Programmabegroting 2015 - 2018
Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN 1.1. Leeswijzer 1.2. Nota van aanbieding 1.2.1. Inleiding 1.2.2. Begrotingsbeeld 1.2.3. Raadsbehandeling 2. BELEIDSBEGROTING 2.1. Programmaplan 2.1.1. Programma 1 Besturen 2.1.2. Programma 2 Wonen en werken 2.1.3. Programma 3 Ontspannen 2.1.4. Programma 4 Leren 2.1.5. Programma 5 Zorgen 2.1.6. Programma 6 Beheren 2.1.7. Programma 7 Middelen 2.1.8. Programma 8 Sociaal Domein 2.2. Paragrafen 2.2.1. Paragraaf Lokale heffingen 2.2.2. Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2.2.3. Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen 2.2.4. Paragraaf Financiering 2.2.5. Paragraaf Bedrijfsvoering 2.2.6. Paragraaf Verbonden partijen 2.2.7. Paragraaf Grondbeleid 2.2.8. Paragraaf Demografische ontwikkelingen 3. FINANCIËLE BEGROTING 3.1. Overzichten baten en lasten 2015 - 2018 3.1.1. Baten en lasten 2015 per programma 3.1.2. Baten en lasten 2015 - 2018 per programma 3.1.3. Overzicht incidentele baten en lasten 2015 - 2018 per programma 3.1.4. Overzicht berekening aandeel EMU-saldo 3.2. Begroting baten en lasten 2015 op kostensoorten 3.2.1. Overzicht kostensoorten 3.2.2. Toelichting kostensoorten 3.3. Financiële positie 2015 - 2018 3.3.1. Toelichting meerjarenbeeld 3.3.2. Balanspositie 4. BIJLAGEN 4.1. Kerngegevens 4.2. Samenstelling bestuursorganen 4.3. Begrotingsuitgangspunten 4.4. Overzicht producten per deelprogramma
4 5 6 6 6 8 10 11 11 17 23 26 29 32 38 44 49 49 53 56 62 66 74 84 88 92 93 93 95 95 98 99 99 100 106 106 111 118 119 120 122 124
3 van 128
1 ALGEMEEN
Programmabegroting 2015 - 2018
4 van 128
1.1 Leeswijzer Deze programmabegroting bestaat uit een beleidsbegroting, een financiële begroting en een aantal bijlagen. De beleidsbegroting bevat acht raadsprogramma’s (het programmaplan) en acht paragrafen. Het vaststellingsbesluit treft u aan bij het raadsvoorstel. De programmabegroting hebben we opgesteld volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Ook de provincie geeft jaarlijks in haar begrotingsbrief aan waaraan de programmabegroting moet voldoen om haar toezichthoudende taak goed in te kunnen vullen. In deze programmabegroting hebben we de actuele voorschriften (BBV) en eisen (provincie) meegenomen. Het programmaplan (2.1) In dit document, nog volgens raadsprogramma 2010 - 2014, begint elk programma met een deel, waarin de missie, de bestuurlijke context en de kaderstellende nota's aan bod komen. Per deelprogramma noemen we de doelstellingen uit het raadsprogramma (wat willen we bereiken?) zoals die in 2014 golden en wordt het bestaande beleid voor het begrotingsjaar toegelicht (wat gaan we ervoor doen?). De inhoud past bij de TBB-visie en het coalitieakkoord. Elk programma sluiten we af met financiële informatie in duizendtallen (wat mag het kosten). In de financiële informatie zijn de autonome ontwikkelingen, vervangingsinvesteringen en tussentijdse raadsbesluiten verwerkt. We benoemen ontwikkelingen in structurele budgetten (bestaand beleid), investeringen en reserves en voorzieningen. We lichten de bijzonderheden niet uitputtend toe, maar vergelijken alleen de grotere verschillen van de lasten en baten van 2015 met de stand van de begroting 2014 inclusief begrotingswijzigingen (tot 1 augustus 2014). In die financiële overzichten bij "wat mag het kosten?" staat een + voor lasten of tekorten en een - voor baten of overschotten. Alle overige tabellen in hoofdstuk 1 tot en met 3 zijn juist hieraan tegengesteld opgesteld. Voor het verhogen van de leesbaarheid zijn de vermelde cijfers in tabellen en opstellingen in deze begroting in euro's maal 1.000 tenzij anders vermeld. De paragrafen (2.2) In de verplichte paragrafen beschrijven we kort het beleid ten aanzien van de beheersmatige aspecten van de organisatie. De inzet van de organisatie is gericht op een effectieve en efficiënte realisatie van de gemeentelijke taken en heeft dus betrekking op meerdere programma’s. Door deze beheersmatige onderwerpen apart in paragrafen op te nemen, krijgen deze aspecten ook de aandacht. De financiële begroting (3) De overzichten volgen de BBV-eisen en bevatten de vereiste toezichtsinformatie. In aansluiting op uw wens om op hoofdlijnen te sturen, zijn de budgettotalen per programma opgenomen in paragraaf 3.1. Die totalen vormen het autorisatieniveau. Om u ook te informeren over de inzet per deelprogramma volgens uw financiële verordening, maken we deze budgetten als detaillering zichtbaar in het onderdeel "wat mag het kosten?" bij de programma's. In dit hoofdstuk krijgt u vooral inzicht in de omvang van de soorten kosten die we als gemeente maken door u de ontwikkeling van lasten en baten op kostensoorten te tonen (paragraaf 3.2). In paragraaf 3.3 vindt u de uitwerking van de financiële positie, gericht op de factoren die hebben geleid tot een stijgende of dalende lijn in de begrotingsruimte. Veel van de factoren gelden organisatiebreed en meerjarig; dus van toepassing voor alle programma's en meerdere jaren. De bijlagen (4) In de bijlagen zijn vier overzichten opgenomen, die ieder voor zich spreken.
Programmabegroting 2015 - 2018
5 van 128
1.2 Nota van aanbieding 1.2.1 Inleiding Belangrijke ontwikkelingen voor onze gemeente Bronckhorst zijn de drie decentralisaties, de veranderende rol van de overheid, de demografische ontwikkelingen en de afname van financiële middelen. In samenwerking met inwoners en organisaties wil de gemeente deze ontwikkelingen begeleiden en haar beleid hierop afstemmen. De ambitie van Bronckhorst is gericht op het behouden en verbeteren van de kwaliteit voor wonen, werken en recreëren voor de huidige en toekomstige inwoners van Bronckhorst. De gemeente wil de dynamiek in de samenleving versterken en ruimte geven aan de krachten die Bronckhorst maken wat het is en kan worden. Hierbij wordt nadrukkelijk aangesloten bij onder andere de toekomstvisies Bronckhorst voor elkaar 3.0, Toekomstbestendig Bronckhorst "Duurzaam en betrokken", Achterhoek 2020 en Gelderland 2025. Deze programmabegroting hebben we opgesteld volgens de uitgangspunten van Bijlage 4.3 (prijsstijging, etc), de bestaande BBV-voorschriften en de toezichtseisen van de provincie. Dit betekent dat u in het document het actuele financiële meerjarenbeeld bij ongewijzigd beleid ziet. Nieuw beleid met structurele gevolgen is niet in deze begroting opgenomen. In september zullen we de financiële effecten van het coalitieakkoord bepalen. Ook zal er dan meer duidelijkheid zijn over de budgetten en uitvoering van de decentralisaties in onze gemeente. Dit alles wordt samen met de informatie uit de septembercirculaire 2014 in een aanvullend document opgenomen. De consequenties van het nieuw beleid ziet u in een eerste wijziging op deze begroting 2015 - 2018, waarover u waarschijnlijk gelijk met deze begroting op 6 november een besluit neemt. De verandering in deze begroting zit in het feit dat we aanvullend een nieuw programma hebben opgenomen: Sociaal Domein (Decentralisaties). Hiermee bereiden we ons voor op de verantwoordingseisen die de decentralisaties met zich meebrengen en lopen we vooruit op een mogelijk andere indeling van de programmabegroting 2016 - 2019. Voor dit programma Sociaal Domein hanteren we voor 2015 een indeling in deelprogramma's volgens de meicirculaire 2014. Alle relevante budgetten op de bestaande programma’s brengen we over naar dit aanvullende programma. De informatie in de begroting is gerangschikt volgens de informatie-eisen van het Rijk. Daarmee kent de programmabegroting 2015 - 2018 de opbouw van de afgelopen jaren, aangevuld met het nieuwe programma Sociaal Domein. 1.2.2 Begrotingsbeeld In deze programmabegroting 2015 – 2018 neemt u besluiten over het begrotingsjaar 2015. De financiële meerjarenbegroting voor 2016 tot en met 2018 is informatief van aard, maar wel belangrijk voor een duurzaam financieel beleid. Ontwikkelingen in 2015 kunnen immers leiden tot andere prioriteitstellingen in latere jaren. Op dit moment, eind augustus 2014, is sprake van een te verwaarlozen begrotingstekort van € 181.000 N. Dit is wel een structureel tekort, oplopend naar € 1.022.000 N in 2018. Begrotingsruimte De programmabegroting die we u nu voorleggen geeft het volgende meerjarenbeeld: Begrotingsruimte 2015 - 2018 Volgens programmabegroting 2014 - 2017 Aanpassingen begrotingsruimte voor begroting 2015 Programmabegroting 2015 - 2018
2015
2016
2017
2018
-254
-116
-77
-77
73
-453
-485
-945
-181
-569
-562
-1.022
(+ = overschot; - = tekort)
Programmabegroting 2015 - 2018
6 van 128
De wijzigingen na programmabegroting 2014 - 2017 kennen de volgende oorzaken: Aanpassingen begrotingsruimte a. Begrotingswijzigingen raad b. Autonome ontwikkelingen c. Algemene uitkering d. Verwerking decentralisaties e. Technische correcties f. Opdracht afvalstoffenheffing Aanpassingen na programmabegroting 2014 - 2017
2015
2016
2017
2018
9 -267 13.196 -14.013 604 544 73
-195 -374 13.227 -13.069 -579 536 -453
-172 -377 12.791 -12.975 -279 528 -485
-134 -304 12.259 -13.000 -219 454 -945
(+ = overschot; - = tekort)
Uit het overzicht blijkt dat de begroting voor 2015 praktisch sluitend is, maar niet voor de jaren erna. We hanteren een bandbreedte van 0,5% van onze begrotingsomzet (voorgaande jaren 1%), zijnde € 384.000, waarbinnen we nog geen aanvullende acties ondernemen. Wetende dat we nog geen nieuw beleid in deze cijfers hebben verwerkt (keuzes Sociaal domein, gevolgen coalitieakkoord) denken we wel na over aanvullende maatregelen. Die zult u zien in het aangekondigde aanvullende document. De afwijkingen ten opzichte van de vorige programmabegroting 2014 – 2017 vindt u terug in het onderdeel "Wat mag het kosten?" bij de programma's of in hoofdstuk 3 van deze programmabegroting (paragraaf 3.3.1). Risico's We kennen een aantal risico's die nog niet op "op geld" gezet kunnen worden. Een sluitende begroting 2015 realiseren betekent niet dat daarmee alle problemen voor 2015 weg zijn. Net als in veel andere gemeenten blijven risico’s bestaan. Voor ons zijn op korte termijn de volgende risico’s te onderkennen: ● rijksmaatregelen (ontwikkeling algemene uitkering, invulling decentralisatietaken) ● eigen maatregelen (invulling afstoten onroerende goederen, formuleren nieuw beleid) ● omgevingsinvloeden (demografische ontwikkelingen, gebruik decentralisatieregelingen) Voor het opvangen van de risico’s reserveren we € 11,5 mln van de algemene reserve (bufferfunctie). In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (paragraaf 2.2.2) laten we u zien dat dit bedrag op basis van huidige inzichten meer dan voldoende is. Ook in de financiële begroting, onderdeel risico's (paragraaf 3.3.1) gaan we in op de risico's. Geplande investeringen en projecten In de begroting 2015 – 2018 hebben we ook de lasten van de vervangingsinvesteringen en doorlopende projecten in de ramingen verwerkt. Voor de begroting 2015 maken deze lasten deel uit van de geautoriseerde budgetten per programma. De projecten worden gefinancierd uit de algemene reserve. De algemene reserve kent een drietal functies volgens de nota reserves en voorzieningen (2012). U vindt de vervangingsinvesteringen en de geraamde projecten ook terug bij de programma’s bij het onderdeel "Wat mag het kosten?".
Programmabegroting 2015 - 2018
7 van 128
1.2.3 Raadsbehandeling Behandeling in de raadscommissie vindt plaats op woensdag 29 oktober 2014 en behandeling in de gemeenteraad staat gepland voor donderdag 6 november 2014. Hengelo, 6 oktober 2014 Burgemeester en wethouders van Bronckhorst, de secretaris,
de burgemeester,
A.H. van Hout
H.A.J. Aalderink
Programmabegroting 2015 - 2018
8 van 128
Programmabegroting 2015 - 2018
9 van 128
2 BELEIDSBEGROTING
Programmabegroting 2015 - 2018
10 van 128
2.1 Programmaplan 2.1.1 Programma 1 Besturen Algemeen Missie Bronckhorst streeft een bestuur na dat integer handelt ten dienste van de samenleving en vanuit betrokkenheid bij de burgers, daarbij rekening houdend met de eigen verantwoordelijkheid van de burgers. Context en achtergrond De eisen die de burgers stellen aan hun bestuur en aan de kwaliteit van de dienstverlening nemen toe. Vanuit de rijksoverheid komen meer taken en vanuit de provincie meer plannen naar de gemeente toe, maar minder middelen om alle taken op de huidige wijze te vervullen. Bronckhorst wil een gemeente zijn die goed inspeelt op de maatschappelijke ontwikkelingen, die een manier van dienstverlening heeft die aansluit bij de verwachtingen van burgers en bedrijven en past binnen de gemeentelijke financiën. Dit betekent dat Bronckhorst kritisch volgt in welke situaties welke rol en vorm van samenwerking nodig is. Naar inwoners toe en binnen samenwerkingsverbanden. Samenwerking met mede-overheden kan op regionaal niveau zijn, maar ook samenwerking binnen het verband van de P-10 in Nederland of binnen Europees verband. Van de burger verwachten we dat hij een bijdrage levert aan de kwaliteit van de samenleving. Kaderstellende beleidsnota's ● Financiële verordening (2008) ● Integraal veiligheidsbeleid (2008) ● Visie TBB "Duurzaam en betrokken" (2011) ● Beleidsnota evenementen en festiviteitenbeleid (2011) ● Evenementenbeleid (2012), eerste deelherziening "Vrijgestelde evenementen" (2013) ● Beleidsplan Brandweer Achterhoek West 2011 - 2015 (2011) ● Uitvoeringsagenda Achterhoek 2020 (2013) ● Coalitieakkoord "Bronckhorst dichtbij" (2014) ● Handhavingsprogramma (jaarlijks) Deelprogramma's 1A Bestuurscultuur 1B Samenwerking met mede-overheden 1C Dienstverlening 1D Openbare orde, veiligheid en handhaving Deelprogramma 1A BESTUURSCULTUUR Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. J. Engels mw. J.H.G. Arends
Wat willen we bereiken ● Betrokken bestuur ● Solide bestuur ● Duurzaam bestuur
Programmabegroting 2015 - 2018
11 van 128
Wat gaan we ervoor doen Bescheiden besturen De samenleving staat niet stil en we willen hier in meebewegen. We willen ons meer richten op krachten/samenwerkingsvormen/initiatieven in de samenleving. De veranderende samenleving vraagt om een 'bescheiden vorm van sturen'; anderen (de samenleving) de ruimte geven om succesvol te zijn. We gaan meer uit van de eigen kracht, verantwoordelijkheden en initiatieven die inwoners zelf nemen. We willen hiermee beter aansluiten bij behoeften die er zijn in hun leefomgeving en hen daarbij ondersteunen. Iedereen moet mee kunnen doen en de gemeente zorgt voor een vangnet voor mensen die niet op eigen kracht of met behulp van hun eigen omgeving mee kunnen doen. Waar gemeenten voorheen veel bepaalden, zijn inwoners nu zelf aan zet. Dan is het natuurlijk belangrijk dat mensen elkaar weten te vinden. Het vraagt van de raad, van ons als college en van de ambtelijke organisatie een proactieve houding waarbij gezocht wordt naar verbindingen met onze inwoners, ondernemers en organisaties. Het vraagt ook om bewust te zijn van nieuwe risico's doordat we 'het proces en resultaat' over laten aan anderen. We geven dit vorm met de volgende actiepunten: ● Verbindend werken: een proactieve houding, voortvarend aan de slag met nieuwe ontwikkelingen en uitdagingen, richten op "het mogelijk maken van" en een gebiedsgerichte aanpak (verbinden, faciliteren, kansen verkennen en expertise delen). ● De kracht van de samenleving koesteren: een goed netwerk onderhouden met uiteenlopende partijen en een verbindende rol tussen inwoners, organisaties en overheden. ● Burgerparticipatie verder uitbouwen: samen met de raad komen tot een visie waarin richting wordt gekozen (stimulerende of afwachtende rol t.a.v. inwonerinitiatieven? (extra) budget beschikbaar voor initiatieven? zelfsturing stimuleren?). ● Leefbaarheid: expliciet aandacht voor de ontmoeting van inwoners in de kernen, de bereikbaarheid en spreiding van de voorzieningen. ● Regionale samenwerking versterken (zie deelprogramma 1B) Deelprogramma 1B SAMENWERKING MET MEDE-OVERHEDEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.A.L.M. Spekschoor / dhr. H.A.J Aalderink mw. J.H.G. Arends
Wat willen we bereiken ● Gemeentegrensoverschrijdende vraagstukken oplossen ● Aandacht voor Europa Wat gaan we ervoor doen Achterhoek We zien dat er steeds meer zaken zijn waarbij de regionale samenwerking onze lokale aanpak versterkt. Daarbij is de insteek lokaal doen wat lokaal kan en regionaal waar het slimmer is. Samen met de andere gemeenten van de regio Achterhoek en de betrokken ondernemers en maatschappelijke organisaties gaan we aan de slag met de uitvoering van de uitvoeringsagenda. Deze agenda is een aanscherping van het convenant Achterhoek 2020 en richt zich op drie hoofdopgaven voor de Achterhoek: werken, wonen en bereikbaarheid. De bestaande structuur met werkplaatsen wordt afgeschaft. We zetten in op een netwerkmodel met een compacte
Programmabegroting 2015 - 2018
12 van 128
uitvoeringsorganisatie en netwerksturing voor de projecten en activiteiten. Per project of activiteit wordt beoordeeld wat de noodzakelijke voorwaarden zijn en hoe deze worden ingevuld. Daarbij wordt voor gemeentelijke financiële middelen zoveel mogelijk gestreefd naar financiering vanuit beschikbare (inhoudelijke) budgetten. P10 Samen met de P10-gemeenten blijven we in beeld brengen hoe plattelandsgemeenten kunnen omgaan met ontwikkelingen op de verschillende terreinen. Op basis van onderzoek naar de specifieke kenmerken van de plattelandsgemeenten wordt lobby naar andere overheden verder verbeterd. Europa We verkennen continu of de plannen van Bronckhorst en de Regio Achterhoek aansluiten bij de visie en het beleid van de Europese Unie. En we zoeken naar subsidiemogelijkheden en/of cofinanciering voor het uitvoeren van projecten die samenhangen met demografische ontwikkelingen, duurzaamheid, plattelandsontwikkeling en arbeidsmarkt. Jaarlijks organiseren we samen met de Regio het bezoek aan de Open Days in Brussel. Deelprogramma 1C DIENSTVERLENING Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. H.A.J. Aalderink mw. C.H. van den Brink
Wat willen we bereiken ● Goede dienstverlening aan de burger ● Gebruik van het digitale kanaal Wat gaan er ervoor doen Dienstverlening aan burgers De dienstverlening aan de burger brengen we continu onder de aandacht van de gehele organisatie. Het ligt niet alleen bij de klantadviseurs om dienstverlenend te zijn richting onze burger, maar bij de gehele organisatie. Van bode tot MT-lid en van vergunningverlener tot beleidsmedewerker. Om die reden is het Dienstverleningsconcept, dat in 2009 is vastgesteld, geëvalueerd in 2013. Uit deze evaluatie is naar voren gekomen dat we nog steeds achter de uitgangspunten staan die we destijds benoemd hebben. Kort gezegd: "De burger kan via elk kanaal bij de gemeente Bronckhorst binnen komen en zal zoveel mogelijk door 1 klantadviseur geholpen worden." Uitbreiden en verbeteren van de dienstverlening via onze website is een continu proces. Basisregistratie personen De modernisering van de Wet gemeentelijke basisregistratie personen (GBA) heeft gestalte gekregen in de nieuwe Wet basisregistratie personen (BRP). Daarmee is het sofinummer definitief vervallen, de registratie van niet ingezetenen mogelijk gemaakt en hebben gemeenten de mogelijkheid een bestuurlijke boete op te leggen. Verder zijn procedures rondom de aangifte van vertrek gewijzigd. Informatievoorziening, waaronder persoonsinformatie uit de BRP heeft zich daarmee ontwikkeld tot een volwaardig bedrijfsmiddel, waarvan gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering volledig afhankelijk zijn geworden. We zullen de mogelijkheden die de BRP biedt voor verbeteren van onze dienstverlening maximaal inzetten. Werken op afspraak Voor de balieproducten bieden we al geruime tijd de mogelijkheid om een afspraak te maken. Dat kan zowel via de website als aan de balie of telefoon. De volgende fase is dat we dit uitbreiden naar afspraken met vakspecialisten uit de backoffice. Programmabegroting 2015 - 2018
13 van 128
Klantgeleiding in de hal Voor onze bezoekers is het prettig als het duidelijk is wanneer ze aan de beurt zijn. Deze klantgeleiding willen we verder verfijnen met gebruik van ons klantgeleidingsysteem. Bezoekers kunnen dan duidelijk aangeven waarvoor ze naar het gemeentehuis zijn gekomen. Er is dan geen onduidelijkheid over de vraag wie wanneer aan de beurt is. Als zij even moeten wachten, draagt de actuele informatievoorziening via de schermen in de hal (Narrowcasting) bij aan het veraangenamen van dat wachten. Deelprogramma 1D OPENBARE ORDE, VEILIGHEID EN HANDHAVING Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. H.A.J. Aalderink dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen we bereiken ● Veilige leef-, werk- en recreatieve omgeving creëren ● De veiligheid van inwoners bevorderen en handhaven Wat gaan we ervoor doen Investeren aan de voorkant Brandweer Achterhoek West (BAW) is sinds 1 januari 2011 verantwoordelijk voor de brandweerzorg in de gemeente Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek. Hierbij is niet alleen aandacht voor het redden van mens en dier en het bestrijden van incidenten. De laatste jaren wordt veel geïnvesteerd in het voorkomen van branden en andere incidenten. Dit ‘investeren aan de voorkant (van de veiligheidsketen)’ heeft inmiddels haar vruchten afgeworpen. Reden genoeg om hier in te blijven investeren. Het draagt namelijk bij aan een veilige leef-, werken recreatie-omgeving. Regionalisatie brandweerzorg De komst van BAW heeft de effectiviteit, betaalbaarheid en continuïteit van de brandweerzorg gewaarborgd. Vanaf 1 januari 2014 is de brandweer nog verder geregionaliseerd; de vrijwilligers en het materieel zijn over naar de VNOG. De brandweer mag dan verregaand geregionaliseerd zijn, zij moet ook gereed gemaakt worden voor de toekomst. Zij moet zich aanpassen aan een veranderende maatschappij, demografische ontwikkelingen (vergrijzing en krimp) en financiële druk. Wanneer de brandweer gereed is voor de toekomst, dan kan BAW haar bijdrage blijven leveren aan een veilige leef-, werk- en recreatie-omgeving. Project Masterplan Optimalisering Effectuering Doelmatigheid (MOED) Om gereed te zijn voor de toekomst is er binnen de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (VNOG) het project MOED gestart. MOED is enerzijds een noodzaak, maar anderzijds ook een kans voor de brandweer. De financiële, maatschappelijke en demografische ontwikkelingen bieden mogelijkheden voor de brandweer om op een andere manier naar hun eigen organisatie te kijken. Dit wordt onder andere gedaan door middel van een regionale proef met een snel inzetbaar voertuig (SIV). De brandweerpost Doetinchem doet deze proef. Mocht deze proef succesvol zijn, dan wordt binnen BAW bekeken of andere posten gebruik kunnen maken van een SIV. Snel inzetbaar voertuig (SIV) De SIV is een manier om levensvatbaar, daad- en slagvaardig te blijven in een veranderende maatschappij. Incidenten die zich voordoen zijn niet allemaal even groot. Het risicoprofiel en brandrisicoprofiel van Achterhoek West is hierbij een belangrijk referentiekader voor BAW. Door gebruik te maken van een SIV wordt de wijze van uitrukken en de vakbekwaamheid van de brandweermensen afgestemd op de grootte van een incident. Het doel van de SIV is de
Programmabegroting 2015 - 2018
14 van 128
kwaliteit en de veiligheid van het brandweerpersoneel te waarborgen, terwijl de paraatheid en de opkomsttijden van de brandweer verbeterd worden. Daarmee wordt de veiligheid van de inwoners bevorderd en gehandhaafd. Handhaving We maken ieder jaar een handhavingsprogramma. Hierin staan de keuzes en de prioriteiten voor wat we tijdens de werkingsduur van het programma aan handhaving doen. De uit te voeren werkzaamheden zijn gebaseerd op een risicoweging en een jaarlijkse actualisatie op basis van wet- en regelgeving. Onderdeel in dat programma is de aandacht voor preventie: verantwoordelijkheden daar neer leggen waar ze horen te liggen. Hierbij speelt communicatie een belangrijke rol. We wijzen doelgroepen (burgers, bedrijven en organisaties) actief op hun verantwoordelijkheden, zodat er een veilige leef-, werk- en recreatieve omgeving wordt bereikt (zie ook deelprogramma 6A Milieu). Wat mag het kosten PROGRAMMA BESTUREN
Rekening Begroting 2013
Lasten: bestuurscultuur samenwerking met mede-overheden dienstverlening openbare orde, veiligheid en handhaving totaal lasten Baten: bestuurscultuur samenwerking met mede-overheden dienstverlening openbare orde, veiligheid en handhaving totaal baten Saldo
2014 (na wijz.)
2015
2016
2017
2018
5.693 279 2.670 2.737 11.379
6.009 367 2.727 2.583 11.685
5.631 365 2.655 2.506 11.157
5.612 362 2.655 2.506 11.134
5.624 362 2.649 2.505 11.141
5.579 362 2.649 2.502 11.092
-1 -9 -506 -249 -765 10.613
0 0 -614 -90 -704 10.981
0 0 -624 -108 -733 10.424
0 0 -624 -108 -733 10.402
0 0 -624 -108 -733 10.408
0 0 -624 -108 -733 10.360
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 557.000 lager dan begroot in 2014. Een viertal budgetten zijn vervallen (transitie decentralisaties, extra verkiezing, berging vliegtuigwrak en project buurtbemiddeling) en in 2015 wordt weer een jongerendebat gehouden. Samen geeft dit een verlaging van de lasten met € 556.000 V. De andere afwijkingen (per saldo € 1.000 V) komen voornamelijk vanuit inflatiecorrectie aan de lasten- en batenkant en formatieverschuivingen. Investeringsplan Omschrijving 1A tablet raad (25x)
Investering 25.000 25.000
Jaar 2018
Termijn
2015
2016
2017
2018
4 -
-
-
575 575
Bedragen in €
In 2018 zullen opnieuw gemeenteraadsverkiezingen zijn. Dat is het natuurlijke moment om voor de raadsleden de tablets te vervangen.
Programmabegroting 2015 - 2018
15 van 128
Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 1A jongerendebatten
Investering 30.000 30.000
2015 15.000 15.000
2016
2017
2018
-
15.000 15.000
-
Bedragen in €
Uw raad heeft in 2012 besloten de jongerendebatten (eenmaal per twee jaar) structureel te maken, zodat niet steeds iedere twee jaar middelen gevraagd hoeven te worden. Maar daarbij is niet besloten om de jongerendebatten niet langer te financieren vanuit de algemene reserve. Daarom worden de bedragen ten laste gebracht van de algemene reserve. In 2015 is er weer een jongerendebat.
Programmabegroting 2015 - 2018
16 van 128
2.1.2 Programma 2 Wonen en werken Algemeen Missie Bronckhorst wil een prettig woon- en werkklimaat behouden met oog voor sociale cohesie, het naoberschap, het verenigingsleven, de werkgelegenheid, rust en ruimte. Context en achtergrond De Achterhoek heeft te maken met bevolkingsdaling. Het aantal inwoners van Bronckhorst daalt nu al licht naar 36.937 (bijlage 4.1). Vanaf 2025 krijgt de Achterhoek ook te maken met een dalend aantal huishoudens. Dit en de sterke vergrijzing leiden tot een andere vraag op de woningmarkt. De economische ontwikkelingen vergroten de vraag naar betaalbare woningen. We staan voor grote bezuinigingen en met ons ook de woningcorporaties, die de investeringsomvang drastisch verkleinen. De woonopgave is groter, de mogelijkheden zijn kleiner. De beroepsbevolking in Bronckhorst krimpt evenals in de regio Achterhoek. Toch zal door demografische ontwikkelingen in bepaalde sectoren ook een krapte aan arbeidskrachten ontstaan. Maar na 2020 zal ook de behoefte aan bedrijventerreinen afnemen. Kaderstellende beleidsnota's ● Kansen benutten in Bronckhorst (2006) ● Functies zoeken plaatsen zoeken functies (2006) ● Samen werken, samen leven (2006) ● Kernenbeleid (2007) ● Woonvisie (2008) ● Grondbeleid (2014) ● Landschapsontwikkelingsplan Zutphen - Lochem - Bronckhorst (2009) ● Regionale woonvisie (2011) en bijbehorende oplegnotitie (2013) ● Nota Bovenwijkse Voorzieningen (2011) ● Regionale Structuurvisie Achterhoek (2012) ● Structuurvisie Bronckhorst (2012) ● Welstandsnota (2012) ● De oplegnotie Evaluatie regionale woonvisie "van verminderen naar transformeren" met de bijbehorende bijlagen (2013) Deelprogramma's 2A Wonen 2B Werken 2C Plattelandsontwikkeling 2D Leefbaarheid
Programmabegroting 2015 - 2018
17 van 128
Deelprogramma 2A WONEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.A.L.M. Spekschoor mw. C.H. van den Brink
Wat willen we bereiken ● Optimale invulling van woonbehoeften van onze inwoners ● Handhaven van voorzieningenniveau in de kernen ● Winkelvoorzieningen in de vier hoofdkernen ● Op elkaar afstemmen van wonen, welzijn en zorg Wat gaan we ervoor doen Wonen De resultaten van het Achterhoeks Woonwensen- en Leefbaarheidsonderzoek zullen verder worden vertaald naar de situatie in Bronckhorst. Na deze doorvertaling maken we nieuwe prestatieafspraken met de woningcorporaties. Met de provincie bereiden we in 2014 een Regionaal Programma Wonen voor en stellen we in 2015 de Woonagenda vast. We monitoren continu de ontwikkelingen op de woningmarkt door middel van de regionale woningmarktmonitor Achterhoek. Dit geeft inzicht in vraagdruk, vraaguitval en kwaliteit en kan mogelijk leiden tot aanpassing van het bouwprogramma in kwantitatieve en kwalitatieve zin. Via periodiek woonbehoefte onderzoek laten we de woonwensen in beeld brengen en komen lokale verschillen in beeld. Ruim 95% van de benodigde woningvoorraad in 2025 staat er nu al. Via het project Woongemak informeren we woningeigenaren over de noodzaak en mogelijkheden van het aanpassen van de eigen woning. Met corporaties kijken we of er in relatie tot herstructurering voor bestaande en ook vrijkomende locaties, slimme combinaties gemaakt kunnen worden. Door middel van het intrekken van niet-benutte bouwvergunningen en het wegbestemmen van woningbouwmogelijkheden brengen we de woningbouwcapaciteit in Bronckhorst verder terug richting de afgesproken 385 toe te voegen woningen in de periode 2010 - 2025. Kernen We leggen het accent van woningbouw in de kernen Hengelo, Steenderen, Vorden en Zelhem. Door middel van zgn. kernenfoto's onderzoeken we hoe deze kernen ervoor staan en waar de kansen en dilemma's liggen voor de toekomst. Dit alles met als doel de 'juiste woning op de juiste plaats' te kunnen realiseren en een gezond voorzieningenniveau te behouden. Binnen de genoemde kernen is er continu aandacht voor de winkelvoorzieningen en wordt dit mede vorm gegeven in de centrumplannen. Daarnaast wordt er ingespeeld op de actualiteiten en ontwikkelingen zoals bevolkingskrimp, economische recessie, beperkte bedrijfsopvolging, het Nieuwe Winkelen en de opkomst van webwinkels. Leegstandproblematiek wordt zowel regionaal als lokaal benaderd. Afstemming vindt plaats met de ondernemersverenigingen en individuele ondernemers. Wonen en zorg Het Uitvoeringsplan Wonen en Zorg is erop gericht dat mensen zo lang mogelijk zelfredzaam zijn en kunnen participeren in de samenleving. Hierbij hoort ook zolang mogelijk zelfstandig wonen. We werken de uitgangspunten van het uitvoeringsplan verder uit. Bij het opstellen van bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen toetsen we de woonbehoefte van de inwoners aan de toekomstverwachtingen voor zorg en welzijn. We willen in nieuwe bestemmingsplannen meer flexibiliteitsbepalingen opnemen voor het kunnen leveren van maatwerk.
Programmabegroting 2015 - 2018
18 van 128
Deelprogramma 2B WERKEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. J. Engels mw. C.H. van den Brink
Wat willen we bereiken ● Behoud van werkgelegenheid ● Nieuwe werkgelegenheid creëren ● Goede aansluiting tussen arbeidsaanbod en arbeidsvraag Wat gaan we ervoor doen Bedrijventerreinen In de West Achterhoek vindt samenwerking plaats via een regionaal bedrijventerrein (A18 bedrijventerrein) en het euregionaal bedrijventerrein (EBT) in combinatie met de herstructurerings-, revitaliserings- en transformatieopgaven van de deelnemende gemeenten. In het voorjaar van 2015 rapporteert de stuurgroep via het jaarverslag. Dit verslag bevat concretere informatie over realisatie van doelstellingen. U hebt een herstructureringsplan bedrijventerreinen Bronckhorst vastgesteld en we voeren dit uit voor 31 december 2015. Digitale bereikbaarheid Hoewel de Achterhoekse gemeenten samen een businessplan voor aanleg van breedband voor het totale buitengebied op tafel hadden liggen, heeft de Provincie het initiatief verder overgenomen. Daarmee komt de aanleg van een gemeentedekkend glasvezelnet dichterbij, mits de hiervoor benodigde geldmiddelen vanuit de hogere overheid en/of het bedrijfsleven beschikbaar komen. Fijnmazige uitrol van een glasvezelnet verwachten we in 2015. Contacten bedrijven We bevorderen contacten tussen bedrijven binnen de gemeente via de bedrijvencontactfunctionaris. Overleggen met de bedrijvenkringen, ondernemersverenigingen (OPB) en andere organisaties zetten we voort. We doen bedrijfsbezoeken en nemen deel aan projecten voor zover nog actueel na TBB. Werkgelegenheid Hoewel het als eerste aan het bedrijfsleven zelf is, ontvangen we nieuwe economische dragers in het buitengebied positief. Kansrijke sectoren zijn voor ons recreatie en toerisme, zorg en dienstverlening. Kansrijke bedrijven zijn voor ons ook bedrijven met innovatieve ideeën en die werken aan 100% duurzaam aanbesteden voor zowel gemeente als ondernemers in 2015. Arbeidsmogelijkheden Samen met het bedrijfsleven en gemeenten in de regio Achterhoek zoeken we naar mogelijkheden voor het aantrekken van gekwalificeerde werknemers voor bedrijven binnen projecten van Agenda 2020. We bevorderen ook contacten met bedrijven binnen de gemeente vanuit de invalshoek van arbeidsmogelijkheden. Hiervoor zetten we onze jobhunter in. Die is, samen met de bedrijvencontactfunctionaris, de voelspriet voor arbeidsmogelijkheden. Daarnaast participeren we in het samenwerkingsverband Werkgeversservicepunt Achterhoek West met de gemeenten Doesburg, Doetinchem, Montferland, UWV en Wedeo om de contacten met werkgevers op elkaar af te stemmen en werkaanbod voor werkzoekenden te creëren, daarbij rekening houdend met de diverse doelgroepen van UWV en gemeenten. In 2014 zijn de nodige voorbereidingen getroffen voor de inwerkingtreding van de Participatiewet die in 2015 in uitvoering wordt genomen.
Programmabegroting 2015 - 2018
19 van 128
Deelprogramma 2C PLATTELANDSONTWIKKELING Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. J. Engels mw. C.H. van den Brink
Wat willen we bereiken ● Gebieden realiseren waarin diverse functies zich gezamenlijk ontwikkelen en moderniseren ● Een buitengebied waarin behoud en verbetering van de kwaliteit van het landschap en natuurwaarden centraal staan ● De landschapskenmerken van de Achterhoek promoten ● Schaalvergroting voor de agrarische bedrijven mogelijk maken Wat gaan we ervoor doen Ontwikkeling platteland Voor de vitaliteit en de leefbaarheid van het buitengebied is bereikbaarheid en digitale ontsluiting van wezenlijk belang. Gebiedsgerichte plattelandsvernieuwing moet bijdragen aan een volwaardige agrarische sector en nieuwe economische dragers en daardoor aan werkgelegenheid. Als deelproject van het project Groot Bronkhorst geven we samen met de gemeente Brummen en private partijen uitvoering aan het project Brummen-Bronkhorst. Deelprojecten daarbinnen zijn de gemaalwoning, wandel-/beeldenroute, parkeerplaats en kwaliteitsimpuls veeromgeving. Functieverandering biedt nog hooguit voor een zeer klein deel van de te verwachten grote oppervlakte aan vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing soelaas. We beschouwen dit niet als een puur lokaal probleem en spreken medeoverheden en Europa dan ook aan hierin bij te dragen (sloopopgave). Transitie platteland We spelen in Achterhoekverband actief in op de komende transitie van het platteland. We stimuleren de mogelijkheden van (vrijwillige) kavelruil, ook en vooral voor een optimaal functioneren van de wat grootschaliger landbouw in kleinschalige landschappen. Ook faciliteren we de mogelijkheden voor agrarische bedrijven om volgens het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) bijdragen te leveren aan een duurzaam platteland. We richten ons niet zozeer op de schaal van de veehouderij of het aantal dieren dat op één bedrijf acceptabel is (ook met het vaststellen van een maximaal toelaatbaar bouwblok nemen we de maatschappelijke zorgen niet weg). Centraal staat voor ons hoe we de veehouderijsector kunnen faciliteren om duurzamer en met meer maatschappelijk draagvlak te produceren. We spelen via de AGEM actief in op de mogelijkheden voor duurzame energie in de vorm van biovergisters en zonne-energie. Evaluatie van de pilot kleine windmolens zal duidelijkheid moeten geven over de wenselijkheid en mogelijkheden van een bredere toepassing van die vorm van duurzame energie. Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Met het LOP willen we de ecologie, duurzame economie en de leefbaarheid in het gebied stimuleren en bewustwording en uitvoering van beheer en onderhoud van natuur- en landschapselementen faciliteren. Met het kapbeleid willen we karakteristieke bomen behouden. Daarnaast is de uitvoering van het Flora- en Faunabeleid een belangrijke taak. Voor de ontsluiting van het gebied richten we de zandwegen en fietspaden in naar het gewenste gebruik hiervan voor recreatie. Daarnaast laten we de groene ambities in het groenstructuurplan voor de kernen aansluiten op het landschap in het aangrenzende buitengebied (project dorp en rand).
Programmabegroting 2015 - 2018
20 van 128
Deelprogramma 2D LEEFBAARHEID Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. J. Engels mw. C.H. van den Brink
Wat willen we bereiken ● Goede leefbaarheid in de kernen ● Goed bereikbare maatschappelijke voorzieningen Wat gaan we ervoor doen In de periode 2015 - 2018 willen we samen met de dorpsbelangenorganisaties (DBO's) en inwoners zorgen dat de leefbaarheid in de kernen goed blijft. De leefbaarheid is sterk afhankelijk van nieuwe initiatieven die door burgers en DBO's worden genomen of bestaande zaken die worden uitgebouwd. Als gemeente reageren we hier adequaat op en faciliteren we nieuwe initiatieven. We werken in 2015 aan een verdere afstemming van de wens en de mogelijkheden van het gebied zelf. In overleg met de raad werken we als bestuur en organisatie aan het beter kunnen aansluiten bij de eigenheid en zelfkracht van gebieden. Dit doen we onder de noemer gebiedsgericht verbindend werken. Wat mag het kosten PROGRAMMA WONEN EN WERKEN
Rekening Begroting 2013
Lasten: wonen werken plattelandsontwikkeling leefbaarheid totaal lasten Baten: wonen werken plattelandsontwikkeling leefbaarheid totaal baten Saldo
2014 (na wijz.)
2015
2016
2017
2018
7.274 807 349 143 8.573
4.941 914 589 181 6.625
3.632 917 498 183 5.229
3.409 967 445 183 5.003
3.392 167 420 183 4.161
3.366 167 356 183 4.071
-2.184 -1.619 -220 -3 -4.026 4.548
-1.049 -82 -104 -3 -1.238 5.387
-1.119 -83 -103 -3 -1.308 3.921
-1.047 -83 -102 -3 -1.234 3.769
-1.017 -83 -102 -3 -1.205 2.957
-1.017 -83 -102 -3 -1.204 2.867
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 1.466.000 lager dan begroot in 2014. Een aantal projecten zijn afgelopen (bestemmingsplan buitengebied en bijdrage voor Basteom grond) of kosten minder (centrumplannen en projectvolume plattelandsvernieuwing). Samen geeft dit een verlaging van de lasten met € 1.152.000 V. De andere afwijkingen (per saldo € 314.000 V) komen voornamelijk door feitelijke formatievermindering als effect van de invulling van de TBB-taakstelling deregulering op het onderdeel vergunningen en vanuit inflatiecorrectie aan de lasten- en batenkant. Investeringsplan Binnen dit programma zijn geen investeringen gepland. De investeringen voor de grondexploitatie kennen hun eigen besluitvormingstraject en hebben geen (jaarlijks) effect voor de gemeentelijke begroting. Die investeringen zijn naar hun aard kostendekkend.
Programmabegroting 2015 - 2018
21 van 128
Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 2A stimulering ontwikkelingen woningmarkt 2A pilot Pimp de krimp 2A centrumplan Vorden 2B duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen 2C uitvoering LOP 2C acht LOP-projecten 2C drie GPL-projecten
Investering
2015
2016
2017
51.000
13.500
12.500
25.000
40.000 150.000 1.550.000
10.000 150.000 750.000
10.000
10.000
800.000
175.000 65.000 55.000 2.086.000
75.000 40.000 27.000 1.065.500
50.000 25.000 14.000 911.500
2018
10.000
50.000 14.000 99.000
10.000
Bedragen in €
Voor de uitwerking van de regionale woonvisie zijn verschillende uitvoeringsprojecten afgesproken die in de jaren 2013 tot en met 2017 gefaseerd tot uitvoering komen. Voor drie projecten (pilot Pimp de krimp, LOP-projecten en GPL-projecten) zijn middelen beschikbaar gesteld via de resultaatbestemming 2013. Hiermee worden diverse kleine projecten via bijdragen aan (lokale) initiatieven gerealiseerd. In 2015 zal het Centrumplan Vorden worden afgerond; dekking gebeurt vanuit de hiervoor ingestelde bestemmingsreserve. Ook de uitvoering van de revitalisering bedrijventerreinen loopt via een bestemmingsreserve. Voor de cofinanciering van uitvoeringsprojecten in het kader van het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) is tot 2018 geld beschikbaar. Het budget is uitgesmeerd over meer jaren, omdat het aantal aanvragen vanuit het veld ook lager is door de economische tegenwind voor plattelandsbedrijven.
Programmabegroting 2015 - 2018
22 van 128
2.1.3 Programma 3 Ontspannen Algemeen Missie Bronckhorst creëert en onderhoudt voorzieningen die het mogelijk maken voor zowel eigen inwoners als toeristen om zich te ontspannen. Context en achtergrond Meedoen in de samenleving is belangrijk. Vrijetijdsbesteding van onze eigen inwoners en van onze toeristen draagt daaraan bij. Daarbij kunt u denken aan bijvoorbeeld sport, kunst, cultuur, bibliotheek, verenigingsleven en recreatieve voorzieningen. De wijze van vrijetijdsbesteding werkt door in andere beleidsvelden; het biedt kansen voor werkgelegenheid, zelfredzaamheid van burgers, nieuwe kansen voor gebruik van ons grondgebied, etc. Binnen dit programma vormt de zelfredzaamheid van maatschappelijke organisaties en inwoners een belangrijk uitgangspunt. Veel van de sportaccommodaties zijn in 2013 volgens de TBB-visie afgestoten naar het maatschappelijk middenveld. Kaderstellende beleidsnota's ● Masterplan toeristische infrastructuur (2007) ● Recreatienota (2007) ● Vrijwilligersbeleid (2008) ● Toeristisch Recreatief Marketingplan (2010) ● Vastgoed- en Accommodatiebeleid (2011) ● Subsidiebeleid (2013) ● Speelruimteplan (2013) Deelprogramma's 3A Meedoen 3B Toerisme Deelprogramma 3A MEEDOEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. J. Engels mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Deelnemen van inwoners aan activiteiten op het gebied van sport, cultuur en muziek ● Actief deelnemen van inwoners aan de samenleving ● Behoud van een sterk verenigingsleven en een hoge mate van naoberschap Wat gaan we ervoor doen Bevorderen participatie Een van de uitgangspunten in de visie op het sociaal domein is zelfredzaamheid en participatie. Het bevorderen en mogelijk maken van participatie aan het ‘gewone’ leven is hiervoor belangrijk. We kiezen hier ook voor een gebiedsgerichte aanpak waarin een goede basisinfrastructuur wordt geborgd. Daarnaast kunnen vrijkomende gronden en accommodaties bijdragen aan een leefbare omgeving voor de inwoners; zie ook programma 8 Sociaal Domein.
Programmabegroting 2015 - 2018
23 van 128
Exploitatie van de accommodaties Voor de accommodaties in Zelhem, de Pol en de Thorbeckezaal, wordt nog onderzocht of de taakstelling nog te realiseren is. Speelruimteplan In 2013 hebben we de TBB-maatregel voor speelplaatsen uitgewerkt in een Speelruimteplan. Aan de hand van dit plan gaan we het aantal speelplaatsen en speeltoestellen op een verantwoorde wijze met ongeveer de helft reduceren. Deelprogramma 3B TOERISME Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. J. Engels mw. C.H. van den Brink
Wat willen we bereiken ● Verlengen verblijfsduur van toeristen in de gemeente ● Regionale en lokale samenwerking en professionalisering van de toeristische sector stimuleren ● Verdere ontwikkeling van het toerisme in Bronckhorst Wat gaan we ervoor doen Samenwerking Onze rol bestaat voornamelijk uit het faciliteren, realiseren en versterken van een goede werkomgeving, goede bereikbaarheid (fysiek en digitaal) en het faciliteren van bedrijven bij ontwikkeling en het (ver)binden van partijen waardoor initiatieven ontstaan. We geven onze rol vorm in een groter verband, namelijk door regionale samenwerking, maar ook omliggende regio's. Immers het gebied Achterhoek is in totaliteit aantrekkelijk, de toerist kiest zelden voor één specifieke gemeente binnen dat rijke aanbod. Overheden, ondernemers in de vrijetijdssector en toeristische organisaties in de Achterhoek erkennen en zien het belang van elkaar leren kennen en met elkaar optrekken en doen dat ook. Ze weten van elkaar wat ze willen, ze maken gebruik van elkaars ervaring en kennis. En ze dragen actief bij aan kennisuitwisseling. Ondernemers maken samen steeds nieuwe interessante combinaties die aantrekkelijk zijn voor bezoekers. Ze leveren kwaliteit doordat ze eigen kwaliteiten weten te verbinden met de behoeften van beoogde gasten en de kwaliteiten van hun regio. De samenwerking moet leiden tot een Vrijetijdsagenda Achterhoek en moet economische vernieuwing in de vrijetijdssector tot stand brengen. Verhogen van de toeristische bestedingen in de Achterhoek / Positie in de top 10 van populairste Nederlandse vakantieregio's Om de toeristische bestedingen te verhogen en de top10-positie te bereiken dragen we bij aan de stichting Achterhoek Toerisme (stAT), zodat zij een aantal belangrijke basistaken kan uitvoeren, die bijdragen aan de hierboven beschreven doelen. Het gaat hierbij om toeristische merkontwikkeling, website-ontwikkeling, productontwikkeling, routeontwikkeling en -beheer, kennis en advies, e.d. Daarnaast stimuleren we initiatieven door het beschikbaar stellen van cofinanciering voor lokale en regionale projecten en trachten we via onze inbreng in het ruimtelijk beleid bedrijven te faciliteren in hun ontwikkeling.
Programmabegroting 2015 - 2018
24 van 128
Wat mag het kosten PROGRAMMA ONTSPANNEN
Rekening Begroting 2013
Lasten: meedoen toerisme totaal lasten Baten: meedoen toerisme totaal baten Saldo
2014 (na wijz.)
2015
2016
2017
2018
12.130 210 12.339
3.461 575 4.036
3.020 349 3.370
3.013 266 3.279
2.956 266 3.223
2.940 266 3.207
-706 -192 -898 11.442
-399 -526 -926 3.110
-387 -6 -394 2.976
-387 -6 -394 2.886
-387 -6 -394 2.829
-387 -6 -394 2.813
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 134.000 lager dan begroot in 2014. Een aantal budgetten zijn vervallen binnen het deelprogramma Meedoen (kapitaallasten speelplaatsen, afwikkeling overdracht sporthallen en projecten bibliotheek). Dit geeft een verlaging van de lasten met € 428.000 V in dat deelprogramma. De lasten van toerisme zijn wel lager dan in 2014, maar minder dan de daling van de baten. In 2014 zijn veel projecten betaald uit subsidies. In het deelprogramma Toerisme ontstaat zo een verhoging van de lasten met € 294.000 N. Investeringsplan Nu voor de speeltoestellen in 2014 is gekozen voor een jaarlijks budget voor onderhoud en vervanging kent dit programma niet langer een investeringsplanning. Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 3B kwaliteitsimpuls BrummenBronkhorst
Investering
2015
83.000
83.000
83.000
83.000
2016
2017
2018
-
-
-
Bedragen in €
Voor de verbetering van de veeromgeving Brummen-Bronckhorst zijn middelen beschikbaar gesteld via de resultaatbestemming 2013. Hiermee wordt het in 2013 gestarte project in 2015 financieel afgerond.
Programmabegroting 2015 - 2018
25 van 128
2.1.4 Programma 4 Leren Algemeen Missie Bronckhorst biedt (onderwijs)instellingen de faciliteiten die nodig zijn om jongeren voor te bereiden op een actieve deelname aan de samenleving en die volwassenen in staat stellen om op een volwaardige wijze deel te nemen aan de samenleving. Context en achtergrond De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in de bevolkingsopbouw maken het nodig dat we inspelen op een andere (onderwijs)vraag en (onderwijs)aanbod voor de voortzetting van de economische activiteiten binnen onze gemeente. Onderwijsbeleid moet aansluiten bij alle beleidsterreinen, verwoord in bijvoorbeeld de economische visie, de woonvisie of de visie op het sociaal domein. De gemeente heeft als wettelijke taak te voorzien in adequate onderwijshuisvesting (primair en voortgezet onderwijs). Ook is de gemeente wettelijk verplicht erop toe te zien dat alle kinderen in de leeftijd van 5 tot 16 jaar onderwijs volgen en vervolgens met een startkwalificatie de school verlaten. Binnen Bronckhorst hebben we te maken met ontgroening. Uit de provinciale bevolkingsprognose (2012) blijkt dat in 2030 het aantal jongeren onder de 25 jaar met 24% zal zijn afgenomen ten opzichte van 2010 (in 2030 7.978). De meest recente cijfers van de leerlingenprognose Oost-Gelderland 2013 - 2023 (MOOZ) laten in 2023 een daling van het aantal leerlingen bij de basisscholen zien van 43% ten opzichte van 2013 (in 2023 1.852). Kaderstellende beleidsnota's ● Integraal jeugd- en jongerenbeleid 12 tot 23 jaar (2006) ● Peuterspeelzaalbeleid (2007) ● Jeugd- en onderwijsbeleid (2008) ● Integraal huisvestingsplan onderwijs (2013) ● Strategisch Huisvestingsplan Kindvoorzieningen 2014 - 2020 (2014) Deelprogramma's 4A Onderwijshuisvesting 4B Onderwijs Deelprogramma 4A ONDERWIJSHUISVESTING Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. J. Engels mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Scholen hebben een aangename werk- en leeromgeving Wat gaan we ervoor doen Scholenbouw Voor het bouwproject "Integraal Kindcentrum Steenderen" starten de bouwwerkzaamheden in 2015. Naar verwachting wordt het gebouw eind 2015 opgeleverd. Onderhoud De overheveling van het zogenaamde buitenonderhoud van gemeente naar schoolbesturen is per 1 januari 2015 een feit. Schoolbesturen krijgen in het vervolg rechtstreeks een vergoeding van het Ministerie voor het uitvoeren van het groot onderhoud. Gemeenten blijven wel verantwoordelijk voor nieuwbouw en uitbreiding van schoolgebouwen. Programmabegroting 2015 - 2018
26 van 128
De financiële afrekening met de schoolbesturen van in 2014 aangegane verplichtingen voor het groot onderhoud zal begin 2015 worden afgerond. Deelprogramma 4B ONDERWIJS Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. J. Engels mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Alle jongeren uit Bronckhorst verlaten de school met een startkwalificatie ● Actieve deelname van inwoners aan de samenleving en/of werk Wat gaan we ervoor doen Alle jongeren een startkwalificatie We staan voor actieve handhaving van de leerplicht volgens de Leerplichtwet. Dat betekent intensief overleg met de scholen en, wanneer van toepassing, overleg met andere instellingen. Voor ons staat hierbij daadwerkelijke oplossing van problemen van leerlingen centraal. Het centrum voor jeugd en gezin wordt geïntegreerd in de ontwikkeling van het sociaal domein en we maken afspraken over de aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs in het kader van passend onderwijs en de transitie jeugdzorg. Hierbij werken we samen met het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC). Actieve deelname aan de samenleving en/of werk We zetten in 2015 opnieuw ambulant jongerenwerk in en de begeleiding door JEKKmedewerkers (Jeugd- en Kleine Kriminaliteit). We gaan effectieve en efficiënte vervoersstromen inrichten binnen de beperkte mogelijkheden die de wet ons geeft. Hoewel de groep kleiner wordt, moet de reis voor een leerling aan steeds meer, lastenverhogende, eisen voldoen (maximale reisduur, wel/niet gezamenlijk vervoer, etc). De eventuele gevolgen van het passend onderwijs voor het leerlingenvervoer nemen we daarin mee. Wat mag het kosten PROGRAMMA LEREN
Rekening Begroting 2013
Lasten: onderwijshuisvesting onderwijs totaal lasten Baten: onderwijshuisvesting onderwijs totaal baten Saldo
2014 (na wijz.)
2015
2016
2017
2018
2.689 1.704 4.394
2.298 1.565 3.862
2.206 1.370 3.576
2.328 1.368 3.696
2.275 1.368 3.643
2.235 1.368 3.603
-34 -45 -79 4.315
-18 -48 -66 3.796
-18 -48 -67 3.509
-18 -48 -67 3.630
-18 -48 -67 3.577
-18 -48 -67 3.536
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 287.000 lager dan begroot in 2014. Dit kent twee oorzaken. De jaarlijkse onderhoudsdotatie scholen komt te vervallen nu de rijksmiddelen hiervoor rechtstreeks aan de scholen wordt verstrekt en de lasten van het leerlingenvervoer worden lager bij Passend onderwijs. Samen leidt dit tot een, voor 2015 al in de vorige programmabegroting
Programmabegroting 2015 - 2018
27 van 128
2014 – 2017 veronderstelde, lastenverlaging vanaf 2015 (€ 388.000 V). Hiertegenover staat de stijging van de kapitaallasten van de nieuwbouw van scholen bijzonder onderwijs zoals het Integraal Kindcentrum Steenderen (€ 101.000 N). Investeringsplan In het geldende strategisch onderwijshuisvestingplan zijn in de planperiode geen nieuw- of verbouwplannen overeengekomen met de schoolbesturen in Bronckhorst. Besteding reserves en voorzieningen Voor het programma Leren kennen we geen projecten, die met middelen uit de algemene reserve worden betaald.
Programmabegroting 2015 - 2018
28 van 128
2.1.5 Programma 5 Zorgen Algemeen Missie Bronckhorst stimuleert een culturele en sociale samenleving met onderlinge betrokkenheid voor alle burgers, waarbij vooral aandacht uitgaat naar de kwetsbare inwoners. Bronckhorst werkt vanuit een vijftal uitgangspunten: de eigen verantwoordelijkheid van burgers, het klaar staan voor de medemens, zelfstandig blijven, een betaalbaar vangnet en een duidelijke rol van de gemeente. Context en achtergrond In 2012 is de visie op het sociaal domein vastgesteld. De visie sluit aan op het reeds ingezette beleid van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) waarin meedoen centraal staat. Meedoen van alle burgers aan alle facetten van de samenleving, al dan niet geholpen door vrienden, familie of bekenden. Belangrijke uitgangspunten zijn zelfredzaamheid en eigen kracht. De gemeente is vangnet voor de kwetsbaren. Tot 2015 vielen de aandachtspunten van het sociaal domein onder dit programma. Vanaf 2015, in verband met de drie decentralisaties, ziet u dat in programma 8 Sociaal domein. Wat onder dit programma blijft is de armoedebestrijding, inburgering en gezondheidszorg. Kaderstellende beleidsnota's ● Nota Sociaal Domein (2014) Deelprogramma's 5A Ouderen 5B Jeugd 5C Werk, inkomen en voorzieningen 5D Gezondheidszorg Deelprogramma 5A OUDEREN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.R. Peppelman mw. J.M. Lenselink
Wat tot en met 2014 tekstueel onder dit deelprogramma viel, kunt u in deze programmabegroting 2015 - 2018 teruglezen bij het nieuwe programma 8 "Sociaal Domein". Deelprogramma 5B JEUGD Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.R. Peppelman mw. J.M. Lenselink
Wat tot en met 2014 tekstueel onder dit deelprogramma viel, kunt u in deze programmabegroting 2015 - 2018 teruglezen bij het nieuwe programma 8 "Sociaal Domein".
Programmabegroting 2015 - 2018
29 van 128
Deelprogramma 5C WERK, INKOMEN EN VOORZIENINGEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. P.H.M. Seesing dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen wij bereiken ● Inburgeringsplichtigen inburgeren Wat gaan we ervoor doen Asielzoekers Voor 2014 is de taakstelling asielzoekershuisvesting voor Bronckhorst opgehoogd van 15 naar 20 asielgerechtigden voor de periode 1-7-2014 tot en met 31-12-2014. De verwachting is dat deze lijn zich in 2015 voortzet. Deelprogramma 5D GEZONDHEIDSZORG Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. P.H.M. Seesing mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Bevorderen en beschermen van de gezondheid van de inwoners met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen, waaronder jeugd, ouderen en mensen met een beperking Wat gaan we ervoor doen Vernieuwing taken gezondheidszorg In het kader van de decentralisaties willen we de positionering (GGD/Yunio) van de integrale jeugdgezondheidszorg opnieuw overwegen. Voor meer informatie verwijzen we u naar programma 8 Sociaal domein. Wat mag het kosten PROGRAMMA ZORGEN
Rekening Begroting 2013
Lasten: ouderen jeugd werk, inkomen en voorzieningen gezondheidszorg totaal lasten Baten: ouderen jeugd werk, inkomen en voorzieningen gezondheidszorg totaal baten Saldo
2014 (na wijz.)
2015
2016
2017
2018
0 0 62 1.029 1.091
0 0 55 1.056 1.111
0 0 74 1.056 1.130
0 0 74 1.056 1.130
0 0 74 1.056 1.130
0 0 74 1.056 1.130
0 0 -27 0 -27 1.064
0 0 0 0 0 1.111
0 0 0 0 0 1.130
0 0 0 0 0 1.130
0 0 0 0 0 1.130
0 0 0 0 0 1.130
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 19.000 hoger dan begroot in 2014. De stijging wordt volledig veroorzaakt door de hogere subsidie voor de inburgering van nieuwkomers (€ 19.000 N). Daarvoor krijgen we een even hoge vergoeding van het Rijk via de Algemene uitkering. De lasten en baten op dit programma die vanaf 2015 vallen onder het Sociaal domein, hebben we volgens Rijksinformatiebehoefte overgebracht naar het programma 8 Sociaal domein. U ziet Programmabegroting 2015 - 2018
30 van 128
hier dat verschil niet; we hebben de informatie over de diverse jaren (rekeningsjaar 2013 tot en met begrotingsjaar 2018) "vergelijkbaar" gehouden in de overzichten. Investeringsplan Het programma Zorgen kent geen investeringen. Besteding reserves en voorzieningen Voor het programma Zorgen kennen we geen projecten, die met middelen uit de algemene reserve worden betaald.
Programmabegroting 2015 - 2018
31 van 128
2.1.6 Programma 6 Beheren Algemeen Missie Het beheren van de openbare ruimten en voorzieningen op een door de raad vastgesteld kwaliteitsniveau. Context en achtergrond Het beheer gebeurt aan de hand van de beleids- en beheerplannen voor de verschillende kapitaalgoederen. De onderhoudsplannen en bestekken zijn hierop afgestemd. In de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen (paragraaf 2.2.3) gaan we nader in op de diverse onderdelen. Bij de uitvoering koppelen we werkzaamheden van diverse aard zoveel mogelijk aan elkaar om zo tot een reductie van kosten te komen. Kaderstellende beleidsnota's ● Meerjarenplan wegen (2006) ● Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (2007) ● Eindrapport harmonisatie begraafplaatsen (2007) ● Beheerplan begraafplaatsen gemeente Bronckhorst (2007) ● Gemeentelijk rioleringsplan (2009-2013) ● Groenstructuurplan “In groene harmonie” (2008) ● Beleidsplan openbare verlichting (2009) ● Afvalbeleidsplan (2012) ● Duurzaamheidsagenda (2012) ● Bermbeheerplan (2013) ● Prullenbakkenplan (2013) ● Speelruimteplan (2014) Deelprogramma's 6A Milieu 6B Verkeer en vervoer 6C Openbaar groen Deelprogramma 6A MILIEU Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.A.L.M. Spekschoor dhr. J. Wesselink
Wat willen we bereiken ● Verbeteren van de leefkwaliteit in de gemeente, zowel leefbaarheid als duurzaamheid ● Verminderen hoeveelheden afval en zorgen voor een betere afvalscheiding ● Het verminderen van de CO²-uitstoot ● Voldoen aan Europese richtlijnen op het terrein van water ● Op eenduidige, kostendekkende wijze exploiteren van afvalverwijdering en riolering Wat gaan we ervoor doen Duurzaamheidsagenda We streven naar duurzaamheid en zetten in op het gebruik van alternatieve energiebronnen, vooral biogas en zonne-energie. Ons duurzaamheidsbeleid geeft een belangrijke impuls aan de leefbaarheid in de gemeente en de lokale en regionale economie. We zien de duurzaamheidsagenda als start van een proces samen met burgers, maatschappelijke partijen en ondernemers en nodigen hen uit om van dit proces een succes te maken.
Programmabegroting 2015 - 2018
32 van 128
In 2015 geven we verder invulling aan de in 2013 opgerichte Achterhoekse Groene Energie Maatschappij (AGEM). Tevens wordt mogelijk het NL Solarpark De Kwekerij in Hengelo door de initiatiefnemers aangelegd. We stellen als gemeente de gronden hiervoor beschikbaar. Daarnaast wordt nog gekeken wat er met de andere vrijkomende gronden (voormalige schoolgebouwen, etc.) op het gebied van duurzame energie gedaan kan worden. Met de subsidieregeling Achterhoek Bespaart stellen we aan de particuliere woningeigenaren subsidie beschikbaar voor woningisolatie. Dit is afhankelijk van de beschikbare subsidiepot, die afkomstig is van de provincie Gelderland. Afval De invoering van het volume-frequentiesysteem in 2013 blijkt zeer succesvol. We blijven de landelijke ontwikkelingen rondom afvalscheiding en hergebruik volgen. De Tweede kamer heeft het afschaffen van statiegeld op PET flessen per 1 januari 2015 uitgesteld. De door de staatsecretaris van Financiën voorgestelde invoering van een stortbelasting van € 13 per 1.000 kg restafval van huishoudens en bedrijven leidt mogelijk tot een stijging van de kosten met € 50.000 in 2016. Vanaf 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de sortering en het vermarkten van de (kunststof)verpakkingen. Door Berkel Milieu/Circulus is in samenwerking met meerdere partijen een openbare aanbesteding hiervoor opgestart. De gemeenten krijgen vanaf 2015 een vergoedingen voor de gescheiden inzameling van drankkarton. De hoogte van de vergoeding is nog onderwerp van overleg, net als de hoeveelheden waar gezamenlijk naar wordt gestreefd. Riolering We stemmen investeringen in de riolering af met het Waterschap in overeenstemming met het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). In 2015 bieden we, vóór de vaststelling van de riooltarieven 2016, een nieuw GRP ter vaststelling aan. Het nieuwe GRP 2015 - 2019 kan leiden tot een aangepast investeringsplan. In toenemende mate wordt gekeken naar mogelijkheden op het gebied van regionale samenwerking. We verwachten in 2015 op basis van het Bestuursakkoord Water met een aantal gemeenten in de Achterhoek en het Waterschap een formele samenwerking aan te gaan. U leest over riolering meer in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen (paragraaf 2.2.3). Extreme regenval komt steeds vaker voor. Dit leidt tot ongewenste 'water op straat' situaties. We besteden hier volop aandacht aan. Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) In 2013 is de ODA van start gegaan. We maken afspraken met de ODA over de milieuvergunningverlening en het houden van toezicht en handhaven op het onderdeel milieu. U leest hierover meer in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6). Handhaving fysieke leefomgeving Eind 2013 heeft actualisering van risicoanalyse plaatsgehad. De methodiek voor probleemanalyse/prioriteitstelling (de risicoanalyse) werkt op basis van de formule Risico = kans maal effect. Het begrip ‘kans’ wordt weergegeven als ‘naleving’. De actualisatie vormt de basis voor de handhavingsprogramma's voor de komende jaren. Elk jaar worden in een handhavingsprogramma keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld over wat er tijdens de werkingsduur van het programma aan handhaving zal worden gedaan. In het uitvoeringsprogramma wordt duidelijk welke keuzes zijn gemaakt in de mate van handhaving. Dit kan betekenen dat taken niet of slechts beperkt worden uitgevoerd. Integrale handhaving wordt stapsgewijs ontwikkeld. Basis hiervoor is het integraal handhavingsoverleg (overleg verschillende taakvelden, overleg gemeente en politie). Nu zitten we in de fase van samensmelten van diverse handelingen van diverse vakgebieden. De volgende stap is het meer inzetten van generalisten. Deze generalisten zijn inzetbaar op alle vakgebieden van handhaving. Aan de hand van het programma wordt de inzet van de generalisten bepaald. Programmabegroting 2015 - 2018
33 van 128
Toezicht en vooral handhaving is zonder tijdige en op de doelgroep afgestemde communicatie vrijwel onmogelijk. Op dit moment gaat onze aandacht uit naar preventieprojecten inzake parkeren (zoals de Blauwe zone), honden (uitlaatregels en poep) en overig APV (zoals illegaal gebruik openbaar gebied, reclamebordenbeleid en alcohol). We zijn al gestart met het Preventieen Handhavingsplan Alcohol 2014 - 2016. Deelprogramma 6B VERKEER EN VERVOER Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. P.H.M. Seesing dhr. J. Wesselink
Wat willen we bereiken ● Kwaliteit van zowel bereikbaarheid als leefbaarheid en verkeersveiligheid waarborgen en verbeteren ● Vergroten aandeel openbaar vervoer in de mobiliteit ● Vergroten aandeel fiets in de mobiliteit ● Verantwoordelijke weggebruikers Wat gaan we ervoor doen Verkeersveiligheid Er is blijvende aandacht voor verkeerseducatie voor alle doelgroepen en leeftijdscategorieën. Basisschoolleerlingen, (oudere)fietsers en jonge bestuurders krijgen hierbij extra aandacht. Met kleine aanpassingen in de infrastructuur zoeken we naar een zo hoog mogelijk rendement op het gebied van verkeersveiligheid. Goede bebakening en belijning van wegen zorgt voor een veiliger weggebruik. Overgangen tussen maximumsnelheden (van 80 naar 60, 80 naar 50, 50 naar 30 km/uur) worden beter aangegeven en vormgegeven. Hierdoor wordt duidelijker wat er van de weggebruiker verwacht wordt. We inventariseren fietsknelpunten en daar waar nodig worden oplossingen ontworpen en gerealiseerd. Op het gebied van (doelgroepen)vervoer wordt verder gewerkt met de uitkomsten van het regionale onderzoek naar basismobiliteit uit 2013. We voeren in 2015 een pilot uit naar beter en efficiënter vervoer van doelgroepen en reguliere OV-reizigers. Wegenonderhoud We brengen en houden wegen, straten en pleinen op het minimum onderhoudsniveau volgens de landelijke richtlijnen (niveau waarbij de veiligheid van de weggebruiker en de duurzaamheid van de verharding nog niet in het geding komen), met uitzondering van de circa 6 km zwaarder belaste wegen. Voor deze wegen geldt een hoger onderhoudsniveau. De onkruidbestrijding op verharding voeren we uit op basis van de gecertificeerde "Barometer Duurzaam OnkruidBeheer", niveau Brons. De gladheidsbestrijding voeren we uit op basis van het vastgestelde gladheidsbestrijdingsplan. Openbare verlichting We werken gefaseerd toe naar energiezuinige verlichting, waarbij ook energiebesparing door dimmen wordt meegenomen.
Programmabegroting 2015 - 2018
34 van 128
Deelprogramma 6C OPENBAAR GROEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. P.H.M. Seesing dhr. J. Wesselink
Wat willen we bereiken ● De huidige onderhoudskwaliteit van het openbaar groen behouden zonder dat dit tot een toename van het onderhoudsbudget leidt ● Op eenduidige, kostendekkende wijze exploiteren van begraafplaatsen Wat gaan we ervoor doen Openbaar groen In 2015 ronden we het project "omvorming openbaar groen" af. In het voorjaar van 2015 voeren we de omvormingen in de kernen Hummelo, Hoog- en Laag Keppel, Achter Drempt en Halle uit. In toenemende mate wordt met de burgers overlegd naar de mogelijkheden van burgerparticipatie. Als onderdeel van het Gebiedsproces Baakse Beek - Veengoot bereiden we samen met het Waterschap, Natuurmonumenten en Het Gelders Landschap een herinrichting van de Baakse Beek door de kern Vorden voor. We verwachten hieraan in 2015 uitvoering te geven. Speelplaatsen In 2015 geven we in de kernen Laag Keppel, Voor Drempt, Bronkhorst en Keijenborg uitvoering aan het Speelruimteplan. Picknickplekken en prullenbakken In 2014 hebben we invulling gegeven aan het Prullenbakkenplan. Prullenbakken die niet aan de plaatsingscriteria voldoen zijn verwijderd. Ruim 30 bakken zijn geadopteerd door inwoners. Begraafplaatsen In 2015 continueren we het huidige beheer van de begraafplaatsen. Er is blijvend aandacht voor het nu en in de toekomst bieden van voldoende grafruimte. Wat mag het kosten PROGRAMMA BEHEREN
Rekening Begroting 2013
Lasten: milieu verkeer en vervoer openbaar groen totaal lasten Baten: milieu verkeer en vervoer openbaar groen totaal baten Saldo
2014 (na wijz.)
2015
2016
2017
2018
6.999 4.419 1.934 13.352
7.056 4.748 1.695 13.500
7.373 4.566 1.726 13.665
7.475 4.493 1.741 13.709
7.409 4.493 1.740 13.642
7.417 4.379 1.738 13.534
-6.751 -221 -566 -7.538 5.815
-7.098 -114 -402 -7.614 5.886
-7.748 -115 -407 -8.271 5.394
-7.740 -115 -407 -8.263 5.447
-7.732 -115 -407 -8.254 5.387
-7.658 -115 -407 -8.181 5.354
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 492.000 lager dan begroot in 2014. De hogere baten staan voor kostendekkende tarieven; een situatie waar bij afval in 2014 geen sprake van was (€ 500.000 V). De lagere lasten komen voort uit eenmalige verkeers- en
Programmabegroting 2015 - 2018
35 van 128
milieuprojecten (€ 295.000 V). De lastenverhogingen komen voor rekening van de bijdrage aan de Omgevingsdienst Achterhoek (€ 191.000 N) en inflatie (€ 112.000 N). Investeringen Omschrijving
Investering
6A Vervanging drukriolering 564.348 6A Vervanging randvoorzieningen electronisch 94.975 6A Vervanging drukriolering 1.205.724 6A Vervanging gemalen electronisch 109.262 6A Vervanging drukriolering 1.092.441 6A Vervanging IBA's electronisch 24.190 6A Vervanging drukriolering 827.107 6A Vervanging randvoorzieningen electronisch 16.748 3.934.795
Jaar 2015 2015 2016 2017 2017 2017 2018 2018
Termijn
2015
2016
15 14.109 65.841 15 2.374 11.080 15 30.143 15 15 15 15 15 16.483 107.064
2017
2018
63.959 10.764 140.668 2.732 27.311 605
62.078 10.447 136.649 12.747 127.451 2.822 20.678 419 246.039 373.291
Bedragen in €
De investeringen binnen dit programma worden gedaan voor de kostendekkende diensten afval, riolering en begraafplaatsen. De lasten worden gedekt met kostendekkende tarieven, aangevuld met een bijdrage uit de reserve rioolheffing of graven (zie onder). Over de investeringen voor afval is nog niets bekend. Dit zal bekend worden bij de tariefsvoorstellen afvalstoffenheffing 2015 in december 2014. De vervangingsinvesteringen voor riolering in 2015 bedragen in totaliteit € 659.000 (in 2014 € 1.896.000) en volgen het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Investeringen bij begraafplaatsen hangen samen met de uitgifte van graven aan burgers. Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 6A tariefegalisatie rioolheffing 6A tariefegalisatie afvalstoffenheffing 6A deelname AGEM 6A verduurzamen woningvoorraad 6B verbeteren zandwegen 6B uitvoeringsprogramma GVVP 6B herinrichting Hummelo 6C onderhoud graven 6C kapitaallasten graven 6C afkoop onderhoud uitgifte graven 6C uitgifte graven
Investering -917.570 22.575 55.000 330.000 400.000 60.000 716.001 55.223 -300.000 -62.832 358.397
2015
2016
2017
2018
-397.826
-165.438
-224.947
-129.359
15.050 55.000 110.000 100.000 60.000 291.602 7.478 -75.000 -15.708 150.596
7.525 110.000 100.000
110.000 100.000
100.000
131.361 16.347 -75.000 -15.708 109.087
141.351 15.915 -75.000 -15.708 51.611
151.687 15.483 -75.000 -15.708 47.103
(+ = onttrekking; - = toevoeging) Bedragen in €
In dit programma komen meerdere reserves samen. De reserves rioolheffing en graven (onderhoud en uitgifte) worden ingezet om schommelingen in de tarieven voor die diensten op te vangen. De lasten voor deze diensten zijn nog niet definitief bepaald. Dat gebeurt bij de tariefsvoorstellen hiervoor in december 2014. In 2015 wordt verder uitvoering gegeven aan de afspraken over de opstartkosten in de eerste jaren van de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij, waarvan we aandeelhouder zijn. De verbetering van de zandwegen komt voort uit de gelijkluidende TBB-maatregel. Voor vijf jaar (tot en met 2017) is een eenmalige bijdrage van € 110.000 jaarlijks voor de noodzakelijke omvorming van die zandwegen geraamd.
Programmabegroting 2015 - 2018
36 van 128
Voor de cofinanciering van uitvoeringsprojecten in het kader van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) is in 2015 € 100.000 beschikbaar. We hebben dit bedrag onderverdeeld in structurele kosten en verschillende projecten. De structurele kosten van het GVVP (€ 28.500) zijn kosten voor verkeerseducatie, het dekken van meerkosten van verkeerskundige wensen bij onderhoudswerkzaamheden, ad hoc zaken en het beheer en onderhoud van ons verkeerstellingsmaterieel. Het overige deel van het budget (€ 71.500) besteden we aan eenmalige projecten. We gaan in 2015 de Zelhemseweg - Hengeloseweg tussen Hengelo en Zelhem opnieuw inrichten om een inrichting mogelijk te maken die past bij de gewenste snelheid van 60 km/uur. Verder werken we aan de verkeersveiligheid van de Keppelseweg in Hummelo als onderdeel van de schoolroute en nemen we maatregelen aan het doodlopende deel van de Dorpsstraat - Zutphenseweg in Hummelo om keren op de weg mogelijk te maken en een duidelijke infrastructuur aan te bieden aan het doorgaande en inkomende fietsverkeer. Voor twee projecten (verduurzamen woningvoorraad en herinrichting Hummelo) zijn middelen beschikbaar gesteld via de resultaatbestemming 2013. Hiermee worden subsidies mogelijk voor energiebesparende maatregelen door inwoners en worden de verkeersmaatregelen in Hummelo alsnog gerealiseerd.
Programmabegroting 2015 - 2018
37 van 128
2.1.7 Programma 7 Middelen Algemeen Missie Bronckhorst wil een solide financiële positie; ook in de toekomst. We willen de dekkingsmiddelen effectief en efficiënt inzetten voor de wettelijke taken en de speerpunten uit het coalitieakkoord. We maken gebruik van financiële instrumenten, passend in de planning- en controlvisie en van de inkomstenbronnen vanuit Europa, het Rijk, de provincie en onze burgers. Context en achtergrond We hebben te maken met een dynamische omgeving en willen hier adequaat op inspelen. Ook is de financiële positie van de gemeente erg gevoelig voor de demografische ontwikkelingen (ontgroening en vergrijzing) en de terugtredende rijksoverheid. Uit de gemeentefondscirculaires blijkt telkens weer dat de bezuinigingen op rijkstaken ook onze financiën steeds nadelig beïnvloeden. Maar ook de demografische ontwikkelingen leiden er toe dat onze inkomstenbronnen extra krimpen. Denk aan algemene uitkering, woninguitbreiding, bezetting schoolgebouwen, etc. Dit betekent dat we als gemeente, om onze solide financiële positie te behouden, bij het ontstaan van mogelijke begrotingstekorten steeds opnieuw moeten kijken hoe we die van een adequaat dekkingsplan voorzien. Kaderstellende beleidsnota's ● Financiële verordening gemeente Bronckhorst (2008) ● Nota reserves en voorzieningen (2012) ● Verordening OZB (2013) ● Verordening toeristenbelasting (2013) ● Verordening forensenbelasting (2013) ● Verordening afvalstoffenheffing (2013) ● Verordening rioolheffing (2013) ● Programmabegroting 2014 - 2017 (2013) Deelprogramma's 7A Belastingen 7B Geldmiddelen 7C Bedrijfsvoering Deelprogramma 7A BELASTINGEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.A.L.M. Spekschoor dhr. H.R.T. Neijenhuis
Wat willen we bereiken De gemeentelijke belastingen beperken voor de burgers Wat gaan we ervoor doen Belastingheffing We bieden de belastingplichtigen de mogelijkheid van automatische incasso in 10 termijnen. Woningbezitters en zelfstandigen met een betalingscapaciteit onder de bestaansnorm, bieden we de mogelijkheid van kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. De lasten voor kwijtschelding zitten verwerkt in deelprogramma 8C Tweedelijns ondersteuning. In de paragraaf Lokale heffingen komen de verschillende gemeentelijke belastingen, heffingen en leges aan bod. Voor meer informatie verwijzen we u dan ook naar de paragraaf Lokale heffingen (paragraaf 2.2.1).
Programmabegroting 2015 - 2018
38 van 128
Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB-opbrengst woningen hebben we volgens de begrotingsuitgangspunten (bijlage 4.3) alleen verhoogd met de trendmatige inflatie van 1,5% voor 2015. De OZB-tarieven voor bedrijven houden we op 60% van het Gelders gemiddelde. Toeristenbelasting Deze belasting is een algemeen dekkingsmiddel, maar zetten we in Bronckhorst niet zo in. Volgens de visie Toekomstbestendig Bronckhorst (TBB) mag de toeristenbelasting volledig ingezet worden voor het beleidsveld toerisme. Op grond van de aanslagen voor 2014 blijkt dat deze belasting jaarlijks tot € 260.000 aan opbrengsten leidt. De uitgaven bij het deelprogramma 3B Toerisme zijn op deze baten afgestemd. Afvalstoffen- en rioolheffing In 2015 zijn de consequenties van het volume-frequentie-systeem in het tarief voor afvalstoffenheffing verwerkt, waardoor dit wederom een kostendekkende dienst moet zijn. Daarnaast werken we verder aan een verbreed gemeentelijk rioleringsplan, wat ook gevolgen kan hebben voor de rioolheffing. Voor beide heffingen kijken we of aanvullende maatregelen mogelijk zijn om de lasten voor de burger hiervoor te beperken. Deelprogramma 7B GELDMIDDELEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.A.L.M. Spekschoor dhr. H.R.T. Neijenhuis
Wat willen we bereiken ● De jaarlijkse inkomstenbronnen effectief inzetten ● De reserves inzetten voor eenmalige projecten Wat gaan we ervoor doen Algemene uitkering We zetten de algemene uitkering in eerste instantie in voor de wettelijke taken en de uitvoeringstaken. Voor de uitvoering van rijkstaken, waarvoor we een specifieke uitkering ontvangen, is de verstrekte bijdrage het kader. Voor de gedecentraliseerde open einderegelingen in de algemene uitkering (WMO, Jeugdzorg en Participatiewet) hanteren we ook de verstrekte bijdrage als kader. Reserves en voorzieningen Overeenkomstig de nota Reserves en voorzieningen bedroeg het structurele gebruik van ontvangen renten op eigen financieringsmiddelen in de exploitatie € 925.000 per jaar. Ter uitvoering van het amendement 4-9 (7 november 2013) is dit structurele gebruik in de exploitatie teruggebracht naar € 700.000 per jaar. Het benodigde vermogen (inkomensdeel) hiervoor van € 36 mln wordt voor een deel gerealiseerd door de omvang van de voorzieningen en de bestemmingsreserves (zie ook Balans, paragraaf 3.3.2). Eenmalige projecten dekken we met middelen vanuit de algemene reserve. Voor die voorstellen doen we u jaarlijks een voorstel bij de begroting. Daarnaast kunnen tussentijds door u besluiten genomen worden voor eenmalige projecten. De dekking van die projecten loopt ook via de algemene reserve. We zullen u bij iedere begroting en jaarrekening over de omvang van de algemene reserve informeren. In deze begroting ziet u dat bij de toelichting op de balans (paragraaf 3.3.2). In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (paragraaf 2.2.2) en de paragraaf Financiering (paragraaf 2.2.4) leest u meer over het gemeentelijke vermogensbeheer en de beleidsontwikkeling daarbinnen.
Programmabegroting 2015 - 2018
39 van 128
Aandelen Deelnemen in bedrijven doen we in de vorm van aandeelhouderschap. We kunnen invloed uitoefenen via de vergadering van aandeelhouders. De invloed is ook afhankelijk van de overige aandeelhouders. We hebben aandelen in zes ondernemingen. Bij vijf ondernemingen ramen we in 2015 ook dividend (BNG, NUON, Alliander, Vitens en Berkel Milieu). Over de verschillende aandelen vindt u meer informatie in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6). Deelprogramma 7C BEDRIJFSVOERING Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.R. Peppelman dhr. J. Wesselink
Wat willen we bereiken ● Efficiënte bedrijfsvoering ● Meten is weten Wat gaan we ervoor doen De onderwerpen die onder dit deelprogramma vallen, komen ook aan bod in de paragraaf Bedrijfsvoering. Voor meer informatie verwijzen we naar de paragraaf Bedrijfsvoering (paragraaf 2.2.5). Ondersteuning We vinden dat de lasten voor ondersteuning in verhouding moeten staan tot de producten. Daarmee bedoelen we dat de overheadkosten alleen trendmatig worden verhoogd. Wanneer de lasten van overhead hoger zijn dan de lasten die doorverdeeld worden, zullen we maatregelen nemen om de ondersteuningslasten (overhead) weer in verhouding te brengen. Voor 2015 bedraagt het overheadtarief € 30 per uur (€ 30 in 2014). Toekomstbestendig Personeelsbeleid Bronckhorst We werken aan een organisatiestructuur en -cultuur waarin medewerkers breed inzetbaar zijn. Dat wil zeggen dat ze ook andere taken kunnen oppakken naast de reguliere werkzaamheden. Deze aanpak is u beter bekend onder de naam Toekomstbestendig Personeelsbeleid (TBP). We verwachten dat door brede inzetbaarheid van medewerkers de invulling van de taken ook toekomstbestendig zal zijn zonder blijvend kwaliteitsverlies in de werkzaamheden. Efficiënte bedrijfsvoering In 2015 zullen we de effecten zien van de genomen stappen om de personele inzet voor nieuwe taken die het Rijk aan de gemeenten overdraagt (decentralisaties) efficiënt te realiseren. Waar taken vervallen zullen we ook de bemensing en ondersteuning daarvoor herzien. De financiële gevolgen van beide ontwikkelingen beperken we door de inzetbaarheid van onze medewerkers op onze toekomstige taken af te stemmen. We voeren het programma Electronische Gemeente Bronckhorst (EGB) uit passend binnen het rijksbeleid voor het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en E-overheid. We hebben de focus op verbetering van de elektronische dienstverlening, slim gebruik maken van ruimte en informatie en aansluiting bij landelijke ontwikkelingen. We verwachten dat met de verdere uitwerking van de "elektronische gemeente" de facilitaire ondersteuning een verdere impuls krijgt.
Programmabegroting 2015 - 2018
40 van 128
Wat mag het kosten MIDDELEN
Rekening Begroting 2013
Lasten: belastingen geldmiddelen bedrijfsvoering totaal lasten Baten: belastingen geldmiddelen bedrijfsvoering totaal baten Saldo
2014 (na wijz.)
2015
2016
2017
2018
915 8.807 -1 9.721
883 4.109 1.698 6.691
885 2.713 1.296 4.894
885 2.178 1.351 4.414
885 1.812 1.293 3.990
885 1.706 1.301 3.892
-6.514 -48.191 0 -54.705 -44.984
-7.075 -39.809 0 -46.883 -40.193
-6.994 -53.414 0 -60.408 -55.514
-6.994 -51.283 0 -58.277 -53.863
-6.994 -49.423 0 -56.417 -52.427
-6.994 -48.661 0 -55.655 -51.764
Bestaand beleid In dit programma zijn ook opgenomen de baten zonder directe relatie met een gemeentelijke uitvoeringstaak; de algemene dekkingsmiddelen. Die baten zijn € 15.322.000 hoger dan in 2014. Deze stijging is voor het overgrote deel het gevolg van de nieuwe budgetten vanuit de decentralisaties in het Sociale domein (overheveling naar de Algemene uitkering) ad € 13.622.000 V voor Jeugdzorg en AWBZ-begeleiding. Het budget voor de uitvoering van de Participatiewet is bestaand budget, maar dan tot 2015 via een specifieke rijksuitkering. Daarnaast bevat dit programma ramingen voor inzet van eigen middelen voor de ingroei van diezelfde decentralisaties (vangnet aan het einde van het kalenderjaar) en voor nieuw beleid (€ 1.698.000 V). De inzet van reserves, die ook in dit programma is opgenomen, is in 2015 per saldo € 244.000 lager dan in 2014. De overige afwijkingen zijn het gevolg van de wijzigingen in de algemene uitkering en de belastingen (€ 245.000 V). Over de ontwikkeling van de Algemene uitkering (in 2014 en verder) bent u in een eerder stadium geïnformeerd via een memo en leest u meer in het overzicht algemene dekkingsmiddelen verderop in deze paragraaf. Investeringsplan Omschrijving 7C Vervanging materieel 3 rayons 2015 7C Vervanging materieel 3 rayons 2016 7C Vervanging materieel 3 rayons 2017 7C Vervanging materieel 3 rayons, freesmachine 7C Vervanging materieel 3 rayons, Aanhang strooimachine 7C Vervanging materieel 3 rayons, Kipwagen 7C Vervanging materieel 3 rayons, vrachtauto 7C UPS batterijen in MER 7C GIS pc's 7C Plotter GIS
Investering
Jaar
Termijn
2015
2016
2017
2018
426.286 463.505 527.000 19.137
2015 2016 2017 2018
7 7 7 8
9.805 80.507 77.706 74.905 10.661 87.536 84.490 12.121 99.528 440
49.211
2018
10
1.132
50.192 242.110 33.000 11.000 35.000 1.856.441
2018 2018 2015 2015 2017
8 8 5 5 10
1.154 5.569 7.511 2.504 5.110 282.343
759 253
8.118 2.706
7.814 2.605 805 10.817 101.992 188.587
Bedragen in €
Ook investeringen in de bedrijfsvoering maken we inzichtelijk voor u. De investeringen zijn niet nieuw. Het zijn de vervangingsinvesteringen in 2015 voor het materieel waar de rayons mee werken (€ 426.000) volgens de zevenjaarlijkse cyclus. De automatiseringsinvesteringen in 2015 (€ 44.000) volgen voor het overgrote deel een vijfjaarlijkse cyclus. Programmabegroting 2015 - 2018
41 van 128
Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 7B derving Nuondividend 7B toevoeging reserves (rente) 7C vrijval Iza-gelden 7C vrijval bestemmingsreserve gemeentehuis
Investering
2015
2016
2017
2018
1.960.200 -2.079.246 48.156 600.000
410.400 -457.050 12.039 150.000
574.000 -559.506 12.039 150.000
516.600 -535.990 12.039 150.000
459.200 -526.700 12.039 150.000
529.110
115.389
176.533
142.649
94.539
(+ = onttrekking; - = toevoeging) Bedragen in €
De besteding van reserves en voorzieningen voor dit programma heeft geen relatie met voorgenomen projecten, maar met afspraken in 2009 bij de verkoop van de NUON-aandelen over gefaseerde afbouw dividend tot 2026 en de afspraken over de dekking voor de bouwkosten gemeentehuis. Van de rentetoevoeging gaat het voor € 67.000 om bestemmingsreserves (riolering en graven). Na de afgesproken bijdrage uit rentebaten ad € 700.000 in de gemeentelijke exploitatie (was in 2014 € 925.000) kan, door de lage rentestand, nog maar € 390.000 aan de Algemene reserve worden toegevoegd in 2015. Deze toevoeging kent twee componenten: € 345.000 voor de bufferfunctie en € 44.000 voor het vrij te besteden deel van de Algemene reserve. Overzicht van algemene dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Begroting Rekening 2014 (na Begroting 2013 wijziging) 2015 Onvoorziene uitgaven (A)
Begroting BegrotingBegroting 2016 2017 2018
-
132
132
132
132
132
6.174 264 41 6.479
6.741 270 46 7.057
6.669 260 47 6.976
6.669 260 47 6.976
6.669 260 47 6.976
6.669 260 47 6.976
Algemene uitkering (C)
30.044
30.176
46.216
Dividend / winstuitkering BNG Nuon Energy Vitens Alliander Dividend (D)
108 280 55 294 737
92 164 58 446 760
80 164 55 316 615
80 55 316 451
80 55 316 451
160 55 316 531
2.892
2.634
2.626
2.577
2.513
2.467
40.152
40.759
56.565
55.776
Lokale heffingen Onroerende-zaakbelastingen Toeristenbelasting Forensenbelasting Lokale heffingen (B)
Saldo financieringsfunctie (E) Totaal dekkingsmiddelen (A t/m E)
45.640 44.739 44.207
54.811 54.313
Binnen het programma Middelen zijn er ook lasten en kennen we baten die niet onder de definitie van algemene dekkingsmiddelen vallen. Dit verklaart waarom het saldo voor het programma Middelen anders is dan bovenstaand totaal aan dekkingsmiddelen op dit programma. Onvoorziene uitgaven In de begroting nemen we jaarlijks een post op voor onvoorzien. Dit bedrag (ongeveer € 3,50 per inwoner) is bedoeld om incidentele lasten te kunnen dekken die voldoen aan de drie O-criteria: onvoorzien, onvermijdbaar en onuitstelbaar. Programmabegroting 2015 - 2018
42 van 128
Lokale heffingen Het woord lokaal zegt het al: deze inkomsten worden opgebracht door onze inwoners. Riool- en afvalstoffenheffing zijn hierin niet meegerekend; die opbrengsten zijn volledig bedoeld voor 100% kostendekkendheid voor die uitgaven. U leest hierover meer in de paragraaf Lokale heffingen (paragraaf 2.2.1). Algemene uitkering Nieuw in de algemene uitkering is vanaf 2015 de vergoeding voor de uitvoering van het AWBZdeel van de WMO (begeleiding), de Jeugdwet en de Participatiewet; de 3 Decentralisaties. De totale omvang hiervan is in 2015 geraamd op € 18.887.000, waarvan € 13.622.000 nieuw geld en € 5.265.000 uit bestaande specifieke rijksuitkeringen. Het budget voor de bestaande WMO-taken (2007) neemt aanzienlijk af in 2015, namelijk met € 1,2 mln. Algemene uitkering Septembercirculaire 2013 (memo raad oktober 2013) Decembercirculaire 2013 (memo raad januari 2014) Meicirculaire 2014 (memo raad juli 2014) Effect algemene uitkering in programmabegroting 2015
2015
2016
2017
2018
-42 -330 529 157
138 -300 336 174
120 -289 395 226
120 -289 375 206
(+ = minder inkomsten; - = meer inkomsten)
Dividend/winstuitkering De gemeente Bronckhorst neemt deel in diverse bedrijven. De deelnemingen komen vooral voort uit het verleden, toen de voormalige gemeenten zelf nog taken op die terreinen kenden (drinkwater- en energievoorziening). Als publieke participant heeft de gemeente nog invloed, zij het beperkt, op de ontwikkelingen van de nutsvoorzieningen die voor de inwoners tot de basisvoorzieningen behoren. Daarnaast ontvangt de gemeente dividend uit de participatie in een afvalverwijderingsbedrijf (onderdeel van programma 6 Beheren) en de Bank Nederlandse Gemeenten. De omvang van het dividend neemt in de loop van de jaren af door economische ontwikkelingen (BNG) of eigen besluiten (afname NUON-dividend). U leest hierover meer in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6). Saldo financieringsfunctie Over het saldo leest u meer in de paragraaf Financiering (hoofdstuk 2.2.4). Dit saldo bevat in de gemeente Bronckhorst de som van: ● het renteresultaat vanwege het financieren van investeringen met eigen middelen (reserves) ● het renteresultaat vanwege het verstrekken van geldleningen ● het saldo op de renteverdeling
Programmabegroting 2015 - 2018
43 van 128
2.1.8 Programma 8 Sociaal Domein Algemeen Missie We streven ernaar dat alle inwoners (met of zonder beperking) meedoen en dat zoveel mogelijk doen binnen de “reguliere” voorzieningen. Ons doel is dat inwoners zich gezond voelen en zelfredzaam zijn, dat inwoners actief meedoen in de samenleving en dat inwoners een passend voorzieningenniveau ervaren. Context en achtergrond Gemeenten krijgen de komende jaren te maken met enkele grote stelselveranderingen in het sociaal domein: de Participatiewet, decentralisatie Jeugdzorg en structuurveranderingen rond de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Dit betekent nieuwe taken voor de gemeente en nieuwe samenwerkingspartners in het maatschappelijke veld. Het sociaal domein verandert sterk en blijft de komende jaren in beweging. In 2014 wordt het beleidsplan Sociaal Domein vastgesteld. In dit plan zijn de beleidskeuzes voor de komende jaren opgenomen voor de uitvoering van de Participatiewet, Wmo 2015, Jeugdwet en de Wet publieke gezondheid. Kaderstellende beleidsnota ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Uitvoeringsagenda Sociaal Domein (2012) Visie sociaal Domein (2012) Nota Bronckhorst voor elkaar 3.0 – uitwerking van de visie (2013) Regionale notitie D’ran in de transities (2013) Beleidsplan Sociaal domein (2014) Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz Gemeente Bronckhorst 2015 (2014) Re-integratieverordening Participatiewet Gemeente Bronckhorst 2015 (2014) Verordening maatschappelijke participatie en toeslagen Participatiewet Gemeente Bronckhorst 2015 (2014) Verordening tegenprestatie Participatiewet Gemeente Bronckhorst 2015 (2014) Wmo verordening Gemeente Bronckhorst 2015 (2014); de Verordening Jeugdhulp Gemeente Bronckhorst 2015
Deelprogramma's 8A Sociale basisvoorzieningen 8B Eerstelijns ondersteuning 8C Tweedelijns ondersteuning 8D Bescherming en veiligheid 8E Eigen bijdragen Deelprogramma 8A SOCIALE BASISVOORZIENINGEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.R. Peppelman mw. J.M. Lenselink
Wat willen we bereiken ● Een gezonde leefstijl door onze inwoners ● Gezond en veilig opgroeien en opvoeden van jeugdigen ● Actief bijdragen van (kwetsbare) inwoners aan hun leefomgeving ● Een levendig en ondernemend vrijwilligersveld in het sociaal domein
Programmabegroting 2015 - 2018
44 van 128
Wat gaan we ervoor doen Investeren in preventie, vroegsignalering en vroegtijdige interventies Als gemeente maken we gebruik van en sluiten aan op landelijke en eventueel regionale campagnes in de media rondom gezondheid en leefstijl. We richten ons voor een gezonde leefstijl op afname overgewicht onder volwassenen, afname alcoholgebruik door jeugdigen en bewegen door ouderen. Met betrekking tot opvoed- en opgroeiproblemen richten we ons op vroegsignalering en vroegtijdige interventies, ten einde problemen en escalaties te voorkomen. Dit doen we door ons te richten op de opvoedvaardigheid van ouders en door in te zetten op een integrale jeugdgezondheidszorg en goede samenwerking in de jeugdketen. Activeren, faciliteren en verbinden van vrijwilligers(organisaties) We zijn van mening dat vrijwilligers de komende jaren steeds belangrijker worden. Het wegvallen van een aantal voorzieningen voor (kwetsbare) inwoners speelt daarbij een rol. Vrijwilligers moeten we koesteren en daarom is het belangrijk dat zij kunnen rekenen op deskundigheidsbevordering, waardering en een vangnet. We willen met het welzijnswerk vrijwilligers(initiatieven) activeren, versterken en verbinden. Het welzijnswerk richt zich hierbij niet op een specifieke doelgroep, maar sluit aan op de vraag. Het maakt gebruik van de talenten en krachten die aanwezig zijn in buurten en kernen. De sociaal consulenten, die belast zijn met de uitvoering van het welzijnswerk, hebben de verantwoordelijkheid om vrijwilligers(organisaties) te ondersteunen bij het zelfstandig uitvoeren van hun taken en activiteiten. Dit is altijd tijdelijk en altijd gericht op het versterken van de eigen kracht en samenkracht van de vrijwilligers, vrijwilligersorganisaties, -initiatieven, buurten en kernen. De sociaal consulenten monitoren de vragen, signaleren knelpunten en structurele vragen en leggen de verbinding naar beleidsinzet, experts en bedrijfsleven Ondersteunen van mantelzorgers en voorkomen van overbelasting De ondersteuning van mantelzorgers is gericht op voorzieningen en diensten die de draagkracht van mantelzorgers vergroten of de draaglast verlichten. Omdat geen enkele situatie gelijk is en de knelpunten of belasting die mantelzorgers ervaren verschillend zijn, kunnen we mantelzorgers het beste ondersteunen met maatwerk. Voor de ondersteuning van mantelzorgers zetten we naast individueel maatwerk in op informatie, advies en toeleiding in de sociale teams, vergroten van de kennis over mantelzorg onder professionals en vrijwilligersorganisaties en op de waardering van mantelzorgers.
Deelprogramma 8B EERSTELIJNS ONDERSTEUNING Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.R. Peppelman dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen we bereiken Een goede toeleiding naar passende ondersteuning voor kwetsbare inwoners Wat gaan we ervoor doen Cliëntenparticipatie We willen ondersteuning zoveel mogelijk passend en zo dicht mogelijk bij de eigen leefomgeving bieden. Om hierop te sturen zetten we in op een integrale cliëntbenadering, op onafhankelijke cliëntondersteuning en keuzevrijheid. Kenmerk van de nieuwe ondersteuningsstructuur is dat het zich organiseert rondom de vragen van inwoners en niet rondom de verschillende domeinen en wetten die aan de taken ten grondslag liggen. Dit betekent een andere houding bij de toeleiding naar ondersteuning. De sociale teams vormen onze schakel met de ondersteuning voor de Programmabegroting 2015 - 2018
45 van 128
cliënt en de samenwerking met andere partijen, waarmee de cliënt van doen heeft. In de nota Bronckhorst voor Elkaar 3.0 is uitgebreid ingegaan op de werkwijze van de sociaal teams. Deelprogramma 8C TWEEDELIJNS ONDERSTEUNING Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.R. Peppelman / dhr. P.H.M. Seesing dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen we bereiken ● Inwoners die financieel zelfredzaam zijn ● (Kwetsbare) inwoners ondersteunen om te participeren in de samenleving ● Jeugdigen en ouders worden waar gewenst ondersteund bij opvoed- en opgroeiproblemen Wat gaan we ervoor doen Inrichten nieuwe zorgtaken In 2015 richten we ons op een ‘transitieproof’ overgang van de nieuwe taken. We bieden continuïteit van zorg voor mensen die ondersteuning nodig houden en zoeken naar vernieuwing binnen het bestaande aanbod. Mede door overgangsrecht en de wens om zorgcontinuïteit te bieden, is de ruimte voor een andere inzet van middelen in 2015 nog beperkt. We investeren waar mogelijk in het preventieve veld en werken de resultaatsturing uit in de uitvoeringspraktijk. We gebruiken dit jaar om de inhoudelijke ontwikkelingen verder door te zetten, zodat we vanaf 2016 kunnen sturen op daadwerkelijke veranderingen. Vanaf 2016 wordt de nadruk gelegd op investeren in preventie, vroegsignalering en vernieuwende initiatieven, die een bijdrage leveren aan effectieve ondersteuning. We werken regionaal samen waar dit meerwaarde oplevert voor onze inwoners. Dit is met name op het gebied van specifieke expertise, in de bedrijfsvoering en bij de voorbereidende werkzaamheden als beleidsontwikkeling en inkoop. Onderzocht wordt de mogelijkheid om efficiency te behalen met gezamenlijke taken in een backoffice. Bijstand en re-integratie Onze aanpak is gericht op uitstroom van uitkeringsgerechtigden naar (zo regulier mogelijk) werk. Hierbij maken we gebruik van individuele maatwerktrajecten richting scholing/werk. Voor het jaar 2015 verwachten we een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden in verband met de instroom van nieuwe doelgroepen. Beschut werken en dagbesteding We zetten in op werk door onze inwoners als zinvolle daginvulling. Als zij niet meer in de arbeidszame leeftijd zijn of niet kunnen werken, wordt gekeken naar beschut werken, dan wel dagbesteding. Iedere vorm van ondersteuning is gericht op participatie en zelfredzaamheid. Waar mogelijk wordt de doelgroepbenadering losgelaten. Hulp bij het huishouden De huidige overeenkomsten voor hulp bij het huishouden lopen per 1 januari 2015 af. Besloten is de huidige overeenkomsten door te laten lopen tot 1 juli 2015 en nieuwe overeenkomsten aan te gaan met in ieder geval de huidige aanbieders van hulp bij het huishouden per 1 januari 2015. Deze nieuwe overeenkomst zal anders van opzet zijn; namelijk sturen op resultaten waarbij de hulpvraag leidend is en niet het aanbod. De gemeente Bronckhorst wil een 'zachte' landing realiseren zodat klanten en uitvoerenden geleidelijk kunnen wennen aan de nieuwe situatie en werkwijze. De overlap in overeenkomsten maakt dit mogelijk.
Programmabegroting 2015 - 2018
46 van 128
Jeugdzorg Voor de jeugdzorg zijn we in 2015 gebonden aan het regionaal transitiearrangement. Dit betekent dat de continuïteit voor lopende zorg voor jeugdigen is gewaarborgd. Om toch alvast te kunnen werken aan vernieuwing stellen we met aanbieders een transformatieagenda op, waarin afspraken worden gemaakt over meer samenhang in het jeugdstelstel en meer inzet op vroegsignalering en vroegtijdige ondersteuning. In 2015 onderzoeken we hoe we de overgang van jeugd- naar volwassenenzorg beter kunnen vormgeven om uitval van jeugdigen in deze kwetsbare leeftijd te voorkomen. Deelprogramma 8D BESCHERMING EN VEILIGHEID Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.R. Peppelman dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen we bereiken ● Jeugdigen kunnen in onze gemeente veilig opgroeien ● Afname van huiselijk geweld en kindermishandeling Wat gaan we ervoor doen Jeugdbescherming en jeugdreclassering Voor de uitvoering van de jeugdbescherming en –reclassering zijn we verplicht om deze te beleggen bij een gecertificeerde instelling. Voor ons is dat Bureau Jeugdzorg Gelderland. Voor de uitvoering is een samenwerkingsovereenkomst getekend. Veilig thuis Het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) worden in 2015 samengevoegd tot Veilig Thuis. Veilig Thuis is daarmee het advies en meldpunt voor zowel kindermishandeling als huiselijk geweld. Binnen onze gemeente richten we ons op een vroegtijdige signalering en aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld door voorlichting, toepassing van de meldcode en verwijsindex en de uitvoering van het tijdelijk huisverbod.
Deelprogramma 8E EIGEN BIJDRAGEN Portefeuillehouder Ambtelijk trekker
dhr. A.R. Peppelman dhr. J.H. van Cranenburgh
Wat willen we bereiken Juiste weergave van de financiële bijdragen van zorgvragers aan de zorgvoorzieningen Wat gaan we ervoor doen Rijksinformatie over eigen bijdragen zorgvragers In de meicirculaire 2014 wordt geadviseerd om de eigen bijdragen in een (in ons geval) apart deelprogramma op te nemen. Zo vindt ook de monitoring door het Rijk plaats; scheiding van lasten en bijdragen van de zorgvragers. Op dit moment zijn de budgetten binnen het Sociaal domein nog "netto" geraamd, d.w.z. de financiële bijdragen van de zorgvragers zitten verscholen in de budgetten. Om de ontwikkelingen in de lasten en de baten en de verhouding tussen wat het kost en wat vanuit de zorgvragers zelf wordt bekostigd te kunnen volgen, is de scheiding gewenst. Deze administratieve scheiding zullen we in 2015 realiseren.
Programmabegroting 2015 - 2018
47 van 128
Wat mag het kosten PROGRAMMA SOCIAAL DOMEIN
Rekening Begroting 2013
Lasten: sociale basisvoorzieningen eerstelijns ondersteuning tweedelijns ondersteuning bescherming en veiligheid eigen bijdragen totaal lasten Baten: sociale basisvoorzieningen eerstelijns ondersteuning tweedelijns ondersteuning bescherming en veiligheid eigen bijdragen totaal baten Saldo
2014 (na wijz.)
2015
2016
2017
2018
1.452 152 16.746 0 0 18.351
1.783 304 16.840 0 0 18.927
1.797 13 31.960 0 0 33.770
1.796 13 30.933 0 0 32.743
1.796 13 30.722 0 0 32.531
1.796 13 30.975 0 0 32.784
-93 -22 -11.047 0 0 -11.163 7.188
-102 0 -8.908 0 0 -9.010 9.917
-101 0 -5.329 0 0 -5.430 28.340
-101 0 -5.472 0 0 -5.573 27.170
-101 0 -5.729 0 0 -5.830 26.701
-101 0 -5.957 0 0 -6.058 26.726
Bestaand beleid De lasten zijn, na aftrek van de baten, € 18.423.000 hoger dan begroot in 2014. In dit programma zijn de oude taken binnen het Sociaal domein, die tot en met de programmabegroting 2014 - 2017 onder het programma Zorgen zijn verantwoord, samengevoegd met de nieuwe taken binnen het Sociaal domein. De budgettoename wordt grotendeels gecompenseerd door de nieuwe middelen in de Algemene uitkering voor de taken AWBZ-begeleiding en Jeugdzorg (€ 13.622.000) en de bijdrage in die uitkering voor de Participatiewet (€ 5.265.000). De middelen voor de uitvoering van de Participatiewet komen tot 2015 uit een specifieke rijksbijdrage voor WWB en WSW. De overige verschillen kennen twee oorzaken; de uitvoering van projecten met dekking vanuit de algemene reserve (voordelig) en de korting op het bestaande (WMO-)budgetten voor huishoudelijke verzorging (nadelig). Investeringsplan Voor het sociale domein bestaan nog geen investeringen met kapitaallasten. Mogelijk in de toekomst wel, wanneer er eigen investeringen in duurzame goederen nodig zijn voor de uitvoering van de Participatiewet, WMO en Jeugdzorg. Hierover is nog niets bekend. Besteding reserves en voorzieningen Omschrijving 8A doelgroepenvervoer 8A korting WMO huishoudelijke hulp 1
Investering 260.000 795.000 1.055.000
2015
2016
220.000 795.000 1.015.000
40.000 40.000
2017
2018
-
-
Bedragen in €
Voor twee WMO-projecten zijn middelen beschikbaar gesteld via de resultaatbestemming 2013. Binnen doelgroepenvervoer willen we een proef doen met het combineren van verschillende doelgroepen in één systeem (€ 140.000) en de aanbesteding van een nieuw regiotaxicontract uitvoeren (€ 80.000). Voor de korting op huishoudelijke zorg willen we de tijd nemen om alle indicaties te herzien op dit punt (de "zachte landing" bij cliënten).
Programmabegroting 2015 - 2018
48 van 128
2.2 Paragrafen 2.2.1 Paragraaf Lokale heffingen Inleiding De lokale heffingen zijn een belangrijk onderdeel van de "vrije" inkomsten van de gemeente. De belangrijkste lokale heffingen zijn de onroerende-zaakbelastingen; deze hebben het karakter van algemeen dekkingsmiddel. Andere lokale heffingen hebben een specifiek bestedingsdoel zoals de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. In deze paragraaf gaan we niet in op de tarieven voor 2015. In december 2014 ontvangt u van ons de tariefsvoorstellen gebaseerd op de dan meest actuele gegevens betreffende WOZ-waarde, aantallen aansluitingen, etc. Het beleid ten aanzien van de eigen heffingen ligt vast in belastingverordeningen, beleidsregels en het Coalitieakkoord 2014 - 2018 'Bronckhorst dichtbij'. Uitgangspunt is om niet meer lasten bij de inwoners neer te leggen dan aantoonbaar noodzakelijk is. We gaan uit van jaarlijkse indexering van de onroerende-zaakbelastingen bij woningen en nietwoningen. Voor de overige belastingen en rechten hanteren we datzelfde uitgangspunt. Volgens het bestaande beleid hanteren we voor de OZB-bepaling bij niet-woningen 60% van het Gelders gemiddelde 2014. Overzicht algemene heffingen Onroerende-zaakbelastingen (OZB) De algemene heffing OZB bestaat uit een eigenarenbelasting (woningen en bedrijven) en een gebruikersbelasting (bedrijven). De heffing wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaak volgens de Wet waardering onroerende zaken (WOZ). Alle onroerende zaken in de gemeente moeten jaarlijks opnieuw worden gewaardeerd naar een waardepeildatum die één jaar voor het belastingjaar ligt. Voor het belastingjaar 2015 is de waardepeildatum 1 januari 2014. De uitkomsten van de jaarlijkse herwaardering bepalen, naast de inflatiecorrectie, de hoogte van de tarieven OZB voor 2015. De verwachting is dat de huizenprijzen in 2015 zullen stabiliseren, maar de opleving van de woningmarkt blijft echter zwak. De opleving zal in Bronckhorst nog niet zichtbaar zijn; de eerste signalen hiervan zijn te zien in de randstedelijke steden. Op basis van informatie van de Waarderingskamer, wordt voor 2015 het landelijk gemiddeld herwaarderingseffect voor woningen geschat op -3% en voor bedrijven op -3,5%. De daling is gebaseerd op de marktontwikkeling in de periode 1 januari 2013 tot 1 januari 2014. In de WOZ-beschikkingen, die we in 2015 verzenden, is de waardebepaling verwerkt die binnen de gemeente Bronckhorst voor de periode 2014 geldt. Door de verscherpte toepassing van het woningdeel bij bedrijven (uitspraak Hoge Raad) is de opbrengst van de gebruikersheffing OZB niet-woningen in 2014 sterk afgenomen. Het gaat dan om het woongedeelte bij bedrijven (boerderijen, verzorgings- en verpleeghuizen). Die mogen voor dat deel geen gebruikersheffing OZB niet-woningen opgelegd krijgen; voor dat deel staan ze gelijk aan eigenaren woningen. Samen met de verdere WOZ- waardedaling bij de niet-woningen moeten wij in de begroting rekening houden met een opbrengstverlies van € 172.000 jaarlijks. In e de 2 tussenrapportage 2014 zult u dit ook lezen. Macronorm OZB De gemeente mag haar OZB-tarieven zelf bepalen. Om landelijk een te grote lastenstijging te voorkomen, heeft het Rijk een correctiemogelijkheid gekregen op het gemeentefonds met de zogenoemde macronorm. Om de lokale lasten beheersbaar te houden, werkt het Rijk samen met de VNG aan een mogelijke nieuwe indicator. Voorlopig wordt de huidige systematiek voortgezet.
Programmabegroting 2015 - 2018
49 van 128
Landelijke Voorziening WOZ De WOZ is aangemerkt als basisregistratie, de zogenaamde Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken (BWOZ). Bronhouders van deze basisregistratie zijn de gemeenten. In het verlengde daarvan wordt de Landelijke Voorziening WOZ (LV WOZ) gerealiseerd. Afnemers (waaronder de gemeenten zelf) kunnen de WOZ-gegevens opvragen via de LV WOZ. In 2014 worden de eerste WOZ-waarden openbaar gemaakt en wel van die gemeenten die in 2014 aansluiten op de LV WOZ. Ook de grote afnemers, zoals Belastingdienst en waterschappen, gaan aansluiten op de LV WOZ. Burgers kunnen dan via een apart digitaal loket de WOZ-waarden van woningen via de LV WOZ opzoeken. Voor het vullen van de BWOZ moeten we WOZ-gegevens aan de LV WOZ gaan leveren. Vanaf 2015 zullen onze WOZwaarden voor burgers beschikbaar zijn. Toeristen- en forensenbelasting De toeristen- en forensenbelasting zijn algemene belastingen. U bent vrij de hoogte van de opbrengst te bepalen; er hoeft geen relatie met de kosten te zijn. De tariefstructuur van de toeristenbelasting is ingedeeld in zeven soorten verblijfsaccommodaties met ieder een afzonderlijk nachttarief. Ter uitwerking van het Traject Toekomstbestendig Bronckhorst (TBB) heeft u besloten dat we met de inkomsten uit de toeristenbelasting de lasten voor het taakveld toerisme volledig moeten dekken. Voor 2015 is hiervoor € 260.000 geraamd. Over de inzet van de middelen leest u meer in programma 3 Ontspannen (paragraaf 2.1.3). Het tarief forensenbelasting is gebaseerd op een percentage van de WOZ-waarde van het onroerend goed. Daarmee volgt de belastingopbrengst de waardeontwikkeling van het onroerend goed. Overzicht heffingen met kostendekkende tarieven Afvalstoffenheffing (particulieren) en reinigingsrechten (bedrijven) Het huishoudelijk afval zamelen we in volgens het volume-frequentie-systeem. Naast een vast recht betalen gebruikers een tarief gerelateerd aan de grootte van de grijze en groene containers die ze gebruiken en het aantal keren dat ze die voor lediging aanbieden. De gebruiker van de gemeentelijke ophaaldienst beïnvloedt zo zelf zijn kosten. Jaarlijks stellen we een kostenraming op. De tarieven afvalstoffenheffing en het reinigingsrecht bepalen we zodanig dat deze naar verwachting de geraamde kosten volledig dekken. Voor 2015 staan we voor de uitdaging om het eind 2013 geconstateerde verschil tussen de lasten en baten op te lossen zonder verhoging van de afvaltarieven. Op begrotingsbasis gaat het om een bedrag van € 544.000. De ontwikkelingen op het terrein van afvalinzameling en -verwijdering vindt u terug in programma 6 Beheren (paragraaf 2.1.6). Rioolheffing Het tarief voor de rioolheffing is afgestemd op het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Voor het berekenen van de rioolheffing volgen we het kostendekkingsplan van het GRP. In het plan zijn de kosten op korte en lange termijn aangegeven. Uitgangspunt voor de rioolheffing is 100% kostendekking. Vanuit de Wet milieubeheer moeten we verplicht een "verbreed" gemeentelijk rioleringsplan (VGRP) opstellen. Naast de zorgplicht voor het afval- en hemelwater moet de gemeente ook invulling gaan geven aan de zorgplicht grondwater. In toenemende mate wordt gekeken naar mogelijkheden op het gebied van regionale samenwerking. We verwachten in 2015 op basis van het Bestuursakkoord Water met een aantal gemeenten in de Achterhoek en het Waterschap een formele samenwerking aan te gaan. Ons GRP geldt voor de planperiode 2009 – 2013. Eind 2014, vóór vaststelling van de riooltarieven Programmabegroting 2015 - 2018
50 van 128
2015, zullen we u het GRP Bronckhorst 2014 - 2018 ter vaststelling aanbieden. Wanneer het noodzakelijk is, komen we met een voorstel tot wijziging van het tarief. De ontwikkelingen op dit terrein vindt u terug in programma 6 Beheren (paragraaf 2.1.6). Baatbelasting De gemeente heft een baatbelasting wanneer onroerende zaken door het aanbrengen van een gemeentelijke voorziening zijn gebaat. Voor de aanleg van de riolering in het buitengebied in de voormalige gemeente Steenderen heffen we een baatbelasting van € 2.500 per object. Een aantal eigenaren heeft in 2005 de eenmalige heffing omgezet in een jaarlijkse heffing van € 249,06 tot 2020. We onderzoeken in 2015 de mogelijkheden van een baatbelasting voor de investeringen in breedband. Grafrechten Via de grafrechten worden de kosten gedekt voor het gebruik en het in stand houden van de gemeentelijke begraafplaatsen. U heeft besloten dat er sprake moet zijn van 100% kostendekkendheid. Om daartoe te komen stellen we jaarlijks een kostenvergelijking op. Hierdoor ontstaat een duidelijk beeld over het te verwachten kostenniveau en daarbij ook van de gewenste hoogte van de nieuwe tarieven. Gebruikelijk is dat de geraamde opbrengst van het voorgaande jaar wordt verhoogd met de inflatiecorrectie. Een extra verhoging is mogelijk als uit de kostenvergelijking blijkt dat de exploitatie van de begraafplaatsen niet volledig kostendekkend is. De ontwikkelingen op dit terrein vindt u terug in programma 6 Beheren (paragraaf 2.1.6). Leges Via de legesverordening heffen we rechten van degenen die gebruik maken van door de gemeente aangeboden diensten zoals omgevingsvergunningen, reisdocumenten en huwelijken. De verschillende geheven leges en rechten verhogen we in principe met de inflatiecorrectie van 1,5%. In principe, want bij de vaststelling van een aantal tarieven, zoals voor reisdocumenten, moeten we rekening houden met van rijkswege gestelde maxima. Belastingdruk De belastingdruk in Bronckhorst blijkt uit onderstaand overzicht. Belastingdruk Opbrengsten belastingen en rechten
Werkelijk 2011
Werkelijk 2012
Werkelijk 2013
Begroot 2014 Begroot 2015
Onroerende-zaakbelastingen Rioolheffing Afvalstoffenheffing Reinigingsrechten Lijkbezorgingsrechten Toeristenbelasting Forensenbelasting Baatbelasting
5.055 3.729 3.610 60 356 275 46 5 13.136
5.255 3.841 3.558 59 450 260 42 17 13.482
6.174 3.920 2.255 43 541 264 41 19 13.257
6.741 4.032 2.712 53 398 270 46 18 14.270
6.669 4.093 2.752 54 403 260 47 18 14.296
Inwoners per 1 januari Belastingdruk per inwoner
37.669 349
37.463 360
36.937 359
36.903 387
36.596 391
Programmabegroting 2015 - 2018
51 van 128
Kwijtschelding Als een belastingplichtige te weinig financiële middelen heeft om de aanslag te betalen, kan de gemeente onder bepaalde voorwaarden deze belastingplichtige kwijtschelding verlenen voor de afvalstoffen- en rioolheffing. De voorwaarden hiervoor zijn geregeld in de Invorderingswet 1990 en de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Het beleid hebben we beschreven in de beleidsregels "Kwijtschelding gemeentelijke belastingen gemeente Bronckhorst" en in de "Leidraad Invordering gemeentelijke belastingen Bronckhorst". De aanvragen kwijtschelding die we afwijzen op grond van de hiervoor genoemde beleidsregels, worden vervolgens behandeld op basis van het minimabeleid. Conclusie Voor de begroting 2015 gaan we uit van de tariefsaanpassingen zoals in de vorige paragrafen beschreven. Na vaststelling van deze begroting passen we de belastingverordeningen aan. Ook wijzigingen in de wet- en regelgeving nemen we daarin mee. In december 2014 leggen we de voorstellen voor de diverse heffingen en rechten aan u voor. Op dat moment hebben we ook de meest recente gegevens voor de tariefberekeningen beschikbaar.
Programmabegroting 2015 - 2018
52 van 128
2.2.2 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding We willen risico's, die van invloed zijn op de bedrijfsvoering, beheersbaar maken. Door risico's inzichtelijk te maken wordt de gemeente in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen. Zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige ontwikkelingen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de gemeente. De 10 belangrijkste risico's geven we in deze paragraaf weer. Op basis van alle geïnventariseerde risico's en de beschikbare weerstandscapaciteit (middelen die de gemeente heeft om risico's op te vangen) is het weerstandsvermogen (verhouding tussen weerstandscapaciteit en risico's) voor 2015 berekend en geven we aan hoe die weerstandscapaciteit moet worden gewaardeerd. Inventarisatie van de weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van de gemeente Bronckhorst bestaat uit de middelen die de gemeente daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Die capaciteit bestaat uit een structureel deel (jaarlijks opnieuw beschikbaar) en een incidenteel deel (eenmalig beschikbaar). De beschikbare weerstandscapaciteit 2015 is als volgt: Weerstandscapaciteit Structureel Vrij aanwendbaar deel algemene reserve Belastingcapaciteit 2015 (o.b.v. art. 12) Begrote OZB opbrengst 2015 Onbenutte belastingcapaciteit Post onvoorzien begroting 2015 Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
berekening 7.580 6.669 911
911 132 1.043
Incidenteel
Totaal
11.500
11.500
11.500
911 132 12.543
lnventarisatie van de risico's Het hebben van risico's hoort bij het uitoefenen van een organisatie zoals onze gemeente. Het is echter van belang dat we deze risico's kennen, hiervoor adequate maatregelen treffen (beheersmaatregelen, verzekeren, etc.) en dat we de risico's wegen bij het aangaan ervan (grote projecten) of hierop tijdig inspelen (inkomstenteruggang etc.). De risico's hebben we onderverdeeld naar 10 categorieën: bedrijfsproces, financieel, politiek, informatiestrategie, aansprakelijkheid, veiligheid, materieel, milieu, personeel en product. In deze begroting zitten de budgetten van de drie grote decentralisaties per 1 januari 2015, maar nog niet de specifieke risico's hiervan. Het - in het verleden al ingeschatte - financiële risico van de open einde effecten van de zorgvoorzieningen (bijstand, WMO-vraag, etc.) is overeind gebleven, maar projectspecifieke risico's zijn verder niet opgenomen. In de conclusie in deze paragraaf komen we terug op het beschikbare weerstandsvermogen voor de 3 Decentralisaties in zijn geheel. Enkele risico's zijn verdwenen of verminderd en er zijn risico's bijgekomen of groter geworden. Dit resulteert in 36 risico's met een totaalbedrag van ruim € 14 mln. Per saldo is het totaal aantal risico's en het totaalbedrag nagenoeg gelijk gebleven aan de inschatting in de begroting van vorig jaar. Wel zijn er kleine verschuivingen opgetreden; de belangrijkste nieuwkomer in de top 10 is het momenteel in ontwikkeling zijnde project Integraal Kind Centrum (IKC) Steenderen. In de organisatie wordt uiteraard aandacht besteed aan alle risico's.
Programmabegroting 2015 - 2018
53 van 128
De 10 belangrijkste financiële risico's voor Bronckhorst zijn (exclusief specifieke 3D risico's): Risico's; de Top 10 Gevolg
Open einde regelingen (o.a. van jeugdzorg- en Awbztaken na decentralisatie, WMO Participatiewet) Bevolkingskrimp en vergrijzing
Tekort
50
€ 3.500.000
Lagere inkomsten (algemene uitkering en overig) terwijl uitgaven gelijk blijven Risico's in uitvoering en uitwerking Tekorten
90
€ 1.000.000
50
€ 750.000
50
€ 750.000
30
€ 1.000.000
30
€ 1.000.000
50
€ 330.000
40
€ 400.000
50
€ 200.000
35
€ 240.000 € 9.170.000 € 4.884.499
Project ontwikkeling IKC Steenderen - onzekerheden
Lagere inkomsten uit gemeentefonds dan geraamd (door bezuinigingen) In het bestuurlijke verkeer worden (on)bewust besluiten Nadeel voor de gemeente genomen en afspraken gemaakt die niet passen binnen de beleidskaders of financiële kaders van de raad. Het schrappen van woningbouwplannen door Extra kosten voor de gemeente demografische ontwikkelingen Toename van het aantal bijstandsgerechtigden Uitgavenstijging ter grootte van het eigen risico Lagere afzet van grond dan verwacht Heroverweging van plannen noodzakelijk Er wordt nieuw beleid ingezet met structurele financiële Oplopend begrotingstekort effecten terwijl er geen middelen zijn Gemeente ontslaat werknemer Kosten WW zijn voor gemeente Totaal top 10 Totaal overige 26 risico's Totaal alle risico's
Kans
Max. fin. Gevolg
Omschrijving
€ 14.054.499
Bedragen in €
Op basis van de ingevoerde risico's hebben we een risicosimulatie uitgevoerd. De risicosimulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag (€ 14.054.000) ongewenst en niet nodig is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en niet in hun maximale omvang optreden. Uit de simulatie blijkt, dat met 90% zekerheid (het gebruikelijke gehanteerde percentage) kan worden gezegd, dat er een risico is van € 5.420.000. Dit bedrag is nagenoeg gelijk aan de vorige meting. Weerstandsvermogen Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet een relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen weerstandscapaciteit en risico vormt het weerstandsvermogen en wordt uitgedrukt in een ratio. Het ratio weerstandsvermogen is de beschikbare weerstandscapaciteit (€ 12.543.000) gedeeld door de risico's (€ 5.420.000) zijnde 2,31. Betekenis ratio Waarderingscijfer
Ratio
Betekenis
A B C D E F
>2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende
Rationormtabel Universiteit Twente
Programmabegroting 2015 - 2018
54 van 128
Het ratio van de gemeente Bronckhorst valt ruim in de klasse A, uitstekend. Deze waardering is echter zonder rekening te houden met projectspecifieke risico's voor de 3 Decentralisaties. Hierop komen we bij de conclusie terug. Conclusie De actuele ratio voor de gemeente Bronckhorst komt uit op 2,31 (categorie uitstekend). Hierbij is echter geen rekening gehouden met nieuwe risico's die op ons afkomen door het uitvoeren van de werkzaamheden rond de nieuwe 3 decentralisaties per 1 januari 2015. Deze risico's worden tegelijkertijd met de verdeling van de verwerkte budgetten versus lastenverplichtingen (1e gegevens verplichtingen bekend in september 2014 na contractafsluitingen met zorgverleners) berekend en zullen zichtbaar zijn in de jaarrekening 2014. Zeker is dat de 3 decentralisaties extra risico's met zich mee brengen. Om te benaderen hoeveel weerstandsvermogen we beschikbaar hebben en welk bedrag aan risico's hier tegenover mogen staan, maken we de volgende berekening: Vanuit hoogte bestaande risico's (€ 5.420.000) en uitgangspunt vastgesteld benodigde ratio (1,2) is het benodigde weerstandsvermogen € 6.504.000. Het beschikbare weerstandsvermogen is € 12.543.000. Boven het vastgestelde ratio is dan nog € 6.039.000 (€ 12.390.000 - € 6.504.000) beschikbaar. Dit is voldoende voor het opvangen van € 4.905.000 aan risico's volgens het Monte Carlo model (circa € 12 mln. aan bruto maximale risico's). Vooralsnog lijkt dit te wijzen op een ruim voldoende weerstandscapaciteit voor de risico's van de decentralisaties. Zodra inpassing van de decentralisaties (Participatiewet, Awbz-begeleiding en Jeugdzorg) gerealiseerd is, zullen we de risico's en het benodigde weerstandsvermogen opnieuw inschatten.
Programmabegroting 2015 - 2018
55 van 128
2.2.3 Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Het beleid voor het onderhoud van kapitaalgoederen hebben we vastgelegd in beheerplannen. De beheerplannen worden periodiek herzien. In deze paragraaf geven we aan of de financiën in de begroting voldoende zijn om het beleid uit te voeren en geven we een indicatie over de staat van onderhoud. Net als voor de andere bedrijfsvoeringsonderdelen binnen onze gemeente geven we de risico's voor kapitaalgoederen aan in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing. Aandachtsvelden binnen onderhoud kapitaalgoederen zijn voor ons gebouwen, wegen, speelplaatsen, groen, riolering, begraafplaatsen en materieel. Beleidsmatig komen de gebouwen in diverse programma's aan de orde en de overige kapitaalgoederen in het programma 6 Beheren. Onderhoud gebouwen De gemeentelijke gebouwen zijn als volgt onderverdeeld: ● Brandweerkazernes (deelprogramma 1D) ● Woningen (deelprogramma 2A) ● Bibliotheken, sporthallen, gymzalen en overige gebouwen (deelprogramma 3A) ● Peuterspeelzalen (deelprogramma 4B) ● Opstallen begraafplaatsen (deelprogramma 6C) ● Gemeentehuis en gemeentewerven (deelprogramma 7C) Stand van zaken onderhoud Het onderhoud voeren we sober en doelmatig uit en bekostigen we uit de daarvoor beschikbare onderhoudsvoorzieningen. De gebouwen verkeren in een redelijke tot goede staat van onderhoud. Relevante ontwikkelingen De afgelopen twee jaar is de voorraad gebouwen fors verminderd omdat ter uitwerking van een TBB-maatregel veel gebouwen vervreemd of gesloopt zijn. Voor de komende jaren is de verwachting dat de voorraad vrij stabiel zal blijven. In de onderhoudsvoorziening zijn momenteel 35 gebouwen opgenomen. Eind 2014 vindt een nieuwe inventarisatie van de gebouwen plaats. Dan beschikken we per 1 januari 2015 weer over een actueel onderhoudsplan. Hierin worden ook opgenomen de gebouwen waarvan de functie is vervallen en nog niet zijn afgestoten. De gemeente Bronckhorst is vanaf 1 januari 2015 niet meer verantwoordelijk voor het groot onderhoud van de scholen voor het basisonderwijs. Deze verantwoordelijk ligt door de overheveling van taken dan bij de schoolbesturen. Eind 2014 hebben we de knelpunten van deze overdracht in beeld en maken daar afspraken over met de schoolbesturen in het Bestuurlijk Overleg Onderwijs. In de Jaarstukken 2014 zal de voorziening onderhoud onderwijsgebouwen worden opgeheven. Een eventueel restantbedrag wordt dan toegevoegd aan de Algemene reserve. Financiën De dotatie aan de egalisatievoorziening onderhoud gebouwen is op basis van de onderhoudsbehoefte voor de komende 30 jaren in de begroting opgenomen. Op basis van de huidige onderhoudsplanning (2011) is de onderhoudsbehoefte voor de komende jaren volgens inspectie.
Programmabegroting 2015 - 2018
56 van 128
Onderhoud wegen In het geautomatiseerde wegbeheerssysteem DG Dialog-wegen staan al onze verharde wegen. Met dit systeem hebben we een goed beeld van de staat van die wegen en het geeft een meerjarenonderhoudsplanning. De totale lengte van de gemeentelijke verharde wegen is 666 km. Hiervan bestaat 496 km uit asfalt en 170 km uit klinkers. Verder ligt er in de gemeente 206 km aan zandwegen. Stand van zaken onderhoud In 2015 voeren we het onderhoud aan de wegen uit op het minimumpeil volgens de landelijke richtlijnen. De landelijke richtlijn is geen norm, maar deze richtlijn wordt steeds meer gehanteerd bij de beoordeling van aansprakelijkheid. Aan de klinkerwegen verrichten we vrijwel geen onderhoud, omdat de gevolgschade aan deze wegen bij niet tijdig onderhoud gering is. Verkeersonveilige situaties op dit soort wegen verhelpen we door plaatselijke reparaties. Afhankelijk van de onderhoudstoestand van de zandwegen bestaat het onderhoud uit frezen, herprofileren, schaven en vast rijden. Door het aanbrengen van grof zand wordt de staat van de zandweg verbeterd en de hoeveelheid stof verminderd c.q. voorkomen. Al met al leidt dit tot minder ergernis en klachten. Net als in vorige jaren wordt in 2015 op circa 12,5 km (van de geplande 61 km) intensief bereden wegen die naar woningen en/of bedrijven leiden, grof zand aangebracht. De komende jaren willen we circa 12 km per jaar verbeteren. Relevante ontwikkelingen We bestrijden onkruid op verharding chemisch. Op landelijk niveau wordt al lang gesproken over een verbod van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen buiten de landbouw. In 2014 stemt de Tweede Kamer over een algeheel verbod van chemische onkruidbestrijding per november 2015. Een verbod heeft gevolgen voor de wijze waarop we de onkruidbestrijding op verharding en semiverhardingen uitvoeren. We beheren ruim 76 hectare element- en semiverhardingen die we chemisch bestrijden. Bij een verbod op chemische onkruidbestrijding moeten we overschakelen op een of meerdere alternatieven. Een keuze voor alternatieven hebben we nog niet gemaakt. Wel is duidelijk dat de alternatieven bij een vergelijkbaar beeld ongeveer het drievoudige duurder zijn dan de chemische bestrijding. We maken in 2015 een beleidsnotitie waarin de gevolgen van het verbod en de verschillende alternatieven aan bod komen. Het verbod heeft voor de begroting 2015 nog geen gevolgen, maar wel voor de daaropvolgende jaren. Financiën Het onderhoudsbudget voor de wegen bedraagt € 1,2 mln. Met het verbeteren van de zandwegen is een investering van € 110.000 per jaar tot en met 2017 gemoeid. Dit levert een besparing op van maximaal € 78.000 vanaf 2018. In de begroting is voor verkeer en vervoer een bedrag van circa € 4,5 mln opgenomen. Dit bedrag is toereikend om de voorgenomen onderhoudsplannen in 2015 te realiseren. Zie ook deelprogramma 6B Verkeer en Vervoer (paragraaf 2.1.6). Onderhoud speelplaatsen Eind 2013 hebben we het Speelruimteplan gemeente Bronckhorst vastgesteld. In het voorjaar van 2014 hebben we u via actieve informatievoorziening over het plan geïnformeerd. In het Speelruimteplan maken we op basis van demografische ontwikkelingen keuzes voor het verminderen van het aantal speelplekken en speeltoestellen. Uitgangspunt hierbij is passende, goed verdeelde en aantrekkelijke speelruimte voor de Bronckhorster jeugd. Evenals bij het onderhoud van openbaar groen en prullenbakken en bij het opruimen van zwerfvuil hebben
Programmabegroting 2015 - 2018
57 van 128
inwoners de mogelijkheid het beheer en onderhoud van een speelplek van de gemeente over te nemen. Stand van zaken onderhoud In 2014 zijn we gestart met de uitvoering van het Speelruimteplan. Het realiseren van het streefbeeld volgens het speelruimteplan voeren we in 6 jaar uit. Volgens planning heffen we in 2014 speelplekken in Kranenburg, Toldijk, Halle, Olburgen en Velswijk op. De DBO's van Kranenburg en Toldijk hebben aangeven het beheer en onderhoud van de betreffende speelplek van ons over te willen nemen. Vrijkomende speeltoestellen van goede kwaliteit gebruiken we om speeltoestellen in andere (blijvende) speelplekken te vervangen. Relevante ontwikkelingen In 2015 willen we speelplekken in Laag Keppel, Voor Drempt, Bronkhorst, Varssel en Keijenborg opheffen. Financiën In 2014 zijn we gestopt met het activeren van speeltoestellen in de begroting (afschrijven in termijnen). We hebben de jaarlijkse kapitaallast omgezet in een bedrag voor vervanging van speeltoestellen (€ 40.000). De effecten zijn verwerkt in de begroting 2015 - 2018. Onderhoud groen Sinds de vaststelling in 2008 vormt het Groenstructuurplan het kader voor beleid, aanleg, beheer en onderhoud van het openbaar groen. We geven invulling aan het Groenstructuurplan door ondermeer de uitvoering van het omvormingsplan. Het groen onderhouden we op drie verschillende kwaliteitsniveau's: ● accent; de dorpscentra en belangrijke toegangswegen (gemiddeld 6 onderhoudsrondes) ● efficiënt; de wijken en de bedrijventerreinen (gemiddeld 4 onderhoudsrondes) ● natuurlijk; de dorpsranden (over het algemeen extensief en daar waar mogelijk ecologisch groenbeheer) Stand van zaken onderhoud In het najaar van 2014 hebben we de omvormingen in de kernen Halle, Hoog Keppel, Laag Keppel, Achter Drempt, Olburgen en Toldijk voorbereid. Hieraan willen we in het voorjaar van 2015 uitvoering geven. Het omvormen van het groen in Voor Drempt combineren we in 2015 met een project voor het afkoppelen van hemelwater. Relevante ontwikkelingen De uitwerking van de TBB-maatregelen omvat verschillende projecten die van invloed zijn op het beheer en onderhoud van het openbaar groen, bomen en bermen. Het gaat hierbij om het wijzigen van de inrichting van openbaar groen en het verlagen van onderhoudsfrequenties van met name bomen en bermen. De bewonersparticipatie bij het onderhouden van het openbaar groen begint vorm te krijgen. In vrijwel alle kernen waar het groen is omgevormd, zijn participatieprojecten opgestart. In de zomer van 2014 hebben we vragen over het gemeentelijke groenbeleid aan het inwonerspanel Bronckhorst Spreekt voorgelegd. Project niet geregistreerd grondgebruik In Nederland komt ongeregistreerd grondgebruik veelvuldig voor. Ook in de gemeente Bronckhorst hebben inwoners stukjes gemeentegrond in gebruik genomen. Door onvoldoende capaciteit en te weinig prioriteit hebben we het ongeregistreerd gebruik in de meeste gevallen niet actief aangepakt. In het kader van rechtsgelijkheid en ter voorkoming van verjaring willen we tegen ongeregistreerd grondgebruik optreden. In 2013 zijn we met een pilotproject gestart in
Programmabegroting 2015 - 2018
58 van 128
de kernen Baak en Voor-Drempt om het ongeregistreerde gebruik terug te dringen. We hebben de pilot in de zomer van 2014 geëvalueerd. De komende jaren geven we een vervolg aan het project. Financiën Het budget voor onderhoud groen, bomen en bermen is vanaf 2013 verlaagd met € 227.000 als gevolg van verschillende TBB-maatregelen. De besparingen realiseren we ondermeer door het omvormen van openbaar groen en het verlagen van de onderhoudsfrequentie van de bermen en bomen. In de begroting is voor het onderhoud van openbaar groen, bomen en bermen een bedrag van circa € 1,3 mln opgenomen. Dit bedrag is toereikend om het voorgenomen onderhoudsplan in 2015 te realiseren. Zie ook deelprogramma 6C Openbaar Groen (paragraaf 2.1.6). Onderhoud riool We werken volgens het vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan Bronckhorst 2009 - 2013 (GRP) en de Verordening rioolheffing Bronckhorst. Stand van zaken onderhoud Jaarlijks laten we camera-inspecties uitvoeren van een vijfde deel van de riolering. De gegevens verwerken we in het rioolbeheerssysteem. De onderhoudstoestand van de geïnspecteerde riolering past binnen het kostendekkingsplan. In 2015 vervangen we vrijvervalriolering, gemalen en drukrioleringen volgens het investeringsplan 2013 - 2016. Relevante ontwikkelingen Sinds 2009 meten we continu de riolering. Met de oplevering van de regionale hoofdpost gemalen (samenwerking tussen de gemeenten Bronckhorst, Lochem, Montferland, Zutphen en het waterschap Rijn en IJssel) in 2014 verwachten we verbeteringen in de meetresultaten. Op basis van deze gegevens en de regengegevens zoeken we naar oplossingen ter voorkoming van onacceptabele ‘water op straat’ situaties tijdens hevige regenval. Om de 'water op straat' situaties tot een minimum te beperken hebben we in 2011 werkzaamheden aan de riolering in Zelhem uitgevoerd. Zo ook in 2012 - 2014 bij de herinrichting van de centra van Hengelo en Vorden. Ook in 2015 treffen we bij onacceptabele situaties daar waar mogelijk maatregelen. Hierbij valt te denken aan afkoppelen van verharde oppervlakken, vergroten van riool, etc. Deze werkzaamheden stemmen we af op andere werkzaamheden in de openbare ruimte op het vlak van groen en wegen wanneer zich die gelegenheid voordoet. In toenemende mate wordt gekeken naar mogelijkheden op het gebied van regionale samenwerking, zoals binnen de eerdergenoemde regionale hoofdpost. In 2014 is het afvalwaterteam Olburgen opgericht waarin deelnemen het Waterschap Rijn en IJssel en de gemeenten Doesburg, Rheden en Bronckhorst. Deze instanties hebben een sterke relatie met elkaar via de rioolwaterzuiveringsinstallatie Olburgen. De samenwerking is aangegaan met als doel het verminderen van de (meer)kosten in de afvalwaterketen. In 2015, vóór vaststelling van de riooltarieven 2016, bieden we het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) Bronckhorst 2015-2019 ter vaststelling aan. Financiën De kosten voor de uitvoering van het jaarlijkse rioleringsonderhoud zijn geraamd op € 3,1 mln, waarvan € 1,9 mln voor investeringslasten. De dekking komt vanuit de rioolheffing. Het onderhoudsbedrag is toereikend om het onderhoudsplan in 2015 te realiseren. Zie ook deelprogramma 6A Milieu (paragraaf 2.1.6).
Programmabegroting 2015 - 2018
59 van 128
Onderhoud begraafplaatsen We beheren vijf algemene begraafplaatsen. Eind 2011 is het beleidskader ("eindrapport harmonisatie begraafplaatsen") opnieuw vastgesteld, wat tot een kostendekkend niveau van de begraafplaatsleges heeft geleid. Sinds 2007 vormt het Beheerplan begraafplaatsen gemeente Bronckhorst het kader voor het onderhoud van de begraafplaatsen. Stand van zaken onderhoud Er is geen sprake van achterstallig onderhoud. Wel zijn we bezig om op projectbasis het groenonderhoud op de begraafplaatsen te vereenvoudigen. In 2014 hebben we een plan voor het vereenvoudigen van het groenonderhoud op de begraafplaats Steenderen voorbereid en uitgevoerd. Daarnaast hebben we in 2014 een onderzoek naar de cultuurhistorische waarden op onze begraafplaatsen uitgevoerd. Dit plan gebruiken we ondermeer om te onderzoeken op welke delen van de begraafplaatsen we nog nieuwe graven kunnen uitgeven. Ons plan om een deel van de begraafplaats Zelhem te ruimen en opnieuw uit te geven gaat vanwege deze cultuurhistorische waarden niet door. Momenteel onderzoeken we de mogelijkheden om op het oude deel van de begraafplaats Zelhem nog nieuwe graven uit te geven. Relevante ontwikkelingen We bestrijden het onkruid op de paden van de begraafplaatsen chemisch. Hiervoor gebruiken we een middel met de werkzame stof glyfosaat (“Roundup”). Op landelijk niveau wordt al lang gesproken over een verbod van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen buiten de landbouw. Ook glyfosaat staat ter discussie. In het voorjaar van 2014 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een algeheel verbod op chemische onkruidbestrijding per november 2015. Bij een verbod op chemische onkruidbestrijding moeten we overschakelen op een of meerdere alternatieven. Een keuze voor alternatieven hebben we nog niet gemaakt. Wel is duidelijk dat de alternatieven bij een vergelijkbaar beeld ongeveer het drievoudige duurder zijn dan de chemische bestrijding. Het verbod heeft voor de begroting 2015 nog geen gevolgen. Financiën Het beheer en onderhoud van de begraafplaatsen is kostendekkend. Daarvoor stelt u in december 2014 de jaarlijkse Verordening lijkbezorgingrechten vast. In de begroting is hiervoor een bedrag van circa € 330.000 opgenomen. Dit bedrag is toereikend om het voorgenomen onderhoudsplan in 2015 te realiseren. Zie ook deelprogramma 6C Openbaar Groen (paragraaf 2.1.6). Onderhoud materieel Beleidskader Bij elke vervanging houden we rekening met de besluiten in het kader van TBB en maken we de afweging "zelf doen" versus "uitvoering door derden". Hierbij beoordelen we onder andere efficiency en dienstverlening. Voor het vervangen van materieel vormt de Nota activeren 2005 de basis. Voor de aanschaf van vervangend materieel maken we gebruik van een vervangingsplanning met daaraan gekoppeld een (jaarlijks) investeringsschema. Uitgangspunten hierbij zijn sober en doelmatig. Stand van zaken onderhoud We hebben twee voertuigen vervangen; twee kleine gesloten bestelauto’s door gelijkwaardige voertuigen maar volledig elektrisch aangedreven. De rioolontstopper is niet vervangen maar opgeknapt. Op de vervangingsplanning staan nog drie tractoren waar nut en noodzaak van worden onderzocht.
Programmabegroting 2015 - 2018
60 van 128
Relevante ontwikkelingen Onderzoek heeft uitgewezen dat er efficiëntievoordeel is gerealiseerd en daarom zijn de werktuigendrager, de kleine smalspoortrekker en de bermmaaier verkocht en niet meer vervangen. De huidige twee werven samenvoegen zal mogelijk leiden tot meer efficiëntievoordeel. Financiën Op basis van de aanschafwaarde van het huidige materieel en wagenpark (€ 2,3 mln) en een gemiddelde levensduur van 7 jaar is de jaarlijkse kapitaalbehoefte ongeveer € 330.000. Het werkelijk benodigde investeringsbedrag wisselt per jaar en is afhankelijk van de benodigde investeringen. De kapitaallasten die deze investeringen met zich meebrengen, verantwoorden we in de begroting bij de vervangingsinvesteringen. Zie ook deelprogramma 7C Bedrijfsvoering (paragraaf 2.1.7). Conclusie De beheersplannen voor onderhoud gebouwen, wegen, riolering, groen, speelplaatsen, begraafplaatsen en materieel zijn actueel. Daarmee zijn de onderhoudsplannen up-to-date gebracht met de aanwezige budgetten. Gelet op de informatievoorziening stelt het BBV en de provincie aanvullende eisen aan de informatie over het onderhoud van kapitaalgoederen. De voorgeschreven informatie, voor zover beschikbaar, ziet u terug in het volgende overzicht:
Kengetallen Onderhoud gebouwen Onderhoud onderwijsgebouwen Wegen Openbaar groen Speelplaatsen Begraafplaatsen Riolering Materieel Totalen
Programmabegroting 2015 - 2018
Stand voorziening 31-12-2013 2.219 524 nvt nvt nvt nvt nvt nvt 2.743
Benodigde jaarbudget 504 2.509 1.369 256 340 3.107 330 8.415
Jaarlijks Omvang Omvang gereserveerd bezuinigings- achterstallig bedrag maatregelen onderhoud 651 2.509 1.369 256 330 3.107 330 8.552
nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt
61 van 128
2.2.4 Paragraaf Financiering Inleiding In deze paragraaf geven we inzicht in het financieringsbeleid van de gemeente. De treasuryfunctie kent vier deelfuncties; risicobeheer, kasbeheer, financiering en debiteuren- en crediteurenbeheer. De beleidskaders voor de uitvoering van de treasuryfunctie zijn vastgelegd in: ● Financiële verordening van de gemeente Bronckhorst (2008) ● Treasurystatuut Bronckhorst (2011) ● Nota Reserves en voorzieningen gemeente Bronckhorst (2012) Het treasurystatuut als nadere invulling van artikel 13 (Financieringsfunctie) van de Financiële verordening gaf ons de handvatten voor het aantrekken en uitzetten van middelen met daarbij de verantwoordelijk- en bevoegdheden. Door de invoering van het schatkistbankieren is voor het uitzetten van overtollige (liquide) middelen het treasurystatuut niet meer van belang. Vanaf 2014 worden overtollige liquide middelen aanhouden op een bankrekening bij het Ministerie van Financiën ("in de schatkist"). Het ministerie biedt geen mogelijkheden voor leenof roodstandfaciliteit. Daarvoor moeten we bij de huisbankier, de BNG, zijn. Het aanhouden van termijndeposito's, binnen het schatkistbankieren, behoort wel tot de mogelijkheden. Met deze wettelijke verplichting wil het Rijk een lagere EMU-schuld van de collectieve sector laten zien (zie ook paragraaf EMU in 3.1.4) en de risico's beperken bij het uitzetten van middelen bij financiële instellingen. Over de tegoeden in rekening courant vergoedt het ministerie de daggeldrente (EONIA). Op deposito's is de rente afhankelijk van de looptijd. De hoogte van de rente is dan gelijk aan de rente waartegen de Nederlandse staat zichzelf financiert op de gelden kapitaalmarkten. Het betalingsverkeer loopt net als voorheen via de huisbankier; de liquide overschotten ("geld in kas") worden dagelijks verrekend met de bij het Ministerie van Financiën aangehouden tegoeden. Risicobeheer De Wet financiering decentrale overheden (Fido) ondersteunt gemeenten en overige decentrale overheden met betrekking tot hun kredietwaardigheid en hun positie op de financiële markten waarbij een gezonde financiering centraal staat. De wet geeft twee concrete richtlijnen (de renterisiconorm en de kasgeldlimiet) voor het beheersen van renterisico’s. De kasgeldlimiet en de renterisiconorm hebben beiden tot doel de leningportefeuille te behoeden voor een onverantwoord grote gevoeligheid voor rentefluctuaties. Renterisiconorm Het risico wordt bepaald door de aflossingen en rente-aanpassingen op opgenomen leningen. De norm (20% van het begrotingstotaal) is in de begroting voor 2015 bepaald op € 15,4 mln. Op basis van de bestaande leningportefeuille blijven we voor € 14,3 mln onder die gestelde norm. Dit komt vooral doordat we relatief weinig vreemd vermogen hebben aangetrokken en daardoor lage aflossingsverplichtingen kennen. Daarnaast hebben onze opgenomen lopende leningen een vast rentepercentage voor de gehele looptijd. Kasgeldlimiet Om een grens te stellen aan de korte termijn financiering is de kasgeldlimiet opgenomen. De kasgeldlimiet (8,5% van het begrotingstotaal) is in de begroting voor 2015 bepaald op € 6,5 mln. De begroting geeft voor 2015 een financieringstekort te zien van 1,2 mln. Het jaar 2016 geeft een financieringsoverschot te zien van 1,4 mln wat tot eind 2018 oploopt naar 3,6 mln. We blijven dus ruim binnen de gestelde norm.
Programmabegroting 2015 - 2018
62 van 128
Kasbeheer Onze geldstromen lopen via de huisbankier, de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG). Voor kasstortingen hebben we een rekening bij de Rabobank. We streven naar een zo efficiënt mogelijk geldstromenbeheer. We maken gebruik van gedigitaliseerde afhandeling van inkomende facturen en een aantal producten is digitaal af te nemen en te betalen (zoals uittreksel geboorteregister, zwemabonnementen). Daarnaast maken we gebruik van automatische incasso's voor belastingen en aflossingen van BZ-leningen. Voor het innen van de gemeentelijke belastingen en heffingen ligt het percentage voor automatische incasso's rond de 55%. In onze wekelijkse publicatie en met het opleggen van de gemeentelijke belastingen en heffingen blijven we de mogelijkheden voor automatische incasso onder de aandacht van onze burgers brengen en proberen we het gebruik te stimuleren. Over de BNG leest u meer in de paragraaf Verbonden partijen (paragraaf 2.2.6). Saldo- en liquiditeitenbeheer Alle overtollige liquide middelen worden aangehouden in de schatkist. Wel is er sprake van een drempel, waarover de gemeente zelf mag beschikken. Die is vastgesteld op 0,75% van het begrotingstotaal met een minimum van € 250.000 en een maximum van € 2.500.000. Voor Bronckhorst ligt deze drempel rond de € 576.000. We houden € 250.000 aan als maximum saldo tegoed aan bij de BNG. De tegoeden boven deze drempel worden gestald in de schatkist. Over deze aangehouden tegoeden wordt de daggeldrente (EONIA) vergoed (eind juli 2014: 0,044%). Met de BNG hebben we een financieringsovereenkomst afgesloten. Over de tegoeden ontvangen we een rente gebaseerd op de 1-maands Euribor verlaagd met 0,25%. Rood staan kost een rente gebaseerd op de 1-maands Euribor verhoogd met 0,21%. De rekening-courant bij de Rabobank houden we zo laag mogelijk door het saldo periodiek over te boeken naar de BNG. In de overeenkomst met de BNG zijn ook de afspraken vastgelegd met betrekking tot de kredietfaciliteit. We hebben bij de BNG een kredietfaciliteit van € 6 mln. Voor het betalingsverkeer maken we zoveel mogelijk gebruik van de dienstverlening van de BNG. Financiering Inleiding Onze vaste activa en de investeringen in de grondexploitaties financieren we allereerst met eigen vermogen (algemene en bestemmingsreserves) en vervolgens met vreemd vermogen (voorzieningen en langlopende schulden). Voor het financieringstekort of -overschot, het verschil tussen de te financieren investeringen en de aanwezige financieringsmiddelen, trekken we aanvullende financieringsmiddelen aan bij een tekort. Bij een overschot moeten we middelen uitzetten bij de schatkist. Bij het aantrekken en uitzetten van middelen houden we rekening met de liquiditeitenplanning op korte en langere termijn. Financieringspositie per 1 januari Te financieren (A) vaste activa grondenexploitaties investeringsplan 2015 - 2018 Saldo A Financieringsmiddelen (B) leningen reserves en voorzieningen Saldo B Financieringstekort (A - B) Financieringsoverschot (B - A) Programmabegroting 2015 - 2018
2015
2016
2017
2018
80.941 2.902 83.843
74.976 1.190 1.130 77.296
71.447 25 2.685 74.157
68.022 4.213 72.235
21.371 61.320 82.691
20.259 58.398 78.657
19.143 57.192 76.335
18.022 56.715 74.737
1.152 -
1.361
2.178
2.502 63 van 128
Aan te trekken leningen o/g Afhankelijk van de werkelijke financieringsbehoefte en de ontwikkeling op de geld- en kapitaalmarkt trekken we kortlopende of langlopende middelen aan dan wel beschikken we over de uitgezette middelen. Uit het verloop van onze vaste activa, het investeringsplan, de bestaande leningportefeuille en de mutaties in de reserves en voorzieningen blijkt eind 2018 een financieringsoverschot van € 3,6 mln. Begin 2015 geeft nog een financieringstekort aan. Deze financieringsbehoefte zullen we met kortlopende leningen (rekening courant of kasgeldleningen) afdekken. Overtollige liquide middelen worden uitgezet in de schatkist. De vergoeding hiervoor is gebaseerd op de EONIA (daggeldrente) en bedraagt eind juli 2014 0,044%. Reserves en voorzieningen De reserves (de algemene reserve en bestemmingsreserves) en voorzieningen zetten we in als financiering van de vaste activa. Voor deze interne financiering hebben we 3,0% over € 11,5 mln (bufferdeel voor risico's) en 1,95% over het resterende deel berekend wat in totaal neer komt op € 1.157.000 mln. Hiervan wordt € 457.000 toegevoegd aan het eigen vermogen (als rente over het bufferdeel en over het vrij besteedbare deel). Als inkomensdeel valt € 700.000 als bate vrij in de exploitatie. Een overzicht van de reserves, voorzieningen en de geraamde mutaties in 2015 hebben we als toelichting opgenomen in de Financiële begroting, onderdeel Balans (paragraaf 3.3.2). Leningenportefeuille In 2015 zullen we geen langlopende leningen aantrekken om in onze financieringsbehoefte te voorzien. Aflossingen op de bestaande leningportefeuille zullen plaatsvinden voor een bedrag van € 1.111.000. Over het gehele jaar hebben we € 961.000 aan rentelasten opgenomen wat neerkomt op een gemiddeld percentage van 4,6%. In de toelichting in de Financiële begroting leest u hierover meer (paragraaf 3.3.2). Uitgeleende gelden De uitstaande leningen voldoen geen van alle aan de door ons gestelde (minimale) A-rating, maar vallen wel binnen de eis dat ze onder de publieke taak vallen en door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. Overigens hoeven aangegane verplichtingen van vóór 1 januari 2001 niet aan het treasurystatuut te voldoen. Door de wijziging van de Wet Fido in 2008 is het afsluiten van personeelshypotheken verboden. Sinds het ontstaan van de gemeente Bronckhorst is het voor het personeel al niet meer mogelijk hypotheken in het kader van secundaire arbeidsvoorwaarden af te sluiten. De bestaande leningen lopen af als overeengekomen (sterfhuisconstructie). De uitgeleende gelden hebben betrekking op: Uitgeleende gelden per 1 januari
2014
2015
Personeelshypotheken Overige personeelsleningen Leningen aan deelnemingen Verenigingen Overige uitgeleende gelden Inschrijving grootboek Totaal uitgeleende gelden
3.434 20 764 14 18 9 4.259
3.434 20 668 11 18 9 4.160
Debiteuren- en crediteurenbeheer Belastingdebiteuren Voor onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en afvalstoffenheffing leggen we een bedrag van € 13,6 mln aan aanslagen op. De belastingaanslagen moeten tijdig, dus uiterlijk vóór
Programmabegroting 2015 - 2018
64 van 128
of op de laatste vervaldatum, worden betaald of geïnd. Wanneer dit niet lukt, starten we de dwanginvordering. Belastingdebiteuren met een openstaande aanslag waarvan de vervaldatum is verstreken, krijgen een herinnering of waar nodig een aanmaning en dwangbevel. Het betekenen van dwangbevelen en de verdere dwanginvordering besteden we uit. De diverse vervolgacties kunnen bestaan uit loonvorderingen, politiebrieven en beslaglegging. Contractueel zijn de (termijn)afspraken vastgelegd. Voor een consequent invorderingsbeleid volgen we naast de belastingwetgeving ook de Leidraad invordering gemeentelijke belastingen van de VNG. Om invorderingsmaatregelen, in welke vorm dan ook, te voorkomen stimuleren we om de heffingen te voldoen via de automatische incasso's. Daarnaast leveren de gespreide betalingen (10 in totaal) ons en de heffingsplichtige aanvullende voordelen op. Publiekrechtelijke vorderingen / privaatrechtelijke vorderingen / dwangsommen Publiekrechtelijke vorderingen vervallen veertien dagen na dagtekening. Daarna starten we de invorderingsprocedure bestaande uit een herinnering, gevolgd door een aanmaning en belronde. Zijn vorderingen daarna nog niet voldaan, dan volgt een dwangbevel. Privaatrechtelijke vorderingen moeten uiterlijk binnen dertig dagen zijn voldaan. Daarna volgt een eerste en een tweede herinnering en de belronde. Daarna geven we de vorderingen uit handen bij het incassobureau. Opgelegde dwangsommen moeten binnen 6 weken worden betaald. Daarna volgt een invorderingsbeschikking, aanmaning en dwangbevel. Crediteuren Op grond van Europese regelgeving, welke is vertaald in Nederlandse regelgeving, is bepaald dat overheden binnen 30 dagen moeten betalen. We baseren ons betaalgedrag hierop. Bij het betalen van facturen maken we optimaal gebruik van het leverancierskrediet door de crediteuren zoveel mogelijk op de uiterste betaaldatum te betalen. Conclusie Mogelijke overtollige middelen stallen we met ingang van 2014 bij "De schatkist". Naast de al bestaande voorschriften opgenomen in de Wet fido en het eigen treasurystatuut geeft schatkistbankieren een verdere vermindering van beleggingsrisico's. Maar ook een forse inperking van autonomie en de mogelijkheid om een hoger rendement te halen uit tijdelijk overtollige liquide middelen. We overschrijden niet de in de Wet fido genoemde richtlijn voor de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. De begroting geeft eind 2018 financieringsoverschot te zien van rond de 3,6 mln. Het uitzetten in de schatkist levert, op basis van de huidige rentevergoeding, nauwelijks iets op. We merken niet dat de economische recessie leidt tot het oplopen van (belasting)vorderingen en de te nemen invorderingsmaatregelen.
Programmabegroting 2015 - 2018
65 van 128
2.2.5 Paragraaf Bedrijfsvoering Inleiding Het realiseren van de raadsprogramma’s en de kwaliteit van de externe dienstverlening zijn afhankelijk van een goede interne bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering betreft dus zowel de processen die op de burger/ondernemer zijn gericht, als die welke de interne organisatie en het functioneren van de medewerkers betreffen. We onderscheiden in deze paragraaf zes aspecten van bedrijfsvoering. De kaders hiervoor zijn: ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
Controleverordening gemeente Bronckhorst (2005) Communicatiebeleidsplan "Met open vizier" (2005) Huisstijlhandboek (2006, met diverse wijzigingen) Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Bronckhorst (2006) Financiële verordening gemeente Bronckhorst (2008) Plan van aanpak organisatieontwikkeling Bronckhorst "Van goed naar beter" (2009) Visie Toekomstbestendig Bronckhorst: "Duurzaam en Betrokken" (2011) Verordening Auditcommissie gemeente Bronckhorst (2011) Realisatieplan elektronische gemeente Bronckhorst (2012) Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie (2013) Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Bronckhorst 2014-2015 (2014) Normenkader rechtmatigheid Bronckhorst (jaarlijks)
Communicatie Volgens ons communicatiebeleid zet de gemeente zich in om op gestructureerde, transparante en strategische wijze met inwoners, bedrijven en organisaties te communiceren. We doen dat met verschillende, wat we noemen, algemene gemeentelijke communicatieactiviteiten, zoals de website, de gemeentepagina’s in huis aan huisblad Contact, perscontacten met (regionale) media, twitter, facebook, allerhande bijeenkomsten, folders, burgerjaarverslag, etc. Alles in herkenbare huisstijl. Voor de algemene gemeentelijke communicatieactiviteiten is het budget toereikend. De kosten van communicatie-uitingen voor projecten (bijvoorbeeld decentralisaties) maken onderdeel uit van de verschillende projectkredieten. Verdere digitalisering De website biedt steeds meer digitale mogelijkheden. De site is inmiddels webrichtlijnenproof en wordt hierop jaarlijks door een onafhankelijk bureau getest. We bouwen onder andere al onze e-formulieren, die horen bij de bestaande digitale producten, opnieuw, zodat deze aan de landelijke richtlijnen voldoen. Ook breiden we het aantal producten dat digitaal aan te vragen is door inwoners steeds uit, zodat ze hiervoor niet meer naar het gemeentehuis hoeven (ondermeer tegemoetkoming kosten kinderopvang, mutaties uitkeringen en uitbreiden afspraak maken). Verder gaan we meer inzetten op het analyseren van gegevens die we via het monitoren van de website verkrijgen om waar nodig onze dienstverlening op de site nog meer te kunnen verbeteren. Onze inzet op communicatiegebied blijft gericht op een crossmediale inzet (juist door verschillende middelen die veelal naar elkaar verwijzen in te zetten, bereik je een zo groot mogelijk publiek, dus zowel digitale als geprinte kanalen). Ons inwonerpanel laat overigens zien dat de gemeentepagina in Contact nog steeds het best gelezen gemeentelijke communicatiemiddel is. Sociale media zoals Facebook en Twitter zetten we inmiddels ook veel in om met doelgroepen te communiceren. Dit ontwikkelen we door sociale media ook meer en meer als onderdeel van participatietrajecten bij projecten in te zetten. Verder bekijken we in 2015 de mogelijkheden om vaker filmpjes te maken van onderwerpen en aan te bieden via onze digitale kanalen, omdat mensen meer visueler ingesteld raken.
Programmabegroting 2015 - 2018
66 van 128
Interne communicatie Intern is de inzet ondermeer gericht op het waarborgen van de kwaliteit en het vullen van intranet en personeelsblad Hart. Uit onderzoek blijkt dat beide middelen hun bestaansrecht hebben en gewaardeerd worden. Verder is Communicatie de komende tijd nauw betrokken bij de trajecten Toekomstbestendig Personeelsbeleid (TBP) en Verbindend werken; zij zitten in alle werkgroepen en zetten de communicatietrajecten die hieruit voortvloeien op. Adviseren/uitvoeren bij projecten Voor het ontwikkelen en uitvoeren van nieuwe en lopende beleidsplannen is communicatie-inzet nodig (zowel in- als extern). Voor komend jaar staan adviserings- en uitvoeringstrajecten op communicatiegebied op stapel voor projecten zoals de decentralisaties, verdere uitvoering van gebiedsgericht werken, kindcentrum Steenderen en het verbeteren van onze dienstverlening. We blijven bijvoorbeeld een grote bijdrage (o.a. trainingen) leveren aan het traject om de vele brieven/beschikkingen die we versturen als gemeente flink te verbeteren/moderniseren. Met het afstoten van gemeentelijke activiteiten, bezuinigingen, de decentralisaties, maar ook een project als ongeregistreerd grondgebruik blijven er de komende tijd ook ‘moeilijke’ boodschappen te communiceren naar verschillende groepen inwoners. Belangrijk is om dit op een transparante, professionele en eenduidige wijze te doen, waarbij we aandacht hebben om ook de positieve kanten van ontwikkelingen te benadrukken. De kosten van communicatie maken geen onderdeel uit van de overheadkosten, maar vallen onder de bestuurskosten. Facilitaire zaken Onder facilitaire zaken verstaan we die persoonsgerichte zaken die de medewerkers nodig hebben om hun werkzaamheden efficiënt en effectief uit te kunnen voeren; de ondersteuning pur sang. De informatievoorziening valt hier buiten; die werkzaamheden richten zich ook op de burgers. Digitalisering en archivering In 2014 hebben we het plan van aanpak voor "substitutie" van de papieren archieven gereed gemaakt. Om substitutie te verkrijgen, moeten we aan bepaalde voorwaarden voldoen. We hebben geen toestemming meer nodig van het provinciale archief om onze archieven digitaal op te slaan en niet meer op papier. Hiervoor is een plan van aanpak ingediend bij het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL), onze toezichthouder. We zullen gebruik maken van het advies van ECAL zodat we in 2015 geen papieren dossiers meer hoeven te bewaren. Er is nog veel onduidelijkheid over de rol van Documentaire informatievoorziening (DIV) met betrekking tot de decentralisaties. In ieder geval zal er extra werk verricht moeten worden om documenten op een juiste manier te archiveren. Inkoopbeleid In 2014 hebben we ons inkoopbeleid geactualiseerd en aansluiting gezocht bij de modelbeleidsregels van de VNG. Dit beleid is tot stand gekomen in overleg met de Achterhoekse gemeenten. Het geactualiseerde beleid past in de toenemende regionale inkoopsamenwerking en professionalisering van inkoop. De samenwerking met de Achterhoekse gemeenten is in 2014 nog meer geïntensiveerd als gevolg van de decentralisaties binnen het sociale domein. Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijke inkoopstrategie. Daarin zijn de afspraken gekomen hoe we gaan inkopen, wie welke rolt vervult en hoe we de contracten in gaan richten. Bij een gezamenlijke inkoop proberen
Programmabegroting 2015 - 2018
67 van 128
we te werken met één gezamenlijk contract aangevuld met lokale afspraken. Ook in 2015 zal een vervolg worden gegeven aan de inkoop binnen het sociale domein. De kosten van facilitaire zaken maken onderdeel uit van de overheadkosten, die worden doorberekend in de uurtarieven van medewerkers op de gemeentelijke eindproducten, zoals bijvoorbeeld wegen en bijstand. Financiën Planning en control Planning en control (P&C) omvat het geheel van activiteiten dat uitgevoerd moet worden om duidelijk te maken wat er in een bepaalde periode moet gebeuren, de rapportage daarover, de eventuele bijsturing daarvan en uiteindelijk de verantwoording over de behaalde resultaten aan het bestuur. In onze gemeente kennen we daar nu de volgende instrumenten voor: de perspectiefnota, de programmabegroting, de 1e en 2e tussenrapportage en de jaarstukken. De uitwerking van deze documenten is gebaseerd op de voorschriften Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten en provincies (BBV), het provinciale toezichtskader "Kwestie van evenwicht!" en de bepalingen in de financiële verordening. In 2015 moet de vernieuwing van de planning en control cyclus en de documenten daarbinnen gerealiseerd worden. Medio 2014 is daarvoor een apart traject gestart met als doel de inhoud van de documenten beter af te stemmen op de informatiebehoefte van uw raad. Maar ook het proces van informatievoorziening heeft daarbij onze aandacht. Andere belangrijke onderwerpen zijn de invulling van het horizontale toezicht (indicatoren), de invulling van een herziene financiële verordening (modelverordening VNG uitwerken), de rol van de auditcommissie en de vernieuwing in de BBV-voorschriften (vaste, met gemeenten te benchmarken, productenindeling). We zien hiervoor de invulling van de informatievoorziening over het Sociaal domein als een belangrijke pilot. In deze programmabegroting is de informatie over het Sociaal domein ingericht volgens de ministeriële informatiebehoefte. Naast de instrumenten die vooral op uw raad gericht zijn, zijn er ook P&C-instrumenten ingericht die het management en de directie ondersteunen bij de bedrijfsvoering. Te denken valt aan de onderzoeken die hierna worden beschreven als ook het verzamelen van managementinformatie. Ook hier houden we een vinger aan de pols. Want deze informatie is ook belangrijk bij onze aanpak om een gezonde financiële positie te bereiken. Een sluitende begroting in meerjarenperspectief is nog steeds ieder jaar weer een zoektocht. Doelmatigheid en doeltreffendheid Op grond van artikel 213a van de Gemeentewet en de in het begin van deze paragraaf genoemde verordening voeren we periodiek onderzoek uit naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door ons gevoerde bestuur. Hoewel de wettelijke verplichting hiertoe mogelijk vervalt zullen we ook in 2015 deze onderzoeken voortzetten. Immers het doel van deze onderzoeken, het verbeteren van het doelmatig en doeltreffend functioneren van de organisatie, vervalt niet als de wettelijke plicht vervalt. Wel geven we de onderzoeken een minder formeel karakter waardoor deze doelmatig en snel uitgevoerd kunnen worden en verbeteringen snel opgepakt kunnen worden. Over de uitkomsten van deze onderzoeken wordt uw raad geïnformeerd. Naast deze (formele) onderzoeken doen we regelmatig snelle/korte onderzoeken naar zaken in onze bedrijfsvoering die mogelijk verbeterd kunnen worden. De rapportage hierover vindt dan plaats aan de betreffende leidinggevende of de gemeentesecretaris. Deze laatste vorm van onderzoeken blijkt erg nuttig te zijn en zullen we waar nodig nog meer inzetten.
Programmabegroting 2015 - 2018
68 van 128
We voeren zelf onderzoeken uit, maar ook de accountant en de rekenkamercommissie doen onderzoek in de organisatie. De lasten van die twee partijen vindt u terug in deelprogramma 1A Bestuurscultuur. De diverse onderzoeken worden (op grond van de verordening) in de auditcommissie op elkaar afgestemd. Hiermee wordt onder andere voorkomen dat dubbel onderzoek wordt gedaan en wordt bekeken waar mogelijk sprake kan zijn van elkaar aanvullen. Rechtmatigheid Bij de controle van de jaarstukken geeft de accountant, naast een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening, een oordeel over het rechtmatig tot stand komen van de baten, lasten en balansmutaties. In zijn controle steunt hij hierbij op de interne onderzoeken en de daarbij vastgelegde rapporten. De interne onderzoeken naar het rechtmatig handelen worden uitgevoerd op basis van een controleplan en het normen- en toetsingskader. Hierbij wordt ook het bestaan, de opzet en werking van de administratieve organisatie en de interne controle beoordeeld. De toetsing vindt plaats door gegevens- en organisatiegericht de belangrijke processen in onze organisatie te onderzoeken. Dit is een intensief proces van dossieronderzoek, interviews, analyse en vastlegging van bevindingen, dat moet uitmonden in een goedkeurende verklaring voor rechtmatigheid en in verbeteringen in de administratieve organisatie en interne controle. Het controleplan, met daarin opgenomen de te onderzoeken processen, komt tot stand in overleg met de accountant en dekt voor een groot deel alle activiteiten af waarbij sprake is van rechtmatig handelen. Het gaat daarbij om de financiële rechtmatigheid en dus om wet en regelgeving waarin bepalingen zijn opgenomen met financiële consequenties. In 2015 zal moeten blijken of de tot nu toe gevolgde werkwijze ook aansluit op de werkwijze van de nieuwe accountant. Zo nodig zullen we onze werkwijze hieraan aanpassen. De onderzoekers zijn in het dagelijkse werk niet betrokken bij de onderzoeksobjecten en kunnen dus onafhankelijk tot bevindingen, conclusies en aanbevelingen komen. Ook in 2015 wordt deze werkwijze gehanteerd. De kosten van financiën maken geen onderdeel uit van de overheadkosten, maar vallen onder de bestuurskosten. Informatievoorziening en automatisering De eerste prioriteit is het ontwerpen, beschikbaar stellen, onderhouden en verbeteren van een goede informatie- en automatiseringsinfrastructuur die ondersteunend werkt aan alle bedrijfsprocessen van de gemeente. De (elektronische) dienstverlening, het steeds meer werken in zowel interne als externe ketens maar ook op locaties buiten het gemeentehuis en alle landelijke overheidsontwikkelingen op automatiseringsgebied, vormen samen een zeer dynamisch proces. In 2015 zullen we hiervoor opnieuw een actueel integraal Realisatieplan Elektronische Gemeente Bronckhorst (EGB) opstellen wat de opvolger is van de EGB's 2008 en 2012. Daarin zullen we ook de benodigde acties opnemen om aan de Visiebrief Digitale Overheid 2017 van de Minister van Binnenlandse Zaken te voldoen. Deze visiebrief is ook opgenomen in het regeerakkoord. In het huidige EGB staat er voor 2015 ook nog het nodige op de planning. In de meeste gevallen zijn dit onderwerpen die afhankelijk zijn van de landelijke doorontwikkeling en wetgeving, waardoor deze nog niet geregeld zijn of het betreft een doorontwikkeling van de stappen die we al hebben ingezet: ● Verbetering van de dienstverlening en aansluiting op het dienstverleningsprogramma: elektronische producten, zaakgericht werken, E-herkenning bedrijven, DigiD-producten, Webrichtlijnen; Programmabegroting 2015 - 2018
69 van 128
● Slim gebruik maken van ruimte en informatie: digitalisering (zoals digitaliseren participatiedossiers), substitutie (papierloos archiveren), binnengemeentelijk gebruik basisregistraties. ● Aansluiten bij landelijke ontwikkelingen en Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP): modernisering gemeentelijke basisregistratie (mGBA), Elektronische Nederlandse Identiteitskaart (eNik), landelijke voorziening Wet Waardering Onroerende Zaken (LV WOZ) en grootschalige topografie (BGT). In 2015 zullen we nog meer dan in voorgaande jaren de focus gaan leggen op de informatiebeveiliging. Na de DigiD problemen in het land worden alle gemeenten streng geaudit. En het gaat niet meer alleen om DigiD gerelateerde onderdelen, maar om de totale gemeentelijke informatiebeveiliging. Hiervoor is landelijk door KING een Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (Big) ontwikkeld. We gaan onze informatiebeveiliging afstemmen op deze richtlijnen en maken hierbij gebruik van de diensten van de nieuwe Informatiebeveiligingsdienst voor gemeenten (IBD) bij wie we inmiddels zijn aangesloten. Na de eerste voorbereidingen in 2014 voor de decentralisaties zullen we voor het sociale domein in 2015 nog veel moeten regelen en implementeren. Het gaat ondermeer om een regiesysteem, een systeem voor meldingen en signalen, een (burger)portaal, maar ook om aansluitingen op allerlei gegevensstromen en op een nieuw te ontwikkelen landelijk knooppunt gegevens. Uit de proeftuin in 2014 zal blijken waar de behoeften voor Bronckhorst liggen. Omdat we in 2014 veel vervangingen uit de vervangingsplanning nog hebben kunnen doorschuiven, zoals de werkstations en de beeldschermen, zal er in 2015 ook het nodige vervangen moeten worden. Dit geldt in ieder geval voor het zogenaamde SAN-systeem dat we gebruiken voor de dataopslag. Maar net als afgelopen jaar zullen we kritisch zijn op wat nodig is of nog doorgeschoven kan worden. De kosten van automatisering maken onderdeel uit van de overheadkosten, die worden doorberekend in de uurtarieven van medewerkers op de gemeentelijke eindproducten, zoals bijvoorbeeld wegen en bijstand. Juridische zaken Vraagbaak juridische zaken De juridische consulenten ondersteunen medewerkers bij producten met juridische aspecten. Bij het opstellen en harmoniseren van verordeningen zijn de consulenten vaak betrokken, hetzij door het verlenen van ondersteuning, hetzij door verordeningen zelf op te stellen. Dit is een belangrijk onderdeel van de taken van de medewerkers van het cluster. Er is altijd bezetting om collega’s direct met korte vragen te helpen. Invoering van de decentralisaties zal naar verwachting de nodige inzet vragen van de medewerkers als vraagbaak, maar ook voor kwaliteitszorg en bezwaarschriften. Juridische kwaliteitszorg Naast de lopende projecten werken de juristen mee aan een project voor het verbeteren van beschikkingen in de meest ruime zin van het woord. Zowel de taalkundige als juridische aspecten komen daarbij aan de orde. Een aantal in-company trainingen zijn in samenwerking met het cluster communicatie al gegeven. Extra aandacht besteden we aan een goede motivering van beschikkingen en het communiceren over negatieve beschikkingen met de aanvrager. Dit kan leiden tot minder bezwaar- en beroepschriften. Er is een legal audit uitgevoerd om de kwaliteit van de advisering op niveau te houden. Dit heeft geleid tot het volgen van een training “overtuigen en beïnvloeden” bij de Bestuursacademie Nederland. Dit moet ertoe leiden dat juridische zaken goed in beeld komt bij de leiding en
Programmabegroting 2015 - 2018
70 van 128
dat medewerkers weten wat zij te bieden hebben om de juridische kwaliteit van producten te verbeteren. Er is een digitaal juridisch handboek. Regelmatig vinden er updates plaats en worden presentaties gegeven over actualiteiten in het bestuursrecht. Bezwaarschriften Alle medewerkers juridische zaken behandelen bezwaar- en beroepschriften. Dit is een belangrijk onderdeel van hun takenpakket en vraagt veel inzet. Voordat een bezwaarschrift formeel in procedure komt, bezien we of er andere mogelijkheden zijn om het geschil op te lossen. Dit lukt in veel gevallen door, als we zelf een fout hebben gemaakt, deze te herstellen of door het besluit nog een keer goed uit te leggen. Per jaar scheelt dat ongeveer 40 bezwaarschriften. Na de zomer 2014 gaan de juristen indieners van “lichte” bezwaarschriften zelf horen. Voor het horen hebben de juristen een training gevolgd en komt er ook “training on the job” en collegiale intervisie. Het horen door juristen maakt het voor de bezwaarmaker laagdrempeliger en hij heeft sneller een beslissing op zijn bezwaar. De vernieuwde commissie bezwaarschriften blijft de zwaardere bezwaren behandelen. Deze commissie bestaat nu uit minder leden en zal in een lagere frequentie gaan vergaderen. Dit bespaart kosten. Ambtelijke evaluatie van deze nieuwe procedure gebeurt in december 2014. Aansprakelijkheid Aansprakelijkheid heeft betrekking op de afhandeling van een groot aantal aansprakelijkheidszaken. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om schade toegebracht door vermeende slechte onderhoudstoestanden van wegen, bomen, etc. Veel van deze zaken stellen we in handen van de verzekeraar; een aantal zaken handelen we in eigen beheer af. Wanneer we stelselmatig terugkerende aansprakelijkstellingen waarnemen, attenderen we de betrokken afdeling op deze aansprakelijkstellingen met het verzoek om te bezien of de afdeling wat kan doen aan de oorzaak. Mediation Veel aandacht besteden we ook aan andere manieren van het oplossen van geschillen met derden, waaronder mediation. Achterhoek breed is een project gestart om mediation meer in te zetten bij het oplossen van geschillen. Ook de rechtbanken sturen hier meer op aan. Rechtbanken richten zich steeds meer op finale geschilbeslechting ter zitting. De kosten van juridische zaken maken onderdeel uit van de overheadkosten, die worden doorberekend in de uurtarieven van medewerkers op de gemeentelijke eindproducten, zoals bijvoorbeeld wegen en bijstand. Personeel en organisatie Voor 2015 staat het thema duurzame inzetbaarheid van de medewerkers centraal. Andere thema’s die we uitwerken zijn toekomstbestendig personeelsbeleid (TBP) en het actualiseren van onze HRM cyclus. Ook de verdere ontwikkeling van het individueel loopbaanbudget heeft de nodige aandacht. Duurzame inzetbaarheid van de medewerkers In 2014 is er met een pilot een start gemaakt met de duurzame inzet van medewerkers. We hebben in overleg met de Ondernemingsraad gekozen voor het instrument Nationaal Inzetbaarheidsplan (NIP). Dit plan heeft tot doel de inzetbaarheid van medewerkers duurzaam te maken en te vergroten. Het plan is zowel op organisatie- als medewerkerniveau gebaseerd en wordt digitaal ondersteund en zal geïntegreerd worden in de bedrijfsvoering.
Programmabegroting 2015 - 2018
71 van 128
We maken hiervoor gebruik van de Duurzame Inzetbaarheid Index (DIX) met daarin een viertal thema’s te weten: ● ● ● ●
gezondheid, vitaliteit en arbo motivatie en betrokkenheid kennis en vaardigheden balans werk privé
Toekomstbestendig Personeelsbeleid (TBP) TBP is al in 2011 in grote lijnen vastgelegd in de notitie Toekomstbestendig Personeelsbeleid. Flexibilisering, een aantrekkelijke werkgever blijven en regionale samenwerking zijn de pijlers van de uitvoering van de taken die op onze organisatie afkomen. Het traject Toekomstbestendig Bronckhorst (TBB) heeft duidelijk gemaakt met welke taken de gemeente zich de komende jaren wel en niet gaat bezighouden. Dat betekent dat er op verschillende plekken binnen de organisatie een nieuwe match gemaakt moet worden tussen medewerkers met hun specifieke competenties, ontwikkelpunten en voorkeuren aan de verschillende en aan veranderingen onderhevige taakvelden. We willen de juiste mensen op de juiste plek om de taken op een correcte manier uit te voeren. Individueel loopbaanbudget Door Cao-afspraken is er in de jaren 2013, 2014 en 2015 recht op individueel loopbaanbudget voor ambtenaren. Hiervoor hebben we in die jaren jaarlijks € 150.000 opgenomen in de begroting om uitvoering te geven aan deze wettelijke regeling. Kosten inhuur derden In onze organisatie staat uitvoering van de werkzaamheden door eigen medewerkers voorop. De inhuur van derden (bureaus, etc.) is beperkt van omvang en alleen voor eenmalige, specifieke expertise. Dat kan ook niet anders, want het inhuurbudget is klein (1% van de loonkosten). We hebben met een aantal Achterhoekse gemeenten een regiocontract afgesloten met een tweetal uitzendbureaus. De kosten voor vervanging bij ziekte, tijdelijke uitbreiding of tijdelijke klussen worden betaald uit de zogenoemde knelpuntenpot (vacatureruimte en inhuur derden). De procedure bij inhuur is dat eerst intern gekeken wordt naar een geschikte oplossing. Mocht deze niet voor handen zijn, dan volgt inzet van derden. Daar waar mogelijk worden deze werkzaamheden in samenwerking met derden en eigen medewerkers uitgevoerd; op die manier blijft kennis na uitvoering van het project in de organisatie aanwezig. Overzicht formatie (begroting 2015) Loonsom (incl. werkgeverslasten) Omvang fte College Directie, Kabinet & Bestuurszaken Strategie Griffie Dienstverlening Ontwikkeling Beheer (kantoor, incl. sport) Beheer (service, uitvoering) Totaal formatie Overige personeelskosten (raad en vacatures) Totaal formatie
Programmabegroting 2015 - 2018
500 214 219 204 6.146 2.917 1.952 1.945 14.098 1.395 15.492
2,78 2,79 3,10 104,37 43,51 33,35 43,56 233,44 0,00 233,44
72 van 128
Verschuivingen formatie Formatie Stand rekening per 31-12-2013 Strategie Dienstverlening Ontwikkeling Beheer Vacatures (ingeleverd) Stand per begroting 01-01-2015 (juli 2014)
245,20 -2,50 1,64 2,67 -2,47 -11,10 233,44
Samenstelling formatie Per 01-01-2014 Man Vrouw
% van formatie 60% 40%
Leeftijdsopbouw formatie % van formatie 0 - 25 jaar 25 - 35 jaar 35 - 45 jaar 45 - 55 jaar 55 - 60 jaar 60 jaar en ouder Gemiddelde leeftijd
1% 8% 23% 36% 24% 7% 48,3 jaar
De kosten van personeel en organisatie maken onderdeel uit van de overheadkosten, die worden doorberekend in de uurtarieven van medewerkers op de gemeentelijke eindproducten, zoals bijvoorbeeld wegen en bijstand. Conclusie Belangrijke uitdagingen voor de bedrijfsvoering in 2015 zijn de (ondersteuning van) de decentralisaties, het nog efficiënter werken met nog minder medewerkers, het op veel terreinen omschakelen van uitvoering naar regie en het beperken van de kosten van bedrijfsvoering. En dit alles zonder dat de dienstverlening naar burgers en bedrijven in het geding komt. Daarnaast is een blijvend punt van aandacht het zodanig (her)positioneren van medewerkers dat dit de organisatie versterkt en dat de medewerkers blijvend tevreden stelt.
Programmabegroting 2015 - 2018
73 van 128
2.2.6 Paragraaf Verbonden partijen Inleiding We participeren in samenwerkingsverbanden. In het Besluit Begroting en Verantwoording wordt hiervoor het begrip “verbonden partijen” gebruikt. Het gaat dan om derde partijen waarin de gemeente een financieel en bestuurlijk belang heeft. De verbonden partijen hebben we in deze paragraaf onderverdeeld in gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen in bedrijven en overige samenwerkingsverbanden. Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording moet deze paragraaf ook financiële balanscijfers bevatten van de verschillende verbonden partijen. Deze informatie vindt u terug aan het einde van deze paragraaf Verbonden partijen. Gemeenschappelijke regelingen Deelname in een gemeenschappelijke regeling wordt vaak bepaald door taken, waarvoor de gemeente zelf verantwoordelijk is maar, om wat voor reden dan ook, die taken niet zelfstandig kan uitvoeren. Soms betreft het puur uitvoeringstaken (Delta), soms gaat dit gepaard met beleidsontwikkeling (VNOG) of kan het samenwerkingsverband ook taken toebedeeld krijgen die een meer regionale betekenis hebben (Regio Achterhoek). Het bestuur van deze regeling wordt vaak gevormd door een afvaardiging van de deelnemers en de besluitvorming vindt plaats op basis van meerderheidsbesluiten. Met deze constructie wordt in feite een stuk autonomie, waarvoor wel een eigen verantwoordelijkheid geldt, overgedragen aan een samenwerkingsverband. We nemen deel in negen gemeenschappelijke regelingen. Rekenkamercommissie De rekenkamercommissie is een onafhankelijke commissie die de gemeenteraden helpt met het vervullen van de controlerende taak. Zij onderzoekt of de gemeentebesturen doelmatig, doeltreffend en rechtmatig hun werk doen. De bedoeling is dat de resultaten van een onderzoek verbeterpunten aan het licht brengen. De rekenkamercommissie stelt ieder jaar een onderzoeksprogramma op en voert diverse onderzoeken uit. De te onderzoeken onderwerpen kunnen worden aangedragen door raadsleden of -fracties of worden door de rekenkamercommissie zelf opgevoerd. Ook burgers worden opgeroepen om onderwerpen aan te dragen. De rekenkamercommissie legt haar bevindingen, conclusies en aanbevelingen in openbare rapporten vast die aan de gemeenteraad worden aangeboden. De Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland is in april 2006 ingesteld volgens voorschrift in de Gemeentewet. De Rekenkamercommissie kent drie externe leden die door iedere gemeenteraad afzonderlijk zijn benoemd. Er is sprake van een Rekenkamercommissie onder personele unie. De Rekenkamercommissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris voor gemiddeld 20 uur per week. Het budget voor de Rekenkamercommissie is € 0,90 per inwoner. In 2013 is het samenwerkingsverband geëvalueerd en hebben de vier raden besloten de samenwerking voor vier jaar voort te zetten. De werkwijze van de Rekenkamercommissie is iets aangepast, waardoor de raden wat meer betrokken worden bij de voortgang van de onderzoeken. Deze werkwijze wordt in het eerste kwartaal van 2016 geëvalueerd. In de raad van juni 2014 zijn voor de komende vier jaar twee nieuwe klankbordgroepleden benoemd. Regio Achterhoek De Regio Achterhoek behartigt in nauwe samenwerking met de Achterhoekse gemeenten regionale belangen en vervult tevens de rol van coördinator, facilitator en procesbegeleider bij het oplossen van regionale vraagstukken. Uitgangspunt daarbij is de Achterhoek Agenda 2020, een programma om de Achterhoek duurzaam en vitaal te houden. Deze Agenda is inmiddels vertaald naar de Uitvoeringsagenda. Programmabegroting 2015 - 2018
74 van 128
Aan het samenwerkingsverband nemen acht gemeenten deel: Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Montferland, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk. Het hoofdkantoor is gevestigd in Doetinchem. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer A. Spekschoor. Hij is ook lid van het Dagelijks Bestuur. In het Algemeen Bestuur is elke gemeente met één stem vertegenwoordigd. De deelname aan Regio Achterhoek vanuit onze gemeente komt voort uit uw raadsbesluit d.d. 26 juni 2008 waarin u opnieuw bevestigt om voor specifiek gekozen taakvelden de regionale belangen met omliggende gemeenten samen op te pakken. De financiële bijdrage wordt berekend via een inwonerbijdrage. Voor 2015 is de inwonerbijdrage bepaald op € 171.800 € 4,65 per inwoner). Op 17 juli 2014 heeft uw raad de Uitvoeringsagenda Achterhoek vastgesteld. De Uitvoeringsagenda is een concretisering en aanscherping van het convenant Achterhoek 2020. De uitvoeringsagenda benoemt drie hoofdopgaven voor de Achterhoek: werken, wonen en bereikbaarheid. Ook is besloten om de bestaande structuur met werkplaatsen af te schaffen en in te zetten op een netwerkmodel. Daarnaast heeft u ingestemd met een bijdrage in de kosten die gemoeid zijn met het uitvoeren van de Uitvoeringsagenda. De kosten worden geschat op ongeveer € 20.000 per gemeente. Het DB van de regio ziet 2014 als een overgangsjaar. In dit overgangsjaar gaat het bestuur zich oriënteren op de opdracht aan de Regio op basis van de uitvoeringsagenda. Mede op basis van de uitkomst van deze discussie kan geconcludeerd wordt of extra middelen van de gemeenten daadwerkelijk nodig zijn. De Uitvoeringsagenda Achterhoek bestaat uit twee gedeelten: de hoofdtekst waarin de hoofdopgaven voor de Achterhoek zijn toegelicht en het projecten- en activiteitenoverzicht. Het projecten- en activiteitenoverzicht bevat de projecten en activiteiten die nodig zijn om de hoofdopgaven voor de Achterhoek aan te pakken. Het overzicht is dynamisch: activiteiten en projecten kunnen van de agenda verdwijnen (bijvoorbeeld omdat het doel is bereikt) of eraan worden toegevoegd. De (financiële of andere) afspraken over de activiteiten worden separaat met partners – en dus ook met de gemeenten - vastgelegd. De benodigde middelen voor de projecten in de Uitvoeringsagenda worden opgebracht door organisaties binnen de Achterhoek (bijvoorbeeld gemeenten, bedrijven en instellingen) en buiten de Achterhoek (bijvoorbeeld Rijk, Provincie Gelderland of “Europa”). Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (VNOG) De VNOG levert een herkenbare bijdrage aan het creëren van meer veiligheid voor de bewoners, instellingen en bedrijven binnen haar grenzen. In haar optreden toont de VNOG respect voor de opvattingen en behoeften van de burgers en is zij aanspreekbaar op de uitvoering van haar werkzaamheden. De wijze waarop zij invulling geeft aan haar maatschappelijke en wettelijke verantwoordelijkheid moet leiden tot een groot vertrouwen bij de burgers in de professionaliteit van en uitvoering door de hulpverleningsorganisaties. De deelname aan de VNOG, gevestigd in Apeldoorn, vanuit onze gemeente komt voort uit de wettelijke aanwijzing van het Ministerie van Binnenlandse Zaken om de bovenlokale brandweertaken en rampenbestrijdingstaken aan de VNOG op te dragen. De 22 deelnemende gemeenten zijn gelegen in de Achterhoek, Liemers, Stedendriehoek en Noord- en WestVeluwe. Binnen het Algemeen Bestuur van de VNOG, bestaande uit alle burgemeesters van de deelnemende gemeenten, wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer H.A.J. Aalderink. De financiële bijdrage vanuit onze gemeente aan de VNOG wordt berekend via een inwonerbijdrage. Binnen de VNOG werken de hulpdiensten brandweer en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR) samen. Nauwe samenwerking met de politie en de ambulancehulpverlening is onder andere tot stand gekomen via gezamenlijke huisvesting Programmabegroting 2015 - 2018
75 van 128
(politie) en de gezamenlijke Meldkamer Oost-Nederland. De taken zijn alle facetten van rampenbestrijding en crisisbeheersing, instandhouding van de meldkamer, ondersteuning bij repressieve inzetten en ondersteuning op het vlak van pro-actie en preventie. Ook adviseert en ondersteunt de VNOG op brandweerterrein de gemeenten binnen het werkgebied bij het verrichten van hun lokale werkzaamheden (bijvoorbeeld het voorbereiden en faciliteren in de voorkoming en bestrijding van rampen en zware ongevallen op lokaal niveau). Cluster Brandweer Achterhoek West (BAW) binnen de VNOG Onze gemeente vormt samen met de gemeenten Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek het cluster Brandweer Achterhoek West (BAW). Dit is één van de zes clusters binnen de VNOG. BAW is verantwoordelijk voor de basisbrandweerzorg. Dit betekent dat na een melding in het verzorgingsgebied zo snel mogelijk een brandweerwagen op de plaats van het incident komt. Het ondersteunen en faciliteren van goed geoefende, professionele brandweervrijwilligers die een incident bestrijden is één van de belangrijkste taken van het cluster. Naast de voorbereiding op incidenten verschuift de BAW ook steeds meer naar de voorkant. Dit betekent meer aandacht voor preventieve maatregelen. Het cluster draagt zorg voor een goede, kwalitatieve advisering op het gebied van brandveiligheid aan de gemeente als vergunningverlener. In het beleidsplan Brandweer Achterhoek West is opgenomen welke taken de BAW uitvoert in de komende jaren. De bijdrage aan de VNOG voor de clusterlasten is voor een deel gebaseerd op de historische uitgaven (materieellasten). De huisvesting van de brandweer is een verantwoordelijkheid van de individuele gemeente gebleven. Erfgoedcentrum Achterhoek Liemers (ECAL) We nemen deel aan de gemeenschappelijke regeling Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL) voor de archieftaken die het voor ons op grond van de Archiefwet uitvoert, samen met zeven andere gemeenten. Deze taken zijn: ● ● ● ●
het beheer van archieven die wettelijk na 20 jaar moeten worden overgebracht de inspectie van nog niet overgebrachte archieven de acquisitie en beschikbaarstelling van archiefbescheiden taken met betrekking tot het functioneren als centrum voor cultureel erfgoed, zoals onderzoek, beheer bibliotheek streekboeken en –tijdschriften ● het vervullen van een publieksfunctie met een studiezaal en door educatie Het ECAL is gehuisvest in ’t Brewinc te Doetinchem. Binnen het algemeen bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer A.R. Peppelman (wethouder). Het Erfgoedcentrum is een enkelvoudige regeling die dus maar één specifieke wettelijke taak kan behartigen. We betalen vanaf 2015 één totaalbijdrage, zodat een individuele gemeente niet meer voor de niet-wettelijke onderdelen (reikwijdte publieksfunctie) een afwijkende bijdrage kan vaststellen. De bijdrage wordt berekend op basis van het aantal meters dat bij het ECAL in 2018 in depot moet zijn. De gemeentelijke bijdrage voor het ECAL ligt daarmee voor 4 jaar vast en is voor de jaren 2015 – 2018 bepaald op € 219.407. Het beschikbare budget voor deze taak was € 163.063 in 2014. Het verschil van € 56.344 hebben we meegenomen in deze programmabegroting. Recreatieschap Achterhoek en Liemers (RAL) Het Recreatieschap Achterhoek Liemers, met als doel het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openluchtrecreatie en toerisme, is in ontmanteling. Per 1 januari 2014 zijn de meeste taken elders belegd en betalen we geen financiële bijdrage meer. De regeling blijft vanwege een aantal lopende verplichtingen nog enige tijd van kracht met als opdracht de afronding van het ontmantelingstraject binnen de boedel van het RAL op te lossen. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer J. Engels.
Programmabegroting 2015 - 2018
76 van 128
Delta De doelstelling van de gemeenschappelijke regeling Delta is succesvolle re-integratie van medewerkers in het arbeidsproces. Delta voert voor de gemeenten Bronckhorst, Brummen, Lochem, Voorst en Zutphen de Wet sociale werkvoorziening (WSW) uit. De deelname aan Delta vanuit onze gemeente komt voort uit de wettelijke aanwijzing om een werkvoorzieningschap in te zetten voor mensen met een arbeidshandicap. In het werkgebied biedt Delta werk aan - een vrij constante groep van - ongeveer 1.000 medewerkers met een arbeidshandicap. De handicap kan geestelijk of lichamelijk zijn. Er wordt werk geboden, gezorgd voor arbeidsontwikkeling van het individu en ook de geschiktheid van mensen voor de reguliere arbeidsmarkt wordt bevorderd. Het hoofdkantoor is gevestigd in Zutphen. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer P.H.M. Seesing. De gemeente betaalt aan het werkvoorzieningschap, naast een vaste jaarlijkse vergoeding van ongeveer € 20.000, de rijksvergoeding voor verrichte dienstverlening door. In het uiterste geval kan de gemeente aangesproken worden voor exploitatietekorten. Per 1 januari 2015 wordt de Participatiewet van kracht. Hiermee komt een einde aan de instroom in de WSW. Het bestuur van Delta heeft de wens uitgesproken om tot 1 januari 2016 de Gemeenschappelijke Regeling Delta voort te laten bestaan. Dit om ons voldoende tijd te geven om beschut werken op een andere manier vorm te geven. Onze gemeente heeft ook aan Delta werkzaamheden uitbesteed voor onder andere groenonderhoud en bezorging van post. Stadsbank Oost-Nederland De doelstelling van de Stadsbank Oost-Nederland is om een, vanuit een bedrijfseconomische en maatschappelijke optiek gezien, verantwoord pakket van (financiële) dienstverlening aan te bieden aan de inwoners in haar rechtsgebied. De Stadsbank houdt zich bezig met ondermeer schulden regelingen, budgetbeheer, bewindvoering en preventie. Aan deze gemeenschappelijke regeling nemen 22 gemeenten uit Twente en de Achterhoek deel en het hoofdkantoor is gevestigd in Enschede. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer P.H.M. Seesing. De financiële bijdrage wordt berekend via tarieven en is gebaseerd op de werkelijk afgenomen producten en het aantal inwoners. De Stadsbank werkt volgens de regels van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Gemeentelijke Gezondheidsdienst Noord- en Oost Gelderland (GGD Gelre IJssel) Het doel is het bewaken, bevorderen en beschermen van de gezondheid van de bevolking van de regio met speciale aandacht voor jeugd en risicogroepen. De GGD wil zich profileren als een herkenbare en laagdrempelige organisatie en als een leverancier van betrouwbare en vakkundige zorg aan haar klanten. De 22 deelnemende gemeenten zijn gelegen in de Achterhoek, Midden-IJssel, Oost-Veluwe en Noord-Veluwe. Het hoofdkantoor is gevestigd in Apeldoorn. In het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer P.H.M. Seesing. De deelname aan de GGD vanuit onze gemeente komt voort uit de wettelijke aanwijzing van de regionale gezondheidsdiensten als uitvoerder van de Wet publieke gezondheid (WPG). De financiële bijdrage wordt berekend via een inwonerbijdrage. Binnen de GGD komen alle lokale en landelijke werkzaamheden op het terrein van de WPG samen. Het samenwerkingsverband verzorgt voor ons de gezondheidstaken op het terrein van de Jeugdgezondheidszorg (JGZ), Infectieziektebestrijding, Vaccinaties, Medische milieukunde, Maatschappelijke Zorg, Beleidsadvisering, Gezondheidsbevordering, Epidemiologie, Bevolkingsonderzoeken en Forensische zorg.
Programmabegroting 2015 - 2018
77 van 128
Er is een discussie gaande over de positionering van de JGZ. Afhankelijk van keuzes die hierin worden gemaakt kan dit consequenties hebben voor de GGD. Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) De ODA behandelt de aanvragen voor vergunningen in het kader van het omgevingsrecht (milieudeel), toetst meldingen, houdt toezicht op en handhaaft de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Daarnaast adviseert de ODA gemeenten en provincie (op verzoek) bij de opstelling van beleid en bij specifieke ontwikkel- en uitvoeringsprojecten. De ODA is opgericht op 7 november 2012 en is vanaf 1 april 2013 operationeel. De ODA is een gemeenschappelijke regeling waaraan 10 gemeenten (Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Montferland, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Winterswijk en Zutphen) en de Provincie Gelderland deelnemen. Het hoofdkantoor is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Bronckhorst te Hengelo, Gelderland. Binnen het Algemeen Bestuur wordt onze gemeente vertegenwoordig door de heer A.A.L.M. Spekschoor. In het algemeen bestuur is elke partij met één stem vertegenwoordigd. De exploitatielasten van de ODA worden door gemeenten en provincie gefinancierd op basis van omslag van de kosten naar de deelnemers. Na maximaal drie jaar moet de inputfinanciering worden gewijzigd in outputfinanciering waarbij wordt verrekend en afgerekend op basis van vaste prijzen per product. Dit outputsysteem houdt in dat partners betalen naar gelang van de soort en hoeveelheid afgenomen producten. Deze omslag dient te zorgen voor een prikkel om als ODA met concurrerende tarieven te werken bij gelijkblijvende kwaliteit. In de meerjarenbegroting van de ODA is opgenomen dat zodra er voldoende zicht is op de productie en bijbehorende kosten de ODA zal starten met het verzamelen van de benodigde gegevens en aansluitend voorstellen doen inzake outputfinanciering. Het verzamelen van de gegevens is volgens ODA afhankelijk van een goed draaiend VTH-systeem (Vergunningen, Toezicht en Handhaving). De taken van de ODA vallen uiteen in de volgende deelopdrachten: ● zorgen dat de taakuitvoering blijft voldoen of gaat voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen. ● zorgen voor een goede afstemming/samenwerking met partijen. Hiermee wordt gedoeld op de 11 partners, de bedrijven, de burgers, de omgevingsdiensten binnen het Gelders stelsel, de waterschappen en Rijkswaterstaat, rijksinspecties en diensten, openbaar ministerie, de brandweer en de Veiligheidsregio. ● zorgen voor een zo eenduidig mogelijke taakuitvoering in het gehele gebied van de Achterhoek met maatwerkafspraken als het gaat om ambities en bestuurlijke keuzes van de individuele organisaties. Gemeentelijke (wettelijke) bijdragen werkelijk 2013 1B Bestuur en Agenda Achterhoek 2020 1B Regiomarketing (subsidie Euregio) 3B Subsidie Stichting Toerisme (nieuwe STAT) Totaal Regio Achterhoek 1D Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (algemeen) 1D Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland (cluster BAW) Totaal Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland 1A Rekenkamercommissie 3A Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL)
Programmabegroting 2015 - 2018
106.636 10.760 8.434 125.830
begroting 2014
begroting 2015
174.309 13.006
158.794 13.006
187.315
171.800
1.217.569 1.217.569
293.163 1.773.925 2.067.088
295.123 1.786.370 2.081.493
36.685 165.077
33.732 163.063
33.732 219.407
78 van 128
werkelijk 2013 3B Recreatieschap Achterhoek en Liemers (RAL) 5C Delta 5C Stadsbank Oost Nederland 5D GGD Gelre IJssel 6A Omgevingsdienst Achterhoek Totaal gemeenschappelijke regelingen Bedrag per inwoner
77.745 21.490 135.022 482.846 330.917 2.593.181 70,21
begroting 2014 20.000 143.981 506.255 529.585 3.651.019 98,94
begroting 2015 20.000 146.141 505.814 720.902 3.899.289 106,55
Bedragen in €
Deelnemingen in bedrijven Deelnemen in bedrijven doen we in de vorm van aandeelhouderschap. We kunnen invloed uitoefenen via de vergadering van aandeelhouders. De invloed is ook afhankelijk van de overige aandeelhouders. We hebben aandelen in zes ondernemingen. Bij vijf ondernemingen ramen we ook dividend. Bank Nederlandse Gemeenten BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. BNG Bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Hierdoor heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen. De Staat is voor de helft aandeelhouder. Voor de andere helft zijn de aandelen in handen van provincies, gemeenten en een hoogheemraadschap. De BNG is gevestigd in Den Haag. BNG Bank is na de Staat een van de grootste emittenten van Nederland. De aandeelhouders hebben zeggenschap in BNG Bank via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten (een stem per aandeel van € 2,50). Het maatschappelijk aandelenkapitaal bestaat uit 100 miljoen aandelen van € 2,50 nominaal, waarvan 55.690.720 aandelen zijn geplaatst en volgestort. Gemeente Bronckhorst bezit 72.384 aandelen. Uitgegeven schuldpapier van de Bank heeft een zeer hoge credit rating. Wel is de rating in negatieve zin aangepast (persbericht BNG 30 mei 2014). Deze wijziging is ingegeven door onzekerheid over de impact van het herstel- en resolutieraamwerk voor banken binnen de Europese Unie, dat begin 2015 van kracht moet worden. De concrete uitwerking hiervan in weten regelgeving is nog niet afgerond. BNG Bank blijft echter één van de meest kredietwaardige banken ter wereld. Sinds 2011 is het dividendpercentage verlaagd van 50 naar 25% van de winst met als reden op termijn te voldoen aan de aangescherpte eisen door de overheid in verband met de kredietcrisis. Deze verlaging geldt in principe tot en met 2017. Vanaf de jaarschijf 2018 houden we in deze meerjarenbegroting rekening met herstel naar 50% dividend. Nuon leveringsbedrijf: Nuon Energy Nuon Energy bedient met circa 4.800 eigen medewerkers circa 2,1 mln electra- en 1,8 mln gasconsumenten in Nederland. Nuon Energy produceert en levert elektriciteit, gas, warmte en koude. Tot slot biedt zij aanvullende diensten en technische innovaties aan bedrijven en consumenten. Nuon Energy streeft daarbij naar een betrouwbare, duurzame en betaalbare energievoorziening.
Programmabegroting 2015 - 2018
79 van 128
In 2009 zijn alle aandelen verkocht aan het Zweedse concern Vattenfall in fasen. De laatste aandelen worden geleverd op 1 juli 2015. Nuon opereert vrijwillig nog onder de eigen merknaam, met als toevoeging: part of Vattenfall. Totdat het laatste aandeel is verkocht in 2015, ontvangen we jaarlijks een vast dividend van 2% over de verkoopwaarde van de nog in bezit zijnde aandelen. Vanaf 1 juli 2015 hebben we geen aandelenbelang meer in Nuon Energy. Vattenfall wordt, net als andere Europese energieproducenten, geraakt door de steeds slechter wordende marktvooruitzichten. De situatie op de energiemarkt noodzaakt Vattenfall tot het nemen van vergaande bijstellingen. Vattenfall deelt de organisatie op in een Scandinavische eenheid en een continentale Europese eenheid. Zowel het aantal medewerkers als het aantal klanten vertoont een behoorlijke afname (25%) ten opzichte van enkele jaren geleden. Ook in financieel opzicht zijn de resultaten niet rooskleurig, met name door (opnieuw) het afwaarderen van bezittingen, met name centrales. De halfjaarresultaten (1e half jaar 2014) worden niet langer apart gepubliceerd, maar vormen een onderdeel van resultaat Vattenfall. In juni 2014 kwam NUON negatief in de publiciteit door een gepubliceerd rapport door vredesorganisatie PAX over misstanden rondom kolenmijnen in Colombia. Pax is/was actief bezig hieraan via de media (Stop bloedkolen, check je stopcontact) grote bekendheid te geven, waardoor imagoschade van NUON waarschijnlijk is. Het jaar 2015 is het laatste jaar waarin we dividend ontvangen en tevens de laatste tranche aandelen (21%) verkopen aan Vattenfall. Verantwoording van de verkoopopbrengst heeft al plaatsgevonden in 2009. Alliander Alliander is het netwerkbedrijf voor de distributie van energie in grote delen van Nederland met ruim 7.000 medewerkers en 3,3 mln klanten in Nederland. Naast beheer van energienetten legt Alliander zich ook toe op het werken aan betrouwbare energievoorzieningen en het faciliteren van energie gerelateerde ontwikkelingen. Het netwerkbedrijf Alliander bestaat uit de bedrijfsonderdelen Liander, Endinet en Liandon. Liander vormt de kern van de groep en is verantwoordelijk voor ongeveer 85% van de omzet. Dit bedrijfsonderdeel beheert de gas- en elektriciteitsnetwerken in de provincies Gelderland, Friesland, Flevoland, Noord-Holland en delen van Zuid-Holland. Deze rol is wettelijk vastgelegd. Endinet B.V. is verantwoordelijk voor het beheer, het onderhoud en de aanleg van de gas- en/ of elektriciteitsnetwerken in de regio’s Eindhoven en Oost-Brabant. Liandon ontwerpt, bouwt en onderhoudt complexe energie-infrastructuren voor klanten. De aandelen van dit netwerkbedrijf moeten wettelijk in handen van de publieke sector blijven. Alle aandelen van Alliander zijn direct of indirect in handen van Nederlandse provincies en gemeenten. De grootste aandeelhouders van Alliander zijn de provincies Gelderland, Friesland en Noord-Holland en de gemeente Amsterdam. De overige aandelen zijn in handen van diverse gemeenten. Het hoofdkantoor van het bedrijf is gevestigd in Arnhem. Bronckhorst bezit bijna 0,4% van de aandelen. Van de 58 aandeelhouders hebben de 31 kleinste (samen circa 9% van de aandelen), waaronder Bronckhorst, zich verenigd in de NUVAL met het doel gezamenlijk te kunnen optreden als één grote aandeelhouder. In het najaar van 2013 heeft de Raad van Bestuur de vertegenwoordigers van de grootaandeelhouders betrokken bij de discussie over de strategie, waarbij de insteek van Alliander was een verdubbeling van de schaalgrootte in een periode van vijf tot tien jaar. De toename van onder meer zonnepanelen, windmolens en elektrische auto’s vraagt meer van het netwerk van Alliander. Daarom moet het net worden aangepast en daar zijn grote investeringen in onder andere ICT-systemen voor nodig. Als het bedrijf groeit, kan Alliander de noodzakelijke investeringen in Nederland met meer klanten delen en heeft dit op termijn een gunstige uitwerking op de tarieven voor klanten. Een meerderheid van de aandeelhouders Programmabegroting 2015 - 2018
80 van 128
(waaronder Bronckhorst) kon zich wel vinden in de schaalvergroting binnen Nederland, maar niet in het verwerven van concessies in Duitsland. Alliander heeft nu de ambitie om het aantal klanten over een periode van vijf tot tien jaar te verdubbelen. Groei in Nederland heeft daarbij de voorkeur van zowel het bedrijf als de aandeelhouders, omdat dit de meeste synergie oplevert. Het bedrijf zal de tweede helft van 2014 in nauwe samenspraak met de aandeelhouders de mogelijkheden voor groei in Nederland nader onderzoeken. Alliander werkt al op verschillende gebieden nauw samen met andere netbeheerders. Zo onderzoeken Alliander en Enexis of ze per 1 januari 2015 de netwerken van Enexis in Friesland en de Noordoostpolder en die van Alliander in de regio Eindhoven en Zuidoost-Brabant (Endinet) met elkaar kunnen uitruilen. De uitkomsten van het onderzoek zullen te zijner tijd aan de aandeelhouders worden voorgelegd. Vitens Vitens is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland, heeft ruim 1.400 medewerkers (fte) en levert drinkwater voor 2,4 mln aansluitingen. Zij wil door klanten, samenleving, medewerkers en aandeelhouders herkend worden als een betrouwbaar en toonaangevend drinkwaterbedrijf, dat met een uitstekende bedrijfsvoering maatschappelijk verantwoord onderneemt. Vitens is een publiek bedrijf. De aandelen van de NV zijn in handen van provinciale en gemeentelijke overheden in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht en Overijssel. Ook een aantal gemeenten in Drenthe en Noord-Holland is aandeelhouder. Het hoofdkantoor is gevestigd in Utrecht. Vitens is een mondiaal vooraanstaand waterbedrijf en zal blijven zoeken naar samenwerking met technologisch hoogstaande drinkwaterbedrijven om ook in de toekomst voor de Nederlandse consument betrouwbaar en zuiver drinkwater te kunnen blijven leveren. Ook helpt Vitens mee aan het verbeteren van de watervoorziening voor meer dan 20 mln. mensen in ontwikkelingslanden over de hele wereld. Begin 2014 heeft Vitens de samenwerkingsrelatie met het Israëlisch waterbedrijf Mekorot beëindigd. Internationale kritiek die Mekorot kreeg vanwege de schending van mensenrechten was de aanleiding tot dit besluit. Amphion Met ons aandeelhouderschap ondersteunen we het culturele aanbod van de schouwburg in onze regio te Doetinchem. De officiële naam is N.V. Cultureel Centrum Amphion. Volgens de statuten kent de schouwburg drie bestuursorganen: de directeur/bestuurder, de raad van commissarissen en de algemene vergadering van aandeelhouders. Binnen de algemene vergadering van aandeelhouders wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer J. Engels. De vergadering van aandeelhouders gaat over de goedkeuring van het jaarverslag, wijziging van de statuten, benoeming van het bestuur en de leden van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen bestaat uit externe deskundigen. Berkel Milieu Berkel Milieu NV is een publiek inzamelbedrijf en verwerkingsbedrijf van huishoudelijk afval. De aandelen zijn in handen van de gemeenten Brummen, Doesburg, Zutphen, Lochem en onze gemeente. Het hoofdkantoor is gevestigd in Zutphen. Binnen de algemene vergadering van aandeelhouders wordt onze gemeente vertegenwoordigd door de heer A.A.L.M. Spekschoor. Het bedrijf kent geen winstoogmerk; resultaten worden jaarlijks verrekend met de aandeelhouders op basis van het aantal aandelen. Dit resultaat komt in Bronckhorst ten goede aan de tarieven afvalstoffenheffing via de egalisatiereserve afvalstoffenheffing.
Programmabegroting 2015 - 2018
81 van 128
Er loopt een besluitvormingstraject naar een mogelijke fusie tussen Berkel Milieu en Circulus. Circulus is een vergelijkbaar samenwerkingsverband van de gemeenten Apeldoorn, Deventer en Epe. Dividend bedrijven Aandelen Bank Nederlandse Gemeenten Nuon per 01-07-2013 (tot 2016) Alliander Vitens Amphion Berkel Milieu Totaal winstuitkering Bedrag per inwoner
72.384 194.389 539.969 21.362 42 147
Nominale waarde (x € 1) 180.960 971.944 21.362 19.059 -
werkelijk 2013 107.852 280.326 293.678 54.900 37.210 773.966 20,95
raming 2014 raming 2015 91.928 163.600 446.043 58.105 32.587 792.263 21,47
80.000 163.600 316.000 55.000 32.587 647.187 17,68
Bedragen in €
Overige samenwerkingsverbanden Algemeen Naast de gemeenschappelijke regelingen zijn er nog twee stichtingen waarin we participeren. Deelname vindt zowel plaats in bestuurlijke als in financiële zin. Stichting IJsselgraaf Vanaf 1 januari 2003 oefent de Stichting IJsselgraaf het bevoegde gezag uit voor het openbaar onderwijs in Doetinchem, Doesburg en onze gemeente. Als rechtspersoon heeft de stichting een eigen bekostigingsrelatie met het ministerie. Vanuit de grondwettelijke plicht van artikel 23 te voorzien in voldoende openbaar onderwijs, is het toezicht op de Stichting IJsselgraaf opgedragen aan de gemeenteraad. In het “Reglement Gemeentelijk Toezicht op Openbaar Primair Onderwijs” is door de gemeenten Bronckhorst, Doetinchem en Doesburg in 2010 het toezicht geregeld. De toezichthouder vanuit onze gemeente is de heer J. Engels. De gemeente is daarnaast zelf verantwoordelijk voor de huisvesting (bouw) van openbare en bijzondere basisscholen. Dit jaar wordt een fusie van de Stichting Ijsselgraaf met de Stichting Archipel voorbereid. Het toezicht zal dan opnieuw vorm moeten krijgen. Besluitvorming daarover moet nog plaatsvinden. Regionaal Bedrijventerrein West Achterhoek A18 De gemeenten Bronckhorst, Doetinchem, Montferland en Oude IJsselstreek kennen een regionale samenwerking voor bedrijventerreinen in de West Achterhoek. Die samenwerking is vastgelegd in de Samenwerkingsovereenkomst Bedrijventerreinen West Achterhoek van 22 januari 2010. Het doel van de overeenkomst is werkgelegenheid voor de regio behouden, versnippering en verrommeling van bestaande en nieuwe locaties tegengaan, een duidelijk regionaal aanbod aan terreinen realiseren, aansluiten op de behoeften van de regio, neerwaartse onderlinge concurrentie op prijs en kwaliteit voorkomen en verevening tussen de aanleg van nieuwe en de herontwikkeling van bestaande terreinen realiseren. Er zijn al enkele bedrijventerreinen bij Doetinchem gerevitaliseerd, wat door de aanwezige bedrijven zeer wordt gewaardeerd. De revitalisering voor de (8) verschillende bedrijventerreinen in Bronckhorst is begonnen; de afronding zal eind 2015 zijn. De provincie heeft hiervoor financiële middelen beschikbaar gesteld. Om bedrijven met een zwaardere milieucategorie in de regio te faciliteren wordt op het grondgebied van Doetinchem het nieuwe regionale
Programmabegroting 2015 - 2018
82 van 128
bedrijventerrein A18 gerealiseerd. Voor de logistieke bedrijven wordt het nieuwe Euregionaal bedrijventerrein (EBT) te ’s-Heerenberg gerealiseerd. Voor beide ontwikkelingen geldt dat er een zelfstandige grondexploitatie wordt gevoerd door de grondgebied gemeente. Vanuit Bronckhorst is de heer J. Engels aangewezen als deelnemer in de stuurgroep. Kengetallen financiële positie verbonden partijen Op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) moet, vanuit de laatst bekende jaarcijfers, te zien zijn hoe de vermogenspositie bij de verbonden partij is en welk resultaat de verbonden partij heeft gerealiseerd (is de verbonden partij financieel gezond?). Deze informatie vindt u hierna: Jaarcijfers verbonden partijen (2013) Eigen Vreemd vermogen per vermogen per 31-12-2013 Vestigingsplaats 31-12-2013 Gemeenschappelijke regelingen Rekenkamercommissie Regio Achterhoek VNOG/GHOR ECAL RAL (in liquidatie) Delta Stadsbank GGD NOG ODA
's-Heerenberg Doetinchem Apeldoorn Doetinchem Hummelo Zutphen Enschede Apeldoorn Hengelo (Gld)
Deelnemingen in bedrijven BNG Nuon Alliander Vitens Amphion Berkel Milieu Overige samenwerkingsverbanden Stichting IJsselgraaf Regionaal Bedrijventerrein A18 P-10
Resultaat na bestemming jaarrekening 2013
1.046 6.493 23 4.181 3.009 3.507 447
30.674 36.723 712 3.201 16.097 3.466 1.051
60 580 2.824 23 694 113 391 447
Den Haag Arnhem Arnhem Arnhem Doetinchem Zutphen
3.430.000 2.922.000 3.375.000 438.300 onbekend onbekend
139.443.000 onbekend 4.173.000 1.273.500 onbekend onbekend
282.000 -419.000 288.000 39.300 onbekend onbekend
Zelhem Doetinchem Hengelo
3.319 onbekend -
3.454 onbekend -
151 onbekend 65
Conclusie Onze gemeente kent negen gemeenschappelijke regelingen. Aan negen gemeenschappelijke regelingen verstrekken we een bijdrage die in de begroting in totaal geraamd wordt op € 3.899.289 (€ 106,55 per inwoner), met als aanvoerder de Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland (€ 2.081.493). De verhoging van de bijdrage voor de Veiligheidsregio is het gevolg van de overdracht van de brandweervrijwilligers en het brandweermaterieel per 1 januari 2014. De stijgende bijdrage voor de Omgevingsdienst is nodig om de bestaande exploitatietekorten te dekken. Het aantal deelnemingen omvat zes organisaties. Een vijftal hiervan levert dividend op. In 2015 naar schatting € 647.187 (€ 17,68 per inwoner). Dit is lager dan in voorgaande jaren vanwege hogere belastingen op winsten. Het grootste aandeel hierin komt van het netwerkbedrijf Alliander (€ 316.000).
Programmabegroting 2015 - 2018
83 van 128
2.2.7 Paragraaf Grondbeleid Inleiding Het faciliterend grondbeleid van de gemeente Bronckhorst heeft grote invloed op en samenhang met de realisatie van diverse programma’s en beleidsvelden. Grondbeleid is instrumenteel beleid. Het bevat de juridische en financiële instrumenten om ruimtelijke plannen te realiseren. Het volkshuisvestingsbeleid en het werkgelegenheidsbeleid zijn sturend aan het ruimtelijke ordeningsbeleid in die zin dat daarin de beleidswensen ruimtelijk worden vormgegeven in planvorming voor uitleggebieden, inbreidingsplannen, herontwikkeling en herstructurering voor zowel woningbouw als bedrijventerrein. Vervolgens is voor het ruimtelijke ordeningsbeleid het grondbeleid weer volgend beleid. Het voert immers het ruimtelijke ordeningsbeleid feitelijk uit, zorgt er voor dat de bestemmingsplannen worden gerealiseerd, meestal door verwerving, bouwrijp maken en gronduitgifte. Het vervaardigen en hanteren van het instrumentarium dat daarvoor nodig is, is een primaire taak van het grondbeleid. Visie Bij faciliterend grondbeleid zetten we al onze middelen in om de gewenste ruimtelijk ontwikkeling te realiseren, maar maken we niet de keuze om dat altijd te realiseren door ook de grond te verwerven. In de herziene nota Grondbeleid gemeente Bronckhorst 2013 heeft uw raad het grondbeleid, de aandachtspunten, vorm grondbeleid, grondprijzen, financiële en informatievoorziening verder ingevuld. Faciliterend grondbeleid ● we voeren niet bij alle ruimtelijke ontwikkelingen de regie ● met de woningbouwcorporaties ProWonen en Sité zijn prestatie-afspraken gemaakt ● kosten worden optimaal verhaald; waar nodig zal er een exploitatieplan worden vastgesteld Grondprijzen ● we hanteren marktconforme grondprijzen ● de grondprijzen voor de verschillende functies liggen vast in een grondprijzenbrief. De grondprijzenbrief is in 2013 door het college vastgesteld voor 2014. Een herziene grondprijzenbrief voor 2015 bieden we u aan in het najaar van 2014. Financieel ● jaarlijks worden alle grondexploitaties geactualiseerd en binnen deze paragraaf aan uw raad ter informatie aangeboden bij de begroting en bij de jaarstukken. Voor de besluitvorming over grondexploitaties van nieuwe plannen sluiten we aan bij de besluitvormingsprocedure met betrekking tot bestemmingsplannen. Informatie ● de jaarlijkse geactualiseerde grondexploitaties moeten, voldoende gedetailleerd, vertrouwelijk ter informatie aan de gemeenteraad aangeboden worden. Die informatie gaat in op de kosten, op de opbrengsten en op de factor tijd. ● van de jaarlijks gerealiseerde strategische aankopen wordt telkens in het eerste kwartaal van het daarop volgende jaar bij de jaarstukken (vertrouwelijk) schriftelijk mededeling gedaan aan de gemeenteraad. Ontwikkelingen In 2011 is door uw raad de regionale woonvisie vastgesteld en is met de uitvoering hiervan gestart. In de visie heeft u toen vastgesteld dat er tot 2020 maximaal 385 nieuwbouwwoningen netto toegevoegd mogen worden. In 2013 heeft u de regionale woonvisie herzien en vastgesteld. De basis bleef staan, maar de looptijd is verlengd met 5 jaar tot 2025. Programmabegroting 2015 - 2018
84 van 128
Op het gebied van de ontwikkeling van bedrijventerreinen werken we in de West Achterhoek regionaal samen om de vraag en het aanbod permanent op elkaar af te stemmen. Dit om te voorkomen dat er een overschot van bedrijventerreinenareaal ontstaat. De nota Bovenwijkse voorzieningen is door uw raad in 2011 vastgesteld. De prioriteringslijst van de vastgestelde voorzieningen is eind 2013 vastgesteld, waarbij de eerste onderdelen in de komende jaren uitgevoerd zullen worden. Over de uitvoering en actuele stand van zaken wordt u bij de jaarverslaglegging geïnformeerd. Grondexploitaties Voor de complexen en voorzieningen gaan we uit van de boekwaarde per 31 december 2013. In deze paragraaf informeren we u over de in exploitatie genomen complexen voor de periode 2015 - 2018. Lopende complexen 16. De Vinkenkamp (Zelhem) Het bedrijventerrein “De Vinkenkamp” had een uitgeefbare oppervlakte van circa 8,5 ha. De grondprijzen zijn sinds 2013 niet met de inflatiecorrectie geactualiseerd. De uitgifteprijs is volgens de Grondprijzenbrief 2014 - 2015. Op de peildatum 11 juli 2014 zijn er nog 10 kavels te koop. Door de economische ontwikkeling zijn er in de periode van 2011 tot heden geen kavels verkocht. Er zijn verschillende gesprekken gaande met geïnteresseerde kopers. Het terrein is verder grotendeels bouwrijp gemaakt. Jaarlijks zal worden beoordeeld of dit grondcomplex kan worden afgesloten. Vooralsnog is de verwachting dat dit complex met positief resultaat wordt afgesloten. 22. Woningbouw A.G. Noijhof (Hoog-Keppel) Voor de locatie van de voormalige gemeentewerf te Hoog-Keppel is het bestemmingsplan onherroepelijk. Voor deze locatie is in verband met het woningbouwprogramma gekozen om hier drie kavels uit te geven. De verkoop is medio 2012 gestart en er wordt gecommuniceerd dat de gemeente hier uitgeefbare kavels heeft. 23. Vorden centrum De realisatie van het masterplan is nagenoeg afgerond. Alleen de rotonde aan de HorsterkampRuurloseweg moet nog worden gerealiseerd. Naar verwachting zal begin 2015 worden gestart met de realisatie van de rotonde. De oplevering en afronding van dit complex zal eind 2015 zijn. 24. Ruurloseweg Enkweg (Vorden) Voor deze ontwikkeling zijn 33 woonzorgeenheden en 13 van de 20 grondgebonden woningen gerealiseerd. De locatie is nagenoeg woonrijp gemaakt. De resterende 7 kavels worden projectmatig verkocht; naar verwachting zullen in 2015 de laatste kavels verkocht worden. 25. Woordhof (Hummelo) Het plangebied geeft de mogelijkheid om 8 woningen te bouwen. In het kader van de regionale woningbouw is het streven om minder woningen toe te voegen en de ruimtelijke kwaliteit hoog te houden. Op het peilmoment (juni 2014) zijn er 3 kavels verkocht. Helaas zijn in het afgelopen jaar 4 geïnteresseerde kopers afgehaakt om diverse redenen; de resterende kavels worden projectmatig verkocht. Naar verwachting zal dit complex eind 2015 kunnen worden afgesloten. 29. HAVO terrein (Vorden) In het najaar van 2012 is de bodemsanering uitgevoerd en het terrein bouwrijp gemaakt. Voor fase 1 worden de laatste onderhandelingen gevoerd met een ontwikkelaar; dit betreft de realisatie van 7 patiowoningen. Na het sluiten van de overeenkomst zal de bouw voor de 7 woningen in het najaar van 2014 beginnen. Wanneer de bouw van de 1e fase is gestart, begint voor fase 2
Programmabegroting 2015 - 2018
85 van 128
de verkoop van de 7 projectmatige bouwkavels (voor vrijstaande en 2^1 kap). Dit is gepland voor 2015 - 2016. 30 en 31. Hengelo Centrum en openbare ruimte (fase 2) De openbare ruimte is nagenoeg opgeleverd. Voor de nieuwbouw is fase 1 (nieuwe AH) afgerond. Begin 2015 zal worden gestart met de projectmatige kavelverkoop van de voormalige AH-locatie. Fase 2 zal met de bouw beginnen zodra er van de commerciële ruimte 70% is verkocht of verhuurd. De appartementen boven de commerciële ruimte worden door ProWonen afgenomen. Verwacht wordt dat eind 2014 met fase 2 kan worden gestart. De financiële uitgangspunten voor de herontwikkeling van het masterplan blijven binnen de vastgestelde grondexploitatie. Naar verwachting zal dit complex eind 2015 kunnen worden afgesloten. 70. Steenderen - Noord (Industrie 2) Het bedrijventerrein heeft een uitgeefbaar terrein van circa 1,5 ha. De grondprijzen zijn sinds 2013 niet met de inflatiecorrectie geactualiseerd. De uitgifteprijs is volgens de Grondprijzenbrief 2014 - 2015. Op de peildatum 1 januari 2014 zijn er nog 9 kavels te koop. Door de economische ontwikkeling zijn er in de periode van 2011 tot heden geen kavels verkocht. Er zijn verschillende gesprekken gaande met geïnteresseerde kopers. Jaarlijks zal worden beoordeeld of dit grondcomplex kan worden afgesloten. Naar verwachting zal dit grondcomplex kostenneutraal worden afgesloten. 77. Winkelskamp Oost (Hengelo) In 2013 zijn de eerste 2 kavels verkocht. Bij de ontwikkeling van dit industrieterrein is er geen traditionele verkaveling gemaakt; ondernemers kunnen aangeven aan welke afmeting de kavel moet voldoen. Die wens wordt (waar mogelijk) vervolgens ingepast. Er worden gesprekken gevoerd met verschillende geïnteresseerde partijen. Afhankelijk van de verkoop zal worden gestart met het bouwrijp maken van deze locatie. Strategische gronden Er zijn momenteel geen gronden in portefeuille die aan de criteria strategisch voldoen. Door faciliterend grondbeleid is de verwachting dat in de periode 2015 - 2018 geen strategische grondposities worden verworven, maar er kunnen omstandigheden ontstaan waarin dit wel gewenst is. Risico’s grondexploitatie De basis van de risicoanalyse wordt gevormd door de grondexploitaties. Een grondexploitatieberekening is de financiële vertaling van alle aspecten (kwaliteit en kwantiteit) van een project: kosten, opbrengsten, rente en tijd. Het is een realistische prognose op basis van de kennis van dat moment. Bij de herziening van de grondexploitaties brengen we de risico’s zo goed mogelijk in beeld. Vanaf 2010 worden elk jaar herzieningen van de grondcomplexen gemaakt. Hierbij worden tevens de risicoanalyses meegenomen. In juli 2013 heeft u de regionale woonvisie vastgesteld en daarmee ook de beleidskaders op volkshuisvestelijk vlak. Met de vaststelling van de regionale woonvisie is ook vastgesteld dat de gemeente Bronckhorst in de periode 2010 - 2025 maximaal 385 woningen netto mag toevoegen. De actuele stand van toegevoegde wooneenheden wordt middels de regionale woonmonitor eind 2014 aan u aangeboden. Conclusie Er zijn op dit moment (31 juli 2014) 9 grondexploitaties actief. Sinds 2010 worden deze jaarlijks herzien en worden er risicoanalyses uitgevoerd. Rekening houdend met de vermoedelijk nog te besteden en nog te ontvangen bedragen, verwachten we van de in uitvoering zijnde complexen een positief resultaat. Programmabegroting 2015 - 2018
86 van 128
Jaarlijks vindt terugkoppeling plaats van de gedane strategische aankopen. De basis van de risicoanalyse wordt gevormd door de grondexploitaties. In de risicoanalyse is meegenomen dat vanaf 2015 de interne rekenrente voor grondexploitaties 5% bedraagt (was 5,75%), de inflatiecorrectie voor de opbrengstenstijging 0% en de inflatie 2%.
Programmabegroting 2015 - 2018
87 van 128
2.2.8 Paragraaf Demografische ontwikkelingen Inleiding Deze paragraaf Demografische ontwikkelingen is een eis van de provincie. Die wil kunnen zien of de gemeente een integrale visie formuleert voor het aandachtsveld demografische ontwikkelingen. In dat licht is de paragraaf een instrument voor gemeenten die worden geconfronteerd met bevolkingsdaling. Onze gemeente is een anticipeergemeente en we kunnen in deze paragraaf de verwachte problematiek in de toekomst en de geraamde kosten in kaart brengen. Ook leggen we hier vast hoe we burgers en maatschappelijke partners denken te bereiken om zodoende het probleem op de agenda te zetten en op te pakken. Deze informatie, in deze paragraaf door alle gemeenten gegeven, wordt door het Rijk betrokken bij het onderzoek naar de financiële gevolgen van bevolkingsdaling voor gemeenten en bij de evaluatie van de (tijdelijke) maatstaf hiervoor in de algemene uitkering. Analyse van de toekomst In de aanloop naar de visie Toekomstbestendig Bronckhorst "Duurzaam en vitaal" hebben we al onderzoek gedaan naar de demografische ontwikkelingen die op onze gemeente afkomen. Ontwikkelingen bij wonen, onderwijs, zorg en financiën. Enkele gegevens die we daarbij hebben gebruikt en nog steeds gebruiken bij het volgen van de effecten van ons beleid, zullen we hieronder melden. Bevolkingsprognose Bevolking totaal Bevolkingsprognose totaal Leeftijd t/m 14 jaar Leeftijd 15 t/m 24 jaar Leeftijd 25 t/m 44 jaar Leeftijd 45 t/m 64 jaar Leeftijd 65+
2014 36.937 36.937
2015
2020
2030
2035
37.033 5.897 4.088 6.628 11.953 8.467
36.205 5.004 4.057 6.147 11.656 9.341
34.606 4.757 3.083 6.512 9.054 11.200
33.677 4.801 2.847 6.357 7.841 11.831
Bron; Statistisch zakboek Provincie Gelderland, 2014
Beleid We hebben in het traject Toekomstbestendig Bronckhorst ons totale gemeentelijke beleid getoetst aan drie ontwikkelingen: de demografische ontwikkelingen (bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing), de terugtredende overheid en de afname van financiële middelen. Een belangrijk onderdeel van het traject was de bewustwording van inwoners (en verenigingen), maatschappelijke organisaties (bedrijven, instellingen, stichtingen, etc), ambtenaren en bestuurders. We zijn op verschillende bijeenkomsten en overleggen in gesprek gegaan over de genoemde drie ontwikkelingen. In die bijeenkomsten zijn de ontwikkelingen aan de hand van cijfers gepresenteerd en is doorgepraat over de consequenties daarvan en mogelijke reacties; wat betekent dit voor ons als inwoner, bedrijf, vereniging, organisatie, etc. Deze aanpak heeft ervoor gezorgd dat de bewustwording een feit is en we ons kunnen richten op noodzakelijke veranderingen in ons beleid. Visie en keuzes Toekomstbestendig Bronckhorst Het traject Toekomstbestendig Bronckhorst heeft geresulteerd in een algemene visie en een visie op 6 thema’s (zorg, kindvoorzieningen, maatschappelijke accommodaties, ruimte, economie, organisatie en dienstverlening).
Programmabegroting 2015 - 2018
88 van 128
Overkoepelend aan de thema's gelden voor ons de volgende uitgangspunten: ● ● ● ●
ruimte voor eigen verantwoordelijkheid en inzetten op kwaliteit verscheidenheid en verbinden duurzaam en toekomstbestendig meerwaarde en efficiency
In deze paragraaf benoemen we alleen de onderdelen uit de visie die betrekking hebben op de demografische ontwikkelingen. Thema Zorg Een extra aandachtspunt voor Bronckhorst is de vergrijzing. Als gevolg van de vergrijzing neemt het aandeel oudere inwoners toe. Hoewel mensen ook steeds gezonder en vitaler ouder worden, neemt de behoefte aan zorg toe naarmate mensen ouder worden. De gemeente wil een goede kwaliteit van zorg- en welzijnsvoorzieningen behouden. De gemeente wil scherper inzetten op inwoners die het echt nodig hebben en dienstverlening meer baseren op het principe van eigen kracht. Door meer efficiency moeten financiële middelen beschikbaar komen om de kwaliteit te behouden en te verbeteren. De grootste uitdaging op dit terrein is de versterking van inwoners zelf door preventie en de inzet van voorliggende voorzieningen. Op die manier wil de gemeente ervoor zorgen dat inwoners zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven houden en zo min mogelijk een beroep hoeven doen op duurdere (curatieve) voorzieningen. In het algemeen streven we ernaar dat alle inwoners (met of zonder beperking) meedoen en dat zoveel mogelijk doen binnen de reguliere “gewone” voorzieningen. Inwoners zijn zelf verantwoordelijk voor een gezonde leefstijl, onderdeel daarvan is ook ‘meedoen’. Een deel van de inwoners heeft op enig moment iets meer nodig (begeleiding, ondersteuning) om mee te blijven doen en de regie op het eigen leven te houden. Voor een kleine groep is dit niet voldoende. Zij hebben intensievere vormen van ondersteuning, hulpverlening of zorg nodig. Thema Kindvoorzieningen De demografische ontwikkeling heeft nu al een merkbare invloed op het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen. Het aantal aanmeldingen van nieuwe leerlingen loopt terug. Door deze demografische ontwikkelingen zal de vraag naar kindvoorzieningen de komende jaren afnemen. De gemeente wil hierop inspelen door de kindvoorzieningen zoveel mogelijk te clusteren. Op die manier kan een goed niveau kindvoorzieningen behouden blijven zodat alle kinderen uit Bronckhorst toegang hebben tot kwalitatief goede voorzieningen. De gemeente is van mening dat de ontwikkeling van het kind en dus de kwaliteit van de kindvoorzieningen centraal moet staan in het organiseren en vormgeven van de kindvoorzieningen. Andere overwegingen zoals de leefbaarheid van dorpen, de verzuiling binnen het onderwijs, de aantallen scholen (spreiding) zijn ondergeschikt aan de kwaliteit van de kindvoorzieningen. Met andere woorden; het doel is goede kindvoorzieningen en niet (het in stand houden van) een gebouw. De gemeente Bronckhorst kiest voor een actieve rol om de afname van kindvoorzieningen te begeleiden. Daarbij streeft zij naar bundeling/concentratie van scholen en voorschoolse voorzieningen. We baseren het gemeentelijk onderwijshuisvestingsbeleid (IHP) op de bevolkingsprognoses en het gezamenlijke gebiedsgerichte toekomstplan en zetten daarbij in op efficiency en duurzaamheid. De beschikbare financiële middelen zijn hieraan gerelateerd: minder kinderen betekent ook minder beschikbare financiële middelen voor onderwijshuisvesting. Bij iedere aanvraag voor renovatie of nieuwbouw onderzoeken we welke alternatieven (andere gebouwen) ook geschikt kunnen zijn (of worden), welk ander (mede)gebruik mogelijk is, etc. Aanvragen voor nieuwbouw, verbouw, groot onderhoud en renovatie worden alleen in behandeling genomen als deze in lijn zijn met het gebiedsgericht toekomstplan met daarin de gebiedsgerichte visies ten aanzien van het onderwijs voor de komende 10 - 20 jaar. Programmabegroting 2015 - 2018
89 van 128
Thema Maatschappelijke accommodaties De hoeveelheid en spreiding van de maatschappelijke accommodaties is tot stand gekomen in de vijf voormalige gemeenten. Het beleid van de gemeente was vooral gericht op het in stand houden van de (kwaliteit van de) accommodaties. Het in stand houden van een accommodatie is niet langer een doel op zich. Gelet op de demografische ontwikkelingen is er nu (of ten minste in de nabije toekomst) een overcapaciteit in de hoeveelheid maatschappelijke accommodaties. Het in stand houden van alle (huidige) accommodaties in combinatie met een lagere bezetting, betekent dat de kosten voor de accommodaties voor de gemeente de komende jaren verder gaan toenemen. Dit gaat ten koste van andere taken van de gemeente en doen we dus niet meer. Argumenten als kwaliteit, noodzakelijkheid en duurzaamheid van een accommodatie gaan boven het argument van nabijheid. Accommodaties zijn nooit voor iedereen nabij. Een verandering in spreiding betekent een verandering in nabijheid, maar daarmee niet een beperking van de bereikbaarheid. Thema Ruimte Ter voorkoming van leegstand en waardedaling van de woningvoorraad moet terughoudend omgegaan worden met nieuwe bouwinitiatieven. Gekeken moet worden of de woningvoorraad op langere termijn – in samenwerking met de betreffende partners - mogelijk verkleind kan worden. De vraag naar woningtypen zal veranderen. Er zullen meer woningen voor alleenstaanden en mensen met een beperking moeten komen. Uitgaande van zo lang mogelijke zelfstandigheid van de bewoners zullen woningen hier beter bij aan moeten sluiten. Met andere woorden: er moet zoveel mogelijk levensloopbestendig gebouwd en aangepast worden. Gelet op de terughoudendheid bij nieuwbouw moet die aanpassing in de bestaande voorraad plaatsvinden. Economie De economie van Bronckhorst kent een aantal verschillende pijlers, zoals recreatie en toerisme, agrarisch, de maakindustrie. Gezien de vergrijzing en extramuralisering kan ook de zorgsector als een belangrijke (toekomstige) pijler van de economie worden gezien. De zorgmarkt zal onder invloed van de demografische ontwikkelingen groeien. Als gemeente vervullen we hier ook een randvoorwaardelijke rol. We sturen daarbij op concentratie van zorgvoorzieningen in de kernen, waardoor de mobiliteitsbehoefte beperkt kan blijven en de verschillende voorzieningen elkaar kunnen stimuleren en versterken. Ook voor de gebruikers wordt hiermee sociaal isolement voorkomen of doorbroken. Conclusie We hebben als gemeente al sinds begin 2011 oog voor de demografische ontwikkelingen in Bronckhorst en omgeving. Het proces van bewustwording hebben we al achter de rug. Het standvastig volgen van duurzaam (en dat is meer dan "groen") beleid naar een toekomst waarin het goed wonen, leven en recreëren is in Bronckhorst, is minder eenvoudig. Noodzakelijke parameters om de beleidseffecten te volgen, hebben we nog niet vastgelegd. Het gebiedsgericht werken en de digitale panelenquêtes zijn voor ons momenten/mogelijkheden om noodzakelijke parameters in te kunnen vullen, die recht doen aan de probleembeschrijving en de gewenste beleidseffecten.
Programmabegroting 2015 - 2018
90 van 128
Programmabegroting 2015 - 2018
91 van 128
3 FINANCIËLE BEGROTING
Programmabegroting 2015 - 2018
92 van 128
3.1 Overzichten baten en lasten 2015 - 2018 3.1.1 Baten en lasten 2015 per programma Baten en lasten 2015 Lasten Besturen Wonen en werken Ontspannen Leren Zorgen Beheren Middelen Sociaal domein Saldo van baten en lasten Toevoeging aan reserves Onttrekking aan reserves Geraamd resultaat 2015
11.157 5.229 3.370 3.576 1.130 13.665 3.949 33.770 75.845 946 76.790
Baten
Saldo
733 1.308 394 67 8.271 57.018 5.430 73.219
10.424 3.921 2.976 3.509 1.130 5.394 -53.069 28.340 2.626 946 -3.390 181
3.390 76.609
(+ = tekort; - = overschot)
De beschikking over reserves en toevoegingen aan de reserves (Algemene reserve en bestemmingsreserves) hebben betrekking op: Gebruik van (bestemmings)reserves Onttrekking reserve Besturen 1A jongerendebatten Wonen en werken 2A stimulering ontwikkelingen woningmarkt 2A pilot Pimp de krimp 2C uitvoering LOP 2C acht LOP-projecten 2C drie GPL-projecten Ontspannen 3B kwaliteitsimpuls Brummen-Bronkhorst Beheren 6A deelname AGEM 6A verduurzamen woningvoorraad 6B verbeteren zandwegen 6B uitvoeringsprogramma GVVP 6B herinrichting Hummelo Middelen 7B toevoeging reserves (rente) Sociaal domein 8C doelgroepenvervoer 8C korting WMO huishoudelijke hulp 1 Algemene reserve
Programmabegroting 2015 - 2018
Toevoeging reserve
15.000 13.500 10.000 75.000 40.000 27.000 83.000 15.050 55.000 110.000 100.000 60.000 457.050 220.000 795.000 1.618.550
457.050
93 van 128
Onttrekking reserve
Toevoeging reserve
7B derving Nuondividend Bestemmingsreserve derving Nuondividend
410.400 410.400
7C vrijval Iza-gelden 7C vrijval bestemmingsreserve gemeentehuis Bestemmingsreserve gemeentehuis
12.039 150.000 162.039
2A centrumplan Vorden Bestemmingsreserve centrumplan
150.000 150.000
-
2B duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen Bestemmingsreserve revitalisering bedrijventerreinen
750.000 750.000
-
-
397.826 397.826
6A tariefegalisatie rioolheffing Bestemmingsreserve rioolheffing 6C onderhoud begraafplaatsen 6C afkoop onderhoud uitgifte graven Bestemmingsreserve onderhoud graven 6C uitgifte graven Bestemmingsreserve uitgifte graven Totaal Per saldo onttrekking
291.602 291.602
75.000 75.000
7.478 7.478
15.708 15.708
3.390.069 2.444.485
945.584
Bedragen in €
Programmabegroting 2015 - 2018
94 van 128
3.1.2 Baten en lasten 2015 - 2018 per programma Baten en lasten 2015 - 2018 per programma Begroting 2015 1 Programma Besturen
2 Programma Wonen en werken
3 Programma Ontspannen
4 Programma Leren
5 Programma Zorgen
6 Programma Beheren
7 Programma Middelen
8 Programma Sociaal domein
Saldo voor toevoeging / onttrekking aan reserves (A) Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves Totaal toevoegingen / onttrekkingen aan reserves (B) Saldo na toevoeging / onttrekking aan reserves (A + B) Begrotingstekort Begrotingoverschot
lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo lasten baten saldo
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
11.157 -733 10.424 5.229 -1.308 3.921 3.370 -394 2.976 3.576 -67 3.509 1.130 1.130 13.665 -8.271 5.394 3.949 -57.018 -53.069 33.770 -5.430 28.340 2.626
11.134 -733 10.402 5.003 -1.234 3.769 3.279 -394 2.886 3.696 -67 3.630 1.130 1.130 13.709 -8.263 5.447 3.598 -56.224 -52.626 32.743 -5.573 27.170 1.807
11.141 -733 10.408 4.161 -1.205 2.957 3.223 -394 2.829 3.643 -67 3.577 1.130 1.130 13.642 -8.254 5.387 3.138 -55.257 -52.119 32.531 -5.830 26.701 870
11.092 -733 10.360 4.071 -1.204 2.867 3.207 -394 2.813 3.603 -67 3.536 1.130 1.130 13.534 -8.181 5.354 3.145 -54.757 -51.612 32.784 -6.058 26.726 1.174
946 -3.390 -2.444
816 -2.053 -1.237
852 -1.160 -308
747 -898 -152
181 -
569 -
562 -
1.022 -
3.1.3 Overzicht incidentele baten en lasten 2015 - 2018 per programma Baten en lasten worden als incidenteel aangemerkt wanneer ze de begroting niet meer dan drie achtereenvolgende jaren beïnvloeden. Tijdelijke geldstromen, waarvan de eindigheid vastligt, merken we ook als incidenteel aan. In het provinciaal toezichtskader 'Kwestie van evenwicht' heeft de provincie vastgelegd dat in het overzicht geen onderscheid hoeft te worden gemaakt naar de herkomst van die incidentele middelen. We hebben in het onderstaande overzicht wel aangegeven welke lasten uit (bestemmings)reserves worden gedekt. De lasten waar een * staat zijn incidentele lasten waar geen bijdrage vanuit de reserves tegenover staat. Van de incidenteel in de begroting opgenomen baten en lasten is het volgende overzicht te geven.
Programmabegroting 2015 - 2018
95 van 128
Incidentele baten en lasten 2015-2018 2015 Besturen 1A jongerendebatten 1B millenniumgemeente* Programma Besturen Wonen en werken 2A stimulering ontwikkelingen woningmarkt 2A pilot Pimp de krimp 2A centrumplan Vorden 2B duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen 2C uitvoering LOP 2C acht LOP-projecten 2C drie GPL-projecten Programma Wonen en werken Ontspannen 3B kwaliteitsimpuls Brummen-Bronkhorst Programma Ontspannen Beheren 6A deelname AGEM 6A verduurzamen woningvoorraad 6B verbeteren zandwegen 6B uitvoeringsprogramma GVVP 6B herinrichting Hummelo 6C onderhoud begraafplaatsen 6C kapitaallasten graven Programma Beheren
15.000 2.582 17.582
2016
2018
15.000 -
15.000
-
12.500 10.000
25.000 10.000
10.000
13.500 10.000 150.000 750.000 75.000 40.000 27.000 1.065.500
800.000 50.000 25.000 14.000 911.500
83.000 83.000
-
15.050 55.000 110.000 100.000 60.000 291.602 7.478 639.130
2017
50.000 14.000 99.000
10.000
-
-
110.000 100.000
110.000 100.000
100.000
131.361 16.347 365.233
141.351 15.915 367.266
151.687 15.483 267.170
132.000 200.000
132.000 200.000
103.000 435.000
103.000 435.000
7.525
Middelen 7B onvoorzien* 7B Nieuw beleid algemeen* 7B tijdelijke bijdrage 3 decentralisaties* 7B Nieuw beleid overig* Programma Middelen
132.000 200.000 903.500 75.000 1.310.500
132.000 200.000 400.000 103.000 835.000
Sociaal domein 8C doelgroepenvervoer 8C korting WMO huishoudelijke hulp 1 Programma Sociaal domein
220.000 795.000 1.015.000
40.000 40.000
-
-
Totale lasten (A)
4.130.712
2.151.733
916.266
712.170
Programmabegroting 2015 - 2018
96 van 128
2015
2016
2017
2018
Middelen 7B bijdrage algemene reserve 7B toevoeging reserves (rente) 7B Tariefegalisatie rioolheffing 7B reserve derving NUON-dividend 7C vrijval Iza-gelden 7C vrijval bestemmingsreserve gemeentehuis 7B reserve centrumplannen 7B reserve revitalisering bedrijventerreinen 7B reserve onderhoud graven 7B reserve afkoop eigen graven 7B Dividend NUON Programma Middelen
1.618.550 457.050 397.826 410.400 12.039 150.000 150.000 750.000 75.000 15.708 163.600 4.200.173
369.025 559.506 165.438 574.000 12.039 150.000
324.000 535.990 224.947 516.600 12.039 150.000
110.000 526.700 129.359 459.200 12.039 150.000
800.000 75.000 15.708 163.600 2.884.316
75.000 15.708
75.000 15.708
1.854.284
1.478.006
Totale baten (B)
4.200.173
2.884.316
1.854.284
1.478.006
69.461
732.583
938.018
765.836
Saldo incidentele middelen (B - A) Bedragen in € (+ = overschot; - = tekort)
De incidentele lasten die vanuit de reserves gefinancierd worden ziet u terug bij de betreffende programma's in het beleidsplan onder "Wat mag het kosten". Het merendeel van die lasten wordt gedekt met een bijdrage uit de algemene reserve (€ 1.618.550 in 2015). Vaste bijdragen uit reserves (met bepaalde termijn) zijn bestemd voor kapitaallasten huisvesting (€ 150.000), besteding Iza-gelden (€ 12.039) en gefaseerde afbouw NUON-dividend vanaf moment van aandelenverkoop (€ 410.400 in 2015). Voor de gefaseerde invoering van kostendekkende decentralisaties is de tijdelijke bijdrage 3D beschikbaar (€ 903.500 in 2015).
Programmabegroting 2015 - 2018
97 van 128
3.1.4 Overzicht berekening aandeel EMU-saldo De Nederlandse overheid moet voldoen aan Europese begrotingsregels. Het EMU-saldo moet beneden de overeengekomen grenswaarde blijven (3% van het Bruto binnenlands product). Het EMU-saldo van de decentrale overheden telt hierbij mee. Voor mede-overheden geldt een norm van 0,5% waarvan 0,34% voor gemeenten. Het aandeel van de gemeente Bronckhorst in het EMU-saldo voor 2015 bedraagt, op basis van de voorliggende begroting, € 4,7 mln. De referentiewaarde voor onze gemeente bedraagt circa € 2,8 mln. Omdat het begrotingssaldo berekend wordt op basis van het stelsel van baten en lasten en het EMU-saldo op basis van het kasstelsel, verschilt ons begrotingssaldo sterk van het EMU-saldo. Gezien de wens om te investeren in met name riolering en scholen valt voor Bronckhorst in 2015 niet aan de EMU-norm te voldoen. Op basis van de prognoses en planningen blijven we voor de jaren 2016 - 2018 binnen de gestelde norm. Berekening EMU-saldo Bronckhorst 1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) 2 Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4 6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan) 8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voor zover transacties niet op exploitatie verantwoord 9 Lasten op balanspost Voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen 10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten 11 Verkoop effecten: 11a Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) 11b Zo ja wat is bij verkoop de te verwachten boekwinst op de exploitatie? Berekening EMU - saldo Norm Bronckhorst Overschrijding (-) of onderschrijding (+) EMU-norm
Programmabegroting 2015 - 2018
2014
2015
2016
+
-2.688
-2.626
-1.807
+ +
3.530 940
3.191 786
3.576 789
-
4.235
6.632
1.816
+
-
-
-
+
100
100
100
-
-
-
-
+
798
1.712
1.165
-
1.470
1.218
611
nee -
nee -
nee -
-3.025
-4.687
1.396
-2.339
-2.774
-2.774
-686
-1.913
4.170
-
-
98 van 128
3.2 Begroting baten en lasten 2015 op kostensoorten 3.2.1 Overzicht kostensoorten Voor de berekening van de bestaande budgetten hebben we, zoals jaarlijks gebruikelijk, uitgangspunten vastgesteld voor wat betreft de loon- en prijsstijging aan de uitgaven- en inkomstenkant en de hoogte van de rentepercentages (maart 2014). In bijlage 4.3 bij deze programmabegroting ziet u een overzicht van de gehanteerde uitgangspunten. Het totaal van de baten en lasten van de programma's en producten op kostensoorten geeft onderstaand beeld: Rekening van baten en lasten Jaarrekening 2013 Baten Algemene uitkering Overige inkomensoverdrachten Belastingen Overige opbrengsten en leges Dividend, winstuitkering Verkoop grond en overige duurzame goederen Totaal baten
MJB 2014-2017 jaarschijf 2014
MJB 2014-2017 jaarschijf 2015 28.053 8.807 10.697 6.671 647 54.875
46.216 5.629 11.087 6.480 647 70.060
15.703 3.463 20.957 12.998 940 3.449
15.657 3.440 20.320 12.763 752 4.307
15.492 3.191 22.654 13.017 786 17.526
469-
876-
-600
70.086
57.041
56.363
72.065
396 1.088 692
145 964 819
223 787 564
210 934 723
Activering
1.100-
51-
32-
-102
Saldo van baten en lasten
4.425-
855-
2.020-
-2.626
Toevoegingen en onttrekkingen reserves Toevoeging reserves Onttrekking reserves
5.044 14.260
2.349 3.204
866 2.631
946 3.390
4.791
-
255-
-181
Lasten Personeelskosten Afschrijvingen Inkomensoverdrachten Investeringsbijdragen Kosten derden Dotaties voorzieningen Aankoop grond en overige duurzame goederen Nieuw beleid (nog niet aan kostensoorten toegerekend) Taakstellingen (nog niet aan kostensoorten toegerekend) Totaal lasten Rente Rente baten Rente lasten Saldo rente lasten
Geraamd resultaat
30.044 15.379 10.419 6.556 774 2.081 65.253
29.838 9.202 10.697 6.570 647
16.260 4.981 24.655 4.234 13.701 822 5.433
Begroting 2015
56.954
+ = overschot; - = tekort
Programmabegroting 2015 - 2018
99 van 128
3.2.2 Toelichting kostensoorten In deze paragraaf laten we de lastenontwikkeling op kostensoorten zien en niet op beleidsveld (toerisme, WMO of afval) of aandachtspunt (autonome ontwikkelingen, Algemene uitkering of TBB). Op beleidsvelden vindt u de lasten terug in de beleidsprogramma's (hoofdstuk 2). Bij de financiële positie (paragraaf 3.3) komen de afwijkingen per aandachtspunt aan de orde voor de jaren 2016 - 2018. Maar die aandachtspunten gelden ook vaak voor het begrotingsjaar 2015. In deze paragraaf geven we steeds een vergelijking tussen de ramingen 2015 en de ramingen die we in de programmabegroting 2014 - 2017 voor de jaarschijf 2015 hadden opgenomen. Algemene uitkering De Algemene uitkering is gebaseerd op de meicirculaire 2014. Ten opzichte van de raming uit de meerjarenbegroting 2014 - 2017 is een stijging te zien van circa € 18 mln. Dit is het gevolg van de aan de Algemene uitkering toegevoegde middelen voor de decentralisaties (WMO, Jeugdzorg en Participatie). Algemene uitkering Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Algemene uitkering gemeentefonds
28.053
Begroting 2015 46.216
Overige inkomensoverdrachten Het gaat hier vooral om de rijksvergoedingen van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de uitvoering van de inkomensregelingen en de eigen bijdragen. De vergoeding voor de WSW is, m.i.v. 2015 ondergebracht in het participatiebudget en wordt via de Algemene uitkering ontvangen. Overige inkomensoverdrachten Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Bijdrage leerlingenvervoer Sociale uitkeringen en verstrekkingen, bijdragen en verhaal Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) Overig Totaal overige inkomensoverdrachten
37 4.829 3.763 178 8.807
Begroting 2015 26 5.324 280 5.629
Belastingen De stijging van de Onroerende-zaakbelastingen, t.o.v. de MJB 2014 - 2017, is het gevolg van het toepassen van het principe 60% van het Gelders Gemiddelde bij niet-woningen (bedrijven) en het toch doorvoering in 2014 van de inflatiecorrectie. Over de ontwikkeling van de belastingen in 2015 leest u meer in de paragraaf Lokale heffingen (paragraaf 2.2.1). Belastingen Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Rioolheffingen Onroerende zaakbelasting Toeristenbelasting Forensenbelasting Totaal belastingen
Programmabegroting 2015 - 2018
4.061 6.321 270 46 10.697
Begroting 2015 4.111 6.669 260 47 11.087
100 van 128
Overige opbrengsten en huren De verschillen bij de huren komen voort uit de verdere uitvoering van de TBB-maatregel binnensportaccommodaties (verlaging) en de verhuur van een gedeelte van het gemeentehuis (verhoging). Waar we niet meer exploiteren, vervallen ook de jaarlijkse huurinkomsten. Ook de bouwleges nemen fors af. Bij het onderdeel 'afval' is de taakstelling voor afval als opbrengst geraamd. De uitwerking van uw amendement hiervoor bij de tariefsvoorstellen in december 2013 kunnen echter ook geëffectueerd worden door lastenverlaging. Overige opbrengsten en leges Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Huren en pachten Woningen Bibliotheken Sportaccommodaties Schoolgebouwen De Brink MFA de Kamp Gemeentehuis Overige verhuur Leges Rijbewijzen en reisdocumenten Overige leges Bestemmingsplannen, bouw-, sloop- en -vrijstellingen Overige opbrengsten Zwembaden Afvalstoffenheffing Begraafplaatsen Overig Totaal overige opbrengsten en leges
Begroting 2015
50 123 530
54
24 100 139 23 58 55 148
524 143 1.601
506 137 973
127 2.336 407 534 6.671
3.350 403 564 6.480
242
Dividend, winstuitkering We zien in 2015 geen verdere effecten van rijksmaatregelen bij aan de overheid gelieerde bedrijven zoals BNG en Alliander in de afname van het dividend. Ook die bedrijven kennen steeds strengere belastingmaatregelen. Dividend Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Berkel Milieu Bank Nederlandse Gemeenten Nuon Vitens Alliander Totaal dividend
Begroting 2015
32 80 164 55 316 647
33 80 164 55 316 647
Personeelskosten De vergoeding aan raadsleden en buitengewone ambtenaren burgerlijke stand worden verantwoord onder vergoedingen. Het begrip loonkosten is van toepassing op het college, de griffie en het overige ambtelijk personeel. De personeelskosten worden gemaakt voor een formatie-omvang van 233,4 fte.
Programmabegroting 2015 - 2018
101 van 128
Personeelskosten Begroting 2015 (mjb Begroting 2014 - 2017) 2015 Vergoeding raadsleden College Griffie Ambtenaren burgerlijke stand Sportaccommodaties Gemeentelijke organisatie Totaal personeelskosten
332 502 213 8 108 14.494 15.657
337 500 204 8 160 14.283 15.492
Afschrijvingen De afschrijvingen vloeien voort uit de gerealiseerde investeringen. Op de investeringen schrijven we af op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. De nieuwe lasten voor het investeringsplan 2015 - 2018 zijn (nog) opgenomen onder de post Nieuw beleid. Afschrijvingen Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Programma 1 Besturen Programma 2 Wonen en werken Programma 3 Ontspannen Programma 4 Leren Programma 5 Zorgen Programma 6 Beheren Programma 7 Middelen (algemeen) Programma 7 Middelen (bedrijfsvoering) Totaal afschrijvingen
3.440
Begroting 2015 24 2 107 803 7 1.266 981 3.191
Inkomensoverdrachten Voor met name rijbewijzen en reisdocumenten worden bij de afgifte ervan leges geheven, waarvan een deel bestemd is voor het rijk. De afdracht aan het rijk is hier opgenomen. Tegenover de sociale uitkeringen en verstrekkingen staan bijdragen van het rijk en vergoedingen en verhaal op cliënten. Naast inkomensoverdrachten aan individuen geven we ook bijdragen aan overheidgelieerde instellingen. Nieuw hierbinnen is de hogere bijdrage aan de VNOG voor de lasten van de brandweervrijwilligers en het brandweermaterieel. Die onderdelen zijn vanaf 2014 ook ondergebracht bij de VNOG. De lasten voor de Omgevingsdienst Achterhoek zijn opgenomen onder de kosten derden (€ 721.000). Inkomensoverdrachten Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Afdracht overige leges en leges rijbewijzen en reisdocumenten Sociale uitkeringen en verstrekkingen Leerlingenvervoer WSW Bijdragen: Regio Achterhoek Veiligheidsregio Bibliotheken Erfgoedcentrum Yunio GGD Programmabegroting 2015 - 2018
Begroting 2015
168 9.792 600 4.070
192 9.891 400 4.915
204 1.246 554 142 445 506
172 2.081 652 219 434 506 102 van 128
Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) Overige bijdragen Subsidies Overige inkomensoverdrachten Totaal inkomensoverdrachten
293 2.263 37 20.320
Begroting 2015 501 2.683 6 22.654
Kosten derden Van de kosten van derden is € 9.026.000 direct toe te rekenen aan de programma's. Daarnaast heeft een bedrag van € 3.990.000 betrekking op uitgaven van derden op het gebied van bedrijfsvoering. Kosten derden Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Programma 1 Besturen Programma 2 Wonen en werken (algemeen) Programma 2 Wonen en werken (grondexploitatie) Programma 3 Ontspannen Programma 4 Leren Programma 5 Zorgen Programma 6 Beheren (algemeen) Programma 6 Beheren (afval) Programma 6 Beheren (riolering) Programma 8 Sociaal Domein Programma 7 Middelen (algemeen) Programma 7 Middelen (kostenverdeling) Programma 7 Middelen, onderdeel bedrijfsvoering: - overige personeelskosten - apparaatskosten - huisvestingskosten - automatiseringskosten - overige afdelingsgebonden kosten - materieel buitendienst Totaal kosten derden
485 483 4 1.179 493 530 2.969 2.298 648
Begroting 2015
101 122
488 520 4 360 457 10 3.692 2.373 675 344 103 159
969 552 293 465 756 415 12.763
1.080 478 288 604 950 431 13.017
Dotaties voorzieningen Om de kosten van onderhoud van gemeentelijke gebouwen en sporthallen gelijkmatig in de exploitatie op te nemen zijn hiervoor onderhoudsvoorzieningen ingesteld. De werkelijke onderhoudskosten brengen we rechtstreeks ten laste van de voorziening. Als gevolg van de bestuurswisseling na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 hebben we de voorziening voor wethouders moeten aanpassen. Dotaties voorzieningen Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Pensioen en wachtgeldverplichtingen Sportaccommodaties Onderhoud scholen Gemeentelijke gebouwen Totaal dotaties gebouwen
Programmabegroting 2015 - 2018
Begroting 2015
86 267
134 271
398 752
380 786
103 van 128
Nieuw beleid en taakstellingen Onder deze kostensoort staan twee soorten posten. Budgetten die nog besteed mogen worden (extra geld = nieuw beleid) en budgetten die een opdracht vormen (minder geld = taakstelling). Onderstaand geven we een overzicht van die beleidsvoornemens en taakstellingen. De lasten waar een * staat zijn incidentele lasten waar geen bijdrage vanuit de reserves tegenover staat. Nieuw beleid Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) 1A jongerendebatten 2A centrumplan Vorden 2B duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen 2C uitvoering LOP 3A Brede impuls combinatiefuncties (BIC) 6B uitvoeringsprogramma GVVP 6B herinrichting Hummelo 7B onvoorzien* 7B Nieuw beleid algemeen* 7B tijdelijke bijdrage 3 decentralisaties* 7B Nieuw beleid overig* 8C Nieuw beleid WMO* 8C doelgroepenvervoer Decentralisaties* Investeringsplan* Bijdrage IKC Steenderen Totaal nieuw beleid
Begroting 2015
15 750 75 224 100 132 200 904 265 485 646 511 4.307
15 150 750 75 90 100 60 132 200 904
182 14.841 27 17.526
Verderop in dit hoofdstuk komen alle bezuinigingsvoorstellen (ter invulling van de vormvereisten van de provincie) aan bod (paragraaf 3.3.1). Ook die maatregelen, waarvoor nog een te realiseren taakstelling bestaat vanuit het verleden. Het merendeel van de bestaande taakstellingen komen voort uit de genomen TBB-maatregelen. Onderstaand ziet u in een oogopslag de taakstellingen, waaraan nog geen concrete of volledige uitvoering is gegeven: Taakstellingen Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) 2A Grondzaken (woningexploitatie, ruilgronden) 3A Sporthallen en gymzalen 3A Zwemaccommodaties 3A Bibliotheek West Achterhoek 6C Openbaar groen 7C Formatie 7C Overige personeelskosten Totaal taakstellingen
Begroting 2015
60 73 52
60 52 17 69 402 600
69 581 42 876
Rente Over de bestaande leningportefeuille betalen we gemiddeld 4,6% rente over de opgenomen leningen. Het verloop van de leningen vindt u verderop in deze programmabegroting onder de toelichting op de balanspositie 2015 - 2018 (paragraaf 3.3.2).
Programmabegroting 2015 - 2018
104 van 128
Rentebaten Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Achtergestelde lening Personeelshypotheken Uitstaande overtollige middelen Overige rente baten Rente baten
Begroting 2015
27 114 1 82 223
20 108 1 81 210
Rentelasten Begroting 2015 (mjb 2014 - 2017) Leningportefeuille Rekening-courant en kortlopende leningen Overige rentelasten Rente lasten
Begroting 2015
968 -181
961 -27
787
934
Reserves De mutaties in de reserves verwerken we volgens het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) via de rekening van baten en lasten en worden vervolgens aangemerkt als bestemming van het resultaat. Een specificatie van de toevoegingen en onttrekkingen geven we in het overzicht van baten en lasten 2015 per programma (paragraaf 3.1.1).
Programmabegroting 2015 - 2018
105 van 128
3.3 Financiële positie 2015 - 2018 3.3.1 Toelichting meerjarenbeeld Begrotingsbeeld In deze programmabegroting 2015 – 2018 neemt u alleen besluiten over het begrotingsjaar 2015. De jaren 2016 tot en met 2018 leggen we u ter kennisname voor, maar zijn wel van belang om te beoordelen hoe de begrotingspositie in meerjarenperspectief is. Door de nieuwe rijkskortingen op ondermeer onderwijshuisvesting en organisatielasten is dat perspectief wederom slechter dan verwacht in de vorige meerjarenbegroting 2014 - 2018. Maatregelen hiervoor zullen we u voorleggen in een aanvullend document, samen met de keuzes voor het sociaal domein en de financiële effecten van het coalitieakkoord. In aanloop naar de vorige meerjarenbegroting 2014 - 2017 heeft uw raad besloten dat een sluitend meerjarenbeeld via interne bedrijfsvoeringsmaatregelen moet worden bereikt; dus maatregelen die de burgers niet raken. De organisatie heeft haar opdracht voortvarend ter hand genomen en binnen onze bedrijfsvoering liggen hiervoor maatregelen gereed, variërend van extra inkomsten via gedetacheerde medewerkers tot heronderzoek van lopende investeringen. Maar soms liggen de oorzaken van de verslechterende begrotingspositie elders; denk aan de wettelijke verplichtingen bij de inning van de onroerende zaakbelastingen, digitale dienstverlening, kwijtscheldingen of onderwijshuisvesting. De begroting is de uitkomst van de vastgestelde besluiten in de programmabegroting 2014 – 2017, aangevuld met nieuwe ontwikkelingen tot nu (na meicirculaire 2014). Omdat veel van de ontwikkelingen in 2015 ook in het meerjarenbeeld doorwerken, lichten we hier de afwijkingen voor alle jaren toe. In onderstaand overzicht ziet u de bijstelling van de begrotingsruimte. De afwijkingen ten opzichte van het vorige begrotingsjaar vindt u terug in het onderdeel "Wat mag het kosten?" in de programma's. Begrotingsruimte Volgens programmabegroting 2014 - 2017 Aanpassingen begrotingsruimte voor begroting 2015 Programmabegroting 2015 - 2018
2015
2016
2017
2018
-254
-116
-77
-77
73
-453
-485
-945
-181
-569
-562
-1.022
(+ = overschot; - = tekort)
Uit het overzicht blijkt dat de begroting voor 2015 praktisch sluitend is, maar niet voor de jaren erna. We hanteren een bandbreedte van 0,5% van onze begrotingsomzet (voorgaande jaren 1%), zijnde € 384.000, waarbinnen we nog geen aanvullende acties ondernemen. Wetende dat we nog geen nieuw beleid in deze cijfers hebben verwerkt (keuzes Sociaal domein, gevolgen coalitieakkoord) denken we wel na over aanvullende maatregelen. Die zult u zien in het aangekondigde aanvullend document (1.2 Nota van aanbieding). De consequenties ziet u in een eerste wijziging op de begroting 2015 - 2018, waarover u waarschijnlijk gelijk met de programmabegroting op 6 november een besluit neemt. De veronderstelde budgetneutraliteit van de decentralisaties en invulling personele taakstellingen TBB moeten natuurlijk wel waar gemaakt worden. Ook kennen we een aantal risico’s die nog niet “op geld” gezet kunnen worden. Hierop komen we bij de risico's verderop in deze paragraaf terug. Conclusie Om u een sluitende begroting 2015 voor te kunnen leggen, zijn aanvullende (bedrijfsvoerings)maatregelen nodig. In de wetenschap dat u nog op een later moment een aanvullend document krijgt over de financiële gevolgen van ons gesloten
Programmabegroting 2015 - 2018
106 van 128
coalitieakkoord, de keuzes in het Sociaal domein en de septembercirculaire 2014, zitten die bezuinigingsmaatregelen niet in dit document. Die komen in het toegezegde aanvullende document. Voor dit moment stellen we u voor om het begrotingstekort (€ 181.000) te onttrekken aan de algemene reserve om de hiervoor genoemde reden. Wijzigingen na begroting 2014 - 2017 In onderstaand overzicht geven we de wijzigingen van de begrotingsruimte aan ten opzichte van de programmabegroting 2014 - 2017. Deze worden daarna kort toegelicht. Toelichting aanpassingen begrotingsruimte a. Begrotingswijzigingen raad b. Autonome ontwikkelingen c. Algemene uitkering d. Verwerking decentralisaties e. Technische correcties f. Opdracht afvalstoffenheffing Aanpassingen na programmabegroting 2014 - 2017
2015
2016
2017
2018
9 -267 13.196 -14.013 604 544 73
-195 -374 13.227 -13.069 -579 536 -453
-172 -377 12.791 -12.975 -279 528 -485
-134 -304 12.259 -13.000 -219 454 -945
(+ = overschot; - = tekort)
a. Begrotingswijzigingen raad Onder deze noemer vatten we verschillende raadsbesluiten met financiële gevolgen. Hier moet u denken aan de jaarlijkse raadsbesluiten over bijvoorbeeld de tariefsvoorstellen, de wettelijke samenwerkingsbijdragen zoals Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) en Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers (ECAL) en de overdracht van de brandweervrijwilligers en -materieel. e Ook de 1 tussenrapportage 2014 valt hieronder. Vanuit die rapportage blijkt de structurele verlaging van de bouwleges. In de begrotingscijfers 2014 in deze programmabegroting zijn deze raadsbesluiten al verwerkt (begroting 2014 inclusief wijzigingen). b. Autonome ontwikkelingen Deze ontwikkelingen volgen uit de uitgangspunten (bijlage 4.3) of uit feitelijke informatie over de omvang van heffingen, rechten en leges. Hier moet u denken aan externe factoren zoals verlies aan OZB-baten niet woningen en bouwleges, prijsstijging en salarisstijging. In deze programmabegroting vindt u deze informatie ook in verschillende programma's. c. Algemene uitkering Een belangrijke factor voor de financiële positie blijft de ontwikkeling van de Algemene uitkering. De meicirculaire 2014 geeft voor het eerst concrete cijfers voor de drie decentralisaties en de beschikbare budgetten worden, zoals door u vastgesteld bij eerdere begrotingsdocumenten, volledig ingezet voor het Sociaal domein (Programma 8). Een deel hiervan kregen we tot 2015 via de rijksbijdragen Wet Werken en Bijstand (WWB) en Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). De overige ontwikkelingen in de algemene uitkering laten een beeld van kortingen zien en daarmee een dalende lijn in de inkomsten voor de gemeente als algemeen dekkingsmiddel. Sommige kortingen kennen voor een deel direct hun weerslag op beleidsvelden; bijvoorbeeld korting huishoudelijke hulp WMO en korting bibliotheeksubsidie voor lasten van E-books. Maar andere kortingen kunnen we niet zo maar doorvertalen naar beleidsvelden zoals de generieke korting op onderwijshuisvesting, de lasten van raadsledenvergoedingen en in 2018 de korting vanwege schaalvoordeel grotere gemeenten. Hier praten we over een korting van € 430.000 in 2015, oplopend naar een korting van € 791.000 in 2018. We hebben u hierover geïnformeerd in een memo in juli 2014.
Programmabegroting 2015 - 2018
107 van 128
In deze programmabegroting vindt u deze informatie ook onder het programma Middelen (paragraaf 2.1.7). Vóór vaststelling van deze begroting ontvangen we nog de septembercirculaire 2014. d. Verwerking decentralisaties De stijging van de algemene uitkering is natuurlijk niet voor niets. Hier staan (nog komende) lasten tegenover. Volgens het principe dat de bijdrage in de algemene uitkering samen met de bestaande gemeentelijke budgetten op dit terrein opnieuw binnen het Sociaal domein ongewijzigd ingezet kunnen worden, is de lastenkant vooralsnog op een stelpost gezet. e. Technische correcties Onder deze noemer vatten we verschillende soorten administratieve aanpassingen samen. In een begroting zijn altijd correcties nodig vanwege andere inzet van bijdragen uit (bestemmings)reserves. Zo is in 2015 een bijdrage nodig voor centrumplan Vorden en in 2016 voor revitalisering bedrijventerreinen. Een ander punt dat hieronder valt zijn de jaarlijkse aanpassingen van het investeringsplan. Medewerkers geven aan dat investeringen in een ander, later jaar zullen plaatsvinden en geven ook gelijk de extra lasten vanwege vervangingsinvesteringen voor het laatste jaar 2018 aan. De rentebaten kennen ook een blijvende, dalende lijn. Er zijn steeds minder voorzieningen en bestemmingsreserves waarover rente kan worden berekend. Daarnaast zijn er geen beleggingsinkomsten meer nu de gemeente de liquide middelen moet stallen bij het Rijk tegen 0%-vergoeding. In het verleden werden liquide middelen op deposito’s weggezet en dat leverde gemiddeld nog ongeveer 2% op. f. Opdracht afvalstoffenheffing In de begroting zitten de producten afval en riolering altijd budgettair neutraal verwerkt. Dat wil zeggen dat dit geen gevolgen heeft voor de begrotingsruimte. Voor afval vergt dat een actie omdat budgettair neutraal maken met de reserve hiervoor niet mogelijk is (is € 0). Dit moet worden gerealiseerd door meer baten door hogere heffing of lagere lasten door uitgavenvermindering. Dit probleem is bekend vanuit de vaststelling van de afvaltarieven 2014. Volgens de opgenomen budgetten en afvalstoffenheffing gaat het om een “gat” van circa € 500.000. Geplande investeringen en projecten In de begroting 2015 – 2018 hebben we ook de lasten van de vervangingsinvesteringen en de lasten van de projecten in de ramingen verwerkt. Voor de begroting 2015 maken deze deel uit van de geautoriseerde budgetten per programma. U vindt de vervangingsinvesteringen en de geraamde projecten ook terug bij de programma’s bij het onderdeel “Wat mag het kosten”. Daar worden de verschillende investeringen en projecten toegelicht. De vervangingsinvesteringen zijn als volgt over de programma's verdeeld: Geplande vervangingsinvesteringen Investering Besturen Wonen en werken Ontspannen Leren Zorgen Beheren Middelen Sociaal domein Totaal kapitaallasten investeringen
Programmabegroting 2015 - 2018
25 3.935 1.856 -
2015
2016
2017
2018
16 11 27
107 102 209
246 189 435
1 373 282 656
108 van 128
Hoewel de projectbudgetten, die we met een bijdrage uit de algemene reserve dekken, in de begroting zijn verwerkt, gelden voor de besteding van projecten wel aanvullende eisen. De autorisatie is niet voldoende. Vóór besteding moet nog een afzonderlijk raadsbesluit over het project zijn genomen. Veel projecten zijn immers nog niet ingevuld met concrete maatregelen en de raad moet wel weten waar zij “ja” tegen zegt. Daar waar we concrete maatregelen of besluiten bij een project noemen, vindt beschikbaarstelling al bij de begrotingsvaststelling plaats. Dit is het geval bij het GVVP bij programma 2 Wonen en werken (paragraaf 2.1.2) en bij de opname van de diverse resultaatbestemmingen van de jaarstukken 2013 zoals de WMO-korting op de huishoudelijke zorg. Wanneer een project al voorzien is van een afzonderlijk raadsbesluit met daarbij een andere tijdsfasering dan een jaar, komt er een afzonderlijk te volgen bestemmingsreserve voor het betreffende project (programma 2 Wonen en werken centrumplan Vorden en de revitalisering bedrijventerreinen). Alle projecten voldoen aan de bestedingscriteria volgens de nota Reserves en voorzieningen gemeente Bronckhorst. De projecten zijn als volgt over de programma's verdeeld: Geplande projecten Investering Besturen Wonen en werken Ontspannen Leren Zorgen Beheren Middelen Sociaal domein Totaal projecten
30 2.086 83 358 529 1.055
2015
2016
2017
2018
15 1.066 83 151 115 1.015 2.444
912 109 177 40 1.237
15 99 52 143 308
10 47 95 152
In het kader van deze programmabegroting vormen alleen de vervangingsinvesteringen en projecten voor 2015 een beslispunt. De investeringen en projecten voor de volgende jaren zijn afhankelijk van uw wensen op dat moment en bij projecten ook nog afhankelijk van de omvang van de algemene reserve. Voor de inhoudelijke toelichting op de omvang van de algemene reserve verwijzen we naar de toelichting op de balanspositie in deze programmabegroting (paragraaf 3.3.2). Risico's begrotingsbeeld Ons beeld is dat de financiële positie van Bronckhorst in basis gezond is. Natuurlijk blijven jaarlijks maatregelen nodig om de dynamische wereld van de rijksbijdragen in de vorm van algemene uitkering of aanvullende uitvoeringseisen te kunnen invullen. Met de genomen TBB-stappen hebben we een goed zicht op de taken en middelen voor de toekomst. Uit de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (paragraaf 2.2.2) blijkt ook dat onze maximale risico's € 14 mln bedragen. Dit bedrag reserveren is niet nodig; risicosimulatie geeft aan dat een risicoreservering van € 5,4 mln voldoende is. Anderzijds zullen er zeker nog nieuwe risico’s op ons afkomen. We houden voor risico's in de Algemene reserve toch nog € 11,5 mln beschikbaar (bufferdeel). We hebben namelijk ook een berekening gemaakt van de risico's van de decentralisaties. Met € 11,5 mln hebben we voldoende weerstandscapaciteit voor de risico's van de decentralisaties. Zodra inpassing van de decentralisaties (Participatiewet, Awbz-begeleiding en Jeugdzorg) is gerealiseerd, zullen we de risico's en het benodigde weerstandsvermogen opnieuw inschatten. Op veel terreinen zijn we afhankelijk van externe ontwikkelingen. We willen daar hier niet diep op ingaan, maar wel twee belangrijke risico's hierna noemen.
Programmabegroting 2015 - 2018
109 van 128
Uitvoering decentralisatie van specifieke uitkeringen door het rijk Vanaf 2015 hebben we de taak om met minder financiële middelen de Participatiewet, de WMO inclusief de Awbz-begeleiding en de jeugdzorg uit te voeren. Binnen de TBB-maatregelen is verwerkt dat de uitvoering van alle voormalige specifieke uitkeringen binnen de overgehevelde rijksbudgetten moet. Momenteel zijn de budgetten voor 2015 bekend; waar de lasten vallen is nu in onderzoek en zult u zien in het eerdergenoemde aanvullende begrotingsdocument. We houden rekening met tijdelijke gemeentelijke bijdragen in 2015 en 2016. Of we dat ook kunnen realiseren binnen de budgettaire ruimte die het rijk verstrekt, blijft een risico. Voor de gemeente blijft immers de plicht om iedere aanvrager de wettelijke bijstand te verstrekken, wat afhankelijk is van de aanvragen en waar de aanvrager recht op heeft (open einde regelingen). In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing staan de zorgregelingen ook als risico genoemd op nummer 1. Gemeentefondscirculaires 2014 en 2015 van het Rijk We concluderen al langer in perspectiefnota’s en begrotingen dat de doorrekening van de algemene uitkering steeds belangrijker wordt voor de gemeente Bronckhorst. We verwachten niet dat de rijksmaatregelen met lagere inkomsten voor onze gemeente stoppen na de meicirculaire 2014. We hebben u hierover geïnformeerd in juli 2014 via de actieve informatievoorziening. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing staat dit ook als risico genoemd op nummer 3. EMU-saldo Het aandeel van de gemeente Bronckhorst in het EMU-saldo voor 2015, op basis van de voorliggende begroting, bedraagt € 4,7 mln. Voor mede-overheden geldt een norm van 0,5%, waarvan 0,34% voor gemeenten. Dit betekent voor onze gemeente circa € 2,8 mln. Met het berekende aandeel liggen we ver boven de voor ons geldende norm. Het hoge bedrag van € 1,9 mln wordt vooral veroorzaakt door de rioleringswerken en scholenbouw. We weten niet of en in welke mate de sanctiemaatregelen voor ons een probleem zullen zijn en wat dan de stappen moeten zijn. In de financiële begroting, onderdeel EMU-saldo leest u meer hierover (paragraaf 3.1.4). Voor overige risico's en onze weerbaarheid daartegen verwijzen we u naar de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing (paragraaf 2.2.2). Ontwikkelingen bezuinigingsmaatregelen Met u is afgesproken dat we u regelmatig informeren over de realisatie van bezuinigingsbesluiten. Dit doen we in de documenten, die u binnen de P&C-cyclus krijgt. Het zichtbaar maken van de voortgang van bezuinigingsmaatregelen is ook een begrotingseis van de provincie. De inhoud van bezuinigingsmaatregelen is vastgelegd in collegevoorstellen of vorige begrotingen. Op dit moment kennen we alleen bezuinigingsopdrachten vanuit het Traject Toekomstbestendig Bronckhorst (TBB). In deze programmabegroting zijn er geen nieuwe bezuinigingsmaatregelen te melden. De TBB-lijst is aanzienlijk geslonken; van € 4.003.667 in 2014 naar € 1.461.500.
Programmabegroting 2015 - 2018
110 van 128
De nummers in het volgende overzicht komen overeen met de nummering van de TBBmaatregelen in de perspectiefnota 2013 - 2016. De financiële realisatie kent de volgende uitkomst op het moment van opstellen van de begroting 2015 - 2018: Voortgang bezuinigingsmaatregelen, stand begroting 2015 Opdracht 4.3.3 Kindvoorzieningen: Leerlingenvervoer passend onderwijs 4.5.4 Accommodaties: Sporthallen en gymzalen 4.6.6 Ruimte: Wegen (verbeteren zandwegen) 4.6.6 Ruimte: Wegen (onnodige verkeersborden) 4.6.9 Ruimte: Groen (verwijderen landschapselementen) 4.6.15 Ruimte: Hertenkamp Zelhem 4.6.17 Ruimte: Gemeentebossen en landschapselementen 4.7.3 Economie: Grondzaken 4.8.2 Dienstverlening: Deregulering 7,6 fte 4.8.3 Dienstverlening: Digitalisering 4.8.3 Dienstverlening: Openingstijden Lopende maatregelen Waarvan nu gerealiseerd
Stand van zaken
500 200 62 7 5 13 8 147 470 25 25 1.462 720
Nog niet gestart Gerealiseerd Realisatie in fasen Realisatie in fasen In voorbereiding In voorbereiding In voorbereiding In voorbereiding Gerealiseerd Gerealiseerd Gerealiseerd
Het feit dat alle bezuinigingsmaatregelen gerealiseerd zullen worden (de uitvoeringsstappen zijn gezet) betekent niet dat de maatregelen zijn afgerond. Aan veel maatregelen hangt personeel. We hebben ervoor gekozen om de formatie niet via ontslagen in overeenstemming te brengen met de bestaande taken. Vanuit personeelsbeleid zien we in de toekomst een tekort aan personeel ontstaan door vergrijzing (vanaf 2018) en de komst van nieuwe taken (de 3D's). We kiezen ervoor medewerkers om te scholen naar functies die in de toekomst vrij komen via vacatures en nieuwe taken. De realisatie van de organisatietaakstelling willen we via de weg van het natuurlijk verloop tot stand brengen. U leest hierover meer in de paragraaf Bedrijfsvoering (paragraaf 2.2.5). 3.3.2 Balanspositie De geprognosticeerde balansposities, per eind van het boekjaar, zijn in het volgende overzicht weergegeven: Activa Vaste activa Immateriële, materiële, financiële vaste activa Vlottende activa Grondenexploitaties Liquide middelen Kas en banksaldi Totaal
2014
2015
2016
2017
2018
80.941
76.106
74.132
72.235
69.798
2.902
1.190
25
1.861
2.678
3.002
4.117
83.843
79.157
76.835
75.237
73.916
2014
2015
2016
2017
2018
38.482 16.272 6.566
37.209 15.056 6.133
37.185 13.696 6.311
37.206 13.247 6.263
37.441 12.752 6.328
21.371 652
20.259
19.143
18.022
16.895
Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmings- en egalisatiereserves Voorzieningen Leningen o/g Leningportefeuille Op te nemen leningen
Programmabegroting 2015 - 2018
111 van 128
2014
2015
2016
2017
2018
500
500
500
500
500
83.843
79.157
76.835
75.237
73.916
Vlottende passiva Kortlopende financieringsmiddelen Kortlopende schulden Totaal
Toelichting balans Vaste activa De materiële vaste activa worden onderverdeeld in: - investeringen met een economisch nut - investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Investeringen hebben een economisch nut wanneer ze verhandelbaar zijn en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen ofwel ze zijn verkoopbaar. We activeren investeringen met een economisch nut. De investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn alle materiële investeringen in de openbare ruimte, die niet vallen onder investeringen met een economisch nut. Investeringen met een maatschappelijk nut mogen we niet activeren (raadsbesluit 2006 en de financiële verordening gemeente Bronckhorst). Wel mogen we deze investeringskosten op reserves afboeken. Ontwikkeling vaste activa In de geprognosticeerde ontwikkeling van de vaste activa verwerken we de geraamde investeringen vanuit de beschikbaar gestelde kredieten tot en met 2014 en het investeringsplan 2015 - 2018. Van de geraamde investeringen geven we een overzicht en toelichting in de programma's. De kapitaallasten van bestaande en vervangingsinvesteringen verwerken we volledig in de ramingen van de zeven raadsprogramma’s en de bedrijfsvoering (programma 7 Middelen). Op basis van het investeringsplan en de beschikbare kredieten tot en met 2014 investeren we de komende jaren in totaal € 11,4 mln. De financiële vaste activa zijn voor ons de boekwaarde van de deelnemingen, leningen aan deelnemingen en verbonden partijen en uitgezette leningen (verenigingen en personeelshypotheken) en overige langlopende vorderingen. Vlottende activa Grondenexploitaties Hierover leest u meer in de paragraaf Grondbeleid (paragraaf 2.2.7). Liquide middelen De liquide middelen hebben betrekking op tijdelijk belegde middelen en vorderingen. U leest hierover meer in de paragraaf financiering (paragraaf 2.2.4). Eigen vermogen Reserves Reserves per 31-12 Algemene reserve Bestemmingsreserves Egalisatiereserves Totaal
Programmabegroting 2015 - 2018
2014 38.482 14.401 1.871 54.754
2015
2016
2017
2018
37.209 12.759 2.296 52.265
37.185 11.200 2.496 50.881
37.206 10.488 2.759 50.452
37.441 9.822 2.930 50.193
112 van 128
Saldo begin jaar
Specificatie reserves
Vermeerderingen
Verminderingen
Saldo einde jaar
Algemene reserve Algemene reserve
38.482 38.482
345 345
1.619 1.619
37.209 37.209
Afkoopsommen onderhoud graven Uitgifte eigen graven Duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen Derving Nuon dividend Gemeentehuis Minimafonds Centrumplan Vorden Centrumplan Hengelo Bestemmingsreserves
1.301 123 1.685 3.567 5.431 96 1.945 253 14.401
114 16
292 7 750 410 162
130
1.772
1.124 131 935 3.157 5.269 96 1.795 253 12.759
1.871 1.871
426 426
-
2.296 2.296
Totaal bestemmings- en egalisatiereserves
16.272
556
1.772
15.056
Totaal reserves
54.754
901
3.390
52.265
Egalisatiereserve afvalstoffenheffing Egalisatiereserve riolering Egalisatiereserves
150
Algemene reserve De algemene reserve is bestemd voor het opvangen van onverwachte tegenvallers én voor het dekken van gewenste incidentele projecten. We streven er naar alle financiële consequenties van gewenst beleid tijdig op te nemen in het meerjarenbeeld. De algemene reserve kent vier onderdelen: de bufferfunctie, de inkomensfunctie, de geplande projecten en het vrij aanwendbare deel. Om bij calamiteiten vrijelijk te kunnen beschikken over het bufferdeel, wordt de rente over dat deel toegevoegd aan de reserve (€ 345.000) en niet gebruikt in de exploitatie. Van de geplande bestedingen uit de algemene reserve over de periode 2015 - 2018 geven we het volgende overzicht: Investering 1A jongerendebatten 2A stimulering ontwikkelingen woningmarkt 2A pilot Pimp de krimp 2C uitvoering LOP 2C acht LOP-projecten 2C drie GPL-projecten 3B kwaliteitsimpuls BrummenBronkhorst 6A deelname AGEM 6A verduurzamen woningvoorraad 6B verbeteren zandwegen 6B uitvoeringsprogramma GVVP 6B herinrichting Hummelo 8C doelgroepenvervoer 8C korting WMO huishoudelijke hulp 1 Lasten (L)
Programmabegroting 2015 - 2018
2015
2016
2017
2018
30 51
15 14
13
15 25
-
40 175 65 55 83
10 75 40 27 83
10 50 25 14 -
10 50 14 -
10 -
23 55 330 400 60 260 795 2.422
15 55 110 100 60 220 795 1.619
8 110 100 40 369
110 100 324
100 110
113 van 128
Investering 7B toevoeging reserves (rente) Baten (B) Ontwikkeling Algemene reserve (B L)
2015
2016
2017
2018
2.079 2.079
457 457
560 560
536 536
527 527
-342
-1.161
190
212
417
Bestemmings- en egalisatiereserves Afkoopsommen onderhoud graven Het onderhoud van graven kan worden afgekocht. De afkoopsommen storten we in deze bestemmingsreserve waarvan in 2015 € 292.000 vrijvalt. De bespaarde rente voegen we toe aan de bestemmingsreserve, waarbij het rentepercentage is gebaseerd op het disconteringspercentage van de afkoopsommen. Uitgifte eigen graven De bestemmingsreserve is bedoeld voor de dekking van de kapitaallasten van de investeringen op de begraafplaatsen. De jaarlijks ontvangen grafrechten (huur grafruimte) voegen we toe aan deze reserve. Duurzaam ruimtegebruik bedrijventerreinen In 2012 heeft u € 500.000 toegevoegd aan deze bestemmingsreserve. In 2013 wordt € 1.500.000 toegevoegd. Het betreft de bijdrage uit het herstructureringsfonds RBT/EBT voor het revitaliseren van bedrijventerreinen. Op basis van het in februari 2013 door u vastgestelde uitvoeringsplan vinden bestedingen plaats uit deze bestemmingsreserve. Derving Nuon dividend Een deel van de boekwinst op de Nuon-aandelen is afgezonderd in deze bestemmingsreserve. De reserve valt jaarlijks gedeeltelijk vrij ten gunste van de exploitatie om het gemis aan dividendbaten op te vangen. Het laatste jaar is 2025. Gemeentehuis Voor de (gedeeltelijke) dekking van de kapitaallasten van het gemeentehuis is uit de opbrengst van de verkoop van de voormalige gemeentehuizen deze bestemmingsreserve gevormd. Jaarlijks valt een gedeelte vrij ten gunste van de exploitatie. Daarnaast is tweederde deel van de "IZA-middelen" toegevoegd aan deze bestemmingsreserve voor de dekking van kapitaallasten van de in het gemeentehuis aangebrachte (extra) personeelsvoorzieningen. Minimafonds Het minimafonds is een fonds uit Zelhem dat oorspronkelijk bestond uit een nalatenschap van Mej. M.J. Becking. Het vruchtgebruik is bestemd voor ‘armen en behoeftigen’ uit Zelhem. De hoofdsom bedroeg ƒ 20.000 in 1880 en is (nog steeds) belegd in Staatobligaties met een gemiddelde rente van 3%. Het fonds is in 1997 samengevoegd met de reserve asielzoekers (Raadsbesluit 30 oktober 1997). Beiden zijn bestemd om de minima te ondersteunen. In 2009 is het fonds omgevormd van een voorziening naar een bestemmingsreserve. Centrumplan Vorden, Centrumplan Hengelo De uitvoering van de centrumplannen verantwoorden we in de grondenexploitatie. De kosten worden grotendeels gedekt uit de reserves. De vermindering is gebaseerd op de verwachte bestedingen in de betreffende plannen. Egalisatiereserves Egalisatiereserves zijn reserves die in het leven zijn geroepen om producten budgettair neutraal in de begroting en rekening op te nemen. Wanneer binnen deze producten sprake is van een
Programmabegroting 2015 - 2018
114 van 128
overschot of tekort op jaarbasis, wordt het verschil toegevoegd aan, respectievelijk onttrokken uit, de bijbehorende reserve. De toegerekende (bespaarde) rente voegen we ook toe aan deze reserves. Zo blijven de kosten en opbrengsten over de jaren heen neutraal. In Bronckhorst kennen we egalisatiereserves voor de afvalstoffen(heffing) en de riolering (en heffing daarvoor). Voorzieningen Voorzieningen per 31-12 Risicovoorzieningen Egalisatievoorzieningen Voorziening middelen derden Totaal
2014 3.841 2.302 422 6.566
Specificatie voorzieningen
2015 3.690 2.022 422 6.133 Saldo begin jaar
2016
2017
3.591 2.298 422 6.311 Vermeerderingen
2018
3.528 2.313 422 6.263 Verminderingen
3.498 2.408 422 6.328 Saldo einde jaar
Onderhoud scholen Onderhoud gemeentelijke gebouwen Onderhoud sportaccommodaties Egalisatievoorzieningen
1.685 618 2.302
380 271 651
669 263 932
1.396 626 2.022
Bedrijvenpark A18 Wethouders wachtgeld/pensioen voor herindeling Wachtgeld wethouders Pensioen wethouders Risicovoorzieningen
660 1.660 572 949 3.841
10 2 122 134
118 153 14 286
660 1.552 421 1.057 3.690
-
27 395 422
Re-integratietrajecten Bovenwijkse verplichtingen Voorziening middelen derden
27 395 422
-
Egalisatievoorzieningen Voorziening onderhoud scholen De taken en verantwoordelijkheden voor "buitenonderhoud en aanpassingen Primair Onderwijs" zijn overgeheveld van gemeenten naar de schoolbesturen. Daarmee is de voorziening voor het onderhoud van scholen vervallen. Voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen en sportaccommodaties Voor het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen en sportaccommodaties is een voorziening ingesteld. Alle bedragen aan onderhoud die in het onderhoudsplan staan, worden daaruit gedekt. Dotaties doen we op basis van het onderhoudsplan. De jaarlijkse dotatie is het gemiddelde van wat er voor de planperiode nodig is aan budget. Risicovoorzieningen Voorziening wethouders wachtgeld/pensioen vóór herindeling Dit betreft de uit te keren pensioenen en wachtgelden aan wethouders van de voormalige gemeenten. De omvang is begin 2006 bepaald op basis van actuariële berekeningen. Naar aanleiding van mutaties vindt jaarlijks actualisatie plaats. Voorziening wachtgeld wethouders De gemeente loopt het risico dat ze wachtgeld moet uitbetalen aan wethouders. Daarvoor wordt een voorziening getroffen die een gedeelte van het maximale risico afdekt. Het wachtgeld is gebaseerd op de rechten zoals die zijn vastgelegd in de wet APPA. In de voorziening houden we er rekening mee dat 25% van die rechten wordt uitbetaald. Programmabegroting 2015 - 2018
115 van 128
Voorziening pensioen wethouders Voor de opbouw van pensioenen voor wethouders doteren we jaarlijks een bedrag aan een voorziening. De uitbetaling van de pensioenen komt ten laste van die voorziening. De toevoegingen en onttrekkingen vinden plaats op basis van actuariële berekeningen door een extern bureau. Voorziening middelen derden Voorziening re-integratietrajecten Op het salaris van de ambtenaren houden we de premie in voor Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) en storten deze in deze voorziening. Uit de voorziening bekostigen we re-integratietrajecten. Voorziening bovenwijkse verplichtingen Wanneer een ruimtelijke ontwikkeling ruimtebeslag (bv bedrijvigheid, verdichting mens, extra verkeersbewegingen) tot gevolg heeft, vragen we bijdragen op basis van de nota bovenwijkse voorzieningen. De vergoeding wordt gestort in deze voorziening. Uitvoering van bovenwijkse plannen kan hieruit worden bekostigd. Leningen o/g Leningportefeuille, op te nemen leningen Op de aangetrokken geldleningen (bestaande leningenportefeuille) betalen we gemiddeld 4,6% rente. De op te nemen leningen geven de financieringsbehoefte weer met een (tijdelijke) piek per eind 2014. Door het ontvangen van de laatste tranche van de verkoop van de Nuon-aandelen in 2015 is in de financiering voorzien. 2015
2016
2017
2018
Schuldrest per 1 januari Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Schuldrest per 31 december
Leningen
21.371 1.111
20.259 1.116
19.143 1.121
18.022 1.127
20.259
19.143
18.022
16.895
Rentelast boekjaar Gemiddeld rentepercentage
961 4,6%
908 4,6%
854 4,6%
801 4,6%
308 1.768 18.184
220 3.556 15.368
129 5.286 12.607
109 5.256 11.530
Looptijd schuldrestant per 31 december - looptijd < 5 jaar - looptijd tussen 5 en 10 jaar - looptijd langer dan 10 jaar
Vlottende passiva Kortlopende financieringsmiddelen, kortlopende schulden Voor de financiering maken we gebruik van rekening-courant krediet, kortlopende schulden (kasgeldleningen) en leverancierskrediet. Jaarlijks terugkerende verplichtingen De jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een vergelijkbaar volume (vakantiegeld, niet opgenomen vakantiedagen, wachtgelden, e.d.) nemen we op in de reguliere begroting. Voor pensioenen en wachtgelden van (gewezen) wethouders hebben we toereikende voorzieningen gevormd. We toetsen de omvang van deze voorzieningen en passen de omvang zo nodig aan.
Programmabegroting 2015 - 2018
116 van 128
Programmabegroting 2015 - 2018
117 van 128
4 BIJLAGEN
Programmabegroting 2015 - 2018
118 van 128
4.1 Kerngegevens Maatstaven
1-1-2014
1-1-2014
1-1-2015
Schatting
Werkelijk
Schatting
36.903 8.255 20.350 8.298 2.615
36.937 8.185 20.464 8.288 3.553
36.596 7.916 20.319 8.361 3.549
Aantal periodieke bijstandsgerechtigden: W.W.B. B.B.Z. Periodieke uitkeringen ingevolge de I.O.A.W. Periodieke uitkeringen ingevolge de I.O.A.Z.
259 225 10 21 3
287 241 16 26 4
307 252 17 34 4
Aantal leerlingen Leerlingen Voortgezet Onderwijs
430
430
430
Fysieke structuur Oppervlakte gemeente Land Binnenwater
28.642 28.355 287
28.642 28.355 287
28.642 28.355 287
ha. ha. ha.
Lengte van wegen Asfaltwegen Betonwegen (buitengebied) Klinkerwegen Zandwegen
872,78 496,00 2,41 168,00 206,37
873,06 496,23 4,46 166,00 206,37
875,71 498,80 4,47 166,07 206,37
km. km. km. km. km.
Verharde wegen (asfalt- beton en klinkerwegen): in de kom: buiten de kom;
149,30 517,10
149,59 517,10
152,24 km. 517,10 km.
10.500 210.000 425.000 325.000 10.700 45.000 78.000 1.300
10.360 216.753 422.897 334.719 10.317 31.664 80.536 886
10.500 220.000 425.000 335.000 10.000 30.000 80.000 750
15.600 187 61 1.775 226 393 39 53 351 676
16.141 193 641 1.782 226 438 41 54 350 679
16.178 192 657 1.783 233 450 39 53 348 679
Sociale structuur Aantal inwoners van 0 t/m 19 jaar van 20 t/m 64 jaar van 65 jaar en ouder (waarvan 75 en ouder)
Groenbeheer binnen de bebouwde kom Bomen Bermen Gazons Bosplantsoen Hagen Heesters Bodembedekkende sierheesters Vaste planten Aantal woningen (BAG code en -gebruiksdoel) 01 woonfunctie 11 bijeenkomstfunctie 31 gezondheidszorgfunctie 41 industriefunctie 51 kantoorfunctie 61 logiesfunctie 71 onderwijsfunctie 76 sportfunctie 81 winkelfunctie 91 overige gebruiksfunctie
Programmabegroting 2015 - 2018
st m2 m2 m2 m2 m2 m2 m2
119 van 128
4.2 Samenstelling bestuursorganen Gemeenteraad Zetelverdeling
Zetels
CDA VVD Gemeente Belangen Bronckhorst PvdA D66 Groen Links Totaal
% 8 5 4 3 3 2 25
32 20 16 12 12 8 100
Raadsfractie CDA Naam
Email
Dirk Jan Huntelaar (fractievoorzitter) Marti Hebbink Chris Jansen Jan Klein Lenderink Henk Onstenk Jannie Rexwinkel - van den Berg Hessel Wijngaard Rob Weverink
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Raadsfractie Gemeente Belangen Bronckhorst Naam
Email
Evert Blaauw (fractievoorzitter) Dennis van Elk Yoeri Klein Braskamp Marcel Westerink Josephine Steffens
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Raadsfractie VVD Naam
Email
Ton van Linder (fractievoorzitter) Marcel Leferink Thea Lusink Bennie Wisselink
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Raadsfractie PvdA Naam
Email
Annelies Lichtenberg (fractievoorzitter) Johanna Bergervoet - Smeitink Luuk Preijde
[email protected] [email protected] [email protected]
Raadsfractie D66 Naam
Email
Johanna Prick (fractievoorzitter) Arjan de Brouwer Anneke Hacquebard
[email protected] [email protected] [email protected]
Raadsfractie Groen Links Naam
Email
Herman van Rooijen (fractievoorzitter) Titus Smit
[email protected] [email protected]
Programmabegroting 2015 - 2018
120 van 128
College van burgemeester en wethouders Henk Aalderink - (burgemeester, VVD) ● ● ● ●
Openbare orde en veiligheid Handhaving Communicatie Publiekszaken
Paul Seesing - (wethouder CDA) - 1e loco-burgemeester ● ● ● ● ●
Werk en inkomen Verkeer en vervoer Breedband Wegen en groen Volksgezondheid
Gebiedswethouder Bronckhorst - Noord
Antoon Peppelman - (wethouder PvdA) - 2e loco-burgemeester ● ● ● ● ●
Zorg en welzijn Personeel en organisatie Facilitaire zaken Informatisering en automatisering Algemene juridische en bestuurszaken
Gebiedswethouder Bronckhorst - Midden
Arno Spekschoor - (wethouder CDA) - 3e loco-burgemeester ● ● ● ●
Volkshuisvesting en ruimtelijk ordening Financiën en belastingen Milieu en afval Regionale samenwerking
Gebiedswethouder Bronckhorst - West en Bronckhorst - Zuid
Jan Engels - (wethouder D66) - 4e loco-burgemeester ● ● ● ● ● ● ●
Sport en cultuur Onderwijs Economische zaken Recreatie en toerisme Plattelandsontwikkeling Burgerparticipatie en bestuurlijke vernieuwing Kernenbeleid
Gebiedswethouder Bronckhorst - Oost
Directie Arne van Hout, directeur/gemeentesecretaris
Programmabegroting 2015 - 2018
121 van 128
4.3 Begrotingsuitgangspunten Prijsstijging (inflatie) Dotaties aan onderhoudsvoorzieningen Subsidies Gemeenschappelijke regelingen Salarissen Kapitaallasten
Baten (algemeen) Belastingen onroerende zaken (OZB) Overige belastingen Rechten Leges Overige opbrengsten Overige uitgangspunten Stelpost onvoorzien Prijspeil meerjarenperspectief Algemene uitkering gemeentefonds Eenheden algemene uitkering Kostenverdeling Deel van de Algemene reserve voor bufferfunctie (risicovermogen) Deel van de bespaarde rente op reserves voor inkomensfunctie (inkomsten in de exploitatie) Rente extern Bestaande opgenomen leningen Nieuw op te nemen leningen Bestaande verstrekte leningen Rekening courant: - krediet - tegoed Kortlopende uitzettingen Leverancierskrediet Rente intern Vergoeding bespaarde rente - deel risicovermogen - overig deel
Programmabegroting 2015 - 2018
Algemeen 1,50% (pBBP in de septembercirculaire 2013). Energie (gas, electra) en brandstof 4,00% Prijsindexatie met 1,50% Op basis van de algemene subsidieverordening indexering met 1,50% (pBBP). Prestatie- en budgetafspraken volgens overeenkomsten Op basis van de door de gemeenschappelijke regeling laatst vastgestelde (meerjaren)begroting (2014 of 2015) Indexering met 1,00% voor stijging sociale lasten. Daarnaast doorrekening van periodieke verhogingen Op basis van de geactualiseerde staat activa, aangevuld met het meerjaren investeringsplan
Indexering met 1,50% van opbrengstraming OZB 2014 (na tariefsvoorstellen december 2013) exclusief areaaluitbreiding 2014 Indexering tarieven met 1,50% Tarieven zijn kostendekkend Indexering tarieven met 1,50% tot maximaal kostendekkend en rekening houdend met wettelijke voorschriften zoals maximale tarieven reisdocumenten en rijbewijzen Indexering tarieven met 1,50%
€ 132.000 (ongeveer € 3,50 per inwoner) Constante prijzen (prijspeil jaarschijf 2015) Meicirculaire 2014 Vanuit feitelijke aantallen eenheden op 1-1-2014 wordt prognose berekend voor de stand op 01-01-2015 Afdelingsplannen 2012 € 11.500.000 € 700.000
Basis is bestaande leningportefeuille 3,00% Basis is bestaande leningportefeuille 0,424% (1 maands Euriborrente plus 0,21%) -0,036% (1 maands Euriborrente min 0,25%) 0,152% (Eonia) 0,00%
3,00% 1,95%
122 van 128
Rentetoevoeging reserves - algemene reserve: risicovermogen - bestemmingsreserve afkoop onderhoud graven - andere bestemmingsreserves Renteverdeling - investeringen met tarieven - investeringen grondenexploitatie - investeringen overig - uitgeleende gelden
Programmabegroting 2015 - 2018
3,00% 3,00% 1,50%
5,00% 5,00% 4,60% 3,50%
123 van 128
4.4 Overzicht producten per deelprogramma Onderstaande overzichten vanuit de financiële administratie zijn informatief bedoeld. Ze geven u inzicht in welke producten binnen een deelprogramma vallen en welke baten en lasten daar onder vallen. Het laat de cijfers van het begrotingsjaar 2015 zien. Omschrijving
Lasten
P_1A_ BESTUURSCULTUUR 1A01 Gemeenteraad 1A02 Commissies 1A03 Griffierfunctie 1A04 Rekenkamer 1A05 College 1A08 Commissie bezwaar- en beroepschriften 1A09 Bestuurlijke projecten / reorganisaties Totaal Omschrijving
Omschrijving P_1D_ OPENBARE ORDE, VEILIGHEID EN HANDHAVING 1D01 Veiligheidsbeleid 1D02 Pro-actie 1D03 Preparatie 1D04 Repressie 1D05 Nazorg bij bestrijding 1D06 Rampenbestrijding (bijdr.reg.brandweer) 1D07 Dierenbescherming Totaal
Programmabegroting 2015 - 2018
0 0 0 0 0 0
813 6 333 34 853 182
3.410 5.631
0 0
3.410 5.631
Baten
333 31 365 Lasten
P_1C_ DIENSTVERLENING 1C01 Regulering APV/bijzondere wetten 1C02 Vastgoedregistratie 1C03 Straatnaamgeving en huisnummering 1C04 Verkiezingen 1C05 Burgerlijke stand 1C06 Rijbewijzen 1C07 Reisdocumenten 1C08 Gemeentelijke basisadministratie Totaal
Saldo
813 6 333 34 853 182
Lasten
P_1B_ SAMENWERKING MET MEDEOVERHEDEN 1B01 Regionale samenwerking 1B02 Internationale contacten Totaal Omschrijving
Baten
Saldo
0 0 0 Baten
614 539 138 74 268 265 376 381 2.655 Lasten
333 31 365 Saldo
-28 -1 0 0 -69 -126 -380 -20 -624 Baten
585 539 138 74 199 139 -4 362 2.031 Saldo
0 187 2.085 154 21 16
0 -5 -103 0 0 0
0 182 1.981 154 21 16
44 2.506
0 -108
44 2.398
124 van 128
Omschrijving
Lasten
P_2A_ WONEN 2A01 Structuurplanning/-visies 2A02 Bestemmingsplannen 2A03 Bouwtoezicht 2A04 Vergunningverlening 2A05 Welstand 2A06 Overige maatregelen RO/ volkshuisvesting 2A07 Bouwgrondexploitatie 2A08 Vastgoedbeheer gemeente-eigendom Totaal Omschrijving
Omschrijving
Omschrijving
Programmabegroting 2015 - 2018
111 1.049 207 -14 90 160
627 419 3.632
-109 -29 -1.119
518 391 2.512
Baten
Lasten
Saldo -83 0 -0 -83
Baten 498 0 498
Lasten
P_2D_ LEEFBAARHEID 2D01 Stedelijke vernieuwing Totaal
P_3A_ MEEDOEN 3A01 Bibliotheekwerk 3A02 Beleid kunst en ontspanning 3A03 Muziekonderwijs 3A04 (overige) kunstzinnige vorming 3A05 Zwembaden binnen 3A06 Zwembaden buiten 3A07 Sportaccommodaties binnen 3A08 Sportaccommodaties buiten 3A09 Groene sportvelden 3A10 Bevordering sportdeelname 3A11 Accommodaties voor kunst en cultuur 3A12 Culturele activiteiten 3A13 Mediazaken 3A14 Recreatieve verenigingen 3A15 Speelvoorzieningen 3A16 Evenementen 3A17 Volkstuinen 3A18 Beheer gemeentelijke monumenten 3A19 Gratis toegang musea/ oudheidskamers 3A20 Gemeentearchief / streekarchief 3A22 Overig club- en buurthuiswerk Totaal
0 -265 0 -714 0 -2
895 9 13 917
P_2C_ PLATTELANDSONTWIKKELING 2C01 Natuurbescherming 2C02 Natuur- en milieu-educatie Totaal
Saldo
111 1.314 207 701 90 163
Lasten
P_2B_ WERKEN 2B01 Algemeen economisch beleid 2B02 Markten en standplaatsen 2B03 Agrarische zaken Totaal Omschrijving
Baten
Saldo -103 0 -103
Baten 183 183
Lasten
812 9 13 834
395 0 395 Saldo
-3 -3 Baten
180 180 Saldo
681 19 95 76 0 0 891 28 0 547 43 48 21 25 256 45 0 12 11
-100 0 0 0 0 -17 -260 -1 0 0 0 0 0 0 0 -5 -4 -0 0
581 19 95 76 0 -17 632 27 0 547 43 48 21 25 256 40 -4 12 11
223 0 3.020
0 0 -387
223 0 2.633
125 van 128
Omschrijving
Lasten
P_3B_ TOERISME 3B01 Recreatievoorzieningen niet betaald 3B02 Stimulering toerisme Totaal Omschrijving
0 349 349 Lasten
P_4A_ ONDERWIJSHUISVESTING 4A01 Onderwijshuisvesting openb.basisonderw. 4A02 Onderwijshuisvesting bijz.basisonderwijs 4A03 Onderwijshuisvest. bijz.voortgez.onderw. Totaal Omschrijving
Omschrijving
Omschrijving
Omschrijving P_6A_ MILIEU 6A01 Beheer en onderhoud riolering
Programmabegroting 2015 - 2018
1.479
-6
1.473
150
-1
150
2.206
-18
2.188
Baten
Saldo
299
0
299
22
0
22
37 491 95 0 102 324 1.370
-10 -26 0 0 0 -13 -48
28 465 95 0 102 311 1.321
Baten
Saldo 0 0
Baten 0 0
Lasten
Saldo
Baten
Lasten
0 0 0
616 439 0 1.056
39 35 74 Saldo
0 0 0 0 Baten
3.107
0 0 Saldo
Baten
Lasten
0 0
0 0
39 35 74
P_5D_ GEZONDHEIDSZORG 5D02 Overige openbare gezondheidszorg 5D03 Jeugdgezondheidszorg (uniform) 5D06 Ambulancevervoer Totaal
Saldo 565
Lasten
P_5C_ WERK, INKOMEN EN VOORZIENINGEN 5C06 Opvang asielzoekers 5C09 Participatiebudget Totaal
0 343 343
-12
0 0
P_5B_ JEUGD 5B01 Jeugd- en jongerenwerk Totaal Omschrijving
0 -6 -6
577
Lasten
P_5A_ OUDEREN 5A01 Overige tehuizen Totaal
Saldo
Baten
Lasten
P_4B_ ONDERWIJS 4B01 Ov.gemeensch.uitg. en ink. vh onderwijs 4B02 Overige gemeensch.uitg. en ink. O.B.O. 4B03 Onderwijsachterstandenbeleid 4B04 Leerlingenvervoer 4B05 Leerplicht/region.meld- en coörd.centr. 4B06 Onderwijsbegeleiding 4B08 Kinderdagopvang 4B09 Peuterspeelzalen Totaal Omschrijving
Baten
616 439 0 1.056 Saldo
0
3.107
126 van 128
Omschrijving
Lasten
6A02 Rioolheffing 6A03 Huishoudelijk afval algemeen 6A04 Papier huishoudelijk afval 6A05 Overige fracties huishoudelijk afval 6A06 Inkomsten afvalst.heff./reinigingsrecht 6A07 Inningskosten afvalst.heff./reinig.recht 6A08 Milieubeleid/-programma 6A09 Klimaat en energie 6A10 Milieuvoorlichting 6A11 Handhaving milieubeheer 6A12 Bodembescherming 6A13 Geluidhinder 6A14 Ongediertebestrijding Totaal Omschrijving
Lasten
P_6B_ VERKEER EN VERVOER 6B01 Straatmeubilair 6B02 Bermen 6B03 Ov.beheer/onderhoud wegen,str, pleinen 6B04 Straatreiniging 6B05 Gladheidsbestrijding 6B06 Openbare verlichting 6B07 Overige verkeersmaatregelen 6B08 Overige parkeervoorzieningen 6B09 Veerdiensten 6B10 Openbaar vervoer Totaal Omschrijving
Omschrijving P_7B_ GELDMIDDELEN 7B01 Algemene baten en lasten 7B02 Geldleningen 7B03 Beleggingen/deelnemingen Totaal
Programmabegroting 2015 - 2018
-4.069 6 2 2.474 -3.350 88 86 55 67 1.057 43 4 55 -375 Saldo
239 574 2.576
0 0 -64
239 574 2.512
81 165 383 523 18 7 1 4.566
0 0 -44 -8 0 0 -0 -115
81 165 339 516 18 7 0 4.450
Baten 1.337 389 1.726
Lasten
P_7A_ BELASTINGEN 7A01 Lasten die samenhangen met de inning ozb 7A02 Baten van de ozb gebruikers 7A03 Baten van de ozb eigenaren 7A04 Uitvoering Wet waard.onroerende zaken 7A05 Toeristenbelasting 7A06 Forensenbelasting Totaal
Saldo -4.111 -225 0 0 -3.350 0 0 -57 0 0 0 0 -4 -7.748
Baten
Lasten
P_6C_ OPENBAAR GROEN 6C01 Openbaar groen/parken/plantsoenen 6C02 Lijkbezorging Totaal Omschrijving
Baten 42 231 2 2.474 0 88 86 113 67 1.057 43 4 59 7.373
Saldo -4 -403 -407
Baten
1.333 -14 1.319 Saldo
228
-18
210
0 0 656
-865 -5.805 0
-865 -5.805 656
0 0 885
-260 -47 -6.994
-260 -47 -6.109
Lasten
Baten 2.131 566 17 2.713
Saldo -49.607 -3.192 -615 -53.414
-47.476 -2.626 -598 -50.700
127 van 128
Omschrijving
Lasten
P_7C_ BEDRIJFSVOERING 7C01 Saldo van kostenplaatsen Totaal Omschrijving
1.296 1.296 Lasten
P_8A_ SOCIALE BASISVOORZIENINGEN 8A01 Ov.sociale zekerheidsreg.vanuit Rijk 613 8A02 Algemene voorzieningen Wmo en Jeugd 670 Totaal Omschrijving
Omschrijving
P_8E_ EIGEN BIJDRAGEN 8E01 Eig.bijdr.maatwerkvoorz. en opv. Wmo 667 8E02 Eig.bijdr.algem.voorz. Wmo en Jeugd 677 8E03 Ouderbijdr.indiv.voorz.en opv.Jeugd 687 Totaal
Programmabegroting 2015 - 2018
1.296 1.296 Saldo
0
0
0
1.797
-101
1.696
1.797
-101
1.696
Baten
Lasten
Saldo 0 0
Baten
13 13 Saldo
4.952
-4.557
395
5.310 1.066 436 1.513
0 -25 0 -159
5.310 1.041 436 1.354
3.843
-588
3.255
0 14.841 31.960
0 0 -5.329
0 14.841 26.632
Lasten
P_8D_ BESCHERMING EN VEILIGHEID 8D01 Opvang en beschermd wonen Wmo 663 8D02 Veiligh, jeugdreclas.en opvang jeugd 683 Totaal Omschrijving
0 0
13 13
P_8C_ TWEEDELIJNS ONDERSTEUNING 8C01 Bijstandsverlen. ink.voorz. en subs. 610 8C02 Sociale werkvoorziening 611 8C03 Gemeentelijk minimabeleid 614 8C04 Re-integratie- en particip.voorz. 623 8C05 Maatwerkvoorz. natura materieel Wmo 661 8C06 Maatwerkvrz. natura immaterieel Wmo 662 8C07 PGB Wmo en Jeugd 672 8C08 Individuele voorz. Natura Jeugd 682 Totaal
Saldo
Baten
Lasten
P_8B_ EERSTELIJNS ONDERSTEUNING 8B01 Eerstelijnsloket Wmo en Jeugd 671 Totaal Omschrijving
Baten
Baten
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Lasten
Baten
Saldo
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
128 van 128