitoren/analyseren waterkwaliteit. Specifieke prestaties 2016 1. Conform het Afvalbeleidsplan worden de bestaande bovengrondse en inpandige verzamelcontainers bij hoogbouw geleidelijk vervangen door ondergrondse verzamelcontainers. 2. De zuilen van de ondergrondse glascontainers bij parkeerplaats Lidl worden vervangen. Tegelijkertijd zal de bovengrondse verzamelcontainer voor textiel ondergronds worden gebracht. 3. De gemeente Westervoort werkt op allerlei manieren samen om op het gebied van duurzaamheid en energie schaalvoordelen te behalen. Het gaat hier in de regel om relatief kleine bedragen waarvoor naar verwachting binnen het generiek milieubeleid (milieusamenwerking) onvoldoende geld beschikbaar zal zijn. 4. De riolering binnen de herinrichting van de wijk Kern (ten oosten van de Vredenburgstraat) wordt geheel gescheiden opgeleverd. 5. De samenwerking binnen de afvalwaterketen De Liemers wordt verder uitgebouwd als zelfstandige operationele regio. 6. De laatste twee projecten vanuit ‘Naederhuizen’, Dorpstraat en Brouwerslaan worden opgeleverd. Het project is daarmee afgerond en toekomstbestendig. Prestatie-indicator 1.Aantal controles inrichtingen wabo en Wet Milieubeheer 2.Aantal verleende vergunningen
3.Restafval (incl. grof huishoudelijk) in kg 4.Bronscheiding (grof) huishoudelijk afval
Realisatie 2014 44
Streef cijfer 2016 28
Streefcijfer 2017
Streefcijf Toelichting er 2020
0
0
147
-
150
100
69%
65%
70%
75%
Volgens prioritering. Betreft enkelvoudige vergunningen taakveld milieu. Uitvoering bij ODRA Volgens Afvalbeleidsplan 2013 Streefcijfers 2020 is Landelijke doelstelling Mansveld
26
restafval (kg/inwoner/jaar)
300 200
195
184
182
150
147 100
100 0 ambitie 2017
ambitie 2020
2011
2012
2013
2014
scheidingspercentage 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
75%
70%
69%
65%
2014
doel 2015
doel 2017
Volumegegevens afval in kg/inw/jaar textiel Kunststof verpakkingen gft glas Oud papier
2012 7 12 69 23 71
59%
2013
Volumegegevens riolering Aantal aansluitingen riolering Rioolheffing Aantal m1 drukriool Aantal m1 vrijvervalriool Totaal aantal m1 riool
2011
doel NL 2020
2013 7 13 66 24 67
2012
2014 7 16 109 24 71
2013
2014
6.690
6.733
6.733
6.743
183 5.750 79.090 84.840
200 6.750 79.090 85.840
211 7.050 79.290 86.340
215 7.050 79.480 86.530
27 Wat mag het kosten? Programma Milieu en water Rek 2014
Bedragen * € 1.000
Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Begr 2018
Begr 2018
Lasten
3.123
3.150
3.256
3.281
3.293
3.305
Baten
3.090
3.062
3.026
3.046
3.046
3.046
-33
-87
-230
-236
-248
-260
Saldo
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid):
het verloop in de lasten is voornamelijk een gevolg van de kapitaallasten voor de
rioleringsinvesteringen. Door het besluit om met een egalisatiereserve te gaan werken wijzigen de tarieven behoudens inflatiecorrectie niet. Budgettair heeft een en ander, door de egalisatie met de reserve echter geen effect.
Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Geschatte stand 1-1-2016
Geschatte stand 1-1-2017
Geschatte stand 1-1-2018
Geschatte stand 1-1-2019
BESTEMMINGSRESERVES Overige bestemmingsreserves AFSCHR LASTEN ELECTROCAR
14
12
10
8
tariefsegalisaties AFVALFONDS RIOLERING
74
74
74
74
474
548
578
596
28
PROGRAMMA 7 : WELZIJN, ZORG EN VOLKSGEZONDHEID Algemeen Portefeuillehouder Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
De heer Boone en de heer Breunissen Mevrouw van Straten Kadernota Lokaal Sociaal Beleid 2013; Beleidsnotitie Maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp 2015; Notitie Sociaal-Cultureel centrum De Nieuwhof; Nota ‘Wijkgericht werken’ en de evaluatie; Beleidsnota Sociale activering Duiven en Westervoort; Coalitieakkoord 2014 - 2018; Dienstverleningsovereenkomst met de stichting Art. 1 Gelderland Midden (meldpunt discriminatie); Beleidsagenda Thuis in eigen buurt 2014-2017; Coalitieakkoord 2014 - 2018; Regionale visie op het sociale domein ‘Naar een veerkrachtige samenleving’; 3D Positiebepaling de Liemers; Liemerse Kadernota ‘Samen werken aan de samenleving’; Beleidsnotitie Toekomst Huishoudelijke hulp vanaf 2015; Wmo 2015 Kaders voor de verordeningen Jeugdhulp en Maatschappelijke ondersteuning De Liemers 2015; Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Westervoort 2015; Verordening Jeugdhulp gemeente Westervoort 2015; Transitie-arrangementen en transformatie-agenda regio Arnhem; Visiedocument aansluiting passend onderwijs op zorg voor de jeugd; Armoedebeleid 2015; Verordening persoonlijk minimabudget 2015; Gelrepas; Nota Kinderopvang; Overeenkomst deelname aan Jeugdsport- en Jeugdcultuurfonds; Verordening Wet inburgering; Kadernota Lokaal Sociaal Beleid 2013; Beleidsnota ‘Samen in Beweging; Masterplan ‘Minder opvang, beter leven’, herstructurering maatschappelijke opvang, OGGZ, verslavingsbeleid in Arnhem en de regio, 2011 – 2014; Beleidsnota Mantelzorg; Verordening Wmo-raad Westervoort; Wet gemeentelijke schuldhulpverlening; Beleidsagenda Thuis in eigen buurt 2014-2017; Visie lokale toegang sociaal domein gemeente Westervoort; Visiedocument jeugdgezondheidszorg regio Arnhem ‘Bouwstenen voor een gezonde toekomst’; Regionale en lokale nota volksgezondheid; Kadernota Lokaal Sociaal Beleid 2013; Wet Publieke Gezondheidszorg; Beleidsnota Maatschappelijke ondersteuning en
29
Autonome ontwikkelingen/ trends
jeugdhulp 2015; Coalitieakkoord 2014 - 2018; Startnotitie Inrichting van een frontoffice Centrum jeugd en gezin Westervoort: Kind en gezin centraal!; Bedrijfsplan Centrum voor Jeugd en Gezin; Centrum voor jeugd en gezin – Centrum van jeugd en gezin, 2011 een jaar van veranderingen. Westervoort heeft de komende jaren te maken met een relatief forse vergrijzing: het aantal 65-plussers neemt tussen 2010 en 2020 toe met 72%; In het kader van de nieuwe Wmo stimuleert en ondersteunt de gemeente de zelfstandigheid en het zelf organiserend vermogen van de burgers. Door met elkaar in gesprek te gaan wordt vanuit de eigen kracht gezocht naar de beste oplossing voor beperkingen die deelname aan de samenleving in de weg staan. De gemeente zorgt voor de randvoorwaarden door te werken aan een prettige leefomgeving met goede algemene voorzieningen. Voor mensen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen en ook geen beroep kunnen doen op hun omgeving biedt de gemeente een vangnet; Welzijn Nieuwe Stijl: in het welzijnswerk van de toekomst staat de kracht van de burger centraal. Hierbij hoort vraaggericht werken, inspelen op de werkelijke vragen en op behoeften van de burger en uitdagen om zelf oplossingen te zoeken. De eigen verantwoordelijkheid van de inwoner voor zijn/haar eigen welzijn wordt steeds groter. De rol van de professional op dit terrein wordt verlegd van uitvoerder naar begeleider/ondersteuner; In de samenleving neemt de belangstelling voor het terugdringen van laaggeletterdheid toe. Er worden steeds meer verbindingen gelegd tussen volksgezondheid en het sociale domein. Elke decentralisatie kent zijn eigen dynamiek. De decentralisaties Wmo 2015, participatiewet en zorg voor de jeugd (inclusief Passend onderwijs) worden wel met elkaar verbonden voor een integrale benadering van preventie en van de totale zorg. Er is sprake van een transformatie van het totale sociale domein, omdat naast de decentralisaties er ook verbindingen worden gezocht met aanverwante terreinen als welzijn, gezondheid en veiligheid. In de regio Arnhem wordt samengewerkt bij de inkoop en verwerving. Veel vraag naar zorg komt op verzoek van huisartsen tot stand. Er zijn ontwikkelingen die uitgaan van een goede aansluiting van de huisartsenzorg op de toegang tot het sociale domein. Burgerparticipatie zal in toenemende mate een rol van betekenis krijgen bij beleid en uitvoering van zorg. Vergroting van de eigenverantwoordelijk van de burger voor zorg en welzijn blijft in de schijnwerpers staan. Armoedebeleid: Een aantal categoriale regelingen zoals de langdurigheidstoeslag, de schoolkostenregeling en bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten zijn komen te vervallen. Daarvoor in de plaats is de inzet gericht op lokaal maatwerk om armoede gerichter te
30 bestrijden. Hierbij ligt de nadruk op het vroegtijdig signaleren van armoedesituaties en het blijvend kunnen laten participeren van kinderen in de samenleving. Nieuw armoedebeleid wordt ontwikkeld in samenwerking met de diverse partijen in het veld. Door de toenemende verhoging van de collectieve kosten voor de gezondheidszorg, wordt het belang van een goed preventief volksgezondheidsbeleid urgenter. Er wordt vroegtijdiger ingezet op risicogroepen om effectiever de gezondheid van de jeugd te bevorderen. Voorkomen en bestrijden van alle vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling staat steeds meer in de publieke belangstelling.
Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan een goede lichamelijke en psychische gezondheid van onze inwoners zodat zij in staat zijn de regie over hun eigen leven te voeren. Wij faciliteren, stimuleren en helpen mensen die verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen willen dragen. Mensen die meer steun nodig hebben om deel te nemen aan de samenleving kunnen een beroep op de gemeente doen. Doelstellingen: 1. Bij elke vraag om ondersteuning wordt onder regie van de gemeente integraal hulp geboden. (effectindicator 1) 2. Alle inwoners worden zo goed mogelijk in staat gesteld om de regie over hun eigen leven te voeren. (effectindicator 2) 3. Stimuleren en faciliteren van inwoners om een bijdrage te leveren aan de samenleving. (prestatie-indicator 1) 4. Bestrijden van armoede, met name bij kinderen. (prestatie-indicator 2) 5. Bevorderen van een gezonde leefstijl. (effectindicator 3) Effectindicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd.
Effectindicator 1. Oordeel van de burger over sociaal team 2. Oordeel burger over welzijnsvoorzieningen 3. Oordeel burger over gezondheidszorgvoorzieningen
WestervoortRef.gemeenten WestervoortRef.gemeenten Norm 2016 2012 2014 2014 2012 6,4 7,0
5,9 7,3
6,6 7,3
6,2 7,3
6,6 7,3
31 Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Organiseren van één toegang voor de gemeentelijke taak op het gebied van Wmo, jeugdzorg armoedebeleid en schuldhulpverlening (het Goed voor elkaar team). Met aansluiting op werk & inkomen/ participatiewet. 2. Aanbieden van Algemeen Maatschappelijk werk en sociaal raadsliedenwerk. 3. Aanbieden van activiteiten op het gebied van ontmoeting, ontspanning, educatie, sport, cultuur, activering, maatschappelijke participatie e.d. 4. Aanbieden van een samenhangend en goed toegankelijk aanbod van algemene en collectieve voorzieningen en regelingen, zodat inwoners zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en op een volwaardige wijze kunnen deelnemen aan de maatschappij. 5. Met de promotiecampagne Vertrouwd Wonen senioren voorlichten over de mogelijkheden van woningaanpassingen die bijdragen aan het zelfstandig wonen en met de subsidieregeling Vertrouwd Wonen het aanbrengen van deze woningaanpassingen stimuleren. 6. Ondersteunen wijkraden en instellingen (samenlevingsopbouw). 7. Organiseren belangenbehartiging. 8. Structureel overleggen met vertegenwoordigers van de doelgroep ouderen. 9. Organiseren van ondersteuning en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties, opzetten vrijwilligers vacaturebank en bemiddeling van vrijwilligers door het Vrijwilligerscentrale Duiven/Westervoort en promoten van het vrijwilligerswerk. 10. Samenwerking, afstemming en overleg met woon-, welzijn- en zorgpartijen. 11. Aanbieden van cursussen taal en rekenen aan volwassenen voor een betere participatie in de samenleving. 12. Activiteiten voor het terugdringen van laaggeletterdheid, waaronder het versterken van de signalerings- en doorverwijzingsfunctie van professionals door scholing. 13. Aanbieden van ondersteuningstrajecten en activiteiten voor kwetsbare groepen die bijdragen aan het voorkomen en opheffen van eenzaamheid. 14. De mogelijkheid bieden aan de inwoners om klachten van discriminatoire aard en/of ongelijke behandeling te melden bij de frontoffice van de gemeente (Publiekszaken) dan wel bij de backoffice, de stichting Art. 1 Gelderland-Midden. De inhoudelijke behandeling wordt door de stichting Art. 1 verzorgd. 15. Informatie, advies en ondersteuning geven. 16. Het bieden van de juiste zorg, hulp en ondersteuning zodat mensen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen en mee kunnen blijven doen aan de samenleving. 17. Het bieden van de juiste zorg, hulp en ondersteuning op het gebied van Wmo en jeugdhulp. 18. Integrale beoordeling en behandeling van hulpvragen. 19. Actieve communicatie over en toepassing van het armoedebeleid. 20. Uitvoeren van het lokaal minimabeleid. 21. Uitvoering inburgeringstrajecten. 22. Uitvoeren van huisvestingstaakstelling verblijfsgerechtigden 23. Uitwerken actiepunten ‘Samen verder in beweging’. 24. Ondersteuning en waardering van mantelzorgers en vrijwilligers in de zorg. 25. Instandhouding van organisaties die belast zijn met de uitvoering van het gemeentelijk volksgezondheidsbeleid: Gemeenschappelijke regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden (VGGM) en de Stichting Maatschappelijk werk Rivierengebied. 26. Het verlenen van subsidie aan diverse instellingen voor activiteiten ter bescherming en bevordering van de gezondheid. 27. Westervoort is JOGG-gemeente. Door in samenwerking met diverse maatschappelijke partners worden activiteiten georganiseerd voor het voorkomen en bestrijden van overgewicht bij kinderen en jongeren. 28. Jeugdgezondheidszorg: uitvoering van het basistakenpakket, waaronder periodiek medisch onderzoek van leerlingen met name gericht op risicokinderen, spreekuren, vaccinaties, opvoedingsondersteuning, zorgstructuren onderwijs, bestrijding overgewicht, spreektaalontwikkelingen, consultatiebureau en prenatale voorlichting voor ouders. 29. Volksgezondheid: ambulancevervoer, inspecties veiligheid en hygiëne, infectieziektes, openbare geestelijke gezondheid, preventie en bestrijding van alle vormen van huiselijk
32 geweld, ouderengezondheid, gezondheid in relatie tot reizen, milieu en seksuele voorlichting. 30. Instandhouden van opvang (Veilig Thuis) voor alle vormen van huiselijk geweld. 31. Scholing professionals in jeugdsector voor toepassen meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. 32. Periodiek onderzoek naar de gezondheid van alle inwonersgroepen. 33. Uitvoeren van de speerpunten uit de regionale en lokale nota volksgezondheid 2016-2019. 34. Het in stand houden in Westervoort van een netwerk van AED-toestellen en training vrijwilligers. 35. Verder met de transformatie van het Sociaal domein: omvorming van individuele- en maatwerkvoorzieningen naar basishulp c.q. algemene voorzieningen met (nog) meer inzet van de pedagogische civil society. 36. Het realiseren van andere (vormen van) algemene voorzieningen. 37. Uitvoeren Jeugdwet. Samen met (zorg)partners, onderwijs, huisartsen, woningbouwverenigingen, cliënten/burgers, zorgverzekeraars, werkgevers en regionale gemeenten zorgdragen aan de juiste ondersteuning op maat voor jongeren en hun verzorgers. Vanuit kanteling, inzet pedagogische civil society en welzijn nieuwe stijl. Specifieke prestaties 2016 1. Bij de Voorjaarsnota 2015 is € 20.000 beschikbaar gesteld voor de jaren 2016 t/m 2018 voor ondersteuning Schuldhulpverlening. Dit in verband met de toenemende schuldenproblematiek en het daaraan gekoppelde Budgetbeheer (inkomensbeheer). Om op een verantwoorde wijze invulling te kunnen blijven geven aan Schuldhulpverlening en het daaraan gekoppelde Budgetbeheer is voor drie jaar 0,5 fte noodzakelijk. In deze periode zullen we bezien op welke wijze met betrekking tot deze werksoort regionaal samengewerkt kan gaan worden. Prestatie-indicatoren
1. Aantal mantelzorgers en vrijwilligers 2. Bereik van vouchers etc. Volumegegevens Aantal aanvragen Vervoervoorziening Woonvoorziening Rolstoelen Aantal aanvragen Huishoudelijke Verzorging % inwoners met een voorziening Huishoudelijke Verzorging % cliënten met een PGB (Huishoudelijke verzorging) Aantal aanvragen bijzondere bijstand Aantal aanvragen Gelrepas Aantal verzekerde minima via collectieve ziektekostenverzekering Aantal aanvragen Schuldhulpverlening
Realisatie 2014 140 resp. 260
Streefcijfer 2016 140 resp. 260
94%
100%
2012
2013
Toelichting
2014
153 52 48
108 54 79
136 52 64
100
88
168
2,83
3,08
2,88
11,84
10,38
7,16
744
790
764
244
132
119
128
102
53
128
117
63
33 Aantal belastingplichtigen met automatische kwijtschelding Aantal belastingplichtigen met kwijtschelding op basis van aanvraag Aantal belastingplichtigen met gedeeltelijke kwijtschelding op basis van aanvraag Aantal toewijzingen kwijtschelding
231
329
292
90
47
165
15
9
11
336
376
468
Wat mag het kosten?
Programma Welzijn, zorg en volksgezondheid Rek 2014 Lasten Baten Saldo
Begr 2015
Bedragen * € 1.000
Begr 2016 Begr 2017
Begr 2018
Begr 2018
3.990
10.839
10.651
10.605
10.567
10.520
568
6.318
6.285
6.270
6.233
6.192
-3.422
-4.521
-4.366
-4.334
-4.334
-4.328
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid): ten opzichte van 2015 nemen de lasten voor hulp bij het huishouden af in verband met de doorgevoerde (rijks) bezuinigingen op dit budget; in 2015 zijn er uitgaven voor compensatie eigen risico geweest, die overigens door een onttrekking aan een hiervoor genoemde reserve zijn gedekt; de integratieuitkeringen voor het Sociaal Domein lopen ten opzichte van het eerste jaar terug. Vanwege het uitgangspunt van budgettaire neutraliteit heeft een en ander echter geen consequenties voor ons begrotingssaldo.
Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Geschatte stand 1-1-2016
Geschatte stand 1-1-2017
Geschatte stand 1-1-2018
Geschatte stand 1-1-2019
UITVOERING WMO
31
31
31
31
ARMOEDEBELEID
30
30
30
30
34
PROGRAMMA 8 : CULTUUR, SPORT & RECREATIE Algemeen Portefeuillehouder Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
De heer Breunissen en de heer van Hout Mevrouw van Straten Beleidskader nota Lokaal Sociaal Beleid 2013; Beleidsregels welzijnssubsidies; Verordening percentageregeling kunst gemeente Westervoort; Beleidsplan Basisbibliotheek Westervoort 2012-2016; Cultuur- en erfgoedpact 2014-2016 voor de Liemers; Beleidsnota ‘2011-2018 Cultuur en Ruimte’ gemeente Westervoort; Visie- en uitwerkingsdocument ‘Impuls brede scholen, sport en cultuur’; Coalitieakkoord 2014 – 2016; Beleidskader Lokaal Sociaal Beleid 2013; Subsidiebeleidsregels; Sportnota Westervoort 1999; Autonome ontwikkelingen/ trends Bezuinigingen leiden tot een hogere eigen bijdrage voor actieve en passieve cultuurparticipatie en bij instellingen wordt het cultureel ondernemerschap gestimuleerd. Kunst en cultuur krijgt steeds meer betekenis binnen de vrijetijdseconomie. De economische betekenis van recreatie/toerisme voor de regio Arnhem en met name voor de Liemers wordt steeds groter, waardoor ook de bestuurlijke aandacht voor recreatie/toerisme toeneemt. Toerisme en recreatie zijn onderdelen van de vrije tijdseconomie. Versterking van de Liemerse culturele infrastructuur door de fusering van regionale culturele instellingen. Toenemende individualisering van sportbeoefening en afname van jeugdsportbeoefening door vermindering aantal jeugdige inwoners van Westervoort. Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan de toegankelijkheid van sport, recreatie en cultuur om onze inwoners in staat te stellen zich te ontwikkelen en te ontplooien. Ook draagt het programma bij aan de aantrekkelijkheid van Westervoort voor bezoekers. Doelstellingen: 1. Wij bevorderen de participatie door een gevarieerd aanbod aan culturele activiteiten. (effectindicator 1) 2. Alle jongeren onder de 18 jaar komen in aanraking met uitingen van kunst en cultuur (prestatie-indicatoren 1-5) 3. Wij bevorderen de participatie door een gevarieerd aanbod aan sportieve activiteiten, met name voor jongeren. (effectindicatoren 2,3) Effectindicatoren Aan de hand van de volgende indicatoren wordt beoordeeld of door de gedane inspanningen (in menskracht en geld) de beoogde maatschappelijke effecten zijn gerealiseerd.
35 Westervoort Ref.gemeenten Westervoort Ref.gemeenten
Oordeel burger over aanwezige cultuurvoorzieningen Oordeel burger over verenigingen, clubs Oordeel burger over sportvoorzieningen
Norm
2012
2012
2014
2014
2016
5,9
6,4
6,3
6,4
6,4
7,3
7,3
7,4
7,5
7,5
7,6
7,3
7,7
7,6
7,7
Bron: Waar staat je gemeente (voorjaar 2014)
Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Faciliteren van activiteiten door amateurverenigingen en –instellingen op het gebied van muziek, dans, toneel, cultuurhistorie en (beeldende) kunst. 2. Lokale tentoonstellingen van professionele kunst in Huize Vredenburg en de bibliotheek. 3. Onderhoud van de kunst- en cultuurroute. 4. Realisatie van beeldende kunstprojecten en van kunstobjecten. 5. Deelname aan het Cultuur- erfgoedpact in de Liemers dat kunst- en culturele activiteiten organiseert in de Liemers. 6. Instandhouding van een centrale bibliotheekvoorziening in Westervoort en van voorzieningen op locatie bij de gebruiker voor de basisfuncties lezen, leren en informeren. Vorm geven aan de digitale bibliotheek. 7. Instandhouding van Huize Vredenburg als werkruimte voor de Historische Kring Westervoort en voor het houden van tentoonstellingen en kleinschalige concerten. 8. Het mede in stand houden van Het Liemers Museum voor tentoonstellingen en educatieve activiteiten. 9. Beheer en onderhoud van recreatieve –toeristische– wandel- en fietsroutes. 10. Met ingang van 2016 geven we structureel aandacht aan de bevrijdingsdag op 5 mei. Het budget is met name bedoeld voor de coördinatie en organisatie van de bevrijdingsestafette en bevrijdingsactiviteiten voor met name de jeugd. Via de bevrijdingsestafette haalt een groep hardlopers het bevrijdingsvuur op uit Wageningen. Met de bevrijdingsactiviteiten willen we de jeugd bewust maken van het verleden. Prestatie-indicator 1. Aantal jeugdleden als percentage van alle 0–19jarigen 2. Gemiddeld aantal uitgeleende boeken per gebruiker 3. Aantal volwassen leden als percentage van de bevolking 4. Aantal activiteiten op basisscholen 5. Deelname basisscholen aan culturele activiteiten 6. Aantal jeugdsporters Volumegegevens Aantal sportverenigingen
2012 13
Realisatie Streefcijfer Toelichting 2014 2016 57% 60% 33 20%
5 1.685
26 18%
Prestatieafspraken met bibliotheek Prestatieafspraken met bibliotheek
5 1.432 2013 13
Het aantal kinderen daalt 2014 12
36 Wat mag het kosten?
Programma Cultuur, sport en recreatie Rek 2014 Lasten
996
Begr 2015 978
Bedragen * € 1.000
Begr 2016
Begr 2017
841
Begr 2018
846
Begr 2018
844
844
Baten
158
180
192
151
151
151
Saldo
-838
-798
-649
-695
-693
-693
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid):
ten opzichte van 2015 nemen de lasten af door de bezuiniging op de bibliotheek; in 2015 en 2016 is er sprake van incidentele lasten en baten voor het Cultuurpunt Het Element.
Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Geschatte stand 1-1-2016
Geschatte stand 1-1-2017
Geschatte stand 1-1-2018
Geschatte stand 1-1-2019
KUNST
68
68
68
68
RECREATIE
10
10
10
10
37
PROGRAMMA 9: WERK, INKOMEN EN ECONOMIE Algemeen Portefeuillehouder Programmaredacteur Beleidskaders (bronnen)
De heer Sluiter en de heer Breunissen De heer Jansen Coalitie-akkoord; Handhavingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ; Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ; Re-integratieverordening Participatiewet; Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive; Verordening Tegenprestatie; Beleidsnotitie beleidsregels re-integratie Participatiewet; Beleidsnotitie tegenprestatie; Beleidsnotitie wetsvoorstellen Maatregelen WWB; Beleidsregels voortvloeiende uit de beleidsnotitie Maatregelen WWB; Handhavingsbeleidsplan; Beleidsnotitie tijdelijke ontheffing van arbeidsverplichtingen; Debiteurenbeleidsplan RSD De Liemers; Beleidsnotitie herbeoordeling bestuurlijke boetes. Autonome ontwikkelingen/ trends De op 1 januari 2015 ingevoerde Participatiewet vraagt om keuzes. Met betrekking tot de uitvoeringsstructuur Participatiewet hebben de Liemerse raden medio juni 2014 de richting aangegeven. De komende periode zal duidelijk worden op welke wijze hieraan in regionaal verband invulling gegeven gaat worden. De taken Werk en Inkomen worden in regionaal verband uitgevoerd door de Regionale Sociale Dienst ‘De Liemers’ (RSD). Waar gaat dit programma over: Dit programma draagt bij aan verbetering van het economisch klimaat in de gemeente Westervoort. Mensen die tijdelijk geen betaald werk hebben begeleiden we via de RSD naar de arbeidsmarkt of naar andere mogelijkheden om maatschappelijk te participeren. Mensen die tijdelijk niet in hun eigen inkomen kunnen voorzien ondersteunen wij financieel. Doelstellingen: 1. Wij faciliteren en stimuleren initiatieven uit het bedrijfsleven. (prestatie-indicator 1) 2. Iedereen die kan werken werkt of is maatschappelijk actief. (prestatie-indicator 2,3) 3. Wij bieden tijdelijke en rechtmatige inkomensondersteuning aan diegene die geen betaald werk hebben. (prestatie-indicator 4,5,6) 4. Wij minimaliseren de instroom en maximaliseren de uitstroom. (prestatie-indicator 7)
38 Welke prestaties leveren we hiervoor? Reguliere prestaties 1. Contacten onderhouden met werkgroep `t Ambacht van ondernemersvereniging Lindus, winkeliersvereniging De Wyborgh en Ondernemend Westervoort. 2. De organisatie onderhoudt actief contacten met Westervoortse ondernemers om op deze manier vraag naar en aanbod van werkzoekenden in Westervoort bij elkaar te brengen. 3. Beperken instroom door een actieve poortwachtersfunctie. • het aantal nieuwe PW-uitkeringen door middel van goede informatieverstrekking, voorlichting, handhavings- en fraudepreventie vroeg in het aanvraagproces zoveel mogelijk beperken; • jongeren < 27 jaar worden buiten de uitkering gehouden door hen direct terug te leiden naar school en/of werk. De uitkering van jongeren < 27 jaar die wel zijn ingestroomd en die onvoldoende startkwalificatie hebben om succesvol deel te nemen aan de arbeidsmarkt, wordt beperkt tot het eerst volgende moment waarop zij weer aan een studie kunnen beginnen. 4. Rechtmatige en tijdige inkomensondersteuning. • uitkeringsaanvragen zo snel mogelijk, in ieder geval binnen de wettelijke termijn, afhandelen; • potentiële aanvragers stimuleren om via de E-intake een uitkering aan te vragen; • aantal aan de bezwaarschriftencommissies voorgelegde bezwaarschiften, < 2% gemiddeld gegrond. 5. Adequate uitvoering van het handhavings- en fraudebeleid. • actief inzetten van fraudepreventie door de fraudealertheid van medewerkers van de RSD en door gebruik te maken van signalen van het Inlichtingenbureau, Suwinet inkijk enz; • opsporen van fraude door preventief en repressief inzetten van de Sociale Recherche en handhaver; • terugvorderen van teveel betaalde bijstandsuitkeringen; • opleggen van een boetes bij misbruik en oneigenlijk gebruik; opleggen van maatregelen bij onvoldoende medewerking bij de inschakeling in het arbeidsproces; • actief invorderen van ten onrechte verstrekte bijstand en boetes. 6. Activerend handhaven • sanctioneren bij het niet of onvoldoende nakomen van de arbeidsverplichtingen; • gebruik maken van het serviceteam en Work First. Ziekteverzuim binnen de trajecten actief oppakken; • actief gebruik maken van alle ter beschikking gestelde reïntegratieinstrumenten om cliënten te laten participeren; • de cliënt actief blijven volgen op zijn/haar arbeidsverplichtingen en indien nodig sanctioneren; • cliënten die niet actief zijn een tegenprestatie naar vermogen te laten verrichten. •
Specifieke prestaties 1. In 2015 willen we het NABB (Nationaal Adviesbureau Buitenreclame) laten inventariseren welke mogelijkheden er zijn voor onze gemeente om op een nette en ordentelijke manier bedrijven in de gelegenheid te stellen reclame te maken in de openbare ruimte. Als die mogelijkheden er zijn en de voorwaarden waaronder wij reclame toe willen staan helder zijn, begeleidt NABB ons bij de aanbesteding aan gespecialiseerde reclamebedrijven. De inventarisatie door NABB en de mate waarin wij reclame willen toestaan, bepaalt de uiteindelijke opbrengstpotentie. 2. Het Ambacht is het enige bedrijventerrein in Westervoort. De locatie is vanaf de jaren ’80 ontwikkeld en heeft vooral een lokale oriëntatie en aantrekkingskracht, met sterk bij het terrein betrokken ondernemers. Het Ambacht is een belangrijke pijler onder de Westervoortse economie. Ondernemers, eigenaren en gemeente maken zich zorgen over de toekomst van Het Ambacht. De inrichting en uitstraling van het terrein is gedateerd, de ruimtelijke kwaliteit is matig, er is nogal wat parkeerdruk en sommige panden zijn
39 (economisch) verouderd en daardoor niet passend bij de huidige en toekomstige marktvraag. Gevolg is dat (steeds meer) bedrijven vertrekken en leegstand toeneemt. Of dat panden worden opgevuld door laagwaardige activiteiten. Dit zet de aantrekkingskracht en concurrentiepositie van Het Ambacht onder druk en kost ook geld. Bijvoorbeeld doordat panden in waarde dalen en ondernemers business verliezen. De partijen op Het Ambacht willen deze neerwaartse spiraal doorbreken. Hiertoe is kort geleden gestart met het opstellen van een herstructureringsplan. Het project zit nu in de plan-(ontwikkel)fase met daarbij o.a. een inventarisatie met als resultaat een herstructureringsplan. Hierin worden de eerste inzichten zichtbaar en geeft aan welk type projecten boven komen drijven voor mogelijke uitvoering. Daarvoor is (financiële) inzet van zowel ondernemers en eigenaren als gemeente van belang. 3. We realiseren een ZZP-gebouw. 4. We ontplooien lokale werkgelegenheidsinitiatieven. 5. We houden een enquête over de zondagsopenstelling. 6. De ambitie is om in de periode 2016 – 2018 het aantal bijstandsgerechtigden met 44 cliënten te
reduceren.
Dat doen we door: een regionale werkgeversbenadering; eigen kracht staat centraal; een uitstroomgericht uitvoeringsproces; een scherp handhavingsbeleid (nadere uitwerking bij programma Inkomen); maximale benutting van het arbeidsvermogen; contract compliance. Regionale werkgeversbenadering De sleutel voor het behalen van deze doelstelling ligt bij de werkgevers. Werkgevers hebben immers de mogelijkheid om mensen in dienst te nemen of de kans te geven om relevante werkervaring op te doen. Gemeenten in Midden-Gelderland, Presikhaaf Bedrijven en het UWV Werkbedrijf werken op het gebied van werkgeversdienstverlening samen in het Werkgeversservicepunt MiddenGelderland (WSP). Door deze bundeling van krachten is het WSP in staat om werkgevers in de verschillende sectoren deskundig te adviseren op het gebied van personele vraagstukken. Ook kan het WSP door de samenwerking putten uit een groter aantal potentiële kandidaten, zodat het mogelijk is om sneller en meer kandidaten aan werkgevers voor te stellen. De arbeidscontactfunctionaris en de jobhunters van de RSD maken deel uit van het WSP. Binnen de regio wordt momenteel gewerkt aan een structurele inbedding van het WSP. Onderdeel hiervan is het neerzetten van een goede Governance waarin verantwoordelijkheden van de diverse organen (waaronder de gemeenteraden) goed zijn vastgelegd. De doelstelling van het bieden van een tijdelijke en rechtmatige inkomensondersteuning aan diegene die geen betaald werk hebben wordt op de volgende vorm gegeven. Eigen kracht centraal De klantmanagers van de RSD begeleiden hun klanten individueel. Eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van de klant zijn hierbij het uitgangspunt. Jongeren, klanten die nieuw instromen en klanten die er klaar voor zijn om bij een werkgever aan de slag te gaan, hebben prioriteit. Om een succesvolle match te realiseren met de vacatures en baanopeningen die het WSP binnenhaalt, is het belangrijk dat de RSD het eigen klantenbestand goed in beeld te heeft. De focus ligt zowel op voltijds werk als op deeltijd werk. Ieder gewerkt uur is er één. De jongeren worden begeleid vanuit het jongerenloket “het Startblok”. Klanten onder de 27 die geen startkwalificatie hebben, worden zoveel mogelijk teruggeleid naar school of een opleiding. Kwetsbare jongeren worden extra ondersteund. Voor anderen geldt de kortste weg naar werk.
40
Uitstroomgericht uitvoeringsproces Werk gaat voor deelname aan re-integratietrajecten. Vanuit dit werk, betaald of met behoud van uitkering wordt de klant verder geholpen om uit te stromen. De klant is hier zelf verantwoordelijk voor, de RSD ondersteunt op maat. Instrumenten die de RSD hierbij kan inzetten zijn werken met behoud van uitkering, loonkostensubsidies, job- coaching, scholing en voorzieningen voor zelfstandigen. Adequate uitvoering van het handhavings- en fraudebeleid Binnen de RSD wordt er integraal gehandhaafd. Dit heeft ervoor gezorgd dat er meer samenspel is ontstaan tussen het nakomen van de inlichtingenverplichting, medewerkingsverplichting en de arbeidsverplichtingen. De fraude-alertheid onder de medewerkers is verder toegenomen. Worden er overtredingen geconstateerd, dan moet de rechtmatige situatie zo snel mogelijk worden hersteld en de overtreder met een passende boete en terugvordering worden geconfronteerd. Fraude mag immers nooit lonen!! Contract compliance Contract compliance wordt steeds belangrijker. De Liemerse gemeenten en de Regionale Inkoopdienst leggen in contracten met leveranciers steeds vaker afspraken vast over het in dienst nemen van werkzoekenden of mensen met een arbeidsbeperking. Ook over stage- en werkervaringsplekken kunnen afspraken worden gemaakt. Dit biedt perspectief voor mensen die anders langs de kant zouden blijven staan. Beperken van de instroom door een actieve poortwachtersfunctie. Inwoners binnen de Liemers, die een beroep doen op ondersteuning bij het vinden van werk, vragen vaak om een (tijdelijke) uitkering. Het snel en zorgvuldig afhandelen van deze aanvragen blijft een belangrijk speerpunt van de RSD. Daarbij spelen handhavingsaspecten (poortwachtersfunctie) en re-integratieaspecten een grote rol. Vanuit het traject van Sociale Dienst naar Sociale Onderneming, zijn de mogelijkheden onderzocht om onze poortwachtersfunctie nog efficiënter uit te kunnen voeren. Dit betekent enerzijds inzet op preventie en goede voorlichting over rechten en plichten, het verhogen van de nalevingsbereidheid van cliënten door actieve controle bij het begin van het aanvraagproces. En anderzijds een belangrijke focus op directe bemiddeling aan de poort naar werk (bemiddeling op vacatures, work first, leerwerktrajecten, terugkeer naar school, participatiebanen etc.). Deze werkwijze heeft als doel de preventiequote van de RSD te verbeteren en de instroom te verlagen. POA de Liemers Het Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt (POA) De Liemers is in 2007 van start gegaan. 16 Arbeidsmarktpartijen afkomstig uit de 3 O’s (ondernemers, onderwijs en overheid) vormen gezamenlijk dit platform. Het platform fungeert als schakel tussen deze 3 O’s. Het doel is om de arbeidsmarkt in de regio beter te laten functioneren en knelpunten op de arbeidsmarkt op te lossen. Vooral de aansluiting van het onderwijs op de personeelsvraag van de werkgevers in de regio heeft de aandacht. Het platform kijkt zowel naar de korte als naar de langere termijn. Het POA heeft vooral een rol in het organiseren van regionale afstemming en het mogelijk maken van concrete projecten in een omgeving waarin partijen elkaar goed kennen. Belangrijke projecten zijn het Logistiek Expertise Centrum Liemers (LEC), De Liemers Goed in Banen (invulling landelijke banenafspraak in de Liemers), Aan het werk in de Liemers (voor de leerlingen uit het Speciaal- en Praktijonderwijs), Laaggeletterdheid bij werknemers, Zorgtechnologie en Zorgprofessional en het Banenoffensief techniek. Ook organiseert het POA jaarlijks een arbeidsmarktconferentie, waarin netwerken en kennisdeling centraal staan. Het POA zoekt zoveel mogelijk de verbinding met de sectortafels van de Liemerse Economische Agenda (LEA). Serviceteams in de Liemers De Serviceteams ondersteunen maatschappelijke organisaties, Liemerse gemeenten en Liemers burgers. De aard van de werkzaamheden is divers. De Serviceteams houden toezicht
41 op de stations in Duiven, Westervoort en Zevenaar, ruimen zwerfafval op, doen groenonderhoud voor gemeenten en maatschappelijke organisaties, verrichten werkzaamheden voor de brede welzijnsinstellingen, verrichten huishoudelijke klusjes voor individuele burgers en verrichten werkzaamheden voor diverse bedrijven. Daarnaast ondersteunen de Serviceteams ook bij evenementen en bij hevige sneeuwval en het opruimen van blad in de herfst. Deelnemers doen in de Serviceteams werkervaring op. Deelnemers met goede werknemersvaardigheden worden zo snel mogelijk uitgeplaatst bij reguliere werkgevers in de regio. Prestatie-indicatoren 1. Ondernemerspeiling (WSJG) 2. Percentage werkzaam deel beroepsbevolking 3. Verhouding uitkeringsgerechtigden in traject/maatschappelijk actief 4. Preventiequote (aantal mensen dat uitkering aanvraagt maar niet krijgt) 5. Gemiddelde bijstandsduur
Realisatie 2014
Streefcijfer 2016 -
Toelichting
69%
80%
Mede door invoering van de tegenprestatie
52% van totaal 1.100 aanvragen
50%
0-3 mnd 43 3-6 mnd 26 6-12 mnd 38 12-24 mnd 44 26-34 mnd 39 >36 mnd 198
Hoger dan in 2014
Dit ligt nog steeds ver boven het landelijk gemiddelde De reden hiervan is dat de laatst ingestroomde cliënten vaak makkelijker uitstromen.
-
Peildatum 1-1-14
6. Aantal heronderzoeken dat 83 leidt tot herziening
Lager dan in 2014. Streven van 75
7. Uitstroom naar werk WWB-cliënten
*
Aan de voorkant processen optimaliseren om het aantal herzieningen te reduceren.
37 uitstroom 44 uitstroom naar werk t.o.v. naar werk 128 totaal = 29% * Deze prestatie-indicator wordt meegenomen in het eerstvolgende waarstaatjegemeenteonderzoek. Volumegegevens aantal cliënten WWB per 3112 aantal cliënten IOAW per 31-12 aantal cliënten IOAZ per 3112 aantal cliënten BBZ per 3112 Aantal geïndiceerde inwoners (WSW) per 31-12 met dienstverband begeleid werken wachtlijst
2012 306
2013 353
2014 372
15
22
23
3
3
2
2
0
0
2013
2014
130,25 4,5 13,50
11 4 27
42
Wat mag het kosten? Programma Werk, inkomen en economie Rek 2014 Lasten
Begr 2015
Bedragen * € 1.000
Begr 2016
Begr 2017
Begr 2018
Begr 2018
10.819
8.607
8.448
8.306
8.180
8.070
Baten
8.772
7.706
7.134
6.982
6.862
6.752
Saldo
-2.047
-901
-1.314
-1.324
-1.318
-1.318
Toelichting op de belangrijkste mutaties begrotingscijfers 2015-2019 (bestaand beleid):
afnemende lasten en baten door rijks bezuinigingen op de middelen Participatiebudget; in 2015 is sprake van een lager nadelig saldo op dit programma door het vrijvallen van de gevormde voorziening voor de verliezen bij Presikhaaf; Voor dit programma zijn de volgende reserves voorhanden: Geschatte stand 1-1-2016
Geschatte stand 1-1-2017
Geschatte stand 1-1-2018
Geschatte stand 1-1-2019
REVITALISERING AMBACHT
10
0
0
0
WWB
15
15
15
15
43
OVERZICHT ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN In dit onderdeel wordt aandacht besteed aan de uitgaven en inkomsten die niet apart aan de programma’s zijn toe te rekenen. Dit zijn de algemene baten en lasten en de post onvoorzien. De inkomsten worden mede gebruikt om het voorzieningenniveau in de gemeente te bekostigen. Het gaat bij deze middelen met name om de OZB, de algemene uitkering gemeentefonds en dividenden. De kosten die met deze opbrengsten te maken hebben, zoals de kosten van de belastingheffing, de uitvoering van de Wet WOZ worden hier ook verantwoord. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de algemene middelen op grond van het bestaande beleid (productenraming). Vanaf dit jaar dus inclusief de besluiten met betrekking tot nieuw beleid en dekkingen uit de voorjaarsnota.
Algemene Dekkingsmiddelen
Begroting
Begroting
Bedragen * € 1.000 Rekening
Begroting
Begroting
Begroting
2014
2015
2016
2017
2018
2019
0
317
320
320
320
320
305
1
1
1
1
1 -428
Lasten i.v.m. Lokale heffingen Geldleningen Saldi kostenplaatsen
1
3
0
-211
-325
Onvoorziene uitgaven
122
5
25
25
25
25
0
147
150
150
150
150
427
472
496
285
171
68
Algemene lasten Subtotaal lasten Baten
13.588
12.054
12.332
11.925
11.864
11.950
Dividenden
225
224
119
119
119
119
Rente eigen financieringsmiddelen
465
383
374
255
250
245
0
0
0
0
0
0
232
38
13
113
113
113
Algemene Uitkering
Saldo kostenplaatsen Algemene baten
0
0
0
0
0
0
2.353
2.376
2.380
2.380
2.380
2.380
119
265
265
265
265
265
17
6
6
6
6
6
Subtotaal baten
17.000
15.346
15.489
15.063
14.997
15.078
Totaal alg dekkingsmiddelen
16.573
14.874
14.993
14.777
14.826
15.010
Lok ale heffingen: OZB Hondenbelasting Terugontvangst perceptiekosten
Toelichting: het verloop bij het onderdeel saldi kostenplaatsen (lasten) betreffen de mutaties op de kapitaallasten in de komende jaren alsmede de mutatie in de bespaarde rente. Bij dit laatste aspect bestaat er een relatie met het verloop van de rente eigen financieringsmiddelen aan de batenzijde. Deze bedragen lopen terug in verband met het aanspreken van gevormde reserves; in de algemene lasten vanaf 2016 is een component voor verwachte loon- en prijsstijgingen meegenomen; het verloop van de algemene uitkering is gebaseerd op de uitkomsten van de meicirculaire 2015. In 2016 is een opmerkelijke piek te ontdekken. In de rapportages over de mei- en septembercirculaire zijn we op de onzekerheid hierover ingegaan; de dividendinkomsten zijn vanaf 2016 lager als gevolg van de verkoop van de NUON aandelen. In 2015 is de laatste tranche ontvangen; binnen de algemene baten is de stelpost opgenomen voor de nog te concretiseren bezuiniging op het welzijnsbeleid; de middelen die middels een integratie-uitkering worden ontvangen voor het Sociaal Domein zijn opgenomen bij de betreffende programma’s (Welzijn, Zorg en Volksgezondheid respectievelijk Werk, Inkomen en Economie)
44
Renovatie gemeentehuis In de Voorjaarsnota stelde uw raad een krediet beschikbaar voor de renovatie van ons gemeentehuis. De plannen gingen destijds uit van de komst van de LUD die de Liemerse taken op het gebied van vergunningverlening, handhaving en toezicht zou gaan uitvoeren. Zoals u weet gaan die plannen niet door. In plaats daarvan komt de RID naar Westervoort. Het AB van Samenwerking de Liemers neemt daar eind oktober een besluit over. Momenteel wordt een Programma van Eisen (PvE) opgesteld voor de huisvesting van de RID. Aan de hand van dat PvE wordt de huisvesting van de RID ingepast in de renovatie van het gemeentehuis. Als helder is hoe we dat willen doen en wat de financiële consequenties zijn (hoger krediet gecompenseerd door hogere dekking vanwege meer huuropbrengsten), komen we bij uw raad terug. Inmiddels hebben wij afspraken gemaakt met de Rabobank over het plaatsen van een pinautomaat in de buitenmuur van het gemeentehuis. De Rabobank betaalt daar een nog vast te stellen huur voor die in de buurt van € 2.500 per jaar zal liggen. Individueel keuzebudget (IKB) In de Cao 2013-2015 is afgesproken dat het individueel keuzebudget (IKB) voor medewerkers wordt ingevoerd. De ingangsdatum is bepaald op 1 januari 2017. Het IKB geeft medewerkers keuzevrijheid in de besteding van het vakantiegeld, eindejaarsuitkering en andere regelingen. Dit komt tegemoet aan de ambitie van de (gemeentelijke) werkgevers: een cao met centrale kaders met ruimte voor individuele medewerker en leidinggevende. In 2016 wordt de invoering regionaal binnen De Liemers voorbereid en neergezet. De eenmalige kosten bestaan uit consultancy en een opleiding voor de applicatiebeheerder. De structurele kosten zijn abonnementskosten. Binnen het IKB ontstaat er meer keuzevrijheid voor medewerkers om hun verlof op te nemen of uit te laten betalen. De verwachting is dat de financiële consequenties van deze keuzevrijheid budgettair neutraal verloopt. Maar de keuzes van de medewerkers zijn nu nog niet te overzien. De financiële gevolgen van de invoering van de IKB zullen pas na een paar jaar na invoering een structureel beeld geven. Jaarlijks zal de ontwikkeling gemonitord worden. Realiseren digitale personeelsdossiers en verbeteren werkprocessen P&O Vanaf 1 januari 2014 werken de Liemerse gemeenten met hetzelfde salarissysteem en verzuimprogramma. In het kader van verdere samenwerking op het terrein van P&O en de digitalisering van de P&O werkprocessen wordt in 2016 gezamenlijk nieuwe software aangeschaft te weten: HRM Self service pakket en digitale personeelsdossiers. De incidentele kosten bestaan uit consultancy en opleiding voor de applicatiebeheerder. De structurele kosten zijn abonnementskosten. Informatiebeveiliging Een van de gevolgen van de tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering (BALV) van de VNG aangenomen resolutie ’Informatieveiligheid, randvoorwaarde voor de professionele gemeente’ is dat de gemeenten zich dienen te confirmeren aan de zgn. Baseline Informatiebeveiliging, als gemeentelijke basisnormenkader voor informatieveiligheid. Informatiebeveiliging vraagt logischerwijs steeds meer van onze organisatie. Digitalisering, basisregistratie, digitale informatie uitwisseling horen bij onze eigentijdse manier van werken. Tegelijkertijd brengt deze ontwikkeling een verantwoordelijkheid voor ons richting onze inwoners met zich mee. Onze inwoners moeten erop kunnen vertrouwen dat hun privacy gevoelige informatie correct wordt toegepast en dat deze informatie niet toegankelijk is voor derden. Wij nemen deze verantwoordelijkheid serieus. In onze organisatie is onvoldoende formatie en expertise aanwezig op dit terrein. Formatie is hiervoor noodzakelijk. Benodigd budget € 20.000 vooralsnog voor drie jaar. Gevolgen verscherpte accountantscontrole In 2014 is de interne controle onder druk komen te staan door capaciteitstekort en door de zwaardere eisen die de accountants aan de interne controle stellen. Voor sommige controles
45 geldt dat deze nog wel intern mogen worden uitgevoerd, maar dat ze ook nog eens door accountants moeten worden gecontroleerd. Ook door de uitbreiding van het gemeentelijk takenpakket met het sociaal domein neemt het aantal interne controles toe. Om deze lastenverzwaring op te vangen stellen wij voor om € 25.000 beschikbaar te stellen voor de uitbesteding van interne controles. Dit vooralsnog voor een periode van twee jaar. Over twee jaar is er weer een aanbesteding waarbij we mogelijk scherp kunnen inkopen. Tevens hebben we dan zelf meer routine/ervaring met de extra eigen interne controle werkzaamheden waardoor we mogelijk wat minder hoeven in te kopen. Invoering Vennootschapsbelasting (Vpb) voor gemeenten Met ingang van 1 januari 2016 is de Wet modernisering vennootschapsbelastingplicht overheidsondernemingen een feit. Deze wet creëert een gelijk speelveld tussen overheidsondernemingen en private ondernemingen waarbij ongewenste verstoringen van de concurrentieverhoudingen worden voorkomen. De huidige vrijstelling voor overheidsondernemingen voor de Vpb wordt vanuit Europees gezichtspunt als onverenigbare staatsteun gezien. Door deze wet verandert dat en zijn alle ondernemingsactiviteiten van alle Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen per 1 januari 2016 belast met de Vpb tenzij er een vrijstelling van toepassing is. De voorbereiding op de invoering van de Wet en de gevolgen hiervan wordt in regionaal verband met de vier Liemerse gemeenten opgepakt. Momenteel wordt in beeld gebracht welke activiteiten onder de Vpb plicht gaan vallen. Hierover volgt ook nog afstemming met de fiscus. Het is nog niet in te schatten in hoeverre er financiële gevolgen voor ons uit de Wet voortvloeien. Momenteel schatten wij in dat die redelijk beperkt zullen zijn. In de Voorjaarsnota 2016 zullen we meer duidelijkheid kunnen geven. Inkoop De Liemerse gemeenten maken gebruik van een gezamenlijk inkoopadviesbureau dat bij de RID is ondergebracht. Zoals de naam al zegt, adviseert de RID bij inkooptrajecten, bijvoorbeeld over de procedures die gevolgd moeten worden bij een (Europese) aanbesteding. De RID koopt niet voor ons in, dat blijft de taak en verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten. Ons college is van mening dat wij daar besparingsmogelijkheden laten liggen: gecoördineerde inkoop levert voordelen op, zeker als we dat met vier gemeenten gezamenlijk zouden doen. Helaas staan wij alleen in die visie: onze Liemerse collega’s willen het daadwerkelijke inkopen aan de individuele gemeenten laten. Hoewel wij dat betreuren, gaan wij op Westervoorts niveau toch de inkoop centraliseren. Budgethouders kunnen niet langer zelf inkopen, maar alle inkoopopdrachten lopen via één centrale inkoper die wij bij wijze van experiment voor een jaar aanstellen voor ongeveer twee dagen in de week. Hij/zij wordt geacht minimaal de eigen kosten (naar schatting € 50.000 per jaar) terug te verdienen door besparingen te realiseren bij inkoop: het is dus budgettair neutraal. Als het aantoonbaar lukt inkoopvoordelen te realiseren, gaan wij opnieuw het gesprek met de andere gemeenten aan (‘zie je wel, jullie laten geld liggen’) en/of nemen we een inkoper vast in dienst.
46
FINANCIËLE BEGROTING Begrotingsrichtlijnen Bij de opstelling van de begroting 2016 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd. A.
Ongewijzigd beleid. De besluiten tot en met de raadsvergadering van juli 2015 zijn verwerkt in de begroting.
B.
Voor loon- en prijsstijgingen is uitgegaan van een gelijkblijvend niveau t.o.v. 2015. In de productenraming is de raming van de Algemene Uitkering voor de jaren 2016 en verder gebaseerd op de meicirculaire 2015. Voor 2016 is onder de post algemene lasten een bedrag opgenomen voor loon- en prijsstijgingen. Het beschikbare budget voor loon- en prijsstijgingen is ‘taakstellend’. Indien de onder de algemene lasten opgenomen buffer niet toereikend zal blijken te zijn dienen overschrijdingen middels extra bezuinigingen binnen de eigen budgetten/programma’s opgevangen te worden.
C.
De ramingen in meerjarig perspectief zijn gebaseerd op een gelijkblijvend loon- en prijsniveau. Ook bij de berekening van de algemene uitkering is hiervan uitgegaan.
D.
De tarieven van de onroerende-zaakbelastingen zijn gebaseerd op de op dit moment ingeschatte prijsontwikkeling van woningen per peildatum 1-1-2015.
E.
De tarieven van de afvalstoffenheffing, de reinigingsrechten en de rioolheffing zijn kostendekkend.
F.
Grens- of bodembedragen worden afgerond op hele euro’s volgens de algemeen geldende afrondingsregels. In de ramingen is zoveel als mogelijk getracht ramingen op duizenden euro’s af te ronden.
G.
Per 1 januari 2016 wordt uitgegaan van een inwoneraantal van 14.990.
H.
Voor het aantal wooneenheden wordt uitgegaan van 6.584 per 1 januari 2016.
I.
Er is rekening gehouden met een rentepercentage van 4% bij investeringen.
J.
Voor wat betreft rentetoerekening aan reserves (reserve afschrijvingslasten gemeentehuis) in verband met inflatiecorrectie wordt gerekend met een percentage van 2%.
K.
Voor wat betreft de zogeheten bespaarde rente wordt gerekend met 4%.
L.
De gevolgen van de septembercirculaire zullen apart in beeld worden gebracht. De uitkomsten zullen niet meer in deze begroting worden verwerkt en maken derhalve geen deel uit van de besluitvorming rond deze programmabegroting. De uitkomsten worden verwerkt in de Najaarsnota 2015.
47
TOELICHTING BEGROTINGSSALDO A. Saldo programmabegroting 2016 (versus voorjaarsnota) Het saldo van deze concept begroting wijkt niet of nauwelijks af dan waarvan bij het opstellen van de voorjaarsnota 2015 is uitgegaan. In de tussenliggende periode zijn de ramingen nog eens geactualiseerd en aangepast aan de laatste inzichten. Dit heeft een aantal zowel voordelige als ook nadelige kleine verschillen opgeleverd die echter zodanig klein van omvang zijn dat hier geen verdere analyse noodzakelijk geacht is. Saldo begroting 2016 versus jaarrekening 2014 Het voordelige jaarsaldo 2014 bedroeg circa € 1.594.000. De huidige concept begroting laat een voordelig saldo zien van circa € 2.000. Daar waar het jaarsaldo een gevolg was van structurele mee- dan wel tegenvallers zijn deze in de huidige begroting verwerkt. Voor het overige betreft het incidentele, in 2014 ontstane, verschillen. Wij verwijzen u daarvoor naar de pagina’s 114 tot en met 127 van de jaarstukken 2014.
48
BUDGETAUTORISATIE In het hierna volgende overzicht treft u de budgetten per programma aan. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. De overzichten geven de bedragen aan waarop in het kader van de dualisering de raad de begrotingsbudgetten per programma autoriseert. Binnen deze budgetten is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Verschuiving van budgetten binnen een programma kan derhalve zonder tussenkomst van de raad, mits de doelstellingen van het betreffende programma gerealiseerd blijven worden. In de loop van het dienstjaar noodzakelijke mutaties op de budgetten per programma zullen separaat aan uw raad worden voorgelegd. Wij stellen u voor om de budgetten op programmaniveau te autoriseren, met dien verstande dat verschuivingen tussen programma’s die op concernniveau geen budgettaire consequenties hebben zijn toegestaan. Het gaat hierbij om verschuivingen van interne kosten. Uw raad autoriseert het college hiermee voor het totaal van de personeelskosten en het totaal van de kapitaallasten. Overschrijdingen hierop dienen vanzelfsprekend wel door ons college aan u voorgelegd te worden. Het college stelt de productenraming 2016 vast waarin de programmabegroting wordt uitgewerkt. In de productenraming is het autorisatieniveau opgenomen voor de ambtelijke organisatie.
49
Programma Burgers, bestuur en dienstverlening Begr 2015
Rek 2014 Lasten Baten Saldo
Bedragen * € 1.000 Begr 2017
Begr 2016
3.427
3.312
3.261
3.287
3.244
3.257
389
264
264
284
284
284
-3.038
-3.048
-2.997
-3.003
-2.960
-2.973
Programma Veiligheid
Bedragen * € 1.000
Baten Saldo
Begr 2016
Begr 2015
Rek 2014 Lasten
Begr 2019
Begr 2018
Begr 2019
Begr 2018
Begr 2017
1.045
1.181
1.211
1.211
1.187
1.187
11
0
0
0
0
0
-1.034
-1.181
-1.211
-1.211
-1.187
-1.187
Programma Wonen en woonomgeving Rek 2014
Bedragen * € 1.000
Begr 2015
Begr 2018
Begr 2017
Begr 2016
Begr 2019
Lasten
5.168
2.914
2.768
2.536
2.552
2.567
Baten
2.722
351
168
168
168
168
Saldo
-2.446
-2.563
-2.600
-2.368
-2.384
-2.399
Programma Verkeer en vervoer Rek 2014 Lasten
Begr 2016
Begr 2015 258
351
Baten Saldo
Bedragen * € 1.000 Begr 2018
Begr 2017
270
270
3
5
5
5
5
5
-253
-266
-266
-266
-266
Rek 2014
Baten Saldo
270
270
-348
Programma Jeugd en onderwijs
Lasten
Begr 2019
Bedragen * € 1.000
Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Begr 2019
Begr 2018
2.529
2.015
1.906
1.899
1.903
1.896
106
110
24
24
24
24
-2.423
-1.905
-1.882
-1.876
-1.879
-1.873
Programma Milieu en water Rek 2014
Bedragen * € 1.000 Begr 2015
Begr 2016
Begr 2017
Begr 2018
Begr 2019
Lasten
3.123
3.150
3.256
3.281
3.293
3.305
Baten
3.090
3.062
3.026
3.046
3.046
3.046
-33
-87
-230
-235
-247
-259
Saldo
Programma Welzijn, zorg en volksgezondheid Rek 2014 Lasten Baten Saldo
Begr 2015
Bedragen * € 1.000
Begr 2016
Begr 2017
Begr 2018
Begr 2019
3.990
10.842
10.654
10.607
10.569
10.523
568
6.318
6.285
6.270
6.233
6.192
-3.422
-4.524
-4.368
-4.337
-4.336
-4.331
50
Programma Cultuur, sport en recreatie Rek 2014 Lasten
Begr 2015
996
Bedragen * € 1.000
Begr 2016 Begr 2017
978
841
846
Begr 2018
Begr 2019
844
844
Baten
158
180
192
151
151
151
Saldo
-838
-798
-649
-695
-693
-693
Programma Werk, inkomen en economie Rek 2014 Lasten
Begr 2015
Bedragen * € 1.000
Begr 2016 Begr 2017
Begr 2018
Begr 2019
10.819
8.607
8.448
8.306
8.180
8.070
Baten
8.772
7.706
7.134
6.982
6.862
6.752
Saldo
-2.047
-901
-1.314
-1.324
-1.318
-1.318
SUBTOTAAL PROGRAMMA'S Rek 2014
Bedragen * € 1.000
Begr 2015
Begr 2016 Begr 2017
Begr 2018
Begr 2019
Lasten
31.448
33.256
32.615
32.243
32.043
31.920
Baten
15.819
17.995
17.097
16.928
16.771
16.620
Saldo
-15.629
-15.261
-15.518
-15.315
-15.272
-15.300
Algemene dekkingsmiddelen Rek 2014 Lasten
Bedragen * € 1.000
Begr 2015
Begr 2016 Begr 2017
Begr 2018
Begr 2019
427
472
496
285
171
68
Baten
17.000
15.346
15.489
15.063
14.997
15.078
Saldo
16.573
14.874
14.993
14.777
14.826
15.010
Bestemmingen
Bedragen * € 1.000
Rek 2014 Lasten Baten Saldo
Begr 2015
Begr 2016 Begr 2017
Begr 2018
Begr 2019
557
213
106
61
49
37
1.206
806
633
145
125
121
649
593
526
84
77
85
GENERAAL TOTAAL
Bedragen * € 1.000
Rek 2014
Begr 2015
Begr 2016 Begr 2017
Begr 2018
Begr 2019
Lasten
32.432
33.942
33.217
32.590
32.262
32.024
Baten
34.026
34.147
33.219
32.136
31.893
31.819
1.594
206
2
-454
-369
-205
Saldo
51 Resumé overzicht lasten en baten per programma 2016
Bedragen * € 1.000
Lasten Baten
Totaal saldo Mutaties van baten en lasten reserves
Resultaat na bestemming
1 Burgers, bestuur en dienstverlening
3.261
264
-2.997
0
-2.997
2 Veiligheid
1.211
0
-1.211
0
-1.211
3 Wonen en woonomgeving
2.768
168
-2.600
0
-2.600
4 Verkeer en vervoer
270
5
-266
0
-266
5 Jeugd en onderwijs
1.906
24
-1.882
0
-1.882
6 Milieu en water
3.256
3.026
-230
-103
-333
10.654
6.285
-4.368
4
-4.364
841
192
-649
0
-649
8.448
7.134
-1.314
0
-1.314
32.615
17.097
-15.518
-99
-15.617
471
15.489
15.018
626
15.644
25
0
-25
0
-25
33.110
32.586
-525
526
2
7 Welzijn, zorg en volksgezondheid 8 Cultuur, sport en recreatie 9 Werk, inkomen en economie Subtotaal programma's Algemene dekkingsmiddelen Onvoorzien Totaal
52
OVERZICHT INCIDENTELE BATEN EN LASTEN Op grond van de BBV-voorschriften dient een overzicht te worden gegeven van de in de begroting opgenomen incidentele baten en lasten. Onderstaand volgt een overzicht van alle incidentele posten. Dit jaar vanwege een wijziging in de voorschriften voor het eerst gesplitst per programma. Bedragen *€ 1.000 2016 2017
Product PROGRAMMA BURGERS, BESTUUR EN DIENSTVERLENING Lasten 001.01 Onderzoek waarstaatjegemeente 001.01 Kosten 4e wethouder 002.02 Onderzoek telefonische dienstverlening Baten
Saldo programma Burgers, bestuur en dienstverlening PROGRAMMA VEILIGHEID Lasten 140.01 Halt lessen 140.01 Kosten juridische advisering/Bibob Baten
Saldo programma Veiligheid PROGRAMMA WONEN EN WOONOMGEVING Lasten 560.01 Bomenbeheerplan Baten
Saldo programma Wonen en woonomgeving
5 72
2018
2019
5 28
77
72 4 76
33
4 4
0
0
0
0
77
76
33
4
4 20 24
4 20 24
0
0
0
0
0
0
24
24
0
0
255 255
0
0
0
0
0
0
0
255
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
2 2
0
2 2
0
0
0
0
0
2
0
2
0
PROGRAMMA VERKEER EN VERVOER Lasten
Baten
Saldo programma verkeer en vervoer PROGRAMMA JEUGD EN ONDERWIJS Lasten 480.01 Opstellen leerlingenprognose Baten
Saldo programma Jeugd en onderwijs
53 Product PROGRAMMA MILIEU EN WATER Lasten 723.01 Regionale samenwerking milieu 723.01 Bestrijding hondenoverlast
2016
2017
2018
2019
5 34 39
0
0
0
105 105
60 60
48 48
36 36
-66
-60
-48
-36
20 62 82
20
20
20
20
0
0
0
0
0
Saldo programma Welzijn, zorg en volksgezondheid
82
20
20
0
PROGRAMMA CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Lasten 511.01 Kosten Cultuurpunt het Element
44 44
0
0
0
41 41
0
0
0
3
0
0
0
726.01
Baten Rioolheffing (zie ook bestemmingen)
Saldo programma Milieu en water
PROGRAMMA WELZIJN, ZORG EN VOLKSGEZONDHEID Lasten 614.01 Tijdelijke uitbreiding formatie sc huldhulpverlening 670.01 Hulp bij het huishouden (zie ook alg.dekkingsmiddelen) Baten
511.01
Baten Subsidie Cultuurpunt het Element
Saldo programma Cultuur, sport en rec reatie PROGRAMMA WERK, INKOMEN EN ECONOMIE Lasten 310.01 Logistiek Expertise Centrum 310.01 Beleidsmedewerker ec onomisc he zaken 310.01 Herstruc turering Ambac ht 310.01 Duurzaamheidsc entrum Baten
Saldo programma Werk, inkomen en ec onomie ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Lasten knpl personeel Individueel keuzebudget en self servic e pers.dossiers knpl personeel Tijd uitbreiding formatie jur zaken en sec retariaat Informatiebeveiliging en ac c ountantsc ontrole
921.01
Baten Algemene uitkering ivm hulp bij het huishouden
Saldo algemene dekkingsmiddelen BESTEMMINGEN Lasten 980.01 Reservering egalsatie rioolheffing
980.01
Baten Aanwending reserves
Saldo bestemmingen Totaal inc identele lasten Totaal inc identele baten Saldo inc identele lasten meer dan baten Saldo inc identele baten meer dan lasten
5 15 85 6 111
15
15
6 21
15
0
0
0
0
0
111
21
15
0
25 40 45 110
40 45 85
3 20 23
0
62
0
0
0
48
85
23
0
105 105
60 60
48 48
36 36
491 491
0
0
0
-386
60
48
36
849 699
286 60
141 48
40 36
150
226
93
4
62
54
OVERZICHT STRUCTURELE MUTATIES RESERVES Op grond van de BBV-voorschriften dient een overzicht te worden gegeven van de in de begroting opgenomen structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
Reserve structurele onttrekking Afschrijvingslasten electrocar Kapitaallasten investeringen Totaal structurele onttrekkingen
2016 2 119 121
2017 2 119 121
2018 2 119 121
2019 2 119 121
Reserve structurele toevoeging
2016
2017
2018
2019
Totaal structurele toevoegingen
0
0
0
0
Saldo onttrekkingen minus toevoegingen
121
121
121
121
55
PARAGRAFEN
56
PARAGRAAF WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICOBEHEERSING 1. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (middelen waarover de gemeente beschikt/kan beschikken om niet voorziene financiële tegenvallers te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of waarvoor verzekeringen zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming. De Gemeente Westervoort acht het wenselijk om risico's die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico's wordt de organisatie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de organisatie. Om inzicht in de risico’s van de gemeente te kunnen verkrijgen is er een risico-inventarisatie uitgevoerd.
2. Risicoprofiel Om de risico's van Gemeente Westervoort in kaart te brengen is in samenwerking met de afdelingen een risicoprofiel opgesteld. Bij het samenstellen van dit risicoprofiel is gebruik gemaakt van een softwareprogramma waarmee risico's systematisch in kaart kunnen worden gebracht en beoordeeld. Uit de inventarisatie zijn vanuit de afdelingen de risico's in beeld gebracht. In het onderstaande overzicht wordt een actueel beeld van het aantal risico's gepresenteerd met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit met een maximum van 10.
Risic Risico Gevolgen Kans onum mer R246 Budget sociaal domein is Financieel - Tekorten 70% ontoereikend. R194 Plan de Schans Financieel - Het plan sluit met 70% verlies R242 Overschrijding Financieel - Overschrijding 90% gebundelde uitkering komt voor een gedeelte voor Participatiewet met meer rekening van de gemeenten dan € 200.000 (peil 2013) R89 Aftreden bestuurders Financieel - Uitbetalen van 50% (langdurige) wachtgeldverplichting R65 Algemene Uitkering Financieel - (Structurele) 70% Gemeentefonds valt begrotingstekorten en lager uit dan geraamd noodzaak tot bezuinigingen R85 Inhuur van externen Financieel - Hogere kosten dan 90% nodig en/of begroot; Imago Geen binding met de organisatie R84 Onevenwichtige opbouw Financieel - Kennisverlies en 90% van het stagnatie in dienstverlening personeelsbestand (vergrijzing) R167 Exploitatietekorten Financieel - Gemeente draait 50% bedrijven sociale op voor de financiele tekorten
Financieel gevolg
Invloe d
max.€ 1.140.000
33.35%
max.€ 500.000
9.80%
max.€ 260.000
9.04%
max.€ 500.000
6.95%
max.€ 350.000
6.83%
max.€ 250.000
6.31%
max.€ 250.000
6.29%
max.€ 300.000
4.20%
57
werkvoorziening R244 Aanpassing kostenstructuur en doorberekening van kosten softwareleveranciers R218 Databeveiliging
Totaal grote risico's: Overige risico's: Totaal alle risico's:
Financieel -
50%
max.€ 150.000
2.78%
Financieel - Verdwijnen van informatie, schade
90%
max.€ 100.000
2.51%
€ 3.800.000 € 2.987.500 ____________ € 6.787.500
Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 6.787.500 - zie tabel 1) ongewenst is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden. Figuur 1 en de bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie.
Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage Bedrag 5% € 860.431 10% € 1.025.960 15% € 1.164.806 20% € 1.288.679 25% € 1.406.289 30% € 1.513.294 35% € 1.608.957 40% € 1.691.778 45% € 1.767.541 50% € 1.839.824 55% € 1.907.715 60% € 1.974.012
58
65% 70% 75% 80% 85% 90% 95%
€ 2.039.298 € 2.108.151 € 2.178.060 € 2.255.564 € 2.344.274 € 2.452.384 € 2.609.543
Uit de grafiek en de bijbehorende tabel volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 2.452.384 (benodigde weerstandscapaciteit).
3. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van Gemeente Westervoort bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken.
Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit Startcapaciteit
Weerstand Algemene reserve Bestemmingsreserves Stille reserves Onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien Totale weerstandscapaciteit
€ 3.422.000 €0 €0 € 140.000 € 25.000 € 3.587.000
Prognose Algemene reserve (bedragen *€ 1.000) Saldo per 1-1-2015 (incl. voordelig saldo 2014) Mutaties 2015 Liemerse samenwerking (raad juni 2013) Digitaliseren bestemmingsplannen (Programmabegroting 2012) Integraal huisvestingsplan scholen (raad mei 2014) Park Steenderens (Programmabegroting 2014) Tekort Presikhaaf niet te dekken uit P-budget (raad dec. 2014) Lopende claims na 2015 Incidentele wensen Programmabegroting 2016 (vj.nota 2015) Geprognosticeerde stand ultimo 2016
€
4.921
-/-/-/-/-/-
-
14 76 525 248 146
-/-
-
490
€
3.422
Vrij aanwendbare bestemmingsreserves Van de aanwezige bestemmingsreserves is bij het vaststellen van de nota weerstandsvermogen geconcludeerd dat zij niet vrij aanwendbaar zijn, omdat bij beschikking over de reserve dekkingsproblemen ontstaan. Er is derhalve geen ruimte. Stille reserves Door de verkoop van de aandelen in het energiebedrijf van NUON zijn de stille reserves in omvang afgenomen. Wat resteert zijn de overblijvende aandelen in het netwerkdeel van NUON en aandelen Vitens, BNG en Nazorg Bodem. Voor een groot gedeelte dienen deze aandelen op basis van de wet in het bezit van de overheid te blijven. Daarnaast bezit de gemeente nog een aantal activa. Bij de activa gaat het om de mogelijk te realiseren winsten bij verkoop van panden.
59 De bijdrage van bovenstaande stille reserves aan de weerstandscapaciteit ramen wij op nul. Onbenutte belastingcapaciteit De resterende belastingcapaciteit geeft inzicht in de mogelijkheden voor nog te heffen lokale lasten. Door het afschaffen van de drempeltarieven is de hoogte van de onroerendezaakbelastingen niet meer gemaximeerd. Kijken we naar de tarieven die het Rijk hanteert bij een eventuele aanvraag in het kader van het artikel-12 beleid, dan dienen deze te voldoen aan een redelijk peil. Voor 2016 hanteert het Rijk een percentage van 0,1889% van de vastgestelde WOZ-waarde. Onze eigen gewogen gemiddelde tarief voor 2015 bedraagt 0,1783% en ligt onder dit peil. Afgezet tegen de geraamde woz-waarden betekent dit een onbenutte belastingcapaciteit van ruim € 140.000. Onvoorzien De post onvoorzien mag worden opgevat als een buffer voor onvoorziene tegenvallers. Het dekt lasten die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. Structureel is hiervoor € 25.000 beschikbaar.
4. Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven. Risico's:
Weerstandscapaciteit :
Bedrijfsproces Financieel Imago / politiek Informatie / strategie Juridisch / Aansprakelijkheid Letsel / Veiligheid Materieel Milieu Personeel / Arbo Product
Algemene reserve Onbenutte belastingcapaciteit Onvoorzien
Weerstandvermogen
De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandcapaciteit
=
€ 3.587.000 € 2.452.384
= 1.46
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio.
Waarderingscijfer A B C
Tabel 4: Weerstandsnorm Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4
Betekenis uitstekend ruim voldoende voldoende
60
D E F
0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
matig onvoldoende ruim onvoldoende
De ratio van onze organisatie valt in klasse B. Dit duidt op een ruim voldoende weerstandsvermogen. Als we de score voldoende acceptabel vinden dan moet de beschikbare weerstandscapaciteit niet zakken onder het niveau van € 2,5 miljoen. Willen we echter de score ruim voldoende blijven houden dan moeten we niet tornen aan het huidige niveau van de algemene reserve.
5. Maatregelen en Ontwikkelingen Een eerste stap voor beheersing van de risico’s is om deze in beeld te brengen en te blijven monitoren. Er zullen risico’s bijkomen maar ook afvallen. Het is een dynamisch proces. Voor de huidige top 10 risico’s volgt hieronder de stand van zaken.
Budget sociaal domein is ontoereikend Voor wat betreft de uitvoering speelt dit risico vanaf 2015. In de loop van 2015 zal steeds beter in beeld komen wat de kostenontwikkelingen zijn op het terrein van de Jeugdwet en de Wmo. Voorlopige cijfers leiden nog niet tot de conclusie dat het budget ontoereikend is. Als minimumrisico gaan we uit van 10% van het budget en 20% voor het maximum. Plan de Schans Vooralsnog gaan we bij het plan de Schans uit van een exploitatie met een, op basis van de huidige gegevens, positief saldo. Gezien de bovengenoemde ontwikkelingen komt de bouw en verkoop van woningen in dit plan langzaam op gang, maar dient er uiterst voorzichtig te worden omgegaan met het eventuele voordelige saldo in dit plan. Het valt niet uit te sluiten dat de ontwikkeling van het plan vele jaren vertraging op gaat lopen, hetgeen consequenties heeft voor de exploitatie uitkomst. Het maximale negatieve risico wordt gehandhaafd op € 500.000.
Overschrijding Gebundelde uitkering Participatiewet De staatssecretaris heeft laten weten dat zij het 'eigenrisicoregime' aanpast. Zo verlaagt ze de drempel van 10 naar 5 procent en past ze een getrapte vergoedingsschaal toe. Voor (het deel van) een tekort van meer dan 5% tot en met maximaal 10% worden gemeenten voor de helft gecompenseerd. Het tekort boven 10 procent compenseert het ministerie volledig. Aftreden bestuurders Het risico van aftredende wethouders met als gevolg daarvan wachtgeldverplichtingen blijft aanwezig. Inhuur van externen Door langdurig ziekteverzuim of benodigde specifieke kennis kan inhuur noodzakelijk zijn. Dit kan leiden tot budgetoverschrijdingen. Onevenwichtige opbouw van het personeelsbestand Door vergrijzing bestaat er het risico op kennisverlies en stagnatie van de dienstverlening. Dit jaar zal dit aspect in de strategische personeelsplanning worden meegenomen. Algemene uitkering valt lager uit dan geraamd Op grond van de recente septembercirculaire lijken de accressen voor de komende jaren zich wat gunstiger te ontwikkelen. Het feit dat het uitkeringsjaar 2016 verhoudingsgewijs een forse groeischeut te zien geeft leidt tot de nodige vraagtekens met betrekking tot het realiteitsgehalte ervan. Zoals in eerdere uitkeringsjaren ook is gebleken worden de cijfers vaak ongunstiger naarmate het jaar vordert of dichterbij komt. Het is daarom afwachten in hoeverre de plus die er nu in zit ook vastgehouden wordt. Wij stellen ons risico op dit onderdeel daarom nog niet naar beneden bij.
61 Exploitatietekorten sociale werkvoorziening Besloten is om de tekorten van Presikhaaf uit het reintegratiebudget te dekken. In december is een herziene begroting van Presikhaaf aan de raad voorgelegd. Vooralsnog heeft de raad alleen ingestemd met het begrotingsjaar 2015. Het geraamde tekort voor 2015, bovenop het gedeelte dat uit de reintegratiegelden wordt gedekt, bedraagt € 146.000 en wordt gedekt uit de algemene reserve.
Aanpassing kostenstructuur en doorberekening van kosten Door aanpassing van de kostenstructuur en wijziging van de aan de gemeenten doorbelaste kosten kunnen de onderhoudskosten van automatisering stijgen. Discussie hierover met een softwareleverancier loopt nog. Databeveiliging Door menselijke fouten storingen en fraude kunnen er data verloren gaan. Beveiliging is daarom een belangrijk aandachtspunt. Desondanks blijft het risico aanwezig. Recente ontwikkelingen Kengetallen Met ingang van begrotingsjaar 2016 worden onderstaande kengetallen verplicht opgenomen in begroting en jaarrekening.
Rek.2014 Begr.2015 Begr.2016 Kengetallen netto schuldquote netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen solvabiliteitsatio structurele exploitatieruimte grondexploitatie belastingcapaciteit
57% 57% 30% 0,17% 4% 112%
59% 59% 24% -0,02% 3% 107%
63% 64% 22% 0,84% 3% 104%
Bij de vorige begroting heeft de toezichthouder voorgesorteerd op deze verplichting en hebben we in de brief ten aanzien van de beoordeling van onze begroting een oordeel op onze kengetallen gekregen. Hierover is, niet alleen bij onze gemeente, nogal wat discussie ontstaan richting provincie. De toezichthouder zal ten aanzien van de kengetallen zelf geen waardeoordeel meer geven. Wel zal bij de beoordeling van de vastgestelde begroting getracht worden de individuele cijfers af te zetten tegen het provinciale beeld. Het blijft echter aan de gemeente zelf om haar eigen kengetallen van een waardeoordeel te voorzien. Ten aanzien van onze kengetallen kan het volgende worden opgemerkt: De netto schuldquote ligt ruim onder de 100% hetgeen als voldoende kan worden aangemerkt. In de VNG-uitgave ‘Houdbare Gemeentefinanciën’ is vermeld dat wanneer de schuld lager is dan de jaaromzet (kengetal < 100%) dit als voldoende kan worden bestempeld. Hoe hoger de quote des te hoger de druk van rente en aflossing op de exploitatie. De solvabiliteitsratio achten wij voor een gemeente een minder relevant kengetal. In onze reactie naar de provincie ten aanzien van de hiervoor gememoreerde brief hebben we dit ook vermeld. De ratio neemt in onze gemeente de komende jaren af aangezien we een deel van ons eigen vermogen (reserves) gaan inzetten voor projecten als de herinrichting DorpstraatHamersestraat en incidentele wensen voor 2016 zoals besloten bij vaststelling van de Voorjaarsnota 2015. Onze reservepositie neemt daarmee af waardoor de ratio daalt. De structurele exploitatieruimte geeft weer in hoeverre de begroting nog mogelijkheden biedt om structurele tegenvallers op te vangen. De nu voorliggende begroting is niet alleen financieel sluitend, maar zuiver kijkend naar de structurele lasten en baten zelfs meer dan dat. Overigens blijkt uit het overzicht van incidentele lasten en baten dat dit, naar de huidige stand, de komende jaren iets minder gunstig is.
62 Het aandeel van de grondexploitatie in onze totale exploitatie is relatief gering. Wij zijn geen gemeente die beschikt over een grote voorraad al dan niet in exploitatie genomen gronden. In de jaren van de crisis en ook nu nog impliceert dit gelukkig wel in relatief lage risico’s. Ten aanzien van de belastingcapaciteit tenslotte kan worden opgemerkt dat het hier puur een vergelijkingscijfer betreft. De score geeft weer in hoeverre wij ons verhouden ten opzichte van het, door het COELO berekende, landelijke gemiddelde. Doordat we nu al een aantal jaren in staat zijn om de lokale lastendruk niet te laten stijgen, of zelfs te laten dalen is te zien dat we in de richting van het landelijk gemiddelde kruipen. Overigens zegt het weinig over de beschikbare belastingcapaciteit. Die wordt juist weer afgezet tegen het tarief wat geldt als norm voor toelating tot de artikel-12 status. Eerder in deze paragraaf is aangegeven dat we hier nog ruim een ton onder zitten. Conclusie Ten opzichte van het voorjaar is het weerstandsvermogen nagenoeg niet gewijzigd. Volgens de normtabel: ruim voldoende. Onverkort blijven het sociaal domein en het plan De Schans de grootste risico’s. Ook de weerstandscapaciteit is per saldo niet veel veranderd. Enerzijds wordt er voor bijna een half miljoen een beroep gedaan op de algemene reserve voor incidentele wensen uit de voorjaarsnota, anderzijds houden wij niet langer rekening met het volledig afschrijven op de schoolgebouwen. Omdat de schoolgebouwen in gebruik blijven hebben we als aanname de afschrijving bijgesteld naar € 525.000. Ook de nieuw opgenomen financiële kengetallen bevestigen het beeld dat we ruim voldoende scoren: onze schuldpositie is niet risicovol, onze grondexploitatie is zeer beperkt (en daarmee het risico), de begroting is structureel sluitend en onze belastingdruk die in het verleden vrij hoog was schuift op naar het landelijk gemiddelde.
63
PARAGRAAF ONDERHOUD KAPITAALGOEDEREN De gemeente Westervoort heeft ongeveer 150 hectare openbare ruimte in beheer. Daar vinden veel activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren. Hiervoor zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, kunstwerken, groen, verlichting en gebouwen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard voor de (jaarlijkse) lasten. Het is van belang, dat voor de openbare voorzieningen en gebouwen voor de continuïteit goede onderhouds-/vervangingsplanningen aanwezig zijn. Deze kapitaalgoederen vormen ons gemeentelijk kapitaal waar zorgvuldig mee moet worden omgegaan. Als stortingen en onttrekkingen niet met elkaar in evenwicht zijn, ontstaan risico’s. Westervoort heeft 150 hectare openbare ruimte, waarvan ongeveer de helft bestaat uit wegen, straten en pleinen en de helft uit openbaar groen en water. Wegbeheer Het wegbeheer gebeurt volgens de systematiek van het CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Water- en Wegenbouw en de Verkeerstechniek) met XEIZ als software. Het wegenbeleidsplan geeft aan dat er ongeveer 720.000 m2 verharding in beheer is bij de gemeente Westervoort. Op 9 november 2015 wordt het nieuwe Wegenbeleidsplan vastgesteld. In dit beleidsplan gaan we uit van een R-onderhoudsscenario. Het vernieuwen en rehabiliteren van wegen wordt in een gescheiden beheerplan vastgesteld. Op grond van het nieuw vastgestelde plan zijn de strikt noodzakelijke bedragen voor onderhoud in de meerjarenbegroting opgenomen. De (mogelijke) kosten in het beheerplan betreffen rehabilitaties van wegen en deze worden geactiveerd. Kerncijfers Oppervlakte wegennet
720.000 m2
Waarvan: elementenverharding(klinkers
70%
asfaltverharding
30%
Aantal kilometers weg
63 km
Waarvan: binnen de bebouwde kom
58 km
buiten de bebouwde kom
5 km
Groen In het in 2011 vastgestelde groenstructuurplan wordt aangegeven hoe in grote de lijnen het groen in Westervoort wordt ingevuld. Het groenbeheerplan gaat uit van sturing op onderhoudskwaliteit. Het onderhoudsniveau vindt plaats op basis van variant basis +. In dit plan worden ook de kosten van onderhoud en vervangingsinvesteringen/renovaties gescheiden. Voor 2016 staat er afgerond € 23.000 voor renovaties gepland (zie bijlage investeringsoverzicht).
64 Kerncijfers Oppervlakte plantsoenen gazon en bermen Aantal bomen
170.785 m2 409.935 m2 6.600 stuks
Openbare verlichting De openbare verlichting onderhouden we volgens de eisen van de NSVV. In 2010 is een beleidsplan voor de periode 2010-2019 vastgesteld. Vanaf 2010 worden de bedragen voor aanschaf en vervanging volgens het plan als investering aangemerkt. Bij het vaststellen van de jaarstukken 2014 is besloten om de onderhoudsvoorziening om te zetten in een reserve. Kerncijfers Aantal lichtmasten
2.680
Riolering, gemalen en randvoorzieningen De basis voor het onderhouden en vervangen van het totale rioleringssysteem is te vinden in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) dat we eenmaal in de vier jaar actualiseren. De uitwerking van het onderhoud voor het riool staat beschreven in het beheerprogramma rioolbeheerprogramma. Het GRP van Westervoort is vastgesteld in december 2012 voor een periode van 4 jaar. De financiële consequenties ervan zijn verwerkt in de meerjarenbegroting, waarbij de jaarlijkse lasten worden gedekt door een kostendekkende rioolheffing. Voor 2016 staat er € 887.000 voor investeringen in de rioleringssfeer gepland (zie bijlage investeringsoverzicht). Kerncijfers Aantal rioolaansluitingen
6.743
Aantal trottoir- en straatkolken
6.000
Aantal gemalen
28
Lengte vrijvervalriolering
79.480 m1
Drukriolering/persleiding
7.050 m1
Onderhoud Gemeentelijke Gebouwen Voor het regulier onderhoud met een cyclus van 0 tot 25 jaar vindt een reservering plaats. Het onderhoud met een cyclus tussen de 25 en 40 jaar nemen we afzonderlijk in de begroting/meerjarenraming op. In januari 2014 zijn de meerjarenplannen geactualiseerd vastgesteld. In 2016 staan voor een bedrag van afgerond € 280.000 aan groot onderhoudswerkzaamheden op de planning. Bij het vaststellen van de jaarstukken 2014 is besloten om de onderhoudsvoorziening om te zetten in een reserve.
65 Kerncijfers Aantal gebouwen
10
Waarvan gemeentelijke gebouwen Voormalige schoolgebouwen
8 2
Resumé Het beleid voor het beheer en onderhoud is verwoord in de volgende nota´s, waarbij ook is aangegeven wat de volgens het plan benodigde storting dient te zijn en welk bedrag momenteel in de exploitatie hiervoor is opgenomen. Omschrijving nota
Wegenbeleidsplan Groenbeheersplan Nota openbare verlichting Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) Groot Onderhoud Gebouwen
Vastgesteld in
Ter actualisatie aan de raad voorleggen in
2015 2011 2010 2012
2015 2020 2019 2016
Benodigd jaarbudget volgens plan € 290.000 n.v.t. n.v.t. n.v.t.
2014
2018
€ 110.000
Opgenomen in exploitatie in 2016 € 290.000 n.v.t. n.v.t. n.v.t. € 110.000
66
PARAGRAAF FINANCIERING Algemeen Per 1 januari 2001 is de wet FIDO (Financiering Decentrale Overheden) van kracht geworden. In het kader van deze wet dient er een treasuryparagraaf in zowel de begroting als in het jaarverslag opgenomen te worden. De wet FIDO definieert treasury als volgt: het sturen, beheersen, verantwoorden over en toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico´s. Het beleid van de gemeente Westervoort voor de treasuryfunctie is vastgelegd in de aangepaste versie van het treasurystatuut (vastgesteld door de Raad van 26 juni 2006) als onderdeel van de Verordening financieel beheer (artikel 212 Gemeentewet). Treasurybeheer/kredietrisico Het beheer van de financieringsmiddelen zetten we in 2016 voort op dezelfde risicomijdende manier als voorheen. De treasuryfunctie omvat het aantrekken van langlopende geldleningen en het dagelijks beheer van kasgelden en beleggingen. De beleggingsportefeuille omvat aandelen BNG, Vitens en Nazorg Bodem Holding. Dit zijn allemaal deelnemingen voortvloeiend uit de publieke taak van de gemeente. Verstrekte geldleningen hebben betrekking op de Woonstichting, geldleningen op basis van hypotheek voor de eigen woning van de hier werkzame ambtenaren en leningen aan plaatselijke (sport)verenigingen ter financiering van accommodaties. Wet Schatkistbankieren Medio december 2013 heeft de Eerste Kamer de Wet Schatkistbankieren aangenomen. De wet verplicht decentrale overheden om overtollige geldmiddelen onder te brengen in ’s Rijks schatkist. Het gaat om het uitzetten van onze overtollige middelen boven een drempelpercentage (0,75% van het begrotingstotaal). Rentebeleid/renterisiconorm De tarieven van de korte rente (looptijd < 1 jaar) en de lange rente (looptijd > 1 jaar) zijn momenteel nog steeds relatief laag. Ons treasurystatuut voorziet in het uitzetten van geld bij louter banken met een zogeheten triple A-rating (de Bank voor Nederlandse Gemeenten en Waterschapsbank). Vooralsnog bestaat er ook geen mogelijkheid om ‘oude’ leningen vervroegd geheel of gedeeltelijk af te lossen. Vanzelfsprekend wordt ook gebruik gemaakt van kort geld financiering. Het overige wordt gefinancierd met lang geld met een looptijd eventueel rekening houdend met de afschrijvingstermijn en de renterisiconorm. De renterisiconorm geeft een aanwijzing voor de gevoeligheid van het vaste leningenpakket voor wijzigingen in de rente. Deze norm is gesteld op 20% van het begrotingstotaal op 1 januari van het begrotingsjaar. Voor Westervoort is dit in 2016 20% van € 33,2 miljoen ofwel € 6,6 miljoen. De verwachting is dat we voor 2016 ruim onder de genoemde € 6,6 miljoen zullen blijven. Aantrekken geldlening Afhankelijk van het moment van uitvoeren van de voorgenomen investeringen (riolering, verbouw gemeentehuis, aanpassing Dorpstraat-Hamersestraat) zullen we hiervoor een vaste geldlening aantrekken. Met de rentelasten van deze lening is reeds rekening gehouden. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet biedt een toetsingsmogelijkheid voor de risico´s van het beheer van de geldmiddelen op korte termijn. De kasgeldlimiet berekenen we als een percentage van de jaarbegroting en geldt voor het gehele begrotingsjaar. De schuld op korte termijn mag niet langer dan één maand boven deze limiet uitkomen. De provincie houdt hier toezicht op. De uiterste sanctie is het overgaan op preventief toezicht waarbij alle nieuwe uitgaven vooraf moeten worden goedgekeurd.
67
Bedragen * €1.000 Omvang begroting per Toegestane kasgeldlimiet: in procenten in bedrag Omvang korte schuld (schatting) Omvang korte middelen Totaal netto korte schuld Toegestane kasgeldlimiet Ruimte
1 januari 2016 33.200 8,5% 2.822 0 1.000 ______ -/- 1.000 2.822 3.822
31 december 2016 33.200 8,5% 2.822 0 0 _____ 0 2.822 2.822
In dit overzicht rekening gehouden met het aantrekken van een nieuwe vaste geldlening in de loop van 2016 (zie hiervoor) . Kredietrisico Naast bovengenoemd renterisico wordt door onze gemeente ook kredietrisico gelopen op de door ons uitgeleende gelden en de door ons in het kader van de publieke taak gegarandeerde geldleningen. Het risico betreft de niet terugbetaalde leningen. Het schuldrestant van de leningen die wij verstrekt hebben, bedraagt naar verwachting per 1 januari 2016 € 1,7 miljoen. Het betreft leningen die zijn verstrekt aan plaatselijke verenigingen en instellingen alsmede hypothecaire leningen aan ambtenaren.
68
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING Inleiding De gemeente levert een scala aan producten. Om de levering van deze producten te garanderen, hebben we ons werk op een bepaalde wijze georganiseerd; de bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering heeft betrekking op de totale gemeentelijke organisatie: zowel de ‘ambtelijke’ als de ‘bestuurlijke’. Onder bedrijfsvoering rekenen we de inzet van (productie-)middelen en de toepassing van processen bij de totstandkoming van producten. De directie en haar managers zijn hiervoor integraal verantwoordelijk. Integraal management, projectmatig en procesmatig werken, goed facilitair beheer en een goed beheer van de middelen dienen te leiden tot het realiseren en vervolgens het in stand houden van het gewenste niveau van dienstverlening richting burger en tot een daadkrachtige en slagvaardige organisatie. De 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
volgende nota’s inzake bedrijfsvoering zijn vastgesteld: Coalitieakkoord 2014-2018; Organisatiebesluit 2013; Strategienota Verbinden vanuit Vertrouwen! (2013-2017); Notitie Integraal Personeelsbeleid (2014); Communicatiebeleidsplan Geen woorden maar daden (2015); Richtlijn budgetbeheer (2014); Regeling Delegatie en Mandaat; Nota Planning en Control; Verordening Financieel beleid, het financieel beheer en de financiële organisatie (artikel 212 Gemeentewet); 10. Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie (artikel 213 Gemeentewet); 11. Verordening voor periodiek onderzoek door het college naar de doelmatigheid van het door het college gevoerde beleid (artikel 213a Gemeentewet); 12. Gemeenschappelijke regeling ‘Samenwerking De Liemers (2010)’; 13. Dienstverleningsconcept Gemeente Westervoort (2012); 14. Informatiebeleidsplan (2012); 15. Visie op de Frontoffice (2012). Organisatie De strategische koers van de gemeente Westervoort is vastgelegd in de strategienota Verbinden vanuit Vertrouwen (2013-2017). Hierbij is rekening gehouden met onze visie op dienstverlening, de veranderende rol van gemeenten en de intergemeentelijke samenwerking. Het directiemodel vormt de basis voor onze organisatiestructuur. Het INK-model wordt gebruikt als leidraad in onze bedrijfsvoering. Missie en Visie 2013-2017 De inwoners, instellingen en bedrijven van Westervoort zijn voor veel zaken ‘veroordeeld’ tot de gemeente Westervoort. Zij hebben veelal (nog) geen keuzemogelijkheid uit aanbieders. Juist het feit dat wij als overheidsorganisatie monopolist zijn, sterkt ons in onze ambitie om onze dienstverlening op orde te hebben. Wij zijn er immers voor onze burgers, instellingen en bedrijven. Wij willen hen zo goed mogelijk van dienst zijn. De basis voor ons bestaan hebben we vertaald in onze missie: We zijn er voor onze burgers, instellingen en bedrijven. We willen hen zo goed mogelijk van dienst zijn. Sinds 2008 is er het nodige veranderd in onze organisatie en in onze omgeving. Onze scope is gericht op continue ontwikkeling van onze bedrijfsvoering. Sociale Dienst, ICT en inkoop zijn regionaal georganiseerd. Het zijn met name de externe ontwikkelingen die ons anders naar onze organisatie doen kijken. Onze accenten voor ontwikkeling verschuiven hierdoor ten opzichte van 2008.
69 Doordat we zelf en doordat onze omgeving veranderd is, kiezen we de komende jaren voor een andere visie van waaruit we onze doelen gaan bereiken. Onze visie verwoorden we via de volgende kreet: Verbinden vanuit Vertrouwen Wij verbinden door: in samenwerken strategisch allianties aan te gaan; in de organisatie procesgericht te werken in plaats van afdelingsgericht; onze medewerkers in te zetten vanuit hun kracht; ter verbetering van onze dienstverlening gegevens en applicaties gaan koppelen; onze werkwijzen te verbinden aan de behoefte van onze klanten. We doen dit vanuit vertrouwen: sturen op resultaat (in plaats van inzet); vertrouwen en verantwoordelijkheid (in plaats van regels en procedures); leiderschap gericht op het in de kracht neerzetten van medewerkers (in plaats van controleren). Onze visie: we zijn een moderne professionele organisatie en we voeren onze overheidstaken goed en efficiënt uit ten behoeve van onze burgers, onze bedrijven en onze instellingen; wij zijn partner van het bestuur, en ondersteunen hem zo goed mogelijk bij het realiseren van zijn ambities; wij creëren een werkomgeving waar met plezier wordt gewerkt, waar iedereen tot zijn recht komt en trots is op wat we samen presteren. Structuur van de organisatie Onze organisatie kent per 1 januari 2014 vier afdelingen. Een intern gerichte afdeling en drie extern gerichte afdelingen. Bedrijfscultuur De bedrijfscultuur, die we willen creëren, vloeit voort uit de visie op onze organisatie. We faciliteren om de gewenste cultuur te bereiken door: onnodige interne regels af te schaffen, tijd- en plaatsonafhankelijk te kunnen werken en door een impuls te geven aan maken van resultaatafspraken. Hieruit vloeien eisen ten aanzien van de competenties voor leidinggevenden en medewerkers. Blijven ontwikkelen op het terrein van communiceren is hierbij van absoluut belang. Tevredenheidsonderzoeken: ‘Waar staat je gemeente’, medewerkertevredenheidsonderzoek en bestuurderstevredenheidsonderzoek We blijven ons verder ontwikkelen naar een vraaggerichte organisatie. Naast wettelijke voorgeschreven levering van producten en diensten is de gemeente autonoom in het aanbieden van andere gemeentelijke overheidsproducten. De vraagmarkt dient in belangrijke mate de voort te brengen diensten en producten te bepalen. De vraaggerichte instelling van de gemeente verlangt een flexibele bedrijfsvoering. We ontwikkelen daarom periodieke tevredenheidsonderzoeken; ‘Waar staat je gemeente’. Vanaf 2009 neemt de gemeente Westervoort deel aan het landelijke onderzoek ‘Waar staat je gemeente’. Het klanttevredenheidsonderzoek is hierin een onderdeel. Naast dit onderdeel, waarin de burgers hun mening geven over de gemeentelijke dienstverlening en organisatie, geven de resultaten van het onderzoek ‘Waar staat je gemeente’ ook inzicht in de mening van de burger over onder andere hun woonomgeving, gevoel van veiligheid en niveau van voorzieningen. het medewerkertevredenheidsonderzoek; het bestuurderstevredenheidsonderzoek.
70 Voor het bestuur en het managementteam is het van belang te weten in hoeverre de externe klant (de burger) en de interne klant de ambtelijke organisatie zich kunnen vinden in het producten- en dienstenaanbod en de wijze van levering. Gezien de specifieke rol en taken van de raad als kadersteller, controleur en volksvertegenwoordiger houden we ook een tevredenheidsonderzoek onder de raadsleden en fractieassistenten. Planning en Control De planning- en controlcyclus is erop gericht systematisch en gemeentebreed de gewenste effecten en doelen af te wegen, prioriteiten te bepalen (door de raad), uit te voeren en te verantwoorden (door het college). Bij de voorjaarsnota 2015 is voorgesorteerd op de prioriteiten voor 2016 en volgende jaren. Dit vormt de basis voor de behandeling van de programmabegroting 2016-2019. Het college stelt voor de reeds beschikbaar gestelde middelen jaarlijks de productenraming vast. De programmabegroting wordt voor de organisatie vertaald in het jaarlijkse directieplan en voor de afzonderlijke afdelingen in de afdelingsplannen. De verantwoording hiervan geschiedt door managementrapportages aan het college en vervolgens van het college aan de raad in de vorm van rapportages die zijn verwerkt in de voorjaarsnota, najaarsnota en jaarrekening. Financiën, doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid Om ervoor te zorgen dat de (programma)begroting, de jaarrekening, en de voorjaarsnota echte sturingsinstrumenten worden zijn de verordenende bevoegdheid, de rekenkamer(functie) en accountant van groot belang. De interne regels met betrekking tot de financiële beheersing van de organisatie met de daarbij behorende verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn neergelegd in de verordeningen ex artikel 212, 213 en 213a van de Gemeentewet. De relevante instrumentaria behorende bij de planning en control zijn hierop afgestemd. De accountant doet onderzoek naar het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten, ook onderzoekt hij de balansmutaties. De accountant geeft daarnaast een oordeel over de kwaliteit van de inrichting van het financiële beheer en van de financiële organisatie om zo te kunnen oordelen over de getrouwheid en rechtmatigheid van de verantwoording. Belangrijk bij dat laatste is de jaarlijkse bij de interimcontrole door de accountant opgestelde managementletter. ICT ontwikkelingen De gemeente Westervoort wil in de pas lopen met het landelijke ambitieniveau voor de elektronische overheid. Zij wil haar klanten bedienen vanuit de één-loket-gedachte: onafhankelijk van tijd, plaats en medium (7 dagen per week, 24 uur per dag). De gemeente benut alle beschikbare kanalen: het fysieke loket, de telefoon, (elektronische) post en internet. De keuze is aan de burger. Sinds 2011 heeft de gemeente Westervoort haar ict activiteiten ondergebracht bij Samenwerking de Liemers. Duiven, Rijnwaarden, Zevenaar en de regionale sociale dienst werken samen op het vlak van ict. Informatiebeveiliging krijgt een steeds belangrijkere plaats binnen overheden en zo ook binnen de gemeente Westervoort. Incidenten uit het verleden zijn sector breed aanleiding geweest om bewuster met de veiligheid van onze informatie om te gaan. Wij voeren een actief informatieveiligheidsbeleid. Personeel De bezuinigingen die op ons af zijn gekomen, laten de organisatie niet ongemoeid. De organisatie heeft een taakstellende bezuiniging opgelegd gekregen van € 100.000 in 2015 oplopend tot € 277.000 structureel in 2017. De organisatie is aan de gang gegaan om deze bezuiniging ook feitelijk te realiseren. In de Voorjaarsnota 2015 is hierover gerapporteerd. Doorgaan met het verder ontwikkelen van ons personeelsbeleid en ons personeel is belangrijk om onze organisatie toegesneden te blijven houden op onze toekomstige taken. Het
71 Westervoortse personeelsbeleid ontwikkelen we de komende jaren verder op basis van het vastgestelde Integraal Personeelsbeleid. Jaarlijks is een budget beschikbaar voor opleidingskosten van het personeel. Benodigde formatie voor de uitvoering van onze taken in het sociaal domein Zoals eerder met uw raad afgesproken, maken wij bij de begroting 2016 inzichtelijk welke formatie wij structureel nodig hebben om de taken in het sociaal domein uit te voeren. Over de toekomst van het Goed voor elkaar-team neemt ons college apart besluiten. Eventuele dekking voor daaruit voortvloeiende maatregelen vinden we binnen de uitvoeringsbudgetten decentralisaties. Onze opdracht om een stand van zaken sociaal team op te maken wordt op dit moment door de organisatie uitgevoerd. Op enkele plaatsen in de organisatie is het noodzakelijk onze formatie uit te breiden om de uitvoering van de decentralisaties structureel weg te kunnen zetten. In de onderstaande tabel treft u de formatie-uitbreidingen aan. Daaronder lichten we de tabel toe. In de tabel gaan we er vanuit dat de benodigde formatie deels uit de eigen organisatie komt (0,89 fte) en deels ten laste komt van de begroting (1 fte structureel en 0,83 fte incidenteel). Het is echter niet uit te sluiten dat we de laatst genoemde 1,83 fte geheel of gedeeltelijk kunnen dekken uit de uitvoeringsbudgetten die we daarvoor krijgen. Dat is bij de Voorjaarsnota 2016 duidelijk. Wij stellen daarom voor over de dekking van de formatieuitbreiding die in de tabel staat als ‘ten laste van de begroting’ bij de Voorjaarsnota 2016 te besluiten. We moeten echter nu wel aan de slag met de formatie-uitbreidingen omdat anders na 1 januari de tijdelijke krachten vertrokken zijn zonder dat we in hun opvolging hebben voorzien of onuitstelbare zaken onverantwoord lang blijven liggen. Functie/uren
Structureel
Tijdelijk in 2016
C rediteurenadministratie
18
8
B
Versterking back office: financiën/interne controle/informatiebeheer
28
8
C
Procesmanager sociaal domein
32
D
Beleidsmedewerker Participatiewet
E
C ommunicatie sociaal domein cf beleidsplan communicatie
F
Beleidsmedewerker privacy
A
G
Subtotaal benodigde uren (A t/m F)
8
16 6
8 94
8 46
Beschikbare dekking H
Dekking uit uitvoeringskosten (regel A: crediteurenadministratie)
18
I
Vervallen functie beleidsmedewerker (bezuiniging)
24
J
Dekking uit extra middelen reïntegratie
8
K
Bijdrage uit personeelsbegroting (bezuiniging)
8
L
Subtotaal beschikbare dekking (H t/m K)
M
Totaal uren ten laste van de begroting (G - L)
N
Totaal bedrag ten laste van de begroting (67.000 euro/36 uur)
58
16
16 36
30
67.000
56.000
Toelichting op de tabel Crediteurenadministratie (regel A in de tabel) Het aantal te verwerken facturen is substantieel toegenomen sinds 1 januari 2015. Met de bestaande formatie zouden we het meerwerk niet aangekund hebben. Vooruitlopend op dit besluit is dan ook voor 18 uur per week een medewerkster aangesteld die de controle, afhandeling en betaling van de facturen regelt. Deze medewerker is al opgenomen in de personeelsbegroting (regel H in bovenstaande tabel). De lasten worden gedekt uit het uitvoeringsbudget sociaal domein.
72 Het factuurproces verloopt momenteel nog chaotisch omdat de zorgverleners niet kunnen of willen voldoen aan onze voorwaarden voor hun facturen. Het vergt veel extra werk om zorginstelling na te bellen met vragen over zorg die is geleverd, aan wie, in welke eenheden et cetera. Vandaar dat wij ook volgend jaar nog tijdelijk 8 uur extra nodig hebben in de vorm van urenuitbreiding van eigen medewerkers in afwachting van een gestroomlijnd(er) facturenproces (regel A in de tabel). Versterking back office: financiën/interne controle/informatiebeheer (regel B in de tabel) Het ‘reguliere werk’ van de financieel consulenten neemt toe evenredig aan de toename van onze budgetten: meer geld, meer advies en ondersteuning voor een goed budgetbeheer. Voor de interne controle op rechtmatigheid geldt hetzelfde: we moeten toezien op een rechtmatige besteding van de budgetten die we krijgen voor het sociaal domein. Daarnaast hebben we behoefte aan sturingsinformatie over de verleende zorg, de besteding van ons geld en de doelmatig- en doeltreffendheid daarvan. Daar hebben we cijfers voor nodig en vooral een goede analyse van die cijfers. Zonder goede informatie en goede analyses zouden we het bij wijze van voorbeeld niet zien als de ene therapeut aan tien sessies voldoende heeft terwijl een ander consequent het dubbele gebruikt. Om goed te kunnen sturen moeten we investeren in het genereren van informatie en het analyseren daarvan. Daarom stellen we voor de formatie op deze punten uit te breiden met 28 uur per week. Of we dat doen door een versterking van het team financiën of van concerncontrol is nog onderwerp van debat. Momenteel loopt de back office niet soepel. Dat heeft vooral te maken met het eerder genoemde facturenproces, met fouten in de contracten met zorgverleners, het ontbreken van een productenboek met daarin de zorg die wij indiceren en de aanpassingen die in onze systemen gedaan moeten worden om alle gegevens goed te kunnen verwerken. In Liemers verband werkt een procesmanager aan het voorbereiden van een gezamenlijke back office voor de vier gemeenten. Tot die tijd moeten wij investeren in het op orde krijgen van onze eigen processen in de back office. Daar is volgend jaar zeker nog een dag in de week voor nodig (regel B in de tabel). Procesmanager Sociaal domein (regel C in de tabel) Het werkveld sociaal domein is complex. De keten van visieontwikkeling tot uitvoering is lang. De afstemming in de regio Arnhem, in de Liemers en in huis is ingewikkeld. Ergens moeten alle lijntjes bij elkaar komen, op één plek moet het overzicht zijn en iemand moet zorgen dat de werkprocessen in de front office aansluiten op de verwerking van de uitkomsten in de back office. Om het anders te formuleren: we hebben structureel iemand nodig die weet wat er moet gebeuren, wanneer dat moet gebeuren, wie dat gaat doen en die op zijn minst enig beeld heeft van hoe dat moet gebeuren. Daartoe maken we binnen de formatie (regels I en K in de tabel) ruimte voor een procesmanager sociaal domein voor 32 uur (0,89 fte). Beleidsmedewerker Participatiewet (regel D in de tabel) Toen onze afdeling Sociale Zaken opging in de RSD zijn de beleidsmedewerkers meeverhuisd. Het voormalige hoofd Sociale Zaken geleidt sindsdien stukken van de RSD door naar ons college en andersom, maar onze organisatie heeft geen formatie meer om politiek en bestuur zelfstandig te adviseren op dit beleidsterrein. Het behoeft geen betoog dat de belangen en de risico’s op dit beleidsterrein groot zijn. Zeker nu besloten is een steviger inzet te plegen op het naar werk geleiden van werkzoekenden hebben we beleidscapaciteit nodig. Incidenteel komt daar het oprichten van het Deltahuis bij. Daar is geen capaciteit voor beschikbaar. U wordt daarom voorgesteld zowel structureel middelen beschikbaar te stellen voor een beleidsadviseur voor acht uur in de week (0,22 fte/15.000 euro per jaar) als een tijdelijke projectleider Deltahuis voor twee dagen in de week in 2016 (0,45 fte/30.000 euro), te dekken uit het budget dat uw raad beschikbaar heeft gesteld voor het aan het werk helpen van onze werkzoekenden (regel J in de tabel; het budget is 150.000 euro in 2016, 250.000 euro structureel in latere jaren). Communicatie sociaal domein (regel E in de tabel) Ten behoeve van het sociaal domein is een apart communicatieplan opgesteld. De Stuurgroep sociaal domein van de Liemerse gemeenten heeft dat plan vastgesteld. Voor de uitvoering van
73 het communicatieplan is in 2016 6 uur (0,17 fte) extra capaciteit nodig bij ons team communicatie. Beleidsmedewerker privacy (regel F in de tabel) De laatste tijd is vaak in het nieuws dat gemeenten worstelen met een goed beheer van de gegevens van hun cliënten. Ook bij ons is dat een punt van grote zorg. Dat betreft zowel de gegevens die we hebben en goed moeten beschermen, als gegevens die we vragen zonder dat we die mogen vragen/hebben. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat berichten over een schending van de privacy van onze inwoners/cliënten niet lang op zich zullen laten wachten als we niet stevig ingrijpen. Op alle fronten zijn verbeteringen nodig. De bescherming van gegevens (zijn ze veilig opgeslagen) moet beter, het uitwisselen van gegevens (welke informatie mogen wij delen met partners en op welke wijze) moet veiliger, we moeten de persoonlijke levenssfeer van inwoners beter beschermen (waar mogen wij naar vragen, zowel aan inwoners als aan instellingen), de bijbehorende werkprocessen moeten strakker worden geregeld en het bewustzijn en het gedrag van onze medewerkers hebben een flinke impuls nodig. Het betreft dus ‘de grote drie’: ICT, organisatie en cultuur. Wij kiezen er voor om dit risico niet in ons eentje beheersbaar te maken, maar de samenwerking te zoeken met de Liemerse gemeenten of op zijn minst met Duiven. Als we samenwerken, brengen de vier (of twee) gemeenten capaciteit in waardoor de personele inzet beheersbaar blijft. Veel zaken zijn in de vier gemeenten hetzelfde en kunnen we dus beter samen doen dan dat we alle vier apart het wiel uitvinden. In bovenstaande tabel is uitgegaan van samenwerking met zijn vieren. Als dat niet lukt, hebben we waarschijnlijk meer incidentele capaciteit nodig om grote ongelukken uit te kunnen sluiten. Overzicht totale personele lasten en formatiesterkte.
Rek 2014 Begr 2015 Begr 2016 Begr 2017 Begr 2018 Begr 2019
Personeelslasten 5.659.229 5.576.968 5.534.568 5.459.468 5.412.468 5.377.468 79,20 FTE's 83,45 81,08 81,00 80,00 79,34 68.784 68.328 68.243 68.219 67.897 Kosten per FTE 67.816 De lasten in bovenstaand overzicht beslaan alle personele lasten, dus salariskosten en overige lasten verband houdende met personeel. U moet hierbij denken aan kosten voor tijdelijk personeel, reis- en verblijfkosten, kosten van opleiding, bedrijfsgeneeskundige zorg etc. Ten opzichte van de begroting 2015 is de formatie door de invulling van de bezuinigingstaakstellingen uit de Voorjaarsnota’s 2013 en 2014 teruggelopen. De formatie zal in de komende jaren nog wat afnemen aangezien een aantal personele zaken niet structureel maar voor een paar jaar zijn (formatie juridische zaken, beleidsmedewerker economische zaken, uitbreiding bestuurssecretariaat ivm 4e wethouder). De gemiddelde personeelskosten per FTE zijn ten opzichte van de rekeningscijfers 2014 iets gestegen door de cao-afspraken. De cao voor gemeenteambtenaren loopt tot 1 januari 2016. Een nieuwe cao zal in de volgende begroting verwerkt worden en kan gevolgen hebben voor de gemiddelde personeelskosten.
74
PARAGRAAF VERBONDEN PARTIJEN In de paragraaf Verbonden Partijen nemen we de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke vormen van samenwerking op, waarin de gemeente in bestuurlijke en financiële zin deelnemer is. Het doel is door deelname uitvoering te geven aan haar (gemeentelijke) publieke taak ter behartiging van het openbaar belang. Vanuit bestuurlijk, beleidsmatig en financieel oogpunt is het van belang, dat we in de begroting en in de jaarstukken aandacht besteden aan rechtspersonen waarmee de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Dit is wettelijk geregeld in het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Dit belang is duidelijker als we hierbij in ogenschouw nemen, dat een verbonden partij vaak beleid uitvoert dat volgens een wettelijke bepaling een taak van de gemeente is. Als er sprake is van een verbonden partij dan leggen de deelnemende gemeenten haar taak als het ware neer bij die verbonden partij. Wel is en blijft de gemeente verantwoordelijk voor het realiseren van de beoogde doelstellingen. Met verbonden partijen bedoelen we rechtspersonen, zowel privaat als publiek, waarin de gemeente Westervoort een bestuurlijke en financieel belang heeft. Met bestuurlijk belang wordt bedoeld: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht.
Met financieel belang wordt bedoeld: de gemeentelijke bijdrage in de exploitatie of het door de gemeente te ontvangen dividend.
Visie op verbonden partijen De bestuursorganen van de gemeente Westervoort willen hun doelstellingen optimaal realiseren. In een groot aantal gevallen is dit op eigen gemeentelijke kracht mogelijk. Er zijn echter ook situaties waar het uit praktisch en bestuurlijk oogpunt beter is om daarvoor met derden samen te werken. Die samenwerking kan met andere overheden met name gemeenten en provincies zijn, maar ook met niet-overheden. Om te beoordelen of aan ‘verbonden partijen’ wordt deelgenomen gelden de volgende toetsingscriteria: de taak kan niet of zeer moeilijk door de gemeente alleen worden uitgevoerd; gezamenlijke uitvoering van de taak levert voor de gemeente een concrete meerwaarde op; de voordelen van de samenwerking wegen op tegen de nadelen. Het gemeentebestuur van Westervoort is voorstander van samenwerking binnen publiekrechtelijke kaders. Maar in sommige gevallen is het noodzakelijk om samenwerking op privaatrechtelijk terrein aan te gaan, door deelneming aan een stichting, vereniging of vennootschap. Bij deze vormen van samenwerking geldt als extra criterium, dat samenwerking via publiekrechtelijke weg niet of slechts zeer moeilijk mogelijk is. Dualisering en wetgeving over verbonden partijen Sinds 2002 is in de Gemeentewet geregeld dat het college de beslissingsbevoegdheid heeft tot het aangaan van privaatrechtelijke verplichtingen. Daaronder vallen ook de besluiten om deel te nemen aan privaatrechtelijke ‘verbonden partijen’ zoals stichtingen, verenigingen, coöperaties en vennootschappen. Wel voorziet artikel 160 van de Gemeentewet in een verplichte toezending van het ontwerpbesluit aan de raad. Tenslotte is goedkeuring nodig van Gedeputeerde Staten. Het aangaan van samenwerkingsvormen in de publiekrechtelijke sfeer is geregeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Dualisering hiervan heeft (nog) niet plaatsgevonden. Volgens de Wgr kunnen de raad, het college of de burgemeester ‘afzonderlijk of tezamen ieder voor zover het de eigen bevoegdheden betreft’ een gemeenschappelijke regeling treffen ter behartiging van een of meer bepaalde belangen van de gemeente. Als het college en/of de
75 burgemeester tot een gemeenschappelijke regeling willen besluiten hebben zij de voorafgaande toestemming nodig van de raad. Sinds 8 maart 2006 geldt de Wet dualisering gemeentelijke medebewindbevoegdheden. De raad is niet meer bevoegd tot het aangaan van gemeenschappelijke regelingen waarin voornamelijk uitvoerende taken worden ondergebracht. Voor bestaande gemeenschappelijke regelingen bevat de wet een overgangsbepaling die er op neer komt dat gemeenschappelijke regelingen voor taken die tegenwoordig tot de bevoegdheden van het college behoren, ‘geacht worden te zijn getroffen’ door het college, ook al zijn de betreffende besluiten in het verleden door de raad genomen. Zo geldt een gemeenschappelijke regeling voor hulpverlening van brandweer, rampenbestrijding en gezondheidszorg, waartoe u in het verleden heeft besloten. Vanaf 8 maart 2006 zijn bevoegdheden van brandweer, rampenbestrijding en gezondheidszorg overgeheveld naar het college. In de praktijk heeft bovengenoemde wetswijziging tot gevolg dat een aantal beslissingen dat volgens de tekst van bestaande gemeenschappelijke regelingen van de raad wordt verwacht, voortaan door het college wordt genomen, zoals het benoemen van bestuursleden, het beoordelen van begroting en jaarrekening e.d. Overzicht van partijen Verbonden partijen zijn onder te verdelen in private- en publieke verbonden partijen. Hierna volgt een overzicht van verbonden partijen van onze gemeente. Van elke partij noemen we het doel, de betrokkenen, het bestuurlijk belang, het financieel belang, het eigen vermogen en het laatst bekende resultaat. PRIVAAT VERBONDEN PARTIJEN Aan de hier bedoelde partijen zijn geen jaarlijkse terugkerende exploitatiebijdragen verschuldigd. Als aandeelhouder loopt de gemeente bij afnemende omzetten het risico dat minder dividend wordt ontvangen. a. Vitens Aandeelhouders zijn gemeenten en provincies. Wij hebben geen zitting in het bestuur. Vestigingsplaats Doel Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Zwolle Het leveren van leidingwater en de instandhouding van het leidingnetwerk. Provincies en gemeenten. Vitens N.V. kent een Raad van bestuur en een Raad van commissarissen. Gemeente Westervoort is een van de aandeelhouders. Uitstaande aandelen gemeente Westervoort 16.023. De dividenduitkering over 2014 bedroeg € 46.627. € 421.200.000 (2014) € 42.100.000 (2014) Niet van toepassing.
76
b. Alliander Vestigingsplaats Doel
Betrokkenen Bestuurlijk belang Ontwikkelingen
Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Arnhem Het voorzien in energie en in het transport daarvan. De deelname in Alliander is een uitvloeisel van de opsplitsing van het energiebedrijf Nuon in een energie en transportdeel. Het energiedeel is verkocht aan Vattenfall. Provincies en gemeenten. Alliander kennen een raad van bestuur en een raad van commissarissen. Gemeente Westervoort is een van de aandeelhouders. In 2009 is besloten om tot verkoop van de aandelen in het energiebedrijf van NUON over te gaan. NUON zelf is overgenomen door Vattenfall en het netwerkdeel is afgesplitst in een afzonderlijk bedrijf (Alliander). Wij blijven aandelen in het netwerkbedrijf bezitten. Uitstaande aandelen Alliander gemeente Westervoort 145.643. De dividenduitkering over 2014 bedroeg € 132.660. Alliander € 3.579.000.000 (2014) Alliander € 323.000.000 (2013) Niet van toepassing.
c. BNG Vestigingsplaats Doel Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Den Haag De Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor maatschappelijk belang. Overheden en instellingen op het gebied van volkshuisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, cultuur en openbaar nut. De N.V. Bank Nederlandse Gemeenten kent een Raad van Commissarissen en een Raad van Bestuur en Directeuren. Gemeente Westervoort is aandeelhouder. Gemeentelijke aandelenpakket van 3510 aandelen à € 2,50 nominaal. Dit betekent een belang van € 8.775. De dividenduitkering over 2014 bedroeg € 2.000. € 3.582.000.000 (2014) € 126.000.000 (2014) Niet van toepassing.
d. Nazorg Bodem Holding BV Vestigingsplaats Doel Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Arnhem Nazorg Bodem Holding BV heeft tot doel de overname van de langdurige (langer dan 7 jaar) (na)zorg voor bodemsaneringslocaties. Gemeenten en een waterschap. Nazorg Bodem Holding BV kent een raad van commissarissen. Gemeentelijk aandelenpakket van 47 aandelen à € 100 nominaal. Dit betekent een belang van € 4.700. Er is nog geen dividend ontvangen van deze nieuwe B.V. € 342.636 (2014) -/- € 9.027 (2014) Niet van toepassing.
77
PUBLIEK VERBONDEN PARTIJEN 1. Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen City Region Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Arnhem Nijmegen(in liquidatie) Vestigingsplaats Openbaar belang Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico Ontwikkelingen 2016
Arnhem Verbetering van het vestigingsklimaat voor inwoners en bedrijven in de Arnhem Nijmegen City Region. Gemeenten. Het Gemeenschappelijk Orgaan Nijmegen City Region kent een college van bestuur. De gemeente Westervoort heeft zitting in het algemeen bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijk orgaan op basis van inwoners. € 2.601.800 (2014) Stadsregio -/- € 1.221.618 (2014) Stadsregio € 26.652 algemene bijdrage gemeenschappelijk orgaan Kosten bij uittreding. De gemeenschappelijke regeling Stadsregio Arnhem Nijmegen is in liquidatie.De gemeenten uit de stadsregio zijn actief bezig geweest met het zoeken naar alternatieven. Dit heeft geresulteerd in een nieuw op te richten Gemeenschappelijk Orgaan Arnhem Nijmegen. en Stichting Economic Board Arnhem Nijmegen.
2. Gemeenschappelijke Regeling Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
Arnhem Samenwerking op het gebied van de regionale brandweertaken, ambulancevoorziening, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en collectieve preventieve gezondheidszorg ter realisering van deskundigheidsversterking en capaciteitsvergroting. Gemeenten. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden kent een dagelijks bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van inwonertal. Deelneming van 3 % in relatie tot de bijdrage. € 6.422.011 (2014) € 3.148.541 (2014) € 790.096 Brandweer & Rampenbestrijding € 192.966 Volksgezondheid Deelname brengt een financieel en bestuurlijk risico met zich mee. Slechte financiële resultaten zullen leiden tot tekorten en per definitie, indien niet voldoende bezuinigingen kunnen worden bereikt, tot een hogere bijdrage per inwoner.
78
3. Streekarchivariaat de Liemers en Doesburg Vestigingsplaats Openbaar belang Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico 4.
Zevenaar Het beheer van de archiefbescheiden en het bevorderen van publicaties over de streek de Liemers en Doesburg. Gemeenten Doesburg, Duiven, Montferland, Rijnwaarden, Westervoort, Zevenaar en provincie Gelderland. Het streekarchivariaat kent een dagelijks bestuur en een algemeen bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van inwonertal. Geen. €0 € 23.544 Er is geen financieel risico aanwezig.
Werkvoorzieningschap Midden Gelderland (Presikhaaf Bedrijven)
Vestigingsplaats Openbaar belang Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico Ontwikkelingen 2016
Arnhem Uitvoering van de Participatiewet. Gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar. De organisatie kent een algemeen Bestuur en een dagelijks Bestuur. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling. € 0 (2014) -/- € 9.974.000 (2014) € 2.604.700 (SW-gedeelte) € 380.000 (aanvulling tekort vanuit Participatiebudget) De deelnemende gemeenten zijn verantwoordelijk voor eventuele tekorten. Per 1 januari 2015 zijn de budgetten Wsw(zittend bestand Wsw), het budget voor de nieuwe doelgroep van de Participatiewet en de bestaande re-integratiemiddelen voor de huidige doelgroep samengevoegd tot 1 participatiebudget. Voor de komende jaren moeten we bijdragen in het exploitatietekort van Presikhaaf. De exploitatietekorten vanaf 2015 worden (gedeeltelijk) gedekt uit het participatiebudget. Door de invoering van de Participatiewet per 1 januari 2015 blijven er onzekerheden aanwezig over de financiële positie van Presikhaaf.
5. Gemeenschappelijke Regeling voor Onderwijszaken in de regio Arnhem (GRO) Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen
Arnhem De regeling is getroffen voor de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de Volwasseneneducatie, Leerplicht en Regionale Meld en Coordinatie(RMC)-taken. Het gemeenschappelijk orgaan heeft geen rechtspersoonlijkheid. De bevoegdheid om contracten te tekenen berust bij de afzonderlijke gemeenten. Gemeenten Arnhem, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Westervoort en Zevenaar.
79 Bestuurlijk belang
Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
De regeling kent een algemeen bestuur (de college’s van b&w van de deelnemende gemeenten) en een dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur bestaat uit de volgende 4 leden: gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar 1 lid, gemeenten Overbetuwe en Lingewaard 1 lid, gemeente Renkum, Rheden en Rozendaal 1 lid en 1 lid namens de gemeente Arnhem. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van inwonertal. n.v.t. n.v.t. € 1.000 onderwijszaken € 13.335 Regionaal Bureau Leerplicht Het GRO stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op, waarin jaarlijks de verschuldigde bijdragen per gemeenten zijn opgenomen. Gemeenteraden kunnen hierop hun commentaar geven. GS keuren de begroting goed. Het GRO kent een secretaris en een regionale regievoerder. De gemeente Arnhem draagt zorg voor de voorziening van dit personeel tegen vergoeding van de kosten. Het dagelijks bestuur van het GRO stelt taakomschrijvingen en instructies voor het personeel vast. Bij uittreding regelt het gemeenschappelijk orgaan, onder goedkeuring van Gedeputeerde Staten, de financiële en overige gevolgen van de uittreding.
6. Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking De Liemers Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen Bestuurlijk belang Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij
Financieel risico
Duiven Het doel van de Samenwerking De Liemers is het, met behoud van de bestuurlijke zelfstandigheid, vergroten van de gemeentelijke slagkracht door bundeling van ambtelijke expertise op strategisch, tactisch en operationeel niveau met als resultaat verhoogde kwaliteit, continuïteit en efficiëntie. De Samenwerking De Liemers verricht voor de gemeenten beleidsvoorbereidende en uitvoerende taken met betrekking tot de volgende taakvelden: RSD, RID, Inkoopsamenwerking en uitoefening van overige door de gemeenten overgedragen taken aan Samenwerking De Liemers. Gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar. De regeling kent een algemeen bestuur (de college’s van b&w van de 4 gemeenten), een dagelijks bestuur (één lid per gemeente) en een voorzitter (tweejarig wisselend). Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van gelijkheid, aantal klanten RSD en inwonertal. n.v.t. n.v.t. Bestuurskosten € 7.500 Centrale Inkoop € 34.000 RSD: minimabeleid € 38.060 BUIG € 4.025.160 Reintegratie € 122.707 Algemeen € 918.680 RID € 546.000 De deelnemende gemeenten zijn verantwoordelijk voor eventuele tekorten.
80
7. Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Regio Arnhem (ODRA) Vestigingsplaats Openbaar belang
Betrokkenen Bestuurlijk belang
Financieel belang Eigen vermogen Financieel resultaat Bijdrage van gemeente aan verbonden partij Financieel risico
Ontwikkelingen 2016
Arnhem Het doel van de Omgevingsdienst Regio Arnhem is om een hogere kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) te bereiken. Tevens wordt een goede samenwerking tussen de omgevingsdiensten in Gelderland beoogd. Gemeenten Arnhem, Doesburg, Duiven, Lingewaard, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Westervoort, Zevenaar en provincie Gelderland. Het algemeen bestuur (AB) bestaat uit de college’s van b&w van de 11 gemeenten en het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, waaronder de voorzitter. Het dagelijks bestuur (DB) bestaat, de voorzitter inbegrepen, uit de volgende 5 leden: Provincie Gelderland 1 lid, Gemeente Arnhem 1 lid, Gemeenten Lingewaard en Overbetuwe 1 lid, Gemeenten Doesburg, Renkum, Rheden en Rozendaal 1 lid en gemeenten Duiven, Rijnwaarden, Westervoort en Zevenaar 1 lid. Bijdrage aan gemeenschappelijke regeling op basis van de bij het openbaar lichaam ondergebrachte basistaken. € 1.405.000 (2014) € 539.000 (2014) € 72.440 De Odra stelt jaarlijks een ontwerpbegroting op. In de begroting wordt het door elk van de deelnemers over het desbetreffende jaar de verschuldigde bedragen opgenomen. Bij uittreding regelt het gemeenschappelijk orgaan de financiële gevolgen van de uittreding. Besloten is om de MRA-taken die nog niet door de ODRA worden uitgevoerd, met bijbehorende financiering, onder te brengen in de ODRA. Gepland was het proces van opheffen en liquidatie formeel op 31 december 2014 af te ronden, nadat het Algemeen Bestuur hierover een besluit heeft genomen. Deze datum is niet gehaald en zal naar eind 2015, begin 2016 verschuiven.
81
PARAGRAAF GRONDBELEID Algemeen Het grondbeleid omvat de activiteiten en calculaties voor de grondverwerving, -beheer en –uitgifte. Via grondbeleid kan een nadere invulling aan het uitvoeren van bepaalde programma’s worden gegeven. We denken dan aan groen, water, wonen, werken en recreëren. Tegelijkertijd kan het grondbeleid tot (extra) baten van de gemeente leiden, maar ook tot (extra) lasten. De eventuele baten, maar vooral de financiële risico’s van het grondbeleid, zijn van belang voor de financiële positie van de gemeente en voor de exploitatie zelf. De raad heeft op 16 maart 2009 de nota Grondbeleid vastgesteld. De hoofdlijnen van het grondbeleid De gemeente Westervoort voert bij de woon- en werklocaties een faciliterend grondbeleid. Op deze manier houdt de gemeente het meeste grip op de door haar gewenste ruimtelijke ontwikkelingen omdat de grondpositie over het algemeen niet bij de gemeente ligt. Hiervoor sluit zij exploitatieovereenkomsten af met derden. Het grondbeleid van de gemeente Westervoort is er op gericht om minimaal kostendekkend te zijn. Dit betekent dat alle exploitatiekosten ten minste door de uiteindelijke opbrengsten worden gedekt. Ten aanzien van de uitgifteprijzen hanteren we zoveel mogelijk marktconforme prijzen. Financiële positie Algemene reserve Voor de opvang van onvoorziene risico’s, die bij de uitvoering van de grondexploitatie voortvloeien, is de algemene reserve beschikbaar. Bij de bepaling van het minimumniveau van de algemene reserve is rekening gehouden met de risico’s van de grondexploitatie. Exploitaties Gronden in exploitatie 1.Gronden De Schans/Versteeg De boekwaarde van het plan bedraagt op 1-1-2016 naar schatting circa € 919.000. Het bestemmingsplan is eind 2010 onherroepelijk geworden, waardoor dit plan als een plan in exploitatie kan worden beschouwd. Het te bebouwen gebied is bouwrijp gemaakt en het openbare gebied inmiddels ook woonrijp. Het zuidelijk deel inclusief het inundatiekanaal, park Fort Geldersoord, is aangelegd. We hebben een omgevingsvergunning verleend aan de ontwikkelaar voor de 7 woningen aan de dijk en de 2 vrijstaande woningen aan Het Geerken. De eerste woning aan de dijk is verkocht. In 2013 is voor rekening en risico van de gemeente gestart met de bouw van een 2/1 kapwoning op de plek van de voormalige boerderij De Schans, dit is een voorwaarde voor de nog te ontvangen verzekeringsgelden. Verder is in 2014 voor rekening en risico van de gemeente begonnen met de bouw van drie ‘schuurwoningen’. Alle vijf woningen zijn inmiddels gebouwd en overgedragen aan de kopers. De ontwikkelaar heeft nu 10 woningen gebouwd en is bezig met de bouw van 11 woningen. Verder worden op dit moment 3 vrijstaande woningen ‘achter de dijk’ gerealiseerd. Gronden niet in exploitatie 1. Kavel Steenderens De oppervlakte van het terrein is 1.875 m2. In 2011 zijn de noodlokalen op het terrein opgeruimd en verkocht en is er een aantal plannen gemaakt voor de invulling van het terrein. In 2012 is besloten om voorlopig op dit terrein niet te bouwen gezien de situatie op de woningmarkt. Er rust derhalve nog een onderwijsbestemming op de gronden. Gezien de huidige vraagprijzen voor bouwgrond en de bebouwingsmogelijkheden ter plaatste is hier geen financieel risico te verwachten. Boekwaarde bedraagt op 1-1-2016 naar schatting circa € 144.000 Per m2 is dat € 76,80 (2015 € 75,31).
82 2. Gronden ‘Goris’ De gronden zijn gelegen aan de noordkant van de Hamersestraat/Rivierweg en hebben op dit moment geen bestemming. Bij eventuele uitbreiding aan de noordkant kunnen deze gronden gebruikt worden. De gronden worden van jaar tot jaar verhuurd voor circa € 1.500. De boekwaarde bedraagt per 1-1-2016 naar schatting circa € 169.000 voor 36.210 m2. Per m2 is dit € 4,66 (2015: € 4,64). Gezien de boekwaarde is er geen financieel risico te verwachten. 3. Grond ’t Kasteeltje Aan de zijkant van ‘t Kasteeltje ligt nog een strook grond van ca. 3.000 m2. De boekwaarde van deze grond bedraagt op 1-1-2016 naar schatting circa € 15.000. Per m2 is dit € 5,00 (2015: € 5,00). Aan de grond is nog geen bestemming gegeven. De waarde van de grond is in 2012 afgewaardeerd op basis van landbouwgrond.
83
PARAGRAAF LOKALE HEFFINGEN Binnen de gemeente Westervoort wordt een aantal lokale heffingen geheven. Aan elke heffing ligt een verordening ten grondslag. Aanwezige verordeningen: Verordening onroerende zaakbelastingen; Verordening reinigingsrechten; Verordening rioolheffing; Verordening afvalstoffenheffing; Verordening hondenbelasting; Legesverordening; Verordening lijkbezorgingsrechten; Verordening marktgeld. Uitgangspunten tariefbeleid De ramingen van de opbrengsten van belastingen en tarieven zijn in de productenraming gebaseerd op de tarieven 2015, de besluitvorming uit de programmabegroting 2015 en de voorjaarsnota 2015. Voor de afvalstoffenheffing en reinigingsrechten, de rioolheffing en de leges streven we kostendekkende tarieven na. OZB Er bestaat een relatie tussen de OZB en de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. De Financiële verhoudingswet regelt onder meer de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over gemeenten. De algemene uitkering wordt over de gemeenten verdeeld met behulp van verdeelmaatstaven die verschillen in kosten weerspiegelen, maar ook verschillen in belastingcapaciteit. De belastingcapaciteit is een afgeleide van de waarde van onroerende zaken. Gemeenten met veel waardevol onroerend goed ontvangen een lagere uitkering dan soortgelijke gemeenten met minder waardevol onroerend goed. Van de waarde van woningen wordt 80% meegerekend, van de waarde van niet-woningen 70%. Hierop wordt het zogenaamde rekentarief toegepast. Het resulterende bedrag wordt gekort op de algemene uitkering van de betreffende gemeente. Onderstaand een overzicht van de voorlopige tarieven 2016. De tarieven 2016 zijn inclusief de voorlopige verhoging van 1% op grond van de daling van de totale waarde van het woningenbestand en 5% stijging in verband met de dalingen van de waarde van het niet-woningenbestand. Eigenaren woningen 2011 2012 2013 2014 2015 2016
0,1377% 0,1422% 0,1496% 0,1686% 0,1770% 0,1787%
Eigenaren niet-woningen 0,1667% 0,1724% 0,1776% 0,1966% 0,2084 % 0,2188%
Gebruikers niet-woningen 0,1322% 0,1367% 0,1408% 0,1559% 0,1653% 0,1735%
Rioolheffing Het GRP is eind 2012 vastgesteld. Voor 2016 is het tarief voorlopig bepaald op € 215,00.
84 Afvalstoffenheffing De tarieven voor 2016 zijn op basis van de voorlopige productenraming als volgt berekend: 2015 2016 Vastrecht € 154,00 € 154,00 Per lediging 240 liter rest € 9,10 € 8,80 Per lediging 140 liter rest € 7,20 € 7,05 Verzamelcontainer meerpersoons Verzamelcontainer alleenwonend
€ €
242,00 181,00
€ €
242,00 181,00
Bij gebruik van een ondergrondse container bedragen de tarieven: Belasting per perceel € 154,00 Kosten per registratie/vuilniszak € 1,20 Voor 2016 is er nog geen sprake van een inflatiecorrectie. De tarieven kunnen omlaag als gevolg van een nieuwe aanbesteding voor het ophalen van het huisvuil etc. Reinigingsrechten De tarieven voor 2016 zijn op basis van de productenraming voorlopig als volgt berekend: Vastrecht
2015 € 154,00
2016 € 154,00
Hondenbelasting De belasting wordt geheven op basis van het aantal honden dat wordt gehouden. De gemeente Westervoort heeft een uitzondering gemaakt voor blindengeleidehonden, honden die aan een gehandicapte ten dienste zijn gesteld ter bevordering van de zelfstandige deelname aan het maatschappelijk verkeer, asielhouders en honden jonger dan drie maanden die nog bij de moederhond verblijven. De gemeente Westervoort heeft de tarieven op basis van de evaluatie van het hondenbeleid aangepast. Het tarief voor de eerste hond blijft gelijk € 84,65 en daar komt bij € 124,25 (voor de tweede hond en volgende honden). Het oude tarief voor de derde hond is vervallen. Voor kennelhouders, geregistreerd bij de raad van beheer op kynologisch gebied, geldt een vast tarief van € 208,90. Lijkbezorgingsrechten Op grond van de verordening Lijkbezorgingsrechten heffen we voor de algemene begraafplaats rechten voor graven, urnenkelders en –muren en voor het verstrooien van de as. Voor 2016 blijven de tarieven gelijk. Marktgelden Het marktgeld wordt geheven van degene die de goederen of koopwaren uitstalt. Het tarief berekenen we aan de hand van het aantal ingenomen strekkende meters en blijft voor 2016 gelijk aan het tarief van 2015. Leges Onder de naam leges heffen we rechten over het door de gemeente verlenen van diensten, bedoeld in deze verordening en in de daarbij behorende tabel. De tarieven blijven gelijk behoudens de wettelijke aanpassingen. Kwijtscheldingsbeleid Kwijtschelding voeren we uit op grond van de Invorderingswet 1990 en de richtlijnen die behoren bij het verlenen van kwijtschelding. Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van een gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de geheven belasting. Voor wat betreft Diftar is het zo dat nadere regels met betrekking tot kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing zijn gesteld. Kwijtschelding kan worden verkregen tot het maximum van het vooraf bepaalde gemiddeld aantal ledigingen in dat jaar. Voor 2015 is dit 8 ledigingen voor de grijze container en 24 aanbiedingen voor de ondergrondse container. Voor 2016 blijft dit ongewijzigd. Ook kan kwijtschelding voor het houden van een eerste hond worden
85 aangevraagd. Naar verwachting zullen in 2016 ongeveer 425 (in 2015: 425) aanslagen voor (gedeeltelijke) kwijtschelding in aanmerking komen. Precariorechten 2016 Het tarief voor de precarioheffing voor 2016 kan gelijk blijven aan dat van 2015, Op basis van de in het verleden afgesloten contracten kan in 2015 alleen een aanslag opgelegd worden aan de beheerder van het gaswerknet in Westervoort. Onderzocht wordt of huidige contracten kunnen worden opgezegd om de mogelijkheid te bieden om meer netwerkbeheerders aan te slaan. Totaaloverzicht inkomsten lokale heffingen
Soort heffing/belasting Werkelijk Raming Raming bedragen * € 1.000 2014 2015 2016 Onroerende-zaakbelasting 2.353 2.376 2.380 Hondenbelasting 119 125 125 Rioolheffing 1.460 1.459 1.459 Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht 1.380 1.411 1.393 Bouwleges 93 80 80 Precariorechten 0 140 140 Marktgelden 8 12 12 Begraafrechten 25 56 56 5.438 5.659 5.645 Totaal Lastendruk In het onderstaande overzicht zetten we de voornaamste lasten voor een gemiddeld huishouden in het jaar 2016 op een rij, waarbij de procentuele stijging of daling ten opzichte van het jaar 2014 is weergegeven. Aannames: Waarde woning per 1 januari 2016: € 174.700 (prognose) Waarde woning per 1 januari 2015: € 176.500 (prognose) Waarde woning per 1 januari 2014: € 185.725 Waarde woning per 1 januari 2013: € 195.500 Waarde woning per 1 januari 2012: € 203.600 Aantal containerledigingen (grijs resp.groen): 13/6 (2013) 10/0 (2014) en 8/0 (2015 en 2016)
Eigenaren woningen: Ontwikkeling lastendruk OZB eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totaal
2014 312 257 215 784
2015 312 227 215 754
2016 In% (tov 2014) 312 0,00% 224 -1,32% 215 0,00% 751 -0,40%
Huurders woningen: Ontwikkeling lastendruk Afvalstoffenheffing Totaal
2014 257 257
2015 227 227
2016 In% (tov 2014) 224 -1,32% 224 -1,32%
86
Vergelijking lastendruk met gemeenten binnen Gelderland:
Vergelijking lastendruk binnen Gelderland
2013
2014
2015
342 334 382
346 341 387
340 355 396
Lastendruk per inwoner*
Gemeente Westervoort Liemerse Gemeenten Gelderland
Bron: Databank financiële gegevens Provincie Gelderland *Bij de bepaling van de lastendruk per inwoner wordt door de provincie gekeken naar de onroerende zaakbelastingen voor eigenaren woningen, de afvalstoffenheffing en het rioolheffing. Daarbij wordt overigens van andere eenheden uitgegaan dan onze eigen berekening die ervoor staat!!
87
NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN
88
INLEIDING De belangrijkste doelstelling van deze notitie is het (continu) herijken van de fondsen binnen de gemeente Westervoort. De notitie moet de uitgangspunten voor het vormen van reserves en voorzieningen helder maken, het formele onderscheid tussen de verschillende fondsen nog weer eens scherp trekken en bevoegdheden waar nodig opnieuw definiëren. Zoals voorgaand jaar hebben we nu ook de reserves en voorzieningen doorgelicht om te kijken of ze nog voldoen aan het doel waarvoor ze zijn gevormd. Van belang is dat in een raadsbesluit – hetzij afzonderlijk, hetzij binnen het kader van een nota reserve en voorzieningen – duidelijk het doel en wijze van aanwending wordt vastgelegd. Een periodieke herziening van het aantal en omvang van de reserves en voorzieningen is zowel vanuit bestuurlijk als vanuit bedrijfseconomisch oogpunt bezien noodzakelijk. Aangezien de omstandigheden voortdurend wijzigen moet het reserve- en voorzieningenbeleid regelmatig aan die gewijzigde omstandigheden worden getoetst en eventueel aangepast. Dit behoort door het bestuur in casu de gemeenteraad te gebeuren, aangezien het bij reserves en voorzieningen (grotendeels) gaat om het bestemmen van vrij besteedbaar vermogen. Hiermee wordt optimaal inhoud gegeven aan het budgetrecht van de gemeenteraad. In deze notitie bespreken we alle reserves en voorzieningen zoals deze voorkomen in de begroting 2016. We geven aan wat het verwachte saldo per 1 januari 2016 van elke reserve of voorziening is. Ook blijkt of claims rusten op de reserve of de voorziening en welk bedrag nog vrij besteedbaar is. In het eerste hoofdstuk behandelen we algemene zaken die te maken hebben met reserves en voorzieningen. De reserves bespreken we in hoofdstuk 2 en de voorzieningen in hoofdstuk 3.
89 1. ALGEMEEN In dit hoofdstuk wordt aangegeven: wat verstaan we onder een reserve; wat is een voorziening; nadere toelichting van het begrip bespaarde rente. WAT ZIJN RESERVES? In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) 2004 (art. 42/43) worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als Eigen Vermogen zijn aan te merken en die bedrijfseconomisch gezien vrij zijn te besteden. De reserves worden onderscheiden in een algemene reserve en bestemmingsreserves. Indien door de raad aan reserves een bepaalde bestemming is gegeven om bepaalde doelen te kunnen realiseren, spreken we van bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves hebben een meer expliciet karakter, omdat de instelling ervan bewust is genomen. De bestemmingsreserves worden tot het eigen vermogen gerekend omdat deze reserves bij een heroverweging van beleid een andere bestemming kunnen krijgen dan wel aan de algemene reserve kunnen worden toegevoegd. Het is daarom zinvol om regelmatig de bestemming van de reserves te toetsen aan de werkelijkheid, zodat bij een integrale afweging de bestemming van een reserve eventueel kan worden gewijzigd of aan de algemene reserve kan worden toegevoegd. WAT ZIJN VOORZIENINGEN? Voorzieningen zijn fondsen voor concrete verplichtingen. Beschikking erover kan alleen plaatsvinden voor het doel of risico waarvoor ze zijn ingesteld. Bij voorzieningen gaat het min of meer om onzekere verplichtingen die te zijner tijd tot schulden kunnen leiden. Artikel 44 van het BBV geeft aan dat voorzieningen worden gevormd wegens: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar redelijkerwijs is in te schatten; bestaande risico´s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van de lasten over een aantal begrotingsjaren. Volgens de voorschriften moet dus een voorziening worden opgenomen als er sprake is van een te kwantificeren financiële verplichting, verlies of risico. De omvang moet wel redelijkerwijs geschat kunnen worden en er moet een oorzakelijk verband bestaan met het lopend jaar of een voorgaand jaar. De voorziening mag dus niet kleiner, maar ook niet groter zijn dan de verplichting, verlies of risico. Een voorziening heeft het karakter van Vreemd Vermogen, namelijk een schuld in de toekomst met een oorzakelijke relatie tot het heden. Als het risico niet kwantificeerbaar is, zal het risico opgenomen moeten worden in de Risicoparagraaf bij de begroting. BESPAARDE RENTE De reserves en voorzieningen van de gemeente Westervoort gebruiken we als zogenaamd intern financieringsmiddel (= eigen financieringsmiddel). Dat betekent dat met deze middelen allerlei uitgaven en investeringen worden gefinancierd. Als deze interne financieringsmiddelen niet voorhanden zouden zijn, dan zou de gemeente voor haar totale financieringsbehoefte aangewezen zijn op het aantrekken van vreemd vermogen (langlopende geldleningen en kasgeldleningen). Dit wil zeggen dat de gemeente Westervoort voor al haar investeringen geld zou moeten lenen bij derden waarover rente verschuldigd zou zijn. Deze rente besparen we nu door interne financiering. De bespaarde rente komt tot uitdrukking in een rentetoerekening (fictieve rentelast). Dit percentage kan bestaan uit een inflatierente (koopkrachtbehoud) en/of een marktrente (koopkrachtverbetering). De rentelast die ontstaat, rekenen we uiteindelijk toe aan de
90 producten. Tegenover de rentelast staat een even grote fictieve rentebaat. Voor de bestemming van deze rentebaat bestaan de volgende mogelijkheden: de rente schrijven we bij op het saldo van de reserve; de rente brengen we ten gunste van de exploitatie. Rentetoerekening aan reserves is dus, zoals eerder is aangegeven, toegestaan. Door de rente toe te voegen aan de reserve handhaaft men de koopkracht van de reserve. Aan voorzieningen mag geen rente toegevoegd worden. Het toevoegen van rente is immers niet nodig, omdat de omvang van de voorzieningen altijd even groot moet zijn als de hoogte van de verplichtingen, verliezen of risico´s. De koopkracht van bijvoorbeeld onderhoudsvoorzieningen houden we op peil door het aanpassen van de jaarlijkse dotaties uit de exploitatie aan het inflatiepercentage. Als we de rente ten gunste van de exploitatie (gewone dienst) laten komen, creëren we ruimte in de begroting. Wel is een aantal aandachtspunten te noemen als de bespaarde rente als dekkingsmiddel fungeert: bij aanwending van de reserve (anders dan extra afschrijvingen) ontstaat er een gat in de begroting. Op het moment dat de reserve voor structurele of incidentele uitgaven wordt besteed ontstaat een dekkingsprobleem. Er is dan geen bespaarde rente meer aanwezig. Tot het bedrag dat over de reserves en voorzieningen wordt beschikt, vervallen de eigen financieringsmiddelen en moeten deze vervangen worden door vreemde financieringsmiddelen (geldleningen). Vreemde financieringsmiddelen kosten altijd geld, er moet immers rente betaald worden aan de geldschieters. Aangezien wij het inflatiepercentage als rente aan de reserves toevoegen en de vreemde financieringsmiddelen een hoger rentepercentage kennen, zal dit bij beschikking over de reserves leiden tot hogere rentelasten in de exploitatie. In 2015 voegen we 2% inflatie toe als rentetoerekening aan reserves; de koopkracht van de reserves wordt aangetast. De rente van de hierna genoemde reserves voegen we toe aan de desbetreffende reserve: reserve Afschrijvingslasten gemeentehuis; De bespaarde rente voegen we niet toe aan de overige reserves en voorzieningen. SPELREGELS RESERVES EN VOORZIENINGEN Over het instellen en aanwenden van reserves en voorzieningen moeten we een aantal gedragslijnen en spelregels formuleren. Deze gedragslijnen en spelregels zijn een concrete vertaling van het beleid dat we willen voeren voor reserves en voorzieningen en hieraan gerelateerde onderwerpen. Het gaat om de volgende punten: vorming van reserves en voorzieningen vindt plaats met expliciete toestemming van de raad. Door middel van het strengere onderscheid resultaatbepaling- en resultaatbestemming is dit gewaarborgd; vorming van reserves vindt niet zondermeer plaats via onderuitputting op specifieke begrotingskosten en –opbrengsten; bestemmingsreserves en voorzieningen worden jaarlijks geëvalueerd. Dat betekent dat reserves en voorzieningen met een specifiek doel of een concrete aflooptermijn voor heroverweging wordt voorgelegd als de geplande realisatie uitblijft; voor alle ingestelde onderhoudsvoorzieningen moeten beheersplannen aanwezig zijn. Deze beheersplannen moeten eens per vijf jaar worden geëvalueerd. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de budgethouder van de afdeling waar de voorziening is ingesteld; reserves kunnen niet aangewend worden ter dekking van investeringen waarvan de prestaties aan meerdere jaren kunnen worden toegeschreven, tenzij de investering niet vervangen hoeft te worden of er tegelijkertijd stortingen plaatsvinden die de vervanging op termijn kunnen bekostigen. Zij kunnen echter wel dienen ter dekking van de kapitaallasten voortvloeiende uit investeringen. Een voorbeeld hiervan in onze situatie betreft de reserve Afschrijvingslasten stationsomgeving; verrekeningen met bestemmingsreserves ten gunste van respectievelijk ten laste van de exploitatie vinden uitsluitend plaats door resultaatbestemming;
91
aanwending van een (bestemmings)reserve geschiedt door een raadsbesluit waarin de hoogte van de onttrekking alsmede de uiteindelijke planvorming zijn aangegeven.
Indeling reserves en voorzieningen naar programma´s Naast de voorgeschreven indeling op grond van het BBV (reserves versus voorzieningen, alsmede differentiatie binnen de voorzieningen naar aard ervan) zijn de reserves respectievelijk voorzieningen per programma weergegeven in het Programmaplan. 2. RESERVES In dit hoofdstuk beschrijven we de huidige reserves. De genoemde saldi betreffen de stand per 1 januari 2016, inclusief geraamde mutaties 2016. Deze mutaties betreffen: nog lopende verplichtingen van eerdere jaren; geraamde beschikkingen over de reserves (of stortingen in de reserves) door de vastgestelde begroting 2015 en eventuele wijzigingen hierop. Algemene reserve Geschatte stand per 1 januari 2016
€ 3.422.000
Doel
Reserve voor echt onvoorziene uitgaven en het afdekken van risico’s.
Rentetoerekening/bestemming
Aan de algemene reserve wordt geen rente toegevoegd.
Toekomstige stortingen/onttrekkingen
De saldi van de jaarrekeningen zullen met deze reserve worden geëgaliseerd.
92 Bestemmingsreserves In bijgaand overzicht geven we de aanwezige bestemmingsreserves weer. Saldo 31-12-2015
Toev
Aanw
Saldo
2016
2016
31-12-2016
BESTEMMINGSRESERVES Overige bestemmingsreserves 1 AANPASSING ZUIDELIJKE PARALLELWEG-LIEMERSALLEE 2 AANPASSING DORPSTRAAT-HAMERSESTRAAT
600
600
1.700
3 AFSCHRIJVINGSLASTEN GEM.HUIS
36
4 UITVOERING WMO
31
1
0-
1.700
0
17
20 31
5 ABRI'S EN PLATTEGRONDKASTEN
3
3
6 HANDHAVINGSKOSTEN BOUWEN
35
35
7 RISICOINVENTARISATIE
12
12
8 ARMOEDEBELEID
30
9 AFSCHR LASTEN ELECTROCAR
14
10 KUNST
68
11 AFVALFONDS
74
12 REVITALISERING AMBACHT
10
13 OPLEIDINGEN EN EXCURSIE RAAD 14 WWB 15 ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID 16 KAPITAALLASTEN INVESTERINGEN 17 REKENKAMER 18 COMBINATIEFUNCTIES 19 KAPITAALLASTEN VERVANGINGSINVESTERINEN WEGEN 20 RECREATIE
30 2
12 68 74
10
0
1
1
15
15
12
12
1.083
119
8
8
41 436
964
41 38
0474
10
10
21 ONDERHOUD WEGEN
137
290
290
137
22 ONDERHOUD GEBOUWEN
167
70
122
115
23 ONDERHOUD VERLICHTING Totaal overige bestemmingsreserves
55 4.579
55 399
2.901
2.077
Toelichtingen per reserve 1. Bij vaststelling van het maatregelenpakket met betrekking tot het verkeersplan is besloten deze reserve te besteden voor de aanpassing van Zuidelijke ParallelwegLiemersallee. 2. Bij vaststelling van het maatregelenpakket met betrekking tot het verkeersplan is besloten deze reserve te besteden voor de aanpassing van Dorpstraat-Hamersestraat. 3. Deze reserve dient ter dekking van de kapitaallasten die voortvloeien uit een deel van de aanpassing van het gemeentehuis in 2003 en 2004. 4. Deze reserve dient om incidentele tegenvallers op het vlak van de diverse Wmo (gerelateerde) voorzieningen/uitgaven op te vangen. 5. Voor incidentele grote uitgaven door vervangingen en vandalisme aan deze objecten hebben we een reserve gevormd. 6. Bij vaststelling van de rekening 2006 is besloten om deze reserve te vormen voor de in de toekomst te maken kosten van handhaving bij grotere incidentele bouwprojecten. 7. Bij vaststelling van de begroting 2007 is besloten om jaarlijks een bedrag in deze reserve te storten om de periodieke inventarisatie te kunnen bekostigen. 8. De in de algemene uitkering incidenteel ontvangen gelden zijn in een reserve gestort. Van hieruit worden concrete maatregelen tegen armoedebestrijding extra gedekt. 9. Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2008 is besloten om uit het aanbestedingsvoordeel deze reserve te vormen. Het dient ter dekking van de afschrijvingslasten van de electrocar.
93 10. Het doel van de reserve is de kosten van eenmalige duurdere investeringen en activiteiten af te dekken. Bij vaststelling van de kunstnota in 2012 is tevens besloten om bij toekomstige kapitaalwerken een vast percentage van de investeringssom toe te voegen aan deze reserve. 11. Bij vaststelling van de jaarstukken 2009 is besloten om de hiervoor in voorgaande jaren ontvangen vergoedingen te reserveren. De reserve kunnen we aanspreken om het tarief voor de afvalstoffenheffing, indien gewenst, te verlagen of om niet ingeschatte kosten incidenteel af te dekken. Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2015 is tevens besloten om de lagere kosten voor de inzameling van huishoudelijk afval voor de periode juli tot en met december 2015 aan deze reserve toe te voegen. 12. Bij vaststelling van de voorjaarsnota 2012 is besloten om hiervoor een reserve te vormen. 13. Niet bestede middelen in het verleden zijn eenmalig gereserveerd. 14. Voor de inzet van extra middelen op het vlak van arbeidsparticipatie is uit het incidentele voordeel over 2009 een reserve gevormd. 15. Bij vaststelling van de jaarrekening 2010 is besloten om het restant van de middelen uit de periode 2006-2010 te reserveren. Het restant van de middelen zal in de komende jaren voor dit beleidsterrein worden ingezet. 16. Bij het vaststellen van de voorjaarsnota 2011 is ingestemd met het bezuinigingsvoorstel tot vorming van de reserve ter dekking van kapitaallasten voor eenmalige investeringen. 17. Bij vaststelling van de voorjaarsnota heeft uw raad besloten om een reserve te vormen om toekomstige kosten voor de rekenkamerfunctie te kunnen dekken. 18. Vanaf 2011 worden via de algemene uitkering middelen voor de zogeheten combinatiefuncties ontvangen. Bij vaststelling van de najaarsnota 2011 is besloten om een bedrag te reserveren. 19. Bij vaststelling van het nieuwe verhardingenplan in 2010 is besloten om een reserve te vormen voor de opvang van kapitaallasten van vervangingsinvesteringen. 20. Door de ontmanteling van het recreatieschap is een eenmalig bedrag ontvangen. In afwachting van nog nader te ontwikkelen beleid op dit vlak is dit geld gereserveerd. 21. Bij vaststelling van de jaarstukken 2014 is de voormalige voorziening omgevormd tot een reserve. Deze reserve dient om schommelingen in het jaarlijkse uitgavenpatroon op te kunnen vangen. 22. Bij vaststelling van de jaarstukken 2014 is de voormalige voorziening omgevormd tot een reserve. Deze reserve dient om schommelingen in het jaarlijkse uitgavenpatroon op te kunnen vangen. 23. Bij vaststelling van de jaarstukken 2014 is de voormalige voorziening omgevormd tot een reserve. Deze reserve dient om schommelingen in het jaarlijkse uitgavenpatroon op te kunnen vangen. 3. VOORZIENINGEN De voorzieningen rangschikken we als volgt: 1. voor verplichtingen, verliezen en risico´s; 2. van derden verkregen middelen met specifieke besteding. Ad 1 Voor verplichtingen, verliezen en risico´s Saldo 31-12-2015
Toev
Aanw
2016
2016
Saldo 31-12-2016
VOORZIENINGEN Voor verplichtingen, verliezen en risico's 1 PENSIOENOVERDR WETHOUDERS 2 WACHTGELDVERPLICHTINGEN BESTUUR 3 WACHTGELDVERPLICHTINGEN MUZIEKONDERW.
278
278
50
25
46 374
-
25
23
23
48
326
Toelichtingen per voorziening: 1. Deze voorziening betreft overdragen pensioenen van wethouders.
94 2. Deze voorziening betreft wachtgeldverplichtingen voor (voormalige) bestuurders. 3. Deze voorziening betreft wachtgeldverplichtingen voor een docent die in het verleden muziekonderwijs voor kinderen uit Westervoort verzorgde. Ad 2 Van derden verkregen middelen met specifieke besteding Saldo 31-12-2015
Toev
Aanw
2016
2016
Saldo 31-12-2016
VOORZIENINGEN Van derden verkregen middelen met specifieke besteding 4 TARIEFSEGALISATIE RIOLERING
474
74
548
Toelichtingen per voorziening: 4. Bij het vaststellen van de voorjaarsnota 2013 is besloten om een reserve te vormen om verschillen tussen de geraamde en de werkelijke baten en lasten in verband met de rioolheffing te egaliseren, zodat de burger nooit meer te veel of te weinig betaald. Op grond van de jongste boekhoudvoorschriften dient deze pot met geld met ingang van 2014 gerangschikt te worden onder de voorzieningen.
95
BIJLAGE 1: MEERJARIG INVESTERINGSOVERZICHT
I. BESTAAND BELEID & VERVANGINGSINVESTERINGEN De financiele consequenties van onderstaande investeringen zijn reeds in de productenraming opgenomen
Onderwerp Programma wonen en woonomgeving Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting Rehabilitaties wegen* Groenbeheerplan ; renovaties Civiele kunstwerken Vervanging speeltoestellen Programma verkeer en vervoer Fietspadenplan (jaarlijkse investering) Programma milieu en water Jaarschijven uit GRP 2013-2017 Auto milieuwacht Ondergrondse containers hoogbouw Programma cultuur, sport en recreatie Electrokasten kermis Programma algemene dekkingsmiddelen Verbouwing gemeentehuis Vervanging bedrijfsmiddelen Meubilair Peugeot Partner openbare werken Inrichting raadszaal excl vloerbedekking TOTAAL INVESTERINGEN
Investeringsbedrag 2016 2017
2018
2019
Separate besluitvorming gedaan bij:
64.500 pm 23.008 57.750 56.000
64.500 pm 40.541
17.443
56.000
56.000
64.500 Programmabegroting 2011 Raad 13-12-2010 & Voorjaarsnota 2011 48.997 Voorjaarsnota 2011 Voorjaarsnota 2011 (=vervangingsinvestering) 56.000 =vervangingsinvestering
70.000
70.000
70.000
70.000 Programmabegroting 2005
887.000 26.000
236.000
241.000
64.500
22.000
20.000
=vervangingsinvestering
390.000 53.750 34.000 1.682.008
230.000 Raad 10-12-2012 =vervangingsinvestering Voorjaarsnota 2014 & vervangingsinvestering
Voorjaarsnota 2015 72.050
32.000
45.000 584.091
502.943
16.900 =vervangingsinvestering =vervangingsinvestering =vervangingsinvestering 486.397
* Kredieten rehabilitaties jaarlijks bezien in relatie tot financiele mogelijkheden. Nieuw plan hierover wordt begin 2016 separaat voorgelegd.
96
BIJLAGE 2: LIJST PROGRAMMA’S EN PRODUCTEN 001.01 002.01 002.02 002.06 003.01 003.06 005.01 006.01
Programma Burgers, Bestuur en Dienstverlening Bestuursorganen Bestuursondersteuning college B&W Communicatie Gebiedsgericht werken Producten Publiekszaken Verkiezingen Regionale samenwerking Bestuursondersteuning raad en rekenkamer
120.01 140.01
Programma Veiligheid Brandweer en rampenbestrijding Overige beschermende maatregelen
210.01 560.01 580.01 810.01 820.01 822.01 830.01
Programma Wonen en Woonomgeving Wegen Groen en onderhoud waterpartijen Speelplaatsen en trapveldjes Bestemmingsplannen Sociale woningbouw Volkshuisvesting, bouwzaken Bouwgrondexploitatie
211.01 212.01 214.01
Programma Verkeer en Vervoer Verkeer Openbaar vervoer Parkeren
420.01 480.01 630.01 650.01
Programma Jeugd en Onderwijs Basisonderwijs Gemeenschappelijke lasten en baten van het onderwijs Jeugd- en jongerenwerk Peuterspeelzalen en kinderopvang
721.01 721.02 722.01 723.01 724.01 725.01 726.01
Programma Milieu en water Afvalverwijdering Perceptiekosten Riolering en waterzuivering Milieu Lijkbezorging Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten Rioolheffing
614.01 620.01 620.03 621.03 630.02 661.01 662.01 663.01 667.01 670.01
Programma Welzijn, Zorg en Volksgezondheid* Minimabeleid Ouderenzorg en beleid Algemeen maatschappelijk werk Vreemdelingen Sociaal culturele accommodaties Maatwerkvoorzieningen natura Wmo materieel Maatwerkvoorzieningen natura Wmo immaterieel Opvang en beschermd wonen Wmo Eigen bijdragen maatwerkvoorzieningen en opvang Wmo Algemene voorzieningen Wmo en jeugd
97 671.01 672.01 677.01 682.01 683.01 687.01 714.01 923.01
Eerstelijnsloket Wmo en jeugd PGB Wmo en jeugd Eigen bijdragen algemene voorzieningen Wmo en jeugd Individuele voorzieningen Natura Jeugd Veiligheid, jeugdreclassering en opvang Jeugd Ouderbijdragen individuele voorzieningen en opvang Jeugd Basisgezondheidszorg Uitkering deelfonds Sociaal Domein
510.01 530.01 530.02 531.01 560.04 560.05
Programma Cultuur, Sport en Recreatie Kunst, cultuur en ontwikkelingswerk Binnensport Buitensport niet groen Buitensport groen Openluchtrecreatie Kermis
310.01 311.01 330.01 610.02 610.03 611.01 623.01 923.01
Programma Werk, Inkomen en Economie* Handel en ambacht Markt Nutsbedrijven Wet BUIG Overige bijstandsverlening Sociale werkvoorziening Participatiewet Uitkering deelfonds Sociaal Domein
911.01 921.01 922.01 930.01 937.01 939.01 940.01 960.01 970.01 980.01 990.01
Algemene dekkingsmiddelen Geldleningen en dividenden Algemene uitkering Algemene lasten en baten Uitvoering Wet WOZ en OZB Baten hondenbelasting Precariorechten Perceptiekosten belastingen Saldo kostenplaatsen Saldo rekening van baten en lasten voor bestemming Reserves en voorzieningen Saldo rekening van baten en lasten na bestemming
* hierin zijn de nieuwe functies m.b.t. het Sociaal Domein opgenomen conform de wijzigingen zoals gepresenteerd in de meicirculaire 2014.
98
BIJLAGE 3: MEERJARIG OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN De diverse toevoegingen en onttrekkingen zijn op basis van besluitvorming dan wel op basis van schatting van het moment waarop een reserve wordt aangewend. Uiteindelijke planvorming bepaalt het definitieve moment van mutatie. Saldo 31-12-2015
Saldo
Toev
Aanw
2016
2016
31-12-2016
Toev
Aanw
2017
2017
Saldo 31-12-2017
BESTEMMINGSRESERVES Overige bestemmingsreserves AANPASSING ZUIDELIJKE PARALLELWEG-LIEMERSALLEE AANPASSING DORPSTRAAT-HAMERSESTRAAT
600
600
0-
1.700
1.700
0
17
20
AFSCHRIJVINGSLASTEN GEM.HUIS
36
UITVOERING WMO
31
1
00 0
20
31
31
ABRI'S EN PLATTEGRONDKASTEN
3
3
3
HANDHAVINGSKOSTEN BOUWEN
35
35
35
RISICOINVENTARISATIE
12
12
12
ARMOEDEBELEID
30
30
30
AFSCHR LASTEN ELECTROCAR
14
KUNST
68
AFVALFONDS
74
REVITALISERING AMBACHT
10
ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID KAPITAALLASTEN INVESTERINGEN
68
74
74
0
0
10
1
1
15
15
15
119
436
845 8
8
0-
0-
41
474
474
38
10
10
10
RECREATIE
119
964
8 41
COMBINATIEFUNCTIES
12
12
12 1.083
REKENKAMER
KAPITAALLASTEN VERVANGINGSINVESTERINEN WEGEN
68
1
OPLEIDINGEN EN EXCURSIE RAAD WWB
10
2
12
2
ONDERHOUD WEGEN
137
290
290
137
290
290
137
ONDERHOUD GEBOUWEN
167
70
122
115
70
35
150 55
55
55
ONDERHOUD VERLICHTING Totaal overige bestemmingsreserves
4.579
399
2.901
2.077
360
466
1.971
Totaal bestemmingsreserves
4.579
399
2.901
2.077
360
466
1.971
Totaal reserves
8.491
Saldo 31-12-2015
399
3.391
Toev
Aanw
2016
2016
5.499
Saldo 31-12-2016
360
466
Toev
Aanw
2017
2017
5.393
Saldo 31-12-2017
VOORZIENINGEN Voor verplichtingen, verliezen en risico's PENSIOENOVERDR WETHOUDERS
278
278
278
WACHTGELDVERPLICHTINGEN BESTUUR
50
25
25
25
WACHTGELDVERPLICHTINGEN MUZIEKONDERW.
46
23
23
23
48
326
374
-
48
-
00278
Van derden verkregen middelen met specifieke besteding TARIEFSEGALISATIE RIOLERING Totaal voorzieningen
474 848
548
74 74
48
874
578
30 30
48
856
99
Toev
Aanw
2018
2018
Saldo 31-12-2018
Toev
Aanw
2019
2019
Saldo 31-12-2019
BESTEMMINGSRESERVES Overige bestemmingsreserves AANPASSING ZUIDELIJKE PARALLELWEG-LIEMERSALLEE
0-
0-
AANPASSING DORPSTRAAT-HAMERSESTRAAT
0
0
AFSCHRIJVINGSLASTEN GEM.HUIS
0
0
31
31
UITVOERING WMO ABRI'S EN PLATTEGRONDKASTEN
3
3
HANDHAVINGSKOSTEN BOUWEN
35
35
RISICOINVENTARISATIE
12
12
ARMOEDEBELEID
30
30
AFSCHR LASTEN ELECTROCAR
2
8
2
6
KUNST
68
68
AFVALFONDS
74
74
REVITALISERING AMBACHT
0
0
OPLEIDINGEN EN EXCURSIE RAAD
1
1
15
15
WWB ONDERWIJSACHTERSTANDENBELEID
12
KAPITAALLASTEN INVESTERINGEN
119
REKENKAMER
8
COMBINATIEFUNCTIES
0-
KAPITAALLASTEN VERVANGINGSINVESTERINEN WEGEN
119
607 8 0-
474
RECREATIE ONDERHOUD WEGEN
12
726
474
10
10
290
290
137
290
290
137
70
97
123
70
61
132
ONDERHOUD GEBOUWEN ONDERHOUD VERLICHTING
55
55
Totaal overige bestemmingsreserves
360
508
1.823
360
472
1.711
Totaal bestemmingsreserves
360
508
1.823
360
472
1.711
Totaal reserves
360
508
Toev
Aanw
2018
2018
5.245
360
Saldo 31-12-2018
472
Toev
Aanw
2019
2019
5.133
Saldo 31-12-2019
VOORZIENINGEN Voor verplichtingen, verliezen en risico's PENSIOENOVERDR WETHOUDERS
278
WACHTGELDVERPLICHTINGEN BESTUUR
0-
WACHTGELDVERPLICHTINGEN MUZIEKONDERW.
0-
-
278 00-
278
-
-
278
Van derden verkregen middelen met specifieke besteding TARIEFSEGALISATIE RIOLERING Totaal voorzieningen
18 18
596 -
874
596 -
-
874
100
Bijlage 4 Overzicht subsidies professionele instellingen
Subsidie 2015
Instelling Bibliotheek de Liemers, huisvesting
€
113.386
Bibliotheek de Liemers, inhoud
€
132.392
Humanitas, Home Start Lindenhout (JEKK)
€
17.469
€
50.750
Marant
€
5.000
Mee; informele netw erkondersteuning
€
3.810
Mikado kindplaatssen peuterspeelzalen li Mikado; Aangenaam
€
113.544
€
7.936
Mikado; Adviseur zorg en dienstverlening
€
42.163
Mikado; kindplaatsen peuterspeelplaatsen VVE Mikado; Meldpunt Vrijw illige Thuishulp
€
84.081
€
23.522
Mikado; Regulier ouderenw erk
€
31.624
Mikado; Steunpunt Mantelzorg en BOS
€
31.700
Mikado; Vrijw illigers Centrale
€
41.010
Musiater; combinatiefunctionaris cultuur
€
22.500
S.K.W. Jongerencoach
€
32.000
Stichting Kulturhus De Nieuw hof; JOGG
€
25.000
Stichting Kulturhus Westervoort b h & Kulturhus l it ti W'vrt; Stichting j k/b ldb i STMG, Activerend Huisbezoek
€
160.000
€
134.234
€
21.090
STMG, AMW en SRW
€
229.607
STMG, DD JGZ
€
13.750
STMG, maatw erkdeel JGZ
€
15.583
STMG, PGO
€
27.161
STMG, uniformdeel JGZ
€
200.000
VGGM, Maatw erkdeel JGZ
€
7.495