Programmabegroting
2015-2018
Inhoudsopgave Programmabegroting 2015-2018 Raadsvoorstel .................................................................................................................... 3 1. Begrotingspositie 2015-2018 1.1. Basis Programmabegroting 2015-2018 ............................................................... 9 1.2. Hoofdprioriteiten nieuw beleid 2015-2018 ........................................................... 9 1.3. Uitgangspunten op basis van bestaand beleid .................................................. 10 1.4. Financiële vertaling van bestaand en nieuw beleid ........................................... 11 1.5. Bijstelling van de programmabegroting.............................................................. 12 2. Dekkingsplan 2.1 Onroerende-zaakbelastingen ............................................................................ 13 2.2 Afvalstoffenheffing en rioolheffing ...................................................................... 13 2.3 Dekkingsvoorstellen ........................................................................................... 14 3. Budgetautorisatie 3.1. Budget ................................................................................................................ 15 3.2. Financiële positie ............................................................................................... 16 3.3. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ..................................................... 19 3.4. Kerngegevens waarop de ramingen zijn gebaseerd ......................................... 21 4. Programma’s 4.1. Werk en inkomen ................................................................................................ 25 4.2. Jeugd en onderwijs ............................................................................................. 29 4.3. Maatschappelijke ondersteuning ........................................................................ 35 4.4. Wonen ................................................................................................................. 41 4.5. Ruimtelijke ordening en milieu ............................................................................ 47 4.6. Veiligheid ............................................................................................................. 53 4.7. Verkeer en openbare ruimte ............................................................................... 57 4.8. Cultuur, sport en recreatie .................................................................................. 65 4.9. Economische structuur ....................................................................................... 71 4.10. Bestuur en middelen ........................................................................................... 77 5. Paragrafen 5.1. Weerstandsvermogen ......................................................................................... 83 5.2. Onderhoud kapitaalgoederen ............................................................................. 99 5.3. Financiering....................................................................................................... 103 5.4. Bedrijfsvoering .................................................................................................. 109 5.5. Verbonden partijen ............................................................................................ 117 5.6. Grondbeleid....................................................................................................... 129 5.7. Gemeentelijke heffingen…………………………………………. ........................ 135 6. Vaststellingsbesluit ................................................................................................. 141 Bijlagen A. Overzicht nieuwe investeringen en uitgaven 2015-2018 per prioriteit ...................... 145 B. Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018............................. 149 C. Overzicht niet-gehonoreerde investeringen en uitgaven per programma ................ 159 D. Begrippenlijst............................................................................................................. 161
Programmabegroting 2015-2018
-2-
Programmabegroting 2015-2018
-3-
RAADSVOORSTEL R.0003525
Agendapunt Nr. Datum college Raadsvergadering Datum commissie Portefeuillehouder Onderwerp
. . 23 september 2014. 30 oktober 2014. Maatschappij en Middelen 9 oktober 2014 L. van der Maas. Vaststelling Programmabegroting 2015-2018.
Voorstel De Programmabegroting 2015-2018 vaststellen
Geachte raad, Inleiding Hierbij bieden wij u ter bespreking en vaststelling de Programmabegroting 2015-2018 aan. In dit voorstel lichten wij toe hoe de begroting met een meerjarig sluitend perspectief tot stand is gekomen. Het nieuwe college dat na de gemeenteraadsverkiezingen in maart is aangetreden, heeft een collegeprogramma 2014-2018 opgesteld. In het collegeprogramma staat ‘Niet alleen zorgen voor, maar vooral zorgen dat!’ centraal. Dat is wat ons betreft de gemeentelijke rol in de komende jaren: investeren in een sterke, lokale democratie als basis voor een dynamische samenleving. Dit collegeprogramma vormt de basis voor deze begroting. In 2015 heeft de begroting een omvang gekregen van ruim € 54 miljoen. In deze begroting worden de plannen financieel onderbouwd met een duidelijke koers voor de toekomst. In het collegeprogramma zijn een aantal onderwerpen voor nieuw beleid 2015 genoemd. Vanaf 2015 wordt, naast het reguliere onderhoud aan wegen, extra ingezet op het inlopen van opgelopen achterstand op asfaltonderhoud. Komende jaren wordt de hemelwatervisie opgesteld. Bij nieuwbouw wordt standaard het afval- en hemelwater gescheiden. De maatregelen uit de hemelwatervisie worden in 2015 en verder geïmplementeerd. In de vastgestelde nota Hondenbeleid zijn maatregelen opgenomen ter voorkoming van overlast door hondenpoep. De komende jaren wil het college dit beleid gaan uitvoeren. Tenslotte is vanuit het collegeprogramma de vorming van een gebiedsfonds vitale kernen voorgesteld. Op dit moment wordt het gemeentehuis verbouwd en klaargemaakt voor het Nunspeets Werken. Daarnaast wordt gewerkt aan een digitale kwaliteitsslag en wordt het zaakgericht werken ingevoerd. Dit alles wordt gedaan om de burger nog beter van dienst te zijn. Een zeer belangrijk aandachtspunt zijn de decentralisaties in het sociale domein. De gemeenten worden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet met ingang van 1 januari 2015 integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. Dit vergt extra inzet van de gemeente. Vanuit het Rijk komen financiële middelen naar de gemeente Nunspeet. De bijbehorende budgetten staan vermeld in deze begroting. Voor 2015 is de omvang van de financiële middelen bijna € 13 miljoen die voor de taken binnen het sociale domein ingezet mogen worden. Na 1 januari 2015 gaan we onverminderd door met de transformatie in het sociale domein: eigen kracht voorop en kwetsbare mensen doen mee. Het gaat om die inwoners die steun nodig hebben om mee te doen.
Programmabegroting 2015-2018
-4-
De grondslagen De samenstelling van de begroting is gebaseerd op een aantal besluiten en afspraken uit het recente verleden. Naar aanleiding van de verkiezingen heeft het college een nieuw collegeprogramma opgesteld. Het collegeprogramma 2014-2018 waarborgt enerzijds de continuïteit in de uitvoering van beleid door de jaren heen. Anderzijds is het een document waarin nieuwe wensen en ontwikkelingen voor een bestuursperiode zijn opgenomen. Basis voor het collegeprogramma 2014-2018 is het coalitieakkoord waar uw raad in 2014 in meerderheid mee akkoord is gegaan. Op grond daarvan geeft u de kaders van de beleidsontwikkeling aan, stelt u de budgetten vast en controleert u de uitvoering. De programmabegroting met de gestelde kaders en budgetten vormt hierbij het begin van het planning- en controlproces. De tussentijdse rapportages en de jaarrekening vormen de overige schakels in dit proces. De vastgestelde uitgangspunten vormen de volgende grondslag voor de Programmabegroting 2015-2018. Op 22 mei 2014 hebt u de uitgangspunten voor het opstellen van de begroting vastgesteld. Hierin hebt u richtlijnen gegeven voor de te hanteren percentages voor prijs- en looncompensaties en rente. Een andere basis voor de begroting wordt gevormd door nieuw beleid. In het collegeprogramma 2014-2018 is een aantal prioriteiten voor nieuw beleid opgenomen. Daarnaast wordt nieuw beleid ingegeven door ontwikkelingen van buitenaf. Wijzigingen in wet- en regelgeving dwingen gemeenten hierop te anticiperen door vorming en invoering van nieuw beleid. Het proces Het begrotingsproces is bestuurlijk begonnen bij het vaststellen van de uitgangspunten voor de begroting door uw raad. Hierin hebt u richtlijnen vastgesteld voor de te hanteren percentages voor prijs- en looncompensaties en rente. Behandeling en vaststelling van de programmabegroting staan gepland voor de raadsvergadering van 30 oktober 2014. De begrotingspositie kan in structurele zin nog worden beïnvloed als gevolg van de uitkomsten van de septembercirculaire Algemene uitkering gemeentefonds en de tweede hoofdlijnenrapportage 2014. Wanneer dit zich voordoet, wordt u via een afzonderlijke brief zo spoedig mogelijk (medio oktober 2014) geïnformeerd over de budgettaire effecten voor de begroting of het dekkingsvoorstel. Begrotingsperspectief 2015-2018 Ons uitgangspunt is een structureel financieel gezonde gemeente Nunspeet, waarbij het beleid is gericht op een sluitende meerjarenbegroting. Dat uitgangspunt wordt ook wettelijk voorgeschreven en gecontroleerd door de provincie. Wanneer de begroting structureel meerjarig sluitend is (dat wil zeggen: de structurele lasten worden gedekt door structurele baten) volgt repressief toezicht.
Programmabegroting 2015-2018
-5-
Voor 2015-2018 is er sprake van het volgende meerjarenperspectief: Begrotingsperspectief 2015-2018 (x € 1.000,-) ( -/- = hogere opbrengsten of lagere lasten) Bestaand beleid na collegeprogramma Nieuw beleid Subtotaal Dek k ingsvoorstellen a. Niet honoreren 'oud' nieuw beleid b. Incidenteel dekken uit algemene reserve c. Verlaging prijsontwikkeling baten naar 2% en lasten naar 0% Totaal dekkingsmogelijkheden d. Verevening via algemene reserve Totaal financieel effect begroting 2015-2018
2015
2016
2017
2018
399 211 610
225 162 387
199 181 380
414 243 657
-6 -74 -547 -627
-8 0 -547 -555
-8 0 -547 -555
-8 -25 -547 -580
17
169
175
-361
0
0
0
-284
Decentralisaties sociaal domein De gemeenten worden op grond van de Wmo 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet met ingang van 2015 integraal verantwoordelijk voor het sociaal domein. Aan het gemeentefonds wordt hiervoor in 2015 10,4 miljard toegevoegd. Hiertoe is een integratie-uitkering voor het sociaal domein in leven geroepen. Met het verstrekken van de middelen via een integratie-uitkering worden gemeenten optimaal in staat gesteld integraal beleid te voeren. Dit past geheel bij de decentralisatie van deze taken en is naar het oordeel van het kabinet een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle uitvoering. Door vaststelling van de uitgangspunten voor de Programmabegroting 2015-2018 heeft u vastgesteld dat uitgegaan wordt van een budgettair neutrale raming. Voor 2015 worden de middelen die samenhangen met de nieuwe taken uit de Wmo 2015 verdeeld op grond van historische uitgaven. Voor Nunspeet betekent dit een uitkering van afgerond € 3,5 miljoen. De budgetten die samenhangen met de onderdelen beschermd wonen en opvang worden over de centrumgemeenten verdeeld. Ook de verdeling van de beschikbare middelen voor uitvoering van de Jeugdwet is voor 2015 gebaseerd op historische kosten. Voor Nunspeet betekent dit een uitkering van afgerond € 5,7 miljoen. Vanaf 1 januari 2015 gaat de Participatiewet in. Als gevolg daarvan is een nieuw verdeelmodel nodig. Hier wordt niet gebruik gemaakt van verdeling op historische kosten maar van een zogenaamd objectief verdeelmodel. Met de VNG is bestuurlijk overeenstemming bereikt over het nieuwe verdeelmodel participatiebudget. Voor Nunspeet bedragen de voorlopige budgetten Participatiebudget afgerond totaal € 3,7 miljoen. Dekkingsplan Om te komen tot een solide begroting met sluitende jaarschijven is een dekkingsplan opgesteld. In dit plan is onderscheid gemaakt tussen dekking van enerzijds incidentele lasten en anderzijds dekking van resterende (structurele) lasten. a. Niet honoreren ‘oud’ nieuw beleid Er heeft een herbeoordeling van ‘oud’ nieuw beleid plaatsgevonden. Voorgesteld wordt een deel van het ‘oude’ nieuw beleid te laten vervallen (9). In bijlage C vindt u de vervallen posten aangegeven met een ‘O’.
Programmabegroting 2015-2018
-6-
b. Incidenteel nieuw beleid dekken uit algemene reserve Uitgangspunt bij opstelling van de Programmabegroting 2015-2018 is een financieel beleid met meerjarig sluitende jaarschijven waarbij de begroting structureel in evenwicht is. Daarom is in het dekkingsplan onderscheid gemaakt tussen dekking van enerzijds incidentele lasten en anderzijds dekking van resterende (structurele) lasten. De uitgaven voor nieuw beleid die eenmalig zijn, worden gedekt door eenmalige middelen. In het dekkingsvoorstel vindt daarom een onttrekking aan de algemene reserve plaats. Het restant van het nieuwe beleid wordt gedekt door structurele baten. c. Verlaging percentage prijsontwikkeling: baten naar 2% en lasten naar 0% Om te komen tot een sluitende begroting wordt voorgesteld af te wijken van de vastgestelde uitgangspunten voor de prijscompensatie. De vastgestelde prijscompensatie bedraagt 3,25%. Voorgesteld wordt van dit percentage af te wijken en de prijscompensatie voor de lasten bij te stellen naar 0% en voor de baten naar 2%. d. Verevening via algemene reserve Om een meerjarig sluitende begroting te presenteren, worden de saldi per jaar vereffend via de Algemene reserve. Opmerkingen provincie Naar aanleiding van de beoordeling van de Programmabegroting 2014-2017 heeft de provincie een opmerking gemaakt over wegenonderhoud. Volgens de Provincie vormt de aansluiting tussen het beheerplan en de begroting een garantie voor een reële begroting. Om deze aansluiting te krijgen is binnen het nieuwe beleid voor 2015 € 50.000,-- extra budget beschikbaar gesteld (inzet egalisatiereserve wegen). Daarnaast is binnen het nieuwe beleid vanuit het collegeprogramma 2014-2018 extra budget beschikbaar gesteld. Voor 2015 bedraagt dit € 80.000,--. Ontwikkelingen Programmabegroting De aanvang van een nieuwe raadsperiode en de decentralisaties zijn aanleiding geweest wijzigingen in de opzet van de Programmabegroting 2015-2018 door te voeren. De eerste wijzigingen zijn al doorgevoerd in het collegeprogramma 2014-2018 en hebben betrekking op de programmaindeling. De wijziging in de programma’s houdt grotendeels verband met de drie decentralisaties. Het programma Sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening is opgeknipt in twee nieuwe programma’s: Werk en inkomen en Maatschappelijke ondersteuning. Het programma Onderwijs en kinderopvang is opgegaan in een nieuw programma Jeugd en onderwijs. Het programma Volksgezondheid is gesplitst. De onderdelen die betrekking hebben op jeugdzorg (GGD, centrum voor jeugd en gezin en nieuwe jeugdzorgtaken) zijn ondergebracht bij het programma Jeugd en onderwijs. Het overige gezondheidsbeleid is ondergebracht bij het nieuwe programma Maatschappelijke ondersteuning. In maart 2014 is onder leiding van de wethouder Financiën met een delegatie van de raad gesproken over de opzet van de programmabegroting. Aangegeven is dat een aantal punten in de opzet aandacht behoeven: • In de kaderstelling moet meer aandacht komen voor de formulering van maatschappelijke doelen/effecten. De geformuleerde doelen en effecten zijn ontleend aan het Collegeprogramma 2014-2018 en zijn doorvertaald naar de programma’s in de begroting. • Er moet meer aandacht geschonken worden aan de concretisering van de kaderstelling. Hiermee wordt bedoeld dat in de kaderstelling aandacht moet zijn voor de formulering van (concrete) activiteiten. In de programma’s zijn per doel/effect de activiteiten zo concreet mogelijk geformuleerd. • In de kaderstelling moet aandacht besteed worden aan de formulering van indicatoren. Dit onderdeel wordt in overleg en samenspraak met u verder opgepakt.
Programmabegroting 2015-2018
-7-
De paragraaf programma overstijgende projecten is vervallen. De onderwerpen in deze paragraaf zijn gerealiseerd. De IRTV is verwerkt als bestaand beleid. De heroverwegingen zijn grotendeels gerealiseerd. De resterende heroverwegingen hebben alleen betrekking op organisatielasten en zijn daarmee niet meer programma overstijgend. Gemeentelijke belastingen en lastendruk 2015 Over de invulling en de berekening van de tarieven voor 2015 wordt u, zoals gebruikelijk, een afzonderlijk voorstel (Belastingverordeningen 2015) voorgelegd in december 2014. Onroerendezaakbelastingen Bij het vaststellen van de begrotingsuitgangspunten hebt u bepaald dat de ozb mag worden verhoogd met de vastgestelde prijscompensatie. Dit percentage bedraagt 3,25%. In het dekkingsplan is voorgesteld dit percentage te verlagen naar 2%. Afvalstoffen- en rioolheffing De afvalstoffen- en rioolheffing zijn beiden in de Programmabegroting 2015-2018 verwerkt met als uitgangspunt dat de reëel geraamde lasten voor afvalinzameling/-verwerking en riolering voor 100% worden gedekt door de opbrengsten uit afvalstoffen- en rioolheffing. Heroverwegingen De resterende heroverwegingen uit de vorige bestuursperiode hebben allen betrekking op organisatielasten. Het gaan om een taakstelling van € 80.000,-- in 2015 en € 193.000,-- vanaf 2016. De prognose is dat deze taakstelling gerealiseerd kan worden door natuurlijk verloop in het personeelsbestand. Vanuit het collegeprogramma 2014-2018 moet een extra taakstelling op organisatielasten worden gerealiseerd. Het gaat hierbij om een structureel bedrag vanaf 2018 van € 125.000,-. Ook deze taakstelling kan naar verwachting gerealiseerd worden door natuurlijk verloop. Technische vragen Voor technische vragen over deze begroting is voor raads- en commissieleden van 26 september tot en met 28 oktober 2014 het e-mailadres
[email protected] geopend. Vragen die via dit e-mailadres worden gesteld, worden zo spoedig mogelijk ambtelijk beantwoord, met een kopie van het antwoord aan u allen. Vragen die zich bij nader inzien niet lenen voor ambtelijke beantwoording, worden doorgeleid naar het college en door ons beantwoord. Op basis van de programmabegroting stellen wij ter uitvoering de productbegroting samen. De vastgestelde programmabegroting dient als vertrekpunt. Tot slot wensen wij dat ook in het komende begrotingsjaar ons werk zal worden bekroond met Gods onmisbare zegen. Standpunt commissie Dit onderwerp is in de commissie Maatschappij en Middelen tijdens haar vergadering van 9 oktober 2014 aan de orde geweest. Stukken ter inzage Programmabegroting 2015-2018. Boekwerk bijlagen begroting 2015. FHTC/ Burgemeester en wethouders van Nunspeet, de secretaris, de burgemeester, J.J. Kerkhof
ir. D.H.A. van Hemmen
Programmabegroting 2015-2018
-8-
Programmabegroting 2015-2018
-9-
1.
Begrotingspositie 2015-2018
1.1 Basis Programmabegroting 2015-2018 Collegeprogramma 2014-2018 Het collegeprogramma met de financiële vertaling is op 26 juni 2014 aan de gemeenteraad ter kennisname aangeboden. De financiële vertaling van het collegeprogramma voor de jaren 20152018 is als vertrekpunt genomen bij de opstelling van de Programmabegroting 2015-2018. Uitgangspunten Programmabegroting 2015-2018 De uitgangspunten voor de Programmabegroting 2015-2018 zijn vastgesteld op 22 mei 2014. De prijscompensatie voor de uitgaven en de inkomsten van 2015 is vastgesteld op 3,25%. Dit percentage is gebaseerd op het prijscijfer ‘lonen en overig overheid’ zoals dat in de Macro Economische Verkenningen (publicatie jaarlijks in september) en in het Centraal Economisch Plan (publicatie jaarlijks in april) van het Centraal Planbureau wordt gepubliceerd. Bij vaststelling van de Belastingverordeningen 2012 op 22 december 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met een verhoging van de toeristenbelasting met € 0,05. Gelet op de bestuurlijke afspraken vindt een dergelijke verhoging om de 3 jaar plaats. Daarbij komt dat de jaarlijkse indexatie van de toeristenbelasting achterwege blijft. De driejaarlijkse verhoging met € 0,05 moet gezien worden als een andere invulling van de indexatie van de toeristenbelasting. De eerstvolgende verhoging is per 1 januari 2015. In de uitgangspunten is een salarisstijging voorgesteld van 2%. Op het moment van samenstelling van de uitgangspunten was niet duidelijk waar de onderhandelingen tussen VNG en bonden uit zouden komen. Inmiddels hebben de VNG en de vakorganisaties een principeakkoord voor een nieuwe Cao gemeenten gesloten. Dit akkoord houdt onder andere in dat de salarissen per 1 oktober 2014 structureel met 1% worden verhoogd. Daarnaast stijgen de salarissen per 1 april 2015 structureel met € 50,- per maand. Het rentepercentage kapitaallasten is 3,25%. Het rentepercentage voor bespaarde rente is in voorgaande begrotingen verlaagd naar een inflatiecorrectie van 2%. In paragraaf Uitgangspunten op basis van bestaand beleid wordt specifieker ingegaan op deze uitgangspunten. Meicirculaire 2014 De Meicirculaire 2014 wordt aangemerkt als één van de belangrijkste van de afgelopen decennia. Dat komt vooral door de instelling van het deelfonds sociaal domein als gevolg van de 3Doperatie. Het gemeentefonds krijgt daarmee in 2015 een omvang van € 27,5 miljard. Het is daarmee de vierde post op de rijksbegroting. Daarnaast is de eerste tranche definitief van het groot onderhoud aan het verdeelstelsel. In de paragraaf Financiële vertaling bestaand en nieuw beleid wordt verder ingegaan op de Algemene uitkering. 1.2 Hoofdprioriteiten nieuw beleid 2015-2018 De hoofdprioriteiten voor de komende begrotingsperiode zijn vastgelegd in het collegeprogramma 2014-2018. In het collegeprogramma zijn voor 2015 een aantal onderwerpen als nieuw beleid in 2015 opgenomen. Aanvullend budget onderhoud wegen Vanaf 2015 wordt, naast het reguliere onderhoud aan wegen, extra ingezet op het inlopen van opgelopen achterstand op asfaltonderhoud. Voor het behalen van het vastgestelde kwaliteitsniveau zijn voor de komende jaren extra middelen in de programmabegroting opgenomen. Het gaat om € 80.000,- in 2015, oplopend tot € 130.000,- in 2018. Onderhoud riolering Komende bestuursperiode wordt de hemelwatervisie opgesteld. Bij nieuwbouw wordt standaard
Programmabegroting 2015-2018
- 10 -
het afval- en hemelwater gescheiden. Bij reconstructies, renovaties en herinrichtingen is de insteek het water af te koppelen. De maatregelen uit de hemelwatervisie worden in 2015 en verder geïmplementeerd. Uitvoering hondenbeleid In de vastgestelde nota Hondenbeleid zijn maatregelen opgenomen ter voorkoming van overlast door hondenpoep. De komende jaren geven we verder uitvoering aan dit beleid. Gedacht wordt aan bijvoorbeeld extra hondenuitlaatrennen. Gebiedsfonds vitale wijken Vanuit het collegeprogramma is de vorming van een gebiedsfonds vitale wijken voorgesteld. 1.3 Uitgangspunten bestaand beleid Op basis van bestaand beleid zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Het bestaand beleid houdt in dat de ramingen voor de begroting 2015 zijn gebaseerd op de ramingen in begroting 2014. Deze worden verhoogd met het vastgestelde percentage voor prijscompensatie. Voor 2015 is dit percentage vastgesteld op 3,25%. 2. De uitgangspunten zoals verwoord in het Handboek Financieel Management Nunspeet 2005 en in de nota ‘Reserves en Voorzieningen herijking 2014’ zijn toegepast. Onroerendezaakbelastingen (OZB) Op grond van de vastgestelde uitgangspunten begroting 2015-2018 mag de OZB jaarlijks worden verhoogd met de prijscompensatie. Voor 2015 is dit vastgesteld op 3,25%. Bij hoofdstuk 2 Dekkingsplan wordt teruggekomen op dit uitgangspunt. Daar wordt voorgesteld de index te verlagen naar 2%. Overige belastingen en rechten Overeenkomstig bestaand beleid is bij de berekening van de tarieven voor de gemeentelijke belastingen en rechten rekening gehouden met het percentage dat is opgenomen voor de prijscompensatie. Dit houdt in dat de tarieven niet trendmatig zijn verhoogd. Van belang hierbij is op te merken dat de opbrengsten afvalstoffenheffing, rioolheffing, begraafplaatsen en weekmarkt zijn geraamd op kostendekkend niveau. Onvoorziene uitgaven Op grond van artikel 8, lid 1 van het Besluit Begroting en Verantwoording is in de begroting een post voor ‘onvoorziene uitgaven’ opgenomen. In de begroting is een bedrag geraamd van € 88.900,--. Dit bedrag wordt gesplitst in onvoorziene uitgaven incidenteel (€ 63.500,--) en onvoorziene uitgaven structureel (€ 25.400,--). Rekening houdend met een stringente toepassing van de afgesproken spelregels voor het gebruik van deze post, zijn deze bedragen verantwoord. Kapitaallasten bespaarde rente en nieuwe investeringen Voor berekening van het percentage van de 'bespaarde rente' over reserves en voorzieningen (overeenkomstig de nota ‘Reserves en Voorzieningen herijking 2014), wordt het percentage van de langlopende geldleningen ten tijde van het opstellen van de begroting als uitgangspunt genomen. Voor de begroting wordt 3,25% aangehouden. Aan enkele egalisatie- en bestemmingsreserves wordt rente toegevoegd. Bij de behandeling van de begroting 2010 is besloten deze bespaarde rente te verlagen naar 2% inflatiecorrectie. Het investeringsprogramma zoals dat in de lopende begroting en meerjarenbegroting is vastgesteld, wordt beschouwd als bestaand beleid. De investeringsramingen zijn geactualiseerd en opgehoogd met de vastgestelde prijscompensatie. Nieuwe investeringen worden als regel slechts in het laatste jaar van de meerjarenraming toegevoegd.
Programmabegroting 2015-2018
- 11 -
Verder is het van belang te melden dat het percentage bespaarde rente ook geldt als het percentage voor de rentelasten van de investeringen. 1.4 Financiële vertaling van bestaand en nieuw beleid Resultaat Programmabegroting 2015-2018 (x €1.000,--) (positief bedrag = lagere opbrengsten of hogere kosten)
2015
2016
2017
2018
Totaal bestaand beleid 2015-2018
399
225
199
414
Nieuw beleid (8) Wijziging wetgeving (structureel) Wijziging wetgeving (incidenteel) Vervangingsinvestering (structureel) Overige investeringen (structureel) Overige investeringen (incidenteel) Totaal nieuw beleid 2015-2018
19 30 61 57 44 211
21
21
20
68 72
82 78
161
181
103 95 25 243
Totaal financiële effecten begroting 2015-2018
610
386
380
657
Saldo bestaand beleid 2015 De jaarschijf 2015 geeft, op basis van het saldo bestaand beleid, een negatief verschil te zien ten opzichte van de jaarschijf 2015 in begroting 2014. De oorzaak hiervan ligt in de volgende ontwikkelingen: - Het financiële effect van de vastgestelde loon- en prijscompensatie. - Op basis van de Meicirculaire 2014 zijn de effecten in de algemene uitkering van Nunspeet berekend. Voor 2015 bedraagt het effect € 521.000,-- negatief. - Door de in het Regeerakkoord opgenomen korting op de huishoudelijke zorg ontvangt de gemeente per 2015 nog € 2.030.000,--. Ten opzichte van de nu opgenomen raming bekent dit een verlaging van afgerond € 650.000,--. Het door de raad vastgestelde uitgangspunt hanteert budgettair neutrale invoering van de transities in het sociale domein. Daarom wordt deze bezuiniging opgevangen door het budget taakstellend te verlagen. - Met ingang van 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor het buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen over van gemeenten naar schoolbesturen. In verband hiermee wordt de algemene uitkering verlaagd met € 158,8 mln. De uitname betekent voor Nunspeet een verlaging van de Algemene uitkering van € 350.000,-- per jaar. Hiertegenover staat dat de uitgaven voor de gemeente lager worden. Voor Nunspeet is dit echter een beperkt bedrag (€ 50.000,-) en bestaat uit een vrijval van gereserveerde kapitaallasten voor onderwijshuisvesting. Algemene uitkering Door toepassing van de afgesproken normeringssystematiek (samen trap op- trap af) wordt de algemene uitkering bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. De Voorjaarsnota van het rijk betekent voor 2015 een neerwaartse bijstelling van het accres en daarna is sprake van een hoger accres. Behalve het accres wordt de financiële ruimte bepaald door ombuigingen op de algemene uitkering door het Regeerakkoord. Deze ombuigingen houden verband met de onderwijshuisvesting, lagere apparaatskosten en het BTW-compensatiefonds. Met ingang van 2015 zijn gemeenten niet langer verantwoordelijk voor buitenonderhoud en aanpassingen van schoolgebouwen in het primair onderwijs en het speciaal onderwijs. De verantwoordelijkheid gaat over naar de schoolbesturen. Daartoe worden middelen van de algemene uitkering overgeheveld naar de begroting van OCW. Deze overheveling staat los van de eerdergenoemde ombuiging in verband met onderwijshuisvesting.
Programmabegroting 2015-2018
- 12 -
De afgelopen jaren is de herziening van het gemeentefonds uitgevoerd. Inmiddels hebben de fondsbeheerders in goed overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, betrokken ministeries en de Raad voor de financiële verhoudingen besloten dat per 2015 groot onderhoud wordt uitgevoerd. Het grootste deel van de herziening vindt in 2015 plaats. Dit wordt voortgezet in 2016 voor het resterende deel van het gemeentefonds. In het kader van het groot onderhoud is het verdeelstelsel onder meer aangepast in verband met de positie van de vier grote gemeenten en met het oog op het gebruik van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen. Er is sprake van herverdeeleffecten. Het herverdeeleffect komt in twee gelijke stappen tot stand Voor Nunspeet is sprake van een negatief effect van € 13,-- per inwoner (afgerond € 347.000,--). In 2015 wordt de gemeente hiervoor via een suppletie uitkering eenmalig gecompenseerd tot een bedrag van € 173.578,--. Voor deze ontwikkeling was in Programmabegroting 2014-2017 een stelpost opgenomen. Met ingang van 2015 krijgen de gemeenten belangrijke verantwoordelijkheden op de gebieden Wmo 2015, jeugd en participatie. Het kabinet heeft besloten de middelen per 2015 via een integratie-uitkering binnen het gemeentefonds aan gemeenten te verstrekken. Met het verstrekken van de middelen via een integratie-uitkering worden gemeenten optimaal in staat gesteld integraal beleid te voeren. Dit past geheel bij de decentralisatie van deze taken en is naar het oordeel van het kabinet een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle uitvoering. De bestedingsrichting binnen het sociaal domein is vrij. Gemeenten leggen verantwoording over de besteding van de middelen af aan de gemeenteraad, niet aan het Rijk. Via passende informatieverstrekking stellen zij het Rijk in staat de toets op de bestedingsvoorwaarde uit te voeren en het beleid te monitoren. Het gemeentelijk aandeel voor de Wmo 2015 en jeugd in 2015 is op basis van de historische situatie bepaald. Voor participatie wordt vanaf het begin van het deelfonds begonnen met een objectief verdeelmodel. Nieuw beleid Voor nieuw beleid zijn in de Programmabegroting 2015-2018 kapitaallasten verwerkt. De kapitaallasten van het nieuwe beleid zijn ingedeeld in een aantal categorieën: lasten die voortvloeien uit afspraken uit het collegeprogramma, lasten die voortvloeien vanuit een wettelijke verplichting, lasten die verband houden met vervangingsinvesteringen en lasten die betrekking hebben op overige bestuurlijke en vakinhoudelijke wensen. De overzichten zijn in de volgende bijlagen toegevoegd: Bijlage A: overzicht voorstel te honoreren nieuw beleid Begroting 2015-2018 per prioriteit. Bijlage B: overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018. Toelichting bijlagen Aan de hand van de bijlagen A en B kan enerzijds het voorgestelde nieuwe beleid per prioriteit worden beoordeeld en anderzijds kan een totaaloverzicht worden gegeven van het nieuwe beleid per programma. Dit is de reden dat bijlage B is opgenomen. Het hierin opgenomen nieuwe beleid stemt uiteindelijk overeen met de bij de programma’s in de rubriek ‘wat mag het kosten’ opgenomen tabel. 1.5 Bijstelling van de programmabegroting De begrotingspositie kan in structurele zin nog worden beïnvloed als gevolg van de uitkomsten Septembercirculaire Algemene uitkering Gemeentefonds en de hoofdlijnenrapportages 2014. Wanneer de uitkomsten van de tussentijdse rapportages 2014 structureel van invloed zijn op onze begrotingspositie (inclusief dekkingsplan) voor de jaren 2015-2018, wordt u via een afzonderlijke brief zo spoedig mogelijk (medio oktober 2014) geïnformeerd over de budgettaire effecten voor de begroting, inclusief eventuele wijzigingen in het dekkingsplan. De Programmabegroting 2015-2018 is geagendeerd voor de raadsvergadering van 30 oktober 2014. In deze vergadering kunt u een besluit nemen over een mogelijke bijstelling van de programmabegroting. Hierdoor is het mogelijk een eventuele aanpassing van de tarieven nog tijdig, voor 1 januari 2015, te behandelen.
Programmabegroting 2015-2018
- 13 -
2.
Dekkingsplan
Inleiding In hoofdstuk 1 is in de tabel ‘Resultaat Programmabegroting 2015-2018’ het resultaat weergegeven van de uitkomsten van de programma’s op hoofdlijnen. Het dekkingsplan is daarom ook een plan op hoofdlijnen. Uitgangspunt is een sluitende meerjarenbegroting met sluitende jaarschijven, waarbij de begroting structureel in evenwicht is. In het dekkingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen dekking van enerzijds incidentele lasten en anderzijds dekking van resterende (structurele) lasten. Incidentele lasten mogen met incidentele middelen gedekt worden. In bijlage A (overzicht voorstel te honoreren nieuw beleid 20152018) zijn onder andere per prioriteit de incidentele lasten nieuw beleid 2015 tot en met 2018 opgenomen. In het dekkingsvoorstel is een onttrekking aan de algemene reserve opgenomen ter dekking van de incidentele lasten. 2.1 Onroerendezaakbelastingen Het beleid is dat van een verhoging van de gemeentelijke belasting alleen sprake is als gevolg van de jaarlijkse prijscompensatie en bij door de raad geaccordeerd nieuw beleid, nadat eerst bekeken is welk oud beleid kan vervallen. Daarbij worden plannen zorgvuldig afgewogen tegen de lastenverzwaring voor de burgers. Deze uitgangspunten zijn vertaald in de programmabegroting. Om verwarring te voorkomen, wordt benadrukt dat in deze fase het OZB-tarief nog niet aan de orde is. Nu gaat het uitsluitend over de (procentuele stijging van de) raming van de totale opbrengst uit OZB. Wat het uiteindelijke OZB-tarief moet worden, gelet op de benodigde opbrengst, wordt mede bepaald door een inschatting van het volume waarover kan worden geheven (de WOZ-waarde binnen de gemeente) en komt bij de vaststelling van de tarieven aan de orde. Na verwerking van het dekkingsvoorstel stijgt de OZB-opbrengst 2015 met 2,3% ten opzichte van 2014. Bij de berekening van de opbrengst OZB voor de periode 2015-2018 is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: raming opbrengst 2014, 2% prijscompensatie en groei van de woningvoorraad (0,3%). 2.2 Afvalstoffen- en rioolheffing Uitgangspunt is dat de producten afvalinzameling/verwerking en riolering 100% kostendekkend moeten zijn. Afvalstoffenheffing Bij een gelijkblijvend aantal woningen en uitgaven (wel geïndexeerd) is de totaal geraamde opbrengst afvalstoffenheffing 2015 bij 100% kostendekking hoger dan de raming van 2014 omdat een prijscompensatie is toegepast. Per 1 januari 2014 heeft de reserve egalisatie tarieven afvalstoffenheffing een overschot boven het plafondbedrag (€ 301.000,--). Dit overschot wordt betrokken bij de tariefberekening van de afvalstoffenheffing. Rioolheffing Ook voor het product riolering geldt het uitgangspunt dat deze 100% kostendekkend moet zijn. Bij een gelijkblijvend aantal percelen en uitgaven is de totaal geraamde opbrengst rioolheffing 2015 bij 100% kostendekking niet hoger dan de raming voor 2014. Over de invulling en de berekening van de tarieven voor 2015 wordt een afzonderlijk voorstel voorgelegd dat in de raadsvergadering van december 2014 wordt behandeld.
Programmabegroting 2015-2018
- 14 -
2.3 Dekkingsvoorstellen In onderstaande tabel staan de dekkingsvoorstellen voor de Programmabegroting 2015-2018. Dekkingsvoorstellen (x € 1.000,--) (-/- = hogere opbrengsten of lagere kosten) 2015 Bestaand beleid na collegeprogramma Nieuw beleid Subtotaal Dek k ingsvoorstellen a. Niet honoreren 'oud' nieuw beleid b. Incidenteel dekken uit algemene reserve c. Verlaging prijsontwikkeling baten naar 2% en lasten naar 0% Totaal dekkingsmogelijkheden d. Vereffening via algemene reserve Totaal financieel effect begroting 2015-2018
2016
2017
2018
399 211 610
225 162 387
199 181 380
414 243 657
-6 -74 -547 -627
-8 0 -547 -555
-8 0 -547 -555
-8 -25 -547 -580
17
168
175
-361
0
0
0
-284
De afzonderlijke dekkingsvoorstellen worden hieronder verder toegelicht: a. Niet honoreren ‘oud’ nieuw beleid Er heeft een herbeoordeling van ‘oud’ nieuw beleid plaatsgevonden. Voorgesteld wordt een deel van het ‘oude’ nieuw beleid te laten vervallen. In bijlage C vindt u de vervallen posten aangegeven. b. Incidenteel nieuw beleid dekken uit algemene reserve Uitgangspunt bij opstelling van de Programmabegroting 2014-2017 is een financieel beleid met sluitende jaarschijven waarbij de begroting structureel in evenwicht is. Daarom is in het dekkingsplan onderscheid gemaakt tussen dekking van enerzijds incidentele lasten en anderzijds dekking van resterende (structurele) lasten. De uitgaven voor nieuw beleid die eenmalig zijn, worden gedekt door eenmalige middelen. In het dekkingsvoorstel vindt daarom een onttrekking aan de algemene reserve plaats. Het restant van het nieuwe beleid wordt gedekt door structurele baten. c.
Verlaging prijsontwikkeling baten naar 2% en lasten naar 0% Om te komen tot een sluitende begroting wordt voorgesteld af te wijken van de vastgestelde uitgangspunten voor de prijscompensatie. De vastgestelde prijscompensatie bedraagt 3,25%. Voorgesteld wordt van dit percentage af te wijken en de prijscompensatie voor de lasten bij te stellen naar 0% en voor de baten naar 2%.
d. Verevening via Algemene reserve Om een sluitend meerjarenperspectief in de begroting te presenteren, worden de saldi per jaarschijf vereffend via de Algemene reserve (12). Met bovengenoemde dekkingsvoorstellen is sprake van een meerjarig sluitende begroting.
Programmabegroting 2015-2018
- 15 -
3.
Budgetautorisatie
3.1 Budget In bijgaand overzicht treft u de budgetten per begrotingsprogramma aan. Elk programma is onderverdeeld naar lasten en baten. De toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves zijn afzonderlijk in beeld gebracht. Hierbij is ook aangegeven om welke reserve het gaat. Het overzicht geeft, in het kader van de dualisering, het autorisatieniveau van de raad aan. Dit gebeurt namelijk op programmaniveau. Binnen deze budgetten is het college geautoriseerd de begroting uit te voeren. Dit is dus ook het niveau waarop u wordt geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het nieuwe beleid. De documenten in het kader van de planning- en controlcyclus worden op dit niveau afgestemd. Noodzakelijke mutaties op programmaniveau in de loop van het dienstjaar worden door een begrotingswijzing aan de raad voorgelegd. De programmabegroting is de basis voor de productenbegroting en de leidraad voor het uitvoering geven aan het geformuleerde nieuwe beleid. Totaaloverzicht Programmabegroting 2015-2018 (x € 1.000,--) (exclusief dekkingsplan) Lasten begroting meerjarenbegroting Programma 2015 2016 2017 2018 8.614 8.393 8.180 8.011 1. Werk en inkomen 10.073 10.023 9.813 9.774 2. Jeugd en onderw ijs 9.000 9.082 8.964 8.881 3. Maatschappelijke ondersteuning 1.725 1.716 1.718 1.718 4. Wonen 5.445 5.346 5.322 5.245 5.Ruimtelijke ordening en milieu 1.973 1.942 1.911 1.880 6.Veiligheid 5.896 5.881 5.896 5.937 7. Verkeer en openbare ruimte 2.724 2.676 2.638 2.626 8. Cultuur, sport en recreatie 1.365 1.360 1.349 1.338 9. Econonmische structuur 5.522 5.452 5.469 5.453 10. Bestuur en middelen (uitgaven) 1.225 1.516 1.531 1.393 hst.3.Algem.dekkingsmiddel.en onvoorzien totaal lasten 53.562 53.387 52.791 52.256 Baten Programma 1. Werk en inkomen 2. Jeugd en onderw ijs 3. Maatschappelijke ondersteuning 4. Wonen 5.Ruimtelijke ordening en milieu 6.Veiligheid 7. Verkeer en openbare ruimte 8. Cultuur, sport en recreatie 9. Econonmische structuur 10. Bestuur en middelen (uitgaven) Alg.dekkingsmiddelen en onvoorzien
totaal baten subtotaal
begroting 2015 -3.394 -112 -631 -729 -4.066 -117 -535 -97 -900 -928 -41.933 -53.442 120
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 -3.394 -3.394 -3.394 -112 -112 -112 -631 -632 -632 -728 -727 -726 -4.072 -4.134 -4.083 -117 -117 -117 -535 -534 -531 -97 -97 -97 -900 -900 -900 -928 -928 -928 -42.146 -41.129 -40.895 -53.660 -52.704 -52.415 -273
87
Programmabegroting 2015-2018
-159
- 16 -
Toevoegingen aan reserves Programma 1. Werk en inkomen 2. Jeugd en onderw ijs 3. Maatschappelijke ondersteuning 4. Wonen 5.Ruimtelijke ordening en milieu 6.Veiligheid 7. Verkeer en openbare ruimte 8. Cultuur, sport en recreatie 9. Econonmische structuur 10. Bestuur en middelen (uitgaven) Alg.dekkingsmiddelen en onvoorzien
totaal toevoegingen Onttrekkingen aan reserves Programma 1. Werk en inkomen 2. Jeugd en onderw ijs 3. Maatschappelijke ondersteuning 4. Wonen 5.Ruimtelijke ordening en milieu 6.Veiligheid 7. Verkeer en openbare ruimte 8. Cultuur, sport en recreatie 9. Econonmische structuur 10. Bestuur en middelen (uitgaven) Alg.dekkingsmiddelen en onvoorzien
totaal onttrekkingen totaal
begroting 2015 0 0 4 0 35 0 44 194 0 207 400 884
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 0 0 0 0 0 1 4 4 4 0 0 0 35 35 35 0 0 0 44 44 44 199 199 199 0 0 0 207 207 207 226 223 209 715 712 699
begroting 2015 0 0 0 -53 0 0 -106 -46 -137 0 -598 -940
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -53 -53 -53 0 0 0 0 0 0 -86 -56 -56 -26 -26 -26 -134 -131 -126 0 0 0 -304 -700 -169 -603 -966 -430
64
-161
-167
110
Naar aanleiding van de transities is de programma-indeling van de begroting aangepast. Als gevolg hiervan zijn de vergelijkende cijfers 2013 en 2014 niet opgenomen in bovenstaande tabel. 3.2 Financiële positie De gemeente Nunspeet streeft naar financieel evenwicht. Hieronder verstaan wij een sluitende meerjarenbegroting met sluitende jaarschijven, waarbij de begroting structureel in evenwicht is. Dit komt overeen met het gestelde in artikel 189, lid 2 van de Gemeentewet: ”De raad ziet erop toe dat de begroting in evenwicht is. Hiervan kan afgeweken worden indien aannemelijk is dat het evenwicht in de begroting in de eerstvolgende jaren tot stand zal worden gebracht.” Van belang is het antwoord op de vraag op welke wijze de raad inzicht krijgt in de financiële positie. De raad moet kunnen vaststellen dat meerjarig voldoende middelen beschikbaar zijn voor: − het uitvoeren van de taken waarvoor de gemeente zich moet inzetten; − de continuïteit van de bedrijfsvoering. Bij de financiële positie gaat het ook om het vermogen van de gemeente om inzicht te geven over de mogelijke risico’s die kunnen worden gelopen. Dit houdt in dat: - in de begroting alle lasten en baten zijn geraamd op basis van het bestaande beleid;
Programmabegroting 2015-2018
- 17 -
- de mogelijke risico’s zijn aangegeven; - de meerjarenbegroting een reëel beeld geeft van de financiële positie op de middellange termijn. Voor het beoordelen van de financiële positie zijn de volgende onderdelen van belang: a. de budgettaire positie in 2015 tot en met 2018; b. het weerstandsvermogen; c. de beheersplannen; d. de grondexploitatie; e. de belastingcapaciteit; f. de reserves en voorzieningen. Over deze punten wordt het volgende opgemerkt: a. De budgettaire positie in 2015 tot en met 2018 In de begroting wordt per programma aangegeven wat de kaders zijn voor het bestaande beleid. De baten en lasten worden op basis van de begroting van het voorgaande jaar inclusief de inmiddels vastgestelde begrotingswijzigingen geraamd. Hierbij wordt rekening gehouden met de door de raad vastgestelde uitgangspunten. Daarnaast wordt, als blijkt dat externe factoren hiervoor aanleiding geven, in voorkomende gevallen afgeweken van het door de raad vastgestelde percentage voor prijsstijging en dergelijke. Uitgangspunt is een solide financieel beleid met sluitende jaarschijven, waarbij de begroting structureel in evenwicht is. Daarom hebben wij in het dekkingsplan onderscheid gemaakt tussen dekking van enerzijds incidentele lasten en anderzijds dekking van resterende (structurele) lasten. Een deel van de uitgaven nieuw beleid die eenmalig zijn, wordt gedekt door eenmalige middelen. Het restant (structurele lasten) tekort wordt gedekt door structurele baten. Geconcludeerd kan worden dat de Programmabegroting 2015-2018 structureel in evenwicht is. b. Het weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de mate aan waarin de gemeente in staat is middelen vrij te maken om substantiële financiële tegenvallers op te vangen, zonder ingrijpende beleidswijzigingen. Het weerstandsvermogen bestaat uit twee onderdelen, namelijk de weerstandscapaciteit en de risico’s. Het weerstandsvermogen geeft de verhouding tussen deze twee onderdelen aan. In paragraaf 5.1 ‘Weerstandsvermogen’ wordt hierop uitgebreid ingegaan. Kenmerkend voor het risicoprofiel van Nunspeet is dat de gemeente een vrij sterke sociale structuur kent. Verder is van belang dat Nunspeet een vrij stabiele gemeente is qua bevolkingsomvang. De gemeente Nunspeet loopt daardoor minder risico’s dan bijvoorbeeld een gemeente met uitbreidingslocaties of andere grootschalige ontwikkelingen. Voor risico’s waarvan de omvang redelijk kan worden ingeschat, zijn voorzieningen gevormd, zoals de voorziening planschades/juridische procedures. De vrije financiële middelen die de gemeente kan inzetten voor het dekken van tegenvallers wordt weerstandscapaciteit genoemd. De weerstandscapaciteit van Nunspeet wordt berekend uit onvoorzien, de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves. Bij stille reserves moet worden gedacht aan bezittingen die beneden de marktwaarde in de boeken staan en die zonder bezwaar direct te verkopen zijn. De gemeente heeft echter nauwelijks nog panden anders dan panden en gronden die nodig zijn voor de grondexploitatie. Het weerstandsvermogen is voldoende om de risico’s af te dekken. c. Het onderhoud van kapitaalgoederen Onderhoud betreft de uitvoering van preventieve dan wel correctieve maatregelen om het kapitaalgoed (gedurende de levensduur) in goede staat te houden of te brengen. De volgende kapi-
Programmabegroting 2015-2018
- 18 -
taalgoederen zijn voor Nunspeet van toepassing: wegen, riolering, verlichting, openbaar groen, gebouwen en bossen. Onderhoud valt uiteen in groot onderhoud en klein onderhoud. Onderhoud is maatregelen die de levensduur van het kapitaalgoed verlengen. In paragraaf 5.2 ‘Onderhoud kapitaalgoederen’ wordt per kapitaalgoed kort ingegaan op het beleid voor het onderhoud van de kapitaalgoederen. Gesteld kan worden dat voor elk kapitaalgoed een actueel beleidsplan aanwezig is, waarbij de raad heeft aangegeven wat het gewenste onderhoudsniveau is. In de Programmabegroting 2015-2018 zijn de budgetten opgenomen om het onderhoud adequaat uit te voeren. Verder zijn, wanneer noodzakelijk, vervangingsinvesteringen opgenomen. Gesteld kan worden dat het niveau van het onderhoud is gebaseerd op actuele onderhoudsplannen en is afgestemd op het gewenste onderhoudsniveau. d. De grondexploitatie De grondexploitatie (inclusief de resultaten hieruit) is een onderdeel van de totale exploitatie van de gemeente. Gelet op de risico’s in relatie tot de omvang van de bedragen, waarover het op dit terrein gaat, is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld (paragraaf 5.6 ‘Grondbeleid’). Van oudsher was al gekozen voor het realiseren van exploitaties met een positief resultaat, of ten minste kostendekkend. Door de jaren heen heeft dit geleid tot een saldo in de grondexploitatie. Dit saldo is verwerkt in de reserve grondexploitatie. Een deel van deze reserve is niet-besteedbaar omdat dit nodig is om exploitatierisico’s te kunnen afdekken. De jaarlijkse herijking van het bodem- en plafondbedrag vindt plaats op grond van artikel 12, lid 1 van de Verordening artikel 212 van de Gemeentewet na het vaststellen van de jaarrekening. Het bodembedrag is gebaseerd op een in de nota ‘Reserves en Voorzieningen’ opgenomen berekening. Hierin wordt rekening gehouden met verschillende elementen, zoals investeringen lopende complexen, boekwaarde van nog in exploitatie te nemen complexen, verschil boekwaarde en agrarische waarde van aangekochte gronden, verplichtingen en te verwachten resultaat lopende complexen. Het plafondbedrag is berekend om een buffer te hebben voor mogelijk strategische aankopen. Een overschot in de reserve grondexploitatie wordt volgens aanbeveling toegevoegd (via de algemene reserve) aan de ‘reserve Integrale Ruimtelijke Toekomstvisie Nunspeet 2015 (IRTV)’. In de nota ‘Reserves en voorzieningen herijking 2014’ zijn het bodem- en plafondbedrag van de reserve aangepast en geactualiseerd. De omvang van deze reserve is zodanig dat verwachte risico’s en kwantificeerbare verliezen kunnen worden opgevangen. Om nu en in de toekomst verzekerd te zijn van een gezonde basis voor grondexploitatie, is het op peil houden van de reserve van essentieel belang. Naar aanleiding van een Rekenkameronderzoek naar de grondexploitaties is een instrumentarium ontwikkeld voor een betere controle en beheersing van (risico-)ontwikkelingen: het Meerjarenperspectief grondbedrijf (MPG). Dit MPG bevat een volledige actualisatie van alle grondexploitaties en een geactualiseerde risicoanalyse Dit MPG wordt eenmaal per jaar opgesteld, een aantal maanden voorafgaand aan de jaarrekening, zodat uitkomsten in de jaarrekening verwerkt kunnen worden. Het doel van dit MPG is de raad te informeren over de volgende onderwerpen: • Beleid en uitgangspunten grondexploitatie • Programmering: wijze waarop de plannen van onze gemeente passen binnen de kaders die de provincie heeft gesteld • Stand van zaken en toekomstverwachtingen grondexploitaties, waaronder: • Ontwikkelingen • Financieel overzicht • Verschillenanalyse • Specifieke projectrisico's • Financiële positie grondbedrijf
Programmabegroting 2015-2018
- 19 -
e. De (onbenutte) belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit kan worden bepaald op de ruimte tussen de geraamde opbrengst van de OZB-belasting en de inkomensmaatstaf OZB in de Algemene uitkering Gemeentefonds. De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit wordt weergegeven in de paragraaf Weerstandsvermogen. De tarieven voor afvalstoffen- en rioolheffing zijn 100% kostendekkend geraamd. f. De reserves en voorzieningen Via de jaarlijkse herijking heeft de raad voldoende zicht op de stand van zaken over de reserves en voorzieningen. Hierbij worden, wanneer gewenst dan wel noodzakelijk, voorstellen gedaan voor: het bijstellen van de bodem- en plafondbedragen; het opheffen van de reserves of voorzieningen; het instellen van een reserve of een voorziening; het overhevelen van middelen van de algemene reserve naar een specifieke bestemmingsreserve of een voorziening; de beslagen over de reserves en voorzieningen. De herijking 2014 van de nota ‘Reserves en Voorzieningen’ is 26 juni 2014 behandeld in de raad. Deze herijking is mede de basis voor de inzet van de reserves en voorzieningen in het jaar 2015 en de prognosejaren 2016-2018. De algemene reserve wordt puur gezien als buffer voor risico’s waarvoor geen voorziening is gevormd. Voor de risico’s zijn voorzieningen getroffen. Daarnaast zijn bestemmingsreserves ingesteld voor de realisatie van een specifiek doel. Ten slotte is een aantal egalisatiereserves ingesteld. Voor de verschillende reserves zijn bodem- en plafondbedragen, voor de realisatie van de doelen, berekend. Bij het huidige ambitieniveau zijn alle reserves voldoende. 3.3 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Inleiding In dit hoofdstuk worden de inkomsten van de gemeente toegelicht die niet direct aan een programma zijn toe te rekenen. De bekostiging van het voorzieningenniveau in de gemeente wordt onder meer gevonden in algemene dekkingsmiddelen. Het gaat hierbij om belastingen, de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en deelnemingen. De lasten (zoals kosten van de belastingheffing en de uitvoering van de Wet WOZ) zijn opgenomen in het programma Bestuur en middelen. Het gaat met name over de onroerendezaakbelastingen, toeristenbelasting, forensenbelasting, de deelnemingen en de uitkeringen uit het Gemeentefonds. Deze middelen hebben geen vastgesteld bestedingsdoel in tegenstelling tot bijvoorbeeld de afvalstoffen- en rioolheffing. In tabel 1 wordt inzicht in de totale baten en lasten van de algemene dekkingsmiddelen gegeven. Onder de tabel worden de diverse algemene dekkingsmiddelen kort toegelicht.
Programmabegroting 2015-2018
- 20 -
Tabel 1 - Baten en lasten (bedragen x € 1.000,--)* rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 2.292 1.021 871 nieuw beleid 0 603 354 Totaal lasten 2.292 1.624 1.225
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 1.103 413 1.516
1.077 454 1.531
924 469 1.393
Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten
-30.710 0 -30.710
-30.406 0 -30.406
-41.933 0 -41.933
-42.146 0 -42.146
-41.129 0 -41.129
-40.894 0 -40.894
Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
-28.418 1.502 -1.686 -28.602
-28.782 727 -1.122 -29.177
-40.708 400 -598 -40.906
-40.630 226 -304 -40.708
-39.598 223 -700 -40.075
-39.501 209 -169 -39.461
* Inclusief saldo en oud en nieuw beleid paragraaf Bedrijfsvoering.
Algemene uitkering uit het Gemeentefonds In hoofdstuk 1. Begrotingspositie 2015-2018 is ingegaan op de Algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Onroerendezaak-, toeristen- en forensenbelasting Deze belastingen zijn toegelicht in hoofdstuk 2 - Dekkingsplan (paragraaf 2.1 OZB). In hoofdstuk 5, paragraaf 7 Lokale heffingen wordt nader ingegaan op deze belastingen. Deelnemingen De gemeente bezit aandelen van NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), NV Alliander en Vitens NV. In hoofdstuk 5, paragraaf 5 Verbonden partijen, worden deze deelnemingen verder toegelicht. Onvoorziene uitgaven Uitgangspunt van het financieel beleid is dat in de begroting een post voor onvoorziene uitgaven wordt opgenomen. In de begroting is een bedrag geraamd van circa € 88.900,--. Dit bedrag wordt gesplitst in onvoorziene uitgaven incidenteel (€ 63.500,--) en onvoorziene uitgaven structureel (€ 25.400,--). Rekening houdend met een stringente toepassing van de afgesproken spelregels voor het gebruik van deze post, zijn deze bedragen verantwoord. In het hoofdstuk ‘Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien’ vallen de volgende in de productenbegroting opgenomen producten: Tabel 2 - Producten Productnr. Omschrijving 09.01 Algemene uitkering (inkomsten) 09.11 Onroerendezaakbelastingen (inkomsten) 09.19 Toeristenbelasting (inkomsten) 09.23 Forensenbelasting (inkomsten) 09.41 Deelnemingen en beleggingen (inkomsten) 09.60 Overige dekkingsmiddelen 09.70 Onvoorziene uitgaven
Portefeuillehouder L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas
Programmabegroting 2015-2018
- 21 -
3.4 Kerngegevens waarop de ramingen zijn gebaseerd Bestuurlijke structuur
Raadsleden
Wethouders
SGP
7
1,6
Gemeentebelang
5
1
ChristenUnie
4
1
CDA
2
VVD
2
PvdA
1 Rekening 2013 (31-12)
Begroting 2014 (1-1)
Begroting 2015 (1-1)
-48.270 50.999 2.729 -3.989 -1.260
-45.564 45.473 -91 -281 -372
-53.442 53.562 120 -56 64
Financiële structuur (x € 1.000,--) (-/- = opbrengsten of lagere kosten)
Baten Lasten Saldo baten minus lasten Dotaties respectievelijk onttrekkingen reserves Batig saldo jaarrek./saldo begr. (excl. dekkingsplan) Balans (x € 1.000,--) Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Eigen vermogen Saldo jaarrekening Voorzieningen Langlopende schulden Vlottende passiva
43.328 6.956 29.298 47.577 1.260 2.084 22.672 5.989
Sociale structuur * Inwoners Jongeren (< 20 jaar) Ouderen (> 64 jaar) Minderheden Bijstandsgerechtigden Huishoudens met een laag inkomen
26.628 6.975 4.756 250 234 2.760
26.650 7.057 4.621 260 238 2.730
26.700 6.975 4.756 250 295 2.760
2.669 27 2.642
2.728 67 2.661
2.669 27 2.642
590 122 318
557 168 309
590 122 318
12.879 74 11.6880 579
12.879 74 11.680 579
12.879 74 11.680 579
Aantal leerlingen 4 tot en met 12 jaar: ** - Openbaar basisonderwijs - Bijzonder basisonderwijs Leerlingen speciaal basisonderwijs Leerlingen speciaal voortgezet onderwijs Leerlingen bijzonder voortgezet onderwijs Fysieke structuur * Oppervlakte land in hectare Oppervlakte binnenwater in hectare Woonruimten Historische woningen in bewoonde oorden *
Voor de cijfers sociale en fysieke structuur is gebruikgemaakt van de gegevens van de Algemene uitkering Gemeentefonds. Dit zijn de meest actuele cijfers met peildatum 31 december 2013.
Programmabegroting 2015-2018
- 22 -
Programmabegroting 2015-2018
- 23 -
4. Programma’s 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Werk en inkomen Jeugd en onderwijs Maatschappelijke ondersteuning Wonen Ruimtelijke ordening en milieu Veiligheid Verkeer en openbare ruimte Cultuur, sport en recreatie Economische structuur Bestuur en middelen
Programmabegroting 2015-2018
- 24 -
Programmabegroting 2015-2018
- 25 -
PROGRAMMA 1 - Werk en inkomen Inleiding De ambitie is dat iedereen kan meedoen in de samenleving! ‘Meedoen’ voor een actieve samenleving met inwoners die uitgaan van eigen kracht en zich verantwoordelijk voelen voor hun medebewoners en hun directe leefomgeving. Voor de meest kwetsbare groepen blijft de gemeente een vangnet.
Bestuurlijke kaders Kadernota Participatiewet Verordening bijdrageregeling minima 2015 Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 Afstemmingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz 2015 Beleidsregels terugvordering en verhaal Beleidsplan Participatiewet 2015 Verordening tegenprestatie Reïntegratieverordening 2015
Wat willen wij bereiken? Actieve inzet op re-integratie samen met het bedrijfsleven en de Inclusief Groep Wij gaan de re-integratie lokaal en regionaal opzetten in samenhang met werkgeversdienstverlening en de invoering van de Participatiewet per 2015. De Inclusief Groep benutten wij bij de reintegratie van de doelgroep (voorheen Wsw en Wajong) van de Participatiewet. Beperken instroom bijstand, ook door alternatieve maatregelen (bijvoorbeeld actieve job coaches) Bij aanvragen om bijstand beperken wij de instroom zoveel mogelijk en uitstroom uit de uitkering bevorderen we door de inzet van een re-integratieconsulent. De mogelijkheden worden zowel lokaal als regionaal gebruikt. Vanaf 2015 gaan we binnen de bestaande capaciteit extra inzetten via een job coach/re-integratieconsulent. Aan verlenen uitkering zo veel mogelijk de voorwaarde verbinden een tegenprestatie naar vermogen te leveren Vrijwilligerswerk merken wij aan als maatschappelijke participatie. Bij ontbreken van participatie via mantelzorg of vrijwilligerswerk leggen wij een tegenprestatie verplicht op. Voor extra inzet op de invoering van de tegenprestatie is financiële dekking nodig. In 2014 zijn de regels vastgesteld in een verordening. In 2015 voeren we deze verplichting in. Bij inkoop en aanbestedingen zo mogelijk ‘social return’ als contractvoorwaarde opnemen Bij de aanbesteding nemen wij ‘social return’ (inschakeling van werkzoekenden bij opdrachten) als voorwaarde op zoals al vastgelegd in het gemeentelijk inkoopbeleid. Nadrukkelijke aandacht voor fraudebestrijding en handhaving De Sociale Recherche van de Regio Noord-Veluwe (RNV) is belast met de opsporing en bestrijding van fraude in de sociale zekerheid. De resultaten worden gepubliceerd in het jaarverslag en waar nodig scherpen wij het beleid aan. Alle aanvragen worden getoetst op mogelijke fraudesignalen. Ontwikkelen van nieuw beleid voor armoedebestrijding met specifieke aandacht voor ouderen en kinderen Bij het nieuw te vormen minima- en armoedebeleid betrekken we de vereenvoudiging van de aanvraag en een meerjarige toekenning van de bijdragen. Hierbij zal specifiek aandacht gegeven worden aan de doelgroepen ouderen en kinderen. Wij stellen dit vast in het beleidsplan Participatiewet 2015. Maximaal benutten wettelijke mogelijkheden categoriale bijstand De categoriale bijstand wordt via wetgeving steeds verder ingeperkt omdat dit inkomenspolitiek is van de landelijke overheid. De categoriale bijstand benutten wij maximaal binnen de wettelijke mogelijkheden en wij leggen dit vast in een verordening en vast te stellen beleidsplan 2015.
Programmabegroting 2015-2018
- 26 -
Faciliteren mogelijke realisatie ‘meer-met-minderhuis’ Door een toename van de werkloosheid en het aantal mensen met schulden en inkomensachteruitgang in het algemeen, moeten mensen met minder geld rondkomen. In 2015 starten wij een haalbaarheidsonderzoek voor het ‘meer-met-minderhuis’ (meer doen met mindergeld voor de minimadoelgroep). Stimuleren omslag van ‘schulden saneren’ naar ‘schulden voorkomen’ samen met maatschappelijk betrokken partijen; een zelfde aanpak hanteren bij huisuitzettingen We voorkomen schulden door meer mensen op de arbeidsmarkt te laten participeren en door de integrale werkwijze van de basisteam(s) per 2015 (Participatiewet, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Jeugdzorg) worden financiële problemen eerder gesignaleerd en worden inwoners gewezen op voorzieningen en mogelijkheden om schulden te voorkomen of op te lossen. In 2015 starten wij met de werken in het te vormen basisteam. Altijd aanbieden vangnet van hulp en bescherming als werkelijk geen andere oplossing mogelijk is Als de burger en zijn sociale netwerk onvoldoende in staat zijn om een oplossing te realiseren, dan hanteren we als eerste oplossingsrichting een algemene of collectieve voorziening. Wanneer het netwerk van informele zorg en het systeem van collectief en algemeen aanbod onvoldoende is om de burger zelfredzaam te laten zijn, dan bieden we binnen het gemeentelijk domein als vangnet een systeem van maatwerkvoorzieningen aan om ondersteuning te waarborgen. In het vierde kwartaal van 2014 zijn aan uw raad verschillende verordeningen voorgelegd op grond van de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning waar deze waarborgen in verankerd liggen. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Tabel 1.1 Uitvoering ambities Ambitie Actieve inzet op re-integratie samen met het bedrijfsleven en de Inclusief Groep
Beperken instroom bijstand, ook door alternatieve maatregelen (bijvoorbeeld actieve job coaches) Aan verlenen uitkering zo veel mogelijk de voorwaarde verbinden een tegenprestatie naar vermogen te leveren Bij inkoop en aanbestedingen zo mogelijk ‘social return’ als contractvoorwaarde opnemen Nadrukkelijke aandacht voor fraudebestrijding en handhaving
Activiteiten 2015 • Organiseren van informatieavonden voor het bedrijfsleven • Onderzoek naar regionale samenwerking met de InclusiefGroep • Uitwerken van een werkkamer binnen regio Stedenvierkant • Uitwerken van een manier van regionale werkgeversbenadering Aanstellen van een extra werkcoach Extra inzet op stimulering maatschappelijk nuttige activiteiten door iedere uitkeringsgerechtigde die geen reïntegratietraject of maatschappelijk nuttige activiteit verricht, een tegenprestatie op te leggen. In de basis: voorzetting van het bestaande beleid. Er zal specifiek ingezet worden op de zgn. quotum-regeling/garantbanen (aannemen van arbeidsgehandicapten in loondienst) • In de basis: voortzetting van het bestaande beleid. • Meer inzet op het voorkomen van fraude • Adequate reactie op signaleen van mis-
Programmabegroting 2015-2018
- 27 -
bruik door sociale recherche. Opstellen van een nieuwe minimaverordening 2015.
Ontwikkelen van nieuw beleid voor armoedebestrijding met specifieke aandacht voor ouderen en kinderen Maximaal benutten wettelijke mogelijkheden categoriale bijstand Faciliteren mogelijke realisatie ‘meer-metminderhuis’
Opstellen van een nieuwe minimaverordening 2015. In 2015 wordt een haalbaarheidsonderzoek voor het ‘meer-met-minderhuis’ (meer doen met minder geld voor de minimadoelgroep) uitgevoerd. • In de basis: voortzetting convenant met de woningbouwvereniging Omnia. • Werken met de (in 2014) opgezette basisteams (Wmo, Participatiewet en Jeugdzorg) Opstellen van verordeningen op grond van de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning.
Stimuleren omslag van ‘schulden saneren’ naar ‘schulden voorkomen’ samen met maatschappelijk betrokken partijen; een zelfde aanpak hanteren bij huisuitzettingen Altijd aanbieden vangnet van hulp en bescherming als werkelijk geen andere oplossing mogelijk is
Nieuw beleid 2015-2018 Geen nieuw beleid voor dit programma over de periode 2015-2018. Tabel 1.2 Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 1 WERK EN INKOMEN Maatschappelijke dienstverlening Drie transities begeleiding, werk en jeugd
O
PM
2015
bw
budgettair neutraal obv toevoeging gemeentefonds uitkering
Totaal
0
Programmabegroting 2015-2018
0
0
0
- 28 -
Wat mag het kosten? Tabel 1.3 Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 14.010 14.008 8.614 nieuw beleid 0 0 0 Totaal lasten 14.010 14.008 8.614 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 8.393 0 8.393
8.180 0 8.180
8.011 0 8.011
-8.042 0 -8.042
-8.183 0 -8.183
-3.394 0 -3.394
-3.394 0 -3.394
-3.394 0 -3.394
-3.394 0 -3.394
5.968 0 -68 5.900
5.825 0 0 5.825
5.220 0 0 5.220
4.999 0 0 4.999
4.786 0 0 4.786
4.617 0 0 4.617
Onder het programma Werk en inkomen vallen de volgende producten: Tabel 1.4 Producten Product Omschrijving 06.00 Participatiewet 06.05 Bijstandsbesluit zelfstandigen 06.10 Wet IOAW en IOAZ 06.12 Minimabeleid 06.15 Zorg voor asielzoekers/statushouders 06.40 Sociale werkvoorziening 06.41 Arbeidsmarktaangelegenheden
Portefeuillehouder E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest G. van den Berg E.H. van der Geest E.H. van der Geest
Naar aanleiding van de transities zijn een aantal producten overgeheveld naar het nieuwe programma Maatschappelijke ondersteuning. Het gaat om de producten. Voorzieningen Wmo, Maatschappelijke dienstverlening, Ontwikkelingssamenwerking, Gecoördineerd ouderenwerk, Extramuraal ouderenwerk en Wet maatschappelijke ondersteuning. De vergelijkende cijfers 2013 en 2014 zijn gebaseerd op de oude indeling.
Programmabegroting 2015-2018
- 29 -
PROGRAMMA 2 - Jeugd en onderwijs Inleiding De gemeente zorgt voor een adequate onderwijshuisvesting, waar nodig gebaseerd op de inhoud van het onderwijs. De Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) moet maximaal worden ingezet om te voorkomen dat kinderen met een achterstand aan het basisonderwijs beginnen. De gemeente werkt aan een soepele overgang van de transitie Jeugdzorg per 1 januari 2015. De jaren daarna staan in het teken van de ‘transformatie’ van de jeugdzorg. Speciale aandacht schenkt de gemeente aan kwetsbare jongeren die de leeftijdsgrens hebben bereikt van het jongerenwerk. Bij de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeente in 2015 gelden de volgende voorwaarden: geen kind tussen wal en schip en aan alle kinderen en gezinnen die op dit moment in een zorgtraject zitten wordt gegarandeerd dat zij dit traject af mogen maken.
Bestuurlijke kaders Verordening onderwijshuisvesting gemeente Nunspeet Lokale educatieve agenda gemeente Nunspeet 2011-2014 Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Nunspeet Afwegingskader handhaving kinderopvang Verordening leerlingenvervoer gemeente Nunspeet Beleidsregel leerlingenvervoer gemeente Nunspeet Nota visie en uitgangspunten positief jeugdbeleid Nota Volwasseneneducatie 2013 – 2016 ‘De gemeente als regisseur’; subsidienota gemeente Nunspeet 2013-2016
Wat willen wij bereiken? Maximale inzet op voorkomen schooluitval Alle jongeren onder de 27 jaar volgen onderwijs of zijn aan het werk. Dat is de ambitie. Om de kansen van jongeren op een startkwalificatie te vergroten, wordt ingezet op het voorkomen van schooluitval door bijvoorbeeld begeleiding van risicoleerlingen op school. Leerlingen die cognitief geen startkwalificatie kunnen halen, volgen vaak speciaal voortgezet onderwijs. Voor deze groep worden de beschikbare instrumenten op het gebied van arbeidsbegeleiding ingezet. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe Lokaal Educatieve Agenda (LEA). Daarin worden samen met het onderwijs (ieder vanuit eigen verantwoordelijkheid) afspraken over het voorkomen van schooluitval in komende jaren. Deze LEA gaat in op 1 augustus 2015. Stimuleren lokale maatschappelijke stages De maatschappelijke stage (MaS) heeft afgelopen jaren een waardevolle bijdrage geleverd aan vrijwillige inzet en draagt bij aan meer vrijwillige inzet en informele zorg in de gemeente Nunspeet. Nu de rijksmiddelen hiervoor worden stopgezet, gaat de gemeente zelf met scholen en maatschappelijke organisaties de Maatschappelijke Stage proberen te behouden. Door scholen en maatschappelijke organisaties ieder jaar actief te benaderen worden jaarlijks voldoende stageplekken voor de leerlingen uit de gemeente Nunspeet gecreëerd. Het gaat daarbij om minimaal 100 stageplekken per jaar. De stagemakelaar vanuit het Servicepunt Vrijwilligers Nunspeet (SVN) coördineert en faciliteert dit proces. Activeren van het concept van de Brede school (initiatief bij ouders en schoolbesturen) Primair wordt bij het concept brede school uitgegaan van een netwerksamenwerking met een integrale aanpak voor cultuur, sport en zorg. Belangrijk aandachtspunt hierbij is dat het initiatief moet komen van de ouders en schoolbesturen met als uitgangspunt dat jongeren zich cognitief, sociaal, cultureel en fysiek kunnen ontwikkelen. Vanaf het schooljaar 2014-2015 worden de scholen gevraagd concrete planvorming op te stellen binnen het concept Brede school. De uitwerking hiervan worden meegenomen in de nieuwe Lokaal Educatieve Agenda (LEA).
Programmabegroting 2015-2018
- 30 -
Inspanning tot behoud openbaar onderwijs in Nunspeet (via Stichting Proo) Met het oog op het belang van een pluriform onderwijsaanbod zal de gemeente, via de Stichting Proo, vanuit haar zorgplicht zich blijven inspannen om openbaar onderwijs in Nunspeet te behouden. De inspanning zal concreet gestalte krijgen in het betrekken van stichting Proo bij onze ambities voor onderwijshuisvesting (2015) en afspraken die de gemeente maakt in het kader van de nieuwe Lokaal Educatieve Agenda. Volgen van ontwikkelingen in voor- en vroegschoolse educatie Het is van belang dat taalachterstanden zo vroeg mogelijk worden voorkomen. De gemeente zet in op een brede aanpak van taalachterstanden. Daarom legt zij een directe relatie tussen voor- en vroegschoolse educatie (VVE) en de volwasseneneducatie. Ouderbetrokkenheid speelt hierin een grote rol. Op dit moment vindt onderzoek plaats naar de toekomst van peuterspeelzaalwerk en VVE. Daar zijn ook de instellingen bij betrokken. De uitkomst van dit onderzoek wordt vertaald naar nieuw beleid voor peuterspeelzaalwerk en VVE met een nieuwe subsidieverordening in 2015. Beleid ontwikkelen voor de mogelijkheid tot realisatie Kindcentra Voor beleid om tot Kindcentra (samenwerkingsverbanden van voor- en buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk en het basisonderwijs ten behoeve van de ontwikkeling van kinderen van 0 – 12 jaar) te komen, wordt aangesloten bij het nieuw Lokaal Educatieve Agenda en bij het aangekondigd samenhangend plan in het kader van onderwijshuisvesting. In 2016 wordt een stappenplan opgesteld om de mogelijkheden voor het realiseren van Kindcentra verder te onderzoeken. Inzetten op zo breed mogelijk voortgezet onderwijs in Nunspeet De gemeente Nunspeet kent in de vorm van Nuborgh Veluvine een onderwijsvoorziening voor voortgezet onderwijs. De gemeente stimuleert daarin een aanbod van een zo volledig mogelijk onderwijspakket. Op dit moment worden alle vormen van voortgezet onderwijs (VO) (vmbo, havo en vwo) wat betreft de eerste fase van het VO in Nunspeet aangeboden. Daarmee wordt het beleid van de afgelopen jaren gecontinueerd. Een verruiming van het onderwijsaanbod voor voortgezet onderwijs (VO) zou moeten plaatsvinden door het stichten van een nieuwe school of verruiming van het aanbod van een in de gemeente gevestigde school voor VO. Overigens ligt de primaire taak voor verruiming in handen van het ministerie van onderwijs. Investeren in onderwijshuisvesting en –omgeving De gemeente gaat investeren in aanpak van de scholen als het gaat om functionaliteit, duurzaamheid en beheersing van het binnenklimaat, zo mogelijk in de vorm van nieuwbouw. In 2015 wordt een samenhangend plan opgesteld, waarbij ook rekening wordt gehouden met de toenemende diversiteit van leerlingen als gevolg van het passend onderwijs. Uitgangspunt van dit plan is het rapport ‘Oog voor de toekomst!’ welke als richtinggevend document in april 2013 door de gemeenteraad is vastgesteld. Tevens wordt rekening gehouden met de doordecentralisatie per 1 januari 2015 op grond waarvan scholen verantwoordelijk worden voor het onderhoud aan de buitenzijde van de schoolgebouwen. Realiseren nieuwbouw De Ambelt en Verschoorschool aan F.A. Molijnlaan, inclusief campus voor meerdere typen speciaal onderwijs De scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs De Ambelt en De Verschoorschool zijn ondergebracht in twee grote panden die door de gemeente Nunspeet worden gehuurd. Vanuit financieel en onderwijskundig oogpunt is het een goede mogelijkheid om voor (onderdelen van) deze twee scholen een nieuwe voorziening te realiseren, waarbij rekening wordt gehouden met de wensen en eisen, waaronder passend onderwijs. Op dit moment wordt in samenwerking nagedacht over het vorm en inhoud geven aan het realiseren van nieuwbouw in de vorm van een campus voor meerdere typen van (voortgezet) speciaal onderwijs. Het streven is dat de nieuwbouw voor 1 januari 2017 is afgerond. Versterken samenwerking Straathoekwerk met organisaties jeugdwelzijnswerk Vorig jaar heeft de gemeente onder andere via haar straathoekwerk met de jeugdwelzijnsorganisaties een inhoudelijke vernieuwingsslag gemaakt (ook bekend als Welzijn Nieuwe Stijl) met twee
Programmabegroting 2015-2018
- 31 -
speerpunten: het verbeteren van de kwaliteit en professionaliteit van het welzijnswerk en het verbeteren van de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Deze vernieuwingsslag heeft zich, wat betreft deze organisaties, geconcretiseerd in een nieuwe overeenkomst met doelen en concrete resultaten tot 1 januari 2016. Vooruitlopend op een nieuwe overeenkomst wordt in 2015 beoordeeld op welke wijze de samenwerking daarna vorm moet krijgen. Specifieke aandacht geven aan kwetsbare jonge mensen die de leeftijdgrens hebben bereikt voor jongerenwerk In navolging van een versterkte samenwerking gaat de gemeente in 2015 met de welzijnsorganisaties bespreken hoe de doelgroep kan worden bereikt en eventueel kan worden ondersteund. Dit in voorbereiding op een nieuw subsidiekader vanaf 1 januari 2016. In dit nieuwe subsidiekader noemen wij specifieke doelen en resultaten voor deze doelgroep. Hernieuwd en eigentijds inrichten jongerenparticipatie Één van de doelen die de gemeente heeft afgesproken met de sector heeft betrekking op jongerenparticipatie. In het kader van de vernieuwingsslag Welzijn Nieuwe Stijl ligt verantwoording voor vormgeving van de jongerenparticipatie in handen van jeugdwelzijnsorganisaties en straathoekwerk Nunspeet. Gedurende de looptijd van de gesloten overeenkomst gaat de gemeente, vanuit de opdrachtgeversrol, deze invulling bewaken en met het oog op het nieuwe kader vanaf 2016 de doelen en resultaten hierop aanpassen. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Maximale inzet op voorkomen schooluitval
Stimuleren lokale maatschappelijke stages Activeren van het concept van de Brede school (initiatief bij ouders en schoolbesturen) Inspanning tot behoud openbaar onderwijs in Nunspeet (via Stichting Proo) Volgen van ontwikkelingen in voor- en vroegschoolse educatie Beleid ontwikkelen voor de mogelijkheid tot realisatie Kindcentra Inzetten op zo breed mogelijk voortgezet onderwijs in Nunspeet Investeren omgeving
in
onderwijshuisvesting
en
–
Activiteiten 2015 De primaire taak hiervoor is ondergebracht bij Regio Noord-Veluwe (RNV) / Regionaal bureau leerplicht (RBL). In 2015 vindt onderzoek plaats of deze inzet kan worden verbeterd. Uitvoering geven aan afgesloten convenant met een looptijd tot 2017. Dit onderwerp wordt in 2015 in relatie tot het concept Integrale Kindcentra (IKC) en investeringen in onderwijshuisvesting verder uitgewerkt en geconcretiseerd. De plannen die in 2015 worden opgesteld in het kader van Brede School/IKC zijn gericht op behoud van openbaar onderwijs in Nunspeet. De uitkomsten van onderzoek in 2014 worden vertaald naar nieuw subsidiebeleid voor peuterspeelzaalwerk en VVE vanaf 2015 Dit onderwerp wordt in 2015 in relatie tot het concept ‘Brede School’ en investeringen in onderwijshuisvesting verder uitgewerkt en geconcretiseerd. Primaire taak voor spreiding en/of verruiming van voortgezet onderwijs is een taak van het ministerie van Onderwijs. Waar mogelijk zal worden gefaciliteerd. In samenspraak met het onderwijsveld worden in 2015 plannen uitgewerkt en uitgevoerd door te investeren in onderwijshuisves-
Programmabegroting 2015-2018
- 32 -
ting. Daarbij wordt een relatie gezocht met het concept Brede School/IKC. De in 2014 ingezette voorbereidingen om te komen tot nieuwbouw worden in 2015 verder uitgewerkt.
Realiseren nieuwbouw De Ambelt en Verschoorschool aan F.A. Molijnlaan, inclusief campus voor meerdere typen speciaal onderwijs Versterken samenwerking Straathoekwerk met organisaties jeugdwelzijnswerk
In 2015 vindt, samen met instellingen voor jeugd- en jongerenwerk, onderzoek plaats naar de mogelijkheden van versterkende samenwerking. Uitkomsten worden betrokken bij een nieuwe subsidieovereenkomst vanaf 2016. In 2015 vindt, samen met instellingen voor welzijnswerk, onderzoek plaats naar de inzet op deze specifieke doelgroep. Uitkomsten worden betrokken bij een nieuwe subsidieovereenkomst vanaf 2016. In 2015 vindt, samen met instellingen voor jeugd- en jongerenwerk, onderzoek plaats naar de mogelijkheden van jongerenparticipatie. Uitkomsten worden betrokken bij een nieuwe subsidieovereenkomst vanaf 2016. Daarnaast vindt in 2015 ook onderzoek plaats op welke manieren eigentijdse jongerenparticipatie ingezet kan worden.
Specifieke aandacht geven aan kwetsbare jonge mensen die de leeftijdgrens hebben bereikt voor jongerenwerk Hernieuwd en eigentijds inrichten jongerenparticipatie
Nieuw beleid 2015-2018 Huisvesting passend onderwijs De gemeente blijft verantwoordelijk voor de nieuwbouw en instandhouding van de onderwijshuisvesting. Om deze taak te kunnen uitvoeren, is een stelpost binnen het nieuwe beleid opgenomen. Tabel 2.2 – Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015–2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 2 JEUGD EN ONDERWIJS 04.01 Bijzonder basisonderwijs Restpost huisvesting onderwijs
O
x
2015
bv
7.500
25.000
2.500
Huisvesting (passend) onderwijs
N
x
2016
bo
162.000
162.000
162.000
Dekking huisvesting (passend) onderwijs; afschaffing bijdrage onderwijsondersteuning
N
x
2016
bo
Totaal
0
Programmabegroting 2015-2018
-62.000
-62.000
-62.000
107.500
125.000
102.500
- 33 -
Wat mag het kosten? Tabel 2.3 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 3.894 10.071 nieuw beleid 0 2 Totaal lasten 3.894 10.073 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 9.912 111 10.023
9.685 128 9.813
9.668 106 9.774
-269 0 -269
-112 0 -112
-112 0 -112
-112 0 -112
-112 0 -112
3.625 0 0 3.625
9.961 0 0 9.961
9.911 0 0 9.911
9.701 0 0 9.701
9.662 1 0 9.662
Onder het programma Jeugd en onderwijs vallen de volgende producten: Tabel 2.4 – Producten Product Omschrijving 04.00 Openbaar onderwijs 04.01 Bijzonder onderwijs 04.02 Bijzonder speciaal onderwijs 04.03 Bijzonder voortgezet onderwijs 04.10 Schoolbegeleiding 04.20 Schoolzwemmen 04.30 Gymnastiekonderwijs 04.40 Leerlingenvervoer 04.50 Leerplicht 04.70 Overige onderwijszaken 04.80 Volwasseneneducatie 06.65 Jeugd- en jongerenwerk 06.70 Kinderopvang 06.71 Centrum Jeugd en gezin 06.75 Peuterspeelzaalwerk 06.80 Jeugdzorg
Portefeuillehouder L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas G. van den Berg L. van der Maas G. van den Berg L. van der Maas G. van den Berg
Naar aanleiding van de transities is dit programma herzien. De producten Jeugd- en jongerenwerk, Centrum Jeugd en gezin en Jeugdzorg zijn toegevoegd. De vergelijkende cijfers 2013 en 2014 zijn gebaseerd op de oude indeling.
Programmabegroting 2015-2018
- 34 -
Programmabegroting 2015-2018
- 35 -
PROGRAMMA 3 - Maatschappelijke ondersteuning Inleiding Tot 1 januari 2015 gaat alle energie en aandacht uit naar de drie decentralisaties: jeugdzorg, Participatiewet en Wmo/AWBZ. De focus richt zich op het op een adequate wijze burgers ondersteunen in het zo zelfstandig mogelijk blijven wonen. Een goede besturingsstructuur is hierbij een absolute voorwaarde. De gemeente stuurt op slim, simpel en samenhangend, de zelfredzaamheid van mensen versterken en maatwerk bieden in de wijze waarop mensen geholpen worden. Na 1 januari 2015 gaat de gemeente onverminderd door met de transformatie in het sociale domein: eigen kracht voorop en kwetsbare mensen doen mee. Het gaat om die inwoners die steun nodig hebben om mee te doen. Het is belangrijk dat zij die steun eenvoudig kunnen vinden en dat deze aansluit bij hun echte vraag.
Bestuurlijke kaders Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning 2012-2015; Meedoen! Regionale kadernota begeleiding onder de Wmo Regionale uitgangspuntennotitie transitie AWBZ-Wmo Lokale beleidsnota transitie begeleiding en kortdurend verblijf onder de Wmo (20142015) Besluit Maatschappelijke ondersteuning 2015 Kadernota Participatiewet Organisatiestructuur transities ‘De gemeente als regisseur’; subsidienota gemeente Nunspeet 2013-2016
De langdurige zorg verandert. De zorg voor elkaar moet meer ruimte krijgen. Dit past bij een actieve, bereidwillige samenleving. Het is daarbij belangrijk dat vrijwilligers, mantelzorgers en professionele hulpverleners goed met elkaar samenwerken. De formele en informele zorg gaat de gemeente meer met elkaar verbinden. De gemeente zorgt ervoor dat vrijwilligers en mantelzorgers weten waar ze met vragen terecht kunnen en zorgt voor ondersteuning. Wat willen wij bereiken? Mogelijkheid van een persoonsgebonden budget (PGB) (of vergelijkbare systematiek) blijft bestaan met specifieke aandacht voor oneigenlijk gebruik De gemeenteraad zal het voorzieningenbeleid vast moeten leggen in een Wmo-verordening. In deze verordening legt zij de mogelijkheid en de wijze van toegang tot het PGB en de handhaving vast. De Wmo-verordening is in 2014 vastgesteld. De definitieve randvoorwaarden van het PGB zijn mede afhankelijk van de uitkomst van de parlementaire behandeling over dit onderwerp. Onderzoeken collectieve zorgverzekering mogelijk te maken voor grotere groep mensen; niet beperken tot de minima In verband met de komst van de Participatiewet wordt aan de raad verschillende verordeningen voorgelegd, waaronder de gemeentelijke minimaverordening. Hierbij wordt het onderzoek naar de mogelijkheid van een collectieve zorgverzekering voor een grotere groep mensen betrokken. Dit onderzoek wordt meegenomen bij de aanpassing van het gemeentelijk minimabeleid. Daarnaast wordt gekeken naar de bestaande mogelijkheden van collectieve zorgverzekeringen bij onder andere stichtingen, verenigingen en werkgevers.
Programmabegroting 2015-2018
- 36 -
Zoveel mogelijk keuzevrijheid voor cliënten garanderen wat betreft zorg, alsmede (ook identiteitsgebonden) zorgaanbieders betrekken bij aanbestedingstrajecten De gemeente organiseert de inkoop voor individuele Wmo-maatwerkvoorzieningen zo dat de burger keuzevrijheid heeft voor zorg in natura of een PGB (binnen de wettelijke kaders). De inkoop wordt daarbij zo georganiseerd dat identiteitsgebonden organisaties toegang krijgen tot het verlenen van ondersteuning. In de prijsstelling wordt uitgegaan van efficiency en effectiviteit. Identiteitsgebonden en kerkelijke hulpverleningsorganisaties behouden plaats in lokale zorgnetwerk Deze bestuursperiode blijven identiteitsgebonden organisaties behouden in het lokale zorgnetwerk. Het gemeentelijk welzijnsbeleid wordt op dit punt gecontinueerd. Dit uitgangspunt blijft gehanteerd bij huidige en toekomstige beleidsontwikkelingen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Ontwikkelen specifiek beleid met oogmerk meer aandacht voor mantelzorgers en respijtzorg Mantelzorgers hebben een belangrijke rol in de samenleving. Het is belangrijk mantelzorgers te ondersteunen en te ontlasten door middel van respijtzorg. In de nieuwe Wmo-verordening zal hier aandacht aan worden besteed. Ook in het nieuwe Wmo-beleid dat ingaat per 2016 zal mantelzorg specifiek aandacht krijgen. Stimuleren van zo lang en zelfstandig mogelijk thuis wonen van ouderen (speciale aandacht voor het tegengaan van eenzaamheid) Het is van belang dat ouderen regie kunnen voeren over hun eigen leven. Hiervoor organiseert de gemeente de zorg en ondersteuning die ouderen nodig hebben dicht bij de mensen. Samen met de inwoners en maatschappelijke organisaties bevordert zij de sociale samenhang en leefbaarheid. Vanuit de kantelingsgedachte worden inwoners gestimuleerd naar elkaar om te zien. In gezamenlijkheid moet er zorg voor worden gedragen dat iedereen volwaardig mee kan doen in de samenleving. De gemeente zet zich in voor een adequaat woningenaanbod voor ouderen. In de Wmo-nota die in 2016 ingaat wordt dit onderwerp verder uitgewerkt. Het woningaanbod wordt uitgewerkt in de gemeentelijke woonvisie. Continueren inzet op regierol gemeente voor voorzieningen ouderen, met betrokkenheid ouderenbonden De gemeente betrekt de input van de samenleving bij het vormgeven van haar regierol. In de nieuwe Wmo-nota 2016 wordt weergegeven hoe de gemeente de regierol invulling geeft. Naast de formele adviesrol die de Wmo-raad heeft, gaat de gemeente ook in gesprek met andere partners. De ouderenbonden blijven betrokken bij het voorzieningenniveau voor ouderen. Er is periodiek overleg met de betrokken partners bijvoorbeeld in het Platform wonen, welzijn en zorg. Continueren ingezette beleid samenwerking welzijnsorganisaties voor ouderen De afgelopen jaren is stevig ingezet op de samenwerking tussen de welzijnsorganisaties. Door de samenwerking is het aanbod beter afgestemd en versterken de organisaties elkaar. Vanaf 2016 worden nieuwe afspraken verwerkt in de subsidiekaders voor de welzijnsorganisaties. Vrijwilligersvervoer voor ouderen betaalbaar houden Om inwoners, waaronder ouderen, regie over het eigen leven te kunnen laten voeren is mobiliteit een randvoorwaarde. Om deze reden gaat de gemeente vanaf 2016 samen met de regio de basismobiliteit bekijken en waar mogelijk impulsen geven. Ondersteunen wijk- en kernengericht werken in samenwerking met inwoners, onder andere door instelling gebiedsfonds ‘Vitale kernen’ Lokale burgerinitiatieven leveren een waardevolle bijdrage aan de samenleving. De zogenaamde ‘doe-democratie’ leidt ertoe dat de overheid een bescheiden rol inneemt om zo de kracht van het burgerinitiatief optimaal tot zijn recht te laten komen. De gemeente ziet voor zichzelf een rol in het scheppen van voorwaarden en (financieel) stimuleren van de lokale initiatieven door middel van een gebiedsfonds. Uiterlijk 2015 worden de kaders van dit fonds vastgesteld.
Programmabegroting 2015-2018
- 37 -
Prioriteit geven aan (in samenhang) oppakken van de drie decentralisaties op het gebied van jeugd, zorg en participatie. Versterken van de zelfredzaamheid van mensen. Toepassen principe ‘één plan, één gezin, één regisseur’. Maatwerk bieden waardoor mensen worden geholpen. De transformatie van het sociaal domein wordt grotendeels bepaald door de transities van de jeugdzorg, Wmo en Participatiewet. De transities hebben de volgende doelen: - Nadruk op eigen verantwoordelijkheid van burgers, op meedoen in de samenleving en op gebruikmaken van sociale netwerken. - Ondersteuning en participatie dichter bij de burger, op lokaalniveau. - Investeren in preventie door regie en financiering in één hand te leggen. Vanuit onze regierol draagt de gemeente zorg voor een samenhangende vormgeving van de transities. Op deze manier kan de ondersteuning optimaal worden gerealiseerd. Burgers weten waar ze met hun ondersteuningsvraag terecht kunnen. De organisatorische lijntjes zijn kort en slagkracht staat voorop. De transities worden vormgegeven volgens de Nunspeetse maat. Dit betekent dat bovenstaande doelen gerealiseerd worden binnen en samen met het sociale netwerk dat in de gemeente aanwezig is. Door het bieden van maatwerk ontvangen de burgers ondersteuning die aansluit op hun eigen identiteit. Op 1 januari 2015 begint de uitvoering van de transities. De jaren daarna worden gebruikt om de uitvoering van de nieuwe taken te optimaliseren. Rijksbudget ‘decentralisaties in het sociale domein’ is taakstellend. Voor eventuele achtervang in het kader van de opstart zijn onder strikte voorwaarden de reserves sociale knelpunten en toekomstige Wmo-uitgaven beschikbaar Belangrijkste maatregel uit het regeerakkoord voor de gemeenten zijn de drie transities in het sociaal domein. Deze transities gaan gepaard met forse budgettaire kortingen en dus ook risico’s. De opgave voor de komende jaren is om de nieuwe taken op een andere manier uit te voeren. In april 2013 heeft de raad als kader vastgesteld dat budgetneutraliteit het uitgangspunt is, wetende dat er nog financiële onduidelijkheden zijn over het budget. Primaire uitgangspunt blijft echter budgetneutraliteit. Daar waar nodig kan in de aanloopfase en het overgangsjaar een beroep worden gedaan op de Wmo-reserve en de reserve sociale knelpunten. Uitvoeren grondige risicoanalyses met het oog op financiële onzekerheden en risico’s ‘decentralisaties in het sociale domein’. De financiële risico’s die we mogelijk lopen door de decentralisaties in het sociale domein worden zoveel mogelijk inzichtelijk gemaakt. Ondersteunen bewustwording volksgezondheid door voorlichting en educatie, met als uitgangspunt de eigen verantwoordelijkheid van mensen Om te kunnen deelnemen aan de samenleving is het belangrijk dat mensen gezond zijn, zich bewust zijn van bepaald gedrag en dit zo nodig veranderen of leren omgaan met gezondheidsbeperkingen. Daarom blijft de gemeente investeren in volksgezondheid via preventie. Het activiteitenplan van de huidige nota gezondheidsbeleid 2012-2015 voorziet in zowel lokale als regionale preventieve voorlichtingsprojecten voor leefstijlverandering, zoals ‘Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG)’, ‘Bewegen op Recept’ en ‘project GEDRAG voor (verslavings)preventielessen op scholen’. In aansluiting op de landelijke nota gezondheidsbeleid (verwacht in 2015) gaat de gemeente daarna een nieuwe regionale nota volksgezondheid 2016-2019 opstellen. Continueren integraal gezondheidsbeleid met aandacht voor diverse aanpalende beleidsterreinen (onderwijs, ruimtelijke ordening, veiligheid etc.) Regionaal en met de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost-Gelderland (GGD NOG) is gezamenlijk voor de derde maal de nota gezondheidsbeleid opgesteld met zoals aangegeven de looptijd 2012-2015. Op dit moment geeft de gemeente uitvoering aan het activiteitenplan waarin wordt voorzien in zowel lokale als regionale projecten voor preventie op het gebied van de speerpunten overgewicht, schadelijk middelengebruik, depressiepreventie en seksuele gezondheid.
Programmabegroting 2015-2018
- 38 -
Gelet op de effectieve en efficiënte aanpak gaat de gemeente deze regionale aanpak voor - preventief - volksgezondheidsbeleid ook in de komende jaren voortzetten. Verslavingsbeleid relateren aan regelgeving, handhaving, preventie en educatie en bewustwording Het verplichte lokale preventie- en handhavingsplan alcohol 2014-2016, geregeld in artikel 43a van de Drank- en Horecawet, is de wettelijke bekrachtiging van deze ambitie. Dit plan is gebaseerd op een integrale beleidsvisie op de aanpak van de alcoholproblematiek. Het plan heeft een looptijd van 2 jaar doordat het nieuwe preventie- en handhavingsplan in 2016 (verder) afgestemd moet worden met andere preventieprogramma’s (nota gezondheidsbeleid). Vanaf dat moment lopen de beide plannen samen op in een vierjarige cyclus. Het project GEDRAG is een aanbod van (verslavings)preventielessen dat wordt aangeboden aan alle scholen in de gemeente Nunspeet. Hiermee wordt de bewustwording van een gezonde leefstijl onder de jeugd bevorderd. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Mogelijkheid van een persoonsgebonden budget (PGB) (of vergelijkbare systematiek) blijft bestaan met specifieke aandacht voor oneigenlijk gebruik Onderzoeken collectieve zorgverzekering mogelijk te maken voor grotere groep mensen; niet beperken tot de minima Zoveel mogelijk keuzevrijheid voor cliënten garanderen wat betreft zorg, alsmede (ook identiteitsgebonden) zorgaanbieders betrekken bij aanbestedingstrajecten Identiteitsgebonden en kerkelijke hulpverleningsorganisaties behouden plaats in lokale zorgnetwerk Ontwikkelen specifiek beleid met oogmerk meer aandacht voor mantelzorgers en respijtzorg Stimuleren van zo lang en zelfstandig mogelijk thuis wonen van ouderen (speciale aandacht voor het tegengaan van eenzaamheid) Continueren inzet op regierol gemeente voor voorzieningen ouderen, met betrokkenheid oude-renbonden Continueren ingezette beleid samenwerking welzijnsorganisaties voor ouderen
Vrijwilligersvervoer voor ouderen betaalbaar houden Ondersteunen wijk- en kernengericht werken in samenwerking met inwoners, onder andere
Activiteiten 2015 Opstellen en uitvoeren van de Wmoverordening 2015 waarin het PGB een plaats heeft. Uitvoeren van een onderzoek naar mogelijkheden van een collectieve zorgverzekering. Opstellen en uitvoeren van de Wmoverordening 2015 waarin het PGB een plaats heeft. Opstellen en uitvoeren van de Wmoverordening 2015 waarin keuzevrijheid is opgenomen. Starten van een interactief traject om te komen tot een nieuwe beleidsnota Wmo 20152019, waarin aan dit onderwerp aandacht wordt besteed. Starten van een interactief traject om te komen tot een nieuwe beleidsnota Wmo 20152019, waarin aan dit onderwerp aandacht wordt besteed. Starten van een interactief traject om te komen tot een nieuwe beleidsnota Wmo 20152019, waarin aan dit onderwerp aandacht wordt besteed. Opstellen van subsidiekaders voor nieuwe subsidieafspraken vanaf 2016 waarin het ingezette beleid van samenwerking en efficientie tussen welzijnsorganisaties wordt gecontinueerd. In 2015 vinden voorbereidende werkzaamheden plaats om vanaf 2016 samen met de regio de basismobiliteit te bekijken en waar mogelijk impulsen geven. Opstellen en vaststellen van kaders voor het gebiedsfonds ‘vitale kernen’.
Programmabegroting 2015-2018
- 39 -
door instelling gebiedsfonds ‘Vitale kernen’ Prioriteit geven aan (in samenhang) oppakken van de drie decentralisaties op het gebied van jeugd, zorg en participatie. Uitvoeren grondige risicoanalyses met het oog op financiële onzekerheden en risico’s ‘decentralisaties in het sociale domein’. Ondersteunen bewustwording volksgezondheid door voorlichting en educatie, met als uitgangspunt de eigen verantwoordelijkheid van mensen
Uitvoering geven aan de Wmo 2015, Participatiewet en Jeugdwet en basisteams jeugd, Wmo en Participatiewet integraal vormgeven. Ontwikkelen en uitvoeren monitoring(sinstrumenten) transities. In 2015 wordt verder uitvoering gegeven aan lopende projecten zoals ‘Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG)’, ‘Bewegen op Recept’ en ‘project GEDRAG voor (verslavings)preventielessen op scholen’. In aansluiting op de landelijke nota gezondheidsbeleid (verwacht in 2015) treft de gemeente in 2015 voorbereidingen voor een nieuwe regionale nota volksgezondheid 20162019. In 2015 wordt de inzet van straathoekwerk op verslavingspreventie verder geïntensiveerd. Tegelijkertijd zal met de hierboven genoemde voorbereidingen voor nieuwe nota volksgezondheid in 2015 de voorbereiding voor een nieuw handhavingsplan worden getroffen Dit wordt onderdeel van de nota volksgezondheid.
Continueren integraal gezondheidsbeleid met aandacht voor diverse aanpalende beleidsterreinen (onderwijs, ruimtelijke ordening, veiligheid etc.) Verslavingsbeleid relateren aan regelgeving, handhaving, preventie en educatie en bewustwording
Nieuw beleid 2015-2018 Geen nieuw beleid voor dit programma over de periode 2015-2018. Tabel 3.2 – Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015–2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 3 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 07.10 Overige gezondheidsaangelegenheden Lokaal gezondheidbeleid (nieuwe nota, lagere prov. bijdrage)
O
x
2015
bw
Totaal
20.000 20.000
Programmabegroting 2015-2018
0
0
0
- 40 -
Wat mag het kosten? Tabel 3.3 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 8.980 nieuw beleid 20 Totaal lasten 9.000
9.082 0 9.082
8.964 0 8.964
8.881 0 8.881
-631 0 -631
-631 0 -631
-632 0 -632
-632 0 -632
8.369 4 0 8.373
8.451 4 0 8.455
8.332 4 0 8.336
8.249 4 0 8.253
Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018
Onder het programma Maatschappelijke ondersteuning vallen de volgende producten: Tabel 3.4 – Producten Product Omschrijving 06.20 Voorziening gehandicapten 06.45 Maatschappelijke dienstverlening 06.50 Vormings- en ontwikkelingswerk 06.55 Ontwikkelingssamenwerking 06.60 Gecoördineerd ouderenwerk 06.61 Extramuraal ouderenwerk 06.63 Wet maatschappelijke ondersteuning (beleid) 07.00 Uitvoering wet collectieve preventie
Portefeuillehouder G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg
Naar aanleiding van de transities is dit programma gecreëerd. Dit programma is gevormd door overheveling van producten uit programma 1 Sociale voorziening en maatschappelijke dienstverlening en programma 5 Volksgezondheid. Hierdoor ontbreken de vergelijkende cijfers 2013 en 2014.
Programmabegroting 2015-2018
- 41 -
PROGRAMMA 4 - Wonen Inleiding Op het gebied van wonen is de ambitie kort en helder: snel kunnen sturen op de aanwezige woonbehoefte, en inzetten op de combinatie van wonen en zorg. Dit wordt gerealiseerd door meer te gaan werken met flexibele bestemmingsplannen. Deze ambitie wordt uitgewerkt in een nieuwe Woonvisie. Verder zullen in het kader van deregulering initiatieven worden genomen om te komen tot een snellere vergunningverlening.
Bestuurlijke kaders Woonvisie Bouwverordening Welstandsnota
Wat willen wij bereiken? Continuering beleid en handhaving gericht tegen permanente bewoning recreatiewoningen Vanaf juni 2009 treden wij projectmatig op tegen onrechtmatige bewoning van recreatieverblijven. Dit beleid is enerzijds ingezet ter versterking van het recreatief product. Anderzijds is dit ingezet vanuit het oogpunt van volksgezondheid omdat aan recreatieverblijven zowel bouwtechnisch als de situering minder stringente eisen worden gesteld. Sinds 1 januari 2014 maakt deze handhaving deel uit van de reguliere werkzaamheden. Met de inzet van de huidige middelen, aangevuld met de middelen voor nieuw beleid, zal 75% van alle nieuwe gevallen van onrechtmatige bewoning worden opgepakt. Vaststellen nieuwe woonvisie In 2014 is gestart met het opstellen van een nieuwe gemeentelijke woonvisie. Hierin wordt het woningbouwprogramma en de invulling van de belangrijkste thema’s voor de komende jaren worden vastgesteld. Maximale inzet op voldoende huur- en koopwoningen in de sociale sector, huisvesting voor jongeren, starterswoningen, startersleningen, betaalbare woonruimte, goed doorstroombeleid, variatie in woningen en evenwichtige woningmarkt De genoemde punten worden structureel betrokken bij de besluitvorming over woningbouwprojecten en bij andere besluiten die de genoemde thema’s betreffen. Deze punten worden ook expliciet opgenomen in de op te stellen woonvisie. Indien nodig worden wettelijke bevoegdheden benut voor de realisatie van sociale huur- en koopwoningen. Via de gemeentelijke deelname aan regionale overleggen wordt mede inhoud gegeven aan de beleidsvoornemens. Herijking woningbouwprogramma Het woningbouwprogramma wordt herijkt aan de hand van de meest actuele gegevens. De op te stellen woonvisie levert hier een belangrijke bijdrage aan. Als de nieuwe provinciale cijfers regionaal verdeeld zijn, kan een woningbouwprogramma opgesteld worden dat recht doet aan de gemeentelijke behoefte. Voor Molenbeek worden verschillende modellen ontwikkeld waarbij volledige benutting in de toekomst randvoorwaarde is, maar waarbij ook de mogelijkheid wordt geschapen om op actuele ontwikkelingen in te kunnen spelen. Stimuleren levensloopbestendig bouwen en (collectief) particulier opdrachtgeverschap voor starters en doorstromers Dit zijn punten die worden uitgewerkt in de op te stellen woonvisie. De gemeente stimuleert levensloopbestendig bouwen door overleg met initiatiefnemers van woningbouwprojecten of door opdrachtverlening voor zover het gaat om uitgifte van gemeentelijke gronden. Hetzelfde geldt voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap (CPO), met dit verschil, dat dit ook kan worden afgedwongen in het kader van een bij een bestemmingsplan behorend exploitatieplan. Voor zover
Programmabegroting 2015-2018
- 42 -
sprake is van faciliterend of passief grondbeleid zal de gemeente deze mogelijkheid in voorkomend geval nastreven. Faciliteren zelfstandig blijven ‘wonen en zorg’ (woonservicezones) Dit punt wordt uitgewerkt in de woonvisie. Het gaat met name om bouwkundige aanpassingen in en om de woning. Deze ambitie wordt betrokken bij de voorbereiding van bestemmingsplannen. Hierbij geldt het bieden van mogelijkheden voor realisatie van een gelijkvloerse woning als zwaarwegend afwegingspunt. Het streven is woningbouwmogelijkheden in de omgeving van centrumvoorzieningen en gezondheidscentra te benutten voor gelijkvloerse woningen, waardoor de vorming van woonservicezones wordt bevorderd. Faciliteren mogelijkheden flexibele mantelzorgwoningen Alhoewel dit een punt is met een directe relatie ten aanzien van het wonen, dient de uitwerking hiervan plaats te vinden in het ruimtelijk ordeningsbeleid en/of het vrijstellingenbeleid in het kader van de verlening van een omgevingsvergunning. Binnen het woonbeleid wordt dit beleidsvoornemen benadrukt. Bij de voorbereiding van bestemmingsplannen en bij de verlening van omgevingsvergunningen is vanaf heden dit beleidsvoornemen een zwaarwegend belang in de afwegingen. Onderzoeken mogelijkheden goedkope bouwconcepten In 2011 is op gemeentelijk initiatief onderzoek gedaan op regionaal niveau naar goedkope bouwconcepten. Inzicht in deze specifieke markt is met name van belang als sprake is van gemeentelijke gronden waar, zonder een te honoreren bouwclaim, tot keuze van een bouwbedrijf kan worden overgegaan. De uitkomsten van een dergelijk onderzoek hebben, niet in het minst vanwege de continuïteitsproblemen waar bouwbedrijven zich in de huidige markt voor geplaatst zien, een relatief korte relevantietermijn. Een dergelijk onderzoek gaat de gemeente uitvoeren op het moment dat er concreet zicht is op uitgifte van gronden. Doelstelling is dat binnen het op dat moment bestaande aanbod van goedkope bouwconcepten een concept wordt gekozen dat binnen geldende randvoorwaarden (bijvoorbeeld een beeldkwaliteitsplan) een optimale kosten/kwaliteitsverhouding heeft. Regisserende en faciliterende rol bij wonen met zo mogelijk stimulerende rol bij innovatieve aanpak Het betreft hier verschillende rollen die de gemeente kan hebben bij ontwikkeling van bouwprojecten. Bij een verminderde inzet op actief grondbeleid zal onze rol met name faciliterend en stimulerend zijn. Bij gronden die eigendom zijn van de gemeente kan de regierol worden opgepakt, bijvoorbeeld door het sluiten van overeenkomsten of het vaststellen van een exploitatieplan. In alle gevallen is het gewenst maximale invloed uit te oefenen ten aanzien van punten die voor het gemeentelijk woonbeleid van belang zijn. De doelstelling is de gemeente Nunspeet voor verschillende doelgroepen als aantrekkelijke woongemeente te behouden. Hernieuwd oppakken project ‘Langer wonen in Vierhouten’ De gemeente heeft met enige regelmaat overleg met de Vereniging Langer Wonen in Vierhouten. Het is wenselijk dat de vereniging definitief aangeeft of men aldaar daadwerkelijk een CPOproject zal starten. De doelstelling is dat in Vierhouten een woningbouwproject gerealiseerd wordt dat gedragen wordt door de lokale bevolking en dat ouderen in Vierhouten in staat stelt om zo lang mogelijk in het dorp te blijven wonen. Het initiatief ligt bij de vereniging. Onverkort continueren woningsplitsingsregeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Door het splitsen van woningen in het buitengebied wordt het aantal woningen vergroot zonder dat daar bestemmingsplanprocedures aan te pas hoeven te komen. Hiermee kan voor een deel de woningbehoefte worden ingevuld, met name voor die huishoudens die een binding met het buitengebied hebben. Dit vergroot de leefbaarheid in het buitengebied en beperkt de woningbouwopgave in andere plannen. De ambitie is deze regeling te continueren.
Programmabegroting 2015-2018
- 43 -
Inzetten op aanpassing regionaal toewijzingssysteem huurwoningmarkt zodat ook jongeren die tijdelijk buiten de gemeente wonen in aanmerking komen voor punten. Jongeren (en anderen) die buiten de regio gaan wonen, verliezen volgens de thans geldende regels 10 jaar na hun vertrek de maatschappelijke binding met de regio. Binnen die tien jaar kunnen zij zich desgewenst alsnog (of opnieuw) inschrijven als woningzoekende en bouwen zij als zodanig ook punten op. De doelstelling is de betreffende jongeren in de gelegenheid te blijven stellen zich desgewenst weer in de gemeente Nunspeet te vestigen. Naar verwachting treedt per 1 januari 2015 een nieuwe Huisvestingswet in werking die ook een nieuwe gemeentelijke Huisvestingsverordening vergt, alsmede een aanpassing van het regionale woonruimteverdelingssysteem. In dat kader is het uitgangspunt dat deze ambitie blijvend wordt gerealiseerd. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Continuering beleid en handhaving gericht tegen permanente bewoning recreatiewoningen Vaststellen nieuwe woonvisie
Maximale inzet op voldoende huur- en koopwoningen in de sociale sector, huisvesting voor jongeren, starterswoningen, startersleningen, betaalbare woonruimte, goed doorstroombeleid, variatie in woningen en evenwichtige woningmarkt Herijking woningbouwprogramma
Stimuleren levensloopbestendig bouwen en (collectief) particulier opdrachtgeverschap voor starters en doorstromers Faciliteren zelfstandig blijven ‘wonen en zorg’ (woonservicezones) Faciliteren mogelijkheden flexibele mantelzorgwoningen Onderzoeken mogelijkheden goedkope bouwconcepten
Regisserende en faciliterende rol bij wonen met zo mogelijk stimulerende rol bij innovatieve aanpak
Activiteiten 2015 Structurele aanpak (toezicht en handhaving) van onrechtmatige bewoning recreatiewoningen In 2015 uitvoering geven aan de nieuwe woonvisie (opgesteld in 2014). Deze visie zal met name een rol spelen in het kader van bestemmingsplannen als Molenbeek, Elspeet Noord en Hulshorst Weversweg. • Uitvoering van de woonvisie en realisatie in het kader van de invulling van bestemmingsplannen. • Het doorstroombeleid invulling geven met een nieuwe Huisvestingsverordening die in 2015 wordt vastgesteld vanwege de in 2014 gewijzigde Huisvestingswet. De nieuwe woonvisie wordt in 2014 opgesteld. In de woonvisie wordt het woningbouwprogramma herijkt. Realisering hiervan vindt plaats in bestemmingsplannen waar in 2015 tot woningbouw wordt gekomen. Voor zover in 2015 gemeentelijke woningbouwkavels beschikbaar komen voor verkoop, wordt steeds vastgesteld of het mogelijk en wenselijk is deze kavels geheel of voor een deel voor (C)PO te benutten. De beleidskeuzen die in 2014 in de woonvisie worden gemaakt, zullen waar mogelijk in 2015 in de praktijk worden gebracht. Uiterlijk in 2015 wordt hierover een beleidsnota opgesteld waarvan de uitkomsten in bestemmingsplannen worden verwerkt. Als in 2015 door de gemeente grond kan worden uitgegeven voor woningbouw in de goedkope sector, wordt voorafgaand aan de uitgifte onderzoek gedaan naar het gewenste bouwconcept Dit betreft een voortdurende afweging bij de voorbereiding van woningbouwprojecten.
Programmabegroting 2015-2018
- 44 -
Hernieuwd oppakken project ‘Langer wonen in Vierhouten’
Uiterlijk in de eerste helft van 2015 vaststellen of het project als CPO-project voor senioren levensvatbaar is. • Zo niet: nader bezien hoe met de kavel Elspeterbosweg 9 in Vierhouten om te gaan. Voortzetten van het huidige beleid: continueren van de woningsplitsingsregeling •
Onverkort continueren woningsplitsingsregeling zoals opgenomen in het bestemmingsplan Buitengebied Inzetten op aanpassing regionaal toewijzingssysteem huurwoningmarkt zodat ook jongeren die tijdelijk buiten de gemeente wonen in aanmerking komen voor punten
Het huidige toewijzingssysteem biedt deze mogelijkheid reeds. In de eerste helft van 2015 wordt over een nieuw toewijzingssysteem besloten waarbij deze faciliteit in ieder geval gehandhaafd wordt.
Nieuw beleid 2015-2018 Actualisatie welstandsbeleid Aanvragen voor een omgevingsvergunning voor het onderdeel Bouwen wordt getoetst op welstandsaspecten. Hiervoor heeft de raad beleid vastgesteld. Het huidige beleid is gedateerd en voor invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vastgesteld. Deze situatie vraagt om een actualisatie van het welstandsbeleid. Handhaving onrechtmatige bewoning recreatiewoningen Sinds 2009 wordt onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen projectmatig gehandhaafd. Met de inzet van de huidige middelen, aangevuld met nieuw beleid, is het streven 75% van alle nieuwe gevallen van onrechtmatige bewoning op te pakken. Tabel 4.2 – Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 4 WONEN 05.55 Stads- en dorpsvernieuwing/monumentenbeleid Schilderwerk en gevelherstel kerktoren Nunspeet
O
43.000
2015
10
bv
Schilderwerk molen De Maagd (Hulshorst)
O
25.000
2017
10
bv
Totaal
4.300
5.558
5.418
5.278
2.500
3.231
5.558
7.918
8.510
10.000
0
0
0
27.500
27.500
27.500
27.500
27.500
27.500
27.500
27.500
4.300
08.30 Vergunningverlening bouw- en woningtoezicht Actualisatie welstandsbeleid
N
x
2015
bw
Totaal
10.000
08.35 Handhavingscontrole bouw- en woningtoezicht Handhaving onrechtmatige bewoning recreatieverblijven (formatie)
N
x
2015
bo
Totaal
08.50 Volkshuisvestingsbeleid Jaarlasten agv storting inzake starterslening bij het SVNG
O
2015
Totaal
2.360
2.360
2.360
2.360
2.360
2.360
2.360
2.360
6.660
7.918
10.278
10.870
nieuw beleid
37.500
27.500
27.500
27.500
TOTAAL PROGRAMMA 4
44.160
35.418
37.778
38.370
bestaand beleid
Programmabegroting 2015-2018
- 45 -
Wat mag het kosten? Tabel 4.3 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 1.410 1.417 1.680 nieuw beleid 0 53 45 Totaal lasten 1.410 1.470 1.725
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 1.680 36 1.716
1.680 38 1.718
1.679 39 1.718
Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten
-565 0 -565
-704 0 -704
-729 0 -729
-728 0 -728
-727 0 -727
-726 0 -726
Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
845 0 -374 471
766 0 -53 713
996 0 -53 943
988 0 -53 935
991 0 -53 938
992 0 -53 939
Onder het programma Wonen vallen de volgende producten: Tabel 4.4 – Producten Product Omschrijving 05.55 Stads- en dorpsvernieuwing/monumentenbeleid 08.30 Vergunningverlening bouw- en woningtoezicht 08.35 Handhaving/controle bouw- en woningtoezicht 08.50
Volkshuisvestingsbeleid
Programmabegroting 2015-2018
Portefeuillehouder L. van der Maas J. Groothuis J. Groothuis/ir. D.H.A. van Hemmen J. Groothuis
- 46 -
Programmabegroting 2015-2018
- 47 -
PROGRAMMA 5 - Ruimtelijke ordening en milieu Inleiding De ambitie is een leefbare gemeente. Zowel in de kernen als op het platteland. Er wordt ruimte geboden aan initiatieven die de leefbaarheid op het platteland bevorderen. Bij functieverandering in het buitengebied worden - naast het wonen - ook andere mogelijkheden positief benaderd. Met een flexibele opzet van bestemmingsplannen kan beter worden ingespeeld op actuele ontwikkelingen. De benadering van aanvragen is meer vanuit ‘ja, mits’, in plaats van ‘nee, tenzij’. Om ad-hoc beleid te voorkomen zal bij gewenste en weloverwogen afwijkingen van het ruimtelijk beleid sneller overgegaan worden tot aanpassing van beleid zodat de mogelijkheden voor iedereen zoveel mogelijk hetzelfde zijn. Op het gebied van duurzaamheid wil de gemeente een voorbeeldfunctie vervullen. Het streven is in 2015 een digitaal energieloket te hebben gerealiseerd. De doelstellingen in het Energieakkoord vormen de basis voor de gemeentelijke ambitie op het gebied van duurzaamheid. De gemeente gaat duurzaamheidsleningen verstrekken en afkoppeling van hemelwater (van riool) blijft een aandachtspunt.
Bestuurlijk kader Milieuactieplan 2012-2015 Deelverordening duurzaamheid Beleidskader geluid en bestemmingsplannen Besluit bodemkwaliteit Verordening geurhinder en veehouderij Regionaal milieu-uitvoeringprogramma RNV Afvalwaterketenplan Lozingenbesluit (bodembescherming) Integrale toekomstvisie Nunspeet Nota ‘Integrale handhaving gemeente Nunspeet’ Nota Centrumvisie Nunspeet Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade 2008 Beleidsregels laadpalen automobiliteit Wijzigingsverordening afvalstoffenheffing 2013 Verordening rioolheffing 2013 Verordening rioolaansluitrecht 2013
Wat willen wij bereiken? Mogelijkheden creëren voor bedrijven aan huis De bestemmingsplannen die het meest recent geactualiseerd zijn, laten aan huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten “bij recht” in gebouwen met een woonbestemming toe, mits ten hoogste 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de woningen met de daarbij behorende bouwwerken wordt gebruikt voor deze activiteiten en de gezamenlijke oppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m2. Het is de bedoeling deze regeling in alle plannen op te nemen en zo mogelijk nog te verruimen, mits de hoofdfunctie (het wonen) daarmee geen geweld wordt aangedaan. Bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor de woongebieden zal dit aspect worden meegenomen. Een startnotitie voor dit bestemmingsplan is in 2014 vastgesteld. Ruimte geven (onder voorwaarden) aan agrarische bedrijven voor economische nevenactiviteiten Het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2010 kent de mogelijkheid met een omgevingsvergunning af te wijken van de agrarische bestemming voor aan het buitengebied gerelateerde nevenactiviteiten gericht op recreatie, educatie en landschapsbeheer, ondergeschikte horeca, inpandige stalling van caravans, campers en boten en inpandige opslag van goederen. De globale randvoorwaarden voor deze regeling zijn rechtstreeks overgenomen van de destijds opgestelde regionale regeling. In 2015 wordt een beleidsnotitie opgesteld die, uitgaande van de regionale regeling voor functieverandering, meer zal zijn toegespitst op de Nunspeetse situatie, waarbij onderzocht zal worden of het mogelijk is om het beleid voor nevenactiviteiten te verruimen.
Programmabegroting 2015-2018
- 48 -
Verkennen mogelijkheden Energieakkoord In het Energieakkoord is afgesproken dat de Nederlandse energievoorziening in 2050 volledig klimaatneutraal zal zijn. Het is voor Nunspeet de stip aan de horizon. Voor 2020 is de gemeentelijke ambitie: 30% energiebesparing, 20% CO2-reductie en 20% Duurzame Energieproductie in 2020 ten opzichte van 1990. Om deze ambitie te realiseren zet Nunspeet de komende 4 jaar in op het versnellen en opschalen van initiatieven in de gebouwde omgeving (particuliere woningen). Naast de VNG investeert ook de gemeente in dit traject. Burgerparticipatie, het betrekken van het (lokale) bedrijfsleven en het hebben van een Energieloket zijn voor de VNG drie toets punten. In 2014 maakt Nunspeet een aanvang met het inrichten van een digitaal energieloket. In 2015 moet dit gerealiseerd zijn. Belangrijke betrokken partijen zijn lokale bedrijven (energie, bouw en wonen gerelateerd) en actieve burgers. Stimuleren en ondersteunen burgerinitiatieven duurzaamheid (duurzaamheidsleningen) De gemeente Nunspeet spant zich in om een collectief van lokale bedrijven en actieve burgers (energieambassadeurs) van de grond te krijgen. Afgelopen periode is hier een aanzet toe gegeven. Komende bestuursperiode moet een collectief van samenwerkende lokale partijen (bedrijfsleven en actieve burgers) een feit zijn. De gemeente doet dit door het voor het voetlicht brengen van goede voorbeelden, partijen bijeen te brengen, te enthousiasmeren en te verleiden. Instrumenten hierbij zijn de duurzaamheidslening, isolatiesubsidie en ambtelijke ondersteuning. Ter continuering van de isolatiesubsidie is de inzet gemeentelijk budget vrij te maken. De gemeente Nunspeet stelt zich ten doel de energetische kwaliteit van de bestaande woningvoorraad (9.829 woningen) met gemiddeld 1% per jaar te verbeteren. In de periode 2010 – 2013 isoleerden 338 woningeigenaren (met isolatiesubsidie) hun woning. De komende 4 jaar is het doel van minimaal 400 particuliere koopwoningen de energetische kwaliteit te verbeteren. Stimuleren maatregelen tot scheiding afvalwater en hemelwater De komende bestuursperiode wordt de hemelwatervisie opgesteld. Bij nieuwbouw wordt standaard gescheiden. Bij reconstructies, renovaties en herinrichtingen is de insteek om af te koppelen. Uit de visie volgen maatregelen die in 2015 en later worden geïmplementeerd. Invullen voorbeeldfunctie gemeente in relatie tot duurzaamheid Het Energieakkoord stelt dat de nieuwbouw (gemeentelijke gebouwen) vanaf 2018 energieneutraal zal zijn. De (lokale) overheid is hiermee een voorbeeld voor andere partijen. Op weg hier naar toe investeert Nunspeet in zonnepanelen voor haar huidige gebouwen. Vanaf 2016 maakt Nunspeet een start met de realisatie hiervan. Faciliteren bestaande mogelijkheid mantelzorg in woningen en bijgebouwen in bestemmingsplannen Ouderen moeten zo lang en zelfstandig mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Daartoe is in de bestemmingsplannen al de mogelijkheid van mantelzorg in woningen of bijgebouwen opgenomen. Onderzocht zal worden (in 2015) of eisen voor mantelzorg kunnen worden versoepeld, bijvoorbeeld door het toe te staan voor ouderen vanaf een bepaalde leeftijdsgrens, zonder dat hiertoe een medisch advies overgelegd moet worden. Daarbij zal worden ingegaan op de vraag in hoeverre de geldende bestemmingsplannen daarvoor moeten worden aangepast en of volgens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (BAG) mantelzorgsituaties moeten worden aangemerkt als een zelfstandig verblijfsobject met een woonfunctie waarmee er consequenties voor bijvoorbeeld de woningbouwplanning zouden kunnen ontstaan. Start opstellen gemeentelijke Structuurvisie als vervolg op vastgestelde Integrale Toekomstvisie In 2013 is de Integrale Toekomstvisie (ITV) vastgesteld. Als uitwerking daarvan wordt een structuurvisie opgesteld. Een structuurvisie is vormvrij. Er zal worden onderzocht welke vorm het meest zou kunnen aansluiten bij de behoefte die er nu is. Dit hoeft niet altijd een structuurvisie te zijn die gericht is op uitleglocaties (nieuwe uitbreidingsplannen voor woningbouw en bedrijfsterreinen). Het verdere verloop van de procedure is afhankelijk van de keuzes die op basis van een startnotitie worden gemaakt.
Programmabegroting 2015-2018
- 49 -
Flexibeler opzet bestemmingsplannen voor inspelen op actuele ontwikkelingen Via ruime bestemmingsomschrijvingen en het daarin opnemen van een vergunningenstelsel om van de bestemming af te kunnen wijken, wordt de flexibiliteit van bestemmingsplannen vergroot. Op grond van de jurisprudentie van de Raad van State moet de geboden flexibiliteit vooraf echter wel voorzien worden van een deugdelijke ruimtelijke onderbouwing. Bij iedere herziening van een bestemmingsplan zal aandacht aan dit aspect worden besteed, waarbij maatwerk wordt geleverd. In de startnotitie voor het nieuwe bestemmingsplan Woongebieden zal expliciet aandacht worden besteed aan dit voornemen. Om efficiënter en klantvriendelijker te kunnen werken worden de bestemmingsplannen voor de woongebieden (inclusief Vierhouten, Hulshorst en Elspeet) samengevoegd tot één bestemmingsplan Woongebieden. Beleidsvoornemens maar ook particuliere voornemens kunnen daarmee in de toekomst kostenefficiënt worden doorgevoerd. Bij de opstelling van het plan Woongebieden wordt onderzocht of overige regelgeving in het fysieke domein kan worden geïntegreerd hetzij zichtbaar worden gemaakt in het plan waardoor er een bestemmingsplan-plus ontstaat. Hierdoor wordt op een praktische manier geanticipeerd op de nieuwe Omgevingswet. Meewerken aan partiële herzieningen Uitgangspunt is dat de beleidsregel inzake particuliere verzoeken om bestemmingsplanherzieningen, die in de raadsvergadering van 27 januari 2011 is vastgesteld, in acht wordt genomen. Dit betekent dat, voor zover een beoogde partiële herziening van het bestemmingsplan afwijkt van het geldende ruimtelijke beleid, dit niet zal plaatsvinden zonder dat het beleid gelijktijdig wordt aangepast. Het betreft een doorlopend proces. Continueren regeling functieveranderingen in buitengebied Het geactualiseerde functieveranderingsbeleid dat al is vertaald in het bestemmingplan “Buitengebied”, wordt onverminderd voortgezet. Dit betekent dat stoppende agrarische bedrijven in aanmerking komen voor een woonfunctie of voor een niet-agrarische bedrijfsfunctie, overeenkomstig de spelregels die daarvoor in het bestemmingsplan Buitengebied zijn opgenomen. Nadrukkelijke aandacht voor ‘gelijke gevallen, gelijk behandelen’ Bij het toetsen van verzoeken om planologische medewerking zal het gelijkheidsbeginsel als algemeen beginsel van behoorlijk bestuur onverkort gehanteerd worden. Het betreft een doorlopend proces. Positieve insteek verkoop onrendabele stukjes groen aan particuliere aanwonenden Er wordt zoveel mogelijk ingezet op de verkoop van dergelijke strookjes groen. De getaxeerde waarde van de grond is richtinggevend voor de verkoopprijs. Door middel van een startnotitie, die tevens aan de raad zal worden voorgelegd, zullen de kaders worden aangegeven waarbinnen verkoop kan plaatsvinden. Daarbij zal in 2016 tevens een voorstel voor de te volgen procedure worden gedaan. Opstellen Meerjarenperspectief Grondexploitatie (MPG) Naar aanleiding van het onderzoek van de rekenkamercommissie naar het grondbeleid wordt in samenwerking met de accountant en in overleg met de raad een informatiemodel Meerjarenperspectief Grondexploitatie (MPG) ontwikkeld. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Mogelijkheden creëren voor bedrijven aan huis
Activiteiten 2015 • In 2014 is de startnotitie voor nieuw bestemmingsplan Woongebieden opge-
Programmabegroting 2015-2018
- 50 -
steld. Mogelijkheden van bedrijf aan huis meenemen in op te stellen bestemmingsplan Opstellen van een beleidsnotitie over nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven.
• Ruimte geven (onder voorwaarden) aan agrarische bedrijven voor economische nevenactiviteiten Verkennen mogelijkheden Energieakkoord Stimuleren en ondersteunen burgerinitiatieven duurzaamheid (duurzaamheidsleningen)
Stimuleren maatregelen tot scheiding afvalwater en hemelwater Invullen voorbeeldfunctie gemeente in relatie tot duurzaamheid Faciliteren bestaande mogelijkheid mantelzorg in woningen en bijgebouwen in bestemmingsplannen Start opstellen gemeentelijke Structuurvisie als vervolg op vastgestelde Integrale Toekomstvisie Flexibeler opzet bestemmingsplannen voor inspelen op actuele ontwikkelingen
Meewerken aan partiële herzieningen Continueren regeling functieveranderingen in buitengebied Nadrukkelijke aandacht voor ‘gelijke gevallen, gelijk behandelen’ Positieve insteek verkoop onrendabele stukjes groen aan particuliere aanwonenden Opstellen Meerjarenperspectief Grondexploitatie (MPG)
In 2014 zijn de mogelijkheden van het Energieakkoord verkend. • Inrichten van een digitaal energieloket • De regeling voor het verstrekken van duurzaamheidsleningen is in 2014 vastgesteld. In 2015 worden naar verwachting 4 leningen verstrekt. • Vormen van een collectief van lokale bedrijven en burgers: energieambassadeurs • Inzetten van verschillende instrumenten voor duurzaamheid: isolatiesubsidies, ambtelijke ondersteuning Opstellen van een hemelwatervisie •
Aanbrengen van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen. Parallel aan het groot onderhoud zal als eerst toepassing op het gemeentehuis plaatsvinden. Onderzoeken van mogelijkheden om eisen van mantelzorg te versoepelen (aanpassen bestemmingplannen in relatie tot de wet BAG). In 2014 is startnotitie Structuurvisie opgesteld. In 2015 wordt de Structuurvisie opgesteld. • In 2014 is de startnotitie voor nieuw bestemmingsplan Woongebieden opgesteld. • Opstellen van een nieuw bestemmingsplan Woongebieden Voortzetten van het huidige beleid: aandacht voor wenselijkheid van aanpassen van ruimtelijk beleid bij partiële herziening. Voortzetten van het huidige beleid: toepassen van het functieveranderingsbeleid uit het bestemmingsplan Buitengebied Voortzetten van het huidige beleid: toetsen van verzoeken aan het gelijkheidsbeginsel. In 2015 vinden voorbereidingen plaats voor een startnotitie (2016) over verkoop van gemeentelijk snippergrond. In 2014 is een informatiemodel Meerjarenperspectief grondexploitatie (MPG) opgesteld. Vanaf 2015 wordt het MPG herzien.
Programmabegroting 2015-2018
- 51 -
Nieuw beleid 2015-2018 Uitvoering hondenbeleid Het gaat hierbij om voortzetting van reeds ingezet beleid. Hierbij gaat o.a. aan de aanleg van hondenuitlaatvelden. Optimaliseren basisregistratie BAG/BGT Het is noodzakelijk dat de basisregistraties goed worden bijgehouden. Om dit te garanderen is het belangrijk dat periodiek luchtfoto’s worden vergeleken om te bepalen of er mutaties zijn die niet via vergunningen of bestekken bekend zijn gemaakt. Tabel 5.2 – Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 5 RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEU 07.20 Afvalinzameling/afvalverwerking Ondergrondse restafvalinzameling
O
Ondergrondse restafvalinzameling; dekking afvalstoffenheffing
O
30.000
2015
25
2015
bo
1.200
2.136
2.097
2.058
bo
-1.200
-2.136
-2.097
-2.058
Uitvoering hondenbeleid
N
x
2015
bo
Vervangen en repareren afvalbakken (50 stuks)
N
x
2018
bv
dekking afvalstoffenheffing 30.000
Dekking afvalstoffenheffing
N
x
2018
bv
-30.000
Totaal
0
0
0
0
07.30 Riolering x
2015
Vervanging rioolhuisaansluitingen Oenenburgerweg (Oenenburgerweg - Bloemhofweg)
Onderhoud riolering naar aanleiding van scan O
50.000
2016
15
bv
3.333
4.850
4.742
Vervanging 25 drukrioolgemalen buitengebied
O
25.000
2016
15
bv
1.667
2.425
2.371
Vervanging pompen grote persrioolgemalen
O
15.000
2016
15
bv
1.000
1.455
1.423
Vervanging leidingwerk rioolgemalen
O
25.000
2016
15
bv
1.667
2.425
2.371
Dekking rioolrecht
O
x
2016
bv
-7.667
-11.155
-10.906 1.455
bo
dekking rioolheffing
Vervangen pompen grote (pers)rioolgemalen
O
15.000
2017
15
bv
1.000
Vervangen pompen (25 stuks) drukrioolgemalen buitengebied
O
25.000
2017
15
bv
1.667
2.425
Vervangen leidingwerk in grote rioolgemalen
O
25.000
2017
15
bv
1.667
2.425
Vervangen leidingwerk in drukrioolgemalen
O
25.000
2017
15
bv
1.667
2.425
Vervangen oude kolk- en huisaansluitingen riolering Bloemhofweg (ged. Oenenburg - Laan)
O
75.000
2017
15
bv
5.000
7.275
15
Vervangen hekwerk (2e fase) rond de grote rioolgemalen
O
15.000
2017
bv
1.000
1.455
Dekking rioolrecht
O
x
2017
bv
-12.000
-17.460
Inventarisatie onderhoudstaat riolering > 40 jaar
O
x
2017
bo
35.000
Inspecteren en reinigen druk- en persrioleringen
O
x
2017
bo
30.000
Dekking rioolrecht
O
x
2017
bo
-65.000
Inspecteren en reinigen druk- en persriolering
N
x
2018
bo
30.000
Inventariseren onderhoudstaat riolering
N
x
2018
bo
30.000
Dekking rioolrecht
N
x
2018
bo
-60.000
Vervangen hekwerk (3e fase) rond grote rioolgemalen
N
15.000
2018
15
bv
1.000
Vervangen leidingwerk in drukrioolgemalen
N
25.000
2018
15
bv
1.667
Vervangen leidingwerk in grote (pers)rioolgemalen
N
25.000
2018
15
bv
1.667
Vervangen pompen in grote rioolgemalen
N
15.000
2018
15
bv
1.000
Vervangen pompen in drukrioolgemalen buitengebied
N
25.000
2018
15
bv
1.667
Vervangen straat- en trottoirkolken (50 stuks)
N
20.000
2018
15
bv
1.333
Dekking rioolecht
N
x
2018
bv
-8.333
Totaal
0
0
5.000
0
0
0
0
07.40 Uitvoering milieuprogramma Innovatiecentrum groene economie Noord-Veluwe
O
x
2015
bo
5.000
Klimaatactieplan 2014 & 2015
O
x
2015
bo
10.833
Totaal
15.833
5.000
08.30 Vastgoedinformatiesystemen Onderhoud programmatuur toezichtprotocol (Wabo)
O
x
2015
bw
5.000
5.000
5.000
5.000
Onderhoud GPS-apparatuur
O
x
2015
bo
1.600
1.600
1.600
1.600
Omzetting grootschalige basiskaart naar basisregistratie grootschalige topografie
O
x
2015
bw
46.000
Optimaliseren basisregistraties BAG/BGT
N
x
2015
bw
20.000
Totaal
72.600
6.600
6.600
6.600
bestaand beleid
68.433
11.600
6.600
6.600
nieuw beleid
20.000
0
0
0
TOTAAL PROGRAMMA 5
88.433
11.600
6.600
6.600
Programmabegroting 2015-2018
- 52 -
Wat mag het kosten? Tabel 5.3 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 5.461 5.213 5.357 nieuw beleid 0 136 88 Totaal lasten 5.461 5.349 5.445 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 5.334 12 5.346
5.315 7 5.322
5.238 7 5.245
-4.170 0 -4.170
-3.837 0 -3.837
-4.066 0 -4.066
-4.072 0 -4.072
-4.134 0 -4.134
-4.083 0 -4.083
1.291 189 -385 1.095
1.512 0 0 1.512
1.379 35 0 1.414
1.274 35 0 1.309
1.188 35 0 1.223
1.162 35 0 1.197
Onder het programma Ruimtelijke ordening en milieu vallen de volgende producten: Tabel 5.4 – Producten Product Omschrijving 07.20 Afvalinzameling/-verwerking 07.30 Riolering 07.40 Uitvoering milieuprogramma 08.05 Structuur- en bestemmingsplannen 08.10 Vastgoedinformatiesystemen
Programmabegroting 2015-2018
Portefeuillehouder E.H. van der Geest E.H. van der Geest G. van den Berg J. Groothuis J. Groothuis
- 53 -
PROGRAMMA 6 - Veiligheid Inleiding Veiligheid is een kerntaak van de overheid. Nunspeet wordt ervaren als een veilige en leefbare gemeente. Dit moet zo blijven en waar mogelijk verbeteren. De verantwoordelijkheid voor een veilige samenleving ligt niet uitsluitend bij de gemeentelijke overheid. Samen met de politie én de inwoners zelf wil de gemeente ook de komende vier jaren werken aan een veilige woon- en leefomgeving. Daarnaast liggen ook steeds meer verantwoordelijkheden bij burgers en instanties in het kader van zelfredzaamheid. Een goede en bereikbare politiezorg is van essentieel belang met daarbij een belangrijke rol voor de wijkagenten. De geregionaliseerde brandweer dient te blijven zorgen voor een goede brandweerzorg. Integrale handhaving blijft hiermee ook in de komende jaren een speerpunt voor ons.
Bestuurlijke kaders Regionaal beleidsplan rampenbestrijding en crisisbeheersing Noord- en Oost-Gelderland 2012-2015 Regionaal crisisplan Noord- en OostGelderland 2012-2015 Regionaal risicoprofiel VNOG 2011 Brandbeveiligingsverordening 2012 Integraal veiligheidsplan 2012-2015 Gebiedsscan criminaliteit & overlast Nunspeet 2014 Nota integrale handhaving Nunspeet 20112014 Regionaal bestuursconvenant horeca 20112015 Veiligheidsstrategie 2015-2018 politie OostNederland Meerjarenbeleidsplan 2015-2018 van Politie Oost-Nederland Veiligheidsmonitor 2014
Wat willen wij bereiken? Maximaal inzetten op gebiedsdekkend ambulancevervoer (inclusief onderzoek mogelijkheid vaste ambulancepost) met aanrijtijden binnen de landelijke norm De gemeente blijft zich actief inzetten om te voldoen aan de wettelijke aanrijtijden van de ambulance in de gemeente. Het omzetten van de tijdelijke ambulancepost naar een vaste ambulancepost binnen de gemeente is de ambitie. Waar nodig versterken concept Hart Veilig Wonen In 2014 is een nieuw onderhoudscontract gesloten voor beheer en onderhoud van de Automatische Externe Defibrillatoren (AED’s) vallend onder het concept Hart Veilig Wonen. Zo mogelijk worden alle AED’s van de gemeente hierin ondergebracht. Om het bereik van Hart Veilig Wonen te vergroten, worden enkele AED’s die nu in gebouwen hangen naar buiten verplaatst om 24uursbereikbaarheid te garanderen. In Elspeet zet de gemeente in op behoud van de First Responder Brandweer en het concept Hart Veilig Wonen. Burgerinitiatieven tot aansluiting bij het concept zullen worden aangemoedigd. Inzetten op zichtbaarheid wijkagenten, onder andere door wijkgerichte inzet (niet: themagericht) Er zullen keuzes worden gemaakt ten aanzien van de inzet en werkwijze van de wijkagenten in het politieteam Veluwe Noord. De gemeente gaat voor een wijkgerichte inzet. Stimuleren actieve rol samenleving op het gebied van veiligheid en vaststellen nieuw Integraal Veiligheidsplan In 2015 gaat de gemeente aan de slag om samen met de gemeenten in het politieteam Veluwe Noord te komen tot een nieuw Integraal Veiligheidsplan (2016-2019) met daar waar nodig lokale accenten. Het plan zal op een breed veiligheidsterrein bijdragen aan een veilige en leefbare samenleving. Een actieve rol van de samenleving is voor ons een belangrijk uitgangspunt. Specifieke aandacht voor geluidsoverlast bij buitenevenementen (onder meer geluidsniveaus en eindtijden)
Programmabegroting 2015-2018
- 54 -
De geluidsoverlast bij (buiten)evenementen dient binnen de vastgestelde grenzen te blijven. Bij deze evenementen zal in deze bestuursperiode het toezicht specifiek hierop gericht zijn en zo nodig zal handhavend worden opgetreden. Adequate aanpak overlast jaarwisselingen op basis van evaluatie en zo nodig bijstelling van beleid Uitgangspunt is dat de jaarwisseling een feest moet blijven. Negatief gedrag en buitensporige overtredingen van de wet zijn niet gewenst en worden hard aangepakt. Samen met inwoners, buurt- en dorpsverenigingen maakt de gemeente jaarlijks afspraken om de jaarwisseling in orde te laten verlopen. Indien nodig tegengaan van uitholling van de vrijwillige brandweer door regionalisering brandweer Bij brand en ongevallen kan de burger rekenen op professionele hulp door ons brandweerkorps. De regionalisering mag geen gevolgen hebben voor het kwaliteitsniveau van onze brandweerzorg en het welbevinden van het korps. In de bestuurscommissie van het brandweercluster Veluwe West zal de kwaliteit en de positie van de vrijwilligers bewaakt worden. Jaarlijks wordt aan de hand van het jaarverslag van de brandweer verantwoording afgelegd. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Maximaal inzetten op gebiedsdekkend ambulancevervoer (inclusief onderzoek mogelijkheid vaste ambulancepost) met aanrijtijden binnen de landelijke norm Waar nodig versterken concept Hart Veilig Wonen Inzetten op zichtbaarheid wijkagenten, onder andere door wijkgerichte inzet (niet: themagericht) Stimuleren actieve rol samenleving op het gebied van veiligheid en vaststellen nieuw Integraal Veiligheidsplan
Specifieke aandacht voor geluidsoverlast bij buitenevenementen (onder meer geluidsniveaus en eindtijden) Adequate aanpak overlast jaarwisselingen op basis van evaluatie en zo nodig bijstelling van beleid Indien nodig tegengaan van uitholling van de vrijwillige brandweer door regionalisering brandweer
Activiteiten 2015 • Overleg plegen met ambulancedienst voor behoud tijdelijk standplaats Nunspeet en behoud van inzet First Responder • Onderzoeken van mogelijkheden voor een vaste ambulancepost Actief werven vrijwilligers en deelnemende AED’en voor concept Hart veilig wonen. Wordt meegenomen in het op te stellen Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 Opstellen (in overleg met partners) van Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 • Deelnemen aan Week van de veiligheid. • Actieve inzet op het voorkomen van woninginbraken. Uitvoeren gerichte geluidmetingen bij daarvoor in aanmerking komende evenementen •
Afspraken maken met inwoners, buurt- en dorpsverenigingen om de jaarwisseling ordentelijk te laten verlopen. • Blijvend deelnemen aan bestuurscommissie Veluwe West • Uitvoeren van het project MOED (Maserplan voor een effectieve, doelmatige brandweer)
Nieuw beleid 2015-2018 Geen nieuw beleid voor dit programma over de periode 2015-2018.
Programmabegroting 2015-2018
- 55 -
Wat mag het kosten? Tabel 6.2 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 3324 2.013 1.973 nieuw beleid 0 60 0 Totaal lasten 3.324 2.073 1.973 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 1.942 0 1.942
1.911 0 1.911
1.880 0 1.880
-1487 0 -1.487
-124 0 -124
-117 0 -117
-117 0 -117
-117 0 -117
-117 0 -117
1.837 0 -144 1.693
1.949 0 0 1.949
1.856 0 0 1.856
1.825 0 0 1.825
1.794 0 0 1.794
1.763 0 0 1.763
Onder het programma Veiligheid vallen de volgende producten: Tabel 6.4 – Producten Product Omschrijving 01.00 Openbare orde en veiligheidszaken 01.40 Brandweer 01.50 Rampenbestrijding
Portefeuillehouder ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen
Programmabegroting 2015-2018
- 56 -
Programmabegroting 2015-2018
- 57 -
PROGRAMMA 7 - Verkeer en openbare ruimte Inleiding Verkeersveiligheid blijft de komende jaren een belangrijk item. Verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding blijft aandacht houden. De komende jaren worden de mogelijkheden van een westelijke rondweg in beeld gebracht. Hieraan wordt de verkeersafwikkeling op het Stationsplein gekoppeld.
Bestuurlijke kaders Beleidsplan openbare verlichting 2011-2020 Verkeersplan centrum Nunspeet (VPCN) Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP) Parkeerbeleidsplan Nunspeet Groen- en beheerplan 2011-2017 Beleids- en beheerplan wegen 2014-2018
Ook in deze collegeperiode komt er geen ‘betaald parkeren’. In 2015 gaat de gemeente op basis van een uit te voeren onderzoek aan de slag met de verkeers- en parkeerproblematiek in Vierhouten. Het kwaliteitsniveau van het openbaar groen blijft gehandhaafd op het huidige niveau. Daarnaast vindt onderzoek plaats naar de mogelijkheid wijken en kernen te betrekken bij het onderhoud van onze openbare ruimte. Wat willen wij bereiken? Vervanging openbare verlichting door LED-verlichting Het huidige beleid verouderde verlichtingsarmaturen vervangen door Led-armaturen wordt gecontinueerd en zo mogelijk geïntensiveerd om daarmee de gewenste energiebesparing te bewerkstelligen. Realiseren extra laadpunten elektrische auto’s, fietsen en scootmobielen Komende bestuursperiode wordt invulling gegeven aan de ‘Regeling laadpalen elektrisch vervoer Nunspeet 2012’. Dit plan gaat ervan uit dat er maximaal 5 laadpalen per jaar worden aangelegd. De fysieke aanleg, het beheer en het onderhoud komen bij een marktpartij te liggen. Op dit moment loopt hiertoe provinciebreed een aanbestedingstraject. De gemeente betaalt eenmalig een bedrag ter realisatie van een laadpunt. Realisatie van laadpunten voor fietsen en scootmobielen ligt eenvoudiger en wil de gemeente geheel aan de markt overlaten. Realiseren sluitend netwerk wandel-, fiets- en ruiterpaden Het bestaande netwerk van wandel-, fiets- en ruiterpaden wordt nader bekeken. Hierbij wordt vooral bezien in hoeverre uitbreiding en/of aanvulling nodig is. In de voorgaande jaren is wat dit betreft al een forse slag gemaakt, met name met de aanleg van een aantal ‘ommetjes’. In 2016 vindt nader onderzoek plaats en afhankelijk van de resultaten zullen nadere voorstellen worden gedaan. Inzetten op ‘verlevendiging’ Marktplein na afstemming met betrokken partijen De komende bestuursperiode worden initiatieven voor het gebruik van de markt gestimuleerd. Op een proactieve wijze wordt getracht hier verder vorm aan te geven. Realiseren herinrichting De Brink in Elspeet In 2015 wordt een voorstel gedaan om te komen tot een herinrichtingsplan voor het gebied van de Brink in Elspeet. Onderzoeken mogelijkheid faciliteren bewaakte fietsenstalling mogelijk met inzet van mensen met achterstand tot de arbeidsmarkt
Programmabegroting 2015-2018
- 58 -
Een bewaakte fietsenstalling kan bijdragen aan het stimuleren van het fietsgebruik en het verkeersveiligheidsgevoel. In 2016 wordt in kaart gebracht of er behoefte is aan een bewaakte fietsenstalling. Daarbij wordt gekeken naar de mogelijke locaties en de behoefte. De gemeente gaat onderzoeken waar bewaakte stallingen gebouwd kunnen worden. In ieder geval zal gezocht worden in de stationsomgeving en het centrum. Aan de hand van de resultaten van het onderzoek zullen verdere acties ondernomen worden. Daarbij valt te denken aan inzet in de bewaakte fietsenstalling van mensen met achterstand tot de arbeidsmarkt. Advies uitbrengen met betrekking tot (financiële) mogelijkheid ondertunneling spoorwegovergang Eperweg in relatie tot aanleg oostelijke rondweg en bedrijventerrein De Kolk Deze bestuursperiode wordt de oostelijke rondweg gerealiseerd. Er zal in 2015 geadviseerd worden over de mogelijkheid tot ondertunneling van de Eperweg. Er zal inzicht worden gegeven in de kosten van de aanleg daarvan en de dekkingsmogelijkheden zullen in kaart worden gebracht. Advies uitbrengen met betrekking tot tracéverkenning en nadere planvorming westelijke rondweg (inclusief mogelijkheid fietstunnel) -met inbegrip van verkeersafwikkeling Stationsplein - en in relatie tot financiële haalbaarheid De komende bestuursperiode wordt nader ingegaan op nut en noodzaak, mogelijkheden en onmogelijkheden van de aanleg van de westelijke rondweg en de effecten ervan op natuurwaarden. De mogelijke tracés worden verkend. De mogelijke aanleg van een fietstunnel onder het spoor wordt in 2016 nader onderzocht en de financiële aspecten worden in kaart gebracht. Op korte termijn maatregelen treffen ter verbetering oversteek vanaf station naar VVV-kantoor De oversteek voor zowel voetgangers als fietsers nabij het VVV-kantoor is onlangs geëvalueerd. Daaruit is gebleken dat de zichtbaarheid verbeterd kon worden en daarom zijn inmiddels hekjes aangebracht. In 2014 zullen de effecten van de reeds getroffen maatregelen geëvalueerd worden en zal bekeken worden of aanvullende maatregelen nog nodig zijn. Structureel extra middelen voor onderhoud wegen ter voorkoming van achterstallig onderhoud De komende jaren blijft de gemeente, naast het reguliere onderhoud van elementenverhardingen, extra inzetten op het inlopen van de eerder opgelopen achterstand op asfaltonderhoud. In de programmabegroting 2015-2018 zijn extra gelden opgenomen om het vastgestelde kwaliteitsniveau te behalen. Uitgaan van basisniveau plus openbaar groen, bij toegangswegen, begraafplaatsen en parken De gemeente wil een voortzetting van het huidige kwaliteitsniveau basis plus conform het vastgestelde Groenbeleids- en beheerplan 2011-2017 bij de toegangswegen, begraafplaatsen en de parken. Onderzoeken van mogelijkheden wijken en kernen te betrekken bij onderhoud openbare ruimte Via dorpsverenigingen en wijkplatforms wordt vanaf 2016 de mogelijkheden nagegaan om de bewoners zelfwerkzaamheden te laten uitvoeren in de openbare ruimte. Concrete aanpak overlast hondenpoep In de vastgestelde nota Hondenbeleid zijn maatregelen opgenomen ter voorkoming van overlast hondenpoep. De komende jaren wordt verder uitvoering aan dit beleid gegeven (bijvoorbeeld extra hondenuitlaatrennen). Geen afsluiting van zandwegen en -paden en mogelijkheden onderzoeken toegankelijkheid van de natuur te vergroten De huidige richtlijn om geen zandwegen en -paden af te sluiten wordt gecontinueerd en naast de al uitgevoerde maatregelen om de toegankelijkheid te vergroten, wordt nader bezien welke mogelijkheden er zijn. Continueren aandacht voor verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding Ook de komende periode zullen maatregelen op het gebied van communicatie en educatie uitge-
Programmabegroting 2015-2018
- 59 -
voerd worden. Daarbij moet in ieder geval gedacht worden aan het uitvoeren van maatregelen voor de diverse doelgroepen en leeftijdscategorieën (praktisch verkeersexamen en BROEM ritten). Geen betaald parkeren Ook deze bestuursperiode zal ingezet worden op het hebben en houden van voldoende “gratis” parkeerplaatsen voor zowel de automobilist als de fietser. Een parkeerduuronderzoek (mei 2014) geeft uitsluitsel over de aantallen en verdeling van de parkeerplaatsen in relatie tot de behoefte in het centrum. Door middel van eventuele herschikking kan het gebruik en de gebruiksduur worden herschikt. Wij blijven monitoren om ervoor te zorgen dat parkeren ook in de toekomst geen probleem zal worden. Er zal geen betaald parkeren worden ingesteld. Evalueren gerealiseerde uitbreiding blauwe zone in dorpscentrum Nunspeet Een parkeerduuronderzoek geeft uitsluitsel over de aantallen en de verdeling van de parkeerplaatsen in relatie tot de behoefte. Afhankelijk van de uitkomsten zal blijken of de parkeerschijfzone voldoet dan wel moet worden uitgebreid of ingekrompen. Hieraan wordt in 2014 uitvoering gegeven. Wij streven ernaar om de parkeerterreinen in het centrum voor kort- en langparkeerders in 2015 gereed te hebben. Daarbij zijn we afhankelijk van de bouw van de woningen op de Kroonlaan en de snelheid waarmee de ontwikkelaar op de Kerkendriest het terrein bebouwd. Realiseren oplossingen verkeers- en parkeerproblematiek in Vierhouten De komende bestuursperiode zal de verkeers- en parkeerproblematiek worden onderzocht (2015). De aanleg van extra parkeermogelijkheden wordt nader bezien en indien mogelijk uitgevoerd. We denken hierbij aan de aanleg van semiverhard parkeerterrein op de hoek Ganzenakkers-Nunspeterweg (2016). Faciliteren parkeerplaats voor vrachtwagens in Nunspeet Er zal worden nagegaan of er belangstelling is voor een parkeerplaats voor vrachtwagens (2015). Bij voldoende belangstelling kan op of nabij het bedrijventerrein de Kolk (of een andere geschikte locatie) een parkeerterrein voor vrachtwagens worden aanleggen. Uitgangspunt is dat dit gefinancierd wordt door de gebruikers. Faciliteren realisatie evenemententerrein, zo mogelijk via particulier initiatief Samen met partners en belanghebbenden gaan we in 2015 na waar mogelijkheden zijn om een evenemententerrein te realiseren. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Vervanging openbare verlichting door LEDverlichting Realiseren extra laadpunten elektrische auto’s, fietsen en scootmobielen Realiseren sluitend netwerk wandel-, fiets- en ruiterpaden Inzetten op ‘verlevendiging’ Marktplein na afstemming met betrokken partijen Realiseren herinrichting De Brink in Elspeet Onderzoeken mogelijkheid faciliteren bewaak-
Activiteiten 2015 Voorzetten van het huidige vervangingsbeleid. In 2015 vindt beperkte vervanging door LED-verlichting. Faciliteren realisatie laadpunten (door marktpartijen) op basis van Regeling laadpalen elektrisch vervoer Nunspeet 2012. Voorbereiden van een onderzoek (2016) naar het bestaande netwerk van wandel-, fiets- en ruiterpaden. Uitvoeren uitkomsten van een startnotitie over het gebruik van het Marktplein. Opstellen van een voorstel over herinrichtingsplan de Brink, Elspeet. Voorbereiden van een behoefteonderzoek
Programmabegroting 2015-2018
- 60 -
te fietsenstalling mogelijk met inzet van mensen met achterstand tot de arbeidsmarkt Advies uitbrengen met betrekking tot (financiele) mogelijkheid ondertunneling spoorwegovergang Eperweg Advies uitbrengen met betrekking tot tracéverkenning en nadere planvorming westelijke rondweg (inclusief mogelijkheid fietstunnel) Op korte termijn maatregelen treffen ter verbetering oversteek vanaf station naar VVVkantoor Structureel extra middelen voor onderhoud wegen ter voorkoming van achterstallig onderhoud Uitgaan van basisniveau plus openbaar groen, bij toegangswegen, begraafplaatsen en parken Onderzoeken van mogelijkheden wijken en kernen te betrekken bij onderhoud openbare ruimte Concrete aanpak overlast hondenpoep Geen afsluiting van zandwegen en -paden en mogelijkheden onderzoeken toegankelijkheid van de natuur te vergroten Continueren aandacht voor verkeerseducatie en gedragsbeïnvloeding Geen betaald parkeren Evalueren gerealiseerde uitbreiding blauwe zone in dorpscentrum Nunspeet Realiseren oplossingen verkeers- en parkeerproblematiek in Vierhouten Faciliteren parkeerplaats voor vrachtwagens in Nunspeet Faciliteren realisatie evenemententerrein, zo mogelijk via particulier initiatief
(2016) naar een bewaakte fietsenstalling. Onderzoeken van en adviseren over mogelijkheden ondertunneling spoorwegovergang Eperweg Voorbereiden van een onderzoek (2016) naar mogelijkheden voor een westelijke rondweg en een fietstunnel bij het Stationsplein. • Evalueren (in 2014) van getroffen maatregelen bij oversteekplaats. • Zonodig treffen van maatregelen bij de oversteekplaats. Inlopen van achterstand in wegenonderhoud door inzet van extra toegekend budget voor 2015. Voortzetten van het huidige beleid: uitvoeren van onderhoud op deze locaties op basisniveau plus. Voorbereiden van onderzoeken (2016) (via dorps- en buurtverenigingen) van mogelijkheden zelfwerkzaamheid bij onderhoud openbare ruimte door bewoners Aanleg van hondenuitlaatvelden/-rennen Onderzoeken van maatregelen voor vergroting van de toegankelijkheid van de natuur. Voortzetten van het huidige beleid: communicatie en educatie over verkeer en gedrag Voortzetten van het huidige beleid. • Uitvoeren van een parkeerduuronderzoek (2014) • Zonodig treffen van maatregelen in de blauwe zone. Onderzoeken en beschrijven van de verkeers- en parkeerproblematiek in Vierhouten. Onderzoeken van (financiële) mogelijkheden en locaties voor vrachtwagenparkeerplaats. Onderzoeken van (financiële) mogelijkheden voor een evenemententerrein.
Nieuw beleid 2015-2018 Verhogen onderhoudsbudget wegen (2015) Vanuit het coalitieakkoord en het collegeprogramma is een verhoging van het onderhoudsbudget wegen voorgesteld. Gebiedsfonds vitale wijken (2015) Vanuit het coalitieakkoord en het collegeprogramma is de vorming van een gebiedsfonds vitale wijken voorgesteld. Verbeteren oversteek Stationsplein (2015) In het collegeprogramma is aandacht gevraagd voor de oversteek bij het Stationsplein.
Programmabegroting 2015-2018
- 61 -
Aanpassen Oosteinderweg (2015) Door aanleg van de oostelijke rondweg wordt de Oosteinderweg aangepast. Aanleg fietspad richting Klaterweg (2015) Bij aanleg van de oostelijke rondweg zal van camping de Witte Wieven een fietstunnel aangelegd worden. Deze mondt uit op een zandpad dat verhard moet worden voor een verbinding naar de Klaterweg. Technische renovatie rotonde Elburgerweg-Oenenburgerweg (2016) Na aanleg van de oostelijke rondweg zal de Elburgerweg worden ingericht als zijnde binnen de bebouwde kom. Herinrichting de Brink Elspeet (2017) Vanuit het coalitieakkoord en het collegeprogramma is de aanpak van de Brink in Elspeet voorgesteld. Aanleg rotonde Harderwijkerweg-Galvaniweg (2018) Om de verkeersveiligheid te vergroten worden aanleg van een rotonde voorgesteld. Daarbij verbetert de ontsluiting van bedrijventerreinen Lepelingen II en III.
Programmabegroting 2015-2018
- 62 -
Tabel 7.2 – Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 7 VERKEER EN OPENBARE RUIMTE 02.00 Wegen Verhogen onderhoudsbudget wegen
O
x
2015
bo
50.000
30.000
Verhogen onderhoudsbudget wegen; dekking inzet egalisatiereserve wegen
O
x
2015
bo
-50.000
-30.000
Verhogen budget onderhoud wegen
N
x
2015
bo
80.000
100.000
130.000
130.000
Gebiedsfonds vitale wijken
N
x
2015
bo
25.000
25.000
25.000
25.000
Verbeteren oversteek Stationsplein
N
x
2015
bo
20.000 7.763
Aanpassing Oosteinderweg
N
100.000
2015
20
bo
5.000
8.088
7.925
Aanleg fietspad richting Klaterweg (€ 150.000,--/€ 75.000,-- provinciale subsidie)
N
75.000
2015
20
bo
3.750
6.066
5.944
5.822
Aanbrengen grasbetonstenen langs wegen buitengebied
O
50.000
2015
20
bo
2.500
4.044
3.963
3.881
Vervanging geluidscherm op geluidswal Nunspeet-West
O
40.000
2016
10
bv
4.000
5.170
5.040
Technische renovatie rotonde Elburgerweg-Oenenburgerweg
N
200.000
2016
20
bo
10.000
16.175
15.850
Renoveren fietspad Pasopweg
O
100.000
2017
20
bo
5.000
8.088
Herontwikkeling de Brink Elspeet
N
750.000
2017
20
bo
37.500
60.656
N
350.000
2018
20
bo 157.197
236.676
279.599
1.585
Investering
1.000.000
Inzet reserve IRTV
250.000
Saldo
750.000
Aanleggen rotonde Harderwijkerweg-Galvaniweg Totaal
17.500 136.250
02.20 Straatverlichting Vervanging lichtmasten
O
20.000
2016
20
bv
1.000
1.618
Vervanging verlichtingsarmaturen OV
O
7.500
2016
20
bv
375
607
594
Vervangen oude verlichtingsarmaturen door LED-armaturen
O
25.000
2017
20
bv
1.250
2.022
Vervangen oude lichtmasten
N
15.000
2018
20
bv
750
Vervangen oude verlichtingsarmaturen door LED-armaturen
N
30.000
2018
20
bv
1.500
Totaal
0
1.375
3.474
6.451
0
0
500
809
500
809
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
02.70 Bewegwijzering Vervangen bewegwijzering (ANWB-masten)
O
10.000
2017
20
bv
05.60 Groenvoorzieningen Verhogen budget groenonderhoud (bermen Rondweg Oost)
O
x
2016
bo
Totaal
0
05.61 Parken en vijvers Vervanging bruggetje Edzard Koningpark
O
46.469
2015
15
bv
3.098
4.507
4.407
4.306
Vervanging beschoeiing vijver Oranjepark
O
15.000
2015
10
bv
1.500
1.973
1.924
1.875
10
bv
Baggeren vijverpartij Edzard Koningpark
N
x
2018
Vervangen oeverbeschoeiing vijverpartij Edzard Koningpark
N
25.000
2018
25.000
bo
Totaal
2.500 4.598
6.480
6.331
33.681
10.000
10.000
10.000
07.50 Beheer en onderhoud begraafplaatsen Uitbreiding begraafplaatsareaal (Elspeet/Nunspeet West); verhoging onderhoudsbudget
O
x
2016
Uitbreiding begraafplaats Nunspeet-West
O
60.000
2016
Uitbreiding begraafplaats Nunspeet-West; onttrekking reserve uitbreiding begraafplaatsen
O
2016
bo 10
bo
6.000
7.755
7.560
bo
-6.000
-7.755
-7.560
10.000
10.000
10.000
Totaal
0
7.098
40.899
49.437
53.200
nieuw beleid
133.750
149.153
222.544
292.341
TOTAAL PROGRAMMA 7
140.848
190.052
271.981
345.541
bestaand beleid
Programmabegroting 2015-2018
- 63 -
Wat mag het kosten? Tabel 7.3 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 7125 5.448 5.717 nieuw beleid 0 143 179 Totaal lasten 7.125 5.591 5.896 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 5.637 244 5.881
5.571 325 5.896
5.540 397 5.937
-456 0 -456
-389 0 -389
-535 0 -535
-535 0 -535
-534 0 -534
-531 0 -531
6.669 44 -1210 5.503
5.202 53 -217 5.038
5.361 44 -106 5.299
5.346 44 -86 5.304
5.362 44 -56 5.350
5.406 44 -56 5.394
Onder het programma Verkeer en openbare ruimte vallen de volgende producten: Tabel 7.4 – Producten Product Omschrijving 02.00 Wegen 02.10 Straatreiniging 02.20 Straatverlichting 02.30 Gladheidbestrijding 02.40 Verkeersvoorzieningen 02.50 Verkeersveiligheid 02.60 Openbaar vervoer 02.70 Bewegwijzering 02.80 Parkeren 02.90 Beheer waterpeilen 05.60 Openbaar plantsoen 05.61 Parken en vijvers 05.65 Speelterreinen 07.50 Begraafplaatsen
Portefeuillehouder E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest
Programmabegroting 2015-2018
- 64 -
Programmabegroting 2015-2018
- 65 -
PROGRAMMA 8 - Cultuur, sport en recreatie Inleiding De ambities op het gebied van cultuur worden uitgewerkt in een Cultuurnota. Samenwerking op gebied van cultuur zal worden bevorderd onder andere door een koppeling tussen diverse organisaties en cultuurvormen. Ook op gebied van cultuur geldt dat ‘iedereen mee moet kunnen doen’. Hiervoor wordt gewerkt aan een laagdrempelige subsidieverordening.
Bestuurlijke kaders Nota ‘Sporten en bewegen in Nunspeet’ 2013-2016 Beleidsnota cultuur ‘Samen stralen’ 20122015 Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning 2012-2015, Meedoen! ‘De gemeente als regisseur’; subsidienota gemeente Nunspeet 2013-2016
Het streven is specifieke aandacht voor eigen Nunspeetse en historische en culturele kenmerken. Nunspeet is een kunstenaarsdorp en dat wil de gemeente uitdragen. Het nieuwe museum in Nunspeet is daarbij een grote waarde. Het initiatief voor een museum in Elspeet in de voormalige brandweerkazerne krijgt daarom steun. Met betrekking tot sport blijft het stimuleren van sport en beweging op scholen en in kernen en wijken belangrijk. Ook wil de gemeente aandacht schenken aan sportfaciliteiten voor mensen met een beperking. Er komt duidelijkheid over de meest wenselijke toekomst van sport- en recreatiecentrum De Brake de gemeente gaat aan de slag met het moderniseren van de sportinfrastructuur (Wiltsangh). In het kader van ‘meer samenleving, minder overheid’ gaat de gemeente een proeftuin starten om in overleg met de sportverenigingen te komen tot een visie op de meest wenselijke insteek met betrekking tot beheer en onderhoud van sportaccommodaties. Wat willen wij bereiken? Participeren en investeren in programma ‘Noord-Veluwe fietst’ De gemeente Nunspeet heeft de ambitie om, in gezamenlijkheid met andere gemeenten in de Regio Noord-Veluwe (RNV), het fietsklimaat te verbeteren. Daarvoor is het promotieplan ‘NoordVeluwe Fietst!’ opgesteld. Dit plan sluit aan bij de Gelderse sportambities. Het plan ‘NoordVeluwe Fietst!’ ambieert onder andere het verbeteren van de fietsinfrastructuur in de vorm van accommodaties ten behoeve van Nunspeetse fietsverenigingen en een (dekkend) netwerk van paden. Daarnaast voorziet het plan in het stimuleren van fietsen voor jong en oud en het faciliteren in activiteiten en evenementen. Stimuleren sport en beweging op scholen, in kernen en wijken door combinatiefunctionarissen Stimulering van sport en bewegen is een belangrijk middel als het gaat om volksgezondheid, leefbaarheid en sociale samenhang. Om dit te stimuleren heeft de gemeente vanaf 2012 deelname aan de impuls Brede Scholen, sport en cultuur (kort gezegd de combinatiefunctionarissen) voor onderwijs, sport en gezondheid onder gebracht bij Stichting Educare in Nunspeet. De ge-
Programmabegroting 2015-2018
- 66 -
meente wil deze ingezette koers van de combinatiefunctionarissen voortzetten en verder intensiveren. Belangrijke pijlers daarbij zijn onder meer uitbreiding van sport- en bewegingsactiviteiten via het actieplan ‘nunspeetbeweegt.nl’, uitvoering van het regionaalprogramma ‘Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG)’ en het optimaliseren van de methode voor bewegingsonderwijs: ‘Bewegen samen regelen’. Tevens zal in het (meerjaren)plan aandacht komen voor aansluiting met de combinatiefunctionarissen cultuur en jeugd en jongeren. Extra stimuleren sportfaciliteiten voor mensen met een beperking In 2014 is een uitvoeringsprogramma sportstimulering (voortkomend uit de vastgestelde strategische beleidsnota ‘Sporten en Bewegen 2013-2016’) opgesteld. Een belangrijk onderdeel van sportstimulering is aandacht voor sport en beweging voor mensen met een beperking. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de sportfaciliteiten op zichzelf, maar ook naar het ondersteunen van sportverenigingen om hun sportaanbod mogelijk te maken voor mensen met een beperking. Besluitvorming naar aanleiding van second opinion De Brake In februari 2014 heeft de gemeenteraad van Nunspeet besloten om een second opinion uit te voeren op de toekomstvisie van Sport- en recreatiecentrum De Brake. Bij de besluitvorming zijn tevens onderzoeksvragen vastgesteld. Besluitvorming over de toekomst van sport- en recreatiecentrum De Brake zal vervolgens plaatsvinden (mede) aan de hand van de uitkomsten van de second opinion. Op grond van deze besluitvorming wordt vervolgens uitvoering gegeven aan het raadsbesluit. Afronden en realiseren maatregelen sportinfrastructuur (inclusief fysieke revitalisering De Wiltsangh) In februari 2014 heeft de gemeenteraad van Nunspeet het Masterplan Revitalisering van sportpark Wiltsangh vastgesteld. Dit masterplan voorziet onder andere in het revitaliseren van sportpark Wiltsangh door het aanleggen en renoveren van kunstgrasvelden voor korfbal-, voetbal- en hockeysport. Ook gaat de gemeente over tot realisatie van nieuwe (kleed)accommodaties voor de voetbal-, korfbal-, tennis-,en fietscrossvereniging aan de hand van de vastgestelde proeftuin ‘Sportaccommodaties sportpark Wiltsangh’. Tenslotte wordt het beheer en onderhoud van sportpark Wiltsangh op andere (effectieve en efficiënte) manier vormgegeven vanuit het oogpunt ‘meer samenleving, minder overheid’. In aanvulling op de besluitvorming van februari 2014 wordt ook de openbare ruimte van sportpark Wiltsangh gerevitaliseerd met veilige fietspaden vanuit de kern naar het sportpark, een centrale parkeervoorziening en goede ontsluiting via de Oostelijke Rondweg. Op dit moment worden de voorbereidingen voor de revitalisering getroffen. De feitelijke start van uitvoering van revitalisering van sportpark Wiltsangh staat gepland in 2015 en de revitalisering moet uiterlijk in 2017 zijn afgerond. Besluitvorming benodigde maatregelen tennisverenigingen Elspeet en Hulshorst en voetbalvereniging Vierhouten Ten aanzien van de sportvoorzieningen in de kleine kernen, meer specifiek de tennisverenigingen in Elspeet en Hulshorst en de voetbalvereniging in Vierhouten, gaat de gemeente besluiten nemen. Daarbij wordt aandacht besteed aan de benodigde maatregelen en worden mogelijke oplossingen aangedragen. Dit moet worden bezien in het kader van het gebiedsfonds vitale kernen. Onderzoek eigen bijdrage leden sportverenigingen In 2014 is een uitvoeringsprogramma sportstimulering (voortkomend uit de vastgestelde strategische beleidsnota ‘Sporten en Bewegen 2013-2016’) opgesteld. In deze nota zal vanuit het oogpunt van ‘meer samenleving, minder overheid’ aandacht worden gegeven aan de eigen bijdrage van leden van sportverenigingen en zullen de financiële consequenties (subsidies) daarvan worden bezien. De insteek van deze uitvoeringsnota zal daarin meer komen te liggen op het stimuleren van eigen initiatieven voor activiteiten en fungeren als vangnet voor deelname aan sport voor minima. Dit laatste wordt mede in samenhang met de subsidie voor de jeugdleden cultuur gedaan.
Programmabegroting 2015-2018
- 67 -
Ontwikkelen visie sportvoorzieningen Een belangrijk onderdeel van de proeftuin sportaccommodaties Wiltsangh zijn vernieuwde beleidsuitgangspunten als het gaat om oprichting en beheer van sportaccommodaties. Belangrijk vertrekpunt daarbij is ‘meer samenleving, minder overheid’. Mede aan de hand van de bevindingen uit deze proeftuin zal in 2016 een duidelijke visie worden opgesteld voor de sportvoorzieningen in de gemeente Nunspeet met aandacht voor de eigendomssituatie, beheer en onderhoud en exploitatie van de accommodaties. Daarbij wordt gedacht aan zowel binnen- als buitensportaccommodaties. De insteek is om samen met sportverenigingen een andere wijze van beheer en onderhoud in te voeren, uitgaande van mogelijkheden voor meer eigen verantwoordelijkheid. Faciliteren komst museum in Elspeet, onder meer uit oogpunt van stimuleren burgerinitiatief In een tijd waarin de overheid een faciliterende rol heeft en dient als vangnet is burgerinitiatief van groot belang. De gemeente stimuleert om deze reden de ontwikkelingen rondom de realisatie van een museum in Elspeet. Gelet op het regiocontract wordt het project voor 1 januari 2016 afgerond en is het museum gerealiseerd. Stimuleren actieve of passieve deelname aan kunst voor alle inwoners De gemeente houdt het niveau van de basisvoorzieningen op het huidige, hoge niveau. Daarnaast stimuleert zij het culturele verenigingsleven. Wat betreft het stimuleren van de deelname aan kunst en cultuur is er met name een rol voor jeugd en jongeren en zij die beperkingen ondervinden tot deelname. Cultuur is naast een doel op zich ook een middel om te participeren in de samenleving. Het leggen van crossovers tussen cultuur en beleidsterreinen als Wmo en volksgezondheid heeft dan ook een grote prioriteit. In de cultuurnota die ingaat per 2015 wordt dit onderwerp nader uitgewerkt. De subsidie voor de jeugdleden zal nader worden bezien met ingang van het subsidiejaar 2016. Dit gebeurt in samenhang met de subsidie voor de jeugdleden sport en het minimabeleid. Faciliteren beschikbaar stellen leegstaande winkels en bedrijfspanden aan kunstenaars In het verlengde van de realisatie van het kunstsnoer en het begrip ‘Nunspeet Kunstenaarsdorp’ gaat de gemeente vanaf 2015 met ondernemers in gesprek over de mogelijkheid om leegstaande winkels en bedrijfspanden aan kunstenaars beschikbaar te stellen. Creatieve industrie is een sector die veel kansen biedt. Op deze manier krijgt het economisch klimaat van Nunspeet een impuls en wordt de aantrekkingskracht op met name toeristen vergroot. Specifieke aandacht voor eigen Nunspeetse historische en culturele kenmerken, zoals onze korpsen en koren en cultuurhistorische identiteit Nunspeetse ruimte Het sterke verenigingsleven dat in Nunspeet aanwezig is, wordt gekoesterd. Daarom wordt de deelname van jeugd en jongeren aan het verenigingsleven gestimuleerd. De cultuurhistorische identiteit komt naar voren in de activiteiten van het museum, onder meer voor het primair onderwijs binnen het kunstmenu. De Nunspeetse historische en culturele kenmerken worden vorm en inhoud gegeven onder de noemer ‘Nunspeet Kunstenaarsdorp’. De gemeente stimuleert de gemeenschap om activiteiten te ontwikkelen die hierop aansluiten. Samen met de regio wordt van 2014 tot en met 2016 geparticipeerd in het provinciale cultuur- en erfgoedpact en wordt ingezet op een programma dat zich richt op erfgoed en cultuureducatie. Ook krijgt de cultuurmakelaar (combinatiefunctionaris) een taak om cultuurhistorie op te nemen in het kunstmenu voor het primair onderwijs. Beschikbaar houden van een gedeelte van de gelden voor muziekonderwijs in Nunspeet, met restrictie dat als gevolg van verzelfstandiging een efficiency- en effectiviteitsslag mogelijk is Het muziekonderwijs is aan veranderingen onderhevig. Een nieuwe vormgeving van het muziekonderwijs moet er aan bijdragen dat het bereik wordt vergroot, de afstemming tussen de betrokken partijen (o.a. muziekverenigingen en onderwijs) nauwer wordt en de kwaliteit gegarandeerd blijft . Vanaf 2014 wordt er een nieuwe structuur gerealiseerd. Hierdoor wordt ruimte gecreëerd vanaf 2016 het budget voor muziekonderwijs te verlagen zonder dat de kwaliteit en kwantiteit van het muziekonderwijs afnemen.
Programmabegroting 2015-2018
- 68 -
Faciliteren toekomstbestendige bibliotheek die minder kost, waardevol blijft voor de samenleving en extra aandacht heeft voor ouderen en jeugd Een toekomstbestendige bibliotheek is gericht op connectie en minder op collectie. Hiermee wordt bedoeld dat de bibliotheek een plaats is waar mensen leren participeren. Onder meer door de toegang tot informatie en kennis en door het opdoen van taalvaardigheden. De bibliotheek heeft dan ook een grote rol in het brede vraagstuk rondom laaggeletterdheid. Ook heeft de bibliotheek een taak in het bevorderen van mediawijsheid voor alle bevolkingsgroepen. De bibliotheek moet zich richten op het tot stand brengen, stimuleren en faciliteren van waardevolle verbindingen. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Participeren en investeren in programma ‘Noord-Veluwe fietst’ Stimuleren sport en beweging op scholen, in kernen en wijken door combinatiefunctionarissen Extra stimuleren sportfaciliteiten voor mensen met een beperking Besluitvorming naar aanleiding van second opinion De Brake Afronden en realiseren maatregelen sportinfrastructuur (inclusief fysieke revitalisering de Wiltsangh) Besluitvorming benodigde maatregelen tennisverenigingen Elspeet en Hulshorst en voetbalvereniging Vierhouten Onderzoek eigen bijdrage leden sportverenigingen
Ontwikkelen visie sportvoorzieningen Faciliteren komst museum in Elspeet, onder meer uit oogpunt van stimuleren burgerinitiatief Stimuleren actieve of passieve deelname aan kunst voor alle inwoners
Faciliteren beschikbaar stellen leegstaande winkels en bedrijfspanden aan kunstenaars Specifieke aandacht voor eigen Nunspeetse historische en culturele kenmerken, zoals onze
Activiteiten 2015 Afhankelijk van besluitvorming van provincie Gelderland/gemeenteraad op subsidieaanvraag (2014) vindt in 2015 uitvoering plaats van het promotieplan ‘Noord-Veluwe Fietst!’. In samenspraak met de betrokken partijen (w.o. onderwijs en sport) geven de combinatiefunctionarissen in 2015 uitvoering aan een werkplan sportstimulering. In 2014 is de uitvoeringsnotitie Sportstimulering (2014) opgesteld. In 2015 wordt hier uitvoering aan gegeven. Uitvoeren van de uitkomsten van besluitvorming over de second opinion door gemeenteraad (2014). Uitvoeren van het vastgestelde Masterplan Revitalisering Sportpark Wiltsangh (2014). Voorleggen van besluitvormingsdocumenten over situatie en oplossingsmogelijkheden van genoemde sportaccommodaties mede in relatie tot ‘Gebiedsfonds vitale wijken’ In 2014 is de uitvoeringsnotitie sportstimulering vastgesteld. Uitkomsten van onderzoek naar eigen bijdrage van leden vormen hier een onderdeel van. In 2015 wordt hier uitvoering aan gegeven. Voorbereiden (in relatie tot proeftuin Masterplan Wiltsangh) van een (nieuwe) visie op sportaccommodaties. Afronden locatieverkenning en faciliteren van de realisatie door de stichting. • Herzien van subsidievoorwaarden voor jeugdleden ter stimulering van deelname aan kunst en cultuur • Subsidiëren culturele organisaties en uitvoeren nieuwe cultuurvisie. Overleg plegen met ondernemers over ter beschikking stellen van leegstaande winkelen bedrijfspanden aan kunstenaars • Participeren in het provinciale Cultuur- en erfgoedpact
Programmabegroting 2015-2018
- 69 -
korpsen en koren en cultuurhistorische identiteit Nunspeetse ruimte
Inzetten van de combinatiefunctionaris om cultuurhistorie op te nemen in het Kunstmenu voor het primair onderwijs • Opzetten van een nieuwe structuur voor muziekonderwijs • Uitvoeren van het nieuwe beleidskader muziekonderwijs. Uitvoeren van een nieuw beleidskader voor de bibliotheek •
Beschikbaar houden van een gedeelte van de gelden voor muziekonderwijs in Nunspeet, met restrictie dat als gevolg van verzelfstandiging een efficiency- en effectiviteitsslag mogelijk is Faciliteren toekomstbestendige bibliotheek die minder kost, waardevol blijft voor de samenleving en extra aandacht heeft voor ouderen en jeugd Nieuw beleid 2015-2018
Aanvulling revitalisering de Wiltsangh (2016) In aanvulling op eerdere besluitvorming wordt ook de openbare ruimte van en naar sportpark de Wiltsangh gerenoveerd. Noord-Veluwe fietst! (2016) Het plan ‘Noord-Veluwe fietst!’ voorziet in het verbeteren van de fietsinfrastructuur in de vorm van accommodaties voor Nunspeetse fietsverenigingen en een (dekkend) netwerk van paden. Tabel 8.2 – Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
10
bv
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 8 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE 05.10 Buitensportaccommodaties Vervanging toplaag kunstgrasveld korfbal en hockey
O
Aanvulling revitalisering sportpark Wiltsangh
N
250.000
2015 2016
25.000
32.313
31.500
13.000
27.000
27.000
25.000
45.313
58.500
57.688
1.667
2.425
2.371
150.000
150.000
150.000
150.000
bo
Totaal
30.688
05.11 Binnensportaccommodaties Vervanging toplaag sportzaalvloer sportzaal Elspeet
O
25.000
2016
De Brake; meerjarenonderhoudplan
O
x
2015
15
p
Uitwerking nota Sport en Bewegen
O
x
2015
bo
bv
Totaal
30.000
40.000
60.000
60.000
180.000
191.667
212.425
212.371
0
0
0
0
4.286
5.121
4.982
4.843
4.286
5.121
4.982
4.843
783
1.139
1.114
1.088
783
1.139
1.114
1.088
210.069
230.240
250.021
248.990
0
13.000
27.000
27.000
210.069
243.240
277.021
275.990
05.20 Sport algemeen Noord-Veluwe fietst!
N
250.000
2016
bo
dekking reserve IRTV
Totaal
05.70 Handhaving natuurschoon Vervanging beheerssysteem natuurdata (data en GIS)
O
30.000
2015
7
bv
Totaal
60.00 Gymnastieklokalen Gymzaal Vierhouterweg Elspeet; vernieuwen toplaag sportzaalvloer met belijning
O
11.745
2015
15
bv
Totaal
bestaand beleid nieuw beleid TOTAAL PROGRAMMA 8
Programmabegroting 2015-2018
- 70 -
Wat mag het kosten? Tabel 8.3 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 4.577 3.543 2.502 nieuw beleid 0 187 222 Totaal lasten 4.577 3.730 2.724 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 2.415 261 2.676
2.343 295 2.638
2.333 293 2.626
-703 0 -703
-118 0 -118
-97 0 -97
-97 0 -97
-97 0 -97
-97 0 -97
3.874 5 -370 3.509
3.612 194 -26 3.781
2.627 194 -46 2.775
2.579 199 -26 2.752
2.541 199 -26 2.714
2.529 199 -26 2.702
Onder het programma Cultuur, sport en recreatie vallen de volgende producten: Tabel 8.4 – Producten Product Omschrijving 05.00 Openbare bibliotheek 05.05 Streekarchivaris 05.10 Buitensportaccommodaties 05.11 Binnensportaccommodaties 05.20 Sport 05.30 Subsidie muzikale vorming en kunstbeoefening 05.31 Accommodatie voor kunstbeoefening 05.40 Subsidie volksfeesten 05.70 Handhaving natuurschoon 05.71 Natuur- en milieueducatie
Portefeuillehouder G. van den Berg ir. D.H.A. van Hemmen E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg G. van den Berg
Naar aanleiding van de transities is dit programma herzien. Het product Jeugd- en jongerenwerk is verplaatst naar Programma 2 Jeugd en onderwijs. De vergelijkende cijfers 2013 en 2014 zijn gebaseerd op de oude indeling.
Programmabegroting 2015-2018
- 71 -
PROGRAMMA 9 - Economische structuur Inleiding De ambitie is een krachtige lokale economie. Het bedrijfsleven wordt optimaal gefaciliteerd onder andere middels de bedrijfscontactfunctionaris. Er wordt gestart met de aanleg van de oostelijke rondweg en de uitgifte van kavels op bedrijventerrein de Kolk. Mensen met een beperking wil de gemeente gerichter aan werk helpen. Zij wil een voorbeeldfunctie vervullen door stage werkplekken aan te bieden en mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt in dienst te nemen.
Bestuurlijk kader Regiovisie Care-valley Veluwe 2030 Integrale Toekomsvisie Nunspeet 2030 Economisch programmerings- en ontwikkelingsdocument (regio) Regionaal programma bedrijventerreinen 2011-2020 Provinciale omgevingsvisie Nota bestemmingen en beheer van de bossen Notitie bedrijvenloket
De kansen die de ligging aan de Veluwemeerkust biedt zal de komende jaren beter worden benutten, met name op het gebied van bereikbaarheid en kwaliteit. De gemeente blijft actief participeren in het programma ‘Vitale Vakantieparken’. Samen met de ondernemersvereniging wil de gemeente een gratis Wi-Fi-netwerk realiseren in het dorpscentrum van Nunspeet. Wat willen wij bereiken? Optimaliseren gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers via bedrijfscontactfunctionaris De bedrijfscontactfunctionaris zet in op goede bereikbaarheid, beschikbaarheid en toegankelijkheid. Hiertoe wordt periodiek met ondernemersverenigingen overleg gevoerd, vinden bedrijfsbezoeken plaats en zal de gemeentelijke website een impuls krijgen. Regionaal maximaal inzetten op arbeidsmarktbeleid, mensen met arbeidsbeperking en andere inrichting sociale werkvoorziening De Participatiewet (per 1-12015) biedt nieuwe instrumenten, zoals beschut werken en loonkostensubsidies. Mensen met een arbeidsbeperking zullen hiermee gerichter aan werk worden geholpen. Hierbij wordt een job coach/re-integratieconsulent ingezet voor mensen met een arbeidsbeperking en ter ondersteuning van werkgevers. Er volgt, op basis van een regionaal onderzoek, een advies over de toekomst van de sociale werkvoorziening. Regionale samenwerking vindt plaats via Match, de Stedenvierkant en de Inclusief Groep. Invullen voorbeeldfunctie gemeente Nunspeet als werkgever door aanbieden stage-/werkplekken en in dienst nemen van mensen met achterstand tot de arbeidsmarkt De gemeente Nunspeet zal ook de komende bestuursperiode stage-/werkplekken aanbieden aan leerlingen van het voortgezet onderwijs. Daarnaast zal de gemeente Nunspeet in haar kwaliteit als werkgever op grond van de Participatiewet arbeidsgehandicapten in dienst (moeten) nemen. De volgende aantallen indienstneming arbeidsgehandicapten wil de gemeente halen: 2015 1 fte, 2016 2 fte, 2017 3 fte en 2018 4fte. Gerichte marketing ‘merk’ Nunspeet en stimuleren lokaal gastheerschap lokale VVV in samenhang met regionale promotie Bovenlokale c.q. regiopromotie en marketing wordt geregeld via een bijpassende subsidieverlening aan Regiomarketing Gelderland en dan specifiek gericht op de Veluwe. Binnen dat concept
Programmabegroting 2015-2018
- 72 -
wil de gemeente stevig inzetten op gerichte promotie en marketing voor het ‘merk’ Nunspeet via nauwe samenwerking met een actief en permanent ondernemersplatform (toeristisch aanjaagteam) vanuit middenstand, toeristische bedrijven, cultuur, horeca, enzovoorts. Het ondernemersplatform kan op financiële steun rekenen wanneer zij ook de invulling van het lokale gastheerschap (VVV-functie) blijvend voor haar rekening neemt. Ontwikkelen bedrijfslocaties, met name De Kolk en centrale bedrijvenlocatie Elspeet Omdat gebleken is dat de realisering van een lokale Bedrijvenstrip in Elspeet op de beoogde locatie aan de Uddelerweg op ruimtelijke en financiële problemen stuit, wordt in 2015 onderzocht of een andere geschikte locatie voor de plaatsgebonden bedrijvigheid kan worden gevonden. Daarbij wordt in eerste instantie getracht om aansluiting te zoeken bij de kleinschalige bedrijfsterreinlocaties die zijn gesitueerd aan de Nunspeterweg en de Sluiterweg in Elspeet. Wat bedrijventerrein de Kolk betreft gaat de gemeente aan de slag met de aanleg van de rondweg. Faciliteren initiatieven bedrijfsverzamelgebouwen voor (kleine startende) ondernemers Het initiatief hiertoe wordt overgelaten aan de markt. Initiatieven worden via het ruimtelijke spoor (bestemmingsplan) door de gemeente gefaciliteerd. Daarnaast wil de gemeente de realisering van een bedrijfsverzamelgebouw mogelijk maken op ‘De Kolk’. Breedband in het buitengebied Via deelname aan het breedbandproject van de Regio Noord-Veluwe (RNV) wil de gemeente aanhaken bij het initiatief voor breedband in het buitengebied. Uitwerking hiervan geschiedt door de Stichting Breedband Noord-Veluwe. Deze stichting is inmiddels een bijdrage van € 10.000,(cofinanciering) toegezegd. De stichting gaat in 2014 en 2015 drie uitvoeringsgerichte plannen van aanpak opstellen, waarin een technisch en financieel uitvoerbaar plan voor de buitengebieden van de regiogemeenten wordt opgesteld. Naast financiën en techniek wordt ook de organisatie als deelonderwerp onderscheiden, waarbij in beeld wordt gebracht op welke wijze plaatselijke coöperaties (de samenleving dus: burgers, bedrijven, verenigingen, etc.) kunnen worden opgezet. Het idee is namelijk dat de plaatselijke coöperaties verantwoordelijk worden voor aanleg en beheer van het netwerk. Om de uitvoerbaarheid van de voorgestelde aanpak in de 3 plannen te toetsen, worden vervolgens pilots in nader te bepalen gebieden uitgevoerd. In 2016 zullen de keuzes worden gemaakt voor de daadwerkelijke aanleg. Behouden schaapskudde met voldoende eigen middelen en toereikende subsidie Instandhouding van de schaapskudde stimuleert de gemeente via voortzetting van de bestaande gemeentelijke subsidie (met inbegrip van de gefaseerd ingevoerde subsidiekorting tot een maximum van € 10.000,-) aan de Stichting Schaapskudde Gemeente Nunspeet (SSGN). Voorts is in 2014 instandhouding van de kudde bevorderd door het afsluiten van een begrazingsovereenkomst tussen de gemeente en de SSGN. Tot slot dient de SSGN activiteiten te ontplooien om eigen middelen te genereren. Faciliteren ontwikkeling Randmeerkust (Nunspeet aan Zee), met inachtneming belangen agrariërs en natuur De gemeente wil de kansen die de ligging aan het Veluwemeer biedt, de komende jaren beter benutten. Juist door ‘Nunspeet aan Zee’ onderscheidt de gemeente Nunspeet zich van andere regiogemeenten. Het gaat er vooral om de kust makkelijker bereikbaar en aantrekkelijker te maken. Dit wil zij doen door bijvoorbeeld fietsroutes en een familiestrand aan te leggen. Daarnaast faciliteren de gemeente – onder meer via (wijziging van) het bestemmingsplan – de ontwikkeling van (verblijfs)recreatieve kwaliteitsontwikkelingen nabij het water, die niet strijdig zijn met de natuurdoelstellingen en die inpasbaar zijn in het landschap. Dit doen zij in nauw overleg met de provincie Gelderland. Kortom, langs het Veluwemeer ter hoogte van de gemeente Nunspeet moet uiteindelijk sprake zijn van een aantrekkelijke hoogwaardige verblijfs- en dagrecreatieve zone.
Programmabegroting 2015-2018
- 73 -
Actieve invulling geven aan programma ‘Vitale vakantieparken’ Het programma Vitale Vakantieparken is een project van de Regio Noord-Veluwe (RNV) in het kader van het regiocontract met de provincie Gelderland. De gemeenten Putten, Ermelo, Nunspeet, Harderwijk, Elburg, Oldebroek, Heerde en Epe bereiden een aanpak voor waarmee ze de komende jaren de vraagstukken die spelen rond de verblijfsrecreatie in de regio gezamenlijk kunnen gaan aanpakken. Dit in nauwe samenwerking met publieke (o.a. provincie) en private partners. De aanpak gebeurt via een zogenaamd meersporenbeleid: Economische kwaliteit, Ruimtelijke kwaliteit, Veiligheid en Leefbaarheid. Nunspeet neemt actief en enthousiast deel aan dit ambitieuze programma. Hiermee geeft zij een actieve invulling aan dit programma. In 2015 zal een lokale strategienotabeleidsplan verblijfsrecreatie worden opgesteld. Faciliteren passende slechtweeraccommodaties Realiseren van slechtweeraccommodaties is primair een zaak van particulier initiatief. Om dit soort voorzieningen planologisch mogelijk te maken, zal de gemeente dergelijke initiatieven met een positieve grondhouding tegemoet treden. Het moet echter wel passend zijn in de directe omgeving. Realiseren Wi-Fi-netwerk in dorpscentrum Uiterlijk in 2016 wil de gemeente samen met de Ondernemersvereniging Nunspeet (OVN) en mogelijke bijdragen van derden een gratis Wi-Fi-netwerk in het dorpscentrum van Nunspeet realiseren. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Optimaliseren gemeentelijke dienstverlening aan ondernemers via bedrijfscontactfunctionaris
Regionaal maximaal inzetten op arbeidsmarktbeleid, mensen met arbeidsbeperking en andere inrichting sociale werkvoorziening Invullen voorbeeldfunctie gemeente Nunspeet als werkgever door aanbieden stage/werkplekken en in dienst nemen van mensen met achterstand tot de arbeidsmarkt Gerichte marketing ‘merk’ Nunspeet en stimuleren lokaal gastheerschap lokale VVV in samenhang met regionale promotie
Ontwikkelen bedrijfslocaties, met name De Kolk en centrale bedrijvenlocatie Elspeet Faciliteren initiatieven bedrijfsverzamelgebou-
Activiteiten 2015 Doorlopende activiteiten: • periodiek overleggen met ondernemersverenigingen • uitvoeren van bedrijfsbezoeken • verbeteren van de gemeentelijke website Adviseren over de toekomst van de sociale werkvoorziening. Aanbieden van stage-/werkplekken voor leerlingen van het voortgezet onderwijs. • In dienst nemen van arbeidsgehandicapten. • Zelfstandig voortzetten van het lokaal gastheerschap met een brede scope naar de toekomst toe en met behulp van een gemeentelijke financiële bijdrage door een actief Nunspeets ondernemersplatform. • Onder leiding van ondernemend Nunspeet een lokaal marketing- en promotieplan ontwikkelen met daaraan gekoppeld arrangementen. • Bijdrage leveren in (boven)regionale promotie (Veluwe). Onderzoek doen naar een geschikte locatie voor een bedrijvenlocatie in Elspeet Faciliteren van plannen voor bedrijfsverza•
Programmabegroting 2015-2018
- 74 -
wen voor (kleine startende) ondernemers Breedband in het buitengebied
melgebouwen Vanuit deelname aan Breedband NoordVeluwe en planvorming (2014) vinden volgende concrete activiteiten plaats: • pilots selecteren, uitwerken en uitvoeren in 2015 • aanleggen van breedband in overige delen van de Noord-Veluwe • afronden besluitvorming nieuwe schaapskooi • realiseren van een nieuwe schaapskooi • evalueren begrazingsovereenkomst tussen gemeente Nunspeet en Stichting Schaapskudde Gemeente Nunspeet (SSGN) • verstrekken van subsidie aan stichting Schaapskudde gemeente Nunspeet • Onder regie van de provincie vaststellen van een beeldplan Nunspeet aan Zee. • Beeldplan uitwerken tot een integraal gebiedsplan • Integraal gebiedsplan uitwerken tot een planologische regeling. Vaststellen van een lokale strategienota en/of beleidsnota verblijfsrecreatie. Verzoeken tot realisering van passende slechtweeraccommodaties met positieve grondhouding toetsen op (planologische) haalbaarheid. Realisatie staat voor 2016 gepand. In 2015 wordt verkennend gesproken met de ondernemersvereniging Nunspeet over een plan van aanpak voor het realiseren van WiFi In het centrum.
Behouden schaapskudde met voldoende eigen middelen en toereikende subsidie
Faciliteren ontwikkeling Randmeerkust (Nunspeet aan Zee), met inachtneming belangen agrariërs en natuur
Actieve invulling geven aan programma ‘Vitale vakantieparken’ Faciliteren passende slechtweeraccommodaties Realiseren WiFi-netwerk in dorpscentrum
Nieuw beleid 2015-2018 Centrale bedrijvenlocatie Elspeet (2017) Er vindt opnieuw onderzoek plaats naar een geschikte locatie voor plaatsgebonden bedrijvigheid. Bij realisatie is budgettair neutraliteit het uitgangspunt. Tabel 9.2 – Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 9 ECONOMISCHE STRUCTUUR 03.10 Economische zaken Centrale opvang bedrijven Elspeet
N
x
2017
bo
budgettair neutraal
Totaal
0
0
0
0
03.50 Beheer bossen Vervangen houtsleeptang bossen
O
10.000
2015
bv
dekking reserve bosexploitatie
Totaal
0
0
0
0
bestaand beleid
0
0
0
0
nieuw beleid
0
0
0
0
TOTAAL PROGRAMMA 9
0
0
0
0
Programmabegroting 2015-2018
- 75 -
Wat mag het kosten? Tabel 9.3 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 2.513 1.289 1.364 nieuw beleid 0 6 1 Totaal lasten 2.513 1.295 1.365 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 1.358 2 1.360
1.347 2 1.349
1.336 2 1.338
-823 0 -823
-787 0 -787
-900 0 -900
-900 0 -900
-900 0 -900
-900 0 -900
1.690 209 -1.569 330
508 0 -43 465
465 0 -137 328
460 0 -134 326
449 0 -131 318
438 0 -126 312
Onder het programma Economische structuur vallen de volgende producten: Tabel 9.4 – Producten Product Omschrijving 03.00 Exploitatie weekmarkt 03.10 Economische zaken 03.50 Beheer bossen 05.80 Recreatieve voorzieningen 05.81 Subsidie VVV 05.83 Beheer, heide, vennen en natuurterreinen 05.90 Schaapskudden 08.56 Overige onroerende goederen
Programmabegroting 2015-2018
Portefeuillehouder ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest E.H. van der Geest L. van der Maas
- 76 -
Programmabegroting 2015-2018
- 77 -
PROGRAMMA 10 - Bestuur en Middelen (uitgaven) Inleiding Nunspeet is en blijft een zelfstandige gemeente. Naast de samenwerking binnen de RNV zal waar nodig en mogelijk actief samenwerking worden gezocht met omliggende gemeenten. Een optimale dienstverlening - ook vanuit het KCC - aan onze inwoners en bedrijven, minder regels en een snelle vergunningverlening. Periodiek zullen onze kernen bezocht worden. Uiterlijk in 2017 kunnen de burgers en bedrijven álle zaken met de gemeente digitaal afhandelen. Wat de financiën betreft: een gezond financieel beleid, zo laag mogelijke belastingdruk voor de burgers en bedrijven.
Bestuurlijk kader Integrale Toekomst Visie Nunspeet 2030 Collegeprogramma 2014-2018 Beleidsagenda gemeenteraad Communicatienota Realisatieplan EI-Nunspeet Protocol actieve en passieve informatieplicht (2006) Kwaliteitsjaarplan
Wat willen wij bereiken? Nunspeet blijft een zelfstandige gemeente De ambitie is als gemeente Nunspeet autonoom te blijven. Daar waar door samenwerking de bestuurskracht kan worden vergroot, zal onze bijdrage worden geleverd. Het directe contact naar burgers, ondernemers en instellingen vindt lokaal plaats. Wat betreft de beleidsontwikkeling is intergemeentelijke samenwerking mogelijk onder voorwaarde van beleidsruimte voor onze gemeente. Voor de beleidsuitvoering, de ondersteuning en de bedrijfsvoering kijkt de gemeente eveneens naar intergemeentelijke samenwerking. Voor elke intergemeentelijke samenwerking vindt toetsing plaats op de vier K’s (kwaliteit verbeteren, kwetsbaarheid verminderen, kostenefficiency en klantgerichtheid) en op goede mogelijkheden voor democratische legitimatie (controlerende taak). Projecten ‘Nieuwe overheid’ en deregulering In het kader van het project ‘Nieuwe Overheid’ zal de ambtelijke organisatie verder worden ontwikkeld met als oogmerk een optimale dienstverlening aan de burger. In 2014 is gestart met het project deregulering. In een korte notitie zal de opdrachtformulering SMART wordt uitgewerkt. Daarna wordt uitwerking van deregulering in 2015 als project opgepakt. Gedachtewisseling over informatievoorziening college en raad In het kader van een moderne bestuursstijl moet informatievoorziening van het college aan de raad tijdig, transparant en proactief plaatsvinden. Het protocol actieve en passieve informatieplicht gemeente Nunspeet 2006 is aan herziening toe als gevolg van onder andere: - digitalisering van de vergaderstukken; - De wijziging van de samenwerkingsregeling Noord-Veluwe (collegeregeling) en de daarbij behorende verantwoordingsplicht van de afgevaardigde wethouder; - Het rekenkameronderzoek naar de rol van de gemeenteraad in het kader van het grondbeleid. De griffie gaat (met evaluatie elke 2 jaar) een gedachtewisseling tussen college en raad faciliteren. Dat moet uiteindelijk leiden tot een actueel protocol informatievoorziening college – raad. Afweging mogelijkheid instellen audit committee Een ‘audit committee’ kan worden opgericht met als aandachtsgebied alle activiteiten die van belang zijn voor een goede beheersing van de gemeente op het gebied van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid in het kader van de kaderstellende en controlerende verant-
Programmabegroting 2015-2018
- 78 -
woordelijkheid van de raad. De griffie werkt hiertoe samen met de organisatie een voorstel uit dat aan het college en aan de raad wordt voorgelegd. Plan van aanpak kwaliteit van werk ambtelijke organisatie, nakoming afdoeningstermijnen, cultuur etc. (inclusief terugkoppeling aan raad) Jaarlijks verschijnt een Kwaliteitsjaarplan, waarin ook het voorafgaande jaar wordt verantwoord. Dat plan geeft een beeld van de voor dat jaar te ontwikkelen activiteiten op het terrein van kwaliteitszorg en bevat bovendien een “onderzoekskalender” waarin de verschillende onderzoeken die uitgevoerd worden zijn verzameld. Het Kwaliteitsjaarplan (inclusief resultaten van gehouden onderzoeken) wordt ter kennisname aangeboden aan de commissie Algemeen Bestuur. Daarnaast krijgen sturingsaspecten en cultuurelementen aandacht in het opleidingstraject ‘Resultaatgericht werken’ dat in het kader van Het Nunspeets Werken wordt uitgevoerd. Afronden takendiscussie (inclusief betrokkenheid samenleving) De afronding van de takendiscussie vindt plaats in 2016. In samenspraak met de raad wordt in 2015 een plan van aanpak opgesteld met daarin naast een reële planning en kostenbegroting onder meer aandacht voor de rol van inwoners, instellingen en bedrijven. Verder ontwikkelen digitale dienstverlening met het oog op wettelijke plicht Burgers en bedrijven moeten uiterlijk 2017 alle zaken met de gemeente digitaal kunnen afhandelen. Dit strookt met de visiebrief van minister Plasterk over de digitale overheid 2017. Met de nieuwe applicatie voor publiekszaken, worden veel producten en diensten van publiekszaken zaakgericht afgehandeld met het e-loket op de website als startpunt. Start maken met SMARTI meerjarenbegroting Bij de programmabegroting 2015-2018 wordt een start gemaakt met een ‘SMARTI’ (specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch, tijdgebonden en impact) opgestelde meerjarenbegroting. Het is een ontwikkeltraject, waarbij het coalitieakkoord en het collegeprogramma de basis vormen voor de programmabegroting. Periodiek uitvoeren ‘Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën’ in relatie tot schuldpositie De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft de houdbaarheidstest Gemeentefinanciën ontwikkeld. Deze test geeft gemeenten inzicht of hun financiën robuust genoeg zijn om financiële tegenslagen in de toekomst op te vangen. De test kijkt daarvoor naar de geldstromen van de gemeente en de ontwikkeling van de gemeenteschuld bij een slecht weer scenario. Vanaf 2015 gaan wij jaarlijks deze test uitvoeren. Zo laag mogelijke lastendruk; OZB alleen verhogen voor inflatie en mogelijk voor nieuw beleid Bij de behandeling van de belastingverordeningen komen via het lastendrukoverzicht de tarieven van de algemene heffingen (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) tot uitdrukking, de zogenaamde gemeentelijke woonlasten. Het uitgangspunt is dat de producten afvalinzameling/verwerking en riolering 100% kostendekkend zijn door de afvalstoffen- en rioolheffing. De opbrengst van de onroerendezaakbelasting (OZB) wordt de komende periode – naast een verhoging van 2% in 2016 voor nieuw beleid – in principe alleen verhoogd voor de inflatie. Wat gaan wij doen in 2015? In onderstaande tabel is weergegeven wat de activiteiten in 2015 per ambitie zullen zijn. Ambitie Nunspeet blijft een zelfstandige gemeente
Activiteiten 2015 • Binnen de gestelde kaders van het collegeprogramma door netwerksamenwerking de bestuurskracht op peil houden • Waar nodig samenwerking versterken via regio Noord-Veluwe (primair) en omliggende gemeenten.
Programmabegroting 2015-2018
- 79 -
Projecten ‘Nieuwe overheid’ en deregulering
Uitwerken van startnotitie ‘deregulering’ (2014) Uitwerken geactualiseerde protocol actieve en passieve informatieplicht gemeente Nunspeet (in 2014 vastgesteld). Mogelijk instellen van een audit committee (afhankelijk van uitkomsten afweging in 2014). • Opstellen van het Kwaliteitsjaarplan • Uitvoeren plan ‘Nunspeet in beweging’: • implementeren Het Nunspeets (nieuwe) Werken • uitvoeren strategisch opleidingsplan • ontwikkelen programma- en projectmanagement Vaststellen van plan van aanpak in samenspraak met daarin naast een reële planning en kostenbegroting onder meer aandacht voor de rol van inwoners, instellingen en bedrijven. Binnen de gestelde kaders van het collegeprogramma door netwerksamenwerking de bestuurskracht op peil houden en waar mogelijk versterken via primair RNV en omliggende gemeenten (met name Elburg). • Herzien opzet Programmabegroting: vertaling doelstellingen in activiteiten • In overleg met de raad formuleren van prestatie-indicatoren Uitvoeren van de ‘Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën’
Gedachtewisseling over informatievoorziening college en raad Afweging mogelijkheid instellen audit committee Plan van aanpak kwaliteit van werk ambtelijke organisatie, nakoming afdoeningstermijnen, cultuur etc. (inclusief terugkoppeling aan raad)
Afronden takendiscussie (inclusief betrokkenheid samenleving)
Verder ontwikkelen digitale dienstverlening met het oog op wettelijke plicht
Start maken met SMARTI meerjarenbegroting
Periodiek uitvoeren ‘Houdbaarheidstest Gemeentefinanciën’ in relatie tot schuldpositie
Nieuw beleid 2015-2018 Geen nieuw beleid voor dit programma over de periode 2015-2018. Tabel 10.2 – Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 10 BESTUUR EN MIDDELEN (UITGAVEN) 08.60 Beheer en onderhoud gebouwen Asbestsanering gemeentelijke gebouwen
O
75.000
2015
20
bo
Asbestsanering gemeentelijke gebouwen
O
75.000
2016
20
bo
Energiebesparende maatregelen bij gemeentegebouwen
O
25.000
2017
15
bo
Dekking energiebesp maatr bij gemeentegeb: lagere energiekosten
O
x
2017
3.750
6.066
5.944
3.750
6.066
5.822 5.944
1.667
2.425
-1.667
-2.425
Totaal
3.750
9.816
12.009
11.766
bestaand beleid
3.750
9.816
12.009
11.766
0
0
0
0
3.750
9.816
12.009
11.766
bo
nieuw beleid TOTAAL PROGRAMMA 10
Programmabegroting 2015-2018
- 80 -
Wat mag het kosten? Tabel 10.3 – Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 5.299 5.543 5.514 nieuw beleid 0 14 8 Totaal lasten 5.299 5.557 5.522 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten Exploitatieresultaat toevoeging aan reserve onttrekking aan reserve Resultaat na mutaties reserves
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 5.436 16 5.452
5.451 18 5.469
5.435 18 5.453
-1.067 0 -1.067
-798 0 -798
-928 0 -928
-928 0 -928
-928 0 -928
-928 0 -928
4.232 261 -302 4.191
4.759 261 -60 4.960
4.594 207 0 4.801
4.524 207 0 4.731
4.541 207 0 4.748
4.525 207 0 4.732
Onder het programma ‘Bestuur en Middelen’ vallen de volgende in de productenbegroting opgenomen producten: Tabel 10.4 – Producten Product Omschrijving 00.10 Verordeningen bijzondere wetten 00.15 Bezwaar- en beroepschriften 00.20 Burgerlijke stand 00.30 Bevolkingsregister 00.50 Verkiezingen 00.60 Rijbewijzen 00.70 Reisdocumenten 00.80 Raad en raadscommissies 00.81 College van burgemeester en wethouders 00.85 Intergemeentelijke samenwerking (RNV) 00.86 Bestuurs- en beleidscoördinatie 00.90 Representatie 00.95 Communicatie en PR 08.60 Beheer en onderhoud gemeentelijke gebouwen 09.00 Algemene uitkering (uitgaven) 09.10 Onroerende-zaakbelastingen (uitgaven) 09.20 Toeristenbelasting (uitgaven) 09.21 Forensenbelasting (uitgaven) 09.40 Deelnemingen en beleggingen (uitgaven)
Programmabegroting 2015-2018
Portefeuillehouder ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen G. van den Berg ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen ir. D.H.A. van Hemmen E.H. van der Geest L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas
- 81 -
5. Paragrafen 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7
Weerstandsvermogen en risicobeheersing Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid Gemeentelijke heffingen
Programmabegroting 2015-2018
- 82 -
Programmabegroting 2015-2018
- 83 -
5.1 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Om inzicht te verschaffen in de robuustheid van de begroting van de gemeente bepaalt artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dat in de paragraaf weerstandsvermogen een relatie wordt gelegd tussen de gemeentelijke weerstandscapaciteit en de risico’s. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit de aanwezige middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en aanzienlijk zijn, af te dekken. Weerstandsvermogen is dat deel van de weerstandscapaciteit dat niet nodig is voor afdekking van alle risico’s ofwel: Weerstandsvermogen is weerstandscapaciteit minus totaal van alle risico’s. De omvang van de weerstandscapaciteit is van belang voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. De weerstandscapaciteit omvat de mogelijkheden voor een gemeente om financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen structurele en incidentele weerstandscapaciteit. Met het eerste worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s. Met de incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Gemeente Nunspeet gebruikt in eerste instantie de incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken. Mochten zich gedurende een jaar structurele tegenvallers voordoen, zonder dat daar meevallers tegenover staan, dan mogen deze eerst incidenteel worden afgedekt door middel van incidentele weerstandscapaciteit. Vervolgens zal hiervoor bij de eerstvolgende begroting structurele dekking gezocht worden. Lukt dit niet dan wordt de structurele weerstandscapaciteit als dekkingsmiddel ingezet. De weerstandscapaciteit bestaat uit: Structurele weerstandcapaciteit De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit: 1. Onvoorziene uitgaven structureel. 2. Onbenutte belastingcapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit: 1. Het vrije deel van de algemene reserve 2. De bestemmingsreserves. 3. Stille reserves (gesteld op nihil). 4. Onvoorzienbare uitgaven incidenteel. Ad 1 Onvoorziene uitgaven Artikel 8 (lid 1 en lid 6) van het BBV verplicht iedere gemeente een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting. De post onvoorzien is een buffer voor externe onvoorzienbare tegenvallers. Het dekt uitgaven die voldoen aan de drie “O’s” (Onvoorzien, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar). Er is een bedrag geraamd van € 88.900,--. Dit bedrag wordt gesplitst in onvoorzienbare uitgaven incidenteel € 63.500,-- en onvoorzienbare uitgaven structureel € 25.400,--.
Programmabegroting 2015-2018
- 84 -
Ad 2 Onbenutte belastingcapaciteit Opbrengst onroerende-zaakbelastingen (OZB) versus normtarief OZB-artikel 12 van de Financiele verhoudingswet (FVW). Wanneer de algemene middelen van de gemeente aanmerkelijk en structureel tekort zullen schieten om in noodzakelijke behoeften te voorzien, kan een aanvullende uitkering worden aangevraagd. Wel moeten de eigen inkomsten zich op een redelijk peil bevinden. Onderstaand is de berekening weergegeven tussen dit ‘redelijke’ peil en de werkelijke begrote opbrengsten OZB. In de Meicirculaire 2014 (paragraaf 2.4.3 Maatstaf OZB) staat aangegeven dat de WOZ-waarde 0,1790% bedraagt voor toelating tot artikel 12 van de FVW. Waarde zoals is gebruikt bij de berekening van de Algemene uitkering gemeentefonds Waarde woningen 70% 2.782.000.000 Waarde niet-woningen 560.000.000 Totale WOZ-waarde
3.342.000.000
Maximale opbrengst volgens uitgangspunten artikel 12 van de FVW Begroting opbrengst 2014 OZB (inclusief dekkingsvoorstel)
€ 5.982.180 € 3.631.000
Onbenut
€ 2.351.180
Ad 3 Het vrije deel van de algemene reserve, de vrije reserve en de bestemmingsreserve Algemene reserve De doelstelling van de algemene reserve is het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorziene ontwikkelingen waarvoor geen voorziening is getroffen. Het saldo van de algemene reserve bedraagt per 1 januari 2014 € 5.135.000,--. (per 1 januari 2013:€ 5.358.000,--). De algemene reserve bestaat uit drie onderdelen: - Het beslag in de algemene reserve per 1 januari 2014 bedraagt € 2.592.000,-- (1 januari 2013: € 2.559.000,--). Dit gedeelte maakt geen deel uit van het weerstandsvermogen, het is immers bestemd voor een ander doel. - Het bodembedrag voor 2014 is berekend op € 1.561.000,-- (voor 2013 was dat € 1.585.000,-). De renteopbrengst van dit deel van de algemene reserve wordt ingezet als dekkingsmiddel en kan zonder een gat in de begroting te schieten, niet voor andere doeleinden worden ingezet. Het bodembedrag is daarom geen onderdeel van het weerstandsvermogen. - Het vrij besteedbare deel van de algemene reserve bedraagt per 31 december 2013 € 982.000,--(31 december 2012 € 1.214.000,--) en maakt deel uit van het weerstandsvermogen. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves kunnen worden verdeeld in geblokkeerde of beklemde reserves en overige bestemmingsreserves. Onder geblokkeerde of beklemde reserves verstaan we reserves waarover niet (geheel of gedeeltelijk) vrij kan worden beschikt, omdat deze reserves worden gebruikt om structurele dekkingsmiddelen voor de gemeente begroting genereren. Deze geblokkeerde of beklemde reserves maken geen onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. De overige bestemmingsreserves zijn gevormd voor een bepaald doel. De raad heeft de bevoegdheid de bestemming te wijzigen en deze in te zetten voor het opvangen van tegenvallers. De stand van de bestemmingsreserves op 31 december 2013 € 38,4 miljoen (31 december 2012: € 39,9 miljoen). Een belangrijk deel van de bestemmingsreserves is geblokkeerd vanwege de structurele inzet van de renteopbrengst als dekkingsmiddel. In onderstaand overzicht is aangegeven welke overige bestemmingsreserves niet geblokkeerd of beklemd zijn.
Programmabegroting 2015-2018
- 85 -
tabel overige bestemmingsreserves (niet geblokkeerd of beklemd) bedrag
Soort reserve Egalisatie tarieven afvalstoffenheffing Egalisatiereserve wegen
925.000 0
Egalisatiereserve bouwleges
0
Egalisatie tarieven rioolrecht
640.000
Reserve automatisering
115.000
Reserve restauratie eigen monumenten
142.000
Reserve restauratie gem monumenten
108.000
Bestemmingsreserve riolering Reserve bodemverontreiniging Reserve onderhoud graven Nunspeet Reserve onderhoud graven Nunspeet West Reserve afkoop onderhoud graven Elspeet Reserve IRTV
0 1.098.000 3.250 18.300 4.300 168.000
Reserve bosexploitatie
1.124.000
Reserve grondexploitatie
951.000
Reserve wachtgeldverplichtingen
449.000
Reserve sociale knelpunten
212.000
Reserve toekomstige WMO uitgaven
727.000
Reserve stimulering goedkope woningbouw
122.000
Reserve BWS gelden
0
Reserve opbrengst verkoop Nuon
0
Reserve herontwikkeling gemeentegebouwen Reserve onderhoud recreatieve fietspaden
27.000 0 6.833.850
Ad 4 Stille reserves Bij stille reserves moet worden gedacht aan bezittingen die beneden de marktwaarde in de boeken staan en die zonder bezwaar direct te verkopen zijn. De gemeente heeft echter nauwelijks nog panden anders dan panden en gronden die nodig zijn voor de grondexploitatie. De gemeente is aandeelhouder van NV Bank Nederlandse Gemeente (BNG), NV Alliander en waterleidingmaatschappij Vitens. Aangenomen kan worden dat de aandelen bij een eventuele verkoop meer opbrengen dan de boekwaarde. Er is hier dus sprake van een stille reserve. Deze ruimte kan echter niet direct benut worden onder het huidige beleid en de huidige taakuitvoering, omdat de inkomsten uit deze aandelen structureel geraamd zijn in de begroting. Weerstandscapaciteit In onderstaande tabel wordt de weerstandscapaciteit voor de begroting 2015 weergegeven:
Programmabegroting 2015-2018
- 86 -
tabel weerstandscapaciteit onderdeel weerstandscapaciteit
bedrag
Structurele weerstandscapaciteit 1. Onvoorzien structureel
25.400
2. Onbenutte belastingcapaciteit
2.351.180
Structurele weerstandscapaciteit
2.376.580
Incidentele weerstandscapaciteit 3. Vrije deel algemene reserve 3. Vrije deel bestemmingsreserves
982.000 6.833.850
4. Stille reserves
0
5. Onvoorzien incidenteel
63.500
Incidentele weerstandscapaciteit Totale weerstandscapaciteit
7.879.350 10.255.930
Risico’s Tegenover de hierboven geïnventariseerde weerstandscapaciteit staan de risico’s die de gemeente loopt. Deze risico’s zijn van uiteenlopende aard en hangen samen met onder andere de schaalgrootte en gemeente specifieke factoren. Het managen van deze risico’s wordt risicomanagement genoemd. Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen Bij risicomanagement gaat het om het uitvoeren van een systematische en periodiek terugkerend proces van identificeren, beoordelen, kwantificeren van risico’s, het bepalen en uitvoeren van activiteiten en maatregelen die de kans van optreden en/of de gevolgen van risico’s, beheersbaar houdt en het evalueren en rapporteren over de verschillende stappen in het proces. Doelstellingen De volgende doelstellingen streeft gemeente Nunspeet met risicomanagement: a. b. c. d. e.
Reduceren van de gevolgen van risico’s Voldoen aan wet- en regelgeving Actualisering van het weerstandsvermogen Verhogen van risicobewustzijn Beoordelen en optimaliseren van het weerstandsvermogen
Indeling Risico’s Gemeente Nunspeet hanteert voor de identificatie van de risico’s de volgende indeling: a. b. c. d. e. f. g. h.
Juridische risico’s; Financiële risico’s; Personele / organisatorische risico’s Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s Milieurisico’s Verbonden partijen Risico’s sociaal domein Reguliere risico’s
Programmabegroting 2015-2018
- 87 -
Analyse en beoordelen van de risico’s Om risico’s te kunnen beoordelen worden de kans en het (financiële) gevolg van elk risico bepaald. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van zogenaamde referentiebeelden. Als wordt geschat dat een risico zich bijvoorbeeld eenmaal in de tien jaar zal voordoen is de kans op optreden 10%. Als een risico zich eenmaal per jaar kan voordoen is de kans 90%. Bij 100% is het geen risico meer. Daarna wordt per risico het financiële gevolg ingeschat in het geval het risico zich daadwerkelijk zou voordoen. Hierna treft u twee tabellen de indeling van de kansen en financiële gevolgen aan. Voor de beoordeling van de kans dat een risico daadwerkelijk optreedt hanteren we vijf klassen met de volgende referentiebeelden:
Klasse 1 2 3 4 5
Aantal keren dat risico, zich naar verwachting voordoet < 1 x per 10 jaar 1 x per 5 – 10 jaar 1 x per 2 – 5 jaar 1 x per 1 – 2 jaar 1 x per jaar of <
Kans 10% 30% 50% 70% 90%
Voor het bepalen van de financiële gevolgen wordt gebruik van de volgende indeling:
Klasse 0 1 2 3 4 5
Bandbreedte Geen gevolgen € 0 < € 5.000 € 5.000 < € 25.000 € 25.000 < € 75.000 € 75.000 < € 250.000 >€ 250.000
Financieel gevolg Geen Zeer laag Laag Midden Hoog Zeer hoog
Het reële financiële gevolg wordt dus bepaald door de ‘Kans’ en het ‘Financiële gevolg’ met elkaar te vermenigvuldigen. De risico’s met het grootste financiële gevolg krijgen de hoogste prioriteit bij het beheersen van de risico’s. a. Juridische risico’s Dwangsom Op 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet-tijdig beslissen in werking getreden. Als gevolg hiervan kunnen burgers de gemeente in gebreke stellen en verbeurt de gemeente na ontvangst van de ingebrekestelling een dwangsom als niet tijdig op een aanvraag is beslist. Er zijn intern diverse werkafspraken gemaakt om beslistermijnen te bewaken en ontvangst van ontvankelijke ingebrekestellingen zo veel mogelijk te voorkomen. In 2013 zijn er geen dwangsommen uitgekeerd als gevolg van het niet tijdig beslissen op een aanvraag. Griffierechten Het kabinet had het voornemen de rechtspraak kostendekkend te maken. De burger zou bij een procedure fors meer moeten betalen. Ook de gedaagde (de gemeente) zou dan fors moeten bijdragen in een procedure wanneer de burger in het gelijk zou worden gesteld. Om de toegang tot de rechter te waarborgen heeft de Tweede Kamer besloten de griffierechten niet te verhogen. Het financiële risico voor de gemeente is daarom beperkt. Het risico wordt daarom op nihil gesteld bij de vertaling van dit financiële risico.
Programmabegroting 2015-2018
- 88 -
Proceskosten Voor bezwarenprocedures en (hoger) beroepsprocedures waarin de gemeente in het ongelijk wordt gesteld, wordt de gemeente veroordeeld in de proceskosten. De hoogte van de proceskostenvergoeding is gerelateerd aan het aantal proceshandelingen dat in de betreffende procedure is verricht. De afgelopen jaren is een stijgende lijn te zien in het aantal verzoeken dat wordt ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur. Er is een duidelijke aanwijzing dat deze verzoeken worden ingediend met het proceskostenvergoeding oogmerk om vervolgens in bezwaar en beroep te gaan tegen de beslissing en zo de vergoeding op te strijken. Afgaande op de verzoeken die het afgelopen jaar zijn ingediend, leidt dit in 1 van de 10 gevallen tot een verplichting om proceskosten te vergoeden. Inkoop en aanbesteding Door de invoering van de Aanbestedingswet 2012 is het risico van een juridische procedure toegenomen. Voor de keuze van inkoopprocedure wordt uitgegaan van indicatieve bedragen. Dit geeft ruimte voor verschillen van inzicht en is daardoor een risico. Daarnaast is de economische situatie dusdanig, dat partijen eerder bereid zijn gunning via de rechter af te dwingen. Op dit moment loopt er een procedure tegen de zes RNV gemeenten. Mocht de rechter de eiser in het gelijk stellen, dan komen er bepaalde tariefvoordelen te vervallen. Dit kan worden opgevangen binnen de reguliere begroting. Claims van derden Bij het opstellen van de jaarrekening 2013 is een inventarisatie gehouden van de op dat moment bekende verzoeken of te verwachte verzoeken voor planschade en de diverse juridische procedures (afkoopbedrag; schadeclaims). Hiervoor is voorziening Planschades en Juridische procedures gevormd. De risico’s voor planschade zijn zo veel mogelijk bij de initiatiefnemer ondergebracht. (Plan)schades die onvermijdelijk ten laste van de gemeente komen, worden ten laste van het rekening resultaat gebracht. Ook de kosten van het opstellen van een schadeanalyse komen ten laste van de gemeente. Omdat steeds meer juridisch adviesbureaus zich gaan specialiseren in planschaden, is het risico van schade-analysekosten steeds groter. In de begroting wordt hiermee geen rekening gehouden. In de voorziening is wel rekening gehouden met schade-analysekosten waarvan de melding bekend is. Er kunnen nog claims binnenkomen. Er loopt een melding waarbij in de voorziening rekening gehouden is met de juridische en bemiddelingskosten. Met andere kosten is hierbij geen rekening gehouden. tabel juridische risico's Risico
S=Structureel I=Incidenteel S of Kans van Financieel I optreden gevolg
Reëel financieel gevolg
Dwangsom
I
20%
15.000
3.000
Griffierechten
I
0%
0
0
Proceskosten
I
50%
6.000
3.000
Inkoop en aanbesteding
I
50%
40.000
20.000
Claims van derden
I
50%
20.000
10.000 36.000
Totaal juridische risico's
Programmabegroting 2015-2018
- 89 -
b. Financiële risico’s Heroverwegingen Het restant van de heroverweging taakstelling eigen organisatie bedraagt voor 2015 ongeveer € 70.000,-. ( 2016: € 193.000,- 2017: € 193.000,- 2018: € 318.000,-). Wanneer er rekening gehouden wordt met natuurlijk verloop van onze medewerkers is deze taakstelling te realiseren. Dit risico wordt daarom op nihil gesteld. Rente Eind 2013 is door de Eerste Kamer het wetsvoorstel voor het zogenaamde Schatkistbankieren aangenomen. Dit houdt in dat decentrale overheden verplicht hun liquide middelen aanhouden bij de Nederlandse schatkist. Tijdelijke overschotten aan liquide middelen kunnen niet meer uit oogpunt van een optimaal liquiditeitsbeheer in deposito uitgezet of tegen een gunstige rente op een spaarrekening bij een commerciële bank gezet worden. Dit kan in situaties met hogere rentetarieven een negatief effect op de rendementsverwachting hebben. Wel biedt de staat de mogelijkheid om overtollige gelden voor langere periode in depot weg te zetten. Echter de rentevergoeding is aanzienlijk lager dan die bij commerciële banken. Gezien de gemiddelde rentelast van het per 31 december 2015 met vreemd vermogen gefinancierde deel kan worden geconcludeerd dat de geraamde financieringsstructuur en in relatie hiermee ook het weerstandsvermogen van onze gemeente op 1 januari 2015 als redelijk kan worden beoordeeld. Omslagrente De berekening van de renterisiconorm is opgenomen in de paragraaf financiering. Uit dit overzicht blijkt dat de gemeente vrijwel geen renterisico loopt. Wanneer de omslagrente lager is dan de marktrente, ontstaat er een risico. Dit is een gevolg van het feit dat hieruit een financieel nadeel voortvloeit voor de begroting. Als het rentepercentage van aan te trekken leningen lager is dan de geraamde omslagrente van 3.25, blijft het renterisico het komende jaar acceptabel. In het komende jaar zal de ECB (Europees centrale bank) een ruim monetair beleid blijven voeren. Verwacht wordt dat de kapitaalmarktrente (lange rente), gezien de verwachte economische ontwikkelingen (zoals lichte economische groei, inflatie) in het komende jaar iets gaat stijgen (BNG-nieuwsbrief 14 juli 2014). Op grond van deze verwachting is er, naar het zich nu laat aanzien, vrijwel geen renterisico te verwachten. Algemene uitkering In de Programmabegroting 2015-2018 is de raming van de uitkeringen uit het Gemeentefonds gebaseerd op de meicirculaire 2014. Tegenover de lagere uitkering heeft ook een verlaging van budgetten plaats gevonden. Dit komt neer op een taakstellende budgetverlaging van € 650.000,-voor de Wmo/huishoudelijke hulp. Hier tegenover staat een reserve. Daarnaast vindt een taakstellende budgetverlaging plaats in verband met de overdracht onderhoud schoolgebouwen € 50.000,-- in 2015 oplopend tot € 125.000,-- in 2018. Verstrekte garanties In totaal zijn voor € 106.827.000,-- aan gemeentegaranties aan instellingen verstrekt (peildatum 31 december 2013). Het grootste deel hiervan zijn garanties voor geldleningen waar de gemeente samen met het Rijk een achtervangpositie inneemt (€ 92.145.000,--). Deze garanties zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Het restant van de garanties heeft betrekking op geldleningen van instellingen binnen de gemeente en Vitens. Aan particulieren is voor € 2.520.000,-- (peildatum 31 december 2013) aan gemeentegaranties verstrekt. Deze leningen zijn in eerste instantie gegarandeerd door de Nationale Hypotheek Garantie (NHG). De gemeente heeft voor deze leningen een achtervangpositie. Gezien de kredietwaardigheid van de geldnemers van zowel instellingen als particulieren is het aan de garanties verbonden risico zeer gering.
Programmabegroting 2015-2018
- 90 -
Verkoop aandelen NUON In 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met de verkoop van de aandelen NV Nuon Energy aan Vattenfall. In juni 2009 is de eerste tranche van 49% ontvangen. De tweede tranche van 15% is ontvangen in 2011. De derde tranche van ook 15% is vervroegd ontvangen in 2012 en de uitbetaling van de vierde (en laatste) tranche van 21% is gepland in 2015. Het netwerk NV Alliander is niet verkocht. De gemeente Nunspeet blijft hiervan aandeelhouder. In de raadsvergadering van 25 april 2013 is besloten dat de Oostelijke rondweg voor € 793.000,-(resterende deel) wordt gedekt uit de vrij besteedbare escrowgelden vanuit de reserve Verkoop Nuon aan Vattenfall. tabel financiële risico's Risico
S=Structureel I=Incidenteel Kans van optreden Financieel gevolg
Heroverwegingen
S
0%
0
0
Rente
S
30%
90.000
27.000
Reëel financieel gevolg
Omslagrente
S
0%
0
0
Algemene uitkering
S
30%
50.000
15.000
Verstrekte garanties
S
0%
0
0
Tegenvallende subsidieverwachtingen
I
0%
0
0
Verkoop aandelen Nuon
I
0%
0
0 42.000
Totaal financiële risico's
c. Personele / organisatorische risico’s Ziektekosten/knelpunten De gemeente Nunspeet is eigen risicodrager voor kosten die het gevolg zijn van ziekteverzuim. Hiervoor is geen bedrag in de begroting geraamd. Het financiële risico om onverwachte personele knelpunten op te vangen wordt geschat op € 150.000, -. Korps vrijwillige brandweer Voor inkomstenderving van zelfstandige ondernemers in het korps vrijwillige brandweer was een ongevallenverzekering afgesloten. Dit gaf de zekerheid dat er een basisuitkering is voor de vrijwilliger. Het betekende niet dat alle schade werd vergoed. De gemeente loopt risico over de restschade. Wanneer wij niet aansprakelijk zijn, blijft de restschade in principe voor rekening van de vrijwilliger. Ondanks de overgang van de vrijwillige brandweer naar de VNOG is het risico van toekomstige schadeclaims als gevolg van schade uit het verleden, niet uitgesloten en wordt deze geschat op maximaal € 350.000, -. tabel personele/organisatorische risico's Risico
S=Structureel I=Incidenteel Kans van optreden Financieel gevolg
Ziektekosten/knelpunten
S
50%
150.000
Kosten vrijwillige brandweer
I
20%
350.000
Totaal personele/organisatorische risico's
Reëel financieel gevolg 75.000 70.000 145.000
d. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s Grondexploitatie Voor de grondexploitaties is een berekening opgesteld van de nog te verwachten kosten en opbrengsten, resulterend in een bijstelling van de verwachte winst c.q. verlies. Deze bijstelling vindt plaats aan de hand van de laatste inzichten (waaronder contractuele verplichtingen en geformuleerde beleidsuitgangspunten) op het gebied van de ontwikkeling van de markt aan de kosten- en opbrengstenkant. Als dit resulteert in een neerwaartse bijstelling van de resultaten, wordt onderzocht op welke wijze dit kan worden gecompenseerd.
Programmabegroting 2015-2018
- 91 -
Daarnaast wordt binnen de reserve grondexploitatie een bodembedrag (financiële buffer) aangehouden dat varieert met de omvang van de risico’s die worden gelopen. Naarmate grondexploitaties vorderen, dalen vaak de onzekerheden (immers een steeds groter deel is gerealiseerd) en daalt ook het bodembedrag. Jaarlijks vindt op grond van artikel 12, lid 1 van de Verordening en artikel 212 van de Gemeentewet de bijstelling plaats na het vaststellen van de jaarrekening. Naast bovengenoemd risico van herziening berekening kosten en opbrengsten doen zich nog twee risico’s voor binnen de grondexploitatie. Het KWP (Kwalitatief WoonProgramma) heeft als doel het woningaanbod op regionaal niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte (vraag) aan woningen. Er ontstaat een probleem wanneer volgens het KWP de behoefte aan woningen of naar een bepaald soort woningen, achterblijft en er centraal afspraken worden gemaakt over woningaanbodreductie. Een ander risico is dat de boekwaarde van de aangekochte gronden en/of objecten die niet deel uitmaken van een exploitatieplan, stijgen, boven de actuele marktwaarde. Om de geconstateerde en gekwantificeerde risico’s in de grondexploitatie op te vangen is de Voorziening risico’s grondexploitatie getroffen voor een bedrag van € 1.208.000, -. Van dit bedrag is € 1.000.000, - bedoeld om toekomstige verliezen vanuit het project Molenbeek te dekken en € 208.000, - ten behoeve van de verliezen vanuit het project Stationslaan. Het financiële gevolg en de kans van optreden van de risico’s in de grondexploitatie zijn in onderstaande tabel weergegeven. Het financiële gevolg is gebaseerd op het worst case scenario. Dit is de boekwaarde van grondexploitatie. tabel Grondexploitatie en strategische risico's Risico
S=Structureel I=Incidenteel Kans van optreden Financieel gevolg
Molenbeek fase 1
I
50%
11.567.000
Weversweg
I
30%
1.675.000
Vierde kwadrant
I
0%
-498.000
0
De Kolk
I
30%
7.440.000
2.232.000
Winckelweg
I
0%
-347.000
0
Stationslaan
I
30%
858.000
Voorziening Stationslaan
I
Elspeet Noord West
I
Voorziening Molenbeek
Reëel financieel gevolg 5.783.500 -1.000.000 502.500
257.400 -208.000
30%
2.030.000
Totaal grondexploitatie en strategische risico's
609.000 8.176.400
Molenbeek wordt door de uitspraak van de Raad van State als geheel opnieuw onder de loep genomen en daarom is er geen sprake meer van fase 1 en 2. Het risico bij beide fases is daarom dan ook gelijk. De kans van optreden is ook groot omdat er vermoedelijk meer kosten voor planontwikkeling gemaakt gaan worden en er waarschijnlijk minder huizen gepland worden dan in het oorspronkelijke plan. Hierdoor is de kans groot dat er meer kosten gemaakt worden en lagere opbrengsten gerealiseerd worden. e. Milieurisico’s Milieu en bodemverontreiniging Het algemeen beleid op dit punt is dat de kosten van een eventuele sanering worden verhaald op de veroorzaker. Is dit niet meer mogelijk, dan wordt bij een mobiele verontreiniging (een zich ver-
Programmabegroting 2015-2018
- 92 -
plaatsende verontreiniging) gesaneerd en bij een immobiele verontreiniging nagegaan of er gevaren zijn voor de volksgezondheid. Is dit het geval, dan volgt sanering (zo mogelijk binnen de begrote budgetten). Is dit niet het geval, dan wordt nagegaan of op een nader geschikt moment sanering mogelijk is op een manier die effectief en doelmatig is (ook in relatie tot de hiermee gepaard gaande financiële middelen). Voor de bekende bodemverontreinigingen is de reserve bodemverontreiniging gevormd. Deze reserve wordt in 2014 doorgelicht. De verwachting is dat deze niet meer volledig noodzakelijk is. Voor niet bekende bodemverontreinigingen zijn de financiële gevolgen lastig in te schatten. Deze zijn afhankelijk van de aard en omvang van de verontreiniging en het tijdstip van het ontstaan van de verontreiniging, na 1987 is een nieuw geval en moet volledig opgeruimd worden en voor 1987 is een oud geval en mag functioneel gesaneerd worden. Daarnaast is het afhankelijk van de mogelijkheid om de kosten te verhalen op de veroorzaker. Om toch een inschatting te maken van de kosten wordt een bedrag van € 300.000 aangehouden worden met een risico van voorkomen van 10 %. tabel milieu en bodemverontreiniging risico's Risico
S=Structureel I=Incidenteel Kans van optreden Financieel gevolg
Milieu en bodemverontreiniging
I
10%
Reëel financieel gevolg
300.000
Totaal milieu en bodemverontreiniging risico's
30.000 30.000
f. Verbonden partijen Verbonden partijen De gemeente is financieel mede aansprakelijk voor een aantal samenwerkingsverbanden (paragraaf Verbonden partijen). Directe deelnemingen in vennootschappen: - Bank Nederlandse Gemeenten NV; - NV Alliander; - Vitens NV. Overige deelnemingen: - Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe; - Regio Noord-Veluwe; - Omgevingsdienst Noord-Veluwe; - Recreatiegemeenschap Veluwe; - Coöperatie Gastvrije randmeren - Stichting Muziekschool Noordwest-Veluwe; - Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland; - NV Inclusief Groep; - Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe; - Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Gelre-IJssel. Per verbonden partij is een risicoanalyse gemaakt. Via deze risicoanalyse wordt gekeken naar de mate van risico dat de gemeente bij de verbonden partijen loopt. Bij sommige verbonden partijen is een beoordeling op cijfers lastig. Soms komt dit doordat recente cijfers nog niet voorhanden zijn. Bij deze verbonden partijen is gekeken naar de bijdrage die de gemeente levert en het financiële nadeel dat de gemeente loopt bij een eventueel faillissement. Hierbij is een inschatting gemaakt van de kans dat een faillissement zich voordoet.
Programmabegroting 2015-2018
- 93 -
Van de directe deelnemingen in vennootschappen is de nominale waarde van het belang van onze gemeente in de vennootschap als risico opgenomen verhoogd met de ontvangen dividenden. Van de overige deelnemingen in vennootschappen is als financieel gevolg opgenomen de jaarbijdrage. In de paragraaf weerstandsvermogen van de jaarrekening zijn we nog uitgegaan van twee keer de jaarlijkse bijdrage, maar dat is wel erg voorzichtig geschat. De kans van optreden wordt geclassificeerd met risico laag, gemiddeld of hoog. Per verbonden partij is het risico (kans van optreden) op grond daarvan, uitgedrukt in een percentage. De toelichting op de belangen voor onze gemeente vindt u terug in de paragraaf verbonden partijen. In onderstaande tabel zijn de risico’s per verbonden partij uitgedrukt in geld. Bij een kans van optreden die als “laag” is gekwalificeerd is rekening gehouden met een percentage van 10%. Bij een ‘hoge’ kwalificatie is een percentage van 30%, 50% of 70% aangehouden, afhankelijk van de inschatting van de kans van optreden. Er zijn drie deelnemingen waarbij het risico voor de gemeente Nunspeet als “hoog” wordt ingeschat. Stichting Muziekschool Noordwest Veluwe Op 30 juni 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met de kaders voor de bestuurlijke ontvlechting van de muziekschool. Een garantstellingsovereenkomst vormt de basis van de bestuurlijke ontvlechting. Conform de overeenkomst, staan de gemeentes voor een periode van 15 jaar (tot en met 2026) garant, voor uitkeringsverplichtingen voortvloeiend uit de rechtspositiebepalingen, zoals die van toepassing zijn op werknemers, die op 1 oktober 2011 in dienst zijn van de muziekschool. De gemeente Nunspeet staat garant voor € 767.692, -. Op 30 oktober 2013 is de Muziekschool failliet verklaard. Nieuwe initiatieven zijn gerealiseerd. Een aantal werknemers heeft inmiddels een andere dienstbetrekking. Het risico wordt hoog ingeschat. NV Inclusief Groep Als gevolg van het in werking treden van de Particratie wet stromen er geen nieuwe mensen in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Wat de gevolgen zijn voor de Inclusief Groep is nog niet duidelijk. Wel kunnen we stellen door deze grote mater van onzekerheid dat het risico voor de gemeente hoog is. Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe De financiële situatie bij de stichting PrOo was de afgelopen jaren zorgelijk. De stichting heeft een aantal maatregelen genomen om te komen tot een oplossing van deze zorgelijke situatie. Eén van de openbare scholen in Nunspeet is gesloten. Deze ontwikkeling geeft aan dat het draagvlak onder het openbaar onderwijs wijzigt. Hoe dit in de toekomst verder gaat, is onduidelijk. Het risico voor de gemeente wordt als hoog geschat.
Programmabegroting 2015-2018
- 94 -
tabel risico's verbonden partijen Risico
S=Structureel I=Incidenteel Kans van optreden Financieel gevolg
NV Bank Nederlandse Gemeenten
I
10%
285.000
28.500
NV Alliander
I
10%
345.000
34.500
NV Vitens
I
10%
90.000
9.000
Streekarchivaat Noordwest Veluwe
I
10%
80.000
8.000
Regio Noord Veluwe
I
10%
302.000
30.200
Omgevingsdienst Noord Veluwe
I
10%
300.000
30.000
Recreatiegemeentschap Veluwe
I
10%
0
0
Coöperatie Gastvrije randmeren
I
10%
0
0
Stichting Muziekschool Noordwest-Veluwe
I
50%
768.000
384.000
Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland
I
10%
1.551.000
155.100
Inclusief Groep Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord Veluwe
I
50%
863.000
431.500
I
50%
83.000
41.500
GGD Gelre-IJssel
I
10%
365.000
Reëel financieel gevolg
36.500 1.188.800
Totaal risico's verbonden partijen
g. Risico’s sociaal domein Openeindefinanciering Openeindefinanciering betekent dat het uit te keren bedrag afhangt van het aantal ingediende aanvragen. Hierdoor is geen maximum van het uit te keren bedrag aan te geven. Voorbeelden van Openeindefinanciering zijn de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) en de Wet werk en bijstand (WWB). Tegenover de te verwachten uitgaven aan WWB-uitkeringen is een gelijk bedrag als rijksbijdrage geraamd. Evenals vorige jaren is dus sprake van een budgettair neutrale raming. Voor de WWB-uitkeringen is het definitieve budget voor de uitkeringen in 2014 vastgesteld op € 3.075.160-, de uitgaven bedroegen daartegenover (geprognotiseerd) € 3.500.000, -. Het tekort op de uitkeringen is over 2014 € 424.840, -. Voor het tekort boven 10% van het toegekende budget ad € 307.516, - wordt een aanvraag ingediend bij het ministerie van SZW voor een aanvullende rijksbijdrage. Voor eigen rekening blijft altijd een bedrag van € 117.324, - (10% van het budget). Het voorlopig budget over 2015 is nog niet bekendgemaakt. Wel is voor 2015 opnieuw uitgegaan van een budgettair neutrale raming. Als blijkt dat de rijksbijdrage uiteindelijk lager uitvalt dan de te verstrekken uitkeringen, kan onder voorwaarden een aanvullende uitkering worden aangevraagd, waarbij het wel zo is dat in ieder geval 10% van de rijksuitkering voor rekening van de gemeente blijft. Een eventueel resterend tekort moet ten laste gebracht worden ten laste van de lopende exploitatie. Via de tussenrapportages worden eventuele afwijkingen aangegeven. tabel risico's sociaal domein Risico
S=Structureel I=Incidenteel Kans van optreden Financieel gevolg
openeinde WWB/WIJ regeling
S
50%
425.000
Totaal risico's sociaal domein
Programmabegroting 2015-2018
Reëel financieel gevolg 212.500 212.500
- 95 -
h. Reguliere risico’s Btw-compensatiefonds Per 1 januari 2003 is het btw-compensatiefonds ingevoerd. Uit het fonds krijgen gemeenten de betaalde btw op nota’s van derden gecompenseerd met uitzondering van de btw die wordt betaald over onderwijsuitgaven en de btw die samenhangt met de subsidiëring van derden. Tegenover deze lagere lasten voor de gemeente staat een uitnamen uit het Gemeentefonds. Dit houdt in dat de invoering van het btw-compensatiefonds voor de gemeenten gezamenlijk geen voordeel heeft. Voor een individuele gemeente kan de invoering van het btw-compensatiefonds echter wel gevolgen hebben. Gezien de duur van het btw-compensatiefonds, worden op dit moment geen financiële gevolgen verwacht. De verhoging van de btw per 1 oktober 2012 heeft geen gevolg voor het weerstandsvermogen. Tegenvallende subsidieverwachtingen Een risico dat er gelopen wordt, is dat projecten of activiteiten worden uitgevoerd die (deels) gedekt worden door subsidies vanuit de Provinicie. Wanneer achteraf blijkt dat er niet voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden, ontstaat het risico van een dekkingstekort. Dit risico wordt beperkt door de aanstelling van een subsidiecoordinator. Tot op heden is steeds voldaan aan de subsidievoorwaarden. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen wordt daarom het risico op vooralsnog op nihil gesteld. Asbestsanering schoolgebouwen Bij alle scholen die gebouwd zijn voor 1994 zijn in 2012 een asbestinventarisaties uitgevoerd. In Nunspeet zijn er 24 schoolgebouwen onderzocht op asbestsanering. De asbestsaneringen zijn uitgevoerd. De kosten van de saneringen zijn binnen de beschikbare middelen gerealiseerd. Gemeentelijke gebouwen De gemeente heeft verschillende gebouwen in eigendom. Er worden daarbij verschillende risico’s gelopen. De belangrijkste risico’s zijn: asbest, legionellabesmetting, brandveiligheid, veilig werken op daken en wateraccumulatie. De risico’s worden per gebouw geïnventariseerd en in kaart gebracht. Op het gebied van asbest worden de grootste risico’s gelopen. Van de meeste gemeentelijke gebouwen is de asbestsanering uitgevoerd. Van enkele gemeentelijke woningen en kleine objecten moeten de inventarisaties nog plaatsvinden. Tabel reguliere risico's
S=Structureel I=Incidenteel Kans van optreden Financieel gevolg
Risico
Reëel financieel gevolg
Btw compensatiefonds
I
0%
0
0
Tegenvallende subsidieverwachtingen
I
0%
0
0
Asbestsanering schoolgebouwen
I
0%
0
0
Gemeentelijke gebouwen
I
10%
20.000
2.000 2.000
Totaal reguliere risico's
Programmabegroting 2015-2018
- 96 -
Beheersing van risico’s Voor elk risico moet een keuze gemaakt worden uit de volgende maatregelen: - Vermijden Het beleid waar een risico door ontstaat, wordt beëindigd. Op een andere manier wordt vormgegeven of wordt geen beleid gestart dat een risico met zich meebrengt. - Verminderen Het risico afdekken via een verzekering, een voorziening of een ander budget in de begroting; de gevolgen van een risico worden beperkt. - Overdragen Dit kan door het beleid dat een risico met zich meebrengt, te laten uitvoeren door een andere betrokken partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt. - Accepteren Risico’s kunnen ook bewust genomen worden. Als een risico niet wordt vermeden, verminderd of overgedragen, wordt een risico geaccepteerd en moet de eventuele financiële schade volledig via de weerstandscapaciteit worden Financiële vertaling van de risico’s Voor vrijwel alle financiële risico’s die zijn te voorzien en kwantificeerbaar zijn, zijn toereikende voorzieningen of bestemmingsreserves gevormd. Van de risico’s die van materiële betekenis en niet goed te kwantificeren zijn, is een financiële vertaling gemaakt zodat deze risico’s meegenomen worden bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Van onderstaande risico’s is de kans van optreden uitgedrukt in een percentage. Het reële financiële gevolg wordt berekend door dit percentage te vermenigvuldigen met het financiële gevolg. Tabel totalen incidentele en structurele risico's Reëel financieel gevolg
Risico Structurele risico's: Financiële risico's
42.000
Personele risico's
75.000
Sociaal domein
212.500
Totaal structureel
329.500
Incidentele risico's Juridische risico's
36.000
Financiële risico's
0
Personele risico's
70.000
Grondexploitaties
8.176.400
Milieu en bodemverontreiniging Verbonden partijen
30.000 1.188.800
Reguliere risico's
2.000
Totaal incidenteel
9.503.200
Totaal risico's
9.832.700
Programmabegroting 2015-2018
- 97 -
Beoordeling weerstandsvermogen Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie gelegd worden tussen de hierboven genoemde financieel vertaalde risico’s en de eerder genoemde beschikbare weerstandscapaciteit. Dit wordt uitgedrukt in een ratio. De berekeningswijze van de ratio weerstandsvermogen is als volgt: Ratio weerstandsvermogen:
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen wordt gebruikt gemaakt van onderstaande waarderingstabel: Ratio < 2,0 1,4 tot 2,0 1,0 tot 1,4 0,8 tot 1,0 0,6 tot 0,8 < 0,6
Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Kwantificering van de incidentele risico’s in tijd en geld, waarvoor de gemeente geplaatst zou kunnen worden is arbitrair. Geconstateerd kan worden dat het incidentele weerstandsvermogen onvoldoende. Daartegenover is het structurele weerstandsvermogen ruim voldoende. In onderstaande tabel is de structurele en incidentele weerstandscapaciteit versus de structurele en incidentele risico’s, weergegeven.
ratio weerstandsvermogen
10.255.930
=
1,0
9.832.700
Met een uitkomst van het ratio weerstandsvermogen van 1,0 kan worden geconcludeerd worden dat het totale weerstandsvermogen als voldoende kan worden aangemerkt.
Tabel totaal incidenteel en structureel weerstandsvermogen Weerstandscapaciteit
Risico's
Weerstands vermogen
Incidenteel
7.879.350
9.503.200
-1.623.850
Structureel
2.376.580
329.500
2.047.080
10.255.930
9.832.700
423.230
Totaal
Toekomstige ontwikkelingen Grondexploitatie en strategische aankopen In de komende jaren worden de volgende projecten verder ontwikkeld: het bedrijventerrein De Kolk, rondweg Oost en het plan Molenbeek. Daar tegenover staat de gevormde reserve grondexploitatie waarmee in de berekening van het weerstandsvermogen geen rekening is gehouden. Het saldo van deze reserve bedraagt per 1 januari 2014 € 4,6 miljoen.
Programmabegroting 2015-2018
- 98 -
Transities Een andere ontwikkeling waar de gemeente mee te maken gaat krijgen is de verantwoordelijkheid met ingang van 1 januari 2015 voor grote delen van de niet-medische ondersteuning in het sociaal domein. Naast de jeugdzorg en de participatiewet worden de gemeenten verantwoordelijk voor ondersteuning van burgers (18+) met relatief ernstige beperkingen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie die voorheen extramurale begeleiding en kortdurend verblijf vanuit de AWBZ ontvingen. Deze taken worden onder het wettelijk kader van de (vernieuwde) Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gebracht. Op deze nieuwe WMO-taken wordt vanaf 1 januari 2015 landelijk 25% gekort ten opzichte van het huidige budget. De extra gelden die het kabinet beschikbaar stelt zullen mogelijk niet genoeg zijn. Daarnaast vormen het overgangsregime in 2015, de openeindregeling en het minder brede takenpakket (AWBZ-taak persoonlijke verzorging die uiteindelijk niet overgaat naar gemeenten), financiële risico’s voor ons als gemeente. Omdat deze transities pas gaan spelen in 2015 hebben die op dit moment geen invloed op het weerstandsvermogen. De Participatiewet gaat in op 1 januari 2015. Met de Participatiewet wil het kabinet bereiken dat meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk gaan (participeren). De Wajong is alleen nog maar toegankelijk voor volledig arbeidsongeschikten. De instroom in de Wet sociale werkvoorziening (WSW) stopt en er wordt een korting op de rijksbijdrage ingevoerd over een periode van zes jaar voor de huidige WSW-werknemers. De gemeente krijgt door de wijzigingen in de Wajong en de WSW een nieuwe doelgroep waarbij meer middelen ingezet moeten worden dan bij de huidige doelgroep zoals beschut werken, loonkostensubsidies, begeleidingskosten, job coaches en no riskpolissen. In relatie tot de korting op het participatiebudget brengen deze wijzigingen financiële risico’s met zich mee. De prognose van de risico’s voor de komende jaren voor de gemeente Nunspeet is als volgt: De verwachting is dat de totale weerstandscapaciteit voorlopig voldoende is voor de financiële gevolgen van de risico’s. Tabel prognose meerjarige incidentele en structurele risico's Risico
financieel gevolg 2015
2016
2017
2018
Structurele risico's Financiële risico's
42.000
50.000
57.000
65.000
Personele risico's
75.000
75.000
75.000
75.000
Sociaal domein
212.500
212.500
212.500
212.500
Totaal structurele risico's
329.500
337.500
344.500
352.500
Juridische risico's
36.000
36.000
36.000
36.000
Financiële risico's
0
0
0
0
Personele risico's
70.000
70.000
70.000
70.000
Grondexploitaties
8.176.400
8.176.400
8.176.400
8.176.400
30.000
30.000
30.000
30.000
1.188.800
1.188.800
1.188.800
1.188.800
2.000
0
0
0
Totaal risico's verbonden partijen
9.503.200
9.501.200
9.501.200
9.501.200
Totaal reëel financieel gevolg
9.832.700
9.838.700
9.845.700
9.853.700
Incidentele risico's
Milieu en bodemverontreiniging Verbonden partijen Reguliere risico's Totaal incidenteel
Programmabegroting 2015-2018
- 99 -
5.2 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen De gemeente Nunspeet is qua oppervlakte uitgestrekt (ruim 12.500 ha) en een groot deel hiervan is bij de gemeente als openbare ruimte in beheer. Veel activiteiten vinden plaats zoals wonen, werken en recreëren. Voor de activiteiten zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, verlichting, openbaar groen, gebouwen en bossen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan is bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten. Het beleid van de gemeente Nunspeet voor het onderhoud van de kapitaalgoederen is onder meer opgenomen in de nota’s: - ‘Afvalwaterketenplan Nunspeet-Elburg’(2013-2020); - ‘Beleids- en beheerplan wegen’ (2014-2018); - ‘Beleids- en beheerplan gemeentelijke gebouwen’ (2014-2017); - ‘Beleidsplan openbare verlichting’ (2011-2020); - ‘Bestemming en beheer van de bossen gemeente Nunspeet’; - ‘Landschapontwikkelingsplan’ (2007-2014); - ‘Groenbeleids- en beheerplan’ (2011-2017); - ‘Beheerplan heideterreinen gemeente Nunspeet’ (2011-2021). Waterbeheer Het Afvalwaterketenplan is het resultaat van een planproces met de gemeente Elburg en het waterschap Vallei&Veluwe en omvat o.a. de aan de riolering te stellen doelen, de maatregelen om deze doelen te bereiken en de daarvoor in te zetten middelen. Het Afvalwaterketenplan is opgesteld voor de periode 2013-2020 met een evaluatie in 2017. Het onderhoud en het doen van nieuwe investeringen alsmede de verbetermaatregelen worden overeenkomstig de kaders van het Afvalwaterketenplan uitgevoerd. Onderhoudsbudget rioleringen Voor het onderhoud/overige werkzaamheden aan rioleringen is binnen de begroting 2015 een budget beschikbaar van € 326.000,--. Wegenbeheer In 2014 is een geactualiseerd beleids- en beheerplan wegen opgesteld voor de periode 20142018. In het plan wordt onder meer aangegeven dat het gemiddelde onderhoudsniveau in de gemeente Nunspeet redelijk tot goed te noemen is. Om dit niveau te handhaven dan wel te verbeteren is een aanzienlijke onderhoudsbudget, voor met name grootonderhoud asfaltverhardingen, nodig. De financiële gevolgen van het Wegenplan zijn vanaf 2015 verwerkt in de begroting. Tweejaarlijks worden de wegen door derden geïnspecteerd om een zuiver beeld te krijgen van de staat van onderhoud. De andere jaren vindt inspectie plaats door eigen medewerkers. De inspectiegegevens worden telkens toegevoegd aan het wegenbeheerssysteem en op basis daarvan worden uitvoeringsmaatregelen voorgesteld. De uitvoeringsmaatregelen worden getoetst aan de praktijk (kan onderhoud van een weg nog worden uitgesteld ten gunste van een andere weg?) en op basis van deze toets wordt het noodzakelijke onderhoud uitgevoerd. Op deze wijze wordt dus niet puur theoretisch onderhoud gepland maar op een efficiënte wijze gewerkt. Onderhoudsbudget wegen Voor het onderhoud aan wegen is binnen de begroting 2015 een budget beschikbaar van € 941.000,--. Binnen het nieuwe beleid is voor 2015 € 50.000,-- extra budget beschikbaar gesteld (inzet egalisatiereserve wegen). Daarnaast is binnen het nieuwe beleid vanuit het collegeprogramma 2014-2018 extra budget beschikbaar gesteld. Voor 2015 bedraagt dit € 80.000,--. Het totale onderhoudsbudget voor 2015 komt hiermee uit op € 1.071.000,-. In het beheer- en beleidsplan wegen (opgesteld in mei 2014) is berekend dat het benodigde bud-
Programmabegroting 2015-2018
- 100 -
get voor 2015 € 1.225.000,- bedraagt. Hoewel het beschikbaar gestelde budget lager is dan het benodigde budget is het mogelijk dat door het huidige, gunstige aanbestedingsklimaat het benodigde onderhoud nagenoeg geheel uitgevoerd kan worden. Met het door de raad nu aangegeven beleid kan het wegenonderhoud voor de komende jaren positief tegemoet gezien worden en wordt hiermee een toekomstige, financiële tegenvaller als gevolg van grote achterstand in onderhoud voorkomen. Openbaar groen Het onderhoud van het openbaar groen wordt zowel door derden als in eigen beheer uitgevoerd. De door derden uit te voeren werken zijn opgenomen in vijf onderhoudsbestekken. Het huidige onderhoudsniveau is, gelet op het beschikbare budget, redelijk tot goed. Voor het beheer in de buitengebieden is een Landschapontwikkelingsplan (LOP 2006-2014) opgesteld dat in de raad van maart 2006 is vastgesteld. In juni 2006 is ook het Uitvoeringsprogramma LOP door de raad vastgesteld. De uitvoering van het programma is een doorlopend proces waarvan de financiële consequenties zijn verwerkt in de programmabegroting. In het collegeprogramma 2014-2018 is geen nieuw Landschapontwikkelingsplan opgenomen. Openbare verlichting Het Beleidsplan openbare verlichting (2011-2020) is in 2011 door de raad vastgesteld. Het vervangingsschema maakt hier deel van uit en geeft aan welke vervanging er in een bepaald jaar moet plaatsvinden. De gemeente Nunspeet telt momenteel ruim 4300 lichtmasten van diverse typen, kwaliteit en leeftijd. Afhankelijk van de wegfunctie wordt gekozen voor een verlichtingsniveau gerelateerd aan minimaal de normen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Deze richtlijnen worden door de meeste gemeenten en nutsbedrijven gehanteerd. Het vervangen van verouderde armaturen en lichtmasten wordt de komende jaren verder voortgezet. In het Beleidsplan openbare verlichting is in het kader van energie- en onderhoudskostenbesparing een zo neutraal mogelijk lichtniveau aangehouden met gebruikmaking van de meest efficiënte verlichtingsmiddelen. Hierbij worden verkeersveiligheid, openbare orde, sociale beleving en de woon- en leefbaarheid gewaarborgd. In het kader van de financiële heroverwegingen is rekening gehouden met de verwachte besparingen door gebruik van duurzame producten. Vanaf 2014 wordt rekening gehouden met een structurele energiebesparing van € 10.000,--. In 2014 is daarom gestart met de vervanging e van oudere armaturen door energiezuinige led-armaturen (1 fase HarderwijkerwegElburgerweg). De komende jaren worden meer van dergelijke armaturen geplaatst. Onderhoudsbudget openbare verlichting Voor het onderhoud aan straatverlichting is binnen de begroting 2015 een budget beschikbaar van € 78.000,--. In het beleidsplan Openbare verlichting 2012-2020 is het onderhoudsbudget berekend op € 87.000,--. Gezien het huidige, positieve aanbestedingsklimaat en de ervaringen uit het verleden wordt het beschikbare budget als voldoende ingeschat. Bossen en natuurterreinen De gemeente Nunspeet heeft een groot areaal aan bos- en natuurterreinen (circa 3200 ha) en het beheer en onderhoud ervan vergt een grote inspanning. Sinds 2002 is voor het bosbeheer het FSC-certificaat (Forrest Stewardship Council) verkregen. De onderhoudswerkzaamheden worden overeenkomstig de voorwaarden hieruit uitgevoerd. In 2011 is het Beheerplan heideterreinen 2011-2021 vastgesteld. 3
Jaarlijks wordt circa 5000 m hout uit de gemeentelijke bossen middels aanbesteding verkocht aan houthandelaren die zelf zorg dragen voor het oogsten en verwijderen van dit hout. Gebouwen In 2014 is het Beleids- en beheerplan gemeentelijke gebouwen door de raad vastgesteld. Een onderdeel hiervan is het meerjarenonderhoudsplan dat jaarlijks wordt bijgesteld en de basis vormt
Programmabegroting 2015-2018
- 101 -
voor het bepalen van de onderhoudsbudgetten. Naast adequaat onderhoud is het aspect veiligheid van groot belang. Veiligheid is een blijvend punt van aandacht. In de komende tijd wordt ingezet (uit financiële motieven en ter reducering van de milieubelasting) om de energieverbruiken verder omlaag te brengen door het uitvoeren van energiebesparende maatregelen.
Programmabegroting 2015-2018
- 102 -
Programmabegroting 2015-2018
- 103 -
5.3 Paragraaf financiering Algemeen De financieringsparagraaf is samen met het financieringsstatuut (treasurystatuut) een belangrijk instrument voor het transparant maken van het treasurybeheer. De treasuryfunctie houdt in dat de geldstromen van en naar de gemeente zo optimaal mogelijk op elkaar worden afgestemd, met als resultaat dat de rentelasten zo laag mogelijk of de rentebaten zo hoog mogelijk zijn. In het financieringsstatuut van de gemeente Nunspeet dat op 29 september 2009 is vastgesteld, zijn de uitgangspunten, de doelstellingen en de beleidsmatige en organisatorische kaders (inclusief toezicht op de uitvoering van treasury) bepaald. De voor de gemeente Nunspeet relevante uitvoeringsregels zijn hierin opgenomen. De financierings- en beleggingsactiviteiten van de gemeente Nunspeet vinden plaats binnen het formele kader van het financieringsstatuut en de financiële verordening van de gemeente Nunspeet. De uitvoering van het treasurybeleid vindt zijn weerslag in de financieringsparagraaf van de begroting en het jaarverslag. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde. In het jaarverslag gaat het om de realisatie van de plannen en om een verschillenanalyse tussen de plannen en de uitkomsten. Schatkistbankieren Eind 2013 is door de Eerste Kamer het wetsvoorstel voor het zogenaamde schatkistbankieren aangenomen. Het heeft een wettelijke basis in de wet Financiering decentrale overheden (Wet FIDO). Schatkistbankieren houdt in dat decentrale overheden hun liquide middelen aanhouden bij ’s Rijks schatkist. Dit moet ertoe leiden dat een verminderde externe financieringsbehoefte van het Rijk ontstaat met als gevolg een lagere staatsschuld en een lagere EMU schuld van de collectieve sector. Er is een drempel van toepassing die is vastgesteld op 0,75% van het begrotingstotaal met een minimum van € 250.000,-- en een maximum van € 2.500.000,--. De invoering van het schatkistbankieren kan voor de gemeente een negatieve uitwerking hebben op de rendementsverwachting. De hoogte van het negatieve effect is afhankelijk van de afwijking tussen de door het Rijk gehanteerde rentepercentages en de percentages van marktconforme partijen. Wel worden mogelijkheden geboden om overtollige liquiditeiten in deposito’s bij het Rijk weg te zetten. Kredietverlening door en roodstaan bij ’s Rijks schatkist is niet mogelijk. Uitzettingen (verstrekken van leningen) uit hoofde van de publieke taak blijven mogelijk. Ook het onderling lenen tussen decentrale overheden biedt wellicht mogelijkheden voor een hoger rendement. Voorwaarde hierbij is dat er geen toezichtrelatie mag zijn tussen de betrokken decentrale overheden. Risicobeheer Het treasurybeleid van onze gemeente is erop gericht binnen de financiële mogelijkheden een zo optimaal mogelijk rendement te verkrijgen dan wel de lasten zo veel mogelijk te reduceren. Hierbij moeten de risico's zo goed mogelijk worden beheerst. Het tot nu toe gehanteerde beleid bij de gemeente is dat het eigen vermogen volledig wordt ingezet als intern financieringsmiddel en niet wordt belegd. Ook wordt geen gebruik gemaakt van rente-instrumenten. Dit beleid wordt in 2015 voortgezet. Binnen de in het financieringsstatuut opgenomen randvoorwaarden worden eventuele tijdelijke financieringsoverschotten of -tekorten tegen gunstige rentepercentages uitgezet of aangetrokken. Tijdelijke overschotten aan liquide middelen worden uit oogpunt van een optimaal liquiditeitsbeheer in deposito uitgezet. Rentebeleid (renterisico's) Toerekening rente aan investeringen Onze gemeente streeft naar een evenwichtige samenstelling van de balans. Er wordt in een aantal gevallen gewerkt met een vast rentepercentage voor de toerekening van de rentelasten aan investeringen (bijvoorbeeld rioleringsinvesteringen). Dit rentepercentage blijft gedurende de hele levensduur van de investering aan deze investering gekoppeld.
Programmabegroting 2015-2018
- 104 -
Daarnaast maken wij voor de aan de producten toe te rekenen rente gebruik van de zogenoemde ‘renteomslag’. Deze methodiek van rentetoerekening wordt ook in 2015 als voorgenomen beleid uitgevoerd. Rentetoerekening reserves Met betrekking tot de rente over de reserves wordt gewerkt met het systeem van bespaarde rente. Omdat het eigen vermogen als intern financieringsinstrument wordt aangemerkt, kan het aantrekken van externe financieringsmiddelen achterwege blijven, waardoor te betalen rente over aan te trekken geldleningen wordt voorkomen. In de begroting 2015 wordt evenals in voorgaande jaren de rente berekend over de boekwaarde van de reserves per 1 januari 2015. In de ‘Nota reserves en voorzieningen, herijking 2014’ is per reserve aangegeven of de rente wordt toegevoegd aan de desbetreffende reserve dan wel ten gunste van de exploitatie wordt verantwoord. Het renteresultaat reserves voor 2015 (hierbij is nog geen rekening gehouden met het dekkingsplan) is als volgt berekend: Het totale bedrag aan bespaarde rente bedraagt € 1.220.284,--, waarvan een bedrag van: a. € 233.036,-- wordt toegevoegd aan de reserves; en b. € 987.248,-- ten gunste van de exploitatie wordt verantwoord. Financieringspositie De financieringspositie per 1 januari 2015 geeft een begroot financieringstekort van ruim € 6 miljoen. Opgemerkt moet worden dat hierbij de middelen van ruim € 18,5 miljoen uit de reserve verkoopopbrengst NUON-aandelen buiten beschouwing zijn gelaten. In het algemeen wordt geprobeerd een financieringstekort tijdelijk aan te vullen door het aantrekken van kort geld. Dit is niet altijd toegestaan in verband met de zogenoemde kasgeldlimiet. Op grond van de Wet FIDO is de gemeente verplicht per kwartaal de gemiddelde netto vlottende schuld te berekenen. Bij overschrijding van drie achtereenvolgende kwartalen moet de provinciale toezichthouder worden geïnformeerd, inclusief een plan van aanpak om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet. De werkelijke financieringspositie en de daarbij behorende financieringsbehoefte zijn, ondanks de per kwartaal te berekenen liquiditeitspositie, vaak moeilijk in te schatten. Dit heeft onder andere te maken met de voortgang van de uitvoering van diverse projecten en de daaruit voortvloeiende investeringen. Ook uitgaven als gevolg van de in exploitatie zijnde bestemmingsplannen spelen hierbij een belangrijke rol. Bij de grondexploitatie moet overigens enerzijds rekening worden gehouden met het aankopen van grond, de kosten van bouw- en woonrijp maken en anderzijds met de verkoop van grond. Liquiditeitspositie Door een goed beheer van de dagelijkse saldi wordt gestreefd naar een optimaal rendement en wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie steeds voldoende is om aan de betalingsverplichtingen te voldoen. Het betalingsverkeer verloopt daarbij voornamelijk via onze huisbankier de BNG. Bij het optimaliseren van het renteresultaat kunnen voor het aantrekken of uitzetten van geld als gevolg van de liquiditeitspositie in overeenstemming met het financieringsstatuut en de regelgeving voor het schatkistbankieren meerdere partijen benaderd worden voor offertes. Aan de hand van deze offertes wordt een keuze gemaakt. Als de rentepercentages van kort geld aanzienlijk lager liggen dan die van langlopende leningen, wordt zo veel mogelijk met kort geld gefinancierd. Voor zover dit mogelijk is binnen de gestelde kaders van de kasgeldlimiet en de voorwaarden uit de rekening-courantovereenkomst met de huisbankier. Leningenportefeuille De omvang van de in het begrotingsjaar aan te trekken geldleningen hangt mede af van de te ramen investeringen.
Programmabegroting 2015-2018
- 105 -
Dit wordt in de programmabegroting bepaald aan de hand van bijlage B Overzicht investeringen en uitgaven per programma. Voor 2015 wordt het financieringstekort geraamd op ruim € 6 miljoen. Dit geraamde tekort is exclusief de middelen uit de verkoopopbrengst NUON-aandelen. Voor een juiste verhouding in de financiering met kort en lang geld zijn ook langlopende leningen geraamd. Op basis van bovenstaande gegevens wordt de totale stand per 31 december 2015 van de opgenomen langlopende geldleningen geraamd op bijna € 19,5 miljoen. Geïnvesteerd vermogen/financieringsstructuur Het geïnvesteerd vermogen wordt per 1 januari 2015 en 31 december 2015 respectievelijk geraamd op € 52,7 en € 50,0 miljoen. Het gaat hierbij om de totale boekwaarde van de geactiveerde kapitaaluitgaven. Van het geraamde geïnvesteerde vermogen maken de verstrekte geldleningen aan derden deel uit die geen budgettaire gevolgen voor de gemeente hebben (bijvoorbeeld de verstrekte hypothecaire geldleningen aan het personeel). Het gaat hierbij om een totaalbedrag van € 5,9 miljoen, inclusief een bedrag van ruim € 5,1 miljoen voor het geactiveerde kapitaal van de nog te ontvangen tranches verkoop NUON-aandelen. Het deel van het geïnvesteerde vermogen dat budgettaire lasten voor de gemeente veroorzaakt, wordt daarom geraamd op 46,8 miljoen (€ 52,7 miljoen -/- € 5,9 miljoen). Het totaal geïnvesteerd vermogen wordt voor € 22,6 miljoen gefinancierd met vreemd vermogen (opgenomen langlopende geldleningen) en het restant van € 24,2 miljoen met eigen middelen en kortlopende financieringsmiddelen. Gezien de gemiddelde rentelast van het per 31 december 2015 met vreemd vermogen gefinancierde deel kan worden geconcludeerd dat de geraamde financieringsstructuur en in relatie hiermee ook het weerstandsvermogen van onze gemeente op 1 januari 2015 als redelijk kan worden beoordeeld. Omslagrente De berekening van de renterisiconorm is opgenomen in bijgaand overzicht. Uit dit overzicht blijkt dat de gemeente vrijwel geen renterisico loopt. Wanneer de omslagrente lager is dan de marktrente, ontstaat er een risico. Dit is een gevolg van het feit dat hieruit een financieel nadeel voortvloeit voor de begroting. Als het rentepercentage van aan te trekken leningen lager is dan de geraamde omslagrente van 3,25, blijft het renterisico in de begroting 2015 acceptabel. Verwacht wordt dat de kapitaalmarktrente (lange rente), gezien de verwachte economische ontwikkelingen (zoals lichte economische groei, inflatie) in het komende jaar iets gaat stijgen (BNG-nieuwsbrief 14 juli 2014). Op grond van deze verwachting is er, naar het zich nu laat aanzien, vrijwel geen renterisico te verwachten. De rentegevoeligheid – het renterisico – kan worden gedefinieerd als de mate waarin het saldo van de rentelasten en rentebaten verandert door wijziging in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Bij de inwerkingtreding van de Wet FIDO is het begrip ‘renterisiconorm’ ingevoerd. Uitgangspunt hierbij is om zo veel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen. De norm bedraagt 20% van het begrotingstotaal.
Programmabegroting 2015-2018
- 106 -
Renterisico per 2015 (x € 1.000) 1. 2. 3. 4. 5.
Renteherziening op vaste schuld o/g Te betalen aflossingen Renterisico op vaste schuld (1+2) Renterisiconorm Ruimte (+)/Overschrijding (-); (4-3)
Berekening renterisiconorm 4a. Begrotingstotaal lasten (2015) 4b. Percentage (in %) 4. Renterisiconorm berekend op basis van cijfers 2015 (4ax4b)
Begroot 2015 0 3.175 3.175 10.889 7.714
Begroot 2016 0 2.500 2.500 10.820 8.320
Begroot 2017 0 2.502 2.502 10.701 8.199
Begroot 2018 0 2.503 2.503 10.591 8.088
54.446 20
54.102 20
53.503 20
52.955 20
10.889
10.820
10.701
10.591
Beheer beschikbare liquiditeiten Kasbeheer Saldo- en liquiditeitsbeheer Voor het liquiditeitsbeheer zijn overeenkomsten met de BNG (geïntegreerde dienstverlening) en de Rabobank gesloten. Hierdoor kunnen tijdelijk overtollige middelen zo rendabel mogelijk worden weggezet en kunnen tekorten aan middelen op een voordelige wijze worden geleend. Door gebruik te maken van deze mogelijkheden kan de gemeente tegen voordelige voorwaarden snel over voldoende middelen beschikken. Daarnaast is van belang dat het Rijk alle financiële transacties met de gemeente verrekend bij de BNG (dit geldt overigens voor alle gemeenten). Als gevolg van de invoering van het schatkistbankieren in het uitzetten van overtollige liquide middelen alleen toegestaan bij ’s Rijks schatkist en niet meer bij commerciële banken. Geldstromenbeheer Voor een optimaal beheer van de geldstromen is een goede liquiditeitsprognose onontbeerlijk. Dit brengt een inspanningsverplichting voor de totale organisatie met zich mee. Een continu bijstellen van de liquiditeitsprognose, met als basis de planning van de investeringen is daarbij van groot belang. Het beheersen van de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjareninvesteringsplanning waardoor de financieringskosten hoger kunnen uitvallen dan geraamd, vergt enige inspanning. Het verkrijgen van betrouwbare informatie is hierbij cruciaal. Ook het aanscherpen van het debiteurenbeheer en de invordering van belastingen speelt hier een belangrijke rol. Het niet nakomen van betalingsverplichtingen heeft invorderingsmaatregelen tot gevolg. In eerste fase een aanmaning en in tweede fase (dwang)invordering, door gebruik te maken van een (gerechts)deurwaarder. Duurzame toegang tot financiële markten Een gemeente heeft als overheidsinstelling een zogenoemde AAA-rating. Dit houdt in dat een gemeente door geldverstrekkers als zeer kredietwaardig wordt beschouwd. Als gevolg hiervan is de toegang tot financiële markten gegarandeerd en kan een gemeente tegen voordelige voorwaarden lenen. Bovendien heeft de gemeente Nunspeet door de overeenkomsten met de banken een zeer snelle toegang tot de financiële markten. Overigens worden bij het aantrekken van leningen offertes gevraagd bij diverse geldverstrekkers. Leningenportefeuille Onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen.
Programmabegroting 2015-2018
- 107 -
De mutaties als gevolg van nieuwe leningen, aflossingen en rente zijn: Mutaties in leningenportefeuille Stand per 1 januari 2015 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Stand per 31 december 2015
Bedrag in € 1.000,-22.647 0 3.175 0 19.472
Gemiddelde rente 4,15%
Voor het komende jaar wordt, gezien de investeringen volgens het overzicht ‘investeringen en uitgaven per product’, geen geldlening aangetrokken. Met name de uitbetaalde tranches van de verkoop NUON-aandelen en de hiermee in depot gezette liquide middelen zijn hiervan op invloed. Organisatie In het Financieringsstatuut en de financiële verordening is opgenomen welke personen bevoegd zijn tot het aantrekken en uitzetten van middelen. In het kader van het gemeentebrede project ‘Risicomanagement’ is de administratieve organisatie van de treasuryfunctie beschreven. Gemeentefinanciering De financiering van de gemeentelijke activiteiten is de verantwoordelijkheid van de afdeling Financiën. Hierbij wordt de gemeente als een geheel beschouwd. Dit houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven betrokken worden. De achterliggende gedachte daarbij is dat tijdelijke overschotten van de ene activiteit kunnen worden ingezet voor het financieren van een andere activiteit. Deze wijze van financieren wordt ook wel aangeduid als ‘totaalfinanciering’. Op deze wijze worden de rentekosten beperkt. Projectfinanciering wordt in principe niet toegepast. Voor het bepalen van de liquiditeitspositie – dit is de mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan – is de zogenoemde kasgeldlimiet belangrijk. Hieronder wordt verstaan het bedrag dat maximaal als kasgeld mag worden opgenomen. Dit bedrag wordt berekend door een door het ministerie van Financiën vastgesteld percentage (voor 2015 e.v. 8,5%) vermenigvuldigd met het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Per kwartaal wordt de gemiddelde liquiditeitspositie bepaald en getoetst aan de kasgeldlimiet. Als de gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt, moet de gemeente de drie kwartaalrapportages toezenden aan de provincie als toezichthouder, vergezeld van een plan om weer aan de kasgeldlimiet te voldoen. Voor het begrotingsjaar 2015 bedraagt de berekende kasgeldlimiet € 4.628.000,--. Hieronder treft u een berekening aan van de begrote kasgeldlimiet voor de jaren 2015 tot en met 2018. Kasgeldlimiet 2015 (x € 1.000)
2015
2016
2017
2018
Begrotingstotaal Begrotingsomvang 1 januari (is grondslag) Toegestaan kasgeldlimiet Kasgeldlimiet in bedrag
54.446
54.102
53.503
52.955
8,5% 4.628
8,5% 4.599
8,5% 4.548
8,5% 4.501
Programmabegroting 2015-2018
- 108 -
Programmabegroting 2015-2018
- 109 -
5.4 Paragraaf bedrijfsvoering Inleiding Nadat de gemeenteraad in de programmabegroting en beleidsnotities heeft bepaald wat de gewenste maatschappelijke effecten en doelstellingen van het beleid zijn en welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn, neemt het college de uitvoering ter hand. Het geheel van uitvoeringsmaatregelen – inclusief de effectieve en efficiënte inzet van middelen, het hanteren van een systeem van planning & control en de voorbereiding van raadsbesluiten – noemen wij de gemeentelijke bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering is een bevoegdheid en verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders. Toch heeft de wetgever het goed gedacht om in de programmabegroting, het document waarin college en gemeenteraad afspraken maken over het komende jaar, een nadere toelichting op de bedrijfsvoering op te laten nemen. Organisatieontwikkelingen In de huidige samenleving zijn onomkeerbare ontwikkelingen waarneembaar die vragen om een andere overheid. Denk aan thema’s zoals participatie, netwerken, flexibiliteit, diversiteit en maatwerk. Ook de gemeente moet een antwoord geven op het ontstaan van een netwerksamenleving, die vraagt om het leggen van verbindingen tussen de belangen en de beschikbare oplossingen bundelt naar het gewenste resultaat. In deze veranderende samenleving ontstaan op participatieve wijze lokale maatwerkoplossingen in wisselende samenwerkingsverbanden. Hierin wordt een aanleiding gezien om zowel extern als intern anders om te gaan met de aansturing en de verantwoordelijkheid. In deze visie zijn inzichten samengevat en in samenhang gebracht. Het is een handvat voor het verder ontwikkelen van de organisatie, zoals dat in uitwerking verder vorm moet krijgen. ‘Nunspeet in beweging’ is de basis van ‘Dienstverlening in beweging’ dat is behandeld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2 juli 2013 en bouwt voort c.q. komt in de plaats van de visie ‘Werken voor de burger’ van september 2011. Werken voor de burger In onze organisatievisie ‘Werken voor de burger’ is de missie van onze organisatie als volgt geformuleerd: ‘De organisatie ontwikkelen tot een samenwerkende eenheid gericht op realisatie van gewenst maatschappelijk effect, waarbij de klant centraal staat, de cultuur taakgericht en innovatief is en het Overheidsontwikkelmodel leidraad is’. De visie en missie zijn nog steeds actueel. In andere woorden: Gemeente Nunspeet wil een professionele, betrouwbare en ambitieuze overheid zijn die meedenkt, transparant werkt en de kracht van andere partners gebruikt om haar doel te bereiken en daarmee midden in de samenleving staat. De huidige organisatie heeft een betrouwbaar fundament. De directie kiest ervoor daarop voort te bouwen en de schaarste aan middelen te gebruiken om grenzen te verleggen of te doorbreken en de organisatie nog scherper, alerter, meer lean, meer zakelijk en efficiënter te maken. In het kader van kwaliteitsontwikkeling is geconcludeerd dat de organisatie voor een groot deel proces georiënteerd is en daarmee een belangrijk onderdeel van onze ‘genen’ vormt. Voor de komende jaren worden vier kernbegrippen toegevoegd die bij het daadwerkelijk vormgeven van de andere overheid en een compacte organisatie, opgeld doen. De vier nieuwe kernbegrippen zijn: Vakmanschap, Verbinding, Verantwoordelijkheid en Vertrouwen. Allen begrippen die de komende jaren waardevol zijn bij de doorontwikkeling van de organisatie. Het zijn begrippen die bij de andere overheid horen en richting geven aan onze ‘handel en wandel’ de komende jaren. De vier V’s zeggen iets over ons gedrag en wat daarin in de huidige omstandigheden van groot belang is om uit te dragen, als organisatie. Dit gaan wij tot uiting bren-
Programmabegroting 2015-2018
- 110 -
gen in het op te stellen strategische opleidings- en ontwikkelprogramma. Met dit programma geven leidinggevenden, professionals en teams invulling aan de vier V’s. Het programma is bedoeld als aanjager om onze ambities te bereiken, maar is ook de basis voor een nieuwe manier van werken die past bij de veranderende rol van onze gemeente. De agenda voor de organisatie is verwoord in het Collegeprogramma, waarin staat aangegeven welke positie de gemeente Nunspeet in de samenleving wil innemen. In combinatie met de meerjarenbegroting biedt dat de politiek-bestuurlijke opdrachten en ook bedrijfsvoeringzaken voor de organisatie. Het leidt tot de volgende strategische opgaven: - opstarten en implementeren Het Nunspeets Werken (HNW) - opstarten en implementeren van een organisatie-doorontwikkelingsprogramma - ontwikkeling programma- en projectmanagement - (netwerk)samenwerking Onze organisatie begint in de uitvoering van de strategie niet bij nul. Onze inspanningengebaseerd ook op de uitgangspunten in ‘Werken voor de burger’- hebben al veel opgeleverd. Concreet betekent dit: - bij de dienstverlening staat de burger centraal - één organisatie die integrale producten levert - kwaliteitsontwikkeling van dienstverlening met gebruikmaking van het kwaliteitsmodel overheidsorganisaties - medewerkers krijgen zoveel mogelijk bevoegdheden en mandaat om zaken zelfstandig af te handelen - medewerkers fungeren als professionals, leidinggevenden faciliteren medewerkers daarbij - optimaal gebruik van digitalisering Het Nunspeets Werken en het opleidings-/ontwikkelprogramma vormen het middel voor organisatieontwikkeling. De vraag hoe de organisatie het beste het werk kan organiseren staat daarbij centraal. De ontwikkelingen in de samenleving hebben een effect op de organisatie en de huidige manier van werken, de processen. HNW geeft ruimte aan medewerkers om zaakgericht te werken. Om afhankelijk van de klus, zelf te kiezen voor de partners met wie je samengewerkt, de werkwijze en vorm waarin je samenwerkt, het tijdstip en de plaats. De benodigde ondersteuning wordt langs drie samenhangende lijnen gerealiseerd: - opleidings- en ontwikkelprogramma - Binnen dit programma wordt aandacht besteedt aan leiderschap, afdelings-/teamsynergie, verantwoordelijkheid en de professionele medewerker. - informatie- en communicatietechnologie - HNW vraagt hulpmiddelen om bereikbaar te zijn, virtueel samen te werken en digitalisering - van gegevens. De ICT-gelden van het Meerjarenprogramma ICT worden de komende jaren - met name ingezet om de ICT en informatie in relatie tot de processen gereed te maken voorde andere manier van werken en samenwerken. - huisvesting - De komende jaren ontstaat de mogelijkheid in te spelen op een andere indeling en inrichting van kantoorruimte waarover de organisatie beschikt. Daarbij gaat het onder meer om concentratieruimten, flexplekken, ontmoetingsruimten en samenwerk- (of project-)ruimten. Kwaliteitszorg Het lijnmanagement is verantwoordelijk voor de succesvolle groei van het eigen organisatieonderdeel. Daarnaast is de kwaliteitscoördinator de eerstverantwoordelijke voor de ondersteuning in het door ontwikkelen van de organisatie. Hij zoekt daarbij aansluiting bij landelijke initiatieven die geborgd worden in het in juni 2009 opgerichte Kwaliteitsinstituut Nederlandse Gemeenten (KING), een initiatief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), waarin het kwaliteitsmanagement voor gemeenten wordt georganiseerd. Op deze manier kunnen specifieke kennis, capaciteit, en netwerken bijdragen aan de verbetering van het kwaliteitsniveau van de gemeentelijke dienstverlening.
Programmabegroting 2015-2018
- 111 -
Een van de activiteiten van het KING is het verzamelen van kwalitatief hoogwaardige benchmarkgegevens via www.waarstaatje-gemeente.nl. De gemeente Nunspeet neemt actief deel aan dit project. Personeel- en organisatiebeleid Het bestuurs- en managementmodel onderkent dat personeel het belangrijkste productiemiddel van de gemeente is. Binnen de kaders die de gemeenteraad stelt en in opdracht van burgemeester en wethouders ontwikkelen ambtenaren het gemeentelijke beleid en leveren ambtenaren de gemeentelijke diensten. De moderne maatschappij en het moderne bestuur vragen om taakvolwassen ambtenaren. De moderne ambtenaar is een deskundige sparringpartner voor politiek en bestuur, is een publiek entrepreneur en een netwerker. De moderne ambtenaar heeft een omgeving nodig waarin hij of zij goed uit de verf komt en resultaten kan behalen. De gemeente Nunspeet kiest daarom voor een organisatiebeleid dat daarop is afgestemd. In de samenwerking tussen ambtenaren en college is respect voor elkaars inbreng, is er ruimte om inhoud te geven aan de eigen verantwoordelijkheden, en wordt ingespeeld op de wederzijdse afhankelijk- en duidelijkheid over de grenzen van elkaars handelen. Er is een humanresourcesmanagement (hrm) dat zorgt dat elke individuele bijdrage van een organisatielid leidt tot het behalen van de strategische doelen. Een breed inwerkprogramma moet ervoor zorgen dat ambtenaren de bijzonderheden van hun ambtenarenstatus inzien. Verder wordt ingezet op voldoende ontwikkelingsmogelijkheden, personeelsplanning, competentiemanagement, een coachende manier van leidinggeven en het belonen van kwaliteit. Bureaupolitiek en verkokering worden tegengegaan. Afdelingen moeten zo veel mogelijk elkaars taal spreken en als eenheid naar buiten treden. Het personeelsbeleid van de gemeente Nunspeet wordt in de praktijk vormgegeven door de afdelingshoofden in hun hoedanigheid van integraal manager. Zij worden daarin ondersteund door de directie en het team P&O van de afdeling Facilitair. Dat team is ook de initiator en de concernbewaker van het hrm. Elk afdelingshoofd wordt ondersteund door een personeelsconsulent. De gemeente Nunspeet staat voor een modern en gedifferentieerd hrm, gericht op het binnenhalen en -houden van medewerkers uit diverse groepen die bijvoorbeeld gebaseerd zijn op leeftijd, cultuur of geslacht. De gemeente investeert in leren en kwaliteit en gaat uit van een volwassen werkrelatie. De medewerker kan niet achterover leunen maar wordt zelf verantwoordelijk geacht voor zijn of haar competenties, loopbaan en prestatie, waarbij de werkgever faciliteert en stimuleert. Personeelsinstrumenten worden geïntegreerd toegepast: werving en selectie, personeelsplanning, het opstellen van functieprofielen en opleidingsplannen staan in directe relatie tot elkaar. Het hrm is geborgd in de organisatie door een cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken alsmede door een cyclus van opleidingsplannen en door protocollen voor werving en selectie en voor de introductie van nieuwe medewerkers. Planning & control Voor de beheersing en de regie van werkprocessen is een systeem van planning & control nodig. Zoals hierboven al is aangegeven, is in het bestuurs- en managementmodel rekening gehouden met frequent overleg tussen de diverse spelers: collegeleden, directie en afdelingen. Daarnaast kent de organisatie een systeem waarin adviezen aan college en gemeenteraad door (staf)afdelingen, concerncontroller en kwaliteitscoördinator worden getoetst op bijvoorbeeld de juridische en financiële kwaliteit. En in de derde plaats is er de periodieke rapportage van de organisatie aan directie, college en gemeenteraad – uiteraard gestart met de programmabegroting en afgesloten met de programmarekening. Planning & control is een belangrijk instrument voor een continue verbetering van de bedrijfsvoering. Hierbij moet – naast de instrumentele kant – het accent vooral worden gelegd op de verant-
Programmabegroting 2015-2018
- 112 -
woordelijkheid en gedragskant. Instrumenten zijn belangrijk, maar nog belangrijker is hoe deze gehanteerd worden binnen de organisatie. Planning & control is ook een gezamenlijke mentaliteit: zeggen wat je doet (planning) en doen wat je zegt (control/verantwoording). Daar hoort ook transparantie bij: fouten maken mag, als er maar open over wordt gecommuniceerd en als er maar van wordt geleerd. Administratieve organisatie en interne controle Een van de speerpunten voor de bedrijfsvoering is de zogenoemde interne controle als onderdeel van het gemeentelijke risicomanagement. Jaarlijks beziet de externe accountant het zelfcontrolerend vermogen van de gemeente. De omgeving waarin de gemeente opereert, is continu aan verandering onderhevig en daarom moet ook de interne controle blijven evolueren. Screening Een gemeentebrede inventarisatie van processen die in principe voor verbijzonderde interne controle in aanmerking komen, een risicoanalyse van deze processen om de prioritering te kunnen vaststellen, gevolgd door een keuze van processen waarop verbijzonderde interne controle moet plaatsvinden. Voorbereiding - Per gekozen proces een inventarisatie van de beheersingsrisico’s. - Per gekozen proces een inventarisatie van de in de organisatie getroffen beheersmaatregelen. - Per gekozen proces vaststellen welke beheersmaatregelen getoetst moeten worden door middel van verbijzonderde interne controle. - Een vertaling van het bovenstaande naar een werkprogramma voor de verbijzonderde interne controle, inclusief het bepalen van de aard en diepgang van de verbijzonderde interne controlemaatregelen. Uitvoering Uitvoering van de werkzaamheden en het vastleggen ervan (audittrail). Met dit plan is het zelfcontrolerend vermogen van de gemeente voorlopig up-to-date gebracht. Aan de hand van ervaringen in de eigen en de andere gemeenten – niet in de laatste plaats naar voren gebracht door de accountant – blijven wij waar nodig de maatregelen ook in de toekomst bijstellen. Doelmatig- en doeltreffendheidonderzoeken De effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering vormen een rode draad door het dagelijks bestuur van de gemeente. De middelen zijn beperkt en er is een groot scala aan doelen te behalen. Kritisch doelgericht werken en verspilling voorkomen zijn dan ook aandachtspunten waarvan nagenoeg al het gemeentelijke handelen is doortrokken. Zo niet, dan worden doelstellingen niet gehaald en budgetten nodeloos overschreden. De Nunspeetse bedrijfsvoering staat daarom sinds jaar en dag in het teken van voorzichtigheid en zuinigheid. Omdat met beperkte middelen, die bovendien nauwelijks kunnen worden beïnvloed, een heel groot takenpakket moet worden uitgevoerd hebben de gemeenten doelmatig- en doeltreffendheid over het algemeen hoog in het vaandel staan. Toch heeft de wetgever gemeend om in artikel 213a van de Gemeentewet ook te moeten voorschrijven dat het college regelmatig onderzoek doet naar de doelmatig- en doeltreffendheid van het gevoerde beleid. Ook de manier waarop dat moet gebeuren, wordt ten dele voorgeschreven. Dit blijkt voor gemeenten een forse administratieve lastenverzwaring met zich mee te brengen. Middelgrote en kleinere gemeenten komen in de praktijk niet of nauwelijks toe aan de voorgeschreven onderzoekscyclus. Zij zijn wel degelijk bezig met doelmatig- en doeltreffendheid, maar voldoen formeel niet aan artikel 213a van de Gemeentewet. Daar staat geen sanctie tegenover en overigens wordt een wijziging van de wet verwacht waarbij artikel 213a wordt geschrapt of minder verplichtend gemaakt.
Programmabegroting 2015-2018
- 113 -
In Nunspeet wordt de toepassing van artikel 213a uitgevoerd door koppeling aan de Kwaliteitszorg en de hoofdlijnenrapportages. Daarnaast komt de doelmatigheid aan de orde in de onderzoeken van de rekenkamercommissie en de accountant. Informatiebeleid Naast geld en mensen is ook informatietechnologie een onmisbaar productiemiddel van de gemeente. Burgers en bedrijven vragen om een overheid die snel, efficiënt en klantgericht werkt en niet steeds naar de bekende weg vraagt: betere dienstverlening met minder administratieve lasten. Om dat te bereiken brengen de verschillende overheden samenhang aan in de ontwikkeling van de basisinfrastructuur van de elektronische overheid (e-overheid). Deze basisinfrastructuur omvat elektronische toegang tot de overheid, elektronische authenticatie, eenduidige informatienummers, basisregistraties en elektronische informatie-uitwisseling. Een en ander is neergelegd in het Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) betere dienstverlening en e-overheid, getiteld ‘Burger en bedrijf centraal’, waaraan rijksoverheid, provincies, gemeenten en waterschappen zich hebben gecommitteerd. De gemeente Nunspeet onderschrijft de doelstellingen van het NUP. Ze passen goed bij het gekozen bestuurs- en managementmodel, waarin de burger centraal staat. De doelstellingen zijn bovendien logisch. Maar dat betekent niet dat ze eenvoudig zijn te realiseren. De effecten van de maatregelen doortrekken de gehele gemeentelijke organisatie. De invoering van de e-overheid zorgt voor een onomkeerbare verandering binnen de gemeente. Dit wordt projectmatig aangepakt met ondersteuning door EGEM-i. Subsidies Subsidieplafonds worden op basis van de Algemene subsidieverordening Nunspeet 2011 door de raad vastgesteld tijdens de begrotingsbehandeling. Subsidieplafonds hebben als doel om een subsidie te kunnen weigeren op het moment dat het budget niet meer toereikend is en er op basis van een verordening wel aanspraak kan worden gemaakt op een subsidie. Bij het bekendmaken van een subsidieplafond wordt weergegeven welke subsidie het betreft, welk bedrag beschikbaar is en op welke wijze het beschikbare bedrag wordt verdeeld. De volgende subsidieplafonds gelden voor 2015: Tabel 1.1 - Subsidieplafonds 2015 Omschrijving subsidie Subsidieplafond Eenmalige subsidie cultuur € 2.600,-Jaarlijkse subsidie amateur€ 20.000,-kunstverenigingen Eenmalige subsidie sport € 2.250,-Jaarlijkse subsidie jeugdleden€ 29.000,-sport (incl. scouting) Restauratie monumenten € 90.000,-Afkoppelen verhard oppervlak € 5.000,-Bevorderen verkeersveiligheid € 30.000,-Gewoon Gemak € 20.000,-Collectief Particulier Opdracht€ 60.000,-geverschap Jaarlijkse eenmalige subsidies € 12.000,-sociale samenhang en leefbaarheid
Verdeling bij bereiken subsidieplafond Wie het eerst komt, wie het eerst maalt Naar rato Wie het eerst komt, wie het eerst maalt Naar rato Wie het eerst komt, wie het eerst maalt Wie het eerst komt, wie het eerst maalt Wie het eerst komt, wie het eerst maalt Wie het eerst komt, wie het eerst maalt Wie het eerst komt, wie het eerst maalt Wie het eerst komt, wie het eerst maalt
Programmabegroting 2015-2018
- 114 -
Nieuw beleid 2015-2018 Uitvoering programma Nieuwe overheid De afgelopen jaren is geïnvesteerd in een infrastructuur om elektronische dienstverlening mogelijk te maken. Het komt er nu op aan om steeds meer diensten en producten via de website aan te bieden en daar ook beleid op te ontwikkelen Het elektronische kanaal moet uit kostenoverwegingen belangrijker worden dan het analoge kanaal. Het gaat om een ontwikkeling die weliswaar vanuit ICT wordt aangemoedigd en mogelijk gemaakt, maar die winst oplevert voor de gehele gemeente. Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein De decentralisaties in het sociale domein gaan alleen slagen als fors wordt ingezet op een uitbreiding en/of modernisering van de geautomatiseerde informatievoorziening. Voor de Wmo en de Participatiewet kan een beroep gedaan worden op de huidige applicatie CiVision Samenleving. Voor jeugdzorg zullen aanvullende voorzieningen moeten worden getroffen. Koppeling Makelaar suite met Nedbrowser Om de gegevens uit de basisregistraties goed te kunnen raadplegen, is het koppelen van de Makelaar suite aan de Nedbrowser omgeving noodzakelijk. Uitbreiden draadloos netwerk Door het veranderde gebruik van het draadloos netwerk is uitbreiding van dit netwerk noodzakelijk. Verklaring tot vervanging van archiefbescheiden Vervanging houdt in dat archiefbescheiden worden vervangen door reproducties. De originele bescheiden worden vervolgens vernietigd. Om volledig digitaal te kunnen werken is het noodzakelijk om te (ontvangen) analoge archiefbescheiden om te zetten in digitale om uiteindelijk te komen tot een digitaal zaakdossier. We gaan in onze werkprocessen steeds minder gebruik maken van papieren documenten. In het informatiebeheer wordt in hoog tempo de digitale archiefvorming dominant. Op dit moment worden de papieren documenten, ook al zijn deze gescand, traditiegetrouw nog altijd gearchiveerd. Zolang de originelen niet worden vernietigd, is van vervanging in de zin van artikel 7 van de Archiefwet 1995 geen sprake. Pas met de vernietiging van een origineel gaat de status daarvan ‘van rechtswege’ over op de reproductie. Organisaties die onder de werking van de Archiefwet 1995 vallen mogen vervanging toepassen, mits dat gebeurt met juiste en volledige weergave van de in de archiefbescheiden voorkomende gegevens. Gaat het om archiefbescheiden die ingevolge een vastgestelde selectielijst niet voor vernietiging (op termijn) in aanmerking komen, dan is artikel 26b van de Archiefregeling van toepassing. Vanaf 1 januari 2013 kan de gemeente zelf besluiten om te bewaren papieren archiefbescheiden te vervangen door digitale kopieën. Hiertoe dient het college een besluit te nemen. Het besluit van de gemeente moet rekening houden met een aantal vereisten vastgelegd in de Archiefregeling 2010. Er dient onder meer inzicht te worden gegeven in een aantal elementen van vervanging, waaronder de reikwijdte, de technische instellingen, de gebruikte hard- en software en de kwaliteitsprocedures. De kosten voor het opstellen van een verklaring bedragen bij het (volledig) uitbesteden ongeveer € 20.000, -
Programmabegroting 2015-2018
- 115 -
Tabel 1.2 - Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING 50.05 Gemeentehuis Gemeentehuis, vervangen dakbedekking van platte daken
O
61.100
2015
20
bv
Vervanging verwarming en toplaag hellingbanen parkeerkelder
O
30.000
2016
15
bv
Koelunits en doek buitenzonwering
O
25.000
2017
15
bv
Totaal
3.055
3.055
4.941
4.842
2.000
2.910
2.845
1.667
2.425
9.419
10.013
6.941
4.743
50.10 Informatievoorziening BAG-audit
O
x
2016
bw
BAG-audit
O
x
2015
bo
1.000
10.000 1.000
1.000
1.000
Inventarisatie luchtfoto's (karteren)
O
x
2015
bw
16.000
16.000
16.000
16.000
Jaarlijks maken van luchtfoto's
O
x
2015
bw
17.500
17.500
17.500
17.500
Vervangen/uitbreiden Citrix Gateway
O
x
2015
bv
400
400
400
400
Vervangen/uitbreiden back-up en uitwijk; incidentele lasten
O
x
2015
bv
8.750
8.750
8.750
8.750
Overgang naar CMI Business Objects
O
x
2015
bv
18.000
18.000
18.000
18.000
Overgang naar LIAS Enterprise
O
x
2015
bv
10.000
10.000
10.000
10.000
Verbeteren kwaliteit gegevensbeheer BAG
O
x
2015
bo
12.000
7.000
2.000
Checkmate WOZ-/BAG-module
O
x
2015
Uitvoering programma Nieuwe overheid
N
50.000
2015
Uitvoering programma Nieuwe overheid
N
x
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein
N
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein; structurele lasten
N
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein; deelfonds sociaal domein
N
bo
1.500
1.500
1.500
bw
7.143
8.536
8.304
8.071
2015
bw
12.500
12.500
12.500
12.500
x
2015
bw
25.000
x
2015
bw
27.000
27.000
27.000
27.000
x
2015
bw
-52.000
-27.000
-27.000
-27.000
3.229
7
1.500
Koppeling Makelaar suite met NedBrowser
N
x
2015
bo
4.000
Vervangingen binnen domein Automatisering
N
20.000
2015
7
bv
2.857
3.414
3.321
Vervangen iPads
N
22.000
2015
3
bv
7.333
7.810
7.572
7.333
Vervangen tokens (2factor authentication)
N
33.000
2015
3
bv
11.000
11.715
11.358
11.000
Vervangen ICT werkplekken gemeentehuis
N
136.500
2015
5
bv
27.300
30.849
29.962
29.075
Vervangen ICT werkplekken RNV
N
63.000
2015
5
bv
12.600
14.238
13.829
13.419
Implementeren jaarlijkse nieuwe versies/releases applicaties
N
x
2015
bo
17.000
17.000
17.000
17.000
Uitbreiden draadloos netwerk
N
17.000
2015
5
bo
3.400
3.842
3.732
3.621
Optionele modules iBurgerzaken
O
5.000
2016
7
bo
714
854
830
Optionele modules iBurgerzaken; structurele lasten
O
x
2016
bo
10.000
10.000
10.000
210.768
193.579
189.228
0
0
0
Totaal
190.283
50.35 Interne zaken Verklaring tot vervanging van archiefbescheiden
N
x
2015
bo
Totaal
20.000 20.000
50.78 Tractie Vervanging Piaggio (84-VVP-6); kantonniersvoertuig
O
25.000
2016
7
bv
3.571
4.268
4.152
Vervanging Piaggio (86-VVP-6); kantonniersvoertuig
O
25.000
2016
7
bv
3.571
4.268
4.152
Vervanging Nissan Navarra (bosbeheer)
O
40.000
2016
7
bv
5.714
6.829
6.643
Vervanging tractor Shibuara (groenonderhoud/begraafplaats Elspeet)
O
30.000
2016
7
bv
4.286
5.121
4.982
Vervanging zoutstrooier groot (tbv vrachtauto MAN)
O
35.000
2016
7
bv
5.000
5.975
5.813
Vervanging sneeuwploeg (tbv vrachtauto MAN)
O
10.000
2016
7
bv
1.429
1.707
1.661
4.286
Vervanging Piaggio
O
30.000
2016
7
bv
5.121
4.982
Vervangen RAVO veegmachine
O
180.000
2017
7
bv
25.714
30.729
Vervangen auto meetploeg
O
30.000
2017
7
bv
4.286
5.121
Vervangen Mitsubishi Fuso
O
35.000
2017
7
bv
5.000
5.975
Vervangen aanhangwagens voor dranghekken
3.414
O
20.000
2017
7
bv
2.857
Vervangen rolbezem fietspaden en gladheidsbestrijding
O
10.000
2017
7
bv
1.429
1.707
Vervangen vrachtauto MAN
N
110.000
2017
7
bv
15.714
18.779
Vervangen Iveco
N
55.000
2018
7
bv
7.857
Vervangen zoutstrooier (getrokken)
N
15.000
2018
7
bv
2.143
Vervangen zoutstrooier (MAN)
N
35.000
2018
7
bv
Totaal
5.000 0
27.857
88.289
113.109
88.205
135.663
167.997
173.324
nieuw beleid
125.133
109.904
123.290
139.026
TOTAAL BEDRIJFSVOERING
213.338
245.567
291.288
312.350
bestaand beleid
Programmabegroting 2015-2018
- 116 -
Wat mag het kosten? Tabel 1.3 - Baten en lasten (x € 1.000,--) rekening begroting begroting 2013 2014 2015 Lasten bestaand beleid 38.044 35.014 35.912 nieuw beleid * 0 0 0 Totaal lasten 38.044 35.014 35.912 Baten bestaand beleid nieuw beleid Totaal baten
meerjarenbegroting 2016 2017 2018 35.703 0 35.703
35.355 0 35.355
35.072 0 35.072
-38.044 0 -38.044
-35.014 0 -35.014
-35.912 0 -35.912
-35.703 0 -35.703
-35.355 0 -35.355
-35.072 0 -35.072
0
0
0
0
0
0
* zie tabel 1 hoofdstuk 3
Exploitatieresultaat
Tabel 1.4 - Producten Product Omschrijving 50.00 Personeelskosten (inclusief salarissen) 50.05 Gemeentehuis 50.10 Informatievoorziening 50.30 Financiën 50.31 Financiële ondersteuning 50.32 Kapitaallasten 50.35 Interne zaken 50.40 Administratie- en bureaukosten 50.45 Personeelszaken 50.50 Verzekeringen 50.55 Overheadkosten binnendienst 50.56 Overheadkosten buitendienst 50.60 Staf 50.70 Opleidingskosten 50.72 Bestuursdienst 50.75 Werklieden 50.76 Werkplaatsen/schaftgelegenheden 50.77 Kleine materialen 50.78 Tractie 50.79 Werken voor derden 50.90 Nazorg De Kril 60.00 Gymnastieklokalen
Portefeuillehouder D.H.A. van Hemmen L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas D.H.A. van Hemmen L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas D.H.A. van Hemmen L. van der Maas D.H.A. van Hemmen L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas L. van der Maas
Programmabegroting 2015-2018
- 117 -
5.5 Paragraaf verbonden partijen Deze paragraaf gaat over verbonden partijen. Wat zijn verbonden partijen? Volgens artikel 1 lid b van het Besluit begroting en verantwoording is een verbonden partij: ‘Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft’. Vervolgens worden in de leden c en d aangegeven wat een bestuurlijk en een financieel belang is. Een bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het gaat bij verbonden partijen om de specifieke combinatie van financiële en bestuurlijke inbreng. Bij de gemeente Nunspeet is sprake van de volgende verbonden partijen: Directe deelnemingen in vennootschappen: • Bank Nederlandse Gemeenten NV; • NV Alliander; • Vitens NV. Overige deelnemingen: • Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe; • Regio Noord-Veluwe; • Omgevingsdienst Noord-Veluwe; • Recreatiegemeenschap Veluwe; • Coöperatie Gastvrije randmeren • Stichting Muziekschool Noordwest-Veluwe (in afronding); • Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland; • NV Inclusief Groep; • Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe; • Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Gelre-IJssel. Met ingang van jaarrekening 2013 zal per verbonden partij een risicoanalyse worden gedaan. Via deze risicoanalyse wordt gekeken naar de mate van risico dat de gemeente bij de verbonden partijen loopt. Een manier van risicometing is te kijken naar de solvabiliteit. De solvabiliteit is de mate waarin de onderneming in staat is het totale vreemd vermogen terug te betalen. Het is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen van een onderneming. Men berekent de solvabiliteit als verhouding tussen eigen vermogen/totaal vermogen. Een solvabiliteit wordt goed genoemd als deze hoger is dan 25% (eigen vermogen is meer dan 25% van het balanstotaal). Bij sommige verbonden partijen is een beoordeling op cijfers lastig. Soms komt dit doordat recente cijfers nog niet voorhanden zijn. Bij deze verbonden partijen zal gekeken worden naar de bijdrage die de gemeente levert en het financiële nadeel dat de gemeente loopt bij een eventueel faillissement. Hierbij wordt een inschatting gemaakt van de kans dat een faillissement zich voordoet. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Vestigingsplaats Den Haag
Programmabegroting 2015-2018
- 118 -
Publiek belang De BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Bestuurlijk belang De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen die zij bezit (één stem per aandeel van € 2,50). Het aandelenbezit wordt gezien als een duurzame belegging. Gedurende het afgelopen jaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in het belang van onze gemeente in de BNG. Financieel belang De gemeente Nunspeet bezit een aandelenbelang van 0,13% in de BNG, met een nominale waarde van € 187.688,--. De gemeente bezit 75.075 aandelen van nominaal € 2,50. Over 2013 is in 2014 een dividend uitgekeerd van € 1,27 per aandeel (2012: € 1,49) ofwel € 95.345,--. Beleidsvoornemens Geen beleidswijzigingen voorzien. Risicoanalyse Eigen vermogen per 31 december 2013: Vreemd vermogen per 31 december 2013: Achtergestelde schulden per 31 december 2013: Resultaat 2013:
€ 3.430 miljoen € 127.721 miljoen € 33 miljoen € 282 miljoen
Op basis van de verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen zou geconcludeerd kunnen worden dat de solvabiliteit niet goed is. Dat zou betekenen dat het risico hoog is. Echter het eigenaarschap ligt bij gemeenten, provincies en de Staat. Daarnaast heeft de bank een (door de statuten) beperkt werkterrein. Dit biedt de financiers vertrouwen en hierdoor is het risico van kredietverlening aan de BNG beperkt. Dit zorgt ervoor dat de bank tegen gunstige tarieven gelden kan aantrekken. Per saldo wordt geconcludeerd dat het risico van de BNG bank laag is. NV Alliander Vestigingsplaats Arnhem Publiek belang Het veiligstellen van de levering van elektriciteit onder alle omstandigheden en het genereren van dividend door belegging van middelen. Deze middelen kunnen in beginsel vrij worden aangewend voor gemeentelijke taken (algemeen dekkingsmiddel). Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het financiële risico bij aandelenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (lager dividend). Sinds 2004 is het dividend gelijk aan het pay-out percentage van 45 van de nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen. De gemeente bezit 339.318 aandelen met een nominale waarde van € 34.424,--. Het resultaat na belasting toerekenbaar aan aandeelhouders is € 288 miljoen. De Raad van Bestuur heeft onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen vastgesteld om een bedrag van € 162,8 miljoen toe te voegen aan de Overige reserves.
Programmabegroting 2015-2018
- 119 -
Het overige deel van de winst, € 125 miljoen, staat ter beschikking van de Algemene vergadering van aandeelhouders. Dit komt overeen met 25% van het resultaat na belastingen, exclusief bijzondere posten na belastingen die niet hebben geleid tot kasstromen in boekjaar 2013. Het belang van de gemeente Nunspeet is 0,248%. Het ontvangen dividend 2013 in 2014 is hierdoor circa € 310.000,-(2012: € 185.000,-). Beleidsvoornemens In het najaar van 2013 heeft de Raad van Bestuur van Alliander de vertegenwoordigers van de grootaandeelhouders betrokken bij de discussie over de strategie. De Raad van Bestuur wil met het oog op de toekomst een verdubbeling in schaalgrootte nastreven. Doel van schaalvergroting is te kunnen investeren in vernieuwing en duurzaamheid tegen aanvaardbare tarieven voor de klanten. Alliander heeft aangegeven bij voorkeur door een fusie met andere netbeheerders in Nederland de schaalvergroting te realiseren. Echter de verwachting van de Raad van Bestuur verwacht was dat dit niet binnen afzienbare tijd zou lukken en wilde de mogelijkheid krijgen om grote concessies voor netwerkbeheer in Duitsland te kunnen verwerven. In de aandeelhoudersvergadering van 2 april 2014 is hierover een besluit genomen. De aandeelhoudersvergadering heeft zich in meerderheid uitgesproken voor schaalvergroting in Nederland en tegen acquisitie in Duitsland. Risicoanalyse Eigen vermogen per 31 december 2013: Vreemd vermogen per 31 december 2013: Resultaat 2013:
€ 3.375 miljoen € 4.173 miljoen € 288 miljoen
De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 44,7%. Algemeen genomen worden een minimaal percentage van 25% als goed of gezond aangemerkt. Het resultaat over 2013 bedraagt € 288 mln. Over 2012 bedroeg het resultaat € 224 miljoen. Dit betekent een verbetering van het resultaat en daarmee de dividenduitkering. Gezien het hoge eigen vermogen wordt geconcludeerd dat het risico van NV Alliander als laag aangemerkt. NV Vitens Vestigingsplaats Zwolle Algemeen De gemeente Nunspeet is aandeelhouder van NV Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland. Bij het leveren van vers en betrouwbaar drinkwater wil Vitens respectvol blijven omgaan met de natuur. Om waterbronnen te beschermen werkt het bedrijf samen met waterschappen, natuurorganisaties, gemeenten en provincies. En om verdroging te voorkomen verplaatst het bedrijf waar nodig waterwingebieden. Ook werkt het bedrijf zo veel mogelijk met milieuvriendelijke installaties. Dit past bij de verantwoordelijkheden van de aandeelhouders: de provincies en gemeenten. Bestuurlijk belang De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders. Financieel belang Het dividend wordt gerelateerd aan het netto resultaat en bedraagt minimaal 40% en maximaal 75% van het netto resultaat. Vitens heeft in het dividendvoorstel 2012 de volgende overwegingen in acht genomen: • verhoging solvabiliteit en versterking eigen vermogen; • vergoeding passend dividend binnen de huidige maatschappelijke context.
Programmabegroting 2015-2018
- 120 -
Rekening houdend met de bovengenoemde overwegingen is het voorstel om een dividend van 40% van het netto resultaat 2013 uit te keren ( 15,7 miljoen). Het dividend per aandeel over 2013 bedroeg € 2,72. Nunspeet bezit 24.035 gewone aandelen Vitens. Dit betekende voor Nunspeet een dividenduitkering van € 65.375,-. Beleidsvoornemens Geen beleidswijzigingen voorzien. Risicoanalyse Op het moment van samenstelling van de jaarstukken waren de cijfers van Vitens over 2013 niet gepubliceerd. Daarom zijn hieronder de cijfers per 31 december 2012 weergegeven. Eigen vermogen per 31 december 2013: Vreemd vermogen per 31 december 2013: Resultaat 2013:
€ 438,3 miljoen € 1.273,6 miljoen € 39,3 miljoen
De verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen bedraagt 34% (2013: 23%). Gezien het percentage kan geconcludeerd worden dat hiermee de solvabiliteit niet op orde is. Vitens is echter zelf bewust bezig met het verhogen van de solvabiliteit en de versterking van het eigen vermogen. Vitens houdt zich bezig met een primair product waar altijd vraag naar zal zijn: schoon drinkwater. Dit zorgt voor een stabiele en continue afzetmarkt. Op basis van deze argumenten en de bewuste verhoging van de solvabiliteit wordt het risico van Vitens als laag aangemerkt. Overzicht overige deelnemingen (gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen) Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe Vestigingsplaats Nunspeet Publiek belang Deelnemende gemeenten zijn Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Oldebroek. Deze gemeenten werken samen voor de uitvoering van het bepaalde in hoofdstuk V van de Archiefwet 1995. Het beheer van en het toezicht op archiefbescheiden gebeurt op gemeenschappelijke basis. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de Archiefcommissie door de burgemeester. Financieel belang Jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bedrag per dagdeel inzet Streekarchivariaat. In 2015 is een voorschot geraamd van ca. € 80.000,--. Beleidsvoornemens Geen bijzondere beleidsvoornemens. Risicoanalyse De financiële cijfers voor 2013 laten een positief resultaat voor Nunspeet zien van € 3.700,--. De gemeente betaalt een jaarlijkse bijdrage van ca. € 80.000,--. Hierdoor loopt de gemeente een beperkt risico. De kans op een faillissement van het streekarchivariaat wordt ook laag ingeschat. Het totale risico wordt laag ingeschat.
Programmabegroting 2015-2018
- 121 -
Regio Noord-Veluwe Vestigingsplaats Harderwijk Publiek belang De Regio Noord-Veluwe (RNV) is een samenwerkingsverband van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten. Die gemeenten werken samen aan de ontwikkeling van een gebied waar het goed wonen, werken en recreëren is. De activiteiten van de RNV richten zich op diverse terreinen van overheidszorg, zoals economie, toerisme en recreatie, volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, openbare werken, arbeidsmarktbeleid, sociale werkvoorziening, welzijn en onderwijs. De RNV biedt de gemeenten een solide basis voor duurzame vrijwillige samenwerking, met het doel om gezamenlijk taken efficiënter uit te voeren, kosten te besparen en een sterkere positie in te nemen. De gemeenten Epe, Hattem, Heerde, Nijkerk en Zeewolde nemen voor bepaalde taken ook deel aan de regionale samenwerking. Bestuurlijk belang De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente in het dagelijks bestuur. Twee raadsleden en de burgemeester zijn lid van het algemeen bestuur. Financieel belang Voor de algemene bijdrage is in 2015 een voorschotten van € 302.000,-- aan de RNV geraamd. Beleidsvoornemens Geen bijzondere beleidsvoornemens. Risicoanalyse Onderliggende cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2013 van de RNV: Eigen vermogen per 31 december 2013: Vreemd vermogen per 31 december 2013: Resultaat 2013:
€ 3,7 miljoen € 11,4 miljoen € 257.000,--
De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 24,3%. Dit is redelijk tot goed. Bij een mogelijk faillissement zal de gemeente moeten meebetalen in de financiële afwikkeling. Daarnaast zullen de taken die de RNV voor de gemeente uitvoert, naar de gemeente terugkomen. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. De RNV voert een (groot) aantal taken voor de gemeenten uit die bij een faillissement anders georganiseerd moeten worden. Dit zal niet snel gebeuren. Per saldo wordt het risico laag ingeschat. Omgevingsdienst Noord Veluwe Vestigingsplaats Harderwijk Publiek belang De Omgevingsdienst Noord Veluwe (ODNV) voert voor de partners de opgedragen taken uit op het gebied van de wet milieubeheer. Hierbij gaat het om de taken vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven (VTH-taken). Voor alle partners zijn dit de taken die behoren tot het basistakenpakket. De gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, en Putten en de Provincie Gelderland hebben ook de overige inrichting gebonden milieutaken bij de ODNV ondergebracht. De gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Putten hebben tevens besloten de overige milieuadviseurs in dienst te laten treden van ODNV. Dit betreft voornamelijk het advies op de gebieden bodem, geluid, geur/lucht en Externe Veiligheid. De ODNV is een van de zeven omgevingsdiensten in Gelderland. Dit stelsel van omgevingsdiensten zorgt ervoor dat de door alle gemeenten in Gelderland en de Provincie opgedragen taken
Programmabegroting 2015-2018
- 122 -
volgens de kwaliteitseisen kunnen worden uitgevoerd. Deze kwaliteitseisen worden naar verwachting op 1 januari 2015 in wetgeving vastgelegd. Om dit te kunnen borgen voert iedere omgevingsdienst taken uit voor alle partners. Dit worden de stelseltaken genoemd. De ODNV heeft de taak van de coördinatie op de toepassing en uitvoering van de Bestuurlijke Strafbeschikking Milieu (BSBm’s) en de coördinatie van de BOA’s die in dienst zijn bij de omgevingsdiensten. Bestuurlijk belang De wethouder Milieu vertegenwoordigt de gemeente in het algemeen bestuur. Financieel belang De ODNV is per 1 april 2013 van start gegaan. De gemeente heeft over 2013 een gemeentelijke bijdrage betaald van ca. € 300.000,--. Beleidsvoornemens Geen bijzondere beleidsvoornemens. Risicoanalyse Onderliggende cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2013 van de ODNV: Eigen vermogen per 31 december 2013: Vreemd vermogen per 31 december 2013: Resultaat 2013:
€ 209.000,€ 528.000,-€ 209.000,--
De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 39,6%. Dit is redelijk tot goed. Bij een mogelijk faillissement zal de gemeente moeten meebetalen in de financiële afwikkeling. Daarnaast zullen de taken die de ODNV voor de gemeente uitvoert naar de gemeente terugkomen of moeten op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. De ODNV voert milieutaken voor de gemeenten uit die bij een faillissement anders georganiseerd moeten worden. Dit zal niet snel gebeuren. Per saldo wordt het risico laag ingeschat. Recreatiegemeenschap Veluwe Vestigingsplaats Arnhem Publiek belang De gemeente Nunspeet neemt deel aan de Recreatiegemeenschap Veluwe (RGV). RGV beheert en exploiteert de volgende recreatiegebieden: Berendonck, Bussloo, Groene Heuvels, Haven Hattem, Heerderstrand, Surfoever Hoge Bijssel, Strand Horst, Kievitsveld, Mookerplas, Nieuw Hulckesteijn, Strand Nulde, Rhederlaag, Wylerbergmeer, Zandenplas en Zeumeren. Onder RGV Holding vallen vier verschillende B.V.’s: RGV Onroerend Goed B.V., RGV Fietspaden B.V. en RGV Bad- en Zweminrichtingen B.V. De kernactiviteit laat zich in het kort omschrijven als ‘het (laten) exploiteren van dagrecreatieve voorzieningen voor een breed publiek’. De kernactiviteit kent twee hoofdgroepen: fietspaden en dagrecreatiegebieden. Aan de RGV wordt door negentien Veluwse gemeenten deelgenomen, waaronder de gemeente Nunspeet. De activiteiten van Interhuis B.V. met haar dochtervennootschappen SchatEiland Zeumeren B.V., Interhuis Nieuw Hulckesteijn B.V., Interhuis Rhederlaag B.V., RGV Delfstoffen B.V. en Katerbosch B.V. zijn niet direct gerelateerd aan dagrecreatie, maar zijn erop gericht de kernactiviteit te ondersteunen. Door deze inkomsten kunnen de recreatieve projecten beter worden ingevuld. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder recreatie.
Programmabegroting 2015-2018
- 123 -
Financieel belang De gemeente verstrekt geen bijdrage in de exploitatielasten. Beleidsvoornemens Geen bijzondere beleidsvoornemens. Risicoanalyse Onderstaande stukken zijn ontleend aan de jaarrekening 2013 van de RGV: Eigen vermogen per 31 december 2013: Vreemd vermogen per 31 december 2012: Resultaat 2012:
€ 49,9 miljoen € 20,8 miljoen € 3,6 miljoen
De verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen bedraagt 240%. Dit veronderstelt een laag risico voor de eigenaren. Het resultaat van de RGV is sterk afhankelijk van opbrengsten uit vermogensbeheer. Uit de winst- en verliesrekening blijkt dat dergelijke financiële baten noodzakelijk zijn om de RGV financieel gezond te houden. Het operationele resultaat over 2012 is namelijk negatief (- € 1.400.000,-). Ditzelfde gold overigens voor 2012 en 2011. Toen bedroegen de operationele resultaten - € 488.000 resp. - € 471.000,-. Uit de cijfers blijkt dat de RGV afhankelijk is van de resultaten op het vermogensbeheer. Dit brengt een risico met zich mee. De resultaten zijn sterk afhankelijk van de ontwikkeling in de markt. Alles overziend wordt het risico van het RGV als laag ingeschat. Coöperatie gastvrije randmeren Vestigingsplaats Harderwijk Publiek belang Gastvrije Randmeren is een samenwerkingsverband voor de Randmeren, in de vorm van een coöperatieve vereniging. De deelnemers zijn in eerste instantie de gemeenten Almere, Blaricum, Bunschoten, Dronten, Eemnes, Elburg, Ermelo, Harderwijk, Huizen, Kampen, Naarden, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde. De coöperatie heeft de volgende taken: • Hoofdtaak van de coöperatie is het structureel onderhouden van de recreatieve voorzieningen in de Randmeren. Het gaat daarbij onder andere om het onderhouden van aanlegplaatsen voor de recreatievaart, het verminderen van de overlast door waterplanten in dieper water en het uitvoeren van overig klein onderhoud. • De Randmeren staan bekend om hun natuurschoon, rust en ruimte. Er wordt veel aan gedaan om de natuurwaarden in het gebied te versterken. Veel vogels profiteren van het heldere water en de overvloed aan voedsel. De natuur maakt de Randmeren aantrekkelijk voor de recreant, maar is ook kwetsbaar. De coöperatie Gastvrije Meren vindt het belangrijk dat bij de inrichting van het gebied de balans tussen natuur en recreatie voorop staat. Gastvrije Randmeren rekent het bewaren en bevorderen van het natuur- en landschapsschoon in het gebied tot één van haar taken. • Een andere belangrijke taak van de coöperatie is het op de recreatieve kaart zetten van de Randmeren via gebiedspromotie. In het kader hiervan zijn in het voorjaar van 2013 onder het logo 'Randmeren, eindeloos meer....' de eerste producten gelanceerd: een recreatieve kaart en de website. De gebiedspromotie 'Randmeren, eindeloos meer ... zal de komende jaren verder worden uitgebouwd. • Afronding van het project Integrale Inrichting Veluwerandmeren (IIVR) vindt plaats onder verantwoordelijkheid van Gastvrije Randmeren. Daarnaast moet de ontwikkelingsvisie 2030 Zuidelijke Randmeren (Blauwe As) verder vorm gegeven worden. • Verder vormt Gastvrije Randmeren een platform waar ruimtelijke-economische ontwikkelingen kunnen worden afgestemd. Ook kan het samenwerkingsverband gecoördineerd haar deskundigheid op het gebied van vergunningen en procedures inzetten en het gezamenlijk belang van gemeenten inbrengen in regionale en landelijke projecten. Voorbeelden zijn de maatregelen rond de zwemwaterkwaliteit, het Delta-programma, etc.
Programmabegroting 2015-2018
- 124 -
Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in de algemene ledenvergadering door de portefeuillehouder recreatie. Financieel belang De gemeente verstrekt geen bijdrage in de exploitatielasten. Beleidsvoornemens Geen bijzondere beleidsvoornemens. Risicoanalyse De gemeente betaalt geen bijdrage in de exploitatielasten van de coöperatie. De coöperatie beheert ontvangen subsidiegelden en voert daarvoor werkzaamheden uit. Het risico van de coöperatie wordt laag ingeschat. Stichting Muziekschool Noordwest-Veluwe Vestigingsplaats Nunspeet Publiek belang Samen met de gemeenten Ermelo, Harderwijk, Nijkerk, Oldebroek en Putten neemt de gemeente Nunspeet deel aan de stichting Muziekschool Noordwest-Veluwe. De stichting heeft ten doel onder alle lagen van de bevolking in het werkgebied van de stichting muziekonderwijs te geven en het volgen van dit onderwijs te bevorderen. De Muziekschool Noordwest-Veluwe biedt muziekonderwijs aan in de gemeente Nunspeet. Bestuurlijk belang De portefeuillehouder is namens de gemeente lid van het algemeen bestuur van de muziekschool. Financieel belang De gemeente Nunspeet betaalde een jaarlijkse bijdrage voor deelname aan de muziekschool. Beleidsvoornemens Geen bijzondere beleidsvoornemens. Risicoanalyse Op 30 juni 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met de kaders voor de bestuurlijke ontvlechting van de muziekschool. Een garantstellingsovereenkomst vormt de basis van de bestuurlijke ontvlechting. Conform de overeenkomst staan de gemeentes voor een periode van 15 jaar (tot en met 2026) garant voor uitkeringsverplichtingen voortvloeiend uit de rechtspositiebepalingen zoals die van toepassing zijn op werknemers die op 1 oktober 2011 in dienst zijn van de muziekschool. De gemeente Nunspeet staat garant voor € 767.692,--. Dit bedrag is gebaseerd op de procentuele bijdrage in de begroting (16,6%). Op 30 oktober 2013 is de Muziekschool failliet verklaard. Er wordt gewerkt aan een doorstart van de Muziekschool. Gezien de ontwikkelingen rond de Muziekschool wordt het risico hoog ingeschat. Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland Vestigingsplaats Apeldoorn Algemeen Per 1 april 2004 is door samenvoeging van de drie brandweerregio’s en de twee GHOR-
Programmabegroting 2015-2018
- 125 -
organisaties (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) in de Achterhoek, Noordwest-Veluwe en Stedendriehoek de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) ontstaan. In de VNOG werken GHOR en brandweer nauw samen, ieder vanuit een eigen invalshoek, maar met een gezamenlijke missie: een veilige leefomgeving. De VNOG wil een herkenbare bijdrage leveren aan het creëren van meer veiligheid voor de bewoners, instellingen en bedrijven binnen haar grenzen. Met ingang van 1 januari 2010 is in het kader van de regionalisering van de brandweer het brandweercluster Veluwe-West van start gegaan. In dit cluster zijn de gemeenten Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Putten vertegenwoordigd. Bestuurlijk belang Het algemeen bestuur van de VNOG bestaat uit alle burgemeesters van de gemeenten in de regio. Het dagelijks bestuur wordt gekozen uit het algemeen bestuur. De burgemeester van Harderwijk heeft zitting in het dagelijks bestuur namens het cluster Veluwe-West (Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Putten). Financieel belang De afrekening over 2013 heeft in 2014 plaatsgevonden. De gemeente heeft over 2013 € 7.054,-terugontvangen. Beleidsvoornemens Als gevolge van de regionalisering van de brandweer is met ingang van 1 januari 2013 het vaste brandweerpersoneel in dienst getreden bij de VNOG. Met ingang van 1 januari 2014 is dit ook gebeurd met de brandweervrijwilligers. Daarnaast is per 1 januari 2014 het materieel overgedragen aan de VNOG. Alleen de huisvesting is bij de gemeente achtergebleven. Risicoanalyse De VNOG voert taken uit voor de gemeente. De taken die de VNOG voor de gemeente uitvoert zullen naar de gemeente terugkomen of moeten op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. De VNOG voert brandweertaken voor de gemeenten uit die bij een faillissement anders georganiseerd moeten worden. Dit zal niet snel gebeuren. Per saldo wordt het risico laag ingeschat. NV Inclusief Groep Vestigingsplaats Nunspeet Publiek belang De NV Inclusief Groep (Ondernemer in passend werk) is een geprivatiseerde organisatie die belast is met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) voor de bij de RNV aangesloten gemeenten en Nijkerk. De Dienst Sociale Werkvoorziening Noordwest-Veluwe (DSW) is opdrachtgever voor de uitvoering van de wet. De praktische uitvoering is in handen van de Inclusief Groep. Men begeleidt mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt naar werk en biedt hun daarbij scholing en/of leerwerktrajecten. De werkzaamheden voor de doelgroep worden verricht in vier werkbedrijven die eigendom zijn van de Inclusief Groep. Die bedrijven opereren in de sectoren industrie (metaal, hout, elektra, verpakken, montage), dienstverlening (schoonmaak, groen, kwekerij, schilderwerken) en (groeps)detachering. Bestuurlijk belang Enig aandeelhouder van de Inclusief Groep is de RNV. Een vertegenwoordiging uit het algemeen bestuur van de RNV vormt de algemene vergadering van aandeelhouders van NV Inclusief Groep.
Programmabegroting 2015-2018
- 126 -
Inclusief Groep krijgt de opdrachten van de DSW (onderdeel van de RNV). Het dagelijks bestuur van de DSW wordt gevormd door de bestuurscommissie: de wethouders sociale zaken van de zeven deelnemende gemeenten. Financieel belang De gemeente Nunspeet is financieel medeverantwoordelijk voor Inclusief Groep. Beleidsvoornemens Geen beleidswijzigingen te voorzien. Risicoanalyse De Participatiewet is door de Tweede Kamer. De verwachting is dat voor de zomer door de Eerste Kamer wordt aangenomen en dat hij op 1 januari 2015 in gaat. Gevolgen van de wet zal zijn dat er geen nieuwe mensen kunnen instromen in de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Mensen die niet zonder hulp kunnen werken, kunnen bij de gemeente om hulp vragen. De overheid heeft met werkgevers afspraken gemaakt meer mensen met een ziekte of handicap aan werk te helpen. Werkgevers hebben beloofd om de komende jaren voor meer banen te zorgen. In 2014 zijn dat 5.000 banen. Deze banen zijn voor mensen met een ziekte of handicap die zonder hulp niet het minimumloon kunnen verdienen. Ook de overheid gaat zorgen voor extra banen. In totaal moeten er de komende jaren 125.000 banen komen. Ook is afgesproken dat iedereen minimaal het minimumloon gaat verdienen. Dit geldt ook voor mensen die dit vanwege een ziekte of handicap niet kunnen. Gezien de grote onzekerheid zijn er risico’s rond de Inclusief Groep. Wat de gevolgen zijn van de nieuwe wetgeving voor de Inclusief Groep zijn onduidelijk. Gezien deze onzekerheden en onduidelijkheden wordt het risico als hoog aangemerkt. Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe Vestigingsplaats Harderwijk Publiek belang De gemeenteraden van Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten hebben in december 2002 besloten het bevoegd gezag van het openbaar primair onderwijs per 1 januari 2003 over te dragen aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Noordwest-Veluwe (PrOo). Door het onderbrengen van het bevoegde gezag in een stichting komt het openbaar onderwijs in een vergelijkbare positie als het bijzonder onderwijs, in die zin dat er een autonoom bestuur is dat zowel beleidsinhoudelijk als vermogensrechtelijk zelfstandig opereert. Het toezicht op de stichting is overgedragen aan de RNV. De stichting PrOo heeft voor de periode 2004-2008 een strategisch beleidsplan opgesteld, waarin de visie en missie worden beschreven voor het openbaar basisonderwijs in de regio Noordwest-Veluwe. Vanwege de toetreding van de gemeente Heerde per 1 januari 2006 heet de stichting voluit: Stichting primair Openbaar onderwijs Noord-Veluwe. Bestuurlijk belang Met ingang van 1 maart 2014 is het toezicht op de stichting gewijzigd. Het algemeen bestuur van de Regio Noord-Veluwe heeft hiervoor op 27 november 2013 ingestemd met de wijziging van de statuten van de stichting PrOo. Daarnaast heeft het algemeen bestuur ingestemd met de verdere procesgang die moet leiden tot besluitvorming in de acht gemeenteraden. Financieel belang Aan de stichting wordt door de gemeente geen financiële bijdrage verstrekt. De gemeenten blijven financieel aansprakelijk voor de stichting. Beleidsvoornemens Het belang van het openbaar onderwijs in de deelnemende gemeenten (blijven) behartigen.
Programmabegroting 2015-2018
- 127 -
Risicoanalyse De financiële situatie bij de stichting PrOo was de afgelopen jaren zorgelijk. De stichting heeft een aantal maatregelen genomen om te komen tot een oplossing van deze zorgelijke situatie. Één van de openbare scholen in Nunspeet is gesloten. Deze ontwikkeling geeft aan dat het draagvlak onder het openbaar onderwijs wijzigt. Hoe dit in de toekomst verder gaat, is onduidelijk. De jaarcijfers 2013 zijn op het moment van samenstelling van de jaarstukken niet bekend. Al deze ontwikkelingen maken dat het risico voor de gemeente als hoog wordt ingeschat. Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Gelre-IJssel Vestigingsplaats Apeldoorn Publiek belang De GGD Gelre-IJssel is de gezondheidsdienst van 21 gemeenten, waaronder Nunspeet. GGD Gelre-IJssel bewaakt de gezondheid van de inwoners van de gemeenten in de regio. Bestuurlijk belang De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder Volksgezondheid. Financieel belang De gemeente betaalt een jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bedrag per inwoner. Over 2013 heeft afrekening van het rekeningresultaat plaatsgevonden. Nunspeet heeft € 12.500,terugontvangen. Beleidsvoornemens Geen bijzondere beleidsvoornemens. Risico’s De GGD Gelre-IJssel voert taken uit voor de gemeente. Bij een faillissement zal de gemeente moeten meebetalen in de financiële afwikkeling. Daarnaast zullen de taken die de GGD voor de gemeente uitvoert naar de gemeente terugkomen of moeten op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. De GGD voert taken op het gebied van volksgezondheid voor de gemeenten uit die bij een faillissement anders georganiseerd moeten worden. Dit zal niet snel gebeuren. Per saldo wordt het risico laag ingeschat.
Programmabegroting 2015-2018
- 128 -
Overzicht verbonden partijen en lopende samenwerkingsverbanden 1 2 3 4
Taak waterlevering energiedistrubutie bankzaken archiefvorming
5 onwikkeling en uitvoering 6 openbaar onderwijs 7 leerplicht
Naam en/of rechtsvorm NV Vitens NV Alliander Bank Nederlandse Gemeenten GR Streekarchivariaat Noordwest Veluwe GR Regio Noord Veluwe
Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten Stichting Proo Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten Regionaal bureau leerlingzaken Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Zeewolde Recreatiegemeenschap Veluwe meeste Veluwse gemeenten zijn aandeelhouder
8 exploitatie recreatievoorzieningen 9 onderhoud recreatieve Coöperatie gastvrije randmeren voorzieningen Randmeren
10 muziekonderwijs
14 sociale werkvoorziening
Stichting muziekschool Noordwest Veluwe GR Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland GR Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland GR GGD Noord- en Oost Gelderland GR Inclusief groep
15 bezwaarschriften gemeentelijke processen 16 inkoop
convenant (verordening vastgesteld) informele samenwerking
17 buurtbemiddeling
overeenkomst
11 veiligheid 12 brandweer 13 gezondheidzorg
18 rekenkamer 19 20 21 22 23 24
overeenkomst op basis van verordening nazorg ex-gedetineerden samenwerking obv vastgesteld plan van aanpak milieuhandhaving GR Omgevingsdienst NoordVeluwe aanpak klimaatverandering vastgesteld plan (Klimaatactieplan) economie Sociaal economische overleg (SEO) afvalinzameling overeenkomst waterketen overeenkomst
25 reconstructie en plattelandsontwikkeling
Welk verband aandeelhouder aandeelhouder aandeelhouder Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek
Veluwecommissie
Almere, Blaricum, Bunschoten, Dronten, Eemnes, Elburg, Ermelo, Harderwijk, Huizen, Kampen, Naarden, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Nijkerk, Oldebroek, Putten gemeenten in Noord- en Oost Gelderland Cluster van Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Putten gemeenten in Noord- en Oost Gelderland Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Nijkerk, Oldebroek, Putten Elburg, Nunspeet Elburg, Ermelo, Hattem, Harderwijk, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Zeewolde Elburg, Nunspeet, Oldebroek, woningcorporaties Omnia, Uwoon en Triade Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Nunspeet, Oldebroek, Putten Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Putten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Putten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Putten Elburg, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek, Putten diverse Veluwse gemeenten
Programmabegroting 2015-2018
- 129 -
5.6 Paragraaf grondbeleid Inleiding Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van programma’s, zoals op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu, verkeer en openbare ruimte, cultuur, sport en recreatie en economische structuur. Het grondbeleid heeft daarnaast een grote financiële impact. De grondexploitatie (inclusief de resultaten hieruit) is een onderdeel van de totale exploitatie van de gemeente. Gelet op de risico’s in relatie tot de omvang van de bedragen waarover het op dit terrein gaat, is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld. Bestaand beleid In het verleden werd een actief grondbeleid gevoerd bij het realiseren van bestemmingsplannen voor zowel woningbouw als bedrijventerrein. Op verzoek van derden wordt medewerking verleend (passief grondbeleid) aan het ontwikkelen van vaak kleinschalige projecten. Van dit gevoerde actieve grondbeleid is in 2010 (ten dele) afgestapt. Met het vaststellen van de nieuwe nota ‘Grondbeleid’ is gekozen om per project de keuze te maken voor een actief of een faciliterend grondbeleid. Het belang van een actief grondbeleid voor de mogelijkheid voor kostenverhaal inclusief een bijdrage aan de infrastructuur is door de invoering van de nieuwe wet Ruimtelijke Ordening in 2008 van minder belang geworden. Voor actief grondbeleid wordt waar mogelijk gekozen als de gemeente minimaal budgetneutraal kan ontwikkelen of er moet sprake is van een specifiek maatschappelijk belang waarbij een andere partij deze ontwikkeling niet tot stand zal brengen. Beleid in ontwikkeling Het grondbeleid van de gemeente Nunspeet is vastgelegd in de nota ‘Grondbeleid’. Deze nota is in oktober 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze nota is de te volgen grondpolitiek vastgelegd, waarbij het gaat om bijvoorbeeld aan- en verkoopbeleid ter uitvoering van bestemmingsplannen, prijsvorming, kostenverhaal en risico’s. Deze paragraaf gaat vooral in op de uitvoering van het grondbeleid. In de Integrale Ruimtelijke Toekomstvisie (IRTV), de vastgestelde uitgangspunten voor het financieel beleid en de nota ‘Reserves en voorzieningen’ is ook beleid vastgelegd dat betrekking heeft op het grondbeleid. Als project uit de IRTV is een Woonvisie ontwikkeld waarin de toekomstige woningbehoefte is vastgelegd. De herziene Woonvisie is in 2008 door de gemeenteraad vastgesteld. In 2004 heeft de gemeente Nunspeet de wettelijke mogelijkheid gekregen de Wet voorkeursrecht gemeenten (WVG) in het kader van een actief grondbeleid in te zetten. Het in de nabije toekomst te ontwikkelen woongebied Molenbeek en het bedrijventerrein De Kolk zijn door de gemeenteraad aangewezen als gebied waarop de WVG van toepassing is. Eigenaren van onroerende goederen in dit gebied die tot verkoop willen overgaan, mogen het alleen aan de gemeente te koop aanbieden. Binnen twee jaar na het besluit tot aanwijzing voor het desbetreffende gebied moet een structuurplan en vervolgens een bestemmingsplan worden vastgesteld (zo niet, dan vervalt het voorkeursrecht). Deze termijnen zijn gehaald, zodat het voorkeursrecht van kracht blijft. Financieel kader Zoals weergegeven in de nota ‘Grondbeleid’ is het grondbeleid in onze gemeente gebaseerd op minimaal sluitende exploitatieopzetten waarin een substantiële bijdrage aan de infrastructuur is verwerkt. Grondverkopen geschieden tegen marktconforme prijzen. Als incidenteel een prijssubsidie noodzakelijk is, gebeurt dat alleen als het hiermee gediende doel tegelijkertijd wordt gewaarborgd.
Programmabegroting 2015-2018
- 130 -
Van oudsher was al gekozen voor het realiseren van exploitaties met een positief resultaat of ten minste kostendekkendheid. Door de jaren heen heeft dit geleid tot een saldo in de grondexploitatie (reserve grondexploitatie). Hiervan is een deel niet-besteedbaar, omdat dit nodig is om exploitatierisico’s te kunnen afdekken. In de door de raad op 29 januari 2004 vastgestelde nota ‘Reserves en voorzieningen’ (2003) is uitgebreid ingegaan op deze reserve. Vooral is stilgestaan bij de onderbouwing van het bodem- en plafondbedrag. De jaarlijkse herijking van het bodem- en plafondbedrag vindt op grond van artikel 12, lid 1 van de Verordening en artikel 212 van de Gemeentewet plaats na het vaststellen van de jaarrekening. De stand van de reserve bedraagt per 31 december 2013 € 4.626.896,--. Het bodembedrag is gebaseerd op een in de nota ‘Reserves en voorzieningen 2014’ opgenomen berekening. Het plafondbedrag is berekend om een buffer te hebben voor mogelijke strategische aankopen. Een overschot in de reserve grondexploitatie wordt volgens aanbeveling toegevoegd (via de algemene reserve) aan de reserve IRTV Er is een beslag op deze reserve gelegd van € 2.454.000,-- waarvan € 2.130.000,-- bestemd is voor de oostelijke rondweg. Het bodembedrag is berekend op € 1.222.000,-- zodat per saldo een bedrag van afgerond € 860.000,-- voor het doen van strategische aankopen. Door de veranderde economische omstandigheden is er naast bovengenoemde reserve, een voorziening getroffen voor het afdekken van de risico’s in de grondexploitatie. Deze voorziening heeft per 31 december 2013 een saldo van € 1.208.000,--. Dit bedrag is opgebouwd om de verliezen te dekken voor een bedrag van € 1.000.000,-- ten behoeve van het plan Molenbeek en een bedrag van € 208.000,-- ten behoeve van het project Stationslaan 48. Het instellen van deze voorziening is nodig omdat uit de berekeningen voor de grondexploitatie een aantal verliezen naar voren komen. De herziene BBV geeft heeft hierbij de mogelijkheid om de diverse exploitatie meteen af te boeken of hiervoor een voorziening te treffen. Voor dit laatste middel is gekozen omdat de diverse verliezen nog niet zijn gerealiseerd en de economische omstandigheden in de toekomst nog kunnen veranderen. De kostendekkendheid van exploitaties is een vereiste om deze tot ontwikkeling te brengen. Hiervan kan slechts worden afgeweken als sprake is van een specifiek maatschappelijk belang of als de ontwikkeling door een derde gebeurt en de gemeente geen (financiële) risico’s loopt bij de ontwikkeling ervan. Risico’s grondexploitatie In de diverse grondexploitaties zijn inmiddels forse bedragen geïnvesteerd waarover de gemeente een risico loopt. Op dit moment werkt de marktsituatie in het nadeel. De belangrijkste risico’s in de grondexploitatie zijn: - Daling van grondprijzen - Niet of later verkopen van gronden - Sterke stijging van kosten Deze risico’s kunnen zich op verschillende wijze voordoen. De risico’s van daling van grondprijzen en het stijgen van kosten zijn algemene risico’s waarop vooral de marktsituatie van invloed is. De marktsituatie voor grondverkoop is op dit moment wel dusdanig dat daling van grondprijzen een hoog risico vormt. Het niet of later verkopen van gronden kan op verschillende wijzen ontstaan. Enerzijds door de marktsituatie waardoor grond te duur is geworden of dat een bepaalde woningen geen behoefte is. Anderzijds kan dit ook ontstaan door het niet of later goedkeuren van bestemmings- en exploitatieplannen. Hierbij speelt ook het KWP een rol. Door de grote hoeveelheid aan plannen is het KWP inmiddels overschreden en zullen er keuzes gemaakt moeten worden binnen deze plannen. Hierover wordt u afzonderlijk geïnformeerd.
Programmabegroting 2015-2018
- 131 -
Actualiteit exploitatiegebieden Bij dit punt staan de volgende onderwerpen: 1. bestaande exploitatiegebieden; 2. in exploitatie te nemen gebieden. Ad 1. Bestaande exploitatiegebieden De basis voor de bestaande gebieden zijn de kostprijsberekeningen die bij het in ontwikkeling nemen van het gebied zijn vastgesteld. Het zijn de gebieden industrieterrein De Kolk, Weversweg Hulshorst, Vierde Kwadrant Elspeet, Stationslaan 48, Winckelweg en Elspeet NoordWest. Bij de jaarrekening wordt jaarlijks volledige verantwoording afgelegd over de mutaties in de grondexploitatie in het jaar waarop de rekening betrekking heeft. Dit gebeurt als volgt: - In het jaarverslag wordt op hoofdlijnen een tekstuele toelichting gegeven. - Als bijlage bij de jaarrekening is de cijfermatige onderbouwing van de grondexploitatie tot en met het desbetreffende jaar opgenomen. De desbetreffende bijlage is voor het inzicht in het totaal van de grondexploitatie gesplitst in de verschillende paragrafen. Paragraaf 4.1 gaat in op de ruwe gronden en toekomstige complexen. Voor deze gronden is nog geen exploitatieopzet opgesteld. Paragraaf 4.2 (Bouwrekening complexen in uitvoering) is een van de belangrijkste onderdelen. Per complex wordt aangegeven: de in het boekjaar en het totaal tot en met het boekjaar verantwoorde inkomsten en uitgaven, het restant van de aangegane verplichtingen, calculatieverschillen en nog te besteden en te ontvangen bedragen. Daarnaast wordt nog een toelichting op het desbetreffende complex gegeven. - De tekstuele toelichting per project in de paragraaf grondbeleid. Zo nodig worden ontwikkelingen ook gerapporteerd via de viermaands rapportages. Bij de lopende projecten is er een planning gehanteerd van verkopen van woningen en gronden voor 2015. Deze planning voor 2015 is als volgt: 2015 planning Weversweg seniorenwoningen luxe 7 eensgezinswoningen koop middenduur 3 eensgezinswoningen koop duur 3 Elspeet NoordWest seniorenwoningen betaalbare huur 3 seniorenwoningen luxe jongerenappartementen 3 eensgezinswoningen koop betaalbaar 5 eensgezinswoningen koop middenduur 6 eensgezinswoningen koop duur 7 eensgezinswoningen huur betaalbaar 4 Stationslaan 48 seniorenwoningen luxe 3 jongerenappartementen 14 eensgezinswoningen koop duur 1 De Kolk Hectares grond 3,2
Programmabegroting 2015-2018
- 132 -
Project Winckelweg Dit project gaat over de gronden aan de Winckelweg waar Omnia Wonen heeft seniorenwoningen gebouwd. De laatste hand aan het straatwerk en de groenvoorziening zal in 2015 gelegd worden. Dit project zal naar verwachting afgesloten worden met een positief resultaat. Project Stationslaan 48 Op de grond van het voormalige tankstation Van Espelo is een plan ontwikkeld om huizen te bouwen en is een bestemmingsplanwijziging vastgesteld. Met de ontwikkelaar zijn inmiddels contracten afgesloten voor de verkoop van de gronden. Inmiddels is een omgevingsvergunning afgegeven en de verkoop van de woningen van start gegaan. De exploitatieberekening van dit complex laat een negatief saldo zien van afgerond € 208.000,--. Hiervoor is reeds een voorziening gevormd van € 208.000,--. Elspeet NoordWest Voor dit project is momenteel een bestemmingsplanwijziging vastgesteld op 27 februari 2014. De verwachting is dat de uitvoering van dit project in loop van 2014 zal gaan starten. Eventuele verliezen uit dit project zullen worden afgedekt door een onttrekking uit de reserve grondexploitatie. Weversweg Hulshorst De exploitatieberekening laat een neutrale uitkomst zien. De grondverkopen liggen bij dit project op dit moment volledig stil. Bezien moet worden om naar de geplande categorieën woningen te kijken en deze eventueel aan te passen zodat deze beter aansluiten op de huidige marktsituatie. Vierde Kwadrant Elspeet De financiële berekeningen voor dit project laten een positief resultaat zien. De afrekening met de mede-ontwikkelaar op dit project heeft inmiddels plaatsgevonden. De laatste werkzaamheden voor wat betreft het woonrijp maken vinden op dit moment plaats. De verwachting is dat dit project in 2015 wordt afgerond. Bedrijventerrein De Kolk Voor het bedrijventerrein De Kolk is een nieuwe exploitatieberekening opgesteld. Deze heeft een positief saldo van afgerond € 1.036.000,--. In 2014 zal voor het bedrijventerrein een verkavelingsplan moeten worden opgesteld. Deze verkaveling kan gevolgen hebben voor de exploitatieberekeningen en het uiteindelijke resultaat. Ad 2. In exploitatie te nemen gebieden Voor in exploitatie te nemen gebieden worden verschillende deelplannen opgesteld. Het vooroverleg eindigt uiteindelijk in een voorstel aan u. Hierbij wordt dan eveneens, op basis van de beschikbare gegevens, een eerste globale kostprijsberekening opgesteld. Deze wordt voortschrijdend bijgesteld met als doel bij de start van de realisatie een kosten- en opbrengstenberekening ter beschikking te hebben die up-to-date is. Als deze fase is afgelopen en besluitvorming over het in exploitatie te nemen gebied heeft plaatsgevonden, gaat de actualisatie hiervan meelopen in de jaarlijkse verslaglegging. Vooruitlopend op de besluitvorming wordt de waarde van de diverse nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) jaarlijks tegen het licht gehouden. Hiertoe wordt de boekwaarde van de NIEGG geconfronteerd met de marktwaarde. Mocht de boekwaarde de marktwaarde overstijgen dan wordt de boekwaarde teruggebracht tot het niveau van de marktwaarde.
Programmabegroting 2015-2018
- 133 -
Molenbeek Op 27 november 2013 vernietigde de Raad van State het Uitwerkingsplan fase 1 Molenbeek. Met het sneuvelen van het uitwerkingsplan is ‘automatisch’ ook het exploitatieplan vernietigd, aangezien het uitwerkingsplan voor fase 1 daarin is verwerkt. Door deze uitspraak is de grondpositie in Molenbeek overgeheveld naar de NIEGG. Gelet op de stedenbouwkundige, volkshuisvestelijke, economische aspecten én gemeentelijke financiële belangen wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt een aanpak te overwegen, die beter past binnen de voortschrijdende ontwikkeling in de huidige economische situatie.
Programmabegroting 2015-2018
- 134 -
Programmabegroting 2015-2018
- 135 -
5.7 Paragraaf gemeentelijke heffingen Algemeen De gemeente ontvangt de financiële middelen waarmee de gemeentelijke taken moeten worden uitgevoerd in hoofdzaak van de rijksoverheid, in de vorm van een algemene uitkering uit het Gemeentefonds en diverse doeluitkeringen. Daarnaast beschikt de gemeente over een relatief klein eigen belastinggebied dat uiteenvalt in belastingen en rechten. Belastingen en rechten Op grond van artikel 216 van de Gemeentewet kan de gemeenteraad besluiten tot het invoeren, wijzigen of afschaffen van een gemeentelijke belasting door het vaststellen van een belastingverordening. In artikel 219 van de Gemeentewet is limitatief aangegeven dat het om belastingen moet gaan die hetzij in de Gemeentewet zijn genoemd, hetzij in een andere bijzondere wet. Tegenover een belasting hoeft geen rechtstreekse individuele tegenprestatie van de overheid te staan en de geraamde opbrengsten mogen hoger zijn dan de geraamde kosten. Op basis van artikel 229 van de Gemeentewet kan de gemeenteraad bij verordening bepalen dat betalingen worden gevraagd ter zake van concrete, bewezen diensten: rechten. De geraamde opbrengst mag niet uitgaan boven de geraamde kosten. De wet kent gebruiksrechten (aangaande het gebruik van gemeentelijke bezittingen of – inrichtingen), genotsrechten (aangaande het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten) en vermakelijkheidsrechten (aangaande door de gemeente getroffen of in stand gehouden voorzieningen voor een ‘vermakelijkheid’). Algemene en bestemmingsheffingen Een ander onderscheid is er tussen algemene en bestemmingsheffingen. Algemene belastingen hebben het karakter van een algemeen dekkingsmiddel. Bij bestemmingsbelastingen is er een rechtstreeks verband tussen de heffing en bepaalde uitgaven. De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing en ook de rechten vallen hieronder. Niet heffen naar draagkracht De gemeenteraad bepaalt binnen de grenzen van wet- en regelgeving welke belastingen de gemeente heft en hoe hoog de tarieven zijn. De rechter kan de gemeentelijke belastingverordeningen toetsen aan onder andere de Gemeentewet en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Dit legt de raad beperkingen op. Zo mag bijvoorbeeld het te heffen bedrag niet afhankelijk zijn van inkomen, winst of vermogen. Hiermee is tot uitdrukking gebracht dat gemeentelijke belastingen niet naar draagkracht geheven mogen worden. Heffingen in Nunspeet: lokale lastendruk De gemeente Nunspeet kent geen uitgebreid belastingpakket. Dit gegeven, gecombineerd met de tot op heden gehanteerde tariefstelling, zorgt ervoor dat de lokale lasten in Nunspeet al jaren onder het landelijk gemiddelde zitten. Overeenkomstig de door de gemeenteraad vastgestelde begrotingsuitgangspunten wordt in de begroting uitgegaan van het vermijden van lastenverzwaring voor de burgers. Tegelijkertijd is uitgegaan van het principe dat de kosten die de gemeente maakt voor concrete dienstverlening gedragen moeten worden door degenen die deze diensten afnemen. Dat betekent dat legestarieven kostendekkend behoren te zijn, zodat de algemene dekkingsmiddelen worden ontlast.
Programmabegroting 2015-2018
- 136 -
De Nunspeetse heffingen nader beschouwd De gemeente Nunspeet kent de volgende gemeentelijke heffingen: 1. Onroerende-zaakbelastingen (artikel 220 van de Gemeentewet). 2. Forensenbelasting (artikel 223 van de Gemeentewet). 3. Toeristenbelasting (artikel 224 van de Gemeentewet). 4. Afvalstoffenheffing (artikel 15.33 van de Wet milieubeheer). 5. Rioolheffing (artikel 228a van de Gemeentewet). 6. Rechten (artikel 229 van de Gemeentewet): leges, begraafplaatsrechten, rioolaansluitrechten en marktgelden. Deze paragraaf behandelt de uitgangspunten en het doel van de verschillende gemeentelijke heffingen alsmede de belangrijkste actualiteiten. Ad 1. Onroerende-zaakbelastingen De onroerende-zaakbelastingen (OZB) zijn algemene belastingen. De opbrengst kan vrij worden besteed. Wij kennen twee onroerende-zaakbelastingen: - OZB-eigenaren Belastingplichtig zijn degene die op 1 januari van een belastingjaar het genot hebben van een onroerende zaak op grond van eigendom, bezit of beperkt recht (eigenaren, vruchtgebruikers, erfpachters). Een onroerende zaak kan bijvoorbeeld een woning, winkel, bedrijfspand of perceel grond zijn. - OZB-gebruikers Belastingplichtig zijn degene die op 1 januari van een belastingjaar een onroerende zaak gebruiken. Het gebruikersdeel voor woningen is sinds 2006 afgeschaft. De OZB worden berekend over de vastgestelde WOZ-waarde. Op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) dient jaarlijks een nieuwe waarde te worden vastgesteld voor alle objecten in de gemeente. De waardepeildatum ligt een jaar voor het begin van het jaar waarin de waarde geldt. Voor de OZB over het jaar 2015 geldt dus de WOZ-waarde per 1 januari 2014. De te betalen OZB is het resultaat van een combinatie tussen de WOZ-waarde en het tarief. In de begroting stelt de gemeenteraad het in totaal te verkrijgen bedrag vast en gegeven (een inschatting van de ontwikkeling van) de WOZ-waarde volgt daaruit een tarief in de later door de gemeenteraad vast te stellen belastingverordening. Gegeven de geraamde belastingopbrengst levert een stijgende waardeontwikkeling dus een dempend effect op de tariefstijging en levert een dalende waardeontwikkeling een opwaarts effect op de tariefstijging. Ad 2. Forensenbelasting De gemeente Nunspeet kent een zogenoemde woonforensenbelasting. De woonforensenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, meer dan negentig dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Dit geldt zowel voor stacaravans als recreatiewoningen. De opbrengst van de forensenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen. Gemeenten worden niet beperkt in het vaststellen van het tarief van de forensenbelasting. De gemeente Nunspeet heeft gekozen voor een vast bedrag per recreatieobject om zodoende de perceptiekosten laag te houden. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nunspeet heeft besloten de beleidsregel voor stacaravans per 31 december 2012 in te trekken. Door deze beleidsregel vielen diverse stacaravans onder de toeristenbelasting en andere onder de forensenbelasting. Het gevolg van het intrekken van deze beleidsregel is dat nagenoeg alle stacaravans met ingang van 1 januari 2013 onder de forensenbelasting vallen. Toercaravans en losse overnachtingen vallen onder de toeristenbelasting. Bovengenoemde schept meer duidelijkheid voor zowel de recreatieondernemer als de recreant, alsmede lopen wij juridisch gezien geen risico meer.
Programmabegroting 2015-2018
- 137 -
Als gevolg van het intrekken van de bovengenoemde beleidsregel vindt er dus een verschuiving plaats van toeristen- naar de forensenbelasting. De wijziging van het beleid binnen de recreatieve heffingen is budgettaire neutraal uitgevoerd. Het tarief van de forensenbelasting is meer in lijn gebracht met het tarief van een jaarplek toeristenbelasting. Ad 3. Toeristenbelasting De gemeente Nunspeet heft toeristenbelasting voor het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) zijn ingeschreven. Toeristenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen. Gemeenten kunnen kiezen voor het heffen van toeristenbelasting van degene die verblijf houdt of van degene die gelegenheid tot verblijf biedt. Net als de meeste andere gemeenten, doet de gemeente Nunspeet dat laatste. Degene die verblijf biedt, mag de belasting overigens wel doorberekenen aan degene die verblijf houdt. De heffing vindt in principe plaats per overnachting per persoon, maar er kan ook voor een seizoen- of jaarplaats een vast tarief betaald worden. Bij de jaar- en seizoenplaatsen wordt gewerkt met een forfaitaire berekening van het aantal overnachtingen. Ad 4. Afvalstoffenheffing Op grond van de Wet milieubeheer heeft de gemeente de plicht ervoor zorg te dragen dat ten minste eenmaal in de week de huishoudelijke afvalstoffen worden ingezameld bij percelen waar deze kunnen ontstaan. Om de kosten voor het ophalen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen te verhalen, hebben gemeenten de keuze uit twee soorten reinigingsheffingen: de afvalstoffenheffing (gebaseerd op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer) en de reinigingsrechten (gebaseerd op artikel 229 van de Gemeentewet). Voor beide geldt dat geen winst mag worden gemaakt. In de gemeente Nunspeet wordt afvalstoffenheffing geheven. Onder huishoudelijke afvalstoffen worden verstaan de afvalstoffen die afkomstig zijn uit particuliere huishoudens. Ook beperkte hoeveelheden bouw- en sloopafval afkomstig van activiteiten die iedere particulier wel eens om en in zijn woning doet, worden tot huishoudelijke afvalstoffen gerekend. Het staat gemeenten binnen de grenzen van redelijkheid vrij de grondslag van de belasting te bepalen. In de gemeente Nunspeet is de heffingsgrondslag het aantal personen per huishouden. Om te komen tot een eerlijke verdeling van de kosten wordt een onderscheid gemaakt tussen een-, twee- en meerpersoonshuishouden. Bedrijven vallen buiten de heffing, omdat de gemeente daarvoor geen inzamelingsplicht heeft. Bedrijven moeten dit zelf (laten) verzorgen. Ad 5 Rechten: rioolheffing Op grond van artikel 228 van de Gemeentewet, heeft een gemeente de mogelijkheid om een rioolheffing op te leggen. De gemeente heeft bij wet een zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer: de afvoer van afvalwater, de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd) en het kwaliteitsbeheer van grondwater. De inkomsten uit rioolheffing zijn alleen beschikbaar voor uitgaven gerelateerd aan de hierboven genoemde zorgtaken. De gemeente Nunspeet legt de rioolheffing op aan de eigenaar van een direct of indirect op het riool aangesloten onroerende zaak in het kader van de WOZ-wetgeving. Dit vanuit het oogpunt van perceptiekosten en eenduidigheid alsmede duidelijkheid. Er wordt bij de heffing onderscheid gemaakt tussen een woning en een niet-woning in het kader van de Wet WOZ. Ad 6a Rechten: leges Bij belastingen moet de burger betalen zonder dat deze er in directe zin iets voor terugkrijgt. Bij rechten betaalt de burger voor een prestatie van de gemeente. Leges zijn daar een voorbeeld
Programmabegroting 2015-2018
- 138 -
van. Leges worden geheven voor een door de gemeente te verlenen individuele dienst (zoals het verstrekken van een paspoort of uittreksel uit het bevolkingsregister), maar ook de verlening van vergunningen (zoals een bouw- of exploitatievergunning). Overeenkomstig de begrotingsuitgangspunten zijn is bij het opstellen van de begroting uitgegaan van het vermijden van lastenverzwaring voor de burgers. Tegelijkertijd is uitgegaan van het principe dat de kosten die de gemeente maakt voor concrete dienstverlening gedragen moeten worden door degenen die deze diensten afnemen. Dat betekent dat legestarieven kostendekkend behoren te zijn, zodat de algemene dekkingsmiddelen worden ontlast. Ad 6b Rechten: begraafplaatsrechten Onder de naam begraafrechten worden in Nunspeet rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van daarop betrekking hebbende diensten. Deze tarieven zijn kostendekkend geraamd. Ad 6c Rechten: marktgelden Onder de naam marktgelden worden in Nunspeet rechten geheven voor het innemen van een standplaats op de voor markt aangewezen plaatsen gedurende de voor markt aangewezen tijd. Kwijtschelding Het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid maakt een integraal deel uit van het gemeentelijk minimabeleid. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing. Er zijn twee routes naar min of meer hetzelfde doel. Er is de kwijtscheldingsprocedure en er is de minimaregeling. Vanuit laatstgenoemde regeling kunnen mensen in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten van de afvalstoffenheffing. De gemeente Nunspeet hanteert geen lokaal beleid voor de kwijtschelding, maar hanteert de landelijke ‘uitvoeringsregeling invorderingswet 1990’. Actualiteiten Tot slot van deze paragraaf maken wij melding van een aantal nog niet in het bovenstaande genoemde highlights uit de actualiteit rond gemeentelijke heffingen: Basisregistratie WOZ De Basisregistratie WOZ maakt onderdeel uit van het stelsel van basisregistraties. Voor de gegevensuitwisseling wordt een Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) in het leven geroepen. De voorbereiding van de LV WOZ is in volle gang. Er zijn inmiddels een aantal koploper gemeenten aangesloten. Het aansluiten van de Basisregistratie WOZ op de LV WOZ vergt de nodige inspanningen en investeringen. Er zijn een aantal raadvoorwaarden waaraan de gemeente voldaan moet hebben, voordat aangesloten kan worden. Zo is het aansluiten bijvoorbeeld afhankelijk van het gereed zijn van de koppeling tussen de Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) en de WOZ en van het gebruik van digikoppeling binnen de gemeente. Dit alles heeft gevolgen voor de processen binnen de gehele organisatie. De Waarderingskamer komt binnenkort met een planning voor het aansluiten op de LV WOZ. Openbaarheid WOZ In de wetgeving is inmiddels vastgelegd dat de WOZ-waarden van woningen openbaar worden. Het moment waarop dit in werking treedt, is echter nog niet bepaald. Het wordt door openbaarheid van de WOZ-waarde mogelijk om de WOZ-waarde van een woning op te vragen. Met de realisatie van een landelijke voorziening WOZ kunnen burgers eenvoudig en laagdrempelig de WOZ-waarde opvragen bij één centraal punt. Zij kunnen dan de WOZ-waarde van hun woning vergelijken met de WOZ-waarde van zelf gekozen woningen. Als gevolg van deze openbaarheid worden de onderlinge waardeverhouding tussen woningen nog belangrijker dan in het verleden. Het openbaar maken van de WOZ-waarden voor woningen zal gevolgen hebben voor de processen, alsmede zal hierdoor het aantal bezwaren waarschijnlijk toenemen.
Programmabegroting 2015-2018
- 139 -
6. Vaststellingsbesluit
Programmabegroting 2015-2018
- 140 -
Programmabegroting 2015-2018
- 141 -
6.
Vaststellingsbesluit
Nr. De raad van de gemeente Nunspeet; gezien de Ontwerpprogrammabegroting 2015 en Meerjarenbegroting 2016-2018 van lasten en baten van de gemeente Nunspeet; gelet op artikel 191 van de Gemeentewet; besluit: deze begroting vast te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nunspeet op 30 oktober 2014,
de griffier,
de voorzitter,
Programmabegroting 2015-2018
- 142 -
Programmabegroting 2015-2018
- 143 -
BIJLAGEN A. B. C. D.
Overzicht nieuwe investeringen en uitgaven per prioriteit 2015 -2018 Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Overzicht niet-gehonoreerde investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Begrippenlijst
Programmabegroting 2015-2018
- 144 -
Programmabegroting 2015-2018
Bijlage A
Overzicht nieuwe investeringen en uitgaven 2015-2018 per prioriteit Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr.
Prioriteit
jaren
volgens
2015
2016
2017
2018
BESTUURLIJKE WENSEN; COLLEGEPROGRAMMA Structureel Verhogen budget onderhoud wegen
x
2015
bo
Onderhoud riolering naar aanleiding van scan
x
2015
bo
dekking rioolheffing dekking afvalstoffenheffing
80.000
100.000
130.000
130.000
Uitvoering hondenbeleid
x
2015
bo
Gebiedsfonds vitale wijken
x
2015
bo
25.000
25.000
25.000
2016
bo
13.000
27.000
27.000
2016
bo
162.000
162.000
162.000
-62.000
-62.000
-62.000
37.500
60.656
Aanvulling revitalisering sportpark Wiltsangh Huisvesting (passend) onderwijs
x
Dekking huisvesting (passend) onderwijs; afschaffing bijdrage onderwijsondersteuning Noord-Veluwe fietst! Herontwikkeling de Brink Elspeet Investering
x
2016
bo
250.000
2016
bo
750.000
2017
x
2017
20
25.000
dekking reserve IRTV
bo
1.000.000
Inzet reserve IRTV
250.000
Saldo
750.000
Centrale opvang bedrijven Elspeet
bo
budgettair neutraal
Totaal structureel
105.000
238.000
319.500
342.656
TOTAAL BESTUURLIJKE WENSEN; COLLEGEPROGRAMMA
105.000
238.000
319.500
342.656
BESTUURLIJKE WENSEN; WIJZIGING WETGEVING Structureel Uitvoering programma Nieuwe overheid
50.000
2015
Uitvoering programma Nieuwe overheid
x
2015
7
bw
7.143
8.536
8.304
8.071
bw
12.500
12.500
12.500
12.500
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein
x
2015
bw
25.000
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein; structurele lasten
x
2015
bw
27.000
27.000
27.000
27.000
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein; deelfonds sociaal domein
x
2015
bw
-52.000
-27.000
-27.000
-27.000
19.643
21.036
20.804
20.571
Totaal structureel
- 145 -
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr.
Prioriteit
jaren
volgens
2015
2016
2017
2018
Incidenteel Actualisatie welstandsbeleid
x
2015
10.000
Optimaliseren basisregistraties BAG/BGT
x
2015
20.000
Totaal incidenteel
30.000
0
0
0
TOTAAL BESTUURLIJKE WENSEN; WIJZIGING WETGEVING
49.643
21.036
20.804
20.571
BESTUURLIJKE WENSEN; VERVANGINGSINVESTERING Structureel Vervangen en repareren afvalbakken (50 stuks)
x
2018
bv
30.000
Dekking afvalstoffenheffing
x
2018
bv
-30.000
15.000
2018
15
bv
1.000 1.667
Vervangen hekwerk (3e fase) rond grote rioolgemalen Vervangen leidingwerk in drukrioolgemalen
25.000
2018
15
bv
Vervangen leidingwerk in grote (pers)rioolgemalen
25.000
2018
15
bv
1.667
Vervangen pompen in grote rioolgemalen
15.000
2018
15
bv
1.000
Vervangen pompen in drukrioolgemalen buitengebied
25.000
2018
15
bv
1.667
Vervangen straat- en trottoirkolken (50 stuks)
20.000
2018
15
bv
1.333
Dekking rioolecht
-8.333
Vervangen oude lichtmasten
15.000
2018
20
bv
750
Vervangen oude verlichtingsarmaturen door LED-armaturen
30.000
2018
20
bv
1.500
Vervangen oeverbeschoeiing vijverpartij Edzard Koningpark Vervangen vrachtauto MAN Vervangen Iveco
25.000
2018
10
bv
110.000
2017
7
bv
55.000
2018
7
bv
7.857 2.143
Vervangen zoutstrooier (getrokken)
15.000
2018
7
bv
Vervangen zoutstrooier (MAN)
35.000
2018
7
bv
Vervangingen binnen domein Automatisering
20.000
2015
7
bv
2.500 15.714
18.779
5.000 2.857
3.414
3.321
3.229
Vervangen iPads
22.000
2015
3
bv
7.333
7.810
7.572
7.333
Vervangen tokens (2factor authentication)
33.000
2015
3
bv
11.000
11.715
11.358
11.000
Vervangen ICT werkplekken gemeentehuis
136.500
2015
5
bv
27.300
30.849
29.962
29.075
63.000
2015
5
bv
12.600
14.238
13.829
13.419
Totaal structureel
61.090
68.026
81.755
102.584
TOTAAL BESTUURLIJKE WENSEN; VERVANGINGSINVESTERING
61.090
68.026
81.755
102.584
Vervangen ICT werkplekken RNV
- 146 -
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Afschr.
Prioriteit
jaren
volgens
bo
17.000
17.000
17.000
5
bo
3.400
3.842
3.732
3.621
bo
27.500
27.500
27.500
27.500
5.000
8.088
7.925
7.763
10.000
16.175
15.850
2015
2016
2017
2018
NIEUW BELEID; OVERIGE INVESTERINGEN Structureel Implementeren jaarlijkse nieuwe versies/releases applicaties
x
2015
17.000
2015
x
2015
Aanleggen rotonde Harderwijkerweg-Galvaniweg
350.000
2018
20
bo
Aanpassing Oosteinderweg
100.000
2015
20
bo
Technische renovatie rotonde Elburgerweg-Oenenburgerweg
200.000
2016
20
bo
75.000
2015
20
bo
Uitbreiden draadloos netwerk Handhaving onrechtmatige bewoning recreatieverblijven (formatie)
Aanleg fietspad richting Klaterweg (€ 150.000,--/€ 75.000,-- provinciale subsidie) Totaal structureel
17.000
17.500
3.750
6.066
5.944
5.822
56.650
72.495
78.275
95.055
Incidenteel Baggeren vijverpartij Edzard Koningpark
x
2018
bo
25.000
Inspecteren en reinigen druk- en persriolering
x
2018
bo
30.000
Inventariseren onderhoudstaat riolering
x
2018
bo
30.000
Dekking rioolrecht
-60.000
Verbeteren oversteek Stationsplein
x
2015
bo
20.000
Verklaring tot vervanging van archiefbescheiden
x
2015
bo
20.000
Koppeling Makelaar suite met NedBrowser
x
2015
bo
Totaal incidenteel
TOTAAL BESTUURLIJKE WENSEN; OVERIGE INVESTERINGEN
Generaal totaal
2.476.500
- 147 -
4.000 44.000
0
0
25.000
100.650
72.495
78.275
120.055
316.383
399.557
500.334
585.867
Overzicht investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
Bijlage B *)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 1 WERK EN INKOMEN Maatschappelijke dienstverlening Drie transities begeleiding, werk en jeugd
O
PM
2015
bw
budgettair neutraal obv toevoeging gemeentefonds uitkering
Totaal
0
0
0
0
bestaand beleid
0
0
0
0
nieuw beleid
0
0
0
0
TOTAAL PROGRAMMA 1
0
0
0
0
PROGRAMMA 2 JEUGD EN ONDERWIJS 04.01 Bijzonder basisonderwijs Restpost huisvesting onderwijs
O
x
2015
bv
7.500
25.000
2.500
Huisvesting (passend) onderwijs
N
x
2016
bo
162.000
162.000
162.000
Dekking huisvesting (passend) onderwijs; afschaffing bijdrage onderwijsondersteuning
N
x
2016
bo
-62.000
-62.000
-62.000
Totaal
0
107.500
125.000
102.500
bestaand beleid
0
7.500
25.000
2.500
nieuw beleid
0
100.000
100.000
100.000
TOTAAL PROGRAMMA 2
0
107.500
125.000
102.500
0
0
0
PROGRAMMA 3 MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING 07.10 Overige gezondheidsaangelegenheden Lokaal gezondheidbeleid (nieuwe nota, lagere prov. bijdrage)
O
x
2015
bw
20.000
Totaal
20.000
bestaand beleid
20.000
0
0
0
0
0
0
0
20.000
0
0
0
nieuw beleid TOTAAL PROGRAMMA 3
- 149 -
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 4 WONEN 05.55 Stads- en dorpsvernieuwing/monumentenbeleid Schilderwerk en gevelherstel kerktoren Nunspeet
O
43.000
2015
10
bv
Schilderwerk molen De Maagd (Hulshorst)
O
25.000
2017
10
bv
Totaal
4.300
5.558
5.418
5.278
2.500
3.231
5.558
7.918
8.510
10.000
0
0
0
27.500
27.500
27.500
27.500
27.500
27.500
27.500
27.500
4.300
08.30 Vergunningverlening bouw- en woningtoezicht Actualisatie welstandsbeleid
N
x
bw
2015
Totaal
10.000
08.35 Handhavingscontrole bouw- en woningtoezicht Handhaving onrechtmatige bewoning recreatieverblijven (formatie)
N
x
bo
2015
Totaal
08.50 Volkshuisvestingsbeleid Jaarlasten agv storting inzake starterslening bij het SVNG
O
2.360
2.360
2.360
2.360
Totaal
2015
2.360
2.360
2.360
2.360
bestaand beleid
6.660
7.918
10.278
10.870
nieuw beleid
37.500
27.500
27.500
27.500
TOTAAL PROGRAMMA 4
44.160
35.418
37.778
38.370
PROGRAMMA 5 RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEU 07.20 Afvalinzameling/afvalverwerking Ondergrondse restafvalinzameling
O
Ondergrondse restafvalinzameling; dekking afvalstoffenheffing
O
30.000
bo
1.200
2.136
2.097
2.058
2015
bo
-1.200
-2.136
-2.097
-2.058
2015
25
Uitvoering hondenbeleid
N
x
2015
bo
Vervangen en repareren afvalbakken (50 stuks)
N
x
2018
bv
30.000
Dekking afvalstoffenheffing
N
x
2018
bv
-30.000
Totaal
dekking afvalstoffenheffing
0
- 150 -
0
0
0
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
07.30 Riolering Onderhoud riolering naar aanleiding van scan
x
2015
50.000
2016
bo 15
dekking rioolheffing
Vervanging rioolhuisaansluitingen Oenenburgerweg (Oenenburgerweg - Bloemhofweg)
O
bv
3.333
4.850
4.742
Vervanging 25 drukrioolgemalen buitengebied
O
25.000
2016
15
bv
1.667
2.425
2.371
Vervanging pompen grote persrioolgemalen
O
15.000
2016
15
bv
1.000
1.455
1.423
Vervanging leidingwerk rioolgemalen
O
25.000
2016
15
bv
1.667
2.425
2.371
Dekking rioolrecht
O
x
2016
bv
-7.667
-11.155
-10.906
Vervangen pompen grote (pers)rioolgemalen
O
15.000
2017
15
bv
1.000
1.455
Vervangen pompen (25 stuks) drukrioolgemalen buitengebied
O
25.000
2017
15
bv
1.667
2.425
Vervangen leidingwerk in grote rioolgemalen
O
25.000
2017
15
bv
1.667
2.425
Vervangen leidingwerk in drukrioolgemalen
O
25.000
2017
15
bv
1.667
2.425
Vervangen oude kolk- en huisaansluitingen riolering Bloemhofweg (ged. Oenenburg - Laan)
O
75.000
2017
15
bv
5.000
7.275
Vervangen hekwerk (2e fase) rond de grote rioolgemalen
O
15.000
2017
15
bv
1.000
1.455
Dekking rioolrecht
O
x
2017
bv
-12.000
-17.460
Inventarisatie onderhoudstaat riolering > 40 jaar
O
x
2017
bo
35.000
Inspecteren en reinigen druk- en persrioleringen
O
x
2017
bo
30.000
Dekking rioolrecht
O
x
2017
bo
-65.000
Inspecteren en reinigen druk- en persriolering
N
x
2018
bo
30.000
Inventariseren onderhoudstaat riolering
N
x
2018
bo
30.000
Dekking rioolrecht
N
x
2018
bo
-60.000
Vervangen hekwerk (3e fase) rond grote rioolgemalen
N
15.000
2018
15
bv
1.000
Vervangen leidingwerk in drukrioolgemalen
N
25.000
2018
15
bv
1.667
Vervangen leidingwerk in grote (pers)rioolgemalen
N
25.000
2018
15
bv
1.667
Vervangen pompen in grote rioolgemalen
N
15.000
2018
15
bv
1.000
Vervangen pompen in drukrioolgemalen buitengebied
N
25.000
2018
15
bv
1.667
Vervangen straat- en trottoirkolken (50 stuks)
N
20.000
2018
15
bv
1.333
Dekking rioolecht
N
x
2018
bv
-8.333
Totaal
0
0
5.000
0
0
0
0
07.40 Uitvoering milieuprogramma Innovatiecentrum groene economie Noord-Veluwe
O
x
2015
bo
5.000
Klimaatactieplan 2014 & 2015
O
x
2015
bo
10.833
Totaal
15.833
- 151 -
5.000
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
08.30 Vastgoedinformatiesystemen Onderhoud programmatuur toezichtprotocol (Wabo)
O
x
2015
bw
5.000
5.000
5.000
5.000
Onderhoud GPS-apparatuur
O
x
2015
bo
1.600
1.600
1.600
1.600
Omzetting grootschalige basiskaart naar basisregistratie grootschalige topografie
O
x
2015
bw
46.000
Optimaliseren basisregistraties BAG/BGT
N
x
2015
bw
20.000
Totaal
72.600
6.600
6.600
6.600
bestaand beleid
68.433
11.600
6.600
6.600
nieuw beleid
20.000
0
0
0
TOTAAL PROGRAMMA 5
88.433
11.600
6.600
6.600
PROGRAMMA 7 VERKEER EN OPENBARE RUIMTE 02.00 Wegen Verhogen onderhoudsbudget wegen
O
x
2015
bo
50.000
30.000
Verhogen onderhoudsbudget wegen; dekking inzet egalisatiereserve wegen
O
x
2015
bo
-50.000
-30.000
Verhogen budget onderhoud wegen
N
x
2015
bo
80.000
100.000
130.000
130.000
Gebiedsfonds vitale wijken
N
x
2015
bo
25.000
25.000
25.000
25.000
Verbeteren oversteek Stationsplein
N
x
2015
bo
20.000
Aanpassing Oosteinderweg
N
100.000
2015
20
bo
5.000
8.088
7.925
7.763
Aanleg fietspad richting Klaterweg (€ 150.000,--/€ 75.000,-- provinciale subsidie)
N
75.000
2015
20
bo
3.750
6.066
5.944
5.822
Aanbrengen grasbetonstenen langs wegen buitengebied
O
50.000
2015
20
bo
2.500
4.044
3.963
3.881
Vervanging geluidscherm op geluidswal Nunspeet-West
O
40.000
2016
10
bv
4.000
5.170
5.040
Technische renovatie rotonde Elburgerweg-Oenenburgerweg
N
200.000
2016
20
bo
10.000
16.175
15.850
Renoveren fietspad Pasopweg
O
100.000
2017
20
bo
5.000
8.088
Herontwikkeling de Brink Elspeet
N
750.000
2017
20
bo
37.500
60.656
N
350.000
2018
20
bo
Investering
1.000.000
Inzet reserve IRTV
250.000
Saldo
750.000
Aanleggen rotonde Harderwijkerweg-Galvaniweg Totaal
17.500 136.250
- 152 -
157.197
236.676
279.599
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
02.20 Straatverlichting Vervanging lichtmasten
O
20.000
2016
20
bv
1.000
1.618
Vervanging verlichtingsarmaturen OV
O
7.500
2016
20
bv
375
607
594
Vervangen oude verlichtingsarmaturen door LED-armaturen
O
25.000
2017
20
bv
1.250
2.022
Vervangen oude lichtmasten
N
15.000
2018
20
bv
750
Vervangen oude verlichtingsarmaturen door LED-armaturen
N
30.000
2018
20
bv
1.500
Totaal
0
1.375
0
0
1.585
3.474
6.451
500
809
500
809
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
15.000
02.70 Bewegwijzering Vervangen bewegwijzering (ANWB-masten)
O
10.000
2017
20
bv
05.60 Groenvoorzieningen Verhogen budget groenonderhoud (bermen Rondweg Oost)
O
x
bo
2016
Totaal
0
05.61 Parken en vijvers Vervanging bruggetje Edzard Koningpark
O
46.469
2015
15
bv
3.098
4.507
4.407
4.306
Vervanging beschoeiing vijver Oranjepark
O
15.000
2015
10
bv
1.500
1.973
1.924
1.875
Baggeren vijverpartij Edzard Koningpark
N
x
2018
Vervangen oeverbeschoeiing vijverpartij Edzard Koningpark
N
25.000
2018
10
bo
25.000
bv
2.500
Totaal
4.598
6.480
6.331
33.681
10.000
07.50 Beheer en onderhoud begraafplaatsen Uitbreiding begraafplaatsareaal (Elspeet/Nunspeet West); verhoging onderhoudsbudget
O
x
2016
Uitbreiding begraafplaats Nunspeet-West
O
60.000
2016
Uitbreiding begraafplaats Nunspeet-West; onttrekking reserve uitbreiding begraafplaatsen
O
Totaal
2016
10
bo
10.000
10.000
bo
6.000
7.755
7.560
bo
-6.000
-7.755
-7.560
10.000
10.000
10.000
0
bestaand beleid
7.098
40.899
49.437
53.200
nieuw beleid
133.750
149.153
222.544
292.341
TOTAAL PROGRAMMA 7
140.848
190.052
271.981
345.541
- 153 -
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 8 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE 05.10 Buitensportaccommodaties Vervanging toplaag kunstgrasveld korfbal en hockey
O
Aanvulling revitalisering sportpark Wiltsangh
N
250.000
2015
10
bv
25.000
32.313
31.500
13.000
27.000
27.000
25.000
45.313
58.500
57.688
1.667
2.425
2.371
150.000
150.000
150.000
150.000
bo
2016
Totaal
30.688
05.11 Binnensportaccommodaties Vervanging toplaag sportzaalvloer sportzaal Elspeet
O
25.000
2016
De Brake; meerjarenonderhoudplan
O
x
2015
p
Uitwerking nota Sport en Bewegen
O
x
2015
bo
15
bv
Totaal
30.000
40.000
60.000
60.000
180.000
191.667
212.425
212.371
0
0
0
0
4.286
5.121
4.982
4.843
4.286
5.121
4.982
4.843
783
1.139
1.114
1.088
783
1.139
1.114
1.088
210.069
230.240
250.021
248.990
0
13.000
27.000
27.000
210.069
243.240
277.021
275.990
0
0
0
05.20 Sport algemeen Noord-Veluwe fietst!
N
250.000
bo
2016
Totaal
dekking reserve IRTV
05.70 Handhaving natuurschoon Vervanging beheerssysteem natuurdata (data en GIS)
O
30.000
2015
7
bv
Totaal
60.00 Gymnastieklokalen Gymzaal Vierhouterweg Elspeet; vernieuwen toplaag sportzaalvloer met belijning
O
11.745
2015
15
bv
Totaal
bestaand beleid nieuw beleid TOTAAL PROGRAMMA 8
PROGRAMMA 9 ECONOMISCHE STRUCTUUR 03.10 Economische zaken Centrale bedrijvenlocatie Elspeet
N
Totaal
x
2017
bo
budgettair neutraal 0
- 154 -
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
03.50 Beheer bossen Vervangen houtsleeptang bossen
O
10.000
bv
2015
dekking reserve bosexploitatie
Totaal
0
0
0
0
bestaand beleid
0
0
0
0
nieuw beleid
0
0
0
0
TOTAAL PROGRAMMA 9
0
0
0
0
3.750
6.066
5.944
5.822
3.750
6.066
5.944
1.667
2.425
PROGRAMMA 10 BESTUUR EN MIDDELEN (UITGAVEN) 08.60 Beheer en onderhoud gebouwen Asbestsanering gemeentelijke gebouwen
O
75.000
2015
20
bo
Asbestsanering gemeentelijke gebouwen
O
75.000
2016
20
bo
Energiebesparende maatregelen bij gemeentegebouwen
O
25.000
2017
15
bo
Dekking energiebesp maatr bij gemeentegeb: lagere energiekosten
O
x
2017
bo
-1.667
-2.425
Totaal
3.750
9.816
12.009
11.766
bestaand beleid
3.750
9.816
12.009
11.766
0
0
0
0
3.750
9.816
12.009
11.766
3.055
4.941
4.842
4.743
2.000
2.910
2.845
nieuw beleid TOTAAL PROGRAMMA 10
PARAGRAAF BEDRIJFSVOERING 50.05 Gemeentehuis Gemeentehuis, vervangen dakbedekking van platte daken
O
61.100
2015
20
bv
Vervanging verwarming en toplaag hellingbanen parkeerkelder
O
30.000
2016
15
bv
Koelunits en doek buitenzonwering
O
25.000
2017
15
bv
Totaal
3.055
6.941
1.667
2.425
9.419
10.013
1.000
1.000
50.10 Informatievoorziening BAG-audit
O
x
2016
bw
BAG-audit
O
x
2015
bo
- 155 -
10.000 1.000
1.000
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
Inventarisatie luchtfoto's (karteren)
O
x
2015
bw
16.000
16.000
16.000
16.000
Jaarlijks maken van luchtfoto's
O
x
2015
bw
17.500
17.500
17.500
17.500
Vervangen/uitbreiden Citrix Gateway
O
x
2015
bv
400
400
400
400
Vervangen/uitbreiden back-up en uitwijk; incidentele lasten
O
x
2015
bv
8.750
8.750
8.750
8.750
Overgang naar CMI Business Objects
O
x
2015
bv
18.000
18.000
18.000
18.000
Overgang naar LIAS Enterprise
O
x
2015
bv
10.000
10.000
10.000
10.000
Verbeteren kwaliteit gegevensbeheer BAG
O
x
2015
bo
12.000
7.000
2.000
Checkmate WOZ-/BAG-module
O
x
2015
bo
1.500
1.500
1.500
1.500
Uitvoering programma Nieuwe overheid
N
50.000
2015
bw
7.143
8.536
8.304
8.071
12.500
12.500
12.500
7
Uitvoering programma Nieuwe overheid
N
x
2015
bw
12.500
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein
N
x
2015
bw
25.000
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein; structurele lasten
N
x
2015
bw
27.000
27.000
27.000
27.000
Extra informatievoorzieningen decentralisaties sociaal domein; deelfonds sociaal domein
N
x
2015
bw
-52.000
-27.000
-27.000
-27.000
Koppeling Makelaar suite met NedBrowser
N
x
2015
bo
4.000
Vervangingen binnen domein Automatisering
N
20.000
2015
7
bv
2.857
3.414
3.321
3.229
Vervangen iPads
N
22.000
2015
3
bv
7.333
7.810
7.572
7.333
Vervangen tokens (2factor authentication)
N
33.000
2015
3
bv
11.000
11.715
11.358
11.000
Vervangen ICT werkplekken gemeentehuis
N
136.500
2015
5
bv
27.300
30.849
29.962
29.075
Vervangen ICT werkplekken RNV
N
63.000
2015
5
bv
12.600
14.238
13.829
13.419
Implementeren jaarlijkse nieuwe versies/releases applicaties
N
x
2015
bo
17.000
17.000
17.000
17.000
Uitbreiden draadloos netwerk
N
17.000
2015
5
bo
3.400
3.842
3.732
3.621
Optionele modules iBurgerzaken
O
5.000
2016
7
bo
714
854
830
Optionele modules iBurgerzaken; structurele lasten
O
x
2016
bo
10.000
10.000
10.000
210.768
193.579
189.228
0
0
0
Totaal
190.283
50.35 Interne zaken Verklaring tot vervanging van archiefbescheiden
N
x
bo
2015
Totaal
20.000 20.000
50.78 Tractie Vervanging Piaggio (84-VVP-6); kantonniersvoertuig
O
25.000
2016
7
bv
3.571
4.268
4.152
Vervanging Piaggio (86-VVP-6); kantonniersvoertuig
O
25.000
2016
7
bv
3.571
4.268
4.152
Vervanging Nissan Navarra (bosbeheer)
O
40.000
2016
7
bv
5.714
6.829
6.643
- 156 -
Investeringsomschrijving
*)
Bedrag Jaar investering
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
Vervanging tractor Shibuara (groenonderhoud/begraafplaats Elspeet)
O
30.000
2016
7
bv
4.286
5.121
4.982
Vervanging zoutstrooier groot (tbv vrachtauto MAN)
O
35.000
2016
7
bv
5.000
5.975
5.813
Vervanging sneeuwploeg (tbv vrachtauto MAN)
O
10.000
2016
7
bv
1.429
1.707
1.661
Vervanging Piaggio
O
30.000
2016
7
bv
4.286
5.121
4.982
Vervangen RAVO veegmachine
O
180.000
2017
7
bv
25.714
30.729
Vervangen auto meetploeg
O
30.000
2017
7
bv
4.286
5.121
Vervangen Mitsubishi Fuso
O
35.000
2017
7
bv
5.000
5.975
Vervangen aanhangwagens voor dranghekken
O
20.000
2017
7
bv
2.857
3.414
Vervangen rolbezem fietspaden en gladheidsbestrijding
O
10.000
2017
7
bv
1.429
1.707
15.714
18.779
Vervangen vrachtauto MAN
N
110.000
2017
7
bv
Vervangen Iveco
N
55.000
2018
7
bv
7.857
Vervangen zoutstrooier (getrokken)
N
15.000
2018
7
bv
2.143
Vervangen zoutstrooier (MAN)
N
35.000
2018
7
bv
Totaal
5.000 0
bestaand beleid
27.857
88.289
113.109
88.205
135.663
167.997
173.324
nieuw beleid
125.133
109.904
123.290
139.026
TOTAAL BEDRIJFSVOERING
213.338
245.567
291.288
312.350
4.336.314
720.598
843.192
1.021.677
1.093.115
Investeringen 2015
1.138.814
720.598
633.829
687.148
658.466
Investeringen 2016
1.022.500
209.363
231.113
229.443
Investeringen 2017
1.525.000
103.417
142.956
Investeringen 2018
650.000
Generaal totaal
*) O = investeringen uit vorige meerjarenbegroting N =nieuwe investeringen
62.250
4.336.314
720.598
843.192
1.021.677
1.093.115
Investeringen bestaand beleid
1.859.814
404.215
443.635
521.343
507.248
Investeringen nieuw beleid
2.476.500
316.383
399.557
500.334
585.867
4.336.314
720.598
843.192
1.021.677
1.093.115
- 157 -
Overzicht niet-gehonoreerde investeringen en uitgaven per programma 2015-2018 Investeringsomschrijving
*)
Bedrag
Jaar
investering
Bijlage C
Afschr. Prioriteit termijn
volgens
2015
2016
2017
2018
PROGRAMMA 7 VERKEER EN OPENBARE RUIMTE 02.00 Wegen Aanleg parkeerplaats vrachtwagens Elspeet (2009) Dekking aanleg parkeerplaats vrachtwagens Elspeet: bijdrage eigenaren vrachtwagens Exploitatie en beheerskosten nav aanleg parkeerplaatsen vrachtwagens Elspeet 7.1.5 (2009) Dekking exploitatie en beheerskosten nav aanleg parkeerplaatsen: bijdrage eigenaren vrachtwagens
O
350.000
2013
O
x
2013
O
x
2013
O
x
2013
20
c
Herinrichting de Brink Elspeet
O
PM
2014
p
Dekking herinrichting de Brink Elspeet: opbrengsten Bedrijvenstrip Elspeet
O
PM
2014
p
Totaal
17.500
28.306
27.738
27.169
-17.500
-28.306
-27.738
-27.169
5.000
5.000
5.000
5.000
-2.500
-2.500
-2.500
-2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
PROGRAMMA 8 CULTUUR, SPORT EN RECREATIE 60.00 Gymnastieklokalen Winckelweg; vervangen dakpannen
O
26.256
2015
15
bv
1.750
2.547
2.490
2.433
Gymzaal Piersonstraat; vervanging sportvloer en dakbedekking hoge dak
O
33.500
2014
15
bv
2.233
3.250
3.177
3.104
3.984
5.796
5.667
5.537
6.484
8.296
8.167
8.037
Totaal
409.756
- 159 -
- 161 -
Begrippenlijst
Bijlage D
Deze begrippenlijst geeft voor een aantal (nieuwe) begrippen, mede in relatie tot de nieuwe begrotingsopzet en het duale systeem, een omschrijving. Balans
Baten en lasten (stelsel van)
Begroting
Beleidsbegroting
Bestuurlijk belang
Collegeprogramma
Financieel belang
Financiële begroting
Financiële positie
Jaarrekening
Onderdeel van de jaarrekening. De balans geeft een overzicht van de bezittingen, vreemd en eigen vermogen (activa en passiva) van de gemeente. Een begrotingssysteem van baten en lasten houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben. Een begroting geeft aan welke beleidsvoornemens de gemeente heeft, hoeveel middelen daarmee zijn gemoeid en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn. Het Besluit begroting en verantwoording 2004 onderscheidt een beleidsbegroting en de financiële begroting. De beleidsbegroting gaat volgens het Besluit begroting en verantwoording 2004 met name in op de (doelstellingen van de) programma’s en via de zogenoemde paragrafen op belangrijke onderdelen van het beheer. De beleidsbegroting bestaat uit: 1. het programmaplan; 2. de paragrafen. Een bestuurlijk belang heeft een gemeente wanneer ze een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als ze stemrecht heeft. Het college geeft in een collegeprogramma de inhoudelijke invulling van belangrijke onderwerpen die in de zittingsperiode tot uitvoering moeten komen. Het gaat als regel om onderwerpen het naar het oordeel van het college politiek relevant zijn. In een dualistisch stelsel ligt het in de lijn dat de wethouders het collegeprogramma ondertekenen en dat de fractieleiders van de coalitiepartijen niet (mede) ondertekenen. Een financieel belang heeft een gemeente indien de middelen die deze ter beschikking stelt verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op de gemeente. De financiële begroting gaat volgens het Besluit begroting en verantwoording 2004 met name in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit: 1. het overzicht van de baten en de lasten en toelichting; 2. de uiteenzetting van de financiële positie en toelichting. Onderdeel van de financiële begroting, tevens de tegenhanger van de balans. De financiële positie van een gemeente geeft de grootte en samenstelling van het vermogen in relatie tot de baten en lasten. De jaarrekening is de tegenhanger van de financiële begroting; de jaarrekening gaat in op de realisaties van het afgelopen begrotingsjaar. De jaarrekening is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit: 1. de programmarekening en toelichting; 2. de balans en toelichting.
Programmabegroting 2015-2018
- 162 -
Jaarstukken
De jaarstukken zijn onderverdeeld in het jaarverslag en de jaarrekening en is de tegenhanger van de begroting. Jaarverslag Het jaarverslag is de tegenhanger van de beleidsbegroting en gaat met name in op de uitkomsten van de programma’s over het afgelopen begrotingsjaar. Het jaarverslag is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit: 1. de programmaverantwoording; 2. de paragrafen. Overzicht van baten en las- Onderdeel van de financiële begroting dat een overzicht geeft ten van alle baten en lasten die in de programma’s zijn opgenomen. Paragrafen Een paragraaf geeft volgens het Besluit begroting en verantwoording 2004 een dwarsdoorsnede van de begroting op financiële aspecten. Het gaat dan om de beleidslijnen van beheersmatige aspecten die belangrijk zijn, financieel, politiek of anderszins. De paragrafen zijn onderdeel van zowel de beleidsbegroting als het jaarverslag. Product
Een product van een productenraming of productenrealisatie kan omschreven worden als het resultaat van samenhangend handelen, meetbaar gemaakt in de tijd, geld en kwaliteit. Een product wordt in de handreiking ruim geïnterpreteerd. Het kan zijn: een voorziening, een dienst, een goed of een activiteit. Een kern is dat er taakstellende afspraken aan verbonden kunnen worden. Een product omvat zoveel mogelijke kwantitatieve normen voor zowel financiële als niet-financiële prestatie-indicatoren.
Productenraming
De productenraming wordt volgens het Besluit begroting en verantwoording 2004 opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle gemeentelijke activiteiten weer in termen van producten. De productenraming is het begrotingsdocument van het college en heeft met name een beheersfunctie voor de uitvoering van de begroting. Een productenrealisatie is de tegenhanger van de productenraming en wordt na afloop van het begrotingsjaar opgesteld. Een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren gekoppeld kunnen worden. Een programmabegroting is een typering voor de nieuwe beoogde begroting doordat de programma's in de begroting centraal stam. In het Besluit begroting en verantwoording 2004 wordt het woord programmabegroting niet gebruikt. Het kenmerk van de begroting volgens de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften is dat de begroting is onderverdeeld in programma's, daarom wordt er naar de begroting volgens de nieuwe voorschriften ook wel verwezen als programmabegroting. Een programmabegroting bestaat idealiter uit 10-15 programma’s. De gemeente is vrij in de keuze van de programma’s en in het aantal. Een programmaplan behandelt per programma expliciet de maatschappelijke effecten en de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te verwezenlijken. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende drie vragen: Wat willen we? Wat gaan we ervoor doen? Wat gaat het kosten? Onderdeel van de jaarrekening. De programmarekening geeft een overzicht van de gerealiseerde baten en lasten van het begrotingsjaar.
Productenrealisatie Programma
Programmabegroting
Programmaplan
Programmarekening
Programmabegroting 2015-2018
- 163 -
Programmaverantwoording
Onderdeel van het jaarverslag. In de programmaverantwoording wordt per programma expliciet ingegaan op de beoogde maatschappelijke effecten en de wijze waarop getracht is deze effecten te verwezenlijken. De vragen: Wat wilden we? Wat hebben we ervoor gedaan? En Wat heeft het gekost? Zijn de centrale vragen die in dit deel beantwoord worden. Raadsprogramma De raad geeft in een raadsprogramma een agendering van de onderwerpen die in de raadsperiode aan de orde moeten komen. Het gaat als regel met name om de onderwerpen die in de visie van de raad politiek relevant zijn. Het raadsprogramma is de basis voor de planning en control van de raad. In een dualistisch stelsel kunnen alle raadsfracties een raadsprogramma ondertekenen. Verbonden partijen Een verbonden partij is een derde rechtspersoon waarbij de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit is het geheel van geldmiddelen (zoals de algemene reserve) waaruit tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast behoeven te worden. Incidentele weerstandsca- Het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvalpaciteit lers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de hoogte van de voorzieningenniveaus van de programma’s. Structurele weerstandsca- Hiermee worden de middelen bedoeld die permanent ingezet paciteit kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s. Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s.
Programmabegroting 2015-2018