Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Inhoudsopgave Woord vooraf ......................................................................................................................... 3 Van kadernota naar begroting ............................................................................................... 4 1A Lokale gezondheidszorg .................................................................................................. 8 1B Wet maatschappelijke ondersteuning ..............................................................................10 1C Jeugdbeleid ....................................................................................................................11 1D Jeugdgezondheidszorg en preventief jeugdbeleid...........................................................11 1E Lokaal onderwijsbeleid ....................................................................................................12 1F Onderwijshuisvesting ......................................................................................................14 2A Algemene Bijstand ..........................................................................................................16 2B Wet sociale werkvoorziening (wsw) .................................................................................17 2C Vreemdelingenbeleid ......................................................................................................18 3A Kunst en Cultuur .............................................................................................................18 3B Sport ...............................................................................................................................20 4A Verkeer en vervoer..........................................................................................................21 4C Groen beleid en regio .....................................................................................................22 4D Openbaar groen ..............................................................................................................23 4E Speelplaatsen .................................................................................................................24 4G Reiniging ........................................................................................................................25 5A Ruimtelijke Ordening .......................................................................................................26 5B Woonbeleid .....................................................................................................................27 5C Economische Zaken .......................................................................................................28 5D Duurzaamheid ................................................................................................................29 6A Algemene regionale samenwerking ................................................................................30 6B Bestuur en dienstverlening ..............................................................................................31 6C Openbare orde en veiligheid ...........................................................................................32 7C Grondontwikkeling W4 ....................................................................................................34 Algemene dekkingsmiddelen ................................................................................................35 Paragraaf 1 Weerstandsvermogen .......................................................................................36 Paragraaf 2 Onderhoud kapitaalgoederen ............................................................................36 Paragraaf 3 Bedrijfsvoering ..................................................................................................37 Paragraaf 4 Verbonden partijen............................................................................................38 Paragraaf 7 Lokale heffingen................................................................................................38 Hoofdstuk 1 uitgangspunten begroting 2013 ........................................................................39 Hoofdstuk 3 incidentele baten en lasten ...............................................................................39 Hoofdstuk 4 Openstaande en vervangingsinvesteringen ......................................................40 Hoofdstuk 5 Reserves en voorzieningen ..............................................................................40 Hoofdstuk 6 Subsidies per instelling .....................................................................................40 Algemene vragen .................................................................................................................42
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 2
Woord vooraf Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 1 3 Woord vooraf Lokale lasten Vraag: Op pagina 3 staat een tabel over de lokale lasten voor 2012 en 2013. Om een goed beeld te krijgen van de gevolgen hiervan voor de inwoners: Om voor de individuele inwoner/ondernemer in Leiderdorp beter is te bepalen welke gevolgen deze omvorming nu precies heeft is het nodig de tabel aan te vullen met de volgende zaken: Waarde onroerend goed: 225.000 / 275.000 / 325.000 / 375.000 / 425.000 / 475.000 / 525.000 / 575.000 / 650.000 / 750.000 / 850.000 / 1.000.000 T.a.v.. bedrijven ook een overzicht van diverse waarden van het onroerend goed gesplitst in Eigenaar en Gebruiker Vervolgens de volgende onderverdelingen: 1. OZB / Rioolheffing / Afvalstoffenheffing 2. eigenaar / huurder 3. Meerpersoonshuishouden / tweepersoons huishouden / eenpersoons huishouden 4. oud 2012 / nieuw 2013 / 2014 / 2015 / 2016. Antwoord: Om al de door u gevraagde combinaties inzichtelijk te maken hebben wij een spreadsheet opgesteld. In deze spreadsheet kunt u eenvoudig de verschillende situaties in beeld brengen. Belangrijk daarbij is wel dat: De WOZ-waarden voor de aanslagen van 2013 zijn nog niet bekend. Voor de raad van december 2012 zullen aan de hand van de nieuwe WOZ-waarden de tarieven ter vaststelling aan u worden aangeboden. Om nu toch een beeld te kunnen geven van de ontwikkeling van de woonlasten hanteren wij in deze berekening de tarieven van 2012 met een indexatie van 3% (2+1), 4% (2+2) en 5% (2+3). Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 2 3 Woord vooraf Lokale lasten Vraag: Waarom is vooralsnog alleen de cumulatieve indexatie van de OZB in de opbrengsten van de reiniging gecorrigeerd. Waarom niet ook in de jaren na 2015. Hoe moeten de kosten die niet gecompenseerd worden vanaf 2016 worden opgevangen. Antwoord: De korting op de afvalstoffen is als volgt verwerkt: 2013, korting als gevolg van Riool, korting als gevolg van OZB 1% 2014, korting als gevolg van OZB 2% 2015, korting als gevolg van OZB 3% 2016, korting als gevolg van OZB 3% Zodra de aanbesteding van de afvalstoffenverwerking is afgerond is er duidelijkheid of de afvalstoffenheffing nog verder kan dalen. Wij verwachten dit overigens wel.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 3
Nr. 1
Blz 4
Programma/hoofdstuk onderwerp Woord vooraf teksten
BBL Vraag: Citaat: Naast de cijfermatige kwaliteitsverbetering is ook de kwaliteitsverbetering op de teksten voortgezet in deze begroting. Helaas vinden wij ook in deze begroting (te)veel fouten. Wij vragen u dan ook: waar vinden wij de door u aangegeven kwaliteitsverbetering?. Antwoord: Wij vinden het spijtig dat u van oordeel bent dat er nog te veel fouten in de teksten te vinden zijn. En zouden graag van de fractie vernemen op welke punten u fouten heeft gevonden zodat wij dit als leerpunt voor het volgende p&c-product kunnen meenemen. Op die wijze hebben wij ook de nu voorliggende begroting bezien; aan de hand van aandachtspunten uit het vorige begrotingsdebat en de actie Zero Based Budgetting zijn de begrotingsteksten aangepast.
Van kadernota naar begroting Fractie GL
Nr. 1
Blz 5
Programma/hoofdstuk onderwerp TOELICHTING – Van Vroegschoolse educatie (108) Kadernota naar Begroting
Vraag: GL is heel blij met het besluit om de voor- en vroegschoolse educatie activiteiten niet stop te zetten, maar waar zijn de 25% op gebaseerd en kan er niet voorafgaande aan het besluit een inschatting door betrokkenen worden gemaakt of het bedrag dat nu over blijft realistisch is om tot zinvolle activiteiten te komen? Antwoord: De korting van 25% op het budget van 2012 heeft geen directe relatie met de omvang van de doelgroep, maar is ingeboekt vanuit financiële motieven / als bijdrage in de bezuinigingen. Na vaststelling van de begroting zal met betrokkenen worden gesproken over hoe de doelstelling behaald zal worden. Fractie CDA
Nr. 1
Blz 5
Programma/hoofdstuk onderwerp Van Kadernota naar VVE begroting
Vraag: Kan het college uitleggen hoe de ‘BRIN-problematiek’ maakt dat er geen rijksbijdrage voor bestrijding van onderwijsachterstanden beschikbaar is? Antwoord: Scholen (met BRIN-nummers) krijgen van het Ministerie van OCW, afhankelijk van het aantal kinderen van ouders met een (zeer) laag opleidingsniveau, een schoolgewicht toegekend. Als er voldaan wordt aan een minimum schoolgewicht (minimaal 10% van de leerlingen de basisschool heeft ouders met een (zeer) laag opleidingsniveau) krijgt de school op basis van dat schoolgewicht een extra bijdrage om die in te zetten ter bestrijding van onderwijsachterstanden bij leerlingen van de hele school. De rijksuitkering die de gemeente ontvangt is gebaseerd op de som van het aantal schoolgewichten. Leiderdorp ontvangt een bijdrage op basis van het schoolgewicht van de Driemaster, omdat alleen deze school aan het minimumgewicht voldoet. De Driemaster heeft zich in eerste instantie gevoegd bij de Regenboog, maar ook met het samenvoegen van de leerlingenaantallen van de Driemaster en de Regenboog voldoet de
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 4
school niet aan het minimum schoolgewicht. Dat de Driemaster wordt opgeheven verandert hier niets aan. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 2 5 Van Kadernota tot…. WSW bijdrage DZB Vraag:Om meerdere redenen is de bezuiniging niet ingeboekt. Welke redenen zijn dat? Antwoord: De redenen worden in de tekst op pagina 5 genoemd, namelijk het vigerende (en verwachte) rijksbeleid, de relatie tussen het creëren van werk en de kosten daarvan, en de keuze voor een vaste gemeentelijke bijdrage voor de komende jaren. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 3 6 Van Kadernota tot…. Regionale sportvoorzieningen Vraag: Het doorontwikkelen van sportvoorzieningen etc. Wat wordt bedoelt met doorontwikkelen? Antwoord: Met doorontwikkelen wordt bedoeld dat in een (eventuele) regionale discussie ook naar de functie van zwembad de Does zal worden gekeken. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 4 6 Van kadernota tot… Bruggen Vraag: Waarom duurt het op afstand bedienbaar maken van de Leiderdorpse brug langer dan verwacht? Antwoord: Het proces dat door de provincie ZH wordt gecoördineerd heeft vertraging opgelopen vanwege interne personele wisselingen bij de provincie. Wij hebben de provincie hierop aangesproken en verwachten een reactie. Fractie CDA
Nr. 2
Blz 6
Programma/hoofdstuk onderwerp Van Kadernota naar Bruggen begroting
Vraag: Wordt hier niet de Doesbrug bedoelt? Wat is de oorzaak van het uitstel? Antwoord: Zie ook het antwoord op vraag BBL 4. Hier wordt onder andere ook de Doesbrug bedoeld. Fractie D66
Nr. 1
Blz 6
Programma/hoofdstuk onderwerp Programma VAN bruggen KADERNOTA NAAR..
Vraag: Het op afstand bedienbaar maken van de Leiderdorpse Brug duurt langer dan voorzien… Waarom is dit uitgesteld, welke kosten zitten daaraan vast en zijn deze kosten van uitstel (aanhouden personeel) te declareren bij de provincie? Antwoord: Zie ook het antwoord op vraag 4 BBL. De discussie met de provincie loopt. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 6 6 Bruggen Vraag Waarom duurt het langer om de bruggen op afstand te bedienen? Kan de Provincie of andere verantwoordelijke instantie voor de extra kosten aansprakelijk worden gesteld? Antwoord: Zie ook het antwoord op vraag 4 BBL en vraag 1 D66. Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 5
Fractie GL
Nr. 2
Blz 6
Programma/hoofdstuk onderwerp TOELICHTING – Van Onkruidbestrijding (404) Kadernota naar Begroting
Vraag: Round-up wordt uit de handel gehaald omdat het een concrete bedreiging voor mens- en milieu vormt. Waarom wordt er gegeven dit feit niet zo snel mogelijk overgegaan tot alternatieve onkruidbestrijding? Antwoord: Gezien de huidige financiële situatie is het budget niet toereikend om dit direct door te voeren binnen de gemeente. Fractie GL
Nr. 3
Blz 6
Programma/hoofdstuk Onderwerp TOELICHTING – Van Transitiekosten Kadernota naar organisatieontwikkeling Begroting
Vraag: Kan het college specificeren waarvoor de EURO 200.000 specifiek nodig zijn en dit ook kwantificeren? Antwoord: De noodzaak om te komen tot organisatie ontwikkeling is dat de organisatie voorbereid is op de wijzigingen die op de gemeente in zijn rol als 1e overheid afkomen. Bijvoorbeeld extra taken die vanuit het rijk worden overgeheveld. Het voeren van een regierol in complexe samenwerkingstrajecten. Daarnaast krijgt de Leiderdorpse organisatie steeds vaker te maken met samenwerking in regionaal verband en met sturing op verbonden partijen. Dit vraagt extra kennis, kunde en een andere inrichting van werkprocessen. De laatste reorganisatie heeft in 2006 plaatsgevonden. Wij verwachten dat bij de komende wijzigingen in de organisatie kosten gemaakt worden om een deel van het personeel te begeleiden of te scholen naar de competenties die bij het nieuwe organisatieconcept horen. Wellicht is het niet mogelijk om ieder naar tevredenheid binnen de nieuwe organisatie te plaatsen en is budget nodig om medewerkers te begeleiden naar een andere functie. Ten slotte is een deel van de kosten gerelateerd aan de start van een nieuwe gemeentesecretaris terwijl de huidige secretaris op dat moment een stap terug zal doen en andere werkzaamheden zal gaan verrichten. Fractie GL
Nr. 4
Blz 6
Programma/hoofdstuk Onderwerp TOELICHTING – Van Transitiekosten Kadernota naar organisatieontwikkeling Begroting
Vraag: Gebaseerd op voorgaande vraag: Waarom is het nodig deze acties allemaal in 2013 uit te voeren en wat is de beoogde winst/besparing door deze investeringen? Antwoord: De beoogde winst ligt in een kwaliteitsverbetering van de organisatie. De maatregelen ter ondersteuning hiervan dienen aan het begin van een veranderingstraject te worden ingezet; aan het eind heeft dit minder nut. De kosten rond de functie gemeentesecretaris liggen in 2013 in verband met het bereiken van de pensioenleeftijd van de huidige secretaris.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 6
Fractie VVD
Nr. 5
Blz 6
Programma/hoofdstuk onderwerp Transitiekosten organisatieontwikkeling
Vraag Twee ton om organisatiewijzingen door te voeren bij SP71 en gemeentehuis. Graag nadere toelichting over nut, noodzaak en maatregelen. Waaruit bestaan deze kosten en waaruit bestaat organisatieontwikkeling. Welke noodzaak voor deze organisatieontwikkeling is er? Antwoord: Zie het antwoord op vraag 3 en 4 van Groen Links. Fractie GL
Nr. 5
Blz 7
Programma/hoofdstuk onderwerp TOELICHTING – Van Overschot nieuw gemeentehuis Kadernota naar Begroting
Vraag: Waar staat het overschot nieuw gemeentehuis nu boekhoudkundig en waarom staat dit niet in de algemene reserve? Antwoord: Het overschot van het nieuwe gemeentehuis staat nu nog in de bestemmingsreserve egalisatie exploitatielasten. Voor de raad van december 2012 worden de kapitaallasten van het nieuwe gemeentehuis definitief berekend. Op dat moment is duidelijk hoeveel gelden er precies kunnen vrijvallen uit deze reserve egalisatie exploitatielasten. Deze zullen dan vrijvallen naar de algemene reserve bouw- en grondexploitaties omdat hier de reserve egalisatielasten exploitatielasten destijds ook uit is gevormd. Uiteraard kan het in deze begroting ingezette bedrag dan niet meer vrijvallen. Fractie CDA
Nr. 3
Blz 7
Programma/hoofdstuk onderwerp Van Kadernota naar Nieuw gemeentehuis begroting
Vraag: Wat gebeurt er met de ruim € 485 K die overblijft uit de kredieten voor het nieuwe gemeentehuis? Antwoord: Zie antwoord vraag GL 5. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 3 5 WSW Lokale lasten Vraag: Pag.5 WSW. Klopt het dat in de motivering van het terugdraaien van de in de kadernota voorgestelde bezuiniging WsW geen enkel argument staat dat niet bekend was ten tijde van de kadernota. Zo nee, welk argument is nieuw? Zo ja, om welke reden is de bezuiniging ten tijde van de kadernota opgenomen? Antwoord: Rondom de aanlevering van de teksten voor en de behandeling van de Kadernota speelden in Den Haag veel ontwikkelingen, die gevolgen hebben voor het gemeentelijk beleid. Wij noemen de totstandkoming van het Lenteakkoord en de besluitvorming over het controversieel verklaren van wetsvoorstellen door de Tweede Kamer. Ten tijde van de Kadernota waren de uitwerkingen en precieze gevolgen van de nieuwe afspraken nog niet helder. Wij wachten af, alvorens eventuele bezuinigingsdoelstellingen te herzien.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 7
Fractie VVD
Nr. 4
Blz 6
Programma/hoofdstuk onderwerp Gemeenschappelijke regelingen Vraag: Pag. 6. Er worden kortingen ingeboekt op de gemeenschappelijke regelingen. Uit de tekst wordt niet duidelijk bij welke regelingen dat gaat plaatsvinden. Graag een vertaling van de korting naar de regelingen en met welke motivatie en via welke strategie het College denkt de GR’s voor dit standpunt te winnen? Antwoord: De korting die wordt ingeboekt op de gemeenschappelijke regelingen is een generieke korting. Omdat niet alle gemeenschappelijke regelingen eenzelfde bijdragestructuur hebben in de vorm van een bijdrage per inwoner, en niet alle gemeenschappelijke regelingen dezelfde opgave/taak hebben (bijvoorbeeld Gevulei: gezamenlijk verwerken afval; Servicepunt71: gezamenlijke bedrijfsvoering) is het niet mogelijk om de generieke korting van toepassing te laten zijn op elke GR. Het college wil vanuit een inhoudelijke debat binnen de GR-en een discussie taak en schaal voeren. Om tot resultaten te komen is wel een meerderheid binnen het AB van de GR noodzakelijk. De tijd lijkt daar nu rijp voor; elke gemeente wil de broekriem aanhalen, de rol en taak van de overheid opnieuw tegen het licht houden en met elkaar nadenken hoe er op een zo slim mogelijke manier met elkaar wordt samengewerkt. Het is dan van belang om bondgenoten in de aanpak te vinden onder de eigenaren/deelnemers aan de GR vanuit een gezamenlijk gevoeld belang. De meeste GR-en bestaan al jaren. Zij zijn gestart vanuit een gezamenlijke behoefte vanuit gemeenten om taken samen op te pakken. Het is daarom verstandig periodiek de GR-en, de taken en de effectiviteit tegen het licht te houden. Om zo met elkaar te bepalen of de GR nog steeds doet waarvoor die is opgericht. Dat moet leiden tot een verlaging van de kosten voor de GR-en als totaal. Op de schaal van Holland Rijnland is het proces voor de discussie opgestart met de herpositionering van de GR Holland Rijnland. Ook de Omgevingsdienst West Holland werkt aan een strategienota 2013-2017. Deze ontwikkelingen juicht het college van harte toe.
1A Lokale gezondheidszorg Fractie VVD
Nr. 7
Blz 12,13,14
Programma/hoofdstuk 1A Lokale gezondheidszorg
onderwerp Diverse overzichten
Vraag 1: het gaat hier veelal om %’s die afkomstig zijn van de GGD. De GGD hanteert voor jongeren de leeftijd 12 – 18 jaar. In de begroting staat veelal 12 – 17 jaar. Al eerder hebben we hier om uniformiteit gevraagd. Graag aanpassing. Antwoord: Het klopt dat in de begroting soms een andere leeftijdsgroepering wordt gebruikt. het is echter niet zo dat dit in alle gevallen ook onjuist is. uit onze analyse is gebleken dat het enig onderzoek en afstemming met partners (GGD) vergt om hier uniformiteit in aan te brengen als dit al mogelijk is. Komend jaar zal bij de totstandkoming van de nota lokaal gezondheidsbeleid bovenstaande problematiek kritisch worden bekeken en indien hier aanleiding voor is zullen de leeftijdsgroeperingen in de begroting 2014 worden aangepast. Vraag 2: de opgenomen %’s komen veelal niet overeen met de factsheet/ gezondheidsmonitor die wij als raadsleden van de GGD hebben ontvangen. Ook niet met de %’s zoals deze thans op de website van de GGD staan. Uit welk document heeft het college de opgenomen %’s overgenomen. Voorbeelden: Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 8
Pag 12 Smartdoel 39% was 35% Pag 14 tekst Punt 3. 21% staat in onze info 19% Prestatie-indicatoren: Verzuimers: 39% = ZHN gemiddelde. Voor L’dorp = 41% Gezond bewegen: ZHN = 21%, L’dorp = 19% Blz. 14: ernstig overgewicht 1,6% = 0,6% Antwoord: Het klopt dat verschillende percentages niet met elkaar overeenkomen. De nota lokaal gezondheidsbeleid 2008-2012 is gebaseerd op de factsheets van 2003. Nieuwe gegevens zijn in 2009 beschikbaar gekomen. Het percentage (ziekte)verzuim schoolgaande jeugd (gemeten in een periode van 1 maand) bedraagt 35% in 2003. In de meting 2008 was dit gemiddeld landelijk 39% en voor Leiderdorp 41%.Het percentage dat voldoende beweegt was in 2003 in Leiderdorp 10% en in 2008 was dat conform de factsheets meting 2008 23% binnen het cluster (Voorschoten. Leiderdorp en Oegstgeest). Voor Leiderdorp is het percentage in 2008 19%. Het percentage van 21% is het landelijk percentage dat genoemd wordt in de factsheet. In 2003 bedraagt het percentage ernstig overgewicht 1,6 % in 2008 is dit 0,6%. In de nota lokaal gezondheidsbeleid, die in 2013 zal verschijnen zullen de cijfers van 2008/2009 worden opgenomen en zal in het uitvoeringsprogramma worden opgenomen dat deze cijfers indien voorradig nog voor de begroting van 2014 worden geactualiseerd. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 4 13 1A. Lokale ggz ziekteverzuim Vraag: Wanneer vindt de volgende meting naar het ziekteverzuim plaats? Antwoord: De jongerenpeiling vindt plaats in 2012. In het 2e of 3e kwartaal 2013 worden de uitkomsten naar verwachting gepubliceerd. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 5 13 1A. Lokale ggz bewegen Vraag: Wanneer zal de lokale uitwerking van “bewegen in de buurt” in 2013 zijn? Antwoord: Het is een landelijk speerpunt dat meegenomen wordt binnen het lokaal gezondheidsbeleid. Het speerpunt bevindt zich op het snijvlak van lokaal gezondheidsbeleid en sportbeleid. Leiderdorp heeft een subsidieaanvraag bij het ministerie VWS gedaan voor een buurtsportcoach. Deze is gehonoreerd. Medio 2013 zal ‘bewegen in de buurt’ concreet worden uitgewerkt. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 6 14 1A. Lokale ggz Indicatoren Vraag: Zijn de indicatoren ook nog voor 2013 van toepassing? Of zitten we in een overgangsjaar 2013, omdat de nieuwe nota pas op zijn vroegst in mei 2013 wordt verwacht? Antwoord: In de nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid 2013-2016 zullen de indicatoren veranderen. De nota is uitgesteld om gebruik te kunnen maken van nieuwe meetgegevens. Helaas hebben wij recent vernomen dat deze pas 2e of 3e kwartaal 2013 beschikbaar komen, terwijl de inspectie Volksgezondheid gemeenten verplicht uiterlijk 1 september 2013 de nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid te hebben vastgesteld. De GGD geeft aan dat de trends en de cijfers niet sterk wijzigen. Er zijn wel recentere landelijk gegevens bekend die volgens de GGD vertaald kunnen worden naar de Leiderdorpse situatie. In de nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid zal hiervan gebruik worden gemaakt en indien mogelijk zullen de actuele cijfers voor de begroting van 2014 worden geactualiseerd. Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 9
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 2 13 /47 Programma 1A/ 3B Bewegen, preventie, sport Vraag: Wat is het verschil tussen “ voldoende bewegen” en de Norm Gezond Bewegen? Welke bedragen gaan er specifiek naar dit preventieprogramma en wie voert het uit (SMART)? Antwoord: Voldoende bewegen is 5 x per week een half uur matig tot intensief bewegen. De landelijke norm gezond bewegen is zeven dagen per week een uur of meer matig intensief, waarbij de activiteiten minimaal 2 x per week gericht zijn op verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid. Het is niet aan te geven welk specifiek bedrag naar dit preventieprogramma gaat. De GGD biedt in haar programma gezonde leefstijl activiteiten aan op het terrein van gezond eten en bewegen. We gaan met de GGD in overleg om dit wel inzichtelijk te krijgen. Fractie GL
Nr. 6
Blz 13
Programma/hoofdstuk Onderwerp 1 Zorg, welzijn, jeugd 4. Alkohol en onderwijs
Vraag: Kloppen de aangegeven streefpercentages en zijn die realistisch? Antwoord: Voor alcohol kloppen de percentages. Vanaf 2013 zullen in de nieuwe nota lokaal gezondheidsbeleid van een andere leeftijdsindeling worden uitgegaan, namelijk gebruik onder de 16 jaar en gebruik tussen de 16 en 18 jaar.
1B Wet maatschappelijke ondersteuning Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 7 15 1B. WMO Smartdoel 1 Vraag: Hoeveel is/wordt er in 2012 besteed aan burgerinitiatieven? Zijn er al aanvragen voor 2013? Antwoord: Er is een viertal initiatieven aangevraagd en uit het budget gehonoreerd. Een van de aanvragen zal waarschijnlijk in 2013 een vervolg krijgen. Er is een bedrag van €19.500,uitgegeven. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 8 17 1B. WMO 3.3 digi vacaturebank Vraag: Wie voert de regie en wie voert de digitale vacaturebank … voor vrijwilligers uit? Antwoord: De regie wordt door de gemeente gevoerd. De digitale vacaturebank Leiderdorp zal door Idoe worden uitgevoerd en beheerd. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 7 18 1b WMO Prestatie-indicatoren op 3.2 Vraag: Een tevredenheidcijfer van >6,5 is relatief laag en de ambitie wordt van 2013 naar 2015 niet verhoogd. Waarom dit lage cijfer en waarom geen ambitie? Antwoord: Het uitvoeren van het vrijwilligersbeleid en mantelzorgbeleid krijgt een start in 2012/2013. In 2014 gaan we voor het eerst de tevredenheid onder vrijwilligers en mantelzorgers meten. Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 10
We willen in ieder geval een voldoende krijgen bij de eerste meting. Op basis van het eerste cijfer kan de ambitie voor het volgende jaar worden aangepast. Fractie GL
Nr. 8
Blz 18
Programma/hoofdstuk onderwerp 1b WMO Prestatie-indicatoren op 4, 4a en 4b
Vraag: De bedragen blijven in de komende jaren gelijk; is dit realistisch? Antwoord: De bedragen zijn op basis van de Wmo benchmark gegevens 2012 (feitelijk over het jaar 2011). Het bedrag geeft aan hoe wij het als gemeente financieel doen ten opzichte van vergelijkbare gemeenten. Hoe deze zich de komende jaren gaan ontwikkelen is niet te voorzien. Dit is afhankelijk van bezuinigingen, vergroten eigen bijdrage, uitbreiding individuele voorzieningen, landelijke wijzigingen van beleid. Daarom is er voor gekozen ze de komende jaren gelijk te houden. Het smart doel is dat de kostenniveau van de individuele voorzieningen zich jaarlijks gelijk mag ontwikkelen aan de financiële stijging in de benchmark, zodat Leiderdorp niet enorm gaat afwijken.
1C Jeugdbeleid Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 9 20 1C. Jeugdbeleid 3.1 Jongerendebat/dialoog Vraag: U geeft aan dat een jongerendebat niet de gewenste methode was voor een dialoog. Hoe wilt u in 2013 de dialoog met de jongeren voeren? Antwoord: In 2012 wordt het jeugddebat georganiseerd door een groep jongeren van middelbare school Visser t’ Hooft. De vorm is een dialoog tussen jong en oud Leiderdorp. Indien dit succesvol blijkt zal deze vorm in 2013 opnieuw worden ingezet. Daarnaast start in 2013 het trendteam. Dit team, een groep jongeren, denkt mee over gemeentelijke zaken die jongeren aangaan.
1D Jeugdgezondheidszorg en preventief jeugdbeleid Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk Onderwerp CDA 10 22 1D. Jeugd ggz CJG Vraag: In hoeverre zijn de indicatoren voor het CJG t.a.v. bezoekers voor 2015 nog realistisch gezien de ervaringen in den lande? Antwoord: Wij gaan er vanuit de indicatoren voor het CJG t.a.v. bezoekers voor 2015 nog steeds realistisch zijn. Wij moeten het aantal bezoekers (nulmeting) in 2012 eerst nog vaststellen om daarna het streefcijfer om dit met 5% te laten stijgen concreet te kunnen definiëren.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 11
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 3 23 Programma 1D ZAT Vraag: Wij zijn erg blij met een Schoolgebonden zorgadviesteam, echter we lezen op pagina 23 dat 50% van de gesprekken niet op locatie plaats vindt, maar op het CJG: waarom? Hoe staan scholen hier tegenover, kunnen zij hiermee uit de voeten? Levert dit voor scholen geen logistieke problemen op? Is het CJG hier een doel of een middel? Antwoord: In de beantwoording van raadsvraag nummer 5 van de raad van 2 juli 2012 hebben wij u laten weten dat het college heeft besloten de wijkgebonden zorgteams om te vormen naar schoolgebonden zorgteams. Met het onderwijsveld is afgesproken de ZAT-bijeenkomsten om beurten op de school en het CJG te laten plaatsvinden. De reden hiervoor is dat het met het oog op de invoering van passend onderwijs en de transitie van de jeugdzorg van groot belang is dat er een efficiënte verbinding is tussen de zorgstructuur van het onderwijs met die van de gemeente (het CJG): het CJG bundelt en borgt de toegang tot opvoed- en opgroeiondersteuning van de gemeente, de zorgteams op school de onderwijsondersteuning vanuit het Samenwerkingsverband. Onze visie op het CJG is dat het een laagdrempelige voorziening is/moet zijn. Door de schoolgebonden zorgteams te verbinden met het CJG – zo heet ook het rapport dat aan het samenwerkingsverband Weer Samen Naar School ons college heeft aangeboden: Zorgteams op school tevens verbinding met het CJG – wordt de toegankelijkheid van het CJG vergroot en het gebruik ervan geoptimaliseerd. Bovendien komt door de ZAT’s beurtelings op school en het CJG te organiseren de gelijkwaardigheid van onderwijs en zorg naar voren. Wij hebben geen reden om aan de deelnamebereidheid van scholen te twijfelen. Wij gaan er van uit dat zij bereid zijn om deel te nemen aan de ZAT-bijeenkomsten op zowel school als het CJG. Aan het eind van schooljaar 2012/2013 zullen wij de nieuwe werkwijze evalueren. Als uit de evaluatie blijkt dat het omwille van de organisatie, efficiëntie of om andere redenen niet verstandig is om de ZAT-bijeenkomsten op deze manier vorm te blijven geven, dan zullen wij zeker kijken hoe we dat kunnen verbeteren.
1E Lokaal onderwijsbeleid Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 8 25 1E Lokaal onderwijsbeleid Vraag: Welke scholen zouden samen moeten gaan om wel voor de norm voor een rijksbijdrage voor voor- en vroegschoolse educatie in aanmerking te komen? Wat zijn de te verwachten financiële gevolgen na sluiting van de Driemaster en eventueel Regenboog en Hasselbraam? Antwoord: Welke scholen er samen moeten gaan om welk voor de norm voor een rijksbijdrage voor VVE in aanmerking te komen is afhankelijk van het aantal gewichtenkinderen. Dat verschilt per schooljaar. Wat de te verwachten (financiële) gevolgen na sluiting zijn van de Driemaster en eventueel Regenboog en Hasselbraam leest u bij vraag 9 van de VVD onder ‘Onderwijshuisvesting’.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 12
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 4 26 1E VVE peuterscholen Vraag: Het college heeft vorig jaar besloten om de VVE-peuterspeelzaal De Dolfijn geen subsidie meer toe te kennen. Het argument was daarbij dat VVE voor elk kind toegankelijk moet zijn. We zien nu dat de SKL twee VVE-peuterspeelzalen heeft. Wordt de doelgroep van De Dolfijn actief benadert door de SKL? Is de knowhow van De Dolfijn (inclusief methode) overgegaan op de SKL? Hoe verloopt de controle op de besteding van deze gelden en de verantwoording daarvan (SMART)? Antwoord: Kinderen met (de kans op) een achterstand in hun (taal)ontwikkeling kunnen gebruik maken van de twee VVE-peuterspeelzalen van de SKL. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor doelgroepkinderen van ’t Dolfijntje. Bij de VVE-peuterspeelzalen van de SKL wordt – net als op ’t Dolfijntje – met erkende VVE-programma’s gewerkt. De SKL dient jaarlijks een verantwoordingsformulier in waarin de Stichting onder andere aangeeft hoeveel kinderen door het consultatiebureau zijn doorverwezen, hoeveel kinderen daarvan zijn ingeschreven, hoeveel kinderen er uiteindelijk zijn bereikt en welke producten zijn aangeschaft. Fractie GL
Nr. 9
Blz 25
Programma/hoofdstuk onderwerp 1E Lokaal onderwijsbeleid (zie ook bij pagina 26 prestatieindicatoren) Vraag: Bij smartdoel 2 moet toch staan maximaal 38 vroegtijdige schoolverlaters? Antwoord: Dat klopt. Wij streven er naar dat zo min mogelijk jongeren voortijdig school verlaten. In schooljaar 2010/2011 waren er 54 voortijdig schoolverlaters. Wij hebben als doel gesteld dat er over in schooljaar 2015/2016 maximaal 38 vsv’ers zijn. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 10 25 1E Lokaal onderwijsbeleid Vraag: Waarom kunnen niet alle vroegtijdige schoolverlaters in een traject? Antwoord: Wij bieden alle voortijdig schoolverlaters een traject ( dat leidt een plaatsing op scholing, op werk of op een combinatie van scholing en werk) aan. Niet alle VSV’ers maken echter gebruik van dit aanbod. Wij streven er naar dat zoveel mogelijk VSV’ers een traject volgen.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 13
1F Onderwijshuisvesting Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 9 27 1F Onderwijshuisvesting Vraag: Gelet op de grote leegstand in de basisscholen en de negatieve gevolgen van de BRIN problematiek voor de financiele positie van de scholen is het te overwegen de scholen in de Voorhof te sluiten. Hoeveel kosten zijn er voor de scholen in de Voorhof in de 2014, 2015 en 2016 in de begroting opgenomen? Wat zijn de te verwachten financiële gevolgen na sluiting van de Driemaster en eventueel Regenboog en Hasselbraam? Gezien de recente ontwikkelingen is afgesproken dat we op korte termijn van het college een notitie ontvangen met de gevolgen. Oorspronkelijke datum derde kwartaal 2013 is nu te laat om deze info aan de raad voor te leggen. Kan het college aangeven op welke termijn de raad deze info tegemoet kan zien om zo snel mogelijk tot verantwoorde en juiste besluitvorming te gaan komen. Antwoord: De jaarrekening van de OBSG laat zien dat het bestuur op weg is de BRIN-problematiek op te lossen door te groeien (volle klassen) en door samenwerking (schaalvergroting) te zoeken die zorgt voor verbetering van de exploitatie. De Hasselbraam heeft op 1 oktober 2012 211 leerlingen. Het leerlingenaantal zit ruim boven de opheffingsnorm (180) voor scholen met een BRINnummer. Dit geldt niet voor de Regenboog die op 100 leerlingen zit nu de Driemaster, die onder hetzelfde BRINnummer valt, zijn deuren sluit. Van sluiting van de Hasselbraam is geen sprake. Alle vier de scholen van de OBSG hebben voldoende leerlingen om als zelfstandige vestiging te functioneren. Als de Regenboog moet sluiten vanwege een te laag leerlingenaantal, dan komt een deel van het schoolgebouw leeg te staan. In de lijn van het eigendommenbeleidskader zal gekeken moeten worden hoe we leegstand in dit schoolgebouw kunnen tegengaan. Doorgaan met planvorming rond de samenwerkingsschool Voorhof is op dit moment niet opportuun. In de nota accommodatiebeleid zetten we uiteen via welke stappen we willen komen tot optimale bezetting van deze schoollocatie. Het college zet in op gebruik van de Driemaster als tijdelijke huisvesting voor de Prins Willem Alexanderschool totdat de Brede School West in gebruik wordt genomen. De sluiting van de Driemaster heeft alsdan geen financiële gevolgen. Ook voor de BSW geeft dit de beste garantie voor optimale bezetting. De PWA voorziet als gevolg van sluiting van de Driemaster groei. Leegstand proberen we te voorkomen door SKL te vragen haar aanbod in de BSW te verbreden. Voor de komende 3 jaar is voor de Hasselbraam en de Regenboog resp. € 238.363 en € 268.175 opgenomen, beide in 2014 (vervanging dak). Het college stuurt de gemeenteraad zo spoedig mogelijk een analyse van de leerlingenprognose waarin de telgegevens van 1 oktober 2012 zijn verwerkt. Deze zal niet meer behandeld kunnen worden in de commissievergadering van november. De discussie kan in januari worden gevoerd als ook veel meer duidelijk is over de gevolgen van sluiting van de Driemaster voor de andere scholen in de wijk West en nabije wijk Noord, waar de meeste leerlingen een plek zullen zoeken.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 14
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 10 28 1F Onderwijshuisvesting Vraag Er is mogelijke leegstand voorzien in het PC Hooftcollege Touwbaan 42. Ziet het College kans deze leegstand op te vullen? Antwoord: In het verleden is lege ruimte in de Touwbaan via een makelaar verhuurd aan de Politie. Omdat de omvang van de leegstand nog niet bekend is en gesprekken hierover met de Leo Kannerschool nog moeten plaats vinden, weet het college nog niet of het kans ziet deze in te vullen. Een en ander is ook afhankelijk van de realisatie van huisvesting voor deze doelgroep jongeren bij de KTS in Voorhout. Deze dient als vervanging van de vestiging voor VSOZMOK in Teylingen die begin schooljaar 2012-2013 vanwege te lage leerlingenaantallen gesloten is. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 5 28 Programma 1 Onderzoek ZMOK Vraag: Welke partijen worden betrokken bij dit onderzoek? Antwoord: In ieder geval worden de huidige huurders (OBSG, PCSV, Politie) en de gemeente Teylingen hierbij betrokken. In het accommodatiebeleidsplan dat in februari in de raad wordt besproken, wordt meer duidelijk over wat we met de accommodatie kunnen/willen. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 11 28 1F.Onderwijshuisvesting 2.2 PC Hooftcollege Vraag: Welke redenen of verwachtingen hebben het college ertoe gebracht onderzoek te gaan doen naar de mogelijke afslanking van het P.C. Hooftcollege? Wat zijn de mogelijkheden voor de dan optredende eventuele leegstand? Antwoord: Zie de antwoorden op de vragen BBL 5, en VVD 10. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 12 29 1F.Onderwijshuisvesting 2.2 PC Hooftcollege Vraag: Het college verwacht dat in september 2013 er een nieuwe regionale verdeling naar aanleiding van de sluiting van de vestiging in Teylingen gerealiseerd zal zijn. Kan het college de huidige stand van zaken in de regio toelichten. Antwoord: Onderstaande tabel geeft een overzicht van de leerlingenaantallen van de nevenvestigingen vanaf 1 oktober 2010. Dit is exclusief Op de Rails-leerlingen, die vaak voor de duur van een jaar ter observatie op het PC Hooftcollege zitten. Per 1 augustus 2012 is de vestiging in Teylingen opgeheven. Hierna zijn er 17 leerlingen van Teylingen naar Leiderdorp gekomen. Aantallen leerlingen nevenvestigingen 01-10-10 16-01-11 01-10-11 Leiden 156 160 194 Teylingen 28 29 28 Leiderdorp 72 65 50 Totaal 256 254 272
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 15
De Leo Kannerschool betaalt sinds 2009 een medegebruiksvergoeding voor het maximale aantal leerlingen (84) / lokalen (12). Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 13 31 1F.Onderwijshuisvesting F. doorbelastingen Vraag: Kunt u een uitsplitsing geven van genoemde bedragen. Antwoord: Doorbelasting gebouwen programma 1F t.o.v.2012 PROG 1F Onderwijshuisvesting
2013
Gymlokalen
132.000
Gebouw Willem de Zwijgerlaan
-33.537
Gebouw Touwlaan
-46.396 52.067
Het verschil met de in de tekst opgenomen bedragen wordt verklaard uit kleinere doorbelastingen (uren en andere gebouwen). Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 14 27-31 1F.Onderwijshuisvesting Winnie de Poe Vraag: Wij missen de plannen die het college heeft voor de leegstand van Winnie de Poe aan de Willem de Zwijgerlaan? Antwoord: Het gebouw aan de Willem de Zwijgerlaan komt binnenkort vrij. Daarom werken we aan een strategie om de locatie te ontwikkelen. Deze is ook terug te vinden in de raadsplanning voor de raad van december. De planvorming valt dus nog binnen 2012. De verdere uitwerking zal wél in 2013 plaatsvinden. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 5 27 1F Passend onderwijs/huisvesting Vraag: De Wet Passend Onderwijs is afgelopen zomer aangenomen. Wordt het Plan van Aanpak en de uitvoering op korte termijn! nu ook naar voren gehaald (voor 2014)? Antwoord: Het wetsvoorstel is 9 oktober aangenomen. Op dit moment is een Voorbereidingsgroep vanuit de regionale samenwerking Samen naar School bezig met het opstellen van het concept Ondersteuningsplan. De contouren hiervan zijn geschetst. Naar verwachting wordt dit in het tweede kwartaal van 2013 met gemeenten besproken en zal de LEA in het voorjaar 2013 daaraan gewijd worden.
2A Algemene Bijstand Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 15 35 2A. WWB 1.7 WiW Vraag: In maart 2013 eindigen zowel de Wiw- als de ID-banen. Gaan de betrokken medewerkers (met voorrang) van werk naar werk of van werk naar een uitkeringssituatie? Antwoord: Met de uitvoeringsorganisatie is afgesproken dat de betrokken medewerkers waar mogelijk met voorrang op een ander traject worden geplaatst. Op basis daarvan is inmiddels de enige Wiw-medewerker in juni 2012 op een Opstapbaan geplaatst. Ook de drie ID-medewerkers zullen, na afloop van hun huidige dienstverband, bij voorrang naar ander werk worden
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 16
begeleid. Als dit niet direct lukt, komen zij, mits zij voldoen aan de gestelde voorwaarden, in aanmerking voor een uitkering.
2B Wet sociale werkvoorziening (wsw) Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 11 41 2B WsW Vraag: Uitgangspunt is dat bezuinigingen vanuit het Rijk binnen het programma worden opgevangen. Dit is niet gebeurd voor de bezuiniging van de WsW, waar in 2014 met 153.000 euro en vanaf 2015 327.000 euro is bijgeplust. Ziet het College kans hierin alsnog verandering te brengen en –zoals in andere gemeenten gebeurt- een beleid te ontwikkelen waarbij de bezuinigingen niet door de gemeente te hoeven worden gecompenseerd? Zo nee, waarom niet? Graag willen wij een overzicht hoe deze bezuinigingen in de respectievelijke gemeenten van Holland Rijnland zijn opgevangen (bedrag van de bezuiniging en bedrag dat door gemeente wordt opgevangen). Antwoord: Als gevolg van de val van het kabinet in april 2012 is het wetsvoorstel Wet werken naar vermogen (Wwnv) controversieel verklaard en aansluitend door het kabinet ingetrokken. De voorgenomen bezuinigingen op korte termijn zijn daarmee van de baan. Het jaar 2013 geldt als overgangsjaar, waarin de kosten voor de gemeenten niet, zoals oorspronkelijk op grond van het rijksbeleid werd verwacht, zullen stijgen. Ondertussen werkt DZB in nauw overleg met de betrokken gemeenten aan het verder beperken van de kosten van de bedrijfsvoering. Dit is een doorlopend proces. DZB verwacht dat met implementatie van deze maatregelen de kosten voor de gemeenten in de jaren na 2013, ceteris paribus, verder kunnen dalen en eventuele bezuinigingen vanuit het rijk kunnen worden opgevangen. In hoeverre dit feitelijk mogelijk zal zijn, is afhankelijk van de omvang van de financiële gevolgen van eventuele nieuwe kabinetsplannen. Het door u gevraagde overzicht is op dit moment niet beschikbaar. Met uitzondering van de interne besparingen bij DZB geen sprake is van bezuinigingen die door de SW-bedrijven aan de gemeenten worden doorberekend. Het is overigens de vraag of de door u gevraagde informatie op HR-niveau beschikbaar zou zijn, gezien de terughoudende opstelling van zowel SW-bedrijven als een deel van de gemeenten buiten de Leidse regio bij eerdere informatieverzoeken van onze kant. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 11 37 2b WSW Vraag: Bij de smartdoelen staat dat ernaar wordt gestreefd het aantal WSW’ers op de wachtlijst ten opzichte van 2011 met niet meer dan 2,5% te laten stijgen. Waarop is dit percentage gebaseerd en is het mogelijk i.p.v. een stijging een daling tot stand te brengen? Aangezien dit waarschijnlijk een kostenvraag is: hoe hoog zijn die kosten? Antwoord: De stijging van de wachtlijst in 2010 was het gevolg van het rijksbeleid. In samenspraak met DZB is in 2011 ingezet om de stijging van de wachtlijst zoveel mogelijk tegen te gaan en waar mogelijk terug te dringen. Deze inzet hebben wij vertaald in een ambitieus percentage van maximaal 2,5%, hetgeen overigens in de praktijk een stijging met maximaal één persoon inhoudt. De mogelijkheden om de wachtlijst te laten dalen zijn van meerdere factoren afhankelijk, waaronder de zwaarte van de arbeidshandicap van de Wsw-geïndiceerde en de beschikbaarheid van trajecten. De kostenvraag is daarmee niet simpel te beantwoorden. In zijn algemeenheid kun je zeggen dat het beschikbaar stellen van extra middelen leidt tot Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 17
meer trajecten en daarmee tot een daling van de wachtlijst. Overigens wordt om de kosten te drukken in toenemende mate de voorkeur gegeven aan bewezen effectieve en goedkopere trajecten. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 16 38 2B. WSW 1.2 voorschakeltrajecten Vraag: Wat is hier op dit moment concreet over te melden? Antwoord: Stageplaatsen zijn een instrument om gedurende de wachtlijstperiode als alternatief voortraject in te zetten. Daartoe moeten met DZB afspraken worden gemaakt. DZB rekent hiervoor een trajectprijs naar gelang de gewenste duur van de stage (voor de intake en begeleiding). Op dit moment maken wij geen gebruik van stages.
2C Vreemdelingenbeleid Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 12 40 2C Vreemdelingenbeleid Vraag: Bestaat er onder de nieuwe wetgeving ook geen huisvestingsverplichting meer en is dat de reden waarom de taakstelling daarvoor voor 2015 en 2016 niet is ingevuld? Antwoord: De gewijzigde wet inburgering heeft geen invloed op de huisvestingsverplichting. De huisvestingsverplichting komt voort uit de Huisvestingswet (artikel 60b), vanuit welke het college de zorg draagt voor de voorziening in de huisvesting van verblijfsgerechtigden in de gemeente overeenkomstig de voor de gemeente geldende taakstelling. Ook voor de jaren 2015 en 2016 zal hier 100% aan moeten worden voldaan. In de definitieve versie van de begroting zal de tabel hierop worden aangepast.
3A Kunst en Cultuur Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 12 48 3A Kunst en cultuur Vraag: p. 48. Leegstand gebouw aan de Willem de Zwijgerlaan. Wek gebouw is dit, waar bestaat deze leegstand uit en hoe is die veroorzaakt? Ziet het College kans deze leegstand op te vullen. Zo ja, hoe en op welke termijn. Zo nee, wat zijn de structurele gevolgen hiervan voor de begroting? Antwoord: Het gaat hier om de oudbouw van de Willem de Zwijgerschool. Tot 1 november 2012 is dit gebouw verhuurd aan Stichting Kinderopvang Leiderdorp (SKL). SKL verhuist naar kindcentrum De Brink aan de Kastanjelaan (brede school Oude Dorp). Willem de Zwijgerlaan 1 wordt afgestoten, zie ook raadsvragen programma 1 onderwijshuisvesting, fractie CDA, nr. 14.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 18
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 6 42 Programma 3 Deelname aan cultuur Vraag: U schrijft in de inleiding dat de gemeente een verantwoordelijkheid heeft om het burgers mogelijk te maken deel te nemen aan cultuur. Waar komt die verantwoordelijkheid vandaan? (wet en regelgeving?) Wat valt er onder deze verantwoordelijkheid? Antwoord: In de cultuurnota Cultuur in Leiderdorp 2012-2015 is de verantwoordelijkheid die wij als gemeente dragen voor de cultuur uiteengezet. In Nederland is bij cultuurbeleid een historisch gegroeide rolverdeling in verantwoordelijkheden tussen de drie overheidslagen rijk, provincie en gemeente. De gemeente heeft in de rolverdeling de zorg voor voorzieningen die zij voor de lokale culturele infrastructuur noodzakelijk acht. Gemeenten hebben de verantwoordelijkheid om deelname aan cultuur voor alle burgers mogelijk te maken. De eigen beleidsruimte is daarin groot. In Leiderdorp hebben we ervoor gekozen om faciliterend te zijn, waarbij organisaties die het nodig hebben via het subsidieprogramma ondersteund kunnen worden. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 7 42 Programma 3 Culturele infrastructuur Vraag: Bij het onderzoek wordt als prestatie-indicator aangegeven het aantal respondenten. Wat zegt het aantal respondenten over het onderzoeksresultaat? Antwoord: Een onderzoek staat of valt met de hoeveelheid deelnemers. Om te weten te komen wat de behoefte is van het culturele veld, is het van belang om te weten hoeveel respondenten er zijn. Hoe minder respondenten, hoe minder interessant de uitkomst. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 8 44 Programma 3 prestatie-indicatoren Vraag: In de tabel wordt bij 2.3 het aantal deelnemers vermeld. Waar komt het aantal van 35 vandaan? Antwoord: Het aantal dat is opgenomen is 25. Dit is gebaseerd op het aantal deelnemende organisaties aan de netwerkbijeenkomsten, wat rond de 20 ligt. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 9 42 Programma 3 Smartdoel 5 Vraag: Als prestatie-indicator bij 5.1 wordt het aantal subsidies vermeld. Waarom wordt als indicator niet het effect van deze subsidies vermeld? Antwoord: Het aantal vastgestelde subsidies geeft inzicht in de hoeveelheid organisaties die wij ondersteunen om hun bijdrage aan het culturele leven van Leiderdorp te blijven geven. Het effect is lastig meetbaar bij het verstrekken van de kleine subsidies. Het doel is vaak het bevorderen van (deelname aan) culturele activiteiten. Het effect van de subsidie verschilt per organisatie. De subsidies dragen bij aan onder meer het laaghouden van de contributie, het kunnen aanschaffen van nieuw materiaal of het kunnen huren van een repetitieruimte, waardoor deelname aan cultuur mogelijk wordt gemaakt.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 19
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 10 44 Programma 3 uitmarkt Vraag: Worden alle Leiderdorpse instellingen uitgenodigd? Zo nee, welke niet en waarom niet? Antwoord: De vorm en inhoud van de Uitmarkt is nog niet bepaald. Hierover zal met de culturele organisaties gesproken worden, waarbij wij het belangrijk vinden dat zoveel mogelijk organisaties meedenken en mee willen doen.
3B Sport Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 6 45-47 3B sport Vraag: In deze begroting zien we nog oude indicatoren. Wij gaan ervan uit dat na aanname van de Sportnota deze indicatoren en een groot deel van hoofdstuk 3B komt te vervallen of wordt aangepast? Antwoord: Dat klopt. Behandeling van de sportnota 2013-2017 vindt plaats na vaststelling van de begroting. Als de sportnota wordt aangenomen, worden de SMART-doelstellingen en activiteiten uit de sportnota opgenomen in de begroting. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 13 Vanaf 45 3B Sport Vraag: Zijn activiteiten en bedragen gebaseerd op de concept sportnota ‘Sport en Bewegen’ 20132017? En zo ja: wat is het verschil (op termijn) in kosten ten opzichte van het huidige beleid? Antwoord: De genoemde activiteiten en bedragen zijn niet gebaseerd op de concept Sportnota ‘Sporten & Bewegen 2013-2017’. Behandeling van de sportnota vindt plaats na begrotingsvaststelling. Als de sportnota wordt aangenomen, zullen de SMART-doelen en activiteiten uit de nota worden opgenomen in de begroting. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 14 47 3B Sport Vraag: Waarom zit er geen ambitie in het percentage jongeren dat voldoet aan de norm Gezond Bewegen (bij prestatie-indicatoren)? Antwoord: In 2011 voldeed 19% van de jongeren aan de norm. Het ambitieniveau (pagina 47 van de begroting) dat wij hebben geformuleerd bedraagt 25%. Er zit dus een stijging in. Voor de jaren daarna blijft dat 25%. De reden hiervoor is dat de GGD eens per vier jaar een peiling uitvoert.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 20
4A Verkeer en vervoer Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 11 50 Programma 4 luchtverontreiniging Vraag: Smart doel 2: de luchtverontreiniging en geluidsoverlast worden gereduceerd. Tot welk niveau? Antwoord: Er is vooraf geen grens of doel gesteld, behalve de wettelijk geldende kaders. De verwachte vermindering is vooraf niet goed te berekenen omdat deze van een combinatie van factoren afhangt. Niet alleen de totale intensiteit van (vracht)auto’s, maar ook een vlottere doorstroming na vernieuwing van de verkeerslichten en in het algemeen een schoner wordend wagenpark in Nederland. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke afname van de overlast, rekening houdend met de noodzaak van mobiliteit en bereikbaarheid. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 12 51 Programma 4 Doorstroming verkeer Vraag: Prestatie-indicator doorstroming: in 2015 stroomt het verkeer goed door. Wat verstaat u onder goed? Antwoord: Een goede doorstroming is een combinatie van de subjectieve mening van de gebruikers en de objectieve reistijd over een traject. De reistijd en mening is voor iedereen anders en zal anders gewogen worden. De Gemeente vindt deze prestatie-indicator behaald indien na de vernieuwing van de verkeerslichten zowel de reistijd als de hoeveelheid klachten afnemen. Hierbij is het onrealistisch om te verwachten dat er geen klachten meer zullen komen. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 17 51 4A. Verkeer indicatoren Vraag: Wanneer wordt nulmeting gedaan om doorstroming,verliesuren en overlast afnamen voor 2015 te kunnen vaststellen? Antwoord: De geijkte methode voor deze nulmeting is een groot verkeer-telonderzoek. Dit onderzoek staat voor begin november gepland. De uitkomsten hiervan worden begin volgend jaar verwacht. Op basis van deze informatie kan na het uitvoeren van het IVVP worden nagegaan of de verkeersstromen volgens verwachting zijn gewijzigd. Daarnaast wordt nagegaan of met behulp van de nieuwe verkeerslichten de totale reistijd tussen kruispunten bepaald kan worden. Beide zijn indicatoren voor doorstroming, verliesuren en de afname van overlast. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 7 51 4A IVVP Vraag: Wat gaan we doen aan het inrichten van de Acacialaan-Ericalaan en de Hoogmadeseweg? Wanneer wordt is de proef met rechtsaf verkeer richting Leiden over de busbaan op de Leiderdorpse Brug gerealiseerd? Antwoord: Zoals in de planning bij besluitvorming over het IVVP is opgenomen, zal de herinrichting van de busbaan nog dit jaar plaatsvinden. De Acacialaan-Ericalaan-Hoogmadeseweg zullen in 2013 aangepakt worden. Hierbij zal worden ingezet voor de Ericalaan op inrichting conform Duurzaam Veilig en het in oude functie herstellen van de Acacialaan. Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 21
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 8 51 4A Prestatie-indicatoren Vraag: Prestatie-indicatoren: wat meten we, waarom en waar maken we beleid op? Waarom de keuze voor aantal dodelijke slachtoffers(al jaren 0) en bijvoorbeeld niet persoonlijk letsel en/of blikschade? Antwoord: De registratie van ongevallen(slachtoffers) is een taak van de Politie. Helaas is bekend dat niet alle ongevallen goed en volledig worden geregistreerd zodat deze in de ongevallen database opgenomen kunnen worden. De zwaardere ongevallen worden doorgaans wel goed geregistreerd, maar de zogenoemde “uitsluitend materiele schade” en enkelzijdige ongevallen nagenoeg niet. De beheerder van de ongevallen database, waar (bijna) alle Nederlandse gemeenten gebruik van maken, is bezig om een betere vulling te krijgen. Hiertoe worden inmiddels ook andere bronnen gebruikt zoals verzekeringsmaatschappijen. De Gemeente hanteert daarom alleen de indicatoren waar met zekerheid op getoetst kan worden. Dit zijn de dodelijke slachtoffers. Daarnaast hebben dodelijke slachtoffers de grootste (financiële) impact voor de maatschappij. Behalve het terugdringen van de ernst en aantal ongevallen wordt ook ingezet op een verhoging van de kwaliteit. Dus een betere doorstroming voor al het verkeer en minder overlast voor de omwonenden. De in het IVVP beschreven maatregelen bedienen meerdere doelen gelijktijdig zelfs als deze een duidelijk accent hebben op een van de prestatieindicatoren.
4C Groen beleid en regio Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 13 54 4C Grondbeleid en Regio Vraag Wandel- en fietspad Ruigekade. Als er voor zou worden gekozen de Ruigekade tot 1 pad te beperken waar zowel gefietst als gewandeld kan worden, hoeveel geld zou daar mee worden bespaard aan eenmalige kosten en aan jaarlijkse onderhoudskosten? Antwoord: Het huidige profiel van de Ruigekade is te smal om hier een gecombineerd fiets- en voetpad van te maken. Het is nu al regelmatig lastig om elkaar te passeren op het pad. Het verbreden van de Ruigekade is niet mogelijk zonder het dijkje (waar het huidige pad op ligt) aan te tasten. Deze dijk heeft cultuurhistorische waarde en het is daarom niet gewenst deze aan te tasten. Voor het aanleggen van het fietspad maken wij (zoveel) mogelijk gebruik van subsidiegelden. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 18 54 4C. Groenbeleid Weteringpark Vraag: Wij missen plannen en de daaraan verbonden kosten voor het beheer van het toekomstige Weteringpark? Antwoord: Als hier mee de Munnikenpolder wordt bedoeld, dan klopt dit. Uitgangspunt is het beheer bij een externe natuurbeheerinstantie te plaatsen zoals: GZH, Staats bosbeheer en natuurmonumenten. Mocht dit niet haalbaar zijn dan zal er aan de hand van het nog verder uit te werken voorlopig ontwerp een kostenraming worden opgesteld.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 22
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 19 54 4C. Groenbeleid A4/HSL gebouw Vraag: Welke vorderingen zijn er met de plannen van het A4/HSL gebouw? Antwoord: Eind 4e kwartaal wordt gestart met het uitwerken van de scenario’s zoals beschreven in de startnotitie. De verwachting is dat we eind 2013 een concept hebben ontwikkeld om het A4/HSL-gebouw te transformeren tot een Groene Hart-informatiecentrum.
4D Openbaar groen Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 13 56 Programma 4 biodiversiteit Vraag: smartdoel 3: Wat verstaat u onder voldoende biodiversiteit? Antwoord: Onder voldoende biodiversiteit verstaan wij een gevarieerd soorten bestand van zowel flora en fauna. Dit wordt verder uitgewerkt bij het ontwikkelen van het natuurmeetnet voor Leiderdorp. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 14 57 Programma 4 Ziekten en plagen Vraag: bij punt 2.4 spreekt u over een zeer groot effect van ziekten en plagen op (o.a.) de volksgezondheid. Welk effect bedoelt u? Antwoord: Ziekten en plagen die een effect hebben op de volksgezondheid zijn o.a. de reeds aanwezig Eikenprocessierups, maar ook de in opmars zijnde Dennenprocessierups. Beide rupsen geven op zijn minst huidirritatie. Meer informatie hierover is te vinden op de website van de GGD. In de definitieve versie van de begroting wordt zeer groot effect vervangen door effect. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 20 56 4D.Openbaar Groen 2.2 Herplant Vraag: Zijn met de herplant van 250 bomen alle verwijderde bomen vervangen? Antwoord: Met deze 250 bomen worden niet alle verwijderde bomen vervangen. Bomen die verwijderd zijn in bosplantsoenen zijn verwijderd met als doel tot dunning. Bomen die op locaties stonden waar binnen vier jaar een project gepland staat zijn ook niet opgenomen. De herplant wordt met de realisatie van het project opgepakt. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 21 56 4D. Openbaar Groen 3.1 natuurvriendelijke oevers Vraag: Geldt dit alleen voor “binnenstedelijk”? Antwoord: Locaties in zowel stedelijk als in buitengebied kunnen hiervoor in aanmerking komen. Fractie GL Vraag:
Nr. 15
Blz 58
Programma/hoofdstuk onderwerp 4D Openbaar Groen
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 23
Bij prestatie-indicatoren: waarom zit er geen verdere ambitie in het streefcijfer voor inwoner tevredenheid bij het groen? Antwoord: Gezien de huidige financiële situatie is een 7 al een vrij hoge ambitie, en deze vasthouden kost een even zo hoge inspanning. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 12 56 4D 2.2 Herplant bomen Vraag: Doel 2.2: herplant realiseren van verwijderde en afgekeurde bomen. Wat betekent dit in de praktijk? Hoe wordt omgegaan met “weerslachtoffers”, zoals waterschade en stormschade, binnen het bomenbestand? Hoe wordt er met bewoners gecommuniceerd over de herplant (en planttijden bv. niet in de zomer)? Antwoord: In de praktijk betekent dit dat op de locaties die met de aanvraag van de kapvergunning herplant wordt aangegeven deze binnen de in de vergunning gestelde termijn vervangen worden door nieuwe bomen. Hetzelfde gebeurt met de zogenaamde weersslachtoffers in zowel een reguliere kapaanvraag als noodkap wordt aangegeven of herplant gewenst is. Om te bepalen of herplant mogelijk is wordt gekeken naar ondergrondse en bovengrondse ruimte en de planning voor projecten. Bewoners worden geïnformeerd via GAH, website, brieven, e-mail, ter inzage gestelde plannen en telefonisch wanneer zij contact met ons opnemen. Hierbij wordt het tijdstip van herplant aangegeven en gemotiveerd.
4E Speelplaatsen Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 14 59 4E Speelplaatsen Vraag De in de kadernota opgenomen bezuiniging (20.000) en bezuinigingstaakstelling (25.000) zijn niet opgenomen/door verwerkt. Klopt dit? Zo ja, waarom niet? Antwoord: De bezuinigingen zijn wel doorgevoerd in de begroting. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 22 59 4E. Speelplaatsen Logboek Vraag: Wij willen bij begrotingsmarkt het logboek graag inzien. Antwoord: Tijdens de begrotingsmarkt kan het logboek worden ingezien. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 16 60 4E Speelplaatsen Vraag: Is het aantal speelplaatsen (bij de prestatie-indicatoren) dat in de jaren afneemt gebaseerd op het nieuwe speelruimteplan? Antwoord: Het voorstel voor variant III zoals opgenomen in het speelruimteplan is vertaald naar de prestatie-indicatoren.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 24
4G Reiniging Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 15 63 Programma 4 Rijck Vraag: Worden er ook, zoals toegezegd in commissies en Raad, ook andere aanbieders onderzocht? Zo nee waarom niet, en zo ja welke? Antwoord: Ja, we doen een marktverkenning. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 16 65 Programma 4 Uren personeel Vraag: Bij G: er wordt voorzien dat er meer uren worden ingezet. Even later: voor 110 K euro wordt minder personeelsinzet voorzien. Wat is het nou? Meer of minder? Antwoord: Programma 4G bestaat uit verschillende onderdelen. Bij het ene wordt meer, bij het andere mindere uren ingezet. Op product 21040 Reiniging wegen is dit € 50.000 meer ureninzet. Doordat bij de andere producten, met name 72102 Reiniging en afvalstoffenverwerking, minder uren ingezet worden, is op programma 4G in totaal € 110.000 minder ureninzet voorzien. Hierin is ook een toename van de kosten aan tractiemiddelen van € 15.000 opgenomen. De zin onder G bij het derde gedachtestreepje dient derhalve gelezen te worden als “In totaal wordt voor € 110.000 minder kosten aan inzet eigen personeel en tractiemiddelen voorzien”. Deze zin zal in de definitieve versie worden aangepast. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 23 63 4G. Reiniging Rijck-concept Vraag: Wanneer worden de onderzoeksresultaten verwacht naar het “Rijck-concept”? Antwoord: We hebben een quick-scan laten uitvoeren voor Leiderdorp. Vragen over deze quick-scan zullen op de begrotingsmarkt worden beantwoord. Na de begrotingsmarkt, en voor de begrotingsbehandeling, wordt u nog per brief geïnformeerd over de status en vervolgstappen. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 9 65 4G ? Vraag: Wat betekent de zin: “Samenhangend met de uitvoering van het IVVP wordt aan de verkeersborden en –tekens voor 30.000 euro meer uren doorberekend.”? Antwoord: De verkeersmaatregelen rondom het IVVP leiden ook tot meer ambtelijke uren op het gebied van verkeersborden en –tekens.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 25
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 10 63 4G 1.3 reiniging Vraag: Wat is de stand van zaken van “Ryck” of een vergelijkbaar systeem. Er zou op redelijk korte termijn een ontwikkeling zijn volgens de wethouder. Wat kunnen we wanneer verwachten? Antwoord: Zie antwoord vraag 23 CDA. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 11 65 4G kledinginzameling Vraag: Afgelopen jaar was er eenmalig 50.000 euro voor kledinginzameling beschikbaar. Inmiddels zijn op diverse plaatsen in het dorp de kledinginzamelbakken verdwenen, maar er is wel behoefte om gebruikte kleding te recyclen (afgaand op de hoeveelheid zakken bij de overgebleven bakken). Is het mogelijk om de kledingrecycling in samenwerking met particuliere (non-profit) organisaties op te pakken? Antwoord: De gemeente heeft alleen inzamelingsbakken op de gemeentewerf staan. Samenwerking met andere organisaties kan maar dat vermindert onze inkomsten uit kleding. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 24 64 4. Openbare Ruimte Openbare verlichting Vraag: U stelt voor € 640 K eenmalig voor openbare verlichting. Op basis waarvan? Er zou de raad toch eerst een uitgewerkt plan worden voorgelegd inclusief kosten? Antwoord: Het openbaar verlichtingsplan staat gepland voor de raad van 3 december. Hierin zullen we het uitgewerkt financieel plan laten zien.
5A Ruimtelijke Ordening Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 25 67 e.v. 5. Wonen & Ondern. Leegstand kantoren Vraag: Wij missen in 2013 een aanpak voor de (komende) leegstand van kantoren? Antwoord: Deze problematiek wordt regionaal aangepakt via de actualisatie van de kantorenstrategie Holland Rijnland. Daarbij wordt getracht vraag en aanbod op elkaar af te stemmen. Parallel daaraan wordt gestreefd naar flexibel omgaan met andere invullingen. Dat geschiedt met name op lokaal niveau. Het is echter lastig om aan te geven welke functies de plaats van kantoren zouden kunnen opvullen. Er wordt naar alle mogelijke oplossingen gekeken. Op dit moment voeren we gesprekken met diverse partijen en proberen hen met elkaar in contact te brengen om gezamenlijk naar een oplossing te zoeken ter vermindering van de leegstand. Ondanks dat we de ambitie hebben om de kantorenleegstand te verminderen, is het een gegeven dat wij geen probleemeigenaar zijn. Het is daarom lastig om de problematiek vanuit de gemeente op te lossen. Om deze reden hebben we de aanpak niet als beleidsdoel of als activiteit geformuleerd. Wel is ons alles aan gelegen om de marktpartijen met elkaar in contact te brengen en om creatieve oplossingen, binnen de wettelijke mogelijkheden, zoveel mogelijk te faciliteren. Zoals we u per brief op 2 juli jl. hebben toegezegd, zullen wij u blijvend informeren over onze aanpak en de behaalde resultaten. Wij verwachten u op zeer korte termijn in een vervolgbrief Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 26
te kunnen informeren over de uitkomsten van de gevoerde gesprekken en welke vervolgacties ondernomen worden. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 13 68 5A 2.2 Welstandsvrij maken wijken Vraag: Er wordt gesproken bij punt 2.2 over het ‘welstandsvrij maken van enkele wijken”. Hoe staat het daarmee? Over welke wijken gaat het? Kan dit niet planmatiger en sneller? Is het een alternatief om geheel Leiderdorp welstandsvrij te maken en allen bepaalde specifieke wijken niet (denk aan bijv. het Oude Dorp, de Achthovener weg en de oude lintbebouwing). Antwoord: Zoals aangegeven in de begroting wordt dit in 2013 opgepakt en zal dit leiden tot een aanpassing van de welstandsnota. Daar zal een plan van aanpak voor worden opgesteld. De planning maakt daar onderdeel van uit. Er zijn derhalve nog geen criteria voor keuze van wijken opgesteld en er is dus ook nog geen keuze gemaakt. Geheel Leiderdorp welstandsvrij maken, met uitzondering van een aantal specifieke gebieden past op zich niet binnen de intentie om met enkele gebieden praktijkervaring op te doen. De suggestie zal worden bekeken, mede in het licht van ervaringen van andere gemeenten, al blijft het waarschijnlijk wenselijk om eerst op Leiderdorps niveau ook eigen ervaringen op te doen.
5B Woonbeleid Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 17 69 Programma 5 Smartdoel 1 Vraag: In 2020 is het aanbod passend. Wat bedoelt u hiermee? Zijn er voor genoemde doelgroepen dan geen wachtlijsten meer? Antwoord: Daarmee wordt bedoeld dat er dan inderdaad een (beter) passend aanbod van woningen is voor de onderscheiden doelgroepen. Het woningaanbod waar we als gemeente invloed op hebben (nieuwbouw/herstructurering/renovatie) proberen we beter bij de vraag van de doelgroepen aan te laten aansluiten. Het is overigens niet de verwachting dat de wachtlijst via Woonzicht in 2020 niet meer bestaat, er zal druk op de woningmarkt blijven. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 15 67-74 5 wonen Vraag: Enige tijd geleden is door diverse fracties geopperd om anders tegen wonen en woonlocaties aan te kijken. Voorbeelden daarvan zijn combineren van wonen en werken op de De Baanderij of leegstaande kantoren ombouwen tot (starters)woningen. Hoe is de stand van zaken op dit gebied? Antwoord: Locatie Baanderij Uitgezocht is of de huidige (wettelijke) beleidskaders de mogelijkheid bieden om wonen en werken gecombineerd mogelijk te maken op de Baanderij. Eindconclusie is dat er nu geen wettelijke mogelijkheden zijn om mee te werken aan de gewenste verruiming van wonen en werken op de Baanderij. Deze notitie is in concept gereed en wordt nu aangevuld door de Omgevingsdienst op de onderwerpen milieuzonering (belemmering van bedrijven, aanvaardbaar woon- en leefklimaat), rol en de risicocontouren en bodemvervuilingslocaties. Wij sturen de notitie wanneer deze gereed is naar de raad. Mogelijkheden voor wonen kunnen gecreëerd worden, mits medewerking provincie (wijziging structuurvisie en Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 27
verordening), wijziging/aanvulling op divers beleid en acceptatie dat bestemmingsplan mogelijkheden voor bedrijfsvestigingen worden ingeperkt. Dit actuele onderwerp wordt ook bij de uitvoering van de Woonvisie opgepakt en zal zeker bij de herziening van het Bestemmingsplan voor de Baanderij (medio 2015) worden mee genomen. Zeker voor de randen zijn er natuurlijk kansen en waarschijnlijk ook wel mogelijkheden. Voor het ROC terrein heeft de raad al de randvoorwaarden tot woningbouw, in combinatie met bedrijvigheid, meegegeven. Leegstaande kantoren Voor de stand van zaken met het ombouwen van kantoren tot (starters)woningen wordt verwezen naar de beantwoording onder 5A Ruimtelijke Ordening.
5C Economische Zaken Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 15 72 5C Economische zaken Vraag: gaat Lenferink naar Japan voor de regio? Staat de gemeente Leiderdorp in contact met de West Holland Foreign Investment Agency; zo ja, wat is daarmee de ervaring, zo nee, waarom niet, en wanneer gaat dat gebeuren? Antwoord: Burgemeester Lenferink brengt een bezoek aan Japan om Astellas te bedanken voor het in gestelde vertrouwen om in Leiden te vestigen. Daarnaast is het doel om Japanse biotech bedrijven te interesseren voor vestiging op het Leiden BioSciencePark en daarbij de contacten te versterken (bron: gemeente Leiden, openbare besluitenlijst college 9/10/2012). Leiderdorp staat niet in contact met de West Holland Foreign Investment Agency, omdat we op dit moment met name zijn gefocust op de Leiderdorpse economie en de nabije omgeving. Indien een economische agenda voor de Leidse regio, inclusief internationale oriëntatie, gewenst is, dan zullen wij aansluiting bij de West Holland Foreign Investment Agency overwegen. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 18 73 Programma 5 Last en regeldruk Vraag: U gaat een onderzoek uitvoeren naar vermindering administratieve lasten en regeldruk voor bedrijven. Waarom doet u dit onderzoek zelf? Zijn er geen andere onderzoeken beschikbaar, bijvoorbeeld vanuit de VNG, ministerie of KvK? Antwoord: Het onderzoek naar de vermindering van administratieve lasten en regeldruk zullen wij inderdaad zelf uitvoeren, omdat we juist op de lokale situatie willen inzoomen. We zullen daarbij gebruik maken van reeds beschikbare gegevens van (onder andere) de partijen die u noemt. Zoals in de begroting is aangegeven, betrekken we de Leiderdorpse Ondernemersvereniging en de KvK bij het onderzoek. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 19 72 Programma 5 ondernemerstevredenheid Vraag: In de tabel wordt als prestatie-indicator vermeld de tevredenheid onder ondernemers. Welke criteria bepalen die tevredenheid, en wanneer is die tevredenheid hoog genoeg? Antwoord: Op initiatief van ons wordt dit najaar een tevredenheidsonderzoek onder ondernemers uitgevoerd. De uitkomst van dit onderzoek is voor ons een belangrijke indicator om de Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 28
tevredenheid onder ondernemers te meten. De onderwerpen in de vragenlijsten vormen voor ons de criteria die de tevredenheid bepalen, evenals de vragenlijst en resultaten uit het eerder gehouden tevredenheidsonderzoek in 2008. Het ligt voor de hand dat een 6 voor ons tot minimale tevredenheid stemt. Ons motto in het coalitieakkoord is niet voor niets “ondernemers de ruimte geven om te ondernemen”. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 17 73 5C Economische zaken Vraag: Wat gaat het onderzoek naar de administratieve lasten en regeldruk voor bedrijven kosten? Antwoord: We gaan uit van minimale kosten (ambtelijke uren), omdat we het onderzoek zelf uitvoeren en gebruik maken van reeds beschikbare informatie en betrokkenheid van onder andere de Leiderdorpse Ondernemersvereniging en de Kamer van Koophandel.
5D Duurzaamheid Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 16 73 5D duurzaamheid Vraag: Hoe wordt 100% duurzaam inkopen gedefinieerd? (de doelstelling van Servicepunt 71 in 2015) Antwoord: De definitie van 100% duurzaam inkopen is in het Aanbestedingsbeleid van Servicepunt71 en de deelnemers aan de Gemeenschappelijke Regeling Servicepunt71 als volgt gedefinieerd: “het toepassen van economische, sociaal-culturele en ecologische aspecten in alle fasen van het inkoopproces zodat dit uiteindelijk leidt tot de daadwerkelijke levering van een product, dienst of werk dat aan deze economische, sociaal-culturele en ecologische aspecten voldoet”. Daarbij wordt ten doel gesteld om in 2015 100% duurzaam in te kopen. Daaronder wordt verstaan dat 100% van het volledige bedrag (dat wordt besteed aan producten en diensten uit productgroepen waarvoor duurzaamheidseisen zijn vastgesteld), wordt voldaan aan deze eisen. Wanneer er zwaarwegende redenen zijn om af te wijken van de toepassing van deze eisen, moeten deze afwijkingen worden verantwoord” Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 14 73 5D greenwheels Vraag: Hoever is men met het realiseren van diverse autodate (als Greenwheels) punten in Leiderdorp? Antwoord: Recent hebben we een aanvraag van Greenwheels gehonoreerd nabij de locatie Santhorst. Nieuwe initiatieven zullen we ook zoveel mogelijk faciliteren.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 29
6A Algemene regionale samenwerking Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 17 77 6A Regionale samenwerking Vraag: waarom zijn er geen prestatie-indicatoren benoemd; juist de Servicepunt71 activiteit leent zich daar goed voor! Antwoord: Op dit moment zijn er inderdaad nog geen prestatie-indicatoren benoemd voor Servicepunt71. Prestatie-indicatoren moeten worden gezocht op het vlak van kwaliteit en dienstverlening. In de DVO is afgesproken dat (artikel 12.2): Partijen concretiseren de servicenormen zoals vermeld in artikel 2 lid 4 gedurende de opbouwfase. Daartoe start Servicepunt71 in 2012 in overleg met de Gemeenten om de servicenormen specifiek en meetbaar in de vorm van prestatie-indicatoren te maken, om te komen tot een opzet ten behoeve van een nulmeting. In 2013 houdt Servicepunt71 een nulmeting met betrekking tot de servicenormen en worden afspraken gemaakt over de te behalen prestaties voor de opvolgende jaren, alsmede de wijze van monitoren. In 2014 houdt Servicepunt71 ten aanzien van de definitieve prestatie-indicatoren de één-meting. Vervolgens maken Partijen afspraken met betrekking tot de frequentie en wijze van monitoren. Zodra deze servicenormen zijn geconcretiseerd zullen ze (gedeeltelijk) worden opgenomen in de gemeentelijke begroting. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 18 78 6a Regio Vraag: Leiderdorp wil een leidende rol blijven spelen in de regionale samenwerking. Waaruit bestond die leidende rol in 2012 en waaruit gaat die bestaan in 2013. Wat wil het College via die leidende rol in 2013 concreet voor Leiderdorp bereiken (SMART geformuleerd?). Antwoord: Leiderdorp heeft in het verleden een voortrekkersrol gespeeld in de regionale samenwerking. Die rol komt het best tot uiting in de GR Holland Rijnland en de realisatie van SP71. Herkenbare voorbeelden in Holland Rijnland zijn het Leiderdorps regiomodel, de notitie Sturen op regionale samenwerking. Beide voorbeelden zijn door vele regiogemeenten overgenomen. Leiderdorp streeft er naar om bij alle belangrijke regionale overleggen en bijeenkomsten actief en zichtbaar aanwezig te zijn. Daarmee wil Leiderdorp haar belangen in de regio en de belangen van de regio goed behartigen. Deze rol werd o.a. zichtbaar bij de organisatie van, de aanwezigheid bij, en de inbreng van de Leiderdorpse raad, tijdens de bijeenkomst van de regioraden op 29 februari en 25 september. Leiderdorp heeft een wethouder in het DB van Holland Rijnland en een wethouder als voorzitter in het DB van SP71. De colleges van de Leidse regio treffen elkaar regelmatig. De burgemeesters van de Leidse regio hebben afgesproken dat zij het voortouw nemen om richting hun colleges met een voorstel komen om de gezamenlijke kracht van de Leidse regio beschrijven en een gezamenlijke Leidse regionale agenda op te stellen. Ambtelijk is Leiderdorp nauw betrokken bij de belangrijke dossiers binnen Holland Rijnland zoals de 3 decentralisaties en de discussie over de toekomst en herpositionering van Holland Rijnland. In 2013 wil het college de lijn van 2012 voortzetten als het gaat om de invulling van de leidende rol. Concreet wil Leiderdorp in 2013 bereiken dat de discussie over de toekomst en herpositionering van Holland Rijnland leidt tot een breder perspectief waarin duidelijk wordt op welk schaalniveau welke (regionale) taken het meest logisch kunnen worden belegd.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 30
Het college wil in 2013 op een zo slim mogelijke manier samenwerken met haar partners in de Leidse regio, Holland Rijnland en de andere samenwerkingsverbanden. Daarbij stelt zij voorop dat de inhoud van de samenwerking leidend is op de structuur van de samenwerking.
6B Bestuur en dienstverlening Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 20 79 Programma 6 KCC Vraag: Gaat u bij de invoering van het KCC gebruik maken van expertise aanwezig bij andere gemeentes? Hoe gaat u dat doen? Worden daarbij bijvoorbeeld functieprofielen overgenomen? Antwoord: Voor het opstellen van de projectopdracht is gesproken met diverse gemeentes in en buiten de regio. Er is afgesproken om binnen de Servicepunt71 gemeenten frequent met elkaar te overleggen over de ontwikkelingen omtrent het KCC. Voor ieder deelproject zal er worden bekeken hoe andere gemeentes dit aanpakken, zodat van elkaars expertise gebruik kan worden gemaakt. Aangezien iedereen met dit onderwerp aan de slag is kunnen we veel van elkaar leren. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 21 80 Programma 6 14071 Vraag: Promotiecampagne zal plaatsvinden als telefonische bereikbaarheid is verbeterd. Wat is het niveau nu? Hoe gaat u dat verbeteren? Wanneer is het volgens u goed? Antwoord: Op dit moment is de bereikbaarheid nog niet zo als we het willen. De telefoongroepen zijn nog niet goed ingericht, waardoor doorschakelingen nog niet bij de juiste personen terecht komen. Het is de bedoeling dat deze groepen op korte termijn worden ingesteld (we zijn al bezig met de groepen in te delen). Daarnaast zijn we bezig met het inrichten van ‘Single sign on’, wat betekent dat als er ingelogd wordt in de computer ook gelijk de telefoon ingelogd is, dit om te voorkomen dat medewerkers vergeten in te loggen. In de toekomst willen we naar een situatie dat 80% van de klantvragen direct in het KCC worden beantwoord, zodat er nog maar 20% wordt doorgeschakeld naar de backoffice. De campagne kan worden gestart zodra de bereikbaarheid van de medewerkers verbeterd is. De telefonistes ondervinden op dat moment geen structurele problemen meer met het doorverbinden van telefoontjes. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 24 80 Programma 6 thuiswerken Vraag: bij 2.1: Wat heeft thuiswerken met mobiele telefoons te maken? Antwoord: De inrichting van het nieuwe gemeentehuis ging uit van het concept het nieuwe werken. Een van de onderdelen daarvan is dat ambtenaren locatie-ongebonden werken. Bijvoorbeeld in de kantoren in de Leidse regio, of thuis. Daarbij is het belangrijk dat de medewerkers goed bereikbaar zijn; hiervoor gelden dezelfde regels als wanneer iemand in het gemeentehuis werkt. Om dit technisch te ondersteunen is voor de groep medewerkers die locatieongebonden werkt, een mobiele telefoon vereist.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 31
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 28 86 6. Bestuur organisatievernieuwing Vraag: De voorgestelde € 200 K voor organisatievernieuwing betreft SP71? Antwoord: Nee, dit voorstel betreft niet SP71. Voor nadere toelichting zie de antwoorden op de vragen GL 3, 4 en VVD 5.
6C Openbare orde en veiligheid Fractie VVD
Nr. 19
Blz 82
Programma/hoofdstuk onderwerp 6C – openbare orde en Veiligheidshuis veiligheid
Vraag: Hoe staat het met de ontwikkeling van het regionale veiligheidshuis. Indertijd hebben we daar een presentatie van gezien en daarna niets meer van gehoord of gezien. Antwoord: Het Veiligheidshuis Leiden e.o. is in bedrijf en probeert zich meer regionaal te manifesteren. Op gebied van de nazorg ex-gedetineerden wordt de regionale rol wel ingevuld, betaald vanuit het rijk. Voor de andere thema’s zijn we niet aangesloten. Vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de overige ketenpartners is aangegeven dat het uitgangspunt is dat alle gemeenten financieel bijdragen aan het Veiligheidshuis in hun regio. Vooralsnog heeft het veiligheidshuis de gemeenten binnen het district nog niet kunnen overtuigen van de meerwaarde om aan te sluiten. Vooralsnog zal in 2013 deze aansluiting niet plaatsvinden omdat er vanuit het rijk (nog) geen verplichte deelname is opgelegd. Omdat er geen sprake is van een verplichting, maar wel van een verwachting, is de aansluiting bij het Veiligheidshuis wel opgenomen in de risicoparagraaf. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 26 84 6C. OOV Indicator inbraken Vraag: Kan er uitleg geven worden over de indicator “aantal aangiftes inbraken”? Antwoord: We zien de laatste jaren een stijgende trend ten aanzien van het aantal inbraken. Deze trend zal naar verwachting niet gemakkelijk gekeerd kunnen worden. Zowel politie als gemeente zetten in op de aanpak, gericht op repressie respectievelijk preventie. De ambitie is de stijgende lijn te keren, zoals de prestatie-indicator aangeeft. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 27 84 6C. OOV 3.3 trainen Vraag: In 2012 zijn de oefeningen i.h.k.v. OOV gehalveerd tot 1x multidisciplinair en 1x beleid. Wat zijn de ervaringen? Antwoord: Minder oefening leidt tot minder ervaring en minder leereffect. Door verloop van personeel op alle niveaus en veranderende crisisbeheersingsstructuren blijft oefenen belangrijk. Kennen en gekend worden, weten wat er van je verwacht wordt en wat je van anderen kan en mag verwachten en samenwerken. Echt ervaringen, tot en met de formering van een gemeentelijk beleidsteam, hebben we afgelopen jaren gelukkig niet opgedaan. Door slimmer inkopen van cursussen en interne begeleiding en training vinden er toch voorbereidingen plaats en wordt de kennis op peil gehouden. Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 32
Fractie D66
Nr. 16
Blz 6C
Programma/hoofdstuk onderwerp Openbare orde en veiligheid
Vraag: Vorig jaar hebben de fracties van GL en D66 tegen het voorstel over vVeiligheidsbeleid gestemd. Inmiddels hebben we een nieuwe portefeuillehouder. Wij kijken met spanning uit naar een nieuw veiligheidsbeleid en de daarbij horende uitvoeringsplannen. Hoe gaat de nieuwe portefeuillehouder uitvoering geven aan het veiligheidsbeleid? Antwoord: De kadernota integraal Veiligheidsbeleid 2011 – 2014 Leiderdorp is indertijd door uw raad vastgesteld. Momenteel wordt uitvoering gegeven aan het vastgestelde beleid. De werkwijze, de kernbeleidsmethode wordt ook in de toekomst gehandhaafd. Dit betekent dat ook de volgende periode weer een veiligheidsnota het licht zal zien, die aan uw raad zal worden voorgelegd. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 17 83 6C Vraag: Doen wij mee met het Veiligheidshuis en zo ja op grond van welk (raads)besluit? Antwoord: Nee. Er bestaat echter een open houding met betrekking tot aansluiting, mits het voldoende meerwaarde oplevert. Zie ook het antwoord op vraag VVD 19. Fractie D66
Nr. 18
Blz 85
Programma/hoofdstuk onderwerp 6C Prestatie-indicatoren brandweer
Vraag: De regionalisering van de brandweer zou een efficiencyslag teweegbrengen. Waar zijn de gegevens (ontbraken vorig jaar ook!)? Wij verwachten dat minimaal hetzelfde prestatieniveau gehaald zou worden; hoe gaan we dat meten en waar rekenen we straks op af? Antwoord: Op 1 januari 2011 is de brandweer geregionaliseerd en valt niet meer onder de directe aansturing van de gemeente. Daardoor zijn de prestatie-indicatoren de eisen die wij stellen aan de brandweer als leverancier. De brandweer heeft in de afgelopen periode onvoldoende gerapporteerd over hun prestaties. Zij zijn daar door de portefeuillehouder op aangesproken en dienen te komen met uitvoeringsplan brandveiligheid, nog dit jaar. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp GL 18 84 6C Openbare orde en veiligheid Vraag: Hoezo stijgt in de tabel (prestatie-indicatoren) het aantal meldingen woninginbraken terwijl als doel het terugdringen van woninginbraken is geformuleerd? Antwoord: We zien al enige jaren een stijgende trend daar waar het gaat om woninginbraken. Doel van de indicatoren is deze smart, realistisch, te formuleren. Het is niet realistisch te veronderstellen dat deze trend zomaar gekeerd is, hoewel er met het uitvoeringsplan en met de prioritering van de politie wel op wordt ingezet.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 33
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 22 84 Programma 6C woninginbraken Vraag: Waar is de verwachte stijging van het aantal inbraken in 2013 naar 122, op gebaseerd? En waar is de daling vanaf 2015 op gebaseerd? Antwoord: We zien al enige jaren een stijgende trend daar waar het gaat om woninginbraken. De trend van de afgelopen jaren lijkt zich ook dit jaar voort te zetten, de trend is geëxtrapoleerd, daar waar de ambitie is het aantal inbraken een halt toe te roepen en te keren. Politie, gemeenten en andere betrokkenen (niet in de laatste plaats de mensen zelf) zullen hierin een rol moeten vervullen.
7C Grondontwikkeling W4 Fractie VVD
Nr. 20
Blz 93
Programma/hoofdstuk onderwerp 4A – verkeer en verkeersveiligheid vervoer
Vraag: Wordt aansluiting gezocht bij recent gepubliceerd beleid van minister Schultz om fietsonveilige situaties aan te pakken, bv. door te kijken naar onnodige obstakels als paaltjes? Antwoord: Het beleid is bekend binnen de gemeente. Voor situaties waar klachten zijn wordt actief gekeken of het weghalen een oplossing is. Bij nieuwe situaties zal bewust de afweging worden gemaakt of obstakels zoals paaltjes nodig zijn of dat deze achterwege gelaten kunnen worden. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 29 94 7C. Grond W4 Plantage Vraag: Hoe staat het met de plannen voor de Plantage? Antwoord: Van 29 mei tot en met 9 juli 2012 organiseerde de gemeente een inspraakperiode rondom het concept- Stedenbouwkundig plan Plantage. De beantwoording van de inspraakreacties vergt meer tijd dan gepland. De behandeling van het Definitief Stedenbouwkundig Ontwerp Plantage staat nu gepland voor de raadsvergadering van december 2012. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 30 94-95 7C. Grond W4 Paviljoens Vraag: Zijn er vorderingen te melden t.a.v. de verkoop van de paviljoens? Zo nee, hoe staat het met de plannen voor geluidswerende bebouwing? Antwoord: Er zijn geen concrete vorderingen te melden over de verkoop van de paviljoens. Er is wel belangstelling uit de markt, maar dit heeft tot op heden niet geleid tot een concrete overeenkomst of ontwikkeling. Hierdoor is er ook nog geen zicht op de realisatie van een in de paviljoens geïntegreerde geluidwering. Als ontwikkelingen uitblijven zal, om uiteindelijk wel de verplichte geluidwering te kunnen realiseren, een alternatieve geluidwering door de gemeente Leiderdorp geplaatst moeten worden. Bij oplevering van de verbrede Rijksweg A4, volgens planning eind 2014, zal de geluidwering gerealiseerd dienen te zijn. Dat geldt overigens ook voor de kavels 1 en 5 in
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 34
Vierzicht. Gelet daarop is inmiddels een aanvang gemaakt met het kijken naar de vereisten en mogelijkheden voor het geval de bebouwing niet tijdig gerealiseerd kan worden. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 19 94 7C Boomgaardlaan Vraag: We zien bij 1.3 dat de afronding van de 1e fase van de Boomgaardlaan dit jaar plaats vindt en dat ook fase 2 in een afrondend stadium komt. De wethouder is niet teruggekomen is bij de raad met een voorstel voor de inrichting/financiering van het laatste stuk weg (met fietspad?). Mogen wij er vanuit gaan dat dit dus binnen het bestaande budget wordt opgelost? Kan een indicatie gegeven worden over de wijze van uitvoiering? Is dit met de betrokken verenigingen gecommuniceerd? Antwoord: Met betrokken verenigingen is overleg gevoerd over de uitvoeringswijze. De inrichting van de Boomgaardlaan, inclusief fietspad, kan binnen het bestaande budget gerealiseerd worden. Een besluit hierover moet nog genomen worden. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp D66 20 94 7C vierzicht Vraag: Sinds wanneer is kavel 1 van Vierzicht bouwrijp? Antwoord: In de betreffende zin zijn kavel 1 en 5 per abuis verwisseld. Kavel 1 is niet bouwrijp gemaakt, kavel 5 is dat wel. De zin moet luiden: ”Kavel 5 is al bouwrijp en na verkoop kan kavel 1 bouwrijp worden gemaakt.” In de definitieve versie van de begroting zal dit worden aangepast.
Algemene dekkingsmiddelen Fractie VVD
Nr. 21
Blz 100
Programma/hoofdstuk onderwerp Algemene dekkingsmiddelen
Vraag: Het saldo dekkingsmiddelen A lokale heffing stijgt met € 274.000 = 3,8%. De inflatiecorrectie is 2%. Waardoor wordt de rest veroorzaakt? Restant is € 136.000, Areaal uitbreiding betrof slechts € 101.000 volgens kadernota. Antwoord: Het verschil zit toch in de areaaluitbreiding. Jaarlijks wordt de areaaluitbreiding meerjarig bekeken en begroot. In de kadernota wordt slechts de wijziging ten opzichte van de verwachte areaaluitbreiding van het voorgaande jaar opgenomen als extra last/opbrengst. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 23 115 Alg. dekkingsmiddelen communicatieplan Vraag: graag ontvangen wij een (digitaal) exemplaar van het communicatieplan. Antwoord: Als bijlage treft u aan: Klare taal - Communicatiebeleidsplan 2012-2015 Gemeente Leiderdorp
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 35
Paragraaf 1 Weerstandsvermogen Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 31 109 Par.1 Tabel 1 Vraag: Ratio blijft komende jaren kwalificatie “goed” houden? (zie tabel) Antwoord: U heeft gelijk, hier had moeten staan: Uitgaande van een gelijke benodigde weerstandscapaciteit en de verwachte beschikbare capaciteit zal de ratio de komende jaren de kwalificatie “ruim voldoende” houden. Deze zin zal in de definitieve versie van de begroting worden aangepast. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 32 109 Par.1 Tabel 2 Vraag: Kunt u deze tabel (t.a.v. benodigde weerstandscap.) nader toelichten? Antwoord: Wij zien een direct verband tussen de benodigde algemene reserve en de kwalificatie van het weerstandsvermogen. Indien het weerstandsvermogen uitstekend is zijn er veel mogelijkheden om een risico op te vangen. Als de kwalificatie voldoende is zijn er beduidend minder mogelijkheden om een risico op te vangen. Wij adviseren dan ook om bij de bepaling van de ‘bodem’ van de algemene reserves naar de kwalificatie van het weerstandsvermogen te kijken, en een hogere bodem aan te houden bij een lagere kwalificatie. Deze wijze van koppelen van de ‘bodem’ en de kwalificatie willen we in de volgende beleidsnota weerstandsvermogen vastleggen. Deze beleidsnota zal in 2013 worden opgesteld.
Paragraaf 2 Onderhoud kapitaalgoederen Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 33 110 Par.2 A. Wegen Vraag: Gaan we nu zonder de pilot te evalueren en daarna kaders te stellen het beeldkwaliteitsplan gemeentebreed uitrollen? Antwoord: In het eerste kwartaal hebben wij het pilotproject “Beeldgestuurd beheren – sturen op Beeldkwaliteit” geëvalueerd. Momenteel wordt de beeldkwaliteit geïmplementeerd in de beheerplannen waarna we vanuit een integrale benadering de uitkomsten inzichtelijk maken. Vervolgens vindt besluitvorming plaats over het integraal beheerplan met als onderdeel de gewenste kwaliteit.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 36
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 34 113 Par.2 C Groen Vraag: Het college heeft op basis van onderzoeken een raming gemaakt van kosten in de toekomst voor de vervanging van het gebruik van Round-up toen bleek dat middelen met glysofaat niet meer toegestaan zou zijn. Welke methoden zijn onderzocht en welke worden nu in gevoelige gebieden in 2013 toegepast? Wat zijn de meerkosten? Antwoord: Er zijn diverse methoden toepasbare gebieden. Wij hebben een voorkeur voor twee methoden, te weten de WAVE (selectief spuiten met heet water) en hete lucht. Deze methoden geven een lagere CO2 uitstoot en schadebeeld aan de inrichting in verhouding tot andere methoden. De meerkosten zijn nog niet exact in beeld, de diverse externe partijen zijn nog middelen aan het ontwikkelen.
Paragraaf 3 Bedrijfsvoering Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 25 117 Paragraaf 3 communicatie Vraag: Graag ontvangt BBL een exemplaar van het communicatiebeleidsplan. Antwoord: Als bijlage treft u aan: Klare taal - Communicatiebeleidsplan 2012-2015 Gemeente Leiderdorp Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 26 118 Paragraaf 3 wijkwandelingen Vraag: Graag ontvangt BBL een overzicht van de tijdens deze wandelingen gedane toezeggingen en hun actuele status. Antwoord: De actiepuntenlijst staat op de website. Deze lijst wordt regelmatig geactualiseerd. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 35 117 Par.3 Juridische zaken Vraag: Hoe vaak is er in 2012 (tot nu toe) een beroep gedaan op de Wet Dwangsom en hoe vaak is een claim gehonoreerd? Antwoord: Tot op heden (25 oktober) is er 45 maal een beroep gedaan op de Wet Dwangsom bij niet tijdig beslissen, dit heeft geleidt tot één toekenning ad € 160,-. Overigens zijn 35 van de 45 verzoeken gedaan door één persoon. Deze verzoeken hebben niet geleid tot een honorering.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 37
Paragraaf 4 Verbonden partijen Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 27 121 Paragraaf 4 HR Vraag: In het overzicht van het financieel belang staat 2 keer de bijdrage per inwoner over 2012 vermeld. Als wij ervan uitgaan dat die laatste 2013 moet zijn, wat verklaart dan die stijging van E 13,53 naar E 14,05? Antwoord: Uw aanname dat de laatste 2012 het jaar 2013 moet zijn is terecht. De stijging van de inwonerbijdrage ontstaat door meerdere mutaties. De totale kosten voor het programma bestuur en middelen daalt met ca € 9.000, Ruimtelijke agenda stijgt licht met ca € 3.000. De kosten voor het programma Sociale Agenda stijgen met ca € 21.500, deze stijging wordt verklaard door een stijging in het deelprogramma Leerplicht en Participatie. Per saldo stijgt hierdoor de inwonerbijdrage voor Leiderdorp met ca € 0,50. Dit is ook toegelicht in de financiële kadernota. De laatste 2012 wordt in de definitieve versie gewijzigd in 2013. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp CDA 36 124 Par.4 Regio OOV Vraag: Naar onze mening is Leiderdorp niet meer vertegenwoordigd in het DB van het Veiligheidsbestuur; alleen nog AB. Antwoord: Dat is correct, in de definitieve versie zal dit worden aangepast.
Paragraaf 7 Lokale heffingen Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 22 139 Lokale lasten Vraag Waarom worden de reinigingsrechten niet in de woonlasten betrokken? Antwoord: Particulieren betalen afvalstoffenheffing. De reinigingsrechten worden uitsluitend in rekening gebracht bij bedrijven die geen andere afvalophaaldienst hebben gecontracteerd. En vallen daarmee niet onder de woonlasten. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 23 141 Lokale Heffingen Precariobelasting Vraag 1 Waarom neemt de opbrengst met 11% toe terwijl de indexatie slechts 2% is, en de areaal vergroting cf kadernota voor alle heffingen € 101.000 is. Vraag 2: wat zijn de ontwikkelingen m.b.t het Wetsontwerp vrijstelling precariobelasting Antwoord: 1. Zie antwoord VVD vraag 21 (Algemene dekkingsmiddelen) 2. Op dit moment is het zo goed als zeker dat het wetsvoorstel zeker niet zal ingaan op 1 januari 2013, dit volgens de VNG. Wel is bekend dat er in het wetsvoorstel een overgangstermijn is gesteld van 10 jaar. Daarbinnen kunnen gemeenten zelf bepalen hoe en in welk tempo ze de heffing afbouwen. Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 38
De mogelijkheid voor gemeenten, provincies en waterschappen om aan nutsbedrijven een privaatrechtelijke vergoeding te vragen voor het gebruik van hun grond blijft gehandhaafd. De betrokken overheid zal als eigenaar van de grond voor het leggen en verleggen van leidingen haar toestemming moeten geven. Voor deze beperking van de eigendom kan een vergoeding worden gevraagd. Het wetsvoorstel is wel naar de Raad van State gezonden.
Hoofdstuk 1 uitgangspunten begroting 2013 Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 24 145 uitgangspunten Vraag: waarom wordt er wel een indexatie toegepast op de inkomsten, maar niet op de uitgaven?; dit ondanks inflatie van 2% en BTW-verhoging? Antwoord: Door geen indexatie toe te passen op de uitgaven wordt eenmalig circa 2% op alle budgetten bezuinigd. Deze ‘kaasschaaf-methode’ kan uiteraard niet consequent ieder jaar worden doorgevoerd. Bij de behandeling van de kadernota is al aangegeven dat deze methodiek voor de volgende begroting waarschijnlijk niet nogmaals kan worden toegepast. Ook de verhoging van de BTW met 2%, voor zover dit leidt tot verhoging van de kosten is in deze ‘kaasschaaf-methode’ meegenomen, deze verhoging was al bekend bij de opmaak van de kadernota. Aangezien de gemeente een groot deel van de BTW kan terugvragen bij de belastingdienst levert dit geen 2% extra lasten op over alle budgetten. Met name bij onderwijshuisvesting en zorg waar de BTW niet verrekend kan worden komt deze BTW verhoging harder aan. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp BBL 28 145 Fin begroting personeelskosten Vraag: Landelijk wordt uitgegaan van een nul-lijn. Waarom worden de personeelskosten dan geïndexeerd met 2%? Antwoord: Er is een verschil tussen de cao voor rijksambtenaren en voor gemeenteambtenaren. Omdat gemeenteambtenaren wel een verhoging bij de laatste cao-onderhandelingen hebben gekregen en omdat de pensioenpremies ABP zijn verhoogd, was het nodig om de personeelskosten te indexeren met 2%. Zie voor de onderbouwing van de 2% de toelichting zoals opgenomen in de financiële kadernota.
Hoofdstuk 3 incidentele baten en lasten Fractie VVD
Nr. 25
Blz 148
Programma/hoofdstuk onderwerp Incidentele lasten / Baten
Vraag Waar vinden wij het bedrag wat uit het overschot van het nieuwe gemeentehuis is aangewend voor de begroting 2013? Antwoord: Zie het antwoord op de vraag GL 5 (van kadernota naar begroting)
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 39
Hoofdstuk 4 Openstaande en vervangingsinvesteringen Fractie VVD
Nr. 26
Blz 151
Programma/hoofdstuk onderwerp Openstaande investeringen
Vraag Is er al iets te zeggen of het investeringsbudget voor de BOSD financieel voordelig of nadelig zal worden afgesloten? Antwoord: Ondanks het faillissement van de aannemer is de uitvoering van het project Brede School Oude Dorp binnen budget gebleven. Ook de verhoging van de BTW per 1 oktober 2012 van 19% naar 21% had geen grote weerslag op het krediet aangezien de meeste werkzaamheden reeds voor 1 oktober zijn uitgevoerd. Het verwachte restant van het krediet betreft: € 300.000,-- (excl. btw, voordelig). Dit betekent een voordeel voor de kapitaalslasten.
Hoofdstuk 5 Reserves en voorzieningen Fractie VVD
Nr. 27
Blz 155
Programma/hoofdstuk onderwerp Egalisatiereserve reiniging
Vraag Waarom wordt geen bedrag toegevoegd in 2013? De opbrengsten zijn nog steeds ruim € 400.000 hoger dan de kosten. Antwoord: Jaarlijks worden conform de uitgangspunten in de nota reserves en voorzieningen het saldo van de uitgaven en inkomsten verrekend met de egalisatiereserve. In de nota is opgenomen: De kosten van het product reiniging worden voor egalisatie gecorrigeerd met BTW (21%) en een overheadtoeslag voor de uren van Gemeentewerken. Na deze berekening dient er voor 2013 € 60.000 onttrokken te worden uit de reserve reiniging. Uiteraard wordt bij het opstellen van de jaarrekening 2013 op basis van de werkelijke inkomsten en uitgaven gestort of onttrokken.
Hoofdstuk 6 Subsidies per instelling Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 28 162 Subsidies Vraag: - Leidse Rechtswinkel - is bekend hoeveel Leiderdorpers gebruik maken van de Leidse Rechtswinkel?; waarop is deze subsidie gebaseerd? Antwoord: Gemiddeld maken zo’n 200 Leiderdorpers per jaar gebruik van de diensten van het juridisch adviesbureau. Zoals u heeft kunnen lezen in het concept-subsidieprogramma is dit bedrag gebaseerd op gemiddelde aandeel Leiderdorpse klanten in het totaal van elf gemeenten voor de periode van 2009 tot en met 2011. Het college draagt bij aan de instandhouding van de rechtswinkel omdat deze voorziening een bijdrage levert aan de stimulering van bewoners en organisaties om naar eigen vermogen en behoefte een bijdrage te leveren aan een vitale en zelfredzame samenleving.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 40
Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 29 162 Subsidies per instelling Vraag: Op 12 september is het concept subsidieprogramma door het college vastgesteld. Het opgenomen overzicht in de begroting komt niet met het vastgestelde concept subsidieprogramma overeen. Diverse instellingen/verenigingen [3x] hebben geen aanvrage ingediend en ontvangen dus ook geen subsidie in 2013 conform althans het subsidieprogramma. Maar in de begroting staan ze wel vermeld. Of de subsidieaanvraag is afgewezen [3x], terwijl in de begroting het bedrag wel staat. Dan wel de bedragen komen niet overeen [8x]. Aangezien de raad met het goedkeuren van de begroting de daarin opgenomen subsidiebedragen dan ook goedkeurt De totaalbedragen vallen ook iets hoger uit als de vastgestelde subsidieplafonds. Antwoord: De gemeenteraad heeft in maart 2012 de subsidieplafonds vastgesteld. Het college verstrekt lopende het jaar subsidies voor 2013 op basis van aanvragen en heeft de opdracht hierbij binnen de plafonds te blijven. Hierover leggen wij verantwoording af aan de gemeenteraad. Het concept-subsidieprogramma blijft binnen het subsidieplafonds. Echter, omdat bij het ter perse gaan van de begroting het subsidieprogramma 2013 nog niet is vastgesteld en de zienswijzetermijn nog loopt, is niet het concept-subsidieprogramma opgenomen in de begroting. Fractie GL
Nr. 19
Blz 162
Programma/hoofdstuk onderwerp Financiële begroting Subsidies per instelling hoofdstuk 6
Vraag: Hoezo daalt de subsidie voor SCW terwijl die voor alle andere instellingen gelijk blijft? Antwoord: De daling van de subsidie wordt veroorzaakt door lagere huurcompensatie, omdat SCw minder huurt in de Sterrentuin. Een deel van de activiteiten heeft SCw verplaatst naar DWARS in de Bloemerd. Fractie GL
Nr. 20
Blz 162
Programma/hoofdstuk onderwerp Financiële begroting Subsidies per instelling hoofdstuk 6
Vraag: Waarom stijgen de huisvestingskosten voor Theater Toverlei, de LVU voor het SCC, terwijl die voor alle anderen (deel ook in SCC gevestigd) gelijk blijft? En waarom dalen de huisvestingskosten voor de post huur SCC en Dwars&Zo? Antwoord: De post huur SCC daalt omdat SCw minder huurt in de Sterrentuin. Het principe t-1 betekent dat de huisvestingssubsidie voor 2013 is gebaseerd op de werkelijke huurkosten 2012. Mogelijk is er per abuis een verschil in het overzicht geslopen. Omdat de huurders hun aanvragen baseren op de huurprijs van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar, heeft dit geen hogere toekenning tot gevolg.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 41
Algemene vragen Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 30 Zwaar weer lijst Vraag: Hoe verhoudt zich de bijdrage voor Marktgelden van Leiderdorp met die in andere gemeenten? Antwoord: In onderstaande tabel zijn de marktgelden weergegeven. Gemeente Prijs in euro per strekkende meter per dag (tarief 2012) Leiderdorp 3,41 Oegstgeest 3,61 Zoeterwoude 1,37 Kaag en Braassem 1,75 Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 31 gladheidsbestrijding Zwaar weer lijst Vraag: Kan inzicht geboden worden in de hoogste en laagste uitgaven in de afgelopen 5 jaar; en wat houdt het wettelijk minimum in? Antwoord: Inzicht: “Uit de respectievelijke jaarrekeningen blijken de volgende lasten voor gladheidsbestrijding: Jaar Begroot Realisatie 2007 36.000 27.000 Laagste 2008 57.000 51.000 2009 69.000 88.000 2010 84.000 177.000 Hoogste 2011 54.000* 42.000 2012 89.000 2013 79.000 * conform jaarrekening 2011 na begrotingswijzigingen Wettelijk minimum: De routes zijn vastgelegd in het gladheidsbestrijdingsplan. Fractie Nr. Blz Programma/hoofdstuk onderwerp VVD 32 Zwaar weer lijst Vraag: Kan aangegeven worden hoeveel er in omliggende gemeenten uitgegeven wordt per hoofd van de bevolking aan groen t.o.v. Leiderdorp. Antwoord: Een dergelijke vergelijking is van beperkte waarde, aangezien er te veel verschillende parameters zijn die hier een uitwerking op hebben enkele hiervan zijn:
Grondsoort Leiderdorp heeft een voedselrijke grondsoort (klei en veen), hierdoor groeit de beplanting vrij hard. Om deze reden zijn de onderhoud intervallen korter om een zelfde beeld te behalen als bijv. Oegstgeest op zandgrond (voedselarm). Door de snellere groei zit de beplanting ook eerder aan zijn vervangingstermijn, omdat zij zich
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 42
over de kop groeien. De grondsoort is ook bepalend voor het in te zetten materieel, veen heeft een lagere draagkracht dan klei en zand en is hierdoor duurder in het onderhoud dan de hiervoor genoemde grondsoorten. Grondwaterstand Een hoge grondwaterstand leidt tot slechte bereikbaarheid en andere inzet van materieel (hogere kosten). Veel regio gemeenten zitten op vastere / drogere grond waardoor een bredere inzet van materieel mogelijk is. Hierbij ligt de snelheid van het te leveren werk hoger. Leiderdorp kent in bijna de helft van de gemeente een (zeer) hoge grondwaterstand ten opzichte van andere gemeenten. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat Leiderdorp op een eiland ligt omgeven door Boezemwater dat op 0.60 cm onder NAP ligt. Leiderdorp zelf ligt gemiddeld op -1.60 NAP en dus lager dan het Boezempeil. Hoeveelheden per beheercategorie. Iedere beheercategorie heeft zijn eigen kostprijs, gemeenten met veel gazon en / of berm hebben lagere kosten dan gemeenten met veel beplanting. De grootste kostenpost in Leiderdorp is de beplanting, dit komt om dat veel plantsoenen in de jaren ’70 wijken aan vervanging toe zijn. Hierdoor moet er een grotere inspanning worden geleverd om een acceptabel beeld te verkrijgen.
Vraag en antwoord programmabegroting 2013-2016
Pagina 43