Premaster Communicatie- en Informatiewetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
I
Als je niet voldoet aan de vooropleidingseisen, dan kun je tot de masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen (CIW) worden toegelaten nadat je de premasterclass met succes hebt afgerond. De premasterclass duurt één jaar (60 studiepunten). Op grond van je vooropleiding en specialisatiewensen bepaalt de examencommissie hoe jouw individueel premasterprogramma eruitziet. Neem hiervoor contact op met de studieadviseur. In alle gevallen kan met het premasterprogramma, dat vastgesteld wordt door de examencommissie, uitsluitend in september gestart worden. Als je tot de premasterclass bent toegelaten met een hbo-diploma, dan is deelname aan een premasterassessment verplicht. Ook moet je hbo-vooropleiding voldoende aansluiten bij de master CIW. Hieronder wordt een aantal premasterclass varianten getoond afhankelijk van de vooropleiding. Dit is slechts een indicatie; per student wordt er een individueel programma vastgesteld door de examencommissie.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
II
Inhoudsopgave
Premaster Communicatie- en informatiewetenschappen specialisatie Taal en Communicatie in Organisaties
1
Vak: Academische vaardigheden premaster
1
Vak: Bachelorscriptie colloquium communicatie- en informatiewetenschappen
2
Vak: Ba-scriptie communicatie- en informatiewetenschappen
3
Vak: Communicatie via gesprekken A
4
Vak: Communicatie via gesprekken B
5
Vak: Communicatie via teksten A
6
Vak: Communicatie via teksten B
7
Vak: Filosofie: Taal, kunst en kennis, pmc
8
Vak: Methodologie taalkunde
9
Vak: Minor Toetsende statistiek
10
Vak: Publiceren via Nieuwe media
11
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
III
Premaster Communicatie- en informatiewetenschappen specialisatie Taal en Communicatie in Organisaties Dit is het standaard programma voor studenten van het HBO die willen instromen in de Master CIW met specialisatie Taal en communicatie in organisaties, maar kan afwijkend worden ingevuld, dit ter beoordeling van de Examencommissie. Vakken:
Naam
Periode
Credits
Code
Academische vaardigheden Periode 1 premaster
3.0
L_AAPMALGACV
Bachelorscriptie colloquium communicatie- en informatiewetenschappen
3.0
L_AABACIWCOL
Ba-scriptie communicatieen informatiewetenschappen
Ac. Jaar (september)
9.0
L_NCBACIWSCR
Communicatie via gesprekken A
Periode 4
6.0
L_NCBACIW206
Communicatie via gesprekken B
Periode 5+6
6.0
L_NCBACIW207
Communicatie via teksten A Periode 1
6.0
L_NCBACIW204
Communicatie via teksten B Periode 2+3
6.0
L_NCBACIW205
Filosofie: Taal, kunst en kennis, pmc
Periode 5
3.0
L_YAPMALG004
Methodologie taalkunde
Periode 2
6.0
L_AABAALG403
Minor Toetsende statistiek
Periode 1
6.0
L_NCBAALG007
Publiceren via Nieuwe media
Periode 4+5
9.0
L_AABACIW302
Academische vaardigheden premaster Vakcode
L_AAPMALGACV ()
Periode
Periode 1
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. A.C.T. Groot
Docent(en)
M.J.M. van Beek MA
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Aanleren van vaardigheden op het gebied van het zoeken, beoordelen en verwerken van informatie (zgn. informatievaardigheden) en het kritisch lezen en schrijven van wetenschappelijke teksten.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 1 van 12
Inhoud vak Deze cursus bestaat uit een aantal verschillende onderdelen, verdeeld over tien modules. In de eerste reeks modules wordt aandacht besteed aan het gebruik van bronnen en wetenschappelijke literatuur en aan het onderscheid tussen verschillende publicatietypen. Daarnaast doet de deelnemer praktische vaardigheid op in het zoeken van wetenschappelijke literatuur met behulp van de UBVU-catalogus, het landelijke catalogussysteem PiCarta en de belangrijkste (digitale) bibliografieën voor zijn of haar vakgebied. Ook het zoeken naar informatie op het internet wordt behandeld, en daaraan gerelateerd de wijze waarop dergelijke informatie kan worden beoordeeld op zijn bruikbaarheid in een wetenschappelijke context. In de tweede reeks modules wordt aandacht besteed aan de wijze waarop in een academische omgeving wordt omgegaan met informatie. Een belangrijk aspect daarvan is het in de eigen tekst verwijzen naar, citeren van en parafraseren van andere informatiebronnen. Voor dat verwijzen gelden vakspecifieke regels, die in deze cursus worden geïntroduceerd en geoefend. De derde reeks modules begint met het kritisch leren lezen van teksten. Hierbij maakt de cursist kennis met kwaliteitscriteria voor argumentatie in wetenschappelijke teksten en met technieken voor het beoordelen van de kwaliteit van de argumentatie in teksten. Tenslotte wordt aandacht besteed aan het schrijven van een wetenschappelijke betoog. Na een algemene introductie in het genre academische tekst wordt aandacht besteed aan een aantal specifieke aspecten daarvan, zoals de probleemstelling en de functie daarvan voor de rest van de tekst, de structuur/opbouw van de wetenschappelijke tekst, en taalgebruik en toon. Ook leert de deelnemer wat de meest efficiënte manier is om een schrijftaak aan te pakken. Onderwijsvorm Start- en tussentijdse bijeenkomst. Verder zelfstudie, gestuurd door een online cursus die grotendeels op afstand kan worden gevolgd. Via digitale communicatie contact met docent en medestudenten. Toetsvorm Vier toetsopdrachten. Deze moeten allemaal beoordeeld zijn als voldoende. Literatuur Al het onderwijsmateriaal wordt online via Blackboard beschikbaar gesteld. Vereiste voorkennis Basisvaardigheden computergebruik (tekstverwerking; web browser; email). Doelgroep Premasterstudenten van de Faculteit der Letteren (afkomstig van het HBO). Overige informatie Het programma EndNote is geen standaardonderdeel van Windows. Het is beschikbaar op alle facultaire pc’s. Aangeraden wordt om te werken met de VU-versie van Endnote.
Bachelorscriptie colloquium communicatie- en informatiewetenschappen Vakcode
L_AABACIWCOL ()
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 2 van 12
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. W.P.M.S. Spooren
Docent(en)
prof. dr. W.P.M.S. Spooren
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doelgroep 3ejaarsstudenten major CIW; 3ejaarsstudenten major Nederlandse Taalstudies; premasterstudenten CIW, NTC. Overige informatie Het scriptiecolloquium wordt pas aangeboden in het studiejaar 2012-2013
Ba-scriptie communicatie- en informatiewetenschappen Vakcode
L_NCBACIWSCR (505451)
Periode
Ac. Jaar (september)
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
prof. dr. W.P.M.S. Spooren
Docent(en)
drs. M.G. Onrust, dr. S.M.K. van Vliet
Lesmethode(n)
Werkcollege
Doel vak De student is in staat om zelfstandig een onderzoekbare onderzoeksvraag te formuleren op grond van zelf verzamelde wetenschappelijke literatuur. De student is in staat om zelfstandig een onderzoek van enige omvang op te zetten en uit te voeren. De student is in staat hierover zelfstandig een wetenschappelijk verslag te schrijven dat voldoet aan de conventies van de opleiding. Inhoud vak Studenten die voor hun bachelorscriptie begeleid willen worden door een docent van de leerstoelgroep Taal & Communicatie dienen zich in te schrijven voor een bachelorscriptieproject. In zo’n project schrijven groepen studenten (min. 5 en max. 15) een individuele scriptie onder begeleiding van één of twee docenten over een vooraf vastgesteld onderwerp. Per jaar worden minimaal zes projecten aangeboden, een in het najaar en vijf in het voorjaar. Hierover worden in juni en december voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Onderwijsvorm In overleg met de docenten worden bijeenkomsten georganiseerd waarin studenten rapporteren over de vorderingen van hun onderzoek. Toetsvorm BA- scriptie die voldoet aan de voorwaarden van de opleiding (zie daarvoor de facultaire en opleidingspecieke scriptiehandleiding). Literatuur
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 3 van 12
Zelf door de student te zoeken, in overleg met de docent(en) Vereiste voorkennis Bachelorstudenten: de vakken van jaar 1 en 2 moeten zijn gehaald; studenten moeten klaar/bezig zijn met de vakken uit het eerste semester van jaar 3. Premasterstudenten: studenten moeten klaar/bezig zijn met de vakken uit het eerste semester Doelgroep 3e jaars studenten CIW, premasterstudenten CIW Overige informatie Inschrijven verplicht
Communicatie via gesprekken A Vakcode
L_NCBACIW206 ()
Periode
Periode 4
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.C.G. Schasfoort
Docent(en)
drs. M.C.G. Schasfoort, T.C. van Charldorp MPhil, dr. J.M.W.J. Lamerichs
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak De colleges Communicatie via Gesprekken A & B richten zich op het ontwikkelen van kennis over mondelinge sociale interactie: wat doen mensen in gesprekken, hoe doen ze dat, met welke effecten, wat gaat er mis en hoe kan het anders of beter? Deel A spitst zich toe op het leren analyseren, terwijl deel B van deze kennis en vaardigheid gebruik maakt voor de analyse van gesprekken in 3 domeinen (gezondheid, juridisch, bedrijf). Dit omdat je in de toekomst waarschijnlijk daar zult werken en je inzichten in praktijk moet kunnen brengen, bv als adviseur. Inhoud vak In deel A van het college leer je analyseren, door gesprekken te analyseren met behulp van de Conversatie Analyse als methode. Je analyseert telefoongesprekken en face-to-face gesprekken (voor een deel eerder zelf opgenomen in Discourse Analyse). We kijken o.a. naar hoe mensen van beurt wisselen, strijden om de beurt of ruimte scheppen om hun verhaal kwijt te kunnen (beurtorganisatie). Daarnaast leer je hoe gespreksdeelnemers hun handelingen op elkaar afstemmen en hun gesprek structureren, bv hoe ze een ander proberen te verleiden om antwoord te geven (sequentie- en actieorganisatie) en hoe ze elkaar bij verschillende gelegenheden verhalen vertellen (storytelling). Kortom: je leert hoe gespreksdeelnemers door middel van gesprekken sociale relaties tot stand brengen, bevestigen of veranderen. Onderwijsvorm Hoor- en Werkcolleges Toetsvorm
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 4 van 12
Tentamen, dossier met tussenopdrachten, dagboek met observaties over sociale interacties uit het dagelijks leven om je heen Literatuur artikelen Vereiste voorkennis Discourse Analyse, Workshop Transana Doelgroep studenten CIW: Taal en Communicatie, Nederlandse taalstudies
Communicatie via gesprekken B Vakcode
L_NCBACIW207 ()
Periode
Periode 5+6
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. M.C.G. Schasfoort
Docent(en)
drs. M.C.G. Schasfoort, T.C. van Charldorp MPhil, dr. J.M.W.J. Lamerichs
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak De colleges Communicatie via Gesprekken richten zich op het ontwikkelen van kennis over mondelinge sociale interactie. In deel A leer je analyseren, in deel B verwerf je inzicht in gesprekken in 3 domeinen: gezondheid, juridisch en bedrijf. Je leert hoe de gesprekken in elkaar zitten, wat er mis kan gaan en hoe het anders of beter kan. Je doet kennis en vaardigheden op die je kunt toepassen in de werkpraktijk, in je latere loopbaan, bv als adviseur. Je leert dus analyseren, problemen signaleren en maakt een begin met adviseren over gesprekken in de werkpraktijk. Inhoud vak Deel B maakt gebruik van de opgedane kennis uit deel A en spitst zich toe op de analyse van gesprekken in 3 domeinen: gezondheidheid (artspatient-interactie), juridisch (rechtbankinteractie) en bedrijf (sollicitatiegesprekken). We richten ons bijvoorbeeld op hoe patienten aan de arts hun problemen uit de doeken doen, of hoe een arts het gesprek structureert; hoe verdachten de rechter vertellen wat er gebeurd is, of hoe agenten een politieverhoor inrichten; hoe sollicitanten de selectiecommissie op de hoogte brengen van relevante ervaring, of hoe de selectiecommissie beoordelingen maakt. We buigen ons daarnaast over de problemen die zich voordoen in de gesprekken, en hoe je je inzichten daarover relevant kunt maken voor de mensen die in de werkpraktijk de gesprekken voeren, bv door adviezen of een verbeterplan. Onderwijsvorm Hoor- en werkcolleges Toetsvorm Gezamenlijk werkstuk, individueel dossier met tussenopdrachten, individueel dagboek met observaties over interacties om je heen.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 5 van 12
Literatuur Heritage, John & Clayman, Steven, (2010) Talk in Action, Interactions, Identities and Institutions, Wiley-Blackwell, Uk Vereiste voorkennis Discourse Analyse, Communicatie via Gesprekken A (of vergelijkbaar), Workshop Transana. Doelgroep Studenten CIW: Taal en Communicatie; Nederlandse taalstudies
Communicatie via teksten A Vakcode
L_NCBACIW204 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. M.L.M.J. Vliegen
Docent(en)
dr. S.M.K. van Vliet, dr. L. Lagerwerf, dr. G. Mulder, prof. dr. W.P.M.S. Spooren, drs. M.G. Onrust, dr. M.L.M.J. Vliegen
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak In dit vak maken studenten kennis met theorieën over tekst en tekstkwaliteit, en van de fenomenen die concreet een rol spelen bij de kwaliteit van informatieve, persuasieve en instructieve tekstsoorten. Op basis daarvan leren ze teksten op een analytisch niveau te beschouwen en te beoordelen. Speciale aandacht gaat uit naar het opsporen van mogelijk minder effectieve aspecten van teksten. Inhoud vak In de eerste vier weken van het vak staan drie verschillende typen teksten centraal: informatieve, persuasieve en instructieve. Steeds wordt er daarbij aandacht besteed aan theorieën over informatieverwerking en gedragsbeïnvloeding. Deze theorieën helpen namelijk bij het doorgronden van de factoren die essentieel zijn voor het (goed) functioneren van deze teksttypen. Daarnaast komt het overkoepelende begrip genre aan de orde. In de laatste drie weken van het vak komen fenomenen aan de orde die een bijzondere rol spelen in de drie teksttypen (bijvoorbeeld: fragmentatie, transitiviteit). Aan de hand van een aantal teksten uit de praktijk wordt geoefend met het herkennen van deze fenomenen en met het herkennen van problematische aspecten daarbij. Onderwijsvorm hoorcolleges en werkcolleges Toetsvorm tentamen en opdrachten. Beoordeling vindt plaats aan de hand van cijfers. Op de werkcolleges is aanwezigheid verplicht.
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 6 van 12
Literatuur wordt nader bekend gemaakt Doelgroep 2ejaarsstudenten major CIW; 2ejaarsstudenten major Nederlandse Taalstudies; premasterstudenten CIW Overige informatie Deze cursus valt onder het overgangsprogramma 3e jaars Taalwetenschap, toegepaste taalwetenschap.
Communicatie via teksten B Vakcode
L_NCBACIW205 ()
Periode
Periode 2+3
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. M.L.M.J. Vliegen
Docent(en)
prof. dr. W.P.M.S. Spooren, dr. L. Lagerwerf, dr. G. Mulder, dr. C.A.M. de Jong, drs. M.G. Onrust, dr. M.L.M.J. Vliegen
Lesmethode(n)
Werkcollege, Hoorcollege
Doel vak Studenten leren om, op basis van analyse en op basis van inzicht in teksttypen en genre, teksten te verbeteren of te herformuleren. Vervolgens verwerven ze kennis van analytische instrumenten voor empirisch tekstonderzoek, en leren ze de vaardigheid om te werken met vragenlijsten. Inhoud vak Op basis van de kennis die is opgedaan in Communicatie via teksten A maken studenten in kleine groepen een diagnose van een zelf uitgezochte 'probleemtekst'. Een probleemtekst is een tekst die om welke reden dan ook niet effectief is of lijkt te zijn. Op basis van deze diagnose maken ze een plan voor tekstinterventie, en herschrijven ze vervolgens de probleemtekst tot een tekst die volgens alle theoretische inzichten en kennis effectief zou moeten zijn. In de laatste module van het vak (periode 3) onderzoeken studenten of de gepleegde ingrepen inderdaad het gewenste effect hebben bij de doelgroep van hun tekst. Onderwijsvorm werkcolleges, tutorials, symposium Toetsvorm werkstuk, onderzoeksverslag, presentatie. De beoordeling vindt plaats in cijfers. Studenten mogen alleen aan het onderzoek in periode 3 meedoen als ze een voldoende hebben voor de herschrijving van hun probleemtekst. Literatuur wordt nader bekend gemaakt Doelgroep
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 7 van 12
2ejaarsstudenten major CIW; 2ejaarsstudenten major Nederlandse Taalstudies; premasterstudenten CIW
Filosofie: Taal, kunst en kennis, pmc Vakcode
L_YAPMALG004 ()
Periode
Periode 5
Credits
3.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. A.P. den Dulk
Docent(en)
dr. M.F. Willemsen, drs. A.P. den Dulk
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak In ons denken en handelen kennen wij voortdurend betekenissen toe aan onszelf en aan de wereld om ons heen. Die betekenisgevingsprocessen worden gestuurd door onderliggende ‘denkstructuren’ (begrippen en opvattingen) die wij ontlenen aan onze cultuur, persoonlijke ervaringen, opleiding etcetera. Het is van belang, zeker voor academici in opleiding, om deze structuren regelmatig aan een kritische blik te onderwerpen. Dergelijke denkkaders vormen immers onze verstandelijke behuizing en deze kan vooringenomenheden en onjuistheden bevatten die ons begrip vertekenen of belemmeren. Filosofie is het kritisch onderzoeken van de begrippen en opvattingen die ten grondslag liggen aan ons denken en handelen. De algemene doelen van het vak ‘Filosofie: taal, kunst en kennis’ zijn: (1) kennismaken met algemene hoofdlijnen en kernthema’s uit de geschiedenis van de filosofie, en met de specifieke filosofische problemen die samenhangen met de eigen studiegebieden, rond noties als taal, kunst en kennis (wetenschap); (2) vaardigheden ontwikkelen om wetenschappelijke hoofdvragen en kernbegrippen te analyseren en er kritisch op te reflecteren; (3) een houding van ‘academisch burgerschap’ ontwikkelen: leren dat het noodzakelijk is je kritisch te verhouden tot wetenschappelijke theorieën en onderzoeksresultaten, (o.a.) omdat deze gebaseerd zijn op filosofische vooronderstellingen die zelf kritisch onder de loep dienen te worden genomen. Inhoud vak Tijdens de collegereeks worden de kennis-, kunst- en taalopvattingen besproken van een aantal grote denkers uit de geschiedenis van de westerse filosofie, zoals: Plato, Aristoteles, Descartes, Hume, Kant, Nietzsche en Wittgenstein. Wanneer is iets échte kennis en wanneer is het proces waarmee die kennis wordt verkregen échte wetenschap? Wat is kunst, en wat is haar rol in onze pogingen om onszelf en de wereld om ons heen te begrijpen? En wat is de rol van de taal in die begrips- en betekenisvormingsprocessen? Wat is de relatie van taal tot datgene wat hij probeert uit te drukken? Dat zijn de inhoudelijke hoofdvragen van deze cursus. Onderwijsvorm Hoorcolleges Toetsvorm
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 8 van 12
Schriftelijk tentamen Literatuur * Antoon Braeckman, Bart Raymaekers, Gerd van Riel, Wijsbegeerte (Uitgeverij Lannoo Campus: Tielt, 2010). * Reader ‘Filosofie: taal, kunst en kennis’ Doelgroep Verplicht voor premasterstudenten CAMS, Kunstgeschiedenis, CIW, English Language and Culture, Franse taal en cultuur, Literatuurwetenschap, Nederlandse taal en cultuur, Taalwetenschap Uitleg in Blackboard Bij deze cursus wordt intensief gebruikgemaakt van Blackboard.
Methodologie taalkunde Vakcode
L_AABAALG403 ()
Periode
Periode 2
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. G. Mulder
Docent(en)
prof. dr. G.J. Steen, T.C. van Charldorp MPhil, dr. G. Mulder, dr. M.J.A. Lamers
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Werkcollege
Doel vak Je kent de principes achter drie hoofdsoorten van empirisch onderzoek (experimenteel, survey en case-study). Je bent in staat verantwoorde keuzes te maken bij het opzetten en uitvoeren van dergelijk onderzoek. Je kunt de kwaliteit van onderzoek van anderen beoordelen. Je kunt de vertaalslag maken van onderzoeksvragen naar getallen. Je kunt getalsmatige informatie in het onderzoek van anderen begrijpen. Inhoud vak In het eerste deel van de cursus wordt in hoorcolleges een algemene inleiding gegeven op de kenmerken van empirisch onderzoek. In deze hoorcolleges wordt je een kader aangereikt waarbinnen je de drie hoofdsoorten van empirisch onderzoek (experimenteel onderzoek, survey-onderzoek en case-study) kunt plaatsen. Daarnaast wordt een inleiding gegeven in de beschrijvende en inferentiële statistiek. In het tweede deel van de cursus worden in hoorcolleges de drie hoofdsoorten van empirisch onderzoek uitgediept. In de werkcolleges wordt ingegaan op de taalwetenschappelijke invulling van elk van de drie onderzoekssoorten. Bij elk onderdeel wordt minimaal één casus besproken. Aan de hand van die casus wordt de behandelde theorie toegepast. Onderwijsvorm Hoorcollege en werkcollege Toetsvorm Multiple Choice Tentamen
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 9 van 12
Literatuur Babbie, E. (2012). The Practice of Social Research. 13th Edition. Wadsworth Cengage Learning Vereiste voorkennis 1e jaar (voor 2e jaars studenten) of eerste 2 jaar bachelorprogramma (voor 3e jaars studenten) Overige informatie Voor het tentamen hebben kandidaten maximaal 90 minuten tijd.
Minor Toetsende statistiek Vakcode
L_NCBAALG007 ()
Periode
Periode 1
Credits
6.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
dr. G. Mulder
Docent(en)
dr. G. Mulder
Lesmethode(n)
Hoorcollege
Doel vak Je kent de theoretische basis van beschrijvende en inferentiële (toetsende) statistiek. Je bent in staat basistechnieken toe te passen voor het beschrijven van steekproefgegevens. Je bent in staat onderzoeksvragen te beantwoorden op grond van een aantal inferentiële technieken (o.a. correlatie en regressie, t-toets en variantieanalyse). Je bent in staat om op grond van onderzoeksvragen en -opzet en controle van parametriche assumpties de juiste inferentiële techniek te kiezen. Je bent in staat de resultaten van statistische analyses conform de richtlijnen van de APA te rapporteren. Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden van het gebruik van digitale bronnen en/of gegevensbestanden in het kader van kwantitatief onderzoek. Inzicht verkrijgen in, en vaardigheid opdoen met, de toepassingsmogelijkheden van relevante ICT-methoden en -technieken bij het onderzoek aan dergelijke bronnen en bestanden. Inhoud vak Behandeling van de fundamenten van beschrijvende en inferentiële (toetsende) statistiek: descriptieve maten, geobserveerde scoreverdelingen, de standaardprocedure van een toetsing. Vervolgens komen de elementaire technieken aan de orde, gericht op de evaluatie van betrouwbaarheid (Cronbach's alpha), relaties (correlatie en regressie) en verschillen (t-toets, Wilcoxon, Mann-Whitney, variantie-analyse en de chi-kwadraattoets). Onderwijsvorm Hoorcollege 2 x 2 uur p/w; daarnaast werken studenten in tweetallen wekelijks praktijkopdrachten met SPSS uit. Toetsvorm Multiple choice tentamen; praktijkgerichte eindopdracht (in tweetallen). Beide onderdelen tellen voor 50 procent mee bij het
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 10 van 12
bepalen van het eindcijfer. Voor beide onderdelen geldt dat minimaal een 5.0 moet worden gehaald. Literatuur Field, A. (2009). Discovering Statistics Using SPSS. 3rd Edition. London: Sage Doelgroep 2e jaars studenten major CIW en major Taalwetenschap-Ttw; premaster studenten CIW en Taalwetenschap-Ttw; master studenten CIW (indien ze dit vak in de vooropleiding nog niet gevolgd hebben) Overige informatie De wekelijkse opdrachten moeten verplicht worden ingeleverd. Wanneer alle opdrachten op tijd zijn ingeleverd, verdient de deelnemer een half punt bijtelling bij het eindcijfer. Voor iedere opdracht die niet op tijd is ingeleverd volgt 1 punt aftrek. Voor het tentamen hebben kandidaten maximaal 90 minuten tijd.
Publiceren via Nieuwe media Vakcode
L_AABACIW302 ()
Periode
Periode 4+5
Credits
9.0
Voertaal
Nederlands
Faculteit
Faculteit der Letteren
Coördinator
drs. B.F. Stuyvenberg
Docent(en)
drs. B.F. Stuyvenberg, drs. M.G. Onrust
Lesmethode(n)
Hoorcollege, Practicum, Werkcollege
Doel vak Kennis krijgen van en vaardigheden aanleren m.b.t. diverse aspecten van het publiceren via nieuwe media. Inhoud vak De zogenaamde nieuwe media, zoals mobiele telefoons, pda's en met name het World Wide Web, lenen zich uitstekend voor allerlei informatieve en communicatieve doeleinden. Dit komt vooral doordat deze media publicatie en communicatie mogelijk maken in multimediale vorm, waarbij sprake is van een combinatie van tekst, beeld, geluid, video, animaties e. d. met een groot bereik. Daarnaast kan bij dergelijke publicaties gebruik gemaakt worden van zogenaamde hyperlinks om verschillende verbanden tussen onderdelen ervan tot uitdrukking te brengen waarbij men niet beperkt is tot een lineaire ordening, zoals in een gedrukt boek. In toenemende mate richten nieuwe media zich ook op interactieve communicatie, middels het zogenaamde Web 2.0. Een belangrijk uitgangspunt van Web 2.0 is bovendien het beter doorzoekbaar maken van het Web. Dat betekent o.a. dat webdocumenten veel meer naar betekenis moeten worden opgebouwd. De cursus Publiceren via nieuwe media richt zich op de diverse aspecten, zowel technisch als meer inhoudelijk, van het publiceren via deze media. In onderdeel A (periode 4, 5 stp.) gaat de aandacht specifiek uit naar het ontwerpen en schrijven van digitale documenten. Aan de orde komen zaken als het structureren van informatie in een hypermediale omgeving, de opbouw van een webpagina en het
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 11 van 12
schrijven van 'non-lineaire' teksten ('webstijl'). In onderdeel B (periode 5, 5 stp.) valt het zwaartepunt van de aandacht op het gebruik van nieuwe media t.b.v. een digitale publicatie, effectief ontwerp en de daadwerkelijke realisatie van een multimediale communicatieuiting. Bovendien wordt aandacht besteed aan het evalueren van websites op basis van standaardmodellen. Dit houdt in dat deze cursus zowel praktische als theoretische componenten bevat. Onderwijsvorm Periode 4: werkcollege en projectgroepen. Periode 5: hoorcollege en computerpracticum. Van de deelnemer wordt in periode 4 substantiële participatie in een projectgroep vereist. In periode 5 wordt van de deelnemer veel zelfwerkzaamheid achter de computer verwacht bij het uitwerken van wekelijkse opdrachten. Toetsvorm Tentamen en opdrachten. Deelcijfers van A en B moeten voldoende zijn. Beoordeling gebeurt in de vorm van cijfers. Voor deel A is aanwezigheid op de colleges verplicht. Literatuur Wordt nader bekend gemaakt Vereiste voorkennis Basisvaardigheid computergebruik (met name Windows en bestandsbeheer) Doelgroep 3e jaarsstudenten major CIW; 3e jaarsstudenten major Nederlandse Taalstudies; overige studenten Letteren Overige informatie Overgangsprogramma 3e jaars CIW
Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Communicatie- en Informatiewetenschap - 2011-2012
7-3-2013 - Pagina 12 van 12