Voortgangsrapportage LEEFBAARHEID EN WONEN
2012-2016
Gemeente Dongeradeel Mei 2012
Inhoudsopgave 1. Inleiding
2
2. Voorzieningen
3
2.1 Sport 2.1. Dorpshuizen 2.2. Ouderenzorg 2.3. Onderwijs 2.4. Speelruimten 3. Wonen 3.1. Dorpen 3.2. Stad Dokkum
3 3 5 6 7 8 9 12
4. Werken
14
5. Communicatie
15
Bijlagen: 1. 2. 3. 4.
Overzicht projecten en tijdsplanning + prioritering 2012 Investeringsoverzicht Beleidsprogramma Leefbaarheid en wonen Plan van aanpak experiment duurzame beschermde dorpsgezichten
1
1. Inleiding Na vaststelling van het beleidsprogramma Leefbaarheid en wonen in juli 2011 was al aangekondigd dat dit beleid omgezet zou worden in een uitvoeringsprogramma. Inmiddels is een groot deel van de voorstellen uit het beleidsprogramma in uitvoering genomen, maar staan ook andere ontwikkelingen op het gebied van leefbaarheid, voorzieningen, woningen en de economie niet stil. Daarom is er voor gekozen om de term uitvoeringsprogramma te vervangen door de term voortgangsrapportage. Hieruit wordt ook direct duidelijk dat we al met de uitvoering begonnen zijn en hierover kunnen rapporteren. Daarnaast is het project leefbaarheid geen statisch project. Daarom zullen naast de voorstellen die als beleid vastgesteld zijn en uitgevoerd zullen worden ook nieuwe initiatieven gestart worden. Hierbij kunnen we reageren op actualiteiten en wensen van de inwoners van de gemeente om de leefbaarheid te blijven stimuleren. ANNO In het beleidsprogramma leefbaarheid en wonen werd al gesproken over de impuls die de Agenda Netwerk Noordoost zou kunnen geven aan de regio. Vanuit de Agenda Netwerk Noordoost werkt de regio inmiddels samen met de provincie aan concrete projecten die een bijdrage leveren aan een gezonde sociaal- economische toekomst voor Noordoost Fryslân. In 2030 is het goed wonen in de regio, zijn er voldoende banen en is de omgeving op orde. Netwerk Noordoost is een samenwerking tussen de gemeenten Dongeradeel, Dantumadiel, Kollumerland c.a., Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. In onderliggende voortgangsrapportage zijn twee projecten opgenomen die ook onderdeel uitmaken van de Agenda Netwerk Noordoost. Het gaat hierbij om het experiment duurzame beschermde dorpsgezichten dat in het hoofdstuk Wonen besproken wordt (voorstel 9 en bijlage 4). Ook het landelijk experiment “Smart Rural Network Society” ofwel dorpshuis nieuwe stijl (voorstel 3) is een project uit de Agenda Netwerk Noordoost. Leeswijzer In deze voortgangsrapportage wordt een uitwerking gegeven van de 20 voorstellen zoals genoemd in het beleidsprogramma Leefbaarheid en wonen (Bijlage 3). Per voorstel zal de huidige stand van zaken gegeven worden en wat er concreet nog gaat gebeuren of zou moeten gebeuren. In de bijlage (Bijlage 1) treft u een overzicht van alle projecten met een tijdsplanning voor 2012 en daarbij is de prioritering van de projecten ook meegenomen. In bijlage 2 is daarnaast een overzicht van de investeringen wat betreft de kosten en uren te vinden. Voor de overige achtergrondinformatie per voorstel en de reacties hierop door inwoners tijdens de informatiebijeenkomsten in mei 2011 wordt verwezen naar het beleidsprogramma Leefbaarheid en wonen (Bijlage 3).
2
2. Voorzieningen Op het gebied van voorzieningen in de regio en de verschillende gemeenten afzonderlijk is binnen het Netwerk Noordoost een project gestart gericht op de regionale afstemming van voorzieningen in Noordoost Fryslân. Hierin wordt gekoerst op het opstellen van een voorzieningenspreidingsplan. Hierbij gaat het om voorzieningen zoals een zwembad, sporthallen en bibliotheek. In een volgende voortgangsrapportage zal ook bericht worden over de voortgang van dit project. Ook het landelijk experiment “Smart Rural Network Society” ofwel dorpshuis nieuwe stijl (voorstel 3) is een project uit de Agenda Netwerk Noordoost dat zich richt op de voorzieningen. In de komende zeven voorstellen schetsen wij onze voornemens op het gebied van de voorzieningen voor de komende jaren. 2.1. Sport Voorstel 1 Met sportverenigingen en andere betrokken organisaties in overleg treden om het gezamenlijke gebruik van sportvoorzieningen te realiseren. Stand van zaken In december 2009 is in het kader van bezuinigingen door de raad besloten een capaciteitsonderzoek uit te voeren naar de sportvelden. Dit capaciteitsonderzoek naar de sportvelden, het gaat hier ook om de zogenoemde ‘trapveldjes’ en kaatsvelden, is uitgevoerd door de gemeentelijke terreinmeester. Hij heeft de afgelopen winter 2011/2012 het onderzoek naar het gezamenlijk gebruik van sportvoorzieningen aangevuld met een inventarisatie van eerder gepleegde groot onderhoudswerkzaamheden aan de velden. Vanuit het onderzoek is het rapport over de renovatie van de sportvelden in de toekomst tot stand gekomen. Uit het onderzoek is een voorzichtige conclusie op te maken. Er is duidelijk sprake van overcapaciteit. Dit zal op korte termijn niet leiden tot samenvoegen of afstoten. Echter is dit op termijn niet uitgesloten. Het voorstel over mogelijke capaciteitsbesparingen bijvoorbeeld door gezamenlijk gebruik en/of investeringen in kunstgras is gereed en wordt voor de zomer van 2012 in het college ingebracht. Ter zijne tijd wordt de raad hierover geïnformeerd. Na een principebesluit van het college zullen de gesprekken met de verenigingen worden gehouden. 2.2. Dorpshuizen Voorstel 2 Aanvragen voor investeringssubsidies voor dorpshuizen worden alleen gehonoreerd als ze in overeenstemming zijn met aard en schaal van de voorziening. Hierbij wordt steeds nagegaan of de gevraagde voorziening niet vanuit een bestaand gebouw verzorgd kan worden. Stand van zaken Aanvragen voor investeringssubsidies komen ad hoc binnen. In de toekomst is het wenselijk dat er met een subsidiesystematiek, bijvoorbeeld in de vorm van nog op te stellen beleidsregels, wordt gewerkt die in overeenstemming is met aard en schaal van de voorziening. Het voorstel is om dit in het najaar van 2012 verder op te pakken. Momenteel spelen de door de initiatiefgroepen in Hantum en Anjum naar voren gebrachte plannen. In Anjum ligt een ambitieus plan om het kerkelijke gebouw De Dobbe te 3
herstructureren tot een multifunctionele accommodatie (MFA) te bouwen. Hierin zal naast een dorpshuisfunctie ook een gezondheidscentrum met mogelijk huisartsen en fysiotherapeuten opgenomen worden. De stichting heeft gevraagd om een gemeentelijke investeringssubsidie van € 975.000. Het verzoek is geplaatst op de lijst van aanvragen om toekenning van financiële middelen (ter hoogte van € 920.000) in het kader van de perspectiefnota. Besluitvorming over het al dan niet honoreren van de aanvraagt vindt plaats in de raadsvergadering van 5 juli 2012. Voor een MFA in Hantum is een commissie haalbaarheid ingericht, die in juli 2011 een eerste uitwerking van een plan van aanpak heeft toegelicht. Het is vooralsnog de bedoeling om in het MFA onder andere de volgende onderdelen op te nemen: jeugdhonk, grote zaal voor toneel en sport, café en vergaderzaal. Het feitelijk subsidieverzoek van Hantum is € 450.000. Het verzoek is geplaatst op de lijst van aanvragen om toekenning van financiële middelen (ter hoogte van €175.000) in het kader van de perspectiefnota. Besluitvorming over het al dan niet honoreren van de aanvraagt vindt plaats in de raadsvergadering van 5 juli 2012. In Holwerd is de bouw van een multifunctionele accommodatie (MFA) in gang gezet, waardoor de sporthal in stand gehouden kan worden. Hiervoor is reeds een krediet verleend ad € 1.371.000. In 2012 zal de procedure voor bestemmingsplanwijziging plaatsvinden. De oplevering van het gebouw staat gepland voor 1-5-2013. Binnen het MFA zal ook het jongerencentrum The Sound en de peuterspeelzaal een plek krijgen. Voorstel 3 Meewerken aan het landelijk experiment “Smart Rural Network Society” in Noordoost Friesland. Stand van zaken Onder druk van allerlei schaalvergrotingsprocessen kunnen in de dorpen steeds minder diensten worden aangeboden. Winkels sluiten hun deuren. Dokter, tandarts en therapeut bundelen hun krachten in een gezondheidscentrum in een grotere kern. Kruidenier en bibliotheek proberen het mobiel, maar na verloop van tijd kan dat ook niet meer. ICT biedt wellicht mogelijkheden om verdwenen of bedreigde voorzieningen terug te brengen in het dorp. Momenteel loopt bij de provincie – samen met Kollumerland, Dantumadiel en Dongeradeel - een landelijk experiment dat in onze regio uitgeprobeerd wordt. Het project is opgezet in het kader van het Interregproject Vital Rural Area. De provincie is trekker en naast de drie gemeenten zijn Kabel Noord, Zorggroep Pasana, Stichting Welzijn Het Bolwerk en woningcorporatie Thùs Wonen bij de uitvoering betrokken. Het doel van het project Smart Rural Network Society is om met behulp van ICTtoepassingen voorzieningen te realiseren in kleine dorpen in Noordoost Friesland en op die manier de leefbaarheid te behouden of te vergroten. De voorzieningen zijn bedoeld voor alle inwoners van het dorp, maar gezien de demografische ontwikkelingen in de regio zijn een aantal leeftijdsgroepen te onderscheiden waarvan verwacht wordt dat deze vooral baat hebben bij goede voorzieningen in het dorp, zoals jongeren tot 18 jaar, gezinnen met kinderen, ouderen en alleenstaanden. Het experiment valt uiteen in twee deelprojecten, die niet alleen worden ontwikkeld maar ook zullen worden geïmplementeerd: 1) het ‘Dorpshuis Nieuwe Stijl’ en 2) een interactief digitaal dienstennetwerk. De beide deelprojecten ontmoeten elkaar in de fysieke en digitale ‘Community and Service Hotspot’, die gebaseerd is op tweezijdige communicatie.
4
Om te achterhalen van welke diensten en voorzieningen bewoners van een klein dorp gebruik maken en welke behoefte zij hebben qua voorzieningenniveau heeft Partoer in opdracht van de Provincie Fryslân onderzoek gedaan in het dorp Burum. Dit onderzoek is een eerste stap in een langer traject waarin mogelijk nog groepsgesprekken zullen volgen met verschillende doelgroepen en ook het monitoren van de implementatie van diensten en voorzieningen. Het brede multifunctionele dorpscentrum in dit experiment zal worden gerealiseerd in het dorpshuis in Burum. Het is de bedoeling dat het experiment dat eind 2010 is gestart ongeveer twee jaar duurt. Daarna moet het onder verantwoordelijkheid van de provincie Fryslân, afdeling Infrastructuur en Milieu, worden geëvalueerd. Hierna kan de werkwijze over de regio verspreid worden. Tot die tijd nemen wij als gemeente zitting in de werkgroep waarin alle betrokken partijen vertegenwoordigd zijn. 2.3. Ouderenzorg Voorstel 4 Samen met de Zorggroep Pasana een regiegroep vormen om met spoed de bouw van extramurale zorgwoningen voor te bereiden. Stand van zaken Start van de regiegroep heeft in januari 2012 plaatsgevonden Uitkomst van het eerste overleg was om de regiegroep breder te trekken en daarbij ook Thús Wonen en het Bolwerk uit te nodigen. Daarnaast is in dit eerste overleg duidelijk naar voren gekomen dat er op dit moment een overkoepelende visie ontbreekt. Besloten is om het in 2006 gerealiseerde rapport ‘Wonen, Zorg, Welzijn in het landelijk gebied van Dongeradeel” (waarin al veel informatie verzameld is) hiertoe als eerste aanzet te gebruiken. Een overkoepelende visie kan en moet in een relatief kort tijdsbestek gerealiseerd worden, hier is men momenteel mee aan de slag. Deze visie verwacht men in het najaar van 2012 te kunnen presenteren. Dit voorstel moet in samenhang gezien worden met voorstel 5, waarbij elementen als levensloopbestendig maken van woningen en zorg op afstand meegenomen dienen te worden. Voorstel 5 Stimuleren dat ouderen zolang mogelijk in hun eigen woning blijven wonen. Concrete mogelijkheden uitwerken in overleg met maatschappelijke instellingen, zorgaanbieders en andere bedrijven die zich op deze doelgroep richten. Stand van zaken Reguliere Wmo-taak wordt uitgevoerd. Intensivering van communicatie is hierbij wel een aandachtspunt. Daarnaast is preventieve gezondheidszorg voor ouderen sinds 2010 een wettelijke taak voor gemeenten. De komende jaren vormt de groep ouderen ook een specifiek aandachtspunt. Reden hiervoor is de sterke toename van die groep, de vergrijzing in deze regio. Voor de uitvoering van dit voorstel moet een projectmatige aanpak worden ontwikkeld in samenspraak met de externe partijen. Project Zorg en Welzijn op afstand is in voorbereiding met diverse partijen. Er is hiervoor een subsidie aangevraagd bij de provincie. Deze subsidie is deels toegekend waardoor het project niet in zijn geheel kan worden uitgevoerd. Reden voor een niet volledige toekenning van de subsidie is vanwege de beschikbaarheid van geld bij de provincie, het subsidieplafond is bereikt.
5
Partijen hebben uitgesproken verder met elkaar te willen, nu in de vorm van nog te ontwikkelen deelprojecten. Hierbij moet men denken aan bijvoorbeeld het bundelen van diensten. Ook wordt er gezocht wordt naar mogelijkheden om welzijnsdiensten bij de mensen (veelal ouderen) thuis te brengen. Hierbij wordt aangehaakt op het bestaande beeldtelefonieproject van het Friese Land. Onderzocht wordt hoe preventieve diensten, contactmogelijkheden, informatie en ondersteunende diensten gericht op participatie en zelfstandigheid via de beeldtelefoon geleverd kunnen worden. Indien mogelijk wordt dit ook uitgebreid naar levering van (bepaalde vormen van) zorg via de beeldtelefoon. Naast gebruik van de beeldtelefoon, die bij een deel van de oudere doelgroep al bekend is, wordt ook gekeken naar het ontwikkelen van andere manieren om deze zorg (digitaal) bij de mensen thuis te krijgen. Gedacht wordt daarbij aan een (interactieve) website, Smartphone- of tablet app of iets dergelijks. Want ook de ouderen in onze regio gaan steeds meer mee met digitale ontwikkelingen.
2.4. Onderwijs Voorstel 6 Samen met ouders, schoolbesturen en andere organisaties nagaan op welke wijze de kwaliteit van het onderwijs in de gemeente het beste gewaarborgd kan worden. Dit alles dient in samenhang met het op te stellen integraal huisvestingsplan (IHP+) te gebeuren. Stand van Zaken In haar vergadering van december 2010 heeft de gemeenteraad opdracht gegeven om het bestaande voorstel voor het integraal huisvestingsplan van PVG aan te laten vullen met acht door haar opgegeven kaders. Deze opdracht is inmiddels uitgevoerd door BMC. Het nieuwe integrale huisvestingsplan zal na bespreking in september 2012 in een op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met de schoolbesturen aan de gemeenteraad voorgelegd worden. Na vaststelling van het IHP zullen de gemeente en schoolbesturen gezamenlijk een visie op de toekomst van het onderwijs en de hiermee verband houdende huisvesting op moeten stellen. Hierbij zullen ook burgers en ouders betrokken moeten worden ondersteund door Doarpswurk en de ouderraden van scholen en peuterspeelzalen. Zaken die hierbij aan de orde dienen te komen, zijn: • de samenwerking tussen scholen, • het vormen van brede scholen, • het vormen van clusters van scholen die mogelijk op termijn samen zullen gaan, zowel in Dokkum, als in het buitengebied, • de kwaliteit van het onderwijs. Daarnaast is het van belang om in ieder geval tweejaarlijks, maar als er sprake is van leerlingendaling bij voorkeur elk jaar leerlingenprognoses op te laten stellen. Leerlingenvervoer Op het gebied van leerlingenvervoer is er na sluiting van de basisschool in Wierum (n.a.v. een motie van de gemeenteraad) een regeling getroffen met ouders die hun kinderen naar de school in Paesens hebben gedaan. Zij ontvangen gedurende twee jaar vanaf het schooljaar 2011-2012 een vergoeding in de reiskosten. Dit is gedaan vanwege het feit dat Wierum en Paesens voor de sluiting van Wierum gefuseerd zijn en Paesens ook te maken heeft met een laag leerlingenaantal. Om precendentwerking te voorkomen is door de gemeenteraad voorgesteld om de verordening leerlingenvervoer aan te passen op het gebied van de vergoeding in de reiskosten als ouders kiezen voor een fusieschool binnen de gemeentelijke grenzen.
6
Het college van B en W heeft in haar vergadering van 24 april 2012 besloten uitvoering te geven aan de motie door toepassing van artikel 29 (de hardheidsclausule) van de verordening leerlingenvervoer. Ten aanzien van de precedentwerking heeft het college echter besloten dat zodra daar aanleiding voor is ofwel in het IHP ofwel als een school onder de opheffingsnorm dreigt te zakken naar deze concrete situatie gekeken wordt. Hierin wijkt zij af van het voorgestelde in de motie.
2.5. Speelruimten Voorstel 7 De antwoorden op de beleidsvragen van de fracties in de gemeenteraad van Dongeradeel in de commissie MAZ d.d. 30 juni 2011 bepalen de koers voor het gemeentelijk speelruimtebeleid rekening houdend met de demografische ontwikkelingen en overige voorzieningen in dorp en wijk. Dit zal uitmonden in het uitwerken van een beleidsnota die door de gemeenteraad vastgesteld zal worden. Stand van zaken De speelplaatsen hebben onderdeel uitgemaakt van de bezuiningsdiscussie. Een van de uitgangspunten is dat het huidige budget leidend zal zijn voor het ontwikkelen van nieuw beleid. De takendiscussie heeft echter geleid tot een 50% bezuinigingsopdracht op het huidige budget. Naar aanleiding van deze bezuinigingsopdracht, worden de beleidskaders aangepast en uitgewerkt in een Nota van Uitgangspunten met betrekking tot het speelruimtebeleid. Voorlopig is er onvoldoende capaciteit en afhankelijk van de prioritering wordt het speelruimtebeleid niet eerder opgepakt dan eind van 2012. Wanneer de Nota van Uitgangspunten gereed is, wordt deze nota aan de raad voorgelegd. Hierna kan overgegaan worden tot uitwerking naar beleid.
7
3. Wonen In de Discussienota van maart 2010 (hoofdstuk 3) is het bestaande beleid uitvoerig beschreven. Wonen heeft een sterke regionale component. Deze komt tot uitdrukking in de Strategische woonvisie NOFA (2009) en in het Woningbouwprogramma 2010-2016 van de provincie. In die periode mag Dongeradeel 410 woningen (basisprogramma) bouwen, waarvan 70% (=287) op uitbreidingslocaties. In de praktijk mogen er meer woningen worden gebouwd omdat voor inbreiding geen plafond geldt. Vastgesteld kan worden dat het woningbouwprogramma 2010-2016 meer dan genoeg ruimte geeft om alle reële voornemens te realiseren. In ons Woonplan 2006-2010 is de slag gemaakt van kwantitatief naar kwalitatief denken. Aantallen zijn minder belangrijk; het gaat om de kwaliteit en maatwerk. Die centrale boodschap is nog steeds actueel en blijft om die reden de komende jaren het fundament van ons beleid. We hoeven ons niet meer druk te maken over de verdeling van contingenten over Dokkum en de dorpen. Overal kan naar behoefte gebouwd worden, maar die behoefte zal zoals gezegd steeds zorgvuldig onderbouwd moeten worden. In dat kader dient de door uw raad in april 2011 vastgestelde notitie ‘uitbreidingsmogelijkheden woningbouw in de dorpen’ genoemd te worden. In deze notitie wordt uitbreiding van woningbouw alleen toegestaan als wordt voldaan aan een drietal vereisten, te weten: - aantoonbare behoefte - mogelijkheden van inbreiding, herstructurering of renovatie bieden geen alternatief - dorpsuitbreiding valt binnen de woningmarktverkenning Woningcorporatie Thús Wonen (TW) heeft inmiddels haar strategisch voorraadbeheer gepresenteerd. Daarin geeft ze aan de komende 10 jaar 135 miljoen in haar woningbezit te investeren. TW kiest er daarbij voor om te investeren in de grote en middelgrote kernen en dus minder of in het geheel niet in de kleinere kernen met minimale voorzieningen en zonder regionale functie. Voor Dongeradeel betekent dit dat in de dorpen Brantgum, Hantum, Hantumhuizen, Raard, Wierum, Nes, Paesens-Moddergat Lioessens, Morra, Niawier en Ee niet meer zal worden geïnvesteerd. In de praktijk zullen huurwoningen in deze dorpen, die uit de huur vrijkomen, te koop worden aangeboden. Als de verkoop binnen 4 maanden niet lukt dan worden deze woningen ook weer in de huur aangeboden. De huurwoningen in deze dorpen worden uiteraard wel normaal onderhouden, maar er wordt niet meer extra in geïnvesteerd. Tegen de handelswijze van TW om op zich niet meer te investeren in de kleine dorpen is maatschappelijk de nodige weerstand ontstaan. Tijdens de nu lopende onderhandelingen over het woonakkoord blijkt dit ook een heikel punt. Tw is zich op dit moment aan het beraden over eventuele aanpassingen van het SVB op dit punt. Gezien de ontwikkelingen op de woningmarkt is het belangrijk voortdurend de vinger aan de pols te houden. Het is duidelijk dat wij onder de gegeven omstandigheden een terughoudend beleid voeren. Voor wat betreft de sociale voorraad is een woonakkoord in de maak dat elk jaar tegen het licht zal worden gehouden. Voor wat betreft de particuliere nieuwbouw zal de behoefte in voorkomende gevallen aangetoond moeten worden. Flexibiliteit is meer dan ooit nodig. Met het oog daarop is het nodig scherp te letten op marktontwikkelingen. Door woningbehoefte en marktontwikkelingen nauwlettend in het oog te houden en flexibel in te spelen op veranderingen, moet het mogelijk zijn vraag en aanbod met elkaar in overeenstemming te houden en ook die kwaliteit te bieden die in deze tijd wordt gevraagd. Wij schetsen in de volgende voorstellen onze voornemens voor de komende jaren. We maken daarbij een onderscheid tussen de dorpen en Dokkum.
8
3.1. Dorpen Voorstel 8 Meewerken aan het landelijk experiment van Doarpswurk inzake de aanpak van verpauperde panden. Stand van zaken Vooruitlopend op de uitvoering van dit experiment is de welstandsnota aangepast met een excessenregeling waardoor het mogelijk is om handhavend op te treden tegen verpauperde panden. Inmiddels hebben de gemeente en Doarpswurk een intentieverklaring ondertekend om een drietal panden in Holwerd in 2012 concreet aan te pakken. Daarbij is gebruik gemaakt van een provinciale ISV-subsidie. Hieronder volgt een korte beschrijving van het experiment. Het Experiment Aanpak Rotte Kiezen is in 2007 gestart door vier Friese woningcorporaties en Doarpswurk. Na drie jaar van intensief werken aan het vergroten van kennis, bewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van verpaupering, is het nu tijd voor concrete actie. Intussen is het project tot rijksexperiment op gebied van de bevolkingskrimp benoemd.. Doelstelling Het uiteindelijke doel van dit project is het vergroten van de leefbaarheid op het Friese platteland door het doelmatig aanpakken van bestaande verpaupering en het voorkomen van verpaupering in de toekomst. Hierbij richten we ons op particuliere panden. Dit willen we bereiken door enerzijds gemeenten te informeren, adviseren, stimuleren en ondersteunen inzake het formuleren en uitvoeren van handhavingbeleid. Anderzijds zullen we daadwerkelijk rotte kiezen aanpakken. Naast het verbeteren van de situatie ter plaatse, doen we hiermee veel kennis en ervaring op die we in volgende situaties kunnen toepassen. De meeste Friese rotte kiezen staan in de noordelijke schil, daar ligt dan ook het zwaartepunt van dit project. Uitgangspunten - In Aanpak Rotte Kiezen wordt getracht eigenaren te verlossen van hun verslechterende eigendom en omwonenden te helpen om hun buurt leefbaar te houden of te maken. Een positieve benadering vanuit de overtuiging dat iedereen er baat bij heeft. - Prioriteit ligt op panden die de leefbaarheid van een dorp beïnvloeden door locatie, uitstraling en/of historie. - Maatschappelijke doelstellingen als duurzaamheid (100.000 woningenplan), regionale werkgelegenheid en leerwerkplaatsen worden zoveel mogelijk verweven in dit project. - Maatwerk is nodig om de verschillende panden, betrokkenen en omgevingen tot hun recht te doen komen. Een standaardoplossing voor alle panden bestaat niet. Wel streven we naar een gelijk proces en methodiek (traject) rond alle panden. - Mocht een eigenaar niet willen meewerken aan een realistische duurzame oplossing, wordt op dat moment het juridische handhavingtraject ingezet. Traject Globaal te doorlopen traject bij ieder pand is: Stap 1 Partijen spreken intentie uit mee te werken aan de ontwikkeling en uitvoering van een plan van aanpak voor het betreffende pand Stap 2 Relevante informatie over pand en eigenaar wordt achterhaald en eigenaar wil meewerken aan de ontwikkeling en uitvoering van een plan van aanpak (het traject stopt en juridische handhaving start in geval de eigenaar niet wil meewerken, of in staat is zonder ondersteuning te voldoen aan de eisen vanuit welstand en bouwverordening).
9
Stap 3 Werkgroep formeren van betrokkenen zoals de eigenaar, gemeente, corporatie, bank en dorpsbelang. In de werkgroep wordt een plan van aanpak uitgewerkt. Stap 4 Wanneer partijen het eens zijn over de exploitatieopzet met daarin de verdeling van de kosten, wordt het plan ten uitvoer gebracht. Plan van aanpak Alle opties voor oplossingen staan open: ondersteunen van de eigenaar bij opknappen, ondersteunen bij de verkoop door een alternatieve aanpak (in beeld brengen van de mogelijkheden), slopen, herbestemmen, ruilen met woningen van corporatie, et cetera. Bij alle werkzaamheden worden lokale partijen ingeschakeld. Zo kan bijvoorbeeld de lokale aannemer vakleerlingen begeleiden bij verbouwwerkzaamheden. Dit voorstel (8) dient in samenhang met voorstel 9 gezien te worden. Voorstel 9 Het landelijk experiment duurzame beschermde dorpsgezichten Dongeradeel verder uitwerken. Stand van zaken Het Plan van aanpak van dit experiment is in juli 2011 door de stuurgroep goedgekeurd. De Rijksdienst van Cultuurhistorisch Erfgoed heeft haar cultuurhistorische verkenning van de vier beschermde dorpsgezichten in december 2011 afgerond. Deze verkenning is samen met de bouwhistorische verkenning en de dorpsverkenning het kaderstellende fundament voor een nog samen met de bewoners op te stellen ontwikkelingsperspectief per dorp. Het resultaat van dit ontwikkelingsperspectief dient de input te vormen voor de Ontwikkelingsschets Beschermde Dorpsgezichten, die door de gemeenteraad in het najaar van 2012 vastgesteld zal worden. In de ontwikkelingsschets worden globale richtlijnen aangegeven en zal mede als basis dienen voor de op te richten dorpsontwikkelingsmaatschappijen (DOM). Bureau Weusthuis is gevraagd voor het onderzoeken van het juridisch kader voor De Dom. Daarnaast onderzoekt dit bureau het subsidiekader. Hierbij zal ook gekeken worden naar de besteding van de middelen. Het gaat hierbij om het vormen van een fonds bij SVN voor bijvoorbeeld leningen en het opstellen van subsidievoorwaarden waaraan projecten van burgers en de DOM’en moeten voldoen. Het is de bedoeling dat de vier DOM’en in het najaar van 2012 opgericht zijn en de eerste plannen in de vier beschermde dorpsgezichten tot uitvoering gebracht kunnen worden. Dorpsbelangen is geïnformeerd over de processtappen en hun rol hierin. Begin 2012 is ook een start gemaakt met het informeren van alle inwoners van de dorpen en worden uitgenodigd om na te denken over hun visie op hun beschermde dorpsgezicht en de toekomst hiervan. Dit wordt de komende periode verder uitgevoerd. Het project heeft vooralsnog een looptijd van 5 jaar. Na de opzet van de DOM’en in de vier beschermde dorpsgezichten kan de methodiek over de rest van de gemeente uitgespreid worden en mogelijk ook over andere gemeenten in de regio. Dit voorstel kan in samenhang met voorstel 8 gezien worden. Er kunnen binnen de beschermde dorpsgezichten verpauperde panden middels handhaving aangepakt worden. Binnen deze aanpak kunnen bewoners ook begeleiding verwachten van Doarpswurk wat betreft de inzet van expertise.
10
Voor de middelen (zie bijlage 2. investeringsoverzicht) van ANNO geldt het ‘een euro, voor een euro- principe’. Elke euro die de gemeente besteedt aan dit experiment en deze vier beschermde dorpsgezichten zal door ANNO (provinciale gelden) verdubbeld worden. Voorstel 10 Stimuleren collectieve planvorming voor verduurzaming van de particuliere woningvoorraad, in samenhang met versterking leefbaarheid dorpen. Stand van zaken De provincies Fryslân, Groningen en Drenthe hebben grote ambities waar het gaat om het energiezuiniger maken van woningen. De doelstelling is in de periode 2011-2015 100.000 woningen in het Noorden energiezuiniger te maken. De provincie Fryslân heeft via het project ‘De Helpende Hân’ € 10.000,- subsidie beschikbaar gesteld voor het opzetten van lokale samenwerkingsverbanden van bedrijven. Om dit te realiseren hebben de gemeenten Dantumadiel en Dongeradeel het initiatief genomen tot de oprichting van Goed Bezig. Dit is een samenwerking van bedrijven dat zich richt op het uitvoeren van energiebesparende maatregelen bij particuliere woningen. Op 19 januari 2012 (Holwerd) en 2 februari 2012 (Dokkum) zijn hierover informatiebijeenkomsten gehouden door de bedrijven van het consortium ‘Goed Bezig’ (www.samengoedbezig.nl). In het najaar van 2012 zullen er opnieuw informatiebijeenkomsten worden georganiseerd. Er is een subsidieregeling opgesteld voor een tegemoetkoming in de kosten voor een energieadvies voor de particuliere woning (maatwerkadvies). Particuliere huizenbezitters kunnen indien ze via een gecertificeerd EPA-adviseur een maatwerkadvies laten opstellen, € 100,00 terug krijgen van de gemeente. Voorstel 11 Met de woningcorporatie afspraken maken over herijking van het programma van de herstructurering, het aanpassen van de sociale woningvoorraad aan de veranderende bevolkingssamenstelling, het verkoopbeleid en verduurzaming. Jaarlijkse evaluatie en actualisatie door gemeenteraad, mede op basis van rapportage klankbordgroep. Stand van zaken Onder leiding van Grontmij zijn Thús Wonen en de Gemeente Dongeradeel momenteel bezig met het realiseren van een woonakkoord. Het streven is om dat in het najaar van 2012 te realiseren. Met het Strategisch Voorraadbeleid van Thús Wonen en woonvisie van de Gemeente als onderliggende beleidstukken wordt getracht voor de komende vijf jaar een gemeenschappelijk gedragen woonprogramma te bewerkstelligen. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de huisvesting van de doelgroepen, afstemming wonen, welzijn en zorg, leefbaarheid en de verdeling van de kosten bij herstructureringsprojecten. Er zal een jaarlijkse evaluatie van de afspraken plaatsvinden. Dit voorstel kan in samenhang met voorstel 17 gezien worden. Voorstel 12 a. Behoudens aantoonbare behoefte geen projectmatige nieuwbouwwoningen; de bestaande uitbreidingslocaties in het bestemmingsplan Doarpen toetsen aan behoeftegegevens. b. Inbreiding heeft voorkeur boven uitbreiding; gemeente geeft locaties aan. c. Gemeente maakt gronden pas bouwrijp als voldoende zekerheid bestaat over de daadwerkelijke verkoop.
11
d. De uitbreidingsrichtingen in het Structuurplan – gebaseerd op groei - zijn niet meer richtinggevend. e. Voorkomen moet worden dat nieuwbouw in de randen ten koste gaat van de kwaliteit van de dorpskern. Stand van zaken In april 2011 is door uw raad de notitie ‘uitbreidingsmogelijkheden woningbouw in de dorpen’ vastgesteld. In deze notitie is het beleid ten aanzien van dorpsuitbreiding vastgelegd. Kort samengevat betekent dit dat een verzoek om dorpsuitbreiding wordt gehonoreerd en verder uitgewerkt in een bestemmingsplan als aan de volgende criteria voldaan wordt: 1. 2. 3.
Er is aantoonbare behoefte Mogelijkheden van inbreiding, herstructurering of renovatie bieden geen alternatief Dorpsuitbreiding past binnen woningmarktverkenning
Dit betekent niet dat de woningbouw in de dorpen op slot wordt gezet. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Het betekent wel dat meer dan in het verleden maatwerk geleverd moet worden. Recente jurisprudentie leert dat de behoefte aan nieuwbouw feitelijk onderbouwd moet worden. Voorkomen moet worden dat de gemeente gronden bouwrijp maakt terwijl later blijkt dat die bouwkavels niet worden afgenomen. 3.2. Stad Dokkum Allereerst wordt hier gerefereerd aan de Structuurvisie Bundelingsgebied Regiostad Dokkum. In die visie zijn de inbreidingslocaties in Dokkum vastgelegd en beschreven. Gezien de recente woningmarktanalyse verdient het thans aanbeveling nu een stap verder te gaan en deze gebieden te prioriteren. Ook hier past de kanttekening dat het niet de bedoeling is nu definitieve keuzes te maken. Die worden in het nog af te sluiten woonakkoord gemaakt. In het kader van de jaarlijkse evaluatie en actualisatie van het woonakkoord met de woningcorporatie wordt de woningmarkt als geheel onder de loep genomen en zal ook de prioritering van de inbreidingslocaties onderwerp van discussie zijn. Voorstel 13 Geen nieuwe uitbreidingslocaties voor projectmatige nieuwbouw in ontwikkeling nemen. Stand van zaken In de Trije Terpen in Dokkum zijn nog ongeveer 90 kavels op uitleglocatie beschikbaar voor particuliere en projectmatige bouw. Hiervan worden 24 kavels ingevuld door Woon Friesland ( 10 huur/14 koop) en 12 door Bouwbedrijf Jellema (12 2/1 kap koop). Voorlopig kunnen we hiermee nog wel vooruit gelet op de huidige slechte woningmarkt. Momenteel wordt onderzocht in hoeverre het haalbaar is om water in de Trije terpen te brengen, zodat mogelijk een hoger segment in de woningmarkt bediend kan worden. Prioriteit ligt in Dokkum bij herstructurering en inbreiding. In het kader van de jaarlijkse evaluatie en actualisatie van het nog af te sluiten woonakkoord met de woningcorporatie wordt de woningmarkt als geheel jaarlijks onder de loep genomen en zal ook de prioritering van de inbreidingslocaties onderwerp van discussie zijn.
12
Voorstel 14 Prioriteit toekennen aan de bouw van extramurale zorgwoningen. Houtkolk, Altenastreek, Hoedemakerspolder en Gemeentewerf zijn prioritaire locaties. Stand van zaken Dit voorstel dient in samenhang gezien te worden met voorstel 4 en 5, waarin het samenstellen van een regiegroep met Pasana om met spoed de bouw van extramurale zorgwoningen voor te bereiden centraal staat. Zoals daar gemeld is de regiegroep in januari 2012 van start gegaan. De behoefte aan extramurale zorgwoningen is groot. Houtkolk, Altenastreek, Hoedemakerspolder en Gemeentewerf zijn geschikte locaties voor dit soort woningen. De regiegroep zal deze locaties kritisch tegen het licht houden en komt met uitgewerkte voorstellen. De regiegroep heeft Grontmij gevraagd om hier mee aan de slag te gaan. De zorgvisie is gereed in het najaar van 2012. Al deze locaties liggen dicht bij de binnenstad (voorzieningen) en hebben via de rondweg een goede ontsluiting naar buiten. Ook in de dorpen zullen de mogelijkheden voor extramurale zorgwoningen bekeken worden. Voorstel 15 Insteek voor de Dokkumer Sluys blijft: beneden winkels, boven wonen. Stand van zaken De ontwikkelaars zijn nog aan het puzzelen met de architect en potentiële detailhandelsbedrijven om tot een optimale bezetting van de Dockumer Sluys te komen. Het ontwerp is ook daarvan afhankelijk. De ontwikkelaar neemt de herstructurering van de gebouwen voor zijn rekening en de gemeente de herinrichting van de openbare ruimte. De projectorganisatie daarvoor is opgezet en aan het werk. Als het totale ontwerp van bebouwing en openbare ruimte gereed is moet de raad nog definitief akkoord gaan. De raad heeft eerder onder die voorwaarde ingestemd met het project en het dekkingsvoorstel. Er is inmiddels een vergunning aangevraagd voor de bovenwoningen. Bij dit voorstel zijn wij afhankelijk van de externe partijen. Koers is om in 2013 de bouw te starten. Voorstel 16 Voor de andere dan de in voorstel 14 en 15 genoemde inbreidingslocaties op dit moment geen woningbouwplannen ontwikkelen. Stand van zaken Prioriteit geven aan de in voorstel 14 genoemde locaties. Voorstel 17 Met de woningcorporatie afspraken maken over herijking van het programma van de herstructurering, het aanpassen van de sociale woningvoorraad aan de veranderende bevolkingssamenstelling, het verkoopbeleid en verduurzaming. Jaarlijkse evaluatie en actualisatie door gemeenteraad, mede op basis van rapportage klankbordgroep. Voor wat betreft de herstructurering prioriteit blijven toekennen aan de Fonteinshof/ Fonteinslanden, Hoedemakerspolder en Westerisse. Stand van zaken Thús Wonen en de gemeente Dongeradeel zijn momenteel bezig met het realiseren van een woonakkoord. Voor het opstellen van een woonakkoord is een gezamenlijke beleidsvisie als basis noodzakelijk. Deze gezamenlijke beleidsvisie is verwoord in de ‘Notitie Beleidsuitgangspunten wonen’, die in mei 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. Corporatie en gemeente streven naar een maximale ontwikkeling op het gebied van duurzaamheid, voor zover de financiële mogelijkheden dit toelaten. Thús Wonen zorgt daarbij m.b.t. de EPC’s van de sociale huurwoningen in Dokkum voor een kwaliteitsslag: de bestaande huurwoningen maken allemaal één labelstap, met een
13
maximum van energielabel C. Waarbij overigens de ambitie bestaat twee stappen te zetten, met een maximum van energielabel B. We verwachten dat het woonakkoord in het najaar van 2012 ter goedkeuring aan uw raad zal worden voorgelegd.
4. Werken De provincie verwacht dat de beroepsbevolking in onze regio tot 2030 meer dan gemiddeld daalt. Dat komt vooral door de relatief grote bevolkingsdaling in de voor de beroepsbevolking belangrijke leeftijdscategorieën tussen de 25 en 54 jaar. Daling van de beroepsbevolking kan niet op een lijn gesteld worden met het verlies aan arbeidsplaatsen. Het aantal arbeidsplaatsen hangt samen met andere factoren (kracht en ontwikkeling van de regionale economie en arbeidspotentieel). Mede tegen de achtergrond van de relatief hoge werkloosheid is het creëren van voldoende arbeidsplaatsen de grote uitdaging voor de komende jaren. Het gaat hierbij om het vasthouden van jongeren, vergroting van de arbeidsparticipatie, langer doorwerken etc. Verder zal de samenwerking tussen onderwijs en het locale/regionale bedrijfsleven bevorderd moeten worden om zodoende vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Nieuwe kansen binnen de gezondheidszorg/ ouderenzorg zullen optimaal benut moeten worden. De noodzaak om voldoende arbeidsplaatsen voor de regio te behouden is een van de meest klemmende argumenten voor een krachtige sociaal-economische impuls voor de regio. Tegen deze achtergrond is het van eminent belang dat de Centrale As wordt aangelegd, als ruggengraat van het Agenda Netwerk Noordoost voor de regio. Op basis van dat plan hopen wij met de provincie afspraken te maken die eraan bij kunnen dragen dat het tij keert. In de ANNO zullen tal van innovatieve projecten –voor de korte termijn en voor de langere termijnworden genoemd die moeten zorgen voor meer werk in de regio. Wij tekenen hierbij aan dat het hier vooral gaat om generiek beleid voor de hele regio en niet om specifieke projecten voor één of meer dorpen. Wij blijven erop wijzen dat wij er naar blijven streven de recreatieve potenties waar mogelijk te benutten. Wij wijzen in dit verband in het bijzonder ook op het Sud Ie project. Dit project is een voorbeeld van hoe integrale gebiedsontwikkeling kan bijdragen aan versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Op die manier kan nieuwe werkgelegenheid ontstaan. Wij denken dat de cultuurhistorische en landschappelijke waarden volop mogelijkheden geeft voor recreatieve mogelijkheden. Ook de Waddenzeekust (buitendijks) biedt naar onze overtuiging nog veel onbenutte kansen voor extensieve vormen van recreatie. Ook ondernemers moeten hier kansen grijpen. Wij blijven erop hameren dat hier verantwoorde kansen liggen voor versterking van de leefbaarheid van het gebied en het creëren van nieuwe vormen van werkgelegenheid. De kwaliteit van leven en wonen is in toenemende mate van belang bij de keuze voor de arbeidsmarkt. Werken in een kwalitatief hoogwaardig woonmilieu wordt speerpunt in ons beleid en marketing: een hoogwaardig cultuurlandschap in de directe nabijheid van uitgebreide recreatiemogelijkheden (rust/ruimte) met mogelijkheden van actieve beleving van hoogwaardige stedelijke voorzieningen (Groningen, Leeuwarden). Ook het ondersteunen van initiatiefrijke ondernemers en vanuit de planologische ruimte, ontwikkelingen mogelijk maken is een opgave voor de komende jaren, met name vanuit de gouden driehoek.
14
Voorstel 18 Actieve houding van de gemeente op het gebied van (nieuwe) mogelijkheden voor zzp’ers, bedrijfsvestiging en bedrijfsovername in dorpen en in het buitengebied. In verband met de werkgelegenheid ook aandacht besteden aan toerisme. Stand van zaken De reguliere dienstverlening bestaat uit het voeren van bedrijfscontacten met het lokale bedrijfsleven, individueel of via de ondernemersverenigingen. Het gaat hierbij primair om het faciliteren van de bedrijven bij uitbreiding, verplaatsing of oprichting. In samenwerking met de Kamer van Koophandel Noord-Nederland, de Provincies Fryslân en Groningen en de gemeente De Marne, is een project opgezet dat inzicht moet bieden in de potentiële kansen van vestiging van zogenaamde Cottage Industries in het landelijk gebied. Deze Cottage Industries kenmerken zich door hun kleinschaligheid qua personeel, hun onafhankelijkheid van lokale/regionale afzetmarkten en hun relatieve krimpresistentie. Onderzocht is wat de marktpotentie van dit type bedrijven voor Noordoost Fryslân is (als vestigingsgebied), welke belemmeringen er nu voor vestiging liggen en hoe we die kunnen wegnemen. Het onderzoek is inmiddels afgerond en is eind maart 2012 gepresenteerd. (Het rapport van de Cottage Industries ligt ter inzage voor de gemeenteraadsleden bij de leestafel.) Hieruit blijkt onder andere dat het woon- werk gebied potentie heeft voor de creatieve sector. Gemeente de Marne en gemeente Dongeradeel gaan nu in gesprek met de Kamer van Koophandel, provincie Fryslân en de provincie Groningen om de vervolgacties te bespreken.
5. Communicatie De bevolking van Dongeradeel krimpt. Deze daling van het aantal inwoners is een onontkoombaar proces. Door de krimp komen voorzieningen in de dorpen onder druk te staan en neemt het aantal vrijwilligers af die voorzieningen draaiende moeten houden. Deze onomkeerbare ontwikkeling is een bedreiging, maar die willen we graag omzetten in een kans. De aandacht ligt niet langer op kwantiteit, maar meer op de kwaliteit van wonen en leefomgeving, ook in de stad. De gemeente zal samen met betrokken partijen moeten voorkomen dat dorpen en wijken in een negatieve spiraal van leegstand en verkrotting terechtkomen. Dongeradeel heeft mooie dorpen en wijken met een sterke sociale samenhang en een prima zelforganiserend vermogen. Dat moet zo blijven. Daarvoor is nodig dat de kwaliteit van wonen in de dorpen en stad in stand blijft. Communicatiestrategie De verenigingen, dorpsbelangen en wijkraden zijn de belangrijkste doelgroepen. Het is zaak dorpen en wijken te overtuigen van de ernst van de situatie. Bovendien is het nodig draagvlak in de gemeente te krijgen voor de aanpak van de negatieve effecten van de krimp, ook bij andere betrokken partijen. Daarnaast wil de gemeente input krijgen van de belanghebbenden. De gemeente wil ook de jeugd betrekken bij dit geheel. Om die reden betrekken wij de komende periode ook het jeugdparlement. De samenstelling van de bevolking wijzigt door ontgroening en vergrijzing en krimp is onontkoombaar. De gemeente Dongeradeel wil de bevolkingskrimp omzetten in kansen voor de regio en de leefbaarheid zoveel mogelijk in standhouden. De aanpak van de krimp/leefbaarheid maakt onderdeel uit van de Agenda Netwerk Noordoost en de uitwerking ervan komt naar voren in het aanvalsplan Kracht en Kwaliteit.
15
Voorstel 19 a. Sneller reageren op initiatieven vanuit de bevolking, met een zwaarder accent op oplossingsgericht denken. b. Versterken van de digitale informatievoorziening Stand van zaken Het betrekken van inwoners en andere betrokkenen in de regio bij de totstandkoming van gemeentelijke beleidsvoorstellen is in de afgelopen jaren steeds verder gegroeid. Diverse projecten in de gemeente zijn op een interactieve manier tot stand gekomen (Notitie leefbaarheid, verkeer en parkeren, regiomarketing en de Agenda Netwerk Noordoost). Daarnaast is er ook een dorpen en wijkenconvenant tot stand gekomen, waarin afspraken zijn opgenomen over de werkwijze tussen gemeente en dorpsbelangen en wijkraden. Het is van belang dit te monitoren en te bekijken of dit voldoet of mogelijk toch nog anders moet. Inmiddels is al gebleken dat inwoners en dorpsbelangen graag wil dat de gemeente sneller reageert op initiatieven van de bevolking en ook minder vanuit de regels handelt. Mogelijk dat dit in het convenant verder aangescherpt moet worden. Inmiddels is dit convenant geëvalueerd en zijn interne en externe reactie verwerkt. Daarop volgt een voorstel aan het college tot aanpassing van het convenant. In de gemeente wordt binnen diverse afdelingen hard gewerkt aan het versterken van de competentie omgevingsgericht werken. Hiermee wordt het omgevingsbewustzijn binnen de afdelingen versterkt en dat draagt bij aan de doelstelling om meer met betrokken partijen mee te denken over mogelijke oplossingen en het betrekken van de bevolking bij gemeentelijk beleid. Naast de ontwikkelingen op het gebied van omgevingsgericht werken zijn ook de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering van belang. We maken daarom een plan van aanpak waarin we aangeven hoe we via internet en social media inwoners en andere betrokken kunnen informeren over en betrekken bij gemeentelijke projecten. Ook wordt hierin opgenomen hoe dit ingezet kan worden in de communicatie met dorpsbelangen en wijkraden. Het idee is om dit in de vorm van een pilot uit te voeren binnen een voorstel vanuit de voortgangsrapportage Leefbaarheid en Wonen. Dit idee wordt de komende periode verder uitgewerkt. Voorstel 20 Het thema zelfsturing blijft op de agenda en vergt een nadere verkenning hoe dit in de toekomst verder uitgewerkt kan worden. Stand van zaken Tijdens de inspraakavonden met de dorpen bleek dat het onderwerp zelfsturing naast positieve ook terughoudende reacties opriep. Zaken als schaalgrootte, vrijwilligersaanbod, tijdsbeslag, verantwoordelijkheid/aansprakelijkheid werden als belangrijke aandachtspunten voor een verdere verkenning genoemd. Er zijn in den lande tal van voorbeelden waarbij dorpen en wijken op enigerlei wijze zelfsturend functioneren. Vorm en inhoud van zelfsturing moet echter situationeel worden bepaald. In de modellen van zelfsturing zullen we ons terdege moeten verdiepen alvorens deze in eigen gemeente te introduceren. Dat vergt de nodige tijd. We zullen ons in 2012 nader moeten bezinnen op pasbare mogelijkheden in Dongeradeel. Voorstel is om dit in een intern werkgroepje op te pakken, waarvan de samenstelling nog nader moet worden bekeken.
16
Bijlage 1. Overzicht projecten en tijdsplanning + prioritering 2012
17
PLANNING LEEFBAARHEID EN WONEN Jaar 2011 2012 2013 November December Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November Maand December Januari Week 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 1 2 3 Vakantieperiode Voorzieningen Sport 1 Gezamelijk gebruik van sportvoorzieningen Dorpshuizen 2 Investeringssubsidies voor dorpshuizen in overeenstemming met aard en schaal van de voorziening 3 Meewerken aan het landelijk experiment 'Smart Rural Network Society' Ouderenzorg 4 Voorbereiden bouw extramurale zorgwoningen 5 Stimuleren wonen ouderen in eigen woning Onderwijs 6 Waarborgen kwaliteit onderwijs 7 Gemeentelijk speelruimtebeleid Wonen Dorpen 8 Meewerken aan het experiment Doarpswurk aanpak verpauperde panden 9 Verder uitwerken experiment duurzame beschermde dorpsgezichten 10 Stimuleren collectieve planvorming verduurzaming particuliere woningvoorraad 11 Realiseren woonakkoord 12 Uitbreidingsmogelijkheden woningbouw in de dorpen Stad Dokkum 13 Geen nieuwe uitbreidingslocaties voor projectmatige nieuwbouw 14 Bouw extramurale zorgwoningen (zie ook voorstel 4 en 5) 15 Dokkumer Sluys: beneden winkels, boven wonen 16 Behalve voorstel 14 en 15 geen woningbouwplannen ontwikkelen 17 Realiseren woonakkoord - prioriteit Fonteinslanden, Hoedemakerspolder, Westerisse Werken 18 Mogelijkheden voor zzp'ers, bedrijfsvestiging, bedrijfsovername in dorpen en buitengebied Communicatie 19 a. Sneller reageren op initiativen vanuit de bevolking 19 b. Versterken digitale informatievoorziening 20 Thema zelfsturing op de agenda, nadere verkenning over de mogelijkheden in Dongeradeel Communicatie voortgangsrapportage Nieuwsbrief Informeren raad Persbericht Prioritering voorstellen Laag Normaal Hoog Legenda Startpunt, overleg, vergadering, bijeenkomst Looptijd voorstel Belangrijke beslismomenten Uitvoeringsprogramma in B&W vergadering (5 juni) Uitvoeringsprogramma vaststelling raad (12 juli)
*zie extra bijgevoegde versie planning leefbaarheid en wonen
18
Bijlage 2. Investeringsoverzicht
19
Investeringsoverzicht financiële onderbouwing = indicatief Voortgangsrapportage Leefbaarheid en Wonen Voorstel
Kosten
Uren
1. Gezamenlijk gebruik van sportvoorzieningen
-
50
2. Investeringssubsidies voor dorpshuizen in overeenstemming met aard en schaal van de voorziening
€ 920.000 (MFA Anjum: nog geen krediet verleend) *eventuele maximale subsidieverlening
100 uur dorpshuizen (bestaande uren)
Overige
50 uur MFA (bestaande uren)
€ 175.000 (MFA Hantum: nog geen krediet verleend) *eventuele maximale subsidieverlening € 1.371.000 MFA Holwerd 3. Meewerken aan het landelijk experiment ‘Smart Rural Network Society’
-
85 uur (nieuwe uren)
4.Voorbereiden bouw extramurale zorgwoningen
PM
100 uur (nieuwe uren)
5. Stimuleren wonen ouderen in eigen woning
PM
60 uur voor Zorg op afstand (nieuwe uren)
6.Waarborgen kwaliteit onderwijs
PM
100 uren (nieuwe uren)
7. Gemeentelijk speelruimtebeleid
PM
PM
8. Meewerken aan het experiment Doarpswurk aanpak verpauperde panden
Maximaal € 20.000,- voor drie panden in Holwerd
PM
9. Verder uitwerken experiment duurzame beschermde dorpsgezichten
€ 750.000 gemeente (herstructureringsbudget)
1250 uur (bestaande uren)
€ 750.000 ANNO (provinciale gelden) € 750.000 derden (wordt nog naar ‘gezocht’)
10. Stimuleren collectieve planvorming verduurzaming particuliere woningvoorraad
€ 30.000 (bestaande middelen gemeentelijk klimaatbeleid)
Voor de middelen van de ANNO geldt het ‘een euro voor een euro principe’. Voor iedere euro die de gemeente besteedt aan dit experiment en deze vier beschermde dorpsgezichten zal door ANNO (provinciale gelden) verdubbeld worden.
100 uur
20
11. Realiseren woonakkoord
€ 25.000 (grotendeels al besteed)
200 uur
12. Uitbreidingsmogelijkheden woningbouw in de dorpen
Al gerealiseerd
Al gerealiseerd
13. Geen nieuwe uitbreidingslocaties voor projectmatige nieuwbouw
Bestaand beleid
Bestaande beleid
14. Bouw extramurale zorgwoningen (zie ook voorstel 4 en 5)
PM
100 uur
15. Dokkumer Sluys: beneden winkels, boven wonen
€ 1.000.000
1500 uur
16. Behalve voorstel 14 en 15 geen woningbouwplannen ontwikkelen
Bestaand beleid
Bestaand beleid
17. Realiseren woonakkoord- prioriteit Fonteinslanden, Hoedemakerspolder, Westerisse
€ 25.000
PM
18. Mogelijkheden voor zzp’ers, bedrijfsvestiging, bedrijfsovername in dorpen en buitengebied
PM
100 uur
19.a. Sneller reageren op initiatieven vanuit de bevolking
PM
PM
19. b. Versterken digitale informatievoorziening
PM
PM
20. Thema zelfsturing op de agenda, nadere verkenning over de mogelijkheden in Dongeradeel
PM
100 uur
21
Bijlage 3. Beleidsprogramma Leefbaarheid en wonen
22
BELEIDSPROGRAMMA LEEFBAARHEID EN WONEN
2011-2016
Gemeente Dongeradeel Juni 2011
23
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Voorzieningen 2.1. Sport 2.2. Dorpshuizen 2.3. Ouderenzorg 2.4. Onderwijs 2.5. Speelruimten 3. Wonen 3.1. Dorpen 3.2. Stad Dokkum 4. Werken 5. Communicatie
Bijlagen: • •
Communicatieparagraaf Kadernota speelruimtebeleid gemeente Dongeradeel
24
2. Inleiding Terugblik In maart 2010 is de Discussienota Krimp (met samenvatting) opgesteld als onderlegger voor de gedachtewisseling over de krimpende bevolking, de veranderende samenstelling van huishoudens, de voortgaande vergrijzing en de ontgroening. Na het opstellen van deze discussienota zijn er verschillende bijeenkomsten georganiseerd in de gemeente om besturen van dorpsbelangen, wijkraden en vertegenwoordigers van maatschappelijke instellingen, maar ook alle andere inwoners van de gemeente te informeren over de aanpak van de krimp. De eerste bijeenkomsten in de zomer 2010 waren vooral informerend van aard. Bij de bijeenkomsten in 2011 voor dorpsbelangen en maatschappelijke instellingen (januari 2011) en voor alle inwoners van de gemeente (mei 2011) is ook gediscussieerd over de verschillende voorstellen om de leefbaarheid in de gemeente in stand te houden en waar nodig te bevorderen. Bij deze bijeenkomsten waren ook de gemeenteraadsleden als toehoorder uitgenodigd. Zowel de genoemde bijeenkomsten als de discussienota waren bedoeld als een eerste opstap naar het voorliggende Beleidsprogramma Leefbaarheid en Wonen. Het beleidsprogramma In dit beleidsprogramma is in aansluiting bij de discussienota gekozen voor een pragmatische, uitvoeringsgerichte aanpak. We hebben geprobeerd een totaalbeeld te schetsen van alle projecten die in Dongeradeel in voorbereiding zijn of die mogelijk in voorbereiding moeten worden genomen. Op dit moment worden bijvoorbeeld op initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu en onder begeleiding van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) vier landelijke experimenten voorbereid. De gemeente is trekker van één van deze pilots. Het betreft hier het experiment duurzame beschermde dorpsgezichten. Naar aanleiding van bovenstaande verwachten wij ook dat de Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) de basis kan leggen voor een krachtige impuls van de regio. De ANNO is daarmee een belangrijk instrument om de krimp in goede banen te leiden. In het kader van de ANNO wordt op regionaal niveau op ICT-gebied een aantal projectvoorstellen voorbereid die nauwe raakvlakken hebben met krimp. Vanwege het totaalbeeld zijn al deze projecten ook in het programma beschreven. Voor al deze projecten geldt dat uitvoering niet zeker is. De projecten zijn niet alle even ver uitgewerkt en de financiering is vaak afhankelijk van bijdragen van derden. Misschien moeten er keuzen worden gemaakt en zal het ene project wel kunnen doorgaan en het andere niet. Daarom zal na vaststelling van dit beleidsprogramma ook een uitvoeringsprogramma opgesteld worden. Dan moet blijken welke voornemens gerealiseerd kunnen worden en welke niet. In de eerder genoemde Discussienota van maart 2010 is het bestaande beleid op het gebied van voorzieningen en wonen beschreven. Verder bevat de Discussienota per thema discussiestellingen, die als bouwsteen hebben gediend voor de eerdere gedachtewisseling met de dorpen. Wij hebben deze onderdelen niet in dit programma opgenomen. Voor een beschrijving van het bestaande beleid verwijzen wij dus nadrukkelijk naar de Discussienota, die voor iedereen beschikbaar is op de website van de gemeente (bij Projecten). In die nota is ook informatie opgenomen over het rijks- en provinciaal beleid. Bij de beschrijving van de onderscheiden projecten wordt waar nodig gerefereerd aan het bestaande beleid.
25
Nieuw in dit beleidsprogramma is het onderdeel speelruimte. De kadernota die voor dit onderwerp is opgesteld is op verzoek van de gemeenteraad in haar vergadering van december 2010 meegenomen in het opstellen van dit beleidsprogramma. Tevens is het onderwerp geïntroduceerd bij de informatiebijeenkomsten voor de inwoners die in mei 2011 georganiseerd zijn. De volledige kadernota is als bijlage toegevoegd. Leeswijzer In de volgende hoofdstukken zullen per onderwerp de verschillende voorstellen voor de aanpak van de krimp- en leefbaarheidproblematiek besproken worden. Na de algemene toelichting per voorstel en het onderwerp worden de reacties van dorpsbelangen/wijkraden en matschappelijke instellingen en de reacties van de inwoners genoemd. Sommige reacties passen bij verschillende voorstellen en worden dus meermaals genoemd. Deze reacties hebben in sommige gevallen geleid tot aanpassing van de voorstellen. Na de reacties wordt daarom het definitieve voorstel genoemd met eventueel een korte toelichting over gewijzigde omstandigheden. In hoofdstuk 2 worden de verschillende voorzieningen genoemd. Hierna volgen in hoofdstuk 3 de voorstellen op het gebied van wonen, uitgesplitst naar Dokkum en de dorpen. Hoofdstuk 4 behandelt de werkgerelateerde voorstellen. En in het laatste hoofdstuk tenslotte wordt de communicatie benoemd. In de bijlage treft u de communicatieparagraaf en de integrale tekst van de kadernota speelruimtenbeleid. Vervolg Na de zomer van 2011 zal het beleidsprogramma omgezet worden in een uitvoeringsnota. In deze nota zal aangegeven worden welke projecten prioriteit hebben en zullen alle projecten in de tijd geplaatst worden. Ook hierbij zullen de reacties van inwoners en andere organisaties meegenomen worden.
26
2. Voorzieningen Wij hebben tijdens de bijeenkomsten positieve woorden gehoord over de wijze waarop de Burenhulpdienst in de gemeente is georganiseerd. Na een experiment in drie dorpen is deze dienst nu operationeel in alle dorpen van Dongeradeel. Een groot aantal vrijwilligers staat klaar om allerlei hand- en spandiensten te doen voor met name oudere dorpsgenoten. Verder hebben wij instemmende geluiden gehoord over het werk van thuiszorg. Ook onze inspanningen op het gebied van de jeugdonderkomens kunnen rekenen op een breed draagvlak. Deze onderwerpen laten we hier verder rusten.
2.1. Sport Voorstel 1 Met sportverenigingen en andere betrokken organisaties in overleg treden om het gezamenlijke gebruik van sportvoorzieningen te realiseren. Er is een capaciteitsonderzoek gedaan naar de sportvelden door de terreinmeester Hendrik de Jong. Hij zal komende winterperiode het onderzoek aanvullen met een inventarisatie van eerder gepleegde groot onderhoud werkzaamheden aan de velden. In het 2e kwartaal van 2012 wordt een voorstel opgesteld over mogelijke capaciteitsbesparingen bijvoorbeeld door gezamenlijk gebruik en/of investeringen in kunstgras. Na principebesluit van college zullen de gesprekken met de verenigingen worden gehouden. Uren PM Kosten PM
27
2.2. Dorpshuizen Voorstel 2 Aanvragen voor investeringssubsidies voor dorpshuizen worden alleen gehonoreerd als ze in overeenstemming zijn met aard en schaal van de voorziening. Hierbij wordt steeds nagegaan of de gevraagde voorziening niet vanuit een bestaand gebouw verzorgd kan worden. Stand van zaken Aanvragen komen ad hoc binnen, momenteel (augustus 2011) spelen de door de initiatiegroepen in Hantum en Anjum naar voren gebrachte plannen. Uren Voor 2011: 5% van de totale jaartaak van 1350 uur Kosten Voorstel 3 Meewerken aan het landelijk experiment “Smart Rural Network Society” in Noordoost Friesland. Toelichting Onder druk van allerlei schaalvergrotingsprocessen kunnen in de dorpen steeds minder diensten worden aangeboden. Winkels sluiten hun deuren. Dokter, tandarts en therapeut bundelen hun krachten in een gezondheidscentrum in een grotere kern. Kruidenier en bibliotheek proberen het mobiel, maar na verloop van tijd kan dat ook niet meer. ICT biedt wellicht mogelijkheden om verdwenen of bedreigde voorzieningen terug te brengen in het dorp. Momenteel loopt bij de provincie – samen met Kollumerland, Dantumadiel en Dongeradeel - een landelijk experiment dat in onze regio uitgeprobeerd wordt. Het project is opgezet in het kader van het Interregproject Vital Rural Area. De provincie is trekker en naast de drie gemeenten zijn Kabel Noord, Zorggroep Pasana, Stichting Welzijn Dongeradeel/Dantumadiel en woningcorporatie Thùs Wonen bij de uitvoering betrokken. Onderzocht wordt of een vernieuwende invulling gegeven kan worden aan het traditionele concept van het dorpshuis, waarbij bestaande diensten gecombineerd en geïntegreerd worden met digitale vormen. Het programma moet nog worden ingevuld, maar kan betrekking hebben op zorg en welzijn, commerciële functies, gemeenschapsfuncties, vervoer, communicatie en financiële dienstverlening. Het interactieve digitale dienstennetwerk brengt vraag en aanbod samen. Het netwerk maakt het technisch mogelijk om vanuit de woning toegang te krijgen tot de diensten van het “dorpshuis nieuwe stijl” en tot andere externe diensten. Het primaire doel is om ouderen te stimuleren en ondersteunen om langer zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Voor deze doelgroep zullen de toepassingen laagdrempelig zijn. Het experiment wordt uitgevoerd in Burum. Het is de bedoeling dat het experiment ongeveer twee jaar duurt. Daarna moet het onder verantwoordelijkheid van Infrastructuur en Milieu worden geëvalueerd. Reactie dorpsbelangen/wijkraden en maatschappelijke instellingen: • De sociale samenhang in een dorp is belangrijker dan de voorzieningen • De school en het dorpshuis zijn erg belangrijk voor de leefbaarheid • Wat je hebt, wil je houden, bv. verenigingsleven en dorpshuis • Mensen zijn steeds mobieler en willen/kunnen wel reizen voor voorzieningen 28
• • •
Kleine dorpen die geen voorzieningen hebben zijn wel leefbaar; de afstanden zijn relatief klein Dorpen hebben ook recht op voorzieningen, maar het moet wel rendabel zijn. Daarom kunnen we ons richten op behouden van wat er al is en clusteren van de voorzieningen. Het gaat er om dat de behoefte en de noodzaak bepalend zijn.
Reactie inwoners: • Een digitale boodschappenservice is een idee wat de leefbaarheid voor inwoners zou kunnen verbeteren. Definitief voorstel 3 Ongewijzigd. 2.3. Ouderenzorg Voorstel 4 Samen met de Zorggroep Pasana een regiegroep vormen om met spoed de bouw van extramurale zorgwoningen voor te bereiden. Stand van zaken Start van de regiegroep in oktober 2011. Dit voorstel moet in samenhang gezien worden met voorstel 5, waarbij elementen als levensloopbestendig maken van woningen en zorg op afstand meegenomen dienen te worden. Uren 100 uren Kosten PM
Voorstel 5 Stimuleren dat ouderen zolang mogelijk in hun eigen woning blijven wonen. Concrete mogelijkheden uitwerken in overleg met maatschappelijke instellingen, zorgaanbieders en andere bedrijven die zich op deze doelgroep richten. Stand van zaken Reguliere Wmo-taak wordt uitgevoerd. Intensivering communicatie aandachtspunt. Projectmatige aanpak moet worden ontwikkeld in samenspraak externe partijen. Project Zorg en Welzijn op afstand in voorbereiding met diverse partijen, najaar 2011 subsidieaanvraag bij provincie. Uren PM Kosten PM 2.4. Onderwijs Voorstel 6
29
Samen met ouders, schoolbesturen en andere organisaties nagaan op welke wijze de kwaliteit van het onderwijs in de gemeente het beste gewaarborgd kan worden. Toelichting De gemeente heeft 24 basisscholen, een school voor speciaal basisonderwijs, twee scholen voor voortgezet onderwijs en een school voor praktijkonderwijs. Daarnaast zijn er 11 peuterspeelzalen, waarvan er momenteel 8 gevestigd zijn binnen een basisschool. Wij zijn voorstander van brede scholen. In 2008 zijn de normen voor het stichten en opheffen voor het basisonderwijs aangepast. Hierbij is de landelijke opheffingsnorm gesteld op 23 leerlingen, de gemeentelijke instandhoudingsnorm op 48 en de stichtingsnorm op 200. De meest recente leerlingenprognoses van het onderwijs in onze gemeente geven een beeld van een daling van het leerlingenaantal tussen de 10 en 15% voor de komende 15 jaar. Dit heeft tot gevolg dat een aantal scholen het hoofd niet boven water kan houden. Dit zal ook effect hebben op het peuterspeelzaalwerk. Om als gemeente invloed uit te kunnen oefenen op de sluiting van basisscholen willen we de mogelijkheden voor het inzetten van leerlingenvervoer naar met sluiting bedreigde scholen onderzoeken. Afgelopen jaar zijn er leerlingenprognoses voor alle scholen gemaakt door PVG Groningen in het kader van het opstellen van het integraal huisvestingsplan. Daarnaast is intern onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van krimp op het onderwijs in Dongeradeel. Op basis hiervan is de conclusie getrokken dat de gemeente weliswaar geen zeggenschap heeft over de sluiting van scholen die onder de 23 leerlingen dreigen te komen, maar dat wel een actief beleid gevoerd kan worden om de krimp in goede banen te leiden. De praktijk elders in het land leert dat er verschillende mogelijkheden zijn. Wij willen de verschillende opties graag gemeentebreed en met alle betrokkenen – ouders, schoolbesturen en andere organisaties – verkennen. Hoewel de gemeente niet direct verantwoordelijk is voor de beslissingen die genomen moeten worden, is het van groot belang dat er tijdig een brede discussie over de kwaliteit van het onderwijs wordt gevoerd. Deze discussie moet niet ad hoc worden gevoerd, steeds als er weer een school in de gevarenzone komt. We moeten nu vooruit zien en ons de vraag stellen hoe het onderwijs straks het beste georganiseerd kan worden, ook wat betreft de huisvesting. Een algemene discussie dus met ouders in alle dorpen over kwaliteit en organisatie van het onderwijs in onze gemeente. Naast discussie kan ook gedacht worden aan het uitvoeren van een schriftelijke enquête onder de ouders. Hier ligt wat ons betreft de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Het zijn vooral de ouders die kunnen helpen bij het doen van de juiste keuze. Reactie dorpsbelangen/wijkraden en maatschappelijke instellingen: • Het sluiten van een school in een dorp wordt door een aantal mensen ervaren als funest. Jonge gezinnen zullen zich dan minder snel gaan vestigen in zo’n dorp. Dorpen waar nooit een school is geweest of al jaren geen school meer hebben ervaren dit niet. • De sociale samenhang in een dorp is belangrijker dan de voorzieningen • De school en het dorpshuis zijn erg belangrijk voor de leefbaarheid • Mensen zijn steeds mobieler en willen/kunnen wel reizen voor voorzieningen • Kleine dorpen die geen voorzieningen hebben zijn wel leefbaar; de afstanden zijn relatief klein. • Tijdens de discussie over kwaliteit was de eerste vraag wat kwaliteit eigenlijk is. Eerste conclusie was dat kwaliteit niet per definitie samenhangt met de grootte van de school. Een kleine school is niet een slechte school. Waar men het wel over eens was is dat de kwaliteit sterk afhankelijk is van de leerkrachten, communicatie met ouders en de algemene plaats in de gemeenschap.
30
• • •
•
• •
Vervolgens wil men graag de kwaliteit die er is in stand houden. Hierbij gaat het dus om spreiding van de scholen en de school als belangrijke basisvoorziening voor (de leefbaarheid van) een dorp. De rol van de gemeente wordt gezien als stimulator van de kwaliteit door middel van financiële middelen als in het onderwijskansenbeleid wordt ingezet. Maar ook als regievoerder om de spreiding in stand te houden. Bijvoorbeeld door vervoer in te zetten naar met sluiting bedreigde scholen. Voor het in stand houden van scholen worden ook mogelijkheden gezien in het trekken en vasthouden van jonge gezinnen door middel van voldoende huurwoningen in de dorpen en goedkope koopwoningen en/of bouwgrond. Het is voor anderen duidelijk dat sluiting van scholen onontkoombaar is en ook niet gezien wordt als doodssteek van een dorp. Sociale cohesie kan ook gevonden worden in een café of dorpshuis. Clustering van scholen is in deze regio (Ternaard) wel bespreekbaar, maar dan is wel inzet van schoolvervoer een vereiste. Hierbij moet de gemeente flexibel omgaan met de regels in de verordening leerlingenvervoer. Ook wordt de inzet van een schoolbus gezien als een kans om mensen weer aan het werk te helpen als buschauffeur, al moeten de eisen hiervoor niet onderschat worden. Ook hier weer de conclusie dat ouders voor kwaliteit van een school kiezen, wat kan zitten in een school die iets groter is. Een kind met maar 1 groepsgenoot wordt als benauwend ervaren. Maar ouders kiezen ook voor gemak. Vervoer naar Dokkum is geen probleem meer als een ouder daar werkt, zowel voor kinderopvang als een basisschool. Vraag is om de prognoses van leerlingenaantallen goed in de gaten te houden en mee te nemen in huisvestingsplannen. We moeten vooruitkijken wat er op ons afkomt. Maar er worden wel vraagtekens gezet bij prognoses die ver vooruit gedaan worden. Eindconclusie is dat schoolbesturen en de gemeente beleid kunnen en moeten voeren om de kwaliteit in stand te houden, maar dat de ouders de laatste stem hebben in hun keus voor een school. Daarom wordt voorgesteld om de ouders te blijven betrekken bij dit proces. Een enquête?!
Reactie inwoners: • Voor een groot deel van de inwoners zorg de aanwezigheid van een school of MFA voor een leefbaar dorp. • Een school zorgt voor leven in een dorp • Zonder school geen jonge gezinnen • Inzet schoolvervoer geleid door vrijwilligers • Kwaliteit moet wel gewaarborgd blijven. Definitief voorstel 6 Samen met ouders, schoolbesturen en andere organisaties nagaan op welke wijze de kwaliteit van het onderwijs in de gemeente het beste gewaarborgd kan worden. Dit alles dient in samenhang met het op te stellen integraal huisvestingsplan (IHP+) te gebeuren. Toelichting In haar vergadering van december 2010 heeft de gemeenteraad opdracht gegeven om het bestaande voorstel voor het integraal huisvestingsplan van PVG aan te laten vullen met acht door haar opgegeven kaders. Op dit moment (mei 2011) is BMC in opdracht van de gemeente in gesprek met alle schoolbesturen in de gemeente om de wensen voor de toekomst op onderwijskundig gebied aan te geven wat meegenomen zal worden in het IHP. Bij het opstellen van het huisvestingsplan zal rekening gehouden moeten worden met de demografische ontwikkelingen en de borging van de kwaliteit van het onderwijs. 2.5.
Speelruimten
31
Voorstel 7 De antwoorden op de beleidsvragen van de fracties in de gemeenteraad van Dongeradeel in de commissie MAZ d.d. 30 juni 2011 bepalen de koers voor het gemeentelijk speelruimtebeleid rekening houdend met de demografische ontwikkelingen en overige voorzieningen in dorp en wijk. Dit zal uitmonden in het uitwerken van een beleidsnota die door de gemeenteraad vastgesteld zal worden. Stand van zaken De gestelde beleidsvragen zijn onvolledig ingevuld door de verschillende raadsfracties. Momenteel liggen de beleidsvragen weer bij de raadsfracties met het verzoek om één en ander aan te vullen. Daarnaast maken de speelplaatsen onderdeel uit van de huidige bezuiningsdiscussie. Bovenstaande zaken worden in eerste instantie afwacht waarna een Nota van Uitgangspunten wordt opgesteld m.b.t. het speelplaatsenbeleid. Deze wordt aan de raad voorgelegd. Waarna overgegaan kan worden tot uitwerking naar beleid. Uren PM Kosten PM
32
3. Wonen In de Discussienota van maart 2010 (hoofdstuk 3) is het bestaande beleid uitvoerig beschreven. Wonen heeft een sterke regionale component. Deze komt tot uitdrukking is de Strategische woonvisie NOFA (2009) en in het Woningbouwprogramma 2010-2016 van de provincie. In die periode mag Dongeradeel 410 woningen (basisprogramma) bouwen, waarvan 70% (=287) op uitbreidingslocaties. In de praktijk mogen er meer woningen worden gebouwd vooral omdat voor inbreiding geen plafond geldt. De Discussienota geeft een overzicht van de nieuwbouw in de periode 2001-2009 (inclusief vervangende nieuwbouw herstructurering). In totaal zijn 569 woningen gebouwd (gemiddeld 71 per jaar), tegenover een sloop van 306. Netto zijn dus 263 woningen aan de woningvoorraad toegevoegd (33 woningen per jaar). Uit een recente inventarisatie blijkt dat in de huidige bestemmingsplannen ruimte is voor de bouw van 290 woningen op uitbreidingslocaties, tegenover een contingent van 287 (tot 2016; zie hiervoor). Wij weten echter dat een substantieel deel van de in de bestemmingsplannen opgenomen ruimte niet benut zal worden. Bij de komende actualisatie van de plannen zullen wij de uitbreidingslocaties daarom kritisch tegen het licht houden. Het resultaat zal zijn dat we ruim onder de provinciale norm komen. In dit verband vestigen wij de aandacht op een recente uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hieruit blijkt dat het in het belang van een goede ruimtelijke ordening en de economische uitvoerbaarheid in het vervolg nodig is de behoefte aan woningen met concrete gegevens te onderbouwen. Overigens is de provincie voornemens het geldende woningbouwprogramma kritisch tegen het licht te houden. In de Discussienota is ook het herstructureringsprogramma beschreven. Daaruit blijkt dat inmiddels 306 woningen zijn gesloopt en dat daarvoor 195 nieuwe woningen in de plaats zijn gekomen. Volgens de planning zouden de komende jaren nog 81 woningen worden gesloopt en 162 woningen worden gebouwd. Voor wat betreft de stand van zaken per kern verwijzen wij naar bladzijde 10 van de Discussienota. Binnenkort zal de woningcorporatie haar strategisch voorraadbeheer presenteren. Op basis daarvan zal het bestaande programma ongetwijfeld op onderdelen worden herijkt. De resultaten zullen in prestatieafspraken worden vastgelegd. Hieronder gaan we in op onze prioriteiten. Vastgesteld kan worden dat het woningbouwprogramma 2010-2016 meer dan genoeg ruimte geeft om alle reële voornemens te realiseren. In ons Woonplan 2006-2010 is de slag gemaakt van kwantitatief naar kwalitatief denken. Aantallen zijn minder belangrijk; het gaat om de kwaliteit en maatwerk. Die centrale boodschap is nog steeds actueel en blijft om die reden de komende jaren het fundament van ons beleid. We hoeven ons niet meer druk te maken over de verdeling van contingenten over Dokkum en de dorpen. Overal kan naar behoefte gebouwd worden, maar die behoefte zal zoals gezegd steeds zorgvuldig onderbouwd moeten worden. De zorg voor de kwaliteit van de bestaande woningvoorraad viel op tijdens de gespreksrondes met de dorpen. In de meeste dorpen is weinig leegstand en met de verpaupering valt het ook erg mee. Maar met het oog op vergrijzing en ontgroening werd van verschillende kanten aangedrongen op waakzaamheid en preventieve maatregelen. Zo mag nieuwbouw in de randen van het dorp niet ten koste gaan van de kwaliteit van de dorpskern. Benadrukt werd ook dat ouderen zo lang mogelijk in hun dorp moeten kunnen blijven wonen. Woningen zijn daar vaak niet op berekend en zouden aangepast moeten worden. Kritische geluiden waren er in de richting van de woningcorporatie, die woningen te snel verkoopt en onvoldoende doet om de sociale voorraad levensloopbestendig te maken. Verwacht wordt immers dat het aandeel 65-plussers in 2030 28% bedraagt. Aan de andere kant werd gewaarschuwd dat de focus niet enkel en alleen op ouderen gericht moet zijn. Het mag niet zo zijn dat jongeren moeten vertrekken omdat er geen uitzicht is op een huurwoning in het 33
dorp. Ook in dat opzicht waren er kritische geluiden te horen aan het adres van de woningcorporatie. De gesprekken hebben ons echter vooral ook geleerd dat de blik evenzeer gericht moet worden op de particuliere voorraad. Verwacht wordt dat de druk op de sociale woningvoorraad de komende jaren zal toenemen. Als we het hebben over dreigende verpaupering en dreigende leegstand van woningen, dan gaat het bijna altijd om particuliere woningen. De kwaliteitsslag kan alleen gemaakt worden als de eigenaren van die woningen in beweging komen. Gezien de ontwikkelingen op de woningmarkt is het belangrijk voortdurend de vinger aan de pols te houden. Het is duidelijk dat wij onder de gegeven omstandigheden een terughoudend beleid voeren. Voor wat betreft de sociale voorraad maken we prestatieafspraken die elk jaar tegen het licht worden gehouden. Voor wat betreft de particuliere nieuwbouw zal de behoefte in voorkomende gevallen aangetoond moeten worden. Flexibiliteit is meer dan ooit nodig. Met het oog daarop is het nodig scherp te letten op marktontwikkelingen. Wij zullen een klankbordgroep in het leven roepen en (onder andere) makelaars vragen daarin zitting te nemen. Over de bevindingen van deze groep zal worden gerapporteerd in het kader de jaarlijkse evaluatie van de prestatieafspraken. Door woningbehoefte en marktontwikkelingen nauwlettend in het oog te houden en flexibel in te spelen op veranderingen, moet het mogelijk zijn vraag en aanbod met elkaar in overeenstemming te houden en ook die kwaliteit te bieden die in deze tijd wordt gevraagd. Wij schetsen nu onze voornemens voor de komende jaren. We maken daarbij een onderscheid tussen de dorpen en Dokkum. 3.1. Dorpen Voorstel 8 Meewerken aan het landelijk experiment van Doarpswurk inzake de aanpak van verpauperde panden. Stand van zaken Vooruitlopend op de uitvoering van dit project is de welstandsnota aangepast, omdat dit een van de voorwaarden is om voor provinciale subsidie in aanmerking te komen. Inmiddels heeft de gemeente en Doarpswurk een intentieverklaring ondertekend om een drietal panden in Holwerd nog dit jaar concrete aan te pakken. Daarmee is de beschikbare provinciale ISVsubsidie veilig gesteld. Dit voorstel kan in samenhang met voorstel 9 gezien worden. Uren PM Kosten PM Voorstel 9 Het landelijk experiment duurzame beschermde dorpsgezichten Dongeradeel verder uitwerken. Stand van zaken Het Plan van aanpak van dit experiment is in juli 2011 door de stuurgroep goedgekeurd.
34
De Rijksdienst van Cultuurhistorisch Erfgoed heeft haar cultuurhistorische verkenning van de vier beschermde dorpsgezichten inmiddels zo goed als afgerond,. Deze verkenning is samen met een nog uit te voeren bouwhistorische verkenning het kaderstellende fundament voor een samen met de bewoners op te stellen ontwikkelingsperspectief per dorp. Het resultaat van dit ontwikkelingsperspectief dient de input te vormen voor de Ontwikkelingsschets Beschermde Dorpsgezichten, die door de gemeenteraad vastgesteld zal worden. In de ontwikkelingsschets worden globale richtlijnenn aangegeven en zal als basis dienen voor de op te richten dorpsontwikkelingsmaatschappijen (DOM). Momenteel wordt onderzocht wat de meest geëigende rechtsvorm voor de DOM is. Dit voorstel kan in samenhang met voorstel 8 gezien worden. Er kunnen binnen de beschermde dorpsgezichten verpauperde panden middels handhaving aangepakt worden. Binnen deze aanpak kunnen bewoners ook begeleiding verwachten van Doarpswurk wat betreft de inzet van expertise Uren 1250 uren Kosten € 750.000,00 ANNO € 750.000,00 provincie € 750.000,00 derden Voorstel 10 Stimuleren collectieve planvorming voor verduurzaming van de particuliere woningvoorraad, in samenhang met versterking leefbaarheid dorpen. Stand van zaken De provincies Fryslân, Groningen en Drenthe hebben grote ambities waar het gaat om het energiezuiniger maken van woningen. De doelstelling is in de periode 2011-2015 100.000 woningen in het Noorden energiezuiniger te maken. Om dit te realiseren hebben de gemeenten Dantumadiel en Dongeradeel het initiatief genomen tot de oprichting van Goed Bezig. Dit is een samenwerking van bedrijven dat zich richt op het uitvoeren van energiebesparende maatregelen bij particuliere woningen. In november 2011 en januari 2012 worden er informatiebijeenkomsten gehouden. In het najaar van 2012 zullen er opnieuw informatiebijeenkomsten worden georganiseerd Er is een subsidieregeling opgesteld voor een tegemoetkoming in de kosten voor een maatwerkadvies. Particuliere huizenbezitters kunnen indien ze via een gecertificeerd EPAadviseur een maatwerkadvies laten opstellen € 100,00 terug krijgen van de gemeente. Verder heeft ook de provincie Fryslân een subsidieregeling opgesteld. Er kan subsidie worden aangevraagd aanvragen voor het verbeteren van de Energie-Index van een particuliere woning. Als de energiebesparende maatregelen die worden genomen leidt tot een verbetering van het Energie-Index van tenminste 0.75 kan daarvoor een subsidie van € 1.000,- worden gegeven. Tenslotte heeft ook het Rijk een subsidieregeling opgesteld. Woning- en appartementseigenaren kunnen een premie krijgen voor het nemen van energiebesparende maatregelen. Een verbetering van de Energie-Index van ten minste 0,75 levert € 750,00 op. Een verbetering van de Energie-Index van ten minste 0,50 levert € 300,00 op. Uren 100 uren Kosten
35
€ 30.000,00
Voorstel 11 Met de woningcorporatie afspraken maken over herijking van het programma van de herstructurering, het aanpassen van de sociale woningvoorraad aan de veranderende bevolkingssamenstelling, het verkoopbeleid en verduurzaming. Jaarlijkse evaluatie en actualisatie door gemeenteraad, mede op basis van rapportage klankbordgroep. Stand van zaken Onder leiding van Grontmij zijn Thús Wonen en de Gemeente Dongeradeel momenteel bezig met het realiseren van een woonakkoord. Het streven is om dat nog in 2011 te realiseren. Met het Strategisch Voorraadbeleid van Thús Wonen en woonvisie van de Gemeente als onderliggende beleidstukken wordt getracht voor de komende vijf jaar een gemeenschappelijk gedragen woonprogramma te bewerkstelligen. Daarnaast worden afspraken gemaakt over de huisvesting van de doelgroepen, afstemming wonen , welzijn en zorg, leefbaarheid en de verdeling van de kosten bij herstructureringsprojecten. Er zal een jaarlijkse evaluatie van de afspraken plaatsvinden. Uren 200 uren Kosten € 25.000,-- (is grotendeels al besteed) Voorstel 12 f. Behoudens aantoonbare behoefte geen projectmatige nieuwbouwwoningen; de bestaande uitbreidingslocaties in het bestemmingsplan Doarpen toetsen aan behoeftegegevens. g. Inbreiding heeft voorkeur boven uitbreiding; gemeente geeft locaties aan. h. Gemeente maakt gronden pas bouwrijp als voldoende zekerheid bestaat over de daadwerkelijke verkoop. i. De uitbreidingsrichtingen in het Structuurplan – gebaseerd op groei - zijn niet meer richtinggevend. j. Voorkomen moet worden dat nieuwbouw in de randen ten koste gaat van de kwaliteit van de dorpskern. Stand van zaken In april 2011 is door uw raad de notitie ‘uitbreidingsmogelijkheden woningbouw in de dorpen’ vastgesteld. In deze notitie is het beleid ten aanzien van dorpsuitbreiding vastgelegd. Uren PM Kosten PM 3.2. Stad Dokkum Allereerst wordt hier gerefereerd aan de Structuurvisie Bundelingsgebied Regiostad Dokkum. In die visie zijn de inbreidingslocaties in Dokkum vastgelegd en beschreven. Gezien de recente woningmarktanalyse verdient het thans aanbeveling nu een stap verder te gaan en deze gebieden te prioriteren. Ook hier past de kanttekening dat het niet de
36
bedoeling is nu definitieve keuzes te maken. In het kader van de jaarlijkse evaluatie en actualisatie van de prestatieafspraken met de woningcorporatie wordt de woningmarkt als geheel onder de loep genomen en zal ook de prioritering van de inbreidingslocaties onderwerp van discussie zijn. De eerder genoemde klankbordgroep mag ook daar haar zegje over doen. Voorstel 13 Geen nieuwe uitbreidingslocaties voor projectmatige nieuwbouw in ontwikkeling nemen. Stand van zaken Is reeds bestaand beleid. In de Trije Terpen in Dokkum zijn nog ongeveer 90 kavels op uitleglocatie beschikbaar voor particuliere en projectmatige bouw. Daar kunnen we voorlopig nog wel mee vooruit gelet op de huidige slechte woningmarkt. Prioriteit ligt in Dokkum bij herstructurering en inbreiding. In het kader van de jaarlijkse evaluatie en actualisatie van het nog af te sluiten woonakkoord met de woningcorporatie wordt de woningmarkt als geheel jaarlijks onder de loep genomen en zal ook de prioritering van de inbreidingslocaties onderwerp van discussie zijn. Uren PM Kosten PM Voorstel 14 Prioriteit toekennen aan de bouw van extramurale zorgwoningen. Houtkolk, Altenastreek, Hoedemakerspolder en Gemeentewerf zijn prioritaire locaties. Stand van zaken Dit voorstel dient in samenhang gezien te worden met voorstel 4 en 5, waarin het samenstellen van een regiegroep met Pasana om met spoed de bouw van extramurele zorgwoningen voor te bereiden centraal staat. Zoals daar gemeld gaat de regiegroep in oktober 2011 van start. De behoefte aan extramurale zorgwoningen is groot. Houtkolk, Altenastreek, Hoedemakerspolder en Gemeentewerf zijn geschikte locaties voor dit soort woningen. De regiegroep zal deze locaties kritisch tegen het licht houden en komt met uitgewerkte voorstellen. Al deze locaties liggen dicht bij de binnenstad (voorzieningen) en hebben via de rondweg een goede ontsluiting naar buiten. Ook in de dorpen zullen de mogelijkheden voor extramurele zorgwoningen bekeken worden. Uren PM Kosten PM Voorstel 15 Insteek voor de Dokkumer Sluys blijft: beneden winkels, boven wonen. Stand van zaken De ontwikkelaars zijn nog aan het puzzelen met de architect en potentiële detailhandelsbedrijven om tot een optimale bezetting van de Dockumer Sluys te komen. Het ontwerp is ook daarvan afhankelijk. De ontwikkelaar neemt de herstructurering van de gebouwen voor zijn rekening en de gemeente de herstructurering van de openbare ruimte.
37
De projectorganisatie daarvoor is opgezet en aan het werk. Als het totale ontwerp van bebouwing en openbare ruimte gereed is moet de raad nog definitief akkoord gaan. De raad heeft eerder onder die voorwaarde ingestemd met het project en het dekkingsvoorstel. Uren Kosten Voorstel 16 Voor de andere dan de in voorstel 14 en 15 genoemde inbreidingslocaties op dit moment geen woningbouwplannen ontwikkelen. Toelichting a. Prinslocatie. Herstructurering van dit gebied kan van grote betekenis zijn voor de ruimtelijke kwaliteit van Dokkum. Opwaardering van het gebied langs de Dokkumer Ee – de waterpoort van Dokkum - is ook aandachtspunt in het Streekplan. De Prinslocatie is een groot en ingewikkeld gebied, waarbij het zeker niet alleen om de woonfunctie gaat. Een verantwoorde ontwikkeling vereist een goed onderbouwde visie. Gezien de woningmarktanalyse heeft het opstellen van een dergelijke visie voor ons geen prioriteit. b. Arriva-locatie. Gezien de ligging aan de rondweg komt dit gebied naar onze mening in principe in aanmerking voor een combinatie van wonen en werken. Het stedenbouwkundig kader voor een eventuele ontwikkeling in deze richting is voldoende uitgekristalliseerd. c. Harddraver. De eventuele invulling van dit gebied wordt meegenomen in het in voorbereiding zijnde Masterplan Waterfront Dokkum (onderdeel van het Sud Ie project). In dat kader worden vooral de ontwikkelingsmogelijkheden onderzocht in de richting van recreatie en toerisme. Het gebied is geen prioritair gebied voor wonen. Reactie dorpsbelangen/wijkraden en maatschappelijke instellingen: • Een aantal was van mening dat bouwen wel voor jongeren mogelijk moet blijven in de toekomst. Beperkt bouwen moet mogelijk zijn. • Toeristen komen niet voor een nieuwbouwwijk. • Oudere woningen zullen op termijn onverkoopbaar worden, omdat ze niet meer zullen voldoen aan de eisen van die tijd. Hier zou eigenlijk voortijdig op ingespeeld moeten worden, door bv. het opknappen m.b.v. subsidies. • Er zijn te weinig huurwoningen beschikbaar • Er moet keus blijven in de soort woningen. • Toekomstgericht: niet alleen bouwen voor komende 5 jaar, maar verder kijken (flexibel bouwen). Maak huizen geschikt voor senioren en voor starters of jonge gezinnen. • Afspraken maken over hoeveel woningen nodig zijn. • Inbreiding is prima, maar er moet geen stilstand optreden. • Maatwerk leveren in samenspraak met alle partijen • Er zijn voldoende locaties. Daarnaast kan er eerst inbreiding plaatsvinden voor er weer uitgebreid wordt. • Er wordt wel de kanttekening gemaakt dat uiteindelijk de markt bepaalt. • Om Dongeradeel leefbaar te houden moet er wel aandacht komen voor de infrastructuur en de bereikbaarheid. • Richt je op je pluspunten om te kunnen concurreren met buurgemeenten. Definitief voorstel 16
38
Ongewijzigd Toelichting Prioriteit geven aan de in voorstel 14 genoemde locaties. Voorstel 17 Met de woningcorporatie afspraken maken over herijking van het programma van de herstructurering, het aanpassen van de sociale woningvoorraad aan de veranderende bevolkingssamenstelling, het verkoopbeleid en verduurzaming. Jaarlijkse evaluatie en actualisatie door gemeenteraad, mede op basis van rapportage klankbordgroep. Voor wat betreft de herstructurering prioriteit blijven toekennen aan de Fonteinslanden (postzegel), Hoedemakerspolder en Westerisse. Stand van zaken Thús Wonen en de gemeente Dongeradeel zijn momenteel bezig met het realiseren van een woonakkoord. Voor het opstellen van een woonakkoord is een gezamenlijke beleidsvisie als basis noodzakelijk. Deze gezamenlijke beleidsvisie is verwoord in de ‘Notitie Beleidsuitgangspunten wonen’, die in mei 2011 door de gemeenteraad is vastgesteld. We verwachten dat het woonakkoord eind 2011 ter goedkeuring aan uw raad zal worden voorgelegd. Uren PM Kosten € 25.000,00
39
4. Werken Voorstel 18 Marketing op het gebied van (nieuwe) mogelijkheden voor bedrijfsvestiging in dorpen en in het buitengebied. Toelichting De provincie verwacht dat de beroepsbevolking in onze regio tot 2030 meer dan gemiddeld daalt. Dat komt vooral door de relatief grote bevolkingsdaling in de voor de beroepsbevolking belangrijke leeftijdscategorieën tussen de 25 en 54 jaar. Daling van de beroepsbevolking kan niet op één lijn gesteld worden met het verlies aan arbeidsplaatsen. Het aantal arbeidsplaatsen hangt samen met andere factoren (kracht en ontwikkeling van de regionale economie en arbeidspotentieel). Mede tegen de achtergrond van de relatief hoge werkloosheid is het creëren van voldoende arbeidsplaatsen de grote uitdaging voor de komende jaren. Het gaat daarbij om zaken als het vasthouden van jongeren, vergroting van de arbeidsparticipatie, langer doorwerken etc. Verder zal de samenwerking tussen onderwijs en het locale/regionale bedrijfsleven bevorderd moeten worden om zodoende vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen. Nieuwe kansen binnen de gezondheidszorg/ ouderenzorg zullen optimaal benut moeten worden. De noodzaak om voldoende arbeidsplaatsen voor de regio te behouden is één van de meest klemmende argumenten voor een krachtige sociaal-economische impuls voor de regio. Tegen deze achtergrond is het van eminent belang dat de Centrale As wordt aangelegd, als ruggengraat van het Agenda Netwerk Noordoost (ANNO) voor de regio. Op basis van dat plan hopen wij met de provincie afspraken te maken die eraan bij kunnen dragen dat het tij keert. In de ANNO zullen tal van innovatieve projecten – voor de korte termijn en voor de langere termijn – worden genoemd die moeten zorgen voor meer werk in de regio. Wij tekenen hierbij aan dat het hier vooral gaat om generiek beleid voor de hele regio en niet om specifieke projecten voor één of meer dorpen. Lagere vastgoedprijzen bieden wellicht mogelijkheden voor kleinschalige startende (ICT)bedrijfjes. De informatie – en communicatiemogelijkheden van deze tijd hebben tot gevolg dat fysieke nabijheid tot werkgevers, collega’s en klanten niet altijd meer noodzakelijk is. Een combinatie van wonen en werken biedt nieuwe kansen voor dorpen. In de ANNO zijn ook wat dat betreft voorstellen gedaan die zeker de moeite waard zijn. Zonder daar verder op in te gaan, noemen wij het voorstel voor een Regionaal Project het Nieuwe Werken (HNW) en een Project startersbegeleiding en e-coaching. Verder is op provinciaal niveau een krimpexperiment in voorbereiding dat ondernemende HBO’ers in contact wil brengen met oudere ondernemers die op termijn een bedrijfsopvolger zoeken. Daarnaast kunnen voor “sluimerende” onderdelen talentvolle MBO’ers worden ingezet die van die sluimerende onderdelen weer een winstgevende neventak kunnen maken. Intensieve coaching en het ontwikkelen van een financieringsconcept om bedrijfsovername mogelijk te maken, maken onderdeel uit van het experiment. Doelstelling is om 10 bedrijfsmatches in de noordelijke schil te realiseren. In de Feroardering Romte Fryslân (in ontwerpfase) wordt veel ruimte gecreëerd voor hergebruik van vrijkomende (niet-) agrarische bebouwing en voor nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven. Wij zullen deze ruimte benutten in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan buitengebied. Wij noemen hier woongroepen voor senioren en groepswoningen voor al dan niet permanente begeleiding van mensen met een beperking (instellingen voor verstandelijk gehandicapten, zorginstellingen en revalidatie-instellingen). In dit verband wijzen wij erop dat wij er naar blijven streven de recreatieve potenties waar mogelijk te benutten. Wij wijzen in dit verband in het bijzonder ook op het Sud Ie project. Dit project is een voorbeeld van hoe integrale gebiedsontwikkeling kan bijdragen aan versterking 40
van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Op die manier kan nieuwe werkgelegenheid ontstaan. Wij denken dat de cultuurhistorische en landschappelijke waarden volop mogelijkheden geeft voor recreatieve mogelijkheden. Ook de Waddenzeekust (buitendijks) biedt naar onze overtuiging nog veel onbenutte kansen voor extensieve vormen van recreatie. Wij blijven erop hameren dat hier verantwoorde kansen liggen voor versterking van de leefbaarheid van het gebied en het creëren van nieuwe vormen van werkgelegenheid. De kwaliteit van leven en wonen is in toenemende mate van belang bij de keuze voor de arbeidsmarkt. Werken in een kwalitatief hoogwaardig woonmilieu wordt speerpunt in ons beleid en marketing: een hoogwaardig cultuurlandschap in de directe nabijheid van uitgebreide recreatiemogelijkheden (rust/ruimte) met mogelijkheden van actieve beleving van hoogwaardige stedelijke voorzieningen (Groningen, Leeuwarden). Openbare ruimte Het zal geen nadere toelichting behoeven dat een dorp beter in de markt ligt als het er goed bij ligt. Belevingswaarde en ruimtelijke kwaliteit zijn cruciaal voor het image van het dorp. Niet alleen de verpaupering van (beeldbepalende) panden moet worden voorkomen, maar evenzeer de verpaupering van de openbare ruimte. Hier ligt een gezamenlijke verantwoordelijkheid van dorpen en gemeente. Reactie dorpsbelangen/wijkraden en maatschappelijke instellingen: • De gemeente en provincie stimuleren dit onvoldoende en zijn ook niet duidelijk in het beleid. • Hoe wordt er omgegaan met de werkgelegenheid? • We moeten waken voor landschapsverpesting. • Kleine dorpen hebben geen behoefte aan een bedrijventerrein. Een bedrijf moet passen bij het dorp. Grotere dorpen met een bedrijventerrein hebben moeite met het beleid van de gemeente om alle grootschalige bedrijven naar Dokkum te halen. Als een bedrijf wil uitbreiden, maar ervoor kiest om in een dorp te blijven, moet die gelegenheid geboden worden door de gemeente. • Kleine zelfstandige ondernemers zouden vanuit de gemeente meer ondersteuning moeten krijgen. Een goede glasvezelverbinding is belangrijk voor het realiseren van dit soort bedrijven in dorpen. • Zware bedrijvigheid is niet gewenst in de dorpen • Er is een goede samenwerking met gemeente en provincie nodig (communicatie) • Niet alle bedrijven naar Dokkum sturen • Meer mogelijkheden bieden aan starters en zzp’ers. Dit betekent zowel kunnen voorzien in goede huisvesting, c.q. woon-werklocaties, alsook het verminderen van de regeldruk, waardoor jonge ondernemingen makkelijker kunnen starten. De prijs van woonwerklocaties moet voor starters gunstig zijn. • Behouden wat je hebt • Uitbreiding van een bedrijventerrein bij het dorp moet tot de mogelijkheden blijven behoren, maar een aantal deelnemers gaf aan dat daarbij wel moet worden gekeken naar aard en schaal van het bedrijventerrein ten opzichte van het dorp. • Toerisme wordt gezien als een sector waarin groei van de werkgelegenheid mogelijk is. Behoud van werkgelegenheid in het dorp werd wel van belang geacht. Maar er werd ook aangegeven, dat dit thema toch ook in een regionale context moet worden beschouwd. Met andere woorden, verplaatsing van bedrijven binnen de regio, bijvoorbeeld naar Dokkum, hoeft niet altijd per saldo slecht te zijn voor het dorp. Het vasthouden van werknemers/inwoners is daarbij wel belangrijk. Een goede bereikbaarheid van de regio is belangrijk, zowel per auto (Centrale As) als met betrekking tot informatie-uitwisseling (ictverbindingen).
41
•
• •
Vermindering van regelgeving werd ook hier genoemd als aandachtspunt bij het aantrekken van nieuwe ondernemers. Denk hierbij bijvoorbeeld ook aan het opnieuw bedrijfsmatig benutten van vrijkomende agrarische bebouwing of het toestaan van bepaalde soorten detailhandel op een bedrijventerrein. De grote meerderheid geeft aan dat de afstanden naar Dokkum of andere steden geen rol meer spelen in het zoeken naar werk. Zorgen voor voldoende goed gekwalificeerd werk.
Reactie inwoners: • De centrale as wordt gezien als een kans voor de werkgelegenheid • Men wil geïnformeerd worden over mogelijkheden om bedrijf te starten of over te nemen, bestaande bedrijven moeten gekoesterd worden. • Positieve houding van de gemeente tegenover middenstand en mensen stimuleren. • Eerst lege panden vullen voor er meer bedrijventerreinen bijkomen. • Mogelijkheden voor wireless internet onderzoeken. N.B. Voor een enkeling is de ruimte en natuur belangrijker dan de werkgelegenheid. Definitief voorstel 18 Actieve houding van de gemeente op het gebied van (nieuwe) mogelijkheden voor zzp’ers, bedrijfsvestiging en bedrijfsovername in dorpen en in het buitengebied. In verband met de werkgelegenheid ook aandacht besteden aan toerisme.
42
5. Communicatie Voorstel 19 c. Sneller reageren op initiatieven vanuit de bevolking, met een zwaarder accent op oplossingsgericht denken. d. Versterken van de digitale informatievoorziening Stand van zaken Het betrekken van inwoners en andere betrokkenen in de regio bij de totstandkoming van gemeentelijke beleidsvoorstellen is in de afgelopen jaren steeds verder gegroeid. Diverse projecten in de gemeente zijn op een interactieve manier tot stand gekomen (Notitie leefbaarheid, verkeer en parkeren, regiomarketing en de Agenda Netwerk Noordoost). Daarnaast is er ook een dorpen en wijkenconvenant tot stand gekomen, waarin afspraken zijn opgenomen over de werkwijze tussen gemeente en dorpsbelangen en wijkraden. Het is van belang dit te monitoren en te bekijken of dit voldoet of mogelijk toch nog anders moet. Inmiddels is al gebleken dat inwoners en dorpsbelangen graag wil dat de gemeente sneller reageert op initiatieven van de bevolking en ook minder vanuit de regels handelt. Mogelijk dat dit in het convenant verder aangescherpt moet worden. In de gemeente wordt binnen diverse afdelingen hard gewerkt aan het versterken van de competentie omgevingsgericht werken. Hiermee wordt het omgevingsbewustzijn binnen de afdelingen versterkt en dat draagt bij aan de doelstelling om meer met betrokken partijen mee te denken over mogelijke oplossingen en het betrekken van de bevolking bij gemeentelijk beleid. In het kader van de Agenda Netwerk Noordoost worden in het najaar/de winter van 2011 workshops georganiseerd die bij dit thema aansluiten. Naast de ontwikkelingen op het gebied van omgevingsgericht werken zijn ook de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering van belang. We maken daarom een plan van aanpak waarin we aangeven hoe we via internet en social media inwoners en andere betrokken kunnen informeren over en betrekken bij gemeentelijke projecten. Ook wordt hierin opgenomen hoe dit ingezet kan worden in de communicatie met dorpsbelangen en wijkraden. Acties: Dorpen en wijkenconvenant monitoren en waar nodig in samenwerking met dorpsbelangen en wijkraden verder aanscherpen. Organisatie workhops over Agenda Netwerk Noordoost en omgevingsgericht werken (wordt door de provincie georganiseerd). Plan van aanpak opstellen voor de digitale informatievoorziening en inzet social media bij de communicatie met dorpen en wijken. Uren PM Kosten PM Voorstel 20 Een brede informatiebijeenkomst organiseren over de betekenis van zelfsturing, met daarna eventueel vervolgafspraken. Wij zijn van mening dat de communicatie met de dorpen de komende jaren belangrijker wordt. Het is goed om de komende tijd samen met de dorpen na te denken en van 43
gedachten te wisselen over de onderlinge rolverdeling. Misschien moeten we in een richting koersen waarbij dorpen zelf veel meer bevoegdheden en verantwoordelijkheden krijgen. Er zijn gemeenten die wat dat betreft ver gaan en waar het begrip zelfsturing ingang heeft gevonden. Daar ligt het initiatief en de regie bij de dorpen zelf en speelt de gemeente veel meer een ondersteunende en kaderstellende rol. Binnen die kaders ligt de speelruimte voor het dorp zelf, inclusief financiën. Dorpsvisies krijgen in dit model een geheel nieuwe betekenis. In deze gedachtegang zijn de dorpen zelf verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het bedenken van creatieve oplossingen om de nadelige gevolgen van krimp te ondervangen. Er zijn in den lande tal van voorbeelden waarbij dorpen en wijken het heft in eigen hand nemen. Ook in onze gemeente is dat het geval. Misschien moet de lijn worden doorgetrokken naar een officieel bestuursmodel. Wij zijn ons er terdege van bewust dat iets dergelijks niet van de ene op de andere dag ingevoerd kan worden. In de gemeente Peel en Maas heeft men er 15 jaren over gedaan. Nu is het daar een alom geaccepteerd en goed werkend instrument. Het vraagt een omslag in denken van de dorpen zelf, van het bestuur en vooral ook van de ambtelijke organisatie. We zouden ons om te beginnen goed moeten laten informeren over dat model van zelfsturing. Implementatie is een kwestie van lange adem. Maar het is passend in een tijd waarin mensen steeds mondiger worden, waarin de overheid terugtreedt en waarin het maatschappelijk middenveld sterker wordt. Reactie dorpsbelangen/wijkraden en maatschappelijke instellingen: •
•
• • • • • • •
Deze vraag leverde de nodige discussie op maar met name ook veel vragen. De vraag of de dorpen met een eigen te beheren budget beter af zijn dan in de huidige situatie met een centralere rol voor de gemeente, vonden de deelnemers op dit moment nog moeilijk te beantwoorden. Afgevraagd werd hoe het met verantwoordelijkheden zit wanneer het dorp een eigen budget krijgt. Kunnen de dorpsbelangen dit wel aan qua tijdsbeslag? Het gaat immers om vrijwilligerswerk. Hoe behoudt je de continuïteit bij bestuurswisselingen? Niet elk dorp heeft eenzelfde uitgangspositie. In het ene dorp is de betrokkenheid van de inwoners groter dan in het andere. Als positief punt werd aangedragen dat zelfsturing een positieve invloed zal hebben op de gemeenschapszin. Samen de schouders eronder, want ook gezamenlijk als dorp een verantwoordelijkheid. Teveel tegenstellingen in het dorp, dus eigen dorpsbudget werkt niet Veel vrijwilligerswerk, hoe moet je dat met een beperkt aantal mensen bolwerken? Eigen dorpsbudget verstevigd wel de saamhorigheid in het dorp Zet het budget alleen projectmatig in Dorpen met eigen ondernemers hebben een voorsprong Wie is aansprakelijk?
Definitief voorstel 20 Het thema zelfsturing blijft op de agenda en vergt een nadere verkenning hoe dit in de toekomst verder uitgewerkt kan worden. Toelichting Uit de inspraakreacties blijkt dat inwoners (nog) geen problemen ondervinden met het aantal vrijwilligers, maar dat ze ook tevreden zijn met hoe de zaken nu geregeld zijn. De gemeente wordt op dit punt positief gewaardeerd. Daarnaast heeft zelfsturing voor veel inwoners een negatieve kant.
44
27 mei 2011 B&W Dongeradeel
45
Bijlage 1: Communicatieparagraaf - periode tot en met mei 2011
Inleiding De bevolking van Dongeradeel krimpt. Deze daling van het aantal inwoners is een onontkoombaar proces. Door de krimp komen voorzieningen in de dorpen onder druk te staan en neemt het aantal vrijwilligers af die voorzieningen draaiende moeten houden. Deze onomkeerbare ontwikkeling is een bedreiging, maar die willen we graag omzetten in een kans. De aandacht ligt niet langer op kwantiteit, maar meer op de kwaliteit van wonen en leefomgeving, ook in de stad. De gemeente zal samen met betrokken partijen moeten voorkomen dat dorpen en wijken in een negatieve spiraal van leegstand en verkrotting terechtkomen. Dongeradeel heeft mooie dorpen en wijken met een sterke sociale samenhang en een prima zelforganiserend vermogen. Dat moet zo blijven. Daarvoor is nodig dat de kwaliteit van wonen in de dorpen en stad in stand blijft. Doelgroepen Belangrijk is dat de betrokkenen hun mening kunnen geven over wonen, leefbaarheid en de gevolgen van de krimp. De discussienota kan zo uiteindelijk uitmonden in een gedegen beleidsnotitie. Het gaat dan om de volgende doelgroepen: • verenigingen van dorpsbelangen • inwoners • verenigingen • woningbouwcorporaties • maatschappelijke organisaties • zorg • bedrijfsleven • makelaars • lokale banken (hypotheekverstrekkers) • onderwijs • raad • provincie Fryslân Communicatiestrategie De verenigingen van dorpsbelangen en wijkraden zijn de belangrijkste doelgroepen. Het is zaak de dorpen en wijken te overtuigen van de ernst van de situatie. Bovendien is het nodig draagvlak in de gemeente te krijgen voor de aanpak van de negatieve effecten van de krimp, ook bij andere betrokken partijen. Daarnaast wil de gemeente input krijgen van de belanghebbenden wat de beste aanpak is en mogelijke oplossingen zijn. Dat zijn dan ook de communicatiedoelen. Om de dorpen en wijken zorgvuldig te betrekken bij de discussie rondom de krimpproblematiek, is interactieve beleidsvorming gewenst. Door de dorpen in een vroeg stadium te betrekken bij het ontwikkelen van beleid en de mogelijkheid bieden tot inspraak, kan er voldoende draagvlak ontstaan. De interactieve beleidsvorming is in 2010 opgestart met de besturen van dorpsbelangen, wijkraden en maatschappelijke organisaties. In mei en juni 2010 zijn ze uitgenodigd voor twee discussiebijeenkomsten in Oosternijkerk en Ternaard over het thema bevolkingskrimp. Ook was er een excursie naar de krimpregio in Noordoost-Groningen. Uit deze bijeenkomsten kwam duidelijk naar voren dat de gevolgen van het afnemend aantal inwoners door iedereen wordt erkend.
46
Aan de hand van discussienota leefbaarheid en wonen zijn er in januari 2011 drie (vervolg)discussieavonden geweest in Anjum, Ternaard en Dokkum met dorpsbelangen, wijkraden en maatschappelijke organisaties. De vervolgstap is zoveel mogelijk inwoners betrekken bij de discussie rondom de krimpproblematiek. De mensen moeten de mogelijkheid krijgen mee te praten, knelpunten aan te geven en ideeën aan te dragen. Daartoe worden in mei en juni vijf informatiebijeenkomsten verspreid over Dongeradeel gehouden (Brantgum, Hantum, Oosternijkerk, Anjum en Dokkum), waarvoor iedereen door middel van onder andere een advertentie en een persbericht wordt uitgenodigd. Eerst vindt tijdens zo’n avond eerst een presentatie door de wethouder plaats waarin een algemeen beeld wordt gekenschetst van de krimpproblematiek. Een vertegenwoordiger van dorpsbelang kan vervolgens vertellen wat er in de discussieavonden is besproken en wat de uitkomsten ervan waren. Daarna komen andere sprekers kort aan het woord, bijvoorbeeld architect Nynke-Rixt Jukema (‘koop een krot’) en Gijs van Hesteren (mogelijkheden ict/zorg op afstand). Daarna kunnen de aanwezigen bij verschillende themastands (onder andere wonen, werk, ict, energiebesparing en gemeente hun mening geven en ideeën aan dragen. De avond wordt afgesloten door de wethouder die ook het vervolg van de discussie aangeeft: de gemeente gaat met onder andere dorpsbelangen, wijkraden en betrokken organisaties interactief samenwerken aan oplossingen op deelonderwerpen. De uitkomsten ervan worden meegenomen in het uitvoeringsprogramma dat na de zomer zal verschijnen. Communicatiemiddelen - uitnodigingen dorpsbelangen - advertentie/posters - interactieve sessies - (nieuws)brieven - Ondernemend Dongeradeel - gemeentelijke pagina in h-a-h - website gemeente - websites dorpen - persberichten - intranet - interne verslagen/ B&W- en raadsadviezen Communicatieboodschap De samenstelling van de bevolking wijzigt door ontgroening en vergrijzing en krimp is onontkoombaar. De gemeente Dongeradeel wil de bevolkingskrimp omzetten in kansen voor de regio en de leefbaarheid zoveel mogelijk in standhouden. De aanpak van de krimp/leefbaarheid maakt onderdeel uit van de Agenda Netwerk Noordoost en de uitwerking ervan komt naar voren in het aanvalsplan Kracht en Kwaliteit.
47
Bijlage 4. Plan van aanpak experiment duurzame beschermde dorpsgezichten
48
Plan van aanpak Experiment Duurzame Beschermde Dorpsgezichten Dongeradeel
49
Inhoudsopgave
Blz.
0. Samenvatting
2
1. Achtergrond
4
2. Doelstelling
5
3. Activiteiten en producten
5
4. Dorpsverkenning en ontwikkelingsperspectief
7
4.1
Dorpsverkenning
7
4.2
Opzet dorpsverkenning
8
4.3
Communicatietraject
8
5. Oprichting dorpsontwikkelingsmaatschappij (DOM) 6. Projectorganisatie 6.1 Stuurgroep 6.2 Projectgroep 6.3 De DOM 6.4 Gemeente 7.
Kosten
8 10 10 10 11 11 12
BIJLAGEN: •
Planning experiment
50
0. Samenvatting Experiment duurzame beschermde dorpsgezichten Dongeradeel De gemeente Dongeradeel heeft te maken met een krimpopgave. De dorpen koesteren de kern en willen voorkomen dat aan de randen nieuwbouw plaatsvindt terwijl de kern leegloopt. Dit project wil perspectieven in beeld brengen, aantonen dat er binnen de kernen ruimte is voor ontwikkeling, voor kwaliteit en diversiteit. Doelstelling is het behoud en het versterken van aantrekkelijke duurzame woonmilieus in en rond de vier beschermde dorpsgezichten van de gemeente (Holwerd, Ee, Metslawier en Paesens/ Moddergat). Het streven is om de beschermde dorpsgezichten dynamische gebieden te laten zijn die kunnen meegroeien met de eisen van deze tijd en waar het prettig wonen, werken en verblijven is. Het experiment brengt de bestaande kwaliteiten van de beschermde dorpsgezichten in beeld. Het project richt zich primair op de particuliere woningvoorraad binnen de beschermde dorpsgezichten, maar ook de overige gebouwen, de sociale omgeving, de publieke/private openbare ruimte en de economie gelden als pijlers met duurzaamheid als belangrijk element. Het project beperkt zich in eerste instantie tot de dorpen Ee, Holwerd, Metslawier en Paesens/Moddergat). De andere dorpen binnen de gemeente kunnen zich later aansluiten. Bewoners van de dorpen worden nauw bij het project betrokken. Er wordt gestreefd naar de oprichting van een overkoepelende Dorpsontwikkelingsmaatschappij (DOM koepel) en in de 4 dorpen een lokale Dorpsontwikkelingsmaatschappij (DOM lokaal)(uit te breiden naar de overige dorpen van de gemeente). De DOM brengt concrete initiatieven ten uitvoer die alle thema’s m.b.t. de leefomgeving omvatten, te weten de al genoemde pijlers (woningen, de overige gebouwen, de sociale omgeving, de publieke/private openbare ruimte en de economie). Het kader van de DOM wordt bepaald door het ontwikkelingsperspectief. Dit ontwikkelingsperspectief komt voort uit de cultuurhistorische verkenning, de bouwhistorische verkenning en de dorpsverkenning die per dorp en in nauwe samenwerking met de bewoners wordt opgesteld. In het Ontwikkelingsperspectief worden per thema de uitgangspunten gedefinieerd waarmee de DOM aan de slag gaat; dit met in achtneming van geografische, financiële en thematische kaders. Voor de projectorganisatie is een stuur- en projectgroep ingesteld. De gemeente levert de projectleider van het project en de coördinator van de DOM. Tevens zit de gemeente de stuurgroep voor en maakt deel uit van de projectgroep. Ten opzichte van de DOM staat de gemeente op afstand en treedt voornamelijk voorwaardenscheppend op (juridisch en financieel). Op de volgende bladzijde is het project schematisch weergegeven.
51
52
1. Achtergrond De gemeente Dongeradeel heeft te maken met een krimpopgave. Het aantal inwoners van de gemeente daalt de laatste jaren gestaag. De dorpen laten een wisselend beeld zien, maar de daling manifesteert zich vooral in de dorpen Holwerd en Ee. De gemeente Dongeradeel kent vier dorpen met een beschermd dorpsgezicht: Holwerd, Ee, Metslawier en Paesens/Moddergat. Deze dorpen zijn belangrijke dragers van de leefbaarheid en ruimtelijke kwaliteit en kennen mogelijkheden voor recreatie en toerisme. De dorpsgezichten zijn dynamische gebieden die kunnen meegroeien met de eisen van deze tijd en waar het prettig wonen, werken en verblijven is. Aan de andere kant voldoen de huizen niet altijd meer aan de eisen van deze tijd, waardoor leegstand en verpaupering dreigen. Dat is funest voor de leefbaarheid van het dorp. De kern moet gezond blijven. Dit project wil perspectieven in beeld brengen, aantonen dat er binnen de kernen ruimte is voor ontwikkeling, voor kwaliteit en diversiteit. Het project richt zich primair op de particuliere woningvoorraad binnen de beschermde dorpsgezichten, maar ook de overige gebouwen, de sociale omgeving, de openbare/private ruimte en de economie gelden als pijlers met duurzaamheid als belangrijk element. De bewoners van de dorpen worden nauw bij het project betrokken. Er is in de afgelopen tijd al een flink aantal notities en rapporten verschenen. De volgende statusstukken vormen input voor het plan van aanpak: -
Holwerter Fiersichten,
-
Aanvalsplan Krimp Holwerd,
-
Experimentbeschrijving SEV,
-
Cultuurhistorische verkenning,
-
Discussienota,
- Beleidsprogramma leefbaarheid. Daarnaast zijn er inspiratiestukken meegenomen, zoals Advies voor de Wadden (Atelier Fryslân), Stads-en dorpsherstel Dongeradeel (Broor Adema), MFA, Agenda netwerk Noord Oost, Krimp-Lab architecten, Waddeninfocentrum, Aanpak Rotte Kiezen en daarnaast een aantal losse initiatieven (website Holwerd on line, de motorcamping en de bordjes met beschrijving van de panden in Holwerd). Ook is gebruik gemaakt van de kennis van verschillende experts en input vanuit de projectgroep. Eén van bovengenoemde stukken is het Aanvalsplan Krimp Holwerd (SEV, februari 2010). Het rapport is de weerslag van diepgaand onderzoek naar de krimpproblematiek van Holwerd. In het rapport wordt de dorpskern het visitekaartje van het dorp genoemd. Het is juist deze dorpskern die, vooral onder druk van een krimpende en vergrijzende bevolking, gevaar loopt. Ook vanuit de dorpen zelf klinkt nadrukkelijk het signaal dat hun dorpskern gevaar loopt als gevolg van de krimp. De huizen zijn te klein, parkeren is niet mogelijk, er is leegstand, huizen verpauperen. De dorpen koesteren hun kern en willen voorkomen dat in de randen nieuwbouw verrijst, terwijl de kern leegloopt. De moderne woonconsument stelt echter eisen waarvan al snel wordt aangenomen dat die niet of nauwelijks binnen een beschermd dorpsgezicht verwezenlijkt kunnen worden.
53
2. Doelstelling De gemeente wil perspectieven in beeld brengen, aantonen dat er binnen de kernen ruimte is voor ontwikkeling, voor kwaliteit, diversiteit en duurzaamheid. Doelstelling is het behoud en het versterken van aantrekkelijke duurzame woonmilieus in en rond de vier beschermde dorpsgezichten van de gemeente (Holwerd, Ee, Metslawier en Paesens/Moddergat). Het streven is om de beschermde dorpsgezichten dynamische gebieden te laten zijn die kunnen meegroeien met de eisen van deze tijd en waar het prettig wonen, werken en verblijven is. Het experiment brengt de bestaande kwaliteiten van de beschermde dorpsgezichten in beeld en brengt dit ook in verband met de sociale omgeving, de overige gebouwen, de publieke/private openbare ruimte (o.a. infrastructuur, tuinen bewoners) en de economie. Dit alles in nauwe samenwerking met de bewoners. Het individuele belang voor de bewoners ligt onder andere in waardebehoud van woningen, behoud van voorzieningen, opgeknapte panden; kortom een aantrekkelijke woon- en leefomgeving.
Eén van de bestaande kwaliteiten van een dorpskern
3. Activiteiten en producten De volgende activiteiten worden ontplooid: a. Globale kaders van de beschermde dorpsgezichten opstellen en door de stuurgroep laten vaststellen. Het betreft geografische, financiële en thematische kaders (woningen, openbare ruimte, sociaal, overige gebouwen, economie). b. De RCE stelt per dorp een cultuurhistorische verkenning op, een analyse met een inventarisatie van de kwaliteiten. De structuur- en beeldbepalende elementen van het beschermd dorpsgezicht worden in beeld gebracht. Middels een cultuurhistorische verkenning worden de cultuurhistorische kernkwaliteiten van een dorp in beeld gebracht. Dit leidt tot een beeld met krimp- en ontwikkellocaties. De cultuurhistorische verkenning is één van de bouwstenen van het ontwikkelingsperspectief. c. Tevens wordt per dorp een bouwhistorische verkenning van de (verpauperde) panden opgesteld. Ook deze bouwhistorische verkenning is één van de bouwstenen van het ontwikkelingsperspectief. d. Per dorp wordt een dorpsverkenning opgesteld. Dit gebeurt op een interactieve manier in samenwerking met de bewoners. In deze dorpsverkenning, waarbij ook de cultuurhistorische en bouwhistorische verkenning als input worden gebruikt, wordt aangegeven welke structuren en welke beelden in de dorpen behouden en waar nodig versterkt kunnen worden en op welke plekken veranderingen mogelijk zijn. Welke woningen kunnen samengevoegd of gesloopt worden, waar in de kern kan ruimte worden gemaakt voor parkeren, waar liggen mogelijkheden voor levensloopbestendig wonen, waar liggen kansen voor duurzaamheid, waar is een combinatie van wonen en werken mogelijk, waar kan de kwaliteit van de openbare ruimte en de groenstructuur versterkt worden, waar kan een speelplek worden gemaakt? e. Het ontwikkelingsperspectief geldt als uiteindelijk werkdocument; de basis voor de op te richten dorpsontwikkelingsmaatschappij(en) (DOM). Dit ontwikkelingsperspectief komt voort uit de cultuurhistorische verkenning, de bouwhistorische verkenning en de dorpsverkenning die per dorp en in nauwe samenwerking met de bewoners wordt opgesteld. In het ontwikkelingsperspectief worden
54
per thema de uitgangspunten gedefinieerd waarmee de DOM aan de slag gaat; dit met inachtneming van geografische, financiële en thematische kaders.
Kaders Beschermde Dorpsgezichten * Geografisch * Financieel * Thema's - Woningen - Openbare ruimte - Sociaal - Overige gebouwen - Economie
Dorpsverkenning
Bouwhistorische verkenning
Cultuurhistorische verkenning
Ontwikkelingsperspectief D.V. + B.V. + C.V.
Figuur 1: Totstandkoming ontwikkelingsperspectief
f. Er wordt een project- en stuurgroep ingesteld (zie hoofdstuk Projectorganisatie). g. Voorbereiding voor en oprichting van Dorpsontwikkelingsmaatschappij(en) (DOM).
4. Dorpsverkenning en ontwikkelingsperspectief
4.1 Dorpsverkenning Een belangrijk onderdeel van het project betreft het ontwikkelingsperspectief. Input voor dit ontwikkelingsperspectief wordt onder andere geleverd door de dorpsverkenning. De dorpsverkenning is één van de onderdelen van het ontwikkelingsperspectief. In deze dorpsverkenning wordt aangegeven hoe de bewoners de toekomst van hun dorp zien; waar gaan de dorpen zich op richten, wat vindt men belangrijk, hoe kunnen aantrekkelijke woon-/werk/verblijfmilieus
55
zowel sociaal als fysiek behouden blijven of worden gecreëerd. Voor elk van de 4 dorpen betekent dit maatwerk. Naast strategische keuzes kunnen ook concrete activiteiten worden ingebracht; activiteiten op allerlei gebied. Deze activiteiten kunnen voortvloeien uit de gekozen ontwikkelrichting, maar dat is geen voorwaarde. Activiteiten van een geheel andere orde die er eveneens toe leiden dat de leefbaarheid in de dorpen wordt vergroot zijn mogelijk. De activiteiten worden voorgelegd aan de DOM. Om tot een gedragen dorpsverkenning te komen is draagvlak bij de bevolking een voorwaarde. De totstandkoming zal dan ook een interactief proces zijn tussen de gemeente en de bij het project betrokken organisaties en de bewoners in de dorpen. De stuurgroep stelt de globale kaders vast waarbinnen keuzes kunnen worden gemaakt. Het betreft financiële, geografische en thematische kaders. Thema’s waarbinnen de dorpsverkenning tot stand komt zijn: -
Woningen,
-
Openbare ruimte,
-
Sociaal,
-
Overige gebouwen,
-
Economie.
4.2 Opzet dorpsverkenning Er zijn verschillende fasen in het traject van de dorpsverkenning te onderscheiden. Deze fasen komen, zoals gezegd interactief tot stand. Het gaat achtereenvolgens om: -
Informeren van de bewoners van de dorpen en inbreng vanuit de dorpen.
-
Inrichten van werkgroepen per thema vanuit de dorpen. Deze werkgroepen vormen een goede afspiegeling van de bevolking in de dorpen; kortom een brede samenstelling met denkers en doeners.
-
Op welke thema’s gaan de dorpen zich de komende tijd richten? De werkgroepen gaan aan de slag en werken per thema aan een ontwikkelingsperspectief.
-
Het eindproduct is uiteindelijk één dorpsverkenning per dorp.
4.3 Het ontwikkelingsperspectief Het ontwikkelingsperspectief geldt als uiteindelijk werkdocument van de DOM; het is de basis voor de op te richten dorpsontwikkelingsmaatschappij(en) (DOM). Dit ontwikkelingsperspectief komt voort uit de cultuurhistorische verkenning, de bouwhistorische verkenning en de dorpsverkenning die per dorp en in nauwe samenwerking met de bewoners wordt opgesteld. In het ontwikkelingsperspectief worden per thema de uitgangspunten gedefinieerd waarmee de DOM aan de slag gaat; dit met inachtneming van geografische, financiële en thematische kaders. 4.4 Communicatietraject De totstandkoming van de dorpsverkenning en het ontwikkelingsperspectief wordt ondersteund door een uitgebreid communicatietraject. Naast bestaande communicatiemiddelen als dorpskrant en nieuwsbrieven worden ook nieuwe “social media” ingezet om bewoners te betrekken, te enthousiasmeren en input te krijgen.
56
5. Oprichting dorpsontwikkelingsmaatschappij Voor het tot uitvoering brengen van concrete initiatieven wordt in de 4 dorpen een dorpsontwikkelingsmaatschappij (DOM lokaal) opgericht. Daarboven wordt een overkoepelende, gemeentebrede dorpsontwikkelingsmaatschappij (DOM koepel) ingesteld. Deze verschillende niveaus worden aangestuurd door een stuurgroep bestaande uit de gemeente en provincie met ondersteuning van deskundigen. De beoogde rechtsvorm van de DOM is een stichting. In deze stichting participeren naast de betrokken overheden en diverse publieke en private partijen ook de dorpsbewoners. De dorpsontwikkelingsmaatschappij draagt zorg voor de uitvoering van aangedragen projectvoorstellen. Ze spelen hierbij een faciliterende en eventueel regisserende rol. Dit doet zij binnen de kaders van het ontwikkelingsperspectief. Concreet moeten de acties van de DOM leiden tot toekomstbestendige dorpskernen. Aanpassingen in de dorpen moeten uiteindelijk leiden tot waardebehoud van de woningen en een toename van de leefbaarheid in de dorpskern. De gemeente staat, ten aanzien van de DOM, op afstand en treedt voornamelijk voorwaardenscheppend op (o.a. juridisch en mogelijk financieel). De DOM brengt concrete initiatieven ten uitvoer die alle thema’s m.b.t. de leefomgeving omvatten, te weten de al genoemde pijlers woningen, de overige gebouwen, de sociale omgeving, de publieke/private openbare ruimte en de economie. Voorwaarden voor een goed functionerende DOM (zowel overkoepelend als lokaal): -
ontwikkelen van initiatieven,
-
proactieve opstelling,
-
regie voeren over projecten,
-
leveren van expertise (financieel, bouwkundig en facilitair),
-
enthousiasmeren,
-
zorgen voor draagvlak,
-
visie hebben,
-
wisselwerking met de projectgroep (in de beginfase),
-
goede samenwerking met de stuurgroep,
-
beschikking hebben over een fonds met gelden.
Voor de totstandkoming van de DOM wordt een apart plan van aanpak opgesteld. Een extern bureau wordt gevraagd een aantal aspecten rondom de organisatie verder uit te werken, waaronder de rechtsvorm, aanpak van het proces, financiering, statuten, rollen van de verschillende partijen, aansprakelijkheid, verordening, etc.. Hierbij geldt dat de aandachtspunten, genoemd in dit plan van aanpak moeten worden meegenomen. In de afbeelding hieronder is aangegeven hoe het experiment beschermde dorpsgezichten geplaatst kan worden binnen bestaande activiteiten van de gemeente Dongeradeel en de provincie Fryslân op het gebied van leefbaarheid en wonen. Hierbij wordt ook de Aanpak Rotte Kiezen genoemd. Deze methodiek van plattelandsorganisatie Doarpswurk draait om verpauperde panden die het aanzicht van een dorp bederven. Doel is om samen met de eigenaar-bewoner en het dorp een oplossing te vinden, zodat het dorp er in de toekomst weer mooi bijstaat. Het project Aanpak Rotte Kiezen past goed bij de doelstellingen van het experiment en om deze reden zal er bij de planvorming rondom de beschermde dorpsgezichten zeker samengewerkt worden. Het experiment gaat echter verder dan alleen het aanpakken van de verpauperde panden. Er wordt ook ingezet op onder andere de economie, infrastructuur en de sociale omgeving. Hiervoor wordt ook op faciliterende wijze experts op verschillende vlakken ingezet voor de begeleiding van het dorp en haar inwoners. Het project Rotte Kiezen gaat daarentegen weer verder dan het leefbaar houden van beschermde dorpsgezichten in de gemeente Dongeradeel, het gaat hier om een provinciaal project.
57
Inzet experts o.a.:
Project leefbaarheid en wonen
* * * * *
Landschapsarchitecten Makelaars Stedebouwkundigen Bouwkundigen Handhaving door gemeente * Financiële instellingen * Energiedeskundigen * Doarpswurk / Partoer
Experiment duurzame beschermde dorpsgezichten
Aanpak Rotte kiezen (Doarpswurk)
Figuur 2: Plaats van het experiment in bestaande projecten
58
6. Projectorganisatie 6.1 Stuurgroep De te formeren stuurgroep zal zich met de besluitvorming bezighouden en onder andere de, door de projectgroep aangedragen, plannen van aanpak (plan van aanpak Duurzame Beschermde Dorpsgezichten Dongeradeel, het ontwikkelingsperspectief en het plan van aanpak voor de DOM) beoordelen. Voorts geeft zij sturing aan het proces, genereert gelden, wendt haar bestuurlijk netwerk aan (provincie, rijk, Europa), zorgt voor draagvlak en commitment. In de stuurgroep hebben zitting: -
gemeente Dongeradeel (wethouders Sicco Boorsma en Albert van der Ploeg en Sytske Raap - de Groot, projectleider en Evert Dijkstra, beleidsmedewerker volkshuisvesting). Het voorzitterschap ligt bij één van de beide wethouders.
-
Thús Wonen (nader in te vullen).
-
Provincie Fryslân (Sjoerd Hoekstra, projectcoördinator projectgroep en Willem Steneker,
secretaris projectgroep en stuurgroep). Naar verwachting komt de stuurgroep 3x per jaar bijeen. 6.2 Projectgroep De projectgroep heeft tot taak: -
opstellen van een plan van aanpak Duurzame Beschermde Dorpsgezichten Dongeradeel (deze notitie) en input leveren voor plan van aanpak voor de DOM,
-
voorbereiding ten behoeve van de Stuurgroep,
-
zorgen voor draagvlak bij de verschillende partijen,
-
verzorgen van de communicatie,
-
initiëren, verbinden en fungeren als spin in het web (netwerk),
-
de Dorpsontwikkelingsmaatschappij te faciliteren.
In de projectgroep hebben zitting: -
gemeente Dongeradeel (Sytske Raap - de Groot, projectleider en Evert Dijkstra),
-
Provincie Fryslân (Sjoerd Hoekstra, voorzitter/coördinator projectgroep , Willem Steneker, secretaris projectgroep en Dolf van Weezel-Errens),
-
Doarpswurk - Aanpak Rotte Kiezen (Maeike Lok),
-
Plattelânsprojekten Noordoost Fryslân (Karin Wierda),
-
Thús Wonen (Leonie Lammers, agendalid),
-
Rijksdienst Cultureel Erfgoed (Peter Timmer),
-
Partoer (Jan Rodenhuis)
-
SEV (Anne Jo Visser),
-
Agentschap NL (Elwin Baris).
De projectgroep komt in de opstartfase zo vaak bijeen als nodig, dit komt neer op 1 keer in de 3 à 4 weken. Daarna zo vaak als nodig. De bewoners worden ingeschakeld, zodra de stuurgroep haar goedkeuring heeft gegeven aan dit plan van aanpak, dus vóórdat het plan van aanpak voor de DOM wordt opgesteld. Dit gebeurt met de nodige zorgvuldigheid.
59
6.3 De DOM De bevoegdheden en verantwoordelijkheden kunnen pas worden ingevuld nadat het plan van aanpak voor de DOM gereed is. De beoogde samenstelling van de DOM ziet er, naar de mening van de projectgroep, als volgt uit: 1 DOM koepel met daarin: -
een afvaardiging van de DOM lokalen,
-
experts op afroep (financieel, bouwkundig en facilitair),
- coördinator van de DOM. De DOM koepel wordt aangestuurd door de Stuurgroep. Voorzitter, secretaris en penningmeester van de DOM koepel worden geleverd door de gemeente. 4 DOM lokalen met daarin qua samenstelling een afspiegeling van het dorp, dus ook jong / oud en man / vrouw. Een DOM lokaal telt maximaal 5 personen + de voorzitter.
KoepelDOM
DorpsDOM Holwerd
DorpsDOM Ee
DorpsDOM Metslawier
DorpsDOM Paesens/ Moddergat
Figuur 3: Structuur Dorpsontwikkelingsmaatschappijen
6.4 Gemeente De gemeente levert de projectleider van het project en de coördinator van de DOM. Tevens zit de gemeente de stuurgroep voor en maakt deel uit van de projectgroep. Ten opzichte van de DOM staat de gemeente op afstand en treedt voornamelijk voorwaardenscheppend op (juridisch en financieel).
60
7. Kosten Nadere invulling door gemeente Dongeradeel
Projectgroep Duurzame Beschermde Dorpsgezichten Dongeradeel Dokkum, december 2011