Praktijk is een uitgave van Maastricht Universitair Medisch Centrum+ voor huisartsen en andere verwijzers
Special Het hart van de Euregio
1 | 16
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst | Werken in het Gezondheidscentrum Asielzoekers | Hoe grensverleggend is 112?
Praktijk heeft een nieuwe lay out; een restyle die het magazine een frisse, moderne uitstraling geeft, geheel passend in deze tijd. Wij hopen dat de vernieuwde Praktijk u aanspreekt en inspireert om het blad met veel plezier en belangstelling te (blijven) lezen.
03
04
03
Eerste resultaten NederlandsBelgische KLIMOP-studie: Oudere kankerpatiënt ervaart minder eenzaamheid
04
Maastricht UMC+ ontwikkelt short cut naar psychologische zorg voor (buitenlandse) studenten
06
Rapportage GGD Zuid-Limburg over factoren gezondheidsachterstand. Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst
09
Kort nieuws
10
Chirurg prof.dr. Michael Jacobs combineert het beste van twee werelden
13
Uit de Praktijk
14
Dagelijks een culturele wereldreis: Werken in het Gezondheidscentrum Asielzoekers
16
Hoe grensverleggend is 112?
18
Globalisering vraag om alerte gezondheidszorg
20
Column Bèr Huijnen: Grensoverschrijdende zorg
18
Special Het hart van de Euregio
10 06
Inhoud
14
Colofon Praktijk is een uitgave van Maastricht UMC+, RVE Patiënt en Zorg i.s.m. Zorg in Ontwikkeling (ZIO) Ontwerp en grafische vormgeving Strategyminds, Maastricht Redactie Hans Fiolet, Liesbeth van Hoef, Ber Huijnen, Job Metsemakers, Caroline Robertson, Geertjan Wesseling, Ingeborg Wijnands, stafdienst Communicatie Maastricht UMC+, Strategyminds Eindredactie Liesbeth van Hoef Fotografie Appie Derks Druk Pietermans Lanaken. Praktijk is ook digitaal te lezen: www.mumc.nl/actueel/media/magazine-praktijk Suggesties voor de redactie? Bel of mail Ellen Kennes, stafdienst Communicatie Maastricht UMC+, telefoon 043 387 44 58, e-mail
[email protected]
De Huisartsen Service Desk telefoon 043 387 44 80 De Huisartsen Service Desk in het Maastricht UMC+ is het interne navigatiesysteem voor externe verwijzers. Eén telefoontje en u wordt doorverbonden met de juiste persoon of afdeling.
Eerste resultaten Nederlands-Belgische KLIMOP-studie:
Oudere kankerpatiënt ervaart minder eenzaamheid
................... Ouderen met kanker ervaren de extra ondersteuning en aandacht van de omgeving en professionals als positief. Slechts één op de vier zeventigplussers met de diagnose kanker geeft aan zich eenzaam te voelen. Bij leeftijdsgenoten zonder kanker is dit één op de drie (40%). Maar het gevoel van welbevinden lijkt van tijdelijke aard. Een jaar na de diagnose is dit verschil weer rechtgetrokken, blijkt uit de eerste resultaten van de Belgisch-Nederlandse KLIMOP-studie. KLIMOP is in 2010 door de KU Leuven opgezet om kennis van en inzicht in het sociaal en mentaal welzijn van oudere patiënten met kanker te vergroten. Sinds 2011 hebben ook Maastricht UMC+ en Limburgse zorgverleners zich bij het onderzoek aangesloten. “We onderzoeken wat de diagnose en de behandeling van kanker doet met het welzijn van oudere mensen, maar ook welke rol de ouderdomsgebreken hierin spelen”, licht dr. Marjan van den Akker toe. Om verschillen te kunnen aantonen, worden er drie groepen gevolgd: zeventigplussers met en zonder kanker, en kankerpatiënten van 50 tot 70 jaar. In totaal gaat het om 1.400 Belgen en Nederlanders, en bij een aantal van hen ook de mantelzorgers. De Belgische deelnemers worden over een periode van vijf jaar gevolgd waarbij er tussentijdse metingen zijn. In Nederland gaat het voorlopig om een onderzoeksperiode van drie jaar. Tenzij er nog een subsidie komt om ook hier de looptijd van het onderzoek uit te breiden. In Nederlands Limburg loopt de dataverzameling in elk geval nog door tot de zomer van 2017. “Zeventigplussers met kanker zijn extra kwetsbaar. Dat geldt ook voor de patiënten met een partner. In de praktijk kunnen kankerpatiënten zich vaak nog goed redden, totdat hun partner/mantelzorger ziek wordt. Dan stort alles als een kaartenhuis in elkaar. Daarom betrekken we ook de mantelzorgers in de studie. We willen weten welke PERSOONLIJK
Dr. Marjan van den Akker, epidemioloog
last zij ervaren, zeker nu de professionele hulp wordt uitgekleed en er in het kader van de participatie nog meer van de naaste omgeving wordt verwacht.” Volgens Van den Akker maakt de studie ook duidelijk dat de huisarts meer betrokken moet worden bij het behandelingstraject. “Nu
Dr. Marjan van den Akker (epidemioloog) is
komt de huisarts pas weer in beeld als de ziekenhuisbehandeling is
als universitair hoofddocent werkzaam bij de
afgerond. Terwijl hij juist een goed beeld heeft van de thuissituatie
vakgroep Huisartsgeneeskunde van Maastricht
en de medische geschiedenis van zijn patiënt, dus relevante input
UMC+/Universiteit Maastricht en als gastprofes-
voor de behandeling kan leveren En als de huisarts beter op de
sor bij het Academisch Centrum voor Huisarts-
hoogte is van de overwegingen en behandelbeslissingen van het
geneeskunde van de KU Leuven. Haar onderzoek
Multidisciplinair Overleg, kan hij ook beter de vinger aan de pols
richt zich vooral op multimorbiditeit, polyfarma-
houden. Gelukkig zie je al experimenten waarbij de huisarts aan-
cie en het welzijn van oudere mensen met kanker.
schuift bij het MDO.” 3
Wat is er met je gebeurd
De psychologen van Maastricht University bieden snelle en laagdrempelige hulp aan buitenlandse studenten met psychische klachten. Studenten met een (dreigende) eerste psychose kunnen, indien nodig, rechtstreeks worden doorverwezen naar het Eerste Psychoseteam van Maastricht UMC+.
4
PERSOONLIJK
Heiny Eilkes GZ-psycholoog en hoofd Studentenbegeleiding bij Maastricht University
Maastricht UMC+ ontwikkelt short cut naar psychologische zorg voor (buitenlandse) studenten
? Wat heb je nodig? Door de toename van het aantal
tenbegeleiding terecht voor individuele
lijk is kan het psychoseteam daarna out-
buitenlandse studenten dat in Maas-
– of groepsbegeleiding bij bijvoorbeeld
reachend in de eigen omgeving contact
tricht studeert, zien de ‘studentenpsy-
faalangst, rouwverwerking of stressma-
maken met de jongere. Dat is al winst,
chologen’ van Maastricht University
nagement.
studentenpsychologen
maar de belangrijkste winst schuilt in de
ook een stijging van het aantal buiten-
bieden binnen deze afdeling kortdurende
vernieuwende, laagdrempelige benade-
landse studenten dat in ons land psy-
hulp op cognitief gedragstherapeutische
ring. Aan de hand van eenvoudige vragen
chisch in de knel komt. Jongeren met
basis. “De meeste jongeren kunnen met
zoals ‘Wat is er met je gebeurd?’ en ‘Wat
een (dreigende) eerste psychose kun-
dit steuntje in de rug verder, anderen
heb je nodig?’ probeert de hulpverlener
nen rechtstreeks terecht bij het ‘Eerste
hebben meer zorg nodig”, vervolgt Heiny
de zorgbehoefte van de jongere in kaart
Psychoseteam’ van Maastricht UMC+
Eilkes. “Sinds de huisarts poortwachter
te brengen. Meestal schuilt het antwoord
voor specialistische psychologische
is naar specialistische zorg, levert deze
in begrip van iemand die dicht bij hen
zorg. De zorg van dit team sluit aan
verwijzing met name bij buitenlandse stu-
staat. Daar kun je in de begeleiding van
op de leefwereld van de adolescent en
denten problemen op, want zij denken
de student op sturen, bijvoorbeeld door
draagt bij aan meer empowerment.
er niet aan om zich bij een huisarts in te
samen met de jongere een netwerk op te
Een psychose komt zelden uit de lucht
schrijven: ‘Er is toch niets aan de hand!’.
bouwen waarin hij steun vindt. Een vroeg-
vallen, maar is het gevolg van iemands
Om dit knelpunt te omzeilen, heeft Maas-
tijdige herkenning van de symptomen van
kwetsbaarheid om een psychose te krij-
tricht University haar PR en voorlichting
een eerste psychose kan zo het verschil
gen en de stress die iemand ondervindt.
verbeterd: wij adviseren al onze studen-
maken voor het hele verdere leven van
De meeste eerste psychoses manifeste-
ten heel nadrukkelijk om in de regio een
de student. Je voorkomt niet alleen dat
ren zich vaak in de studententijd, en dat
huisarts te zoeken en even kennis te ma-
de psychose escaleert, maar helpt bij een
is volgens Heiny Eilkes helemaal niet zo
ken met elkaar. Het mes snijdt aan twee
structurele oplossing waarin de jongere
verwonderlijk. “Veel studenten en zeker
kanten: de student krijgt sneller de zorg
zijn kracht hervindt.”
buitenlandse studenten maken in korte
die hij of zij nodig heeft, de huisarts kan
tijd veel veranderingen mee. Een aantal
de student gerichter behandelen en krijgt
worstelt
deze zorg ook vergoed.”
met
aanpassingsproblemen”,
De
legt zij uit. “Zij moeten presteren in een
Ook ZIO en de RHZ hebben afgelopen periode de informatie naar (toekomstige)
onbekende omgeving, waarin zij alles
De ‘traditionele’ route via de huisarts
studenten via verschillende kanalen ver-
van nul af aan moeten opbouwen, terwijl
werkt uitstekend als de patiënt aan-
beterd. “We willen bij nieuwe studenten
ze de taal niet beheersen, de cultuur niet
spreekbaar is en open staat voor hulp.
onder de aandacht brengen dat als je
kennen, et cetera. Vaak is stress, veroor-
Dit is in de praktijk echter niet altijd het
komt studeren in Maastricht, je je het bes-
zaakt door bijvoorbeeld eenzaamheid
geval: de studentenpsychologen moeten
te bij een huisarts in je buurt kunt inschrij-
vervolgens de trigger waardoor iemand
op jaarbasis ingrijpen bij 50 crisissen als
ven. Met name buitenlandse studenten
psychische problemen ontwikkelt. Bij jon-
gevolg van bijvoorbeeld een psychose of
weten niet hoe de gezondheidszorg, en
geren uit Aziatische landen kan daarbij
suïcidedreiging. Om erger te voorkomen,
dan vooral de huisartsenzorg, geregeld is.
ook de eer naar de familie een rol spe-
heeft de afdeling Psychologie en Psy-
Deze studenten schrijven zich vaak niet in
len: zij mogen niet falen. Dat levert een
chiatrie van Maastricht UMC+ een short
bij een huisarts in Maastricht/Heuvelland.
enorme druk op. De één kan daar goed
cut ontwikkeld voor de behandeling van
Dit leidt in de praktijk tot onnodig gebruik
mee leven, bloeit er zelfs van op, de ander
studenten met een (dreigende) eerste
van de spoedeisende hulp van het zieken-
komt in de knel, raakt geïsoleerd en wordt
psychose. Heiny Eilkes: “Onze studen-
huis en de Huisartsenpost.”
depressief, angstig of zelfs suïcidaal.”
tenpsychologen kunnen dit ‘Eerste Psy-
Kijk voor meer informatie op:
Studenten van Maastricht University die
choseteam’ persoonlijk contacteren om
www.zio.nl/informatie-voor-studenten.
het moeilijk hebben, kunnen bij Studen-
casuïstiek te bespreken. Als het wense-
5
Rapportage GGD Zuid Limburg over factoren gezondheidsachterstand
Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst Om de gezondheidsachterstand in (Zuid-)Limburg weg te
Er moet op meerdere fronten worden ingezet”, licht Maria
werken, moet er nog meer worden ingezet op opvoedon-
Jansen toe.
dersteuning, werkgelegenheid en goede opleidingen die aansluiten op de arbeidsmarkt. Met name jongeren uit de
Geletterdheid en gezondheid hebben volgens haar alles met
lagere sociale klassen hebben extra aandacht nodig. Wie
elkaar te maken. “Laaggeletterden missen veelal de vaardig-
de jeugd heeft, heeft de toekomst. Tot die conclusie komt
heden om goed om te gaan met informatie over gezondheid,
de GGD Zuid Limburg in de rapportage ‘Op zoek naar de
ziekte en zorg. Daardoor ervaren ze een minder goede
Limburg-factor’. Ten opzichte van andere Nederlanders zijn
gezondheid en leven ze gemiddeld zes jaar korter dan geletterde
Limburgers, met name de Zuid-Limburgers, ongezonder en
mensen. Daarnaast maken ze meer gebruik van zorginstan-
leven ze gemiddeld een jaar korter. Er is al veel onderzoek
ties, maar juist minder van preventieve zorg. Ze hebben een
gedaan naar mogelijke oorzaken van deze gezondheidsach-
minder gezonde leefstijl, meer moeite met zelfmanagement,
terstand. Op verzoek van de provincie heeft de GGD Zuid
instructies en juist medicijngebruik.”
Limburg zo veel mogelijk onderzoeksgegevens en de hiaten
Een goed voorbeeld van de ouders geeft kinderen een hou-
op een rijtje gezet en draagt mogelijke oplossingsrichtingen
vast en een goed voorbeeld doet volgen. Daarom pleit Maria
aan in de rapportage ‘Op zoek naar de Limburg-factor’.
Jansen voor meer opvoedondersteuning, zoals de opvoedcoaches die zorgverzekeraar CZ nu in het kader van een
6
Prof.dr.ir. Maria Jansen en ir. Estella Kuppens, die de rappor-
pilotproject aanbiedt. “Ouders zijn vergeten of hebben
tage hebben opgesteld, komen met verrassende voorstellen.
onvoldoende geleerd hoe ze grenzen moeten stellen. Ze
Om de gezondheid van de Zuid-Limburgers te verbeteren,
moeten kinderen in alle opzichten uitdagen om hun talenten te
moeten de oplossingen vooral worden gezocht buiten het
ontwikkelen en vooral ook zelfcontrole bij te brengen. Dit is
terrein van de gezondheid(szorg), zoals de sociaal-culturele
een belangrijk beheersingsmechanisme dat je op jonge leeftijd
en economische aspecten. “Dat Limburgers Bourgondiërs zijn
moet leren, anders wordt het nooit een natuurlijk gedrag. Het
en daarom ongezonder leven, kunnen wij niet hard maken.
doorzettingsvermogen, niet neerzitten bij de eerste tegenslag,
De achterstand zit hem in veel meer aspecten. Je moet het
is bepalend voor je latere loopbaan. En je ziet het ook terug in
probleem dus breder zien. De oplossing is dan ook complex.
de leerprestaties.” >>
PERSOONLIJK
Ir. Estella Kuppens, stafmedewerker GGZ Zuid-Limburg Estella heeft een achtergrond in de journalistiek en communicatie en zet haar kennis en ervaring onder meer in bij het publieksvriendelijk presenteren van complexe of vakinhoudelijke informatie.
Prof.dr.ir. Maria Jansen, hoogleraar Populatiegericht Gezondheidsbeleid en programmaleider van de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Limburg. Deze academische werkplaats is een samenwerking tussen de 18 Zuid-Limburgse gemeenten, Universiteit Maastricht en GGD Zuid Limburg. Zij delen kennis en kunde en onderzoeken praktijkvernieuwingen om de publieke gezondheidszorg, de Wmo, de Jeugdzorg en de uitvoering van de Participatiewet te verbeteren. 7
Quotes uit het rapport: Op zoek naar de Limburg-factor:
................................................................
Volgens de onderzoekers kan het onderwijs hierop inspelen door meer te doen aan talentontwikkeling en de leerlingen
Een huisarts die in meerdere regio’s heeft gewerkt, vertelde
meer uit te dagen. “School kan aansporen tot een gezonde
me: ‘In Drenthe melden de mensen zich bij wijze van spreken
leefstijl met meer sport en gezond eten. Zo zou het al een
pas de dag voordat ze doodgaan bij de dokter. In Zuid-Lim-
vooruitgang zijn als er meer lokale groenten en fruit worden
burg gaan ze als ze morgen een hoestje voelen aankomen
aangeboden in de schoolkantine en de ‘ongezonde’ fris-
vandaag naar de dokter voor pillen en een verwijzing.’ Het is
drankautomaten worden verbannen. Ook is meer aandacht
natuurlijk een overdrijving, maar het geeft wel het verschil in
nodig voor de sociaal emotionele ontwikkeling en de socia-
gezondheidsbeleving aan.
le vaardigheden van de leerlingen. School is niet alleen een
Tinus Dekkers, zorginkoper Integrale Zorg, zorgverzekeraar
leeromgeving. School is steeds meer een leefomgeving voor
VGZ
kinderen en ouders.”
................................................................
Om de invloed van de leefomgeving zichtbaar te maken zijn Gelukkig zijn er steeds meer projecten die hier op inspelen,
ook wijkanalyses nodig. Voor de wijk Donderberg in Roermond
zoals de ‘Gezonde Basisschool van de Toekomst’. In dit on-
................................................................ is dat voor volwassenen en ouderen inmiddels gebeurd. Daar
derwijsconcept van de onderwijsstichting MOVARE, de GGD
maken wij ons vanuit de GGD hard voor. Ook voor jongeren
Zuid Limburg, de Provincie Limburg en de Universiteit Maas-
willen we dat graag. Daar beginnen we nu mee in Venlo. Venlo
tricht is veel aandacht voor gezonde voeding, sport en bewe-
is een GIDS-gemeente [Gezond In De Stad]. Daar gaan we een
ging en culturele activiteiten.
aantal wijken selecteren waar de nood het hoogst is gezien de sociaaleconomische gezondheidsverschillen.
Daarnaast zouden provincie en werkgevers blijvend moeten
Marie-Jeanne Aarts, onderzoeker GGD Limburg Noord en Tim
investeren in meer ‘passende’ banen en een betere aanslui-
Jaspers, arts Maatschappij & Gezondheid GGD Limburg Noord
ting van het onderwijs op de regionale arbeidsmarkt. Grote
................................................................
werkgevers als VDL en DSM schreeuwen om geschoold per-
Culturele verschillen komen onder meer aan het licht bij de keu-
soneel. Ondertussen trekken de hoogopgeleide kenniswer-
ze voor geneesmiddelen. Neem cholesterolverlagers. Breng je
kers weg. En deze groep is volgens de onderzoekers vanwe-
de regionale verschillen in kaart dan zie je dat Zuid-Limburg
ge hun hogere inkomen juist zo belangrijk voor het MKB en
rood kleurt, omdat daar vaker gekozen wordt voor duurdere
de economische vooruitgang.
middelen.
De huisartsen spelen ook een belangrijke rol, stelt Kuppens.
Daniëlle Baenen, beleidsmedewerker Zorgcontrol, zorgverze-
“De huisarts kan probleemgezinnen vroegtijdig signaleren en
keraar CZ
ze doorverwijzen naar bijvoorbeeld de diëtist of een sport-
................................................................
centrum of contact opnemen met de jeugdarts. Huisartsen
Leg het criterium voor landelijk budget voor ‘gewichtsleerlin-
hebben een signalerende taak. Ze moeten aan de bel trekken
gen’ bij ouders die minder dan vier jaar mbo hebben gevolgd.
als er in de wijk onvoldoende voorzieningen zijn naar wie zij
Dan krijgt Limburg een stoot geld van het Rijk. Voer ook een
hun patiënten kunnen doorverwijzen in preventieve sfeer.“
landelijke lobby vanuit gemeenten gezamenlijk (er is nu teveel eigenzinnigheid per gemeente, G4 trekken ook stevig samen
Volgens Kuppens en Jansen is er nog een lange weg te gaan
op) om het huidige onderwijsbudget te handhaven, juist om de
waarbij alle partijen de handen ineen moeten slaan. Hun rap-
problemen als gevolg van het krimpend aantal leerlingen en de
portage, die de provincie heeft gebruikt voor het opstellen
bestaande kansenongelijkheid op te lossen.
van de sociale agenda, is weer een stap in de goede richting.
Paul Jungbluth, onderwijssocioloog en onderzoeker Educatieve Agenda Limburg, Universiteit Maastricht
Mocht u reacties hebben naar aan leiding van het rapport ‘Op zoek naar de Limburg-factor’ dan kunt u contact opnemen met de GGD Zuid Limburg 046 850 66 66 of kijk op www.ggdzl.nl 8
................................................................ Bron ‘Op zoek naar de Limburg-factor’
Woord
Het Esthetisch Centrum Spin-off rond microchirurgierobot Microsure, een gezamenlijke spin-off van het Maastricht
UMC+ en de Technische Universiteit Eindhoven, is vanaf deze week zelfstandig. Het bedrijf is bijna klaar met de ontwikkeling van een operatierobot voor ingrepen met
uiterste precisie. Het eerste exemplaar van deze operatierobot is twee jaar in Maastricht UMC+ om ervaring op te doen. De robot, die wordt bestuurd door een chirurg,
is geschikt voor hersteloperaties die met mensenhanden niet of nauwelijks mogelijk zijn. Over twee jaar moet het apparaat, ’s werelds eerste in zijn soort, klaar zijn om gebruikt te worden in operatiekamers.
Meer op www.mumc.nl > microchirurgierobot.
Wederom mijlpaal in ontwikkeling beroerte behandeling
De patiënten die werden behandeld met de nieuwe methode blijken onder andere minder hersenschade op te lopen en minder risico te lopen op blijvende invaliditeit. Meer op www.mumc.nl > MR CLEAN studie.
E-health voor zwangeren: een succesverhaal Zwangere vrouwen die alcohol drinken, of last
Maastricht UMC+ biedt van-
af begin dit jaar ook cosmetische zorg aan patiënten die
voorheen alleen bij privéklinieken terecht konden.
Het Esthetisch Centrum, ontstaan uit een samenwerking
tussen de afdelingen Dermatologie en Plastische Chirurgie, biedt medische zorg aan die wel nodig is, maar niet wordt
vergoed. Daarbij gaat het om behandelingen
van
onder
meer: spataderen, overmatig transpireren, couperose en
goedaardige huidafwijkingen. Bij het Esthetisch Centrum
ligt de nadruk op kwaliteit en betrouwbaarheid met goe-
de patiëntvoorlichting, snelle toegangstijden schappelijk
en
weten-
onderbouwde
behandelingen op maat.
Tijdens de opstartfase van
het Esthetisch Centrum kunnen patiënten ook terecht bij een avondpoli.
Voor meer informatie over het Esthetisch Centrum, de avondpoli of het maken van
afspraken: 043 - 387 50 00 of
[email protected].
hebben van psychische en emotionele klachten, lopen meer risico op een breed scala van problemen. Hoe ondersteun je vrouwen die (mogelijk) niet lekker in hun vel zitten, of die uit zich-
zelf de alcohol geen negen maanden kunnen
laten staan? Met een E-health-programma, zo blijkt uit promotieonderzoek aan de Universiteit Maastricht.
Meer op www.mumc.nl > E-health voor zwangeren.
9
.......
Prof.dr. Michael Jacobs is specialist in zeer complexe aorta-operaties en directeur/bestuurder van het grensoverschrijdende Hart en Vaat Centrum van Maastricht UMC+ en de Klinik für Gefäßchirurgie van het Klinikum RWTH Aachen. Dit centrum heeft satelliet- en opleidingslocaties in onder meer London, Lissabon en Bern. Ook organiseert Jacobs de jaarlijkse European Vascular Course.
10
PERSOONLIJK
Prof.dr. Michael Jacobs Hoogleraar vasculaire chirurgie
‘Ik combineer het beste van twee werelden’
................................... In 2004 vroeg de toenmalige raad van bestuur van het Kli-
recta door te reizen naar Houston Texas – indertijd dé plek
nikum RWTH Aachen of Prof.dr. Michael Jacobs hen wil-
voor hart- en vaatchirurgie – om deze specialisatie onder de
de helpen bij hun zoektocht naar een hoogleraar/hoofd
knie te krijgen. Weer terug in Nederland werd Jacobs in 1993
vaatchirurgie voor de ontwikkeling van een eigen vaataf-
hoofd van de afdeling vaatchirurgie in het AMC in Amsterdam
deling. Toen geen goede kandidaat werd gevonden, be-
en in 1995 volgde (op 38-jarige leeftijd) zijn benoeming tot
naderde het ziekenhuis Jacobs zelf voor de positie.
hoogleraar vasculaire chirurgie aan de Universiteit van Am-
Jacobs twijfelde; hij had in Maastricht genoeg te doen. Maar
sterdam. Intussen lonkte Maastricht. Hier kreeg Jacobs de
de grensoverschrijdende samenwerking bleek een sterke
kans om een compleet Hart en Vaat Centrum op te richten:
trigger. “Maastricht UMC+ en het Klinikum liggen slechts 25
een multidisciplinair centrum waarin hartchirurgie, cardiolo-
kilometer van elkaar verwijderd. Bij nader inzien vond ik het
gie, vaatchirurgie en vasculaire geneeskunde voor het eerst
absurd als wij elkaars expertise niet zouden benutten”, blikt
samenwerkten in één team. “Met name voor patiënten met
hij terug. “Dus ik zei ja, en dat is maar goed ook. We hebben
bijvoorbeeld een zieke aorta was dit een uitkomst”, vertelt
over de beide landsgrenzen heen enorm veel van elkaar ge-
Jacobs. “Vaak gaat deze kwaal immers samen met bijvoor-
leerd. En nog steeds: de samenwerking biedt mij de moge-
beeld een hoge bloeddruk, suikerziekte of een hartafwijking.
lijkheid om het beste uit twee zorgwerelden te combineren
Door de verschillende specialisten samen te laten werken,
in een excellent, internationaal opererend cardiovasculair
konden we patiënten sneller en met een beter resultaat hel-
centrum.”
pen.”
Michael Jacobs is dé specialist in Europa, misschien wel in
In korte tijd kreeg het Hart en Vaat Centrum, waar inmiddels
de wereld, in het opereren van de aorta bij een aneurysma.
250 mensen werken, vorm in Maastricht. In 2004 volgde de
Sinds de uitnodiging van het Klinikum om samen te werken,
uitbreiding naar Aken en sindsdien verdeelt Jacobs zijn da-
verricht hij deze hoogcomplexe, levensreddende operatie
gen over twee landen. Hij vertelt: “Op maandag, dinsdag en
zowel in Maastricht UMC+ als in het Klinikum. Vanuit deze
donderdag sla ik van huis uit linksaf en rijd ik naar Maastricht,
Nederlands-Duitse as groeit het netwerk gestaag, want ge-
op woensdag en vrijdag sla ik rechtsaf en rijd ik naar Aken. Ik
regeld vliegt Jacobs naar London, Lissabon, Bern, Regens-
spreek mijn teams op beide locaties echter dagelijks. Inter-
burg, Hamburg en Belgrado om zijn specialistische operatie
net helpt mij hierbij. Elke werkdag in Maastricht start bijvoor-
uit te voeren of om chirurgen en teams op te leiden in zijn
beeld met een videoconference met het Akense team, waarin
techniek. Grenzen lijken in het leven en werk van Jacobs
we patiënten bespreken. Dit dagelijkse contact is waardevol
geen enkele rol te spelen. Zijn drijfveer is belangrijker: “Ik wil
voor de stabiliteit van het team. En deze stabiliteit is weer
zo veel mogelijk complexe patiënten opereren om nóg beter
van cruciaal belang voor een vlekkeloze samenwerking in de
te worden en nóg meer patiënten een actief leven terug te
OK. De operaties waarbij wij een totale aorta vervangen door
geven.”
een prothese zijn niet alleen zeer complex, ze duren vaak wel
De in 1957 in Bagdad geboren Michael Jacobs promoveerde
10 uur en vereisen in dat tijdsbestek élke seconde intensie-
in 1985 binnen de geneeskundefaculteit in Maastricht. Hier
ve samenwerking. Alle bloedvaten naar de darmen, de lever,
volgde hij ook zijn opleiding tot chirurg om aansluitend linea
de nieren, de benen én ook de kleine bloedvaten naar het 11
“
“Als er een beslissing moet worden genomen, doen we dat in Maastricht met het team, bij onze oosterburen bepaalt de chef ”
ruggenmerg moeten opnieuw worden aangesloten. Die laat-
De creativiteit en het improviserende vermogen is hierdoor
ste categorie is niet breder dan 1 tot 1,5 millimeter. Als deze
groter. Ik probeer steeds het beste van beide culturen te
aansluiting niet goed lukt, krijgt het ruggenmerg geen bloed
combineren: ik snijd in Nederland graag in onze commissie-
meer en verlaat de patiënt de operatietafel met een dwars-
en vergadercultuur – wat mij niet altijd in dank wordt afgeno-
laesie. Om dit risico te verkleinen hebben wij een techniek
men – terwijl ik vanuit de Duitse werkethos graag de focus
ontwikkeld waarmee we het ruggenmerg monitoren. Of ik nu
overneem. Doordat de Duitse specialisten zó enorm gefocust
in Aken, Lissabon of Londen opereer, bij elke operatie volgt
zijn op hun vak, zijn het ook zulke uitstekende specialisten.”
ons neurofysiologisch team via een beveiligde internetver-
Voor het Hart en Vaat Centrum biedt de synergie vanuit twee
binding vanuit Maastricht UMC+ de signalen van het ruggen-
landen volgens Jacobs louter voordelen. “De grensover-
merg. Belangrijke informatie krijg ik via een oortje door, zodat
schrijdende samenwerking tussen Maastricht en Aken, en
ik snel kan corrigeren. Mede dankzij deze techniek zijn onze
onze satellietlocaties elders in Europa, maakt dat wij op aor-
resultaten zeer goed. In andere centra op de wereld houdt
tagebied in Europa tot de top drie behoren. Maar zeker in de
gemiddeld 20% van de patiënten een dwarslaesie over aan
bureaucratie van de zorg bestaan er wel degelijk nog gren-
de ingreep, bij ons ligt dit percentage op 3%.”
zen: als het om vernieuwende, innovatieve behandelcon-
Na tien jaar intensieve samenwerking over ’s lands grenzen
cepten of uitwisseling van expertise gaat, is veel mogelijk.
heen blijven de verschillen in werkcultuur en mentaliteit Ja-
Verdwijnen grenzen vaak als sneeuw voor de zon. Om echt
cobs verbazen. “Maastricht UMC+ en het Klinikum liggen
internationaal baanbrekend te zijn, hebben wij enkele jaren
op een steenworp van elkaar maar zijn totaal verschillende
geleden aan de bouw van een unit van ons Hart en Vaat Cen-
werelden. In Maastricht ben ik Michael voor mijn collega’s,
trum op Avantis gewerkt, letterlijk op de grens van Nederland
in Aken is het ‘Herr Professor’. Als er een beslissing moet
en Duitsland. Dit zou het grootse centrum van Europa wor-
worden genomen, doen we dat in Maastricht met het team,
den. Vermoedelijk snelden wij de Europese wet- en regelge-
bij onze oosterburen bepaalt de chef. Ik heb erg moeten
ven hier echter te ver vooruit. Er is weliswaar een Europese
wennen aan de verticale Duitse hiërarchie en het strikte ‘af-
wetgeving die streeft naar open grenzen voor de zorg van pa-
spraak=afspraak’, maar deze leidt er wel toe dat in Duitsland
tiënten en als het echt niet anders kan, lukt dit ook wel. Maar
sneller knopen worden doorgehakt terwijl wij in Nederland
het liefst willen de verschillende landen toch liever hun eigen
eindeloos kunnen vergaderen. Daar staat weer tegenover dat
boontjes doppen. De ambitie van één internationale unit op
wij in Nederland meer op een gelijk niveau samenwerken en
de grens van twee landen heb ik laten varen, maar de droom
elkaar graag uitdagen om met oplossingen te komen.
van één united Europa als het om excellente zorg gaat, blijf ik najagen. Oók als organisator van de European Vascular Course. In maart vond de 20ste editie van dit congres plaats voor vakgenoten vanuit de hele wereld.”
12
Eigenlijk heeft Maurice van der Vorst (30) uit Einighausen iets te vieren. Hij is net vader geworden van Nilsa. Ech-
ter, de te vroeg geboren dochter moest kort na de bevalling in Zuyderland Me-
disch Centrum met complicaties wor-
Steeds meer patiënten gaan voor een
den opgenomen in Maastricht.
medische ingreep of specialistische
Gelukkig gaat het al een stuk beter met
zorg naar het buitenland. Wat vinden
moeder en dochter en mogen ze bin-
de bezoekers van Maastricht UMC+
nenkort naar huis. “Waarom zou ik de
van deze grensoverschrijdende zorg?
zorg in het buitenland halen? Ik woon
Hebben zij zelf wel eens overwogen om
op een steenworp afstand van het
zich in het buitenland te laten helpen?
ziekenhuis in Geleen. Toch vind ik het
goed dat het tegenwoordig allemaal mogelijk is. Zo is een oom van mij door
het Maastricht UMC+ doorverwezen naar een specialist in België. Het is niet
meer dan logisch dat de ziekenhuizen Persoonlijk hebben Henny (69) en
Tiny (65) Verhaegen uit Roermond
nog geen ervaring met medische zorg
in het buitenland, maar ze vinden het wel een goede ontwikkeling dat de pa-
tiënt steeds meer keuzevrijheid heeft.
“Voor mijn schoonzus was medische hulp in het buitenland een uitkomst. Ze
heeft zich in Heinsberg laten behande-
len aan haar hernia. Voor de specialist in Roermond was op dat moment een lange wachtlijst. Net over de grens in
Duitsland kon ze wel meteen terecht”, merkt de Roermondenaar op.
in de regio samenwerken en elkaar aanvullen. We wonen nu eenmaal in
een grensstreek. Daar moet je gebruik van maken. We doen onze boodschappen in Duitsland. Tanken in België.
Het ligt voor de hand dat de zorg ook euregionaal wordt aangeboden.”
Wel maakt hij een kanttekening. “Voor
specialistische hulp is grensoverschrij-
dende zorg een mooie optie. Maar persoonlijk vind ik dat je voor kleine ingre-
pen en minder dringende zaken toch in Nederland moet zijn. In dat geval kun je best wel wat langer wachten.”
Het echtpaar is nu op ziekenbezoek bij Taxichauffeur Hilde Mutsers (56) uit
Asten wacht op haar passagier. “Als het op mij van toepassing zou zijn, zou ik een medische behandeling in
het buitenland serieus overwegen. Het gaat er om dat je de juiste behandeling
krijgt, niet om de plek waar je de medische zorg krijgt. En zeker als je net over de grens sneller terecht kunt met je klachten is dat het overwegen waard.”
De taxichauffeur vraagt zich wel af
waarom het Belgische zorgsysteem niet zulke lange wachtlijsten kent zoals in Nederland. “Wordt er in het buiten-
land efficiënter gewerkt dan in Neder-
hun dochter. Door de erfelijke spierziekte van Tiny heeft het echtpaar veel ziekenhuiservaring opgedaan. Tot nu
toe heeft zij de medische hulp gekregen in Limburg zelf. Zo is zij nog niet zo
lang geleden door het Laurentius Ziekenhuis doorverwezen naar het Maastricht UMC+ voor klachten aan haar
luchtwegen. “Wel heb ik al eens serieus overwogen om me aan mijn ogen te la-
ten helpen in Genk, bij een specialist waarover ik alleen maar goede verhalen heb gehoord. Gelukkig gaat het nu
weer iets beter met mijn ogen. Dus het is nog niet aan de orde.”
land? Dat zou jammer zijn, want Nederland heeft toch goede specialisten.”
13
PERSOONLIJK
Drs. Ruud Heg, huisarts Sinds 2008 runt Ruud Heg samen met Gerton Reitz een huisartsenpraktijk in het Medisch Centrum Mosae Forum. Sinds 2014 is hij huisarts voor het Gezondheidscentrum Asielzoekers (GC A) in Maastricht. Daarvoor was hij arts-assistent psychiatrie voor RIAGG-OZL in Heerlen en in PC Welterhof in Heerlen. Voor zijn opleiding tot huisarts was Heg als verpleegkundige werkzaam voor Artsen Zonder Grenzen in Mozambique en als ontwikkelingswerker in Nambibie. 14
Ruud Heg en verpleegkundige GC A Claudia Beyrus
Dagelijks een culturele wereldreis
Werken in het Gezondheidscentrum Asielzoekers “Soms word je geraakt. Als je een volwassen man ziet bre-
Dagelijks houdt het GC A een spreekuur waar de bewoners vrij
ken als een lucifershoutje, moet je toch even slikken. Maar
kunnen binnenlopen. Buiten het spreekuur kunnen de bewoners
des te groter is de voldoening als je dezelfde patiënt een
24 uur per dag met zorgvragen bellen naar de Praktijklijn, een
paar weken later terugziet met een andere blik in de ogen
centraal medisch callcentrum dat indien nodig de dienstdoende
en je weer toelacht.” Aan het woord is huisarts Ruud Heg,
arts alarmeert en informeert. In het GC A doen de praktijkassis-
één van de huisartsen van het Gezondheidscentrum Asiel-
tenten, net als de doktersassistent in de reguliere huisartsen-
zoekers (GC A) in Maastricht. Toen Heg in 2014 hoorde dat
praktijk, de triage en plannen zij de afspraken met de patiënten.
GC A op zoek was naar huisartsen voor het Maastrichtse asiel-
Praktijkverpleegkundigen en consulenten GGZ werken vóór de
zoekerscentrum, aarzelde hij geen moment en meldde zich aan.
huisarts en kunnen zelf diagnosticeren en een behandeling in-
Heg en zijn compagnon Gerton Reitz hebben altijd open gestaan
zetten. Deze wordt wel altijd gefiatteerd door de huisarts. In alle
voor andere culturen. Zo hadden ze in hun huisartsenpraktijk al
andere gevallen komt de bewoner met gezondheidsklachten
een moslima aangenomen als huisarts (Radia Lakraoui). Ook
terecht bij één van de drie huisartsen die voor de behandeling
waren ze van plan om meer aan ontwikkelingssamenwerking te
beschikken over een digitaal medisch patiëntendossier dat met
doen. “Totdat GC A op ons pad kwam.”
de asielzoeker mee verhuist.
Heg, Reitz en Lakraoui zijn nu de drie huisartsen van het Ge-
De taalbarrière is volgens Heg het grootste verschil met zijn werk
zondheidscentrum Asielzoekers (GC A) in Maastricht. “We heb-
in de reguliere praktijk. Het GC A kan voor een consult een be-
ben hier vooral veel patiënten met ernstige spanningsklachten,
roep doen op de telefonische tolkendienst Concorde. “Maar er
maar verder zien we ook normale huis-tuin-en-keukenkwaaltjes.
zijn wel eens momenten dat er geen tolk beschikbaar is. Dan
Wat dat betreft is er weinig verschil met onze reguliere huisart-
wordt het lastig. Je moet je behelpen met handen en voeten,
senpraktijk.”
google translate of een pictogrammenboek.”
Zo heeft de griep, net als buiten de deur, ongenadig toegeslagen onder de 600 bewoners van het AZC. Omdat er veel mensen bij
Een ander verschil is dat de meeste patiënten op het GC A ko-
elkaar wonen verspreidt het griepvirus zich snel. “En dan kunnen
men met psychische klachten. “De meeste asielzoekers zijn
de ramen ook niet open”, verzucht de praktijkverpleegkundige
door traumatische ervaringen lichamelijk en geestelijk uitgeput
Joska Franssen. Dat alle ramen afgesloten zijn, komt omdat het
als ze hier komen, en daardoor bevattelijk voor depressie, ver-
asielzoekerscentrum is gevestigd in de voormalige gevangenis
wardheid en ondervoeding. Gelukkig zie je meestal ook dat ze
aan de Willem Alexanderweg in Maastricht.
na verloop van tijd weer opbloeien en hun weg vinden.” Praktijkverpleegkundige Joska Franssen werkt al negentien jaar
Het GC A beschikt over een eigen vleugel op de eerste verdie-
met asielzoekers en denkt niet aan stoppen. “Je ontmoet de
ping, daar waar voorheen de gezondheidsdienst van de gevan-
asielzoekers op het moment dat ze het meest kwetsbaar zijn.
genis was gevestigd. Hier hebben, naast praktijkverpleegkun-
En dan merk je hoeveel je voor deze mensen kunt betekenen en
digen en huisartsen, ook GGZ-consulenten en maatschappelijk
hoe dankbaar ze zijn. Maar ook de vele culturen die in een asiel-
werkers eigen ruime behandelkamers. Daarmee verkeren ze in
zoekerscentrum samenkomen, maken mijn werk boeiend. Als ik
vergelijking met sommige andere GC A’s in een luxe positie.
’s avonds thuis kom heb ik altijd het gevoel dat ik een culturele wereldreis heb gemaakt.” 15
Hoe grensverlegg
.................. Uli Strauch werkte o.a. mee aan de ontwikkeling van de Mobiele Intensive Care Unit (MICU) die vanuit Maastricht UMC+ in heel Nederland en de Euregio wordt ingezet. Marian Ramakers is programmamanager van het Euregionale samenwerkingsverband voor grensoverschrijdende
ambulancezorg,
brandweer-
zorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing EMRIC. Stel. Op de Nieuwstraat tussen Kerkrade en Herzogenrath gebeurt een auto-ongeluk. Welke ambulance rukt uit? De Duitse of de Nederlandse? Of een fietser wordt in de
Voerstreek aangereden en belt 112? Komt de Belgische of
de Nederlandse ambulance? Kortom: welke rol spelen de landsgrenzen binnen de ambulancezorg?
“In de uitvoering géén enkele”, antwoordt Uli Strauch. “De
Euregionale hulpdiensten hebben onderling afgesproken dat de dichtstbijzijnde ambulance uitrukt. Vroeger deden
we dat gewoon, tegenwoordig is onze inzet ook wettelijk geregeld.”
“Het is een oude afspraak dat de hulpdiensten elkaar over de grenzen helpen”, vervolgt Uli Strauch. “De kiem van deze samenwerking ligt in het dynamische grens-
overschrijdende verkeer binnen de Euregio Maas-Rijn. We wonen in België, werken in Nederland en winkelen in
Duitsland, of omgekeerd. Grenzen vormen in het dagelijks leven geen belemmering meer. Wederzijdse ambulance-
hulpverlening bleef echter lang een lokale aangelegenheid die lokaal werd georganiseerd. Formeel, juridisch en vaak ook financieel stopte de hulpverlening hierdoor wél vaak
bij de grens.” De hulpdiensten in de Euregio Maas-Rijn, verenigd in het samenwerkingsverband EMRIC, zijn zelf
vanuit de praktijk aan het pionieren geslagen. Al doende
hebben zij letterlijk grenzen verlegd en de regelgeving tussen de landen naar hun hand gezet door samenwerkingsovereenkomsten te sluiten. Dit blijkt een zaak van lange
adem. “Op bestuurlijk niveau moet het besef landen dat
grensoverschrijdende samenwerking veel voordelen biedt
16
gend is 112?
................. en dat er vaak innovatieve maatregelen nodig zijn om deze
zorg te faciliteren”, vertelt Marian Ramakers. “Neem de in-
zet van de traumahelikopter Christopher Europa I, die van-
uit Aken opstijgt. Deze heli is door het Nederlandse VWS aangewezen als formele heli voor Zuid-Limburg en wordt
via 112 gealarmeerd. Dat is winst. Maar rechtstreekse ra-
diocommunicatie tussen de hulpverleners op de grond en de arts in de heli is nog niet altijd mogelijk: die verloopt via
de meldkamer in Maastricht én die in Aken en vice versa. Dat kan natuurlijk beter.”
In 2014 zijn de hulpdiensten in de Euregio Maas-Rijn 922 maal grensoverschrijdend ingezet. Ook ligt er een Euregio-
naal traumaplan bij grootschalige incidenten, waaraan alle ketenpartners zich hebben verbonden. Uli Strauch: “Naast afstemming van de radiocommunicatie staat de ontwik-
keling van een grensoverschrijdend trackingsysteem van de hulpdiensten op het programma. Samen met het Klini-
kum in Aken werken we daarnaast aan een 24/7-inzet van
de Mobiele Intensive Care Unit; dergelijke verbeteringen
kunnen we alleen van de grond krijgen door internationaal samen te werken!”
PERSOONLIJK
Uli Strauch, anestheiologist en intensivist Maastricht UMC+ Marian Ramakers programmamanager EMRI 17
PERSOONLIJK
Dr. Astrid Oude Lasho, internist-infectioloog in Maastricht UMC+ Prof.dr. Christian Hoebe, hoogleraar Infectieziektenbestrijding bij de afdeling Medische Microbiologie van Maastricht UMC+ en hoofd van de afdeling Seksuele Gezondheid, Infectieziekten en Milieu van GGD ZL
Globalisering vraagt om
18
Sinds vorig jaar vestigt een recordaantal vluchtelingen zich
Christian Hoebe vervolgt: “Landelijk is vastgelegd welke zorg de
in Europa. Hoe voorkom je dat deze toestroom in noodvoor-
GGD levert in geval van crisis. Bij noodopvang, zoals die eind
zieningen uitmondt in een broeiende infectiehaard? En wat
vorig jaar snel in sporthallen e.d. georganiseerd moest worden,
doet Nederland met Zika nu de WHO het exotische virus – na
leveren wij samen met de huisarts die aan het asielzoekerscen-
Ebola – tot een wereldwijde noodsituatie heeft uitgeroepen.
trum verbonden is alleen de hoogstnoodzakelijke medische
Met de mensen reizen ook bacteriën en virussen de wereld
zorg. Wij weten dat vluchtelingen niet altijd hun vaccinaties op
over. Toch maken de infectieziektendeskundigen Astrid
orde hebben en dat zij ziekten onder de leden kunnen hebben,
Oude Lashof en Christian Hoebe zich geen zorgen voor de
maar in een noodsituatie ontbreekt de tijd om iedereen indivi-
Nederlandse gezondheidszorg: “Ons systeem functioneert
dueel te onderzoeken. Bij de meer langdurige opvang kijken we
goed. Al blijft het ongelofelijk belangrijk dat elke schakel
wel verder. Dan speelt ook de herkomst van de asielzoeker een
in de keten alert blijft op symptomen die kunnen duiden op
rol. Syrië, waar nu de meeste vluchtelingen vandaan komen,
ziekten die vroeger alleen ver weg voorkwamen, maar door
was tot 2014 een welvarend land met een uitstekend vaccinatie-
ons reisgedrag steeds dichterbij komen.” De GGD heeft het
programma. Onze zorg voor deze groep vluchtelingen richt zich
laatste jaar samen met de gemeenten veel werk verricht rond-
naast curatieve zorg en voorlichting daarom vooral op het vac-
om de noodopvang voor asielzoekers vanuit het Midden-Oosten
cineren van kinderen om infectiehaarden te voorkomen. Vluch-
en Afrika. De opvang leidt regelmatig tot vragen over infectie-
telingen uit bijvoorbeeld Ethiopië, Eritrea en Somalië screenen
ziektenrisico’s door Nederlandse burgers, media koppen over
wij ook op andere ziekten zoals TBC. Maar het is een illusie om
onbeheersbare risico’s en dreigingen voor de volksgezondheid.
te denken dat we zo 100% kunnen voorkomen dat een infectie-
Christian Hoebe wuift de angst nèt niet weg – ”je moet derge-
ziekte uitbreekt. Dat kunnen we niet. Door onze ogen en oren
lijke noodsituaties serieus nemen en er adequaat bij handelen”,
goed open te houden en steeds snel te schakelen in de keten
vindt hij.
kunnen we de verspreiding en de gevolgen van een mogelijke
“Maar van een serieus gezondheidsrisico is in ons land géén
epidemie wel verkleinen.”
sprake. Wij hebben enkele kleine uitbraakjes van waterpokken,
“Om diezelfde reden moeten we ook alert zijn op het reisge-
schurft en krentenbaard geconstateerd en die zijn puur te wijten
drag van onze ‘eigen’ patiënten”, vult Astrid Oude Lashof haar
aan het feit dat asielzoekers vaak met verminderde weerstand
collega aan. “Soms zien wij mensen met een klachtenbeeld dat
in grote groepen en met weinig hygiëne samenleven. Dergelijke
de Westerse arts niet kent en daardoor ook niet snel herkent.
onschuldige infecties zijn altijd weer snel onder controle.”
Pijn bij het plassen hoeft bijvoorbeeld niet altijd te wijzen op een
alerte gezondheidszorg urineweginfectie, maar kan ook een gevolg zijn van een bilhar-
we het niet. Daar wordt op grote schaal onderzoek naar verricht.
zia-infectie. En leverafwijkingen kunnen ook veroorzaakt worden
Een officieel negatief reisadvies richting Zuid- en Midden-Ame-
door tropische infecties of Hepatitis B of C die buiten Europa
rika is nog niet uitgegeven. Wel raadt het RIVM zwangere vrou-
nog veel voorkomen. Door het reisgedrag mee te nemen in de
wen of vrouwen die snel zwanger willen worden af om naar
diagnose, kunnen we de patiënt beter behandelen en het risico
gebieden te reizen waar de uitbraak van het Zika-virus op dit
van verspreiding beperken. De patiënt heeft hier natuurlijk zelf
moment gaande is. Ook in Maastricht UMC+ voeren de infectio-
ook een actieve rol in: hij of zij moet zich voor een reis goed
logen vrijwel dagelijks overleg met het team van gynaecologen
laten voorlichten over de gezondheidsrisico’s in een land. En bij
en verloskundigen om adequaat te kunnen anticiperen op de
eventuele klachten moet een lampje gaan branden dat de bron
actuele situatie en de ketenpartners goed te informeren. Zoals
van de klachten misschien in het buitenland ligt.”
het RIVM adviseert, raden wij zwangeren momenteel aan om niet naar Zika-gebieden te gaan. Aangezien het leefgebied van de Aedis aegypti, die naast het Zika-virus ook Dengue (knokkel-
“Door onze ogen en oren goed open tehouden en steeds sneller te schakelen in de keten kunnen we de verspreiding van de gevolgen van een mogelijke epidemie verkleinen?”
koorts) en het Chikungunya-virus kan overdragen, snel uitbreidt is Europa op dit moment wel veilig, want in Europa komt deze mug nog niet voor. Maar met het oog op ons reisgedrag én de hoeveelheid tropisch water – een heerlijke broedplaats – dat bijvoorbeeld met bamboeplantjes ons land binnenkomt, zou dit zo maar kunnen veranderen. Om ziektes te voorkomen blijft het van belang je goed te informeren en goede preventieve maatregelen te nemen.”
Hoogste prioriteit heeft nu het bestrijden van het Zika-virus dat in verband wordt gebracht met de toename van microcefalie en het Guillain-Barré syndroom in Zuid- en Midden-Amerika. Astrid Oude Lashof: “Er zijn allerlei aannames over het Zika-virus en de gevolgen voor zwangere vrouwen. Maar 100% zeker weten 19
Grensoverschrijdende zorg
Het was in 1928 dat mijn moeder, ze was toen zes, thuis op de keukentafel in Eijsden werd geopereerd aan een ontstoken blindedarm. De chirurg kwam uit Luik. De huisarts, die toen nog in een koetsje visite reed, had hem erbij geroepen. Grensoverschrijdende zorg. Het kon toen al. Nu kan iedere patiënt na een verwijzing door de huisarts en met toestemming van de ziektekostenverzekering, naar een ziekenhuis in het buitenland gaan als hij dat wil. Het Maastricht UMC+ heeft een samenwerkingsverband met het academisch ziekenhuis in Aken. Sommige specialisten in het Maastricht UMC+ werken ook in een ziekenhuis in Duitsland of Engeland. Meldt een huisarts via TIPP (Transmuraal Interactief Patiënten Platform) een patiënt aan en deze heeft geen voorkeur voor een specialist, maar wil wel snel geholpen worden, dan zoekt men ook buiten Limburg naar beschikbare specialisten, zoals in Tongeren, Hasselt, Genk, Aken of elders. Het internationaal samenwerken in de zorg lijkt vanzelfsprekend geworden, maar het goed afstemmen van de zorg niet. Waar men in Nederland kan uitgaan van gestandaardiseerde en geprotocolleerde zorg, is dat voor samenwerking over de grens minder vanzelfsprekend. Zijn de professionals goed genoeg op de hoogte van elkaars werkwijze? Meer visitaties per vakgroep naar omringende, ook buitenlandse ziekenhuizen, gezamenlijke agora, focussen van zorg, duidelijke afspraken en gezamenlijke communicatie naar patiënten, zouden de samenwerking kunnen verbeteren. Iedere huisarts verwijst graag naar specialisten die hij persoonlijk kent en wiens werkwijze hij kent. Het is niet noodzakelijk dat, zoals vroeger, iedere huisarts weet wie de beste wijnkelder heeft - dat hoorde je van nieuw gevestigde artsen die bijna verplicht hun collega’s bezochten. Maar je kende elkaar wel. Artsen zouden vaker met elkaar aan de keukentafel moeten zitten. Ook over de grens.
Bèr Huijnen, clubarts MVV, waarnemend huisarts voorzitter VIMcommissie Bèr was als huisarts werkzaam bij Gezondheidscentrum dr. van Kleef en wetenschappelijk medewerker Huisartsgeneeskunde.
Expats, internationale studenten en patiënten, komen bij een medische klacht, omdat ze ons gezondheidszorgsysteem niet begrijpen, meteen naar het Maastricht UMC+ of naar de huisartsenpost. Op de huisartsenpost liggen folders in verschillende talen om uitleg te geven over het reilen en zeilen van zo’n post, maar hoe duidelijk is de voorlichting en wat zijn de afspraken over de positie van de huisarts, het ziekenhuis en de universiteit in onze zorg en worden deze patiënten bij iedere huisarts met open armen ontvangen? Het zou mogelijk moeten zijn om zonder aparte artsen voor studenten en expats heldere en goede zorg te bieden. Daar is een platform van overleg en uitwisseling van problemen en vragen voor nodig. De universiteit zou een infolijn voor studenten kunnen aanbieden waar ze uitleg krijgen over ons gezondheidszorg systeem. Limburg, en zeker Zuid-Limburg, is een appendix die ingeklemd zit tussen België en Duitsland. Als vooral taal de identiteit van iemand bepaalt –of, zoals Ludwig Wittgenstein schreef: ‘De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn wereld’– wat betekent dan de communicatie in een taal die de patiënt niet goed begrijpt? Hoe goed zijn we in andere talen dan Nederlands, Duits en Engels? Zou het Maastricht UMC+ en de huisartsen geen professionele tolken in dienst moeten nemen? Vanuit de overheid wordt helaas alleen het telefonisch gebruik maken van het tolken-vertalerscentrum vergoed. Mijn moeders operatie liep goed af. Ze leeft nog steeds en heeft sindsdien nooit meer buikpijn gehad, zegt ze. Of dat een bewijs is dat haar appendix ook echt verwijderd is, weet ik niet. Ze herinnert zich nog dat ze toen een kapje met ether op haar neus en mond kreeg gedrukt. Haar langetermijngeheugen heeft er niet onder geleden en haar hele leven is ze gek geweest op penetrante schoonmaakmiddelen.