Praktijk & Een theorie Een productie van schrijverscollectief 37
Praktijk door Ernst B. N. Ferro Een theorie door Webar Dweei Test Versie 2
Op de volgende tekst rust kopieerrecht, zoals vastgelegd in de Nederlandse wetgeving. Iedere overeenkomst met bestaan de situati es zou toeval kunn en zijn. Opzet is echter ni et uitgesloten. Alle persona ges en gebeurtenissen zijn op fictie gebaseerd.
-1-
-2-
Praktijk door Ernst B. N. Ferro
De
BijKoTo
-3-
-4-
Deel 1
Deel 2
Eerste hoofdstuk (9): Hoe iets verder ging
Dertiende hoofdstuk (72): De realiteit?
Tweede hoofdstuk (15): "Amina" (het manuscript): Ene mogelijkheid
Veertiende hoofdstuk (77): Lief dagboek
Derde hoofdstuk (18): “Amina” (het manuscript): Een verder begin Vierde hoofdstuk (23): Voortzetting van de waarheid Vijfde hoofdstuk (29): When the ship goes down you better be running. Zesde hoofdstuk (35): Om zetting, om schakeling Zevende hoofdstuk (42): Het is over Achtste hoofdstuk (47): Intermez zo Negende hoofdstuk (49): Quintus Tiende hoofdstuk (57): Mars - Gen erale
Vijftiende hoofdstuk (82): Dromen heel dichtbij Zestiende hoofdstuk (88): Vaders Zeventiende hoofdstuk (93): De reddende engel Achttiende hoofdstuk (97): The big fight - Dat de sterkste moge winnen Negentiende hoofdstuk (101): Kinderen, hinderen Twintigste hoofdstuk (107): Moeders Eenentwintigste hoofdstuk (111): Killin g the end? Tweeëntwintigste hoofdstuk (116): Openbaring 2 - De aflossing ter verlossing
Deel 3 Elfde hoofdstuk (61): Mars - De uitvoering Twaalfde hoofdstuk (67): Openbaring 1
De BijKoTo (het verslag) De openbaring Appendix (118): Verslag van een (trein) reis
-5-
-6-
Inleiding
Voor Corrie
Aan ieder die dit leest. Als u dit leest heeft het u bereikt. Misschien leest u dit op uw beeldscherm, in elektron ische vorm, missch ien leest u dit in een gebon den boek en misschien leest u dit van een stel beprin te A4-tjes. Het maakt mij niet uit. Het feit DAT u dit leest doet mij veel genoegen. Ik hoop dat u van het lezen zult genieten. Ik kan het u helaas n iet verzekeren. Desonda nks: veel lees plezier.
Ernst Ferro (Delft, 22 november 1999)
-7-
-8-
Eerste hoofdstuk Hoe iets verder ging Hij had zijn studie afgerond en verliet Amsterdam om wat van de wereld te zien. Op zijn tocht over de aardbol verzamelde hij zoveel indrukken, ideeën en bedenksels dat hij dacht uiteindelijk het bestaan van de aarde, de toekomst en nog enkele fundamentele problemen, te kunnen begrijpen. Helaas. Hij faalde. Het falen begon toen hij een vrouw tegen kwam . Zijn liefde voor haar was sterker dan zijn idee een paar fundamentele vragen te kunnen beantwoorden. Dat was maar goed ook, anders zou hij er op den duur achter gekomen zijn dat de vragen die hij wilde beantwoord niet te beantwoorden zijn. Nu kon h ij nog in de illusie leven. Hij nam haar mee naar Nederlan d, ze gin gen in een huis wonen, kregen een kind, trouwden en waren schijnbaar gelukkig. Vader liep echter nog steeds met zijn ideeën rond, waar zij niks van wilde weten. Toen dochterlief, Roos, 13 was, gingen haar ouders uit elkaar. Vader had een zeer spirituele vrouw gevonden en liet moeder daarvoor alleen achter. Roos bleef bij haar moeder wonen. Ze ging regelmatig naar haar vader. Die vertelde haar dan een verhaal over zijn ideeën, op zo'n manier dat Roos het kon begrijpen. Roos kon het absoluut niet vinden met zijn nieuwe vrouw, maar wel met haar vader. Met haar moeder ook wel, maar van haar had ze meer de praktische dingen geërfd. Roos ging gewoon naar school, en ronde haar voortgezet onderwijs af binnen de daarvoor gestelde tijd. Echte vrienden had ze niet. Dat was niet erg, er waren wel mensen met wie ze het redelijk kon vinden, maar een echte hartsvriendin, iemand waar ze alles aan kon vertellen, dat n iet. Ze ging helemaa l op in muz iek, om het even welke. Of het nu p op was, of klassiek van haar moeder, of het spirituele van haar vader, ze vond alles prachtig. Op een dag liep ze door Amsterdam. Ze liep over een gracht en hoorde uit een kelder zulke bijzondere muziek komen dat ze naar binnen wilde gaan. Ze wilde naar de muziek, de muziek die ze nog nooit gehoord had, muziek die niet in woorden te bevatten was. Ze wilde naa r binn en gaan maar er was een deur en de deur was dich t. Ze belde en even la ter werd er opengedaan. Een jongedame, hoogstens twee jaar ouder dan zij, gaf haar een han d en stelde zi ch voor als Amina. Roos zij haar naam en Amina nam haar mee de kelder in, waar wat mensen zaten. Toen gingen ze een trap op, en nog een trap, en nog een trap. Tot ze niet m eer hoger kon den. Op een verlaten bankstel, boven op zolder, gingen ze zitten.
-9-
Langzaam en teder begon Amina de nek en rug van Roos te masseren. Langzaam komt Roos uit haar roes van de ontmoetin g. Ze haal t de han den van haar lichaam, draait zich om en wil vr agen wat Am ina van plan is. Ze kijkt Amina diep in de ogen en hoeft haar vraag niet meer te stellen. Ze wist het antwoord al. Ze las de bevestiging in de ogen van Amina. Amina zal niks doen dat zij ni et wil. Roos draai t zich ter ug en laa t zich verd er masseren. De mooie muziek h oort ze alla ng niet meer. Het begint ondertussen al donker te worden. “Zullen we wat gaa n eten Roos?” Ze lopen naar beneden, het pand uit en in een gezell ig restaur antje eten ze op kosten van Am ina. Ze gaan weer terug na ar het p and. Het is er wel drukker geworden, de bank boven is al bezet, maar gelukkig vinden ze een ander plekje. Roos heeft geen idee waar ze is en wat ze er doet. Ze weet alleen dat ze zich op haar gemak voelt in het gebouw, bij Amina. “Amina, waar zijn we, wat doen we hier?” “Ik wist dat de vraag zou komen. We zijn op een plek waar ik mij thuis voel, wat misschien wel mijn echte t huis is. Als ik klaar ben met wat ik te zeggen heb zal je dit misschien ook als een thuis gaan zien. Af en toe draai ik hier mijn muziek. Ik wist dat er op den duur iemand op de muziek zou afkomen, een opvolger, opvolgster. Dat ben jij, ik voel het, ik weet het. Jij was h et waarover ik gedroomd heb. Ik zal je niet veel meer vertellen, wan t het meeste hoef ik je niet te vertellen. Dat maakt je geschikt, je weet al redelijk veel van wat je moet weten. Je mag er met niemand over praten, alleen met jouw opvolger. Het waar en wanneer zal je vanzelf leren. Misschien dat je m et andere m uziek de volgende kan vind en. Missch ien dat het je op een hele andere man ier lukt. Misschien lukt het je niet en is dit allemaal maar onzin. Onthoud je je dromen weleens?” “Nee, ik wil wel, maar het lukt nooit. Hoe zo dan?” “Dan is dat het eerste waar je aan kan beginnen . Ik weet niet hoe snel mijn einde nadert, maar je kan maar beter voorbereid zijn. Laat mij spreken. Voor het onthouden van je dromen kan je in een bibliotheek wel wat vinden. Wat ik doe is het schrijven van een verhaal. Maar het is meer, je kan het als een verha al lez en, m aar het is ook een Bijbel, een Koran, een Torah of een ander boek van een geloof. Althans, dat wilde ik het laten worden. Het is nu all een nog maar een verhaal. Je krijgt het manuscript, je krijgt de verhaallijn, voor zover die er is. Roos, jij moet verder. Jij moet voor mij d oorgaan . Doe het! Hier heb je alles. Ga!” “Maar, maar, wanneer zie ik je da n weer en wat is je achternaam en waar woon je?” “Hier heb je mijn kaartje. Nu, ga!” Roos ziet in dat wat ze ook probeert Amina haar verd er niks zal vertellen en verlaat het gebouw.
-10-
Ze is thuis maar kan de zaak a bsoluut niet van haa r afzetten . Ze pakt het kaartje en belt het telefoonnummer. Ze krijgt een vrouw aan de telefoon. Ze vraagt naar Amina. “Maar Amina? Je bent een vriendin van haar hè, dat hoor ik zo. Ze heeft wel meer vriendinnetjes gehad hoor, ja, ik had toch al niet op kinderen gerekend, maar je weet maar nooit met die techniek van tegenwoordig. Maar Amin a is er niet. Ze ligt al een week op de intensi ve care. Ze heeft je toch wel al verteld dat ze kanker heeft?” Roos zwijgt. Klik. Roos belt nogmaals, om te vragen waar ze ligt, in welk ziekenhuis. Als ze het adr es heeft gaat z e er meteen heen. Ze komt op de afdeling, maar nergens ziet ze Amina liggen. Ze loopt de gang op en tot haar verbazing zit Amina daar op een stoel. “Ik ben blij dat je t och nog gekomen bent. Maar ik moet nu weg. Vaarwel.” Amina loopt weg. Roos wil haar achtern a lopen maar heeft de kracht niet. Ze valt in slaa p. Op den duur wordt ze wakker g emaakt door een zuster. Ze heeft een kwartier geslapen. “Waar is Amina?” “Amina? Amina is overleden. On geveer een uur geleden.” Verward verlaat Roos h et ziekenh uis. Dagen zwalkt ze rond door Amsterdam. Ze slaapt op een bankje in h et park. Ze is ergens n aar opzoek, maar ze kan h et niet vinden. Ze is opzoek naar het gebouw waar ze Amina heeft leren kenn en. Ze zoekt over al, m aar vinden doet ze niet. Uiteindelijk komt ze thuis. Haar moeder is net naa r haa r werk. Op t afel ligt een briefje, of ze een pak melk wil kopen. Typisch haar moeder, alti jd prakti sch ingesteld. Aan de achterkant van het briefje staat of ze even wil bellen als ze veilig thuis is gekomen. Ze belt haar moeder, zegt dat haar afwezigheid een lang, maar niet ernstig verhaal is dat ze niet gaat vertellen. Haar moeder is allang blij dat ze weer thuis is. Of ze vooral niet vergeet dat pak melk te kopen. Haar geest begon uit verd oving te raken. Het leek allemaal zo onwaarschijnlijk, alsof het ni et gebeurd was. Ze gin g naar haar kamer. Het manuscript van het verhaal dat Amin a aan het schrijven was lag er nog. Natuur lijk was het echt gebeurd. De voorkant van het manuscript deed haar verlammen. Op de voorkant stond een naa m. Haar na am. Roos de Boer. Het manuscript bevatte ongeveer 30 blaadjes, netjes beschreven. Aan het einde zat een slordig blaadje dat waarschijnlijk de verhaallijn moest voorstellen. Roos las het hele verh aal. Het ging voornam elijk over het leven van een jongen. Uit de verhaallijn kon ze op maken h oe het verder zou lopen. Het was de wens van Amin a geweest dat zij verder sch reef. Daarom besloot ze om iedere dag 50 woorden te schrijven. Iedere dag groeide h et verhaal een beetje. Soms schreef ze wat meer. Soms wat minder . Des te meer ze sch reef, des te meer z e Amina ver gat en h et -11-
haar eigen verhaal werd. Ondertu ssen was ze opgebloeid. Ze was een opleiding begonnen. Ze had vrienden en vriendinnen gevonden. Op een dag gaf een goede vrien din van h aar een feest en zij was ook uitgenodigd. Op het feest kwam ze een jongen tegen. Ze raakten aan de praat en des te meer de avond vorderde, des te meer zij een behaaglijk en een onbehaaglijk gevoel kreeg dat zij niet in woorden kon uitdrukken. Als ze in zijn ogen keek groeiden haar beide gevoelens. Het feest was ten einde, Roos bleef bij haar vriendin en hij ging na ar hui s. Ze was vergeten zijn adres te vragen en hij het hare. Maar z o erg vond ze dat niet, hij bezorgde haar toch een onbehaaglijk gevoel. Alleen dat andere gevoel… Ze ging de volgende dag naar huis en moest steeds aan hem denken. Het was een gure dag. Het waaide flin k, maar regenen deed het ni et. Ze liep wat door de straten van Amsterdam zonder echt ergens heen te gaan. Ze liep over het Westein de. Een jongeman vroeg h aar om vuur , wat zij ni et kon bieden. Hij floot een bekende melodie. Ze kende het, maar kon het niet plaatsen. Een paar stra ten verderop wist ze het pas. Het wa s dezelfde melodie als die ze gehoord had uit het pand waar ze Amina ha d leren kennen! Ze holde terug naar het beeld op het Westeinde, maar zag de jongeman niet meer . Teleurgesteld liep ze verder. Ze kwam in een buurt waar ze nog nooit geweest was. Daar stond het, daar ston d het pan d. Het gebouw van Amina, van de muziek. Ze liep naar binnen en daa r zat hij, de jongeman van de sigaret. Ze nam naast hem plaats en vroeg hem naa r de melodie die hij gefloten had. Ze keken elkaar in de ogen en ze kr eeg dezelfde gevoelens als bij de jongen op het feest. Ze voelde zich zeer behaaglijk, op haar gemak. Het vreemde was alleen dat haar ongemak geen vrees meer opwekte. Er was een bewustwording in haar dat ze het niet hoefde te vrezen. Hij moest weg, maar gaf nog wel zijn kaartje aan haar. Dat ze maar eens moest bellen voor een afspraak of dat ze anders kon emaillen. Er ontstond een intieme dialoog en op den duur kwam hij naar Amsterdam. Als vrienden gingen ze met elkaar om. Maar nooit sprak ze haar gevoelens voor hem uit, haar gevoelens van verliefdheid die hij ni et leek te hebben niet en haar on behaaglijke gevoel niet. Als hij kwam dan kwam hi j altijd naar haar toe en zij nooit naar hem. Zo was het van het begin af aan al gegaan. Op een keer zei ze er wat van. Hij vertelde dat hij zich thuis niet genoeg op zijn gemak voelde om haar te ontvangen. Het was gelogen, maar ze had er ver der geen moei te voor over . Tot op een dag zij op te stoep stond. Hij kon n iet ander s dan haar bin nenlaten. De hele woning straalde hem uit. Roos voelde dit en het deed haar gevoelens voor hem -12-
versterken. Haar negatieve gevoel zou ze hem nooit kunnen vertellen, maar haar verliefdheid wel en nu was het juiste moment. Gerustgesteld door zijn aanwezigheid begon ze te vertellen. Hij luisterde, maar zweeg. Ze werd bijna kwaad op hem omdat hij niet reageerde. Toen begon hij haar te zoenen . De gevoel ens werden eindelijk getoond, na een ma and van om elkaar heen draaien.
werken. Zij niet, Roos niet en ik ook niet. Al zal het ook mij niet lukken, het zal mij wel helpen en daarom zal ik ook ik een poging wagen.
Ze kwam thuis en het eerste dat ze deed wa s kort opschrijven hoe ze aan het manuscri pt van Amin a was gek omen. Ze stopte er een briefje bij: “voor wie dit vindt , ik heb mijn deel gedaan”. Ze ha d het weg gestopt en toen pas realiseerde ze wat ze gedaan had. Het was over. Haar negatieve gevoel was verdwenen. Ze was eindelijk weer h elder, op h aar verl iefdheid na. Ze maakte een afspraak met hem om hem all es te vertellen. Over Amin a, over haar negatieve gevoel. Ze wilde eerlijk zijn. Hij zou op een zaterdag kunnen komen. Tot hier en niet verder. Roos de Boer is dood. Op 10 okt ober 1999 is zij overleden aan de gevolgen van een auto-ongeluk, op nog net geen 20 jaar oud. Op 20 oktober zou ze 20 zijn geworden. “Ze vroeg of ik van het weekend wilde komen. Ik kon echter niet, want ik had besloten in de trein te gaan zitten, voor het h ele weeken d, om tot mijzelf te komen. Ik was echter wat eerder klaar, zaterdagmiddag was ik alweer thuis. Toen heb ik haar gebeld van goh, zal ik toch niet nog even langskomen? Dat regelde we, ze zou m e ophalen, ik sta op het station op haar te wachten en het duurt me te lang. Dus toen ben ik maar naar haar toe gaan lopen en onderweg zie ik een ambulance staan. Als ik dichterbij ga kijken ri jdt de ambulance net weg, ik vraag aan een omstander wat er gebeurd is. Jongenda me aangereden door a uto. Fietser door rood. Ik zoek de fiets en herken hem als de hare en het is gedaa n. Ze reed vroeger altijd heel netjes, maar tegenwoordig reed ze zoals ik, niet roekeloos, maar wel altijd door rood. Ze had nooit een ongeluk, soms een lichte aanrijdin g, maar niet door haar schuld. Ik mis haar. Laten we hopen dat er een hemel is, dan kunnen we ooit weer samen zijn..” Het is klaar duidelijk. Ik ben haar opvolger. Of Amina werkelijk het begin was, is moeilijk te zeggen. Het idee dat zij wilde uitwerken heeft al meer geleefd, dus ik denk niet da t het bij haar begonn en is. Het is bij haar verder gegaan. Waar schijnlijk zal niemand er ooit toe komen het volledig uit te
-13-
-14-
Tweede hoofdstuk “Amina” (het manuscript): Ene mogelijkheid “A martyr is someone who is willing to sacri fice his or her lif e for a case he or she believes in.”
Toen hij bij kwam zag hij allemaa l licht en een paar vage schimm en. Het leken wel een beetje gezichten . Waar was h ij? Wat was er gebeurd ? Hij herinnerde zich een trein en mensen op h et perron . Bij de schimm en vandaan kwam geluid. Hij probeerde zich te bewegen, maar hij was vastgebonden. Even voelde hij een prik in zijn arm, daarna begon alles te draaien en viel hij in slaap.
Langzaam rijdt de trein het stationnetje van Winsum binnen. Het is vrijdag 23 uur 37. De dienst van conducteur Cor den Haan zit er om 24 uur 10 op. Dan mag h ij naar h uis. Tot zijn verbazing is het station van Winsum afgeladen met mensen. Zou er een groot feest geweest zijn? Nou moest hij zo meteen nog kaartcontrole houden, want laat op de avon d wil men nog weleens vergeten een kaar tje te kopen. Als ze nou maar niet a gressief werden... een maand geleden was een conducteur nog neergestoken door een zwartrijder. De remmen piepen en de trein staat stil. Het lijkt wel als of het afgesproken is. Zo netjes als iedereen in stapt. Ki nderen en ouderen eerst, daarna de mensen die niet h oeven te zitten . Binnen de kortste ker en is het perron leeg. Cor doet de deuren dicht en de trein gaat rijden. Hij loopt de eerste coupé binnen om de kaartjes te controleren. Met moeite weet hij zichzelf staande te houden. De verbazing werd hem bijna teveel. Er zit helemaal niemand in de coupé, terwijl hij net iedereen zag instappen, al die mensen! Hij loopt de hele trein door, maar ziet nieman d. Hij loopt door tot de bestuurdersruimte, maar de bestuurder is er niet. Hij kijkt naar buiten en ziet dat het volgende sein op rood staat. De rem men zouden zo moeten gaan piepen. Maar net voordat het beveiligingssysteem zijn werk ga at doen wordt de dodema nskn op ingedrukt. Het sein springt op groen en de trein begint vaar t te maken . 80, 90, 100.... Cor schri kt, er beweegt wat langs zijn benen . Hij kijkt en h et is een hon d. Hij heeft een briefje om zijn nek waar iets op gesch reven staa t. Het briefje is in een bibberig handschrift geschreven op, groen papier. “Er is geen weg terug, onderga, je kan niet anders. Later. Later. Laat er...” Cor begon langzaam aan gek te worden. Waar waren die mensen gebleven, waar kwam die hond vandaan en wie heeft het briefje geschreven? De hond was nergens meer te bekennen. Hij liep de hele trein door, maar vond hem n iet. De trei n reed ondertussen 140 kilometer per uur, blijkbaar werkte de snelheidsbeperking niet meer, die normaal de snelheid onder de honderd houdt. Plotseling schiet er een lichtflits langs de trein. Dat moest het station van Sauwerd zijn. De snelheidsmeter was vast gelopen. De meter ging niet verder dan 165. Maar de trein gin g nog steeds sneller. De tr ein versnelde en Cor viel flauw.
Toen hij weer wakker werd zag hij een grote weegschaal en twee mensen. Eentje was klein en mager, maar goed gekleed, als een poortwachter uit de Middeleeuwen. De ander was groot, m instens twee meter dert ig en in het wit gekleed. De hele ruimte was wit, en er was ook een deur. Het leek de hemel wel zoals die altijd in de boeken staat... “Welkom, zei de lange. Ik ben, wat jij god zou kunnen noemen. Dit is de hemelpoort. Die korte is voor jou Petr us en h ij zal bepalen waar je naar toe mag. Niet dat je iets misdaan hebt, of zo, waarschijnlijk mag je naar het paradijs, maar dat h eb je aan onze fout te danken. Cor begreep er niets van. Petrus pakte een klein rond schijfje, en legde die op de weegschaal en gooide aan de andere kant een soort kolen, tot dat de weegschaa l rech t hing. “God had gel ijk, je mag inderdaad naar h et paradijs, ma ar als je niet door onze fout was overleden, dan was je naar het platteland gegaan.” “Welke fout hebben jullie dan begaan?”, vroeg Cor. “We dach ten dat de trein die ging komen uit Duitsland kwam, dat is namelijk de trein waar we iedereen in stoppen, maar nu hadden we de dienstregeling van zondag bekeken in plaats van die van vrijdag. Toen zat jij dus in de trein, gelukkig kon den we iedereen verbergen. Hologrammen nemen n iet zo veel ruim te in, de wc’s boden genoeg ruimte. Maar toen je naar de bestuurders plaats gin g kreg en we toch een probleem. We besloten toen om de bestuurder n aar h uis te sturen en zijn geheugen zo te veranderen dat hij zich niks vreemds herinnert. Toen besloten we gewoon de rit maar te maken, in de wetenschap dat jij dan toch wel zou ster ven. Nu, kom, het transport wacht. We weten dat je atheïst bent, dus za l ik je uit leggen waar je bent. Aan gelovigen hoeven we niet meer te vertellen dan in de bijbel staat. Je bevindt je op de plan eet Quintus, zo’n 20 lichtjaren vanaf de aarde. De planeet heeft een 5 keer zo groot oppervlak als de aarde, de lucht bestaat voor 50% uit zuurstof, en de zwaartekracht is gelijk aan die op aarde, dit komt door de afstotende werking van de kern. Deze stoot je af, maar de laag die daar omheen zit trekt je aan. De stof die de kern bevat gebruiken we om de transporten met de aarde te regelen. Dit doen we echter pas twintigduizend jaar. Daarvoor konden we net onze man en bereiken, we hebben er twee. Voordat we jullie god speelde hadden wij onze eigen goden, die, toen wij eenmaal oneindig lang konden leven , op onze planeet zijn neergedaa ld, om te ton en wie ze nu eigenlijk waren. Voordat zij dat konden , was er voor hun weer een
-15-
-16-
planeet geweest waar op ze dat deden en ga zo maar door. De planeet die ermee begonnen is, zo’n mi ljard jaa r geleden, is laatst opgebrand t oen er een zwart gat langs kwam. De planeet was al lang niet meer bewoond, dus het was niet echt een ramp, maar toch jammer dat zo’n monument verdwenen is. Door een dode op aar de na te bouwen en t e verjongen kunnen we levende kopieën op onze planeet neerzetten, terwijl op aarde de licham en worden vernietigd, door jullie zelf. Die persoon beh ouwt al zi jn herin nerin gen en belevenissen en kan hi er dan ver der genieten, verwend worden, of werken als hij of zij zich niet netjes gedragen heeft. Je kan ook nog kiezen om terug te keren, dan wordt een deel van je geheugen ingeplant in een baby, reï ncar natie dus. Als je goed geleefd h ebt kom je als iets beters terug en anders als iets slechters.” En zo kwam Cor den Haan in de hemel, of beter gezegd, op de planeet Quintus. Maar wie was Cor den Haan op a arde? Tja, ik, de schrijver, mag daar vragen over stellen, maar u, de lezer, wil antwoorden. Wel nu, die zal u krijgen ook!
Derde hoofdstuk “Amina” (het manuscript): Een verder begin Dag 1 Ik mocht wederom het levenslicht aanschouwen , maa r was mij er n iet van bewust. Ik werd ontgrendeld en zette het op een schreeuwen, zoals dat verwacht werd van mij. Het gebeurde op een dag. Zoals het wel vaker op een dag gebeurd. Maar op die plaats, om die tijd is het maar één keer gebeurd. Het was nog vroeg, een uurt je of zes. Het was te verwachten . Dat soort di ngen gebeur en niet zomaar. Het ging allemaal perfect. Thuis. De "mogelijke complicaties", de ellende dus, zouden later boven water komen. Maar toen was er niks om je zorgen over te maken. Het was een hij. Ze noemden hem Ed. Eduard Hendrik Klink. Nou ja, ze noemden ? Zij bedacht de voornaam, hij de achternaam. Liever Klink dan Turpen t. Als het een meisje was geweest had ze lekker Mar jolein geheten. Voor dat ze op die nam en gekomen waren hadden ze zich eerst afgevr aagd hoe zij als ze van het andere geslacht geweest waren hadden geheten. Hij Roselien in plaats van Fred. Zij Simon in plaats van Manuela. Dag 2 Ik was groots maar klein. Mijn lichaam was klein en ik deed wat mijn intuïtie mij inga f. Maar tegelijkerti jd realiseerde mijn grotere lichaam al dat het kleine groter zou worden. Ed liet niet veel van zich horen. Hij was er pas vier dagen, toen moest hij in het ziekenhu is verbl ijven. Er was wat mi s met de voorste hersenkwab. Operatie was mogelijk, maar of het effect goed zou zijn... Fifty-fifty. Was het maar zeker. Ze besloten het er ma ar op te wagen. Liever een zwakzinnige dan een lopende bom. Na zoveel sla peloze nach ten kan je niet anders dan ja zeggen. Dat is namelijk minder moeite dan nee. Nee heeft drie letter s, zie je? Ed werd dus na een dag of vijf geleefd te hebben geopereerd. Vervelend, maar het kwam meer voor. Nee, het leven van Ed zag er best rooskleur ig uit. T enmin ste... Ach , dat is n iet te zeggen . Neem van mij nou maar a an dat iedereen z'n leven wel een beetje tegenvalt. Je doet het hoogstens de volgende keer iets beter, maar 100% bereik je nooit. Pure wiskun de. Dag 365
-17-
-18-
Een jaar geleden mocht ik h et levenslich t alweer aan schouwen. Ik z ie het niet als een wonder maar als een logisch vervolg. Er was geen andere mogelijkheid. Ik streel mi jzelf met de gedachte dat het niet al te lang duurt eer ik mij mag profileren zoals ik dat gra ag zou willen . De tijd die m ij nog resteert kan ik besteden aan mijn ontwikkeling erbuiten. Ed z'n tweede verjaardag, die gehouden werd toen hij 1 jaar was, werd uitbundi g gevierd. Da t kwam, ond er andere, doordat de arts gezegd had dat de operatie h elemaal gel ukt was. Vijf dagen later hielden ze weer een feest, om de succesvolle oper atie t e vieren . Een traditie die toen nog geacht werd lang voortgezet te worden, zelfs als Ed z'n verjaar dag niet vierde. Maar dat komt later wel. Ed groeit snel en voorspoedig. Als hij drie jaar is gaat h ij naar de peuterschool, zodat Fred en Manu ela zich weer volledig op hun carrière konden werpen. Zo kwam het dat vanaf zijn derde jaar Ed voornameli jk opgevoed werd door leeftijdgenoten en juffies. Dag 1247 Ik heb mijzelf het recht gegeven mijn gedachten uit te spreken. Er was enige tijd nodig om mijn nieuwe omgeving te laten inpassen aan mijn denken. Ik besluit m ij verder nog enige tijd stil te houden , de omgeving en de tijd is er nog niet n aar en ik ka n mij in enk ele essentiële zaken verdiepen die het spreken verder niet noodzakelijk achten. Al gauw had h ij het principe van baas boven baas door, hij werd al gauw de leider van een groepje vooraanstaande, intelligente peuters. Niet dat al hun ouders militair en politicus waren, m aar al len zaten boven het gemiddelde inkomen. Helaas voor Ed z'n mooie positie, gingen de meeste van z'n groepje na twee jaar, niet naar de dichtstbijzijnde school, maar naar de streng ch ristelijke basisschool a an de andere kant van het dorp . Beha lve Bernarda Irene Keizer en Alie Ramda Hashid. Voldoenend aan de vooroordelen vonden Bianca en E d Alie maar vies. Na een week op school te zijn geweest kwam Alie niet meer. Z'n ouders waren naar hun vaderland terug gekeerd en hadden hem meegenomen. Dag 1728 Het loopt nog voorspoedig, mijn omgeving heeft geen argwaa n en ik weet mij volledig te gedragen naar hun verwachtingen. Ondertussen ben ik druk bezig met erachter te komen hoe en wat ik van mijn ouders mede heb gekregen en of dat wel of niet van toepassing zou kunnen zijn in de taak die ik mij verder gesteld heb.
-19-
Zo bleven Bianca en Ed over in de wrede en harde wereld van de eerste groep. Denegerend noemde ze de rest van de kleuterklas kikkers. Hoe ze daar op kwamen zou ik niet weten, maar dat ze er op gekomen zijn weet ik wel. Van kikkers n aar kooltjes naar pootjes, naar klootjes. Dag 3117 Ik begin instaat te zijn niet alleen mijn bewustzijn aan te wenden als denkkracht maar ook voor tijdelijke opslag van gegevens, waar van een deel later blijvend blijkt opgeslagen. Ik kan helaas niet voorkomen dat dit gebeurd, maar de weinige bewaarwaardige gedachten nem en relat ief weinig plaats in het kinderlijke systeem waarin ik mij beeld te leven. Uiteindelijk werden het weer kikkers. Dat was in groep 8. Bianca en Ed waren allebei hele slimme kinderen. Ze werden van de vierde groep naar de zesde groep geplaatst. Zo kwamen ze in hun jonge jaren al een depressie tegen het lijf. Doordat ze nogal jong waren en niet zo groot, werden ze veel gepest. De enige steun die ze konden krijgen, kregen ze van elkaa r. Om ongest oord te kunnen prat en over de zin van het leven (meer de vraag waar ze vandaan waren gekomen, van de ooievaar of de boerenkool), ontwikkelde ze een geheimtaal. Dat wil zeggen dat ze van de woorden de tweede en de laatste letter omwisselde en de zin van acht er naar voren uitspraken. "Hoe gaat het?" wordt dus: "Het gtaa heo?". Nou zult u zich als lezer afvragen, anders ik als schrijver wel, wordt het hele verha al verder in geh eimtaal geschr even? Nee, hoogstens een brief of drie. Voor mij moet het ook nog te doen zijn... Als je als kind aan een depressie lijdt, moet je wat hebben om naar vooruit te kijken in het leven. Of het nu Sinterklaas is, vakantie, je verjaardag, de laatste schooldag, je vri endinnetje, ‘t m aakt niet uit. Sint erklaas wer d op school gevierd en dan vond iedereen dat hij in de zak moest. Ja, thuis was het beter. Daar kreeg hij bergen snoepgoed en het nieuwste speelgoed, zakken vol. In de vakantie logeerde hij bij Bianca of zij bij hem. Was dat dan niet leuk? Nee. Want of de moeder van Bianca zeurde, of Ed werd boos op Manuela, omdat opeens in de boom klimmen niet meer mocht. Ouders moeten wel voorzichtig blijven, maar om nou een cel om je kind te maken met muren van kussens... Nee, vakantie was ook niet het einde. Bij verjaardag hoorde feestjes, waar al die vervelende klasgenoten moesten komen, de laatste sch ooldag betekende meer vakantie. Wat was er dan nog mis met Bianca? Tja, haar zag hij op school of in de vakantie en hoe dat was, heb ik al verteld.
-20-
Dag 4233 Er is een bepaalde ontwikkeling die mij wordt opgelegd of ik wil of niet. Het is een noodzakelijk goed om ook in de toekomst verder te kunnen. Ik begin het gevoel te krijgen dat mijn ouders van mij houden, niet evenredig met de liefde die ik ze gun, maar gelukkig weet ik hun nutteloze liefde aan te wenden als iets praktisch en onttrek er energie aan. Spijtig voor hun eigenlijk, maar ze merken het niet. Ik ben niet in staat mijn niet aanwezige gevoel uit te dru kken en dus gooien ze het gebrek aan wederliefde op de onschuld van een kind dat zo onschuldig is dat het liefde niet kan tonen. Het enige waar ze naar uit kek en was groot worden, volwassen worden. Maar tot dat ze zover waren moesten ze eerst vechten tegen de rest van de wereld. Neem nou een willekeurige datum. Één april. Nou ja, niet zo willekeurig. Op die bewuste dag hield iedereen van de kla s zich op in het fietsen hok dat voor de ingang van de school stond. Ze zoud en niet op school komen om de mees een 1 april grap te bezorgen. Een deel van de klas zag na een poosje in dat ze misschien toch maar naar de les moesten. Als de hoofdgroep dat een maal bepaa ld heeft, da n gaan alle subgroepen mee. Je raadt het a l: de tegengroepen ni et. Dat was er dus één. Ed en Bianca, die bleven fijn praten in h un geheime taal. Afgesloten van de buitenwereld. Toen ze door hadden dat ze helema al alleen waren dach ten ze dat ze misschien toch ook maar naar de les moesten. Ze liepen de klas binnen, en nog voor de deur in het slot zat, begon de meester een preek af te steken waar je niet goed van werd. Ach, hij had net koffie met zout gehad, dat was niet bevorderlijk voor z'n humeur. Toen Ed en Bian ca zachtjes waren gaan zitten en beleefd hun excuses hadden aangeboden, bulderde de hele klas in koor, en ik citeer hierbij: "1 april, k ikker (lees: klasgenoot) in je bil, die er nooit meer uit wil!". Die kikker m oest dan wel Dwarf zijn, die was heel klein, wel een kop kleiner nog dan Ed en Bianca, en werd vaak Dwarf de kleine, gore larf genoemd. Maar Dwarf had gen oeg status om niet bij Ed je en Ban kje te horen. Gelukkig maar , voor Ed en Bianca. Soms bereikte haat zijn top. In de achtste groep, als ik mij goed herinner. Stefan gaf Ed een trap, naar later bleek omd at Steef dacht dat Ed h em een trap had gegeven, en voor Ed was d at de drup pel (die de emmer deed overlopen). Hij begint als een ra zende Roeland Stefan te tr appen en probeerde met z'n bij Judo geleerde technieken hem op de grond te krijgen. Dat lukte, Steef komt op z'n buik, Ed er bovenop, legt z'n armen liefelijk om het n ekje van Stefan en dr eigt m et wurg en gen ade af te dwingen. Nou zijn er altijd mensen die zich ermee bemoeien. Maarten begint aan Ed te trekken, waardoor Stefan meer gewurgd wordt. Stefan zegt genade, en de -21-
rust lijkt teru g te keren. Maarten duikt ach ter Ed in een, en Ed die ziet aankomen dat St efan h em over Maarten h een gaat duwen en zo gaat laten vallen, geeft Maarten een trap in z'n zij waar je niet goed van wordt. De eerste de beste scene van een karatefilm wordt nagesp eeld door Maar ten en Ed, tot dat met veel kleergescheur ze beide door de meester worden afgevoerd. Plop, in de gang worden ze tegenover elka ar gezet. Tran en schieten in de ogen van beide jongens, ze vliegen elkaar in de a rmen en zouden als het Joden war en geweest gezegd h ebben: "nooit meer Auschwitz". Ach, die ruzie viel wel mee. Erger waren de ruzie’s tussen Niels en Martijn, de ene lang, dun, keeper en snel hysterisch, de ander dik en traag. Geschr eeuw, getier . Tja, ‘t kon in vijf minuten gebeurd zijn, maar nooit is er iemand gedood of gewond geraakt. Gods wegen zijn ondoorgron delijk, zeg i k altijd maar weer. Als god bestaat tenmin ste. Na een periode van zware depressie stagneren de cijfers van Ed en Bianca. Het viel te verwachten, maar niemand die ervan geweten had, had het verwacht. Ze werden 1 klas terug geplaatst en kwamen zo ten opzichte van hun leeftijdgenoten weer in de zelfde klas. Twee min één is nog altijd één. Die één is dan het jaar dat de rest vooruit ging. Misschien waren de laatste twee jaar op de basisschool hier door wel beter, maar ze bleven, ook door hun geheimtaal, toch enigszins bevreemd van de rest. Uiteraard kregen ze allebei een VWO advies. Bian ca ging n aar h et gymnasium , Ed naar het gewone Atheneum, toevallig ook meteen naar de drop-out-zone. Een jaar later kwam Bankje daar ook, de één was niets zonder de ander. Dag 4300 Het is een mooie dag en mijn ontwikkeling is naar genoegen. Helaas is de ontwikkeling van één van beide ouders verkeerd gelopen en de gevolgen zijn desastreus. Het effect is dat ik van geen van beide ouders meer kracht kan aanwenden. De één is er niet meer en de ander beloopt het pad der liefde richtin g mij niet meer en sch ijnt ander e liefde te kennen. Ik tr oost mij met het gegeven dat ik uit het gegeven kr acht kan putten en kan kijken in hoeverre het enigszin s aann emelijk is dat het klopt. Ik probeer er a chter te komen wat het voor mijzelf betekend.
-22-
Vierde Hoofdstuk Voortzetting van de waarheid Het voortgezet onderwijs was voor hen een verademing. Een droom kwam uit. Dan wel een n achtmer rie. Nee. Da t niet meteen. Het zou lullig zijn geweest om ze meteen te vloer en, dan wordt h et ook weer zo'n depr essief verhaal. Tja, ik heb al veel laten lijden en heb ook geleid, maar hier bracht ik toch wat ha ppiër e kleur en aan. Happiër , een n ieuw woord , een n ieuwe kans, een nieuw bestaan. Opeens werden Ed en Bianca gestort in de wereld van sigaretten, maan dverband, grat is postkaar ten, uren vrij, naar school fietsen en verschil lende leraren hebben. De droom kwam uit. De eerste trek was op de eerste schooldag, het eerste pakje werd de tweede schooldag uit een sigarettenautomaat getrokken. C amel, dat was het lekkerst, er zat het meeste in voor de prijs, 25 stuks, en extra veel teer en nicotin e. Je hoefde helemaal niet met de Camel Trophy mee t e doen om Camels te mogen roken. Bian ca werd op haar veertiende voor het eerst ongesteld. Ed was er eerder bij, z'n eerste natte droom was op z'n dertien de. Niet dat hij het zelf wist, nee hoor. Ja, hij had gedroomd dat hij lekker bezig was met een blond grietje met grote tieten, maar alles werd pas duidelijk toen hij de bedwelmende geur van onder rook. Nou is het best in teressant te vertellen hoe dat met gratis postkaarten zat. Op school ston d een kastje, waar je via de zijkant gra tis, meesta l reclame, kaarten uit kon halen. Eenmaal per week werd die bak bi jgevuld. Steeds meer mensen kregen i nteresse voor die kaartjes en er ontstond een ware storm loop naar die kaartenbak als die op donderdag of vrijdag werd bijgevuld. De sport werd in gedeeld in ver schillen de onderdelen. Ond erdeel 1 was het verzamelen van a lle zeven kaa rten, 1 setje krijgen . Hier zat een tijdslimi et aan, maar dat was gewoon de tijd die het duurde voordat die bak leeg was. Onderdeel 2 was het verzamelen van zoveel mogelijk kaarten, willekeurig welke soort. Hierbij ging het om een goede handigheid gevonden te hebben om die kaarten er uit te sch uiven. On derdeel 3 was een combinatie van 1 en 2 en had als doel, even tueel m et ruilen achteraf, zoveel mogelijk setjes in handen te krijgen. Van een wedloop naar een storm loop naar oorlog. Je kon het ding opensch roeven en zo in één keer je slag slaan. Helaas zag de schoolleiding dit niet op een afstand aan, maar liet de bak weg halen, tot grote teleurstelling van de competitieleden. De wedstrijden schijnen in cafés waar dit soort kaarten zijn, nog voortgezet te worden. Uiteraard was de pikorde hier aanwezig, populaire of sterken (Ed was niet zo sterk) stonden altijd vooraan.
-23-
Dag 4635 Het is een jaar geleden en voor mijn idee ben ik er overheen. Ik gedraag me echter erg stil omdat mijn hogere gedeelte nog niet klaar is. Het geheel moet nog verwerkt worden tot een gegeven iets waar niet op af te din gen valt. Door een stommiteit weet ik mijn laatste mogelijkh eid op wederom liefde te verspelen, met als gevolg dat ik er zeker alleen voor sta. Zoals te voorspellen was ging h et op school erg voorspoedig . Hoe verder ze kwamen, hoe hoger de cijfers en des te minder ze hoefden te doen voor die cijfers. Hun ouders waren vanzelfsprekend te vreden, maar het laagste cijfer kreeg altijd de opmerking van "dat kan beter". Bianca en Ed groeide enigszins uit elkaar. Bianca werd een heel gesloten meisje, dat bijna geen woord durfde te zeggen, zelfs als Ed haar vroeg hoe dat zo kwam had ze geen ant woord. De lerar en zagen er geen br ood in en lieten h et maar voor wat het was. Bianca leefde als een soort autist in haar eigen wereldje, zonder zich aan iemand te storen. Ed daar entegen werd een asociale en arrogante bal. Dat h eeft hij geweten ook. Ti jdens een wiskun de les was een jongetje, Rob genaamd, begonnen een som voor te doen. Ed zag in da t het helemaal fout gin g met die som en riep, bijna vanzelfsprekend, eikel. Waar op de lerares hem veroordeeld e tot arrogant en asociaal en riep dat hij zichzelf nog weleens tegen zou komen. Ed’s eigenwijze antwoord daarop was: dat zal wel. De lerares stuurde hem de les uit. Ed werd er maar drie keer per jaar uit gestuurd en altijd omdat hij sprak als de leraar wilde dat hij stil wa s. Het is niet voor te stellen dat hij iemand had om mee te praten, maar heus, hij had wel geen vrienden, maar wel een vriendinnetje. Hoe hij daar aangekomen was zal ik hier ten toon spreiden. Vanuit de school werd een uitwisseling met Denema rken georganiseerd. Ed kwam, tegen verwachtin gen in , samen met Mar ieke, de oud ste uit z ijn klas, bij Anita te zitten. Een paarden gek, m et ouder s die wil den dat ze om twaalf uur terug kwamen. Om het verhaal nog wat gecompliceerder te maken gingen ze naar een feestje van Laila, een Deense die geen onprettig gezicht had. De flesjes bier gingen van mond tot mond en later kwamen de betere ding en op tafel, z oals mierzoete Pisang Ambon, een goedje om te mixen, van 20 %. Later ook nog een glas whisky. Ed had nog nooit echt gedronken en was na die avond dan ook flink aangeschoten. De volgende dag werd er ook weer stevig gedronken, alleen niet door Ed, want Anita had niks mee genomen. Een aantal mensen had zoveel op dat een schip, voor kinderen om mee te spelen, eraan moest geloven. De dag daarop begon Ed verliefd te worden op Laila. Een rare gewaarwording. Maar ze gingen alweer terug en Laila wilde niks van hem weten. Op de terugweg zat hij tamelijk depressief in de bus, totdat de onweerstaanbare stem van -24-
Margr eet hem verleid de zijn verh aal te doen. Na zijn verhaal met moeite eruit gebracht te hebben verklaarde Margreet al tijden verliefd te zijn op de grote ego van Ed. Zij zonderde zich af in de slaapplaats in het bagage gedeelte en begonnen een flinke n euk parti j.... Hé! Alter ego kappen met die zooi! Ik probeer hier een eerlijke en waarheidsgetrouwe reconstructie te maken van het leven van Cor den Haan, ik probeer weer te geven waarom hij geworden is wat hij is en dan begin jij hier even alles te veranderen! Hij had inderdaad een gesprek met Margreet, maar dat ging over de gastgezinnen, hij had inderdaad een grote ego, maar Margreet was niet verliefd op hem en verder: ze doken a l helem aal n iet het slaapver blijf van de bestuurder in! Laat mij het nu maar even vertellen. Door het gesprek tussen Margreet en Ed zeiden zij elkaar gedag op school. Met Valentijnsdag stuurde Ed Margreet een kaartje met de vraag of ze verkering met hem wilde. Na lang en ingewikkeld schrijven in elkanders agenda kwam het ja woord eruit. In het begin was hun relatie erg kinds. Ze liepen net aan met de armen om elkaar, gingen naar de kermis met Koninginnedag en speelde samen een spel, dat bestond uit het verzamelen van kaartjes. In de vakan tie zouden ze samen naar het strand gaan, maar Margr eet ging liever bij een vriendin loger en en liet E d zeer bedroefd achter. Schijnbaar had ze door wat ze gedaan had en kreeg het voor elkaar om met Ed mee te mogen naar het vakantiehuisje van Ed's familie, als vergoeding voor de gedane schade aan hun relatie. Toen zij, na enige wijn gedronken te hebben zich achter op de hei bevonden, tijdens een zwoele zomer avond, verenigde hun tongen zich in de mond van Margr eet. Het ene kledingstuk na het andere ging uit. Met wat gepruts werd uit Margreets portemonn ee een condoom getoverd, dat verwonderlijk goed en snel om gedaan werd waarna zij zich bezighielden met wat mijn al ter ego neuken zou noemen, maar ik liever benoem met houden van elkaar, daar neuken zonder liefde is. Dus.. Margreet neukte en Ed hield van haar. Alter ego! In je mand! Ik was toch aan het schrijven! Zo ontstond er tussen hun een blijvende vriendsch ap, daar geen van hun beide de on tmaa gder uit h et oog wilde verliezen en men wel degelijk van el kaar hield, ook al pr obeert mijn alter ego het tegendeel te zeggen . Daarvoor mijn excuus. Dag 5112 De klappen veroorzaakt door het onz ekerheidsprinci pe zijn ondertussen verwerkt, al had i k er eigenl ijk rekening mee moeten houden dat de perfectie die ik nastreef onmogeli jk was. Ik weet mijn zwakte niet genoeg tegen te gaan en lijdt pijn. Het gebeuren had er echter al voor gezorgd dat ik misschien niet alle klappen kon dragen, maar ze wel dragelijk kon
-25-
maken. Door niet genoeg concentratie neemt het geheel wel nogal wa t tijd in beslag De relatie tussen h un twee was zoet en liefdevol. Als ze met z'n tweeën waren. Maar in gezelschap moesten de handen thuis blijven en maakte ze elkaar lekker af. Misschien was dat juist een teken dat het goed zat tussen hun tweeën. Ze konden elkaar beledigen, zonder dat hun relatie eraan kapot ging. Een goede relatie kan juist klappen incasseren. Er ging ongeveer een jaar voorbij. Ze zaten al in de vi jfde klas. Mar greet gedr oeg zich wat vreemd. Maar Ed zag dit niet, liefde maakt immers blind. Ed betaalde een prijs voor h et hebben van die relatie. De vrienden die hij uiteindelijk had gekregen, kregen nog maar weinig aan dacht, alles draaide om Margr eet. Maar op den duur begon hij het toch vreemd te vinden. In bed wilde ze niet m eer verwend worden , ze kwam niet ieder e nacht sl apen en iedere keer da t ze samen waren stond ze er op dat hij haar nam. Aha! Die was gewoon eraan verslaafd! Shut up, alter ego! Je snapt het niet, je ziet het niet ! Ze was niet verslaafd aan zijn seks, a nders h ad ze wel verwend willen worden. Maar dat wilde ze juist niet. Ze dacht op deze manier Ed af te kopen. Want ondertussen begon ze een relatie met Gertjan, en ze zou Ed lat en vallen als een baksteen , als de relatie met Gertjan maar hecht genoeg was. Zo gebeurde het ook, in de herfst werd de waarheid verteld. Ed stond er alleen voor. Margreet was hij kwijt, Gertjan was hij ook kwijt. Toen was daar Bianca. Na dat zij helemaal stil was geworden, stond ze op een avond voor de deur. Ed's vader en moeder waren weg. Hij deed de deur open en Bianca nam hem in haar armen. "Het spijt me." Dat was het eer ste wat ze zei, het begin van een stortvloed van woorden. Het speet haar, ze had hem moeten waarschuwen, ze had het aan zien komen, zag Margreet te veel omgaan met Gertjan, zag haar trucjes om hem te verleiden, om zijn vriendschap te verraden. Logisch gezien zou Ed Margr eet nu erg gaan haten . Maar nee, hij wilde alleen doorgronden hoe Margr eet in elkaar zat en of zij later niet de pijn zou voelen van hetgeen ze hem aangedaan h ad. Na jar en van verpa uperin g, verslapp ing en achteruitgang, was alles opeens koek en ei tussen Bianca en Ed. Na de woorden stroom van Bianca gingen ze naar Ed's kamer, de drank werd te voorschijn gehaald en de condooms die nog overwaren van Ma rgreet. Voor Bianca was het de eerste keer. Voor Ed n atuurl ijk niet meer, maa r het voelde als de eerste keer, hij was alles vergeten. Alleen onderbewust wist hij alles nog. Dat zorgde ervoor dat alles goed ging en het voor beide onvergetelijk was. Dag 5258
-26-
Door een tactisch e zet ben ik er n u weer overheen. De eerste liefde die mijn lichaam moest ervar en was niet zeer veel, maar ik was vergeten de kracht die ik eraa n kwijt was ook weer terug te nemen. Ik ben ni et instaat geweest het iemand kwalijk te nemen en daarom moest ik het zelf doen. In eerste instantie had ik het liever bij iemand anders neergelegd, maar deze manier zorgde wel weer voor ontwikkeling.
Margreet viel Ed telkens lastig. Dan had ze weer een foto van hun samenzijn, of begon te zeuren dat ze gek werd van vingeren en nu wel weereens echt genomen wilde worden. Maar Ed had hier geen luisterend oor voor. Hij was niet verliefd, m aar hield echt van Bianca en zij gelukkig ook van hem. Het leven was goed, op Margreet na.
Een halfjaar la ng gin g alles g oed. Op sch ool, met Bianca & Ed en zelfs met Gertjan & Margreet. Toen gebeurde er iets geks. Gertjan m aakte het zomaar uit met Margreet. Margr eet viel heel diep, doordat ze geen vrienden had. Ze werd niet opgevangen. Gertjan had het uit gemaakt omdat hij zag en voelde dat de geschiedenis zich zou herhalen, als h ij niet op tijd ingreep. Margreet zou met iema nd ander s aan pappen, wachten tot het hecht was en hem dan laten val len. Hoe diep Mar greet was gezon ken blijkt uit h et feit d at ze bi j Ed aan kwam kloppen. Di e stond n atuur lijk verbaasd, maar was ook blij, want nu kreeg hij misschien de kans haar te doorgronden. En dan nu een klein stukje meerkeuzevragen. Margr eet: "Wil je me helpen?" Ed: a "Nee." b "Waarmee?" Margreet: "Ik wil dood." Ed: a "Waar? Wa nneer? Hoe? Is een m es goed?" b "Neem maar een nieuwe liefde om je te helpen." c "Succes, zal je nog moeilijk worden." Margreet: "Ik wil je terug." Ed: a "Nee, ik wil je best een paar keer neuken, maar daar blijft het bij." b "Nee, nu niet, ik ben impotent." c "Wordt toch lesbisch." Zo. Dat was een leuk uitstapje, maar niet leuk genoeg om mee door te gaan. Margreet wilde dus Ed ter ug om ni et zo verdr ietig te zijn. Eigenlijk wilde ze ook dood, maar dat zou ze toch niet doen. Volgen s haa r geloof ging je naar de hel als je zelfmoord pleegde. Ach ja, die Margreet toch. Het ging vervolgens slecht met Margreet. Op school haalde ze lage cijfers en blowde veel. (Ha, een blow-job bij Ed zeker. Pijpen kren g! Alter ego! Het is dat i k je niet bij naam mag noemen, maar je vraagt er wel om!) -27-
-28-
Vijfde hoofdstuk When the ship goes down you better be running. Dag 6032 De ontwikkeling stagneert en ik ra ak in verval. De gevolgen zi jn nog net te overzien en ik realiseer mij dat ik voor hogere vuren heb gestaan. Ik besluit door te zetten in de hoop dat het enigszins goed komt. Mocht dat niet zo zijn dan kan ik nog altijd tot het einde besluiten. In het voorjaar werd Ed 17 jaar. Hij begon echt een man te worden, volwassen. Vijf dagen la ter vierde hij zijn gen ezing. Zoals ieder jaar. Een week na zijn verjaarda g kreeg zijn moeder op eens een hartaanval en ging dood. Voor de rest van zijn leven werd er binn en in Ed een litteken gemaakt, dat langzaam zou verdwijnen, maar nooit helemaal. Enkele maan den later trouwde zijn vader met een andere vrouw. Later zou alles verkl aard worden. Maar nu dacht Ed dat z ijn vader een nieuwe vrouw had om zijn verdriet kwijt te kunnen. Hij huilde veel in die tijd. Was het niet om het verlies van zijn moeder, dan wel om het geluk dat hij had met Bianca. De vijfde klas werd snel en vakkundig afgesloten. Daarna kwam de zesde, het examenjaar. De relatie moest er maar even aan geloven, want er moest nu gewerkt worden. Zonder werken zouden ze er ook wel komen, maar hun ouders hadden nu eenmaal bepaalde verwachtin gen en hoge cijfers staan nu eenmaal mooi. Margreet was gelukkig blijven zitten en had weer een and er vr iendje opgedoken. Ze ging wel weer vriendschappelijk met Gertjan om. Dat kwam Ed wel weer goed uit. Hij wilde haar nog steeds doorgr onden en door bij gelegenheden Gertjan dingen te vragen begr eep hij h aar steeds bet er. Het kind kon gewoon niet anders en wist n iet beter. Blijkbaar gebrek aan sociale intelligentie. Je kan niet alles hebben. Een genie is misschien goed in wiskunde en natuur kunde, maar is sociaal gezien een ramp. Ed was in dat opzicht niet slecht bedeeld, van alles een beetje. De gelegenheden waarbij Ed weer wat wijzer werd moesten wel aan bepaal de voorwaarden voldoen. Er moest voldoende drank zijn, of anders drugs, niet te veel pottenkijkers en luistervinken. Maar als ze eenmaal begonnen... Ed hoorde ook weleens te veel. Dat Gertjan en Mar greet an aal ha dden geneukt hoefde hij n ou niet te horen. Dat ze geneukt hadden was wel genoeg. Gek eigenlijk, de term vrijen wordt hier niet gebruikt. Margr eet neukte al leen, Ed en Bianca vreeën. Na het examen ging Ed zo snel mogelijk op kamers wonen. Hij had het n iet zo op de nieuwe vrouw van zijn vader. Ze kwam uit een a nder land, met een andere cultuur. Ze wenkte aan tafel en dan wilde ze het zout, -29-
terwijl wij er beleefd om gevraagd zouden hebben. Soms zorgde dit wel voor mooie situaties. Zo wenkte ze Fred (de vader van Ed) eens om iets te geven. Fred dacht het zout, maar z e wilde de kaas. Toen werd ze kwaad omdat hij het verkeerde aan gaf, waarop h ij kwaad werd omda t zij niet gezegd had wat ze wilde. Dag 6136 Het waren geen smeekbeden, maar als ik die gehad had dan waren ze nu verhoord. Ik heb een ontmoeting en realiseer mij absoluut niet de latere gevolgen. Ed ging dus op kamers wonen . Toevallig ging Bian ca in de zelfde stad studeren. Logisch toch, dat ze gingen samenwonen. Een leuk appart ementje, gekocht met geld van de ouders van Bianca. Ed ha d een hele hoop interesses. Biologie, scheikunde, wiskunde, natuurkunde, maar ook niet exacte din gen, zoal s filosofie, geschieden is, recht , economie, taalkunde en politicologie. Hij koos een studie waar het meeste in zat van dingen die hij leuk vond. Hij ging werktuigbouwkunde stu deren. Al les ontwerpen, produceren en verkopen, van een mot ortje in een horl oge, tot het nieuwste ruimtevaartuig. Bianca ging industrieel ontwerpen doen. Ongeveer het zelfde, m aar dan makkel ijker en met meer kunst. Zijn moeder zou trots op hem zijn geweest, als ze nog geleefd had. Ondanks zijn ruige leven. Zowel Bianca als hij hielde niet van dansen. Maar als ze op een feestje waren en Ed had genoeg gedronken, dan danste h ij als één van de beste en had in ieder geval het lef om te dansen. Bianca zat dan vaak stil in een hoekje, met een glas sherry, of als het even kon een hele fles. Als ze dan thuis kwamen gingen ze allebei regelrecht naar het toilet om hun maag te legen. De volgende de dag a llebei een ha lve pijnstil ler en dan leren. Het st udentenleven was niet goedkoop, du s verdien de ze wat bij. Ed was naar de "doe het zelf" shop gegaan, had daar lampen, kweekbakken en zaadjes gekocht. Zo verdiende ze aardig wat bij met de productie van wiet. Er ging wel steeds meer op aan eigen gebrui k, ma ar h et viel n og binnen de grenzen. Bij Ed kwam de vrees terug. Op het voor tgezet onderwijs had hij hier al last van, maar toen was het overgegaan. De vrees dat hij n iet meer kon leren, dat zijn her sens vol waren, dat hij niet slimmer kon worden. Maar wat in de vijfde klas nog moeili jk was, leek aa n het einde van het jaar st of uit de brugklas. Hij ging steeds meer wiet gebruiken. Hij was niet alleen stoned als Bianca thuis kwam , maar zat ook stoned in de college zalen. In bed presteerde hij helemaal niet meer. Bianca h ad er genoeg van en stuurde hem naar een dokter. Maar eigenwijs als hij was ging hij niet. -30-
Tegen Bianca zei hij dat de dokter gezegd had dat hij moest stoppen. De kweek verhuisde naar een vriend van de twee, Paul, een goede vriend die ze op het voortgezet hadden leren kenn en. Het stoppen ging goed. Ze gingen weer naar feesten, waar zelfs Bianca het leuk had en ging dansen. Zonder sherry. Na een keer stevig gefeest te hebben had Ed last va n zijn hoofd. Hij had het idee dat er iets m iste, dat h ij iets vergat. Wat het precies was wist hij niet, maar hij bedacht dat het de rouw om zijn moeder was, die hij opgekropt had en die er nu uit wilde. Hij keek in zijn agenda wat hij voor de volgende dag moest doen en zag dat het vandaag de sterfdag van zijn moeder was. Hij besloot om zijn vader maar eens op te zoeken. Bij zijn vader kreeg hij de gebruikelijke koekjes met thee. Tot z'n grote geluk ging zijn stiefmoeder naar boven en kon hij vrij uit met zijn vader praten. Die informeerde hoe het met hem ging. Hij besloot een eer lijk antwoord te geven. Zijn vader wist niks van hem, realiseerde hij, terwijl hij zijn verhaal d eed. Niks van zijn relaties, zijn ellende, zijn opgekropte rouw, zijn drugsproblemen . Zijn vader nam al les luchti g op. Alleen t oen hij begon over zijn gevoel, zijn gevoel dat er iets miste in zijn hoofd, werd zijn vader alert. Ed zag de verandering en vroeg zijn vader wat er was. Zijn vader vertelde precies wat er na zijn geboorte was gebeurd. Ed wist wel dat hij geopereerd was, maar niet wat er nu precies aan de hand was geweest. Zijn vader raadde hem aan om toch eens bij een specialist langs te gaan . Met een goed gevoel ging hij weg, nog nooit was hij met zo'n goed gevoel bij zijn vader vertrokken.
dacht. Je weet dat ze in het l eger werkte. Da t is voor een vrouw ni et makkelijk. Ze is daar ook wel eens lastig gevallen, z elfs een keer verkracht. De dader is voor de krijgsraad gekomen en zit nu in de gevangenis. Maar voor die tijd heeft hij haar zitten stoken. Het begon zacht en aardig. Hij was van een hogere rang en hielp haar weleens, terwijl dat niet hoefde. Ze bouwde een soort vriendschappelijke relatie op. Ik dacht dat ze op den d uur er met hem van door zou gaan en daar het huwelijk toch niet meer zoals vroeger was, ben ik toen op zoek gegaan naar een andere vrouw. Waarbij ik op mijn bezoekjes aan Finlan d een hele aa rdige tegen ben gekomen waar ik nu tevreden mee ben. Maar dat is nu bijzaak. Ze kregen een vriendschappelijke relatie. Tot hij op een keer meer wilde. Toen heeft ze hem recht in zijn gezicht gezegd dat hij het fout had. Dat zij niks voor hem voelde en dat zij zeker niet haar huwelijk zou verraden. Hij heeft dat toen geaccepteerd.
"Je moet weten jongen, dit is ni et makkeli jk voor me. Maar ik moet het kwijt, anders zou het nog zwaarder voor me worden. Je weet dat je moeder heel plotseling is overleden. Maar mi sschien toch min der plot seling dan je
Althans, daar leek het op. Hij begon haar liefdebrieven te stur en. Eerst lief en aardig, in de trant van: ik hou van je als de zon van de aarde die als teken van zijn liefde de aarde iedere dag met licht omhelst. Later grover. Je bent een teef met een gat, ik wou dat mijn lul daar in zat, in dat g rote hol, ik spuit je helem aal vol . Toen werd ze op een avond naar zijn kantoor geroepen. Hij bedreigde haar met een pistool, bond haa r vast en verkrachtte haar. Een uur later is hij gearresteerd. Vanuit de gevangenis is hij door gegaan. Hij dreigde als hij vrij kwam haar op nieuw te verkrachten. Dit heeft je moeder redelijk gek gemaakt. Toen op een dag ook nog eens die Finse belde, was de maat vol. Ze is naar de basis gegaan, heeft daar pillen geslikt, haar polsen door gesneden en is in bad gaan liggen, zodat ze zou verdrinken. Helaas voor haar was ik ongerust, belde de basis en liet i emand h aar zoeken . Een jonge militair wilde gluren in de vrouwen badkamer en schrok zich bijna dood toen hij haar zag liggen . Het is maar goed dat h et niet helemaa l was, anders hadd en ze daar nog een dode gehad. Hij liet hulp halen, haalde haar uit het water, (en ging haar neu... Alter ego! Rot op!) knelde haar armen af zodat er geen bloed uit zou lopen en heeft eigenlijk toen haar leven gered. Hij is toch uit h et leger gegooid, omdat hij daar ging gluren, de arme jongen. De ambulance is toen gekomen en heeft haar naa r het zi ekenhuis gebracht. Daar ben i k toen ook heen gegaa n, maa r het was te l aat. Ze was net aan een hartaanval overleden." Ed was van stomhei d geslagen, wan t hij had hier nooit wat over gehoord. "Wat ver schrikkelijk. Nu hou je je zeker ook nog verantwoordelijk voor haar dood." "Ik wou alleen dat je het wist, voordat je stierf. Al is dat over honderd jaar, ik ben blij dat ik h et je nu verteld heb. Een last valt van mijn schouders." Daarna kwam de rest ook nog langs. Margreet, Gertjan, Paul en Bianca natuurli jk. Deze mensen allemaal naast
-31-
-32-
Dag 6140 De huidige gevolgen zijn erg plezierig, ik verzamel veel kracht die ik verloren heb en zoals later blijkt n odig zal hebben. Enk ele principes dien ik vast te houden, verder kan ik veel naar nieuw eigen inzich t invullen zonder mijn hoofd te stoten . De paar mensen di e zich er aan erger en doen mij niks, daarvoor ben ik op dit moment te krachtig. Een week later lag hij op de intensive care. Op de plek waar eerst de voorste hersenkwab had gezeten, zat nu een gezwel. Ze konden het wel verwijderen, maar de kans bestond dat hij dat niet zou overleven . Daarom kwam iedereen die hem naar het har t stond omstebeur t langs. Zijn vader kwam als eerste. Fred ging aan zijn bed zitten en bleef een half uur stil. Toen begon hij.
de familie en studiegenoten. Bian ca bleef bij hem tot hij onder n arcose was. Hij viel rustig in slaap, misschien zelfs voor eeuwig. Ja, hallo! Daar zijn we weer! Hij gaat helemaal niet dood en leefde nog lang en gelukkig! Alter ego! Hij gaat inderdaad niet dood, dat zou ook erg raar zijn, want in het begin van h et verh aal, dat h et ein de van zijn leven op aarde is, leeft hij nog. Dat gelukkig valt nog te bezien. De operatie was deels geslaagd. Hij leefde wel nog, maar lag in coma . Het was niet te zegg en waarneer en of hij bij zou komen, zou ontwaken uit zijn huidige toestand. Om vervolgens te moeten revalideren. Hoe her sendood hij volgens de artsen ook mocht zijn, hij leefde nog. Hij kon nog denken. Hij voelde weliswaar niks, zag niks, hoorde niks, maar dat gaf niet, want hij wist niet da t hij dat miste. Wat je niet kent kan je moeilijk missen . Het denkwerk stond stil. Door de uitschakeling van alle zintuigen was hij onbewust alleen maar instaat iets anders te gebruiken als zintuig. Totdat hij het niet meer kon bevatten. De opeenstapeling van alle i nformatie zorgde ervoor dat zijn emotie weer begon te werken. Hij realiseerde zich opeens op de emotie van de verschrikkelijk manier waarop zijn m oeder gestorven was en begon te huilen. Waar aan de buitenkan t niks van te zien was. T oen ging zijn herstel een stuk sneller. Ed bedacht, dat een mens, dat was hij immers, dacht hij... (Een mens? Een varken zou je bedoelen , ligt da ar een beetje in een ziekenhuis de plek voor iema nd die het echt nodig heeft bezet te houden. Wat een etter. Ik hoop dat hij toch stiekem eerder dood gaat, dat het begin gewoon een foutje is. Alter ego, je hebt je lang stil gehouden, als je nou nog eens wat l anger st il blijft? Hier! Een pleister op je mond zal je goed doen !) ...dat een mens oren moest hebben om mee te hor en en ogen om mee te zien en handen om mee te voelen. (En een tong om mee te likken! Plak volgende keer maar wat anders op mijn mond, een pleister is niet goed genoeg!) Had hij die dan ook? Door dit denkwerk werd in zijn hersens, bij wijze van spreken, een mach inetje in werking gezet, dat eerst uitgeschakeld was, waardoor er weer informatie van zijn zintuigen naar zijn hersens kwa m. Hij kon weer voelen en horen! Zien ging niet, want zijn oogleden zaten dicht en h ij kon het verk eer de an dere kant op, van zijn hersens naar zijn spier en en an dere lichaamsonderdelen, nog niet in werking zetten. Maar haastige spoed is zelden goed.
voedsel nodig had, maar nooit meer zou ontwaken en een volwaardig mens zou zijn. Ed voelde de bui al ha ngen. Bianca moch t samen met zijn vader beslissen wat er met hem moest gebeuren. Ze kregen een week bedenktijd. Na een week kwam Bianca langs. Ze nam zi jn ha nd in haar ha nd en begon hem toe te spreken. Over dat het allang mooi was dat hij de operatie overleeft had, maa r dat het zo zwaar der was dan als hij dood was. Samen met Fred was ze tot de conclusie gekomen dat het beter was hem de dood in te jagen. Als er dan een hemel of zoiets was, kon hij daar alvast heen. Om afscheid te nemen opende ze zijn oogleden. Om nog eenmaal in die bijzondere ogen te kijken en zijn intense blik, of wat er van over was, te voelen en te zien. Ed verzamelde al zijn geestelijk energ ie, voor zover mogelijk en probeerde die energie via zijn ogen in Bianca te stoppen. Althans, zo voelde het. Het leek succes te hebben, Bianca fleurde op. Hij had haar nog nooit zo gelukkig gezien, ondanks de verdr ietig e onder toon in haar gezicht. Opeens schoot er i ets door zijn h oofd, waarvan h ij niet precies wist wat het was, maar h ij voelde dat het betekende dat zi jn gedachten en die van Bianca een waren geweest, dat ze telepathisch contact hadden gehad. Dag 6161 De eerste aanvaring tussen mijn hogere zelf, m ijzelf en een an der. Het contact is kor t, maar overtuigend genoeg om met een nieuwe kijk verder te gaan. Er is kracht uit te putten die later nodig blijkt te zijn.
Iedere dag kwam er een meisje of vrouw langs, die zijn hand beet hield en hem toesprak. Hij wist niet wie het was, maar voelde dat ze Bianca h eette. Zo kwam alles ter ug. Op een da g, hij la g toen een half jaar in coma, kwam de dokter met Bianca spreken. De laatste scan toonde geen enkele hersenen activiteit meer aan. Hij was eigenlijk een plantje, dat alleen wat -33-
-34-
Zesde hoofdstuk Om zetting, om schakeling Spontaan braken bij hem de tranen uit, maar nu niet alleen in zijn hoofd , maar ook letterlijk. Zijn mond kwam in beweging. "Ooh Bianca ...." Bia nca riep onmiddellijk een dokter. Die had zoiets nog nooit meegemaakt . Een uur later stond Fred ook aan zijn bed. De dokter verklaarde hem genezen. De volgende dag kwam Bianca langs. Ze gaf hem een briefje en g ing er meteen weer vandoor. Even bekroop hem de angst dat ze achter zijn vreemd gaan was gekomen, wat h ij niet gedaan had, voor zover hij wist. Ach, als je veel onthoudt vergeet je ook weleens wat. Mi sschien da t het over was. Maar de brief bevatte iets heel anders. Eduard, vnrbondee hnrtea teew Oezn knndeo snheidec ntei ez dta wtsi kI ltefe ngo un ej dta Vrndaaa gtefe ej mo idmane re Otdam ej wtee ltese dti ej Asl huo ej vna ki Hleveeo beetje ene mraa ssmo hte si lA nuo brlangrijkee si Ndemani gdeo dsu Odthoun bne ej vroo re ki Dta mteo dta aj ,Gnnezee ne tsuih wree ej kmo Dna bndrijvee wree leefdi ed wji Kn nneu lnjvei beide Oezn jji ne kI ki ne Jji skit! enir ki tto hnudeo ej vna bfijl kI Benkja Zo op het eerste gez icht begreep h ij er niks van. Toen h ij er even over na dacht kwam hij tot de conclusie dat dit het geheimtaal uit hun jeugd was. Na even denken k wam hij era chter h oe het in elkaar zat. Hij kwam tot de volgende vertaling: Eduard, -35-
Onze twee har ten verbonden Ik wist dat ze niet scheiden konden Vand aar dat je n u nog l eeft Omdat er ieman d om je geeft Als je dit leest weet je Hoeveel ik va n je hou Al is het soms ma ar een beetje Niema nd is belangrijker n ou Onthoud dus goed Dat ik er voor je ben Genezen, ja dat moet Dan kom je weer th uis en Kunnen wij de liefde weer bedrijven Onze beide lijven Ik en jij Jij en ik Ik blijf van je houden tot ik erin stik! Bankje Het was geen mooi gedicht, eigenlijk. Er zaten te veel clichés in. Maar de bedoeling was goed. Hij vond het prachtig. Een week later mocht hij naar huis. Daar was Bianca heel blij mee.. . Twee weken later m ocht hij weer studeren. Binnen een record t ijd was hi j cum laude afgestudeerd. Na zijn studie werden h em allemaal banen aangeboden, maar h ij besloot, voor zijn algemene ontwikkelin g en omdat h ij het leuk vond , het leger in te gaan. Vooral de daar heersende discipline trok hem erg. Dat zijn moeder in het leger had gezeten had er niks m ee te maken. Bianca vond het niet erg leuk, dat hij nu niet iedere dag thuis zou komen, maar schikte zich ernaar, zo veel zij kon. Binnen vijf jaar zou hij weer terug komen uit het veld, dan was zijn contract afgelopen. De eerste dag in het leger viel tegen. Het was de eerste tegenslag in de lange rij van wat hem nog te wachten stond. Alle toekomstige beroepsmilitaire werden verzameld en ze werden aan elkaar voorgesteld. Wat hij gedacht had, strenge discipline, direct in de houding, de eerste dag 50 kilometer m et bepakking lopen, da t alles gebeurde niet. Nee, ze deden flauwe kennismakingsspellen, moesten wel 1 kilometer ha rdlopen, zonder bepakking en doken om vier uur het café in, voor de "evaluatie" van de eerste dag. De regels waren niet erg streng, ze mochten vrij laat terug komen in de kazern e. Soms kwam er iema nd om vier uu r, str aal bezopen -36-
de slaapz aal bin nen. Ieder weeken d ging hij naar Bianca toe, deed zijn beklag en zorgde dat ze aan haar trekken kwam. Dan ging hij maandagmorgen weer naar de kazerne om het weekend te evalueren. In het leger was hij een oude kennis tegen gekomen van een jeugdkamp. Daar hadden ze elkaa r voor het eerst leren kennen, waren vrienden geworden, maar hadden geen contact gehouden. Nu bloeide de vriendschap weer op en was Ed altijd in het gezelschap van Rinus te zien . Terwijl een hoop van de mannen ‘s avonds naar de kroeg ging en laat terug kwamen, bleef Ed braaf in de kazern e zitten. Rinus was ook redelijk braaf, die ging alleen af en toe naar de coffeeshop om wat wiet te halen. Nadat het zo twee maanden gegaan was, waarin ze dus eigenlijk niks gedaan hadden, kwam er verandering in het geheel. Ze werden voor het eerst op appèl geroepen. (Naakt, in de sneeuw, honden er bij en de schoorst een bleef maar zwart roken, de geur van verbrand mensenvlees hing in het kamp... Ah! Alter ego! Ben je er ook weereens, met je cynisme, sarcasme en zware ironie! Zo is het wel weer genoeg geweest.) Een aanta l werd naa r voren geroepen, waaronder Ed. Rinus niet. Het bleek dat ze de regels expres vrij hadden gehouden om t e kijken wie zich ook zonder reg els netjes konden gedragen. Ze wilde geen militairen die zond er gezag de beest ui t hingen en mensen gingen roosteren, levend wel te verstaan, die meisjes van der tien jaar verkrach tten, n ee, ze wilde oerhollandse str ijdkrach ten, die opkwamen voor hun vaderland. Dus iedereen die drugs gebruikte, voor zover bekend dan, en/of veel te laat terug kwam werd er onherroepelijk uitgegooid. Zo bleef er en klein groepje van 20 gemotiveerde mannen over, van de oorspronkelijke 50. Tot z'n grote verbazing verscheen Rinus wel weer de volgende dag. "Hoe heb je dat voor mekaar gekr egen?" "Ik heb ze ervan overtuigd dat ik heel graag in het leger wilde en best wilde stoppen met blowen als ik dan wel werd toegelaten ." Nu begon ein delijk het echte werk. Schieten, droppingen, tank rijden en de 50 kilometer met bepakking aan het einde van de week.
"natuurlijke" dood gestorven. Z'n stiefmoeder keerde zo snel mogelijk naar haar vaderland terug. Omdat het huis op haar naam stond wilde ze het zo snel mogeli jk leeg h ebben. Daar moest Ed samen met Bianca maar voor zorgen. Ze verkocht het hui s en was weg naar haar familie in Finla nd. Tenminste één probleem mi nder in Ed's ogen. Bianca vond het jammer, ze had haar best a ardig vond en. Van h et leger kreeg hij een week verlof. Dag 6169 Al een poosje is er onzekerheid ten opzichte van datgene dat ik meemaak. Ik vertrouw niet meer op mijzelf en al helemaal niet meer op anderen. Ik weet mij niet echt raad en laat het maar een beet je op zijn beloop, ten spijt vasthoudende aan een paar zaken. Ik bespreek één keer dat we misschi en minder moeten communiceren, maar ik had er niet over moeten beginnen. Ik zie niet in wat er nog te vertellen is, ma ar voel dat er nog veel is. Na een week lang alles opgeruimd te hebben was er eigenli jk niks meer over. Het huis was naar zijn stiefmoeder gegaan, ze waren in gemeenschap van goederen getrouwd. Het beetje geld dat zijn vader nog niet opgemaakt had moest worden besteed aan de crematie. Alleen de herinnering en de spulletjes die nog bruikba ar waren of van emotionele óf materiële waarde waren, bleven over. Terug op de kazern e kreeg hij een bijzonder aanbod. Hij kon sluipschutter worden, althans, hij h ad de kwaliteiten. Dan zou hij een paar weken lang een cursus moeten volgen, maa r dan m oest hij wel zijn contract verlengen. Om niet over de toekomst na te hoeven denken, die hij toch al niet positief inzag, besloot hij het te doen. Maar een dag voor hij ging vertrekken naar het opleidingscentrum kr eeg hij een brief. De brief kwam van een vertaalbureau uit Finland. In de brief zat een andere brief van zijn stiefmoeder. Deze was in het Fins, maar er zat een vertaling bij van het ver taal bureau. Hier volgend de in houd va n de br ief. Aan dhr. E. H. Klink
De week daarop werd hij opeens bij de sergeant geroepen. Dat was al eerder met Rinus gebeur d. Die was toen bevorderd, dus hoopte hij hetzelfde lot te ondergaa n. Maar de ser geant deelde hem mede da t zijn vader in het ziekenhuis lag en stervende was. Toen hij in het ziekenhuis aankwam was Bianca hem al aan het opwachten. "Je moet niet schrikken, hij ziet er erg slecht uit en is met allemaal slan getjes verbonden. " Z'n vader was net even wakker toen hij naar binnen liepen. Fred gebaarde hem zijn hand beet te pakk en. "Zoon , ondanks al les ben ik trots op je, trots op wie je bent en wat je hebt bereikt. Het spijt me dat ik je nu moet verlaten. Ik wens je veel sterkte toe." Wat een pl anni ng zeg. E en kwarti er later was Fred een
Ed, (Lieve kon er blijkbaar niet af.) tegen de tijd dat je deze brief krijgt ben ik al gevluch t, dus probeer me niet op te speuren en te laten boeten voor wat ik gedaan heb. Ik hoop dat je na het lezen van deze br ief mij zult vergeven . (Yeah, r ight... ) Het begon allemaal toen je vader stopte met werken en zich op zijn kunst ging storten. Je weet dat h ij zich bezighield met boetseren. Maar omdat zijn uitkering niet echt hoog was heb ik gezegd dat hij maar een ander kunstvorm moest gaan beoefenen, want ik kon het gel d niet bij elkaar krijgen om het te betalen. Geluk bij een ongeluk won ik geld en heb hem verder zijn gang laten gaan. Je weet ook dat h ij af en toe wel een glaasje
-37-
-38-
lustte. Maar toen zijn kunst niet lukken wilde ging hij steeds meer drinken. Eerst een fles wijn per dag , toen een fles jenever per week en toen een fles jenever per dag. Ik vond het te ver gaan en zei dat hij maar m oest stoppen en naar een afkickcent rum moest gaan. Anders zou i k van hem scheiden. Maar dat had ik niet moeten zeggen . Hij wist dat h ij beter uit een scheiding zou komen dan i k, hi j zou ver uit beter af zijn. Dus werkte mijn dreigement niet echt. Hij dronk stug door en kon zijn seksuele lusten niet altijd in bedwang houden. Nu was het niet altijd zijn schuld, als ik wat drank op had was ik meegaand en lokte het uit. Maar toen hij me begon te slaan als ik niet wilde had ik het gehad. Een week lang heb ik nagedach t wat de beste manier was. Ik vond dat je de kans moest hebben hem gedag te zeggen voor de laatste maal, maar ik mocht geen argwaan wekken. Ik begon een langzaam werkend vergif in zijn drank te stoppen. Ied ere keer een beetje meer, om te zien hoe hij erop zou reageren. Bij de dodelijke dosis wilde ik dat hij nog 24 uur leefde. Op den duur had ik hem gen oeg gegeven om hem ziek te laten word en. Hij was twee weken ziek. Het mooie van het vergif was dat het zijn werk deed en daarbij zichzelf opofferde, zoiets als een bij doet als hij steekt. Als de dosis hoog genoeg was, dan werd de sch ade onher stelbaar. Dus uitein delijk heb ik z oveel vergif in zijn drank gedaan dat hij zeker binnen 24 uur zou sterven. En ja hoor, nadat hi j het netjes opgezopen had begon het te werken. Hij zei dat hij nogal pijn had in zijn lever, wat niet echt verwonderlijk was gezien de hoeveelheid drank die hij dagelijks tot zich nam. Dus ik een ambula nce gebeld, hij naar het ziekenhuis, wachtende op het afscheid van jou. Dat de timing zo precies was wist ik niet, ik had je liever wat meer tijd gegeven. Maar goed, het was mooi om te zien. Zonder dit verteld te hebben kon ik niet rustig sla pen, maar dat is nu opgelost, hoop ik. Als je nog vr agen hebt kan je ze niet meer stellen, bedenk zelf maar een passend antwoord. Vaarwel en sterkte, Val Dag 6192 Alle inspanningen werpen hun vruchten af, het is voorbij, maar gelukkig ben ik krachtig. Ik weet vol te houden en zal later weer inzien wat ik eigenlijk had moeten doen. Ik had nog geen voorbeeld om naar te leven en zou dat later ook niet kri jgen. Gelukkig maar, ik heb al moeit e met het toetsen van mijn eigen voorbeelden.
niks aan Bianca. Hij stopte de brief in zijn tas, maar bedacht zich. Hij vertaalde de brief naar het geheimtaal van Bianca en hem en verbrandde het origineel. Vervolgens vertrok hij naar het cursuscentrum . Hij werd heel ergens anders h een gereden. Hi er zat het hoofdkwartier. Hij kreeg van achter zich opeens een spuit in zijn nek en viel in slaap. Toen hij wakker werd zat hij in een luxe stoel tegenover iemand die hem heel hoog geplaatst leek. "Luister. Jij bent een speciaal persoon en wij geven je hierbij de kans om een nog specialer persoon te worden. Daar h oef je weinig voor te doen. Het gaat om een experiment met een nieuw soort drugs. Genaamd Einstein. Het middel kan je geen kwaad doen, dat hebben we al getest. Maar of het echt werkt weten we niet. Ik ben geen arts, maar het schijnt je denkwer k te sti muler en. Je wordt er slimmer van. Als je wil mag je het proberen. Vanzelfsprekend krijg je dan een andere behandeling dan tot nu toe en ook een ander salaris. Als je nee zegt zijn we even goede vrienden, dan zorgen we ervoor dat je a lles wat je hier geh oord hebt vergeet en zit je morgen in het veld bij de sluipschutters. Aan jou de keus, maar als je nee zegt vergooi je je kans op een prachtige carrière." Ed was verbaasd over het geheel. Natuurl ijk zou hij h et doen, er sch uilde toch geen gevaar in. Missch ien merkte hij n iks, missch ien wel. "Goed. Ik doe het." Vervolgens werd hij na ar een oper atiekamer gebrach t, ging onder narcose en kreeg een injectie Einstein. Dag 6193 Ik moet snel iets doen anders gaat het zeker fout. In trillingen weet ik h et te vinden, ik plaats muziek achter elkaar en kom weer tot een bepaalde innerlijke rust. Hij werd wakker in een luxe hotelkamer, alleen dan zonder ramen. Er waren wel gordijnen, maar die waren dichtgenaaid en erachter zat de muur. Hij stond op maar kon de deur n iet uit. Een beeldscherm, dat hij eerst nog niet gezien had, ging aan. "Goed geslapen?" Vroeg de officier hem. "Ja hoor. E=mc2 zal ik maar zeggen." "Wat is de wortel uit 237282254 653,3?" "Vierhonderd zevenentachtig duizend honder d zestien en twee honderd vieren zestigste." "Het werkt! Okay, je mag nu rusten, de afstandsbediening zit in de tweede la van onderen in de rechterkast, daar ligt ook een telefoon voor als je iets nodig hebt. Ontbijt komt eraan."
Hij stond te trillen op zijn benen. Waarom?! Om het geld, zeker. Zo, dus zij had zijn vader vermoord. Nou, mooie boel was dat, die ging lekker naar de hel dan. Althans, dat is te hopen, dacht Ed. Om te beginnen vertelde hij
Ed stond verbaasd van zijn eigen intelligentie. Dat hij die wortel zo maar wist! Of had hij die soms onthouden van school ? Vast niet! Zou de geest van een wiskundi ge soms in hem neergedaald zijn? Kan dat eigenlijk wel? Geesten en zo, bestaan die? Waar bestaan die dan uit? Uit deeltjes. Maar niet iedereen ziet ze, want di e deeltjes hebben een bijzondere straling die
-39-
-40-
door bepaalde mensen alleen gezien kan worden, wiens ogen over bijzondere kegeltjes beschikken. Hoe hij precies op het volgende kwam is niet te zeggen. Ach, misschien wel, m aar dat is dan weer zo'n lan g en ingewikkeld verhaal. Het was in ieder geval wel ingrijpend voor het verdere verloop van zijn leven. Hij bedacht dat er een lot is. Daar kan je je niet zomaar bij neerleggen, want het lot heeft bepaald dat je dat niet doet. Maar waarom dat lot bestaat, daar gaat het eigenlijk om. Dat is het interessante, maar tegelijkertijd ook de verschrikking. Wat hij bedacht was het volgende. Als je van alle deeltjes die er bestaan in het onmetelijke heelal, alle waarden wat betreft energie weet, in alle dimensies de plaats van het deeltje en je weet ook nog a lle snelheden in alle dimensies, dan kan je precies uitrekenen wat er met dat deeltje gaat gebeuren, hoe hij botst en dan kan je het voor alle deeltjes berekenen. Dan kan je de toekomst voorspellen en is er ook het lot, want alles sta at vast. Er was alleen één klein probleem. De theorie klopte prima, al had hij nog het probleem dat we niet alle dimensies ken de, tot nu t oe, maar d aar kwam en we vanzelf wel achter. Nee, Ed zat met het onzekerheidsprincipe. Je kan een centimeter pakken en de tafel opmeten. Die is dan misschien honderd centimeter lang. Maar je kan het ook in millimeters doen, dan blijkt de tafel opeens één meter en twee millimeter s te zijn . Zo kan je steeds maar door en iedere keer zal je weer een kleine a fwijkin g const ateren. Zo beg on het in zijn h oofd te tollen. Nog erger werd het toen hij erover nadacht wat er zou gebeuren als je het geheel ontdekte. Stel n u dat hi j kon uitrekenen wat er zou gebeuren in de wereld. Dan kon hij ook uitrekenen wat hij ging doen. Maar da n zou hij zich er toch tegen kunnen verzetten en wat anders gaan doen dan de voorspelling zei? Maar dan klopt e de theorie n iet meer en die klopte wel. Had hij dan geen eigen wil? Einstein draaide zich in zijn graf om en Ed viel op de grond flauw. De combinatie van het denken en het middel waar door hij dat kon werd hem te veel. De bijwerking en zullen ook wel een rol h ebben gespeeld, want het was eigenlijk nooit getest. Vanzelfsprekend.
-41-
Zevende hoofdstuk Het is over Dag 6197 Het lijkt al een eeuw geleden en ergens is het gister. De inn erlijke rust moet maar weer stoppen. Ik besluit mijn kinderlijke masker weer op te zetten en gedraag me meer dan ooit naa r mijz elf. De hoogte van di e prijs wordt later pas duidelijk. Toen hij weereen s bij kwam zat hij weer bij de officier. Vanaf nu was zi jn naam Cor den Haan, hij werd op reis gestuurd naar Parijs en kreeg een afkoopsom van een paar mil joen mee. Iedere ma and zou er geld op zijn rekening worden gestort, zodat hij zor geloos kon leven. Hij li et het over zich heen komen en nam alles aan wat ze zeiden. Toen ieman d hem per ongeluk met Ed aansprak reageerde hij onwetend, alsof hij n iet wist wie dat was. Er werd gelachen, ze vonden dat hij zijn rol goed speelde. Maar Ed, of beter, Cor, wist niet beter. Hij was zijn geheugen kwijt. Aan Bianca werd door het leger een telegram gestuurd dat Ed overleden was. Per ongeluk neergeschoten door een sluipschutter. Hij kreeg een militaire begrafenis, maar de kist bleef dicht, zodat niemand zag dat er eigenlijk niemand in zat. Bianca kreeg al de spullen van Ed en vond de brief in geheimtaal in één van zijn zakken. Ze stopte de brief diep weg in een la thuis. Zonder hem te lezen. Ondertu ssen zat Cor in de trein naar Parijs, ondertussen een snelcursus frans lerende. Dat was één van de dingen die hij in zijn rugzak gevonden had. In de kazerne hadden ze gezegd dat zijn vader overleden was en h em een riante erfenis had nagelaten, waarvan hij nu kon gaan reizen. Cor had het natuurlijk geloofd en ging op reis. Ze hadden alles voor hem verzorgd en hij dacht: goh, wat een aardige mensen. De cursus leren ging gemakkelijk. Binnen vier u ur kon hij redelijk vloei end fra ns. In Parijs kocht hij een toer isten gids en nam het er van. Hij at in restaur ants, beklom de Eifeltoren , sliep in een goedkoop maar rustig h otel en had h et naa r zijn zin. Even dacht hij hoe het zou zijn om met iemand anders, hand i n hand, door Parijs te lopen, maar deze gedachte liet hem snel weer alleen achter. Na Parijs ging hij naar Zwitserland, want in Parijs had hij alles gezien. In Zwitserland ging h ij wandelen , naa r Oosten rijk, met een r ugzak op zijn rug, waar al zijn spullen inzaten. Dat wil zeggen, a lles wat men hem mee had gegeven en een paar souvenirs uit Parijs. Het schoot niet echt op, het wandelen. Het werd winter en hij ging ver der skiën. Vanuit Oostenr ijk ging hij naar Duitslan d. In de tr ein van Oostenrijk begon hij met een -42-
spoedcursus Spaans, Frans en Duits had hij nu al gehad. Daarna leerde hij nog even Engels en kwam in Berlijn aan. Van Berlijn ging hij naar Barcelona en toen naar Engeland. Ondertussen was het al tien jaa r geleden dat hij vertrokken was. Hij begon verlangen te krijgen naar Hollands eten, kaas, jenever en de uitgestrekte polders. Juist toen h ij besloot de volgende dag uit Londen te vertrekken en via Ierland naar Nederlan d terug te keren werd er op de deur geklopt. Voor hem stond één van de mensen die tien jaar geleden zo aardig voor hem waren geweest. Hij zag niet in dat het niet echt logisch was dat deze persoon zo maar voor hem stond, want zijn logisch denken was beperkt. Hij onthaalde hem als vriend en luisterde naar wat hij te zegg en had. Ze hadden besloten dat hij weer naar Nederland zou mogen komen . Ze hadden een huis voor hem gekocht en hij zou een baan krijgen bij de spoorwegen. Hij vond het prima en vroeg zich nog steeds niet af hoe hij hem had kunnen vinden en waarom hij nu opeens naar Nederland zou mogen. Maar ik zal het wel even vertellen: Bianca was langzaam gek geworden en had een huisje gekocht in Fr ankrijk, waar ze toen nog negen jaar gewoond heeft voordat ze uitgehongerd was en stierf aan ondervoeding. Ze had zichzelf een te streng dieet voorgeschreven, terwijl ze helemaal niet hoefde af te vall en, ze was eerder te dun. Omdat de kust nu weer veilig was en de kans op problemen d oor ontm oetingen van Cor met personen uit zijn verleden klein, mocht Cor weer terug. Ze moesten alleen voorkomen dat hij naar Finland ging, maar Cor had het wel even gehad met reizen. Toch begon hij zonder dat hij wist dat ze hem zouden verbieden naar Finland te gaan aan een cursus Fin s. Einstein was ondertussen uitgewerkt en het lukte niet echt. Ze hadden nooit gedacht dat het zolang zou werken.
mensen met de hoogste overlevingskansen eten te geven. Die andere zouden toch wel dood gaan. Maar als je dat zou verkondigen bij hulporg anisat ies zouden ze je met grote ogen aankijken. Want dan zouden ze dat als discriminatie zien en het ondermijnen van hun goede bedoelingen om hun zo aan te vallen. Dus dat liet hij maar uit zijn hoofd. Het journaal was afgelopen en hij ging naar zijn werk. Wat er toen allemaal voor leuks gebeurde staat aan het begin van dit verha al. Daarom is alles hier voor gelezen om er achter te komen hoe het gekomen is. Maar alles is nu nog niet goed. Daar zullen we verandering in brengen. Cor leefde dus in het paradijs. Hij kon heerlijk doen wat hij wilde en werd op zijn wenken bediend. Niet zoals anderen, maar h ij hoefde niet voor zijn eigen voedsel te zorgen. Verderop woonde iemand die wel tien hulpen in huis had. Nog verder was er één met 25. De paus zeker, als die tenminste echt vroom geleefd had. Het leven op Quintus was eigenlijk n et zo al s op aarde. Iedereen h ad iets dat een woning genaamd was, leefde, lachte, huilde, was wel of niet gelukkig en ging net zo goed dood. Niemand wist wat er na de dood kwam, maar we kunnen het wel verraden. Dan gingen ze weer naar de volgende planeet. Het systeem was nog niet zover, maar uiteind elijk zou je rond kunn en gaan, la ngs al le plan eten, en uitein delijk weer bij de aarde uitkomen. De technologie was iets verder gevorderd. Of iemand nu van aarde kwam of van Quintus was n iet ech t te zi en. Maar hoe verder je in de ring van planeten kwam, des de uitzonderlijker werden de wezens die er leefde. De pla neet na Quin tus hadd en ze bijvoorbeeld zes vingers. Dat scheen bij de evolutie het beste geweest te zi jn. Uitein delijk waren ze allemaal een beetje uniform, want er was nu eenma al maar één optimum.
Op een avond, de avond waarmee dit verhaal begonnen is, die bewuste avond, zat Cor voor de televisie. Hij kon nog net even het ni euws kijken en moest dan weg, op n aar werk. Ergens in de wereld was weereens een hongersnood. Hij was dan wel verbaasd dat de mensen die er het slechts aan toe waren altijd als eerste hulp kregen, terwijl het logischer was de
Cor had een goede h uishoudster . Maar ze werd al oud, ondanks dat C or haar niet misbruikte. Hij had wel gehoord van mensen die dat deden. Als het niet bewezen kon worden in de rechtbank dan kregen ze hun stra f wel op de volgende planeet. Mochten ze zich lekker uitsloven voor iemand anders. Zal ze leren. Maar zijn huishoudster was hi j kwijt en hij kr eeg een nieuwe. De bovenste van de lijst, veroordeeld tot vijf jaar trouwe dienst. De dag was gekomen en daar stond ze voor de deur. Cor had haar nog nooit gezien, maar zijn gezicht kwam haar bekend voor. Te bekend. Bianca herkende Ed. "Ed?! Ben jij het?" "Je moet me voor iemand anders aanzien, ik heet Cor den Haan." Bianca was helemaal overstuur en ging direct naar huis om zich te beraadslagen . Ed moest zijn geheugen kwijt zijn, dat kon ni et anders. Als hij niets meer met haar te mak en wilde hebben, dan zou ze wel weggestuurd zijn. De volgende dag verscheen ze weer bij Ed en begon te doen wat gedaan moest worden. Ze was liever een
-43-
-44-
Dag 6208 Tot groot ongenoegen van enkele anderen weet i k te geni eten van mijn ongevoeligheid en zie mijn eigen triestigheden in. Er wordt een sterkere basis gelegd voor het kunnen schrijven van een verhaa l waar veel ervarin gen in ver werkt zitten, waarbij ik kan voorkomen dat ik mijzelf raak tijdens het schrijven. Ik lijk verschrikkelijk hard te worden en voel me er goed bij.
week weggebleven, maar ze wilde geen gedon der. In haar pauze gaf ze Ed een enveloppe. Cor maakte de enveloppe open en keek erin. Hij haalde er drie brieven uit en begon de eerste te lezen. Dit stond erin: dE, Leevi ltaa. et hte si ltese dti ej asl vlarwea. ej zge ne ana mree ntei hte kna kI mnm enteo. geedo oezn Hrrin nee ntei. dta vtrgeee ej, vna huo kI znji. snmea wree ew knnn eu ne untl eggei aslel ej ki kna dna si, hl mee ene re dta hnpeo ew Lntea Vlarwea...
Nou, daar kon hij echt wat mee. Nu die andere brieven nog. Zo gezegd, zo gedaan. De tweede brief handelde over een versch rikkelijke daad. De brief schrijfster bekende een moord op een gestoorde man, die alcoholist was. Bij de laa tste zin van de laatst e brief werd er in zijn hersenen opeens iets geactiveerd. De laatste zin luidde: "Ik blijf van je houden tot ik erin stik!" Dat kwam hem net wat te bekend voor. Hij keek op zijn horloge en belde snel Bianca of ze onmiddellijk zou willen komen. Willen? Ze moest! Terwijl hij aan het wachten was pakte hi j snel de and ere brieven erbij en las ze nog eens. Er begon wat te borrelen in zijn grijze soep. Hij wist a lles weer. De deurbel gin g. Daar stond Bian ca. Hij nam haar in zijn armen en van beide kanten vloeide de tranen rijkelijk. Hij was nog nooit zo gelukkig geweest sinds hij Cor heette.
Baanci Dag 6314 Ik ben tot eenrichtingsverkeer instaat. Ik heb er moeite mee een bepaalde gevoel te accepteren, maar ben wel instaat het uit te dragen. Alles dat pijnlijk zou kunnen zijn wordt geweerd.
Dag 6317 Ik ben dankbaar voor mijn hardheid want hij wordt al reeds op de proe f gesteld. De persoon om wie ik gaf blijkt wederom veel minder sterk te zijn. Ik begin te twijfelen aan wat ik ander en mag en kan aandoen, maar stel mijn eigen belang voorop.
Hij begreep er niks van. Alleen het laatste woord zou wel Bianca zijn. "Komt het al terug ?" Nee, hij wist niet eens wàt er terug moest komen. Hij bekeek de andere twee brieven ook, maar dat was net zo goed wartaal. Hij zou er vanavond nog eens naar kijken, er moest toch logica inzitten. Toen Bianca de deur uit was, na haar tienuurige werkdag beëindigd te hebben, ging Cor achter zijn bureau zitten en pakte de brieven uit de la. Bi anca zou Bianca moeten zijn. Dus moest hij de laatste of vijfde letter met de tweede verwisselen. Hij typte het snel in de computer in en liet die alles verbouwen op veertig manieren. Het eindresultaat met de minste typefouten ging door. Hij had nu t enmi nste g ewone woorden, alleen stond alles nu in de verkeerde volgorde. "Ed, Lieve" moest natuurlijk "Lieve Ed," zijn. Uiteindelijk had hij dit over: Lieve Ed, als je dit leest is het te laat. Ik kan het niet meer aan en zeg je vaarwel. Herinner onze goede momenten. Ik hou van je, vergeet dat niet. Laten we hopen dat er een h emel is, dan kan ik je al les uitleggen en kunn en we weer samen zijn. Vaarwel... Bianca
-45-
-46-
Achtste hoofdstuk Intermezzo We hadden natuurlijk nu kunnen stoppen, maar het leek ons leuker om door te gaan, daar het verhaal in onze ogen nu pas interessant wordt. Ooh, dat zijn we helemaal vergeten, we moeten ons nog even voorstellen. Dat is niet zo makkelijk als het lijkt, want ik zit hier dus met mijn alter ego. Echt, hij is de kwaadste n iet, maa r wij twee hebben een bepaalde taak op Quintus, wij moeten voor duivel en god spelen. Toen onze techn iek ver genoeg ontwikkeld was en er één heer ser was, die vrede kon afdwingen vanwege zijn absolute macht, zijn we gaan kijken of we er iets zinnigs en/of leuks mee konden doen. We keken eens om ons heen en zagen de aarde. De mensen daar geloofde voor een redelijk groot deel in de tekst van een boek, genaamd de Bijbel, met ongeveer dezelfde inhoud was er ook een Koran en een Th ora. In die boeken was er vaak goed en kwaad. Omdat wij toch besloten hadden om mensen hier heen te halen en ze verder te laten leven, besloten we dat het ook aannemelijk voor mensen moest zijn om hier te komen. Anders krijg je mensen di e denken da t het een droom is en de gekste dingen gaan doen . Enfin , er moest en zou goed en kwaad komen, alvorens verder te gaan. Er kwamen landelijke audities en wij zijn het geworden. Nu zijn wij de hoofden van bur eau goed en kwaad en bekijken en beoordelen het functioneren van men sen op aarde, zonder verder in te grijpen hoor, maar wel met in ons achterhoofd de gedachte dat die mensen er later voor gaan betalen. Nu doen we dat meestal niet persoon lijk, daar hebben we ons per soneel voor, maar die tippen ons bij tijd en wijle op een apart geval, die we dan volgen als het ons bevalt. Over een paar jaar stappen we op computers over, daarna heeft de aarde de techniek en het inzicht zelf ontwikkeld. Om een algem een acceptabele verklaring te geven in een leuke vorm, een war e bijbel met een leuk verhaal, schrijven wij dit verhaal, zodat men dat op aarde kan lezen als ze uitgevochten zijn. Natuurlijk is het voor ons eig en volk ook een leuk amusement verhaal. Ma ar nu door met de show. Wij zijn persoonlijk weer even uitgepraat.
we graag willen weten hoe het verlopen was op onze planeet, dan raadpl egen wij onze collega's op de volgende planeet. Zo simpel is dat. Cor wist niet hoe Bianca gestorven was. Dat weten wij wel, de speciale leger afdeling rond Einstein ook, nou ja, een beetje, die weten alleen dat ze zich afzonderde en sterk aan h et lijn en was. Wij keren terug naar onze hoofdpersonen.
In onze vorige episode kreeg Cor zijn geheugen terug en was erg gelukkig met Bianca. Ah! De oplettende lezer ziet enige ondoorzichtigheid. Dat moeten we niet hebben! Natuurlijk wisten we wat er met Cor gebeurd was en dat hij niet wist wie Bianca was. Hé, hebben we haar niet expres bij hem laten werken, zodat wij door konden schrijven en leuke, onverwachte situaties konden creëren? Oké, ieder heeft zijn privacy op deze planeet en dit hele verhaal is deels verzonnen, maar we helpen mensen soms wel. Als -47-
-48-
Negende hoofdstuk Quintus Nadat de tranen gedroogd waren rezen de eerste vragen bij Ed. Dat h ij zijn geheugen verloren had door Einstein had hij begrepen. Dat het leger er verder voor gezorgd had dat hij rustig kon verder leven was ook logisch. Maar hoe ha dden ze Bian ca bij hem van daan gehouden? "Ze vertelde me dat je dood was. Ik heb zelfs je begrafenis bijg ewoond. Maar de kist bleef dicht. Ze zeiden dat het er verschrikkelijk uit zag. Ik wilde het toch zien maar het mocht niet. Ze waren verder erg aardig. Ik heb toen nog een poosje in Nederland gewoond, maar h et ging allemaal niet. Dus toen heb ik de uitkering van het leger gebruikt om een huisje te kopen in Frankrijk. Ik was erg benieuwd of het lichaam van een mens genezing belangrijker vond dan overleven. Ik heb mezelf verminkt en ben ik gestopt met eten. Eerst genazen mijn wonden, maar toen was ik al bijna dood. Ik kon geeneens meer water drinken. Nou, toen ging ik dood en kwam bij de schrijvers terecht. Die von den dat ik in dienst moest, on danks mijn geestelijke toestand. Ik kwam eerst bij een oud, lief mannetje, maar ik ging niet vreemd hoor! Nou, die ging door of whatever en toen kwam ik bij jou, de rest weet je wel.” De tijd is nu gekomen om ons even af te zonder en van de twee, da ar het met hun verder wel goed zal aflopen. Er zijn nog een paar stops die gemaakt moeten worden. De twee hadden een goed onderkomen op Quintus en leefden gelukkig. Op den duur kwam bij hen de kin derwen s. Nou was dat op zich geen probleem, er werden wel vaker kinderen geboren op Quintus. Maar door de sterke afslankkuur van Bianca was zij onvruchtbaar geworden . Ze hadden van vrien den gehoord dat er een soort adoptie mogelijkheid was, dan kon je een kind adopteren wiens ouders nog niet dood waren op aarde of al dood waren gegaan op Quintus. Ook probleemkin deren kon den geadopteerd worden. Ze gingen samen naar het bureau voor hulp aan aardeli ngen en deelden h un probleem mede. Gezien h un acht ergronden en levensstijl werden twee kinderen geselecteerd. Ort ilia Cornelia Theadora en Otto Quinten Nunes. Het waren een jongen en een meisje, van ongeveer dezelfde leeftijd. On danks het feit dat ze dez elfde achter naam h adden waren ze geen familie van elkaar. Ze waren al helemaal geen broer en zus. Toen ze bij Ed en Bianca kwamen waren ze één jaar. Ed en Bianca gi ngen in de weer met luiers en babyvoedsel. Gelukkig werd de twee snel zindelijk en konden ze ook snel pra ten. De gespr ekken die de twee kleinen -49-
met elkaar voerd en, Otto en Octa, ded en Bian ca en Ed denken aan de tijd dat zij klein waren. Daar waren de kinderen ook op uitgezocht, maar dat wisten Ed en Bianca niet. Ed en Bianca hadden alle ti jd voor de kinderen. Ze hoefden geen van beide meer te werken. Alleen Bianca deed af en toe nog wat vrijwillig erswerk bij het bur eau dat h un de kin deren had geleverd, gewoon, zodat ze toch het gevoel kreeg iets gedaan te hebben voor de kinderen. Dat ze ze ni et zo maar gekregen h adden. Otto en Octa h oefden niet naar school. Er was geen enkele school op Quintus. De kin deren leerden alles dat ze moesten weten van hun ouders en via de computer. Ze werden zoveel mogelijk vrij gelaten, ze werden ongeveer hetzelfde opgevoed als Ed en Bianca waren opgevoed. Dat vonden zij ideaal, vandaar. Dag 6566 Ik begin met vuur te spelen. Ik den k dat ik h et aanka n en dat ik het gevoel goed kan uitsluiten. Gelukkig, bijna blijkt het niet zo te zijn. Ik schik me ernaar maar er speelt meer. Wat op een dag begonnen was ga at nu weer verder. Ik ben redelijk h opeloos en moet zeer sn el veel zien te leren . Mijn kennis helpt mij maar deels, maar mijn inzicht is goed en sterk. Ik kan het niet nalaten de grenzen te bekennen. Tegelijk met het opgr oeien van de kinderen verander de het leven op Quintus. Het werd er steeds aardser. Dit kwam door het groeiende aantal aardelingen. De originele bewoners waren langzaam aan het verdwijnen. Natuur lijk bleven ze wel bestaan, zij waren immers de mensen die de planeet bestuurden, onderzoek deden naa r het beter genereren van men sen en die bepaalden wat voor taak men moest vervullen als men op aarde klaar was. De techniek op de aarde zelf ontwikkelde zich steeds sneller. Over een jaart je of honderd zouden ze dezelfde techn ologie hebben als op Quintus. Dat betekende wel dat ze zich zeer snel ontwikkelden. Normaal was het ontwikk elingsverschil tussen twee planeten in de keten meer dan honderdduizend jaar. Maar goed, het verschilde wel per planeet. Mar s zou er weleens redel ijk lang over kunnen doen, gezien de grote van de planeet. Dan moest daar wel eerst ander leven ontwikkeld worden dan er tot dan toe was gevonden. Die paar celletjes gaven nog geen mens of an der intelligent wezen. Laat staa n dat h et de moeite waard is om het te bewar en en het leven ervan voort te zetten. Die cellen werden vanzelf weer afgebroken tot de meest elementai re bouwstenen di e er maar zijn, zodat er weer nieuwe, verder ontwikkelde cellen uit konden ontstaan. Zoals gezegd veranderde het leven enigszins op Quintus. Het kwam door een groep van mensen die zich ging ver zetten tegen het systeem op -50-
Quintus. Het systeem was eigenlijk prachtig, maar voor die groep niet. Zij hadden zich nogal misdragen op de planeet aarde en moesten nu boeten. Adolf Hitler was één van die mensen. Hij had op aarde h et nationaal-socialisme met succes op de mar kt gebrach t. Met zoveel succes dat hij een soort dictator werd van zijn eigen land, een wereldoorlog begon en vele miljoen en joden, maar ook niet te vergeten zigeuners, Jehova's getuigen, homoseksuelen en geestelijk en licham elijk gehan dicapten liet vermoorden. Hij was al redelijk lang op Quintus en het was eigenlijk knap dat hij nog leefde. Zeker nu hi j onder een soort comm unistisch systeem moest leven. Nadat hij zichzelf het leven op aarde had ontnomen, hij had net de oorlog verloren, werd hij op Quintus weer bijgebracht. Het duurde een kwartier voordat alle schijfjes van zijn daden op de weegschaal gelegd waren. Hij werd nog een s extra zwaa r veroordeeld omdat hij z elf uit het leven was gestapt en niet een n atuurl ijk dood was gestorven of door iemand anders ged ood was. Adolf moest zijn leven op Quintus voor tenminste honderd jaar in de productie steken. De productie was ongeveer het enige dat gedaan moest worden door mensen. Het was het mak en van robots. Deze robots waren verder zelfstandig en konden zichzelf vermenigvuldigen, maar de eerste moesten met de hand gemaakt worden. Ondertussen was er natuurlijk wel de techniek om het te laten doen, maar anders was de zwaarste straf goed verzorgde huishouder/huishoudster zijn. Hetgeen vergeleken met het robot bouwen niks was. Een dag na zijn aankomst werd Adolf aan het werk gezet. Hij kreeg een werkschema, waarui t bleek dat hij eerst een paar grondstoffen bij elkaar moest zoeken. Mocht hij zoek raken of zijn taak niet uitvoeren, dan stond er hem een onm iddellijk executie te wachten. Dan ging hij weliswaar naar de volgende planeet i n de keten, maar de straf die hij daar dan zou kr ijgen zou nog veel erger zijn. Vandaar dat Hitler aan het werk ging. Hij had voor een week pillen, waar alles inzat zodat hij geen voedsel nodig ha d en een hoeveelheid water voor een week. Zoals iedereen die bij de productie werkten kreeg ook hij een pak met goed zittende schoenen. Zodat hij tamelijk makkelijk de 300 kilometer naar de mijn aflegde. Alles deed hij in zijn pak; lopen, rusten, slapen, het was multifunctioneel. In de mijn moest hij nog eens hemelsbreed vier kilometer onder de grond lopen, waarbij hij drie kilometer afdaalde. Hij legde dus een afsta nd van vijf kilometer af. Daar kon hij bij afh aalcorn er één zijn eerste robot onderdeel halen. Hij moest toen nog maar vijf onderdelen halen, waarvan de tocht ongeveer even zwaar was. Over de eerste robot, die overigens niet werkte door een defect in het eerste onderdeel, deed hij twee maanden. Na zeven robots was dat een maand en toen hij met zijn 893ste begon kon hij het, als hij het wilde, in 3 weken doen. Maar dat was zwaar, h et betekende dag en -51-
nacht lopen. Na honderd jaar of 2000 robots zou hij mogen stoppen, maar het was bij zijn 935ste dat er iets gebeurde... Onderweg kwam je weleens soortgenoten tegen. En op een dag ontmoette Adolf een nieuweling. Het was ook een dictator, althans, dat was hij vroeger. Maar van pr ecies het tegenover gestelde politieke g eloof. Communistisch. Eigen lijk precies wat men op Quin tus deed en men op aarde ging d oen. Hij had zich echter zwaar misdragen en had in eerste instantie precies dezelfde straf als Adolf gekregen. Maar zijn manier van regeren was op zich prima voor de aarde, zolang er geen misbruik van werd gemaakt. En daarom hoefde hij geen 2000 robots af te leveren, maar maar 1066. Toen hij dat z o vertelde aan Adolf besloot Adolf met hem m ee te gaan tot ze klaar waren, h ij moest er pr ecies nog 1066. Ze waren net op pad, richting de m ijn of Adolf bedacht dat ze elkaar n og helemaal niet hadden voorgesteld. Om niet t e veel afkeer op te wekken steld e Adolf zich voor als Gido Geis. Z'n reisgenoot h eette Olaf Hiel. En hoe meer ze met elkaar spraken, des te meer ze het idee kregen om een opstand te beginnen. Ze hadden geen idee hoeveel mensen een soortgelijke straf hadden, maar als het er nou eens redelijk wat waren, dan konden ze best wel wat t egen het systeem doen. Ze zouden eer st in contact moeten komen met andere strafwerkers. Dat bleek geen moeite te kosten. Ze gingen h alverwege het eindpunt en de mijn staan en iedereen die ze tegenkwamen vertelde ze van hun plan nen. Bijna ieder een wilde wel mee doen. Het idee was om eerst de maatschappij onderuit te halen . In het gezelschap waren ook enkele oude drugsbaronnen. Op Quintus groeide wel geen h ennep of papaver, maar wel een speciaal soort geraniums. Als ze daar dr ugs van zouden maken en een deel van de jeugd verslaafd zouden kunnen krijgen, zouden ze de jeugd weer tegen het systeem en hun ouders op kunnen zetten. Dan was de maatschappij een rotzooi en hadden ze vrijspel om hun verbeterde versie te installeren. De massale ver tragingen in de bouw va n de robots bleven niet onopgemerkt. Voor het gemak werden er extra robots in fabrieken gemaakt. De strafwerkers klopten aan bij de allerlaagste op de maatschappelijke ladder en vroegen hun geraniums te gaan verbouwen, in ruil voor een hoge positie later, na de revolutie. Binn en een jaar was er geen veld te zien of er stonden wel een paar planten. De productie was gereed, nu nog het transport. Op hun route voor onderdelen kwamen ze toch overal en konden ze net zo goed wat spul meenemen. Proberen was gratis. Het eerste hele halve jaar zou het gratis zijn. Daar na zouden de prijzen flink stijgen, tenzij men natuurlijk voor hun kwam werken. Merkte het bestuur dan helemaal niks? Dat wel, maar ze dachten dat het maar een tijdelijke trend was, het zou wel weer overwaaien. Maar -52-
allesbehalve gebeurde. De drugs kwam in steeds hogere lagen van de samenleving terecht. De kinderen van Ed en Bianca mochten dan wel vrienden hebben in de hogere lagen, maar via de computer hadden ze contact met iedereen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat ze op een dag een berichtje kregen met als boodschap dat ze gratis konden feesten. Ze waren niet de enige die die boodschap hadden gekregen, veel van hun vrienden ook. Ed en Bianca vonden het wel goed, ze mochten toch vrij zijn? Het was bij een goede bekende van h un. Het feest werd gegeven in een grote tent achter in de tuin van Luc. Overal stonden mooie gr oenen kaarsen, klaar om ontstoken te worden. De muziek stond niet te hard, precies goed. Het drinken was gratis, z elfs het normaa l zo dur e 2BH drankje. De kaarsen werden ontstoken en het feest kon begin nen. Iedereen had een fantastische avond. Luc liep zelf ook op het feest rond, dansende en pratende met de vooraanstaande jeugd. Tot Octa hem vroeg waarom hij dit feest gaf. Opeens sloeg h ij dicht en liep snel weg. De muziek ging harder, de tent werd van buit en afgesloten en de kaarsen wal mde nog meer. Het werd tijd om weg te gaan . Maar de tent was hermetisch afgesloten. De muziek ging uit, het licht ook, het enige licht puntje was een spot gericht op de nok van de tent. Aan een koord daalde Luc langzaam naar beneden. Hij sprak over een hoger doel, een betere samenleving en de personen die het allemaal mogelijk hadden gemaakt. Gido en Ola f. En niet te vergeten: geraniums. En iedereen beantwoordde braaf zijn vragen, onder invloed geraakt van de walmende gerani umkaar sen en de met geranium gemixte drankjes. Ze moesten vooral niet vergeten hier thuis niks over te zeggen. En als z e meer wilden m oesten ze maar langskomen. De volgende dag. De vraag of het leuk was gister werd kort beantwoord. Ja. Meer niet. Op hun kamer bespraken Otto en Octa het gebeuren . Het kon niet waar zijn . Luc! Bedorven en ver rot, na alles wat hij voor hun gedaan had. Maar Octa was h et niet met Otto eens. Misschien had Luc wel gelijk en kon het allemaal beter. Ze zou vanmiddag nog bij hem langs gaan, voor wat geranium en om met hem te praten. Zo werd Octa verslaa fd en koerier van Luc. Otto was het er niet mee eens, maar hield zijn mond, hij had beloofd er niks over tegen Ed en Bianca te zeggen. E r kwamen steeds meer verslaafden bij en ondertussen waren de prijzen al hoog geworden. Er waren al redelijk wat wijken in de stad waar je ‘s nach ts ni et meer kon komen, de politie was net zo hard verslaafd. Het kon zo niet langer. De macht van Gido en Olaf werd steeds groter, de strafwerkers produceerde al geen enkele robots meer, m aar h adden n u ook nog een fabriek kunnen bouwen waar ze zelf het één en ander in elkaar konden zetten. Maar ook bij het bestuur bleef alles niet onopgemerkt. Het was tijd voor actie. Eerst -53-
werd onderzocht waar het vandaan kwam. Een paar infiltranten onderzochten het zaakje en kwamen er achter dat Gido en Olaf de oorzaak waren. Maar dat was nog niet alles. Ze ontdekten ook dat Gi do eigenl ijk Adolf Hitler heette en dat br acht hun meteen een plan. Om het zachtjes aan te pakken zouden ze eerst publiekelijk maken dat Gido Adolf was. Er waren vast nog wel mensen die hem kenden van vroeger, waaronder Olaf, die al sinds zijn jeugd een hekel had aan Adolf Hitler. Als alles volgens plan ging, dan zou er een splitsing komen dus Gido en Olaf aanhangers. Misschien dat ze zelfs elka ar zouden doden, dan was het probleem sn el opgelost. Maar alle informatie door h et bestuur uit gezonden met de boodschap dat Hitler slecht was en dus Gido ook had geen zin. Men was te veel ver doofd en er was nog maar één oplossing te bedenken. Ad olf en Ol af zouden voor altijd gedood worden. Ze zouden niet naar een volgende planeet mogen, maar werden gewoon op mars gezet, zodat ze zouden sterven. Alle verslaafden werden tezamen met genoeg eten en drinken voor een half jaar op mars gezet, in een beschermende atmosfeer. Na een h alf jaa r zou iedereen weer terug mogen. Waa rschijn lijk zou ieder een het overleven en wie dat n iet deed had pech, want die zou verder ook niet naar de volgende planeet mogen. Met gemak werd iedereen opgepakt door het bestuur, de executie van Olaf en Adolf was vanuit a lle plaat sen te bezichtigen. Octa kreeg vijf minuten om afscheid te nemen van haar broer en Ed en Bianca, voordat ze vertrok voor een lang verblijf op mars. De rust keerd e weer weder op Quintus. Octa kwam weer veilig thuis, ze had haar lesje wel geleerd. Octa en Otto waren nu in de bloei va n hun leven en ook al waren zij opgegroeid op Quintus, hun belevenissen verschilde niet veel van die van Ed en Bianca in hun jeugd. Octa was een mooie jongedame di e ongeveer iedere week een ander vriendje ha d. Otto deed het wat rustiger aan. Hij leek wel een beet je op zijn vader. Had weleens wat gehad, maar dat was weer over. Op z ich wilde hij wel een vriendin, maar het kwam er gewoon niet van. Het kwam weleens voor dat hij iemand tegen kwam die hij nogal aantrekkelijk vond, maar hij real iseerde zich soms dat het gewoon niet zijn type was. Maar er was één ding waar h ij niet tegen kon . En dat was het als één van zijn vrienden wel een vriendin had of niet z ag dat h et niet h un type was. Als er zoiets aan de hand was verliep het altijd wat stroefjes. Het kwam wel weer goed, maar toch. Soms wenste hij dat ze allemaal op hele verschillende dames vielen, zodat hij geen last had van vervalste jaloezie, omdat hij iemand wel aardig vond maar het niet zijn type was en een vriend van hem
-54-
er dan wel wat mee kreeg. Op verjaardagen was het altijd feest. Dan kon hij weereens proberen of hij de ware kon vinden.
René afgezakt n aar de pa renhoek van zijn st amkroeg en werd het een avond die geen van hun beide zou vergeten.
Hij mocht dan wel niet de ware vin den, voor Octa lag h et ander s. Een stel vrienden van Ot to hadden hun verjaa rdag gevier d en h adden Octa ook uitgenodigd. Na het geweldig e feest bekende Octa noga l verliefd te zijn op een goede vriend van Otto, die ze op h et feest had ler en kennen , maar het zou toch nooit wat worden. Dat was voor Otto een doorn in het oog. Zijn zus was voor het eerst echt verliefd op iemand, nota bene zijn vriend. Een ideale situatie om het toekomstige stel te helpen. Maar hoe? Hij moest er gewoon een avond voor gaan zitten. Otto had het volgende bedach t en st elde da t voor aan zijn zus. Oct a zou anonieme brieven schr ijven aan René, vanuit verschillende adr essen verstuurd, maar met telkens onder aan h et getal 37. Bij het feest ter herdenking van de n eergesla gen revolutie zou ze dan vast wel een woordje met René kunn en wisselen, d an kon ze op den duur zevenender tig zeggen en hem vervolgens zoenen of zoiets dergelijks, of niet natuurlijk. Ondertussen had Otto Sietske leren kennen, een meisje van zijn leeftijd, nogal vrijzinnig, ging h aar eigen gangetje en papte met iedereen wel eens aan. Zo ook met Otto, maar dat gin g verder. Tijdens h et feest was alles goed gegaan tussen Octa en René. Hij had wel gedacht dat zij het kon zijn, maar had het nooit zeker geweten. En hij was alles behalve teleurgesteld. Ondertussen waren Otto en Sietske vast naar huis gegaan, Sietske had een verrassing voor Otto. Het was een warme avond, de nacht zou ook warm zijn. Iedereen had alleen het nodige aan. Thuis gekomen vroeg Sietske Otto om op het bed te gaan liggen. Hij moest zijn ogen dichthouden en vooral stil blijven liggen. Zijn benen werden bij elkaar gebonden en z'n armen werden aan het bed bevestigd. Hij vr oeg niks en liet haar gewoon begaan. Even was hij ban g dat ze weg zou lopen , maar zijn angst verd ween toen haar bezwete lippen de zijne raakten. Ze zakte langzaam af, de volgende doelen waren zijn tepels, toen zijn navel en langzaam zakte ze af naar zijn onderste regionen. Va nwege de hitte h ad hij al leen maar een zwembroek aan, die nu door Sietske werd uitgetrokken. Otto had geen idee van wat hem overkwam. Zo.. Verukkeluk! Zijn eerste keer werd door Sietske uiterst goed verzorgd. Na het mondelin g deed ze er een condoom overheen, trok haar kler en uit en op dat momen t mocht Ott o zijn ogen openen. Nu begon het pa s en de liefde én de eer ste keer van Ot to werden bekroond met de fles champagn e die normaal tegen een schip kapot wordt geslagen. Ze waren er allebei van overtuigd, ze waren voor elkaar bestemd. Otto had iemand nodig die wat durfde, maar toch intelligent was en die persoon ha d hij in Sietske gevonden. Ondertussen waren Octa en -55-
-56-
Tiende hoofdstuk Mars - Generale Dag 6570 Het vuur waarmee ik speelde heb ik uit de hand laten lopen en er ontstond zonder dat ik het doorhad brand. Ik had er geen last van verder, het belemmerde me alleen de gr enzen te on tdekken. Ik kwam in een grenzeloos geheel terecht. Dan laten we nu even ons gezinne tje op Quintus alleen. Gegarandeerd dat we ze weer terug zien, maar we wenden ons gezicht eerst even naar de aarde, gepaard met een tijdsprong van een paar duizen d jaar. Ed, Bianca, Otto en Octa, René en Sietske zijn tegen die tijd wel een "paar" planeetjes verder, zonder veel veranderin g in h un ma atschappelijke plaats. Ter wijl onze personen op Opus vertoefen kijken wij even naar de aarde. Op aar de was alles wel goed gekomen. Ze hadden de juiste technologie ontwikkeld en importeerde uit ma rs wezens naar het aar dse paradijs. Er was een dicta tor in de vorm van een computer, die zo goed was dat er ieder jaar een boeiende kersttoespraak uit kwam rollen. Op de aarde zelf ging alles goed, maar met het heelal n iet. Er was dreigin g van buiten af. Een komeet naderde de zon. Het grote probleem was dat de aarde tegelijk met de komeet vernietigd zou worden, door de botsing van de komeet met de zon. De aardli ngen zoud en moeten verh uizen n aar een a ndere pla neet. Op zi ch was mars het makkelijkst, veiligst en het dichtst bij. Het enige probleem was dat de bewoners daar nog niet van het leven op aarde afwisten, laat staan dat ze de juiste techniek al hadden. Er was gelukkig wel een oplossing. De bewoner s van m ars, marlieten gen oemd, waren wezen s met vier benen waar ze op liepen, met daar boven op een soort r omp met twee armen en nog een soort hoofd. Het geheel had wel wat weg van een tank, omdat de romp met armen, het hoofd en het "loopgestel" ten opzicte van elkaar bijna helemaal rond konden draaien. De oplossing voor het probleem leek heel simp el. Je gaat gewoon ergens op mars zitten waar geen marlieten waren. Maar h oe kwam je op mars zon der gezien te worden en hoe zorgde je ervoor da t er nooit m arlieten kwamen op de plek waar jij zat? Als de marlieten nou gewoon dachten dat het een soort godenactie was, dan konden ze met gemak langs vliegen. De marlieten leefde al op één kant van ma rs, waar het het aan trekkelijkst was, dus konden ze met gemak de andere helft innemen. Dan z ouden ze om de hele planeet een hek zetten, om te voorkomen dat de marlieten aan de andere kant kwamen. Het hek zou een optische illusie worden , zodat h et net leek of de plan eet daar op hield. Dan konden ze ook nog leuk denk en dat mar s plat was. -57-
Maar mensen zouden geen mensen zijn als niet iedereen mee wilde. Er waren mensen die vonden dat h et voorbestemd was dat z e daar zoud en sterven. Sommige mensen bleven, an dere ging en weg. Het was een hectische tijd voor Quintus, om al die mensen op te vangen. Ze moesten eerst gedood worden, wan t ander s konden ze n iet overgebrach t worden. Ze konden niet iedereen te gelijk overbrengen, dus begonnen ze zo snel mogelijk nadat de r est weg was. Eén voor één ging men dood en kwam op Quintus terecht. Op Quintus zelf was genoeg ruimte om iedereen kwijt te kunnen, maar op ma rs had iedereen pa s echt de rui mte. De truc met het scherm werkte zeer goed, ma ar h oe moesten ze verder? Op den duur zouden de marlieten zover ontwikkeld raken dat ze de illusie zouden doorzien. Dit zou waar schijnli jk gebeuren voordat de mensen ver der konden verhuizen. En dus besloten ze het l even op mars voor de m arlieten te beïnvloeden, zodat ze minder snel zouden ontwikkelen. Dat klinkt makkelijker dan het was, want hoe doe je dat op een humane manier? Zonder ding en te ver woesten of marlieten te doden. De op dat gebied slimste mensen werden bij elkaar gezet. Het viel niet mee. Men keek vooral naar de geschiedenis op aarde. Toen de ideale machtsvorm er eenmaal was, en de technologie om t e laten herleven, was er verder ni et veel veranderd. Men was hetzelfde gebleven, gelukkig, tevreden. Maar wat meer trok waren de eerste paar millennia rond het jaar nul. Het begin van de jaartelling. In die tijd was er zo veel gebeurd! Wat en waarom wist men niet helemaal, terug ga an kon n u eenmaal niet, maar er waren wel theorieën . Eerst was de aap mens geworden, die toen sn el ontwikkeld was. Te snel. Ze hadden de deeltjestheorie door en konden door botsingen uit te rekenen de toekomst voor spellen. Maar door in grijpen van boven af, door Quintus, werd men gedwong en te stoppen. Om de komende generaties af te remmen werden alle voorspellingen g ecodeerd opgeschreven in een boek, waar ook het ontstaan van de aarde instond, uit de duim gezogen. Het werkte zeer effectief en de ontwikkeling ging soms vooruit, maar zo langzaam dat ingr ijpen niet nodig was. Zoiets zou de oplossing voor de marlieten zijn, maar die geloofde niet in een god, of iets dergelijks, omdat dat niet in hun natuur zat. Gelukkig waren ze nog niet er g slim en n amen makkel ijk dingen aan . Als ze nou de marli eten wijs konden maken dat er een god was... Het sturen van meerdere mensen zou h et idee dat het om een uni ek exemplaar ging tegen gaan. Er moest dus één persoon gaan, maar wie? Op de Aarde-ma rs-kan t leefde zo'n acht miljard mensen. Het moest een jong iemand zijn, zo'n 20 jaar. Dan waren er nog altijd 60 miljoen mensen. Vervolgens moest het een vrouw zijn. Maar waarom een vr ouw? Was een man niet beter, zoals het in de geschiedeni s ook gebeurd was? Nee. -58-
Mannen waren te praktisch gericht. Vrouwen kon den beter din gen aanvoelen. 30 miljoen. Nog steeds heel veel. Dan maar het ras, de huidskleur. Zou dat wat uitmaken? Zagen de marlieten wel in kleur? De opdracht die over de Aarde-mars werd verspreid was de volgende. Gezocht: Messias, vrouw, 20 jaar.. Info bij de dichtstbijzijnde overheidsstor e. Overal kwam je de opdracht tegen. Het voorui tzich t om enkele, dan wel tien tallen jaren te verblijven aan de an dere kant van m ars, verstoken van lichamelijk contact met andere mensen trok niet veel belangstellenden. Beter gezegd: geen . Onder tussen was de werkelijke ontwikkelingssnelheid al hoger dan de voorspelde. Één man werd de persoon, die de juiste vrouw moest gaan vinden. Lukte het hem niet? Jammer dan, dan moest hij alle marlieten doden om verdere problemen wat betreft de evolutie te voorkomen. Vervolgens zou hij neergeschoten worden en door vele hellen gaan. Dan werd hij vanaf Quintus heel zwaar gestraft voor zijn moorden. Ondertussen zou mars dan door kunnen gaan met haar ontwikkelin g, zonder de evolutie nog verder te verstoren. Die gene die bedacht h adden dat hij de man zou worden, werden kwijtgescholden voor wat zij gedaan hadden. Zo was in iedere geval de overeenkomst met Quintus. Jan de Grood kon heel h oog stijg en, m aar ook heel diep vallen. De tijd drong en hij kreeg een jaar de tijd om zijn opdracht te voltooien. Allereerst plaatste hij dezelfde advertentie en loofde daarbij een hoog geldbedrag uit. Dat kreeg men toch wel, het loon was hoog, maar toch. Hij kreeg vele aanmeldingen, maar het waren allemaal gelukzoekers en de ware zat er niet bij. Er was een maand voorbij. Daarna spendeerde hij drie maanden aan een onder zoek naar de mogel ijkheid om iemand in elkaa r te zetten, genen samen te stellen, het opbouwen uit moleculen. Maar wat h et resulta at zou worden was niet zeker, dus gaf hij de hoop op. Vervolgens liet hij iets heel bijzonders doen. Hij vroeg toestemming om contact te zoeken met Quintus, om daar op zoek te gaan naar eventuele zend elingen . Alweer een maand verder kreeg hij toestemming om zelfmoord te plegen. Maa r hij moch t niet verd er dan Quintus. Ontsnappen was er dus niet bij. Met vijf maanden te gaan stond hij weer op aarde. Op Quintus was niks, maar dan ook niks van zijn gading geweest. Hij had zijn tijd daar gebruikt om via de computer mensen te selecteren. Maar uiteindelijk voerde hij onontbeerlijke eigenschappen in waardoor nieman d meer voldeed aan zijn eisen. Terug op mars kon hij maar één ding bedenken. Hij zou opzoek moeten gaan. Het hele land door, Jan "on tour". Iedere lengte graad zocht hij af. Hij kwam in de rijkste wijken, vol gestampt met villa's, kwam in de krottenwijken, r ook de ar moe troef, maar niet de juiste persoon. Na drie maanden was hij bijna het hele land door geweest. Hij had dan wel n iet de wa re gevon den, hij begon -59-
dankzij zijn tour wel een goed beeld te krijgen voor waar hij n aar opzoek was. En zo kwam h et dat hi j met twee maan den op de klok de ware vond. Eva. Eva, Eva la Gouw. Er was alleen een klein probleempje. Eva was drie jaar, zwart, autistisch en maar drieën zestig centimeter lang. Laat staan dat ze wilde. Nee, nee, het was allemaal niet perfect, maar aan de andere kant juist helem aal h et. Met toestem ming van de ouder s, die overigens heel gewoon waren, kon hij haar verder een spoedcursus geven en kon ze henen. In al lerijl probeerde h ij de ouders te paaien om toestemming te geven. Eerst met presentjes, toen met bakken geld, maar het ging niet. Gelukkig had hij nog een paar stokken achter de hand. Wel niet zo netjes, maar toch. Hij kon de ouders afper sen, gijzel en, m artelen, hij kon ook Eva gewoon mee nemen, maar zou ze dan nog wel goed gevormd kunn en worden? Daarbij kwam da t hij misschien wel echt toestemming m oest gaan vragen en da n kon het nog wel even duren, ondanks de urgentie van zijn taak. Het had allemaal goed kunnen komen, als hij niet eerst al die omwegen had gemaakt. Naar Quintus gaan was wel het domste waarschijnlijk. Zijn aan vraag om Eva te mogen claimen was ingediend, maar toestemming zou hij niet krijgen.
-60-
Elfde hoofdstuk Mars - De uitvoering Z'n lot stond vast. Hij zou het worden. De moordenaar aller tijden. Bepakt met voedsel, munitie, wapens, gifspuiten, gasflessen en explosieven stond hij bij de zwaar bewaakte poort die de grens vormde tussen de Aarde-mars en marlieten-mars. Z'n taak was geworden alles en iedereen aan de andere kant van de poort te vernietigen. Voor één kort moment in de geschiedenis schoot de poort open. Wat de marlieten daarvan zouden zien was onbekend, maar tot overmaat van ramp viel de illusie ook nog uit, wat toch niet onopgemerkt kon blijven voor de marlieten. Gelukkig werd de fout snel hersteld, maar desondanks bleken sommige marlieten in de war geraakt. Jan z ette zijn st ap door de poort, zijn historische stap en de poort sloot zich, hem verplaatsende naar een andere wereld, waar een doemtaak hem te wachten st ond. Een voertuig zou de verwarring bij de ma rlieten n og veel erger maken, dus moest hij alles lopen. Hij zou dan ook wel een paar jaar onderweg zijn . Sommige marlieten leefden in groepen, andere solitair. Als de grootste groepen gedood waren zou hij wel met een voertuig kunnen rijden, om zo de laatste van dit unieke soort te doden. Na een halve dag lopen kwam h ij bij de eerste ned erzettin g aan. Het was een vermoeiend kl usje. Dag 6613 Noch de grenzen van het geheel noch de grenzen van mijn kunnen worden beproefd. De gren zen van wat ik aan moet kun nen worden gesteld, met wat ik aan kan. Er zijn moment en dat ik zo slecht ben dat ik niet met mijzelf weet te leven. Ik denk dat ik de leefregels kan opstellen naar mijn eigen denken, want omdat ik slecht ben kan ik het positieve neutraal bekijken. Hij stond net op het punt om de eerste dood te schieten toen er iets gebeurde. Er gebeurt natuurlijk alt ijd iets, maar dit was zo bijzonder dat het de vermelding waard is. In plaa ts van dat de marli et in an gst weg liep bleef deze staan en begon wat nog het meeste op een verering leek. Jan lette er niet op en schoot hem dood. De eerste van d e velen die zouden komen. Des te meer hij er schoot, des te meer hij zich bewust werd van de realiteit. De keihar de realit eit dat h ij wezens doodde omdat ze te snel ontwikkelden. Tegelijkertijd groef hij zijn eigen graf. Hij zou immers verdoemd de planeet ver laten. Hij had gelukkig een paa r jaar d e tijd gekregen. Daarom besloot hij een deel van zijn tijd te gebruiken om de marli eten te observeren. Toen pas viel hem op dat ze hem vereerden. Was hij dan? Toch? Hoe kon dat dan? Opeens was alles duidelijk. -61-
Hij was de Messias. Alle tegenslag van de afgelopen maanden was voorbestemd, op dat hij de taak zou gaan vervullen. Maar hoe moest hij nu verder? De wapens en ander slachtmateriaal kon hij nog best gebruiken voor andere doeleinden, vredelievende. Eten en drink en zou geen probleem worden, maar hij zat meer met de taal. Over de communicatie tussen marlieten n iks bekend. Het moest mogelijk z ijn om via geda chten met ze te spreken, al hadden ze onderling misschien een andere communica tie. Héél toevallig had Jan een apparaatje bij zich dat de “taal”waarin de marli eten dachten wel even kon uitvinden. Zolang dat duurde vestigde hij zich in de grootste kolonie op mars. Eerst maar eens uitvinden wat de marlieten van hem dachten. Misschien geloofden ze wel. Ah! Z'n apparaat was bijna klaar. Hij kon aan de slag. Het gespr ek verliep goed vanwege hun nieuwsgierigheid. Jan was vooral geïnteresseerd in de biologische eigenschappen van de marlieten. Ze deden aan ongeslachtelijke voortplanting. Maar ze hadden wel geslachtsdelen. Waar om deden ze dan niet aan seks? De vraag stellen vond hij wat onbeleefd. Maar toen hij zich wat meer op z'n gemak voelde, n adat ze h em allemaal vragen hadden gesteld over waar hij vandaan kwam, waarop hij dan antwoordde van de andere kant, dat was de waarheid immers, en zij hem ongeloofwaardig aankeken, stelde hij de vraag. Hun antwoord was nogal gecompliceerd. Er deden twee verhalen de ronde. De ene was dat seks heel lekker was, de a nder dat je er gek van werd. Het verh aal over het lekker zijn van seks kwam van twee marlieten die zelfstandig leefd en. Het andere verhaal kwam van twee marlieten die in een groep woonden. Jan vermoedde dat het gedrag was veroordeeld door de groep en da t ze tot waanzin waren gedr even. Daar bij kwam dat de marlieten in gr oepen beter evalueerde, dus zag Jan zijn kans schoon. Als hij de marlieten zover kreeg dat ze aan seks gingen doen, dan zouden ze misschien gek worden. Maar als ze aan seks deden zou dat ook hun ontwikkeling remmen, want daar hadden ze dan geen tijd voor. Vervolgen s zouden er m eer marlieten komen zodat ze zich met de "opvoeding" of wat ze deden bezig moesten houden. Dan waren er natuurlijk wel uitzonderingen, maar die konden handmatig vermoord worden. Eind goed, al goed voor Jan. Althans. .. hij zou eerst terug moeten keren naar de aarde kant, z'n verhaal moeten doen, vermoord worden en dan nog door een paar hellen gaan vanwege de andere moorden. Misschien werd hij zelfs ter ug gestuurd naar mars om alsnog iedereen te vermoorden. Problems, problems. Dag mars6 Uiteraard, de vergissin g is groots, veel te groot. Ik heb het nog ni et door en besluit om het werk te stagneren. Ik ben misschien wel instaat iets te doen, maar het is gokken of ik wel of niet werkelijk wat doe. Ik bescherm mij -62-
met wat mij sterk lijkt, ma ar zie n iet of het er is. Achteraf was het in ied er geval voldoende, maa r de grenzen van mijn eigen kunnen zijn n og steeds niet duidelijk. Hij besloot om nog maar een jaar te blijven waar hij was en wat rond te lopen, op zoek naar ontwikkelde marlieten. Die kon hij dan uitmelken en vervolgens doden. Het was niet echt waarschijnlijk dat ze van de aarde kant hem zouden komen halen. Hij had toch genoeg verkla ringen voor zijn vredelievende gedrag? Anders hadden ze mooi pech, hij zou zich niet bedenken. In het verre noorden (of westen, oosten, zuiden, boven was onbekend), "woonde" een mar liet die hele rare ideeën had. Sommigen zagen hem als een idioot, andere als intelligent. In het laatste geval moest ie natuurlijk gedood worden, maar hij zou hem eerst nog even uitmelken. De man, ach, man, de marliet van wat het mannelijke geslacht werd genoemd, was redelijk i ntelligen t. Daarbij was hij, ondanks zijn verblijf in een ver gelegen gebied, zonder veel marl ieten om hem heen, redelijk sociaal aangelegd, zodat Jan zon der veel problemen wer d ontva ngen . Hoe kom je van de sociale persoon naar de har de kern, de ware, de persoon waar het echte denken zit en die antwoorden op vragen heeft? Het eerste contact bestond uit een simpele presentatie va n hem . Hij scheen al redelijk lang te leven, ongeveer honderd aardse jaren. In de loop der tijd had hij nogal wat rondgel open over mars en zo veel kennis en ideeën vergaard. Variërende van hoe je in de middle of nowhere overleeft , tot diepgaande ideeën over de reden van het bestaan . Wat Jan bij hem wilde vinden wist hij zelf niet. Maar het was een gevoel. Het hoe en waarom zou h ij later wel ontdekken. De marliet begon op een dag gewoon spontaan tegen hem te praten. Hij was één van de eersten die geboren was door het bedrijven van seks. Indertijd was men er nog van overtuigd dat je er gek van wer d. Maar zijn vader en moeder namen gewoon het risico en gingen voor het plezier. En toevallig waren ze all ebei in hun vruch tbare periode, zodat hij kon ontstaan. Toen hij geboren was werd hij achtergelaten, wat normaal nooit gebeurde bij marlieten. Eenmaal geboren en op zich zelf aangewezen leerde hij sn el te overleven. Hij groeide gewoon op, had conta ct met allemaal andere marlieten, maar dat bleef niet goed gaan. Sommige werden hem afvallig, met ander e kreeg hij juist een hechtere band. De afvallige konden h em niet veel sch elen, maar hij kreeg des te meer respect voor de anderen. Indertijd was de landing van de aardelingen op de andere kant. Door het verschijnsel verloren veel van zijn marlieten h un verstand, hij bleef gelu kkig norm aal en probeerde een logische verklaring te vinden., maar voor zijn toen nog primitieve brein was het onmogelijk iets te -63-
bedenken dat een begrijpbare en redelijke verklaring was. Va n iets als god had hij nog nooit gehoord, dus kon hij het ook niet aan god toeschrijven. Gaandeweg de conversa tie met d e marl iet bedach t Jan dat hij wel de juiste persoon zou zijn voor de verdere, benodigde ontwikkelingen. Als hij de anderen zou kunnen aansteken tot seks, dan was Jan mooi klaar met z'n taak. De marliet zou wel het één en ander moeten leren en wat rond reizen, maar dat zou vast wel lukken. Op een dag vroeg Jan of hij andere marli eten tot seks zou kunnen dr ijven, om de effecten te on derzoeken. Tot Jan's grote verbazing stemde de mar liet ermee in. Ze zochten vier potentiële marlieten en gaven ze de opdracht seks te bedrijven met elkaar. Het duurde even voor de kleine marlieten ter wereld kwamen, maar de effecten waren weerzinwekkend. De partners deden niet meer normaal. Dag 6711 De tijd verstrijkt en ik ga door. Enkele pogingen om een grote sprong te maken mislukken . Een vriend verlies ik, maar die was ik al kwijt. Een andere vriend blijft dicht bij mij, ondanks mijn poging hem achter te laten. Ik accepteer mijn verlies en weet de waarde van de vriendschap in te zien, zonder mezelf in een beter daglicht te stellen. In z'n diepste innerlijk voerde Jan strijd. Hoe zou hij het verder doen? Die vraag bleef maar rond hangen, herhaald, a chterh aald, verdwaald. Niet wetende hoe verder te gaan, zich rea liserend e dat er het één en an der opgelost moest worden. Ni et de wanhoop nabij, maar vechtende tussen de moraal en moral istisch. Om niet te hoeven doden, op één slechts na. Meer moeite was het wel waard, maar het zou zo moeten kunnen lukken. Waar om veel moeite doen als het zonder ook k an. Nou ja, als hij het zou kunnen zou hij alles voorspellen en kijken wat h et beste was. Nu had hij, Jan, maar één mogelijkheid en dat was de marliet te manipuleren , hem naar z'n hand zetten, om zo zijn verdere, "duivelse" plan uit te voeren . Nog even en het was gebeurd. Dan zat z'n taak erop. Zijn pogingen om de marli et zo ver te krijgen dat hij als h eerser over mars zou heer sen bleken niet veel vruchten af te werpen. Hij h ad besloten het op een ander e manier te doen. Betekende misschien wel wat meer hellen, maar dat moest dan maar. Hij zou naar de Aarde-mars kant gaan, en een verdovend- en controleermiddel meenemen. Zo gezegd, zo gedaan. De taak van Jan was professioneel uitgevoerd en zou z'n waarde zeker bewijzen, zonder enige moeite. Na het toedienen van het controleermiddel kon Jan de m arliet besturen. De marliet vertelde, onder commando van Jan dat hij wist hoe ze op mars waren gekomen en waar ze nu echt vandaan kwamen. Maar hij zou h et de marl ieten om hem -64-
heen niet zo maar vertellen. Ze moesten eerst seks met elkaar bedrijven, daarna zou hij het hun vertellen. Als ze het da n waagde om h et aan iemand anders te vertellen zou de h el boven h un los barsten. Ze wiste wel niet wat de hel was, maar erbij vertellende dat het de meest verschr ikkelijke plek op mars was, was genoeg om ze hun mond te laten houden. Na de eerste tien inwijdingen, twintig marli eten in t otaal, di ende Jan ook deze het middel toe en kon de werkeli jke bekering van mars beginnen . Alle twintig werden er op uit gestuurd om zo veel mogelijk de waar heid te vertellen en iedereen te verlossen van de eeuwige twijfel over wat nu de oorsprong van hun bestaan was. De blijde boodschap werd wijd verspreid, tot grote vreugde van Jan. Jan had een mooi verhaa l verzonn en. Om een planeet, heel ver weg, zaten allemaal stenen, die in een grote cirkel om de planeet heen draaide. Dat was altijd zo geweest en het was ook altijd zo geweest dat er allemaal, rupsachtige en slakachtige wezens op die stenen leefde. En toen was er op een dag een hele grote steen tegen die andere steen gebotst, waarbij alle wezens zo werden samen gedrukt dat er de eerste marliet ontstond. Die viel toen naar de planeet toe en zo kwam de eerste marliet op mars. Hij plantte zich voort en voedde zich m et licht van de sterren . En h et volk der marli eten was geboren. Maar op een dag werd de eerste marliet erg oud. Hij was vergeten h oe hij op mars gekomen was, maar had wel zijn hele verhaal aan de sterren verteld. Het verhaal was dan verder dat niem and het te weten was gekomen, de oorsprong, maar dat de marliet die Jan beheerste de stem had gehoord van de sterren , de terugkaatsing. De stem, die vele, vele jaren door het heelal heeft mogen zwerven. Het werkte perfect. Iedereen werd gek of kreeg het erg druk met kinderen verzorgen. Jan was te vrede. Zelfs zijn schuldgevoel verdween in de loop der tijd. Jan had al in geen tijden contact gehad met mensen en werd lang zaam aa n gek en ging zijn zelf verzonnen verhaal geloven. Langzaam aan dreigde Jan geestelijk een marliet te worden. Zelf had hij niks door. Gelukkig was z'n taak bijna klaa r. De laa tste mar liet die bekeert werd, woonde heel ver weg en was onbereikbaar voor de marlieten. Daarom zou Jan persoonlijk de laatste bekeren. De marliet woonde vlakbij de rand van de planeet, bij de illusie. Aangekomen bij de marliet deed Jan z ijn verha al. Maar toen hij het verhaal aan het vertellen was realiseerde hij zich dat de consequentie weleens kon zijn dat hij dan seks moest hebben met die marliet. De realisatie zorgde er voor dat bij Jan van binnen z'n hele marliet wording ongedaan werd gemaakt en hij gel ukkig ter ug kon keren naar het lichamelijke én geestelijke mens zijn.
-65-
Zo keerde Jan moe maar voldaan en geestelijk weer helemaal mens terug naar de aarde kant. Met in z'n achterhoofd dat er nog één marliet was die niet gek was geworden. Maar, bedacht Jan zich, n iks te vrezen . Die mar liet zou in de verder maatschappij niet kunnen leven en dus verst oten worden en spoedig, zeer spoedig, sterven. Hij werd binnen gehaald als held. Z'n executie zou nog wel plaats vinden, zodat hij zich nooit kon bedenken, maar of hij da n na ar alle mog elijke hellen zou gaan? Nee. Wij, op Quintus, hebben hem gewoon doorgestuurd en zo schijnt hij in een rap tempo van de ene planeet naar de andere gegaan te zijn. Nu zit hij ergens op de planeet Opus. En hij was niet alleen. Wa nt op diezelfde plan eet vin den we onze vrienden / vijanden / kenni ssen/ hoofdrolspelers/ decorstukken weer terug. Sietske, Otto, Octa en René. Dat we hun hier vinden getuigd van de grote snelheid waarmee Jan alle plan eten afgin g. Hoe kunnen we ons voorstellen hoe het hun ver gaat? Kun nen we dat wel, wij, die bekrompen op Quintus leven en dit verhaal schrijven, de waarheid, deels fictie, deels waar gebeurd, ma ar nu t och echt op een toekomst voorspelling begint te lijken. Zo langzamerhand hebben we het wel gehad. Misschien moet onze taak maar door gegeven worden. Nee, het is nog veel erger.
-66-
Twaalfde hoofdstuk Openbaring 1 Dag 6753 Het einde, h et begin, de her inner ing. Mi jn slechth eden al reeds goed gepraat hebbende kom ik op een an dere plek ter echt. Ik ka n mij ni et aanpassen. Wij zijn niet. Wat?! Wij zijn niet. Wij zijn niets. Wij bestaan niet. Jawel, we schreven al les tot nog toe en zolan g er mensen in ons geloven zullen we bestaan. Maar toch bestaan we niet, we, of ik zal nu maar ik schrijven, ik ben begonnen met de eerste laag. Een mensenleven op aarde. Toen kwam de laag eronder, Quintus. Alles op aarde werd blootgelegd. Maar als we nu nog een laag naar beneden gaan. Zou dat lukken? Zou dat n og te volgen zijn, of wordt het dan een relaas van een gek, zonder boodschap, zonder zin, zonder nieuwe ideeën waar men wat mee kan? Het antwoord is te simpel. Natuurlijk kan er verder gegaan worden. Anders zou hier nu einde komen te staan, met nog vele vragen te beantwoorden. Hoe het Siet ske, Otto, Octa, René en Bian ca en Ed vergaat is niet de hoofdzaak. Dat is maar projectie van een situatie die op het moment vrij gegeven kan/mag/moet worden en vermakelijk is/kan zijn. Wie i k ben komt nog wel, dat i s nu nog n iet te vatten. Ik ben ik niet, ik is iemand anders die hier niet i s, maar ik gebruikt me om zijn ei kwijt te kunnen. Dat ik daar n u pas acht er ben gekomen is misschien te wijten aan het feit dat ik hierm ee ben begon nen en hi j een mooi e plaa ts vond om bij mi j door te gaan. Ik heb er verder geen last van, het werk is het enige. Het probleem is dat ik mij verder niet kenbaar mag maken. Hij voorkomt het, i k ben als een vogel in een verdui sterd e kooi. Een papegaai. Ik kan van alles zeggen, maar verklar en dat ik een pa pagaa i ben en d e kooi uitvliegen is er niet bij. Ik ben alleen een instrument, het hoe en waarom vat ik nog niet helemaal., hij zal het wel deels uitleggen , voor zover ik het kan verwoorden . Het heeft gewoon tijd nodig, en tijd is er genoeg. Voor hem wel. Voor mij niet. Vandaar dat ik hem restr icties heb gesteld. Omdat hij mij nodig heeft houdt hij zich eraan. Gelukkig. Anders zou ik ingrijpen. En wel op zo'n manier dat het voor hem verder hopeloos zou zijn . De dood. Da t is mijn dreigmiddel. Ik heb het gelukkig nog niet moeten toepassen. Misschien is het wel een collectief, dat door één wordt uitgevoerd. Op Opus leefden mensen en buitenaardse wezens. Iedereen had z'n eigen gebied, met eigen bestuur, wat regels en wat niet al meer. Onderling -67-
contact was beperkt vanwege de gevar en, wat kr ijg je als je een Mar liet en een mens kruist? De vraag is of dat sowieso wel gaat, maar men wilde geen risico's n emen. All een het al gehele bestuur was in handen van de planeet zelf, va n de oor spron kelijke bewoners. Nou waren Marlieten al moeilijk voor te stellen, laat sta an dat je de wezens op Opus zou k unnen inbeelden. Dat is ook absoluut niet nodig voor het verhaal. Men zag normaal gesproken nooit and ere wezens, er werd altijd m et computer modellen en dergelijke gewerkt. Des te groter de verschillen in verschijningsvormen tussen gast en gasth eer, des te minder cont act er onderling was. De gasten leefden in een soort autar kische staa t in een omgeving die het beste geschikt was voor hen. De uiterlijke verschijningsvormen waren natuurlijk makkelijk te vergelijken, maar de innerlijk niet. De mens was uiteindelijk niet meer zo veel veran derd, de mens was immers gedoemd, of ju ist bevoor oordeeld om hebzuchtig en materialistisch te worden. Su rvival of the fittest was op aarde en later op Mars al eeuwen realisme. Innerlijk gezien waren er zo veel verschillende configur aties te vinden. Onderscheid maken was n iet onmogelijk, maar soms wel erg moeilijk. Ik ben het. Ik ben HET. Ik ben hij. Ik ben neergedaald. Ik zal het nu zelf doen. Waar om? Omd at niemand ander s het kan, of zal doen. Daarom. Mijn doel is, ach, ik weet het ni et. In het begin was ik nog onwetend. Daar om zal ik sommige dingen anders uitleggen. Anders verklaren. Wie vast aan andere ideeën heeft kunnen wennen za l makkeli jker omslaan. Zal sn eller begrijpen wat ik bedoel, waar het heen moet. Ik voel een zacht tintelen in mijn nek. Er zit geen regelmaat in. Ik kan de oorzaak niet vinden. Ik vraag me af of het wordt uitgez onden of wordt ont vangen. Maar ik ben moe en val in slaap. Ik doe er verder niks mee. Tot vandaag. Ik realiseer me dat het er altijd is, maar je moet je er op concentr eren. Zoals op wel meer dingen. Dat is niet altijd makkelijk, als je het maar doet als het echt moet. Nu mag ik alles nog en moet niks. Maar de tijd zal veranderen en ik zal blij zijn het te kunnen aan wenden waar en wanneer ik wil. Het is niet makkelijk, het heeft wat tijd nodig, maar die heb ik d an ook. Ik maak het er niet erg duidelijker op, hè? Dit is al leen een drempel. Een drempel om te voorkomen dat m en snel even wat leert, waar voor voor goed gebruik tijd nodig is. Ik kan ni et ander s zeggen dan dat ik pr obeer te helpen. Erg n obel van mij, maar mijn wil is erg beperkt. Het is moeilijk. Ik schrijf nu en nu te gelijk. Is het dan een cyclus? Nee. Want eigenlijk ben ik het toch alleen. Kom van dat hoge af en maak het duidelijk. Lezen moet ook vermaak zijn. Zo moet het.
-68-
Ik, ik kom van Opus. Ik ben de hij waar ik het over gehad heeft. Ik zit op aarde. Hij op Opus. Maar ik zal op Opus komen en de zelfde taak vervullen als hij geda an heeft. Zo is het nu eenmaal. Vandaar dat het sterk een cyclus lijkt. Maar dat is het niet. Want daarna houdt het op. Hij zal niet naar de aarde gaan en het oplossen, hij zal door reizen. Ik ook. Maar ik moet toch iemand op aarde hebben? Ja. Nee. Hij heeft het idee dat hij het naar aa rde stuurt, maar in werkelijkhei d gaat al les gewoon naar hij toe. Het is net als twee bedrijven. Ze zijn concurren ten, ma ar de ene sla agt er toch in bij de ander te kijken en daar zijn pr ofijt van te doen. Hij is de almachtige concurrent. Maar hij is niet god, want die bestaat niet. Maar sturen? Hoezo sturen? Wat d an? (Voor h et gemak zet ik maar ik neer, we zijn toch eigenlijk één?...) Ik ben me eerst gaan afvragen of er wel wat verstuurd wordt. Het was niet erg logisch, ik had het al eerder meegemaakt, maar er toen niks mee gedaan. Misschien omdat ik toen nog te jong was, en h et als natuurli jk zag. Lat er heb ik h et misschien afgewimpeld als gek. Ik heb ook weleens getwijfeld of ik zoiets in me had. Was het niet immers weggelegd voor ander e mensen, die het konden controler en? Maar de confr ontatie die mij wer kelijk aan het wer k heeft gezet, was die met ieman d die het kon. Wees duidelijker. (Ha ndig, als je met z’n tweeën bent kan je elkaar ook aanwijzingen geven, al h oort ik niet wat hij denkt, maar hij wel wat ik denkt, zo weet hij dat het duidel ijker moet. “Het is alsof ik allemaal radiozenders hoor. Som s wil ik die gewoon uitzetten en dan ga ik televisie kijken.” Te logisch. Zo simpel is het nou ook weer niet. Ik hoor weleens wat. Ik lees weleens wat. Ik zie weleens wat op televisie. Maar dan k om ik soms din gen tegen en denk ik: dat ken ik al. Ik ga dan denken, en vraag me af waar het vandaan komt. Dat is gewoon een gevoel. Later in mijn confront atie was ik er zeker van dat er iemand bij mij was. Ik lag alleen, maar toch.. iemand. Geen gezicht, geen lichaam, niks hi elp mij. All een een naam waarvan ik droomde. Ik was in mijn beginnende jaren, ik begreep het niet. Eerst niet. Later werd het mij duidelijker, iemand dacht aan mij, die na am. Maar ik kende nieman d die die naam had. Ik was ervan overtuigd dat ik die naam zou vinden, maar er zat geen schot in de zaak. Op den duur leerde ik iemand kennen. Er groeide iets. De naam was niet rustiger geworden, integendeel, de intensie nam toe, maar ik dacht dat het een signaal was dat ik iets verkeerds a an het doen was.
al leken de bei de lich amen totaa l niet op elkaar, ze vloeiden samen . En op dat moment h ad ik het door. Niet al leen wie de naa m nu eigen lijk wa s, maar ook dat er werkeli jk iets gezonden kon wor den en ontvangen kon worden. Dan li jkt het nu allemaal zo klaar als een klontje, maar nee hoor. Het groeide door, m aar ik d urfde niet veel over mijn ervaringen te vertellen en de naam erover te vragen. Zoiets doet men niet, dacht ik. Maar mijn nieuwsgier igheid begon te winnen van mijn moraal. Op den du ur kon ik het niet meer houden . In pla ats van te pr oberen mij op dezelfde manier bij haar in te voegen , vroeg ik het op de m an af. Dat heb i k geweten. Mijn enige, op dat moment, mogelijkheid om mij verder te educateren en om op betere wijze te kunn en vragen , mislukte compleet. Omdat de na am zich aangeval len voelde. Er werd geprobeerd iets te openen dat gesloten moest blijven. Ik, met mijn leergierigheid, kon er niet van afblijven. Het was hopeloos, een sneeuwbal die van een ber g afrolt, waa r geen houden meer aan is, die alleen maar groter wordt , tot hij ui teindeli jk in het dal der tran en aankomt. Gelukkig is sneeuw niet n at, dus di e tranen kunnen vervallen, maar de teleurstelling van mijn kant was groot. Niet alleen had ik mijn enige aanknopingspunt verloren, ik had ook geen enkel antwoord gekregen. Op zo'n moment ben je op je zelf aangewezen. Dat was ik dan ook. Ik had het gr aag gewild, misschien te graag, maar niet op deze manier. Ik wilde het niet zelf doen, ik wilde begeleid worden, zodat ik tijdig het verschi l tussen goed en kwaad, tussen goedschiks en kwaadschiks kon zien, door mijn hulpje dat mij er op zou wijzen. Want ik realiseerde mij wel al, dat ik de grootste zou worden, was. Ik zit eigenlijk nog steeds in het gr oeiproces. Dag 6765 Een week eigen ik mijzelf toe. Een klein beetje informatie, een subtiele sturing, deed ervoor zorgen dat ik een andere wendi ng nam, waarva n niet te zeggen was of ik die anders va nzelf had gevonden. Het voorkwam het onherroepelijk vastlopen van mijn eigen systeem.
Tot op een n acht mij een duidelijke droom, ik zou het bijn a een visioen noemen, op mijn netvlies werd geprojecteerd. De droom was simpel . Ik zag haar en ik zag de naam. Ik wist dat het de naam was, dat voelde ik. En
Het is allemaal mijn eigen stomme schuld. Ik had er nooit aan moeten beginnen. Maar dat wist ik toen niet. Ik ben op den duu r begonnen met het schrijven van een verh aaltje. Deels fictie, maar met waa rheden . Mijn vader heeft mij weleens wat verteld, maar dat was als kind, het valt dus te betwijfelen of het echt zo was. Later heeft h ij er nooit meer over gesproken. Quintus is waar, daar ben ik geboren, of hoe je het wil noemen. Ik kom dan misschien origineel wel van de aarde af, maar daar weet ik niks meer van, dat is verwijderd, of weggestopt. Ik begon te schrijven en ben tot nu toe nog niet opgeh ouden. Ik wil de niet mijzelf bloot geven, combineerde mijn fantasie en mijn voorwaarden voor schrijven met wat
-69-
-70-
mijn vader mij als kind ooit verklaar d had. Over god, de duivel. Toen ik er eenmaal in voorkwam hoefde ik ni ks te verzin nen. Vl ak bij mij is Sietske. Ortilia woont even verderop met René. Maar ik zit nu nog op Quintus. De uitspatt ingen over het vergaan van de aarde zijn nog niet gebeurd en zullen misschien ook nooit gebeuren. Ik weet het niet. Tegen die tijd zit ik volgens mijn eig en verha al al lang op Opus. Maa r des te meer ik schreef, des te meer ik de waarhei d van mijn schrijven ging in schatten . Ik twijfel er niet aan dat de deeltjestheorie klopt. Van Opus weet ik niks af. Ja, ik schri jf dan wel dat hij in mijn hoofd zit, maar dat ben ik gewoon zelf. Ik vond het wel een leuke ingeving om eens te kijken wat ik daar mee kon. Maar dat is nu allemaal anders geworden.
Dertiende hoofdstuk De realiteit? Niet zo lang geleden is mijn vader, Eduard Hendr ik Kli nk, overleden. Voor het gemak ga ik ervan uit dat hij op een vol gende plan eet zit. Daarom rouwen wij niet. Bian ca heeft niet lang meer te gaan , maar geniet even van haar alleen zijn. Ze hebben echt een heel goed "huwelijk", maar i k begrijp haar wel. Het is niet altijd even makkelijk om met Ed in één woning te zijn, jaar na jaar. Zo meteen, als ze sterft, is ze weer vol goede moed en zijn ze weer blij elkaar te zien. Dit keer geen hongerstaking. Nu weet ze wel beter. Ik heb het iets moeilijker. Ik zit met allemaal vragen. Ik denk, nee, ik weet dat mi jn vader op mijn vr agen de antwoorden heeft. Ed dan, niet mijn biologische vader, die heeft mij verlaten, en al zou het Olaf zijn, dan heb ik niks meer van h em in mi j zitten, op z’n genen na. Mijn vragen zijn deels puur h ypothetisch, deels doelgerich t. Ik zou zo gr aag willen weten wat de waarheid is. Want ik weet wel dat een groot deel onzin is, maar hoeveel van wat ik geschr even heb is waar gebeurd? Hoeveel gaat er nog werkelijk gebeuren? Nog ster ker: is mi jn nut van bestaan daar achter te komen en zo ja, welke consequenties brengt dat allemaal met zich mee? Ik weet dat mijn vader niet alle antwoorden heeft. Op de hypothetische misschien wel. Dat is een kwesti e van proberen . Als ik pr obeer contact met hem te zoeken, geestelijk, en ik heb het idee dat dat lukt, dan kan ik dat pas weer zeker weten als ik hem spreek. En dat duur t nog wel even. Misschien nog wel 40 jaar. Tijd genoeg om te proberen dus. Om het te kunnen en mijn verdere vragen beantwoord te zien, heb ik meer vaart achter mijn groeiproces gezet. Het is zo verschrikkelijk moeilijk uit te leggen. Mijn eigenlijke essentie is da n ook duidelijk te maken wat ik doe, wat er door mij h een gaat en waarom ik h et doe. Als mij dat lukt is de kans ook groter dat ik mijn vragen beantwoord kan krijgen en n og mooier, het antwoord op kan schrijven. De plaats en tijd waar en waarop dat gebeurt is niet zo belangrijk voor mij, ma ar liever vandaag d an morg en. Wan t ik ben nieuwsgierig. Ik heb een dubbel bestaan . Ik leef met mezelf, met wat ik h ier schrijf en met wat ik denk en ik leef op Quintus en moet meedoen met de maatschappij zoals hij h ier is. Dat verliest m en vaak te snel uit het oog. Volgens mij was mijn vader vroeger ook zo. Mijn oorspronkelijke vader dan. Het was een man die zich een hoge positie verworven had, door hard te werken en zi jn nek uit te steken, te pas en te onpas. Maar hij kon denk ik ook erg spirit ueel zijn, als je het zo zou ku nnen noemen. Da n was hij een echte levensgenieter, op zulk soort momenten. Vreemd eigenlijk, dat ik dit
-71-
-72-
soort veronderstellingen kan doen, zonder de man ooit gezien of gekend te hebben. Hij heeft niet veel om me gegeven, m isschien heeft hij wel ni et eens van mijn bestaan af geweten , misschien was h ij wel erg losbandig en hield hij er zoveel vrouwen op na dat hij niet meer naar ze omkeek, als hij ze eenmaal gehad had. Of misschien was mijn moeder wel een vrouw die er vele mannen op na hield en dus n iet meer wist van z ie ze nu eigenlijk zwanger was en een abortus liet plegen. Ik weet het niet, maar ond anks het feit dat ik niet door mijn vader en moeder , mijn biologi sche vader en moeder, ben opgevoed, ben ik wel deels naar hun gevormd. Zo voelt het. Dat komt omdat ik wel hun genen heb. Die hebben mijn vorming bepaald, niet de opvoeding van Ed en Bianca, twee bomen van verschillende soorten kunnen en zullen elkaar n iet beïnvloeden. Daarom pr ijs is ook het kinderbureau, want ze hebben toch ouders uitgezocht die heel goed bij mij, bij ons, ik en Octa, passen. Ik ben alweer veel te lang bezig met wat ik n iet hoor te doen. Ik moet werken... Het is gelukt. Althans, dat gevoel heb ik. Ik heb het volgende gedaan. Ik ben eerst de volle dag hard gaan werken. Het was een succesvolle dag, moe, maar voldaan ging ik huiswaarts. Ik werk bij het bureau plaatsing. Ik bepaal waar welke mensen komen te wonen , nadat besloten is wat er met hen moet gebeuren. Iemand die veroordeeld is tot het platteland zal nooit in de villawijk terecht komen, maar er zijn wel verschillen de platte la nden en soms plaatsen we mensen bij hun vrienden, kennissen en familie van de aarde. Soms ook juist niet. Ik geloof wel dat er iets van opzet is geweest bij de plaatsing van Bianca als werkster, maar ik weet niet hoever de technologie toen al ont wikkeld was en h oeveel er mogelijk was. Niet dat ik nu enig idee heb hoever de techniek ontwikkeld is, want dat blijft strikt geheim, maar h et zal wel veel beter zi jn. En anders i s de techniek het wel op de volgen de planeet. Ik vertrouw er dan ook op dat ik na mijn dood weer bij Ed in de buur t kom. En dat Sietske da n ook weer bij mij komt en Octa ook. Het zijn voor een deel nog altijd veronderstellingen, want waarom zou iedereen zo vr edelievend zijn dat men iedereen regen ereert, of hoe je het ook wil noemen! Dan moet je er bijna automatisch vanuit gaan dat er bij iedereen iets goeds is ingebouwd. Door bijvoorbeeld een god. Maar die bestaa t volgens mij niet. Dat is allemaal verzinsel van de Messias die men vanaf Quintus heeft gestuurd, ter remming van de ontwikkeling. Ik dwaal weer lekker af. Daar is niks mis mee, want zo ontdek ik tenminste weereens wat inter essante din gen. Als je h et tenminste interessant kan noemen. (En zeg n u niet dat je die niet verwacht had.) Maar het is mij dus gelukt. Na mijn werken kwam ik thuis en na wat gegeten te hebben ben ik op bed gaan li ggen. Siet ske was er niet, die was met Bianca vrijwilligerswerk aan het doen. Toch wel grappig, Bianca deed dat als -73-
s o or t p r i j s vo o r d e k in d e r en , m a a r nu b e t a a l d d e vrouw/vriendin/partner/geliefde van die kinderen er ook voor. Sietske betaald eigenlijk gewoon een prijs voor het hebben van m ij. Ik lag in bed nog even na te denken en vroeg mij af hoe ik mi jn vragen beantwoord kon krijgen. Ik dacht op den duur sterk aan Ed en ademde onregelmatig. Ik bedacht me waar hij zou kunnen zijn en om één of andere vreemde reden kreeg ik als an twoord "in je hoofd". Nou ja , ik bedenk weleens gekke dingen, maar zoiets niet. Tegen de tijd dat ik dat antwoord kreeg sliep ik al bijna, de enige reden dat ik het mi j herin ner is omdat het mij een droom leek de volgende morgen. Maar dat was niet mijn enige droom. Ik droomde ook dat mijn vader mij verklaarde dat h ij all ang kon wat ik wilde leren en dat hij juist contact met mij had gezocht, omdat hij het idee had dat mijn geest vol in teressante ideeën zat . Ondan ks het feit dat dit een droom was, beleefde ik het zo levensecht, zoals dromen soms kunnen zijn en geloof ik werkelijk dat hij vann acht bij mij aanwezig was. Ik ben er nog n iet toe in staat, want ander s had ik niet alleen iets van mijn vader opgepikt maar ook iets van Sietske. Het was mijn vader die bij mij kwam. Nu heb ik wel een antwoord op één van mijn vele vragen, maar dit antwoord roept alleen nog meer vragen op. Hoe heeft Ed dit geleerd, hoelang kan hij dit al, waarom heeft hij er nooit wat over verteld en zou hij nu ook bij Bianca zijn met zijn gedachten, met z’n geest, om te zien wat zij allemaal uitspookt ? Het wordt absoluu t niet makkelijker zo. Daarom hoop ik dat het weer snel na cht wordt en ik kan ga an slapen. Nee, ik m oet slimmer zijn. Misschien kan ik er wel voor zorgen dat ik al mijn dromen kan onthouden. Dan weet ik precies wie er bij mij komt al s ik slaap en weet ik tenmi nste ook wie wat weet. Ik h oop niet dat z e alles uit mij kunnen halen, want als dat zo is, dan word ik gegarand eerd schizofreen en dat was nou net n iet mijn bedoeling. Misschien wel die van ieman d anders, maar daar ga ik niet over. Het is wel wonderbaar lijk. Ze hebben h ier heel veel techniek, maar even uitvinden hoe de hersenen in elkaar zitten en wat die dromen n u eigenlijk zijn en doen is er niet bij. Ik heb gevraa gd hoe het bij Sietske zit, die onthoud haar dromen wel, maar die gaan altijd over dingen die er die dag gebeurd zijn, het zijn echte verwerkingsdromen. Bij Bianca ligt het anders, die onthoud haar dromen helemaal niet. Omdat ik de vraag heel serieus stelde, vertelde ze me wel dat ze in haar li jnperiode in Frankrijk een aantal keer een droom onthield over een Cor den Haan en dat ze die zou ontmoeten. Het lijnen is dus niet gelogen van mijn vader. Maar of Ed nu werkelijk Cor is geweest of dat haar droom voorspellend was over mijn verhaal, dat weet ik nu nog niet. Ze heeft h et verha al alt ijd -74-
meegespeeld met mijn vader, misschien doet ze dat nu nog, om de echte waarheid te verber gen. Als ik nu con tact z ou kunnen zoeken met mijn vader en ik zou bij hem kunn en inbreken dan kon ik er zo achter komen wat er gelogen i s en wat n iet. En in hoeverre ik gelijk h eb met mijn verhaal. Ik had een droom vannacht. De scheiding tussen mijn gewone leven en wat ik geestelijk probeer te ontdekken wordt steeds groter. Ik had mij voor het slapen gaan voorgen omen m ijn dromen te onthouden. Of dit nu er voor gezorgd heeft dat mi jn hersenen dat werkelijk deden of dat het gewoon toeval was, dat weet ik niet. Ik droomde iets heel raars. Ik droomde dat ik op aarde was. Ik had daar een raar leven. Ik was verslaafd aan een soort drugs, het was allemaal zo echt dat ik de effecten van de drug in mijn slaap merkte. Margreet, afgebeeld zo als z e er volgens mij ui tziet, geeft m ij een muntstuk. Het muntstuk wordt groter en groter en wordt ook erg h eet. Het brand een gat in mijn hand. Met een schok word ik wakker. Sietske lag rustig naast m ij te slapen. Ik heb meteen pen en pap ier gepakt en in kernwoorden mijn droom opgeschreven. Daarna ben ik rustig verder gaan slapen. Ik werd de volgende m orgen frisser wakker da n norm aal. Ik h eb Sietske nog even niks verteld. Ik weet n og niet waar zij geestelijk toe instaat is, maar als ze iets geestelijk ka n zal z e er vanzelf wel over beginnen, als ze ontdekt heeft wat er bij mij speelt. Het was een raar dagje vandaag. Op de aa rde is er iets gebeurd waar door er redelijk veel doden zijn. De komende dagen zal ik het dus erg druk hebben. Er worden nog meer mensen verwacht. Wat er aan de hand is wordt ons niet verteld, dat is voor ons geheim. We leven op Quintus en de aarde met al zijn gebeuren bestaat voor ons niet. Op alle mensen die langskom en bij mij kan ik proberen mijn krachten uit te oefenen. Ik probeer om iets van ze te weten te komen. Lukt me dat met zekerheid, dan zal ik er zeker iets over zeggen tegen de persoon in kwestie. In het begin had ik totaal geen vat op de mensen. Ik hoef toch alleen maar kort uit te vinden waar ze heen mogen, meestal geven ze zelf al aan wie ze van hun bekende wel en wie ze niet willen zien. Soms worden ze dan wel verkeerd geplaatst, misschien , maar dan komt dat op de volgende pl aneet wel weer goed of vragen ze om over plaatsing. Ondan ks mijn wein ige successen vandaag, voel ik dat ik zeer binnenkor t succes zal h ebben. Het enige succesvolle vandaag was dat ik bij een wat oudere man ster k het gevoel had dat hij aan te veel zonlicht was gestorven. Ik zei dit tegen hem, maar had dat officieel niet mogen doen. Hij vertelde me dat hij te dicht bij de zon was gekomen in z’n raket en verdampt was door de hitt e. Hij had een gebruinde huid. Het was een man van goede afkomst die teveel geld had -75-
gehad en daarmee z’n ruimtereisje, dat zijn dood werd, kon bekostigen. Ik vraag me sterk af of dit wel een geval was van iets ontdekken dat anders onmogelijk is. Zijn huid verraadde dat hij teveel in de zon had gezeten, maar dat hij daar aan gestorven was, dat was gewoon... toeval. Al bestaat dat niet. Verder was het fl ink door werken. Ik h eb er verder niet veel over nagedacht en zal het verder naast me laten liggen. Ik heb alweer een droom onthouden. Het lijkt erop dat ik het door heb. Als ik maar genoeg slaap en niet te moe ben onthoud ik z e wel. In mijn droom kwam ik een aantrekkelijke jongedame tegen. Ondanks het feit dat ik totaal geen reden heb om vreemd te ga an, ik hou nam elijk ontzet tend veel van Sietske, probeerde ik toch de vrouw te verleiden in mijn droom. Zij was misschien ook wel degene die aan het verleiden was. We gaan samen wat drinken en dan zoenen we elkaar. Ze wil nog wat zeggen, maar ik word wakker. Ik schrijf de kernwoorden op en val weer in slaap. Dan droom ik over mijn vader. Ik bevind mij in zijn hoofd en ben opzoek naar iets. Ik weet niet wat, maar i k wandel door z ijn her senen. Ik kom op den duur in een lege ruimte, waar duidelijk vroeger wat gezeten heeft. Aan de restjes de oordelen. Ik word bang en wil uit de droom ontsnappen, terug naar het bed en naast Sietske. In mijn droom schr eeuw ik om help. Ik weet zeker dat ik niet echt geschreeuwd heb. Dan word ik wakker. Sietske is het die mij wakker maakt. Ze zei dat ik haar om hulp had geroepen, dat ik in een vervelen de situatie terecht was gekomen. Ze was wakker geworden van mijn hulpgeroep. Ik ben alweer helemaal tot r ust gekomen, schrijf een paar kernwoorden op en we vallen in elkaa rs arm en in sla ap. Ik weet vrijwel zeker dat ik niet echt heb geroepen. Sietske slaapt redelijk vast. Het is maar de vraag of, als ik werkelijk geroepen had, zij het wel gehoord had en erdoor wakker was geworden. Ik zoek het in wat anders...
-76-
Veertiende hoofdstuk Lief dagboek Dag 6772 Het is voorbij. Een week. Ik ben niet mijzelf geworden of een ander iemand. Ik ben gebleven wie ik was, maar h eb een andere aanpak gevonden die ik nu st elselmatig zal pr oberen uit te voeren. Ik hoop dat het lukt. Ik ben ervan overtuigd. Op weg naar mijn werk kwam ik vanmorgen een oude dam e tegen. Als zij passeert zeg ik dat die blauwe jurk haar prachtig staat. Ze bedan kt mij en loopt verder. Ik blijf staan en realiseer mi j dat ze helem aal geen bla uwe jurk aan had. Ze had een broek en een jas aan. Ik draai me om, maar ze is al uit het zich t verdwenen. Op het werk had ik er verder geen tijd voor. Een collega van mij heeft een moeilijk geval binnengekregen. Hij wil alleen maar zeggen dat het om een jongedame g aat, die zeer aant rekkelijk is. Hij weet niet waar h ij haar moet plaatsen omdat er maar weinig plek is en omdat hij niet weet of de mensen waar zij bij geplaatst wil worden, haar wel in de buurt willen. Meer wil hij mij n iet vertellen , want we hebben een soort beroepsgeheim . Hij wilde het geval even laten r usten en z ou aan het einde van de dag een beslissing nemen. Dan is er waarschijnlijk weinig keus over en zal er n og maar één plaats voor h aar beschi kbaar zi jn. Het zou me niets verbazen als ze dan juist haar zin krijgt. Ik h ad vandaa g een geval dat niemand om zich heen wilde hebben. Ik heb hem in een verafgelegen gebied geplaatst, maar daar is hij niet helemaal alleen. Ik zal eens pleiten voor autarkische staten waar mensen in een echt isolement kunnen leven. Waarschijn lijk willen ze zoiets wel doen, maar zijn ze nooit op het idee gekomen. Aan de m an was verder niks vreemds, ik had alleen het idee dat h ij zich erg gesloten hield. Maar waarschijn lijk is hij dat voor iedereen en wil hij daarom alleen zijn. Ik ben nu al benieuwd wat de nacht brengt. De nacht brach t mij n iks da n sla ap. Ik begin te betwijfelen of ik wel tot iets in staa t ben. Misschien was het allemaal wel verbeelding. Gezien de zaken die ik tot nu toe geschr even heb, heb ik a an verbeeldin gskrach t geen enkel gebrek. Ik kan mij maar beter volledig op mijn werk storten . Als er echt iets is en ik het in mij heb, dan zal het er vanzelf wel uitkomen. De jongedame van mijn eerwaarde collega is inderdaad op de plek terecht gekomen waar ze zelf heen wilde. De andere plekken waren reeds bezet. Hij mocht het me eigenlijk niet vertellen, maar ze kwam vlak bij mij -77-
wonen. Dat kan heel goed, laatst is er nog een oude heer "gestorven". Omdat de ruimte beperkt aan het worden is, leven we in grote heuvels. Die zijn allemaal over het wegennet en de winkels heen gebouwd, aan de buitenkant zitten alleen woningen met uitzicht op allerlei velden en natuurlijke begroeiing. Doordat we hier twee manen hebben, waarvan de ene eigenlijk als zon fungeert, die maan weerkaatst bijna al het opvallende zonlicht, kunnen de heuvels aan alle kanten voorzien worden van woningen die van het licht kunnen genieten. Er bestaat geen onderscheid tussen woningen zonder of met zonlich t. Het is wel zo dat de m inder bedeelden, de mensen die een straf hebben, soms helemaal geen woning aan de buitenkant krijgen, maar zich moeten behelpen met een woning onder de grond, waar wel kunstma tig zonlicht is en ze zijn n u bezig met een spiegelsysteem echt zonlicht onder de grond te krijgen. Een heleboel van de ideeën hier zullen vanzelf op aarde worden ontdekt. Het zijn allemaal van die voor de ha nd liggende dingen, je moet er alleen opkomen en de techniek hebben. Dag 6774 Het wordt beloond, maar dit is pas het begin. Ik neem alles wat ik gezegd heb weer terug. Ik heb het wel in me, want ik heb vannach t weer het één en ander meegemaakt. In de eerste droom moest ik Bianca er gens m ee help en. Ze zat m et een p robleem va n lang geleden, maar ik kreeg niet te horen wat het probleem was. Daarna droomde ik dat ik midden in een klas werd geopereerd aan mijn hersenen. Ik wist dat het vijf dagen na mijn verjaa rdag was. (Dit is erg vreemd, want ik weet niet eens wan neer mijn verjaardag is, laat staan dat ik die dan zou vieren.) De laatste dr oom die ik had was een echte Sietsk e-droom. Een verwerkingsdroom. Het ging over die man die in een leeg gebied wilde wonen. Hij had te veel gezien en meegemaakt van de mensheid. Als kind had hij een zeer onrustig leven, om hem heen was alleen maar dood en ellende. Hij had in d e oorlog gevochten en onder het volk van de vijand de ware ontdekt. Hun samenzijn was maar enk ele dag en. E en pr oductieve nacht. Wat al mijn dromen betekenen weet ik niet altijd. Ik heb de nijging aan te nemen dat mijn eerste droom over mijn vader ging. Het is dan de operatie die hij in het begin van zijn leven h eeft gehad. Ma ar ik sn ap niet waarom ik over het ver leden van mijn vader zou drom en. Alleen omdat ik erover geschreven heb en een aantal dingen heb aangenomen en bedacht? Ik vind dat geen logica. Dat Bianca hulp nodig h eeft verbaasd me niks. Misschien mist ze Ed toch wel. En die laatste droom is erg makkelijk, dat was alleen omdat dat het interessantste geval was in de afgelopen dagen.
-78-
Toen ik vandaag naar mijn werk ging kwam ik een jongedame tegen. Ik raakte met haar in gesprek. Ze had een niet onaang enaam gezicht. Ze bleek vlak bij mij te wonen. Maar ik m oest naar mijn werk en had verder geen tijd om uit te vind en waar ze woonde. Nog net hebben we elkaar aan het einde van het gesprek aan elkaar voorgesteld. Ze heet Margaret. Bij het weglopen riep ze tot spoedig. Ik ben benieuwd wat dat betekend. Ze was ongeveer mijn leeft ijd, misschien iets jonger, want ik overschat vaak mensen, op die leeftijd zie je ni et zo makkeli jk een paar jaar meer of minder. Mijn collega heeft ontdekt wat er gebeurd is op de aarde. E r is een soort van overstroming geweest waardoor heel veel mensen zijn gestorven. Waar door de overst roming is veroorzaakt kon hij niet zeggen, maar ik denk dat er een meteoor op de aarde is neergekomen die een vloedgolf veroorzaakt heeft. Maar mijn dag werd pas echt goed gemaakt doordat ik de vrouw van de blauwe jurk tegen kwam. Ik heb h aar meegen omen om een hapje te eten en iets te drinken. Ook vandaag droeg ze geen jurk, laat staan een blauwe. Toen we elkaar hadden voorgesteld, ze heet Esmeralda, vertelde ze mij dat ze vroeger wel jurken droeg, ook blauwe. Maar dat deed ze allang niet meer. Ik bracht het gesprek op onze toevallige ontmoeting, waarbij ik h aar vooral vroeg uit te leggen waarom ze zo normaal had gereageerd. Ze wist dat ik haar die dag zou ontmoeten. Ze had al een voorgevoel dat ze binnenkort een wijs wor dende tegen zou komen. Meer wilde ze me niet vertellen, maar ze gaf me wel nog een paar tips. Ik moet vooral in mezelf geloven, da t scheelt al heel veel. Verder moet ik goed in de gaten houden dat er ook dingen zijn die je kan bedenken door logisch na te denken. Zoal s de man met zijn raket. Dat ik haar complimenteerde met h aar blau we jurk telt wel m ee, maar di e zon gebruinde man zou ik beter kunnen vergeten. Dat zal ik dan ook doen. Ik heb haar alleen over de man verteld. Mijn dromen hou ik nog even voor me. Ik weet niet zeker of ik haar kan vertrouwen. Ze is best aardi g, maar er schuilt toch iets materialistisch in haar. We hebben niet echt een afspraak gemaakt, maar we schijnen dezelfde route naar ons werk te nemen. Ik zal haar dus nog wel vaker zien. Dat de dag voorbij is betekend dat de nacht weer komt. Ik krijg steeds meer zin in slapen, want dan kan ik weer veel dromen . Ik weet alleen niet of dit goed is. Als je dingen te graag wil, gebeuren ze soms juist niet. Ik sliep erg onru stig. De eni ge droom die ik me kan herin neren i s meer een soort nachtmerrie. Ik droom over een oud, houten hui sje op een berg en over het leger. Even later zit ik in een luxe auto, ma ar voel mij niet thui s. Dan heb ik een wapen in mijn ha nd. Ik loop een groot kan toor binnen en schiet iedereen dood. Dan druk ik op een rode knop ergens in het kantoor, verscholen achter het bureau. Dan word ik wakker. Zoals altijd ligt Sietske -79-
rustig te slapen. Als ik naar het raam loop om wat frisse lucht te halen zie ik net ieman d weglopen. Ik ka n niet z eggen of het een man of een vrouw is geweest, maar mijn gevoel zegt een vrouw. Daarna ben ik weer gaan slapen, maar ik werd niet echt uitgerust wakker. Volgende nacht maar beter. Als ik dan nog niet lekker kan slapen zal ik het eens met Sietske bespreken. De rust is n og lang n iet terugg ekeerd, maar het is nu routinewerk geworden. Er zijn geen plaatsen meer bij andere m ensen, er worden nieuwe woningen gebouwd, hetgeen de plaatsin g een stuk ma kkelijker maakt. De mensen h ebben allemaa l hetzelfde leed gedeeld en hebben medelijd en met elkaar. Ik heb steeds het idee dat iemand mij achtervolgd. Toen ik plotselin g omkeek zag ik Margaret achter mij lopen. Ze zei hallo en gaf mij een kort compliment om de kleur van mijn ogen. Toen liep ze snel weg, zonder gedag te zeggen. Het gevoel van achtervolging was meteen weg. Volgens mij is Margaret een hele intr igerende vrouw. Ze borrelt volgens mij van de ideeën en informa tie. Misschien moet ik maar eens wat met haar gaan drinken. Vlak voordat ik in slaap val bedenk i k dat het misschien een goed idee is het eens met Bian ca over mijn dr omen te hebben. Misschien dat zij er meer wijs uit kan worden dan ik. Maar ik zal het eerst nog even zelf proberen, misschien komen de antwoorden wel in mijn dromen. Ik droomde, maar de term ik beleefde vind ik veel beter, want het lijkt allemaal zo echt. Ik had een wapen in mijn hand. Ik ben weer in een kantoor, de droom lijkt op de vorige. Ik schiet weer enkele mensen dood in mijn droom, maar het schijn t mij m akkelijker af te gaan. Het zijn voor mij stervende objecten. Toch doe ik het dwangmatig. Er is geen rode knop dit keer, maar ik draai wel een kr aan open, waardoor een gigan tisch stuwmeer leeg loopt. Als ik geweigerd had het allemaal te doen was een naaste van mij iets versch rikkelijks overk omen. Dit voel ik a an in mijn droom. Helemaal bezweet word ik wakker. Ik had weer een nachtmerrie. Ik zie nu helemaal niet m eer in waarom ik dit d room. Al s het geen logica in mijn eigen hoofd is, komt h et dan met een van iemand an ders, of is er toch meer in mijn hoofd da n ik z elf kan bevatten? Al het dromen g eeft mij alleen maar meer vragen en steeds m inder an twoorden. Va nna cht droomde ik ook over Margreet, zoals ik me haar voorstel. Erg concreet is de droom niet, maar wat Ed dacht was niet juist. Dat is het enige wat mij is bijgebleven. Nu ik van die nachtmerries heb vrees ik de nacht een beetje, maa r ik bli jf mijn dromen, zelfs mijn nachtmerries, wel boeiend vinden. Vanmiddag ben ik bij Bianca.
-80-
Eerst kwam ik Esmeralda tegen. Ze waarschuwde mij kort voor een fout die ik zal begaan, maar waar ik wel voordeel van heb. Vervolgens kwam ik Margaret tegen. We zijn wat gaan drinken en... het klikt. Maar zij heeft mij verleid. Ze probeerde me te kussen en ik liet het toe. Om te beginnen vertel ik even niks aan Sietske. Die laat mij toch altijd een beetje mijn eigen dingen doen, wij hebben onze eigen momenten waarin we echt samen zijn, onze levens overl appen elka ar soms en dan zijn we samen en houden we van elkaar, dan laten we dat blijken. Op het werk ben ik begonnen met het vormen van ideeën voor het oprichten van autarkische gebieden. Mijn collega vond het een goed idee, maar hij dacht niet dat ik slagen zou. Dat is voor m ij alleen m aar sti mulan s, want h ij heeft een hogere positie dan ik en als ik slaag kan ik misschien een hogere plaats krijgen, misschien wel hoger dan hij nu heeft. Ik denk dat er nog wel ruimte is om zulk soort dingen te m aken, hier op Quintus, maar hoe zou het er dan uit moeten zien? Ik kan me voorstellen dat het een soort capsules worden, waar in allerlei din gen groeien , maar er moet ook een watervoorziening zijn. Het mag n iet zo zijn dat er af en toe iemand langs moet komen om eten en drinken te brengen. Ik zal er wel nog even mee moeten wachten verder, want er echt mee aan het werk gaan kan nog even niet, het is nog redelijk druk. Ik had vannacht heel sterk het gevoel dat er iemand bij me was, maar ik denk dat dat kwam omdat ik zoveel aan Mar garet moet d enken. Ik weet echt niet hoe het nu verd er moet. Qua dromen was h et rustig. De enige droom die ik had, was wel niet logisch, maar was niet eng. Ik ben een man van middelbare leeftijd. Ik luister naar een verhaal dat een man in uniform verteld. Het is wel in mijn eigen taal, maar ik begr ijp er niks van. Hij geeft me wat spullen en zet me op de tr ein. Ik weet n iet eens waar de trein heen gaat. Als ik door de trein heenloop, opzoek naar de conducteur, om te vragen waar we heen gaan, blijk ik opeens zelf de conducteur te zijn. Ik trek aan de noodrem, waarom weet ik niet, maar de trein stopt niet. Ik word niet bang. Alle mensen blijven rustig zitten. Dan word ik wakker. De wekker ging vijf minuten later.
Vijftiende hoofdstuk Dromen heel dichtbij Dag 6815 Een einde en ik sch ik me er erg makkeli jk naar. Het kan dus ook anders. Ik ga naar mijn werk en zie Margaret voor mij lopen. Ik versnel mijn pas om haar in te ha len, ma ar ze is voor mi j de hoek al om. Al s ik ook de hoek omsla zie ik Margaret zoenen met René. Ik ben meteen naar mijn werk gelopen en heb het van me afgezet. Uiteindel ijk was het niet mijn bedoeling mijn relatie met Sietske op het spel te zett en, m aar het was ook niet mijn bedoeling de affaire zo snel af te ronden. Blijkbaar was het wel haar bedoeling. Ik vind het vooral zieli g voor Octa, ik h ad toch het idee dat René de ware voor haar was. Maar mi sschien heb ik het fout gehad. Ik kwam vlak voor de ingang van mijn werk Esmeralda ook nog tegen. Ze zei: ik had je toch gewaarschuwd. Ik heb me verder maar op het werk gestort, ik krijg geen steun voor de autarkische gebieden, maar mijn collega was zo aardi g om mij de tip d e te geven om onderzoek te doen naar de haalbaarheid. Ik zou handtekeningen kunnen verzamelen. Misschien is dat wel een goed idee, dan kan ik de a ffaire Marg aret even achter me laten li ggen en r ustig bedenken wat ik nu verder wil. Te n eer geslagen kom ik thuis. Sietske zegt dat ze met me wil praten. Ik vrees het ergste. Ik zal vertellen wat er allemaal gebeurde. Ze vroeg zich af of ik door had gehad dat zij aan het veranderen was. Nou nee, niet echt, want ik ben de afgelopen tijd vooral met mijzelf bezig geweest. Ze heeft niet te klagen, naar h aar eigen zeggen , maar komt een beetje in de dagelijkse sleur terecht, slapen, opstaan, werken, vrijen, slapen. Ze wil... een kind van mij. Ik weet niet of ik er wel voor ben, ik bedoel, ik wil best een kind met haar, maar ik weet niet of ik h et van mezelf wil. Ik kan ook net als Ed een kind bij het bureau halen. Ik h eb haar dan ook meteen de vr aag gesteld of ze het van m ij wilde of het bij het bureau wilde halen. Ik heb haar gezegd dat ik er even over moet nadenken. We hebben de volgende afspraak gemaakt. Ook als ik geen kind wil, zal ze niet minder van mij gaan houden. Ik ga eerst naar de afgelegen gebieden. Daar kan ik eens rustig na denken en mij misschien ook bezighouden met geestelijke zaken. Misschien dat ik daar nog interessante dingen tegenk om. Ik zal proberen zo snel mogelijk weg te gaan. Ik heb Sietske n og niks over Margaret verteld. Ik droomde vannacht een verband. Er was een verband tussen Margaret en Margreet. Beide namen bevatten de letters m, a, r, g, e en t. Toeval? In een
-81-
-82-
andere droom was ik heel erg klein geworden. Maar tot overmaat van ramp was ik ook nog eens onzichtbaar, zodat iedereen over mij heen en door mij heen liep. Het deed mij op een onverk laarbar e en vreemde ma nier den ken aan de droom over de mensen in de trein. Ik vrees dat ik met veel t e veel vragen weg ga, maa r missch ien dat i k op mijn toch t juist de an twoorden op mijn vragen vind. Ik ben er van overtuigd een hoop bijzondere men sen tegen te komen , het zijn meesta l wel de bijzondere mensen die apart will en wonen. Op het werk zullen ze wel n iet moeilijk d oen met mijn tijdelijke afwezigheid, het is immers voor een goed doel, ze willen ook wel weten wat er bij de mensen speelt, maar daar kunnen ze meestal zelf niet ach ter komen. Tijdens mijn voorbereidingen, de gebieden daar zijn toch iets minder goed uitgerust en ik wil wel nogal wat privé spullen mee, kwam ik Esmeralda weereens tegen. Ze had weini g tijd, ma ar waar schuwde mij wel dat het, als je een doos opent, vaak zo is dat da ar alleen maar meer dozen in zitten. Oftewel: een vraag beantwoord hebben leidt tot meer vragen. Vertel me iets dat ik n og niet weet... Maar goed, het is wel een waarschuwing voor wat mij te komen staat. Nou, ik heb alles geregeld, ik mag weg, krijg gewoon door betaald, want voor het gemak z ullen we mijn beloning maar even loon noemen, dus ik ga zo spoedig mogelijk vertrekken. Ik ga Bianca en Octa nog even gedag gezegd. Met hun h eb ik dezelfde afspraak gemaakt als met Sietske, dat ik geen contact met hun opneem totdat het echt zin heeft, tot ik iets ontdekt heb, iets bereikt heb, denk dat ik hu n nu toch echt moet spr eken. Voor h et geval er iets met mij gebeurt zal ik een codicil bij mij dragen, maar dat is dit eigenlijk al, hier staat alles ongeveer in, want ik denk, wat ik hoop, wat ik wil bereiken. Daarom is het ook van belang dat ik het goed bij hou, want anders is het voor hun niet meer te begrijpen a ls ze het vin den, en h et is ook handig voor mijzelf, hier in kan ik lezen wat er met mij gebeurt is, hoe het nu eigenlijk allemaal zo gekomen is. Kosten worden niet gespaard voor mij, maar toch heb ik besloten niet te veel te gebruiken. Daarom zal mijn reis ook wel een paar da gen duren . Dit doe ik bewust, i k wil niet opeens pats boem in een andere omgeving staan, ik wil rustig de verandering aanschouwen en ergens anders terecht komen. Ik wil iets zien dat ik tot n och toe n og niet gezi en heb.
ook nog auto's, weliswaar een stuk schoner, ze vervuilen niet meer, maar wel met echte motorgeluiden en verschillende modellen. Je kan het zo gek niet verzinnen of je kan het krijgen. Of het rijdt al rond. Ik heb het eerste deel van mijn route samen met Florin e afgelegd. Ze is ongeveer mijn leeftijd. Vanaf het begin klikte het al. Ik bedoel in positieve zin. Ik zal n iet nog een keer een buitenechtelijke affaire of relatie aangaan. Één keer is genoeg. Maar ze st opte voor me en ik sta pte in, we stelden ons wederzijds voor en gingen op weg. Het ging een h ele relaxte reis worden. We moeten deels dezelfde kant op. Ik heb haar kort verteld dat ik autar kische gebieden wil maken waar men voor zich zelf kan zorgen en echt niemand hoeft te ontmoeten. Ik ben niet van plan mij verder bloot te geven tegenover de mensen die ik zo ontmoet, voor je het weet willen ze iets van je en hebben ze iets om het mee gedaan te krijgen. Als ik iedereen over Margaret zou vertellen, hoeft er maar één bij te zijn die het Sietske gaat vertellen en ik ben nog niet jarig. Ik had mijn zegje gedaan en toen kwam haar zegje. We reden nog steeds in grote stukken tunnel, die onder de woningen doorgaan. Pas buiten het dichtst bewoonde gebied k omt de weg boven de grond en is er meer te zien. Ze hebben de wanden wel versierd hier in de tunnel, zodat je een beetje idee hebt of het n u dag is, of na cht, want de verlichting wordt aangepast aan die bui ten. Door n aar de wan den te kijken is zelfs te bepalen of de zon aan het onderga an of aan het opgaa n is.
Ik heb Sietske gedag gezegd en ben nu op weg. Ik ben zo blij dat ze mij goed begrijpt, da t ze snapt dat ik dit alleen moet doen, dat ik dit moet doen. Ik hoop alleen dat Margaret zich rustig houdt en René met rust laat. Maar daar hoef ik mij nu niet mee bezig te houden. Rust, daar gaat het mij een beetje om. Ik denk dat ik maar een beetje met mensen ga samen reizen. Omdat wij mensen altijd zo op onze auto gesteld waren , zijn h ier
Florine is net als ik op weg naar een afgelegen gebied, alleen ligt het hare iets minder ver dan die van mij. Ik wil echt ver weg. Ze wil alleen weg van de mensen waar tussen ze woonde, maar hoeft niet ech t alleen t e zijn, een beetje eenzaam vindt ze prima. Ze is weg gegaan omdat ze er niet meer wilde zijn. Ze is naar haar dood bij haar familie kom en wonen. Da ar h eeft ze geen problemen mee, haar famili e is haar familie, die van ha ar houdt en van wie zij houdt. Ze had geen vaste relaties tijden s haar aardse leven en ook op Quin tus had ze a llerlei losse relaties. Ze was ook bij een paar vriendinnen in de buurt komen wonen. Daar pa pte ze weer opnieuw mee aan, zoals vroeger. In het begin ging en ze goed met elkaa r om. Maar op den duur kwam Florine in een wat moeilijke periode. Haar opa was overleden, en ondanks het feit dat ze die wel weer zou zien , was het toch wel zwaar voor haar. De vriendsch ap met ha ar vrien dinnen kwam zo even op een laag pitje te staan. Toen het weer beter ging, wilde ze de vriendschap aansch erpen. Maar in plaats van dat ze complimenten kreeg omdat ze de moeite had genomen, kreeg ze verwijten dat ze niks aan de vriendschap had gedaan toen het minder met haar ging. Ze wisten toch dat ze het moeilijk had geh ad, waar om zijn ze toen niet naar h aar toe gekomen, waarom moest ze zelf na die m oeilijke periode h et contact weer aanscherpen? En zo, vertelde ze mij, kwam z e tot het in zicht da t ze alleen
-83-
-84-
maar gebruikt was, dat zij uiteindelijk degene was die iedere keer naar haar vri endinnen moest komen, dat die niet naar haar kwamen. Dat de hele vriendschap eigenlijk door haar in stand bleef. Toen heeft ze haar koffers gepakt, het aan haar moeder uitgelegd en is ze vertrokken. Bij zulk soort mensen wilde ze niet in de buurt wonen. Daarom was ze nu onderweg. We zijn nu even aan het rusten en ik kan tijd vinden dit te schrijven. Dat ze mij dit allemaal verteld getuigd ervan dat ze mij vertrouwd. Dat vind ik heel fijn, maa r ik weet niet zo goed wat ik met dat vertrouwen moet. Ik weet niet of ik haar wel vertrouw. Als ze tegen iedereen zo makkel ijk alles verteld en bijvoorbeeld ook verteld wat ik haar vertel, dan kan ik maar beter mijn mond een beetje houden. Aan de andere kant vind ik wel dat ik haar nu ook wat meer m oet vertellen, omdat zij di ngen h eeft verteld. Maar ik heb toch ook het r echt om mijn mond te houd en? Ik zal het er eens met haar over hebben. Misschien is d at een beter idee. En al s ik dan h et idee heb dat ze mij begrijpt en er iet s zinnigs over kan zeggen, dan kan ik haar meer vertellen en kan ze daar ook iets zinnigs over zeggen. We gaan weer verder. Het antwoord dat ik gevreesd heb, heb ik gekregen. Ze zegt dat ik zelf moet bedenken of ik haar dingen wil vertellen of niet. Maar ze reageerde niet geïrriteerd op mijn vraag, dat vind ik veel schelen. Anders ka n je het verder helemaal wel vergeten. Ik kan haar natuurlijk ook iets voor liegen, iets vertellen dat niet h elemaal waa r is. Dan vertel ik haar dat Marga ret eigenlijk de ware is, dat ik een wonin g voor haar en mij aan het zoeken ben en dat Sietske gewoon een vergissing is geweest die ik in het verleden begaan heb. Maar ik kan ook eerlijk zijn. Zeker gezien het feit dat we beiden niet naar een r elatie opzoek zi jn, hoef ik h aar n iet voor te liegen en mij beter voor te doen, dan ik eigenlijk ben. Maar ik wil natuurlijk wel iets zinnigs horen als reactie. Ik heb het volgen de gedaan. Ik ben ach ter het stuur gaan zitten en zij heeft het eerste deel gelezen van dit. Ik heb haar gevraagd ten alle ti jde vragen te stellen als ze iets wilde weten, of als iets niet duidelijk was. Een voorwaarde die ik stelde was wel dat ze alles zou lezen en ni et halverwege zou stoppen en dat ze een react ie zou geven. Ze vond het een goed verhaal, na het gelezen te hebben, maar we waren al uit de tunnels en zij was bijna op haar bestemming, althans, ze kwam bij de plaats waar ze zich wilde vestigen en waar volgens het bureau nog plaats was. Haar verblijf bleek niet moeilijk te vinden, het ligt erg dicht bij de weg. De hui zen wor den n iet in gedeeld naar de prijs die ze kosten en wat men kan betalen, maar naar prioriteit en hoogte van de toekomstige bewoner. Een persoon die heel braaf en goed geleefd heeft zal in een mooier, groter h uis terecht komen, da n de eerste de beste dictator. Tenzij -85-
die natuurl ijk iet s goeds voor het land gedaan heeft. Ze bood me nog aan de nacht bij haar door te brengen, al zou ze nog wel een paa r uur bezig zijn met inrichten. Hierdoor twijfelde ik er even aan of ze inderda ad geen relatie wilde, maar ik vertrouw haar. Ik heb haa r bedankt , maar heb het aanbod niet aangenomen. Ik ga door reizen. We hebben afgesproken dat ze mij een bericht stuurt met haar reactie op wat ze gelezen heeft. Dat lees ik dan als ik terug kom. 's Nachts reizen is toch heel wat anders dan overdag. De voorzien ingen worden steeds schaarser. Ik zie steeds minder verlichting, er zijn m inder plekken waar je alle energiebronnen kan halen en nog even en ik kan geen nieuwe energiebr on halen voor dit schrijfsel van mij. Het gaat overdag wel een stuk sneller, h et reizen, maar ik ben in één nach t heel veel mensen tegen gekomen. Ik k wam in een bus terecht, die tot het uiterste zou gaan. Tot het einde van de planeet, nou ja, tot zover de mensheid strekte. Hier is een soort niemandsland, er woont niemand, maar er zijn wel allemaal mensen die daar monumenten bezoeken. Er staat onder andere een monument ter nagedachtenis aan de revolutie van Olaf en Adolf. Er was een vrouw in het gezelschap die daar een nieuwe man wilde vinden, ze was er van overtuigd dat dat haar daar zou l ukken. E r was een man, d ie net een paar jaar in een bevolkt gebied had gewoond, maar nu weer huiswaarts keerde. Er waren ook allemaal dagjes mensen . Mensen die een da gje monumen ten ging en bezoeken en juist op weg waren , maar ook mensen die juist terug keerde van h et bezoeken van de bevolkte gebieden. Vele van de terugkerende waren erg onder invloed, waarvan zou ik niet weten, het kan van alles zijn geweest. Met de m an die n et een paar jaar in een bewoond gebied heeft gewoond heb ik even zitten praten. Het interessantste leek mij het waarom, waarom hij daar weg ging en weer terugkeer de. Hij vertelde dat h ij zich zo al leen voelde en dacht dat het misschien beter was als hij eens wat mensen om zich heen had. Maar het was hem erg tegen gevallen. Hij was niet instaat geweest contacten op te doen, door zijn jaren van eenzaamheid was hij dat verleerd. Misschien had hij het wel nooit geleerd. Wat voor hem ook een reden was om terug te keren, was dat het leek alsof er overal barrières waren waa r hij zi ch doorheen moest wer ken. Ik vert aalde het voor hem n aar het volgende: alsof er overal bla adjes lag en. Hij begr eep wat ik bedoelde. Ja, hij had het in zich, hij kon meer zien, maar ook meer voelen. Ik wild e niet van h em weten wat hij aan mij kon zien , ik wilde ook niet weten hoe hij het geleerd had, want ik wil het zelf ontdekken. Ik wilde alleen zijn en ben uit de bus gestapt en zit h ier nu. Rustig langs de weg. Rust . Slaap. Mijn oogleden zakken naar beneden en nu slaap ik al bijna...
-86-
Ik ben veel te laat wakker geworden, maar h et is allemaal niet zo erg. Omdat ik vannacht nog wat gereisd heb lig ik niet ech t acht er op mijn reisschema. Ik zal weer proberen met iemand mee te rijden. Ik kan me niet voorstellen dat ik mensen tegen kom die nog boeiender zi jn, maa r je weet het nooit. Vreemd genoeg heb ik niet eens over die mensen gedroomd. Ik heb wel gedroomd en dat was erg boeiend. In mijn droom zie ik Ed. Hij staat met zijn rug naar mij toe. Ik nader hem, maar hij draait zich maar n iet om. Als ik achter hem sta heeft hij mij nog niet gezien. Ik ga voor hem staan, maar i n eerste instantie draait hij zijn rug weer naar mij toe. Pas als ik hem vraa g wat er aan de hand is draai t hij zijn gezicht weer naar mij om. Maar hij ziet er absoluut niet meer zo uit als ik hem ken. Ik sch rik en probeer weg te lopen, m aar het wil niet lukken, dan wordt ik wakker. In een andere droom loop ik weg van een ruzie tussen Margaret en Bianca. Als ik wegloop stoppen ze m et de ruzie en komt Bianca achter m e aan. in mijn droom vraag ik mij af wat er met Ma rgaret gebeurd, maar al s het antwoord eraan komt, wordt ik wakker. Nu moet ik een auto regelen. Ik ben weer onderweg. Ik zit in een klein autootje, samen met een vrouw. Ze heet Elles en is tientallen jar en ouder dan ik. Ze is op weg naa r een oude vriend van haar, die ze heeft kunnen traceren. Ze hebben elkaar uit het oog verloren, maar ze dacht toevallig aan hem en besloot hem op te zoeken. Ik vertelde haar zo mijn bedoelingen en ze wenst me veel succes. We zitten nu een poos zwijgz aam i n de auto en ik vraag me af wat ze denkt. Ik zal een balletje opgooien. Ik heb haar gevraagd of ze in het lot gelooft. Daar ben ik zelf natuurl ijk een fervent aanhanger van, maar dat is niet iedereen. Ze gelooft wel dat de toekomst te voorspellen is, maar da t deze ook te wijzigen is. Ondanks haar nuchtere kijk op de wereld houdt ze zich wel met t oekomst voorspellen bezig. Ze legt kaart. Nou geloof ik daar zelf niet heel erg in, maar toch leuk dat ze zoiets kan en zich ervoor interesseer t. Haar voorspellingen waren soms erg goed, zei ze. Maar de laatste tijd wordt het steeds slechter, eigenlijk vanaf de dag dat ze op reis is. Ik denk dan dat dat komt doordat ze dan minder mensen om zich heen heeft, die haar kaart legging minder beïnvloeden en dus mindere voorspellingen veroorzaken. Ik heb haar aangeboden om een stuk te rijden , zodat ze m ijn verha al kon lezen , het eerste deel dan. Maar ze wil niet. Ze vertrouwt mijn rijkunst wel, maar wil het verhaal niet lezen, ze heeft geleerd zich van dat soort dingen te distantiëren. Nou dan niet. We hebben verder een gezellige reis gehad, maar zij kwam bij haar bestemm ing aan. Bij het afscheid kuste ze m e vol op de mond. Ben ik dan zo aantrekkelijk of is zij zo gek?
-87-
Zestiende hoofdstuk Vaders Dag 6878 Het doet pijn, maar i k realiseer mij nog ni et wat ik nou eig enlijk aa n het doen ben. Ik heb geen verwachtingen en geef mijzelf geen valse hoop. Ik ben aan mijn laatste stuk bezig, van mijn reis dan. Het schiet lekker op, ik zit in een snelle auto, naast Vincent. Hij is juist weer tien jaar jonger, in plaats van ouder zoals Elles. Een gesprek hebben we niet echt, dus heb ik rustig de tijd dit te doen. Ik maak alleen af en toe een opmerking over wat er te zien is, die hij dan kort maa r dank baar beant woord. Hij moet net even wat verder dan ik, hij gaat naar de monumenten toe, daar heeft hij een aanstelling gekregen als schoonmaker van de monumenten. Ik vind h et prima, ik hoop ondertussen toch ook mijn doel te bereiken. Op het laatste stuk van mijn route wonen een paar eenza men. Waa r precies weet niemand, maar ze zijn er wel. Ik zal 's zien of ik ze kan vinden, misschien hebben ze nog zinnige ideeën , waar ik wat aan heb, misschien willen ze me zelfs wel helpen, het zijn toch de urgentste gevall en. Vincen t heeft volgens mij nooit echt met mensen kunnen opschieten. Hij wil mi j niet vertellen waarom hij zo weinig praat. Maar ik heb wel een vermoeden, al liet hij niks blijken toen ik het hem vertelde. Ik denk dat hij direct naar de zwartheid van de mensen kan kijken. Hij zit alleen maar wat bedorven is. Althans, dat ziet hij als eerste, dat zorgt ervoor dat hij dicht gaat zitten. Vervolgens ziet hij wel een beetje de positieve din gen, maar ieder e keer schittert het zwarte er doorheen. Zodoende lijkt geen enkel mens voor hem veilig en zal h ij er dus geen g esprek mee begin nen. Da t maakt hem niet meteen een eenzamer, want ik kan me goed voorstellen dat hij opzoek is naar de onschuldige mens, iemand zonder zwart van binnen. Om die persoon te vinden moet hij zelf misschien helemaal wit zijn, onschuldig. Ik denk dat hij da t nu probeert te bereiken. Maar iedere keer dat hij faalt zal hij weer helemaal opnieuw moeten beginnen. We hebben nu een beetje een pr obleem, de auto is er mee opgehouden. Het kan nog wel even duren voordat er iemand langskomt en ik heb geen zin iemand te laten komen. Terwijl Vincent een blik in de motor werpt, ga ik de omgeving even bekijken. Het blijkt niks bijzonders te zijn, ergens ver weg is iets dat op een huisje lijkt, maar daar is ook alles mee gezegd. Ik loop wel weer terug naar de auto. Dan stel ik voor dat ik nog even een slaapje ga doen (en wat ga dr omen), terwijl hij de mot or bekijkt. Ik kom net aan lopen en weg is Vincent met de auto. De motor heeft hij blijkbaar -88-
weer aan de praat gekregen, maar hij heeft geen zin gehad om even op mij te wachten of met mij verder te rijden. M'n spullen heeft hij gelukkig eruit gehaald. Er zit niks an ders op, dan om naar dat verdomde h uisje te lopen en te hopen dat daar iemand is of dat ik er anderzijds kan verblijven en kan overleven. Natuurlijk kan ik ten alle tijden iemand laten komen om mij te komen redden, maar dat vind ik niet kunnen. Ik wil het zelf doen, zelf willen. Idealistisch, maar toch. Eerst ga ik nog heel even dat slaapje doen, het is toch nog vroeg.
mijn plan ver teld en hij is wel redelijk enthousiast. Hij heet Gerard. Qua leeftijd zou hij m ijn vader kun nen zijn. Hij wil mij h elpen om van mij af te zijn. Echt, dat zei hij. Want als er echt lege gebieden komen, dan kan hij daar alleen leven en zal hij niemand, ook mij niet, tegenkom en. We zull en morgen een plan maken, maar n u is hij erg moe en gaat hij slap en. Ik heb nog steeds het gevoel dat h ij heel erg gesl oten is voor mij. Nu hij aan het slapen is, is dat gevoel helemaal weg. Misschien moet ik ook maar gaan slapen, dan kunnen we wat van elkaar op pikken.
Nou, dat was een verfrissend slaapje, maar wel "heavy". Ik had dezelfde droom als bij mijn vorige slaapje, alleen was het dit keer veel en veel sterker. Die met Ed herhaalde zich gewoon, maar dan veel sterker. Die met Bianca zette zich voort en ik droomde dat ze mijn verhaal las. Ik moet nu toch wel richting dat huisje gaan lopen, anders schiet het allemaal niet op. Het landsch ap is hier erg heuvelig, ze hadden het best vlak mogen maken. Verder is het erg kaal, ik kan me niet voorstellen dat hier iets kan groeien, maar met klimaatbeheer sing is in een a fgesloten ruimte alles mogelijk, zo ongeveer. Als ik mijn droom over Ed analyseer zou dat betekenen dat Ed niet is wie hij zich voordoet te zijn en dat hij dat wil verbergen. Wie of wat is hij dan wel? Ik zou het echt niet weten, zou hij dan toch mijn biologische vader zijn? Als hij wel mijn vader is, dan is Ma rgreet z eker mijn moeder , nou, dat mag ik niet hopen voor Sietske, want dan komt er alleen maar meer nar igheid, en die is er nu toch al genoeg.
Hij probeert een ijzeren bol om mij heen te vormen, want hij heeft wat in mijn ogen h erken t. Hij wil wat voor mij verbergen , maa r nu ik zo op zijn lip zit, is het bijna onmogelijk voor hem. Daarom wilde hij mij in eerste instantie weg hebben. Ik kom er wel niet meteen achter, achter hetgeen dat hij voor mij verborgen wil houden, ma ar al s ik lan g genoeg bij hem blijf zal ik er wel achter komen. Misschien is het beter om open kaart te spelen. Ik zal hem mijn dee l vertellen . Ik zal h em mijn dr oom vertellen en vertellen wat ik denk, dat hij iets voor mij verborgen houdt. Tjonge, wat een succes om het één en ander t e vertellen. Hij ziet in da t het hopeloos is om het te verbergen. Zeker gez ien mijn geestelijke vorderingen zal alles veel te snel gaan voor hem. Daarom heeft hij mij een verhaal verteld. Een verhaal over zijn leven. Dat zal ik nu herhalen.
Ik droomde niks, maar als ik wakker word, wakker word gemaakt, staat daar een man. Hé, maar die ken ik! Het is de man die zo gesloten was toen ik hem een plek gaf in een verafg elegen gebied! Dat is wel heel interessant, want dan kan ik hem mijn verwerkingsdroom vertellen. Misschien was het wel helem aal geen ver werkingsdroom, maar een voorbode dat dit allemaal zou gebeuren. Hij heeft mij ook herkent. Hij wilde me eerste wegstur en, hij wilde mij helem aal ni et zien. Maar ik h eb hem ervan kunnen overtuigen dat dat onmogelijk is. Da arbij heb ik h em
Toen hij geboren werd was er juist een oorlog afgelopen. Dat was een hele grote en verschrikkelijke oorlog geweest, die aan heel veel mensen het leven had gekost. Maar alle mensen hadden weer vertrouwen in de toekomst gekregen en zodoende was onder andere Gerard geboren. Hij groeide op tussen de puinhopen die langzaam verdwenen en vervan gen werden door mod erne gebouwen. Er dreigde echter opnieuw een splitsing op te treden tussen de volken op de aarde. Er waren twee politieke systemen die intrek waren. De vader en moeder van Gerard waren aanhangers van een andere politieke stroming dan de meeste mensen in het land waar zij woonde. Daarom moesten ze verh uizen, altha ns, zo werd h et genoemd. De ouders gingen met de trein ergens heen, terwijl Gerar d met een stel vreemde men sen mee moest. Sa men met allemaal andere ki nderen kwam hij in een groot huis terecht. Ze deden alles tegelijk, maar van de meeste dingen begreep hij n iet waarom z e gedaan m oesten worden. Ze moesten een uur per dag in de zon (als die scheen) sla pen, ze moesten altijd om zes uur eten en iedere zondag gingen ze in een ander gebouw zitten, waar ze dan op hun kn ieën moesten bidden voor god, di e Gerard echter nog nooit gezien ha d, dus waarom deden ze dat dan. De andere kinder en begrepen niet wat hij bedoelde, het was voor hun vanzelfsprekend
-89-
-90-
Ik loop naar het hui sje toe en het eerst e dat mij opvalt is de eenvoud van het huisje. Er is niks, maar dan ook echt niks overbodigs aan. Het is eigenlijk een samenraapsel van 4 muren en een dak. Binnen vind ik een compleet ingeri chte woning. Ik zie all een niemand die erin woont. Er zijn ook geen sp oren van een bewoner te vinden, er zou een uur geleden n og iemand geweest kunnen zijn, maar de laatste keer dat er iemand was zou ook een jaar kunn en zijn . Ik vin d het n iet net jes om iemand an ders zi jn spullen te doorzoeken, dus ik blijf van alles af. Ik ben eigenlijk doodop, laat ik maar wat gaan slapen.
dat die god er was. Vanwege zijn rar e praatjes wer d hij gedwong en om ook op zaterdag naar dat andere gebouw te gaan, dat ook wel het huis van god werd genoemd, al had Gera rd er n ooit een bed zien st aan. T elkens weer moest hij het zogenaamde ware boek lezen, de bijbel. Maar hij zag het nut er niet van in, en begon zijn eigen ideeën te vormen. Langzamerhand begon hij volwassen te worden en moest het weeshuis verlaten. Daar hem geen toekomst was weggelegd, werd hij aan het werk gezet als simpele arbeider. Maar het werk kon hem niet boeien. Hij kwam wel iedere dag en werkte braaf, want anders kwamen ze hem halen, dat had hij van een collega gehoord. Ondertussen was hij er achter gekomen dat er meer men sen waren die andere ideeën hadden dan wat normaal werd geacht. Ergens in de stad waar hij zat, was in een vervuilde steeg een deur, waar hij een collega eens naar toe was gevolgd. Hij moest beloven er niks over te vertellen aan andere m ensen. Op de vraag waar om werd hem gezegd dat ze anders zouden sterven. Maar wat zou dat dan? Dood gaan was toch n iet erg, er was toch een hemel of zoiets, volgens dat boek, die bijbel? Toch hield hij zijn mond. De groep mensen die achter de deur zaten, geloofden niet in die god. Die geloofde in wat ander s. Ze dachten dat dood dood was. Daar was Gerard het niet mee eens, maar het was wel wat waarschijnlijker d an de hemel van die andere lui. De complexiteit van de mens, het zijn, het denken, het bestaan, dat deed toch allemaal vermoeden dat dood niet gewoon dood was. Ik herken tot nog toe heel veel van hem in mij. Via de mensen achter de deur werd voor hem geregeld dat hij naar de andere kant kon. Naar de andere partij. Het was onzin da t die partijen er war en. Als h et ene systeem echt beter was geweest wa ren die an dere m ensen toch vanzelf wel dood gegaan? Maar da t was niet gebeurd, ze z ouden weleens even goed kunnen zijn. Bij de andere partij ging hij met de massa mee vechten tegen de partij waar hij vanda an was gekomen . Alleen de m ensen ach ter de deur zouden gespaard blijven. Tijdens zijn strijd was hij bij de tegenstanders een vrouw tegen gekomen. Het was de ware. Dat kan je nooit met zekerheid zeggen, maar dat voelde h ij en dat voelde zij ook. Ze waren enkele weken bij elkaar, de tijd dat de partij van Gerard de plaats in handen had waar zij woonde. Toen ze weg moesten, de vijand kwam eraan, bleek ze zwanger te zijn van Gerar d. Hij beloofde haar weer te bezoeken als de tijd er r ijp voor was, als het weer veilig was, als het te doen was. Ma ar ze ver loren de strijd en moesten zich ver weg terugtrekken. Voor Gerard zat het er niet echt in dat hij het voor elkaar zou krijgen haar nog eens te zien. Zich hierbij neerleggend bekeerde hij zich en werd homoseksueel. Hij had de ware vrouw gevonden en kon alleen maar opzoek gaan naar de ware man. Z’n -91-
ouders waren allang vermoord, zijn vrouw onbereikbaar. Hij keerde terug naar waar hij geboren was en besloot de rest van zijn leven daar te slijten. Hij onderhi eld geen contacten met andere mensen, niet meer dan noodzakelijk. Hij sprak nauwelijks. Hij sloot zich af voor andere mensen. Hij probeerde een soort schil om zich heen te maken. Als hij niet bij andere mensen naar binn en kon kijken zou hi j zich ook afschermen. Hij blindeerde zijn huis, voor zag steeds meer in zijn eigen voor zienin gen. Het beetje geld dat hij kreeg vanwege zijn vechten was genoeg om te betalen wat hij nodig had en niet zelf kon maken. Zo sleet h ij zijn jaren . Toen kwam de overstroming en ging hij dood. Hij had er geen enkele moeite mee. Na zijn dood bleek er toch leven na de dood te zijn. Hij bevond zich i n zijn lichaam, het z ag er iets anders ui t en was beter uitgerust dan voorheen, gezonder, vit aler. Mi sschien wel jonger. Zo kwam hij bij mij terecht en werd geplaatst. Toen ik hem plaatste had hij niks gemerkt, hij hield zich g esloten, zoals altijd, maar merkte wel dat ik bij hem pr obeerde te komen. Hij sloot zich ext ra en zwaaide af naar één van de verafgelegen gebieden. Maar toen hij mij vandaag zag was hem wel wat opgevallen. Mijn ogen. Zijn dromen waren heel anders dan normaal. Ze hadden inhoud, er kwamen hem nieuwe ideeën boven, alles was opeens veel duidelijker voor hem. Totdat hij zich realiseerde waardoor dat kwam. Hij was open gegaan en had z ichzelf niet in een metalen kogel geplaatst. Er was iemand bij hem in de buurt die de sleutel tot zijn slot had. De enige die exact de juiste code had om bij hem te komen. Zijn zoon. Hier zit ik dan, met mijn biologische vader voor mij. Degene die er de oorzaak van is dat mijn basis i s zoals hij is. Niet degen e die mij gevormd heeft. Nee, dat heeft hij niet gedaa n. Maar de werking van mijn hersenen en de daarmee gepaard gaande vorming van mijn zijn en denken heb ik wel van h em. Ik heb hem meteen gevr aagd of hij ook weet wie mijn moeder is. Maar dat weet hij n iet. Hij heeft er n iet naar gezocht en is er ook zeker van haar niet te vinden. Ze moet in al die jaren heel erg veranderd zijn, als ze al dood is en zich op Quin tus bevind. Hopeloos dus. Nu is een deel van mijn dromen verklaard. Ed is n iet mijn ech te vader en het niet willen omdr aaien van hem komt door dat mijn echte vader zich gesloten wilde houden. Achteraf is het alti jd makkelijker om iets te verklaren.
-92-
Zeventiende hoofdstuk De reddende engel Wat een dag. Er is zo juist een auto voor komen rijden, in dit gebied waar normaal geen ene hon d komt. Er zijn op Quin tus wel dieren, maar dat zijn allemaal huisdier en. Aar dse wilde dieren komen hier niet voor. En wie kwam er uit die auto stappen, naast de chauffeur? Bian ca. Denk ik net even de rust gevonden te h ebben die ik nodig h eb om weer t ot mijz elf te komen en goed na te denken over dingen, worden er een hoop vragen bij mij opgeroepen en worden mijn ideeën verstoord door het vinden van mijn vader en komt tot overmaat van ramp Bianca ook nog l angs. Ik vind het echt niet erg haar tegen te komen, maar niet nu! Ik hoop dat ze een goede reden heeft, anders zet ik haar gewoon weer in de auto en gaat ze linea recta terug. Ik heb met Gerard afgesproken maar even niet te zeggen dat hij mijn vader is. Ze is hier naar toe gekomen omdat ze het niet meer uithield. Ze had de hele tijd het id ee dat ze bekeken werd, dat ze op straat achtervolgd werd. Ze had gewoon geen enkel privé moment en dat is haar op gaan breken. Ze heeft toen besloten te vertrekken en besloot naar mij opzoek te gaan. Dat is natuurlijk niet echt makkelijk, want de rustige gebieden, die slecht bewoonbaar zijn, zijn groter dan all e bewoonde en bewoonbare bij elkaar. De richting die ik opging wist ze wel. Gelukkig voor haar hadden een hoop mensen mij gezien. Met een signalement van mij is ze mijn route na gegaan. Ze heeft er wel de tijd voor genomen. Ze is bij Florine langs geweest. Daar heeft ze mijn verhaal gelezen. Ik denk dat dat haar eigen lijk heeft doen besluiten de tijd te nemen. Dan kon ze eens rustig nadenken of ik wel de persoon ben die zij denkt dat ik ben. Die ben ik namelijk niet. Tegenover haar gedraag ik me al heel anders dan tegenover Sietske. Soms lijkt het alsof ik ui t meerdere persoenen besta, die onder ling goed contact hebben. Ik denk dat het alleen maskers zijn, die ik op en af zet.
Dan kan de persoo n die erin woont zijn eigen voedsel maken. Het water moet hergebruikt worden, nadat het gereinigd is. Het systeem zou alleen energie nodig moeten hebben, verder moet het mogelijk zijn alles op een vaste waarde te houden. Gerard heeft al aangeboden om proefpersoon te zijn en een woning te testen , als ze gemaak t worden. Hij wil nog altijd alleen zijn, want ik mag dan wel zijn zoon zijn, hij is totaal niet op mij afgestemd, geestelijk misschien wel, maar we hebben allebei in een hele andere wereld geleefd. Als ik mijn echte moeder mocht vinden, moet ik naar hem toe komen, dat heeft hij mij gevraagd. En dat zal ik doen. Er is genoeg animo voor het project. Natuurlijk zijn het op zich niet zo heel veel mensen, als je het vergelijkt met de hoeveelheid in de bevolkte gebieden, maar het gaat toch om een paar miljoen. Ik heb natuu rlijk n iet bij iedereen een handtekening gehaald, dat zou onmogelijk zijn. Maar de steekproef die ik genomen heb is redelijk goed. Ik kan nu weer teru g. Mijn vader heb ik verder niet meer nodig. Ik weet alleen n og niet wat ik nu met de toestand thuis aan moet. Ik ben uitein delijk ook voor een deel hier gekomen om weer tot rust t e komen en om mijn gedachten te ordenen. Nu ik weet wie mijn vader is, kan ik altijd op zijn geestelijke steun rekenen. Ik kan natuurlijk Bianca in vertrouwen nemen en haar om raad vragen. Hm. Wat moet er trouwens met haar gebeuren? Misschien is het wel goed als zij een poosje hier blijft. Alhoewel ze eigenlijk een stadsmens is. Ik denk dat het goed is als we met z’n tweeën hier nog wat rond trekken. Dan gaan we eens na ar de monumen ten toe en rijden we vervolgens op ons gemak terug. Dan kunnen we allebei even tot rust komen en on ze gedachten ordenen.
Ik vraag me nu af hoe het verder moet. Ik begin nu eigenlijk ook wel geïnteresseerd te raken in mijn biologische moeder, maar zie geen manier om haar op te sporen . Ik moet hier wel mijn project afr onden. Dat Bianca gedurende die tijd bij mij is, moet geen probleem zijn. Ze kan me denk ik wel helpen bij het uitvoeren van mijn taak. Gerard heeft mij zijn hulp al toe gezegd. We zullen handtekeningen verzam elen en een wer kplan m aken voor het opzetten van auta rkische plaatsen . Volgens mij moeten het capsules worden, die overa l geplaatst kunnen worden. Door middel van zonne-energie moet er een leefbaar klimaat in de capsule gemaakt worden.
Zo gebeurt het nu. We zijn nu vlakbij de monumenten en gedragen ons als voorbarige toeristen. Iedere nacht pr obeer ik mi j op Bianca te concentr eren en het vervelende gevoel dat zij heeft weg te nemen. Ik krijg zo langzamerhand het idee dat ze last heeft van iets van vroeger. Ze heeft last van een persoon uit het verleden, die haar thuis achtervolgd en in de gaten houdt. Het hoe en waarom kan ik absoluut niet bevatten, daarvoor zou ik bij de persoon zelf moeten zijn. Meer kan ik ni et ontdekken . Maar het gevoel bij haar wegnemen gaat wel goed. Ze voelt zich steeds beter, naar eigen zeggen, en is steeds vrolijker. Dat is mooi, want dan kan ik mij ook op mijn eigen problemen ga an richten. Ik denk dat ik me maa r eens moet proberen te concentrer en op Margaret en h aar beweegreden en moet onderzoeken. Ik kan h et nu wel proberen , maar ik denk dat we te ver weg zijn. Ik zal het thuis wel proberen, maar daar zit ik ook weer met allemaal storingsbronnen. Verder heb ik Ed eigenlijk niet meer echt nodig, ik krijg zo langzamer hand toch al le ant woorden op m ijn vra gen. Ik ken n u mijn
-93-
-94-
echte vader, wiens ideeën ik volgens mij heb meegekregen bij onze ontmoeting en bij mijn on tstaan . Ik wist ze alleen nog n iet te gebruiken, ik wist ze niet te vin den. Verd er moet dat kind er maa r van komen. We moeten het dan wel opvoeden, maar het is misschien wel leerzaam, dan zien Sietske en ik elkaar ook eens van een andere kant. We moeten nu even het revolutiemonument bezoeken. We zijn nu weer onderweg na ar hui s. Ik heb Sietske alvast gemeld dat we eraan komen. Ik voel me stukken beter dan toen ik weg ging. Met Bianca heb ik afgesproken dat als het gevoel ter ugkomt, ze m e dat z o snel mogelijk zegt, maar er niet vandoor gaat zoals de vorige keer. Ik hoop dat het een poosje duurt. Ik heb haar uiteindelijk wel even verteld dat Gerard mijn vader is. Dan weet ze dat tenminste. Ze heeft me aangeraden het niet aan Sietsk e te vert ellen . Als i k dat zou doen , zo vertelde z e me, dan zou het beeld dat Sietske van mij heeft te veel veran deren. Ik zal het een beetje uit mijn hoofd zetten. Sietske zal dan misschien een beetje klagen dat ik haar zo weinig vertel van mijn tocht, maar dat komt allemaal wel weer goed als het kind er een maal is.
vragen waarom Margaret het deed en wat gebeurde er? Ik viel langzaam in slaap en zag de naam Margaret prachtig omvormen, naar Margr eet. Hoe heb ik in Gerard's naam zo dom kunnen zijn dat ik dat niet eerd er heb door gehad. Ik denk dat de leeftijd het meeste h eeft meegespeeld. Ze is veel jonger dan ze eigenlijk zou zijn als ze n iet verjongd was. Blijkbaar is het mogelijk mensen te verjongen. Niemand uit mijn omgeving heeft dat ooit gedaan en van de mensen die van de aarde komen kan ik het al helemaal niet zeggen, ik ben daar immers nooit bewust geweest. Alles begint nu voor mij op zijn plaats te vallen. Maar waar Esmeralda mij voor gewaar schuwd heeft gebeurt. Ik h eb nu een vraa g beantwoord gekr egen en blijf alleen maar met meer vragen over. Het grote waarom.
Ik zit weer thuis en heb net Bianca gesproken. Het gevoel is terug. Ik heb besloten Bianca te achtervolgen. Ik hoop dan ook haar achtervolger te zien. Sietske is nu al zwanger , bij thuiskomst was ze blijkbaar net vruch tbaar, enfin, over negen maanden zijn we met z’n drieën. Als het probleem Bianca is opgelost hoop ik echt even rust te hebben en mij te kunnen voorbereiden op het vaderschap. Ik heb Bianca a chtervolgd en heb ook al haar achtervolger te pakken. Of beter, achtervolgster. Het is Marga ret. Ik stond bij de woning van Bianca en zag Margaret aan de ene kant van de straat een man zoenen. Vervolgens stak ze de straat over en kuste aan de andere kant een andere man. René zal ze wel verlaten hebben. Ik h eb niks over scheidin g van Octa en hem gehoord, dus hij zal het wel verzwegen hebben, of opgebiecht hebben en dan heeft zij het hem kwijtgescholden. Soms vind ik h aar toch niet zo heel erg slim. Vervolgens ging Bianca haar huis uit. Margaret liet de man meteen voor wat hi j was en liep in dez elfde rich ting als Bianca. Toen Bianca ergens ander s naar binn en ging en ui t het zicht verdwenen was, ging Margaret op een bankje zitten. Ze deed ha ar ogen di cht en h et leek alsof ze inslaap viel. Ik ben wat verderop ook op een bankje gaan zitten, uit haar zicht, en ben me gaan concentreren op Margar et. Ik kreeg h et idee dat ze helemaal niet sliep, ze was juist klaar wakker en dacht aan Bianca. Toen voelde ik dat ik beet had. Het was Margaret die het gevoel bij Bianca veroorzaakte. Maar daar was de zaak niet mee afgedaan. Ik begon mij af te -95-
-96-
Achttiende hoofdstuk The big fight - dat de sterkste moge winnen Ik weet nu even niet hoe het verder moet. Ik heb Bianca vast gewaar schuwd dat het Margreet is. Volgens mij is h et het beste als ze voor het moment naar Gerard toe gaat. Daar is ze in ieder geval veilig. Dan neem ik Margr eet onderh anden. Niet dat ik weet hoe ik haar moet aanpakken, maar een gesprek moet mogelijk zijn. Ik weet alleen niet of en hoe ik Sietske alles moet vertellen. Ik wil haar niet kwijt, maar ik wil ook niet dat zij de dupe van dit geheel wordt. Als ik zie wat Margreet bij Bianca heeft kunnen doen... Ik denk dat zij maar een even naar Florine moet. Die zal haar wel op kunnen vangen. Kan ze meteen mijn verhaal lezen en het met Florine bespreken. Of ze wil of niet. Het is belangrijk dat ik alles goed noteer, dan kan ik later , als ik n ogmaals zoiets moet ondernemen, het beter aanpakken. Want ik heb het gevoel dat dit niet de laatste keer is. Er komt nog een groter gevecht.
vertonen. Aan de ene kant dacht ze omdat "we toch vrienden zijn". Andere redenen waren het afwezig zijn van Sietske, en omdat ik nog van haar hield. Nou, dat laatste absoluut niet. Dus toen heb ik haar maar gevraagd waarom ze na een da g met René stond te zoenen. Na het stell en van deze vraag kwam ze naar me toe en begon me een beetje te strelen. Ik duwde haar van me af. Toen kwam ze los. "Ik h eb jou gedumpt, omda t je toch meer van Sietske houdt dan van mij, anders was je wel bij haar weggegaan vanwege mij. Ik hou niet van mann en die er an dere vrouwen op na houden." Toen kon ik m e ook niet meer inhouden. "Waarom is Gertjan bij je weggegaan?" "Omdat ik hem gewaarschuwd heb dat hij meer van me moest gaan houden, als hij niet wilde dat de geschi edenis zich herha alde! Daarom." Hier viel ze door de mand. Dit kon alleen maar Margreet zijn, zo hypocriet, zo egoïstisch, zo... Margreet. Maar ik had nog een paar doelen die ik moest bereiken . Ik wilde weten waarom ze Bianca achterna zat en ik moest zorgen dat ze ermee ophield.
Ik ben heel rustig begonn en. Ik heb h aar binn en gelaten, we zijn gaan eten, we spraken wat over koetjes en kalfjes, het eten smaakte. Toen vroeg ik, niet per on geluk; "Mar greet, wil je n og wat dr inken?" Va n het ene op het andere moment vertrok haar gezicht. Ik zeg nog sorry om de oververhitting iets terug te dringen. Dan wordt ze weer heel kalm en gemakkelijk. "Mijn naam is Marga ret, ma ar nu je h et zegt, dat lijkt inder daad wel wat op Margreet." Maar dat was pas de eerste pion die naar voren werd gezet . Er waren nog geen stukken gevallen. Ik vroeg haar of ze enig idee had, waarom ik haar te eten had gevraagd. Hier begon ze al enige scheuren te
"Waar om ben je Bianca lastig gaan vallen?" "Om dat, jij gore, vieze, smeerlap, ik wraak moest nemen op Ed en Bianca. Door haar heb ik nooit meer met hem kunnen praten , zij heeft mij in zo'n kwaad daglicht gesteld. Ik wilde gewoon een vriendschap van Ed, ik wilde hem laten zien dat ik niet anders k an doen da n ik doe, dat ik zo gemaa kt ben, dat ik... da t ik er niks aan kan doen da t ik som s helemaal GEK wordt van mezelf en dan te veel kracht heb. Dat er bij mij een constan te strijd h eerst tussen verschillende personen d ie met hun wapens mij kapot maken en mijn leven tot een hel ma ken. En als ik dan probeer het z ooitje te redden, dan doen ze opeens poeslief, alsof er niks aan de hand is en kan ik weer heel even gewoon verder leven. Niemand begrijpt mij echt, het is allemaal maar opper vlakkig en kort. De hele wereld is tegen mij en a ls ik wraak ben ik tegen alle m ensen . En vooral tegen die.. die. . Ed en Bianca, die h ebben mijn leven zo ontiegelijk vergald! Ik zou het liefste hun ogen uitsteken. Gertjan heeft tenminste een vriendschappelijke relatie met mij uitgehouden, waardoor ik die per iode van mijn leven n og ben door gekomen. Daarna is er even rust gewe est in mijn hoofd, maar toen ik eenmaal in een andere omgeving kwam, werd het erger. Alleen door middel van wat drugs kon ik rustiger worden, maar daar werd ik zo'n zombie van da t ik dat ook maar heb opgegeven. Als ik dan eindelijk dood ga wordt er nog een partijtje moeilijk gedaan bij mijn plaatsin g. Ik kom uitein delijk wel waar ik wil zijn , bij de mensen waar ik wraak op wil nemen, maar moet verjongt worden. Nou, vooruit dan maar. In eerste instantie lijkt mijn plan te slagen , ik sla jou aa n de haa k, maar je trapt n iet hard genoeg in de val om er doorheen te vallen . Dan ziet Bian ca kans te ontsnappen. Jij bent er ook ni et meer en ik zie geen ka ns mijn prakti jken
-97-
-98-
Bianca en Sietske zijn onder zeil en ik heb een afspra ak gemaak t met Margreet. Ik heb nog ma ar wel Margar et tegen haar gezegd. Ze komt bij mij eten. Ik h eb wel een paar voorbereidingen getroffen. Ik heb een lang gesprek gevoerd met Esmeralda. Ze betreurde het, dat ik, zo vredelievend gezind, deze strijd moest voeren. Maar ze zag wel in dat het niet anders kon. Als ik heel erg in de problemen kom, weet ik hoe ik haar kan bereiken. Ze vindt dat ik het al leen moet doen, maar in geval van nood wil ze wel helpen. Mijn leven za l er niet van afhangen, maar mijn bestaan wel. Dit maakt mij bang. Ze heeft gezegd dat ik op mijzelf moet vertrouwen. Ze denkt dat ik het wel kan winnen, niet met gemak, m aar h et is wel mogelijk. Al mijn dierbare zijn tenminste veilig. Octa en René zijn er weliswaar nog, maa r die kun nen geen schade onder vinden. Ze hebben zich immers door de affaire Margreet-René gesla gen. Ik ka n verder n iks meer doen. Ik moet afwachten en za l mijn best doen als de tijd daar is.
op een doel te botvieren. Gelukkig keert iedereen weer terug en kan ik verder, blijkt meneer Otto hiervoor mij nogal wat geleerd te hebben tijdens zijn afwezigheid. Zoveel, dat hij mijn geheim kan ontdekken en ik hem nu alles sta te vertellen, het maakt n u toch niet meer uit. Ik hoop dat je door hebt dat deze woning voor één van ons te klein is geworden. En wat mij betreft voor jou." Op dit punt begon het gevaarlijk te worden. Ik heb even op het punt gestaan Esmeral da er bij te ha len, maar dat zou niet tot een blijvende oplossing leiden. Terwijl zij haar mondelinge pleidooi hield om haar doen en laten te verantwoorden, ze blijkt inderdaad zo geflipt te zijn als ik dacht dat ze was, probeerde ze mij geestelijk aan te vallen. Ze liet mij all erlei folteringen ondergaan, maar mijn zelfverdedigin g was snel opgezet. Een grote bol om haar heen gaf mi j wat rust. Al leen brak de bol telkens en kwam ze er weer uitzetten. Toen heb ik gedaan wat ik nooi t meer wens te doen, tenzij ik echt niet anders kan. Ik heb haar met mijn geest molecuul voor molecuul zitten afbreken, atoom voor atoom. Totdat ik alleen maar allemaal kleine deeltjes had. Die heb ik toen allemaal geneutraliseerd. Het was net als een droom, wat normaal onmogelijk lijkt was opeens vanzelfsprekend. Ik kon bijna niet meer z ien, zo sterk werden mijn andere zintuigen uitgeschakeld. Ik zie haar net in elkaar storten. Als een zuigeling ligt ze op de vloer. Ze smeekt me om haar te doden. Ik geef h aar een m es in handen. Ze snijdt haar polsen door en sterft. Ik ben daarna flauw gevallen en het laatste wat ik mij kan herinneren is dat ik een onzichtbare wolk een rondje voel maken door de kamer, langs mijn hoofd. Dan verdwijnt de wolk door de muren de ruimte in. Ik ben weg.
taak staat te wach ten. En dat is Ed waa rschuwen voor Ma rgreet, Margar et of welke andere naam ze dan ook aanneemt. Ik heb me op Ed geconcentreerd en het noodsignaal uitgezonden, dat waarschuwt voor de persoon die Ed op aarde als Margreet gekend heeft. Mocht hij h aar tegenkomen, dan moet hij al h et mogelijke con tact mijden en het liefst ergens a nders h een gaan . Maar misschien zijn daa r de hemel en hel wel beter gescheiden. Margreet is dan wel zo geboren, zo gestoord, maar dat maakt haar daden niet opeens g oed. Daarom zal ze op een m anier moeten bran den. Maar dat is verder niet aan mij. T ot ooit, voor het moment zit het erop. Ik heb Esmeralda bedankt voor haar hulp en gezegd dat ik de komende tijd even rust neem, geestelijk. Ze zei dat ze n iet heel erg lang meer hier zou zijn, er lagen haar ergens anders taken te wachten. Maar ze zal altijd voor mij klaar staan. Ze is, nu ik dit noteer, net overleden. Wat ze tegen mij zei, waren haar laatste woorden.
Als ik wakker word is Esmeralda bij me. Ze voelde dat ik wel wat hulp kon gebruiken en dat mijn taak geklaard was. Er is iemand van Quintus gekomen, die heeft het lijk meegenomen. Het zal vernietigd worden. Ik word verder niet gestr aft, want h et is over duidelijk dat ze z ichzelf heeft gedood. Ik ben dood op. Het heeft blijkbaar allemaal heel veel energie gekost. Ik heb nog net de puf gehad om Sietske en Bianca te spreken, ze komen terug. Ik had Florine ook nog even aa n de lijn. Ze wilde n og een reactie sturen op mijn verha al, maa r wilde het eerst her lezen. Ze was h et echter kwijt geraak t. Zodoende heeft Si etske het ook niet gelezen. Ik besluit nu dat het maar even zo moet blijven. We krijgen over niet al te lange tijd een kind. Daarom is het goed mij maar even af te sluiten van bepaalde dingen. Dit is dan ook het laatste da t ik schr ijf. Later, over een jaar, zal ik hier weer in beginnen, als ik het nodig vind, als ik het nodig heb. Tot die tijd moet h et maar bezi nken. Ik vrees alleen dat er mi j nog één
-99-
-100-
Negentiende hoofdstuk Kinderen, hinderen Het is een poos geleden dat ik hier voor het laatst geschreven heb. Ik schri jf zelf dat het misschien een jaar zou duren, maar het is toch wat langer geworden. Twee jaar. In die jaren is er heel veel gebeurd, plezierige en onplezierige dingen. Bianca is overleden, heen gegaan, hoe je het wil noemen. Ons kind is geboren, we hebben hem Niels genoemd. Het is een... apart kind. Maar dat is niet de reden dat ik weer begonnen ben met dit. Dat heeft een andere reden. Maar ik vermoed, waarom weet ik nog niet, dat dit verband houdt met Niels. Mijn nachtmerries zijn terug. Ik dach t dat ik, zeker na het krijgen van een kind, verlost was van al die geestelijke dingen. Maar ik begon weer te dromen, ondanks mijn pogingen om zeer moe te gaan slapen. Ze dringen zich aan me op. Als ik ne t wakker ben is alles goed, maar al s ik met m ijn benen uit bed stap, komen ze weer terug. Gebroken word ik dan verder wakker, als de verschrikkingen weer terugkeren in mijn gedachten. Het begon heel zachtzinnig. In een droom komt Ed op me af, het li jkt een beetje angstaanjagend, maar het komt allemaal weer in orde. We gaan zomaar, ergens in de ruimte, tussen de sterren, planeten , kometen en stofwolken zitten. Hij heeft me wat te vertellen. Wat weet ik niet, natuurlijk weet ik h et niet, da arom moet hij het mij juist vertellen. Ik begin me af te vragen of het een droom is of één of andere werkelijkheid. Dan heeft Ed opeens haast. Hij neemt afscheid van me en zegt dat hij nog terug zal komen. Morgen of zoiets. Ik word wakker en kijk eens om me heen. Alles lijkt nor maal. Ik val weer in slaa p en word de volgend e morgen gewoon wakker. De volgende nacht herhaalt de droom zich. Nu komt Ed echter met wat hij wil ver tellen. Hij z egt dat ik een bijzondere zoon heb gekregen. Bijzonder, omdat er iets mee mis is. Er is maar één juiste manier om toch met mijn zoon in contact te komen. Dan volgt er een cryptische aanwijzing. "Zoek contact z oals ik dat met jou heb gedaan. " Misschien niet zo moeilijk als je wakker bent, maar als je aan het dr omen bent en je geest eigenlijk met wat anders bezig is, laat het logisch denken je soms een beetje in de steek.
verder ook goed. Eigenlijk is er niks mis met hem. Hij is alleen een beetje te stil. Zo stil, dat hij nu nog niks heeft gezegd. Na twee jaar leven n og geen woord. Ik vreesde dat hij achterlijk was. We probeerde daar achter te komen door te kijken hoe hij met z'n speelgoed speelt. Maar dat wijst er niet op dat hij dom is. Toen zijn mijn nach tmerries weer terug gek omen. Weer was ik aan het moorden onder dwang, weer moest ik op knoppen drukken en kranen opendraaien. Ten einde r aad heb ik dit er weer bij gepak t en ben weer begonnen met schrijven, na alles gelezen te hebben. Ik herinner me nu weer hoe het was. Voora l de verschrikking van het gevecht met Margreet. Maar ik zie nu ook hele and ere dingen in hetgeen ik geschreven heb. Ik zie dat de dromen die ik had meer voorspellende elementen bevatten dan ik toen gedacht had. De droom dat ik een munt van Margreet kr ijg en deze een gat in mijn h and boort, gaf du idelijk de pijn aan die ze m ij zou doen en de strijd gaf het ook aan. Dan natuurlijk de dromen over mijn vader die mijn vader niet is, de dromen over Gerard die in een oorlog vecht, h et zijn allemaal signalen die ik had moeten zien aankomen. Daarom vermoed ik ook dat het een goed idee is om werkelijk contact op te zoeken, geestelijk , met mijn, met onze zoon Niels. Ik kan me nu weer bedenken hoe het moet, hoe ik dat zou kunnen, maar ik ben er niet van overtuigd dat het werkt. Zijn kinderen niet te weinig ontwikkeld om dat te kun nen? Of is het juist de omgekeerde wereld, zijn kind eren nog zo bij de natuur dat ze het juist wel kunnen? Dit doet m e denken aan iets dat Gerar d of Esmeralda heeft gezegd. Ik moet in mezelf geloven. Het lijkt alsof er qua nachtmerries weer rust is gekomen. Maar ik slaap nog steeds niet lekker . Ik heb me er bij neergelegd en richt m e voor het slapen gaan op Niels, met a ls doel met hem in contact te komen. Misschien dat hij ook droomt en ik wat van hem kan opvangen. De dagen gaan voorbij.
Toen was het even rustig. Ik droomde niet meer. Maar ik ben wel op het kind gaan let ten. On ze Niels is een stille baby. Na de bevalling een kleine schreeuw om z'n longen in werking te stellen. Verder alleen een hui lbuitje toen hij zich heel hard stootte aan de tafel. Hij gr oeit voorspoedig. Hij eet
Na dagen van slecht slapen, heb ik nu een s heerlijk geslapen. Maar ik heb wel gedroomd. Dat vind i k erg vr eemd, ik dacht dat ik niet goed sli ep door dat dromen. Vroeger ha d ik er echt er ook geen last van . Nu goed, mijn droom was heerlijk. Ik was in een luchtkasteel. Ik kon er echt alles doen, als kind zou je er uren in kunnen spelen. Ik zie dat er buiten allemaal mensen zijn. Ik probeer ze te roepen , wat mij betreft kunnen ze binnen komen, straks val len ze nog door de wolken naa r beneden. Maar ze h oren me niet. Dan probeer ik de poort te laten zakken, maar ook dat lukt niet. Ik leg me er bij neer en mijn dr oom is over. Ik zou bijna ga an denk en dat h ier wel iets van Niels inzit. Het is niet echt logisch dat ik opeens aan luchtkastelen ga denken, eerder dat een kind dat doet.
-101-
-102-
Ik snap er ni ks meer van, ik heb weer gedroomd en word toch fris wakker. Het lijkt wel alsof er iets aangezet moest worden, waar van de motor eerst veel vervuilt om op temperatuur te komen en dan minder gaat vervuilen. Was de motor maar uit gebleven. In mijn droom zat ik weer in het luchtkasteel. De mensen zijn weg, op een vrouw na. Ze ziet niet de kans om door de poort te gaan, maar ik kan wel met haar spreken. Ze wil dat ik de poort voor haar open, maar ik z ou niet weten h oe. Als ik aan haar vraag hoe ik de poort open krijg zegt ze dat ik niet de poort moet willen openen, maar haar naar binnen moet laten brengen door een knecht. Ik word hier nog niet echt veel wijzer van, maar aangezien deze droom een vervolg op de vorige was, hoop ik dat het zich nog verder voortzet. En ja hoor, ik heb het volgende deel in mijn schoot geworpen gekregen. Dit keer werd er meer op de vrouw ingezoomd. Het is een prachtige dame, al zie ik haar onder mijn ogen verouderen, waarbij haar sch oonheid enigszins van buiten naar binnen keert. Toch zie ik de schoonheid in haar ogen, dezelfde schoonheid als die... in mijn eigen ogen. Was Esmera lda er maar nog, dan kon ik haar vragen hoe het in elkaar zit. Maar zij is er niet meer. Ik vraag me af of het echt Niels is die in mijn dromen zit. Ik kan natuurlijk een experiment doen. Ik kan hem ergens anders te slapen leggen, niet bij ons op de kamer. Ik kan hem ook straffen zonder reden. Dat betekend niet dat ik hem echt moet slaan, gewoon niets aar digs z eggen, of hem niet iets lekkers te eten geven, zou moeten volstaan. Ik zie alleen niet in hoe ik dat moet doen zonder dat Sietske het opmerkt. Het experimen t is zinloos om uit te voeren, hoe ik het ook doe. Ik weet genoeg. Ik droomde vannacht wederom over het luchtkasteel. Ik bevond mij in de kelder . Ik werd er gem arteld. Het deed geen pijn, maar i k zag het bloed uit de wonden strom en. Badend in het zweet ben ik wak ker geworden. Ik heb Niels uit zijn wieg geh aald en ben met hem in een andere kamer gaan zitten, hij bij mij op schoot. Zo ben ik in slaap gevallen. Ik droomde weer, maar het luchtkasteel was een wooncapsule geworden, van het soort waar Gerard in woont. Niels is er ook en is naargeestig opzoek naar iets, ik weet uiteraard niet wat. Ik roep Niels om bij mij te komen. Hij komt niet, maar uit zijn h oofd komt een witte damp, die zich door zijn neus en mond een weg naar buiten begeeft. De damp komt in mijn mond en of ik wil of niet, ik adem het i n. Als ik dan wakker word, kijkt Niels mij met zijn ogen volledig open aan. Niels, onze autist.
Ik loop naar de slaapkamer en leg Niels in zijn wieg. Ik kus Si etske op haar wang en loop naar de uitgang. Het is nog erg vroeg, er zijn weinig mensen. Ik weet eigenlijk niet wat ik doe, maar mijn benen brengen mij ergens heen, ze lopen eerst de ene kant op, bedenken zich dan en lopen dan de andere kant op. Alleen als i k mij heel sterk concentreer en h et heel graag wil, lukt het mij om stil te staan. Maar dan verlies ik weer de controle. Ik loop een heel eind, eerst loop ik hard, later langzamer, tot ik bijna niet meer kan. Het begin t al bijna middag t e worden, ik heb honger en dorst gekregen. Mijn benen zetten h et op een lopen, maar vla k voor een drink en eetgelegenheid weet ik ze stop te zetten. Heb ik dan werkelijk geen controle meer over mijn benen ? Genoeg om de belangr ijkste ding en te kunnen doen. Het maakt mij verder niet uit, ik vind het veel te interessant om te stoppen. I k denk totaal niet a an Sietske, die nu allang verbaasd wakker is geworden en mij nergens kan vinden. Ze heeft zich er toen voor het moment bij neergelegd, niet weten de dat het m eer dan een dag zou duren voor ik terugkeerde. Na wat energie opgedaan te hebben zag ik dat h et zo niet verder kon. Ik begon te begrijpen dat er een doel was dat ik moest bereiken. Maar als maar lopen is niet besteed aan m ij. Ik besluit een vervoermiddel te nemen dat wel iets sneller gaat, maar niet zo snel dat ik niet bij tijds kan stoppen. Of gestopt kan worden, want ik heb er geen controle meer over. Ik ga verder met de intra, een openbaar vervoermiddel op Quintus. De intra is eigenlijk gema akt voor verplaatsing van de ene woning naar de andere, als de afstand niet meer te lopen is. Maar er werd besloten de intra's onbemand een vaste route te laten afleggen, waarbij verschillende stations worden aangedaan. Ik liep na ar het d ichtstbijzijnde stat ion, en toevallig stond er een intra klaar . Ik wilde instappen, maar m ijn benen weigerde iedere dienst. De intra reed weg. Toen kwam er een andere aan. Die ging juist richti ng thu is. Mijn ben en gaven mee, ik stapte in , en wonderbaarli jk genoeg leek het wel alsof ik weer de contr ole had. Was het dan nu afgelopen?
Dag 6901 Ik had het ondertussen kunnen weten. Sommi ge dingen gebeuren ni et zomaar, het is fijn dat het zo mooi gebeurd, precies op deze dag.
Nee, even verderop stapte ik uit, nam een dwarsverbinding en begon mij te verwijderen van de bewoonde gebieden. Het leek erop dat mijn doel één van de verlaten gebieden was. Ik besloot da n ook niet verd er per intra te gaan, maar gewoon te liften en zo mij te verplaatsen. De bus waar ik enkele jaren daarvoor in had gezeten, op weg naar uiteindelijk mijn vader, reed nog steeds. Naar de afgelegen gebieden is naar de afgelegen gebieden. Weg was ik, met de bus mee, naar de monumenten. Een baby in de bus trok mijn aandacht. Ik liep ernaartoe en het kind ontwaakte uit haar slaap. Heel rustig keek ze om zich heen, tot mijn ogen de hare kruiste. De blik
-103-
-104-
was begrip vol, lief, gevuld met medelijden. Het leek alsof ze alles van mijn situatie begreep, terwijl ik die zelf nog niet eens door had. Alsof het natuur lijk was voor haar. Zonder geluid te maken vroeg ik aan haar of ze het kon uitleggen. Maa r ik ha d het laa tste woord nog niet gezegd of mijn benen liepen naar de andere kant van de bus en weigerde alle dienst. Blijkbaar probeerde ik iets te ontdekken dat ik niet mocht weten.
natuurlijk erg nieuwsgierig naar h aar verhaal over mij, over mijn jonge jaren op aarde, voordat ik stierf. Ik bedacht me gelijk ook dat ik Gerard moest waarschuwen, maar zag geen mogelijkheid om dat te doen. Er was daar niks, n iks om mee te communiceren . Autar kisch is h eel erg ver doorgevoerd, maar dat was dan ook de eis wa araan h et moest voldoen om te slagen.
Bij de eerste stop stapte ik uit. Ik was al een week onderweg. Uit voorzorg had ik maar vast wat voedsel ingeslagen , toen ik per ongeluk, of juist expres, in de gelegenheid was dat te doen. Het was maar goed ook, want na nog wat verder gereisd te hebben per intra, moest ik weer lopen. Mijn benen begonnen te wennen aan de eisen die gesteld werden, maar hard ging het niet. Ik li ep en liep en liep, soms recht , soms in een boog. Dan bleek er later een te hoge berg te zijn , waar voor ik wa s uitg eweken. Ik begon de hoop op te geven, dit zou mijn einde worden. Maar daar stond het, een autarkische woning. Ik liep er omheen, maar zag geen ingang. Stom! Ik was totaal vergeten dat die krengen geen ingang hadden, er was alleen een noodknop om er in te komen of er uit te komen als het echt nodig was. Ik had bijna niks bij me en was niet instaat een signaal naar binnen te sturen. M'n benen gaven mij de m ogelijkheid om even te gaan li ggen. De sla ap sloeg toe, maar wat mi jn benen deden was opzet. In mijn droom kwam Niels voor. Hij was al veel ouder, liep dwars door de muur van een woning door, om daar een vrouw te ontmoeten. Ik schrik wakker, nu moet het gebeuren. Ik druk de noodknop in, di e ik uiteindelijk toch heb kunnen vinden, ergens op het da k. Mijn benen hadden mij daarheen gebracht. Ik ga door het net gemaakte gat en zie daa r, voor het eerst in m ijn leven, een vrouw met dezelfde ogen a ls mijn eig en, die er hetzelfde uitziet als de vrouw in mijn droom. Het i s mij gelu kt om mijn biologische moeder te vinden. Mij? Nee, het is Niels gelukt. Op h et moment dat ik mijn moeder vind is hi j gestorven. De gedeel telijk ver ontwikkelde geest, van de verder slecht ontwikkelde geest van Ni els, h eeft mij hier n aar toe gestuurd. Dat was de witte damp, die ik inademde, dat was een deel van hem, of anders de programmering die mij de juiste kant op zou brengen. Hij bereide mij al voor in mijn dromen, door aan te g even dat hij het was en wat hij wilde. Hij heeft zijn leven gegeven voor mij. Maar waarom? Moet ik het antwoord bij mijn moeder zoeken? Nadat ik van de schrok was bekomen, mijn moeder zag al meteen dat ik het was, moest ik eerst verzorgd worden. Mijn echte moeder is zo ingesteld dat eerst de belangrijke dingen moeten, eerst leven, dan pas praten. Ik was -105-
-106-
Twintigste hoofdstuk Moeders Eenmaal bijgekomen van mijn zoektocht, kon ik mijn verhaal doen. Ik vertelde haar niet echt wat er gebeurd was, ik vertelde Nel, zo heet ze, dat ik bij toeval deze kant op was gelopen, verdwaald was en toen de woning had gevonden. Ze geloofde het wel. Het interesseer de haar niet eens h eel erg, dat ik haar had gevonden vond ze al prachtig. Ik drong aan mij haar verhaal te vertellen. Maar ze wilde eerst allemaal dingen van mij weten, hoe ik geleefd had, wat er met mij gebeurd was, mijn levensverhaal. Ik heb haar redelijk veel verteld, maar steeds alles dat geestelijk was, weggelaten. Ik heb er soms iets anders van gemaakt, soms heb ik het gewoon niet verteld. De ruzie met Margreet is gewoon een ruz ie geworden met woorden. Ze was niet verbaasd te horen dat Gerar d ook in een alleenwoning woonde. Maar ze liet doorschemeren teleurgesteld te zijn in hem. Ze had gehoopt dat hij wel naar haar opzoek ging. Ik begrijp niet waarom ze dan wel in zo'n woning is gaan zitten, dan kan ze toch nooit gevonden worden? Alleen als je Otto h eet is het dan mogelijk om iemand op te sporen. Ik was door mijn verhaal heen, zodat nu toch echt de beurt aan haa r was. Ik heb haar gevraagd om te beginnen nadat Gerard is weggegaan. Nadat hij was vertrokken werd de stad weer bezet door haar partij. De rust keerde terug en ik werd geboren. Maar er was geen vader. De omgeving van Nel was niet tolerant. Ze dwongen h aar te vertellen wie de vader was, maar ze weigerde. Het kind werd haar ontnomen en door een stel geestelijke ritueel vermoord. Hier ontbrak alle logica. Waarom zou een stel geesteli jke een kind vermoorden als de vader van een ander e politieke stroming is, hetgeen niks met geloof te maken heeft? Ik vroeg haar wat daarmee aan de hand was. Ik werd mee terug genomen naar haar jeugd. Nel was in een n et gezin opgevoed, vader, moeder, broer en zij. Na haar school ging ze studeren. Daarna kreeg ze een succesvolle baan, in een ander land. Vanwege de beperkte communicatiemiddelen daar, was het contact met de familie erg weinig. Onbewust was er een leegte in haar bestaan. T oen er een nieuw geloof in het la nd op gan g kwam, niet veel ander s dan het Christendom, werd ze geïnteresseerd. De ideeën van het n ieuwe gel oof waren erg n obel. In eerste instantie wilde het geloof een vorm van democratie brengen, (nog) meer d an voorheen . Het doel was een beter bestaan voor iedereen, een einde aan honger en dorst. Een einde aan een groot verschil tussen arm en rijk, beter, een ein de aan ar m en rijk. Nel werd een act ief lid en hi elp bij h et opzet ten van voedselprogramm a's, het -107-
werkelijk verbeteren van de situatie. Maar de veranderingen gingen verder. Er kwam een partij, gelijk aan h et geloof, die de verkiez ingen , of hoe je het wil noemen, wonnen. Alle andere partijen werden uitgesch akeld, of er nu vrijheid moest zijn of niet. Nel zag dit allemaal nog niet zo, maar kwam steeds dichter bij de leidster van het geheel. Het geloof overheerste bij de leidster en bij de hoogste kringen van de regering en het geloof. Er was een dagelijks ritueel van naakt wassen in water uit een warme bron, dat door iedereen gedaan werd. Later bleek dat het in de wat lagere kringen er niet zo zachtzinnig aan toe ging. De mannelijke hofhouding vergreep zich aan verkrachtin gen, terwijl de vrouwen zich verweerde door de mannen te verdrinken. Maar in de kring en van Nel ging alles er zeer liefelijk aan toe en schemerde niet door hoe het regime, want zo was het ondertussen wel noemen, het volk steeds meer onder druk te. Door de oorlog werden de onderdrukkers uitgeschakeld. Het hele systeem stortte voor het moment in elkaar. De harde kern, waar Nel zich in bevond, ha d zich opgesplitst om een zo'n groot mogelijke overlevingskans te hebben. Toen was Nel weer enigszins normaal geworden. De hele beweging om haar heen was er niet meer en ze zag eindelijk welke verschrikkingen er door het regime war en aangedaan. Ze besloot zich verder te verzetten tegen het hele systeem. Toen ik was geboren zag ze net de kans te kunnen vluchten, m aar de pri js die ze ervoor moest betalen was mijn dood. Na haar vlucht h eeft ze zich aangesloten bij de la nge r ij van mensen die een beter heenkomen zochten aan de andere kant van de wereld. Ze sloot zich aan en kwam tussen het gewone volk terecht, in het gewone leven. Ze trouwde een man, die schijnbaar veel om haar gaf, maar na vier ki nderen en een huwelijk van meer dan twintig jaar er de brui aan gaf en haar verliet. De kinderen hadden hun eigen leven gekregen. Er was geen nut meer om te leven, de ware kon ze waarschijnlijk toch niet meer vinden, ze had het vermoeden dat hij al dood was. Ze besloot haar leven te nemen, maar niet door een simpele zelfmoord. Er moest is voor gedaa n worden, haar leven nemen moest zin hebben. Ze heeft zich t oen laten besmetten met een ongeneeslijke ziekte, zoda t het leven van andere m ensen gered kon worden, als ze het goede medicijn hadden gevonden. Na een paar jaar van succesvol onderzoek was haar tijd gekomen . Ze stierf. Daarna kwam ze op Quintus terecht, kwam in een woning te zitten en werd niet veel later verplaatst, uit eigen wens, naar een woning die volledig alleen was en zelfonderhoudend. Ze had jaren lang in rust geleefd, tot ik dan op een dag door het dak kwam zett en. De rust voorbij, maar wel -108-
eindelijk haar zoon gevonden. En wat voor een zoon! Da arbij had ze ook nog Gerard terug gekregen. Ik heb wat eten meegenomen en heb ervoor gezorgd dat hij eraan kwam en dat ze een gezamenlijke woning kregen. Daarna heb ik Sietske gesproken en haar gezegd dat met mij alles goed is. Waarna ik van ha ar te horen kreeg dat Ni els overleden was. Ik ben geli jk weggegaan, mijn doel bereikt hebbende, a l weet ik niet of dat het samenbren gen van mijn biologisch e ouders was, of het vinden van mijn biologische moeder. Sietske heeft het er heel moeilijk mee. Het is onmogelijk alles aan haar uit te leggen, ze zal en ka n het n iet begrijpen , daarvoor is ze niet gesch ikt. Ze is zeker de ware voor mij, maar ik heb dingen in mij zitten die ik zelf moet oplossen, die ik zelf moet doen. Zonder een Esmeralda of Gerard, helemaal alleen. Niels heeft mij wel nog kunn en helpen , maar heeft het met de dood moeten bekopen. Hij heeft alleen op één moment mij geremd, toen ik het meisje, de baby, in de bus zag. Als ik met haar in "gesprek" was gekomen, had ik kunnen ontdekken wat er met Niels te gebeuren stond, maar had ik Nel nooit kunnen vinden. Niels heeft toen ingegrepen, waarvoor ik hem achteraf natuurlijk dankbaar ben, maar waa rdoor ik hem nu niks kan vragen.
verder dromen, als ik dan weer allemaal van die vervelende dingen m oest meemaken dan hoeft het van mij niet. Maar ik werd niet wakker, het lukte niet. Ik ben langzaam weer in slaap gevallen, terwijl de bijl maar doorhakt e. De rest van de nacht heb ik heerlijk geslapen. Pijn wordt n iet onthouden, het is iets dat je vergeet. Ik wist dan ook alleen maar dat het pijn gedaan had, was het niet lichamelijk dan wel geestelijk vanwege h et idee dat het pijn gedaan h ad. Maar het heeft zi ch geen enk ele keer herhaald, verder droom ik niet. Ik zou er een voorbode in kunnen zien. Iets gaat mij pijn doen en ik kan me er niet tegen verz etten. Ik moet de pijn doorstaan, maar voel de pijn niet echt. Dat ik weer langzaam in slaap val kan een teken zijn dat ik dan sterf. Maar dat is dan maar goed ook. Als ik toch pijn heb wil ik liever sterven dan nog meer pijn lijden. Ik zal het wel zien, maar als Sietske dit leest weet ze tenminste dat ik euthanasie wil, dat ik wil sterven als mijn lijden ondraaglijk is en er geen vooruitgang inzit.
De gebeurtenissen van de afgelopen tijd hebben mij erg moe gemaakt. Ik heb opeens het idee gek regen dat ik oud begi n te wor den. Sietsk e is ook niet meer zo jong. We hebben besloten maar niet nog een baby te proberen. Als we dat echt willen doen we dat op een volgende planeet wel. We hebben alle tijd. Maar daar wil ik het dan wel anders aanpakken. Ik ben nu met pensioen, ik h oef niet meer te werk en voor het plaatsingsbureau. Daarom heb ik nu all e tijd om hier het één en a nder mee te doen. Ik probeer h et allemaal op orde te bren gen, zodat, als ik sterf, Sietske het kan lezen en begrijpen. Op het gebied van dromen is het er g rustig, ik kom dan ook veel minder mensen tegen dan voorheen. Ik zie wel wat vrienden en familie, maar dat is allemaal niet di epzinn ig. Het is ni et vervelend om te doen , soms is het ook wel leuk, maar het is niet zo dat ik weg ga bij Octa en het idee heb dat ik veel nieuwe inzichten heb gekregen. De enige inzichten die ik kan krijgen moet ik uit mijzelf halen, door te schrijven, te lezen en te herlezen. Wat mij er meteen aan doet denken dat ik wel nog een droom heb gehad laatst. Ik droomde dat ik in bed lag, dat ik aan het slapen was en dat er in mijn slaap een bijl boven mijn hoofd slingerde. De bijl kwam steeds lager, maar ik werd niet wakker. Vervolgens begon de bijl mij door midden te snijden, te hakken . Ik had er genoeg van en wilde deze nachtmer rie niet -109-
-110-
Eenentwintigste hoofdstuk Killing the end? Hallo, ik zal mij even voorstellen, al weet ik bij god niet aan wie, want wie leest dit na mij? Ik ben Sietske en heb dit gevonden tussen de spullen van mijn man/ vriend/ partn er/ geliefde/ minnaar Otto. Ik ben niet meteen in zijn spullen gaan snuffelen, maar nu het zolang duurt z ie ik er wel de noodzaak van in, misschien dat ik iets kan vinden dat hem kan redden, want ik zit niet echt op zijn sterven te wachten , wat m ij betreft mag hij n og wel even blijven. Maar misschien kan ik beter eerst vertellen wat er gebeurt is, voordat ik een hele uiteenzetting doe over de reden waarom ik dit ben gaan lezen en wat ik verder van plan ben er mee te doen. Sinds Otto niet meer hoeft te werken h eeft hij eerst een tijdlan g telkens op zijn werkka mer gezeten , wat blijkbaa r tot dit geleid heeft. Vervolgens is hij opzoek gegaan naar een leuke hobby, die hem een beetje van de straat hield en fit. Een vrouw heeft zo haar eisen, niet waar? Nou, hi j zoeken en uitein delijk heeft ie het gevonden. Autoraces. Maar dan niet zomaar, maar zelf de auto bouwen, voor zover mogelijk en zich vervolgens bezig houden met een lekker aards spelletje. In eerste instantie snapte hij er geen houd van, maar na een tijdje kwam hij wel op gang, gaan de weg leert men, en begon zelfs prijzen te winnen. Ik moedigde hem aan, riep wel eens dat hij aan z'n veiligheid moest denken, maar wist ook dat hij in die auto veiliger was dan ik op de weg zonder . Je bent som s toch een beetje moeder over je man. Zo nu en dan kwam ik weleens kijken, m aar h et kan mij eigen lijk niet boeien, ik vind het een echt mannenspel. Vrouwen hebben andere dingen die ze bezighouden, al rijden er wel vrouwen mee en die doen h et absoluut niet slecht. Op een dag had hij weereens een race, maar ik ging niet kijken. Ik bracht mijn tijd rusti g door met an dere ding en, hielp wat met vrijwilligerswerk, en nam de r ust die ik kon nemen n u ik alleen was. 's Avonds was men eer nog niet thuis, maar daar wen je aan. Ik weet dat hij niet meer vreemd zal gaan, zeker nu i k dit gelezen heb, daa r hoe fde ik mij dus geen zorgen over te maken. Na een race wil hij ook weleens de neiging hebben het erg uitbundig te vieren, waardoor hij erg laat terugkeert. Maar de volgende dag was er niets van hem in onze woni ng. Ik keek nog eens goed ron d en begon even te vrezen dat we weer een gevalletje Niels/Nel aan onze broek hadden, maar i k kwam op het intelligente idee om eerst eens even conta ct op te nemen met de racebaan. Misschien dat ze daar meer wisten. En ja hoor, meneer had de race gewonnen, was dat gaan vieren en was in zijn -111-
feestvreugde vergeten mij te waarschuwen. Vervolgens was hij richting huis gaan lopen en hij was nog maar een paar meter op weg, of een voertuig, wat voor was niet te zien, het heeft nog weleens n eiging don ker te zijn als het nacht is, ri jdt tegen hem op. Vervolgens rijdt het voertuig weer door, zonder ook maar een moment te stoppen om te kijken wat er met de voetganger aan de hand is. Z'n collega's hebben hem vervolgens naar een ziekenhuis gebracht, waar hij een natuurlijke dood kan sterven. Mensen weer gezond maken is uit den boze hier en misschien zel fs onmogelijk, maar dat weet ik niet, met dat soort dingen hou ik m ij niet bezig, dat doen ander e mensen wel voor mij. Pas toen ik de racebaan belde werd er daar gerealiseerd dat er een vrouw thuis zat te wachten op haar man. Mannen ook altijd, ze vieren te veel feest om uiteindelijk de belan grijke din gen in het leven te vergeten. Ik ben meteen naar het zieken huis gegaan, maar Otto was nog bewusteloos. Er is nu een week voorbij en het begint nu op een coma te lijken. Hij krijgt voeding via een buisje, ma ar al zijn organ en function eren nog prima. Het lijkt voornamelijk op een erg diepe slaap. Nou, omdat het zolang duurde, en een coma soms het einde is, ben ik maar begonnen dit te lezen en noteer wat ik meemaak en denk, zodat iemand die dit na mij leest het verhaal kan completeren, want ik vertel ook hoe het met Otto gaat. Ik vind de diepe slaap van zijn droom wel erg veel op het coma lijken, en als ik dan verder zijn droom geloof gaat hij binnenkort dood. Ondanks het feit dat ik volgens hem niet instaat ben alles te geloven (hoe durft hij!), en ik misschien niet geschikt ben om mijn dromen te onthouden en al die andere gekke dingen te doen die hij denkt te kunnen, is het volgens mij wel te leren. Hij heeft het ook geleer d, dus waarom ik n iet. I k zal dan ook proberen mijn dromen te onthouden en als hulpmiddel zal ik er maar voor zorgen dat ik midden in de nach t wakker word, want missch ien dat i k wel juist op dat moment droom. Nou ja, wat zal ik zeggen. Met meneer is er verder n iks aan de hand, hij ligt maar een beetje en anders niet. Er is geen voor of achteruitgang, wat de kansen dat hij sterft ni et laat toe of afnem en. Met de dr omen schiet het niet erg op, ik werd wel wakker vannacht, maar echt een droom onthouden was er niet bij. Ik had wel het idee dat er iets was geweest waarover ik gedroomd had, maar dat is het dan ook wel. Het is nog steeds wennen dat er geen man naast me ligt, dat Otto er niet is. Maar hij komt n og weer teug. Ik spendeer de da g met hem bezoeken en wat and ere bezigheden . Alleen ga ik steeds slechter slapen, het missen begint me een beetje op te breken. Ik word alleen maar met meer slaap wakker dan ik ging slapen. Daar om doe ik 's midda gs ook slaapjes, die me dan net weer even dat -112-
beetje energie geven. Maar toen ik vandaag bij Otto was, was ik zo moe, dat ik in slaap viel waar h ij bij lag. En wa t er toen gebeurde was zo bijzonder , ik had nog nooit zoiets meegemaakt. Ik droomde, maar het was niet een flauw kinder-droompje, nee, het was allemaal net echt. Ik droomde over Otto, of eigenlijk, ik vond h et meer rea liteit, het leek alsof Otto kans had gezien bij mij te komen in mijn slaap en mij vervolgens te laten dromen. Door wat ik hierin gelezen heb, ben ik wel nogal wat wijzer geworden op dat gebied. Ik kan het me ook goed voorstellen, want hij doet de hele dag geen ene donder en heeft dus meer dan genoeg energie. Ik wist dat ik geen geheimen voor hem had en dat kwam hem van pas. Dat ik dit alles gelez en had, wist hi j. Zodoen de kon hij me dingen vertellen en ze hierop t erugkoppelen . Hij slaapt geen enkel moment van de dag, of juist wel en droomt alleen maar. Hoe dan ook, hij heeft weer hetzelfde tafereel gehad als de droom met zijn vader. Hij zit de hele tijd ergen s tussen de ster ren en planeten en af en toe komt z ijn vader daar ook. Maar of zijn vader er nu wel of n iet is, er wordt een soort van video geprojecteerd, die het leven van Ed lijkt weer te geven. Het begint althans met een geboorte van een kind dat even later wordt geopereerd, dat klopt wel met wat er gebeurt is. Hij vertelde dat hij zijn einde voelde naderen, ondanks dat ik zoiet s had van : dat zeg je n iet, de doktoren zeggen toch ook wat anders? Nou dan. Maar hij vroeg mij alles op te schri jven dat ik van hem kreeg te “horen” en dat doe ik dus nu . Het bezoekuur was voorbij, dus ik moest weer weg. Ik heb nu bedacht dat ik misschien bij hem mag overnachten. Ik slaap toch al beroerd, dus als dat helpt heb ik een goede reden. Ver der kan ik dan m isschien meer van hem “horen”, zodat ik weer meer kan opschrijven. We zullen wel weer zien. En gezien heb ik, het mag! Ik kom zo snel mogelijk naast hem te liggen. Ik zal weer beter slapen en voor hem alles kunn en opschri jven, zodat hij het kan lezen als hij uit zijn coma is en alles vergeten is. Of misschien is hij alleen z'n geheugen kwijt, en als ik hem dan dit laat lezen, dan komt zijn geheugen weer terug. Enfin, zover is het helaas nog niet, maar die tijd komt er wel aan.
wel weer een beeld van de onbedwingbare lusten van de man. Het is natuurlijk ook weer een link naar de ruzie tussen Margreet en Otto. Ach, die ene zoen... Ik heb het hem al vergeven, al die keren dat ik een man gezoend heb... Maar alleen als ze heel erg aandrongen en ik zelf ook wel wilde. Dat zijn maar klein e foutjes. Vervolgens klopt het verh aal weer prima, ik heb geen fouten kunnen constateren. Toen ik uit gedroomd was, was de vader van Ed net gestorven en was Valerie weer terug gekeerd naar Finland. Deze nacht is het oorspronkelijke verhaal gaan r ommelen. E d lag in een coma, vanwege zijn hersenkwab die ooit eens is verwijderd, waar Otto ook eens over gedroomd heeft. Hij was toen in een hoofd en kwam in een lege ruimte waar eerst wat gezeten had. Nou goed, toen zat hij vast geestelijk in het hoofd van Ed, maar iets te structureel. Vervolgens kwam hij ook in het leger, maar dan begint h et echt te rom melen. Hij ging helem aal ni et ieder weekend naar huis, h ij werd gedwongen om hard te trainen, maar daar stond wel tegenover dat hij veel erkenning kreeg. Men vond hem erg goed. En toen mocht hij ook naar de cursus voor sluipschutter. Maar hij werd niet naar een andere plek gebracht, nee, hij kreeg werkelijk de opleiding. Alleen daar ging het fout. Helaas was dat het einde van het dromen, ik zie niet in hoe ik anders met hem in contact moet komen dan als ik droom. Ik kan het niet controleren, hoe ik graag ik ook zou willen. Vannacht was er even crisis, ik sliep nog niet en plotseling stopt zijn hart ermee. Althans, zo lijkt het, dat gaf de apparatuur aan. Er mag dan niet ingegr epen worden, dus was het afwachten geblazen . Een paa r seconden later deed z'n hart het weer. Ik ben verder de hele nacht opgebleven, want na dit gebeuren kon ik echt niet meer slapen. Daarom kan ik verder niet een droom opschrijven, kan ik niet vertellen wat er met Ed verder gebeurt. Ik hoop niet da t dit de tekenen zijn dat het nu echt gebeurt is, dat zou ik niet aan kun nen. E en ander e keer liever, op een andere plaats. Dan zal ik er toe in staat zijn, dan mag het gebeuren, maar nu moet hij blijven leven! Ik val nu echt om van de slaap.
Ik heb vannacht zowaar gedroomd en heerlijk geslapen in het bijzijn van mijn Otto. Hij liet mij er varen wat hij geprojecteerd h ad gezien. De baby groeide verder op, kwam op school, sprak in een vreemde taal met iemand anders. Tot dusver klopt alles precies met wat hij geschreven heeft. Het is dan ook zijn vader, a lthan s, zoals hij hem ziet . De afwijkingen beginnen pas te komen als Ed werkelijk met Margreet naa r bed is geweest , terwijl hij wat met Bianca h ad. Ik vin d dat ni et zo belangr ijk, maar het geeft toch
Hij heeft mij verteld dat het niet zo heel erg was, iemand kwam per ongeluk in zijn hoofd terecht en h aalde de kn op om. Wie weet hij niet. Het levensverhaal van Ed ging weer verder. Hij kreeg dus de opleid ing tot schutter. Toen hij daarmee klaar was, werd hij naar een bijzonder gebouw gebracht. Hij kreeg daar een soort drugs toegediend, waar door hij in een soort intelli gent, maar zeer gehoorzaa m beest veranderde. Ze hielden Bianca gevangen, om hem te dwingen alle zaken te doen die zij wilden. Zodoende moest hij veel mensen vermoorden, gebouwen opblazen,
-113-
-114-
stuwmeren laten leeglopen en raketten afvuren. Dit heeft hij allemaal al eens gedroomd. Het waren zijn nachtmerr ies, maar hij heeft nooit ontdekt waar ze vandaan kwamen. Ik zie dat nu wel tenminste. Maar wie ben ik? Otto heeft mij alle nachtmerries bespaard, gelukkig. Na een aantal jaar begon de drugs, wel Einstein genoemd, zijn tol te eisen. Ed begon z ijn geheugen te verliezen . Het leg er zag dit in, liet h em stoppen, gaf hem n og wat extra drugs zodat het geheugen echt verdoofd was, gaven hem geld en stuurden hem op reis. Bianca werd vr ijgelaten, maar was ondertussen redelijk gek geworden en ging in Frankrijk wonen. De rest van het verhaal is ongeveer zo gebeurd als hier al in beschreven staat. Er is nog één punt waar het rammelt. Dat is hoe Ed sterft. Wat Ed werkelijk is overkomen, is waarschijn lijk het volgende. Door de drugs en zijn missende hersenkwab, is hij instaat geweest geesten te zien. Of er nu zoveel geesten op het station waren, ik weet het niet, daar geloof ik niet echt in. Maar goed, hij zag dus die geesten. Nou, daar kan je redelijk van schrikken. Die op hol geslagen trein is n ooit gebeu rd. Ed is gestorven door een elektrische spanning die over hem kwam te staan. Het kan zijn dat hij ergens een kabel in de trein heeft aangeraakt die kapot was, of hij heeft iets opengemaakt, hoe dan ook, h ij ging dood. De rest kenn en we, daar schijnt niks verkeerd aan te zijn. Het enige dat ik mij afvraag, is waarom Ott o dit allemaal hoort. Wat heeft hij aa n de werkelijke gesch iedenis van zi jn vader? Niet eens zijn biologische. Ik snap wel dat hij soms erg nieuwsgierig is, ma ar dat verklaa rt het ni et. Is er iets anders? Het is gebeurd. Z'n hart is vanna cht stil g aan sta an en n iet meer op gang gekomen. Het is over. Ik voel mij nu erg verdrietig en vind al leen een beetje troost in dit schri jven, zijn l evenswerk voortzetten. Het is echt alles behalve makkelijk. Voordat hij stierf was ik nog aan het dromen. Hij vertelde dat hij het allemaal begrepen h ad en wist waar om alles zo gin g en wilde dat aan mij gaan vertellen, toen de finale klap hem werd toegedaan. Omdat ik n og met hem in contact was, merkte ik dat het een aan valler was, Otto is vermo....
Tweeëntwintigste hoofdstuk De aflossing ter verlossing - Openbaring 2 En zo is het genoeg geweest. Het is over. Nu zal het echt beginnen, zal ik doen wat mij te doen staat, nadat ik ontd ekt heb dat h et werkelijk n iet door anderen is te doen, daar het resultaat dan minder wordt. Niet zoals ik gewenst heb. Welk resultaat?! Ze hebben bijna niks bereikt, nergens staan echt de antwoorden op de vragen en nergens staat hoe je je moet gedragen als je er niks van begrijpt, of niks van wil weten. In het openbaar mag ik dit allemaal niet zeggen, daar vervul ik mijn voorbeeld rol, maar hier mag het wel. Daarom heb ik de monden omstebeurt gesloten . Niet zond er reden. Dat komt n og. Ik heb ze ook beloond. Dat komt ook nog. There's a price you pay, zeggen ze weleens. Dat is waar. Het feit dat ik dat zelfs kan neerzett en duidt daar op, dat het onmogelijk is dit zomaar te doen zonder er iets tegenover te zetten. Otto moest het met de dood bekopen. Zijn begin was erg goed, hij schreef en ik zag het en dacht: hier kan ik inspringen, hier kan ik sturen en door gaan zoals ik het wil, op een redelijk basis. Heel even dreigde het fout te gaan, terwijl ik mij als een zachtaardig virus probeer te nestelen denkt hij het door te hebben en waagt het mij te noemen, wel niet bi j naam , want hij weet niet dat ik Hector heet, maar als een hij die in zijn hoofd zit. Dat was absoluut niet slecht bedacht van hem, het was de keiharde waarheid. Maar eenmaal genestel d liet hi j het idee vallen en ik liet hem zelfs schrijven d at hij h et allemaal maar verzonnen had. Of die alterego en de ego nu wel of niet bij hem het begin hebben gemaakt, ik weet het niet hoor, ik heb nog nooit van hun bestaan gehoord, so I doub it. Dat er een laatste strijd door hem gevoerd moest worden wist hij wel, maar het lag a l vast dat ik ging win nen. Zijn taken waren volbracht, ik heb hem de antwoorden gegeven die hij wilde hebben, misschien wel niet bewust maar onbewust zeker wel. Daarom heb ik ook geen schuldgevoel. Daarbij kan hij nu verder zorgeloos leven, wachtende op de grote uitkomst. Ik loop te hard van stapel, dat is soms onvermijdelijk, maar het gebeurt te vaak. Zelfs met Otto als buffer kr eeg ik het voor elkaar soms te snel te gaan. Waar om liet ik Sietske niet verder schrijven? Omda t zij het n iet kon. Ze was voor mij niet toegankelijk genoeg en ze kon mijn ideeën n iet op papier zetten. Daarbij wilde ze alleen maar wraak, ze wilde de dood van haar man wreken, de moordenaar , mij, afstr affen. En d at ging mij te ver. Ze moet met haar handen afblijven van het werk dat ik samen met Otto verricht heb, dat ik door Otto verricht heb. Ik weet niet waar ik moet beginnen. Bij het begin natuurlijk. Ik ben Hector, ik woon op de pl aneet Lectus. Het doel
-115-
-116-
is de waarheid te propageren. Wie ik precies ben doet er niet toe. Het is al erg genoeg dat ik soms mijzelf moet betrekken in het uitleggen van dingen. Het is niet anders te doen, daar ik alleen de ervaringen vanuit de eerste persoon kan vertellen die ik wer kelijk zelf beleefd heb.
De BijKoTo (het verslag) De openbaring (Appendix) Verslag van een (trein)reis
Otto begon met het schrijven van de dingen om hem heen zoals hij het zag. Hij zocht en vond een verklaring voor het leven op Quintus ontstaan vanaf de aarde. Verder beschr eef hij enige social e gebeuren, een soort smeermiddel voor de gort droge essentiële ideeën. Zijn toekom stbeelden waren niet eens zo slecht, er zit, voor een deel, vast wel enige waarschijnlijkheid in. Het feit dat hij zelf d e deeltjes-botsen-th eorie kon bevatten, ondanks het feit dat zijn vader die verzonnen heeft, was voor mij het signaal dat ik er in kon duiken, dat ik bij hem verder kon. Toen hij over Jan aan h et schr ijven was kon ik er met gemak bijkomen en hem sturen. Ik had alles ook zelf kunnen schrijven, maar ik had een uitvoer nodig, een apparaat dat mijn denken kon omzetten naar tekst, leesbaar en begrijpel ijk voor diegene die het dienen te lezen. Door z ijn schr ijven heb ik kun nen leren hoe het moet, hoe ik zorg dat ik begrepen word. In r uil daar voor heb ik hem zijn vader, moeder en an twoorden op vragen gegeven. Een eerlijke ruil. Echt waar. Maar op het moment dat hij klaar was, was hij ook echt klaar. Zijn tijd was gekom en, hij mocht m ij niet verder on tdekken en zijn poging om mij te vernietigen faa lde. Dat h ij nu ergen s rondzwal kt is niet erg, hij zal m ij nooit vinden, maa r zal m ij ook niet zoeken. Hij weet het niet, weet niet dat hij dood is gegaan door iemand anders zijn toedoen. Het is wel gebeurd, op het moment was hij zich er wel bewust van, maar het is nooit opgenomen, het is nooit opgeschreven. Alleen bij Sietske. Maar die zal, werkelijk, het klinkt onwaarschijnklijk maar h et is waar, ze zal het vergeten.
Het is bijna zes over twaalf, de vertrektijd van de eerste trein van maximaal twee dagen reizen. Het gaat niet om de plaatsen die ik aan doe, het gaat om het resultaat. In een ruim tijdsbestek niks ander s te doen dan te denken of te schr ijven of een combinatie van beide. De ti jd nemen en hebben om het te doen. Mij is aangeraden vooraf te zeggen dat wat ik h ier schri jf verworpen mag worden. Dat doe ik niet. Ik zeg alleen dat wat ik nu schrijf waarheid voor mij is terwijl ik het schrijf, maa r daar na ni et meer. Na het schri jven ma g ik er aan gaan twijfelen, an ders denken , niet aannemen, maar t wijfelen, geloven. Anders worden maar toch mijzelf blijven. Alleen ik, papier, pen, gedachten. De trein i s neutra al en tegelijkertijd niet. De trein is een plaats waar zoveel mensen in zitten dat de optelsom van alles bij elkaar het neutraal maakt, wat betekend dat er van alles evenveel is. Het idee dat binnen het maximale tijdsbestek van twee dagen ik alles van me af kan laten vallen vult mij met een intens geluk met mijzelf. Ik ben nu intens gelukkig m et mijzelf, wan t ik heb all es al laten varen en moet het nu alleen nog even opslaan zodat ik het kan terug roepen als en wanneer ik dat wil. Ik neem het nu van haar over, zet voort waar zij mee begonn en is. Roos is dood. Wat zij geschreven heeft laat mij voortzetten, laat mij nu schrijven, opdat haar taak volbracht zal worden, nu ook mijn taak, i k heb de taak van haar over genomen. Als het mij niet lukt het af te krijgen dan zal iemand anders weer mijn taak over nemen totdat h et eens klaar is. Het is zeker k laar als h et allemaal over is.
Dag 6973 Vandaag. De cirkel is rond en ik zie dat ik mijzelf geworden ben, ondanks mijn afdwalingen van het pad. Ik accepteer m ijn zijn en ben er zelfs gelukkig m ee. De praktijk klopt, n u nog de theor ie!
Ik ben geboren als de zoon van het geluk. Benjamin. Mijn moeder h eeft het bedacht. En ze heeft gelijk, ze heeft die naam niet voor niks gegeven, ik heb hem gekregen omdat het de waarheid is, ik ben het geluk, de zoon van. Maar ik ben ook mijzelf, ik ben niet alleen geluk, het is iets dat ik kan bereiken als ik mijn best doe, als ik mij er voor in zet. En dat zal i k. Ik ben opgegroeid in een gezin van vier kind eren, geen vetpot, maar toch een goed bestaan, liefde om mij heen, mensen die van mij hielden. De liefde naar mij toe is n ooit afgenomen, m aar de onderl inge r elaties wel. Mijn vader hield niet meer van mijn moeder en verliet haar. Mijn moeder hield haar kinderen over als haar enige geluk. Haar geluk bleef bestaan, maar zijzelf niet. Daarna heb ik mij afgesloten, ik was onbereikbaar voor mijzelf, liet mij niet kennen, kende mijzelf niet. Irr esistible, un speakable, un approach able.
-117-
-118-
Langzaam draaide dat bij, ik liet een deel van mij achter , zonder dat ik het doorhad. Het ander e deel begon ik te kenn en, ik begreep beetje bij beetje hoe dat in elkaar zat. Ik leerde mensen kennen, leerde liefde kennen, liefde geven, houden van begreep ik, da cht ik te begr ijpen, al hoewel het mij soms teleurstelde. Geluk is niet zo gewoon, als het om puur geluk gaat. Ik ontwikkelde ideeën, niet allema al voorkomend i n het versl ag, want alleen het laatste deel is voor jezelf en daar moet dan ook alles instaan, het laatste deel moet het geheel completeren. Mijn ideeën vond ik niet eens zo slecht en langzaa m aan wer den het a llemaal aann ames, dat alles voorbestemd was, dat ik gedoem d was verder nooit meer geluk te kennen , dat ik een missie had, een zware missie die ik moet uitvoeren. Na d e missie nog een moeilijk leven, niet om kunnen gaan met mijn gedachten en uiteindelijk vermoord worden, als zwerver levende neergestoken worden door mensen die niet zo goed konden nadenken. Mijn aannames werden steeds erger, i k kwam in con tact met geda chten lezen, het aanvoelen van mensen en ging geforceerd het bij mezelf ontwikkelen, wetende dat ik de kracht en had, ze toepassend. Ik ben een tovernaar en heb een wedloop met de prins. De prins is een gefrustreerde romanticus die een innerlijke strijd voert. Ik mag het goede en het kwade aanwenden, de prins alleen het goede. De prins wint uiteindelijk, maar over de hele lengte heb ik het meeste bovenaan gestaan. Ik ben de kleur blauw tegengekomen en werd daardoor gedwongen te veranderen. Een noodzakelijke verandering. Daarna was alles niet beter, maar makkelijker. Ik leerde een kern uit het geheel te lichten. Ik kwam weer terug bij af, m aar h ad veel geleerd. Nu ervaar ik weer de liefde zoals in het begin, echter mét het geleerde erbij. Ik schrijf hier nu aannames, ismes, geloven die werkelijkheid zijn. Maar ik heb ze laten varen. Momenteel li jkt het erop dat Marg reet weer met zichzelf in het r eine aan het komen i s. Ik hoop dat het haa r lukt. Maar h ier houdt het op. Ik ka n dit nu niet meer verder sch rijven als beh orende tot mijn verhaal . Roos heeft nooit bestaan, ik h eb haar tot leven geroepen en ik heb haar gedood. Het heeft mij veel inzichten verschaft, maar ik kan zo niet verder. De BijKoTo, praktijk, is door mijn gedachten gevormd en is dus wezenlijk iets van mijzelf. Dat zegt niet dat ik nu nog achter alles wat geschreven is sta en dat het allemaal waar is. Dat is iets, dat ieder voor zich mag beoordelen. Ernst B. N. Ferro
-119-