STATENBRIEF Onderwerp: Uitwerking OV-visie 2020 Portefeuillehouder: Conny Bieze Kerntaak/plandoel: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Doel van deze brief: Het college van Gedeputeerde Staten verzoekt de leden van Provinciale Staten om:
Te besluiten conform het ontwerpbesluit Over de inhoud van deze brief te overleggen De inhoud van deze brief voor kennisgeving aan te nemen (informatieplicht) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
1
Inhoud voorstel (beoogd resultaat/doel)
Mensen zullen altijd de behoefte hebben om van A naar B te reizen. Voor hun werk, studie of om elkaar te bezoeken. Hoe ze dit nu doen en hoe ze dit in de nabije en verre toekomst gaan doen verandert. In de OV visie -vastgesteld door uw Staten in mei 2014 (PS2014-284)- zijn de contouren voor de toekomst van het Gelderse openbaar vervoer geschetst. Doel van de uitwerking van de OV visie is mobiliteit bieden, waaronder openbaar vervoer, dat aansluit op de behoeften van reizigers waarbij we efficiënt omgaan met maatschappelijk geld. Na de bespreking door uw Staten waarin u aangaf dat de OV visie past bij uw uitgangspunten en nu verder uitgewerkt kon worden, zijn we aan de slag gegaan. We hebben de OV visie uitgewerkt met onze partners: gemeenten, vervoerders, ROCOV en diverse maatschappelijke partners en belangengroepen. Dit hebben we in een goede dialoog gedaan, waarbij we uitgingen van gezamenlijke belangen. De dialoog was constructief en verliep in een goede sfeer. Er ligt nu een breed gedragen plan voor een toekomstgericht OV. Tijdens de Technische Briefing in september 2015 hebben we u geïnformeerd over de voortgang en we presenteerden u de eerste resultaten van de gezamenlijke uitwerking. U heeft via een motie (PS2014-284) gevraagd om met een duidelijke duurzaamheidsambitie te komen (“… en expliciet met een plan en ambitie te komen om het percentage hernieuwbare energie in het openbaar vervoer te verhogen”). Hier wordt hard aan gewerkt. Via een aparte Statenbrief informeren wij u hierover. Dan kunnen we ook een koppeling maken aan de landelijke ambities, de technische mogelijkheden en kosten die hiermee gemoeid zijn. Een toekomstgericht OV is onderdeel van het hele palet aan mobiliteitsmogelijkheden waar bijvoorbeeld de fiets ook deel van uitmaakt. De uitgangspunten voor de vastgestelde OV visie zijn nu meer concreet gemaakt en uitgewerkt tot 2020. Met een combinatie van vastnet, flexnet en stadsnet willen we efficiënt inspelen op de veranderende vraag van reizigers en hen mogelijkheden bieden te reizen van A naar B.
Inlichtingen bij: Liesbeth Couwenberg, telefoonnummer 06 46067980 of Marieke Kassenberg 026 359 8198
[email protected]
In deze Statenbrief gaan we in op het toekomstgerichte vervoerkundig netwerk en nieuwe vervoersconcepten die hierbij passen. We vragen u om een reactie op de uitwerking van de drie verschillende netten. Deze uitwerking vormt het model voor het openbaar vervoer van de toekomst, als onderdeel van het geheel van mogelijkheden die mensen zullen hebben om te reizen. Het model is de basis voor de dienstregeling vanaf december 2016. Voor de zomer ontvangt u van ons College de definitieve uitwerking met de daarbij behorende wijzigingsvoorstellen op de eerder door uw Staten vastgestelde uitgangspunten voor de lopende concessies (PS2009-75). 2
Aanleiding
Hoe en waar we wonen, werken, winkelen en studeren verandert. Dit stelt ons voortdurend de vraag hoe we aan de behoeften van onze inwoners tegemoet kunnen komen. Hoe blijven bijvoorbeeld de drukke steden bereikbaar? Hoe doen we dit met respect en oog voor de kwaliteit van de omgeving en de kwaliteit van leven in de steden. Hoe zorgen we dat ouderen op het platteland straks gemakkelijk naar het ziekenhuis kunnen? Wat betekent het toenemende online winkelen voor de verplaatsingen van vrachtauto’s? Het is niet langer vanzelfsprekend dat de overheid voor iedere vorm van mobiliteit verantwoordelijk is en hiervoor initiatief neemt. Er komen meer nieuwe aanbieders van vervoer die inspelen op de veranderende vraag door slim gebruik te maken van nieuwe technologie. Mensen gaan met elkaar vervoer regelen. Het carpoolen neemt bijvoorbeeld nog steeds toe. Je auto delen met anderen via een website behoort ook tot de mogelijkheden. Zo zijn er tal van voorbeelden en ontwikkelingen om ons heen. Deze ontwikkelingen zien we zowel in de stad als op het platteland en op andere plaatsen in de wereld. De bereikbaarheid van de steden is belangrijk als economische motor. We moeten ervoor zorgen dat vervoer efficiënt en effectief wordt ingericht. Slim gebruikmakend van de nieuwe technologie. Dan blijft het openbaar vervoer voor de reiziger ook betaalbaar. We doen steeds meer ervaring op door op een andere manier te kijken en in te spelen op de vraag van de reiziger. In de spits waar reizigers dagelijks de grote drukte ervaren, hebben we meer kwartiersdiensten gerealiseerd zowel voor de trein als de bus en zullen we dit verder ontwikkelen waar nodig. Bus en trein laten we zoveel mogelijk op elkaar aansluiten. De fiets –e-bike- als alternatief voor de korte stukken is in opkomst. Hieraan dragen we bij door de snelfietsroutes. De Nachtvlinder, een vorm van vraagafhankelijk openbaar vervoer, heeft zich in Zutphen bewezen. De flexibele inzet van klein materieel en de dubbele frequentie hebben geleid tot een reizigersgroei van 20%. In de eerdere vastgestelde OV visie gingen we uit van de volgende uitgangspunten: - diverse trends en ontwikkelingen beïnvloeden de vraag naar mobiliteit in kwantiteit en kwaliteit; - de ontwikkelingen op technisch en ICT gebied maken dat nieuwe mobiliteitsideeën ontstaan; - het OV is onderdeel van het hele palet aan mobiliteit; - afhankelijk van plaats, tijdstip, omvang vraag en doelgroep bieden we OV en/of faciliteren en stimuleren wij andere mobiliteitsideeën, fiets en zelfs auto; - we doen dit samen met onze partners; - we blijven in beweging, mobiliteit en openbaar vervoer zullen zich moeten blijven aanpassen aan de vraag en dus faciliteren we dit als provincie. In de uitwerking van de OV visie ziet u dit weer terug. 3
Bestaand beleid c.q. kader
De uitwerking van de OV visie past binnen de Omgevingsvisie en bij gebiedsopgaven. In de gebiedsopgaven speelt bereikbaarheid een belangrijke rol. Daar waar het openbaar vervoer hierin een
2
belangrijke rol speelt is deze nadrukkelijk ingebracht in de regionale bijeenkomsten en is deze in de verdere uitwerking van de netten meegenomen. Er is ook een relatie met het project Basismobiliteit. In dit project hebben we met de regio’s samenwerkingsovereenkomsten gesloten. De gemeenten c.q. de regio’s zijn verantwoordelijk voor het vervoer voor inwoners met WMO indicatie. Ouderen en mensen met een zorgvraag voor wie aangepast vervoer bijvoorbeeld nodig is. Daarnaast zullen ze vanaf 1 januari 2017 ook het OV deel van de regiotaxi organiseren. Dit is bedoeld voor de mensen die geen WMO indicatie hebben en geen OV tot hun beschikking hebben. Deze mensen kunnen ook gebruik gaan maken van het flexnet. Het lijngebonden openbaar vervoer, de grote bussen en treinen, richt zich op grote stromen van reizigers. Het flexnet zoals we dit nu in de OV visie hebben uitgewerkt is een meer vraaggestuurde vorm van vervoer die de meer gespreide vervoervraag naar tijdstip of relatie kan bedienen. In de toekomst zal zich dit door meer massa en meer technische mogelijkheden ontwikkelen tot vormen die net zo gemakkelijk en zonder gedoe te gebruiken zijn als de bus nu. Bij de implementatie van de OV visie hebben we te maken met lopende concessies (contracten en afspraken) met vervoerders. De concessie Achterhoek-Rivierenland loopt tot 2020, met een optie tot verlenging. De concessie Veluwe loopt tot 2020 en moet dan opnieuw worden aanbesteed. De concessie Stadsregio Arnhem-Nijmegen tot en met 2024. 4
Argumenten/afwegingen/risico's
4.1
Gezamenlijk geformuleerde ambitie
Tijdens de regionale bijeenkomsten hebben we met onze partners gezamenlijk de ambities geformuleerd die aansluiten bij de OV visie van 2014. 1. Naar werk, studie en elkaar ontmoeten Forenzen en studenten reizen dagelijks naar bestemmingen in bijvoorbeeld Zwolle, Twente, ArnhemNijmegen, Wageningen, Amersfoort, Utrecht en Brabant. Inwoners in de Achterhoek zijn georiënteerd op bestemmingen in de grensregio. De bereikbaarheid van bovenregionale voorzieningen is van economisch én sociaal belang. De bereikbaarheid van voorzieningen op plaatsen waar minder mensen wonen is van cruciaal belang voor de leefbaarheid en vitaliteit van deze regio’s. Bereikbaarheid gaat over fysieke voorzieningen zoals rail of wegen én om digitale voorzieningen zoals snel internet en sociale bereikbaarheid. Mensen moeten met elkaar een gemeenschap kunnen vormen. 2. Maatschappelijke kosten verantwoord Openbaar vervoer is van oudsher gericht op het vervoeren van grote stromen mensen. In deze massa zit ook de kern. Toch is er veel behoefte aan maatwerk, vraaggericht en op individuele behoeften of kleine groepen gericht vervoer. Bijvoorbeeld een specifieke groep scholieren van een bepaalde school of een groep ouderen in een verzorgingshuis die wekelijks naar een winkelcentrum wil. Hoe we dit ook regelen: (openbaar) vervoer moeten tegen maatschappelijk verantwoorde kosten worden aangeboden. 3. Reizen van deur naar deur Reizigers reizen van huis naar hun werk. Van huis naar hun schoonmoeder in het ziekenhuis. Van school naar de sportclub en dan naar huis. Goede aansluiting van het Gelders vervoersnetwerk op het landelijk netwerk is essentieel. Vastnet, stadsnet en flexnet moeten een samenhangend geheel worden. Dit betekent goede aansluitingen en overstapvoorzieningen op belangrijke knooppunten. Door de komst van de e-bike neemt het belang van de fiets toe, bijvoorbeeld als alternatief voor het scholierenvervoer of voor forensen op de korte afstanden. De fiets wordt ook steeds belangrijker als onderdeel van het vervoer tot een knooppunt of van de trein naar huis. Hierdoor zijn goede overstapvoorzieningen op knooppunten nodig. Steeds belangrijker wordt ook de aansluiting tussen het
3
vervoer dat de regio’s gaan regelen en het openbaar vervoer dat onder verantwoordelijkheid van de provincie valt. 4. Denken in vervoersmogelijkheden in plaats van in trein, bus, taxi of fiets Door de bus, trein en fiets niet meer te zien als aparte onderdelen, maar juist te denken in de reis die mensen maken, ontstaan meer kleinschalige vervoersmogelijkheden gericht op de vraag van dat moment. Hierdoor kunnen we de bekende lege bussen in de avonduren waar noch de reiziger noch de chauffeurs mee gediend zijn voorkomen. Juist kleinschaligheid en diversiteit kan een antwoord bieden om de mobiliteit in de dunbevolkte gebieden of op latere tijdstippen te versterken. Ook sluit het zelfs beter aan bij wat reizigers prettig vinden. Denk aan deelauto’s voor mensen zonder auto die toch liever zelf rijden, gebruik van elektrische scooter of fiets voor mensen die dat maar één keer per maand willen, meerijden met een bekende die je tot de voordeur brengt etcetera. 5. Eigentijds en reizen met comfort Comfortabel reizen betekent “grensoverschrijdend” reizen. Gemakkelijk gebruik maken van een andere vervoerder of een vervoersoptie. Niet steeds weer opnieuw in- en uitchecken. Goede reisinformatie die voor de hele reis de samenhangende mogelijkheden geeft, ongeacht de vervoerder die hierbij betrokken is. Voor het overgrote deel van de reizigers kan dat gemakkelijk met behulp van een app of een andere digitale vorm. Voor een ander deel van de reizigers moet daar persoonlijke ondersteuning in gegeven worden. Regiecentrales en ov-buddy’s gaan daar in de toekomst ongetwijfeld een rol inspelen. 6. Reizen in en naar de stad Goede vervoersnetwerken in de stad zijn belangrijk voor de economische kracht van de steden, de bereikbaarheid én voor sociale samenhang. Ook voor een schone en gezonde leefomgeving is een goed vervoersnetwerk essentieel. Het terugdringen van het autogebruik en het stimuleren van het gebruik van de fiets wordt in de steden steeds belangrijker. In kleinere steden volstaat een flexnet met maatwerkoplossingen. In grotere steden is de samenhang met de andere manieren van vervoer zoals de fiets van groot belang. 7. Basismobiliteit valt uiteindelijk samen met het flexnet. Vanaf september 2016 wordt basismobiliteit geïmplementeerd. De OV regiotaxi wordt gemandateerd aan de regio’s, maar blijft onder verantwoordelijkheid van de provincie. Regiecentrales spelen een belangrijke rol voor reizigers die niet kunnen reizen met de grotere bus en treinlijnen. Vanwege de bezuinigingen die de gemeenten moeten doorvoeren in het WMO vervoer, zullen ze erop gericht zijn reizigers met een WMO indicatie te stimuleren om gebruik te maken van het reguliere lijngebonden openbaar vervoer (stadsnet en vastnet). Monitoring van deze ontwikkeling is van groot belang omdat basismobiliteit uiteindelijk onderdeel uit kan maken van het flexnet. Samen met vastnet en stadsnet moeten zij een samenhangend vervoer bieden. Het flexnet omvat dan zowel de regiotaxi voor mensen met een WMO indicatie, OV regiotaxi als andere kleinschalige vervoervormen. Kleinschalige vervoersvormen zijn soms op één doelgroep gericht, zoals een uitleenpunt voor scootmobiels en soms voor iedereen beschikbaar, zoals een meerijdplatform voor een dorp. Door dit als één net te zien zal het voor de reiziger een logischer geheel vormen en beter te gebruiken zijn. 4.2
Invulling uitgangspunten
We hebben de in de OV-visie geformuleerde uitgangspunten verder ingevuld. 1) Zorgvuldig omgaan met bestaande concessie afspraken. Vervoerders hebben hun personeels- en materieelbeleid afgestemd op de concessie afspraken die wij met hen hebben gemaakt. De vervoerders hebben vanuit hun rol als werkgever het belang van baanbehoud voor de huidige chauffeurs ingebracht. Bij de uitwerking houden we rekening met dit belang.
4
2) Betaalbaar openbaar vervoer onder provinciale vlag De financiering en betaalbaarheid van het regionale openbaar vervoer staat onder druk. Naar verwachting zullen de jaarlijkse bijdrage van het Rijk voor het verkeer en vervoersbeleid en de jaarlijkse kosten verder uit elkaar gaan lopen doordat het ministerie een andere index hanteert dan de OV sector, de MBO studenten aan de studentenjaarkaart zijn toegevoegd en andere maatregelen. Door openbaar vervoer anders te bezien en te organiseren, kunnen we er voor zorgen dat mensen op een betaalbare manier van A naar B kunnen blijven reizen. Dit betekent meer flexibel inspelen op de vraag en keuzes maken. Daar waar veel vraag is zoals op drukke lijnen, deze versterken door bijvoorbeeld een kwartiersdienst of langere bussen. Daar waar geen vraag is of geringe vraag, vaste lijnen vervangen voor vervoer dat beter aansluit en goedkoper te organiseren is. Door efficiënter en meer toekomstgericht te werken, moeten overvolle spitstreinen-en bussen en lege bussen rondjes rijdend in het donker verdwijnen. In de eerste fase van implementatie van de OV besteden we net zoveel geld als we nu besteden. De provincie blijft verantwoordelijk voor alle openbaar vervoer in Gelderland. Ook voor de meer kleinschaliger vormen. Uitzondering zijn de specifieke afspraken die we maakten met de regio’s over de basismobiliteit. Mogelijk kan in de toekomst kleinschalig vervoer efficiënt geregeld worden als onderdeel van het flexnet via de regionale regiecentrales. In juni zal de financiele doorrekening van de uitwerking OV visie eerste fase gereed zijn. 4.3
Vastnet, stadsnet en flexnet worden langzaam zichtbaar
In 2020 lopen de concessie Veluwe en Achterhoek/Rivierenland af. De laatste kan worden verlengd. Op dat moment ontstaan er nieuwe mogelijkheden voor een volgende fase van uitwerking van de OV visie. We hebben samen met de regionale partners de mogelijkheden voor een vast- , flex- en stadsnet verkend. Op een kaart zijn de belangrijkste bestemmingen binnen en buiten de regio aangegeven. Van hieruit zijn vervoersnetten geschetst tot 2020. Dit wordt het model voor het jaarlijks versterken van de dienstregelingen in december en voor de nieuwe concessies na 2020. Stabiel, snel en betrouwbaar vastnet De trein verbindt de belangrijke bestemmingen binnen en buiten de regio. De bus vult dit aan als verbinding tussen de steden en belangrijke economische kerngebieden in de regio. Samen vormen zij de basis van het vastnet. Daar waar bus en trein concurreren worden parallelle busverbindingen opgeheven. Deze zijn voor de reizigers overbodig. In de Achterhoek en Rivierenland worden de bus en trein nog meer op elkaar aangesloten tot één samenhangend vervoersysteem. De frequenties worden verhoogd op bus-en treinlijnen waar in de spits dagelijks heel veel forenzen en studenten/scholieren reizen. Zo ontstaan meer reismogelijkheden. Op een aantal plaatsen zijn rechtstreekse verbindingen naar schoollocaties en/of is de dienstregeling aangepast aan schooltijden. Waar mogelijk verkorten we voor grote groepen reizigers de reistijd sterk door een snellere route te rijden. Dit kan door een betere overstap tussen bus en trein te regelen, haltes over te slaan of bepaalde wijken niet meer aan te doen. Deze wijken of kernen kunnen dan indien nodig een andere vorm van vervoer krijgen. Bijvoorbeeld oproepbaar vervoer. Soms is de fiets naar een opstappunt ook een goed alternatief. Zeker in de stad. De “openingstijden” van het vastnet -de tijden en dagen dat het vastnet rijdt- worden afgestemd op het gebruik. Niet iedere dag van de week is er evenveel of even vaak een trein of bus nodig. Slim, kleinschalig en betrouwbaar flexnet Het flexnet is het vervoersnet waarbij diverse kleinschalige vervoersconcepten worden aangeboden in regio’s of plaatsen en op tijden waarop maar weinig mensen afhankelijk zijn van het openbaar vervoer. Bijvoorbeeld in het buitengebied, in kleine steden of stedelijke wijken, of na negen uur ‘s avonds of in het weekend. Dit kan een vorm van vraagafhankelijk openbaar vervoer zijn. De Nachtvlinder in Zutphen heeft laten zien dat deze vorm van openbaar vervoer goed aansluit bij wat de reiziger van vandaag nodig heeft. De flexibele inzet van klein materieel en de dubbele frequentie leidde tot 20% meer reizigers op deze lijn. Doordat de bus alleen naar haltes reed waar ook daadwerkelijk iemand opgehaald wilde worden, ontstond een korte route. De Nachtvlinder sluit precies aan op de dienst van de trein. Rijdt deze 1 keer per half uur, dan de Nachtvlinder ook. Deelauto’s, 5
fietssystemen en andere particuliere en/of private initiatieven vallen ook onder het flexnet. In pilots doen we nu al veel ervaring op met het aanbieden en gebruik van dergelijk vervoersmiddelen. Een stadsnet in steden waar het autogebruik niet wenselijk is Stedelijke netwerken zijn belangrijk voor de economische kracht in de stad, de bereikbaarheid en doorstroming, de luchtkwaliteit en voor de sociale samenhang. In kleinere steden als Harderwijk en Zutphen is de fiets een belangrijk vervoermiddel, aangevuld met een vraagafhankelijk stadsnet 1 (Kolibri/Vlinder ). De gemeenten Apeldoorn heeft haar mobiliteitsbeleid geactualiseerd, waarbij de fiets een belangrijke rol krijgt in de totale mobiliteit. De komende maanden wordt in overleg met alle partners onderzocht op welke wijze een toekomstvast stadsnet, afgestemd op de vraag en betaalbaar, onderdeel kan vormen van het nieuwe mobiliteitsbeleid . Samen met de partners in Ede wordt gezocht naar verdere optimalisatiemogelijkheden van de stadsdienst. Door de dynamiek en complexiteit in de steden Arnhem en Nijmegen wordt het stadsnet samen met de partners in de stad verder uitgewerkt (relatie met MIRT uitvoeringsagenda en de gebiedsopgave). Vanaf september 2016 wordt in de steden ook basismobiliteit geïmplementeerd. Om kosten te beperken worden doelgroepen door gemeenten vaker verplicht gebruik te maken van het openbaar vervoer. Als er een alternatief per bus aanwezig is betaalt de reiziger een kostendekkend tarief voor de regiotaxi die hem van deur tot deur vervoert. Wat het effect van deze scherpere indicatie op het gebruik van openbaar vervoer wordt is nog onbekend. Monitoring moet hier inzicht geven. We nemen meer tijd om de stedelijke netwerken in Apeldoorn, Arnhem en Nijmegen verder uit te werken. Deze zijn na de zomer klaar. Goede communicatie voor en met de reiziger Er gaat wat veranderen in het openbaar vervoer. Slimmer, meer keuzemogelijkheden en meer combinaties van diverse vormen van vervoer. Dat betekent dat de reiziger het overzicht moet hebben om zijn of haar reis te plannen en indien nodig goede ondersteuning krijgt op dit punt. Goede communicatie met de reiziger is een belangrijk speerpunt bij het ontwikkelen, uitwerken en implementeren van de OV visie. Slimme knooppunten Goede aansluitingen en overstapmogelijkheden op knooppunten zorgen er voor dat reizigers comfortabel en gemakkelijk kunnen reizen van A naar B en voorkomen dat bussen achter elkaar aanrijden op verbindingen die met een overstap ook goed te maken zijn. Op deze knooppunten moeten goede voorzieningen komen voor bijvoorbeeld de fiets waarmee reizigers naar het knooppunt komen. Er zijn diverse punten in Gelderland waar dit de dienstregeling kan versterken. Wij ontwikkelen hiervoor nog een concreet voorstel met een financieringsvoorstel. 4.4
De OV-visie wordt gefaseerd ingevoerd
Fase 1 tot en met 2020 De geschetste netten moeten uiterlijk 2020 gerealiseerd zijn of waar mogelijk eerder op basis van draagvlak en haalbaarheid. Bij de dienstregelingswijziging van december 2016 is het model voor de eerste implementatie van vastnet, flexnet en stadsnet. Fase 2 vanaf 2020 De voorbereiding voor fase 2, voor na 2020 starten we op na de zomer. We sluiten dan aan op de uitkomsten van de regionale uitwerking “Toekomstbeeld OV”. Deze uitwerking is onderdeel van het landelijke proces ‘Toekomstbeeld OV’. In elk landsdeel wordt hiervoor op basis van cijfers, modellen en trends de mobiliteitsvraag neergezet voor diverse toekomstscenario’s. Na de zomer zijn ook de resultaten uit de “Verkenningen mobiliteit” bekend. Ook starten we met de verkenning voor de volgende aanbesteding. In 2020 loopt de concessie Veluwe af, dus in 2017 dient er een uitgangspuntennotitie als basis voor het Programma van Eisen 1 Kolibri en (Nacht)vlinder zijn kleinschalige vraagafhankelijke vervoersvormen die door Syntus respectievelijk Arina op dit moment al succesvol worden aangeboden
6
gereed te zijn. In de verkenning bekijken we ook de mogelijkheden om een mobiliteitsconcessie uit te vragen in plaats van een OV concessie. 4.5
Risico’s
Openbaar vervoer is een onderwerp dat leeft. De manier waarop mensen nu reizen en gaan reizen in de nabijheid en verre toekomst gaat veranderen. Verandering betekent onzekerheid, onduidelijkheid en een gevoel van verlies. Het risico is dat dit de boventoon voert. Dat het verlies van een bushalte zwaarder weegt dan de winst van het verhogen van de frequentie van een drukke forenzenlijn. Daarom is goede communicatie belangrijk met de reizigers. Hiervoor zijn we in overleg met de vervoerders. Een andere punt van aandacht is het belang van het personeel van de vervoerders. We gaan met vervoerders in overleg om rekening te houden met het natuurlijk personeelsverloop en ook gaan we in gesprek met de bonden. 5
Financiële consequenties
Niet van toepassing. Er komt een nadere uitwerking waarbij inzicht wordt gegeven in de exploitatiekosten en de mogelijke investeringen in infrastructurele maatregelen. 6
Proces en evaluatie
Dit voorjaar gaan we in gesprek met de gebruikers en toekomstige gebruikers. In het bijzonder het flexnet willen we nog verder uitwerken. De uitgangspunten en contouren van de netten worden getoetst bij en besproken met regionale bestuurders en regionale/ provinciale politiek. Om de haalbaarheid te beoordelen worden de netten financieel verder uitgewerkt en doorgerekend en vindt toetsing aan bestaande concessieafspraken plaats. De resultaten hiervan worden verwerkt in het uiteindelijke voorstel. Het ROCOV wordt gevraagd advies uit te brengen bij de uitwerking en de daarbij behorende wijzigingsvoorstellen op de uitgangspunten zoals deze aan de Staten voor de zomer worden voorgelegd.
Arnhem, 9 maart 2016 - zaaknummer 2016-002202 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris Bijlagen: Ontwerpbesluit Begrotingswijziging Notitie Bijlage tekening toekomstig OV vanuit perspectief spitsreizigers Bijlage tekening toekomstig OV vanuit perspectief dalreizigers Bijlage informatiekrant nav bestuurlijke bijeenkomst op 18 januari 2016 Tekst
7