Programmabegroting 2016-2019
Dichtbij en verantwoordelijk
Programmabegroting 2016-2019
1
2
Programmabegroting 2016-2019
Programmabegroting 2016-2019 Gemeente Zoeterwoude
Programmabegroting 2016-2019
3
4
Programmabegroting 2016-2019
Inhoudsopgave
1
Voorwoord................................................................................................................................................... 7
2 2.1 2.2
Beleidsbegroting...................................................................................................................................... 15 Programmaplan.......................................................................................................................................... 15 Paragrafen.................................................................................................................................................. 79
3 3.1 3.2
Financiële begroting.............................................................................................................................. 109 Overzicht van baten en lasten.................................................................................................................109 Uiteenzetting financiële positie en toelichting..........................................................................................116
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Bijlagen....................................................................................................................................................127 Samenstelling Bestuur............................................................................................................................. 128 Conversietabel Product-Programma........................................................................................................ 129 Subsidieprogramma................................................................................................................................. 132 Verdeling van de arbeidslasten............................................................................................................... 134 Resultaat Begrotingsonderzoek en Jaarrekeningen................................................................................135 Besluit en amendementen....................................................................................................................... 136
Programmabegroting 2016-2019
5
6
Programmabegroting 2016-2019
1 Voorwoord Voor u ligt de tweede begroting die door het huidige college van burgemeester en wethouders is opgemaakt en die mede zijn basis vindt in het coalitieakkoord Dichtbij en Verantwoordelijk. We schrijven mede, omdat het coalitieakkoord nadrukkelijk voortbouwt op de verworvenheden en de kracht, het fundament van Zoeterwoude. De zelfbewuste en zelfstandige gemeente die de kernwaarden Weids, Groen, Ondernemend en Sociaal in de volle breedte van gemeenschap, bestuur en organisatie in de praktijk brengt. Het coalitieakkoord bouwt hierop voort, maar brengt ook nieuwe accenten aan. Nu om ons heen de wereld steeds onstabieler wordt, veel mensen op de vlucht zijn voor oorlogsgeweld en haat en daarom onderdak zoeken in ons veilige Europa wordt een groot beroep op ons gedaan om open te staan voor de noden van mensen die aanzienlijk minder fortuinlijk zijn dan wat wij gewend zijn in onze zorgzame gemeente. Ook in het relatief kleine en veilige Zoeterwoude gaan deze ontwikkelingen niet aan ons voorbij. Het is nu nog niet te voorspellen in welke mate een beroep op de gemeenten zal worden gedaan om een bijdrage te leveren aan de opvang van ontheemden. Het is wel onze taak ons te blijven inzetten voor een leefomgeving waarin mensen worden gerespecteerd, op een menswaardige manier kunnen deelnemen aan de samenleving en waarin geen ruimte is voor discriminatie, haat of achterstelling. In het licht van deze mondiale zorgen lijkt een begroting van relatieve waarde. Toch is een begroting een goed middel om de stabiliteit in de gemeente te bevorderen en de dialoog over de komende jaren te kunnen voeren. Wij zijn in staat om voor de jaren 2016, 2017 en 2019 een sluitende en zelfs positieve begroting te presenteren en we zijn daar trots op. Alleen het jaar 2018 geeft een negatief beeld maar de vier jaren opgeteld geeft een overschot aan. Het is een begroting waarin de burgers en bedrijven qua lastenontwikkeling worden ontzien en met instandhouding van het huidige, hoge voorzieningenniveau. Wel blijven onzekerheden groot, omdat we in hoge mate afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Ook is er de tendens van het verschuiven van taken en verantwoordelijkheden binnen de overheid en van de overheid naar de markt. In de perspectiefnota die wij in juni en juli 2015 met uw raad bespraken, schetsten wij voor 2016 nog een somber financieel beeld van bijna € 600.000 negatief. Bij de opstelling van de toen bekende cijfers heeft, zoals gemeld, de nadruk gelegen op "ontwikkelingen met een negatieve impact". Vanaf dat moment is de organisatie aan de slag gegaan. Daarbij bleken er gelukkig ook ontwikkelingen met positieve effecten. Over het proces, de inzet en de keuzes die uw raad worden voorgelegd, leest u onder het kopje begrotingsproces.
Programmabegroting 2016-2019
7
Op weg met Dichtbij en Verantwoordelijk Het coalitieakkoord vormt de basis voor deze begroting. Zo zijn in de diverse programma’s de kernpunten verwerkt: - verbindend besturen in samenspraak met burgers en bedrijven; - voortzetting en intensivering van het in de vorige periode gevoerde duurzaamheidbeleid; - activerend sociaal beleid, dat tegelijk een vangnet biedt voor wie het echt nodig heeft; - gezond financieel beleid: een sluitende meerjarenbegroting, zonder onnodige lastenverzwaring. Wij werken de komende jaren, samen met u en onze maatschappelijke partners, verder aan het verwezenlijken van bovenstaande kernpunten. Verbinding is hierbij het sleutelwoord. Stappen die hierin gezet zijn vindt u terug in de programmateksten. Voorbeelden hiervan zijn de uitwerking van de intiatieven vanuit Burgermove en de werkgroepen sportstimulering en afval, maar ook onze inzet bij Economie71, de Omgevingsvisie en het duurzaamheidbeleid. In Verde Vista Meerburg komt de woningbouw op gang en in Bloemenweide Noord zijn belangrijke stappen voorwaarts gezet. Ook de huisvesting voor starters komt aan bod. De, op één jaar na, sluitende meerjarenbegroting die wij presenteren mag als bewijs dienen dat er sprake is van een gezond financieel beleid en een stevig weerstandsvermogen. De samenwerking met de regiogemeenten krijgt nieuwe impulsen, mede door de vormgeving van de nieuwe taken rond de decentralisaties. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar de ontwikkeling van de organisatie, die door de vele ontwikkelingen geplaatst wordt voor vele nieuwe uitdagingen. Dekking van de structurele uitgaven met structurele inkomsten De begrotingsuitgangspunten treft u aan in de Financiële begroting onder Grondslagen. In de begroting signaleren wij dat er onzekerheden zijn in de becijfering van toekomstige ontwikkelingen. In de Planning en Control cyclus blijven we dan ook de vinger aan de pols houden. Desondanks stellen wij vast dat de financiële positie van Zoeterwoude solide is. Dit is het meerjarenbeeld uit deze begroting 2016 tot 2019: 2016
2017
2018
2019
9.360
26.940
- 130.100
219.460
voordelig
voordelig
nadelig
voordelig
Accenten van de begroting Drie decentralisaties Zoals wij met u hebben afgesproken, is bij de decentralisatieonderdelen het uitgangspunt dat de middelen die Zoeterwoude hiervoor van het rijk ontvangt, voldoende zijn om de nieuwe taken uit te voeren. Dit geldt in deze begroting voor Jeugd en Participatie. De afgelopen periode investeerden we veel tijd in deze nieuwe taken. We zijn trots op wat we samen met onze partners in Holland Rijnland (Jeugd) en de Leidse regio (WMO en Participatie) tot stand brengen. In 2016 is het budget voor Jeugd met ruim € 200.000 verlaagd. Het beschikbare bedrag voor Jeugd zal worden doorgesluisd naar Holland Rijnland en zou voldoende moeten zijn voor dit onderdeel. Hier is nog sprake van onzekerheid. Voor WMO ontbreekt nog duidelijkheid omdat een totaalbeeld over de geldstromen (inkomsten en uitgaven) nog niet beschikbaar is. Wij verwachten met enkele maanden meer ervaring en zicht te hebben op de geldstromen voor WMO. De veranderingen bij Werk en Inkomen gaan iets geleidelijker, maar betekenen toch ook een forse beleidsmatige verandering bij een blijvende druk op de beschikbare middelen.
8
Programmabegroting 2016-2019
Het gemeentefonds en de ongewisse ontwikkeling: Het gemeentefonds is nog steeds onze belangrijkste inkomstenbron. Het effect van ‘trap op, trap af’ met de ontwikkeling van de rijksuitgaven valt lastig te voorspellen. Daarnaast treden er jaarlijks allerlei andere effecten op in het gemeentefonds. De mei-circulaire brengt dit jaar voor Zoeterwoude echter goed nieuws, vooral vanwege een andere verdeling tussen grote en kleine gemeenten (zie verder 2.1.11 Algemene dekkingsmiddelen). Mogelijk biedt de september circulaire ook nog een klein voordeel. Daar hebben we in deze begroting nog geen rekening mee kunnen houden. Economische ontwikkeling Ook in onze gemeente is waarneembaar dat de economie zich lijkt te herstellen. De woningbouw komt weer op gang. Bij de OZB werd voorzichtig gerekend met een minderopbrengst als gevolg van leegstand, maar feitelijk is sprake van een hogere opbrengst. Lasten voor burgers en bedrijven Wij stellen u in deze begroting voor de opbrengst uit Onroerende Zaakbelasting voor woningen en niet-woningen beperkt te laten stijgen met slechts het gebruikelijke inflatiepercentage van 1,5 procent. Voor niet-woningen geldt daarbij dat we een correctie toepassen voor de hogere opbrengst van 2015. Deze hogere opbrengsten worden niet meegenomen in de basisberekeningen van 2016. Het begrotingsproces Direct na raadsbehandeling van de financiële stukken op 18 juni 2015 is de organisatie aan de slag gegaan met de meerjarenbegroting 2016-2019. Omdat het financiële meerjarenbeeld, geschetst in de Perspectiefnota, behoorlijk zorgelijk was, is breed gekeken naar de financiële positie, naar inkomsten en uitgaven en het anders omgaan met beschikbare middelen (zoals reserves in relatie tot afschrijvingslasten) en het weerstandvermogen. Collegiaal (SP71 en gemeente Leiden) is ook meegekeken en meegedacht. Eén van de acties was het doorlopen van de budgetten over de afgelopen jaren, zowel aan de uitgaven- als de inkomstenkant. Dit is mede ingegeven door de positieve saldi in de afgelopen jaarrekeningen. Een niet uitputtend overzicht van deze stofkam-operatie is opgenomen in bijlage 4.5 op bladzijde 135 van deze Programmabegroting. Een belangrijke beleidsbeslissing is het voorstel om de inkomsten uit de precariobelasting per 2016 weer terug te brengen naar het oude niveau (€226.000 "voordeel"). Deze keuze wordt gemaakt door meerdere gemeenten die hier ook mee geconfronteerd worden. Daarnaast zijn de effecten van (uitstel van) investeringen en de rente in de begroting (interne financiering) heel relevant geweest richting sluitend krijgen van de begroting. De belangrijkste wijzigingen met financiële gevolgen vindt u terug in de teksten en financiële informatie in de begroting. In onze planning 2016 zal de jaarrekening 2015 vroeger in het jaar beschikbaar komen.. Dit zal het voor de organisatie mogelijk maken, meer tijd te kunnen besteden aan de andere P&C producten. Mee- en tegenvallers Bij het jaarlijkse begrotingsproces is weer sprake geweest van een aantal mee- en tegenvallers. Als voornaamste tegenvallers noemen we: ■ Stijging salarislasten € 96.000 op basis van CAO; ■ Kosten Digitale Generieke Infrastructuur (GDI, voorheen i-NUP) € 100.000 structureel; ■ Extra, jaarlijks fluctuerende, uitgaven voor het baggeren van watergangen; ■ Extra investeringslasten als gevolg van investeringen in kunstwerken.
Programmabegroting 2016-2019
9
Aan de voordeelkant kunnen we noteren: ■ Nadeel van de verminderde opbrengt precarioheffing kabels en leidingen in 2015 (€ 225.000) lossen we op door een compenserende tariefsverhoging; ■ Minder begrote uitgaven op Wmo vervoer, woonvoorzieningen en rolstoelen € 100.000 structureel; ■ Een positieve ontwikkeling van het gemeentefonds. € 55.500 in 2016, oplopend naar € 161.000 in 2019; ■ Een gunstig financieringsresultaat van € 349.000 in 2016 oplopend naar € 454.00 0 in 2019 ; ■ Kritische beschouwing van de begroting naar aanleiding van de jaarrrekeningen € 53.000. Naar een nieuw aanpak en elan: begroting deels in de ‘steigers’ In de begroting 2015 hebben we, in het kader van een verbeteringsslag een nieuw programma 7 Sociaal domein gemaakt. Dit jaar is het de beurt aan de programma's 3 Groene Hart, Openbaar groen, Recreatie en Toerisme en 5 Economie. Het programma 3 heeft ook een nieuwe naam gekregen, te weten Groene Leefomgeving. Extra aandacht is besteed aan de kengetallen. Wij hebben als uitgangspunt genomen dat alleen kengetallen worden vermeld die op 1 juli (datum opstellen van de begroting) bekend zijn. Natuurlijk blijven wij uw raad uitnodigen mee te denken in het verder vormgeven van kengetallen en prestatiegetallen. In programma's waarbij sprake is van activiteiten in het kader van duurzaamheid, is dit apart vermeld. Wij menen dat op deze wijze de (bestuurlijke en ambtelijke) aandacht het best is geborgd. Kengetallen, mede ter beoordeling van de financiële positie van Zoeterwoude. Zoeterwoude zet, als altijd, in op een reële en solide begroting. Een begroting waarin inkomsten en uitgaven structureel in evenwicht zijn. Ook houden wij, waar dat kan, rekening met mogelijke tegenvallers. In de paragraaf Risicobeheersing en weerstandsvermogen worden mogelijke bedreigingen verder uitgewerkt. Daaruit blijkt ook dat de weerstandscapaciteit ruim voldoende is. Met de grote verantwoordelijkheid voor de drie decentralisaties (3D), zowel in de zin van maatschappelijke zorg voor burgers die daarop zijn aangewezen, als in financiële zin, wordt tussentijdse sturing door uw raad steeds belangrijker. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn voor het eerst in deze begroting financiële kengetallen opgenomen. Deze worden in 2016 verplicht op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Het is de bedoeling dat de kengetallen inzicht geven in de financiële positie van de gemeente. De kengetallen zijn daarom gezamenlijk opgenomen. Omdat de kengetallen in hun onderlinge relatie moeten worden bezien in de beoordeling van de financiële positie is het van belang dat niet alleen de kengetallen worden opgenomen in de paragraaf maar ook worden voorzien van een adequate toelichting. Hiervoor is zorg gedragen. Solide Zoeterwoude Tot slot, maar wel erg belangrijk, vragen wij uw vertrouwen en uw steun bij de uitvoering van de programmabegroting 2016-2019. Politieke stabiliteit en betrokkenheid zijn van grote waarde om de verworvenheden van Zoeterwoude te behouden. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Zoeterwoude de secretaris,
de burgemeester,
| W.A.M. Zoetemelk-van der Hulst
E.G.E.M. Bloemen
Zoeterwoude 29 september 2015
10
Programmabegroting 2016-2019
Beleidsterrein bedragen x € 1.000,01. Bestuur en Burgerzaken
Lasten 2016
Baten 2016
Saldo 2016
Begroting 2015
3.366
-144
3.221
2.811
02. Openbare Orde en Veiligheid
911
-4
907
912
03. Groene Leefomgeving
857
-6
850
949
2.169
-31
2.138
1.723
05. Economische zaken
211
-1
210
199
06. Cultuur, Sport en Recreatie
863
-197
666
664
07. Sociale Voorzieningen en MW.
5.498
-816
4.681
4.928
08. Volksgezondheid en Milieu
2.687
-1.837
849
844
395
-2
393
391
1.155
-417
738
1.514
887
-15.070
-14.183
-13.268
9
0
9
-182
19.008
-18.527
481
0
04. Verkeer Vervoer en Waterstaat
09. Onderwijs 10. Ruimtelijke Ordening en Volkshuisv. 11. Algemene Dekkingsmiddelen Resultaat Totaal
Programmabegroting 2016-2019
11
De uitgaven en inkomsten van de gemeente in 2016
In de eerste grafiek vindt u de totale uitgaven van de gemeente, verdeeld naar de programma's. in de tweede grafiek staan de inkomsten
14
Programmabegroting 2016-2019
2 Beleidsbegroting 2.1 Programmaplan 1. Bestuur en Burgerzaken 2. Openbare Orde en Veiligheid 3. Groene Hart, Openbaar groen, Recreatie en Toerisme 4. Verkeer, Vervoer en Waterstaat 5. Economische zaken 6. Cultuur, Sport en Recreatie 7. Sociale voorzieningen en Maatschappelijke dienstverlening 8. Volksgezondheid en Milieu 9. Onderwijs 10. Ruimtelijke ordening en Volkshuivesting 11. Algemene Dekkingsmiddelen en Onvoorzien
Programmabegroting 2016-2019
15
2.1.1 Bestuur en Burgerzaken Portefeuillehouder Burgemeester E.G.E.M. Bloemen Omschrijving van het programma Het programma Bestuur en Burgerzaken omvat alle activiteiten voor het op een democratische, transparante, doelmatige en rechtmatige wijze besturen van de gemeente. Hiervan maken onderdeel uit de samenwerking met andere bestuursorganen in de regio, communicatie met alle bij de gemeente betrokken doelgroepen, burgerzaken en de stedenband met Osieczna. Bestuursondersteuning Er is sprake van een versobering van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). De maximale duur van de voortgezette uitkering wordt teruggebracht van tien tot vijf jaar. Een andere wijziging is dat de voortgezette uitkering pas vijf jaar voor de pensioengerechtigde leeftijd kan ingaan. Nu is dat negen jaar en zeven maanden. Om aanspraak te kunnen maken op de voortgezette Appa-uitkering geldt dat men over een periode van twaalf jaar tenminste tien jaar een (bestuurlijk) politiek ambt moet hebben vervuld. De zogeheten ‘opschalingskorting’ uit de financiële paragraaf van het Regeerakkoord staat vast. Het Rijk heeft deze opschalingskorting aan de gemeenten opgelegd vanuit de redenering dat gemeenten structureel € 975 miljoen zouden besparen door op te schalen tot gemeenten van minstens 100.000 inwoners. Hoewel uit onderzoek blijkt dat deze kostenbesparing bij opschaling er niet is, was het voor het Rijk geen reden om de korting van het gemeentefonds te schrappen. Het is een korting van € 60 miljoen per jaar (landelijk) vanaf 2015, oplopend tot € 300 miljoen in 2019 en uiteindelijk € 975 miljoen in 2025. De korting is in 2015 tot en met 2019 0,25% per jaar. Ter dekking van het meerjarig structurele tekort en het tegengaan van overschotten bij jaarrekeningen wordt en is kritisch gekeken naar het gebruik van budgetten over de jaren. Op basis daarvan zijn budgetten verlaagd. Dit geldt onder andere voor de fractievergoedingen. De bestuurders in de Leidse regio willen (verder) werken aan een Leidse regio die zich goed staande houdt tussen de twee metropolen en binnen Holland Rijnland. Samenwerken moet als je de gemeentelijke taken naar behoren wilt kunnen blijven uitvoeren als zelfstandige gemeente(n). Daarbij hebben de bestuurders behoefte aan een gezamenlijke focus, een stip op de horizon voor de Leidse regio. De wens van de bestuurders in de Leidse regio is een gezamenlijke visie te hebben op de regio waar vanuit een versterkte bestuurlijke en ambtelijke samenwerking wordt voortgebouwd op de reeds aanwezige samenwerking. Dit vraagt om een investering vanuit iedere deelnemende gemeente. De besparing door de lagere bijdrage aan Holland Rijnland wordt gereserveerd in het budget inhuur omdat de taken die voorheen binnen de grote regio werden uitgevoerd, toch ingevuld moeten worden. Wellicht kan dit binnen de Leidse regio plaatsvinden. Financiële rapportage De kwaliteitsverbetering van de financiële kolom gaat onverminderd door aan de zijde van de gemeente en Servicepunt71. De kwaliteit van de financiële rapportages wordt in 2016 verder verhoogd, bedrijfsprocessen worden beschreven of geactualiseerd, de verbijzonderde interne controle wordt structureel belegd en de beheersing van de geïnventariseerde risico's wordt geoptimaliseerd. Met deze activiteiten wordt de sturing en grip op de financiën versterkt. Er is sprake van een versterking van het inzicht in de financiële positie van Zoeterwoude. Zoeterwoude is een financieel gezonde gemeente. Begin 2016 wordt bekeken hoe de begroting op een eenvoudige, aantrekkelijke, interactieve en papierloze wijze kan worden gepresenteerd. Een digitale begroting in de vorm van een web-app wordt door steeds meer gemeenten toegepast.
16
Programmabegroting 2016-2019
Voorlichting In 2015 is gestart met de uitwerking en uitvoering van het communicatiebeleidsplan 2015-2019. Burgerparticipatie en communicatie krijgen een nieuwe impuls. Bij twee projecten worden meer en andere vormen van burgerparticipatie toegepast. Dit zijn "pilot afvalinzameling" en "pilot omgevingsplan". Er wordt een standaard stappenplan projectcommunicatie met bijbehorende checklists gemaakt om te zorgen dat communicatie en participatie standaard deel uit blijven maken van projecten. De genoemde burgerparticipatieprojecten en het stappenplan communicatie worden geëvalueerd en uitgebreid naar andere projecten. In 2016/2017 wordt de website van de gemeente volledig opnieuw ingericht. De website krijgt een nieuwe vormgeving, met een 'responsive design'. De website is dan ook goed te bekijken vanaf mobiele apparaten. Daarnaast wordt de website ingericht aan de hand van toptaken van de gemeente, waardoor de website overzichtelijker en makkelijker in gebruik wordt. Het aantal digitaal aan te vragen producten wordt in 2016 verder uitgebreid. De digitale aanvragen komen automatisch in het zaaksysteem te staan. De website blijft uiteraard voldoen aan de door het Rijk gestelde toegankelijkheids- en veiligheidseisen. Dit wordt jaarlijks getoetst door middel van audits. De communicatie via social media wordt verder uitgebreid. Er worden richtlijnen opgesteld en er wordt een start gemaakt met social media monitoring. Bij een toename van de hoeveelheid vragen die binnenkomen via social media, wordt de eerstelijnsafhandeling van deze vragen overgedragen aan de medewerkers van het KCC. Burgerzaken Zoeterwoude is koplopergemeente bij de Modernisering van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Als voorbereiding op de aansluiting op de landelijke voorziening Basisregistratie personen (BRP) dient in 2016 de binnengemeentelijke informatievoorziening technisch geregeld te zijn. In 2017 sluit Zoeterwoude als één van de eerste gemeenten aan op de Basisregistratie Personen (BRP), de vervanger van de GBA. In het voorbereidingstraject dat reeds loopt, werkt Zoeterwoude samen met de gemeente Leiderdorp en de service-eenheid ICT van Servicepunt71. De verwachting is dat het aantal uitgegeven paspoorten, identiteitskaarten en rijbewijzen in 2016 op het niveau van 2015 zal uitkomen. Vanaf maart 2014 is de geldigheid van paspoorten en identiteitskaarten voor personen van 18 jaar en ouder verhoogd naar 10 jaar. Dit betekent dat in het jaar 2019 het aantal uit te geven reisdocumenten flink lager zal zijn. De legeskosten voor huwelijken en geregistreerde partnerschappen zullen kostendekkend worden. Generieke digitale infrastructuur (voorheen i-NUP) Voortvloeiend uit de eerdere programma’s EGEM-i en i-NUP (laatstgenoemde is inmiddels afgesloten per 1 januari 2015) moeten overheden doorontwikkelen en komen tot een generieke digitale infrastructuur (GDI) in de periode tot 2020. Voor Zoeterwoude geldt dat voornamelijk in samenwerking met Servicepunt71 en de gemeenten Leiden, Leiderdorp en Oegstgeest voorzieningen moeten worden gerealiseerd om de digitale dienstverlening tot het vereiste niveau te brengen. Vanuit het eerdere Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP) zijn onder meer de basisregistraties BRP voor personen en BAG voor adressen en gebouwen gerealiseerd, maar de gemeente Zoeterwoude moet in het kader van de GDI de komende jaren nog veel meer regelen, te weten: ■ een persoonlijke inwonerspagina (PIP), zodat onze inwoners zelf hun gegevens kunnen beheren en daar ook berichten ontvangen; ■ een aansluiting op MijnOverheid berichtenbox voor zowel inwoners als bedrijven, zodat officiële berichten en de status van lopende zaken bij alle overheden aan de burger kunnen worden toegezonden; ■ eHerkenning (identificatiemiddel voor bedrijven) implementeren in de e-formulieren via ons digitaal loket (zoals DigID voor natuurlijke personen);
Programmabegroting 2016-2019
17
■ een elektronische servicebus, waarmee landelijke voorzieningen en basisregistraties worden ontsloten en ook intern gegevens mee worden uitgewisseld (hier wordt momenteel al mee getest door Servicepunt71 en Oegstgeest); ■ voorzieningen implementeren die ervoor zorgen dat digitale aanvragen intern kunnen worden gedistribueerd en behandeld. Dit betreft voornamelijk technische koppelvlakken tussen de verschillende procesapplicaties, het zaaksysteem Join en de nieuwe generatie e-formulieren; ■ implementatie van een Document Creatie Tool (DCR), zodat een digitale aanvraag ook daadwerkelijk leidt tot een digitale beschikking of vergunning, die vervolgens via zaaksysteem Join naar de PIP of MijnOverheid berichtenbox gaat (afhankelijk wat de voorkeur heeft van de aanvrager); ■ een toepassing voor meldingen openbare ruimte: bijvoorbeeld een app waarmee burgers een beschrijving van de constatering in de openbare ruimte, een foto en een locatie kunnen melden via een app, die vervolgens geautomatiseerd via Decos naar een behandelaar toe gaan (en eventueel via tablet of smartphone naar de collega’s in de buitendienst). Om het bovenstaande te realiseren is een investering van € 100.000 benodigd. EGEM-i realisatieplan Het EGEM-i realisatieplan, voorloper van het i-NUP en GDI, staat nog in de boeken vanwege afschrijving en rentelasten. Kengetallen 2012
2013
2014
2015 per 1/7
Streef waarde
Aantal afgegeven paspoorten
1.087
968
1.038
574
-
Aantal afgegeven ID-kaarten
689
531
544
408
-
Aantal afgegeven rijbewijzen
595
600
588
311
-
Aantal Koninklijke onderscheidingen vrouw / man
4/3
0/6
2/0
3/3
4
Aantal uitgereikte Zoeterwouds Compliment
0
0
0
1
1
Aantal uitgereikte Gouden Klavers
0
0
1
0
1
Aantal formeel ingediende klachten van burgers
2
3
1
2
0
Aantal bezwaarschriften
9
28
29
9
<10
Waarvan gegrond of deels gegrond
5
4
3
-
-
Aantal Interactieve producten op de website
15
15
15
17
+2
Aantal beschikbare downloads producten op de website
17
17
17
19
+2
18
Programmabegroting 2016-2019
Financieel overzicht Programma 1 Bestuur en Burgerzaken bedragen x € 1.000,Bestuursondersteuning
Rekening 2014
1.746
1.706
1.728
Baten
-1.034
0
0
0
0
0
1.603
1.723
1.811
1.746
1.706
1.728
531
496
658
627
627
627
0
0
0
0
0
0
531
496
658
627
627
627
151
152
152
137
137
137
0
0
0
0
0
0
151
152
152
137
137
137
Lasten
311
338
331
337
343
320
Baten
-138
-138
-138
-138
-138
-96
173
200
194
199
206
224
106
188
297
288
285
285
-1
-2
-7
-2
-2
-2
105
187
290
286
284
284
120
53
116
90
89
89
0
0
0
0
0
0
120
53
116
90
89
89
Lasten
3.856
2.951
3.366
3.224
3.188
3.186
Baten
-1.174
-140
-144
-139
-139
-98
2.682
2.811
3.221
3.085
3.049
3.088
Lasten
Lasten
Saldo
Saldo Lasten Baten Saldo EGEM-i realisatieplan
Lasten Baten
Saldo Programma
2019
1.811
Baten
Generieke digitale infrastructuur
2018
1.723
Saldo
Burgerzaken
2017
2.637
Baten
Voorlichting
Meerjarenraming
Lasten
Saldo Financiele rapportage
Begroting Begroting 2015 2016
Saldo van baten en lasten
Toelichting De kosten van het product bestuursondersteuning zijn onder andere hoger door een stijging van de salarislasten, incidentele verhoging van de post inhuur en het verder in control komen van de organisatie door o.a. de verbijzonderde interne controle. Daarnaast zijn er minder lasten voor ondernemingraad en voor intergemeentelijke samenwerking. Wegens een aangepaste verrekening van de ambtelijke uren stijgen de lasten voor het product financiële rapportage. Het product burgerzaken kent ten opzichte van de eerdere meerjarenbegroting een verhoging van de lasten door een reële verwachting van de kosten aan afdrachten rijksleges paspoorten. De stijging van de lasten voor het product generieke digitale infrastructuur wordt veroorzaakt door een verwachte stijging van de kosten voor het Nationaal Uitvoerings Programma. De lasten van EGEM-i realisatieplan heeft te maken met een stijging van de kapitaalslasten wegens investeringen voor meer digitaal werken, o.a. het KCC.
Programmabegroting 2016-2019
19
Investeringsplan 2016-2019 programma 1 Jaar
Omschrijving
Investeringsbedrag
2017
2018
2019
3.620
3.620
3.620
3.620
3.620
2016
Bijdrage Regionaal investeringsfonds 2016
164.550
2017
Bijdrage Regionaal investeringsfonds 2017
164.550
2018
Bijdrage Regionaal investeringsfonds 2018
164.550
2019
Bijdrage Regionaal investeringsfonds 2019
164.550
20
Kapitaallasten
3.620
Programmabegroting 2016-2019
2.1.2 Openbare Orde en Veiligheid Portefeuillehouder Burgemeester E.G.E.M. Bloemen Omschrijving van het programma Het programma Openbare Orde en Veiligheid omvat de activiteiten voor integrale veiligheid, brandweerzorg, rampen- en crisisbestrijding, politiezaken en de uitvoering van bijzondere wetten en de Algemene Plaatselijke Verordening. Daarbij worden andere beleidsvelden zoals jeugd- en ouderenzorg, bouw- en woningtoezicht, ruimtelijke ordening en milieu en verkeer betrokken. Brandweerzorg De programmabegroting 2016 van de Veiligheidsregio Hollands Midden (VRHM), onderdeel brandweer, is de basis. De focus ligt op het versterken van de generieke crisisorganisatie. Hiermee wordt bedoeld dat de reactiekracht op alle soorten incidenten wordt verbeterd. Gewerkt wordt volgens de structuur en de processen van het crisisplan. Om het gewenste niveau van de crisisorganisatie te bereiken zijn vier prioriteiten vastgesteld: 1. Versterking gemeentelijke kolom De gemeenten zijn een belangrijk en onmisbaar onderdeel van de hoofdstructuur van de crisisorganisatie. Door invulling te geven aan het vastgestelde regionale normenkader versterkt deze ‘vierde hulpverleningskolom’ haar crisisorganisatie. 2. Samenwerking met partners. De VRHM ziet het als haar kerntaak de partners in veiligheid met elkaar te verbinden en samenwerking te bevorderen. Deze samenwerking vindt plaats op strategisch, tactisch en operationeel niveau en in alle fasen van de veiligheidsketen. Het kennen van elkaar, informatie delen en geoefend zijn draagt bij aan een goede samenwerking tijdens incidenten of crises. 3. Informatiemanagement. De VRHM brengt de komende jaren informatiemanagement op een hoger niveau. De VRHM wil bereiken dat de juiste informatie op de juiste wijze op het juiste moment bij de juiste personen beschikbaar is, opdat bij incidenten, rampen en crises adequaat wordt opgetreden. 4. Crisiscommunicatie. Crisiscommunicatie is cruciaal tijdens crisissituaties. De VRHM acht het van belang om burgers goed en tijdig te informeren en een handelingsperspectief te geven. De VRHM moet klaar zijn om de sociale media in crisissituaties in te zetten. De VRHM past de nieuwe mogelijkheden die ontstaan om burgers tijdig te alarmeren, daar waar mogelijk, toe. Het regionaal risicoprofiel is input voor het beleidsplan. Het is belangrijk dat de basis van de rampenbestrijding en crisisbeheersing in de VRHM op orde is, zodat de meeste risico’s beheerst kunnen worden. De VRHM analyseert en adviseert over de maatregelen die bijdragen aan het verkleinen van de impact en/of de waarschijnlijkheid van de risico’s. Daarbij ligt de focus op de risico’s. Bluswatervoorziening In 2015 heeft uw raad besloten de bluswatervoorziening uit te breiden. Voor 2016 is dit een investering van € 20.000. De kapitaallasten van de investering zijn meegenomen in het beeld voor de komende jaren. Politiezorg Uitgangspunt is het Regionaal Beleidsplan 2015-2018 Eenheid Den Haag. Dit plan van de gemeenten, Openbaar Ministerie (OM) en de politie in de regionale eenheid Den Haag heeft de volgende punten benoemd die worden aangepakt: geweld, woninginbraken, jeugdoverlast en -criminaliteit, ondermijning overlast en maatschappelijke onrust. Naar aanleiding van de Veiligheidsmonitor 2013 is er extra aandacht voor de verkeersveiligheid. Acute zaken komen aan de orde in het overleg met de teamchef politie.
Programmabegroting 2016-2019
21
Rampenbestrijding Eerder hebben de burgemeesters van Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude het besluit genomen tot intensievere samenwerking op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing. Een plan van aanpak om te komen tot één gezamenlijke crisisorganisatie is in 2015 bekrachtigd door de colleges. In dit plan van aanpak wordt uitgewerkt op welke wijze de vijf gemeenten één crisisorganisatie kunnen vormen. Het jaar 2016 zal in het teken staan van de vorming van één crisisorganisatie. Kengetallen 2012
2013
2014
Geregistreerde woninginbraken
40
43
22
40
1
-
Geregistreerde inbraken bedrijven / instellingen / scholen / sportcomplexen
22
18
17
20
1
-
Plaats in de top 50 Elsevier beste gemeenten van Nederland
56
29
40
37
2
< 50
gunstig
gunstig
gunstig
gunstig
uitstekend
n.v.t.
4%
4,7%
6%
> 6%
Toename veiligheid (Bron: Veiligheidsmonitor politie) Percentage deelnemers Burgernet percentage inwoners 1 2
2015 per 1/7
Streef waarde
meting t/m juli 2015 e positie op ranglijst van totaal 393 gemeenten. Zoeterwoude staat op de 7 plaats van de beste gemeenten in Zuid-Holland. Wassenaar staat e op de 1 plaats
Financieel overzicht Programma 2 02. Openbare Orde en Veiligheid bedragen x € 1.000,Openbare Orde en Veiligheid
Rekening 2014 Lasten Baten
Saldo Programma
Lasten Baten
Saldo van baten en lasten
Begroting Begroting 2015 2016
Meerjarenraming 2017
2018
2019
871
917
911
909
913
913
-4
-4
-4
-4
-4
-4
868
912
907
905
909
909
871
917
911
909
913
913
-4
-4
-4
-4
-4
-4
868
912
907
905
909
909
Toelichting De vermindering van de lasten voor het product Openbare Orde en Veiligheid wordt voornamelijk veroorzaakt door een vermindering van de bijdrage aan de Veiligheidsregio Holland Midden. Investeringsplan 2016-2019 programma 2 Jaar
2016
22
Omschrijving
Bluswatervoorziening
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
20.000
1.240
1.222
1.205
Programmabegroting 2016-2019
2.1.3 Groene Leefomgeving Portefeuillehouder(s) Wethouders A. de Gans en C. den Ouden Omschrijving van het programma Dit programma omvat de onderdelen Landschap en cultuurhistorie, Openbaar groen, Biodiversiteit, Recreatie en spelen, Ondernemers en Duurzaamheid. Inleiding De gemeente Zoeterwoude streeft na Groen, Weids en Ondernemend te zijn en te blijven! De coalitie streeft ernaar om te behoren tot de top van Nederlandse gemeenten als het gaat om duurzaamheid. Het landschap van Zoeterwoude is een agrarisch werklandschap in een verstedelijkte omgeving. De cultuurhistorische elementen in bebouwing en landschap zijn nog goed zichtbaar en herkenbaar. Daarnaast is het een recreatief landschap met veel fiets- en wandelpaden en een toenemende biodiversiteit. Bij een recreatief landschap hoort ook spelen. In de woonkernen is formele en informele speelruimte. Het (openbare) groen in de woonkernen vergroot de leefbaarheid en speelt een belangrijke rol in de biodiversiteit en duurzaamheid. Door de gemeente, haar inwoners en omwonenden wordt de weidse groene polder hoog gewaardeerd. Landschap en Cultuurhistorie Het buitengebied van Zoeterwoude ligt langs de westrand van het Groene Hart en grenst aan de Randstad. Dit buitengebied heeft grote landschappelijke en cultuurhistorische waarden en kan worden beschouwd als één van de best bewaarde Nederlandse laagveengebieden. De eenheid van linten, veenweiden en droogmakerijen met hun typische verkaveling, is op veel plekken goed bewaard gebleven en niet aangetast door ruilverkaveling. Aandacht voor landschap en cultuurhistorie is belangrijk voor de instandhouding van het buitengebied. Leidend voor deze doelstelling zijn de volgende beleidsdocumenten: ■ Structuurvisie Buitengebied Zoeterwoude (2009). ■ Bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010). ■ Beeldkwaliteitplan landelijk gebied Zoeterwoude (2012). Doelstellingen
Prestaties
Behoud van het agrarische werklandschap
1.
Bescherming van het landschap in beleid en door voorlichting over het landschap, de waarden, de kansen en het beheer hiervan te continueren.
2.
Opstellen Omgevingsplan Landelijkgebied op basis van de Omgevingswet.
3.
Bescherming van de cultuurhistorische landschapswaarden in beleid en door voorlichting over cultuurhistorische waarden, de kansen en het beheer hiervan te continueren.
4.
Bescherming van cultuurhistorische bouwwerken in beleid en door voorlichting over de cultuurhistorische waarden de kansen en het beheer hiervan te continueren.
5.
Uitvoering monumentenbeleid (programma 6)
Behoud van de cultuurhistorische waarden
Openbaar groen De staat van het openbaar groen in de woonkernen is belangrijk voor de leefbaarheid. Openbaar groen is daarom de drager van een duurzame leefomgeving waarin het fijn vertoeven is voor de burgers en waar ook plaats is voor natuur (kleine zoogdieren, vogels, insecten etc.). Het groen is daarom gif- en kunstmestvrij en gevarieerd. Het beheer wordt uitgevoerd met respect voor mens en dier.
Programmabegroting 2016-2019
23
Leidend in de uitvoering van beheer en beleid van het openbaar groen en de bomen zijn de beleidsplannen: ■ Beleids-en beheerplan groen (2015). ■ Boombeleid in Zoeterwoude (2009) . ■ Bomenverordening (2010) . Doelstellingen
Prestaties
Duurzame instandhouding van het openbaar groen
1.
Dagelijks beheer op orde.
2.
Vervanging van beplanting waar nodig.
3.
Geen chemische onkruidbestrijding en kunstmest.
4.
Duurzame beplanting.
Duurzaam openbaar groen
Extra toelichting punt 1 tot en met 4: 1. Dagelijks beheer op orde. ■ Het beheerbeleid gaat uit van verschillende beheerniveaus op diverse locaties en beheerplannen. Dit is vastgelegd in het Beleids-en beheerplan Groen. Beplanting en bomen worden beheerd door de eigen buitendienst. Daar waar de capaciteit niet toereikend is wordt extra personeel ingehuurd. ■ Het maaien van bermen, gazons en watergangen wordt uitbesteed aan een aannemer. Enkele bloemrijke bermen worden door agrariërs beheerd. 2. Vervanging van beplanting waar nodig. ■ Jaarlijks worden waar nodig, vervangingen op plantvakniveau uitgevoerd. De bepalende factoren daarbij zijn de leeftijd en/of de conditie van de beplanting. Ook wanneer de beplantingssoort veel onderhoud eist wordt deze in het kader van de verminderde capaciteit bij de buitendienst vervangen. Bij voorkeur wordt aangesloten bij civiele werkzaamheden, zoals riool- en wegonderhoud. Bij grotere renovaties worden de bewoners bij de plannen betrokken. ■ De vervangingsmaatregelen worden volgens de planning in het beleids- en beheerplan uitgevoerd (5 jaar). ■ We streven naar het op peil houden van het bomenbestand, waar mogelijk worden de gekapte bomen vervangen. Kwaliteit gaat boven kwantiteit. Hierbij geldt de stelregel de juiste boom op de juiste plaats met de juiste groeiplaatsinrichting. 3. Geen chemische onkruidbestrijding en kunstmest. ■ De onkruidbestrijding wordt handmatig door de groenmedewerkers van de buitendienst uitgevoerd. ■ Vooral met gesloten beplantingen werken zodat onkruid weinig of geen kans krijgt. ■ Er wordt alleen organische mest gebruikt. Uitgangspunt is een gezonde bodem waarbij het bodemleven in balans is. 4. Duurzame beplanting. ■ Bij renovaties en nieuwe beplantingen wordt vooral gebruik gemaakt van soorten die zo min mogelijk onderhoud vereisen en bijdragen aan de biodiversiteit. ■ Beplantingen van éénjarigen is tot een minimum beperkt. Dit draagt bij aan een lagere milieulast. ■ Bij inkoop van beplanting geldt dat de leverancier volgens milieukeur werkt. ■ Gezonde bodem, en goede groeiplaatsinrichting geven als resultaat een gezonde beplanting met weerstand tegen ziekten en plagen.
24
Programmabegroting 2016-2019
Biodiversiteit De gemeente Zoeterwoude is een gemeente met twee groene kernen en een groot groen buitengebied. Zo groen is Zoeterwoude niet altijd geweest. Door intensiever gebruik van het land en veranderd beheer bij gemeenten en waterschappen zijn de bloemrijke bermen, sloten en weilanden langzaam verdwenen en hiermee veel van het leven dat daarin voortkwam. Overheden en belanghebbenden zijn zich al geruime tijd bewust van het verlies van deze kleurenpracht en het probleem van verlies aan leefomgeving voor met name insecten zoals bijen, vlinders ed. Deze insecten hebben allemaal een belangrijke rol in de voedselketen. Uitsterven of afname zorgt direct bij andere soorten voor problemen. Uiteindelijk ook bij de mens. Om kleur en leven weer terug te brengen in het landschap is de gemeente in 2002 begonnen met het aanleggen van bloemrijke bermen en natuurvriendelijke oevers. Niet alleen herinrichting biedt een kans voor kleur en leven, maar ook ander beheer draagt hieraan bij. Door minder vaak te maaien krijgen planten de kans om hun zaad te laten vallen en zo te zorgen dat er het jaar erop opnieuw (en meer) kleur en leven aanwezig is. Dieren die afhankelijk zijn van bloemen (zoals bijen en vlinders) hebben zo meer te eten en zullen beter kunnen overleven en voortplanten. Zoeterwoude is niet de enige partij die werkt aan kleur en leven (project Bloemrijke bermen). In de hele regio wordt hier energie in gestoken zoals bijvoorbeeld met het project Groene Cirkels. Ook agrariërs dragen al jaren hun steentje bij door graskanten later te maaien en niet te bemesten. Sommige agrariërs maaien hele percelen later om plant en dier de kans te geven zich voort te planten. Leidend voor deze doelstelling zijn de volgende beleidsdocumenten: ■ Structuurvisie Buitengebied Zoeterwoude (2009). ■ Bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010). ■ Beeldkwaliteitplan landelijk gebied Zoeterwoude (2012). ■ Beleids- en beheerplan groen (2015). Doelstellingen
Prestaties
Het vergroten van biodiversiteit in Zoeterwoude
1.
Projecten uitvoeren waarin doelstellingen op het gebied van biodiversiteitsvergroting behaald worden.
2.
De biodiversiteit in Zoeterwoude neemt toe door biodiversiteit speerpunt te maken in de overleggen met de ondernemers in Zoeterwoude en ondernemers waar mogelijk deel uit laten maken van het duurzaamheidsprogramma.
3.
Het aantal ecologisch beheerde gemeentelijke eigendommen neemt jaarlijks toe doordat het aantal kilometers bermbeheer toeneemt en het openbaar groen in toenemende mate ecologisch wordt beheerd.
4.
Ecologisch beheer van de bloemrijke bermen zowel binnen als buiten de woonkernen door natuurvriendelijk maaien, waarbij de ontwikkeling van de vegetatie de maaidatum bepaalt.
5.
Ruimte voor biodiversiteit, beheer en inrichting.
Het gemeentelijk groen op een ecologische manier beheren
Extra toelichting punt 1 en 5: 1. Projecten uitvoeren waarin doelstellingen op het gebied van biodiversiteitsvergroting behaald worden. ■ Het uitbreiden van Bloemrijke Bermen. ■ Het realiseren van deelprojecten uit Groene Cirkels. ■ Meewerken aan initiatieven uit Samen voor Groen en/of het Leaderprogramma Leidsche Ommelanden. De aanleg van Natuurvriendelijke oevers, diverse bollenbeplantingen en bloemrijke bermen zoals is opgenomen in het beleids-en beheerplan groen.
Programmabegroting 2016-2019
25
5. Ruimte voor biodiversiteit, beheer en inrichting. ■ Bij keuze van de soort beplantingen wordt rekening gehouden met de waarde van de planten en bomen voor insecten, vogels en kleine zoogdieren. Er wordt gebruik gemaakt van de soortenlijst op www.drachtplanten.nl. ■ Waar mogelijk worden natuurvriendelijke oevers toegepast. ■ In het openbare groen wordt gewerkt volgens de gedragscode bestendig beheer van de VNG en Stadswerk. De medewerkers van de buitendienstdienst dienen hiervoor gecertificeerd te zijn. Met het werken volgens de gedragscode is gegarandeerd dat de Flora en Faunawet niet overtreden wordt en soorten duurzaam behouden blijven. Ondernemers Zoeterwoude wil de agrarische ondernemers in het buitengebied steunen. Zij zijn de dragers van het landschap. De ondernemers in het landelijk gebied zijn voornamelijk agrarische ondernemers, met of zonder nevenactiviteiten op het gebied van (verblijfs)recreatie, educatie, zorg etc. Daarnaast zijn er agrarisch gerelateerde bedrijven zoals loonwerkers etc. Met de blijvende verschuivingen in (mondiale) afzetmarkten zullen de perspectieven voor de landbouw voortdurend veranderen. Dit maakt dat zich nieuwe ontwikkelingen voordoen in de agrarische bedrijfsvoering. Het is onze ambitie deze nieuwe ontwikkelingen te bezien en (indien mogelijk) te verwerken in een nieuwe beleidsvisie. Leidend voor deze doelstelling zijn de volgende beleidsdocumenten : ■ Structuurvisie Buitengebied Zoeterwoude (2009). ■ Bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010). Doelstellingen
Prestaties
De ondernemers in het landelijk gebied krijgen ‘ruimte’ om hun bedrijfsvoering rendabel te houden. De ‘ruimte’ die hiervoor nodig is moet passend zijn in het landschap.
1.
Beleid dat invloed heeft op de bedrijfsvoering van ondernemers zoals Omgevingsvisie en Omgevingsplan, wordt mede met hen opgesteld.
2.
De gemeente maakt waar mogelijk gebruik van ondernemers om gemeentelijk eigendom in het buitengebied ecologisch te beheren.
3.
Waar mogelijk vindt uitbreiding plaats van het aantal ecologische bermen dat door agrariers wordt beheerd.
4.
De gemeente voert overleggen met verschillende werkgroepen waarin ondernemers uit het buitengebied vertegenwoordigd worden, waaronder de stuurgroep Groen Zoeterwoude en de Stichting Land van Wijk en Wouden.
5.
De gemeente ondersteunt de werkzaamheden van de Stichting Land van Wijk en Wouden door financiële ondersteuning van projecten die de doelen van programma 3 ondersteunen.
Recreatie en spelen Het landschap van weiden en linten is aantrekkelijk voor recreanten. Deze recreanten zijn met name afkomstig uit de omliggende steden. Het landschap is rijk bedeeld met recreatiestructuren, vooral fietspaden. Door de aanwezigheid van kerkepaden zijn verschillende korte wandelingen en fietstochten mogelijk tussen de linten. De gebiedscommissie Land van Wijk en Wouden en de agrarische natuurvereniging hebben vele kilometers boerenlandpaden gerealiseerd. Er is een mountainbikeroute, twee skeelerroutes en een kanoroute. Als startpunt is het Recreatief Transferium gerealiseerd. Op verschillende plekken in de linten zijn recreatieve functies zoals kaasboerderijen en (mini)campings. Minicampings zijn er bij de Zuidbuurt, aan de Broekweg en in de Drooggemaakte Geer- en Kleine Blankaardpolder. Ook het relatief grote aantal zelfkazende boeren, vaak met verkoop aan huis, vormt een trekpleister in het kader van recreatief medegebruik. Ook kent Zoeterwoude inmiddels een aantal Bed en Breakfasts.
26
Programmabegroting 2016-2019
Verandering toeristisch-recreatieve vraag Maatschappelijke ontwikkelingen als vergrijzing en individualisering leiden tot een verandering in de toeristischrecreatieve vraag. Door de vergrijzing neemt het aantal korte vakanties toe. De groep ouderen is niet gebonden aan het hoogseizoen, gaat relatief veel in eigen land op vakantie, vraagt een goede kwaliteit van voorzieningen en heeft redelijk veel geld te besteden. Door het groter aantal korte vakanties neemt het aantal recreatiebewegingen toe. Om hier op in te spelen is het van belang dat het huidige recreatieve aanbod in ieder geval op niveau blijft en waar mogelijk verbeterd wordt en dat het landschap aantrekkelijk en toegankelijk blijft. Speelplekken Elk kind van 0 tot 18 jaar heeft het recht om te ontmoeten, te spelen en te verblijven in de openbare ruimte. Hiervoor is het van belang dat zowel de formele speelplek als ook de informele speelruimte (de bespeelbare openbare ruimte) kwalitatief goed ingericht is. Dit betreft niet alleen de speelplek maar ook de stoep om te kunnen krijten of het trapveldje om te kunnen voetballen, het groen om in te ravotten en het pleintje om elkaar te ontmoeten. Zoeterwoude richt de formele speelplaatsen op een duurzame wijze in en betrekt zo veel mogelijk de gebruikers en bewoners bij de (her)inrichting. Hierbij wordt uitgegaan van de schijf van 5. Dit houdt in dat verschillende voorzieningen (speeltuin, speelroute, pleintje, trapveldje, vieze knieën) in de openbare ruimte samen in de speelbehoefte van kinderen voorzien. Leidend voor deze doelstelling zijn de volgende beleidsdocumenten: ■ Structuurvisie Buitengebied Zoeterwoude (2009). ■ Bestemmingsplan Landelijk Gebied (2010). ■ Beeldkwaliteitplan landelijk gebied Zoeterwoude (2012). ■ Beleidsplan spelen (2015). Doelstellingen
Prestaties
Zoeterwoude is aantrekkelijk voor (dag)recreanten
1.
Zoeterwoude is toegankelijk voor fiets-, wandel-, vaar- en skeelerverkeer onder andere door het aanleggen van het Fietspad Laan van Oud Raadwijk en aanlegsteigen bij het Recreatief Transferium .
2.
Door eenduidige routeaanduidingen, bloemrijke bermen langs routes en voldoende horeca is Zoeterwoude aantrekkelijk voor recreanten.
Er is veel draagvlak voor behoud van het landelijk gebied Zoeterwoude bij omwonenden
3.
Zoeterwoude is bekend en men weet Zoeterwoude te vinden als recreatiegebied.
Er zijn voldoende speelplekken op de juiste plaats
4.
Uitvoering actieplan voor spelen.
5.
Bij de herinrichting van de openbare ruimte wordt aandacht besteed aan de informele speelruimte. Aandachtpunten zijn aantrekkelijk en toegankelijk groen, bespeelbare verharding, veilig water.
6.
Gebruikers en buurtbewoners denken mee over de plannen. Bij grotere renovaties van speelplekken worden direct omwonenden aangeschreven en gevraagd om input of het invullen van een enquête.
Extra toelichting punt 3 en 4: 3. Zoeterwoude is bekend en men weet Zoeterwoude te vinden als recreatiegebied. ■ Voldoende naamsbekendheid middels PR en de Stichting Land van Wijk en Wouden. ■ De jaarlijkse Polderdag. ■ Goede bewegwijzering vanuit omliggende steden. ■ En voldoende publiciteit over lokale evenementen.
Programmabegroting 2016-2019
27
4. Uitvoering actieplan voor spelen. ■ Jaarlijks wordt een aantal acties uitgevoerd uit de meerjarenplanning van het speelplan. De acties zijn erop gericht de hoeveelheid en de inrichting van de speelplekken beter te laten aansluiten op het aantal en de leeftijd van de omwonende kinderen. In totaal zijn op dit moment 44 speelplekken in Zoeterwoude aanwezig. Er zijn 8 speelplekken aangewezen die in de periode 2015-2024 omgevormd gaan worden naar speels ingerichte informele speelruimte. Daarnaast wordt meer variatie aangebracht tussen de verschillende speelplekken en waar nodig worden speelroutes aangelegd om de speelplekken op een veilige manier te kunnen bereiken. Duurzaam (beheer) De gemeente wil duurzaamheid op zeer veel werkgebieden toepassen. Zo ook op het gebied van landschap, biodiversiteit en recreatie. Bij nieuwe ontwikkelingen wordt de vraag gesteld of dit een duurzame ontwikkeling is voor het gebied. Zorgt het voor behoud van aanwezige waarden of zorgt het juist voor een verandering die meer betekent voor de toekomst dan het huidige gebruik? Leidend voor deze doelstelling zijn de volgende beleidsdocumenten : ■ Structuurvisie Buitengebied Zoeterwoude (2009). ■ Beleids-en beheerplan groen (2015). ■ Beeldkwaliteitplan landelijk gebied Zoeterwoude (2012). ■ Coalitieakkoord (2014). ■ Duurzaamheidsagenda. Doelstellingen
Prestaties
Duurzame ondernemers
1.
In het kader van het project Groene Cirkels en/of duurzaam bedrijventerrein Grote Polder worden afspraken gemaakt met ondernemers om hun terrein duurzaam en biodivers in te richten.
2.
In het kader van het project Groene Cirkels en/of duurzaam bedrijventerrein Grote Polder worden afspraken gemaakt met ondernemers om hun terrein duurzaam te beheren.
3.
Waar mogelijk zal de gemeente jaarlijks de oppervlakte van ecologisch beheer van het eigen terrein laten toenemen.
4.
Waar mogelijk zal de gemeente In toenemende mate het openbaar groen ecologisch beheren.
Duurzame gemeente
Kengetallen 2012
2013
2014
2015 per 1/7
Streef waarde
1.761
1.761
1.761
1.758
1.758
16
16
16
21
20,5
3.225
4.000
500
5.500
5.500
Aantal km boerenlandpaden
23
23
23
23
23
Lengte recreatieve vaarwegen (km)
15
15
15
15
15
Lengte recreatieve fietspaden (incl. fietspad Zuidbuurt)
19,42
20,22
20,22
21.0
21
Lengte skeelerroute
23,9
23,9
23,9
24
23,9
Aantal ha agrarisch gebied RT eraf Aantal ha bos en open terrein RT erbij Aantal m ecozones geplande bermen erbij
28
Programmabegroting 2016-2019
Financieel overzicht Programma 3 Groen bedragen x € 1.000,Landschap en cultuurhistorie
Rekening 2014
9
3
3
Baten
0
0
0
0
0
0
2
0
9
9
3
3
730
820
777
747
749
752
-2
-6
-6
-6
-6
-6
728
814
770
741
743
746
Lasten
5
0
0
0
0
0
Baten
1
0
0
0
0
0
6
0
0
0
0
0
Lasten
34
58
5
5
5
5
Baten
0
0
0
0
0
0
34
58
5
5
5
5
Lasten
74
78
57
59
46
50
Baten
0
0
0
0
0
0
74
78
57
59
46
50
Lasten
0
0
10
10
10
10
Baten
0
0
0
0
0
0
0
0
10
10
10
10
844
956
857
830
813
819
-1
-6
-6
-6
-6
-6
843
949
850
823
807
813
Lasten
Saldo
Saldo Duurzaamheid
Saldo Programma
Lasten Baten
Saldo van baten en lasten
2019
9
Saldo
Ondernemers
2018
0
Saldo
Recreatie en spelen
2017
2
Baten
Biodiversiteit
Meerjarenraming
Lasten
Saldo Openbaar groen
Begroting Begroting 2015 2016
Toelichting: De verschillen ten opzichte van 2015 hebben voornamelijk betrekking op minder kosten voor het onderhoud van het groen. Daarnaast zijn minder interne uren begroot voor het beleid groen houden Zoeterwoude. In 2016 is een budget van € 15.000 opgenomen voor het opstellen van het Bomenbeleidsplan. Het programma 3 is opnieuw ingedeeld. Naast de nieuwe naam Groene Leefomgeving is ook de indeling gewijzigd. Er zijn nu 6 beleidsproducten binnen het programma. Via de Najaarsnota 2015 zal ook de begroting voor 2015 worden aangepast waardoor het vergelijk over de jaren heen makkelijker is.
Programmabegroting 2016-2019
29
Investeringsplan 2016-2019 programma 3 Jaar
2016
2017
2018
2019
30
Omschrijving
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
Renoveren en omvormen openbaar groen 2016
45.000
2.115
2.090
2.066
Speeltoestellen Nota Groenstructuurplan en spelen 2016
37.170
3.296
3.241
3.187
Renoveren en omvormen openbaar groen 2017
45.000
2.115
2.090
Speeltoestellen Nota Groenstructuurplan en spelen 2017
51.800
4.593
4.517
Renoveren en omvormen openbaar groen 2018
45.000
2.115
Speeltoestellen Nota Groenstructuurplan en spelen 2018
40.300
3.573
Renoveren en omvormen openbaar groen 2019
45.000
Speeltoestellen Nota Groenstructuurplan en spelen 2019
27.000
Programmabegroting 2016-2019
2.1.4 Verkeer, Vervoer en Waterstaat Portefeuillehouder Wethouder C. den Ouden Omschrijving van het programma Dit programma betreft de gemeentelijke activiteiten met betrekking tot het beheer en onderhoud van de wegen, waterwegen en openbare verlichting. Daarnaast bevat dit programma het beleid ten aanzien van het verkeer en vervoer binnen de gemeente. Het is de ambitie om de openbare ruimte zo efficiënt mogelijk te beheren met gebruikmaking van recente informatie- en beheerssystemen t.w: - Nota onderhoud kapitaalgoederen - Geïntegreerd Beheers en Informatiesysteem (GBI) - Wijkgericht beheer Actualiseren Nota Onderhoud Kapitaalgoederen jaar 2016 € 30.000 De huidige Nota Onderhoud Kapitaalgoederen 2010-2013 dient geactualiseerd te worden. Met de nota Onderhoud Kapitaalgoederen wordt inzichtelijk gemaakt wat de huidige kwaliteit van de openbare ruimte is én welke onderhouds- en vervangingskosten voor de komende jaren per discipline nodig zijn. Het totaalbeeld geeft ons de mogelijkheid beter grip te krijgen op de financiële situatie, het inzicht in de kapitaalgoederen te vergroten en beter in samenhang te kunnen sturen op de ruimtelijke kwaliteit van de buitenruimte. Geïntegreerd beheers informatiesysteem De gemeente werkt reeds jaren met beheerssystemen voor wegen, riolering en groen. Uit deze beheerssystemen wordt informatie gehaald voor het jaarlijkse onderhoud. De huidige software wordt niet meer ondersteund door de leverancier en moet worden vervangen. Voor aanschaf en implementatie van het GBI (geïntegreerd beheers informatiesysteem) is het nodig in 2016 € 30.000 incidenteel bij te ramen. In regionaal overleg wordt ingezet op samenwerking op dit punt. Wijkgericht beheer Westwout De wijk Westwout is behoorlijk verzakt. Er is een plan van aanpak opgesteld voor een integrale herinrichting waarbij rekening is gehouden met vervanging riolering, verhardingen en het aanwezige groen. De werkzaamheden worden gefaseerd uitgevoerd. Onderstaand is aangegeven wat per fase aan investering nodig is. De investeringen voor vervanging van de hoofdriolering in wijk Westwout zijn in programma 8 opgenomen. In 2016 is reeds rekening gehouden in het investeringsplan voor de reconstructie van de Commandeurshof, Burgemeester Doyerstraat en Burgemeester Slicherstraat. In de Wijk Westwout wordt de openbare ruimte opnieuw ingericht. Fase 1, de Burgemeester Doijerstraat, Burgemeester Slicherstraat en Commandeurshof worden in het najaar 2015 tijdelijk, na het vervangen van de riolering begestraat Na een zettingsperiode van een jaar worden deze wegen definitief ingericht. Dit gebeurt in het najaar van 2016. In december 2014 is de eerste bewonersavond gehouden om het plan in hoofdlijnen toe te lichten. Meer avonden zullen volgen, wanneer het plan voor de bovengrond verder in detail is uitgewerkt. In de investeringsplannen voor de jaren 2016-2020 is aanvullend nodig: ■ 2017: € 70.000 voor reconstructie Van Swietenstraat, J. A. de Gravenlaan en Culemburgstraat. ■ 2018: € 139.000 voor reconstructie Burg. Van Gilsstraat, Burg. Hemmingsonstraat, Burg. Van Outerenstraat, Burg. Brandstraat, Klaverwydestraat en 1e gedeelte van de Kerklaan. ■ 2019: € 285.000 voor reconstructie Richellestraat, Veldzichtstraat, 1e gedeelte Ambachtsherenweg en 2e gedeelte Kerklaan. ■ 2020: € 320.000 voor reconstructie 2e gedeelte Ambachtsherenweg, Wapstraat, van Alkemadestraat en Jan Porcellistraat. Opgemerkt wordt dat in het verleden is besloten de jaarlijkse investering voor vervanging van het openbaar groen bij vervanging riolering en bestrating te laten vervallen en de kosten voor vervanging groen mee te
Programmabegroting 2016-2019
31
nemen in de projectkosten. De eerder opgenomen investeringen voor de straten zoals genoemd in 2017 en 2018 moeten hierdoor worden aangepast. Dit werkt door in de kapitaalslasten 2018 en 2019. De aanvullende investeringsplannen verhogen de jaarlijkse kapitaalslasten als volgt: ■ 2018 met € 5.040 ■ 2019 met € 4.960 Wegen, straten en pleinen Aan te schaffen meetpunt gladheid jaar 2016 € 21.000 Goede bewaking van gladheid en verkeersveiligheid is enkel mogelijk op basis van gegevens van onze gemeentelijke wegen (bijvoorbeeld hoeveelheid restzout). De afgelopen periode hadden wij alleen de beschikking over wegdektemperaturen en restwaarden zout van de provincie Zuid-Holland. Deze waarden zijn niet maatgevend en wijken af van onze waarden. Voor onderhoud van het systeem dient het budget vanaf 2016 structureel te worden opgehoogd met € 3.700. Alternatieve onkruidbestrijding op wegen vanaf jaar 2016 structureel € 42.000 extra nodig In de programmabegroting 2015-2018 is opgenomen dat het vanaf november 2015 wettelijk niet meer is toegestaan chemische onkruidbestrijding op wegen toe te passen. Aangegeven was dat de raming voor 2016 mogelijk verhoogd zou moeten worden. Nader onderzoek naar mogelijke alternatieven (circa 2 x zo duur) vindt plaats in 2015. Op basis van een eerste inschatting worden de extra structurele kosten voor onkruidbestrijding op wegen geraamd op € 42.000. Dit resulteert in een verhoging van het budget van € 35.000 naar € 77.000. Bij de uitwerking van de alternatieve onkruidbestrijding wordt naar verschillende mogelijkheden gekeken. Openbare verlichting Openbare verlichting heeft tot doel het openbare leven bij duisternis zo goed en veilig mogelijk te laten functioneren. De verlichting moet er voor zorgen dat de inrichting van de openbare ruimte tijdens duisternis herkenbaar is en dat mensen elkaar en eventuele obstakels of onveilige situaties kunnen waarnemen. Een goede verlichting is belangrijk om bij te dragen aan een sociaal veilige, een verkeersveilige en een leefbare omgeving. Jaarlijks is voor de uitvoering van het beleidsplan Openbare verlichting een investering van € 40.000 voorzien. Bij vervanging worden energiezuinige armaturen toegepast zoals led-verlichting. In Dorp Zuid en op het parkeerterrein van het Recreatief Transferium en langs het fietspad langs de Zuidbuurtseweg is led-verlichting toegepast. In 2016 worden armaturen in de wijk Bloemenweide voorzien van ledverlichting Kunstwerken Civieltechnische kunstwerken zijn onderverdeeld in twee groepen, namelijk primaire kunstwerken zoals bruggen, grote duikers en fietstunnels en secundaire kunstwerken zoals damwanden, kadeconstructies, steigers, hekwerken en kleine duikers. Uit het rapport Nader Onderzoek Geerbrug van 5 december 2014 blijkt dat de Geerbrug op (korte) termijn vervangen moet worden. De constructie kan de huidige verkeersbelasting niet meer aan. Repareren is niet mogelijk. In het beheer- en inspectierapport worden de vervangingskosten geraamd op € 660.000 terwijl In het investeringsplan een bedrag van € 150.000 beschikbaar is voor vervanging van bruggen. Dit bedrag hoeft in 2016 niet aan andere bruggen te worden besteed waardoor het kan worden benut voor de Geerbrug. Voor de vervanging van de Geerbrug is dus een extra investering van € 510.000 nodig. Verkeer Jaarlijks besteden we aandacht aan verkeerseducatie om verkeersdeelnemers te wijzen op hun verantwoordelijkheid. Dit gebeurt ook op basisscholen door de jaarlijkse afname van het verkeersexamen door de hoogste groepen. Bij klachten of vragen door bewoners leveren we maatwerk om te komen tot veiliger verkeersoplossingen. Ook bij reconstructies van woonwijken worden verbeteringen van verkeersveiligheid meegenomen.
32
Programmabegroting 2016-2019
Met de provincie vindt verder overleg plaats over de infrastructurele werken rond de spoorlijn Leiden-Utrecht, zoals de ongelijkvloerse kruising N11-Ommedijkseweg, inpassing station Meerburg en fietsverbindingen. Watergangen Extra kosten baggerwerkzaamheden jaar 2016 € 137.000 In schouwvak 8 is het onverwachts noodzakelijk een in 2009 nieuw aangelegde watergang aan de Broekweg te baggeren. In de baggerplanning van 2011 was hiermee geen rekening gehouden. De extra kosten worden geraamd op € 15.000. In een deel van schouwvak 8 is vervuilde baggerspecie aangetroffen en is nader onderzoek nodig. De kosten voor onderzoek en uitvoering zijn geraamd op € 20.000. In 2016 ontvangt Zoeterwoude van het Hoogheemraadschap van Rijnland een rekening van € 19.000 voor de baggerontvangstplicht van verschillende primaire watergangen in onze gemeente. De kosten voor baggerwerkzaamheden in schouwvak 9 (bebouwde kom Zoeterwoude Rijndijk) zijn in 2016 € 83.000 hoger dan oorspronkelijk geraamd. Met de bestemmingsreserve voor baggerwerkzaamheden werden dit soort fluctuaties in de baggerkosten per jaar opgevangen. Door het opheffen van reserve baggeren is dat niet meer mogelijk. Voor 2017 tot 2020 is voor het baggeren € 69.000 per jaar nodig. Kengetallen 2012
2013
2014
-
32
18
-
-
50
95
-
Asfaltverharding m²
219.000
219.000
219.000
219.000
-
Elementenverharding m²
239.100
239.100
239.100
241.100
-
Aantal lichtmasten
1621
1.621
1.650
1.631
-
Aantal kunstwerken
71
71
72
71
-
1.750
1.750
1.750
1.750
-
516
516
516
520
-
1.186
1.193
1.200
1.193
-
72
72
72
81
-
38.290
38.290
38.290
38.290
-
Aantal uitrukken gladheidbestrijding
1
Aantal gebruikt strooizout (ton)
Tunnels en kademuren (m¹) Aantal straatnaamborden Aantal verkeersborden Aantal zitbanken Watergangen (m¹) 1
2015
Streef waarde
Gebaseerd op winter eindejaar plus begin volgend jaar
Financieel overzicht Programma 4 04. Verkeer Vervoer en Waterstaat bedragen x € 1.000,Verkeer Vervoer en Waterstaat
Rekening 2014 Lasten Baten
Saldo Programma
Lasten Baten
Saldo van baten en lasten
Programmabegroting 2016-2019
Begroting Begroting 2015 2016
Meerjarenraming 2017
2018
2019
1.942
1.754
2.169
2.108
2.169
2.114
-61
-31
-31
-31
-31
-31
1.881
1.723
2.138
2.077
2.138
2.083
1.942
1.754
2.169
2.108
2.169
2.114
-61
-31
-31
-31
-31
-31
1.881
1.723
2.138
2.077
2.138
2.083
33
Toelichting: In 2016 is er een toename van de kapitaalslasten wegens ingebruiknemen van een aantal investeringen zoals vervangen van bruggen, reconstructies wegen, vervangen beschoeiingen. in het product wegen, straten en pleinen en het product verkeer. Voor aanschaf van een meetpunt voor de gladheidsbestrijding is vanaf 2016 € 3.700 opgenomen en onkruidbestijding € 42.000. Voor het product openbare verlichting is op een aantal posten bezuinigd en zijn minder kapitaalslasten begroot, waardoor de lasten in 2016 lager zijn. Daarnaast is in de begroting € 9.000 opgenomen voor verkeerstellingen in 2016 en 2019 en € 30.000 voor actualiseren van de Nota Kapitaalgoederen in 2016. Investeringsplan 2016-2019 programma 4 Jaar
2016
2017
2018
2019
34
Omschrijving
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
Verleggen fiets- en voetpad Burg. Smeetsweg
20.000
1.240
1.222
1.205
Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting 2016
40.000
2.880
2.836
2.792
Vervanging Geerbrug 2016
660.000
40.920
40.339
39.758
Aanschaf Geintegreerd Beheers Informatiesysteem (GBI)
30.000
6.660
6.528
6.396
Vervanging beschoeiingen 2016
40.000
4.880
4.792
4.704
Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting 2017
40.000
2.880
2.836
Vervanging bruggen op basis beheersplan 2017
150.000
9.300
9.168
Reconstructie Burg Culemborgstraat
90.000
6.480
6.381
Reconstructie Jan Albert de Gravenlaan
100.000
7.200
7.090
Ophogen krediet Reconstructie Van Swietenstraat
30.000
2.160
2.127
Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting 2018
40.000
2.880
Vervanging bruggen op basis beheersplan 2018
150.000
9.300
Reconstructie 1e deel Kerklaan
35.000
2.520
Burg van Outerenstraat
35.000
2.520
Burg Brandstraat
35.000
2.520
Klaverweidestraat
34.000
2.448
Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting 2019
40.000
Vervanging bruggen op basis beheersplan 2019
150.000
Bereikbaarheid RGL Halte NS station
300.000
Reconstructie Richellistraat
55.000
Reconstructie Veldzichtstraat
85.000
Reconstructie 1e deel Ambachtsherenweg
85.000
Reconstructie 2e deel Kerklaan
60.000
Programmabegroting 2016-2019
2.1.5 Economische zaken Portefeuillehouder Wethouder A. de Gans Omschrijving van het programma Dit programma betreft het scheppen van randvoorwaarden voor een gunstig en duurzaam ondernemersklimaat en het optimaliseren van de detailhandelsvoorzieningen. Economische zaken Zoeterwoude kent naar verhouding veel bedrijvigheid. Het aantal banen per 100 inwoners is meer dan twee maal zo hoog als elders in de regio. Een goed ondernemersklimaat is dus van meer dan plaatselijk belang. In het najaar van 2013 is de Economische Agenda van de Leidse regio opgesteld, met bijbehorend Uitvoeringsprogramma. Sindsdien werken de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude samen in Economie071. Katwijk is in 2014 aangesloten. De rol van de overheid bij het bevorderen van de economie is vooral voorwaardenscheppend. Het programma richt zich grotendeels op de locaties waar bedrijven zijn gevestigd: bedrijventerreinen, kantorenlocaties en winkelgebieden. Winkelgebieden zijn niet alleen van belang als werklocatie, maar ook voor de inwoners van gemeente en regio als consument. Doel van het programma is dus ook het behouden en versterken van een winkelaanbod dat is afgestemd op de wensen van de consument en daarmee bijdraagt aan een goed woonklimaat. Naast de zorg voor goede werklocaties heeft de gemeente een rol als dienstverlener aan ondernemers. Die dienstverlening heeft betrekking op een groot aantal werkterreinen van de gemeente. Binnen het programma Economische Zaken gaat het vooral om de monitoring van de kwaliteit van de dienstverlening en om de communicatie met ondernemers. Dienstverlening gemeente Sinds 2010 behaalt Zoeterwoude goede scores in het tweejaarlijkse onderzoek van MKB-Nederland naar de e
e
tevredenheid van ondernemers (in rangorde van gemeenten: 8 van Zuid-Holland, 1 in Holland Rijnland). Streven is om deze positie vast te houden. In het verleden werden verbeterpunten geformuleerd aan de hand van de rapportages van MKB-Nederland, die in het verleden kosteloos of tegen geringe vergoeding werden verstrekt. Nu financiering van dit onderzoek door de rijksoverheid is beëindigd, worden de kosten van deze rapportage een stuk hoger. Daarnaast komen andere onderzoeken in beeld, die tegen vergelijkbare kosten rapporteren over de gemeentelijke dienstverlening. Dergelijke onderzoeken zijn intensiever en uitgebreider dan de MKB-onderzoeken tot op heden waren. Voor 2016 willen we van één van deze onderzoeken gebruik maken, eventueel afgestemd met de buurgemeenten van Economie071. Naar aanleiding van het MKB-onderzoek in 2013 en het afstudeeronderzoek dat daaropvolgend heeft plaatsgevonden, wordt voortdurend gekeken naar mogelijke verbeteringen in de communicatie met ondernemers. Bij het verspreiden van informatie wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van digitale communicatiemiddelen. Met vertegenwoordigers van bedrijventerreinen (Heineken, Grote Polder) en winkelgebieden (Dorpskern, Rijneke Boulevard) vindt in structurele vorm overleg plaats tussen gemeente en ondernemers.
Programmabegroting 2016-2019
35
Doelstellingen
Prestaties
Dienstverlening door gemeente is naar tevredenheid van de ondernemers
1.
score in MKB-onderzoek naar ondernemerstevredenheid is gelijkblijvend
2.
inzet van nieuwe (digitale) communicatiemiddelen
3.
regelmatig overleg met organisaties van ondernemers
Werklocaties De werklocaties die we in onze gemeente kennen, zijn bedrijventerreinen, kantorenlocaties en winkelgebieden. Daarnaast bestaat een groot deel van de oppervlakte van onze gemeente uit agrarisch werklandschap. Het agrarisch werklandschap, waar tevens het grootste deel van recreatie en toerisme plaatsvindt (inclusief het Recreatief Transferium), is onderwerp van Programma 3. Bedrijventerreinen De gemeente bevordert op verschillende manieren een doelmatig en duurzaam gebruik van de bedrijfsterreinen. De samenwerking met de ondernemers van het Bedrijventerrein Grote Polder in de Coöperatie Parkmanagement Grote Polder en met de vereniging BIZ Grote Polder wordt voortgezet. Het Rijk heeft inmiddels besloten de experimentele wet Bedrijven Investerings Zone (BIZ) om te zetten in een structurele wet, waarmee de BIZ Grote Polder ook na de eerste periode van 5 jaar kan worden voortgezet. Eind 2015 zal hernieuwing van de BIZ-verordening en de Uitvoeringsovereenkomst met de vereniging een feit zijn, mits daar op het bedrijventerrein voldoende draagvlak voor is. Dit draagvlak zal worden aangetoond middels de wettelijk verplichte draagvlakmeting. Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO-B) dat is behaald op Grote Polder en Oosthoek/Rijneke Boulevard vraagt een blijvende inspanning van alle deelnemende partijen, waaronder de gemeente. Hetzelfde geldt voor activiteiten op de verschillende werklocaties in Zoeterwoude Rijndijk die volgen op het project Duurzaam ondernemen Zoeterwoude, dat eind 2014 is afgerond. Eventuele stimuleringsbijdragen van de gemeente zullen ten laste komen van het Duurzaamheidsfonds. De vestigingen van Vliko en Kluivert in Leiderdorp, beide onderdeel van Shanks, zullen naar het bedrijventerrein Grote Polder verhuizen. Naar verwachting gaan de bedrijfsactiviteiten daar in 2016 starten. Kantorenlocaties
2
De locatie Verde Vista Meerburg is nog in ontwikkeling. Hier is nog ruimte voor 30.000 m vloeroppervlak. Landelijk en regionaal is er in de afgelopen jaren leegstand ontstaan, vooral in verouderde kantoren (en op locaties die vlak voor de crisis gereed zijn gekomen). In Zoeterwoude is de kantorenleegstand overigens lager dan gemiddeld in de regio. Binnen het samenwerkingsverband Holland Rijnland wordt de ontwikkeling van kantoormeters gemonitord en zoveel mogelijk onderling afgestemd, rekening houdend met provinciaal beleid. Bestaande kantoren (bijvoorbeeld aan de Hoge Rijndijk en Kopperwetering) kunnen worden getransformeerd naar woningen, de gemeente verleent planologische medewerking aan initiatieven daartoe. Winkelgebieden Begin 2016 wordt de regionale Retailvisie Leidse regio 2025 vastgesteld door de raden van de deelnemende gemeenten. In deze visie wordt een regionale hoofdstructuur van de detailhandel vastgelegd, waar de Zoeterwoudse winkelgebieden deel van uitmaken. Uitgaande van het belang van de consument zijn in deze visie drie typen winkelgebied onderscheiden: recreatieve winkelgebieden, boodschappenwinkelgebieden (Zoeterwoude Dorpskern en geplande winkelgebied Verde Vista Meerburg) en doelgerichte winkelgebieden (Rijneke Boulevard).
36
Programmabegroting 2016-2019
Met de totstandkoming van de Retailvisie komt naar verwachting de realisatie van het winkelgebied in Verde Vista Meerburg dichterbij. Dit winkelgebied betekent voor de inwoners van Rijndijk een verbetering van het winkelaanbod. De herstructurering van de dorpskern die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, heeft geresulteerd in een hoge kwaliteit van de openbare ruimte en een upgrading van supermarkt en verswinkels. Daarmee is de uitstraling en het functioneren van het gehele winkelgebied nog niet op het gewenste niveau. Dit wordt bevestigd in de regionale visie, waarin de dorpskern desalniettemin is aangeduid als toekomstbestendig winkelgebied. Het behouden en verbreden van de basisvoorzieningen in de dorpskern blijft onverminderd de aandacht vragen van alle betrokken partijen. De nieuwe samenwerking die in 2015 is gestart, wordt in 2016 voortgezet, waarbij de gemeente faciliterend optreedt. Doelstellingen
Prestaties
Bedrijventerreinen, kantorenlocaties en winkelgebieden zijn vitale werklandschappen, deels van regionale betekenis
1.
goed economisch functioneren
Het winkelaanbod is van goede kwaliteit en afgestemd op de wensen van de lokale cq. regionale consument
2.
hoge kwaliteit openbare ruimte (incl. veiligheid)
In Zoeterwoude-Rijndijk wordt het winkelaanbod voor dagelijkse boodschappen verbeterd
3.
goede bereikbaarheid en ontsluiting
De uitstraling van het Dorpsplein zal in overleg met de burgers en bedrijven worden verbeterd
4.
voortgaand proces van verduurzamen
5.
minimale leegstand
6.
goede organisatie en samenwerking van ondernemers
7.
winkels leveren compleet aanbod voor bewoners van kernen en regio
8.
het keurmerk Veilig ondernemen op de Grote Polder en Oosthoek/Rijneke Boulevard blijft behouden
9.
de gemeente verleent planologische medewerking aan transformatie van bestaande kantoren tot woningen
Regionale samenwerking Regionale samenwerking op het gebied van economische zaken vindt plaats binnen Holland Rijnland en sinds de laatste jaren vooral in Economie071. Economie071 is een samenwerking tussen overheden (de vijf gemeenten van de Leidse regio plus Katwijk), onderwijsinstellingen en ondernemers. De samenwerking wordt gefaciliteerd door een klein programmabureau, dat wordt gefinancierd door de deelnemende partijen. Voor het uitvoeren van (projecten van) de Economische Agenda is een voorstel gedaan tot het hanteren van een inwonerbijdrage van de deelnemende gemeenten, ingaande per 2016. Najaar 2015 wordt hierover besloten. In toekomstige gevallen waarin Zoeterwoude deelneemt aan projecten van Economie071 die een extra ambtelijke inzet vragen, zullen met betrekking tot de financiering daarvan voorstellen worden gedaan in de voor- en najaarsnota. Doelen en prestaties van de projecten worden in regionaal verband geformuleerd.
Programmabegroting 2016-2019
37
Kengetallen
Aantal bedrijven in de gemeente Aantal werkzame personen
1
1
Aantal niet-werkende werkzoekenden (april) Tevredenheid ondernemers MKB
2
3
Rang MKB ondernemersvriendelijke gemeente Nederland Kantoorvoorraad in de gemeente in m²
3
4
Leegstand kantoorvoorraad in de gemeente m²
4
Leegstand kantoorvoorraad in de regio Holland Rijnland m² 1 2 3 4
4
2012
2013
2014
2015 per 1/7
Streef waarde
486
489
n.n.b.
-
-
6.771
6.748
n.n.b.
-
-
94
135
196
-
-
6,8
6,8
n.n.b.
-
-
78
78
-
-
-
62.700
62.700
62.700
-
-
7,9%
7,9%
8,0%
-
-
12,8%
15,3%
15,0%
-
-
RIS Prov. Zuid-Holland, www.ris-zh.nl (Tympaan Instituut) en Bedrijven Register Zuid-Holland RIS Prov. Zuid-Holland, www.ris-zh.nl (Tympaan Instituut) / UWV WERKbedrijf: peildatum april MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland (MKB-Nederland) Bron: Tweejaarlijkse Kantorenmonitor Holland Rijnland
Financieel overzicht Programma 5 05. Economische zaken bedragen x € 1.000,Economische zaken
Rekening 2014
Saldo van baten en lasten
Meerjarenraming 2017
2018
2019
Lasten
180
199
211
186
186
186
Baten
-20
-1
-1
-1
-1
-1
160
199
210
185
185
185
Lasten
180
199
211
186
186
186
Baten
-20
-1
-1
-1
-1
-1
160
199
210
185
185
185
Saldo Programma
Begroting Begroting 2015 2016
Door de financiële bijdrage aan Economie071 (incidenteel 2016) en de kosten die samenhangen met het systeem van City traffic (driejarig, tot en met 2016) kent 2016 een financiële afwijking ten opzichte van de jaren 2017-2019.
38
Programmabegroting 2016-2019
2.1.6 Cultuur, Sport en Recreatie Portefeuillehouders Burgemeester Bloemen en de Wethouders A. de Gans en C. den Ouden Omschrijving van het programma Dit programma betreft het initiëren en in stand houden van voorzieningen op de gebieden van cultuur, sport, sportvelden, recreatie en monumenten. Subsidies Algemeen In het coalitieprogramma 2014-2018 hebben wij aangegeven ”grote waarde te hechten aan de instellingen en verenigingen en de talrijke vrijwilligers die een bijdrage leveren aan de hechte sociale gemeenschappen in Zoeterwoude-Dorp en Zoeterwoude-Rijndijk”. Om dit te stimuleren, stelt Zoeterwoude voorzieningen beschikbaar in de vorm van subsidies en (sport)accommodaties. Het voorzieningenniveau blijft voor onze burgers gehandhaafd. Onze inzet is een zodanige verdeling van het beschikbare subsidiebudget voor sport, welzijn en cultuur dat de aanvragende instellingen mede dankzij de bijdrage van de gemeente kunnen voortbestaan in het belang van de inwoners van Zoeterwoude. De in 2014 gestarte gesprekken met de instellingen en verenigingen over hetgeen zij in het kader van de “participatiemaatschappij” zouden kunnen betekenen voor de Zoeterwoudse burgers, worden ook in 2016 voorgezet. Dit in samenhang met de Burgermove projecten Steunpunt Welzijn en Wonen en Sociale Kaart ( zie programma 7 onderdeel Ouderen). Het subsidiebedrag waar de instellingen op kunnen rekenen, wordt aan het begin van de collegeperiode in principe voor 4 jaar bepaald, zodat de instellingen tijdig weten op welke bijdrage ze de komende periode mogen rekenen. In 2014 is het nieuwe meerjarensubsidieprogramma voor de jaren 2015 t/m 2018 vastgesteld. In verband met de moeilijk te voorspellen financiële situatie van de gemeente is een voorbehoud gemaakt voor de jaren 2017 en 2018. Een samenvatting van het Subsidieprogramma vindt u in bijlage 3 bij deze begroting. Ook in 2016 zullen wij de Heinekengift ad € 15.000 verdelen onder de Zoeterwoudse verenigingen en instellingen. Cultuur In het coalitieprogramma wordt de wens uitgesproken de huidige bibliotheekvoorzieningen te handhaven, maar deze wel aan te passen aan de hedendaagse behoeften. De landelijke trend laat een afname van het aantal leden en het aantal uitleningen bij bibliotheken zien. In de kengetallen ziet u een stijging van het aantal leden bij de bibliotheek Rijn en Venen vanaf 2014. Dit is het gevolg van het meetellen van leerlingen die gebruikmaken van een schoolpas. Gelet op deze tendens en het afnemend inwoneraantal hebben de bibliotheekbesturen de verwachtingen en streefwaarden voor het aantal leden en uitleningen bijgesteld. Door ledenwerfacties willen de bibliotheken ervoor zorgen dat het aantal leden in ieder geval niet sneller daalt dan de landelijke trend. Samen met het bestuur van de basisbibliotheek Rijn en Venen wordt in 2016 het plan voor een Schoolbibliotheek in de nieuw te bouwen Brede School verder uitgewerkt. Overleg en samenwerking met de scholen wordt voortgezet en geïntensiveerd. Naast het vervullen van de functie van Schoolbibliotheek zal de bibliotheek zich met een kleine collectie richten op ouderen en laaggeletterden. Alle andere boeken kunnen worden aangevraagd en komen uit de hoofdvestiging in Alphen aan den Rijn. Het steunen van het werk van de Zoeterwoudse kunstenaars blijft onze doelstelling. Wij proberen dit te bereiken door het bieden van faciliteiten waarbij ze werk onder de aandacht van de plaatselijke bevolking kunnen brengen, onder andere door de realisatie van één of meerdere jaarlijkse culturele evenementen. Sinds 2011
Programmabegroting 2016-2019
39
wordt dit jaarlijkse evenement georganiseerd door de Stichting Kunst en Cultuur Zoeterwoude met financiële ondersteuning door de gemeente. In 2016 zal weer een Kunstroute plaatsvinden. Wij zetten de succesvolle cultuurprogramma’s voor de basisschoolleerlingen van Cultuureducatie Leiden en Kunstmenu (kunsteducatie primair onderwijs) voort. Sport, recreatie en volksfeesten Voor de ondersteuning van sportverenigingen en sportstimulering is een budget van € 25.000 beschikbaar. In 2015 is het Onderzoek Sport, Bewegen en Leefstijl door Sportservice Zuid-Holland uitgevoerd. De, naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek, ingezette beleidslijn, continueren wij. Dit doen wij samen met een werkgroep waarin vertegenwoordigers vanuit de sport en andere betrokken maatschappelijke organisaties deelnemen. Met het Meer Bewegen Voor Ouderen en de ouderenorganisaties blijven we in overleg om het bewegen door ouderen te stimuleren. In het coalitieprogramma staat dat we sporten en bewegen bij jong en oud willen stimuleren. Sportverenigingen kunnen in dit kader een subsidie aanvragen voor het opzetten van nieuwe activiteiten voor de jeugd, activiteiten gericht op het behoud van jeugdleden en deskundigheidsbevordering van trainers. Ook in 2016 gaan we door met de verenigingsondersteuning door het Sportfondsen Sport Servicepunt. De sportcafés zijn een succes en blijken in een behoefte te voorzien. Deze worden in 2016 dan ook voortgezet. Zwembad Gelet op de ontmoetingsfunctie van het zwembad voor de jeugd maar ook vanwege de mogelijkheid om via het hebben van een zwembad makkelijker te kunnen voldoen aan “de 30-minuten per dag bewegen-wens” voor de Zoeterwoudse bevolking, is en blijft het onze inzet het zwembad voor Zoeterwoude te behouden. De reacties van de inwoners, maar ook van bezoekers van buiten de gemeente, op het hebben van een zwembad zijn zonder uitzondering positief. Het aanbod van activiteiten wordt op het huidige niveau gehandhaafd. Hierbij dienen de eisen van onderhoud, hygiëne, toezicht en aansprakelijkheid vanzelfsprekend gewaarborgd te zijn. Uit controles door de Omgevingsdienst blijkt dat wij daar ieder jaar aan voldoen. Natuurlijk blijft het onze inzet om de exploitatie van het zwembad zo gunstig mogelijk te laten uitkomen. Volksfeesten Zoeterwoude is een gemeente waar heel veel door vrijwilligers wordt georganiseerd. Eén van de evenementen is het Dorpsfeest. Dit jaarlijks terugkerende, succesvolle volksfeest ondersteunen wij graag door middel van een bijdrage uit de Heinekengift en/of Kasteelfonds. Monumentenbeleid In 2015 zijn wij bezig met uitbreiding van de gemeentelijke monumentenlijst. Deze aanwijzingsprocedure vraagt de nodige zorgvuldigheid. Op de informatieavond is er door een aantal eigenaren de nodige zorgen geuit over de aanwijzing van hun pand als gemeentelijk monument en is om meer tijd gevraagd om te kunnen reageren op de voorgenomen aanwijzing. Ook is verzocht om de (ontwerp)besluitvorming uit te stellen tot na de zomer. Wij hebben hiermee ingestemd. Voor de planning betekent dat, dat het ontwerpbesluit gepland staat in oktober / november 2015 en de definitieve aanwijzing plaatsvindt in januari 2016. De uitwerking vindt plaats binnen de begroting (2016) opgenomen monumentensubsidies.
40
Programmabegroting 2016-2019
Kengetallen 2012
2013
2014
2015 per 1/7
Streef waarde
1.062
1.012
1.124
1.173
965
675
645
641
642
625
Aantal uitleningen bibliotheek Zoeterwoude-Dorp
37.170
32.164
31.615
14.727
31.500
Aantal uitleningen bibliotheek Zoeterwoude-Rijndijk
16.223
13.330
12.203
6.998
13.000
79%
80%
89%
nbb
80%
20.107
21.253
19.812
7.868
21.000
Aantal persoonlijke zwembad-abonnementen jeugd
240
245
266
235
250
Aantal persoonlijke zwembad-abonnementen volwassenen
179
160
198
207
200
38/185
38/181
40/196
36/165
40
Aantal onvolkomenheden zwembad bij provinciale inspectie
0
0
0
0
0
Aantal gesubsidieerde instellingen/organisaties Programma 6
22
22
21
24
-
Aantal rijksmonumenten
33
33
33
33
33
24
24
24
24
36
Aantal leden bibliotheek Zoeterwoude-Dorp Aantal leden bibliotheek Zoeterwoude-Rijndijk
Aantal Zoeterwoudse deelnemers project Museum en School Aantal bezoekers zwembad
Aantal gezinsabonnementen/personen
Aantal gemeentelijke beschermde monumentale panden 1
1
Conform Beleidskader Cultureel erfgoed 2010
Financieel overzicht Programma 6 06. Cultuur, Sport en Recreatie bedragen x € 1.000,-
Rekening 2014
Cultuur, Sport en Recreatie
Meerjarenraming 2017
2018
2019
Lasten
827
861
863
839
839
836
Baten
-199
-197
-197
-197
-197
-197
628
664
666
642
641
639
Lasten
827
861
863
839
839
836
Baten
-199
-197
-197
-197
-197
-197
628
664
666
642
641
639
Saldo Programma
Begroting Begroting 2015 2016
Saldo van baten en lasten
Ten opzichte van de begroting 2015 is er sprake van een kleine stijging met € 2.000 o.a. als gevolg van indexering van de subsidies aan de grote instellingen met personeel en een hogere uitname uit de reserve SOZZ voor kunst- en cultuurprojecten. Met betrekking tot de in opgenomen investering schilderwerk bibliotheek de opmerking dat deze afhankelijk wordt gesteld van de plannen met betrekking tot dit pand aangezien de bibliotheek in 2018 naar de nieuwe locatie in Bloemenweide zal verhuizen. Investeringsplan 2016-2019 programma 6 Jaar
Omschrijving
Investeringsbedrag
2017
Bibliotheek schilderwerk buiten
17.000
2019
Sporthal Klaverhal buitenschilderwerk
9.000
Programmabegroting 2016-2019
Kapitaallasten 2017
2018
2019
2.803
2.749
41
2.1.7 Sociaal Domein Portefeuillehouder Burgemeester E.G.E.M. Bloemen en wethouder C. den Ouden Omschrijving van het programma Dit programma betreft de onderdelen: - Maatschappelijke ondersteuning (gehandicaptenbeleid, Wmo-voorzieningen, maatschappelijke diensten, ouderenzorg, vrijwilligers-/mantelzorgbeleid etc.) - Participatie (Bestrijden van armoede, re-integratie, arbeidsgehandicapten, het verstrekken van uitkeringen etc.) - Jeugdhulp met als doel inwoners in staat te stellen volwaardig deel te nemen aan de maatschappij. Inleiding In 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk geworden voor vrijwel alle taken op het gebied van participatie, zorg en jeugd. Door deze 3D-operatie zijn belangrijke nieuwe taken bij op het gebied van de Wmo en de participatiewet, maar ook zaken als hulp en ondersteuning voor kinderen en hun gezinnen die nodig is in verband met problemen rond opvoeden en opgroeien, beperkingen, psychische problemen en zorgen rondom gedrag of veiligheid. De bredere focus die hierdoor ontstaat, geeft extra het belang weer van de sociale en zorgzame gemeente die Zoeterwoude is en wil blijven. Veel onderwerpen die in deze begroting worden genoemd zoals sport, cultuur, welzijn, minimabeleid, vrijwilligerswerk, schuldhulpverlening, etc. dragen bij aan een zo goed mogelijke ontwikkeling van onze inwoners. Bij de toepassing van het bovenstaande is uiteindelijk belangrijk of onze inwoners tevreden zijn met het door ons gekozen beleid. Wij zullen de mate van tevredenheid gaan meten en als prestatie-indicator in de programmabegroting gaan opnemen. In het coalitieprogramma is aangegeven: “Een activerend sociaal beleid dat tegelijk een vangnet biedt voor wie het echt nodig heeft. De voorgenomen decentralisaties rond de zorg, werk en jeugd hebben een forse impact op zorg voor de burgers van Zoeterwoude. Omdat deze taken met een bezuinigingstaakstelling naar de gemeente komen, zal samenwerking in de regio en een verhoogde efficiency ervoor moeten zorgen dat alle taken met behoud van kwaliteit kunnen worden opgepakt. Ondanks deze insteek zal er steeds meer een beroep worden gedaan op de “eigen kracht” en verantwoordelijkheid van de cliënt en zijn/haar netwerk. Pijnlijke keuzes zullen soms onvermijdelijk zijn, omdat de gemeente niet beschikt over voldoende extra financiële ruimte. Uitgangspunt blijft dat er hulp/ ondersteuning beschikbaar blijft voor wie dat echt nodig hebben”.
MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING In 2015 is de Wmo uitgebreid met een aantal nieuwe taken, zoals de decentralisatie van de AWBZ. We verweven bestaande individuele en algemene/collectieve voorzieningen en de nieuwe taken in elkaar tot een nieuw geheel. Dit is een grote (financiële) opgave. Transformatie vraagt om een open proces waar meer ruimte komt en blijft voor vernieuwing die we lerende weg vormgeven. De opgaven en oplossingsrichtingen formuleren we gezamenlijk met inwoners en aanbieders. Als gemeente zetten we vooral hoofdlijnen uit o.a. door middel van bestuurlijk contracteren. Wij doen dit hoofdzakelijk in de Leidse Regio (Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude). In het kader van de nieuwe Wmo wordt niet meer gesproken over individuele voorzieningen maar maatwerkvoorzieningen. Hiermee wil het Rijk aangeven dat deze taken geen langdurige zorg betreffen, maar maatschappelijke ondersteuning, dicht bij de burger, flexibel en goed aansluitend bij persoonlijke leef- en woonsituatie van mensen. De taakvelden Maatschappelijke ondersteuning zijn huishoudelijke hulp, individuele en groepsbegeleiding, kortdurend verblijf en beschermd wonen, vervoer en woningaanpassingen.
42
Programmabegroting 2016-2019
In Zoeterwoude gaan we uit van de principes “eigen kracht van de inwoners” en “doen wat nodig is”. Dat betekent dat niet elke inwoner met een vergelijkbaar probleem ook dezelfde ondersteuning krijgt. Een verschuiving van “Waar heb ik recht op” naar “eigen kracht van de inwoners” en “Wat heb ik nodig?”. Iedereen kan iets overkomen waardoor je (even) niet alles meer zelf kunt en ondersteuning nodig is. Als gemeente informeren, adviseren en ondersteunen wij op een manier die daaraan bijdraagt. Niet de beperkingen staan centraal, maar de mogelijkheid van mensen om zich aan te passen en zelf regie te (blijven) voeren over hun leven. Meer dan nu, wordt de regie en zeggenschap bij de mensen zelf gelaten en daarop aangevuld wat nodig is. Wie echter niet zonder professionele ondersteuning kan, krijgt die ook. Tijdelijk als het kan, permanent als het moet. De toegang tot de voorzieningen ligt momenteel bij het loket Zorg, werk en inkomen, waarbij het keukentafelgesprek uitgangspunt is. Wij onderzoeken de mogelijkheid om ook andere professionals hierbij te betrekken. Daarover zijn wij in gesprek met de praktijkondersteuners van de huisartsen, clëntenondersteuning MEE en de wijkverpleging . In het beleidsplan Wmo 2015-2016 zijn onze beleidsuitgangspunten als volgt beschreven: Doelstellingen
Prestaties
De inwoners kunnen rekenen op een goed voorzieningenniveau. Hierbij is het uitgangspunt dat er uitgegaan wordt van de “eigen kracht” van inwoners en een vangnet voor diegenen die de zorg zelf niet kunnen regelen.
1.
Verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning.
2.
Voor de toegekende voorzieningen alsnog een eigen bijdrage opleggen.
3.
Mogelijkheden beschermd wonen, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en AMHK verder ontwikkelen.
4.
Hulp bij het huishouden hulp blijft mogelijk.
5.
Bestuurlijk contracteren evalueren.
1. Verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van maatschappelijke ondersteuning Wij doen dit door: - Het in Leidse regio verband aanstellen van een toezichthoudende functionaris; - Het monitoren van de uitvoering (incl. management rapportage en verantwoording) via de KING-monitor; - Het gevraagd en ongevraagd betrekken van de Wmo/SAR- adviesraad in Zoeterwoude bij de beleidsvorming en -toetsing; Daarbij levert ook het proces van bestuurlijk contracteren een bijdrage aan de kwaliteit. 2. Voor de toegekende voorzieningen alsnog een eigen bijdrage opleggen Op dit moment betalen de inwoners een eigen bijdrage voor verstrekte voorzieningen. Wij willen deze bijdrage ook innen voor voorzieningen waarvan de beschikking voor 1 januari 2015 is afgegeven. 3. Mogelijkheden beschermd wonen, maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en Algemeen Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling verder ontwikkelen In de komende jaren gaan wij mogelijkheden van beschermd wonen en maatschappelijke opvang binnen de gemeente samen met andere gemeenten organiseren, waarbij sociale binding met de directe omgeving zoveel mogelijk wordt benut. Dit is noodzakelijk omdat de taak van Leiden als centrumgemeente per 2017 vervalt. 4. Hulp bij het huishouden blijft mogelijk De huishoudelijke hulp is in 2015 veranderd. Voor cliënten in de zwaardere categorie en cliënten die veel uren hulp bij het huishouden hebben, geldt de maatwerkvoorziening. Voor cliënten die zelf in staat zijn hulp bij het huishouden te regelen, is een algemene voorziening ingericht. Deze wordt in 2016 nog gesubsidieerd door de zogenaamde Van Rijn-gelden. Voor de jaren na 2016 wordt bezien of een vorm van subsidiering mogelijk c.q. wenselijk is.
Programmabegroting 2016-2019
43
5. Bestuurlijk contracteren evalueren Door samen met de gemeenten in de Leidse regio de Wmo-partners bestuurlijk te contracteren, willen we meer ruimte creëren voor het maatschappelijk middenveld. Hierbij is het de inzet nieuwe partners de mogelijkheid te geven toe te treden en zo nodig afscheid te nemen van bestaande relaties. Samen met het werkveld worden diverse kwaliteitseisen en initiatieven geformuleerd. In 2016 wordt een klein budget gereserveerd voor innovatie. Ouderenzorg Doelstellingen
Prestaties
Op het gebied van de ouderenzorg een bijdrage leveren aan (het vergroten van) het welbevinden van ouderen.
1.
Een passend aanbod van activiteiten en voorzieningen creëren.
2.
Zelfredzaamheid ouderen/burgers bevorderen.
1. Een passend aanbod van activiteiten en voorzieningen creëren Op het gebied van de ouderenzorg willen wij een bijdrage leveren aan (het vergroten van) het welbevinden van ouderen. Door de vergrijzing is dit een toenemend punt van aandacht. Wij willen sociaal isolement en vereenzaming van ouderen voorkomen en in gesprek gaan met inwoners en instellingen over de gevolgen van de vergrijzing en de gevolgen van de decentralisatie van de AWBZ-zorg, zodat tijdig ingesprongen kan worden op deze ontwikkelingen. De groeiende zorgvraag en het langer thuis blijven wonen van ouderen vragen van de gemeente de nodige coördinatie om tot afstemming te komen op het terrein van wonen, zorg en welzijn. Hier ligt een sterke relatie met het programma Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Hierbij werken wij nauw samen met WIJdezorg en andere maatschappelijke partners om te komen tot een passend aanbod van activiteiten en voorzieningen voor ouderen 2. Zelfredzaamheid ouderen/burgers bevorderen In 2014 is gestart met het project Burgermove. Dit heeft in 2015 een succesvol vervolg gekregen. Er zijn vier themagroepen gevormd (Sociale kaart, Schouw openbare ruimte, Wonen onderzoek/Begeleid wonen en Servicepunt Wonen/Welzijn) die enthousiast aan de slag zijn gegaan en plannen hebben ontwikkeld op het gebied van wonen, welzijn en zorg in Zoeterwoude. Het Servicepunt Welzijn/Wonen is op kleine schaal van start gegaan. In 2016 zal dit zich met ondersteuning van de gemeente verder ontwikkelen. Ook de andere groepen zullen wij ondersteunen bij de verdere ontwikkeling van de plannen en activiteiten. Financieel zullen de startkosten en de exploitatie in de eerste jaren betaald worden uit de bijdrage van € 20.000 die van de Rabobank in het kader van de herinrichting Dorpskern in 2015 is ontvangen voor sociaal maatschappelijke doelen. Naar verwachting zal de bijdrage van de Rabobank voor deze meerjarenbegroting voldoende zijn om de structurele kosten te dekken. Aanvankelijk hebben wij ons gericht op de inwoners van 55 jaar en ouder en kwetsbare doelgroepen. Burgermove is echter voor alle burgers. Gaandeweg het traject zullen wij alle burgers en de jongeren in het bijzonder, erbij betrekken. Ook de ouderencoördinator, die de contacten onderhoudt met ouderenorganisaties, activiteiten coördineert en nieuwe activiteiten ontwikkelt, is intensief bij het project Burgermove betrokken. Zij ondersteunt de groepen, bewaakt de voortgang en zorgt voor onderlinge afstemming.
44
Programmabegroting 2016-2019
Mantelzorg Mantelzorgers zorgen ervoor dat er een kleiner beroep wordt gedaan op de professionele zorg. Met de decentralisatie van de AWBZ-zorg wordt de rol van de mantelzorgers nog belangrijker. Doelstellingen
Prestaties
Mantelzorgers ondersteunen.
1.
Invulling mantelzorgcompliment.
2.
Overbelasting mantelzorgers voorkomen.
1. Invulling mantelzorgcompliment Met ingang van 2015 is de landelijke regeling waarbij mantelzorgers een mantelzorgcompliment van € 200 per jaar via de SVB ontvangen afgeschaft en worden de gemeenten verantwoordelijk voor de jaarlijkse blijk van waardering voor mantelzorgers. Wij hebben een deel van het bedrag, dat structureel wordt toegevoegd aan het gemeentefonds en bestemd is voor ondersteuning en waardering van mantelzorgers, toegevoegd aan het budget mantelzorg. Ingezet wordt op extra activiteiten in 2016 om mantelzorgers te ondersteunen. Op de Dag van de Mantelzorg worden activiteiten georganiseerd om blijk te geven van onze waardering voor de mantelzorgers. 2. Overbelasting mantelzorgers voorkomen Mantelzorg geven kan fysiek maar ook emotioneel zwaar zijn, terwijl het niet gemakkelijk is deze taken te beëindigen vanwege de emotionele en persoonlijke band met de hulpbehoevende. Wij vinden het belangrijk te voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken en zelf een zorgvrager worden. Daarom zet de gemeente in op vroegtijdige signalering van overbelasting en gerichte ondersteuning, en erkenning van het belang van de mantelzorg(ers). Gebruik van hulp van (zorg)vrijwilligers en het eigen sociale netwerk kunnen de mantelzorgers ontlasten. Tevens zorgt de gemeente voor een goed samenhangend aanbod van informatieverstrekking, advies en cliëntondersteuning. Vrijwilligerswerk Doelstellingen
Prestaties
Het vrijwilligerswerk stevig verankeren in de samenleving
1.
Verenigingen met vrijwilligers faciliteren.
1. Verenigingen met vrijwilligers faciliteren Het stevig verankeren van het vrijwilligerswerk in de gemeenschap vinden wij belangrijk. Wij faciliteren verenigingen met trainingen en cursussen voor kaderleden en stimuleren inwoners om als vrijwilliger actief te worden of te blijven. Daarnaast blijven wij het vrijwilligerswerk door begeleiding en waardering ondersteunen.
Programmabegroting 2016-2019
45
PARTICIPATIE De Participatiewet is per 1 januari 2015 van kracht. De doelstelling van de wet is dat zoveel mogelijk mensen regulier aan het werk gaan. Instroom in de Wet sociale werkvoorziening is namelijk niet meer mogelijk. De Wajong is alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen. De gemeente heeft de taak om werkzoekenden met inbegrip van deze nieuwe doelgroepen te begeleiden naar werk. In het Beleidsplan Participatiewet zijn de kaders voor het beleid vastgesteld. De gemeente richt zich op de brede doelgroep van de Participatiewet en in het bijzonder op werkzoekenden die niet in staat zijn zelfstandig het minimumloon te verdienen. Daarbij is 2015 een overgangsjaar en zal 2016 bovenal in teken staan van de handhaving van de Participatiewet, de doelstelling om meer burgers met een arbeidsbeperking aan een baan te helpen, het cliëntenbestand verder te stabiliseren en de effecten van het inkomensondersteuningsbeleid, met name in het bereik van de meest kwetsbare groepen, te beoordelen. Voor Participatie worden de volgende beleidsuitgangspunten beschreven: Doelstellingen 1.
Zoeterwoudse burgers hebben werk of volgen een opleiding en zijn hierdoor zelfredzaam of vergroten hierdoor hun kansen op de arbeidsmarkt, in het bijzonder de werkzoekenden met een arbeidsbeperking die niet in staat zijn het minimumloon te verdienen.
Prestaties 1a. Intensiveren samenwerking DZB (Werkgeversservicepunt Leidse Regio) 1b. Extra inzet richting werkgevers om werkzoekenden met een arbeidshandicap in dienst te nemen. 1c. Continuering inzet teruggeleiding jongeren tot 27 jaar naar school. 1d. Handhaving inburgeringstrajecten
2.
Mensen leveren een tegenprestatie naar vermogen voor de uitkering.
2. Uitvoering tegenprestatie naar vermogen.
3.
Minima doen mee in de samenleving en raken niet in een sociaal isolement.
3a. Uitvoering individuele bijzondere bijstand
Zoeterwoudse burgers voor wie een financieel vangnet noodzakelijk is, ontvangen inkomensondersteuning.
4a. Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen.
4.
3b. Verstrekken (bijdrage in) premie collectieve ziektekostenverzekering minima.
4b. Continuering handhaving re-integratieverplichtingen. 4c. Intensiveren fraudepreventie en opsporen uitkeringsfraude.
5.
Het ontstaan dan wel escalatie van problematische schuldensituaties voorkomen.
5a. Uitvoeren schuldhulpverlening. 5b. Continuering faciliteren van het Schuldhulpmaatjesproject door gemeentelijke bijdrage. 5c. Continuering financiering ondersteuning sociaal fonds door gemeentelijke bijdrage.
1a. Intensiveren samenwerking DZB (Werkgeversservicepunt Leidse Regio) De wetgever verlangt van gemeenten dat per arbeidsmarktregio één aanspreekpunt voor werkgevers wordt gecreëerd. Op Holland Rijnland niveau is afgesproken dat het Werkbedrijf deze functie gaat vervullen voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking. Het Werkbedrijf is echter bovenal een netwerkorganisatie. De uitvoering van de werkgeversdienstverlening vindt plaats in de drie subregio’s. Voor de Leidse subregio fungeert DZB als werkgeversservicepunt. Zoeterwoude blijft evenwel daarnaast haar lokale werkgevers diensten verlenien. In 2016 zal Zoeterwoude nader met het Werkgeversservicepunt DZB samenwerken in de uitwisseling van vacatures, werkgeverscontacten en de bemiddeling van werkzoekenden. Het doel is om meer personen te bemiddelen naar de arbeidsmarkt, in het bijzonder werkzoekenden met een arbeidsbeperking. Het streven is dat 40% van de door de gemeente gestarte bemiddelingstrajecten in 2016 leidt tot uitstroom uit de uitkering zodat het cliëntenbestand stabiliseert op het huidige aantal.
46
Programmabegroting 2016-2019
1b. Extra inzet om werkgevers werkzoekenden met een arbeidshandicap in dienst te nemen De gemeente Zoeterwoude zal in 2016 meer gebruik maken van de beschikbare instrumenten voor werkzoekenden met een arbeidsbeperking zoals de inzet van structurele loonkostensubsidie, de no risk polis en indien nodig persoonlijke ondersteuning. Dit op grond van de nieuwe Re-integratieverordening. 1c. Continuering inzet teruggeleiding jongeren tot 27 jaar naar school Jongeren met studiefinanciering komen niet in aanmerking voor algemene bijstand. Het Rijk verwacht van de jongeren dat ze de mogelijkheden binnen het reguliere onderwijs volledig benutten. De gemeente gaat hier in 2016 verder strenger op handhaven. Dit heeft in 2015 al geleid tot minder jongeren in de bijstand. Jongeren die niet op eigen kracht hun weg vinden naar school of werk worden door de klantmanager aangemeld bij het Project Jongeren op de Arbeidsmarkt. Het doel is om het aantal jongeren in de uitkering te stabiliseren. Het streven is het aantal jongeren met een bijstandsuitkering in 2016 verder te beperken tot vijf jongeren. Er zullen echter altijd jongeren aangewezen blijven op een uitkering Participatiewet. 1d. Handhaving inburgeringstrajecten De gemeente is verantwoordelijk voor het handhaven van bestaande inburgeringstrajecten. In 2016 wordt de voortgang van de inburgeringstrajecten nauwgezet gevolgd. Het streven is om de bestaande inburgeringstrajecten tot 1 te reduceren. Het aantal inburgeraars is sedert 2013 al gedaald van tien naar vier inburgeraars in 2014 door het behalen van het inburgeringsexamen. 2. Uitvoering tegenprestatie naar vermogen De Participatiewet legt de gemeenteraad de verplichting op om bij verordening regels vast te stellen over het opdragen van een tegenprestatie aan personen in de leeftijd van 18 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd die een bijstandsuitkering ontvangen. De duur en omvang is geregeld in de Verordening Tegenprestatie Participatiewet 2015. In 2015 is voornamelijk ingezet op de personen die intrinsiek te motiveren zijn om de tegenprestatie naar vermogen te verrichten. In 2016 zal de doelgroep verder verbreed worden en waar mogelijk zal een passende tegenprestatie worden opgelegd. Dit zal meer personele capaciteit vragen, waarbij de kanttekening geplaatst moet worden dat de gemeente geen vergoeding ontvangt van het Rijk voor het uitvoeren van deze taak. Dit betekent dat de gemeente ervoor moet waken dat het uitvoeren van de tegenprestatie niet disproportioneel wordt ten opzichte van de re-integratietaak van de gemeente. 3a. Uitvoering individuele bijzondere bijstand Vanaf 1 januari 2015 zijn de mogelijkheden tot het verstrekken van categoriale bijzondere bijstand aanzienlijk beperkt. Bovendien zijn de tegemoetkomingen vanuit het Rijk voor chronisch zieken en gehandicapten grotendeels afgeschaft. Dit heeft in 2015 geleid tot een herijking van het bijzondere bijstand beleid. Zo zijn de regelingen voor maatschappelijke participatie verbreed met volwassenen en bestaat er een aparte regeling voor leermiddelen voor schoolgaande kinderen. Voorts is de doelgroep verbreed met personen met een inkomen tot 120% van de bijstandsnorm. In 2016 wordt bezien of dit heeft geleid tot een beter bereik van de doelgroep en toename van het aantal aanvragen bijzondere bijstand. Indien het aantal aanvragen bijzondere bijstand ten opzichte van 1 juli 2015 niet significant is toegenomen met ca. 20% wordt overwogen een nieuwe communicatiecampagne te starten om de doelgroep te bereiken. 3b. Verstrekken (bijdrage in) premie collectieve ziektekostenverzekering minima In het verlengde van het voorgaande beleidsuitgangspunt heeft de gemeente per 1 januari 2015 de doelgroep voor de collectieve zorgverzekering verruimd en de aanvullende verzekering van burgers met een hogere zorgvraag uitgebreid met aanvullende dekking. Dit heeft in 2015 geleid tot een aanzienlijk toename van het aantal zorgverzekerden via de collectieve zorgverzekering. In 2016 wordt een nieuwe communicatiecampagne gestart en wordt bekeken of de uitgebreide collectieve zorgverzekering voorziet in de behoefte van de doelgroepen
Programmabegroting 2016-2019
47
die voorheen aanspraak maakten op de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en de Compensatieregeling Eigen Risico. 4a. Behandelen aanvragen en beheer uitkeringen Het aantal bijstandsuitkeringen wordt sterk beïnvloed door de economische conjunctuur. In Zoeterwoude is het aantal bijstandsgerechtigden als gevolg van de economische crisis de laatste jaren sterk gestegen. Door de introductie van de Participatiewet komen naast de oude doelgroepen de nieuwe groepen die voorheen instroomden in de Wajong of Wsw erbij. De doelstelling is om het cliëntenbestand te stabiliseren. Per 1 januari 2015 is bovendien een nieuw verdeelmodel voor de berekening van de hoogte van het Rijksbudget van toepassing. Op grond van historische gegevens (inwoneraantal) heeft de gemeente altijd een beroep kunnen doen op een aanvullende uitkering bij een tekort. Deze aanvullende uitkering is vervangen door een vangnetuitkering. De gemeente kan hierop een beroep doen als het tekort op het bijstandsbudget oploopt tot boven de 7,5% van het toegekende budget. Het college dient voor deze aanvraag een analyse van de mogelijke oorzaak en de omvang van het tekort te schetsen en de raad te infomeren over deze analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot tekortreductie te komen. De aanvraag dient in 2016 te geschieden. 4b. Continuering handhaving re-integratieverplichtingen Per 1 januari 2015 heeft het Rijk strengere regels opgesteld voor de arbeids- en re-integratieverplichtingen. De bijstandsuitkering bij het niet nakomen van een aantal in de wet genoemde arbeidsverplichtingen wordt verlaagd met 100% gedurende ten minste een maand. Het gaat onder meer om het niet aanvaarden of het niet behouden van algemeen geaccepteerde arbeid. De gemeente zal in 2016 het naleven van re-integratieverplichtingen, overeenkomstig het Rijksbeleid en de nieuwe Afstemmingsverordening van de gemeente strenger handhaven om ervoor te zorgen dat de eigen verantwoordelijkheid van de uitkeringsgerechtigde sterker wordt benadrukt. Dit echter zonder hierbij de menselijke maat te verliezen. In 2015 is dit beleid ingezet en het wordt in 2016 gecontinueerd. 4c. Intensiveren fraudepreventie en opsporen uitkeringsfraude In 2016 zal uitvoering gegeven worden aan het vast te stellen Beleidsplan Handhaving Participatiewet. Het plan behelst in het kort dat in 2016 de cliënten beter geïnformeerd worden over de rechten en plichten die verbonden zijn aan een uitkering en de gevolgen bij het niet naleven van deze verplichtingen (boeteoplegging). Voorts zal meer gebruik gemaakt worden van huisbezoeken om de rechtmatigheid van uitkering vast te stellen, van themacontroles en risicoanalyses. Dit in samenwerking met de door de gemeente ingehuurde sociaalrechercheur. Doelstelling is om fraude zowel te voorkomen als eerder op te speuren. 5a. Uitvoeren schuldhulpverlening In 2015 is in Zoeterwoude het Schuldhulpmaatjesproject, geïnitieerd en uitgevoerd door vrijwilligers, geïntroduceerd. Samen met de gezamenlijke kerken ondersteunt Zoeterwoude dit burgerinitiatief. In 2016 zal de gemeente verder bijdragen aan het bijscholen van de vrijwilligers en de naamsbekendheid van het project. Hoewel de gemeente dit burgerinitiatief van harte ondersteunt, blijft het een particulier initiatief. Het succes van het project staat of valt met de bekendheid van het project en de behoefte en bereidheid van burgers om contact op te nemen met het Schuldhulpmaatje bij dreigende schuldsituaties. Gezamenlijke doelstelling van zowel het Schuldhulpmaatjesproject als de gemeente is om de instroom in de gemeentelijke schuldhulpverlening of de schuldsanering te verminderen. In 2016 zal onderzocht worden hoeveel personen door het Schuldhulpmaatjesproject zijn begeleid en of sprake is van een verminderde instroom in de gemeentelijke schuldhulpverlening. Dit laatste met de kanttekening dat het aantal burgers met schuldenproblematiek sterk afhankelijk is van de economische situatie.
48
Programmabegroting 2016-2019
5b. Continuering faciliteren van het Schuldhulpmaatjesproject door gemeentelijke bijdrage De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening regelt dat de minnelijke schuldhulpverlening een wettelijke taak is van de gemeente met een regierol en zorgplicht voor de gemeente. Het richtinggevend plan schuldhulpverlening 2012-2016 zal in 2016 worden geëvalueerd en daar waar nodig worden herijkt. Het doel van het beleidsplan was om de kwaliteit en de effectiviteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening te verbeteren. 5c. Continuering financiering ondersteuning sociaal fonds door gemeentelijke bijdrage Per 1 juli 2015 verstrekt de gemeente jaarlijks een bijdrage aan het Sociaal Fonds van de samenwerkende kerken in Zoeterwoude voor de continuïteit van het noodfonds en als blijk van waardering. Dit onder de voorwaarden dat het om urgente situaties gaat en om kosten die aantoonbaar zijn. In 2016 zal bezien worden of sprake is van een toename van het aantal verstrekkingen uit het Sociaal Fonds Zoeterwoude in relatie tot het bijzondere bijstand beleid van de gemeente. De voordracht voor het Sociaal Fonds vindt plaats vanuit de gemeente.
Programmabegroting 2016-2019
49
JEUGDHULP De verantwoordelijkheid voor en financiering van vrijwel alle jeugdhulp ligt vanaf 1 januari 2015 bij de gemeenten. De gemeenten worden hierdoor inhoudelijk, financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor de zorg voor jeugd die tot 31 december 2014 onder het Rijk, de provincies, de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (Zvw) viel. Doelstellingen
Prestaties
1.
Aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning.
1. Voldoende laagdrempelig en divers aanbod aan opvoeden opgroeiondersteuning vanuit het CJG, dat aansluit bij de behoeften van de doelgroep.
2.
Aanbod gespecialiseerde jeugdhulp.
2. Voldoende aanbod van kwalitatief goede gespecialiseerde jeugdhulp.
3.
Activiteiten Centrum Jeugd en Gezin.
3a. Organiseren van preventieve activiteiten door het CJG. 3b. Bekendheid CJG vergroten.
4.
Uitvoering jeugdwet.
4a. Opstellen integrale nota jeugdbeleid 4b. Regionale inkoop jeugdhulp.
5.
Doorontwikkeling Jeugd- en gezinsteam
5a. Het regionaal ontwikkelen van prestatie indicatoren voor het JGT en de gespecialiseerde jeugdhulp. 5b. Doorontwikkeling van het Jeugd- en Gezinsteam (JGT), samen met Leiderdorp. 5c. Integratie CJG en JGT.
1. Voldoende laagdrempelig en divers aanbod aan opvoed- en opgroeiondersteuning vanuit het Centrum Jeugd en Gezin (CJG), dat aansluit bij de behoeften van de doelgroep In het verleden werd opvoed- en opgroeiondersteuning met name aanbodgericht ingezet. Van gesubsidieerde organisaties binnen het CJG (gericht op opvoed- en opgroeiondersteuning) wordt verwacht dat zij meer aansluiten bij en/of anticiperen op de wensen en behoeftes van ouders, opvoeders en jongeren. Een bepaalde mate van flexibiliteit in het vraaggerichte aanbod is daarom wenselijk. 2. Voldoende aanbod van kwalitatief goede gespecialiseerde jeugdhulp De gemeente heeft de plicht om een aanbod te organiseren dat kwalitatief en kwantitatief toereikend is. De Tijdelijke Werkorganisatie Opdrachtgeverschap Jeugdhulp Holland Rijnland (TWO) is door de samenwerkende gemeenten ingesteld met als doel het inhoudelijk opdrachtgeverschap jeugdhulp in te vullen. Onderdeel daarvan is voorstellen te doen over de wijze waarop de inkoop van de jeugdhulp vorm krijgt. In mei 2015 hebben de 13 colleges in de regio de inkoopstrategie voor 2016 vastgesteld. Deze bestaat uit twee sporen: - Voor 2016 verlengen van de contracten - Voor 2017 bijstellen van het huidige beleidskader jeugd Het product jeugdhulp heeft een nauwe relatie met het product preventief jeugdbeleid, met de overige producten binnen het programma sociaal domein en met de programma’s onderwijs en volksgezondheid. 3a. Organiseren van preventieve activiteiten door het CJG Net als voorgaande jaren worden er vanuit het CJG diverse preventieve activiteiten georganiseerd. Deze activiteiten zijn onder andere het geven van cursussen, advies en ondersteuning gericht op opvoed- en opgroeiondersteuning. Het inzetten van deze preventieve activiteiten is een belangrijk onderdeel om de instroom in dure specialistische voorzieningen te voorkomen. Voor 2016 staan de volgende acties gepland: ■ Nagaan bij ouders via ouderraden hoe het onderwerp ‘alcohol’ leeft. ■ Nagaan bij verenigingen of zij ‘problemen’ ervaren bij de nieuwe alcoholwet. ■ Nagaan bij ouders hoe, en welke informatie zij zouden willen ontvangen over overgewicht bij jonge kinderen.
50
Programmabegroting 2016-2019
■ Aan de hand van bovenstaande inventarisaties acties organiseren. ■ Gemaakte afspraken rondom spraak- en taalachterstanden en VVE-kinderen worden opgefrist met de betrokken medewerkers. 3b. Bekendheid CJG vergroten Voor 2016 staan de volgende actiepunten gepland: ■ Uitvoering communicatieplan CJG. ■ CJG-medewerkers vertellen over het CJG op vindplaatsen. ■ Waar mogelijk inzet van CJG-medewerkers op de vindplaatsen. ■ Bekendheid geven aan de frontoffice van het CJG ( telefoon, website, balie, chat en mail). ■ Aandacht voor gastvrijheid en zichtbaarheid. ■ Voortzetting facebook van CJG Zoeterwoude. ■ Voortzetting regionaal twitteraccount. 4a. Opstellen integrale nota jeugdbeleid In 2016 zullen wij een nieuwe (lokale) integrale nota jeugdbeleid opstellen, waarin ook het CJG-realisatieplan wordt geactualiseerd en aandacht wordt besteed aan de transitie van de jeugdzorg. 4b. Regionale inkoop jeugdhulp De samenwerkende gemeenten in de regio Holland Rijnland hebben besloten om in het kader van sturingskracht en efficiency het contracteren van jeugdhulp gezamenlijk uit te voeren. Over de uitvoering vanaf 2017 zullen wij in 2016 regionaal een beslissing nemen. Hiervoor monitoren wij de inkoop en sturen waar nodig bij. 5a. Het ontwikkelen van prestatieindicatoren voor het Jeugd- en gezinsteam en de gespecialiseerde jeugdhulp Zorgpartijen die deelnemen in de Jeugd- en Gezinsteams zullen halfjaarlijks verantwoording af leggen over de JGT’s in de vorm van een 'monitor'. De bronnen voor deze monitor zijn cijfermatige gegevens uit het registratiesysteem van de JGT’s en kwalitatieve gegevens op basis van zelfevaluatie van de teams. Periodieke monitoring van de Jeugd- en Gezinsteams heeft tot doel om verantwoording af te leggen aan de gemeenten, maar heeft ook een belangrijke functie voor de Jeugd- en Gezinsteams zelf, namelijk om een bijdrage te leveren aan hun ontwikkeling en leerproces. Wij zullen in 2016 een goed beeld krijgen van de caseload, effectiviteit en klanttevredenheid. Ook worden de lokale en regionale partners gevraagd naar hun tevredenheid. Daarnaast zetten de 13 samenwerkende gemeenten in op het verwerven van relevante sturingsinformatie, die bij het contractmanagement wordt gebruikt. Om tot goede sturingsinformatie te komen, is het noodzakelijk om in de uitvraag aan aanbieders aandacht te besteden aan de volgende onderwerpen: ■ Monitoring: kwantitatief en kwalitatief. ■ Ontwikkelen van prestatie-indicatoren in samenspraak met aanbieders. ■ Risico- en kansenmanagement. 5b. Doorontwikkeling van het Jeugd- en Gezinsteam (JGT) In 2016 gaat de doorontwikkeling van het JGT verder. Naar verwachting komt er een rechtspersoon als overkoepeling van de 26 JGT's in de regio. 5c. Integratie CJG en JGT Met de komst van het JGT zijn de taken uitgebreid van ons 'basis' CJG waarmee we in 2011 zijn gestart (CJGloket gemeentehuis). Naast het bieden van advies en laagdrempelige opvoedondersteuning, kunnen de diverse jeugdhulpaanbieders nu ook rechtstreeks vanuit het CJG/JGT hulp verlenen. Het CJG en JGT werken in 2016 verder aan de onderlinge samenwerking en integratie.
Programmabegroting 2016-2019
51
De actiepunten voor 2016 zijn: ■ Terugkoppeling na verwijzing. ■ Toename samenwerking rondom 1 gezin 1 plan. ■ 3x per jaar gezamenlijk CJG/JGT –overleg. Preventief jeugdbeleid Doelstellingen 1.
Aanbod preventief jeugdbeleid in nota jeugdbeleid.
Prestaties 1a. In stand houden Jongeren Adviesraad (JAR). 1b. Organiseren kindergemeenteraad 1c. Organiseren kinderdisco’s. 1d. In stand houden jeugdvoorzieningen
1a. In stand houden Jongeren Adviesraad (JAR) De Jongeren AdviesRaad (JAR) wordt in 2016 in stand gehouden. Ook zal er weer een Jongerencompliment worden uitgereikt door de JAR. 1b. Organiseren kindergemeenteraad In het schooljaar 2015/2016 wordt wederom de kindergemeenteraad georganiseerd, dit keer met “Natuurrampen” als thema. 1c. Organiseren kinderdisco’s Naar verwachting wordt in 2016 in samenwerking met Utopia weer een aantal kinderdisco’s georganiseerd. 1d. In stand houden jeugdvoorzieningen 1
Ook in 2016 zullen wij ons inspannen om de huidige voorzieningen voor de jeugd zoveel mogelijk in stand te houden. Kinderopvang/Peuterspeelzalen Doelstellingen 1.
Kwalitatief goede kinderopvang
Prestaties 1a. Instellingen kinderopvang jaarlijks inspecteren. 1b. Landelijk register bijhouden.
2.
Peuterspeelzalen behouden
2. Garant staan voor inkoop kindplekken.
1a. Instellingen kinderopvang jaarlijks inspecteren Wij zijn verantwoordelijk voor het directe (eerstelijns)toezicht op de kwaliteit in de kinderopvang. In onze opdracht voert de GGD Hollands Midden ook in 2016 het feitelijke toezicht uit door de kwaliteit te controleren van de kinderopvangcentra, buitenschoolse opvang en gastoudervoorzieningen in onze gemeente. In 2016 zetten wij onze goede samenwerking met de inspecteur van de GGD voort. Er worden samen afspraken gemaakt over de planning van de inspecties, de opgestelde risicoprofielen, etc. Ook is regelmatig terugkoppeling bij stagnering van de voortgang in de uit te voeren inspecties. 1b. Landelijk register bijhouden Gemeenten hebben de taak en verantwoordelijkheid voor het actueel en volledig houden van het register in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP).
1
52
Legale graffititunnel, Jongerencafé NextDoor, jongerenvereniging Utopia, scouting, kinderdisco’s, skateparkjes Oranjelaan en Loetheveld, JOP Oranjelaan, Jop Verde Vista, free WiFi en het Jongerencompliment, regionale CJG-website voor jongeren www.hoezitdat.info.
Programmabegroting 2016-2019
2. Garant staan voor inkoop kindplekken Ook in 2016 leveren wij een bijdrage aan het behoud van het peuterspeelzaalwerk in Zoeterwoude (in de vorm van verlengde peuteropvang) door garant te staan voor de inkoop van enkele kindplekken (voorheen 11). Het exacte aantal is afhankelijk van de keuzes die gemaakt worden rondom het VVE-beleid in Zoeterwoude. Kengetallen 2012
2013
2014
2015 per 1/7
Streef waarde
Aanvragen bijzondere bijstand
41
47
35
19
-
Deelnemers collectieve zorgverzekering voor minima (CZM)
67
72
75
98
-
Aanvragen langdurigheidtoeslag
21
22
20
8
-
Dossiers budgettering
18
18
7
9
-
Dossiers schuldhulpverlening
48
58
66
74
-
Actieve dossiers schuldhulpverlening
26
30
36
46
-
Dossiers bedrijfsschuldhulpverlening
1
3
2
4
-
Nieuwe WSNP-trajecten schuldhulpverlening
2
4
3
4
-
Geslaagde WSNP- trajecten schuldhulpverlening
5
2
2
2
-
Geslaagde minnelijke trajecten schuldhulpverlening
7
6
7
10
-
Beëindigde schuldhulpverlening door verhuizing/ overlijden
0
1
0
2
-
Uitkeringen Participatiewet
45
59
62
60
< 50
€ 433.800
€ 590.470
€ 782.840
€ 800.076
-
29
30
31
32
-
Cliënten Hulp bij het Huishouden
124
102
95
90
-
Cliënten woonvoorzieningen
34
31
61
60
-
Cliënten vervoersvoorziening
391
341
323
279
-
Cliënten scootmobielen, rolstoelen e.d.
145
124
117
108
-
Doorlopende inburgeringtrajecten
11
10
4
3
-
Met diploma afgeronde inburgeringtrajecten
4
1
6
1
-
Voortijdig beëindigde inburgeringtrajecten
0
0
0
0
-
Kindplaatsen in verlengde peuteropvang Zoeterwoude-Dorp per ochtend
5,5
6,5
5
nnb
7
Kindplaatsen in verlengde peuteropvang Zoeterwoude-Rijndijk per ochtend
4
4
4
nnb
-
Meldingen “Jeugdmatch” (verwijsindex risicojongeren)
28
11
15
nnb
<30
1
19
1
1
nnb
-
10
4
8
nnb
7
7
8
7
nnb
-
Participatie
Rijksbijdrage uitkeringen Participatiewet, IOAZ, IOAW Geïndiceerde voor de Wet Sociale Werkvoorziening Maatschappelijke ondersteuning
Jeugdzorg
1
Matches in “Jeugdmatch” Halt delicten
1
Aanmeldingen bij Jeugd Preventie Team (JPT) 1
1
Definitieve cijfers zijn beschikbaar in de jaarverslagen van de instellingen
Programmabegroting 2016-2019
53
Financieel In dit programma is een meerjarige stelpost van € 54.960 opgenomen. Dit bedrag zullen wij inzetten om het beschreven beleid uit te voeren. Hierbij gaat het om mogelijk extra personeelskosten, software oplossingen, etc. Daarnaast zullen wij, indien nodig, gebruik maken van de 3D-gelden die in voorgaande jaren niet zijn uitgegeven en in de algemene reserve zijn gestort. Financieel overzicht Programma 7 Sociale Voorzieningen bedragen x € 1.000,Bijstandverlening
Rekening 2014
931
931
931
Baten
-838
-1.126
-761
-761
-761
-761
269
-20
171
170
170
170
230
401
381
376
376
376
0
0
0
0
0
0
230
401
381
376
376
376
Lasten
52
39
38
38
38
38
Baten
-6
0
0
0
0
0
46
39
38
38
38
38
Lasten
886
949
839
849
791
791
Baten
-674
0
0
0
0
0
212
949
839
849
791
791
Lasten
73
73
109
109
109
109
Baten
0
0
0
0
0
0
73
73
109
109
109
109
Lasten
816
1.603
1.511
1.431
1.424
1.424
Baten
-93
-37
-37
-37
-37
-37
723
1.565
1.473
1.394
1.386
1.387
Lasten
62
1.872
1.612
1.502
1.506
1.507
Baten
-18
-18
-18
-18
-18
-18
44
1.854
1.594
1.484
1.488
1.489
Lasten
39
56
68
68
68
68
Baten
0
0
0
0
0
0
39
56
68
68
68
68
Lasten
12
10
7
7
7
7
Baten
0
0
0
0
0
0
12
10
7
7
7
7
Lasten
3.278
6.110
5.498
5.310
5.249
5.250
Baten
-1.629
-1.181
-816
-816
-816
-816
1.649
4.928
4.681
4.493
4.432
4.434
Lasten
Saldo
Saldo Gehand.beleid -> zorgbeleid
Saldo Jeugdzorg
Saldo Ouderenzorg
Saldo Kinderopvang
Saldo Programma
Saldo van baten en lasten
54
2019
932
Saldo
Maatschappelijke zorg
2018
1.106
Saldo
Werkgelegenheid
2017
1.107
Baten
Vluchtelingenwerk
Meerjarenraming
Lasten
Saldo Minimabeleid
Begroting Begroting 2015 2016
Programmabegroting 2016-2019
Toelichting: Bij het product bijstandverlening is een reëel beeld van de rijksbijdrage en uitgaven voor uitkeringen participatiewet gegeven. Deze wijziging in budgettair neutraal. Vanwege de hogere taakstelling huisvesting asielzoekers is de post vluchtelingenwerk structureel verhoogd met € 16.000. Het Participatiebudget van het Rijk is verlaagd. Dit komt tot uitdrukking in het product werkgelegenheid (sociale werkvoorziening). Ten opzichte van 2015 is er in stijging van het Wmo-budget voor 2016 met € 258.100 als gevolg van de herverdeling van de landelijke budgetten en de nieuwe taak in het kader van de Wet langdurig zorg (WLZ). De stijging voor 2017 tot en met 2019 is respectievelijk € 356.990, € 340.370 en € 334.670. Er was in de meerjarenbegroting al rekening gehouden met een toename van het budget met € 200.000. Tot 2015 werd rekening gehouden met een extra bedrag aan gemeentelijke geld voor de oude Wmo-taken. In 2015 is al aangekondigd dat wij hierop een voordeel willen bereiken. Gelet op het overschot op de onderdelen Wmovervoer, -woonvoorzieningen en - rolstoelen in voorgaande jaren is op deze posten een bezuiniging van € 100.000 doorgevoerd. Ook verwachten wij een deel van de financiering van de nieuwe taak WLZ te kunnen bekostigen uit de reeds beschikbare Wmo-gelden. Voor de begroting 2016 wordt met betrekking tot de jeugdzorg rekening gehouden met de wens van de raad om niet meer te begroten dan de door het Rijk beschikbaar gestelde € 1.594.000. Het product ouderenzorg is met € 13.000 verhoogd vanuit het onderdeel Wmo-mantelzorg en is derhalve budgettair neutraal.
Programmabegroting 2016-2019
55
2.1.8 Volksgezondheid en Milieu Portefeuillehouder(s) Burgemeester E.G.E.M. Bloemen en wethouder C. den Ouden Omschrijving van het programma Dit programma betreft de zorg voor de volksgezondheid, de afvalverwijdering, riolering en het milieu. De onderdelen in het programma scheppen voorwaarden voor een gezonde, duurzame en veilige leefomgeving voor mens en dier waarin het prettig wonen en werken is. Volksgezondheid In de nota lokaal gezondheidsbeleid 2013-2016 geven wij aan dat de gezondheid in de eerste plaats een verantwoordelijkheid is van onze inwoners zelf. In dit kader vinden wij het belangrijk de eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van burgers te blijven stimuleren. Wij maken ons echter zorgen over de kwetsbare mensen die (soms) hulp nodig hebben bij het vinden en behouden van een goede plek in onze samenleving. In dit verband gaan we ons ook in 2016 vanuit de gezondheidszorg bezig houden met het verder uitbouwen van een Maatschappelijk Steun Systeem voor ouderen. De zelfredzaamheid vergroten blijft daarbij het doel. Hierbij zoeken we verbinding met de activiteiten die in het kader van de WMO en ouderenbeleid worden uitgevoerd. Via het stimuleren van Burgermove activiteiten hebben we hiermee in 2015 al een start gemaakt. Om beter inzicht te krijgen in het sport en beweeggedrag is in samenwerking met sportverenigingen en particuliere initiatiefnemers via onder andere een digitale enquête onder onze inwoners onderzoek gedaan. De resultaten van dit onderzoek gaan wij in 2016 omzetten in concrete actiepunten. Tevens gaan wij met onze zogenaamde hangjongeren in gesprek over hun bezigheden. We onderzoeken samen met hen wat eventuele alternatieve mogelijkheden zijn van vrijetijdsbesteding die bijdragen aan een gezonde en actieve leefstijl. In het verslavingsbeleid neemt het tegengaan van schadelijk alcoholgebruik de belangrijkste plaats in. In 2016 richten wij onze aandacht op het verder uitbouwen van een publiek draagvlak voor gezond alcoholgebruik en vroegsignalering bij gezondheidsproblemen hieromtrent. Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is de publieke gezondheidszorg voor kinderen tussen 0 en 19 jaar. Doel van de JGZ is het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen van 0-19 jaar, zowel individueel als op populatieniveau. De JGZ voert voor alle kinderen preventieve screeningen uit (lichamelijk, cognitief en psychosociaal). Zij vervult zo een belangrijke rol in vroegsignalering van risico’s, korte interventies en doorverwijzing naar het CJG/JGT. Via het Centrum voor Jeugd en Gezin en het Jeugd- en Gezinsteam bouwen wij verder aan de gezondheid van onze jeugd. Overigens staat de uitvoering van de basisactiviteiten van de Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Holland Midden (RDOG HM) door forse bezuinigingen onder druk. Deze organisatie voert een belangrijk deel van onze verantwoordelijkheden op het gebied van volksgezondheid uit. Wij streven ernaar een organisatie in stand te houden die aan de kwaliteitseisen voldoet. Reiniging Afvalstromen van particuliere huishoudens zoals restafval, GFT, papier en kunststofverpakkingen worden gescheiden aan de openbare weg aangeboden en vervoerd naar een verwerkingsbedrijf. Het is van belang dat deze inzameling op een zo'n goed mogelijke manier en financieel verantwoord plaatsvindt. Uit de cijfers van het eerste half jaar van 2015 is wederom op te maken dat er meer herbruikbare afvalstromen ingezameld worden en dat er steeds minder restafval aangeboden wordt. Dit is een ontwikkeling die ook landelijk is waar te nemen. De overheid heeft in het nieuwe VANG-programma (Van Afval naar Grondstof, 2014) scherpe
56
Programmabegroting 2016-2019
doelstellingen gesteld als het gaat om het reduceren van restafval. Momenteel wordt 67% van het huishoudelijk afval gescheiden. In 2020 dient minimaal 75% van het huishoudelijk afval gescheiden te zijn. Zoeterwoude voldoet al aan deze doelstelling. Echter het reduceren van het restafval kan altijd beter. Het verder reduceren van het restafval en het verhogen van de tonnages van de goed recyclebare stromen, zijn de speerpunten voor 2016. Notitie afvalinzameling 2015-2019 ‘Van Afval naar Grondstof’ De notitie afvalinzameling 2015-2019 ‘Van Afval naar Grondstof’ dient als basis om bovengenoemde punten te realiseren en verder te verbeteren. Een middel om ervoor te zorgen dat er nog minder restafval wordt aangeboden, is door de grijze minicontainer te vervangen door ondergrondse inzamelpunten. Op deze manier wordt de drempel verhoogd om restafval aan te bieden. Daarnaast wordt een hoog serviceniveau geboden voor de goed recyclebare afvalstromen door deze huis-aan-huis op te halen. Er is voor 2017 een bedrag opgenomen van € 320.000 om 45 inzamelpunten voor het restafval te creëren. Vervanging minicontainers gft-afval Er was voor 2017 een bedrag van € 240.000 begroot voor het vervangen van zowel de grijze- als de groene minicontainer. Nu ervoor gekozen is de grijze container te vervangen door een ondergronds inzamelpunt, komt de grijze container te vervallen. De groene container voor het gft-afval, moet echter wel vervangen worden in 2017. Deze minicontainers dateren van voor 1990 en zijn inmiddels aan het einde van hun levensduur. Het hiervoor geraamde bedrag is € 120.000. Riolering Via de riolering wordt afvalwater van woningen en hemelwater van verhard oppervlak opgevangen en afgevoerd. Door voldoende bergingsruimte in het stelsel wordt zoveel mogelijk voorkomen dat straten blank komen te staan en woningen onderlopen. Bij extreme neerslag wordt een deel van het rioolwater via overstorten in het oppervlaktewater van sloten en singels geloosd. Waar nieuwe riolering wordt aangelegd, is scheiding van afvalwater en hemelwater een uitgangspunt, waardoor alleen relatief schoon regenwater wordt geloosd op het open water en minder gemengd afvalwater wordt afgevoerd naar de zuivering. De ambities voor een goed werkend rioolstelsel zijn: ■ goede, veilige en verantwoorde verwerking van het afvalwater; ■ afdoende onderhoud en waar mogelijk verbetering van het systeem; ■ kostenvoordelen zonder concessie te doen aan kwaliteit- of milieueisen. Door inspectie kan tijdig worden gezien welke maatregelen aan de riolering nodig zijn. Jaarlijks wordt 4,5 kilometer riolering volgens een 7 jaarlijks cyclisch systeem gereinigd en geïnspecteerd. Aan de hand hiervan worden keuzes gemaakt voor onderhoud, renovatie en vervanging van de riolering. Ook wordt het aspect duurzaamheid meegenomen in de diverse beleidsontwikkelingen en beslissingen. Rioolvervanging wordt zoveel mogelijk integraal opgepakt in combinatie met andere disciplines zoals groenbeheer en wegenbeheer. Zo ook in wijk Westwout, waar het riool volgens een integrale, wijkgerichte aanpak wordt vervangen. In het jaar na vervanging van de riolering wordt de bovengrond opnieuw ingericht. In 2016 wordt het riool in de Van Swietenstraat, Jan Albert de Gravenlaan en Burgemeester Brandtstraat vervangen door een gescheiden rioolstelsel. Vanuit de VNG is de “Samenwerking in de Afvalwaterketen” opgestart. In cluster Leidse Regio werkt de gemeente samen met Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en het Hoogheemraadschap van Rijnland intensief samen. Volgens een onderzoek van de VNG kunnen door intensief samenwerken de kosten verminderen, kwetsbaarheid verkleind en kwaliteit verhoogd worden. Met dit samenwerkingsverband wordt o.a. het uitvoeren van alle rioolcapaciteitsberekeningen ondergebracht bij Leiden, het inspecteren van riolering gezamenlijk aanbesteed en een nieuw gezamenlijk meetplan opgesteld.
Programmabegroting 2016-2019
57
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 Op basis van het in 2015 vastgesteld Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2014-2018 (vGRP) zijn de investeringsbedragen gewijzigd. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan is een onderbouwde meerjarenplanning opgenomen voor rioolvervanging en renovatie. Hierdoor verschilt het investeringsbudget voor rioolvervanging per jaar. Bovendien wordt per jaar een aantal onderzoeken uitgevoerd voor het verder optimaliseren van het rioolstelsel. In het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan zijn deze investeringen meegenomen om een kostendekkende rioolheffing voor de komende jaren te bepalen. De rioolheffing hoeft de komende planperiode niet te stijgen.De volgende investeringsbedragen worden gepland: ■ 2016: € 365.000 ■ 2017: € 420.000 ■ 2018: € 480.000 ■ 2019: € 400.000 ■ 2020: € 380.000. De rioolheffing is 100% kostendekkend. De financiële afschrijvingstermijn van 40 jaar voor de rioolvervangingen is hierin ook vastgelegd. Onderzocht wordt of een langere afschrijvingstermijn voor rioolvervanging financieel voordeel oplevert. In het vGRP is nu ook rekening gehouden met de zorgplicht voor grondwater. Hiervoor is goed inzicht in het grondwatersysteem en goed onderhoud van de drainage van belang. De kosten hiervoor zijn opgenomen in de raming. Binnen het vGPR is voor de zorgplicht voor het grondwater (onderhoud meetnet en reiniging drainage) jaarlijks € 20.000 (nu circa € 2.000) extra nodig. Op basis van een grondwatermeetplan worden de grondwaterstanden gemonitord om hiermee inzicht te krijgen in het grondwaterregime. De kosten vallen binnen de rioolheffing en zijn 100% kostendekkend. Bedrijven en milieu Het beleid voor Bedrijven en Milieu is het uitvoeren van de wettelijke milieutaken volgens de gestelde kwaliteitseisen, het ondersteunen van bedrijven met voorlichting over - onder andere - duurzaamheid en planontwikkeling op basis van het Beleidskader Duurzame Stedenbouw. Het aspect duurzaamheid wordt integraal meegenomen bij diverse beleidsontwikkelingen en -beslissingen. Onder dit begrotingsonderdeel vallen ook de maatregelen die worden gefinancierd vanuit de Reserve Duurzaamheid. De uitvoering van de milieutaken berust bij de Omgevingsdienst West-Holland . De Omgevingsdienst adviseert de deelnemers bij ruimtelijke planvorming. Bovendien is de Omgevingsdienst actief op het brede terrein van milieu, gezondheid en duurzaamheid. Hierbij gaat het om onderwerpen zoals bodem- en luchtverontreiniging, geluidhinder, gevaarlijke stoffen en energie- en waterbesparing. De taken van de Omgevingsdienst zijn ondergebracht in de programma’s Reguleren, Toezicht & handhaving, Advies en Organisatie & ontwikkeling. De Omgevingsdienst maakt in haar planning onderscheid tussen een begroting op hoofdlijnen voor de gehele dienst en werkplannen voor de afzonderlijke gemeenten. Uit de begroting op hoofdlijnen volgt de gemeentelijke bijdrage 2016. De bezuiniging volgens de “Strijk”-norm van 0,34% is daarin verwerkt, alsmede een indexatie van 0,59%. De verdeling van de kosten over de programma’s en activiteiten wordt vastgelegd in een werkplan, waarin specifiek de werkzaamheden voor de gemeente worden opgenomen. Duurzaamheid In 2011 heeft de gemeenteraad in de Duurzaamheidsagenda Zoeterwoude 2011-2014 de ambitie vastgelegd om naast een groene, sociale en ondernemende gemeente, ook een duurzame gemeente te zijn. In het coalitieakkoord 2014-2018 is voortzetting en intensivering van dit duurzaamheidsbeleid opgenomen als
58
Programmabegroting 2016-2019
één van de vier kernpunten van het beleid. In het voorjaar van 2015 heeft de raad de evaluatie van de duurzaamheidsagenda vastgesteld, inclusief aanbevelingen voor de komende jaren. Het implementeren van deze aanbevelingen zal in 2016 extra inzet vragen. Hiervoor is ruimte te vinden in de uren die voor 2016 zijn begroot voor uitvoering van taken door de Omgevingsdienst. Een en ander wordt vastgelegd in het werkplan 2016 dat door de Omgevingsdienst en de gemeente samen wordt opgesteld (eind 2015). Reserve Duurzaamheid De raad heeft een Reserve Duurzaamheid ingesteld, waaruit middelen beschikbaar worden gesteld om inwoners en bedrijven te stimuleren om duurzame maatregelen te treffen. De uitvoering van het Duurzaamheidsfonds ligt grotendeels bij de Omgevingsdienst West-Holland. Eind 2014 is aan de raad een (tussentijdse) evaluatie van het Duurzaamheidsfonds voorgelegd, met voorstellen voor vervolg. Deze voorstellen hebben betrekking op energiebesparende maatregelen voor huurwoningen, maatschappelijke organisaties en MKB. De maatregelen worden momenteel voorbereid en in gang gezet. Conform het raadsbesluit is in de begroting 2016 een bedrag van € 50.000 beschikbaar voor duurzame initiatieven (‘Initiatievenpot’). Eind 2015 zal een voorstel aan de raad worden voorgelegd voor verlenging van het Duurzaamheidsfonds. Daarbij wordt aangegeven welke bedragen voor het Duurzaamheidsfonds in de begroting en meerjarenraming worden opgenomen, ten laste van de bestaande Reserve Duurzaamheid. Energieakkoord Het Ministerie van Binnenlandse Zaken stelt voor de jaren 2014, 2015 en 2016 geld beschikbaar voor kennisen expertiseontwikkeling. Dit komt voort uit het landelijke ‘Energieakkoord voor Duurzame groei 2013’ van de Sociaal-Economische Raad (SER). In het kader van het Energieakkoord, deelprogramma Gebouwde omgeving (particuliere woningeigenaren), hebben de gemeenten uit de regio Holland Rijnland met succes aanspraak gedaan op het ‘ O ndersteuningsprogramma regionale allianties’, ontwikkeld voor gemeenten die lokaal of regionaal duurzame energie-initiatieven willen stimuleren. In de periode 2014-2016 ontvangt de regio jaarlijks een subsidiebedrag. De Omgevingsdienst voert de regie op dit programma. Hiervoor is een plan van aanpak vastgesteld. Onder andere het Duurzaam Bouwloket (met als onderdeel www.duurzaamzoeterwoude.nl) maakt hier deel van uit. Het SER-Energieakkoord heeft een deelprogramma Energiebesparing bedrijven met als doel energiebesparing bij bedrijven te stimuleren en te vereenvoudigen. De Omgevingsdienst treedt op als regionale partner namens haar deelnemers. In de periode 2014-2016 ontvangt de Omgevingsdienst jaarlijks een subsidiebedrag van de VNG ter dekking van de uren en materiële kosten. Uitvoering van het Energieakkoord is voor de gemeente budgettair neutraal, zij het dat er wel ambtelijke inzet mee is gemoeid.
Programmabegroting 2016-2019
59
Kengetallen 2012
2013
2014
2015 per 1/7
Streef waarde
3.550
3.550
3.670
3.680
-
Aantal km. vrijvervalriolering
29
30
30
30
-
Aantal inspectieputten
729
729
730
730
-
Aantal rioolgemalen
9
10
10
10
-
Aantal km. pers-/drukleiding
32
33
33
33
-
Aantal pompunits
246
246
247
248
-
7.000
4.500
4.500
0
4.500
Aantal m¹ vernieuwde riolering
600
600
1.100
200
-
Aantal prullenbakken in de gemeente
68
68
68
85
Aantal glasbakken
17
17
14
14
14
Ingezameld restafval (ton)
908
888
896
403
800
Ingezameld GFT afval (ton)
430
403
416
216
430
Ingezameld Glas (ton)
220
245
254
115
275
Ingezameld Papier (ton)
540
514
455
225
470
Ingezameld Textiel (ton)
46
32
36
16
40
Ingezameld Plastic, Metaal en Drankkartons (ton)
96
93
90
65
180
Ingezameld overig afval (ton)
740
714
632
300
600
Aantal kinderen in zorg bij het consultatiebureau (JGZ 0-4 jaar)
95%
95%
95%
97%
-
Aantal campagnes om een gezonde leefstijl te bevorderen
1
1
1
1
1
Aantal rioolaansluitingen
Aantal m¹ geïnspecteerde riolering (circa)
60
Programmabegroting 2016-2019
Financieel overzicht Programma 8 Volksgezondheid en Milieu bedragen x € 1.000,-
Rekening 2014
Volksgezondheid
Lasten
2019
408
408
408
0
0
0
0
0
0
498
453
410
408
408
408
Lasten
563
605
547
541
579
577
Baten
-807
-716
-732
-732
-732
-732
-244
-111
-185
-191
-154
-156
Lasten
1.045
988
1.060
1.074
1.075
1.079
Baten
-1.017
-1.004
-1.029
-1.044
-1.039
-1.047
28
-16
30
30
36
32
Lasten
450
593
670
616
616
616
Baten
-18
-75
-75
-75
-75
-75
431
517
595
541
540
540
Lasten
2.556
2.639
2.687
2.640
2.678
2.680
Baten
-1.843
-1.795
-1.837
-1.852
-1.847
-1.855
714
844
849
788
831
825
Saldo
Saldo Programma
2018
410
Saldo
Bedrijven en milieu
2017
453
Saldo
Riolering
Meerjarenraming
498
Baten
Reiniging
Begroting Begroting 2015 2016
Saldo van baten en lasten
Toelichting: De verlaging van de lasten op het product volksgezondheid is het gevolg van een verschuiving van onderdelen naar programma 7 (jeugd). In het investeringsplan 2016-2019 was voor 2016 aanvankelijk € 10.000 opgenomen voor vervanging pompen drukriolering. I.v.m. Besluit, Begroting en Verantwoording (BBV) is dit bedrag overgeheveld naar de exploitatiebegroting. Investeringsplan 2016-2019 programma 8 Jaar
Omschrijving
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
17.155
16.954
16.754
2016
Vervanging riolering 2016
365.000
2017
Vervanging minicontainers reiniging
120.000
10.640
10.464
Ondergrondse vuilcontainers
320.000
28.373
27.904
Vervanging riolering 2017
420.000
19.740
19.509
2018
Vervanging riolering 2018
480.000
2019
Vervanging riolering 2019
400.000
Programmabegroting 2016-2019
22.560
61
2.1.9 Onderwijs Portefeuillehouder Burgemeester E.G.E.M. Bloemen Omschrijving van het programma Dit programma betreft het onderwijs in het algemeen en de onderwijshuisvesting in het bijzonder. Openbaar onderwijs De gemeente wil het openbaar onderwijs in Zoeterwoude in stand houden en de eigen identiteit van het openbaar onderwijs in Zoeterwoude bewaken. In verband met de komst van de brede school vinden gesprekken plaats met de schoolbesturen SOPORA en SCOL over de invulling van deze identiteit per 2018. Hoewel het bestuur van de Corbuloschool in 2006 is overgedragen aan SOPORA, blijft de gemeente verantwoordelijk voor het openbaar onderwijs in Zoeterwoude. De portefeuillehouder onderwijs woont ook in 2016 de vergaderingen van het Gemeenschappelijk Orgaan (GO) van SOPORA bij om de belangen van het openbaar onderwijs in Zoeterwoude te bewaken. Overige onderwijsaangelegenheden De gemeente wil actief inspelen op ontwikkelingen van het totale voorzieningenpakket op het gehele onderwijsterrein. In overleg met de schoolbesturen wordt jaarlijks bezien in hoeverre onderwijsvoorzieningen in stand kunnen worden gehouden. Daarnaast wil de gemeente kwalitatief goede onderwijshuisvesting bieden. Schoolgebouwen moeten voldoen aan de ARBO-eisen en het aanbod dient afgestemd te zijn op de krimp van het aantal leerlingen. Zoeterwoudse jongeren onder de 23 jaar, die daartoe in staat zijn, moeten onderwijs volgen of een baan hebben. Het schoolbesturenoverleg vindt met regelmaat plaats. Op de agenda staan voornamelijk beleidsmatige zaken zoals onderwijshuisvesting, bouw van de brede school, Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE), Passend Onderwijs en transitie Jeugzorg, Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Ook het schooldirecteurenoverleg vindt geregeld plaats. Op de agenda staan voornamelijk uitvoerende zaken op projectniveau, maar ook onderwerpen als de voortgang van nieuwbouw en de bezuinigingen op het onderwijs worden informerend in dit overleg besproken. De Stichting Kinderopvang Zoeterwoude is structureel lid van beide overleggen met het onderwijs. De subsidiëring van schoollogopedie wordt in 2016 in stand gehouden, evenals de subsidiëring van de voorschoolse logopedie. In 2016 wordt de aandacht voor VVE verder versterkt aan de hand van de verbeterpunten uit de VVE-inspectie 2014. Het gaat daarbij o.a. om aanscherping van het gemeentelijk VVE-subsidiekader en het maken van resultaatafspraken met de voor- en vroegscholen. Voor 2016 is nog geen bestemming bepaald voor het “potje” bijzondere onderwijsnoden. Jaarlijks wordt de vierjarigenbrief vanuit de gemeente verstuurd. In deze brief wordt ouders gevraagd hun kind aan te melden bij een basisschool in Zoeterwoude. In de brief wordt ook aandacht besteed aan de nieuwbouw van de brede school. In 2016 wordt verder gegaan met de uitvoering van ons lokale plan van aanpak voortijdig schoolverlaten. Dit plan is door de Raad vastgesteld in 2008 en behelst een actieve aanpak van voortijdig schoolverlaters door een persoonlijke benadering vanuit de gemeente in nauwe samenwerking met de leerplichtmedewerker. Het gaat hierbij specifiek om jongeren zonder startkwalificatie. Uit de kengetallen blijkt een afname van het aantal trajecten.
62
Programmabegroting 2016-2019
Dit is echter het gevolg van een preventieve aanpak op de scholen waardoor de noodzaak om trajecten op te starten is verminderd. De toename van het aantal voortijdige schoolverlaters geeft een vertekend beeld en is toe te schrijven aan een betere registratie van deze leerlingen. De financiering van het schoolmaatschappelijk werk wordt gecontinueerd, maar maakt inmiddels integraal onderdeel uit van de financiering van Kwadraad. De inzet van het schoolmaatschappelijk werk vindt vanuit het Jeugd- en Gezinsteam plaats. Het praktisch verkeersexamen wordt door de scholen zelf georganiseerd. Er is een apart examen in Zoeterwoude-Dorp en Zoeterwoude-Rijndijk. In 2015 is het integraal programma van eisen voor de nieuwe brede school in Zoeterwoude-Dorp vastgesteld en is een architectenselectie gestart. De projectleiding is in handen van de gemeente. De planning is dat de nieuwe Brede School in augustus 2018 haar deuren opent. Aangezien het buitenonderhoud van de schoolgebouwen per 2015 een zaak van de schoolbesturen is geworden, zijn er voor 2016 geen voorzieningen in de onderwijshuisvesting aangevraagd. Wat betreft Zoeterwoude-Rijndijk hebben wij in 2012 de wens uitgesproken om nieuwbouw van de Bernardusschool te realiseren binnen een termijn van 10 tot 12 jaar. Dit betekent dat wij de Bernardusschool nog minimaal 10 jaar in stand willen houden. Wij zijn gestart met een plan van aanpak om de nieuwbouw van de Bernardusschool voor te bereiden. Onderzocht wordt of de nieuwbouw van de Bernardus gekoppeld kan worden aan een herinrichting van verschillende voorzieningen op de Rijndijk Leerlingenprognose 1
1
2015
2019
2024
2029
2034
t.o.v. 2015
Basisschool Corbulo
109
96
88
89
92
84,4%
Basisschool Westwoud
126
88
80
81
85
67,5%
Basisschool Klaverweide
184
177
163
164
170
92,4%
Basisschool Bernardus
206
207
256
276
268
130,1%
Totaal
625
568
588
610
615
98,4%
De hierboven vermelde leerlingenaantallen zijn gebaseerd op de prognose die in 2014 door Pronexus is gemaakt. De aantallen wijken af van de werkelijke leerlingenaantallen die jaarlijks per 1 oktober worden vastgesteld en zijn vermeld in de kengetallen.
Kengetallen 2012
2013
2014
2015 per 1/7
Streef waarde
Aantal leerlingen openbaar basisonderwijs (peildatum 1 oktober)
139
114
99
nnb
-
Aantal leerlingen bijzonder basisonderwijs (peildatum 1 oktober)
534
528
515
nnb
-
1.329
1.329
1253
nnb
-
37
22
43
nnb
0
0
0
0
nnb
0
14
11
17
nnb
0
Aantal nieuwe trajecten RMC-begeleiding (voorheen Jongerenloket)
6
6
2
nnb
-
Aantal succesvol afgesloten trajecten RMC-begeleiding (voorheen Jongerenloket)
4
4
5
nnb
-
Aantal leerplichtige leerlingen 5-17
1
Aantal verzuimmeldingen behandeld door het Regionaal 1 bureau leerplicht Holland Rijnland Aantal thuiszitters
1
Aantal (nieuwe) voortijdig schoolverlaters
Programmabegroting 2016-2019
1
63
2012
2013
2014
2015 per 1/7
Streef waarde
Aantal dossiers in behandeling bij schoolmaatschappelijk werk
8
7
16
nnb
-
Aantal consultaties schoolmaatschappelijk werk
15
9
8
nnb
-
Uitgevoerde onderzoeken voorschoolse logopedie
4
5
4
nnb
-
Uitgevoerde adviesgesprekken voorschoolse logopedie
24
26
26
nnb
-
Aantal verwijzingen naar vrijgevestigde logopedist vanuit voorschoolse logopedie
7
6
13
nnb
-
Uitgevoerde onderzoeken schoollogopedie
20
19
15
nnb
-
Uitgevoerde adviesgesprekken schoollogopedie
29
33
32
nnb
-
Aantal verwijzingen naar vrijgevestigde logopedist vanuit schoollogopedie
15
14
20
nnb
-
Aantal kinderen gezien op logopedisch spreekuur 2 op consultatiebureau
10
6
4
nnb
-
Verwijzingen naar vrijgevestigde logopedist vanuit logopedisch spreekuur CB
3
0
2
nnb
-
7
3
3
nnb
-
14
13
13
nnb
-
Aantal kinderen met taalachterstand 0-4 jaar
3
Aantal kinderen met taalachterstand 4-12 jaar in 4 Zoeterwoude-Rijndijk 1 2 3 4
bron: Jaarverslag RBL Zit in programma Volksgezondheid, maar kengetal is hier beter op zijn plaats Cijfers van het schooljaar 2011/2012 t/m 24 april 2012 Bron: inventarisatie onder intern begeleiders van de scholen, kinderopvang en partners CJG-overleg, d.d. december 2011
Financieel overzicht Programma 9 Onderwijs bedragen x € 1.000,Openbaar onderwijs
Rekening 2014
Saldo van baten en lasten
2017
2018
2019
22
18
19
18
18
18
Baten
0
0
0
0
0
0
22
18
19
18
18
18
Lasten
383
375
376
372
350
348
Baten
-26
-2
-2
-2
-2
-2
357
373
374
370
348
346
Lasten
405
393
395
390
369
366
Baten
-26
-2
-2
-2
-2
-2
379
391
393
388
366
364
Saldo Programma
Meerjarenraming
Lasten
Saldo Over. onderwijsaangelegenheden
Begroting Begroting 2015 2016
Toelichting: Het saldo van het product overige onderwijsaangelegenheden is als het gevolg van een hogere subsidie aan het project Museum en School toegenomen met € 2.400. Dit is conform het subsidieprogramma.
64
Programmabegroting 2016-2019
2.1.10 Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Portefeuillehouder Wethouder A. de Gans Omschrijving van het programma Dit programma bevat de gemeentelijke activiteiten op het gebied van ruimtelijke ordening, bestemmingsplannen, bouw- en woningtoezicht, handhaving bouw- en ruimtelijke regelgeving, volkshuisvesting, kwaliteit van de woningen en de woonomgeving en woonwagenzaken. Het coalitieprogramma 2014-2018 In navolging van het coalitieprogramma werkt de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling aan een vernieuwing van het ruimtelijk beleid voor het landelijk gebied. Onderwerpen die in dit kader aan de orde zullen komen, zijn het beleid ten aanzien van intensieve veehouderij en volwaardige agrarische bedrijven en de bewoning van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen. Ook de bevordering van de economische en recreatieve functie van het Groene Hart is daarbij in de vorm van verdere ontwikkeling van agrarische recreatie, een punt van aandacht. Bestemmingsplannen en procedures op grond van de Wet Ruimtelijke ordening De vernieuwing van het ruimtelijk beleid heeft een nauwe samenhang met de uitgangspunten uit de nieuwe Omgevingswet. Deze wordt op 1 januari 2018 ingevoerd. In 2015 is een start gemaakt met een pilot voor het opstellen van een Omgevingsplan voor het landelijk gebied. De uitgangspunten van de nieuwe wet zoals participatie, vereenvoudiging van regelgeving, deregulering en bouwen vanuit vertrouwen staan hierbij centraal. Wij bevinden ons in een overgangsfase. Dit Omgevingsplan zal de basis vormen voor het omzetten van alle bestaande bestemmingsplannen in één Omgevingsplan voor de hele gemeente. Binnen dit Omgevingsplan komen uiteraard accenten voor de verschillende gebieden in Zoeterwoude. Deze volledige omzetting naar één Omgevingsplan zal in 2017 starten en doorlopen in 2018. Ervaringen uit het verleden met het inhuren van externe bureaus bij het opstellen van bestemmingsplannen leert dat er minder betrokkenheid en gebiedskennis is, waardoor de kans op fouten groot is en het eindproduct niet altijd goed aansluit op de behoefte van burgers en bedrijven. Daarom wordt het grootste deel van de werkzaamheden voor het Omgevingsplan door de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling zelf opgepakt. Echter om participatie goed door te kunnen voeren en wellicht ook voor het echte tekenwerk blijft externe ondersteuning noodzakelijk. Voor 2017 staat actualisering van het bestemmingsplan Dorp Zuid gepland. Het is met het oog op de ontwikkeling van het Omgevingsplan voor de hele gemeente niet logisch om het proces voor de actualisering het bestemmingsplan Dorp Zuid in 2016 op te starten. Daarom zal voor het bestemmingsplan Dorp Zuid tijdelijk een beheersverordening worden opgesteld. Deze beheersverordening wordt in 2016 aan de Raad voorgelegd . Omdat voor Zoeterwoude uiteindelijk één Omgevingsplan wordt opgesteld, kunnen de meerjarig geplande aanpassingen in de bestaande bestemmingsplannen vervallen. Het Omgevingsplan zal iedere 10 jaar worden geactualiseerd. Financieel De andere werkwijze zorgt ervoor dat na het opstellen van één Omgevingsplan voor Zoeterwoude na tien jaar weer budget nodig is voor actualisatie. Het structurele budget voor het opstellen van bestemmingsplannen wordt ingezet voor het opstellen van het Omgevingsplan Landelijk Gebied. Dit Omgevingsplan vormt vervolgens de basis voor één Omgevingsplan voor heel Zoeterwoude.
Programmabegroting 2016-2019
65
Omgevingsvergunningen en beoordeling schetsplannen Ondanks het verruimen van de eisen op het gebied van vergunningvrij bouwen, is het aantal aanvragen Omgevingsvergunningen in 2015 licht toegenomen. Dit is het gevolg van het economisch herstel en het starten van een aantal grotere bouwprojecten. Wabo activiteit
2013
2014
Juni 2014/ tm mei 2015
Bouwen
70
75
77
Werk of werkzaamheid
6
13
14
Afwijking bestemmingsplan
38
42
42
Brandveilig gebruik
2
3
2
Monumenten
2
2
3
Slopen
18 9
3
Slopen ogv ruimtelijke regels
1
Weg aanleggen
2
2
2
In/Uitrit
3
8
8
Kappen
43
15
21
5
5
Melding brandveilig gebruik
2
4
Sloopmelding
30
34
Reclame Bouwbesluit activiteiten
2
Totalen
184
206
215
In al of niet meervoudige aanvragen
137
135
142
Waarvan met uitgebreide procedure met een verklaring van geen bedenkingen
10
1
2
1 2
Het totaal van 42 bestaat uit 8 binnenplanse afwijkingen, 28 kleine buitenplanse afwijkingen, 5 buitenplanse afwijkingen en 1 tijdelijke afwijking. In het jaar 2013 waren deze meldingen verwerkt in de cijfers van de Wabo activiteiten.
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van Vergunningverlening Het toetsen van vergunningaanvragen aan het Bouwbesluit én het toezicht tijdens bouw of verbouw zal in 2017/ 2018 worden geprivatiseerd. Dit heeft gevolgen voor de werkzaamheden van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling op het gebied van vergunningverlening en toezicht. Het aantal vergunningaanvragen zal gelijk blijven, maar de gemeente zal de component "bouw" alleen toetsen op bestemmingsplan/omgevingsplan en eisen op het gebied van welstand. De afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling sorteert hier in 2015 al op voor door vacatures op dit gebied zeer beperkt in te vullen. Hierdoor is er momenteel 1,5 fte werkzaam voor vergunningen. Dit zorgt tijdelijk voor een hoge werkdruk bij betrokken medewerkers, maar door het werk efficiënt te organiseren lukt het om alle aanvragen op tijd af te handelen. Indien er onverwacht een groot aantal aanvragen worden ontvangen, zal gebruik worden gemaakt van de beschikbare flexible schil voor inhuur. Voor toezicht en handhaving is voor uitvoerende taken 2 fte beschikbaar. Door natuurlijk verloop zal ook dit aan het eind van 2015 terug gebracht zijn naar 1 fte. Met een flexibele schil van 0,4 fte voor zolang dat nodig is. Financieel Door de privatisering van bouwtaken zal de gemeente nog een beperkte rol hebben bij het vergunningsproces. De hoogte van de leges voor aanvragen omgevingsvergunningen is gekoppeld aan de tijd die de gemeente besteedt aan de aanvraag. Doordat de gemeente nog een beperkte rol heeft, is het logisch dat ook de leges die
66
Programmabegroting 2016-2019
in rekening worden gebracht voor het verlenen van de vergunning vermindert. Hoe dat zal uitpakken is nog niet helder. Zeker is wel dat de legesopbrengst vanaf 2017-2018 zal dalen. Na de zomer van 2016 wordt hier meer duidelijkheid over verwacht. Volkshuisvesting Gemeentelijke Woonvisie Op basis van het woningmarktonderzoek 2015 wordt een woonvisie opgesteld. Deze woonvisie omvat onderwerpen als de sociale huurvoorraad, het percentage sociaal in het woningbouwprogramma, betaalbaarheid, doelgroepenbeleid, duurzaamheid, een kwantitatief en kwalitatief nieuwbouwprogramma, de zorgvraag en de gevolgen van de vergrijzing . De woonvisie wordt uitgewerkt naar een programmering voor nieuwbouw die aansluit bij de voorraad. Bij de nieuwbouwplannen en andere ruimtelijke ontwikkelingen is de gemeente verplicht de “Ladder voor duurzame verstedelijking” te doorlopen: eerst afstemmen op de regionale behoefte, dan bouwen in bestaand stedelijk gebied als dat mogelijk is en zo niet, dan pas dan uitbreiding op te ontsluiten locaties buiten bestaand stedelijk gebied. De woonvisie zal vanaf 2016 richtinggevend zijn voor het woonbeleid van Zoeterwoude in de komende jaren en de keuzes die gemaakt moeten worden in de woningbouwplannen. De nieuwe woonvisie is tevens het uitgangspunt voor de nieuwe prestatieafspraken met Rijnhart Wonen vanaf 2016. Startersleningen In december 2012 heeft de raad een bedrag van € 270.000 beschikbaar gesteld voor startersleningen. De verwachting is dat het budget eind 2015 op zal zijn. Eind 2015, of zoveel eerder als het budget op is, wordt de regeling voor het verlenen van de startersleningen geëvalueerd. Op basis van de evaluatie zal de raad moeten besluiten of er vanaf 2016 extra budget beschikbaar wordt gesteld voor startersleningen. Prestatieafspraken met Rijnhart Wonen Met de prestatieafspraken 2015 is voortgeborduurd op de prestatieafspraken van 2013/2014. Voor 2016 worden op basis van de nieuwe woonvisie de nieuwe (meerjarige) prestatieafspraken met Rijnhart Wonen opgesteld. Grondzaken Grondzaken betreffen grondtransacties zoals incidentele verkoop van groenstroken of de vestiging van erfdienstbaarheden. Doorgaans ligt het initiatief hiertoe bij derden en heeft de gemeente de keuze om hieraan mee te werken of niet. De gemeente heeft geen actief beleid voor verkoop van groen- of andere reststroken. De overdrachtskosten worden neergelegd bij de aanvrager. Tegenover de opbrengst staan de kosten voor ambtelijke inzet om verkoop te laten plaatsvinden. Projecten Verantwoording projecten en regulier werk De gemeente Zoeterwoude en met name de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling (RO) is al geruime tijd bezig met het verder professionaliseren en verzakelijken van de manier van werken. Een onderdeel hiervan is efficiënter werken. Wij hebben besloten minder generalistisch en meer specialistisch te gaan werken. Deze efficiëntieslag was nog niet op alle vlakken doorgevoerd. Het projectleiderschap was nog een taak die binnen de afdeling RO bij verschillende medewerkers was belegd. Veel werkzaamheden stonden op de ‘projectenlijst’. Dit had tot gevolg dat sommige reguliere werkzaamheden wel planmatig aangepakt werden, maar soms onnodig aan ons college en de raad werden verantwoord. Projecten daarentegen werden soms niet voldoende verantwoord en op te veel verschillende manieren opgestart en afgehandeld. Hier viel een efficiëncy -en kwaliteitsslag te maken.
Programmabegroting 2016-2019
67
In april 2015 zijn alle projecten getoetst op een aantal aspecten die onlosmakelijk met de definitie van een project verbonden zijn. Hieruit vloeide voort dat voor een aantal projecten geldt dat dit eigenlijk geen projecten zijn, omdat de gemeente geen eigenaar is en ook geen regievoerder, geen belang en/of financieel geen zeggenschap heeft. Deze projecten zijn ondergebracht onder regulier werk waarvoor waar nodig wel een samenwerkingsovereenkomst is afgesloten. Verder is in 2015 een notitie gemeentelijk vastgoed vastgesteld met het doel om inzicht te krijgen in ons vastgoedbezit en het beantwoorden van de vraag voor welk programmadoel of welk project wij dat vastgoed hebben. Daaruit resulteert dan de vaststelling van het vastgoed dat wij niet voor een programma of een project nodig hebben en feitelijk dus kan worden afgestoten. Hierover zal in 2016 worden gerapporteerd. Hieronder volgt de toelichting op de projecten zoals die tot dit jaar in de paragraaf Grondbeleid en projecten stond. Het jaar 2015 stond in het teken van de start van de realisatie van Fase I van WIJdezorg op de locatie van de voormalige aanleunwoningen aan de Bennebroekweg. Het bestemmingsplan en de omgevingsvergunning zijn onherroepelijk. Medio juni is het verleggen van de Bennebroekweg afgerond en zijn voorbereidingen getroffen voor de start bouw, direct na de vakantie. Begin 2017 wordt de nieuwbouw Fase I opgeleverd. Bloemenweide Noord Na de nieuwbouw van WIJdezorg zal de gemeente de bouw van de Brede School Zoeterwoude-Dorp voor haar rekening nemen. Inmiddels is hiervoor een raadsbesluit genomen en is de Brede School Zoeterwoude-Dorp als apart project gestart. Zoals nu gepland start de bouw in het tweede kwartaal van 2017. Brede school Zoeterwoude Dorp Het project Brede School Zoeterwoude-Dorp is in december 2014 vastgesteld door de raad. Het betreft het samenvoegen van de drie basisscholen uit het dorp op één locatie (huidige Emmaushof), samen met SKZ (Stichting Kinderopvang Zoeterwoude), het CJG (Centrum voor Jeugd & Gezin) en de bibliotheek. 2015 staat volledig in het teken van de procesmatige voorbereiding. Zo wordt met de drie scholen (twee schoolbesturen) gesproken over de fusie. Met de samenwerkingspartners wordt gewerkt aan het Integraal Programma van Eisen (ruimtelijk en technisch) van de nieuwe school. Na de zomervakantie is gestart met de architectenselectie om nog in 2015 met een schetsontwerp te komen. 2016 zal in het teken staan van het uitwerken van het schetsontwerp tot een bestek en het selecteren van een aannemer, om zodoende direct na het vrijkomen van de locatie (Q1 2017) te kunnen starten met de voorbereidingen van de bouw. De school opent haar deuren aan het begin van het schooljaar 2018 – 2019. Ontsluitingsweg Brede school Voor een (verkeers)veilige ontsluiting van de nieuwe school, dient een tweede ontsluiting aangelegd te worden. Deze ontsluiting gaat over het voormalige gemaal aan de Verlaatweg en sluit aan op de Dr. Kortmannstraat. De raad heeft tegelijk met de vaststelling van het project Brede School Zoeterwoude-Dorp krediet beschikbaar gesteld voor dit project. In 2015 wordt gewerkt aan de civieltechnische voorbereiding van de ontsluiting. Eerst wordt de caravan verplaatst binnen de locatie, daarna kunnen de oude opstallen gesloopt worden en kan voorbelasting aangebracht worden. Deze werkzaamheden zullen in het vierde kwartaal van 2015 en eerste kwartaal van 2016 plaatsvinden. Medio 2016 wordt de tweede ontsluitingsweg aangelegd, zodat ook de ontwikkeling van Fase I WIJdezorg (aanleg openbare ruimte) hiervan kan profiteren, doordat het gebied vanaf de tweede ontsluiting bereikbaar is.
68
Programmabegroting 2016-2019
Bij de bouw van de school ligt de tweede ontsluiting gereed, zodat WIJdezorg geen hinder ondervindt van de bouwwerkzaamheden van de brede school. Bruines Santhorst Nog steeds wordt gesproken met BPD (voormalig Bouwfonds) en Van Rhijnbouw. Inmiddels is volledige overeenstemming over zowel het plan als de overeenkomst. Nu moet gewacht worden op de overeenkomst tussen OMM en de gemeente, waarin o.a. de afspraken tussen de gemeenten Leiden en Zoeterwoude vertaald worden in afspraken tussen OMM en de gemeente Zoeterwoude. De overeenkomst tussen OMM en de gemeente is gereed en zal binnenkort aangeboden worden aan het college. Kort daarna kan de overeenkomst tussen BPD / Van Rhijnbouw en de gemeente afgerond worden en aangeboden worden aan het college en de raad. In het onherroepelijke bestemmingsplan is het plangebied consoliderend meegenomen. Zodra er een getekende overeenkomst ligt, zal een uitwerkingsplan voor het gebied opgesteld worden. Woudevoirt Ondanks dat het beoogde verkooppercentage niet gehaald is, is de ontwikkelaar medio mei 2015 toch begonnen met de sloop van de oude opstallen, om direct daarna te starten met de bouw. Naar verwachting zal de oplevering van het project het tweede kwartaal van 2016 plaatsvinden. Dorpskern In 2015 staat de realisatie van de locatie Bakker Blok gepland. Direct na de bouwvakantie zal gestart worden met Het Bakkerpunt, zoals het project genoemd is. Het betreft de realisatie van 15 sociale huurwoningen door Rijnhart Wonen. Omdat het er niet naar uitziet dat de locaties Chinees restaurant en Kerklaan op korte termijn tot ontwikkeling komen, is aan de gemeenteraad voorgesteld het project per 1 januari 2016 te sluiten. Eventuele ontwikkeling van genoemde locaties op een later tijdstip kunnen eventueel als apart project opgepakt worden. De grondexploitatie is herzien en aangeboden aan de raad. Indien het project per 1 januari 2016 wordt afgesloten heeft het project een positief resultaat van ca. € 160.000 netto contant. De ontwikkeling van Het Bakkerspunt kan nog voor een verminderd resultaat zorgen, omdat afgerekend wordt op basis van een residuele grondwaardebepaling. Zoals het er nu naar uitziet zal dit het geval zijn als gevolg van extra kosten vanwege aanpassingen aan het ontwerp door eisen vanuit het bouwbesluit. Ontwikkelingslocaties Burgemeester Smeetsweg/Industrieweg en Produktieweg/Blauwmutsenpad Ten behoeve van de ontwikkeling van deze locaties op bedrijventerrein Grote Polder bereiden eigenaar OMGP en de gemeente gezamenlijk nog de grondoverdracht voor. Dit komt voort uit het project revitalisering bedrijventerrein, dat is gestart in 2004 en financieel is afgesloten in 2008 en dat mede is gefinancierd door de verkoop van de zogenaamde MP-stroken en drie locaties aan OMGP. De locatie aan de Oranjelaan is inmiddels ontwikkeld (Zilvermijn). Van de andere twee locaties kan de exacte begrenzing pas worden bepaald als alle technische aspecten volledig zijn opgelost, met name inzake verleggen en aanpassen van de watergangen, ontsluiting via de Industrieweg en watercompensatie. Als de percelen duidelijk zijn, moet de gemeente nog een aantal straatwerkzaamheden uitvoeren en kan er overgedragen worden. Vervolgens kan OMGP de locaties verder bouwrijp maken en in de markt zetten. Raetwijck Het plan bestaat uit 5 vrijstaande eengezinswoningen, 2 twee-onder- één kap woningen, 6 appartementen in de vrije sector en 6 sociale sector appartementen.
Programmabegroting 2016-2019
69
Inmiddels zijn de 5 vrijstaande woningen en de 6 sociale huurappartementen gerealiseerd. De twee twee-onderéén-kapwoningen worden naar verwachting nog in 2015 opgeleverd. Voor de 6 vrije sector koopappartementen blijkt nauwelijks belangstelling te zijn. Hiervoor worden plannen uitgewerkt voor twee geschakelde woningen. Rectorhuis Het plan voorziet in 13 woningen naast en achter het Rectorhuis, waarvan 9 appartementen en twee twee-onderéén-kapwoning. Sinds september 2013 is de omgevingsvergunning voor het project onherroepelijk. Er blijkt weinig belangstelling voor de twee twee-onder-één-kapwoning en voor de 9 sociale appartementen. Over het Rectorhuis voert de ontwikkelaar moeizame onderhandelingen met diverse partijen voor een zorgvoorziening, waar de appartementen eventueel ook onderdeel vanuit kunnen maken. Recreatief Transferium De nazorg van dit project wordt in 2015 afgerond. In 2016 wordt het project definitief afgesloten. De recreatieve functie van het Recreatief Transferium wordt in samenwerking met de exploitanten van het Recreatief Transferium zo mogelijk verder versterkt. Nieuwe initiatieven omtrent het Recreatief Transferium worden mede bezien in het kader van de gesloten samenwerkingsovereenkomst Leidse Ommelanden. Verde Vista Meerburg De financiering en de liquiditeit van de aan de W4 gekoppelde ontwikkeling van de Meerburgerpolder blijft een grote zorg. Begin 2014 is de financiering geregeld middels een financieringsovereenkomst tussen de OMM, BNGGO, BNG-Bank en de gemeente. De gemeente heeft de voorfinanciering van € 8 miljoen omgezet in een lening met hypothecaire zekerheid. De BNG-Bank is een financieringsovereenkomst met de OMM aangegaan voor € 5 miljoen. Hiermee is de financiering van de OMM veilig gesteld. Door het uitblijven van een onherroepelijk bestemmingsplan voor het zuidelijk deel, is de ontwikkeling van de detailhandel vertraagd en daarmee ook de realisering van inkomsten, waardoor de OMM nu een liquiditeitsprobleem heeft. Hiervoor zal opnieuw naar de aandeelhouders, BNG-GO en de gemeente, gekeken worden voor extra financiering. Dit moet in de resterende maanden van 2015 opgelost worden, maar zal nog de nodige onderhandeling vergen. Een overloop naar 2016 sluiten wij niet uit. Bijkomend negatief effect is dat de gemeente in september 2015 de W4 bijdrage ad. 4,7 miljoen euro (plus index) moet betalen. Primair moet de bijdrage uit de exploitatie van de OMM komen, echter dat gaat door de liquiditeitsproblemen van de OMM niet lukken. Zowel de BNG-GO als de gemeente staan voor 50% garant voor deze bijdrage. Zeer waarschijnlijk zal deze garantie worden ingeroepen. Inmiddels wordt in de Meerburgerpolder druk gebouwd. Het nieuwe NeM hoofdkantoor is medio mei 2014 opgeleverd. De brug over de Meerburgerwatering is opgeleverd, het noordelijk en zuidelijk deel is volledig bouwrijp gemaakt. Inmiddels is VORM bouw gestart met de bouw van de eerste 34 woningen in het noordelijk deel. De tweede fase van VORM bouw is inmiddels in de verkoop. Met Leiden is inmiddels een overeenkomst gesloten, de provincie blijft echter tegen de ontwikkeling van detailhandel in de Meerburgerpolder. In augustus 2015 is de zitting bij de Raad van State, een uitspraak volgt binnen een periode van 6 tot 8 weken. W4 De verlengde, verbrede en verdiepte A4 nadert zijn afronding. De tweede tunnelbak is eind oktober 2014 in gebruik genomen. Wat resteert is de afronding van een aantal zaken, waaronder de fysieke aansluiting tussen Leiden en Zoeterwoude over de A4 (start aanleg vanaf september 2015) en de invulling van het groen en water langs de A4 (afrondende fase). Medio september 2015 zijn de laatste zaken afgerond en zullen de bouwketen van de BAM verwijderd zijn. Daarnaast wordt momenteel druk gewerkt aan de terug levering van de W4 gronden aan Zoeterwoude.
70
Programmabegroting 2016-2019
Het gebied waar de BAM keten staan (Locatie ++) is de oude afslag van de A4. Deze grond wordt verworven van Leiden. De aankoop is opgenomen in de overeenkomst van maart 2014 tussen Leiden en Zoeterwoude. Inmiddels is voor deze ontwikkeling een apart project gestart met de werktitel Verde Vista Plas. Zwethof Verwacht wordt dat in 2015 het plan aan de provinciale regelgeving kan worden getoetst. Het opstellen van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst en GREX schuift waarschijnlijk door naar 2016. Als het project de toetsing aan de provinciale regels kan doorstaan, kan in 2016 begonnen worden met de planvorming en de planologische procedure. Kengetallen 2012
2013
2014
2015 1/7
Streef waarde
3.202
3.201
3.228
3.240
-
Aantal nieuwe woningen
0
39
12
0
-
Waarvan sociale huur- en koopwoningen
0
27
6
0
35%
Aantal gesloopte woningen
0
12
0
0
0
Aantal woningen 31 december
-
3.228
3.240
3.240
-
Aantal woningen 1 januari
Financieel overzicht Programma 10 Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting bedragen x € 1.000,Bestemmingsplannen/proc.Wet RO
Rekening 2014
147
147
92
Baten
-14
-14
-14
-14
-14
-14
212
227
156
133
133
79
Lasten
780
644
711
665
665
666
Baten
-514
-630
-280
-280
-280
-280
267
14
431
385
385
386
Lasten
158
153
109
104
104
104
Baten
-45
-22
-49
-49
-49
-49
113
131
60
54
54
54
Lasten
5.475
633
103
97
96
96
Baten
-6.729
0
-12
-12
-12
-12
-1.254
633
91
85
84
84
Lasten
2.488
648
62
47
965
47
Baten
-2.414
-138
-62
-47
-47
-47
74
510
0
0
917
0
Lasten
9.127
2.317
1.155
1.060
1.977
1.005
Baten
-9.715
-803
-417
-402
-402
-402
-588
1.514
738
658
1.575
603
Saldo Programma
Saldo van baten en lasten
Programmabegroting 2016-2019
2019
170
Saldo Projecten
2018
240
Saldo Grondbeleid
2017
226
Saldo Volkshuisvesting
Meerjarenraming
Lasten
Saldo Bouwverg.verl/beoord.schetspl.
Begroting Begroting 2015 2016
71
Toelichting: Door het invoeren van één Omgevingplan voor de hele gemeente zullen geen aparte bestemmingsplannen meer worden opgesteld, die periodiek hierzien moeten worden. Het Omgevingsplan zal iedere10 jaar worden herzien. Het budget voor bestemmingsplannen is hierop naar beneden bijgesteld. De opbrengsten voor het verlenen van een omgevingsvergunning zullen naar verwachting teruglopen als gevolg van het afronden van de de grotere bouwprojecten en de gevolgen van de privatisering van bouwtaken. Hierdoor zullen naar verwachting de legesopbrengsten verminderen.
72
Programmabegroting 2016-2019
2.1.11 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder Wethouder C. den Ouden Omschrijving van het programma Het onderdeel algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien geeft inzicht in het beleid en de ontwikkelingen over te realiseren opbrengsten om het gewenste gemeentelijke voorzieningenniveau te kunnen realiseren. Belastingen Wet onroerende Zaken Voor het opleggen en innen van belastingen maken wij gebruik van de diensten van de belastingsamenwerking BSGR. Deze verzorgt voor ons ook de uitvoering van de WOZ (Wet onroerende Zaken). Dit betreft de taxatie van de economische waarde van alle onroerende zaken in de gemeente. Deze waarde is de basis voor de aanslag Onroerende zaakbelasting 2016. Elk jaar opnieuw wordt de OZB-waarde per peildatum 1 januari bepaald op basis van ontwikkelingen in de onroerend goed markt. De waardeontwikkeling van 2014 naar 2015 is nog niet met zekerheid aan te geven omdat een aantal objecten nog moet worden getaxeerd gedurende 2015. Als in december 2015 de meest recente WOZ-gegevens beschikbaar zijn, zullen wij de raad voorstellen doen voor de vaststelling van de OZB tarieven 2016. Hogere of lagere WOZ-waarden zullen via de tarieven worden gecompenseerd. Onroerende zaakbelasting De opbrengst van de Onroerende zaakbelasting wordt gebruikt als algemeen dekkingsmiddel voor de uitgaven. Het is beleid van de gemeente Zoeterwoude om de opbrengst uit deze belasting met niet meer dan 1,5% per jaar te verhogen, exclusief areaaluitbreiding als gevolg van nieuwbouw en uitbreiding. Als de waarde van onroerend goed in het economisch verkeer stijgt, kunnen de tarieven lager worden vastgesteld en als de waarde daalt, zullen de tarieven extra moeten stijgen om de gewenste opbrengststijging van 1,5% te realiseren. Omdat de waarde-ontwikkeling van onroerend goed in individuele gevallen kan afwijken van het gemiddelde is het mogelijk dat individuele aanslagen afwijken van de gemiddelde opbrengststijging voor alle objecten. Voor de begroting 2015 was de opbrengst uit OZB ingeschat op totaal € 3.352.000. De werkelijke opbrengst in 2015 blijkt volgens de meest recente opgaven van BSGR uit te komen op een bedrag van € 3.462.000. Dat is € 110.000 meer dan geraamd. De reden van deze meevaller is dat de totale WOZ-waarde voor niet-woningen te laag is ingeschat, naar nu blijkt. (De opbrengst uit OZB woningen is vrijwel conform de ramingen). Om die reden hebben wij een afweging gemaakt die zoveel mogelijk recht doet aan een evenwichtige en eerlijke verdeling van de lasten. Voor de berekening van de opbrengst uit OZB Woningen gaan wij uit van de opbrengst in 2015, waarop wij rekenen met een volumeuitbreiding van 0,5% en een verhoging van de opbrengst met 1,5% (zie bijgaande tabel). Daarmee komen wij voor OZB woningen op een opbrengstberekening voor de begroting 2016 uit op € 1.113.680. Voor de berekening van de opbrengst Niet-woningen zijn we, in afwijking van het bestaande beleid, niet uitgegaan van de opbrengst in 2015. Deze was namelijk hoger dan voorzien was in de begroting 2015 vanwege een te laag ingeschatte WOZ-waarde voor het jaar 2015. De gebruikelijke berekening van de opbrengst in 2016 zou daardooor een hogere opbrengst realiseren dan wat onze bedoeling was. Als uitgangspunt hebben we daarom gekozen voor de gewenste opbrengst 2015.
Programmabegroting 2016-2019
73
Woningeneigenaren Opbrengst 2015 Volumeuitbreiding 2015-2016 (0,5%) Basisopbrengsten 2016 Indexstijging 2016 Raming opbrengsten 2016 1 2
Niet-woningen eigenaren 1
2
Niet-woningen gebruikers 2
Totaal
€ 1.091.760
€ 1.456.190
€ 800.740
€ 3.348.690
€ 5.460
€ 7.280
€ 4.000
€ 16.740
€ 1.097.220
€ 1.463.470
€ 804.740
€ 3.365.430
€ 16.460
€ 21.950
€ 12.070
€ 50.480
€ 1.113.680
€ 1.485.420
€ 816.810
€ 3.415.920
De opbrengst 2015 voor eigenaren van woningen is gebaseerd op de prognose van de werkelijke opbrengst 2015 De opbrengst 2015 voor niet woningen is gebaseerd op de raming in de begroting 2015.
In december 2015 zal de raad de tarieven voor 2016 vaststellen aan de hand van de bovenstaande opbrengstraming in de begroting en de meest recente waarde ontwikkeling van het vastgoed. Bedrijven Investeringszone Het industriegebied Grote Polder is door de gemeenteraad aangewezen als Bedrijven Investeringszone. Op grond van deze aanwijzing wordt jaarlijks een belasting geheven bij de gebruikers van niet-woningen. De BIZbelasting is gebaseerd op de WOZ-waarde van het onroerend goed. De opbrengst van deze belasting wordt, verminderd met de perceptiekosten, in de vorm van een subsidie betaald aan de vereniging BIZ Grote Polder die de opbrengst gebruikt voor onderhoud en verbetering van het bedrijventerrein, beveiligingsmaatregelen etc. Van 2011 tot en met 2015 is de belasting geheven op basis van de experimentenwet BIZ. In 2016 is een definitieve wet BIZ van kracht. De gemeenteraad heeft in 2015 een nieuwe verordening 2016 vastgesteld op basis van de nieuwe wet. In overleg met de vereniging wordt de belastingopbrengst in 2016 lager. De opbrengst van deze belasting wordt voor 2016 gesteld op € 133.000. Precariobelasting In 2015 werden wij geconfronteerd met het feit dat de inkomsten uit precariobelasting daalden van € 685.000 naar ongeveer € 450.000. De reden was dat de belastingplichtige nutsbedrijven beter in staat zijn om onderscheid te maken tussen het hebben van kabels en leidingen in privaat terrein en openbaar terrein waar dat voorheen niet mogelijk was. Om dit nadeel voor de begroting te compenseren stellen wij voor de tarieven zodanig aan te passen dat de inkomsten voor de begroting in 2016 weer op het niveau van de ramingen 2015 komen. Zodra de juiste opgaven van de belastingplichtige bedrijven bekend zijn, zal in de raadsvergadering van december 2015 het nieuwe tarief 2016 aan u worden voorgesteld. Naar wij thans inschatten zal de stijging van het tarief rond de 55% liggen. Overige financiering en dekking Algemene uitkering uit het gemeentefonds De Algemene uitkering uit het gemeentefonds bestaat uit de onderdelen Algemene uitkering en Sociaal Domein. De Algemene uitkering is bedoeld als algemeen dekkingsmiddel voor de gemeenten en de uitkering Sociaal Domein is bedoeld als dekking van de kosten als gevolg van de decentralisatie van de taken Participatie, Jeugd en Maatschappelijke ondersteuning. 1. Algemene uitkering De inkomst uit de Algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt voor 2016 ingeschat op € 5.877.890. Dat is ongeveer 32% van het totaal van alle baten in de begroting, exclusief de onttrekking uit reserves. De Algemene uitkering maakt daarmee een belangrijk deel uit van de begroting. Voor de berekening hebben wij de MeiCirculaire aangehouden.
74
Programmabegroting 2016-2019
Algemene uitkering Gemeentefonds Opgenomen in begroting 2015
2016
2017
2018
2019
€ 5.644.870
€ 5.613.500
€ 5.560.640
€ 5.560.640
0
- € 80.940
- € 71.460
- € 57.180
1.
Accres-ontwikkeling
2.
Onderhoud Gemeentefonds 2e fase
€ 76.340
€ 124.100
€ 129.420
€ 126.380
3.
Diverse mutaties in aantallen kengetallen
€ 49.600
€ 45.000
€ 53.660
€ 60.500
4.
Doeluitkeringen
€ 107.120
€ 59.030
€ 59.030
€ 59.030
€ 5.877.890
€ 5.760.700
€ 5.731.290
€ 5.749.370
Begroting 2016
1. Accresontwikkeling Het accres wordt in belangrijke mate bepaald door de ontwikkeling van de Rijksbegroting. Dat is het zogenaamde "Trap-op-Trap-af" principe. Voor de komende jaren levert dit een nadeel op. 2. Onderhoud 2e fase gemeentefonds. Periodiek wordt het verdeelmodel van het gemeentefonds bekeken op realiteit en aansluiting op de taak van de gemeenten. De tweede fase geeft voor de kleinere gemeenten een duidelijk voordeel ten opzichte van de grotere gemeenten. Vooral voor de taken op het gebied van brandbestijding en bestemmingsplannen blijken de kosten voor kleinere gemeenten relatief hoger dan voor grotere gemeenten. 3. Het geld in het gemeentefonds wordt over de gemeenten verdeeld op basis van verdeelsleutels zoals aantal inwoners, jongeren, ouderen, bijstandgerechtigden en een aantal fysieke grootheden zoals opppervlakte, lengte vaarwegen etc. Mutaties en ontwikkelingen in deze aantallen kunnen leiden tot een iets andere verdeling. Meestal zijn dit relatief kleine mutaties. 4. De mutatie als gevolg van wijzigingen in doeluitkeringen hebben grotendeels betrekking op de WMOhuishoudelijk hulp. Het beleid van het ministerie is erop gericht het aantal doeluitkeringen zo veel mogelijk te beperken en steeds meer gelden via de algemene uitkering aan gemeenten uit te keren. Omdat meer mensen langer thuis wonen en het beroep op de WMO verder toeneemt, is de beschikbare groeiruimte voor 2016 en 2017 al volledig toegekend. De beschikbare groeiruimte is onder ander ontstaan bij het extramuraliseren van lichte zorgzwaartetaken voor nieuwe gevallen. Voor Zoeterwoude heeft dit een positief effect. 2. Sociaal domein De uitkering voor het Sociaal domein (de 3D centralisatie van zorgtaken naar de gemeenten) Sociaal domein Opgenomen in begroting 2015
2016
2017
2018
2019
€ 3.407.050
€ 3.293.030
€ 3.308.230
€ 3.308.230
1.
Ontwikkelingen WMO
€ 58.100
€ 156.990
€ 90.370
€ 62.890
2.
Ontwikkelingen Jeugd
- € 240.030
- € 297.290
- € 292.580
- € 290.700
3.
Ontwikkelingen Participatiewet
- € 15.590
- € 24.510
- € 37.060
- € 42.070
€ 3.209.530
€ 3.128.220
€ 3.068.960
€ 3.038.350
Begroting 2016
Dividendinkomsten 1. Bank Nederlandse gemeenten De dividenduitkering van de BNG is al enkele jaren stabiel op € 30.000. Wij hebben geen aanleiding om het bedrag voor 2016 anders in te schatten. 2. Netwerkbedrijf Alliander De dividenduitkering van Alliander blijkt al een aantal jaren hoger dan geraamd. Om die reden achten wij het verantwoord om de uitkering voor 2016 hoger te ramen van € 150.000 naar € 175.000.
Programmabegroting 2016-2019
75
3. Waterleverancier Oasen De doelstelling van het waterbedrijf Oasen is om kostendekkend te werken en geen dividend uit te keren. Na de verkoop van ons aandelenbezit in energiebedrijf Nuon ontvangen wij daarvoor geen dividend meer. Financieringsresultaat Het financieringsresultaat is € 348.810. Dat is het gevolg van het renteomslagpercentage (het totaal wat de gemeente betaalt voor het financieren van de activa op de balans) dat wordt toegepast in de begroting. Dit is voor de begroting 2014 berekend op 2,2%. Sindsdien is de rente op de kapitaalmarkt lager geworden waardoor er, na doorbelasting van de rentekosten naar de investeringen een positief resultaat ontstaat van € 348.810. Stelposten In de begroting is een aantal stelposten opgenomen . Aan de lastenzijde is, als gebruikelijk, een stelpost opgenomen als dekkingsmiddel voor mogelijk onvoorziene en niet uitstelbare uitgave in het begrotingsjaar voor een bedrag van € 43.000. Via de Voor en Najaarsnota houden wij de raad op de hoogte van de ontwikkeling van deze budgetruimte. Daarnaast is een stelpost opgenomen van € 100.000 uit de verwachting dat er onderuitputting zal ontstaan bij de kapitaallasten uit investeringen. Het is onze ervaring dat het soms niet mogelijk is om een geplande investering uit te voeren in het jaar van planning. Dit kan meerdere oorzaken hebben maar uitgestelde investeringen hebben altijd een positief effect op de kapitaallasten. Uit het verleden blijkt de raming van € 100.000 voorzichtig geraamd. Aan de batenzijde is een stelpost opgenomen van € 90.240 vanwege de opbrengsten uit de detachering van personeel bij de Ontwikkelingsmaatschappij Meerburg. Wet Modernisering Vennootschapsbelasting Op 1 januari 2016 worden de gemeenten geconfronteerd met de invoering van Vennootschapsbelasting. Op initiatief van Europa worden gemeenten voor de winstbelasting gelijkgesteld met het bedrijfsleven om daarmee oneerlijke concurrentie te voorkomen. De Vennootschapsbelasting geldt evenwel voor een beperkt aantal taken die gemeenten uitvoeren. Veel van onze taken zijn overheidstaken die door het bedrijfsleven niet kunnen worden uitgevoerd. Deze taken zijn vrijgesteld van belasting. Toch blijven er nog wel taken over waarbij sprake kan zijn van concurrentie. Te denken valt aan grondexploitaties en verhuur van accomodaties en vastgoed. Ter voorbereiding is er in 2015 een inventarisatie gemaakt welke taken wel en welke taken niet onder de vennootschapsbelasting zullen vallen. Het is nog lastig in te schatten om welke bedragen het zal gaan omdat taken met een tekort als verrekenbare verliezen kunnen worden gecompenseerd met "winsten" uit andere taken. Wel verwachten wij veel administratief werk en onzekerheden. Pas in 2017 zal de eerste aangifte Vennootschapsbelasting worden ingediend bij de belastingdienst. Dan pas zal de belastingdienst voor het eerst uitspraken doen over interpretatie van de nieuwe wet. Kengetallen 2012
2013
2014
2016
Streef waarde
1.481 V
2.243 V
960 V
9V
0
Vorm financieel toezicht provincie
Repr.
Repr.
Repr.
Repr
Repr.
Stijgingspercentage OZB opbrengst (exclusief areaal)
1,5%
1,5%
1,5%
1,5%
Max 1,5%
88
149
94
nnb
-
2,2%
3,7%
2,3%
nnb
< 2%
Meerjarig structureel sluitende begroting (x € 1.000)
Aantal bezwaarschriften WOZ Percentage tov het aantal objecten
76
Programmabegroting 2016-2019
Financieel overzicht Algemene Dekkingsmiddelen 11. Algemene Dekkingsmiddelen bedragen x € 1.000,Lokale heffingen
Rekening 2014 Lasten
319
319
-4.032
-3.757
-4.234
-4.251
-4.268
-4.285
-3.667
-3.420
-3.914
-3.932
-3.949
-3.966
0
0
0
0
0
0
-6.356
-8.895
-9.087
-8.889
-8.800
-8.788
-6.356
-8.895
-9.087
-8.889
-8.800
-8.788
Lasten
1.900
599
570
570
570
570
Baten
-890
-852
-825
-825
-825
-825
1.010
-253
-255
-255
-255
-255
4
7
4
4
4
4
-817
-679
-833
-929
-929
-890
-813
-672
-829
-926
-925
-886
Lasten
110
-83
-57
-57
-57
-57
Baten
-117
-175
-90
-90
-90
-90
-7
-257
-147
-147
-147
-147
Lasten
273
229
51
6
6
6
Baten
-129
-1
-1
-1
-1
-1
144
229
50
5
5
5
2.652
1.090
887
842
842
842
-12.340
-14.358
-15.070
-14.985
-14.913
-14.879
-9.689
-13.268
-14.183
-14.143
-14.071
-14.037
Toevoeging
642
328
387
274
300
11
Onttrekking
-1.130
-1.812
-867
-202
-1.031
-133
-488
-1.485
-481
72
-731
-123
-10.177
-14.753
-14.663
-14.071
-14.802
-14.160
Lasten
Saldo Lasten Baten Saldo
Saldo Overige alg.dekkingsmiddelen
Saldo Programma
Lasten Baten
Saldo van baten en lasten Reserves
Mutaties reserves Resultaat Mutaties Reserves bedragen x € 1.000,Mutaties Algemene reserve
2019
319
Saldo
Onvoorzien
2018
320
Baten
Saldo financieringsfunctie
2017
337
Saldo
Dividend
Meerjarenraming
365
Baten
Algemene uitkering
Begroting Begroting 2015 2016
Rekening 2014
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018 2019
Toevoeging
152
66
144
0
15
0
Onttrekking
-529
-165
0
-50
0
0
-377
-99
144
-50
15
0
Toevoeging
490
262
242
274
285
11
Onttrekking
-601
-1.648
-867
-152
-1.031
-133
Saldo
-111
-1.386
-625
122
-746
-123
Mutaties Reserves
-488
-1.485
-481
72
-731
-123
Saldo Mutatie bestemmingsreserves
Programmabegroting 2016-2019
77
Investeringsplan 2016-2019 Algemene dekkingsmiddelen + Kostenplaatsen
2016
2018
78
Verv. Aanhangwagen Algemene dienst
5.500
809
793
778
Gemeentehuis vervanging airco's
5.000
443
436
429
Gemeentehuis vervanging plafonds
10.000
887
872
857
Werkplaats algemene dienst beveiligingsysteem
6.000
532
523
514
Gemeentehuis vervanging vloerbedekking
45.000
3.990
Werkplaats algemene dienst buitenschilderwerk
7.000
1.154
Programmabegroting 2016-2019
2.2 Paragrafen 2.2.1 Lokale heffingen Inleiding In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de door de gemeente Zoeterwoude geheven belastingen en heffingen. De paragraaf geeft inzicht in de tariefsontwikkeling, de opbrengsten, de lokale lastendruk de waardeontwikkeling van onroerende zaken en de kostendekkendheid van heffingen. De volgende heffingen worden door de gemeente Zoeterwoude geïnd: 1. Onroerende zaakbelastingen; 2. Rioolrechten; 3. Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten; 4. Precariobelasting; 5. Lijkbezorgingrechten; 6. Marktgelden De uitvoering van de Wet Waardering Onroerende zaken, de inning van de OZB, de rioolrechten, de afvalstoffenheffing en de Bedrijveninvesteringszone (BIZ) wordt verzorgd door het Belasting Samenwerkingsverband Gouwe Rijnland (BSGR). In deze gemeenschappelijke regeling is de belastingtaak van de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude en het Hoogheemraadschap van Rijnland samengevoegd. 1. Onroerende-Zaakbelasting Het beleid op het gebied van de lokale heffingen is gericht op evenwicht tussen het voorzieningenniveau in de gemeente en de lasten voor de burger. In het coalitieprogramma Dichtbij en Verantwoordelijk is aangegeven dat de komende jaren in financiële zin lastig zullen zijn. Om toch de financiën gezond en het voorzieningenniveau op peil te houden, zijn maatregelen nodig. Wij streven een gezond financieel beleid na en een sluitende meerjarenbegroting, zonder onnodige lastenverzwaring. Conform de Perspectiefnota zal de opbrengst in 2016 1,5% hoger liggen dan in 2015. De uiteindelijke tarieven zijn daarmee slechts een afgeleide van, enerzijds de gewenste opbrengst en, anderzijds de feitelijke waardeontwikkeling van woningen en niet-woningen. De opbrengsten uit OZB zijn in de begroting 2016 als volgt geraamd: Omschrijving
Opbrengst 2015
Accres 201 6 (0,5%)
Index 2016 (1,5%)
Ram ing 2016
Woningen eigenaren
€ 1.091.760
€ 5.460
€ 16.460
€ 1.113.680
Niet-woningen eigenaren
€ 1.456.190
€ 7.280
€ 21.950
€ 1.485.420
Niet-woningen gebruikers
€ 800.740
€ 4.000
€ 12.070
€ 816.820
€ 3.348.690
€ 16.740
€ 50.480
€ 3.415.920
Totaal
Het is ons beleid de opbrengsten in de begroting te ramen gebaseerd op de werkelijke opbrengsten in het voorafgaande jaar, verhoogd met een percentage van 0,5% wegens uitbreiding van WOZ objecten gedurende het jaar en geïndexeerd met een percentage van 1,5%.
Programmabegroting 2016-2019
79
2. Rioolrechten Voor de tarieven Rioolrechten is 100% kostendekkendheid maatgevend. Wij streven op begrotingsbasis naar een vrijwel 100% kostendekkend tarief. Eventuele mee- of tegenvallers in de jaarrekening worden gereserveerd in een voorziening voor aanwending in een later jaar voor het doel riolering. In 2016 zullen de kosten voor riolering iets stijgen vanwege investeringen in het rioolstelsel en de nieuwe zorgplicht voor het grondwater. Daardoor ontstaat in de komende jaren een tekort van ongeveer € 20.000. De voorziening is echter voldoende van omvang om dit tekort op te vangen. Er is derhalve geen aanleiding om het tarief Rioolrechten 2015 van € 269 voor 2016 aan te passen. 3. Afvalstoffenheffing / Reinigingsrechten Voor de tarieven Afvalstoffenheffing is 100% kostendekkendheid maatgevend. In 2016 treden de nieuwe contracten in werking die we hebben gesloten met de afvalverwerkers. Daaruit volgen lagere tarieven voor het verwerken van het restafval. Daartegenover staan kosten voor het schoonhouden van wegen. De huidige tarieven 2015 zullen leiden tot een lichte overdekking van ongeveer € 30.000 voor de taak Reiniging. Reden om de tarieven bij te stellen, waarbij wij optimaal gebruik willen maken van de sturingsmogelijkheden die het Diftarsysteem ons biedt om burgers te stimuleren om zorgvuldig met afvalstromen om te gaan. In december 2015 zullen wij de raad daarvoor tariefsvoorstellen voor 2016 doen. 4. Precariobelasting Al sinds 2011 wordt de minister van Binnenlanse Zaken via een motie van de Tweede Kamer gevraagd de precariobelasting af te schaffen. De minister heeft aangegeven de motie te willen uitvoeren maar de pijn voor de gemeenten daarbij zo beperkt mogelijk te willen houden. Nog onlangs heeft hij aangegeven meer tijd nodig te hebben om alternatieven te bekijken. Vooralsnog hebben wij geen aanwijzing dat in 2016 de belasting zal worden afgeschaft. In 2015 werden wij geconfronteerd met een aanmerkelijke daling van de opbrensten uit precariobelasting, omdat de nutsbedrijven waaraan de belasting wordt opgelegd nauwkeuriger in staat zijn om de lengte van leidingen in de grond te bepalen. In de Voorjaarsnota 2015 hebben wij u daarover geïnformeerd. Om derving van inkomsten voor de gemeente in 2016 te voorkomen, zullen wij u in december 2015 een stijging van de tarieven precariobelasting voorstellen die uitgaat boven de gebruikelijke 1,5% om daarmee de inkomsten op het noodzakelijke niveau te houden. 5. Lijkbezorgingsrechten Het is ons voornemen om u in december 2015 voorstellen te doen voor een herziening van de Verordening Lijkbezorgingsrechten en de bijbehorende tarieven voor lijkbezorging. Ons uitgangspunt daarbij is dat de tarieven 2016 met gemiddeld 1,5% stijgen. 6. Marktgelden In de raadsvoorstel voor vaststelling van de tarieven 2016 zullen wij de tarieven voor marktgelden met 1,5% verhogen. Belastingcapaciteit Onder de woonlasten wordt verstaan de OZB, de rioolheffing en de afvalstoffenheffing voor een woning in de gemeente met een gemiddelde WOZ waarde. De belastingcapaciteit van een gemeente wordt berekend door de totale woonlasten in het begrotingsjaar te vergelijken met de landelijk gemiddelde woonlasten in het voorafgaande jaar en dat verschil uit te drukken in een percentage. De ongewogen gemiddelde woonlasten volgens berekeningen van het Coelo waren in 2015 € 716 per meerpersoonshuishouden. (vergelijk 2013: € 697 en 2014: € 704).
80
Programmabegroting 2016-2019
De woonlasten voor de burgers van Zoeterwoude worden voor het begrotingsjaar 2016 als volgt berekend: Gemiddelde WOZ waarde per woning 2016
€ 290.015,00
OZB per gemiddelde woning 2015 (Tarief 2016 nog niet bekend)
€ 362,23
Rioolrecht 2016 (volgens voorstel)
€ 269,00
Afvalstoffenheffing (Vastrecht plus gemiddeld aanbod restafval en GFT afval)
€ 180,00
Totaal woonlasten 2016
€ 811,23
Woonlasten landelijk gemiddelde 2015
€ 716,00
Woonlasten Zoeterwoude ten opzichte van landelijk gemiddelde 2015
113,3%
Hieruit blijkt dat de woonlasten 2016 in Zoeterwoude bij benadering 13,3% hoger liggen dan het landelijk gemiddelde in 2015 De tarieven voor 2016 zullen in de raadsvergadering van december definitief worden vastgesteld. D. Opbrengsten Soort
Realisatie 2014
OZB Afvalstoffenheffing, reinigingsrechten en Diftar Rioolrechten Precariobelasting
Begroting 2015
Begroting 2016
€ 3.286.910
€ 3.351.760
3.531.520
€ 650.700
€ 667.110
€ 600.700
€ 1.016.300
€ 1.000.270
€ 1.007.410
€ 680.100
€ 685.000
€ 685.000
E. Lokale lastendruk Vergelijking lastendruk met omliggende gemeenten over jaar 2015 Gemeente
1
1
Woonlasten éénpersoons huishoudens
Woonlasten meerpersoons huishoudens
Katwijk
€ 585
€ 682
Leiden
€ 575
€ 759
Leiderdorp
€ 669
€ 846
Leidschendam-Voorburg
€ 620
€ 681
Oegstgeest
€ 764
€ 876
Teylingen
€ 627
€ 696
Voorschoten
€ 848
€ 910
Wassenaar
€ 975
€ 1.178
Zoeterwoude
€ 743
€ 814
Bron: www.coelo.nl
Vergelijking lastendruk met gemeenten met vergelijkbare aantal inwoners over het jaar 2015 Gemeente
1
1
Inwoneraantal (2015)
Woonlasten éénpersoons huishoudens
Woonlasten meerpersoons huishoudens
Zoeterwoude
8.113
€ 743
€ 814
Strijen (Zuid-Holland)
8.719
€ 579
€ 611
Eemnes (Utrecht)
8.799
€ 593
€ 768
Mook en Middelaar (Limburg)
7.762
€ 767
€ 806
bron: www.coelo.nl
Programmabegroting 2016-2019
81
2.2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken, en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio weerstandsvermogen en afgezet tegen de algemeen geldende weerstandsnorm. Die ratio geeft de mate aan, waarin de gemeente in staat is om tegenvallers op te vangen zonder effecten voor het voorzieningenniveau. Een weerstandsvermogen van 100% geeft aan dat de gemeente in staat is om alle gekwantificeerde risico’s aan te kunnen maar dat meer tegenslag een effect gaat hebben op het voorzieningenniveau. De gemeente Zoeterwoude streeft een minimaal weerstandsniveau na van 140 tot 150% Weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit wordt onderscheiden in een incidenteel en een structureel deel. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de Algemene reserve, de Bestemmingsreserves, de begrotingspost Onvoorzien en eventuele stille reserves. De laatste wordt als PM geraamd en speelt bij de berekening van het weerstandsvermogen geen rol. De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de mogelijkheid van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit. Het structurele deel is afhankelijk van politieke besluitvorming en wordt in de weerstandsberekeningen niet meegenomen. Risicomanagement Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. De gemeente wil risico's die zij loopt zoveel mogelijk beheersen door ze structureel en op systematische wijze te identificeren, prioriteren, analyseren, en te beoordelen. Door een goed systeem van risicomanagement worden verantwoordelijken in staat gesteld voor risico’s, die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, passende beheersmaatregelen te nemen.
82
Programmabegroting 2016-2019
Om de risico's in kaart te brengen is een risicoprofiel opgesteld. In onderstaande overzicht zijn de grootste risico's gepresenteerd met de hoogste risicodreiging. Tabel 1: Top 9 Risico's Risico (incl.gevolg)
Beheersmaatregel
Kans
Financieel gevolg (max) in €
Invloed
Ontwikkelingsmaatschappij Meerburg:
25%
3.100.000
25.06%
Zwethof:
70%
1.000.000
22.31%
Niet geïdentificeerde en niet gekwantificeerde risico's:
50%
956.150
15.15%
Verstrekte garantstellingen voor leningen aan diverse instellingen, kunnen niet worden afgelost. Dit risico is gestegen ten gevolge van de kredietcrisis.
10%
3.853.954
12.17%
Algemene Uitkering:
50%
400.000
6.40%
Precariobelasting:
70%
274.000
6.17%
Op 1 januari 2015 is de zorg voor het sociale domein overgegaan naar de gemeente. Daarmee heeft de gemeenten er belangrijke taken bijgekregen waarmee veel geld gemoeid is. Vanwege het ontbreken van ervaring met de taak en de lagere bijbehorende geldstroom bestaat er een risico dat de kosten voor de taak hoger zijn dan de rijksuitkering.
50%
324.000
5.57%
Kleine organisatie:
25%
200.000
5.17%
Bodemvervuiling:
25%
50.000
1.60%
Totaal grote risico's
10.158.104
Overige risico's
0
Totaal alle risico's
10.158.104
De grootste veranderingen ten opzichte van de laatste rapportage - jaarrekening 2014 - zijn: - Verstrekte lening aan Ontwikkelingsmaatschappij Meerburg Hieronder liggen voldoende zekerheden, waardoor hier geen sprake (meer) is van een risico. - Verstrekte garantstellingen Dit risico is toegevoegd - Regionaal Investeringsfonds Hier geen sprake (meer) van een risico. Het gaat om toekomstige investeringen, waarbij niet duidelijk is in welk jaar deze gerealiseerd worden, waardoor niet bekend is in welk jaar de kapitaalslasten begroot moeten worden. Vooralsnog staat het bedrag onder de financiële activa geactiveerd. - Daarnaast zijn de kansen dat risico's zich voordoen opnieuw bekeken en aangepast. Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen kunnen worden getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Op basis van de ingevoerde risico's is een risicosimulatie uitgevoerd, omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 10.158.100 voor alle risico's niet gewenst is. Het is immers erg onwaarschijnlijk dat alle risico's zich gelijktijdig en in hun maximale omvang zullen voordoen. Bij de simulatie is gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Uit deze simulatie volgt dat met een weerstandscapaciteit van € 3.268.020 het voor 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt. Dat achten wij verantwoord.
Programmabegroting 2016-2019
83
Onderstaande tabel bevat een overzicht van resultaten van de simulatie benodigde weerstandscapaciteit. Tabel 2: Benodigde weerstandscapaciteit bij verschillende zekerheidspercentages Percentage
Bedrag (€) 75%
1.917.471
80%
2.268.187
85%
2.750.510
90%
3.268.020
95%
3.892.497
Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit een direct beschikbaar deel en niet direct beschikbaar deel. Het niet direct beschikbare deel kan na democratische besluitvorming worden omgezet van niet direct beschikbaar weerstandsvermogen naar direct beschikbaar weerstandsvermogen. Weerstand
Capaciteit (€) 2016
Capaciteit (€) 2017
Capaciteit (€) 2018
Capaciteit (€) 2019
Direct beschikbaar - Algemene reserve
4.280.245
4.424.671
4.374.671
4.389.341
- Beschikbare Bestemmingsreserves
4.418.593
3.949.681
3.896.509
3.813.077
43.000
43.000
43.000
43.000
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
8.741.838
8.417.352
8.314.180
8.245.418
Begroting: Onvoorziene lasten Stille reserves Totale weerstandscapaciteit
Toelichting op het direct beschikbare weerstandsvermogen 1. De Algemene reserve bevat op 1 januari 2016 een bedrag van € 4.280.000. 2. Het vrije deel van de bestemmingsreserves is bepaald op basis van de stand van deze reserves op 1 januari 2016 (€ 16.196.000), met uitzondering van het saldo van de reserves Riolering-Dorp (€ 192.200), Huisvesting onderwijs (€ 585.400). De Reserve Nuon wordt voor een deel tot de vrije reserves gerekend, omdat een deel (€ 11.000.000) geblokkeerd is voor de financiering van de exploitatie. Beschikken over dit deel van de reserves zou direct een tekort op de exploitatie veroorzaken. Derhalve is het vrije deel van de bestemmingsreserves € 4.418.600. 3. In de begroting is jaarlijks een budget van € 43.000 beschikbaar voor zaken die niet konden worden voorzien bij het opstellen van de begroting en geen uitstel dulden. Het is mogelijk dit budget aan te wenden voor risico's. 4. De stille reserves bestaan uit bijvoorbeeld grondbezit dat niet geactiveerd is op de balans of de overwaarde van vastgoed na afschrijving etc. Deze waarde is aanwezig maar is niet in beeld gebracht. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen is deze reserve als pro memorie vermeld. Daarnaast is dus voor echte noodgevallen het niet direct beschikbare deel van het weerstandsvermogen, na besluitvorming, in meer of mindere mate nog beschikbaar Dit deel wordt in de berekening niet betrokken. Weerstandsvermogen Om het weerstandsvermogen te bepalen, wordt de relatie gelegd tussen de benoemde risico's en de direct beschikbare weerstandscapaciteit. Daaruit volgt de weerstandsratio.
Ratio weerstandsvermogen =
84
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
=
€ 8.741.800 € 3.268.000
=
267%
Programmabegroting 2016-2019
Het weerstandsvermogen is 267% op basis van het direct beschikbare bedrag. Gezien ons streven om de weerstandscapaciteit op minimaal 140 tot 150% te houden achten we het weerstandsvermogen ruim voldoende. Ook meerjarig is deze ratio ruim voldoende: - 2017 : 258 % - 2018 : 254 % - 2019 : 252 % Kengetallen Een nieuw onderdeel van de Paragraaf Weerstandvermogen en risico is de toevoeging van een aantal financiële kengetallen. Op basis van de financiële kengetallen is het mogelijk een inzicht te geven in de financiële positie van de gemeente. De kengetallen zijn voorgeschreven door het ministerie en beogen de gemeenteraad inzicht te geven in de financiële gesteldheid van de gemeente en gemeenten onderling beter vergelijkbaar te maken. Het gaat om de volgende kencijfers: Normen VNG (%) Bij begroting ultimo jaar
Indicatoren Zoeterwoude (%)
'Voldoende'
'Matig'
'Onvoldoende'
Rek. 2014
Begr. 2015
Begr. 2016
1a Netto-schuldquote
< 100
100 > < 130
> 130
38,8 %
53,9 %
61,5 %
1b Netto-schuldquote, gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
< 100
100 > < 130
> 130
-3,8 %
9,2%
16,9 %
2
Solvabiliteitsratio
> 50
30 < > 50
< 30
45,0 %
43,9 %
42,0 %
3
Grondexploitatie
8,1 %
11,9 %
11,8 %
4
Structurele exploitatieruimte
> 0,6
0 < > 0,6
0
4,0 %
0,3 %
1,4 %
5
Woonlasten t.o.v. landelijke gemiddelde jaar er voor
< 100
100 > < 120
> 120
116%
110%
108 %
Geen norm
1 Netto schuldquote Het kengetal "Netto schuldquote", ook wel bekend als de netto-schuld als aandeel van de inkomsten geeft aan of een gemeente investeringsruimte heeft of juist op zijn tellen moet passen. Daarnaast zegt het kengetal ook wat over de flexibiliteit van de begroting. Hoe hoger de schuld is, hoe meer vaste lasten er zijn in de vorm van rente en aflossing, waardoor een begroting minder flexibel wordt. Voor de berekening van de netto-schuldquote wordt de netto-schuld gedeeld door het totaal van de inkomsten binnen de exploitatie. Ofwel de onderhandse leningen + overige vaste schuld + kortlopende schuld + overlopende passiva -/- langlopende uitzettingen -/- kortlopende vorderingen -/- overlopende activa) / totale baten voor bestemming. Een netto-schuldquote tot 100% wordt als voldoende gezien. Een ratio van 100% tot 130% wordt als matig beoordeeld en boven de 130% wordt de nettoschuldquote als onvoldoende beoordeeld. De conclusie is dus dat een nettoschuldquote van 16,9% voor 2016 als zeer gezond kan worden beschouwd. 2 Solvabiliteitsratio De Solvabiliteitsratio geeft de mate aan waarmee gemeentelijke bezittingen zijn betaald met eigen middelen in plaats van geleend geld. Anders gezegd: het aandeel van het eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen. Hoe hoger de verhouding eigen vermogen ten opzichte van het totale vermogen, hoe beter de financiële positie van de gemeente. Een solvabiliteitsratio van lager dan 30% wordt als onvoldoende beoordeeld, een ratio tussen de 30% en de 50% wordt als matig beoordeeld en als de ratio boven de 50% ligt dan wordt de gemeente als voldoende solvabel beoordeeld. In dit laatste geval bestaat meer dan de helft van het vermogen van de gemeente uit eigen vermogen.
Programmabegroting 2016-2019
85
De conclusie is dat de solvabiliteitsratio van ongeveer 42% van Zoeterwoude als matig wordt beoordeeld. Hierbij moet bedacht worden dat de ratio in ernstige mate beïnvloed wordt door de aan OMM verstrekte lening van 8 miljoen euro. Op het totaal aan vaste leningen per afgelopen 31 december van 21 miljoen euro is deze lening van grote invloed. Het is onze verwachting dat de lening over drie of vier jaar zal zijn afgelost. Als de lening aan OMM buiten beschouwing wordt gelaten dan zou de solvabiliteitsratio uitkomen op ongeveer 53%. 3 Grondexploitatie Het kengetal "Grondexploitatie" geeft aan hoe groot de grondpositie (boekwaarde van gronden) is ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wanneer een gemeente grond tegen de veel lagere prijs van landbouwgrond heeft aangekocht, loopt ze veel minder risico dan wanneer er dure grond is aangekocht nu de vraag naar woningen is gestagneerd. De ratio wordt berekend door de boekwaarde van in exploitatie genomen gronden en nog niet in exploitatie genomen gronden te delen door de totale baten in de begroting vóór bestemming. Deze norm is door het ministerie bepaald, maar de waarde ervan is relatief. Een norm bepalen voor dit kengetal is erg lastig. De boekwaarde van de gronden in bezit zegt namelijk nog niets over de relatie tussen de vraag en aanbod (de "markt") van woningbouw dan wel m²-bedrijventerrein. Maatwerk is hierdoor noodzakelijk. Zo is het ook van belang hoeveel woningen of m²-bedrijventerrein zijn gepland, het type en op welke plek. Daarnaast is het van wezenlijk belang wat de te verwachten marktvraag zal zijn. Dit vergt meer onderzoek dan naar voren komt uit het berekende kengetal. De boekwaarde van de gronden geeft wel weer of een gemeente veel van haar middelen heeft gestopt in grondexploitaties. De investeringen dienen namelijk nog terugverdiend te worden. Om vorengenoemde redenen is er geen norm verbonden aan het kengetal grondexploitatie. Het is dus lastig te zeggen of een ratio van rond de 12% als goed of minder goed kan worden beschouwd. Op termijn wordt het mogelijk om de eigen historie van de gemeente te volgen. Ook een vergelijking met andere gemeenten kan een indicatie zijn. Zo liggen de ratio's voor dit kengetal in Leiderdorp en Leiden rond de 6%, terwijl Oegstgeest een beduidend hogere waarden laat zien van zelfs 90% in de jaarrekening 2014. 4 Structurele exploitatieruimte Het kengetal "Structurele exploitatieruimte" geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting is. Daarvoor berekenen we de structurele baten verminderd met de structurele lasten en delen de uitkomst door de totale baten uit de begroting vóór bestemming. Het aldus verkregen ratiogetal geeft aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen, dan wel of er nog ruimte is voor nieuw beleid. Een ratio van kleiner dan 0 geeft aan dat de structurele begrotingsruimte onvoldoende is. Van 0 tot 60% is de structurele begrotingsruimte matig en boven de 60% wordt de structurele begrotingsruimte als voldoende aangemerkt. De ratio Structurele exploitatieruimte ligt voor Zoeterwoude laag, te weten onder de 1%. Dat wil zeggen dat veel van onze begrotingruimte noodzakelijk is voor uitgaven die als structureel worden aangemerkt. Volgens de normering heeft Zoeterwoude dus weinig beleidsvrijheid door veel "verplichte" uitgaven. Een lage waarde kan een indicatie zijn van het feit dat dat er al veel is bezuinigd en dat de uitgaven thans vrijwel alleen nog maar bestaan uit de minimaal verplichte uitgaven. Het kan ook een indicatie zijn van het feit dat de gemeente in het verleden zoveel verplichtingen is aangegaan, bijvoorbeeld in de vorm van kapitaallasten, dat er nu nog weinig vrijheid aanwezig is in de begroting. Toch is ook hier een relativering op zijn plaats. Structurele uitgaven zijn gedefinieerd als uitgaven die gedurende meer jaren in de begroting zijn opgenomen en daarmee dus het tegenovergestelde van incidentele uitgaven zijn. Dat wil nog niet zeggen dat daarin geen ombuigingen mogelijk zijn. Enige rumte is dus zeker nog wel aanwezig hoewel het kengetal beslist laag zal blijven.
86
Programmabegroting 2016-2019
5 Woonlasten meerpersoonshuishouden De OZB is voor gemeenten de belangrijkste eigen belastinginkomst. Het kengetal "Lokale lasten" wordt berekend aan de hand van het gemiddeld OZB-tarief. Een hoog gemiddeld OZB-tarief ten opzichte van het landelijk gemiddelde geeft aan in hoeverre de gemeente al gebruik heeft moeten maken van deze optie en dus ook beperkt is in het verkrijgen van eventueel extra inkomsten uit deze belasting. Omdat er geen wettelijke begrenzing aan het tarief en de stijging van de OZB is gesteld, wordt de belastingdruk vergeleken met de norm voor zogenaamde artikel 12-gemeenten. Deze norm ligt op 120% van het gewogen landelijk gemiddelde OZB-tarief. Daarnaast spelen ook het rioolrecht en de afvalstoffenheffing een rol bij het bepalen van de woonlasten. Het kengetal wordt gedefinieerd als de ratio tussen de totale woonlasten voor een gemiddeld gezin in het begrotingsjaar en de landelijk gemiddelde woonlasten in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar. Een ratio kleiner dan 100 % wordt als voldoende beschouwd. Een ratio tussen de 100% en de 120% is matig en een ratio hoger dan 120% krijgt de aanduiding onvoldoende. De ratio voor Zoeterwoude komt in 2016 uit op 108% en valt dus in de categorie Matig. Daarmee is de ruimte om eventueel extra belasting op te leggen beperkt. Daarbij is het wel vermeldenswaardig dat de gemeente Zoeterwoude slechts een beperkt aantal belastingen oplegt aan de burgers. Zo innen wij geen hondenbelasting, parkeerbelasting, toeristenbelasting of forensenbelasting. In de definitie van Woonlasten huishoudens blijven deze belastingsoorten buiten beschouwing.
Programmabegroting 2016-2019
87
2.2.3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding In de paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen worden de meerjarige kaders weergegeven voor de inrichting en het onderhoudsniveau van het openbaar groen, wegen en waterwegen, kunstwerken, het straatmeubilair de riolering, en de gemeentelijke gebouwen en de meerjarige kosten van het in stand houden van deze voorzieningen. De uitwerking van het meerjarenonderhoud is opgenomen in de diverse beheersplannen. 1. Nota Onderhoud Kapitaalgoederen 2. Beheerplan Wegen 3. Beleid- en beheerplan civiele kunstwerken 4. Beleid- en beheerplan Openbare Verlichting 5. Groen Structuur Plan 6. Gemeentelijk Rioleringsplan 7. Nota Vastgoed Zoeterwoude 8. Speelplaatsenbeleid De Nota Onderhoud Kapitaalgoederen Met de nota Onderhoud Kapitaalgoederen is inzichtelijk gemaakt wat de huidige kwaliteit van de openbare ruimte is en welke onderhouds- en vervangingskosten er voor de komende jaren per discipline zijn. Het totaalbeeld geeft ons de mogelijkheid beter grip te krijgen op de financiële situatie, het inzicht in de kapitaalgoederen te vergroten en beter in samenhang te kunnen sturen op de ruimtelijke kwaliteit van de buitenruimte. In 2016 wordt een nieuwe Nota Onderhoud Kapitaalgoederen opgesteld. Doelen, prioriteiten en kwaliteit per soort kapitaalgoed Wegen, straten en pleinen (Programma Verkeer, Vervoer en Waterstaat) Het beleid is erop gericht dat bestaande voorzieningen zo economisch mogelijk worden onderhouden. Schades veroorzaakt door o.a. verzakkingen kunnen met name op lange termijn kostenverhogend werken. Bij nieuwe werken wordt rekening gehouden met een constructie die zo min mogelijk onderhoud vergt. Nieuwe ontwikkelingen zullen ook in het klein onderhoud en de gladheidbestrijding voor nieuwe inzichten zorgen.Centraal staat hierbij de integrale aanpak. Periodiek wordt een visuele inspectie uitgevoerd, waarna jaarlijks een operationeel uitvoeringsplan wordt opgesteld. Het kwaliteitsniveau wordt bepaald via de C.R.O.W. systematiek. Het verrichten van klein onderhoud vindt dagelijks plaats op basis van constateringen door de eigen medewerkers of door externe meldingen. Het voorkomen van aansprakelijkheidsstellingen heeft een hoge prioriteit. Wanneer een klacht wordt ontvangen, wordt eerst de ernst ervan door de wegbeheerder beoordeeld. Hij onderneemt aan de hand hiervan wel of geen actie. De klachten en de opvolging ervan worden na afhandeling vastgelegd. In het beheerplan Wegen is de gewenste en aanwezige kwaliteit van het onderhoudsniveau van de wegen opgenomen en de financiële consequenties zijn in de begroting verwerkt. Kunstwerken (bruggen, kademuren e.d. (Programma Verkeer, Vervoer en Waterstaat) Het beleid is erop gericht om door visuele inspecties van bruggen en kademuren de basisgegevens aan te leveren voor het beheerprogramma. Op basis van het beleid- en beheerplan civiele kunstwerken zal een meerjarenplan verder worden ontwikkeld met betrekking tot vervanging en groot en klein onderhoud van de kunstwerken. Op deze wijze wordt een optimale onderhoudstoestand gerealiseerd. Daarnaast wordt direct gereageerd op schademeldingen e.d. indien deze uit veiligheidsoogpunt een gevaar voor weggebruikers vormen. Op basis van inspecties en technische urgentie wordt bepaald waar kunstwerken worden vervangen. De (financiële) consequenties voor de kwaliteit van het onderhoud op basis van de nieuwe meerjarenramingen worden in de begroting geactualiseerd.
88
Programmabegroting 2016-2019
Watergangen (Programma Verkeer, Vervoer en Waterstaat) Doelstelling is het waarborgen van een goede afvoer en het voorkomen van verontreinigingen van het oppervlaktewater. Ook wordt getracht op plaatsen waar geen beschoeiing noodzakelijk is, natuurvriendelijke oevers te creëren. Als het maar enigszins mogelijk is, worden duurzaam geproduceerde materialen toegepast. Waar mogelijk zal bij rioolrenovatieprojecten, de aanleg van drainage worden meegenomen. Dit om wateroverlast in de toekomst zoveel mogelijk te vermijden. Openbare verlichting (Programma Verkeer, Vervoer en Waterstaat) Ieder jaar vindt een groepsgewijze vervanging van de lampen plaats. Jaarlijks wordt een aantal masten vervangen. In het investeringsplan is hiermee rekening gehouden. Er wordt uitgegaan van een levensduur voor een lichtmast van 30 jaar en voor armaturen 15 jaar. Er zijn plaatsen in de gemeente waar de levensduur van de masten/armaturen is overschreden. Tegelijkertijd wordt gekeken of de plaats en de gewenste lichtsterkte nog voldoende is. Hierbij worden energiezuinige armaturen met Led-verlichting toegepast. Door het houden van een onderhoudsronde elke 2 weken, worden minder urgente storingen verholpen. Gevaarlijke situaties worden onmiddellijk veilig gesteld en zo mogelijk direct verholpen. De financiële consequenties zijn (meerjarig) in de begroting verwerkt. Openbaar groen (Programma Groen) In de komende jaren wordt doorgegaan met het renoveren en omvormen van het huidige groenareaal in Zoeterwoude. Het streven is om met de renovatie en omvormingen het beeld en de kwaliteit van het openbaar groen te verbeteren en de onderhoudskosten zo laag mogelijk te houden. Bij de plannen zal waar mogelijk ook de mening van omwonenden worden betrokken. Het door inventarisatie en digitalisering in kaart brengen van gegevens blijft erg belangrijk. Door het opgestelde beheersysteem is het eenvoudiger om een goed onderhoudsbestek te vervaardigen en snel te kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen. In 2015 is het geactualiseerde groenstructuurplan vastgesteld. In dit plan is de aanwezige en gewenste kwaliteit van het groen vastgelegd. Hierin zijn nieuwe ontwikkelingen en een gedegen groenbeleid opgenomen. Sportvelden (Programma Cultuur, Sport en Recreatie) Met betrekking tot het onderhoud van de sportvelden zijn er jaarlijks terugkomende werkzaamheden. Onderhoud wordt conform de planning uitgevoerd. Het onderhoud van sportcomplex Meerburg is vanaf 2010 in een stichting opgenomen. Riolering (Programma Volksgezondheid en Milieu) Het beleid is erop gericht de vuiluitstoot in het oppervlaktewater te minimaliseren. Emissiebeperkende maatregelen worden uitgevoerd om het aantal overstorten te verminderen. De nieuwe milieueisen voor de riolering, geconcretiseerd in nieuwe richtlijnen en aanbeveling van het hoogheemraadschap van Rijnland, betekenen een extra inspanning. Het huidige stelsel heeft vooral te kampen met optredende verzakkingen (zetting) waardoor een verslechtering van het stelsel niet is uitgesloten. De komende jaren blijven we investeren in het verbeteren van de kwaliteit van het bestaande vrijverval stelsel. Getracht zal worden door structurele inspecties, gecombineerd met een optimaal onderhoudsprogramma, de levensduur van het stelsel in positieve zin te beïnvloeden. Diverse pompen in de gemeente zijn geplaatst in de jaren tachtig en zijn toe aan vervanging. Op basis van technische urgentie worden jaarlijks enkele pompen vervangen. De financiële consequenties voor de kwaliteit van de rioleringen zijn op basis van de meerjarenramingen in de begroting verwerkt. Op basis van het gemeentelijk rioleringsplan 2015-2019 wordt de uitvoering van onderzoeken en maatregelen verder ter hand genomen. In januari 2015 is het nieuw verbreed gemeentelijk rioleringsplan vastgesteld.
Programmabegroting 2016-2019
89
Gemeentelijk Vastgoed (Diverse programma’s) De gemeente Zoeterwoude heeft in totaal 15 gebouwen in eigendom en beheer die in omvang sterk verschillen. De gebouwen zijn geïnventariseerd en op 23 april 2015 heeft de raad de nota Vastgoedbeleid Zoeterwoude vastgesteld. Nu komt het aan op uitwerking van die nota voor de professionalisering van beheer en onderhoud van vastgoed dat we echt nodig hebben. Per gemeentelijk vastgoed zal er een Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) worden opgezet en een huurprijs worden vastgesteld. Dit heeft gevolgen voor de wijze van subsidiëring van verenigingen en andere instanties die nu tegen een geringe vergoeding huren. Het resultaat is een transparante en eenduidige wijze van vaststelling van de huurprijzen en efficiënt en effectief beheer en onderhoud van ons gemeentelijk vastgoed door middel van het MJOP. Eind 2016 verwachten wij het MJOP van ons gemeentelijk vastgoed te hebben gemaakt en vastgesteld. Aanpassing van de huurprijzen en subsidies van huurders op basis van de kostprijzen van de gebouwen zal plaatsvinden per 1 januari 2017. Uitgangspunt daarbij is voor maatschappelijk vastgoed een kostendekkende huurprijs, tenzij die hoger is da, naar verwachting, marktconforme huurprijs. Dan geldt de marktconforme huurprijs. Financiën Wij hebben voor een periode van twee jaar acht uur extra beschikbaar gesteld ten behoeve van het beheer en onderhoud van het gemeentelijk vastgoed, inclusief het opzetten en uitwerken van de MJOP. De extra 8 uur brengen wij ten laste van de 32 uur die in het kader van de flexibele schil van de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling voor onverwachte extra drukte zijn gereserveerd. Doelstellingen
Prestaties
1. Analyse van ons gemeentelijk vastgoed om vast te stellen of en zo ja voor welk programma wij het goed nodig hebben en zo ja of de kosten door opbrengsten worden gedekt
1.
Vaststelling van het programma waarvoor we de vastgoedobjecten in bezit hebben.
2. Professionalisering van beheer en onderhoud van ons vastgoed om de middelen zo efficiënt mogelijk te gebruiken.
2.
Vaststellen van het vastgoed dat we niet nodig hebben voor een programma en dus kunnen gaan afstoten.
3.
Vaststelling van kostendekkende of marktconforme huurprijzen (als kostendekkend hoger is dan marktconform) van het vastgoed dat we behouden.
4.
Vaststelling van meerjarenonderhoudsplannen per vastgoedobject dat we in bezit houden.
5.
Vaststelling van de onderhoudsinvesteringen voor het in bezit blijvende vastgoed voor de komende begrotingsjaren.
Speelplaatsen (Programma Groen) Het beleid is erop gericht om ervoor te zorgen dat de aanwezige speelplaatsen aan de actuele veiligheidseisen voldoen. Daartoe worden alle speeltoestellen periodiek door een extern bureau geïnspecteerd. De Algemene dienst inspecteert daarbij regelmatig op kleine gebreken en schades. Gebreken of schades worden zo snel mogelijk door de Algemene dienst hersteld. De huidige kwaliteit van de speelplaatsen voldoet aan de wettelijke eisen. Het budget voor onderhoud en vervanging in de begroting is hierop afgestemd. In 2015 is het speelplaatsenbeleidsplan vastgesteld.
90
Programmabegroting 2016-2019
2.2.4 Financiering Inleiding In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Zoeterwoude uiteengezet voor de jaren 2016-2019. De uiteenzetting valt uiteen in een onderdeel algemene ontwikkelingen en een onderdeel ontwikkelingen gemeente Zoeterwoude. Onder de algemene ontwikkelingen komen de renteontwikkelingen en ontwikkelingen ten aanzien van wet- en regelgeving aan de orde. De ontwikkelingen gemeente Zoeterwoude richten zich in het bijzonder op de renterisiconorm, de kasgeldlimiet en de financiering van de gemeente Zoeterwoude. Algemene ontwikkelingen Renteontwikkelingen De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De belangrijkste rentetarieven van de ECB zijn in 2015 tot nu toe niet gewijzigd en bevinden zich nog steeds op een zeer laag niveau. Daarnaast is het de verwachting dat de ECB het in 2014 gestarte opkoopprogramma/kwantitatieve verruiming, met als doel het aanjagen van de inflatie (een te lage inflatie, of zelfs deflatie, is slecht voor de economie), voorlopig zal blijven uitvoeren. Uitvoering van het opkoopprogramma leidt tot lage rentetarieven. Het opkoopprogramma heeft enig effect, waardoor de inflatie de afgelopen periode is toegenomen. De markt reageert op toegenomen inflatie met een rentestijging, waardoor de afgelopen periode de lange rentetarieven een stijgende lijn hebben laten zien. Het is de verwachting dat de inflatie de komende periode verder zal toenemen waardoor, onder de verwachting dat de ECB hier op zal reageren, de rente verder zal gaan stijgen. Daarnaast is duidelijk dat binnen de eurozone het in 2014 ingezette economische herstel verder doorzet, wat ook een stijgend effect kan hebben op de rentetarieven. De gemiddelde kapitaalmarktrente voor rentevaste en lineaire leningen met een looptijd van 10 jaar is in 2014 uitgekomen op 1,55 %. In 2015 is de rente inmiddels gedaald tot onder het gemiddelde niveau van 2014. Ontwikkelingen gemeente Zoeterwoude Beleidsvoornemen treasury De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) bevat de regels voor het financieringsgedrag van decentrale overheden, waaronder gemeenten. Het gaat daarbij vooral om regels voor het beheersen van financieringsrisico’s. Deze risico’s betreffen het beheer van tijdelijke overtollige middelen en aangetrokken middelen van derden. Het beheer van deze middelen valt onder treasury, ofwel het optimaal benutten van de kansen en beheersen van de risico’s van geldstromen. In artikel 2 van het Treasurystatuut Zoeterwoude zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: - Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities; - het beschermen van vermogens- en (rente-)resultaten tegen risico’s zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s; - het minimaliseren van de interne en externe verwerkingskosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities en - het optimaliseren van de renteresultaten binnen de Wet FIDO, respectievelijk de limieten en richtlijnen van dit statuut. Het uitvoeren van de treasuryfunctie dient uitsluitend de publieke taak en geschiedt binnen de wettelijke kaders zoals de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Voor de treasuryfunctie is het beschikken over de planning van uitgaven en inkomsten (waaronder het investeringsplan) van groot belang. De ontwikkelingen op de rentemarkt worden op de voet gevolgd. Bij besluiten over transacties op de geld- en kapitaalmarkt, zoals het aantrekken van kasgeldleningen en vaste geldleningen, betrekken we de meest actuele verwachtingen over de ontwikkeling van de rente.
Programmabegroting 2016-2019
91
Risicobeheer Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen: de kasgeldlimiet en de renterisiconorm (beide benoemd in de wet FIDO). De kasgeldlimiet De gemiddelde vlottende schuld, over drie maanden gezien, is voor een gemeente gelimiteerd op 8,5% van het begrotingstotaal. De kasgeldlimiet heeft de afgelopen jaren het volgende verloop gehad: - Kasgeldlimiet 2014: 1,44 miljoen euro - Kasgeldlimiet 2015: 1,66 miljoen euro - Kasgeldlimiet 2016: 1,58 miljoen euro In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de kasgeldlimiet over het afgelopen jaar weergegeven (kwartaal 3 en 4 van 2014 en kwartaal 1 en 2 van 2015): Kasgeldlimiet Omschrijving
Gemiddelde netto vlottende schuld
Kasgeldlimiet
Ruimte (=+) of Overschrijding
derde kwartaal 2014
499
1.441
942
vierde kwartaal 2014
112
1.441
1.329
eerste kwartaal 2015
2.998
1.653
-1.345
tweede kwartaal 2015
3.304
1.653
-1.651
Bedragen x € 1.000
In de eerste twee kwartalen van 2015 is de kasgeldlimiet overschreden. De overschrijding is een keuze geweest. In juli 2015 zijn grote bedragen ontvangen (BTW Compensatiefonds en de 4e tranche van de verkoop van de NUON aandelen). Door het uitzicht op deze ontvangsten is ervoor gekozen de financieringsbehoefte in het eerste halfjaar van 2015 middels kortlopende financiering af te dekken. Na de ontvangsten zal de netto vlottende schuld zich weer binnen de kasgeldlimiet bevinden. De overschrijding van de kasgeldlimiet gedurende de twee kwartalen heeft geen gevolgen. De wet FIDO schrijft voor dat de toezichthouder geïnformeerd dient te worden indien de kasgeldlimiet drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden. De kasgeldlimiet zal het derde kwartaal van 2015 niet overschreden worden, waardoor er geen sprake zal zijn van een overschrijding van drie opeenvolgende kwartalen en er wordt voldaan aan de kaders die de wet FIDO stelt. De renterisconorm Over de langlopende schuld mogen de jaarlijkse aflossingen en renteherzieningen niet meer bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. In onderstaande tabel is de verwachte ontwikkeling van de renterisiconorm voor de komende jaren weergegeven: Renterisiconorm Nr.
Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
1
Begrotingstotaal
19.450
19.394
18.638
19.521
18.425
2
Wettelijk percentage
20%
20%
20%
20%
20%
3
Renterisiconorm (1x2)
3.890
3.879
3.728
3.904
3.685
4
Renteherzieningen
-
-
-
-
-
5
Aflossingen
13.962
2.118
9.374
1.592
1.849
6
Bedrag waarover renterisico gelopen wordt (4+5)
13.962
2.118
9.374
1.592
1.849
7
Ruimte onder renterisiconorm (3-6)
-10.072
1.761
-5.646
2.312
1.836
Bedragen x € 1.000
92
Programmabegroting 2016-2019
Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat voor de jaren 2015 en 2017 het totaal aan aflossingen de renterisiconorm ogenschijnlijk overstijgt. In 2011 is een lening aangetrokken voor de financiering van de boekwaarde van het project Verde Vista voor een bedrag van 8 miljoen euro. Met dit bedrag wordt de grondlevering Meerburgpolder aan OMM voorgefinancierd. Deze lening loopt af in 2015. Al in 2013 is een overeenkomst met de bank gesloten om de lening per vervaldatum 2015 te verlengen met een tweejarige lening. Daarmee was het renterisico al geruime tijd niet meer aanwezig. Ditzelfde doet zich voor in 2017 als de lening van 8 miljoen euro komt te vervallen. Het is onze verwachting dat de ontwikkelingsmaatschappij OMM de grondverkoop dan grotendeels heeft terugbetaald, waardoor de financieringsbehoefte niet langer aanwezig is of in elk geval aanmerkelijk lager. Opzet financiering Gemeente Zoeterwoude Voor de uitvoering van de gemeentelijke taken zijn financieringsmiddelen nodig. Investeringen in materiële vaste activa hebben een lange levensduur en de financieringsbehoefte die daaruit voortvloeit moet meerjarig worden afgedekt. Daarvoor worden langlopende geldleningen aangetrokken. Voor zover er eigen financieringsmiddelen, in de vorm van reserves en voorzieningen, beschikbaar zijn, worden deze als eerste gebruikt voor de invulling van de gemeentelijke financieringsbehoefte. De situatie naar de stand van 1 januari 2015 is als volgt: Opzet financiering Omschrijving Totaal vaste activa af: reserves en voorzieningen Te financieren met vreemd vermogen Langlopende geldleningen Werkkapitaal
1-1-2014
1-1-2015
32
40
-23
-25
9
15
-17
-21
-8
-6
Bedragen x € 1.000
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemeente haar investeringen voor 63% financiert met eigen middelen. Die verhouding is gedaald ten opzichte van vorig jaar. Het werkkapitaal per 01-01-2015 bevat onder andere de korte schuld voor bijna 0,6 miljoen euro (rekening courant). Het resterende bedrag bestaat uit het saldo van de voorraden (incl. grondexploitatie), crediteuren, debiteuren en overlopende activa en passiva per balansdatum. Ontwikkelingen leningenportefeuille Omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Stand 1 januari
16.919
14.457
14.840
7.965
8.873
Nieuwe leningen
11.500
2.500
2.500
2.500
2.500
Reguliere aflossingen
13.962
2.117
9.375
1.592
1.849
Stand per 31 december
14.457
14.840
7.965
8.873
9.524
458
430
350
355
382
Rentelasten Bedragen x € 1.000
Programmabegroting 2016-2019
93
Rentemethodiek en renteresultaat Voor de toerekening van de rentelasten maakt de gemeente Zoeterwoude gebruik van de rente-omslag-methode. Het totaal van de rentelasten wordt ‘omgeslagen’ over het geheel van de investeringen, waarbij als rentelasten worden beschouwd: ■ Voor de externe financiering: het totaal van de rentelasten op de langlopende geldleningen en de kortlopende financiering minus de renteopbrengsten van overtollige middelen. ■ Voor de interne financiering: de bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen, te weten de reserves en voorzieningen. Door toepassing van de rente-omslag-methode worden de rentelasten toegerekend aan de investeringen in de programmabegroting. Als omslagrente veel afwijkt van rente die de gemeente (gemiddeld) op haar opgenomen leningen betaalt ontstaat een groot renteresultaat. De gemeente hanteert een omslagpercentage van 2,2%. Renteresultaat Omschrijving
%
Rekening
2014
2014
2015
2016
2017
2018
2019
Rentelasten vreemd vermogen
3,2%
610
483
480
425
430
457
Rentelasten eigen vermogen
2,2%
503
518
484
473
474
476
Doorberekende rente
2,2%
-1.324
-1317
-1.357
-1.421
-1.425
-1.413
-
-
-
-
-
-
211
316
393
523
521
480
Overige rente (incidenteel) Renteresultaat (voordeel)
Begroting Begroting
Meerjarenraming
Bedragen x € 1.000
Overig Ten aanzien van de financiering van de gemeente Zoeterwoude is relevant dat in 2009 de opbrengst uit de eerste tranche van de verkoop Nuonaandelen (7,9 miljoen euro) voor 15 jaar bij de BNG is uitgezet tegen een percentage van 4,5%. Dit om het wegvallende dividend van Nuon te compenseren. De gemeente Zoeterwoude maakt geen gebruik van complexe en risicovolle financiële producten zoals derivaten.
94
Programmabegroting 2016-2019
2.2.5 Bedrijfsvoering Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijze waarop de bedrijfsvoering in de organisatie vorm is gegeven. Er is aandacht voor de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten voor het ambtelijk personeel, de kosten voor het inhuren van externe medewerkers, de huisvestingskosten, de kosten voor automatisering en ICT en andere aspecten die uit de bedrijfsvoering voortkomen. De gezamenlijke bedrijfsvoering De gemeente wordt in haar eigen bedrijfsvoering ondersteund door vijf vaktechnische disciplines van Servicepunt71, te weten de service-eenheden ICT, Inkoop, Financiën, Juridische Zaken en HRM. Naast de basisproducten en -diensten (zoveel mogelijk gestandaardiseerd en geüniformeerd) die door Servicepunt71 worden geleverd, wordt binnen de afgesproken kaders individuele dienstverlening gerealiseerd. De opbouw van Servicepunt71 is inmiddels afgerond als het gaat om het behalen van de in het Bedrijfsplan gestelde doelstellingen, zoals het verminderen van de kwetsbaarheid van de bedrijfsvoering en het verlagen van de kosten. Er ligt in 2016 de uitdaging om als Servicepunt71 met de klantgemeenten een balans te vinden in het leveren van de maximale toegevoegde waarde voor zowel het collectief van de gemeenten, als voor de individuele gemeenten. Het verbeteren van de kwaliteit en kwaliteitsbeleving staat eveneens in 2016 centraal. Sturing en regievoering op het blijvend ontwikkelen en doorvoeren van een succesvolle gezamenlijke bedrijfsvoering/shared service concept vindt plaats door het Bedrijfsvoeringsoverleg (bestaande uit de vier gemeentesecretarissen en directeur Servicepunt71). In het najaar van 2015 wordt besloten tot de stip op de horizon 2020. Onderdeel hiervan is het ontwikkelen van een visie op de wenselijkheid van uitbreiding van het aantal klanten, het aantal diensten dat aan klanten wordt geleverd, en/of het aantal deelnemers (eigenaren) van de gemeenschappelijke regeling. De interne organisatie Verandering is de constante factor. Complexe ontwikkelingen en nieuwe taken blijven op de gemeente afkomen. Dit vraagt veel van de organisatie. Naast de werkzaamheden die worden verricht om aan de wettelijke taken te voldoen, staat de organisatie voor het behouden en versterken van de binding en het gevoel bij de burger en bedrijven. Juist daar zit onze kracht. De druk die de veelheid van ontwikkelingen op onze kleine organisatie legt, vraagt om analyse en keuzen naar de toekomst. Keuzen die ook een antwoord moeten geven op de ervaren werkdruk en kwetsbaarheid, meer armslag moeten gaan geven. De organisatie buigt zich over de vraag "Hoe geven we concreet invulling aan onze strategische doelstelling om de burger en onze bedrijven centraal te plaatsen en hoe houden we gevoel en binding bij de burger en bedrijven in een voortdurend veranderende omgeving?". Knelpunten en ideeën met betrekking tot het organiseren van het werk worden door medewerkers aangedragen waarbij van onderaf wordt gewerkt aan een toekomstbestendig, zelfbewust en zelfstandig Zoeterwoude. Om (meer) rendement te krijgen moet eerst worden geïnvesteerd in de medewerkers. Zij worden vrijgemaakt om een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkelopgave waarbij de basistaken door andere (externe) medewerkers tijdelijk worden opgepakt. Resultaten die in het eerste halfjaar van 2016 worden verwacht hebben betrekking op slimmer werken, efficiencyvoordelen, een optimale inrichting van de organisatie en kwaliteitsverhoging van de te leveren gemeentelijke producten en/of diensten. Niet uitgesloten is dat dit traject ook knelpunten oplevert die om een oplossing vragen. Het inhuur budget voor 2016 is i.v.m. de veranderopgave tijdelijk verhoogd met een eenmalig bedrag voor tijdelijke extra personele inzet.
Programmabegroting 2016-2019
95
Personele ontwikkeling Zoeterwoude kent een klein en flexibel ambtelijk apparaat, bestaande uit de afdelingen Ruimtelijk Beheer, Ruimtelijke Ontwikkeling, Samenleving en Concernzaken. De komende jaren ontstaan door natuurlijk verloop meerdere vacatures. Bij vacatures zijn wij kritisch op de noodzaak van vervulling. Beoordeeld wordt eerst of functietaken op een andere manier, bijvoorbeeld door clustering van taken intern, door samenwerking intern/ extern of door uitbesteding, effectiever en/of efficiënter kunnen worden verricht. Bij een vraag naar externe ondersteuning wordt Flexpunt (tijdelijke opdrachten) ingeschakeld. De kosten van deze inhuur dekken wij binnen de daarvoor beschikbare reguliere en specifieke (project)budgetten. In de begroting is voor 2016 en 2017 een beperkt bedrag opgenomen voor het oplossen van personele knelpunten. Formatieruimte
Formatie per 01-01-2015
Formatie per 01-01-2016
Burgemeester en wethouders
3
3
Griffie
1
1
Totaal bestuur
4
4
Gemeentesecretaris
1
1
Controller
1
1
8,6
8,9
- Algemene Dienst
13,4
12,9
Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling
15,2
15,2
17
16,2
Afdeling Concernzaken
10,7
10,7
Totaal aantal fte organisatie (incl. vacatureruimte)
66,9
65,9
Totaal fte organisatie en bestuur
70,9
69,9
Afdeling Ruimtelijk Beheer: - Gemeentehuis
Afdeling Samenleving incl. zwembad
Bij Samenleving is een medewerker met pensioen gegaan en zijn de werkzaamheden uitbesteed. Bij Ruimtelijk Beheer betreft de wijziging een technische verschuiving van de Algemene Dienst naar Ruimtelijke Beheer Gemeentehuis en een vermindering van contracturen. In een organisatie die constant in ontwikkeling is, wordt van medewerkers en leidinggevenden gevraagd om zich ook blijvend te ontwikkelen. De organisatie wordt op die manier wendbaar en kan zich aanpassen aan de veranderende omgeving. De gemeente wil haar medewerkers daartoe motiveren en biedt naast opleidingen en trainingen ook kansen voor het benutten of ontdekken van talenten via taakroulatie, interne stages en carrièrekansen. Academie71 en Werken in het Westen presenteren in het najaar hun nieuwe opleidingsprogramma's. Huisvesting Een meerjarenonderhoudsplan wordt momenteel voor het gemeentehuis opgesteld om in beeld te krijgen wat het huidig onderhoud is van het pand, welk onderhoud (binnen en buiten) moet plaatsvinden en tegen welke kosten. Ziekteverzuim Het verzuimpercentage van Zoeterwoude is, tegen de landelijke trend in, de afgelopen twee jaar gestegen. Dit heeft te maken met het toenemend aantal langdurig zieken waaronder enkelen met chronische gezondheidsklachten. Wij hopen dat deze trend zich zal keren.
96
Programmabegroting 2016-2019
Salarislasten Gemeenteambtenaren krijgen per 1 juli 2016 een eenmalige uitkering van 0,74%. Deze eenmalige uitkering vloeit voort uit een LOGA-afspraak over de besteding van de vrijval van pensioenpremie. Het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (LOGA) wil in de cao 2016 een afspraak maken over structurele aanwending van deze 0,74% in de vorm van een salarisverhoging. Naast het akkoord van het LOGA van 3 juli 2015 is een onderhandelaarsovereenkomst publieke sector 2015-2016 afgesproken. Deze overeenkomst leidt tot een salarisverhoging voor al het personeel in dienst van overheid en onderwijs. Voor gemeenteambtenaren bedraagt de loonstijging 1,4% per 1 januari 2016. Informatisering en automatisering Informatie is, evenals financiën en personeel, een essentieel bedrijfsmiddel. Burgers en (keten)partners mogen van ons verwachten dat wij uiterst zorgvuldig met informatie omgaan en gegevens goed beschermen. De inzet is een duurzame bestuurlijke en organisatorische verankering van de verantwoordelijkheid voor informatieveiligheid. Hiertoe is de burgemeester aangewezen als verantwoordelijk portefeuillehouder, naast de organisatorisch verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris/algemeen directeur. In regionaal verband wordt gekeken hoe op de diverse onderdelen constructief kan worden samengewerkt. In programma 1 Bestuur en Burgerzaken wordt gesproken over de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) in het kader van de Digitale Overheid 2017. Naast alle activiteiten die daarmee samenhangen is er het overkoepelende regionale programma Intensivering Samenwerking Informatievoorziening (ISIV) dat tot doel heeft om de inzet van Informatievoorziening en de aanwezige kennis en vaardigheden beter te benutten. Het vergroot de kansen tot samenwerking en leidt tot verbetering van kwaliteit, verlaging van kosten en vermindering van kwetsbaarheid. In het kader van ISIV is in mei 2015 gekozen voor een verdere uitwerking in regionaal verband van vier onderwerpen, die moeten leiden tot kostenbeheersing op het gebied van ICT: ■ applicatieconsolidatie (verschillen in de technische uitvoering van bepaalde applicaties uniformeren), ■ invoeren van quotamanagement (afspraken en procedures opstellen om de hoeveelheid data veilig te stellen), ■ gezamenlijk beheer en ontwikkeling van de websites, ■ geo-informatie in de regio (informatie met een ruimtelijke component, zoals GIS, GBI, BGT).
Programmabegroting 2016-2019
97
2.2.6 Verbonden Partijen Inleiding In deze paragraaf wordt beschreven met welke partijen de gemeente vanuit beleidsmatige overwegingen een financiële en bestuurlijke relatie onderhoudt. Dat zijn onder andere deelnemingen (vennootschappen), openbare lichamen op basis van een gemeenschappelijke regeling, stichtingen en verenigingen. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Met een financieel belang wordt bedoeld dat de gemeente risicodragend middelen ter beschikking heeft gesteld. In geval van financiële problemen of faillissement van de verbonden partij kunnen kosten verhaald worden op de gemeente afhankelijk van de bepalingen in de statuten. Er wordt in deze paragraaf aandacht besteed aan de doelstellingen van de verbonden partij, het financiële belang en de zeggenschap van de gemeente in de verbonden partij en het gevoerde beleid van de verbonden partij. Programma 1 Bestuur en Burgerzake n Servicepunt71 Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doelstelling/Publiek Belang
Vanaf 1 januari 2012 verzorgt Servicepunt71 de interne bedrijfsvoering van de gemeenten Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest en Zoeterwoude. Servicepunt71 levert producten en diensten op het gebied van ICT, HRM, Financiën, Juridische Zaken en Inkoop en, voor de gemeenten Leiden en Leiderdorp, ook de Facilitaire Zaken.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers in het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling. Het algemeen bestuur bestaat uit 4 leden waarvan 1 lid afkomstig uit de gemeente Zoeterwoude. Het dagelijks bestuur bestaat ook uit 4 leden, die door het algemeen bestuur worden benoemd.Een voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 in het kader van de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) volgt.
Financieel belang
De deelnemers betalen een jaarlijkse bijdrage op basis van een verdeelpercentage. Het verdeelpercentage is gebaseerd op het aandeel in het totaal van de overgedragen formatie en de overgedragen materiële budgetten. De deelnemers in Servicepunt71 zijn gezamenlijk aansprakelijk voor de eventueel ontstane tekorten. De gemeente Zoeterwoude heeft in 2014 een bijdrage van € 981.000 betaald en voor meer-/maatwerk een bedrag van € 60.000.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen
01-01-2014
31-12-2014
1.678
1.774
14.680
12.414
Resultaat 2014 Overige informatie
2
www.servicepunt71.nl
Voor 1 januari 2016 moet de Gemeenschappelijke Regeling Servicepunt71 (GR SP71) voldoen aan de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Hiertoe dient de GR SP71 te worden aangepast. In de GR SP71 is opgenomen (artikel 39) dat een voorstel tot wijziging van de regeling kan worden gedaan door het algemeen bestuur. Gezien de aard van de voorgestelde wijzigingen kan de regeling op grond van artikel 40 slechts worden gewijzigd bij eensluidende besluiten van de colleges van de deelnemers, na verkregen toestemming van de gemeenteraden. In het voorstel tot wijziging van de GR SP71 zijn de aanpassingen in verband met de inwerkingtreding van de nieuwe Wgr verwerkt, met als uitgangspunt het omzetten van de huidige GR SP71 in een bedrijfsvoeringsorganisatie, als bedoeld in artikel 8, lid 3 van de Wgr. Besluitvorming in de afzonderlijke gemeenten volgt.
98
Programmabegroting 2016-2019
Na afronding van de opbouwfase maakt de gezamenlijke bedrijfsvoering van de gemeenten en Servicepunt71 een ontwikkeling door naar de fase van organisatievolwassenheid. Er liggen nog opgaven om de ambities uit de opbouwfase volledig te realiseren. Deze opgaven zijn in de vorm van vijf thema’s onder eigenaarschap van de gemeentesecretarissen en directeur Servicepunt71 gestart in 2015, lopen deels door in 2016 en ze hebben onder andere betrekking op de doorontwikkeling van het shared serviceconcept met toegevoegde waarde van de dienstverlening voor het geheel en de individuele deelnemers en op de samenhang daarvan met de organisatieontwikkeling en –dynamiek van elke gemeente. De faseovergang ‘van programma naar lijn’ is op dit moment mogelijk, omdat het programma qua invoering van resultaten voldoende ver gevorderd is en er het vertrouwen is dat de lijnorganisatie het programma kan overpakken. De binnen het programma geïnitieerde activiteiten, die aan de lijnorganisatie zijn/worden overgedragen, worden daarmee onderdeel van de reguliere (interne en externe) bedrijfsvoering van Servicepunt71. Holland Rijnland Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doelstelling/Publiek Belang
Holland Rijnland is een samenwerking van en voor vijftien gemeenten in het hart van de Randstad. Deze gemeenten werken vanuit een gezamenlijke strategische visie op de verdere ontwikkeling van de regio om de kwaliteit van wonen, werken, ondernemen en recreëren van burgers, bedrijven en instellingen in het gebied te bevorderen.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers in het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 46 leden waarvan 2 leden afkomstig uit de gemeente Zoeterwoude. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 6 leden. Zoeterwoude is in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd door een raadslid en een collegelid. De stemverhouding is afhankelijk van het aantal inwoners. Voor elke 10.000 inwoners (afgerond naar boven) wordt een stem uitgebracht, met een minimum van twee stemmen. Het Dagelijks Bestuur wordt aangewezen uit de leden van het Algemeen Bestuur. Uit de drie clusters (Duin- en bollenstreek, Leidse Regio en de Rijnstreek) zijn elk twee leden voorgedragen. Wethouder Den Ouden van Zoeterwoude is aangewezen door het cluster Leidse Regio en beheert de portefeuille Natuur en Landschap.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van aantal inwoners. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen
01-01-2014
31-12-2014
875
1.376
30.601
33.819
Resultaat 2014
601
Beleid 2016 De aan Holland Rijnland deelnemende gemeenten hebben zich in 2014 en 2015 beraden op de toekomst van het regionale samenwerken. De wensen en samenwerkingsbehoeften zijn veranderd. Nieuwe ambities vragen om een andere samenwerking. De nagestreefde veranderingen betreffen een nieuwe samenwerkingsagenda, een andere wijze van organiseren en geactualiseerde financiële en juridische kaders. In 2014 heeft het Algemeen Bestuur een overdrachtsdocument vastgesteld met uitgangspunten voor de verdere regionale samenwerking. Deze samenwerkingsagenda is in 2015 geconcretiseerd in de (voorlopige) Inhoudelijke Agenda 2016. Deze agenda is grotendeels gebaseerd op thema’s waarin Holland Rijnland zich nu ook al inzet. De uitvoering hiervan vindt plaats vanuit een afgeslankte organisatie met een andere rolopvatting. De begroting 2016 zoals die door het Algemeen Bestuur is vastgesteld, is nog grotendeels gebaseerd op het huidige takenpakket. In het najaar van 2015 wordt de definitieve Inhoudelijke Agenda 2016 vastgesteld, samen met een herziening van de begroting 2016.
Programmabegroting 2016-2019
99
De veranderde werkwijze van Holland Rijnland geeft invulling aan de nagestreefde bezuiniging van 25%. In de begroting 2016 is een bezuiniging van 20,5% toegepast t.o.v. 2013. In 2017 neemt dit toe tot 25%. De bezuiniging is inclusief het financiële kader gemeenteschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden (de ‘Strijknorm’). De bijdrage van Zoeterwoude bedraagt € 88.867 in 2016. De bijdrage van Zoeterwoude in het Regionaal Investerings Fonds is gelijk aan voorgaande jaren, een bedrag van € 164.550. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2013 van Holland Rijnland is een reserve gevormd voor frictie- en transitiekosten en het saldo bedraagt per 31 december 2014 totaal € 1.016.970. Programma 2 Openbare orde en veiligheid Veiligheidsregio Hollands Midden Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doelstelling/Publiek Belang
In de Veiligheidsregio Hollands Midden werken hulpverleningsdiensten en gemeenten samen aan de veiligheid. Ze bereiden zich voor op rampen en ernstige ongelukken. Daarnaast nemen ze maatregelen om toenemende risico's beter te beheersen
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur. De 19 burgemeesters uit de regio Hollands Midden vormen samen het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Hollands Midden. Het Dagelijks Bestuur is samengesteld uit zeven leden en een voorzitter.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van aantal inwoners. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
10.120
10.396
Vreemd vermogen
22.828
21.998
Jaarresultaat
2.430
B eleid 2016 Drie belangrijke planvormen zijn nauw met elkaar verbonden: het risicoprofiel, beleidsplan en crisisplan. Het beleidsplan biedt een strategisch beleidskader voor een periode van vier jaar. Het geeft richting aan de inspanningen door de veiligheidsregio en beschrijft de te behalen prestaties. Het beleidsplan dient mede gebaseerd te zijn op een door het bestuur van de veiligheidsregio vastgesteld risicoprofiel. Het risicoprofiel beschrijft wat de veiligheidsregio kan overkomen en hoe erg dat is. In het crisisplan zijn de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de hulpverleningsdiensten vastgelegd voor de bestrijding van rampen en crises. De gemeente is verantwoordelijk voor de bevolkingszorg waarbij een nieuwe visie is ontwikkeld (Bevolkingszorg op orde). Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio is eindverantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van de Brandweer Hollands Midden. De sectoren risicobeheersing, operationele voorbereiding en incidentbestrijding voeren de taken uit. De directeuren van deze sectoren en plaatsvervangend regionaal commandant zijn integraal aanspreekpunt voor de burgemeester.
100
Programmabegroting 2016-2019
Programma 3 Groen Stichting Land van Wijk en Wouden Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doelstelling/Publiek Belang
Vormen van een overlegplatform tussen overheden (provincie, gemeenten en waterschappen) en vertegenwoordigers van maatschappelijk organisaties (voor landbouw, natuur, etc.); het ontwikkelen van visievorming: het initiëren en stimuleren van activiteiten die bijdragen aan de versterking van de kwaliteit van het gebied en het bevorderen van relatie Stad-Land.
Bestuurlijk belang
Bestuurlijk overleg
Financieel belang Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2014
31-12-2014
Eigen vermogen Vreemd vermogen Jaarresultaat Overige informatie
www.landvanwijkenwouden.nl
Beleid 2016 De Gebiedcommissie Land van Wijk en Wouden zet zich al vanaf 2003 met succes in voor het behoud van en draagvlak voor het mooie Land van Wijk en Wouden. De stichting heeft een uitvoeringsbureau dat zorgt voor uitvoering van gebiedsdekkende projecten zowel voor landschap (bv. Vlindersnelwegen en Bloemrijke bermen), als voor merk en marketing (bv. Polderdag, streekmarkten, digitaal distributiesysteem) en recreatie (bv.boerenlandpaden, boerenlandgidsen, evenementen). De stichting zorgt voor draagvlak bij overheden (gemeenten, Holland Rijnland en de provincie) en levert een grote financiële bijdrage aan projecten via subsidies die aangevraagd en verkregen worden. De stichting is zo een sterke motor in het gebied zowel qua inspiratie en uitvoering als financieel vanwege het multiplier effect van de subsidies. Programma 8 Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke dienstverlening Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg Hollands Midden (RDOG HM) Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doelstelling/Publiek Belang
De RDOG Hollands Midden bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid en het welbevinden van de burgers in de regio Hollands Midden in zowel reguliere als crisisomstandigheden.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 19 portefeuillehouders van de 19 gemeenten in de regio Hollands Midden waarvan 1 lid afkomstig van de gemeente Zoeterwoude. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 7 leden waarvan 1 lid afkomstig van de gemeente Zoeterwoude.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van aantal inwoners. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen Jaarresultaat
Overige informatie
Programmabegroting 2016-2019
1-1-2014
31-12-2014
2.217
5.787
26.465
24.793 2.976
www.rdoghm.nl
101
Beleid 2016 De RDOG HM is belast met een aantal wettelijke taken uit de Wet Publieke Gezondheid en een aantal taken die de deelnemende gemeenten haar daarnaast hebben toebedeeld. De organisatie bestaat uit 3 onderdelen. De Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR), De Regionale Ambulance voorziening (RAV) en de GGD (gemeentelijke gezondheidsdienst). De beleidsuitgangspunten staan in de in mei door de raad goedgekeurde begroting 2016. In verband met de wens tot bezuinigingen binnen de GGD is het Algemeen bestuur zich aan het heroriënteren op de GGDtaken . Programma 8 Volksgezondheid en Milieu Omgevingsdienst West-Holland Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doelstelling/Publiek Belang
De Omgevingsdienst werkt op basis van een gemeenschappelijke regeling voor de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Kartwijk(sinds 2015). Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Zoeterwoude en de provincie Zuid Holland. Daarnaast voert de Omgevingsdienst de regionale milieutaken uit voor de regio Holland Rijnland. De Omgevingsdienst staat voor duurzaamheid, veiligheid en een verbetering van de leefomgeving. Ze neemt milieubeschiukkingen namens de gemeenten, ziet toe op nalevingvan milieuwetgeving, geeft milieuadvies aan de gemeenten en andere overheden. De Omgevingsdienst voert onderdelen van het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid uit.
Bestuurlijk belang
Vertegenwoordigers bestuur, stemverhouding wordt jaarlijks vastgesteld door het Algemeen Bestuur en is afhankelijk van gemeentelijke bijdrage versus de totale begroting. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 5 leden waarvan geen bestuurslid afkomstig uit Zoeterwoude. Het Algemeen Bestuur bestaat uit 26 leden waarvan 2 bestuursleden afkomstig uit Zoeterwoude.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage op basis van uren voor 2016 is begroot op € 351.000. De deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten en door taakstelling veroorzaakte frictiekosten.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
1.138
1.372
Vreemd vermogen
6.202
5.012
Jaarresultaat
88
Beleid 2016 De programma’s Reguleren, Toezicht & Handhaving, Advies en Organisatie & Ontwikkeling geven u op hoofdlijnen inzicht in de activiteiten van de Omgevingsdienst. Deze programma’s sluiten aan bij de indeling van de Regionale uitvoeringsdiensten (RUD’s) uit de regio Zuid-Holland. De Omgevingsdienst maakt een begroting op hoofdlijnen waaruit de gemeentelijke bijdrage volgt. De verdeling van de kosten over de programma’s en activiteiten worden verwerkt in een werkplan, waarin specifiek de werkzaamheden voor de gemeente worden opgenomen. De Omgevingsdienst heeft bij het opstellen van de begroting 2016 meer aandacht besteed aan het formuleren van meetbare doelen en prestatie-indicatoren. Deze zijn opgenomen in de programmateksten en komen ook in de werkplannen terug. In de begroting 2016 van de Omgevingsdienst is de Strijk-bezuiniging van 0,34% en een indexatie van 0,59% verwerkt. Vanwege de aanstaande uittreding van de gemeente Alphen aan den Rijn maakt deze gemeente geen onderdeel meer uit van deze begroting. Het proces van overdracht van werkzaamheden is op 1 januari 2016 afgerond. De belangrijkste doelstelling is om zonder inwerkvertraging de werkzaamheden over
102
Programmabegroting 2016-2019
te hevelen aan de Omgevingsdienst Midden-Holland. Met Alphen aan den Rijn zijn afspraken gemaakt over de financiële afwikkeling van de uittreding. De gemeente Katwijk is in 2015 toegetreden. Programma 10 Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting Ontwikkelingsmaatschappij Meerburg CV en BV Vestigingsplaats
Zoeterwoude
Rechtsvorm
Besloten Venootschap en Commanditaire Vennootschap
Doelstelling/Publiek Belang
Ontwikkelingsmaatschappij Meerburg, een participatie van de Gemeente Zoeterwoude en BNG Gebiedsontwikkeling, is verantwoordelijk voor de gebiedsontwikkeling. Het maakt ook deel uit van de grotere gebiedsontwikkeling W4, een plan voor de verbreding en verdiepte ligging van de A4 ter hoogte van Zoeterwoude.
Bestuurlijk belang
50% Vennoot (CV) en 49% aandeelhouder (BV)
Financieel belang
€ 3.998.000
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2014
31-12-2014
888
-210
10.050
17.722
Jaarresultaat Overige
-2.830
www.verdevistameerburg.nl
Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Alliander N.V. Vestigingsplaats
Arnhem
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Doelstelling/Publiek Belang
Via energienetwerken zorgt Alliander voor de distributie van gas en elektriciteit in een groot deel van Nederland. Alliander brengt een open en duurzame energiemarkt dichterbij.
Bestuurlijk belang
De raad van bestuur bestaat uit 3 leden waarvan geen bestuursleden afkomstig uit de gemeente Zoeterwoude. De gemeente Zoeterwoude is aandeelhouder.
Financieel belang
€ 74.000 De gemeente Zoeterwoude heeft 216.395 aandelen (0,1582%) in Alliander.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 3.375.000
€ 3.579.000
Vreemd vermogen
€ 4.173.000
€ 4.093.000
Jaarresultaat Overige informatie
Programmabegroting 2016-2019
€ 323.000
www.alliander.nl Alliander is ontstaan na de afsplitsing van het het netwerkbedrijf van Nuon.
103
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten Vestigingsplaats
Den Haag
Rechtsvorm
Naamloze Vennootschap
Doelstelling/Publiek Belang
BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Bestuurlijk belang
De raad van bestuur en de directie bestaan beiden uit 3 leden waarvan geen leden afkomstig uit de gemeente Zoeterwoude. De gemeente is aandeelhouder.
Financieel belang
De gemeente Zoeterwoude heeft 26.871 aandelen (€ 34.126,17) oftewel 0,048%). Jaarlijks wordt 25% van de winst aan dividend verstrekt over de in het bezit zijnde aandelen. De BNG is een NV. De aandeelhouders zijn niet aansprakelijk voor eventuele tekorten bij de BNG.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000 Eigen vermogen Vreemd vermogen
1-1-2014
31-12-2014
€ 3.430.000
€ 3.582.000
€ 127.753.000
€ 149.923.000
Jaarresultaat Overige informatie
€ 126.000
www.bng.nl
Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland (BSGR) Vestigingsplaats
Leiden
Rechtsvorm
Gemeenschappelijke regeling
Doelstelling/Publiek Belang
De Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) is een samenwerkingsverband op het gebied van belastingen tussen het Hoogheemraadschap van Rijnland en de gemeenten: BodegravenReeuwijk, Gouda, Katwijk, Leiden, Oegstgeest, Voorschoten, Wassenaar en Zoeterwoude. De BSGR voert namens de deelnemers de heffing en invordering van lokale belastingen uit. Ook bepaalt de BSGR de hoogte van de WOZ-waarde voor alle onroerende zaken in deze gemeenten.
Bestuurlijk belang
Het Algemeen Bestuur bestaat uit 11 leden waarvan 1 lid afkomstig van de gemeente Zoeterwoude. Het Dagelijks Bestuur bestaat uit 4 leden waarvan geen bestuursleden afkomstig van de gemeente Zoeterwoude.
Financieel belang
Jaarlijkse bijdrage volgens in het bedrijfsplan opgenomen verdeelsleutel. Deelnemers zijn gezamenlijk aansprakelijk voor ontstane tekorten.
Kerncijfers verbonden partij
x € 1.000
1-1-2014
31-12-2014
Eigen vermogen
€ 1.319
€ 3.082
Vreemd vermogen
€ 7.547
€ 5.505
Jaarresultaat Overige informatie
104
€ 2.003
www.BSGR.nl
Programmabegroting 2016-2019
Overzicht van de bijdragen aan Verbonden partijen Verbonden partij x € 1.000
2013 (r)
2014 (b)
2014 (r)
2015 (b)
2016 (b)
Holland Rijnland
270
279
106
271
253
Veiligheidsregio Hollands Midden
630
656
656
679
667
Belastingsamenwerking Gouwe Rijnland (BSGR)
191
191
205
190
180
Gemeenschappelijke vuilverwerking Leiden e.a. (Gevulei)
170
163
152
138
n.v.t.
Regionale Dienst Openbare Gezondheidszorg (RDOG HM )
216
215
211
228
241
Omgevingsdienst West-Holland (ODWH)
386
295
341
346
351
Oude Rijnzone
2
10
2
0
n.v.t.
Servicepunt71
1.034
978
1.041
958
976
Totaal
2.708
2.787
2.714
2.810
2.668
Programmabegroting 2016-2019
105
2.2.7 Grondbeleid Inleiding: In deze paragraaf besteden we aandacht aan het grondbeleid van de gemeente. Het grondbeleid in Zoeterwoude is geen doel op zich, maar een middel om een aantal doelstellingen van de programmabegroting te realiseren. Daarbij gaat het om een doelstelling met consequenties voor het gebruik en de inrichting van ruimte. Dat kan gaan om publieke functies vanuit ruimte, zoals bijvoorbeeld verkeer of sport, maar ook om private functies zoals bijvoorbeeld een bedrijfsterrein of woonlocaties. Het grondbeleid is vastgelegd in een nota die door de raad is vastgesteld in 2010. Grondbeleid Naar aanleiding van de financiële gevolgen van de economische crisis heeft de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) aanbevelingen gedaan voor het actualiseren van het gemeentelijk grondbeleid. Doelstelling
Prestatie
Het grondbeleid voldoet aan de eisen gesteld in het Besluit Begroting Verantwoording en geeft de wijze aan waarop met financiële risico’s moet worden omgegaan.
Nota Grondbeleid 2016
Volgens het BBV moeten in de paragraaf grondbeleid bij de begroting onder meer de beleidsvoornemens met betrekking tot de grond voor het komende jaar worden vastgelegd. De beleidsvoornemens hebben betrekking op de gronden waarbij de gemeente een actief grondbeleid heeft ingezet en waar de gemeente de grond actief exploiteert of gaat exploiteren. Dit zijn onderstaande projecten. In deze paragraaf beperken wij ons tot de projecten met een actief grondbeleid. Uitgebreide informatie over de projecten en voortgang treft u aan in Programma 10 Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting. Vanuit het grondbeleid wordt voor de in exploitatie genomen gronden én nog niet in exploitatie genomen gronden in 2016 de beleidslijn/prestatie/resultaat: In exploitatiegenomen gronden
Beleidslijn/prestatie/resultaat in 2016
Het Bakkerspunt
De grond wordt afgerekend op basis van een residuele grondwaarde. Dit kan het resultaat beperken.
Bgm Smeetsweg/Industrieweg en Produktieweg/Blauwmutsenpad
Als alle technische aspecten zijn opgelost (watergangen, ontsluiting en watercompensatie) en te verkopen percelen duidelijk zijn, zal na uitvoering van een aantal afrondende werkzaamheden door de gemeente de grond worden overgedragen. Het project wordt naar verwachting in 2016 afgesloten.
Bloemenweide Noord
De gemeente heeft samen met andere partijen grondposities. Door het opstellen van een grondexploitatie, het instellen van een interne en externe werkgroep worden de financiële risico’s zoveel mogelijk beperkt. Medio 2015 wordt gestart met de bouw van de eerste fase die in 2016 door loopt.
Brede school
De gemeente is eigenaar van de grond en is bouwheer. De ontsluitingsweg Brede school wordt in 2016 afgerond. In 2017 wordt gestart met de bouw van de school.
Nog niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) Verde Vista Plas
De grond overdracht aan de gemeente heeft plaatsgevonden. In 2016 zal de planvorming starten.
Zwethof:
Verwacht wordt dat het plan aan de provinciale regelgeving kan worden getoetst. Het opstellen van een nieuwe samenwerkingsovereenkomst (met een eerder verbonden ontwikkelmaatschappij) en grondexploitatie zal naar verwachting in 2016 plaatsvinden. Als het project de toetsing aan de provinciale regels kan doorstaan kan in 2016 begonnen worden met de planvorming en de planologische procedure.
106
Programmabegroting 2016-2019
2.2.8 Handhaving Omschrijving van de paragraaf Handhaving is het bevorderen dat rechtsregels en voorschriften voor de fysieke leefomgeving worden nageleefd. Dit wordt gedaan door toezicht en het toepassen van bestuursrechtelijke, privaatrechtelijke en strafrechtelijke middelen of het dreigen ermee. Inleiding Handhaving van regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving (de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de daarbij betrokken regelgeving, de Algemene plaatselijke verordening (Apv en de Drank- en Horecawet) is bestuurlijk gescheiden van vergunningverlening en gebundeld. Dit laatste wordt aangeduid als integrale handhaving. Voor de integrale handhaving is de coördinatie van handhaving bevorderd en is het toezicht geïntensiveerd. Ook heeft in de ambtelijke organisatie functiescheiding op persoonsniveau plaatsgevonden tussen enerzijds vergunningverleners en anderzijds toezichthouders en handhavers, uit een oogpunt van integriteit en transparantie. Binnen de integrale handhaving hebben naast de interne toezichthouders ook de Gemeentelijke Opsporingsambtenaren (Goa’s), de politie, de brandweer en de Omgevingsdienst een rol. Het handhavingsbeleid en de uitvoering zijn vastgelegd in het Beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Zoeterwoude: Dichtbij en verantwoordelijk, 2014-2018. In dit beleidsplan staan de onderstaande doelstellingen opgenomen. Financieel De kosten die met handhaving zijn gemoeid, bestaan voornamelijk uit de kosten van de te besteden personele uren die opgenomen worden in het jaarlijkse Uitvoeringsplan Vergunningverlening en Handhaving. Deze kosten zijn al begrepen in de lasten van de diverse programma’s voor de beleidsterreinen waarop gehandhaafd wordt. In de Perspectiefnota bij de begroting 2016-2019 is reeds opgenomen dat voor de inhuur van de Goa’s budget is geoormerkt. In het coalitieprogramma staat : Regelgeving wordt waar mogelijk vereenvoudigd. Deze vereenvoudiging vindt plaats ten dienste van burgers, bedrijven en organisaties en is ook bedoeld ter verbetering van de efficiency in de organisatie. Uitbreiding van regels en bureaucratie wordt, waar mogelijk, tegengegaan. Handhaving van regelgeving krijgt de nodige aandacht. De verdere vormgeving en invulling van de functie van de BOA, de Buitengewoon Opsporingsambtenaar, is daarbij essentieel. Doelstellingen
Prestaties
Het bevorderen van de fysieke veiligheid, de volksgezondheid, de kwaliteit van de sociale leefomgeving en de natuurlijke en cultuurhistorische waarden op basis van een actueel Beleidsplan voor de fysieke leefomgeving.
1.
Het Beleidsplan voor de fysieke leefomgeving van Zoeterwoude (nu: 2014-2018) wordt iedere vier jaar geactualiseerd (de eerstvolgende keer in 2018).
Het bevorderen van de naleving van de regels op het vlak van de fysieke leefomgeving met een effectieve en efficiënte inzet van middelen.
2.
Jaarlijks wordt op basis van het beleidsplan een uitvoeringsplan opgesteld, rekening houdend met de prioriteiten voor handhaving.
3.
De beschikbare capaciteit wordt ingezet voor onderwerpen met de hoogste prioriteit.
4.
Jaarlijks wordt een jaarverslag opgesteld over de inzet van de beschikbare capaciteit en de aandachtsgebieden.
Programmabegroting 2016-2019
107
Communicatie, toezicht en sancties Naast het toezicht, het sanctioneren en het opsporen vindt ook communicatie met burgers en ondernemers plaats, en kan het verlenen van vergunningen gezien worden als preventief toezicht: het voorkómen dat activiteiten plaatsvinden die in strijd zijn met de regelgeving. Doelstellingen
Prestaties
De gemeente zet steeds het meest passende bestuursrechtelijke handhavingsinstrument in om een overtreding op te heffen.
1.
Overtreders worden eerst mondeling aangesproken.
2.
Bij niet of onvoldoende reageren wordt een volgende fase in het handhavingstraject ingezet.
De gemeente vindt het van belang dat er specifiek aandacht is voor taken op het gebied van openbare orde en Drank- en horecawet.
3.
Voor taken op het gebied van openbare orde en Drank- en horecawet zet de gemeente Goa’s in.
Kengetallen Kengetallen worden opgenomen in het jaarlijks wettelijk verplicht vast te stellen jaarverslag.
108
Programmabegroting 2016-2019
3 Financiële begroting 3.1 Overzicht van baten en lasten 3.1.1 Overzicht van baten en lasten en de toelichting Algemeen De voorliggende programmabegroting 2016-2019 is actueel en geeft voor 2016, 2017, 2018 en 2019 nagenoeg een sluitend beeld. Met zorg heeft een afweging plaatsgevonden tussen: ■ de lokale lasten voor de burgers en het voorzieningenniveau in de gemeente; ■ de relatie tussen de risico's en het gewenste weerstandsvermogen; ■ het leveren van een substantiële bijdragen aan plaatselijke en regionale ruimtelijke projecten; ■ het leveren van substantiële bijdragen aan plaatselijke activiteiten en initiatieven; ■ het wel of niet uitvoeren van taken in relatie tot de beschikbare personele capaciteit. Overzicht baten en lasten per programma In het onderstaande overzicht zijn de lasten en baten voor 2016-2019 weergegeven, alsmede de stortingen en onttrekkingen aan de reserves. Ter vergelijking zijn de realisatiecijfers 2014 en de begroting 2015 na wijziging toegevoegd. Een toelichting op de cijfers kunt u terugvinden onder de diverse programma's en in het onderdeel reserves. Programma bedragen x € 1.000,-
L/B
01. Bestuur en Burgerzaken
Lasten
3.856
2.951
Baten
-1.174
Saldo 02. Openbare Orde en Veiligheid
Lasten Baten
Saldo 03. Groene Leefomgeving
Lasten Baten
Saldo 04. Verkeer Vervoer en Waterstaat
Programmabegroting 2016-2019
Lasten
Rekening 2014
Begroting Begroting 2015 2016
Meerjarenraming 2017
2018
2019
3.366
3.224
3.188
3.186
-140
-144
-139
-139
-98
2.682
2.811
3.221
3.085
3.049
3.088
871
917
911
909
913
913
-4
-4
-4
-4
-4
-4
868
912
907
905
909
909
844
956
857
830
813
819
-1
-6
-6
-6
-6
-6
843
949
850
823
807
813
1.942
1.754
2.169
2.108
2.169
2.114
109
Programma bedragen x € 1.000,-
L/B
Baten
-31
1.881
1.723
2.138
2.077
2.138
2.083
Lasten
180
199
211
186
186
186
Baten
-20
-1
-1
-1
-1
-1
160
199
210
185
185
185
Lasten
827
861
863
839
839
836
Baten
-199
-197
-197
-197
-197
-197
628
664
666
642
641
639
Lasten
3.278
6.110
5.498
5.310
5.249
5.250
Baten
-1.629
-1.181
-816
-816
-816
-816
1.649
4.928
4.681
4.493
4.432
4.434
Lasten
2.556
2.639
2.687
2.640
2.678
2.680
Baten
-1.843
-1.795
-1.837
-1.852
-1.847
-1.855
714
844
849
788
831
825
Lasten
405
393
395
390
369
366
Baten
-26
-2
-2
-2
-2
-2
379
391
393
388
366
364
Lasten
9.127
2.317
1.155
1.060
1.977
1.005
Baten
-9.715
-803
-417
-402
-402
-402
-588
1.514
738
658
1.575
603
2.652
1.090
887
842
842
842
-12.340
-14.358
-15.070
-14.985
-14.913
-14.879
-9.689
-13.268
-14.183
-14.143
-14.071
-14.037
Saldo 10. Ruimtelijke Ordening en Volkshuisv.
Saldo 11. Algemene Dekkingsmiddelen
2019
-31
Saldo 09. Onderwijs
2018
-31
Saldo 08. Volksgezondheid en Milieu
2017
-31
Saldo 07. Sociale Voorzieningen en MW.
Meerjarenraming
-31
Saldo 06. Cultuur, Sport en Recreatie
Begroting Begroting 2015 2016
-61
Saldo 05. Economische zaken
Rekening 2014
Lasten Baten
Saldo Totaal
Lasten
26.539
20.186
18.998
18.338
19.221
18.195
Totaal
Baten
-27.011
-18.519
-18.527
-18.437
-18.360
-18.292
-472
1.667
471
-99
861
-97
Toevoeging
642
328
387
274
300
11
Onttrekking
-1.130
-1.812
-867
-202
-1.031
-133
-488
-1.485
-481
72
-731
-123
TOTAAL SALDO VAN BATEN EN LASTEN RESERVES 11. Algemene Dekkingsmiddelen
Saldo Totaal
Toevoeging
642
328
387
274
300
11
Totaal
Onttrekking
-1.130
-1.812
-867
-202
-1.031
-133
-488
-1.485
-481
72
-731
-123
TOTAAL MUTATIE IN RESERVES Begrotingstotaal
Lasten/ Toev.
27.180
20.514
19.385
18.611
19.521
18.206
Begrotingstotaal
Baten/ Onttr.
-28.140
-20.332
-19.394
-18.638
-19.391
-18.425
-960
182
-9
-27
130
-219
GERAAMD RESULTAAT
110
Programmabegroting 2016-2019
3.1.2 Grondslagen voor de begroting Algemeen Voor het opstellen van deze begroting zijn we uitgegaan van een aantal keuzes en aannames. Hierbij zijn de onderstaande uitgangspunten toegepast: ■ In de begroting 2016 zijn de voorstellen uit de Perspectiefnota 2016-2019 overgenomen. ■ De gevolgen van de Meicirculaire 2015 van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn verwerkt in de ramingen. De gevolgen van de septembercirculaire 2015 zijn niet verwerkt; ■ In de begroting 2016 is uitgegaan van een stijging van de salarissen met 2% ten opzichte van de CAO loonschalen 2015. ■ Voor de materiële budgetten is geen prijsindex toegepast. Waar nodig is het budget aagepast aan een concrete raming. ■ Bij het vaststellen van de OZB-tarieven is rekening gehouden met een opbrengststijging ten opzichte van 2015 met 1,5% voor woningen en niet-woningen. Daarnaast is rekening gehouden met 0,5% volumetoename. De WOZ-waarde speelt geen rol bij de raming van de opbrengst. De WOZ-waarde zal wel worden betrokken bij de berekening en vaststelling van de OZB-tarieven voor 2016 waarvoor wij u in december 2015 een voorstel zullen doen. In het onderstaande tabel staat een overzicht van de belangrijkste parameters. 2016
2017
2018
2019
Aantal inwoners 1 januari
8.300
8.400
8.500
8.600
Aantal woningen 1 januari
3.556
3.693
3.763
3.939
Aantal nieuwe woningen
161
70
196
39
Aantal te slopen woningen
24
-
-
-
3.693
3.763
3.939
3.978
432
432
432
432
4.125
4.195
4.371
4.410
550
550
550
550
Bespaarde rente over reserves
4,5%
4,5%
4,5%
4,5%
Renteomslag percentage
2,2%
2,2%
2,2%
2,2%
Prijsstijging
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Prijspeilniveau
2016
2016
2016
2016
Accresniveau
2016
2017
2018
2019
pm
pm
pm
pm
Mei 2015
Mei 2015
Mei 2015
Mei 2015
Formatieomvang
66,9
pm
pm
pm
Salarissen, stijging tov voorgaand jaar
2,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Beloningsbeleid
€ 5.000
€ 5.000
€ 5.000
€ 5.000
Overwerk
€ 6.000
€ 6.000
€ 6.000
€ 6.000
Aantal beschikbare uren per fpl
1.872
1.872
1.872
1.872
Verlof
162
162
162
162
Ziekte
75
75
75
75
Buitengewoon verlof
16
16
16
16
Aantal woningen 31 december Overige wooneenheden Aantal woonruimten 1 januari Aantal niet-woningen
Gemeenschappelijke regelingen Algemene uitkering
Programmabegroting 2016-2019
Conform opgave CBS
Obv Renteomslagberekening 2014
Prijspeil 2016
Conform begroting van GR Meicirculaire 2015
52 weken á 36 uur
4% ziekteverzuim
111
2016
2017
2018
2019
Feestdagen
68
68
68
68
Overig niet productief
120
120
120
120
1.431
1.431
1.431
1.431
€ 43.000
€ 43.000
€ 43.000
€ 43.000
Productieve uren Onvoorzien
112
+/- € 5 per inwoner
Programmabegroting 2016-2019
3.1.3 Incidentele baten en lasten Resultaat na bestemming (incl. reservemutaties)
2016
2017
2018
2019
Incidentele lasten Programma BESTUUR EN BURGERZAKEN
15.000
0
-16.500
-5.000
GROENE HART, OPENBAAR GROEN
21.000
6.000
0
0
VERKEER VERVOER EN WATERSTAAT
268.913
47.426
47.426
47.452
ECONOMISCHE ZAKEN
16.600
0
0
0
SOCIALE VOORZIENINGEN EN MW.
100.000
20.000
0
0
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU
50.000
0
0
0
RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISV.
62.413
47.426
979.804
7.452
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
45.000
40.000
40.000
40.000
578.926
160.852
1.050.730
89.904
5.000
0
0
-41.500
GROENE HART, OPENBAAR GROEN
0
0
0
0
VERKEER VERVOER EN WATERSTAAT
0
0
0
0
SOCIALE VOORZIENINGEN EN MW.
0
0
0
0
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU
0
0
0
0
62.413
47.426
47.426
47.452
0
0
0
0
67.413
47.426
47.426
5.952
511.513
113.426
1.003.304
83.952
ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
81.396
-38.540
-3.950
-55.300
Saldo Incidentele toevoegingen aan reserves
81.396
-38.540
-3.950
-55.300
334.156
-27.700
802.208
-63.250
334.156
-27.700
802.208
-63.250
Saldo Incidentele lasten Programma BESTUUR EN BURGERZAKEN
RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISV. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Saldo incidentele baten Saldo incidentele laten en baten Incidentele toevoegingen aan de reserves
Incidentele onttrekkingen aan de reserves ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN Saldo Incidentele onttrekkingen aan reserves
Programmabegroting 2016-2019
113
Per programma volgt hieronder een toelichting van de incidentele lasten en baten > € 20.000. Alle overige posten worden in een totaalbedrag genoemd. Bestuur en Burgerzaken
■
Als gevolg van de verlenging van de geldigheidstermijn van Paspoort en de Nederlandse Identiteitskaart is er in 2019, € 36.500 minder legesinkomsten
Verkeer Vervoer en Waterstaat
■ ■ ■
Aan te schaffen meetpunt gladheid, incidentele uitgaaf in wegen in 2016 van € 81.000 Projecten zijn van tijdelijke aard, daarom geeft Project W4 incidenteel +/- 50.000 aan lasten Extra kosten baggerwerkzaamheden watergangen aan Broekweg jaar 2016 € 137.000
Sociaal Domein
■
Extra kosten van Wet Maatschappelijke Ondersteruning in jaar 2016 van € 100.000.
Volksgezondheid en Milieu
■
Van uit Initiatievenpot is in het begrotingjaar 2016 een bedrag van € 50.000 beschikbaar voor duurzame initiatieven
Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
■
Het Omgevingsplan zal iedere 10 jaar worden geactualiseerd. In 2019 is een bedrag van € 40.000 beschikbaar
Algemene Dekkingsmiddelen
■
In het begrotingsjaar 2016 is een bedrag van € 45.000 eenmalig beschikbaar voor organisatie ontwikkeling
3.1.4 Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 2016
2017
2018
2019
Structurele toevoegingen aan reserves Programma ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
Mutaties Algemene reserve
0
0
0
0
Mutatie bestemmingsreserves
305
312
316
66
Totaal Algemene middelen
305
312
316
66
305
312
316
66
0
0
0
0
Mutatie bestemmingsreserves
-527
-173
-241
-196
Totaal Algemene middelen
-527
-173
-241
-196
Saldo structurele onttrekkingen aan reserves
-527
-173
-241
-196
Saldo structurele mutaties reserves
-222
139
75
-130
Saldo structurele toevoegingen aan reserves Structurele onttrekkingen aan reserves Programma ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
114
Mutaties Algemene reserve
Programmabegroting 2016-2019
3.1.5 EMU-saldo In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 19) is de verplichting vastgesteld dat de gemeenten ramingen van het EMU-saldo dienen te verstrekken over het voorafgaande jaar, het actuele jaar en het volgende jaar. De EMU-enquête is het model dat gebruikt wordt voor de meerjarige raming van het EMU-saldo. Gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen verstrekken sinds de begroting 2006 middels de enquête ramingen van het EMU-saldo. Omschrijving
2015
2016
2017
Volgens realisatie tot en met sept. 2015, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2016
Volgens meerjarenraming in begroting 2016
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
- 1.485
- 481
72
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
1.011
1.128
1.199
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
-37
-20
-29
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
459
4.624
1.968
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: -3.277
0
0
-197
-400
-503
-386
107
293
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord 7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
0
0
0
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
0
0
0
11
Verkoop van effecten:
a
Gaat u effecten verkopen? (ja/nee)
Nee
Nee
Nee
b
Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie? -3.489
70
Berekend EMU-saldo
Programmabegroting 2016-2019
-4.435
115
3.2 Uiteenzetting financiële positie en toelichting 3.2.1 Structureel en reëel evenwicht Tot voor kort werd altijd gesproken over een sluitende begroting en of deze ook materieel in evenwicht was. In verband met de aanscherping van het financieel toezicht is de Gemeentewet in 2013 gewijzigd en is de term materieel evenwicht vervangen door de term structureel evenwicht, tevens is het begrip reëel evenwicht toegevoegd. Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is ter nadere uitwerking van die wetswijziging aangepast, zodat uw raad en de financieel toezichthouder in staat zijn om vast te stellen of sprake is van een structureel en reëel evenwicht in de begroting cq meerjarenraming. Conclusies ■ Deze begroting is sluitend. ■ Deze begroting is structureel in evenwicht voor alle jaren. ■ Deze begroting is reëel in evenwicht. In onderstaande tabel staan deze conclusies samengevat weergegeven. Het sluitend zijn van de begroting ziet u terug in onderdeel A Overzicht van baten en lasten. Onder deze tabel worden achtereenvolgens het reëel en het structureel evenwicht nader toegelicht. 2016 Resultaat na bestemming
2017
2018
2019
9
27
-130
219
Af: Incidentele lasten
588
188
921
309
Bij: Incidentele baten
67
47
47
6
Af: incidentele toevoegingen aan reserves
81
-39
-4
-55
Bij: Incidentele onttrekkingen aan reserves
334
-28
802
-63
-259
-103
-197
-92
JA
JA
JA
JA
Structureel saldo van de begroting Structureel evenwicht
Reëel evenwicht Ter invulling van het begrip reëel evenwicht is in het BBV voorgeschreven dat wordt ingegaan op het realisme van de ramingen en de motivering daarvan. Op basis van de bevindingen kunnen we stellen dat de begroting reëel in evenwicht is. Structureel evenwicht Van structureel evenwicht is sprake als de structurele lasten worden gedekt door structurele baten. De bepaling van het structureel evenwicht verloopt als volgt: De methode van berekenen structureel evenwicht, zoals hierboven uitgewerkt in de tabel, heeft als voordeel, dat je beredeneert vanuit het resultaat en dus altijd een (soort van) controlemiddel hebt om aansluiting te houden met het resultaat. Er wordt gekozen voor het resultaat na bestemming (inclusief reservemutaties), omdat er ook structurele mutaties plaatsvinden bij de reserves. Door de incidentele mutaties aan de reserves vervolgens op dit resultaat te corrigeren heb je een zuiver structureel resultaat. De begroting is in meerjarig perspectief beoordeeld op het incidentele karakter. Voor het meerjarenbeeld is in alle jaren sprake van structureel evenwicht aangezien de structurele lasten worden gedekt door (hogere) structurele baten.
116
Programmabegroting 2016-2019
3.2.2 Investeringen Programma 1 Jaar
Omschrijving
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
3.620
3.620
3.620
3.620
3.620
2016
Bijdrage Regionaal investeringsfonds 2016
164.550
2017
Bijdrage Regionaal investeringsfonds 2017
164.550
2018
Bijdrage Regionaal investeringsfonds 2018
164.550
2019
Bijdrage Regionaal investeringsfonds 2019
164.550
3.620
Programma 2 Jaar
2016
Omschrijving
Bluswatervoorziening
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
20.000
1.240
1.222
1.205
Programma 3 Jaar
2016
2017
2018
2019
Omschrijving
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
Renoveren en omvormen openbaar groen 2016
45.000
2.115
2.090
2.066
Speeltoestellen Nota Groenstructuurplan en spelen 2016
37.170
3.296
3.241
3.187
Renoveren en omvormen openbaar groen 2017
45.000
2.115
2.090
Speeltoestellen Nota Groenstructuurplan en spelen 2017
51.800
4.593
4.517
Renoveren en omvormen openbaar groen 2018
45.000
2.115
Speeltoestellen Nota Groenstructuurplan en spelen 2018
40.300
3.573
Renoveren en omvormen openbaar groen 2019
45.000
Speeltoestellen Nota Groenstructuurplan en spelen 2019
27.000
Programmabegroting 2016-2019
117
Programma 4 Jaar
2016
2017
2018
2019
Omschrijving
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
Verleggen fiets- en voetpad Burg. Smeetsweg
20.000
1.240
1.222
1.205
Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting 2016
40.000
2.880
2.836
2.792
Vervanging Geerbrug 2016
660.000
40.920
40.339
39.758
Aanschaf Geintegreerd Beheers Informatiesysteem (GBI)
30.000
6.660
6.528
6.396
Vervanging beschoeiingen 2016
40.000
4.880
4.792
4.704
Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting 2017
40.000
2.880
2.836
Vervanging bruggen op basis beheersplan 2017
150.000
9.300
9.168
Reconstructie Burg Culemborgstraat
90.000
6.480
6.381
Reconstructie Jan Albert de Gravenlaan
100.000
7.200
7.090
Ophogen krediet Reconstructie Van Swietenstraat
30.000
2.160
2.127
Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting 2018
40.000
2.880
Vervanging bruggen op basis beheersplan 2018
150.000
9.300
Reconstructie 1e deel Kerklaan
35.000
2.520
Burg van Outerenstraat
35.000
2.520
Burg Brandstraat
35.000
2.520
Klaverweidestraat
34.000
2.448
Uitvoering beleidsplan Openbare verlichting 2019
40.000
Vervanging bruggen op basis beheersplan 2019
150.000
Bereikbaarheid RGL Halte NS station
300.000
Reconstructie Richellistraat
55.000
Reconstructie Veldzichtstraat
85.000
Reconstructie 1e deel Ambachtsherenweg
85.000
Reconstructie 2e deel Kerklaan
60.000
Programma 6 Jaar
Omschrijving
Investeringsbedrag
2017
Bibliotheek schilderwerk buiten
17.000
2019
Sporthal Klaverhal buitenschilderwerk
9.000
118
Kapitaallasten 2017
2018
2019
2.803
2.749
Programmabegroting 2016-2019
Programma 8 Jaar
Omschrijving
Investerings-
Kapitaallasten
bedrag
2017
2018
2019
17.155
16.954
16.754
2016
Vervanging riolering 2016
365.000
2017
Vervanging minicontainers reiniging
120.000
10.640
10.464
Ondergrondse vuilcontainers
320.000
28.373
27.904
Vervanging riolering 2017
420.000
19.740
19.509
2018
Vervanging riolering 2018
480.000
2019
Vervanging riolering 2019
400.000
22.560
Algemene Dekkingsmiddelen en kostenplaatsen 2016
2018
Verv. Aanhangwagen Algemene dienst
5.500
809
793
778
Gemeentehuis vervanging airco's
5.000
443
436
429
Gemeentehuis vervanging plafonds
10.000
887
872
857
Werkplaats algemene dienst beveiligingsysteem
6.000
532
523
514
Gemeentehuis vervanging vloerbedekking
45.000
3.990
Werkplaats algemene dienst buitenschilderwerk
7.000
1.154
Programmabegroting 2016-2019
119
3.2.3 Reserves Voorheen werden de reserves en voorzieningen behandeld in een aparte paragraaf in de begroting en jaarrekening. Conform het BBV behoren deze onder 'De uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting'. Dit onderdeel vervangt hiermee de paragraaf. Wettelijke basis voor Reserves en Voorzieningen Op basis van artikel 43 lid 1 van het BBV worden de reserves onderscheiden in: a. De algemene reserve b. Bestemmingsreserves die dienen om ongewenste schommelingen op te vangen in de tarieven die aan derden in rekening worden gebracht, maar die niet specifiek besteed hoeven te worden; c. Overige bestemmingsreserves. Het reserve- en voorzieningenbeleid wordt jaarlijks beschreven in de Paragraaf Reserves en Voorzieningen bij de begroting en de jaarrekening. Daarmee heeft de gemeenteraad twee maal per jaar een actueel beeld van de stand van de reserves en voorzieningen en de uitgangspunten bij het beleid. De Algemene Reserve is voor incidentele zaken beschikbaar. Over het algemeen dient deze reserve als een buffer tegen onverwachte risico’s. Bij bestemmingsreserves heeft de raad vooraf bepaald voor welke bestemming de reserve in het leven is geroepen. Ze zijn gevormd om ongewenste schommelingen in uitgaven op te vangen of om een bepaalde activiteit c.q. doel te realiseren. Ontwikkelingen In de gemeenteraad is in 2014 een discussie gestart over het nut en de noodzaak van het aanhouden van reserves. Naar aanleiding van deze discussie heeft het college voorstellen gedaan over het opheffen van enkele reserves dan wel het verbinden van een einddatum aan een aantal reserves. De besluitvorming hierover is in het beleid verwerkt .
120
Programmabegroting 2016-2019
Bedragen x € 1.000
Stand 1/1 2016
1
Begroting Begroting Begroting Begroting mutaties mutaties mutaties mutaties
Stand 31/12
2016
2017
2018
2019
2019
4.280
144
-50
15
0
4.389
4.280
144
-50
15
0
4.389
585
-137
194
-642
0
-0
8497003 Reserve bijdrage Kasteel
11
-1
1
-1
1
11
8497005 Reserve volkshuisvesting
158
-6
-6
-6
-6
135
8497006 Res. riolering Dorp Zuid + Zuidbuurtse
192
-19
-19
-20
-21
114
8497007 Reserve Landschapsfonds
60
-23
-23
-15
0
0
8497008 Reserve Duurzaamheid
787
-262
0
0
0
525
8497011 Reserve SP.71
144
-144
0
0
0
0
8497012 Reserve SOZZ
21
-3
-3
-3
-3
10
8497015 R. Egalisatie Bestemmingsplannen
341
0
0
0
0
341
8497016 R. Vereveningsfonds gebiedsontwikkeling
130
-36
-36
-36
-36
-13
8497018 R. Compensatie NUON dividend
13.586
0
0
0
0
13.586
8497019 Res. Bovenwijkse voorzieningen
2
0
0
0
0
2
178
6
13
-24
-58
115
TOTAAL BESTEMMINGS RESERVES
16.196
-625
122
-746
-123
14.825
TOTAAL RESERVES
20.476
-481
72
-731
-123
19.214
TOTAAL ALGEMENE RESERVES 8497001 Algemene reserve TOTAAL ALGEMENE RESERVES TOTAAL BESTEMMINGS RESERVES 8497002 Reserve huisvesting onderwijs
8497021 Reserve Afvalstoffenheffing
1
conform stand begroting 2015
Algemene reserve De algemene reserve is een financiële buffer voor het opvangen van tegenvallers. De algemene reserve wordt gevoed door rekeningoverschotten of tekorten en onverwachte (grote) mee- of tegenvallers. Beschikkingen over, en toevoegingen aan de algemene reserve vinden alleen plaats door middel van resultaatbestemming. De gewenste omvang van de reserve is minimaal € 2.000.000, waarvan € 1.000.000 als absolute basis voor structurele risico's en € 1.000.000 als absolute basis voor incidentele risico's. O nttrekkingen : - Bij het opstellen van de begroting 2015 heeft de raad besloten het meerjarenbegrotingssaldo te egaliseren door een toevoeging in de reserve van € 50.000 die in 2017 weer aan de exploitatie wordt toegevoegd. Toevoegingen: - In 2016 worden een toevoeging voorzien van € 144.430 als gevolg van het opheffen van de Reserve servicepunt71 bij raadsbesluit van 30 oktober 2014. - In 2018 zal de Reserve Landschapsfonds worden opgeheven en het, naar huidig inzicht, batige saldo van € 14.670 zal worden toegevoegd aan de Algemene reserve.
Programmabegroting 2016-2019
121
Reserve huisvesting onderwijs Reserve is bestemd voor het zorgdragen voor de huisvesting van alle Zoeterwoudse scholen. De raad heeft in oktober 2014 besloten de einddatum voor de reserve te bepalen op 31 december 2018. Het batig saldo zal worden aangewend voor het project Nieuwbouw scholen Bloemenweide. On ttrekkingen: - In 2016 wordt een onttrekking gedaan voor ontsluitingsweg Bloemenweide van € 306.840; - In 2016 tot en met 2018 wordt een onttrekking gedaan ten behoeve van lopende investeringen van € 55.600; - In 2018 wordt de reserve opgeheven ten gunste van project scholenbouw. Toevoegingen: - In 2016 en 2017 wordt een bedrag toegevoegd voor ontwikkelingen Bloemenweide van € 150.000. In 2018 wordt hier een bedrag voor toegevoegd van € 200.000. - In 2016 tot en met 2018 wordt een bedrag toegevoegd van € 75.000 ter dekking van kapitaallasten. Reserve bijdrage Kasteel Doel van de reserve is het eens in de 2 jaar uitkeren van de aan deze reserve toegevoegde rente, te besteden aan een sociaal-cultureel doel. De gewenste omvang van deze reserve is maximaal € 10.210 vermeerderd met 2 maal de rente. Op basis van het aan de reserves toe te rekenen rentepercentage van 5% komt dit neer op een omvang tussen € 10.210 en € 11.260. O nttrekkingen: - Tweejaarlijks aanwending ten behoeve van verenigingen of instellingen. Toevoegingen: - Jaarlijkse rentetoevoeging Reserve volkshuisvesting Doel van de reserve is het bevorderen van de volkshuisvesting in algemene zin en het stimuleren van en waar nodig financiële bijdragen verlenen aan de sociale woningbouw in het bijzonder. In de raadsvergadering van 25 november 2010 heeft de raad het Beleidskader bijdragen bij ontwikkeling in kader van sociale woningbouw vastgesteld. Daarbij is bepaald dat het college bevoegd is uit de reserve Volkshuisvesting te putten voor iedere woning die bij een nieuwbouwproject in de sociale sector wordt gerealiseerd boven het percentage van 30% conform de volgende uitgangspunten: 1. Bij nieuwbouwplannen dan wel bij herontwikkeling van locaties wordt 35% sociale woningbouw gerealiseerd. Bij projecten van vóór 2005 geldt een percentage van 30%. 2. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen in het belang van de (ruimtelijke) ontwikkeling afwijken van de realisatie van 35% sociale woningbouw. 3. Indien burgemeester en wethouders besluiten in te stemmen met het niet realiseren van 35% woningen in de sociale sector op de ontwikkelingslocatie, dan dient de ontwikkelaar een financiële compensatie te betalen aan de gemeente, welke gestort wordt in de reserve Volkshuisvesting ten behoeve van sociale woningbouw in Zoeterwoude. 4. De eis van 35% sociale woningbouw is van toepassing op (particuliere) ontwikkelingen van drie of meer woningen. 5. De financiële compensatie bedraagt anno 2012 € 25.000,00, excl. btw per niet gerealiseerde woning in de sociale sector 6. De raad mandateert het college om jaarlijks in december, indien er aanleiding toe is, het bedrag aan te passen. 7. De compensatie wordt vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst met de ontwikkelaar.
122
Programmabegroting 2016-2019
8. Het college is gemandateerd om, overeenkomstig het “Beleidskader bijdrage bij ontwikkelingen in het kader van Sociale Woningbouw”, bedragen aan de Reserve Volkshuisvesting te onttrekken en de raad bij de eerstvolgende verslaggeving hierover te rapporteren. (Raadsbesluit 25 november 2010). O nttrekkingen / Toevoegingen: Jaarlijks zijn de rentekosten voor startersleningen als onttrekking opgenomen. Reserve riolering dorp en herstel Zuidbuurtse kade Doel van de reserve is het afdekken van kapitaallasten die zijn ontstaan door de afname van de vaste activa van de Stichting Onroerende Zaken Zoeterwoude (SOZZ). De reserve is in 2005 gevormd bij de overname van de riolering in het gebied Dorp Zuid en de Zuidbuurtsekade van de SOZZ. De bijdrage uit de reserve aan de exploitatie dient ter dekking van de kapitaallasten als gevolg van de overdracht van de materiële vaste activa uit de SOZZ. Deze bijdrage maakt onderdeel uit van de berekening van het tarief rioolrechten. O nttrekkingen / Toevoegingen: Jaarlijks wordt rente aan de reserve bijgeschreven. Onttrekkingen vinden plaats volgens een vast schema waardoor de reserve in 2024 nul is. Er worden naast de rentetoevoeging geen stortingen meer gedaan. Het saldo is aflopend tot nul per ultimo 2024. Reserve landschapsfonds Doel van de reserve is het verlenen van financiële ondersteuning aan activiteiten van personen, bedrijven of organisaties, die een bijdrage leveren aan het behoud en de versterking van het open, groene buitengebied van de gemeente en het terugbrengen van landschapslelementen. Bij raadsbesluit van 31 oktober 2014 heeft de raad besloten de reserve per 2018 op te heffen en het saldo toe te voegen aan de Algemene Reserve. O nttrekkingen / Toevoegingen: Tot en met 2017 wordt jaarlijks een bedrag van € 16.900 onttrokken als dekking van de bijdrage aan de Stichting Land van Wijk en Wouden. Daarnaast wordt in 2016 en 2017 een bedrag van € 6.000 onttrokken ten behoeve van Landschap en cultuurhistorie. In 2018 zal het saldo van de reserve, te weten € 14.670 worden toegevoegd aan de Algemene Reserve. Reserve duurzaamheid Doel van de reserve is het dekken van de kosten van de maatregelen uit de Duurzaamheidsagenda 20-11-2014, waarvan de maatregelen doorlopen tot 2019. O nttrekkingen: - In 2016 zal een bedrag van € 50.000 aan de reserve worden onttrokken voor de Initiatievenpot. - In 2016 wordt € 212.430 uit de reserve onttrokken voor bekostiging van de door de Omgevingsdienst uit te voeren duurzaamheidmaatregelen. Voor de latere jaren zal opnieuw een plan worden uitgewerkt voor besteding van de reserve.
Programmabegroting 2016-2019
123
Reserve Servicepunt71 Doel van de reserve is het dekken van de kosten die verbonden zijn aan deelname aan Servicepunt71 en de kosten die voortkomen uit de aanpassing van de organisatie naar aanleiding van de deelname. Op 31 oktober 2014 heeft de raad besloten de reserve per 2016 op te heffen en het batige saldo toe te voegen aan de Algemene Reserve On ttrekkingen: - In 2016 zal het saldo van de reserve worden toegevoegd aan de Algemene Reserve. Reserve SOZZ Doel van de reserve is het beschikbaar stellen van een financiële bijdrage aan activiteiten op het gebied van kunst en cultuur. O nttrekkingen - Elk jaar valt een bedrag vrij van € 3.500 ten behoeve van activiteiten op het terrein van kunst en cultuur. De onttrekking zal in de jaarrekening gelijk zijn aan de werkelijke uitgaven in dat jaar. - In 2016 zal eenmalig een bedrag van € 4.000 aan de reserve worden onttrokken in plaats van € 3.500 vanwege de Kunstroute. Toevoegingen: Jaarlijks wordt rente aan de reserve bijgeschreven. Reserve egalisatie bestemmingplannen Doel van de reserve is het egaliseren van de kosten voor het actualiseren van de bestemmingsplannen O nttrekkingen / Toevoegingen: Geen mutaties Vereveningsfonds gebiedsontwikkeling De Reserve vereveningsfonds gebiedsontwikkeling kan voor twee doeleinden worden ingezet: a. als risicoreserve voor ruimtelijke ontwikkelingsprojecten en b. als egalisatiefonds voor ruimtelijke ontwikkelingsprojecten waarmee de baten van profijtelijke projecten kunnen worden gebruikt voor projecten die niet kostendekkend zijn. Jaarlijks wordt bezien welke kosten voor projecten ten laste van de balans kunnen worden gebracht. Het criterium daarvoor is de verwachting dat de gemaakte kosten kunnen worden verhaald op derde partijen. Dat kunnen ontwikkelaars zijn, maar baten kunnen ook komen uit subsidies of grondverkopen. Indien er onvoldoende zekerheid is dat kosten kunnen worden verhaald, zullen deze kosten ten laste van de exploitatie worden gebracht, waarna ze worden onttrokken uit de Reserve Egalisatiefonds Gebiedsontwikkeling. Bij afsluiting van een project wordt het voor- of nadelige saldo verrekend met de Reserve Vereveningsfonds Gebiedsontwikkeling. O nttrekkingen / Toevoegingen: - Jaarlijkse bijdrage aan exploitatie voor opstart nieuwe projecten € 10.700; - Jaarlijkse bijdrage aan exploitatie voor niet-rendabele projecten € 25.000.
124
Programmabegroting 2016-2019
Compensatie NUON dividend Doel van de reserve is het compenseren van het door verkoop aandelen Nuon in 2009 wegvallende jaarlijkse dividend. Bij de begroting 2014 is besloten renteverrekeningen achterwege te laten. Als gevolg daarvan wordt er geen rente aan de reserve meer toegevoegd (ten laste van de exploitatie) maar wordt ook geen onttrekking aan de reserve meer gedaan als toevoeging aan de exploitatie. O nttrekkingen / Toevoegingen: Geen mutaties Bovenwijkse voorzieningen Doel van de reserve is het bekostigen van voorzieningen van algemeen nut die een bovenwijks belang hebben. Deze voorzieningen kunnen gemeenschapsvoorzieningen zoals sport- of culturele voorzieningen zijn, maar ook infrastructurele werken als rotondes of nieuwe wegen. O nttrekkingen / Toevoegingen: Er worden de komende jaren geen inkomsten geraamd. Een onderbouwing van deze reserve zal nog worden opgesteld. Reserve Afvalstoffenheffing Het doel van de reserve is het opvangen van voor- en nadelen op de taak Reiniging. Daarmee wordt een 100%kostendekking van de taak gegarandeerd. O nttrekkingen / Toevoegingen: Jaarlijks wordt het resultaat van de taak reiniging aan de reserve toegevoegd of onttrokken De huidige ontwikkeling van de kosten voor reiniging en tarieven Afvalstoffenheffing geven voor 2016 en 2017 een klein overschot. Vanaf 2018 zal worden ingeteerd op de reserve
Programmabegroting 2016-2019
125
3.2.4 Voorzieningen Voorheen werden de reserves en voorzieningen behandeld in een aparte paragraaf in de begroting en jaarrekening. Conform het BBV behoren deze onder 'De uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting'. Dit onderdeel vervangt hiermee de paragraaf. 1. Beschikking over voorzieningen vinden alleen plaats indien aan het doel of de bestemming van de voorziening wordt voldaan. 2. De voorziening dient de juiste omvang (resultaatonafhankelijk) te hebben. De omvang wordt jaarlijks bezien. 3. Toevoegingen en onttrekkingen aan voorzieningen worden ten laste van de exploitatie geboekt. Bedragen x € 1.000
Stand 1/1 2016
1
Begroting Begroting Begroting Begroting mutaties mutaties mutaties mutaties
Stand 31/12
2016
2017
2018
2019
2019
588
-20
-29
-17
-25
496
1.916
-39
-39
-39
-39
1.762
2.504
-59
-68
-56
-64
2.257
TOTAAL VOORZIENINGEN 8498001 Voorziening rioolrechtheffing 8498005 Voorziening wethouderspensioenen TOTAAL VOORZIENINGEN 1
conform stand begroting 2015
Voorziening Rioolrechtheffing Het doel van de voorziening is het egaliseren van ongewenste schommelingen in de tarieven voor rioolrechten. Onttrekkingen/dotaties: Artikel 229b van de Gemeentewet bepaalt dat tarieven voor rioolrechten niet hoger mogen zijn dan de geraamde lasten. Het uitgangspunt voor het rioolrecht is kostendekkende tarieven. Het saldo op het product riolering, wordt verrekend met de voorziening. De omvang wordt bepaald door de kostendekkendheid van het rioolrecht over 4 jaren. Volgens de huidige berekeningen zal er gedurende de komende jaren telkens een klein bedrag uit de Voorziening worden onttrokken. De stand van de voorziening biedt daarvoor voldoende ruimte. Voorziening wethouderspensioenen Het doel van de voorziening is het beschikken over voldoende middelen om te kunnen voldoen aan de pensioenrechten van voormalige wethouders. Op basis van de Algemene Pensioenwet voor Politieke Ambtsdragers (de Wet APPA) hebben voormalige wethouders recht op pensioen. De kosten hiervan komen voor rekening van de gemeente. Jaarlijks wordt via een actuariële berekening de omvang van de verplichting bepaald. Onttrekkingen/dotaties: Verminderingen conform actuariële berekeningen. Per jaar wordt -indien noodzakelijk- aan deze voorziening gedoteerd ter hoogte van de actuariële berekening van de rechten van voormalige wethouders Een aantal voorzieningen werd voorheen in de paragraaf Reserves en voorzieningen behandeld, maar zijn feitelijk geen voorzieningen die met name bij de jaarrekening worden gebruikt. Deze 'voorzieningen' zullen in dit onderdeel niet verder worden toegelicht omdat hier bij de begroting ook niet in gemuteerd wordt. Dit betreft: - Voorziening Dubieuze debiteuren Sociale zaken - Voorziening Dorpskern - Bloemenweide - Zwethof - Voorziening Dubieuze debiteuren
126
Programmabegroting 2016-2019
4 Bijlagen
Programmabegroting 2016-2019
127
4.1 Samenstelling Bestuur College van Burgemeester en wethouders De samenstelling en portefeuilleverdeling is: Burgemeester E.G.E.M. Bloemen Burgemeester, Ambassadeur van Zoeterwoude, Algemene en Bestuurlijke Zaken, Openbare orde en veiligheid, Politie, Brandweer, Ghor, Communicatie en voorlichting, Personeel en organisatie, Automatisering, Juridische Zaken en archief, Jeugd, Volksgezondheid, Onderwijs, Afvalbeleid, Grondbeleid en gemeentelijke gebouwen, Jumelage/ werkgroep Osieczna, Handhavingstaken, Sport. e
Wethouder C. den Ouden (Progressief Zoeterwoude); 1 loco-burgemeester Financiën, Sociale zaken en werkgelegenheid, Verkeer en vervoer, Openbare werken en riolering, Nutsvoorzieningen, Waterbeleid, Welzijn, Wmo en ouderenbeleid, Milieubeleid, Vluchtelingenbeleid. e
Wethouder A. de Gans (CDA); 2 loco-burgemeester Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting, Monumentenbeleid, Economische zaken, Toerisme en recreatie, Kunst en cultuur, Groene Hartbeleid. Gemeentesecretaris W.A.M. Zoetemelk-van der Hulst Gemeenteraad 2014-2018 Zetelverdeling 2014-2018 ■ Progressief Zoeterwoude: 6 zetels ■ Christen Democratisch Appèl (CDA) : 5 zetels ■ Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) : 2 zetels Progressief Zoeterwoude - Dhr. R.F. Bouter (fractievoorzitter) - Dhr. K.P. Goossen - Dhr. J.W.M. Stuijt - Mw. M.B. Pleij-Bierman - Mw. C.H. Rietdijk - Dhr. B.P. Wolters Christen Democratisch Appèl - Dhr. A. Bakx (fractievoorzitter) - Mw. A. Coene-Beereboom - Dhr. J.T.N. Gahrmann - Mw. T. C. van der Kooi - van den Kolk - Dhr. J.A.P. van Winden Volkspartij voor Vrijheid en Democratie - Dhr. M.J.P. Paardekooper (fractievoorzitter) - Dhr. H.O. van der Kooi
128
Programmabegroting 2016-2019
4.2 Conversietabel Product-Programma Programma 01 bedragen x € 1.000,-
2016 lasten
baten
saldo
1.811
0
1.811
0002 Financiele rapportage
658
0
658
0003 Voorlichting
152
0
152
0004 Burgerzaken
331
-138
194
0005 Generieke digitale infrastructuur
297
-7
290
0006 EGEM-i realisatieplan
116
0
116
01 Bestuur en Burgerzaken
3.366
-144
3.221
Totaal programma 01
3.366
-144
3.221
0001 Bestuursondersteuning
Programma 02 bedragen x € 1.000,-
2016 lasten
baten
saldo
1001 Openbare orde en veiligheid
911
-4
907
02 Openbare Orde en Veiligheid
911
-4
907
Totaal programma 02
911
-4
907
lasten
baten
saldo
9
0
9
777
-6
770
5
0
5
1504 Ondernemers
57
0
57
1505 Duurzaamheid
10
0
10
03 Groene Leefomgeving
857
-6
850
Totaal programma 03
857
-6
850
lasten
baten
saldo
1.261
-5
1.256
2002 Openbare verlichting
123
-8
114
2003 Kunstwerken
152
0
152
2004 Verkeer
351
-4
347
2005 Watergangen
282
-13
269
04 Verkeer Vervoer en Waterstaat
2.169
-31
2.138
Totaal programma 04
2.169
-31
2.138
Programma 03 bedragen x € 1.000,1500 Landschap en cultuurhistorie 1501 Openbaar groen 1503 Recreatie en spelen
2016
Programma 04 bedragen x € 1.000,2001 Wegen, straten en pleinen
Programmabegroting 2016-2019
2016
129
Programma 05 bedragen x € 1.000,-
2016 lasten
baten
saldo
3001 Economische zaken
211
-1
210
05 Economische zaken
211
-1
210
Totaal programma 05
211
-1
210
lasten
baten
saldo
5001 Subsidies algemeen
131
-15
116
5002 Cultuur
187
-16
171
5003 Sport recreatie volksfeesten
271
-81
190
5004 Zwembad
164
-32
132
5005 Monumentenbeleid
107
0
107
3
-53
-50
06 Cultuur, Sport en Recreatie
863
-197
666
Totaal programma 06
863
-197
666
Programma 06 bedragen x € 1.000,-
5007 Onderhoud en beheer gebouwen
2016
Programma 07 bedragen x € 1.000,-
2016 lasten
baten
saldo
6001 Bijstandverlening
932
-761
171
6002 Minimabeleid
381
0
381
6003 Vluchtelingenwerk
38
0
38
6004 Werkgelegenheid
839
0
839
6005 Maatschappelijke zorg
109
0
109
6006 Gehand.beleid -> zorgbeleid
1.511
-37
1.473
6007 Jeugdzorg
1.612
-18
1.594
6008 Ouderenzorg
68
0
68
6009 Kinderopvang
7
0
7
07 Sociale Voorzieningen en MW.
5.498
-816
4.681
Totaal programma 07
5.498
-816
4.681
Programma 08 bedragen x € 1.000,-
2016 lasten
baten
saldo
7001 Volksgezondheid
410
0
410
7002 Reiniging
547
-732
-185
7003 Riolering
1.060
-1.029
30
670
-75
595
08 Volksgezondheid en Milieu
2.687
-1.837
849
Totaal programma 08
2.687
-1.837
849
7004 Bedrijven en milieu
130
Programmabegroting 2016-2019
Programma 09 bedragen x € 1.000,-
2016 lasten
baten
saldo
19
0
19
4002 Over. onderwijsaangelegenheden
376
-2
374
09 Onderwijs
395
-2
393
Totaal programma 09
395
-2
393
lasten
baten
saldo
8001 Bestemmingsplannen/proc.Wet RO
170
-14
156
8003 Bouwverg.verl/beoord.schetspl.
711
-280
431
8004 Volkshuisvesting
109
-49
60
8005 Grondbeleid
103
-12
91
62
-62
0
10 Ruimtelijke Ordening en Volkshuisv.
1.155
-417
738
Totaal programma 10
1.155
-417
738
4001 Openbaar onderwijs
Programma 10 bedragen x € 1.000,-
8006 Projecten
2016
Algemene Dekkingsmiddelen Programma 11 bedragen x € 1.000,-
2016 lasten
baten
saldo
9001 Belastingen
219
-4.234
-4.015
9002 Wet Waardering Onroerende Zkn
101
0
101
1A Lokale heffingen
320
-4.234
-3.914
9006 Algemene uitkering
0
-9.087
-9.087
1B Algemene uitkering
0
-9.087
-9.087
9007 Dividend
570
-825
-255
1C Dividend
570
-825
-255
9003 Overig financiering en dekking
4
-833
-829
1D Saldo financieringsfunctie
4
-833
-829
9008 Onvoorzien
-57
-90
-147
1E Onvoorzien
-57
-90
-147
51
0
51
0
-1
-1
51
-1
50
887
-15.070
-14.183
9009 Overige 9999 Bedrijfsmatige activiteiten 1F Overige alg.dekkingsmiddelen Totaal programma 11
Programmabegroting 2016-2019
131
4.3 Subsidieprogramma Subsidie volgens subsidieprogramma Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
2.500
4.220
4.220
4.220
4.220
4.220
4.220
4.220
4.220
1.000
1.000
1.000
1.000
275
275
275
275
Eendenkooi
60.200
60.200
60.200
60.200
Holland Centraal
4.600
4.600
4.600
4.600
Welzijn onvoorzien
2.000
2.000
2.000
2.000
Oranjecomite's
5.200
5.200
5.200
5.200
De Leidse Rechtwinkel
525
525
525
525
Buurthuis de Weipoort
5.400
5.400
5.400
5.400
Bibliotheken
136.600
136.600
136.600
136.600
Het Platform
500
500
500
500
Muziekonderwijs
5.000
5.000
5.000
5.000
Cantate Domino
1.530
1.530
1.530
1.530
Drumfanfare Rijntamboers
5.000
5.000
5.000
5.000
Drumfanfare VIOS
6.800
6.800
6.800
6.800
0
0
0
0
St. Jan's Fanfare
6.560
6.560
6.560
6.560
WOUW St. Jeugdtheater
2.780
2.780
2.780
2.780
500
500
500
500
St.Sporten
33.000
33.500
37.000
37.000
Sporthal Klaverhal (€ 30.000 huur + € 15.000 exploitatie)
45.000
45.000
45.000
45.000
Barremolen Heineken
1.135
1.135
1.135
1.135
Rijnlands Molenstichting
2.270
2.270
2.270
2.270
455
455
455
455
326.330
326.830
330.330
330.330
1. Bestuur en Bestuurszaken Stiching Osiezcna Totaal programma 1 614080
2. Openbare orde en Veiligheid Dierenasiel Totaal programma 2 6. Cultuur, Sport en Recreatie
656080
Subsidies Openbaar groen en Recreatie Sint Nicolaasviering Comite tuinbeoordeling
651080
Subsidies Bibliotheken
Reservering optredens
Damesgilde 653010
654180
Sportzaken
Subsidies Oudheidkunde
St Oud-Zoeterwoude Totaal programma 6
132
Programmabegroting 2016-2019
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
7. Sociale Voorzieningen en Maatschappelijke Dienstverlening 671481
Subs.St.Welzijn doven Rijnland St Welzijn & Zorg Doven ZH
663050
658082
125
0
0
0
Hervormde Jeugdraad
2.405
2.405
2.405
2.405
Stichting Jeugdcommissie Zoeterwoude
2.725
2.725
2.725
2.725
Utopia
9.300
9.300
9.300
9.300
Bejaardensociëteit ZoeterwoudeDorp
305
305
305
305
Bejaardensociëteit ZoeterwoudeRijndijk
910
910
910
910
2.450
2.650
2.650
2.650
0
0
0
0
Katholieke Bond van Ouderen
2.370
2.370
2.370
2.370
Ontmoetingplaats De Buren
5.500
5.500
5.500
5.500
500
500
500
500
6.000
6.000
6.000
6.000
32.590
32.665
32.665
32.665
EHBO vereniging Dorp
210
210
210
210
EHBO vereniging Rijndijk
210
210
210
210
420
420
420
420
4.400
4.400
4.400
4.400
4.400
4.400
4.400
4.400
366.240
366.815
370.315
370.315
Jeugdbeleid
Subsidies ov.recreatie Ouderenzorg
Bewegen voor ouderen Comité Bejaardenreis Zoeterwoude-Dorp
Ontmoetinsplaats De Herdershof Tafeltje Dek Je Totaal programma 7 8. Volksgezondheid en Milieu 663082
Subsidie Soc.Cult.werk Volksgez.
Totaal programma 8 9. Onderwijs 648080
Project Cultuureducatie Culuureducatiegroep Totaal programma 9 Totaal subsidies volgens subsidieprogramma
Programmabegroting 2016-2019
133
4.4 Verdeling van de arbeidslasten In onderstaand overzicht is aangegeven op welke programma’s de arbeidskosten zijn verantwoord. Hieronder vallen de lasten die verband houden met de salariëring (loonkosten, sociale lasten, reiskostenvergoeding, overige onkostenvergoedingen etc.). In een aantal gevallen worden arbeidskosten rechtstreeks op een programma verantwoord, in de overige gevallen worden deze lasten begroot op de kostenplaatsen. Met behulp van relevante verdeelsleutels zijn vervolgens de totale lasten van de kostenplaatsen verdeeld over de diverse programma’s. Producten direct belast Raadsleden Presentiegeld Commissies
107.406 8.262
Burgemeester
131.580
Wethouders
170.544
Stagiaires
3.570
Burgerlijke stand
1.785
Griffie
76.779
Gemeentelijk zwembad
89.885
Voormalig personeel
30.000
Verdeeld naar producten
>>
619.811
Kostenplaatsen Algemene bedrijfsvoering Directie
247.129
Concernzaken
642.411
Samenleving
936.240
Ruimtelijke Ontwikkeling
1.137.681
Ruimtelijk Beheer
591.034
RB Algemene Dienst
657.655
Verdeeld naar kostenplaatsen Nog te verdelen salarislasten
134
>>
4.212.149 0
Programmabegroting 2016-2019
4.5 Resultaat Begrotingsonderzoek en Jaarrekeningen Programma
2016
Fractiebudgetten
1
€ 2.000
V
€ 2.000
V
€ 2.000
V
€ 2.000
V
Kadaster
1
€ 1.000
V
€ 1.000
V
€ 1.000
V
€ 1.000
V
APV
1
€ 550
V
€ 550
V
€ 550
V
€ 550
V
B&W representatie
1
€ 4.230
V
€ 4.230
V
€ 4.230
V
€ 4.230
V
Groenonderhoud
3
€ 2.550
V
€ 2.550
V
€ 2.550
V
€ 2.550
V
Ongediertebestrijding
4
€ 1.000
V
€ 1.000
V
€ 1.000
V
€ 1.000
V
Openbare verlichting
4
€ 4.000
V
€ 4.000
V
€ 4.000
V
€ 4.000
V
Rationeel wegbeheer
4
€ 10.790
V
€ 10.790
V
€ 10.790
V
€ 10.790
V
Rationeel wegbeheer
4
-€ 8.200
N
-€ 8.200
N
-€ 8.200
N
-€ 8.200
N
Verkeersveiligheidsplan
4
€ 6.540
V
€ 6.540
V
€ 6.540
V
€ 6.540
V
Wegen publiciteit
4
€ 520
V
€ 520
V
€ 520
V
€ 520
V
Reiniging
8
€ 8.000
V
€ 8.000
V
€ 8.000
V
€ 8.000
V
Milieucommunicatie
8
€ 1.550
V
€ 1.550
V
€ 1.550
V
€ 1.550
V
Onderwijs Onderhoud en beheer
9
€ 14.000
V
€ 14.000
V
€ 14.000
V
€ 14.000
V
Kstpl Tractie
AD
€ 690
V
€ 690
V
€ 690
V
€ 690
V
Kosten betalingsverkeer
AD
€ 3.370
V
€ 3.370
V
€ 3.370
V
€ 3.370
V
Perceptiekosten belastingen
AD
€ 2.200
V
€ 2.200
V
€ 2.200
V
€ 2.200
V
€ 54.790
V
€ 54.790
V
€ 54.790
V
€ 54.790
V
Resultaat
Programmabegroting 2016-2019
2017
2018
2019
135
4.6 Besluit en amendementen
136
Programmabegroting 2016-2019