PRESTATIEOVEREENKOMST WONEN EN LEEFBAARHEID STEENWIJKERLAND 2015-2017
2
Inhoud Inleiding ........................................................................................................................................................................................ 5 Deelnemende partijen ................................................................................................................................................................. 6 1
Sociale kernvoorraad .......................................................................................................................................................... 7
Korte schets sociale kernvoorraad ................................................................................................................................................... 7 2
(Lage) middeninkomens .................................................................................................................................................... 8
Korte schets (lage) middeninkomens .............................................................................................................................................. 8 Uitgangspunten voor afspraken (lage) middeninkomens ............................................................................................................... 8 3
Wonen, zorg en welzijn ..................................................................................................................................................... 9
Korte schets wonen, zorg en welzijn .............................................................................................................................................. 9 Uitgangspunten voor afspraken wonen, zorg en welzijn ............................................................................................................... 9 4
Nieuwbouw ......................................................................................................................................................................... 9
Korte schets nieuwbouw ................................................................................................................................................................. 9 Uitgangspunten voor afspraken over nieuwbouw ......................................................................................................................... 9 5
Duurzaamheid en betaalbaarheid .................................................................................................................................. 10
Korte schets duurzaamheid en betaalbaarheid .............................................................................................................................. 10 Uitgangspunten voor afspraken over duurzaamheid en betaalbaarheid ....................................................................................... 11 6
Leefbaarheid ...................................................................................................................................................................... 11
Korte schets leefbaarheid .............................................................................................................................................................. 11 Uitgangspunten voor afspraken over leefbaarheid ....................................................................................................................... 11 7
Bijzondere doelgroepen ................................................................................................................................................... 12
Korte schets bijzondere doelgroepen ............................................................................................................................................. 12 Uitgangspunten voor afspraken over bijzondere doelgroepen ...................................................................................................... 12 8
Overige afspraken ............................................................................................................................................................ 12
9
Proces, monitoring en overleg ........................................................................................................................................ 12
Uitgangspunten voor afspraken over proces en monitoring ........................................................................................................ 12 Uitgangspunten voor afspraken over overleg ............................................................................................................................... 13 Ondertekening ........................................................................................................................................................................... 14
3
4
Inleiding In 2005 zijn er voor het eerst prestatieafspraken gemaakt tussen de gemeente en de woningcorporaties Omnia Wonen, Wetland Wonen en Woonconcept. In 2009 zijn er opnieuw prestatieafspraken opgesteld voor de periode 2009-2012. Vanwege de grote veranderingen bij de corporaties, voortkomend uit de maatregelen die van rijkswege op de corporaties afkwamen, zijn in 2012 geen nieuwe prestatieafspraken opgesteld voor de periode 2013-2016. In 2014 is het proces om te komen tot prestatieafspraken opnieuw opgestart. In de Prestatieovereenkomst Wonen en Leefbaarheid 2015-2017 worden afspraken gemaakt tussen de gemeente en de woningcorporaties over de samenwerking wat betreft het op peil houden van de sociale woningvoorraad, het verbeteren van de kwaliteit van de voorraad en het bevorderen van leefbaarheid. Als basis dienen de gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid, vastgesteld in 2012 en de strategische plannen van de woningcorporaties. In deze overeenkomst worden de prestatieafspraken op hoofdlijnen uitgewerkt. Daarnaast worden, op door de bestuurders aangewezen thema’s, te monitoren jaarafspraken opgesteld. In de prestatieovereenkomst ligt de nadruk op de bestaande voorraad. Met de overeenkomst wordt ingespeeld op de veranderingen in de woningmarkt en de zorgsector, ontgroening en vergrijzing en vraagstukken rondom sociale samenhang en leefbaarheid. Daarbij is het van belang om goed de regie te voeren op de veranderingen en ‘sociaal’ en ‘fysiek’ te verbinden, waardoor de kracht uit de samenleving kan worden benut. Onderwerpen waarover afspraken worden gemaakt zijn: 1) Sociale kernvoorraad, 2) (Lage) middeninkomens, 3) Wonen, zorg en welzijn, 4) Nieuwbouw, 5) Duurzaamheid en betaalbaarheid, 6) Leefbaarheid, 7) Bijzondere doelgroepen, 8) Overige afspraken, 9) Afspraken over proces en monitoring en overleg. De huurdersorganisaties van de drie woningcorporaties zijn betrokken bij het tot stand komen van de prestatieovereenkomst en hebben positief advies gegeven op de inhoud. De overeenkomst heeft betrekking op de periode 2015-2017 en geldt tot het moment dat er een nieuwe overeenkomst is opgesteld. In 2015 komt er een nieuw wettelijk kader op het gebied van wonen, op basis waarvan de gemeente haar nieuwe woonbeleid zal ontwikkelen. Mogelijk zal er dus al eerder dan in 2017 worden gewerkt aan een nieuwe prestatieovereenkomst en -afspraken.
5
Deelnemende partijen Partijen, Stichting Omnia Wonen, gevestigd Scheepssingel 12, 3841 KS Harderwijk, Stichting Wetland Wonen Groep, gevestigd Weg van Rollecate 11a, 8325 CP te Vollenhove, Woonconcept te Meppel, gevestigd Blankenstein 560, 7943 PA Meppel, hierna gezamenlijk te noemen: ‘de woningcorporaties’, en Gemeente Steenwijkerland, gevestigd Vendelweg 1, 8331 XE Steenwijk, ter uitvoering van het besluit van college en wethouders van 10 maart 2015, hierna te noemen ‘de gemeente’, verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
6
1
Sociale kernvoorraad
Korte schets sociale kernvoorraad Steenwijkerland telt 19.529 woningen, waarvan 4.901 huurwoningen in het bezit zijn van woningcorporaties. De komende jaren wordt een beperkte afname van de sociale huurvoorraad voorzien, deels door herstructurering, deels door verkoop van sociale huurwoningen. De huidige omvang van de sociale huurvoorraad in een aantal kleine kernen komt onder druk te staan omdat de vraag naar sociale huurwoningen afneemt. Dit speelt in Blokzijl, Wanneperveen en Giethoorn, maar mogelijk ook in het noordelijk deel van de gemeente. Als gevolg van de veranderde wet- en regelgeving neemt het aantal goedkope en betaalbare sociale huurwoningen(tot € 596,75) af. De huurdersorganisaties hebben hun zorg over deze ontwikkeling uitgesproken. Totaal
< € 389,05
€ 389,05 - € 556,82
€ 556,82 - € 596,75
€ 596,75 - € 699,48
> € 699,48
371 1368 3162 4901
58 195 564 817
191 916 1582 2689
18 126 359 503
96 127 476 699
8 4 181 193
Omnia Wonen Wetland Wonen Groep Woonconcept Totaal
Omvang sociale huurvoorraad per huurprijsklasse en verhuurder (december 2014)
Totaal
< € 389,05
€ 389,05 - € 556,82
€ 556,82 - € 596,75
€ 596,75 - € 699,48
> € 699,48
423 1250 3087 4760
42 159 770 971
193 823 1234 2250
27 131 463 621
127 133 556 816
34 4 62 100
Omnia Wonen Wetland Wonen Groep Woonconcept Totaal
De Pol
Kallenkote
Steenwijkerwold
Kuinre
Tuk
Zuidveen
62 62
3 3
6 15 299 6 15 299
12 12
79 79
43 43
De Pol
Kallenkote
Kuinre
Tuk
Zuidveen
62 62
3 3
6 11 267 12 6 11 267 12
79 79
43 43
Onna
Willemsoord
Oldemarkt
Eesveen
Wanneperveen
Vollenhove
Sint Jansklooster
Giethoorn
Blokzijl
352
Willemsoord
Omnia Wonen Wetland Wonen Groep Woonconcept Totaal
Belt-Schutsloot
Steenwijk
Verwachtte omvang sociale huurvoorraad per streefhuurprijsklasse en verhuurder (over 4 jaren)
6 13 19 137
2588 2940 19 137
256
135 683 138
256
17 55 135 683 138 23 68
Omnia Wonen Wetland Wonen Groep Woonconcept Totaal
404
Steenwijkerwold
Onna
Oldemarkt
Eesveen
Wanneperveen
Vollenhove
Sint Jansklooster
Giethoorn
Blokzijl
Belt-Schutsloot
Steenwijk
Spreiding sociale huurvoorraad per kern en verhuurder (december 2014)
6 13 19 135
2476 2880 19 135
248 129 585 134 17 51 248 129 585 134 23 64
Verwachtte spreiding sociale huurvoorraad per kern en verhuurder (over 4 jaren)
7
Uitgangspunten voor afspraken sociale kernvoorraad
Conform de uitgangspunten van de gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid bedraagt de minimale omvang van de sociale huurvoorraad 4.900 sociale huurwoningen (in 2016). De omvang wordt jaarlijks gemonitored. Bij de monitoring worden ook de aantallen sociale huurwoningen van andere verhuurders meegenomen als Grouwels en Woonzorg Nederland;
Voor elke inkomensgroep is voldoende huuraanbod nodig. Het gaat daarbij om voldoende woningen beneden de liberalisatiegrens en een juiste verhouding tussen goedkoop (tot € 389,05), betaalbaar (van € 389,05 tot € 596,75) en duur (tot € 699,48)1. Gemeente en woningcorporaties inventariseren hoeveel woningen per prijscategorie er nodig zijn, gelet op de aanwezige inkomensgroepen in Steenwijkerland. Behoud van voldoende woningen in de goedkope en betaalbare categorieën is daarbij van belang;
Inzet is voldoende huurwoningen te behouden in de (kleine) kernen en ook een voldoende percentage in de goedkope en betaalbare categorieën. Verkoop van sociale huurwoningen in de (kleine) kernen vindt bij voorkeur plaats in al eerder aangebroken blokken;
Indien nodig wordt bij schaarste van sociale huurwoningen in de goedkope en betaalbare categorieën alternatief beleid overwogen, zoals een gericht toewijzingsbeleid op doelgroepen2.
2
(Lage) middeninkomens
Korte schets (lage) middeninkomens Sinds 2011 is bepaald dat minimaal 90% van de sociale huurwoningen verhuurd dient te worden aan huishoudens met een laag inkomen. In 2014 ligt de inkomensgrens bij een inkomen van maximaal € 34.678,- om nog in aanmerking te kunnen komen voor een sociale huurwoning 3. Huishoudens met een net iets hoger inkomen (van € 34.678,- tot € 38.000, de (lage) middeninkomens) zijn aangewezen op een geliberaliseerde huurwoning of een goedkope koopwoning. De gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid geeft aan dat er in Steenwijkerland in principe nog voldoende huisvestingsmogelijkheden voor deze groep zijn, maar dat dit in de nabije toekomst kan veranderen en er daarom vinger aan de pols nodig is. De aangekondigde maatregel dat woningcorporaties 10% extra sociale huurwoningen mogen toewijzen aan de inkomensgroep tussen € 34.678 en € 38.000 maakt de kans dat deze groep binnen onze gemeente in de problemen komt nog kleiner. Uitgangspunten voor afspraken (lage) middeninkomens De huidige toewijzingspraktijk bij de woningcorporaties wordt door de woningcorporaties zorgvuldig gemonitored en bij eventuele knelpunten bij de huisvesting van deze doelgroep wordt gezamenlijk naar oplossingen gezocht;
De gemeentelijke starterslening, voor de aankoop van een woning in de bestaande voorraad tot € 200.000 middels het revolverend fonds bij SvN, wordt in 2015 tegen het licht gehouden. Ook Woonconcept biedt starters op de koopmarkt een starterslening. Om de koop van een woning mogelijk te maken kan er tot € 12.500,- geleend worden. Het aanbod geldt voor zowel voormalige huurwoningen als voor nieuwe koopwoningen van Woonconcept Vastgoed BV;
1
€ 389,05 kwaliteitskortinggrens € 556,82 1e aftoppingsgrens (1 en 2 persoonshuishoudens) € 596,75 2e aftoppingsgrens (huishoudens vanaf 3 personen) € 699,48 liberalisatiegrens Tabel: Huurprijsgrenzen 2014
2
Hierbij dient wel te worden voorkomen dat bepaalde wijken op achterstand worden gezet en verpauperen;
3
Wetland Wonen Groep en Woonconcept hanteren een hogere inkomensgrens dan € 34.678;
8
Omnia Wonen bouwt voor deze doelgroep woningen in de vrije sector en wijst een beperkt aantal nieuwe sociale huurwoningen gericht toe aan deze doelgroep.
3
Wonen, zorg en welzijn
Korte schets wonen, zorg en welzijn Door de decentralisering van de zorg staan de gemeente en haar partners de komende jaren voor de uitdaging de transitie op het gebied van wonen, zorg en welzijn goed te organiseren. Door het scheiden van wonen en zorg wordt afscheid genomen van grote intramurale complexen en worden ouderen en (aankomend)zorgbehoeftigen gestimuleerd zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Door de vergrijzing neemt het aantal ouderen toe. Het wonen en aanbieden van zorg in de eigen vertrouwde omgeving of wijk heeft een hoge prioriteit. Mensen uit deze vertrouwde omgeving weghalen blijkt uit meerdere onderzoeken vaak erg ingrijpend te zijn, voor ouderen, maar ook voor andere doelgroepen. De gemeente en de woningcorporaties willen ontwikkelingen op het gebied van wonen, zorg en welzijn graag samen oppakken. Uitgangspunten voor afspraken wonen, zorg en welzijn De gemeente onderzoekt in samenwerking met woningcorporaties en zorgpartijen de behoefte aan en huisvestingsmogelijkheden voor zowel intramurale woonzorg (binnen de muren van een instelling) als extramurale woonzorg (begeleid wonen, mensen met een beperking) uitgesplitst naar huur/koop en kernen. Indien uit het onderzoek blijkt dat er een mismatch is tussen vraag en aanbod, zoeken gemeente en woningcorporaties samen met zorgpartijen naar een oplossing;
De gemeente betrekt de woningcorporaties bij het ontwikkelen van woonzorgzones (woonservicegebieden) en WMO beleid;
De gemeente en de woningcorporaties stemmen hun woon-en zorgregelingen goed op elkaar af en zorgen voor een heldere communicatie hierover naar de doelgroep.
4
Nieuwbouw
Korte schets nieuwbouw De inzet op grootschalige nieuwbouw is er niet meer bij de gemeente en de woningcorporaties, de vraag is nu vooral: ‘wat komen we te kort’. De woningvoorraad in Steenwijkerland moet volgens de huidige prognoses tot 2025 nog wel enigszins groeien om in de woonbehoefte te kunnen voorzien4. Het groeitempo neemt echter af en mogelijk kan er deels sprake zijn van lokale krimp. De Visie op Wonen en Leefbaarheid gaat uit van het bouwen van 100 woningen per jaar voor de eigen lokale behoefte en een beperkte bovenlokale opvangfunctie van 25 woningen per jaar. In deze visie hebben de kernen Oldemarkt, Steenwijk en Vollenhove naast een lokale, ook een bovenlokale functie. In een aantal kernen in de gemeente staan veel woningen langdurig te koop (o.a. Oldemarkt, Blokzijl, Giethoorn) terwijl hier toch nog nieuw wordt bijgebouwd. Het is van belang om goed de vinger aan de pols te houden bij de ontwikkelingen in deze kernen. Uitgangspunten voor afspraken over nieuwbouw Voor planontwikkeling voor nieuwbouw in de kleinere kernen wordt uitgegaan van een duidelijk aantoonbare lokale vraag naar sociale huurwoningen in een bepaalde kern;
De gemeente en de woningcorporaties streven ernaar dat 30% van het gemeentelijk woningbouwprogramma bestaat uit sociale huurwoningen. Inbreidingslocaties hebben daarbij voorrang op uitbreidingslocaties;
De effecten van nieuwbouw in kernen met een groot aanbod aan langdurig te koop staande woningen wordt de komende jaren zorgvuldig gemonitord;
Ten aanzien van grondprijzen van kavels bestemd voor sociale huurwoningen en/of gebouwen met een maatschappelijke gebruiksbestemming geldt dat deze op basis van de ‘Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting’ verkocht kunnen worden tegen
4
Bron: Primos en WOon 2012. 9
verlaagde grondprijzen. Er wordt een vaste grondwaarde per woning, voor nieuwe sociale huurwoningen behorende tot de kernvoorraad gehanteerd, waarbij geldt: - De grondwaarde per woning voor nieuwbouwplannen binnen Steenwijk (incl. Tuk), Vollenhove, Oldemarkt, Blokzijl, Zuidveen en Steenwijkerwold is € 12.500 excl. BTW k.k.; - Een grondwaarde per woning voor nieuwbouwplannen binnen de overige kernen is € 10.000 excl. BTW k.k. De grondwaardes worden gerekend exclusief BTW, het BTW tarief wordt in rekening gebracht bij de woningcorporaties. Voornoemde prijzen gelden voor de periode van deze overeenkomst. Indien nieuwe woningen behorende tot de kernvoorraad door de woningcorporaties worden verkocht binnen een periode van 10 jaar, dan zal verrekening van de overgebleven waarde met de gemeente plaatsvinden door de grondwaarde van die woning te taxeren volgens de residuele grondwaarde methode. Hierbij wordt het volgende afgesproken: - De woning wordt door een onafhankelijke taxateur getaxeerd op de waarde van het vrije economische verkeer (als woning in niet-verhuurde staat). De bouwkosten worden geraamd op het peil van verkoop. De bouwkosten (inclusief bijkomende kosten zoals architect, leges, adviseurs, bouwrente BTW, etc.) worden van de bovengenoemde waarde van de woning afgetrokken. De overgebleven waarde is de residuele grondwaarde. De betreffende woningcorporatie ontvangt de oorspronkelijke aanschafprijs (incl. BTW), verhoogd met de bouwkostenindex woningen van het CBS. De gemeente ontvangt het verschil tussen de residuele grondwaarde en het onder het vorige punt bedoelde aandeel van de woningcorporatie. 5
Duurzaamheid en betaalbaarheid
Korte schets duurzaamheid en betaalbaarheid In 2011 zijn in een Addendum op de Prestatieafspraken 2009-2012 door gemeente en corporaties afspraken gemaakt over duurzaamheid waarbij de inzet was om in 2020 minimaal 91% van de sociale huurwoningen op energielabel C of beter te krijgen. Met als doel de woonlasten voor huur- en koopwoningen niet te sterk te laten stijgen. Ook het gemeentelijk beleid is erop gericht om door isolatie de energetische prestatie van bestaande woningen te verbeteren en daarnaast het plaatsen van pv panelen te bevorderen. Deze doelstelling wordt niet langer door alle woningcorporaties omarmd, mede doordat energiemaatregelen tot een huurverhoging leiden. Vanuit de huurdersorganisaties wordt echter duidelijk gemaakt dat het energiezuiniger maken van woningen een hoge prioriteit dient te hebben en dat vooral woningen in het goedkope segment vaak slecht geïsoleerd zijn waardoor de bewoners, vaak met lage inkomens, hoge energiekosten hebben. A++
Omnia Wonen Wetland Wonen Groep Woonconcept Totaal
A+
0 0 0 0
A
18 11 0 29
B
20 127 308 455
C
95 382 402 879
D
84 407 1061 1552
E
116 199 769 1084
F
37 113 336 486
G
1 102 161 264
0 26 142 168
Verdeling energielabels per verhuurder (december 2014)
A++
Omnia Wonen Wetland Wonen Groep Woonconcept Totaal
A+
0 0 0 0
117 11 0 128
A
B
19 129 308 456
145 498 480 1123
C
134 440 1241 1815
D
E
0 147 691 838
F
8 68 258 334
G
0 62 90 152
0 16 72 88
Verwachtte verdeling energielabels per verhuurder (over 4 jaren)
10
Uitgangspunten voor afspraken over duurzaamheid en betaalbaarheid Wetland Wonen Groep en Omnia Wonen brengen hun totale woningvoorraad (Steenwijkerland en andere gemeenten samen) gemiddeld op label B. Woonconcept hanteert als uitgangspunt dat binnen 10 jaar 70% van de woningvoorraad minimaal label C heeft en maximaal 0% het label F en G;
Omnia Wonen en Wetland Wonen Groep hebben nog geen concrete ambitie ten aanzien van de plaatsing van pv panelen op de daken van sociale huurwoningen. Woonconcept biedt huurders het ‘Zonnig huren’ concept, waarbij huurders bereid moeten zijn maandelijks extra bij te dragen voor de installaties op het dak. Deze bijdrage is lager dan de netto opbrengst en levert daarmee een voordeel op voor de huurder;
De gemeente zet met het gemeentelijk energieloket in op informatievoorziening over energiebesparing en het opwekken van nieuwe energie aan alle inwoners van Steenwijkerland;
Het vraagstuk ‘energiemaatregelen en woonlasten’ wordt geagendeerd in de overleggen tussen gemeente en woningcorporaties en met huurders(vertegenwoordigers) besproken. Oplossingsrichtingen worden zo mogelijk vastgelegd in concrete jaarafspraken;
De uitkomsten van regionale woonlastenonderzoeken worden gedeeld en besproken, zoals dat van Atrivé in de regio Zwolle en het door Woonconcept uitgevoerde woonlastenonderzoek in Drenthe. Oplossingsrichtingen worden zo mogelijk vastgelegd in concrete jaarafspraken;
Om woonlasten betaalbaar te houden onderzoekt de gemeente mogelijkheden voor het treffen van maatregelen voor kwetsbare doelgroepen.
6
Leefbaarheid
Korte schets leefbaarheid In de gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid wordt duidelijk gemaakt dat de bewoners van een kern bij uitstek de deskundigen zijn om aan te geven hoe de leefbaarheid in hun kern kan worden verbeterd. De bewoners geven zelf vorm en inhoud aan leefbaarheid; de gemeente faciliteert daar waar mogelijk. Zowel herstructureringsprojecten, woonomgeving als problematiek ‘achter de voordeur’ kunnen onder leefbaarheid worden geschaard. In de afgelopen jaren zijn er verschillende herstructureringsprojecten opgestart om de woonkwaliteit en het woonklimaat in de Steenwijkerlandse kernen en wijken te verbeteren. De gemeente en de woningcorporaties trekken hier in partnerschap met elkaar op. De huurdersorganisaties geven aan dat de woonlasten van huurders toenemen, o.a. door huurverhogingen, oplopende gemeentelijke belastingen, energiekosten en zorgkosten, waardoor vooral mensen met lagere inkomens in de problemen kunnen komen. Doelgroepen die sneller in de problemen kunnen komen zijn onder andere: a) (alleenstaande) ouderen met uitsluitend AOW, b) gezinnen met een inkomen net boven de huurtoeslaggrens, c) mensen die (langdurig) op bijstandsniveau moeten leven. Uitgangspunten voor afspraken over leefbaarheid De huidige herstructureringsprojecten worden, voor zover financieel haalbaar, voortgezet en afgerond;
Voor het inventariseren van knelpunten in kernen en wijken worden de bewoners betrokken. Bewoners hebben inspraak als het gaat om leefbaarheid en wijkvernieuwing en bewonersinitiatieven worden gestimuleerd;
Gemeente en woningcorporaties maken afspraken over het kwaliteitsniveau van het openbaar groen en snippergroen in de wijken waar de woningcorporaties actief zijn;
De gemeente sluit aan bij de wijkschouwen die periodiek door de woningcorporaties worden georganiseerd;
Gemeente en woningcorporaties nemen deel aan het Regionaal Hennepconvenant Oost-Nederland;
Gemeente en woningcorporaties maken afspraken over het uitwisselen en inzicht geven in gegevens om in te kunnen spelen op situaties van overlast, huurschulden en huisuitzettingen;
Om in te kunnen spelen op (toekomstige) problemen rondom overlast, huurschulden en huisuitzettingen worden de komende periode verschillende opties verkend. Hiervoor is het van belang ‘out of the box’ te denken. Huurdersorganisaties geven de volgende voorbeelden aan: a) het instellen van een ‘woonlastenfonds’, b) het instellen van een meldpunt voor betalingsachterstanden, waarna actie kan 11
worden ondernomen, c) het instellen van een kwartiermaker die naar mensen toegaat (keukentafelgesprekken) en hun de weg wijst om uit de problemen te komen (o.a. naar GKB), maar ook overleg met zorgverzekeraars en energieleveranciers;
De gemeente heeft een rol in het bij elkaar brengen van partijen in de aanpak van overlast- en ‘multiproblem’ situaties. De woningcorporaties spelen signalen tijdig en adequaat aan elkaar door. De gemeente bevordert dat de hulpverlening de aanpak verzorgt en dit terugkoppelt naar de woningcorporaties.
7
Bijzondere doelgroepen
Korte schets bijzondere doelgroepen Binnen de gemeente zijn er verschillende bijzondere doelgroepen waarvoor op maat huisvesting dient te worden geboden. Het betreft hier bijzondere doelgroepen als statushouders, dak- en thuislozen en ex-gedetineerden. De gemeente krijgt van de Rijksoverheid een taakstelling opgelegd voor de huisvesting van statushouders. Voor de huisvesting van deze doelgroep is een belangrijke taak weggelegd voor de woningcorporaties. De huisvesting loopt momenteel in de pas met de taakstelling, maar door een recente verhoogde instroom van vooral mensen uit Syrië is voor de 2e helft van 2014 de taakstelling aan de gemeente opgehoogd, hetgeen ook voor 2015 en verder naar verwachting het geval zal zijn. Dit legt extra druk op het realiseren van de taakstelling. Uitgangspunten voor afspraken over bijzondere doelgroepen Wat betreft het huisvesten van statushouders stellen de woningcorporaties jaarlijks zoveel woningen beschikbaar als voor de realisatie van de taakstelling nodig is. Hierbij wordt een verdeling gemaakt naar rato van het aantal woningen in bezit van de woningcorporaties. Het gaat daarbij om zowel gezinnen, als alleenstaanden en jongeren en om woningen in de goedkope en betaalbare categorie (tot € 596,75) om betalingsproblemen te voorkomen. Statushouders hebben, bij wet, voorrang op alle andere woningzoekenden. Indien noodzakelijk wordt, in overleg met de gemeente, ook buiten de reguliere woningvoorraad naar passende (tijdelijke) huisvesting gezocht. Tenminste tweemaal per jaar wordt ambtelijk overleg gevoerd om de voortgang te bespreken en tijdig mogelijke knelpunten te signaleren;
Wat betreft het huisvesten van dak- en thuislozen en ex-gedetineerden worden bestaande afspraken gecontinueerd, zoals de afspraken in de overeenkomst ‘iedereen onderdak!’ tussen de Zwolse en regionale woningcorporaties met Stichting De Herberg.
8
Overige afspraken
Gemeente en de woningcorporaties voeren jaarlijks overleg over de ontwikkelingen van de WOZ-waarde ten opzichte van de marktwaarde;
Gemeente en woningcorporaties informeren elkaar vroegtijdig over beleidswijzigingen die van invloed zijn op het werk en bezit van de woningcorporaties en betrekken elkaar bij relevante beleidsontwikkelingen;
De gemeente informeert de woningcorporaties bij wijzigingen in bestemmingsplannen die betrekking hebben op het bezit van de woningcorporaties.
9
Proces, monitoring en overleg
De voorliggende prestatieovereenkomst heeft een looptijd tot en met 2017. Tussentijds zijn er diverse overlegmomenten en is monitoring nodig om ontwikkelingen in een vroegtijdig stadium te signaleren en daarop te kunnen inspelen. Uitgangspunten voor afspraken over proces en monitoring De voorliggende prestatieovereenkomst heeft een looptijd tot en met 2017;
De gemeente en de woningcorporaties dragen gezamenlijk zorg voor de uitvoering van prestatieovereenkomst en de jaarafspraken onder deze overeenkomst;
12
De gemeente actualiseert eenmaal per vier jaar de gemeentelijke woonvisie. De huidige woonvisie is in februari 2012 vastgesteld. De voorbereidingen voor een nieuwe woonvisie worden in 2015 opgestart, waarna deze naar verwachting in 2016 kan worden vastgesteld;
Voorafgaand aan het opstellen van de nieuwe woonvisie zullen gemeente en woningcorporaties een woningmarktonderzoek laten uitvoeren, waarbij de kosten voor het onderzoek 50/50 worden gedeeld. De woningcorporaties verdelen hun deel van de kosten naar rato van het aantal verhuureenheden in de gemeente Steenwijkerland;
Na vaststelling van de geactualiseerde gemeentelijke woonvisie zullen nieuwe prestatieafspraken worden opgesteld.
Uitgangspunten voor afspraken over overleg Tweemaal per jaar, in het voorjaar (januari – februari) en in het najaar (september – oktober), vinden er bestuurlijke overleggen over de uitvoering van de prestatieafspraken plaats tussen de gemeente en de drie woningcorporaties. In het bestuurlijk overleg in januari/februari worden de onderwerpen voor de afspraken voor het daarop volgende jaar besproken en bepaald. In de maanden daarop volgend worden de afspraken uitgewerkt en in het bestuurlijk overleg in september/oktober vastgesteld. Voorafgaand aan de bestuurlijke overleggen worden de huurdersorganisaties geraadpleegd over de prestatieafspraken;
Daarnaast worden er minimaal eenmaal per jaar op bestuurlijk niveau bilaterale gesprekken gevoerd tussen de gemeente en de woningcorporaties. Deze bestuurlijke overleggen gaan vooral in op uitvoerende zaken/projecten;
Tenminste eenmaal per kwartaal wordt een ambtelijk overleg gepland met de (beleids)medewerkers van de gemeente en de woningcorporaties over de uitvoering van de prestatieafspraken en het voorbereiden van de bestuurlijke overleggen over de prestatieafspraken;
Drie- a viermaal per jaar vindt er op ambtelijk niveau overleg plaats over ruimtelijke ontwikkelingen (projecten en locatieontwikkelingen) tussen de gemeente en afzonderlijke woningcorporaties.
13
14